JAARACTIEPLAN 2012 RTC Vlaams-Brabant VZW Periode 1 januari 2012 - 31 december 2012 Goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 7/12/2011
Provinciehuis Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 Leuven 016 / 26 74 51
[email protected] www.rtcvlaamsbrabant.be
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave....................................................................................................................................................... 2 1. Inleiding ............................................................................................................................................................. 3 2. Algemene Begroting JAP 2012......................................................................................................................... 6 3. Begrotingen JAP 2012 per studiegebied.......................................................................................................... 7 3.1. Begroting Elektriciteit / Mechanica 2012: .................................................................................................. 7 3.2. Begroting Hout / Bouw / Koeling & Warmte 2012: .................................................................................... 8 3.3. Begroting Auto 2012: .................................................................................................................................. 8 3.4. Begroting Handel 2012:.............................................................................................................................. 9 3.5. Begroting Personenzorg 2012:.................................................................................................................. 10 3.6. Begroting Studiegebiedoverschrijdende projecten 2012:.......................................................................... 11 4. Projecten JAP 2012 per studiegebied .............................................................................................................. 12 4.1. JAP 2012 Elektriciteit / Mechanica: ......................................................................................................... 12 4.2. JAP 2012 Hout / Bouw / Koeling & Warmte............................................................................................. 64 4.3. JAP 2012 Auto......................................................................................................................................... 101 4.4. JAP 2012 Handel..................................................................................................................................... 140 4.5. JAP 2012 Personenzorg .......................................................................................................................... 176 4.6. JAP 2012 Studiegebied-overschrijdende acties: ..................................................................................... 201 5. Besluit............................................................................................................................................................. 224
2
1. Inleiding
RTC Vlaams-Brabant vzw wil, net als zijn collega-RTC's, het beroeps- en technisch onderwijs (BSO, BUSO, DBSO, TSO en Syntra leertijd als primaire doelgroep en CVO en HO als secundaire doelgroep) en het bedrijfsleven dichter bij elkaar brengen en intensief laten samenwerken rond concrete projecten. RTC Vlaams-Brabant moet zorgen voor synergieën tussen onderwijsinstellingen en bedrijven, voor de optimale doorstroming van leerlingen, studenten en cursisten naar het bedrijfsleven, en voor de opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs in het algemeen. Om dat te realiseren moet RTC Vlaams-Brabant concrete initiatieven nemen met betrekking tot: 1) het openstellen van (hoog)technologische infrastructuur, apparatuur en uitrusting 2) leerlingen- en cursistenstages 3) Train-The-Trainer (TTT) opleidingen op het vlak van nieuwe technologieën 4) het creëren van een platform om kennis en ervaring uit te wisselen.
Deze algemene doelstellingen worden geconcretiseerd in dit document, het JAP 2012, voor wat het 7e werkingsjaar van RTC Vlaams-Brabant betreft.
Het nieuwe RTC-decreet van december 2010 en de beheersovereenkomst 2011-2015 voorzien een verplicht jaarlijks actieplan (JAP). Hierdoor heeft een RTC meer flexibiliteit om zijn acties sneller aan te passen aan de hoogtechnologische evolutie waarmee het Technisch en Beroeps Secundair Onderwijs (in al zijn vormen) wordt geconfronteerd.
Het JAP 2012 is een onderdeel van het globale, 5-jarige Strategisch Plan 2011-2015 van RTC Vlaams-Brabant (deze termijn van een 5-jarig Strategisch Plan is decretaal bepaald).
De basiswerking van RTC Vlaams-Brabant, namelijk het aanbieden van een platformfunctie tussen onderwijs en bedrijfsleven door het uitwisselen van hoogtechnologische infrastructuur, apparatuur en know-how, kent zijn praktische implementatie in de respectievelijke Overleg- & Actieplatformen binnen 6 studiedomeinen "Elektriciteit/ Mechanica", "Hout/Bouw","Auto", "Koeling & Warmte", "Handel" en "Personenzorg". Bovendien wordt er ook een specifiek JAP 2012 opgesteld voor Studiegebied-Overschrijdende
3
acties en projecten. Hieronder vallen projecten die niet toe te wijzen zijn aan één bepaald studiegebied zoals de B-VCA certificatie en acties rond 'imagoverbetering TSO/BSO'.
Deze O&A-platformen zijn paritair samengesteld door vakspecialisten uit het onderwijs (evenredig vertegenwoordigd uit de verschillende netten en regio's binnen de provincie) en vakspecialisten uit het bedrijfsleven. Zij sturen het RTC-team aan en evalueren het succes van elke actie. Zij zijn de drijvende kracht in de bottom-up werking van RTC Vlaams-Brabant: aan de basis samenwerkingsverbanden smeden zodat, op lokaal vlak, een brug tussen de protagonisten, onderwijs en bedrijf, kan gebouwd worden.
De doelgroep van RTC Vlaams-Brabant bestaat op dit moment uit 83 scholen met ca. 12.000 leerlingen en ca. 3600 leerkrachten binnen de volgende ondersteunde studiegebieden:
1. Elektriciteit /Mechanica, Hout / Bouw, Koeling & Warmte, Auto; 2. Handel, Personenzorg Ook de samenwerking met andere opleidingsverstrekkers, zoals de VDAB competentiecentra, de Syntra competentiecentra, de verschillende sectorfondsen en hun opleidingscapaciteit en 'derde opleidingsverstrekkers', zoals bijvoorbeeld RTM Vlaams-Brabant, Vormelek, Educam, FVB, Edutec & OCH, Limtech/Anttech e.a., laten RTC Vlaams-Brabant toe om een gepast aanbod te formuleren dat voldoet aan de geplande acties binnen het jaaractieplan 2012. Deze samenwerking verloopt onder het motto: eerder samenwerken met een partner die al gekend is binnen het onderwijsmilieu ( een "trusted partner") om op die wijze, als RTC VlaamsBrabant, een succes te boeken bij onze doelgroep. Eeen apart opleidingsaanbod definiëren vanuit RTC Vlaams-Brabant zou alleen versnippering van middelen creëren en bovendien verwarring zaaien bij onze doelgroep.
Vanaf 2011 is de keuze van de uit te voeren projecten in het JAP 2012 bepaald door het decretaal principe van de procescontrole. Elke partner van RTC Vlaams-Brabant kan een 'projectidee' indienen ter goedkeuring door het respectievelijke Overleg- & Actieplatform. Hier worden de opportuniteitscriteria van elk project geëvalueerd en goedgekeurd. Een tweede stap in de procescontrole is de goedkeuring van dit
4
projectidee door de Raad van Bestuur van RTC Vlaams-Brabant. Het project wordt geëvalueerd en goedgekeurd op basis van de projectcriteria in functie van de strategie en visie van het Strategisch Plan 2012-2015 van RTC Vlaams-Brabant.
Het resultaat van deze 2 eerste stappen zijn terug te vinden in dit JAP 2012 onder de vorm van de projectideefiches en de daaraan gekoppelde evaluaties van enerzijds de respectievelijke Overleg & Actieplatformen en anderzijds de Raad van Bestuur in de projectopvolgingsfiches.
De laatste fase van de procescontrole ligt bij het Departement Onderwijs & Vorming die het JAP 2012 evalueert in functie van de RTC decretale verplichtingen en de bepalingen van de beheersovereenkomst 2012-2015 tussen RTC Vlaams-Brabant en de Vlaamse Overheid.
5
2. Algemene Begroting Begroting JAP 2012 2012
6
3. Begrotingen JAP 2012 per studiegebied 2012 2: 3.1. Begroting Elektriciteit / Mechanica 201
7
3.2. Begroting Hout / Bouw / Koeling & Warmte 2012 2012:
2012 2: 3.3. Begroting Auto 201
8
3.4. Begroting Handel 2012 2012:
9
3.5. Begroting Personenzorg 2012 2012:
10
2012 2: 3.6. Begroting Studiegebiedoverschrijdende projecten 201
11
4. Projecten JAP 2012 2012 per studiegebied 2012 2 Elektriciteit / Mechanica: Mechanica::: 4.1. JAP 201
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012 Elektriciteit / Mechanica
12
1. Inleiding In dit JAP 2012 wordt uitvoerig aandacht besteed aan het professionaliseren van overleg- en actiestructuren die erop gericht zijn om voorlopig gedetecteerde noden en vooropgestelde acties te verfijnen. Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit businessplan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven.
2. Actieplan
STUDIEGEBIED: Overleg- en actieplatform Mechanica-Elektriciteit Algemeen: Dit overleg- en actieplatform richt zich naar verschillende studierichtingen, waaronder: elektromechanica, elektrische installatietechnieken, industriële onderhoudstechnieken, elektrotechnieken, mechanische technieken, stuur- en beveiligingstechnieken, regeltechnieken, fotolassen, werktuigmachines, computergestuurde werktuigmachines, lassen constructie, mechanische vormgevingstechnieken, industriële wetenschappen, elektriciteit-elektronica, computergestuurde mechanische produktietechnieken, basismechanica, industriële ICT, industriële elektriciteit, elektrische installaties en pijpfitten-lassen-monteren. Studierichtingen E/M = 1.819 lln. Mechanica : Buisfitter Computergest. mech. produktietechnieken Computergestuurde werktuigmachines Mechanische vormgevingstechnieken Podiumtechnieken Vliegtuigtechnicus Vliegtuigtechnieken Werktuigmachines
13
Elektriciteit: Industrieel elektrotechn. installateur Industrieel onderhoud Industriële elektriciteit Industriële ICT Industriële onderhoudstechnieken Industriële wetenschappen Installateur domotica Regeltechnieken Residentieel elektrotechn. installateur Stuur- en beveiligingstechnieken Elektriciteit-elektronica Elektrische installatietechnieken Elektromechanica
Lassen: TIG-lasser Fotolassen Hoeklasser Lassen-constructie Lasser monteerder BMBE Lasser monteerder MIG/MAG MIG/MAG-lasser Pijpfitten-lassen-monteren
14
Projectoverzicht
1. Project 'Brabant last iedereen wint'
Begrote bedrag
Kwantitatieve doelstelling
2012: 20.800 €
2012: 100 leerlingen en 14 leerkrachten
+ 25 % cofinanciering
Zie projectfiche project 1 'Brabant Last' uit de 3de graad TSO & BSO Lassen
2. Project 'Geïntegreerd project' DIM cc
2012: 26.000 € + 25 % cofinanciering
Zie projectfiche project 2 'DIM cc'
2012: 26 scholen onbeperkt te gebruiken door leerkrachten en leerlingen 150 leerlingen en 20 leerkrachten uit de 3de graad TSO & BSO Elektriciteit/Mechanica
3. Project 'Elektriciteit'
zie projectfiche project 3 'Elektriciteit'
2012: 35.423,74 €
2012: 26 scholen
+ 25 % cofinanciering
onbeperkt te gebruiken door leerkrachten en leerlingen 200 leerlingen en 20 leerkrachten uit de 3de graad TSO & BSO
15
Elektriciteit.
4. Project 'Kunststoffentechnologie'
2012: 3.477,76 €
2012: 50 leerlingen
+ 25 % cofinanciering
uit de 3de graad TSO & BSO Elektriciteit/Mechanica
zie projectfiche project 4 'Kunststoffentechnologie'
5. Project 2012: 2.756,00 € 'Cleanweek 2012'
+ 25 % cofinanciering
2012: 100 leerlingen uit de 3de graad TSO & BSO Elektriciteit/Mechanica
zie projectfiche project 5 'Cleanweek'
Totaal E/M
88.457,50 €
16
Projectideefiches en projectopvolgingsfiches studiegebied Elektriciteit / Mechanica
17
RTC Projectidee-fiche
Project 1 E/M: 'Brabant last, iedereen wint' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
VCL vzw ( Vervolmakingscentrum voor lassers) Antoon Van Osslaan 1120
Nr: Gemeente:
Denis Vandriessche 02/520.56.58
Neder-over-Heembeek Functie:
e-mail:
Leen Dezillie e-mail:
18
lasingenieur
[email protected] Functie:
02/520.78.25
1
directeur
[email protected]
Naam van het project:
Brabant last, iedereen wint.
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Dit bijzonder initiatief is een antwoord op een dubbele vraag: enerzijds is er de prangende nood om de kwaliteit van het lasonderwijs op te krikken tot het niveau beschreven in de SERV-beroepscompetentieprofielen en anderzijds is er de roep van de industrie om jonge lassers af te leveren, klaar voor de arbeidsmarkt. Dit laatste impliceert dat ze over duidelijke kwalificaties en internationaal erkende certificaten, beschikken om inschakelbaar te zijn in het arbeidscircuit.
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Initiatiefnemer: VCL vzw (Vervolmakingscentrum voor lassers) Partners: RTC Vlaams Brabant RTM VDAB Vinçotte
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: VCL vzw Partners: RTC Vlaams Brabant RTM Vlaams Brabant VDAB VCL Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: RTC Vlaams Brabant : rechtstreekse betrokkenheid door de communicatie met de deelnemende scholen, inclusief het publiceren en bekendmaken van het project en het organiseren en coördineren van de inschrijvingen, de organisatie van een certificatieplechtigheid. RTM Vlaams Brabant : cofinanciering VDAB : stelt op 31/1/2012 de lasinfrastructuur van de competentiecentra in Vilvoorde en Heverlee ter beschikking voor de realisatie van de oriënteringsproef. Gedurende de 4 voorziene opleidingsweken in maart stellen beide VDAB centra hun lasinfrastructuur en lasinstructeur ter beschikking van het project BLIW. Zij voorzien ook de nodige basis-en toevoegmaterialen en garanderen het onthaal van de Vinçotte inspecteur op de laatste dag van de opleidingsweek.
19
VCL: Inspireert dit traject en ziet toe dat dit strikt volgens de richtlijn ‘ internationaal lasser ‘ verloopt, ten einde te garanderen dat zoveel mogelijk jongeren effectief een internationaal lasdiploma kunnen behalen. Hiertoe neemt het VCL ondermeer volgende taken op zich: - Opmaken van een bundel met praktijkoefeneningen voor de lasleerkrachten - Toelichten van de verplichte theorie onder de vorm van kernwoorden - Opstellen van de oriëntatieproef - organiseren van de oriëntatieproef op 31/1/2012 - Coördineren van de evaluatie van de gelaste stukken uit de oriëntatieproef - Voorzien van 4 opleidingsweken en certificatiedagen voor ±1/3 van de doelgroep, inclusief ter beschikking stellen van infrastructuur, lesgevers, basis -en toevoegmateriaal - Assisteren van Vinçotte bij de uitgave van de certificaten (database, afdrukken certificaten, …)
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen:
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
VDAB competentiecentrum Heverlee VDAB competentiecentrum Vilvoorde VCL te Neder-over-Heembeek
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Doel 1 : kwaliteit van het lasonderwijs opkrikken en in lijn brengen met de SERV competentieprofielen en de richtlijn ‘Internationale lasser’ Leerlingen en lasleerkrachten krijgen een intensieve praktijkopleiding, volgens een gedetailleerde en modulaire methodiek voor het aanleren van praktijklasvaardigheden. Deze, in de internationale richtlijn uitgeschreven, stapsgewijze oefeningen worden blijvend ter beschikking gesteld van de leerkracht. Het is de uitdrukkelijke bedoeling dat hij/zij ook in de verdere praktijklessen op school hieruit put om op deze wijze elke leerling maximale kansen te geven om op zijn eigen tempo zo snel mogelijk vorderingen te maken in het lassen.
6de en 7de TSO/BSO en de 5de leerjaren OV3 van het BUSO.
Bovendien zijn de actuele SERV beroepscompententieprofielen volledig gestoeld op deze internationale richtlijn en zal de leerkracht binnen zeer afzienbare tijd, deze wijze van lasonderricht zien verschijnen in de opleidingsplannen. Doel 2: De leerlingen voorzien van een toegangskaartje tot de arbeidsmarkt en hen voor het eerst een of meerder officiële lascertificaten laten behalen. Voor onze industrie is dit een zeer belangrijke meerwaarde en betekent dit een rechtsreekse
20
inzetbaarheid van de jongere.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.i
De lasateliers van de VDAB competentiecentra in Heverlee en Vilvoorde en de lasatelier van het VCL te Neder-over-Heembeek, alsook de RX-apparatuur van het VCL.
VCL: (in de veronderstelling dat 1/3 van de leerlingen naar het VCL komt = 106: 3 = 35) Kostprijs 4 dagen opleiding per leerling + certificatiedag = 174 € x 4 = 870 € Kost IW-diploma’s ( te betalen aan BVL) = 60.5 per diploma ( geschatte aantal = 53) Kostprijs evalueren van 3 stukken per leerling van de oriëntatieproef: 21 € per deelnemer Totaalkost VCL: Stageweek :( 870 x 35) +( 60.5 x 53) + ( 106 x 21 ) + = 35 882.5 € Vinçotte: geschat op 8 dagen aanwezigheid in een VDAB-centrum aan 800€ per dag
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Cofinanciering VCL = ( 243 – 174 ) x 5 x 35 + ( gratis certificaten aan 121 €stuk ) = 12 075 + (121 x 70) = 20 545 € geschat aantal certificaten dat zal behaald worden op het VCL = 70 ( 2 per leerling) Cofinanciering voor evalueren van 3 stukken per leerling van de oriëntatieproef is 40 € per leerling ( normale kost zou = 61 € , voor BLIW 21 € ) Cofinanciering Vinçotte wordt geschak op 25 % ( van 1077 € per dag in vorige editie naar 800 € voor deze editie ).
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
21
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
In aantal behaalde certificaten conform EN 287-1 en aantal behaalde IW-diploma’s .
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Door het tellen van het aantal diploma’s en certificaten dat door alle leerlingen en leerkrachten behaald werd. Dit kan zelfs gediversifieerd per type ( hoeknaad of plaatlasser) of per proces en per laspositie.
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Netwerking TTT
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
22
Projectfiche 2012: Project 1 E/M: 'Brabant last, iedereen wint' Studierichtingen: fotolassen, hoeklasser, lassen-constructie, lasser manteerder BMBE, lasser monteerder MIG/MAG, MIG/MAG-lasser, pijpfitten-lassen-monteren en TIG-lasser.
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Dit bijzonder initiatief is een antwoord op een dubbele vraag: enerzijds is er de prangende nood om de kwaliteit van het lasonderwijs op te krikken tot het niveau beschreven in de SERVberoepscompetentieprofielen en anderzijds is er de roep van de industrie om jonge lassers af te leveren, klaar voor de arbeidsmarkt. Dit laatste impliceert dat ze over duidelijke kwalificaties en internationaal erkende certificaten, moeten beschikken om inschakelbaar te zijn in het arbeidscircuit.
VDAB : stelt op 31/1/2012 de lasinfrastructuur van de competentiecentra in Vilvoorde en Heverlee ter beschikking voor de realisatie van de oriënteringsproef. Gedurende de 4 voorziene opleidingsweken in maart stellen beide VDAB centra hun lasinfrastructuur en lasinstructeur ter beschikking van het project BLIW. Zij voorzien ook de nodige basis-en toevoegmaterialen en garanderen het onthaal van de Vinçotte inspecteur op de laatste dag van de opleidingsweek. VCL: Inspireert dit traject en ziet toe dat dit strikt volgens de richtlijn ‘ internationaal lasser ‘ verloopt, ten einde te garanderen dat zoveel mogelijk jongeren effectief een internationaal lasdiploma kunnen behalen.
Projectbegroting
Financiering 13.520 € 3.120 € 4.160 € 5.200 € 20.800 €
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
23
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform elektriciteit/mechanica op 26/10/2011 (zie verslag van deze werkgroep)
Evaluatie
Opportuniteitscriteria
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
OK
OK OK OK
OK
24
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 07/12/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
25
OK
OK
OK
OK
OK
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012) Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting
106 leerlingen 14 leerkrachten 12 scholen
Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
26
RTC Projectidee-fiche
'Project 2 E/M: 'Geïntegreerd project' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren:
Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
RTC Vlaams-Brabant Provincieplein
Nr:
3010
Gemeente:
Karin Wauters
Leuven Functie:
016/26 74 54
e-mail:
Simon Kusters e-mail:
27
Consulent
[email protected] Functie:
016/26 74 51
1
Coördinator
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
'Geïntegreerd project' is een combinatie van eerder opgestarte projecten: DIM cc of Duurzame Industriële Metaalbewerking CNC cc of CNC Verspanen Competentiecentrum ASCP of Aircraft Schools Challenge Project
Dit project is een voortvloeien van bestaande succesrijke initiatieven van de vorige jaren
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant
Partners: 3 scholen • • •
Damiaaninstituut Aarschot ZAVO Zaventem Lessius Mechelen
Partners: • Siemens • Siemens PLM Software • Buhlmann • Fanuc Robotics • Sandvik • Mitutoyo • Agoria • RTM Vlaams-Brabant • VDAB • Mazak • ASCO
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant coördineert werking
Partners: Voeren de concrete werking uit
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project zijn er drie stuurgroepen samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroepen bestaat uit vertegenwoordigers van:
1) DIM cc of Duurzame Industriële Metaalbewerking
28
• • • • • • • • • • 2) CNC • • • • • • • •
•
Lessius Mechelen Siemens Siemens PLM Software Buhlmann Fanuc Robotics Sandvik Mitutoyo Agoria RTM Vlaams-Brabant VDAB cc of CNC Competentiecentrum Damiaaninstituut Aarschot ZAVO Zaventem Siemens Sandvik Agoria RTM Vlaams-Brabant VDAB Mazak ASCO
3) ASCP of Aircraft Schools Challenge Project • Damiaaninstituut Aarschot • ZAVO Zaventem • ASCO
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
Doelgroepen: Leerkrachten en leerlingen uit het studiegebied elektriciteit / mechanica TSO, BSO, BuSO als DBSO
1) DIM cc of Duurzame Industriële Metaalbewerking Deze infrastructuur staat bij VDAB Heverlee ter beschikking voor zowel de TTT leerkrachten als voor het werkplekleren met leerlingen 2) CNC cc of CNC Competentiecentrum De opleidingen gaan door bij VDAB Heverlee, Damiaaninstituut ASCO en Mazak Heverlee 3) ASCP of Aircraft Schools Challenge Project De TTT voor leerkrachten gaan door bij ASCO, Sandvik en Mitutoyo. Leerlingen kunnen aan werkplekleren doen bij VDAB Heverlee, DIA en ASCO
29
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
DIM cc infrastructeur @ VDAB Heverlee CNC cc machines bij VDAB Heverlee, DIA, ASCO en Mazak 3D-Meetbank van Mitutoyo bij VDAB Heverlee en ASCO
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.ii
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Leerlingen van het ASCP dienen een meetrapport te schrijven, waarbij de nauwkeurigheid van hun gerealiseerde stukken dient nagemeten te worden.
Certificering van leerkrachten en leerlingen Aantal leerlingen die een arbeidscontract bij een bedrijf hebben kunnen ondertekenen tijdens het ASCP-cetificatiemoment in mei/juni 2012.
30
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Een betere netoverschrijdende toegankelijkheid van het project Een grotere zekerheid dat we deze service aan de scholen kunnen blijven geven vanwege de financiële steun.
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
VDAB - instructeurs Hogescholen Werkzoekenden VDAB Klanten bedrijfspartners
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld. Akkoord RTC-coördinator Datum: Handtekening:
31
Projectfiche 2012: 'Project 2 E/M: 'Geïntegreerd project' DIM cc - CNC cc en ASCP
Studiegebied: elektriciteit / mechanica
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
In 2009 werd, onder impuls van het RTC VlaamsBrabant, een partnerschap afgesloten tussen enerzijds de bedrijven Siemens, Buhlmann, Fanuc Robotics, Sandvik en Mitutoyo, de sectororganisatie Agoria en RTM VlaamsBrabant en anderzijds VDAB en Lessius Mechelen, ter oprichting van een 'Competentiecentrum Duurzame Industriële Metaalbewerking'. Dit samenwerkingsverband tussen industrie en overheid stelt zich tot doel het begrip ‘Machining in Excellence’ verder te propageren en onder het voetlicht te brengen. Binnen de structuren van de VDAB zal aan werkzoekenden, werknemers, tijdelijk werklozen, leerlingen, leerkrachten en werkgevers/bedrijfsleiders de mogelijkheid geboden worden zich verder te ontwikkelen in ‘Machining in Excellence’. Aan de hand van een concrete proefopstelling zal men de cursisten het belang aantonen van een volledig geautomatiseerd en geoptimaliseerd productieproces. Alle aspecten komen hierbij uitgebreid aan bod: machineonderhoud, automatisatie en integratie, service, support, CAD/CAM, enz.
Het project bestaat uit vijf modules die elk in een didactisch opleidingspakket zullen worden vertaald naar de verschillende doelgroepen. Deze vijf modules, waarvan het opleidingstraject wordt ontwikkeld door respectievelijk De Nayerinstituut, Siemens, Buhlmann, Fanuc Robotics, Sandvik en Mitutoyo, zijn: 1) automatisatie en optimalisatie van een productieproces in de metaalverwerking 2) engineering in de metaalverwerking 3) een geautomatiseerd productieproces in de metaalverwerking 4) productie follow-up in de metaalverwerking 5) Quality Control in de metaalverwerking
ASCP - Lln laten werken in een industriële omgeving - Lln in contact brengen met de laatste technieken i.v.m. verspaning, snijgereedschappen, meettechnieken, 5-assig frezen… - Bewerken van hoogwaardige legeringen
- Deelname aan project “ASCP” - Leren werken met 5-assige freesmachine - CNC-3D meetbank - Legeringen worden ter beschikking gesteld door het bedrijf.
Projectbegroting
Financiering 13.520 € 10.920 € 1.560 € 6.500 € 26.000 €
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
32
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform elektriciteit/mechanica op 26/10/2011 (zie verslag van deze werkgroep)
Evaluatie
Opportuniteitscriteria OK; Alle werkstukken worden nadien effectief gebruikt in het bedrijf
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
OK; Alle scholen van alle netten uit Vlaams Brabant kunnen deelnemen + eventueel scholen buiten Vlaams Brabant OK OK; Project loopt in een bedrijf waar de nood aan CNC-ers zeer groot is OK; Leerkrachten die deelnemen aan dit project zijn verplicht Theorie verspaning en Module “3D-meten” te volgen
Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
33
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
34
OK
OK
OK
OK
OK
Evaluatie projectuitvoering na schooljaar 2011-2012:
Evaluatie
Proces 1) DIM cc
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen
Schooljaar 2010-2011 Schooljaar 2011-2012 (voorlopig) • Zie bijlage inschrijvingen 2) CNC cc Schooljaar 2008-2009
15 lkr. draaien/frezen
traject
Schooljaar 2010-2011
11 lkr. draaien/frezen
traject
Schooljaar 2010-2011
3 lkr. traject draaien/frezen modulair 3 tot 7 lkr. Schooljaar 2011-2012 (voorlopig)
2 lkr. traject draaien/frezen modulair 3 tot 5 lkr. 3) ASCP Schooljaar 2010-2011
- 58 lln -9 - 6 scholen Schooljaar 2011-2012
- 76 lln - 12 - 8 scholen Projectbegroting
OK
Duurzame inbedding van het project
Project loopt 2de schooljaar, interesse uit onderwijs groeit
Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
Meer samenwerking tussen de scholen onderling en coördinatiescholen bevorderen
35
RTC Projectidee-fiche
Project 3 E/M: 'Elektriciteit' 'Bouw je eigen Pick & Place unit' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie:
SMC Pneumatics
Straat:
Nijverheidsstaart
Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
Nr:
2160
Gemeente:
Van Horenbeeck Filip 0475/80.15.46 Van Horenbeeck Filip 0475/80.15.46
Manager Didactics
[email protected] Functie:
e-mail:
36
Wommelgem Functie:
e-mail:
20
Manager Didactics
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Bouw je eigen Pick & Place unit
De industrie is niet alleen slachtoffer van een louter numeriek tekort aan elektriciens, ook zal de situatie verder verslechteren doordat de technologieën complexer worden, de nood aan polyvalentie zich uitbreidt, en de kennis ervan sneller veroudert. De uitdaging is dus dubbel: niet alleen een numeriek tekort opheffen, maar in deze opdracht slagen in een context van steeds hoger gespannen verwachtingen. Initiatiefnemer: SMC Pneumatics Partners: PEC Narviflex Maxon Motors Sick Nelectra Duracell Eandis Limtec/Anttec KA Redingenhof Don Bosco Haacht KA D'Hek Landen Onder voorbehoud; Siemens, ABB of Beckhoff
Initiatiefnemer: SMC Pneumatics brengt de partners aan en organiseert de nodige infomomenten en opleidingen voor leerkrachten en leerlingen. SMC zorgt ook voor een duidelijk omschreven opdracht. Via Nelectra worden er 'AREI'-licienties aangekocht waar steeds de laatste nieuwe wetgeving rond elektriciteit terug te vinden is. Limtec/Anttec zal opleidingen voor leerlingen organiseren, om hen te helpen dit project tot een goed einde te brengen. Partners: Geven ondersteuning op de infomomenten aan leerkrachten en leerlingen. Sommige geven een opleiding een leerkrachten en /of leerlingen.
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken.
37
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.iii
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Doelgroepen: Dit project is op maat geschreven voor 6EM, echter, indien er binnen een school of tussen meerdere scholen een samenwerking kan opgezet worden dan is dit project ook interessant voor 6ET, 6MT en 7 de jaren.
Op de scholen zelf, wel zijn er verscheiden infomomenten en opleidingen voorzien voor leerkrachten en leerlingen.
Sneller nog dan bij technici, werkzaam in de bedrijven, veroudert de kennis van het onderwijzend personeel wegens het gebrek aan eigentijdse apparatuur en de bijscholing, nodig om deze ontwikkelingen continu bij te benen. Opleidingen aan leraars en leerlingen hebben hoe dan ook een multiplicator-effect. • zie bijlage 3
• •
opleidingscentrum Limtec/Anttec opleidingscentrum van Duracell
€ 1.909,86 incl BTW per deelnemende school. De scholen krijgen dan: • Pneumatisch materiaal. • ALU basispanelen. • Elektrische motor voor transportbandje. • PLC + alle benodigdheden voor het programmeren van de PLC. • Sensoren om 3 verschillende materialen ut elkaar te herkennen.
€ 1.931,76 incl BTW per deelnemende school. De cofinanciering bedraagt meer dan 50%. Dit bedrag is uitsluitend de korting op de producten aangeboden door de verschillende leveranciers. Opleidingen voor studenten met instructeur Limtec / Anttec Normale kost per opleidingsdag (1.128€/dag excl. BTW) - prijs RTC Vlaams-Brabant (750€/dag excl. BTW) Dit komt op een cofinanciering van 34% per opleidingsdag In het kader van werkplekleren kunnen docenten gatris gebruik maken van de
38
Limtec / Anttec infrastructuur voor de lessen aan hun studenten ter waarde van 250€/dag Technische ondersteuning van docenten bij de uitwerking van projecten of ingebruikname van didactisch materiaal en software, technische ondersteuning van studenten bij de uitwerking van hun GIP.
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
De opleidingen van SMC Pneumatics worden kostenloos gegeven Opleidingen voor studenten met instructeur Limtec / Anttec Normale kost per opleidingsdag (1.128€/dag excl. BTW) - prijs RTC Vlaams-Brabant (750€/dag excl. BTW)
Dit komt op een cofinanciering van 34% per opleidingsdag bij Limtec/Anttec
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Indien de leerlingen er in slagen om een unit af te leveren die voldoet aan de opgave dan is de leerwinst gerealiseerd.
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Er komt een afsluitmoment waarop iedere school zijn pick & place unit komt voorstellen. De partners uit de industrie gaan op dat moment een beoordeling maken over gans het project, dit kan men doen door de units te beoordelen. Er komt geen individuele beoordeling.
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Netwerking met partners TTT en extra opleiding voor de leerling Netoverschrijdend Impuls bij opstart project
39
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Omwille van de vele verschillende technologieën die gebruikt worden is er een grote relevantie naar de leerplannen toe, ondermeer volgende technologieën komen aan bod : Elektriciteit Electronica PLC Pneumatica Mechanica Verder komen ook andere vaardigheden aan bod zoals in groep werken, planning opmaken, vergaderingen beleggen , theoretisch uitwerken van een project, zelfevaluatie, deadline respecteren, leveranciers aanspreken, … een opdracht waarin zowel mechanisch verspannen, elektriciteit, mechanisch ontwerpen aan bod zullen komen.
Iedere technische school uit Vlaams-Brabant en BHG kan participeren aan dit project.
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Naam ondergetekende:
Van Horenbeeck Filip
Functie: Manager Distribution & Didactics Datum: 14/10/2011 Handtekening:
40
Projectfiche 2012: 'Project 3 E/M: 'Elektriciteit'
Studiegebied: elektriciteit / mechanica Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
• De industrie is niet alleen slachtoffer van een louter numeriek tekort aan elektriciens, ook zal de situatie verder verslechteren doordat de technologieën complexer worden, de nood aan polyvalentie zich uitbreidt, en de kennis ervan sneller veroudert. De uitdaging is dus dubbel: niet alleen een numeriek tekort opheffen, maar in deze opdracht slagen in een context van steeds hoger gespannen verwachtingen.
• •
• • • •
werken vanuit duidelijk omlijnde opdracht naar een eindpunt geen wedstijd, wel zelfevalutatie Eindpunt = geassembleerde pick & place unit Doel = project over langere periode verschillende industriële partners meerdere technologieën meerdere vakdomeinen
Projectbegroting
Financiering 31.523,74 € 2.080 € 1.820 € 8.855,94 € 35.423,74 €
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
41
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform elektriciteit/mechanica op 26/10/2011
Evaluatie
Opportuniteitscriteria
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Een uitgelezen kans voor leerlingen om praktijkgericht een unit te realiseren volgens de huidige regelgeving.
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
OK OK De bedrijven vragen meer naar automatisatie om competetief te kunnen blijven werken. OK
Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
42
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
43
OK
OK
OK
OK
OK
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012
Evaluatie
Proces 1) AREI Schooljaar 2010-2011
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen
14 licenties Schooljaar 2011-2012 (voorlopig)
15 licenties 2) Derde opleidingsverstrekker Limtec Schooljaar 2011-2012 (voorlopig)
25 inschrijvingen 118 lln. 11 lkr. 8 scholen (opm. slechts 15 opleidingsdagen aangekocht)
Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
44
RTC Projectidee-fiche
'Project 4 E/M: 'Kunststoffentechnolgie' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
WVOK Werk Vorming Onderwijs in de Kunststoffentechnologie E. Sabbelaan
Nr:
8500
Gemeente:
Bert Laureys
Kortrijk Functie:
0486 91 37 36
e-mail:
Bert Laureys e-mail:
45
Sectorconsulent
[email protected] Functie:
0486 91 37 36
49
Sectorconsulent
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Centrumscholen voor kunststoffentechnologie
De kunststofverwerkende industrie is constant op zoek naar technisch opgeleide medewerkers met basiskennis kunststoffentechnologie. Deze gezochte medewerkers blijken meestal witte raven te zijn. Niettegenstaande dat zowat alle leerplannen duidelijk weergeven dat het thema kunststoffen een belangrijke factor is in de opleiding van onze leerlingen werden er tot september 2005 gemiddeld ongeveer 5 lesuren, verspreid over 6 jaar secundair onderwijs, besteed aan kunststoffen. Met dit project wordt kunststoffentechnologie geïntegreerd in het secundair onderwijs. In een eerste fase is er gefocust op de mechanische studierichtingen van het TSO. Op termijn zien wij het als een noodzaak om dit ook open te stellen naar andere studierichtingen. Initiatiefnemer: WVOK vzw Werk Vorming Onderwijs in de Kunststoffentechnologie Partners: Onze vier centrumscholen KTA Brugge, EDUGO Oostakker, Kogeka Geel en TIHH Hasselt
Initiatiefnemer: Coördineert de werking
Partners: Voeren de concrete werking uit
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: - WVOK vzw - de vier centrumscholen
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop
Doelgroepen: studiegebied E/M van TSO/BSO/BuSO/DBSO: Leerkrachten en leerlingen uit elektro-, mechanische en chemische studierichtingen van zowel TSO, BSO, BuSO als DBSO
46
projectaanvraag.
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
In de vier centrumscholen voor kunststoffentechnologie.
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Om de doelstellingen opgenomen in de leerplannen van de elektro-, mechanische-, en chemische studierichtingen met betrekking tot de kunststoffentechnologie, doeltreffend educatief met de juiste infrastructuur te kunnen onderrichten, kunnen leerkrachten opgeleid worden zodat zij in eigen school de theoretische aspecten kunnen aan bod laten komen en in de centrumscholen de technieken echt fysiek kunnen beleven
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.iv
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Uitgerust kunststoffen labo en kunststofverwerkingsmachines: spuitgiet-, extrusie-, thermische vorm en compressiepersmachines evenals ruimte voor composietverwerking en bewerking van kunststoffen
Hierin is geen rekening gehouden met de kost voor nieuwe aankoop en onderhoud van infrastructuur (elke centrumschool krijgt hiervoor om de drie jaar 20.000 euro), opleiding van onze instructeurs e.a. kosten. Al deze kosten zijn ten laste van de vzw WVOK
Idem zie hierboven
Nota: het aantal deelnemers is afhankelijk van de grootte van de klas die deelneemt of indien opleiding voor leerkrachten het aantal ingeschrevenen (min. 3)
Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
47
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Moeilijk meetbaar, uit ervaring weet ik dat leerlingen na het verlaten van de school niet of nauwelijks worden opgevolgd in hun keuze naar een loopbaan tenzij de leerkracht bij eventueel weerzien erachter vraagt
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Elke cursist zal na afloop van de lessen een evaluatieformulier invullen
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Een betere netoverschrijdende toegankelijkheid van het project Een grotere zekerheid dat we deze service aan de scholen kunnen blijven geven vanwege de financiële steun omdat de Fondsen voor Vorming van de Scheikundige Nijverheid niet alle kosten kunnen blijven dragen
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Doelstellingen m.b.t. kunststoffentechnologie die bij gebrek aan kennis en infrastructuur in de scholen onvoldoende in detail kunnen gezien worden
Het project staat in hoofdzaak open voor het onderwijs 99% (1% voor werknemers en werkzoekenden in perioden die voor het onderwijs niet relevant zijn) Zonder onze plaatselijke instructeur is het uitgesloten te werken met de hoog technologische infrastructuur
48
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Naam ondergetekende: Bert Laureys Functie:Sectorconsulent Datum:5 oktober 2011 Handtekening:
49
Projectfiche 2012: Project 4 E/M: 'Kunststoffentechnolgie' Studiegebied: elektriciteit / mechanica Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
De kunststofverwerkende industrie is constant op zoek naar technisch opgeleide medewerkers met basiskennis kunststoffentechnologie. Deze gezochte medewerkers blijken meestal witte raven te zijn. Niettegenstaande dat zowat alle leerplannen duidelijk weergeven dat het thema kunststoffen een belangrijke factor is in de opleiding van onze leerlingen werden er tot september 2005 gemiddeld ongeveer 5 lesuren, verspreid over 6 jaar secundair onderwijs, besteed aan kunststoffen. Met dit project wordt kunststoffentechnologie geïntegreerd in het secundair onderwijs. In een eerste fase is er gefocust op de mechanische studierichtingen van het TSO. Op termijn zien wij het als een noodzaak om dit ook open te stellen naar andere studierichtingen.
Door het aanbieden van 8 uur practicaopleidingen in centrumscholen als vervolg op een aantal uren theoretische basiskennis kunststoffen in eigen school zullen afgestudeerden uit mechanische vormgevingstechnieken, elektromechanica en industriële wetenschappen een degelijke basiskennis kunststoffentechnologie verworven hebben en zal hun intrede op de arbeidsmarkt vergemakkelijkt worden.
Projectbegroting
Financiering 3.477,76 € 0€ 0€ 869,44 € 3.477,76 €
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
50
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform elektriciteit/mechanica op 26/10/2011 Evaluatie
Opportuniteitscriteria Grote meerwaarde is dat leerlingen kunnen kennis maken met kunststoftechnologie door middel van werkplekleren.
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Zeer vlotte samenwerking. OK OK OK
51
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
52
OK
OK
OK
OK
OK
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012)
Evaluatie
Proces (2011) 51 leerlingen 6 leerkrachten 6 scholen
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
53
54
55
56
57
58
59
Projectfiche 2012: 'Project 5 E/M: 'Cleanweek editie 2012'
Studiegebied: 3de graad TSO en BSO uit de richtingen Elektromechanica, Elektriciteit, EE en Auto
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Er is vanuit de professionele sector een grote vraag naar geschoold personeel in de garage- en autosector. Deze vraag gaat in de toekomst alleen nog maar groter worden met de nieuwe opkomende technologieën zoals hybride en elektrische motoren. Jongeren moeten klaargestoomd worden om met deze technologieën om te gaan. Wij als Circuit Zolder willen met deze scholendag jongeren al kort leren kennismaken met deze technologieën en dopen hen een hele dag onder in de ‘Autosector van de toekomst’ .
Via 10 to 20 educatieve workshops leerlingen laten kennismaken met de hybride technolgie in al zijn facetten en toegepast op auto, moto en fiets. Het workshopprogramma wordt opengesteld via 3 provinciale RTC’s (Antwerpen, Limburg en VlaamsBrabant), en is beperkt tot 700 leerlingen. Op donderdag 3 mei 2012 is het evenement ook open voor derden, maar enkel als toeschouwer. Ook is een activiteit voorzien voor Belgische autodealers en –concessionarissen enerzijds, en een job- en stagebeurs anderzijds (via een partner als JobAt). Initiatiefnemer: Circuit Zolder Partners: RTC Vlaams-Brabant, RTC Antwerpen, RTC Limburg, FEBIAC, EDUCAM, Toekomst op Wielen.
Projectbegroting
Financiering 5.130 € 2.470 € (43%) 1.900 € 0€
Projectkosten Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten Elektriciteit/mechanica Projectbegroting
Financiering 1.768 € 0€ 988 € 689 € 2.756 €
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
60
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform elektriciteit/mechanica op 26/10/2011
Evaluatie
Opportuniteitscriteria OK
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
OK
OK; voor 100 lln uit het studiegebied Auto en 100 lln E/M OK OK
27/09/2011: Het O&A-platform 'Auto' adviseert om dit project over te hevelen naar de rubriek 'Studiegebied-overschrijdende projecten' omdat er ook leerlingen E/M worden uitgenodigd op dit event. 26/10/2011: Het O&A-platform 'Elektriciteit/Mechanica' keurt dit project goed en betaalt enkel voor de deelnemende leerlingen van E/M.
61
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 25/10/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
OK
OK
OK
OK
OK
25/10/2011: 1) Het DB, met een mandaat van de RvB, beslist om dit project uit te splitsen over 100 leerlingen Auto en 100 leerlingen Elektriciteit/Mechanica zodat de kostprijs van dit project gedragen wordt vanuit de budgetten van de 2 respectievelijke O&A-platformen. 2) Dit project wordt eveneens als deelactie gebudgeteerd binnen het studiegebied Auto onder het Project 2 'Pimp-my-kart'.
62
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012)
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
63
4.2. JAP 2012 Hout / Bouw / Koeling & Warmte
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012 Hout/Bouw Koeling & Warmte
64
1. Omgevingsanalyse In dit jaaractieplan 2012 wordt uitvoerig aandacht besteed aan de input van de overleg- en actiestructuren die erop gericht zijn om voorlopig gededecteerde noden en vooropgestelde acties te verfijnen. Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit jaaractieplan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven.
2. Actieplan STUDIEGEBIED 2: Overleg- en actieplatform hout en bouw , koeling en warmte Algemeen: Dit overleg- en actieplatform richt zich naar de studiegebieden Bouw / Hout en Koeling & Warmte met de volgende studierichtingen en met in totaal 873 ingeschreven leerlingen: Bouw: 242 lln: Bekister Bouw- en houtkunde Bouwtechnieken Metselaar Polyvalent bouwvakman Renovatie bouw Ruwbouw Schilderwerk en decoratie Werfbediener ruwbouw Hout: 406 lln: Binnenschrijwerker Buitenschrijwerker Houtconstructie- en planningstechnieken
65
Houtbewerking Industriële houtbewerking Interrieurinrichting Machinaal houtbewerker Restauratie van meubelen Werkplaatsschrijwerker Koeling & Warmte: 225 lln CV en sanitaire installaties Installateur individuele gasverwarming Koel-en warmtechnieken Koelinstallaties Koelmonteur Koeltechnieker Loodgieter Monteur CV Monteur klimatisatie Technieker CV Verwarmingsinstallaties Omschrijving behoefte
1. Project 'BOUWTECHNOLOGIE'
Begrote bedrag
Kwantitatieve doelstelling
2012: 5.972,57 €
2012:
+ 25% cofinanciering
100 leerlingen 3 de graad TSO & BSO Bouw/Hout/ K&W = 873 lln
zie projectfiche 1 'Bouwtechnologie'
1.1. Werken op hoogte 66
1.2. Groene daken. 1.3. Duurzaam Bouwen
2. Project 'GREEN WOOD cc Vl-Br'
2012: 18.205,82 €
2012:
+ 25% cofinanciering
110 leerlingen 10 leerkrachten
zie projectfiche 2 'Greenwood cc Vl-Br'
3de graad Hout = 406 lln
2.1. Greenwood cc Vl-Br 2.2. CNC Houtbewerking 2.3. Plaatsen van parket 2.4. CE Buitenschrijnwerkerij
3. Project 'Koeling & Warmte'
2012: 6.686,75 € + 25% cofinanciering
zie projectfiche 3 'Alternatief verwarmen'
Totaal H/B + K/W
2012: 80 leerlingen 5 leerkrachten uit de 3de graad TSO & BSO K&W = 225 lln
30.865,15 €
67
Projectideefiches en projectopvolgingsfiches studiegebied HOUT/ BOUW en KOELING & WARMTE
68
RTC Projectidee-fiche
'Project 1 H-B/K-W: Bouwtechnologie' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
Edutec VZW / FVB•FFC Constructiv Koningsstraat 1000
Nr: Gemeente:
Kaatje Haelterman
Brussel Functie:
02/210.03.71
e-mail:
Kaatje Haelterman e-mail:
69
Opleidingsadviseur/coördinator
[email protected] Functie:
02/210.03.71
132 bus 2
Opleidingsadviseur/coördinator
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Bouwtechnologie: • Veilig werken op hoogte • Groene daken • Duurzaam bouwen
Algemeen Veilg werken op hoogte Het KB “Werken op hoogte” van 31/08/2005, dat erop gericht is de arbeidsongevallen en beroepsziekten verder terug te dringen, houdt een aantal gevolgen in voor de werkgevers: De werkgever dient de gepaste arbeids- en beschermingsmiddelen te gebruiken om arbeidsongevallen en beroepsziekten te vermijden De werknemers-steigergebruikers dienen door middel van een opleiding de vereiste kennis te verwerven voor het uitvoeren van werken op hoogte De werkgever dient bevoegde personen aan te stellen en op te leiden …... Werkzaamheden op hoogte worden uitgevoerd in elk bouwbedrijf. Om aan deze verplichtingen te voldoen is de opleiding “Veilig werken op hoogte” ten sterkste aangeraden! o
o
Nood vanuit bedrijfsleven: Werkzaamheden op hoogte worden uitgevoerd in elk bouwbedrijf. Elke werkgever moet kunnen aantonen dat elke werknemer op de werf een opleiding conform de wetgeving gevolgd heeft. Om aan deze verplichtingen te voldoen is de opleiding “Veilig werken op hoogte een absolute noodzaak!Indien afgestudeerde leerlingen deze opleiding/dit attest reeds op zak hebben, is dit een meerwaarde naar een vaste job in de bouwsector! Nood vanuit onderwijs: Up to date opleiding, voldoen aan de laatste nieuwe regelgeving, en met moderne stellingen, … Het is belangrijk dat deze opleidingen binnen het onderwijs geïntegreerd worden, aangezien “veiligheid “een belangrijke vakoverschrijdende eindterm is binnen alle bouwafdelingen en leerlingen ook stages lopen in bouwbedrijven. Zo worden jongeren ook optimaal voorbereid op hun functie in het bedrijf. Dankzij de opleiding “veilig werken op hoogte” wordt de opleiding aangeboden met de juiste, aangepaste materialen en up-to-date cursus.
Algemeen Groene daken en Duurzaam Bouwen Het idee van het project naar concrete opleidingen rond duurzame energie, isoleren, luchtdichtheid en groene daken werd naar voren geschoven binnen de adviesgroep hout/bouw; dus wisseling en concretisering door bouwscholen en bouwsector. Er is een duidelijke behoefte aan bovenstaande opleidingen en dit zowel vanuit de sector als vanuit het onderwijs aangezien duurzame energie nu ook centraler komt te staan in de leerplannen. Groene daken Groene daken is een verzamelnaam voor platte- en hellende daken met begroeiing . Meer groen draagt bij tot een beter leefmilieu. Door subsidiëring van groendaken en 70
het milieuconvenant rond wateropvang krijgt dit thema meer en meer aanhang. Groendaken nemen een deel van het regenwater op, wat overbelasting – en overstort van het riool kan voorkomen. Het verlaagt tevens de kans op schade en verlengt het de totale levensduur van een dakconstructie. Uiteraard heeft dit gegeven een grote invloed op het werk van bouwvakkers! -
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: Edutec VZW / fvb•ffc Constructiv Partners: RTC Vlaams- Brabant / FVB•FFC constructiv / Edutec VZW / Altrad Havico Isoproc / Dialoog VZW / Skygarden / Kamp C
Initiatiefnemer: Edutec VZW = organisator opleidingen (engagement lesgever, planning, cursusboeken, attesten,…) Partners: • FVB•FFC constructiv zorgt voor de financiële ondersteuning + promotie • RTC zorgt voor de financiële ondersteuning + promotie • Altrad Havico zorgt voor ter beschikking stellen van een theorielokaal / praktijklokaal / stellingmateriaal • Isoproc / Dialoog VZW / Skygarden / Kamp C verstrekken in opdracht van Edutec VZW opleiding.
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen: Opleiding toegankelijk voor alle 5e, 6e en 7e jaars leerlingen uit het bouwonderwijs (ruwbouw, hout, CV –sanitair, …).
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
Veilig werken op hoogte gaan door bij Altrad Havico. Zij zorgen voor : - een theorielokaal met beamer - praktijkruimte en nodige stellingmateriaal Groene daken Opleiding gaat door in de school Duurzaam bouwen zal nog verder in de stuurgoep worden besproken
71
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Veilig werken op hoogte Toegang verschaffen aan leerlingen van bouwtechnische scholen, tot volgen van opleidingen die: o Up to date zijn o hoogtechnologische apparatuur en infrastructuur vereisen o verplicht zijn Het op zak hebben van bepaalde certificaten, kunnen een meerwaarde betekenen voor een bedrijf en kan het bedrijf sneller overhalen een schoolverlater in dienst te nemen. Concrete doelstellingen: Doelgroep: arbeiders die een stelling helpen monteren, demonteren of aanpassen Doelstellingen: • • • •
Kunnen begrijpen van het montage-, demontage- of ombouwschema van eenvoudige stellingen Kennen en kunnen interpreteren van de montage- en gebruiksregels voor het veilig monteren, demonteren of ombouwen van eenvoudige stellingtypes De veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden, die afbreuk zouden kunnen doen aan de veiligheid van de stelling, kennen en kunnen interpreteren Ieder ander risico kennen dat de montage-, demontage- of ombouwwerkzaamheden met zich mee kunnen brengen
Opleidingsonderdelen: •
• • • • • • •
De montage- en gebruiksregels kennen van de eenvoudige stellingtypes: de voorzorgsmaatregelen die genomen dienen te worden voor de montage, de plaatsing, de stabiliteit, de sterkte, de weerstand, de toegang, de demontage en de opslag De montage- en gebruiksdocumenten (montageplan, proces-verbaal van de oplevering, onderzoeksrapport) kunnen lezen en interpreteren Interpreteren van een eenvoudig stellingplan Kennis van ondergrond, klasse en stabiliteit ifv het uit te voeren werk Kennis van eenvoudige systeemstellingen Kennis van het verankeren van de stelling De toegangsmiddelen zoals ladders kennen De lastenverdeling op de stelling kennen
Duurzaam bouwen: Hieraan wordt een praktijkgedeelte van 4 uur gekoppeld waarin een kaderstelling, een multidirectionele stelling en een rolstelling wordt opgebouwd en waarbij aandacht wordt besteed aan de voorgaande aspecten. Bedrijfsleven : - Nieuwe werknemers zijn reeds opgeleid en op de hoogte van de nieuwe regelgevingen, alsook op welke zaken zij moeten letten bij uitvoering van werken - Indien afgestudeerde leerlingen een bepaalde opleiding/ attest reeds op zak hebben, is dit een meerwaarde naar een vaste job in de bouwsector! 72
Onderwijs: - opleiding volgens laatste nieuwe regelgeving en vooral het kunnen oefenen op/met de laatste nieuwe apparatuur/toestellen/tweedimensionele en driedimensionele maquettes… - Meest nieuwe informatie direct binnen onderwijs, met concrete en alledaagse praktijkvoorbeelden
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Veilig werken op hoogte - Leerlingen maken tijdens het praktijkgedeelte kennis met 3 soorten stellingen: - Multidirectionele stelling - Kaderstelling - Rolstelling Tijdens praktijkgedeelte maken de leerlingen ook gebruik van de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmiddelen. De leerlingen wordt hierdoor ook een bepaalde attitude aangeleerd i.v.m. gebruik helm, veiligheidschoenen, valharnassen, … Niet elke school heeft aangepast stellingmateriaal voorhanden. Duurzaam bouwen Opleiding gaat door in Kamp C in Westerlo. Kamp C is een provinciaal domein van 10 ha groot dat een voortrekkersrol speelt op het gebied van duurzame ontwikkeling in het algemeen met specifieke aandacht voor het thema duurzaam bouwen en wonen. Hier loopt een permanente tententoonstelling die dan ook volledig ten volle zal gebruikt worden tijdens de opleiding. Groene daken - Gebruik van maquettes voor aantonen van een dakopbouw bij opbouw groendak
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.v
Veilig werken op hoogte Kostprijs 1 sessie = 2125€ Kostprijs 4 sessies = 8500€ • Detail zie bijlage Groene daken Totale kostprijs 1 sessie = 530€ Duurzaam bouwen Totale kostprijs 1 sessie = 3160€
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen
Veilig werken op hoogte Cofinanciering vanuit FVB•FFC Constructiv bedraagt: 10€/u per effectief aanwezige deelnemer. Concreet betekent dit voor dit project: per 4 sessie: 4 sessies * 10 leerlingen * 16 uur * 10€/u = 4 * 1600€ = 6400€ Groene daken 73
Cofinanciering vanuit FVB•FFC Constructiv bedraagt: 10€/u per effectief aanwezige deelnemer. Concreet betekent dit voor één sessie van deze opleiding: 8 leerlingen * 4 uur * 10€/u = 320€ Duurzaam bouwen Cofinanciering vanuit FVB•FFC Constructiv bedraagt: 10€/u per effectief aanwezige deelnemer. Concreet betekent dit voor één sessie van deze opleiding: 12 leerlingen * 16 uur * 10€/u = 1920€
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen.
/
Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
/
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
-
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Na elke opleiding wordt er een evaluatie ingevuld door: o Leerlingen o Begeleidende leerkracht o Lesgever In beginperiode werd ook rechtstreeks gepeild naar ervaringen bij scholen, lesgevers,… en hieruit blijkt dat de opleiding zijn meerwaarde dagelijks bewijst!
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
-
-
-
Leerwinst kan op korte termijn gemeten worden bij volgen van een stage binnen een bedrijf, waarbij de werkgever onmiddellijk ondervindt dat de kennis van de stagiair over gebruik en montage/demontage en correct gebruik van PBM’s en CBM’s toegepast worden. Project loopt reeds enkele jaren en heeft zijn nut al meer dan bewezen. In essentie wordt, door aanbieden van deze opleiding, een antwoord geboden aan voorschriften van bovenstaand KB en deze heeft de essentie om het aantal arbeidersongevallen door het risico “werken op hoogte” te verminderen.
Bundeling van financiële krachten, maakt deze opleiding voor finaliteitjaren mogelijk! Door nauwe samenwerking van RTC’s en FVB•FFC Constructiv wordt het doelpubliek sneller bereikt. Netoverschrijdend: alle netten kunnen deze opleiding volgen
74
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Hier verwijzen wij graag naar de voet. En meer bepaald naar de eindterm omtrent het toepassen van veiligheidsvoorschriften en nemen van voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving. Duurzame energie werd recentelijk geïntegreerd in de doelstellingen van het bouwonderwijs.
75
Bijlage: kostprijsberekening veilig werken op hoogte KOSTPRIJSCALCULATIE VWOH 2 Parameters: Aantal uur opleiding:
16
Aantal dagen opleiding:
2
Aantal deelnemende leerlingen:
10
Kostprijs per sessie: Lesgeverskost:
€ 1.460
Verplaatsingskost lesgever: 100 km per rit aan 0,30€
€ 120
Kostprijs locatie/catering:
€ 70
Kost cursusboeken 7,50€/stuk
€ 75
Werkingskost Edutec 40€ /deelnemer
€ 400
Totale kost sessie:
€ 2.125
Projectkost = 4 te organiseren sessies
€ 8.500
Financiering project: Tussenkomst FVB:
€ 6.400
Tussenkomst RTC:
€ 2.100
76
Bijlage: kostprijsberekening duurzame energie KOSTPRIJSCALCULATIE duurzame energie Parameters: Aantal uur opleiding:
16
Aantal dagen opleiding:
2
Aantal deelnemende leerlingen:
12
Kostprijs per sessie: Ontwikkelkost opleiding: Lesgeverskost:
€ 700 € 1.450
Verplaatsingskosten lesgevers:
€ 100
Kostprijs locatie/catering:
€ 250
Kost cursusboeken 15€/stuk
€ 180
Werkingskost Edutec 40€ /deelnemer
€ 480
Totale kost sessie:
€ 3.160
Financiering project: Tussenkomst FVB:
€ 1.920
Tussenkomst RTC:
€ 1.240
77
Projectfiche: Project 1 H-B/K-W: 'Bouwtechnologie'
Studiegebied: Bouw Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Het KB “Werken op hoogte” van 31/08/2005, dat erop gericht is de arbeidsongevallen en beroepsziekten verder terug te dringen, houdt een aantal gevolgen in voor de werkgevers: De werkgever dient de gepaste arbeids- en beschermingsmiddelen te gebruiken om arbeidsongevallen en beroepsziekten te vermijden De werknemers-steigergebruikers dienen door middel van een opleiding de vereiste kennis te verwerven voor het uitvoeren van werken op hoogte De werkgever dient bevoegde personen aan te stellen en op te leiden …...
Werkzaamheden op hoogte worden uitgevoerd in elk bouwbedrijf. Om aan deze verplichtingen te voldoen is de opleiding “Veilig werken op hoogte” ten sterkste aangeraden!
Het idee van het project naar concrete opleidingen rond duurzame energie, duurzaam bouwen en groene daken werd naar voren geschoven binnen de adviesgroep hout/bouw; dus wisseling en concretisering door bouwscholen en bouwsector.
Er is een duidelijke behoefte aan opleidingen rond duurzame energie zoals duurzaam bouwen en groene daken en dit zowel vanuit de sector als vanuit het onderwijs aangezien duurzame energie nu ook centraler komt te staan in de leerplannen.
Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
Financiering 5.544,72 € 0€ 427,86 € 1.493,14 € 5.972,57 €
78
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Hout-Bouw/Koeling-Warmte op 08/11/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
Opportuniteitscriteria Ligt volledig in de lijn vanuit de sector en de nieuwe technologiën in de bouw
OK met aandacht voor de niet convenantscholen
OK OK OK
79
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria OK
OK
OK
OK
OK
80
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012) Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
81
RTC Projectidee-fiche
'Project 2 H-B/K-W: Greenwood cc Vlaams-Brabant' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode:
Greenwood cc Windmolenveld 3300
Contactpersoon:
Alex Dierickx
Tel:
0479363712
Projectverantwoordelijke:
Nr: Gemeente:
Tienen Functie:
e-mail:
Idem contactpersoon e-mail:
82
projectleider
[email protected] Functie:
Tel:
66
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Greenwood competentiecentrum Vlaams-Brabant: • Innoverende technieken aangaande passief bouwen met hout • CNC houtcenter • Kennismakingsopleiding met plaatsen van parket • CE Markering ramen en deuren
In belgië komt passief wonen alsmaar meer op in de markt. Met Greenwood cc is de doelstelling om leerlingen voor te bereiden om deze innoverende technieken aangaande passief bouwen met zorg voor het milieu. Bekendmaking en warm maken voor beroep van parketlegger bij de houtafdelingen. In de scholen is in de meeste gevallen niet de kennis en middelen voorhanden om de leerlingen hierin op te leiden. Sinds 1 februari 2010 dienen alle ramen en deuren die in de landen van de Europese Unie op de markt worden gebracht, voorzien te zijn van een CEmerkteken. Bepaalde prestatie-eisen (U-waarde, wind- en waterdichtheid, Initial Type Testing edm) zullen moeten aangetoond worden volgens de richtlijnen van de Europese norm NBN EN 14351-1 die omgezet werd in een Belgische norm. Ook de jongeren die uitstromen uit de houtopleiding zullen hiermee worden geconfronteerd.
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: AD wood and building instructions Partners: Eurabo Isoproc Groenhart MOS Bouwproject “Bouwen met hout” PISO Tienen Edutec VZW FVB FFC Constructiv OpleidingsCentrum Hout Technisch Centrum der HoutNijverheid Provincie Vlaams-Brabant RTC Vlaams-Brabant
Initiatiefnemer: Uitwerken van een relevante leerinhoud, kennis ter beschikking stellen van de doelgroep, organiseren van stages en praktijksessies Partners: Groenhart, MOS Provincie Vlaams-Brabant, De Backer houtstapelbouw Machiels Building houtskeletbouw, PISO Edutec VZW = organisator opleidingen (engagement lesgever, planning, cursusboeken, attesten,…) 83
FVB - FFC Constructiv zorgt voor de financiële ondersteuning + promotie OCH staat in voor de organisatie en begeleiding van het CE-markering ramen en deuren RTC Vlaams-Brabant verzorgt de planning en bekendmaking binnen de onderwijsinstellingen. Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: - onderwijs- en opleidingsverstrekkers - ondernemers
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen: studierichting hout en bouw in het studiegebied bouwtechnieken, ruwbouw, houttechnieken, hout, industriële schrijnwerkerrij van de 3de graad TSO/BSO/BuSO/DBSO en Se-n-Se
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
Technologie locatie deelnemende scholen Praktijk: atelier: De Backer, Machiels, PISO, Technisch Centrum der HoutNijverheid, … Werfbezoek aan actuele woningen in opbouw
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
De techniek van bouwen met hout, deskundig isoleren en ventileren aanleren Gebruik van ecologisch verantwoorde bouwmaterialen. Ontwerp van een passieve woning, met aandacht voor nul-energie Leerlingen die deze opleiding mochten genieten, krijgen een beeld van wat het beroep van parketlegger inhoudt. In de scholen is in de meeste gevallen niet de kennis en middelen voorhanden om de leerlingen hierin op te leiden. Door een nauwe samenwerking met partners, die over de expertise en de infrastructuur beschikken omtrent de CE-markering van ramen en deuren, kunnen leerlingen en leerkrachten geïnformeerd en/of bijgeschoold worden.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Lokaal met hedendaagse audiovisuele leermiddelen, infrarood camera, CNC houtcenter, industriële fabricageateliers, montage op de werf Tijdens de opleiding wordt gewerkt met: vouwmeter, winkelhaak, beitel, hamer, 84
trektang, schroevendraaiers, lijmkammen, drevel, …. En dan de typische afkort- en verstekzagen, schaafmachines, schuurmachines, …
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.vi
Greenwood CC 10.000 euro Uitwerken van een relevante leerinhoud volgens vraag van de doelgroep, organiseren van stages en praktijksessies. Plaatsen van parket Kostprijs 1 sessie = 1640€ CE-markering Kostprijs opleiding lkr. = 960€
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Greenwood CC 2500 euro Kennis van de technieken bij de fabricage en de montage, ter beshikking gesteld door de partners/ondernemers Plaatsen van parket Cofinanciering vanuit FVB•FFc Constructiv bedraagt: 10€/u per effectief aanwezige deelnemer uit een convenantschool Per sessie = 10€/u * 8u * 8 leerlingen = 640€ CE-markering Kostprijs opleiding lkr. = 288€
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
CNC Houtcenter 500€ per opleidingsdag
/
De leerinhoud is gebaseerd op de relevante leerplannen, de meerwaarde en de leerwinst wordt gerealiseerd door het aanbrengen van de hedendaagse technologie, materialen en apparatuur. De technologie wordt getoetst door middel van de praktijksessie
85
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Evaluatieformulier in te vullen door de doelgroep Evaluatie en bijsturing binnen de stuurgroep
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
•
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
• •
De databank met relevante partners van het RTC, laat een perfecte netwerking toe. De impuls bij de opstart is een enorme meerwaarde, zodat op termijn de financiering vanuit de 'niet-onderwijs' zijde een zelfstanding functioneren van het project mogelijk maakt. Door nauwe samenwerking van RTC’s en FVB - FFC Constructiv wordt het doelpubliek sneller bereikt. Netoverschrijdend: alle netten kunnen deze opleiding volgen
Kennen van houtconstructiemethoden, ecologische bouwmaterialen, computergestuurde houtbewerking, parket, infraroodtechnologie en het vervaardigen van buitenschrijnwerk.
Het project staat open voor: - alle onderwijspartners ( netoverschrijdend ) - alle opleidingsverstrekkers - alle belangstellende ondernemers - eventuele bouwpartners
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Naam ondergetekende: Alex Dierickx Functie: projectleider Datum: 16 10 2011 Handtekening:
86
Projectfiche: Project 2 H-B/K-W: 'Greenwood cc Vlaams-Brabant'
Studiegebied: Hout Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Innoverende techniek aangaande passief bouwen met hout. Met zorg voor het milieu bouwen met hout
De techniek van bouwen met hout, deskundig isoleren en ventileren aanleren Gebruik van ecologisch verantwoorde bouwmaterialen. Ontwerp van een passieve woning, met aandacht voor nul-energie
CNC houtcenter is een voortvloeien van bestaande succesrijke initiatieven van de vorige jaren
De initiatiefnemer VTI Mariëndael Diest, KTA Redingenhof Leuven, GITBO Keerbergen en PISO Tienen beschikken over de nodige kennis, apparatuur met bijhorende software om de opleiding aan te bieden.
Bekendmaking en warm maken voor beroep van parketlegger bij de houtafdelingen. In de scholen is in de meeste gevallen niet de kennis en middelen voorhanden om de leerlingen hierin op te leiden.
In deze dagopleiding krijgen leerlingen theoretische en praktische kennis over het plaatsen van parket: - Voorbereiding ondergrond - Ondergrond-houtsoorten - Plaatsingstechnieken - Schuren en afwerking
Sinds 1 februari 2010 dienen alle ramen en deuren die in de landen van de Europese Unie op de markt worden gebracht, voorzien te zijn van een CEmerkteken. Bepaalde prestatie-eisen (U-waarde, wind- en waterdichtheid, Initial Type Testing edm) zullen moeten aangetoond worden volgens de richtlijnen van de Europese norm NBN EN 14351-1 die omgezet werd in een Belgische norm. Ook de jongeren die uitstromen uit de houtopleiding zullen hiermee worden geconfronteerd. De investering en know-how voor het uitvoeren van deze testen kan niet worden verwacht van het onderwijs en is dusdanig dan ook niet aanwezig in de scholen. Tevens zullen de leerlingen wanneer ze uitstromen geconfronteerd worden met productie- en
Door een nauwe samenwerking met partners die over de expertise en de infrastructuur beschikken omtrent de CE-markering van ramen en deuren kunnen leerlingen en leerkrachten geïnformeerd en/of bijgeschoold worden. De leerlingen kunnen na de opleiding uitleggen wat CE-markering ramen en deuren inhoud, stappen die moeten gevolgd worden om tot een goedgekeurd raam te komen opsommen en ervaren hoe het testen van een raam wordt uitgevoerd. De meerwaarde voor zowel de leerlingen als de houtsectoren (pc 124 en pc 126) is dat jongeren geïnformeerd op de werkvloer komen en wanneer ze in het productieproces 87
controlesystemen (FPC, Factor Proces Control).
van ramen en deuren worden tewerkgesteld mee kunnen instaan voor de te volgen procedures en controles. De opleiding kan er mee voor zorgen dat jongeren met ambities om zelfstandig het beroep van buitenschrijnwerker uit te voeren voldoende geïnformeerd deze stap kunnen ondernemen.
Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
Financiering 16.640 € 698,88 € 866,94 € 4.551,46 € 18.205,82 €
88
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Hout-Bouw/Koeling-Warmte op 08/11/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
Opportuniteitscriteria OK; Gebruik maken van innoverende technieken op vlak van houtconstructies en afwerking.
OK; Er wordt gezocht naar een meerwaarde voor zowel het onderwijs als de ondernemers.
OK OK; Nadruk in dit project ligt vooral op werkplekleren.
OK
89
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria OK
OK
OK
OK
OK
90
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012)
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
91
RTC Projectidee-fiche
'Project 3 H-B/K-W: Alternatief verwarmen' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
Provinciaal Onderwijs Leuven "De Wijnpers" Mechelsevest
Nr:
3000
Gemeente:
Theys Kevin
Leuven Functie:
0475/445776
e-mail:
Theys Kevin e-mail:
92
Technisch Adviseur / Preventie Adviseur
[email protected] Functie:
0475/445776
72
Technisch Adviseur / Preventie Adviseur
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Alternatief verwarmen; de Warmtepomp
Wegens de vraag naar meer alternatieve energievormen zal het "koeling en warmte" landschap een grote wijziging ondergaan. De warmtepomp vindt meer en meer zijn plaats in nieuwbouwprojecten. De scholen en de installateurs hinken momenteel nog wat achter. Op de arbeidsmarkt is een grote vraag naar geschoolde CV installateurs met een grondige kennis van deze "nieuwe" technieken. Het project moet de aanleiding geven voor een nauwere samenwerking tussen de secundaire scholen met een verwarmingsafdeling én de fabrikanten van zulke toestellen.
Initiatiefnemer: Theys Kevin, Technisch Adviseur - preventieadviseur, De Wijnpers Leuven Partners: Jan Van Braeckel, Technisch Adviseur, Damiaan instituut Aarschot Kurt Craen, NATHAN import/export, totaaloplossingen in klimaattechnieken Ludo Thijs, Daikin warmtepompen VDAB CC Haasrode , Wim Goethuysen
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: Theys Kevin, Technisch Adviseur - preventieadviseur, De Wijnpers Leuven Partners: Jan Van Braeckel, Technisch Adviseur, Damiaan instituut Aarschot Kurt Craen, NATHAN import/export, totaaloplossingen in klimaattechnieken Ludo Thijs, Daikin warmtepompen VDAB CC Haasrode , Wim Goethuysen
93
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: RTC Vlaams Brabant; Simon Kusters, Karin Wauters De Wijnpers Leuven; Kevin Theys Damiaaninstituut Aarschot; Jan Van Braeckel Daikin; Ludo Thijs Nathan; Kurt Craen VDAB; Wim Goethuysen
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen:
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
-
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
De concrete doelstelling is om de kennis van de leerlingen en de leerkrachten over het begrip "warmtepomp" te vergroten. De leerlingen zouden na het doorlopen van het project een groot inzicht moeten krijgen in de werking én de mogelijkheden van een warmtepomp. Ook zou door het "train the trainer" gedeelte een grotere kennis belanden bij de leerkrachten die uiteindelijk de kennis moeten overbrengen.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
BSO: -3de graad sanitaire installaties & centrale verwarming -7de specialisatiejaren verwarmingsinstallaties +/- 158 leerlingen in Vlaams-Brabant + het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Op locatie in de school Op locatie bij Daikin Oostende Op locatie bij een werf van Nathan warmtepompen provincieplein Leuven VDAB cc Haasrode
- Vrachtwagen Nathan warmtepompen - Energy Three Nathan warmtepompen - Daikin warmtepomp systeem 94
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.vii
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
-Scholing leerkrachten Train the Trainer Nathan (geothermische warmtepomp) in Zaventem, 1000 euro ongeacht het aantal deelnemers. - Huurprijs Energy Three, 500 euro per week (neem 5 scholen, 5 weken) 2500 Euro. - Transport Energy Three, 400 euro per rit (met een roulatie systeem en 5 scholen > 6 maal een vervoer nodig), 2400 euro - Plaatsen warmtepomp systeem truck in werking 650 euro per dag (neem 2 dagen voor al de scholen) 1300 euro. lesgever NATHAN truck; 600 euro per halve dag, neem 2 dagen = 2400 euro. - Bedrijfsbezoek + scholing over werking DAIKIN (lucht water warmtepomp) DAIKIN fabriek Oostende, 1000 Euro ongeacht het aantal deelnemers. - Didactische opstelling Daikin die op locatie X kan opgesteld worden => 10.000 euro - Werfbezoek met leerlingen, gratis - vervoerskosten leerlingen, trainers
-
Nathan, scholing leerkrachten= gratis ipv1000 € Nathan, huurprijs energy three = 250 euro per week ipv 500 € Nathan plaatsen warmtepompsysteem in werking truck= gratis ipv 650 €/dag Daikin, bezoek + les fabriek Oostende = gratis ipv 1000 € Didactische opstelling Daikin locatie
opleidingen vallen geheel in het project.
opleidingen vallen geheel in het project.
Dit zal gemeten worden door de feedback die men krijgt van de deelnemende participanten (partners, scholen, RTC,...)
Indien de kennis van de leerlingen vergroot zal dit duidelijk zijn in de resultaten die zij behalen tijdens hun examenreeksen.
95
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
- Netwerking met de diverse fabrikanten. - Het project is netoverschrijdend, het RTC geeft mee de start en zorgt ervoor dat er een samenwerking over de onderwijsnetten heen mogelijk is. Tijdens de opstartfase is er al nauw contact tussen het Damiaaninstituut te Aarschot en De Wijnpers te Leuven. - Financiële steun en steun om eventueel meer financiële steun bij de fabrikanten te kunnen verkrijgen.
Leerplandoelstellingen, bv. leerplan van het OVSG 3de graad, 3de leerjaar Verwarmingsinstallaties bevat een groot geheel doelstellingen over Warmtepompen.
Elke school van Vlaams - Brabant + Brussel Hoofdstedelijk Gewest, uit het opleidingstraject Koeling en Warmte moet kunnen participeren.
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld. Naam ondergetekende: Functie: TA / PA Datum: 14/10/2011 Handtekening:
96
Theys Kevin
Projectfiche: Project 3 H-B/K-W: 'Alternatief verwarmen'
Studiegebied: Koeling/Warmte Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Wegens de vraag naar meer alternatieve energievormen zal het "koeling en warmte" landschap een grote wijziging ondergaan. De warmtepomp vindt meer en meer haar plaats in nieuwbouwprojecten. De scholen en de installateurs hinken momenteel nog wat achter. Op de arbeidsmarkt is er en grote vraag naar geschoolde CV installateurs met een grondige kennis van deze "nieuwe" technieken. Het project moet de aanleiding geven voor een nauwere samenwerking tussen de secundaire scholen met een verwarmingsafdeling én de fabrikanten van zulke toestellen.
De concrete doelstelling is om de kennis van de leerlingen en de leerkrachten over het begrip "warmtepomp" te vergroten. De leerlingen zouden na het doorlopen van het project een groot inzicht moeten verschaffen in de werking én de mogelijkheden van een warmtepomp. Ook zou door het "train the trainer" gedeelte een grotere kennis belanden bij de leerkrachten die uiteindelijk de kennis moeten overbrengen.
Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering RTC kost
Financiering 6.369,55 € 0€ 317,20 € 1.671,69 € 6.686,75 €
97
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Hout-Bouw/Koeling-Warmte op 08/11/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
Opportuniteitscriteria OK; Meer kennis over nieuwe verwarmingstechnieken met het oog op de 202020 wetgeving, wat impliceert dat er strengere normen of eisen gesteld worden aan het verwarmen van nieuwbouwwoningen.
OK
OK OK; We besteden aandacht aan de integratie van praktijkgerichte taken in het project.
OK
98
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria OK
OK
OK
OK
OK
99
Evaluatie projectuitvoering na uitvoering project eind 2012 (jaarverslag 2012)
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
100
4.3. JAP 2012 Auto
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012 Auto
101
Jaaractieplan 2012 Auto 1. Omgevingsanalyse Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit strategisch plan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven in de respectievelijke jaaractieplannen.
2. Actieplan STUDIEGEBIED: Overleg- en actieplatform auto
Algemeen: Dit overleg- en actieplatform richt zich naar het studiegebied Auto met in totaal 415 leerlingen: Studierichtingen Auto: auto bso 5+6 autoelektriciteit bso 7 autotechnieken tso 5+6+7 diesel & LPG-motoren bso 7 mechanicien personen & lichte bedrijfswagen bso 5 technische personen & lichte bedrijfswagen LPG bso 6 technicus personen & lichte bedrijfswagen bso 6+7 vrachtwagenchauffeur bso 5+6 (17), bijzonder transport bso 7 (3) Studierichtingen Carrosserie: 102
carrosserie bso 5+6 carrosserie en spuitwerk plaatwerker bso 5 koetswerkhersteller, spuiten & cartuning bso 6+7 Studierichting Tweewielers & lichte verbrandingsmotoren bso 5+6
Omschrijving behoefte
Begrote bedrag
Project 1. Auto-technologieën:
2012: 7.316,40 €
zie projectfiche 1
+ 25% cofinanciering
1.1. & 1.2. E-learning Automechanica Via een E-learning oplossing alle moderne autotechnieken aanbrengen in klassikaal verband. De leerkrachten volgen een TTT van 2 dagen om het syteem te kunnen configureren waarna de E-learning oplossing integraal in het traditionele lessenpakket kan opgenomen worden.
Kwantitatieve doelstelling en wijze van meting
2012: 415 leerlingen 5e, 6e TSO en 5e, 6e en 7e BSO auto, carrosserie en tweewielers
1.3. Veiligheidskoffers Auto Via een uitleendienst worden 4 veiligheidskoffers ter beschikking gesteld van de scholen. 103
Wel dienen de begeleidende leerkrachten een 1-daagse TTT te volgen rond het correct gebruik van deze demokoffers 'veiligheid in de autosector'.
2012: 415 leerlingen
1.4. Airco Certificatie
2012: 415 leerlingen
Toelaten dat leerkrachten zich kunnen bekwamen en certificeren (wettelijk verplicht vanaf 2012) in de Aircotechnologie om zo deze materie te mogen overbrengen naar hun leerlingen.
5e, 6e TSO en 5e, 6e en 7e BSO auto, carrosserie en tweewielers
5e, 6e TSO en 5e, 6e en 7e BSO auto, carrosserie en tweewielers
De autosector cofinanciert hier 50% van deze opleidings- en certificatiekostprijs. Concreet is de kostprijs 200 € per leerkracht, waarvan 100 € wordt gedragen door de autosector op voorwaarde dat de opleiding en de certificatie gebeurt via Educam. Project 2. Pimp-my-kart:
2012: 21.451,50 €
zie projectfiche 2
+ 25% cofinanciering
2.1. Fase 3 &4 Pimp-my-kart.
2012:
in deze fase worden de electromotoren en toebehoren
83 leerlingen 104
aangekocht samen met het kleine verbruiksmateriaal om carrosserie en verlichting in te bouwen.
5e, 6e TSO en 5e, 6e en 7e BSO auto, carrosserie en tweewielers 5 leerkrachten
2.2. Sectorale Certificatie niveau 1 en Niveau 2 Hybride & Elektrische motoren.
2012: auto, carrosserie en tweewielers
zie projectfiche 3 18 leerkrachten een theortische kennis, gekoppeld aan hands-on oefeningen zijn noodzakelijk om leerlingen in contact te brengen met nieuwe motoren en alternatieve brandstoffen. 2.3. Cleanweek 2012
2012:
zie projectfiche 4
100 leerlingen 5e, 6e TSO en 5e, 6e en 7e BSO auto, carrosserie en tweewielers
105
Projectideefiches en projectopvolginsgfiches studiegebied Auto
106
Projectfiche 2012:
Auto Project 1. Autotechnieken
Studierichtingen: Auto, Carrosserie, Tweewielers & Lichte Verbrandingsmotoren
Omschrijving behoefte
Organisatie van opleidingen voor leerlingen en TTT's voor leerkrachten rond nieuwe autotechnieken
Voorgestelde oplossing - E-learning Autotechnieken Electude - E-learning Autotechnieken Autoweb - Uitleendienst 'Koffers Veiligheid & Milieu' - Certificatie Airco: via RTC Netwerk
Projectbegroting
Financiering
Projectkosten
7.316 €
Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
1.829,10 € 0 0
107
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform AUTO op 27/09/2011 Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Opportuniteitscriteria OK; Het is evident dat leerlingen en leerkrachten van de derde graad in contact kunnen komen met de nieuwste technologieën in hun vakgebied. Veiligheid is daarbij een zeer belangrijk aspect. Al deze acties zijn succesvol gebleken in de voorbije jaren en moeten dus kunnen verlengd worden tijdens het schooljaar 2012-2013. OK; alle scholen worden bereikt in het werkingsgebied en dus ook 80% van de doelgroep (415 leerlingen) OK; 21 €/lln als 50% bijdrage in de licentiekost per leerling voor E-learning Electude (de andere 50% komt van RTC Netwerk). Doelgroep is 335 leerlingen. OK; E-learning heeft zijn nut bewezen als didactisch ondersteunend middel voor de leerkracht tijdens zijn klassikaal onderricht. OK; geen transportkosten lln en geen TTT leerkrachten vereist.
108
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend
- Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 20% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria - OK; Dit project loopt reeds gedurende 5 schooljaren en heeft dus zijn deugdelijkheid bewezen. - OK; virtuele infrastructuur via de E-learning oplossingen
- NOK; Jaarlijks terugkerende licentiekost vereist een jaarlijkse budgetreservatie: hoe structureel inbedden? - OK; 50% cofinanciering RTC Netwerk - OK - OK
- OK - OK - OK - OK
- OK; een bereik van 335 lln/415 lln = 80% - OK; min 10% per project, 20% in globo - OK; goedkeuring O&A-platform Auto op 27/9/2011 - OK; dit project ligt in lijn met het strategisch plan 2011-2015 waarin uit de omgevingsanalyse in Vlaams-Brabant en Brussel blijkt dat automechanica nog altijd een knelpunt is op de arbeidsmarkt.
109
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
110
RTC Projectidee-fiche
' Pimp-my-Kart' - fase 3 & 4 Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
RTC Vlaams-Brabant Provincieplein
Nr:
3010
Gemeente:
Simon Kusters
Leuven Functie:
016/267451
e-mail:
Simon Kusters e-mail:
111
Coördinator
[email protected] Functie:
016/267451
1
Coördinato
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Pimp-my-Kart: Project alternatieve brandstoffen fase 3 & 4
RTC Vlaams-Brabant en zijn partner Eglem Karts zetten een driejarig project op om leerlingen binnen het studiegebied 'Auto' op een creatieve manier vertrouwd te maken met de toepassing van alternatieve brandstoffen binnen de auto-industrie. De bedoeling is om leerlingen (6de jaars Autotechnieken en 7de jaars Auto-elektriciteit) te laten werken rond alternatieve brandstoffen binnen een project dat tot hun leefwereld behoort: karting Inhoud: Een benzinekart moet omgebouwd worden tot een elektrokart op basis van een verplichte minimale stuklijst. De kart moet uitgerust worden met richtingaanwijzers, remlichten en gewone lichten. De leerlingen mogen het koetswerk van de kart zelf ontwerpen (uitzicht) op basis van hun eigen creativiteit.
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant
Partners: 6 scholen • • • • • •
KTA GITBO Keerbergen: Damiaaninstituut Aarschot KTA Pro Technica Halle VTI Leuven GISO Machelen GITO Tervuren
Partners: • Soltech (PV-installaties en laadstations) • Kartingbanen Brussel en Aarschot • Eglem Karts BV (Elektrische karts)
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant Partners: 6 scholen • • • • • •
KTA GITBO Keerbergen: Damiaaninstituut Aarschot KTA Pro Technica Halle VTI Leuven GISO Machelen GITO Tervuren 112
Partners: • Soltech (PV-installaties en laadstations) • Kartingbanen Brussel en Aarschot • Eglem Karts BV (Elektrische karts)
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de 6 scholen en Eglem Karts BV.
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen:
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
A. Leerlingen opleiden Er worden op vastgelegde tijdstippen opleidingen georganiseerd alsook momenten waarop de leerlingen aan hun kart kunnen werken. De karts blijven in de school staan. Vanaf eind maart 2012 kunnen de leerlingen proefritten maken met hun karts bij de partnerkaringbanen. De karts moeten klaar zijn in mei 2012 zodat deze kunnen deelnemen aan de cleanweek in Zolder.
7de jaars Auto-elektriciteit: 18 lln 5+6+7de jaars Autotechnieken: 59 lln 5+6+7de carrosserie & spuitwerken: 69 lln
B. Leerkrachten opleiden In dit project worden ook de leerkrachten opgeleid bij Educam. Zij moeten vervolgens de leerstof doorgeven aan hun leerlingen. Ze kunnen enkel telefonisch beroep doen op experts. In zeer uitzonderlijke situaties kunnen experts ingeschakeld worden op de school. De kart blijft op elk moment op de school aanwezig. Hiermee sparen we een deel vervoerskosten uit. De verzekeringen van de school moet ook een dekkende rol hebben voor de karts. Dit moet elke school afzonderlijk nakijken. Dit opleidingstraject vergroot de zelfredzaamheid van de leerkrachten. C. Combinatie van A en B Bepaalde opleidingen zullen enkel aan de leerkrachten gegeven worden zoals: lastechnieken, spuittechnieken, ... Andere opleidingen worden samen met de leerlingen gevolgd zoals: installeren van zonnepanelen en de elektrische batterij bij de partner-bedrijven of Educam.
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Leerlingen krijgen de kans om aan een kart te werken. Ze moeten deze ombouwen tot een kleine wagen op alternatieve brandstof (zonnepanelen en elektrische batterij). De auto moet uitgerust zijn met richtingaanwijzers, stoplichten en gewone lichten. De leerlingen mogen de wagen zelf ontwerpen (uitzicht) rekening houdend met de vereisten. De volgende leerdoelstellingen worden beoogd: 1) Motormanagement: - uitbouwen / demonteren van een benzinemotor voor revisie en hergebruik. 113
- inbouwen en beheren van een elektromotor. 2) Lastechnologie: - de stalen constructie van een kart aanpassen aan een elektromotor en batterijen. 3) Spuittechnologie: - coaten van de stalen constructie van een kart en van de carrosserie. 4) Batterijtechnologie: - inbouwen en aansluiten van de kartbatterijen. 5) Composiettechnologie: - ontwerpen en bouwen van een carrosserie rond de stalen constructie van een kart. 6) Auto-elektriciteit: - voorzien van lichten, richtingaanwijzers en stoplichten conform de wetgeving. . Train-The-trainer leerkrachten: Om de zelfredzaamheid van de leerkrachten te garanderen en de kennisoverdracht te optimaliseren, wordt voor elke leerdoelstelling een TTT georganiseerd: - Infosessie alternatieve brandstoffen - Werking zonnepanelen - Werking elektrische batterijen - Werking van een elektrische kart - Installeren van zonnepanelen - Installeren van elektrische batterijen Vereiste voorkennis + benodigde infrastructuur in de school: - Lastechnieken en kunnen werken met composieten - Spuittechnieken - Elektriciteit
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Benodigdheden: • kart met een elektromotor • zonnepanelen en omvormers • elektrische batterijen • carroserrie: lastoestel, spuitcabine
1. budget 2010: 13.010,41 € + provisie 2011: 1009,90 € Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.viii
2. budget 2011: 17.467,90 € - waarvan al betaald: 10.167,56 € 2.1. een event rond het project 'pimp-my-kart' kan ten vroegste georganiseerd worden met 5 kant-en-klare karts in mei 2012: - Het resterend bedrag uit het JAP 2011 (ca. 7.000€) zal besteed worden aan de organisatie van dit event en aan de organisatie van een workshop op Cleanweek 2012 op het Circuit Zolder op 3/5/2012. 114
3. budget 2012: 22.700 € 3.1.Fase 3: Bouwen carrosserie elektro-karts: te realiseren voorjaar 2012 (schooljaar 2011-2012) – – –
Richtingaanwijzers Remlichten Gewone lichten
=> in het JAP 2012 een budget te voorzien van 5 x 500 € = 2.500 € te besteden aan het bouwen van een carrosserie inclusief de verlichting 3.2. Fase 4a: Laadstation met PV-panelen: te realiseren najaar 2012 (schooljaar 2012-2013) => in het JAP 2012 een budget te voorzien van 3 x een PV-paneel met omvormer (1.500 €) = 4.500 € te besteden aan het bouwen van drie laadstations. 3.3. Fase 4b: Inbouwen nieuwe motor moderne generatie (Pannekoekmotor): te realiseren najaar 2012 (schooljaar 2012-2013) => in het JAP 2012 een budget voorzien van 2 x een motor nieuwe generatie (die ook achteruit kan rijden) = 3.000 €. 3.4. Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 2 (voor lkr): * 2 x 9 lkr à 300 €/lkr * 2.700 € 3.5. Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 1 (voor lln): * 50 leerlingen à 200€/lln * 10.000 € Totale RTC-budget: 2500+4500+3000+2700+10000 = 22.700 €
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
1. fase 3 & 4 Pimp-my-kart: op het begrootte bedrag binnen het JAP 2012 van 10.000 € zal de cofinanciering minimaal 10% bedragen of 1.000 € : - Dit bedrag zal gerealiseerd worden op kortingen bij aankoop van de materialen, te bedingen bij de leveranciers. 2. Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 2 : * 1 sessie voor 9 lkr à 300€/lkr/2dagen = 2700 € * 18 lkr x 100 € = 1.800 € cofinanciering Educam 3. Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 1 : * 50 lln x 100 € = 5.000 € cofinanciering Educam Totaal cofinanciering: 1000+2700+1.800+5000 = 10.500 €
115
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Opleiding 'Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen': •
Educam-certificatie bestaat op dit moment uit 3 niveaus: – –
– •
niveau 1: Gesensibiliseerde medewerker - 1 dag • doelgroep: leerlingen niveau 2: Vakbekwame medewerker - 2 dagen • doelgroep: LKR die een voertuig spanningsvrij moeten kunnen maken niveau 3: Diagnose-specialist - 3 dagen
Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 1 : * 50 leerlingen à 200€/lln * 10.000 € plus 50 x 100 €/lln cofinanciering Educam
•
De eerste gratis sessie 'Sectorale Certificering niveau 2' van 2 opleidingsdagen voor leerkrachten gaat door op 1 en 2/12/2011 – – –
locatie: Educam Lokeren (Brandstraat 3 - 9160 Lokeren) max. 9 lkr budget: * de eerste sessie op 1&2/12/2011 is 100 % gecofinancierd door Educam * de volgende sessies zullen aan normale kostprijs worden gefactureed aan RTC Vlaams-Brabant: - 900 €/dag/groep van 9 leerkrachten - certificatie = 200 € per leerkracht waarvan 100 € gecofinancierd door Educam - 300 € / deelnemer / 2 cursusdagen * 1 sessie van 2 dagen voor max 9 lkr per sessie = 2.700 €
•
Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
totaal budget opleiding project 'pimp-my-kart' JAP 2012: 12.700 €
Opleiding 'Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen': •
Educam-certificatie bestaat op dit moment uit 3 niveaus: – –
– •
niveau 1: Gesensibiliseerde medewerker - 1 dag • doelgroep: leerlingen niveau 2: Vakbekwame medewerker - 2 dagen • doelgroep: LKR die een voertuig spanningsvrij moeten kunnen maken niveau 3: Diagnose-specialist - 3 dagen
Sectorale certificering hybride & elektrische voertuigen niveau 1 : * 50 leerlingen x 100 €/lln cofinanciering Educam = 5.000 € 116
•
De eerste gratis sessie 'Sectorale Certificering niveau 2' van 2 opleidingsdagen voor leerkrachten gaat door op 1 en 2/12/2011 * de eerste sessie op 1&2/12/2011 is 100 % gecofinancierd door Educam = 2.700 € * de volgende sessies zullen aan normale kostprijs worden gefactureerd aan RTC Vlaams-Brabant: - 900 €/dag/groep van 9 leerkrachten - certificatie = 200 € per leerkracht waarvan 100 € gecofinancierd door Educam - 300 € / deelnemer / 2 cursusdagen * 1 sessie van 2 dagen voor max 9 lkr per sessie = 2.700 €
•
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
totaal cofinanciering opleiding project 'pimp-my-kart' JAP 2012: 5000 + 2.700 + 1800 = 9.500 €
Vereiste opleidingen: • infosessie alternatieve brandstoffen • Installeren van zonnepanelen • Installeren van elektrische batterij • Werking zonnepanelen • Werking elektrische batterij • Werking van een elektrische kart Vereiste kennis + infrastructuur van de school • Lastechnieken of eventueel kunnen werken met composieten • Spuittechnieken • Elektriciteit => eventueel via 72 uren VDAB
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
De stuurgroep heeft het project gefaseerd in 4 fases: 1) schooljaar 2009-2010: uitbouwen van de benzinemotor en aanpassen chassis voor de elektromotor 2) schooljaar 2010-2011: inbouwen van de elektromotor 3) schooljaar 2011-2012: bouwen carrosserie met nodige signalisatie 4) schooljaar 2011-2012: bouwen laadinstallatie batterijen op basis van PV-panelen. Na elke fase volgde een evaluatie om te kijken of de volgende fase wordt ingezet. Voor het schooljaar 2011-2012 werd dus beslist om fase 3 en fase 4 simultaan uit te voeren zodat tegen mei 2012 een event kan georganiseerd worden waarin de 5 karts kunnen worden voorgesteld op Cleanweek 2020, een initatief van Circuit Zolder rond 'duurzame mobiliteit'. Daar kan de autosector en de aanwezige pers evalueren 117
wat leerligen kunnen bereiken in dit domein van alternatieve brandstoffen en hybride / elektrische voertuigen.
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Het aanreiken van materiaal (Kart) dat aanspreekt en behoort tot de leefwereld van de leerlingen en waarop alternatieve, duurzame technieken moeten worden toegepast: PV-panelen, Elektromotoren, batterijtechnologie. Bovendien moeten basistechnieken worden toegepast binnen een projectlmatige aanpak: lassen, carrosseriewerken, elektrische bedrading en dit alles binnen een strak tijdsschema om de deadline van mei 2012 te halen.
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld. Naam ondergetekende: Functie: Datum: Handtekening:
118
RTC Projectidee-fiche
'Certificering elektrische en hybridevoertuigen' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon:
EDUCAM vzw Jules Bordetlaan
Nr:
1140
Gemeente:
Charlotte Gilson
Projectverantwoordelijke:
Evere Functie:
Tel:
e-mail: Charlotte Gilson e-mail:
119
Project Coördinator
[email protected] Functie:
Tel:
164
[email protected]
Project Coördinator
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Veilig werken aan elektrische en hybridevoertuigen + certificering
De opkomst van elektrische en hybridevoertuigen confronteert de sector met een technologische omwenteling. Nieuwe kennis is vereist en nieuwe reflexen moeten worden aangeleerd met het oog op veiligheid.
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Partners: EDUCAM
Initiatiefnemer: RTC Vlaams-Brabant neemt de praktische organisatie voor zich.
Partners: EDUCAM zorgt voor de opleiding en de certificering.
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt wel een stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken.
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen:
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
De opleidingen en certificering zullen doorgaan in het opleidingscentrum van EDUCAM te Lokeren.
Studiegebied Autotechnieken van TSO/BSO/BuSO/DBSO:
120
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Waarborg van de veiligheid van (toekomstige) medewerkers bij het uitvoeren van werkzaamheden aan deze voertuigen onder hoge spanning. Kennis en veiligheid staan hierin centraal. We werken hiervoor met een kwalificatiestructuur op drie niveaus. Op het einde van de opleiding wordt een theorie- en/of praktijkproef georganiseerd. De deelnemers die slagen krijgen een sectoraal certificaat, dat ook erkend wordt op de arbeidsmarkt.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
EDUCAM heeft specifieke en unieke leermiddelen ontwikkeld om het abstracte gegeven van een geheel of gedeeltelijk elektrische aandrijving perfect zichtbaar en tastbaar te maken. We gebruiken ook een meetinstrument dat geen aansluiting of regeling vergt, zodat vergissingen bij het gebruik uitgesloten worden.
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.ix
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
De prijs wordt berekend per persoon: HEV niveau 1: 200 euro/persoon HEV niveau 2: 400 euro/persoon
Wat betreft de cofinanciering wordt de eerste sessie HEV niveau 2 voor leerkrachten gratis aangeboden aan RTC Vlaams-Brabant. Latere sessies werken met een 50% co-financiering. Dit wel zeggen dat EDUCAM voor sessies niveau 1 100 euro per persoon cofinanciert en voor niveau 2 200 euro per persoon cofinanciert.
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Door de organisatie van een theorie- en/of praktijkproef op het einde van de opleidingsdag.
121
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
- Aantal geslaagden - Evaluatie van de opleiding en certificering bij leerkrachten en leerlingen.
Het netoverschrijdend bereiken van leerkrachten en leerlingen. Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Interesse tonen en op de hoogte zijn van technologische evoluties in de sector. Elektrische en hybride voertuigen zijn meer en meer aanwezig op de weg. Kennis maken met deze voertuigen maar voornamelijk ook veilig leren omgaan met deze voertuigen is van cruciaal belang.
Deze opleidingen zijn dezelfde als deze die worden aangeboden aan werkgevers en werknemers uit de sector.
122
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Bijlagen: Bijlage 1 (i): PDF-fiche van de certificering HEV Naam ondergetekende: Charlotte Gilson Functie: Coördinator Projecten Datum: 10/10/2011 Handtekening:
123
124
125
Projectfiche 2012:
Auto Project 2. Pimp-my-Kart
Studierichtingen: Auto, Carrosserie, Tweewielers & Lichte Verbrandingsmotoren
Omschrijving behoefte Verder uitvoeren van fase 3 en 4 van het project dat werd opgestart in het schooljaar 2009-2010. Hieraan wordt ook voor de eerste maal een 'sectorale certificering Hybride en Elektrische voertuigen' gekoppeld om leerlingen (niveau 1) en leerkrachten (niveau 2) op een veilige manier vertrouwd te maken met deze nieuwe technologie.
Voorgestelde oplossing RTC Vlaams-Brabant en zijn partner Eglem Karts zetten een driejarig project op om leerlingen binnen het studiegebied 'Auto' op een creatieve manier vertrouwd te maken met de toepassing van alternatieve brandstoffen binnen de autoindustrie. De bedoeling is om leerlingen (6de jaars Autotechnieken en 7de jaars Auto-elektriciteit) te laten werken rond alternatieve brandstoffen binnen een project dat tot hun leefwereld behoort: karting. Een benzinekart moet omgebouwd worden tot een elektrokart op basis van een verplichte minimale stuklijst. De kart moet uitgerust worden met richtingaanwijzers, remlichten en gewone lichten. De leerlingen mogen het koetswerk van de kart zelf ontwerpen (uitzicht) op basis van hun eigen creativiteit.
Projectbegroting
Projectkosten Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
Financiering 21.451,50 € 5.362,88 € 1.280 € 3146,26 €
126
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform AUTO op 27/09/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Opportuniteitscriteria OK; Hybride technologie in de auto- , moto- en fietsindustrie is een onomkeerbare trend die door de leerlingen niet mag gemist worden. OK
OK; - 1 dag opleiding + sectorale certificering = 200€/lln OK OK; - Educam cofinanciert 100 €/lln of per lkr - transportkosten = 300 € - TTT 18 leerkrachten = 2.700 € voor 2 opleidingdagen + sectorale certificering = 150 €/lkr - TTT 5 leerkrachten PV-technologie = 552 € = 110,4 €/lkr
1) Het O&A-platform beslist om fase 4b van het project 'Pimp-my-kart', aankopen en inbouwen van nieuwe elektromotoren nieuwe generatie, niet uit te voeren binnen het JAP 2012 maar wel eventueel binnen het JAP 2013. 2) Het O&A-platform beslist om in fase 4a van het project 'Pimp-my-kart', bouwen van een PV-laadstation, een TTT voor leerkrachten te voorzien rond PV-technologie voor een budget van 552 € voor 5 leerkrachten.
127
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners
Projectcriteria - OK
- OK
- OK
- Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 20% - Ingediende begroting is realistisch
- OK - OK - OK
- Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties
- OK - OK
- OK
- Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
- OK
- OK - OK - OK; goedkeuring O&A-platform Auto op 27/9/2011 - OK; dit project ligt in lijn met het strategisch Plan 2011-2015 waarin uit de omgevingsanalyse in Vlaams-Brabant en Brussel blijkt dat automechanica nog altijd een knelpunt is op de arbeidsmarkt
128
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012): Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
129
130
131
132
133
134
135
Projectfiche 2012:
Auto Project 2.3.: Cleanweek editie 2012 Studierichtingen:
3de graad TSO en BSO uit de richtingen Elektromechanica, Elektriciteit, Auto en EE Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Er is vanuit de professionele sector een grote vraag naar geschoold personeel in de garage- en autosector. Deze vraag gaat in de toekomst alleen nog maar groter worden met de nieuwe opkomende technologieën zoals hybride en elektrische motoren. Jongeren moeten klaargestoomd worden om met deze technologieën om te gaan. Wij als Circuit Zolder willen met deze scholendag jongeren al kort leren kennismaken met deze technologieën en dopen hen een hele dag onder in de ‘Autosector van de toekomst’
Via 10 to 20 educatieve workshops leerlingen laten kennismaken met de hybride technolgie in al zijn facetten en toegepast op auto, moto en fiets. Het workshopprogramma wordt opengesteld via 3 provinciale RTC’s (Antwerpen, Limburg en VlaamsBrabant), en is beperkt tot 700 leerlingen. Op donderdag 3 mei 2012 is het evenement ook open voor derden, maar enkel als toeschouwer. Ook is een activiteit voorzien voor Belgische autodealers en –concessionarissen enerzijds, en een job- en stagebeurs anderzijds (via een partner als JobAt). Initiatiefnemer: Circuit Zolder Partners: RTC Vlaams-Brabant, RTC Antwerpen, RTC Limburg, FEBIAC, EDUCAM, Toekomst op Wielen.
Projectbegroting
Financiering 5.130 € 2.470 € (43%) 1.900 € 0€
Projectkosten Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
136
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform AUTO op 27/09/2011 Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Opportuniteitscriteria OK
OK
OK; voor 100 lln uit het studiegebied Auto en 100 lln E/M OK OK
27/09/2011: Het O&A-platform 'Auto' adviseert om dit project over te hevelen naar de rubriek 'Studiegebied-Overschrijdende projecten' omdat er ook leerlingen E/M worden uitgenodigd op dit event.
137
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 25/10/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
OK
OK
OK
OK
OK
25/10/2011: 1) Het DB, met een mandaat van de RvB, beslist om dit project uit te splitsen over 100 leerlingen Auto en 100 leerlingen Elektriciteit/Mechanica zodat de kostprijs van dit project gedragen wordt vanuit de budgetten van de 2 respectievelijke O&A-platformen. 2) Dit project wordt eveneens als deelactie gebudgeteerd binnen het studiegebied E/M onder het Project 5 'Cleanweek'.
138
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
139
4.4. JAP 2012 Handel
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012 Handel
140
1. Inleiding In dit jaaractieplan wordt uitvoerig aandacht besteed aan het verder professionaliseren van overleg- en actiestructuren die erop gericht zijn om voorlopig gedecteerde noden en vooropgestelde acties te verfijnen. Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit jaaractieplan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven.
2. Actieplan
STUDIEGEBIED: Overleg- en actieplatform Handel Algemeen:
Dit overleg- en actieplatform richt zich voor 2012 naar de volgende studierichtingen binnen het studiegebied Handel en met een totaal van 3.384 lln: derde graad TSO Handel 6e j TSO handel derde graad TSO Boekhouden-Informatica 6e j BSO Kantoor 7e j BSO Logistiek 7e j TSO internationaal Transport 7e j BSO Winkelbeheer en etalage 7e j BSO Kantooradministratie en gegevensbeheer Omschrijving behoefte
Begrote bedrag
Kwantitatieve doelstelling
1. Project 'Logistiek':
2012: 26.018,64 €
2012:
zie projectfiche 1 'Instroom in de industrie'
+ 25% cofinanciering
958 leerlingen 75 leerkrachten
141
1.1. LOL: Logistiek Onderwijs Luchthaven 6e j TSO Handel 6e j BSO Kantoor 7e j BSO Logistiek 7e j TSO Internationaal Transport
Graag zetten wij de succesvolle samenwerking met VOKA verder in dit project. Doedagen leerlingen, leerkrachten, ouders, geografisch gespreid over de regio's HalleVilvoorde, Leuven en Aarschot - Diest-Tienen: 1.1.1. Bedrijfsbezoeken 1.1.2. Initiatie heftruck en douane 1.1.3. Sollicitatietraining voor stages of werk
1.2. TTT leerkrachten: 1.2.1. BTW, douane en accijnzen bedrijfsbezoeken 1.2.2. Didactisch materiaal (The Flow, Zelco,...). 1.2.3. Magazijnorganisatie. 1.2.4. Ingaande en uitgaande goederenstroom en documentenstroom VDAB oefenbedrijf 1.2.5. Goederenopslag VDAB oefenbedrijf. 2. Project 'Retail & IT Academy':
2012: 21.840 €
2012:
zie projectfiche 2 'Retail & IT Academy'
+ 25 % cofinanciering
1.631 leerlingen 105 leerkrachten
In dit tweede project ondersteunen we Retail en ICT, naast Logistiek eveneens belangrijke facetten binnen het studiegebied Handel. ICT is een sector die continu in beweging is en ook in de verkoop, veranderde er, de
3 gr TSO Handel 3 gr TSO Boekhouden-Inforamtica 7e j BSO Winkelbeheer en etalage 7e j BSO Kantooradministratie en
142
gegevensbeheer
afgelopen jaren, veel en is men steeds op zoek naar goed opgeleide werkkrachten. 2.1. Verkoop - Start to Retail: 2.1.1. TTT Retail via PMO
Tijdens een 7 daagse TTT kunnen leerkrachten kennismaken met verschillende aspecten van 'Retail'. Het is de bedoeling dat zij deze kennis met behulp van een didactische materiaalbox 'Op weg naar succesvolle winkelverkoop' overbrengen naar de leerlingen. 2.1.2. Uitleendienst demokoffers 'retail' 2012:
2.2. ICT
400 leerlingen 10 leerkrachten
2.2.1. Aan de hand van E-learning oplossingen en nascholingen wil men leerkrachten en leerlingen vertrouwd maken met een geavanceerde ICT-omgeving. Bovendien kunnen 10 leerkrachten een stage van 10 dagen lopen bij VDAB Diest in het hun oefenbedrijf rond een ERP-pakket Micosoft Navision Dynamics.
3 gr TSO Handel 3 gr TSO Boekhouden-Informatica 7e j BSO Winkelbeheer en etalage 7e j BSO Kantooradministratie en gegevensbeheer
2.2.2. Voor leerlingen wordt specifiek beoogd om een softwarelicentie 'Human Resources beheer' aan te bieden = een verderzetting van het succesvolle project, waar aan de hand van een individuele toegang via het Internet op de databank van
143
Acerta leerlingen vertrouwd gemaakt worden met de verschillende aspecten rond een loonen personeelsadministratie 'Trefzeker' . 3. Project DREAM:
2012: 2. 496 €
2012:
zie projectfiche 3 'DREAM'
+ 25 % cofinanciering
3.374 leerlingen 105 leerkrachten
3.1. Dream - Ambassadeurs 3 gr TSO Handel 3 gr TSO Boekhouden-Inforamtica 7e j BSO Winkelbeheer en etalage 7e j BSO Kantooradministratie en gegevensbeheer.
144
Projectideefiches en projectopvolgingfiches studiegebied HANDEL:
145
RTC Projectidee-fiche
'Instroom in de industrie' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode:
Voka Halle-Vilvoorde Medialaan 1800
Contactpersoon:
Paul Hegge
Tel:
02/2552020
Projectverantwoordelijke: Tel:
Nr: Gemeente:
Vilvoorde Functie:
e-mail:
Dorien Zelderloo e-mail:
146
Algemeen directeur
[email protected] Functie:
02/2552020
26
Expert arbeidsmarkt
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Instroom in de industrie: doedagen, stages en werkplekleren
Voorafgaand aan deze projectaanvraag werkten Voka HV en RTC Vlaams-Brabant 3 jaar samen ikv LOL en 2 maal ikv stagemarkten. LOL De luchthaven en logistiek sector zijn een grote economische pool in deze regio en kampen met 3 grote problemen: te weinig instroom en een slecht imago (getuige het dalend aantal jongeren dat kiest voor logistieke richtingen), te weinig opleidingen en opleidingen die niet zijn afgestemd op de bedrijfsrealiteit. Aan de hand van gerichte acties werd ingewerkt op de doelstellingen: - Jaarlijks gingen 400 leerlingen op doedag uit Vlaams-Brabant en Brussel: een initiatie gekoppeld aan een bedrijfsbezoek, gegoten in een kant en klare formule voor scholen - Jaarlijks 75 leerkrachten op opleiding train the trainer - Groot LOL event met 1500 jongeren - Educatief materiaal - Ouders naar de luchthaven - Debatten met HR managers en directies - Etc Na deze ervaringen is de analyse dat de opgedane ervaringen in LOL ook andere (knelpunt) sectoren dan luchthaven en logistiek ten goede komen (http://vdab.be/trends/vacatureanalyse.shtml), en ook andere studiegebieden dan handel. De doedagen blijken een gerodeerde formule te zijn die haar vruchten afwerpt en er effectief toe leidt dat jongeren voor bepaalde richtingen en sectoren kiezen.
“ Ik laat jullie graag weten dat nu 6 extra leerlingen gekozen hebben voor de richting 7e jaar logistiek tegenover vóór de doedag. Blijkbaar wisten heel wat leerlingen voor de doedag nog niet goed of ze zouden kiezen voor de richting kantoor of logistiek. Zowel de heftruck-initiatie als de bedrijfsbezoeken hebben hun een betere kijk gegeven op wat logistiek precies betekent en inhoud en hen over de schreef getrokken” Andere acties uit LOL waren moeilijker, of minder (financieel) efficiënt, zoals de ouders bereiken. Daarom is het voorstel om de ‘best off’ van LOL uit te rollen in andere knelpuntsectoren: 10 doedagen per jaar, daar waar de nood het hoogst is op de arbeidsmarkt. Stagemarkt Bedrijven vinden geen of niet de juiste stagairs, weten niet hoe ze een goede stage moeten aanpakken. Leerkrachten kloppen steeds aan bij dezelfde bedrijven. Echt werkplekleren organiseren is moeilijk, tijdintensief en geen van beide partijen weet hoe daaraan te beginnen. 1. Op het LOL event waren 18 werkgevers en 300 stage zoekers uit heel Vlaanderen en Brussel 2. Op de stagemarkt in 2011 waren 27 werkgevers en 500 stagezoekers uit Vlaams-Brabant en Brussel, ook 7 workshops zoals communiceren met werkgevers, kwalitatief werkplekleren edm De ervaringen leren ons dat meer stagematching noodzakelijk is, op permanente
147
basis, tussen werkgevers en onderwijs. Verder is nog een stap verder gaan ook nodig: kwalitatief werkplekleren. De leerkracht leert de bedrijfsrealiteit kennen en geeft in het bedrijf zelf les aan haar jongeren. Op die manier worden jongeren up to date opgeleid, maar wordt ook meteen de richting aantrekkelijker voor een jongeren doordat werken met leren gecombineerd wordt. Het voorstel is daarom dat Voka als werkgeversorganisatie ideaal geplaatst is om de trekkersrol op te nemen: stagebemiddeling op permanente basis en een aantal concrete situaties van werkplekleren organiseren op jaarlijkse basis, in die sectoren waar het meest nood aan is.
Initiatiefnemer: Voka HV Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Partners: RTC Vlaams-Brabant, werkgevers, en verder wie nodig voor het voltrekken van de doelstellingen. Voka HV zal contacten leggen met sectoren waar good practices reeds bestaan. Om een goede regionale dekking te verzekeren, wordt ook de nodige samenwerking opgestart met Voka Leuven.
Initiatiefnemer: zie boven
Partners: zie boven
Stuurgroep: een stuurgroep bestaat al zodat permanente evaluatie en bijsturing mogelijk is. Leden van de stuurgroep zijn alle partijen van belang, uit zowel onderwijs als bedrijfsleven. De stuurgroep zal samenkomen wanneer nodig, en daarnaast op permanente basis, af te spreken in het begin van de projectperiode (voorstel 3 jaar).
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen: De acties van het project ‘instroom in de industrie’ zijn gericht naar de decretaal vastgelegde primaire doelgroep van RTC Vlaams-Brabant: nl, de leerlingen BSO en TSO in derde graad van de regio’s Vlaams-Brabant en Brussel. Als trekker zal Voka HV dan ook de nodige afspraken en samenwerkingen opstarten met Voka Leuven om een regionale dekking te verzekeren. Voorstel is om te focussen op die sectoren in de arbeidsmarkt die het meest nood hebben aan instroom via doedagen, werkplekleren en stagebemiddeling. Dat zijn verschillende richtingen en verschillende sectoren. Ook temeer daar naar 1 sector jongeren moeten aangetrokken worden uit verschillende studierichtingen waarin zij nu zitten, is het voorstel dit een vakoverschrijdend karakter te geven. Welke sectoren dit zijn, wordt samen bepaald in de loop van het project, en wordt mede bepaald door de eerdere ervaringen LOL en stagemarkt in de samenwerking Voka
148
en RTC en wordt tot slot en vooral, bepaald door de noden van de arbeidsmarkt. Nu al kan gesteld worden dat de focus ligt op - Vakoverschrijdende richtingen: imago BSO en TSO, per definitie zijn dat alle richtingen – ook 2e graad gezien het gaat om instroom verhogen - Handel en logistiek gezien het economisch overwicht in de regio en gezien de LOL en stage acties van dit jaar best een vervolg krijgen En bij uitbreiding worden een klein aantal van de acties opgestart in de volgende richtingen, groeiend aan belang en knelpuntgehalte - Personenzorg - Elektriciteit en mechanica Het gewicht van de acties zal in de eerste twee categorieën liggen.
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
De coördinatie van het project ligt bij Voka HV, de contacten en inschrijvingen van de deelnemers bij RTC Vlaams-Brabant. Het project heeft drie doelstellingen: doedagen, stages en werkplekleren. Per doelstelling geldt een andere setting: - Stages in de bedrijven - Werkplekleren in de bedrijven, voorafgaande studieronde en contacten bij de onderwijsinstellingen zelf - Doedagen ter plekke bij bedrijven en initiaties
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Het project kent drie doelstellingen. Per doelstelling zijn er duidelijke leerwinsten en meerwaardes voor de doelgroep uit het onderwijs - Doedagen. De leerwinsten zijn tweevoudig. Enerzijds komen leerlingen en begeleidende leerkrachten in contact met de werkvloer. Attitudes nodig in het bedrijfsleven worden door het doen van deze actief en door het bedrijfsbezoek aangescherpt: op tijd komen, zich gedragen, tijdig verwittigen bij afwezigheid (zie no show fee), luisteren tijdens het woord van de werkgever, het volgen van de veiligheidvoorschriften tijden het bedrijfsbezoek etc. het zorgt er allemaal voor dat jongeren en leerkrachten ontdekken hoe het er ‘echt ‘ aan toe gaat op de werkvloer. Anderzijds komen de jongeren in contact met een bedrijf of een sector dat ze eerder nog niet kenden. Op die manier worden ze ‘geprikkeld’ om te kiezen voor een sector. De aantrekkelijke formule van initiatie gekoppeld aan bedrijfsbezoek, maakt de dag een echte doe en ervaar dag, met zicht op de tewerkstellingsmogelijkheden nadien, waardoor studiekeuzes bevestigt of bijgesteld kunnen worden. De enorme vraag naar doedagen in de LOL periode getuigt van het succes van de formule. - Stages. De leerwinsten voor het onderwijs zijn dat leerkrachten dankzij de stagebemiddeling tussen school en bedrijf kunnen komen tot goede en verscheiden contacten. Op die manier kloppen ze niet steeds aan bij dezelfde werkgever jaar in jaar uit. Bovendien zorgt de stagematching ervoor dat de stage een win win wordt voor beide partijen: de juiste sector, het juiste bedrijf en de juiste stage – inhoud met ondersteuning. Tot slot kunnen beleidsadviezen ontstaan uit deze werking om stages anders vorm te geven in het secundair onderwijs vanuit deze ervaringen.
149
- Werkplekleren. Het begrip werkplekleren is een containerbegrip. In haar oorspronkelijke vorm betekent het dat een leerkracht in een bedrijf lesgeeft aan haar of zijn jongeren. De leerwinst aan de hulp dankzij dit project is dat werkplekleren een effectieve slaagkans krijgt. Immers, noch werkgever, noch school kunnen dit alleen. De school wordt begeleid in het leggen van contacten met werkgevers, waardoor ze samen hun vorm van werkplekleren kunnen uitwerken. Om dit effectief te organiseren zal eerst een studieronde nodig zijn binnen werkgevers, onderwijs, maar ook bestaande best practices binnen andere RTC acties. De leerwinst is tot slot ook dat richtingen, door deze vorm en combinatie van werken en leren, aantrekkelijker wordt, waardoor het imago van de industriële richtingen verbetert en er meer jongeren voor kiezen, alsook de kans groter wordt dat ze niet voortijdig uitvallen. De ongekwalificeerde uitstroom uit het secundair beroeps en technisch onderwijs, zal op die manier teruggedrongen worden. Ook voor bedrijven zijn deze drie doelstellingen een meerwaarde: ze breiden hun netwerk met onderwijsinstellingen uit en kunnen op die manier voorzien in hun nood aan toekomstige arbeidskrachten. De acties zullen in die sectoren uitgevoerd worden waar de knelpunten het hoogst en de winst en meerwaarde voor de betreffende werkgever het grootst zijn. Belangrijk is dat dankzij de doedagen meer jongeren voor dit bedrijf of sector zullen kiezen, dankzij de stages het netwerk van potentieel toekomstige medewerkers uitgebreid wordt alsook een kwalitatieve stage ontstaat (geen toeristen of klusjesmannen politiek), en tot slot dat dankzij het werkplekleren meer jongeren voor industriële richtingen zullen kiezen en zullen afstuderen met de jusite kennis, vaardigheden en attitudes. Concrete doelstellingen: 3 jaar projectwerking met - 10 doedagen per jaar in verschillende sectoren (zie ‘doelgroepen’) - De organisatie van 8 geslaagde vormen van werkplekleren, ttz werkplekleren organiseren tussen minimaal 8 bedrijven en 8 scholen over drie jaar - Stagematching gedurende drie jaar op permanente basis, waar nodig. Het is niet de bedoeling in te grijpen waar alles vlot gaat door de actoren zelf.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.x
Werkplekleren: de bedrijfsvloer zelf
Budget over 3 jaar 199.000€ = 1 FTE van Voka (personeekskost, 13e maand, vakantiegeld, RSZ, verzekeringt etc) 38.000€ = Overhead voor 1FTE (onderhoud, kantoor, klein materiaal, brandstof, water, energie, verzekeringen, etc) 50.000€ = Kosten voor acties zoals doedagen en acties : 10 per jaar (bus, catering, initiatie, etc) 3.000€ = vergoedingen voor vrijwilligers en gastsprekers 4.000€ = Website
150
20.000€ = Marketing en communicatie acties en imagobuilding sectoren (flyers, reclame, drukwerk, etc) Totaal = 314.000€
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Gevraagd aan RTC Vlaams-Brabant: 160.000€ gespreid over 3 jaar = 53.333 €/jaar De acties en doelstellingen vallen recht in de speerpunten van de decretaal vastgelegde doelstellingen en doelgroepen van RTC Vlaams-Brabant. Voka HV is bereid de helft van de totale projectkost zelf te dragen, gezien het belang dat Voka HV hecht aan dit project voor de werkgevers.
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
- Evaluatie bij onderwijs en werkgevers, net zoals gedaan bij alle Lol activiteiten en stagemarkt - Evaluatie in de stuurgroep - Nulmetingen in de studierichtingen en sectoren over instroom
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Zie vorige vraag
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
De samenwerking met RTC Vlaams-Brabant in dit project is onontbeerlijk omwille van - Contacten met onderwijs uit Vlaams-Brabant en Brussel - Inschrijvingen op acties via de RTC website - Het netwerk van partners waar al goede praktijken bestaan - De kennis en deskundigheid opgebouwd inzake koppeling bedrijfsleven en onderwijs na jaren werking en expertise - De synergie die ontstaat wanneer RTC langs onderwijszijde en Voka langs werkgeverszijde de handen in elkaar slaan (zie LOL, stagemarkt etc) - Het voortbestaan van de kennis en goede praktijken na afloop van het project - Een mogelijke uitrol over Vlaanderen via onder meer RTC netwerk
151
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Elke samenwerking die het project ten goede komt, zal overwogen en opgestart worden, doch eerst met focus op het ontwikkeling van een sterke goede praktijk, alvorens uit te rollen.
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Bijlagen: Bijlage 1 (i): Bijlage 2 (ii):
Naam ondergetekende: Dorien Zelderloo Functie:consulent VOka Halle-Vilvoorde Datum: Handtekening:
152
Projectfiche 2012:
Handel Project 1. Instroom in de industrie doedagen, stages en werkplekleren
Studierichtingen: alle studierichtingen binnen Handel, E/M, Personenzorg
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
LOL De luchthaven en logistiek sector zijn een grote economische pool in deze regio en kampen met 3 grote problemen: te weinig instroom en een slecht imago (getuige het dalend aantal jongeren dat kiest voor logistieke richtingen) , te weinig opleidingen en opleidingen die niet zijn afgestemd op de bedrijfsrealiteit.
de ‘best off’ van LOL uitrollen in andere knelpuntsectoren: 10 doedagen per jaar, daar waar de nood het hoogst is op de arbeidsmarkt. De doedagen blijken een gerodeerde formule te zijn die haar vruchten afwerpt en erc effectief toe leidt dat jongeren voor bepaalde richtingen en sectoren kiezen.
Stagemarkt Bedrijven vinden geen of niet de juiste stagairs, weten niet hoe ze een goede stage moeten aanpakken. Leerkrachten kloppen steeds aan bij dezelfde bedrijven. Echt werkplekleren organiseren is moeilijk, tijdintensief en geen van beide partijen weet hoe daaraan te beginnen.
Stagemarkt De ervaringen leren ons dat meer stagematching noodzakelijk is, op permanente basis, tussen werkgevers en onderwijs. Verder is nog een stap verder gaan ook nodig: kwalitatief werkplekleren. De leerkracht leert de bedrijfsrealiteit kennen en geeft in het bedrijf zelf les aan haar jongeren. Op die manier worden jongeren up to date opgeleid, maar wordt ook meteen de richting aantrekkelijker voor een jongeren doordat werken met leren gecombineerd wordt. Het voorstel is daarom dat Voka als werkgeversorganisatie ideaal geplaatst is om de trekkersrol op te nemen: stagebemiddeling op permanente basis en een 8 concrete situaties van werkplekleren organiseren op 3 jaar, in die sectoren waar het meest nood aan is.
Projectbegroting
Financiering 53.333 €: - 10.000 € Stagemarkt - 10.000 € Imago TSO/BSO - 4.500 € E/M - 4.500 € Personenzorg - 24.333 € Handel 53.333 € 0 € , wel incl. projectkosten 0 €, wel incl. projectkosten
Projectkosten
Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
153
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Handel op 18/10/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Opportuniteitscriteria - Doedagen is een beproefd middel! OK - Stagemarkt en stagebemiddeling: geen duidelijke meerwaarde voor onze doelgroep in Vl-Br, wel in Brussel. NOK - werkplekleren als actiepunt is OK binnen Handel/Logistiek maar er is geen nood in E/M (wordt al gerealiseerd DIM cc, CNC cc, ASCP, Brabant last) en in Personenzorg ( al gerealiseerd via Improvisatietheater, Animatie): dus deze budgetten niet extra belasten met acties die niet echt nodig zijn. - Hoe wordt de regio Leuven-Tienen DiestAarschot betrokken bij dit project ? De kosten per lln of de kosten per doedag is niet echt duidelijk, gelet op het feit dat de projectkosten gebaseerd zijn op de wedde en de werkingsmiddelen van 1 VTE van Voka. Er is geen behoefte aan stagebemiddeling vanuit onze doelgroep: alle scholen kunnen hun stages invullen op basis van lokale contacten school-bedrijf. Probleem zijn de Brusselse jongeren die nederlandstalig-onkundig zijn. Hoe dit aanpakken? Transportkosten leerlingen moeten mee ingecalculeerd worden in de totale kostprijs van het project en niet via aparte financiering extra uit het RTC-budget worden betaald (zoals in het verleden).
Het O&A-platform Handel van 18/10/2011 adviseert om dit project in deze vorm niet goed te keuren en te herleiden tot het project 'Logistieke doedagen' van het JAP 2011.
154
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven
Projectcriteria OK: Voka heeft in het verleden zijn engagementen steeds nageleefd via het LOLproject. NOK: de stagemarkt is niet echt een initiatief naar onze doelgroep (derde graad TSO/BSO): de bedrijven zoeken MA & BAstagiairs. NOK: er wordt ingebroken in budgetten van andere O&A-platformen met initiatieven die er niet relevant zijn of geen meerwaarde bieden. Er is geen duidelijke prijzenstructuur voor de gevraagde projectkosten tenzij de weddegegevens van 1 VTE Voka.
- Via doedagen grotere instoom genereren binnen de logistieke sector is een beproefd concept: dit is echter imagobuilding. - Echte competenties worden niet aangebracht, wel via de gratis 72uren VDAB - 'Stagematching' is geen behoefte vanuit het onderwijs tenzij lessen Nederlands voor de Brusselse allochtone jongeren die moeilijk een stageplaats vinden in de regio Brussel Halle-Vilvoorde.
Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming
- Is dit geen duidelijk geval van onderaanneming: welk is de rol van RTC? (tenzij cofinanciering in dit project en de administratie, inschrijvingen, communicatie naar de scholen) -De zichtbaarheid in dit project van de RTCmiddelen en -inzet is eerder beperkt. OK
Strategisch plan en omgevingsanalyse
155
I. De Raad van Bestuur van 19 oktober 2011 geeft een mandaat aan het Dagelijks Bestuur om tot een consensus te komen rond dit projectidee. II. Het Dagelijks Bestuur van 25 oktober 2011 beslist om dit project te aanvaarden onder de vorm van het organiseren van 'Logistieke doedagen' zoals in de voorbije jaren 2009-2011 voor een bedrag van 26.000 € inclusief vervoerskosten leerlingen en een projectbeheerskost van 4%. Ook wordt als studiegebied-overschrijdende actie een bedrag van 10.000 € toegekend aan de organisatie van een 'Stagemarkt 2012' op voorwaarde dat op verschillende locaties een dergelijk initiatief kan worden georganiseerd. III. De Raad van Bestuur van 7 december 2011 beslist om de stagemarkt 2012 te herorienteren naar een actie die zich specifiek richt naar die jongeren uit de Brusselse regio die, als kansengroep (allochtoon en/of Nederlandstaligonkundig), moeilijk een stageplaats vinden in de verschillende studiegebieden van de derde graad TSO, BSO, DBSO, BuSO en leertijd. Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
156
RTC Projectidee-fiche
'Softwarepakket Trefzeker van Acerta ' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke:
Koninklijk Atheneum D’Hek Landen Tiensestraat
Nr:
3400
Gemeente:
Annick Petry
Landen Functie:
0474/422608
e-mail:
Annick Petry
[email protected] Functie:
Tel:
e-mail:
157
57
Lerares toegepaste economie/logistiek
Naam van het project:
Softwarepakket Trefzeker: uiterst gebruiksvriendelijke informatiebron rond sociale wetgeving en personeelsfiscaliteit. Ze wordt permanent actueel gehouden door Acerta.
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Sociale en fiscale wetgeving zijn onderdelen die aan bod komen binnen de leerplannen van het studiegebied handel zowel in TSO als in BSO. Scholen zijn genoodzaakt elk jaar nieuwe handboeken te kopen. Deze handboeken bevatten niet de meest actuele gegevens. Een school heeft bovendien de financiële middelen niet om voor elke leerling een trefzeker-account te bekostigen. Daarbij komt dat trefzeker een interessante zoekmotor is waarbij de leerlingen op een zelfstandige en efficiënte manier de meest actuele informatie kunnen opzoeken, toelichten en toepassen. Verder worden er ook een reeks VOET, dankzij het gebruik van de databank, bereikt. Zowel uit de STAM als van “leren leren”. Initiatiefnemer: Overleg
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
en actieplatform Handel RTC Vlaams Brabant
Partners: Acerta
Initiatiefnemer: RTC Vlaams Brabant neemt contact op met de betrokken leraren van de scholen uit Vlaams Brabant met de uitnodiging tot inschrijving tot het project
Partners: Acerta bezorgt de login en toegangscode aan de ingeschreven scholen.
Stuurgroep: /
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen:
Studierichtingen: in de 3de Graad Handel tso, Boekhouden-informatica tso, Secretariaat-talen tso, Kantoor bso, 7 Winkelbeheer en etalage bso, 7 verkoop en vertegenwoordiging bso , 7 Kantooradministratie en gegevensbeheer bso Alle andere BSO-studierichtingen ( bijvoorbeeld in de harde sector, bouw) die de opleiding aanbieden tot het bekomen van het attest over de basiskennis van het bedrijfsbeheer.
158
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
Elke deelnemende school kan via haar eigen PC lokalen de betrokken leerlingen laten inloggen op de website van trefzeker.
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Leerlingen kunnen op een efficiënte manier actuele sociale en fiscale informatie opzoeken, toelichten en toepassen.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.xi
Leerlingen en leerkrachten beschikken over een login-account en paswoord om in te loggen op het systeem
De kostprijs per deelnemer hangt af van het aantal ingeschreven deelnemers Ongeveer € 25 per deelnemer
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
159
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
Op einde van elk schooljaar via een tevredenheidenquête bij de gebruikers.
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Tijdens een jaarlijkse vergadering van overleg en actieplatform handel: bespreking uitgevoerde tevredenheidenquête. Aftoetsing totaal aantal te bereiken leerlingen en totaal aantal concrete gebruikers.
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTC-ondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Netoverschrijdend project. RTC opereert als tussenorgaan tussen deelnemende lln/lkr en acerta. RTC onderhandelt over de kostprijs voor totaal aantal gebruikers.
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Een reeks leerplandoelstellingen uit bovenvermelde studierichtingen kan gerealiseerd worden met softwarepakket Trefzeker. Bijkomend worden er een aantal VOET geëxploreerd ( zie boven )
Project kan opengesteld worden voor bepaalde BSO studierichtingen die de opleiding tot het behalen van het attest bedrijfsbeheer aanbieden.
160
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld. Naam ondergetekende: Annick Petry Functie: lerares toegepaste economie Datum: 11 oktober 2011 Handtekening:
161
Projectfiche:
Project 2: 'Retail & IT academy'
Studierichting: BSO en TSO Kantoor, Handel en Administratie, Informaticabeheer
Omschrijving behoefte
De VDAB-opleidigen Administratief bediende worden gekenmerkt door een praktijkgericht gedeelte binnen een gesimuleerde kantooromgeving, het oefenbedrijf. Gedurende verschillende weken voeren de cursisten uiteenlopende bediendetaken uit binnen dit bedrijf. De pedagogische aanpak leunt sterk aan bij taakgericht werken of nog werkplekleren en verschaft een aanzienlijke meerwaarde aan het opleidingstraject : - toetsing en verdere praktische inoefening en uitbreiding van de leerstof verworven vanuit de verschillende vakken - ruime aandacht voor niet-technische competenties als nauwkeurigheid, samenwerken, efficiënt werken, stressbestendigheid, … - maatgerichte opleiding door de taken af te stemmen op de voorkennis en competenties van de cursisten - inzicht in uiteenlopende diensten binnen het bedrijf : aankoop, verkoop, voorraadbeheer, productie, boekhouding, HRM-materies, … - hoge realiteitswaarde door handel te drijven met andere firma’s binnen een netwerk van ruim 250 oefenbedrijven - verwerving van bedrijfservaring in een leeromgeving Recentelijk werd de werking van het oefenbedrijf verrijkt met het ERP-pakket Microsoft Dynamics Navision. Dit pakket verschaft een expliciet beeld van bedrijfsprocessen en legt linken tussen de verschillende afdelingen van de onderneming. De cursist werkt niet langer binnen een verticale dienst, maar leert horizontaal werken over de diensten heen. De uitvoering van een taak binnen de ene afdeling heeft een rechtstreeks gevolg op de werking van de andere afdelingen. Het bedrijfsinzicht wordt aanzienlijk verscherpt. Werken met een ERP-pakket vereist een vernieuwde pedagogische aanpak. De cursist leert al doende, de instructeur fungeert als coach, onderricht op het ogenblik van de taakuitvoering door de cursist en volgt de werkzaamheden nauw op. De instructeur wordt hierbij ruim ondersteund door de pedagogische software Sensus. Elke taak wordt uitgeschreven in Sensus-schema’s, stroomdiagrammen die de taak uitsplitsen in kleinere deeltaken en die de cursist doorheen de opdracht loodsen. Deze diagrammen zijn doorlopend beschikbaar en worden geïllustreerd met werkdocumenten (offerte, factuur, …), pictogrammen, fotomateriaal, korte filmfragmenten, printscreens van Dynamics Navision, … VDAB is bereid om deze kennis op vlak van bedrijfsvoering, ERP-pakketten en pedagogische software te delen met onderwijs.
162
Voorgestelde oplossing
De kennisdeling vanuit VDAB naar onderwijs kan op uiteenlopende manieren verlopen : 1. Infodag rond bedrijfsvoering en Dynamics Navision 2. Begeleiding van leerlingen door leerkrachten en VDAB-instructeurs in het oefenbedrijf 3. Stage van leerkrachten in het oefenbedrijf 4. Infoverstrekking aan leerkrachten ifv de oprichting van een eigen oefenbedrijf 1. Toelichtingsdag rond bedrijfsvoering en Dynamics Navision VDAB verschaft info rond de werking van de oefenbedrijven en de uiteenlopende diensten : aankoop, verkoop, productie, voorraadbeheer, boekhouding, HRM, … Naargelang het bedrijf is een bepaalde dienst sterker uitgebouwd : - VDAB Diest focust op voorraadbeheer ifv de administratief bediende logistiek. Het oefenbedrijf is uitgebouwd met een fysisch magazijn waarbinnen de cursisten uiteenlopende taken uitvoeren (planning, orderpicking, …) - Te VDAB Heverlee worden de diensten verkoop, boekhouding en HRM verder ontwikkeld met het oog op de vorming van commerciële medewerkers, boekhoudkundig bedienden en personeelsmedewerkers. Verder informeert VDAB rond de integratie van het ERP-pakket Dynamics Navision en de pedagogische software Sensus binnen het oefenbedrijf. Beide instrumenten vormen een krachtig instrument om de cursist meer bedrijfsinzicht te verschaffen en om hem een meer gefundeerde keuze te laten maken met het oog op zijn verdere studie of loopbaan. De verschillende onderwerpen worden op een interactieve manier aangeboden. De deelnemers werken in het oefenbedrijf en voeren concrete taken uit met behulp van Dynamics Navision. Duurtijd : 1 dag voor maximaal 12 deelnemers 2. Begeleiding van leerlingen door leerkrachten en VDAB-instructeurs in het oefenbedrijf Leerlingen werken gedurende vijf tot tien dagen in het VDAB-oefenbedrijf. Zij worden hierbij begeleid door leerkrachten en VDAB-instructeurs, telkens minimaal één medewerker. De taken op de verschillende diensten en de evaluatie-instrumenten worden opgemaakt in nauw overleg tussen de leerkracht(en) en de instructeur(s). Doelstelling is de leerstof vanuit de verschillende vakken toepassen en verder uitbreiden in een bedrijfscontext. Naargelang de studierichting kan er meer nadruk gelegd worden op een dienst, bijv. voorraadbeheer voor richting logistiek. Het oefenbedrijf fungeert tevens als leeromgeving, onder meer rond niet-technische vaardigheden als stiptheid, samenwerken met collega’s, klantgerichtheid, … Op die manier verwerft de leerling meer inzicht in de uiteenlopende jobvereisten van een bediende. Vereiste voorkennis leerlingen : - Basiskennis windows, word en excel - Inzicht in handelsdocumenten - Klantgericht telefoneren - Basiskennis van Frans en/of Engels verruimen het takenpakket Dergelijke samenwerking loopt reeds te Vilvoorde. Leerlingen uit de richting BSO Kantoor van het KTA De Brug werken gedurende vijf dagen in het VDAB-oefenbedrijf. Dit project werd opgestart in het kader van de 72 uur.
163
Duurtijd : 5 tot 10 dagen voor maximaal 10 leerlingen 3. Stage van leerkrachten in het oefenbedrijf Leerkrachten lopen stage in het VDAB-oefenbedrijf. Zij werken samen met een groep cursisten en ervaren op die manier de aanzienlijke meerwaarde van leren en werken in een bedrijfsomgeving. De VDAB-instructeur informeert uitvoerig over de werking van het bedrijf en licht de achterliggende leerdoelstellingen toe. Inhoud en opzet van de stage worden opgemaakt in nauw overleg met de VDAB-instructeur. Een stage kan ingericht worden ifv uiteenlopende doelstellingen : a. de leerkracht maakt kennis met een bijna reëel bedrijf. Hij/zij vervolledigt het eigen bedrijfsinzicht en ziet dit getoetst aan de praktijk. De werking van en de linken tussen de diensten komen uitgebreid aan bod, onder meer door de kennismaking met het ERP-pakket Dynamics Navision. Het eigen vak wordt gesitueerd binnen een ruimere beroepscontext, met expliciete aandacht voor niet-technische jobvereisten. De leerkracht wordt vertrouwd met vakoverschrijdend en taakgericht werken. b. de stage vormt de eerste stap in de oprichting van een eigen oefenbedrijf. De leerkacht maakt kennis met de verschillende aspecten die bij deze oprichting een rol spelen : opmaak van klanten- en leveranciersbestanden, implementatie van bedrijfssoftware, ... Een cruciaal element hierbij is de rol van de lesgever/begeleider. Hij/zij fungeert niet langer als klassikale docent, maar coacht individueel de leerlingen bij de uitvoering van taken afgestemd op hun voorkennis en competenties. De leerkracht polst of het bij iedereen goed loopt en probeert bij elke leerling individueel de vertaling van het geleerde naar de praktijk te maken. In het verleden bleek herhaaldelijk dat de (gedeeltelijke) overgang van een vakgerichte lesgever naar een multidisciplinaire coach een boeiende uitdaging is, onder meer door de motiverende omgeving waarin de leerling “onderricht” krijgt. Duurtijd : 10 dagen
4. Infoverstrekking aan leerkrachten ifv de oprichting van een eigen oefenbedrijf De kennisdeling bij de oprichting van een eigen oefenbedrijf loopt in samenwerking met Cofep, de Belgische centrale van oefenbedrijven. Cofep telt ruim 250 leden, voornamelijk oefenbedrijven binnen onderwijs, en regelt onder meer de financiële afhandeling van transacties tussen bedrijven via haar bankactiviteiten. Verder onderhoudt Cofep de bedrijvendatabank en genereert de organisatie uiteenlopende opdrachten (bestellingen, verzekeringen, energiekosten, …). VDAB-infoverstrekking kan lopen op verschillende manieren. Naast begeleiding van leerlingen en stage voor leerkrachten in het oefenbedrijf (cfr. punten 2 en 3), kan VDAB : a. een instructeur tijdelijk vrijmaken om leerkrachten te informeren over de instrumenten waarover een oefenfirma dient te beschikken : infrastructuur, productkeuze, klanten- en leveranciersbestanden, werkdocumenten, … Verder worden bedrijfsprocessen binnen de VDAB-oefenfirma toegelicht met behulp van het ERP-pakket Dynamics Navision. b. infrastructuur ter beschikking stellen. Het VDAB-centrum van Diest beschikt over een uitgebouwde kantoorruimte met pc’s voorzien van bureautica-software, vergadertafel, printer, telefoonaansluitingen, ERP-pakket, … Deze infrastructuur wordt nu reeds gedurende één dag per week gebruikt door een school in Diest. Hierdoor onstaat een intensieve
164
samenwerking tussen de leerlingen en cursisten van het VDAB-oefenbedrijf in hetzelfde gebouw. Het lokaal kan ook op andere dagen ter beschikking gesteld worden van onderwijs. VDAB heeft ervaring met dergelijke vormen van ondersteuning. In 2005 informeerde een VDABinstructeur twee leerkrachten van de Zusters der voorzienigheid te Diest rond de werking van een oefenbedrijf. Dit leidde tot de uitbouw van de oefenfirma Château Delissimo die handelt in streekproducten. Sinds die datum werken beide leerkrachten met de leerlingen van het zevende jaar BSO Kantoor in de kantoorruimte van de VDAB. De school toonde reeds interesse voor de implementatie van Dynamics Navision in het eigen oefenbedrijf. Duurtijd : a. de opstart van een eigen oefenbedrijf vergt één tot twee maanden, naargelang de beschikbaarheid van leerkrachten en leerlingen b. de infrastructuur te VDAB Diest kan op flexibele wijze ter beschikking gesteld worden, bijv. één dag gedurende het ganse schooljaar, twee weken aaneensluitend (behalve op donderdag), …
165
Projectbegroting
Opleiding leerlingen
Financiering
I. In het kader van de 72 uur VDAB kunnen leerlingen uit de richtingen BS0 en TS0 gedurende 10 dagen gratis gebruik maken van VDAB-infrastructuur en – expertise. Een overschrijding van de 72 uur kan op volgende manieren opgevangen worden : a. tegenprestatie waarbij extra dagen in het oefenbedrijf opgevangen worden door lesdagen vanuit de school aan VDAB-cursisten. VDAB heeft in het bijzonder interesse voor lespakketten die toelaten om werkzoekenden sterker te oriënteren naar knelpuntberoepen. Dergelijke samenwerking kadert binnen het VDABproject SOM+ (Samen Opleiding Maken met een Meerwaarde) dat in Vlaams-Brabant loopt. b. financiering van ondersteuning door VDAB-instructeur. VDAB rekent een groepstarief aan van 650 euro per lesdag. Deze kostprijs omvat zowel de personeelskost, cursusmateriaal als infrastructuur. c. financiering (huur) van infrastructuur, meer bepaald het gebruik van de uitgebouwde kantoorruimte te Diest (punt 4, b hierboven). Hiervoor rekent VDAB 250 euro per dag aan. II. Softwarepakket Trefzeker: Deze uiterst gebruiksvriendelijke informatiebron rond sociale wetgeving en personeelsfiscaliteit wordt permanent actueel gehouden door Acerta. Sociale en fiscale wetgeving zijn onderdelen die aan bod komen binnen de leerplannen van het studiegebied handel zowel in TSO als in BSO. Scholen zijn genoodzaakt elk jaar nieuwe handboeken te kopen. Deze handboeken bevatten niet de meest actuele gegevens. Een school heeft bovendien de financiële middelen niet om voor elke leerling een trefzekeraccount te bekostigen. Daarbij komt dat trefzeker een interessante zoekmotor is waarbij de leerlingen op een zelfstandige en efficiënte manier de meest actuele informatie kunnen opzoeken, toelichten en toepassen. Verder worden er ook een reeks VOET, dankzij het gebruik van de databank, bereikt. Zowel uit de STAM als van “leren leren”.
TTT Leerkrachten
Leerkrachten kunnen deelnemen aan : - de toelichtingsdag rond Bedrijfsvoering en Dynamics Navision (zie punt 1 van kennisdeling), - een stage binnen het VDAB-oefenbedrijf (punt 3) - infoverstrekking door een VDAB-instructeur bij de oprichting van een eigen oefenbedrijf (punt 4) - kostprijs: 900 € / dag / 10 leerkrachten - Te voorzien 10 dagen stageperiode
166
Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering Totale RTC Projectkost
Budget : 9.000 € / 10 leerkrachten.
1.000 € 2. 500 € 10. 000 €
167
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Handel op 18/10/2011 Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
Opportuniteitscriteria OK
OK
OK OK OK
168
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
169
OK
OK
OK
OK
OK
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
170
Projectfiche:
Project 3 Ambassadeurs (DREAM)
Studierichting: Logistiek/Handel, Verkoop, IT
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Een analyse van de logistieke arbeidsmarkt in de provincie Vlaams-Brabant opgemaakt door ERSV Vlaams-Brabant heeft 5 knelpunten aangetoond: • Het Imago van de logistieke sector is te negatief • Er is een probleem van vergrijzing en ontgroening • Er is nood aan goed opgeleide mensen • De kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt is te groot • Er bestaan bepaalde hiaten in het opleidingsaanbod Er moeten acties opgezet worden rond deze 5 knelpunten opdat de logistieke bedrijven nu en in de toekomst een beroep kunnen doen op goed opgeleide en gemotiveerde werknemers. Voor de opleidingen omtrent logistiek in het secundair onderwijs zijn er enkele specifieke knelpunten. De leerlingen staan te ver van de realiteit op de werkvloer in een logistiek bedrijf. Zo bestaan er bijvoorbeeld verkeerd opvattingen over het takenpakket, de werkuren, de nodige kennis, etc. Hierdoor krijgt men een verkeerd (slecht) beeld van hoe het er in realiteit aan toe gaat, wat de leerlingen er na de opleiding kan toe aanzetten werk te gaan zoeken in een andere sector. Het is zeer moeilijk om als leerkracht een duidelijke en realistisch beeld te schetsen.
Het opzet van het project "logistieke ambassadeurs" is om mensen uit het logistieke bedrijfsleven (de ambassadeurs) naar de klaslokalen van opleidingen logistiek in het secundair onderwijs te brengen. Het gaat hier dan zowel over arbeidersprofielen als bedienden profielen rond een brede waaier van functies. Deze personen komen tijdens een lesuur (of meerdere uren) hun functie uit de doeken doen. Belangrijke elementen die aangehaald dienen te worden, zijn: • taken • verantwoordelijkheden • competenties • werkregime • arbeidsvoorwaarden • ... Dit alles wordt door de persoon in kwestie geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. Het is daarnaast ook uiterst belangrijk dat de leerlingen de kans krijgen, door middel van dialoog met de ambassadeur, een antwoord te krijgen op hun specifieke vragen. Deze uitwisseling moet er voor zorgen dat de leerlingen een realistisch beeld krijgen van wat werken in de logistieke sector juist inhoud, in al zijn facetten. Dit komt het imago van de logistieke sector ten goede en zal daarnaast ook bijdragen aan de verkleining van de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt en ook tegemoet komen aan de nood aan goed opgeleide mensen. Dit laatste omdat de leerlingen een duidelijker beeld krijgen van wat van hun verwacht wordt. Dit project is ook interessant voor de leerkracht. Deze wordt op de hoogte gebracht van de huidige manier van werken in de sector zonder hiervoor specifieke opleidingen of stages te volgen. Hierdoor kan de
171
leerkracht het lessenpakket bijsturen waar nodig en mogelijk. Dit zal de relevantie van de gedoceerde materie alleen maar verhogen. Er zal een groep van Ambassadeurs ter beschikking gesteld worden in samenwerking met Voka kvk Halle-Vilvoorde, Voka kvk Leuven en de sectorfondsen SFTL en LOGOS. In overleg met de geïnteresseerde scholen kan de meest geschikte Ambassadeur uitgenodigd worden voor de kennisuitwisseling tussen bedrijfswereld en onderwijs. RTC lijkt ons de ideale organisatie om deze beide partijen in deze initiële fase bij elkaar te brengen en warm te maken voor het concept. Indien de reacties hierop positief zijn kunnen de scholen in een volgende fase rechtstreeks in contact treden met de groep (of vertegenwoordigers) van de ambassadeurs.
Projectbegroting
Financiering
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering
0 0 0 Tijdsbesteding van de Ambassadeurs
Totale RTC Projectkost
2.400 €
172
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Handel op 18/10/2011 Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transport
Opportuniteitscriteria OK
OK
OK OK OK
173
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011 en op 7/12/2011 Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
OK
OK
OK
OK
OK
De Raad van Bestuur van 7/12/2011 geeft aan dat dit project kan gelinkt worden aan het project van de 'sectoroverschrijdende Stagemarkt 2012' voor de jongeren uit de Brusselse regio: ambassadeurs kunnen bijdragen tot een gemotiveerde en enthousiaste studiekeuze en loopbaankeuze.
174
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
175
4.5. JAP 2012 Personenzorg
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012 Personenzorg
176
1. Inleiding In dit jaaractieplan wordt uitvoerig aandacht besteed aan verder professionaliseren van overleg- en actiestructuren die erop gericht zijn om voorlopig gedetecteerde noden en vooropgestelde acties te verfijnen. Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit businessplan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven.
2. Actieplan
STUDIEGEBIED: Overleg- en actieplatform Personenzorg Algemeen: Dit overleg- en actieplatform richt zich in 2012 naar het studiegebied personenzorg met de volgende studierichtingen en met in totaal 3098 lln, maar wil de focus leggen op de drie in vet vermelde studierichtingen met in totaal 3.081 lln: gezondheids & welzijnswetenschappen jeugd & gehandicaptenzorg organisatiehulp sociale technische wetenschappen verzorging animatie & ouderenzorg kinderzorg leefgroepenwerkinn organisatieassistentn thuis- & bejaardenzorg Omschrijving behoefte
Begrote bedrag
1. Communicatie- & Gesprekstechnieken en Attitudetraining:
2012: 16.981,64 € (incl. vervoerskosten)
Kwantitatieve doelstelling
177
zie projectfiche 1
+ 25 % cofinanciering
1.1. Interactieve theatervoorstelling
2012:
1.2. Communicatietraining
610 Leerlingen 6e verzorging & 7 Tbz 60 Leerkrachten
1.3. Elektronisch zorgdossier Gernis 2. Veiligheid en welzijn in de zorgsector
2012: 17.146,48€ (incl. vervoerskosten)
zie projectfiche 2 + 25 % cofinanciering 2.1. Mobiliseren en positioneren, rugzorg:
2012:
2.2. Materialenkennis:
425 Leerlingen 5e jaars personenzorg 25 leerkrachten
2.3. Brandveiligheid en evacuatietechnieken 2.4. Attest 'levensreddend handelen bij kinderen'
3. Organiseren van activiteiten - Animatie:
2012:
2012: 13.136,12 € (incl. vervoerskosten)
485 Leerlingen 3e jaar - derde graad personenzorg
zie projectfiche 3 + 25 % cofinanciering
40 Leerkrachten
3.1. kindegrime: basistechnieken voor kinderen 0-3j 3.2. Creatief bezig zijn met kinderen 3.3.Verhaaltechnieken voor kinderen
178
3.4.Eenvoudige massagetechnieken voor oudere zorgvragers 3.5.Snoezeltechnieken & inrichting snoezelruimte 3.6.Aanleren peuterdans 3.7. Animatie bij bejaarde: 3.8.Babymassage 3.9. Eenvoudige lichaamsverzorging (bv. krulspelden indraaien, lippenstift aanbrengen,...) 3.10. TTT leerkachten iin functie van het gebruik van didactische koffers voor leerlingen: - snoezelkoffers - Reminiscentiekoffers
179
Projectideefiches en projectopvolgingsfiches studiegebied PERSONENZORG:
180
Project 1. Communicatie- & Gesprekstechnieken en Attitudetraining Projectfiche 2012:
Studierichting:
Personenzorg
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
In de meeste zorgberoepen is het beheersen van goede communicatietechnieken één van de centrale beroepscompetenties. Enerzijds moet de zorgverlener zelf voldoende vaardig zijn in de communicatie om de gepaste zorg te kunnen verlenen, anderzijds wordt van de zorgverlener verwacht de taalvaardigheid van de jonge en de oude zorgvrager te kunnen bevorderen. Communicatietechnieken zijn moeilijk aan te leren in een klassetting. Om een hoger niveau te bereiken in de verwerving van deze communicatieve beroepscompetenties is het aangewezen om leersettings te creëren die een zo 'getrouw' mogelijke weergave zijn van de reële werksituatie. Vanuit het werkplekleren wordt duidelijk ervaren dat de toekomstige zorgverleners een grote behoefte hebben aan inzicht in hun eigen functioneren en reeds verworven beroepsattitudes. Vanuit een bredere zelfkennis is het mogelijk een degelijke basis te leggen naar verankering in het beroepsprofiel.
- Interactieve theatervoorstelling waarin communicatietechnieken aangebracht worden specifiek voor een context waarin de zorgverlener geconfronteerd wordt met een dementerende zorgvrager en zijn familie. Reeds meerdere jaren wordt hiervoor intensief samengewerkt met improvisatietheater Inspinazie om een concreet aanbod uit te werken dat afgestemd is op de specifieke noden van onderwijs en arbeidsmarkt. Dit resulteerde oa. in de interactieve theatervoorstelling 'Dag Roger'. Door de continue evaluatie van deze samenwerking groeide de expertise van Inspinazie (waardoor de rollen steeds geloofwaardiger worden) en de uitvoering van de voorstelling steeds meer afgestemd geraakt op de behoefte. - Communicatietrainingen waarin de toekomstige zorgverleners aan den lijve ervaren welke technieken nodig zijn in welbepaalde omstandigheden. Leerlingen ervaren wat ze reeds kunnen. Daarnaast worden ze uitgedaagd om hun reeds verworven competenties te versterken en uit te breiden. De deelnemende leerkrachten nemen enerzijds een aanbod van oefeningen mee naar de klas om te bespreken en krijgen anderzijds technieken aangereikt om de leerlingen te coachen op de stageplaats en in de klas. Deze trainingen worden georganiseerd met Inspinazie, Voca, Landelijke thuiszorg,….. - Inleefmomenten waarin leerlingen hun empatisch vermogen kunnen bevorderen. In een gesimuleerde omgeving maken ze kennis met verschillende beperkingen van zorgvragers en ervaren ze aan welke 181
specifieke zorgvragen de zorgverlener hulp moet bieden. Deze inleefmomenten worden georganiseerd met De Provincie Vlaams Brabant, Expertise centrum Dementie, Stimul, … Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering Totale RTC Projectkost
Financiering
14.187,16€ 1.976,00€ 818,48€ 4.245,41€ 16.981,64€
182
Dit idee werd beoordeeld door het overleg- en actieplatform van Personenzorg op 14/10/2011
Evaluatie
Opportuniteitscriteria
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
In de verschillende leerplannen wordt vastgesteld dat de vooropgestelde projecten beantwoorden aan de te verwerven beroepscompetentie communicatieve vaardigheden en de beroepsattitudes (empatisch zijn, warm zijn, echtheid, aanvaarding) die binnen de onderwijscontext niet eenvoudig te verwerven zijn.
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend
Alle scholen uit het werkingsgebied kunnen deelnemen. De acties worden op verschillende locaties (culturele centra) verspreid over de Provincie georganiseerd en sommige acties kunnen zelfs in de scholen zelf doorgaan (soms in combinatie met verschillende scholen).
Verantwoording middelen Kost/lln
Een kopkost van ongeveer 25€ per deelnemer lijkt ons een realistische prijssetting.
Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
Projectgebonden
Cofinanciering,
Vanuit de zorgsector wordt benadrukt dat goede communicatieve vaardigheden als een basisvereiste gezien worden. De leerlingen lijken voldoende assertief, doch wordt vastgesteld dat deze assertiviteit in de specifieke zorgsetting onvoldoende aangepast is. Binnen het studiegebied Personenzorg is het niet evident om de opgedane kennis te meten en vermits het steeds om intermenselijke contacten gaat, is werkplekleren niet altijd evident.
Ook cofinanciering is binnen deze sector niet altijd evident maar Inspinazie geeft alvast goede aangepaste prijzen naar 183
nascholing
onderwijs toe.
en transport
Tijdens de acties voor leerlingen nemen ook leerkrachten actief deel, waardoor ook zij reeds deels bijgeschoold worden. Vaak is dieper op de onderwerpen ingaan echter noodzakelijk, waardoor aparte complementaire sessies voor leerkrachten nuttig zijn. Door sommige sessies op scholen te laten doorgaan, kunnen de verplaatsingskosten beperkt worden. Ook het op verschillende locaties in de provincie aanbieden van de theatervoorstelling maakt dat iedereen binnen een redelijke afstand van de school kan deelnemen.
184
Het projectontwerp werd beoordeeld door de Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Projectcriteria
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend
- Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk
Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25%
- Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief
- Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen
Het project beantwoordt aan de gestelde noden. De concrete uitwerking is gebaseerd op de werkwijze van vorige werkjaren. Dit is een garantie dat een groot aantal doelleerlingen bereikt wordt. De partners waarmee samengewerkt wordt zijn ingebed in of vertrouwd met de zorgsector.
Elk projectonderdeel bevat een stuk Train The Trainer. Hierdoor verwacht men op termijn een stapsgewijze inbedding in de reguliere werking. De aard van de materie impliceert dat het jaarlijks aanbieden van deze projecten, telkens vanuit een ander invalshoek (zorgvrager, zorgverlener, familie) en binnen een ander thema noodzakelijk blijft.
Haalbaar door aangepaste prijzen naar onderwijs toe. Prijzen komen overeen met de realistiche marktprijs. Ongeveer 25€ per leerling lijkt een realistisch bedrag.
Ja, nieuwe technieken en inzichten worden aangereikt. Ja, het project sluit aan bij de te behalen beroepscompetenties die opgenomen zijn in de verschillende leerplannen. De bestaande opleidingen worden vooral aangeboden aan professionele hulpverleners en zijn moeilijk te financieren vanuit een schoolbudget. Het uitgewerkte aanbod is 185
aanvullende voor de scholen. - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven
Beheersovereenkomst - Bereik
- Cofinanciering - Participatieve besluitvorming
Strategisch plan en omgevingsanalyse
De voorgestelde acties zijn gedragen door het overleg- en actieplatform waarin de sector vertegenwoordigd is.
Als doelgroep worden leerlingen verzorging en 7de jaars vooropgesteld. Vrije plaatsen kunnen steeds door andere leerlingen uit het studiegebied personenzorg ingevuld worden maar deze leerlingen krijgen voorrang.
OK De voorgestelde acties kwamen in het Overleg- en Actieplatform Personenzorg tot stand en worden door scholen enthousiast onthaald. Nieuwe voorstellen worden hier steeds besproken. De voorgestelde acties beantwoorden aan het strategisch plan van het RTC. De zorgsector in Vlaams Brabant wordt geconfronteerd met diverse knelpuntberoepen. De overgang onderwijs/arbeidsmarkt wordt door de voorgestelde projecten bespoedigt.
186
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
187
Project 2. Veiligheid en welzijn in de zorgsector Projectfiche 2012:
Studierichting:
Personenzorg
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Net als in alle andere sectoren is aandacht voor veiligheid en welzijn op de werkvloer, ook in de zorgsector een belangrijk aandachtspunt. Door leerlingen reeds op jonge leeftijd met deze materie in aanraking te brengen, kunnen mogelijke risico's (bv. rugproblemen) beperkt en ongevallen vermeden worden.
- Binnen de ergonomie zijn 'Mobiliseren en positioneren' belangrijke onderwerpen. Leerlingen en leerkrachten leren de nieuwste tilen manutentietechnieken aan om zo met de nodige zorg en aandacht voor hun rug in de zorgsector te stappen. - Brandveiligheid en evacuatietechnieken is een tweede belangrijk thema dat via PIVO, BGS,... aangeboden wordt. - Ook de EHBO-technieken blijven evolueren waardoor permanente bijscholing noodzakelijk blijft. - Attest levensreddend handelen
Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering Totale RTC Projectkost
Financiering
14.560,00 € 1.768,00 € 818,48 € 4.286,62 € 17.146,48 €
188
Dit idee werd beoordeeld door het overleg- en actieplatform van Personenzorg op 14/10/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Opportuniteitscriteria In de verschillende leerplannen wordt vastgesteld dat de vooropgestelde projecten beantwoorden aan de te verwerven beroepscompetentie veiligheid bewaken die binnen de onderwijscontext niet eenvoudig te verwerven zijn.
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend
Verantwoording middelen Kost/lln
Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
Projectgebonden
Cofinanciering,
nascholing
Alle scholen uit het werkingsgebied kunnen deelnemen. We proberen de acties op verschillende locaties, verspreid over de Provincie, te organiseren, maar het is niet altijd evident om een geschikte locatie te vinden (vb. zaal met 5 bedden voor tiltechnieken in Brussel). Sommige acties kunnen zelfs in de scholen zelf doorgaan (soms in combinatie met verschillende scholen).
Een kopkost van ongeveer 40€ per deelnemer lijkt ons een realistische prijssetting, daar vooral bij de blustechnieken de verbruiksgoederen voor extra kost zorgen.
Vanuit de zorgsector wordt benadrukt dat aandacht voor veiligheid, ook in de zorg, een belangrijk aandachtspunt is. Leerlingen hier reeds op jonge leeftijd bewust van maken kan veel problemen (vb. rugklachten) uitsparen. De aangeleerde technieken kunnen niet op mensen (in reële situaties) geoefend worden en dienen steeds in een gecontroleerde en gesimuleerde omgeving aangeboden te worden (bv. blustechnieken, reanimatietechnieken,...) Cofinanciering is binnen deze sector niet altijd evident maar PIVO, IDEWE, BGS,... geven alvast goede aangepaste prijzen naar onderwijs toe. Tijdens de acties voor leerlingen nemen ook leerkrachten actief deel, waardoor ook zij reeds deels bijgeschoold worden. Vaak is dieper op de onderwerpen ingaan echter noodzakelijk, waardoor aparte complementaire sessies voor 189
leerkrachten nuttig en noodzakelijk zijn.
en transport
Door sommige sessies in scholen te laten doorgaan, kunnen de verplaatsingskosten beperkt worden. Ook het op verschillende locaties in de provincie aanbieden van de acties maakt dat iedereen binnen een redelijke afstand van de school kan deelnemen.
190
Het projectontwerp werd beoordeeld door de Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend
- Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk
Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25%
Projectcriteria Het project beantwoordt aan de gestelde noden. De concrete uitwerking is gebaseerd op de werkwijze van vorige werkjaren. Dit is een garantie dat een groot aantal doelleerlingen bereikt wordt. De partners waarmee samengewerkt wordt zijn ingebed in of vertrouwd met de zorgsector. Elk projectonderdeel bevat een stuk Train The Trainer. Hierdoor verwacht men op termijn een stapsgewijze inbedding in de reguliere werking. Ook de als cofinanciering ontvangen CD-rom (tiltechnieken) maakt dat de geleerde technieken steeds herbekeken kunnen worden. (Leerlingen en leerkrachten hebben iets om naar terug te grijpen)
Aangepaste prijzen naar onderwijs toe maken dit project haalbaar. Prijzen komen overeen met de realistiche
- Ingediende begroting is marktprijs. Ongeveer 40€ per leerling lijkt een realistisch realistisch bedrag gezien de duurdere - Middelen staan in verhouding tot verbruiksgoederen (vooral voor de blustechnieken.) het bereik RTC-decreet Ja, nieuwe technieken en inzichten worden - Innovatief aangereikt.
- Verdieping/verbreding van basiscompetenties
Ja, het project sluit aan bij de te behalen beroepscompetenties die opgenomen zijn in de verschillende leerplannen.
- Aanvulling bij bestaande opleidingen
De bestaande opleidingen worden eveneens aangeboden aan professionele hulpverleners en zijn moeilijk te financieren vanuit een schoolbudget. Het uitgewerkte aanbod is aanvullende voor de scholen. De voorgestelde acties zijn gedragen door het overleg- en actieplatform waarin de sector vertegenwoordigd is.
- Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven 191
Beheersovereenkomst - Bereik
Als doelgroep worden 5de jaars leerlingen vooropgesteld. Aan veiligheid kan namelijk niet vroeg genoeg gedacht worden.Vrije plaatsen kunnen steeds door andere leerlingen uit het studiegebied personenzorg ingevuld worden maar deze leerlingen krijgen voorrang. OK
- Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
De voorgestelde acties kwamen in het Overlegen Actieplatform Personenzorg tot stand en worden door scholen enthousiast onthaald. Nieuwe voorstellen worden hier steeds besproken. De voorgestelde acties beantwoorden aan het strategisch plan van het RTC. De zorgsector in Vlaams Brabant wordt geconfronteerd met diverse knelpuntberoepen. De overgang onderwijs/arbeidsmarkt wordt door de voorgestelde projecten bespoedigt.
192
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
193
Project 3: Organiseren van activiteiten - Animatietechnieken
Projectfiche:
Studierichting:
Personenzorg
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
Zorgen voor een aangepast dagprogramma en dit zowel voor de jonge als de oudere zorgvrager, wordt in diverse zorgberoepen als een belangrijke beroepscompetentie gezien. Met aangepast wordt enerzijds bedoeld aan het ontwikkelingsniveau van het jonge kind en anderzijds aan de behoeften van de ouders zorgvrager. Voor deze laatste doelgroep wordt van de de zorgverlener verwachte zowel ADLtechnieken (Activiteiten Dagelijks Leven) als PDL-technieken (Passiviteiten van het dagelijks leven) vlot te kunnen aanwenden. De recente medische evolutie brengt nieuwe inzichten in de zorgverlening met zich mee. Vanuit deze nieuwe inzichten ontstaan innovatieve projecten, die door verschillende organisaties uitgewerkt worden.
- De volgende aangeleerde technieken kunnen vlot gebruikt worden tijdens de leerlingenstages in kinderdagverblijven en voor/naschoolse kinderopvang (Aanbod jonge zorgvrager): - Kindergrime: basis grimetechnieken - Creatief bezig zijn met kinderen: aanleren van nieuwe/creatieve spelactiviteiten met en zonder knutselmateriaal - Verhaaltechnieken voor kinderen: taalstimulering vanuit fantasie en uitgeschreven verhalen - Peuterdans: bewegen op muziek aangepast aan het ontwikkelingsniveau om de grove motoriek te bevorderen - Babymassage: specifieke snoezeltechniek om het algemeen welbevinden van de baby te bevorderen. Deze opleidingen kunnen aangeboden worden via Syntra, VZW Danskant, ... - Onderstaande technieken zijn onmiddellijk toepasbaar tijdens de leerlingenstages in zorginstellingen, meestal in samenwerking met de plaatselijke animatoren/ergotherapeuten (Aanbod oudere zorgvrager): - Eenvoudige massagetechnieken voor oudere zorgvragers: specifieke snoezeltechniek om het algemeen welbevinden van de oudere zorgvrager te bevorderen. - Snoezeltechnieken: bezoek aan snoelzelkamer, uitlenen van snoezelkoffer. - Animatie bij bejaarden: aanleren van creatieve spel/animatie activiteiten aangepast aan de mogelijkheden van de zorgvrager - Eenvoudige lichaamsverzorging bij oudere zorgvragers om zo het welbevinden te bevorderen. - Reminiscentietechnieken: nieuwe inzichten en technieken in verband met 194
geheugenstimulering en omgang met dementerende zorgvragers. Projectbegroting
Opleiding leerlingen TTT Leerkrachten Vervoerskosten leerlingen Cofinanciering Totale RTC Projectkost
Financiering
10.547,34 € 1.768,00 € 820,78 € 3.284,03 € 13.136,12 €
195
Dit idee werd beoordeeld door het overleg- en actieplatform van Personenzorg op 14/10/2011
Evaluatie
Opportuniteitscriteria
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
In de verschillende leerplannen wordt vastgesteld dat de vooropgestelde projecten beantwoorden aan de te verwerven beroepscompetentie: dagactiviteiten voorzien aangepast aan de ontwikkeling van de jonge zorgvrager en de behoeften van de oudere zorgvrager. De te verwerven competenties zijn zodanig breed en in volle evolutie dat de betrokken leerkrachten onmogelijk voor al deze competenties over voldoende expertise beschikken. Daarnaast beschikken de scholen niet altijd over de aangepaste leersettings en middelen om deze technieken aan de leerlingen aan te leren zodat ze op de stageplaatsen comfortabel kunnen toegepast worden.
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend
Verantwoording middelen Kost/lln
Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
Projectgebonden
Alle scholen uit het werkingsgebied kunnen deelnemen. We proberen de acties op verschillende locaties verspreid over de Provincie te organiseren en sommige acties kunnen zelfs in de scholen zelf doorgaan (soms in combinatie met verschillende scholen).
Een kopkost van ongeveer 25€ per deelnemer lijkt ons een realistische prijssetting.
Kennis van verschillende animatietechnieken en ze aangepast kunnen aanbieden aan verschillende doelgroepen is een belangrijk item in de competentievereisten. Er is een groot en interessant aanbod op de markt, maar voor scholen is dit vaak onbetaalbaar. Kleine klassen samen laten deelnemen biedt meer mogelijkheden. Binnen het studiegebied Personenzorg is het niet evident om de opgedane kennis te meten en vermits het steeds om intermenselijke contacten gaat, is werkplekleren niet altijd evident. Wel melden scholen ons dat de 196
Cofinanciering,
nascholing
en transport
geleerde technieken tijdens stages vaak toegepast worden en de leerlingen goed op weg helpen. Cofinanciering is binnen deze sector niet altijd evident maar Syntra geeft alvast een cofinanciering. Bij kleinere oorganisaties (vb. VZW Danskant) die reeds lagere prijzen hanteren is een cofinanciering niet evident. Tijdens de acties voor leerlingen nemen ook leerkrachten actief deel, waardoor ook zij reeds deels bijgeschoold worden. Vaak is dieper op de onderwerpen ingaan echter noodzakelijk, waardoor aparte complementaire sessies voor leerkrachten nuttig zijn. Ook moet ervan uitgegaan worden dat een leerkracht vaak slechts het basisnieveau van de geleerde technieken kan aanbieden, waar de professionele docenten vaak zekerder zijn en met niets anders bezig zijn. Door sommige sessies op scholen te laten doorgaan, kunnen de verplaatsingskosten beperkt worden. Ook proberen we partners op verschillende locaties in de provincie te vinden (wat niet altijd evident is omdat er dan ook meer onderhandelingen nodig zijn wat prijssetting betreft vb. Syntra op verschillende locaties zijn andere aanbiederes) zodat iedereen binnen een redelijke afstand van de school kan deelnemen.
197
Het projectontwerp werd beoordeeld door de Raad van Bestuur op 7/12/2011 Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend
- Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners
- Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk
Projectcriteria
Het project beantwoordt aan de gestelde noden. De concrete uitwerking is gebaseerd op de werkwijze van vorige werkjaren. We proberen ons aanbod jaarlijks te wijzigen maar willen ook voor continuïteit zorgen voor zij die nog niet de kans kregen om deel te nemen. Reeds eerder aangeboden sessies worden in aantal verminderd ten voordele van nieuwe onderwerpen. De partners waarmee samengewerkt wordt zijn ingebed in of vertrouwd met de zorgsector. De docenten zijn allen specialisten in hun vak en de aangeboden technieken. Elk projectonderdeel bevat een stuk Train The Trainer. Hierdoor verwacht men op termijn een stapsgewijze inbedding in de reguliere werking. De aard van de materie impliceert dat het jaarlijks aanbieden van deze projecten, telkens vanuit een ander invalshoek (kinderen, personen met een handicatp, ouderen,...) en binnen een ander thema noodzakelijk blijft.
Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25%
- Ingediende begroting is realistisch
- Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief
- Verdieping/verbreding van basiscompetenties
Haalbaar door aangepaste prijzen naar onderwijs toe. Prijzen komen overeen met de realistiche marktprijs. Ongeveer 25€ per leerling lijkt een realistisch bedrag.
Ja, nieuwe technieken en inzichten worden aangereikt. Ja, het project sluit aan bij de te behalen beroepscompetenties die opgenomen zijn in de verschillende leerplannen.
198
- Aanvulling bij bestaande opleidingen
De bestaande opleidingen worden vooral aangeboden aan professionele hulpverleners en zijn moeilijk te financieren vanuit een schoolbudget. Het uitgewerkte aanbod is aanvullende voor de scholen.
- Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven
De voorgestelde acties zijn gedragen door het overleg- en actieplatform waarin de sector vertegenwoordigd is.
Beheersovereenkomst - Bereik
Als doelgroep worden 7de jaars leerlingen voorop gesteld. Vrije plaatsen kunnen steeds door andere leerlingen uit het studiegebied personenzorg ingevuld worden maar deze leerlingen krijgen voorrang.
- Cofinanciering
OK, met volgende opmerking: wat met goedkopere (goed bevonden) opleidingen zonder cofinanciering?
- Participatieve besluitvorming
De voorgestelde acties kwamen in het Overleg- en Actieplatform Personenzorg tot stand en worden door scholen enthousiast onthaald. Nieuwe voorstellen worden hier steeds besproken. De voorgestelde acties beantwoorden aan het strategisch plan van het RTC. De zorgsector in Vlaams Brabant wordt geconfronteerd met diverse knelpuntberoepen. De overgang onderwijs/arbeidsmarkt wordt door de voorgestelde projecten bespoedigt. En de kwaliteit van de afgestudeerden wordt groter.
Strategisch plan en omgevingsanalyse
199
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
200
Studiegebied--overschrijdende acties: 4.6. JAP 2012 Studiegebied
Start
RTC VLAAMS-BRABANT Jaaractieplan 2012
Studiegebied-overschrijdende acties
201
1. Inleiding In dit jaaractieplan wordt uitvoerig aandacht besteed aan verder professionaliseren van overleg- en actiestructuren die erop gericht zijn om voorlopig gedetecteerde noden en vooropgestelde acties te verfijnen. Speerpuntacties per studiegebied worden benoemd maar algemeen gehouden om tijdens het overleg- en actieproces te kunnen bijsturen waar nodig. Er werden in dit businessplan dus nog geen volledig uitgetekende acties uitgewerkt, omdat we deze juist vanuit en met het concrete werkveld gedetailleerd zullen vorm geven.
2. Actieplan Omschrijving behoefte
Begrote bedrag
Kwantitatieve doelstelling
1 .Project 'VCA':
2012: 9.000 €
2012: 1.500 leerlingen TSO/BSO/DBSO/Buso 3e graad
1.1. Aankoop handboeken / E-learning licenties B-VCA
1.2. Certificatie-examens B-VCA Scholen kennen noden op het vlak van de certificering VCA basisveiligheid. Er komt een stijgende eis vanuit het bedrijfsleven om deze certificering bij aanwerving reeds in het bezit te hebben. Bovenop de organisatie van RTC Netwerk wordt een extra budget voorzien voor leerlingen die buiten de huidige doelgroep vallen (7e Logistiek, 7e Maatschappleijke Veiligheid,...)
2012: 2088,46 € + 450 € transportkosten leerlingen
2012: 135 leerlingen TSO/BSO/DBSO/Buso 3e graad
(15,4 € /examen)
202
2 .Project 'Sectoroverschrijdende Stagemarkt':
2012: 9.165,38 € + 450 € transportkosten leerlingen
2012: 500 leerlingen TSO/BSO/DBSO/Buso 3e graad
zie projectideefiche 'Instroom in de industrie'
3 .Project ' Vlaamse Technologie Olympiade' en 'Vlaamse Jeugd Technologie Olympiade':
2012: 2.000 €
In samenwerking met de metaalsector Agoria en verschillende Hogescholen sponsort RTC Vlaams-Brabant, zoals andere collega-RTC's, dit initiatief voor het derde jaar op rij.
4 Project 'Imago TSO/BSO':
2012: 7.500 €
2012: 280 leerlingen
In 2011 werd binnen de werking van RTC Vlaams-Brabant een nieuw Overleg & Actieplatform opgericht rond mogelijke projecten rond de verbetering van het imago van het Technisch- en Beroeps Secundair Onderwijs. Er werd op de oprichtingsvergadering beslist om zowel regionale acties als acties op niveau Vlaanderen te ondersteunen.
1) 14 sessies aan 500 €/sessie voor telkens 20 leerlingen
TSO/BSO/DBSO/Buso 3e graad
2) 1 sessie aan 500 € als infosessie en TTT leerkrachten
Voor die doeleinden zal RTC Vlaams-Brabant zich in eerste instantie aansluiten bij initiatieven die door het RTC Netwerk zullen genomen worden binnen de 'werkgroep 77' . Anderzijds zal op regionaal vlak een project opgezet worden met Randstad Diversity rond het opstellen van een competentiespel voor jongeren van de tweede en derde graad TSO,
203
BSO, DBSO, BuSO rond het ontdekken en gebruiken van de eigen competenties en talenten in functie van een meer gefundeerde studiekeuze en latere beroepskeuze. Op die manier kan de instroom in de studiegebieden van onze doelgroep geoptimaliseerd worden. 5 .Project 'Werken en Solliciteren in de KMO'
2012: 9.165,38 € + 450 € transportkosten leerlingen
2012: 300 leerlingen TSO/BSO/DBSO/Buso 3e graad
zie projectideefiche 'Werken en Solliciteren in de KMO'
204
Projectideefiches en projectopvolginsgfiches Studiegebied-overschrijdende acties:
205
RTC Projectidee-fiche
'Instroom in de industrie' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode:
Voka Halle-Vilvoorde Medialaan 1800
Contactpersoon:
Paul Hegge
Tel:
02/2552020
Projectverantwoordelijke: Tel:
Nr: Gemeente:
Vilvoorde Functie:
e-mail:
Dorien Zelderloo e-mail:
206
Algemeen directeur
[email protected] Functie:
02/2552020
26
Expert arbeidsmarkt
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag?
Instroom in de industrie: doedagen, stages en werkplekleren
Voorafgaand aan deze projectaanvraag werkten Voka HV en RTC Vlaams-Brabant 3 jaar samen ikv LOL en 2 maal ikv stagemarkten. LOL De luchthaven en logistiek sector zijn een grote economische pool in deze regio en kampen met 3 grote problemen: te weinig instroom en een slecht imago (getuige het dalend aantal jongeren dat kiest voor logistieke richtingen), te weinig opleidingen en opleidingen die niet zijn afgestemd op de bedrijfsrealiteit. Aan de hand van gerichte acties werd ingewerkt op de doelstellingen: - Jaarlijks gingen 400 leerlingen op doedag uit Vlaams-Brabant en Brussel: een initiatie gekoppeld aan een bedrijfsbezoek, gegoten in een kant en klare formule voor scholen - Jaarlijks 75 leerkrachten op opleiding train the trainer - Groot LOL event met 1500 jongeren - Educatief materiaal - Ouders naar de luchthaven - Debatten met HR managers en directies - Etc Na deze ervaringen is de analyse dat de opgedane ervaringen in LOL ook andere (knelpunt) sectoren dan luchthaven en logistiek ten goede komen (http://vdab.be/trends/vacatureanalyse.shtml), en ook andere studiegebieden dan handel. De doedagen blijken een gerodeerde formule te zijn die haar vruchten afwerpt en er effectief toe leidt dat jongeren voor bepaalde richtingen en sectoren kiezen.
“ Ik laat jullie graag weten dat nu 6 extra leerlingen gekozen hebben voor de richting 7e jaar logistiek tegenover vóór de doedag. Blijkbaar wisten heel wat leerlingen voor de doedag nog niet goed of ze zouden kiezen voor de richting kantoor of logistiek. Zowel de heftruck-initiatie als de bedrijfsbezoeken hebben hun een betere kijk gegeven op wat logistiek precies betekent en inhoud en hen over de schreef getrokken” Andere acties uit LOL waren moeilijker, of minder (financieel) efficiënt, zoals de ouders bereiken. Daarom is het voorstel om de ‘best off’ van LOL uit te rollen in andere knelpuntsectoren: 10 doedagen per jaar, daar waar de nood het hoogst is op de arbeidsmarkt. Stagemarkt Bedrijven vinden geen of niet de juiste stagairs, weten niet hoe ze een goede stage moeten aanpakken. Leerkrachten kloppen steeds aan bij dezelfde bedrijven. Echt werkplekleren organiseren is moeilijk, tijdintensief en geen van beide partijen weet hoe daaraan te beginnen. 1. Op het LOL event waren 18 werkgevers en 300 stage zoekers uit heel Vlaanderen en Brussel 2. Op de stagemarkt in 2011 waren 27 werkgevers en 500 stagezoekers uit VlaamsBrabant en Brussel, ook 7 workshops zoals communiceren met werkgevers, kwalitatief werkplekleren edm De ervaringen leren ons dat meer stagematching noodzakelijk is, op permanente basis, tussen werkgevers en onderwijs. Verder is nog een stap verder gaan ook nodig: kwalitatief werkplekleren. De leerkracht leert de bedrijfsrealiteit kennen en geeft in het bedrijf zelf les aan haar jongeren. Op die manier worden jongeren up to date opgeleid, maar wordt ook meteen de richting aantrekkelijker voor een jongeren doordat werken
207
met leren gecombineerd wordt. Het voorstel is daarom dat Voka als werkgeversorganisatie ideaal geplaatst is om de trekkersrol op te nemen: stagebemiddeling op permanente basis en een aantal concrete situaties van werkplekleren organiseren op jaarlijkse basis, in die sectoren waar het meest nood aan is.
Initiatiefnemer: Voka HV Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Partners: RTC Vlaams-Brabant, werkgevers, en verder wie nodig voor het voltrekken van de doelstellingen. Voka HV zal contacten leggen met sectoren waar good practices reeds bestaan. Om een goede regionale dekking te verzekeren, wordt ook de nodige samenwerking opgestart met Voka Leuven.
Initiatiefnemer: zie boven
Partners: zie boven
Stuurgroep: een stuurgroep zal worden opgericht zodat permanente evaluatie en bijsturing mogelijk is. Leden van de stuurgroep zijn alle partijen van belang, uit zowel onderwijs als bedrijfsleven. De stuurgroep zal samenkomen wanneer nodig, en daarnaast op permanente basis, af te spreken in het begin van de projectperiode (voorstel 3 jaar).
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen: De acties van het project ‘instroom in de industrie’ zijn gericht naar de decretaal vastgelegde primaire doelgroep van RTC Vlaams-Brabant: nl, de leerlingen BSO en TSO in derde graad van de regio’s Vlaams-Brabant en Brussel. Als trekker zal Voka HV dan ook de nodige afspraken en samenwerkingen opstarten met Voka Leuven om een regionale dekking te verzekeren. Voorstel is om te focussen op die sectoren in de arbeidsmarkt die het meest nood hebben aan instroom via doedagen, werkplekleren en stagebemiddeling. Dat zijn verschillende richtingen en verschillende sectoren. Ook temeer daar naar 1 sector jongeren moeten aangetrokken worden uit verschillende studierichtingen waarin zij nu zitten, is het voorstel dit een vakoverschrijdend karakter te geven. Welke sectoren dit zijn, wordt samen bepaald in de loop van het project, en wordt mede bepaald door de eerdere ervaringen LOL en stagemarkt in de samenwerking Voka en RTC en wordt tot slot en vooral, bepaald door de noden van de arbeidsmarkt. Nu al kan gesteld worden dat de focus ligt op - Vakoverschrijdende richtingen: imago BSO en TSO, per definitie zijn dat alle richtingen – ook 2e graad gezien het gaat om instroom verhogen - Handel en logistiek gezien het economisch overwicht in de regio en gezien de LOL en stage acties van dit jaar best een vervolg krijgen En bij uitbreiding worden een klein aantal van de acties opgestart in de volgende richtingen, groeiend aan belang en knelpuntgehalte
208
- Personenzorg - Elektriciteit en mechanica Het gewicht van de acties zal in de eerste twee categorieën liggen.
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
De coördinatie van het project ligt bij Voka HV, de contacten en inschrijvingen van de deelnemers bij RTC Vlaams-Brabant. Het project heeft drie doelstellingen: doedagen, stages en werkplekleren. Per doelstelling geldt een andere setting: - Stages in de bedrijven - Werkplekleren in de bedrijven, voorafgaande studieronde en contacten bij de onderwijsinstellingen zelf - Doedagen ter plekke bij bedrijven en initiaties
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Het project kent drie doelstellingen. Per doelstelling zijn er duidelijke leerwinsten en meerwaardes voor de doelgroep uit het onderwijs - Doedagen. De leerwinsten zijn tweevoudig. Enerzijds komen leerlingen en begeleidende leerkrachten in contact met de werkvloer. Attitudes nodig in het bedrijfsleven worden door het doen van deze actief en door het bedrijfsbezoek aangescherpt: op tijd komen, zich gedragen, tijdig verwittigen bij afwezigheid (zie no show fee), luisteren tijdens het woord van de werkgever, het volgen van de veiligheidvoorschriften tijden het bedrijfsbezoek etc. het zorgt er allemaal voor dat jongeren en leerkrachten ontdekken hoe het er ‘echt‘ aan toe gaat op de werkvloer. Anderzijds komen de jongeren in contact met een bedrijf of een sector dat ze eerder nog niet kenden. Op die manier worden ze ‘geprikkeld’ om te kiezen voor een sector. De aantrekkelijke formule van initiatie gekoppeld aan bedrijfsbezoek, maakt de dag een echte doe en ervaar dag, met zicht op de tewerkstellingsmogelijkheden nadien, waardoor studiekeuzes bevestigd of bijgesteld kunnen worden. De enorme vraag naar doedagen in de LOL periode getuigt van het succes van de formule. - Stages. De leerwinsten voor het onderwijs zijn dat leerkrachten dankzij de stagebemiddeling tussen school en bedrijf kunnen komen tot goede en verscheiden contacten. Op die manier kloppen ze niet steeds aan bij dezelfde werkgever jaar in jaar uit. Bovendien zorgt de stagematching ervoor dat de stage een win win wordt voor beide partijen: de juiste sector, het juiste bedrijf en de juiste stage – inhoud met ondersteuning. Tot slot kunnen beleidsadviezen ontstaan uit deze werking om stages anders vorm te geven in het secundair onderwijs vanuit deze ervaringen. - Werkplekleren. Het begrip werkplekleren is een containerbegrip. In haar oorspronkelijke vorm betekent het dat een leerkracht in een bedrijf lesgeeft aan haar of zijn jongeren. De leerwinst aan de hulp dankzij dit project is dat werkplekleren een effectieve slaagkans krijgt. Immers, noch werkgever, noch school kunnen dit alleen. De school wordt begeleid in het leggen van contacten met werkgevers, waardoor ze samen hun vorm van werkplekleren kunnen uitwerken. Om dit effectief te organiseren zal eerst een studieronde nodig zijn binnen werkgevers, onderwijs, maar ook bestaande best practices binnen andere RTC acties. De leerwinst is tot slot ook dat richtingen door deze vorm en combinatie van werken en leren aantrekkelijker wordt, waardoor het imago van de industriële richtingen verbetert en er meer jongeren voor kiezen, alsook de kans groter wordt dat ze niet voortijdig uitvallen. De ongekwalificeerde uitstroom uit het secundair beroeps en technisch onderwijs, zal op die manier teruggedrongen worden.
209
Ook voor bedrijven zijn deze drie doelstellingen een meerwaarde: ze breiden hun netwerk met onderwijsinstellingen uit en kunnen op die manier voorzien in hun nood aan toekomstige arbeidskrachten. De acties zullen in die sectoren uitgevoerd worden waar de knelpunten het hoogst en de winst en meerwaarde voor de betreffende werkgever het grootst zijn. Belangrijk is dat dankzij de doedagen meer jongeren voor dit bedrijf of sector zullen kiezen, dankzij de stages het netwerk van potentieel toekomstige medewerkers uitgebreid wordt alsook een kwalitatieve stage ontstaat (geen toeristen of klusjesmannen politiek), en tot slot dat dankzij het werkplekleren meer jongeren voor industriële richtingen zullen kiezen en zullen afstuderen met de jusite kennis, vaardigheden en attitudes. Concrete doelstellingen: 3 jaar projectwerking met - 10 doedagen per jaar in verschillende sectoren (zie ‘doelgroepen’) - De organisatie van 8 geslaagde vormen van werkplekleren, ttz werkplekleren organiseren tussen minimaal 8 bedrijven en 8 scholen over drie jaar - Stagematching gedurende drie jaar op permanente basis, waar nodig. Het is niet de bedoeling in te grijpen waar alles vlot gaat door de actoren zelf.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.xii
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Werkplekleren: de bedrijfsvloer zelf
Budget over 3 jaar 199.000€ = 1 FTE van Voka (personeekskost, 13e maand, vakantiegeld, RSZ, verzekeringt etc) 38.000€ = Overhead voor 1FTE (onderhoud, kantoor, klein materiaal, brandstof, water, energie, verzekeringen, etc) 50.000€ = Kosten voor acties zoals doedagen en acties : 10 per jaar (bus, catering, initiatie, etc) 3.000€ = vergoedingen voor vrijwilligers en gastsprekers 4.000€ = Website 20.000€ = Marketing en communicatie acties en imagobuilding sectoren (flyers, reclame, drukwerk, etc) Totaal = 314.000€
Gevraagd aan RTC Vlaams-Brabant: 160.000€ gespreid over 3 jaar = 53.333 €/jaar De acties en doelstellingen vallen recht in de speerpunten van de decretaal vastgelegde doelstellingen en doelgroepen van RTC Vlaams-Brabant. Voka HV is bereid de helft van de totale projectkost zelf te dragen, gezien het belang dat Voka HV hecht aan dit project voor de werkgevers.
210
Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
- Evaluatie bij onderwijs en werkgevers, net zoals gedaan bij alle Lol activiteiten en stagemarkt - Evaluatie in de stuurgroep - Nulmetingen in de studierichtingen en sectoren over instroom
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Zie vorige vraag
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTCondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
De samenwerking met RTC Vlaams-Brabant in dit project is onontbeerlijk omwille van - Contacten met onderwijs uit Vlaams-Brabant en Brussel - Inschrijvingen op acties via de RTC website - Het netwerk van partners waar al goede praktijken bestaan - De kennis en deskundigheid opgebouwd inzake koppeling bedrijfsleven en onderwijs na jaren werking en expertise - De synergie die ontstaat wanneer RTC langs onderwijszijde en Voka langs werkgeverszijde de handen in elkaar slaan (zie LOL, stagemarkt etc) - Het voortbestaan van de kennis en goede praktijken na afloop van het project - Een mogelijke uitrol over Vlaanderen via onder meer RTC netwerk
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
Elke samenwerking die het project ten goede komt, zal overwogen en opgestart worden, doch eerst met focus op het ontwikkeling van een sterke goede praktijk, alvorens uit te rollen.
211
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevuld.
Bijlagen: Bijlage 1 (i): Bijlage 2 (ii):
Naam ondergetekende: Dorien Zelderloo Functie: Consulent Voka Halle-Vilvoorde Datum: Handtekening:
212
Projectfiche 2012:
Handel Project 1. Instroom in de industrie doedagen, stages en werkplekleren
Studierichtingen: alle studierichtingen binnen Handel, E/M, Personenzorg
Omschrijving behoefte
Voorgestelde oplossing
LOL De luchthaven en logistiek sector zijn een grote economische pool in deze regio en kampen met 3 grote problemen: te weinig instroom en een slecht imago (getuige het dalend aantal jongeren dat kiest voor logistieke richtingen) , te weinig opleidingen en opleidingen die niet zijn afgestemd op de bedrijfsrealiteit.
de ‘best off’ van LOL uitrollen in andere knelpuntsectoren: 10 doedagen per jaar, daar waar de nood het hoogst is op de arbeidsmarkt. De doedagen blijken een gerodeerde formule te zijn die haar vruchten afwerpt en erc effectief toe leidt dat jongeren voor bepaalde richtingen en sectoren kiezen.
Stagemarkt Bedrijven vinden geen of niet de juiste stagairs, weten niet hoe ze een goede stage moeten aanpakken. Leerkrachten kloppen steeds aan bij dezelfde bedrijven. Echt werkplekleren organiseren is moeilijk, tijdintensief en geen van beide partijen weet hoe daaraan te beginnen.
Stagemarkt De ervaringen leren ons dat meer stagematching noodzakelijk is, op permanente basis, tussen werkgevers en onderwijs. Verder is nog een stap verder gaan ook nodig: kwalitatief werkplekleren. De leerkracht leert de bedrijfsrealiteit kennen en geeft in het bedrijf zelf les aan haar jongeren. Op die manier worden jongeren up to date opgeleid, maar wordt ook meteen de richting aantrekkelijker voor een jongeren doordat werken met leren gecombineerd wordt. Het voorstel is daarom dat Voka als werkgeversorganisatie ideaal geplaatst is om de trekkersrol op te nemen: stagebemiddeling op permanente basis en een 8 concrete situaties van werkplekleren organiseren op 3 jaar, in die sectoren waar het meest nood aan is.
Projectbegroting
Projectkosten
Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
Financiering 53.333 €: - 10.000 € Stagemarkt - 10.000 € Imago TSO/BSO - 4.500 € E/M - 4.500 € Personenzorg - 24.333 € Handel 53.333 € 0 € , wel incl. projectkosten 0 €, wel incl. projectkosten
213
Evaluatie projectidee Overleg- en Actieplatform Handel op 18/10/2011
Evaluatie
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum
Opportuniteitscriteria - Doedagen is een beproefd middel. OK - Stagemarkt en stagebemiddeling: geen duidelijke meerwaarde voor onze doelgroep in Vl-Br, wel in Brussel. NOK - werkplekleren als actiepunt is OK binnen Handel/Logistiek maar er is geen nood in E/M (wordt al gerealiseerd DIM cc, CNC cc, ASCP, Brabant last) en in Personenzorg ( al gerealiseerd via Improvisatietheater, Animatie): dus deze budgetten niet extra belasten met acties die niet echt nodig zijn.
Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde
Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
- Hoe wordt de regio Leuven-Tienen Diest-Aarschot betrokken bij dit project ? De kosten per lln of de kosten per doedag is niet echt duidelijk, gelet op het feit dat de projectkosten gebaseerd zijn op de wedde en de werkingsmiddelen van 1 VTE van Voka. Er is geen behoefte aan stagebemiddeling vanuit onze doelgroep: alle scholen kunnen hun stages invullen op basis van lokale contacten school-bedrijf. Probleem zijn de Brusselse jongeren die nederlandstalig-onkundig zijn en moeilijker een stageplaats vinden. Hoe dit aanpakken? Transportkosten leerlingen moeten mee ingecalculeerd worden in de totale kostprijs van het project en niet via aparte financiering extra uit het RTC-budget worden betaald (zoals in het verleden).
Het O&A-platform Handel van 18/10/2011 adviseert om dit project in deze vorm niet goed te keuren en te herleiden tot het project 'Stagemarkt' van het JAP 2011.
214
Evaluatie projectontwerp Raad van Bestuur op 19/10/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik
RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven
Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming
Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria OK: Voka heeft in het verleden zijn engagementen steeds nageleefd via het LOL-project. NOK: de stagemarkt is niet echt een initiatief naar onze doelgroep (derde graad TSO/BSO): de bedrijven zoeken MA & BA-stagiairs.
NOK: er wordt ingebroken in budgetten van andere O&Aplatformen met initiatieven die er niet relevant zijn of geen meerwaarde bieden. Er is geen duidelijke prijzenstructuur voor de gevraagde projectkosten tenzij de weddegegevens van 1 VTE Voka.
- Via doedagen grotere instoom genereren binnen de logistieke sector is een beproefd concept: dit is echter imagobuilding. - Echte competenties worden niet aangebracht, wel via de gratis 72uren VDAB - 'Stagematching' is geen behoefte vanuit het onderwijs tenzij lessen Nederlands voor de Brusselse allochtone jongeren die moeilijk een stageplaats vinden in de regio Brussel Halle-Vilvoorde.
- Is dit geen duidelijk geval van onderaanneming: welk is de rol van RTC ? (tenzij cofinanciering in dit project en de administratie, inschrijvingen, communicatie naar de scholen) De zichtbaarheid in dit project van de RTC-middelen en - inzet is eerder beperkt. OK
215
De Raad van Bestuur van 19 oktober 2011 geeft een mandaat aan het Dagelijks Bestuur om tot een consensus te komen rond dit projectidee. Het Dagelijks Bestuur van 25 oktober 2011 beslist om dit project te aanvaarden onder de vorm van het organiseren van 'Logistieke doedagen' zoals in de voorbije jaren 2009-2011 en dit voor een bedrag van 26.000 € inclusief vervoerskosten leerlingen. Ook wordt als studiegebied-overschrijdende actie een bedrag van 10.000 € toegekend aan de organisatie van een 'Sector-Overschrijdende Stagemarkt 2012' op voorwaarde dat op verschillende locaties binnen de provincie een dergelijk initiatief kan worden georganiseerd.
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
216
RTC Projectidee-fiche
'Werken en solliciteren in een KMO' Uw algemene gegevens om u te kunnen contacteren: Bedrijf/organisatie: Straat: Postcode: Contactpersoon: Tel: Projectverantwoordelijke: Tel:
UNIZO Vlaams Brabant & Brussel Diestsevest
Nr:
3000
Gemeente:
Nancy Van Espen
Leuven Functie:
016 28 44 41
e-mail:
Carolien Verheyen e-mail:
217
Regiodirecteur
[email protected]
Functie:
016 28 44 43
52-54
Adviseur Onderwijs & Ondernemen
[email protected]
Naam van het project:
Behoeftenanalyse Waarom werd dit project opgezet? Wat is de aanleiding van deze aanvraag? Bijlage 1 toe te voegen.xiii
Werken en solliciteren in een KMO
Steeds meer KMO’s hebben het moeilijk gemotiveerde jongeren aan te trekken. Daarnaast merken we dat vele jongeren niet op de hoogte zijn van de specifieke kenmerken van het werken en solliciteren in een KMO. We willen de kloof dus verkleinen tussen studenten die weldra de arbeidsmarkt betreden en de KMO’s. Onze bedoeling is vooral om KMO’s in de kijker te plaatsen bij deze studenten en hen de aantrekkelijkheid van het werken in een KMO toe te lichten. Op deze manier hopen we de studenten een breder beeld te geven op wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft. Initiatiefnemer: UNIZO Vlaams Brabant & Brussel
Wie is (zijn) betrokken als initiatiefnemer en als partner?
Hoe worden de initiatiefnemer en de partner(s) betrokken bij de concrete uitwerking van het project? Wie doet wat?
Partners: UNIZO leden
Initiatiefnemer: UNIZO zorgt voor een infosessie over het werken en solliciteren in een KMO en zoekt een passend bedrijf om te bezoeken.
Partners: De bedrijven die betrokken worden worden gezocht door de UNIZO medewerker. Contacten worden gelegd, afspraken gemaakt en de actie gaat ter plaatse in het bedrijf door.
Stuurgroep: Voor de ontwikkeling van dit project wordt geen stuurgroep samengesteld, waarin verschillende competentieverantwoordelijken voor de nodige terugkoppeling zullen zorgen ten einde het beste product voor het brede onderwijsveld uit te werken. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van:
Welke van de omschreven RTC doelgroepen (studiegebied en studievorm) zal u bereiken? Zie procesverloop projectaanvraag.
Doelgroepen: studierichting x in het studiegebied x van TSO/BSO/BuSO/DBSO: Deze actie is toegankelijk voor alle doelgroepen van het RTC. Afhankelijk van het aantal inschrijvingen in dezelfde sector/regio, zullen groepen geclusterd kunnen worden. De actie zal voor 10 groepen plaatsvinden in 2012. 5 in het voorjaar en 5 in het najaar. Per groep kunnen er maximum 30 deelnemers inschrijven. Het bereik van de totale actie is 300 leerlingen per jaar, met eventuele uitbreiding na een positieve evaluatie van het eerste jaar.
218
Waar vindt de realisatie van het project plaats?
In de bedrijven die bezocht worden.
Wat is de leerwinst of de meerwaarde van dit project voor de doelgroep? Wat zijn de concrete doelstellingen?
Leerlingen leren de kenmerken van het werken en solliciteren in een KMO kennen en maken ineens kennis met een KMO in de sector waar ze voor studeren. Ze kunnen vragen stellen aan de bedrijfsleider en zetten zo hun eerste stappen naar het solliciteren in een KMO.
Welke apparatuur of infrastructuur wordt binnen het project open gesteld?
Wat is de totale kostprijs van dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen.xiv
De infrastructuur van het bedrijf waar de actie doorgaat. Laptop en beamer van UNIZO voor presentaties.
2500 euro voor de conceptontwikkeling 1000 euro per deelnemende groep: Loonkosten voor voorbereiding, contacten met passend bedrijf en uitvoering. Vervoerskosten voor de leerlingen Geschenk voor bedrijf Totaal= 12500 euro
Wat is de totale cofinanciering in dit project? Geef gedetailleerde toelichtingen. Indien van toepassing, wat is de kostprijs per opleidingsdag (min. 10 deelnemers)? Geef gedetailleerde toelichtingen.
Cofinanciering vanuit UNIZO Vlaams Brabant en Brussel: de kosten voor de conceptontwikkeling. Deze bedraagt 2500 euro en wordt in mindering gebracht van het totale bedrag.
1000 euro per groep van minimum 10 en maximum 30 deelnemers
Indien van toepassing, wat is de cofinanciering per opleidingsdag? Geef gedetailleerde toelichtingen.
219
Hoe gaat u concreet de vooropgestelde meerwaarde en leerwinst van dit project meten.
De leerlingen kennen de context van een KMO. De leerlingen kunnen zich presenteren in een KMO. De leerlingen kunnen solliciteren in een KMO.
Hoe gaat u dit project concreet evalueren?
Aantal bedrijfsbezoeken die gerealiseerd worden door aantal studenten.
Welke meerwaarde ontstaat er door de RTCondersteuning in dit project ? (netwerking, TTT, netoverschrijdend, impuls bij opstart project, begeleiding naar zelfstandig functioneren van het project, …)
Contacten met de scholen en bekendmaking van het project. Netwerking. Extra contacten tussen scholen en KMO-bedrijven in de sector.
Wat is de relevantie naar leerplandoelstellingen?
Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen
Wordt het project open gesteld voor derden? Geef toelichting.
We bezorgen de leerkrachten een evaluatiedocument waarmee ze deze leerwinst kunnen evalueren.
leren leren leren leren
solliciteren. spreken/vragen stellen in groep. de kenmerken van een KMO kennen. de kenmerken aan het werken in een KMO kennen.
NVT
Ondergetekende verklaart dat alle, voor de aanvraag benodigde stukken werden bijgevoegd en correct en volledig werden ingevulld Naam ondergetekende: Functie: Datum: Handtekening:
220
Projectfiche 2012:
Handel Project 5: Werken en Solliciteren in de KMO
Studierichtingen: alle studierichtingen binnen E/M, H/B, Auto, Handel en Personenzorg
Omschrijving behoefte Steeds meer KMO’s hebben het moeilijk gemotiveerde jongeren aan te trekken. Daarnaast merken we dat vele jongeren niet op de hoogte zijn van de specifieke kenmerken van het werken en solliciteren in een KMO. We willen de kloof dus verkleinen tussen studenten die weldra de arbeidsmarkt betreden en de KMO’s. Onze bedoeling is vooral om KMO’s in de kijker te plaatsen bij deze studenten en hen de aantrekkelijkheid van het werken in een KMO toe te lichten. Op deze manier hopen we de studenten een breder beeld te geven op wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft.
Voorgestelde oplossing UNIZO zorgt voor een infosessie over het werken en solliciteren in een KMO en zoekt een passend bedrijf om te bezoeken.
Projectbegroting
Projectkosten Cofinanciering Vervoerskosten leerlingen TTT Leerkrachten
Financiering 12.500 € 2.500 € 450 € 0€
221
Evaluatie projectidee - Dagelijks Bestuur op 25/10/2011
Evaluatie
Opportuniteitscriteria
Doel en meerwaarde Duidelijke verantwoording van behoefte/nood: realisatie onderdeel curriculum Openheid naar scholen - Netoverschrijdend - Regiodekkend Verantwoording middelen Kost/lln Arbeidsmarktgerichte noden Aansluiting idee op onderwijskunde Projectgebonden Cofinanciering, nascholing en transportkosten leerlingen
Evaluatie projectontwerp
- OK
- OK
- OK - OK - OK
- Raad van Bestuur op 7/12/2011
Evaluatie
Operationele haalbaarheid - Projectplan is realistisch en samenhangend - Er is relevante expertise, apparatuur en infrastructuur aanwezig bij de partners - Er is een duurzame inbedding van het project mogelijk Financiële haalbaarheid - Cofinanciering min. 25% - Ingediende begroting is realistisch - Middelen staan in verhouding tot het bereik RTC-decreet - Innovatief - Verdieping/verbreding van basiscompetenties - Aanvulling bij bestaande opleidingen - Synergie tussen onderwijs en bedrijfsleven Beheersovereenkomst - Bereik - Cofinanciering - Participatieve besluitvorming Strategisch plan en omgevingsanalyse
Projectcriteria - OK
- OK
- OK
- OK
- OK
222
De Raad van Bestuur van 19 oktober 2011 geeft een mandaat aan het Dagelijks Bestuur om tot een consensus te komen rond dit projectidee. Het Dagelijks Bestuur van 25 oktober 2011 beslist om dit project te aanvaarden en te budgeteren binnen de begroting van studiegebied-overschrijdende projecten voor een bedrag van 10.000 € inclusief 450 € transportkosten leerlingen.
Evaluatie project na uitvoering (jaarverslag 2012):
Evaluatie
Proces
Bereik - aantal lln. - aantal lkr. - aantal scholen Projectbegroting Duurzame inbedding van het project Verbeteringsvoorstellen/ Projectaanpassingen
223
5. Besluit RTC Vlaams-Brabant is van mening dat met deze acties in 2012 een substantiële bijdrage kan geleverd worden tot de kwaliteit van het Beroeps- en Technisch onderwijs in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onze projecten zijn bedoeld om enerzijds de 'zelfredzaamheid' van de leerkracht te verhogen wanneer het gaat om het verwerven van kennis rond de nieuwe technologische evoluties in zijn vakgebied en anderzijds om het bevorderen van 'werkplekleren' voor leerlingen door externe technologische infrastructuren open te stellen voor leerlingen en hun begeleidende leerkrachten. Op deze wijze beoogt RTC Vlaams-Brabant haar doelgroep meer voeling te geven met de realiteit van de werkvloer. Leerlingen in hun finaliteitsjaren beter voorbereiden op de stap naar de arbeidsmarkt is de missie van RTC Vlaams-Brabant. Het aanbieden aan onze doelgroep van technologische apparatuur en kennis, zoals beschikbaar in de bedrijven, samen met de juiste attitudes en competenties om in die arbeidsrealiteit efficiënt te functioneren, zijn de basisdoelstellingen van onze werking. Op deze manier dragen wij ook bij tot een beter imago van het technisch beroep op zich zodat ook de instroom van leerlingen in deze technische en beroepsopleidingen weer toeneemt. Ouders overtuigen van het feit dat studeren voor een technisch beroep een waardevolle en gerespecteerde studiekeuze en levenskeuze is, blijft ook in 2012 en daarna de uitdaging voor het RTC VlaamsBrabant. Dit maatschappelijk probleem, namelijk het systematisch verdwijnen van studierichtingen, die voorbereiden op een technisch beroep door gebrek aan instroom, is de collectieve verantwoordelijkheid van alle geledingen in onze maatschappij: onderwijs, ouders, sectoren, overheid, ... RTC Vlaams-Brabant heeft de ambitie om hier een rol te spelen door alle betrokken partners in haar werkingsgebied te betrekken bij dit debat om te zoeken naar efficiënte oplossingen waar de leerlingen, en dus op termijn onze maatschappij, beter van wordt. RTC Vlaams-Brabant rekent dus op de steun van allen die dit document lezen om gezamenlijk aan deze ambitie te werken.
Leuven, 7 december 2011
224
225