IST Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven Inspectierapport Doorlichting
j1
Ministerie van Justitie
Inspectie voor de Sanctietoepassing
Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven Inspectierapport Doorlichting
September 2007
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.5 2.6 2.7 2.8 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2
Voorwoord
3
Samenvatting
4
Inleiding Aanleiding en doel Reikwijdte Objectbeschrijving Toetsingskader Opzet Methode Tijdpad
9 9 9 9 11 11 11 12
Bevindingen Advisering en voorlichting Vroeghulpbezoek en vroeghulpinterventie Voorlichtingsrapporten Advies- en maatregelrapporten Toezicht houden Toeleiding zorg Op recidivevermindering gerichte interventies Gedragsinterventies Leerstraffen Werkstraffen Veiligheid van de werkomgeving Rechtspositie Organisatie
13 14 14 17 19 20 23 26 26 28 29 32 34 35
Conclusies Reïntegratie en recidivevermindering Onderbouwing van reclasseringsinterventies Aanbod van reclasseringsinterventies Samenwerking met zorginstellingen Begeleiding bij werkstraffen Veiligheid van de maatschappij
38 38 38 39 39 39 40
September 2007
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.4 3.5 4 4.1 4.2 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Risico-inschatting Controlemiddelen Bijdrage aan strafrechtketen Veiligheid van de werkomgeving Rechtspositie Organisatie
40 40 41 42 43 43
Aanbevelingen Aanbevelingen m.b.t. LdH reclasseringsunit Eindhoven Aanbevelingen m.b.t. het landelijk reclasseringsbeleid aan het Leger des Heils Afkortingen en begrippen Bronnen Inspectieprogramma Toetsingskader Geografische ligging unit of object
44 44 45 46 48 50 51 55
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Voorwoord De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) heeft in juni 2007 een doorlichting uitgevoerd bij de reclasseringsunit Eindhoven van het Leger des Heils. Eerder hebben al doorlichtingen plaatsgevonden van een unit van Reclassering Nederland en een instelling van de Stichting Verslavingsreclassering GGZ-Nederland. De Inspectie heeft aldus een begin gemaakt met het doorlichten van de drie reclasseringsorganisaties die in Nederland werkzaam zijn. De ISt constateert enerzijds een grote betrokkenheid van management en medewerkers van de unit Eindhoven bij de specifieke doelgroep van het Leger des Heils. Toch wordt anderzijds de maatschappelijke veiligheid niet uit het oog verloren. De ISt komt dan ook tot een positief algemeen oordeel over deze unit, hetgeen niet wegneemt dat aan het slot van het rapport een aantal aanbevelingen tot verbetering van de werkwijze wordt gedaan. W.F.G. Meurs hoofdinspecteur
3
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Samenvatting Op 19 en 20 juni 2007 heeft de Inspectie de reclasseringsunit Eindhoven van het Leger des Heils doorgelicht. Het Leger des Heils probeert maatwerk en extra zorg te leveren voor multi-problemcliënten, dak- en thuislozen, veelplegers en jeugdige delinquenten. Het is de Inspectie opgevallen dat dit gebeurt met grote betrokkenheid van het management en van de medewerkers bij de doelgroep, zonder dat de maatschappelijke veiligheid uit het oog wordt verloren. De Inspectie is dan ook positief in haar algemeen oordeel over de reclasseringsunit Eindhoven, er worden echter ook enkele verbeterpunten geconstateerd. Reïntegratie Door gebruik van de RISc in voorlichtingsrapportages zijn gedragsinterventies, leerstraffen en toeleidingen zorg in beginsel onderbouwd met een diagnose. In de toezichtsfase is bij grote wijzigingen of verder uitwerking van een toezichttraject herhaling van de RISc echter onvoldoende geborgd. Het aanbod van de gedragsinterventies en leerstraffen is door een aantal beleidsmaatregelen fors minder geworden. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de reclasseringsinterventie onvoldoende kan aansluiten bij de delictgerelateerde problematiek van de cliënt. Daar komt nog bij dat er veel tijd verstrijkt tussen het plegen van het delict en het uitvoeren van de training, waardoor vooraf geconstateerde leerpunten soms zijn veranderd. De reclasseringsunit Eindhoven werkt samen met tal van zorginstellingen, instellingen voor maatschappelijke opvang, woon- en werkbegeleiding. Daadwerkelijke plaatsing van sommige cliënten is lastig omdat cliënten van het Leger des Heils vaak nét niet in de doelgroep passen. De reclasseringsunit Eindhoven kiest ervoor om bij de executie van werkstraffen waar nodig enige extra begeleiding te bieden, vanuit betrokkenheid bij de doelgroep en in de traditie van haar werkwijze. Op deze wijze levert de reclasseringsunit een bijdrage aan de reïntegratie van haar cliënten. Veiligheid van de maatschappij De inhoud van reclasseringsrapportages en toezichten is gebaseerd op de RISc. Hiermee wordt recidiverisico is kaart gebracht. Het voorlichtingsrapport
4
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
bevat meestal geen specifieke aanwijzingen of in te zetten controlemiddelen. Deze worden later in de toezichtsfase uitgewerkt. De overeenkomst die aan het begin van een toezicht tussen reclasseringswerker en cliënt wordt opgemaakt bevat ook weinig specifiek beschreven uitvoeringsafspraken. Meestal worden de algemene of specifieke voorwaarden uit het vonnis herhaald met eventueel een algemene aanvulling zoals het informeren over de verblijfplaats of een enkele keer een specifieke aanvulling zoals het werken aan schuldsanering. Het toezicht krijgt nader vorm op basis van de professionele inschatting van de reclasseringswerker en niet zozeer op basis van richtlijnen of handvatten voor de toepassing van controlemiddelen of toezichtarrangementen. De reclassering controleert of de cliënt zich aan de gemaakte afspraken houdt door contact te houden met de zorginstelling, de familie, het netwerk en/of de wijkagent. Afhankelijk van de cliënt en de omstandigheden legt de reclasseringswerker huisbezoek af. De reclasseringswerker bespreekt de consequenties van het niet nakomen van afspraken door de cliënt in eerste instantie met collega’s en bepaalt in samenspraak met hen een eventuele nieuwe route. Afhankelijk van de ernst van het breken van de afspraak zoekt de reclasseringswerker contact met het OM. In geval van overtreding van de voorwaarden wordt overgegaan tot retourzending aan het OM. Controlemiddelen en toezichtarrangementen zijn echter onvoldoende vastgelegd in de toezichtovereenkomst. Daarmee ontstaat het risico dat tijdens het toezicht niet altijd wordt toegezien op die risicofactoren die met behulp van de RISc zijn vastgesteld. Bijdrage aan de strafrechtsketen Op de werkvloer werken medewerkers van het OM en de reclassering samen in verschillende overleggen. Er vindt overleg plaats over de wijze waarop casussen worden behandeld en de rol van de reclassering daarbij. De aanwezigheid van reclasseringsmedewerkers van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) bij de reclasseringsbalie op het parket heeft de communicatie vergemakkelijkt. Bij de afdoening van taakstraffen door OM en ZM wordt er niet standaard gecommuniceerd met de reclassering, waardoor beslissingen van de rechterlijke macht in de ogen van reclasseringswerkers niet altijd logisch aansluiten op de inhoud van het afloopbericht. De reclasseringsunit Eindhoven levert minder reclasseringsdiensten dan ze volgens planning zou moeten doen, in 2006 was de productie 89%. Vooral de
5
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
uitvoering van gedragsinterventies en leerstraffen blijft achter bij de planning. De reclasseringsunit Eindhoven voert echter aanzienlijk meer vroeghulpbezoeken uit dan gepland. Ten aanzien van dit product is de planning van en de sturing op de aantallen niet transparant. Daarbij leiden deze vroeghulpbezoeken in vergelijking met landelijke cijfers tot relatief weinig vroeghulpinterventierapporten. Vaak wordt gekozen voor een informele overdracht van informatie uit de vroeghulp, wat de inhoudelijke informatie minder transparant en inzichtelijk maakt. De afgesproken termijnen voor het leveren van voorlichtingsrapporten worden niet altijd gehaald. De termijnen voor de TR rapportages in opdracht van PI Vught worden helemaal niet gehaald, volgens unit Eindhoven omdat deze onhaalbaar zijn. PI Vught is wel tevreden over de kwaliteit van de adviesrapportages en de samenwerking met de reclassering LdH in dezen. Sinds de knip tussen tussen advies- en uitvoeringtaken is ingevoerd, wordt een contact na het uitbrengen van het voorlichtingsrapport afgebroken, om weer door een andere reclasseringswerker opgestart te worden als het vonnis ontvangen is. Tussen de twee fases ontbreekt een aanspreekpunt voor de cliënt, en gaat er kennis verloren in de overdracht. De Inspectie concludeert hier een knelpunt in de uitvoering waardoor mogelijk risicovolle situaties kunnen ontstaan. Veiligheid van de werkomgeving De veiligheids- en integriteitprocedures zijn helder en worden voldoende besproken. De organisatie verricht veel zorg en inspanning om de veiligheid in het gebouw te vergroten, zoals het installeren van een (brand)veiligheidsinstallatie en het in gebruik nemen van alarmpiepers. Het landelijke veiligheidsbeleid van het Leger des Heils is duidelijk doorgedrongen tot de werkvloer door bespreking van het landelijke protocol, het reclasseringspaspoort en de cursus bejegening. Integriteitbeleid is hier onderdeel van. Incidenten komen weinig voor, maar als ze zich voordoen wordt er snel en zorgvuldig gereageerd. De Inspectie concludeert dat de reclasseringsunit Eindhoven de veiligheid van de werkomgeving voldoende waarborgt. Rechtspositie Cliënten krijgen bij hun eerste contact met de reclassering niet standaard informatie over hun rechten, plichten en privacy. Dit gebeurt wel bij taakstraffen, als onderdeel van de intake. Momenteel ontwikkelt het Leger des Heils een folder waarin niet alleen informatie staat over rechten, plichten
6
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
en privacy maar ook over de reclassering zelf. Er wordt door iedereen naar die folder uitgezien. Enkele grote projecten waar werkstraffen worden uitgevoerd vragen de reclassering een kopie van het paspoort van de cliënt en willen informatie over het delict. Die informatie wordt verstrekt zonder toestemming van de cliënt. Privacyregels verdienen daarom verduidelijking. Organisatie De reclasseringsunit Eindhoven heeft een open communicatiecultuur en een gedegen communicatiestructuur, de inhoud en de organisatie van het werk worden structureel besproken. De medewerkers zijn betrokken bij elkaar, bij de cliënten en bij de uitvoering van het werk. De communicatie tussen de reclasseringswerkers van de advies- en die van de uitvoeringskant gaat minder gemakkelijk als gevolg van de knip tussen de functies en de als bureaucratisch ervaren taakverdeling die daarmee gepaard gaat. Er zijn nieuwe medewerkers aangenomen en de reclasseringsunit Eindhoven heeft nog een aantal vacatures. Die worden niet allemaal tegelijk ingevuld, omdat het dan lastig is mensen goed in te werken en de organisatie dan kwetsbaar wordt. Opvulling is wel nodig op een zo kort mogelijke termijn om de gewenste productie te kunnen halen. Er wordt aandacht besteed aan opleidingen en begeleiding van reclasseringsmedewerkers, echter het opleidingsaanbod is nog mager, vooral op inhoudelijk vlak. Er wordt gewerkt aan een nieuw cursusaanbod. Aanbevelingen m.b.t. LdH reclasseringsunit Eindhoven 1. Maak met het OM op strategisch niveau duidelijke afspraken over • de aanlevertermijn van rapportages en de wijze waarop hierop gestuurd wordt; • communicatie over mislukte taakstraffen1; • verkorting van aanlevertijden van vonnissen met reclasseringstoezicht. 2. Wees specifieker in het beschrijven van de inhoud van het toezicht op basis van de RISc, in het bijzonder ten aanzien van de inzet van controlemiddelen en de onderbouwing daarvan.
In de wederhoorreactie heeft het OM aangegeven dat er vanaf september 2007 nadere afspraken gemaakt zullen worden over omzettingszittingen. Het OM ziet het nut van de aanwezigheid van de reclassering bij de omzettingszittingen.
1
7
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
3. Voorzie de reclasseringswerkers die toezicht uitvoeren van een heldere instructie ten aanzien van het toepassen van een herdiagnose RISc bij evaluatie van de uitvoering van het toezicht. 4. Versnel, zonodig met nadere organisatorische maatregelen, de adviesprocedure in het kader van de TR-methodiek en draag daarbij zorg voor voldoende tijdige reclasseringscapaciteit. 5. Zorg bij de verdeling van (schaarse) reclasseringscapaciteit voor inzet conform planning, in het bijzonder voor de vroeghulpbezoeken. 6. Garandeer dat reclasseringscliënten bij het eerste reclasseringscontact, ook schriftelijk, gewezen worden op hun rechten (klachtenregeling, inzagerecht dossiers etc.). 7. Werk in overeenstemming met de privacyregels bij het verstrekken van informatie aan een werkgever over een cliënt met een werkstraf. Aanbevelingen m.b.t. het landelijke reclasseringsbeleid aan het Leger des Heils 8. Betrek bij de ontwikkeling van landelijke beleidskaders voor wat betreft het reclasseringstoezicht in ieder geval de methodische indicatiestelling met betrekking tot de toepassing van verschillende toezichtarrangementen en controlemiddelen. 9. Evalueer de splitsing van advies- en uitvoeringstaken op de ongewenste consequenties: • onduidelijkheid rond herhalingsdiagnose bij het toezicht; • onderbreking van reclasseringscontact in de periode tussen zitting en ontvangst vonnis. 10. Zet vaart achter de ontwikkeling en implementatie van het aanbod van erkende gedragsinterventies. 11. Ontwikkel het inhoudelijke opleidingsaanbod voor reclasseringswerkers zoals voorgenomen.
8
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De Inspectie voor de Sanctietoepassing oefent toezicht uit op justitiële inrichtingen en reclasseringsinstellingen. Dit toezicht krijgt onder meer gestalte door het regelmatig doorlichten van reclasseringsinstellingen. Dat gebeurt aan de hand van een toetsingskader waarin normen voor het reclasseringswerk zijn opgenomen. De Inspectie concentreert zich op de thema's rechtspositie, veiligheid en reïntegratie. In dit rapport beschrijft de Inspectie in hoeverre de uitvoering van de reclasseringsactiviteiten door de reclasseringsunit Eindhoven van het Leger de Heils (LdH) aan de normen uit het toetsingskader voldoet. De Inspectie heeft gekozen voor een unit van het Leger des Heils omdat zij nog niet eerder een reclasseringsunit van het Leger des Heils op deze wijze heeft doorgelicht. Door de keuze voor Eindhoven is er na doorlichtingen van reclasseringsunits van de verslavingsreclassering in Utrecht en Reclassering Nederland in Zwolle bovendien sprake van enige geografische spreiding. 1.2 Reikwijdte Het onderzoek beperkt zich tot de reclasseringsactiviteiten van de unit Eindhoven van het Leger des Heils. De unit Eindhoven heeft het arrondissement Den Bosch als werkgebied en werkt samen met de veiligheidshuizen in Helmond en Eindhoven. Behalve de reclasseringsunit Eindhoven heeft het Leger des Heils in het werkgebied van de unit een voorziening voor maatschappelijke opvang, Domus. Omdat hier geen reclasseringstaken worden uitgevoerd, heeft de Inspectie deze locatie niet geïnspecteerd. Wel komt Domus kort aan de orde bij de bevindingen, vanwege de relatie met de uitvoering van reclasseringstoezicht en toeleiding naar zorg. 1.3 Objectbeschrijving De minister van Justitie onderscheidt vier hoofdtaken van de reclassering[2]: [2] Kamerstukken II 2003-2004, 29270, nr. 1
9
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
1. Advisering en voorlichting aan het Openbaar Ministerie (OM), de Zittende Magistratuur (ZM) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) 2. Toezicht houden op het nakomen van door OM of ZM opgelegde voorwaarden 3. Het ontwikkelen en uitvoeren van op recidivevermindering gerichte interventies 4. Tenuitvoerlegging van taakstraffen De reclasseringsunit Eindhoven is een onderdeel van het Leger des Heils, Jeugdzorg en Reclassering en voert reclasseringstaken uit ten behoeve van specifieke doelgroepen: ‘multi-problem’-cliënten, dak- en thuislozen, veelplegers en jongvolwassen delinquenten. De unit heeft vijftien reclasseringswerkers in dienst (totaal 11,5 fte) van wie er twee tevens werkbegeleider zijn (totaal 0,88 fte). Twee medewerkers zijn tevens werkzaam bij de reclasseringsbalie (totaal 0,75 fte) en één medewerkster besteedt een deel van haar tijd aan het project Stabiel[3] (0,22 fte). De unit wordt geleid door een unitmanager die verantwoording aflegt aan de regiomanager Zuidoost. Tabel I geeft de reclasseringsproductie weer van de unit Eindhoven in 2006. Tabel I: Omvang reclasseringsproductie 2006 Hoofdtaken
Product
Gerealiseerde productie 2006
Advies en voorlichting
Vroeghulp
196
Vroeghulpinterventie Voorlichtingsrapporten
172
Adviesrapporten
125
Maatregelrapport
Toezicht houden
6
1
Diagnose
141
RISc
174
Toezichten
244
Toeleiding zorg
111
Gedragsinterventies
Gedragsinterventies
13
Tenuitvoerlegging taakstraffen
Leerstraf
104
Werkstraf individueel
128
Werkstraf groep
geen
[3] Stabiel is een project dat het LdH uitvoert op basis van een overeenkomst met de gemeente. Het project valt niet onder de reclasseringsactiviteiten van de unit.
10
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
De reclasseringsunit Eindhoven is gehuisvest in een pand even buiten het centrum van Eindhoven. Daar heeft de unit twee verdiepingen tot haar beschikking waar zich spreekkamers, trainingsruimtes en kantoorruimtes bevinden. De ruimtes zijn licht en er is door een ruit in de deur zicht op wat zich binnen afspeelt. Cliënten melden zich bij de administratie die de buitendeur voor hen opent. Zo is altijd duidelijk wie zich in het pand begeeft. 1.4 Toetsingskader De Inspectie komt tot een oordeel over de reclasseringsunit Eindhoven op basis van het toetsingskader dat is opgesteld voor de doorlichting van reclasseringsinstellingen. Het toetsingskader is in bijlage PM opgenomen en omvat de thema's reïntegratie, veiligheid van de samenleving, veiligheid van de werkomgeving, rechtspositie en organisatie. De reclasseringstaken hebben reïntegratie en veiligheid van de samenleving tot doel en vallen daarom voornamelijk onder die twee toezichtaspecten. De overige toezichtaspecten rechtspositie, organisatie en veiligheid van de werkomgeving zijn randvoorwaardelijk voor de uitvoering van de reclasseringstaken. 1.5 Opzet 1.5.1 Methode Het onderzoek is uitgevoerd door twee inspecteurs. Zij hebben bij de reclasseringsunit Eindhoven schriftelijke informatie opgevraagd over beleid en uitvoering. Deze informatie hebben zij voorafgaand aan het inspectiebezoek bestudeerd. Om welke informatie het gaat is terug te vinden in bijlage 2. Na bestudering van de documentatie heeft de Inspectie de unit een programma gestuurd voor het inspectiebezoek en een overzicht van tijdens het inspectiebezoek te bestuderen dossiers. Voorafgaand aan het inspectiebezoek hebben de inspecteurs om een interview verzocht met functionarissen van het arrondissementsparket ’sHertogenbosch, opdrachtgever van de reclasseringsunit Eindhoven. Dit interview heeft niet plaatsgevonden. Het arrondissementsparket acht de contacten met de reclasseringsunit Eindhoven te divers om een generaal beeld te kunnen geven van de onderlinge afstemming, de kwaliteit van de rapporten en de uitvoering van het reclasseringstoezicht van het Leger des Heils in het arrondissement. Het parket heeft de Inspectie per e-mail
11
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
geïnformeerd over de wijze waarop afspraken met de drie reclasseringsorganisaties tot stand komen. Een andere opdrachtgever van de reclasseringsunit Eindhoven is de penitentiaire inrichting PI Vught. Op verzoek van de Inspectie heeft de PI Vught schriftelijke informatie verstrekt over haar samenwerking met de reclasseringsunit. Tijdens het inspectiebezoek hebben twee inspecteurs kleine groepsinterviews gehouden met twee cliënten, het management (de regiomanager en de unitmanager) en medewerkers. De gesprekken met de medewerkers waren ingedeeld naar taakgebied. De inspecteurs spraken twee medewerkers vroeghulp(-interventie) advies en voorlichting, vier medewerkers toezicht, drie medewerkers leerstraffen en gedragsinterventies, en twee medewerkers werkstraffen. Omdat één reclasseringswerker aan twee verschillende gesprekken deelnam, hebben de inspecteurs in totaal tien uitvoerende medewerkers gesproken. Voorafgaand aan de interviews hebben de inspecteurs tien dossiers bestudeerd op elk taakgebied om een indruk te krijgen van de werkwijze. Die werkwijze is vervolgens in het vraaggesprek uitgediept. 1.5.2 Tijdpad De Inspectie heeft het onderzoek op 2 mei 2007 aangekondigd bij de algemeen directeur van Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering en bij de regiomanager Zuid-Oost Nederland van Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering. Op 19 juni 2007 hebben de inspecteurs schriftelijke informatie ontvangen van PI Vught. De inspectie heeft plaatsgevonden op 19 en 20 juni 2007. Op 3 augustus 2007 is het conceptrapport voor wederhoor naar de regiomanager en parket Den Bosch van het Openbaar Ministerie gezonden. Op 9 en op 21 augustus 2007 heeft de ISt de wederhoorreacties ontvangen. Vervolgens heeft de hoofdinspecteur het rapport op 24 september 2007 vastgesteld en naar de staatssecretaris verzonden.
12
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
2 Bevindingen De bevindingen starten met een beschrijving van de reclasseringsbalie en zijn vervolgens gerangschikt naar de vier hoofdtaken van de reclassering: advisering en voorlichting, gedragsinterventies, toezicht en taakstraffen. Leerstraffen worden beschreven onder de uitvoering van op recidivevermindering gerichte interventies. Werkstraffen worden beschreven onder de tenuitvoerlegging van taakstraffen. Elke paragraaf sluit af met een samenvattende constatering van de Inspectie waarin die elementen worden herhaald die van belang zijn voor de beoordeling op basis van het toetsingkader. Reclasseringsbalie Sinds 1 januari 2007 is in alle arrondissementen de reclasseringsbalie ingevoerd. De reclasseringsbalie is een administratieve verdeeleenheid van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) op de locatie van het arrondissementsparket van het OM. De directe aanwezigheid van reclasseringsmedewerkers van de 3RO op het parket Den Bosch heeft naar de mening van zowel het parket als de reclassering de communicatie tussen beide organisaties vergemakkelijkt. Vooral met de weekdienstofficieren en de parketfunctionaris wordt goed samengewerkt. De communicatielijnen zijn kort. Ook de gebiedsgebonden officieren (Helmond en Eindhoven) vormen een toegankelijk en vast aanspreekpunt voor de reclasseringsbalie. De reclasseringsbalie verdeelt de zaken tussen de 3RO. Het LdH krijgt cliënten toebedeeld met problemen op meerdere terreinen, dak- en thuislozen, cliënten met woonproblemen, cliënten met afgebroken hulpverleningscontacten en jongvolwassenen die specifieke programma’s nodig hebben die het LdH levert. Bij het verdelen stuurt de balie op doelgroep en productievolume. Deze toedeling gebeurt veelal administratief en verdient naar mening van de het LdH-management van de reclasseringsunit Eindhoven inhoudelijke verdieping. De balie zou naar hun mening bewuster moeten selecteren naar een organisatie die daadwerkelijk uit de voeten kan met de toebedeelde cliënt.
13
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Een andere taak van de reclasseringsbalie is het bijhouden van rappellijsten waarin zij herinnert aan de oplevertermijn van reclasseringsproducten op het gebied van terugdringen recidive en huiselijk geweld. Deze rappellijsten worden door de reclassering niet altijd als zinvol ervaren, omdat men zich wel bewust is van de termijnen maar deze niet haalbaar acht. Het management van het parket Den Bosch en het Leger des Heils, unit Eindhoven overleggen met elkaar op structurele wijze in het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB), in de stuurgroep reclasseringsbalie en op incidentele wijze indien nodig. Sinds de invoering van de reclasseringsbalie, ervaren de partijen dat de communicatielijnen korter geworden zijn. Ook de overleggen op de veiligheidshuizen4 in Helmond, Den Bosch en Eindhoven spelen een belangrijke rol in de communicatie tussen het OM, de reclassering en andere ketenpartners. Zo zijn er het Veelplegers casusoverleg en het Resocialisatieoverleg, waar terugkerende Stelmatige Daders besproken worden. Ook heeft de reclasseringsunit Eindhoven van het LdH overeenkomsten met de gemeente over het begeleiden van jongeren onder de 18 jaar en gezinnen in de projecten Stabiel (operationeel sinds 1 oktober 2006)) en Kenter (nog in de voorbereidingsfase). 2.1 Advisering en voorlichting 2.1.1 Vroeghulpbezoek en vroeghulpinterventie Vroeghulpbezoek Vroeghulpbezoek is het eerste bezoek door de reclassering aan een arrestant, in verzekering gestelde of in bewaring gestelde verdachte. In dit eerste bezoek beoordeelt de reclassering of een vervolgaanbod wenselijk is. Er zijn twee kaders waarbinnen vroeghulpbezoek wordt uitgevoerd. Ten eerste meldt de politie alle inverzekeringstellingen bij de reclasseringsbalie. De reclasseringsbalie verdeelt deze meldingen en de units bepalen vervolgens zelf welke cliënten bezocht worden. Op basis kenmerken als leeftijd, delict en informatie uit het CVS worden de cliënten na onderlinge bespreking tussen de reclasseringswerkers verdeeld. Prioriteiten worden bepaald aan de hand van een professionele inschatting. In principe bezoekt de unit iedereen die
4 Het Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband van gemeente, Openbaar Ministerie, politie en stedelijke instellingen om de veelplegers die zich crimineel gedragen of overlast veroorzaken, beter aan te pakken
14
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
daarvoor in aanmerking komt. Illegalen spreekt men soms hoewel er geen vroeghulpinterventierapport geschreven mag worden en geen ander reclasseringsaanbod gedaan kan worden. De unit bezoekt geen verdachten die geen Nederlands spreken. Ze bezoekt ontkennende verdachten wel, mits zij de Nederlandse taal machtig zijn. De andere mogelijkheid is dat een cliënt wordt voorgeleid bij de Rechter Commissaris en niet bezocht blijkt te zijn in de vroeghulp. Op dat moment kan OvJ of parketsecretaris de reclasseringsbalie verzoeken de cliënt alsnog te bezoeken. Dit wordt vaak gedaan als men verwacht dat er een schorsing voorarrest (onder voorwaarden) zal plaatsvinden. De reclasseringsunit Eindhoven voert aanzienlijk meer vroeghulpbezoeken uit dan gepland. In 2006 werden er 196 vroeghulpbezoeken gerealiseerd terwijl er 77 gepland stonden. In de eerste vier maanden van 2007 waren dat er 105 bij een planning van 25. Het OM geeft aan geen invloed te hebben op het aantal of de doelgroep van de vroeghulpbezoeken. De Inspectie heeft geen inhoudelijke criteria ten aanzien van de onderbouwing van de planningscijfers voor de vroeghulp kunnen constateren bij reclassering, OM of ministerie van Justitie. De reclasseringsunit Eindhoven hecht veel waarde aan het product. Zij ziet vroeghulp als het voorportaal van de reclassering; er wordt contact gemaakt met de cliënt, er wordt voorlichting gegeven over de reclassering en de rechtsgang en de cliënt wordt geïnformeerd over en gemotiveerd voor eventuele vervolgtrajecten. De productie stijgt als gevolg hierdoor boven de planproductie uit. Vroeghulpinterventie De reclasseringsunit Eindhoven schrijft relatief weinig interventierapporten. In 2006 leidde 3% van de vroeghulpen tot een vroeghulpinterventie (6 stuks conform planning), in 2007 was dat tot nu toe 19% (20 stuks, planning was 3). Het landelijk gemiddelde bij de 3RO ligt op 20%[5]. De reclasseringswerkers achten het schrijven van een interventierapport niet altijd zinvol omdat de officier op een andere wijze al voldoende informatie over de cliënt ontvangt. Het gespreksverslag van het vroeghulpbezoek wordt [5] reclasseringsmonitor 2006
15
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
omwille van privacy niet aan de officier verstrekt. Hij ontvangt wel altijd een registratiebalieformulier (r-balie formulier) waarin een advies is opgenomen over de vraag of er wel of niet een voorlichtingsrapport geschreven dient te worden. Hierin staat ook of een andere vervolgactie wenselijk is. Als er een actie moet volgen op het vroeghulpbezoek heeft de reclassering tevens telefonisch contact met de officier. De reclasseringswerkers ervaren het schrijven van een vroeghulpinterventierapport als een omslachtige, bureaucratische procedure, waar weinig tijd voor is. Ze schrijven mede daarom alleen een interventierapport als ze een specifiek traject voor de cliënt voor ogen hebben. Het OM vraagt zelf niet om interventierapporten, waardoor de reclassering niet de indruk heeft dat het OM ze mist. De reclassering geeft bij het schrijven van een vroeghulpinterventierapport altijd een risico-inschatting, maar maakt daartoe geen gebruik van de RISc6. Als geadviseerd wordt de zaak te schorsen onder voorwaarden bevat het rapport de mogelijkheid en wenselijkheid van verplicht reclasseringstoezicht en eventueel een contactverbod met slachtoffers, urinecontroles en verplichte contacten met de geestelijke gezondheidszorg (GGz). De reclassering beschrijft de voorwaarden niet erg concreet omdat ruimte voor latere invulling in de begeleidingsfase gewenst is. In het rapport staat op welke gebieden de acute risico’s zitten en wat er op korte termijn moet gebeuren. In het geval van huiselijk geweld zijn de adviezen wél concreet omdat een agressieregulatie-aanbod in een convenant met GGz-Eindhoven is geregeld. Als iemand wil meewerken aan dit aanbod wordt hij direct verwezen. In het rapport wordt ook de zienswijze van de cliënt verwoord. De wijze waarop dat gebeurt verschilt. Voorheen werd het rapport in een vaste vorm gegoten, maar reclasseringswerkers kunnen niet al hun informatie in dit sjabloon kwijt en kunnen er soms niet mee werken omdat ze op een andere werkplek zitten. Dat leidt tot verschillende uiterlijke vormen van interventierapporten. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de reclasseringsunit Eindhoven aanzienlijk meer vroeghulpbezoeken uitvoert dan gepland. Het is niet duidelijk hoe gestuurd wordt op de planning van de aantallen vroeghulp. De reclassering ziet het vroeghulpbezoek als voorportaal van het reclasseringsaanbod en hecht voor
De RISc staat voor Recidive Inschattingsschalen en is een instrument dat op basis van criminogene factoren het recidiverisico en de geschikte reclasseringsinterventie bepaalt, zie paragraaf 2.1.2.
6
16
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
haar eigen informatie grote waarde aan de bezoeken. Vaak wordt informatie uit het vroeghulpbezoek, bijvoorbeeld of wel of geen voorlichtingsrapport wenselijk is, mondeling aan de OvJ doorgegeven. Dat wordt zowel door de reclassering als door het OM afdoende geacht. Daardoor leiden relatief weinig vroeghulpbezoeken tot een vroeghulpinterventierapport, al stijgt dit aantal in de eerste vier maanden van 2007. 2.1.2 Voorlichtingsrapporten De reclassering brengt op verzoek van het OM of de rechter voorlichtingsrapporten uit waarin een advies staat over de te nemen justitiële beslissing ten aanzien van een justitiabele. Van de 187 geplande voorlichtingsrapporten in 2006 heeft de reclasseringsunit Eindhoven er 172 gerealiseerd. In de eerste vier maanden van 2007 zijn er 37 voorlichtingsrapporten gerealiseerd van de geplande 62. Voorlichtingsrapporten worden aangevraagd door het OM. De balie overlegt met de weekofficier en de parketsecretaris welke voorgeleidingen er zijn geweest en over wie een rapport gevraagd zal worden. In regio Zuid van het arrondissement Den Bosch bespreekt men ook de niet-voorgeleidingen en is de behoefte van de gebiedsofficier aan voorlichtingsrapporten groter dan in regio Noord7. Alle aangevraagde rapporten worden ook daadwerkelijk geschreven, zelfs als het een aanvraag voor een illegale cliënt betreft over welke doelgroep in principe geen rapport verschijnt. Voor cliënten die geen Nederlands spreken maakt de reclassering gebruik van de tolkentelefoon. Over ontkennende verdachten rapporteert zij ook, er wordt alleen geen strafadvies in het rapport opgenomen. Als iemand niet met de reclasseringswerker in gesprek wil, wordt het OM hiervan op de hoogte gesteld. Soms levert de reclassering in zo’n geval op verzoek van het OM een samenvatting van voorgaande rapportages en eerder door de reclassering ondernomen activiteiten. Volgens landelijke afspraken tussen het OM en de reclasseringsorganisaties heeft de reclassering zes weken de tijd voor het schrijven van een voorlichtingsrapport, te rekenen vanaf de datum waarop de reclassering de opdracht krijgt. Deze termijn wordt bijna nooit gehaald. De geïnterviewde
In de wederhoorreactie heeft het OM aangegeven dat de procedures in beide regio’s inmiddels zijn gelijkgetrokken. In regio Zuid-(Oost) worden niet meer alle niet-voorgeleidingen besproken op casusniveau. In beide regio’s worden nu alle zaken uit de weekdienst besproken.
7
17
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
reclasseringswerkers achten de termijn niet realistisch en ook niet nodig. In de praktijk hanteert de reclassering de norm dat het rapport uiterlijk twee weken voor de zitting in bezit is van het OM. Als het een cliënt betreft die wordt verdacht van het plegen van huiselijk geweld moet het rapport vier weken voor de zitting bij het OM zijn. Dat gebeurt omdat de zaak van een cliënt die meewerkt aan de interventie huiselijk geweld wordt geschorst en hij daarom van de zittingslijst moet worden afgehaald. De reclassering levert de rapporten volgens de geïnterviewde medewerkers wel op tijd voor de zitting, volgens het OM wordt de termijn van twee weken voorafgaand aan de zitting niet altijd gehaald. De door de reclasseringsbalie uitgebrachte rappellijst, die betrekking heeft op de afgesproken termijn van zes weken schiet volgens de geïnterviewde reclasseringswerkers zijn doel voorbij. Reclasseringswerkers gebruiken bij het schrijven van een voorlichtingsrapport altijd een RISc. Zij vinden de RISc een prima instrument voor een extra toets op risico’s. Het gebruik zorgt wel voor vertraging in de rapportage doordat tijdige bespreking van de resultaten met de werkbegeleider lastig te plannen blijkt. Als er sprake is van een psychiatrisch of verslavingsprobleem en als de zitting wordt aangehouden voor een psychiatrisch advies, wordt tevens een verdiepingsdiagnose gedaan. Deze bespreekt de reclasseringswerker met de werkbegeleider en in de casuïstiekvergadering. De zienswijze van de cliënt wordt in het rapport vermeld, zij het niet op een uniform herkenbare wijze . Een voorlichtingsrapport beschrijft altijd de mogelijkheid en wenselijkheid van toezichtarrangementen. Net als in het vroeghulpinterventierapport laat die beschrijving ruimte voor latere invulling. Er is geen zichtbare koppeling tussen de hoogte van de risico’s en de aard en intensiteit van de in te zetten controlemiddelen. Hoewel de reclassering meestal wel zicht heeft op risicosignalen, krijgen die niet expliciet een plaats in het rapport. Ze zijn wel te herleiden uit de RISc en dus beschikbaar. In het rapport wordt niet altijd ingegaan op specifieke op reïntegratie gerichte activiteiten. Soms is dat ook niet zinvol omdat een cliënt niets wil of al veel eerdere trajecten zonder succes heeft afgerond. In dat geval adviseert de reclassering een kale werkstraf of gevangenisstraf. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de productie van voorlichtingsrapporten in 2006 enigszins is achtergebleven bij de planning. In de eerste vier maanden van 2007 daalt de productie verder. De prioritering in aanvragen door het OM is
18
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
volgens de reclassering gebiedsafhankelijk, al geeft het OM aan dat dit inmiddels is gelijkgetrokken. Bij het schrijven van een voorlichtingsrapport gebruikt de reclassering standaard de RISc. De RISc wordt door de reclasseringswerkers als extra toets op risico’s gezien. Zowel de mogelijkheid van op reïntegratie gerichte interventies als risicofactoren komen aan de orde in de rapportages. Er is geen methodische toepassing van controlemiddelen of toezichtarrangementen per risicoprofiel. Voorwaarden zijn vaak weinig concreet beschreven om ruimte te laten voor latere invulling. De termijn van zes weken voor het schrijven van een rapport blijkt moeilijk te halen. 2.1.3 Advies- en maatregelrapporten In 2006 schreef de reclasseringsunit Eindhoven 125 adviesrapporten. Planning was 124. Het betrof 60 TOM-rapportages, 8 Penitentiair programma/Elektronisch toezicht (PP/ET) rapportages, vier schorsingsrapportages, 14 overige rapportages ten behoeve van penitentiaire inrichtingen, zes rapportages in de categorie overig en 33 overige rapportages ten behoeve van OM of SM. Dat laatste zijn bijvoorbeeld aanvullende rapportages voorlichting na de intake in een zorginstelling. In de eerste vier maanden van 2007 was de planning 53 rapportages, maar zijn er slechts 27 gerealiseerd. Hiervan waren 15 TOM-rapportages en zes ten behoeve van een p.i. en vijf overige rapportages. De reclasseringsunit Eindhoven leverde één maatregelrapportage in 2006 bij een planning van zes. In de eerste vier maanden van 2007 was dat er ook één bij een planning van twee. De reclassering schrijft de adviezen voor TOM-zittingen allemaal volgens een zelfde sjabloon. Voor andere adviesrapporten geldt dat niet. Over het wel of niet werken met een sjabloon wordt intern overleg gevoerd bij het Leger des Heils. Een aantal reclasseringswerkers meent dat een sjabloon te weinig ruimte laat voor eigen bevindingen. Andere reclasseringswerkers beoordelen eenduidigheid juist positief. Voorheen schreef de reclassering voorlichtingsrapporten in het kader van Terugdringen Recidive (TR), nu zijn dat adviesrapportages. Reclasseringswerkers zeggen dat daardoor te weinig tijd is overgebleven voor een rapport, wat ten koste gaat van de kwaliteit. PI Vught acht de kwaliteit van de adviesrapporten goed. Dat geldt niet voor de termijn waarbinnen de rapporten worden geleverd; in vrijwel alle gevallen is er sprake van termijnoverschrijding. Reclasseringswerkers geven aan dat het maken van een TR-adviesrapport zoveel tijd kost en zo afhankelijk is van planning van
19
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
afspraken, dat de termijn van zes weken onhaalbaar is. De p.i. wordt alleen over ruime termijnoverschrijdingen geïnformeerd en ook in het geval dat de p.i. gerappelleerd heeft. Dit gebeurt veelal telefonisch of per e-mail. De terugkoppeling is voldoende en de samenwerking is goed. Dit leidt echter in veel gevallen niet tot het sneller afwikkelen van de opdracht. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de productie in 2006 in overeenstemming met de planning was, maar dat die in de eerste vier maanden van 2007 nog achter loopt. Voor de helft bestaat de productie uit adviesrapporten voor TOMzittingen. Deze adviesrapporten hebben een vast sjabloon. Er bestaat binnen de reclasseringsunit Eindhoven geen duidelijke lijn over het hanteren van een vaste vorm voor de overige adviesrapporten. De adviesrapporten in het kader van TR worden door de PI kwalitatief voldoende geacht maar worden vrijwel nooit binnen de afgesproken termijn geleverd. Over de kwaliteitsbeoordeling door het OM heeft de Inspectie geen informatie ontvangen. 2.2 Toezicht houden Een reclasseringstoezicht houdt in dat een justitiabele zich op grond van een rechterlijke uitspraak (of eventueel in het kader van een extramurale vorm van detentie) moet gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Het doel hiervan is om het gedrag van de justitiabele zo te beïnvloeden dat recidive wordt voorkomen. De geplande productie toezichten was 231 in 2006. De reclasseringsunit Eindhoven heeft 244 toezichten gerealiseerd. De overgrote meerderheid van de toezichten betreft reclasseringstoezicht bij voorwaardelijke veroordeling (205). Bij schorsing van preventieve hechtenis waren het er 22. De overige toezichten vonden plaats in het kader van tbs (8) of bij voorwaardelijk sepot (8). In de eerste vier maanden van 2007 was de planning 96 en de realisatie 97. In 62% van de toezichten bij schorsing preventieve hechtenis in 2006 was binnen een week contact met de cliënt, in 91% van de zaken binnen een maand.[8] Landelijk is dit respectievelijk 39% en 70%.[9]
[8] Bron: CVS [9] Bron: Inspectierapport Ketenaansluiting reclassering en Openbaar ministerie ISt 2006
20
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
In 2006 zijn 16% van de toezichten als mislukt teruggestuurd. Landelijk is dit ongeveer 33%.[10] Er is geen wachtlijst. Zodra het vonnis binnen is, roept de reclassering de cliënt vlot op voor een eerste gesprek. Sinds de adviesfunctie (“voorkant”) en de toezichtfunctie (“achterkant”) van elkaar zijn gescheiden en niet meer door dezelfde reclasseringswerker uitgevoerd worden, is een lacune ontstaan tussen het moment van de zitting en het moment dat de reclassering het vonnis ontvangt. Voordat deze scheiding in taken er was, werd de cliënt door de voorlichter begeleid, ook zonder dat het vonnis was ontvangen. Nu wordt er een nieuwe medewerker aan de cliënt gekoppeld, die pas in contact treedt met de cliënt als daar een formele opdracht voor is in de vorm van een vonnis. Dit kan volgens de reclasseringswerkers tot vier of vijf maanden duren. Zo ontstaat er volgens reclasseringswerkers een lacune in de begeleiding. Tussen de twee fases ontbreekt een aanspreekpunt voor de cliënt, er gaat kennis verloren in de overdracht en een cliënt haakt soms ook af omdat hij opnieuw zijn verhaal moet vertellen en een nieuwe persoon moet gaan vertrouwen. In een toezichtovereenkomst legt de reclassering de onderwerpen vast waar het toezicht zich op richt. Daartoe wordt aangesloten op aandachtsgebieden uit de RISc en het voorlichtingsrapport. Bijzondere voorwaarden uit het vonnis worden altijd opgenomen in de overeenkomst. De toezichtovereenkomsten van de reclasseringsunit Eindhoven zijn wisselend voor wat betreft inhoud en detailniveau. Er is geen sjabloon. Reclasseringswerkers vinden het lastig om aan het begin van het toezichttraject heel specifiek te zijn. Al te specifieke afspraken leiden bovendien tot veel overtredingen en daarmee tot uitval van cliënten. Bij de invulling van de overeenkomst houdt de reclasseringswerker daarom de vrijheid eigen accenten te leggen, toegesneden op de actuele situatie van de cliënt. In de loop van de tijd veranderen de accenten. Dit is een dynamisch proces. De accenten worden voorafgaand aan het toezicht vastgelegd in de vorm van afspraken tussen de reclasseringswerker en de cliënt, onder andere over de frequentie van het reclasseringscontact, de bereikbaarheid van de cliënt en de personen waar de reclassering contact mee zal opnemen. In die afspraken worden geen doelen gesteld, die komen aan de orde in de
[10] Bron: Inspectierapport Ketenaansluiting reclassering en Openbaar ministerie ISt 2006
21
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
evaluatie. In de evaluatie worden de doelen ook bijgesteld. De evaluatie gebeurt niet met behulp van de RISc11. De frequentie van het contact tussen de reclassering en de cliënt verschilt. Meestal is dit tweewekelijks of maandelijks. De reclassering controleert of de cliënt zich aan de gemaakte afspraken houdt. Hiertoe is er zo nodig contact met de zorginstelling, de familie, het netwerk en de wijkagent. Soms gaat een reclasseringswerker mee met de cliënt, bijvoorbeeld naar schuldsanering. Ook vindt soms huisbezoek plaats. Het contact begint frequent en wordt later minder frequent. Toezicht wordt als een pedagogisch instrument ingezet; men bouwt geleidelijk af en maakt zichzelf geleidelijk overbodig. Als er lopende dat proces signalen zijn dat de cliënt de verkeerde kant op gaat, wordt het toezicht opnieuw intensiever. Hoe het toezicht precies vorm krijgt, bepaalt de reclasseringswerker op basis van een professionele inschatting. Er zijn geen richtlijnen of handvatten voor de invulling van het toezicht. Bij twijfel vindt collegiaal overleg plaats, want toezicht wordt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwd. Met het oog op de doelgroep die moet leren in een proces van vallen en opstaan, gaat de reclasseringswerker flexibel om met de afspraken. Als een cliënt bijvoorbeeld een keer verzuimt bij een afspraak met de GGz, wordt hij niet meteen geretourneerd aan het OM. Er wordt getracht de cliënt te motiveren. Een dergelijke zaak komt altijd aan de orde in de casuïstiekbespreking. Daarin bespreken de reclasseringswerkers wat de consequentie moet zijn van het niet nakomen van de afspraak. Als een cliënt niet op een afspraak verschijnt wordt dat bovendien opgenomen in CVS. Bij ernstiger overtredingen of risico’s vindt vaak telefonisch overleg plaats met de OvJ. Dat gebeurt bijvoorbeeld als men verwacht dat het wel gaat lukken met een cliënt maar dat het iets meer tijd kost dan vooraf gedacht, als de dagbesteding wegvalt of als er terugval is in de psychische conditie. Beide geïnterviewde cliënten gaven aan dat ze niet het gevoel hebben dat ze gecontroleerd worden en dat er met de reclasseringswerker overlegd kan worden over zaken als de contactfrequentie of het een keer overslaan van een bezoek. Soms rapporteert de reclassering tussentijds aan het OM. Het ressortparket in Den Bosch vraagt periodiek rapportages, het arrondissementsparket doet dat niet.
In de wederhoorreactie heeft de unit Eindhoven aangegeven dat bij evaluatie wel de mogelijkheid bestaat aan te geven dat een herhalingsdiagnose RISc wenselijk is en dat dit in toenemende mate gebeurt.
11
22
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Als de cliënt een voorwaarde overtreedt, wordt het toezicht geretourneerd aan het OM. In dat geval heeft de reclasseringswerker altijd ook telefonisch contact met de OvJ om de zaak toe te lichten. Hij wordt na een retourzending vaak uitgenodigd als getuige-deskundige op de zitting. De reclassering krijgt geen reactie op een afloopbericht als dat positief is. De cliënt ook niet. Dat vinden cliënten soms jammer “ik heb het goed gedaan en nu hoor ik niets”. Als een cliënt van de penitentiaire inrichting een afspraak overtreedt, wordt de p.i. daar zowel schriftelijk als mondeling van op de hoogte gebracht. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat er een lichte overproductie is op het product toezicht. De reclasseringsunit Eindhoven pakt het toezicht vlot op zodra het vonnis binnen is. Als gevolg van de knip tussen advies en toezicht ontstaat er echter een periode van een paar maanden tussen zitting en ontvangst van het vonnis waarin er geen contact met de cliënt gehouden wordt. Toezichtovereenkomsten variëren voor wat betreft structuur en detailniveau. De reclasseringunit Eindhoven formuleert de toezichtovereenkomst op basis van de RISc. Uitvoeringsafspraken worden bewust niet heel specifiek beschreven zodat ruimte blijft voor accentverschuivingen in het toezicht en zodat een cliënt niet te snel de voorwaarden overtreedt. De unit legt eventuele accentverschuivingen in het toezicht vast in de evaluatie. Het is niet helder in welke gevallen een herijking van het toezicht door middel van de RISc moet plaatsvinden en in de praktijk gebeurt dit niet. Reclasseringswerkers beschouwen toezicht als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en opvallende zaken worden met collega’s besproken. Er vindt over de voortgang van de cliënt veel telefonisch overleg plaats met het OM. Als een cliënt de voorwaarden overtreedt, wordt hij na telefonisch overleg geretourneerd aan het OM. In vergelijking met landelijke cijfers worden er weinig toezichten als mislukt naar het OM geretourneerd. 2.3 Toeleiding zorg De reclassering kan een reclasseringscliënt toeleiden naar een plaats of behandeling in een zorginstelling. Dat kan in een maatschappelijke opvangorganisatie zijn, een GGz-instelling of een instelling voor verslavingszorg. De zorg is niet altijd intramuraal, maar kan ook extramuraal geleverd worden. Behalve dat de reclassering een cliënt plaatst, tracht de reclassering ook terugval te voorkomen.
23
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Het geplande aantal toeleidingen naar zorginstellingen in 2006 was 67. In werkelijkheid heeft de reclasseringsunit Eindhoven er 111 gerealiseerd in 2006. Plaatsing in een zorginstelling kan in een voorlichtingsrapport aan de rechterlijke macht zijn geadviseerd. In 65% van het aantal gerealiseerde voorlichtingsrapporten van 2006 was dat het geval. In de eerste vier maanden van 2007 waren er 24 toeleidingen naar zorginstellingen gepland waarvan er 21 zijn gerealiseerd. Dat is 57% van het aantal gerealiseerde voorlichtingsrapporten. Landelijk is dit percentage 34%[12]. In tabel II is te zien naar welke soort instellingen is toegeleid. Tabel II: Gerealiseerde toeleiding zorg in 2006 naar soort instelling Soort instelling
2006
Niet-klinische psychiatrische zorg
36
Maatschappelijke opvang
21
Zorg door een psychiatrische polikliniek
12
Zorg door een Regionale Instelling Beschermd Wonen (RIBW)
9
Psychiatrische deeltijdbehandeling
8
Psychiatrische zorg door een APZ
8
Klinische verslavingszorg
6
Niet-klinische verslavingszorg (ambulant en deeltijd)
4
Psychotherapie
2
Sociale pensions
2
Crisisopvang 24 uur
1
Internaten voor dak- en thuislozen
1
Zorg door een RIAGG
1
Totaal
111
De reclasseringsunit Eindhoven werkt samen met tal van zorginstellingen. Er is intensief telefonisch contact met deze instellingen dat volgens de reclasseringswerkers soepel verloopt. Het betreft onder andere GGz-E (forensische psychiatrie), JJI Den Engh (Plaatsing Inrichting Jeugdigen), Pompestichting (terbeschikkingstelling), Rooyse Wissel (tbs), GGz Helmond (reguliere psychiatrie), Dichterbij (verstandelijk gehandicaptenzorg), Groot Batelaar (forensische psychiatrie), Domus (multi-problem-cliënten) en Exodus (nazorg). Daarnaast werkt de unit samen met een scala aan
[12] Reclasseringsmonitor 2006
24
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
voorzieningen voor woonbegeleiding, maatschappelijke opvang, werkvoorziening en veiligheidshuizen. Er zijn veel convenanten afgesloten[13] De toeleiding naar zorg vanuit de voorlichtingsfase vindt altijd plaats op indicatie van een RISc. De reclassering neemt telefonisch contact op met de zorginstelling. Vervolgens stuurt zij stukken aan de zorginstelling. Er volgt een intake met de cliënt en een schriftelijke terugmelding aan de reclassering. Het intakeverslag is als gevolg van lange wachtlijsten vaak te laat voor het advies aan de rechter. Dit probleem doet zich vooral voor in de verslavingszorg. De reclassering stuurt het advies dan onder de noemer “overig advies” in een later stadium naar OM/ZM. Ook daadwerkelijke plaatsing van cliënten blijkt lastig, omdat sommige cliënten bij geen enkele doelgroep passen. Dat geldt volgens een van de reclasseringswerkers vooral voor verstandelijk gehandicapten. Een verwijzing naar een zorginstelling kan ook tot stand komen in de toezichtsfase. In dat geval maakt de reclasseringsunit Eindhoven geen gebruik van een herdiagnose of nieuwe RISc, want die moet worden uitgevoerd door collega’s van de “voorkant”, wat tijd kost, gepland moet worden en overdracht vraagt. Dit wordt door de reclasseringswerkers als bureaucratisch ervaren. Hoe de veranderende problematiek van de cliënt er uit ziet komt aan de orde in de evaluatie. Op basis van de eerder uitgevoerde RISc wordt daarin beschreven welke activiteiten reeds zijn uitgevoerd en welke nieuwe activiteiten passen bij het veranderende gedrag van de cliënt. Domus Het Leger des Heils beschikt over een specifieke woonvoorziening voor overlastgevende justitiabelen met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek; het Domus-huis. Het is een 24-uursvoorziening waarin, naast woonbegeleiding door medewerkers van de woonvoorziening, tevens begeleiding wordt gegeven en toezicht wordt gehouden door reclasseringswerkers van het LdH. Er zijn cliënten met allerlei justitiële titels, zoals PP, ISD, tbs met voorwaarden, schorsing preventieve hechtenis of [13] Convenant FPC/GGzE Eindhoven en de regionale reclasseringsorganisaties, Convenant aanpak veelplegers Zuidoost-Brabant, Landelijk samenwerkingsprotocol tbs-klinieken en reclasseringsorganisaties bij de uitstroom van tbs-gestelden, Interne routing en werkwijze samenwerking Den Engh inzake PIJ-uitstroom, Convenant samenwerking veiligheidshuis Eindhoven, Convenant veiligheidshuis Helmond, Samenwerkingsprotocol Pompestichting en reclasseringsorganisaties bij de uitstroom van tbs-gestelden, Samenwerkingsprotocol reclassering/tbs kliniek.
25
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
reclasseringstoezicht. Cliënten kunnen ook terecht als ze tot de overlastgroep behoren of als hun reclasseringtoezicht of detentie is geëindigd. Ze worden aangemeld door een p.i., door de reclassering of ze worden door Domus zelf gevonden. Moeilijke cliënten uit de regio worden door Domus actief benaderd, soms al voordat er een toezicht is uitgesproken. Domus biedt bed, bad en brood, haalt cliënten binnen en probeert ze te linken aan de GGz of woonbegeleiding. Dat lukt volgens de portefeuillehouder Domus bij ongeveer de helft van de cliënten. Zo lang er een ingang is, wordt er met iemand gewerkt, ook als er bijvoorbeeld een keer softdrugs wordt gebruikt in Domus. Er zijn 12 bedden, waarvoor altijd een wachtlijst bestaat. Daardoor is Domus volgens de reclasseringswerkers te weinig flexibel; er is bijvoorbeeld niet altijd direct plaats voor iemand die uit detentie komt. Momenteel wordt de capaciteit uitgebreid. Domus houdt veel contact met de politie “de wijkagent komt langs om koffie te drinken en te controleren of er soms gestolen fietsen staan”. Er is ook veel contact met de reclasseringsunit Eindhoven en de samenwerking wordt goed genoemd. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de reclasseringsunit Eindhoven intensief samenwerkt met tal van zorginstellingen, instellingen voor maatschappelijke opvang, woon- en werkbegeleiding. Er zijn convenanten met deze instelling en er is intensief telefonisch contact. Daadwerkelijke plaatsing van cliënten blijkt lastig omdat ze vaak nét niet in de doelgroep passen. Domus biedt bed, bad en brood aan de doelgroep die tussen wal en schip valt. Als toegeleid wordt naar zorg vanuit de voorlichtingsfase is dat altijd gebaseerd op de RISc, als de verwijzing tijdens de toezichtsfase tot stand komt is dat niet het geval. De RISc moet worden toegepast door collega’s van de “voorkant” wat tijdrovend is en als bureaucratisch wordt ervaren. 2.4 Op recidivevermindering gerichte interventies 2.4.1 Gedragsinterventies Een gedragsinterventie is een programmatisch en gestructureerd geheel van methodische handelingen, gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag of omstandigheden. Een gedragsinterventie heeft als doel recidive te voorkomen. In 2006 waren er 60 gedragsinterventies gepland. De reclasseringsunit Eindhoven heeft er 13 uitgevoerd. Daarvan waren er tien in opdracht van OM
26
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
of ZM en drie in opdracht van DJI. In tien gevallen bood de reclassering het dagtrainingsprogramma agressiebeheersing aan, éénmaal delictpreventie, éénmaal sociale vaardigheidsgroep en éénmaal meerderjarigentraining. In de eerste vier maanden van 2007 waren er 25 gedragsinterventies gepland en tien gerealiseerd waarvan twee in opdracht van OM of ZM, zeven in opdracht van DJI en één interventie vond plaats op initiatief van de reclassering zelf. Negen van de tien interventies betrof een training agressiebeheersing. Het volgen van een training kan als voorwaarde in het vonnis zijn opgenomen. Als de training geadviseerd is in het voorlichtingsrapport ligt hieraan een RISc ten grondslag. De vaste begeleider van de cliënt neemt contact op met de trainer die vervolgens een intake verzorgt. Tijdens de intake wordt getoetst op contra-indicaties voor de training. Volgens de trainers zou dat al voorafgaand aan het reclasseringsadvies en het vonnis moeten gebeuren, maar dat is in de tijd niet haalbaar. Daarnaast worden er gedragsinterventies aangeboden in het kader van Terugdringen Recidive. Met behulp van een apart budget van de p.i. kunnen door de p.i. ook gedragsinterventies aangevraagd worden buiten TR om. Er is door de reclasseringsunit éénmaal een intramurale gedragsinterventie uitgevoerd in PI Vught in het kader van TR/ISD. De training is naar ieders tevredenheid verlopen en de PI heeft een schriftelijk verslag over het verloop van de training ontvangen. Als dat nodig was, vond tussentijds overleg plaats tussen de trainers en de trajectbegeleiders van het gevangeniswezen. Als een cliënt de regels voor een gedragsinterventie overtreedt, wordt PI Vught mondeling of per e-mail op de hoogte gebracht door de trajectbegeleider. Als de training zonder problemen wordt afgerond, gaat er een afloopbericht naar de PI zonder inhoudelijke toelichting Deelnemers tekenen basisregels voor het volgen van de training. Ze worden door de trainer en door de groep aangesproken op actieve deelname en er wordt steeds actief gezocht naar aansluiting bij het leerproces van de cliënt. Binnen de groepstraining wordt zo veel mogelijk maatwerk geleverd. Pas als het echt niet lukt wordt de cliënt geretourneerd aan het OM. Als de cliënt de training wel afrondt, volgt een zelfevaluatie en een bespreking daarvan met de trainer. De trainer legt de evaluatie vast in het CVS zodat de vaste begeleider hem kan inzien. De trainer koppelt niet actief terug naar de vaste begeleider als de training goed is verlopen. Dit wordt wel getracht bij problemen of als de training wordt afgebroken. Alleen de cognitieve
27
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
vaardigheidstraining kent een procedure van evalueren waarbij een tussenen eindevaluatie plaatsvindt met de vaste begeleider. Zoals uit de cijfers blijkt, blijft de realisatie van gedragsinterventies achter bij de planning. De reclasseringsunit Eindhoven kan een training alleen nog maar als gedragsinterventie aanbieden als zij daartoe erkend is door de landelijke erkenningscommissie14. Er zijn op dit moment nog weinig erkende gedragsinterventies beschikbaar (vijf zijn erkend maar slechts één is geïmplementeerd). De unit rondt bij de trainingen sociale vaardigheden en delictpreventie alleen nog de lopende zaken af, er komen geen nieuwe aanmeldingen meer. De unit biedt de erkende cognitieve vaardigheidstraining. De tevens erkende agressiereguleringstherapie wordt binnenkort gestart als pilot maar is nu nog niet beschikbaar. Het aanbod wordt door het management en door de trainers als mager ervaren. Eén van hen illustreerde de situatie met de woorden “de oude schoenen zijn weggegooid, maar de nieuwe zijn nog niet af”. 2.4.2 Leerstraffen Een leerstraf wordt door de rechter opgelegd of met de officier van justitie overeengekomen. De inhoud van de leerstraf moet aansluiten op de belevingswereld en de mogelijkheden van de cliënt, zodat hij daadwerkelijk de kans heeft te leren. De minister van Justitie heeft aangekondigd dat trainingen in het kader van een leerstraf in de toekomst zullen verdwijnen omdat ze beter als voorwaarde uitgevoerd kunnen worden[15]. De rechterlijke macht kan echter nog steeds leerstraffen opleggen. In 2006 waren er 239 leerstraffen gepland. De reclasseringsunit Eindhoven heeft er 104 gerealiseerd. In de eerste vier maanden van 2007 waren er 30 leerstraffen gepland en 17 gerealiseerd. In Eindhoven worden de trainingen agressiebeheersing, sociale vaardigheden en delictpreventie aangeboden als leerstraf. Zoals uit de cijfers blijkt, blijft de realisatie van leerstraffen achter bij de planning. Leerstraffen worden steeds minder vaak opgelegd en worden ook
De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie toetst de kwaliteit van gedragsinterventies van jeugdigen en volwassenen. Goede interventies verminderen of voorkomen recidive. [15] Kamerstukken 2005-2006 30 300 VI, nr. 164
14
28
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
minder vaak geadviseerd in een voorlichtingsrapport. Als de training geadviseerd is in het voorlichtingsrapport ligt hieraan een RISc ten grondslag. Een knelpunt bij de uitvoering van leerstraffen is dat ze ruime tijd na het delict ten uitvoer worden gelegd. Dat komt doordat de afhandeling tussen delict en vonnis veel tijd in beslag neemt. Verder hanteert de reclassering de termijn waarbinnen een leerstraf afgerond moet zijn voor haar interne planning. Die termijn is een jaar. Het duurt vaak twee of drie maanden voordat een vonnis door de reclassering ontvangen wordt en vervolgens gemiddeld bijna 7 maanden voordat een leerstraf na ontvangst van het vonnis start. De cliënt kan de relatie met het delict niet altijd meer goed leggen. Een ander knelpunt is dat de inhoudelijke toelichtingen bij mislukte leerstraffen volgens respondenten niet worden gelezen door het OM. Het komt voor dat een mislukking de cliënt niet te verwijten is, bijvoorbeeld doordat de training niet aansluit bij zijn verstandelijke vermogens. Soms wordt er in dat geval door de reclassering contact opgenomen met de Officier van Justitie, maar dat lukt niet altijd. Dan wordt een leerstraf omgezet in een vrijheidstraf, terwijl de cliënt er niets aan kon doen. Er is geen vaste afspraak om in die gevallen altijd contact met het OM te hebben. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de reclasseringsunit Eindhoven veel minder gedragsinterventies en leerstraffen heeft uitgevoerd dan er gepland waren. Aan een gedragsinterventie of leerstraf ligt tegenwoordig altijd een RISc ten grondslag. Het aanbod aan erkende gedragsinterventies is echter te mager om maatwerk te kunnen leveren voor de cliënt. Soms is het lastig dat er veel tijd zit tussen het delict en de uitvoering van de interventie. Bij mislukte leerstraffen wordt een schriftelijke toelichting aan het OM verzonden. Het is niet duidelijk of die altijd wordt gelezen en of de reactie van het OM op de aangeleverde informatie is gebaseerd. Er is niet over elke mislukking contact met het OM. 2.5 Werkstraffen In 2006 waren er 140 werkstraffen gepland. De reclasseringsunit Eindhoven heeft er 128 gerealiseerd. In 2007 zijn er in de eerste vier maanden 47 werkstraffen gepland en 36 gerealiseerd. Het duurde in 2006 gemiddeld 106
29
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
dagen na de ontvangst van het vonnis voordat een werkstraf gestart werd. Landelijk duurde dat gemiddeld 125 dagen in geval van een vonnis en 64 dagen in geval van een transactie. De doorlooptijden van werkstraffen worden jaarlijks landelijk besproken met de 3RO. Binnen het Leger des Heils wordt de discussie gevoerd of de organisatie afstand zou moeten doen van het product werkstraffen, omdat dit steeds meer zuivere strafexecutie, zonder begeleiding is. De reclasseringsunit Eindhoven is echter zeer gemotiveerd om de werkstraffen uit te blijven voeren omdat de cliënten van het LdH meer ondersteuning nodig hebben dan ze van andere reclasseringsorganisaties zouden krijgen om hun traject te laten slagen. Men acht het van groot belang cliënten de kans te geven te slagen: “eindelijk iets te laten lukken”. Werkgestraften worden tussen de 3RO verdeeld bij de werkstrafunit Den Bosch van Reclassering Nederland. De reclasseringsunit Eindhoven krijgt veel werkgestraften zonder vaste woon- of verblijfplaats toebedeeld. Men probeert de cliënt uit te nodigen via een oud woonadres of probeert een cliënt te vinden via het netwerk van het Leger des Heils. Bij de intake worden de regels doorgesproken en ondertekend. Dit betreft zaken als geen agressie gebruiken, niet telefoneren tijdens het werk en geen alcohol of drugs gebruiken. De reclassering beoordeelt welke mogelijkheden de cliënt heeft. De reclassering beslist waar en wanneer gewerkt wordt na overleg met de cliënt. Een cliënt zegt hier over: “Ik had zelf aangegeven dat ik niet meteen met de werkstraf wilde starten. Dat was goed. Ik kon aangeven wat voor werk ik wilde doen. We konden goed overleggen.” Nadat de reclassering de beslissing heeft genomen over waar en wanneer de werkstraf wordt uitgevoerd, volgt er een plaatsingsgesprek op de projectplaats waarin de frequentie van het werk en de huishoudelijke regels aan de orde komen. Cliënten van de reclasseringsunit Eindhoven worden altijd individueel geplaatst; de unit maakt geen gebruik van groepsprojecten. Het lukt vrijwel altijd voor iemand een geschikte individuele werkplek te vinden. Wel is er een wachtlijst voor werkstraffen (ongeveer 40 wachtenden), vooral in het weekend. Nieuwe projecten kunnen door de reclasseringsunit Eindhoven worden aangemeld via de werkstrafunit van Reclassering Nederland die de betreffende plaats screent. De reclasseringsunit Eindhoven weet niet precies op welke punten die screening plaats vindt en soms wordt er geen gebruik
30
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
gemaakt van de aanmelding en weet de reclasseringsunit Eindhoven niet goed waarom. De reclassering heeft de taak de werkstraf ten uitvoer te doen leggen. Daar hoort formeel geen begeleiding bij. Toch verricht de reclasseringsunit Eindhoven inspanningen om de cliënt te laten slagen, bijvoorbeeld door het ’s morgens wakker bellen. Dat beetje extra moeite doen wordt als kenmerk van het Leger des Heils benoemd. Reclassering Nederland beheert de projectenbank en zorgt er voor dat het OM de werkstrafprojecten goedkeurt. Bij grote projecten wordt de samenwerking tussen de reclassering en de werkgever formeel geëvalueerd, de RN neemt hierin het initiatief. Bij kleinere projecten gebeurt dat informeel. De communicatie met projecten loopt niet altijd naar wens. De reclassering wordt bijvoorbeeld niet altijd tijdig geïnformeerd als een cliënt verzuimt. Als de cliënt een uitvoeringsafspraak overtreedt krijgt hij een officiële waarschuwing. Soms geeft de reclassering eerst een waarschuwing bij stagnatie, omdat een officiële waarschuwing maar één keer gegeven kan worden. De waarschuwing wordt in de werkstrafmodule vastgelegd en besproken met de unitmanager en in de casuïstiekbespreking. Een volgende keer zendt de reclassering de cliënt retour aan het OM. Soms vindt daaraan voorafgaand telefonisch contact met het OM plaats over wat te doen met de situatie, vooral als de cliënt psychiatrische problemen heeft. Als hij geen uren heeft gewerkt, vindt er automatische omzetting naar vrijheidsstraf plaats. Als er wel uren zijn gewerkt, kan met het OM worden overlegd over de reactie. De reclassering wordt niet uitgenodigd voor de omzettingszitting. Volgens reclasseringswerkers zou dat soms wel goed zijn om bijvoorbeeld te voorkomen dat iemand een herkansing van de werkstraf krijgt. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de productie van werkstraffen iets achterblijft bij de planning. De reclasseringsunit Eindhoven heeft een expliciete keuze gemaakt de werkstraf uit te voeren, ondanks het feit dat andere LdH-units er mee gestopt zijn omdat uitvoering van de werkstraf een executietaak is. Begeleiding vindt plaats in de vorm van extra zorg aan cliënten zodat zij de werkstraf succesvol kunnen afsluiten. De reclasseringsunit Eindhoven zoekt naar een plek die bij de cliënt past en overlegt met de cliënt over de werkplek en de frequentie waarin gewerkt wordt. De reactie bij het overtreden van afspraken is helder en wordt met collega’s, en indien van belang met het OM,
31
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
besproken. Het OM koppelt niet terug over het vervolgtraject van een mislukte werkstraf. 2.6 Veiligheid van de werkomgeving Veiligheid op kantoor Het landelijk protocol veiligheid van het Leger des Heils is in de reclasseringsunit Eindhoven besproken en becommentarieerd en dient als basis voor het veiligheidsbeleid. Alle medewerkers hebben een “paspoort” van het Leger des Heils waarin onder andere veiligheidsthema’s worden beschreven. Onlangs is vanuit het Leger des Heils een cursus bejegening aangeboden die door iedereen is gevolgd. Ook hierin kwam het thema veiligheid aan de orde. Veiligheid is onderwerp van bespreking op verschillende plekken in de organisatie. In unitvergaderingen en in de veiligheidscommissie komt het thema als vast agendapunt aan de orde en de ervaring van reclasseringswerkers wordt besproken tijdens intervisie en informele overleggen. Volgens de medewerkers is de unitmanager alert in het verlenen van nazorg en spreekt zo snel mogelijk met mensen die in een onveilige situatie zijn geweest. De reclasseringsunit heeft recent fysieke maatregelen getroffen om de veiligheid in het gebouw te vergroten. Op het moment van de inspectie werd een nieuwe (brand)veiligheidsinstallatie geplaatst en er waren recent alarmpiepers aangeschaft. Voor dit jaar staat een ontruimingsoefening gepland. Een instructie voor het gebruik van de alarmpiepers is in concept klaar en wordt binnenkort in de unitvergadering besproken. Als een reclasseringswerker een moeilijk gesprek verwacht, of een cliënt voor de eerste maal spreekt vindt het gesprek plaats in een ruimte tegenover de administratie vlak bij de deur. De administratie heeft vanuit hun werkplek zicht op de situatie. Collega’s worden voorafgaand aan het gesprek gewaarschuwd zodat zij alert zijn en kunnen inspringen indien nodig. Bovendien wordt een alarmpieper meegenomen. Als alarm gemaakt wordt gaat dat af in de receptie, waarvandaan direct collega’s worden gemobiliseerd. Er zijn altijd minimaal twee mensen in het gebouw aanwezig als er een cliënt binnen is. Alle respondenten noemen deze werkwijze. Er is recent een extra bedrijfshulpverlener opgeleid, daarvan zijn er nu drie.
32
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Veiligheid buiten kantoor Het eerste huisbezoek doet de reclasseringswerker samen met een collega en in overleg met de unitmanager. Als het lang goed gaat, gaat een reclasseringswerker alleen en zonder overleg. Regel is dat de medewerker wel altijd aan de administratie laat weten waar hij of zij is. Verder kan gevraagd worden of een collega opbelt op een bepaalde tijd. Alleen bij hoge uitzondering wordt een cliënt meegenomen in de auto, met toestemming van de unitmanager. Een reclasseringswerker vertelt zich op het politiebureau tijdens een vroeghulpbezoek minder veilig te voelen. Er zitten geen ramen in de spreekkamer en het duurt vaak lang voordat de arrestantenzorg komt als je ze belt. Er is wel een alarmknop, maar daar zou je van afgesloten kunnen raken. Intimidatie, agressie en geweld De reclasseringsunit Eindhoven hanteert het landelijk protocol intimidatie agressie en geweld. Als een cliënt dreigend of intimiderend is, wordt dat gemeld aan de unitmanager en geregistreerd in CVS. De unitmanager en collega’s letten goed op elkaar en reageren alert. Reclasseringswerkers geven aan dat zich zelden echte incidenten voor doen bij de reclasseringsunit. Als dit wel gebeurt, volgt zo snel mogelijk een gesprek met de unitmanager en zo nodig nazorg. Reclasseringswerkers tonen zich tevreden met deze aanpak; de unitmanager is toegankelijk en reageert adequaat. De reclasseringsunit Eindhoven heeft geen vaste afspraken gemaakt met de lokale politie over ingrijpen bij geweld omdat dergelijke situaties zelden voorkomen. Er is een vertrouwenspersoon voor seksuele intimidatie. Integriteit Integriteitregels staan beschreven in het paspoort van het Leger des Heils. Iedereen noemt zaken als het niet aannemen van cadeau’s, het niet uitwisselen van privé-gegevens en het niet uitgaan met een cliënt. Integriteitkwesties worden besproken in de intervisie en zo nodig gemeld bij de unitmanager. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de veiligheid- en integriteitprocedures helder zijn en voldoende worden besproken en dat de organisatie veel zorg en
33
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
inspanningen verricht om de veiligheid verder te vergroten. De medewerkers zijn goed van de regels op de hoogte. Het landelijk beleid van het Leger des Heils is duidelijk doorgedrongen tot de werkvloer door bespreking van het landelijk protocol, het reclasseringspaspoort en de cursus bejegening. Er wordt snel en zorgvuldig gereageerd op incidenten. 2.7 Rechtspositie Informatie aan de cliënt Respondenten denken dat de cliënt voorafgaand aan het eerste gesprek met de reclasseringswerker schriftelijke informatie ontvangt over zijn rechten en plichten, zoals recht op inzage in dossier en klachtrecht. Ze zijn er niet zeker van of dat ook daadwerkelijk gebeurt. Sommige reclasseringswerkers zeggen dat het een taak is van de administratie folders over dit onderwerp op te sturen bij de uitnodiging. Er zijn losse folders over klachten en privacy, gemaakt door Reclassering Nederland. Momenteel ontwikkelt het Leger des Heils een folder waarin niet alleen informatie staat over rechten, plichten en privacy maar ook over de reclassering zelf. Er wordt door iedereen naar die folder uitgezien. De informatie wordt wel standaard verstrekt bij taakstraffen, als onderdeel van de intake. Cliënten dienen nauwelijks formele klachten in. Als een cliënt ergens ontevreden over is bespreekt hij dat eerst met de reclasseringswerker. Dan wordt de klacht schriftelijk aangemeld en besproken met de leidinggevende. De unitmanager gaat snel in gesprek met de cliënt wat er meestal toe leidt dat hij de klacht intrekt of niet meer indient. Cliënten vragen zelden inzage in hun dossier. Als dat gebeurt, mogen ze alleen reclasseringsstukken inzien in het bijzijn van een reclasseringswerker die zo nodig toelichting kan geven. Een cliënt kan wel een kopie ontvangen van het voorlichtingsrapport indien hij dat wenst. Er mag alleen informatie doorgegeven worden aan derden als de cliënt daar zelf schriftelijke toestemming voor geeft. Enkele grote projecten waar werkstraffen worden uitgevoerd vragen de reclassering een kopie van het paspoort van de cliënt en willen informatie over het delict. Die informatie wordt verstrekt zonder toestemming van de cliënt. Enkele medewerkers twijfelen er aan of dit wel mag. De twee geïnterviewde cliënten zeggen informatie over klachtrecht en de inzage in dossiers zelf van Internet te hebben gehaald of zelf te hebben uitgezocht hoe het precies werkt. Geen van hen heeft ooit een klacht
34
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
ingediend over de reclassering of zijn dossier ingezien. Beiden hebben wel eens schriftelijk toestemming verleend voor het opvragen van informatie bij een andere organisatie. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert op basis van de gesprekken met de twee cliënten en de reclasseringswerkers dat cliënten bij hun eerste contact met de reclassering niet standaard informatie krijgen over hun rechten, plichten en privacy. Dit gebeurt wel bij taakstraffen, als onderdeel van de intake. Medewerkers hebben twijfels ten aanzien van de toepassing van privacyregels waar het de informatieverstrekking over cliënten aan werkstrafprojecten betreft. 2.8 Organisatie Interne communicatie en sturing De organisatie is in beweging. Zoals in de voorgaande paragrafen is beschreven wordt geïnvesteerd in veiligheid. Verder zijn er ontwikkelingen op personeelsgebied. Er zijn nieuwe medewerkers aangenomen en de reclasseringsunit Eindhoven heeft nog een aantal vacatures. Die worden niet allemaal tegelijk ingevuld, omdat het dan lastig is mensen goed in te werken. De vacatures zijn ontstaan als gevolg van positieve uitstroom naar de balie, naar het project Stabiel en naar het landelijk bureau. De reclasseringsunit Eindhoven heeft diverse interne overleggen: • vierwekelijks unitoverleg, • tweewekelijks casuïstiek overleg waarbij een psychiater als consulent aanwezig is, • zeswekelijks intervisie (zelfstandig, na introductie van de methodiek door de Hogeschool), • tweemaandelijks diagnose en advies vergadering, • driemaandelijks administratie overleg met de unitmanager, • maandelijks caseloadbespreking tussen reclasseringswerker en werkbegeleider, • jaarlijks functioneringsgesprek (of beoordelingsgesprek) met de unitmanager, • jaarlijks een teamdag (gezellig), • jaarlijks een studiedag (functioneel),
35
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
• driemaandelijks themaoverleg waarvoor soms sprekers worden uitgenodigd, • elke RISc wordt besproken tussen reclasseringswerker en werkbegeleider. Daarnaast wordt veel informeel overlegd. De cultuur wordt betiteld als open en er wordt gezamenlijke verantwoordelijkheid gevoeld voor het werk. Reclasseringswerkers beschrijven zichzelf als gedreven; ze willen alles uit de cliënt halen maar ook uit zichzelf. Dat is voelbaar in de communicatiecultuur. Het CVS is volgens geïnterviewde reclasseringswerkers goed op orde en voor iedereen toegankelijk. Als men op vakantie gaat en er zijn specifieke zaken waar op gelet moet worden, worden die overgedragen. Zoals eerder opgemerkt verloopt de communicatie tussen de reclasseringswerkers van de advies- en die van de uitvoeringskant minder gemakkelijk als gevolg van de knip tussen de functies en de als bureaucratisch ervaren taakverdeling die daar mee gepaard gaat. Opleidingsbeleid De reclasseringsunit Eindhoven reserveert jaarlijks een bedrag voor deskundigheidsbevordering. Verplichte trainingen van het Leger des Heils worden door iedereen gevolgd. Dit jaar was dat een tweedaagse bejegeningcursus. Door veel reclasseringswerkers zijn cursussen RISc, rapporteren, psychopathologie en een introductiecursus gevolgd. Opleiding vormt een thema in het functioneringsgesprek. Dat kan zowel op initiatief van de reclasseringswerker als op initiatief van de unitmanager zijn. Tijdens het gesprek kan een opleiding worden aangevraagd of aangeboden. Indien relevant voor de functie en passend binnen het budget wordt het verzoek meestal wel gehonoreerd. Indien nodig biedt de unitmanager supervisie, coaching of een loopbaantraject aan. Dat kan bijvoorbeeld als iemand al jaren in dezelfde functie zit en op zoek is naar nieuwe kansen. Het concrete opleidingsaanbod van het Leger des Heils blijft achter bij de vraag. Hier wordt hard aan gewerkt. Zo was bijvoorbeeld de cursus psychopathologie weggevallen, deze wordt opnieuw opgezet. Er is ook behoefte aan een cursus verslaving. Een aantal reclasseringswerkers geeft aan graag de training “Werken in gedwongen kaders” van de Reclassering
36
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Nederland te willen volgen, maar deze was niet toegankelijk voor medewerkers van het Leger des Heils. Ook hierin komt verandering. Samenvattende constateringen De Inspectie constateert dat de reclasseringsunit Eindhoven een open communicatiecultuur heeft en een gedegen communicatiestructuur. Zowel de inhoud als de organisatie van het werk worden structureel besproken. Er wordt aandacht besteed aan opleidingen en begeleiding van reclasseringsmedewerkers. Het opleidingsaanbod is tijdelijk mager, vooral op inhoudelijk vlak. Vacatures zijn het gevolg van positieve uitstroom en kunnen niet allemaal tegelijk worden opgevuld om de organisatie niet kwetsbaar te maken.
37
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
3 Conclusies Het Leger des Heils richt zich in de uitvoering van haar reclasseringstaak op specifieke doelgroepen: multi-problemcliënten, dak- en thuislozen, veelplegers en jeugdige delinquenten. De reclasseringsunit Eindhoven probeert maatwerk te leveren voor deze doelgroepen en extra zorg te hebben voor haar cliënten. De grote betrokkenheid van het management en van de medewerkers springt daarbij in het oog. De reclasseringsunit Eindhoven wil haar cliënten echt bereiken en hen de kans geven zich positief te ontwikkelen. Waar nodig zetten medewerkers zich daar extra voor in. Bijvoorbeeld door een luisterend oor te bieden, ook als er geen afspraak met de cliënt gepland staat. Of door in het weekend de projectplaats te bezoeken om te kijken hoe het met de cliënt gaat. Bij dit alles wordt de maatschappelijke veiligheid niet uit het oog verloren. Overtreding van voorwaarden leidt tot een heldere reactie en keuzes in de begeleiding van een cliënt worden in het team besproken. Steeds met de maatschappelijke veiligheid als doel. De Inspectie is dan ook positief in haar algemeen oordeel over de reclasseringsunit Eindhoven. Waar het beter kan doet de Inspectie aanbevelingen. Deze komen aan de orde na bespreking van de conclusies van de Inspectie met betrekking tot de verschillende toetsingsaspecten die zij bij een doorlichtingsonderzoek hanteert.
3.1 Reïntegratie en recidivevermindering 3.1.1 Onderbouwing van reclasseringsinterventies Het gebruik van de RISc als diagnose-instrument om te bepalen op welke leefgebieden interventies wenselijk zijn, is onderdeel van de reguliere procedure bij voorlichtingsrapporten. Hierdoor zijn gedragsinterventies, leerstraffen en toeleidingen zorg in beginsel onderbouwd met een RIScdiagnose. Als interventies niet in het voorlichtingsrapport zijn beschreven maar wel worden aangeboden in het kader van toezicht, bijvoorbeeld als gevolg van gewijzigde omstandigheden, wordt de RISc niet altijd opnieuw afgenomen. Bij grote wijzigingen zou dat wel moeten. Reclasseringswerkers ervaren dit echter als bureaucratisch en omslachtig omdat een medewerker
38
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
advisering de RISc moet afnemen. Bovendien is het voor de cliënt niet prettig om weer met een nieuwe reclasseringswerker van doen te hebben. Hierdoor is de onderbouwing van interventies door middel van de RISc bij wijzigingen in omstandigheden in de toezichtsfase niet geborgd. 3.1.2 Aanbod van reclasseringsinterventies Het aanbod van de gedragsinterventies en leerstraffen is door een aantal beleidsmaatregelen fors minder geworden. Er worden weinig leerstraffen geadviseerd en opgelegd. Hierdoor voert de reclasseringsunit Eindhoven veel minder gedragsinterventies en leerstraffen uit dan gepland. Op korte termijn zal het aantal waarschijnlijk verder dalen omdat de unit momenteel vooral nog oude vonnissen uitvoert. Het oude aanbod van gedragsinterventies is goeddeels verdwenen, terwijl de unit nog maar mondjesmaat nieuwe erkende trainingen voorhanden heeft. Dat maakt het lastig een trainingsaanbod op maat te verzorgen. Daar komt nog bij dat er veel tijd verstrijkt tussen het plegen van het delict en het uitvoeren van de training, waardoor vooraf geconstateerde leerpunten soms zijn veranderd. Trainers verrichten inspanning om de cliënt daadwerkelijk de mogelijkheid te bieden van de interventie te leren. Als gevolg van het magere aanbod aan gedragsinterventies en leerstraffen bestaat het risico dat de reclasseringsinterventie onvoldoende kan aansluiten bij de delict gerelateerde problematiek van de cliënt. 3.1.3 Samenwerking met zorginstellingen De reclasseringsunit Eindhoven werkt samen met tal van zorginstellingen, instellingen voor maatschappelijke opvang, woon- en werkbegeleiding. De unit heeft convenanten met deze instellingen en er is intensief telefonisch contact. De Inspectie concludeert dat een goede samenwerking niet altijd een plaatsing van een cliënt garandeert. Plaatsing blijkt lastig omdat cliënten van het Leger des Heils vaak nét niet in de doelgroep passen. Vooral de plaatsing van verstandelijk gehandicapten duurt lang. 3.1.4 Begeleiding bij werkstraffen Het LdH ziet de werkstraf als strafexecutie. Ze is echter van mening dat haar doelgroep om deze straf goed te kunnen volbrengen net even iets meer aandacht en zorg nodig heeft dan veel andere werkgestraften. De reclasseringsunit Eindhoven kiest er daarom voor waar nodig wat begeleiding te bieden bij de werkstraffen, in de traditie van haar werkwijze. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze naast de officiële waarschuwing in bijzondere gevallen
39
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
gebruik maakt van een eenmalige niet-officiële waarschuwing, of dat ze een cliënt die dat nodig heeft ‘s ochtends wakker belt en motiveert om naar het werkstrafproject te gaan. De Inspectie concludeert dat de reclasseringsunit Eindhoven vanuit haar ervaring met en betrokkenheid bij haar specifieke doelgroep bij de executie van werkstraffen een bijdrage levert aan de reïntegratie van haar cliënten. 3.2 Veiligheid van de maatschappij 3.2.1 Risico-inschatting De reclasseringsunit Eindhoven neemt de beheersing van het recidiverisico mede door gebruik van de RISc- mee in advisering en uitvoering van het toezicht. Hiermee worden risico’s voor de samenleving geïnventariseerd en gecategoriseerd. Adviesrapporten verschillen voor wat betreft vorm en detailniveau. Daardoor zijn de geconstateerde risico’s en de daarop ingezette begeleiding in de adviesrapporten niet altijd helder terug te vinden. 3.2.2 Controlemiddelen De reclassering heeft de taak te controleren of de cliënt zich aan de voorwaarden houdt die in het vonnis zijn opgenomen. De reclassering kan een onder toezichtgestelde cliënt tevens aanwijzingen geven, waar hij zich aan dient te houden. Tot slot maakt de reclassering afspraken met de cliënt over de concrete invulling van het toezicht. De inhoud van het toezicht dat de reclasseringsunit Eindhoven houdt is gebaseerd op het voorlichtingsrapport en daarmee op de RISc. Het voorlichtingsrapport bevat meestal geen specifieke aanwijzingen of in te zetten controlemiddelen. Deze worden in de toezichtsfase uitgewerkt. Bij de start van een toezichttraject ondertekenen de cliënt en zijn reclasseringswerker een toezichtovereenkomst. Deze overeenkomst bevat nog weinig specifiek beschreven uitvoeringsafspraken. Meestal worden de algemene of specifieke voorwaarden uit het vonnis herhaald. In aanvulling daarop wordt vaak als aanwijzing in de toezichtovereenkomst opgenomen dat de onder toezicht gestelde de reclasseringsunit Eindhoven op de hoogte moet houden van zijn woon- of verblijfplaats. Ook kan het zijn dat doelstellingen als vinden van werk of schuldsanering zijn opgenomen. Hoe het toezicht precies vorm krijgt, bepaalt de reclasseringswerker op basis van zijn professionaliteit. Er zijn geen richtlijnen of handvatten voor de
40
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
toepassing van controlemiddelen of toezichtarrangementen bij de invulling van het toezicht. De reclassering formuleert de aanwijzingen in het kader van het toezicht meestal niet specifiek en met afspraken wordt flexibel omgegaan. De reclassering controleert wel of de cliënt zich aan de gemaakte afspraken houdt en of er risicosituaties ontstaan. Hiertoe heeft de reclasseringswerker zo nodig contact met de zorginstelling, de familie, het netwerk en/of de wijkagent. Afhankelijk van de cliënt en de omstandigheden legt de reclasseringswerker huisbezoek af. Als de cliënt afspraken breekt, bespreekt de reclasseringswerker de consequenties daarvan in eerste instantie met collega’s en bepaalt in samenspraak met hen een eventuele nieuwe route. Afhankelijk van de ernst van het breken van de afspraak zoekt hij tevens contact met het OM. Overtreding van de voorwaarden leidt tot retourzending aan het OM. De Inspectie concludeert tegelijkertijd dat controlemiddelen en toezichtarrangementen onvoldoende zijn vastgelegd in de toezichtovereenkomst. Daarmee ontstaat het risico dat tijdens het toezicht niet altijd wordt toegezien op die risicofactoren die met behulp van de RISc zijn vastgesteld. De reclasseringsunit Eindhoven levert hierdoor minder waarborgen voor recidivebeperking dan zij zou kunnen doen. 3.2.3 Bijdrage aan strafrechtketen Op de werkvloer werken medewerkers van het OM en de reclassering samen in verschillende overleggen. Er vindt overleg plaats over de wijze waarop casussen worden behandeld en de rol van de reclassering daarbij. De aanwezigheid van reclasseringsmedewerkers van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) bij de reclasseringsbalie op het parket heeft de communicatie vergemakkelijkt. Bij de afdoening van taakstraffen door OM en ZM wordt er niet standaard gecommuniceerd met de reclassering, waardoor beslissingen van de rechtelijke macht in de ogen van reclasseringswerkers niet altijd logisch aansluiten op de inhoud van het afloopbericht. De reclasseringsunit Eindhoven levert minder reclasseringsdiensten dan ze volgens planning zou moeten doen, in 2006 was de productie 89%. Vooral de uitvoering van gedragsinterventies en leerstraffen blijft achter bij de planning. De reclasseringsunit Eindhoven voert echter aanzienlijk meer vroeghulpbezoeken uit dan gepland. Ten aanzien van dit product is de planning van en de sturing op de aantallen niet transparant. Daarbij leiden deze vroeghulpbezoeken in vergelijking met landelijke cijfers tot relatief weinig vroeghulpinterventierapporten. Deze worden alleen geschreven als de
41
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
reclassering in overleg met het OM een specifiek traject voor de cliënt voor ogen heeft. Er is weinig tijd voor het schrijven van rapporten en de procedure wordt door de reclasseringswerkers als omslachtig ervaren. De officier ontvangt informatie over de cliënt, mondeling of uit andere schriftelijke bronnen zoals het “r-balie”-formulier en heeft daarmee voldoende informatie om te kunnen handelen. De informatie acht de Inspectie door deze werkwijze minder transparant en inzichtelijk voor collega’s dan wanneer zij in een rapport zou zijn vastgelegd. De landelijk afgesproken termijnen voor het leveren van voorlichtingsrapporten worden niet altijd gehaald. De reclasseringsunit Eindhoven hanteert als eigen maatstaf dat het voorlichtingsrapport twee weken voorafgaand aan de zitting opgeleverd moet zijn. De termijnen voor de TR rapportages worden helemaal niet gehaald, volgens unit Eindhoven omdat deze onhaalbaar zijn. PI Vught is wel tevreden over de kwaliteit van de adviesrapportages en de samenwerking met de reclassering LdH in deze. Door de knip tussen advies- en uitvoeringtaken is een lacune in de begeleiding ontstaan. Voorheen begeleidde de reclasseringsunit Eindhoven de cliënt op vrijwillige basis tussen het moment van strafzitting en de ontvangst van het vonnis. Nu wordt een contact na het uitbrengen van het voorlichtingsrapport afgebroken, om weer door een andere reclasseringswerker opgestart te worden als het vonnis ontvangen is. Daarbij komt dat het maanden kan duren totdat het vonnis wordt ontvangen. Tussen de twee fases ontbreekt een aanspreekpunt voor de cliënt, er gaat kennis verloren in de overdracht en een cliënt haakt soms af omdat hij opnieuw zijn verhaal moet vertellen en een nieuwe persoon moet gaan vertrouwen. De Inspectie concludeert hier een knelpunt in de uitvoering waardoor mogelijk risicovolle situaties kunnen ontstaan. 3.3 Veiligheid van de werkomgeving De veiligheid- en integriteitprocedures zijn helder en worden voldoende besproken. De reclasseringsunit Eindhoven verricht inspanningen om de veiligheid verder te vergroten, zoals het installeren van een (brand)veiligheidsinstallatie en het in gebruik nemen van alarmpiepers. Ook het landelijke beleid van het Leger des Heils is duidelijk op de werkvloer door bespreking van het landelijk protocol, het reclasseringspaspoort en de cursus bejegening. Er wordt snel en zorgvuldig gereageerd op incidenten. Incidenten
42
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
doen zich overigens zelden voor. De Inspectie concludeert dat de reclasseringsunit Eindhoven de veiligheid van de werkomgeving voldoende waarborgt. 3.4 Rechtspositie Cliënten krijgen bij hun eerste contact met de reclassering niet standaard informatie over hun rechten, plichten en privacy. Dat zou volgens de Inspectie wel gegarandeerd moeten zijn. Dit gebeurt wel bij taakstraffen, als onderdeel van de intake. Privacyregels verdienen verduidelijking, zeker waar het de informatieverstrekking over cliënten aan “werkstrafprojecten” betreft. 3.5 Organisatie De reclasseringsunit Eindhoven heeft een open communicatiecultuur en een gedegen communicatiestructuur. Zowel de inhoud als de organisatie van het werk worden structureel besproken. De Inspectie acht de communicatie binnen de reclasseringsunit Eindhoven effectief. Er wordt aandacht besteed aan opleidingen en begeleiding van reclasseringsmedewerkers. Het opleidingsaanbod is tijdelijk mager, vooral op inhoudelijk vlak. Nieuwe invulling van het opleidingsaanbod is volgens de Inspectie gewenst. Vacatures zijn het gevolg van positieve uitstroom en kunnen niet allemaal tegelijk worden opgevuld om de organisatie niet kwetsbaar te maken. Opvulling is wel nodig op een zo kort mogelijke termijn om de gewenste productie te kunnen halen.
43
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
4 Aanbevelingen 4.1 Aanbevelingen m.b.t. LdH reclasseringsunit Eindhoven 1. Maak met het OM op strategisch niveau duidelijke afspraken over • aanlevertermijnen van rapportages en de wijze waarop hierop gestuurd wordt; • communicatie over mislukte taakstraffen16; • verkorting van aanlevertijden van vonnissen met reclasseringstoezicht. 2. Wees specifieker in het beschrijven van de inhoud van het toezicht op basis van de RISc, in het bijzonder ten aanzien van de inzet van controlemiddelen en de onderbouwing daarvan. 3. Voorzie de reclasseringswerkers die toezicht uitvoeren van een heldere instructie ten aanzien van het toepassen van een herdiagnose RISc bij evaluatie van de uitvoering van het toezicht. 4. Versnel, zonodig met nadere organisatorische maatregelen, de adviesprocedure in het kader van de TR-methodiek en draag daarbij zorg voor voldoende tijdige reclasseringscapaciteit. 5. Zorg bij de verdeling van (schaarse) reclasseringscapaciteit voor inzet conform planning, in het bijzonder voor de vroeghulpbezoeken. 6. Garandeer dat reclasseringscliënten bij het eerste reclasseringscontact, ook schriftelijk, gewezen worden op hun rechten (klachtenregeling, inzagerecht dossiers etc.). 7. Werk in overeenstemming met de privacyregels bij het verstrekken van informatie aan een werkgever over een cliënt met een werkstraf.
In de wederhoorreactie heeft het OM aangegeven dat er vanaf september 2007 nadere afspraken ontwikkeld zullen worden met betrekking tot omzettingszittingen. Het OM ziet het nut van de aanwezigheid van de reclassering bij de omzettingszittingen. 16
44
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
4.2 Aanbevelingen m.b.t. het landelijk reclasseringsbeleid aan het Leger des Heils 8. Betrek bij de ontwikkeling van landelijke beleidskaders voor wat betreft het reclasseringstoezicht in ieder geval de methodische indicatiestelling met betrekking tot de toepassing van verschillende toezichtarrangementen en controlemiddelen. 9. Evalueer de splitsing van advies- en uitvoeringstaken op de ongewenste consequenties: • onduidelijkheid rond herhalingsdiagnose bij het toezicht; • onderbreking van reclasseringscontact in de periode tussen zitting en ontvangst vonnis. 10. Zet vaart achter de ontwikkeling en implementatie van het aanbod van erkende gedragsinterventies. 11. Ontwikkel het inhoudelijk opleidingsaanbod voor reclasseringswerkers zoals voorgenomen.
45
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Bijlage 1 Afkortingen en begrippen
3RO Adviesrapportage CVS Diagnose
DJI DVO ET GGz ISD ISD-maatregel ISt LdH Leerstraf
Maatregelrapportage
OM Ovj p.i. PIJ PP Projectplaats Reïntegratieprogramma
Drie reclasseringsorganisaties Rapportage met advies gericht op specifieke vraagstelling van ZM of OM. Cliënt Volg Systeem, werkproces ondersteunende database voor elektronische cliëntdossiers Het op gestructureerde, methodische wijze in kaart brengen van problematiek van de cliënt. Een uitgebreide diagnose vindt in de regel plaats door middel van de RISc. Dienst Justitiële Inrichtingen Dienst Vervoer en Ondersteuning van de DJI Elektronisch toezicht Geestelijke gezondheidszorg Inrichting Stelselmatige Daders Maatregel waarbij een veelpleger voor maximaal twee jaar in een ISD geplaatst kan worden Inspectie voor de Sanctietoepassing Leger des Heils Door OM of ZM opgelegde straf in de vorm van een training gericht op reïntegratie en recidivevermindering Uitgebreide rapportagevariant, gericht op rechtelijke beslissing ten aanzien van een tbsbeslissing Openbaar Ministerie Officier van Justitie Penitentiaire inrichting Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen Penitentiair programma Non-profit instelling waar werkgestraften hun werkstraf uitvoeren Training voor justitiabele gericht op reïntegratie en recidivevermindering
46
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
RISc
RIWB SVG
Toeleiding Zorg Toezicht
TOM
TR Veelpleger Voorlichtingsrapport
Vroeghulp(bezoek)
Vroeghulpinterventie
Werkstraf
Werkproject ZM
Recidive Inschattings Schalen is een instrument dat op basis van criminogene factoren het recidiverisico en de geschikte reclasseringsinterventie bepaalt Regionale instelling beschermd wonen Stichting Verslavingsreclassering GGZNederland, koepelorganisatie instellingen voor verslavingsreclassering Toeleiding van een cliënt naar plaatsing of behandeling in een zorginstelling Op grond van een rechterlijke uitspraak (of eventueel in het kader van een extramurale vorm van detentie) dient een justitiabele zich te gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering Transactie Officiersmodel, Taakstraf Officiersmodel of Taakstraf Openbaar Ministerie, taakstraf die door een transactie door de officier aan de justitiabele wordt aangeboden Terugdringen recidive Justitiabele die veel misdrijven in een relatief korte tijd heeft gepleegd Rapportage aan OM of ZM met advies over strafen reclasseringsproces met als doel de kans op recidive te verkleinen Het eerste bezoek door de reclassering aan een arrestant, in verzekering gestelde of in bewaring gestelde verdachte waarin de reclassering beoordeelt of een vervolgaanbod wenselijk is Het uitbrengen van een advies aan OM of ZM met betrekking tot voortzetting of opschorting van de voorlopige hechtenis en het mogelijk starten van een reclasseringstraject Door OM of ZM opgelegde straf waarbij de werkgestrafte een vastgesteld aantal uren werkzaamheden moet verrichten Non-profit instelling waar werkgestraften hun werkstraf uitvoeren Zittende Magistratuur, rechter(s)
47
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Bijlage 2 Bronnen Aanvullend protocol voor de LJ&R op het kader protocol “Veilig Werken”, okt. 2006 Analyse productie 2006, LJ&R, feb. 2007 Bedrijfshulpverleningsplan & Calamiteiten- Ontruimingsplan, LJ&R, maart 2006 Concept protocol gebruik alarmpiepers, reclasseringsunit Eindhoven Convenant aanpak veelplegers Zuidoost-Brabant Convenant FPC/GGzE Eindhoven en de Regionale reclasseringsorganisaties Convenant gegevensuitwisseling Forensisch Psychiatrisch Netwerk Arrondissement ’s-Hertogenbosch, concept Convenant huisvesting reclasseringsbalie bij het Openbaar Ministerie Convenant samenwerking veiligheidshuis Eindhoven Convenant Stop huiselijk geweld Eindhoven Convenant veiligheidshuis Helmond Dossiernummers en gerealiseerde producten reclasseringsunit Eindhoven, jan. 2006 - mei 2007 Folders Klachten en Privacy Gebruikershandleiding JD-online, Ministerie van Justitie, Justitiële Informatiedienst, 2006 Handen thuis, concept Incidentenprotocol Reclassering/DSP, aug. 2006 Interne routing en werkwijze samenwerking Den Engh inzake PIJ-uitstroom Jaarverslag over het jaar 2006, LJ&R, mei 2007 Kader protocol “Veilig werken”, Agressie en geweld door cliënten jegens hulpverleners, juni 2003 Landelijk samenwerkingsprotocol tbs-klinieken en reclasseringsorganisaties bij de uitstroom van tbs-gestelden Meerjarenbeleidsplan LJ&R 2007-2010 externe versie Melding ongeoorloogde afwezigheid tbs-gestelden door particuliere klinieken Monitorinformatie reclasseringsunit Eindhoven, jan. 2006 - jan. 2007 Nota Incidentenmelding van de reclassering aan DSP, nov. 2005 Organogram LJ&R Paspoort W&G, LJ&R Pers protocol, LJ&R, mei 2006 Procedure Bedrijfsvoering LJ&R, Bedrijfshulpverlening, maart 2007
48
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Procedure Veiligheid Productiecriteria reguliere producten 2007, DSP, dec. 2006 Productiekader 2007, DSP, feb. 2007 Productie reclassering LJ&R 2006, jan. 2007 Protocol Seksuele Intimidatie Agressie en Geweld (SIAG). LJ&R, sept. 2004 Reclasseringsmonitor, 2006 Risico-inventarisatie en -evaluatie 2006, LJ&R, sept. 2006 Samenwerkingsprotocol Pompestichting en reclasseringsorganisaties bij de uitstroom van tbs-gestelden Samenwerkingsprotocol reclassering/tbs kliniek, brief DJI van 28 april 2006 Toelichting bij Modelconvenant gegevensuitwisseling persoonsgerichte aanpak meerderjarige veelplegers Van projectorganisatie naar lijnsturing, implementatie TR samenwerking PI Vught, dec. 2006 Werkinstructie Incidentenprotocol Reclassering/DSP, sept. 2006 Werkprocesbeschrijving “uitbrengen advies” Werkplan 2007, LJ&R Regio Zuidoost, maart 2007
49
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Bijlage 3 Inspectieprogramma Voorstel inspectieprogramma doorlichting LdH Eindhoven Locatie: LdH Reclasseringsunit Eindhoven. Dr. Cuyperslaan 80, Eindhoven Dinsdag 19 juni 2007 09.30 - 10.45 Aankomst, interview met management (unitmanager en regiomanager) 11.00 - 12.00 Interview met minimaal vier cliënten (zowel toezicht, voorlichting als taakstraf) 12.00 - 13.30 Bestudering dossiers vroeghulp, vroeghulpinterventie, advies en voorlichting 12.30 - 13.00 Lunch 13.30 - 15.00 Interview met twee medewerkers vroeghulp, advies en voorlichting 15.00 - 15.30 Korte rondleiding door het pand Woensdag 20 juni 2007 9.30 - 10.15 Bestudering dossiers gedragsinterventies 10.15 - 11.15 Interview met drie medewerkers gedragsinterventies 11.15 - 12.15 Bestudering dossiers toezicht 12.15 - 13.15 Interview met vier medewerkers toezicht 13.15 - 13.45 Lunch 13.45 - 14.45 Bestudering dossiers werkstraffen 14.45 - 15.45 Interview met twee medewerkers werkstraffen 15.45 - 16.30 Analyse en bespreking onderzoeksresultaten (inspecteurs onderling) 16.30 - 17.00 Terugkoppeling eerste indruk resultaten naar management
50
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Bijlage 4 Toetsingskader
Toezichtaspect
Toezichtcriterium
Hoofdvraag
Norm
Reïntegratie
Het programma of
Hoe wordt
Het reclasseringsaanbod sluit aan op
aanbod draagt bij aan
gewaarborgd dat de
de delict gerelateerde problematiek
de reïntegratie /
reclasseringsinterventie van de cliënt. Art, 32,55,. 71 ECS
voorkomen van
bijdraagt aan
recidive
reïntegratie en recidivebeperking? De reclasseringrapporten zijn gebaseerd op diagnose door middel van de RISc en de Quickscan en/of andere erkend wetenschappelijke instrumenten. (norm: normenkader kwaliteit adviesfunctie reclassering vastgesteld in opdrachtgeversoverleg)
De instelling werkt
Hoe wordt met het oog
De reclassering heeft actieve
samen met relevante
op de reïntegratie
samenwerking met instellingen die een
netwerkpartners om
samengewerkt met in
bijdrage kunnen leveren aan de
de reïntegratie vorm
dit kader relevante
reïntegratie van cliënten: gemeente,
te geven
instellingen?
maatschappelijke organisaties, onderwijs, (gezondsheids-)zorg en GGZ, (norm Ist)
Veiligheid
Risico’s voor de
Is er sprake van een
De reclassering maakt een inschatting
samenleving
samenleving worden
risicoinschatting voor
van het (recidive)gevaar (norm Ist)
geïdentificeerd
recidive en maatschappelijke onveiligheid?
Risico’s voor de
Is er sprake van
De reclassering past controlemiddelen
samenleving worden
toepassing van
toe om de naleving van de
beheersd
controlemiddelen?
voorwaarden te controleren (norm Ist).
De reclassering levert
Levert de reclassering
De omvang van de bijdrage aan het
een bijdrage aan het
kwantitatief een
functioneren van de strafrechtsketen is
functioneren van de
bijdrage aan de
volgens de afgesproken planproductie
strafrechtsketen
strafrechtsketen?
(norm Ist)
51
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Prioritering binnen de productie vindt plaats in samenspraak met de opdrachtgevers (norm Ist) Levert de reclassering
De bijdrage aan de strafrechtsketen is
kwalitatief een bijdrage
naar tevredenheid van de
aan de
opdrachtgevers binnen de keten (norm
strafrechtsketen?
Ist) Het advies van de reclassering wordt binnen de afgesproken termijn geleverd: (norm: normenkader kwaliteit adviesfunctie reclassering vastgesteld in opdrachtgeversoverleg) Het vonnis wordt binnen redelijke termijn en in overeenstemming met de uitspraak en/of voorwaarden ten uitvoer gelegd: WvSr artt. 22c lid 3, 74 lid 4 Reclasseringsregeling 1995 art. 14 lid 2. Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen art. 19 lid 2. De reclassering levert een vlotte bijdrage aan de strafrechtsketen (Norm Ist) De reclassering draagt er zorg voor dat de taakstraf in overeenstemming met de rechterlijke uitspraak of de gestelde voorwaarde ten uitvoer wordt gelegd. Indien dit niet mogelijk blijkt stelt de raad onderscheidelijk de reclassering het openbaar ministerie daarvan onverwijld in kennis.(besluit tenuitvoerlegging taakstraffen, artikel 9) De projectplaatsen waar de werkstraffen worden uitgevoerd zijn voorgelegd en goedgekeurd door het Openbaar Ministerie (besluit tenuitvoerlegging taakstraffen, art. 4)
52
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Veiligheid
Er zijn maatregelen
Worden er maatregelen De reclasseringsorganisatie neemt
werkomgeving
ingevoerd om de
genomen om de
maatregelen om de veiligheid op
veiligheid van
veiligheid van de
kantoor te waarborgen (norm
medewerkers en
werkomgeving te
Arbowetgeving)
cliënten te borgen.
borgen? De reclasseringsorganisatie neemt maatregelen om de veiligheid tijdens de uitvoering buiten kantoor tewaarborgen (norm Arbowetgeving) De uitvoerder taakstraffen oefent toezicht uit op de verrichtingen van de taakgestrafte en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden. Het toezicht omvat ook de veiligheid, de gezondheid en arbeidsomstandigheden op de projectplaats en de redelijkheid van de opgedragen werkzaamheden of opgelegde verplichtingen (besluit ten uitvoerlegging taakstraffen, art. 12)
Er is aandacht voor
Is er een
Integriteit vormt een integraal
integer gedrag van de
integriteitbeleid dat
onderdeel van het kwaliteitsbeleid.
medewerkers
gericht is op een
Norm ISt.
waarheids-getrouwe uitvoering van reclasseringswerk. Rechtspositie
Cliënten zijn op de
Worden cliënten
De reclassering informeert de cliënt
hoogte van hun
geïnformeerd over de
reeds bij het eerste contact mondeling
rechten en plichten.
regels waar zij zich voor en schriftelijk en in een voor hem een goede uitvoering
begrijpelijke taal over zijn rechten en
van de sanctie aan
plichten.ECS art. 33, 76, 77
houden moeten? Worden cliënten
Cliënten worden bij binnenkomst en
geïnformeerd over de
verdere reclasseringscontacten
klachtregeling
gewezen op hun recht een klacht in te dienen m.b.t. de uitvoering en de bejegening/ het reclasseringscontact.Reclasseringsbesl uit 1995, art. 29 t/m 32. ECS, art 59
53
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Het
Wordt bij de selectie
Het aanbod en de tenuitvoerlegging
reclasseringsaanbod
voor het in aanmerking
van de sanctie gebeurt zonder
en de uitvoering van
komen van een
onderscheid naar ras, etnische
de sanctie gebeurt
reclasseringsaanbod en herkomst, geloofsovertuiging of
zonder onderscheid
bij de uitvoering
naar ras,
voorkomen dat er
geloofsovertuiging of
ongerechtvaardigde
maatschappelijke of
verschillen worden
juridische situatie.
gemaakt
Het geven van
Gelden er criteria voor
informatie aan derden het delen van gebeurt alleen indien
informatie over de
dit in het kader van de cliënt met derden?
maatschappelijke situatie. Art. 20 ECS.
De in het cliëntdossier vervatte gegevens worden slechts bekendgemaakt aan personen/instellingen die hiertoe
tenuitvoerlegging
(arbeidsbemiddelingsb
bevoegd zijn. Art. 63 ECS.Er worden
nodig is.
ureau etc).
niet meer gegevens bekendgemaakt dan noodzakelijk om de autoriteit die ze opvraagt in staat te stellen haar werk te laten doen. Art.66 ECS. Reclasseringsbesluit 1995, art 37
Cliënt of diens
Heeft de cliënt de
Cliënt heeft recht om kennis te nemen
wettelijke
mogelijkheid zijn
van de inhoud van het dossier en zich
vertegenwoordiger
dossier in te zien?
te laten informeren over de inhoud. Art.
heeft recht op inzage
63 ECS.
van zijn dossier. Organisatie
Opleiding, training
Worden veranderingen
Het personeel is geschoold en getraind
van medewerkers
van de organisatie en
in het uitvoeren van het
maakt deel uit van de
het werk door scholing
reclasseringswerk. Norm ECS
kwaliteit van het
en training bijgebracht.
reclasseringswerk De sturing en interne
Is er een effectieve
Er is sprake van een effectieve interne
communicatie draagt
interne
communicatiestructuur en sturing
bij aan de kwaliteit
communicatiestructuur
(norm ISt)
van het primaire
en sturing
proces
54
September 2007
Doorlichting Leger des Heils reclasseringsunit Eindhoven
Bijlage 5 Geografische ligging unit of object
55
Justitie werkt aan een veiliger samenleving
Justitie voorkomt en bestrijdt criminaliteit. Adequate opsporing, snelle berechting en consequente uitvoering van straffen en maatregelen zorgen dat Nederland veiliger wordt.
Uitgave September 2007, Ministerie van Justitie, Inspectie voor de Sanctietoepassing, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag