IST Unit Zwolle Reclassering Nederland Inspectierapport Doorlichting
j1
Ministerie van Justitie
Inspectie voor de Sanctietoepassing
Unit Zwolle Reclassering Nederland Inspectierapport Doorlichting
Juli 2007
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2
Voorwoord
3
Samenvatting
4
Inleiding Aanleiding en doel Reikwijdte Objectbeschrijving Toetsingskader Opzet Methode Tijdpad
9 9 9 9 11 11 11 12
Bevindingen Uitvoering reclasseringstaken Advisering en voorlichting Toezicht houden Gedragsinterventies Veiligheid van de werkomgeving Veiligheid op kantoor Veiligheid tijdens huisbezoek en vervoer van cliënten Voorkomen van intimidatie Integriteitbeleid Rechtspositie Informatie aan de cliënt Culturele diversiteit doelgroepen Organisatie Interne communicatie en sturing Opleidingsbeleid
13 14 14 21 28 30 30 31 31 32 32 32 33 33 33 34
Conclusies Algemeen Reïntegratie Bijdrage aan reïntegratie en recidivevermindering Samenwerking met zorginstellingen
35 35 35 35 36
Juli 2007
3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.5 4 4.1 4.2 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Veiligheid van de maatschappij Risico-inschatting Controlemiddelen Bijdrage aan strafrechtsketen Veiligheid van de werkomgeving Rechtspositie Organisatie
37 37 37 38 39 39 39
Aanbevelingen Aanbevelingen m.b.t. de RN-unit Zwolle Aanbevelingen m.b.t. het landelijk reclasseringsbeleid Verklaring begrippen en afkortingen Documentatie Toetsingskader Geografische ligging locatie
41 41 42 43 45 46 51
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Voorwoord De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) heeft in mei 2007 een doorlichting uitgevoerd bij de unit Zwolle van Reclassering Nederland. Deze unit voert, met uitzondering van de werkstraffen, alle reclasseringstaken uit voor de regio Zwolle. Bij een doorlichting wordt het totale functioneren van een reclasseringsinstelling beoordeeld, bezien vanuit de aspecten reïntegratie, veiligheid van de samenleving, veiligheid van de werkomgeving, rechtspositie van justitiabelen en organisatie. Het algemene eindoordeel van de Inspectie over de unit Zwolle is positief. Dat neemt niet weg dat de ISt een aantal aanbevelingen doet ter verbetering van de werkwijze. Enkele daarvan hebben niet alleen betrekking op de unit Zwolle, maar richten zich op het landelijke reclasseringsbeleid. W.F.G. Meurs Hoofdinspecteur
3
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Samenvatting Op 14 en 15 mei 2007 heeft een doorlichting plaatsgevonden van de unit Zwolle van Reclassering Nederland. Deze unit voert alle reclasseringsproducten uit ten behoeve van de regio Zwolle, uitgezonderd de werkstraffen. De nieuwe oriëntatie van de reclassering op het delict(gedrag) in plaats van op persoonlijke hulpverlening aan reclasseringscliënten komt naar de mening van de Inspectie goed uit de verf in de unit Zwolle. Dat blijkt niet alleen uit de gehanteerde werkmethoden en uit de manier waarop de samenwerking met de rechterlijke macht en het gevangeniswezen vorm wordt gegeven, maar ook uit de taakopvatting van de reclasseringswerkers waarmee de ISt heeft gesproken. Hoewel de Inspectie een positief algemeen oordeel heeft over het functioneren van de RN-unit Zwolle, zijn er enkele punten verbeteringen wenselijk. Reïntegratie De wenselijkheid van specifieke reclasseringsactiviteiten om de kans op latere recidive te verminderen wordt standaard geïndiceerd met behulp van het diagnose-instrument RISc. Het professioneel oordeel van de reclasseringswerker speelt daarnaast een belangrijke rol. Soms worden echter in de praktijk gedragsinterventies toegepast die niet uit de RISc naar voren zijn gekomen. Dat is onwenselijk. Bij de uitvoering van gedragsinterventies is het verder van belang dat de gedragstrainer goed afstemt met de vaste begeleider van de cliënt. De ISt heeft vastgesteld dat vooral de communicatie met de trajectbegeleiders van gedetineerden binnen het gevangeniswezen over het verloop en de afloop van gedragsinterventies nog wel eens te wensen over laat. Een belangrijke taak van de reclassering is het houden van toezicht op justitiabelen. De unit Zwolle werkt daarbij intensief samen met twee forensisch psychiatrische instellingen in de regio. De forensisch psychiatrische poliklinieken zijn vaak beter in staat om de persoonlijke hulpverlening aan reclasseringscliënten voor hun rekening te nemen. De reclasseringswerker blijft dan als casemanager meer op afstand toezicht houden. Er heeft sinds kort een forse stijging in de toeleidingen naar de
4
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
genoemde instellingen plaatsgevonden. Veiligheid van de maatschappij De controlemiddelen die bij het reclasseringstoezicht op justitiabelen worden ingezet, beperken zich vooral tot gesprekken met de cliënten en indien mogelijk en wenselijk tot het opvragen van informatie bij referenten zoals personen uit het sociaal netwerk van de cliënt, behandelaars, andere hulpverleners, de werkgever of de wijkagent. Technische controlemiddelen zoals elektronisch toezicht of urinecontroles worden slechts beperkt toegepast. Urinecontroles zijn volgens de medewerkers lastig te organiseren. De ISt meent dat daarvoor een oplossing gevonden moet worden. Controles op alcohol- en druggebruik die op basis van eerder verrichte risicotaxaties zijn geïndiceerd, dienen plaats te kunnen vinden. Een ander probleem is dat de reclassering uitsluitend binnen kantoortijden werkt, wat de (fysieke) controle buiten die uren beperkt. Meer in het algemeen is de ISt van oordeel dat er onvoldoende sprake is van een methodische of systematische onderbouwing welke controlemiddelen bij welke reclasseringstoezichten ingezet zouden moeten worden. Dit is een punt dat landelijk aandacht behoeft. Bijdrage aan de strafrechtsketen Jaarlijks wordt na overleg met de rechterlijke macht en de DJI als opdrachtgevers van de reclassering een planning van reclasseringsproducten afgesproken. De feitelijke kwantitatieve bijdrage aan de strafrechtsketen is in grote lijnen iets minder dan de geplande. In 2006 produceerde de unit 7,5% te weinig. Op individuele producten zijn er soms grotere afwijkingen naar boven of naar beneden. Opvallend is dat de bijdrage aan de samenwerking met het gevangeniswezen in het kader van Terugdringen Recidive zo sterk achterblijft bij de planning. De instroom van TR-kandidaten blijft achter en bij opdrachten die binnenkomen wordt de beoogde termijn van 28 dagen om een conceptreïntegratieplan TR aan te leveren in 80% van de gevallen niet gehaald. Vereenvoudiging van werkprocessen en een andere organisatie van de reclasseringsinzet ten behoeve van TR zal daarvoor een oplossing kunnen bieden. Een vergelijking met de reclasseringsbalie, met zijn korte communicatielijnen tussen vertegenwoordigers van de reclassering en van het OM, dringt zich in dit verband op.
5
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
De invoering van reclasseringsbalie op het parket Zwolle heeft een positieve bijdrage geleverd aan de samenwerking tussen OM en reclassering. Het heeft geleid tot een betere prioritering van reclasseringsdiensten. Meestal vindt op casusniveau afstemming plaats. Beide partijen zijn hier enthousiast over. Toch zou het OM nog wel iets meer en beter greep willen hebben op de bewaking van prioriteiten en termijnen. Over het algemeen zijn de opdrachtgevers tevreden over de kwaliteit van de reclasseringsproducten, ook al is er nog geen systematische monitoring en terugkoppeling van de kwaliteit of de tevredenheid. Ook de inhoudelijke terugkoppeling van de reclassering aan de opdrachtgevers zou beter kunnen. Veiligheid werkomgeving Er zijn binnen de RN-unit Zwolle instructies om de veiligheid van medewerkers te waarborgen en om agressie en intimidatie te voorkomen. Ook zijn er regels die integriteitschendingen moeten helpen voorkomen. Deze onderwerpen komen echter niet structureel en pro-actief aan de orde in functioneringsgesprekken of teamoverleg en worden ook niet systematisch geëvalueerd. De borging van regels is naar de mening van de ISt onvoldoende. Vooral in een organisatie met veel nieuwe medewerkers levert dit risico’s op. Rechtspositie Reclasseringscliënten worden onvoldoende vooraf geïnformeerd over hun rechten en plichten. Informatie over de klachtregeling, recht op inzage van het eigen dossier zou vooraf moeten worden gegeven en niet pas als daarom wordt gevraagd. Organisatie Er is sprake van een goed functionerende organisatie en communicatiestructuur. Sinds kort zijn de advies-, voorlichtings-, en vroeghulptaken gescheiden georganiseerd van de toezichttaken en de uitvoering van gedragsinterventies. De medewerkers die zijn belast met voorlichtings en vroeghulpactiviteiten ervaren als gevolg van deze strikte scheiding een grotere werkdruk. De mogelijkheden om een evenwichtigere werkdruk te realiseren door te schuiven met toezichttaken, ontbreekt nu. De organisatie kent veel nieuwe medewerkers. Ook al heeft elke nieuwe medewerker een mentor toegewezen gekregen, zijn niet alle medewerkers tevreden over de mate waarin zij zijn opgeleid en toegerust voor het
6
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
reclasseringswerk. Vooral met betrekking tot aspecten die niet systematisch terugkomen in overleggen en werkbegeleiding levert dat risico’s op in de uitvoering van het werk. Ook hebben sommige medewerkers meer behoefte aan coaching en begeleiding. Aanbevelingen m.b.t. de RN-unit Zwolle - Maak nadere afspraken met het Openbaar Ministerie en met de DJI (m.n. coördinatiebureau TR) over de gewenste monitoring van de kwaliteit van de reclasseringsproducten (w.o. klanttevredenheidsmetingen), en de gewenste inhoudelijke terugkoppeling van het resultaat van individuele gedragsinterventies en reclasseringstoezichten. - Verbeter de afstemming tussen de trainers van gedragsinterventies en de vaste begeleiders van justitiabelen. Vooral de afstemming met de trajectbegeleiders van het gevangeniswezen verdient aandacht. - Pas alleen gedragsinterventies toe als die met behulp van de RISc zijn geïndiceerd. - Tref zonodig nadere organisatorische maatregelen om de adviesprocedure in het kader van de TR-methodiek te versnellen en draag daarbij zorg voor voldoende tijdige reclasseringscapaciteit. Ontwikkel een vlotte, werkbare procedure om op indicatie het gebruik van alcohol en drugs door reclasseringscliënten te kunnen vast te stellen. - Borg door middel van nadere instructies het beleid met betrekking tot de veiligheid van de werkomgeving en met betrekking tot de integriteit van de medewerkers en stel deze instructies op basis van periodieke evaluaties bij. - Garandeer dat reclasseringscliënten bij het eerste reclasseringscontact (eventueel schriftelijk) gewezen worden op hun rechten (klachtenregeling, inzagerecht dossiers etc.) - Besteed nadere aandacht aan de kennelijke behoefte van (vooral nieuwe) reclasseringswerkers aan systematische coaching en begeleiding.
7
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Aanbevelingen m.b.t. het landelijk reclasseringsbeleid Betrek bij de ontwikkeling van landelijke beleidskaders met betrekking tot het reclasseringstoezicht in ieder geval ook de volgende elementen: (1) de methodische indicatiestelling met betrekking tot verschillende toezichtsarrangementen (2) de wenselijkheid om zonodig ook buiten kantooruren en gedurende de weekeinden toezicht te kunnen houden op reclasseringscliënten. Evalueer de splitsing van advies- en uitvoeringstaken op de consequenties ten aanzien van de werkdrukverdeling en tevens ten aanzien van de verdieping en uitwerking van toezichten in de fase na de voorlichtingsrapportage.
8
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) oefent onder andere toezicht uit op de reclasseringsorganisaties. Het toezicht krijgt onder meer gestalte door het regelmatig doorlichten van reclasseringsinstellingen. Dat gebeurt aan de hand van een algemeen toetsingskader waarin normen zijn opgenomen waaraan het reclasseringswerk dient te voldoen rond de thema's reïntegratie, veiligheid, rechtspositie en organisatie. In dit rapport beschrijft de ISt in hoeverre de uitvoering van de reclasseringsactiviteiten door de unit Zwolle van Reclassering Nederland aan die normen voldoet. De ISt heeft gekozen voor deze unit omdat er nog niet eerder een unit van Reclassering Nederland (RN) op deze wijze is doorgelicht. Daarnaast was er over deze unit en dit arrondissement op grond van eerdere inspecties nog weinig bekend bij de ISt. 1.2 Reikwijdte Het onderzoek is afgebakend tot de activiteiten van de reclasseringsunit Zwolle van Reclassering Nederland. De unit Zwolle voert geen werkstraffen uit en deze zijn daarom geen onderwerp van onderzoek. Daarbij moet worden bedacht dat de ISt in 2005 een themaonderzoek heeft uitgevoerd naar de uitvoering van de werkstraffen door de reclassering. 1.3 Objectbeschrijving Reclassering Nederland is de grootste van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) en voert haar taken uit in ongeveer 50 units verspreid door het land. Het arrondissement Zwolle-Lelystad bestaat uit twee werkgebieden met elk een eigen volwaardige vestiging van het parket van het Openbaar Ministerie en een eigen (justitieel) netwerk. De RN-unit Zwolle is een zogenaamde “reguliere” unit die alle reclasseringsproducten uitvoert ten behoeve van de regio Zwolle, uitgezonderd de werkstraffen. In tabel 1 is de reclasseringsproductie van de unit Zwolle in 2006 weergegeven.
9
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Tabel 1: Omvang reclasseringsproductie 2006 Hoofdtaken
Product1
Gerealiseerde productie 2006
Advies en voorlichting
Vroeghulp
157
Vroeghulpinterventie
59
Voorlichting
328
Voorlichting TR2
15
Adviesrapportage
114
Adviesrapportage TR
68
Maatregelrapportage
12
Diagnose
354
RISc
117
RISc TR
58
Diagnose TR Herhaling
7
Toezichten
300
Toezichten TR
10
Toeleiding Zorg
40
Toeleiding Zorg TR
3
Gedragsinterventies
33
Gedragsinterventies TR
22
Leerstraf
9
Toezicht houden
Gedragsinterventies
Tenuitvoerlegging taakstraffen
In bijlage 1 worden de reclasseringsproducten kort toegelicht. TR staat voor Terugdringen Recidive. TR is een nieuwe methode om de kans op herhalingscriminaliteit van langergestrafte gedetineerden te reduceren. Daartoe stelt de reclassering samen met het gevangeniswezen op basis van een diagnose van criminogene factoren een zg. reïntegratieplan op, dat vervolgens gezamenlijk wordt uitgevoerd. 1 2
10
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Er bevinden zich in het arrondissement Zwolle-Lelystad nog een reguliere unit en een werkstrafunit van de RN in Lelystad. Ook is er een werkstrafunit in Apeldoorn die onder andere gedeeltelijk het arrondissement ZwolleLelystad bedient. Belangrijke steden waar de cliënten van de unit Zwolle zich bevinden, zijn Zwolle en Deventer. De unit Zwolle heeft 24 reclasseringswerkers (totaal ongeveer 16 fte) in dienst en vijf administratief medewerkers. De unit wordt geleid door een unitmanager die verantwoording aflegt aan de regiomanager Midden Oost Nederland. De unitmanager wordt in de inhoudelijke aansturing ondersteund door een werkbegeleider. De unit Zwolle is gehuisvest in een modern bedrijfsverzamelgebouw bij een winkelcentrum aan de rand van Zwolle. Daar heeft zij één verdieping tot haar beschikking waar zich spreekkamers, een trainingsruimte, kantoorruimte voor de unit Zwolle en kantoorruimte voor het regiokantoor Midden-Oost Nederland bevinden.
1.4 Toetsingskader De bevindingen van de Inspectie zijn getoetst aan het toetsingskader dat is opgesteld voor de doorlichting van reclasseringsinstellingen. Op deze toetsing zijn de conclusies en het oordeel van de Inspectie ten aanzien van de unit Zwolle gebaseerd. Het toetsingskader is in bijlage 3 opgenomen en omvat de thema's reïntegratie, veiligheid van de samenleving, veiligheid van de werkomgeving, rechtspositie en organisatie. 1.5 Opzet 1.5.1 Methode Het onderzoek is uitgevoerd door twee inspecteurs. Samen met de aankondiging van de inspectie heeft de Inspectie schriftelijke informatie opgevraagd bij de unit Zwolle over beleid en uitvoering. Deze informatie is voorafgaand aan het onderzoek bestudeerd. De gebruikte documentatie is terug te vinden in bijlage 2. Na bestudering van de documentatie heeft de Inspectie een voorgesteld programma naar de instelling gestuurd en een overzicht van tijdens de inspectie te bestuderen dossiers.
11
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Voorafgaand aan de inspectie hebben de uitvoerende inspecteurs interviews gehouden met een vertegenwoordiging van het Openbaar Ministerie in Zwolle en van de penitentiaire inrichting (PI) in Zwolle in hun rol als opdrachtgever van de reclasseringsinstelling. Tijdens de inspectie hebben twee inspecteurs kleine groepsinterviews gehouden met cliënten (twee cliënten in de PI Zwolle en één cliënt op de locatie van de unit), met het management (de regiomanager en de unitmanager) en met medewerkers. De gesprekken met de medewerkers waren steeds gericht op één reclasseringstaak of productgroep te weten vroeghulp en vroeghulpinterventie (drie medewerkers), advies- en voorlichtingsrapportage (drie medewerkers, inclusief de werkbegeleider), toezicht (drie medewerkers), en gedragsinterventies (twee medewerkers). Omdat één reclasseringswerker aan twee interviews deelnam, is er in totaal met negen uitvoerende medewerkers gesproken. Voorafgaand aan de interviews met de medewerkers hebben de inspecteurs van elk van de reclasseringsproducten tien dossiers bestudeerd om een indruk te krijgen van de werkwijze die vervolgens in het vraaggesprek werd uitgediept. 1.5.2 Tijdpad De Inspectie heeft het onderzoek op 26 maart 2007 aangekondigd bij de algemeen directeur van Reclassering Nederland, bij de regiomanager Midden Oost Nederland van Reclassering Nederland en bij de Directie Sanctie- en Preventiebeleid van het ministerie van Justitie. Op 8 en 9 mei 2007 hebben de inspecteurs gesprekken gevoerd met het parket Zwolle en de PI Zwolle. De inspectie heeft plaatsgevonden op 14 en 15 mei 2007. Op14 juni 2007 is het conceptrapport voor wederhoor naar de regiomanager van RN Midden Oost Nederland gezonden. Op 29 juni is de wederhoorreactie ontvangen Vervolgens is het rapport op 30 juli door de hoofdinspecteur vastgesteld en aan de staatssecretaris van Justitie aangeboden.
12
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
2 Bevindingen
De minister van Justitie onderscheidt vier hoofdtaken van de reclassering3: 1. Advisering en voorlichting aan OM, ZM en DJI; 2. Toezicht houden op het nakomen van door OM of ZM opgelegde voorwaarden; 3. Het ontwikkelen en uitvoeren van op recidivevermindering gerichte interventies; 4. Tenuitvoerlegging van taakstraffen. De bevindingen zijn eerst gerangschikt naar de eerste drie genoemde hoofdtaken. De vierde hoofdtaak valt voorzover dit de tenuitvoerlegging van werkstraffen inhoudt, buiten de reikwijdte van dit onderzoek. De leerstraffen zijn niet specifiek onderzocht omdat het in de unit RN Zwolle om zeer kleine aantallen ging. De reclasseringstaken zijn vooral gericht op reïntegratie en veiligheid van de samenleving en vallen daarom voornamelijk onder die twee toezichtaspecten (zie ook het toetsingskader). De overige toezichtaspecten rechtspositie, organisatie en veiligheid van de werkomgeving zijn randvoorwaardelijk voor de uitvoering van de reclasseringstaken en komen vanaf paragraaf 2.2 aan de orde. Aan het eind van elke paragraaf volgt een korte samenvattende constatering waarin die elementen worden herhaald die van belang zijn voor toetsing aan het toetsingkader (zie bijlage 3).
3
Kamerstukken II 2003-2004, 29270, nr. 1
13
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
2.1 Uitvoering reclasseringstaken
2.1.1 Advisering en voorlichting
Reclasseringsbalie Sinds 1 januari 2007 is in alle arrondissementen de reclasseringsbalie ingevoerd. De reclasseringsbalie is een administratieve verdeeleenheid van de 3RO op de locatie van het arrondissementsparket van het OM. Via de reclasseringsbalie worden de binnenkomende opdrachten van de rechtelijke macht en van DJI aan de reclassering verdeeld over de drie reclasseringsorganisaties en gemonitord. In het arrondissement Zwolle is de reclasseringsbalie geïntegreerd in het reeds bestaande Justitieel Intake- en Afdoeningcentrum (JIC). Het JIC beoogt de afdoening van strafzaken te versnellen. In het JIC komen alle standaardzaken binnen, uitgezonderd zaken waar het gaat om preventieve hechtenis of waarbij bijzondere opsporingsbevoegdheden van toepassing zijn. De politie meldt de zaak telefonisch aan. De strafzaak wordt vervolgens vanuit het politiesysteem in het OM-systeem gelezen. Dan vindt er overleg plaats met de medewerkers van de reclasseringsbalie. Het OM bepaalt vervolgens hoe de zaak wordt afgehandeld. Het OM ervaart het als een groot voordeel dat de medewerkers van de reclasseringsbalie fysiek op het parket aanwezig zijn. Men weet daardoor snel of de verdachte al bekend is bij de reclassering en als dat het geval is, wat er speelt. De reclasseringsbalie heeft voor een stroomversnelling in de samenwerking gezorgd. De directe aanwezigheid van reclasseringsmedewerkers van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) op het parket en de korte communicatielijnen met OM-medewerkers hebben er volgens het OM toe bijgedragen dat het cultuurverschil minder is geworden. De reclasseringsbalie vervult ook in andere opzichten een scharnierfunctie tussen het OM en de 3RO. Ook als een reclasseringswerker bijvoorbeeld tevergeefs contact zoekt met de executieofficier i.v.m. een slecht lopend toezicht, kan de communicatie via de reclasseringsbalie verlopen.
14
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Vroeghulpbezoek en vroeghulpinterventie Vroeghulpbezoek is het eerste bezoek door de reclassering aan een in verzekering gestelde of in bewaring gestelde verdachte waarbij de reclasseringswerker beoordeelt of een vervolgaanbod wenselijk is. Volgens de jaarplanning 2006 en 2007 zou bij 200 in verzekering gestelden een vroeghulpbezoek moeten plaatsvinden. De praktijk blijft iets achter met 157 vroeghulpbezoeken in 2006 en 38 in de eerste drie maanden van 2004. 4 De vroeghulp wordt uitgevoerd door een medewerker van de reclassering waaraan de vroeghulp is toegewezen. Een probleem is het sterk fluctuerende aantal gewenste vroeghulpbezoeken; op sommige dagen geen enkele en op andere dagen drie of vier, verspreid over verschillende politiebureau’s in de regio. Die piekbelasting zorgt voor een hoge werkdruk bij de medewerker die vroeghulpdienst heeft. De wijze waarop de vroeghulpdienst wordt ingeroosterd, is vanwege deze grote werkdruk onderwerp van overleg en ontwikkeling binnen de unit Zwolle. De prioritering van de vroeghulp vindt plaats door de reclasseringsbalie. De medewerker van de reclasseringsbalie overlegt met het OM of een vroeghulpbezoek gewenst is. Een voordeel van deze afstemming vooraf is dat er dan voor de vroeghulpbezoeker meestal aanvullende informatie van de politie beschikbaar is. Voorrang voor een vroeghulpbezoek hebben daders van huiselijk geweld, jeugdigen tot 23 jaar en zedendaders. De prioriteit voor daders van huiselijk geweld is gebaseerd op een samenwerkingsprotocol “Relationeel geweld” met onder meer het OM. Niet gemotiveerde, niet Nederlands sprekende cliënten en veelplegers worden niet bezocht door het vroeghulpteam. Niet Nederlands sprekende cliënten worden niet bezocht vanwege het praktische taalprobleem en veelplegers niet omdat ze reeds bekend zijn bij het OM en de 3RO.5 Verzoeken van advocaten voor reclasseringsrapportages in verband met een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis van een al dan niet bezochte cliënt, worden doorverwezen naar het OM. Het aantal vroeghulpbezoeken dat tot een vroeghulpinterventierapport leidt, is zowel in absolute als in relatieve aantallen hoog. In 2006 werd het geplande
Inmiddels spoort de productie tot en met mei 2007 met het afgesproken productiekader (realisatie 102%). Veelplegers worden wel bezocht, maar in overleg met de Officier van Justitie door de reclasseringswerker die toezicht houdt op de veelpleger.
4 5
15
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
aantal van 30 rapporten met 59 rapporten ver overschreden. In de eerste drie maanden van 2007 werden al 17 vroeghulpinterventierapporten geschreven terwijl er op jaarbasis slechts 40 zijn gepland. Het percentage vroeghulpbezoeken dat tot een vroeghulpinterventierapport leidt, is bij de RN Zwolle respectievelijk 38% (2006) en 45% (eerste drie maanden 2007)6, terwijl de verhouding tussen vroeghulpbezoek en vroeghulpinterventie landelijk gemiddeld 20%7 is. Het parket Zwolle hecht veel waarde aan informatie van de reclassering in deze fase van de rechtsgang. Wanneer het gevaar op recidive of maatschappelijke onrust te groot is, wordt in een vroeghulpinterventierapport geadviseerd de hechtenis niet te schorsen. Anderzijds kan bijvoorbeeld het behouden van werk een reden zijn om juist wel tot schorsing van voorlopige hechtenis te adviseren. Er wordt volgens de geïnterviewde reclasseringswerkers een zakelijke afweging gemaakt, waarbij het uiteindelijke resultaat voor de maatschappelijke veiligheid centraal staat. De meerderheid van de vroeghulpinterventierapporten betreft daders van huiselijk geweld. Vaak volgt (verplichte) doorverwijzing naar behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek. Doordat het OM de informatie uit de rapportage snel wil hebben, ervaren de reclasseringswerkers soms dat ze onvoldoende tijd hebben om gedegen onderzoek te doen en eventuele toezichtarrangementen of gedragsinterventies goed te onderbouwen. Dat moet dan in een latere fase gebeuren. Hoewel het OM op casusniveau betrokken is bij de keuze voor vroeghulp en vroeghulpinterventie, wordt er door het OM - los van het samenwerkingsconvenant met betrekking tot huiselijk geweld- niet beleidsmatig gestuurd welke in verzekering gestelden worden bezocht of over wie wordt gerapporteerd. Het OM is tevreden over de kwaliteit van de vroeghulpinterventierapportages, maar betreurt het dat er buiten kantooruren en in de weekenden geen vroeghulp wordt uitgevoerd door de reclassering. Samenvattende constatering ISt De inspectie constateert dat de unit Zwolle onderproduceert op het aantal af
6 7
Bron: CVS Bron: reclasseringsmonitor 2006
16
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
te leggen vroeghulpbezoeken, maar overproduceert op het aantal vroeghulpinterventierapporten. Vaak komen die onder tijdsdruk tot stand waardoor in een later stadium het plan van aanpak voor de reclasseringsinterventie of de doorverwijzing naar een zorginstelling verder uitgewerkt moet worden. Het percentage vroeghulpbezoeken dat tot een vroeghulpinterventierapportage leidt, ligt ruim boven het landelijk gemiddelde. Over de vraag welke in verzekering gestelden te bezoeken en over wie te rapporteren, voert de reclasseringsbalie op casusniveau overleg met het parket. De beleidsmatige sturing op de vroeghulpen door het OM beperkt zich tot het samenwerkingsprotocol “Relationeel geweld”. De vroeghulpinterventierapporten besteden aandacht aan zowel veiligheidsals reïntegratieaspecten. Het OM waardeert de informatie uit de reclasseringsrapportages over het algemeen positief. Voorlichtingsrapportages De reclassering brengt op verzoek van het OM of de rechter voorlichtingsrapportages uit waarin een advies staat over de te nemen justitiële beslissing ten aanzien van een justitiabele. De unit Zwolle had voor 2006 350 voorlichtingsrapportages gepland en heeft er dat jaar 343 uitgebracht. In de eerste drie maanden van dit jaar heeft de unit er 78 gerealiseerd. Dat is iets minder dan de 87 opdrachten die volgens het gelijk gebleven productiekader in de eerste drie maanden zouden moeten zijn gerealiseerd. Landelijk zijn binnen de reclasseringsorganisaties sinds kort de adviestaken organisatorisch gescheiden van de interventie- en toezichtstaken. De medewerkers aan de advieskant geven aan dat de werkdruk daardoor groter is geworden. De uitvoering van de adviestaken van de reclassering wordt nu gedomineerd door de noodzaak om deadlines te halen. Vroeger kon voor een gelijkmatiger werkverdeling gemakkelijker worden geschoven tussen voorlichtingstaken en toezichttaken. Het OM doet idealiter twee tot drie maanden voorafgaand aan een zitting een aanvraag voor een voorlichtingsrapport bij de reclassering. Als er na acht weken nog geen respons is, rappelleert het OM. De bedoeling is dat de reclasseringsbalie dat in de toekomst zelf gaat monitoren.
17
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Het komt nog steeds voor dat rapportages op het laatste moment worden aangeleverd, maar er is een verbetering ten opzichte van vroeger. Er is nu een wachtlijst van ongeveer 40 voorlichtingsverzoeken, waar de wachtlijst vroeger gemiddeld ongeveer 70 verzoeken betrof. Op dit moment worden er geen opdrachten meer geretourneerd wegens een tekort aan capaciteit. Dat gebeurt alleen nog vanwege inhoudelijke redenen die bij de cliënt liggen (bv. ontkennende cliënten en cliënten die niet komen opdagen). Het OM volgt bij de prioritering in welke zaken reclasseringsrapportage gewenst is in grote lijnen de door het Parket Generaal ingevoerde beslisboom. Daders van huiselijk geweld en van zware geweldsdelicten, alsmede zedendelinquenten, veelplegers en verdachten die naar verwachting tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zullen worden veroordeeld, hebben in principe voorrang bij het aanvragen van een reclasseringsrapportage. Meestal vindt op de reclasseringsbalie op casusniveau overleg plaats tussen OM en reclassering over de wenselijkheid van voorlichting. Voor alle voorlichtingsrapportages gebruiken de reclasseringswerkers inmiddels de RISc. De RISc staat voor Risico Inschattings Schalen en is een instrument dat op basis van criminogene factoren het recidiverisico en de geschikte reclasseringsinterventie bepaalt. De opvattingen over de meerwaarde van de RISc lopen uiteen. Een medewerker waarmee de ISt heeft gesproken, geeft aan dat de RISc helpt bij het trechteren van informatie en dat het goed is om het advies wetenschappelijk te kunnen onderbouwen. Wel kan het instrument nog verder worden verbeterd. Een andere medewerker geeft aan dat het vooral een bevestiging is van wat je toch al dacht en dat het daardoor weinig oplevert in verhouding tot de tijd die het afnemen ervan kost. Een derde medewerker geeft aan dat de RISc gezien moet worden als een instrument ter ondersteuning van het professionele oordeel en niet in plaats daarvan. Ook dwingt het om vanuit het delict te redeneren en is het nadrukkelijker gericht op interventies om de toekomstige recidive te beperken. Bij bekennende verdachten wordt in het kader van de voorlichtingsrapportage altijd een recidive-inschatting gemaakt. Soms worden in deze fase ook al concrete toezichtarrangementen voorgesteld, maar vaak worden deze pas in de begeleidingsfase uitgewerkt.
18
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
De RISc leidt tot een indicatie van de gewenste gedragsinterventies. De medewerkers geven echter aan dat ook de begeleiding van de cliënt als verbinding tussen die interventies van belang is. De zienswijze van de cliënt wordt niet altijd expliciet in het rapport opgenomen. Wel komt die bij onderwerpen zoals motivatie en delictbeleving in het voorlichtingsrapport aan de orde. Het OM is over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de voorlichtingsrapportages, maar er vindt nog geen structurele evaluatie van die kwaliteit plaats. Het OM en de reclassering hebben wel het voornemen om door middel van evaluatieformulieren zowel de kwaliteit van de adviesaanvraag als van het geleverde rapport te gaan evalueren. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de werkdruk door de voorlichters als hoog wordt ervaren. De unit kan met moeite aan de vraag van het OM en de productieplanning voldoen. De prioriteitstelling op hoofdlijnen wordt door het OM volgens de landelijke richtlijnen bepaald. Op casusniveau wordt meestal nog overlegd door medewerkers van de reclasseringsbalie en van het parket. De RISc is inmiddels geheel ingevoerd, maar geeft nog niet voor alle dadergroepen een bruikbare risico-inschatting. Hoewel structurele kwaliteitsmonitoring door het OM ontbreekt, is het OM over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de rapportage. Overige rapportages In 2006 waren er 203 adviesrapportages gepland, waarvan 103 in opdracht van het gevangeniswezen in het kader van Terugdringen Recidive (TR)8. Er werden er 182 gerealiseerd, waarvan er 68 betrekking hadden op TR. In de eerste drie maanden van 2007 waren er 57 gepland, waarvan 26 voor TR. Daarvan zijn er 19 gerealiseerd, waarvan 9 voor TR. In 2006 waren er zeven maatregelrapportages gepland. Een maatregelrapportage is een uitgebreide rapportagevariant, gericht op rechtelijke beslissing ten aanzien van een tbs-maatregel. Unit Zwolle
TR is, zoals eerder gemeld, een nieuwe methode om de recidive van gedetineerden te beperken. Daarvoor is een nieuw samenwerkingsmodel tussen gevangeniswezen en reclassering ontwikkeld, waarin een gemeenschappelijk op te stellen reïntegratieplan een centrale rol speelt. De reclassering stelt bij wijze van adviesrapport een concept-reïntegratieplan op.
8
19
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
realiseerde er twaalf. In 2007 was er voor de eerste drie maanden één gepland en zijn er twee gerealiseerd. Meer dan de helft van de adviesrapportages wordt in opdracht van de PI Zwolle gemaakt. Hierbij spelen rapportages in het kader van TR een steeds grotere rol. Een probleem bij deze rapportages is dat de gewenste doorlooptijden niet worden gehaald. Binnen 28 dagen na een verzoek van de PI zou door de reclassering een TR-rapport met daarin een conceptreïntegratieplan moeten zijn aangeleverd. Volgens medewerkers is dit niet mogelijk doordat het even duurt voordat de opdracht via de reclasseringsbalie is binnengekomen, vervolgens binnen de 3RO is verdeeld en dan bij de juiste medewerker is. Daarna moet deze een afspraak maken met de gedetineerde, de RISc afnemen en overleggen met de trajectbegeleider van de PI. Volgens reclasseringswerkers kost dit bij elkaar minimaal 6 weken. Als er ook nog een verdiepingsdiagnose gemaakt moet worden, is de minimale doorlooptijd nog langer. De vertegenwoordiger van de PI waarmee is gesproken, geeft aan dat de lange doorlooptijd om tot een reïntegratieplan te komen, een hardnekkig probleem is dat ook in andere delen van het land speelt. Volgens haar moet het in de meeste gevallen mogelijk zijn om binnen de gestelde termijn van 28 dagen van de reclassering een concept-reïntegratieplan te kunnen ontvangen, mits de reclasseringsorganisatie daarop wordt ingericht. De oorzaak van het probleem zit vooral in het onvoldoende tijdig beschikbaar maken van reclasseringscapaciteit. De lange doorlooptijd van de adviesrapportages in het kader van TR zijn zowel landelijk als regionaal en lokaal onderwerp van veel overleg; tot nu zonder afdoende resultaat. Onderstaande tabel laat zien dat de voorgeschreven termijn van 28 dagen om tot een concept-reïntegratieplan te komen, in vier van de vijf gevallen niet wordt gehaald.
20
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Tabel 2 : Doorlooptijd TR adviesrapportages Doorlooptijd 2006-2007 (n=58)9 t/m 4 weken
19 %
4 – 6 weken
31 %
6 – 8 weken
17 %
8- 10 weken
14 %
10 – 12 weken
16 %
Meer dan 12 weken
3%
Totaal
100 %
De PI is wel tevreden over de kwaliteit van de rapportages. Ook het afstemmingsoverleg tussen de trajectbegeleider van het gevangeniswezen en de reclasseringswerker die de RISc heeft afgenomen en het reïntegratieplan heeft opgesteld, verloopt goed. Bijzonder voor Zwolle is dat ook het bureau Selectie en Detentiebegeleiding (BSD) van de PI daarbij aanschuift. Positief gevolg daarvan is dat er korte lijnen zijn voor wat betreft de afstemming van de werkprocessen. Bovendien ontstaat op die manier meer begrip en draagvlak voor TR bij het BSD. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat vooral de adviesrapporten in het kader van TR achter blijven in productie. Het aantal opdrachten om een RISc af te nemen en een reïntegratieplan te concipiëren, blijft achter bij de planning. Vervolgens slaagt de RN er in vier op de vijf gevallen niet in om zo’n conceptreïntegratieplan tijdig aan te leveren. Over de inhoudelijke kwaliteit van de adviesrapporten en over de inhoudelijke onderlinge afstemming is de PI wel tevreden. 2.1.2 Toezicht houden Een reclasseringstoezicht houdt in dat een justitiabele zich op grond van een rechterlijke uitspraak of in het kader van een extramurale vorm van detentie moet gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Het doel hiervan is Volgens opgave van het coördinatiebureau TR van de PI Overijssel zijn in 2006 en in de eerste maanden van 2007 62 concept-reïntegratieplannen opgesteld door de RN Zwolle. In vier gevallen was de dooorloptijd (nog) niet bekend.
9
21
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
om het gedrag van de justitiabele dusdanig te beïnvloeden dat recidive wordt voorkomen. Voor 2006 waren vooraf 292 toezichten gepland , waarvan 28 in het kader van TR. In werkelijkheid zijn in dat jaar 310 toezichten gerealiseerd, waarvan 10 in het kader van TR. De overgrote meerderheid van de toezichten betrof reclasseringstoezicht bij voorwaardelijke veroordeling (197) en bij schorsing van preventieve hechtenis (43). In de eerste drie maanden van 2007 was de planning 78 en de realisatie 90 toezichten. Vorig jaar was er sprake een beperkte wachtlijst bij de uitvoering van toezichten; inmiddels niet meer. Nadat de opdracht is ontvangen om in het kader van een voorwaardelijke veroordeling toezicht te houden, wordt de veroordeelde toebedeeld aan een reclasseringswerker binnen de unit. Na deze toedeling vindt volgens medewerkers binnen twee weken de eerste afspraak plaats. Bij schorsing van een voorlopige hechtenis, gaat dit een stuk sneller. In 76% van de toezichten bij schorsing preventieve hechtenis in 2006 was er binnen een week contact met de cliënt, in 89% van de zaken binnen een maand.10 Dat is sneller dan het landelijke beeld laat zien. Daar zijn de respectievelijke percentages 39% en 70%11. Het OM monitort niet op welk moment opgelegde reclasseringstoezichten daadwerkelijk worden gestart. Sinds de advies- en de uitvoeringstaak van de unit organisatorisch gescheiden zijn, wordt het toezicht niet meer uitgevoerd door de reclasseringswerker die het voorlichtingsrapport heeft opgesteld. Deze splitsing geldt niet voor begeleidingen in het kader van veroordelingen tot tbs met voorwaarden, proefverlof tbs of voorwaardelijke beëindiging van de tbs. Hierbij wordt zowel de (maatregel)rapportage als het toezicht uitgevoerd door reclasseringswerkers die zich specifiek op deze cliëntdoelgroep richten. De basis voor de uitvoering van een toezicht is het plan van aanpak gebaseerd op de RISc dat deel uitmaakt van het (voorlichtings-)rapport. Als er geen voorlichtingsrapport gemaakt is, wordt alsnog een plan van aanpak opgesteld met behulp van de RISc.
10 11
Bron: CVS Bron: Inspectierapport Ketenaansluiting reclassering en Openbaar ministerie ISt 2006
22
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
De medewerkers noemen ook het vonnis zelf een belangrijke basis voor de vormgeving van het toezicht. Daarin zijn eventuele voorwaarden zoals behandeling, contactverbod etc. vastgelegd. De afspraken bij een toezicht worden vastgelegd in een toezichtovereenkomst die door de cliënt wordt ondertekend. Soms is het moeilijk een zinvolle inhoud te geven aan een toezicht als het toezicht niet specifiek in een voorlichtingsrapportage geadviseerd is. Het toezicht wordt vaak gecombineerd met behandeling door een forensisch psychiatrische instelling. Met name naar de forensische poliklinieken Tender en Spoor 2 van respectievelijk de tbs-klinieken Oldenkotte en Veldzicht wordt vaak doorverwezen. Daarnaast wordt doorverwezen naar de verslavingszorg of kan het toezicht gericht zijn op meer praktische zaken zoals het regelen van een ID-bewijs, een uitkering, huisvesting of arbeidstoeleiding. In het geval van een veelpleger wordt er op basis van een lokaal convenant gewerkt met een regiegroep waarbij gemeentelijke netwerkpartners aan tafel zitten (in Deventer en Zwolle). In dat verband worden onder meer afspraken gemaakt over huisvesting, maatschappelijke opvang e.d. Deze samenwerking vergemakkelijkt voor de reclasseringswerker het regelen van praktische zaken. In Deventer ontvangt de RN een aanvullende subsidie van de gemeente. Er worden in het kader van een toezicht relatief weinig gedragsinterventies geïndiceerd. Met betrekking tot het houden van toezicht in het kader van een tbsmaatregel is er een samenwerkingsovereenkomst met Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht. Daarin worden de overdracht en de informatie-uitwisseling aangaande tbs-gestelden geborgd. Ook is er een samenwerkingsovereenkomst informatie-uitwisseling m.b.t. tbs-gestelden tussen Politie IJsselland en de drie reclasseringsinstellingen in Overijssel. De belangrijkste controlemiddelen die gebruikt worden, zijn - naast het volgen van een behandeling- regelmatig contact houden met de cliënt of gebruik maken van referenten zoals personen uit het sociaal netwerk, behandelaars, andere hulpverleners, de werkgever of de wijkagent. Het gebruik maken van referenten wordt niet systematisch als controlemiddel toegepast, maar is afhankelijk van de inschatting van de reclasseringswerker. Doorgaans is er maandelijks contact met de cliënt. Hierop wordt op indicatie gevarieerd. Het gebruik van urinecontrole is wel mogelijk, maar gebeurt in de
23
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
praktijk weinig omdat het volgens de geïnterviewde reclasseringswerkers moeilijk te organiseren is. Bij opname in een kliniek, is doorgaans eenmaal per 6 weken contact. Een specifiek controlemiddel is elektronisch toezicht (ET) Hierbij is voorschrift dat er wekelijks contact moet zijn met de cliënt (thuis of op kantoor). Medewerkers ervaren dit in de praktijk niet altijd uitvoerbaar en bepalen de werkelijke contactfrequentie in overleg met de werkbegeleider. Bij ET gelden ook aanvullende bijzondere voorwaarden: geschikte huisvesting en verplichte dagbesteding. In geval van overtreding van de aanwijzingen of voorwaarden, of bij dreiging van recidive vindt er in eerste instantie een gesprek plaats met de cliënt. Mocht dat niet afdoende zijn, dan retourneert de reclassering de toezichtsopdracht uiteindelijk aan het OM na telefonisch contact te hebben gehad met de Officier van Justitie, eventueel met een officiële waarschuwing als tussenstap. Verder wordt alleen als er sprake is van bijzonderheden, tussentijds gerapporteerd aan het OM. Als de reclassering niet langer in staat is om toezicht te houden, bijvoorbeeld omdat contact met de cliënt of de referenten onmogelijk is, stuurt de reclassering het toezicht terug. Doorgaan wordt dan niet maatschappelijk verantwoord gevonden. Bij een toezicht in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis, neemt de reclassering bij overtreding van de voorwaarden sneller contact op met het OM dan bij toezicht in het kader van een voorwaardelijke veroordeling. Recent hebben OM en reclassering de afspraak gemaakt dat bij problemen in een toezicht de reclasseringwerker altijd contact opneemt met het OM. In geval van recidive wordt de toezichtsopdracht altijd teruggestuurd naar het OM. Echter, niet elke nieuwe aanhouding betekent automatische retournering. Iemand kan immers zijn aangehouden, maar niet verder worden vervolgd. In dit soort gevallen wordt altijd kortgesloten met het OM; hetzij rechtstreeks met de executieofficier, hetzij via de reclasseringsbalie. Bij overtreding van de ET-voorwaarden wordt de toezichtopdracht geretourneerd aan het gevangeniswezen, i.c. het hoofd van het Penitentiair Trajectencentrum in Arnhem. In 2006 zijn bij de RN Zwolle 78 toezichten in het kader van voorwaardelijke schorsing van voorlopige hechtenis en voorwaardelijke veroordeling afgesloten, waarvan er 26 voortijdig zijn beëindigd. Dat betekent dat in
24
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Zwolle 33% van de toezichten mislukt. Het landelijk percentage is eveneens 33%12. De reclasseringswerkers ervaren het als een professionele uitdaging om de juiste balans te vinden tussen het element van controle en het element van begeleiden. Beide elementen kunnen elkaar versterken , omdat je als toezichthouder net iets meer druk kan leggen op de cliënt, maar soms werkt de combinatie contraproductief. Dan werkt het beter als de persoonlijke begeleiding plaatsvindt vanuit een andere instelling. Daar is vaak ook meer tijd om de cliënt te begeleiden. In dit verband wordt regelmatig een beroep gedaan op de forensische polikliniek De Tender. Het OM geeft aan weinig zicht te hebben op wat er inhoudelijk binnen een toezicht gebeurt. Van oudsher wordt de uitvoering van het toezicht overgelaten aan de professionaliteit van de reclassering. Alleen in geval van toezicht op veelplegers heeft het OM door middel van het casusoverleg inzicht in wat er tijdens een toezicht gebeurt. Volgens het OM zou er bij voorkeur een structureel overleg moeten zijn met de executieofficier over alle lopende toezichten. Er zijn landelijke ontwikkelingen om in de toekomst voorwaarden scherper te formuleren. Het is de bedoeling dat het OM ook daarin steeds meer de positie krijgt van opdrachtgever. Er zijn geen criteria afgesproken waaraan een afloopbericht moet voldoen. Een afloopbericht wordt niet inhoudelijk getoetst, maar alleen administratief op het parket afgeboekt. Als een toezicht is mislukt, wordt de reclasseringswerker wel gevraagd om bij de zitting aanwezig te zijn, als de OvJ dat nodig vindt. Het coördinatiebureau TR van de PI Overijssel heeft de behoefte geuit om een inhoudelijk afloopbericht te ontvangen over een toezicht dat in het kader van een TR-traject heeft plaatsgevonden. Op die manier kan beter worden gemonitord of de doelstellingen van zo’n traject ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Om risico’s in de uitvoering van het toezicht te minimaliseren hebben de drie landelijke reclasseringsorganisaties in het voorjaar van 2007 alle reclasseringstoezichten gescreend. Deze screening had tijdens de inspectie in
IVA, Toepassing bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke vrijheidstraf en schorsing voorlopige hechtenis bij volwassenen, 2006.
12
25
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Zwolle al plaatsgevonden. De reclasseringsinstellingen hebben hierover afzonderlijk gerapporteerd. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de reclasseringstoezichten snel worden gestart. De begeleiding bestaat vooral uit behandeling bij forensisch psychiatrische instellingen en het helpen regelen van praktische zaken. Alleen de samenwerking met de forensisch psychiatrische kliniek Tender en de begeleiding van veelplegers is structureel door middel van convenanten geregeld. Andere op reïntegratie gerichte interventies zijn vooral afhankelijk van de persoonlijke professionele inschatting van de reclasseringswerker. Het gebruik van controlemiddelen is beperkt en niet altijd methodisch onderbouwd. Inhoudelijke terugkoppeling naar de opdrachtgever vindt alleen stelselmatig plaats bij veelplegers of als het toezicht mislukt. In hoeverre tijdens het toezicht overtredingen of risicosituaties worden besproken met het OM, is afhankelijk van de inschatting van de individuele reclasseringswerkers. Daarover wordt afgestemd met de werkbegeleider en/of gesproken in casuïstiek-overleggen. Er voltrekt zich een landelijke ontwikkeling waarbij het OM meer betrokken wordt bij de inhoud van toezichten en bij het bepalen van mogelijke risicosituaties. Ook het coördinatiebureau TR van de PI Overijssel heeft behoefte aan een inhoudelijke terugkoppeling over de afloop van een reclasseringstoezicht.
Toeleiding Zorg Toeleiding zorg is een afzonderlijk reclasseringsproduct. Het betreft het toeleiden van een reclasseringscliënt naar een plaatsing of behandeling in een zorginstelling. Het geplande aantal toeleidingen naar zorginstellingen in 2006 was 43, waarvan 20 in het kader van TR. In werkelijkheid zijn er in 2006 ook 43 toeleidingen zorg gerealiseerd, waarvan echter slechts 3 in het kader van TR. In de eerste drie maanden van 2007 waren er in totaal 18 toeleidingen gepland en zijn er 42 gerealiseerd. In tabel 3 te zien naar welke soort instellingen is toegeleid.
26
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Tabel 3 : Gerealiseerde toeleiding zorg naar soort instelling Soort instelling
2006
Eerste drie maanden 2007
Zorg door een psychiatrische polikliniek
13
13
Psychiatrische deeltijdbehandeling
11
9
Psychiatrische zorg door een APZ
6
8
Psychotherapie
4
0
Maatschappelijke opvang
3
5
Niet-klinische psychiatrische zorg
2
4
Zorg door een RIAGG
2
1
Zorg door een RIBW
1
1
Crisisopvang 24 uur
0
1
Totaal
43
42
De opmerkelijke stijging van het aantal toeleidingen zorg blijkt ook uit de verhouding ervan ten opzichte van het aantal voorlichtingsrapportages. In 2006 was het percentage toeleidingen zorg in verhouding tot het aantal voorlichtingsrapportages 13%. In de eerste drie maanden van 2007 was dit 54%. Landelijk is dit percentage 34%13. Medewerkers geven aan dat er veel naar forensisch psychiatrische instellingen wordt verwezen; m.n. de Tender en Spoor 2. Vaak wordt de cliënt al tijdens de voorlichtingsfase aangemeld. Naar niet-forensische instellingen wordt niet vaak verwezen. Volgens reclasseringswerkers werken die instellingen niet vanuit het delict en zijn ze niet forensisch gespecialiseerd, waardoor ze teveel met de cliënt meepraten. De unit Zwolle heeft een samenwerkingsprotocol met de Tender in het kader van relationeel geweld. Ook is ze in gesprek over samenwerkingsafspraken met Spoor 2. Waarschijnlijk zijn deze samenwerkingsafspraken debet aan de forse stijging van het aantal toeleidingen zorg, maar omdat de verwijzingen in het kader hiervan niet systematisch worden geregistreerd, valt de exacte omvang hiervan niet vast te stellen. In het kader van de wederhoor op het concept-inspectierapport heeft het management van de RN-unit Zwolle aangegeven dat de stijging ook valt te verklaren uit de toenemende problematiek om tbs-gestelden toe te leiden naar zorg. Er moeten steeds
13
Reclasseringsmonitor 2006
27
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
meer pogingen worden gedaan om tbs-gestelden in een behandelkliniek geplaatst te krijgen14. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de samenwerking met zorginstellingen vooral forensisch psychiatrische instellingen betreft. De toeleidingen naar deze instellingen laten in 2007 een stevige groei zien. De samenwerkingsafspraken rond de aanpak van huiselijk of relationeel geweld dragen hieraan bij. Daarbij komt dat tbs-gestelden steeds moeilijker zijn toe te leiden naar zorginstellingen. 2.1.3 Gedragsinterventies Een gedragsinterventie is een programmatisch en gestructureerd geheel van methodische handelingen gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag of omstandigheden, met als doel het voorkomen van recidive. Verreweg de meeste gedragsinterventies vinden plaats in opdracht van DJI. In 2006 waren er 95 gedragsinterventies gepland, waarvan 48 TR-interventies. Er zijn er 55 uitgevoerd, waarvan 22 in het kader van TR. In de eerste drie maanden van 2007 waren er 30 gepland, waarvan 23 in het kader van TR. Hiervan zijn er 6 gerealiseerd, waarvan één TR gedragsinterventie. De feitelijke realisatie van TR gedragsinterventies, ligt hoger. Dat komt doordat de CoVa-trainingen (Cognitieve Vaardigheden) wel worden meegenomen in de planning, maar in de gerealiseerde productie niet worden toegerekend aan de RN unit Zwolle. Deze trainingen worden centraal projectmatig gefinancierd. Het gaat om 15 TR-trainingen CoVa in 2006 en 10 in de eerste vier maanden van 2007. Tabel 4 : gedragsinterventies per soort excl. CoVa interventie
Gerealiseerd 2006
Gerealiseerd 2007
Budgettering
16
3
Goldstein
30
2
groepswerk
7
-
Sociale vaardigheden
1
1
totaal
55
6
Daarbij moet worden bedacht dat achtereenvolgende pogingen bij verschillende klinieken om een reclasseringscliënt geplaatst te krijgen, door de unit als aparte toeleidingen zorg worden geregistreerd
14
28
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
De unitmanager van RN Zwolle heeft in de wederhoorfase aangegeven dat de realisatie van gedragsinterventies voor 2007 inmiddels op schema ligt. De planning van gedragsinterventies is op regionaal niveau georganiseerd. De afstemming tussen vraag en aanbod van gedragsinterventies loopt nog niet goed. Sinds enkele maanden wordt vooraf bepaald wanneer welke trainingen worden aangeboden. Er is zowel een intra- als een extramurale kalender aanwezig. Vervolgens wordt geprobeerd de groepen ingevuld te krijgen. Daarbij worden ook wel trainingen gevolgd die niet uit de RISc als gewenste interventie naar voren zijn gekomen. Collega’s die toezichten uitvoeren kijken dan of zij geschikte kandidaten in hun caseload hebben. Ook als in het kader van een OM-afdoening opdracht wordt gegeven tot een gedragsinterventie, dan ligt daar geen RISc aan ten grondslag. In penitentiaire inrichtingen komt het eveneens voor dat er trainingen worden gevolgd die niet expliciet middels een RISc zijn geadviseerd. Anderzijds is er ook behoorlijk veel uitval onder degenen waarvoor de RISc wel een gedragsinterventie heeft geïndiceerd. Soms blijken cliënten duidelijk niet geschikt als gevolg van functioneel analfabetisme of een te laag IQ, terwijl dan toch een gedragsinterventie werd geadviseerd. De trainers hebben ook het idee dat nogal eens een gedragsinterventie wordt geadviseerd terwijl er eigenlijk een behandeling zou moeten plaatsvinden, waarvoor echter het draagvlak bij de cliënt ontbreekt. Bij niet-gedetineerde cliënten is er meer contact tussen de trainer en de vaste begeleider dan bij gedetineerde cliënten en zijn er meer mogelijkheden om het in de training aangereikte gedrag te oefenen in praktijksituaties. Bij tussenevaluaties zijn de vaste begeleiders van de reclassering betrokken. Deze kunnen ook in het CVS de ontwikkelingen en de eindevaluatie teruglezen. Bij de gedetineerde cliënten is dat veel minder het geval. Het eindverslag bevat meestal weinig inhoudelijke informatie. De PI betreurt dat er weinig inhoudelijke informatie over het verloop en de afloop van gedragsinterventies naar de trajectbegeleiders TR teruggekoppeld wordt. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de uitvoering van gedragsinterventies in 2006 en in de eerste maanden van 2007 sterk is achtergebleven bij de planning. Er werden op basis van de RISc minder gedragsinterventies geadviseerd dan gepland. Deze achterstand lijkt inmiddels te worden ingelopen.
29
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Soms volgen cliënten een gedragsinterventie zonder RISc-indicatie. Daarnaast is er sprake van veel uitval. De inhoudelijke afstemming over het effect van de interventie met de begeleiders van gedetineerde cliënten blijft achter bij de afstemming met de begeleiders van niet-gedetineerde cliënten.
2.2 Veiligheid van de werkomgeving 2.2.1 Veiligheid op kantoor Er is een beknopte Risico-Inventarisatie en Evaluatie uit mei 2006 die echter weinig specifiek op de aard van het reclasseringswerk ingaat. Volgens de incidentenregistratie hebben zich sinds begin 2006 twee agressie-incidenten voorgedaan. Er zijn procedures voor de omgang met (potentieel) agressieve klanten, die in grote lijnen bekend zijn bij de medewerkers. De alarmprocedure wordt niet geoefend. Volgens het management zou de calamiteitenprocedure geëvalueerd en bijgesteld moeten worden. In de wachtruimte hangt een videocamera en de spreekkamers zijn uitgerust met een alarmknop met doorschakeling naar de politie. De spreekkamers en de trainingsruimte zijn afgescheiden zodat cliënten niet in het kantoorgedeelte van het gebouw kunnen komen. De veiligheid bij avondcursussen was in het verleden een probleem, mede omdat het voor cliënten mogelijk was op andere verdiepingen van het gebouw te komen. Dit is een risico omdat het gebouw, dat meer verdiepingen telt, wordt gedeeld met andere organisaties. Er wordt nu een beveiligingsbeambte ingehuurd op de avonden dat er cursus is in het pand. Veiligheid is geen terugkerend thema tijdens interne overleggen; er wordt niet systematisch aandacht aan besteed. Er wordt vooral onderling door medewerkers over gesproken. Enkele medewerkers ervaren de spreekkamerlocatie bij de Tender als onveilig vanwege het ontbreken van een alarmknop. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat er pas aandacht is voor veiligheidsprocedures wanneer er een acuut veiligheidsprobleem wordt ervaren. Er wordt geen systematisch pro-actief veiligheidsbeleid gevoerd of geëvalueerd.
30
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
2.2.2 Veiligheid tijdens huisbezoek en vervoer van cliënten In het landelijke Handboek Reclassering zijn de regels ten aanzien van huisbezoek en vervoer van cliënten beschreven. Beide zijn alleen toegestaan na goedkeuring van de unitmanager. Het management geeft aan dat een huisbezoek gemeld moet worden bij de werkbegeleider. De reclasseringswerker maakt dan samen met de werkbegeleider een professionele inschatting of het verantwoord is en of er aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om samen met een collega op huisbezoek te gaan. Het komt echter ook voor dat reclasseringswerkers alleen op huisbezoek gaan. Het management geeft aan dat het vervoeren van cliënten in principe niet is toegestaan, tenzij de unitmanager daar expliciet toestemming voor geeft. Niet alle medewerkers waren ten tijde van de inspectie op de hoogte van deze regel. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat er regels zijn ten aanzien van huisbezoek en het vervoeren van cliënten. Er wordt een professionele inschatting gemaakt die in geval van huisbezoek wordt afgestemd met de werkbegeleider, terwijl bij vervoer van cliënten een beslissing van de unitmanager noodzakelijk is. Niet alle medewerkers zijn op de hoogte van de regels ten aanzien van vervoer van cliënten. 2.2.3 Voorkomen van intimidatie Er zijn verschillende huisregels hoe om te gaan met (potentieel) agressieve cliënten. Er is geen expliciet beleid ten aanzien van het voorkomen van intimidatie. Het onderwerp heeft ook geen aparte plaats in het teamoverleg of in de functioneringsgesprekken. Een aantal medewerkers is van mening dat het onderwerp te weinig op de agenda staat en dat nieuwe medewerkers in dit opzicht teveel in het diepe worden gegooid. Andere medewerkers vinden de manier waarop met agressie en intimidatie wordt omgegaan, onderdeel van de professionaliteit van de reclasseringswerker, dat niet met protocollen dichtgeregeld hoeft te worden. Er is in november 2006 een training gegeven over omgaan met agressieve cliënten. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat er enkele huisregels zijn ten aanzien van het voorkomen van agressie en intimidatie. Het onderwerp heeft aandacht van
31
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
het management, maar niet systematisch of structureel. Het wordt als onderdeel van de professionaliteit van medewerkers gezien. 2.2.4 Integriteitbeleid Landelijk zijn er regels rond deelonderwerpen die aan het integriteitbeleid raken zoals geheimhoudingsplicht, seksuele intimidatie, e-mailbeleid. Er is (nog) geen landelijke gedragscode. Er is geen specifiek regionaal integriteitbeleid. Medewerkers geven aan niet of nauwelijks op de hoogte te zijn van een vastgelegd integriteitbeleid. Zij geven aan wel te weten hoe te handelen en refereren aan ongeschreven regels. Er wordt wel over gesproken naar aanleiding van voorvallen, maar het is niet in algemene zin een punt van bespreking. Het management beaamt dat de medewerkers slecht op de hoogte zijn en vindt dat thema’s rond integriteit herhaald moeten worden. Het onderwerp heeft geen aparte plaats in het teamoverleg of in de functioneringsgesprekken. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de verschillende onderdelen van het landelijk integriteitbeleid niet allemaal tot op de werkvloer bekend zijn. Bespreking ervan vindt ad-hoc en niet systematisch plaats.
2.3 Rechtspositie 2.3.1 Informatie aan de cliënt Cliënten krijgen geen informatie vooraf over de klachtenregeling. Er zijn wel folders over de klachtregeling. Een enkele medewerker is in de veronderstelling dat deze folders vooraf door de administratie naar de cliënten worden toegestuurd. Dat blijkt echter niet het geval te zijn. De meeste medewerkers geven aan dat de klachtenregeling pas onderwerp van gesprek is met de cliënt of dat de folder pas aan de cliënt wordt uitgereikt op het moment dat er een klacht is. Ook het recht op inzage in het dossier wordt niet vooraf meegedeeld aan de cliënt. Medewerkers geven aan dat het zelden voorkomt dat een cliënt vraagt om inzage in het dossier. Mocht dat gebeuren dan kunnen sommige zaken (zoals persoonlijke aantekeningen of rapporten van derden) niet zonder meer worden ingezien door de cliënt.
32
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Het is wel standaardpraktijk dat cliënten het over hen opgestelde adviesrapport inzien. De reclasseringswerker bespreekt het rapport met de cliënt voordat het wordt verzonden. Voordat reclasseringswerkers contact opnemen met derden over hun cliënt, laten zij altijd de cliënt een verklaring van geen bezwaar tekenen. Samenvattende constatering ISt De Inspectie constateert dat de reclasseringswerkers cliënten niet vooraf bij het eerste contact informeren over de klachtenregeling en over het inzagerecht in hun eigen dossier. Dit gebeurt pas op het moment dat dit onderwerp van gesprek wordt. Wel bespreekt de rapporteur het adviesrapport met de cliënt voordat dit wordt verstuurd. 2.3.2 Culturele diversiteit doelgroepen De ISt heeft geconstateerd dat er geen specifiek beleid is, gericht op het omgaan met cultureel diverse doelgroepen. Het omgaan met godsdienstige en culturele verschillen is een onderdeel van de professionaliteit van de medewerker. In 2006 waren 967 van de 3.508 reclasseringscliënten in het arrondissement Zwolle niet in Nederland geboren. Wanneer een cliënt de Nederlandse taal niet machtig is en ook de talenkennis van de reclasseringswerker niet toereikend is, wordt er gebruik gemaakt van een tolkentelefoon. Bij de vroeghulp gebeurt dat overigens niet vanwege de snelheid waarmee deze moet worden uitgevoerd.
2.4 Organisatie 2.4.1 Interne communicatie en sturing Elke maandagochtend vindt er teamoverleg plaats, waarbij vooral mededelingen gedaan worden en praktische zaken aan de orde komen. Elke maand is er ook een unitvergadering die door de unitmanager wordt voorgezeten. De “voorkant” (adviestaak van de unit) heeft een maandelijks casuïstiekoverleg dat voorgezeten wordt door de werkbegeleider en waarbij een gedragswetenschapper als consulent aanwezig is. De “achterkant” (uitvoeringstaak van de unit) heeft zo’n overleg tweewekelijks. In dit overleg worden casussen geproblematiseerd en besproken. De unitmanager is hier een enkele keer bij aanwezig.
33
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Eén keer in de vier weken is er overleg voor de medewerkers die zich specifiek op tbs-zaken richten. Een aantal keren per jaar wordt er een thema besproken of is er een gastspreker in het unitoverleg. Voor wat de individuele begeleiding en coaching van medewerkers betreft, is van belang dat alle uitgevoerde RISc-en en alle rapporten door de werkbegeleider gelezen en zonodig besproken worden. Daarnaast houdt de unitmanager - naast de jaarlijkse functioneringsgesprekken- met medewerkers die daarom verzoeken en voor wie dat nodig wordt geacht, coachingsgesprekken. De medewerkers zijn over het algemeen tevreden over de communicatie en sturing binnen de unit. Wel geven enkele medewerkers aan dat door de hoge werkdruk de kwaliteit van de communicatie en reflectie onder druk staat. Ook bestaat er bij sommigen een grotere behoefte aan systematische begeleiding en coaching dan nu worden geboden. 2.4.2 Opleidingsbeleid Het management van de unit is onlangs gestart met het opzetten van systematisch opleidingsbeleid. In de functioneringsgesprekken wordt gevraagd naar de opleidingsbehoeften. De unit heeft een groot aantal nieuwe medewerkers gekregen (11 in een jaar tijd). Deze hebben allemaal deelgenomen aan een landelijke introductiecursus en zijn binnen de unit gekoppeld aan een ervaren mentor. De meest medewerkers geven aan dat er wel meer aandacht aan opleidingen gegeven zou kunnen worden. Niet alle wensen kunnen worden gerealiseerd. Sommige trainers zijn bijvoorbeeld niet gecertificeerd15. Een enkele nieuwe medewerker geeft aan onvoldoende opleidingsbasis te hebben gekregen voor zijn functioneren.
De unitmanager heeft in haar reactie op het concept-inspectierapport aangegeven dat deze nietgecertificeerde trainers samen met een gecertificeerde trainer worden ingezet.
15
34
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
3 Conclusies
3.1 Algemeen Binnen de reclassering heeft zich de afgelopen jaren een ontwikkeling voltrokken waarbij de vroegere oriëntatie op persoonlijke hulpverlening aan de reclasseringscliënten plaats heeft gemaakt voor een sterkere oriëntatie op de maatschappelijke veiligheid. Niet langer staat de cliënt als persoon centraal, maar veeleer het delict en de factoren die het delictgedrag in stand houden. De nieuwe oriëntatie op het delict(gedrag) komt naar de mening van de Inspectie goed uit de verf in de unit Zwolle van Reclassering Nederland. Dat blijkt niet alleen uit de gehanteerde werkmethoden en uit de manier waarop de samenwerking met de rechterlijke macht en het gevangeniswezen vorm wordt gegeven, maar ook uit de taakopvatting van de reclasseringswerkers waarmee de ISt heeft gesproken. Dat neemt niet weg dat er verbeterpunten zijn aan te wijzen. Deze komen hierna aan de orde, wanneer de conclusies van de ISt worden besproken met betrekking tot de verschillende toetsingsaspecten die zij bij een doorlichtingsonderzoek hanteert.
3.2 Reïntegratie 3.2.1 Bijdrage aan reïntegratie en recidivevermindering In de advisering in vroeghulpinterventie-, advies- en voorlichtingsrapportages worden de mogelijkheden zichtbaar gemaakt om door middel van een betere maatschappelijke integratie van justitiabelen de kans op latere recidive te verminderen. De wenselijkheid van reclasseringsactiviteiten wordt daarbij geïndiceerd. Dat gebeurt inmiddels standaard met behulp van de RISc. Reclasseringswerkers waarmee de ISt heeft gesproken, plaatsen wel kanttekeningen bij het gebruik van dat diagnose-instrument. Zo signaleren zij het gevaar dat op basis van de RISc wordt geadviseerd tot de toepassing van een verzameling deelinterventies op specifieke leefgebieden, terwijl verbindende elementen ontbreken. Zij vinden het van belang dat naast de
35
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
RISc-uitslag ook het professioneel oordeel van de reclasseringswerker voldoende plaats krijgt in een adviesrapport. Uitvoerders van gedragsinterventies signaleren dat de RISc nog niet altijd aan de basis ligt van de toepassing van gedragsinterventies. Omdat de realisatie van gedragsinterventies achterblijft bij de planning, wordt wel eens een gedragsinterventie toegepast die niet uit de RISc naar voren kwam. Ook in het kader van een OM-afdoening worden nog wel eens gedragsinterventies of andere reclasseringsactiviteiten geadviseerd, zonder dat hier een RISc aan ten grondslag ligt. Een nauwe afstemming tussen de trainer van een gedragsinterventie en diens vaste begeleider is belangrijk. Daardoor wordt het niet alleen beter mogelijk om de getrainde vaardigheden in de praktijk te oefenen, maar bovendien kan de vaste begeleider de cliënt motiveren om te blijven deelnemen aan trainingen. De ISt heeft vastgesteld dat de samenwerking tussen de trainer en de vaste begeleider van een cliënt minder problemen oplevert wanneer het een interne vaste begeleider is, dan wanneer het een vaste externe begeleider betreft. Met name de communicatie met de trajectbegeleiders TR van het gevangeniswezen laat nog wel eens te wensen over. Verder heeft de ISt bij de opdrachtgevers van gedragsinterventies en vooral bij het gevangeniswezen de behoefte geconstateerd om beter inhoudelijk te worden geïnformeerd over het resultaat van een interventie. Er zijn daarover nu onvoldoende duidelijke afspraken. 3.2.2 Samenwerking met zorginstellingen Structurele samenwerking met zorginstellingen is vooral beperkt tot twee forensisch psychiatrische instellingen en bij veelplegers tot gemeentelijke netwerken. Er heeft sinds kort een forse stijging in de toeleidingen naar de genoemde instellingen plaatsgevonden. De samenwerkingafspraken rond de aanpak van huiselijk geweld zorgen voor een flink aandeel hierin. De forensisch psychiatrische poliklinieken zijn vaak beter in staat om de persoonlijke hulpverlening aan reclasseringscliënten voor hun rekening te nemen. De reclasseringswerker blijft dan als casemanager meer op afstand toezicht houden. De incidentele samenwerking met andere (forensisch) psychiatrische instellingen en, diverse andere zorginstellingen, is afhankelijk van de problematiek van de cliënt en van de voorzieningen in zijn woonplaats.
36
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
3.3 Veiligheid van de maatschappij 3.3.1 Risico-inschatting Beheersing van het recidiverisico wordt -mede door het gebruik van de RIScmeegenomen in advisering en begeleiding. Hiermee worden risico’s voor de samenleving geïnventariseerd en gecategoriseerd. Bij een aantal categorieën delicten of reclasseringscliënten zoals zedencliënten en (deels) ontkennende cliënten is de RISc nog onvoldoende in staat een recidiverisico-inschatting te maken. Dit probleem is landelijk erkend. 3.3.2 Controlemiddelen Er is sprake van beperkte inzet van controlemiddelen. De ingezette controlemiddelen beperken zich vooral tot gesprekken met de cliënten en indien mogelijk en wenselijk tot het opvragen van informatie bij referenten zoals personen uit het sociaal netwerk van de cliënt, behandelaars, andere hulpverleners, de werkgever of de wijkagent. Technische controlemiddelen zoals elektronisch toezicht of urinecontroles worden in enkele gevallen ingezet. Urinecontroles zijn volgens de medewerkers lastig te organiseren en er gaat veel tijd overheen voordat de controle daadwerkelijk gerealiseerd is. De toezichthoudende reclasseringswerker maakt er daarom weinig gebruik van. De ISt meent dat er een oplossing gevonden moet worden voor de gesignaleerde praktische problemen. Controles op alcohol- en druggebruik die op basis van eerder verrichte risicotaxaties zijn geïndiceerd, dienen plaats te kunnen vinden. Een ander probleem is dat de reclassering uitsluitend binnen kantoortijden werkt, wat (fysieke) controle buiten die uren beperkt. Tenslotte is er naar de opvatting van de ISt onvoldoende sprake van een methodische of systematische onderbouwing welke controlemiddelen bij welke reclasseringstoezichten ingezet zouden moeten worden. Zij realiseert zich dat deze problemen niet uitsluitend voor de RN-unit Zwolle zullen gelden, maar ook voor andere reclasseringseenheden16. De oplossing ervan vergt dan ook landelijk beleid.
in het inspectierapport “Reclasseringstoezicht op veroordeelden tot tbs met voorwaarden” heeft de ISt aanbevelingen aan de RN gedaan ten aanzien van zowel de procedure voor urinecontroles als het uitsluitend werken binnen kantoortijden 16
37
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Een ander probleem is dat in de voorlichtingsfase voorafgaande aan het rechterlijk vonnis vaak tijd ontbreekt om een toezicht tot in alle details uit te werken. Opname in het vonnis van onderdelen uit het plan van aanpak kan de uitvoering van het toezicht een helderder richting en juridische basis geven. Omdat het plan van aanpak in het voorlichtingsrapport en het vonnis als basis geldt voor de invulling van het toezicht, bestaat het risico dat verdere verdieping en uitwerking van het plan van aanpak in de toezichtsfase niet plaatsvindt, maar alleen datgene wordt uitgevoerd dat in het voorlichtingsrapport expliciet is genoemd. 3.3.3 Bijdrage aan strafrechtsketen Jaarlijks wordt na overleg met de rechterlijke macht en de DJI als opdrachtgevers van de reclassering een planning van reclasseringsproducten afgesproken. De feitelijke kwantitatieve bijdrage aan de strafrechtsketen is in grote lijnen iets minder dan de geplande. In 2006 produceerde de unit 7,5% te weinig. Op individuele producten zijn er soms grotere afwijkingen naar boven of naar beneden. Opvallend is dat de bijdrage aan de samenwerking met het gevangeniswezen in het kader van Terugdringen Recidive zo sterk achterblijft bij de planning. De instroom van TR-kandidaten blijft achter en bij opdrachten die binnenkomen wordt de beoogde termijn van 28 dagen om een conceptreïntegratieplan TR aan te leveren in 80% van de gevallen niet gehaald. Ondanks het intensieve overleg dat hierover op verschillende organisatorische niveaus, zowel landelijk als lokaal heeft plaatsgevonden, is er nog geen afdoende oplossing voor gevonden. Verschillende gesprekspartners hebben gewezen op de vele stappen die moeten worden gezet voordat een TR-reintegratieplan kan worden vastgesteld. Vereenvoudiging van werkprocessen en een andere organisatie van de reclasseringsinzet ten behoeve van TR zal daarvoor een oplossing kunnen bieden. Een vergelijking met de reclasseringsbalie, met zijn korte communicatielijnen tussen vertegenwoordigers van de reclassering en van het OM, dringt zich in dit verband op. De invoering van reclasseringsbalie heeft een positieve bijdrage geleverd aan de samenwerking tussen OM en reclassering. Het heeft geleid tot een betere prioritering van reclasseringsdiensten. Meestal vindt op casusniveau afstemming plaats. Beide partijen zijn hier enthousiast over. Toch zou het
38
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
OM nog wel iets meer en beter greep willen hebben op de bewaking van prioriteiten en termijnen. Over het algemeen zijn de opdrachtgevers tevreden over de kwaliteit van de reclasseringsproducten, ook al is er geen systematische monitoring en terugkoppeling van de kwaliteit of de tevredenheid. Het OM en de reclassering geven wel aan plannen in die richting te hebben. Ook de inhoudelijke terugkoppeling van de reclassering aan de opdrachtgevers zou beter kunnen, ook al benadrukt het parket Zwolle dat zij haar eigen rol hierin ook zou kunnen versterken. Met name op het gebied van toezichten heeft het OM naar haar eigen zeggen nog te weinig zicht wat er binnen een toezicht gebeurt. Ook de DJI heeft behoefte aan een meer inhoudelijke terugkoppeling van de afloop van reclasseringsactiviteiten (toezicht, gedragsinterventies) aan de TR-coördinatoren. 3.3.4 Veiligheid van de werkomgeving Er zijn binnen de unit Zwolle instructies om de veiligheid van medewerkers te waarborgen en om agressie en intimidatie te voorkomen. Ook zijn er regels die integriteitschendingen moeten helpen voorkomen. Deze onderwerpen komen echter niet structureel en pro-actief aan de orde in functioneringsgesprekken of teamoverleg en worden ook niet systematisch geëvalueerd. Ze worden in belangrijke mate gezien als onderdeel van de professionaliteit van de medewerker. De borging van regels is naar de mening van de ISt onvoldoende. Met name in een organisatie met veel nieuwe medewerkers levert dit risico’s op. 3.4 Rechtspositie De cliënten van de RN unit Zwolle worden onvoldoende vooraf geïnformeerd over hun rechten en plichten. Informatie over de klachtregeling, recht op inzage van het eigen dossier zou vooraf moeten worden gegeven en niet pas als daarom wordt gevraagd. 3.5 Organisatie Er is sprake van een goed functionerende organisatie en communicatiestructuur. Sinds kort zijn de advies- , voorlichtings, en vroeghulptaken gescheiden georganiseerd van de toezichttaken en de uitvoering van gedragsinterventies. De medewerkers die zijn belast met voorlichtings en vroeghulpactiviteiten ervaren als gevolg van deze strikte
39
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
scheiding een grotere werkdruk. De mogelijkheden om een evenwichtigere werkdruk te realiseren door te schuiven met toezichttaken, ontbreekt nu. Het risico bestaat dat de snelheid van de rapportages ten koste gaat van de kwaliteit en diepgang. De organisatie kent veel nieuwe medewerkers. Ook al heeft elke nieuwe medewerker een mentor toegewezen gekregen, zijn niet alle medewerkers tevreden over de mate waarin zij zijn opgeleid en toegerust voor het reclasseringswerk. Vooral met betrekking tot aspecten die niet systematisch terugkomen in overleggen en werkbegeleiding levert dat risico’s op in de uitvoering van het werk. De unitmanager heeft aangegeven op indicatie gerichte coachingsgesprekken te voeren met individuele reclasseringswerkers. Desondanks hebben verschillende van hen de behoefte geuit aan een meer systematische coaching en begeleiding.
40
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
4 Aanbevelingen 4.1 Aanbevelingen m.b.t. de RN-unit Zwolle
1. Maak nadere afspraken met het Openbaar Ministerie en met de DJI (m.n. coördinatiebureau TR) over : • de gewenste monitoring van de kwaliteit van de reclasseringsproducten (w.o. klanttevredenheidsmetingen) • de gewenste inhoudelijke terugkoppeling van het resultaat van individuele gedragsinterventies en reclasseringstoezichten. 2. Verbeter de afstemming tussen de trainers van gedragsinterventies en de vaste begeleiders van justitiabelen. Vooral de afstemming met de trajectbegeleiders van het gevangeniswezen verdient aandacht. 2. Pas alleen gedragsinterventies toe als die met behulp van de RISc zijn geïndiceerd. 3. Tref zonodig nadere organisatorische maatregelen om de adviesprocedure in het kader van de TR-methodiek te versnellen en draag daarbij zorg voor voldoende tijdige reclasseringscapaciteit. 4. Ontwikkel een vlotte, werkbare procedure om op indicatie het gebruik van alcohol en drugs door reclasseringscliënten te kunnen vast te stellen17. 5. Borg door middel van nadere instructies het beleid met betrekking tot de veiligheid van de werkomgeving en met betrekking tot de integriteit van de medewerkers en stel deze instructies op basis van periodieke evaluaties bij. 6. Garandeer dat reclasseringscliënten bij het eerste reclasseringscontact (eventueel schriftelijk) gewezen worden op hun rechten (klachtenregeling, inzagerecht dossiers etc.)
17
Wellicht in samenwerking met de andere regionale reclasseringsinstellingen.
41
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
7. Besteed nadere aandacht aan de kennelijke behoefte van (vooral nieuwe) reclasseringswerkers aan systematische coaching en begeleiding. 4.2 Aanbevelingen m.b.t. het landelijk reclasseringsbeleid 8. Betrek bij de ontwikkeling van landelijke beleidskaders met betrekking tot het reclasseringstoezicht in ieder geval ook de volgende elementen: • de methodische indicatiestelling met betrekking tot verschillende toezichtsarrangementen • de wenselijkheid om zonodig ook buiten kantooruren en gedurende de weekeinden toezicht te kunnen houden op reclasseringscliënten. 9. Evalueer de splitsing van advies- en uitvoeringstaken op de consequenties ten aanzien van de werkdrukverdeling en tevens ten aanzien van de verdieping en uitwerking van toezichten in de fase na de voorlichtingsrapportage.
42
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Bijlage 1 Verklaring begrippen en afkortingen
Adviesrapportage CVS Diagnose
DJI ET ISt JIC Gedragsinterventie
Leerstraf
Maatregelrapportage
PI Reïntegratieprogramma RISc
RN RO
Rapportage met advies gericht op specifieke vraagstelling van ZM of OM. Cliënt Volg Systeem, werkproces ondersteunende database voor elektronische cliëntdossiers. Het op gestructureerde, methodische wijze in kaart brengen van problematiek van de cliënt. Een uitgebreide diagnose vindt in de regel plaats door middel van de RISc. Dienst Justitiële Inrichtingen Elektronisch Toezicht Inspectie voor de Sanctieptoepassing Justitieel Intake- en Afdoeningcentrum Programmatisch en gestructureerd geheel van methodische handelingen gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag of omstandigheden, met als doel het voorkomen van recidive. Door OM of ZM opgelegde straf in de vorm van een training gericht op reïntegratie en recidivevermindering. Uitgebreide rapportagevariant, gericht op rechtelijke beslissing ten aanzien van een tbsbeslissing. Penitentiaire inrichting Training voor justitiabele gericht op reïntegratie en recidivevermindering Risico Inschattings Schalen is een instrument dat op basis van criminogene factoren het recidiverisico en de geschikte reclasseringsinterventie bepaalt. Reclassering Nederland Reclasseringsorganisatie
43
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Terugdringen Recidive (TR) Methode om de kans op herhalingscriminaliteit van langergestrafte gedetineerden te reduceren waarbij de reclassering i.s.m. met gevangeniswezen reïntegratieplan opstelt. Toeleiding Zorg Toeleiding van een cliënt naar plaatsing of behandeling in een zorginstelling Toezicht Op grond van een rechterlijke uitspraak (of eventueel in het kader van een extramurale vorm van detentie) dient een justitiabele zich te gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Voorlichtingsrapportage Rapportage aan OM of ZM met advies over strafen reclasseringsproces met als doel de kans op recidive te verkleinen. Vroeghulp(bezoek) Het eerste bezoek door de reclassering aan een arrestant, in verzekering gestelde of in bewaring gestelde verdachte waarin de reclassering beoordeelt of een vervolgaanbod wenselijk is. Vroeghulpinterventie Het uitbrengen van een advies aan OM of ZM met betrekking tot voortzetting of opschorting van de voorlopige hechtenis en het mogelijk starten van een reclasseringstraject. Werkstraf Door OM of ZM opgelegde straf waarbij de werkgestrafte een vastgesteld aantal uren werkzaamheden moet verrichten. Werkproject (ook wel projectplaats) Non-profit instelling waar werkgestraften hun werkstraf uitvoeren.
44
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Bijlage 2 Documentatie -
-
-
Detail procesbeschrijvingen Primair Proces Reclasseringsbalie, juni 2006 Jaarplan unit Zwolle 2006 Jaarplan 2007 Zwolle Ontruimingsplan Productieoverzicht RN unit Zwolle 2006 en 2007 Projectinformatie Veelplegers gemeente Deventer Samenwerkingsovereenkomst Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht, Stichting Reclassering Nederland, Stichting Tactus Groep, Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering Arrondissement Zwolle, november 2006 Resultaten RI&E en Plan van aanpak locatie Zwolle Samenwerkingsovereenkomst informatie-uitwisseling m.b.t. TBSgestelden, Politie IJsselland, Stichting Tactus Groep, Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering en Reclassering Arrondissement Zwolle Stoplicht rapportage nov/dec 2006, Regio Midden Oost Nederland, unit Zwolle
45
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Bijlage 3 Toetsingskader Toezichtaspect
Toezicht-criterium Hoofdvraag
Reïntegratie
Het programma of
Hoe wordt gewaarborgd dat de Het reclasseringsaanbod sluit aan op de delict
aanbod draagt bij
reclasseringsinterventie
aan de reïntegratie / bijdraagt aan reïntegratie en voorkomen van
Norm
gerelateerde problematiek van de cliënt. Art, 32,55. 71 ECS
recidivebeperking?
recidive De reclasseringrapporten zijn gebaseerd op diagnose door middel van de RISc en de Quickscan en/of andere erkend wetenschappelijke instrumenten. (norm: normenkader kwaliteit adviesfunctie reclassering vastgesteld in opdrachtgeversoverleg) Reïntegratie
De instelling werkt
Hoe wordt met het oog op de
De reclassering heeft actieve samenwerking met
samen met
reïntegratie samengewerkt met
instellingen die een bijdrage kunnen leveren aan
relevante
in dit kader relevante
de reïntegratie van cliënten: gemeente,
netwerkpartners om (zorg-)instellingen?
maatschappelijke organisaties, onderwijs,
de reïntegratie vorm
(gezondsheids-)zorg en GGZ, (norm Ist)
te geven Veiligheid
Risico’s voor de
Is er sprake van een risico-
De reclassering maakt een inschatting van het
samenleving
samenleving
inschatting voor recidive en
(recidive)gevaar (norm Ist)
worden
maatschappelijke onveiligheid?
geïdentificeerd Veiligheid
Risico’s voor de
Is er sprake van toepassing van De reclassering past controlemiddelen toe om de
samenleving
samenleving
controlemiddelen?
worden beheerst
naleving van de voorwaarden te controleren (norm Ist).
Veiligheid
De reclassering
Levert de reclassering
De omvang van de bijdrage aan het functioneren
samenleving
levert een bijdrage
kwantitatief een bijdrage aan
van de strafrechtsketen is volgens de afgesproken
aan het
de strafrechtsketen?
planproductie (norm Ist)
functioneren van de strafrechtsketen Prioritering binnen de productie vindt plaats in samenspraak met de opdrachtgevers (norm Ist)
46
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Levert de reclassering
De bijdrage aan de strafrechtsketen is naar
kwalitatief een bijdrage aan de
tevredenheid van de opdrachtgevers binnen
strafrechtsketen?
de keten (norm Ist) Het advies van de reclassering wordt binnen de afgesproken termijn geleverd: O beknopt advies ten behoeve van RC, raadkamer: opleveren uiterlijk 3 werkdagen na binnenkomst opdracht O advies ten behoeve van zitting, PP, Voorlichtingsrapport: indien verdachte/dader gedetineerd: opleveren uiterlijk 6 weken na binnenkomst opdracht indien verdachte/dader niet gedetineerd: opleveren uiterlijk 8 weken na binnenkomst opdracht aanvulling op uitgebreid advies ten aanzien van Tbs met voorwaarden: opleveren uiterlijk 3 maanden na binnenkomst aanvullende opdracht (dus voor gehele advies een doorlooptijd van 4 maanden) O advies ten behoeve van reïntegratieplan TR: opleveren uiterlijk 4 weken na binnenkomst opdracht O advies ten behoeve van proefverlof Tbs of voorwaardelijke beëindiging Tbs: opleveren uiterlijk 6 maanden na binnenkomst opdracht O advies ten behoeve van OM-afdoening: doorlooptijd bepalen op grond van procesafspraken over advisering in kader van OM-afdoening (halverwege 2007 kunnen deze gemaakt worden) O beknopt advies ten behoeve van overige adviesvragen: opleveren uiterlijk 3 weken na binnenkomst opdracht (norm: normenkader kwaliteit adviesfunctie reclassering vastgesteld in opdrachtgeversoverleg)
47
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Het vonnis wordt binnen redelijke termijn en in overeenstemming met de uitspraak en/of voorwaarden ten uitvoer gelegd: WvSr artt. 22c lid 3, 74 lid 4 Reclasseringsregeling 1995 art. 14 lid 2. Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen art. 19 lid 2. De reclassering levert een vlotte bijdrage aan de strafrechtsketen (Norm Ist) De reclassering draagt er zorg voor dat de taakstraf in overeenstemming met de rechterlijke uitspraak of de gestelde voorwaarde ten uitvoer wordt gelegd. Indien dit niet mogelijk blijkt stelt de raad onderscheidenlijk de reclassering het openbaar ministerie daarvan onverwijld in kennis.(besluit tenuitvoerlegging taakstraffen, artikel 9) De projectplaatsen waar de werkstraffen worden uitgevoerd zijn voorgelegd en goedgekeurd door het Openbaar Ministerie (besluit tenuitvoerlegging taakstraffen, art. 4) Veiligheid
Er zijn maatregelen Worden er maatregelen
De reclasseringsorganisatie neemt
werkomge-
ingevoerd om de
genomen om de veiligheid van
maatregelen om de veiligheid op kantoor te
ving
veiligheid van
de werkomgeving te borgen?
waarborgen (norm Arbowetgeving)
medewerkers en cliënten te borgen. De reclasseringsorganisatie neemt maatregelen om de veiligheid tijdens de uitvoering buiten kantoor te waarborgen (norm Arbowetgeving) De uitvoerder taakstraffen oefent toezicht uit op de verrichtingen van de taakgestrafte en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden. Het toezicht omvat ook de veiligheid, de gezondheid en arbeidsomstandigheden op de projectplaats en de redelijkheid van de opgedragen werkzaamheden of opgelegde verplichtingen (besluit ten uitvoerlegging taakstraffen, art. 12)
48
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Veiligheid
Er is aandacht voor Is er een integriteitbeleid dat
Integriteit vormt een integraal onderdeel van
werkomge-
integer gedrag van
gericht is op een waarheids-
het kwaliteitsbeleid. Norm ISt.
ving
de medewerkers
getrouwe uitvoering van reclasseringswerk.
Rechtspositie
Cliënten zijn op de
Worden cliënten geïnformeerd
De reclassering informeert de cliënt reeds bij
hoogte van hun
over de regels waar zij zich
het eerste contact mondeling en schriftelijk en
rechten en
voor een goede uitvoering van
in een voor hem begrijpelijke taal over zijn
plichten.
de sanctie aan houden
rechten en plichten.ECS art. 33, 76, 77
moeten? Worden cliënten geïnformeerd
Cliënten worden bij binnenkomst en verdere
over de klachtregeling
reclasseringscontacten gewezen op hun recht een klacht in te dienen m.b.t. de uitvoering en de bejegening/ het reclasseringscontact. Reclasseringsbesluit 1995, art. 29 t/m 32. ECS, art 59
Rechtspositie
Het reclasserings-
Wordt bij de selectie voor het
Het aanbod en de tenuitvoerlegging van de
aanbod en de
in aanmerking komen van een
sanctie gebeurt zonder onderscheid naar ras,
uitvoering van de
reclasseringsaanbod en bij de
etnische herkomst, geloofsovertuiging of
sanctie gebeurt
uitvoering voorkomen dat er
maatschappelijke situatie. Art. 20 ECS.
zonder onder-
ongerechtvaardigde verschillen
scheid naar ras,
worden gemaakt
geloofs-overtuiging of maatschappelijke of juridische situatie. Rechtspositie
Het geven van
Gelden er criteria voor het
De in het cliëntdossier vervatte gegevens
informatie aan
delen van informatie over de
worden slechts bekendgemaakt aan per-
derden gebeurt
cliënt met derden?
sonen/instellingen die hiertoe bevoegd zijn.
alleen indien dit in
(arbeidsbemiddelingsbureau
Art. 63 ECS. Er worden niet meer gegevens
het kader van de
etc).
bekendgemaakt dan noodzakelijk om de
tenuitvoerlegging
autoriteit die ze opvraagt in staat te stellen
nodig is.
haar werk te laten doen. Art.66 ECS. Reclasseringsbesluit 1995, art 37
Rechtspositie
Cliënt of diens
Heeft de cliënt de mogelijkheid
Cliënt heeft recht om kennis te nemen van de
wettelijke verte-
zijn dossier in te zien?
inhoud van het dossier en zich te laten
genwoordiger
informeren over de inhoud. Art. 63 ECS.
heeft recht op inzage van zijn dossier.
49
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Organisatie
Opleiding, training
Worden veranderingen van de
Het personeel is geschoold en getraind in het
van medewerkers
organisatie en het werk door
uitvoeren van het reclasseringswerk. Norm
maakt deel uit van
scholing en training
ECS
de kwaliteit van het bijgebracht. reclasseringswerk Organisatie
De sturing en
Is er een effectieve interne
Er is sprake van een effectieve interne
interne
communicatiestructuur en
communicatiestructuur en sturing (norm Ist)
communicatie
sturing
dragen bij aan de kwaliteit van het primaire proces
50
Juli 2007
Doorlichting - Unit Zwolle Reclassering Nederland
Bijlage 4 Geografische ligging locatie
51
Justitie werkt aan een veiliger samenleving
Justitie voorkomt en bestrijdt criminaliteit. Adequate opsporing, snelle berechting en consequente uitvoering van straffen en maatregelen zorgen dat Nederland veiliger wordt.
Uitgave Juli 2007, Ministerie van Justitie, Inspectie voor de Sanctietoepassing, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag