IST Stichting Moria Nijmegen Inspectierapport Doorlichting
a
Ministerie van Justitie
Inspectie voor de Sanctietoepassing
Stichting Moria Nijmegen Inspectierapport Doorlichting
oktober 2007
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Inhoudsopgave
Voorwoord 3 Samenvatting 4 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
Inleiding 9 Aanleiding en doel 9 Reikwijdte 10 Opzet 10 Toetsingskader 11 Objectbeschrijving 11 Organisatie Moria 12 Recent onderzoek 12 Bevindingen 13 Reïntegratie 13 Aannamebeleid 13 Opzet van het programma 14 Beoordeling (effectiviteit) programma 17 Samenwerking met andere instellingen 18 Rechtspositie 21 Rechtmatige plaatsing 21 Huisregels 23 Inzage dossier 23 Privacy 24 Beklag 24 Discriminatie 25 Veiligheid 25 Tenuitvoerlegging vonnis 25 Risicotaxatie 26 Reactie op overtredingen 27
1
oktober 2007
2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.4 2.4.1 2.4.2
3 3.1 3.2 3.3 3.4
4 4.1 4.2 4.3
Doorlichting - Stichting Moria
Veiligheid bewoners en personeel 30 Integriteit 32 Drugsgebruik 33 Personele en organisatorische randvoorwaarden 34 Personeel 34 Communicatie 35 Conclusies 37 Reïntegratie 37 Rechtspositie 39 Veiligheid 39 Personele en organisatorische randvoorwaarden 42 Aanbevelingen 43 Aanbevelingen voor Moria 43 Aanbevelingen voor de RN unit Nijmegen 44 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen 44
Bijlage 1
Afkortingen
Bijlage 2
Bronnen
Bijlage 3
Respondenten
Bijlage 4
Toetsingskader
Bijlage 5
Geografische ligging locatie
2
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Voorwoord De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) heeft in september 2007 een doorlichting uitgevoerd bij de in Nijmegen gevestigde stichting Moria, een instelling die een resocialisatietraject biedt aan jongvolwassen (ex)gedetineerde mannen. De bevindingen van de ISt zijn overwegend positief. De Inspectie kwalificeert Moria als een professionele, betrokken organisatie met een goed doordacht en uitgevoerd reïntegratieconcept. Daarnaast wordt vastgesteld dat Moria veel waarde hecht aan de veiligheid van de maatschappij, de bewoners en het personeel. De begeleiding is gericht op het zoveel mogelijk beperken van recidive. Een van de sterke punten van Moria is de samenwerking met andere organisaties. Daarin ligt ook de kwetsbaarheid, want op een aantal punten is de stichting afhankelijk van de werkwijze van die andere organisaties. Dat kan leiden tot lange wachttijden, of tot het niet tijdig kunnen beschikken over de justitiële informatie over een bewoner. Ook in een organisatie die goed functioneert zijn altijd verbeteringen mogelijk. De ISt doet daarvoor aan het slot van het rapport een aantal aanbevelingen. W.F.G. Meurs hoofdinspecteur
3
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Samenvatting Dit rapport gaat over de in Nijmegen gevestigde stichting Moria. Bij deze stichting krijgen jongvolwassen (ex)gedetineerde mannen de mogelijkheid een twee jaar durend reïntegratietraject te volgen. Van het Ministerie van Justitie ontvangt Moria subsidie voor cliënten die bij aanvang van het resocialisatietraject beschikken over een justitiële titel. Dit kan bijvoorbeeld een plaatsing in het kader van een penitentiair programma zijn. De door het Ministerie van Justitie gesubsidieerde plaatsingen behoren tot het toezichtdomein van de ISt. Reïntegratie De ISt trof in Moria een professionele, betrokken organisatie aan met een goed doordacht en uitgevoerd reïntegratieconcept. Het programma van Moria is door de DJI erkend als penitentiair programma. Moria biedt bewoners een intensief individueel begeleidingstraject dat zich uitstrekt over een langere periode en gericht is op een succesvolle terugkeer in de maatschappij. Reeds tijdens de intake worden de eerste contouren geschetst van een individueel werkplan. Hierbij wordt rekening gehouden met alle relevante beschikbare informatie over betrokkene. Gedurende het verdere traject dient dit werkplan om per leefgebied systematisch de afspraken vast te leggen en de voortgang te monitoren. Bij het uitvoeren van het werkplan is Moria niet alleen het vaste honk waar de jongere verblijft en later tijdens de externe fase terecht kan voor advies en begeleiding, maar ook de spin in het web van organisaties die een rol spelen bij de reïntegratie. Moria regisseert het traject en vervult deze rol met verve. Waar het nog aan ontbreekt is een beoordeling van de effectiviteit van het programma van Moria. Moria geeft aan hier wel behoefte aan te hebben. Zo zou ze in de verdere ontwikkeling van het begeleidingsprogramma graag informatie over recidiverende ex-bewoners betrekken.
4
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Samenwerken is de kracht van Moria; samenwerken betekent echter ook afhankelijk zijn van andere organisaties. Het is deze afhankelijkheid die grenzen stelt aan de mogelijkheden. Dit speelt zowel bij de contacten met partijen uit de justitieketen als bij de contacten met zorginstellingen. Zo kan het in de justitieketen bij een penitentiair programma lang duren voordat een plaatsingsbeslissing door de selectiefunctionaris gevangeniswezen genomen wordt. Een kamer staat dan in afwachting van die plaatsing leeg. Ook kan Moria niet altijd tijdig beschikken over alle justitiële informatie die mogelijk relevant is voor het in te zetten begeleidingstraject. In het contact met de zorginstellingen zijn het met name de lange wachttijden die een optimale invulling van het begeleidingstraject kunnen frustreren. Moria heeft de interne procedures, maar ook het contact met andere organisaties zeer uitvoerig beschreven in het personeelshandboek. Wat niet altijd schriftelijk is vastgelegd, zijn de afspraken met andere organisaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor de afspraken met de reclasseringsunit Nijmegen. Deze unit is uitvoeringsverantwoordelijk voor de begeleiding van cliënten van Reclassering Nederland die als bewoner op justitiële titel bij Moria verblijven. Zij heeft de afspraken met Moria niet schriftelijk vastgelegd en de werkwijze zoals beschreven in het handboek van Moria niet formeel geaccordeerd. De samenwerking is gebouwd op goede persoonlijke contacten. De unit is zeer te spreken over het werk en de werkwijze van Moria. Rechtspositie De rechtspositie van bewoners is bij Moria met voldoende waarborgen omkleed. Huisregels zijn bekend en worden voldoende onder de aandacht gebracht. Bewoners kunnen het eigen dossier altijd inzien en de privacy van bewoners is voldoende gewaarborgd. Er is een beklagprocedure die bij iedereen bekend is en er wordt bij Moria volgens bewoners en personeel niet gediscrimineerd.
5
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Veiligheid Moria hecht veel waarde aan de veiligheid van de maatschappij, de bewoners en het personeel. Voor alle justitiële plaatsingen geldt dat Moria het individuele begeleidingstraject afstemt op het recidiverisico en dat de begeleiding gericht is op het versterken van de leefgebieden en hierdoor het zoveel mogelijk beperken van recidive. Bewoners worden 24 uur per dag begeleid. Bewoners, en dus ook diegene die in het kader van een penitentiair programma geplaatst zijn, kunnen het gebouw in theorie wel tussen 23.00 en 06.00 uur verlaten omdat de deur ’s nachts niet is afgesloten. Personeel is getraind in het omgaan met agressief gedrag en er wordt in de begeleiding van bewoners veel aandacht gegeven aan dit aspect. In risicovolle situaties zoals controle van de kamer op contrabande en het voeren van een slecht nieuws gesprek, wordt altijd door twee personeelsleden samen opgetreden. Moria voert een actief anti-drugsbeleid. Er worden met regelmaat urinecontroles uitgevoerd volgens een vastgestelde werkwijze. Er wordt consequent gehandeld wanneer een bewoner de voor zijn begeleiding gestelde voorwaarden overtreedt of afspraken breekt. Begaat een bewoner een overtreding dan wordt dit altijd gemeld bij de betrokken instanties. Buiten kantooruren zijn de reclassering en het Ministerie van Justitie echter niet bereikbaar. Als zich op dat moment een crisissituatie voordoet, neemt Moria rechtstreeks contact op met de politie en indien de bewoner is opgenomen in het kader van een penitentiair programma, ook met de PI. Voor vervoer terug naar een PI is niets geregeld. Bewoners die tijdens het penitentiair programma de regels overtreden worden soms door medewerkers van Moria teruggebracht naar de PI. Hoewel er een zwijgplicht geldt voor informatie die men uit hoofde van de functie ontvangt, is aan medewerkers niet gevraagd een geheimhoudingsverklaring te tekenen. Bij Moria zijn niet alle personeelsleden BHV-opgeleid en kunnen niet alle personeelsleden een Verklaring Omtrent het Gedrag overleggen.
6
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Personele en organisatorische randvoorwaarden De vaste medewerkers beschikken over een HBO en WO werk- en denkniveau. De opleiding en achtergrond van de medewerkers sluiten goed aan bij het werk bij Moria. Medewerkers hebben voldoende mogelijkheden voor het volgen van trainingen en opleidingen. Moria heeft een duidelijke en heldere communicatiestructuur. Zowel personeel als bewoners zijn goed op de hoogte van procedures en weten in specifieke situaties bij wie ze terecht kunnen. Aanbevelingen De ISt beveelt Moria het volgende aan: 1. Borg de continuïteit van afspraken met organisaties waarmee wordt samengewerkt door deze afspraken schriftelijk vast te leggen. Waak er hierbij voor dat het formaliseren van afspraken niet ten koste gaat van een effectieve samenwerking. 2. Blijf investeren in een goede samenwerking met zorgorganisaties als Kairos en Iriszorg en tracht samen met deze organisaties de wachttijd voor bewoners zoveel mogelijk te beperken. 3. Breng bewoners, die in het kader van een penitentiair programma verblijven, bij schending van de regels niet zelf terug naar de PI. 4. Draag er zorg voor dat bewoners die in het kader van een penitentiair programma verblijven ’s nachts tussen 23.00 en 06.00 uur het huis niet kunnen verlaten. 5. Overweeg alle medewerkers een BHV-opleiding te laten volgen. Zorg er in ieder geval voor dat er tijdens elke dienst, ook tijdens de nachtdienst iemand aanwezig is met een BHV-opleiding.
7
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
5. Laat medewerkers een geheimhoudingsverklaring tekenen voor informatie die men uit hoofde van de functie verkrijgt. 6. Verzoek alle medewerkers een VOG te laten overleggen.
De ISt beveelt de RN unit Nijmegen het volgende aan: 1. Leg als uitvoeringsverantwoordelijke schriftelijk vast dat wordt ingestemd met het reïntegratieprogramma dat Moria bewoners met een justitiële titel biedt. 2. Leg eveneens schriftelijk vast de afspraken die met Moria zijn gemaakt voor de begeleiding van en terugkoppeling over bewoners die op justitiële titel bij Moria verblijven. 3. Draag er zorg voor dat Moria een overtreding van de regels van Moria of schending van de voorwaarden ook buiten kantooruren kan melden en terecht kan voor advies. 4. Bevorder dat relevante informatie over een bewoner zo spoedig mogelijk beschikbaar komt voor Moria.
De ISt beveelt de Dienst Justitiële Inrichtingen aan: 1. Draag er zorg voor dat beslissingen van selectiefunctionarissen voor plaatsingen in het kader van een penitentiair programma binnen een redelijke termijn worden genomen zodat de beschikbare capaciteit bij organisaties als Moria optimaal benut kan worden. 2. Tref een voorziening voor het terugbrengen naar de PI van bewoners die in het kader van een penitentiair programma bij een organisatie als Moria verblijven en tijdens dit verblijf de regels schenden.
8
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel
Aanleiding van de doorlichting De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) oefent toezicht uit op justitiële inrichtingen, reclasseringsinstellingen en aan de reclassering verwante organisaties in Nederland. Deze laatste categorie bestaat uit de stichtingen DOOR, Exodus, Moria en de Ontmoeting, ook wel DEMO organisaties genoemd. Voorzover de programma’s worden gesubsidieerd door het ministerie van Justitie, vallen deze organisaties binnen het toezichtdomein van de ISt. De DEMO organisaties komen in aanmerking voor subsidie voor cliënten die bij aanvang van het resocialisatietraject beschikken over een justitiële titel. Meer specifiek dient het dan te gaan om een plaatsing in het kader van een penitentiair programma (PP), schorsing van de preventieve hechtenis, bijzondere voorwaarden bij (deels) voorwaardelijke veroordeling, extramurale fase Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) of artikel 43.3 Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De DEMO- organisaties zijn nog niet eerder door de ISt doorgelicht. De ISt heeft bij deze eerste doorlichting van een DEMO organisatie gekozen voor Moria. Deze keuze is gelegen in het feit dat Moria zich onderscheidt van de overige organisaties doordat zij als enige met uitsluitend jongvolwassenen werkt. Bovendien is Moria in tegenstelling tot Exodus nog niet eerder in het kader van een themaonderzoek bezocht door de ISt. Omdat Moria één locatie heeft, schetst de ISt met een doorlichting een beeld van de totale stichting.
Doel van de doorlichting Het doel van de doorlichting is na te gaan of de tenuitvoerlegging van de door het Ministerie van Justitie gesubsidieerde resocialisatietrajecten met voldoende waarborgen omkleed is. De
9
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
ISt kijkt hierbij naar de aspecten reïntegratie, rechtspositie en veiligheid. 1.2 Reikwijdte De doorlichting richt zich uitsluitend op de begeleiding van cliënten die een door het Ministerie van Justitie gesubsidieerd traject volgen. De rol van Reclassering Nederland wordt in het onderzoek meegenomen. 1.3 Opzet
Methode De methodiek voor het verrichten van een doorlichting bestaat uit het verzamelen van feitelijke gegevens. Hiertoe doet de ISt documentenonderzoek (bijlage 2), verricht observaties binnen de locatie en interviewt cliënten, het management en medewerkers van de stichting en, bij deze specifieke doorlichting, een medewerker van Reclassering Nederland unit Nijmegen (verder RN unit Nijmegen). De gegevens die dit oplevert, worden getoetst aan het toetsingskader dat de ISt voor het doorlichten van DEMO-organisaties heeft ontwikkeld. Deze toetsing levert een oordeel op over de gang van zaken binnen de locatie.
Tijdpad Op 2 augustus 2007 is de directeur van Stichting Moria per brief geïnformeerd over de inspectie. Op 28 augustus is de algemeen directeur van Reclassering Nederland per brief geïnformeerd over het interview met een medewerker van RN unit Nijmegen. De inspectie vond plaats op 5 en 6 september 2007. Het concept inspectierapport is op 2 oktober 2007 voor wederhoor naar de directeur van Stichting Moria en de unitmanager van de RN unit Nijmegen gestuurd. Op 25 oktober 2007 is het vervolgens vastgesteld door de hoofdinspecteur van de ISt en aangeboden aan de staatssecretaris van Justitie.
10
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
1.4 Toetsingskader De ISt heeft voor deze eerste doorlichting van een DEMO organisatie een apart toetsingskader ontwikkeld (bijlage 3). Dit toetsingskader is gebaseerd op (inter)nationale wet- en regelgeving, de kwaliteitscriteria voor resocialisatietrajecten voor ex-gedetineerden zoals geformuleerd door de Directie Sanctie- en Preventiebeleid van het Ministerie van Justitie en brieven van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer. Daarnaast heeft de ISt een toetsingskader ontwikkeld voor de doorlichting van reclasseringsinstellingen. De ISt acht een aantal van de daarin opgenomen criteria van toepassing op aan de reclassering verwante organisaties zoals Moria. In het toetsingskader is vermeld waar de norm of verwachting vandaan komt. Het toetsingskader is uitgewerkt in een aantal checklists en in gestructureerde vragenlijsten die de basis vormen voor de door de ISt af te nemen (groeps)interviews. Conform het protocol van de werkwijze van de ISt1 is de inspectie uitgevoerd door twee inspecteurs 1.5 Objectbeschrijving Stichting Moria is opgericht in 1994 op initiatief van de zusters van Julie Postel en de fraters Maristen. De stichting is gevestigd in Nijmegen en heeft naast een monumentaal landhuis waar de bewoners verblijven, een nabijgelegen werkplaats tot haar beschikking. Het landhuis is, nadat het gerenoveerd en in overeenstemming met geldende (brand)veiligheidseisen was gebracht, in april 2005 in gebruik genomen. De kamers zijn voorzien van een wastafel, radio en tv en bieden verspreid over twee verdiepingen plaats aan 14 bewoners. Op elke verdieping is een gemeenschappelijke ruimte met toiletten en douches. In elk van de in totaal twee keukens zijn twee keukenblokken gerealiseerd. Voor ontspanning kunnen de bewoners terecht in een gemeenschappelijke woonkamer. Ook bestaat de
I
1
Zie : www.inspectiesanctietoepassing.nl
11
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
mogelijkheid om (onder begeleiding) te internetten, te fitnessen of de rust te zoeken in de om het landhuis gelegen tuin. De nabijgelegen werkplaats is gesitueerd op het landgoed van de fraters Maristen. De werkplaats is voorzien van kleine machines en gereedschappen om hout en metaal te bewerken en reparaties (aan o.a. fietsen) uit te voeren. Voor de laatste (externe) fase van de begeleiding heeft Moria een convenant gesloten met woningcorporatie Standvast Wonen te Nijmegen. Moria kan de bewoners hierdoor een zelfstandige wooneenheid aanbieden die op naam van de stichting staat. 1.6 Organisatie Moria Moria heeft 15 vaste medewerkers in dienst en kan daarnaast beschikken over drie oproepkrachten. Het management wordt gevormd door de directeur, de teamcoördinator en het hoofd intakecommissie (tevens beleidsmedewerker). De teamcoördinator stuurt de woonbegeleiders, de werkbegeleiders en de trajectbegeleiders aan. Moria maakt gebruik van een netwerk van vrijwilligers. De intakecommissie bestaat uit drie personen die tevens een andere functie binnen Moria vervullen. De directeur legt verantwoording af aan het bestuur van Moria dat bestaat uit vijf religieuzen en een financieel deskundige. Een frater van de fraters Maristen is voorzitter van het bestuur. Het bestuur neemt inhoudelijke beslissingen en laat zich hierbij adviseren door de Raad van Advies. Deze Raad bestaat uit vijf personen: de directeur van de reclasseringsafdeling van het Leger des Heils, een officier van justitie, een beleidsmedewerker van DJI hoofdkantoor (nazorgproject), een gemeenteraadslid (PvdA Nijmegen), en een reclasseringswerker. Binnenkort wordt de Raad van Advies uitgebreid met een ondernemer. Moria heeft tevens een Comité van Aanbeveling. 1.7 Recent onderzoek Dit is de eerste doorlichting van Moria. Er is geen ander onderzoek bij deze stichting bekend bij de ISt.
12
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
2 Bevindingen 2.1 Reïntegratie Moria biedt een combinatie van opvang en begeleiding aan exgedetineerde jong volwassenen (paragraaf 2.1.1). Moria signaleert dat alleen een vorm van intensieve begeleiding die zich uitstrekt over een langere periode en die betrekking heeft op meerdere leefgebieden een adequaat antwoord kan geven op de complexe problematiek van de doelgroep. De begeleiding is er op gericht de bewoners gefaseerd te laten reïntegreren in de maatschappij, waarbij randvoorwaarden zoals eigen woning en werk gecreëerd worden om recidive zoveel mogelijk te beperken. In samenspraak met de bewoner stelt Moria hiervoor een individueel werkplan op (paragraaf 2.1.2). Bij de tenuitvoerlegging van dit programma wordt intensief samengewerkt met andere instanties (paragraaf 2.1.4). 2.1.1 Aannamebeleid De doelgroep van stichting Moria bestaat uit (ex)gedetineerde jongvolwassen mannen in de leeftijd van 18 tot 30 jaar. Er is bij hen sprake van problemen op meerdere leefgebieden. Bewoners zijn gemotiveerd voor deelname aan het programma en melden zich vrijwillig aan. Ze kunnen dit zelf doen of (bij voorkeur) via een verwijzer. Als zij kampen met ernstige psychische dan wel psychiatrische problematiek, of actuele verslavingsproblematiek, kunnen zij niet toegelaten worden. Kandidaten kunnen schriftelijk worden aangemeld door reclasseringsunits van de drie reclasseringsorganisaties (RO)2 of penitentiaire inrichtingen. Voor kandidaten met een justitiële titel, die cliënt zijn bij Reclassering Nederland, geldt dat de aanmelding in beginsel loopt via de RN unit Nijmegen.3 Indien verwijzers of kandidaten zich korter dan 6 weken voor de VI-
I 2 Reclassering Nederland, de Stichting Verslavingsreclassering GGZ en de reclasseringsafdeling van het Leger des Heils. 3 Voor clienten van de andere twee RO geldt dat de aanmelding via deze organisaties loopt.
13
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
datum melden bij Moria handelt Moria zelf de aanvraag af en meldt een eventuele komst bij de RN unit Nijmegen.
Op basis van de ontvangen informatie beslist de intakecommissie van Moria of er een eerste gesprek of een afwijzing volgt. Na een positieve evaluatie van het eerste gesprek volgt er een tweede gesprek en vervolgens een beslissing tot aanname of afwijzing. Tijdens de intake wordt reeds gestart met het schetsen van de contouren van het individuele werkplan (IWP). Dit IWP beschrijft de leefgebieden die aandacht behoeven en vormt de basis voor en rode draad gedurende de verdere begeleiding.
2.1.2 Opzet van het programma De trajectbegeleider stelt in samenspraak met de bewoner een individueel, op de persoon toegesneden werkplan op, dat richting geeft aan zijn begeleiding. In het IWP worden twaalf leefgebieden onderscheiden. Achtereenvolgens zijn dit: justitie en detentie; schulden; werk en opleiding; bureaucratische competentie; sociale vaardigheden; budgetteren; woonvaardigheden; familie en vrienden; psychische en emotionele gezondheid; afhankelijkheidsproblematiek; zingeving; en vrije tijd. Op grond van beschikbare justitiële informatie (zie paragrafen 2.2.1 en 2.3.2), informatie uit de intake en de vorderingen van een bewoner wordt bepaald op welke leefgebieden het accent van de begeleiding ligt. Het accent kan tijdens het verblijf verschuiven. Per leefgebied is steeds aangegeven wat de huidige stand van zaken is, wat de doelstelling is, hoe het programma er uit ziet en welke afspraken er zijn gemaakt. De trajectbegeleider rapporteert wekelijks schriftelijk over de stand van zaken. De uitvoering van het IWP beslaat in totaal maximaal twee jaar, bestaat uit een exploratieve fase en twee interne fasen, en wordt afgesloten met een externe fase.
14
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Direct na binnenkomst start de exploratieve fase. Deze eerste fase, die in beginsel vier weken duurt4, is bedoeld om een goed beeld van de nieuwe bewoner te krijgen en voor de bewoner zelf om te ervaren of Moria bij hem past. Daarnaast wordt er veel aandacht gegeven aan het aanbrengen van structuur. Alle disciplines leveren een bijdrage aan het beeld. De trajectbegeleider verzamelt alle relevante informatie over de bewoner en maakt deze inzichtelijk en toegankelijk (zie ook paragraaf 2.3.2). De woonbegeleiders verkrijgen een beeld van het dagelijks functioneren van de bewoner in het huis en de werkbegeleiders onderzoeken aan de hand van werkopdrachten welke interesses bewoners hebben, wat ze willen en wat ze kunnen. Aan het einde van deze fase stelt de trajectbegeleider samen met de bewoner het IWP op. Bewoners dienen zich te kunnen vinden in het IWP omdat het hun plan is en ze er gemotiveerd mee aan de slag moeten kunnen. Na de exploratieve fase volgt de eerste interne fase, die in principe maximaal vijf maanden duurt. In deze fase wordt veel aandacht besteed aan de training van elementaire sociale vaardigheden, woonvaardigheden, geldbeheer, het omgaan met genotsmiddelen en het uitvoeren van plannen op het gebied van scholing en/of werk. Aan het einde van fase één wordt geëvalueerd of de doelstellingen van het werkplan zijn gehaald. In fase twee zal er een groter beroep worden gedaan op de zelfstandigheid van de bewoner. Om naar deze fase te kunnen doorstromen zal de bewoner aan een aantal eindtermen dienen te voldoen. Zo dient hij bijvoorbeeld (vrijwilligers)werk te hebben of een opleiding te volgen en tevens een vrijetijdsbesteding te hebben. Ook dient hij een eigen bankrekening te hebben en in staat te zijn zijn geld adequaat te beheren. Verder mag problematiek die gelieerd is aan de psychische en emotionele gezondheid in het dagelijks leven niet overheersend zijn, dient de jongere de woonvaardigheden te beheersen en dient verslavingsproblematiek onder controle te zijn. Wordt aan deze
I 4 De exploratieve fase kan ook enkele weken korter of langer duren afhankelijk van de persoonlijk omstandigheden van de bewoner en ontwikkelingen die hij doormaakt.
15
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
voorwaarden voldaan en is de doelstelling van het IWP voor fase één gehaald, stelt de trajectbegeleider samen met de bewoner een IWP op voor fase twee. In de tweede interne fase, die maximaal zes maanden duurt, wordt een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid van de bewoners. Van de bewoners wordt vanuit de beschermde omgeving waar ze nog in verkeren bij het nastreven van doelen meer en meer een zelfstandige houding gevraagd. De nadruk komt steeds meer te liggen op een terugkeer in de maatschappij. Gaat dit te snel voor de bewoner dan kan er tijdelijk een pas op de plaats worden gemaakt of zelfs een stapje terug naar een eerdere fase van de begeleiding. Na zes maanden dient de bewoner wel te voldoen aan de eindtermen voor fase twee om te kunnen doorstromen naar fase drie. De bewoner dient in staat te zijn de beschermde omgeving van Moria te verlaten en in een door Moria gehuurde kamer een zelfstandige huishouding te voeren. Wordt aan deze voorwaarde voldaan en is de doelstelling van het IWP voor fase twee gehaald dan stelt de trajectbegeleider samen met de bewoner een IWP op voor fase drie. In de externe fase (fase drie), die maximaal één jaar duurt, woont de bewoner extern in een door Moria via woningcorporatie Standvast Wonen gehuurde kamer. Gedurende deze periode blijft Moria de bewoner op afstand begeleiden. In het IWP zijn afspraken over de inhoud en de afbouw van de begeleiding vastgelegd. De bewoner regelt zaken zoveel mogelijk zelfstandig, maar kan wel om ondersteuning vragen. Verloopt alles naar tevredenheid van betrokken partijen dan kan de bewoner na afloop van fase drie het huurcontract op eigen naam laten overzetten. Met het afsluiten van fase drie komt aan het tweejarig begeleidingstraject een einde. Moria signaleert echter dat , ook na de (succesvolle) terugkeer in de maatschappij, bij bepaalde bewoners de behoefte blijft bestaan aan contact en advies. Moria voorziet in deze nazorgbehoefte en wil dat ook blijven doen. De trajectbegeleider bezoekt de ex-bewoner nog af en toe en tijdens
16
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
het verblijf in Moria opgebouwde contacten met vrijwilligers blijven bestaan. Ex-bewoners mogen contact blijven opnemen met Moria indien noodzakelijk. De groep ex-bewoners van Moria neemt echter elk jaar toe en de behoefte aan nazorg legt daarmee een groeiend beslag op de capaciteit van de stichting.
2.1.3 Beoordeling (effectiviteit) programma Op grond van de Erkenningsregeling Penitentiair Programma heeft Moria in juli 2005 een beschrijving van haar programma ingediend bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie. Bij deze beschrijving zijn de bijlagen “Methodische onderbouwing werkwijze” en “Wetenschappelijke onderbouwing Methodiek” gevoegd. De DJI heeft op basis van deze beschrijving het programma van Moria erkend als penitentiair programma. Ten behoeve van het eigen kwaliteitstraject heeft Moria samen met de stichting DOOR in 2005 een literatuurstudie laten uitvoeren door ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. Deze literatuurstudie gaat in op de effectiviteit van programma’s die gericht zijn op vergelijkbare doelgroepen als die bij Moria onderdak vinden. Ook het rapport ‘Gedragsinterventies’ van het programma Terugdringen Recidive van het Ministerie van Justitie is betrokken in de literatuurstudie. Het ITS rapport is de eerste stap in het kwaliteitstraject dat uiteindelijk moet uitmonden in een formele certificering van het programmatische aanbod. Een beoordeling van de effectiviteit van het programma van Moria is nog niet georganiseerd. Moria geeft aan hier wel behoefte aan te hebben. Zo betrekt ze in de verdere ontwikkeling van het begeleidingsprogramma graag informatie over recidiverende ex-bewoners. Van bewoners waarmee Moria na het begeleidingstraject geen contact meer onderhoudt, ontbreekt deze informatie doorgaans.
17
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
2.1.4 Samenwerking met andere instellingen Moria werkt samen met een groot aantal organisaties. Een onderscheid kan gemaakt worden naar organisaties in de strafrechtsketen en gemeentelijke- en zorginstellingen. Samenwerking organisaties in de strafrechtsketen Omdat de instroom landelijk is, is er een groot aantal organisaties dat iemand kan verwijzen naar Moria. Dit zijn de verschillende units van Reclassering Nederland; de Stichting Verslavingsreclassering GGZ5 en de reclasseringsafdeling van het Leger des Heils. Een kandidaat kan ook vanuit de penitentiaire inrichtingen door de geestelijk verzorgers of de afdelingen MMD en BSD6 naar Moria worden verwezen. Hofleverancier van Moria is de PI Vught. Verder komen bewoners vooral uit de penitentiaire inrichtingen Arnhem, Doetinchem, Nieuwegein en de verslavingszorg instelling Novadic Kentron. Het grote aantal organisaties maakt volgens het management van Moria de communicatie en informatie-overdracht lastig (zie paragraaf 2.2.1) en niet iedereen is bekend met de aanpak en het programma van Moria. Bewoners zijn in de praktijk veelal afkomstig uit dezelfde instellingen. Bewoners met een justitiële titel hebben altijd een verplicht reclasseringscontact. Voor clienten van RN geldt dat het contact door de oorspronkelijke reclasseringseenheden wordt overgedragen aan de RN unit Nijmegen. De RN unit Nijmegen is verantwoordelijk voor de uitvoering van het justitiële traject. Moria is verantwoordelijk voor het programma. De RN unit Nijmegen is bekend met de procedures en de werkwijze van Moria en kan zich goed vinden in de invulling die Moria aan het programma geeft. Zij heeft dit als uitvoeringsverantwoordelijke
I 5 De brancheorganisatie van de instellingen voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg. 6 Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening en Bureau Selectie en Detentiebegeleiding
18
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
echter niet schriftelijk vastgelegd. Ook de afspraken tussen de RN unit Nijmegen en Moria zijn voor betrokkenen helder, maar liggen niet schriftelijk vast. In de praktijk verloopt de samenwerking tussen de RN unit Nijmegen en Moria soepel en zijn er korte lijnen. Iedereen kent de contactpersonen van de RN unit Nijmegen en er vindt veel overleg plaats over bewoners. Contact buiten kantooruren vormt een knelpunt (zie paragraaf 2.3.3). Bij uitvoeringsproblemen neemt Moria contact op met de contactpersoon en overlegt over eventuele sancties of acties. De RN unit Nijmegen ontvangt een keer per twee weken de weekrapportages van de bewoners die op grond van een justitiële titel bij Moria verblijven. De contactpersoon gebruikt deze informatie om de uitvoering van het traject te monitoren. Als er ingegrepen moet worden komt de RN unit Nijmegen daadwerkelijk in actie. Overdracht door de oorspronkelijke reclasseringsinstelling of inrichting van alle gegevens en bescheiden naar de RN unit Nijmegen kan enige maanden kan duren. Als gevolg daarvan kan Moria in de beginperiode niet over alle relevante documenten beschikken en weet de stichting ook niet altijd wie zij kan aanspreken. Moria gaat dan actief achter stukken als het vonnis, het reclasseringsadvies, de beslissing van de selectiefunctionaris en de rapportage pro justitie aan op het moment dat zij weet dat ze er zijn. Ook dat is echter niet altijd het geval. Contacten met de penitentiaire inrichtingen lopen voor bewoners met een justitiële titel via de RN unit Nijmegen. Voor exgedetineerden geldt dat niet. Penitentiaire inrichtingen blijken de weg naar Moria niet altijd goed te kennen, of zoeken contact maar weten niet op welke titel of op welke manier ze een bewoner bij Moria kunnen plaatsen. Moria geeft hierover advies en verzorgt voorlichting bij penitentiaire inrichtingen. Voor een PP is goedkeuring van de selectiefunctionaris van het gevangeniswezen nodig. Het duurt soms lang voordat deze verkregen wordt. Ook gebeurt het nog wel eens dat iemand uiteindelijk niet komt, onder andere omdat tijdens de intake niet altijd alle informatie over de betrokkene beschikbaar is. Later blijkt dan dat betrokkene nog andere boetes heeft openstaan of
19
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
sancties opgelegd heeft gekregen dan bij Moria bekend waren. Omdat Moria voor PP plaatsen een garantie dient te geven dat er een kamer beschikbaar is, betekent dit in de praktijk nog wel eens dat deze kamer in afwachting van een PP-plaatsing leeg staat. Hierdoor gaat dan een potentiële vrijwillige plaatsing niet door of wordt die vertraagd. Samenwerking gemeentelijke en zorginstellingen Bij de gemeente Nijmegen is een afdeling bijzondere opdrachten met een vaste contactpersoon voor Moria. Bewoners van Moria worden hier aangemeld zodra ze bij de stichting aankomen. Dan worden zij tevens aangemeld bij sociale dienst en het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Samenwerkingsafspraken zijn niet schriftelijk vastgelegd maar goede persoonlijke contacten dragen er aan bij dat de samenwerking goed verloopt. Omdat contactpersonen geregeld van functie en baan veranderen steekt Moria veel energie in het onderhouden en aangaan van externe relaties. Moria werkt samen met een aantal zorgvoorzieningen. Bij deze voorzieningen kent men over het algemeen (lange) wachttijden. Dat geldt vooral voor Kairos (ambulante forensische psychiatrie) waar de wachttijd acht maanden kan bedragen en Iriszorg (verslavingszorg). Een ander aspect dat aandacht vraagt is het feit dat de doelstelling van Moria niet altijd overeen komt met de doelstelling van de verslavingszorg. Moria streeft naar geheelonthouding, de verslavingszorg heeft reductie van gebruik als doelstelling. Hierover vinden thans gesprekken plaats. Een belangrijk onderdeel van het programma van Moria is de begeleiding naar individueel wonen. Voor de huisvesting van bewoners tijdens de externe fase (tweede jaar) werkt Moria samen met woningcorporatie Standvast Wonen. Het eerste jaar huurt Moria de woning voor de bewoner, maar na een goed doorlopen externe fase kan de bewoner de huurovereenkomst overnemen. Tot op heden is altijd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
20
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Een ander belangrijk onderdeel van het programma bij Moria is de begeleiding naar werk. Moria werkt samen met bedrijven uit verschillende sectoren waardoor het voor elke bewoner een passende werkplek kan vinden. Moria brengt deze bedrijven ook met elkaar in contact zodat men ervaringen kan uitwisselen. Ook potentiële nieuwe bedrijven kunnen bij dat netwerk terecht voor informatie. Hierdoor weet men beter waar men aan begint. Moria geeft veel aandacht aan de bedrijven. De begeleiding van de bewoners is van groot belang en hier wordt veel tijd in geïnvesteerd, ook als alles goed loopt wordt contact gehouden met het bedrijf. Indien het gedrag van bewoners op problemen wijst wordt dat besproken met de bewoner en zo nodig, om de werkgever te beschermen, ook met het bedrijf. Bij het vinden van een geschikte arbeidsplek maakt Moria ook gebruik van Stichting Uitzicht van de gemeente Nijmegen. Deze stichting neemt bewoners voor een bepaalde periode in dienst en detacheert op haar beurt de bewoners tegen een geringe vergoeding bij een werkgever. Omdat de werkgever zich niet direct hoeft te binden aan de bewoner is er minder sprake van koudwatervrees. Nadat de bewoner de periode van 2 jaar bij Moria succesvol heeft afgesloten wordt Moria nog minimaal een jaar op de hoogte gehouden door de werkgever over de verdere ontwikkelingen. Bovendien gaat de trajectbegeleider na afloop van het programma zo nu en dan nog eens langs bij de werkgever. Met deze “nazorg” zal naarmate er meer bewoners uitstromen steeds meer tijd gepaard gaan.
2.2 Rechtspositie
2.2.1 Rechtmatige plaatsing In 2006 heeft Moria 16 bewoners met een justitiële titel begeleid. twee bewoners namen deel aan het programma in het kader van de schorsing van de preventieve hechtenis. 11 bewoners in het kader van bijzondere voorwaarden. Twee bewoners in het kader van een penitentiair programma en een bewoner in het kader
21
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
van een penitentiair programma en aansluitend in het kader van bijzondere voorwaarden.
Tabel I: Bewoners Moria met justitiële titel in 2006 Justitiële titel
Aantal
Schorsing preventieve hechtenis
2
Bijzondere voorwaarden
11
Penitentiair Programma
2
Penitentiair Programma + bijzondere voorwaarden
1
Totaal
16
In de periode 1 januari 2007 tot en met 15 augustus heeft Moria 17 bewoners met een justitiële titel begeleid. Een bewoner nam deel in het kader van de schorsing van de preventieve hechtenis. 11 bewoners in het kader van bijzondere voorwaarden. Vier bewoners in het kader van een Penitentiair Programma en een bewoner in het kader van een art. 43 Pbw plaatsing en aansluitend in het kader van een Penitentiair Programma. Tabel II: Bewoners Moria met justitiële titel in 2007 (tot 15 augustus) Justitiële titel
Aantal
Schorsing preventieve hechtenis
1
Bijzondere voorwaarden
11
Penitentiair Programma
4
Art. 43 + Penitentiair Programma
1
Totaal
17
Een plaatsing in het kader van een penitentiair programma gebeurt altijd op grond van een beslissing van de selectiefunctionaris. Aan een art. 43 pbw plaatsing en het omzetten van de preventieve hechtenis in een extramuraal traject liggen beslissingen van respectievelijk de directeur van een PI en
22
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
de rechtbank ten grondslag. Plaatsing van een bewoner in het kader van bijzondere voorwaarden gebeurt op basis van het vonnis of een advies van de reclassering. Moria beschikt bij aanvang van de plaatsing niet altijd over de relevante documenten (zie paragraaf 2.1.3). Het komt voor dat een bewoner geplaatst wordt bij Moria zonder dat bekend is dat de bewoner een justitiële titel heeft. Dit blijkt dan gaandeweg het traject. 2.2.2 Huisregels Tijdens het intakegesprek dat gevoerd wordt in de PI worden potentiële bewoners voor het eerst gewezen op de huisregels die bij Moria gelden. Komt het daadwerkelijk tot een plaatsing dan worden bij het inkomstengesprek de huisregels door de woonbegeleider aan de bewoner uitgereikt en met hem doorgesproken. Daarna wordt de bewoner gevraagd voor ontvangst te tekenen. In het eerste gesprek dat de trajectbegeleider met de bewoner heeft worden de belangrijkste huisregels nogmaals doorgesproken. In het vervolgtraject bespreekt de woonbegeleider regelmatig de huisregels die aandacht behoeven. 2.2.3 Inzage dossier Moria werkt met een papieren en een digitaal dossier per bewoner. Het papieren dossier bevat voornamelijk gegevens over de periode voordat de bewoner is gestart met het traject bij Moria en brieven en documenten die tijdens het verblijf zijn gestuurd aan en ontvangen van officiële instanties zoals de belastingdienst, gemeenten en het CJIB. Ook bevat het papieren dossier een kopie van het IWP. De bewoner kan het eigen papieren dossier op elk moment inzien in het bijzijn van de trajectbegeleider. Die geeft zo nodig uitleg bij de documenten. Het digitale dossier van de bewoner bevat de wekelijkse verslagen van de trajectbegeleider en de evaluaties van het IWP. Op verzoek van de bewoner print de trajectbegeleider deze documenten voor hem uit. Bewoners zeggen nauwelijks gebruik te maken van de mogelijkheid hun dossier in te zien omdat ze alle documenten die er in zitten kennen.
23
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
2.2.4 Privacy Om de privacy van andere bewoners te beschermen heeft de bewoner geen toegang tot het digitale systeem waarin de gespreksverslagen zijn opgeslagen. De bewoner heeft om dezelfde reden geen inzage in de in het systeem opgenomen dagrapportages. Deze bevatten een samenvatting van de diverse dagelijkse contacten van de woonbegeleiders en de werkbegeleider met verschillende bewoners en de interactie tussen bewoners en personeel en bewoners onderling. Aan derden wordt slechts onder strikte voorwaarden informatie over bewoners verstrekt. Brieven die Moria namens bewoners naar instanties stuurt, worden altijd eerst ter goedkeuring aan de bewoner voorgelegd. Ook met organisaties als Kairos, Iriszorg en de RN unit Nijmegen wordt slechts na schriftelijke toestemming van de bewoner informatie gedeeld. De RN unit Nijmegen ontvangt een keer per twee weken een voortgangsrapportage met toestemming van de bewoner. Deze rapportage mag door de RN unit Nijmegen niet doorgestuurd worden aan andere organisaties. Bij kamercontroles zijn bewoners in beginsel aanwezig. Een kamercontrole kan bij vermoeden van drugs echter ook zonder de bewoner worden uitgevoerd, indien hij weigert mee te werken aan de controle of niet aanwezig is. Het personeelshandboek van Moria bevat een privacy reglement waarin is beschreven hoe dient te worden omgegaan met de geregistreerde persoonsgegevens van bewoners en personeelsleden. Een Commissie van Toezicht, bestaande uit drie door de directeur voorgedragen en door het bestuur aangewezen personeelsleden, ziet toe op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de geregistreerden. 2.2.5 Beklag In het personeelshandboek van Moria is een klachtenprocedure opgenomen. De procedure om in beklag te gaan is zowel bij
24
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
personeel als bij bewoners bekend. Indien een bewoner zich niet kan vinden in een beslissing kan hij dit bespreken met degene die de beslissing heeft genomen. Leidt dit niet tot een bevredigend resultaat dan kan hij dit met zijn mentor bespreken. Komt de bewoner er ook met de mentor niet uit dan kan hij een klacht indienen bij de teamcoördinator. Wordt de klacht niet naar tevredenheid van de klager afgehandeld dan kan de klager de klacht indienen bij de directeur en vervolgens bij het bestuur. Biedt ook dit geen soelaas dan zullen klager en bestuur drie voor beide partijen aanvaardbare personen aanwijzen die een bindende uitspraak doen. Er worden weinig klachten ingediend. Als bewoners klagen dan hebben ze ook het gevoel dat er naar ze geluisterd wordt en dat klachten serieus worden genomen. Naast de interne klachtmogelijkheid zijn bewoners ook bekend met de mogelijkheid om klachten bij de reclassering te melden. De reclasseringmedewerker van de unit Nijmegen informeert standaard bij deelnemers of ze tevreden zijn over Moria.
2.2.6 Discriminatie Zowel het personeel als bewoners geven aan dat er bij Moria niet gediscrimineerd wordt. Bij het aannamebeleid wordt er geen onderscheid gemaakt naar etniciteit, afkomst, seksuele geaardheid of geloofsovertuiging, tenzij iemand een bepaalde extreme overtuiging aanhangt en wil opdringen aan anderen. Moria wil er voor iedereen zijn en biedt bewoners die hiervoor ontvankelijk zijn de mogelijkheid kennis te maken met het christelijke gedachtegoed, maar dringt het op haar beurt niet op aan bewoners die zich hier niet mee verbonden voelen.
2.3 Veiligheid
2.3.1 Tenuitvoerlegging vonnis Moria constateert dat ze steeds vaker in het vonnis wordt genoemd als mogelijke instelling waar een deel van het vonnis
25
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
ten uitvoer kan worden gelegd. Zodra Moria beschikt over het vonnis wordt het begeleidingstraject hierop afgestemd. In het IWP wordt extra aandacht besteedt aan de leefgebieden die gelieerd zijn aan het in het vonnis gestelde. Het vonnis is weliswaar nooit op een specifiek leefgebied gericht, maar er kunnen wel overwegingen in het vonnis staan zoals de noodzaak van ambulante psychiatrische behandeling. Moria volgt dan het vonnis hierin. 2.3.2 Risicotaxatie Voor alle justitiële plaatsingen geldt dat Moria het individuele werkplan afstemt op het recidive risico en dat de begeleiding gericht is op het versterken van de leefgebieden en hierdoor het zoveel mogelijk beperken van recidive. Moria gebruikt hiertoe geen gestandaardiseerd risicotaxatie instrument. Zij ontleent de informatie over een mogelijk recidiverisico aan verschillende bronnen. Een vaste bron van informatie zijn de eigen intakegesprekken. Tijdens deze gesprekken wordt gericht bezien of de kandidaat baat kan hebben bij het programma dat Moria biedt en welke leefgebieden extra aandacht verdienen. Er wordt gevraagd of de kandidaat ook voor andere delicten heeft gezeten en indien mogelijk wordt het strafblad bekeken. Een andere bron waar Moria gebruik van maakt bij het opstellen van het IWP is het advies van de RN unit Nijmegen. Zodra iemand in beeld komt voor een plaatsing in het kader van een penitentiair programma of art. 43.3 Pbw wordt de RN unit Nijmegen gevraagd een advies te schrijven. Dat doet zij op basis van de beschikbare schriftelijke informatie, zoals de pro justitia rapportage of het vonnis. Verder betrekt de reclassering in het advies de door Moria aangeleverde schriftelijke neerslag van de intakegesprekken. Daarnaast kan RN unit Nijmegen zelf een gesprek met de kandidaat voeren. Dat doet zij alleen als de kandidaat zich in het eigen arrondissement bevindt. In de praktijk komt het voor dat er nog geen overige informatie beschikbaar is en het advies door de RN unit Nijmegen uitsluitend gebaseerd is op de informatie die Moria heeft
26
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
aangeleverd. De reclasseringswerker geeft aan hier vertrouwen in te hebben en genoegen mee te nemen. Het is niet duidelijk of een RISc, die beschikbaar is bij de RN unit Nijmegen, altijd wordt doorgestuurd aan Moria. Als dit wel gebeurt voegt Moria het document in het dossier. Informatie over het risico op recidive die beschikbaar komt na aanvang van het traject wordt beoordeeld en leidt zonodig tot aanpassing van het IWP.
2.3.3 Reactie op overtredingen In het personeelshandboek van Moria zijn twee protocollen opgenomen waarin is beschreven hoe wordt omgegaan met overtredingen. Het eerste protocol beschrijft de procedure bij het plegen van strafbare feiten en het overtreden van voorwaarden. Het tweede protocol beschrijft de procedure bij het breken van afspraken of huisregels van Moria. Strafbare feiten en overtreding van voorwaarden Elke overtreding van de regels van Moria of schending van de voorwaarden wordt gemeld aan de contactpersoon van de RN unit Nijmegen. Gaat het om (het vermoeden van) ernstige recidive, of kans op ernstige recidive bij een (voortijdig) vertrekkende bewoner dan dient dit tevens aan de Directie Sanctie en Preventiebeleid (DSP) van het Ministerie van Justitie te worden teruggemeld. Hetzelfde geldt voor missstanden bij de uitvoering van werkzaamheden door medewerkers van Moria wanneer deze werkzaamheden gerelateerd zijn aan de uitvoering van de door Justitie aan deze bewoners opgelegde maatregelen. Tijdens kantooruren handelt Moria in overeenstemming met deze procedure. Gaat het om een terugmelding aan de reclassering dan beslist de verantwoordelijke reclasseringswerker vervolgens of de melding wordt doorgeleid naar de Penitentiaire Inrichting Administratief (PIA) Arnhem en adviseert Moria over te nemen stappen. Buiten kantooruren zijn zowel de RN unit
27
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Nijmegen als de beleidsdirectie op het departement niet bereikbaar. Melding volgt dan zo snel mogelijk de volgende werkdag. Daaraan voorafgaand nemen medewerkers van Moria zo nodig direct contact op met de contactpersoon bij de PIA Arnhem en als die niet bereikbaar is met de directeur van deze PIA. Als de situatie met een bewoner in het huis onveilig is, wordt tevens contact opgenomen met de politie. De politie komt dan langs, maar kan, indien er geen sprake is van een strafbaar feit, geen actie ondernemen. Van een strafbaar feit wordt direct aangifte gedaan. Er zijn nauwe afspraken met de gebiedsgebonden agent die ook vooraf geïnformeerd wordt als er sprake is van een gespannen sfeer of een vermoeden dat er een strafbaar feit gepleegd zal worden. Ook andersom neemt de politie contact op met Moria als bijvoorbeeld in de buurt is ingebroken door iemand die aan het signalement van een bewoner voldoet. Moria vertelt dan of de bewoner op dat moment thuis was. Bij het plegen van een strafbaar feit, geweld tegen medebewoners of medewerkers, weigeren van een urinecontrole, een positieve urinecontrole op harddrugs of het niet of ongemotiveerd volgen van verplichte training(en) wordt deelname aan het programma van Moria beëindigd. Als een bewoner bij Moria was in het kader van een penitentiair programma, volgt terugplaatsing naar de PI. Dat is in de praktijk volgens Moria soms lastig. Er is weliswaar altijd een cel beschikbaar, maar de bewoner moet zich voor de insluiting zelf bij de penitentiaire inrichting melden. Volgens medewerkers van Moria leert de ervaring dat dit niet altijd gebeurt. In de praktijk is het voorgekomen dat een medewerker van Moria iemand in een eigen auto terug naar de PI heeft gebracht. Voor bewoners die op een andere justitiële titel bij Moria verblijven, bestaat niet de mogelijkheid tot directe terugplaatsing in de PI. Eventueel ingrijpen door de rechtbank vergt tijd. Het verblijf van de bewoner bij Moria kan in die tijd echter een onveilige situatie opleveren voor medebewoners of personeel. In het uiterste geval wordt hij dan op straat gezet, wat volgens
28
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
medewerkers van Moria een directe bedreiging oplevert voor de samenleving. In 2006 waren er in totaal 16 bewoners op grond van een justitiële titel bij Moria woonachtig. Van deze 16 bewoners is voor vier bewoners de begeleiding voortijdig beëindigd vanwege het overtreden van de voorwaarden of het plegen van een strafbaar feit. Twee bewoners hielden zich niet aan de PP-voorwaarden, een bewoner gebruikte in strijd met de voorwaarden harddrugs en een bewoner werd verdacht van het plegen van een strafbaar feit.7
Tabel III: Voortijdige beëindiging in 20068 Reden beëindiging
justitiële titel
Aantal
Plegen strafbaar feit
Bijzondere voorwaarden
1
Harddrugsgebruik
Bijzondere voorwaarden
1
Schending PP-voorwaarden
Penitentiair Programma
2 4
Totaal
Afspraken en huisregels In het tweede protocol in het personeelsboek dat als leidraad dient bij de reactie op overtredingen is de interne sanctioneringsprocedure beschreven. Moria hanteert een gele kaarten systeem waarmee het de bewoner duidelijk wordt dat hij een afspraak heeft verbroken. Het is tevens een middel om bij te houden hoe vaak in een bepaalde periode de bewoner zich niet aan de regels houdt. Volgens het personeel van Moria nemen de
I 7 Het enkel verdacht zijn van een strafbaar feit leidt niet automatisch tot beëindiging van de begeleiding. Omdat de bewoner zich echter tevens niet aan regels van Moria hield is bij deze bewoner besloten tot beëindiging van de begeleiding. 8 Het betreft hier de voortijdige beëindiging van de begeleiding van bewoners die op justitiële titel verblijven en tijdens dit verblijf een strafbaar feit plegen of de voorwaarden schenden.
29
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
meeste bewoners het gele kaarten systeem serieus en is het krijgen van een gele kaart niet iets dat men gelaten ondergaat. Een gele kaart verdwijnt weer als het negatieve gedrag een week niet is vertoond. Bij tien gele kaarten wordt de deelname aan het programma van Moria beëindigd. De verantwoordelijkheid voor het geven en verwijderen van gele kaarten en het beslissen over verwijdering ligt bij de teamcoördinator. Het uitreiken van de gele kaarten wordt doorgaans direct na de overtreding door de begeleiders gedaan of, indien hiertoe tijdens de teamvergadering wordt besloten, de avond volgend op deze vergadering door de trajectbegeleider. In een schema is aangegeven welke sancties volgen op welke overtreding. Zo levert het verslapen of te laat op de werkplaats aanwezig zijn een gele kaart op en het in huis hebben van alcohol of softdrugs twee. Met de bewoner wordt tevens besproken welke consequenties zijn gedrag heeft voor de groep, de medewerkers en het huis. Medewerkers staat voor ogen dat het breken van afspraken niet altijd voortkomt uit onwil maar soms ook uit onkunde. Een voorbeeld dat gegeven werd betreft de reactie op verslapen of (daardoor) te laat komen op de werkplaats. Als dit veroorzaakt wordt door een gebrek aan structuur, is het is belangrijker om eerst aan deze structuur te werken in plaats van de bewoner direct te sanctioneren.
2.3.4 Veiligheid bewoners en personeel Bewoners worden 24 uur per dag begeleid. Tot twaalf uur ’s avonds is dit een actieve dienst, daarna een slaapdienst. De buitendeur is niet op slot om bewoners te leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Een bewoner met een PP dient echter tussen 23.00 en 06.00 uur binnen te zijn. Nu wordt van deze bewoners gevraagd zich bij de slaapwacht te melden. In theorie zouden ze echter gedurende de nacht het huis kunnen
30
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
verlaten. Met een bedrijf wordt daarom momenteel gesproken over een elektronisch toegangsbeheersysteem dat in beeld brengt of iemand gedurende de nacht daadwerkelijk in het huis verblijft. Door de deur niet op slot te doen kunnen in geval van brand bewoners en personeel het pand ook relatief eenvoudig verlaten. Bij het in gebruik nemen van het pand diende Moria te voldoen aan brandveiligheidsvoorschriften. Er worden periodiek brandoefeningen gehouden en dit wordt aangetekend in een map. Er zijn twee BHV-ers opgeleid, maar er is niet altijd een BHV-er in dienst. De slaapwachten hebben geen BHV-opleiding gehad. De veiligheid is het huis wordt volgens Moria mede geborgd door het intensieve persoonlijk contact tussen bewoners en personeel. Afwijkend gedrag wordt door de medewerkers gezien en hier wordt snel op gereageerd. Ook melden hupverleners bij bijvoorbeeld Kairos en Iriszorg bijzonderheden in het gedrag terug en wordt hier direct op gereageerd. Bewoners worden getraind in een vroeg stadium aan te geven hoe het met hen gaat en waar mogelijke problemen kunnen ontstaan. Deze bewustwording van het eigen gedrag werkt deëscalerend. Elke bewoner weet daarnaast dat het gebruik van geweld (verbaal of fysiek) het einde van het verblijf bij Moria betekent. Ook intimidatie van personeel wordt niet geaccepteerd, omdat bewoners die intimideren niet begeleidbaar zijn. Het gedrag van bewoners en hieruit voortvloeiende potentiële risico’s wordt dagelijks besproken en gerapporteerd. Zeer zelden worden medewerkers agressief benaderd of voelen ze zich geïntimideerd. Het personeel van Moria draagt actief uit dat het geen tegenstander maar een medestander is. Als een bewoner boos is, neemt men even afstand. Daar is ook ruimte voor. Een collega neemt het dan tijdelijk over en later komt men er bij de bewoner op terug. Personeel volgt regelmatig trainingen in het omgaan met agressie. In het voorjaar 2008 zal het hele team een cursus agressiehantering volgen.
31
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Het uitvoeren van kamerscontroles op contrabande en het voeren van slecht nieuws gesprekken wordt altijd door twee medewerkers samen gedaan. Indien zich een incident voordoet op de werkplaats dan kan de werkbegeleider contact opnemen met collega’s of politie via de mobiele telefoon. Er is geen alarmknop en personeel geeft aan hier de meerwaarde niet van te zien. Men stelt dat het effectiever is om te voorkomen dat een situatie escaleert. Gebeurt dit toch dan biedt een alarmknop weinig soelaas. 2.3.5 Integriteit In het personeelshandboek zijn de gedragsregels voor de medewerkers beschreven. Deze gedragsregels geven aan wat de gewenste beroepshouding is waardoor men elkaar kan aanspreken op een afwijkende houding. Personeel gaf er tijdens de doorlichting blijk van goed bekend te zijn met de gedragsregels. Er is sprake van een open cultuur en men kan elkaar aanspreken op het niet naleven van deze regels. In de praktijk worden deze regels volgens de medewerkers van Moria echter zelden of nooit overtreden. In de gedragsregels is onder meer opgenomen dat het teamlid zich onthoudt van enig gedrag dat tot psychische en/of emotionele schade zou kunnen leiden bij bewoners. Ook is het teamleden niet toegestaan privé-relaties te onderhouden met bewoners. Verder geldt een zwijgplicht voor informatie die men uit hoofde van de functie verkrijgt. Medewerkers wordt echter niet gevraagd een geheimhoudingsverklaring te tekenen. In het protocol “Terugmelden van justitiële kandidaten in geval van overtredingen en incidenten” is beschreven dat misstanden in de uitvoering aan de Directie Sanctie- en Preventiebeleid (DSP) van het Ministerie van Justitie worden teruggemeld. Niet elke huidige medewerker bij Moria kan een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overleggen. Aan nieuwe medewerkers wordt dit bij in dienst treden inmiddels wel gevraagd.
32
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
2.3.6 Drugsgebruik Naast het reeds besproken protocol waarin de sanctioneringsprocedure is beschreven hanteert Moria bij het tegengaan van drugsgebruik het protocol middelengebruik en het protocol urinecontroles. In het protocol middelengebruik is beschreven dat alcohol- en drugsgebruik tijdens het verblijf bij Moria zowel binnenshuis als buitenshuis niet is toegestaan. In principe volgt bij overtreding van deze regel verwijdering en bij gebruik van harddrugs altijd onmiddellijke verwijdering. Bij gebruik van alcohol of softdrugs wordt in eerste instantie naar het gedrag van de bewoner en naar de overige leefgebieden gekeken. Indien er geen verwijdering plaatsvindt, volgen er trainingen en eventueel sancties, per verblijfsfase verschilt dit. Trainingen die gegeven worden zijn bijvoorbeeld de zelfcontrolecursus en de cannabisinformatiecursus. Indien mogelijk werkt Moria bij deze trainingen samen met bijvoorbeeld Iriszorg. Een probleem vormen echter de lange wachtlijsten. In het protocol middelgebruik is tevens de intensiteit van de urinecontroles beschreven. In de exploratiefase is dit een keer per week. Gedurende verblijfsfase een wordt dit teruggebracht naar een keer per twee weken indien de bewoner twee maanden niet heeft gebruikt en naar een keer per maand indien de bewoner vier maanden niet heeft gebruikt. Gedurende verblijfsfase twee blijft, zolang de bewoner niet positief test, deze intensiteit gehandhaafd. Wordt er wel gebruikt dan wordt zowel in fase een als twee de intensiteit teruggebracht naar een wekelijkse controle. Ook kan bij herhaaldelijk gebruik terugplaatsing van fase twee naar een volgen. Uit gesprekken met personeel blijkt dat bij een verslavingsprobleem de intensiteit kan worden opgevoerd tot drie keer per week. Hoe de urinecontrole dient te worden uitgevoerd staat beschreven in het protocol urinecontrole. Zo is beschreven dat de afname dient te geschieden in overeenstemming met de
33
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
afspraken die gelden voor de verschillende verblijfsfasen en in overeenstemming met het individuele werkplan. Verder is bepaald dat urinecontroles op willekeurige dagen worden afgenomen zodat niet geanticipeerd kan worden op het moment van afname. Ook wordt er een opsomming gegeven van de attributen die bij de controle dienen te worden gebruikt en is de procedure voor afname uitvoerig beschreven. De bewoner doet dit zelf op het toilet terwijl de deur open staat. De begeleider ziet er via een spiegel op toe dat er niet wordt gefraudeerd tijdens de controle. Bewoners kunnen er bezwaar tegen maken dat een vrouwelijke begeleider aanwezig is bij de afname. De urinestalen worden getest bij Iriszorg.
2.4 Personele en organisatorische randvoorwaarden
2.4.1 Personeel Bij Moria zijn 15 vaste medewerkers in dienst. Daarnaast kan Moria beschikken over drie oproepkrachten en enkele vrijwilligers. Ook biedt Moria de mogelijkheid aan studenten om stage te lopen. De vaste medewerkers beschikken over een aantoonbaar HBO en WO werk- en denkniveau. Veel medewerkers hebben een achtergrond in de (sociale) dienstverlening, zoals bijvoorbeeld de politie of de reclassering. De opleiding en achtergrond van de medewerkers sluiten goed aan bij het werk bij Moria. Medewerkers zijn tevreden over de opleidingsmogelijkheden die ze bij Moria hebben. Een aantal opleidingen wordt organisatiebreed gegeven, zoals het omgaan met agressie en met het gebruik van verslavende middelen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om op verzoek aanvullende opleidingen te volgen. Tijdens functioneringsgesprekken die een keer per jaar worden gehouden wordt ook aan dit aspect aandacht besteedt. Deze functioneringsgesprekken worden aan de hand van competentieprofielen gevoerd.
34
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
2.4.2 Communicatie Moria heeft een duidelijke en heldere communicatiestructuur. Zowel personeel als bewoners zijn goed op de hoogte van procedures en weten in specifieke situaties bij wie ze terecht kunnen. Voor de externe communicatie heeft Moria een document opgesteld met een overzicht van partijen waarmee het samenwerkt en wat de rol van deze partijen is. In dit document en ook in het personeelshandboek zijn een aantal van de afspraken met deze partijen beschreven. De afspraken zijn over het algemeen niet met de samenwerkende partij vastgelegd in een protocol. Er wordt veel geïnvesteerd in vaste contactpersonen bij de diverse organisaties en het is staand beleid om nieuwe contactpersonen altijd voor een persoonlijk gesprek bij Moria uit te nodigen. Ook worden de contactgegevens voor alle medewerkers op een toegankelijke wijze opgeslagen. De interne communicatie bestaat naast de dagelijkse persoonlijke (ad hoc) afstemming uit vaste overlegmomenten en de communicatie per computer. Binnen Moria bestaan vier overlegvormen. Het eerste betreft het personeelsoverleg dat twee keer per jaar wordt gehouden. Bij dit overleg zijn alle medewerkers en een afvaardiging van het bestuur aanwezig en wordt gesproken over personeels- en beleidszaken. De tweede overlegvorm is het teamoverleg dat een keer per twee weken wordt gehouden. Tijdens dit overleg waarbij de woonbegeleiders, de werkbegeleiders, de intakers, de trajectbegeleiders en de teamcoördinator aanwezig zijn wordt onder andere gesproken over de voortgang van de trajecten van de bewoners. Ook worden hier bijzonderheden over de bewoners gemeld en wordt indien nodig de individuele methodische aanpak per bewoner bijgesteld. Het teamoverleg is ook het forum waar terugkoppeling uit het woonbegeleidersoverleg plaatsheeft. Aan het woonbegeleidersoverleg (de derde overlegvorm) dat
35
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
eenzelfde vergaderfrequentie kent als het teamoverleg, nemen de woonbegeleiders deel. Hier wordt ondermeer de bijstelling van de individuele methodische aanpak per bewoner voorbereid voordat dit bij het teamoverleg wordt ingebracht. De laatste overlegvorm die Moria kent is het intakersoverleg waarin de intakers de aanmeldingen bespreken en beslissen over aanname en afwijzing. Dit overleg wordt wekelijks gevoerd. De dagelijkse communicatie per computer bestaat naast het uitwisselen van informatie per e-mail uit het centraal opslaan en bewerken van alle rapportages. Alle medewerkers kunnen in de dagrapportage bijzonderheden over de bewoners vermelden en nalezen.
36
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
3 Conclusies De ISt acht stichting Moria een professionele organisatie met een goed doordacht en uitgevoerd reïntegratieconcept. Moria biedt bewoners een intensief individueel begeleidingstraject dat zich uitstrekt over een langere periode en is gericht op zelfredzaamheid en een succesvolle terugkeer in de maatschappij. Het programma is gebaseerd op een individueel werkplan, waarin rekening wordt gehouden met alle relevante beschikbare informatie over betrokkene. Wekelijks wordt een voortgangsrapportage geschreven over dit plan en voor elke nieuwe fase in de begeleiding wordt het plan geëvalueerd en bijgesteld. Daarmee acht de ISt het programma voldoende doelgericht en specifiek. Bij het uitvoeren van het werkplan is Moria niet alleen het vaste honk waar de jongere verblijft en later tijdens de externe fase terecht kan voor advies en begeleiding, maar ook de spin in het web van organisaties die een rol spelen bij de reïntegratie. Moria regisseert en vervult deze rol met verve. De ISt ziet in samenwerken een kracht van Moria, samenwerken betekent echter ook afhankelijk zijn van de ander. Het is deze afhankelijkheid die nogal eens grenzen stelt aan de mogelijkheden. Dit speelt, zo blijkt uit het onderstaande, met name bij het aspect reïntegratie een belangrijke rol.
3.1 Reïntegratie Het programma van Moria is door de DJI erkend als penitentiair programma. De ISt constateert dat een beoordeling van de effectiviteit van het programma van Moria nog niet is georganiseerd. Moria geeft aan hier wel behoefte aan te hebben. Zo betrekt ze in de verdere ontwikkeling van het begeleidingsprogramma graag informatie over recidiverende exbewoners. Voor plaatsingen in het kader van een penitentiair programma dient Moria een garantie te geven dat er een kamer beschikbaar
37
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
is. Omdat de vereiste goedkeuring voor plaatsing van een selectiefunctionaris soms lang op zich laat wachten of omdat een plaatsing uiteindelijk niet doorgaat staat de kamer dan leeg en kan een andere kandidaat niet of later geplaatst worden. De ISt concludeert dat beschikbare ruimte hierdoor onvoldoende kan worden benut. De ISt concludeert dat relevante informatie uit het strafproces niet altijd tijdig ter beschikking komt van de RN unit Nijmegen en niet van Moria. Daardoor ontstaat het risico dat de begeleiding niet altijd van meet af aan optimaal aansluit bij persoonlijke situatie van de kandidaat. Wordt een kandidaat geplaatst dan kan de overdracht door de oorspronkelijke instelling of inrichting van alle gegevens en bescheiden naar de RN unit Nijmegen enige maanden duren. Moria tracht dan, al dan niet in samenwerking met de RN unit Nijmegen, de informatie zelf versneld te achterhalen. Het is echter niet altijd duidelijk welk soort informatie over een bewoner beschikbaar is en bij wie die informatie te verkrijgen is. De RN unit Nijmegen is uitvoeringsverantwoordelijk voor de begeleiding van cliënten van RN die als bewoner op justitiële titel bij Moria verblijven. De RN unit Nijmegen is bekend met de procedures en de werkwijze van Moria en kan zich goed vinden in de invulling die Moria aan het programma geeft. De RN unit Nijmegen heeft dit als uitvoeringsverantwoordelijke echter niet schriftelijk vastgelegd. Ook de afspraken tussen de RN unit Nijmegen en Moria zijn voor betrokkenen helder, maar liggen niet schriftelijk vast. Datzelfde geldt voor de afspraken met de gemeentelijke instellingen. Moria onderhoudt wel een goed persoonlijk contact met vertegenwoordigers van de diverse instellingen en investeert veel tijd in het onderhouden van het netwerk. De ISt concludeert dat de continuïteit in de samenwerking kwetsbaar is doordat de afspraken niet schriftelijk zijn vastgelegd. Bij de samenwerking met zorginstellingen als Kairos en Iriszorg heeft Moria vaak te kampen met lange wachttijden (tot acht
38
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
maanden). De ISt concludeert dat de lange wachttijden de begeleiding van bewoners bij Moria bemoeilijkt en daarmee het verloop van het verdere traject niet ten goede komt.
3.2 Rechtspositie De ISt concludeert dat de rechtspositie van bewoners bij Moria voldoende is gewaarborgd. Huisregels zijn bekend en worden voldoende onder de aandacht gebracht. Bewoners kunnen het eigen dossier altijd inzien en de privacy van bewoners is voldoende gewaarborgd. Er is een uitgebreide beklagprocedure die bij iedereen bekend is en er wordt bij Moria volgens bewoners en personeel niet gediscrimineerd.
3.3 Veiligheid De ISt concludeert dat Moria een inschatting maakt van de recidivegevaarlijkheid. Voor alle justitiële plaatsingen geldt dat Moria het individuele begeleidingstraject afstemt op het recidive risico en dat de begeleiding gericht is op het versterken van de leefgebieden en hierdoor het zoveel mogelijk beperken van recidive. Informatie over het recidiverisico ontleent Moria aan verschillende bronnen. Dit zijn bijvoorbeeld eigen intakegesprekken en het advies van de RN unit Nijmegen. Dit advies wordt geschreven op basis van de beschikbare schriftelijke informatie zoals bijvoorbeeld de pro justitia rapportage en het vonnis Informatie over het risico op recidive die pas beschikbaar komt na aanvang van het traject wordt beoordeeld en leidt zonodig tot aanpassing van het IWP. De ISt stelt vast dat bewoners 24 uur per dag worden begeleid. Bewoners die in het kader van een Penitentiair Programma geplaatst zijn kunnen het gebouw tussen 23.00 en 06.00 uur echter verlaten omdat de deur ’s nachts niet is afgesloten. Moria
39
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
overweegt een elektronisch toegangsbeheersysteem te installeren waardoor bewaakt wordt dat iemand gedurende de nacht daadwerkelijk in het huis verblijft. De ISt concludeert dat Moria adequaat reageert op overtredingen en de daartoe aangewezen instanties op een correcte wijze in kennis stelt van deze overtredingen. Bij een strafbaar feit wordt direct aangifte gedaan bij de politie. Elke overtreding van de regels van Moria of schending van de voorwaarden wordt tijdens kantooruren gemeld aan de contactpersoon van de RN unit Nijmegen. Gaat het om (het vermoeden van) ernstige recidive, of kans op ernstige recidive bij een (voortijdig) vertrekkende bewoner dan wordt dit tevens aan het Ministerie van Justitie teruggemeld. Buiten kantooruren is er echter geen achterwacht beschikbaar bij de RN unit Nijmegen en kan Moria ook geen contact opnemen met het Ministerie van Justitie. Indien Moria een bewoner de deur wil wijzen wegens schending van de regels en er is geen strafbaar feit gepleegd dan betekent dit dat Moria geen andere optie heeft dan de bewoner op straat te zetten. Indien de bewoner in het kader van een penitentiair programma bij Moria verblijft , is er een cel gereserveerd in de PI van herkomst en kan terugplaatsing volgen. Voor het vervoer naar de cel draagt Moria dan wel eens zelf zorg omdat het niet bekend is met een andere voorziening. De ISt vindt dat onwenselijk. De ISt constateert dat Moria een heldere sanctioneringsprocedure hanteert die bij iedereen bekend is. In uitzonderlijke gevallen verkiest het de persoonlijke situatie van een bewoner zwaarder te laten wegen dan een rigide handhaving van de regels. De ISt concludeert dat Moria als het over het vonnis beschikt dit ook in overeenstemming met de uitspraak en/of voorwaarden ten uitvoer legt.
40
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
De ISt constateert dat er wel maatregelen zijn getroffen om de veiligheid op kantoor en buiten kantoor te waarborgen, maar dat Moria hier nog meer in kan investeren. Zo is er is niet altijd iemand aanwezig met een BHV-opleiding en tijdens de nachtelijke uren in het geheel niet. De ISt concludeert dat Moria maatregelen treft om onderlinge agressie en geweld tussen cliënten tegen te gaan. Zo is personeel getraind in het omgaan met agressief gedrag en wordt er in de begeleiding met bewoners veel aandacht gegeven aan dit aspect. In risicovolle situaties zoals controle van de kamer op contrabande en het voeren van een slecht nieuws gesprek, wordt altijd door twee personeelsleden samen opgetreden. De ISt concludeert dat integriteit een integraal onderdeel vormt van het kwaliteitsbeleid van Moria. Voor het personeel zijn heldere gedragsregels geformuleerd. Personeel is bekend met deze regels en bij overtreding spreekt men elkaar hier op aan. Ook wordt DSP geïnformeerd over misstanden die zich voordoen bij Moria in relatie tot de uitvoering van de door Justitie aan de bewoner opgelegde maatregelen. De ISt stelt vast dat hoewel er een zwijgplicht geldt voor informatie die men uit hoofde van de functie ontvangt, aan medewerkers niet gevraagd wordt een geheimhoudingsverklaring te tekenen. De ISt stelt verder vast dat uitsluitend personeelsleden die recent in dienst zijn getreden een VOG kunnen overleggen. De ISt concludeert dat Moria het gebruik van drugs actief bestrijdt. Bewoners worden regelmatig aan urinecontroles onderworpen en de intensiteit van deze controles neemt toe bij (vermoeden van) gebruik. Zowel de intensiteit, de consequentie van positieve en negatieve controles als de wijze waarop de controle dient te worden uitgevoerd zijn helder beschreven in een protocol.
41
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
3.4 Personele en organisatorische randvoorwaarden De Ist constateert dat de vaste medewerkers van Moria over een HBO en WO werk- en denkniveau beschikken en dat de opleiding en achtergrond van de medewerkers goed aansluiten bij het werk bij Moria. Ook concludeert de ISt dat Moria medewerkers voldoende mogelijkheden biedt voor het volgen van opleidingen voor onder andere het omgaan met agressie en het gebruik van verslavende middelen. De ISt concludeert dat Moria een duidelijke en heldere communicatiestructuur heeft. Zowel personeel als bewoners zijn goed op de hoogte van procedures en weten in specifieke situaties bij wie ze terecht kunnen. Bijzonderheden over cliënten worden gerapporteerd en geregistreerd.
42
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
4 Aanbevelingen
4.1 Aanbevelingen voor Moria 1. Borg de continuïteit van afspraken met organisaties waarmee wordt samengewerkt door deze afspraken schriftelijk vast te leggen. Waak er hierbij voor dat het formaliseren van afspraken niet ten koste gaat van een effectieve samenwerking. 2. Blijf investeren in een goede samenwerking met zorgorganisaties als Kairos en Iriszorg en tracht samen met deze organisaties de wachttijd voor bewoners zoveel mogelijk te beperken. 3. Breng bewoners, die in het kader van een penitentiair programma verblijven, bij schending van de regels niet zelf terug naar de PI. 4. Draag er zorg voor dat bewoners die in het kader van een penitentiair programma verblijven ’s nachts tussen 23.00 en 06.00 uur het huis niet kunnen verlaten. 5. Overweeg alle medewerkers een BHV-opleiding te laten volgen. Zorg er in ieder geval voor dat er tijdens elke dienst, ook tijdens de nachtdienst iemand aanwezig is met een BHV-opleiding. 5. Laat medewerkers een geheimhoudingsverklaring tekenen voor informatie die men uit hoofde van de functie verkrijgt. 6. Verzoek alle medewerkers een VOG te laten overleggen.
43
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
4.2 Aanbevelingen voor de RN unit Nijmegen 1. Leg als uitvoeringsverantwoordelijke schriftelijk vast dat wordt ingestemd met het reïntegratieprogramma dat Moria bewoners met een justitiële titel biedt. 2. Leg eveneens schriftelijk vast de afspraken die met Moria zijn gemaakt voor de begeleiding van en terugkoppeling over bewoners die op justitiële titel bij Moria verblijven. 3. Draag er zorg voor dat Moria een overtreding van de regels van Moria of schending van de voorwaarden ook buiten kantooruren kan melden en terecht kan voor advies. 4. Bevorder dat relevante informatie over een bewoner zo spoedig mogelijk beschikbaar komt voor Moria. 4.3 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen 1. Draag er zorg voor dat beslissingen van selectiefunctionarissen voor plaatsingen in het kader van een penitentiair programma binnen een redelijke termijn worden genomen zodat de beschikbare capaciteit bij organisaties als Moria optimaal benut kan worden. 2. Tref een voorziening voor het terugbrengen naar de PI van bewoners die in het kader van een penitentiair programma bij een organisatie als Moria verblijven en tijdens dit verblijf de regels schenden.
44
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Bijlage 1 Afkortingen
BHV BSD CJIB CWI DEMO DJI DSP DV&O ISD ISt IWP MMD Pbw PI PIA PP RISc RN RO VOG
bedrijfshulpverlening bureau selectie en detentiebegeleiding Centraal Justitieel Incasso Bureau Centrum voor Werk en Inkomen De stichtingen DOOR, Exodus, Moria en de Ontmoeting Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Sanctie en Preventiebeleid van het Ministerie van Justitie Dienst Vervoer en Ondersteuning Inrichting voor Stelselmatige Daders Inspectie voor de Sanctietoepassing Individueel werkplan Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening Penitentiaire beginselenwet Penitentiaire Inrichting Penitentiaire Inrichting Administratief penitentiair programma Recidive Inschattingsschalen Reclassering Nederland Reclasseringsorganisatie(s) Verklaring Omtrent het Gedrag
45
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Bijlage 2 Bronnen
-
-
Beschrijving programma Stichting Moria ten behoeve van de toelating Erkenningsregeling Penitentiair Programma (juli 2005). Inclusief methodische onderbouwing werkwijze en Wetenschappelijke onderbouwing methodiek. Brochuretekst Arbeidstoeleiding Moria. Kwaliteitskriteria DSP voor DEMO-organisaties (30-05-07) Jaarplan 2006 en jaarplan 2007 Jaarverslag 2006 Literatuurstudie iTS. Nieuwsbrief Moria najaar en kerst 2006 Organogram Moria. Overzicht bezettingscijfers 2006. Overzicht bezettingscijfers 2007 t/m 15 augustus 2007. Overzicht netwerk lokale afspraken met justitiële en nietjustitiële samenwerkingspartners. Personeelshandboek Moria.
46
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Bijlage 3 Respondenten
-
beleidsmedewerker methodiek bewoners directeur hoofd intakecommissie psycholoog reclasseringsmedewerker RN unit Nijmegen teamcoördinator trajectbegeleider voorzitter bestuur werkbegeleiders woonbegeleiders
47
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Bijlage 4 Toetsingskader
Toezichtaspect
Criterium
Norm of verwachting
Informatiebron
Reïntegratie
Het aanbod
De begeleiding is gericht op: 1. geïndiceerde problemen van een cliënt door de reclassering; 2. de bevordering of behoud van de zelfredzaamheid of bevordering van de integratie van cliënt in de samenleving (zie criteria RISc); 3. de omgang van de gevolgen van de aandoening, stoornis en / of bestaande beperkingen (zie criteria RISc)
- Beschrijving programma
draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive
stichting Moria, juli 2005 - Literatuurstudie ITs, maart 2005 - Interviews trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, reclassering Nijmegen
(DSP kader) De aanpak is programmatisch en gericht op een
- Dossieranalyse
specifiek, vastgelegd doel (DSP kader)
- Interviews trajectbegeleider,
Er wordt gewerkt met individuele dossiers
woonbegeleiders, werkbegeleider,
waarin beschreven is: het doel en de wijze
cliënten
waarop dit doel gerealiseerd dient te worden. (norm ISt) Het programma duurt minimaal een jaar en
- Bezettingscijfers
maximaal 2 jaar (in het kader van voorwaarden
- Beschrijving programma
2,5) (DSP kader)
stichting Moria, juli 2005 - Interviews directie, trajectbegeleider
Het programma wordt getoetst op effectiviteit
-Interview directie/ beleid
ten aanzien van het terugdringen van recidive (TK-brief) Er wordt actief samengewerkt met instellingen
- Bijlage D, lokale afspraken
die een bijdrage kunnen leveren aan de
- Interviews directie/ beleid/
reïntegratie van cliënten; gemeente,
teamcoördinator,
maatschappelijke organisaties, onderwijs,
trajectbegeleider,
(gezondheids)zorg en GGZ (ISt)
woonbegeleiders, werkbegeleider,
Maatschappelijke
Risico-
Er is een inschatting gemaakt van de
- Interviews trajectbegeleider,
veiligheid
inschatting
recidivegevaarlijkheid en dit is vastgelegd (ISt)
reclassering
48
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Controle op
Er worden controlemiddelen toegepast met het
- Dossieranalyse
risico’s
oog op veiligheid (ISt)
- Interviews directie/ beleid/ teamcoördinator, woonbegeleiders, cliënten
Er is 24-uurs begeleiding (DSP kader)
- Interviews directie/ beleid/ teamcoördinator, woonbegeleiders, cliënten
Reactie op
Onttrekkingen tbs worden gemeld bij het
- Interview directie/ beleid/
overtredingen
Landelijk meldpunt ongeoorloofde afwezigheid
teamcoördinator
(DSP kader) (vermoeden van) ernstige recidive van een
- Interview directie/ beleid/
cliënt binnen justitieel kader en de kans op
teamcoördinator
ernstige recidive bij een (voortijdig) vertrekkende cliënt wordt gemeld bij DSP (DSP kader) Als de justitiële cliënt die op basis van art. 43
- Interview directie/ beleid/
Pbw is geplaatst regels van het
teamcoördinator
reïntegratieprogramma overtreedt volgt terugplaatsing in detentie (TK-brief 27834, 29325, nr. 34) Bij het plegen van een strafbaar feit wordt
- Interview directie/ beleid/
aangifte gedaan bij de politie (norm Moria)
teamcoördinator, reclassering - afspraken reclassering (contract/convenant?)
Als voorwaarden worden geschonden of regels
- Interviews directie/ beleid/
worden overtreden door justitiële cliënten meldt
teamcoördinator, reclassering
Moria dat aan de reclasseringsunit Nijmegen
- afspraken reclassering
(norm Moria).
(contract/convenant?)
Uitvoering
Het vonnis wordt in overeenstemming met de
- Dossieranalyse
vonnis
uitspraak en/of voorwaarden ten uitvoer gelegd
- Interviews trajectbegeleider,
(WvSr artt. 22c lid 3, 74 lid 4)
reclassering
De kwaliteit van het reïntegratietraject dat Moria
- Interview reclassering
biedt, voldoet aan de criteria van de verwijzer (norm ISt) Interne veiligheid
Veiligheid van
Er zijn maatregelen getroffen om de veiligheid
- Personeelshandboek
cliënten en
op kantoor en buiten kantoor te waarborgen
- Interviews directie/ beleid/
medewerkers
(arbo)
teamcoördinator,
49
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten Onderlinge agressie en geweld tussen cliënten
- Interviews directie/ beleid/
wordt tegengegaan (norm ISt)
teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Integriteit
Integriteit vormt een integraal onderdeel van het
- Personeelshandboek
kwaliteitsbeleid (ISt)
- Interviews directie/ beleid/
Iedere medewerker heeft een
teamcoördinator,
geheimhoudingsplicht getekend (DSP kader)
trajectbegeleider,
Iedere medewerker, met uitzondering van
woonbegeleiders, werkbegeleider,
ondersteunende medewerkers die vanuit de doelgroep zijn geselecteerd, kan een VOG overleggen. (DSP kader) Misstanden bij de uitvoering van werkzaamheden door Moria in relatie tot de uitvoering van de door Justitie aan de bewoner opgelegde maatregelen worden aan DSP gemeld (DSP Kader) Drugsgebruik
Het gebruik van drugs wordt actief bestreden.
- Personeelshandboek
(norm ISt)
- Interviews directie/ beleid/ teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Rechtspositie
Rechten en
Moria informeert cliënten bij het eerste contact
- Personeelshandboek
plichten
mondeling en schriftelijk in voor hen
- Interviews directie/ beleid/
begrijpelijke taal over hun rechten en plichten.
teamcoördinator,
(ECS art. 33,76,77)
trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Klachtrecht
Cliënten worden bij binnenkomst gewezen op
- Personeelshandboek
hun recht een klacht in te dienen (norm ISt)
- Interviews directie/ beleid/ teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider,
50
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
cliënten Discriminatie
Er wordt geen onderscheid gemaakt naar ras,
- Personeelshandboek
etnische herkomst, geloofsovertuiging of
- Interviews directie/ beleid/
maatschappelijke situatie (ECS art. 20)
teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Privacy
Gegevens worden slechts bekend gemaakt aan
- Personeelshandboek
personen die hiertoe bevoegd zijn (ECS art. 63)
- Interviews directie/ beleid/
Er worden niet meer gegevens geleverd dan
teamcoördinator,
nodig voor de taakuitoefening (ECS art. 66)
trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Dossier
De cliënt heeft recht om kennis te nemen van
- Personeelshandboek
zijn dossier en over de inhoud geïnformeerd te
- Interviews directie/ beleid/
worden (ECS art. 63)
teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, cliënten
Rechtmatige
Er is een beslissing van de selectiefunctionaris,
- Dossieranalyse,
plaatsing
of de directeur P.I. over het resocialisatietraject
- Interview trajectbegeleider
of extramuraal traject (PP, (art. 43 Pbw, ISD) Of er is een vonnis waarin het extramurale traject als bijzondere voorwaarde staat of een advies van de reclassering (Voorwaarden) Of er is een beslissing van de rechtbank om preventieve hechtenis om te zetten in een extramuraal traject (Schorsing) (DSP kader) Organisatorische randvoorwaarden
Personeel
Alle begeleiders beschikken over aantoonbaar
- Beschrijving programma
HBO werk- en denkniveau (DSP kader)
stichting Moria, juli 2005 - Interview directie/ beleid/ teamcoördinator
De personeelsinzet is kwantitatief op orde
- Beschrijving programma
(norm ISt)
stichting Moria, juli 2005 - Interview directie/ beleid/ teamcoördinator
Personeel wordt opgeleid en getraind in het
- Beschrijving programma
51
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Communicatie
uitvoeren van het werk bij Moria (ISt)
stichting Moria, juli 2005
De instelling beschikt over een opleidingsplan
- Interviews directie/ beleid/
voor de medewerkers. Hierin is in ieder geval
teamcoördinator,
aandacht voor omgaan met agressie en het
trajectbegeleider,
gebruik van verslavende middelen (DSP Kader)
woonbegeleiders, werkbegeleider
Er is een effectieve interne en externe
- Interviews directie/ beleid/
communicatiestructuur (ISt)
teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider, reclassering
Bijzonderheden over cliënten worden
- Dossieranalyse
gerapporteerd en geregistreerd (ISt)
- Interviews directie/ beleid/ teamcoördinator, trajectbegeleider, woonbegeleiders, werkbegeleider
52
oktober 2007
Doorlichting - Stichting Moria
Bijlage 5 Geografische ligging locatie
53
Justitie werkt aan een veiliger samenleving
Justitie voorkomt en bestrijdt criminaliteit. Adequate opsporing, snelle berechting en consequente uitvoering van straffen en maatregelen zorgen dat Nederland veiliger wordt.
Uitgave Oktober 2007, Ministerie van Justitie, Inspectie voor de Sanctietoepassing, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag