Procedure
It’s all in the Mix Live mixen Jan Hoekstra
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1. Algemeen. 1.2. Belangrijke factoren tijdens het live-mixen. 1.3. Uitgangspunten. Hoofdstuk 2. EQ-en. 2.1. Algemeen. 2.2. EQ-en, de procedure. 2.3. Total Loss. 2.4. Voorbeelden van instellingen.
3 3 3 4 9 9 11 12 13
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
2
Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1. Algemeen. Nadat de PA is opgesteld en je hebt gecontroleerd m.b.v. een CD-speler of microfoon of het front en de monitoren goed functioneren kun je beginnen met het afregelen van de installatie. Het afregelen bestaat uit twee stappen: • •
Het afstemmen van de installatie op de akoestische eigenschappen van de zaal. Het soundchecken.
Het afstemmen van de installatie op de akoestische eigenschappen van de zaal is een puur technische handeling. Het doel van deze handeling is een uitgangssituatie te creëren waarbij in elke zaal de installatie zoveel mogelijk het zelfde klinkt. Tevens zorg je er in deze fase voor zoveel mogelijk ruimte te creëren voor het goed kunnen inregelen van de juiste sound die je met de band of artiesten hebt afgesproken. Tijdens het soundchecken ga je de verschillende instrumenten inregelen en maak je de mix. Deze meer creatieve fase voer je samen met de band uit. In deze reader wordt a.d.h.v. een voorbeeld een procedure beschreven die gevolgd kan worden voor het maken van een mix. Noot van de schrijver: Over smaak valt niet te twisten. Ik heb dus ook absoluut niet de illusie dat het volgen van de beschreven procedure leidt tot de perfecte mix. De doelstelling is dat de tafel bewust wordt afgeregeld. 1.2. Belangrijke factoren tijdens live-mixen. In tegenstelling tot een studio, waarbij alle instrumenten track voor track onder de meest ideale condities zijn opgenomen, heb je in een live met veel factoren te maken die van invloed kunnen zijn op de uiteindelijke mix. Hierbij moet je denken aan o.a.: 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
Plaatsing microfoons. De afstand en de hoek waaronder een microfoon een geluidsbron wordt opgepikt is zeer bepalend voor het binnen komend geluid van een instrument. Keuze microfoons. In live situaties wordt veelal voor een robuuster type microfoon gekozen dan in een studio-omgeving. Tevens wordt tijdens de keuze van een microfoon vaak rekening gehouden met de gevoeligheid voor feedback (rondzingen). Dit heeft duidelijk gevolgen voor de klank. Overspraak. Doordat de afstand tussen de verschillende microfoons relatief erg klein is zullen geluidsbronnen door meerdere microfoons worden opgepikt. Storende geluiden. Het stampen met de voet op het podium, het geruis van moving heads, het bewegen van microfoonstatieven, dit alles levert ongewenst geluid op wat binnen komt via de verschillende microfoons. Akoestiek zaal. De ruimte waar wordt gespeeld zal hoogstwaarschijnlijk niet dezelfde akoestiek bezitten als een studio of een huiskamer. In het bijzonder het resoneren van verschillende frequenties kan veel invloed hebben op de uiteindelijke mix. Stereo/Mono. Tijdens een live situatie, theater of een popconcert, kunnen niet alle mensen keurig in het midden van de zaal plaatsnemen. In het bijzonder het publiek dat zich links of rechts van de zaal bevindt zal ook alleen maar door de linker of rechter speaker worden bespeeld. Indien de verhouding tussen de linker en de rechter speaker groter is dan 1:10, oftewel meer dan -20dB, is de invloed van de veraf gelegen speaker verwaarloosbaar. Je zult dus wel overwogen moeten omgaan met het opzetten van de stereo balans. Immers alle mensen hebben betaald voor het kunnen beluisteren van de gehele band of theaterstuk. Dit is ook de reden waarom een aantal grote bands, b.v. U2, die spelen in omgevingen zoals de Amsterdam Arena volledig mono spelen. Tijdsdruk. Je hebt geen uren de tijd voor het maken van de perfecte mix. Over het algemeen heb je hooguit een halfuur om de tafel in te regelen en daarna is het gaan met die banaan. Je zult dus vooraf als keuzes moeten hebben gemaakt en vandaar uit gaan werken.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
3
1.3. Uitgangspunten. 1.
Begin bij de bron. Als het geluid van een instrument niet goed binnenkomt op de tafel kun je EQen totdat je een ons weegt maar het instrument zal niet goed gaan klinken. Het is van groot belang de juiste microfoon te kiezen en deze op de juiste wijze te plaatsen. Daarbij zijn je eigen oren van groot belang. Experimenteer, bijvoorbeeld in de oefenruimte, met verschillende microfoons en/of hoeken en afstanden en maak hier opnames van. Luister en beoordeel zonder gebruik te maken van een EQ. Bepaal op deze wijze de voor jouw beste manier. Let wel! We hebben te maken met een live-situatie dus de afstand tussen de bron en de microfoon mag nooit te groot zijn anders ontstaat er teveel overspraak of wordt de microfoon te gevoelig voor feedback. De meest ideale situatie is bereikt indien de bron via de microfoon goed klinkt zonder dat er gebruik hoeft te worden gemaakt van de EQ. Zorg er tevens voor dat microfoons stevig worden geplaatst en statieven zijn voorzien van rubberen doppen zodat het contactgeluid via het podium (drum-) zoveel als mogelijk wordt vermeden. Een veel voorkomende fout is dat het statief te ver door de voet heen steekt en rechtstreeks de vloer raakt. De dempende werking van de doppen heeft dan geen zin meer.
2.
Filteren in plaats van versterken. Een, in het bijzonder, analoge mengtafel bestaat uit een groot aantal elektronische componenten die invloed kunnen uitoefenen op de fase van het geluidssignaal. EQ-schakelingen bestaan veelal uit Op-Amps, weerstanden en condensatoren. Schakelingen waarin frequentieafhankelijke componenten, zoals condensatoren, worden gebruikt hebben veel invloed op de faseverschuiving van een signaal. Natuurlijk hoe beter de mengtafel, des te minder de verschuiving, maar de invloed blijft. Nu is de fase verschuiving het grootst bij de maximale versterking of verzwakking van een geselecteerde frequentie. Echter de invloed van deze faseverschuiving is het duidelijkst merkbaar bij versterking. Vandaar dat, voor het corrigeren van de frequentiekarakteristiek van een geluidsbron, je eerder vervelende klanken kunt wegfilteren dan gewenste klanken versterken. Tevens zijn de oren veel gevoeliger voor versterkte frequentiegebieden dan voor het filteren van frequentiegebieden. Bij versterking wordt de klank van een instrument duidelijk gekleurd. Er ontstaat een discontinu frequentiespectrum.
Figuur 1 Boost.
Figuur 2 Cut. Ga dus bewust om met het versterken van bepaalde frequenties. Versterk met mate. 3.
Opruimen. Eén van de belangrijkste problemen waar je tegen aan loopt bij het uitversterken live muziek zijn de ongewenste geluiden die door microfoons worden opgepikt. Over het algemeen
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
4
hebben we hierbij te maken met overspraak. Dit wordt veroorzaakt door dat de desbetreffende microfoon ook geluiden van andere bronnen op pikt. Een nadeel van overspraak is dat er via verschillende microfoons de signalen van één instrument op de mengtafel binnenkomt. In het bijzonder het terugkerende geluid van instrumenten en/of stemmen via de monitorspeakers spelen duidelijk een rol in het ontstaan van overspraak. Door de verschillende afstanden van de microfoons t.o.v. deze geluidsbron komen deze signalen in fase verschoven de mengtafel binnen. Het kam-effect zorgt er voor dat verschillende frequenties binnen het spectrum van de bron worden versterkt of verzwakt. Dit effect verandert hierdoor het klankbeeld van de bron. Er van uit gaande dat de bron goed wordt opgepikt, zie “Begin bij de bron”, kan de EQ zoveel mogelijk worden ingezet voor het wegfilteren van ongewenste geluiden. We noemen dit opruimen. Hierbij concentreer je je duidelijk op frequentiegebieden binnen het totale spectrum die ongewenst zijn. Deze filter je weg.
Figuur 3 Opruimen. Je zult merken dat je door deze benaderingswijze je ruimte creëert voor de andere bronnen en het geluidsbeeld daardoor transparanter wordt. 4.
Corrigeren. Na alle opmerkingen bij punt twee krijg je misschien de indruk dat het versterken van frequentiegebieden niet wenselijk is. Toch is het soms nodig om bepaalde frequenties toch te gaan versterken. Denk hierbij aan het verhogen van de spraakverstaanbaarheid van de vocalen of het versterken van de tik binnen het geluid van de kick. Doe dit bewust en met mate en alleen indien dit echt nodig is. Het is vaak mogelijk frequentiegebieden te versterken door de omliggende frequentiegebieden enigszins te drukken. Het bij de kick drukken van het frequentiegebied rond de 800Hz versterkt het sub-laag en de tik. De EQ kan ook goed creatief worden gebruikt. Indien er bij een metal-band twee gitaren sterk vervormd spelen en dus nagenoeg hetzelfde geluid produceren kunnen deze elkaar behoorlijk in de weg zitten. Door nu binnen de frequentiespectra van de twee gitaren op verschillende frequenties te filteren veranderen de karakters van de instrumenten enigszins en zijn ze binnen het totaalbeeld beter te onderscheiden. Ook gitaren, keyboards en stemmen kunnen elkaar danig in de weg zitten. Door bij een keyboard de frequentie rond de 3 kHz enigszins te onderdrukken ontstaat er ruimte voor de stem. 3 kHz is de frequentie die een belangrijke rol speelt voor wat betreft de verstaanbaarheid van de stem. Om die reden wordt deze ook wel versterkt.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
5
Figuur 4 Ruimte maken. 5.
Gainen. Doordat je aanpassingen aanbrengt in de versterking- en/of verzwakking van verschillende frequentiegebieden verandert het totale geluidsniveau van een kanaal. Om een zo laag mogelijk ruisniveau te krijgen en een zo groot mogelijk dynamisch bereik is het van belang na het corrigeren opnieuw te gainen. Vooral de ietwat “goedkopere” analoge tafels zullen hierdoor beter gaan klinken.
6.
Pannen. Door gebruik te maken van de PanPot regelaar kan elke bron, instrument of stem, een plaats krijgen binnen het geluidsbeeld. Het grote voordeel hiervan is dat de herkenbaarheid van elk instrument wordt vergroot, het geluid wordt transparanter. Luister maar eens met b.v. een koptelefoon naar een opname in mono en daarna naar dezelfde opname in stereo. Een belangrijk nadeel, zoals eerder genoemd, is dat door dat niet al het publiek op de mixerpositie staat je niet te extreem kunt pannen omdat anders mensen instrumenten gaan missen. Instrumenten die hun sleutelfrequentie in het lage gebied binnen het frequentiespectrum hebben, zoals b.v. de kick en de basgitaar, kunnen het beste in het midden ge-pand worden. Door de verminderde gevoeligheid van onze oren voor lage frequenties, moet veel vermogen voor deze frequenties worden gebruikt. De speakers aan zowel de linker- als de rechterzijde zijn hier voor nodig. Nu is dit op zich niet een zodanig groot probleem omdat door de lange golven het voor de mens bij lage frequenties toch al lastig is om de exacte plaats te bepalen binnen het geluidsbeeld. Voor instrumenten waarvan de sleutelfrequentie zich boven de ±200Hz bevindt is de plaatsing afhankelijk van de situatie ter plekke. Een aantal handreikingen: Plaats de lead vocal in het midden. Indien er meerdere vocalen, b.v. tijdens een duet, kun je deze een klein beetje uit het midden trekken. Indien de stemmen niet teveel van elkaar verschillen klinkt dit doorzichtiger. Hierbij moet je denken aan ongeveer 3dB. Gebruik de plaats van de artiest op het podium als uitgangspunt voor de plaats binnen het stereobeeld. Stereo instrumenten zoals keyboard of DJ-sets komen over het algemeen op twee kanalen binnen. Het linkerkanaal kan dan extreem links worden gepand terwijl het rechterkanaal dan extreem rechts kan worden gepand. Microfoonsets die worden toegepast om in stereo een instrument op te pikken, zoals b.v. de overheadmicrofoons boven het drumstel of boven percussieinstrumenten, komen binnen op twee kanalen. Door de natuurlijke overspraak tussen deze microfoons levert het geen probleem op als je deze twee kanalen extreem links en rechts pand.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
6
Figuur 5 Overspraak Voorbeeld: De overheads worden gebruik om de bekkens te versterken. Deze worden gehangen ter hoogte van deze bekkens (figuur 5). Stel de microfoons worden geplaatst op een hoogte van 40 cm t.o.v. de bron en met een onderlinge afstand van 1 meter. Overhead left pikt het linker bekken op vanaf 40 cm terwijl de afstand voor overhead right voor het linker bekken 107 cm betreft (stelling van Pythagoras). Het geluid van het linker bekken komt hierdoor 20log(40/107)=8dB zwakker binnen dan bij overhead left. Zolang het verschil niet groter is dan 20dB is de invloed van overhead right voor het linker bekken duidelijk merkbaar. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je een deel van het publiek te kort doet door extreem te pannen. Voor mono instrumenten kun je de plaats op het podium gebruiken als plaats binnen het stereobeeld. Door de toms en de floor iets extremer te pannen krijg je tijdens b.v. een break een leuk stereo effect. Voor gevorderden. De plaatsbepaling van een geluidsbron wordt niet alleen bepaald door de hoeveelheid energie die in het linker- en het rechterkanaal wordt gestopt maar ook de onderlinge fase is bepalend voor de plek binnen het stereobeeld. Deze techniek wordt veel toegepast bij o.a. systemen waarbij de speakers zeer dicht bij elkaar zijn geplaatst (B&O) en toch het effect van ruimtelijk stereo moet worden bereikt. Je krijgt de indruk dat het geluid naast de speakers vandaan komt. Door gebruik te maken van meerdere kanalen en het gebruik van effectapparaten zoals b.v. een delay, kun je gebruik maken van deze eigenschap van de menselijke oren. De genoemde voorbeelden kunnen heel goed vertaald worden naar andere instrumenten. Probeer zelf verschillen opties uit. Stereo kick Sluit de kick aan op kanaal 1. Koppel, gebruikmakend van een speciaal kabeltje, het signaal door naar de kanalen 2 en 3. Regel met kanaal 1 de EQ dusdanig af dat deze alleen het laag doorlaat. Plaats panpot regelaar van kanaal 1 in het midden. Filter voor de kanalen 2 en 3 al het laag er uit. De kanalen 2 en drie worden gebruikt voor het doorgeven van de tik. Kies voor kanaal 2 een iets afwijkende frequentie voor de tik als voor Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
7
kanaal 3. Pan de kanalen 2 en 3 naar links en naar rechts. Experimenteer met de mate waarin je dat doet. Stereogitaar 1 Sluit de gitaar aan op b.v. kanaal 10. Koppel, gebruikmakend van een speciaal kabeltje, het signaal door naar kanaal 11. Gebruik verschillende EQ instellingen voor zowel kanaal 10 als 11. Pan de kanalen 10 en 11 naar links en naar rechts. Experimenteer met de mate waarin je dat doet. Vooral als de band maar 1 gitarist heeft is dit een prima effect waarmee de gitaar veel voller gaat klinken zonder andere instrumenten in de weg te zitten. Stereogitaar 2 Sluit de gitaar aan op b.v. kanaal 10. Stel aux 1 van kanaal 10 in op postfade. Sluit op de uitgang aux-send 1 een delay aan en stel deze in op single tap zonder feedback met een delay-tijd van 20mSec. Sluit de uitgang van de delay aan op kanaal 11. Plaats de panpotregelaar van kanaal 10 op extreem links en de panpot-regelaar van kanaal 11 in op extreem rechts. Regel de klank van de gitaar af met de EQ van kanaal 10. Schakel de EQ van kanaal 11 uit. De aux is post EQ dus de klankkleur komt op de juiste manier binnen. Regel de gain voor beide kanalen af op dusdanige wijze dat indien kanaal 10 op 0 dB staat afgeregeld deze ook op 0 dB binnen komt op kanaal 11. Luister goed naar de gitaar en regel de faders van de kanalen 10 en 11 zo af dat het geluid van de gitaar zich in het midden bevind. Hierbij zal blijken dat je het vertraagde signaal harder zult instellen dan het originele signaal. Dit komt door het zogenaamde Haas-effect. Het effect zal zijn dat je het gevoel krijgt dat de gitaar rondom de zanger heen gaat. Vooral als de band maar 1 gitarist heeft is dit een prima effect.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
8
Hoofdstuk 2 EQ-en. 2.1. Inleiding. De EQ-’s per kanaal kunnen worden gebruikt voor het afregelen van elke geluidsbron. De meest voorkomende zijn die waarbij vier frequentiegebieden kunnen worden beïnvloed. Als voorbeeld de EQ’s van de Allen & Heath GL2200 en de Mackie 24-8-2.
Figuur 5 A&H GL2200
Figuur 6 Mackie 24-8-2
Allen & Heath De EQ van de GL2200 bestaat uit twee regelaars met een vast frequentiegebied n.l. voor het tophoog 12kHz en voor het sub-laag 60Hz. Daarnaast twee semi-parametrische regelaars voor de frequentiegebieden 35Hz tot 1kHz en 500Hz tot 15kHz. Het regelgebied bedraagt ±15dB. Daarnaast is er nog een laagaf filter aanwezig. Deze begint bij 100Hz en valt -12dB per octaaf af. Mackie 24-8-4 Ook de EQ van de Mackie bestaat uit twee regelaars met een vast frequentiegebied n.l. voor het tophoog 12kHz en voor het sub-laag 80Hz. Daarnaast één parametrische regelaar voor het frequentiegebied 500Hz tot 18kHz met een Q-bereik van 3- tot 1/12 octaaf en een semi-parametrische regelaar voor het frequentiegebied 45Hz tot 3kHz. Het regelgebied bedraagt ±15dB. Daarnaast is er nog een laagaf filter aanwezig. Deze begint bij 75Hz en valt -18dB per octaaf af.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
9
Figuur 7 Frequentiesweep. Met behulp van deze regelaars kunnen we binnen het hoorbare frequentiespectrum elke willekeurige frequentie selecteren en verzwakken en/of versterken (zie figuur 3). De frequentiesweeps overlappen elkaar. In het frequentiegebied 500Hz tot 1kHz kunnen de frequenties maximaal met 30dB worden versterkt of verzwakt. De frequentiesweepregelaars zijn logaritmisch. De frequentieaanduidingen zijn bij benadering. Indien je redelijk exact de geselecteerde frequentie wilt bepalen kun je van de onderstaande grafieken gebruik maken.
Frequentieinstelling 1200 Frequentie
1000 800 600
Mid Laag
400 200 0 1
3
5
7
9
11
Standen
Grafiek 1 Mid Laag.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
10
Frequentie
Frequentieinstelling 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
Mid Hoog
1
3
5
7
9
11
Standen
Grafiek 2 Mid Hoog. 2.2. EQ-en, de procedure. We gaan de EQ inzetten voor twee doeleinden n.l.: 1. 2.
Het opruimen van overspraak of ongewenste geluiden. Het corrigeren van de klank van de bron.
In ieder geval is het van belang dat we weten of we te maken hebben met frequenties binnen het spectrum van de bron of daar buiten. Dit vergt concentratie en een getraind oor. Over het algemeen is de procedure als volgt: 1. 2.
Versterk de bron zonder gebruik te maken van de EQ. Beoordeel de klank van de bron en beslis of je de EQ wilt gaan inzetten voor het corrigeren van de klank. Overweeg of het verplaatsen van de microfoon hetzelfde resultaat kan opleveren. 3. Draai de gain voor het Mid Laag tot de maximale waarde (+15dB). Zorg ervoor dat er geen feedback (rondzingen) ontstaat. Dit kun je doen door de fader iets terug te regelen. 4. Draai rustig aan de frequentiesweepregelaar en luister goed naar het geluid. Concentreer je daarbij op de bron. Indien de klank van de bron niet wijzigt gedurende het draaien bevind je je nog steeds in het gebied buiten het hoorbare spectrum van de bron. Zodra de klank van de bron verandert zit je in het spectrum van de bron. 5. Indien je de EQ wilt gebruiken voor het opruimen van overspraak of ongewenste geluiden selecteer dan die frequentie waar de meeste energie in zit (welke het hardst klinkt). Indien deze zich buiten het spectrum van de bron bevind kan je de gain volledig terug draaien naar –15dB. 6. Zodra je de EQ wilt gaan toepassen voor het corrigeren van de klank van een bron zoek je de frequentie die lelijk klinkt en druk je deze een aantal dB’s. 7. Soms is het nodig een bepaalde frequentie te versterken. Ga op dezelfde wijze aan het werk maar zoek nu de frequentie die moet worden versterkt. Verhoog deze met een aantal dB’s. Doe dit alleen indien dit echt noodzakelijk is. 8. Herhaal de stappen 3 t/m 7 voor het Mid Hoog. 9. Er zijn maar een beperkt aantal bronnen die het echte laag produceren zoals b.v. de kick, een keyboard en de bas. Bij de resterende bronnen kun je nagenoeg per definitie het laagaf filter inschakelen en het laag (65 Hz) volledig dicht draaien. Doe dit dan ook. 10. Gebruik eventueel het Top Hoog voor het opfrissen van het geluid, meer lucht, bij b.v. de overheads en de stemmen. Teveel maakt het geluid dun, ijl. Indien het frequentiebereik van het Top Hoog zicht buiten het frequentiespectrum van de bron bevindt kun je deze het beste een aantal dB’s, misschien wel helemaal dicht, terug draaien. Hierdoor heb je o.a. minder last van ruis. NB Tijdens het soundchecken is het soms lastig om bij het opruimen goed te kunnen horen bij welke frequentie de meeste energie zich bevindt of dat je in het spectrum van de bron zit te regelen. Maak voor die situaties gebruik van een koptelefoon. Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
11
2.3. Total Loss. De hieronder besproken voorbeelden zijn instellingen gemaakt tijdens het afmixen van een live optreden van de band Total Loss. Deze amateur band speelt jaren 80/90 muziek. Het optreden vond plaats in een sterk galmende kerk. Bandleden stonden dicht bij elkaar hierdoor ontstond er veel overspraak.
Figuur 6 Mixopstelling. Priklijst: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Kick Snare HiHat Tom 1 Tom 2 Floor Overhead Left Overhead Right Elektronische pad Percussie Left Percussie Right Keyboard Left Keyboard Right Sax Bas Gitaar Vocal 1 Vocal 2
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
12
2.4. Voorbeelden van instellingen. NB De hieronder besproken instellingen zijn gemaakt tijdens het afregelen van het geluid. Keuzes die gemaakt zijn werden bepaald door de situatie ter plaatse. De getoonde instellingen met de daarbij geplaatste uitleg kunnen worden gebruikt voor het maken van eigen keuzes. Kick De kick vormt bij dit type muziek samen met de bas het fundament. Het geluid moet bestaan uit een stevige droge punch in het laag en een duidelijk gedefinieerde tik. Door de plaatsing van de microfoon, zo’n 10 cm direct achter de klopper, is de tik natuurlijk aanwezig. Het sublaag ontbreekt enigszins omdat door de directe plaatsing achter het vel de invloed van de ketel voor een deel ontbreekt. Frequentie rond de 400Hz wordt met 6 dB gedrukt. Deze frequentie geeft een “dozige” klank en overstemt daardoor het sublaag. Door deze frequentie enigszins te drukken komt er meer ruimte voor het laag. Frequentie rond de 1kHz wordt met 3 dB gedrukt. Rond deze frequentie bevindt zich de klank die vergelijkbaar is met het kloppen op een woodblock. Deze staat de tik van rond de 2 tot 4kHz in de weg. Het tophoog wordt iets getemperd om de overspraak van de bekkens en de snare te drukken. Het sublaag krijgt 3dB extra om meer kracht aan de kick mee te geven.
HiHat Binnen live geluid maak je over het algemeen geen gebruik van het laag van het geluid van de hihat. Het geluid vanaf ongeveer 1000Hz bepaalt het karakter van dit instrument. Om de hihat iets meer lucht te geven wordt vaak een klein beetje tophoog toegevoegd. Het laagaf filter is ingeschakeld en de sublaag regelaar is volledig terug gedraaid (-15dB). Het midlaag is gebruikt voor het opruimen van overspraak. Tijdens het zoeken bleek dat er binnen het frequentiegebied rond de 300Hz veel geluid zat. Vooral het geluid van de snare kwam op die frequentie nogal sterk door. Vandaar -15dB rond dat frequentiegebied. Het midhoog is gebruikt om het geluid van de hihat enigszins te corrigeren. Binnen het geluid kwam nogal een sterke “swoshhh” klank voor rond de 1000Hz. Deze wordt met 6dB gedrukt. Het frequentiegebied vanaf ongeveer 1,2kHz wordt nu nagenoeg recht doorgegeven. Voor het opfrissen van de hihat wordt er m.b.v. het tophoog 3 dB aan het frequentiegebied boven de 12kHz toegevoegd.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
13
Floor Ook bij de floor wordt alles beneden de 100Hz gefilterd. De keuze die is gemaakt is dat het plakgeluid voor deze band van belang is, en de overspraak die met deze microfoon mee kwam was in het laag nogal storend. Met behulp van het midlaag is gezocht naar de resonantie van de floor. Deze was nogal dominant aanwezig en klonk al terwijl er geen gebruik werd gemaakt van de trommel. De resonantie lag zo rond de 120Hz en is met ongeveer 9dB gedrukt. Het midhoog en het tophoog zijn verder niet gebruikt.
Overhead Binnen live geluid maak je over het algemeen geen gebruik van het laag van het geluid van de overheads. Het geluid vanaf ongeveer 1000Hz bepaalt het karakter van dit instrument. Om de overheads iets meer lucht te geven wordt vaak een klein beetje tophoog toegevoegd. Het laagaf filter is ingeschakeld en de sublaag regelaar is volledig terug gedraaid (-15dB). Het midlaag is gebruikt voor het opruimen van overspraak. Tijdens het zoeken bleek dat er binnen het frequentiegebied rond de 400Hz veel geluid zat. Vooral het geluid van de snare kwam op die frequentie nogal sterk door. Vandaar -15dB rond dat frequentiegebied. Ook het midhoog is gebruikt om overspraak op te ruimen. Frequentie rond de 1000Hz wordt met 6 dB gedrukt. Hierdoor komt de hihat minder sterk binnen via de overheads. Het frequentie gebied vanaf ongeveer 1,2kHz wordt nu nagenoeg recht doorgegeven. Voor het opfrissen van de overheads wordt er m.b.v. het tophoog 3 dB aan het frequentiegebied boven de 12kHz toegevoegd.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
14
Keyboard Het keyboard wordt nagenoeg recht doorgegeven. Deze is m.b.v. di’s gekoppeld aan de tafel. Er is dus geen sprake van overspraak. De frequentie rond de 2kHz is met 6 dB gedrukt om ruimte te geven voor de zang. Je kunt overwegen het laagaf filter te gaan gebruiken. Vooral als het keyboard geen rol speelt in het laag kun je hiermee voorkomen dat er teveel energie wordt gestopt.
Elektrische gitaar (clean) De gitaar moet clean en helder in het geluidsbeeld worden neergezet. Hij moet geen rol vervullen binnen het laag. Al het laag beneden de 400Hz wordt zoveel mogelijk verwijderd. Het laagaf filter is ingeschakeld en de sublaag regelaar, 65Hz, wordt volledig dichtgedraaid. De midlaag regelaar wordt gebruikt om overspraak op te ruimen. Ook hier vind je veel geluid, vooral het geluid van de snare, rond de 400Hz. Deze wordt dan ook met –15dB gedrukt. Rond de 3kHz wordt het geluid met –6dB gedrukt om ruimte te geven voor de zang.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
15
Vocalen (female) Het geluid van de menselijke stem loopt vanaf ongeveer 300Hz tot 12kHz. Waarbij de spraak verstaanbaarheid ligt tussen de 400Hz en de 4kHz. Door het volledig terugdraaien van het sublaag en het inschakelen van het laagaf filter wordt al het laag vanaf ongeveer 100 Hz onderdrukt. Dit geeft rust doordat heel veel rommel dat ontstaat door bewegende statieven het bewegen van een handheld microfoon wordt onderdrukt. Door het drukken van het midlaag rond de 400Hz met 6dB wordt de dozige klank uit het geluid gehaald. Door het drukken van het midhoog rond de 1,5kHz met 3dB wordt het blikkerige enigszins uit de stem gehaald. Wil je een klein randje in het hoog krijgen kun je overwegen het tophoog met 3dB te verhogen. De stem krijgt hierdoor iets meer lucht. Werk je met Nederlandstalige bands en is de spraakverstaanbaarheid erg belangrijk kun je proberen m.b.v. het midhoog de frequenties rond de 3kHz met ongeveer 3dB te verhogen. Dit is het presence gebied van de stem. Je kunt de stem nu meer laten wegzakken in het totaalgeluid zonder dat de verstaanbaarheid wordt aangetast. Werk je met meerdere stemmen dan kun je door iets te variëren met deze midhoog frequentie ruimte creëren voor deze verschillende stemmen.
Procedure It’s all in the Mix Leeuwarden, 29 juni 2004 Jan Hoekstra
16