Jaaroverzicht 2010 De Stichting Landelijk Fietsplatform is al bijna 25 jaar hét onafhankelijke coördinatiepunt voor het recreatieve fietsen in Nederland. In de stichting zijn sleutelorganisaties die met dit onderwerp te maken hebben vertegenwoordigd: ANWB, Fietsersbond, Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU), RAI vereniging - afd. fietsen en de provincies. Deze en tal van andere organisaties, waaronder met name de RECRON, Kon. Horeca Nederland, NBTC en VVV Nederland, spelen een rol bij het ontwikkelen en beheren van voorzieningen voor deze activiteit, bij de belangenbehartiging en bij de verdere productontwikkeling en promotie.
Dit Jaaroverzicht is een beknopte versie van het Jaarverslag. Het uitgebreide verslag is te vinden op onze website www.fietsplatform.nl en daar ook te downloaden. Vanaf deze plaats wil ik alle personen en organisaties waarmee het Fietsplatform in 2010 heeft samengewerkt – van vrijwilligers tot en met financiële partners – bedanken. We hopen ook de komende jaren te kunnen blijven rekenen op deze steun, zodat we samen ervoor kunnen zorgen dat miljoenen recreatieve fietsers kunnen blijven genieten van Nederland Fietsland. drs. Jan Dijkema, voorzitter
De populariteit van het recreatieve fietsen, de betrokken organisaties, onderstrepen de noodzaak om op landelijk niveau kennis te blijven bundelen en delen en activiteiten af te stemmen. Het Fietsplatform biedt op die manier specifieke toegevoegde waarde en draagt daarmee bij aan de promotie van Nederland Fietsland, vitaal onderdeel van de vrijetijdseconomie in ons land.
vele ontwikkelingen en het grote aantal Doelstelling van het Fietsplatform is om samen met betrokken organisaties … “… de mogelijkheden voor het recreatieve fietsen in Nederland te bevorderen en het gebruik van deze fietsmogelijkheden te stimuleren” (herz. statuten; nov. 2007).
De kerntaken van het Fietsplatform zijn: 1. fungeren als landelijk kennis- en coördinatiepunt en 2. het ontwikkelen, beheren en promoten van de landelijke fietsroutestructuur (LF-net). De eerste taak speelt zich vooral binnen de vakwereld, de tweede is nadrukkelijk consumentgericht. In de eerste taak zit echter ook besloten het bieden van overzicht van de mogelijkheden om in ons land met de fiets erop uit te trekken. We brengen de consument op ideeën en vervolgens op weg, via het 4500 km metende netwerk van LF-routes, maar ook via de hiermee verweven regionale knooppuntnetwerken. Dit gebeurt onder de noemer Nederland Fietsland, het promotielabel van het Fietsplatform. Het Fietsplatform werkt op provinciaal, landelijk en Europees niveau. De activiteiten worden gefinancierd met publieke middelen (Meerjarenprogramma Investeringsbudget Landelijk Gebied 2007-2013), bijdragen van aangesloten organisaties en eigen inkomsten. Eigen inkomsten worden met name verkregen via verkoop van publicaties en diensten.
Landelijke Fietsroutestructuur In 2010 is verder gewerkt aan het optimaliseren van de kwaliteit van de fietsroutestructuur in ons land. Dit heeft betrekking op het netwerk van landelijke fietsroutes – het LF-netwerk –, maar ook op de regionale netwerken (de knooppuntnetwerken). Deze twee soorten routenetwerken zijn sterk verweven; ze vullen elkaar aan. In de praktijk moet echter nog wel het nodige gebeuren, onder andere afstemming van de netwerken en kwaliteitsverbetering. Dit geldt ook voor de nazorg; het beheer en onderhoud kan beter en efficiënter. Veel aandacht is hier in 2010 naar uitgegaan.
Reconstructies ter verbetering kwaliteit De tracering van de LF-routes wordt periodiek tegen het licht gehouden en waar nodig en mogelijk verbeterd. Bij deze revisie wordt in de eerste plaats naar de kwaliteit van de LF-routes zelf gekeken. Daarnaast speelt de relatie met de regionale (knooppunt)netwerken. Inzet is om te komen tot een volledige synchronisatie van de tracering en de bewegwijzering van de landelijke fietsroutes en die van de regionale (knooppunt) netwerken, hierdoor wordt overstappen eenvoudig. In 2010 stond 337 km route op het programma: de LF11 Prinsenroute en de LF12 Maas- en Vestingroute. In de praktijk zijn veel meer trajecten bij de kop gepakt. Waar mogelijk is uit oogpunt van efficiency aangehaakt bij de ontwikkeling en uitvoering van regionale (knooppunt)netwerken. Ook in 2010 zijn, geregisseerd door regionale initiatiefnemers, weer de nodige nieuwe regionale knooppuntnetwerken opgeleverd.
Route’schouw’ door vrijwilligers Het Fietsplatform adviseert provincies bij de aanpak van knelpunten in het routenet. Dit gebeurt met informatie uit het veld, afkomstig van onze vrijwilligers. Zij houden toezicht op de kwaliteit door de routes na te rijden (te ‘schouwen’). In 2010 is een adoptiesysteem geïntroduceerd, waarbij vrijwilligers een eigen stuk route in beheer krijgen. In totaal 150 trajecten zijn verdeeld over 100 vrijwilligers. De communicatie met en tussen de vrijwilligers is gestroomlijnd door de introductie van extranet.
Netwerkbeheer: ‘Fiets-GIS’ Een belangrijk instrument bij het bewaken van de kwaliteit van het fietsroutenetwerk is het geografisch informatie systeem (GIS) waarover het Fietsplatform beschikt. In 2010 is dit systeem verder geïmplementeerd en doorontwikkeld. Behalve het landelijke routenet (LF-net) zijn inmiddels ook de meeste regionale netwerken (knooppuntnetwerken) ‘geladen’ in het systeem. De kwaliteit en actualiteit van deze bestanden is nu nog zeer uiteenlopend. De informatie in GIS is benut voor uiteenlopende activiteiten, onder andere ten behoeve van belangenbehartiging. GIS is een zeer effectief instrument om snel analyses te maken. Verder is met het GIS een efficiëntere aanpak van het onderhoud van de bewegwijzering bewerkstelligd. Het Fietsplatform heeft vanuit het GIS de actuele tracégegevens van het landelijke netwerk ook uitgeleverd aan andere betrokkenen, waaronder alle provincies. Hiermee kunnen ook zij snel en efficiënt met de routes werken.
2
Landelijke Fietsroutes (LF-routes) zijn doorgaande fietsroutes die stad en landelijk gebied op een aantrekkelijke manier met elkaar verbinden. De routes zijn bij uitstek geschikt voor langeafstand fietstochten zoals fietsvakanties. LF-routes vormen een nationaal netwerk van 4.500 km bewegwijzerde routes. De routes staan garant voor kwaliteit. Ze zijn met behulp van vele vrijwilligers en lokale/regionale organisaties zorgvuldig uitgestippeld. Jaarlijks maken zo'n 2 miljoen mensen bewust gebruik van het netwerk.
Aansluiting landelijk netwerk en regionale (knooppunt)netwerken De landelijke fietsroutestructuur en de regionale routenetwerken (knooppuntnetwerken) vormen samen een landsdekkende routestructuur voor de recreatieve fietser; de LF-routes met als hoofddoelgroep de lange-afstandfietsers/fietsvakantiegangers, de knooppuntroutes de dagtochtenfietsers. De knooppuntnetwerken breiden zich sterk uit, onder regie van provincies en regio’s/gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Naar het zich laat aanzien zal in 2012 heel Nederland met deze regionale netwerken zijn bedekt, met uitzondering van de Friese Waddeneilanden en een deel van Flevoland.
2006
Systeembeheerder Het Fietsplatform vervult de rol van landelijk systeembeheerder wat betreft de kwaliteit van zowel de landelijke als de regionale recreatieve fietsroutestructuur (LF-routes en knooppuntnetwerken). De ruim 40 regionale netwerken resulteren binnen Nederland maar liefst in ruim 3500 km aan (organisatorische) grenzen. Fietsers willen geen grenzen ervaren – in de praktijk gebeurt dit echter wel. Regio’s onderkennen dit, maar lopen tegen de grenzen van hun werkgebied aan.
eind 2010
Het Fietsplatform speelt bij de ontwikkeling van de knooppuntnetwerken een adviserende rol. Hiermee is een grote mate van uniformiteit in de uitvoering van de netwerken bewerkstelligd. In 2010 is stevig ingezet op de verbetering van de ‘nazorg’ van de recreatieve fietsroutestructuur. Op 14 oktober organiseerde het Fietsplatform een goedbezochte (net)werkbijeenkomst recreatieve fietsroutestructuur. Daarbij werd een voorpresentatie gegeven van de adviespublicatie ‘Recreatieve routenetwerken – welke kant op?’, met daarin de bevindingen wat betreft het bewaken en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de routes. Eind december is deze publicatie vastgesteld.
Internationale afstemming en aansluiting Het Fietsplatform stimuleert een optimale aansluiting van de LF-routes op internationale routes. Behalve dat hiermee grensoverschrijdende tochten mogelijk worden, blijkt er ook een belangrijke promotionele waarde van uit te gaan. Internationale afstemming en kennisuitwisseling vindt op verschillende fronten plaats: projectmatig in INTERREG-verband, via de ECF (European Cyclists’ Federation; Fietsplatform is hier lid van) en direct met de buurlanden (Toerisme Vlaanderen/Grote Routepaden en ADFC). Binnen de ECF vormt EuroVelo een belangrijke activiteit. Onder deze naam wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een Europees netwerk van lange-afstandfietsroutes en aan een duurzame structuur voor beheer en promotie van deze routes zoals de internationale Noordzeeroute (North Sea Cycle Route). Een bijzonder project vormt de internationale Rijnroute. In 2010 is hiervoor met Europese (INTERREG-)financiering een nieuw project gestart onder de titel DEMARRAGE. Vanuit Nederland zijn de provincies Gelderland en Zuid-Holland en het Fietsplatform partner. Het Fietsplatform is tevens ‘workpackage leader’ voor één van de vier deelprojecten. Andere projectleiders zijn Schweiz Mobil en de ECF. De Euregio Rhein-Waal is lead partner.
Onderhoud bewegwijzering Het Fietsplatform draagt zorg voor sluitende afspraken voor de financiering en de uitvoering van het onderhoud van de LF-bewegwijzering door derden en ziet toe op een goede naleving van de afspraken. Uit oogpunt van efficiency en continuïteit is de inzet om het onderhoud van de LF-bewegwijzering onder te brengen bij de partij die ook het onderhoud van de knooppuntbewegwijzering uitvoert. Hier is in 2010 veel tijd in gestoken.
3
Nieuw: Meldsysteem bewegwijzering fietsroutes In 2010 heeft het Fietsplatform een landelijk meldsysteem geïntroduceerd voor problemen met de bewegwijzering van LF-routes én knooppuntroutes. Het idee daarachter is dat de fietser op een eenvoudige manier melding kan maken van problemen met fietsroutebewegwijzering, zodanig dat deze meldingen automatisch bij de juiste onderhoudsinstantie terecht komen. De fietser hoeft daarbij dus niet te zoeken naar wie verantwoordelijk is. Een internettoepassing (webapplicatie) is hiervoor ontwikkeld, gebruik makend van Google Maps kaarten. Het systeem is goed ontvangen. Behalve via onze eigen website kan het meldsysteem ook worden gevonden vanaf andere websites. Een gratis widget is hiervoor ontwikkeld. Voorbereidingen zijn gestart om het meldsysteem ook als applicatie (‘app’) voor smartphones aan te bieden.
Productontwikkeling LF-routepublicaties Als extra hulpmiddel om de LF-routes te kunnen volgen geeft het Fietsplatform een aantal routepublicaties uit: de LF-Basiskaart (atlas met 20 losse, landsdekkende kaarten) en enkele gidsen in de reeks ‘LF-vakantietochten’. Wat schaal en uitvoering betreft zijn deze gidsen helemaal toegesneden op het gebruik voor lange fietstochten via het LF-net. In 2010 zijn er geen wijzigingen gekomen in het aanbod. Wel is de voorbereiding gestart voor de herziening van de LF-Basiskaart. Verder is bevorderd dat het LF-netwerk ook in uitgaven van derden wordt opgenomen, van regionale knooppuntkaarten tot en met fietsgidsen. De zichtbaarheid en vindbaarheid wordt daarmee vergroot, dit is een stimulans voor het gebruik. Als voorwaarde stellen we wel dat er garanties moeten kunnen worden gegeven wat betreft de actualiteit. Verder dat tekst en uitleg wordt gegeven over het landelijk netwerk en wordt verwezen naar onze website. Belangrijke partners in deze waren in 2010 Falkplan, ANWB Media en Uitgeverij Buijten & Schipperheijn.
4
Recreatieve fietsrouteplanner In 2010 is de recreatieve fietsrouteplanner op basis van het LF-netwerk en de regionale knooppuntnetwerken gepresenteerd. Deze is ontwikkeld door de Fietsersbond, met steun van het Fietsplatform en het NBTC. In 2009 was de voorversie (‘beta-versie’) al on line gegaan; deze was echter nog verre van compleet. De in 2010 geïntroduceerde versie kan worden bestempeld als de meest uitgebreide fietsrouteplanner. De routeplanner draait op de websites van de drie genoemde organisaties maar wordt tegen een vergoeding ook aangeboden aan derden (‘white label versie’). De routeplanner is goed ontvangen.
Nieuw: Kwaliteitslabel fietsvriendelijke adressen Fietsers onderbreken hun fietstocht graag voor een bezoek aan een horecagelegenheid, voor het nuttigen van een consumptie. Voor fietsvakanties, of dit nu fietstrektochten betreffen of vakanties met een vaste standplaats, zijn goede overnachtingsadressen een must. In principe is er in ons land een ruim aanbod van dit soort adressen. Vaak is het echter onduidelijk hoe het zit met de fietsvriendelijkheid van het betreffende adres en de service die ze bieden voor de fietsers. Sommige bedrijven zijn niet ingesteld op het ontvangen van fietsers, andere richten zich juist op deze doelgroep. Het is belangrijk om fietsers op het spoor te zetten juist van de adressen waar zij welkom zijn. Er speelden inmiddels al de nodige initiatieven en plannen op dit vlak, vooral op regionaal niveau. Om versnippering te voorkomen en om het aanbod van adressen te verruimen is het Fietsplatform in 2010 gestart met de ontwikkeling van een landelijk label van fietsvriendelijke adressen en met het ontsluiten van deze adressen voor het publiek. Daarbij is wat betreft criteria gekeken naar de aanpak in ondermeer Duitsland (Bett & Bike) en Vlaanderen – om daarmee aansluiting te houden ten behoeve van het inkomend toerisme. Bij het initiatief zijn ook de RECRON en Koninklijk Horeca Nederland betrokken. In het voorjaar van 2010 is een pilot gestart in Salland, in samenwerking met het GOBT en het Sallands Bureau voor Toerisme. Op basis van de (positieve) ervaringen in deze regio is in de tweede helft van het jaar gestart met de voorbereiding van de landelijke uitrol. Voor het Fietsplatform is daarbij de samenwerking met regionale partners een belangrijk uitgangspunt, enerzijds om draagvlak te creëeren, anderzijds om met de kennis van bijvoorbeeld regionale bureau’s voor toerisme snel tot een goed aanbod van adressen te komen. Gezocht is ook naar een constructie waarbij bestaande initiatieven, zoals bijvoorbeeld in de provincie Zeeland, middels een samenwerkingsconstructie kunnen worden opgenomen in het landelijke label.
Foto boven: Jan Dijkema (Landelijk Fietsplatform) en Carry Abbenhues (Overijssels gedeputeerde) reiken het eerste keurmerk uit aan Benny Poppe van Hotel de Zwaan in Raalte.
5
Promotie Nederland Fietsland Marketing en voorlichting Onder de noemer Nederland Fietsland zijn in 2010 verschillende promotie- en voorlichtingsactiviteiten ontwikkeld, met als doel de recreatieve fietser overzicht te bieden en hem/haar op weg te helpen. Internet en de Fietsideeënkaart vormen de belangrijkste pijlers. Andere activiteiten in vogelvlucht: Beursparticipatie (Fiets- en Wandelbeurs in de RAI, 27 en 28 febr); Nieuwsbrieven: voor de vakwereld en voor VVV’s. Verder – nieuw in 2010 – ook voor de geïnteresseerde fietser (LF-nieuwsbrief). Dit heeft in korte tijd al een aanzienlijk adressenbestand opgeleverd. Alle nieuwsbrieven zijn in 2010 omgezet naar een digitale verschijningsvorm; Participatie in Meimaand Fietsmaand (trekker NBTC, Fietsplatform is medeinitiatiefnemer – er namen hieraan in 2010 bijna 600.000 mensen deel) en campagne Heel Nederland Fietst; Persberichten, advertenties en joint promotion activiteiten (diverse acties).
Fietsideeënkaart Een nieuwe versie van de Fietsideeënkaart, letterlijk en figuurlijk dé visitekaart van het Fietsplatform, verscheen vroeg in 2010 (oplage 10.000 ex.). Hij werd gepresenteerd tijdens de Fiets- en Wandelbeurs. De beproefde en gewaardeerde formule bleef ongewijzigd: een wervend-informatieve overzichtskaart met actuele informatie en tips voor fietsdagtochten (knooppuntroutes en rondritten) en fietsvakanties (LF-routes en bijzondere overnachtingsadressen). Een deel van de oplage is weggezet via een actie met de NISB (onderdeel ‘Start Fit-pakket’). Voor het eerst is ook ook een afgeleide Duitstalige versie gerealiseerd, in samenwerking met het NBTC (oplage: 50.000 ex.). Het NBTC (Köln) zorgde voor de distributie binnen (groeimarkt) Duitsland. De kaart is goed ontvangen, reden waarom eind 2010 voorbereidingen zijn gestart voor een vervolg.
Website, nieuwe portal In het voorjaar van 2010 is de vernieuwde website www.nederlandfietsland.nl online gegaan, met een compleet nieuwe vormgeving en verbeterde content. Samen met regionale partners biedt het Fietsplatform op de vernieuwde site een selectie thematische fietsroutes aan, veelal via de bekende fietsknooppunten. Ook de diverse fietsregio’s worden belicht. Voor fietsers die wat langer met de fiets op stap willen staat er informatie en nuttige links op bijvoorbeeld de pagina's Landelijke Fietsroutes en Fietsvakantie. Nieuw is ook de webwinkel. Deze bedient zowel nederlandfietsland.nl als landelijkefietsroutes.nl en biedt een breed assortiment aan kaarten, gidsen en fietsaccessoires. Voor deze activiteit wordt samengewerkt met de Fietsvakantiewinkel. Zij verzorgen ook de handling van de bestellingen. Het Fietsplatform heeft twee korte informatieve promotiefimpjes laten maken om de werking van de LF-netwerk en de fietsknooppuntnetwerken uit te leggen. Deze zijn geplaatst op de portal nederlandfietsland.nl. De fimpjes zijn ook geupload op Youtube. Door het kopiëren van de code bij de fimpjes kunnen deze ook eenvoudig op andere recreatieve sites geplaatst worden.
6
Impulsen promotie Van ontwikkeling van een samenhangend fietsnetwerk schuift de rol van het Fietsplatform met betrekking tot de routestructuur steeds meer op in de richting van beheer (kwaliteitsverbetering en bewaking) en promotie. Het Fietsplatform streeft ernaar om samen met specifieke toeristische promotieorganisaties het gebruik van de landelijke LF-routes en de hiermee samenhangende regionale knooppuntroutes, verder te stimuleren. De toegevoegde waarde van het Fietsplatform is om te midden van het grote aanbod aan producten en diensten overzicht te bieden en daarmee de fietser op weg te helpen. Het Fietsplatform geeft hiermee impulsen aan de promotie.
Fietsplatform als kennis- en coördinatiepunt Behalve als beheerder van het landelijk routenetwerk, de meest zichtbare taak, fungeert het Fietsplatform ook als kennis- en coördinatiepunt voor fietsrecreatie en -toerisme. De focus bij deze activiteit ligt op expertiseontwikkeling en kennisbundeling/-verspreiding en is in de eerste plaats gericht op beleidsmakers. Het Fietsplatform participeert in diverse advies- en kennisuitwisselingsfora. Het is onder andere lid van de ECF (European Cyclists’ Federation).
Kennis, informatie en advies Op vrijdag 27 februari 2010, één dag voor de Fiets- en Wandelbeurs, organiseerde het Fietsplatform samen met de Fietsersbond en de beursleiding een vakbijeenkomst in de Amsterdam RAI. Thema van de bijeenkomst was Fietstoerisme in Nederland vanuit internationaal perspectief. Naast het Fietsplatform waren er sprekers uit Duitsland (Deutscher Tourismus Verband), Denemarken (Visit Denmark) en Zwitserland (Swisstrails/ SchweizMobil). Ongeveer 75 personen uit binnen- en buitenland namen deel. Vanuit het streven om jaarlijks met actueel cijfermateriaal te komen over het recreatieve fietsgebruik is in 2010 geïnvesteerd in het CVO (Continu Vakantie Onderzoek) en CVTO (Continu Vrije Tijd Onderzoek) van NIPO-NBTC. Bij beide onderzoeken zijn extra vragen toegeFietsrecreatie in Nederland: voegd over recreatieve fietstochten, zowel korte 8,5 miljoen fietsers; tochten vanaf een uur als fietsvakantietochten. jaarlijks 200 miljoen tochten; De resultaten van deze onderzoeken worden ruim € 750 miljoen aan besteverwacht in 2011 en vormen de start van wat dingen onderweg. wordt genoemd de Fietsrecreatiemonitor.
Barrières De toegankelijkheid van het landelijk gebied voor fietsers staat onder druk. Bij het uitstippelen van een tocht worden fietsers in ons waterrijke en dichtbebouwde land vaak geconfronteerd met barrières, zowel fysieke (kruisende wegen zoals snelwegen, spoorlijnen en waterwegen) als visuele (verrommelend landschap). Voor het Fietsplatform is dit een belangrijk item. Samen met de achterban (met name Fietsersbond en ANWB), Wandelplatform en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) wordt gewerkt aan het bereikbaar en toegankelijk houden van het landelijk gebied. Het Fietsplatform zet daarbij in op beleidsbeïnvloeding en het geven van impulsen aan de regionale belangenbehartiging. Geprobeerd wordt om nieuwe barrières te voorkomen en bestaande op te heffen. Daarbij wordt ook gekeken naar efficiënt ruimtegebruik, bijvoorbeeld door koppeling met ecoducten.
Dossier toegankelijkheid Samen met het Wandelplatform (trekker) en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) participeerde het Fietsplatform in de projectgroep „Overbruginfra‟. Eind 2010 stopte dit project formeel. De publicatie „De weg van de minste weerstand‟ vormde het slotdocument dat op grote schaal werd verspreid. De partners hebben aangegeven dat ze in een andere opzet in gezamenlijkheid verder willen werken aan dit onderwerp. Voor wat betreft het opheffen van overwegen zijn in 2010 procesafspraken met spoorwegbeheerder Prorail gemaakt en vastgelegd. Dit betekent dat belangenorganisaties voor routegebonden recreatie een vaste reactietijd krijgen om hun zienswijze te geven bij voormeldingen van overwegen die op de nominatie staan om te worden opgeheven. GIS is daarbij een zeer effectief hulpmiddel; er kunnen snel analyses worden gemaakt door de routenetwerken en de overwegen in (kaart)beeld te brengen. Het Fietsplatform is begin 2010 op uitnodiging van het CROW zitting gaan nemen in de werkgroep Recreatieverkeer/barrièrewerking. De CROW bereidt een tweetal publicaties over dit onderwerp voor, gericht op beleidsmakers. Deze moeten verschijnen in 2011.
Stadrecreatiekaarten Het door het Fietsplatform ontwikkelde concept Stadrecreatiekaart blijkt nog altijd een goed instrument om de mogelijkheden om vanuit de stad in de woonomgeving erop uit te trekken in beeld te brengen en hier bekendheid aan te geven. In het voorjaar van 2010 is de Stadrecreatiekaart Den Haag geproduceerd en gedistribueerd (oplage 120.000 ex.), voor het eerst in de vorm van een co-productie Fietsplatform/Falkplan. Eind 2010 gaf de gemeente Amersfoort akkoord op de ontwikkeling van een nieuwe (derde!) editie van de Stadrecreatiekaart Amersfoort. Deze moet in het voorjaar van 2011 verschijnen. Om meer Stadrecreatiekaarten te realiseren is een nieuw informatieblad Stadrecreatiekaart ontwikkeld in samenwerking met Falkplan.
7
Organisatie De activiteiten worden uitgevoerd door een klein team van beroepskrachten (5,5 fte), dat wordt ondersteund door ongeveer 150 vrijwilligers. De organisatie wordt geleid door een bestuur waarin sleutelorganisaties die met het recreatieve fietsen te maken hebben zijn afgevaardigd. Het Fietsplatform werkt nauw samen met het Wandelplatform, dat in hetzelfde kantoorpand in Amersfoort is gehuisvest.
Bureau
Eric Nijland, directeur Myron ter Haar, adjunct directeur/projectleider LF-routes Jantien van de Brug, projectmedewerker LF-routes Ad Snelderwaard, projectmedewerker LF-routes Jon Rietman, GIS-medewerker (50% Fietsplatform/50% Wandelplatform) Leon Hoogsteen, marketingcoördinator Anita Bakker, coördinator voorlichting & promotie Janiet Kempen, bureaumanager en twee bureauvrijwilligers: Jan Chaudron en Johan de Jong
Contact Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 (Berkenweg 30) 3800 AV Amersfoort T: 033-4653656 F: 033-4654377 E-Mail:
[email protected] Internet: www.fietsplatform.nl www.nederlandfietsland.nl
Bestuur
Jan Dijkema, onafhankelijk voorzitter Frans de Kok, secretaris/plv. voorzitter (ANWB afd. Algemeen Ledenbelang) Stef Stock (RAI vereniging; secretaris afd. fietsen) Hugo van der Steenhoven (Fietsersbond; directeur), plv.: Miriam van Bree Arjan de Vries (NTFU; directeur), plv.: Rianne Mulder Ties Hazenberg, vertegenwoordiger provincies (provincie Groningen)
Financiën Rijk en provincies zijn de belangrijkste financiers van de activiteiten van het Fietsplatform. Met deze partijen zijn meerjarige afspraken gemaakt, de begroting is sinds 2007 ingebed in de ILG-meerjarenprogrammering (Investeringsbudget Landelijk Gebied, 2007-2013). De LF-activiteiten vormen daarbij de kapstok waaraan het grootste deel van het werkbudget van het Fietsplatform is opgehangen. Dit is verdisconteerd in een normbijdrage per kilometer te reconstrueren LF-route per provincie. Alle twaalf provincies dragen op deze wijze bij, de rijksbijdrage is daar weer aan gekoppeld. Naast de ILG-bijdragen ontvangt het Fietsplatform bijdragen van aangesloten organisaties en genereert het eigen inkomsten. Doordat de totale lengte routereconstructie per jaar sterk uiteen loopt fluctueren de bijdragen aanzienlijk. Door te werken met fondsen (bestemmingsreserves) kunnen doorlopende activiteiten gelijkmatig worden gespreid over de jaren. Sinds 2009 is sprake van een versnelde uitvoer van de reconstructie van de Landelijke fietsroutes, de gereserveerde middelen worden daarvoor ingezet. Baten
Rijk/provincies (ILG bijdragen) Diverse projectbijdragen Onderhoudsbijdragen Bijdragen organisaties Eigen inkomsten
Totaal baten
8
Lasten 2010 € 560.273 131.739 23.507 18.250 134.527
868.296
2009 € 569.431 31.584 40.715 24.250 181.579
847.559
Organisatiekosten: - Personeel - Huisvesting en bureau - Overige organisatiekosten Externe projectkosten: - Landelijke fietsroutestructuur - Promotie Nederland Fietsland - Kennis- en coördinatiepunt Totaal lasten Saldo (uit/naar fonds)
2010 €
2009 €
351.776 72.564 18.185
351.349 86.479 28.199
493.955 106.444 87.346
395.248 71.909 72.059
1.130.270 - 261.974
1.005.243 - 157.686