Jaarbericht 2013 Zorg en Zekerheid Groep
2
Colofon Uitgave OWM Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid u.a. Divisie Control Coördinatie Control P&C en afdeling Communicatie Tekst en redactie Raad van Bestuur en de afdeling Communicatie Vormgeving No Panic, communicatiemakers Drukwerk No Panic the communication factory Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid u.a. en Stichting Zorg en Zekerheid Haagse Schouwweg 12 Postbus 400 2300 AK Leiden Telefoon (071) 5 825 000
Inhoudsopgave Verslag Raad van Bestuur
4
Verslag Raad van Commissarissen
20
Samenstelling bestuursorganen
25
Jaarrekening - Balans
26
- Exploitatierekening
28
3
Overige gegevens - Controleverklaring
29
Bijlage - Kerncijfers
30
Verslag Raad van Bestuur 2013
4
“Zorg en Zekerheid, de klant zegt het”. Onder deze titel heeft de organisatie in 2013 het nieuwe businessplan voor de komende jaren uitgebracht. In het gesprek met de klant willen we ons productaanbod en onze dienstverlening verder ontwikkelen. Als de zorgverzekeraar die open, persoonlijk en dichtbij handelt, zodat meer klanten ons bij niet-klanten aanbevelen. Het jaar 2013 is een intensief jaar voor Zorg en Zekerheid geweest. Een ingrijpende reorganisatie vond plaats waarbij afscheid werd genomen van een aantal collega’s met lange dienstverbanden. Dit in een periode waarbij het perspectief op een nieuwe baan voor hen gering is. Veel interne projecten werden opgeleverd waaronder het voor Zorg en Zekerheid belangrijke internetproject Digitaal Zaken doen. Zorg en Zekerheid realiseerde opnieuw een mooie stijging van het verzekerdenaantal en behaalde een goed financieel resultaat. De Nederlandse gezondheidszorg was volop in beweging en kende opnieuw een groot aantal veranderingen, maar liet tegelijkertijd ook de eerste tekenen van afname van de stijging van de kosten in de Zorgverzekeringswet zien. 2013 was opnieuw het jaar van een voorbereiding van een grote verandering in de AWBZ. Na eerdere mislukte pogingen op dit terrein, werd door het kabinet, onder aanvoering van staatssecretaris Van Rijn, een omvangrijk plan gepresenteerd. Overheveling van de Jeugdzorg, Begeleiding en Dagactiviteiten naar gemeenten en de overheveling van wijkverpleging en verzorging en langdurige GGZ naar de Zorgverzekeringswet. Een nieuwe AWBZ, genaamd de WLZ (Wet Langdurige Zorg), waarin opgenomen de intramurale verpleging en intramurale zorg
voor verstandelijk gehandicapten, moet op 1 januari 2015 zijn ingevoerd. Op het moment van schrijven van dit jaarbericht heeft de Eerste Kamer de overheveling van de Jeugdzorg goedgekeurd en staat de overheveling van de andere terreinen onder grote tijdsdruk. De Nederlandse economie bevond zich net als de meeste Europese landen nog steeds in een recessie, met een oplopende werkloosheid, een te groot overheidstekort en achterblijvende consumptie en investeringen door burgers en bedrijfsleven. Een grote bezuinigingsoperatie, waaronder voor een belangrijk deel in de gezondheidszorg, werd door het nieuwe kabinet doorgevoerd, ondersteund door diverse andere politieke partijen met diverse akkoorden. De crisis was ook merkbaar in het betalingsgedrag van de verzekerde. Een toename van het aantal wanbetalers bij de nominale premie en een toename van de inningsproblematiek bij het eigen risico, door de grote stijging van het eigen risico in 2013 met € 130,- naar € 350,- per verzekerde vanaf 18 jaar, was merkbaar. De administratieve afwikkeling en het zeer beperkte inzicht in de nota’s van ziekenhuiszorg leidde in de Tweede Kamer en bij de verzekerden tot veel vragen en onbegrip. De minister zegde de kamer toe per 1 juli 2014 met een duidelijke ziekenhuisnota te komen. Ook bij Zorg en Zekerheid leidde de verhoging van het eigen risico en de onduidelijke zorgnota’s tot een grote toename van het telefoonverkeer. Het thema fraude kwam in 2013 regelmatig terug in de media en in de Kamer. Bij de AWBZ betrof dat met name het terrein van de PGB-zorg en in de Zorgverzekeringswet gerelateerd aan de ziekenhuisnota’s. Bij Zorg en Zekerheid
staat het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik, materiële controle en gepast gebruik al een groot aantal jaren hoog op de agenda. In 2013 leidde dat tot een hoog rapportcijfer van de NZa voor zowel ZVW als AWBZ. Door de NZa omschreven met de stelling dat regionale zorgverzekeraars de declaratienota’s het beste controleren. Ook financieel was 2013 een goed jaar. Het jaar werd afgesloten met een positief resultaat van € 41,3 miljoen, waaronder een technisch resultaat van € 20,6 miljoen. Een belangrijk deel van het technisch resultaat wordt gevormd door de goede resultaten die zijn behaald op de zorginkoop van farmacie en ziekenhuiszorg en vanwege een positief effect van de afrekening van oude jaren. De totale zorgkosten van Zorg en Zekerheid kwamen in 2013 lager uit dan het gemiddelde in de markt. De dienstverlening bij Zorg en Zekerheid bleef op een hoog niveau. We behaalden een klanttevredenheidscijfer van 7,9 en een prachtige eerste positie voor de afhandeling van declaraties met een 8,7 bij de vergelijkingssite Zorgkiezer.nl. De NPS score was positief met een score van 10. Het streven in het nieuwe businessplan 2014-2016 is te komen tot een top drie positie op het gebied van de NPS score. Ook over de uitvoering van de AWBZ waren klanten tevreden. We behaalden opnieuw een goed klantcijfer voor onze uitvoering van de AWBZ bij de toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Solvabiliteit en risico’s Door het positieve resultaat is de solvabiliteit verder toegenomen van € 254 miljoen ultimo 2012 tot € 293 miljoen ultimo 2013. De wettelijke eis nam met
€ 3 miljoen toe tot € 105 miljoen. Daardoor komt de solvabiliteitsratio uit op 279%. De komende jaren verwachten we dat de wettelijke solvabiliteitseis fors zal toenemen met name als gevolg van de invoering van Solvency II (2016) en de overhevelingen uit de AWBZ. Daarom is een ruime solvabiliteitspositie noodzakelijk om ook in continuïteit aan de eisen te kunnen voldoen zonder grote premieschommelingen. Door de positieve resultaten van de laatste jaren is de solvabiliteit inmiddels zo hoog dat er meer dan voldoende vermogen aanwezig is. Zorg en Zekerheid heeft daarom in de premie 2014 een afslag voor de solvabiliteit meegenomen, zodat de geboekte resultaten rechtstreeks ten goede komen aan de verzekerden. Omdat de premie voor 2014 daardoor verlieslatend is vastgesteld, is een voorziening gevormd ten laste van het jaarresultaat 2013. Zorg en Zekerheid heeft hiermee op een verantwoorde wijze een deel van haar reserves teruggegeven aan de klant en kan daarnaast de komende jaren, behoudens premiestijgingen van de rekenpremie van de overheid een stabiele premie blijven presenteren. Het is in dit verband van belang dat in het kader van Solvency II definitieve grenzen van de solvabiliteitseisen worden bepaald. Belangrijkste risico’s Onderstaand worden de belangrijkste risico’s beknopt beschreven. Marktrisico Conform het interne beleggingsbeleid (vastgelegd in het Treasury Statuut) wordt alleen risicovol belegd
5
6
indien en voor zover het kapitaal groter is dan 110% van de solvabiliteitseis. Het marktrisico over de risicoarme portefeuille is inherent beperkt door de aard van de beleggingen en verder beheerst door diverse beheersmaatregelen. Zo wordt de portefeuille sterk gediversifieerd en gelden er maximale waarden van fondsen, landen en sectoren. Tevens gelden er beperkingen op de duration. Voor de noodzakelijke solvabiliteit is het Marktrisico dus marginaal. Over de risicovolle portefeuille wordt het Marktrisico beperkt doordat in totaliteit maximaal 40% van de portefeuille risicovol belegd mag worden, en verder beheerst door diverse beheersmaatregelen. Zo wordt de portefeuille sterk gediversifieerd en gelden er maximale waarden van fondsen, landen en sectoren. Tegenpartijkredietrisico Het tegenpartijrisico bij banken wordt beperkt door een spreidingsbeleid. Bovendien wordt alleen met Nederlandse banken gewerkt die vallen onder toezicht van DNB en waarvan een rating bekend is bij de Moody’s, Fitch en/of Standard & Poors. Ten aanzien van debiteuren wordt door Zorg en Zekerheid een voorziening gevormd volgens een bestendige gedragslijn en conform het Burgerlijk Wetboek. De voorziening wordt elk jaar geactualiseerd op basis van historische data en ten aanzien van de toereikendheid gecontroleerd door de externe accountant. Het risico op debiteuren wordt inherent beperkt door de regeling dat zorgverzekeraars maximaal zes maanden risico lopen. Het tegenpartijrisico op zorginstellingen wordt geminimaliseerd bij de bevoorschotting, aangezien voorschotten later worden
verrekend met declaraties. Het interne beleid van Zorg en Zekerheid schrijft namelijk voor dat er bij elke instelling minder wordt bevoorschot dan de verwachte geleverde prestaties. Contractueel wordt vastgelegd dat de declaraties worden verrekend met uitbetaalde voorschotten. Er bestaat wel een tegenpartijrisico op overfinanciering. Verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico is een belangrijk risico voor Zorg en Zekerheid. Zowel voor de lopende als de toekomstige verplichtingen geldt uiteraard de onzekerheid die landelijk geldt voor zorgverzekeraars omtrent zowel schade als budget. Het deel van de zorgkosten waarvoor inkooprisico wordt gelopen is de afgelopen jaren toegenomen. Het verzekeringstechnisch risico wordt echter sterk gereduceerd door intern beleid en door het risicovereveningssysteem. Zorg en Zekerheid stelt de premie jaarlijks kostendekkend vast. De toekomstige premie-inkomsten en de daaraan gerelateerde uitgaven zijn relatief goed voorspelbaar en over het algemeen is er sprake van leverancierskrediet; de inkomsten komen eerder binnen dan de uitgaven worden gedaan. De lopende verplichtingen zijn eveneens relatief goed voorspelbaar en worden toereikend en prudent voorzien in de technische voorziening. Voor de afwikkeling van de oude boekjaren wordt elk kwartaal een best estimate opgesteld en een prudente positie ingenomen. In principe is dus geen eigen vermogen noodzakelijk om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Voor de aanvullende verzekeringen
loopt Zorg en Zekerheid volledig risico. Dit wordt met name gemitigeerd door actieve kostenbewaking en jaarlijkse aanpassingen van de premies. Operationeel risico Zorg en Zekerheid heeft een lage risicobereidheid op het operationele risico. Daarom zijn de processen sterk beheerst. De interne verwerking is sterk geautomatiseerd. Het frauderisico wordt beperkt door een fraudebeleid dat gericht is op preventie, detectie en regressie. Op het gebied van Personeel gelden naast de goede arbeidsvoorwaarden diverse maatregelen die er op gericht zijn om goed personeel te vinden, te ontwikkelen en te behouden. Overige risico’s Het concurrentierisico neemt de afgelopen jaren toe in verband met de toenemende marktwerking en premiedruk. Anderzijds geldt nog steeds dat de markt sterk gereguleerd en stabiel is. De strategie van Customer Intimacy en de hoogwaardige dienstverlening bij concurrerende premie en dekking heeft de laatste jaren geleid tot een stabiel, licht groeiend marktaandeel. De risico’s op het gebied van het Ondernemingsklimaat worden met name bepaald door de politieke besluitvorming. Zorg en Zekerheid is, gezamenlijk met VRZ partners en in ZN verband, actief om steeds vroegtijdig bewust te zijn van politieke besluitvorming en waar mogelijk bij te dragen aan de kwaliteit van die besluitvorming. Het uitbestedingsrisico wordt beheerst doordat er een uitbestedingsbeleid wordt gevoerd dat voldoet aan geldende wet- en regelgeving en aan
relevant intern beleid op het gebied van bijvoorbeeld privacy en informatiebeveiliging. Het IT-risico is een zeer belangrijk risico in de sterk geautomatiseerde organisatie van Zorg en Zekerheid. Er is een informatieplan en een ICT-plan waarin alle relevante ontwikkelingen op het gebied van functionaliteit, beveiliging en beheersbaarheid zijn geadresseerd. In het informatiebeveiligingsbeleid is o.a. bepaald hoe we omgaan met autorisaties, beveiliging, functiescheiding en dergelijke. Ten behoeve van de continuïteit is er onder meer een externe uitwijklocatie en een business continuïteitsplan dat onderhouden en getest wordt. Het integriteitsrisico wordt onder andere beheerst door een actieve compliance functie, een screenings-procedure voor personeel en diverse interne gedragscodes en regelingen. Verzekerdenmarkt Het verzekerdenaantal steeg opnieuw in 2013 en bereikte een stand van 410.000 verzekerden. Een belangrijk deel van de groei kwam uit de regio, één van de speerpunten uit het nieuwe businessplan. Een aantal aspecten stond centraal in deze campagne. Allereerst was daar de landelijke forse premiedaling van gemiddeld € 113,-, dit in tegenstelling tot de verwachting van de Minister die uitging van een gemiddelde daling van € 20,-. Zorg en Zekerheid was één van de scherpste premiedalers in de markt met een daling van afgerond € 118,-. Deze daling is mogelijk geworden door het behalen van goede resultaten op de zorginkoopmarkt en een efficiencyslag op de beheerskosten. De goede solvabiliteitspositie maakte een afslag in de premie mede mogelijk. Een ander kenmerk in deze campagne was de introductie
7
8
van diverse budgetpolissen, waaronder die van een nieuwkomer, de Hema. Budgetpolissen, veelal aangeboden en gepositioneerd voor jongere doelgroepen, waarbij het accent ligt op beperking van de keuzevrijheid van de klant bij de keuze van een zorgaanbieder. Deze budgetpolissen, gebaseerd op de filosofie van de selectieve zorginkoop, kende in de praktijk een veelvoud aan varianten. Van beperking van het aantal gecontracteerde ziekenhuizen tot beperking van een aantal soorten behandelingen per ziekenhuis, tot beperkingen van de keuzevrijheid op het gebied van de farmacie. De budgetpolissen werden in deze campagne geen succes in de markt. Mogelijk omdat klanten hechten aan het belang van de keuzevrijheid en/of vanwege de ondoorzichtigheid van de aangeboden polissen. Zorg en Zekerheid distantieerde zich van het ‘budgetpolis stunten’, met die verdachte kleine lettertjes. Oftewel polisvoorwaarden die niet transparant genoeg waren voor verzekerden en daarmee een ‘kat in de zak’ effect sorteerden bij hen en in de media. Dat deed en doet de reputatie van zorgverzekeraars in het algemeen als een ‘betrouwbare gesprekspartner’ geen goed. Zorg en Zekerheid kent geen acceptiecriteria, geen gedwongen winkelnering als het om keuze van zorgaanbieders gaat en geen premiedifferentiatie in de aanvullende verzekeringen. Zorg en Zekerheid zal landelijk pleiten voor transparantie in het polisaanbod en beperking van het aantal uitgebrachte polissen. 2013 was ook het jaar van het eigen risico. Door de grote verhoging van het eigen risico in 2013 van € 220,- naar € 350,- per betalende verzekerde was er alom reactie van de klant. Allereerst was er in 2013 een terugval in
het bezoek aan huisarts en specialist in ziekenhuizen waarneembaar, wat voor een deel te relateren is aan het eigen risico van de klant. Daarnaast leidde de verhoging van het eigen risico tot een meer kritische houding van de klant met betrekking tot de zorgnota en vooral de ziekenhuisnota’s. Een houding die als zeer positief door ons wordt ervaren en die ons helpt in onze materiële controles en controles op het gebied van gepast gebruik en het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik. De grote aandacht van de klant voor de eigen risico nota’s leidde tot een grote toename van het telefoonverkeer bij ons Contact Center. Door de introductie van een nieuwe MijnZZ omgeving voor de klant, met veel positieve signalen over de inzichtelijkheid van de zorgkosten, hebben we in 2013 een goede stap kunnen zetten in het transparant maken van de zorgkosten. In 2014 zal een verdere stap gezet kunnen worden door een verbetering van de zorgnota’s van het ziekenhuis per 1 juli 2014. Een ander effect van de verhoging van het verplicht eigen risico is de toename van het aantal mensen met een vrijwillig eigen risico van € 500,-. De bij gezonde mensen veelal kleinere uitgaven, bijvoorbeeld op het gebied van de farmacie, worden het eerst verrekend met het verplicht eigen risico, waardoor het vrijwillig eigen risico veelal niet wordt verbruikt. De politiek moet bewust zijn van de effecten van de verdere verhoging van het verplicht eigen risico op de solidariteit in ons gekozen stelsel. Een laatste effect van de verhoging van het eigen risico is de toename van de oninbaarheid van het eigen risico. De betaalbaarheid van de premie en het eigen risico staan onder druk in tijden van recessie. In de afgelopen
campagne 2013-2014 was er sprake van minder mobiliteit zowel landelijk als bij Zorg en Zekerheid. Voor een groot deel wordt dit verklaard door de forse premiedaling in de markt waardoor de veranderingsbereidheid afnam. De mobiliteit in de markt was dit jaar 5,7% in vergelijking tot zo’n 7,5% vorig jaar. Bij Zorg en Zekerheid was de uitstroom opnieuw geringer, namelijk 3,4%. Wat zeer goed is bij een mobiliteit in de regio van 8%. Een belangrijk signaal van onze klant over de tevredenheid over onze organisatie. De werfkracht is in deze campagne verbeterd en dan vooral de werfkracht in de regio. In ons nieuwe businessplan is de uitdaging opgenomen om de werfkracht in de regio de komende periode te verbeteren. Het verzekerdenaantal groeide van 405.000 tot 410.000 begin 2014. Opnieuw behaalden alle kleine en middelgrote zorgverzekeraars verzekerdenwinst, wat resulteert in een stijging van het totale marktaandeel tot ruim 10%. De collectieve markt groeide bij Zorg en Zekerheid tot 85%. Het aantal nieuwe polissen in de markt nam opnieuw toe, onder aanvoering van de eerder genoemde budgetpolissen. Budgetpolissen waarin verschillende elementen van selectieve inkoop zijn verwerkt. Aanvullend verzekerd in 2013 Eind 2012 werden verzekeraars opgeschrikt met het mediageweld van Radar, Kassa en de vergelijkingssites. Zij gaven aan dat de aanvullende verzekering opgezegd kon worden. Wat er meestal niet bij werd verteld, is dat men dan wel moest gaan sparen voor het geval men toch ineens voor onverwachte kosten kwam te staan. Mede door de huidige economische situatie was dit
aanleiding voor veel verzekerden hun aanvullende verzekering in een impuls op te zeggen. In de laatste dagen van de overstapperiode is een aantal verzekerden daarop teruggekomen, maar verzekeraars hebben hier veel last van gehad. Ook bij Zorg en Zekerheid was dit te merken door een daling van het aantal - ook betalende - aanvullend verzekerden. Naast de daling vond er ook ‘downsizing’ plaats, het overstappen op een lager geprijsd pakket met minder dekking. Wel zijn er voor de campagne 2012-2013 ook een aantal positieve ontwikkelingen aan te geven: • De premie voor bijna alle polissen bleef gelijk; • De delen-optie tandheelkunde (een betalende verzekerde kan de maximale vergoeding tandheelkunde delen met een betalende verzekerde met hetzelfde pakket op dezelfde polis) bleek ook voor 2013 een succes en nam fors in aantal toe; • De AV-GeZZin Compact (speciaal ontwikkeld voor ouders met kinderen tot 8-9 jaar en afgestemd op de grenswaarden van vergelijkingssites) steeg conform de verwachting; • De voorwaarden bleven gelijk of werden - zoals bij tandheelkunde - in een aantal gevallen licht verbeterd. Nog steeds gelden voor de aanvullende verzekeringen geen medische of andere acceptatievoorwaarden en zijn er geen leeftijdsafhankelijke premies. Kinderen tot 18 jaar blijven gratis meeverzekerd. Bij een aantal andere verzekeraars zien we wel dat de acceptievoorwaarden terugkomen of aangescherpt worden.
9
10
De aanvullend verzekerde klanten maakten opnieuw het meest gebruik van tandheelkunde (in 2013 voor ca. € 39 miljoen), gevolgd door paramedische zorg (fysioen oefentherapie) (ca. € 26 miljoen). Samen betreft dit, conform de verwachting, ongeveer 80% van de totale aanvullende kosten. Voor de campagne 2013-2014 hebben we door de positieve financiële resultaten de premies van alle aanvullende verzekeringen gelijk kunnen houden. Samen met de forse premiedaling van de basisverzekering (ca. € 10,- per maand) heeft dit geleid tot een goed aanbod voor onze verzekerden en toekomstige klanten. Er hebben weinig wijzigingen in de aanvullende polissen plaatsgevonden. De psychologische hulp is geschrapt, omdat dit nu volledig uit de basisverzekering gedekt wordt en ook een deel van de voetzorg bij diabetici is geschrapt om dezelfde reden. Dit alles heeft geleid tot een lichte groei van het aantal aanvullend verzekerden. Wel hebben meer klanten gekozen voor een goedkoper pakket met een lagere dekking, maar dit gebeurde in mindere mate dan tijdens de vorige overstapperiode. Opnieuw bleken de delen optie en de AV-GeZZin Compact in een behoefte te voorzien, met een toename van het aantal verzekerden als gevolg. In de markt constateren we een aantal ontwikkelingen gerelateerd aan de algemene trend van een lagere deelname aan de aanvullende verzekeringen: • Er verschijnen steeds meer polissen waarbij de fysiotherapie/oefentherapie geen maximale dekking heeft;
• Bijna alle verzekeraars hebben acceptatievoorwaarden of wachttijden bij hun duurste (meest dekkende) polissen; • Een aantal verzekeraars hanteert nog steeds leeftijdsafhankelijke premies; • Veel aanvullende polissen sluiten naadloos aan op de grenswaarden van vergelijkingssites. Deze ontwikkelingen zijn niet nieuw, maar hebben als gevolg dat het aantal gebruikers binnen de polissen relatief toeneemt. Dat op haar beurt een extra druk op de premie betekent, waarmee ook de solidariteit onder druk komt te staan. We blijven deze trends landelijk en binnen onze populatie nauwlettend volgen. Zorgmarkt In onze zorginkoop werkten we met man en macht om de door VWS opgelegde deadline van 19 november te realiseren. Op ziekenhuizen en de GGZ na is dat gelukt. De roep om transparantie en vergelijkbaarheid groeide, zowel bij verzekerden als bij de toezichthouders. Reputatiegevoelige issues als fraude, transparantie van zorgkosten, betaalbaarheid en beheersbaarheid van kosten kropen steeds hoger op de agenda. Het algemene beeld van zorgverzekeraars als een partij die veel te veel macht heeft in de zorginkoop met vooral een eigen winst focus werd gemeengoed. Zorg en Zekerheid probeert in de regio met haar zorginkoopbeleid een tegengeluid te geven. Door uit te gaan van de langetermijnrelatie, maar bovenal door niet alleen de factor prijs de boventoon te laten voeren. Door te praten over de combinatie van prijs, volume, kwaliteit en doelmatigheid
proberen wij een betere zorgkostenpositie te bewerkstelligen die ook voor de zorgaanbieder aantrekkelijk is. Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in betere zorgkosten dan landelijk gemiddeld. De combinatie van prijs, kwaliteit en doelmatigheid hebben we in een aantal contracten in samenhang gecontracteerd, zoals het geïntegreerd Farmacie kosten beleid met huisartsen en apothekers. Zorg en Zekerheid conformeert zich aan de landelijk afgesloten convenanten voor ziekenhuiszorg, GGZ en eerstelijn. Daarnaast volgt zij het landelijk afgesproken kwaliteitsbeleid binnen Zorgverzekeraars Nederland waarbij veldnormen voor behandelingen worden ontwikkeld. De ziekenhuismarkt was gedurende het hele jaar onrustig. In het begin van 2013 was daar de onzekerheid over de jaarrekeningen vanwege enerzijds de geringe declaratieomvang over 2012 en de vele interpretatieverschillen over de toepassing van de DOT’s en de afrekening van het transitiefonds. Uiteindelijk leidde dat tot veel opmerkingen, beperkingen van accountants bij ziekenhuizen op het gebied van de rechtmatigheid van de kosten. In het voorjaar startte de onderhandelingen over contractjaar 2014 in verband met de vervroeging van de contractering voor 19 november. Enkele grote zorgverzekeraars gingen er met een gestrekt been in door in de eerste onderhandelingen met ziekenhuizen en GGZ-aanbieders met kortingen van 10 tot 20% te komen. Dit leidde tot veel onrust in de markt en bij Zorg en Zekerheid tot een ingelaste pauze in de contractering om ons te beraden over de in te nemen positie. Uiteindelijk is de realiteit in de markt teruggekeerd en konden wij, weliswaar met enige vertraging, bij sommige ziekenhuizen begin 2014
tot goede afronding van onze contracten met onze aanbieders komen. Voor de nieuwe contractronde 2015 is te hopen op een meer realistische aanpak van begin af aan, wat de rust en het imago voor zorgverzekeraars ten goede komt. Eind 2013, begin 2014 startten landelijk en regionaal de eerste discussies over concentratie en spreiding van zorg. Een belangrijk onderdeel hierin zijn de plannen op het gebied van de spoedzorg. Vergelijkbaar met de eerste discussies over de kwaliteitsnormen laait de discussie over spoedzorg op dit moment behoorlijk op. Zowel de koepel voor ziekenhuizen als van zorgverzekeraars vinden dat op dit gebied stappen moeten worden gezet en hadden dit ook opgenomen in het landelijke convenant. Bij de uitwerking zullen partijen gezamenlijk moeten optrekken en daar waar in gebieden, veelal grotere steden, een overcapaciteit aan spoedzorg is, beleid moeten maken en maatregelen moeten treffen. De sector van de GGZ was in 2013 volop in beweging en ook buitengewoon onrustig. 2013 was het eerste jaar uit een nieuw convenant dat voor deze sector in 2012 werd gesloten. De contractering 2013 liep nog tot ver in 2013 door, toen alweer de eerste onderhandelingen startte over 2014. In de markt werd vergelijkbaar met de ziekenhuismarkt door sommige zorgverzekeraars extreme kortingen geëist, wat ook hier tot veel ophef leidde. De contractering 2014 liep hierdoor landelijk, maar ook bij Zorg en Zekerheid vertraging op. Een belangrijk maar ook complicerende factor in het onderhandelingsproces voor de contracten 2014 is de invoering van de basis GGZ. Een grote operatie voor de sector met veel veranderingen voor de klant, maar met
11
12
name voor de aanbieders, door de grote verplaatsing van intramuraal naar extramuraal en van gespecialiseerde GGZ naar Basis GGZ. Ook de POH GGZ-functie bij de huisarts zal in 2014 verder moeten worden ontwikkeld en gecontracteerd. De AWBZ inkoop 2014 stond natuurlijk voor een belangrijk deel in het teken van de voorbereiding op de grote overhevelingen die per 2015 moeten plaatsvinden. Zowel landelijk, maar vooral bij ons als regionale speler en zorgkantoor, is veel energie gestoken in de voorbereiding. Die, hopen wij, zeker door moet gaan voor de overheveling van de wijkverpleging en persoonlijke verzorging naar de Zvw en voor de onderdelen Begeleiding en Dagbesteding naar de WMO-gemeenten. De overheveling van wijkverpleging en persoonlijke verzorging naar de Zvw is voor de klant een goede zaak, omdat het gehele zorgproces, zonder knip en met behoud van een verzekerd recht, uit een verzekering kan worden aangeboden. De overheveling staat onder grote tijdsdruk en zal daardoor met een aantal overgangsmaatregelen moeten worden ingevuld. De overheveling van de langdurige GGZ en de vorming van de WLZ moet naar de mening van zorgverzekeraars worden uitgesteld, omdat onvoldoende is uitgekristalliseerd wat de consequenties zijn. Daardoor is invoering per 1 januari 2015 niet verstandig. Zorg en Zekerheid opteert voor de uitvoering van de WLZ, omdat wij van mening zijn dat wij als regionale zorgverzekeraar geschikt zijn om deze rol in samenwerking met gemeenten het best te kunnen invullen. Het besluit voor de overheveling van de Jeugdzorg naar de gemeenten is recent genomen en heeft grote impact voor deze sector. Zorg en Zekerheid heeft zich
bereid verklaard naar gemeenten, deze overheveling te willen begeleiden. Met alle grote gemeenten zijn wij in gesprek en met een aantal hebben wij reeds convenanten afgesloten om de overhevelingen te begeleiden en de toekomstige samenwerking in de regio te versterken. Interne Organisatie Een belangrijk onderdeel in 2013, evenals in 2012, was de uitvoering van het Traject Organisatiekosten. In de eerste maanden van 2013 zijn extra gespreksrondes met de Ondernemingsraad ingelast om tot een zorgvuldig en weloverwogen proces en advies te komen van de Ondernemingsraad. Dit leidde tot een positief advies van de Ondernemingsraad en een instemming voor het onderdeel flexibilisering van de winkelmedewerker functie. Per 1 april zijn medewerkers boventallig verklaard en konden zij een beroep doen op de begeleiding van werk naar werk als onderdeel van het eerder afgesloten Sociaal Plan. Voor veel collega’s betekende dit een pijnlijk afscheid. Het jaar 2013 stond voor een ander deel in het teken van de voorbereiding op de overhevelingen van de AWBZ. Veel overleg vond plaats met externe stakeholders als gemeenten, aanbieders en binnen de koepel ZN, maar ook intern met diverse werkgroepen. Op het gebied van de AWBZ implementeerden wij de overgang van de systemen AZR en PGB naar DSW. De mogelijkheden voor de klant om digitaal zaken te doen met Zorg en Zekerheid verruimden we door de introductie van MijnZZ en de Online Verzekeringswinkel.
Twee hele grote projecten die na heel veel inspanning succesvol en tijdig voor de campagne werden geïntroduceerd. Positieve klantreacties werden op beide onderdelen in de campagne ontvangen. Een nieuw businessplan 2014-2016 onder de titel ‘De klant zegt het’ werd afgerond. Op het gebied van Solvency II werden verdere stappen gezet met een nieuwe Orsa die ook onderdeel uitmaakte van het businessplan. Verder werd een kapitaalbeleid ontwikkeld en werden een aantal stappen gezet op het gebied van risicomanagement en Compliance. We implementeerden SEPA en voor de klant ontwierpen we een nieuwe betaalmethode genaamd betaalgemak, om de hoge lasten van het eigen risico gespreid te betalen. De medewerkerstevredenheid binnen Zorg en Zekerheid is met een 7,9 hoog. Veel zorg en aandacht werd besteed aan een goede gezondheid van de medewerker. Het ziekteverzuim was in 2013 opnieuw bijzonder laag met een percentage van 2,35% en meldingsfrequentie van 1,03. Governance Code Zorg en Zekerheid onderschrijft de principes van de Governance Code Zorgverzekeraars. Voor de Raad van Bestuur zijn de volgende principes van toepassing: Samenstelling en deskundigheid Zorg en Zekerheid past dit principe toe. De Raad van Bestuur heeft een zeer brede kennis en een jarenlange ervaring op het gebied van zorgverzekeringen. Ieder lid beschikt over gedegen kennis van de financiële sector en van de verzekeringssector in het bijzonder.
Daarnaast beschikt zij over gedegen kennis van de maatschappelijke functies van de zorgverzekeraar. Op het gebied van de permanente educatie is een programma opgesteld. Het programma is besproken met de voorzitter en secretaris van de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur heeft in 2013 de volgende opleidingen gevolgd; Voorzitter Raad van Bestuur; Masterclass strategisch innovatie bij TIAS/Nimbas en programma deskundigheidsbevordering bij Nijenrode Business University in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars voor de modules: • Cybersecurity; • Ethiek; • morele moed en klantbelang; • sturen op kernwaarden; • gedrag en cultuur. Lid Raad van Bestuur: • Towers Watson Academy: Pensioenopleiding Deskundigheidsniveau 2 (hoogste niveau) t.b.v. bestuur Pensioenfonds (financiële instelling); • Platform Innovatie in Marketing (PIM) m.b.t. innovatie in onder meer branding, digitale marketing. Een evenwichtige afweging door de Raad van Bestuur tussen commerciële belangen van de zorgverzekeraar en te nemen risico’s op basis van de door de Raad van Commissarissen goedgekeurde risicobeleid en risicobereidheid wordt gewaarborgd door uitgebreide discussies in de vergaderingen van de Raad van Bestuur, Managementteam en Stuurgroep risicomanagement
13
over de gewenste risicobereidheid en de impact die dat heeft op de bedrijfsvoering. Bij de voorzitter van de Raad van Bestuur is de taak belegd de besluitvorming binnen de Raad van Bestuur op het gebied van risicobeheer voor te bereiden.
14
Taak en werkwijze Zorg en Zekerheid past dit principe toe. De Raad van Bestuur draagt bij zijn handelen zorg voor een evenwichtige afweging van alle belangen van de bij Zorg en Zekerheid betrokken partijen zoals klanten, leden en medewerkers. Het centraal stellen van de klant is verankerd in de totale strategie en uitvoering door Zorg en Zekerheid. Het centraal stellen van de klant is opgenomen in het businessplan, met daarin opgenomen de hoofdstrategie van Customer Intimacy: het herkennen, kennen en erkennen van de wens van de klant. Voor de uitvoering van haar strategie ontvangt Zorg en Zekerheid een acht van haar klanten. Het centraal stellen van de klant is ook opgenomen in de persoonlijke doelstellingen van de medewerkers. De Raad van Bestuur van Zorg en Zekerheid heeft in 2013 de ‘Eed of Belofte’ afgelegd en getekend. Zorg en Zekerheid heeft een goedgekeurd Integriteitsbeleid dat door iedere medewerker van Zorg en Zekerheid voor gezien is getekend. Er wordt geacht deze principes na te leven. Risicomanagement Binnen de verdeling van aandachtsgebieden binnen de Raad van Bestuur heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur de verantwoordelijkheid voor het vaststellen, uitvoeren, monitoren en waar nodig bijstellen van het
complete risicobeleid van Zorg en Zekerheid. Een en ander is vastgelegd in het Reglement Raad van Bestuur. Het risicobeleid wordt besproken en gemonitord in de stuurgroep risicomanagement. De jaarlijkse herijking van het risicobeleid vindt plaats in het managementteam. Het risicobeleid inclusief de risicobereidheid wordt besproken in de Audit Compliance en Risk Commissie (ACRC) en wordt jaarlijks goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Dit is voor het laatst gedaan in november 2013. De Risk en Compliance-officer rapporteert aan stuurgroep en ACRC. Het gevoerde risicobeleid is onderwerp van gesprek in iedere vergadering van de ACRC. Zorg en Zekerheid past dit principe toe. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat het risicobeheer zodanig adequaat is ingericht dat hij tijdig op de hoogte is van materiële risico’s die de zorgverzekeraar loopt opdat deze risico’s beheerst kunnen worden. In 2013 is een forse slag gemaakt op de verbetering van de rapportagemethodiek en de aansluiting tussen de operationele en strategische risico’s. Zorg en Zekerheid past dit principe nog niet volledig toe. Een verdere verfijning onder meer in de wijze van verslaglegging en rapportage moet nog plaatsvinden. Iedere zorgverzekeraar heeft een Product Goedkeuringsproces. De Raad van Bestuur zorgt voor de inrichting van dit proces en is verantwoordelijk voor het adequaat functioneren daarvan. Zorg en Zekerheid past dit principe nog niet volledig toe. Op het proces is in 2012 een audit uitgevoerd waarbij op onderdelen nog borging moet plaatsvinden. In 2013 zijn er geen nieuwe producten door Zorg en Zekerheid geïntroduceerd.
Audit Zorg en Zekerheid past dit principe volledig toe. Zorg en Zekerheid heeft een interne auditfunctie die onafhankelijk is gepositioneerd. Het hoofd Internal Audit rapporteert aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. De afdeling Internal Audit bij Zorg en Zekerheid heeft tot taak het beoordelen of de interne beheersmaatregelen in opzet, bestaan en werking effectief zijn. De afdeling Internal Audit rapporteert over de bevindingen aan de Raad van Bestuur en de ACRC. Tussen de afdeling Internal Audit, de externe accountant en de ACRC vindt periodiek informatie-uitwisseling plaats. Hierbij is ook de risicoanalyse en het auditplan van de afdeling Internal Audit en van de externe accountant onderwerp van gesprek. De externe accountant rapporteert in het kader van de jaarrekening in zijn verslag aan de Raad van Bestuur (RvB) en de Raad van Commisarissen (RvC) over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de Governance, risicobeheer en de beheersprocessen van Zorg en Zekerheid. De afdeling Internal Audit bespreekt periodiek met de Nederlandse Bank en de externe accountant de door deze partijen gemaakte risicoanalyses en de geconstateerde bevindingen en het eigen auditplan. Beloningsbeleid Zorg en Zekerheid past dit principe toe. Zorg en Zekerheid voert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid. De CAO voor Zorgverzekeraars wordt toegepast. De Raad van Bestuur van Zorg en Zekerheid ontvangt geen variabele beloning. Voor de medewerkers van Zorg en Zekerheid is in het kader van het competentie-
management een geringe aanvullende beloning te verkrijgen. Governance Zorg en Zekerheid past dit principe toe. De Raad van Commissarissen van Zorg en Zekerheid is verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van het vastgestelde beloningsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad van Bestuur. Daarnaast geeft de Raad van Commissarissen goedkeuring aan het beloningsbeleid van de medewerkers van de organisatie. De Raad van Commissarissen heeft een Remuneratiecommissie ingesteld die een voorbereidende rol heeft in de besluitvorming van de RvC op het gebied van het beloningsbeleid. Bestuurdersbeloning Zorg en Zekerheid past dit principe toe. Het totale inkomen van elk lid van de Raad van Bestuur van Zorg en Zekerheid valt binnen de norm voor Zorgverzekeraars op basis van de Wet Normering Topinkomens door de Wet Normering Topinkomens. De ontslagvergoeding voldoet aan de normen en de overgangsbepalingen van de Wet Normering Topinkomens. De Raad van Bestuur van Zorg en Zekerheid ontvangt geen variabele beloning en aandelen of opties. Variabele beloning Naleving wet- en regelgeving De ontvangen -aankondigingen van- wijzigingen in weten regelgeving (circulaires, brieven en voorschriften van het Zorginstituut Nederland, de Nederlandse
15
16
Zorgautoriteit, De Nederlandsche Bank, De Autoriteit Financiële Markten, Zorgverzekeraars Nederland, ministeriële beschikkingen, -besluiten (VWS, Financiën) e.d.) worden centraal in een geautomatiseerd systeem vastgelegd en daarna verspreid naar de belanghebbende bedrijfsonderdelen. Binnen deze bedrijfsonderdelen wordt vervolgens een verantwoordelijke aangewezen voor de berichtgeving aan de medewerkers en/of indien nodig aanpassing van werkprocessen en het realiseren van wijziging in het geautomatiseerde systeem. De verantwoordelijke functionaris geeft in het systeem aan hoe een en ander verwerkt is. In het managementteam wordt periodiek aan de hand van een rapportage van de bestuurssecretaris de voortgang besproken. In 2013 is deze werkwijze geëvalueerd. Zorg en Zekerheid past dit principe nog niet volledig toe. Een verdere verfijning moet nog plaatsvinden onder meer in de wijze van verslaglegging en rapportage alsmede voor het betrekken van de afdeling Internal Audit en de ACRC bij dit proces. De toepassing van de Governance Code heeft Zorg en Zekerheid op haar website opgenomen. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Zorg en Zekerheid streeft ernaar om in alle beleidskeuzes die ze maakt, op een verantwoorde en duurzame manier haar brede en maatschappelijke functie in de regio, in te vullen. Zorg en Zekerheid is er zich van bewust dat er op het gebied van het Maatschappelijk Ondernemen nog stappen te zetten zijn, maar heeft op verschillende gebieden belangrijke stappen gezet. Door de dialoog met andere stakeholders in de regio
aan te gaan en door toepassing van landelijke ‘best practices’ op verschillende terreinen tracht zij dit beleid verder vorm te geven. Op het gebied van milieu heeft Zorg en Zekerheid een aantal stappen gezet ondanks het feit dat Zorg en Zekerheid geen grootgebruiker is op het gebied van grondstoffen. Het energieverbruik bij Zorg en Zekerheid wordt fors beperkt door de toepassing van het ondergrondse systeem van warmtekoudeopslag, waarvan in de winter en de zomer gebruik wordt gemaakt. Afvoer van toners, cartridges en recyclen van papier conform milieuregels en tweezijdig printen en kopiëren vindt plaats. In onze kantoren wordt gebruikgemaakt van duurzame materialen en daarnaast gebruiken we koffiebekers van gerecycled materiaal die na gebruik worden ingezameld. De leaseauto’s die Zorg en Zekerheid verstrekt, behoren tot de lage emissie categorieën. Voor de medewerkers van Zorg en Zekerheid vinden talloze activiteiten plaats op het gebied van gezondheidsbevordering, zoals de geZZondweek, stimulering fietsgebruik en facilitering van sporten. In het kader van het contract met de gemeente Leiden zetten wij mensen in onze bedrijfsvoering in, die een verminderde toegang tot de arbeidsmarkt hebben (social return). De stichting Zorg en Zekerheid steunt gezondheidsprojecten waar ook ter wereld. Thema’s van de stichting zijn o.a: ondersteuning vrijwilligers en mantelverzorgers, ondersteuning van preventiebeleid en palliatieve zorgverlening en ondersteuning van zorgprojecten in kansarme ontwikkelingslanden. Op het gebied van de zorginkoop probeert Zorg en Zekerheid haar maatschappelijke positie in te vullen door verzekerden, maar met name cliëntenorganisaties,
te betrekken bij haar inkoopbeleid. Bij de AWBZ hebben deze cliëntenorganisaties zitting in de Raad van Advies van het Zorgkantoor. Daarnaast organiseert Zorg en Zekerheid bijeenkomsten op het gebied van de PGB of andere zorgonderwerpen waarvoor klanten en niet klanten worden uitgenodigd. Op het gebied van het Project Jongeren op Gezond Gewicht ‘JOGG’, is Zorg en Zekerheid een zeer actieve partij en ondersteunt en participeert zij in diverse stuurgroepen met een aantal gemeenten. Zorg en Zekerheid betrekt als regionale zorginkoper, alle relevante stakeholders bij haar beleid zoals gemeenten, patiënten, provincies en aanbieders. In onderstaand beleggingsbeleid staan de uitgangspunten vermeld die Zorg en Zekerheid hanteert in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Beleggingsbeleid Zorg en Zekerheid Algemeen Zorg en Zekerheid heeft als institutionele belegger primair de verantwoordelijkheid om de gelden waarover zij beschikt solide en rendementsbewust te beleggen. In de beleggingsstrategie wordt een afweging gemaakt tussen risico en rendement, de zogenaamde fiduciaire verantwoordelijkheid. Betrouwbaarheid en integriteit zijn kernwaarden voor Zorg en Zekerheid. Daarom zien we het als een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid om bij onze beleggingsactiviteiten nadrukkelijk ook rekening te houden met ESG-criteria (Environment, Social, Governance). Governance In het door de Raad van Commissarissen goedgekeurde
Treasury Statuut zijn de doelstellingen van de beleggingsportefeuille en de randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan vastgelegd. De randvoorwaarden hebben zowel betrekking op de risico’s als op een maatschappelijk verantwoorde invulling van de beleggingsportefeuille. In het Treasury Statuut zijn waarborgen aangebracht ten aanzien van de solvabiliteitspositie en de liquiditeitspositie, zodat Zorg en Zekerheid in continuïteit kan voldoen aan alle financiële verplichtingen en aan de wettelijke solvabiliteitseisen. De beleggingscommissie is belast met de uitvoering van het beleggingsbeleid conform het Treasury Statuut. De beleggingsresultaten worden besproken in de ACRC en de RvC. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan professionele vermogensbeheerders. De beleggingscommissie bepaalt zelf, binnen het mandaat van het Treasury Statuut, de verdeling van de portefeuille over de verschillende beleggingscategorieën en beslist over de producten waarin wordt belegd binnen de categorieën. In de vermogensbeheerovereenkomsten en mandaten is vastgelegd dat de externe vermogensbeheerders de portefeuille invullen conform het Treasury Statuut. De beleggingscommissie selecteert de vermogensbeheerders, monitort de resultaten op basis van openbare benchmarks en ziet er op toe dat de vermogensbeheerders de overeenkomsten en mandaten naleven. Strategie Aan de wettelijk vereiste solvabiliteitspositie moet in continuïteit worden voldaan. Daarom wordt dit deel van het vermogen plus een buffer in een vastrentende
17
18
(risicoarme) portefeuille belegd. Alleen het overige deel van het vermogen kan (tot op zekere hoogte) worden belegd in aandelen. Het doel van de vastrentende portefeuille is om het vermogen in stand te houden. De vastrentende portefeuille bestaat voor een belangrijk deel uit staatsobligaties en is verder sterk gedifferentieerd over meerdere vastrentende beleggingscategorieën waarin wereldwijd wordt belegd. Het doel van de aandelenportefeuille is om extra rendement te genereren, waardoor de premie verlaagd kan worden. Ook hier betreft het een wereldwijde, sterk gedifferentieerde portefeuille. De beleggingscommissie herijkt minimaal jaarlijks de verdeling over de vastrentende- en de aandelenportefeuille op basis van de aanwezige en de vereiste solvabiliteit, zowel de actuele waarden als de verwachte waarden voor de middellange termijn. Maatschappelijk verantwoord beleggen Zorg en Zekerheid is zich bewust van haar verantwoordelijkheid met de beleggingsportefeuille ten aanzien van mens en milieu. Bij een betrouwbare en integere organisatie past een verantwoorde beleggingsportefeuille. We zijn er ook van overtuigd dat rendement en verantwoordelijkheid geen tegenstellingen hoeven te zijn. Zorg en Zekerheid voldoet aan toepasselijke wet- en regelgeving zoals: • Wet op het financieel toezicht (Wft); • Besluit prudentiële regels voor de uitbesteding van werkzaamheden; • Code Duurzaam Beleggen van het Verbond voor Verzekeraars.
Zorg en Zekerheid onderschrijft bovendien de waarden zoals vastgelegd in de UN Global Compact Principles. De externe vermogensbeheerders die de portefeuille beheren zijn zeer actief op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen. De beleggingscommissie bespreekt de toepassing hiervan periodiek met de vermogensbeheerders en past indien nodig de portefeuille aan. De volgende instrumenten worden ingezet: Beleidsinstrument Negatieve selectie • Zorg en Zekerheid belegt niet in organisaties die betrokken zijn bij controversiële wapenhandel, waaronder massavernietigingswapens, nucleaire wapens, chemische wapens, landmijnen en clusterbommen; • Zorg en Zekerheid streeft er tevens naar om niet te beleggen in organisaties die zich stelselmatig schuldig maken aan het schenden van één of meerdere principes uit de UN Global Compact; • Aan de hand van rapportages wordt periodiek met vermogensbeheerders de portefeuille doorgenomen. De beleggingscommissie kan op basis daarvan besluiten tot aanpassingen in de portefeuille; • De vermogensbeheerders hebben uitsluitingslijsten die openbaar worden gemaakt. Beleidsinstrument Positieve selectie • Zorg en Zekerheid past positieve selectie toe op basis van ESG-criteria. Bij de selectie van externe vermogensbeheerders en bij de selectie van fondsen waarin wordt belegd is het beleid op het
gebied van positieve selectie één van de criteria. • Periodiek wordt met vermogensbeheerders het gevoerde beleid besproken. De beleggingscommissie kan op basis daarvan besluiten tot aanpassingen in de portefeuille. • Vanuit risico/rendement afwegingen kan er voor gekozen worden om een deel van de portefeuille onder te brengen in passieve fondsen. Zorg en Zekerheid belegt alleen in passieve fondsen die ESG criteria toepassen bij de selectie (ESG ofwel SRI fondsen). Beleidsinstrumenten Engagement en Stembeleid Het aangaan van de dialoog kan effectiever zijn dan het uitsluiten van beleggingen. Het gevoerde engagementbeleid en stembeleid wordt periodiek met de vermogensbeheerders besproken en kan worden meegewogen als één van de selectiecriteria bij het uitbesteden. De vermogensbeheerders publiceren regelmatig over hun stembeleid. Vooruitblik In 2014 staan we voor de grote uitdaging om de complexe hervorming van de langdurige zorg handen en voeten te geven. De overheveling van de Jeugdzorg is reeds akkoord bevonden, maar in het voorjaar zal de Staatssecretaris nog belangrijke andere besluiten moeten nemen. Voor Zorg en Zekerheid is het van belang dat, gegeven haar regionale positie, de uitvoering van de WLZ in de vorm van een zorgkantoorconstructie blijft plaats vinden. Een grote operatie waarbij goede samenwerking met onze gemeenten in ons werkgebied voor onze verzekerden
van essentieel belang is. Op het gebied van de Zorgverzekeringswet zal alle aandacht gericht zijn op tijdige contractering per half november 2014. Versterking van onze marktpositie op het gebied van de zorginkoop en herijking van de afspraken binnen het samenwerkingsverband Multizorg staan centraal. Daarnaast staat bij de diverse afgesloten landelijke convenanten beheersing van de zorgkosten centraal, hetgeen ook wij bij onze zorginkoop zullen betrekken. In 2014 zal de verdere uitrol van het nieuwe businessplan plaatsvinden, met als belangrijk doel versterking van onze werfkracht in de regio. Zorg en Zekerheid wil stijgen in de ranking van de Netto Promotor Score door invulling te geven aan een excellente dienstverlening. Door in gesprek te gaan met de klant en de klant te betrekken bij onze beleidskeuzes willen wij dit doel bereiken. In 2014 zullen we werken aan een nieuwe productlijn en op het gebied van het declaratieverkeer zullen wij, in samenspraak met de zorgaanbieders en klanten, werken aan een heldere zorgnota. Deze nota en informatievoorziening van de gecontracteerde zorg zal een belangrijk onderdeel vormen van de digitale agenda van 2014 voor Zorg en Zekerheid. In 2013 en in 2014 zijn opnieuw de eisen op het gebied van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ vanuit de toezichthouder de NZa toegenomen. We zullen blijven zoeken naar de perfecte balans tussen ondernemen en voldoen aan wet- en regelgeving. We willen ons verbeterde prijsimago vasthouden, door opnieuw een concurrerende premie te lanceren, met behoud van onze sterke financiële positie.
19
Verslag Raad van Commissarissen 2013
De RvC constateert met genoegen dat het jaar 2013 voor Zorg en Zekerheid een goed jaar was. Het verzekerdenbestand groeide tot ruim 410.000 verzekerden en het jaar werd afgesloten met goed financieel resultaat. Op het gebied van de dienstverlening werd een hoge score van de klant ontvangen met een uitschieter op het gebied van onze declaratieverwerking. Het Traject Organisatiekosten werd op een zorgvuldige wijze afgerond.
20
In 2013 is de RvC nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het nieuwe Businessplan 20142016 van de organisatie. In een drietal vergaderingen werd over het nieuwe Businessplan gesproken. In dit plan staat versterking van de wervingskracht in de regio, het in gesprek gaan met de klant over ons productaanbod en verdere verbetering van onze dienstverlening centraal. De RvC is nauw betrokken geweest bij het financiële beleid en het risicobeleid van de organisatie. Het risicobeleid met daarin opgenomen de risicobereidheid werd uitgebreid besproken tijdens de jaarlijkse heisessie. In het kader van Solvency II werd de Orsa 2013 besproken en stilgestaan bij een nieuw document in dit kader, het Kapitaalbeleid. De RvC constateert dat Zorg en Zekerheid een krachtige kapitaalpositie heeft waarmee de organisatie gedurende langere periode een stabiel premiebeleid kan voeren. Op het gebied van de financiële verslaglegging werden de kwartaalrapportages van de organisatie besproken en kwamen de diverse verantwoordingsdocumenten van de organisatie, het accountantsverslag en de managementletter van de accountant aan de orde. Al deze documenten werden in eerste instantie in de Audit Compliance en Risk commissie (ACRC) besproken. Eind van het jaar werd het premiebeleid
van de organisatie besproken in relatie tot het nieuw vastgestelde Kapitaalbeleid. Hierbij werd langdurig gesproken over de landelijke discussie met betrekking tot de reserveposities van zorgverzekeraars. Zorg en Zekerheid heeft hier goede invulling aan gegeven door in de premie 2014 een afslag voor de solvabiliteit mee te nemen. De dienstverlening werd gemonitord aan de hand van de kwartaalrapportages. Hierbij werd de organisatie gevraagd een aanscherping te doen op het gebied van de bereikbaarheid naar aanleiding van de vele vragen van de klant m.b.t. het eigen risico. Het zorginkoopbeleid kwam uitgebreid aan de orde in de vergaderingen van de RvC. Het vraagstuk m.b.t. de marktconformiteit van de zorgkosten, het vervroegd contracteren en de discussies over de rechtmatigheid van de zorgnota’s bij de ziekenhuizen kwamen aan de orde. Het bij Zorg en Zekerheid nieuw opgeleverde MijnZZ geeft een goed digitaal klantinzicht in de declaraties van de verzekerden. De RvC vraagt wel aandacht voor de landelijke verplichting m.b.t. de verbetering van de zorgnota’s bij ziekenhuizen. De RvC constateert met genoegen dat Zorg en Zekerheid goede scores heeft gehaald bij de toezichthouder NZa op het gebied van Materiële controle, Gepast gebruik en Misbruik en Oneigenlijk gebruik en bij de uitvoering van de AWBZ.
In 2013 werd in iedere vergadering aan de hand van een rapportage stilgestaan bij de voortgang van het Traject Organisatiekosten. De RvC realiseert zich dat dit proces voor de betrokkenen ingrijpende consequenties heeft maar constateert dat het proces zorgvuldig is verlopen. Voorzitter en Secretaris van de RvC hebben beiden een vergadering van de Ondernemingsraad bijgewoond waarin dit onderwerp besproken werd.
Governance code Samenstelling en deskundigheid Zorg en Zekerheid past dit principe toe: De RvC van Zorg en Zekerheid bestaat uit onafhankelijke leden die bij de vervulling van hun taak geleid worden door de belangen van de onderneming als geheel.
21
De leden van de RvC worden geselecteerd en voorgedragen op basis van een vastgesteld profiel. Bij de samenstelling van de RvC is rekening gehouden met complementariteit, collegiaal bestuur, onafhankelijkheid en diversiteit. Hiervoor is de Geschiktheidsmatrix van de DNB ingevuld. Per 1 januari 2014 bestaat de RvC van Zorg en Zekerheid bestaat uit vijf leden en een vacature.
22
De RvC beschikt over een voldoende aantal leden. De RvC heeft een drietal commissies: de ACRC, de Remuneratiecommissie en de wervings- en selectiecommissie. In 2011 zijn de reglementen van de RvC en RvB aangepast aan de nieuwe Governance Code. De reglementen van de ACRC en de statuten van Audit, Compliance en Risk werden in 2012 aangepast op basis van de nieuwe Governance code en goedgekeurd door de RvC.
blijkt in de praktijk door de aanwezigheid van alle commissarissen bij formele vergaderingen en periodieke ad-hoc bijeenkomsten. De leden van de RvC zijn daarnaast als toehoorder aanwezig bij de vergaderingen van de Ledenraad. De voorzitter en de secretaris van de RvC zijn tevens voorzitter en secretaris van de Ledenraad. De Commissarissen bekleden naast hun commissariaat, functies en nevenfuncties die in aantal en omvang goed verenigbaar zijn met het commissariaat bij Zorg en zekerheid. In 2013 was de presentie op de vergaderingen van de RvC en haar commissies nagenoeg 100%. Ieder lid van de RvC ontvangt een passende vergoeding. De ontvangen vergoeding valt binnen de norm van de Wet Normering Topinkomens.
Bij een vacature in de RvC wordt een kandidaat aan de hand van een door de RvC goedgekeurde profielschets getoetst door de wervings- en selectiecommissie van de RvC. Om, na instemming van de RvC, voor benoeming te worden voorgedragen aan de Ledenraad.
De voorzitter van de RvC heeft in samenspraak met de leden van de RvC een programma van permanente educatie opgesteld. De permanente educatie is besproken in het jaarlijkse functioneringsgesprek van de RvC.
Bij de vervulling van de vacature van de Voorzitter van de RvC in 2012 is gebruik gemaakt van de opgestelde profielschets als onderdeel van het de door de RvC vastgestelde document Visie op intern toezicht.
In 2013 heeft de RvC een masterclass gevolgd over ‘de toekomst van de zorgverzekeraars in 2020’, gegeven door KPMG. Daarnaast heeft zij in de jaarlijkse heisessie met de RvB uitgebreid stilgestaan bij het risicobeleid, het zorginkoopbeleid en de marktbenadering van Zorg en Zekerheid.
De voldoende beschikbaarheid voor de adequate taakvervulling van de voorzitter en de leden van de RvC
In november 2013 heeft de RvC haar eigen functioneren geëvalueerd in het jaarlijkse functioneringsgesprek, ditmaal zonder externe begeleiding. Van dit gesprek heeft vastlegging plaatsgevonden. In 2012 vond het functioneringsgesprek plaats onder onafhankelijke externe begeleiding, waarvan vastlegging heeft plaatsgevonden. Taak en werkwijze Zorg en Zekerheid past dit principe toe: Risicobeheer is onderwerp van gesprek in iedere vergadering van de ACRC. De voorzitter van de ACRC brengt hierover verslag uit aan de RvC. Het risicobeleid en de daarin opgenomen risicobereidheid is uitgebreid besproken in de ACRC en de RvC, en goedgekeurd in de RvC. De leden van de ACRC beschikken gezamenlijk over de specifieke competentie en ervaringseisen zodat grondige kennis en/of ervaring van financiële verantwoording, interne beheersing, audit, compliance en risicomanagement in leden verenigd zijn om een gedegen toezicht op deze onderwerpen mogelijk te maken. Samenstelling, deskundigheid en zelfevaluatie Per 1 mei 2013 nam de heer J.D. de Klein vanwege gezondheidsreden afscheid van de RvC. Invulling van de vacature vindt plaats. Per 1 januari 2014 is de heer P. Woudstra herbenoemd voor een periode van 4 jaar. De heer Woudstra is benoemd als voorzitter van de ACRC als opvolger van de heer De Klein. De RvC heeft de ontwikkelingen binnen de organisatie kunnen volgen via de ACRC en door het tweemaal bijwonen van de Overlegvergadering met de Ondernemingsraad.
Daarnaast stonden de kwartaalrapportages van de organisatie, de verslagen van de RvB en het managementteam op de agenda van de RvC. De voorzitter van de RvC heeft het afgelopen jaar 10 keer de vergadering van de RvB bijgewoond. De RvC heeft in 2013 gewerkt aan de hand van een in de vergadering opgestelde jaarkalender. Op het gebied van het op peil houden van haar deskundigheid heeft de RvC een Masterclass gevolgd over de Toekomst van de Zorgverzekeraar o.l.v. KPMG. Eind 2013 werd door de RvC het functioneren van de RvB besproken en vastgelegd en werd uitgebreid stilgestaan bij de zelfevaluatie van de RvC, die eveneens werd vastgelegd. Verslag Audit, Compliance en Risk Commissie In 2013 is de ACRC vijf keer bijeen geweest. De diverse verantwoordingsdocumenten van de organisatie, het accountantsverslag en de managementletter van de accountant zijn voorafgaand aan de bespreking in de RvC uitvoerig besproken in de ACRC. Verder zijn bij iedere vergadering de kwartaalrapportage van de organisatie, de voorgangsrapportage van de afdeling Internal Audit en de rapportages van de Risk en Compliance officer besproken. Risicobeheer is onderwerp van gesprek in iedere vergadering van de ACRC. De voorzitter van de ACRC brengt hierover verslag uit in de vergadering van de RvC. Het risicobeleid met daarin opgenomen de risicobereidheid is uitgebreid besproken in de ACRC en ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC. De voortgang op het gebied van de implementatie van Solvency II en de Orsa 2013 en het nieuwe onderdeel Kapitaalbeleid stonden uitgebreid op de agenda van de
23
ACRC. Het verslag van het tripartiteoverleg met de externe accountant en de DNB, de voortgang en de terugkoppeling van de thematische onderzoeken van de DNB op het gebied van Risicomanagement en de kwartaalrapportages stonden eveneens op de agenda. De Ledenraad De Ledenraad is het hoogste orgaan van Zorg en Zekerheid en bestaat uit tenminste 20 vertegenwoordigers van de verzekerde leden. De Ledenraad wordt voorgezeten door de voorzitter van de RvC. 24
In 2013 is de Ledenraad viermaal bijeengeweest. Naast de jaarstukken en de begroting 2013, waaronder de polisvoorwaarden en de premiestelling, kwamen onder meer de volgende thema’s aan de orde: het Traject Organisatiekosten, de stand van zaken inkoop ziekenhuiszorg en het Businessplan 2014-2016. In een extra vergadering heeft de Ledenraad haar eigen functioneren besproken. Naar aanleiding van deze evaluatie zijn er afspraken gemaakt over een andere organisatie van de vergadering en is er een commissie financiële zaken ingesteld. Deze commissie zal de bespreking van de jaarstukken voorbereiden. Er zijn in 2013 vijf nieuwe leden geworven voor de ontstane vacatures per 1 januari 2014 in de Ledenraad.
Samenstelling bestuurlijke en toezichthoudende organen gedurende het jaar 2013
OWM Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid u.a. Raad van Commissarissen Mevrouw L.C.M. Boonekamp Stolwijk De heer J.A. Bordewijk (voorzitter) Bleiswijk De heer U.W. Joustra Den Haag De heer J.D. de Klein (tot mei 2013) Houten De heer P. Woudstra (secretaris) Wassenaar Mevrouw J.C.W. Vlug (vice-voorzitter) Voorschoten
Mevrouw Y.A.T. Kruyer Mevrouw N.E. v.d. Meulen De heer B.M.M. Niersman De heer J.G.A. Sirks De heer C. Smit De heer W.H. Steenvoorden Mevrouw J. van Toorn-de Jong De heer L. van Toorn Mevrouw A.C. Veltman De heer C.J. van der Wiel
Utrecht Mijdrecht Noordwijk Voorschoten Hoofddorp Noordwijkerhout Abbenes Abbenes Leiden Voorhout
Raad van Bestuur De heer A.M. van Houten (voorzitter) Leiden De heer H.H.B. Limberger Amstelveen Stichting Zorg en Zekerheid Raad van Commissarissen Ledenraad Mevrouw L.C.M. Boonekamp Stolwijk Mevrouw E. de Boer-Weening Voorschoten De heer J.A. Bordewijk (voorzitter) Bleiswijk Mevrouw M. Gorthuis-Buschman Hoofddorp De heer U.W. Joustra Den Haag Mevrouw M. Groenheide Hoofddorp De heer J.D. de Klein (tot mei 2013) Houten De heer J.S.J. de Groot Noordwijkerhout De heer P. Woudstra (secretaris) Wassenaar Mevrouw N.S. de Groot Den Haag Mevrouw J.C.W. Vlug (vice-voorzitter) Voorschoten De heer H. Huizer Leidschendam De heer A. de Jong Katwijk Raad van Bestuur De heer J.P. Ketel Amstelveen De heer A.M. van Houten (voorzitter) Leiden Mevrouw G.M. Klapper-Dane Alphen a/d Rijn De heer H.H.B. Limberger Amstelveen Mevrouw L.A. Korting Oegstgeest
25
Jaarrekening (verkort) Balans per 31 december in duizenden euro’s, na resultaatbestemming
Activa 31 december 2013 Immateriële vaste activa Beleggingen
31 december 2012
1.494
1.028
336.257
406.752
Vorderingen College voor Zorgverzekeringen
50.995
32.871
Premie debiteuren
46.637
50.819
6.761
35.980
Overige vorderingen 26
Materiële vaste activa Liquide middelen Overlopende activa
104.393
119.670
2.275
1.383
389.931
239.312
5.391
7.149
839.741
775.295
Passiva 31 december 2013
31 december 2012
Eigen vermogen Wettelijke reserves Niet wettelijke reserves
38.388
37.655
274.862
234.253
Totaal Eigen vermogen
313.250
271.907
Technische voorzieningen
493.593
413.692
Overige voorzieningen
3.945
6.102
Kortlopende schulden
28.467
81.472
487
2.121
839.741
775.295
Overlopende passiva
Deze balans en exploitatierekening is gebaseerd op de gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening 2013 van OWM Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid u.a., inclusief de CAK geldstromen van de Zorgkantoren Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord, en in overeenstemming met de hierin beschreven grondslagen.
27
Exploitatierekening in duizenden euro’s
2013
2012
Baten Nominale premies ZVW (incl. herverzekering)
331.967
351.514
98.315
104.570
Bijdragen CVZ
652.263
576.828
Bijdragen CAK
1.146.698
1.171.585
3.103
2.937
130
94
Premies Aanvullende verzekeringen
Toegerekende opbrengst uit beleggingen 28
Overige opbrengsten
2.232.474
2.207.528
Lasten Schade ZVW (incl. herverzekering)
863.510
778.558
Schade Aanvullende verzekeringen
80.974
79.208
Schade AWBZ
1.217.060
1.248.695
Bedrijfskosten
50.287
54.971
Technisch resultaat Opbrengsten beleggingen
2.211.831
2.161.432
20.643
46.096
16.586
20.018
Andere baten
5.012
4.188
Andere lasten
-899
-2.123
Niet Technisch resultaat Belastingen Exploitatieresultaat
20.700
22.083
-
-
41.343
68.180
29
Kerncijfers Bedragen in miljoenen euro´s
ZVW
2013
2012
2011
2010
2009
Huisartsenzorg
59,7
58,6
60,2
55,2
53,9
115,0
120,5
137,7
136,5
135,5
15,0
15,2
15,0
17,3
16,4
4,5
4,8
4,8
4,4
4,1
534,3
504,8
481,2
465,9
476,6
Paramedische zorg
16,0
15,7
20,4
20,0
19,0
Hulpmiddelenzorg
39,0
40,0
39,8
40,3
37,5
Ziekenvervoer
16,9
14,7
15,0
18,3
16,7
120,2
114,5
126,6
127,6
100,6
27,3
-
-
-
-
Kraamzorg
6,4
6,6
7,3
6,7
6,7
Overige kosten ZVW
7,9
6,5
5,2
4,4
3,1
Grensoverschrijdende zorg
4,0
4,0
5,2
5,2
2,8
Kosten ondersteuning eerstelijnszorg
0,8
0,6
0,6
0,6
0,6
Opbrengst verhaal
-1,7
-2,0
-1,1
-1,3
-1,0
Eigen risico
-68,9
-47,0
-37,6
-36,7
-34,2
Totaal
896,3
857,4
880,3
864,3
838,0
2013
2012
2011
2010
2009
0,3
5,7
5,3
-
0,6
Subsidies
70,0
71,4
65,8
65,1
59,2
Totaal
70,3
77,1
71,1
65,1
59,8
Farmaceutische zorg Mondzorg Verloskundige zorg Medisch specialistische zorg
30
Geneeskundige GGZ Geriatrische Revalidatiezorg
Zorgkantoren rechtstreeks (incl. voorgaande jaren) Uitleen verpleegartikelen en GGZ
Zorgkantoren via CAK*
2013
2012
2011
2010
2009
Zorg met verblijf verpleging en verzorging
458,6
487,0
436,9
416,6
410,6
Zorg met verblijf gehandicaptenzorg
394,0
398,0
359,5
355,9
327,8
Zorg met verblijf geestelijke gezondheidszorg
56,3
60,1
53,2
51,4
52,7
134,3
127,0
116,5
109,1
123,2
Zorg zonder verblijf gehandicaptenzorg
21,2
20,0
19,4
17,9
45,1
Zorg zonder verblijf geestelijke gezondheidszorg
4,7
3,7
3,2
3,6
4,2
Zorg zonder verblijf volledig pakket thuis
7,1
3,7
1,0
0,8
-
52,4
53,1
49,2
39,2
-
Overige instellingen, kosten via CAK
0,5
0,5
4,3
5,1
4,9
Hulpmiddelen/rolstoelen/tandheelkundige hulp
8,6
9,8
8,6
9,1
7,9
1.137,6
1.162,8
1.051,7
1.008,6
976,3
2013
2012
2011
2010
2009
Hulpmiddelen
5,1
4,9
4,9
4,1
3,3
Alternatieve geneeswijzen
3,5
3,7
4,7
4,3
4,1
26,1
25,1
24,8
25,0
23,2
1,5
1,8
1,3
1,5
1,6
38,8
39,1
40,1
36,8
34,6
Overige verstrekkingen en schade
5,5
5,5
5,9
3,7
2,8
Bevallingsuitkeringen
0,8
0,9
1,0
0,9
0,8
Opbrengst verhaal
-0,2
-0,2
-0,1
-0,1
-0,1
Totaal
81,1
80,7
82,5
76,2
70,2
1.047,7
1.015,2
1.034,0
1.005,6
968,0
Zorg zonder verblijf verpleging en verzorging
Dagbesteding en vervoer
Totaal Aanvullende verzekering *
Therapieën Kosten buitenland Mondzorg
Schadeomzetverantwoordelijkheid
* exclusief voorgaande jaren en herverzekering (HKC)
31
Verzekerdenaantallen
2013
2012
2011
2010
2009
Verzekerden 2e compartiment (ZVW)
406361
398769
396445
389419
379274
Aanvullende verzekering
345683
350950
356144
355169
355293
Verzekeringsgraad
85,1%
88,0%
89,8%
91,2%
93,7%
Marktaandeel Nederland
2,42%
2,37%
2,37%
2,36%
2,30%
2013
2012
2011
2010
2009
Vereiste solvabiliteit *
105,2
101,8
87,6
84,7
73,2
Aanwezige solvabiliteitsmarge
293,1
254,1
184,5
154,0
128,0
Solvabiliteitsratio
279%
250%
211%
182%
175%
2013
2012
2011
2010
2009
286,8
246,6
180,2
149,1
122,9
Stichting Zorg en Zekerheid
26,4
25,3
23,5
23,9
22,8
Zorg en Zekerheid Groep
313,3
271,9
203,7
173,0
145,7
Solvabiliteit 32
Groepreserves OWM Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid u.a.
* o.b.v. vigerende wetgeving verslagjaar.
33
000-005/1405
Zorg en Zekerheid Postbus 400 2300 AK Leiden Telefoon (071) 5 825 825
www.zorgenzekerheid.nl