IT’S IN THE BLOOD Er is veel veranderd sinds de eerste Land Rover in 1947 werd bedacht. Maar in 65 jaar van ontwikkeling, design en optimalisatie is één ding nooit veranderd: elke Land Rover is nog steeds een auto met karakter. landrover.nl
Min./max. gecombineerd verbruik: 5,0-8,7 l/100 km, resp. 20-11,5 km/l, CO2 -uitstoot resp. 129-199 g/km.
3 jaar fabrieksgarantie tot 100.000 km. Range Rover Evoque vanaf e 44.600 incl. BTW en BPM. Leaseprijs vanaf e 915 p.m. excl. BTW
(bron: Land Rover Financial Services, full operational lease, 48 mnd., 20.000 km/jr.). Prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Kijk voor meer informatie op www.landrover.nl
Ieder heeft zo zijn eigen wensen en ideeën als het om opruimen en ordenen gaat. Wij hebben het systeem dat daarbij past. bulthaup b3 voegt zich naar wat u wilt. Telkens weer.
www.bulthaup.com/interiorsystem
VOORWOORD
Mark Buitenhuis
Aan de top Het nieuwe nummer van PurSang ligt voor u, met daarin beelden uit onze nieuwe reclamecampagne met in de hoofdrol topontwerper Piet Hein Eek. De coverstory, waarin hockeyinternational en meervoudig Olympisch kampioen Teun de Nooijer in gesprek is met Paul Gerla, directeur van Kempen Capital Management, gaat over gedrevenheid, teamprestaties en topsportmentaliteit. De wil om resultaat neer te zetten zien we ook in de diverse verhalen van topondernemers die in dit magazine aan bod komen. Deze keer ontvangt u bij de PurSang een extra bijlage getiteld ‘Vermogen in Nederland’, een onderzoek onder Nederlandse miljonairs. Met trots presenteer ik u dit rapport. In samenwerking met het CBS en onderzoeksbureau Gfk heeft Van Lanschot, als bank voor vermogende relaties, dit unieke rapport over miljonairs in Nederland opgesteld. Met het rapport willen we graag onze kennis en inzichten over de Nederlandse miljonair delen en mede aan de hand van onze eigen ervaring en expertise nadere duiding geven over deze interessante, maar voor velen relatief onbekende groep. In dit nummer ook aandacht voor onze solide positie, in deze woelige tijden een belangrijk aandachtspunt voor u en ons als bank. Cliënten en de markt verlangen dat banken hun soliditeit aantonen in de vorm van hoge kapitaalratio’s. Doordat we al een aantal jaren bewust sturen op de nieuwe internationale kapitaalsen liquiditeitseisen van Basel III, voldoet Van Lanschot nu al aan de eisen die gelden vanaf 2018. In het artikel op pagina 14 leest u meer over dit onderwerp. Kortom, weer een PurSang boordevol interessante verhalen over onze cliënten, gedrevenheid en soliditeit. We wensen u veel leesplezier met beide magazines. Mark Buitenhuis Voorzitter Directie Private & Business Banking
PurSang 3|2012 5
INHOUDSOPGAVE
PurSang 3|2012 7
8 PurSang 3|2012
IN THE PICTURE
IN THE PICTURE
PurSang 3|2012 9
Verkiezingen in de VS
Obama of Romney, wie wordt/is de nieuwe president van de Verenigde Staten?* Wie het ook wordt/is, hij gaat te maken krijgen met de fiscal cliff. Zonder politieke actie vanuit het Congres wordt eind 2012, begin 2013 circa $ 600 miljard aan overheidsbestedingen en belastingverlagingen automatisch teruggedraaid. Volgens het politiek onpartijdige Congressional Budget Office zal de Amerikaanse economie in 2013 door de fiscal cliff in een recessie belanden, met een krimp van 0,5% en een stijgende werkloosheid tot 9,1%. Een inktzwart scenario; gezien de tijd is snelle actie geboden. Binnen het Congres moeten de Republikeinen en Democraten tot overeenstemming komen. Mitt Romney, de Republikeinse presidentskandidaat, stelt voor de huidige fiscaliteit en bestedingen te handhaven tot de installatie van een nieuwe president. Een mooie gedachte, ware het niet dat eind 2012 het Amerikaanse schuldenplafond in zicht komt. En ja, ook over een verhoging moet het Congres zich uitspreken. Dit maakt het kicking the can down the road-beleid een stuk moeilijker. Overigens ziet Romney geen heil in verdere monetaire stimulering en gaf aan geldschepper Bernanke niet te herbenoemen. Obama streeft naar begrotingsevenwicht en wil de belastingvoordelen voor inkomens onder de $ 250.000 handhaven. Het belastingdouceurtje voor rijken verdwijnt dan dus. De Republikeinen zijn mordicus tegen het laatste idee, terwijl volgens hen het defensiebudget intact moet blijven. Kortom: toch weer de oude stokpaardjes van stal. Optimisten hopen nog op een compromis, maar bij de laatste schuldenplafondverhoging ontstond een ware patstelling. Wij wensen de nieuwe president alvast veel succes toe met het op orde brengen van de Amerikaanse financiën. ______________________ * Op het moment van drukken van deze PurSang was de uitslag niet bekend. Barack Obama voert campagne op de Capital University in Columbus, Ohio (21 augustus 2012).
10 PurSang 3|2012
BELEGGINGSSTRATEGIE
‘Aandelen aantrekkelijk geprijsd’ ‘Centrale banken zijn overgegaan tot nieuwe ingrepen of stellen die in het vooruitzicht. We hebben dus iets meer aangezet in aandelen, bedrijfsobligaties en obligaties uit opkomende landen,’ zegt Luc Aben, de nieuwe hoofdeconoom van Van Lanschot.
Ecologisch evenwicht Een duurzaam sociaal-economisch systeem met landen die hun begroting beter op orde hebben, onderling meer in evenwicht zijn, maar ook met een mondiaal ecologisch evenwicht: daartoe moeten de geloofwaardige monetaire en politieke ingrepen die Aben bepleit leiden. Met die ecologische component doelt hij onder meer op de snelle groei van China. Een China met een bruto nationaal product per inwoner naar westers model: dat is in ecologisch opzicht rampzalig, waarschuwt de econoom.
‘Wereldwijd een structureel lagere economische groei’ Tekst: Jan Smit | Fotografie: Koen Broos
Hoe vergaat het de wereldeconomie? Ligt de ‘patiënt’ nog op de intensive care of is hij inmiddels op de recovery beland? Luc Aben (43) glimlacht. ‘Tja, dat is de één-miljoen-dollarvraag, hè,’ kaatst de nieuwe hoofdeconoom van Van Lanschot Bankiers terug. Het antwoord is niet eenvoudig. Maar één ding staat voor Aben als een paal boven water: alle mooie beloftes en ingrepen van centrale bankiers, de ambitieuze bezuinigingsplannen, de miljarden aan noodhulp en andere ‘aspirines’ zijn slechts pijnstillers. Om de patiënt structureel uit de gevarenzone te houden, zijn geloofwaardige ingrepen noodzakelijk. Dat is waar de economie baat bij heeft. Op monetair gebied, zodat noodlijdende landen ondertussen weer in staat zijn geld te verdienen waarmee ze hun eigen schulden kunnen financieren. Of politiek: bijvoorbeeld met maatregelen die de weg plaveien voor een Europese politieke unie. Een Europees ministerie van Financiën om maar eens wat te noemen. Zoals de onderhandelingen over de schuldencrises in de eurozone nu doormodderen, daar heeft Aben zo langzamerhand zijn buik van vol. ‘Het doet mij denken aan spelende kinderen. Die kijken elkaar ook net zo lang aan tot de eerste met de ogen knippert. Maar feitelijk gebeurt er weinig.’ Ergerlijk, vindt de beleggingsstrateeg, die deze zomer Michel van der Stee opvolgde als hoofdeconoom. Niet dat hij nog maar net in de financiële wereld komt kijken. Cliënten van Van Lanschot België kennen Aben al langer. Als aandelenanalist en later als hoofdeconoom is hij vanaf 1998 voor beleggers het gezicht van de bank bij onze zuiderburen. In die hoedanigheid was hij tevens lid van het allocatiecomité van Van Lanschot Bankiers. Sinds juli dit jaar is hij daarnaast ook hoofdeconoom en het ‘beleggingsgezicht’ van de bank in Nederland.
Vooralsnog echter verwacht Van Lanschot wereldwijd een structureel lagere economische groei. ‘In de eurozone blijven we tegen het recessieniveau aanschurken. Het ene jaar daarboven, het andere net eronder,’ aldus de beleggingsstrateeg. Verontrustend is dat niet, maar wij zullen ons daar wel op moeten instellen, denk daarbij aan de aanwezige productiecapaciteit, op groei gebaseerde investeringen en toekomstige overheidsuitgaven. Het wordt wel een ander verhaal als we in een depressie terechtkomen.
Dubbeltje op zijn kant De Verenigde Staten, nog steeds een belangrijke locomotief van de wereldeconomie, is momenteel conjunctureel gezien een dubbeltje op zijn kant, vindt Aben. ‘De VS hebben goed ingegrepen direct na het begin van de crisis. Ze zitten nu op een economische groei van zo’n 2%. Dan zou je zeggen, dat is niet slecht. Maar gezien de hoeveelheid zuurstof die de Fed, de Amerikaanse centrale bank, en de politiek de economie hebben toegediend, had die groei eigenlijk veel hoger moeten zijn. Wat dat betreft bevinden de VS zich nog steeds op de intensive care.’ De particuliere consumptie is volgens Aben de belangrijkste pijler onder de Amerikaanse economie. Die gaat gebukt onder een per saldo marginale groei van de werkgelegenheid. Daarnaast moeten er na de verkiezingen nieuwe fiscale maatregelen worden genomen. ‘Die zogeheten fiscal cliff hangt als een donkere wolk boven de markt,’ waarschuwt Aben. Hij wijst op het verharde sentiment tussen de Democraten en de Republikeinen in de aanloop naar de komende Amerikaanse verkiezingen. ‘Het is de vraag of ze daar snel uitkomen, anders dreigen automatisch ingrijpende bezuinigingsmaatregelen en belastingverhogingen. Deze zullen de groei ernstig gaan vertragen, >>
‘Geloofwaardige ingrepen zijn noodzakelijk’ — Luc Aben —
12 PurSang 3|2012
BELEGGINGSSTRATEGIE
sterker nog, mogelijk zelfs een recessie veroorzaken.’ Aben ziet echter ook lichtpuntjes in de VS. De woningmarkt is op weg naar een broos herstel. Ook staat het Amerikaanse bedrijfsleven er goed voor. Anders dan veel andere economen verwacht hij niet zoveel van een derde ronde van kwantitatieve verruimingen (QE3) door de Fed. Doel van deze maatregel is onder meer de kredietverlening en daarmee de economie te stimuleren. Maar de Amerikaanse rente staat al op zo’n laag peil dat nieuwe verruimingen weinig effect zullen hebben, vreest de econoom. De Amerikaanse basisrente blijft nog zeker tot medio 2015 laag, zo heeft de Fed al laten weten.
Begrotingssolidariteit noodzakelijk Binnen de eurozone voorziet de econoom stevige turbulentie. ‘Iedereen weet: een land als Griekenland, als men dat niet meer tijd geeft, gaan de Grieken het echt niet redden. Een stuk fiscale budgettaire begrotingssolidariteit is noodzakelijk. Iedereen weet dat alle landen binnen de muntunie een deel van hun bevoegdheden moeten inleveren. En toch komt men er maar niet uit.’ Aben blijft optimistisch. Uiteindelijk zal het gezonde verstand zegevieren, verwacht hij. ‘Maar daar gaat dan misschien nog wel een uitslaande brand aan vooraf.’ En stel: de eurozone implodeert toch? ‘Dat is een regelrechte ramp. Dat vindt iedereen, de Duitsers incluis. Want waarom wil Angela Merkel uiteindelijk de euro redden? Niet omwille van solidariteit, nee, puur uit eigen belang om haar eigen banken overeind te houden. Dat is evident. Het risico waaraan Duitse banken en de overheid bloot staan aan landen in de periferie ligt rond de € 1.000 miljard, wat tevens een derde van het Duitse bruto nationaal product beslaat.’ Mocht het onverhoopt toch zover komen, dan verwacht Aben een massale vlucht naar veilige havens. Oftewel: een sterke concentratie van beleggingen in een beperkt aantal activa. Dat kan goud zijn, maar ook staatsobligaties van kernlanden of de dollar. Het bij beleggen gebruikelijke spreidingsprincipe zal in dat scenario grotendeels worden losgelaten. Zelf rekent de econoom niet op zo’n doemscenario. Zelfs in Duitsland, waar de groei inmiddels ook stagneert, ziet hij het sentiment pro-euro licht toenemen. Terecht, vindt Aben. ‘Uiteindelijk zitten ook de Duitsers binnen de eurozone. Als die onder water verdwijnt, zinken de Duitsers misschien niet zo diep, maar één meter onder de wateroppervlakte verdrink je evengoed als vijftig meter eronder. Dat besef lijkt toch meer door te dringen.’
Belang China Azië blijft ook de komende periode economisch goed presteren, verwacht de hoofdeconoom. Al past daarbij wel een kanttekening. Het belang van een land als China voor de wereldeconomie moet volgens de beleggingsstrateeg wel in het juiste perspectief worden bezien. Hij wijst op de ophef over de economische groei van China met dubbele cijfers in de afgelopen jaren. ‘Die groei was mondiaal gezien belangrijk, maar per hoofd van de bevolking scoort China nog steeds relatief laag. Als je van niets komt, zit je al snel in hoge groeipercentages.’ In China is volgens Aben zelfs sociale instabiliteit niet denkbeeldig nu de groei van de economie vertraagt. De economie van het land leunt zwaar op investeringen, die voor circa 50% het bruto nationaal product
bepalen, en in mindere mate op de exportsector. Door de afnemende mondiale vraag staan wel beide componenten onder druk, wat leidt tot loondruk en zelfs dreigend ontslag voor medewerkers. Om te voorkomen dat de mindere groei leidt tot sociale ontwrichting moet het land investeringen in betere sociale voorzieningen en de binnenlandse consumptie stimuleren. Deze laatste component bepaalt slechts voor een derde het bnp, waar in de VS dit ligt op 70%. Aben ziet nog voldoende monetaire en begrotingstechnische mogelijkheden om de conjunctuur op peil te houden. Een groei van de Chinese economie van 7,5% tot 8% blijft mogelijk, verwacht hij.
Waardering positief, sentiment neutraal Een economie die mondiaal gezien blijft kwakkelen, zeker zolang de schulden niet dalen: wat betekent dat voor het beleggingsbeleid van Van Lanschot? De voorbije weken is iets meer aangezet richting aandelen, en vooral richting bedrijfsobligaties en obligaties uit opkomende landen. De nieuwe kwantitatieve verruiming van de Fed en de intentie van de ECB om verder tussen te komen onder bepaalde voorwaarden (het OMT-programma) waren samen de aanleidingen hiertoe. Dit alles gebeurde ten koste van staatsleningen uit de kern van de Eurozone in de portefeuilles. ‘Aandelen zijn momenteel laag gewaardeerd, de risicopremies zijn aanlokkelijk,’ meent Aben. Van Lanschot kijkt bij haar allocatiebeleid echter niet alleen naar de waardering.
‘Hoeveelheid aandelen voorlopig niet extra ophogen’ Ook de conjunctuur en het sentiment bepalen of wijzigingen in de modelportefeuille noodzakelijk zijn. Dat sentiment is momenteel neutraal en nog ver verwijderd van de paniekzone, het signaal voor de aankoop van extra aandelen. De conjunctuur werkt nog niet echt mee, maar de wereldeconomie zal niet in een recessie belanden. De somma van factoren is voor de bank aanleiding om de hoeveelheid aandelen vooralsnog slechts licht op te hogen. Bij de vastrentende waarden kiest Van Lanschot voor bedrijfsobligaties, al nemen de risicopremies van deze leningen ten opzichte van de Duitse staatsleningen wel af. Investment-gradekwaliteit heeft daarbij de voorkeur boven high yield (meer risicovolle obligaties), dat het de afgelopen periode goed heeft gedaan en daardoor een groot deel van zijn aantrekkingskracht heeft verloren. Staatsobligaties van de eurokernlanden zijn erg duur. Echter, beleggers vinden return of their money belangrijker dan de return on. Zolang de eurocrisis voortduurt, zal de rente naar verwachting laag blijven. Overigens opteert de bank in dit segment vooral voor kortlopende 3- en 4-jarige leningen, dit in verband met de kans op koersverlies, mocht de huidige, lage rente plotseling gaan stijgen. In grondstoffen noteert Van Lanschot een plusje bij goud. Mocht de Fed of de ECB besluiten tot een nieuwe ronde kwantitatieve versoepeling dan zal de goudprijs omhoog gaan, verwacht de bank. Voor olie, metalen en andere industriële grondstoffen staat het sein op neutraal. ‘Als je ervan uitgaat dat de wereldeconomie de komende periode hooguit fractioneel groeit, dan zullen de prijzen van deze commodities ook niet echt noemswaardig stijgen,’ besluit de nieuwe hoofdeconoom. ��������
DGA
PurSang 3|2012 13
Column Lucien Claessens
Barometer voor Familiebedrijven* bleek overigens dat deze adem niet oneindig is. Ondernemers spraken in dat onderzoek voor het eerst hun zorg uit over de druk op de winstgevendheid van hun bedrijf. Er is echter nog geen reden tot ongerustheid, want tegelijkertijd spreekt in een ander onderzoek** 81% van de ondernemers de verwachting uit dat ze over 25 jaar nog denken te bestaan.
Bedrijfsresultaat: doel of middel? Familiebedrijven worden gekenmerkt door hun streven naar continuïteit en hun langetermijnvisie. Waar voor andere bedrijven het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde op de korte termijn centraal staat, geldt voor het familiebedrijf het belang van een geleidelijke groei over een langdurige periode. Met als doel: bescherming van het bedrijfs- en familievermogen en de mogelijke overdracht ervan aan volgende generaties. De mate van betrokkenheid van de aandeelhouder(s) bij het familiebedrijf is een belangrijke factor voor succes. Familiebedrijven vormen een stabiele basis van de economie. Dit uit zich vooral in perioden van economische tegenwind: de hogere mate van financiering met eigen vermogen geeft een langere adem bij recessies. Uit de laatste Van Lanschot
Sterker nog, 60% van de bedrijven ziet de crisis als kans. Doordat er scherp aan de wind wordt gezeild, ontstaan kostenen efficiencyvoordelen, vindt outsourcing plaats, wordt verdere specialisatie doorgevoerd en wordt de creativiteit in alle geledingen van het bedrijf gestimuleerd. Er is aandacht voor aspecten en externe ontwikkelingen die op het eerste oog buiten het eigen speelveld lijken te liggen. Er ontstaat een ideale voedingsbodem voor innovatie. En indien nodig wordt door de aandeelhouder(s) afgezien van dividend en is de directie bereid om het salaris te verlagen. Betekent dit dat familiebedrijven onaantastbaar zijn? Integendeel. Het is niet de economische tegenwind die de grootste bedreiging voor de continuïteit vormt, maar omgevingsfactoren zoals wet- en regelgeving en de hiermee gepaard gaande lastendruk (ondanks beloftes van de overheid om dit aan te pakken), een gebrek aan goedgeschoold personeel, de inflexibiliteit van de arbeidsmarkten en de schaarste aan
externe financieringsbronnen. Ook de onwil van ondernemers om hun kennis te delen met opvolgers en zakenpartners mag niet onbenoemd blijven. Hoe vreemd is het dan dat beleidsmakers, financiële instellingen en adviseurs zich bij de beoordeling van familiebedrijven vooral baseren op de financiële resultaten uit het verleden, zonder zich voldoende te realiseren dat deze resultaten het gevolg zijn van de ondernemerskwaliteiten en de mate waarin waarde is gecreëerd. Zelfs niet in het geval van een prima reputatie van het bedrijf over generaties heen, terwijl die juist een belangrijke maatstaf vormt voor het vermogen van een bedrijf om de specifieke kenmerken van een tijdsgewricht op adequate wijze het hoofd te bieden (en daarmee de continuïteit van het familiebedrijf veilig te stellen). Uiteraard dienen kasstromen voldoende te zijn om aan de verplichtingen te voldoen. Maar ik kan niet genoeg benadrukken dat waardecreatie het voornaamste doel is van familiebedrijven. Resultaat is vooral een middel, met als doel om de continuïteit te borgen. Over meerdere generaties heen.
Lucien Claessens is directeur Centrale DGA Desk bij Van Lanschot
* Van Lanschot Barometer voor Familiebedrijven, mei 2012 ** Nijenrode Berk onderzoek 2011
14 PurSang 3|2012
Basel III de nieuwe normen voor banken
Na vele jaren van voorspoed en groei voor banken brak in 2008 de krediet- en bankencrisis uit. De lessons learned uit die crisis waren onder meer dat het kapitaal van banken tekortschoot, dat beschikbare liquiditeit geen automatisme was en dat de complexiteit van de financiële sector te groot was. In reactie hierop hebben toezichthouders en politici een golf van nieuwe regels opgelegd aan banken om een dergelijke crisis in de toekomst te voorkomen. Bijvoorbeeld de nieuwe Basel III-regels als opvolger van Basel II. Onder Basel III krijgen banken nieuwe en/of striktere eisen opgelegd op het gebied van kapitaal, liquiditeit en funding.
Tekst: Geraldine Bakker-Grier
PurSang 3|2012 15
hoge leverageratio betekent dat de bank relatief veel kapitaal heeft ten opzichte van de omvang van zijn balans.
Nieuwe ratio’s voor liquiditeit en funding Basel III introduceert ook twee nieuwe ratio’s voor liquiditeit en funding.
Onder Basel lll omvat ‘kapitaal’ enkel die buffers die verliezen kunnen opvangen, dat wil zeggen gewone aandelen en ingehouden winsten (vaak als common equity aangeduid). De naar risico gewogen activa van een bank moeten voor ten minste zeven procent gedekt zijn door common equity. Momenteel is dat maar voor twee procent. Aan systeemrelevante banken of banken waarvan een mogelijk faillissement de potentie heeft om de rest van het financiële systeem en de reële economie ernstige schade te berokkenen, wordt een extra opslag boven de minimumeis opgelegd. In hoeverre nationale toezichthouders een nóg hogere ratio zullen opleggen, is vooralsnog niet duidelijk. De European Banking Authority verlangt een minimumkapitaalratio van 9%. Zwitserland bijvoorbeeld eist een minimumratio van 19%, bestaande uit common equity en contingent capital (i.e. vreemd vermogen dat onder bepaalde omstandigheden wordt omgezet naar eigen vermogen). Eén ding is zeker, de markt en cliënten zullen verlangen dat banken hun soliditeit aantonen in de vorm van hoge kapitaalratio’s.
Leverageratio Ook de ‘leverageratio’ wordt gebruikt om de solvabiliteit van een bank te bepalen. De leverageratio geeft aan hoe groot het eigen vermogen is ten opzichte van de totale bankbalans. Banken die in het verleden hun balans hebben verlengd met bijvoorbeeld grote eigen beleggingsportefeuilles of andere activiteiten worden nu geconfronteerd met een te lage leverageratio. Voor een gezonde verhouding tussen de omvang van de activiteiten van een bank (de totale activa) en de kapitaalbuffer (eigen vermogen) eist Basel III dat deze verhouding (leverageratio) ten minste 3% bedraagt. Een
• Liquidity Coverage Ratio De Liquidity Coverage Ratio (LCR) geeft aan in hoeverre een bank voldoende liquiditeiten heeft om aan zijn kortetermijnverplichtingen voor een periode van dertig dagen te voldoen onder een relatief zwaar stressscenario. Een hoge LCR waarborgt dat er op korte termijn geen liquiditeitsproblemen voorkomen. • Net Stable Funding Ratio De Net Stable Funding Ratio (NSFR) geeft aan in hoeverre de aanwezige stabiele funding (dat wil zeggen betrouwbare funding die onder een stressscenario minimaal voor een jaar beschikbaar blijft) de uitzettingen afdekt. De NSFR moet banken stimuleren om een fundingprofiel te onderhouden dat past bij hun activiteiten: hoe langer de looptijd van de uitzettingen, hoe meer stabiele funding. Beide ratio’s – LCR en NSFR – moeten minimaal 100% bedragen.
Grote gevolgen voor banken en hun cliënten Dat deze Basel III-regels een enorme impact hebben op zowel het businessmodel als de winstgevendheid van banken is duidelijk. Zo zullen veel banken, om aan de strengere kapitaaleisen te voldoen én boven de minimum leverageratio te blijven, hun balans moeten verkorten door bijvoorbeeld minder kredieten te verstrekken of bepaalde (risicovolle) activiteiten af te bouwen.
trekken voor hun financiering, of b ronnen moeten zoeken met een langere looptijd. In veel gevallen zal dit gepaard gaan met lagere opbrengsten voor de banken. Immers: traditioneel verdient een bank geld op het renteverschil (spread) tussen aangetrokken spaargelden met een korte looptijd en uitgeleend geld met een langere looptijd. Dit wordt de ‘transformatiefunctie’ van banken genoemd. Echter, door de eis om de looptijd van de uitzettingen en funding op elkaar af te stemmen zal deze spread afnemen. Deze regels hebben natuurlijk ook gevolgen voor cliënten: geld lenen wordt moeilijker en duurder.
Van Lanschot goed gepositioneerd voor Basel III De nieuwe regels worden gefaseerd ingevoerd in de periode 2013 tot en met 2018. Maar banken zijn nu reeds volop bezig om zo snel mogelijk aan de eisen te voldoen. Dat is lastig. Met name het bereiken van een stabiel fundingprofiel is voor veel banken een grote en dure uitdaging. Van Lanschot is een van de weinige banken die nu al voldoen aan de nieuwe liquiditeiten fundingratio’s. Per 30 juni 2012 had de bank een LCR van 162% en een NSFR van 104%. De leverageratio lag met 5,3% ver boven de ondergrens van 3%. Dankzij het lage risicoprofiel en de solide kapitaalsbasis van Van Lanschot heeft de bank al 275 jaar allerlei crises goed en onafhankelijk doorstaan. Ook nu weer. ________________________________
Geraldine Bakker-Grier is manager Investor Relations van Van Lanschot. Op www.vanlanschot.nl/soliditeit leest u
Om aan de LCR en de NSFR te voldoen, zullen banken hun fundingprofiel moeten a anpassen. Ze zullen dus andere bronnen moeten aan-
• Leverageratio • Liquidity Coverage Ratio • Net Stable Funding Ratio
antwoorden op vragen over de soliditeit van Van Lanschot. Vragen naar aanleiding van dit artikel kunnen worden gesteld via
[email protected].
Basel III-eis Van Lanschot * > 3% 5,3% > 100% 162% > 100% 104% * Situatie per 30 juni 2012
Goud 16 PurSang 3|2012
SCOPE GRONDSTOFFEN
de ultieme valuta
Goud heeft, ook onder beleggers, een bijna mythische status. Waaraan heeft dit edelmetaal die positie eigenlijk te danken? En: hoe groot is de kans dat de ‘veilige haven’ zijn glans verliest? Tekst: Jan Smit
Goud maakt veel los bij mensen – vreugde, maar ook cynisme. ‘Goud heeft geen enkel nut. Een bewoner van Mars zou niet weten wat hij er mee aan moest,’ sneerde de Amerikaanse superbelegger Warren Buffet ooit. Hij is niet de enige die de waarde van het edelmetaal in twijfel trekt. Veel economen delen zijn scepsis. Maar goud heeft ook veel fans. Onder hen Marc Faber. ‘De ultieme belegging,’ zo kwalificeert deze Zwitserse belegger goud. Wie, zoals Van Lanschot adviseerde, het edelmetaal aan het begin van de crisis onderdeel heeft gemaakt van zijn beleggingsportefeuille en dit medio vorig jaar weer heeft verkocht, zal het roerend met Faber eens zijn. De goudprijs klom in deze periode ongeveer 90% naar een top van boven de $ 1.900,- per troy ounce (31,1 gram) medio 2011. Inmiddels bedraagt de prijs ongeveer $ 1.600,-, nog altijd 60% meer dan in september 2008. En toch hebben Buffet en de andere sceptici wel een beetje gelijk, meent Florian Broekhuizen. De grondstoffenspecialist van Kempen Capital Management, een dochteronder neming van Van Lanschot Bankiers, heeft recht van spreken. Hij onderzocht waaraan goud zijn populariteit heeft te danken en of dit edelmetaal die status ook verdient.
Die conclusie maakt de vraag wat goud zo bijzonder maakt, alleen nog maar lastiger. Als goud geen grondstof is in de klassieke zin van het woord, wat is het dan wel? Broekhuizen weet raad: ‘Goud is een valuta, de ultieme valuta,’ concludeert hij. Een functie die het edelmetaal al millennia achtereen vervult. De oudste gouden munten komen uit Turkije en dateren van 3.000 jaar voor Christus. Die positie van ultieme valuta heeft goud verworven via natuurlijke selectie. Graan, vee, zilver, nikkel: in de loop der eeuwen zijn er tal van alternatieven gebruikt. Er ging niets boven goud.
Zijn eerste, zeker voor een grondstoffenspecialist nogal onconventionele bevinding: eigenlijk ís goud helemaal geen grondstof, maar een aparte beleggingscategorie. Worden edelmetalen als zilver en palladium nog daadwerkelijk als grondstof gebruikt — respectievelijk onder meer in de fotografie en in de tandheelkunde, goud is in productieprocessen nagenoeg nutteloos.
Minstens zo belangrijk: de valuta moet universeel als betaalmiddel worden geaccepteerd. Én, die valuta moet geschikt zijn om te sparen en te investeren - in vakjargon: het moet een store of value zijn. Voor de economie is die laatste functie van essentieel belang. Zonder besparingen geen kredieten en zonder kredieten kunnen mensen en bedrijven niet investeren.
Een goede valuta moet volgens Broekhuizen aan drie belangrijke criteria voldoen. De eerste: het moet een handig en handzaam ruilmiddel zijn. Alleen zo kunnen met relatief weinig materiaal grote transacties worden verricht. Dat maakt een valuta niet alleen een efficiënt betaalmiddel, het biedt tevens de mogelijkheid tot specialisatie. Dankzij de introductie van muntgeld was het niet langer nodig dat iedereen zijn eigen brood bleef bakken. Die taak kon in het vervolg worden verricht door de bakker; aanzienlijk efficiënter en daardoor goedkoper. Zonder efficiënt betaalmiddel was de industrialisatie een utopie gebleven.
Goud voldoet optimaal aan deze drie criteria. Zeker, edelmetalen als zilver of platina bezitten deze eigenschappen ook. Ze zijn, net als goud, gemakkelijk om te vormen en roesten niet. Maar wat goud de ultieme valuta maakt is zijn nutteloosheid, waardoor de prijs niet van buitenaf wordt beïnvloed. Goud kan op aarde niet worden vervaardigd, hoe vaak alchemisten dit in het verleden ook hebben geprobeerd. Dat komt omdat dit edelmetaal alleen kan worden gevormd onder extreme condities. Goud ontstaat wanneer een grote ster explodeert, een zogenoemde supernova. De krachten die hierbij loskomen zijn niet te evenaren. Het aanbod is dus min of meer constant; nieuwe vondsten zorgden de afgelopen vijf jaar voor een marginale aanwas van gemiddeld slechts 1,5% per jaar. Als valuta mogen de kwaliteiten van goud dan onbetwist zijn, blijft de vraag: wat is dit superieure metaal waard? Wanneer is het interessant in goud te investeren en wanneer verliest het zijn beleggingsglans? Een lastige kwestie. Anders dan bij aandelen zijn er bij goud, net als bij andere grondstoffen, geen onderliggende kasstromen. Toch fluctueert de goudprijs. Dat komt door schommelingen in de vraag. Oorlogen en andere crises (economische, financiële, politieke): er hoeft op het wereldtoneel maar iets te gebeuren of de prijs schiet de lucht in. Debet aan die stijgingen zijn nationale overheden en monetaire samenwerkingsverbanden als de Europese Monetaire Unie (EMU). Oorlogen en andere crises kosten veel geld en resulteren doorgaans in grote schulden. Om die te financieren grijpen overheden dikwijls naar monetaire wapens als renteverlagingen en/ of verruiming van de geldhoeveelheid door bijvoorbeeld geld bij te drukken. Ze doen aan financiële repressie, zoals dat in de financiële wereld wordt genoemd. Maatregelen die vroeg of laat leiden tot inflatie en waardevermindering van de munteenheid. Daalt de waarde van een valuta substantieel, dan
SCOPE GRONDSTOFFEN
vluchten beleggers en masse in goud: de enige ‘valuta’ die niet kan worden bijgedrukt. In het Engels heet dit mechanisme debasement of the currency, vrij vertaald: waardevermindering van de geldeenheid. Die benaming dateert uit de tijd van de Romeinen. Door andere metalen toe te voegen en het formaat te laten krimpen, halveerden de Romeinen de hoeveelheid zilver in de denarius, de Romeinse munteenheid, in korte tijd. Het extra geld dat hierdoor kon worden geslagen was nodig voor de verdere uitbouw van het Romeinse rijk. Bij een negatieve reële rente stijgt de goudprijs zelfs substantieel, ontdekte Broekhuizen. Dit verschijnsel doet zich voor wanneer de rente door financiële repressie daalt tot onder de inflatie. Grote economische machtsblokken als de Verenigde Staten, de landen van de eurozone en Japan hebben momenteel een negatieve reële rente. Broekhuizen onderzocht ook hoe de goudprijs in het verleden correleerde met de groei van
de geldhoeveelheid. Op basis van die data deed hij een saillante ontdekking: de goudprijs mag de afgelopen jaren dan fors zijn gestegen, de geldhoeveelheid steeg net zo hard. De verhouding tussen de prijs van goud en de geldhoeveelheid was vanaf 2008 verrassend stabiel. Goud blijft Broekhuizen ook de komende maanden bezighouden. De grondstoffenspecialist richt zich daarbij vooral op de vraag hoe goud het beste kan worden ingepast in de beleggingsfilosofie van Van Lanschot. Goud vormt vanwege de crisis sinds vorig jaar een aparte, zij het bescheiden beleggingscategorie in de modelportefeuille van de bank. Daarvoor maakte het edelmetaal deel uit van de categorie grondstoffen.
PurSang 3|2012 17
Kan de grondstoffenexpert op basis van zijn bevindingen al voorspellen hoe de prijs van de ‘ultieme valuta’ zich in de nabije toekomst zal ontwikkelen? Dat blijft lastig. Immers, ook bij beleggen in goud geldt: in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Een indicatie durft hij wel aan: zolang de schuldencrisis aanhoudt en centrale banken geld blijven bijdrukken zal de goudprijs verder stijgen. ‘Als de koers van een asset tien jaar aaneen omhoog is gegaan, zal het niemand verbazen als er op een gegeven moment een correctie optreedt. Maar een scenario waarbij de problemen in Amerika, Japan en Europa voortduren, maakt goud ten opzichte van andere valuta alleen maar schaarser. In zo’n scenario zal de prijs blijven stijgen.’ _____________________________________
18 PurSang 3|2012
IN GESPREK MET CLIENT
Copijn ontwerpt en beheert groen
Achteruitkijken, vooruitdenken In bijna 900 jaar veranderde de landschappelijke inrichting van het landgoed Maarsbergen voortdurend met de modes mee. Copijn helpt hier met planvorming en vormgeving en houdt die historische gelaagdheid in ere. En ook denkt zij decennia vooruit. Over zichtlijnen, structuren van lanen en paden. En maaibeheer... Tekst: EgbertJan Riethof | Fotografie: Rob Acket
Erfgoedspecialist Mariska de Boer en landschapsontwerper Marc van der Zwet
IN GESPREK MET CLIENT
Het hoge loof ruist. Het grote landgoed Maarsbergen ligt er voornaam en verzorgd bij. In de buitengracht rond het oude landhuis zelf drijft een groep luidruchtige ganzen. Een jong meisje is aan het werk in een kleine moestuin. Op de oprijlaan maakt Marc van der Zwet, landschapsontwerper, een breed gebaar. Hij heeft het over groenstructuren en zichtlijnen. ‘Vanuit het huis heb je langs die bomen daar zicht op de verderaf gelegen bosrand. Dat geeft diepte. Om dat zicht vrij te maken, hebben we aangeraden de paardenbak te verplaatsen. Een meter of dertig maar. Hij past nu beter in de contourlijn van het landschap. Een detail lijkt het, maar zo belangrijk. Door de eeuwen heen is de inrichting van dit park vaak veranderd, met de smaak van de tijden mee. Daardoor liggen er diverse lagen over elkaar heen. Als je goed kijkt, kun je dat zien.’
Bronnen Maar al zie je die lagen niet, je komt ogen tekort. Slingerende lanen, glooiende gazons, rijen monumentale bomen, heggen, houtwallen, greppels, stokoude rododendrons, de Oranjerie, een klein golfparcours, stallen, grazende paarden, panden die als kantoor verhuurd worden, een oud koetshuis met stallen als onderkomen van een terreinbeheerder.
‘Met respect voor historie de buitenplaats verfraaien’ Deze rijdt juist voorbij op een tractor die een kar beladen met werktuigen trekt. Dit centrale deel van de landerijen, de ‘buitenplaats’, is niet open voor wandelend publiek. Maar er zijn begeleide wandelingen mogelijk en het landgoed, in feite een bedrijf dat voor onderhoud, beheer en een sluitende jaarrekening zorgt, organiseert activiteiten voor bedrijven en andere groepen. Ook bosbouw en pacht zijn bronnen van inkomsten. Landgoed Maarsbergen ligt aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug, aan de rand van de Gelderse Vallei. De huidige eigenaresse is een nakomeling van Karel Antonie Godin de Beaufort, die het huis met omliggende landerijen in 1882 aankocht.
Zichtlijnen Het begrip zichtlijnen komt vaak terug in het verhaal van Marc van der Zwet en erfgoedspecialiste Mariska de Boer, beiden verbonden aan Copijn. Dit bureau ontwerpt, maakt en beheert groenprojecten in opdracht van bedrijven, overheden en particulieren. Al sinds 1807 zijn telgen van de familie Copijn actief in het werkveld van hoveniers en kwekers. In 1966 richtte Jørn Copijn, een boomchirurg, het bedrijf op waaruit het huidige Copijn, gevestigd in Utrecht, is voortgekomen. Van der Zwet: ‘De eigenaresse van het landgoed Maarsbergen wil graag dat wij met respect voor de historische gelaagdheid de inrichting van de buitenplaats verfraaien en ontwikkelen aan de hand van moderne inzichten, zodanig dat de exploitatie op een goede manier door kan gaan. Ook begeleiden en ondersteunen we het reguliere onderhoud; dat doen we al een jaar of vijf.’ Het landgoed als geheel heeft een geschiedenis van negen eeuwen, wat de cultuurhistorische kennis van Mariska de Boer onmisbaar maakt. ‘We
PurSang 3|2012 19
hebben een overzicht gemaakt van de ontwikkeling van de inrichting door de eeuwen heen, vastgelegd in een tijdbalk. Wat is daarvan nog te onderscheiden, welke waarde kennen we aan die elementen toe en wat willen we behouden? In overleg met de eigenaresse is een basisplan opgesteld dat aangeeft in welke richting de ontwikkeling globaal moet gaan. Er staan geen voorschriften in.’
Geometrische vormen Aandacht voor de historie, het functionele en het esthetische komt in de plannen bijeen, met huis en park altijd in visuele samenhang. Wandelend langs een bochtig pad wijst Marc van der Zwet op een rij oude eiken in de berm. ‘Die dateren allemaal van circa 1805, toen het in de mode raakte om slingerende lanen aan te leggen. Terwijl daarvoor het classicisme de boventoon voerde, met rechte lijnen en strenge geometrische vormen.’ Mariska de Boer: ‘Rond 1900 was het in om sportfaciliteiten aan te leggen. Het mooie in parken als Maarsbergen is dat bij vernieuwingen aspecten van het verleden toch gehandhaafd zijn. Zo is langzamerhand een complexe gelaagdheid ontstaan.’ Aan de hand van het basisplan maakt de eigenaresse afwegingen en beslist zij, samen met Copijn, bijvoorbeeld om een laan aan te pakken, een bos aan te leggen of een zichtlijn te openen. Marc wijst op een door een gracht omgeven bos, oorspronkelijk het entreegebied van de buitenplaats. Het bos maakt tegenwoordig de zichtlijn noord-zuid naar de voorzijde van het landhuis minder zichtbaar. ‘Daar lag de grote oprijlaan die dergelijke landhuizen altijd hadden. Hier gaat de komende twintig jaar, en zelfs langer, een transformatie plaatsvinden. We maken een carré van lindes om dat bos en naarmate die groter worden halen we het bos geleidelijk weg. De beslotenheid blijft, maar de zichtlijn wordt geleidelijk weer manifest. Dat doet recht, vinden wij en de eigenaresse ook, aan de historische gelaagdheid en de beleving van het park.’ Een gedoseerde aanpak dus. Mariska de Boer: ‘Bij projecten waarin we met minder kwaliteiten te maken hebben, kiezen we als Copijn juist wel voor stevig ingrijpen.’ En verder vertellen Mariska en Marc over open ruimtes gekoppeld aan zones, over lanen die in het bos ‘vergroeid’ zijn, maar weer ruimtelijk zichtbaar zullen worden, over maaibeheer. Dat laatste is van belang: maai je onder een bomenrij twee keer per jaar in plaats van elke week of elke maand, dan treedt er een effect van verruiging op, dat een mooi contrast vormt met de gladgeschoren gazons.
Gepaste bescheidenheid Mariska is namens Copijn op diverse buitenplaatsen actief. Ontwerper Marc zit daarnaast op projecten waarbij wat meer dynamiek in het spel is, zoals stedelijke daklandschappen en park- en begraafplaatsrenovatie. ‘Dan heb je met projectontwikkelaars en gemeentelijke instanties te maken en ook met omwonenden en politiek. Hier in Maarsbergen werk ik in feite met een particuliere opdrachtgever, weer een heel andere uitdaging. Ook veel overleg, balans zoeken, maar extra boeiend omdat je in gepaste bescheidenheid iets mag toevoegen aan een landschap dat al eeuwen bestaat.’ www.copijn.nl www.landgoedmaarsbergen.nl
20 PurSang 3|2012
KUNST
Exclusieve kwaliteit van PAN Amsterdam
‘De beste en belangrijkste nationale kunstbeurs’ Paul Hustinx – de man achter het succes van de PAN – laat zich zelden of nooit interviewen. Onder zijn leiding groeide de eigentijdse beurs voor kunst, antiek en design uit tot de beste en grootste van Nederland. Maar waarom zou hij zelf in de schijnwerpers staan? Het gaat om de kunst en de handelaren, vindt hij. Voor PurSang maakt hij een uitzondering. ‘Van Lanschot Bankiers is ons als hoofdsponsor dierbaar.’
Tekst: Sandra Jongenelen | Fotografie: Bodine Koopmans
In zijn kantoor in het Brabantse Helvoirt vertelt Hustinx over de overeenkomsten tussen het jaarlijkse evenement in de RAI in Amsterdam en de bank. ‘Onze doelgroep is identiek. Beiden bedienen een hoogopgeleid en kapitaalkrachtig publiek en vissen in dezelfde vijver. Klanten van Van Lanschot maken dankzij de bank kennis met de kunst-, antiek- en designbeurs. En andersom: veel mensen komen op de PAN in aanraking met Van Lanschot. Het is een wisselwerking waar we heel blij mee zijn.’
enorm. Van kunst uit de klassieke oudheid tot antiek en hedendaags zilver, van Oosterse tapijten en Aziatica tot juwelen en 20e-eeuws design, van zeventiende-eeuwse schilderijen, kaarten en tekeningen tot fotografie van nu. Vorig jaar trok PAN Amsterdam ruim 51.000 mensen, een recordaantal en uniek volgens Hustinx.
Niet alleen de doelgroep is identiek. Hustinx: ‘PAN Amsterdam is de beste en belangrijkste nationale beurs, terwijl Van Lanschot volgens ons ook de beste en belangrijkste nationale private bank is.’ De beursorganisatie bankiert zelf bij de beurs. Dat doet Hustinx privé ook.
‘Geen enkele nationale beurs ter wereld telt zoveel bezoekers.’ Onder de kopers zitten toonaangevende musea, maar vooral particulieren, veelal tussen de 45 en 60. Het aandeel jongeren van 25 tot 30 jaar groeit. Kunst verzamelen is hip, vooral onder young professionals.
Vroeger en nu Een derde overeenkomst ligt in het heden en verleden. Van Lanschot Bankiers gaat terug tot 1737, het jaar waarin Cornelis van Lanschot het eerste handelshuis opende. Tegelijkertijd luistert de bank naar de hedendaagse eisen van de klant. Met een aanbod van antiek en hedendaags werk geldt dat ook voor de PAN. Alle disciplines komen aan bod; de keuze is
Onder de kopers zitten toonaangevende musea
Kwaliteit Hustinx en zijn team organiseren jaarlijks ook de TEFAF, de toonaangevendste kunst- en antiekbeurs ter wereld. Eerder dit jaar trok de beurs in Maastricht zo’n 70.000 bezoekers. Dat zijn cijfers om trots op te zijn. Ze kleuren ook het record van PAN Amsterdam. De internationaal georiënteerde TEFAF duurt niet
alleen twee dagen langer, het telt een dubbel aantal handelaren en beschikt over een drie keer zo groot beursoppervlak en een groot aantal buitenlandse bezoekers. Het succes van de PAN schuilt vooral in de kwaliteit, een vierde kenmerk waarop zowel de bank als de beurs zich focussen. Hustinx: ‘We zorgen voor een serieuze keuring, waardoor de PAN op alle onderdelen topkwaliteit biedt. Niet alle Nederlandse beurzen hebben zo’n hoog niveau in alle sectoren.’
App Achterover hangen in de stoel is er niet bij. Vernieuwing is belangrijk, zowel voor de 125 handelaren die telkens ‘verse waar’ moeten meenemen, als voor de beursorganisatie zelf. Om het evenement ‘fris en fruitig’ te houden, verwelkomde de beurs de sectie fotografie. Die kunst is aantrekkelijk en betaalbaar voor een nieuw en jong koperspubliek. Mede voor deze doelgroep werd drie jaar geleden een paviljoen voor vintage design geopend. Vorig jaar volgde de introductie van een app voor de iPhone, waarmee bezoekers een kunstwerk in hun eigen interieur kunnen plaatsen met behulp van de camerafunctie van de telefoon. Hoe staat het schilderij boven de bank? De
KUNST
PurSang 3|2012 21
‘PAN is pas geslaagd als de handelaren happy zijn’
mondiaal als voorbeeld wordt gezien. ‘We werken professioneel en met plezier. Het is een mooi product met interessante handelaren. Je krijgt wat je verdient. Mensen die iets in de wereld voorstellen, zijn over het algemeen prettig en aardig in de omgang.’
Bemoeienis
PAN was wereldwijd de eerste beurs met die mogelijkheid. Maar hoe Hustinx ook zijn best doet, uiteindelijk heeft hij maar één graadmeter voor succes. ‘Een beurs is pas geslaagd als de handelaren happy zijn. We zijn een marktplaats, waarbij wij ervoor proberen te zorgen dat de handelaren hun spullen zo goed mogelijk kunnen verkopen.’
Waarde De standing van de PAN is mede is te danken aan de hoofdsponsor. Hustinx: ‘We hebben beperkte middelen. Willen we deze kwaliteit bieden dan zouden we de vierkante meterprijs voor de handelaren drastisch moeten verhogen. In Nederland is dat onaanvaardbaar.
De financiële impuls van Van Lanschot hebben we echt nodig.’De beursdirecteur adviseert kopers zich niet te laten afschrikken door de wereldwijde financiële crisis. ‘Geld op de bank geeft mij veel minder plezier dan een mooi schilderij, waar je dagelijks van geniet.’ Op de middelbare school dacht Hustinx aan een toekomstig leven als diplomaat, maar de rechtenstudie in Leiden boeide onvoldoende. Hij stapte over naar kunstgeschiedenis en politicologie, een combinatie die hem geknipt maakte voor zijn huidige baan. Vijfentwintig jaar geleden – bij de tweede editie van PAN Amsterdam– trad hij aan als beursmanager. Sinds 1994 voert hij de directeurstitel. Vier jaar later volgde het directeurschap van TEFAF Maastricht. Hij vertelt dat zijn organisatie
In de kast achter zijn bureau bewaart Hustinx nog altijd zijn afstudeerscriptie over kunstsponsoring en mecenaat, een onderwerp dat eind jaren zeventig volkomen nieuw was. Het werd met de nodige argwaan bekeken, herinnert hij zich. ‘Commercie was sowieso een reuze vies woord.’ Eén van de belangrijkste sponsorvoorwaarden die hij als student formuleerde, staat nog altijd hoog in het vaandel. Een externe financier bemoeit zich nooit met het beleid van de instelling waaraan hij doneert. Voor de PAN en bank zijn dat vanzelfsprekendheden. Inhoudelijk laten de PAN en Van Lanschot elkaar dan ook met rust. Dat doen ze dit jaar al voor de zevende keer. ________________________________ PAN Amsterdam, 18 – 25 november 2012, RAI Parkhal Amsterdam, www.pan.nl
22 PurSang 2|2012
COVERSTORY
Teun de Nooijer: ‘Juist door het jezelf moeilijk te maken, ga je vooruit’
COVERSTORY
PurSang 3|2012 23
Kempendirecteur Paul Gerla in gesprek met hockeylegende Teun de Nooijer
‘Hoe bereik je je eigen top, daar gaat het om’ ‘We gaan altijd voor goud,’ zegt Paul Gerla regelmatig tegen zijn team. Hij bedoelt dat figuurlijk. Als directeur van Kempen Capital Management ziet hij in sport een belangrijke motivator op de weg naar zijn doel: een vermogensbeheerder zijn van wereldklasse. Maar hóe ga je voor goud? Gerla spreekt met hockeyinternational Teun de Nooijer.
Tekst: Anne Wesseling | Fotografie: Rob Acket
‘Ga uit van je eigen kracht. Je kunt wel trainen op de dingen waar je minder goed in bent, maar juist met je sterke punten kun je de winst pakken,’ geeft Teun de Nooijer aan. Paul Gerla knikt. Het interview is formeel nog niet eens begonnen, maar op het terras bij de ingang van het Olympisch Stadion in Amsterdam zijn de twee direct al diep in gesprek geraakt. De Nooijer: ‘Voor het Nederlands hockeyteam is bijvoorbeeld Australië altijd een van de belangrijkste concurrenten. Dat is een fysiek sterk team. Dan kunnen wij wel elke dag het krachthonk in gaan, maar we worden nooit zo breed als de Australiërs. Je kunt beter trainen op waar je goed in bent: techniek, combinatiespel. Dáár liggen de punten.’
uit van de roei-equipe van de Holland Acht. Het is vooral de topsportmentaliteit waar hij zich in herkent en zich graag mee omringt: de beste willen zijn en alles doen om een topresultaat te bereiken. Gerla: ‘Wij willen een vermogensbeheerder van wereldklasse zijn. Wat jij net zegt, Teun, over kijken waar je kracht zit, dat doen wij ook. We zoeken niches, daar richten we ons op en in die niche willen we tot de wereldtop behoren. Maar met de beste willen zijn ben je er niet. Je doet het niet in je eentje. Het team is ongelooflijk belangrijk. Als ik kijk naar sportteams die topprestaties neerzetten, dan zijn dat niet alleen de beste spelers, het is ook hoe ze samenwerken. Hoe zie jij dat?’
Topsportmentaliteit
De Nooijer: ‘Hockey is een teamsport, je moet het echt met elkaar doen. Elke speler heeft eigen kwaliteiten, het gaat erom met elkaar het beste uit iedereen te halen. Dus je kijkt eerst: wat zijn nou de kwaliteiten en vooral ook, wat heeft iedereen nodig om goed te kunnen presteren? Je schept de voorwaarden voor elkaar. Je kunt trainen wat je wilt, maar uiteindelijk draait het om het teamgevoel. Hoe
Paul Gerla, directeur bij vermogensbeheerder Kempen Capital Management, dochter van Van Lanschot, heeft niet voor niets Teun de Nooijer gekozen voor dit interview. Gerla heeft iets met sport. Bij Kempen nodigt hij regelmatig sporters uit om lezingen te geven en twee mensen van zijn team maakten tijdens de Olympische Spelen in Londen deel
ga je een verloren bal samen terug veroveren? Wanneer vang je elkaars positie op? Daarvoor moet je elkaar kennen. ’ Al snel gaat het gesprek over de methodiek van Insights Discovery, waarbij persoonlijke waarden en drijfveren zijn aangegeven door verschillende kleuren. Paul Gerla herkent zichzelf bij uitstek in de drijfveer rood, die staat voor vooruitgang, tempo en durf. ‘Mensen die de hele tijd ‘ja maar’ roepen, dat zijn mijn tegenpolen.’ Hij lacht. ‘Maar ik moet ze wel in mijn team hebben, het houdt de boel in evenwicht.’ Voor De Nooijer staat de drijfveer groen op de eerste plaats: mensen en sociale verbanden staan voorop. ‘Dat ik destijds naar Bloemendaal overstapte, voelde onder meer goed omdat mijn vader in Bloemendaal is opgegroeid. Dat was voor mij echt een factor en dat heeft goed uitgepakt.’ Gerla ziet verder passie als een belangrijke factor. ‘Als ik mensen aanneem, kijk ik altijd naar de passie voor het vak. Hebben ze die, dan zit het goed. Hoe zie je dat als hockeyer? Herken je die passie bij je medespelers?’
24 PurSang 3|2012
COVERSTORY
Paul Gerla: ‘Van je verlies leer je meer dan van je winst’
De Nooijer: ‘Natuurlijk, passie is ongelofelijk belangrijk. Voor mezelf ook. Ik ben nu 36. Waarom doe ik dit eigenlijk nog? Maar elke keer als ik op het veld sta, ook als het voor een training is, vind ik het weer heerlijk. Dan doen we even vier tegen vier, dan speel je om de winst. De dynamiek van het spel vind ik nog steeds geweldig. Er komt zoveel energie bij vrij. Het kost dan ook helemaal geen moeite om bijvoorbeeld gezond te eten. Al die dingen die je moet doen en laten voor topsport, dat gaat vanzelf als je passie voor zo’n sport hebt.’
Harder werken na teleurstelling Een teleurstelling is dan ook eerder een motivatie om nog harder te gaan werken. Niet alleen bij de teleurstellende Olympische Spelen in Beijing (het Nederlandse herenhockeyteam werd vierde, achter Duitsland, Spanje en Australië), maar ook eerder dit jaar, toen De Nooijer aanvankelijk niet gekozen werd in de selectie voor de Spelen in Londen. Coach Paul van Ass wilde, in zijn eigen woorden, ‘hoge bomen kappen om het struikgewas daaronder meer te laten groeien’.
‘Vooral naar mezelf kijken’ Gerla: ‘Er kwam enorm veel protest op dat besluit. Hoe ging je daar zelf mee om?’ De Nooijer: ‘Ik dacht eigenlijk meteen: waar heb ik steken laten vallen? Wat moest ik doen om weer kans te maken? Paul Gerla: ‘Waar zat hem dat in?’ ‘Qua fysiek meer trainen. Dat was nog lastig, want er lag op dat moment sneeuw in Nederland, dus hou jezelf maar eens
net zo fit als die jongens die dan zes weken op trainingsstage zijn. Naar binnen dus. Krachttraining, squash, aquajogging. Alles om net zo fit te zijn als de rest.’ ‘Geen negatieve gedachten?’ ‘Natuurlijk wel. Maar die hebben me juist extra gemotiveerd. Ik heb vooral naar mezelf gekeken. Wat moest ik doen om weer kans te maken, om die deur open te doen die nu op een kier staat? Waar heb ik kennelijk steken laten vallen? Ik denk dat dat was omdat ik niet genoeg communiceerde. Wel binnen het team, maar niet met de mensen eromheen. Dus dat ben ik ook meer gaan doen. Ik was misschien teveel gefocust op zelf zo goed mogelijk zijn. En ervaring is, juist je ervaring délen. Dus ben ik me daarop gaan richten.’ Uiteindelijk is Teun de Nooijer toch geselecteerd voor de Olympische ploeg die naar Londen ging. De manier waarop – zelfreflectie, toch gaan trainen ook al ben je niet geselecteerd – dwingt respect af. Gerla: ‘Honderd procent de verantwoordelijkheid nemen, is dat ook niet een van de kenmerken van een topper?’ De Nooijer: ‘Ik ben sowieso altijd erg kritisch op mezelf geweest. Als sporter is het eenvoudig: een perfecte wedstrijd spelen, dat lukt je nooit, maar je kunt het wel nastreven.’ Gerla: ‘Gisteravond las ik je autobiografie 14 nog eens. Daarin beschrijf je mooi hoe zelfs je moeder je soms voor gek verklaarde.’ De Nooijer glimlacht. ‘Ik speelde met Alkmaar tegen Amsterdam om het kampioenschap van Noord-Holland. Het werd een gelijkspel. Ik had een grote kans gemist: ik pushte de bal in een rebound tegen de keeper aan. Mijn moeder stond toen achter de bar en zag me op het
veld. Stond ik daar eindeloos te oefenen, in de regen.’ ‘Hoe oud was je toen?’ ‘Elf.’ De Nooijer lacht. ‘Maar het is er nooit meer uitgegaan.’ ‘Is talent belangrijker, of doorzettingsvermogen?’, wil Gerla weten. ‘Zou jij een willekeurig kind van de straat kunnen plukken en opleiden tot Olympisch hockeykampioen?’ De Nooijer: ‘Talent is een factor die zeker meespeelt. Maar doorzettingsvermogen is minstens zo belangrijk. Ik had voor mijn Academy een filmpje gemaakt, met het zinnetje erin ‘Hoe bereik je de top?’ Dat filmpje mocht ik een keer aan Johan Cruijff laten zien. Hij zei: ‘Dat éne zinnetje, dat zou ik veranderen. Dat moet zijn: ‘Hoe bereik je je eigen top?’ Daar had hij zo gelijk in. Dat is het ook. Niet iedereen kan Olympisch kampioen worden, maar iedereen kan het beste uit zichzelf halen. Kijk wat je sterke punten zijn en ontwikkel die!’
Resultaatgedreven Na een fotosessie bij de houder voor de Olympische vlam verplaatst het gesprek zich naar het Amsterdamse Olympische stadion zelf, waar op dat moment een atletiektraining aan de gang is. Op de tribune praten Gerla en De Nooijer verder over het thema ‘gedreven door resultaat’. Natuurlijk wil je met je team een gouden medaille halen op de spelen. Maar is die medaille echt alles? De Nooijer: ‘Bij de Olympische Spelen in Sydney, in 2000, waren we als Nederlands hockeyteam favoriet: we waren titelverdediger en wereldkampioen. Maar het lukte niet om daar het maximale uit het team te halen. We wonnen goud, maar we hadden beter kunnen zijn. En dan ben je toch niet tevreden, dat zit toch niet lekker. Vier jaar later, bij de Spelen in Athene, werden we tweede, maar toen hadden we wel echt alles eruit gehaald. We verloren in de finale van Australië – oké, zij waren beter. Maar we hadden in elk geval het maximale uit onszelf gehaald. Daar heb je dan uiteindelijk toch een beter gevoel bij.’ Paul Gerla: ‘Laatst was roeister Femke Dekker bij ons te gast als spreker. Zij had het over de hows en de whats: de mensen die voor het proces gaan, en de mensen die voor het resultaat gaan. Waar ben jij meer van?’ ‘Naar de Olympische Spelen ga je voor een gouden medaille,’ zegt De Nooijer. ‘Maar achteraf denk ik: het draait om het proces. Als dat goed zit, dan komt het resultaat er wel.
COVERSTORY
PurSang 3|2012 25
Teun de Nooijer (1976) is hockeyinternational. Hij nam met het Nederlands elftal vier keer deel aan de Olympische Spelen en won twee keer goud. Deze zomer speelde hij in Londen zijn laatste Olympische Spelen en keerde terug met een zilveren plak. Nu gaat hij zich helemaal richten op de Teun de Nooijer Academy. www.teundenooijeracademy.com Paul Gerla (1966), van huis uit econometrist, is managing director van Kempen Capital Management. Hij loopt wel eens een halve marathon, maar richt zich vooral op de kwaliteit van het fondsbeheer: mede onder zijn leiding groeide de beheerportefeuille van Kempen Capital Management in de afgelopen zeven jaar van € 4 miljard naar € 24 miljard.
Dan speel je in elk geval op de top van je eigen kunnen.’ Behalve de passie voor winnen hebben Gerla en de Nooijer nog iets gemeenschappelijk: ze kunnen niet tegen hun verlies. Zelfs als ze met hun kinderen aan het veld staan (Paul traint zijn jongste zoon bij het voetbal, Teun zijn middelste dochter bij hockey) staan ze zich aan de kant op te vreten als het niet de goede kant op gaat – al proberen ze dat niet te laten merken. ‘Als wij lang met een klant bezig zijn, bijvoorbeeld een pensioenfonds, en de overeenkomst gaat uiteindelijk niet door, dan kan ik daar echt een paar dagen ziek van zijn,’ zegt Gerla. ‘Maar ik roep ook het team bij elkaar. Want van je verlies leer je meer dan van je winst. Wat kan er beter? Je vraagt het ook aan de klant. Vaak is het perceptie. Ik heb gemerkt dat het toch het beste werkt als je dicht bij je eigen authenticiteit blijft.’
Vlammen Teun de Nooijer herinnert zich van zijn eerste Olympische Spelen in Atlanta nog de oude rotten in het vak, die nog een keer wilden vlammen. Floris Jan Bovenlander, Taco van den Honert, Maurits Crucq, Mark Delissen. Nu is hij zelf een van de oude rotten in het vak. Paul Gerla: ‘Je speelt hockey met je hele ziel en zaligheid, wat ga je doen als dat hoofdstuk
straks afgesloten is?’ De Nooijer: ‘Ik speel nog een jaar door bij Bloemendaal, maar er komt een dag dat je afscheid neemt. De dynamiek ga ik enorm missen, dat weet ik nu al. De spanning van een wedstrijd, dat gevoel krijg je nergens op die manier terug. Dat hoor ik ook van sporters die al gestopt zijn. Die zeggen: ‘Je doet nu wat je het leukste vindt en waar je de meeste passie voor hebt. Ga er zo lang mogelijk mee door, want dat krijg je nergens meer!’ Ik zit sinds eind 1993 in het Nederlands elftal, op mijn dertiende vloog ik al naar mijn eerste interlandtoernooi. Het zal heel gek zijn als dat er allemaal niet meer is. Maar er zullen ook weer andere dingen voor in de plaats komen. Mijn bedrijf De Teun de Nooijer Academy loopt prima, en het wordt daar nog steeds drukker. Steeds meer bedrijven schakelen ons in voor verander- en ontwikkelvraagstukken. Soms voor inspiratie of voor enkele handvatten. Maar soms ook om teams daadwerkelijk naar een hoger niveau te begeleiden. Jullie eigen Kempenorganisatie is daar een fantastisch voorbeeld van. Daar ben ik trots op.’ De Nooijer lacht. ‘Het wordt in de toekomst anders. Maar het komt goed! ‘Dit was een gesprek waar ik met enorm veel energie vandaan kwam,’ zegt Paul Gerla achteraf over zijn ontmoeting met Teun de Nooijer. ‘Er bleken nog veel méér raakvlakken
tussen topsport en het bedrijfsleven te zijn dan ik al dacht. Ik heb er ook een paar nieuwe inzichten uitgehaald. In de eerste plaats: probeer niet een ander te imiteren, maar ga uit van je eigen sterke punten. Je zag bij de Olympische Spelen hoe goed die visie werkte voor het hockeyteam. De tweede les kwam van Teun de Nooijer persoonlijk en draait om de vraag hoe je met tegenslagen omgaat. Niet de schuld bij de buitenwereld leggen, maar jezelf afvragen ‘Wat kan ík beter doen?’ Als iedereen dat zou doen in een bedrijf, dan ben je in één keer tien stappen verder.’ Tijdens de Olympische Spelen in Londen woonde Gerla twee wedstrijden van het Nederlands hockeyelftal bij. ‘Bij de eerste wedstrijd tegen België kwam het flitsende spel nog niet helemaal uit de verf, maar in het duel tegen Nieuw-Zeeland begon het echt goed te lopen. Het hoogtepunt zag ik live op televisie, dat was natuurlijk de halve finale tegen het Britse Team: het plezier spatte ervan af, er zat zoveel passie in! De finale tegen Duitsland wonnen ze jammergenoeg niet, maar het belangrijkste is dat het team in Londen absoluut het beste uit zichzelf heeft gehaald.’ Teun de Nooijer zelf zei na afloop: ‘Natuurlijk is het zuur als je zo’n allerlaatste wedstrijd niet wint, maar je staat hier wel met een waanzinnig mooie zilveren medaille.’ ______
Rendement Rendement op op uw uw vermogen vermogen arrangement arrangement Ontspannen Ontspannenin inHOtel HOtel& spasavarin savarinHampsHire HampsHireClassiC ClassiCrijswijk rijswijk Ontspannen in HOtel &&spa spa savarin HampsHire ClassiC rijswijk en met met bad badmet metneknek-en enschouderdouches schouderdouchesen bad met neken schouderdouches en met een een whirlpool; whirlpool; als als u u hier hier niet niet tot tot rust rust komt, komt, een whirlpool; als u hier niet tot rust komt, komt komtuuuhet hetnergens. nergens.Wij Wijbieden biedendaarnaast daarnaast komt het nergens. Wij bieden daarnaast een een brede brede keuze keuze aan aan gezichts-, gezichts-, voet-, een brede keuze aan gezichts-, voet-, voet-, handhanden en lichaamsbehandelingen, lichaamsbehandelingen, waarbij waarbij hand- en lichaamsbehandelingen, waarbij gebruik gebruik wordt wordt gemaakt gemaakt van van de de best best denkbare denkbare gebruik wordt gemaakt van de best denkbare producten producten van van Bergman, Bergman, Babor, Babor, Marlies producten van Bergman, Babor, Marlies Marlies Möller Möller en en KOH. KOH. Midden Midden in in de de stedelijke stedelijke hectiek hectiek van van de de Möller en KOH. Midden in de stedelijke hectiek van de Randstad Randstad biedt biedt Restaurant Restaurant Hotel Hotel & Spa Randstad biedt Restaurant Hotel && Spa Spa Savarin SavarinRijswijk Rijswijkuuueen eenmoment momentvan vanheerlijke heerlijke Savarin Rijswijk een moment van heerlijke rust. rust.Zeker Zekerwanneer wanneeruuuvoor vooruw uwontspanning ontspanning rust. Zeker wanneer voor uw ontspanning een een bezoek bezoek brengt brengt aan aan onze onze hoogwaardige hoogwaardige een bezoek brengt aan onze hoogwaardige cityspa. cityspa.Een Eenzonnebank, zonnebank,Infrarood Infraroodsauna’s, sauna’s, cityspa. Een zonnebank, Infrarood sauna’s, een een hottub hottub (buiten), (buiten), een een Turks Turks stoombad, stoombad, een hottub (buiten), een Turks stoombad, twee tweeFinse Finsesauna sauna(buiten), (buiten),een eendompelbad dompelbad twee Finse sauna (buiten), een dompelbad (buiten), (buiten), een een floating floating tank tank (zout (zout water), water),een een (buiten), een floating tank (zout water), een hydrojet hydrojet massagebed, massagebed, een een hamam hamam scrubscrubhydrojet massagebed, een hamam scrubsteen, steen,diverse diversebehandelsalons, behandelsalons,een eenzwemzwemsteen, diverse behandelsalons, een zwemRestaurant Restaurant Hotel Hotel & Spa Savarin Savarin Rijswijk Rijswijk Restaurant Hotel && Spa Spa Savarin Rijswijk heeft heeft de de ideale ideale locatie locatie voor voor een een weekendje weekendje heeft de ideale locatie voor een weekendje weg. weg.Combineer CombineerDen DenHaag, Haag,Scheveningen, Scheveningen, weg. Combineer Den Haag, Scheveningen, Rotterdam Rotterdam of of Delft Delft met met een een heerlijk relax relax Rotterdam of Delft met een heerlijk heerlijk relax weekend weekend in in ons ons wellness wellness hotel hotel met met sauna, sauna, weekend in ons wellness hotel met sauna, whirlpool whirlpoolen enbeauty beautycentre. centre. whirlpool en beauty centre.
Arrangement: Arrangement: Arrangement: Tweeovernachtingen overnachtingenin eenluxe luxekamer kamer •••Twee Twee overnachtingen inineen een luxe kamer inclusief inclusief Savarins Savarins live live cooking cooking ontbijtbuffet ontbijtbuffet inclusief Savarins live cooking ontbijtbuffet •••3-gangenmenu 3-gangenmenuop opde dedag dagvan vanaankomst aankomst 3-gangenmenu op de dag van aankomst •••5-gangen 5-gangen gastronomisch gastronomisch menu menu op opde de 5-gangen gastronomisch menu op de tweede tweede dag dag tweede dag •••333dagen dagentoegang toegangtot totcityspa cityspaSpavarin Spavarin dagen toegang tot cityspa Spavarin •••Uitgebreide Uitgebreide lichaamsmassage lichaamsmassage (1uur) uur) Uitgebreide lichaamsmassage (1 (1 uur) •••Gebonden Gebondenhistorisch historischoverzicht overzichtHuize Huize Gebonden historisch overzicht Huize Zuidhoorn Zuidhoorn Zuidhoorn
€ € 249,50 249,50per perpersoon persoon per persoon Normale Normaleprijs prijs€€€399,50 399,50 Normale prijs 399,50
Dit Ditarrangement arrangementis geldigt/m t/meind eindfebruari februari2013 2013 Dit arrangement isisgeldig geldig t/m eind februari 2013
WIJN
PurSang 3|2012 27
Column Eric de Bruijn
waarin het karakter van elk individueel perceel te proeven is. Zijn gedrevenheid uit zich ook in de experimenten met verschillende houtsoorten voor de lagering van zijn sublieme wijnen. Hij is een van de meest bewierookte jonge wijnmakers van Frankrijk, wiens wijnen over de gehele wereld worden geëxporteerd en altijd uitverkocht zijn.
Gedrevenheid en passie samen op tafel Toen ik het thema van deze editie van PurSang hoorde (aan de top, gedrevenheid), moest ik direct denken aan een aantal succesvolle wijnmakers die wij vertegenwoordigen in Nederland. Zoals Anne Claude Leflaive en Hubert Lamy, wijnmakers in de Bourgogne. Anne Claude is een treffend voorbeeld van gedrevenheid in de wijnwereld, met als resultaat het predicaat beste wittewijnmaakster ter wereld (volgens Decanter magazine). Zij is gedreven om de beste wijn van de wereld te maken en onvergelijkbaar gepassioneerd in haar biodynamische benadering. In de kelders van Hubert Lamy staan glazen potjes met daarin de grondmonsters van zijn vele percelen in Saint Aubin. Elk perceel krijgt zijn eigen specifieke bewerking, met als resultaat een tiental verschillende wijnen
Ware kunstenaars zijn het die hun passie bottelen in een fles en ons uiteindelijk dat gelukzalige moment verschaffen en met ons delen in het wijnglas. Ben je niet gedreven en heb je niet die passie, dan slaag je niet in de wijnwereld. Althans niet zo dat je de wijnkopers van je erf moet sturen omdat je geen wijn meer over hebt. Er zullen desalniettemin altijd wel afzetmogelijkheden te vinden zijn voor drie flessen voor een tientje, maar daar hoef je als wijnmaker niet gedreven voor te zijn. Het schap van de supermarkt biedt uitkomst en het enige dat daar telt is de prijs. Ook in de horeca kennen we het fenomeen van gedreven professionals. Je kunt een lunch beleven waarbij bij alle gangen de passie van de chef van je bord spat. Ons vak van wijnkopers heeft de prettige bijkomstigheid dat we veel chefs spreken en ook regelmatig bij hen aan tafel schuiven. Zo bezocht ik pas onze prachtige provincie Zeeland voor een afspraak met Edwin Vinke van het tweesterrenrestaurant De Kromme Watergang in Hoofdplaat. Dit restaurant kreeg er dit jaar een tweede ster bij en hoe verdiend vind ik dat! Zeeland is dé culinaire provincie van Nederland geworden met maar liefst elf
Michelinsterren, verdeeld over eenmaal drie sterren, tweemaal twee sterren en viermaal één ster. Hoofdplaat is een klein plaatsje. Een smalle landweg voert je dwars door de Zeeuwse kleiakkers. Nadat je je al enkele malen vertwijfeld hebt afgevraagd of je wel goed rijdt, ligt daar dan eindelijk aan de rand van het dorp de eettempel waar zoveel over gesproken wordt. Het oude schoolgebouw is omgetoverd tot een modern in zwart en wit gedecoreerd restaurant, waar Edwin met zijn brigades je een onvergetelijke culinaire belevenis laat ervaren. Het resultaat van die passie is een zeer verdiende tweede ster en de titel Chef van het Jaar 2011. Gedrevenheid en passie vinden elkaar ook daar, diep verscholen in het Zeeuwse land.
Eric de Bruijn is lid van de 7e generatie P. de Bruijn Wijnkopers anno 1772 BV (www.debruijnwijnkopers.nl). Wilt u reageren?
[email protected]
28 PurSang 3|2012
SCOPE BELEGGINGSFONDSEN
Indextrackers: waarop letten? De Autoriteit Financiële Markten heeft zich onlangs nadrukkelijk gemengd in de discussie over de zeer populaire indextrackers. Volgens de toezichthouder zijn de structuur en de risico’s vaak niet voldoende duidelijk. Over welke risico’s hebben we het dan? En hoe staat Van Lanschot Bankiers daartegenover?
Gebrekkige regelgeving
Tekst: Annemarie van der Tuijn
De financiële wereld staat bepaald niet stil; er komen steeds weer nieuwe beleggingsproducten bij. Een voorbeeld zijn de uit de Verenigde Staten overgewaaide Exchange Traded Funds (ETF’s). Deze noemen we ook wel indextrackers, omdat ze het rendement van een bepaalde index zo goed mogelijk proberen te volgen. De traditionele (fysieke) tracker doet dat door te beleggen in de effecten die in de gevolgde index zijn opgenomen. Gebeurt dat in dezelfde verhouding als in de onderliggende index, dan spreken we over volledige replicatie. Soms is het echter voordeliger om enigszins af te wijken van de indexverdeling. De MSCI Emerging Markets-index bestaat bijvoorbeeld uit honderden individuele aandelen die lang niet allemaal van grote invloed zijn op het indexrendement. In sommige stukken wordt zelfs nauwelijks gehandeld. Wilt u toch alle aandelen uit deze index in uw portefeuille hebben, dan staan daar hoge kosten tegenover. In dit geval kan het gunstiger zijn om alleen de bepalende aandelen aan te kopen, aangevuld met een mix van andere aandelen uit de index die samen zo goed mogelijk de karakteristieken van de index benaderen. Deze manier heet optimalisatie (of sampling bij obligaties).
moeite nemen om de officiële documentatie te lezen, weten wel beter. De onderliggende portefeuille blijkt vaak helemaal niet uit dergelijke aandelen te bestaan, maar bijvoorbeeld uit beleggingen in staatsleningen. In een markt waarin aandelen hard stijgen, hebt u daar weinig aan en u haalt het rendement van de afgesproken index niet. Is de kans dat het zo fout gaat groot? Nee, maar we hebben natuurlijk al eerder kleine kansen bewaarheid zien worden.
Complexe variant Tot zover lijkt er weinig aan de hand. Fysieke trackers op bekende indexen zijn, zeker bij volledige replicatie, over het algemeen voldoende transparant. Maar er is een variant die complexer en moeilijker te doorgronden is, namelijk synthetische trackers. Deze trackers worden gebruikt om het rendement van een index na te bootsen zonder dat de onderliggende effecten van deze index moeten worden aangekocht. Dit gebeurt door een swapovereenkomst, ofwel een ruilcontract, af te sluiten met een of meerdere tegenpartijen.
Specialisatie leidt tot bovengemiddelde resultaten Met de tegenpartij, bijvoorbeeld een bank, wordt dan afgesproken dat zij het rendement van de gevolgde index levert tegen een vergoeding. Een dergelijke ruilovereenkomst brengt risico’s met zich mee. Als de tegenpartij van de aanbieder tot dezelfde onderneming behoort, levert dit zelfs een concentratie van risico’s op, want de mogelijkheid bestaat dat de tegenpartij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Wat gebeurt er dan? Een voorbeeld. Stel, u verwacht dat aandelen uit opkomende markten het goed zullen gaan doen en u besluit hierop in te spelen door te beleggen in een synthetische Emerging Markets Equities-tracker. Als de tegenpartij van de swapovereenkomst niet over de brug komt, valt u terug op de werkelijke portefeuille, die naar verwachting uit aandelen van opkomende landen bestaat. Beleggers die de
Bij fysieke trackers kan een andere vorm van dit tegenpartijrisico optreden, namelijk als de aanbieder van de tracker zijn effecten tegen vergoeding uitleent (securities lending, wat overigens niet alleen bij trackers, maar ook bij andere beleggingsfondsen gebeurt). In principe is securities lending positief, omdat de opbrengsten een deel van de kosten goedmaken. Beleggers moeten er wel voor waken dat een aanbieder van een tracker in zee gaat met een partij waarbij het risico zeer groot is. Dit risico wordt namelijk niet door de aanbieder, maar volledig door het fonds en dus de belegger gedragen. Gezien die risicoverdeling zou je mogen verwachten dat de opbrengsten van de uitleen van effecten volledig naar de beleggers terugvloeien. In de praktijk blijkt dat bij veel aanbieders zeker niet honderd procent van de opbrengsten bij de belegger belanden. Een gedeelte verdwijnt in de zak van de aanbieder of de agent aan wie het uitlenen is uitbesteed. Oneerlijk, oordeelt de Europese toezichthouder ESMA, die werkt aan nieuwe regelgeving. Nog een punt van aandacht: het gebrek aan kennis bij beleggers op het gebied van indexen. Als partijen gebruik willen maken van bekende indexen van bijvoorbeeld MSCI, dan moeten ze daarvoor betalen. Daarom hebben bijna alle grote zakenbanken initiatieven om eigen
SCOPE BELEGGINGSFONDSEN
PurSang 3|2012 29
indexen te ontwikkelen. Daarnaast heeft de toenemende populariteit van trackers ervoor gezorgd dat aanbieders alle mogelijke indexen aangrijpen om er een tracker op te baseren. Voor beleggers is het zaak goed te weten welke effecten er in de index zijn opgenomen. U kunt bijvoorbeeld bescherming willen tegen een oplopende inflatie in Europa via een tracker op een Euro inflation linked bond-index. Deze bestaat echter uit obligaties van slechts drie landen. Dit sluit wellicht niet aan bij een ander doel van de belegger – een goede spreiding en risicoverdeling.
En de kosten? Ook over de kosten van trackers bestaan misverstanden. Beleggers realiseren zich niet altijd dat een tracker het indexrendement netto in de regel niet haalt, omdat er altijd kosten worden gemaakt. U kunt hierbij denken aan administratiekosten en beheervergoedingen. Deze zijn doorgaans makkelijk terug te vinden. Dat geldt niet voor sommige andere zaken die het rendement kunnen beïnvloeden. Zo keert een tracker vaak eens per jaar dividend of coupons uit, terwijl de onderliggende aandelen of obligaties dat gedurende het kalenderjaar doen. Dit betekent dat er op het moment van uitkeren cash vrijgemaakt moet worden. Daardoor komt de portefeuille niet meer helemaal overeen met de indexverdeling. Dat kan, afhankelijk van de markt, een voordeel of een nadeel opleveren. Daarnaast is een ETF een beleggingsfonds dat doorlopend kan worden verhandeld, doorgaans rond de intrinsieke waarde. Om dat mogelijk te maken, zijn er market makers die prijzen stellen. Zij zullen nooit precies op de intrinsieke waarde handelen. Ze verkopen tegen een iets hogere en kopen tegen een iets lagere prijs. Het resultaat is een bied-/ laatspread. Deze kost rendement, zowel bij aan- als verkoop. Dat is een van de redenen waarom Van Lanschot vaak kiest voor indexfondsen. Die kunnen weliswaar maar eens per dag worden aangekocht of verkocht, maar wel tegen de intrinsieke waarde.
Begrijpelijk en transparant Uit het voorgaande blijkt dat trackers niet zo eenvoudig, goedkoop en transparant zijn als beleggers wellicht denken. Beleggen
in indextrackers gaat gepaard met risico’s en kosten. Maar welke dat zijn, is lang niet altijd duidelijk, zo blijkt uit recent onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De toezichthouder concludeert dat sommige trackers zo ondoorgrondelijk zijn, dat ze niet of alleen via een adviseur of een vermogensbeheerder aan particulieren zouden mogen worden aangeboden. De informatie over de tracker moet hoe dan ook begrijpelijk zijn. Van Lanschot is het in grote lijnen eens met de conclusies van de AFM. Vanwege transparantie heeft de bank (al sinds lang voor het AFM-onderzoek) een voorkeur voor volledige replicatie. De bank heeft uitsluitend fysieke trackers in het assortiment, inclusief een fysieke goudtracker, maar met uitzondering van de brede grondstoffentrackers. Fysiek beleggen in bijvoorbeeld kolen of maïs is door de enorme opslag en verzekeringskosten niet mogelijk, dus heeft de bank deze beleggingscategorie gevangen in met zorg geselecteerde synthetische trackers. Omdat ook Van Lanschot begrijpelijkheid heel belangrijk vindt, heeft de bank voor alle geselecteerde fondsen, inclusief trackers, een factsheet beschikbaar. De factsheet van een tracker bevat onder meer een korte
uitleg van de index en de manier waarop het indexrendement wordt gekopieerd. Ook vermeldt de bank de tracking error (de mate waarin het rendement afwijkt van dat van de index) over de afgelopen negen maanden en hoe die zich verhoudt tot de totale kosten. Tot slot houdt Van Lanschot de aanbieders (en dus het tegenpartijrisico en de mate waarin de opbrengsten van uitleen ten goede komen aan de belegger) voortdurend scherp in de gaten. Omdat een belegger niet alleen moet weten wat er aan de oppervlakte, maar ook wat er onder water speelt.
Passief versus actief Van Lanschot heeft het beleggingsuniversum verdeeld in zes hoofdcategorieën, die uiteenvallen in ongeveer 25 subcategorieën. Per subcategorie streeft de bank ernaar om naast een actief beheerd beleggingsfonds ook een passieve oplossing (tracker) te selecteren. Zo kunt u samen met uw adviseur de verdeling over actieve en passieve fondsen bepalen. Omdat Van Lanschot gelooft dat specialisatie leidt tot bovengemiddelde resultaten, zal de voorkeursportefeuille altijd zijn gebouwd op actieve specialistische beheerders die juist door af te wijken van de index extra rendement kunnen behalen. _________________
30 PurSang 3|2012
IN GESPREK MET CLIËNT
Ondernemerszoon in bedrijfsovernames Als kind in een ondernemersgezin leerde Paul Bossers al jong het klappen van de zweep als het gaat om ondernemen. Dat geeft hem nu een extra edge in zijn werk als adviseur bij Sophista, gespecialiseerd in bedrijfsovernames en financieringen. ‘Ondernemers begrijpen, daar draait het om.’
Paul Bossers: ‘Ook emoties tellen mee bij een overname’
Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Rob Acket
‘Opgroeien in een ondernemersgezin betekent dat je het ondernemerschap tot en met de bedrijfsverkoop van nabij meemaakt,’ vertelt Paul Bossers, doelend op B&G Hekwerk, het toenmalige bedrijf van zijn vader. Na zijn rechtenstudie in Utrecht zette hij in 2000 zijn eerste schreden op het bedrijfovernamepad. In 2005 werd hij zelfstandig adviseur in Eindhoven met Transactus, zijn eigen onderneming. ‘Toen mijn opdrachten groeiden in omvang en complexiteit, stond ik voor de keuze: extra expertise inhuren, of me aansluiten bij een andere partij. Sophista in Alkmaar kende ik al, en ook zij wilden verder groeien. Het klikte, dus heb ik me in 2011 aangesloten en we groeien nog steeds.’
Eigenwijze ondernemer ‘Onze cliënten zijn dga’s in het midden- en kleinbedrijf, mensen die hun bedrijf als hun kind zien,’ vertelt Bossers. ‘En ja, ze zijn eigenwijs, gelukkig maar, anders waren ze niet zo ver gekomen. Vaak vinden ze het een hele stap om een adviseur in te schakelen, want een ondernemer vindt zijn eigen zaak het mooiste bedrijf ter wereld en kent het bedrijf als geen ander. Prima, maar dat maakt je misschien kwetsbaar. Je bent bezig met ondernemen, niet met de vraag: hoe zal ik het straks verkopen en wat is het waard? Hoe gaat het straks met bestaande relaties, hoe lang moet ik nog blijven? Klikt het met de overnemende partij? Dat zijn de facetten die wij naar boven kunnen halen en belichten.’
‘Het mooiste van dit werk is bezig zijn met ondernemers die met hart en ziel een zaak hebben opgebouwd. We komen bij heel verschillende bedrijven, in een statige directiekamer of in de fabriek, of gewoon aan de keukentafel.’ Ook Van Lanschot Bankiers fungeert soms als business feeder die bedrijven naar Sophista doorverwijst. ‘De relatie met Van Lanschot Bankiers is al heel oud, mijn vader bankierde er, net als ik nu. Ze begrijpen ondernemers en ik werk graag voor hun cliënten.’
Overnamemarkt in verandering Sophista Interconsult doet regelmatig onderzoek naar de overnamemarkt onder MKB-bedrijven van 20 tot 100 medewerkers in Noord-Holland, waar het werkterrein van Sophista voornamelijk ligt. Hoe denken MKB-ondernemers over bedrijfsoverdracht? Hoe is hun planningshorizon? De onderzoeksuitkomsten zijn belangrijk voor de strategische keuzes van potentiële kopers. In 2003 was meer dan de helft van de ondervraagden van plan om het bedrijf binnen vijf jaar te verkopen. In 2010 was dat nog steeds zo, ondanks economische tegenwind. Gezien de huidige recessie verwachten we nu dat steeds minder ondernemers willen verkopen omdat rendementen en waarderingen onder druk staan en financieren lastig is. ‘De overnamemarkt is veranderd. Er zijn minder strategische overnames, maar veranderingen
IN GESPREK MET CLIËNT
in aandelenstructuren (fusies en ruzies) en samenwerkingsverbanden tussen bedrijven die samen sterker willen staan, gaan gewoon door. Net als – helaas – de ‘10 voor twaalf-situaties’, waarbij we bedrijven helpen een faillissement af te wenden, bijvoorbeeld door verkoop of saneren.’ En tegelijkertijd kan juist nu overdracht aan kinderen wel weer aantrekkelijker zijn, omdat met lagere waarden gerekend kan worden.
Meer dan deal making In de bedrijfsovernamewereld valt nogal eens het woord dealmaker. ‘Maar deal making staat bij ons niet voorop,’ aldus Paul. ‘We hebben niet alleen een makelaarsfunctie bij overnames, we kijken naar het hele proces. We begeleiden dat proces en nemen de ondernemer zaken uit handen, zoals een koper zoeken, onderhandeling, informatiememoranda en contracten en due diligence. Natuurlijk in overleg met de ondernemer, want alles valt of staat met goede communicatie. We zullen nooit een deal doordrukken, we zeggen het ook als we denken dat een koper niet de juiste partij is.’ Procesbegeleiding houdt voor Bossers niet alleen de harde feiten zoals overnameprijs of aandeelhoudersstructuur in, ook de persoonlijke omstandigheden en de bijbehorende emoties tellen mee. ‘We bereiden de ondernemer voor op het afscheid nemen na de overname, want dat
PurSang 3|2012 31
is een hele stap. Maar we bemiddelen soms ook bij conflicten tussen aandeelhouders of familieleden waarvan de opvattingen uiteen lopen. Of bij ondernemers die het moeilijk hebben en niet meer de energie en middelen hebben om door te gaan. Toch maar eerder stoppen dan? Of iemand van buiten aantrekken?’ Daar hoort vaak ook een gesprek met de bank bij. En dat gaat tegenwoordig anders dan een paar jaar geleden, weet Bossers uit ervaring. ‘Maar eerlijk gezegd denk ik dat banken nu werken zoals het hoort. Vier jaar geleden ging het mijns inziens te makkelijk met financieringen. Nu moet je een realistisch verhaal hebben en goed je huiswerk doen, dan zijn banken wel bereid om met je te werken. Een interessant spanningsveld...’ ______________________________
Reizende leraren
Sophista betekent ‘mannen van praktische wetenschap’. Sofisten trokken vroeger als reizende leraren van stad tot stad en gaven onderricht in de meest uiteenlopende kunsten en vaardigheden. Geen wijsgeren, maar echte practici. Net als de consultants, juristen en bedrijfseconomen die de vertaalslag naar de ondernemer maken. www.sophista.nl
www.vanlanschot.nl
Als je zo lang kunt doen wat je doet, doe je iets goed. Wie maakt er nou een stoel van sloophout? Topontwerper Piet Hein Eek is al twintig jaar zeker van z’n zaak. Begonnen op zijn eindexamententoonstelling, exposeert hij zijn sloophouten meubels inmiddels op designbeurzen wereldwijd. Ook Van Lanschot zet al een tijdje weerbarstig materiaal naar haar hand. Met 275 jaar ervaring in private banking zijn er weinig vragen die we niet gehoord én beantwoord hebben. Wat niet wil zeggen dat we stoppen met luisteren. Integendeel. Wij vragen door. Net zolang tot er een glashelder beeld van uw financiële wensen én mogelijkheden ontstaat. En daarmee een perfect passend vermogensplan. Benieuwd wat onze bezieling voor u kan betekenen? Schuif eens aan bij onze Financiële Tekentafel op vanlanschot.nl
34 PurSang 3|2012
Van sloophout tot succes Piet Hein Eek, die het boegbeeld is in de Van Lanschot-campagne, heeft zijn naam omgevormd tot een succesvol merk. Hoe heeft deze ontwerper, die bekend werd met sloophouten tafels en stoelen, dat voor elkaar gekregen?
Piet Hein Eek
Tekst: Frank van Alphen
Het begin ‘Voor mijn eindexamen in 1989 maakte ik sloophouten kasten en een aantal banken van een oude eik, staal, papier en stof. Ik timmerde en laste in de werkplaatsen van school, naaide thuis op de machine van mijn moeder en presenteerde uiteindelijk een hele serie producten. Deze producten hadden bijna niets gekost en zouden stuk voor stuk bruikbaar en verkoopbaar zijn. Dat lijkt logisch, maar in die tijd en vaak nog steeds, werden de meeste ontwerpen gepresenteerd in de vorm van een niet werkend prototype voor een al dan niet bestaand bedrijf. Als ontwerper ben je generalist en specialist tegelijk, maar daar dacht ik toen nog niet over na. Het examen was een succes. Tijd, aandacht en energie: wat mij betreft moet je die in elk product kunnen zien en voelen.’ Uit: ‘Het pand’ door Eek en Ruijgrok Publishers, 2011
Eek (45) ontdekte al vroeg in zijn carrière dat naamsbekendheid goud is voor een ontwerper. ‘Destijds kochten mensen spullen van Philippe Starck of Jan des Bouvrie omdat ze die ontwerpers kenden. Bij de oprichting van mijn bedrijf ruim twintig jaar geleden heb ik met mijn compagnon Nob Ruijgrok afgesproken dat ik mijn naam om niet aan het bedrijf uitleen. We plakken mijn naam op alles wat we doen.’ De naam Piet Hein Eek kom je sindsdien op de meest uiteenlopende plaatsen tegen. Zijn mokken en borden staan in de Bijenkorf. Voor het oudste champagnemerk ter wereld ontwierp hij de wijnkistjes en de reclamecampagne daarvan. Verder wordt Eek regelmatig gevraagd interieurs van winkels en restaurants in binnen- en buitenland onder handen te nemen: van een bakkerswinkel op de Zeedijk tot een restaurant in Frankfurt.
Tegen alle trends in Sinds vorig jaar heeft Eek al zijn activiteiten samengebracht in een gigantische, oude fabriek in Eindhoven. In de fabriekshallen kan de bezoeker wandelen langs de stoelen, tafels en kasten van Eek. Hij kan ook even naar bin-
nen gluren bij de werkplaats waar die meubelen zijn gemaakt. Zijn honger kan hij stillen in restaurant van Eek, waarvan hij vanzelfsprekend ook de inrichting heeft verzorgd. Het bedrijf waar zo’n negentig mensen werken, is de afgelopen jaar tegen alle trends in gestaag gegroeid. ‘Er gingen juist veel meubelfabrieken failliet omdat de productie wordt verplaatst naar lage lonenlanden. Wij laten zien dat je toch in Nederland meubels kunt produceren. Onze onorthodoxe manier van ontwerpen en ondernemen is toegespitst op de veranderende tijden waar we in leven. Misschien komt het wel daardoor dat we zoveel belangstelling krijgen vanuit de zakelijke wereld!
Eenvoud en transparantie Onvermoeibaar hetzelfde verhaal uitdragen, is volgens Eek naast naamsbekendheid een andere belangrijke pijler onder zijn succes. Dat verhaal slaat op zijn werkwijze. ‘Ik ontwerp en maak meubelen die eenvoudig en transparant zijn. Je kunt zien hoe ze in elkaar zitten en welke materialen zijn gebruikt. We verbergen geen zaken om het mooier te maken’, zegt Eek.
PurSang 3|2012 35
‘We verbergen geen zaken om het mooier te maken’
De eenvoud en transparantie die Eek predikt, slaan niet alleen op zijn stoelen, lampen en interieurs, maar ook op de organisatie van zijn bedrijf. ‘Neem de prijs van een product. Die is gelijk aan de tijd die we hebben besteed en de prijs van de materialen. Iedereen kan hier bij wijze van spreken een prijs berekenen van een stoel. Ik geloof dat die transparantie op de lange termijn in je voordeel werkt. Het leidt soms overigens ook tot onverkoopbare producten. Ik heb een mahoniehouten pingpongtafel van ruim € 8000,- staan. Die wil niemand kopen.’
Aansprekende stijl Omdat klanten weten wat ze ongeveer kunnen verwachten, krijgt Eek meestal opdrachten die hij met plezier uitvoert. ‘Het selecteert zichzelf uit. Het komt eigenlijk nooit voor dat opdrachtgevers iets willen dat ik niet zie zitten. Ze kiezen voor mij omdat mijn stijl ze aanspreekt’, aldus Eek. Het contact met die opdrachtgevers kan leiden tot mooie dingen. Van achter zijn oude bureau diept Eek een jampot op. In de binnenkant van de deksel is een ledlampje bevestigd. De
deksel zelf zit weer in een rond stuk hout. Aan die houten schijf (formaat forse hamburger) zijn dikke stijve koperen draden bevestigd. ‘Dit zijn lampjes voor een restaurant in Frankfurt. De eigenaar wilde geen kaarsjes op tafel, maar een sfeervol lampje. Een van de eisen was dat het te groot is om in je tas te stoppen.’ Al werkende aan de jampotlamp kwam Eek op het idee er een serie lampen van te maken. ‘De combinatie van een jampot met mooi afgewerkte materialen heeft een fraaie uitstraling. Zo kan een opdracht weer leiden tot nieuwe ontwerpen die ik zelf kan verkopen.’
Flexibele opstelling Eek raadt andere ondernemers aan zich vooral flexibel op te stellen. ‘Je kunt de toekomst niet voorspellen. Je kunt je zaak wel zo inrichten dat je snel kunt reageren op veranderingen. Dat doe je door niet veel vast te leggen.’ ‘Sommige zaken hebben een onverwacht effect dat heel welkom is’, zegt Eek. De grootste verrassing vindt Eek de evenementenruimte in het nieuwe complex. ‘Die ruimte
wordt verhuurd voor presentaties, feesten en bruiloften. Het neveneffect is dat we allemaal nieuwe mensen over de vloer krijgen die onze ontwerpen leren kennen. Tegenwoordig word ik ook wel eens gevraagd door ontwikkelaars en dan adviseer ik ze met een evenementenruimte te beginnen.’ _________________________
Mediacampagne Van Lanschot Tv
commercial wordt tot medio november uitgezonden Radio commercial te beluisteren op nieuwszender BNR Print t/m december advertenties in de Financiële Telegraaf, NRC Handelsblad, Het Financieele Dagblad en diverse specialinterestbladen Online website van Van Lanschot en diverse andere websites
36 PurSang 3|2012
VERMOGENSBEHEER
Ronde Tafel over vermogensbeheer
Een mix van kennis, transparantie en vertrouwen Jan van de Ven (2e van links) voert een levendige discussie met vier cliënten over vermogensbeheer in de huidige tijd
Tekst: Annemarie van der Tuijn | Fotografie: Goffe Struiksma
Biedt vermogensbeheer in deze onzekere tijd voor delen? Wat geeft de doorslag bij de keuze van de beheerder? En maakt Van Lanschot Bankiers de verwachtingen waar? Vier cliënten in gesprek met senior portefeuillemanager Jan van de Ven. Terwijl zon en wolken buiten om voorrang strijden, ontstaat in het strakke Amsterdamse kantoor van Kempen & Co al snel een geanimeerde conversatie over succesvolle loopbanen, wonen in het buitenland en het opzetten van een eigen bedrijf. Dat laatste is in deze tijd geen sinecure, weet Evert Jan Sibinga Mulder (56) uit ervaring. Hij werkte jarenlang in de oliesector, onder meer bij Shell in Brunei en
VERMOGENSBEHEER
Nigeria en daarna bij enkele andere bedrijven in de olie- en gasindustrie in onder meer Houston, Genève en Londen. Sinds ruim twee jaar is hij met zijn eigen bedrijf druk bezig om olieconcessies in Afrika te krijgen. Rob Ruijtenberg (61) heeft zijn adviesbureau in 2010 verkocht. Voordat hij voor zichzelf begon, had hij een imposante carrière bij de overheid en in de ICT-sector. Tegenwoordig richt hij zich
op diverse adviesschappen. Roel van Halteren (64), van huis uit registeraccountant en lange tijd partner bij Deloitte, is gepensioneerd en doet net als Ruijtenberg nog advieswerk. Ook Alex Bisi (63), geboren Argentijn en sinds 1977 woonachtig in Nederland, geniet van zijn pensioen. Hij was tot 2003 algemeen directeur bij Sony Music.
PurSang 3|2012 37
Hoe heilig is de benchmark? Als de combinatie vermogensbeheer en eurocrisis ter sprake komt, barst Sibinga meteen los. ‘Het is een fantastische tijd om te laten zien wat je als beheerder in huis hebt. Het kaf wordt van het koren gescheiden, dus laat maar zien dat je heel goed bent in vermogensbeheer.’ Ruijtenberg is het daar helemaal mee eens. >>
38 PurSang 3|2012
VERMOGENSBEHEER
‘Nu kun je je onderscheiden door beter te scoren dan de benchmark.’ Met die opmerking brengt hij gelijk een heikel punt op tafel. Een benchmark is nodig voor de vermogensregie, als input voor het doorrekenen van scenario’s en voor het bepalen van de strategische mix. Maar is die benchmark heilig als prestatiemaatstaf? Kun je het welslagen van vermogensbeheer afmeten aan de performance ten opzichte van een benchmark? Van de Ven vindt dat te kort door de bocht. ‘We zijn bij Van Lanschot bewust bezig met het beheren van de risico’s en kunnen dus niet altijd extreme keuzes maken,’ benadrukt hij.
‘Ik kom niet bij de bank voor een gok, maar voor een afspraak’
gok, maar voor een afspraak. Ik vind dat de vermogensbeheerder de verplichting heeft om dicht in de buurt van de afgesproken rendementsrichtlijnen te presteren, ook als de markt tegenzit. U hebt voor mij in dit voorbeeld dus goed gepresteerd.’ Van Halteren denkt daar iets anders over: ‘Ik ga ervan uit dat het risicoprofiel in mijn portefeuille ook in de benchmark is begrepen. In dat geval vind ik dat de bank in het voorbeeld ondermaats heeft gepresteerd.’ ‘Ook voor mij is vermogensbeheer meer dan een benchmark,’ reageert Sibinga. ‘Ik heb wel eens een rapport gekregen waarin stond dat de benchmark 30%
‘We stellen bij elke benchmark de vraag: is het vanuit risico-oogpunt wel verstandig om er op dit moment in te beleggen?’ Hij neemt de categorie grondstoffen als voorbeeld. Van Lanschot gebruikt daarvoor de GSCIindex van Goldman Sachs als benchmark. Deze index bestaat echter voor 70% uit energiegerelateerde grondstoffen, zoals gas en vooral olie. Van de Ven: ‘Wij vinden het niet verstandig om in een afkalvende economie fors in dit soort grondstoffen te investeren. In plaats daarvan hebben we gekozen voor een kleine belegging in goud en voor een fonds dat veel breder in grondstoffen belegt. Als de olieprijs toch sterk stijgt, blijven we door deze keuze soms wat achter bij de benchmark, maar spreiding en risicobeheersing wegen voor ons in dit geval en juist nu zwaarder.’
Een kwestie van vertrouwen Voor Bisi is de performance ten opzichte van de benchmark beslist niet het belangrijkste. Hij hecht veel meer waarde aan de rendements richtlijnen die bij zijn profiel horen. Van de Ven legt hem een hypothetisch voorbeeld voor. ‘Stel, u hebt een profiel gekozen waaraan voor de komende tien jaar een rendement is gekoppeld van 6% per jaar. Na vijf jaar hebt u met onze portefeuille een rendement gehaald van 30%. Maar stel dat de benchmark 40% heeft gehaald. Hoe hebben we het volgens u dan gedaan?’ Voor Bisi is het antwoord simpel. ‘Ik kom niet bij de bank voor een
Kritische massa Heeft vertrouwen ook te maken met een persoonlijke benadering? Past vermogensbeheer in die zin beter bij een relatief kleine bank als Van Lanschot dan bij een gigantisch concern? Een lastige vraag, vindt Van Halteren. ‘Ik vind een zekere kritische massa cruciaal daar waar het deskundigheid betreft. Met enkel wat adviseurs verspreid over het land kun je het als beheerder nooit goed doen.’ Klopt, aldus Ruijtenberg. ‘Maar wanneer is die kritische massa
Jan van de Ven
Evert Jan Sibinga Mulder
had verloren, maar mijn portefeuille ‘slechts’ 20%. De benchmark was verslagen, maar wat schiet ik daarmee op? Bij vermogensbeheer draait het voor mij veel meer om vertrouwen, zowel in het instituut als in de mensen die er zitten.’ Ruijtenberg knikt instemmend. ‘Het gaat om een mix van kennis, deskundigheid, transparantie en vertrouwen. Heeft de beheerder goede scenario’s voorhanden en krijg ik een eerlijk en realistisch antwoord op mijn vragen? Bij Van Lanschot wordt open en oprecht gereageerd en dat geeft mij vertrouwen.’
voldoende? Dat vind ik, helemaal nu er toch weer sprake is van een enorme opschaling, niet makkelijk te beoordelen. Voor mij is in elk geval ook de persoonlijke aanpak doorslaggevend. Heb ik een vraag of opmerking, dan bel ik even op of ik stuur een mailtje.’ Zoals in 2008, toen de kredietcrisis uitbrak en Ruijtenberg de omzet van zijn bedrijf in enkele weken tijd met 30% zag kelderen. ‘Ik heb toen een mail gestuurd met de tekst: heel de wereld maakt kabaal, maar bij Van Lanschot blijft het doodstil. Naar aanleiding daarvan ben ik met een aantal andere ondernemers uitgenodigd voor een gesprek met de bestuursvoorzitter. Heel leerrijk. Sindsdien is de communicatie overigens enorm verbeterd. Ik voel me goed bij de manier waarop het proces in zijn geheel is georganiseerd.’ De lijnen bij Van Lanschot zijn erg kort, vult Van de Ven aan. ‘Bij grote partijen moet een groot aantal mensen beslissen over de visie die naar buiten wordt gebracht. Daardoor neigt het dikwijls naar het gemiddelde. Bij ons kan een relatief klein team snel besluiten nemen. Dat is een voordeel.’ ‘Het is ook van belang dat de mensen met wie ik rechtstreeks
VERMOGENSBEHEER
contact heb zich verantwoordelijk voelen voor mijn portefeuille,’ vervolgt Ruijtenberg. ‘Dat wil ik als cliënt echt zo ervaren. Bij een grote organisatie is dat moeilijker te realiseren.’
Maatwerk De vier deelnemers hechten zodoende veel waarde aan een persoonlijke manier van werken, maar hoe individueel moet vermogensbeheer zelf zijn? Bieden de profielen van Van Lanschot voldoende ruimte om aan individuele wensen en gevoelens tegemoet te komen? Mogelijkheden zat, vindt Van Halteren. ‘In mijn portefeuille zat een obligatiefonds dat ook in Zuid-Europa belegde. Ik wilde meer transparantie, dus heb ik gekozen voor individuele obligaties. Dat was snel geregeld. Binnen
een adviesvariant. ‘Ik heb in de oliesector een aantal favorieten die ik goed ken. Daar wil ik mijn beheergedeelte niet aan ondergeschikt maken. Daarom beleg ik apart in mijn favorieten. Als je speelt, moet je dat doen in de branche die je erg goed denkt te kennen.’
‘Ik voel me goed bij de manier waarop het proces in zijn geheel is georganiseerd’
PurSang 3|2012 39
om in vermogensbeheer te zitten? Het geeft zeker meer rust, maar bij grote stress blijft het moeilijk om kalm te blijven, weet Ruijtenberg uit ervaring. ‘Ik maakte me bij het uitbreken van de crisis grote zorgen. Kon ik niet beter naar deposito’s overstappen? Uiteindelijk heb ik dat eind 2008, begin 2009 met de helft van mijn vermogen gedaan. Een aantal maanden later ben ik weer ingestapt, omdat de markten gingen stijgen. Achteraf beschouwd had ik beter kunnen blijven zitten. Vermogensbeheer is per slot van rekening voor de lange termijn.’
Over branches gesproken: Sibinga vraagt zich af welke sectorkennis het team dat aan de knoppen zit precies heeft. ‘Hebben de leden een specialisatie? Hebben ze in het buitenland gewerkt? Ik zou daarom graag meer over het beleggingsteam weten. Die transparantie zou ideaal zijn.’ ‘De diepere marktkennis van Nederlandse banken beperkt zich vaak tot Nederland en Europa,’ gaat Sibinga verder. ‘Maar de groei vindt juist buiten Europa plaats.’ Dat vraagt om een andere structuur bij de
Alex Bisi
Roel van Halteren
je profiel kun je zelf keuzes maken. Alternatieve beleggingen of niet. Meer in de index of niet. Actief beleggen of niet.’ Niets is verplicht, beaamt Van de Ven. ‘Wij pleiten voor actief beheer, voor beleggingsfondsen als het gaat om obligaties en voor het opnemen van hedgefondsen. Dat is onze voorkeur, maar daar kunnen cliënten die beleggen volgens het concept Vermogensbeheer A la Carte uiteraard van afwijken. Tot op zekere hoogte, want individueel vermogensbeheer is naar mijn mening niet de beste manier om financiële doelstellingen te halen.’ Sibinga heeft naast zijn beheerportefeuille ook
‘Met vermogensbeheer kun je ook tijdelijk in risico naar beneden gaan,’ pareert Sibinga. ‘Ik ga in zo’n geval defensief, zit de storm uit en schaal daarna weer op. Dat doe ik in goed Rob Ruijtenberg overleg met mijn relatiebeheerder. vermogensbeheerder, vult Van Halteren Soms trapt hij wat eerder op de rem dan ik. aan. ‘Vooral Kempen zal veel internationaler Dat spel bevalt me prima.’ Ook Bisi laat zich na moeten worden. Gezien eventuele cultuureen mislukt financieel uitstapje (‘op aanraden verschillen en het belang van lokale kennis van vrienden’) niet meer gek maken. ‘Ik heb zullen de medewerkers vooral ook uit andere zelf niet de kennis en de tijd om te beleggen. delen van de wereld moeten komen.’ Met vermogensbeheer weet ik zeker dat ik de beste keuze voor mijn vermogen maak.’ ______
Emoties de baas?
De markten reageren op dit moment sterk op bijna alles wat naar buiten komt. Is het in tijden van grote beweeglijkheid een voordeel
Idyllische locaties Bijzondere ervaringen Levenslange herinneringen ...
... bent u ook zo geïnteresseerd in Afrika?
Bij Jambo Safari Club zijn de mogelijkheden eindeloos! KENIA
•
TA N Z A N I A • O EG A N D A • ET H I O P I Ë • SE YC H E L L E N MAURITIUS • MADAGASKAR • MOZAMBIQUE M AL AWI • B OTS WANA • NAMIBIË • ZUID -AFRIKA • Z AMBI A
Vraag de gratis 260 pagina’s tellende brochure aan op www.jambo.nl tel.: 020-2012740 | e-mail:
[email protected] | www.jambo.nl 27-10-11
079-044.JAMBO.omslag.2012.indd 1-3
27-10-11 10:29
10:29
De Aankoopmakelaar regelt alles De prettige zekerheden van Pracht Aankoopmakelaars • Lid van de NVM • Gecertificeerd makelaar: Register MakelaarTaxateur (RMT) voor Wonen en ingeschreven bij het VastgoedCert • Voor taxaties aangesloten bij het NWWI, bij ivalidatie en bij de Taxateurs Unie
Een makelaar, hebben we die nog nodig? Zeker, maar niet meer in
Pracht Aankoopmakelaars
traditionele zin. Pracht Aankoopmakelaars concentreert zich volledig op
Gerda Wiegers
de koper. Een nieuw soort makelaar die opkomt voor het belang van de
Dolderseweg 51
aankopende partij.
3734 BB Den Dolder t. 030-228 60 49
Pracht Aankoopmakelaars is makelaardij van nu. Met een zeer persoonlijke
f. 030-693 35 58
benadering. Een proactieve werkwijze, waardoor hoogwaardige huizen al in
[email protected]
beeld komen voordat ze op de markt verschijnen. En een veel uitgebreider
www.prachtaankoopmakelaars.nl
servicepakket, dat op maat kan worden ingevuld. Desgewenst inclusief projectmanagement bij verbouwingen. En speciale aanvullende diensten, ook gericht op expats. Maak kennis met Pracht, bel directeur Gerda Wiegers: 030-228 60 49.
PRA-Adv PurSangNov2012.indd 5
15-10-12 18:28
42 PurSang 3|2012
IN GESPREK MET CLIËNT
Oudste museum brengt Rafaël naar Nederland Teylers Museum en Van Lanschot Bankiers delen heden én verleden. Het oudste museum van Nederland bankiert sinds enige jaren bij de oudste onafhankelijke particuliere bank van Nederland. De kans is groot dat de mannen achter beide instellingen elkaar in de achttiende eeuw ook kenden. Pieter Teyler en Cornelis van Lanschot behoorden tot dezelfde generatie en waren beiden werkzaam als bankier. ‘Misschien deden ze wel zaken...’, speculeert Teylersdirecteur Marjan Scharloo. Het museum staat nu in de belangstelling met een opzienbarende Rafaëltentoonstelling. Tekst: Sandra Jongenelen | Fotografie: Willem Jan Ritman
Madonna van Rafaël
bezoekers trok. Nu is het de beurt aan Rafaël. Het museum dacht negen tekeningen van hem te hebben, maar tijdens de voorbereidingen ontdekten de experts er nog drie. Eerder werden ze aan leerlingen toegeschreven.
Is de tekening een ‘echte’ Rafaël? ‘Nederland telde destijds twee miljoen mensen. Hoeveel daarvan behoorden tot de rijke bovenlaag? En wie werkten in de bancaire sector? Grote kans dat ze van elkaars activiteiten op de hoogte waren.’ De afgelopen maanden stonden voor Scharloo in het teken van een grote tentoonstelling die 28 september van start is gegaan. Het museum in Haarlem toont tientallen tekeningen en twee schilderijen van Rafaël (1483-1520), één van de belangrijkste Italiaanse kunstenaars uit de Renaissance. Het is de eerste tentoonstelling over Rafaël in Nederland. Daarnaast is er aandacht voor zijn leermeesters en leerlingen. En het publiek kan meedenken over een controversiële tekening. Is het een ‘echte’ Rafaël?
Discussie Samen met Leonardo da Vinci en Michelangelo behoort Rafaël tot de grootste Italiaanse kunstenaars van de vijftiende en zestiende eeuw. Teylers Museum heeft al ruim 200 jaar werk van die twee laatste kunstenaars in bezit. Ze behoren tot een befaamde tekeningen collectie, waar het museum in 1791 de hand op wist te leggen. Een deel daarvan was eerder eigendom van koningin Christina van Zweden. Van deze zeventienhonderd tekeningen zijn er 25 van Michelangelo. In 2005 was dat aanleiding voor een grote Michelangelo-tentoonstelling die in drie maanden honderdduizend
Over één exemplaar zijn ze het niet eens. De conservator van het Albertina Museum in Wenen die de tentoonstelling mede organiseert, houdt het op een ‘echte’ Rafaël, terwijl zijn collega in Haarlem het werk als tijdgenoot bestempelt. ‘Die discussie wordt onderwerp van de tentoonstelling’, vertelt Scharloo. ‘We dagen het publiek uit echt te kijken en daarna te stemmen. Er is ook een wedstrijd aan verbonden.’
Jaloerse kunstenaars Kunsthistorici bakkeleien graag over de vraag wie van ‘de grote drie’ de beste kunstenaar is, Rafaël, Michelangelo of Da Vinci. Scharloo: ‘Feit is dat Michelangelo jaloers was op Rafaël, die in Rome alle mooie klussen binnenhaalde. Rafaël mocht bijvoorbeeld de privévertrekken – de stanze – van de paus onderhanden nemen. Rafaël stierf op zijn 37, Michelangelo werd heel oud. Wie weet wat Rafaël nog meer had gemaakt als hij niet zo vroeg was gestorven.’
Marjan Scharloo: ‘We dagen het publiek uit echt te kijken.’
Nadat Rafaël zijn geboorteplaats had v erruild voor Florence, vertrok hij rond zijn vijfentwintigste naar Rome. ‘Bijzonder is dat hij alle kennis van Leonardo da Vinci en M ichelangelo in zich opzoog om er vervolgens zijn eigen draai aan te geven. Wat hij deed met de stanze is een klaroenstoot van de Renaissance. Zijn Madonna’s zijn ongeëvenaard. Hij kan een vrouw zo weergeven dat ze door het moederschap van de zoon van God boven het mens-zijn is verheven. Dat is heel bijzonder. Rafaël houdt van vrouwen. De vrouwen van Michelangelo zijn meer mannenlijven met een vrouwenhoofd en wat rondingen. Zijn kracht ligt in het weergeven van intens menselijke emoties als woede, afgrijzen of geluk.’
Bankier Teyler Rafaël werkte voor de clerus en particulieren. In Florence kreeg hij een opdracht van een rijke bankier. Scharloo legt uit hoe bijzonder dat is. ‘Het zegt iets over zijn kwaliteiten dat zo’n aanzienlijke familie een ‘broekie’ van twintig inhuurde. ’Een bankier stond ook aan de wieg van het museum dat Rafaël nu zo breed eert. Pieter Teyler (1702-1778) handelde in zijde en leende net als Cornelis van Lanschot zijn kapitaal uit tegen rente. Een verschil is er wel. Laatstgenoemde opende in 1737 in ’s-Hertogenbosch een handelshuis, de voorloper van het huidige Van Lanschot Bankiers. Dat deed zijn Haarlemse collega
niet. Teyler liet na zijn dood een aanzienlijk bedrag van omgerekend € 80 miljoen na. In de geest van de Verlichting geloofde hij dat kennis goed was voor mensen en daarom wilde hij met zijn erfenis kunst en wetenschap bevorderen. Achter zijn woonhuis verrees in 1784 een Ovale Zaal, waarin alle kennis van zijn tijd werd samengebracht. Aangezien het publiek welkom was, geldt dat als de oudste museumzaal van Nederland.
Kunst en wetenschap bevorderen Vele beroemdheden trokken er de afgelopen 228 jaar voor naar Haarlem: Napoleon, Goethe, Einstein. Nobelprijswinnaar Lorentz had er zijn laboratorium. De collectie bevat unieke objecten, waaronder de grootste elektriseermachine ter wereld, maar ook een steen van de top van de Mont Blanc uit 1787.
Op de Werelderfgoedlijst? Zo’n vijftig jaar na de opening vond de eerste uitbreiding plaats. De directie besloot de Ovale Zaal intact te laten en dat beleid – het verleden bewaren – hield stand. Dat maakt Teylers het enige achttiende-eeuwse museum ter wereld dat nog authentiek is. ‘Het is het best bewaarde kennisinstituut van de Verlichting’, verduidelijkt Scharloo.
‘De Verlichting bepaalt nog altijd de manier waarop we wetenschap bedrijven. In plaats van naar de kerk te luisteren, baseerden geleerden zich op bewijsbaar en controleerbaar onderzoek.’ Vergelijkbare instellingen verdwenen door geldgebrek, revolutie, oorlog en brand. Teylers bleef en is daarmee het enige nog bestaande particuliere initiatief ter wereld uit deze periode. Het is ook de enige plek ter wereld met een museum achter een woonhuis. En last but not least, al drie eeuwen draagt het dezelfde missie uit: het verspreiden van kunst en wetenschap. Niet meer dan logisch dus dat de Nederlandse staat het museum onlangs bij de Unesco voordroeg als internationaal beschermd erfgoed. Volgend jaar zomer valt de beslissing en weten we of Teylers Museum officieel is opgenomen op de Werelderfgoedlijst, net als de Amsterdamse grachten, de Taj Mahal in India en het Amerikaanse Vrijheidsbeeld. _____ Teylers Museum, Rafaël, 28 september t/m 6 januari 2013, www.rafael2012.nl
Het hoofdkantoor van de ECB in Frankfurt am Main
SCOPE OBLIGATIES
PurSang 3|2012 45
Euro-obligaties: de oplossing voor de crisis? De crisis in de eurozone woekert voort en dus kijkt men naar uitwegen op de langere termijn. De invoering van euro-obligaties is een van de mogelijkheden. Ellen Engelhart, obligatieanalist bij Kempen Capital Management, dochter van Van Lanschot Bankiers, gaat in op de belangrijkste varianten en consequenties van deze obligaties.
Tekst: Annemarie van der Tuijn
De westerse wereld zucht onder een veel te hoog opgelopen schuldenberg. Overheden, banken en particulieren zijn begonnen met het terugdringen van hun schulden, maar dat is een proces dat nog jaren in beslag zal nemen. Het gevolg: een haperende economische groei. Daarnaast heeft Europa te kampen met specifieke problemen, die voortkomen uit het feit dat we wel een monetaire unie, maar geen economische en politieke unie hebben. Twee belangrijke afspraken – een begrotingstekort van maximaal 3% en een staatsschuld van hoogstens 60% van het bruto binnenlands product (bbp) – zijn bovendien niet nagekomen. Als gevolg hiervan is een aantal Europese landen in een negatieve schuldenspiraal beland. Hun staatsschulden zijn opgelopen tot ver boven de grens van 60%, zodat ze fors moeten
bezuinigen. Dat zorgt voor een economische krimp, wat het alleen maar moeilijker maakt om het begrotingstekort terug te dringen. Bovendien verliezen de financiële markten het vertrouwen in die landen, waardoor de rente op hun staatsleningen stijgt. Ook daardoor loopt het begrotingstekort op. Deze neerwaartse spiraal moet worden doorbroken. ‘Op de eerste plaats moet er op korte termijn weer sprake zijn van economische groei,’ aldus Engelhart. ‘De nadruk op bezuinigen heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd, dus moet er meer worden gedaan om de economie te stimuleren. Tegelijkertijd moeten we de weeffouten in de structuur van de eurozone gaan herstellen. De euro-obligatie is een van de instrumenten om dat op de langere termijn voor elkaar te krijgen.’
Geloofwaardige muntunie De invoering van euro-obligaties, vaak ook eurobonds genoemd, wil zeggen dat de eurolanden samen staatsobligaties gaan uitgeven. Ze staan feitelijk garant voor elkaars schulden. Daardoor zou de rente die Zuid-Europese landen over hun leningen moeten betalen flink dalen. Deze situatie is min of meer te vergelijken met de Verenigde Staten. Daar overstijgen het begrotingstekort en de staatsschuld het gemiddelde in de eurozone en sommige Ame-
rikaanse deelstaten staan er financieel gezien belabberd voor. Toch kan de Amerikaanse overheid makkelijk en goedkoop lenen, omdat ze als één partij naar de kapitaalmarkt gaat. Zou elke deelstaat zelf de boer op moeten, dan zou het plaatje er heel anders uitzien.
‘Bij euro-obligaties staan de eurolanden feitelijk garant voor elkaars schulden’ In de eurozone zou de komst van één gezamenlijke euro-obligatie het lenen dus ook eenvoudiger en voordeliger kunnen maken. Op korte termijn is dat echter geen haalbare kaart, vertelt Engelhart. ‘De noordelijke landen zouden dan wel erg veel kredietrisico op hun schouders nemen. Dat willen ze op dit moment niet en ze kunnen het politiek gezien ook niet verkopen. Daarnaast kan een invoering op korte termijn ertoe leiden dat de stimulans voor probleemlanden om te hervormen en te bezuinigen verdwijnt. Tot slot is het zo dat voor sommige varianten van euroobligaties verdragen zullen moeten worden aangepast. Misschien zijn er zelfs referenda nodig en de nationale parlementen moeten hun goedkeuring geven. Dat kost erg veel tijd
46 PurSang 3|2012
SCOPE OBLIGATIES
Blue and red bonds (in percentages) Het blauwe deel staat voor de verzameling van de schuld van alle eurolanden, tot een maximum van 60% van het bruto binnenlands product. Het rode deel van de schuld moet door de landen zelf geleend worden op de kapitaalmarkt. De rente hiervan zal aanzienlijk hoger zijn, waardoor een disciplinerend effect optreedt.
48,6
48,2
Finland
5,2
60
6
21,2
38,0
60
60
Estland
60
Ierland
12,2
25,8 47,8
Nederland
60
60
60
18,2 Luxemburg
Frankrijk
Spanje
Een groot aantal varianten De euro-obligatie kan op tal van manieren worden ingevuld, maar vier varianten springen eruit. Het meest vergaand zijn de stability bonds. Hierbij geven de nationale overheden zelf geen leningen uit. De financiering vindt dan dus volledig plaats via euro-obligaties. De Europese Commissie ziet deze variant als een instrument om de stabiliteit in de eurozone te vergroten. ‘We hebben feitelijk al een vorm van een stability bond met het tijdelijke Europese steunfonds EFSF,’ legt Engelhart uit. ‘Dit fonds geeft al obligaties uit en alle individuele landen geven garanties af aan dit fonds. Het is wel zo dat het slechts om een klein deel van de obligatiemarkt gaat, want alleen de probleemlanden kunnen gebruikmaken van het EFSF. Het is niettemin een mooie maatstaf voor bijvoorbeeld de rente.’ Een tweede mogelijkheid zijn blue and red bonds. Het blauwe deel staat voor de verzameling van de schuld van alle eurolanden, tot een maximum van 60% van het bbp. Is de schuld van een land groter dan 60%, dan zal het de rest zelf moeten lenen op de kapitaalmarkt (het rode deel). Engelhart: ‘Deze variant zal volgens het wetenschappelijke Bruegel
43,3 38,0
Italië
Slowakije
Oostenrijk
60
60
12,0 60
60
Cyprus Malta
en daarom lijkt het onwaarschijnlijk dat de eurobond er op korte termijn komt. Maar voor de middellange termijn is deze obligatie een belangrijk onderdeel van een fiscale unie. En die is nodig om tot een geloofwaardige muntunie te komen.’
105,3
47,6
Slovenië Portugal
60
60,1 Duitsland
België
8,5
Griekenland
Instituut leiden tot een lagere rente dan de gewogen gemiddelde rente in de eurozone. Voor het rode deel zal de rente juist erg hoog zijn. Deze leningen hebben een hoger risico en zijn feitelijk achtergesteld aan de blauwe leningen. Dat heeft een sterk disciplinerende werking. Overheden zullen hun schuld graag tot maximaal 60% willen doen dalen, omdat ze dan alleen de lagere rente betalen. Het blauwe gedeelte zal naar verwachting bovendien de hoogste kredietbeoordeling van AAA krijgen.’ Ook bij het Debt Redemption Fund (DRF) ligt de grens bij 60%, maar in deze variant gaat het juist om het samenbrengen van de schulden boven deze grens. Alle lidstaten zijn hier samen en afzonderlijk verantwoordelijk voor. ‘Hierbij geldt de afspraak dat de lidstaten dit deel van hun schuld binnen 25 jaar terugbetalen,’ vult Engelhart aan. ‘Na die 25 jaar zouden alle eurolanden dus een schuld van op zijn hoogst 60% van het bbp moeten hebben. Deze variant heeft daarmee een meer tijdelijk karakter en is in mijn ogen meer een crisisinstrument.’
‘Goed voor de stabiliteit van de eurozone’ Datzelfde geldt voor Eurobills, een speciale pool voor de kortlopende financieringsbehoefte van de landen in de eurozone. Deze pool bestaat vier jaar en leent geld voor maximaal twee jaar. ‘Dat wil zeggen dat dit mechanisme
na hooguit zes jaar ophoudt te bestaan. Ook dit vind ik dus meer een crisismaatregel dan het resultaat van een visie op een monetaire en economische unie.’
Wat zijn de consequenties? Wat zijn nu de gevolgen van de invoering van euro-obligaties? Engelhart: ‘In het algemeen zal de liquiditeit verbeteren. Daarnaast zal het renteniveau lager zijn dan het gewogen gemiddelde in de eurozone, maar hoger dan bijvoorbeeld de Duitse rente.’ Gezien de vele obstakels verwacht Kempen niet dat euroobligaties op korte termijn worden ingevoerd. Komen ze er op de middellange termijn wel, dan hoeft dat volgens Engelhart niet nadelig te zijn voor de houders van obligaties. ‘We hebben al relatief weinig belegd in Europese staatsleningen. Die van de kernlanden vinden we erg duur en die van zwakke landen in de eurozone vinden we te risicovol. Bovendien houden we in de obligatieportefeuille een relatief korte looptijd aan, waardoor beleggers minder geraakt worden door een stijgende rente. Kiest men op de middellange termijn voor een wat meer permanente vorm van euro-obligaties, dan zou dat kunnen betekenen dat men ook stappen naar een politieke en economische unie heeft gezet. Dat is goed voor de stabiliteit van de eurozone en daarmee ook voor de obligaties zelf. Al met al denken we dat de impact van euro-obligaties hierdoor te overzien is.’ ______________________
CULTUUR
Cultuur
PurSang 3|2012 47
In deze rubriek leest u over culturele activiteiten en opmerkelijke t entoonstellingen. Ditmaal in Den Haag.
in... Den Haag
Een Haagse dame op reis Alexine Tinne (1835-1869) was een van de grootste avonturiers van de negentiende eeuw en maakte reizen naar onder meer Egypte, Sudan, de bovenloop van de Nijl en de Sahara. Minder bekend is dat ze ook een van de eerste Nederlandse fotografen van niveau was. Wie meer wil weten over haar bijzondere leven kan terecht in het Haags Historisch Museum. De tentoonstelling Afrikaanse avonturen van een Haagse dame schetst een beeld van haar leven aan de hand van kledingstukken, portretten, brieven, foto’s en kunstwerken die ze meebracht van haar reizen. Een aantal ervan is voor het eerst in Nederland te zien. De tentoonstelling duurt tot 17 februari 2013.
Den Haag Cultuurstad 2018? Het Mauritshuis, het Gemeentemuseum, de Koninklijke Schouwburg, Panorama Mesdag en het Nederlands Dans Theater, literaire festivals en jazzfestivals en niet te vergeten het Circustheater – Den Haag is een cultuurstad met allure én een stad met grote ambities: in 2018 wil Den Haag Culturele Hoofdstad van Europa worden. De campagne is in volle gang; het bidbook is eind oktober ingeleverd. www.dhch2018.nl
Het Haagse kantoor van Van Lanschot heeft overigens een bijzondere band met Alexine Tinne: het pand aan het Lange Voorhout 30-32 was ooit haar woonhuis. www.haagshistorischmuseum.nl
Meesters uit het Mauritshuis Het Mauritshuis aan de Hofvijver ondergaat momenteel een ingrijpende verbouwing. Daarom gaan circa honderd topstukken uit de collectie twee jaar lang ‘uit logeren’ in het Gemeentemuseum Den Haag. Het gaat om werken van onder meer Johannes Vermeer, Paulus Potter en Rembrandt van Rijn. In het Gemeentemuseum is momenteel tevens de indrukwekkende expositie ‘Ontdek het Moderne’ te bezoeken. De focus van deze tentoonstelling ligt op de manier waarop kunstenaars elkaar beïnvloeden. Te zien zijn topstukken van onder meer Claude Monet, Louise Bourgeois, Piet Mondriaan en Egon Schiele.
Den Haag Sculptuur Het zomerfestival Den Haag Sculptuur droeg dit jaar de titel ‘The Rainbow Nation’. Op vier locaties, waaronder het Lange Voorhout (voor de deur van het kantoor van Van Lanschot) en Museum Beelden aan Zee, waren 65 sculpturen te zien van de belangrijkste Zuid-Afrikaanse kunstenaars van de afgelopen zestig jaar – bij elkaar een uniek overzicht van de Zuid-Afrikaanse beeldhouwkunst. Het was de tweede keer dat Den Haag Sculptuur en Museum Beelden aan Zee samenwerkten. Die samenwerking krijgt volgend jaar een vervolg tijdens Den Haag Sculptuur 2013. www.denhaagsculptuur.nl, www.beeldenaanzee.nl
48 PurSang 3|2012
IN GESPREK MET CLIËNT
Jeroen Croonen:
Fatboy zet volgende stap
Een Brabants wereldmerk Begin veertig was Jeroen Croonen, toen hij zijn eigen bedrijf verkocht. Vastbesloten om het even rustig aan te gaan doen. Maar toen werd hij gevraagd om salesdirecteur bij Fatboy te worden. ‘Ik kon dit niet voorbij laten gaan.’
Tekst: Arlette van Dort | Fotografie: Willem Jan Ritman
‘Rebels, ongecompliceerd en wars van etiquette’. Zo omschrijft Jeroen Croonen (47) eigenaar Alex Bergman van Fatboy. ‘Omdat ik dat ook ben, hoefde ik niet lang na te denken toen hij mij vier jaar geleden vroeg om verkoopdirecteur te worden.’ Geen seconde heeft hij spijt gehad van zijn beslissing. ‘Ik kende Alex nog van de HEAO, met name van het nachtleven in die tijd. Later zagen we elkaar op het schoolplein van onze kinderen,’ vertelt Croonen. ‘Wat mij trok was de ambitie van Fatboy om te groeien. Er zat hier destijds een redelijk onontgonnen club mensen, die alles wat ze aanraakten in goud zagen veranderen. Maar we hadden niet altijd in de gaten waarom het precies goud werd.’ Croonen kon op het moment van Bergmans verzoek al terugkijken op een succesvolle carrière, waarbij ambitie en plezier onlosmakelijk met elkaar verbonden lijken te zijn. ‘Bij toeval was ik in de porseleinbranche terechtgekomen na mijn opleiding,’ vertelt hij. ‘Ik heb onder andere bij porseleinfabriek Mosa de exportmarkt ontwikkeld. Dat was geweldig. Toen ik de productontwikkeling erbij ging doen en daardoor op veel testmarkten terecht kwam, merkte ik hoeveel kansen er in de lucht zaten. Ik moest gewoon voor mijzelf beginnen.
IN GESPREK MET CLIËNT
’Nooit vergeten om er heel veel lol in te houden’
PurSang 3|2012 49
zo. We hadden zo’n verschrikkelijke lol, en waren tegelijkertijd uitermate succesvol.’ Bij de herinnering schiet hij opnieuw in de lach, waarna hij serieus vervolgt: ‘Ondertussen hebben wij hier geen boom met geld groeien. De omgeving waarin wij werken is geweldig, het merk en de producten zijn geweldig, maar onderaan de streep moeten wij gewoon groeien en winst maken. Dat realiseren wij ons natuurlijk ook.’ Voorlopig zit het wel goed met die groei. Sinds 2008 is een eigen verkooporganisatie in Duitsland, Spanje, de UK en Frankrijk opgezet. In Scandinavië is de verkoop verdriedubbeld en er is een verkoopvestiging in Amerika. Er werken 75 mensen in het Bossche bedrijf. In het totaal wordt er geleverd aan 65 landen. De omzet is momenteel rond de twintig miljoen euro en er komen steeds weer nieuwe Fatboy-producten op de markt.
Meer dan gas geven
Verrekte heet
Croonen was 28 jaar toen hij met zijn eigen zaak ‘Croonen non food’ begon. ‘Naast onze vakkennis onderscheidden wij ons met enthousiasme en flexibiliteit,’ zegt Jeroen Croonen. Hij nam jonge mensen van buiten de branche in dienst, die hij zelf opleidde. Na zes jaar was hij in grootte de derde leverancier op zijn vakgebied. ‘Wij gingen er gewoon voor. Ik heb meegemaakt dat een klant op kerstavond belde dat hij de volgende dag 120 coupes voor garnalencocktail nodig had voor een verzorgingstehuis. Nadat ik met de familie naar de nachtmis was geweest, ben ik meteen in mijn bus gesprongen om die spullen te brengen. Zo krijg je klanten voor het leven.’
‘Nieuwe producten moeten passen bij ons Fatboy-gevoel, maar worden niet altijd even rationeel gekozen,’ vertelt Croonen. ‘Zo kwam de ontwerpster van onze kruik Deswerrum de ochtend na het openingsfeest van ons pand langs. Zelden zo’n mooi feest meegemaakt, en de volgende ochtend hadden we een houten kop. Alex wilde er niet te lang mee bezig zijn en ging meteen op zijn gevoel af. En dat gevoel klopte, want Deswerrum loopt fantastisch. Wist je trouwens dat Deswerrum Bossch is voor ‘verrekte heet’?
Volkomen onverwacht kreeg hij na negen jaar een overnamebod. ‘De geboden prijs was hartstikke leuk, ik had mijzelf bewezen dat ik kon ondernemen en wilde nog veel andere dingen doen,’ vertelt hij. ‘Ook had ik enigszins roofbouw op mijn gezondheid gepleegd, ik ben iemand die er 150 procent voor gaat. Ik had een jong gezin, onze derde was net geboren. Ik wist dat ik mij over een aantal dingen nooit meer zorgen hoefde te maken en heb het aanbod van harte aangenomen. Daar heb ik nooit spijt van gehad.’ Croonen nam bewust een sabbatical: ‘Er is meer tussen hemel en aarde dan alleen maar gas geven.’ Hij deed daarna twee interimprojecten, waaronder het opnieuw op de kaart zetten van het inmiddels weer exclusieve merk Aga.‘En toen kwam ik Alex op het schoolplein tegen,’ lacht Croonen verontschuldigend.
Alleenrecht op Finse zitzak Fatboy-eigenaar Alex Bergman had in 2002 een gouden slag geslagen door het alleenrecht op de verkoop van een Finse zitzak van ontwerper Jukka Setälä te verwerven. Deze Fatboy werd een enorme hit, net als de andere producten die in de jaren daarna door het Brabantse bedrijf in de markt werden gezet. ‘Ik kon dit niet voorbij laten gaan,’ herinnert Croonen zich. ‘Het internationale karakter trok mij enorm. Fatboy was toen al uit de zware pioniersfase, het merk was uitermate succesvol in de Benelux. Maar Duitsland, Frankrijk en de UK moesten worden opgezet, en daarna waren Spanje en Italië aan de beurt. Ik wilde graag meegaan met een merk dat het in zich had om een wereldmerk te worden.’ Er is echter nog een reden waardoor hij zich vanaf het begin aangetrokken voelde door het bedrijf Fatboy: ‘Het is hier belangrijk dat je moet kunnen lachen. Dat roepen we wel altijd, maar hier werkt dat ook echt
‘Nieuwe producten moeten passen bij ons Fatboy-gevoel’ Onze hangmat – hammock in het Engels – heet Headdemock. Dat is Brabants voor ‘heb je ‘m ook?’ Je begrijpt dat wij in een deuk liggen als klanten uit Frankrijk heel serieus die namen uitspreken.’ De volgende stap voor Fatboy is om de omzet van het bedrijf over de twintig miljoen euro heen te zetten. ‘Verdere professionalisering is hard nodig,’ legt Croonen uit. ‘We hebben bewust de markt ontgonnen met onafhankelijke retailers, zij kunnen ons dna goed overbrengen aan de consument. Als volgende stap willen we ons richten op volumespelers zoals gespecialiseerde grootwinkelbedrijven, bijvoorbeeld een keten van 160 zwembadwinkels in Frankrijk. Onze hangmatten en grote parasols passen goed in hun assortiment. Ondertussen vergeten wij natuurlijk nooit dat de onafhankelijke retailer ook uitstekend in staat is onze boodschap over te brengen. Net als dat we bij Fatboy nooit vergeten om er heel veel lol in te houden.’ _____________________________________________________________
50 PurSang 3|2012
BELEGGEN
Bart Horsten (Van Lanschot) in gesprek met Paul Schuiling (AFM)
‘Objectief advies vraagt om vaste fee’ De campagne van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om het belang van de klant centraal te stellen bij beleggingsadviezen, werpt zijn vruchten af. Maar de branche is er nog niet, stelt senior toezichthouder Paul Schuiling. ‘Er worden goede stappen gezet, maar er kan nog wel wat worden verbeterd...’
Tekst: Jan Smit | Fotografie: Ruben Eshuis
Paul Schuiling (l) en Bart Horsten
Van Lanschot Bankiers had twee jaar geleden de primeur. De bank kondigde aan dat de vergoedingen die worden ontvangen voor de distributie van beleggingsfondsen in vermogensbeheer voortaan rechtstreeks door worden gegeven aan zijn klanten. Die konden er zo van verzekerd zijn dat de bank niet zijn eigen gewin centraal stelde, door juist die fondsen uit te zoeken waaraan zij het meeste verdiende, maar het belang van de klant. Hiermee liep Van Lanschot in de financiële sector voorop. Inmiddels streeft de AFM naar een volledig verbod op distributievergoedingen.
Nieuwe beheervormen
Bij die verandering bleef het niet. Ook het vermogensbeheerconcept is verbeterd. Naast VIPInvest, waarbij de klant op maat online zijn portefeuille kan laten samenstellen, introduceerde Van Lanschot A la Carte en Select, twee andere nieuwe beheervormen. Bij beleggingsadvies verandert eveneens het een en ander. Van Lanschot komt binnenkort met een innovatief nieuw beleggingsadviesconcept: VIPInvest Advies. Daarnaast gaat de bank zijn kostenstructuur vereenvoudigen voor de klant. Er wordt een adviesfee geïntroduceerd die alle huidige kosten-
soorten gaat vervangen. Tegelijkertijd worden de transactiekosten fors verlaagd. En om ook binnen dit segment de vertrouwensband tussen de adviseur en de klant te versterken, gaat de bank ook hier de distributieprovisies doorgeven aan de klant. Met deze innovaties vergroot Van Lanschot de transparantie en de kwaliteit van zijn dienstverlening. Tegelijkertijd speelt de bank hiermee in op een belangrijk thema van de AFM om het klantbelang meer centraal te stellen. Een goed moment om bij de AFM te polsen hoe de vlag erbij hangt. Wat verstaat de toezichthouder eigenlijk precies onder het klantbelang? Wat wil de AFM hiermee bereiken? En: ligt de branche op koers – Van Lanschot in het bijzonder? Bart Horsten, directeur Private & Business Banking bij Van Lanschot, in gesprek met Paul Schuiling, senior toezichthouder bij de AFM.
Breder perspectief De klant centraal stellen: het lijkt een open deur. Maar niet alle aanbieders van financiële producten hebben het klantbelang nog voldoende voorop staan, weet Paul Schuiling. Hij refereert aan de excessen met beleggingsverzekeringen, de zogenoemde woekerpolissen. Ook worden er nog steeds beleggingsfondsen geadviseerd die jaar in jaar uit de benchmark niet weten te verslaan. ‘Er werden allerlei producten gemaakt waarvan het maar zeer de vraag was of ze vanuit de klant wel allemaal toegevoegde waarde boden. De dienstverlening paste eveneens niet altijd bij de klant. Die kreeg daardoor niet altijd het product dat bij hem paste.’ Deze excessen resulteerden in de Code Banken. Die gedragscode bepleitte onder meer extra aandacht voor het belang van de klant. De AFM is al langer bezig met dit onderwerp en probeert de onder haar toezicht staande financiële instellingen ertoe te bewegen dit thema handen en voeten te geven. Schuiling: ‘We zijn een aantal jaren geleden begonnen met hypotheken. Vanaf vorig jaar ligt de focus op
VERMOGENSBEHEER
PurSang 2|2012 51
Paul Schuiling: ’Het beste advies kan ook zijn: doet u maar even helemaal niets.’
vermogensbeheer- en advies. Hoewel de awareness is toegenomen, constateren we ook dat daar voor de branche als geheel nog wel wat stappen zijn te zetten.’ Bart Horsten weet daar alles van. ‘De focus op het bieden van toe gevoegde waarde aan de klant gaat verder dan de producten. Het gaat om de kwaliteit van het advies. Specifieke producten om dit advies in te vullen zijn daarbij het sluitstuk. Dit vergt binnen de sector een cultuurverandering,’ constateert hij. Bij ons is die transitie goed zichtbaar in het vermogensregieproces. Daarin staan de wensen en doelstellingen van de klant voorop, zowel bij het intakegesprek als tijdens de periodieke vervolgsessies. In die adviesrol zit volgens Horsten de grootste toegevoegde waarde. ‘Klanten moeten daar soms nog wat aan wennen. Sommigen denken: ik wil gewoon deze aandelen of dat huis. Die willen actie. Maar om optimaal te kunnen adviseren, moeten wij zo’n wens in perspectief plaatsen. Dat vraagt tijd. Je moet de klant ervan overtuigen dat hij daar zelf uiteindelijk het meeste bij gebaat is.’
‘Wat je nu adviseert, moet over dertig jaar ook nog de toets der kritiek kunnen doorstaan’ Merkt de AFM dat de cultuur in de bancaire sector verandert? Schuiling knikt. ‘In het verleden was het primair: hoe houden we ons resultaat op peil? Dan loop je het gevaar dat de klant op het tweede plan belandt. Het is belangrijker om te denken vanuit een langetermijnrelatie. Dat wat je nu adviseert over dertig jaar ook nog de toets der kritiek kan doorstaan. Daar wordt een draai gemaakt. Maar cultuur blijft een lastig ding.’
Verkeerde prikkel
Ook bij beleggingsadvies moet volgens de AFM het nodige veranderen. De transactiegerichtheid moet omlaag. Schuiling: ‘Nu worden veel
adviseurs betaald uit de transacties. Dat is niet altijd in het belang van de klant. Want wat is beleggingsadvies: een zuiver beeld krijgen van de doelstellingen van de klant om vandaar uit die klant objectief te adviseren en vervolgens de risico’s te bewaken om eventueel tijdig aanpassingen voor te stellen. Dan is het vreemd als de adviseur wordt betaald uit transacties. Een adviesfee past daarbij veel beter. Immers, het beste advies kan ook zijn: doet u maar even helemaal niets.’ Een goed voorbeeld van transactiegerichte provisies waaraan volgens de AFM een eind moet komen, zijn de vergoedingen die financiële instellingen ontvangen voor de distributie en marketing van beleggingsfondsen. Schuiling: ‘Als je als adviseur een onafhankelijke rol wilt spelen, is het logisch dat je door de klant wordt betaald voor het selecteren van het beste fonds of instrument voor diezelfde klant, zonder prikkel van de fondsaanbieder.’
Blik naar voren
Met het doorsluizen van deze zogeheten retrocessies voor beheer klanten maakte Van Lanschot twee jaar geleden een begin. Volgend jaar gaat de bank ook de distributievergoedingen doorgeven aan adviesklanten. In combinatie met veelal sterk verlaagde effectentarieven komt er een adviesfee. Volgens Schuiling zit Van Lanschot met deze aanpassingen op de goede weg. ‘Met de retrocessies lopen jullie voorop. We rekenen erop dat jullie dit blijven doen, op weg naar een volledig provisieverbod. Op wat andere punten kan het hier en daar nog wel wat beter.’ Dat laatste geldt volgens de toezichthouder overigens voor de gehele branche. ‘Kijk je bijvoorbeeld naar de kostentransparantie, dan moeten daar nog flinke stappen worden gezet. Maar jullie liggen op koers; met de blik naar voren en kritisch over jullie eigen situatie. Dat biedt vertrouwen voor de toekomst en dat blijven we graag kritisch volgen.’ ______________________
STYLE
Plant een schoen
Straf spul Twee ondernemende studenten in Berlijn bedachten de ‘most wide-awake cola in the world’. Een cola met bijna 25 mg cafeïne per 100 ml, voor studenten, nachtwerkers en mensen die niet naar bed willen. Inmiddels te koop in tal van hippe uitgaansgelegenheden verspreid over Europa.
Opvallen Het open karakter van het frame is het kenmerk van alle fietsen van Vanhulsteijn, de eigenzinnige Nederlandse ontwerper met internationale allure. De fietsen worden met de hand gebouwd en zijn beschikbaar in vijf verschillende maten. Remmen, versnellingen en andere specificaties worden afgestemd op uw wensen. Een zeer opvallend én begerenswaardig rijwiel, dus nooit onbeheerd achterlaten. Prijs op aanvraag. www.vanhulsteijn.com
www.fritz-kola.de
PurSang 3|2012 53
Firephant Meestal weggestopt in een hoekje en onder het stof, dat is het lot van de gewone brandblusser. Je hoopt dat je hem nooit nodig hebt, maar deze stijlvolle exemplaren mogen gezien worden. Bijvoorbeeld aan de wand van uw designkeuken. Met de Firephant wonnen ontwerpers Lars Wettre en Jonas Forsman de prestigieuze Red Dot Design award.
Het recyclen van schoeisel is nu heel makkelijk. De schoenen van OAT kunnen gewoon in de groencontainer. Er zijn zelfs zaden in verwerkt. Stop je ze in de grond, dan vergaan ze tot compost en is de kans groot dat er iets moois groeit. Verkrijgbaar online en in een aantal schoenwinkels. www.oatshoes.com
www.firephant.com
Mini-camera De stijlvolle Coolpix S01 is kleiner dan een creditcard en toch een blikvanger. De camera is leverbaar in wit, zwart, mirror, rood en cyclaam. Deze opvallende verschijning is overal en altijd te gebruiken dankzij het NIKKOR-objectief met 3x optische zoom, het 6,2 cm touchscreen, de 10,1-megapixel CCD-beeldsensor, het interne geheugen van 7,3 GB en de 720p filmfunctie.
Afbreekbaar Deze navyblauwe tas is helemaal groen. Handgemaakt in de USA door The Good Flock en de materialen, gewaxed canvas en leder, zijn biodegradable. De tas met de naam Tokyo bag heeft vier vakken aan de binnenkant en vier aan de buitenkant. Hij kan als schoudertas of als handtas gedragen worden en is ruim uitgevoerd in de maten: 35,5x41x10 cm.
Lifestyle www.tinyurl.com/coolpix-s01
www.thegoodflock.com
54 PurSang 3|2012
Levens- testament wie heeft er nog géén?
Tekst: Hanneke Kroonenberg en Mariëtte Elling
Veel mensen hebben een testament. Hierin is vastgelegd wat er na overlijden met de nalatenschap moet gebeuren. Maar wilt u iets regelen voor de situatie dat u nog wel in leven bent, maar niet meer wil of kan handelen (doordat u bijvoorbeeld dement wordt of in coma bent geraakt) dan kunt u gebruikmaken van het zogenaamde levenstestament.
Een relatie van Van Lanschot heeft contact opgenomen met zijn banker. Hij is namelijk erg geschrokken van de situatie waarin een vriend van hem terecht is gekomen. Deze vriend is dement geworden en kan niet meer zelfstandig handelen. Zijn kinderen maken ruzie over wie van hen de zaken van hun vader mag regelen. Omdat zij er onderling niet uitkomen, zullen zij zich tot de rechter moeten wenden.
die namens hem mag handelen, de levensexecuteur. Daarnaast kan een toezichthouder worden benoemd, die toezicht houdt op de levensexecuteur. De inwerkingtreding van deze volmacht kan per direct zijn, maar kan ook worden gekoppeld aan de gezondheidssituatie van de maker van het levenstestament. In dat geval wordt de volmacht pas op een later tijdstip actief.
De cliënt wil ruzie in de familie voorkomen. Daarnaast wil hij zelf bepalen wie zijn fi nanciële zaken gaat behartigen. Zijn echtgenote is een aantal jaren geleden overleden en hij heeft drie kinderen. De relatie meldt de banker dat hij wil dat zijn oudste zoon de financiële zaken bij de bank kan afhandelen, in het geval hij dement wordt. De banker vertelt dat de relatie op de handtekeningkaart een volmacht aan zijn zoon kan geven. Deze volmacht gaat dan direct in. Het is voor de bank niet mogelijk de volmacht pas in te laten gaan op het moment van dement zijn, omdat de bank dat moment niet kan vaststellen.
Regelen
De relatie geeft aan het niet prettig te vinden dat de machtiging al direct ingaat en vraagt of er nog andere opties zijn. De banker wijst hem op het levenstestament. In het levenstestament kan de maker iemand aanwijzen
De banker vertelt verder dat in het levens testament ook andere zaken dan bankzaken kunnen worden geregeld. In een levenstestament kunnen alle wensen van de maker kenbaar worden gemaakt, zodat hiermee rekening kan worden gehouden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om vast te leggen wat er met het huis moet gebeuren, mocht de cliënt in een verzorgingstehuis worden opgenomen. Naar welk (meer luxe) verzorgingstehuis de voorkeur uitgaat. Of hoe in dat geval de huisdieren moeten worden verzorgd. Ook kan de maker in het levenstestament vermelden wie hij geschikt vindt om als bewindvoerder of curator op te treden, zodat de kantonrechter hiermee rekening kan houden als een dergelijk verzoek wordt voorgelegd. Dit kan het probleem waar de familie van de vriend tegenaan is gelopen, voorkomen.
PurSang 3|2012 55
Schenken Het kan belangrijk zijn de mogelijkheid tot het doen van schenkingen open te houden. Het belang hiervan is mede gelegen in het verminderen van de te zijner tijd verschuldigde erfbelasting. Als iemand echter wilsonbekwaam is (bijvoorbeeld bij dementie) en zelf niet meer kan beslissen een schenking te doen, dan mag er alleen uit zijn vermogen worden geschonken als er toestemming is verleend door de rechter. De rechter zal deze toestemming uitsluitend verlenen als er sprake is van een schenkingstraditie in de jaren dat de ouder niet dement was. Is er geen schenkingstraditie, maar is deze wens wel vastgelegd in een levenstestament, dan kan de rechter eveneens akkoord geven.
De ondernemers Ook voor ondernemers kan het levenstestament van belang zijn. Met de volmacht kan een aangewezen plaatsvervanger beslissingen nemen op het moment dat de eigenaar daar zelf niet toe in staat is. Hierbij valt te denken aan het uitkeren van dividend, het aannemen van personeel, het zoeken naar een plaatsvervanger voor de directeur of het doorgaan met fusiebesprekingen. Zo kan wellicht worden voorkomen dat een onderneming in de problemen raakt. Hoe uitgebreid men het levenstestament wil maken, is per situatie verschillend. Het biedt
de maker de mogelijkheid de regie in eigen hand te houden. Hij legt in het levenstestament de wensen vast betreffende zaken die hij belangrijk vindt en hij wijst de mensen aan die hij het meest geschikt acht om hem in bepaalde situaties te vertegenwoordigen. Anderzijds geeft het zijn omgeving de mogelijkheid hiermee rekening te houden.
Notariële akte?
Sinds mei 2011 kunnen levenstestamenten in het Centraal Levenstestamenten Register (CLTR) worden ingeschreven. Ook de herroeping van een levenstestament wordt in dit register vastgelegd. Belanghebbenden kunnen een notaris verzoeken in dit register na te gaan of er een levenstestament is en bij welke notaris dit wordt bewaard.
De maker is vrij in de wijze waarop hij zijn levenstestament opstelt. Over het algemeen is het verstandig om het levenstestament notarieel vast te laten leggen. Een notariële akte levert namelijk bewijs op. De notaris stelt de identiteit van de maker vast en het wilsbekwaam zijn ten tijde van het maken. Daarnaast speelt mee dat de wet voor sommige rechtshandelingen als eis stelt dat de volmacht in een notariële akte is vastgelegd. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het vestigen van een hypotheek. Na deze algemene informatie van de banker, wil de cliënt zich nader laten adviseren over de mogelijkheden van het levenstestament. Relatie maakt een afspraak met de notaris. Als hij besluit een levenstestament te laten opstellen, zal hij er voor zorgen dat zijn banker een kopie krijgt. _____________________________
In deze rubriek geven mr Hanneke Kroonenberg CB en Mariëtte Elling FFP, werkzaam bij het kenniscentrum van Van Lanschot Bankiers, een beeld van ontwikkelingen op het gebied van financiële planning.
FINANCIËLE PLANNING
Tevens kunnen in het levenstestament de wensen met betrekking tot medische behandelingen uiteen worden gezet. Er kan iemand worden aangewezen die de maker vertegenwoordigt in medische zaken. Deze persoon kan wel de wensen van betrokkene overbrengen, maar geen behandeling afdwingen. De behandelend arts houdt altijd zijn eigen verantwoordelijkheid. De patiënt of zijn vertegenwoordiger kunnen de arts dus niet dwingen mee te werken aan euthanasie of een bepaalde behandeling.
56 PurSang 3|2012
MEET THE MANAGER
Craig MacDonald van Standard Life Investments: blik op verandering
Bedrijfsobligaties in de lift Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Rob McDougall
Sinds de financiële crisis lenen banken minder makkelijk geld uit aan bedrijven. Om toch aan kapitaal te komen, geven veel bedrijven obligaties uit. Craig MacDonald, lead portfoliomanager bij Standard Life Investments, legt uit waarom deze obligaties de moeite waard zijn in zowel goede als slechte tijden. Sinds ongeveer drie jaar beleggen Van Lanschot Bankiers en Kempen & Co in de fondsen van Standard Life Investments uit Edinburgh. Het Schotse bedrijf heeft inmiddels circa € 2 miljard in beheer voor Nederlandse cliënten die in bedrijfsobligaties beleggen. Bovendien komen ze dit najaar met twee nieuwe producten: het SRI Credit Fund (socially responsible investments) en een apart fonds voor cliënten die niet in financiële instellingen willen beleggen. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking.
Stabiel en veilig We vroegen Craig MacDonald, die het Standard Life IG SICAV* European Corporate Bond Fund beheert, waarom bedrijfsobligaties de laatste jaren zo populair zijn. ‘Allereerst natuurlijk omdat bedrijfsobligaties een stabiel en vast inkomen genereren vergeleken met aandelen,’ legt MacDonald uit. ‘Europese bedrijfsobligaties leveren gemiddeld 3,5% op, dat is aanzienlijk meer dan de obligaties die bijvoorbeeld de Duitse overheid uitgeeft en die 1% opleveren. Het is een aantrekkelijk rendement, wat komt doordat veel bedrijven een gezonde balans hebben.’ Met zijn fonds voor Europese bedrijfsobligaties belegt MacDonald zeer gespreid: ‘Van BMW en British Tobacco tot Rabobank en KPN.’
Focus on change ‘Twee dingen zijn daarbij belangrijk: allereerst moet je een goed begrip van het bedrijf hebben, van het management, de risico’s en de kasstromen. Wij zitten regelmatig rond de
tafel met het management van de bedrijven waarin we investeren. Dit doen we samen met onze aandelencollega’s van Standard Life Investments. Zodoende hebben wij tijdig zicht op komende veranderingen die nog niet in de prijs verwerkt zijn en daar passen we onze portefeuille op aan. We kijken verder naar het trackrecord van een bedrijf, naar consistent beleid. Neem bijvoorbeeld KPN, een sterke speler die flink moest bezuinigen. Aanvankelijk was dit een bedrijf dat we in onze portefeuille vermeden. De kredietwaardigheid van KPN werd verlaagd, waarna de markt overdreven pessimistisch op het bedrijf reageerde. Toen hebben we KPN juist weer gekocht.’ Het tweede waar het volgens MacDonald om gaat is de omgeving, de economie. ‘Wat bepaalt de markt? Verkiezingen in de VS, financiële crisis, Griekenland, de olieprijs? We kijken hierbij naar de nationale economieën, de wereldeconomie en de rol die centrale banken hierin spelen. Onze filosofie is altijd: focus on change, kijk welke veranderingen eraan komen — bij een bedrijf of in een land of economie — en pas tijdig je portefeuille aan.’
Op tijd uit Lehman Een goed voorbeeld daarvan was de beslissing om uit Lehman Brothers en Washington Mutual te gaan in 2007. Daardoor wist Standard Life Investments de gevolgen van de ondergang van deze banken voor haar cliënten te vermijden. ‘Die banken werden te optimistisch ingeschat, de rente was te hoog, terwijl de wereld zich grote zorgen maakte over de Amerikaanse economie, dus zijn we
eruit gestapt,’ herinnert MacDonald zich. Geen Amerikaanse banken meer dus? ‘Alleen de sterkere, zoals JP Morgan en Wells Fargo.’ Toch is MacDonald zich ervan bewust dat niemand altijd gelijk kan hebben. ‘Daarom hebben de collega’s hier verschillende achtergronden. Sommigen komen van investeringsbanken, anderen van kredietbeoordelaars. We hebben algemene economen en sectorspecialisten, zodat we de situatie vanuit verschillende invalshoeken kunnen belichten. Bovendien vinden we ervaring erg belangrijk. Het lijkt misschien dat ik hier met mijn tien jaar al lang werk, maar mijn collega Andrew Sutherland, die leiding geeft aan het creditteam, werkt inmiddels 31 jaar voor Standard Life Investments. Die heeft pas echt veel ervaring!’
European Corporates Ex Financials Standard Life Investments komt dit najaar onder andere met een fonds dat niet in financiële instellingen belegt. Betekent dat weinig vertrouwen in de sector, ook als het bijvoorbeeld om Nederlandse banken gaat? Craig MacDonald antwoordt genuanceerd: ‘Rabobank is een sterke bank, maar die triple A-status was te hoog. Nu ze afgewaardeerd is naar AA, hebben wij weer Rabobank gekocht. En wat ABN Amro en ING betreft: die hebben moeilijke tijden gehad, maar die zijn nu achter de rug. Als we naar hun performance kijken, dan is die goed, daar zien we verandering en dus zijn we weer ingestapt. Natuurlijk is het een risico als mensen erg bezorgd zijn over de Nederlandse markt. Politiek gezien is er een
MEET THE MANAGER
PurSang 3|2012 57
Craig MacDonald (1968, Verenigd Koninkrijk) studeerde filosofie aan de Universiteit van Durham en bedrijfskunde aan de London Business School. Hij werkte bij ratingbureau Standard & Poor’s en is nu alweer ruim tien jaar fondsmanager. Craig MacDonald beheert het Standard Life IG SICAV* European Corporate Bond Fund. *SICAV = Societé d’Investissement à Capital Variable. een open-ended beleggingsfonds.
Standard Life Plc
wisseling van de macht en de huizenmarkt staat onder druk. Maar ik verwacht niet dat de Nederlandse economie en de huizenmarkt zullen instorten. Voor investeerders die liever niet aan het risico van financiële instellingen blootgesteld willen worden, kan het European Corporate Ex Financials Fonds wellicht een uitkomst bieden. Dit fonds investeert in bedrijven met een sterk management, zoals bijvoorbeeld Ziggo. Na uitgebreide analyse werd duidelijk dat Ziggo ondergewaardeerd was en inmiddels is de kredietwaardigheid van het bedrijf door de kredietwaardigheidbureaus opgeschroefd.
In goede en slechte tijden In Engeland is de handel in en belangstelling voor bedrijfsobligaties de laatste vijf jaar fors
gestegen en ook in Nederland worden ze steeds bekender. ‘Ik denk dat dat voorlopig zo zal blijven, want we verwachten dat de rente laag blijft en de volatiliteit van aandelen aanhoudt. Daardoor zullen bedrijfsobligaties populair blijven omdat ze veiliger zijn. Vlak na de val van Lehman zagen we rentes van 9% à 10% voor bedrijfsobligaties. Maar dat was extreem hoog, gewoon een reactie op de crisis van mensen die veiligheid zochten. Je vindt nu soms nog wel hoge rentes, zoals bij Ziggo, maar dan loop je uiteraard ook meer risico. Over het algemeen zijn de rentes op dit moment weer normaal, rond de 3%. De kunst is natuurlijk wel om de juiste bedrijfsobligaties te kiezen om in te beleggen. Maar als dat in orde is, dan doen ze het ook goed, in goede én slechte tijden!’ _______________________________
Opgericht in 1825, groeide Standard Life uit tot een vooraanstaande speler op het gebied van beleggen, pensioenen en sparen. De multinational heeft zijn hoofdkantoor in Edinburgh en telt wereldwijd circa 6 miljoen klanten. Eind december 2011 had de groep een beheerd vermogen van ruim £ 198 miljard. Het bedrijf is beursgenoteerd. Standard Life Investments, onderdeel van Standard Life Group Plc, is een wereldwijde vermogensbeheerder met een beheerd vermogen van £ 155 miljard. Standard Life Investments belegt in bedrijfsobligaties in euro’s. Veelal gaat het om obligaties van Europese bedrijven, soms om Amerikaanse bedrijven die obligaties in euro’s uitgeven. Het analyseren van Amerikaanse bedrijfsobligaties gebeurt vanuit het kantoor in Boston.
58 PurSang 3|2012
VARIA
PAN: twee toegangskaarten cadeau
Van Lanschot Utrecht onderneemt verder! Begin 2012 heeft Van Lanschot aangegeven hoe de bank anticipeert op het veranderde economische tij en zich opmaakt voor de volgende 275 jaar als zelfstandige private bank. De verhuizing van kantoor Utrecht naar Zeist past in de strategie van Van Lanschot om efficiënt om te gaan met de beschikbare kantoorruimte. Per 25 juni 2012 zijn de bankers van Van Lanschot Utrecht actief vanuit kantoor Zeist, gelegen aan de Driebergseweg 1. Het fraaigelegen kantoor is uitstekend bereikbaar en biedt ruim parkeergelegenheid. Van Lanschot Utrecht blijft in de regio een prominente rol spelen met zijn private bankers, specialisten en assistenten. Victor Hoekstra (41) is sinds 1 juli de nieuwe directeur Private Banking Utrecht. Sinds 2007 is hij in dienst bij Van Lanschot, laatstelijk als adjunct-directeur van kantoor Amsterdam. Eerder werkte hij al van 1994 tot 1999 bij Van Lanschot.
Welkom Victor Hoekstra nodigt u graag uit voor een nadere kennismaking op het Van Lanschotkantoor in Zeist. Hij is telefonisch bereikbaar op 06-51 35 65 95. www.vanlanschot.nl/utrecht
PAN Amsterdam is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs in Nederland en een aanrader voor iedere kunstliefhebber. Van 18 tot en met 25 november vindt het evenement plaats in de RAI-Parkhal.
Vijfde editie Familiebedrijven Barometer In december van dit jaar lanceert Van Lanschot weer de resultaten van de Familiebedrijven Barometer. Voor de vijfde keer doet Intomart GfK onderzoek naar de laatste trends en ontwikkelingen onder Nederlandse DGA’s bij familiebedrijven. Het onderzoek wordt elk halfjaar herhaald. Speciale aandacht is er deze Barometer voor leiderschap bij familiebedrijven. Met dit onderzoek positioneert Van Lanschot zich als dé bank voor DGA’s en onderstreept zijn betrokkenheid bij het familiebedrijf. De belangrijkste conclusies uit de vierde barometer van mei 2012 leest u op www.vanlanschot.nl/barometer.
Jaarlijks laten meer dan 50.000 kunstliefhebbers, van beginnende tot de meest ervaren verzamelaars, zich inspireren en verleiden door de vele duizenden kunstvoorwerpen. Klassieke oudheid, oude meesters, fotografie, hedendaagse kunst, antiek, designmeubelen en designobjecten. PAN Amsterdam is de perfecte plek om kunst te vergelijken, informatie te vergaren en verrassende vondsten te doen. Van Lanschot is hoofdsponsor van PAN Amsterdam. Cliënten van Van Lanschot krijgen, net als voorgaande jaren, twee toegangskaarten cadeau, via online bankieren.
SLOTWOORD
PurSang 3|2012 59
FLORIS DECKERS
Inzicht in resultaat
Inzicht in resultaat. Dat is wat mij betreft de kernboodschap van deze editie van PurSang. In de afgelopen jaren is er veel gebeurd in de financiële sector. Algemene banken ontwikkelen zich in de richting van een moderne retailindustrie, gericht op de verkoop van zoveel mogelijk producten. Zeker een private bank moet zich daarvan onderscheiden. De gedachte dat je je bedrijf organiseert rond de belangen van je klanten, zit in het dna van Van Lanschot. Dat doen we al 275 jaar, voor u. Deze PurSang gaat ook over topsportmentaliteit en aan de top zijn. Paul Gerla, directeur van Van Lanschot-dochter Kempen Capital Management, legt het uit in de coverstory met de titel ‘We gaan voor goud’. In mijn beleving is de private banker niet de topsporter zelf, maar onderdeel van het team dat gespitst is op een uitzonderlijke prestatie. De banker is de teammanager, de masseur, de mecanicien. Voorwaardenscheppend. Echter, in termen van mentaliteit, moet hij zeker met de neus dezelfde kant op staan als de topsporter. Wij willen de beste bank van Nederland en België zijn, door voor u uitstekende resultaten neer te zetten, de kwaliteit van onze medewerkers op een nog hoger peil te brengen en voor u relevante informatie van professionals. Kijkt u bijvoorbeeld naar de bijlage bij deze PurSang, het rapport ‘Vermogen in Nederland, Dutch Wealth Report 2012’. Een krachtig initiatief om inzichten met u uit te wisselen. We hopen dat u de resultaten met interesse leest.
puur rijden is delegeren in de volvo xc60 draait alles om u
€ 46.585 Lease vanaf € 875 p/m
vanaf
Nu tijdelijk met zeer uitgebreid optiepakket* • METALLIC LAK • PARK ASSIST • GEÏNTEGREERD NAVIGATIESYSTEEM • HIGH PERFORMANCE MULTIMEDIA • BLUETOOTH + AUDIOSTREAMING
De Volvo XC60 is nu tijdelijk standaard verkrijgbaar met een optiepakket t.w.v. ca. € 4.300. Zijn prachtige features nemen u taken uit handen, zodat ú zich kunt focussen op het pure rijden. Met het geïntegreerde navigatiesysteem maakt u zich geen zorgen over de route. Parkeren gaat moeiteloos dankzij Park Assist en u geniet gewoon van uw eigen smartphonemuziek via Bluetooth met audiostreaming. Delegeren geeft u het ultieme rijplezier. In de Volvo XC60 draait alles om u.
• USB-AANSLUITING * Dit tijdelijke aanbod is geldig t/m 31 december 2012.
volvocars.nl
Volvo XC60 v.a. € 46.585 incl. 21% btw, excl. kosten rijklaarmaken, verwijderingsbijdrage. Leasen v.a. € 875 p.m., excl. 21% btw en brandstof, o.b.v. Full Operational Lease, 60 mnd, 20.000 km p.j., Volvo Car Lease: 0345-68 87 80 (kantooruren). Wijzigingen voorbehouden. .
Gem. verbruik: 5,3 - 10,7 l/100 km (18,9 - 9,3 km/l), gem. CO2-uitstoot resp. 139 - 249 g/km.