Jaarplan 2015 gecombineerd met het jaarverslag 2014 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Inleiding Marktpositie en toelating Grootte Doorstroom Examenresultaten Directie en middenkader Personeel Tevredenheid leerlingen en ouders Onderwijs Gebouw Financiën Samenvatting in actiepunten
blz. 1 blz. 1 blz. 3 blz. 3 blz. 3 blz. 5 blz. 6 blz. 7 blz. 8 blz. 14 blz. 14 blz. 15
1. Inleiding In dit jaarplan 2015 kijken we tegelijkertijd terug op de verwezenlijking van het jaarplan 2014. We volgen om die reden ongeveer dezelfde indeling als bij het plan van vorig jaar. Het kalenderjaar 2014 was in onze ogen een jaar met ups en downs. In januari hoorden we dat we het predicaat ‘excellente school’ verworven hadden, in juni werden we onaangenaam verrast door tegenvallende examenresultaten. We werden gevisiteerd door collega’s van andere gymnasia (een mooie en nuttige ervaring) en bij de aanmelding hebben we voor het eerst geloot. Verder hebben de iPads (dit schooljaar in leerjaar 1 en 2) de gemoederen nogal bezig gehouden. Op personeelsgebied was de uitvoering van het entreerecht een lastig item. Niettemin ervaren we de relatie met het team en de MR, evenals de sfeer binnen het team, als plezierig en constructief. In het voorjaar organiseerden we in samenwerking met de andere BOOR-scholen een tevredenheidpeiling onder leerlingen en ouders. Hun tevredenheid (zie verder in dit plan) stimuleert ons ook in 2015 het beste uit onszelf te halen.
2. Marktpositie en toelating Het leerlingaantal is iets toegenomen tot 1189. Dat was niet de bedoeling maar de tegenvallende examenresultaten hadden als neveneffect een niet verwachte toename van het aantal zesdeklassers. Bij de aanmelding voor het huidige cursusjaar bleek dat zo’n 340 leerlingen belangstelling hadden voor onze school. Zij vroegen immers een toelatingsgesprek aan. We hadden 208 plaatsen voor nieuwe leerlingen in de eerste klas (om weer op ongeveer 1150 leerlingen totaal uit te komen). In samenspraak met de MR besloten we dit jaar, in het geval van overaanmelding, de keuze niet langer over te laten aan de toelatingscommissie (met als effect dat de hoogste CITO’s de meeste kans hebben en leerlingen feitelijk 549 nodig hebben om zeker te zijn van hun plaats) maar te gaan loten onder alle toelaatbare leerlingen. Met 545 dus evenveel kans als met 550. We realiseerden ons dat dit van invloed zal zijn op de gemiddelde kwaliteit in onze eerste klas maar het stuitte ons de laatste jaren steeds meer tegen de borst dat we een school aan het worden waren voor uitsluitend de toplaag en dat kinderen die goed in staat zijn een diploma bij ons te halen, maar wellicht met wat 1
meer moeite, en ook om andere redenen hier heel goed zouden passen, met een score lager dan 548 op voorhand al geen kans hadden (terwijl we ook verkondigen dat leerlingen met 545 toelaatbaar zijn). Dus loten. Alleen voorrang voor achtste groepers die een jaar lang bij ons op woensdagmiddag taalles kregen in de Talentenklas. En zo is het geschied, in een strakke, transparante procedure die als resultaat had: 340 toelatingsgesprekken; 299 leerlingen toelaatbaar volgens de toelatingscommissie; inclusief 6 leerlingen uit de Talentenklas die bij voorrang geplaatst waren; 208 leerlingen ingeloot (2 plaatsen vrijgehouden voor zittenblijvers); 91 leerlingen op de wachtlijst in eveneens gelote volgorde. Van de 208 ingelote leerlingen trokken zich er 20 terug. Om deze plaatsen op te vullen hadden we 26 leerlingen nodig van de wachtlijst. Conclusies: We hadden geen plaats voor 30% van de aangemelde toelaatbare leerlingen. Ongeveer 13% van alle toelaatbare leerlingen heeft het Erasmiaans niet als eerste keuze. Zonder restricties zouden we ongeveer 260 eersteklassers hebben gehad, dus 50 meer dan nu. De overdosis aan aanmeldingen afgelopen jaar wekt op zijn minst de indruk dat we ons geen zorgen hoeven te maken over onze marktpositie. Dat heeft ons enigszins verbaasd omdat andere scholen in Noord m.n. het Libanon Lyceum en Wolfert Tweetalig en in Lansingerland Wolfert Lyceum het ook heel goed doen bij dezelfde doelgroep. Ook het Montessori Lyceum zit weer in de lift. Het is ons inziens dus allerminst vanzelfsprekend dat de huidige aantrekkingskracht van onze school “als vanzelf” stand houdt. Bovendien is zojuist bekend geworden dat de gymnasiumafdeling van Calvijn zich gaat profileren als een zelfstandig gymnasium in een apart gebouw. Alle reden dus om scherp te blijven, heel hard ons best te blijven doen, hoge kwaliteit te leveren en veel energie te blijven besteden aan voorlichting en PR. Door het door de gemeente gesteunde besluit om op Zuid het Calvinum de status te geven van een zelfstandig gymnasium lijkt de discussie (buiten de school) gesloten over een nevenvestiging van het Erasmiaans op Zuid. Wél zijn er op dit moment gesprekken gaande over de vraag of de overaanmelding van het Erasmiaans en het Libanon Lyceum moet leiden tot het zoeken naar een dislocatie op Noord. Vooralsnog zijn de schoolleidingen van de beide scholen daar niet voor. Het verslechtert de positie van de andere HAVO/VWO BOOR scholen op Noord (Wolfert en TVO) en de kans op verslechtering van het imago, zeker van het Erasmiaans, is ons inziens groot. Een paar losse lokalen in de buurt zullen afbreuk doen aan één van de belangrijke waarden van onze school: saamhorigheid, het deel uitmaken van één gemeenschap. In het komende schooljaar zullen wij de eindtoets CITO niet meer kunnen gebruiken bij de toelating. Deze wordt zo laat in het jaar afgenomen dat de resultaten niet beschikbaar zijn bij de aanmelding. De gezamenlijke Rotterdamse schoolbesturen hebben daarvoor in de plaats criteria voorgeschreven (per schooltype) die de scholen moeten hanteren. Deze zijn gebaseerd op de resultaten van de CITO middentoetsen in de groepen 6, 7 en 8 voor de vaardigheden begrijpend lezen, spelling, rekenen en technisch lezen. We zullen weer maximaal zeven klassen vormen (om op ongeveer 1150 leerlingen uit te komen). Bij overaanmelding loten we, waarbij alle toelaatbare leerlingen evenveel kans hebben. Er is geen voorrang voor broertjes en zusjes, alleen voor toelaatbare leerlingen uit de Talentenklas (kinderen uit achterstandsgebieden die in groep-8 zitten en bij ons elke woensdagmiddag extra taalles krijgen). Het jaar erna zal er ook een gemeenschappelijk Rotterdams systeem komen voor de (over)aanmelding, stedelijk uit te voeren. Ook bij dit systeem zal waarschijnlijk geloot worden.
2
3. Grootte Hieronder de aantallen per leerjaar met teldatum 1 oktober. Komend jaar nemen we weer maximaal 210 leerlingen aan. Doel is om iets te krimpen, tot rond de 1150 leerlingen. Leerjaar Leerjaar 1: Leerjaar 2: Leerjaar 3: Leerjaar 4: Leerjaar 5: Leerjaar 6: VAVO: Totaal:
2011 208 192 195 193 167 156 1 1112
2012 239 197 174 192 188 163 0 1153
2013 210 229 193 168 188 183 2 1173
2014 211 201 217 190 169 194 7 1189
4. Doorstroom Wat betreft de doorstroming per leerjaar is ons doel (de tussentijdse uitval beperken tot 8% in de eerste drie leerjaren en 5% in de bovenbouw) slechts in twee leerjaren behaald. In de andere drie leerjaren zijn er weliswaar geen grote verschillen vergeleken met de afgelopen jaren maar toch… In tabel 4B de vergelijking met de gymnasia. We doen het iets beter dan gemiddeld (91% bij ons tegen 90% gemiddeld bij de gymnasia waarbij opgemerkt moet worden dan ons extreem lage slagingspercentage een behoorlijke invloed heeft op dit cijfer). Vooralsnog dus geen groot probleem met de doorstroom tot leerjaar 6, wel met het examenresultaat. Bij de doorstroom is het wel zaak de definitie helder te houden. Het gaat om de leerlingen die op het Erasmiaans doorstromen naar het volgende leerjaar. Leerlingen die bij ons vertrekken en zonder vertraging verder gaan op een andere school tellen dus als uitval. In de tweede tabel de vergelijking met de categoriale gymnasia. 4A Doorstroom: overgegaan naar het volgende leerjaar en op het Erasmiaans gebleven: Leerjaar 2010 2011 2012 2013 2014 Leerjaar 1: 91% 91% 94% 94% 93% Leerjaar 2: 91% 95% 91% 93% 91% Leerjaar 3: 93% 95% 95% 92% 93% Leerjaar 4: 93% 95% 94% 94% 94% Leerjaar 5: 92% 98% 96% 96% 93% Leerjaar 6: 93% geslaagd 94% geslaagd 97% geslaagd 97% geslaagd 83% geslaagd 4B Doorstroom: in vergelijking met een aantal categoriale gymnasia (2014): Leerjaar Gem. 41 gymnasia Erasm. Marnix Schie. Sorgh. Barlae. Leerjaar 1: 91% 93% 90% 89% 93% 94% Leerjaar 2: 87% 91% 79% 78% 91% 90% Leerjaar 3: 90% 93% 89% 77% 95% 91% Leerjaar 4: 91% 94% 83% 76% 88% 95% Leerjaar 5: 90% 93% 63% 90% 96% 88% Diploma 6: 90% 83% 82% 92% 92% 96% Doorstroom 1 t/m diploma
90%
91%
82%
83%
93%
92%
Hagan. Vossius 87% 94% 87% 86% 92% 95% 82% 94% 82% 87% 87% 97% 86%
92%
5. Examenresultaten Examenresultaten 2014 in vergelijking met een selectie van de categoriale gymnasia en met het gemiddelde van de 41 gymnasia:
3
5A Slagingspercentages 2014: Barlaeus 96% Ignatius 91% Vossius 97% Johan de Witt 87%
Coornhert Haganum Sorghvliet Leiden
85% 87% 92% 94%
Nijmegen Erasmiaans Marnix Schiedam
92% 83% 82% 92%
5B Gemiddelde van de 41 gymnasia in 2014: 90% 5C Examenresultaten Centraal Examen 2014 vergeleken met landelijk VWO en de 41 gymnasia. Vak
Erasmiaans 6.9 6.3 6.5 6.9 6.4 6.1 5.8 6.2 5.9 6.0 6.7 6.1 6.1 6.6 6,2 6.8 6.2 6.7 7.3
Landelijk VWO 6.8 6.5 6.6 6,7 6,6 6.2 6.2 6,1 6,3 6.6 6.1 6.2 6.5 6.2 6,4 6.4 6.4 6.8 6,6
Categoriale gymnasia 7.1 6.7 6.7 6.9 6.5 6.4 6.5 6.6 6.6 6.9 6.8 6.3 6.4 6.3 6.3 6.5 6.7 7.2 7.2
SE minus CE Erasmiaans 0.25 0.44 - 0.13 0.30 - 0.75 0.52 1.21 0.61 0.43 0.58 0.08 1.05 0.87 0.38 0.39 - 0.42 0.62 0.33 - 0.33
Engels Nederlands Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde C Aardrijkskunde Biologie Duits Economie Filosofie Frans Geschiedenis Grieks Kunst algemeen Latijn M&O Natuurkunde Scheikunde Spaans Gemiddeld
6.4
6.4
6.7
0.44
5D Opbrengstenoordeel van de Onderwijsinspectie op 5-puntsschaal: (2014 nog niet bekend) Rendement onderbouw
2010 2011 2012 2013
4 3 3 3
Verschil CE – SE
2010 2011 2012 2013
0.2 0.23 0.18 0.03
Rendement bovenbouw/doorstroom
2010 2011 2012 2013
5 5 5 5
Gemiddeld cijfer CE
2010 2011 2012 2013
6.5 6.7 6.8 6.9
Resultaten Centraal Examen
2010 2011 2012 2013
5 5 5 5
Conclusies:
voldoende basisarrangement
4
De resultaten van de centrale examens in 2014 bezorgden ons (en de leerlingen en hun ouders) een grote schok. Na twee jaar 97% nu opeens 83%. We hebben het niet zien aankomen. Onmiddellijk na de uitslag hebben we veel tijd besteed aan een analyse. We hebben het cohort op allerlei manieren vergeleken met eerdere cohorten. En vonden nauwelijks verschillen. Het SE cijfer week minder dan 0.1 af van de vorige. De overgang van 5 naar 6 liet nauwelijks verschillen zien, nagenoeg dezelfde percentages bij elke cijfercombinatie. Ook de werkhouding van deze leerlingen was in de ogen van de docenten nauwelijks verschillend. De nieuwe zakslaagregeling t.a.v. de kernvakken en ook de recente eis die aan het gemiddelde CE wordt gesteld waren niet de oorzaak van de diepe val. Uiteindelijk kon onze conclusie geen andere zijn dan dat zowel de leerlingen als de docenten, meer onbewust dan bewust, het examenjaar te makkelijk hebben opgenomen. “Eenmaal in de zesde slaag je toch wel; een goed SE cijfer is een garantie voor een goed CE.” Een incident of niet? Uiteraard is ons er veel aangelegen om dit jaar niet zo’n zelfde resultaat te boeken. We overlegden nog vóór de zomervakantie twee maal met het team en spraken het volgende af: Elke sectie heroverweegt de SE toetsen in de zesde, zowel kwalitatief, kwantitatief als qua weging. Veel secties brachten veranderingen aan. We wijzigden de jaarplanning zodat er in januari een extra SE periode ontstaat. We brachten bij de rapportvergadering van leerjaar 5 de leerlingen in kaart die extra aandacht verdienen omdat slagen niet vanzelfsprekend zal zijn. De ouders van deze leerlingen en de leerlingen zelf kwamen in september individueel naar school voor een gesprek met de mentor. Vier keer in het jaar rapporteren de docenten van deze leerlingen (een veertigtal) schriftelijk over de studiehouding, in de les en thuis, aan mentor en ouders. De mentoren spreken naar aanleiding van deze rapportages met de leerlingen. In de zesde zijn er dit jaar extra taallessen voor wie het Nederlands een barrière kan zijn om te slagen. Ook zijn er extra steunlessen voor de klassieke talen. We breiden de examenvoorbereiding in de meivakantie uit en bieden desgewenst ook in de krokusvakantie ondersteuning aan. Met alle zesdeklas docenten is kort na de zomervakantie per sectie gesproken over de aanpak van de CE voorbereiding. In de jaarplanning is vóór de meivakantie een extra week ingeroosterd zonder onderbrekingen om nog een laatste voorbereiding mogelijk te maken.
6. Directie en middenkader Aan het eind van het schooljaar 2012-2013 gaf de jaarleider van het zesde leerjaar aan dat ze wilde stoppen met deze functie en weer volledig docente worden. Dat verzoek hebben we gehonoreerd. Het jaarleiderschap van het examenjaar werd een jaar tijdelijk waargenomen door de conrector gesteund door de examensecretaris. In de aanloop naar het lopende schooljaar hebben we besloten de jaarleider leerjaar 5 te vragen ook leerjaar 6 voor zijn rekening te nemen. Zo is het ook gegaan. We zijn nog steeds tevreden over onze directiestructuur. Zo min mogelijk overhead is het devies. Een kleine schoolleiding bestaande uit rector en conrector (met voor beiden een kleine lessentaak) en vier jaarleiders (1, 2/3, 4, 5/6), ook met een lessentaak. Samen vormen zij de grote staf die wekelijks op vrijdagochtend vergadert, zowel over de dagelijkse gang van zaken als over de beleidsmatige aangelegenheden. Ook de combinatie van jaarleider leerjaar 1 en zorgcoördinator bevalt ons goed. Daarnaast zijn de onderscheidende functies: examensecretaris en decaan (toevallig verenigd in één persoon). We hebben geen voornemens om met ingang van het schooljaar 15-16 veranderingen in de structuur aan te brengen. De toelatingscommissie bestaat uit de leden van de grote staf, aangevuld met een aantal docenten. De functioneringsgesprekken worden gevoerd door alle leden van de grote staf waarbij het uitgangspunt is dat de jaarleiders de direct leidinggevenden zijn van hun mentoren. De overige OPers en OOP-ers zijn verdeeld onder de twee directieleden. Streven blijft om één keer per jaar met ieder een voortgangs/functioneringsgesprek te voeren, bij voorkeur ondersteund door leerlingenquêtes en lesbezoek. 5
De leden van de grote staf spreken volgens een bepaalde verdeling in ieder geval één keer per jaar met de secties over de voortgang, de wensen en de resultaten. Afgelopen schooljaar hebben we ervaring opdoen met ‘presentaties aan de grote staf’ door een aantal secties (wiskunde, klassieke talen, natuurkunde, kunst/cultuur). We nodigden deze secties uit om aan de hele grote staf te vertellen over de voortgang, de successen, de plannen, de wensen, de knelpunten. We zijn heel positief over de ervaringen en gaan hiermee door. In 2015, te beginnen in januari, volgt de grote staf een training gespreksvaardigheden. In 2014 zijn er meerdere trainingen geweest m.b.t. het thema leiderschap.
7. Personeel Het personeel (OP en OOP) vormt het kapitaal van de school en verdient dus veel aandacht. Enerzijds in de vorm van zorg. Hierbij horen veel informele gesprekken door leden van de grote staf van wie een luisterend oor verwacht mag worden, gekoppeld aan daadkracht om de randvoorwaarden te realiseren die voor de collega’s noodzakelijk zijn om optimaal te kunnen functioneren. En anderzijds aandacht in de vorm van inspiratie en het geven van prikkels. Daartoe dienen (structureel) gesprekken die het functioneren betreffen en die constructief kritisch zijn, formele en minder formele gesprekken gebaseerd op o.a. resultaten en de mening van de leerlingen. In de formele gesprekken geeft de direct leidinggevende feedback op het functioneren en maakt desgewenst samen met de betrokken collega een plan om verdere ontwikkeling te stimuleren. Scholing is voor elk beroep van belang, zeker ook voor het onze. Individuele wensen van teamleden worden zo goed als altijd gehonoreerd. Op de dinsdagmiddag vindt veelvuldig overleg plaats over mentor- en sectiezaken. Daarnaast organiseren we voor mentoren of deelgroepen specifieke trainingen. Voor onderbouwdocenten waren en zijn dat vaak zaken die verband houden met de introductie van de iPad. Verder hebben we dit jaar een paar keer trainingen georganiseerd in mentorverband. In november was de traditionele studiemiddag samen met de collega’s van de categoriale gymnasia uit de regio. In de zomer hebben we afscheid genomen van een negental collega’s die ons verlieten. Het bleek niet al te ingewikkeld voor hen vervangers te vinden (klassieke talen, Nederlands, wiskunde, natuurkunde en een claviger).
Door middel van de zogenaamde functiemix heeft de minister bepaald met welk percentage het aantal LC en LD functies moest groeien tussen 2008 en 2014: 2008 LB 44.2% LC 30.9% LD 24.9%
2014 3.2% (2 fte) 51.9% (31 fte) 44.9% (27 fte)
Op dit moment (1-1-2015) is de verdeling over de drie functies: LB 5,8% (3.5 fte); LC 55,5% (33 fte); LD 38,7% (23 fte). Dat betekent dat we in de tweede helft van
dit schooljaar samen met de MR een procedure ontwerpen die voor ongeveer 4 fte collega’s de mogelijkheid geeft te solliciteren naar een LD functie. Deze procedure voeren we uit vóór 1 januari 2016 zodat de promoties met ingang van die datum geëffectueerd kunnen worden. Vóór 1 oktober j.l. moest het entreerecht (bepaald in de CAO) uitgevoerd worden. Dat hebben we gedaan. Het resultaat was dat acht collega’s die voor meer dan de helft van hun lessen bevoegd in de bovenbouw lesgeven bevorderd zijn naar LD. Met ingang van het komend schooljaar bestaat het entreerecht (gelukkig) niet meer. Dat betekent dat we bij de komende LD procedure vrij zijn om de criteria vast te stellen en de keuzes te maken. 6
Ten aanzien van het functiebouwwerk OOP zijn er afgelopen jaar nauwelijks veranderingen doorgevoerd (een fulltime conciërge is vervangen door een parttime conciërge en een conciërge die via een werkgelegenheidsproject al jaren bij ons werkt is in dienst van de school gekomen). Per 1 april gaat één van de conciërges met pensioen. Ons voornemen is hem niet te vervangen. Per 1 augustus aanstaande gaat ook de medewerkster voor de leerlingenadministratie met pensioen. In haar opvolging is inmiddels voorzien. Daarmee is de OOP formatie naar ons idee adequaat en kwalitatief op orde. Formatie (stand 1 oktober) in fte’s: 2010-2011 2011-2012 OP: OOP: Directie:
2012-2013
2013-2014
2014-2015
1110 lln
1112 lln
1153 lln
1173 lln
1189 lln
58.6 16.4 2.0
58.2 17.5 2.0
59.0 17.0 2.0
59.2 15.3 2.0
60.3 15.9 2.0
Zo langzamerhand gaan we de financiële eisen van BOOR (het verlangen om het weerstandsvermogen zo snel mogelijk op een adequaat niveau te krijgen) voelen in onze dagelijkse onderwijspraktijk. Tot nu toe lukt het om de lesgroepen op maximaal 30 te houden (met een enkele uitzondering in de bovenbouw), het taakbeleid niet te versoberen en het grote aanbod van extra vakken in stand te houden. De druk op het budget wordt echter steeds groter, ook door de nieuwe CAO die een (terechte) werkdrukvermindering van 50 uur bevat die echter maar deels financieel gecompenseerd wordt. Dat was de reden om de opvanguren in de eerste klas dit jaar niet uit te voeren. De leerlingen gaan bij lesuitval naar de Cantina waar toezicht is door een conciërge. Het is ons veel waard om de werkomstandigheden voor collega’s en leerlingen zo optimaal mogelijk te houden. We hopen dat dit ook in 2015 gaat lukken. Zie verder de paragraaf “financiën”.
In de aanloop naar het huidige schooljaar zijn er in samenspraak met de MR een beperkt aantal wijzigingen doorgevoerd in de facilitering van de niet-lestaken, vooral ten aanzien van het mentoraat. Daarnaast doen we dit jaar een proef om de betrokkenheid van de docenten te vergroten bij activiteiten die op school plaatsvinden, meestal ’s avonds en meestal uitgevoerd door leerlingen of externen. Elke collega krijgt 5 klokuren betaald en is gevraagd daarvoor twee activiteiten te kiezen die hij gaat bijwonen.
8. Tevredenheid ouders en leerlingen Afgelopen jaar zijn er tevredenheidpeilingen onder ouders en leerlingen uitgevoerd. A. Leerlingen: Onderwerp: Schoolcultuur Imago van de school Docentgedrag Toetsing en feedback Veiligheid op school Contact leiding en leraren Informatie Begeleiding Schoolgebouw Toezicht
7
Peiling 2014 8.1 8.3 6.7 6.3 7.2 6.9 6.5 7.0 7.8 7.4
Peiling 2012 7.6 8.0 5.8 6.3 7.0 6.7 6.2 6.6 7.4 7.0
Referentiegroep: 7.1 7.0 6.0 6.5 6.7 6.0 6.2 6.4 6.3 6.4
B. Ouders derde klas: Peiling 2014 Mijn kind voelt zich veilig op school 8.5 De sfeer op school is prettig 8.3 De docenten behandelen mijn kind met respect 7.8 Op school gelden duidelijke regels 8.1 De school geeft mij duidelijke informatie over de vorderingen van mijn kind 7.9 Ik word goed geïnformeerd over dingen die ik als ouder moet weten 7.9 De mening van de ouders telt mee op deze school 7.1 De school biedt het onderwijs dat zij belooft 8.1 Ik ben tevreden over het onderwijs zoals de school dat aanbiedt 8.1 De school beschikt over goede, vakbekwame docenten 7.7 De school maakt leren voor mijn kind aantrekkelijk 7.2 De school staat goed bekend 9.1 Ik zou andere ouders aanraden deze school voor hun kind te kiezen 8.4 Mijn kind wordt goed begeleid door de mentor 7.2 De school biedt leerlingen goede hulp bij leer- of gedragsproblemen 6.7 De school zorgt voor goede begeleiding op keuzemomenten 7.6
Peiling 2012 8.9 8.5 8.0 8.4 7.9 7.9 7.0 8.4 8.3 7.7 7.6 9.0 8.5 8.0 7.2 7.8
9. Onderwijs 9A Algemeen: Er wordt goed onderwijs gegeven op het Erasmiaans. Om de kwaliteit van ons werk tot uitdrukking te kunnen brengen, tellen vooral twee factoren: resultaat en tevredenheid. De tevredenheid bij de ouders en de leerlingen is groot (zie paragraaf 8). Wat de resultaten betreft hebben we opeens een probleem. De doorstroom tussen de leerjaren is op orde, de examenresultaten van afgelopen jaar helemaal niet. Zie voor de acties die we aan het ondernemen zijn, paragraaf 5. 9B Rekenen: Analoog aan de opzet van taal hebben we, in BOOR-verband, een rekentoets (de ABC toets) afgenomen in de eerste klas, in september 2013 en juni 2014. De sectie wiskunde is door middel van steunlessen voor zwakkere rekenaars in zowel de eerste als de tweede klas aan de slag gegaan met de gegevens. Met ingang van het nieuwe schooljaar (2014-2015) gebruiken we net als de andere BOOR scholen DIA-CIJFER waarbij aan het begin en aan het eind van de eerste klas een toets wordt afgenomen. Dit jaar benut de sectie wiskunde, net als de sectie Nederlands, één van de vier lesuren in de eerste om te differentiëren. De leerlingen worden gegroepeerd op basis van de rapportcijfers en de resultaten van de toets, in groepen die extra reken- of wiskundeles krijgen of verrijkingsopdrachten. Tijdens dit uur is er één docent wiskunde extra beschikbaar om de groepen wat kleiner te maken. Alle vijfdeklassers hebben afgelopen schooljaar meegedaan aan de rekentoets. Landelijk is er veel ophef over de kwaliteit van deze toets. De resultaten van onze 189 leerlingen: 1 x 4; 26 x 5; 47 x 6; 45 x 7; 39 x 8; 19 x 9; 17 x 10. De leerlingen die geen voldoende gehaald hebben krijgen extra ondersteuning en een herkansing in de zesde klas. Voor deze leerlingen (nu in de zesde) telt het resultaat niet mee in de zakslaagregeling. Dat gaat wel gelden voor de huidige vijfdeklassers. 9C Nederlands: De sectie participeert in het “Rotterdam Taal Effect”. Begin eerste, eind eerste en eind tweede klas worden bij alle leerlingen toetsen afgenomen. De resultaten worden besproken met het CED en de leerlingen worden in niveaugroepen geplaatst: tijdens één van de vier lessen in de eerste klas worden de leerlingen verdeeld naar gelang hun behoefte: top, verrijking, ondersteuning. De RT-er en een extra docent Nederlands tijdens dat lesuur zorgen ervoor dat de groepen niet zo groot zijn. Hieronder de resultaten van de leerlingen die het afgelopen schooljaar in de tweede klas zaten, cohort 2012-2014 met als benchmark de andere Rotterdamse VWO’s: 8
Begrijpend lezen cohort 2012 - 2014 School Begin eerste klas Erasmiaans 74 Libanon Lyceum 72 Hugo de Groot 70 Wolfert Lyceum 72 Wolfert Tweetalig 72 Marnix Gymnasium 72 Melanchthon Schiebroek 72 Thorbecke 68
Eind eerste klas 93 87 89 90 85 92 90 87
Eind tweede klas 95 91 89 91 87 93 92 91
Groei 21 19 19 19 15 21 20 23
Woordenschat cohort 2012 - 2014 School Begin eerste klas Erasmiaans 79 Libanon Lyceum 75 Hugo de Groot 72 Wolfert Lyceum 75 Wolfert Tweetalig 74 Marnix Gymnasium 77 Melanchthon Schiebroek 76 Thorbecke 75
Eind eerste klas 88 80 76 79 79 85 80 78
Eind tweede klas 98 93 91 93 92 96 93 91
Groei 19 18 19 18 18 19 17 16
Opvallend bij (bijna) alle scholen is dat in het eerste leerjaar het tekstbegrip van de leerlingen met grote sprongen vooruit gaat en in het tweede jaar nog nauwelijks. Voor woordenschat geldt bijna het tegenovergestelde: de groei in het tweede jaar is beduidend groter dan in het eerste jaar. 9D iPads: Afgelopen schooljaar hebben we in alle eerste klassen met de iPad gewerkt. De ervaringen waren wisselend. In december 2013 vond de eerste evaluatie plaats: Leerlingen en ouders van de eerste klas ervaren de iPad als vanzelfsprekend (geen klachten) maar de docenten hebben moeite met een aantal zaken: De ontwikkeling van de software lijkt te stagneren, waardoor er sprake is van een (zeer) beperkte inhoudelijke meerwaarde binnen de methodes. Met name het gebruik van het werkboek geeft problemen. Reden voor twee secties om nog met een papieren boek erbij te werken (dubbele kosten). De extra (communicatieve) programma’s die gebruikt kunnen worden buiten de methode om blijken voor veel docenten minder toegankelijk dan was gehoopt waardoor het gebruik op dit moment nog beperkt is. In de aanloop naar het tweede jaar beloofden de uitgeverijen een belangrijke upgrade van de software. Die belofte is maar ten dele waargemaakt. Dat leverde nogal wat teleurstelling op bij de docenten in de eerste en tweede klas. De twee belangrijkste bezwaren bleven: werken in twee boeken tegelijk op de iPad is onhandig; het gebruik van een digitaal werkboek (met name bij de moderne talen) is nog steeds een achteruitgang ten opzichte van een papieren werkboek. Reden voor de school om voor Frans en Duits alsnog de papieren werkboeken aan te schaffen. In het najaar van 2014 is er uitgebreid gediscussieerd met de docenten over de ervaringen en het vervolg. Veel secties gaven aan graag verder te willen met een combinatie van papier en digitaal. De schoolleiding streeft ernaar die oplossing mogelijk te maken. De betaalbaarheid ervan is echter een belangrijk item. Begin 2015 zal duidelijk worden wat mogelijk is. In ieder geval is het van belang om als school een kader vast te stellen waarbinnen secties keuzes kunnen maken. Het onderstaande werd door het overgrote deel van het team onderschreven en zal, na instemming van de MR, als kader dienen voor alle secties wat betreft de keuze van de leermiddelen voor het schooljaar 2015-2016: 9
1. Het gebruik van digitale middelen in het onderwijs maakt het mogelijk de lessen rijker te maken. Wij kiezen voor tablets omdat die keuze aansluit bij de moderne ontwikkelingen, gemeengoed aan het worden is, veel gebruikt wordt in het vervolgonderwijs en praktisch is (vergeleken met andere devices). 2. De digitale leermiddelen zijn nog in ontwikkeling. Op het Erasmiaans geven we ruim baan aan die ontwikkeling en willen we er een actieve bijdrage aan leveren maar we zijn niet dogmatisch. Dat betekent dat we ervaringen willen opdoen met nieuwe methoden maar dat we elk jaar per vak opnieuw afwegen hoe die ontwikkeling zich verhoudt tot de door ons gewenste kwaliteit. We stappen dan ook af van het tot nu geldende uitgangspunt dat alle leermiddelen in de onderbouw digitaal moeten zijn. 3. Het gebruik van tablets moet niet verstaan worden als een keuze voor individueel onderwijs of voor een op schoolniveau vastgesteld didactisch model. De docent blijft degene die bepaalt hoe en wanneer de iPad wordt ingezet. Wél is de iPad een door ieder geaccepteerd middel als verrijkingsmogelijkheid van de les. 4. De iPad is geen doel maar een middel om ons onderwijs zo up-to-date mogelijk te houden en om de docent de kans te geven zijn repertoire aan didactische middelen uit te breiden. 5. Omdat de kwaliteit van ons onderwijs op de eerste plaats staat, kunnen er per vak verschillende keuzes gemaakt worden in de verhouding digitaal-folio. Daarbij gaat het om praktische overwegingen die, gezien de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen, per jaar kunnen wijzigen. 6. Elke sectie levert, binnen de mogelijkheden van het vak en de stand van zaken bij de uitgeverijen, een bijdrage aan het gemeenschappelijk ervaring opdoen met de mogelijkheden van de iPad. Er zijn twee ouderavonden geweest waar de ouders hun mening konden geven over de iPads. Op geen van beide avonden gaf dat aanleiding tot grote discussies. Onze indruk is dat er inmiddels bij hen een soort vanzelfsprekendheid leeft ten aanzien van het gebruik van de tablets. De infrastructuur voor de iPads (wifi in het hele gebouw) is wellicht nog niet optimaal maar geeft weinig belemmeringen. Komend schooljaar dus iPads in de hele onderbouw (1 t/m 3). Met het team is afgesproken dat er in het najaar van 2015 een apart beslismoment komt voor het gebruik van tablets al dan niet in de bovenbouw. 9E Collegiale visitatie gymnasia en de effecten De rectoren van de 41 categoriale gymnasia hebben twee jaar geleden afgesproken om elkaar collegiaal te visiteren, volgens een vast stramien. In maart 2014 viel het Erasmiaans die eer te beurt. Voorafgaand aan de visitatie dienden we een zelfevaluatie te schrijven die het uitgangspunt vormde voor het onderzoek door de visitatiecommissie. Bij elke visitatie worden er drie thema’s aan de orde gesteld waarvan er twee op elke school hetzelfde zijn: resultaten en klassieke vorming. Het derde thema is vrij. Wij hebben ervoor gekozen om “de extra’s voor de betere leerlingen” aan de kritische blik van de commissie te laten onderwerpen. Op de studiedag van februari overlegden we met het team over de door ons opgestelde conceptnotitie zelfevaluatie (met input van de sectie klassieke talen over de klassieke vorming) en stelden daarna de definitieve zelfevaluatie vast. Na afloop van het bezoek van de commissie op 31 maart ontvingen wij het rapport (te vinden op onze site). Veel lovende woorden over de school. Maar het ging uiteraard om de aandachtspunten. We stelden de volgende speerpunten op: Versterken mentoraat bovenbouw. Hiervoor hebben we de frequentie van het mentorenoverleg verhoogd, hebben we bij de start van het schooljaar ook in de bovenbouw het mentoraat centraal gesteld door het schooljaar te beginnen met een mentoruur, spreken de jaarleiders de mentoren vaker over de leerlingen die aandacht nodig hebben en hebben we voor elke groep een mogelijk contactmoment met de mentor ingeroosterd. 10
Versterken professionele cultuur. We kunnen meer van elkaar leren. Dat leidde tot een actie waarbij docenten gemotiveerd werden om een duomaatje te zoeken en bij elkaar een les te bezoeken en deze na te bespreken. Dit werd vervolgens onderwerp van gesprek in een themabijeenkomst. De docenten die daadwerkelijk een les van een collega bezocht hadden, waren daar enthousiast over. Velen zegden toe hier verder mee te gaan. Ook zal er binnenkort een intervisiegroep starten. Het formaliseren van ons Honours Programme in de bovenbouw. Er worden al heel veel extra activiteiten georganiseerd voor bovenbouwleerlingen. In december hebben we bij de rapportvergadering van klas vier zo’n 16 leerlingen geselecteerd die we uitnodigen de komende jaren een extra programma te volgen op cognitief, sociaal én creatief gebied. Elke leerling krijgt een docent als begeleider. Het met succes volbrengen van het extra programma leidt tot een certificaat bij het diploma (dat de leerling mogelijk meer kansen geeft bij selectieprocedures van de universiteiten). Klassieke vorming. “De school wil nog steeds een echt gymnasium zijn in die zin dat de klassieke talen en de aandacht voor de oudheid een dominante plaats innemen in het curriculum. We denken dat we dat waarmaken: een sterke sectie; aparte normen voor de overgangscijfers Latijn en Grieks; een jaar kunstgeschiedenis voor iedereen in de vierde klas; reizen naar Rome/Napels en Trier en veel aandacht, ook door de sectie geschiedenis, voor de Oudheid.” Het bovenstaande geldt nog steeds. Het Erasmusproject in de eerste klas lijkt stevig geborgd en is een groot succes. Met ingang van vorig schooljaar is een eendaagse excursie naar Xanten toegevoegd aan het tweede klas programma. Een nieuwe ontwikkeling bij KCV in de vierde klas is dat 1 uur van dat vak is toebedeeld aan de docent Latijn of Grieks van de betreffende klas (met het oog op de gewenste integratie van de taal en de klassieke cultuur) en het andere uur wordt gegeven door de docent kunstgeschiedenis van de 4e klas (die ook nog een apart uur kunstgeschiedenis geeft). Hierdoor is een soort nieuw vak ontstaan: K&K (klassiek en kunst). Het (examen)cijfer KCV wordt als altijd geïntegreerd in het cijfer van de klassieke taal. Er zijn twee aandachtspunten naar voren gekomen, ook naar aanleiding van een gesprek met de sectie over de Gouden Standaard: de klassieke cultuur hoort een duidelijkere plaats te krijgen in het curriculum van Latijn en Grieks en van K&K. Hier gaan we in 2015 werk van maken. Daarnaast is er nog veel te winnen bij de collega’s die niet klassiek geschoold zijn wat betreft de mogelijkheden om verbanden te leggen tussen hun vak en de klassieke oudheid. We hebben in december 2014 een start gemaakt tijdens de laatste AMV van 2014. Een zestal classici organiseerde workshops voor collega’s over verschillende klassieke thema’s. Het enthousiasme was groot. We streven ernaar elk jaar iets dergelijks te organiseren.
9F Extra’s voor de leerlingen die dat nodig hebben De differentiatiemogelijkheden tijdens de lessen zijn zeer beperkt (grote klassen, kleine lokalen, 45 minuten). Aan de andere kant hebben we veel leerlingen die wat extra’s nodig hebben om gemotiveerd te blijven. In 2014 hebben we, meer nog dan in de voorafgaande jaren, structureel aandacht besteed aan het creëren van verrijkingsmogelijkheden voor deze doelgroep. Het verrijkingsproject in de onderbouw wordt steeds breder en beter begeleid; We formaliseren een Honours Programme voor bovenbouwleerlingen dat leidt tot een certificaat bij het diploma. Zie ook hierboven bij 9E. De samenwerking met de TU Delft is geïntensiveerd. Gedurende de bètamiddag voor de vijfdeklassers worden er structureel activiteiten gepland voor de NT/NG leerlingen, zoals bezoeken aan de kernreactor in Delft, de snijzaal in het Erasmus MC en het bezoek aan relevante tentoonstellingen of deelname aan practica. 11
EEP, EEPD en EEYP bezorgen veel leerlingen uitdagende en inspirerende ontmoetingen met andere scholieren. We grijpen meer dan in het verleden wensen uit de Rotterdamse maatschappij aan om leerlingen, tijdens lestijd, ervaringen elders te laten opdoen (m.n. op basisscholen met achterstandskinderen en basisscholen die onze leerlingen willen inzetten voor plusprogramma’s). De bètavakken stimuleren en ondersteunen meer dan in het verleden deelname aan Olympiades. In de onderbouw en in klas 4 zijn projecten gestart waarbij groepen geselecteerde leerlingen leren ‘ondernemen’ met hulp van externen. Het ontwikkelen van creatief denken is daarbij de belangrijkste doelstelling. Voor het tweede jaar zullen in 2015 economie leerlingen meedoen aan een bedrijfskundig project in samenwerking met Nijenrode. Een tiental leerlingen doet mee aan het programma Junior TU Delft en anderen volgen colleges in het Erasmus MC binnen het MED-School-project Afgelopen jaar ontvingen twee vijfdeklassers voor het eerst een scholarship voor een Summercourse van twee weken in Oxford. Deze beurs werd beschikbaar gesteld door het Curatorium. Op basis van hun rapportcijfers werden 20 leerlingen in de gelegenheid gesteld te solliciteren. Dat deden ze bijna allemaal. Leden van de staf en het Curatorium hebben uiteindelijk de keuze gemaakt na met alle kandidaten gesproken te hebben. Ook in 2015 zullen weer twee beurzen beschikbaar gesteld worden. De selectieprocedure is inmiddels gestart. Ook het afgelopen waren er weer veel leerlingen die extra vakken volgden. De aantallen: In de vijfde klas: volgden 84 leerlingen 1 extra vak; 19 leerlingen 2 extra vakken; 5 leerlingen 3 extra vakken en 2 leerlingen 4 extra vakken. In de zesde klas: 70 leerlingen 1 extra vak; 24 leerlingen 2 extra vakken; 9 leerlingen 3 extra vakken; 3 leerlingen 4 extra vakken en 1 leerling 5 extra vakken. Ook in de derde klas doen veel leerlingen al iets extra’s: doen Spaans, doen Chinees en leerlingen volgen het vak muziek. Daarnaast zijn er zo’n 30 tweede- en derdeklassers die meedoen aan de toneellessen- en uitvoeringen.
9G Erasmiaans excellente school In 2013 heeft de school zich aangemeld om in aanmerking te komen voor het predicaat ‘excellent’. De procedure bestond uit een presentatie van de schoolleiding in Den Haag bij de jury en het organiseren van een programma voor een delegatie commissieleden bij hun bezoek aan onze school. In januari 2014 ontvingen we uit handen van de minister-president het predicaat. Ook voor 2015 heeft de school zich aangemeld en is bezocht door een commissie. Eind januari horen we of we wederom het predicaat toebedeeld krijgen. De slechte examenresultaten zouden wel eens roet in het eten kunnen gooien… 9H Cambridge, Goethe en Delf. De laatste drie jaar werkten we met een zogenoemde “Cambridgestroom”. Na een toelatingsexamen eind derde klas volgde ongeveer de helft van de leerlingen in de bovenbouw Cambridge lessen. In november/december 2013 en 2014 hebben dan ook zo’n 100 zesdeklassers het Cambridge examen afgelegd. Daar zijn we uitermate tevreden mee. Echter, deze structuur blijkt zeer belastend voor rooster en organisatie. We hebben dan ook besloten om vanaf schooljaar 2013-2014 alle leerlingen vanaf klas 4 voor te bereiden op het Cambridge examen. Ze hebben in de zesde klas dan zelf de keuze om deel te nemen aan het examen. De leerlingen die voor het hoogste niveau gaan, krijgen in de zesde klas een uur extra les tot aan het examen. Voor de leerlingen die dit zwaardere programma niet blijken aan te kunnen hebben we inmiddels een vangnet gecreëerd door middel van steunlessen. De verwachting is derhalve dat in 2015 nog meer leerlingen aan het Cambridge examen zullen deelnemen.
12
De sectie Duits is twee jaar geleden begonnen met het voorbereiden van leerlingen die dat willen op het Goethe examen. Een belangrijk deel van het programma vindt in de reguliere lessen plaats. Daarnaast worden de leerlingen buiten de lessen om verder begeleid door een docente. In 2014 hebben 12 leerlingen uit de vierde klas (B1) en 24 leerlingen uit de vijfde klas (B2) met succes aan het examen deelgenomen. In het huidige schooljaar bieden we B1 niet meer aan in de vierde klas omdat het niveau nauwelijks afwijkt van de eisen die gesteld worden aan ons reguliere programma. In 2015 zullen weer zo‘n 25 leerlingen (1/3 deel van het totaal aantal leerlingen Duits) deelnemen aan de Goethe examens. Inmiddels is de sectie Frans afgelopen jaar begonnen met het selecteren van leerlingen uit de 5e en 6e klas die het Delf diploma gaan proberen te halen. Het gaat in deze eerste ronde om ongeveer 15 leerlingen. 9i Chinees. Het vak Chinees wordt een heus examenvak, zo heeft het ministerie besloten. Daar zijn we blij mee. Voor een beperkte groep leerlingen voorziet dit vak in een behoefte. De leerlingen scoren uitstekend wat onder andere blijkt uit de vele winnaars bij landelijke concoursen. Zorgpunt blijft, gezien de kosten, het aantal leerlingen dat het vak volgt. Het is een moeilijk vak dat naast het reguliere vakkenpakket gedaan moet worden en dus veel vraagt van de leerlingen. Anderzijds zijn er in 2014 maar liefst drie excursies naar China georganiseerd waar in totaal zo’n 20 leerlingen aan deelnamen en voor wie het ongetwijfeld één van de hoogtepunten van hun schoolloopbaan betekende. Het aantal leerlingen Chinees: Schooljaar 2011 - 2012 (begin) 2012 - 2013 (begin) 2013 - 2014 (begin) 2014 – 2015 (begin)
Derde klas 19 24 38 34
Vierde klas 27 8 16 23
Vijfde klas 11 22 7 15
Zesde klas 1 8 20 7
9J Samenwerkingsverband zes gymnasia. De zes categoriale gymnasia in de regio (Sorghvliet, Haganum, Stedelijk Schiedam, Marnix, Johan de Witt en Erasmiaans) organiseren eens per jaar een gezamenlijke studiemiddag. Dit jaar heeft deze in november plaatsgevonden in het gebouw van het Johan de Witt in Dordrecht. Het programma bestond voor alle medewerkers uit twee delen: het bijwonen van een lezing (Paul Rosenmöller, Frits van Oostrom of Barend van Kooten) en een gemeenschappelijk sectieoverleg. 9K Talentenklasje. Vanaf september 2014 hebben we voor de derde keer elke woensdagmiddag een vijftiental leerlingen uit groep 8 in onze school. Het zijn kinderen die mogelijk het talent hebben voor een gymnasiale opleiding maar een extra duwtje nodig hebben. Ze krijgen les van een hiervoor apart aangestelde docente (gesponsord door het Curatorium). Vooral Nederlandse taal en algemene ontwikkeling zijn de aandachtsgebieden. Afgelopen jaar zijn 6 van de 15 kinderen (met voorrang) toegelaten tot de eerste klas. Via een externe partij (bekostigd door de gemeente) worden ook de ouders van de kinderen uit de Talentenklas begeleid. Aan hen wordt geleerd hoe ze hun kind met schoolwerk kunnen helpen en daarnaast doorlopen ze een programma dat hen samen met hun kind langs een aantal culturele instellingen voert opdat ze een beeld krijgen van de wereld waarin hun gymnasiumkind straks terechtkomt. Degenen die het tot het eind volhouden en positief beoordeeld worden door de basisschool en door onze docente, krijgen in 2015 opnieuw voorrang bij de toelating. 9L Preventieprogramma. In 2014 hebben we gewerkt aan het opzetten van een structurele lijn van preventieprogramma’s door de leerjaren heen, voor een groot deel uitgevoerd door externen. Het gaat dan om voorlichting m.b.t. groepsdruk, omgaan met sociale media, pestgedrag en alcohol en drugs. Eind van dit schooljaar evalueren we en stellen zo nodig bij. Het programma behelst ook twee ouderavonden, in de eerste (sociale media) en de vierde klas (alcohol). Uiteraard zijn de feesten 13
inmiddels alcoholvrij (met als resultaat een aanzienlijk beperktere deelname van bovenbouw leerlingen).
10. Gebouw Zoals eerder beschreven, doen we het inmiddels met 1189 leerlingen in het huidige, prachtige gebouw. Dankzij de clavigeri is het ons inziens gebruiksvriendelijk en in prima staat van onderhoud. Hieronder de plannen die we vorig jaar in het jaarplan opschreven, of die in de loop van het jaar ontstonden, met daarachter het resultaat: Plannen voor 2014 (uit het vorige jaarplan of later toegevoegd): Nieuwe kopieerapparaten (via leasecontract). Gerealiseerd Herstraten Forum. Gerealiseerd Renovatie meisjestoiletten tweede verdieping. Niet gerealiseerd Rookvrij schoolplein. Gerealiseerd. Gefaseerde invoering LED verlichting in gangen en lokalen. Begin gemaakt. Plannen voor 2015: Renovatie meisjestoiletten tweede verdieping. Onderzoek kosten nieuwe buitenkozijnen oudbouw. Mogelijk gefaseerde vervanging in overleg met BOOR. Uitbreiding LED verlichting (na evaluatie eerste fase).
11. Financiën en begroting 2015
14
Het resultaat 2013 voor het Erasmiaans bedroeg € 433.341.- positief. Na toevoeging van dit resultaat bedraagt de algemene reserve van onze school per 31-12-2013 € 2.696.069.-. Dat is 31% t.o.v. onze inkomsten. Het bedrag van bovenstaande algemene reserve is vastgesteld door het CvB nadat het deze heeft verminderd met € 465.000 vanwege een bovenschools negatief saldo voor het VO uit de jaren vóór 2012. Dit negatieve saldo is naar rato van de lumpsum ten laste gebracht van alle VO scholen. De school staat er dus financieel gezond voor. Wel is het goed te bedenken dat in het bedrag van deze algemene reserve ook de voormalige onderhoudsvoorziening is opgenomen. Het plan is (wederom) om in 2015 een Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) op te stellen (centraal uit te voeren) voor alle VO scholen. Afhankelijk van de uitkomst wordt er wederom een onderhoudsvoorziening op schoolniveau of op BOOR-niveau ingericht (ten laste van de algemene reserve). Voor het kalenderjaar 2014 hebben we een positief saldo begroot van € 175.000. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag is nog onduidelijk hoeveel de feitelijke realisatie zal bedragen. Er is geen reden om te verwachten dat het veel zal afwijken van het begrote bedrag. De begroting van 2015. Het CvB heeft de school een taakstelling opgelegd van € 200.000.inclusief 1% van de inkomsten voor de verdere opbouw van het weerstandsvermogen. In september 2014 moest de begroting al ingediend worden in verband met gemeentelijke tijdschema’s. Daarin is toen een bezuiniging door ons opgenomen van € 45.000 op de personeelskosten op grond van te verwachten nieuw BOOR-beleid t.a.v. de opslagfactor en/of de scholingskosten. In de bijgestelde begroting (de zogenaamde forecast) die we eind januari moeten inleveren zal een andere dekking voor de bezuiniging gevonden moeten worden. De
forecast van januari is de (bijgestelde) begroting die, na goedkeuring door het CvB, gerealiseerd dient te worden door de school.
12. Samenvatting (in actiepunten) Allereerst de actiepunten zoals vorig jaar opgenomen in het jaarplan 2014 met daarachter de mate van realisatie: Actiepunten 2014: 1. Functiemix. Samen met MR handelen aan de hand van nieuwe CAO bepalingen. Gerealiseerd 2. Verrijkingsactiviteiten. Verder ontwikkelen en borging zoeken. In werking; voortgang 3. Implementatie iPads. Uitbreiding en scholing. In werking; afspraken gemaakt voor nieuwe jaar 4. Ervaring opdoen met nieuw toelatingsbeleid. Gerealiseerd 5. Aandacht voor cultuuronderwijs. Na zelfevaluatie nieuwe notitie over stand van zaken en doelen. In werking; nog niet af. 6. Talentenklasje. Volgen toegelaten leerlingen. Gerealiseerd 7. Herbestrating Forum. Begroot in 2014. Gerealiseerd 8. Herziening kopieercontract. Eerste maanden 2014. Gerealiseerd 9. Evaluatie en mogelijke uitbreiding sectiepresentaties na evaluatie. Gerealiseerd 10. Jaarleiderschap leerjaar 6 structureel invullen. Gerealiseerd 11. Omgaan met mogelijk nieuwe noodzakelijke bezuinigingen. Gerealiseerd via begroting 12. Mogelijk nieuw plan na uitkomsten visitatie op de drie beoordeeld gebieden. Keuzes gemaakt 13. Renovatie meisjestoiletten tweede verdieping. Niet gerealiseerd 14. Beleid alcohol en drugs, ook in relatie met feesten. Gerealiseerd Actiepunten 2015: 1. Procedure ontwerpen en uitvoeren voor resterende LD plaatsen. 2. Honours Programme implementeren. 3. iPads: uitvoeren kader onderbouw; discussie over bovenbouw. 4. Cultuuronderwijs (vooral klassiek) herontwerpen. 5. Herziene begroting 2015 opstellen. 6. Renovatie meisjestoiletten is voorlopig begroot voor 2015. 7. Onderzoek buitenkozijnen oudbouw. 8. Nieuw Schoolplan 2015-2019. 9. Herontwerpen taalbeleid taalzwakke leerlingen. 10. Toelatingsbeleid 2016 vaststellen. 11. Analyse examenresultaten 2015. 12. Vaststellen preventieprogramma leerjaren 1 t/m 5. 13. Evaluatie mogelijke effecten loting eerste klas.
15