Jaarplan 2013 Dit document bevat de plannen van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding voor 2013, rekening houdend met de opdrachten, resultaatsgebieden en kwaliteitsvereisten opgenomen in de beheersovereenkomst voor de subsidiëring en erkenning van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding als organisatie met terreinwerking voor suïcidepreventie door telezorg afgesloten tussen de Vlaamse overheid en het CPZ op 1 januari 2012. Naast de plannen die in dit document opgenomen worden, zal het CPZ in 2013 ook verder inspelen op de ontwikkelingen die zich voordoen, en indien nodig de plannen bijsturen.
Achtergrond Het Centrum ter Preventie van Zelfdoding werd opgericht in 1979 en bestaat vandaag uit 3 diensten: De Zelfmoordlijn: Personen met zelfdodingsgedachten, hun omgeving en nabestaanden kunnen voor een hulpverlenend gesprek terecht op de gratis en erkende nooddienst. De telefoon en chat worden beantwoord door deskundig opgeleide vrijwilligers. In 2011 beantwoordden zij in totaal 8.331 telefonische en 931 online gesprekken. Zelfmoordlijn (gratis en anoniem) Telefoon, 7 dagen per week, 24 uur per dag: 02 649 95 55 Online, inloggen tussen 19:00 en 21:30. (niet op woensdag en zaterdag): www.zelfmoordlijn.be Preventie 2.0: Preventie 2.0 draait om het sensibiliseren van bezoekers van sites, blogs en fora waarop zelfdodingsgedachten worden geuit. Door proactief op websites aanwezig te zijn, kan de Zelfmoordlijn mensen bereiken nog voordat ze zelf actief naar hulp op zoek gaan. Dat is belangrijk, want hoe sneller er wordt ingegrepen in het suïcidale proces, hoe gemakkelijker je iemand tot hulpzoekend gedrag kunt bewegen. Binnen Preventie 2.0 vinden onder meer samenwerkingen plaats met sociale media zoals Facebook. Studiedienst: Het CPZ wil wetenschappelijk onderbouwde en empirisch gestaafde kennis over zelfdoding en de preventie ervan toegankelijk en toepasbaar maken voor het ruime publiek. Het documentatiecentrum, rijk aan wetenschappelijke werken, thesissen, rapporten en romans, kan op afspraak worden geraadpleegd. Ook wil het CPZ een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek en vinden er geregeld samenwerkingen plaats met onderzoekscentra. Vormingsdienst: De Vormingsdienst van het CPZ vormt sleutelfiguren in zelfdodingspreventie. Gedurende vele jaren
heeft het CPZ een ruime ervaring opgebouwd door het geven van vormingen bij preventiediensten, erkende nooddiensten, andere hulplijnen, welzijns- en gezondheidsorganisaties, e.a. Het CPZ put hiervoor uit haar ervaring en expertise in crisishulpverlening aan de Zelfmoordlijn. Het CPZ biedt vormingen op maat aan organisaties, bedrijven en allerhande instellingen. De introductiecursus omvat bij voorkeur drie dagen. Naast de driedaagse introductiecursus biedt het CPZ ook werkwinkels of korte trainingen op maat. De expertise van het CPZ is toegespitst op crisisinterventie. ASPHA (Advies SuïcidePreventie voor Huisartsen en Andere hulpverleners) ASPHA wil huisartsen en andere hulpverleners uit de eerste lijn ondersteunen via telefoon en e-mail bij het begeleiden van suïcidale patiënten, hun omgeving en nabestaanden. Huisartsen en andere hulpverleners die geconfronteerd worden met een suïcidale patiënt kunnen er onmiddellijk met hun vragen terecht. Op de website zijn praktische handvatten voor de (huisartsen)praktijk, vormingsmogelijkheden en achtergrondinformatie over zelfdoding en de preventie ervan te vinden. ASPHA is dagelijks bereikbaar tussen 8:00 en 00:00 uur.
In al haar activiteiten stelt het CPZ de preventie van zelfdoding centraal. Het CPZ telt op 1 oktober 2012 zeven betaalde medewerkers: -
-
-
Kirsten Pauwels, directeur: dagelijkse leiding van het centrum. Michaël Bloemen, Patrick Vanderreydt en Britt Sebrechts, stafmedewerkers vrijwilligersbeleid: staan in voor de werving, opleiding en opvolging van de vrijwilligers aan de Zelfmoordlijn (telefoon en chat) en de bewaking van de kwaliteit van de gesprekken. Michaël Bloemen, stafmedewerker verantwoordelijk voor de vormingsdienst: externe deskundigheidsbevordering. Ekke Muijzers, stafmedewerker studiedienst en communicatie: staat o.a. in voor het documentatiecentrum, externe communicatie en de verwerking van de gespreksgegevens. Ira Van Sprundel, stafmedewerker ASPHA en preventie 2.0: staat in voor de advieslijn voor huisartsen en andere hulpverleners en de activiteiten in verband met het opsporen van suïcidale uitingen op het internet. Zij staat ook in voor de opstart van e-mail. Heleen Eeman, administratief medewerker.
Het werk aan de Zelfmoordlijn (online en telefoon) gebeurt door vrijwilligers. Op 1 oktober 2012 zijn er 71 vrijwilligers actief aan de Zelfmoordlijn.
Meer informatie over de werking van het CPZ en de Zelfmoordlijn is terug te vinden op www.preventiezelfdoding.be en www.zelfmoordlijn.be.
Resultaatsgebied 1: het aanbieden van informatie, documentatie en advies (1) Het op vraag geven van informatie en vormingen aan hulpverleners over de preventie van zelfdoding Studiedienst: -
-
In 2012 werd een visie ontwikkeld inzake de studiedienst van het CPZ. Deze visie wordt geïmplementeerd. Het is duidelijk (intern en extern) wat de studiedienst is, waar het voor staat en over welke kennis het beschikt. Het CPZ beschikt over een documentatiecentrum dat op afspraak consulteerbaar is voor geïnteresseerden. Er zijn minimaal 20 bezoekers aan het documentatiecentrum. De catalogus van de bibliotheek is online raadpleegbaar. De catalogus wordt minstens trimestrieel geüpdated. Het documentatiecentrum beantwoordt minstens 100 informatie-aanvragen.
Website: -
-
Het CPZ beschikt over een website waar de meest actuele informatie op terug te vinden is. Minstens 2 keer per jaar wordt de website grondig geüpdated. Er wordt gestreefd naar een website die voldoet aan het anysurfer label: op basis van de analyse in 2012 is gebleken dat het praktisch niet haalbaar is alle websites van het CPZ te laten voldoen aan het anysurfer label. Er wordt voor geopteerd in eerste instantie de pagina’s die leiden naar de crisishulp van het CPZ toegankelijk te maken (eventueel door het voorzien van een aparte pagina). Bij de eventuele uitbouw van een nieuwe website wordt wel meteen gewerkt naar het behalen van het label van anysurfer. Er wordt onderzocht of en hoe de websites – en in elk geval de pagina’s die leiden naar de crisishulp van het CPZ – beschikbaar gemaakt kunnen worden voor mobiele applicaties. Er wordt onderzocht hoe de websites van het CPZ (in elk geval de pagina’s inzake crisishulp) een aanvulling kunnen vormen op of geïntegreerd moeten worden in de te creëren portaalsite inzake suïcidepreventie.
Vormingsdienst: -
-
-
Het CPZ werkte in 2012 een visie uit inzake de vormingsdienst en deskundigheidsbevordering. Deze visie wordt in de praktijk gebracht. Het is duidelijk (intern en extern) waar de vormingsdienst voor staat. Het CPZ promoot haar vormingsaanbod actief. Er wordt een brochure ontwikkeld waarin het vormingsaanbod voorgesteld wordt. In 2012 werden de eerste stappen gezet om de samenwerkingsovereenkomsten met Werkgroep Verder en de CGG Suïcidepreventiewerking te vernieuwen. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden gefinaliseerd, geformaliseerd en uitgevoerd. Er worden met name afspraken gemaakt rond vorming en deskundigheidsbevordering. Het CPZ organiseert vormingen op maat voor (huidige en toekomstige medewerkers in) welzijns- en gezondheidsorganisaties, telehulp-organisaties, bedrijven. Minstens 75 mensen krijgen in 2013 tenminste 1 dag vorming.
-
-
Het CPZ onderzoekt hoe het samen met de partnerorganisaties Werkgroep Verder, de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek en de CGG Suïcidepreventiewerking of er werk gemaakt kan worden van een meerdaagse “masterclass” suïcidepreventie voor ervaren professionals. Bij elke meerdaagse vorming wordt de VROS afgenomen bij de deelnemers. Indien gewenst kunnen de betrokken organisaties geïnformeerd worden over de resultaten van de analyse.
Vergroten interne deskundigheid CPZ: -
-
Alle medewerkers blijven op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vlak van suïcidepreventie door laagdrempelige telehulp. Er worden (in totaal) minstens 10 vormingsdagen gevolgd door de medewerkers van het CPZ. Daarnaast volgt elke nieuwe medewerker binnen het CPZ de opleiding voor vrijwilligers aan de Zelfmoordlijn mee, en doet men op geregelde basis ervaring op aan de Zelfmoordlijn. Er is een systeem voor kennisdeling voor medewerkers van het CPZ.
(2) Het ontwikkelen, onderhouden en uitdragen van deskundigheid op het vlak van laagdrempelige telezorg bij suïcidaliteit Vormingsdienst: -
Het CPZ vormt jaarlijks minstens 75 personen gedurende tenminste 1 dag. Elke vorming van minstens 1 dag wordt door de deelnemers geëvalueerd aan de hand van een evaluatieformulier. Bij meerdaagse vormingen wordt de VROS afgenomen.
Studiedienst: -
Er wordt onderzocht hoe de VROS efficiënter ingezet kan worden (nauwkeuriger analyseren, conclusies van analyses gebruiken in functie van het verbeteren van de praktijk, …). Er wordt onderzocht of er een online tool ontwikkeld kan worden voor het afnemen en scoren van de VROS. Er worden standaardcriteria uitgewerkt voor telehulp bij suïcidale personen. Deze standaardcriteria worden verder afgetoetst bij experten uit binnen- en buitenland. De criteria worden ook als richtlijn gebruikt in functie van het verder uitbouwen de module laagdrempelige telezorg (i.s.m. Tele-Onthaal) in het kader van de creatie van de portaalsite rond suïcidepreventie.
(3) Het op vraag van de Vlaamse overheid deelnemen aan werkgroepen en vergaderingen -
-
Een expert van het CPZ is lid van de Vlaamse Werkgroep Suïcidepreventie. In principe neemt de directeur van het CPZ deel aan deze vergaderingen. Indien zij niet aanwezig kan zij, wordt zij vervangen door een vaste stafmedewerker. Op vraag wordt deelgenomen aan locoregionale vergaderingen in Brussel en de rest van Vlaanderen. Het CPZ neemt deel aan het in 2012 opgestart overleg in het kader van de samenwerking rond een centrale toegangspoort suïcidepreventie. Het CPZ neemt hier een voortrekkersrol
in vanuit haar expertise en ervaring met laagdrempelige, anonieme, telefonische en online hulp. (4) Het op eigen initiatief of op vraag informeren en adviseren over laagdrempelige telezorg bij suïcidaliteit van de overheid, van relevante organisaties, de media en de bevolking
Overleg en kennisdeling met collega-organisaties, professionals, …: -
-
Het CPZ legt contacten met organisaties, onderzoekers, experten, … in functie van kennisdeling en wederzijdse expertise-uitwisseling. Het CPZ overlegt actief met de CGG Suïcidepreventiewerking en Werkgroep Verder. Ook met de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek en de terreinorganisatie Zorg voor Suïcidepogers is er geregeld contact. Het CPZ neemt actief deel aan OHIL en OHUP.
Externe communicatie: -
-
-
Het CPZ maakt zichzelf bekend door aanwezigheid op relevante activiteiten, door het ter beschikking stellen van folders en andere promotiemateriaal, … Het CPZ stelt jaarlijks een communicatieplan op, conform de afspraken binnen het Vlaams actieplan suïcidepreventie, waarin de communicatiemomenten voor het betreffende jaar in de mate van het mogelijke vastgelegd worden. Minstens jaarlijks maakt het CPZ de conclusies van de analyse van de oproepverslagen bekend. Minstens 4 keer per jaar wordt een nieuwsbrief voor externen verspreid. Hierin worden de belangrijkste ontwikkelingen binnen het CPZ opgenomen. Daarnaast is ook aandacht voor nieuwigheden en ontwikkelingen bij de andere actoren van het Vlaams actieplan suïcidepreventie. Daarnaast is er 2 keer per jaar een nieuwsbrief voor schenkers. Bij elk perscontact wordt gehandeld volgens de mediarichtlijnen en worden deze richtlijnen gecommuniceerd. Medewerkers zijn bereid en beschikbaar om getuigenissen, informatie en advies te geven over laagdrempelige telehulp bij suïcidaliteit. Het CPZ stelt zich kandidaat om deel uit te maken van / maakt deel uit van de taskforce communicatie die voorzien wordt binnen de uitvoering van het nieuwe Vlaams actieplan suïcidepreventie.
35 jaar CPZ: -
Het CPZ verkent de mogelijkheden voor een publicatie naar aanleiding van 35 jaar CPZ in 2014. De voorbereidingen voor deze publicatie worden in 2013 getroffen.
(5) Het CPZ participeert aan (wetenschappelijk) onderzoek naar de (preventie van) zelfdoding Studiedienst:
-
-
-
-
De oproepgegevens van de Zelfmoordlijn worden nauwgezet geïnventariseerd en geanalyseerd. In functie van bijzondere thema’s of risicogroepen wordt een analyse gemaakt van de oproepen. Het CPZ zorgt permanent voor een kwantificering van de informatie die de Zelfmoordlijn genereert. Het CPZ evalueert jaarlijks haar registratieprogramma en past aan in functie van nieuwe noden en inzichten. De vergelijkbaarheid van de gegevens over de jaren heen wordt hierbij niet uit het oog verloren. Het CPZ legt contacten met onderzoekers die zicht bezighouden met thema’s die relevant zijn voor het werk aan de Zelfmoordlijn. Het CPZ zoekt in het bijzonder samenwerking met onderzoek dat zich richt op de specifieke aandachtsgroepen binnen de Zelfmoordlijn (nabestaanden, ouderen, kansarmen, jongeren, …) Het CPZ ontwikkelt een visie en stelt een protocol op in verband met het delen van haar gespreksgegevens met externe onderzoekers. Het CPZ maakt de resultaten van het onderzoek naar de kosteneffectiviteit van de Zelfmoordlijn, uitgevoerd door Prof. Dr. Lieven Annemans, gezondheidseconoom aan de Universiteit Gent en VUB en zijn team, bekend.
Resultaatsgebied 2: de ontwikkeling van methodieken en materialen op vlak van telezorg bij suïcidaliteit (1) Het ontwikkelen en onderhouden van methodieken en materialen m.b.t. laagdrempelige telezorg bij suïcidaliteit Intern: -
-
Het CPZ zorgt voor goed opgeleide vrijwilligers die volgens de meest recente wetenschappelijke inzichten aan suïcidepreventie doen via laagdrempelige telezorg. De reader wordt jaarlijks herwerkt. De vrijwilligers worden permanent gevormd en opgevolgd. De medewerkers scholen zich continu bij. Elke vrijwilliger heeft gemakkelijk toegang tot de meest recente informatie via het intranet.
Extern: -
-
Er is een vormingsmodule laagdrempelige telezorg en chat bij suïcidaliteit. Minstens 50 personen volgen deze vormingsmodule, die zich in het bijzonder richt op personen die telefonische en online hulp bieden. De vormingen worden geëvalueerd op basis van een evaluatieformulier. Bij meerdaagse vormingen wordt de VROS afgenomen. Er wordt expertise uitgewisseld met collega-organisaties, bv. binnen OHIL, OHUP, met 113 Online, …
(2) Het ontwikkelen en onderhouden van methodieken en materialen m.b.t. nieuwe en vernieuwende internettechnologie voor zover relevant voor de preventie van zelfdoding door laagdrempelige telezorg hulpverlening
E-mail: -
-
-
-
Sinds eind 2012 experimenteert het CPZ met e-mailhulpverlening. Elke nood-e-mail die het CPZ bereikt, wordt niet langer uitsluitend beantwoord door middel van een doorverwijzing naar de telefonische of online hulp, maar wordt ook beantwoord vanuit het medium e-mail. Op basis van de bevindingen in de pilootfase wordt in kaart gebracht aan welke vereisten een systeem op maat voor e-mailbeantwoording moet voldoen. De mogelijkheden om een dergelijk systeem uit te bouwen, worden verkend (zowel technisch, als financieel). Gezien het feit dat e-mail in tegenstelling tot telefoon en chathulp een asynchroon medium is, wordt een aangepaste methodiek voor dit medium ontwikkeld, conform de visie van het CPZ en de geldende kennis inzake de preventie van suïcidaliteit. Vrijwilligers worden opgeleid voor het beantwoorden van e-mail. Indien de instroom van e-mails erg groot is, worden specifiek voor e-mail nieuwe vrijwilligers geworven.
Andere pistes: -
-
-
Op basis van verkennende gesprekken in 2012 blijkt ook een forum mogelijkheden te bieden, vooral naar jongeren. Er wordt verder onderzocht wat de mogelijkheden, gevaren, … rond de opstart van een forum zijn. Indien positief, wordt in 2013 geëxperimenteerd met een forum. Er wordt verkend of er aan de website van de Zelfmoordlijn extra tools toegevoegd kunnen moeten worden, bv. een tool die helpt in kaart brengen “hoe ernstig het gesteld is” met een potentiële oproeper. Er wordt onderzocht of een zelfhulpcursus rond zelfdoding toegevoegd kan worden aan de website van de Zelfmoordlijn en, indien van toepassing, hoe deze mee geïntegreerd kan worden in een centrale toegangspoort inzake suïcidepreventie.
Resultaatsgebied 3: Het implementeren van laagdrempelige telezorg bij suïcidaliteit (a) in het algemeen, (b) specifiek gericht op jongeren, (c) specifiek gericht op het bewaken van uitingen van suïcidaliteit op het internet, (d) specifiek gericht naar huisartsen en andere hulpverleners die in hun beroepsoefening geconfronteerd worden met suïcidaliteit. (1) Het organiseren en coördineren van een telefonische hulpdienst om mensen met suïcidale plannen of gedachten, hun omgeving en nabestaanden op te vangen en te ondersteunen. -
-
Het CPZ berekent het percentage beantwoorde oproepen, maakt een analyse van de spreiding van de onbeantwoorde oproepen, bepaalt de doelstellingen en onderneemt acties om de bereikbaarheid, het jaarlijks percentage beantwoorde oproepen aan de Zelfmoordlijn te vergroten. In 2013 wordt het in 2012 opgestelde actieplan bereikbaarheid verder geïmplementeerd. Zo worden de vrijwilligers aangemoedigd om op drukke uren dubbele bezetting op te nemen. De bezetting van de Zelfmoordlijn wordt continu en nauwgezet opgevolgd door de stafmedewerkers.
-
Tijdens bijzondere voorvallen en bij extra media-aandacht wordt er een hogere bezetting voorzien. In het kader van de plannen inzake een portaalsite voor suïcidepreventie werd tussen TeleOnthaal en het CPZ overleg opgestart met als doel te komen tot samenwerkingsafspraken in het kader van de laagdrempelige telefonische en online hulp. Het overleg hierrond wordt in 2013 verder geconcretiseerd. Wat betreft de telefonische hulpverlening streeft het CPZ er in elk geval naar volgende kwaliteitseisen te garanderen binnen deze samenwerking: o Elke vrijwilliger aan de lijn hanteert dezelfde aanpak (nl. een suïcidespecifieke – evidence based - aanpak gericht op het overbruggen van de suïcidale crisis van de oproeper); o Elke vrijwilliger kent het theoretisch kader in verband met suïcidaal gedrag, én is in staat de essentiële vaardigheden en technieken voor het voeren van (crisis)gesprekken rond suïcidaliteit in toe te passen; o Elke vrijwilliger aan de lijn werd specifiek opgeleid rond suïcidaliteit en het voeren van gesprekken met mensen die aan zelfdoding denken, hun omgeving en nabestaanden; o Elke vrijwilliger aan de lijn is in staat de specifieke aanpak die verwacht wordt bij oproepen door derden toe te passen (nl. overbrengen van kennis, coachen in verband met bepaalde vaardigheden); o Elke vrijwilliger werd opgeleid rond de specifieke problematiek en aanpak van gesprekken met nabestaanden; o Elke vrijwilliger beantwoordt regelmatig de lijn (minstens 1 keer per maand, bij voorkeur tweewekelijks); o De vrijwilligers die de oproepen beantwoorden, worden nauwgezet opgevolgd: zowel wat betreft veerkracht, draagkracht, kwaliteit van de gesprekken, engagement, … o Elke vrijwilliger volgt minstens 1 keer per jaar een extra vorming rond suïcidaliteit; o Elke vrijwilliger neemt op geregelde basis deel aan intervisie over de gesprekken inzake suïcidaliteit; o Er worden afspraken gemaakt om de registratie van de gesprekken te uniformiseren; o CPZ en Tele-Onthaal stemmen de aanpak van veelgebruikers op elkaar af; o Er zijn duidelijke afspraken tussen beide organisaties in verband met de behandeling en opvolging van klachten.
(2) Het drempelverlagend werken naar hulpverlening voor mensen met suïcidale plannen of gedachten. Algemeen: -
-
Het CPZ werkt gratis en anoniem. Kosten voor de gesprekken worden niet aangerekend en verschijnen niet op de factuur. De Zelfmoordlijn is 24u op 24 beschikbaar. Het CPZ streeft naar een verkort nummer: het CPZ werkt mee aan de ontwikkeling van de centrale toegangspoort rond suïcidepreventie waarbij de Zelfmoordlijn het nummer 113 zou krijgen.* Het CPZ bereidt een eventuele campagne rond een verkort nummer voor (aanmaak materialen, afstemming met andere actoren, …)*
-
Het CPZ experimenteert verder met e-mail, en hoopt hiermee personen te bereiken voor wie chat of telefoon een te hoge drempel betekenen. Het CPZ verwijst door naar de eerste en tweede lijn: minimaal 50% van de oproepers wordt doorverwezen.
* Afhankelijk van de structuur die gecreëerd wordt voor het oprichten van de portaalsite rond suïcidepreventie en de centrale toegangspoort, zal deze in mindere of meerdere mate invloed hebben op de structuur van het CPZ. In functie van de gekozen opties in dit verband, zullen vanuit het CPZ de nodige acties ondernomen moeten worden rond de profilering en bekendmaking van de Zelfmoordlijn. Indien een volledige herprofilering van de Zelfmoordlijn nodig blijkt, zullen hiervoor extra financiële middelen nodig zijn. Aandacht voor bijzondere doelgroepen: -
-
-
-
Het actieplan bijzondere doelgroepen, dat in 2012 werd opgesteld, wordt verder geïmplementeerd. Indien nodig worden nieuwe doelgroepen toegevoegd. Nabestaanden: de Zelfmoordlijn profileert zich verder naar nabestaanden, in samenwerking met Werkgroep Verder. Het CPZ behaalt het label rond gespreksvoering van Werkgroep Verder. Elke vrijwilliger aan de Zelfmoordlijn krijgt specifieke vorming rond nabestaanden. Ouderen: aan de reader voor vrijwilligers wordt informatie rond zelfdoding bij ouderen toegevoegd. De gesprekken met ouderen aan de Zelfmoordlijn worden geanalyseerd. Er wordt specifiek promotie gemaakt voor de Zelfmoordlijn in woonzorgcentra, lokale dienstencentra, … ook binnen ASPHA is er aandacht voor de problematiek van zelfdoding bij ouderen. Mensen met autisme: aan de reader wordt informatie rond zelfdoding en autisme toegevoegd. De gesprekken met mensen met autisme worden geanalyseerd. Het CPZ neemt deel aan het overleg inzake suïcide en autisme, dat georganiseerd wordt het Steunpunt Expertise Netwerken (SEN). Van hieruit wordt bekeken hoe we de Zelfmoordlijn meer autivriendelijk kunnen maken en hoe hier promotie rond gevoerd kan worden. Mensen in kansarmoede: Het CPZ bekijkt wat het verband is tussen armoede en suïcide, en gaat na of de werking van de Zelfmoordlijn aangepast is aan de noden van mensen die leven in armoede. Vanuit deze gegevens zal een manier van aanpak uitgewerkt worden over wat er in de toekomst nog kan ondernomen worden om deze doelgroep beter te bereiken.
(3) Het werven, selecteren en vormen en begeleiden van vrijwilligers die kunnen instaan voor de hulpverlening.
Werving en opleiding nieuwe vrijwilligers: -
2 keer per jaar wordt campagne gevoerd om vrijwilligers te recruteren. Hierbij is bijzondere aandacht voor recrutering buiten de regio Brussel-Vlaams-Brabant De basisvorming voor nieuwe vrijwilligers van minstens 40 uur wordt 2 keer per jaar georganiseerd op diverse locaties. Minstens 20 nieuwe vrijwilligers voltooien de opleiding. Eind 2013 heeft het CPZ minstens 80 actieve vrijwilligers.
-
-
Er vinden minstens 2 vormingen plaats buiten de regio Brussel / Vlaams-Brabant: zowel in Gent als in Antwerpen wordt in 2013 minstens één vorming voor nieuwe vrijwilligers georganiseerd. Elke nieuwe vrijwilliger krijgt een meter of peter, en wordt opgevolgd door een coach. De opleiding voor kandidaat-vrijwilligers wordt in 2013 aangepast: er wordt gestreefd naar een efficiëntere werving, een kortere vooropleiding met langer opvolgingstraject, … De nieuwe opleiding wordt in 2013 geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.
Opvolging vrijwilligersbestand: -
-
Regionalisering van de vrijwilligerswerking: de vrijwilligers worden in staat gesteld om intervisie te volgen in steden buiten Brussel en Leuven (Gent / Antwerpen / Aalst). Er wordt verkend of er nieuwe locaties toegevoegd moeten worden aan de regionale werking. Vrijwilligers volgen minstens 4 intervisies, 1 permanente vorming. De indeling en inhoud van de permanente vormingsmomenten wordt herbekeken: ervaren vrijwilligers krijgen de kans om hun theoretische kennis structureel op te frissen en te vernieuwen. Er wordt een omschakelingscursus georganiseerd voor vrijwilligers die willen veranderen van medium, of die meerdere media willen beantwoorden. Er wordt een beleid uitgewerkt voor de permanente vorming van de trainers. De verschillende vrijwilligersprofielen worden geactualiseerd (trainer, peter/meter, …)
(4) Het organiseren en coördineren van een internettoepassing van deze hulpdienst. Chat -
-
Het CPZ berekent het percentage beantwoorde oproepen, maakt een analyse van de spreiding van de onbeantwoorde oproepen, bepaalt de doelstellingen en onderneemt acties om de bereikbaarheid, het jaarlijks percentage beantwoorde oproepen aan de Zelfmoordlijn te vergroten. In 2013 wordt het in 2102 opgestelde actieplan bereikbaarheid verder geïmplementeerd. De bereikbaarheid van de chatdienst wordt vergroot: er zijn meer vrijwilligers tegelijk beschikbaar, de openingsuren van de chat worden verruimd. De bezetting van de Zelfmoordlijn wordt continu en nauwgezet opgevolgd door de stafmedewerkers. Tijdens bijzondere voorvallen en bij extra media-aandacht wordt er een hogere bezetting voorzien. In het kader van de plannen inzake een portaalsite voor suïcidepreventie werd tussen TeleOnthaal en het CPZ overleg opgestart met als doel te komen tot samenwerkingsafspraken. Het overleg hierrond wordt in 2013 verder geconcretiseerd. Wat betreft de online hulpverlening streeft het CPZ er in elk geval naar volgende kwaliteitseisen te garanderen binnen deze samenwerking: o Elke vrijwilliger aan de chat hanteert dezelfde aanpak (nl. een suïcidespecifieke evidence based - aanpak gericht op het overbruggen van de suïcidale crisis van de oproeper);
o
o
o
o o o
o o o o o
Elke vrijwilliger kent het theoretisch kader in verband met suïcidaal gedrag, én is in staat de essentiële vaardigheden en technieken voor het voeren van (crisis)gesprekken rond suïcidaliteit in toe te passen; Elke vrijwilliger aan de chat werd specifiek opgeleid rond suïcidaliteit en het voeren van gesprekken met mensen die aan zelfdoding denken, hun omgeving en nabestaanden; Elke vrijwilliger aan de chat is zich bewust van de voor- en nadelen van het medium, de specificiteit van de doelgroep en de problematiek van de oproepers (m.n. jongeren) en beschikt over de nodige vaardigheden om de (crisis)gesprekken met deze doelgroep te voeren; Elke vrijwilliger kreeg vorming rond de specificiteit van de problematiek en de aanpak van gesprekken met nabestaanden; Elke vrijwilliger beantwoordt regelmatig de chat (minstens 1 keer per maand, bij voorkeur tweewekelijks); De vrijwilligers die de oproepen beantwoorden, worden nauwgezet opgevolgd: zowel wat betreft veerkracht, draagkracht, kwaliteit van de gesprekken, engagement, … Elke vrijwilliger volgt minstens 1 keer per jaar een extra vorming rond suïcidaliteit; Elke vrijwilliger neemt op geregelde basis deel aan supervisie over de gesprekken inzake suïcidaliteit; Er worden afspraken gemaakt om de registratie van de gesprekken te uniformiseren; CPZ en Tele-Onthaal stemmen de aanpak van veelgebruikers op elkaar af; Er zijn duidelijke afspraken tussen beide organisaties in verband met de behandeling en opvolging van klachten.
E-mail -
Het CPZ implementeert e-mail-hulpverlening (zie 2.2)
(5) Het via interactieve internettoepassingen en sociale netwerksites (al dan niet geïnformatiseerd) opsporen van risicogroepen en suïcidale uitlatingen. -
1
Er is een overzicht van reacties en uitingen op web 2.0: meldingen die binnenkomen via Facebook, Twitter, Meldknop … worden geregistreerd en opgevolgd. Het CPZ analyseert de resultaten van de zoekopdrachten op google, en stuurt bij waar nodig (zoektermen google adwords). Het CPZ onderzoekt de mogelijkheden om de online Meldknop beter bekend te maken op websites en fora waar veel jongeren komen. Het CPZ werkt mee aan het SUBTLE-project1 van de Hogeschool Gent: de vergaderingen worden opgevolgd, er wordt nauw samengewerkt met de Hogeschool Gent.
SUBTLE (subjectivity tagging and learning) : Project van de Hogeschool Gent (Prof. Dr. Veronique Hoste) waarbij een systeem ontwikkeld wordt dat op geautomatiseerde wijze uitingen van suïcidaliteit op het internet kan opsporen. De rol van het CPZ bestaat er in om de accuraatheid van het systeem mee te testen en te verbeteren, en in een latere fase om de opgespoorde berichten die acuut zijn en die reactie vereisen te gaan opvolgen.
-
-
Begin 2013 start het Amica-project2, een project rond sentimentdetectie gelijkaardig aan SUBTLE: het CPZ volgt dit project op, neemt deel aan het overleg, stelt haar expertise ter beschikking. Het CPZ houdt vinger aan de pols in verband met nieuwe ontwikkelingen en trends rond sociale media, en start indien relevant nieuwe initiatieven op.
(6) Het drempelverlagend werken naar hulpverlening bij mensen die via interactieve internettoepassingen en sociale netwerksites worden opgespoord. -
-
Preventie 2.0 is volledig geïntegreerd in het CPZ: de acties binnen preventie 2.0 worden optimaal afgestemd op de andere activiteiten van het CPZ. Het CPZ reageert op gepaste wijze op uitingen van suïcidaliteit op het internet, bij ernstige suïcidaliteit wordt doorverwezen. De reacties op uitingen van suïcidaliteit op het internet worden geïnventariseerd. Het CPZ implementeert protocols in verband met het reageren op uitingen van suïcidaliteit via de verschillende sociale netwerksites: o Rekening houdend met de specificiteit van elk medium o In elk geval voor informatie op publieke fora, openbare blogs, Facebook (profielen, inboxberichten, profielpagina), Twitter, … Het CPZ implementeert een team van vrijwillige medewerkers dat uitingen van suïcidaliteit op het internet opvolgt (profiel opgesteld, selectie en opleiding in 2012). Het CPZ onderzoekt nieuwe mogelijkheden voor de ondersteuning van melders via de verschillende sociale netwerksites en ter sensibilisering van de samenleving inzake uitingen van suïcidaliteit op het internet.
(7) Het bevorderen van kennis over de preventie van zelfdoding bij de uitbaters van sociale netwerksites. -
Het CPZ evalueert de vorming voor online moderatoren die georganiseerd werd in 2012. Het CPZ organiseert in functie van de noden nieuwe vormingsmomenten voor online moderatoren. In 2013 wordt minstens 1 vorming voor moderatoren georganiseerd. Het CPZ experimenteert verder met online vormingsmogelijkheden voor online moderatoren.
(8) Het promoten en toezien op het naleven van mediarichtlijnen door relevante internettoepassingen. -
2
Een team van vrijwillige medewerkers ziet toe op de naleving van de mediarichtlijnen op het internet.
AMICA (Automatic Monitoring for Cyberspace Applications): Ruimer project (gefinancierd door IWT) waarbij op geautomatiseerde wijze sociale netwerksites gemonitored worden op ongewenst gedrag (racisme, pedofilie, cyberpesten, suïcide) en waarbij het internet op grote schaal afgespeurd wordt naar potentieel problematische berichten. De project start in 2013 en wordt gestuurd door een groot partnerschap met o.a. de Hogeschool Gent, IBBT, CLIPS, MIOS, de beeldverwerkingsgroep van de KUL, …
-
-
Bij schendingen van de mediarichtlijnen, worden deze schendingen gemeld aan Werkgroep Verder. Er worden afspraken gemaakt met Werkgroep Verder inzake de opvolging van deze schendingen. Het CPZ inventariseert het aantal gedetecteerde inbreuken op de mediarichtlijnen. Het CPZ neemt deel aan de stuurgroep inzake de mediarichtlijnen van Werkgroep Verder, en stelt hierbij haar ervaringen en expertise met de “nieuwe media” ter beschikking. Tijdens de vorming voor online moderatoren is aandacht voor de mediarichtlijnen van Werkgroep Verder.
(9) Het toepassen van nieuwe en vernieuwende internettechnologie voor zover relevant voor de preventie van zelfdoding door laagdrempelige hulpverlening. -
Het CPZ onderzoekt de mogelijkheden tot implementatie van een zelfhulpmodule op de website van de Zelfmoordlijn. In het kader van de creatie van de portaalsite suïcidepreventie neemt het CPZ het initiatief om een aantal nieuwe methodieken te introduceren: er wordt geëxperimenteerd met een forum, e-mailhulpverlening wordt verder geïmplementeerd, de mogelijkheden van anonieme online zelfhulp worden onderzocht.
(10) De bevordering van een optimale bereikbaarheid van laagdrempelige hulpverlening onder jongeren. -
De resultaten van de in 2012 gevoerde bevraging onder jongeren en hun gebruik van de Zelfmoordlijn worden omgezet in acties. De aangeboden hulp wordt verder geoptimaliseerd zodat ook jongeren makkelijk de weg (blijven) vinden naar de Zelfmoordlijn.
(11) -
-
Het organiseren en coördineren van een telefonische hulpdienst voor huisartsen.
Elke (telefoon)vrijwilliger volgt een vorming rond ASPHA. Het CPZ bouwt ASPHA verder uit: o Er zijn meer oproepen in 2013 dan in 2012. o Er is een inventaris van de oproepen en de tevredenheid van de gebruikers van ASPHA. o In 2013 wordt opnieuw een bekendheidsenquête rond ASPHA gedaan. Hierbij worden niet alleen huisartsen, maar ook andere hulpverleners bevraagd naar het gebruik en de bekendheid van de dienst. Er wordt onderzocht of er een online versie van de bekendheidsenquête gemaakt kan worden. o Elke e-mail die bij ASPHA binnenkomt, wordt beantwoord binnen de 5 werkdagen. Het CPZ evalueert de uitbreiding van ASPHA naar andere hulpverleners uit de eerste lijn na 1 jaar (zomer 2013). Binnen ASPHA is er bijzondere aandacht voor risicogroepen zoals ouderen en kansarmen: o Er is informatie op de ASPHA-website rond suïcidaliteit bij deze specifieke groepen. o Tijdens de ASPHA-opleiding is aandacht voor deze doelgroepen.
o
(12) -
-
ASPHA wordt in het bijzonder bekend gemaakt in de sectoren die met deze doelgroepen werken. Het bekendmaken van de telefonische hulpdienst naar huisartsen.
Het CPZ promoot ASPHA actief: o op studiedagen en activiteiten waar de doelgroep aanwezig is o door bekendmaking van ASPHA op relevante websites o door gerichte mailings o tijdens vormingen en andere activiteiten o door afspraken met de partnerorganisaties (CGG suïcidepreventiewerking, Werkgroep Verder) in verband met de bekendmaking van ASPHA. Oproepers die tot de doelgroepen van ASPHA behoren, maar die op de Zelfmoordlijn terecht komen, worden doorverwezen naar ASPHA voor een eventueel volgend gesprek.
(13) De samenstelling en toetsing van een folder voor huisartsen die onder andere informatie geeft over een eerste interventie in geval van suïcidaliteit, vormingsmogelijkheden voor de huisarts voor de preventie van zelfdoding en de gegevens van relevante partners in de opvang van risicogroepen. -
Op de website van ASPHA wordt actuele informatie gegeven rond een eerste interventie, vormingsmogelijkheden en de gegevens van relevante partners. De folder werd in 2012 volledig herwerkt. De aanpassingen en de inhoud van de folder worden in 2013 geëvalueerd en indien nodig aangepast.
Kwaliteits- en samenwerkingsvereisten Samenwerken met en verwijzen naar relevante partners (organisaties met terreinwerking, partnerorganisaties, Logo’s, …) -
-
Het CPZ profileert zich als partner in het kader van de uitvoering van het Vlaams actieplan suïcidepreventie en kadert haar activiteiten binnen dit plan. Het CPZ zet zich in als partner bij de uitbouw van de centrale toegangspoort / portaalsite rond suïcidepreventie. Het CPZ zette in 2012 stappen om de samenwerkingsovereenkomsten met Werkgroep Verder en de CGG suïcidepreventiewerking te vernieuwen en te actualiseren. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden in 2013 indien mogelijk gefinaliseerd. Het CPZ verwijst door naar de andere actoren inzake suïcidepreventie bij vragen die niet tot de core business van het centrum behoren. Het CPZ overlegt op geregelde basis met de andere organisaties met terreinwerking, de CGG suïcidepreventiewerking, Eenheid voor Zelfmoordonderzoek, … Het CPZ blijft op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de andere organisaties, houdt contact met de locoregionale werkingen inzake suïcidepreventie, …
Het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met Tele-Onthaal -
In 2012 werd intensief overleg opgestart met Tele-Onthaal in het kader van de creatie van een centrale toegangspoort inzake suïcidepreventie. Dit overleg wordt voortgezet in 2013 met als doel te komen tot een samenwerkingsovereenkomst met Tele-Onthaal.
Deelname aan (internationale) symposia voor het thema suïcidepreventie door laagdrempelige telezorg -
-
Het CPZ neemt – rekening houdend met de eigen financiële mogelijkheden – deel aan congressen en symposia, bv. GGZ-congres, workshopdag suïcidepreventiewerking CGG, Dag van de nabestaanden, ESSSB, IASP world congress, congres online hulpverlening Nederland, … Het CPZ verzorgt binnen deze congressen indien relevant zelf een bijdrage rond haar activiteiten en draagt haar expertise uit. Het CPZ onderhoudt contacten met relevante buitenlandse collega-organisaties zoals 113Online in Nederland, …