handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
432
Pagina 432
JAAROVERZICHT JAAROVERZICHT 2005
1. Inleiding Het voorbije jaar is het jaar van natuurrampen. Januari stond in het teken van de tsunami in Zuidoost Azië, die onvoorstelbare aantallen slachtoffers eiste. Daarna kwam de overstroming van New Orleans in de Verenigde Staten. Het machtigste land ter aarde was machteloos tegenover het natuurgeweld. Van achterstallig onderhoud aan de dijken was ook sprake. Vlak voor de winter werd Pakistan getroffen door een aardbeving van ongekende omvang. Het jaar eindigde met de honger in Malawi. Het kan bijna niet anders of de vraag naar het waarom komt dan boven. In het begin van het jaar werd erop gewezen dat de tsunami in Lissabon uit de achttiende eeuw het denken over de voorzienigheid van God sterk beïnvloed heeft. Het opvallende is dan dat die vraag sterker klinkt vanuit de gerieflijkheid van de westerse samenleving dan vanuit de getroffen landen zelf. Tot verbazing van de journalisten dankten geredde Amerikanen hun schepper voor hun leven: bidden helpt. Het is ook het jaar van de vragen rond recht en onrecht. Iedereen was blij dat nu al weer een tijd geleden Saddam Hoessein verdreven is. Maar de bezettende macht wapent zich tegen het terrorisme met terroristische methoden. Dat is althans de indruk die steeds sterker wordt naar aanleiding van berichten rond de gevangenissen. Op een andere manier kwam dat in herdenkingen naar voren. Het was zestig jaar geleden dat voor het eerst atoombom gebruikt werd. Het zal altijd een discussie blijven of dat goed is geweest. Het was tegelijk het jaar waarin er opvallend veel aandacht was voor de donkere kanten in de bijbel. Keer na keer vroeg juist Gods oordeel de aandacht, vooral ook in een publicatie van prof. dr. A. v.d. Beek. Hij legde daarin weinig hoop voor deze wereld aan de dag. Dit is een omslag na alle nadruk op wat ten onrecht een therapeutisch godsbeeld wordt genoemd (therapeuten zijn niet zo zachtzinnig). De vraag naar Gods recht blijft de mensen bezig houden en het oude testament komt weer in de belangstelling: hoe kan God zelf zo streng zijn. Wanneer dit een blijvend accent is op de bijbelse boodschap, is het een positief punt om te noteren. Het zijn vragen die geen antwoord vinden, maar wel tot zwijgen gebracht worden aan het kruis van Christus. Vanuit het geloof dat alleen dat kruis redding brengt is dit jaaroverzicht geschreven. 2. Statistiek De taal van getallen De nieuwe cijfers over het aantal leden van de gereformeerde kerken bekend. Elders in dit Handboek zijn ze gepubliceerd. Het komt overeen met het beeld van de laatste jaren. De groei is eruit. Er worden minder kinderen geboren en gedoopt. In 2004 gingen een aantal mensen weg naar de nieuw-vrijgemaakte kerken. Die blijven echter in ledental rond de 1500 hangen. In het begin van het jaar 2005 was er vooral in het noorden onrust, omdat behoorlijk veel mensen zich aansloten bij de Vrije Baptisten te Drachten, onder leiding van ds. Bottenbley. Die gemeente groeit uit tot een megakerk, een verschijnsel dat je verder vooral in de Verenigde Staten tegenkomt. Maar de verbazingwekkende groei van de
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 433
433
Bethelgemeente betekent niet een toename van het aantal christenen in Nederland. Vaak gaat het om mensen die al elders lid waren van een kerk of evangelische gemeente. Uit de cijfers blijkt dat zo’n vierhonderd mensen naar ‘andere kerken’ vertrokken zijn. Daarbij zal het wel om evangelische kerken kunnen gaan. Opvallend is ook dit jaar weer het behoorlijke aantal mensen van wie gezegd wordt dat ze buiten de gemeenschap van de kerk staan: 50. Dalend ledental Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht, is het spreekwoord. Dat lijkt hier ook op te gaan. Wij groeien dan niet, maar andere kerken dalen in ledental, waarbij het soms om heel grote aantallen gaat. Dit proces speelt vooral rond de rooms-katholieke kerk: die verloor in twee jaar vierhonderdduizend leden. Er kwamen er duizend bij, van buitenaf. (Ter vergelijking: bij de GKv-kerken werden zo’n dan vierhonderd mensen toegelaten). Maar ook de PKN-kerken kennen dit verschijnsel, dat veel mensen hun lidmaatschap opzeggen. In een interview in het Nederlands Dagblad gaf de theoloog Peter van Roden aan dat dit kwam door de snelle manier waarop de kerken veranderingen doorvoerden. Mensen kunnen dat niet bijhouden. Het is niet te verkopen als je tweeduizend jaren lang bepaalde tradities handhaaft (bijvoorbeeld: geen vrouw in het ambt) en dan binnen twintig jaar de één na de andere afschaft. Mensen blijven dan vanzelf weg. Juist de openheid naar de moderne cultuur leidt tot ledenverlies. In het Nederlands Dagblad van 2 januari ging Gerard Bruins in op dit verschijnsel. Hij geeft zijn artikel de kop mee: kleine kernen christenen blijven over. Groepjes van actieve christenen die zich blijven inzetten voor de samenleving. Het artikel is geschreven mede naar aanleiding van een publicatie hierover; the dutch and their gods, met o.a. een artikel van James Kennedy. Het bevat een aantal leerzame overwegingen. Vooral in het accent op de actieve opstelling. En in de signalering dat de openheid naar de moderne cultuur op zichzelf niet helpt, al is dat wel eens verdedigd. Een aantal vragen Toch mis ik een paar dingen: Allereerst de vraag, hoe dan de opkomst van de megakerken te verklaren is. Laat dit vooral een Amerikaans verschijnsel zijn (bij Rick Warren en Bill Hybels bijvoorbeeld), ook in Nederland kennen we het (Bethelgemeente). Kennelijk is de massaliteit van de samenkomsten iets wat mensen aantrekt. Gereformeerden zijn daar ook gevoelig voor; denk aan de massaliteit van Schooldag, DVN-dagen en bijvoorbeeld de nieuwe toogdag van Gods Geest werkt! Ten tweede aandacht voor het verschijnsel waarom het dan juist met die kleine kernen toch niet wil. Garrelsweer volgde dit jaar Nijega-Opeinde, Opende, Overschild en andere plaatsen waar eerst wel een gereformeerde kerk was, maar nu niet meer. De ervaring is dat het toch heel plezierig is als er een behoorlijk aantal mensen in de gemeente bij elkaar is. Vele handen maken licht werk, terwijl dat werk in een kleine groep op een paar mensen aan komt. Wil je als kleine kern blijven bestaan, dan zal er een manier van kerk-zijn gevonden moeten worden, waarbij het niet nodig is dat een kleine gemeente evenveel activiteiten vermeldt in het handboekje als een heel grote. Ook dit vraagt visievorming. En geloof, waarbij je je als gelovige niet verkijkt op de macht van het getal, maar in het kleine getrouw blijft: waar twee of drie…
handboek2006-v2-bw-01-30
434
09-02-2006
16:01
Pagina 434
JAAROVERZICHT
Ten derde blijkt het kerkbezoek toegenomen te zijn, als je tenminste met het NRC de jeugdkerken erbij betrekt. Tot verbazing van die liberale a-gelovige krant nam het kerkbezoek onder jongeren behoorlijk toe. En dat ondanks (volgens die krant dan) een boodschap die haaks staat op de levensstijl van nu. Ook uit Engeland kwamen berichten dat het kerkbezoek toegenomen is, onder andere in de Anglicaanse kerk. Dan gaat het wel om de evangelische richting. Laat dan de eerste jeugdkerk al weer toe zijn aan opheffing, dat wil nog niet zeggen dat het effect uitgewerkt is; er komt nu ook een Rooms-katholieke variant. De jongerendagen van de Rooms-katholieke kerk te Keulen, met bezoek van de nieuwe paus, trokken ook opvallend veel belangstelling. De vraag die daarbij naar voren komt is: hoe overbrug je de kloof tussen de traditionele kerkdienst en de alternatieven die ook aanwezig zijn. De intimiteit van de nog steeds in populariteit toenemende Alpha-cursus staat daarbij tegenover de formaliteit van veel kerkdiensten. Zie hierover ook André Dijkshoorn, in: Bulletin voor gemeentegroei, maart 2005. Ten vierde de samenhang met de planologische ontwikkeling in Nederland. Dat - om een voorbeeld in het noorden te noemen - de kerk van Beilen groeit en die van Hooghalen niet, hangt volgens mij vast samen met de plannen van de burgerlijke gemeente, die voor Beilen het ene uitbreidingsplan na het andere vaststelt, maar voor Hooghalen niet. Je zou dan moeten nagaan of de groei van de kerkelijke gemeente gelijke tred houdt met de groei van het inwoneraantal van de betreffende plaats. De cijfers en de centen Een van de dingen die in dit alles meespelen, is de vraag of voor al die mooie plannen, er voldoende geld binnenkomt. Bij sommige jeugdkerken is het een zwak punt: een dienst levert minder op dan die kost. Er zijn meer kosten dan die voor het uitnodigen van een predikant en de reiskosten voor de organist. In bovengenoemd artikel in het bulletin voor gemeentegroei geeft André Dijkshoorn ook aan dat kerkdiensten vaak bezocht worden door traditionele mensen, die juist daarom niet direct zin hebben om geld te geven voor wat zij als vage projecten zien. Het gaat, voor de duidelijkheid, om de situatie binnen de PKN. De Stadshartkerk liep er ook tegenaan, toen een sponsorcongres afgelast moest worden wegens gebrek aan belangstelling. Alternatieve geldstromen zijn niet zomaar aangeboord. Al een tijd lang lopen wij daar als kerken tegen aan. Op synodes is de roep om beheersing van de alsmaar stijgende kosten steeds sterker geworden. Je kunt de quota niet alsmaar blijven verhogen. Dat heeft een plafond. Bovendien is de kerk niet de enige instantie die om geld vraagt. Zelfs als je de gift voor de kerk terecht presenteert als gave van dankbaarheid aan God zelf, moeten binnen een gezin ook de stijgende vaste lasten betaald worden in een tijd dat het inkomen niet meegroeit. Nederland heeft een serieus armoedeprobleem en dat kun je merken aan de inkomsten van de kerken. Daarin ligt een uitdaging voor de diakenen, maar hoe groot de speelruimte is voor hulp, zal moeten blijken. Het is net als bij de mantelzorg: mooi bedacht, maar de generatie van rond de vijftig zit er midden tussen in. Is groei belangrijk Elke keer als het om getallen gaat, komt de vraag naar boven; is groei belangrijk? Antwoord: nee en ja. De bijbel is vol van voorbeelden dat God helemaal geen mas-
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
Pagina 435
JAAROVERZICHT
435
sale aantallen mensen nodig heeft om zijn plan uit te voeren. Uit de afgehouwen tronk van Isaï kwam een rijsje voort. Een rest zal behouden worden. Christus spreekt zelf van één uit een dorp en twee uit een stad. Hij is net zo intens aanwezig bij een kleine groep als bij de grote gemeente. Toch kun je ook op andere dingen wijzen. De gemeente van Jeruzalem groeide massaal, na de Pinksterdag. Op één dag met drieduizend zielen. Daar bleef het niet bij. Erachter ligt dat God wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de waarheid komen. Zie 1 Timoteüs 2. En als God dat wil, komt er bij zijn kinderen het verlangen naar groei. Dan wil je steeds meer mensen erbij betrekken. Kortom: terwijl je blij bent met ieder individu dat God leert kennen, is tegelijk belangrijk dat je niet gaat voor het selecte gezelschap, maar voor de grote groep. De kerk is een volk. Predikanten Het predikantencorps onderging de volgende wijzigingen: Nieuwe predikanten G. Roorda A. van der Lugt C.T. Basoski L.G. Boonstra J. Oosterhuis
Surhuisterveen 22-05-2005 Almkerk-Werkendam 29-05-2005 Ruinerwold-Koekange i.c.m. Zuidw.(Dr.)09-10-2005 Ten Post 09-10-2005 Wetsinge-Sauwerd i.c.m. Winsum 23-10-2005
Overleden J. Kok P. Groenenberg J. van Dijk
Veenendaal Ermelo Ommen
13-03-2005 14-03-2005 30-03-2005
Van deze predikanten verschijnt dit jaar geen In Memoriam. Ik doe mijn best om voor volgend jaar hier wel voor te zorgen. Emeritaat D.J. Zandbergen R.T. Urban P.F. Lameris
Zwolle-Noord Sint-Jansklooster-Kadoelen Den Helder
01-01-2005 01-04-2005 01-05-2005
Jubilea 25 jaar: J.H. Kuiper G.F. de Kimpe Dr. P.H.R. van Houwelingen B. Luiten H. van den Berg Jt. Janssen H. van Veen J.W. Roosenbrand C. de Putter J.J. Dronkers
Haulerwijk Hardenberg-Baalderveld Nijkerk-Oost Zwolle-Centrum Berkel & Rodenrijs Leeuwarden Neede Groningen-Oost Hoogeveen Hasselt
24-02-1980 06-07-1980 29-06-1980 29-06-1980 06-07-1980 10-08-1980 24-08-1980 28-09-1980 23-11-1980 07-12-1980
40 jaar: K.J. Kapteyn
Hoogeveen
26-09-1965
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
436
Pagina 436
JAAROVERZICHT
45 jaar: Prof. dr. J. van Bruggen H. Knigge J. Geersing dr. A.N. Hendriks
Daarlerveen Daarlerveen Hengelo Amersfoort-Centrum
24-04-1960 18-05-1960 19-06-1960 26-06-1960
50 jaar: B. Wesseling L. Douw
Noardburgum Ommen-West
06-02-1955 05-06-1955
55 jaar: J.G. Agema
Drachten-Oost
21-11-1950
60 jaar: S. de Waard J.J. Arnold
Vroomshoop Amersfoort-West
14-01-1945 16-09-1945
Twee predikanten moesten worden geschorst. 3. Plaatselijk De volgende bijzonderheden uit de plaatselijke kerken kunnen gemeld worden. Vaak gaat het om punten die ze zelf hebben doorgegeven via het onderzoek onder de kerkenraden. Prachtig is het enthousiasme waarin mooie dingen vermeld worden en de lof die God wordt toegebracht. De minder mooie dingen in het onderstaande overzicht haal ik uit de krant. Amersfoort-Centrum heeft een vleugel aangeschaft. Amersfoort-Oost: per i januari 2006 wordt Vathorst een zelfstandige gemeente. Assen-Marsdijk. de predikant van Assen-Marsdijk moest geschorst worden wegens een ernstige seksuele zonde. In de noordelijke pers werd dit breed uitgemeten. Assen: de vrijgemaakte kerken van Assen en de Christelijke Gereformeerde Kerk hebben besloten tot kanselruil. Amsterdam-Zuid-West: de predikant van Amsterdam-Zuid-West is geschorst wegens seksueel misbruik. Barendrecht was de eerste gemeente met huwelijkstraining van De Driehoek in samenwerking met de kerkenraad. Barneveld neemt van de provinciale commissie het contact met Wit-Rusland over. Bergen op Zoom: Bergen op Zoom is een zendingsgemeente geworden na de komst van ds. Gerwin Pruyssen. Bedum: een deel van de vergaderlokaliteiten moest op last van de plaatselijke overheid worden gesloten. Bussum: helaas het laatste jaar dat kerkdiensten in Bussum worden belegd. Per 0801-2006 alleen diensten in Huizen. Eemdijk: In april 2005 zijn de bijgebouwen gesloopt en vervangen door een heel nieuw gebouw, bevattende twee vergaderlokalen gescheiden door een panelenwand, een ruime kerkenraadkamer, een keuken met een kleine gemeenschapsruimte en een toilet. Het opvallende nieuws hierin is dat het vanaf de sloop tot en met de afwerking geheel door en groep enthousiaste vrijwillige broeders en zusters is gerealiseerd. Op 8 december 2005 kon tijdens een feestelijke bijeenkomst het gebouw in gebruik genomen worden.
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 437
437
Gent: de Christelijke Gereformeerde Kerk en de ‘vrijgemaakte’ kerk van Gent gaan nauw samenwerken. Inmiddels bestaat de vrijgemaakte kerk van Gent vijfentwintig jaar. Garrelsweer: de kerk van Garrelsweer is opgeheven; de leden hebben nieuw kerkelijk onderdak gevonden in omliggende plaatsen. ’s Gravenhage-Centrum: het kerkgebouw de Ichthuskerk bestond 1 mei 50 jaar en dat is onder andere met een feestelijke dienst gevierd. Heemse: de kerkenraad heeft besloten tot de bouw van nieuw kerkgebouw in de nieuwe woonwijk Marslanden. Het voornemen is na de bouw een nieuwe gemeente te institueren. Dit zal vermoedelijk in 2007 plaatsvinden. Door terugloop van het aantal leden van de gemeente t.g.v. vertrek naar de zgn. “nieuwe vrijgemaakten” en verhuizing naar Marslanden is het aantal predikantsplaatsen voor Heemse teruggebracht van vier naar drie. Hoogvliet-Spijkenisse heeft een nieuw orgel per 1 juli 2005. IJsselmuiden heeft een vleugel aangeschaft voor de begeleiding van kerkdiensten. Kampen: de moeilijke situatie in Kampen-Noord duurt voort. De uitspraak van de synode heeft nog niet tot toenadering geleid. Kornhorn: op 23 mei 1880 kreeg de kleine woonkern Kornhorn - in de burgerlijke gemeente Grootegast - een kerk van gereformeerde signatuur. Anno 2005, 125 jaar na dato, geeft de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) een geïllustreerd herdenkingsboek uit, geschreven door de Zuidhornse kerkhistoricus drs H. Veldman. Krimpen aan den IJssel: de kerk van Krimpen aan de IJssel werd geschokt (en wij allemaal) door de incestaffaire die daar aan het licht kwam. Leeuwarden merkt dat zij via het nieuwe kerkgebouw en het gericht zijn op buiten in de wijk veel gasten tijdens de diensten welkom kunnen heten. Er onstaan zo banden die wellicht uitgroeien tot aansluiting, het de Here Jezus leren kennen als Verlosser etc. Lemele-Lemelerveld: er werd een evangelisatieproject georganiseerd in het dorp. De gemeente organiseerde in de zomer samen met E&R-leden gedurende twee weken allerlei activiteiten: kinder- en jongerenclubs, open diensten en avonden, enquêtes langs de deuren. Dit werd positief in het dorp ontvangen. Mijdrecht: Turkse moskee geopend naast kerkgebouw. Nijmegen: als volgende stap in het in 2003 vastgestelde stappenplan voor eenwording worden vanaf september 2005 om de veertien dagen ‘s middags gezamenlijke diensten met de Christelijke Gereformeerde Kerk te Nijmegen gehouden. Het einddoel is dat er in 2010 één gemeente van onze Here Jezus Christus in Nijmegen is. Ommen: Ommen is m.i.v. 01-01-2005 gesplitst in 2 zelfstandige gemeenten: Ommen-Noord-Oost en Ommen-West. Nunspeet: 1. Het gesprek met de NGK is heropend op kerkenraadniveau. Het is hoopgevend. 2. Enkele leden gaan op vaste tijden helpen in een inloophuis in het hart van Amsterdam. Dit inloopwerk wordt gedaan vanuit vele soorten kerken. Drie maal in de week zijn zo’n 16 medewerkers bezig voor zo’n 180 à 200 gasten per dag. Drie maal in de week. Eén zuster heeft de leiding over de maandagploeg. Zo’n 2 à 3 gasten per week worden weggebracht naar een (Evangelisch of Christelijk) afkickcentrum om hun leven te veranderen. Zo’n 15 à 20 mensen per jaar worden gedoopt. In de gemeente is er veel gebed voor en worden collecten daaraan gegeven. Op dankdag soms in natura. Rotterdam-Zuid: de gemeente heeft besloten om samen te werken met de kerkelijke rechtspersoon MAR (Missionaire Arbeid Rijnmond). Zij is op zoek naar een predikant die aanvankelijk voor 85% van zijn tijd voor ons zal werken en voor 15% van zijn tijd voor de MAR. De bedoeling is dat deze verhouding in de loop der tijd
handboek2006-v2-bw-01-30
438
09-02-2006
16:01
Pagina 438
JAAROVERZICHT
60/40 zal worden. Roodeschool: het kerkgebouw is volledig gerenoveerd. Een lang gekoesterde wens is in vervulling gegaan. Eerst aan de buitenkant (nieuw dakconstructie) en vervolgens aan de binnenkant. Al met al kan Roodeschool al ruim anderhalf jaar niet meer in haar eigen kerkgebouw kerken. Ze maakt dankbaar gebruik van de kerkgebouwen van de PKN-kerken in het dorp. De renovatiewerkzaamheden worden grotendeels door de gemeenteleden zelf verricht. Surhuisterveen: over de samenwerking met de CGK valt te melden dat die duidelijk groeit: kanselruil, gezamenlijk diensten tijdens de zomervakantie, gezamenlijke bid- en dankdag, gezamenlijke gemeentezondag, gezamenlijke jeugddienst, gezamenlijke Kerstvieringdienst. De catechismusprediking is samen opgepakt via de kanselruil. Daarnaast staan er voor de maanden januari-juni 2006 themadiensten op het programma. Spakenburg-Zuid: op zaterdag 18 juni is gevierd dat het kerkgebouw de Maranathakerk 50 jaar gelden in gebruik is genomen. Spakenburg-Zuid is vijftig jaar zendende kerk geweest. Daar kwam op 1 januari 2005 een einde aan. Sneek: sinds 01-01-2005 kerkt Sneek samen met de CGK in hun kerkgebouw aan de Willemstraat 30 in Sneek. Iedere middagdienst is gezamenlijk en de ochtenddienst in overleg gezamenlijk. Ten Boer: de kerk van Ten Boer is grondig verbouwd. Er is een groter orgel geplaatst Tiel: de kerk van Tiel is de enige gereformeerd orthodoxe gemeente in de stad Tiel. Er zijn nog al wat mensen uit andere kerken overgekomen, zonder opzettelijke evangelisatie. Het is een leerproces om ook op buiten gericht te zijn. De gemeente is relatief klein - variërend van 120-160 leden. Als er dan 25 van buiten komen in een kleine 5 jaar tijd, werkt dat binnen behoorlijk door. Met andere woorden: hoe blijf je met elkaar een (de) gemeente van Christus, zonder te verstarren, maar wel vasthoudend aan wat is overgeleverd en toevertrouwd, hoe wordt je een aantrekkelijke gemeente en breng je tegelijkertijd het ‘gij geheel anders’ in praktijk? Veendam: hier worden maandelijks welkomdiensten belegd met een andere orde van dienst. Het is een gezamenlijke dienst van GKv en CGK met veel inbreng van jongeren. De dienst is laagdrempelig en mede bedoeld voor hen die niet meer of niet geloven. Inhoud van de dienst is afgestemd op jongeren tussen 20-45 jaar. Invulling en bijwoning van dit soort diensten van de eigen gemeenteleden geeft ook aan dat er een bepaalde behoefte is om enerzijds de eredienst een andere invulling te geven en meer inbreng van anderen. De preek blijft centraal uiteraard en daarmee ook de predikant. maar zijn rol is dus beperkt tot votum, zegen en preek. Voorschoten: de kerk van Voorschoten is gefuseerd met die van Leiden. Waddinxveen: de werkgroep Tsjernobyl-kinderen heeft 30 kinderen 7 weken opgevangen in de regio Gouda/ Waddinxveen. Wapenveld: er heeft een ruiling van predikanten plaatsgevonden (ds. Winter naar Appingedam en ds. Geelhoed naar Wapenveld). Tot nu toe werkt dat heel goed voor alle betrokkenen. Wezep: de samensprekingen met de NGK te Wezep verlopen goed. De kerken komen voorzichtig dichter bij elkaar, onder andere door een project om in twee jaar samen de bijbel door te lezen. Zaandam: eenwording met de Nederlands Gereformeerden is weer een stap verder; er zijn gezamenlijke kerkdiensten. Zaltbommel: Er is een ‘missie’ geformuleerd om de krachten in de gemeente te bundelen. Deze missie is te vinden op de website www.gkv-zaltbommel.nl. De gemeente groeit voornamelijk door instroom van mensen die voorheen geen lid
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
Pagina 439
JAAROVERZICHT
439
waren van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt). Er is een kinderclub die uitsluitend gericht is op kinderen buiten de gemeente; eigen kinderen mogen er niet komen. Er is ook een Rock Solid tienerclub met deze spelregels. Zeist: bij een brand bleef het gebouw De Ark gelukkig gespaard. Zwartsluis heeft een verbouwd en vernieuwd kerkgebouw. 4. Gemeenteopbouw 4.1. Verlegenheid rond gaven Het onderzoek Een van de meest opvallende gesprekken gaat de laatste jaren al over de gaven van de heilige Geest. Het eerste wat je daarbij moet opmerken (dr. H.J.C.C.J. Wilschut doet dat onder andere in Nader Bekeken) is dat het heel onzeker is of de verschijnselen die wij daarmee aanduiden en de zaken die in de bijbel daarover geschreven zijn, met elkaar overeenkomen. In de schrift kan het over tongentaal gaan en in onze tijd zijn er christenen die onverstaanbare klanken uitstoten. Maar is dat hetzelfde? Als je daarom vragen stelt over dit verschijnsel, kan het best zijn dat de diverse respondenten er verschillende zaken mee aanduiden. Iets dergelijks kwam in CVKoers naar voren, bij een onderzoek naar het voorkomen van geestesgaven onder predikanten. Opvallend veel vrijgemaakte predikanten gaven aan de gave van de onderscheiding der geesten te bezitten. Ik vermoed dat zij dit bijbelse begrip uitleggen als een door de bijbel gescherpte kritische blik, waardoor je je geen geestelijke knollen voor citroenen laat verkopen. In evangelische kringen heeft het en heel andere inhoud: dan gaat het om de gave om van geesten te onderscheiden of het goede dan wel boze zijn. Een heel verschil. Omdat er eigenlijk geen goede definitie van gegeven is, kunnen de getallen uit mijn onderzoek dus best ernaast zitten. Conclusies moet je met de nodige voorzichtigheid trekken. (Dit ter geruststelling van de kerkenraad die zijn hart vasthield bij het invullen van de vragen.) Dan de antwoorden: Speelt in uw gemeente de discussie over geestesgaven een rol? In 68 kerken wel, in 143 kerken niet Zo ja, zijn er mensen die deze gaven concreet hebben? In 15 gemeenten wel, in 120 gemeenten niet. Kunt u aangeven om welke gaven het gaat? Genoemd werden: tongentaal, profetie, gebed en woord, bevrijdingspastoraat. Eén kerk gaf aan dat iedereen een gave heeft, naar aanleiding van 1 Korinte 12. In deze reactie proef je de verwarring rond de begrippen. Biedt u ruimte voor deze gaven binnen de kaders van de gereformeerde kerk? 50 kerken antwoordden ja, 75 nee. Hoeveel mensen kennen het verlangen naar meer van de Geest? 1-10% 59 kerken 10-25% 45 kerken Meer 21 kerken.
handboek2006-v2-bw-01-30
440
09-02-2006
16:01
Pagina 440
JAAROVERZICHT
Gemaakte opmerkingen: (cursief zijn de toevoegingen van mij) • De tweede en de derde vraag zijn niet te beantwoorden. Wie beoordeelt eigenlijk of en zo ja iemand de ‘bedoelde’ gaven heeft. Dat laat nog open de vraag of een helder en gefundeerd antwoord gegeven kan worden op de ‘legitimiteit’ van die ‘gaven’. 1 zuster is overgegaan naar de Vrije Baptisten; veel jeugd zou dit verlangen naar geestesgaven meer benadrukt willen zien; veel maken zich juist zorgen hierover en naar aanleiding hiervan is op de gemeenteavond(en) het onderwerp besproken ‘wie zijn wij, wat is gereformeerd zijn’. Ook de vragen 12 en 13 getuigen van een onduidelijke probleemstelling. Ze bieden slechts mogelijkheid voor ‘gewenste’ antwoorden. Als op basis van dit soort vragen conclusies worden getrokken houden we ons hart vast voor wat betreft de kwaliteit. Ik deel met deze kerkenraad de verlegenheid en heb geen suggestieve vragen willen stellen. Het was mijn bedoeling om een beetje zicht te krijgen op de omvang van het verschijnsel. Dat komt in de antwoorden aardig naar voren, ongeacht de vraag naar de wenselijkheid van de antwoorden. • De tweede vraag is voorbarig, discussie over wettigheid loopt nog; b.v. ook niet gevraagd: misschien nieuwe bijbelboekschrijvers onder u? Voor de duidelijkheid: ik heb daarover nog niemand horen spreken. Wie meent dat deze gaven ook vandaag nog binnen de gemeente aanwezig kunnen zijn, doet dat op grond van bijbelonderzoek. • De discussie wordt meer gevoerd door hen, die zorgen hebben over deze ontwikkeling in onze kerken. • Nu er binnen de gemeente geen discussie op dit punt is, is het moeilijk concreet de laatste twee vragen beantwoorden. Natuurlijk zou het zo moeten zijn dat er ook in xxx binnen de kaders van de gereformeerde kerk ruimte wordt geboden voor deze gaven. Er is bij de kerkenraad niet bekend dat er sprake zou zijn van ‘bijzondere’ Geestesgaven binnen de gemeente zoals hierboven als voorbeeld worden genoemd. Daarom is er geen standpunt ingenomen welke ruimte hiervoor binnen de gemeente moet worden gegeven. • Het verlangen naar meer werk van de Geest ligt vooral op het vlak van de onderlinge omgang en betrokkenheid (meer liefde, betrokkenheid, minder elkaar de maat nemen e.d.). • Een groot deel van de gemeente verlangt naar een ‘charismatische vernieuwing’. We hebben jarenlang aandacht gegeven aan onze leerstellige waarheid (die overigens goed is en verankerd in de 3 formulieren van eenheid), maar vergeten wel eens open te staan voor de directe leiding van de Heilige Geest. Ongeordende kracht is daarbij ver te verkiezen boven correcte en ordelijke doodsheid. • Deze vragen gaan uit van een tegenstelling tussen verschillende gaven van de Geest. Omdat ik het daar niet mee eens ben, kan ik ze niet in de door u gewenste richting beantwoorden. Bij vraag 13: als je niet verlangt naar meer van de Geest, ben je geen christen. • Gesprekken hierover vinden plaats in een positieve sfeer. Onder leiding van onze predikant zijn een aantal avonden belegd waarop dieper werd ingegaan op het werk van de Heilige Geest. Hierbij zijn ook onderwerpen als ‘gaven van de Geest’ uitvoerig besproken. Ook in een aantal preken is de predikant hier nader op ingegaan. • Ook deze vragen gaan uit van een clair-obscur dat de werkelijke problematiek niet raakt! Waarom brengt dit vraagstuk scheiding tussen mensen? Dát is de vraag die beantwoord moet worden, niet of het wel of niet waar is of goed of wat dan ook! Waarom verenigt de vraag naar ‘gaven van de Geest’ ons niet, vanuit het éne perspectief van de verkondigde genade van Christus? Wie zou de uitwerking
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
• •
• •
• •
09-02-2006
16:01
Pagina 441
441
van de genade in de ‘veelkleurigheid van mensen-zoals-ze-zijn’ in z’n veelkleurigheid betwisten? Zouden we daarmee de grootheid van God niet op voorhand tekort doen? Hand op de mond en kijken: stil kijken naar hoe wonderlijk God werkt. Ook, zeker ook! door het veelkleurige werk van Zijn Geest. Maar wel: zonder menselijk beperkte vooringenomenheid! En tegelijk: hoe bedrieglijk is het mensenhart, dus loop ook weer niet achter alles aan, vanuit een vooronderstelde werking van de Geest. Paulus zegt niet voor niets: beproeft alle dingen en behoudt het goede. Veel moeilijker is het toch niet? Met dank voor dit begin van een analyse. Dit vraagt een ander type onderzoek dan het verzamelen van cijfers. Dat blijft altijd beneden de maat. Maar je moet ergens beginnen. Ik wilde alleen graag weten hoe wijd verspreid deze dingen leven binnen de kerken. Daar geven de antwoorden een aardig zicht op. Nu het vervolg. Loop je niet stuk op de hype van de tijd!! We mogen toch verwachten dat er gaven van de geest zijn en die menen we toch ook echt te zien. We weten ons rijk gezegend met vele gaven. Wat in de bijbel staat aan mogelijkheden van gaven in Efeze 4 etc. valt in onze gemeente te vinden. Het spreken in talen en de gaven die door sommigen nog exotisch worden ingeschaald hebben we evenwel nog niet in de gemeente ontmoet. Maar zouden we de Geest mogen weerstaan als de gave van de talen en de gave van de genezing werden gegeven? Bijzondere gaven van de Geest worden geacht na het apostolische tijdperk niet meer aanwezig te zijn. Het verlangen ernaar/een plaats geven eraan wordt ongereformeerd geacht (met passende consequenties). Dit is een heel lastig te beantwoorden vraag! Het verlangen naar ‘meer van de Geest’ (in welke vorm dan ook) zou o.i. feitelijk bij alle kerkleden moeten leven. Wanneer het gaat om meer van de Geest zoals hierboven aangeduid is een procentuele inschatting erg moeilijk te maken. We hebben onlangs een vergadering gehad over, o.a., gebedsgenezing. Deze werd goed bezocht (enkele tientallen mensen) en verliep in een goede sfeer. Verder is bekend dat een deel van de kerkleden (vooral een aantal twintigers) af en toe een evangelische dienst meepikt. Bij een deel van deze (en andere) kerkleden leven ook wel vragen over tongentaal etc. Hopelijk verlangt 100% naar meer van de Geest. de vraag is hoe je de concrete invulling ziet. Wij hebben in het recente verleden wel wat leden verloren aan de evangelische gemeente. Een aantal kerkenraden wezen op het bestaan van gebedsgroepen. Anderen noemden het bezoek van conferenties van New Wine
Toch een paar conclusies: • Hoe je er ook over denkt; je kunt er niet onderuit dat het een gespreksonderwerp is binnen de kerken. Het valt niet meer weg te denken. • Gemeenten gaan er verschillend mee om. Het wordt moeilijk als er gemeenten zijn, waar de bijzondere gaven voorkomen en de kerkenraad er geen ruimte aan wil bieden. Uit de gegeven antwoorden (die anoniem blijven) blijkt dat dit in sommige gevallen zo is. Daarin ligt ook een uitdaging voor de kerken: het is vreemd als er in de ene gemeente passende maatregelen getroffen worden als je (bijvoorbeeld) in tongen spreekt en de andere gemeente er bijna op zit te wachten dat het gebeurt. • Op veel plaatsen is men erover in gesprek, op voorlichtingsavonden, gespreksgroepen en anderszins. Dat geeft zowel de behoefte aan voorlichting als de behoefte aan een klimaat aan waarin de gaven van de Geest (in bijbelse zin) voorkomen.
handboek2006-v2-bw-01-30
442
09-02-2006
16:01
Pagina 442
JAAROVERZICHT
• Er is kennelijk behoefte aan helderheid, gezien de opmerkingen over de vraagstelling. Die helderheid kan in het kader van dit jaaroverzicht niet gegeven worden. Daar is het niet voor bedoeld. • Ik heb mijn vragen slechts uit nieuwsgierigheid gesteld en er niet een mening bij voorbaat in willen geven. Uit de vele reacties juist bij vragen over dit punt blijkt, hoe gevoelig het onderwerp ligt. Ik ben de laatste om te zeggen dat het grote aantal het gelijk aan zijn kant heeft. Dit geldt alleen van Gods woord. Gods Geest werkt Vast en zeker: We belijden dat o.a. in zondag 25 HC. Alleen al het feit dat er tweeduizend jaar na de geboorte van het kind in Bethlehem een wereldwijde kerk is die gelooft dat haar redding afhangt van zijn werk, bewijst dat. Het is echter ook de naam van een werkgroep die het verlangen naar charismatische vernieuwing vertolkt bij een deel van de vrijgemaakt-gereformeerden. Dat is een groot deel, gezien het bezoek aan de samenkomst van deze werkgroep in Zwolle, waar heel veel mensen aanwezig waren. Het gaat er niet zozeer om bij hen om dat iedereen in tongen spreekt dan wel dat er ruimte is voor sommigen die dat doen. Er is verscheidenheid aan gaven. Vanuit deze opstelling hebben ze kritiek op het idee dat die bijzondere gaven van de Geest slechts startversterkers zijn voor de eerste tijd van het christendom. Leven we nu niet in een totaal geseculariseerde wereld en hebben we die gaven juist niet nodig? Ook ds. Gert Hutten wees daarop in zijn boek Verrast door de Geest. Op hun conferentie sprak ook de baptistenpredikant Orlando Bottenbley en dat riep veel vragen op. Stelde hij in zijn referaat ( gepubliceerd in de kerkbode voor NoordNederland) terecht dat vrijgemaakten nog wedergeboren moesten worden? Er zit een zekere spanning tussen wat de werkgroep zelf uitdraagt in het Nederlands Dagblad en wat de baptist Bottenbley zei. Juist dit punt vraagt aandacht. Het kwam ook naar voren in een ander gesprek of er ‘genadegelovigen’ en ‘groeigelovigen’ zijn. Natuurlijk is er groei in het geloof en verscheidenheid aan gaven. Van Christus wordt gezegd door zijn leerling Matteüs dat ‘Hij het gekrookte riet niet verder brak en de walmende vlaspit niet uitdoofde’. Het lijkt er op dat zijn inzet net omgekeerd is aan die van velen in deze tijd. 4.2 Visie op de gemeente Een synodejaar Het was een synode van Amersfoort-West die veel aandacht gaf aan de visie op de gemeente van Christus. Opvallend was dat vanuit drie deputaatschappen daarvoor materiaal op de synodetafel gelegd is. Visie op de gemeente is belangrijk voor wie het werk van evangelisatie en zending wil stimuleren. De deputaten ‘toerusting evangeliserende gemeente’ hadden ermee te maken. Het komt ook om de hoek kijken als je nadenkt over de plaats van de kerkelijk werker binnen de gemeente. Niet helemaal een nieuwe figuur: de kerk heeft altijd al andere betaalde krachten gekend dan de predikant en de koster, maar wel nieuw in zijn speciale inzet op een eigen veld. De deputaten voor ‘kerkrecht en kerkorde’ probeerden de kerkelijk werker ook een plaats te geven vanuit hun visie op het wezenlijke van Christus’ gemeenten. En het speelt een rol bij gemeenteopbouw, dus ook het rapport van de deputaten voor het ‘Steunpunt Gemeenteopbouw’ kende een bijlage waarin aandacht aan visievorming werd gegeven. Hoe interessant de geleverde bijdragen op zich ook waren; dit vroeg alleen maar om verder doordenken en daarvoor heeft de synode dan ook opdracht gegeven. Zelf gaf
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 443
443
de synode ook een aanzet voor visievorming toen ze in de brief aan de ‘nieuw-vrijgemaakten’ uiteenzette hoe ze tegen de katholiciteit van de kerk aankeek. Een gelukkige inzet van deze brief. Dat is precies het punt waarom het gaat. Juist het besef van de katholieke kerk (in de apostolische geloofsbelijdenis weergegeven met ‘algemene kerk’) geeft de mogelijkheid om één te zijn zonder het in alles eens te zijn. Je hoeft daarbij niet automatisch terecht te komen in een plurale kerk, waar de zoektocht naar de waarheid opgegeven is. Op grond daarvan kun je terecht uitnodigen voor een gesprek. Een eerste aanzet Een eerste aanzet voor deze visievorming is gegeven door het Steunpunt gemeenteopbouw. Dit steunpunt geeft al jaren materiaal uit voor mensen die werken in de kerk. Van een losse verzameling artikelen in de zogenaamde infomap voor ambtsdragers is het uitgekomen bij een cd-rom in 2004, die op het moment bewerkt wordt voor een vernieuwde uitgave in 2006. Het eerste hoofdstuk is gepubliceerd: verbonden met Christus, een visie op gemeente en ambt1. Het stuk wijst bijbelse lijnen aan voor de gemeente van Christus en de plaats van ambtsdragers daarbinnen. Hun eerste roeping is naar Efeziërs 4 de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Het is de bedoeling dat deze visie consequent doorwerkt in de andere artikelen. Vermeldenswaard is ook het werk van de werkgroep ‘christocentrische gemeente’. De naam is gekozen met een knipoog naar het gesprek over christocentrische prediking, dat onder andere rond de vrijmaking gevoerd werd. Niet alleen in de prediking moet Christus centraal staan, maar in heel het leven van de gemeente. Gemeenteopbouw moet een geestelijk hart hebben. Op de website www.christocentrischegemeente.gkv.nl publiceert de werkgroep de resultaten. Opvallend is daarbij de internationale inslag: ook bijdragen vanuit de International Council of Reformed Churches en Canada zijn opgenomen. Het uitgangspunt ‘Christus alleen’ wordt naar diverse kanten uitgewerkt, onder andere naar het pastoraat. Protestantse kerk Nederland Terwijl de PKN (men heeft liever niet dat die afkorting gebruikt wordt, maar hij is wel ingeburgerd) een raad voor het gereformeerd belijden ingesteld heeft, waarin ook enkele niet-PKN-ers als prof. dr. B. Kamphuis zitting hebben, publiceerde deze kerk al wel een visiedocument: ‘leren leven van de verwondering’. Visie op leven en werken van de kerk in haar geheel. Er staan veel mooie dingen in. Daarom werd die aanvankelijk met enthousiasme verwelkomd. Opvallend is echter wat er niet in staat. Ook de Christelijke Gereformeerde hoogleraar G. den Hertog wees daarop in de oudejaarsbijlage van het Nederlands Dagblad. Ik vermoed dat er zelfs over wat er staat verschil van mening is binnen de PKN. Laat staan over wat er niet staat en wat je als gereformeerde er zeker bijgezegd zou hebben. Het is dan ook een document voor een plurale kerk, waarbinnen het niet meer gaat om accentverschillen, maar om tegengestelde meningen. Het belang van visie We hebben het honderden jaren alleen met de belijdenis gedaan; waarom hebben we dan visies nodig? Dat is een vraag die je zeker kunt stellen. Het antwoord is te vinden in de ‘ondertiteling’ van de website van de christocentrische gemeente: gereformeerde kerk in de 21e eeuw. De aansluiting met het verleden ligt in de naam gereformeerd. We staan in een lange traditie. Maar we leven wel vandaag. En we zijn kerk vandaag. Bovendien: ook het verleden kende visies, die al dan niet stimulerend werkten. A. Kuyper heeft zijn ideeën meeslepend onder woorden gebracht in het
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
444
Pagina 444
JAAROVERZICHT
‘Tractaat van de reformatie van de kerk’, van voor de Doleantie. Om maar een voorbeeld te noemen. En om verder terug te gaan: Calvijn en Bucer, gereformeerde mannen, gaven voor visievorming ook meer mee dan in de belijdenissen onder woorden gebracht werd. Je ziet aan hun werk het belang van het hebben van visie. Het stimuleert medegelovigen en helpt ze om in hun eigen tijd en op hun eigen plekje vorm te geven aan wat we in de belijdenis onder woorden brengen. Daarom heb ik een grote wens voor 2006: dat dit proces van nadenken over wat de gemeente in de samenleving van nu kan betekenen, doorgaat en dat er, bijvoorbeeld in de belijdenis van Christus alleen, het hart van de reformatie, genoeg eenheid ligt om langzaam weer naar elkaar toe te groeien als kerken van Christus. Dat je daarbij leert onderscheiden tussen de kern en de rand, het wezen en de vormgeving, is daarbij even onontbeerlijk als onontkoombaar. Wanneer die gemeenschappelijke basis ons allemaal weer helder voor ogen staat, moet het gesprek wel verder gaan over de vraag, hoe we dan daaraan vormgeven. Wat als je wel elkaar erkent als echte gelovigen in Christus, maar toch merkt dat bijvoorbeeld je muzikale voorkeuren om de liefde voor God te uiten wel heel erg uiteen lopen? Mag je dan naar een naburige gemeente die meer tegemoet komt aan je eigen taal daarin? Hoe gaat het verder met de plaatselijke gemeente? 4.3. Ambten als gaven van Christus In september is het ToerustinGcongres gehouden. Het is georganiseerd door het Steunpunt Gemeenteopbouw, in samenwerking met de onder andere de Driehoek. Het ging over groei in pastoraat binnen de gemeente. Het was voor ouderlingen, diakenen, predikanten etc. Ongeveer 450 mensen hebben het bezocht, twee dagen lang, bij de start van een nieuw seizoen. Naast workshops over relaties waren er inleidingen over je houding als toeruster in moeilijke situaties en werden bouwstenen voor pastoraat en diaconaat aangereikt. Van het congres is een dvd-box verschenen. Het congres markeert de visie van het Steunpunt Gemeenteopbouw, dat ambtsdragers er niet zijn om alles alleen op te knappen. Zij zijn vooral toeruster in de gemeente. Op die manier kan er een wat meer ontspannen omgaan met het ambt groeien. Een Amerikaanse pinkstervoorganger gaf zelfs aan dat voorgangers te druk zijn met pastoraat. Laat ze hun eigen taak goed vervullen: leiding geven. Een stimulans voor het denken over de ambten is het boek van prof. dr. C.J. de Ruyter: Meewerken met God, ontwerp van een gereformeerde praktische theologie. In de titel komt de verschuiving al uit: niet langer ambtelijke vakken, maar praktische theologie. Dat wil overigens niet zeggen dat de bijbel niet langer als enige richtinggevend is voor de ambtelijke praktijk. Armoede als opgave voor de diaconale gemeente De diakenen waren dit jaar behoorlijk in het nieuws, omdat er langzamerhand een armoedeprobleem groeit in Nederland. Ik wees daar al op onder het onderdeel statistiek. Terwijl ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorg onder druk komt te staan. Werk genoeg voor de diaconale consulent. Zijn werkgevers, de generale Diaconale Deputaten, wezen er nog eens op dat de Driehoek het met veel minder overheidssteun moet doen en dat het gevraagde quotum dus heel belangrijk is voor hen.
5. Eredienst
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 445
445
5.1. Bijbelvertaling De nieuwe bijbelvertaling is vrijgegeven door de synode van Amersfoort. Sindsdien is deze vertaling aan een sterke opmars binnen de kerken begonnen. Uit het onder kerkenraden gehouden onderzoek blijkt dat 109 kerken deze vertaling al gebruiken, 90 binnen een half jaar zover zijn en 32 nog niet. Zelfs als we ervan uitgaan dat de kerken die niet gereageerd hebben op de vragen, allemaal bij de oude vertaling blijven, betekent dit dat in tweederde van de kerken de NBV voor 1 juli 2006 gebruikt wordt. Ik vermoed dat dit heel snel is. Een paar dingen springen naar voren uit de gemaakte opmerkingen: Er is een classis die besloten heeft tot gezamenlijke invoering. Veel kerken stellen de tekst en schriftlezing beschikbaar via kopieën of beamer. Een aantal kerken wacht tot de combi-uitgave van bijbel en gereformeerd kerkboek verschijnt. Zie onder 5.2 hierover. Een kerk wacht met invoeren in verband met samensprekingen met de christelijke gereformeerde kerken2. Deze snelle invoering loopt parallel met de snelheid waarin de NBV haar plek veroverd heeft binnen het Nederlandse volk. In oktober kreeg deze vertaling de publieksprijs van de NS; dat resultaat is bereikt door een actie van het Nederlands Bijbel Genootschap. Via het internet konden lezers andere boeken naar voren brengen dan de vijf genomineerde. De reacties waren wat zuur. Maar Jan Siebelink, die de prijs waarschijnlijk anders gekregen zou hebben voor zijn boek Knielen op een bed violen was tevreden. Niet overal wordt deze vertaling ingevoerd: de Voortgezet Gereformeerde Kerken hebben op hun synode afgesproken om haar niet te gebruiken. Ze wijzen de vertaalprincipes af. 5.2. Voortgaand werk aan de kerkdienst Het werk aan een nieuwe gezangenbundel is ook op deze synode doorgegaan. Een flink aantal liedboekliederen werd vrijgegeven door de synode en daarnaast ook nog 45 andere liederen. De deputaten voor kerkmuziek gaven hun verlegenheid weer in het zoeken naar goede evangelische liederen. Daarbij hadden ze Graham Kendrick zelf achter zich, die ook erop wees dat veel praiseliederen wel heel oppervlakkig zijn. Zelf maakt hij ook liederen in deze stijl die zich vaak kenmerken door directe aansluiting aan de bijbel en zeker niet een happy evangelie brengen. Dit is een belangrijk aandachtspunt, nu zoveel mensen zich aangesproken weten door dit soort (kerk)muziek. Ook de chinezen willen praisen, schreef het ND. Voordat de definitieve bundel er is, duurt het dus nog wel even. Misschien wel tot 2011. Daarnaast en daarna gaat het werken aan een lijst van gezangen gewoon door. Misschien staan daar dan ook wel de Psalmen van nu op. Dat is een project waarbij de psalmen opnieuw vertaald zijn en op moderne muziek gezet. De eerste resultaten zijn nu te beluisteren. Een en ander leidde er wel toe dat er voorlopig geen combi-uitgave komt van bijbel in NBV en kerkboek. Wel komt er als tussenoplossing een Gereformeerd Kerkboek, waarin de recente wijzigingen verwerkt zijn (liturgisch katern bijvoorbeeld) en ook de nieuwe gezangen uit het rode bundeltje een plek hebben gekregen.
handboek2006-v2-bw-01-30
446
09-02-2006
16:01
Pagina 446
JAAROVERZICHT
Ook op andere onderdelen van het kerkboek wordt gewerkt. Er zijn twee nieuwe doopformulieren bijgekomen. Hiermee wil de synode op voorstel van de deputaten de kinderdoop duidelijker onderwijzen dan tot nu toe. Ook het formulier voor de openbare geloofsbelijdenis is vernieuwd. Opvallend is ook het besluit over het ordinarium. Dat is een orde van dienst uit de oude kerk, die in de roomse kerk heeft standgehouden. De synode besloot deze niet beschikbaar te stellen als orde van dienst nummer zoveel; wie hem echter wil gebruiken kan dat gewoon doen. Hij staat alleen niet in het kerkboek. Wie ermee wil kennismaken: een proefdienst in Arnhem is opgenomen op cd. De synode nam een besluit over de toelating tot het avondmaal. Ook broeders en zusters die niet lid zijn van een gereformeerde kerk kunnen meedoen, onder voorwaarden. 5.3. Beameren? De digitale techniek neemt een hoge vlucht. Terwijl nog niet zo lang geleden alleen het bekende psalmbord in gebruik was, en er wel eens een samenvatting op een A5je beschikbaar was voor belangstellenden, komt de beamer, gekoppeld aan een computer steeds meer voor. Dat is meer dan een apparaat dat via licht beschikbaar stelt wat voorheen alleen op andere manieren aangeboden kon worden. Het vraagt om een heel nieuwe benadering van wat er zich op informatie en communicatievlak afspeelt in de kerkdienst. En het heeft heel snel zijn plek binnen de kerken gevonden. Het onderzoek Eerst de cijfers van het onderzoek: 162 kerkgebouwen zijn geschikt voor het gebruik van een beamer; 59 niet. 110 van de responderende kerken maken inmiddels gebruik van een beamer, 109 geven aan dat niet te doen. Als de beamer gebruikt wordt, dan blijkt dat heel vaak te zijn: 32 kerken gebruiken hem elke week; 21 kerken enkele keren per maand, 59 kerken minder vaak. Als de beamer gebruikt wordt is dat in 52 kerken voor de orde van dienst, in 60 kerken voor het te lezen schriftgedeelte (zie onder 5.1. over de NBV), in 75 kerken voor de liederen, in 61 kerken voor de preek en in 23 kerken nog op andere manieren. Bij die andere manieren valt te denken aan: • Presentaties tijdens de preek. • Presentaties voor een collecte doel of gemeentelijke activiteit. • Ondersteuning op onderdelen. • Afkondigingen. • Bijzondere diensten, ook leerdiensten. Punten van gesprek In januari 2005 heeft het Steunpunt Gemeenteopbouw, samen met Luisterpost/Bralectah een studiedag georganiseerd voor predikanten, om de voors en tegens van het gebruik van nieuwe media te bespreken. De kerkbode voor het noorden kwam daar in enkele thema-artikelen op terug. De discussie werd ook in het Nederlands Dagblad gevoerd. Gaat de beamer de boodschap vormen? Verschuift de aandacht van wat er gezegd wordt naar hoe het gezegd wordt? Een argument ervoor is dat visuele ondersteuning de boodschap veel
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
JAAROVERZICHT
16:01
Pagina 447
447
effectiever kan maken. Het argument tegen uit Romeinen10: het geloof is uit het gehoor, was afwezig; het geldt ook niet. In het begin zal inderdaad de beamer de boodschap zijn. Maar na een tijdje komt er, vermoed ik, een omgekeerd effect. Juist de geweldige technische ondersteuning brengt de zwakheid van de presentatie aan het licht. Dat is mijn indruk over presentaties die ik in ander verband meemaak. Daarom vermoed ik niet dat het apparaat de doodssteek voor de preek is, eerder een stimulans om de goede boodschap met indringende middelen te brengen. Aan zo’n stimulans is dringend behoefte, gezien de bezorgdheid van ds. Henk de Jong over preken van jongere predikanten. Je hoeft hiermee geen algemeen oordeel te geven over alle gehouden preken om toch het signaal op te pikken. Dat kwam ook van andere kanten naar voren: is de tekstkeus niet te beperkt? 6. Kerk 6.1. De synode Het afgelopen jaar was een synodejaar. Dat zesendertig kerkleden vergaderen heeft een geweldige impact op het kerkelijk leven. Besluiten worden genomen, bezwaarschriften behandeld. De op de vorige synode aangewezen deputaatschappen komen allemaal hun werk presenteren en hun voorstellen verdedigen. Ze worden beslist niet vanzelfsprekend overgenomen, zoals het deputaatschap voor integratie van mensen met beperkingen merkte: de synode vond dat de integratie nu zover gevorderd was dat het deputaatschap binnen drie jaar de werkzaamheden aan anderen binnen de kerken overgedragen moet hebben. Het valt te hopen dat deze vergadering daarin gelijk had. Vanuit de zorginstellingen werd bezorgd over dit besluit gereageerd. De belangrijkste besluiten heeft de synode zelf gepubliceerd, ook in prettig leesbare vorm. Ik geef die hier dan ook niet weer, maar noem bij de onderwerpen in dit jaaroverzicht waar nodig de relevante besluiten van de synode. Preses was ds. P. Niemeijer; nieuw is dat hij ook na de sluiting van de vergadering een functie blijft houden: hij is tot aan de volgende synode het gezicht van de kerken, aanspreekpunt en vertegenwoordiger. Johannes Paulus II en Benedictus XVI Sterker kon de tegenstelling niet uitkomen dan in dit jaar: de generale synode vergaderde en de paus van Rome stierf. Ik doe niets af aan zijn verdiensten en inzet. Hij heeft de invloed die hij had als geestelijk leider van een wereldkerk gebruikt voor de vrede binnen de wereld. Zonder hem is de omwenteling in Polen eigenlijk niet denkbaar en daarmee de grote veranderingen op de wereldkaart van eind jaren tachtig. Maar alleen al in het feit dat hij in het harnas moest/wilde sterven, komt het typisch roomse van die vorm van kerkregering naar voren, waarin de bisschop van Rome fungeert als doorgeefluik voor Gods genade en - heel opvallend in de uitlatingen van kardinaal Simonis - de heilige Geest gekanaliseerd is in de vergadering van kardinalen. Hij is opgevolgd door Benedictus XVI. Zijn eigenlijke naam is Ratzinger; hij was tot zijn benoeming de dogmatische waakhond van de roomse kerk. Op kerstdag gaf hij een encycliek uit: God is liefde, over de menselijke liefde in relaties.
handboek2006-v2-bw-01-30
448
09-02-2006
16:01
Pagina 448
JAAROVERZICHT
6.2. Stokkend gesprek? Zondag Veel mensen hebben uitgekeken naar het besluit dat de synode over de zondag nemen zou. Waren daarom niet veel broeders en zusters weggegaan naar de nieuwvrijgemaakten? De synode besloot om de bestaande situatie te handhaven dat er verschil van inzicht kan bestaan. Dit betekent echter niet dat hiermee het vierde gebod buitenwerking wordt geacht te zijn gesteld. Een en ander is toegelicht in een handreiking van de synode en breder in het boek Zondag, HEERlijke dag, een omwerking van het deputatenrapport hierover. Ik hoop dat hiermee een jarenlange discussie afgesloten kan worden. Garderen Op 4 en 5 november is er te Garderen een besloten congres gehouden. Vertegenwoordigers van wat we de vleugels binnen de kerken zijn gaan noemen, waren daar twee dagen bij elkaar om in alle rust door te praten. Inmiddels is een verslag van dit congres klaar. Dit is aan de kerkbodes toegestuurd. Over een ding waren de deelnemers het met elkaar eens: er kan nog gepraat worden. Al staan de meningen, bijvoorbeeld over de waardering van de geestesgaven (zie onder 4.1) lijnrecht tegenover elkaar, er is ook gereformeerde overeenstemming. De bijbel heeft het laatste woord. Toch blijft het voortgaan van het gesprek een zaak van dagelijks gebed. De werkgroep die alles organiseerde, werkt nu aan regionale samenkomsten. Een drijvende kracht binnen de werkgroep was drs. G.J. van Middelkoop. Helaas kon hij het congres zelf niet meemaken: hij overleed in de zomer. Je kunt er een tijd over praten of zo’n congres nu echt besloten moest zijn. Op de dag van het congres zelf verscheen al een artikel in het Nederlands Dagblad dat die beslotenheid betreurde. Moet het niet in alle openheid? Graag. Het is tekenend voor de moeizaamheid waarmee gesprekken gevoerd worden, dat voor deze vorm gekozen is. Opvallend was de historische plaatsing van wat er nu in de kerken gebeurt. We kunnen niet zomaar terug naar de rond en na de vrijmaking ontwikkelde concepten over kerk en samenleving. Er ligt een nauwe verbinding tussen wat er in de wereld gebeurt en wat er binnen de kerk bedacht wordt. Dat geldt voor vandaag net zo duidelijk als voor vroeger. Onderzoekje verontrusting Helaas kenmerkend voor onze kerken is de verontrusting geworden. Daarmee bedoelen we de vragen die rijzen uit de hoek van mensen die vinden dat in de moderne ideeën het gereformeerde erfgoed prijsgegeven wordt. Het woord is overgenomen vanuit de synodale kerk, war verontrusting de houding was van mensen die vast wilden blijven houden aan de gereformeerde belijdenis. In het onderzoek onder de kerkenraden zijn over het voorkomen van verontrusting binnen onze kerken een aantal vragen gesteld. De antwoorden geven het volgende beeld: Op de vraag of er sprake is van verontrusting, antwoordden 177 kerkenraden met ja
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 449
449
en 44 met nee. Daarna was er een vraag over het percentage: 147 kerkenraden gaven aan dat minder dan 10 procent van de kerkleden verontrust is. 23 kerkenraden geven aan dat tussen de 10 en 25 procent verontrust is. 7 kerkenraden geven aan dat meer dan 25 procent verontrust is. Ook heb ik gevraagd of er sprake was van georganiseerde activiteiten om die verontrusting stem te geven. Dat was in 16 kerken het geval. Daarbij moet aangetekend worden dat die activiteiten vaak een regionaal karakter dragen. Ook hier werden opmerkingen bij gemaakt. • Ik geef het volgende door, eventueel commentaar van mij is cursief. • In een kerk zijn kerkenraad en gemeente in zijn totaliteit verontrust. Vraag 6-8 suggereren dat de verontrusting gaat over de veranderingen, maar die kan ook gaan over het niet-(snel genoeg) veranderen! In deze vorm is de informatie uit deze vragen eenzijdig en kan gemakkelijk tot foutieve conclusies leiden! Wat zorgen baart is het afnemende gesprek tussen gemeenteleden die ‘t een of ‘t ander willen: de gemeente van Christus dreigt meer en meer een ‘harmonieus langs elkaar heen levende’ club te worden, waar mensen op z’n best elkáár het licht in de ogen gunnen, maar niet meer beseffen dat het God is die mij én de ander dat licht in de ogen gunt. Het is illustratief voor het modernisme en de zelfbedieningsmaatschappij waar we in leven: in de kerk ‘lijden we aan de wereld’. Spits van de oplossing(srichting): Christus en (de verkondiging van) Zijn Woord van bevrijding en herstel van relaties en gemeenschap tussen mensen die - samen! - van genade leven. Dat is nu net waar het mij om gaat. Overigens blijkt uit de opmerkingen bij de vragen niet dat kerkenraden het woord verontrusting verkeerd opgevat hebben. Zie de omschrijving van het verschijnsel hierboven. • Er is tweemaal een brief geschreven door een groep verontrusten en de kerkenraad is ook tweemaal met hen in gesprek geweest. Gemis aan diepgang van preken en spreken blijken dan de daadwerkelijke gronden van verontrusting te zijn terwijl vaak de liturgie de aanleiding vormt van discussie of het schrijven van brieven. • Vraag 6 en 7 zijn lastig te beantwoorden. Verontrusting over de koers van de kerken kan blijken uit gemopper op koffievisites tot en met aansluiting zoeken bij nieuwe vrijgemaakten. We zijn van plan om volgend jaar een aantal avonden te beleggen over de recente synodebesluiten, o.a. over huwelijk en echtscheiding. Dit is overigens niet specifiek bedoeld om verontruste kerkleden voor te lichten; ook niet-verontrusten kunnen hun vragen hebben over de zin en de achtergronden van deze besluiten. Een aantal kerkenraden geeft aan voorlichtingsavonden te beleggen. Wie zich zorgen maakt over de koers van de kerken (zo kwam dat in de gemaakte opmerkingen naar voren) wil dat ook uiten. Tegenwoordig kan dat heel gemakkelijk via een website. Er zijn er inmiddels een aantal die elk op hun eigen manier voorlichting willen geven over de gang van zaken en soms halve brochures publiceren over allerlei zaken. Via www.gereformeerd.info zijn ze alle zeven websites vinden. Ze zij niet allemaal even actief; bij sommige is al lang geen aanvulling verschenen. Dat het er zeven zijn, heeft te maken met een verschillende opzet: www.Gereformeerdblijven.nl wordt onderhouden door predikanten en www.eeninwaarheid.nl juist niet. www.de-vijfhoek.nl heeft een regionaal karakter. Het is natuurlijk prachtig dat iedereen zich zo kan uiten. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed ook
handboek2006-v2-bw-01-30
450
09-02-2006
16:01
Pagina 450
JAAROVERZICHT
binnen de kerken. Het heeft nog nooit geholpen om mensen onkundig te laten van andere inzichten. Toch heeft het publiceren via internet ook wel nadelen. • De drempel is laag. Je kunt zo voor jezelf zo’n site beginnen. Maar als je echt verontrust bent over de koers van de kerken zou een van de eerste dingen toch moeten zijn dat je dat zoveel mogelijk samen uit. Het beeld van verspintering dat uit de veelheid aan websites naar voren komt, maakt zacht gezegd, nieuwsgierig wat bedoeld wordt met een in waarheid. • Wie het wil lezen, moet zo’n site opzoeken, bladeren door het menu en komt vervolgens bij het artikel. Zodra je dan daaraan begint, blijkt dat veel schrijvers (dat geldt echt niet alleen voor deze sites) hun zinnen aaneenrijgen alsof ze nog in de negentiende eeuw leven. Op het beeldscherm werkt dat niet goed. Uitprinten is de enige mogelijkheid. Een site beginnen in de jungle van internet is soms een briefje ophangen aan de middelste boom van die jungle, in de hoop dat er voorbijgangers zijn. De eigen mensen weten het en geven het door; anderen vermoeden niet eens het bestaan. Het is openbaar, maar of de discussie ermee gediend is… Speciaal reden voor zorg is het dat het soms lijkt alsof de geachte scribenten niet meer op elkaar reageren; ds. B. Luiten schreef dat in De Reformatie rond de jaarwisseling. Hij noemde daar voorbeelden bij. Het is niet erg als naderhand blijkt dat je bezorgdheid niet gegrond is in de werkelijke stand van zaken en je je artikel moet bijstellen. Laten we met elkaar het gesprek gaande houden. Nieuwe vrijgemaakten Inmiddels hebben zo’n 1250 leden ons kerkverband verlaten. De besluitvorming van de synode van Amersfoort- West heeft tot nu toe nog niet tot een nieuwe uittocht geleid. Wie ons verlieten, vormen samen de kerken die wij aanduiden als nieuwe vrijgemaakten. Er zijn negen gemeenten. Dr. S. de Marie is predikant geworden in actieve dienst, volgens de weg van artikel 8. Hij dient de gemeente in Zwolle. Ook dr. Van Gurp is blijkens het blad Reformanda ondanks zijn hoge leeftijd nog steeds actief. Dit jaar kwam een generale synode bijeen in Mariënberg. Voor verslagen zijn we aangewezen op Reformanda en het Reformatorisch Dagblad: het Nederlands Dagblad weigerde zich aan wat deze krant de censuur van het moderamen noemde te onderwerpen. Twee jonge mannen bereidden zich in de weg van studie op het predikantschap voor. De synode overwoog om met de Theologische Universiteit te Apeldoorn in gesprek te gaan voor de opleiding. Hoewel zij daar welkom zijn, uitte Apeldoorn zijn bevreemding: was men niet juist verontrust over de gesprekken over eenwording met de Christelijke Gereformeerde Kerken? De synode van Amersfoort-West heeft een brief geschreven naar de synode van Mariënberg met een uitnodiging voor gesprek. Prachtig. Zelf vind ik het jammer dat ze na een mooie katholieke inzet ertoe overgegaan zijn om de koers van de kerken schriftelijk te verdedigen tegen misverstanden. Dat was ook al gedaan door de deputaten betrekkingen buitenlandse kerken in hun brochure Not beyond what is written. Ook was er sprake van een Zuid-Afrikaans rapport waarin al die bezwaren onderzocht zijn en ongegrond bleken. Ik hoop dat de broeders in Mariënberg toch de uitgestoken hand aanpakken. Dr. Van Gurp heeft echter het appel van de synode van Amersfoort al afgewezen.
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 451
451
6.3. Voortgaand gesprek Een van de moeilijkst uit te leggen dingen is de verdeeldheid onder christenen en om dicht bij huis te blijven - gereformeerden. Het gesprek gericht op eenheid moet daarom doorgaan. Voornaamste drijfveer is daarbij het gebed van Christus zelf in Johannes 17. Een opmerkelijke oplossing daarvoor bood dr. M.J. Arntzen aan: nu de hersteld-hervormden teruggekeerd zijn naar leer, dienst en tucht der vaderen, horen wij conform onze eigen actes van afscheiding, vrijmaking etc. naar hen terug te keren. Zo eenvoudig ligt het niet, merkten anderen op. Het Gereformeerd Appel blijft daarom bidden voor eenheid onder gereformeerde belijders. Op hun laatste gebedsdag merkte dr. J. Dekker op dat de bijbelse profetieën over eenheid veel verder gaan. In de kerken zelf is op verzoek van de deputaten voor kerkelijke eenheid op 6 november de zaak van de eenheid in gebed aan de Heer van de kerk opgedragen. De synode van Amersfoort nam een besluit om kaders te stellen voor het gesprek tussen kerken, waarbij er meer verschil kan zijn tussen wat landelijk mogelijk is en wat plaatselijk kan. In Zaandam is er bijvoorbeeld verregaande eenheid tussen vrijgemaakten en Nederlands-Gereformeerden, terwijl landelijk een nieuw struikelblok gekomen is door het NGK-besluit om de vrouw in het ambt mogelijk te maken. Ook geeft het lucht aan die gemeenten die met Christelijke Gereformeerde Kerken vergevorderd zijn in de gesprekken voor eenheid, terwijl de synode van juist deze kerken het eerder ontworpen federatief groeimodel nog niet overgenomen heeft. Wel besloot de synode om volledig deel te nemen aan het Contact Orgaan Gereformeerde gezindte. Ir. J. van der Graaf deed een opmerkelijke uitspraak: de gereformeerde belijdenis heeft de verdeeldheid bevorderd. Het ging hem daarbij niet om vraag en antwoord 80, waar de Gereformeerde Oecumenische Raad tegen aanliep, maar uit zijn opmerkingen bleek dat het meer ging om het hanteren van de belijdenis. Elders werd geconstateerd dat ze amper bekend zijn en werden jongeren geraakt door de inhoud. Er is niets mis met die inhoud. 6.4. Bezinning op de kerk Zijn de gereformeerde kerken veranderd? Nee, schreef ds. P.L. Voorberg. De kern van de zaak is niet gewijzigd. Er gaat van alles en nog wat anders dan vroeger, maar bijbel en belijdenis gelden nog onverminderd. Gelukkig maar. Hoewel het feit dat hij dat schreef, ook aanduidt dat er mensen zijn die daar anders over denken. Een punt waarop velen het gevoel hebben dat er toch wat veranderd is, vormt de hantering van de artikelen 27 tot en met 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het beeld bestaat dat deze artikelen tot voor kort tot de conclusie leidden dat de vrijgemaakte kerk de enige ware kerk is. Het zou de moeite waard zijn omdat eens uit te zoeken. Dr. E.A. de Boer heeft begin 2006 een start daarmee gemaakt in De Reformatie. Maar we zijn op zijn minst verlegen met dat beeld. Komt daarom de kerk niet meer ter sprake? Prof. dr. B. Kamphuis schreef midden in de zomer een paar artikelen over de kerk. Hij pleitte ervoor om de kerk niet alleen van boven te benaderen (als geloofsstuk), maar ook te letten op de lijn ‘van beneden’. Je hebt met zondige mensen te maken. Met zijn artikelen (die in de zomer misschien niet de aandacht kregen die ze verdienen) en die van dr. De Boer is, hoop ik, het gesprek hervat.
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
Pagina 452
452
JAAROVERZICHT
Te veel post: Wij hebben als kerkenraad half oktober 2005 uitvoerig met elkaar gesproken over de enorme stapels post (en e-mails) die de raad telkens weer te verwerken krijgt. Dat is in ons kerkverband al een thema dat zo’n 10 jaar geleden ook breed is besproken. We hebben eens een kleine inventarisatie gemaakt van wat en hoeveel kerkenraden verondersteld worden te lezen. Dat komt gewoon neer op wel enkele dagdelen van de week, naast je beroepsarbeid en kerkelijke arbeid. Het is voor een kleine kerkenraad niet te doen, al die lectuur goed te behandelen. Tegenwoordig wordt vaak gewerkt met voorbereiding via postcommissies of verspreiding van stukken over verschillende taakgroepen. Maar dat blijkt tot gevolg te hebben, dat veel kerkenraadsleden nauwelijks overzicht hebben van wat er door ‘de’ kerkenraad behandeld is. Trouwens ook in de gemeente zelf is het een probleem: Terwijl er sowieso minder gelezen wordt dan 25 jaar terug, is het aanbod veel groter gegroeid, ook via de kerk, aan periodieken enz. En dat, waar diverse dominees constateren dat alleen al het kerkblaadje laag scoort aan lezerspubliek. Volgens ons moet er gewoon minder geschreven gaan worden en - een oude wens - meer gebundeld. Dan moeten de verschillende organisaties maar wat inleveren van hun persoonlijke vrijheid. De overkill aan lectuur werkt ook contraproductief: Je begint er niet eens meer aan of je verzuipt er in. Wij merken, dat dit niet alleen een probleem in onze eigen kerkenraad is. (opmerking bij het onderzoek) 7. Evangelisatie, zending en oecumene3 Ondanks alarmerende berichten dat gerenommeerde zendingsorganisaties te kampen hebben met teruglopende inkomsten was er wereldwijd en in Nederland sprake van blijvende missionaire inspanning waaronder telkens weer nieuwe initiatieven. Zo heeft bijvoorbeeld de Evangelische Zendings Alliantie haar tijdschrift omgebouwd tot Zending Nu: Vakblad voor Zending en haar website4 drastisch omgebouwd tot meer professionele media. Met de moderne scala aan e-mogelijkheden, -informatie en -nieuws uit diverse landen en van vele zendingswerkers kan niemand (meer) klagen over gebrek aan informatie om zich op een of andere manier mee te leven met concrete missionaire activiteiten en uitgezonden werkers. Binnen onze kerken zagen in het synodejaar 2005 ook diverse publicaties het licht die zowel de kerkelijke en de professionele aspecten van evangelisatie en zending tot thema hadden.5 Steeds meer raken de kerken ervan overtuigd dat de missionaire taak in feite dicht bij huis begint. In de prediking en het kerkelijk onderwijs wordt niet langer alleen formeel op deze taak gewezen, maar wordt ook inhoudelijk werk gemaakt van het aanspreken van mensen die niet (meer) vertrouwd zijn met de christelijke boodschap. Zo kregen de inzichten van zendingsconsulent Stefan Paas van de CGK steeds meer ingang en voet aan de grond in allerlei bezinning over en praktische aanpak van missionaire bewogenheid van de plaatselijke kerken en gelovigen.6 Op het 10-jarig jubileum van Zendtijd voor Kerken stond ook de benadering van de ‘Mensen van Nu’ centraal, waarmee de omslag naar de missionaire dimensie van de kerkelijke eredienst opnieuw werd onderstreept.7 Mee daardoor dringt de gedachte dat Nederland volop missionaire terrein is (geworden), steeds meer door tot het bewustzijn van de kerken. In zekere zin komen de
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 453
453
kerken, na een lange periode van bevoorrechting, weer terecht in het ‘natuurlijke vaarwater’. Ze wordt weer net als vroeger kritisch bevraagd op haar identiteit en belijdenis. Het afgelopen jaar lijkt te bevestigen dat de kerken, na een periode van heroriëntatie, deze veranderende context serieus nemen en adequate plannen ontwikkelen. Evangelisatie In vele gemeenten staat het onderwerp ‘evangelisatie’ hoog op het agenda. Er werden heel wat bezinnings- en trainingsavonden gegeven, vooral door de medewerkers van het bureau van het deputaatschap ‘Toerusting Evangeliserende Gemeente’. Internet Op de website van DTEG8 en een aparte gereformeerde missionaire website9 wordt zichtbaar hoeveel ‘verkeer’ er in missionair Nederland is. De recent ontwikkelde cursus Emmaüs, als logisch vervolg op de Alpha-cursus, vond in vele gemeenten gretig aftrek en staat voor dit jaar al weer volgeboekt. Ook hier is het internet als informatie-medium niet meer weg te denken. Peter Wierenga, beleidsontwikkelaar van het DTEG-bureau, ontwikkelde geheel in stijl een intrigerende en sprankelende nieuwsbrief met ludieke elementen:
[email protected] Tegelijk blijft ook het tijdschrift Zout in de running, die eigentijdse aanpak van missionair optreden op brede schaal voorstaat en toelicht. Juist aan deze bijdragen wordt meer en meer duidelijk dat het evangelisatiewerk gedegen bezinning en studie blijft vragen en dat een zekere vorm van professionalisering niet meer dan billijk is om het zendingsmandaat concreet uit te voeren. Landelijke ondersteuning, ASE Om de ontwikkelingen en nieuwe initiatieven op plaatselijk evangelisatiegebied bij te houden heeft het deputaatschap ‘Aanvullende Steunverlening Evangelisatiewerk (ASE)’ een studierapport aangeboden aan de Generale Synode van Amersfoort (2005). Daarvoor heeft zij een nationaal brede consultatie gehouden waarbij vooral de vraag naar ‘gemeentestichting’ centraal stond. Uit dat rapport blijkt duidelijk dat het missionaire vraagstuk niet maar een bijverschijnsel voor het kerkelijk leven is, maar elementaire aandacht vraagt. Het betekent op de lange duur ook het bijstellen van de visie op de gemeente en het aanvullen van kerkordelijke regels. Terzake van ‘gemeentestichting’ adviseerde ASE de GS om positief-kritisch de ontwikkelingen te stimuleren en bij te houden als een van de vele pogingen om kerkelijk en kerkverbandelijk missionair zaken te doen. Amstelproject Heel concreet speelden de vragen rondom ‘gemeentestichting’ een belangrijke rol in het zogenaamde Amstelproject in de classis Amsterdam, die met twee predikanten als ‘missionaire gemeentestichters’ aan de slag waren gegaan, di. R.H. Knigge en R.J. Meijer. Dat Amstelproject wordt financieel mee ondersteund via Deputaatschap ASE en heeft inhoudelijke steun gezocht en gekregen van de Presbyteriaanse Redeemer Church in het hartje van New York, waar ds. Tim Keller de leiding heeft. De strategie die in New York duidelijk bleek aan te slaan en veel mensen (terug) in de kerk bracht wordt, met de nodige aanpassingen, ook in Amsterdam toegepast. Het missionaire team krijgt daarvoor praktische ondersteuning vanuit New York, zowel in het volgen van studieseminars in New York zelf, als in de begeleiding van het Amstelproject in de figuur van Allen Barth, die ook andere projecten in grote
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
454
16:01
Pagina 454
JAAROVERZICHT
steden in Europa in zijn supervisie heeft. Stadshartkerk Amstelveen Onder de rook van Amsterdam vindt nog een evangelisatieproject plaats van bijzondere aard. In Amstelveen werd het probleem van een vergrijzende gemeente opgelost in een soort ‘doorstart’ naar een missionaire presentie op ander niveau. Het betekende het opheffen van de bestaande gemeente, maar een vernieuwd doorgaan in hedendaags jasje met onder andere laagdrempelige bijeenkomsten op de zondagmiddag in een ‘neutrale’ ruimte van een congrescentrum. Het project ‘Stadshartkerk’ staat onder inspirerende leiding van ‘kerkplanter’ Tim Vreugdenhil, de vroegere predikant van de gemeente te Amstelveen.11 Op experimentele wijze wordt getracht, mee door de ervaringen in New York (Redeemer), om de kerk eigentijds terug te brengen in de maatschappij. De liturgie wordt aangepast aan de belevingssfeer van de moderne mens en de preek haakt in op de actuele discussies en zoekt op verrassende wijze naar verbindingen uit de wereld met centrale momenten van het evangelie. Zo kun je een dienst meemaken waarin een niet-alledaagse vergelijking van Jezus met Mozart gemaakt wordt inclusief de betekenis van droevige en vrolijke muziek op de mens. De muziek die tijdens deze bijeenkomst ten gehore wordt gebracht biedt ruimte voor de persoonlijke ervaring en verwerking van het gebodene. Dit project is ook daarin Amerikaans omdat het via sponsors in het leven wordt gehouden. Dat de Nederlandse situatie op onderdelen voor dergelijke veranderingen nog niet helemaal klaar is bleek uit het noodzakelijk uitstellen van een conferentie die meerdere sponsors had moeten opleveren. Hoewel dit Amstelveens initiatief formeel los staat van het Amstelproject in Amsterdam bestaat er intensief overleg en samenwerking tussen de beide projecten. Daarmee staan de kerken in die regio gezamenlijk op de drempel van een nieuwe tijd, waarin nieuwe vormen van kerkzijn ook telkens weer op hun actuele betekenis voor het de missionaire bediening zullen worden beproefd en beoordeeld. Bergen op Zoom / Lichtenvoorde Een ander gevolg van de rapportage van ASE was dat twee nieuwe projecten, resp. in Bergen op Zoom en in de classis Zutphen, het zogenaamde ‘Lichtenvoorde-project’, met behulp van landelijke financiële ondersteuning van start konden gaan. In de classis Zutphen en de PS Gelderland is de commissie CEOG aan de gang om groen licht te krijgen voor de aanpak met een of twee evangelisatiewerkers. De gemeente Bergen op Zoom kon zowel door verhoogde inspanning van de eigen leden als door de bijdrage uit de landelijke ondersteuning intussen ds. G.J. Pruijssen bevestigen als haar predikant met specifieke evangelisatietaken. Belgische ontwikkelingen Van het project in Gent, vanuit de classis Axel, kan vermeld worden dat het jarenlange intensieve contact en overleg met de evangelisatiewerkers van de CGK in o.a. Antwerpen geleid hebben tot wederzijdse erkenning van elkaar als kerken van Christus met mogelijkheden tot ruiling van de voorgangers en erkenning van en deelname aan elkaars sacramentsbediening. Daarnaast zijn er op persoonlijke basis goede contacten met Tom Nagtegaele van de Presbyteriaanse (PCA) organisatie Mission to the World (MTW) die in Gent hun Europese uitvalsbasis heeft opgezet.12 Met deze laatste ontwikkelingen krijgt het project in Gent meer en meer een natio-
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 455
455
naal Belgisch karakter, terwijl met inbreng van meerdere kerken uit het ‘buitenland’. Zending De klassieke zending die toewerkt naar de instituering van de ambten in een jonge gemeente wordt vanuit Nederland nog bedreven in Curaçao en wel door de kerk van Dordrecht, met ondersteuning van de kerken in de classis Dordrecht Gorinchem. Op verzoek van deze nog overgebleven Nederlandse zendende kerk heeft de Intercultural Reformed Theological Training (IRTT) als educatieve afdeling van DVN / ZHT13 in de arm genomen om de impasse rond de institueringsproblematiek te doorbreken. Afronding op Curaçao? In goed overleg, ook met de Venezolaans kerken, konden plannen ontwikkeld worden die, zo de Here wil, zullen leiden tot de bevestiging van de eerste ambtsdragers met een eigen (Venezolaans) predikant in de loop van 2007. Tot die tijd blijft ds. De Vries werkzaam als zendeling op Curaçao in de hoop dat hij na die tijd vanuit Nederland nog enige tijd ondersteuning van de dan zelfstandige zal kunnen bieden. Er is alle reden tot dankbaarheid dat vanuit de relatie met de kerken in Venezuela hulp geboden kon worden die de Here onverwacht in petto bleek te hebben. Het zendingswerk in Curaçao is zeker nog lang niet af, maar wordt wel meer en meer de taak van de kerk op Curaçao zelf. Deze heeft daarvoor in de eigen regio een bekwame voorganger uit de kring van studenten aan de theologische opleiding van de Iglésia Reformada en Venezuela bereid gevonden na de afronding van zijn studie op Curaçao de gemeente te dienen. Zending, Hulpverlening en Training Op de GS Amersfoort werd voor de tweede keer rapport uitgebracht van het deputaatschap ZHT in de vernieuwde samenstelling. Sinds 1999 had het deputaatschap, op last van de Synode van Leusden 1999 en in goed overleg met de vereniging De Verre Naasten, het barmhartigheids- en gemeenteopbouw overgenomen en ingebed in kerkelijke kanalen. Stond de rapportage op de GS van Zuidhorn 2002 nog veelal in het teken van de overgangsperikelen, wijziging in bestuursstructuren en aftasten van de relaties met de zendende kerken, nu kon onder andere het indrukwekkende rapport over ‘generaal beleid’ worden aangeboden en door de synode worden goedgekeurd.14 Hierin worden in grote lijnen de visie, taken, structuren, samenwerking met derden, oecumenische relaties, criteria, personeel, voorlichting en financiën beschreven waarmee het instituut van ZHT, De Verre Naasten, professioneel aan de slag gaat. In de visie wordt gesproken over het samengaan van evangelieverkondiging, barmhartigheidsbetoon en het zoeken van de gerechtigheid van het Koninkrijk van God behoren tot de opdracht van de kerk in de wereld. Een belangrijk nieuw element is ook de verhouding van kerk, zending en oecumene. Zodra een pas gestichte kerk op het zendingsveld haar eigen ambtelijke bevoegdheden kan uitvoeren is er sprake van een (kerkrechtelijk) zelfstandige kerk. De verdere contactoefening met de kerken in Nederland berusten dan op wederzijdse uitnodiging en bewilliging, waarbij partners met elkaar een akkoord van oecumenische samenwerking aangaan.
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
456
Pagina 456
JAAROVERZICHT
Met andere woorden: dan is de relatie moeder - dochter overgegaan in de relatie van twee zusters. Zending is veranderd in oecumenische hulpverlening waarbij kerkrechtelijk gelijkwaardige partnerkerken zich verbonden tot onderlinge hulp en wederzijdse verantwoordelijkheid. In zekere zin is hiermee ook formeel gemarkeerd dat onze zendende kerken in vele gevallen al terecht zijn gekomen in de fase van oecumenische samenwerking.15 Oecumene met partnerkerken in de derde wereld Hoewel via het werk van BBK de zaak van de oecumene binnen de kerken geen novum is, kan toch wordt opgemerkt dat de oecumenische samenwerking met partners uit de Derde Wereld dat wel is. Voorbij zendingsland Het is ongetwijfeld ook voor de ‘zendende kerken’ in zekere zin onwennig om in partnerrelaties met de ‘jonge’ kerken de juiste houding en toon te vinden. Waren de vroegere oecumenische contacten doorgaans met kerken van dezelfde culturele, min of meer westers georiënteerde achtergrond, de nieuwe relaties vanuit het zendingswerk stelt voor nieuwe vragen. Daarin is het probleem van de armoedegrens tussen (globaal) Noord en Zuid, ofwel de ‘global rift’, wel de meest indrukwekkende en schrijnende, direct gevolgd door de HIV- / Aidsproblematiek. Zo’n relatie is dan wel degelijk gelijkwaardig in kerkrechtelijk opzicht, maar is volstrekt asymmetrisch in veel andere opzichten, zoals financieel, onderwijskundig, organisatorisch en institutioneel. Vanuit deze asymmetrie in verhoudingen krijgen de beide partnerkerken te maken met de uitdaging om zich hierin volwaardig te gedragen als kerken van Christus en als zodanig leden van hetzelfde Lichaam van Christus. Vanuit de Schrift (Ef. 3:18) leren we dat de rijkdom van Christus’ liefde pas ‘met alle heiligen’ goed verstaan en gekend kan worden. Juist in contact met kerken vanuit een totaal andere dan onze westerse achtergrond komen elementen van Gods woord voor ons tot leven die voorheen onderbelicht waren gebleven. Dat geldt uiteraard ook in omgekeerde richting. Vanuit oecumenische relaties komt er een dieper verstaan van de Schrift tot stand. Candlestand Statement De Candlestand Statement, die begin 2005 het daglicht zag is een bijzonder veelzeggend bewijs van bovenstaande stelling.16 Deze verklaring werd samengesteld door een werkgroep van veertien personen uit diverse delen van de wereld onder leiding van de IRTT en biedt een gereformeerde beoordeling van de charismatische beweging in de vorm van een belijdenisgeschrift. Zij wordt aan de deelnemende kerken aangeboden als een geschenk van wederzijdse hulpverlening, maar is in vele talen intussen ook beschikbaar voor andere kerken die te maken krijgen met de vloedgolf van de charismatische beweging.17 Internationale advisering De overgang van zending naar oecumene is niet alleen een probleem van de Nederlandse zendende kerken. In dit verband heeft de IRTT desgevraagd ook de kerken in Natal (Zuid-Afrika) en Guatemala met haar adviezen gediend en wordt haar consult gevraagd in verband met het zendingswerk van de zusterkerken in Zuid-Afrika. Met de daar opgedane ervaringen is de IRTT ook behulpzaam in het ontdekken van nieuwe wegen in het aangebroken tijdperk van de oecumene met de derde wereld-
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 457
457
kerken. Ook door de betrokkenheid van DVN met haar eigen deskundigheid en regiocoördinatoren is er sprake van een steeds hechtere samenwerking met de zendende kerken in de groei naar een verantwoord oecumenisch beleid. Dat de oecumenische samenwerking met de derde wereldpartners niet over rozen gaat blijkt nadrukkelijk uit de vele visitaties die soms op reguliere, maar vaak ook op incidentele en soms zelf op crisis achtige basis plaatsvinden. Er was meermalen sprake van ingrijpende fraude in het financiële beheer waarbij ingrijpende maatregelen moesten worden genomen en zelfs ontslagen van kerkelijk aangesteld personeel moesten vallen. Zo gingen (en gaan?) de kerken van Congo en van Papoea door een crisis in de onderlinge verhoudingen, waarvan de implicaties nog lang niet te overzien zijn. Meer dan eens blijkt hoe snel misverstanden ontstaan en het wederzijdse vertrouwen geschaad kan worden. Meer dan ooit wordt ook duidelijk dat internationale kerkelijke relaties met grote zorgvuldigheid moeten worden gehanteerd en bepaald niet overgelaten kan worden aan de goede intenties en enthousiaste inzet aan weerskanten van de oceaan. Professionele ondersteuning van de bestaande verhoudingen is geen overbodige luxe maar eis van volwassen besef van verantwoordelijkheid en wederzijdse kwetsbaarheid. Armoede en gerechtigheid In deze relaties is ongetwijfeld het armoedevraagstuk een voortdurend terugkerend probleem. In hoeverre is het verstandig en wijs om blijvende ondersteuning te bieden van rijkere kerken aan armere? Heeft het verleden niet bewezen dat die steunverlening tot grotere afhankelijkheid en zelfs ‘rijstchristendom’ heeft geleid? Is een systeem van zelfredzaamheid ook niet het bijbelse gebod? In concreto: moeten de voorgangers van de arme kerken niet in dezelfde armoede leven als hun gemeenteleden? En moeten die leden niet met harde hand leren om op eigen benen te staan om een bedelmentaliteit en corruptie te voorkomen? Deze vragen werden op een door de IRTT belegd congres met afgevaardigden van de zendende kerken diepgaand besproken onder het thema ‘Economie der oecumene’. Uit de discussie kwam steeds helderder uit de verf dat er tegen de achtergrond van de globalisering en de eenzijdige economische groei de armoede nauwelijks effectief wordt bestreden en dat de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter wordt. Het is een illusie te menen dat de kerken in grote delen van Afrika en Azië tot grotere rijkdom zullen geraken, integendeel. Juist dan is het zaak elkaar als leden van het lichaam van Christus verantwoord te dienen met de gaven die elk gekregen heeft, dus ook met de rijkdom en kennis die God aan de rijkere westerse kerken gegund heeft. De volwassen relaties tussen kerk hier en kerk daar vragen principieel om onderlinge hulpverlening. Naar analogie van de hulpverlening aan noodlijdende kerken in Nederland vanuit het kerkverband moet er ook gedacht worden aan (desnoods blijvende) hulpverlening aan arme en noodlijdende kerken in het buitenland. De geografische afstand mag geen principieel argument zijn volgens de regel dat een rijkere kerk haar gaven inzet voor een armere kerk, 1 Kor. 8-9. En dat beiden daarin de genade van God loven en prijzen.
handboek2006-v2-bw-01-30
458
09-02-2006
16:01
Pagina 458
JAAROVERZICHT
Hulpverlening als kwaliteitszorg Een cruciaal punt in deze hulpverlening is de betaling (of honorering) van de voorgangers. De zendings- en oecumenische geschiedenis laat zien dat in veel gevallen gekozen werd voor de ‘parttime’ predikant. Hij moest zijn kostje maar zien te verdienen in de week, terwijl hij op zaterdag en zondag leiding kon geven aan de gemeenten. Op het genoemde congres werd deze visie door de IRTT hartgrondig afgewezen, met onder andere een beroep op de kwaliteit van de verkondiging en de trouwe bediening van het Woord in de gemeente. Dat betekent concreet dat er ruimte moet zijn dat de armere kerken gesubsidieerd worden voor de honorering van hun voorgangers en ruimte geboden wordt in tijd en facilitering voor verdere studie en theologische ontwikkeling. Deze stellingname ondersteunde de omslag in beleid van de Friese kerken in hun relatie tot de kerken in Kalimantan Barat en was tevens de onderbouwing van het advies aan de Overijsselse Zendingsdeputaten en de Commissie van Bijstand (PS Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) voor de oecumenische relaties met Papoea. Hiermee doorkruist de IRTT een langdurig in stand gehouden (romantische) mythe van de opdracht tot ‘zelfsupport’ van de armere kerken en roept de kerken op tot erkenning van de gerechtvaardigde verlangens van voorgangers en kerkelijke leiders die veelal in twee (cultuur-)werelden tegelijk moeten opereren en in de botsing van die twee onder de voet worden gelopen. Gereformeerde oecumene in de 21e eeuw In de discussie over deze problematiek speelt ook de International Conference of Reformed Churches (ICRC)18 een steeds belangrijker rol. Deze gereformeerd-presbyteriaanse oecumenische organisatie begint intussen steeds meer niet-westerse leden te krijgen. Daarmee worden nadrukkelijker dan vroeger de ogen geopend voor de lastige situatie van veel niet-westerse kerken, met name in landen waar de Islam of andere godsdiensten dominant zijn en er maar een kleine marge overblijft voor de christelijke kerk. In dat opzicht is de in 2005 gehouden Conferentie in Pretoria een welkome doorbraak voor de stem van de niet-westerse linkeren geweest. Daar bleek eens te meer dat de overgang van zending naar oecumene al lang is ingezet en dat veel westerse ‘zendingskerken’ hoognodig hun achterstand in de internationale ontwikkelingen moeten inhalen. Steeds meer groeit de erkenning dat elke kerk in eigen omgeving het evangelie uit moet dragen. Daarbij kan ze vrijmoedig hulp vragen aan zusterkerken elders in de wereld, zonder te vrezen dat de hulp biedende kerken elders in de wereld haar hulp zal gebruiken om heerschappij te voeren over andere kerken van Christus. De gouden regel van artikel 83 KO, die door Voetius in de zeventiende eeuw al werd geformuleerd ten behoeve van missionaire activiteit, heeft ook voor de 21e eeuw haar waarde nog steeds niet verloren. Gewoon, omdat Christus zelf gezegd heeft dat alleen Hij het Hoofd van zijn kerk is, waar ook ter wereld. In de eerbiediging van die woorden zullen de kerken in de komende tijd nog grote dingen mogen verwachten en met des te meer verlangen ‘samen met alle heiligen’ van Gods genade leren leven.
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
JAAROVERZICHT
Pagina 459
459
8. Theologie Kampen Belangstelling voor de TU? De schooldag in Kampen werd bezocht door ongeveer 5500 mensen. Dat zijn er nog steeds heel veel, al heeft niet het niet meer de massaliteit van de jaren zeventig. Misschien is dit een aanduiding dat de universiteit wat verder van het leven van de mensen is komen te staan. Kampen heeft daaraan wat willen doen door zelf het land in te gaan en op speciaal belegde avonden in gesprek te gaan met de mensen. Ook zijn de docenten ( in beperkte mate) beschikbaar voor dienstverlening en (s)preekbeurten. De nieuwe aula in de TU. Onderwijs en onderzoek: Kampen in een spagaat? Terwijl aan de ene kant de opleiding heel direct gericht is op de dienst van het woord binnen de kerken, spelen aan de andere kant de eisen van de overheid een grote rol. In 2005 is de onderwijskant voorwerp geweest van visitatie, in 2006 is de onderzoekskant aan de beurt. In dit verband sprak prof. dr. G. Kwakkel op de verjaardag van de universiteit, 6 december, van een spagaat. Voor de meeste faculteiten is theologie in feite veranderd in religiewetenschap, bestudering van menselijke ideeën. Kampen richt zich op God zelf, in de werkelijkheid van zijn openbaring. Zolang de school bestaat (sinds 1854) is dat de doorgaande lijn. Maar dat levert wel spanning op in Nederland, waar geloven steeds meer naar de periferie gedrongen wordt en in het debat geen rol mag spelen. Juist op dit punt is gebed en inzet voor de eigen opleiding voortdurend van belang. Misschien krijgt het onderzoek een extra impuls door het kerkrechtcentrum dat er mocht komen. De bibliotheek van prof. drs. D. Deddens (120 meter boeken) vormt daarvan de kern. Het sluit aan bij de website www.kerkrecht.nl , ook een initiatief van Kampen. Nieuwe opleiding Opleiding tot de dienst van het woord. Dat was de ‘ondertitel’ voor de theologische universiteit. Dat blijft ook de hoofdreden voor bestaan. Toch is er binnenkort meer mogelijk. Naast de masteropleiding die gericht is op het predikantschap komt er een veel kortere voor hbo-studenten die door willen gaan. Nieuwe bestuursstructuur Het college van deputaten-curatoren is behoorlijk veranderd. Er is nu een college van bestuur van 5 curatoren. Zij vormen het bevoegd gezag. Daarnaast zijn er nog tien curatoren die het college van toezicht vormen. Negen daarvan komen uit de particulier-synodale ressorten en er is een hoogleraar van elders bijgevoegd. Zij letten erop dat de universiteit een gereformeerde instelling blijft die op wetenschappelijk verantwoorde wijze werkt. De generale synode heeft hiertoe besloten. Subsidie? De synode besloot ook tot het aanvragen van subsidie. Dat naar aanleiding van een rapport daarover, waarin onder andere aangegeven werd dat in het begin de school
handboek2006-v2-bw-01-30
460
09-02-2006
16:01
Pagina 460
JAAROVERZICHT
te Kampen van mening was dat ze recht had op subsidie! Later werd daar anders over gedacht. Subsidie zou de vrijheid van de kerken en de school aantasten. Maar de overheid stelt ook eisen aan de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, in verband met de erkenning van de universiteit. De kerken komen onder andere daardoor voor hoge kosten te staan. Een en ander leidde tot het besluit om voor 50% van de kosten subsidie aan te vragen. De emeritushoogleraar prof. dr. J. Douma betreurde dit besluit in zijn rubriek in het Nederlands Dagblad. Overigens hoeft de aanvraag voor subsidie niet automatisch tot toekenning ervan te leiden; voorlopig blijven de bijdragen van de kerken meer dan welkom. Klassieke talen Terwijl binnen de PKN-kerken de kennis van oudchristelijk Latijn niet langer tot de bagage van een predikant hoeft te horen, blijft dat in Kampen onverminderd wel zo. Prof. drs. J.A. Meijer kon zo afscheid nemen in het besef dat er een opvolger is om zijn werk voort te zetten. Hij heeft dat tientallen jaren gedaan, eerst als lector, later als buitengewoon hoogleraar. In een interview ter gelegenheid van zijn afscheid drong hij aan op beoefening van de vroomheid als voorwaarde voor dienst binnen de kerken. Hij is opgevolgd door mw. drs. J.J. Oosterhuis-den Otter (foto). Neutrale wetenschap? De bovengenoemde spanning tussen de opvattingen over theologie tussen Kampen en andere faculteiten speelde zich ook op ander gebied af. De stichting Reformatorische Wijsbegeerte, die aan veel universiteiten bijzondere leerstoelen heeft, moest er twee inleveren. Prof. dr. E. Schuurman vond in dat verband de christenen van vandaag te weinig strijdbaar: zij accepteren dat zomaar. Maar die bijzondere leerstoelen stroken niet met het ideaal van de neutrale wetenschap, dat ook op andere gebieden grote invloed heeft. Vorig jaar werd gekenmerkt door het debat over Intelligent Design, de ontdekking dat er achter de wonderlijke structuren van de microwereld toch wel een intelligent ontwerp moet zitten. Hoewel ook deze opvatting uitgaat van een evolutionistisch schema, werd ze toch door veel christenen met gejuich begroet. Terwijl aan de andere kant wetenschappers en politici in toorn ontstoken raakten bij de gedachte alleen dat je deze gedachte serieus moet nemen. Geloven is prima - in je vrije tijd. Zo komt het keer op keer naar voren. Dat is de eenzaamheid die christelijke of gereformeerde wetenschappers tegemoet komt. Andere theologische opleidingen. De Nederlands Gereformeerde kerken hebben de knoop doorgehakt: hun toekomstige predikanten worden in Apeldoorn opgeleid. In een soort duplex-ordo, waarin de NGK-opleiding aanleunt tegen die van de Christelijke Gereformeerde Kerken. De Vrije Universiteit bestond in 2005 honderdvijfentwintig jaar. Dit werd herdacht onder andere door een boek van prof. dr. A.Th. van Deursen, waarin hij aangaf hoe de VU weg gegroeid is van de idealen van het begin. Zonder die allemaal over te nemen, is dit duidelijk te betreuren. De VU heeft zich met succes ingespannen om de opleiding tot Imam te mogen aanbieden. Ook de Hersteld-Hervormden kunnen daar hun studie volgen. Gespreksonderwerpen De aandacht voor hemel en hel was opvallend genoeg om die een plaats te geven in
handboek2006-v2-bw-01-30
09-02-2006
16:01
JAAROVERZICHT
Pagina 461
461
de inleiding van dit jaaroverzicht. Daarnaast kwam er naar aanleiding van een telefonisch interview met ds. Nico van der Linden een artikelenreeks op gang in het Nederlands Dagblad over literair bijbellezen. Op zich niet nieuw: voor de oorlog verscheen al een boek over de bijbel als boek van schoonheid. Maar nu de laatste jaren de literatuurwetenschap grote vorderingen heeft gemaakt, groeit ook het verlangen die bruikbaar te maken voor het bijbellezen. Bovendien past het bij deze tijd, waarin mensen zich graag herkennen in verhalen. Maar zonder historische bijbel wordt geloof melancholie, merkte prof. dr. G. Harinck op. Het is daarom wat onverklaarbaar dat de spijtbetuiging voor te felle kritiek op het rapport God met ons uit het begin van de jaren tachtig zo ongemerkt voorbijging. Achteraf, zo merkte Ad de Boer van de EO op, blijkt dat er eigenlijk met dat rapport wel te leven viel. Het zal best zijn dat die kritiek toen teveel vanuit een rationalistische benadering van de bijbel voortkwam, ook bij wie de bijbel van kaft tot kaft aanvaardde. Maar in het intersubjectieve karakter dat Gods openbaring kreeg in het door het denken van C.A. van Peursen geïnspireerde hoofdstuk verdwijnt toch dat historisch karakter dat de bijbel zo uniek maakt. Het gebruik van de bijbel blijft de aandacht vragen. Niet alleen rond het synodebesluit rond de echtscheiding, maar ook in de discussie over homofilie. Juist het feit dat dit gesprek er is, geeft aan dat gereformeerden de bijbel serieus nemen. De reactie van een bekend hervormd schrijver over de vrouw in de kerk is het tegendeel van wat er in de kerken gebeurt. Hij schreef in de jaren vijftig ongeveer het volgende: ik weet best dat de bijbel geen vrouw in het ambt kent, maar dat leggen we in deze tijd naast ons neer. Juist wie de bijbel serieus neemt, ervaart de spanning tussen de les van God en de praktijk van het leven. Dat geldt voor ons allemaal. Hoe geef je die werkelijkheid die vaak zo anders is dan Gods woord als het ideaal aanwijst een plek in je denken? Dr. B. Loonstra schreef een boek waarin hij een plek bepleitte voor de homofiele broeders en zusters binnen de gemeente. Het boek deed veel stof opwaaien omdat hij een relatie tussen twee homoseksuelen niet uitsloot. Hij heeft het boek teruggenomen. Een van de gevolgen voor hemzelf is dat hij ook geen curator meer is van de theologische universiteit van Apeldoorn. In alle reacties is opvallend dat mensen als het erop aan komt niet in gesprek gingen over zijn standpunt, alleen over het feit dat hij een ander standpunt inneemt. 9. Kerk in de wereld Discussie over leven en dood. In Amerika is een strijd gevoerd rond het leven van Terry Schiavo. Een vrouw die al jaren in een soort coma lag. Haar man wilde dat de artsen de behandeling zouden staken. Er ontstond een ingewikkelde juridische strijd, waarbij de behandeling werd gestaakt, hervat en uiteindelijk toch gestaakt. Uiteindelijk is zij overleden, terwijl heel de wereld meekeek, als het ware. Er zijn een aantal punten in deze zaak die vorig jaar elke keer terugkwamen. Hoe zit dat met het staken van een behandeling? Groningen kwam met zijn academisch ziekenhuis in opspraak omdat deze instelling richtlijnen vaststelde voor de beëindiging van de behandeling bij zwaar gehandicapte kinderen. Internationaal werd daar schande van gesproken. Aan het einde van et jaar kwam de KNMG met richtlijnen voor terminale sedatie. Hoewel die op zichzelf ook weer discussie opleveren, kunnen ze goed eraan meewerken dat de vraag om euthanasie minder wordt door een goede behandeling van de pijn en de onrust die bij de laatste levensfase horen.
handboek2006-v2-bw-01-30
462
09-02-2006
16:01
Pagina 462
JAAROVERZICHT
Volgens president Bush moeten we ons inzetten voor een cultuur van leven en niet van de dood. Dat zijn van die mooie zinnen, waarbij je de vraag kunt stellen wat er nu precies met die termen bedoeld wordt. Voortdurende aandacht voor dit punt blijft nodig. Koningshuis Onze koningin mocht herdenken dat ze vijfentwintig jaar ons land geregeerd heeft. We zijn dankbaar voor de manier waarop ze haar bijzondere ambt uitvoert. We hopen dat God haar voor wat ze moet doen, de kracht, gezondheid en wijsheid mag schenken. Het is een jaar geweest waarin diverse leden van het koningshuis in het huwelijk traden of kinderen kregen. Het is een cliché om te zeggen dat het ook wel anders is geweest. Het is tegelijk mooi om te merken dat het geloof er op een of andere manier bij hoort. Het gedrukte woord Is de EO veranderd? Komt het evangelie minder duidelijk naar voren dan bij de oprichting van die omroep? Deze vraag werd in het afgelopen jaar met ja beantwoord. De EO doet dan ook zijn best om het tegendeel te bewijzen. Ze willen duidelijk zijn in de boodschap, maar zijn met handen en voeten gebonden aan de regels in omroepland. De NCRV leek een koerswijziging te ondergaan onder haar nieuwe voorzitter prof. C.J. Klop, maar dat ging de medewerkers te snel; hij heeft zijn plaats weer moeten afstaan. Onveranderd populair bleven de boeken over Harry Potter; ze worden nu zelfs geclaimd als christelijk boek. Te mooi om echt waar te zijn. Ze passen toch meer in een wereld die mateloos geïnteresseerd is in alles wat mensen niet kunnen snappen. Dat is een van de kenmerken van deze tijd. Van de Christelijke Encyclopedie verscheen een derde druk. De eerste is van voor de oorlog; de tweede uit de jaren vijftig. Het gereformeerde karakter is niet meer aanwezig. Dat zegt gelukkig niets over de betrouwbaarheid van de informatie. Het is prachtig dat in deze tijd zo’n werk verschijnt. Natuurlijk kun je via Google alles vinden. Maar wie test de nauwkeurigheid van informatie, bijvoorbeeld op Wikipedia? Er blijft dus plek voor werken zoals deze. Juist omdat er, zoals het Nederlands Dagblad meldde, zoveel christelijke broodjes aap zijn… Het ND nam afscheid van Aad Kamsteeg. Befaamd om zijn inzicht in de buitenlandse politiek. De laatste jaren ook bekend vanwege zijn inzet voor een op Christus betrokken kerk. Dat laatste kwam tot uiting in zijn boek als alternatief voor Rick Warrens ‘Doelgericht leven’: Dit is mijn passie. Een minderheidspositie Steeds meer wordt duidelijk dat christenen een minderheidspositie gaan innemen in Nederland. De situatie is God zij dank niet te vergelijken met die in landen waar vervolging is, zoals Noord-Korea. Ook op veel andere plaatsen is de situatie benard voor Gods kinderen. Onze minister-president komt voor zijn geloof uit en dat is iets
handboek2006-v2-bw-01-30
JAAROVERZICHT
09-02-2006
16:01
Pagina 463
463
om dankbaar voor te zijn. Toch is bijvoorbeeld de bevoorrechte plaats van christelijk - en gereformeerd - onderwijs steeds meer een onderwerp van discussie. Artikel 23 van de grondwet over de gelijkberechtiging is inmiddels omstreden. De SGP, een ander voorbeeld, mag denken en vinden wat ze wil over de vrouw in de politiek, maar subsidie zit er niet meer in. Het vrouwenstandpunt van deze partij leidt er wel toe dat er meer afstand groeit tussen hen en de Christenunie dan in het verleden wel eens het geval was. Hangt dit allemaal samen met de angst voor moslimterrorisme? Het woord fundamentalisten wordt snel in de mond genomen en al dan niet terechte angst voor terreur van de ene kant kan ook angst voor die christenen met hun rare ideeën aanwakkeren. Onbekendheid speelt daarbij een rol, zoals Hirschi Ali moest toegeven bij de presentatie van het boek God in de Nederlandse Politiek. God in de Europese politiek bleek een moeilijk onderwerp te zijn in Nederland. In juni was er een referendum voor een Europese grondwet. Na het Franse non van enkele weken daarvoor kwam het Nederlandse nee. De plannen zijn voorlopig opgeborgen. Onder christenen speelde daarbij een rol dat elke verwijzing naar de christelijke wortels van Europa angstvallig buiten de grondwet gehouden is. Er werd verschillend over gedacht. Het advies van de ChristenUnie om tegen te stemmen werd lang niet door alle leden opgevolgd Onderwijs Des te belangrijker is het dan te laten zien dat het gereformeerde geen saus over het algemene is, maar door alles heen aanwezig is. Dit laatste is niet vanzelfsprekend, gezien de zorg over levensstijl onder schoolbezoekers die uit sommige berichten sprak. Op een identiteitsavond in Zwolle werd erkend dat juist die identiteit onder druk kwam te staan door alle aandacht voor onderwijsvernieuwing. Daarbij komt nog dat de concurrentie onder christelijke scholen toeneemt: naast gereformeerde en de al lang bestaande christelijke komen er ook evangelische scholen. Het Gomaruscollege besloot om het toelatingsbeleid voor leerlingen behoorlijk te verruimen. Daar waren wel vragen over, maar de ouders steunen de koers van het Gomarus. Een mooi punt is de nieuwe methode voor bijbelonderwijs Levend Water, die op basisscholen Naam en feit moet vervangen. Wie beseft dat zijn heil gelegen is in de verbinding van zijn geschiedenis met die van Christus, aangeduid in de doop, weet ook hoe belangrijk bijbelse geschiedenis is. Binnenkort de wederkomst? De baptist ds. Orlando Bottenbley deed van zich spreken toen hij in het begin van het jaar de verwachting uitsprak dat Christus wel snel zou terugkomen: de bijbel is in de meeste talen vertaald; iedereen kan van het goede nieuws weten binnen een enkele tientallen jaren en dan is de aarde rijp voor de terugkomst, heeft Christus zelf gezegd. De Wycliffe-stichting, die de bijbel vertaalt in talen die soms maar door een kleine groep mensen gesproken worden, was er snel bij om te zeggen dat in 2025 het nog lang niet zover is. Berekeningen van de wederkomst bleken in het verleden elke keer niet uit te komen. Laten we er maar van uitgaan dat ze bij Bottenbley of zijn voorgangers berusten op een sterk verlangen naar de voltooiing van Gods grote plan. Dat herkennen we. Intussen laten we ons niet van streek maken en gaan we door met wat de hand vind om te doen. Gelukkig de dienstknecht die de heer bij zijn aankomst zo bezig vindt. We zijn weer een jaar dichterbij dat grote gebeuren dan toen het evangelie ons bereikte. Bij alles wat we in het afgelopen jaar niet konden plaatsen in kerk en wereld is dat de nuchtere zekerheid die Paulus ons meegeeft in
handboek2006-v2-bw-01-30
464
09-02-2006
16:01
Pagina 464
JAAROVERZICHT
Romeinen 13, 11.12. Het is nacht - dat zien we om ons heen. Gods licht komt, ook dat is de taal een kind van God in 2005. J.H. Kuiper Noten 1 Het is te vinden op de website www.steunpuntgemeenteopbouw.nl, waar ook een link te vinden is naar de website van het project Aan het werk in de kerk 2 De christelijke Gereformeerde kerken besluiten hierover op hun volgende synode. 3 Onderstaande kopij is van de hand van drs C.J.Haak, docent zendingswetenschappen in Kampen. Ik ben hem dankbaar voor dit hoofdstuk over zending, evangelisatie en oecumene. 4 www.eza.nl 5 Zie op de website van de kerken, www.gkv.nl de diverse (studie-)rapporten van Deputaten ASE, DTEG, SGO en ZHT en de aankondigingen op de website van DVN, www.dvnweb.nl. Naast allerlei praktische informatie publiceerde DVN ook een nieuwer studieboekje: Gereformeerde missiologie en oecumenica: Beknopt overzicht aan het begin van de 21e eeuw A.D. door de Kamper docent C.J. Haak. 6 Met ere zij genoemd zijn twee boeken: Jezus als Heer in een plat land: Op zoek naar een Nederlands evangelie. Zoetermeer: Boekencentrum, 2001, en het meesterlijke Werkers van het laatste uur: De inwijding van nieuwkomers in het christelijk geloof en de christelijke gemeente. Zoetermeer: Boekencentrum, 2003. Eind 2005 nam Paas het beroep aan als praktisch evangelisatiewerker in Amsterdam, om zijn inzichten nu ook zelf toe te passen en te evalueren. 7 De lezingen van de jubileumdag, 14 september, zijn te vinden op www.zvk.nl, te zoeken onder rubriek: mensen van nu, met o.a. de bijdrage van S. Paas. 8 www.dteg.nl 9 www.missionair.nl 10 Te vinden op: www.missionair.nl, zoek in het bovenmenu: ‘nieuwsbrief’. 11 Voor meer informatie: www.stadshartkerk.nl 12 Meer informatie over deze zendingsorganisatie, zie www.mtw.org. 13 De Verre Naasten is het instituut van de deputaten Zending, Hulpverlening en Training, zie: www.dvnweb.nl en www.irtt.nl. 14 Zie www.gkv.nl onder het deputaatschap ZHT, rapportage Amersfoort, bijlage 03. 15 Meer hierover in C.J. Haak, Gereformeerde missiologie en oecumenica: Beknopt overzicht aan het begin van de 21e eeuw A.D. Zwolle: uitgave DVN, 2005. 16 Zie: www.candlestand.nl 17 Op dit moment is de oorspronkelijke engelse versie van de Statement vertaald in het Nederlands, Indonesisch, Hongaars en Russisch, terwijl aan de vertaling in het frans en he Portugees wordt gewerkt, alsook aan een talig verbeterde engelse editie. 18 Zie www.icrconline.com