JAAROVERZICHT
479 JAAROVERZICHT 2014 Overgang
De generale synode van Ede sprak uit ‘de verantwoordelijkheid voor de liedkeuze in erediensten over te laten aan de plaatselijke kerkenraden’; met onder andere als grond dat de kerkenraden die de prediking beoordelen op haar schriftgetrouwheid, dat ook wel kunnen doen ten aanzien van de te zingen liederen. In het gesprek over de besluiten rond het nieuwe kerkboek viel de aandacht grotendeels op het verdwijnen van geliefde liederen als de engelenzang. Maar deze eerste zin uit het lange besluit geeft aan dat er een compleet andere koers gevaren wordt. We maken dat duidelijk aan de hand van een stukje geschiedenis. Neem de gang van zaken rond het liedboek uit 1973. Toen het verscheen was het duidelijk dat van integrale overname geen sprake kon zijn: er stonden nogal wat onacceptabele liederen in. Eind jaren negentig bleek na grondige studie van de deputaten hiervoor ongeveer de helft wel acceptabel te zijn. Dat was toen een stap te ver: ineens ruim 250 liederen erbij. In een moeizaam proces tot aan de voorlaatste synode toe zijn toen elke keer een nieuwe lichting liederen definitief goedgekeurd. Een sterk gecontroleerd proces. Gaf je per ongeluk of met opzet een lied op buiten de selectie, dan kreeg je dat wel te horen. Vorig jaar verscheen het liedboek 2013, met ruim duizend liederen. Onze deputaten waren bij de totstandkoming ervan betrokken. Opvallend genoeg is er nu door de synode van Ede gekozen voor een heel ander proces: de kerken worden verstandig genoeg geacht om zelf een keus uit het aanbod te maken. In feite is daarmee veel meer vrij gegeven. Dan kun je die keuze ook maken uit de opwekkingsbundel (deed ongeveer de helft van de kerken al, bleek uit het antwoord op vragen die ik enkele jaren geleden aan de kerken daarover stelde in het kader van het jaaroverzicht , en uit de evangelische liedbundel, Johannes de Heer, Zingend geloven, Liedboek 1973, enzovoort. (Mits de afdracht van de auteursrechten goed geregeld is...) En uiteraard kun je dan de engelenzang nog steeds opgeven. Transitie Daar zit een heel andere benadering achter, die rekening houdt met de gegroeide diversiteit binnen de kerken. Een benadering die past bij de cultuur waarin wij leven. Neem de energietransitie. Ook een overgang. Van de fossiele brandstoffen weg naar een meer duurzame manier om energie op te wekken. Daarover is natuurlijk veel meer te zeggen dan hier nu kan. Maar opvallend daarbij is de nadruk op plaatselijke en regionale initiatieven. Het zijn niet de grote (olie)maatschappijen die karakteristiek zijn voor de omslag, maar de afspraken van mensen onderling om coöperaties op te zetten en alternatieven te bedenken. Je bent altijd kerk binnen de cultuur waarin je leeft. Met deze omslag naar een netwerksamenleving krijg je dus te maken. In het besluit over het liedboek en de eigen gezangenbundel, als aanvulling daarop, zie je dat terug. Bewustwording De grote vraag hierbij is dan: laat je dit ongemerkt gebeuren en wordt je meegeno-
480
JAAROVERZICHT
men in de stroom van de cultuur waarin je leeft of ben je je ervan bewust en kun je keuzes maken. Dan sta je voor de keus: accepteer ik de uitdaging om in deze nieuwe fase in mijn leven er iets moois van te maken of staat de rest van mijn leven in het teken van wat ik ‘nog’ kan doen. Dat betekent dan voortdurend inleveren tot je niets meer kunt inleveren. Voor de kerk is dat ook een belangrijk moment. In een andere discussie en een andere tijd heeft K.Schilder eens een prachtig artikel geschreven over dat fatale woordje ‘nog’, dat echte vernieuwing in de kerk in de weg staat. Wil je echter keuzes maken, dan zul je moeten beseffen wat van blijvende waarde is, ook in het leven van de kerk. In dit jaaroverzicht valt de nadruk op de periode van overgang waarin we zitten en die onder meer inhoudt dat het karakter van de kerk als instituut verandert, net als dat van andere instituten in deze maatschappij. Het moeilijke daarbij is dat we graag invulling geven aan de band met de kerk van alle tijden en plaatsen, het laatste in de gereformeerde oecumene, maar dat de vragen waar we voor gesteld worden, in andere culturen ook andere antwoorden opleveren. En we zij net als alle mensen, vatbaar voor de verleiding om de Bijbel naar ons toe te praten. Cijfers en feiten Wie kijken eerst naar de laag van de cijfers en de feiten binnen de kerk. Hoe gaat het met het ledental? Er is weer sprake van vermindering, dit jaar met 890 leden. Opvallend is het hoge aantal ontrekkingen: 2147, waarvan 884 doopleden. Als je daar het cijfer van de gedoopte kinderen naast zet, (1604) is het opvallend dat dit niet eens twee keer zo groot is. Wel is het getal kleiner dan dat van de doopleden die belijdenis aflegden (1370). Uit de verslagen van de classisvergaderingen komt ook naar voren dat de toekomst van de jeugd een veel besproken onderwerp is. De verschillende generaties gaan anders om met het te bewaren pand. Duidelijk kwam dat naar voren in de bundel Vrijgemaakt? Hierin staat een aantal interviews met dertigers binnen en buiten de kerk. In de inleiding zet Lammert Kamphuis, tegenwoordig onder andere docent levensbeschouwing, de ontwikkeling bij hem en zijn collega’s onder andere in het licht van de late ontzuiling binnen de GKv. Begon die in Nederland in de jaren zestig, voor de vrijgemaakte kerken lag dat anders. In de laatste helft van de vorige eeuw hadden we onze eigen zuil: gereformeerde scholen, politieke partij, omroepaspiraties, en noem maar op. Zeker in de gebieden met hoge concentraties van vrijgemaakten, kon je je leven leiden binnen die muren. Even los van de overtuiging waaruit die organisaties geboren zijn, in de praktijk kon zomaar de indruk ontstaan dat ze vooral bescherming boden aan wie binnen die muren woonde. Deze muren zijn in snel tempo afgebrokkeld. Dat begon al in de jaren negentig van de vorige eeuw: diversiteit groeide. Naast het oude blad De Reformatie kwam Bij de Tijd, een aantal jaren lang, en Reformanda. Hoewel ze beide in de titel aangeven dat het niet kan blijven zoals het was, wezen ze een verschillende richting. De eerste scheuren in de muur van de verzuiling. Gevolg van de ontzuiling is dat je dan allemaal rekenschap moet geven van waar het echt om gaat. Ook over de manier waarop je in deze wereld staat. Geloven zonder de beschermende werking van de structuren om je heen. Dan blijkt de doos van het geloof soms leeg te zijn. Met die late ontzuiling hebben we allemaal te maken. Dertigers, zestigers en negentigers. Dus ook met de vraag: wat houdt het nu allemaal in? Op een of andere
JAAROVERZICHT
481
manier staan we allemaal met de rug tegen de muur. God brengt ons in de positie van David, in Psalm 39: 8: wat heb ik dan te verwachten, HEER? Mijn hoop is alleen op u gevestigd. Hoe meer de zelfgebouwde muren afbrokkelen, hoe meer blijkt dat er maar één overblijft: die van Gods woord zelf (liedboek (1973), lied 316). Soms is verlies winst. Deze bundel is illustratief maar verklaart niet alles. Het vraagt om nader onderzoek over de beleving van het geloof bij de diverse generaties. Een taak voor het Praktijkcentrum voor onderzoek en dienstverlening in de kerken? Omgaan met krimp Op diverse plaatsen binnen het kerkverband kwam deze ontwikkeling aan de orde, waarbij diverse aspecten besproken werden. De krimp van de kerk kwam aan de orde op diverse classes. Indringend heeft de classis Axel zich ermee bezig gehouden. In Zeeuws Vlaanderen is sprake van vergrijzing en ontgroening. Dat treft de kerken ook. Als ze niets ondernemen, loopt de zaak vast. Daarom was er een speciale commissie om hierin beleid te ontwikkelen. Ze rapporteerde op de vergadering van juni met een rapport onder de titel: kerk van de toekomst. Men voelde de noodzaak om samen te werken op praktisch, ethisch en missionair gebied. Praktisch wordt dat onderzocht in de classis Assen: vijf kleine, vacante kerken zijn onder begeleiding van het Praktijkcentrum met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor samenwerken in het beroepen van predikanten en op andere gebieden. Ook in andere kleiner wordende kerken is het Praktijkcentrum actief. Een speciaal voorbeeld van groei: de classis Amersfoort sprak over een bijzonder verzoek. In Amersfoort komt een Armeense kerk samen in het kerkgebouw de Kandelaar. Deze gemeente wordt geleid door een predikant die opgeleid is in Frankrijk en de gereformeerde belijdenis aanvaardt. Via de kerk van Amersfoort-Centrum komt nu het verzoek van de Armeense kerk om toegelaten te worden tot het kerkverband van de gereformeerde kerken. Het heeft voor deze gemeenschap grote voordelen om aangesloten te zijn bij een bredere kring van kerken. Al jarenlang krimpen we in aantal. De leeftijdsopbouw binnen de kerken verandert. Daarover is al in 2010 een rapport verschenen, dat ook de trends die te signaleren zijn, doortrekt. Er is sprake van vergrijzing en ontgroening. Vergrijzing: veel kerkleden zijn vijftig plus. Ontgroening: het percentage jongeren zakt. Dat heeft gevolgen bijvoorbeeld voor wat financieel haalbaar is. De kerken samen, in de Vereniging samenwerking emeritering, hebben dat ook doorberekend en melden dat er voor de verplichtingen in dat verband een substantieel hogere bijdrage van de kerken nodig is. Dat is maar één van de punten waarop de teruggang in ledental gevolgen heeft. Maar verder? Denken we samen na over wat dit betekent voor de manier waarop we kerk zijn? Soms heb ik de indruk dat we lijken op een voetbalelftal dat met tien spelers verder moet, omdat een van de elf een rode kaart heeft gekregen. We willen hetzelfde, maar dan met minder mensen. Het verschil is wel, dat het in zo’n wedstrijd misschien om een half uur gaat. Terwijl ik hoop dat de kerk in ons land toch wat langer meegaat. In ieder geval tot de terugkomst van onze Heiland. Vertaald naar de situatie van vandaag binnen de kerken: laten we met elkaar onder ogen zien wat er aan de hand is (dat het in je eigen gemeente misschien fantastisch
482
JAAROVERZICHT
gaat, is alleen maar een prikkel om dat te delen met de buren) en verkennen hoe we met andere mogelijkheden dan vijftig jaar geleden kerk van Christus kunnen zijn in deze tijd. Ik schrijf met opzet niet: visie ontwikkelen, of: een lijn uitstippelen. Dat zijn al erg gedateerde reacties. Kerkgrenzen Perforatie van de kerkgrenzen komt steeds meer voor. Het is niet meer vanzelfsprekend dat gemeenteleden bij vertrek zich houden aan de door de classis vastgestelde grenzen. Daar kan ook wijziging in komen: door de opheffing van de kerk te Boerakker per 1 januari 2015 moesten de grenzen in dat ressort opnieuw vastgesteld worden. Maar er speelt meer: de classis Drachten hield zich op verzoek van één van de kerken ook bezig met deze zaak. Uit het verslag: "Opgemerkt wordt dat de persoonlijke situatie daarbij een rol speelt. Die situaties zijn vaak zo verschillend, dat er meer sprake is van maatwerk dan van een soort algemene regel die gehanteerd zou kunnen worden. Uiteraard is het voor de onderlinge band van broeders en zusters goed dat zij die bij elkaar in de buurt wonen, ook lid zijn van dezelfde kerkelijke gemeente. Tegelijk is het zo dat de gemeente meer is dan een administratieve eenheid. Het gaat om trouw aan elkaar en trouw blijven." Situaties waarin broeders en zusters hun attest opvragen om lid te worden van een zusterkerk, terwijl ze niet verhuizen, komen ook voor. In het verleden heeft de classis hierover gesproken. Toen is gezegd dat ontvangende kerken de broeders en zusters in liefde zullen ontvangen. Voor de kerk die verlaten wordt, is het van belang dat de reden van vertrek wel besproken moet zijn. Het is en blijft onwenselijk dat broeders en zusters hun attest opvragen om lid te worden van een zusterkerk, zonder te verhuizen. Maar er zijn situaties waarin een raad berust. Ook komt het voor dat leden zich onttrekken en lid willen worden van een zusterkerk. Het is zaak dat deze broeders en zusters de ernst van hun daad, de onttrekking inzien en dat zal ook onderwerp van gesprek zijn tussen de betreffende broeders en zusters en de ontvangende kerkenraad. Door de kerk van Middelburg wordt op de classis de vraag gesteld hoe er moet worden omgegaan met broeders en zusters die vanuit de kerk te Vlissingen naar de kerk van Middelburg willen overgaan. Door de classis wordt aangegeven dat deze broeders en zusters primair bij de kerk te Vlissingen horen te blijven. In heel bijzondere gevallen, zou na overleg met de betrokken broeder en/of zuster en met de beide kerkenraden een mogelijkheid tot overgang plaats kunnen vinden. Betrokkenheid De kerk van De Lier-Maassluis diende de classis Hoogvliet met een stuk waarin het ging om het gemak waarmee gemeenteleden soms overgaan naar een ander kerkgenootschap. De betrokkenheid is minder dan vroeger. De vraag die de kerken zich moeten stellen is: 'Hoe is onze rol gezien de huidige cultuur? Hoe binden we kerkleden aan onze leer?' Bij alle kerken heerst het gevoel dat er steeds vaker pastoraal maatwerk geleverd moet worden. Er komt een kloof tussen ouderen en jongeren over hoe zij de kerk beleven en zien. Niet vergeten moet worden dat we met elkaar gemeente zijn. De betrokkenheid van kerkleden kwam ook aan de orde in de classis Utrecht. Die sprak over de notitie ‘Omgaan met randleden’. Randleden zijn zij die zich niet of
JAAROVERZICHT
483
nauwelijks laten zien in de kerk, maar toch nog lid zijn. Een korte samenvatting van de bespreking: . Er is verschil tussen zich (metterdaad) onttrekken en afsnijden (negatieve houding) . Er is vooral maatwerk nodig. De geboden structuur in de notitie kan houvast geven Ledenverloop Terug naar de cijfers. Van wie zich onttrokken gaf een aantal van 554 aan dat ze zich bij geen enkele kerk voegen en van 484 mensen is het onbekend. Onder hen zal een behoorlijk aantal zijn die al lang uit het gezichtsveld verdwenen waren en van wie de kerkenraad moest constateren dat ze zich aan opzicht en tucht onttrokken hebben. Er is ook een aanzienlijk grensverkeer met de PKN, en met de CGK. Uit de cijfers van vorig jaar blijkt echter niet dat veel mensen zich aangesloten hebben bij kerken die zich van ons afgescheiden hebben, terwijl de synode toch al voor hen op cruciale punten verkeerde besluiten heeft genomen. Wel trok de onttrekking van prof.dr. J.Douma de aandacht. Hij heeft dit uitvoerig verantwoord in zijn boek Afscheid. We blijven dankbaar voor de manier waarop hij tientallen jaren lang leiding gaf aan het kerkelijk leven en de wijze waarop hij een doorgeschoten denken over de ware kerk corrigeerde. Geld Steeds meer kerken voelen de moeite om aan de financiële verplichtingen tegenover het kerkverband te voldoen. Op diverse classisvergaderingen kwam dat aan de orde. Speciaal moet hierbij genoemd worden de sterk toegenomen verplichting naar aanleiding van de besluiten om de emeritaatsvoorziening voor predikanten op peil te houden. Erover nadenkend heeft dit niet alleen te maken met de demografische ontwikkeling sec (vergrijzing en ontgroening), maar ook met de door diverse classes geconstateerde vermindering van betrokkenheid van vooral gemeenteleden jonger dan veertig. Anderzijds kan gemeld worden dat de deputaten Financiën en Beheer op de synode met voorstellen kwamen die voorzien in een verlaging van de quota in de loop van de komende jaren. Predikanten Rond de predikanten is het volgende te melden: Nieuwe predikanten P.R. Barkema M.K. Boersema P. Drost J. Jongsma L.E. de Jong F. Rinkema T. Wendt A.P. van der Velde M. Biewenga M.K. van Rijswijk
Amersfoort-Centrum Blije-Holwerd Delfzijl Driesum C.A. Hoogeveen Katwijk Langeslag i.c.m. Lemele-Lemelerveld Leidsche Rijn Mussel Ruinerwold-Koekange i.c.m. Zuidwolde (Dr.)
22-06-2014 07-09-2014 26-09-2014 31-08-2014 14-09-2014 09-11-2014 19-10-2014 01-06-2014 02-11-2014 02-03-2014
484 L.R.J. Kramer H. Zeilstra
JAAROVERZICHT Spakenburg-Zuid Zuidbroek
14-09-2014 15-06-2014
Predikant in Opleiding J. Cramer Heerde
27-04-2014
Overleden A. van Groos C.J. Breen H. Pool A. van Houdt M.J. Arntzen J. Bos
15-06-2014 07-09-2014 12-09-2014 19-09-2014 30-09-2014 19-10-2014
Hoogvliet-Spijkenisse Amsterdam-Centrum Veendam Urk Hattem Nijmegen
Over hen is een In memoriam te vinden in dit handboek, evenals van Ad Kooij, ook jarenlang predikant binnen de kerken en actief, vooral op het gebied van het diaconaat. Emeritaat J. Luiten J.J. Verwey H.M. Smit J.M. Burger M.A. Dronkers A. de Jager M.H. Oosterhuis M.J.C. Blok
Alkmaar Leeuwarden Rouveen Franeker-Sexbierum Hengelo (O.) Enschede-Oost Kampen-Zuid Spakenburg-Zuid
Losmaking/Ontheffing/Vertrek/Buitenland C. Alderliesten Cura_ao J.J.T. Doedens Vlissingen J.G. van der Hoeven Harlingen F.J. Bijzet Brouwershaven W. van der Schee Amsterdam-Zuid/West J. Douma Brunssum-Treebeek D. Mak Emmeloord G. Riemer Driebergen-Rijsenburg W.T. van Veelen Loenen-Abcoude
16-02-2014 02-03-2014 25-05-2014 01-09-2014 01-09-2014 07-09-2014 15-10-2014 26-10-2014 01-01-2013 01-01-2014 26-02-2014 16-03-2014 01-09-2014 30-11-2014 01-01-2015 01-01-2015 01-01-2015
Van C.Alderliesten is nu pas bevestigd dat hij vanaf 1 januari 2013 geen predikant meer is. Ds. Doedens werkt nu in het buitenland, evenals ds. F.J.Bijzet. Ds. D.Mak is predikant geworden van de NGK (tehuis)gemeente te Groningen. Ds. G.Riemer is overgegaan naar een andere staat in het leven: hij maakt nu deel uit van de kloostergemeenschap in de Bijlmer. Het contract met ds. W. Van der Schee was afgelopen en hij is nu beroepbaar. Ds. J.G. van der Hoeven bleek lid te zij inmiddels van een Evangelische groepering.
JAAROVERZICHT Jubilea 25 jaar: K.P.A. Moedt A.M. de Hullu J. Janssen D.J. van Diggele
485
12-02-1989 12-03-1989 21-05-1989
J.W. Boerma A.S. de Vries J.R. Geersing
Stadskanaal Ommen-West Zwolle-West Barendrecht-Pernis-Albrandswaard i.c.m. Middelharnis Rotterdam-Oost Ridderkerk ‘s-Hertogenbosch
40 jaar: H.G. Gunnink H. Folkers H. Hidding S. de Vries C. van der Leest M.J.C. Blok G.E. Geerds H. de Vries
Ten Boer i.c.m. Zuidwolde (Gr.) Veenendaal-Oost Bunschoten-West Helpman (Gr.) Groningen-Oost Spakenburg-Zuid Soest-Baarn Ureterp
16-01-1974 03-03-1974 15-09-1974 22-09-1974 29-09-1974 20-10-1974 25-10-1974 27-10-1974
45 jaar: D.T. Vreugdenhil D. Grutter M.H. Sliggers
Capelle aan den IJssel-Zuid/West Rijnsburg Arnhem
25-05-1969 31-08-1969 31-08-1969
55 jaar: H. Pool M. Brandes A. Geelhoed W. Wierenga
Veendam Hardenberg-Baalder ‘s-Gravenhage-Centrum/Scheveningen Helpman (Gr.)
03-05-1959 21-06-1959 12-07-1959 16-10-1959
70 jaar: M.J. Arntzen
Hattem-Noord
04-06-1944
28-05-1989 27-08-1989 17-09-1989 29-10-1989
Naar aanleiding van een brief uit Overijssel sprak de generale synode over preekbevoegdheid en of daarmee de bevoegdheid om sacramenten te bedienen samenhangt. Dat wil zeggen: zij sprak daar niet over, maar legde de vraag voor aan de Deputaten Herziening Kerkorde, in het kader van de algemene herziening van de generale regelingen. De GS nam met instemming kennis van het beroepsprofiel voor predikanten en veranderde de naam van de Deputaten Probleembehandeling in die van Deputaten Bemiddeling en Begeleiding. Zij riep zowel predikanten, kerken als classes op bij (dreigende) conflicten, bij problemen waardoor de kerkenraad dreigt vast te lopen en in situaties waarin er om wat voor reden dan ook zich een losmakingstraject aandient, zich tot Deputaten Bemiddeling en Begeleiding te wenden.
486
JAAROVERZICHT Lokaal
Veel plaatselijke kerken gaven het nodige door: Alkmaar: Er is sprake van beweging rondom de kerk, meer mensen volgen de alphacursus of christianity explored cursus; er is meer openheid voor het evangelie, zonder dat mensen meteen volledig in de kerk gaan meelopen. Wij stimuleren de gemeente om na te denken over kerkplanting in Alkmaar,daar willen we ook meer tijd, geld en energie in gaan steken. Amersfoort-Vathorst: Start bouw nieuw kerkgebouw binnen project Buitengewoon Zorgzaam). Appingedam: Als kerkgenootschap hebben we 67 jaar gekerkt in de oude synagoge aan de Broerstraat in Appingedam. Recent hebben wij de gereformeerde kerk aan de Dijkstraat aangekocht. Nu deze verbouwd en gerestaureerd is, houden we daar sinds mei 2014 onze kerkdiensten. Middenin het centrum van Appingedam! In een monumentaal gebouw. Arnhem: Ds. Gert Hutten wordt directeur van Stichting tot heil des Volks en blijft deels aan de gemeente verbonden. Assen-Peelo: Oude wijkbibliotheek aangekocht die wordt uitgebouwd tot een volwaardige kerk. Hier is o.a. in het dagblad "Trouw" de nodige aandacht besteed. De groei van de kerken in Assen is opvallend. Hiermee is echter wel een einde gekomen aan het huren van de Maranathakerk van AssenWest. Assen-West: Ook dit jaar hebben jongeren van Assen-West in de herfstvakantie weer een misionaire reis naar Ukraine gemaakt om daar een week lang te werken onder de jeugd van zigeuners en praktische hulp in bouw van sanitaire voorziening en school. Blije-Holwerd: De naburige gemeente van Ferwert-Hallum wordt opgeheven per 1 april 2015, we hopen dat leden zich vandaar bij ons aansluiten. Breda: Kerkgebouw is intern gemoderniseerd. Broek op Langedijk: Niet zozeer vanuit onze gemeente als wel uit de regio. Het project Hart voor Heerhugowaard, opgestart vanuit de CGK en Gkv van Broek op Langedijk ervaart veel zegen, de wekelijkse samenkomsten worden gemiddeld door 100 mensen bezocht. Dit jaar heeft de kerkelijk werker van de CGK (Alrik Vos), die het project leidt, zijn studie afgerond en kon hij worden beroepen binnen de NGK. De GKv Alkmaar en de federatieve gemeente De Open Hof (CGK en NGK) in Almaar zijn dit jaar ook ingestapt in het project en daardoor kon Alrik Vos beroepen worden door De Open Hof voor het werk in Heerhugowaard en heeft het project nu een predikant. Buitenpost: Een aantal gemeenteleden heeft initiatief genomen om onrecht en armoede daadwerkelijk te bestrijden. De gemeente zamelt geld in voor 'Stop aids Zuid-Afrika'. Ze werkt mee aan een project van de Verre Naasten (khot hat song). Dokkum: In Dokkum zijn gebedsavonden georganiseerd in de vorm van een buurtgebed, voor de vervolgde christenen in irak en Syrië. Duiven-Velp: De gemeente heeft zich bezonnen op haar toekomst en heeft een duidelijke keuze gemaakt om zelfstandige gemeente te blijven, ze wil wel meer de regio in de gaan door b.v. middagdiensten ook in andere plaatsen te beleggen.
JAAROVERZICHT
487
Emmeloord: We hebben een gemeentebreed project gedraaid met het boekje van ds. Gunnink 'Thuis in Gods huis'. Enschede-Zuid: We zijn/gaan in gesprek met de andere GKv kerken in Enschede. Heroriëntatie op gebouwen, aantal predikanten. Dit i.v.m. teruglopende ledenaantallen en VVB-inkomsten. Ferwert Hallum: De kerk van Ferwert-Hallum doet een verzoek tot opheffing van de kerkelijke gemeente, vergezeld van een akte van opheffing met bijlagen. Dit is zorgvuldig en in goed overleg met de leden van de gemeente voorbereid. De opheffing zal per eind maart plaats vinden. De classis voldoet, al is het met pijn, aan het verzoek van Ferwert-Hallum. De kerk kwam eerder in het nieuws omdat zij besloot niet op te heffen vanwege de asielzoekers die haar weten te vinden. Ten aanzien van de asielzoekers zal vanuit de classis een stuurgroep ingesteld worden voor de praktische en financiële aspecten en één van de classiskerken zal de ambtelijke zorg op zich nemen. De commissie zal een en ander uitwerken. Groningen-Noord/West: in 2014 zijn de voorbereidingen begonnen voor de verbouw van de Columnakerk, er zal o.a. een ontmoetingsruimte worden gerealiseerd en de kerk zal een nieuwe voorpui krijgen. Ook zullen er in de kerkzaal nieuwe stoelen worden aangeschaft. De realisatie van de verbouw en de aanschaf van de nieuwe stoelen zal in 2015 plaatsvinden. Groningen-Zuid: 50-jarig bestaan van het kerkgebouw is herdacht. Mogelijk worden stappen gezet in de richting van samenvoeging met de gemeente GKv Helpman. Hardenberg-Centrum: Prof. Douma, lid van onze gemeente, nam afscheid van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en voegde zich bij de "buren", de Gereformeerde Kerken Nederland. Marknesse: De kerkzaal heeft een herindeling ondergaan. Wij oriënteren ons al kerkgemeenschap om zaken als vereniging en catechisatie samen te organiseren met een andere kerkgemeente vanwege ons teruglopend ledenaantal. Noardburgum: Het contact met de bewoners van het AZC in Burgum heeft tot gevolg dat veel mensen tot geloof komen. Mochten in 2013 48 asielzoekers gedoopt worden, in 2014 waren er 14 dopelingen. Naast de wekelijkse preekbespreking, bijbelstudie en doopcatechese is er ook elke week een Nederlandse les voor asielzoekers. Veel asielzoekers hebben positief antwoord op hun asielverzoek gekrege, maar tegelijk zijn er ook veel asielzoekers die na jarenlang wachten nog steeds in onzekerheid leven. Dreigende uitzetting vormt voor hen een grote bedreiging. Zeker als de IND hun bekering niet gelooft en ze als christen uitgezet dreigen te worden naar landen waar het voor christenen, naar de mens gesproken niet veilig is. Het werk wordt vanuit het kerkverband gesteund. Ommen-West: In 2014 hebben we de 'pastorale organisatie' vrij ingrijpend aangepast. Daar waar in het verleden een ouderling en een diaken verantwoordelijk waren voor een wijk binnen de gemeente, is nu gekozen voor het indelen van de gemeente in drie delen die bearbeid worden door een team van twee ouderlingen, twee diakenen en enkele pastorale bezoekers. Ook is, in combinatie hiermee, gekozen om meer zaken aan het moderamen te delegeren en zijn er minder vergaderingen van de kerkenraad met diakenen. Oosterwolde (Fr.): Samenwerking met 5 vacante kerken in de classis Assen. Met als doel gezamenlijk 1 of 2 predikanten beroepen. En samenwerking op andere ge-
488
JAAROVERZICHT
bieden. Het Praktijkcentrum biedt hierin hulp en begeleiding. Roodeschool: Het kerkgebouw heeft bij de aarbevingen in Noord-Groningen schade opgelopen. De schade, voor een bedrag van 75.000 euro, wordt vergoed door de NAM. Rotterdam-Centrum: In 2014 is een start gemaakt met de plannen van de verbouwing van de kerk. Het gebouw is verouderd (er moest wat gebeuren). Alleen gaat het doel verder dan alleen het opknappen van het pand. We hopen dat het gebouw veel meer dan nu gaat bijdragen aan waar we als gemeente voor staan: samen luisteren naar God en samen kerk zijn in de stad. Het huidige gebouw werkt daarin eerder tegen dan mee, het verbouwplan lost dat op. Worden we daardoor een ideale gemeente? Nee! Maar het kerkgebouw zal veel meer dan nu gaan uitnodigen tot ontmoeting. Met God, met elkaar, met de stad (meer informatie op www.kerkinuitvoering.info) Rotterdam-Oost: Overgang van twee naar één gemeentepredikant; de andere predikant die aan de gemeente is verbonden is grotendeels vrijgesteld t.b.v. missionair werk in kerkplantingsinitiatief Hillegersberg. Rotterdam-Zuid: Vanuit onze gemeente hebben we door God geleidt diverse projecten in Rotterdam mogen sturen en ondersteunen, zoals onder andere MEER dan BeverWAARD (kerkstichting in de Beverwaard) en Kerk op de Kop (http://hetprojectopzuid.nl). Spakenburg-Zuid: De laatste zondag van het kerkelijk jaar werd daadwerkelijk gevierd als Eeuwigheidszondag. Familieleden van overleden gemeenteleden zijn voor de dienst uitgenodigd. De namen van de overledenen werden gedurende het jaar op een witte steen geschreven en die stenen werden in een schaal vooraan in de kerk gelegd. Op Eeuwigheidszondag zijn die stenen aan de familieleden meegegeven. Voorgaande jaren werden de namen van de overledenen genoemd tijdens de kerkdiensten op Oudjaarsdag. Ten Post: We zijn bezig met een toekomstvisie voor de kleine gemeente, met begeleiding van het Praktijkcentrum. Tilburg: Vanaf 21 december 2014 zal er geen eredienst meer plaatsvinden in de middag. De ochtenddienst zal om 10.00 uur beginnen (in plaats van 9.30). Er zullen 's middags andere invullingen gaan komen. Zaamslag: We hebben sinds oktober 2013 een jonge predikant en we krijgen nogal wat gasten in de zondagse erediensten. Het mooie is ook dat het niet alleen is door de actuele preken maar ook in verband met de gastvrijheid van onze gemeente. De gasten komen uit andere kerken waar ze het niet naar hun zin hebben. Er is dus sprake van een verschuiving van de ene naar de andere gemeente. Maar we waren een krimpende gemeente en nu krijgen we veel gasten, dat is wel bemoedigend. Zuidlaren: De bestaande kerk is ingrijpend verbouwd en in gebruik genomen Zwijndrecht: In 2014 is begonnen met een grondige verbouwing en uitbreiding van het uit 1951 stammende kerkgebouw. Naar verwachting zal de vernieuwde ‘Maranathakerk’ medio 2015 in gebruik genomen kunnen worden. Zuidwolde(Gr): Misschien is er in 2015 wat te melden: we hebben het Praktijkcentrum advies gevraagd bij een steeds kleiner wordende gemeente. Opvallende trend in 2014: veel kerken zijn bezig in en met hun directe omgeving. Niet alles daarbij hoeft een missionaire intentie te hebben, maar het heeft zeker een
JAAROVERZICHT
489
missionaire dimensie. Door de jaren heen verschuift de aandacht van de hardware (nieuwe kerken en/of orgels) via projecten van gemeenteopbouw naar diaconale en missionaire projecten buiten de eigen gemeente. Het instituut In dit hoofdstuk van het jaaroverzicht kijken we naar een aantal aspecten van het instituut kerk. Kerkelijke werkers Het onderwerp voor de enquête is dit jaar gekozen in samenwerking met het Steunpunt Kerkenwerk en de vragen zijn toegespitst op de plek die de kerkelijke werkers inmiddels innemen. De gegevens zijn dus niet alleen interessant vanwege hun nieuwswaarde maar helpen het SKW en andere organisaties, waaronder het Praktijkcentrum, ook om nog beter in te spelen op de vragen vanuit de kerken. De enquête is ingevuld door 215 kerken. De vragen werden als volgt beantwoord (de nummering van de vragen is de oorspronkelijke): 4. Heeft u één of meer Kerkelijk Werkers (KW) in dienst? 13% van de kerken antwoorde hierop met ja; 87% met nee 5. Zo ja, hoeveel? Bij de respondenten blijken 33 kerkelijk werkers in dienst te zijn. Opvallend is een aantal van 10 in Overijssel. 6. Wat is de aard van de verbintenis? 30 van hen werken via eenaanstelling met een arbeidscontract en werkt in loondienst; 3 werken er op declaratiebasis. De rubriek ‘anders’ is door niemand aangekruist. Bekend is dat er hier en daar iemand aangesteld is als kerkelijk werker zonder vergoeding. 7. Welke werkzaamheden worden verricht en voor hoeveel uur? Werkzaam in pastoraat zijn er 21; in de prediking 7; in catechese 16; in gemeente opbouw 13; in het jeugdwerk 21; in het diaconaat 3 en missionair 7 8. Wat is de hoogst genoten opleiding van de KW? 12 zijn er universitair opgeleid en 21 via het HBO. Hierbij komt de Theologische Universiteit in Kampen vaak naar voren, daarnaast de Christelijke Hogeschool in Ede; minder vaak de VIAA, voorheen Gereformeerde Hogeschool. 9. Welke Arbeidsvoorwaarden worden gehanteerd bij het dienstverband? De voorwaarden van SKW/LUCEO worden bij 29 werkers gehanteerd; in 4 gevallen zijn er andere. 10. Worden de arbeidsvoorwaarden integraal toegepast of enkel onderdelen hieruit? Ze worden integraal toegepast bij 27 werkers en bij de andere op onderdelen. 11. Voert u jaarlijks functioneringsgesprekken? Dat is bij 31 van hen het geval 12. Wordt momenteel door de in dienst zijnde KW-ers deskundigheid bevorderende
JAAROVERZICHT
490
opleidingen gevolgd of zijn daar in de directe toekomst plannen voor ? Zo ja, welke opleidingen. Slechts 5 van de werkers volgen op dit moment een opleiding. 13. Zo ja, welke opleidingen? Geantwoord is: de TU kampen, soms een opleiding contextueel pastoraat en ook de Evangelische faculteit in Leuven is in beeld. 14. Welke deskundigheid bevorderende opleidingen acht u nodig in de nabije toekomst? Hier is geen concreet antwoord op gekomen. 15. Heeft uw kerkelijk werker preekbevoegdheid? Dat is bij 11 van de 33 het geval. 16. Hoe is de kerkelijk werker zijn werk begonnen? 16 van hen na een persoonlijke introductie; 13 na een liturgisch moment, 1 in een combinatie van beide en 4 op een andere manier. 17. Hebt u andere mensen beroepsmatig aangesteld? Bij 172 kerken is dat een predikant; bij 111 kerken een koster, 11 kerken kennen een andere beroepskracht en 23 kerken hebben alleen een kerkelijk werker in dienst. Bij die andere beroepskracht valt te denken aan een boekhouder, een tuinier, een kerkmusicus, een predikant in opleiding, een schoonmaker. Een aantal aparte opmerkingen zijn gemaakt; soms is het contract beëindigd, in goed overleg. Een kerk merkt op dat ze veel met vrijwilligers werken, bijvoorbeeld mentoren in het pastoraat. Het kerkverband Opvallend is de opheffing van de classis Zutphen. De classis vond zichzelf te klein om het werk goed te doen. De meeste kerken uit de classis vonden aansluiting bij de classis Enschede; de kerk van Duiven-Velp hoort nu bij de classis Arnhem. Overigens telde de classis Zutphen nog meer kerken dan bijvoorbeeld de classis Axel. Kerkorde De generale synode nam een ingrijpend besluit inzake de herziening van de kerkorde. Het proces loopt al vanaf de synode van Zuidhorn en kon nu na een aantal consultatieronden binnen de kerken afgerond worden, voorzover het de tekst van de kerkorde zelf betreft. Een aantal generale regelingen is nog niet klaar. Als je kennis neemt van deze kerkorde zijn een aantal dingen opvallend: - Er is nog steeds heel veel geregeld. Het kan erop lijken dat er meer vastgelegd is dan voorheen, omdat de kerkorde veel meer artikelen telt, maar dat is schijn: allerlei afspraken die er toch al waren, hebben nu hun plaats gekregen. Allerlei discussies zijn nu uitgekristalliseerd, bijvoorbeeld hoe het gaat als je bezwaar hebt tegen een besluit van een kerkelijke vergadering. - Ingrijpend is het vrijwel verdwijnen van de particuliere synodes. Wat ervan overgebleven is, heeft vooral een rol in het appelrecht. De deputaten herziening kerkorde hebben voor deze verandering een handreiking geschreven en aan de
JAAROVERZICHT
491
classes toegestuurd. - Op een aantal plaatsen komt de kerkorde tegemoet aan de groeiende diversiteit binnen de kerken. Bijvoorbeeld in het besluit om uit te spreken dat de kerkenraad de gemeente als regel twee keer per zondag zal samenroepen. De verslagen van de classisvergaderingen laten zien hoe verschillend kerken hiermee omgaan. - De diaken hoort nu definitief niet bij de kerkenraad. Vooral in kleine gemeenten zal dat onderwerp van gesprek worden. Als de diaken functioneerde als hulpouderling en omgekeerd. Het kan ook betekenen dat er een ‘emancipatie’ van het diaconale ambt komt. De kerkorde wordt officieel van kracht op 1 juli 2015. Introductietraject Er komt nog een speciaal introductietraject om ervoor te zorgen dat de nieuwe kerkorde goed landt binnen de kerken. Duidelijk moet worden of deze kerkorde in een tijd van transitie de goede kaders biedt voor de ontwikkeling van de kerk en haar helpt om in de eenentwingste eeuw gemeente van Christus te zijn, of dat die nog teveel regelt. Die geluiden zijn hier en daar al vernomen en deze vraag speelt ook elders: in het Nederlands Dagblad werd een gesprek gevoerd over de manier waarop bijvoorbeeld de evangelische beweging zich georganiseerd heeft in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Met een in beton gegoten structuur van een flatgebouw, terwijl de gemeente nu meer behoefte heeft aan flexibele vormen. Instituut nodig? Het roept de vraag op, hoeveel structuur een kerk nodig heeft. Laten we daarover nadenken. Ergens ontstaat, door het werk van de heilige Geest die mensen laat getuigen van Gods grote daden, een huisgemeente. Allemaal heel laagdrempelig. Er hoeft niet veel georganiseerd te worden Er zijn geen onkosten aan vergaderlocaties en dergelijke. Geen regeltjes die spontaniteit hinderlijk in de weg staan. Toch ontkomen ze niet aan een paar afspraken: hoe laat komen we bij elkaar, wie zorgt voor koffie, wie vangt de kinderen op, en misschien hier en daar nog wat. Een schema wie tante Truus ophaalt die geen eigen vervoer heeft, bijvoorbeeld. Zelfs bij zo’n heel laagdrempelige manier van kerkzijn is er iets van een instituut. Van regels en structuur. Het mooie is dat er dan niets meer aan structuur is dan het absolute minimum. En wat er is, leidt geen eigen leven, maar is gericht op het doel van die gemeente. Wel is helder: zodra mensen samenkomen, is er, bewust of onbewust, sprake van een instituut, of regels, afspraken, hoe je het ook maar noemt. Groei Laten we even doordenken over wat er gebeurt als zo’n gemeente groeit. Of er ontstaan hier en daar nog wat gemeentes. Dan zijn er misschien wat meer regels nodig. Misschien denk je over een eigen vergaderplek, omdat het allemaal niet meer in een huiskamer past. Dan zijn langzamerhand wat meer afspraken nodig. Een achtergrond kan bijvoorbeeld ook zijn dat het in de kerk van Jezus Christus nooit mag gaan om het recht van de sterkste. In dit geval niet het recht van de man met de dikste spierballen of het grootste geweer, maar bijvoorbeeld van de broer of zus die het vlotst met de babbel is of die goed kan manipuleren. Als Jezus zich inzet voor het gebroken riet (Matteüs 12: 19), moet er in zijn gemeente, met welke organisatiestructuur ook, veiligheid zijn voor mensen die niet zo assertief zijn. Daarvoor kun je
492
JAAROVERZICHT
afspraken maken. Je merkt wel: hoe meer mensen, hoe meer structuur, hoe meer er iets van een instituut komt. Allergie Het lastige daarbij is dat mensen onderhand allergisch worden voor afspraken, en voor een instituut. Door heel Nederland klinkt de roep om afschaffen van regels, en dan vooral van die regels die jezelf aan banden leggen. En in kerkelijk Nederland is er een trend aanwezig die met het instituut van de kerk niets heeft. Vooral onder de dertigers is dat het geval. Dat heeft te maken met de cultuur van deze tijd, wel aangeduid met de term postmodernisme. In het modernisme had men de illusie dat alles beheersbaar was, vandaar uitgebreide regelgeving in de maatschappij en in de kerk. Nu komt men er achter dat dit niet zo is. Het beheersbare blijkt een illusie. Bovendien legde het veel spontaniteit lam. Maar je kunt ook als kerk eens naar jezelf kijken. Laat het dan zo zijn dat er altijd iets van een instituut, van regels nodig is, ze hebben wel de neiging om te groeien. En er kan een moment komen waarop de instandhouding van het instituut zelf belangrijker wordt dan het doel waarvoor bijvoorbeeld de gemeente bestaat. (zie 1 Petrus 2: ... om de grote daden van God te verkondigen.) Een kerkgebouw kan bijvoorbeeld een sta-in-de-weg worden. Het is met veel liefde gebouwd, enkele decennia geleden. Of enkele eeuwen geleden. In het gebouw hangt de sfeer van al die jaren lofzang en verkondiging. Maar instandhouding ervan kan zoveel energie kosten dat je aan je eigenlijke taak niet meer toekomt. Hoe radicaal ben je dan? Heb je dan het lef om te zeggen: wij doen een enorme stap terug, gaan bijvoorbeeld verder als huisgemeenten? Om maar kerk te zijn zoals Christus het heeft bedoeld? Of zoek je, iets minder radicaal misschien, toch andere vormen, waarbij het instituut niet langer hinderlijk is? Twee lijnen Het gaat om twee lijnen: 1. Er is iets van een instituut nodig zodra mensen bij elkaar komen. Laat daarom in de al dan niet begrijpelijke allergie tegen het concrete instituut dat niet ondersneeuwen. Het instituut zorgt ook voor een veilige sfeer. Ik denk heel concreet aan de goede protocollen rond seksueel misbruik door kerkelijke functionarissen. Ook daarover heeft de synode uitspraken gedaan. 2. Het instituut is dienstbaar aan de grote zaak: de werkelijkheid van Christus’ rijk in deze wereld. Dat vraagt voortdurende bezinning op dit punt en goede geestelijke leiding: is wat wij doen en organiseren, nog steeds in de ondergeschikt aan dit doel? Daarbij gaat het om de praktijk; op papier is dat natuurlijk altijd zo. De weergave van de gesprekken op de diverse classes laat merken dat kerken ook bereid zijn na te denken over de manier van kerkzijn in deze eeuw en daarvoor nieuwe wegen willen gaan Theologische Universiteit Opvallend in 2014 was de wisseling van docenten. Prof.dr. C.J. de Ruijter nam afscheid; hij gaf daarbij een college over de plaats van lichamelijkheid in de eredienst. Ter gelegenheid van zijn afscheid is hem een bundel opstellen aangeboden: Instemmend luisteren, onder redactie van Marinus Beute en Peter van de Kamp.
JAAROVERZICHT
493
Benoemd zijn - dr. C. Van Dusseldorp, docent homiletiek - dr. J.H.F. Schaeffer, docent praktische theologie - dr. R.T. te Velde, docent systematische theologie (in januari 2015,) - dr. J.M. Burger, docent systematische theologie - dr. St. Paas, professor missiologie. Hij inaugureerde op 6 december 2014, de verjaardag van de universiteit, en wees op het plaatsvervangend priesterschap van de gelovigen in hun eigen omgeving - dr. R. Kuiper, in mei 2014 als bijzonder hoogleraar identiteit opgetreden en in januari 2015 als rector, beoogd opvolger in die functie van prof.dr. M. Te Velde - prof.dr. Th Boer, vanaf september bijzonder hoofleraar ethiek van de zorg. - dr. H.Geertsema en drs. B. Vreugdenhil, empirische onderzoeksmethodologie. Prof.dr. A. de Bruijne verblijft voor een jaar in de Verenigde Staten, om zich te wijden aan onderzoek. In het voorjaar vond een bijzondere conferentie plaats met de zusterinstelling van de Canadese kerken in Hamilton. Die was gewijd aan het gezag van de heilige Schrift. Ondanks begrip voor elkaar bleven de vragen vanuit Canada toch overeind. Vragen die ook in Nederland leven. Daarom schreef de synode een speciale brief aan de kerken over de Theologische Universiteit, de synode en de kerken. Daarin werd de plaats van de wetenschappelijke methode uitgezet en afgegrensd tegenover de kerkelijke benadering. Dr. J.J.T. Doedens is gepromoveerd op een proefschrift over The sons of God in Genesis 6: 1-4. Dr. W. Huttinga promoveerde op een proefschrift onder de titel Participation and communability, Herman Bavinck and John Milbank On The Relation Between God And The World. Samenwerking met de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven is uitgebreid, speciaal rond promotie-onderzoek. De vraag wordt wel eens gesteld om het niet voldoende is om een seminarie te hebben: een eigen opleiding voor werk binnen de kerken, die niet aan de strenge eisen van de overheid hoeft te voldoen en, dat is dan de onderliggende gedachte, wellicht minder geld nodig heeft. Dat is in de kerkelijk wereld inderdaad een mogelijkheid: denk aan het Baptistisch seminarium in Amsterdam. Ik ben er niet direct van overtuigd dat het voor de kerken een goedkopere oplossing zou zijn. Er zit meer aan vast dan op het eerste gezicht lijkt. Tegelijk proef ik er ook wel eens een verwijzing in naar wat Christus opmerkt over geloven als een kind: doe maar gewoon... Prima, maar dezelfde Christus vraagt ook God lief te hebben met heel je verstand. Ik wil dat niet tegenover elkaar stellen, maar, met een verwijzing naar professor Voetius uit de zeventiende eeuw, met elkaar verbinden: wetenschap en vroomheid. Wie door God gezegend is met een scherp denkvermogen moet dat ook in dienst van het evangelie kunnen stellen. Anders valt het leven toch weer in sectoren uiteen en wordt het geloof op de duur onbelangrijk. De keuze voor wetenschappelijke beoefening van de theologie hoort bij het besef te leven in een door God geschapen en bestuurde werkelijkheid. Een andere vraag daarbij is of we dat dan als kerken allemaal zelf moeten blijven doen. Ligt verdere samenwerking met de vergelijkbare instelling in Apeldoorn niet voor de hand? Zijn er nog andere mogelijkheden? Ook dat wordt stevig onderzocht en komt de komende jaren aan de orde. Het kon voor de synode van 2014 niet afgerond worden.
494
JAAROVERZICHT Boodschap Middagdienst
Op veel plaatsen is het gesprek over de invulling van de eredienst gevoerd. Zo sprak de classis Arnhem over interactieve diensten en gaf het advies mee om de predikanten na drie diensten tops en tips mee te geven. Uiteraard kwam de invulling van de middagdienst aan de orde, bijvoorbeeld in de classis Hattem. Als voorbereiding voor het gesprek is een van de kerk te DrontenNoord ontvangen inleiding rondgestuurd, waarin een pleidooi gehouden wordt voor twee kerkdiensten per zondag. In de bespreking komt naar voren dat alle gemeenten geconfronteerd worden met een terugloop in het bezoek aan de tweede dienst. De meeste kerkenraden zoeken, samen met de gemeente, naar nieuwe vormen voor de middagdienst. Geconstateerd werd in de afgelopen jaren, dat dit hooguit leidt tot een stabilisering van het bezoekersaantal, maar niet tot uitbreiding ervan. De classis spreekt af dat alle predikanten zullen opgeven of en hoe zij in staat zijn om bijv. in een serie middagdiensten, interactief of op wat voor manier dan ook, voor te gaan in de classiskerken. Zo kan wellicht een rouleersysteem worden opgezet. Ook in de classis Leeuwarden speelde het onderwerp. In het kader van art. 41 K.O. heeft de kerk van Franeker-Sexbierum een bijdrage toegezonden ‘Bezinning middagdiensten’. In drie groepjes is hierover gediscussieerd en daarna plenair doorgesproken. Centraal staat dat de rustdag in de eerste plaats dag van God is. De kerk van Leeuwarden kan Franeker-Sexbierum van dienst zijn met de uitkomsten van een enquête die vorig jaar is gehouden Fries Speciale aandacht kreeg in Friesland het project erediensten in het Fries; zogenaamde fryske earetsjinsten. Alles ligt ervoor klaar. Zelfs de Heidelbergse catechismus is in het Fries vertaald, maar er zijn volgens de commissie nog steeds te weinig erediensten in het Fries. En dat terwijl voor mensen die die taal spreken, hun hart er rechtstreeks door geraakt wordt. De commissie streeft naar minstens een eredienst in het Fries per kerk per jaar. Overigens kent Groningen ook erediensten in de eigen taal. Afronding kerkboek Ook de generale synode nam besluiten rond de eredienst. We begonnen dit jaaroverzicht met de eerste uitspraak over de verantwoordelijkheid van kerkenraden voor de te zingen liederen in de eredienst. De synode besloot de inhoud van het nieuwe gereformeerde kerkboek vast te stellen en daarnaast de kerken de vrijheid te geven uit het liedboek 2013 te zingen. Hiermee is een voorlopig einde gekomen aan een jarenlang proces om een nieuw kerkboek te krijgen. Er is in die jaren heel wat besproken en getoetst. Nieuwe liederen zijn ingevoerd en in sommige gevallen ook weer afgevoerd. Aan de start van het proces kon niemand vermoeden dat de bundel Opwekkingsliederen zo’n grote plaats zou gaan innemen. Als er al uit gezongen werd, dan alleen in heel speciale gevallen. Overigens gaat het niet alleen om de liederen; ook de formulieren hebben een opknapbeurt gekregen, in de aanpassing aan het taalgebruik van de Nieuwe Bijbel Vertaling. De synode laat de kerken het niet helemaal zelf uitzoeken: de deputaten voor kerkmuziek en liturgie moeten
JAAROVERZICHT
495
handreikingen maken voor de omgang met de diverse soorten muziek binnen de eredienst. Aan de taal van de belijdenis gebeurt voorlopig niets: die wordt opgenomen in het kerkboek in de tekst die sinds de jaren tachtig gebruikelijk is. Bededag? Een klein, opvallend puntje is dat de synode de classis Den Haag niet opnieuw de opdracht gaf een bededag uit te schrijven als deze classis daartoe aanleiding zag. Ook op dit punt wordt de klemtoon gelegd op de verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerken. De CGK, met wie intensieve gesprekken gevoerd worden, kent zo’n opdracht aan een classis nog wel. Dit jaar was er wel aanleiding voor geweest misschien: de ramp met het toestel dat in de Oekraïne neerstortte na getroffen te zijn door een raket, het niets ontziende optreden van terroristen in deze wereld, in Irak en in Nigeria, het toenemen van Christenvervolging, om maar wat te noemen. Maar het is niet goed voorstelbaar dat deze zaken geen rol zouden spelen in de publieke voorbede van de gemeente. Dr. Hans Schaeffer wees er tenminste in De Reformatie op, in navolging van een opmerking van dr. Sake Stoffels, dat de indruk op zijn minst bestaat dat er gebeden wordt voor persoonlijke zaken als ziekte en voor de grote dingen in deze wereld, maar dat het ‘middenveld’ van de werksituatie van de mensen en de buurt opbreekt. Bijbelvertaling Nieuwe deputaten bijbelvertaling komen er niet; hun werk is klaar. Wel blijven de kerken via de deputaten voor kerkmuziek en eredienst alert op de komende revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling. Ook kregen die de opdracht de kerken te adviseren over het gebruik in het onderricht van de Bijbel in gewone taal. Deze verscheen in oktober 2014 en de eerste druk was binnen de kortste tijd uitverkocht. De vertalers hadden zich tot doel gesteld om in een beperkt aantal woorden de bijbelteksten weer te geven, zodat de taal voor niemand een belemmering hoefde te zijn. Het betekent wel dat al vertalend al keuzes gemaakt zijn voor de lezers die deze niet kan wegen. Dat de verschijning van de Bijbel in gewone taal nodig was - en ook zo’n verkoopsucces is - zet overigens aan het denken over de manier waarop we ook in andere uitingen ons geloof onder woorden brengen. En ook verder en algemener gedacht: we danken allen God, met ‘hart en hoofd en handen’. Laten we dat voldoende naar voren komen in de manier waarop we met elkaar kerk zijn? Mission Rond het zendingswerk is het een en ander gebeurt. Allereerst de overgang naar een nieuwe benaming: Mission. De deputaten hebben dat verantwoord in een aparte notitie daarover. Wat heel duidelijk naar voren komt: er is sprake van een cultuurverandering. In meerdere opzichten. In het woord ‘zending ’kan een westers superioriteitsgevoel doorklinken. Wij sturen iemand op weg met de goede boodschap die de andere partij mag ontvangen. De werkelijkheid is veel meer geworden dat we van beide kanten iets kunnen en willen leren van elkaar. Er is steeds meer sprake van een relatie tussen gemeenten. Daarnaast merken we in Nederland dat er hier heel veel mensen wonen die niet maar vervreemd zijn van de kerk, maar nooit lid geweest zijn. Het evangelie is voor
496
JAAROVERZICHT
hen even nieuw als voor die bewoner van het oerwoud van vroeger. En dan zijn er ook nog eens binnen de Nederlandse cultuur allerlei subculturen die een eigen benadering vragen. Het oude verschil tussen zending en evangelisatie is behoorlijk vervaagd. Missie van de kerk Het mooie van de term mission vind ik dat die heel direct aansluit bij de vraag naar de missie van de kerk. Wat is eigenlijk het doel van je bestaan hier? Veel organisaties zijn daarmee bezig. En ook kerken vragen zich dat af. Vanuit de Bijbel kom je dan bij de opdracht in Mattheüs 28: 'Ga alle volken onderwijzen in wat Jezus geleerd heeft en weet je daarbij gesteund in de verzekering dat Christus zelf daarbij is.' Voordat Hij dat meegaf aan zijn discipelen, had Hij zijn opdracht aan hen al verbonden met die van de Vader aan Hem: 'Gelijk mij de Vader zendt, zend Ik ook u...' Een mooi gezang om te zingen in de kerkdienst, maar als je er even over nadenkt, kan dat niet vrijblijvend. Het goede nieuws dat je leven redde, kun je dan niet voor jezelf houden. Zit het dan vast op termen? Uiteraard gaat het om wat je ermee bedoelt. Maar in de inzet om voortaan te spreken over mission gaat het er ook om dat je je bewust bent en wordt van wat de kern van kerkzijn is. In de praktijk kon aandacht voor zending nog wel eens aan de periferie van het kerkelijk leven staan. De deputaten wijzen daar ook op; de belangstelling voor het zendingswerk vermindert nu er op een minder tot de verbeelding sprekende manier gewerkt wordt. Als je echter doorkrijgt dat deelnemen aan de missie van Christus nu net je bestaansrecht als kerk uitmaakt, loop je warm voor mission. Communicatie Het beteken volgens mij wel dat je een omslag moet maken van voorlichting naar communicatie. Misschien klinkt het hetzelfde, omdat veel communicatiemodellen teruggaan op een simpel schema over zenden - boodschap - ontvangen. Dat kun je behoorlijk eenzijdig invullen. Dan geef je voorlichting, over de laatste ontwikkelingen elders. Een passende reactie daarbij is: interessant, dat wist ik nog niet. Maar er hoeft geen sprake te zijn van meedenken, of zelf in actie komen. Intussen gaan we echter weer terug naar de eigenlijke betekenis van communicatie: er gebeurt iets tussen mensen. Er is sprake van wederkerigheid, van afstemmen op elkaar. Het simpele model van zender - boodschap - ontvanger is dan ook allang ingeruild voor een wat ingewikkelder model, met veel meer nadruk op die wederkerigheid. Als ik het goed begrijp is dat ook wat beoogd is met die naamsverandering. Het gaat erom dat elke gemeente zich bewust is van haar missie in deze wereld en kijkt hoe je daaraan op je eigen plek en je eigen mogelijkheden vormgeeft. Je let daarbij op de mogelijkheden in je eigen omgeving en je weet je tegelijk verbonden met de kerk van alle tijden en plaatsen. Juist het katholieke karakter van de gemeente zorgt voor een wijde blik. Terugkijken Er was ook aanleiding om terug te kijken naar zendingsprojecten die tientallen jaren de aandacht vroegen. In Friesland was er aandacht voor 50 jaar werken in ZuidAfrika en in andere gebieden ging het om zestig jaar werken onder de Papoea’s. Dat werd aldaar gevierd met een dankdienst, ook omdat aan de ondersteuning vanuit
JAAROVERZICHT
497
Nederland een einde gekomen is. De ontstane kerken kunnen zelfstandig verder. De komende vijf jaar wordt gewerkt aan leiderschapstrainingen. Nieuwe structuur Omdat in de oude structuur wel eens onduidelijk was hoe de verdeling van de verantwoordelijkheden liggen, had de Generale Synode van 2011 al opdracht gegeven om na te denken over een vereenvoudigde structuur. Die hangt ook samen met de verandering in visie: van zending naar mission. De eerste verantwoordelijkheid blijft liggen bij de plaatselijke kerken. Zij kunnen gaan samenwerken in regionale verbanden en ook in een landelijk verband. Ook De Verre Naaste is in dit geheel betrokken. Bestuur van het landelijk verband is ook bestuur van deze uitvoerende organisatie. Het landelijk verband volgt ‘of binnen de GKv de uitvoering van het mission-werk op een juiste manier bijdraagt aan de verspreiding van het Evangelie en de opbouw van de wereldwijde kerk en of de hiervoor beschikbare middelen op een effectieve en efficiënte manier worden ingezet. Door een Landelijk SamenwerkingsVerband wordt het ook mogelijk om beleidsafspraken te maken voor landelijk beleid en onderlinge afstemming’ . Bijzondere initiatieven In de rapportage aan de synode is een overzicht opgenomen van de bijzondere projecten van gemeentestichting. Dat zijn er meer dan 40! Wel van een verschillend karakter. Inmiddels zijn er ook nieuwe initiatieven: De Akergemeente in Amsterdam, die een bijzondere plaats inneemt in het kerkverband, heeft een nieuw initiatief opgestart: Chaudfontaine, in de wijk Sloten. De classis Amsterdam-leiden steunt dit initiatief. Ook de samenwerkingsgemeente te Hilversum hoopt in 2015 te starten met een groot evangelisatieproject in Hilversum-Noord. Wat breder was de vraag van de stichting evangelie en Moslims aan de kerken in Twente om meer samenwerking. De classis ging via de kerk van Almelo met hen in gesprek. Afspraken zijn gemaakt. De kerken blijven participeren in deze stichting; er zijn weer deputaten benoemd die op dit punt moeten samenwerken met het Praktijkcentrum. Dat hangt samen met het besluit om, na de oprichting van het Praktijkcentrum, het deputaatschap Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten op te richten, omdat de taken van deputaten OOG m.b.t. gemeenteopbouw en missionaire ondersteuning, met uitzondering van het verlenen van aanvullende steun aan gemeentestichtingsprojecten zijn belegd in het Praktijkcentrum, en elders. Op meer plaatsen wordt echter een spanning gevoeld tussen de plaatselijke initiatieven en het zendingswerk veraf. Zo gaf de kerk van Arnhem dat tenminste aan op de classis. Ook in Fryslân was de herindeling aanleiding om eens te kijken naar de op te brengen quota. In Utrecht heeft het missionaire werk goede voortgang. Op de classis kwam het aan de orde: Huis van Vrede heeft het verzoek aan de classis gedaan om het proces te mogen starten te mogen toewerken naar een zelfstandige gemeente. Tijdens dat proces zal o.a. aandacht besteed moeten worden aan een mogelijk geschilpunt: Huis van Vrede vraagt ruimte om op het gebied van volwassendoop zich richting ge-
498
JAAROVERZICHT
meenteleden en ambtsdragers ruimer op te stellen dan gebruikelijk in ons kerkverband. Gesprekken hierover worden op dit moment nog gevoerd tussen Huis van Vrede en de Rehoboth-gemeente (Utrecht-Centrum). Een besluit hierover wordt later genomen. Israël Waar spreek je over de plaats die het joodse volk inneemt bij de kerken? De kerk van Ommen-West heeft een appél gedaan op de kerken om het joodse volk niet te vergeten in deze tijd van groeiend antisemitisme en de stichting Yachad wil graag erkenning voor hun werk door het onder te brengen in een Deputaatschap Kerk en Isra_l. De synode besloot echter begin 2015 daar niet op in te gaan en voor het werk onder de christelijke gemeenschappen in Israël te verwijzen naar het Deputaatschap Betrekkingen Buitenlandse Kerken. Op de achtergrond speelt de vraag of het oude volk van de Joden nog steeds een aparte plaats heeft in het heilsplan van God. De keuze om hierover te spreken onder het kopje 'Mission' moet niet uitgelegd worden als een positiekeuze in deze oude vraagstelling. Boodschap Lokaal De volgende lokale initiatieven zijn te noemen. Alblasserdam: Hernieuwde voortgang van gesprekken met de kerkenraad van de CGK te Alblasserdam. Sinds 2010 op een heel laag vuurtje, nu weer door beiden opgepakt. Erkenning en herkenning als kerk van Jezus Christus blijft, gericht op een hecht samenleven met behoud van eigen signatuur. Samenwerken waar mogelijk. Almkerk-Werkendam: Deelname aan overleg met andere kerken in het dorp 3 x per jaar. Alphen aan den Rijn: Contacten met NGK, gericht op nadere kennismaking/samenwerking, in rustig tempo; samenwerking met. Amersfoort: Het beraad van gereformeerde kerken komt uit de startblokken. De gereformeerde kerken van Amersfoort zijn ook toegetreden tot de plaatselijke raad van Kerken Apeldoorn-Centrum: De plaatselijke NGK is als ware kerk van Christus erkend en de samenwerking met deze kerk en de drie CKG's en twee GKV's is verder uitgebreid. Zo hebben de drie kerken samen avondmaal gevierd. Baflo: Geloofsgesprekken tussen leden van de PKN en de GKv worden georganiseerd door de plaatselijke predikant ds. Arjan Minnema. Balkbrug: In het proces van samenwerking met de CGK in Dedemsvaart was er op 6 april 2014 voor het eerst sprake van kanselruil waarbij ds. S. de Bruine (GKv) voorging in de CGK en ds. J.W. Moolhuizen (CGK) voorging in de GKv. Op zondag 29 juni 2014 werd de eerste gezamenlijke kerkdienst gehouden. Naast kanselruilingen en een gezamenlijke dienst gaat Balkbrug in 2015 ook voor het eerst gezamenlijk (CGK en GKv) het HA vieren." Beverwijk: De samenspreking met de CGK is op een dood spoor gekomen. Breda: De zusterkerkrelatie met de CGK mocht worden geformaliseerd; aan uitbreiding van de samenwerking wordt gewerkt. Er komen ook gezamenlijke diensten.
JAAROVERZICHT
499
Bunschoten-Oost: De contacten (mede namens 3 plaatselijke zusterkerken) met de plaatselijke CGK zijn uitgelopen op ruilbeurten van de predikanten (4 per jaar). De contacten (mede namens 4 plaatselijke zusterkerken, incl. Eemdijk) zijn in een versneld stadium gekomen: in 2015 worden resultaten verwacht. Dalfsen-Oost: In het najaar van 2014 hebben we als GKv-kerken van Dalfsen (Oost en West) en de NGK van Dalfsen na jarenlange samensprekingen elkaar als kerk van Christus erkend. Op 27 november 2014 heeft de classis Zwolle daarin ook toegestemd en is kanselruil en het samen vieren van het avondmaal mogelijk. De samenwerking met de NGK ter plaatse willen we verder uitbouwen. Afspraken zijn gemaakt over kanselruil, samenwerking in het jeugdwerk en gezamenlijke avondmaalsviering. Dalfsen-West: Samen met GKV-Dalfsen-Oost hebben de gesprekken met de NGKDalfsen geleid tot wederzijdse erkenning. Den Helder: De samenspreking met de CGK staat op een zacht pitje. Dronten-Zuid: Gesprekken met NGK-CGK zijn weer gestart. Eindhoven: De kerk van Eindhoven is in gesprek met de NGK ter plaatse en wil eenzelfde verhouding met die gemeente als ze al heeft met de CGK. De classis adviseerde om eerst nog goed in gesprek te gaan met de eigen gemeente. Emmeloord: De kerkenraad onderzoekt mogelijkheden om tot kanselruil te komen met de plaatselijke CGK. De plaatselijke CGK werkt al vele jaren samen met de NGK, maar de kerkenraad ziet nog geen mogelijkheid om met de NGK tot kanselruil te komen. Daarvoor zijn de verschillen te groot. De kerkenraad hoopt dat in de nabije toekomst ook met de NGK een kanselruil mogelijk wordt. Emmen: In 2014 worden bid- en dankdag samen gevierd met de CGK. Enschede: De kerken van Enschede-noord en Enschede-Oost hebben de NGK in Enschede erkend als kerk van Christus. Groningen-Noord-West: De kerk te Groningen- Noord-West vroeg aan de classis instemming met hun besluit om met het oog op het grote aantal studenten in hun gemeente eenmalig de hoogleraren dr. H. van den Belt en dr. J. Hoek, beiden lid van de Gereformeerde Bond, uit te nodigen om voor te gaan in een kerkdienst. Beide hoogleraren hebben nu een leerstoel in Groningen en hun colleges zijn ook voor onze studenten aanbevelingswaardig. De classis heeft hiermee ingestemd, maar zei er wel bij dat dit om iets eenmaligs gaat en dat hier niet een precedentwerking van uit kan gaan. Heemse: De kerk van Heemse voert gesprekken met de CGK-kerk van Heemse, de Shaloomkerk. Heerenveen: in 2015 komen er vervolggesprekken met de NGK. Op 17 mei hielden vijf Heerenveense kerken een burendag.Ze wilden als kerken aan de buren iets laten zien van het goede, de hulpvaardigheid, het enthousiasme en het geloof in God. Een hemelsblauwe zaterdag waar veel mensen bij betrokken waren en de buren onder andere gebedspunten konden aandragen voor het gebed in de eredienst. Hengelo: Er zijn gesprekken tussen de GKv en de samenwerkingsgemeente NGKCGK te Hengelo. ‘s-Hertogenbosch: Samensprekingen met CGK in 2015. Hilversum: Per 1 januari 2014 is de GKv Hilversum samengegaan met twee CGKkerken in CKGv samenwerkingsgemeente 'De Verbinding'. Het voorgaan van ds. A.J. Mesning uit de PKN (kanselruil met ds.W van ’t Spijker) kreeg landelijk
500
JAAROVERZICHT
belangstelling Langeslag: Werkt steeds meer samen met de NGK Heino - Langeslag (wederzijdse erkenning in 2013) In 2018 hopen we een samenwerkingsgemeente te vormen. Leek: De GKv en de PKn organiseren samen een Grunniger dainst. Limburg: De kerken van Brunssum, Maastricht en Venlo zijn in gesprek met de CGK van Bunde, over de manier waarop zij kerk willen zijn in Limburg. Middelburg: De moderamina van CGK, GKv en PKN hebben elkaar een aantal keren ontmoet. Mussel: Eerste gezamenlijke dienst met CGK. Nijverdal: Na jaren van gesprekken tussen de Nederlands Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt in Nijverdal is het dan eindelijk zover! Ze kunnen meedelen dat ze per 1 januari 2015 als Samenwerkingsgemeente ‘De Levensbron’ verder gaan! We zijn God dankbaar dat hij ons na jaren van gescheiden optrekken weer bij elkaar heeft gebracht en dat we nu samen één gemeente mogen vormen. Nunspeet: de kerk van Nunspeet gaat een samenwerkingsgemeente vormen met de NGK ter plaatse. Daarvoor bestaat brede instemming bij de gemeente. De besluitvorming van de synode rond de hermeneutiek maakte deze samenwerking mogelijk. Roodeschool: Voor het eerst in de geschiedenis van de kerk is een predikant van de CGK enkele malen voorgegaan in de erediensten. Rozenburg en Voorne: Rozenburg-Voorne heeft voor de classis een nota geschreven over de ontwikkelingen binnen de gemeente. Het ledenbestand is vergrijsd. Reeds in 2009 is met de gemeente doorgesproken over deze moeite. Uitgesproken is toen om een zelfstandige gemeente te blijven maar wel actief te zoeken naar een kerk waarmee kan worden samengewerkt. In 2012 is de CGK te Rozenburg vacant geworden en met blijdschap is waar te nemen dat sindsdien de samenwerking met hen behoorlijk geïntensiveerd is. De visie is nu om door te gaan met samenwerken o.a. meer diensten samenhouden. Het streven is om 2 gemeenten te blijven maar in de praktijk te functioneren als 1. Dit zoals Rotterdam-Zuid nu ook doet met de CGK als samenwerkingsgemeente. Het zal een groeimodel worden. Alle middagdiensten zijn gezamenlijke diensten met de CGK. Spakenburg-Zuid: Kanselruil met de CGK, kontakten met de whatappgroep de Genadebron, groeiende belangstelling voor de Alphacursus. Stadskanaal: gezamenlijke dienst met PKN rond hervormingsdag. Steenwijk: Vanaf 1 januari 2015 worden alle middagdiensten samen met de CGK gehouden. Gewerkt wordt aan verdergaande samenwerking. Vlaardingen: Vlaardingen heeft in het verleden al meerdere malen de classis geïnformeerd over de relatie tot de NGk te Vlaardingen. 4 Jaar geleden heeft men elkaar erkend als kerk van Christus. Voorzichtig werd toenadering gezocht tot een jaar geleden. Het draagvlak werd minder. In oktober heeft de NGk besloten zichzelf op te heffen omdat nog maar 62 leden bij de kerk waren aangesloten. Er is gekozen om geen samenwerking met andere kerken aan te gaan maar leden individueel een keuze te laten bij welke kerk zij zich willen aansluiten. Dit heeft voor de kerk van Vlaardingen geresulteerd in circa 20 leden die zich bij haar willen aansluiten. Vlissingen: In 2014 is na jarenlange gesprekken en met ver uitgewerkte plannen om tot een samenwerkingsgemeente te komen met de CGK te Vlissingen op 1 januari 2015 de samenspreking en de samenwerking gestopt. Het leverde te veel
JAAROVERZICHT
501
spanningen op in beide gemeenten. De CGK heeft daarna gekozen om zichzelf op te heffen en de leden te laten kiezen waar ze lid zouden worden. Dat is per 2 november 2014 gebeurd en de meeste leden hebben zich gevoegd bij de CGK te Middelburg. Wezep: Samenspreking met NGK in Wezep (laatste fase; éénwording). Zaamslag: De moderamina van CGK, GKv en PKN hebben elkaar een aantal keren ontmoet. Zaandam: De kerk werkt samen met de NGK Zaandam en is nu ook met toestemming van de classis en de regio een samenwerkingsgemeente onder de naam Zaankerk. Verder is er recent een ander gebouw gekocht dat komend jaar als kerk zal worden ingericht ter vervanging van het huidige kerkgebouw. Zwolle-Centrum: Initiatieven op het terrein van gezamenlijke tweede diensten CGK-NGK-GKv, samen met de andere kerken. Opvallend is de verbreding van de gesprekken: ook de Protestantse Kerk van Nederland is in beeld. Die heeft op haar synode ook besloten het gesprek aan te gaan. De Deputaten Kerkelijke Eenheid zijn op die uitnodiging ingegaan en dit is goedgekeurd door de Generale Synode. Het gesprek wordt voortgezet en de volgende synode moet oordelen over de vraag of en waarom dit gesprek zinvol is. Op verzoek van het Deputaten-Overleg eenheid, een samenwerking tussen de deputaten van de CGK, de GKv en de NGK, vooral gericht op kerkrechtelijk gebied, heeft het Praktijkcentrum een onderzoek verricht naar de voortgang van de kerkelijke eenheid anno 2014. Het rapport is beschikbaar via de website van het Praktijkcentrum. Speciaal is gevraagd naar de moeilijkheden die al dan niet overwonnen zijn. Laat landelijk er overeenstemming zijn over de toe-eigening van het heil (speelt een rol in de gesprekken met de CGK), plaatselijk wordt het gesprek nog wel degelijk gevoerd. Hetzelfde geldt voor de vragen rond de binding aan de belijdenis (richting NGK). De verklaring rond hermeneutiek is te vers om daar iets over te zeggen. Maar als deze hobbels genomen zijn en men elkaar erkent als kerken van Christus, kan de praktijk rond bijvoorbeeld de eredienst weerbarstig zijn. Ook de verschillende regels binnen de kerkverbanden waar een samenwerkingsgemeente bij hoort, maken het soms lastig. Een niet- CGK-er kan alleen met adviserende stem naar een meerdere vergadering binnen de CGK afgevaardigd worden. Hun synode heeft dat nadrukkelijk bevestigd. Een heel belangrijke factor in het geheel zijn de plaatselijke predikanten. Zij zijn als het ware de katalysatoren van het proces naar eenwording. Eenheid groeit ook in het samen opzetten van diaconale en missionaire projecten. Eenheid met NGK? Brede aandacht kreeg het aanzoek van de Nederlands Gereformeerde Kerken om bewust de weg naar eenheid in te slaan. De generale synode ging daar positief op in en gaf de deputaten de opdracht mee om de gesprekken voort te zetten met het oog op eenheid. Door de gezamenlijke verklaring over de hermeneutiek is een belemmering weggenomen. We citeren het besluit daarover: de synode besloot ‘uit te spreken dat door de overeenstemming in de gesprekken over hermeneutiek de belemmering die er lag vanwege het besluit van de NGK om de ambten voor de zusters der gemeente open te stellen, is weggenomen.
502
JAAROVERZICHT
Grond: ondanks het verschil in praktische uitkomsten ten aanzien van de vrouw in het ambt, is gebleken dat we als kerken elkaar vertrouwen kunnen geven inzake de erkenning en aanvaarding van het gezag van de Heilige Schrift.' Dit besluit was voor prof.dr. J. Douma de directe aanleiding om zich te onttrekken aan de gemeenschap van de kerk. Bij alle vreugde die het in brede kringen gaf, blijft deze schaduw - en die van andere bezwaarden - erover liggen. Concreet kwamen die bezwaren naar voren in een appél op de synode door 1500 kerkleden. De leden van de synode hebben daarover gesproken met een afvaardiging en samen een verklaring uitgegeven, waarin ze beide aangeven dat het een goed gesprek is geweest, in alle openheid. De veranderde omgang met elkaar kwam ook naar voren in het besluit van de twee bladen Opbouw en De Reformatie om per 1 januari 2015 te fuseren. Ooit is het blad Opbouw opgericht als tegenhanger van De Reformatie. In het laatste nummer van beide bladen worden herinneringen opgehaald aan die tijd, en aan het verdriet dat er in de verdeelde kerk was. De laatste jaren groeide de samenwerking steeds meer, niet alleen in de jaarlijkse special, maar over en weer verschenen dezelfde nummers. Pastoraat, diaconaat en gemeenteopbouw Ambt Diverse zaken rond het ambt kwamen in discussie. Op de classis Hilversum kwam de vraag aan de orde of iemand die slechts eenmaal de kerkdiensten bezoekt wel gekandideerd kan worden voor een ambt. Hoe spreek je ze aan op hun kerkbezoek? Daar werd verschillend over gedacht. De formulering in de huidige kerkorde speelt een rol: de kerkenraad roept de gemeente op om twee keer per zondag samen te komen. Maar is er dan ook een verplichting voor de gemeenteleden om er metterdaad te zijn? Daarnaast speelde op veel classes de zaak van de toerusting tot het ambt. Vaak zijn daar commissies voor die een conferentie voorbereiden. Een paar keer is gemeld dat die niet doorgegaan zijn, wegens gebrek aan belangstelling. Is het mogelijk om hiervoor het Praktijkcentrum voor onderzoek en dienstverlening in te schakelen? In de classis Amersfoort is er veel belangstelling: je kunt op een wachtlijst komen. In principe wordt de toerusting gedaan in samenwerking met de CGK en de NGK. De kerk van Nijmegen bracht binnen de classis Arnhem het gesprek op gang over informatiebijeenkomsten voor potentiële ambtsdragers. Daarachter ligt dan de vraag waarom er soms zo weinig bereidheid is om ambtsdrager te worden. Op een zaterdag in januari 2015, zal er een bijeenkomst zijn voor alle ambtsdragers van de classis Harderwijk, zo besloot de classis. Onder leiding van br. H. Geertsema van het Praktijkcentrum zal gesproken worden over de onderwerpen ‘Leidinggeven in situaties van diversiteit’, ‘Wat is ‘gemeenschap’?’, ‘Gemeenschap en diversiteit’ en ‘Waarderend en verbindend spreken’. Een andere vorm van toerusting werd genoemd op de classis Midden-Holland: Stages voor toekomstige kandidaten voor ouderling. In een enkele gemeente laat men jonge mannen meelopen om ze zo kennis te laten maken met het werk van ouderling.
JAAROVERZICHT
503 Omgaan met homoseksualiteit
Inhoudelijk is er op de classis Groningen gesproken hoe om te gaan met gemeenteleden die homoseksueel of lesbisch zijn. Een stuk van de kerk van Groningen-Oost was daarbij uitgangspunt. Kern van de bespreking was dat er aan de ene kant behoefte was aan een gezamenlijke weg van bezinning, maar dat er aan de andere kant ook nog veel vragen en onduidelijkheden waren over het stuk van Groningen-Oost. Mede daarom is hen gevraagd om meer uitleg te geven over hun overwegingen en hun standpunt inzake samenwonende homoseksuele stellen. Ook op de classis Hardenberg werd over dit onderwerp gesproken. Naar aanleiding van een rapport inzake homofilie en homoseksualiteit, opgesteld door de kerk van Hardenberg-Baalder. Uit de bespreking blijkt, dat exegetisch alles wel duidelijk lijkt, maar dat pastoraal gezien er nogal wat vragen over blijven. Van een homofiele broeder of zuster mag gevraagd worden dat hij/zij kuis leeft en dat het lichaam rein bewaard blijft voor de Here. Toch spelen vaak diverse andere zaken een rol, zoals bij voorbeeld een psychologische zoektocht naar de ontdekking van de eigen seksuele geaardheid. De bijbel kent niet de zoektocht naar de eigen identiteit van iemand die homo of lesbisch geaard is. Kerken zouden geholpen worden met een algemene richtlijn. Nadere bezinning is gewenst binnen de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Twee kerkenraden die nadrukkelijk met deze problematiek te maken hebben, zullen indien mogelijk met een nader voorstel hiervoor komen. Of de kerk van Groningen-Oost zou instemmen met de conclusie dat exegetisch alles wel duidelijk is, blijft even de vraag. Ook op de generale synode kwam het onderwerp even ter sprake, toen het ging over de website www.homoindekerk.nl. Niet alle stukken die daarop te vinden zijn, wijzen even duidelijk het samenwonen van homoseksuelen binnen de gemeente af. Bezwaren tegen de website van plaatselijke kerken werden afgewezen. De vereniging Contrario vierde haar vijfentwintig jarig bestaan. Zij heeft veel gedaan om het onderwerp bespreekbaar te maken binnen de kerken. Jeugdbeleid Jeugdbeleid kwam aan de orde in de classis Groningen, en dat in relatie met kerkverlating. In 2013 was er daarover een conferentie en in 2014 is erover doorgepraat. Ook de classis Hattem hield zich bezig met het onderwerp. In een eerste ronde melden de afgevaardigden de stand van zaken in hun gemeente. In de tweede, wat algemenere ronde worden de volgende conclusies getrokken: Jeugdbeleid moet geworteld zijn in de gezinnen. De ouders moeten de doopbelofte waarmaken door hun kinderen voor te leven in het geloof en ook met hen over het geloof te spreken. Het probleem zit vaak niet in de erediensten, maar in de thuissituatie. Hoe de ouders betrokken zijn bij het kerkelijk leven heeft invloed op de betrokkenheid van de kinderen. Tucht is nodig om ‘randkerkelijken’ een keuze te laten maken. De jeugd vraagt duidelijkheid en moet leren dat de kerk geen vrijblijvende zaak is. De huidige generatie ouders vindt het lastig om met hun kinderen een geloofsgesprek aan te gaan. Dit moet extra aandacht krijgen in de gemeente om de jeugd niet kwijt te raken in de loop van de tijd. Moderne vormen van onderwijs en kennisoverdracht gaan niet meer uit van de monoloog maar van dialoog en interactie. Dat is de jeugd nu gewend. Een kerkdienst vereist een andere manier van (willen) luisteren. Ten slotte
504
JAAROVERZICHT
wordt nog opgemerkt dat de kerken bij elkaar ook informatie kunnen vragen over de manier van werken m.b.t. het vasthouden van de jeugd. De classis werd hierbij geholpen door een document met te bespreken vragen, van de kerk van Hattem. Soms is samenwerking met anderen een mogelijkheid: de kerk van Blije-Holwerd een bijdrage leidde de bespreking op de classis Leeuwarden in met een bijdrage: ‘Jeugd en kerk’. Ervaringen worden uitgewisseld. In de discussie wordt gepleit voor meer contacten tussen de jeugd van de kerken in de classis. De classis zal hiervoor contact opnemen met ‘Refolution Fryslân’, een CGK-organisatie voor jongeren. Binnen de classis Rotterdam wordt het weer anders opgepakt: de classis heeft een speciale kerkelijk werker benoemd voor jongeren, Elisabeth de Bruijn. De zaken die ze tot nu toe heeft onderzocht waren het aantal jongeren, die afhaken en zich niet voegen bij één van de kerken in de stad en waarom. En wat de jongeren doet besluiten zich wel aan te sluiten bij de kerk van Centrum of Delfshaven? Jongeren blijken na hun belijdenis in de thuiskerk veelal in een ‘zwart gat’ te vallen, soms met onrust en onzekerheid in het geloofsleven. Het is dan niet meer vanzelfsprekend dat jongeren gaan in het spoor van de ouders. Keuzes worden meestal gemaakt op beeldvorming van kerkdiensten en eerste indrukken. Van de onderzochte jongeren heeft 50 % een hoog opleidingsniveau, vaak universitair, en is 25 % gehuwd. Een eerste schatting is dat 100 jongeren zich de laatste jaren van de kerk vervreemd hebben. Vier behoeftes leken belangrijk: 1. kerk ervaren als gemeenschap 2. preek met relevante boodschap voor leven met God 3. deelnemer in de erediensten, en geen toeschouwer 4. voldoende ruimte voor liturgische vormen. Er volgt een uitgebreide bespreking van de voordracht, met een diversiteit aan vragen en opmerkingen. Vanuit de vergadering komen een aantal inhoudelijke suggesties: goede en vroegtijdige voorbereiding bij vertrek vanuit de "thuiskerk", met zorgvuldige omgang met attestaties; relevantie verhogen van de betekenis van de thuiskerk en contact blijven onderhouden na vertrek; bezinning binnen de stadskerken over de prioriteiten van kerk-zijn. Elisabeth de Bruijn zou zelf willen bevorderen dat jongeren elkaar ontmoeten in een groeps- of netwerkomgeving. Bij het starten van deze groepen is te denken aan diversiteit van thema’s: gemengde verkering, huwelijksvoorbereiding, maar bij contacten zal het ook goed zijn te letten op de samenstelling groepen, naar leeftijd, opleiding en belangstelling. Bij kringen in de stadskerken zal ook gelet moeten worden op een goede mix van deelnemers. De leeftijd van de doelgroep voor haar werk wordt verhoogd naar 30 jaar, omdat jongeren definitieve keuzes nog al eens kunnen uitstellen Een van de vormen van jeugdbeleid is het studentenpastoraat. De classis Groningen hield zich bezig met het bestaande werk , dat een nieuwe organisatie moet krijgen nu de particuliere synodes in de huidige opzet verdwijnen. De betrokkenheid van de ambtsdragers bij dit werk kan wel beter. Kringen Op de classis Midden-Holland is gesproken over kringen. Uit de discussie blijkt dat de meeste gemeenten werken met kringen, of erover nadenken om dit te doen. Uit het gesprek blijkt dat de relatie tussen pastoraat in en door kringen en het pastoraat door ouderlingen in iedere kerk onderwerp van gesprek is. In Zoetermeer bijvoor-
JAAROVERZICHT
505
beeld zit in elke kring een ouderling. Delft wijst op de relatie van de wijkteams van waaruit het pastoraat en diaconaat wordt verleend en de kringen. Daar wordt momenteel gewerkt aan visie en beleid voor wat een kring eigenlijk is of zou kunnen zijn. Verder wordt in het gesprek gewezen op het belang van: de koppeling met preken (via door de voorganger aangereikte verwerkingsvragen) en waardevol materiaal dat beschikbaar is voor bespreking in de kringen, bijvoorbeeld via de website van Tim Keller (New City Catechism). Ook wordt (opnieuw) aandacht gevraagd voor het Handboek voor Kringleiders. Over 2 jaar komt het onderwerp Kringen opnieuw op de classis om te kijken hoe de situatie dan is. Dit onderwerp hangt samen met de visie op de taak van de ambtsdragers: De nieuwe kerkorde spreekt nog steeds over jaarlijkse huisbezoeken aan gemeenteleden. Elke gemeente vult dit op haar eigen manier in. Er zijn pastorale teams, wijkteams. Er is klassieke invulling van huisbezoeken en men zoekt naar nieuwe manieren om pastoraat vorm te geven. Er is niet een gevoel, dat dit leidt tot een verzekerde invulling van vacatures. Sommige kerken hebben geen vacatures, andere permanente vacatures. Met elkaar kunnen we gelukkig wel vaststellen, dat het ambtswerk van diakenen en ouderlingen er toe doet, mooi is om te doen en gebeurt in een positieve sfeer. Nog steeds de classis Midden-Holland. M/V De deputaten die zich bezig hielden met de vraag of ook aan vrouwen in de gemeente een passief stemrecht mag worden toegekend, kwamen eind vorig jaar met een meerderheids- en een minderheidsrapport. In meerderheid adviseerden ze om het mogelijk te maken dat vrouwen een ambt in de kerk kunnen vervullen. Opvallend daarbij was dat ze niet apart spraken over de mogelijkheid om het diakenambt open te stellen voor vrouwen. Heel belangrijk was hun overtuiging dat de gegevens uit de Bijbel tot hun recht komen in de culturele context van vandaag. Het rapport leverde zware discussies op. Een aantal van 1500 kerkleden deed een zwaar beroep op de generale synode om de voorstellen af te wijzen. Voor hen kwam ook de grens in zicht van wat binnen de kerk van Christus aan de orde kan komen. Ook vanuit het buitenland kwamen er zware en indringende waarschuwingen. De docenten in Kampen maakten gebruik van hun adviseurschap van de synode en hun uitgebreide schriftelijke advies werd openbaar. Prof.dr. van Houwelingen, lid van het deputaatschap, stond tegenover zijn collega’s alleen in zijn standpunt pro, naast deputaat en toen nog onderzoeker, dr. J.H.F. Schaeffer. Het debat over deze zaak op de synode was te volgen via een live-blog van onder andere het Nederlands Dagblad - en de woorden van elke afgevaardigde waren te volgen. De weergave blijft uiteraard voor rekening van de krant. Uiteindelijk nam de synode het voorstel van de meerderheid niet over, maar nam wel het besluit om na te gaan denken over de ambtsstructuur die in deze tijd bij de kerk past. Diverse docenten van de Theologische Universiteit hadden daar ook op gewezen. Tegelijk wilde ze deputaten benoemen om - los van de vraag of de ambten voor vrouwen open staan, toch een proces in de kerken op gang te brengen waardoor meer recht gedaan wordt aan de Schriftuurlijke positie van vrouwen in de gemeente. In de uitspraak van de synode komt ook een zin voor die de verschillende verantwoordelijkheid van mannen en vrouwen onder woorden brengt. Tegelijk spreekt de synode uit dat het mogelijk is hierover van mening te verschillen en dat
506
JAAROVERZICHT
wie vanuit de schrift betoogt dat vrouwen ook ambtsdrager kunnen worden, zijn plaats binnen de kerken kan houden. Zo’n besluit kan teleurstellend zijn. Die reacties zijn van voorstanders van actief vrouwenstemrecht vernomen. Nog weer wachten, terwijl er al vrouwen zijn die de vrijgemaakte kerk verlaten omdat ze daar hun gaven niet volledig kwijt kunnen. Voor tegenstander is het ook niet bevredigend: het gesprek blijft gaande, er is geen knoop doorgehakt, terwijl ze heel bezorgd zijn: verlaten we zo niet het goede spoor, alleen al door erover te spreken? Dat een onderdeel van het besluit is dat de synode heel expliciet zegt dat er over gesproken kan worden mits vanuit de schrift, is heel tekenend. Op zich is zo’n uitspraak het intrappen van een open deur: stel je eens voor dat je over bepaalde zaken vanuit de schrift niets zou mogen zeggenÅc Maar kennelijk nodig om ruimte voor de voortzetting van het gesprek te maken. Op een bepaalde manier kwam het onderwerp terug op de synode, bij de bespreking van de vraag of het voorkomen van vrouwelijke ambtsdragers een belemmering is in het gesprek met de Nederlands-Gereformeerde kerken. Toen zij daartoe besloten, is dit wel zo aangevoeld, mede vanwege de manier waarop in het onder hun besluit liggende rapport omgegaan wordt met de Bijbel. Inmiddels is er echter een overeenstemming bereikt met de NGK op het punt van de hermeneutiek en daarmee is het voorkomen van vrouwelijke ambtsdragers op zich geen belemmering. Hoewel in de praktijk van het gesprek tussen twee kerken uiteraard gesproken wordt over de manier waarop beiden de Schrift hanteren. Voor velen was dit besluit raadselachtig, maar ook in het besluit met betrekking tot de vrouwelijke ambtsdragers bij onszelf is al aangegeven dat er ruimte is voor wie vanuit de Bijbel tot de conclusie komt dat het wel mogelijk is. Voorbereiding Het onderwerp stelt de samenwerkingsgemeentes met de CGK voor aparte vragen. Op de classis Leeuwarden bracht de CGKV van Harlingen die naar voren: hoe begin je een goede discussie binnen de kerkenraad en de gemeente over een beladen onderwerp als de vrouw in het ambt. Hoe moeten samenwerkingsgemeenten op een verantwoorde manier hiermee omgaan. In het gesprek komt ook aan de orde welke bijdrage de kerken in de classis elkaar hierbij kunnen leveren. Ook de classis Hilversum sprak erover in haar bijeenkomst van 9 januari 2014. De waardering voor het meerderheidsrapport van de deputaten is niet bij iedereen. Aan de hand van een notitie van ds. Schreuder wordt erover gesproken . Hij heeft in zijn notitie grondpatronen willen aangeven vanuit de Bijbel, maar afgevaardigden denken daar verschillend over. Ook ds. Boonstra heeft de vergadering gediend met een notitie over de rol die de culturele context speelt in het deputatenrapport. Hij waarschuwt dat op die manier de schrifttekst als vast uitgangspunt losgelaten wordt. De classis zal de Generale Synode inlichten over de gehouden bespreking. Geestelijke verzorging Er zijn altijd al krijgsmachtpredikanten geweest. Tegenwoordig is er ook een justitiepredikant. Daarnaast zijn er predikanten werkzaam in inrichtingen voor gezondheidszorg. De synode overwoog om al die verschillende vormen van geestelijke verzorging onder te brengen in een deputaatschap, dat nu niet meer alleen de belan-
JAAROVERZICHT
507
gen voor de geestelijke verzorging van militairen behartigt. Daarnaast zijn er ook anderen op een of andere manier betrokken bij de geestelijke verzorging, bijvoorbeeld in gevangenissen. Zo is de stichting Neemias opgericht, met een breed comit_ van aanbeveling, om het werk van Ineke Baron in Veenhuizen een goede basis binnen de kerken te geven. Diversiteit In al die besluiten en overwegingen van kerkelijke vergaderingen komt naar voren dat er een groeiende diversiteit is en dat het hierbij niet altijd gaat om een mooi samengesteld gemengd boeket van meningen. Zie hierboven bijvoorbeeld de verschillende benaderingen binnen de classes van het onderwerp 'Huwelijk en seksualiteit'. Ook binnen de gemeenten speelt dit een rol. Naar aanleiding van visitatierapporten is op de classis Eindhoven hierover gesproken. Er is in diverse gemeentes moeite met geestelijk leiding geven aan de diversiteit binnen de gemeente. Punten uit de bespreking geestelijk leiding geven of toch vooral leiding geven. Speciaal punt hierbij is dat met name jongeren meer over kerkelijke grenzen kijken, en dat mensen boven de 40 loyaler zijn aan de kerk. Het is de uitdaging om met beide groepen samen een koers uit te zetten. Ook is genoemd dat vanuit risicomijdend gedrag geen nieuwe besluiten worden genomen. Als geestelijk leiding geven betekent ruimte geven aan nieuwe zaken, dan voelt dat niet goed. De classis is hierover nog niet uitgepraat. Diaconaat 'Kerk onderweg naar morgen' was een congres georganiseerd door het Praktijkcentrum en de mensen achter het diaconaal steunpunt. Aanleiding daarvoor was onder andere een onderzoek, gepresenteerd op 17 mei, naar ‘Diaconaat 2020’. Het onderzoek markeert een uniek en belangrijk moment. Er verandert allereerst veel in de zorg in Nederland en komt er veel op de samenleving af waar we als kerken ook mee te maken zullen krijgen. Verder bleek eind 2013 dat het diaconale beleid van de drie kerken vrijwel naadloos in elkaar kon worden geschoven en elkaar ook nog eens prachtig aanvulde en verrijkte. Ten slotte is in dit onderzoek ook nadrukkelijk de stem van gemeenteleden meegenomen. De kernvraag van het onderzoek was: 'Hoe functioneert de diaconale zorg nu en hoe zou een bloeiend diaconaat er in 2020 uit moeten zien?’ (Uit het persbericht) 'Het diaconaat moet meer naar buiten treden en in goede samenwerking een en ander doen. Op die manier ben je present in deze wereld.' In de rubriek ‘Lokaal’ van dit jaaroverzicht werd al duidelijk dat veel kerken zo bezig zijn. Een ander voorbeeld is de aanpak van de classis Midden-Holland: die besprak een speciale vorm van diaconaat, gekoppeld aan evangelisatie. Er is een Diaconaal Steun Fonds. De indieners (de diaconiee_n van Den Haag- Zuid/Rijswijk, Den Haag-Centrum/Scheveningen en Voorburg) stellen vast dat het fonds is bedoeld ter ondersteuning van asielzoekers, vluchtelingen of anderszins mensen die via het werk van br. Sylvador en/of zr. Rika Meyers in contact zijn gekomen met één van de deelnemende gemeenten en financiële steun nodig hebben; het gaat daarbij in principe om ondersteuning voor eerste levensbehoeften. Denk aan eten, kleren, medicijnen, onderdak, dokterskosten.
508
JAAROVERZICHT Kerk in de wereld
Steeds meer wordt duidelijk dat de context waarin we leven een belangrijke rol speelt voor je opstelling als christen. Zie hierboven over de veranderende rol van het diaconaat. Dat speelt ook een rol in vragen rond huwelijk en samenwonen. Daar sprak de synode ook over. De deputaten voor de relatie kerk & overheid hadden hierover gerapporteerd. Is een relatievorm als geregistreerd samenwonen acceptabel. De synode sprak uit dat voor het huwelijk als "een totale levensgemeenschap van één man en één vrouw, rechtsgeldig aangegaan voor het leven" in de huidige maatschappij het Burgerlijk huwelijk de meest passende vorm is; Maar tegelijk: in afwachting van een definitief besluit inzake de verschillende samenlevingsvormen de kerkenraden op te roepen erop toe te zien dat bij het aangaan van een geregistreerd partnerschap de betreffende man en vrouw elkaar trouw beloven voor het leven. De vraag hierover kwam uit de particuliere synode van Fryslân en in dat ressort is het antwoord ook besproken. De kerk van Sneek heeft dit voorbereid voor de classis Leeuwarden. Ds. Henk Siegers heeft namens die kerk een notitie geschreven over ‘Huwelijk en samenlevingsvormen’ in het spoor van de behandeling ter generale synode in Ede. Het deputatenrapport wat hieraan ten grondslag ligt is ook goed bruikbaar binnen de kerkenraad. Ds. Siegers is bereid om ten behoeve van de classiskerken hiervan een samenvatting te maken en die aan de classiskerken te laten toekomen. In de bespreking wordt beklemtoond dat het huwelijk wordt gekenmerkt als een ‘totale levensgemeenschap van één man en één vrouw, rechtsgeldig aangegaan voor het leven’. Samenwonen is daarom kerkelijk niet acceptabel. Het pastorale gesprek hierover is van belang. Het gesprek over dit onderwerp wordt ook gevoerd op de classis Midden-Holland. Die sprak over pastoraat rond relatievorming, met name samenwonen. Als voorbereidingsmateriaal lagen er notities ontvangen uit de kerken van Delft, Zoetermeer en Leiden. Naar aanleiding van deze notities is gesproken over de veranderingen die zich voordoen in de relatievorming. Dat komt onder meer door verschoven gedachten over praktische oplossingen in de voorbereiding van een huwelijk, over de plaats van lichamelijke intimiteit in de ontwikkeling van relaties, over het je verbinden bij jongvolwassenen, etc. Ook de maatschappelijk verschuiving kwam aan de orde. Bijvoorbeeld dat je in de kerk momenteel meer belooft dan in het stadhuis. Tijdens het gesprek werd gesproken over het belang van transparantie naar de gemeente toe over situaties van samenwonen. En over de neiging dit onderwerp geïsoleerd te bespreken in morele vorming. Huwelijksbevestiging kwam aan de orde op de classis Axel. Er lag van de kant van een van de classiskerken de vraag op tafel hoe om te gaan met huwelijksbevestigingen in situaties waarin sprake is van verschil in geestelijke achtergrond. Gezien de diversiteit van situaties (als echtscheiding, verschil in kerk- of geloofskeus) die het betreft kon de classis niet verder komen dan erop te wijzen dat het vooral aankomt op de eigen verantwoordelijkheid van een plaatselijke kerkenraad.
JAAROVERZICHT
509 Uitleiding
Kerk in transitie. Dat kwam in 2014 sterk naar voren. Het congres van het Praktijkcentrum en het Diaconaal Steunpunt sloot daarbij aan: kerk onderweg naar morgen. Ook het programma van het Praktijkcentrum gaat uit van de transitie binnen de kerk. Niet iedereen kan deze overgang meemaken. Het vertrek van prof.dr.J. Douma trok de aandacht. Ook anderen houden zich ermee bezig. Op de classis Enschede kwam het zijdelings aan de orde: de vraag wordt gesteld wat wij doen met betrekking tot de ontwikkeling van de Gereformeerde kerk Nederland (onlangs begonnen met erediensten in Borne) en de gemeenteleden die zich daarbij voegen. De kerkenraad van Almelo heeft hierover naar de gemeente een korte reactie gegeven met verwijzing naar het appél aan de nieuwe vrijgemaakten van de Generale Synode 2005 te Amersfoort. Helaas is het classisverslag niet breder op dit punt dan deze mededeling. Duidelijk is dat er fundamentele discussies gevoerd worden, waarin het woord schriftkritiek nogal eens valt. Het is dan wel nodig om duidelijk te maken wat je ermee bedoelt. Als dat woord valt, is er sprake van een oordeel. In de gesprekken met de Nederlands Gereformeerde Kerken is een document tot stand gekomen waarin helder gezegd wordt dat we elkaar herkennen in het besef dat God in de Bijbel gehoorzaamheid vraagt - en dat we dat ook willen. Als je dan al sprekend merkt dat dit voor de één toch wat anders betekent dan voor de ander, is er dan sprake van schriftkritiek? Niet bij voorbaat. Het woord is ook heel beladen. In de geschiedenis van de gereformeerde theologie is een sterk verzet aan te wijzen tegen de historisch-kritische methode, waarin de bijbelboeken uitelkaar gerafeld worden en er van de canon van de Schrift niet veel anders over blijft dan wat de beoefenaar van die methode zelf aanvaardbaar acht. Ik ken niemand die het pleit voert voor een dergelijke methode binnen de drie kleine gereformeerde kerken, al is er wel, meer dan vroeger, aandacht voor de enorme verscheidenheid binnen de Bijbel. Maar dat maakt dat een woord als ‘schriftkritiek’ met de uiterste voorzichtigheid gebruikt moet worden. Dat het gevoelig ligt, blijkt wel uit een offici_le reactie van de kant van de Theologische Universiteit op het boekje van prof. Douma, juist vanwege dit punt. Voor de helderheid: ik zeg niet dat we binnen de vrijgemaakte kerken immuun zijn voor het gevaar van schriftkritiek. Maar laten we, in het gesprek onderling ook, wel telkens elkaar vragen wat we ermee bedoelen. De verbindende schakel Het jaaroverzicht sluit zich aan bij het kalenderjaar. Je moet ergens een punt zetten. Dat betekent dat het jaar voor dit overzicht eindigt met een moedgevende herdenking. Die van de geboorte van Gods Zoon, in onze werkelijkheid. Daarmee is de geschiedenis van het leven van Gods zoon meer dan een moedgevend verhaal, dat ondanks alles toch goed afloopt. Meer dan een teken van hoop in bange dagen. En de Bijbel is er ook helder over hoe de verbinding gelegd wordt tussen Christus’ leven en dat van ons. Dat heeft alles te maken met de doop. Zijn leven wordt het onze en hij neemt dat van ons over. We zijn met Hem begraven in de dood en staan met Hem
510
JAAROVERZICHT
op in een nieuw leven. En het heeft ook alles te maken met het avondmaal; daarin worden we een met Christus. Onze catechismus gebruikt daarbij de woorden van de eerste mens, die zijn vrouw vond: wij worden vlees van zijn vlees en been van zijn gebeente. We worden zijn verhaal in getrokken. Het verhaal van zijn lijden en overwinning. Juist dat komt naar voren als je al die gebeurtenissen en gesprekken van het afgelopen jaar opsomt en probeert een plek te geven. Het is een plek in het doorgaande verhaal van Christus’ werk in deze wereld. Assen, Jan Kuiper