Jaarmagazine 2012 OCMW Antwerpen De strijd tegen kinderarmoede
Toegankelijke gezondheidszorg
Met reportages, interviews en tussendoortjes
Inhoud
Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
04
Enkele markante getallen van 2012. . . . . . . . . . .
06
Gezondheid Toegankelijke gezondheidszorg Met man en macht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Activering Groepsmaatschappelijk werk Dagelijkse kost. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
Hier doen we het voor Een ex vertelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
34
08 Maagdenhuismuseum
37 08
Lekker en gezond Een voorproefje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12
Monumentale Jordaens gerestaureerd Terug van weggeweest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
37
Schuldhulpverlening Tussendoortjes Over de Energiecel, Lokale Adviescommissie en budgetmeters Koken kost geld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
De budgetmeter Noodzakelijk kwaad of een geschenk uit de hemel?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14
Uit het dagboek van een medewerker ‘Met mijn gat in de boter’ . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13
Twee lesgevers vertellen Met handen en voeten . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
Met een begeleider werkervaring Op stap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
17
Dossier kinderarmoede
21
De strijd tegen kinderarmoede Prioritaire puzzel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
En verder 20
OCMW en Stedelijk Onderwijs maken samen werk van onbetaalde schoolrekeningen Winst op lange termijn . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Vrijetijdsparticipatie Kinderen toegelaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19 34 02
Inhoud
Bedankt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38
Jaarcijfers online . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38
Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
23
Opvang van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen Op eigen benen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
24
Stage voor leerling met autisme Anders en toch heel gewoon. . . . . . . . . . . . .
26
(Kans)armoede is geen spel Respect. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
Artikels met dit icoontje houden verband met activering.
Inhoud
03
Voorwoord De armoedecijfers in Antwerpen slaan alle records: 1 Antwerpenaar op 10 leeft onder de armoedegrens. Wat is daar de oorzaak van? Dat kan van alles zijn. Een plotse vlucht voor oorlogsgeweld in een ver land, en alles moeten achterlaten. Een echtscheiding, en je huis en geld verliezen. Ziekte, en torenhoge ziekenhuisrekeningen moeten betalen waarvoor je niet verzekerd bent. Een faillissement, terugvallen op een klein pensioentje, of geboren worden in een kansarm gezin … In armoede geboren worden: in Antwerpen overkomt dat 1 kind op 4. Het hypothekeert het hele leven. Want armoede werkt als een fuik. Voor je het weet, zit je erin. Maar er weer uitkomen is een ander verhaal. Armoede speelt zich op vele vlakken af: te weinig financiële middelen, geen of slechte huisvesting, gezondheidsproblemen, lage scholing, zwakke positie op de arbeidsmarkt, geen netwerk van familie, vrienden of collega’s om op terug te vallen. Om nog te zwijgen van de onzichtbare kant van armoede: de schaamte, het schuldgevoel, en het gevoel er niet bij te horen. Al die factoren versterken elkaar en veroorzaken op die manier een neerwaartse spiraal. Het gaat van kwaad naar erger. Armoede is een val, een vicieuze cirkel, waar je op eigen kracht zeer moeilijk aan kunt
ontkomen. Daar ligt precies onze taak. We moeten die vicieuze cirkel doorbreken, zodat de persoon of het gezin in kwestie uit het dal kan klimmen. Zodat de mensen hun leven weer op de rails krijgen, en (weer) kunnen integreren in de maatschappij. Om dat te bereiken, om de strijd tegen armoede te winnen, moeten we op alle levensdomeinen tegelijk inzetten. Dat doen we, keihard. In samenwerking met vele partners. Met medewerkers die zich 100 % inzetten, zowel front- als back-office. Met slimme tools, eigentijdse methodieken, en vernieuwende arbeidsvormen zoals thuiswerken bijvoorbeeld. Met steeds de A-waarden hoog in het vaandel: klantgerichtheid, samenwerken, integriteit, diversiteit, kostenbewustzijn. Met in 2012 als allerhoogste prioriteit de strijd tegen de kinderarmoede. En met als grootste insteek: activering. Want werk is de kortste weg uit de armoede. Activering is de sleutel tot integratie. Daarom in dit jaarmagazine, naast een greep uit de talrijke nieuwe projecten, een dossier Kinderarmoede, met het thema Activering als rode draad doorheen de interviews, reportages en tussendoortjes. Het is een hele hap. Want we werken eraan, met man en macht. Liesbeth Homans Voorzitter OCMW
Ervoor zorgen dat de kinderen naar school of kinderopvang kunnen, is ook een vorm van activering. Enerzijds verzekert het hun eigen toekomstige activering, en anderzijds krijgen de ouders tijd vrij voor werk of opleiding.
04
Voorwoord
Voorwoord
05
Enkele markante getallen van 2012 Activering 3 065 activeringsklanten volgden een opleiding. 2 590 klanten volgden een werkervaringstraject.
Gezondheid 5 sociale restaurants serveerden 217 315 gezonde maaltijden. De Sociale Steunpunten Gezondheid behandelden 15 319 hulpvragen. Het begeleidingsteam Intrafamiliaal geweld volgde 128 dossiers op.
Middelen 7 500 klanten kregen leefloon. 4 159 klanten kregen equivalent leefloon. In totaal kregen 15 618 klanten financiële bijstand. Het OCMW gaf 60 568 288,49 euro uit aan financiële bijstand.
Vrije Tijd We keerden 4 046 vrijetijdstoelages uit en verdeelden 8 326 goedkope tickets voor culturele en sportieve evenementen. Het Maagdenhuismuseum telde 9 119 bezoekers.
Maatschappelijke ontplooiing 355 klanten kregen individuele begeleiding rond opvoeding en onderwijs. Zo konden we 616 kinderen helpen.
Wonen Nachtopvangcentrum De Biekorf telde 13 312 overnachtingen. De winteropvang telde in totaal 26 930 overnachtingen.
Recht De Lokale Adviescommissie behandelde 16 149 dossiers. We startten 1 187 nieuwe dossiers Schuldbemiddeling op, en 178 nieuwe dossiers budgetbeheer.
Surf naar www.ocmw.antwerpen.be voor alle jaarcijfers en uitgebreide informatie.
06
Enkele markante getallen van 2012
Enkele markante getallen van 2012
07
Toegankelijke gezondheidszorg
Met man en macht Het mag niet zijn dat mensen een dokters- of tandartsbezoek
steeds meer mensen de weg naar de huisarts.
uitstellen om financiële redenen. Of omdat ze niet weten hoe de gezondheidszorg in ons land in elkaar zit. Gezondheidszorg
Samenwerking met huisartsen
moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor kansengroepen. De dienst Gezond Leven van OCMW Antwerpen werkt eraan.
De derde pijler van onze werking gaat over het ondersteunen van en samenwerken met de zorgverstrekkers zelf. In samenwerking met het Centrum Huisartsengeneeskunde van de Universiteit Antwerpen organiseerde het OCMW in maart een vormingsdag voor huisartsen over toegankelijke zorg. Een 100tal artsen nam er actief aan deel. Dat heeft onze samenwerking een nieuwe boost gegeven. Er is een boeiend debat op gang gekomen. Concreet zijn er werkgroepen opgericht die zich buigen over specifieke deelaspecten van toegankelijke zorg, zoals communicatie, medische waarborgen, huisartsentekort en samenwerking. Binnenkort zien we daar de resultaten van.
Medewerker Liesbet Meyvis legt uit.
De Belgische gezondheidszorg is een ingewikkeld verhaal. Om te beginnen zijn er heel veel partijen bij betrokken: artsen, ziekenhuizen, verschillende hulpverleningsorganisaties, ziekenfondsen, noem maar op. Verder situeert de regelgeving zich op verschillende niveaus – federaal én gewestelijk – en de stijgende privatisering maakt het er beslist niet eenvoudiger op. Het bleek dus al snel onvoldoende om onze klanten alleen te begeleiden en te informeren. Daarom zetten we in op een driesporenbeleid. Met acties voor onze klanten, voor maatschappelijk werkers binnen onze eigen organisatie, en voor partnerorganisaties en artsen. Acties op maat van alle betrokken partijen.
Infomomenten voor klanten Wie uit een land als Tsjetsjenië of Afghanistan komt, kent alleen een dispensarium of ziekenhuis. Het concept ‘huisarts’ is voor veel nieuwkomers totaal onbekend. Maar ook voor veel Belgen is de
08
Toegankelijke gezondheidszorg
gezondheidszorg niet helemaal wikkelden we voor onze maatschapduidelijk. Hoe werkt de derdebeta- pelijk werkers een werkinstrument lersregeling? Wanneer ga je wel of dat op zeer eenvoudige en aanniet naar de huisschouwelijke wijWe voeren acties arts of de spoed? ze uitlegt hoe de Wat doen de zieBelgische gezondop maat van onze kenfondsen en het klanten, onze eigen heidszorg werkt. De RIZIV? Of waarom map met gezondmaatschappelijk kan je beter naar de heidsfiches is een werkers en van onze bondige leidraad tandarts gaan wanneer het nog niet partnerorganisaties voor de begeleider, echt nodig is? Op en verduidelijkt teen artsen. onze maandelijkse gelijkertijd het verinfomomenten (zie ook de column haal voor de klant aan de hand van van Ben Bruininkx op p. 13) geven pictogrammen en foto’s. we onze (nieuwe) klanten heel veel nuttige informatie. Indien nodig De map slaat overal aan, ook buischakelen we een tolk in, want het ten onze eigen rangen. In 2012 is echt belangrijk dat iedereen alles konden we deze handige tool op goed begrijpt, de snelste weg vindt grote schaal verspreiden bij veel naar de juiste hulpverlener en het hulpverleners en zorgverstrekkers systeem correct gebruikt. Gezond- in Antwerpen, zoals huisartsen, heidszorg is immers een basisrecht begeleiders van Kind & Gezin, zievoor iedereen. kenhuizen, enzovoort. Ook andere OCMW’s, onder meer die van Gent, Boom en Brussel, maken er nu uitOndersteunend materiaal gebreid gebruik van. Dat juichen voor medewerkers Parallel met de klantwerking ont- we alleen maar toe, want zo vinden
Een tandje bij
Het is echt belangrijk dat iedereen alles goed begrijpt, de snelste weg vindt naar de juiste hulpverlener en het systeem correct gebruikt.
Tandzorg blijkt een groeiend probleem te zijn. 14 % van de Antwerpenaars en 39 % van de leefloners stelt medische zorgen uit om financiële redenen. Van deze groep stelt 48 % van de Antwerpenaars en 32 % van de leefloners een bezoek aan de tandarts uit. Wie van een leefloon moet rondkomen, houdt vaak niet genoeg over per maand. Preventief tandartsbezoek voor jongeren mag dan gratis zijn, je moet het wel
Toegankelijke gezondheidszorg
09
eerst voorschieten. Dat is zeker niet evident voor OCMW-klanten. Preventieve tandzorg is voor hen dubbel belangrijk – een getrokken tand krijgt men niet terugbetaald, een preventief tandartsbezoek wel, en is dus zeker te stimuleren. Daarom zijn we volop met verschillende partijen aan de slag gegaan om de drempels bij de doelgroepen weg te werken. Samen met het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT), de Koninklijke
Tandheelkundige Club Antwerpen (KTCA), Logo, Stad Antwerpen en het Protestants Sociaal Centrum dienden we een projectdossier in bij provincie Antwerpen om hier echt werk van te maken.
Webapplicatie voor alle hulpverleners Om klanten sneller en gemakkelijker door te kunnen verwijzen naar een huisarts in hun buurt, ontwikkelden
Elena Lanskaya van sociaal centrum Luchtbal: ‘Het is handig voor ons, maar ook voor de klant en voor de huisarts zelf.’
www.opwegnaardehuisarts.be Uitgetest en goedgekeurd Tijdens de pilootfase in 2012 testten onze sociale centra in de wijk 2060 de webapplicatie uit. Maatschappelijk werker Elena Lanskaya van sociaal centrum Luchtbal is alvast enthousiast: ‘Het is een erg praktische ondersteuning. Ik kan veel efficiënter zoeken naar een huisarts in de buurt van mijn klant. Ik krijg ook meteen een print met de locatie en werkuren van de arts in kwestie. De klant zelf is goed geïnformeerd en het verlaagt de drempel om naar de huisarts te gaan.’ ‘Omdat ik voor klanten van eenzelfde wijk werk, heb ik ondertussen zelf al wel wat contacten gelegd met lokale huisartsen. Voor nieuwe collega’s is de webapplicatie echter het hulpmiddel bij uitstek. Ook wanneer een bepaalde huisarts een patiëntenstop houdt, kan ik via de webapplicatie gemakkelijk een alternatief vinden.’
we samen met Antwerps integratiecentrum De8 vzw de webapplicatie ‘Op weg naar de huisarts’. Vaak hebben kwetsbare personen geen vast aanspreekpunt omtrent gezondheid. Wanneer ze na heel wat omwegen uiteindelijk bij een arts terechtkomen, beschikt die vaak niet over de nodige informatie of medische achtergrond van de patiënt. Met onze webapplicatie behoort dat tot het verleden. Via deze weg kunnen onze maatschappelijk werkers een klant gericht doorverwijzen naar een huisarts in zijn buurt, en geven ze relevante info mee zowel voor de klant als voor de huisarts. In 2012 is de pilootfase met succes afgerond. Sinds januari 2013 maken ook partnerorganisaties van deze applicatie gebruik.
Alleen maar voordelen Ook voor de huisartsen biedt het nieuwe systeem veel voordelen. Zij krijgen van de doorverwijzende dienst meteen alle relevante gegevens. Op die manier blijft er meer tijd over voor de consultatie zelf. Voor elk dossier is er een vaste contactpersoon en zijn er aanspreekpunten bij eventuele problemen. Zo ontstaat er een betere samenwerking tussen verschillende diensten en huisartsen én verbetert de kwaliteit van de zorgverlening. Wie geen huisarts heeft, gaat voor eender welke medische zorg vaak naar de spoedafdeling van een ziekenhuis. Op termijn kan dit project de lange wachtrijen op die spoeddiensten terugdringen.
Beter voorkomen dan genezen Voorkomen is altijd beter dan ge-
10
Toegankelijke gezondheidszorg
Het Praatcafé Dementie brengt hulpverleners, mantelzorgers, personen met dementie en hun familieleden samen om van gedachten te wisselen. Want praten helpt.
nezen, dus we zetten ook in op preventie. OCMW Antwerpen voert de stadsbrede regie voor preventie door op grote schaal de bevolking te informeren en sensibiliseren. Gezonde voeding, seksuele gezondheid en borstkankerpreventie zijn al jaren belangrijke thema’s en maken deel uit van onze vaste werking. In 2012 breidden we het uit met ons Praatcafé Dementie. Dat brengt hulpverleners, mantelzorgers, personen met dementie en hun familiele-
den samen om van gedachten te wisselen. Want praten helpt, maar het gebeurt veel te weinig. Dementie is nog steeds taboe, hoewel de ziekte één persoon op vijf treft.
Praten helpt Wanneer de diagnose ‘dementie’ valt, rijzen er veel vragen, zowel bij de persoon zelf als bij zijn partner en familie. In samenwerking met verschillende Antwerpse partners creëert het Praatcafé Dementie een ontmoetingsplaats voor mantelzor-
gers en familieleden van personen met dementie. Elke bijeenkomst belicht een bepaald thema. Zowel een mantelzorger als een deskundige, bijvoorbeeld een arts, hulpverlener of auteur, nemen het woord. De aanwezigen kunnen vragen stellen of gewoon luisteren. Bijzondere aandacht gaat telkens naar mantelzorgers: de mensen die de zorg voor hun partner of familielid thuis organiseren. Zij vinden tijdens het Praatcafé steun bij elkaar.
Toegankelijke gezondheidszorg
11
Lekker en gezond Je bent wat je eet. Beetje kort door de bocht misschien, maar feit is dat gezonde voeding een belangrijke bijdrage levert aan een goede gezondheid. Gezond en gevarieerd koken is voor kansengroepen niet zo makkelijk. Dat merken de diëtisten in onze sociale steunpunten gezondheid. Daar krijgen OCMW-klanten niet alleen hulp en advies over gezondheid en hygiëne, maar ook over voeding.
Om gezonde voeding voor alle klanten toegankelijker te maken, is de ervaring en kennis van onze diëtisten gebundeld in een mooi en handig receptenboek. Dat is bovendien in een zeer eenvoudige en toegankelijke taal geschreven. In dit boek geven de diëtisten degelijke informatie over gezonde voeding, vitamines en mineralen. Per seizoen presenteren ze 14 gerechten: twee voor iedere dag van de week, met ingrediënten die op dat moment vers te vinden
Tussendoortje Uit het dagboek van een medewerker
‘Met mijn gat in de boter’ zijn. Zo koken onze klanten niet alleen lekker en gezond, maar ook nog eens goedkoop en milieubewust. En uiteraard zijn de receptjes voor iedereen lekker. Het boekje is te vinden op onze website, bij de publicaties onder de knop ‘Gezondheid’.
Een voorproefje
Couscous met raapjes, wortel en kip
n calcium Rapen zijn rijk aa en vitamine C! Ingrediënten • 400 g kipfilet • 400 g raapjes • 400 g wortelen • 200 g uien • 4 eetlepels olijfolie • 1 eetlepel ras-el-hanoet (kruidenmengeling) • 1 eetlepel gehakte koriander • 300 g couscous • 800 ml water + 2 kippenbouillonblokjes
12
Toegankelijke gezondheidszorg
Bereiding • Schil de wortelen en rapen. • Verdeel de kipfilets in 4 gelijke stukken. • Pel en snipper de uien. • Snijd de wortelen overlangs doormidden en snijd de helften in vingerlange repen. • Snijd iedere raap in 8 gelijke partjes. • Verhit 3 eetlepels olie en bak de kipfiletstukken en de uien hierin. • Voeg de kruiden en bouillon toe. • Laat de kip 10 min. zachtjes stoven. • Voeg de wortelrepen en de rapen toe. • Laat 30 min. zachtjes gaar worden. • Voeg de koriander toe en zet uit. • Week intussen de couscous volgens de aanwijzingen op de verpakking. • Roer de couscous met een vork korrelig, voeg 1 eetlepel olie toe en breng de korrels op smaak met peper en zout. • Serveer de couscous met kip, worteltjes en rapen.
In mei genoot hij nog volop van het studentenleven. Een dik half jaar later heeft Ben Bruininkx dankzij zijn werk bij de dienst Gezond Leven enorm veel bijgeleerd. Hij heeft nieuwe mensen en organisaties leren kennen, volop ervaring en inzichten opgedaan, een mannengroep gezondheid op poten gezet, OCMW-klanten van nabij leren kennen, enzovoort. Zijn samenvatting van 2012? ‘Met mijn gat in de boter gevallen!’ Een dag uit zijn leven.
10 uur De presentatie grondig doorgenomen, mijn didactisch materiaal bijeengesprokkeld. Gezondheidsmap, situatiekaartjes, hand-outs van de presentatie, schrijfgerief voor de klanten … Nog even oefenen, het zal hopelijk wel lukken.
12.15 uur Het uur van de waarheid nadert. Ik word toch wel wat zenuwachtig. Naar het opleidingslokaal dan maar. Werkt de beamer? Staat koffie, thee en water klaar? Genoeg kopjes? En waar blijft die tolk?
13 uur Oef, de tolk is goed aange7.15 uur O jee! Een sms van collega Liesbet. Haar dochtertje is ziek. Ze kan niet komen werken en vraagt of ik de infosessie ‘Gezondheidszorg in België’ voor OCMW-klanten van haar wil overnemen. Klein probleem: ik heb dit nog nooit alleen gedaan. En kleine complicatie: het gaat om een groep nieuwe, Russisch sprekende klanten. Ze kennen nog geen Nederlands, en er zal een tolk aanwezig zijn. Help! Maar goed, voor mijn collega doe ik alles. Dus sms ik terug: oké Liesbet, ik doe mijn best.
8.30 uur Snel door de ochtendspits naar Den Bell gefietst. Het wordt nog een spannende dag. Hoe leg je in ‘s hemelsnaam zo’n ingewikkelde dingen als mutualiteiten en RIZIV uit aan mensen die alleen Russisch spreken?
komen. De deelnemers ook, maar sommigen onder licht protest: ‘Wij weten al wel hoe alles hier werkt. Wat moeten wij hier komen doen?’ Ik zeg dat ze even moeten afwachten. Misschien steken ze er toch nog wat van op en anders kunnen ze altijd de andere deelnemers helpen door hun kennis te delen. Vooruit met de geit, we beginnen eraan.
14 uur De interactieve methodieken die Liesbet me tijdens de vorige infosessies toonde, doen ook hier goed hun werk. Wat doe je als je in deze situatie komt, of in die? Wanneer ga je naar de huisarts, wanneer naar de spoed? Waarom is het nodig om op tijd naar de tandarts gaan? De groep werkt goed mee. Er komen interessante discussies op gang en er rijzen veel vragen. Joepie.
15 uur Pauze. Een van de dames die eerst protesteerden, komt me vertellen me dat ze nog veel heeft bijgeleerd. Dat geeft me wel een goed gevoel. Het is echt nuttig wat ik doe. En het werken met een tolk valt me ook goed mee. Goed bezig, Ben.
15.15 uur Het tweede deel van de infosessie is wat moeilijker. Lastige begrippen als RIZIV passeren de revue. Wat doen mutualiteiten precies? Wat betekent geconventioneerd en niet-geconventioneerd? Een OMNIO-statuut? Ik verbaas mezelf, want ik sta hier dingen uit te leggen die ik twee maanden geleden zelf nog niet wist.
16.15 uur Einde. Ik geef aan sommige mensen nog adressen voor een huisarts mee. Iedereen is heel blij en ze komen me allemaal persoonlijk een hand geven en me bedanken. Wat leuk. De middag heeft echt iets betekend voor deze mensen. Super dat ik daartoe kon bijdragen.
Uit het dagboek van een medewerker
13
Over de Energiecel, Lokale Adviescommissie en budgetmeters
Koken kost geld Steeds meer mensen kunnen hun energierekening niet meer betalen. De Lokale Adviescommissie, waarin de netbeheerder en het OCMW zetelen, behandelt hierdoor een stijgend aantal dossiers om te voorkomen dat deze mensen geen elektriciteit, gas of water meer krijgen. De Energiecel van OCMW Antwerpen heeft er de handen mee vol.
De overgrote meerderheid is binnen een termijn van drie maanden met alles weer in orde en is terug overgestapt naar een commerciële leverancier.
14
Over de Energiecel, Lokale Adviescommissie en budgetmeters
Wat doet de Energiecel precies? Erwin Van de Mosselaer, bestuurscoördinator van de afdeling Schuldhulpverlening, licht toe: ‘De Energiecel heeft drie hoofdtaken. Eerst en vooral is er het werk voor de Lokale Adviescommissie (LAC). Daarnaast bemiddelen we ook bij commerciële dossiers, en verder willen we het energiebewustzijn van de burgers verhogen.’
Wat houdt het werk van de LAC juist in? Erwin: ‘Een energie- of waterleverancier accepteert niet dat iemand zijn facturen niet betaalt. Dat is logisch. De commerciële leveranciers kunnen zo’n klant niet blijven bevoorraden, en zij ‘droppen’ hem. Maar om te voorkomen dat de kraan dan letterlijk dicht gaat, gaat zo’n ‘gedropte’ klant automatisch over naar een zogenaamde sociale leverancier. Dat zijn de netbeheerders: WaterLink voor water, en naargelang de woonplaats Eandis of Infrax voor elektriciteit en gas. Als de klant die facturen ook niet betaalt, vraagt de sociale leverancier aan het OCMW om de LAC bijeen te roepen. Die commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de sociale leverancier, een OCMW-raadslid en een OCMW-medewerker. De klant kan er ook zelf zijn verhaal doen. We bekijken samen in detail wat het achterliggend verhaal is, hoe het komt dat de klant niet betaalt, welke oplossing we kunnen vinden, enzovoort. Als de klant niet wil reageren, of echt niet wil meewerken, kan uiteindelijk wel de beslissing vallen om de klant toch af te sluiten. Maar in de meeste gevallen kunnen we dat vermijden.’ Over hoeveel gevallen spreken we ongeveer? En zijn dat allemaal OCMW-klanten? Erwin: ‘In 2012 hebben we ruim 16 000 dossiers behandeld. Van de mensen die voor de LAC verschijnen, heeft 90 % totaal geen banden met het OCMW. Dat zijn allerlei andere mensen die hun rekening niet betalen. Omdat ze niet willen, of omdat ze niet kunnen. Door onzorgvuldig-
dat mensen die het in feite niet kunnen betalen, juist meer geld moeten neertellen? Erwin: ‘Ze komen weliswaar terecht in een systeem dat duurder is qua Hoe pakken jullie dat aan? Erwin: ‘Zodra we een melding krij- tarief, maar let op, het is wel een gen van de sociale leverancier, gaat vangnet dat ervoor zorgt dat de één van onze 11 maatschappelijk mensen niet onmiddellijk afgeslowerkers op huisbezoek bij de klant ten geraken. De overgrote meerderin kwestie. Na voorafgaand telefo- heid is binnen een termijn van drie nisch contact ofwel onaangekon- maanden met alles weer in orde en digd, omdat je in het tweede geval is terug overgestapt naar een comdan meestal een realistischer beeld merciële leverancier. Daar betalen krijgt van het huishouden. De maat- ze dus opnieuw minder, en intussen schappelijk werkers bekijken samen weten ze ook dat ze hun rekeningen met de mensen wat de reële situatie echt wel in orde moeten houden. is, en op welke manier we zouden Voor al die mensen is het een zeer kunnen bemiddelen. Zijn er verzach- goede zaak en werkt het vangnet tende omstandigheden? Wat zou ook perfect. Anderzijds, voor de echt hulpbehoeveneen realistisch afbetalingsplan kunnen We bekijken samen den werkt het vangzijn? Is het plaatsen wat het achterliggend net ook, want zij genieten altijd en van een budgetmeverhaal is en overal van het sociter een oplossing? welke oplossing aal tarief, ook bij de Tegelijkertijd zien onze maatschapwe kunnen vinden. netbeheerders. In dat opzicht schept pelijk werkers ook het hele plaatje van die persoon of de benaming ‘sociale leverancier’ dat gezin en zien ze of er ook andere wat verwarring, want het heeft inhulp of ondersteuning nodig is. Dat derdaad niets te maken met ‘sociaal blijkt in de praktijk ook vaak het ge- tarief’. val te zijn. We gaan dan vooral goed doorverwijzen, want sommige men- Vallen er dan nooit mensen uit de sen hebben behoefte aan medische boot? ondersteuning. Er zijn gezinnen die Erwin: ‘Er zijn natuurlijk nog altijd niet weten dat ze recht hebben op mensen die niet ingaan op herinnekinderbijslag, werkloosheidsver- ringsbrieven, die de deur niet opengoeding, of een tegemoetkoming doen als onze maatschappelijk wervoor hulp aan gehandicapten, enzo- ker aanbelt, en die niet ingaan op onze uitnodiging om zelf hun zegje voort.’ te komen doen op de LAC-zitting. Klopt het dat de mensen die bij een Dan moeten we soms wel beslissen sociale leverancier terechtkomen, om af te sluiten. Maar dat kondigen een hoger tarief moeten betalen we altijd aan met een aangetekendan bij een commerciële leveran- de brief, en dan is er nog een tercier? Is het geen pervers systeem, mijn van drie weken voor het licht heid, door hun prioriteiten verkeerd te leggen, of soms ook uit financieel gebrek.’
Over de Energiecel, Lokale Adviescommissie en budgetmeters
15
Op huisbezoek Twee halve dagen per week gaat Eefje Vanhoof in haar wijk 2060, Antwerpen Noord, huisbezoeken afleggen. En geen klein beetje: gemiddeld 20 adressen per halve dag. Hoe speelt ze dat klaar? Eefje: ‘Goed plannen, de route van tevoren goed uittekenen, en niet treuzelen. Wanneer ik voor een gesloten deur sta, stop ik een brief in de bus voor een volgend bezoek. In mijn wijk is gemiddeld iets meer dan de helft niet thuis. We komen soms wel schrijnende toestanden tegen. Onlangs kwam ik bij een oudere alleenstaande man. Er lag een berg ongeopende post naast de voordeur – al een half jaar geen brief gelezen. Bleek dat hij een zware depressie had. Zo iemand probeer je zo goed mogelijk te helpen en door te verwijzen naar een huisarts en andere hulpverleners. Maar het is niet alleen maar kommer en kwel. Soms zijn niet-betaalde rekeningen het gevolg van een vergissing of vergetelheid. Bijvoorbeeld een verhuis niet gemeld, of een foute meterstand doorgegeven. Of soms is de huurder het slachtoffer van de huisbaas die de rekeningen niet betaalt. Dat komt in mijn wijk redelijk veel voor. Waterverbruik is bijvoorbeeld in de huurprijs inbegrepen, de eigenaar heeft geldproblemen en betaalt de waterfactuur niet. We constateren redelijk vaak dat huisbazen te grote schulden moeten afbetalen, wat erop wijst dat de banken nog te gemakkelijk hoge hypotheken toestaan. Dat is vragen om problemen.’
16
Over de Energiecel, Lokale Adviescommissie en budgetmeters
effectief uitgaat. Het is trouwens opvallend hoeveel mensen die brief dan toch openmaken en plots wel in actie schieten. Dus levert de LAC uitstekend werk. Daarom gaan we ook al bemiddelen voor mensen die betalingsproblemen hebben bij hun commerciële leverancier. Dat is de tweede grote taak van de Energiecel. Op deze manier kunnen we enerzijds de ‘drop’ voorkomen en komt die klant niet in het hoger tarief van de netbeheerder terecht. Anderzijds kunnen wij als bemiddelaar bij de commerciële leverancier vaak langere afbetalingstermijnen verkrijgen dan de klant zelf. Dat is dus echt preventief werken.’ Als derde taak noemde je nog het energiebewustzijn van de Antwerpenaren verhogen. Hoe doen jullie dat? Erwin: ‘Overal waar we komen promoten we de energiescan, een zeer goed instrument om mensen bewust te maken van hun verbruik. Bij een energiescan gaat iemand gratis ter plaatse kijken, meten, advies geven en ook al enkele maatregelen treffen. De verwarming een graadje lager zetten, kijken welk sluipverbruik je kunt uitschakelen, spaarlampen en een spaardouchekop installeren, dat alles heeft wel degelijk impact op de rekening. De beste besparing is immers het niet uitgeven, en dat heb je voor een groot stuk zelf in de hand. Zeker voor mensen die het niet breed hebben, is dat dubbel belangrijk.’
De budgetmeter Noodzakelijk kwaad of een geschenk uit de hemel? Wanneer krijgt iemand een budgetmeter? Is dat verplicht of vragen mensen het zelf aan? Betaal je dan minder, of net meer? En kun je dan nog zoveel stroom gebruiken als je wilt? Eefje Vanhoof, maatschappelijk werker bij de Energiecel voor de wijk 2060, licht een tipje van de sluier.
gaan opladen bij de netbeheerder of in een sociaal centrum. Een deel van het opgeladen bedrag gaat naar de aflossing van de schuld, en een deel naar het verbruik.’
Kun je dat even praktisch verduidelijken? Eefje: ‘Stel, je bent met de LAC een afbetalingsplan overeengekomen van 5 euro per week. Je laadt de Eefje: ‘Mensen die door een com- budgetkaart op met 100 euro. Elke week gaat 5 euro merciële leverancier gedropt zijn ‘Met de budgetmeter naar de afbouw van de schuld, het omdat ze hun zien de mensen ook resterend bedrag facturen niet behun reëel energieheb je over voor talen, komen bij verbruik. Het maakt je verbruik. Als je een netbeheerder terecht. Als ze daar ze veel bewuster, en minder oplaadt, blijft er minder wel netjes betalen, voor sommige mensen over voor je verkunnen ze snel teis het dan ook gemakrug overstappen bruik. De teller laat naar een commer- kelijker om minder te je zien wat je nog over hebt. Maar je ciële leverancier. verbruiken.’ kunt nooit zomaar Dat stimuleren we ook heel erg, omdat die altijd zonder stroom vallen. Een noodgoedkopere tarieven hanteert. knop op de budgetmeter zorgt alMaar als ze bij de netbeheerder de tijd voor een overbruggingskrediet facturen ook niet betalen, moeten indien nodig.’ ze voor de Lokale Adviescommissie verschijnen. Dan moet er een Wat is het voordeel? haalbaar afbetalingsplan komen Eefje: ‘De schuldaflossing die anen een budgetmeter kan daarbij ders onoverkomelijk zou zijn, is nu helpen. toch mogelijk, zelfs in hele kleine stapjes. Met de budgetmeter zien Een budgetmeter is een toestel de mensen ook hun reëel energiewaarmee je je verbruik voorafbe- verbruik. Het maakt ze veel bewustaalt met een chipkaart. Die kaart ter, en voor sommige mensen is kan je voor een zelf gekozen bedrag het dan ook gemakkelijker om min-
der te verbruiken. Maar de bedoeling is altijd om zo snel mogelijk weer naar het commerciële circuit over te stappen, omdat de tarieven daar lager liggen. Een budgetmeter is slechts een tijdelijk hulpmiddel, maar voor een aantal mensen is het een geschenk uit de hemel.’
De schuldaflossing die anders onoverkomelijk zou zijn, is nu toch mogelijk, zelfs in hele kleine stapjes.
De budgetmeter
17
Tussendoortje Twee lesgevers vertellen
Met handen en voeten Leefloongerechtigden zo snel en zo goed mogelijk naar werk toeleiden, is een belangrijke taak van het OCMW. Werkervaring en opleiding zijn daarbij cruciaal. Daarom volgen onze klanten tijdens een werkervaringstraject allerlei opleidingen. Ze krijgen Nederlandse les, vorming ‘arbeidsattitudes’, training ‘sociale vaardigheden’, sollicitatietraining en ‘onthaal en administratie’, om er maar enkele te noemen. Sonja Princen en Stéphanie Cortvriendt maken deel uit van een team van dertien lesgevers en vertellen er graag meer over. De start van een (eerste) job is voor vele klanten een grote verandering en dus een belangrijk moment in hun leven. Daarom begint een tewerkstellingstraject altijd met de opleiding ‘job-intro’. Hier maakt de klant de overgang van de begeleiding in een sociaal centrum als leefloongerechtigde naar een werkervaringstraject. In deze en andere cursussen laten we ze ondermeer kennismaken met de regels en structuur die ‘een job’ met zich meebrengt. Lesgeven aan deze doelgroep is geen sinecure. Vaak zijn onze cursisten de Nederlandse taal nog niet (volledig) machtig. Als opleider is elke les opnieuw een uitdaging om de leerstof met handen en voeten, met foto’s en pictogrammen over te brengen.
18
Twee lesgevers vertellen
Naast het taalniveau zijn er vanzelfsprekend ook verschillen op het vlak van religie en cultuur. Dat zorgt weleens voor misverstanden en zelfs conflicten in een groep. Hierdoor zijn we naast ‘opleider’ ook wel eens ‘vertaler’, ‘bemiddelaar’ of ‘hulpverlener’. Een gegeven dat ons allen prikkelt om dagelijks ook over ons eigen functioneren na te denken. Ondanks de verschillen vormen de cursisten toch een hechte groep. Het is mooi om te zien hoe respectvol en behulpzaam onze klanten naar elkaar toe kunnen zijn. Geregeld ontstaan er vriendschappen, en er wordt heel wat afgelachen. Misverstanden door taalgebruik zorgen dagelijks voor dolkomische situaties. Zo werd ‘hoesten’ al wel eens als ‘goesting’ geïnterpreteerd tot grote
hilariteit van de rest van de groep. Elke dag beleven we plezierige momenten in de klas en daarbuiten.
Dossier kinderarmoede
Het beeld dat onze doelgroep vooral bestaat uit mensen met een gebrek aan werkwilligheid, klopt hoegenaamd niet. Onze klanten zijn meestal zeer gemotiveerd en geïnteresseerd in de inhoud van onze opleidingen. Ze zijn ons vaak erg dankbaar. Op het einde van een opleiding komen ze je persoonlijk bedanken of heel soms krijg je zelfs een staande ovatie! Het is plezant om waardering te krijgen voor de noeste arbeid die we dagelijks verrichten. En daarnaast leeft natuurlijk ook de hoop dat we hen weer een stukje verder op weg hebben geholpen in hun (professionele) leven. Sonja en Stéphanie
Dossier kinderarmoede
19
De strijd tegen kinderarmoede
Prioritaire puzzel
OCMW en Stedelijk Onderwijs maken samen werk van onbetaalde schoolrekeningen
In Antwerpen groeit één kind op vier op in een kansarm gezin.
Winst op lange termijn
Daarmee scoren we een droevig record in België. voeding binnenkrijgen, of door geldgebrek niet naar de dokter kunnen? Hoe kunnen ze zich ontplooien tot gelukkige volwassenen die een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij, als ze niet omringd zijn door vrienden en familie? Onderzoeken bewijzen het ten overvloede: wie in armoede geboren is, raakt er op eigen kracht niet meer uit.
De strijd tegen kinderarmoede was in 2012 een topprioriteit van OCMW Antwerpen. Een overzicht. Opgroeien in armoede brengt heel wat risico’s met zich mee. Arm zijn betekent niet alleen te weinig centen hebben. Het veroorzaakt een kluwen van problemen op alle levensdomeinen, die elkaar bovendien beïnvloeden en nog versterken. Huisvesting, gezondheid, opleiding, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding, participatie aan de maatschappij … Alles staat op de tocht. Armoede is voor iedereen een onrecht, maar voor kinderen zo mogelijk nog meer. Hoe kunnen ze zich ontwikkelen en ontplooien als ze geen rustig plekje hebben om huiswerk te maken, geen plaats om te spelen? Hoe kunnen ze gezond opgroeien als ze geen gezonde
Om die vicieuze cirkel te doorbreken, moeten we op al die domeinen tegelijk actie ondernemen. In dit dossier belichten we een greep uit de vele projecten waarmee we de strijd tegen de kinderarmoede aangaan. Talrijke medewerkers en diensten zetten zich daarvoor in, op zeer uiteenlopende vlakken. Cross-sectoraal. Met zeer veel partners. Zodat al die puzzelstukjes op een dag in elkaar vallen, en we het tij kunnen keren.
Het Stedelijk Onderwijs (AG SO) in Antwerpen telt meer dan 140 scholen en 55 000 leerlingen. Ouders betalen een deel van de schoolkosten. Maar niet iedereen kan de rekeningen op tijd betalen. Sinds 2011 zoekt OCMW Antwerpen samen met AG SO die gezinnen op en zoekt naar oplossingen. Met succes: in 2012 rondden we het pilootproject af en zetten we het om in vaste werking. Een rondetafelgesprek met enkele bezielers.
Marijke Cassiers: ‘Het is een actieve detectie van kinderarmoede. We gaan de gezinnen letterlijk zoeken en opsporen, en bieden onmiddellijk concrete hulp.’
Rond de tafel • Vera Maes, maatschappelijk werker OCMW Antwerpen – project X-stra! • Roeland Vandekerckhove, boekhouding Stedelijk Onderwijs • Greet Beeckmans, coach maatschappelijk werkers – project X-stra! • Marijke Cassiers, projectleider OCMW Antwerpen
Onze topprioriteiten 1. Vroegtijdige detectie en interventie van kinderarmoede 2. Preventie van kinderarmoede 3. De vicieuze cirkel van intrafamiliaal geweld doorbreken 4. Kwetsbare jongeren ondersteunen in hun ontplooiing naar volwassenheid 5. Informeren en sensibiliseren
20
Dossier kinderarmoede | Prioritaire puzzel
Roeland, AG SO: ‘Heel wat schoolfacturen blijven onbetaald, en herinneringsbrieven halen niet veel uit. Directies vertellen ons ook dat het niet altijd gaat over financiële moeilijkheden bij de ouders. Vaak schuilen er achter die ene onbetaalde rekening grotere problemen. Dus besloten we om dit probleem samen met OCMW Antwerpen op een sociaal verantwoorde manier aan te pakken en niet alleen op het financiële te focussen. Zo ontstond het project ‘onbetaalde schoolrekeningen’.’
Marijke, OCMW: ‘Scholen staan midden in het leven van kinderen. Het schoolteam is echter beperkt uitgerust om kinderarmoede op te sporen of om er op een adequate manier mee om te gaan. Dat biedt kansen om aan begeleiding te doen. Daarin zijn we als OCMW een goede partner voor het onderwijs.’
hun beurt ongeveer 30 gezinnen waarvan ze vermoedden dat er sociale problemen zijn. Maatschappelijk werkers van het stads- en OCMW-project X-stra! contacteerden de ouders per brief en maakten een afspraak voor een persoonlijk gesprek.’
Actieve detectie Roeland, AG SO: ‘Voor het pilootproject selecteerden we tien scholen waar de achterstallen het hoogst zijn. Die scholen selecteerden op
Vera:‘ De onbetaalde factuur is onze toegangspoort naar het gezin. Bij het eerste contact ligt de nadruk dus op het financiële aspect. We gaan
Dossier kinderarmoede | Detectie en interventie
21
na of de ouders alle voordelen krij- dent. De medewerker van X-stra! is gen waar ze recht op hebben. Want een objectieve buitenstaander, die ondanks alle informatiecampagnes bovendien ook echt hulp aanbiedt. vragen vele ouders die voordelen Daardoor komen we vaak met veel niet aan. Krijgen ze een schooltoela- resultaat terug buiten. En altijd ge of kinderbijslag? Hebben ze een vinden we mensen die onderbeOMNIO-statuut? Dat schept vaak al schermd zijn, die niet weten waar wat ruimte in hun ze recht op hebben, ‘Kinderen blijven budget. Soms verof die de weg niet kennen. Het is een wijzen we het gezin de toekomst, heel proactieve en door naar een socizeker in een stad warme manier om aal centrum voor als Antwerpen. sociale miserie op financiële hulp of Aan ons om hen te sporen. En als je naar onze diensten de portemonnee Schuldhulpverlede best mogelijke van het huishouden ning.’ (zie ook p. 14) start te bieden.’ verbetert, komt dat Greet: ‘Daarnaast bekijken we altijd onmiddellijk ten goede van het heel de situatie van het gezin. Hoe kind. Het is een actieve detectie van wonen ze? Hoe gaat het met hun kinderarmoede. We gaan de gezingezondheid? Hebben ze een vaste nen letterlijk zoeken en opsporen, huisarts? Zijn de kinderen gevacci- en bieden onmiddellijk concrete neerd? (zie ook p. 8) Zijn de kinderen hulp.’ al ingeschreven in een school? Zijn er problemen op school? Is er huis- Niet alleen om het geld werkbegeleiding nodig? Hebben ze Vera: ‘Ik had een gezin in begeleial gedacht aan een sportactiviteit ding met twee schoolgaande kindeof muziekschool? (zie ook p. 23) We ren. De oudste zoon kwam om vier gaan echt heel breed. En zoals Roe- uur aan met de schoolbus. De moeland al zei, proberen we resultaten der pikte hem het eerst op en daarte behalen op lange termijn. Ook na haalde ze haar andere zoon op de drempel verlagen tussen ouders in de buurtschool. Toen ze me dat en de school is belangrijk. Zeker in vertelde, stelde ik voor om het eens het secundair onderwijs is er min- omgekeerd te proberen. En dat lukder contact, bijvoorbeeld omdat te. Het gevolg is dat haar jongste ouders hun kinderen niet meer zelf zoon niet meer in de opvang hoeft naar school brengen. Investeren in te blijven en dat ze die extra kosten de relatie van ouders met de school niet meer heeft. Kosten vermijden loont altijd.’ is ook een deel van de oplossing.’ Marijke: ‘We ondervinden dat de mensen dat heel erg appreciëren. Ze ervaren het niet als bemoeienis, maar als de oprechte bezorgdheid die het ook is. De relatie met de school is immers niet altijd evi-
22
Marijke: ‘Ook buiten de school merken we effecten van het project. Medewerkers bouwen bruggen tussen de school, de wijk, het OCMW, Kind en Gezin, de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning
Dossier kinderarmoede | Detectie en interventie
(CKG’s), Kansen voor Kinderen, Buurtsport …’
Sociale dienst op school Overal positieve reacties dus. Het pilootproject is door alle betrokken partijen als zeer positief beoordeeld en wordt omgezet in vaste werking. Het Stedelijk Onderwijs gaat het project een plaats geven binnen elke school door een centrale sociale dienst op te richten die alle scholen ondersteunt. Hun taak bestaat erin om de sociale begeleiding van gezinnen op te nemen en een sociale aanpak van onbetaalde rekeningen te promoten. Overkoepelend maken ze een sociaal beleidsplan op voor het stedelijk onderwijs en versterken de schoolteams in het omgaan met kinderarmoede en diversiteit. Ze zullen ouders ook sensibiliseren over hun rechten en plichten. Want onderwijs is een recht, maar ouders hebben ook een verantwoordelijkheid. Op die manier verlicht de sociale dienst het werk van de directie op vlak van sociale thema’s.
Vrijetijdsparticipatie
Kinderen toegelaten Armoede kent zijn weerslag op alle levensdomeinen. Daarom moeten we het vanuit verschillende hoeken aanpakken. Vrijetijdsparticipatie is daar een van. Onze dienst Vrije Tijd merkt dat het werkt, zowel voor ouders als voor kinderen!
Badya Guerti, afdelingschef van de dienst Vrije Tijd, licht toe: ‘Kinderen en jongeren in armoede moeten vaak de activiteiten van hun leeftijdgenoten missen. Jeugdwerk, culturele of sportieve activiteiten moeten toegankelijk zijn voor alle kinderen. Vrije tijd is een recht van iedereen. Veel klanten kennen het rijke Antwerpse socio-culturele en sportieve aanbod niet. Daarom maken we dit aanbod in de eerste plaats bekend. Tegelijk willen we ook financiële, sociale, praktische, informatieve en
psychologische drempels wegwerken. Dat doen we bijvoorbeeld via individuele vrijetijdsbegeleiding, door financiële tussenkomsten te verstrekken en een aanbod aan goedkope activiteiten beschikbaar te maken via de vrijetijdskalender.
Een maatschappelijke strategie We sensibiliseren en ondersteunen niet alleen de klanten. Ook
wijk-maatschappelijk-werkers, begeleiders, partners en verwijzers spelen een belangrijke rol. Daarom stimuleren we hen om aandacht te schenken aan de vrijetijdsparticipatie van klanten. Het is een belangrijk scharnier in het proces van versterking van mensen. Het heeft een positieve invloed op de persoonlijke ontwikkeling, het gedrag en de sociale vaardigheden van personen in armoede.
Greet: ‘Ook in de opstart van de sociale diensten spelen we een rol. We selecteren mee de medewerkers en coachen hen in hun werk. Daarnaast helpen we de sociale diensten om iedereen binnen de school te sensibiliseren over sociale thema’s.’ Vera: ‘Ons werk is lang niet klaar. Ook als de sociale dienst er is, blijven we de begeleiding van gezinnen met onbetaalde schoolrekeningen verderzetten. Kinderen blijven de toekomst, zeker in een stad als Antwerpen. Aan ons om hen de best mogelijke start te bieden.’
Slotfeest Jeugdboek enweek
Familiedag cultuurcentrum Berchem
Life aar Sea Uitstap n nberge ke in Blan
Dossier kinderarmoede | Preventie
23
Opvang van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen
Op eigen benen Het aantal minderjarige asielzoekers verdubbelt jaarlijks in België. In Antwerpen zagen we een onrustwekkende stijging van jonge vluchtelingen die in totaal isolement leven. Sinds 2012 geeft de nieuwe OCMW-dienst Niet-Begeleide Minderjarigen (NBM) deze kwetsbare doelgroep extra begeleiding. Waarom doen ze dat, en hoe?
Bart Peeters, maatschappelijk wer- pelijk probleem lag de beleidsker bij de dienst NBM, legt uit: ‘De makers nauw aan het hart, en we federale regering (Fedasil) vangt hebben er vaart achter gezet. Met minderjarige asielzoekers wel op middelen van het Europees Vluchtein zijn instellingen, maar dat is lingenfonds konden we op vrij korte slechts tijdelijk omdat de budget- tijd het project ‘niet begeleide minten en plekken beperkt zijn. Op een derjarigen’ uitbouwen.’ gegeven moment moeten die jongeren de instelling verlaten. Daar- Intensieve begeleiding na trekken ze vaak naar de grote De dienst NBM hielp in 2012 met steden, ver van familie en vrienden een team van acht medewerkers in hun thuisland, zonder kennis van in totaal 85 jongeren tussen 16 en het land, de gewoonten, de taal, 18 jaar vooruit via een uitgebreid de cultuur … Bovendien komen ze begeleidingstraject. Een belangrijk meestal uit een oorlogsgebied waar onderdeel daarvan is financiële ze trauma’s opgelohulp en budgetpen hebben die ze ‘Mensen rond je heen begeleiding. Wat niet volledig kunhoudt dat precies en vrijetijdsactiviteiten nen verwerken. Ze in? Bart Peeters: bevorderen het hebben dus com‘We brengen hun plexe problemen bijstandsdossiers in integratieproces.’ die ze niet alleen orde zodat ze een kunnen oplossen. Deze jongeren inkomen hebben. We zorgen ervoor hebben dringend hulp en begelei- dat ze hun huishuur en rekeningen ding nodig om een goede opleiding kunnen betalen, weekgeld overte krijgen, om te groeien naar een houden voor eten, vrijetijdsbestejob, om zelfstandig te kunnen func- ding, kleding, persoonlijke verzortioneren. Dit groeiend maatschap- ging, enzovoort. We leren hen ook
24
Dossier kinderarmoede | Ondersteuning jongeren
om hun budget te beheren. Dat is nodig, want wanneer ze 18 worden, moeten ze dat zelf doen.’ Een andere belangrijke NBM-dienstverlening is de individuele trajectbegeleiding. Daarbij komen verschillende begeleidingsvormen kijken zoals schoolbegeleiding, administratieve ondersteuning en psychosociaal welzijn. Bart Peeters: ‘Die jongeren zijn nog schoolplichtig, dus zoeken we samen met hen naar een geschikte opleiding en school. Daarbij houden we zoveel mogelijk rekening met hun wensen en mogelijkheden. We zorgen ook dat ze intensieve lessen Nederlands volgen, zodat ze snel meekunnen op school. Bovendien helpen we met hun administratie, zoals het in orde brengen van mutualiteitspapieren, studiebeurzen … En verder stimuleren we de jongeren om hun sociaal netwerk zoveel mogelijk uit te bouwen, want dat is een belangrijke bouwsteen van hun integratie. Mensen leren kennen, vriendschap-
Sahadi Dahria: ‘Ga je naar een vreemd land als vluchteling, dan heb je vooral nood aan mensen rond je heen en activiteiten waarmee je je vrije tijd kan invullen.’
pen sluiten, dat is even belangrijk als een dak boven je hoofd.’
Groepswerk Netwerken uitbouwen stimuleert de dienst NBM voornamelijk via groepswerk. Om dat te coördineren, is er een intercultureel bemiddelaar in dienst, Sahadi Dahria. Ooit was hij zelf een minderjarige vluchteling uit Afghanistan. Die ervaring komt nu goed van pas.
Sahadi: ‘Ik had toen vooral behoefte aan sociaal contact en een zinvolle vrijetijdsinvulling. Administratieve begeleiding en financiële hulpverlening zijn niet voldoende. Ga je naar een vreemd land als vluchteling, dan heb je vooral nood aan mensen rond je heen en activiteiten waarmee je je vrije tijd kan invullen. Dat bevordert het integratieproces.’ Dus organiseert Sahadi allerlei acti-
viteiten. Spel en film op woensdagnamiddag bijvoorbeeld, of uitstappen zoals naar Bobbejaanland, naar zee, of de zoo. Zo kunnen jongeren die in dezelfde situatie zitten elkaar beter leren kennen. Maar om echt te integreren zijn ook activiteiten nodig die de jongeren in contact brengen met de Belgische jeugd. Daarom organiseert Sahadi ook uitstappen naar jeugdhuizen en sportclubs. Sahadi: ‘Op school is de taal-
Dossier kinderarmoede | Ondersteuning jongeren
25
barrière dikwijls nog te groot om gemakkelijk vrienden te maken en anderen te leren kennen. In de ontspannen sfeer van een jeugdhuis of sportclub is dat vaak eenvoudiger.’
Loslaten Een van de jongeren die Sahadi begeleidt is Omid Bagiri. Hij is 17 jaar en vluchtte weg uit Afghanistan door de oorlogssituatie in zijn thuisland. Hij verblijft ondertussen twee jaar in België. Omid Bagiri: ‘In mijn thuisland waren mijn mogelijkheden beperkt. Ik mocht er geen vrienden hebben, na een bepaald uur mocht ik niet meer buiten komen … Hier krijg ik meer kansen en vrijheid. Maar ik besef ook dat er regels zijn in België. Zo moet ik werk vinden en op eigen benen kunnen staan. Het liefst zou ik elektricien willen worden. Ik volg momenteel les in die richting.’
Stage voor leerling met autisme
Anders en toch heel gewoon Ook jongeren met een beperking verdienen een eerlijke kans op werk(ervaring). Ming Wan is een van de leerlingen met een beperking die een boeiende stage bij OCMW Antwerpen heeft doorlopen. Een impressie.
Kansen voor iedereen Nancy Brands is administratief chef van de sociale centra van Cluster Noordrand. Toen ze hoorde dat de school voor bijzonder onderwijs BuSO De Ark stageplaatsen zocht voor zijn leerlingen, twijfelde ze geen moment.
Werken met minderjarigen vraagt vaak een erg intensieve begeleiding over een korte periode. De jongeren hebben niet alleen begeleiding maar ook veel vertrouwen nodig. Bart Peeters: ‘Jongeren zijn sneller geneigd om zelf dingen uit te proberen als ze op iemand kunnen rekenen. Maar begeleiden is ook een beetje loslaten. Stap voor stap, zodat ze langzaam op eigen benen leren staan.’
Ming Wan: ‘Misschien dat ik een beetje anders ben dan de rest, maar ik wil ook een leuke toekomst en iets nuttigs kunnen doen, net als andere mensen.’
26
Dossier kinderarmoede | Ondersteuning jongeren
Nancy: ‘Ik vind dat iedereen kansen verdient, of hij nu beperkingen heeft of niet. Vroeger was autisme gewoon een begrip voor mij, ver van mijn bed. Tot twee jaar geleden, toen het zoontje van een van mijn vrienden autistisch bleek te zijn. Hun zoon was toen nog maar
zeven, maar toch stonden ze al stil bij zijn toekomst. Welke studierichtingen kan hij nog volgen? Gaat hij later een leuke job vinden? Zal hij kunnen trouwen en zelf kinderen krijgen?’ Door dit van dichtbij mee te maken, besefte Nancy dat mensen met een beperking kansen nodig hebben. Via BuSO De Ark kon ze die kansen geven. Nancy: ‘Zo doen de leerlingen van de school licht manueel werk voor het OCMW. Elke maand vouwen ze formulieren voor onze sociale centra. Ze voelen zich fier en belangrijk na de klus, doen meteen praktijkervaring op … En wij krijgen in het sociaal centrum meer tijd voor andere dingen. Kortom, het is een win-win-situatie.’
Complex maar afgelijnd Er bleek ruimte te zijn voor extra samenwerking. De sociale centra van cluster Noordrand zaten met een heel uitgebreid archief van afgesloten dossiers. Die moesten geklasseerd worden en een plaats krijgen in de kelders van sociaal centrum Merksem. Nancy: ‘We brachten alle dossiers van onze cluster in dozen naar de kelder van sociaal centrum Merksem. Maar dan moesten de dossiers nog op nummer geklasseerd geraken. Je moet weten dat deze nummers bestaan uit zes cijfers. En dat de dossiers daarna perfect op volgorde in de rekken moesten komen. Dit vergt heel wat concentratie en is vrij complex. Geen gemakkelijke maar wel een duidelijk afgelijnde taak. Iets voor een stagiair van De Ark, misschien?’
Nancy Brands: ‘Het is niet altijd gemakkelijk om een stageplaats te vinden voor mensen met een beperking. Eigenlijk jammer, want het zijn vaak hele harde werkers.’
Dus nam Nancy contact op met Inge Goyvaerts, stagebegeleider bij BuSo De Ark. Inge bleek nog stageplaatsen te zoeken voor de leerlingen van de school, en Ming Wan leek een geschikte kandidaat voor deze klus.
ga’s was Steven Eerdekens, administratief assistent bij sociaal centrum Merksem.
Steven: ‘Ik kon eigenlijk heel goed samenwerken met Ming Wan. Het was belangrijk om altijd heel direct Inge: ‘Leerlingen met autisme heb- met hem te communiceren. Zijn inben niet alleen beperkingen maar zet was fenomenaal. Er waren moook heel wat mogelijkheden. Het is menten dat ik hem moest tempeniet altijd gemakkelijk om een stage- ren en amper kon bijhouden. Soms moest ik hem eraan plaats voor hen te ‘Iedereen verdient herinneren dat hij vinden. Leerlingen kansen, of hij nu zijn pauzes mocht met autisme vranemen.’ gen wel iets meer beperkingen heeft aandacht en uitleg of niet.’ En wat vond Ming dan andere studenten, maar het zijn uitstekende werk- Wan zelf van zijn stage? Ming Wan: ‘Ik vond het zeer prettig om de taken krachten en ze geven zich volledig.’ samen met collega’s te doen. Als ik iets niet meer wist, kon ik het onFenomenale inzet Ming Wan kreeg ook extra bege- middellijk vragen. Ik denk dat ik ook leiding. Stagebegeleider Inge had weer wat heb bijgeleerd. Mijn kennis samen met Nancy een stageboekje van getallen en rangschikken is vervoor hem gemaakt met een duidelij- beterd. En ik deed werkervaring op. ke omschrijving van zijn taken, eva- Het was soms wel erg vermoeiend. luatie, werkuren … Bovendien kon Misschien dat ik een beetje anders Ming Wan elke dag rekenen op een ben dan de rest, maar ik wil ook een collega van de cluster die met hem leuke toekomst en iets nuttigs kunsamenwerkte. Een van deze colle- nen doen, net als andere mensen.’
Dossier kinderarmoede | Ondersteuning jongeren
27
(Kans)armoede is geen spel
schapsdier én van de kans om uit zijn isolement te geraken.’
Respect
Deze keer ‘verloren’ de leerlingen het spel: ze slaagden er niet in om een volledige maand rond te komen met hun beperkt budget. ‘Is dat eigenlijk wel haalbaar?’, vroeg Robbe zich terecht af. Begeleider en maatschappelijk werker Els De Bruyn legde uit dat het inderdaad erg moeilijk en stresserend is en dat sommige keuzes allesbehalve evident zijn. ‘OCMW-klanten moeten iedere dag creatief zijn, oplossingen zoeken en gaandeweg een overlevingsstrategie uitdokteren.’ De leerlingen deden alvast hun hoedje af voor de mensen die dat kunnen.
Kies ik vandaag voor wortelpuree of bestel ik een pizza? Ga ik naar de film of toch maar iets drinken met vrienden? Voor een groot deel van de Antwerpenaren zijn zulke vragen de gewoonste zaak ter wereld. Maar voor de pakweg 9 000 stadsgenoten die moeten rondkomen met een leefloon, zijn die keuzes allesbehalve evident. Al spelenderwijs trachten we jongeren voor dit thema te sensibiliseren.
In 2010, internationaal jaar van de armoedebestrijding, maakte OCMW Antwerpen al een ‘leefloonspel’. In 2012 brachten we op vraag van een aantal scholen en verenigingen een interactieve versie uit. Aan de hand van dit educatieve computerspel kunnen jongeren ervaren hoe moeilijk het is om met weinig geld te moeten overleven. ‘Respect’, dat is de toepasselijke titel van het spel. Wie met een leefloon moet rondkomen, verdient immers ieders respect. Het is namelijk niet makkelijk om met zo’n beperkt budget een normaal, menswaardig bestaan te leiden. Met dit project willen we (kans)armoede op een ludieke manier onder de aandacht brengen en bespreekbaar maken voor jongeren. Kom jij rond met een beperkt budget? Welke keuzes zou je maken en waarom? En wat zijn de financiële en sociale gevolgen van je keuzes? Op deze manier kunnen leerkrachten de jongeren informeren én sensibiliseren. Bovendien leren ze zich beter te
28
Speel het zelf Hoe breng jij het ervan af met een leefloon? Test het zelf! Het spel staat integraal op de website van OCMW Antwerpen: www.ocmw.antwerpen.be/respect
Kies een leefsituatie.
Roger Van Dun
In een volgende fase integreren we het spel in een lessenpakket rond het onderwerp. Zowel middelbare scholen als hogescholen sociaal of maatschappelijk werk zullen het kunnen gebruiken. Bij de leerlingen van het zevende jaar ‘Integrale veiligheid’ maakte het spel veel vragen los. Wat doe je als je hond ziek is en de kosten hoog oplopen? En kun je wel gezond eten met zo’n beperkt budget?
identificeren met anderen en beseffen ze dat een OCMW-klant helemaal niet zo anders is dan jij of ik.
Ook getest op leerlingen Op 16 oktober mochten de leerlingen van het zevende jaar ‘Integrale veiligheid’ van de Sint-Norbertusschool in Antwerpen het spel in primeur uittesten. Zij bereiden zich voor op een carrière bij de politie,
Dossier kinderarmoede | Sensibiliseren
brandweer of veiligheidsdiensten en zullen dus in hun verdere loopbaan nog met armoede geconfronteerd worden. Er kwam een interessante discussie op gang. Wat doe je bijvoorbeeld als je hond ziek is en naar de dierenarts moet, maar de kosten hoog oplopen? ‘Spuitje geven!’ riep Kevin al lachend. ‘Nee!’, antwoordde Linde onmiddellijk. ‘Dan beroof je de persoon van zijn geliefde gezel-
Hoe het werkt Het spel begint met een budget, gelijk aan het leefloon, waarmee je een volledige maand moet zien rond te komen. Je vertrekt vanuit twee mogelijke leefsituaties: een alleenstaande oudere man of een gezin met twee kinderen. Je maakt allerlei keuzes die zowel financiële als sociale gevolgen hebben. Je bent verplicht om een aantal vaste uitgaven doen, zoals huishuur en boodschappen. Maar soms krijg je ook te maken met onvoorziene omstandigheden en bijhorende kosten, net als in het ware leven. Aan het einde van het spel merk je hoe moeilijk het is om met een leefloon een normaal leven te leiden.
familie Slovetski
• 52 jaar • alleenstaand • heeft een hondje
• Viorel (34 jaar), Anca (31 jaar), Nicolae (5 jaar) en Mircea (14 maanden) • nieuwkomers • Viorel is hoogopgeleid
Doe boodschappen voor 1 week. Kies een winkelkarretje.
€ 40
fruit seizoensgroenten vlees aardappelen spaghetti yoghurt koekjes douchegel luiers natte doekjes toiletpapier kaas melk koffie
€ 50
€ 70
€ 545 Budget
Met weinig geld rondkomen, weet jij wel hoe dat is? Probeer het. Doe de test: hoe kom ik rond met een leefloon. START
Dossier kinderarmoede | Sensibiliseren
29
Groepsmaatschappelijk werk
Dagelijkse kost ‘Jeugdwerk, culturele of sportieve activiteiten moeten toegankelijk zijn voor alle kinderen. Vrije tijd is een recht van iedereen.’
‘Een klant is veel meer dan een probleem. Hij is ook vader, moeder, broer of zus, heeft talenten, zet zich vrijwillig voor van alles in. Als je ook naar die positieve dingen kijkt, en ze erkent, zie je die klant direct groeien.’ Daar zijn onze groepswerkers rotsvast van overtuigd. Een kort verslag van een rondetafelgesprek met enkele van de groepswerkers: groepsmaatschappelijk werk als sociale springplank.
Experiment Franky: ‘In 2008 begonnen we met een eerste groep in sociaal centrum De Vondel om klanteninspraak te organiseren. We wilden graag van klanten zelf horen wat zij van het klantenonthaal vinden en hoe we dat kunnen verbeteren. Zo begonnen we met tweewekelijkse bijeenkomsten met een kerngroepje klanten. Daar zijn ontzettend veel ideeën uitgekomen. Na afloop heeft iedereen het project zo positief geëvalueerd dat het een vaste werking geworden is.’
in opleiding gaan of werk gevonden hebben.’ Els: ‘Dat is een constant gegeven. Die in- en uitstroom zie je ook in de andere groepen. Dat is in feite heel positief. Omdat het betekent dat de mensen aan de slag geraken. En het brengt telkens een frisse kijk, een andere invalshoek. Dat houdt
ons scherp en actueel, en we raken niet snel uitgeblust qua onderwerpen.’ Franky: ‘We vonden het heel belangrijk om het groepswerk in een wijk te doen, omdat de mensen elkaar zo leren kennen. Ze bouwen zo een eigen netwerk uit, en komen elkaar op straat tegen. Ze hebben
Een frisse kijk Anno 2012 is het groepswerk met klanten flink uitgebreid. Ook pionier De Vondel draait nog steeds op volle toeren. Zijn het nog steeds dezelfde mensen in het kerngroepje? Franky: ‘Nee hoor, er is een constante in- en uitstroom. Er zijn altijd mensen die na verloop van tijd uit de groep verdwijnen omdat ze
30
Dossier kinderarmoede
Groepsmaatschappelijk werk
31
echt wel iets aan elkaar. Een voorbeeld: Marilou heeft geen kasten. Ze krijgt die van Joris die kasten verzamelt en opknapt en er eigenlijk te veel heeft. Marilou geeft dan weer kleren aan Ingrid. Ze helpen elkaar en daardoor stijgt ook hun gevoel van eigenwaarde. Soms is het echt ontroerend om te zien hoe warm ze met elkaar omgaan: de Kosovaarse Avdi die amper kan communiceren, krijgt schouderklopjes, en de Afrikaanse Charlotte vliegt Ingrid om de hals als ze elkaar op de markt tegenkomen.’
Eigen netwerk Cieltje: ‘Mensen leren ook veel van
elkaar, en door elkaar te leren kennen, zetten ze hun vooroordelen opzij. Dat zie je ook bij de hoogopgeleide nieuwkomers. Deze mensen zijn doorgaans al heel druk bezig om hier een nieuw leven uit te bouwen, zodat wij eerder dachten dat zij het groepswerk als last zouden ervaren. Maar het tegendeel is waar. Ze trekken zich daar enorm aan op, en kijken echt uit naar de bijeenkomsten.’
eigen netwerk uit, en dat bevordert de integratie.’
Herman: ‘Ook buiten de bijeenkomsten blijven ze elkaar ontmoeten. De ene gaat bijvoorbeeld Nederlands oefenen bij de andere. Goed idee, oppert de laatste, blijf dan maar ineens bij ons eten. Ze bouwen zo een
Waardevolle aanvulling
Els: ‘Over integratie gesproken: een van mijn klantjes, een jonge vrouw uit Ethiopië die intussen anderhalf jaar in België woont, kijkt naar ‘Dagelijkse kost’ van Jeroen Meus, en maakt dan zelf die echte Belgische gerechtjes klaar voor haar moeder. Geweldig, toch?’
Kirsten: ‘Het leuke aan het groepswerk is de ongedwongen sfeer. Dat maakt het contact tussen groepswerker en klant natuurlijk warmer dan de relatie met de maatschap-
pelijk werker. Kon dat maar altijd! We zouden haast wensen dat maatschappelijk werkers hun ‘gewone’ taken zouden kunnen afwisselen met groepswerk. Dat zou hun job veel leuker maken.’
andere dan weer vooral informatief, en dan heb je nog alle mogelijke nuances ertussen. Maar de formule is voor alle partijen bijzonder interessant. Het is bovendien voor anderstalige klanten een ideale gelegenheid om hun Nederlands te oefenen.’
Els: ‘Bij het groepswerk zoeken we ook constant aansluiting bij bestaande structuren. Met De8 bijvoorbeeld Franky: ‘Zeker weten, niks dan vooris een heel nauwe samenwerking delen. Met de groepswerking willen ontstaan dankzij de werking met we vooral de maatschappelijk werde hoogopgeleide nieuwkomers. kers voor een stuk ontlasten. VerEn door de bijeenkomsten van De der hebben we een nieuwe manier Vondelgroep in van denken bij het buurthuis De Wijk ‘De klanten trekken OCMW binnengete laten doorgaan, bracht, namelijk het zich daar enorm is ook daar een heel klantenperspectief. aan op, en kijken vruchtbare kruisbeEn voor de klanten echt uit naar de zelf opent het volop stuiving ontstaan.’ perspectieven: hun bijeenkomsten.’ eigenwaarde verCieltje: ‘Groepswerking is vooral een mooie en waar- hoogt, ze kunnen vriendschappen devolle aanvulling op individuele sluiten, een eigen netwerk uitbouhulpverlening. In sommige gevallen wen … Groepsmaatschappelijk werk is dat verregaand participatief, in is een echte sociale springplank.’
Groepsaanbod voor klanten in 2012 Inspraak en participatie • Inspraakgroep De Vondel • Inspraakgroep Jongeren • Inspraakgroep Nieuwkomers • Inspraakgroep Hoogopgeleide nieuwkomers Binnenste Buiten • Groepswerk mannencursus • Groepswerk vrouwencursus Kansen voor Kinderen • Opvoedingscursussen Mijn kind & ik • Groepswerk Triple P Tieners • Infosessies onderwijs • Groepswerk Ouderradar Dienst Vrije Tijd • OpStap • Uitstap
Ze bouwen zo een eigen netwerk uit, en dat bevordert de integratie.
32
Groepsmaatschappelijk werk
Groepswerk is bovendien voor anderstalige klanten een ideale gelegenheid om hun Nederlands te oefenen.
Dienst Gezondheid • Vrouwengroep gezondheid • Mannengroep gezondheid • Tienermoeders
Groepsmaatschappelijk werk
33
Hier doen we het voor
Een ex vertelt Elk jaar doen honderden nieuwe mensen een beroep op het OCMW. Onze opdracht is: ieders basisbehoeften garanderen. Maar onze taak is ook ervoor zorgen dat de klant weer uit de armoede raakt. Door nieuwe kansen te bieden op alle mogelijke terreinen maken we de klant sterker en weerbaarder, zodat hij zelf zijn leven terug op de rails krijgt. Dat lukt aardig, en zo stromen elk jaar ook honderden klanten weer uit. En daar doen we het uiteindelijk voor. Reza, een van onze ex-klanten, doet zijn verhaal. Reza Yousefpour wilde een bloeiende huisartsenpraktijk uitbouwen in zijn thuisland Iran. Maar het lot besliste er anders over. Reza: ‘Na twee jaar huisartsenpraktijk moest ik vluchten en achterlaten wat ik opgebouwd had. Ik kwam in een Belgisch asielcentrum terecht. Toen mijn papieren in orde waren, kreeg ik OCMW-steun. Zo kon ik het hoofd boven water houden. Maar ik wilde niet zomaar steuntrekker zijn. Ik wilde mijn artsendroom ook hier in België waarmaken.’
Zwoegen en zweten Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want zijn Iraans diploma is hier niet erkend. Reza: ‘Om ook hier een artsendiploma te behalen,
34
Een ex vertelt
hout volgde hij de Nederlandse les bij conversatiegroep Taaloor. Hij moet er nog om lachen: ‘Die mensen hebben wat afgezien met mij. Maar het loonde. Want uiteindelijk slaagde ik voor mijn taalexamen. Ik was dolgelukkig.’
Gelukkig man
ding ook en hielp me met teksten die ik niet begreep. Ook de andere studenten waren zeer behulpzaam. Ik heb echt niet te klagen over de solidariteit van de Belgen. Gelukkig maar. Een opleiding geneeskunde is al moeilijk genoeg in je moedertaal, laat staan in een vreemde taal. Je kan alle hulp gebruiken.’
Vol goede moed kon Reza zijn opleiding tot basisarts starten aan Universiteit Antwerpen. Dat had nog een blije verrassing voor hem in petto. Reza: ‘Ik heb er mijn vriendin leren kennen. Zij volgde de oplei-
In 2012 behaalde Reza zijn diploma van basisarts. Hij kon bijna meteen aan de slag. Reza: ‘Zo werkte ik al voor Kind en Gezin: kinderen onderzoeken en vaccineren. Leuk werk.
Kinderen zijn erg leuk en schattig. En meestal klagen ze niet zo veel als de ouders.’ Zo eindigde Reza’s parcours bij OCMW Antwerpen. Intussen is hij aan een bijkomende specialisatie tot huisarts begonnen. Reza: ‘Mijn droom om een eigen huisartsenpraktijk te starten wil ik ook hier waarmaken. Als ik dat kan bereiken, ben ik een gelukkig mens. Ik heb er zelf wel keihard voor gewerkt, maar zonder OCMW-steun was me dat nooit gelukt.’
Nu bij Vanhool, later een eigen zaak
moest ik een speciaal toegangsexa- diploma van basisarts te behalen men afleggen voor de Vlaamse In- moest hij een taalexamen Nederteruniversitaire Raad (VLIR). Als ik lands afleggen en nog 3,5 jaar bijdaarvoor slaagde, kon ik in België studeren aan de universiteit. Reza: starten in het vijfde jaar van de op- ‘Het taalexamen was nog het lastigst. De eerste leiding basisarts.’ ‘Mijn droom keer was ik niet Maar er was één geslaagd. Ondergroot struikelblok. om een eigen tussen verhoogde Reza: ‘Alles was in huisartsenpraktijk de druk, want ik het Nederlands, en te starten wil ik moest binnen de dat kende ik nog onvoldoende. Ik ook hier waarmaken.’ twee jaar slagen. Anders mocht ik heb uren en uren gezwoegd in de bibliotheek om me ook mijn toegangsexamen overzo goed mogelijk voor te bereiden. doen. Dat wilde ik kost wat kost Het was echt zweten, maar het is vermijden.’ me gelukt.’ Dus zat er maar één ding op: oefeStap één was gezet. Nu de volgen- nen, oefenen en nog eens oefenen. de hindernissen nog, want om het In een sociaal centrum in Borger-
Hagob (43 jaar, vluchteling uit Syrië): ‘Toen ik pas in België was, sprak ik de taal niet. Als ik naar de dokter of de winkel moest, kwam er altijd een vriend mee om te vertalen. Ik besloot om Nederlandse les te volgen. Dat is nodig. Het is de taal van dit land. En zo kan je zelfstandiger leven.’ Hagob: ‘Ik kon bij het OCMW aan de slag bij Binnenste Buiten. Ik had 30 jaar ervaring als kleermaker in Syrië. Het werk kon ik makkelijk aan.
Ik leerde er vooral de Belgische cultuur beter kennen. En ook mijn Nederlands ging er op vooruit.’ Hagob: ‘Nadat mijn contract bij OCMW Antwerpen was afgelopen, heb ik eerst een paar tijdelijke contracten gehad. En toen vond ik vast werk bij de bussenbouwer Vanhool. Daar werk ik nu als naaier van de zittingen van busstoelen. Later zou ik graag, net als in Syrië, een eigen zaak opstarten. Maar eerst nog wat sparen en dan zien we wel verder.’
Hagob, kleer maker uit Syrië
Bij Digipolis Omar Al-Ani (37 jaar, vluchteling uit Irak): ‘Ik was computeringenieur in Irak, maar nu ik in Antwerpen woon, vond ik het heel belangrijk om eerst goed Nederlands te leren en een Belgisch diploma te halen. Na mijn traject bij OCMW Antwerpen kon ik stage doen bij Digipolis. Daarna kreeg ik een interimcontract voor 3 maanden en nu ben ik er vast in dienst. Het is een heel fijne job, en ik heb erg leuke collega’s. In mijn vrije tijd speel ik nog mee als vrijwilliger bij theater Vonk. Supertof!’
ringenieur Omar, compute op het toneel uit Irak, hier
Een ex vertelt
35
voor restauratie
Tussendoortje Met een begeleider werkervaring
Op stap Het OCMW wil zijn klanten optimaal voorbereiden op een job in de reguliere sector. Tijdens een sociale tewerkstelling, het zogenaamde artikel-60, kan de klant ervaring opdoen. Hoe gaat dat in zijn werk? En vooral, wat betekent het voor deze werkervaringsklanten? We liepen een eindje mee met Erik Willems, een van de maatschappelijk werkers werkervaring van de dienst Activering. Erik is al sinds 7.30 uur in de weer. Eerst op zijn thuisbasis, de dienst Activering in de Tuinbouwstraat. Dan snel de fiets op, naar de Lange Dijkstraat om daar tegen 8 uur paraat te staan, want tegen 8.15 uur komen de eerste werkervaringsklanten aangewaaid in de Pax. ’s Ochtends neemt hij even de tijd om samen eerst een koffietje te drinken en wat te kletsen. Dat losse contact tussendoor vindt hij heel belangrijk.
Je dag is zo te zien goed gevuld. Hoeveel werkervaringsklanten begeleid je zo? Erik: Gemiddeld heeft een maatschappelijk werker werkervaring ongeveer veertig dossiers. Dat kan op één maar ook op verschillende locaties zijn. Zelf kom ik op drie werkervaringsplekken. Hier in de Pax kunnen klanten ervaring opdoen voor de verkoop in de meubelhal en de sociale superette, maar ook voor ramenwas en vervoer. In ACG Fabioladorp, een beschutte werkplaats in Deurne, begeleid ik klanten die er als productiearbeider in de verpakking werken. En bij de Antwerpse Rolkar heb ik werkervaringsklanten voor personenvervoer. Hoe ver gaan jullie in die begeleiding? Erik: Die grens bepaal je zelf. De uit-
Tegen 8.30 uur beginnen de eerste afspraken te lopen. Ze volgen elkaar in sneltempo op: Nasrim, Idris, Nadia, Osama, Sadik, Hani, Medina, Chasiem … Soms is het gewoon wat afspreken, soms zijn het lange gesprekken. Telefoontjes, tussendoor nog gauw even naar zijn werkervaringsklanten in de superette en de meubelhal, en voortdurend lopen er mensen af en aan om nog wat te vragen.
36
Op stap met een begeleider werkervaring
eindelijke bedoeling met activering is wat wij ‘empowerment’ noemen. We zoeken waar de klanten goed in zijn, en gaan hen daar sterker in maken. Zoiets bouw je op, dat gaat geleidelijk aan. In het begin ken je je klanten niet goed. Je loopt een traject met hen samen, je bekijkt de mogelijkheden, wat kan hij of zij zelf, wat niet … Een kopietje maken, een fax sturen of een mailtje, dat is voor ons allemaal evident, maar voor een nieuwkomer soms helemaal niet. Dus helpen we hen daarbij. En op een gegeven moment moet je hen loslaten.
mooi resultaat. De overigen kunnen we na hun activeringstraject bij ons overdragen aan de VDAB. Daar volgen ze verder opleiding of bijscholing om hen nog verder toe te leiden naar een job. Je mag niet vergeten dat vooral onvoldoende kennis van het Nederlands een grote hinderpaal kan zijn. En een taal leer je niet zomaar op een paar maanden.
Activeringsklanten in cijfers Volgen 196 uur vorming per jaar. Ongeveer de helft daarvan is les Nederlands. • 27 % vindt werk. • 16 % start een opleiding. • 43 % stroomt gunstig door.
© KIK-IRPA, Brussel
Monumentale Jordaens gerestaureerd
Terug van weggeweest ‘De Nood Gods’, een van de meesterwerken van Jacob Jordaens, is sedert 26 juli 2012 opnieuw in volle glorie te bezichtigen in het Maagdenhuismuseum.
Oplapwerk Meubels en huisgerief
Wil dat zeggen dat ze uiteindelijk allemaal werk vinden? Erik: Nee, dat zou een utopie zijn. 27 procent van onze activeringsklanten vindt werk op de reguliere arbeidsmarkt. Dat vinden wij al een heel
na restauratie
In bedrijvencentrum PAX doen zo’n zestig OCMW-klanten werkervaring op terwijl instructeurs hen kennis bijbrengen. Ze werken in verschillende ploegen, in de meubelhal, de sociale superette, en de renovatieen ramenwasploeg. In de meubelhal kunnen OCMW-klanten tweedehandsgoederen kopen aan zeer democratische prijzen. De vraag is groot. Daarom is de meubelhal constant op zoek naar meubilair en huishoudelektro. Doe jij meubels weg? In goede staat of met wat klein herstelwerk aan? Je kan ze bij Pax afleveren tijdens kantooruren, of men haalt ze gratis bij je op. Pax, Lange Dijkstraat 68-70, 2060 Antwerpen, tel. 03 201 66 50.
Dit vroege werk van Jordaens kwam in twee fasen tot stand. Het oorspronkelijke middengedeelte dateert van rond 1620. Zo’n dertig jaar later liet Jordaens het schilderij vergroten door kleine lappen doek langs de kanten te naaien. Maar die vergroting was niet erg nauwkeurig uitgevoerd en de naden bleven zichtbaar. Dat is op zich niet zo uitzonderlijk, want die formaatveranderingen komen vaak voor in de atelierpraktijk van Jordaens. Alleen maakte de veroudering van de materialen de naden van die verschillende stukken doek nog beter zichtbaar. En door de jaren heen kwam er een flinke laag vervuiling op te liggen. Werk aan de winkel!
De kijk van KIK In juni 2010 vertrok dit pareltje uit de barokke schilderkunst richting Koninklijk Instituut voor het Kunst-
patrimonium (KIK) in Brussel voor een grondige opknapbeurt. Vuil, opgestuwde verflagen, problematische vullingen en overschilderingen zijn verwijderd, retouches zijn aangebracht, en een nieuwe vernislaag zorgt voor een optimale bescherming. Resultaat: de schitterende kleuren en prachtige dieptewerking zijn volledig in ere hersteld.
Ontroerend erfgoed Na ruim twee jaar minutieuze restauratie kon de meester op 26 juli 2012 zijn vertrouwde plek in het Maagdenhuismuseum weer innemen, naast de andere grote namen die dit kleine museum rijk is. Met zijn vaste collectie van onder meer doeken van Pieter Paul Rubens en Antoon Van Dyck, maar ook ontroerende herinneringen aan eeuwenoude wezenzorg en een schitterende collectie majolica papkommen is dit voormalig meisjesweeshuis een bezoek meer dan waard. Dat het waardevolle historische pand op een hippe plek in de oude binnenstad ligt, maakt het extra aantrekkelijk. Terrasjesweer of niet. www.maagdenhuismuseum.be
Monumentale Jordaens grondig gerestaureerd
37
Bedankt Een organisatie staat of valt bij zijn mensen. Voor OCMW-Antwerpen zijn dat een duizendtal gedreven medewerkers. Samen timmeren we aan de weg. Samen bouwen we aan een betere stad. Samen vechten we tegen (kans)armoede. Samen willen we mensen versterken, activeren, integreren ... Onze medewerkers zetten zich daar keihard voor in, met hart en ziel. Elke dag opnieuw. In nauwe samenwerking met stad, onderwijs, politie, brandweer en tientallen organisaties. Aan iedereen een oprecht dankjewel voor de geleverde prestaties.
Jaarcijfers online Op onze website www.ocmw.antwerpen.be/jaarverslag vind je uitgebreid cijfermateriaal en gedetailleerde informatie over de inspanningen die we in 2012 deden. Je leest er ook meer over onze interne organisatie, de samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn, het managementcomité, het personeelsbestand … Ook de jaarrekening is hier te vinden.
www.ocmw.antwerpen.be/jaarverslag
Colofon Verantwoordelijke uitgever Marc De Bens, Lange Gasthuisstraat 33, 2000 Antwerpen Concept, redactie, vormgeving en secretariaat Communicatiedienst OCMW Antwerpen Postadres: Lange Gasthuisstraat 39, 2000 Antwerpen tel. 03 338 67 67
[email protected] Fotografie Communicatiedienst OCMW Antwerpen, Michel Detobel, Noortje Palmers, Elisabeth Verwaest OCMW-infopunt tel. 03 338 28 28
[email protected] www.ocmw.antwerpen.be
38
Bedankt | Jaarcijfers online
Colofon
39
Nieuwe kansen,
nieuwe toekomst