Jaargang 5 | Juni 2008 | #03
Connect Connect online: http://www.akzonobel.intra/ann
Het nieuwe gezicht van AkzoNobel
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 2
In deze Connect
Van de redactie
Een nieuw gezicht voor AkzoNobel Een nieuwe onderneming, een nieuwe identiteit en een nieuw logo. De frisse wind die door de onderneming waait, heeft dit blad bereikt. Maar ook de vlaggen die voor onze gebouwen wapperen. De komende maanden zullen meer huisstijldragers zoals briefpapier, auto’s en websites een gedaantewisseling ondergaan. Even wennen misschien, maar we willen laten zien wie we zijn en wat we doen. Onze waarden en ons merk worden weerspiegeld in onze bedrijfsidentiteit. Het symbool dat AkzoNobel al twintig jaar voerde, paste daar niet meer bij. Vandaar dat ‘Bruce’, zoals we ons logo soms noemen, is gerestyled. Meer hierover op pag. 3, 4, 5 en 6.
8
10
3 CetaBever zoekt helden 3 Pensioenafspraken in hoger 4
16 12
20
De vacature
Operator EVB
beroep goedgekeurd
13 AN IDEA van Your AkzoNobel
Een nieuwe identiteit, een nieuw gezicht
14 Lichtgewicht en kleurrijke
Het nieuwe AkzoNobel
oplossingen van Aerospace
6 Tomorrow’s Answers Today
16 Het imago als amigo
7 Girlsday bij AkzoNobel in Arnhem
18 Sociale Innovatie
8 Chloorproductie via de
19 Landelijk Mentoring
10 Nog meer nieuwe collega’s
20 Gesnapt!
afstandsbediening
Poeders en polymeren van Elotex
AkzoNobel heeft een nieuw gezicht en dat zullen we weten ook. Na alle berichten op tv en in de krant, de beeldschermen met het nieuwe logo en de lading posters, petten, tasjes, boekjes en presentaties willen we ook in Connect natuurlijk niet om dat onderwerp heen. U heeft al gezien dat we de nieuwe huisstijl natuurlijk onmiddellijk op dit blad hebben toegepast. En wellicht heeft u in een teambespreking al uitgebreid van gedachten gewisseld met uw collega’s en leidinggevende over de nieuwe waarden en het merk. Maar de echte business gaat natuurlijk ook gewoon door en juist daarin moet zichtbaar zijn dat AkzoNobel vernieuwd is – dat we onze nieuwe waarden niet alleen snappen, maar ook werkelijk toepassen. Dat zullen we dus vandaag én morgen laten zien in Connect. Voor elk nummer gaan we op zoek naar inspirerende voorbeelden die laten zien dat we ons met een ondernemende geest op de toekomst richten. We vertellen u de verhalen van mensen die hun talenten ontwikkelen. En we zullen nieuwsgierig blijven en het lef hebben om lastige vragen te stellen en daar integere antwoorden op te vinden. Ook uw vragen zijn altijd welkom, liever vandaag dan morgen.
[email protected]
Programma
AkzoNobel vakantiehuisjes in Zweden Altijd al op vakantie gewild naar het land van knäckebröd en Volvo? Dat is nu eenvoudig te regelen. AkzoNobel Zweden biedt actieve medewerkers vakantiehuisjes te huur aan in drie verschillende vakantieparken. Per locatie zijn meerdere compleet ingerichte huisjes te huur. Op Connect online (http://www.akzonobel. intra/ann) vindt u een aanmeldingsformulier, prijsoverzicht en Engelstalige informatie. Foto’s en meer informatie (in het Zweeds) vindt u op http://answ.ahq.intra/ANFritid/
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 3
CetaBever zoekt helden Het beitsmerk CetaBever van Decorative Coatings heeft een nieuwe campagne die vrouwen aanspoort hun ‘held in huis’ aan het klussen te zetten. De campagne richt zich met name op de vrouw die haar partner enthousiast maakt met de beitskwast aan de slag te gaan. Uit onderzoek* blijkt dat de rolverdeling bij het klaren van klussen in en om het huis heel behoudend is: de vrouw bepaalt, de man voert uit. De campagne speelt hier direct op in met een ‘vrouwen’ en een ‘mannen’ actiesite. De eerste 1000 vrouwen die zich melden op www.heldinhuis.nl, krijgen een origineel ‘Held van…’ T-shirt thuisgestuurd.
Reis Via de site kunnen de vrouwen hun partner aansporen de beitsklus met CetaBever te klaren. Op de site is Barry de held van Linda omdat hij alles wat er in en om het huis gebeitst moet worden, voortvarend aanpakt met CetaBever. De campagne wordt ondersteund met een actiesite die verdeeld is in een vrouwen- en mannengedeelte. Inschrijvers maken kans op een reis voor 2 personen naar Scandinavië. Klussers kunnen op het mannengedeelte eigen beitstips voor andere ‘helden’ achterlaten.
De 'vrouwen'-advertentie.
Daarnaast geeft CetaBever ook een aantal beitstips. De vrouwensite bevat ook kook- en massagetips. En wie nog twijfelt aan het weer, kan kijken op de beitsradar. * Onderzoek van bureau De Vos & Jansen in opdracht van tijdschrift Reader's Digest.
Pensioenafspraken in hoger beroep goedgekeurd Het Pensioenfonds van AkzoNobel mag bij het vaststellen van de jaarlijkse aanpassing van de uitkering aan de inflatie (de indexatie) rekening houden met de financiële positie van het fonds. Die afspraak was gemaakt in het kader van een stelselwijziging en aangevochten door de Vereniging van gepensioneerden van Akzo Nobel VGAN, maar onlangs in hoger beroep goedgekeurd door het gerechtshof. De dekkingsgraad van het pensioenfonds is een belangrijk begrip in dit geheel: hoeveel geld is er in de pot om aan huidige en toekomstige verplichtingen te voldoen. Als die dekkingsgraad hoog genoeg is, meer dan 115%, dan worden de pensioenen aangepast aan het gestegen loon- en prijspeil. Voor degenen die nog werken, worden hun aanspraken geïndexeerd met dezelfde verhoging als die van de CAO-lonen. Als de dekkingsgraad lager is, wordt de indexatie naar beneden aangepast en onder de 105% wordt er niet geïndexeerd. De naam van dit fenomeen is ‘voorwaardelijke indexatie’ – de kern van het meningsverschil. Behalve tegen voorwaardelijke indexatie had de VGAN ook bezwaar gemaakt tegen de afspraak dat AkzoNobel niet meer verantwoordelijk is voor het aanvullen van de dekkingsgraad. Ook deze bezwaren zijn door het gerechtshof afgewezen. Voor 2006 was AkzoNobel daarvoor wel verantwoordelijk, maar dat was vanwege nieuwe boekhoudregels een onhoudbare situatie voor de onderneming. Om het pensioenfonds stevig op eigen benen te zetten, is met EUR 100 miljoen de dekkingsgraad op peil gebracht en EUR 200 miljoen beschikbaar gesteld via een achtergestelde lening. Daarnaast blijft AkzoNobel uiteraard verantwoordelijk voor het betalen van een vaste premie.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 4
Een nieuwe identiteit, een nieuw gezicht
Het nieuwe AkzoNobel
Na 20 jaar heeft AkzoNobel het logo vervangen door een nieuw, dynamischer en eigentijdser beeldmerk. "Het logo was al een sterk en uniek symbool, maar het is nu klaargemaakt voor de 21ste eeuw en straalt nu nog meer power en energie uit," aldus bestuursvoorzitter Hans Wijers. "Het is de belichaming van onze nieuwe slogan Tomorrow's Answers Today. Een menselijk figuur in je logo is een fantastische mogelijkheid om je te onderscheiden. We zullen het nieuwe logo gebruiken om alle merken van de onderneming te bekrachtigen.” "Dit is het nieuwe AkzoNobel”, zei Hans Wijers tijdens de lancering op 28 april om 20.00 uur aan het IJ in Amsterdam. Wij vormen één onderneming, met een krachtig nieuw wereldmerk, dat ons zal voortstuwen op weg naar een nieuw tijdperk van concurrentiekracht en mogelijkheden. Ons nieuwe merkenconcept toont precies onze drang om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Wij willen één stap vóór blijven en voortdurend met nieuwe en betere oplossingen komen voor onze afnemers. Het betekent dat wij nadenken over de toekomst, maar handelen in het heden."
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 5
“We blazen het stof van ons eigen merk.” CEO Hans Wijers tijdens de lancering van het nieuwe logo op 28 april in Amsterdam in de Passenger Terminal aan het IJ.
De corporate website, www.akzonobel.com, was op 25 april om 20.00 uur geheel in nieuwe stijl in de lucht. Daarna volgde www.akzonobel.nl in zowel de Nederlandse als Engelse taal. Informatie over de nieuwe visual identity is vinden op beide websites in het 'brandcenter'. "We zijn zeker nog de komende anderhalf jaar bezig om de operatie op onze honderden locaties door te voeren”, stelt topman Hans Wijers. "Door de bekendheid van ICI op sommige markten kan de operatie daar wat langer duren. Maar de naam ICI verdwijnt. Het enige wat nog van ICI overblijft in het nieuwe logo is de donkerblauwe kleur." Wally Olins, brand consultant, heeft dit logo voor AkzoNobel ontworpen. Ook het vorige logo uit 1989 is van zijn hand. Hij is één van de meest ervaren merkdeskundigen ter wereld. “Een verenigd en vastberaden AkzoNobel heeft het juiste symbool gevonden voor de komende decennia, een symbool dat kracht, menselijkheid en continuïteit uitstraalt.” Het uitrollen van het nieuwe merk betekende voor Logistic Services in Arnhem de grootste klus ooit. In een paar weken tijd, inclusief weekenden, hebben zij een enorme hoeveelheid posters, vlaggen, petjes en USB-sticks verstuurd naar alle 685 locaties van AkzoNobel wereldwijd. De vaste medewerkers van Logistic Services in Arnhem kregen steun van 15 uitzendkrachten om alle verzendingen in het grootste geheim voor te bereiden. Zij zorgden ook dat alle 60.000 medewerkers een cadeautasje kregen met cap, keycord en boekje over de nieuwe waarden van AkzoNobel. Medewerkers van de locatie Hengelo kregen een heerlijk taartje, mét nieuw logo, bij de koffie tijdens de introductiebijeenkomst over het nieuwe AkzoNobel.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 6
Tomorrow’s Answers Today
Nu het eerste rumoer rond ons nieuwe AkzoNobel beeldmerk een beetje is bedaard, is het goed eens wat langer te kijken naar het hoe en waarom van die hele operatie. Want een operatie is het: in maximaal anderhalf jaar compleet vervangen van alles waar AkzoNobel op staat door AkzoNobel, mét het nieuwe merk. En niet te vergeten een lange periode van zorgvuldig wikken en wegen, wetenschappelijk onderzoek, overleggen, organiseren en ontwerpen. Maar in de kern is zo’n beeldmerk natuurlijk alleen de vlag die de veel belangrijkere lading dekt, een soort coating van de buitenkant. Waar het echt om gaat, is Tomorrow’s Answers Today of in goed Nederlands Vandaag de Antwoorden van Morgen. Die boodschap wordt ook uitgedragen door de nieuwe, energieke gedaante van het beeldmerk. De kracht van een sterk merk wordt door iedere klant herkend, kan dus van grote waarde zijn in de markt en daarmee een goede investering in de toekomst. Maar sterke merken zijn niet gebouwd op mooie plaatjes en praatjes, ze steunen op kwaliteit. Als we dus beweren dat wij sneller en beter begrijpen wat onze klanten nodig hebben, moet dat natuurlijk wel echt waar zijn. De ambities van het nieuwe AkzoNobel zijn gebaseerd op een vijftal harde waarden. Die moeten samen de garantie leveren dat we ook echt Vandaag de Antwoorden van Morgen kunnen leveren.
• Ons eerst richten op de toekomst van onze klanten
De architectuur van het merk De manier waarop AkzoNobel het nieuwe merk gaat gebruiken, is vastgelegd in zeer precies omschreven ‘brand architecture’. Drie principes zijn daarvoor sturend geweest: al onze uitingen dragen het beeldmerk, er zijn maximaal twee merkenniveaus (bijvoorbeeld AkzoNobel en Sikkens) en het AkzoNobel merk is dominant tenzij het andere merk zijn waarde al heeft bewezen in het verleden. Die principes zijn gebaseerd op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek van onder meer het Reputation Institute onder leiding van professor Cees van Riel. Dat heeft aangetoond dat de naam AkzoNobel in onze belangrijkste landen goed bekend en gerespecteerd is, vooral bij zakelijke klanten. Omdat een goede en consequente toepassing van het merk zo belangrijk is, zijn ook precieze – verplichte! – regels opgesteld voor de toepassing. Dat gaat veel verder dan het logo: indeling, kleuren, foto’s en zelfs taalgebruik. Kijk maar eens op de vernieuwde website www.akzonobel.nl Ga dus niet zelf aan de slag, maar laat het over aan deskundigen of kijk op www.akzonobel.com/brand. De komende 18 maanden zal wereldwijd op alle lichtreclames, auto’s, overalls, relatiegeschenken, en zal het het oude Akzo Nobel logo vervangen worden door AkzoNobel.
• Ondernemingsgeest omarmen • De talenten van onze mensen ontwikkelen • Het lef en de nieuwsgierigheid om vragen te stellen • Integriteit en verantwoordelijkheid tonen in alles wat wij doen Het is niet zomaar een lijstje. De nieuwe AkzoNobel waarden zijn vastgesteld door de raad van bestuur na zeer zorgvuldig beraad en externe toetsing. Ze laten zien dat we de toekomstige behoeften van onze klanten, het milieu en de samenleving begrijpen. En dat we ons ervan bewust zijn dat we altijd door moeten gaan onszelf te ontwikkelen en onze producten en processen te vernieuwen. Alle leidinggevenden binnen AkzoNobel hebben een toolkit gekregen om hun eigen mensen alles over de waarden en het beeldmerk heel precies uit te leggen. Dat biedt iedereen de gelegenheid om dit te bespreken in hun eigen teams en zelf de beste invulling in het dagelijks werk te vinden.
’De kracht van symbolen en logo’s is formidabel. Denk maar aan Apple en Coca-Cola of bijvoorbeeld het Rode Kruis’ Wally Olins, wereldbefaamd merkdeskundige en ontwerper van zowel het nieuwe logo als de voorganger in 1989.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 7
Girlsday bij AkzoNobel in Arnhem
Uit-
gesproken “We zijn veel tijd kwijt om ze aan boord te houden.” CEO Hans Wijers over het vasthouden van ICImanagers, in Het Financieele Dagblad. “Ik krijg wel meer tijd voor golf, ooit opgepakt op de gedwongen vrije donderdag in het kader van arbeidstijdverkorting.” Daan Wilton, afscheidnemend locatiemanager ‘Velperweg’ in CenterNieuws. “Veel mensen kijken naar de contante beloning, terwijl wij ook een mooi lange termijnplan hebben met aandelen.” CEO Hans Wijers in Het Financieele Dagblad. “Wij vinden onszelf belangrijk, maar wat vindt de regio?” Peter Kuijpers, sub BU-manager Salt over de locatie Hengelo in de Twentsche Courant. “Als je alle visitekaartjes op tafel legde, leek het wel de Verenigde Naties.” CEO Hans Wijers over achterstallig onderhoud aan het merk AkzoNobel, in Het Financieele Dagblad.
Vrouwen in de chemie zijn ver in de minderheid, met name in de top. Dat lijkt vooral een Nederlands probleem, zo bleek onlangs uit onderzoek. Nederland heeft – samen met Botswana – het laagste percentage vrouwelijke hoogleraren. Voor de chemie ligt dat percentage tussen de 5 en 10 procent. In 2000 werkte in de sector basischemie 11 procent en zes jaar later 13 procent vrouwen, in de eindproductchemie liggen de percentages iets gunstiger: 30 en 32 procent. Achter die cijfers gaan overigens zowel topmanagers als koffiedames schuil. Veel meisjes hebben weinig met techniek en natuurwetenschappen. Ze hebben er niet zo’n goed beeld van en overwegen niet snel om voor een technisch beroep te kiezen. Dat is jammer, want zo gaat mogelijk een heleboel talent verloren voor bedrijven die actief zijn in de techniek. Om meisjes op een positieve manier in contact te brengen met techniek wordt jaarlijks in diverse Europese landen een ‘Girlsday’ georganiseerd. Girlsday is een evenement waarbij tientallen bedrijven en organisaties met technische en
IT-medewerkers meisjes tussen de 10 en 15 jaar een kijkje in hun keuken geven. AkzoNobel in Arnhem heeft meegedaan op 24 april 2008. De Arnhemse ‘Girlsday’ was een initiatief van Technika 10, die allerlei speelse activiteiten ontwikkelt om de belangstelling van meisjes voor techniek te wekken en verder te ontwikkelen. Bij AkzoNobel kwamen op 24 april zo’n 50 jongedames op bezoek: dochters van medewerkers met hun vriendinnetjes. Aan de Velperweg kwamen ze leuke proeven doen in het laboratorium. Op het programma-op-maat stond het maken van shampoo, badzout, haargel, tandpasta, limonade, slijm en een lavalamp. Radio Gelderland maakte een live reportage. Minister Plasterk maakte op Girlsday bekend dat hij de komende jaren drie miljoen euro extra uittrekt om meer meisjes te interesseren voor een studie of opleiding in techniek en ict. Eén miljoen is bestemd voor havo en vwo-scholen, en twee miljoen voor het mbo. En ook in het mbo is nog een wereld te winnen: nog geen 15% van de meisjes kiest voor een technische opleiding, tegenover bijna 50% van de jongens.
“Akzo Nobel heeft de mond vol over sociaal verantwoord ondernemen. Dan kan het dit niet maken.” Bob Welham, voorzitter van de Europese Ondernemingsraad over de sluiting van de Crown verffabriek in Darwen (UK), in Het Financieele Dagblad. “Hier zitten de mensen die het werk in Amsterdam mogelijk maken.” Rein Rutten, locatiemanager Shared Service Center, in CenterNieuws. “Eigenlijk is coatings gewoon ook chemie.” Leif Darner in Het Financieele Dagblad. “Onder de achterban leeft soms de indruk dat OR-leden van vergaderen houden.” Frans-Jozef Duijnstee, voorzitter OR Hoofdkantoor-Shared Service Center Arnhem in CenterNieuws.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 8
Chloorproductie via de afstandsbediening
Iedereen kent de maatschappelijke discussies over de chloortransporten. Base Chemicals bedacht een innovatieve oplossing: chloorproductie bij de klant zelf, in kleinschalige fabrieken, met de controlekamer op soms wel duizenden kilometers afstand. Impressies van een uniek project.
Ellen Holmen, projectmanager.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 9
“De innovatie zit ‘m in het slimmer, goedkoper, eenvoudiger en efficiënter maken van het productieproces.”
Jacqueline Oonincx, procestechnoloog.
Vanwege een toenemende druk vanuit de samenleving kwam twee jaar geleden, zomer 2006, een eind aan het chloortransport in Nederland. Het is niet uitgesloten dat meerdere landen het voorbeeld van Nederland langzamerhand willen volgen. Chloor is echter voor vele producten en toepassingen een onmisbare stof. Zo wordt het gebruikt voor medicijnen en allerlei plastic en chemische producten, maar ook voor de zuivering van drinkwater. De grote afnemers van chloor maken gebruik van pijpleidingen tussen hun locaties en die van de chloorfabriek. Maar voor de kleinere klanten, die hun chloor via trein of vrachtwagen naar hun productielocatie transporteren, ontstaat door de transportbeperkingen een probleem. Tijd dus voor een nieuwe oplossing, die afrekent met de veiligheidsrisico’s en toch economisch rendabel is: kleinschalige chloorproductie units op het terrein van de klant, die op afstand te bedienen zijn. Base Chemicals ontwikkelde dit nieuwe concept, in samenwerking met de bedrijven Uhde en Uhdenora, die electrolysers en complete chloorfabrieken leveren.
Innovatie Hoe vernieuwend is deze chloorunit op afstand eigenlijk? Is het niet gewoon een verkleinde uitvoering van de bestaande chloorfabriek? “De kern van de chloorproductie blijft inderdaad hetzelfde, namelijk het electrolyseproces, waarin uit de grondstof zout de stoffen chloorgas en loog worden gesplitst,” legt projectmanager Ellen Holmen uit. “De innovatie zit ‘m in het slimmer, goedkoper, eenvoudiger en efficiënter maken van het productieproces, zodat een chloorunit ook op deze kleine schaal economisch rendabel is. Zo worden de unitonderdelen gestandaardiseerd gemaakt en door een constructiefabriek in modules kant en klaar op de locatie van de klant aangeleverd en daar ter plekke in elkaar gezet. Ook het besturen van meerdere units vanuit één centrale organisatie compenseert de schaalgrootte”. “Omdat de chloorunit vanuit een verre controlekamer wordt bestuurd, is het zaak om het ontwerp vergaand te automatiseren en zo robuust mogelijk te maken,” vult Jacqueline Oonincx aan, als procestechnoloog betrokken bij het project vanuit Technology & Engineering. “Bijvoorbeeld door slechts één straat te installeren die je aan- en uit kan schakelen, in plaats van meerdere straten. Of door bepaalde productieprocessen te versimpelen, zodat je kunt besparen op apparatuur en automatisering.”
De kleinschalige chloorproductie unit is op afstand te bedienen.
Verder zijn er normaal gesproken allerlei operators in de fabriek, die als de ogen, oren en neus fungeren van het productieproces. In de kleinschalige chloorunit gaat dat straks via camera’s en geautomatiseerde systemen, wat een aanzienlijke kostenbeparing op personeelsgebied oplevert, al zal er per locatie één operator in dagdienst aanwezig zijn. Oonincx: “Het betekent wel dat we aan de betrouwbaarheid en veiligheid van het systeem nóg hogere eisen moeten stellen. Daar zit voor ons een belangrijke uitdaging.”
Samenwerking Eind dit jaar moet het ontwerp klaar zijn, daarna kan de bouw beginnen. Naar verwachting zal de eerste chloorunit-op-afstand eind 2010, begin 2011 operationeel zijn. De controlekamers zullen op één van de Base Chemicals locaties in Nederland of Duitsland worden geïnstalleerd. Bestaande klanten en een aantal potentiële klanten hebben al positief gereageerd op de nieuwe ontwikkelingen. Dankzij dit concept krijgen ze tegen een gunstige prijs de hoeveel-
heid chloor die ze nodig hebben, zonder zorgen over het productieproces. Holmen: “Naast het vermijden van chloortransporten is er overigens nog een voordeel aan deze constructie. Je produceert ter plekke wat nodig is, zodat er geen behoefte is aan chlooropslag. Wel moeten we ons nog buigen over een slimme en rendabele logistieke oplossing voor het zouttransport. Die grondstof zal uiteraard ter plekke aan de klant moeten worden aangeleverd.” Ook de samenwerking met bedrijven Uhde en Uhdenora verloopt zeer plezierig. Oonincx: “Zij hebben zeer veel kennis over de constructie van chloorfabrieken en electrolyseprocessen. Gezamenlijk zijn we daardoor in staat een optimaal ontwerp te realiseren. Daarnaast doen zij het merendeel van de engineering. Hierdoor kunnen wij ons meer concentreren op de innovatieve kant van de technologie, de automatisering en remote control en de betrouwbaarheid van de plant. Bovendien hebben zij ook wereldwijd veel contacten en zo’n netwerk is commercieel gezien natuurlijk heel interessant.”
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 10
Nog meer nieuwe collega’s
Poeders en polymeren van Elotex
Roel Lipsch, sitemanager van Elotex in Geleen.
De aankoop van ICI heeft in Nederland niet alleen voor een nieuwe Coatingslocatie in Ammerzoden gezorgd, maar ook voor een nieuwe Chemie activiteit in Geleen. Hier bevindt zich de productielocatie van Elotex, onderdeel van het voormalige ICI-onderdeel Specialty Polymers Group. Deze activiteit is per 1 april geïntegreerd als sub-business unit van Functional Chemicals.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 11
(zelfegaliserende) vloeren en reparatiemortels. Elotex levert wereldwijd, waarbij West-Europa en de USA de thuismarkten zijn. Vooral OostEuropa en Azië zijn de groeiers. Wereldwijd zijn we in dit marktsegment de op één na grootste leverancier van hoogwaardige droge toeslagstoffen voor bouwtoepassingen. Wij hechten belang aan een zeer goede relatie met onze klanten en bieden waar mogelijk ondersteuning. Eén van onze belangrijke klanten is Schönox, onderdeel van AkzoNobel Decorative Coatings.”
Stappen
De organisatie in Geleen is een productielocatie, waar 25 van de 41 medewerkers in 5-ploegendienst werken. De 2 sproeidrooglijnen zijn in 1995 en 1997 gebouwd en draaien volcontinu. Daarnaast bevindt zich op de site een pilot plant, waarmee proefproducties worden uitgevoerd. De locatie ligt naast het Chemelot terrein van DSM.
Locaties Het hoofdkantoor van Elotex is gevestigd in Sempach, Zwitserland, dichtbij Luzern. “Hier bevinden zich alle corporate functies zoals sales, marketing en customer service”, aldus de sitemanager Roel Lipsch. “Hier vindt ook een groot deel van ons onderzoek en ontwikkeling plaats. Elotex heeft 4 productielocaties: Mooseleerau (Zwitserland), Frankfurt (Duitsland), Garland (Texas, USA) en Geleen (Nederland). Op dit moment zijn we bezig met de bouw van een fabriek in het Chinese Songjiang, vlakbij Shanghai. Deze fabriek zal eind van dit jaar opstarten. Wereldwijd werken er ongeveer 300 mensen voor Elotex.”
Producten Elotex produceert droge toeslagstoffen voor de bouwindustrie, die aanvullende eigenschappen aan betonmortel toevoegen zoals flexibiliteit, waterafstotendheid en vloeieigenschappen. Het gaat om halffabrikaten die business to business verkocht worden. “Wij bedienen vier marktsegmenten op basis van het product waarin onze stoffen worden verwerkt”, vertelt Roel Lipsch. “Dit zijn tegellijm en voegmateriaal, stucwerk,
De omzet van Elotex is de laatste tien jaren sterk gegroeid. Het productieniveau van de fabriek in Geleen heeft daar sterk aan bijgedragen. Sinds de bouw is de output bijna verdubbeld en het energieverbruik per eenheid product sterk gedaald. Roel Lipsch: “De laatste jaren is er zeer veel aandacht voor veiligheid en gezondheid, output en kwaliteit. Deze aspecten blijven we continu verbeteren. Daarbij komt nu, nog meer dan onder ICI, duurzaamheid bij. Ik ben ervan overtuigd dat we op al deze gebieden verdere stappen kunnen zetten om op een maatschappelijk verantwoorde wijze waarde voor de aandeelhouders te genereren. Met de projecten die voor de komende jaren op stapel staan, gaan we onze doelstellingen zeker halen. Een grote stap is onlangs afgerond: De bouw van een nieuwe verpakkingshal, verpakkingslijn en laaddocks met verhoogde capaciteit en veiligheid. Dit betekent het einde van een belangrijke bottleneck in onze fabriek. Hierdoor kunnen we efficiënt, maar vooral ook veilig en gezond onze productiecapaciteit verder vergroten. Ik zie ernaar uit om de AkzoNobel organisatie beter te leren kennen en bij te dragen aan het succes van Elotex in de komende jaren.”
Organisatie De voormalige Specialty Polymers Group was onderdeel van ICI’s divisie National Starch & Chemical. Deze groep omvatte drie bedrijven: Elotex, Personal Care en Alco. Personel Care en Alco zijn toegevoegd aan business unit Surface Chemistry. Alleen Elotex heeft een vertegenwoordiging in Nederland.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 12
De vacature
Operator EVB De markt
De werkomgeving
De vacature
“Het Rotterdamse havengebied is één van de belangrijkste pijlers van de Nederlandse economie”, vertelt Wilko Breen, productie assistent operations bij AkzoNobel Base Chemicals in Rotterdam. “Het bedrijventerrein in de Botlek is een belangrijke productielocatie van business unit Base Chemicals. Wij produceren onder andere zout, chloor, natronloog en monochloorazijn. Ze zijn onmisbaar in het dagelijks leven en worden onder meer gebruikt bij de productie van auto’s, glas, geneesmiddelen en textiel, en als ontsmettingsmiddel voor zwembaden. Joint ventures met Nederlandse energiebedrijven stellen ons in staat efficiënt gebruik te maken van warmtekrachtcentrales bij de productie van chloor en vacuümzout.”
Het EVB (Energieboorzieningsbedrijf) is verantwoordelijk voor de levering van stroom, stoom en werklucht ten behoeve van alle fabrieken op het bedrijventerrein. We produceren het – door onder andere warmte via processtromen terug te winnen – en kopen het in bij externe leveranciers. Daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor de Chloorkringloopinstallatie, de biologische afvalwaterzuivering en de productie van dimethyl ether. Omdat de fabrieken 24 uur per dag draaien werken wij in een vijfploegendienst.
De fabrieken in optimale conditie houden, daar komt het in deze functie op neer. Als Operator EVB houd je je onder andere bezig met het managen van productieprocessen, controlerondes lopen, het uitvoeren van klein onderhoud, monsters nemen en analyseren en deelnemen aan multidisciplinaire projecten. Wij zoeken voor deze fulltime baan in ploegendienst een enthousiaste, resultaatgerichte, stressbestendige collega met meerdere jaren ervaring als operator in een procesfabriek. Je hebt minimaal een VapRo-B opleiding en een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid, kwaliteit en veiligheid nodig.
Elke ploeg bestaat uit 7 personen met ieder z’n eigen verantwoordelijkheden. Als operator ben je met name werkzaam in de fabrieken.
Geïnteresseerd?
“Heb je interesse of ken je iemand die geknipt is voor deze baan: ga voor informatie naar de vacaturebank op www.akzonobel.nl of stuur een mailtje naar mij:
[email protected]”
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 13
Even bellen met...
AN IDEA van Your AkzoNobel YOUR AkzoNobel organiseerde in de afgelopen periode samen met de afdeling New Ventures A.N. I.D.E.A. Dit staat voor AkzoNobel InnovateDevelop-Execute-Assess. Een activiteit waarbij young professionals van AkzoNobel ervaren hoe je een idee op een effectieve manier kunt omzetten in een bedrijfsplan. Dit kan uiteindelijk geïmplementeerd worden in één van de business units van AkzoNobel.
Berry Oonk, head of Corporate Branding bij Corporate Communications. Hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en lancering van de nieuwe AkzoNobel identiteit. Zijn belangrijkste missie is het versterken van het AkzoNobel merk, zowel intern als extern.
Hoe lang ben je hier al mee bezig?
Boris Kuzmanovic geeft een workshop over de ontwikkeling van een bedrijfsplan.
A.N. I.D.E.A. functioneert als een platform voor nieuwe ideeën die gericht zijn op duurzaam ondernemen. De basis hiervoor is gelegd tijdens de YOUR Challenge 2007, waar geconstateerd werd dat duurzaam ondernemen innovaties vereist en dat het samenbrengen van kennis en inzichten van uiteenlopende vakgebieden en BU’s deze innovaties stimuleert. Het evenement was opgedeeld in twee onderdelen. Een eendaagse activiteit waarbij de deelnemers samen brainstormden over innovatieve ideeën. De ideeën moesten passen bij één van de BU’s, potentieel winstgevend zijn en een duurzaam karakter hebben. Inspirerende presentaties over duurzaamheidsconcepten zoals C2C (cradle to cradle) en POP (persistent organic pollutants) hielpen de deelnemers op weg om te brainstormen over duurzame ideeën.
Plan Het eerste onderdeel leverde zo’n 100 ideeën op. Van al deze ideeën zijn onder begeleiding van Harmen Kielstra (New Ventures) en Jan Verlaan (Ideation Manager) in teams de beste geselecteerd. In het tweede gedeelte is een workshop gegeven over de ontwikkeling van een bedrijfsplan door Boris Kuzmanovic van New Ventures. Hierna hebben de deelnemers hun beste idee in twee dagen uitgewerkt in een volledig bedrijfsplan.
Impact De deelnemers waren verbaasd dat ze op zo’n korte termijn een resultaat konden neerzetten. Concrete plannen zoals SustaiMobility (het verminderen en duurzamer maken van zakenreizen), Repulpable Paint Packaging (recyclebare verpakking van verf) en Deco Green Label (ver-
Jonge professionals brainstormen over innovatieve ideeën.
vanging van huidige oplosmiddel gedragen verven) waren de uitkomst van twee dagen intensief werken. Daarnaast zijn er ideeën ontstaan, die een grote impact zullen hebben op het innovatief en duurzaam produceren van coatings.
Mix Door de intensieve begeleiding van de New Ventures groep, een goede mix tussen jonge en oudere leden van YOUR AkzoNobel uit de verschillende BU’s, zorgde dit evenement precies tot waar het voor ontwikkeld was tijdens de YOUR Challenge in 2007: een platform creëren waar een grote diversiteit aan personen duurzame, innovatieve ideeën bedenkt en test op een toepassing binnen AkzoNobel.
Vanaf juni 2006. Door de verkoop van Organon en de aankoop van ICI is de hele operatie wel iets vertraagd. We zijn begonnen met het doen van onderzoek naar onze bekendheid zowel in de business als bij eigen medewerkers. Vervolgens hebben we gekeken naar onze identiteit: Wie en wat zijn we, waar staan we voor? De uitkomst van dit onderzoek was dat AkzoNobel altijd probeert verder te gaan. Dit wordt samengevat in de nieuwe company slogan: Tomorrow’s Answers Today. Daarna hebben we onze merkenopbouw bekeken en troffen veel verschillende merklagen aan. Onze keuze nu is een 2-lagen merkstrategie: product x (bijvoorbeeld Flexa) wordt aangeboden of geproduceerd door het merk AkzoNobel, het bedrijf dat deze mooie producten maakt.... of iets van die strekking. Hierdoor zal AkzoNobel ook meer als promotie op de verpakking komen van onze merken. Hierna hebben we onze identiteit geformuleerd, het logo, de naam en de kleuren vastgesteld.
En op 25 april was alles klaar? ’s Avonds om 20.00 uur is het nieuwe AkzoNobel gepresenteerd aan de buitenwereld, live via RTL Nieuws. Er was toen al heel veel werk verzet en veel was klaar zoals de corporate website en de advertentiecampagne. De komende 18 maanden gaan we gebruiken om alle huisstijldragers wereldwijd aan te passen. Van verpakkingen tot briefpapier tot auto’s – echt alles. Alles wat een logo draagt, moet om. Dit gebeurt onder het project management van T&E. Zij zullen samen met de business units de implementatie oppakken.
Waarom zijn de kleur van het logo en de naam niet veranderd? Je moet geen dingen veranderen die goed zijn. Blauw past heel goed bij AkzoNobel en heeft internationaal de juiste uitstraling. Als je goed kijkt, zie je dat de blauwe kleur verloopt van licht naar donker. Dat is de kleur blauw die ICI gebruikte. Het logo en de naam worden internationaal goed herkend, ook in Azië. Dat moet je niet zomaar veranderen. Wel is het logo gerestyled met het oog op de toekomst en de slogan Tomorrow’s Answers Today.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 14
Lichtgewicht en kleurrijke oplossingen van Aerospace
Klantspecifiek kleurontwikkelen: van helm (getoond door ANAC-medewerker Koos Hoogervorst) naar vliegtuig!
Er komen steeds meer vliegtuigen. Vanwege stijgende kerosineprijzen vervangen vliegtuigmaatschappijen hun vloot geleidelijk door zuinigere kisten. En Azië is nog steeds een enorme groeimarkt. Kortom: het tij is gunstig voor AkzoNobel Aerospace Coatings (ANAC, onderdeel van BU Marine & Protective Coatings). Een kleine organisatie met grote ambities. Met innovaties, wereldwijde projecten en een marktbenadering in segmenten wil ANAC vandaag de antwoorden van morgen geven.
Om nog beter te kunnen meedenken met klanten, heeft ANAC de markt begin 2008 opgedeeld in zes segmenten met specifieke eisen en wensen: OEM (nieuwbouw), Structural (binnenkant van onderdelen waar je niet meer bij kunt, zoals vleugels), Maintenance (onderhoud), General aviation (kleine privévliegtuigen), Defense land (legervoertuigen/-tanks) en Defense air. “Door de markt niet meer als één geheel te benaderen, kunnen we klantwensen makkelijker vertalen naar producten en kleuren. De applicatieomstandigheden bij nieuwe vliegtuigen zijn nu eenmaal anders dan bijvoorbeeld bij onderhoud. En wat voor de ene klant een prima technologie is, werkt voor anderen misschien nog niet optimaal”, verklaart Hans Peter van Wilsem, Plantmanager ANAC Color Center en projectleider Global Colour.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 15
Deze foto's heeft ANAC's Ruud van Overbeek gemaakt bij KLM van een Boeing PH-BFG waarop het eerste chromaatvrije exterior verfsysteem is geappliceerd. Ze zijn genomen na 1 jaar service en vlak voor het afbijten. Iedere 5 tot 8 jaar wordt het systeem opnieuw aangebracht; dit gebeurt vooral vanwege esthetische redenen; de verf heeft veel te lijden door de extreme omstandigheden. De onderste foto laat een inspectie zien van de PH-BFG na de tweede keer afbijten van het verfsysteem, dat er in totaal 11 jaar heeft opgezeten. Deskundigen van ANAC en Boeing concluderen dat chroomaatvrije verf zorgt voor een vergelijkbare corrosiewering als chromaathoudende verf.
Samen met universiteiten Collega’s van laboratoria in Sassenheim en Waukegan (USA) werken nauw samen aan de ontwikkeling van vliegtuiglak-technologieën. “Behalve met andere BU’s, waar vaak interessante technologieën zitten die ook in vliegtuiglakken toepasbaar kunnen zijn, zoeken we ook steeds vaker samenwerking met universiteiten. Zo halen we kennis binnen die we zelf niet altijd kunnen ontwikkelen. Universiteiten krijgen er potentiële toepassingen voor hun ideeën voor terug. We zijn bijvoorbeeld bezig om toxische pigmenten te vervangen. ANAC heeft een licentie van de North Dakota State University op een primertechnologie voor aluminium onderdelen op basis van magnesium die we samen verder ontwikkelen”, noemt Ruud van Overbeek, Groepsleider Innovatie, als voorbeeld. “Primers worden toegepast op alle metalen vliegtuigonderdelen, binnen en buiten. De resultaten met de magnesiumprimer zijn veelbelovend. Uit laboratoriumtesten blijkt dat hij zelfs beter beschermt tegen corrosie dan chromaathoudende primers. Eind 2008 wordt de nieuwe primer getest op vliegtuigen van de US Airforce. Want niet alleen in het lab, ook in de praktijk moet succes worden bewezen voordat een technologie breed inzetbaar is.”
Rekening houden met kleur Minder gewicht is een belangrijk uitgangspunt bij productontwikkeling, want dat betekent lager
brandstofverbruik. Een laag minder maakt veel uit, ook in het spuitproces. “Mooi voorbeeld is het sneldrogende basecoat-clearcoatsysteem dat we wereldwijd ontwikkelen. De applicatietijd wordt aanzienlijk teruggebracht. Dit kan enkele dagen schelen, zeker in een design met diverse kleuren. Interessant voor vliegtuigmaatschappijen; toestellen staan korter aan de grond – dat kost gemiddeld 100.000 dollar per vliegtuig per dag. En onderhoudsstations kunnen meer toestellen in minder tijd spuiten. Bij Boeing en Airbus zijn we bezig om dit systeem gekwalificeerd te krijgen”, vertelt Hans Koome. Hij is Product Manager Colour: een nieuwe functie die ANAC in het leven heeft geroepen om kleur nóg meer kracht bij te zetten. “Kleur is wat je ziet op vliegtuigen. Een essentieel onderdeel van de identiteit van vliegtuigmaatschappijen”, legt Hans uit. “Elk product, zelfs een primer, heeft een kleurbehoefte. Belangrijk om daar al in de ontwikkelingsfase rekening mee te houden, zodat we sneller nauwkeurige kleuren aan klanten kunnen leveren.”
Gestroomlijnde informatie Een internationaal ANAC-team werkt sinds vorig jaar aan het global colour project. Onderdeel is het opzetten van een wereldwijde kleurendatabase, die een belangrijke rol vervult in het stroomlijnen van informatie. “We inventariseren en standaardiseren alle kleurgegevens van ANAC wereldwijd en bundelen deze in een
nieuwe Global Color Database. Tot nu toe liggen we op schema. Volgens de planning zal in augustus de go/no go beslissing voor het verdere project worden genomen”, licht projectleider Hans Peter van Wilsem toe. “Doel is om alle kleurinformatie bij elkaar te hebben en toegankelijk te maken voor R&D, Sales en onze distributeurs. Want huisstijlkleuren moeten altijd en overal hetzelfde zijn, ongeacht het product of de plaats waar een vliegtuig wordt gespoten. Binnenkort start als tweede global colour-project de standaardisatie van meetinstrumenten. Grote nieuwbouwklanten als Boeing en Airbus hebben hun eigen filosofie over hoe je met kleur omgaat. Onze lange termijn-benadering staat of valt met goede klantrelaties, zodat je kunt laten zien dat dingen soms ook anders kunnen. Daar draagt de Global Colour Group aan bij.”
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 16
Het imago als amigo De Nederlandse economie draait op volle toeren. Eén van de gevolgen: veel vacatures en een hevige concurrentiestrijd om de gunst van de werknemer. Het bedrijfsimago is in dit krachtenveld een kritische succesfactor geworden. Wat doet AkzoNobel om het werkgeversimago te versterken? Voor veel werkzoekenden is een baan in de chemische industrie niet de eerste keus. Vervuilend en saai zijn kwalificaties waarmee de branche vaak geassocieerd wordt. Het feit dat de samenleving zonder chemie in z’n huidige vorm niet zou kunnen bestaan is voor velen onbekend. Een goede naam, reputatie en inhoudelijke bekendheid zijn dus essentieel om hoger op het verlanglijstje van potentiële werknemers komen te staan. Als werkgever moet AkzoNobel concurreren met een keur aan bedrijven. Niet alleen met branchegenoten maar ook bijvoorbeeld met bedrijven die sterke consumentenmerken hebben. Iedere sollicitant heeft z’n eigen afwegingen. Vele collega’s spannen zich in om ‘m over de streep te trekken.
Profileren
De AkzoNobel stand tijdens het Chemistry Career Event in de RAI.
“AkzoNobel is veelvuldig in het nieuws en dat is goed voor onze naamsbekendheid”, zegt Aurélie Autin, manager Campus Recruitment & Talent Management bij AkzoNobel in Arnhem. “Als gevolg van desinvesteringen en acquisities, de verhuizing van het hoofdkantoor naar Amsterdam en de nieuwe corporate identity staat AkzoNobel onder studenten bekend als een bedrijf waar veel gebeurt. Hiermee schudden we langzaam wat van ons oude imago af. Dat is een goede ontwikkeling maar niet voldoende om tevreden achterover te leunen. Met jaarlijks een groot aantal workshops, lezingen, bedrijfsbezoeken en publicaties profileren we ons onder studenten als aantrekkelijke werkgever. Dit doen we met vele enthousiaste collega’s op congressen, banenbeurzen, in magazines en tijdens meerdaagse eigen events als de AkzoNobel Masterclass en Technology meets Marketing. Dit levert een constante stroom sollicitanten op. Een aantal van hen bemiddelen wij naar functies binnen onze business en service units.”
Jet-Net “Begrip kweken voor chemie en techniek begint voor mij aan de basis op bijvoorbeeld de middelbare school vertelt Ad Schouwenaars, Coördinator Opleidingen bij AkzoNobel Nederland. “AkzoNobel is lid van Jet-Net, een platform dat zich inzet om het bèta onderwijs onder leerlingen van Havo en VWO te promoten. Dit samenwerkingsverband van dertig bedrijven, 130 scholen, onderwijsinstellingen en overheid richt zich op het verrijken van
Komen en gaan
Ingrid de Weerdt – ‘Na mijn studie Informatica aan de HTS Heerlen kreeg ik een baan bij KPN. Dat was de reden dat ik veertien jaar geleden van Limburg naar Groningen ben verhuisd. Na een aantal jaren ben ik bij een detacheringsbedrijf in de automatisering gaan werken. Het interessante is dat je dan bij allerlei verschillende opdrachtgevers komt, van de DAF trucks tot een groot pensioenfonds. Voor deze klanten ontwikkelde ik systemen, ontwierp applicaties en vertaalde gebruikerswensen naar de techniek. Na tien jaar was ik echter toe aan iets anders. Ook vond ik de lange reistijden niet prettig meer, zeker sinds ik twee kinderen heb. De functie bij AkzoNobel in Delfzijl sprak
me heel erg aan. Sinds 1 mei ben ik aangenomen als IT Operations Officer. Ik ben het aanspreekpunt voor alle IT zaken op de locatie, een mooie combinatie van operationele en ondersteunende werkzaamheden. Een groot pluspunt voor mij is dat ik weer in een productieomgeving zit. De drive om elke dag weer dat product op te leveren geeft een heel speciale schwung aan het werk. Vlak na mijn studie heb ik nog een tijdje bij DSM in Geleen gewerkt. Dat gevoel krijg ik nu weer helemaal terug.’
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 17
de lesprogramma’s. Dit doen wij door concrete praktijkvoorbeelden in de lesstof aan te dragen en functies te laten zien. De aanpak is succesvol: het aantal leerlingen dat voor techniek kiest op hbo of academisch niveau is in vijf jaar tijd met tien procent gestegen. Dit is zeer belangrijk want er dreigt een toekomstig tekort aan hoogopgeleide technici.”
Captain Control “Studenten Economie denken niet snel aan AkzoNobel als eerste werkgever”, aldus Kiki Schmeink, Recruitment Officer bij AkzoNobel in Arnhem. “Wij worden door hen eerder met research en technologie geassocieerd dan met finance. Om studenten er op te attenderen dat er in onze finance & control kolom volop mogelijkheden zijn, organiseren wij jaarlijks het event Captain Control. Samen met DSM, Heineken, TNT en Unilever laten wij studenten zien dat je voor de functie van Controller niet alleen bij banken en consultants terecht kan maar ook bij onze multinationals. Dit jaar is er een business case in het curriculum van de studie economie van vijf universiteiten opgenomen. Op 5 juni vond de finaledag plaats waarbij namens AkzoNobel CFO Keith Nichols aanwezig was.”
Marie Curie “De EU stimuleert wetenschappelijk onderzoek en culturele uitwisseling in Europa door middel van zogenoemde Marie Curie Fellowships”, vertelt Oscar van den Brink, Group Head Spectroscopy en Process Analysis van het Research Development & Innovation lab in Arnhem. “In één van mijn groepen zijn momenteel twee promovendi van buitenlandse universiteiten aangesteld om onderzoeksprogramma’s uit te voeren. Ze doen dit voor een periode van drie jaar. Hun werkzaamheden leveren ons fundamentele kennis op én een uitstekende samenwerking met verschillende Europese universiteiten. Door het werk van de promovendi hebben wij ook meer exposure op internationale conferenties, wat belangrijk is voor onze reputatie. Er gaat ook een aanzuigende werking van uit, want als werkgever worden wij een aantrekkelijke partij voor researchspecialisten. Voor mij is werken met een groep jonge internationale academici zeer inspirerend. Het scherpt onze creativiteit.”
André Vulink – ‘Per 1 juli ga ik binnen Productie en Logistiek van Deco Nederland met een geheel nieuwe functie beginnen: manager continuous improvement. Het wordt een combinatie van coördinerende en uitvoerende taken op het gebied van verbeterprojecten, op de locaties Wapenveld, Breda en Groot Ammers. Na een loopbaan van bijna 25 jaar bij AkzoNobel is dit een grote uitdaging, waar ik erg veel zin in heb. In mijn laatste functie als productiemanager van de verffabriek in Wapenveld, heb ik naast mijn andere werkzaamheden altijd zoveel mogelijk aandacht aan continuous improvement proberen te besteden. Hoe verbeter je de kwaliteit en de service en verlaag je de kosten, met be-
houd van de veiligheid? Dat kan, door stapje voor stapje dingen te verbeteren, van efficiëntere processen tot het verminderen van afval. Maar het lukt alleen als je het met z’n allen doet. Zo hebben we in Wapenveld het streven dat iedereen in de productie minstens éénmaal per jaar aan een verbeterwerkgroep deelneemt. Dat vergroot de betrokkenheid bij het verbeterproces. En als mensen merken dat bepaalde inspanningen echt tot verbeteringen leiden, motiveert dat om weer de volgende stap te zetten. Geweldig dat ik in mijn nieuwe functie daar invulling aan kan gaan geven.’
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 18
De advertentie
“Nu het nieuwe corporate merk van AkzoNobel geïntroduceerd is, is het belangrijk snel de bekendheid van onze nieuwe identiteit en de onderliggende waarden te vergroten”, vertelt Berry Oonk, Head of Corporate Branding bij AkzoNobel Corporate Communications in Amsterdam. “We ondersteunen de introductie dan ook met een internationale advertentiecampagne in toonaangevende kranten en tijdschriften. We richten ons op doelgroepen als investeerders, analisten, topbestuurders, overheden en eigen medewerkers. De campagne bestaat uit vier verschillende advertenties met in het oog springende beelden van gekleurde vloeistoffen, verven en chemische reacties. In iedere advertentie maken we een koppeling tussen het nieuwe AkzoNobel logo, bekende productnamen als Flexa, Sikkens en Alabastine, en de slogan ‘Tomorrow’s Answers Today’. De campagne ondersteunt ons bij het creëren van een gevoel van trots en eenheid en wakkert het enthousiasme over de toekomst van ons nieuwe bedrijf aan. De advertentie hierboven besteedt aandacht aan de integratie van ICI in AkzoNobel en de sterke onderneming die hieruit is ontstaan. De blauwe en rode vloeistof vermengen zich en symboliseren de synergie van de verenigde kracht van ons nieuwe concern. Wereldwijd plaatsen wij de advertenties in zo’n 70 kranten en tijdschriften, in Nederland zijn dit het Financieel Dagblad, de Volkskrant, de Telegraaf en Elsevier.”
Sociale Innovatie
CAO-overleg gaat over veel meer arbeidsvoorwaarden dan alleen salaris, werktijden en daarmee samenhangende onderwerpen. In onze Collectieve Arbeidsovereenkomst is bijvoorbeeld ook afgesproken om te kijken hoe we op nieuwe manieren beter kunnen samenwerken. Deze afspraak heeft als titel Sociale Innovatie: een cultuur waarin iedereen met een open geest bijdraagt aan vernieuwing in de organisatie. En er is afgesproken dat AkzoNobel hieraan in totaal 1,5 miljoen euro besteedt. Klinkt goed, maar wat betekent dat concreet? Dat is een vraag die op 14 oktober 2008 wordt beantwoord op een speciale dag van de Werkgroep Sociale Innovatie. In die werkgroep zitten collega’s van de ondernemingsraad, namens vakorganisaties en HR-vertegenwoordigers van business units en AkzoNobel Nederland. In grote lijnen zal het gaan over een frisse blik op zaken als de interne en externe arbeidsmarkt, loopbaan en werkgelegenheid, de organisatie van de arbeid en de gezondheid en vitaliteit van medewerkers. Vertegenwoordigers van alle Nederlandse locaties zullen op die dag ideeën en praktijk ervaring uitwisselen en elkaar bijpraten over de voortgang van sociale innovatie. Van elke locatie is een delegatie aanwezig van bestuurder, HR-adviseur en leden van de ondernemingsraad. Elke locatie heeft inmiddels een uitnodiging ontvangen en een verzoek om zelf projecten aan te dragen. Het meest aansprekende voorbeeld zal op 14 oktober aanstaande worden bekroond met de Sociale Innovatieprijs 2008.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 19
Landelijk Mentoring Colofon Programma nog te onbekend Connect
AkzoNobel biedt aan werknemers in Nederland een Landelijk Mentoring Programma (LMP) aan. In februari 2008 is een onderzoek naar dit mentoringprogramma van start gegaan. Mentoring is de mogelijkheid meer ervaren collega’s als klankbord te gebruiken voor persoonlijke ontwikkeling en de daarbij te maken keuzes. Het LMP is bedoeld voor iedere medewerker die behoefte heeft aan een AkzoNobel mentor. Er wordt echter weinig gebruikgemaakt van deze mogelijkheid. Het doel van het onderzoek was om te achterhalen wat hiervan de oorzaak was en tevens een verbeterslag te maken. Het onderzoek is uitgevoerd door Mieke Alebregtse, een masterstudent Organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht.
Behoefte Uit het onderzoek blijkt dat 25% van de werknemers wel behoefte hebben aan een mentor. Bovendien gaf 75% van deze mensen aan dat het LMP voor hen wel nuttig is. Dit zou omgerekend, betekenen dat de doelgroep van het LMP bestaat uit ongeveer 650 werknemers. Sinds de start van het programma in 2006 zijn er echter maar 55 aanvragen geweest. De oorzaak hiervan lijkt vooral te liggen in de bekendheid van het programma. Meer dan 40% van de werknemers bleek niet bekend te zijn met het LMP. De mensen die een mentor aanvragen, doen dit vooral om één van de volgende redenen: 1. Verkenning van de loopbaan. 2. Verbeteren van persoonlijk optreden en gedrag. 3. Uit de startblokken komen in een nieuwe functie. Bovendien hebben werknemers die nog maar kort bij AkzoNobel (0-5 jaar) werken in het bijzonder behoefte aan een mentor. Naarmate iemand langer werkzaam is, neemt de behoefte aan een mentor af.
Begeleiding De mentoren van het LMP geven aan zeer enthousiast te zijn om de mentees te begeleiden. Ook voelen zij zich in staat de mentee goed te begeleiden. De mentees die sinds de start
Magazine voor alle medewerkers van AkzoNobel in Nederland. Adres: Redactie Connect Postbus 9300 6800 SB Arnhem tel. 026-3661797 telefax 026-3665560 e-mail:
[email protected] Connect-online: http://www.akzonobel.intra/ann/connect
van het programma hebben deelgenomen aan het LMP zijn redelijk tevreden over het LMP. Zij geven het gemiddeld een 6,0. Het streven is natuurlijk om dit gemiddelde omhoog te krijgen. Een belangrijk verbeterpunt voor het LMP is ook om een evaluatie van de kwaliteit bij te houden. Voor meer informatie over het LMP kunt u terecht op het intranet (http://www.akzonobel. intra/ann/). Ook is er een folder Mentoring beschikbaar. Deze is aan te vragen via email:
[email protected].
Redactie: John de Munnik - hoofdredacteur Erny Baars - eindredacteur Rob Sanders - redacteur Aan dit nummer werkten verder mee: Mieke Alebregtse, Monique de Ligny, Irma Sanders Foto’s/illustraties: APA, Henri van der Beek, Jack van Bodegom, Combi Delahaye, Fotostudio Van der Horst, David Lichtneker, Peete van Spankeren, John Vos Vormgeving: Walter Luykenaar Druk: Thieme Nijmegen De in dit blad naar voren gebrachte meningen worden niet noodzakelijkerwijs gedeeld door AkzoNobel, en AkzoNobel aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor deze opinies. Hoewel de redactie streeft naar feitelijk juiste informatie, kan zij geen garantie geven voor correctheid of volledigheid. Overname van materiaal in andere publicaties is toegestaan. Vermelding van Connect als bron wordt daarbij op prijs gesteld.
Connect #03 | Juni 2008 | pagina 20
Gesnapt! Wie? Robert Bouma.
Waar? In de omgeving van de AkzoNobel vestiging in Amersfoort.
Wat? Toont zijn nieuwe Honda Civic 1.3 V-tec 4D IMA Hybrid.
“Sinds april van dit jaar rijd ik in deze nieuwe hybride lease-auto. Hybride auto’s zijn energiezuiniger en milieuvriendelijker dan traditionele benzineof dieselauto’s. Ze leveren dus een belangrijke bijdrage aan de reductie van de uitstoot van uitlaatgassen. Dit past prima in de Green and Safe Car Policy van AkzoNobel. Door in deze auto te rijden, lever ik een actieve bijdrage aan het bevorderen van duurzaamheid. Heel belangrijk want het is voor mij de vertaalslag van denken naar doen.”