It's the economy, darling een organisatie van
Werelddag van de Stedenbouw. 27 november 2015. Kortrijk
8 JUNI 2015. GENT
Driemaandelijks: maart - april - mei 2013
ruimte VA K B L A D VA N D E V L A A M S E V E R E N I G I N G V O O R R U I M T E E N P L A N N I N G
economie
Welkom! It’s the economy, darling
[ F OTO : R E P O R T E R S , D A N N Y G Y S ]
Welkom op de Werelddag van de Stedenbouw 2015
Dankzij de stad Kortrijk en de Intercommunale Leiedal zijn we voor de Werelddag van de Stedenbouw dit jaar te gast op het Buda-eiland, in de stadsfabriek van de toekomst. Dé
28 In RUIMTE 28 [ECONOMIE]
kwijtgespeeld. stuur je me het Labo XX – part 2 (werk) / havens, logistiek en extended gateways tekstje nog eens door [ik kreeg gisteren meer dan 100 mails] Brusselse bedrijvigheid / Wereldcongres ISOCARP – een ooggetuigenverslag aanpassingen de segmentatie van werkgebieden – een onderzoek / West-Vlaamse kameleons & handig paarseom sproeten meteen in de pdf te zetten Inclusieve Economische Participatie (IEP) sites / de informele economie mij opzoekwerk] ontwikkeling op verontreinigde industrieterreinen / nieuw leven in een Leuvense[spaart brouwerij /…
gedroomde locatie voor een inspiratiedag over economie en ruimte. Money makes the world go round, If I were a rich man, of Bill Clintons campagneslogan The economy, stupid — het zijn maar enkele quotes die aangeven hoe economie de maatschappelijke agenda bepaalt. Economische leefbaarheid is naast sociale aandacht en ecologische kwaliteit een van de drie pijlers in het duurzaamheidsbegrip, een streefdoel dat de VRP hoog in het vaandel draagt voor onze Vlaamse ruimte. Maar hoe krijgen we de balans van people, planet & profit meer in evenwicht wanneer het aankomt op ruimtelijke beslissingen?
RUIMTE is een driemaandelijks magazine dat wordt uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning. RUIMTE is een must voor iedereen die begaan is met ruimtelijke ordening en stedenbouw. RUIMTE brengt in elke editie een themadossier, met diepgravende analyses en genereus geïllustreerde bijdragen over de ruimtelijke actualiteit in binnen- en buitenland. DE THEMADOSSIERS IN 2016 Open Ruimte, open blik [ THEMA OPEN RUIMTE / FEBRUARI ] Ruimte wegens verlof [ THEMA TOERISME / JUNI ] De gekoesterde ruimte [ THEMA ERFGOED / SEPTEMBER ] Power to the People? [ THEMA PARTICIPATIE / DECEMBER ] I N F O O V E R TA R I E V E N , A B O N N E M E N T E N E N V E R KO O P P U N T E N : W W W.V R P. B E
met dank aan
De Werelddag van de Stedenbouw 2015 werd mogelijk gemaakt dankzij volgende hoofdsponsors:
Wat ons als ruimtelijk planners, stedenbouwkundigen, architecten, … ook meer dan ooit bezig houdt, is hoe we op een kwaliteitsvolle manier plaats kunnen maken voor de maakindustrie en de kenniseconomie van de toekomst. In tijden waar in economische kringen iedereen de mond vol heeft over disruptieve technologie zijn robuust ontwerpen en ruimtelijke verweving misschien wel de vaste waarden. De meest inspirerende voorbeelden van duurzame productieve en handelsruimtes liggen in de etalage van de Werelddag 2015. In de rekken van het programma vinden we leegstaande bedrijfspanden die worden omgevormd tot inspirerende werkplekken, productiesites die passen in een woonomgeving, strategisch gelokaliseerde incubatoren die verse zuurstof leveren aan een regio en vernieuwende modellen voor detailhandel die zorgen voor levendige kernen. Ook in deze programmabrochure presenteren onze sponsors economische ruimtes voor de toekomst. We willen hen hierbij van harte bedanken voor hun waardevolle ondersteuning van deze Werelddag. Hun voorbeelden van duurzame herbestemming van brownfields, financiële samenwerkingsverbanden, creatieve co-werkplekken of een onderbouwd retailbeleid voor gemeenten zullen u ongetwijfeld stof tot nadenken bieden. En nu: aan het werk! We wensen u een productieve Werelddag toe!
An Rekkers
Sylvie Van Damme
Directeur Voorzitter
|3
Productieve ruimte
werelddag van de stedenbouw 2015
P R O F. A N N V E R H E T S E L [ U N I V E R S I T E I T A N T W E R P E N – D E P A R T E M E N T T R A N S P O R T E N R U I M T E L I J K E E C O N O M I E ]
E
conomie heeft een cruciale rol gespeeld bij het ontstaan van onze steden. In de vroege middeleeuwen werden productie en consumptie geclusterd in de nabijheid van natuurlijke havens, onder de bescherming van zowel wereldlijke als geestelijke overheid. Deze instanties, die kapitaalkrachtig genoeg waren om zich (luxe)goederen aan te schaffen, waren aanvankelijk ook de belangrijkste consumenten. Productie bestond oorspronkelijk uit overschotten van zelfvoorzienende, landelijke nederzettingen. Langs de route van veelal ambulante ‘heren’ ontstonden markten, waar lokale goederen werden aangeboden. Mettertijd vestigden deze heren zich op sommige plaatsen op meer permanente basis, en trokken de eerste ambachtslui aan. Productie en consumptie concentreerden zich in kleine ateliers-annex-winkeltjes, dichtbij de burchten en kloosters. De eerste stedelijke kernen werden hierdoor een feit. Bleven die nederzettingen van al te grote politieke, economische en natuurlijke tegenslagen gespaard, dan hadden ze veel kans om uit te groeien tot steden. Wanneer het vandaag als pijnlijk wordt ervaren dat bedrijvigheid en handel de stad verlaten, heeft dat dus veel te maken met het DNA van onze steden, waarin de concentratie van productie en consumptie vervat zit. Vandaag omarmen we om diezelfde reden nieuwe economische activiteiten in onze steden: we voelen aan dat ze een wezenlijk onderdeel van onze stedelijke cultuur zijn.
© Omgeving
Agglomeratievoordelen
4|
Een centraal concept voor het begrijpen van de concentratie van productie en consumptie is agglomeratievoordeel. Een bedrijf is slechts één schakel in het ruimtelijk economisch systeem. Voor het bedrijf is de agglomeratie – de ruimtelijke bundeling van producenten en consumenten – veelal in eerste instantie de markt. De agglomeratie speelt deze marktrol niet alleen als afzetmarkt (finale én intermediaire vraag) maar ook als aanbodplaats van de input (grondstoffen, arbeid, kapitaal). Het ligt dan ook voor de hand dat in het locatieproces het individuele bedrijf niet mag worden beschouwd als een zelfstandige entiteit: het heeft andere bedrijven nodig als klant, leverancier én concurrent. Het is hieruit dat de tendens tot concentratie volgt. Die kan op twee manieren tot stand komen: door bedrijfsintegratie of door gezamenlijke locatie. Bij bedrijfsintegratie gaat het om interne schaalvoordelen: naarmate de grootte toeneemt, daalt de prijs per eenheid product. Dit kan middels horizontale integratie – bijvoorbeeld door overname van concurrenten – of via verticale integratie, bijvoorbeeld door overname van leveranciers. Het toenemend productievolume binnen één bedrijf leidt tot dalende gemiddelde kosten; het uitschakelen van concurrentie kan bij horizontale integratie bovendien positieve prijs- en
winsteffecten opleveren. Bij ruimtelijke bedrijvenconcentratie gaat het om externe schaalvoordelen, die voor een dalende gemiddelde kost per eenheid product zorgen. Er wordt verder nog een onderscheid gemaakt tussen lokalisatievoordelen (dankzij de ruimtelijke bundeling van gelijksoortige bedrijven), en urbanisatievoordelen (dankzij de ruimtelijke bundeling van ongelijksoortige bedrijven), plus de voordelen die geboden worden door de stedelijke samenleving, bijvoorbeeld op het vlak van arbeidsmarkt, infrastructuur, sociaal en cultureel aanbod.
De agglomeratievoordelen voor bedrijven De omvang en differentiatie van de arbeidsmarkt in stedelijke agglomeraties speelt een belangrijke rol: de kans is veel groter dat een bedrijf hier een geschikte medewerker vindt binnen een aanvaardbare afstand. Indirect vormt de aanwezigheid van een gedifferentieerd woonmilieu eveneens een troef voor de stedelijke agglomeratie: mogelijke goede medewerkers worden er mede door aangetrokken. Men spreekt verder ook over Fühlungsvorteile: daarmee bedoelt men dat in stedelijke agglomeraties de polsslag van de markt en de mogelijkheden van technische en sociale innovatie beter voelbaar zijn. Ook de nabijheid van instituties en machtsconcentraties (vakbonden, financiën, politiek, onderwijs, cultuur) zorgt voor informatievoordelen. Vandaag zijn de externe schaalvoordelen van doorslaggevend belang: bedrijven besteden heel wat taken uit aan onderaannemers of zijn zelf onderaannemer. De nabijheid van leveranciers en/of klanten is groter in een stedelijke agglomeratie. De invloed van de interne schaalvoordelen is, wat de industrie betreft, praktisch uitgewerkt. De overgang van een producer-driven economie naar een consumer-driven economie heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. In de naoorlogse periode en vooral vanaf de jaren 1960 groeide onze economie door massaproductie en -consumptie. Grote hoeveelheden gestandaardiseerde producten worden vanaf dan gemaakt in internationaal georganiseerde megabedrijven, die deze producten in massa op de markt kunnen brengen tegen lage prijzen omwille van de enorme interne schaalvoordelen. Deze spelers gaan voor elk van hun afdelingen op globaal niveau op zoek naar de optimale locatie, waar kosten worden geminimaliseerd en winsten gemaximaliseerd. De verweving van productie en consumptie gaat bij dergelijke ruimtelijk-economische organisatie grotendeels verloren. Agglomeratienadelen in onze stedelijke gebieden, zoals hogere gemiddelde lonen, toegenomen transportkosten door congestie, hogere grondprijzen en gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden, leiden ertoe dat bedrijven hun productieafdelingen sluiten en wegtrekken.
|5
Arbeidsplaatsen in de secundaire sector Aantal e-commerce leveringen (per km²) in de lente van 2015 door één van de grote pakjesdiensten
Arbeidsplaatsen in de tertiaire en quartaire sector
C A R T O G R A F I E : I VA N C A R D E N A S & J O R I S B EC K E R S
B R O N : K R U I S P U N T B A N K 2 0 1 1 C A R T O G R A F I E : J O R I S B EC K E R S & MICHIEL DE MEYERE
Daily Urban Systems op basis van alle Belgische pendelbewegingen B R O N : K R U I S P U N T B A N K 2 0 1 1 C ARTOGR AFIE: MICHIEL DE MEYERE
Maar vanaf de jaren 1990, en zeker na de eeuwwisseling, stelt de consument zich voor vele producten niet meer tevreden met het aanbod van deze massaproductie. Individuele voorkeuren en modetrends leggen de producenten een flexibele productiewijze op om te voldoen aan de vraag naar kleinere hoeveelheden en gepersonaliseerde producten. Externe schaalvoordelen in het algemeen, maar urbanisatievoordelen in het bijzonder, zijn belangrijk om het juiste product op het juiste moment aan de juiste doelgroep aan te bieden. Het gaat vaak om bedrijven in de dienstensector, maar ook steeds meer om vernieuwde ambachtelijke bedrijvigheid. Ook creatieve en disruptieve economie zijn vormen van productie en consumptie die binnen het label van deze flexibele economie vallen. Een locatie in een (groot) stedelijke agglomeratie vlakbij de consument is dan noodzakelijk. Brengt dit ons terug bij de middeleeuwse stad?
6|
Van stad naar stedelijke agglomeratie Onze middeleeuwse stad is niet meer, tenzij misschien als toeristisch product. Wanneer we het hebben over agglomeratie en haar economische voordelen – en nadelen –, dan spelen die zich af in een veel groter gebied dan de middeleeuwse stad. De groei naar onze Belgische stadsgewesten is al vaak beschreven, maar daarbij had men altijd meer aandacht voor de ruimtelijke patronen van de bewoners dan voor de bedrijven. Bij het begin van de industriële revolutie tekenden onze steden zich ten opzichte van het ommeland af door een vrij scherpe
taalbare prijzen nieuwe gebieden ontsloten, zette de stedelijke expansie zich verder door, maar in de eerste plaats voor het wonen. Dit gebeurde vooral via de aanleg van aaneengesloten rijwoningen en in mindere mate door tuinwijken en de eerste villaverkavelingen.
begrenzing, dikwijls middeleeuwse wallen. Deze scheiding werd functioneel versterkt door de heffing van stedelijke tollen op producten die men buiten de stad maakte maar binnen de stad op de markt aanbood. Dit leidde tot een geweldig verdichtingsproces in de binnenstad. Voor ateliers, fabrieken en arbeidershuisvesting werden nieuwe straten getrokken en binnentuinen volgebouwd. Even buiten de historische kern vormden de eerste, vaak sterk vervuilende fabrieken verstrengeld met arbeidershuisvesting, een mistroostig nieuw stadsdeel. Tot vandaag maken deze vroeg-industriële wijken deel uit van een meestal onaantrekkelijk stuk stad. Omwille van de goedkope vastgoedprijzen, vinden we er nu groeikiemen van een nieuwe, door creativiteit gekenmerkte economie. De beste stukjes, vaak in oude havengebieden, kennen nu een tweede leven, maar eerder als woning of café dan als bedrijf of winkel. Pas vanaf 1860, toen in België de stadstol werd afgeschaft en de meeste stadswallen bijgevolg werden geslecht, ging de stedelijke bebouwing zich meer buiten de binnenstad ontwikkelen, weliswaar met eenzelfde bebouwingsdichtheid. De oorspronkelijke afwezigheid en vervolgens de hoge prijs van gemeenschappelijk vervoer zorgden er mede voor dat dit patroon zich voortzette tot de Eerste Wereldoorlog. Voor de meeste bewoners betekende dit dat de afstand tussen werkplaats en woning niet te groot mocht worden. Naarmate de tramlijnen tegen meer be-
Het is vooral vanaf de eerste helft van de twintigste eeuw dat grootschalige industriële complexen zich in de stadsrand vestigen. Ook de havengebieden maken zich dan langzaam los van de historische binnensteden. Sommige van deze locaties zijn nu verlaten door faillissement of verhuis van de bedrijvigheid; hergebruik van de gebouwen blijkt vaak erg moeilijk omdat ze werden gebouwd voor een specifieke activiteit. Deze locaties presenteren zich nu vaak als brownfields (en zelfs blackfields), met heel wat opportuniteiten omwille van de nabijheid van de stedelijke centra, maar met zeer hoge ontwikkelingskosten – kosten die om vastgoedontwikkelingen met hoge opbrengsten vragen. Daarom krijgen kantoor-, winkel- of woonprojecten vaak de voorkeur boven nieuwe industriële bedrijvigheid. Na de Tweede Wereldoorlog beginnen de agglomeratienadelen zwaarder door te wegen dan de -voordelen. Dat is vooral het geval voor de grootschalige maakindustrie, waarvoor de interne schaalvoordelen het belangrijkst zijn, maar ook voor sommige grootschalige tertiaire activiteiten zoals supermarkten, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen. Dit betekent echter niet dat er veel economische leegstand komt in de stad: de economie blijft groeien en heeft steeds meer ruimte nodig. Vooral de tertiaire sector blijft profiteren van agglomeratievoordelen; in de jaren 1960 wordt de stad ingericht voor deze nieuwe economie, met kantoorwijken en plaats voor vlot autoverkeer. De individuele automobiliteit ondersteunt de massale suburbanisatie van de middenklasse, wonen en werken worden gescheiden, de daily urban systems spreiden zich over een steeds groter gebied uit.
tussen voedingswinkels en bewoning negatief is. Dit betekent dat de locaties van voedingswinkels en bevolking ruimtelijk gescheiden zijn, een omkering dus van wat Christaller ons leerde over drempelwaarde en reikwijdte. Niet alleen consumptie en bevolking, maar ook consumptie en productie spelen zich dus af in gescheiden werelden, met enorme transportstromen van zowel personen als goederen tot gevolg. De term ‘uitgeholde stad’ was in de jaren 1980 zeker op zijn plaats: de moderne productie en de koopkrachtige consument hadden de stad verlaten. Het resultaat is een uitgespreide agglomeratie, waarvan het ruimtelijk patroon sterk verschilt van de compacte middeleeuwse stad.
Ruimtelijke planning voor een nieuwe economie? Momenteel is onze ruimtelijke ordening nog de neerslag van een manier van produceren en consumeren die resulteerde uit een producer-driven economie. Het wordt nu hoogtijd om na te denken over hoe we voor onze consumer-driven economie een nieuwe laag kunnen creëren. Kenmerken van de nieuwe organisatie van de economie zijn o.a. kleinere productie-eenheden van zowel ateliers als kantoren, zeer frequente en fijne transportstromen, snelle leveringstijden, snel veranderende vraag, fluctuerende samenwerkingsverbanden, hoge eisen inzake internationale bereikbaarheid, robuuste ICT-systemen, het delen van productiefactoren. Er zal dus een multidimensionele aanpak nodig zijn bij het plannen van de ruimte voor deze nieuwe vormen. De Werelddag van de Stedenbouw 2015 biedt vier grote thema’s die elk inspiratie bieden voor de manier waarop we in de nabije toekomst ruimte kunnen maken voor nieuwe economie: Ruimtelijke verweving van productie- en andere functies Duurzame ruimte voor ondernemen ■ Retail en ruimte ■ Incubatoren, spillovers & the next economy ■
Ook de detailhandel volgt deze koopkrachtige bevolking – eerst de voedingswarenhuizen, later andere supermarkten. Uit recent eigen onderzoek blijkt dat in Vlaanderen de relatie
■
|7
Buda-eiland Kortrijk
Voor ondernemers met creatieve goesting
Kortrijk is met zijn regio een belangrijk economisch centrum in Vlaanderen. Maar ook een stad en regio waar kunstenaars, ontwerpers en ondernemers het goed met elkaar kunnen vinden. Het sterke industriële weefsel in de regio dankt zijn succes aan slimme ondernemers en creatieve oplossingen op het kruispunt van productie en design. Het is geen toeval dat hier de Biënnale Interieur plaatsvindt of dat Flanders InShape, de Vlaamse competentiepool voor productontwikkeling en design, hier zijn thuisbasis heeft.
Creativiteit is ook het devies waarmee het Kortrijkse stadsbestuur en Intercommunale Leiedal een reeks ingrijpende infrastructuurwerken aan de Leie aangrepen als een stadsvernieuwingsproject met de blik op de toekomst. De herontwikkeling van het Budaeiland bekleedde daarin een centrale rol. Het was de Italiaanse stedenbouwkundige Bernardo Secchi die het gebied tussen twee Leie-armen als een plek voor artistieke creatie inkleurde en het Buda-eiland zijn nieuwe bestemming gaf. Met de steun van de Vlaamse overheid, Europese Unie, publieke instellingen en private partners werd het Buda-eiland getransformeerd tot een belangrijke culturele hub in de stad, met de Budascoop en de Budatoren als arthouse bioscoop en creatieve pleisterplaats voor internationale podiumkunstenaars. De Budafabriek in de voormalige textielfabriek Desmet-Dejaeghere is het sluitstuk van dit transformatieproces. Samen met partners uit diverse sectoren ging het Kortrijkse stadsbestuur, samen met Intercommunale Leiedal, op zoek naar een nieuwe bestemming die aansloot bij het unieke DNA van de stad. Het gebouw werd gerenoveerd door het architectenbureau 51N4E.
8|
De Budafabriek is de stadsfabriek van de toekomst, waar een vruchtbare samenwerking tussen mensen uit verschillende disciplines leidt tot spannende, innovatieve projecten. De grondstof is de community, een creatieve rondetafel voor mensen met ondernemingszin: ondernemers, kunstenaars, wetenschappers, studenten, actieve burgers,… noem maar op. Wat hen bindt, is de goesting om mee in de pool te stappen en elkaars projecten te verrijken. Wederkerigheid is daarbij het sleutelwoord: ieder moet op zijn domein sterker worden. Wie zich in dit profiel herkent, is in de Budafabriek aan het juiste adres: www.buda-eiland.be. Het is geen co-workingspace in de klassieke zin van het woord, maar een economisch-artistiek platform voor samenwerking en verbinding. Een batterij aan instrumenten staat klaar om de wildste ideeën vorm te geven:
een 3D-printer, een lasercutter, een thermoformachine, een CNCfrees… En daarrond? Vooral veel open ruimte! Voor productpresentaties, lezingen, tentoonstellingen en evenementen.
VOOR ONDERNEMERS MET CREATIEVE GOESTING S TA D/G E M E E N T E Kortrijk ADRES Dam2a P R O G R A M M A Publieke infrastructuur
Publieke werkplek
|
(indien van toepassing bij bv. reconversie): Textielnijverheid
VO O R M A L I G E F U N C T I E /B E S T E M M I N G
OPDR ACHTGE VER Stad Kortrijk PA R T N E R S Stad Kortrijk
| AGB Buda | Kunstencentrum Buda | Designregio Kortrijk | Leiedal | Broelmuseum Kortrijk | Flanders in Shape | Howest | Woon & Zorg Heilig Hart
O N T W E R P/A R C H I T E C T ( E N ) 51N4E R E A L I S AT I E DAT U M 2012
|9
Meer dan een nieuw kleedje
TIO3 Ronse
Op 3 december 2011 opende TIO3, een uniek textiel-, bedrijven- & eventcentrum. De herbestemming van een gebouw uit 1950 sluit naadloos aan bij de ambitie van de stad Ronse om zinvol om te springen met de beschikbare ruimte in de stad.
TIO3, een indrukwekkend project Het voormalig ziekenhuis werd gestript tot op de ruwbouw en kreeg een isolerende tweede huid in textiel. Door deze textielgevel, een primeur voor ons land, wordt er niet alleen verwezen naar de nieuwe functie van het gebouw, maar ook ingespeeld op de eisen inzake performante zonnewering en energie-efficiëntie. Dankzij de textielgevel ontstaat er een uitgebalanceerd binnenklimaat, wat zich vertaalt in een lagere koel- en verwarmingslast. Tijdens de zomer wordt de warme lucht langs boven afgevoerd en ververst met koele lucht langs onderen. Tijdens de winter treedt het doek op als isolator. Het totale effect is dat er minder energie nodig is om te verwarmen of te koelen. Het feit dat Europa EFRO-steun toekende aan het project TIO3 is een teken van vertrouwen. Door de campus te verbouwen tot een centrum waar ondernemerschap, tewerkstelling, innovatie en opleiding een gezamenlijke plek vinden, hoopt de stad een impuls te geven aan de regionale ontwikkeling van Ronse en haar omgeving.
MEER DAN EEN NIEUW KLEEDJE
S TA D/G E M E E N T E Ronse
ADRES
PROGR AMMA
Oscar Delghuststraat 60, 9600 Ronse Business center, Event locatie, Textiel Innovatie Centrum
VO O R M A L I G E F U N C T I E /B E S T E M M I N G
Ziekenhuis
OPDR ACHTGE VER
PA R T N E R S
O N T W E R P/A R C H I T E C T ( E N )
Stad Ronse Gesteund door Stad Ronse, Provincie Oost-Vlaanderen & Europa Abscis architecten
R E A L I S AT I E DAT U M 2011
Inspireren, experimenteren, organiseren, ondernemen
10 |
Het Textiel Innovatie Centrum biedt inspiratie, ruimte tot experiment en ondersteuning bij het ondernemen. TIO3 wil inspireren door ingenieurs, ambachtslui, designers, ontwerpers, kunstenaars en studenten in contact te brengen met textiel en zijn laatste nieuwe ontwikkelingen. TIO3 beschikt over een Fab(ric) Lab, een ruimte die bedoeld is om te experimenteren met bestaande en vernieuwende technologieën op vlak van textiel. TIO3 vindt het ook belangrijk ondernemen te stimuleren en te werken naar een economisch eindresultaat. Samen met het Textiel Incubatie Centrum (TIC) ondersteunt en begeleidt TIO3 groeiende en innoverende ondernemers. Het Business Center en de Event locatie bestaan uit kantoren, seminarieruimte, auditorium, foyer, expositieruimten en bistro. Een droomlocatie voor inspirerende vergaderingen en evenementen. Het TIO3 Business Center stelt bedrijfsruimtes ter beschikking, als platform voor lokale en startende ondernemers.
| 11
T 055 21 80 07 - www.TIO3.be
KAAI 17 Halle
U-turn van een vervallen fabriekssite
Futurn kiest ervoor om te werken met bestemde gronden eerder dan greenfields te gaan herbestemmen. Herwaarderen betekent ook het hanteren van de hedendaagse technische en operationele standaarden en normen. Langs de Felix Roggemanskaai in Buizingen (Halle) herontwikkelt Futurn volgens deze filosofie de oude bedrijfssite van RAP tot een multifunctioneel bedrijvenpark voor KMO’s. KAAI 17 is voor Futurn één van de talrijke projecten waarvoor de optimale ligging op enkele minuten van de Brusselse ring en het centrum van Halle, naast het concept en de aanpak, sleutelelementen zijn tot succes.
Naar aanleiding van deze unieke transformatie organiseerde Futurn, samen met CC ’t Vondel, een succesvolle kunsttentoonstelling in het oude bedrijfspand, dat focuste op het thema ‘vergankelijkheid’. Drie dagen lang gaven meer dan 20 lokale kunstenaars het beste van zichzelf waarna het pand werd afgebroken en symbolisch de kunstwerken met de afbraak verdwenen. Een mooi voorbeeld van hoe een periode van leegstand tot afbraak op een originele en positieve manier kan worden overbrugd door en voor de lokale bevolking. KAAI 17 wordt een stijlvol en duurzaam park voor KMO-bedrijven en is opgedeeld in 21 KMO-units en 1 kopgebouw met showroom en kantoren. De oppervlaktes starten al vanaf 180 m² en kunnen worden gebruikt voor zowel opslag, productie als showroom. Klassieke kenmerken van de Futurn KMOparken zijn: Respecteren van de strengste normering qua brandklasse & EPB-regelgeving ■ Aandacht voor een kwalitatieve architectuur ■ Kwaliteit van de omgevingsaanleg, die door een professionele syndicus wordt onderhouden ■ Gebruik van veel daglicht en lichtkleurige materialen waardoor er minder kunstlicht nodig is en dus een lager energieverbruik ■ De dakstructuur is voorzien om PV-installaties op te plaatsen ■ Alle units zijn goed bereikbaar, toegankelijk en hebben parking voor de deur ■ Voorziening van groen- en waterbuffering ■ Optimaal bodemgebruik met hoge bebouwingsfactor en tewerkstelling
U-TURN VAN EEN VERVALLEN FABRIEKSSITE
S TA D/G E M E E N T E Buizingen A D R E S Felix
P R O G R A M M A Fabriek
wordt multifunctioneel KMO-park ‘KAAI 17’
V O O R M A L I G E
F U N C T I E /B E S T E M M I N G
Metaalbehandeling
O P D R A C H T G E V E R Futurn
nv
PA R T N E R S
O N T W E R P/A R C H I T E C T FCM
(Halle)
Roggemanskaai 17
Architects
R E A L I S AT I E DAT U M 2016
■
12 |
KAAI 17 is het resultaat van een geslaagde herbestemming en creëert op haar eigen unieke manier een nieuwe thuis voor elk van de aanwezige bedrijven. Meer info: www.futurn.com
| 13
Slim Turnhout
Verweving van economie en wonen via slimme financieringsmechanismen
Omvangrijke gebiedsontwikkelingen vormen voor lokale besturen dikwijls een hele uitdaging. Door de complexiteit en grootschaligheid ervan, beschikken zij vaak niet over voldoende financiële middelen of ervaring om zulke ‘once in a lifetime’-projecten tot een goed einde te brengen.
Het vastgoedteam van de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV is gespecialiseerd in het opzetten van publiek-private samenwerkingsverbanden met lokale besturen en stelt economische, technische en juridische expertise ter beschikking voor gebiedsontwikkelings- en stadsvernieuwingsprojecten met een maatschappelijke meerwaarde.
VERWEVING VAN ECONOMIE EN WONEN VIA SLIMME FINANCIERINGSMECHANISMEN S TA D Turnhout
De aanpak van PMV wordt sterk geïllustreerd in het project Slim Turnhout. 7,8 hectare verlaten bedrijventerrein in hartje Turnhout vormt PMV, in samenwerking met de stad Turnhout en projectontwikkelaar ION om tot een multifunctionele, levendige wijk. De toplocatie - vlak bij het station, de nieuwe jachthaven, het cultureel centrum de Warande, de winkelstraten, etc. – omvat de bouw van bijna 90.000 m² woningen, kantoren, retail, horeca en publieke functies. Bijzondere aandacht gaat naar nieuw aan te leggen openbaar domein van meer dan 20.000 m² met een speelpleintje en veel groen. Het wordt ook een autoluwe omgeving met vooral ondergrondse parkeerruimte.
14 |
Het masterplan voorziet in de ontwikkeling van een 600-tal woongelegenheden in verschillende vormen (woningen met tuin, appartementen (kleine, middelgrote en grote), studentenkamers …). Ongeveer 25% van de buurt wordt gereserveerd voor economische functies, waaronder kantoren voor bedrijven en innovatieve organisaties actief in de zorgsector. Slim Turnhout wordt immers ingezet als experimenteerruimte voor een veranderende zorgmaatschappij, en streeft ernaar om als eerste in Vlaanderen via sociale innovatie te komen tot een zorgzame woonomgeving voor de bewoners. In Slim Turnhout komt ook het eerste warmtenet van de Kempen dat de wijk van energie zal voorzien. De verweving van wonen en werken, zorg en diensten vraagt vaak om gespecialiseerde financieringsmechanismen, waar PMV – gezien haar specifieke rol binnen het Vlaamse investeringslandschap – een bijzondere expertise kan voor inbrengen. PMV werkt hiervoor zelf financieringsoplossingen uit of treedt op als financier met aandelenkapitaal en/of leningen. Voor Slim Turhout zette PMV een grondenbank op gekoppeld aan een projectvennootschap. PMV stelde tevens risicokapitaal ter beschikking aan de projectvennootschap.
A D R E S Diksmuidestraat/
Guldensporenlei/ Bareelstraat
PROGR AMMA
600 woningen, residentiële zorgomgeving, 25.000 m² economische activiteiten en publieke functies
PA R T N E R S S TA D Stad
Turnhout, ION, VITO, Thomas Moore Hogeschool
ARCHITECTE N
R E A L I S AT I E DAT U M
B-Architecten en Bureau B+B (Masterplan); Polo Architects (fase 1) 2015 -2025
| 15
Handelscentrum
Houthalen-Helchteren
Van detailhandel tot integrale gebiedsontwikkeling
De bouw van een nieuw administratief centrum (NAC) in Houthalen-Helchteren vormde de aanleiding voor een masterplan dat een goede verweving van wonen, werken, handel en dienstverlening in de dorpskern mogelijk zou maken. Sinds 2011 staat CityD als opdrachthouder van het centrummanagement in voor een zorgvuldige afstemming van verschillende ontwikkelingen. Hiervoor werd een strategisch-commercieel plan geactualiseerd, met duidelijke afspraken over de kansen en ambities voor de detailhandel in het commercieel centrum. Aan beide kanten van de N74 – in Limburg genoegzaam bekend als de Noord-Zuid – worden belangrijke ontwikkelingen voorzien die op elkaar moeten worden afgestemd indien de al lang geplande omleidingsweg voor de N74 ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De komende jaren zal door herlocalisatie, verdichting en uitbreiding 15.000m² aan winkelvloeroppervlakte bijkomen. Het voormalig gemeentehuis maakt plaats voor een integrale gebiedsontwikkeling met nieuwe handelsruimte, appartementen en een publieke ondergrondse parking. Voorts wordt het huidige Cuppensplein doorgetrokken naar de overkant van de Grote Baan/N74 en wordt de verblijfskwaliteit van het openbaar domein versterkt. De omgeving van het nieuwe gemeentehuis zal een bronfunctie vervullen voor het centrum gezien de korte afstand tot de handelskern en zal bijgevolg de Pastorijstraat opwaarderen tot een belangrijke commerciële verbindingsas tussen het NAC en de centrumstraten.
16 |
Voor het Cuppensplein en omgeving wordt in eerste instantie een masterplan opgesteld, dat door alle eigenaars a rato van hun eigendomspositie betaald wordt. De eigenaars hebben voor de aanbestedingsprocedure voor dit masterplan samen het bestek opgesteld, de selectie georganiseerd en zijn in gezamenlijk overleg tot gunning overgegaan. Een groep eigenaars zit in een regiegroep, de overige bemannen de stuurgroep die de voortgang van dit proces bewaakt. Het masterplan moet aangeven hoe het project stedenbouwkundig, programmatorisch, financieel, conceptueel en chronologisch best wordt aangepakt. Een haalbaarheidsoefening over de hele lijn dus. Aan de andere kant van de N74 komt er een grootschalige ontwikkeling over een gebied van meer dan 6 ha. Meest opvallende onderdeel vandaag zijn het verlaten gemeentehuis en politiegebouw, die vandaag hun onderdak hebben elders in het nieuwe NAC. 70% van de eigendomsposities hebben zich verenigd voor de aanvraag van een brownfieldconvenant. Er is gekozen voor deze aanpak omdat er nog 30% aan zeer
versnipperde eigendommen overblijven. Ook AWV heeft dit brownfieldconvenant ondertekend gezien de impact van de N74 of de herinrichting ervan voor het hele project.
VAN DETAILHANDEL TOT INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING S TA D/G E M E E N T E Houthalen-Helchteren A D R E S N74 PROGR AMMA
Openbaar domein, handel, diensten, wonen,
VO O R M A L I G E F U N C T I E /B E S T E M M I N G
oud gemeentehuis, parkeerplein
O P D R A C H T G E V E R Gemeentebestuur
Houthalen-Helchteren en eigenaars
PA R T N E R S
Eigenaars, Group GL, Groep Houben
O N T W E R P/A R C H I T E C T ( E N )
Nog te bepalen
R E A L I S AT I E DAT U M
vanaf 2017
| 17
www.cityd.be
foto's: Gerard Vanrafelgem
programma
Zaal Louis d'Or - 2de verdieping Zaal Stuiver - 2de verdieping Zaal Dukaat - 2de verdieping Zaal Daalder - 1e verdieping Zaal Florijn - 1e verdieping
09.30
Verwelkoming
09.30
Zaal Dubbeltje - gelijkvloers
door de heer Wout Maddens, schepen voor Ruimtelijke Ordening van de stad Kortrijk en toelichting thema werelddag door dagvoorzitter prof. Ann Verhetsel (UA)
10.15
1
Ruimtelijke verweving van productie en andere functies
Kortrijk. Broedgebied voor creatieve vogels
2
Duurzame ruimte voor ondernemen
Ruimte voor bedrijventerreinen in Limburg
3
Retail en ruimte
Van coach tot retailpass
4
Incubatoren, spillovers & the next economy 10.15
Workshop budalab Kortrijk
Spin-off & the city
11.15
11.15
Zeus. Deus ex machina voor de Brusselse kanaalzone?
Excursie paarse sproeten (Tot 12.30)
Een kwestie van kwaliteit (ideeënboek kwalitatieve bedrijfsruimte)
Kweken, zaaien en beleven: leegstand anders aanpakken
Retail in gebieds ontwikkeling
Van agglomeratiekracht naar netwerkkracht
12.00
12.00
LUNCH
LUNCH
LUNCH
LUNCH
13.00
13.00
LUNCH
LUNCH
Baanwinkels of kernversterking?
Workshop budalab Kortrijk
13.45
13.45
Lille in transfomatie: Fives Cail Babcock & Euratec Lille 14.45
‘Spazio’ voor bedrijven
Functieverweving op oude textielsite
Moeilijk maar niet onmogelijk (intergemeentelijke samenwerking)
Jungle book. Herwaardering bedrijfsvastgoed
Excursie Hoogwaardig bedrijvenpark Evolis
Een metropolitane blik op economie en ruimte
15.30
Duurzame stadslogistiek
Start-up. Wat kan de stad bieden aan ondernemers? 14.45
Little arithmetics
Budafabriek inspireert creatievelingen in de wijk Overleie 15.30
Conclusies
door Patrick Lootens (POLO Architects), Dirk Cleiren (Pom Antwerpen), Peter Cabus (Ruimte Vlaanderen) en dagvoorzitter Ann Verhetsel (UA) 16:15
16.30
Slotwoord
door Koen Byttebier, voorzitter Intercommunale Leiedal en Sylvie Van Damme, voorzitter VRP 16.30
17.30
Receptie en uitreiking vrp-afstudeerprijs 2015 17.30
Einde
themasessies 1
ruimtelijke verweving van productie en andere functies hoe verweven we economische en residentiële functies zodat de economische leefbaarheid én een verhoogde levenskwaliteit gegarandeerd worden? Hoe transformeren we 20ste-eeuwse industriële zones, die volgens de logica van een functionele zonering werden ontwikkeld, tot levendige wijken waar productie en andere stedelijke functies harmonieus samengaan? 10 . 1 5 u
Paarse sproeten EXCURSIE O.L.V. BRAM TACK (IC LEIEDAL)
In het ondernemende Zuid-West-Vlaanderen zijn grote bedrijven, KMO’s en kleine ondernemers voornamelijk gevestigd in de bebouwde (woon)omgeving en de open ruimte. Paarse sproeten op de kaart. Amper 14 % van de West-Vlaamse bedrijven is gevestigd in industriegebied of in een ambachtelijke zone. Definities, concepten en richtlijnen uit de stedenbouwkundige regelgeving lijken niet overeen te stemmen met de behoeften en vragen van bedrijven. Intercommunale Leiedal liet een juridischstedenbouwkundig onderzoek voeren naar de toekomst van de paarse bestemmingszones om tot een heldere ruimtelijk-economische hoofdstructuur voor Zuid-WestVlaanderen te komen. 10 . 1 5 u
Kortrijk: broedgebied voor creatieve vogels
met recreatie, onderwijs, ruimte voor jongeren en economie. De stad wil van Kortrijk Weide een broedplaats maken voor digitale technologieën en hoopt hiermee starters, cross-overs van de traditionele maakindustrie, creatieve bedrijven en onderwijs een boost te geven. De campus moet een groot experimenteer- en testlab worden voor de regionale economische transitie. 11 . 1 5 u
Zeus. Deus ex machina voor de Brusselse kanaalzone? PRESENTATIE SARAH DE BOECK (COSMOPOLIS, VUB)
Bedrijven in en rond de Brusselse Kanaalzone die inspanningen doen om buurtbewoners aan te werven, kunnen in het kader van het zogenaamde ZEUS-project - Zone van Economische Uitbouw in de Stad- fiscale en andere voordelen krijgen. Het betreft specifieke ondersteuning voor bedrijven in bepaalde wijken rond de Kanaalzone waar de sociaal-economische situatie niet gunstig is.
13.45 u
Lille in transformatie: Fives Cail Babcock & Euratec Lille PRESENTATIE JOACHIM DECLERCK (ARCHITECTURE WORKROOM BRUSSELS)
Door het wegkwijnen van de ooit bijzonder bloeiende textielindustrie heerst(e) in de Noord-Franse stad Lille een sfeer van vergane glorie. Mede onder impuls van de komst van de hogesnelheidstrein heeft de stad een tweede adem gevonden. Een belangrijk onderdeel van de stadsontwikkeling is de herbestemming van vrijgekomen bedrijventerreinen. Joachim De Clerck toont twee interessante plekken van transformatie: Fives-Cail Babcock en Euratec. Hij zoomt in op de ruimtelijke verweving van productie en andere functies en bespreekt met welke aspecten ontwerpers rekening moeten houden op moeilijk te ontwikkelen sites. 14.45 u
‘Spazio’ voor bedrijven
PRESENTATIE FRANS VAN DEN BOSSCHE (STAD KORTRIJK)
PRESENTATIE PETRA HOSTEAUX EN KATRIEN MOENS (VOKA OOST-VLAANDEREN)
Kortrijk zet volop in op creativiteit en innovatie. Door het opzetten van slimme samenwerkingen tussen bedrijven, onderwijs en de kunstsector wil de stad Kortrijk samen met diverse partners een interessante omgeving creëren voor creatievelingen. Niet alleen op Hoog Kortrijk komen initiatieven tot stand. Ook in de binnenstad wordt in het kader van stadsvernieuwing volop de kaart getrokken voor creativiteit en innovatie. De Budafabriek is hier een eerste voorbeeld van. De komende jaren wordt daarnaast volop ingezet op de Campus Kortrijk Weide. Op de plaats waar vroeger een goederenstation was gevestigd wordt geïnvesteerd in een nieuw, levendig, multifunctioneel stadsdeel
De provincie Oost-Vlaanderen heeft een nijpend tekort aan bedrijfsruimte en industriegrond. Meer bedrijventerreinen voorzien, is voor de meeste gemeenten geen optie. Enkele Oost-Vlaamse steden en gemeenten hebben hun medewerking toegezegd aan het project Spazio. Met dit project wil de Oost-Vlaamse Kamer van Koophandel (Voka) bijkomende huisvestingsruimte voor bedrijven zoeken, buiten bedrijventerreinen. Voka zoekt de oplossing in multifunctionele zones waar economische activiteit, wonen en/of handel samengaan. Voka zal de lokale besturen begeleiden bij het uitwerken van een coherent bedrijfshuisvestingsbeleid.
14.45 u
Functieverweving op oude textielsite PRESENTATIE IRIS VAN DEN ABBEEL (STAD GENT)
In de voormalige UCO-fabriek in de Gentse Bloemekenswijk werd vroeger textiel geproduceerd. Nu wordt de site omgevormd tot een bedrijventerrein voor sociale economie. Voorts worden er een recyclagepark, een opleidings- en tewerkstellingscentrum van het OCMW, maar ook een wijkpark en andere buurtfuncties ondergebracht. De herbestemming moet de dichtbevolkte Bloemenkenswijk wat meer zuurstof geven. De projecten op de voormalige textielsite maken deel uit van het vernieuwingsproject ‘Het Getouw’, een knipoog naar het textielverleden van de wijk, naar de projecten die ‘op touw’ gezet worden en naar de bedrijvigheid die er zal komen. Een moeilijke taak in deze herbestemming is het afstemmen van bedrijfsruimte op maat van de niet alledaagse partners.
themasessies
2
Duurzame ruimte voor ondernemen waar kiezen we voor duidelijk afgebakende economische/productieve activiteiten? Hoe kunnen oude bedrijfsgebouwen ruimte bieden aan nieuwe ondernemingen? Hoe stimuleren we ontwikkelaars om brownfields te converteren tot nieuwe economische ruimten waarvan de opbrengst mogelijk lager ligt dan bij residentiële complexen? Welke rol speelt de overheid in het ter beschikking stellen van ruimte voor industriële productie? Hoe kan de openbare sector nieuwe economieën in de stad faciliteren zonder op een NIMBY-reactie te stoten? 10 . 1 5 u
13.00 u
13.45 u
Ruimte voor bedrijventerreinen in Limburg
Hoogwaardig bedrijvenpark Evolis
Jungle book: de herwaardering van bedrijfsvastgoed
PRESENTATIE LIEN POELMANS (VITO)
EXCURSIE O.L.V. STIJN VANNIEUWENBORG (IC LEIEDAL)
PRESENTATIE GUNTHER BIDDELO (FUTURN)
In uitvoering van het ‘Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat’ (SALK) - een economisch herstelplan voor de provincie Limburg na de sluiting van Ford Genk - onderzoekt het provinciebestuur van Limburg hoe het meer dan 280 ha aan bijkomende bedrijventerreinen kan inplannen. De ruimte wordt eerst en vooral gezocht binnen de kleinstedelijke gebieden en de economische knooppunten. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) ontwikkelde een geavanceerd computermodel dat toelaat te onderzoeken welke percelen in aanmerking komen.
Evolis in Kortrijk is een referentieproject wat betreft de aanleg, de inrichting en het beheer van bedrijventerreinen. Ruimtelijke kwaliteit stond voorop toen het bedrijventerrein, dat nauwkeurig werd geïntegreerd in het stedelijk weefsel, werd aangeplant. Met een doorgedreven parkmanagement wil Intercommunale Leiedal de kwaliteit ook op lange termijn garanderen. Eind 2006 werd Evolis door de Vlaamse regering verkozen als Topproject. Met de toekenning van deze titel wilde toenmalig Vlaams minister van Economie Fientje Moerman bedrijventerreinen aanzetten om meer rekening te houden met ecologie, leefbaarheid en duurzame ontwikkeling.
Projectontwikkelaar Futurn is gespecialiseerd in het herwaarderen van onderbenutte sites tot nieuwe ruimtes voor bedrijven. Futurn zoekt verlaten bedrijfspanden en tracht die op een duurzame, kwalitatieve manier te herontwikkelen tot multifunctionele bedrijvenparken. Het businessmodel streeft daarbij naar win-wins voor alle stakeholders: verkopers, gebruikers, overheden en maatschappij. Futurn licht toe hoe zij - in de jungle van gezond verstand, stedenbouwkundige en administratieve regelgeving en economische logica – te werk gaan. Welke lessen kunnen wij hieruit trekken? Wat zijn de aanbevelingen voor de toekomst?
13.45 u
14.45 u
Moeilijk maar niet onmogelijk
Een metropolitane blik op economie en ruimte
11 . 1 5 u
Een kwestie van kwaliteit PANELGESPREK JAN SCHREURS (KULEUVEN), ERIK GRIETENS (BBL), STEVEN HOORNAERT (IC LEIEDAL), JAN ZAMAN (RUIMTE VLAANDEREN)
’Kwaliteit’ en ‘duurzaamheid’ zijn begrippen die moeilijk te definiëren zijn. In het ‘Ideeënboek Kwalitatieve bedrijventerreinen’ (2009, RWO) wordt ingegaan op het definiëren van ruimtelijk relevante kwaliteitsdoelstellingen en het herkennen en vertalen naar concrete maatregelen voor de stedenbouwkundige inrichting. Worden deze ideeën daadwerkelijk opgepikt in de praktijk? Wat wel, wat niet? Is het Ideeënboek nog steeds relevant/actueel? Welke aspecten werden over het hoofd gezien? In welke mate kan een publicatie het verschil maken? Wat hebben we nodig om in Vlaanderen tot de realisatie te komen van meer kwalitatieve bedrijventerreinen?
PRESENTATIE JOHAN PROOT (WVI) & DIETER HOET (RESOC WESTHOEK)
Hoe realiseer je intergemeentelijke bedrijventerreinen? Een moeilijke, maar niet onmogelijke evenwichtsoefening die op dit moment wordt gemaakt door de WestVlaamse Intercommunale (WVI) en enkele gemeenten in de Westhoek. Ze werken samen aan een kader voor de ontwikkeling en het beheer van intergemeentelijke bedrijventerreinen. Welke extra functies kunnen ontwikkeld worden als gemeenten samenwerken op gezamenlijk terrein? Welke financieel-organisatorische afspraken maak je? Kan gemeente X inspraak hebben op de ontwikkeling in gemeente Y? Wat zijn wettelijke of reglementaire obstakels?
WORKSHOP MET JAAP MODDER (BRAINVILLE) EN JORIS SCHEERS (VOORZITTER EUROPEAN COUNCIL OF SPATIAL PLANNERS - ECTP)
Hoe moeten de Lage Landen zich ruimtelijk organiseren als antwoord op internationale economische ontwikkelingen? Wat moeten Vlaanderen en Nederland doen om te kunnen blijven concurreren op het wereldtoneel? Wat kan het metropolitane betekenen voor (deelregio’s van) Vlaanderen of Nederland? Welke samenhang, welke samenwerking, welke complementariteit en welke concurrentie zijn nodig? Deze Vlaams-Nederlandse workshop kleurt letterlijk en figuurlijk buiten de lijnen.
3
Retail en ruimte wat moeten kleinere gemeenten doen om een interessant (investerings) klimaat te creëren dat het dagelijks voorzieningenniveau op peil houdt? Kleine handelszaken in dorpskernen houden nauwelijks het hoofd boven water terwijl baanwinkels alleen maar toenemen - met ruimtelijke versnippering en mobiliteitsproblemen als gevolg. Hoe kunnen gemeenten afstappen van perifere economische ontwikkelingen en tegelijk de economische leefbaarheid van dorpswinkels opkrikken?
4
Incubatoren, spillovers & the next economy
Internationale tendensen voorspellen dat de maakindustrie terug naar de stad zal komen. Nieuwe types van productie moeten een brug slaan tussen kennis, digitale innovatie en productie in een circulaire economie die focust op korte ketens. Hoe zorgen steden ervoor dat deze industrie niet wegtrekt, maar in de stad blijft en een actief engagement aangaat met andere stedelijke dimensies? Hoe kunnen lokale besturen een versnelling hoger schakelen om zich aan te passen aan de volgende economie?
10 . 1 5 u
13.00 u
Van coach tot retailcompass
Baanwinkels of kernversterking?
PRESENTATIE GREET CASTERMANS (PROVINCIE ANTWERPEN)
PRESENTATIE JAN BOOTS (CITYD)
De provincie Antwerpen spoort haar gemeenten aan om het centrale handelsgebied te versterken en zet beleidsondersteunende expertise en middelen in om de lokale kleinhandelsstructuur te verbeteren. Steden en gemeenten kunnen op die manier een beroep doen op een coach of een ‘RetailCompass’. Greet Castermans licht deze instrumenten toe en gaat dieper in op de onderdelen van een adequaat (inter)gemeentelijk detailhandelsbeleid.
De Vlaamse Regering voert een actief aanbodbeleid voor ruimtebehoevende grootschalige detailhandel. Maar hoe geven we een dergelijk actief aanbodbeleid handen en voeten? Hoe verhouden nieuwe acties zich ten opzichte van bestaande baanwinkels? En hoe rijmen we dit met hetzelfde Vlaamse beleid rond kernversterking? Jan Boots van CityD onderzoekt hoe deze evoluties zich beleidsmatig en planologisch vertalen en stelt zich de vraag of de ‘Winkelnota’ wel voldoende tools biedt voor lokale besturen om hun visie beleidsmatig te verankeren.
RONDLEIDING IN HET BUDALAB
13.45 u
10 . 1 5 u
Duurzame stadslogistiek
Spin-off & the city
DEBAT MET TIJL DENDAL (DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN), MARC SCHEPERS (CITYDEPOT) EN DHL (OV). MODERATOR: WOUTER DEWULF (UNIVERSITEIT ANTWERPEN)
PRESENTATIE MICHAEL DE BLAUWE (KU LEUVEN RESEARCH & DEVELOPMENT)
11 . 1 5 u
Kweken, zaaien en beleven: leegstand anders aanpakken WORKSHOP MET MIA VANCOMPERNOLLE (UNIZO) EN LUCIEN HERIJGERS (STAD LIER)
Voor ondernemersorganisatie UNIZO is de aanpak van winkelleegstand een absolute topprioriteit. Een nieuwe focus op de invulling van lokale centra in de vorm van ‘bedrijvige kernen’ kan soelaas bieden. Dit zijn kernen die behalve handel ook belang hechten aan diensten, woongelegenheid en ‘beleving’. Gemeenten zijn vak inventief in het zoeken van maatregelen op maat, denken we maar aan de leegstandsubsidie in Blankenberge of initiatieven als ‘Kortrijk zaait’ en ‘Veurne kweekt’. Lier besteedt echter ook aandacht aan ruimtelijke ordening met een vooruitstrevende stedenbouwkundige verordening detailhandel.
Gemeenten moeten zorgen voor een goede bereikbaarheid van de voorzieningen en tegelijk waken over de omgevingskwaliteit. Er zijn het voorbije decennium heel wat maatregelen en proefprojecten ontwikkeld om logistieke activiteiten duurzamer te maken. Maar zijn er ook ruimtelijke maatregelen ontwikkeld inzake duurzame logistiek? Zijn stedelijke distributiecentra commercieel haalbaar en onder welke voorwaarden? Wat is de taak van de (lokale) overheid? Hoe kunnen private actoren samenwerken?
11 . 1 5 u
Retail in gebiedsontwikkeling: een vloek of een zegen?
14.45 u
PRESENTATIE WILLEM DE LAAT (VALUE PARTNERS)
WORKSHOP MET JEROEN CANT (UNIVERSITEIT ANTWERPEN)
Nieuwe detailhandelsprojecten hebben in het verleden meer dan eens gediend als aanjager of financier van grotere ruimtelijke ontwikkelingen. Op dit moment is er een sterke transformatie van de detailhandelssector gaande. Hierdoor blijkt een aantal detailhandelsprojecten uit het verleden niet alleen een ‘giftig geschenk’ te zijn geweest, maar wordt ook duidelijk dat nieuwe ontwikkelingen niet noodzakelijk een toegevoegde waarde hebben. Wat zijn dan de kansen voor binnensteden?
De Universiteit Antwerpen ontwikkelde een tool die toelaat sterke kernen snel en accuraat op te sporen. Deze tool zou een belangrijk beleidsinstrument kunnen zijn in de ruimtelijke organisatie van kernversterking - waarvan de Vlaamse overheid het belang benadrukt in de ‘Winkelnota’ en de ‘Winkelnota 2.0’. Tijdens deze interactieve sessie wordt de tool geïllustreerd op basis van concrete vragen van de deelnemers.
Little arithmetics
themasessies
10 . 1 5 e n 1 3 . 0 0 u
Workshop BUDA::lab BUDA::lab is een openbare werkplaats waar studenten, particulieren, bedrijven, scholen, ontwerpers, … terecht kunnen om dingen te maken, om workshops te volgen, te ontmoeten, geïnspireerd en uitgedaagd te worden. BUDA::lab stelt een aanbod van analoge en digitale machines ter beschikking voor een breed publiek en brengt mensen samen die expertise hebben in verschillende sectoren/disciplines om synergieën te laten ontstaan.
Spin-offbedrijven zorgen ervoor dat technologie en kennis vanuit universitair onderzoek commercieel worden verzilverd. De toegevoegde waarde van spin-offs in de Leuvense regio loopt in de honderden miljoenen en het aantal extra arbeidsplaatsen gaat richting 4.000. Michael De Blauwe gaat in op de ruimtelijke en sociaaleconomische basisvoorwaarden voor succesvolle spin-offs. Hoe gaat het ‘Tech Transfer Office’ (TTO) van de KU Leuven op zoek naar de ideale omgevingsfactoren voor specifieke sectoren? Waar vinden stadsontwikkeling en hoog technologisch ondernemerschap elkaar? En hoe draagt de universiteit bij aan de technologische ontwikkeling van gebieden buiten Leuven? 11 . 1 5 u
Van agglomeratiekracht naar netwerkkracht PRESENTATIE EVERT MEIJERS (TU DELFT)
Grote steden presteren economisch beter dan kleine. Maar hoe zit dat in Vlaanderen en Nederland waar geen echte grote steden zijn? Kiezen we er voor om één stad nog groter te laten worden? Of verbinden we middelgrote steden met elkaar zodat ze samen meer agglomeratiekracht bieden en als één grote stad presteren? Volgens Evert Meijers (TU Delft) is het geen kwestie van of, maar
van én: én steden laten groeien én zorgen dat ze goed zijn ingebed in (internationale) netwerken én regionale integratie tussen buursteden bevorderen. 13.45 u
Start-up. wat kan de stad bieden aan ondernemers? PRESENTATIE ELS DE LEEUW (STAD GENT)
De economie verandert razendsnel door technologische innovaties, maar verandert de ruimtelijke context mee? Steden kunnen maar best vooruitziend zijn. Daarom verkent Gent nu al hoe de stad in de 21ste eeuw een knooppunt kan blijven voor handel, economie en innovatie. Welke plekken moeten er gecreëerd worden voor de economie van de toekomst? Els De Leeuw legt uit hoe de stad Gent startende ondernemers - nu en in de toekomst - ruimte geeft om zich te ontwikkelen. 14.45 u
Budafabriek inspireert creatievelingen in de wijk Overleiep TOELICHTING KIM VERSCHUEREN (STAD KORTRIJK) EN FRANKY DEVOS (BUDAFABRIEK)
De Budafabriek op het Buda-eiland is de stadsfabriek van de toekomst, waar een vruchtbare samenwerking tussen mensen uit verschillende disciplines leidt tot spannende, innovatieve projecten. De grondstof is de community, een creatieve ronde tafel voor mensen met ondernemingszin: ondernemers, kunstenaars, wetenschappers, studenten, actieve burgers,… Wat hen bindt, is de goesting om mee in de pool te stappen en elkaars projecten te verrijken. Net aan de overkant van de Leie bevindt zich de stadswijk Overleie. Een wijk in transformatie met kansen voor creatief ondernemerschap. Met gerichte acties rond tijdelijke invulling en de organisatie van een ondernemerswedstrijd wordt hier volop op ingezet. Met het project ‘Kortrijk Zaait’ vormen leegstaande panden een unieke kans voor startende ondernemers.
sponsors vrp
Bestel online op www.diekeure.be en krijg 15% korting met promocode VRP15
De werking van de VRP en de publicatie van Ruimte zijn mogelijk dankzij volgende partners:
Maatschappelijk verantwoord vastgoed
partners vrp
Volgende partners ondersteunen de VRP. Voor meer informatie over het partnerschap kan u terecht op
[email protected].
AG Vespa Generaal Lemanstraat 55 2018 Antwerpen T 03 259 28 10 | F 03 259 28 11
[email protected] www.agvespa.be
Buur De Hoorn Sluisstraat 79 3000 Leuven T 016/89 85 50 | F 016/89 85 49
[email protected] | www.buur.be
Antea Group Roderveldlaan 1 | 2600 Antwerpen T 03/221 55 00 | F 03/221 55 01
[email protected] www.anteagroup.be
GEOSTED stedenbouw Riemsterweg 117 3742 Bilzen T. +3289515343 F. +3289515344
Geosted Riemsterweg 117 | 3742 Bilzen T 089/51 53 43 | 089/51 53 44
[email protected]
Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk | 056 24 16 16
[email protected] | www.leiedal.be
Gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen Havenhuis Entrepotkaai 1 | 2000 Antwerpen T 03/ 205 23 77 | F 03/ 205 23 29
[email protected] www.havenvanantwerpen.com
groep Van Roey Sint Lenaartsesteenweg 7 2310 Rijkevorsel T 03/340 17 11
[email protected] www.vanroey.pro
Havenbedrijf Gent John Kennedylaan 32 Haven 3000 A | 9042 Gent T 09/251 05 50 | F 09/251 54 06
[email protected] www.havengent.be
matexi nv Franklin Rooseveltlaan 180 8790 Waregem | T 056 62 74 00
[email protected] | www.matexi.be
Antwerp Management School Het Brantijser Sint-Jacobsmarkt 9-13 2000 Antwerpen 03 265 49 89
[email protected] www.antwerpmanagementschool.be
Stad Kortrijk Grote Markt 54 8500 Kortrijk T 1777 / F 056/27 70 09
[email protected] / www.kortrijk.be
Omgeving Uitbreidingstraat 390 2600 Berchem – Antwerpen T 03/448 22 72 | F 03/440 13 93
[email protected] | www.omgeving.be
Stad Gent T 09/210 10 10 | F 09/210 10 20
[email protected] | www.gent.be
BRUT Kiekenmarkt 33 | 1000 Brussel 02 450 99 00
[email protected] | www.brut-web.be
De Lijn Motstraat 20 | 2800 Mechelen www.delijn.be | 015 40 87 11
Blauwdruk Stedenbouw Karel De Preterlei 204 B-2140 Antwerpen tel +32 (0) 3 344 93 20 www.blauwdrukstedenbouw.be
Stadsontwikkeling Antwerpen Bezoekadres: Francis Wellesplein 1 | 2018 Antwerpen Postadres: Grote Markt 1 | 2000 Antwerpen T 03/221 13 33
[email protected] www.antwerpen.be
Stramien Broederminstraat 52 | 2018 Antwerpen T 03/248 54 02 | F 03/248 77 80
[email protected] | www.stramien.be
Auteur Veerle Follens (Conix RDBM advisors) Bestelcode 202 141 334 ISBN 978 90 4861 983 2 Prijs 29 euro
MINT nv Hendrik Consciencestraat 1B 2800 Mechelen T 015/56 04 20 | F 015/56 04 29
[email protected] – www.mintnv.be
stad Genk Stadsplein 1 | 3600 Genk T 089 65 36 00 | F 089 65 34 70
[email protected] | www.genk.be
Goed omgaan met gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en er bij winnen Common Ground Cogels Osylei 19 2600 Berchem (Zurenborg) 03/235.00.00
[email protected] www.common-ground.eu
Auteurs Jan Baelus en Guy Vloebergh Bestelcode 202 151 331 ISBN 978 90 4862 177 4 Prijs 29 euro Aboprijs 25 euro
d+a consult Meiboom 26 | 1500 Halle T 02 363 89 10 | F 02 363 89 11
[email protected] | www.daconsult.be
die Keure Kleine Pathoekeweg 3 8000 Brugge | T 050 / 47 12 72
[email protected] | www.diekeure.be
Het Belgische startuplandschap Auteur Omar Mohout Bestelcode 203 154 003 ISBN 978 90 4862 361 7 Prijs 25 euro
Gentse Kanaalzone Projectbureau Gentse Kanaalzone PAC Zuid | Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent | T 09 267 78 02
[email protected] www.gentsekanaalzone.be