Jaar1 Module 1
Basisbegrippen van Informatie en Communicatietechnologie (ICT) Naam
: _______________________________________
Studentnummer
: _______________________________________
Hoofdstuk 1 Vragen/Opdrachten 1) Wat is een computersysteem? (Pag 10) Alle computerapparatuur bij elkaar zoals beeldscherm, muis, toetsenbord, printer en systeemkast is een computersysteem. 2) Noem 3 onderdelen van een moederbord (motherboard)? CPU, RAM geheugen, ROM geheugen, diverse connectoraansluitingen en diverse bus aansluitingen. (internet of bekijk een moederbord en vraag docent) 3) Wat is een stand-alone PC? Een PC die niet in een netwerk staat. (pag 11) 4) -
Noem enkele kenmerken/eigenschappen van een IPAD? Is een Ipad een tablet? Ja/Nee Is een Ipad een smartphone? Ja / Nee Wat kan ik allemaal met een IPAD?
Bijna alles wat ook op een PC kan. Alleen een echt toetsenbord voor het makkelijk invoeren van gegevens en een muis ontbreekt standaard maar zijn ook weer los aan te schaffen. Ipad en andere tablets zijn van het touch screen principe (drukken op het scherm voor veranderen van gegevens). -
Waarom zou ik dan nog een PC nemen? Veel programma’s (applicaties) werken alleen op een (Windows) PC. Met name in de zakelijke wereld werken veel toepassingen nog niet met een tablet samen. MS-Office is nu
1
net pas verkrijgbaar voor de Ipad. -
Welke types zijn er? Noem verschillen en welke zou bij jou passen en waarom?
Wifi en GSM uitvoeringen. Daarnaast is het aantal interne geheugen (RAM) wat het verschil maakt. En natuurlijk de nieuwere versies van Ipad 2 tot nu de Ipad air. (Internet)
5) Teken met 5 blokken de werking van een computer.
(pag 14, invoer, uitvoer, opslag, verwerking, tijdelijke opslag)
6) Wat is eigenlijk het belangrijkste onderdeel van een computer? a. CPU b. RAM c. DVD d. Toetsenbord en muis (pag 14)
7) Zoek op ViaVia een aanbod van een computer en bekijk de beschrijving. Welke onderdelen worden benoemd en geef er een oordeel over. Heb je genoeg informatie om het te kopen zo? Wat mis je eventueel? FOR SALE: HP Pavilion
21/10/2013
Details
Hard Drive 200.0 GB - 7200.0 rpm. HP Pavilion f1703 monitor with Harman/Kardon speakers.
2
Windows 7.
Ad Information Category:
Computers & Software
Subcategories:
PC Desktop Computers
Manufacturer
HP Pavilion a1034n
Model
HP Compaq Pavilion
New/Used
Used
Processor Speed
Intel Pentium 4 530 / 3.0 GHz
Memory
1.0 GB / 4.0 GB (max)
Price
Fl. 300
Description Hard Drive 200.0 GB - 7200.0 rpm. HP Pavilion f1703 monitor with Harman/Kardon speakers. Windows 7.
Denk aan de memory van 1Gb. Dat is weinig. Niet eens geschikt om windows 7 te gebruiken.
( http://www.viavia.net/ )
8) Wat is digitaliseren? Het omzetten van gegevens naar enen en nullen zodat de computer ze kan lezen. (pag 16)
9) Ik heb een bestand van 2,5 MegaByte. Is dat groot of klein? Check je pc voor een paar bestanden en hun grootte. Zijn de WORD bestanden groter of kleiner dan 2,5 Megabyte?
3
Over het algemeen zijn bestanden met veel grafische (plaatjes, foto’s of film) onderdelen groot. Tekst (Word, Excel) georiënteerde bestanden zijn redelijk klein. (pag 16)
10) Een letter kan worden gedigitaliseerd (0 en 1) als ASCI code. Zoek uit wat ASCI is en geef de digitale code voor de letter p. De grote is 1 byte (8 bits). ASCII (American Standard Code for Information Interchange) is een standaard om Latijnse letters, cijfers, leestekens en enkele andere tekens en stuurcodes te representeren en aan ieder teken in die reeks een geheel getal te koppelen, waarmee dat teken kan worden aangeduid. De code werd ontworpen door Bob Bemer. (pag 16 en Internet / Wikipedia)
11) Hoeveel letters passen er op een 4,7 Gbyte DVD? 1 byte is 8 bits (dus geschikt voor 1 teken). Dus 4,7 Giga = 4.700.000.000 letters op 1 schijfje. (pag 17)
12) Wat is het belangrijkste verschil tussen ROM en RAM? Bij spanningsuitval (de stekker is uit de computer) zullen de gegevens van het RAM geheugen verloren gaan maar die van de ROM zullen blijven bestaan. RAM wordt dan ook als werkgeheugen=tijdelijk geheugen gebruikt. Ooit wel eens een lege batterij gehad en vervolgens je niet opgeslagen gegevens kwijtgeraakt. (pag 21)
13) Wat is geen extern geheugen? a. Harddisk b. USB-stick c. RAM d. DVD (pag 21)
4
14) Op welk geheugen wordt bij voorkeur het besturingssysteem geïnstalleerd? a. Harddisk b. USB-stick c. RAM d. DVD (pag 25)
15) Welke (gratis) online bestandsopslag mogelijkheden zijn er? Dropbox, The Box, Google Drive etc…
(pag 28 / Zoek op internet)
16) Welke factoren spelen een rol bij de snelheid van een computer? Noem er minstens 3. a)
hoeveelheid RAM
b)
Geheugen op de videokaart
c)
CPU speed
d)
Aantal programma’s dat tegelijk geopend is
e)
Snelheid harde schijf
(pag 31)
----------------------------------------------------------------------------
1. Welke antwoord past in de volgende tekst? Een processor bestaat uit een aantal onderdelen die samen de snelheid bepalen. Een van die onderdelen is verantwoordelijk voor de kloksnelheid. Deze wordt uit gedrukt in ………….. en geeft aan hoe vaak data verstuurd kan worden over een verbinding. Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) ROM RAM WBP
5
MHz
2. Noem 3 invoerapparaten? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 antwoord is goed) Toetsenbord, beeldscherm en muis Printer, Scanner en Digitale camera’s Microfoon, Scanner en Joystick Toetsenbord, Scanner en beelscherm
3. Noem de 3 belangrijkste computers? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) Supercomputers - PDA’S - Monitors Pc’s en werkstations - Laptops - Mainframe-computers Laptops - Digitale camera – Supercomputers Flatscreen - PDA’S - PC’S
4. Welke v/d onderstaande namen is niet de correcte naam voor een processor? Kleur het hokje van deze onjuiste naam (1 is dus fout ) Central proceding unit (CPU) Central processing unit (CPU) Centrale verwerkingseenheid (cve)
5. Noem 2 uitvoerapparaten? Kleur het hokje van het juiste antwoord (2 zijn er goed) Scanner en Monitor Systeemkast en Monitor Headphone en speaker Printer en Beeldscherm
6
Vul in wat bij cijfers 7 t/m 11 moet staan 6
6. Extern Geheugen
7
7. Input
8. CPU (verwerkingseenheid)
7
8 8
9
9
10
9. Uitvoer 10
10. Intern geheugen (werkgeheugen) 11
De antwoorden staan hier onder. Schrijf het antwoord bij cijfers 6 tot en met 10 Uitvoer, Extern geheugen, Intern geheugen, Centrale verwerkings eenheid, Invoer.
11. Een computersysteem of systeem zijn alle computerapparatuur bij elkaar. Noem de verschillende apparaten:
Kleur het hokje van het onjuiste antwoord (alleen 1 is fout) 1= Beeldscherm, 3=Systeemkast, 4=Muis, 5= Luidspreker, 6=Printer, 7=toetsenbord 1= Monitor, 3=Systeemkast, 4=Mouse, 5= Luidspreker, 6=Printer, 7=Keyboard 1= Beeldscherm, 3=CPU, 4=Muis, 5= speaker, 6=Printer, 7=toetsenbord 1= Systeemkast, 3=Beeldscherm, 4=Muis, 5=Printer, 6=Luidspreker, 7=toetsenbord 7
12. Wat is het verschil tussen PC en een Laptop Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) Een desktop of bureaucomputer is draagbaar. Een Laptop of notebook is geen pc en is niet draagbaar Een desktop of bureaucomputer staat op een vaste plaats. Een Laptop of notebook is een draagbare uitvoering van pc Een desktop of bureaucomputer is draagbaar. Een laptop of notebook wordt veel gebruikt in bedrijven en thuis
13. Wat is digitalisering? Digitalisering is tekst, geluid, beeld en alle andere gegevens waar de computer mee werkt, moeten worden vertaald in enen(111) en nullen(0000), ofwel: worden omgezet in bits. Is dit antwoord waar of onwaar? Kleur het hokje van de juiste antwoord (1 is goed) Waar Onwaar
14. Wat is het verschil tussen een CD-r ,CD-rw, DVD en CD-ROM. Trek de pijl naar de juiste antwoord Trèk e flecha na e kontesta ku ta pertensé na e palabra
CD-Rom
DVD
Gegevens kunnen wel verwijderd en gewijzigd worden na het schrijven. Gegevens kunnen geschreven worden, maar ze kunnen daarna niet verwijderd of gewijzigd worden De gegevens kunnen niet veranderd worden
CD-r
CD-rw
Verbeterde versie, hierop passen veel meer gegevens
8
15. Uit welke twee groepen programma’s bestaat systeemsoftware? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) Applicatie software en toepassingssoftware Besturingssysteem en hulpprogramma’s Hardware en software Software en applicatie software
Hoofdstuk 2 Vragen/Opdrachten (Antwoorden te vinden in hoofdstuk 2 of via Google). 1) Waar of niet Waar? a. Als het beeldscherm groter is, is het beeld ook scherper. b. Als de resolutie hoger is, is het beeld scherper. c. Als het beeldscherm groter is, is de resolutie lager d. Een afbeelding op een scherm is bij een hogere resolutie kleiner dan bij een lagere resolutie (als het beeldscherm grootte niet wijzigt)
2) Op welke resolutie staat jouw beeldscherm ingesteld? Kijk met rechtermuisknop op je bureaublad. 3) Welk soort toetsenbord zit je nu achter? a. QWERTY (waarschijnlijk Amerikaans welke in Ned gebruikt wordt) b. AZERTY
4) Wat zijn poorten op een computer? Aansluitmogelijkheden van allerlei apparatuur op een computer. 5) Noem 3 verschillende poorten. Parallelle poort, seriële poort (com poort), netwerkpoort, USB, Fire-Wire.
6) Wat is een Touch screen en noem een toepassing van deze? Gegevens kunnen via het aanraken van het scherm worden ingevoerd/gewijzigd. Voorbeeld zijn de huidige Tablets maar ook in alarmcentrales (911) is snelheid geboden en door het drukken/aanraken van het scherm kan er direct actie worden ondernomen. 9
7) Waarop wordt een losse microfoon op de computer aangesloten? a. b. c. d.
Usb poort Com poort Parallel poort Geluidskaart mic ingang
8) Waar gebruikt men meestal de FireWire poort voor? a. Printer b. Netwerk c. Videocamera d. Beeldscherm
Hoofdstuk 3 Vragen/Opdrachten (Antwoorden te vinden in hoofdstuk 3 of via Google).
1) Wat is software? Software is programmatuur om de computer te laten werken. 2) Wat is een applicatie of applicatiesoftware? De toepassingsprogramma’s die op een computer werken. Denk aan Word, Excel, beeldverwerkingsprogramma’s, E-mail programma’s, browsers etc…
3) Zet de volgende termen in de goede volgorde. Begin vanuit de computer gezien van binnenuit. (dus voorbeeld d, c, b a ?) -------------------------------------------------a. Besturingssysteem (2) b. Hardware (1) c. Applicatie software (4) d. Hulpprogramma’s (3)
4) Wat is een GUI? GUI staat voor Graphical User Interface ofwel de grafische voorstelling van een programma waarin gegevens verwerkt moeten worden (denk aan de menu’s en schermen van een applicatie).
10
5) Wat betekent de term WYSIWYG?
What you see is what you get. Stel dat je zou gaan printen is dat wat je op het scherm ziet ook op de printer zal komen.
6) Waarom is het besturingssysteem LINUX populair onder nerds? Het is Open Source. Iedereen kan aan dit programma meewerken(= programmeren) en daardoor vrij voor iedereen beschikbaar (lees = gratis). 7) Leg uit waarom MS Word een standaardprogramma of standaard applicatie software is? Iedereen die MS-Word koopt zal dezelfde mogelijkheden hebben en kunnen gebruiken. Zelfde schermen en menu’s.
8) Welke toepassingsprogramma’s gebruik jezelf? MS-Office (kijk in je All-Programm’s van je Windows). 9) Welke middelen kunnen worden ingezet om de toegankelijkheid te vergroten?
Schermvergrotingssoftware, spraakherkenningssoftware, schermlezers, schermtoetsen, etc..
10) Zoek via Google of er toepassingsprogramma’s zijn voor blinden?
11) Wat is een browser? Programma om op het internet te gaan (surfen). 12) Noem minstens 3 browsers? 11
a. b. c. d. e. f.
Explorer Firefox Google Chrome Konquerer (Linux) Opera Safari
13) Welk besturingssysteem heeft de laatste versie IPAD?
iOS 7 Ipad Air.
12
Hoofdstuk 4 Vragen/Opdrachten 1. Wat zijn protocollen Van de antwoorden is er 1 juist welke? Kleur het hokje (alleen 1 is dus goed) Is het geheel van regels voor het opstarten van de computer en de manier waarop computersystemen met elkaar communiceren Is het geheel van regels voor de uitwisseling van gegevens en de manier waarop computersystemen met elkaar communiceren Is het geheel van regels bij het kopen van computers en computersystemen Is het geheel van regels voor de uitwisseling van computers en computersystemen
2. Wat is het verschil tussen WAN en LAN ? WAN : Wordt gebruikt door mensen die in hetzelfde gebouw zitten LAN : Verbindingen tussen vestigingen van een bedrijf in verschillende gebouwen, steden en landen Waar of niet waar? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is dus goed) Waar Niet waar
3. Trek de pijl naar de juiste antwoord Trèk e flecha na e kontesta ku ta pertensé na e palabra
Intranet
Wereldwijd openbaar netwerk, waarvan miljoenen mensen gebruik maken
Extranet
Uitwisseling van gegevens tussen medewerkers en afdelingen
Internet
Uitwisseling van gegevens met klanten, leveranciers en handelspartners
13
1. - Satelliet (via schotel en decoder) - Breedband verbinding via ADSL of Kabel - Draadloos en mobiel internet (WiFi, Scarlet, 3G en 4G) Zijn dit allen verbindingen met een netwerk? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) Waar Niet waar
2. Bij verbinding met het internet heeft men een abonnement nodig bij een .....................(internetaanbieder) of een kabelexploitant Welk antwoord moet op de .........komen? Kleur het hokje van het juiste antwoord (1 is goed) Leverancier Bedrijf Satelliet Provider
3. Scarlet, digicel-3G/4G, UTS-3G en WiFi zijn voorbeelden van draadloze netwerken. Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) Waar Niet waar
4. Wat is telewerken? Van de antwoorden is er 1 niet juist welke? Kleur het hokje (alleen 1 is dus niet goed) Een verbinding tussen het netwerk van het bedrijf of school en de computer thuis Het is niet altijd nodig dat iemand naar school of kantoor moet gaan Mensen werken thuis en hebben daarbij een verbinding met het netwerk van het bedrijf Alle werkzaamheden moeten op school of bedrijf gemaakt worden
14
5. Zet een kruisje X bij de juiste antwoord Telewerken Besparing van reistijd en reiskosten
Voordelen
Nadelen
X
Minder sociaal contact
X
Presteren thuis beter dan op kantoor
X
Minder bedrijfsruimte, computers
X
Hoofdstuk 5 Vragen/Opdrachten 1. Wat wordt onder RSI verstaan? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is dus goed) Rapid Strain Inject: een blessure door herhalende bewegingen Repetitive Strain Inject: een blessure door herhalende bewegingen Repetitive Strain Injury: een blessure door herhalende bewegingen Rapid Strain Injury: een blessure door herhalende bewegingen
2. Wat is ergonomie? Kleur het hokje van de juiste antwoorden (2 zijn er goed) Besteed aandacht aan gezond arbeidsvoorwaarden Besteed aandacht aan gezond arbeidsomstandigheden. Houdt zich bezig met werkomstandigheden van mensen Houdt zich bezig met werkvergunning van mensen
3. Wat is de belangrijkste maatregel om RSI te voorkomen? Van de antwoorden is er 1 niet juist welke? Kleur het hokje (1 is dus niet goed) Het beeldscherm recht zetten Neem pauzes Andersoortig werk doen Werkzaamheden afwisselen
15
4. Wat zou je met je computer kunnen doen om het milieu te sparen? Van de antwoorden is er 1 niet juist welke? Kleur het hokje (1 is dus niet goed) Het beeldscherm recht zetten Onderdelen automatisch laten uitschakelen Computer in de slaapstand zetten als je hem even niet gebruikt Printerpapier hergebruiken (achterkant) Oude computer inleveren als je een nieuwe koopt
16
5. Welke is de goede zithouding? A
B
C
D
Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is goed) A B C D
6. Van het ene beeldscherm word je veel sneller moe dan van een andere. Dat heeft te maken met de volgende eigenschappen: A. Verversingsraad: “refresh rate” B. UV-straling C. Kleurinstelling/Resolutie D. Stand-BY Van de antwoorden is 1 niet juist welke? Kleur het hokje (1 is niet goed) A,B,C,D A B C D
17
Hoofdstuk 6 Vragen
1. Wat wordt onder ICT verstaan? Kleur het hokje van het juiste antwoord (alleen 1 is dus goed) Internationale Communicatie Transport Inform, Communicate and Transport Informatie en Communicatietechnologie Informatiesysteem 2. Welk rijtje behoort niet tot de ICT? Hardware, computers, mobiele telefoons, kantoren Computers, software, hardware, kabels Applicaties, software, randapparaten 3. Wat is een cookie? Een koekje Een tekstbestandje dat op jou computer wordt achtergelaten tijdens het surfen op het net Een virus op je computer Een spam e-mail 4. Waar staat de WBP voor? Deze bewaakt het koppelen en uitwisselen van gegevens Het is een wet die de personen dient te beschermen tegen het oneigenlijk gebruik van persoonsgegevens Belasting op computergebruik Organisatie die illegale software bestrijd 5. Een voorbeeld van een Open Source Software is: Apple Mac I.O.S. Windows 7 Microsoft Explorer Linux
18
Hoofdstuk 7 Vragen 1. Wat zijn beveiligingsmaatregelen die je kunt toepassen voor je gegevens op je computer? Kleur het hokje van het juiste antwoorden (meerdere kunnen goed zijn) Zorg voor aanmelding met inlognaam en paswoord Zorg dat je altijd ingelogd blijft, ook al verlaat je even de ruimte Sluit je programma’s telkens af als je even weggaat Zorg dat je PC na enige tijd van inactiviteit automatisch vergrendeld wordt
2. Wat is waar over een (computer) virus? Kleur het hokje van het juiste antwoord (LET OP meerdere kunnen goed zijn) Meestal een klein programmaatje dat zich aan een normaal programma hecht. Als het normale programma wordt gestart slaat het virus toe. Virussen komen alleen via e-mail op je computer binnen. Dus niet openen mail. Gedownloade programma’s, bestanden op een usb stick, cd, dvd, of andere media kunnen virussen bevatten. Het toepassen van een firewall helpt voorkomen dat je virussen binnenkrijgt op je computer. Het antivirus programma die je bij de aankoop van de pc (2 jaar geleden) hebt geïnstalleerd zal voldoende bescherming geven De enige oplossing om virussen te verwijderen is het compleet opnieuw installeren van de hele pc 3. Wat is een HOAX? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Een spyware programma die via internet op je pc is terechtgekomen en gegevens van je steelt Een virus programmaatje wat alle harde schijf gegevens wist Een normaal e-mail bericht met een nep boodschap met het verzoek om deze naar zo veel mogelijk bekenden door te sturen via de mail. Vaak sneller verspreid dan een virus. Een antivirus programma die gratis te downloaden is.
19
4. Wat is een back-up? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Een reservekopie of veiligheid kopie van (een deel) de gegevens Een extra harde schijf Deze zorgt voor het onmogelijk maken van binnendringers in een computernetwerk Kopie van je geïnstalleerde programma’s 5. Welke back-ups zijn er mogelijk? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Volledige back-up Selectieve back-up Tussentijdse back-up Alle 3 bovenstaande
20
Hoofdstuk 8 Vragen 1. Wat is het internet? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Een groot computersysteem Wereldwijd netwerk van computers dat miljoenen gebruikers met elkaar verbind Via Wifi en GSM netwerken aan elkaar verbonden computers WWW (World Wide Web) Alle 4 bovenstaande 2. Welke beweringen zijn waar over het internet? Kleur het hokje van het juiste antwoord (LET OP meerdere kunnen goed zijn) Hyperlinks zijn woorden, plaatjes of knoppen waar je op kunt klikken zodat je naar een andere webpagina gaat Er is geen verschil voor de lezer of een pagina nu opgeslagen is in Amsterdam, Willemstad of Tokio? De bekendste webbrowser om op het WWW te surfen is wel Internet Explorer van Microsoft Bekende zoekmachines zijn Google, Yahoo, Altavista De 4 bovenstaande zijn allemaal juist. 3. Wat is het goede rijtje van een aantal verzamelingen van internetdiensten? Kleur het hokje van het juiste antwoord. E-learning, E-zone, E-commerce E-commerce, E-banking, E-government E-banking, E-shopping, E-marketplace E-shopzone, E-ticketing, E-commerce 4. Wat is E-government? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Bijna alle formulieren van overheidsinstanties zoals regering, belastingen en vergunningen zijn via internet beschikbaar Je kan je bankzaken nu via het internet regelen. Bestellingen kunnen online gedaan worden en producten kunnen zo geleverd worden na online betalingen Het geven van informatie of service aan klanten online 21
5. Wat is geen voordeel van Telewerken? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Besparing van reistijd en –kosten Minder afleiding en daardoor betere prestaties Er is nauwelijks ondersteuning voor de werkplek van de telewerker (je zult veel zaken zelf moeten regelen) Je kan, indien goede afspraken hierover, je eigen tijd indelen. 6. Wat zijn communicatie platformen die gebruik maken van het internet? Kleur het hokje van het juiste antwoord. Skype, Twitter, Linked-In Facebook, Skype, GoogleMaps Twitter, Skype, Google-Chrome Dropbox, Twitter, Facebook
22