IST PI Flevoland locatie Lelystad Inspectierapport Doorlichting
a
Ministerie van Justitie
Inspectie voor de Sanctietoepassing
PI Flevoland locatie Lelystad Inspectierapport Doorlichting
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad
December 2005
Inhoudsopgave
Voorwoord 4 Samenvatting 5 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.4 1.4.1 1.5
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3
Inleiding 8 Aanleiding en doel 8 Aanleiding van de inspectie 8 Doel van de inspectie 9 Reikwijdte van de inspectie 9 Opzet 9 Methode 9 Tijdpad 10 Objectbeschrijving 10 Locatie Lelystad 10 Recent onderzoek 11 Bevindingen 13 Inleiding 13 Rechtspositie 13 Documentatiegegevens 13 Observatiegegevens 15 Interviewgegevens 17 Veiligheid 19 Documentatiegegevens 19 Observatiegegevens 20 Interviewgegevens 21 Reïntegratie 25 Documentatiegegevens 25 Observatiegegevens 26 Interviewgegevens 26
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad
December 2005
3 3.1 3.2 3.3 3.4
4 4.1 4.2 4.3
Conclusies 29 Algemeen 29 Rechtspositie 29 Veiligheid 31 Reïntegratie 32 Aanbevelingen 34 Aanbevelingen voor de locatie Lelystad 34 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen 35 Aanbevelingen voor de minister van Justitie 35 Bijlage A: Bronnen 36 Bijlage B: Geïnterviewde functionarissen 37 Bijlage C: Toetsingskader 38
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Voorwoord
De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) heeft de locatie Lelystad van de Penitentiaire Inrichtingen Flevoland doorgelicht. Een doorlichtingonderzoek betekent dat het functioneren van de inrichting bezien wordt op alle drie de aspecten uit het toetsingskader van de ISt: rechtspositie, veiligheid en reïntegratie. Naast een aantal bevindingen die tot positieve conclusies hebben geleid zijn er ook kritische kanttekeningen. Veel daarvan kunnen tot een gemeenschappelijke noemer teruggebracht worden, namelijk de noodzaak meer toe te zien dat procedures en instructies daadwerkelijk nageleefd worden. Ook de kritische opmerkingen over de veiligheid zijn voor een belangrijk deel hiertoe te herleiden. Dat wordt nog eens onderstreept door een nieuw ontvluchtingincident dat na de afsluiting van de inspectie plaatsvond.
W.F.G. Meurs Hoofdinspecteur
4
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Samenvatting
Op 1 en 3 november 2005 is de locatie Lelystad van de Penitentiaire Inrichtingen Flevoland door de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) geïnspecteerd. Het betrof een reguliere doorlichtinginspectie waarbij de ISt is nagegaan hoe het is gesteld met het functioneren van de locatie Lelystad op de aspecten rechtspositie, veiligheid en reïntegratie. Als uitgangspunt voor het onderzoek fungeerde het toetsingskader voor penitentiaire inrichtingen (bijlage C). De locatie Lely stad kent twee bestemmingen die los van elkaar zijn gehuisvest in identieke gebouwen. Het betreft een huis van bewaring (hvb) en een gevangenis. Opvallend is de scheiding die wordt aangetroffen tussen de twee bestemmingen. Zij hebben in hun functioneren weinig gemeenschappelijk. Het ontwikkelen van een meer gemeenschappelijke cultuur en -op elkaar afgestemde- werkwijze is een punt van aandacht, temeer daar binnenkort wordt gestart met een pilot van een nieuw detentieconcept binnen de muren van het complex. Op het aspect rechtspositie zijn de bevindingen van de Inspectie dat de gedetineerden op de hoogte zijn van hun rechten en plichten, mede op basis van -eerst recent- beschikbaar gestelde huisregels. Deze huisregels kennen echter nog een aantal onduidelijkheden die gecorrigeerd moeten worden. De Inspectie heeft geconstateerd dat alle op basis van de penitentiaire beginselenwet vereiste activiteiten binnen de locatie Lelystad worden aangeboden, maar dat de documentatie van deze activiteiten in een systematisch en toegankelijk gedocumenteerd dagprogramma aandacht verdient. De uitvoering van het dagprogramma binnen het regiem van algehele gemeenschap van de gevangenis verloopt soepeler dan in het hvb omdat de gedetineerden in de gevangenis meer eigen verantwoordelijkheid dragen en minder afhankelijk zijn van personeel. Door de inkorting van het dagprogramma en de gehanteerde structuur en werkwijze staan de medewerkers van het hvb onder meer (werk)druk; hun relatie met gedetineerden is meer afstandelijk.
5
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Incidenteel kan het in het hvb voorkomen dat gedetineerden 24 uur achtereen op cel verblijven. Op het aspect veiligheid constateert de Inspectie dat bepaalde onderdelen van de technische beveiligingsvoorzieningen gedateerd raken en aan vervanging toe zijn. Als het gaat om beveiliging door de medewerkers is er naar aanleiding van een ontvluchting medio dit jaar door de directie veel aandacht besteed aan het benadrukken van het belang om binnen de organisatie instructies en procedures ook daadwerkelijk toe te passen. Het (executieve) personeel geeft aan op die toepassing meer gecontroleerd te willen worden door leidinggevenden. Men wil overigens niet alleen meer controle op het toepassen van de juiste instructies maar ook op het dragen van het juiste uniform en/of deelname aan de personeelssport. De betrokken medewerkers geven ook aan dat zij op het aspect veiligheid behoefte hebben aan eenduidige informatievoorziening indien technische beveiligingsvoorzieningen tijdelijk buiten gebruik zijn. Medio 2004 hebben ernstige incidenten rond de integriteit van medewerkers veel impact op de organisatie gehad. Door de directie is dit duidelijk aangepakt en deze aanpak is helder gecommuniceerd met de organisatie. Een vervolg op de incidenten door middel van een integrale aanpak van het thema integriteit wordt echter niet aangetroffen. Het thema integriteit en afgeleide aspecten daarvan, zoals bijvoorbeeld het regelmatig houden van functioneringsgesprekken, verdienen derhalve binnen de locatie Lelystad aandacht. De gedetineerden (en medewerkers) ervaren het verblijf binnen de inrichting als veilig. Gedetineerden worden met respect benaderd en er is regelmatig overleg met hen. Indien geweld moet worden toegepast, gebeurt dit professioneel en proportioneel. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van het interne bijstandsteam (IBT). Het IBT ontwikkelt zich momenteel naar een meer integraal calamiteitenteam met expertise op het terrein van ordehandhaving, eerste hulp en brandbeheersing. Er wordt op dit terrein samengewerkt met externe hulpverleningsinstanties. Op het aspect integratie wordt op dit moment door de inrichting relatief veel aandacht besteed aan een drietal interne leer/werkprojecten waarbinnen (uitsluitend) gedetineerden uit de gevangenis aan de slag kunnen en daarmee zicht hebben op het behalen van een (deel)certificaat. Deze projecten hebben, qua aantal gedetineerden, een beperkt bereik en staan binnen de organisatie tamelijk op zichzelf. Zo is er tussen het huis van bewaring en de gevangenis
6
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
geen sprake van een integrale, trajectmatige aanpak welke bijvoorbeeld is gebaseerd op de uitgangspunten van het programma Terugdringen Recidive. De kennis ten aanzien van de uitgangspunten van dit beleidsprogramma is binnen de inrichting nog beperkt. Binnen de sector arbeid van de inrichting zijn duidelijk de gevolgen te merken van een veranderende markt en bezuinigingen. Er is in verminderde mate sprake van een structureel aanbod van werk en er wordt regelmatig geen arbeidsactiviteit aangeboden omdat er niet voldoende begeleidend personeel beschikbaar is. Deze beperkingen staan in contrast met de goede arbeidsaccomodatie waarover de locatie Lelystad beschikt. De belangrijkste aanbevelingen van de Inspectie voor de locatie Lelystad zijn: 1. Zorg te dragen voor toegankelijke huisregels. 2. Zorg te dragen voor heldere documentatie van het dagprogramma. 3. Aandacht te besteden aan de continuïteit van de arbeidsactiviteit. 4. Aandacht te besteden aan de vervanging van gedateerde beveiligingsapparatuur en het informeren van medewerkers indien deze apparatuur (tijdelijk) niet (meer) functioneert. 5. Aandacht te besteden aan de stelselmatige evaluatie van (gewelds)incidenten. 6. Leidinggevende functionarissen te stimuleren en faciliteren om meer zichtbaar aanwezig te zijn bij de uitvoering van het primaire proces. 7. Aandacht te besteden aan de implementatie en borging van een helder geformuleerd integriteitbeleid. 8. Aandacht te besteden aan het aanzienlijke cultuurverschil binnen de onderscheiden functiegroepen en regiems van de inrichting. 9. Aandacht te besteden aan een meer geïntegreerde aanpak van detentie in en tussen het huis van bewaring en de gevangenis. Daarnaast beveelt de Inspectie de Dienst Justitiële Inrichtingen aan om de inrichting te faciliteren ten aanzien van het ‘up to date’ houden van haar materiële beveiligingsapparatuur. Tenslotte wordt de minister van Justitie aanbevolen om zicht te houden op de effecten van de inkorting van de dagprogramma’s, het meerpersoonscelgebruik en de beperking van arbeidsmogelijkheden ten aanzien van de motivatie van gedetineerden om deel te nemen aan programma’s die beogen recidive terug te dringen.
7
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
1.1.1 Aanleiding van de inspectie De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) is per januari 2005 operationeel. In haar jaarplan is opgenomen dat zij in 2005 een aantal doorlichtingen van penitentiaire inrichtingen uitvoert. Na de locaties Karelskamp en Niendure van de PI Overijssel en de PI Amsterdam is de locatie Lelystad de derde inrichting binnen de sectordirectie Gevangeniswezen (GW) die door de ISt wordt geïnspecteerd. Aanleiding om de locatie Lelystad te inspecteren is mede gelegen in het feit dat de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) deze locatie dit jaar niet bezoekt1. Het is de Inspectie bekend dat, gelieerd aan de locatie Lelystad, door de sectordirectie Gevangeniswezen (GW) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een pilot van een nieuw detentieconcept wordt ontwikkeld, het Detentieconcept Lelystad (DCL). Deze ontwikkeling blijft buiten het bereik van deze inspectie maar zal te gelegener tijd door de Inspectie afzonderlijk worden beschouwd. De inspectie omvat een reguliere doorlichting van de aspecten uit het Toezichtkader van de ISt: rechtspositie, veiligheid en reïntegratie. De vraagstelling van de doorlichting is dan ook: hoe is de stand van zaken op genoemde aspecten in de locatie Lelystad van de PI Flevoland en welk kwalitatief oordeel verbindt de ISt aan haar bevindingen?
I 1
Teneinde de toezichtlast te beperken worden instellingen niet ‘dubbel’ bezocht in een jaar; de RSJ bezocht de locatie Lelystad laatstelijk op 13 augustus 2004.
8
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Op basis van de door de locatie toegezonden documentatie besteedt de Inspectie in het bijzonder aandacht aan de volgende vragen: − hoe is het gesteld met de huisregels; − wat is de daadwerkelijke invulling van het dagprogramma; − wordt het wettelijk minimum aan activiteiten geboden; − hoe is het meerpersoonscelgebruik gereguleerd; − hoe staat het met de geweldstoepassing binnen de differentiaties; − is er een geborgd integriteitsbeleid? 1.1.2 Doel van de inspectie Het doel van de inspectie is na te gaan hoe het is gesteld met de rechtspositie (van gedetineerden), de veiligheid (in het algemeen) en reïntegratiedoelstellingen in en van de locatie Lelystad. De bevindingen (hoofdstuk 2) van de Inspectie leiden tot conclusies (hoofdstuk 3) en aanbevelingen (hoofdstuk 4). 1.2 Reikwijdte van de inspectie De inspectie omvat de locatie Lelystad van de PI Flevoland waarbinnen twee differentiaties zijn te onderscheiden te weten een gevangenis en een huis van bewaring met een capaciteit van resp. 217 en 271 plaatsen. 1.3 Opzet
1.3.1 Methode De methodiek voor het uitvoeren van een doorlichting bestaat uit het verzamelen van feitelijke gegevens door middel van documentatie (bijlage A), observatie en gesprekken met belanghebbenden (bijlage B). Deze gegevens worden vervolgens getoetst aan het toetsingskader (bijlage C). Deze toetsing leidt tot een oordeel van de Inspectie over de gang van zaken binnen de locatie. Genoemd toetsingskader is afgeleid van het algemeen toezichtkader van de Ist en gebaseerd op (inter)nationale wet- en regelgeving. Ten behoeve van de inspecties is het toetsingskader uitgewerkt een aantal gestructureerde interviewlijsten die het uitgangspunt vormen voor alle reguliere doorlichtingen van penitentiaire inrichtingen. Naar aanleiding van de vooraf bekende documentatie worden door de Inspectie aanvullende informatievragen
9
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
opgesteld. De inspectie wordt, conform het protocol voor de werkwijze2 van de ISt, uitgevoerd door twee inspecteurs. 1.3.2 Tijdpad Per brief van 22 september 2005 werd de algemeen directeur van de PI Flevoland over de voorgenomen inspectie geïnformeerd. Tevens werd de Commissie van Toezicht per brief van 4 oktober 2005 op de hoogte gesteld van de inspectie en verzocht om toezending van de jaarverslagen 2003 en 2004. De inspectie vond plaats op 1 en 3 november 2005. Het conceptrapport is op 23 november voor wederhoor met betrekking tot de feitelijke bevindingen van de Inspectie naar de locatiedirecteur gestuurd. Het inspectierapport is op 1 december door de hoofdinspecteur vastgesteld en aangeboden aan de minister van Justitie. 1.4 Objectbeschrijving
1.4.1 Locatie Lelystad De locatie Lelystad is een relatief grote inrichting met in totaal 488 detentieplaatsen. De oorspronkelijke capaciteit bedroeg 384 (2x192) plaatsen, maar door de bijplaatsing van noodcapaciteit (48 plaatsen) en de invoering van het meerpersoonscelgebruik (56 plaatsen) nam de capaciteit met ruim 100 plaatsen toe. Wanneer het eerdergenoemde nieuwe detentieconcept volledig wordt ingevoerd3 bedraagt de capaciteit van de inrichting rond 1500 plaatsen. Bij ingebruikname -in 1995- was de inrichting volledig bestemd als huis van bewaring maar in 2001 is een van de woongebouwen herbestemd als gevangenis ‘standaard’ met een regiem van algehele gemeenschap. De inrichting is ruim gehuisvest in het weidse polderlandschap van Flevoland. De ontwerpers van het complex hebben aansluiting gezocht bij het traditionele koepelmodel; uiterlijk zijn de twee grote cellencomplexen duidelijk herkenbaar als koepels. Eenmaal binnen blijken de koepels de overkapping van fysiek van elkaar gescheiden woonafdelingen met per afdeling een (oorspronkelijke) capaciteit van 48
I 2
Het protocol voor de werkwijze wordt voorafgaande aan de inspectie aan de directie en commissie van toezicht van de te inspecteren locatie gezonden. 3 Deze invoering is mede afhankelijk van de resultaten van een nog te starten pilot.
10
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
bewoners verspreid over een begane grond en een verdieping met ieder 24 cellen. Zo ontstaat onder één dak toch een overzichtelijke -en mede daardoor: veilige- woonafdeling waar gedetineerden en personeel nauw met elkaar in contact kunnen staan. Centraal in de koepels staat een zgn. statische post van waaruit de gang van zaken op de woonafdelingen 360 graden kan worden geobserveerd. De statische posten zijn 24 uur door personeel bezet. Los van de woonverblijven maken de arbeidszalen en overige werkplekken voor medewerkers deel uit van een fors uitgevoerd voorgebouw dat los staat van de eerdergenoemde koepels. Dit voorgebouw vormt het ‘front’ van de inrichting; in het midden is de entree voor personen en voertuigen gesitueerd en zijn de kantoor- en bezoekruimten alsmede de badafdeling ondergebracht. Links en rechts van deze accommodatie zijn de ruim bemeten arbeidscentra gesitueerd. Rond de koepels is veel fysieke ruimte die wordt ingevuld door lucht- en sportaccommodaties. De inrichting is omheind door een penitentiair hekwerk en omzoomd door een muur voorzien van bewegingsdetectie. Door de ruime opzet van het complex vinden personeels- en gedetineerdenbewegingen voor een deel via de buitenlucht plaats; er zijn geen afgesloten corridors voor het interne transport. Eén van de koepels fungeert als huis van bewaring (hvb) en wordt binnen de locatie Lelystad aangeduid als ‘C1’; de andere koepel fungeert als gevangenis en wordt aangeduid als ‘C2’. Binnen beide bestemmingen is er sprake van (enige) interne differentiatie waarbij voor de Inspectie het meest manifest is dat de aan het hvb gekoppelde noodcapaciteit (48 plaatsen) gebruikt wordt als interne4 bijzondere zorg afdeling (24 plaatsen) en arrestantencapaciteit (24 plaatsen). Tevens wordt een afdeling binnen de C1 gebruikt als inkomstenafdeling. Daarnaast worden op een afdeling van de gevangenis (C2) gedetineerden geplaatst die -mits daarvoor intern geselecteerd- participeren in bijzondere arbeidsprojecten. De inrichting maakt, qua onderhoud, een verzorgde indruk op de Inspectie. 1.5 Recent onderzoek De Raad voor de Strafrechtstoepassing (RSJ) bezocht de inrichting in augustus 2004 en constateerde toen onvoldoende actualiteit, bekendheid en beschikbaarheid van huisregels voor de gedetineerden. Ook de inkorting van het
I 4
Als zodanig niet erkend (en gefinancierd) door de sectordirecteur gevangeniswezen
11
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
dagprogramma beschouwde de Raad als een beperking voor zowel gedetineerden als personeel vanwege respectievelijk minder ruimte voor persoonlijke verzorging en telefonische (relatie)contacten alsmede persoonlijk contact tussen gedetineerden en personeel. De RSJ is tevens kritisch over de afname van het arbeidsaanbod maar signaleert wel dat er binnen de inrichting toenemende aandacht voor maatschappelijke integratie (m.i.) projecten is. De DJI gedetineerdensurvey 2004 is binnen de locatie Lelystad niet afgenomen omdat het aantal respondenten beneden de norm lag om significante conclusies te trekken.
12
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
2 Bevindingen
2.1 Inleiding De inrichting functioneerde bij haar operationele aanvang (1995) integraal als huis van bewaring. In 2001 leidde een bestemmingswijziging tot splitsing van de toenmalige capaciteit in een huis van bewaring en een gevangenis. Rond deze splitsing is aan de penitentiair inrichtingswerkers (piw-ers) en een aantal ondersteunende functionarissen gevraagd naar welk regiem hun voorkeur uitging en zijn er vervolgens ‘vaste’ teams geformeerd die gekoppeld werden aan hvb of gevangenis. De Inspectie heeft geconstateerd dat thans -in operationele zin en vanuit ‘bedrijfsculturele’ optiek- de splitsing nogal rigoureus is. Bij de inspectie betrokken respondenten geven er blijk van niet tot nauwelijks te weten wat er binnen de andere regiems speelt; later in deze rapportage wordt hier op teruggekomen. Ondanks het geconstateerde verschil tussen hvb en gevangenis zal in de navolgende paragrafen integraal worden ingegaan op de locatie Lelystad en bij die aspecten waarbij het relevant is een onderscheid worden gemaakt tussen hvb en gevangenis. 2.2 Rechtspositie
2.2.1 Documentatiegegevens De huisregels die de Inspectie vooraf zijn verstrekt hebben als datumaanduiding juli 2005. De huisregels zijn integraal van toepassing binnen de inrichting en maken geen onderscheid tussen de gang van zaken binnen het huis van bewaring en de gevangenis. De huisregels bevatten een veelheid aan informatie op velerlei gebied.
13
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Alle onderdelen van het aspect rechtspositie uit het toetsingskader van de Inspectie worden in de huisregels behandeld. Met behulp van de inhoudsopgave, waarvan overigens in de door de Inspectie gebruikte versie de paginanummers niet overeenkomen met de inhoud van die pagina’s, kan wel een bepaald onderwerp worden gevonden doch echt gebruiksvriendelijk is het gebruik van de huisregels niet; een index op alfabetische volgorde van onderwerp ontbreekt. Ook het gebruikte lettertype is aan de kleine kant, terwijl de gebruikte bladspiegel fors is. De gepresenteerde informatie is niet altijd eenduidig. De Inspectie confronteerde de directie met diverse onjuistheden en onduidelijkheden in het haar beschikbaar gestelde exemplaar. Zo bleek het de Inspectie dat er kennelijk ‘een gering bedrag aan kosten wordt berekend wanneer een gedetineerde zijn eigen penitentiair dossier wil inzien’. Volgens zeggen van de directie wordt dit niet toegepast, is dit onjuist en zal dit in de huisregels worden gewijzigd. Ook het postadres van de Commissie van Toezicht bleek onjuist. De directie zegde toe nog eens kritisch naar de inhoud te kijken en zonodig correcties door te voeren. Overigens werd bij het interview dat de Inspectie had met een vertegenwoordiging van de gedetineerden een -gebonden- exemplaar van de huisregels overlegd dat van recentere datum was: 11 oktober 2005. De gedetineerden gaven aan dat in dit exemplaar een aantal onjuistheden staat dat tot verwarring leidt zoals een onjuiste bestedingslimiet van de winkelaankopen. Desgevraagd gaven zij aan dat de huisregels sedert 10 oktober 2005 beschikbaar waren op cel. Het is de Inspectie niet gebleken dat de huisregels ook in andere talen beschikbaar worden gesteld. De bibliotheekvoorziening voor gedetineerden wijkt in de locatie Lelystad af van die in overige inrichtingen doordat er geen sprake is van een bibliotheekvoorziening waar gedetineerden naartoe kunnen. De voorziening wordt verzorgd door de Openbare Bibliotheek van Lelystad die de inrichting wekelijks voorziet van ‘verse’ boeken, lectuur of andere media. In de toekomst streeft de directie naar een vaste voorziening binnen de muren van het complex. De Inspectie beschikte vooraf over een overzicht van het dagprogramma, onder andere in de vorm van een ‘uitdraai’ uit het ‘handboek regiemvoering’. Het valt de Inspectie op dat dit document louter bestaat uit een opsomming van de vaststaande ‘recht’activiteiten zoals luchten, arbeid, sport op enig moment van de dag; de mogelijkheid van deelname aan meer facultatieve en/of inhoudelijke activiteiten zoals educatie of geestelijke verzorging wordt niet vermeld. Desgevraagd deelt de directie mede dat die mogelijkheden voor de
14
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
gedetineerden wel degelijk bestaan en als zodanig heeft de Inspectie dit ook geconstateerd. De Inspectie heeft, ondanks dat de documentatie niet op alle punten eenduidigheid verschaft, vastgesteld dat binnen het dagprogramma voor zowel het hvb als de gevangenis het wettelijk verplichte activiteiten- en voorzieningenaanbod in voldoende mate wordt aangeboden. 2.2.2 Observatiegegevens Naast het kantoorgedeelte, waar de werkzaamheden van de Inspectie grotendeels werden uitgevoerd, werden de Gevangenis (C2), het aan de Gevangenis gelieerde arbeidscomplex en de badafdeling bezocht.5 Tijdens de schouw werd de Inspectie geconfronteerd met medewerkers van het schilderproject6; een groep gedetineerden die onder leiding van een gekwalificeerde medewerker zowel binnen als buiten schilderwerk verricht. Door dit ‘verse’ onderhoudswerk oogden een aantal van de bezochte ruimten fris en verzorgd. Ook de (nog) niet geverfde ruimten zagen er onderhouden uit. De bezochte meermanscel was voorzien van de voorzieningen die daarvoor zijn vereist zoals een dubbele TV, afsluitbare kluisjes en een door middel van een gordijn af te schermen toilet. De bezochte woonafdeling en de daar gesitueerde keuken voor gezamenlijk gebruik door gedetineerden waren eveneens onderhouden en oogden schoon en ordentelijk. Op de betreffende woonafdeling werden door de Inspectie aldaar verblijvende gedetineerden aangesproken die aangaven dat de fysieke ruimte en de beschikbare voorzieningen -op zichvoldeden maar dat de inperking van het dagprogramma er toe leidde dat er geen activiteiten meer konden worden ontplooid in de avonduren. Vooral het in de avonduren kunnen bellen met -juist dán- beschikbare relaties werd door hen node gemist. De statische post (SP) van de gevangenis werd geschouwd. Deze werd op het moment van bezoek bemenst met twee beveiligingsbeambten. De Inspectie trof een overzichtelijk geheel aan waar op een transparante wijze kon worden gewerkt. Deze transparantie geldt niet voor het doorzicht van buiten naar binnen de SP omdat deze is voorzien van ‘one-way’ glas waardoor er alleen vanuit de SP naar de woonafdelingen kan worden geobserveerd. Op zichzelf ontstaat hierdoor een tamelijk anoniem contact tussen de medewerkers van de SP en de personen (medewerkers en gedetineerden) die zij faciliteren. Van de
I 5 6
Gezien de omvang van het complex zijn niet alle gebouwen/ruimten bezocht. Zie voorts par. 2.4.1.
15
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
zijde van de inrichting werd geopperd dat dit glas te gelegener tijd ook vervangen zou kunnen worden door transparant glas. Naar zeggen van het hoofd beveiliging worden de toegepaste technische beveiligingsvoorzieningen zo langzamerhand gedateerd en bestaat de noodzaak tot vervanging vanwege toenemende storingen. Gevraagd naar de aard van de storingen bleek bijvoorbeeld dat in het weekeinde voor de inspectie het detectiesysteem op de buitenmuur binnen twee uur tijd zo’n 60 maal een alarm doorgaf terwijl er geen afwijkingen werden geconstateerd. Desgevraagd deelde het dienstdoende personeel mede dat deze frequente alarmering gevolgen zou kunnen hebben voor hun waardering van een technische alarmmelding. Ook de badafdeling7 werd door de Inspectie bezocht; mede om inzicht te krijgen in de administratie en opslag van aan gedetineerden toebehorende goederen. Uit de meest recente rapportage van de RSJ bleek dat de gedetineerden frequent klagen over het zoekraken van goederen zowel tijdens het transport naar de inrichting als tijdens het verblijf daarbinnen. De Inspectie nam een ordentelijke badafdeling waar en was getuige van de administratieve verwerking van de overdracht van bezittingen. Voor de registratie van goederen op cel wordt gebruik gemaakt van een binnen een klein aantal penitentiaire inrichtingen ontwikkeld en toegepast geautomatiseerd goederenregistratiesysteem, genaamd BAD 2000. Hoewel er in het recente verleden niet voldoende werd gemuteerd in dit systeem was een recent incident aanleiding dit weer te gaan doen. Desgevraagd deelde het hoofd beveiliging mee dat het aantal aangiftes van vermissing afnam. De Commissie van Toezicht bevestigde dat het aantal klachten hierover duidelijk is afgenomen. Tijdens de schouw van de badafdeling nam de Inspectie een televisietoestel waar dat in gebruik was. De inspectie acht het niet gepast dat -behoudens door de directie vast te stellen uitzonderingen- onder werktijd door medewerkers naar TV programma’s kan worden gekeken.
I 7
In de zgn. badafdeling worden de gedetineerden bij binnenkomst in de inri chting ontvangen. Zij worden daar gefouilleerd en persoonlijke eigendommen, die niet zijn toegestaan, worden er bewaard. Ook het vertrek van gedetineerden uit de inrichting verloopt via de badafdeling.
16
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
2.2.3 Interviewgegevens De directie beaamt dat de totstandkoming van een actuele versie van de huisregels een moeizame exercitie is geweest die, sinds kort, heeft geleid tot de beschikbaarheid van huisregels op iedere cel. Met betrekking tot de door de Inspectie geconstateerde (en later ook door gedetineerden geduide) omissies zullen, zoals eerder gemeld, in de huisregels correcties worden doorgevoerd. De gedetineerden geven aan dat de huisregels sinds kort beschikbaar zijn maar wijzen op onduidelijkheden die tot veel commotie lei(d)den. Het gaat dan met name om het maximaal te besteden bedrag in de inrichtingswinkel. Ook het telefoneren leidt bij hen tot veel commotie. Dit wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan capaciteit; er zijn drie toestellen per afdeling, maar door het recentelijk blokkeren van de 0800 nummers. Door deze blokkade kan niet meer met zgn. budgetkaarten worden gebeld maar uitsluitend met KPN telefoonkaarten. Hierdoor is het bellen voor de gedetineerden veel kostbaarder geworden. De directie heeft de Inspectie de achtergrond van de blokkade van de 0800 nummers toegelicht waarbij de voornaamste overweging was dat de organisatie jaarlijks € 15.000 op het (budget)bellen door gedetineerden moest toeleggen. Gezien het in te lopen begrotingstekort een substantieel bedrag. Inmiddels heeft de directie bij de KPN bewerkstelligd dat er per eenheid (tik) langer gebeld kan worden en is ook de mogelijkheid gecreëerd om ‘collect call’ te bellen. De piw-ers geven aan dat zij op dit moment zeer vaak door gedetineerden met het te kostbare bellen worden geconfronteerd. Met betrekking tot de inkorting van het dagprogramma merkt de directie op dat deze maatregel binnen het hvb regiem tamelijk probleemloos is ingevoerd terwijl er binnen de gevangenis flink werd gemord omdat gemeenschappelijke activiteiten zoals gezamenlijk koken en eten ’s avonds niet meer kunnen plaatsvinden. De executieve medewerkers geven aan dat de uitvoering van het dagprogramma binnen het hvb allemaal net te doen is; het is ‘veel hollen, weinig stilstaan’. Zij vinden dat normaal; het past bij het werken binnen een hvb. De gevangenismedewerkers geven aan dat de inkorting van het dagprogramma voor hen niet veel verandering heeft gebracht omdat de gedetineerden binnen het regiem van algehele gemeenschap van hen minder afhankelijk zijn en meer hun eigen gang gaan. Uit het interview met leidinggevenden wordt duidelijk dat het binnen het hvb kan voorkomen dat een gedetineerde binnen het dagprogramma 24 uur achtereen op cel verblijft indien hij niet wenst deel te nemen aan een extra luchtmoment dat in de ochtenduren wordt aangeboden.
17
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het sanctiebeleid wordt door de respondenten als helder en duidelijk omschreven. De gedetineerden geven echter aan het niet eens te zijn met de ‘overgangsregeling’ die wordt gehanteerd bij de recent ingevoerde striktere toepassing van het sanctiebeleid rond deelname aan de arbeid omdat zij vinden dat bij de invoering van nieuwe regelgeving ‘met een schone lei’ begonnen moet worden. De directie hanteert bij de sanctietoepassing dat ook de vóór de wijziging toegepaste sancties medebepalend zijn voor de toe te passen sanctie. Alle respondenten zijn van mening dat geweldstoepassing binnen de inrichting, indien noodzakelijk, professioneel, proportioneel en beheerst plaatsvindt. Ook discriminatie is volgens de respondenten binnen de inrichting niet aan de orde. In het algemeen is men van mening dat men in de inrichting op een respectvolle wijze met elkaar omgaat. Geestelijke verzorging is met verschillende denominaties binnen de inrichting vertegenwoordigd. Aangegeven wordt dat het niet vervullen van een vacature protestants geestelijke verzorging nu en dan leidt tot het doen vervallen van een kerkdienst. De overige geestelijk verzorgers vullen dit deficit met persoonlijke aandacht voor gedetineerden aan maar staan daarmee wel onder extra werkdruk. De medische zorg is voldoende toegankelijk. De gedetineerden worden eerst gezien door een verpleegkundige alvorens te worden doorgeleid naar een arts. Er zijn, ook buiten kantooruren, voldoende artsen beschikbaar om de medische zorg te borgen. De gedetineerden geven aan dat het soms lang duurt alvorens met een arts kan worden gesproken maar dit heeft ook te maken met de opbouw van het dagprogramma en de motivatie van de patiënt om tijdig bij de arts te verschijnen. Met name binnen de uitvoering van het dagprogramma van het huis van bewaring lijkt de toeleiding van de gedetineerden naar de medische dienst en/of het ziekenhuis soms stroef te verlopen. De arbeid is binnen de bedrijfsvoering van de locatie Lelystad een minder dominante factor geworden. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door de gevolgen van de bezuinigingen waardoor de arbeid voor 60% van de gedetineerden wordt gefinancierd en anderzijds door marktomstandigheden die maken dat opdrachtgevers voor grote orders uitwijken naar ‘lage lonen landen’. De werkzaamheden die in het verleden werden gekwalificeerd als ‘stopwerk’ lijken nu structureel de enige vorm van arbeid te worden. Binnen de locatie Lelystad staat deze ontwikkeling in schril contrast met de fraaie accommodatie die voor arbeidsactiviteiten beschikbaar is. Feitelijk is er sprake van twee forse ‘fabriekshallen’ die voor dat doel niet meer optimaal worden aangewend. De
18
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
gang van zaken binnen de arbeid maakt om die reden op de inspectie een wat desolate indruk. De directie beaamt deze indruk maar ziet perspectief in de ontwikkeling van nieuwe projecten die in de plaats komen van traditionele arbeid. Zo is er het eerdergenoemde schildersproject, waarmee daartoe geselecteerde gedetineerden een opleiding volgen en de inrichting, zowel van buiten als binnen, van een nieuwe verflaag voorzien. Er is het reinigingsproject, waarmee de inrichting grotendeels wordt schoon gehouden en er is de bajesshop (de winkel) die door gedetineerden wordt ‘gerund’. De inrichting kent zowel binnen het hvb als de gevangenis een gedetineerdencommissie waar door de unitdirectie frequent mee wordt overlegd. Ook een delegatie uit de Commissie van Toezicht bezoekt elke gedetineerdencommissie8 jaarlijks. Het meerpersoonscelgebruik kende aanvankelijk veel gedwongen toepassing waarbij als uiterste consequentie bij weigering afzondering(scel) werd toegepast. Zo langzamerhand kiezen gedetineerden er vaker voor om vrijwillig met twee op één cel geplaatst te worden. Binnen het hvb is de doorstroming groot en is het meermansverblijf relatief kort; binnen de gevangenis kan het verblijf wel eens drie maanden duren vanwege de geringere doorstroom. Op zichzelf is het meerpersoonscelgebruik inmiddels goed ingebed in de dagelijkse bedrijfsvoering. 2.3 Veiligheid
2.3.1 Documentatiegegevens Het beveiligingsbeleid is grotendeels vastgelegd in geactualiseerde instructies en processen. Deze zijn binnen de inrichting digitaal beschikbaar. Het sanctiebeleid is voor de meest voorkomende incidenten vastgelegd; dit beleid wordt zowel in hvb als gevangenis toegepast. Het invoerbeleid is gereguleerd. Onlangs zijn de ‘touwtjes weer aangetrokken’ omdat met name binnen de gevangenis bleek dat op de cellen een veelheid aan irrelevante goederen aanwezig was. In de huisregels is de aard en hoeveelheid van goederen die een gedetineerde op cel mag hebben opgenomen. Hiervan vindt registratie plaats bij het bad in het eerder genoemde systeem BAD 2000.
I 8
hvb en gevangenis hebben ieder een gedetineerdencommissie.
19
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het onderhouden van dit systeem lijkt de Inspectie omslachtig. Het drugsontmoedigingsbeleid maakt onderdeel uit van de huisregels. Celinspecties en/of ‘spit’acties vinden regelmatig plaats. Het interne bijstandsteam (IBT) wordt daar dan veelal bij betrokken. Het IBT ontwikkelt zich meer naar een integraal calamiteitenteam waarin deskundigheid rond de bestrijding van calamiteiten is geïntegreerd: geweldsbeheersing, ehbo en brandbestrijding. Bij de personele inzet wordt rekening gehouden met voldoende beschikbaarheid van IBT-ers. Eerder was er sprake van gescheiden functioneren van IBT- en bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV). Het integriteitbeleid kent weinig tot geen documentatie alhoewel -voortgezetteaandacht voor dit aspect naar het oordeel van de Inspectie nadrukkelijk aan de orde zou moeten zijn9. 2.3.2 Observatiegegevens De inrichting kent een ruime opzet met een goed overzicht op (concentraties van) gedetineerden. De niet overzichtelijke ruimten worden grotendeels ‘gecoverd’ door cameratoezicht. Al eerder is opgemerkt dat bepaalde, met name elektrotechnische beveiligingsvoorzieningen, aan vervanging toe zijn. De gang van zaken binnen het complex geeft een rustig beeld waarbij het beveiligingspersoneel er blijk van geeft op de hoogte te zijn van de werking van systemen en procedures. Op zich kent de materiële beveiliging geen zwakke plekken, zij het dat door de huidige bouw van de accommodatie voor het eerdergenoemde Detentie Concept Lelystad op het terrein van de inrichting nu en dan concessies moeten worden gedaan aan het beveiligingsniveau. Het hoofd beveiliging anticipeert hierop door dan extra personeel in te zetten, desnoods aan de buitenzijde van het complex. In juli dit jaar heeft zich een geslaagde ontvluchting voorgedaan waarbij de betrokken gedetineerde met gebruikmaking van bouwmateriaal over hek en muur van de gevangenis kon komen. Buiten werktijd is er permanente bezetting van de Centraalpost en de Statische posten binnen de cellencomplexen waardoor personeel, bij zich voordoende calamiteiten, altijd ‘dichtbij’ is. Deze cruciale ruimten zien er verzorgd uit; irrelevante materialen worden niet aangetroffen.
I 9
Zie voorts par. 2.3.3.
20
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het personeel dat belast is met de beveiliging gaat correct gekleed in uniform; de Inspectie heeft daarvan geen afwijkingen geconstateerd. Op de arbeid blijken de vluchtroutes niet geblokkeerd door goederen; het personeel is daar alert op wegens een brand in het verleden. Tijdens de rondleiding geeft het hoofd beveiliging aan dat hij recentelijk in dienst van de locatie Lelystad is gekomen en het als kenmerkend ervaart dat zijn medewerkers gewend zijn aan een meer hiërarchische aansturing. Eén van zijn aandachtpunten is dan ook de ontwikkeling van meer eigen verantwoordelijkheid en initiatief bij de medewerkers binnen de kaders van hun taakstelling. 2.3.3 Interviewgegevens Hierboven werd al gerefereerd aan een incident: de ontvluchting in juli dit jaar. Naast eerdergenoemde materiële component werd deze volgens de directie mede gekenmerkt door het falen van medewerkers. Uit een door haar opgemaakte analyse van deze ontvluchting10 wordt duidelijk dat door medewerkers onvoldoende alert is opgetreden. Eerst zo’n twee uur nadat de ontvluchting plaatsvond werd de afwezigheid van betrokken gedetineerde opgemerkt en werd alarm geslagen. Uit de analyse van dit incident wordt duidelijk dat routinematige -en op basis van voorschriften vereistehandelingspatronen binnen de inrichting niet (meer) werden nageleefd. Een ernstige omissie die, zowel binnen de inrichting als ook landelijk, heeft geleid tot hernieuwde aandacht voor allerlei aspecten rond praktisch penitentiair handelen. In dit verband overhandigde de directie aan de Inspectie de DJI/GW beleidsnotitie ‘Zeker op Veilig’ van 9 augustus 2005 inzake ‘penitentiaire scherpte’. De Inspectie heeft kennis genomen van de inhoud en oordeelt dat de omschreven handelwijze bekend is en al jaren deel uitmaakt van de noodzakelijke handelwijze van medewerkers binnen een penitentiaire setting; het is een taak van de leiding van zo een setting op het gedrag en resultaat van medewerkers te sturen. De respondenten geven unaniem aan dat zij hun leidinggevenden niet vaak op de werkvloer zien maar tegelijkertijd dat deze het ook altijd druk hebben. Waarmee, is hen niet altijd duidelijk. De Inspectie vindt het opvallend dat door alle executieve respondenten zo expliciet wordt gewezen op de behoefte aan controle van doen en handelen op de werkvloer.
I 10
De Inspectie ontving van de directie een kopie van de ‘melding bijzonder voorval’ ten behoeve van het hoofd DJI.
21
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Overigens wordt duidelijk dat deze controle binnen de functiegroep van beveiligingsmedewerkers ook intercollegiaal tot stand komt. Men is daar gewoon elkaar aan te spreken op uiterlijk, handelen en nalaten; het is onderdeel van de omgangscultuur binnen de beveiligingsgroep. De respondenten van de PIW functiegroep herkennen deze wijze van intercollegiaal handelen binnen hun functiegroep niet; men laat het meer afhangen van de reactie van de leidinggevenden en die zijn, zoals gezegd, onvoldoende zichtbaar en/of leggen andere prioriteiten. Expliciet wordt aangegeven dat voorbeeldgedrag, of het nu gaat om uiterlijk of houding, van de kant van leidinggevenden wordt gemist. Illustratief daarvoor is het volgende. Tijdens het gesprek van de Inspectie met een groep executieven stelde een medewerker uit de functiegroep beveiliging aan de aanwezige piw-ers de vraag waarom zij er niet ‘uniform’ bij liepen. De piw-ers reageerden met de mededeling dat er door de leiding niet op gelet of gestuurd werd maar dat dat wel eens goed zou zijn. Toen de Inspectie vervolgens doorvroeg bleek dat met name in de weekeinden een aantal (piw) medewerkers ‘lak’ heeft aan de uniformdracht en in vrijetijdskleding naar het werk komt. Hierdoor is het voor de beveiligingsmedewerkers, met name bij de uitvoering van hun werkzaamheden via de monitor, bijna niet meer mogelijk om het onderscheid te maken tussen gedetineerden en medewerkers. In een ander gesprek werd door een geestelijk verzorger aangegeven dat hij in het weekeinde, tijdens de kerkdienst, soms geen uiterlijk onderscheid kan maken tussen gedetineerden en begeleidend personeel. De Inspectie acht dit alles een onwenselijke situatie, temeer daar de medewerkers zelf aangeven dat men op dit punt aan het ‘afglijden’ is en men het graag anders ziet. De executieve medewerkers geven er blijk van op de hoogte te zijn van de vigerende dienstinstructies en calamiteitenplannen, zij het dat zij aangeven meer op basis van routine te handelen dan op basis van datgene wat is omschreven met betrekking tot hoe te handelen. Opvallend is daarbij dat de respondenten van de zijde van het huis van bewaring aangeven dat zij het werken in een omgeving die wordt gedomineerd door regelgeving als prettig ervaren terwijl de respondenten van gevangeniszijde juist aangeven dat zij in de uitoefening van hun functie minimaal enige ‘scharrelruimte’ nodig hebben. Dit verklaart (en bevestigt) de strikte scheiding die door de Inspectie werd ervaren binnen de cultuur van de inrichting. Het huis van bewaring en de gevangenis hebben weinig gemeenschappelijk als het om
22
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
bedrijfscultuur gaat: je werkt òf in het hvb òf in de gevangenis; een combinatie van beide is binnen de locatie Lelystad nagenoeg ondenkbaar. Deze stelling geldt overigens niet voor de binnen het gehele complex werkzame beveiligingsbeambten; zij zijn niet gekoppeld aan enige bestemming en hebben een goed overzicht van de operationele gang van zaken binnen de inrichting. Aangegeven wordt dat binnen de beveiligingsgroep in de nabije toekomst meer gewerkt gaat worden met vaste teams per onderdeel van het complex. Door de verschillende respondenten wordt zonder uitzondering bevestigd dat er een groot cultuurverschil is tussen het werken in en met medewerkers van het hvb en de gevangenis. Opvallend is voorts dat de executieve medewerkers er tijdens het interview blijk van geven elkaar en elkaars werkwijze niet te kennen. Men geeft verschillende keren aan dat het goed zou zijn meer van elkaars werkwijze te weten te komen door bijvoorbeeld functie-uitwisselingen en meer gezamenlijk overleg. Door piw-ers wordt uitgebreid ingegaan op de omstandigheid dat het soms voorkomt dat de technische beveiliging (tijdelijk) buiten gebruik is en zij daarvan dan niet op de hoogte zijn. De beveiligingmedewerkers weten dit dan wel. Beide functiegroepen geven aan het zinvol te vinden over gelijkwaardige informatie over de bedrijfszekerheid van het systeem te beschikken; de Inspectie sluit zich bij deze opvatting aan. Voorts wordt aangegeven dat technische problemen rond de beveiligingssystemen in het algemeen snel worden hersteld. Dit in tegenstelling tot meer ‘huishoudelijke’ reparaties waar met name gedetineerden van afhankelijk zijn (bijv. een doorstromend spoelreservoir van een toilet, het vervangen van kapotte lampen, spiegels) dan is de wachttijd erg lang en moeten de piw-ers er naar hun mening vaak achteraan om zo een reparatie gerealiseerd te krijgen en/of te weten wat de stand van zaken is. Men geeft aan dat er regelmatig calamiteitenoefeningen plaatsvinden waarbij ook externe instanties zoals brandweer en GGD zijn betrokken; beschikbare calamiteitenteam leden -naar zeggen van het hoofd beveiliging zijn tijdens operationele uren altijd 8 leden beschikbaar- vervullen dan een gidsfunctie. Unaniem vindt men dat geweldstoepassing proportioneel plaatsvindt en dat met name het IBT goed is toegerust op de toepassing daarvan. Indien nodig wordt geweld ook door piw-ers op de afdeling toegepast, maar van onderhoud van het Praktisch Penitentiair Optreden (PPO) is geen sprake. Desgevraagd geven de piw-ers aan gemakkelijk onder deelname aan de ingeroosterde personeelsport uit te komen en de indruk van de Inspectie is dat dit ook vaak gebeurt. Ook hier wreekt zich weer het gebrek aan controle door
23
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
leidinggevenden; men komt er gemakkelijk mee ‘weg’; een letterlijk citaat is in dit verband: ‘als piw-er kun je de kantjes er vanaf lopen’. Wanneer hier door de Inspectie de relatie met de FIT -KIT11 wordt gelegd geeft men aan dat daar wel aan gewerkt is door middel van een nulmeting begin dit jaar maar dat op dit moment nog niet duidelijk is of er wordt nagegaan of men aan de eisen voldoet. De directie geeft desgevraagd aan dat in januari 2006 de FIT-KIT toets weer zal plaatsvinden. De beveiligingsmedewerkers geven aan dat sport binnen hun functiegroep wel degelijk van belang is en deelname daaraan door de leiding -en henzelf- wordt gestimuleerd. De Inspectie verneemt van de zijde van de piw-ers dat, indien geweldstoepassing heeft plaatsgevonden, er binnen de functiegroep PIW geen evaluaties (meer) plaatsvinden van het incident. Men gaat, na afhandeling van het incident, kennelijk gewoon weer over tot de ‘orde van de dag’; in dit verband is een letterlijk citaat: ‘je veegt het bloed van je handen en gaat weer verder’. De directie ontkent desgevraagd ten stelligste deze gang van zaken. Op het aspect integriteit constateert de Inspectie het volgende. Medio vorig jaar is door de directie tot twee keer toe fors ingegrepen bij niet-integer handelen door medewerkers. Dit handelen heeft op dat moment indruk gemaakt en wordt door medewerkers alom gerespecteerd. Helaas constateert de Inspectie dat dit handelen tot nu toe geen vervolg heeft gehad middels bijvoorbeeld een integrale aanpak van het thema integriteit. De Inspectie acht dit een risico. Zij constateert dat de kennelijk intense aandacht voor integer handelen veel ‘impact’ op de medewerkers heeft gehad maar mist het vervolg daarop in de vorm van (de borging van) een integriteitbeleid binnen de organisatie. Dit beleid is (nog) niet aanwezig en het wordt ‘kort dag’ om de aansluiting met genoemde impact te behouden. In dit verband is het relevant om te melden dat bij de vraag naar de betekenis van functioneringsgesprekken door de piw-ers wordt opgemerkt dat deze niet structureel plaatsvinden. Voor de meeste respondenten is het relatief lang geleden dat er met hen over hun functioneren is gesproken en meestal vond dit dan plaats gekoppeld aan een rechtspositionele wijziging. Dit geldt niet voor de functiegroep beveiliging; de medewerkers geven aan dat er met hen geregeld een functioneringsgesprek wordt gehouden.
I 11
De FIT-KIT is binnen DJI een normatief instrument om jaarlijks de conditie van medewerkers te toetsen.
24
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
De Inspectie is van mening dat de behoefte aan aandacht voor integriteitvraagstukken onder de medewerkers groot is en op grond van het geschetste beeld, aandacht voor dit aspect van de zijde van de directie nadrukkelijk gewenst is. 2.4 Reïntegratie
2.4.1 Documentatiegegevens Uit de toegezonden documentatie bleek aanvankelijk weinig aandacht voor het aspect reïntegratie. Het separaat aan de Inspectie toezenden van een voortgangsverslag over het interne schildersproject bracht daarin verandering. Uit dit verslag blijkt dat de locatie Lelystad een jaar geleden is gestart met het aanbieden van een schilderspraktijkopleiding waarbij deelnemers, naast één dagdeel per week theorieopleiding, ook de praktijk van het schildersvak goed leren kennen doordat zij het complex zowel van buiten als binnen voorzien van een nieuwe verflaag. De begeleiding van dit project is in alle opzichten professioneel en de deelnemers kunnen bij afronding in het bezit komen van een door de brancheorganisatie erkend certificaat assistent schilder. Uit de stukken blijkt dat het doel is om ook voortgezette opleidingen en trajecten aan te bieden die moeten leiden tot een ‘warme’ overdracht van de aspirant schilder in een doorlopend detentietraject dat uiteindelijk voor de deelnemer leidt tot een baan in de schildersbranche. Het project wordt breed gedragen binnen de organisatie en mede door de erkenning van de inrichting als leerbedrijf is de Rijksgebouwendienst bereid om het schilderwerk te laten uitvoeren door gedetineerden. Het is een loffelijk initiatief dat voor een aantal actoren binnen de organisatie, zeker afgezet tegen de versoberingen van de laatste jaren, nieuwe perspectieven biedt. In dezelfde categorie valt het initiatief om de winkel niet meer door een extern bedrijf, maar door gedetineerden zelf te laten exploiteren. Inmiddels heeft men hier positieve ervaring mee opgedaan en dit initiatief moet voor deelnemende gedetineerden leiden tot het predikaat ‘gecertificeerd winkelassistent’. Eenzelfde optie is er voor gedetineerden die deelnemen aan het reinigingsproject; ook daarbinnen is de mogelijkheid tot certificatie indien deelnemende gedetineerden voldoen aan theoretische en praktische eisen op het gebied van schoonmaakwerkzaamheden. Laatstgenoemde projecten waren voor de Inspectie niet gedocumenteerd. Overigens kunnen uitsluitend gedetineerden uit de gevangenis deelnemen aan genoemde projecten.
25
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Vanwege deze projecten scoort de inrichting in 2005 goed met de indicator op het gebied van (vak)opleidingen omdat een groot aantal (75 in mei tot en met augustus ) deelexamens kon worden afgelegd. De Inspectie plaatst hierbij de kanttekening dat het bij deze projecten een relatief klein deel van de gevangenispopulatie betreft. Wat betreft de toeleiding naar Penitentiaire Programma’s (PP) ligt de inrichting naar zeggen op schema; op het moment van de inspectie zijn er 18 PP’s gerealiseerd. De Inspectie had bij het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding inzage in een ‘aanvraag PP’. Het viel op dat de inhoud van deze aanvraag weinig toevoegde aan datgene wat reeds bekend was over de betrokken gedetineerde uit eerdere dossiervorming; het leek eerder een (samengevatte) herhaling daarvan. Wat dat betreft ziet de Inspectie bij voorkeur de weerslag van een binnen de inrichting multidisciplinair opgebouwd ‘filmisch beeld’ rond de gedetineerde dat als vanzelfsprekend leidt tot de toeleiding naar een PP. In onderhavige aanvraag was daar geen sprake van. 2.4.2 Observatiegegevens Al eerder is opgemerkt dat er sprake is van een -in voorkomen- grootschalige arbeidsaccommodatie die niet meer ‘bol’ staat van bedrijvigheid. Drie werkzalen hebben inmiddels een andere bestemming welke is gekoppeld aan voornoemde projecten. Er is een werkzaal ingericht als educatieruimte, waarbij de machines zijn vervangen door computers; er is een werkzaal omgebouwd tot schilderswerkplaats en een werkzaal is in gebruik als uitvalsbasis voor het reinigingsproject. Op de werkzaal houtbewerking wordt er tijdens het bezoek van de Inspectie nog stevig doorgewerkt aan een order voor gespecificeerde houten pallets en kratten. Helaas is het stukwerk dat, na oplevering, de werkplaats weer in de wachtstand zet tot de volgende order van deze opdrachtgever. Op andere werkzalen ziet de Inspectie gedetineerden, wegens gebrek aan werk, schaken, klaverjassen of voor zich uit staren. De werkmeesters houden dan indirect toezicht en verblijven veelal in hun kantoor. 2.4.3 Interviewgegevens Uit de interviews blijkt dat er binnen de gevangenis sprake is van een integrale/multidisciplinaire bespreking van gedetineerden in een detentieberaad (DBR). Bij het huis van bewaring is dit niet het geval. Kennelijk komt dit moeizaam van de grond. Het verantwoordelijke directielid merkt terzake op zelf
26
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
de draad weer op te gaan pakken. De Inspectie informeerde bij de leiding van de woonafdelingen in het hvb naar hun bijdragen aan het DBR en zij gaven aan niet te weten waarom het DBR binnen hun unit niet goed functioneert; er werd wat laconiek op gereageerd. Het mentoraat is binnen de gevangenis duidelijk aanwezig. In het hvb heeft men daar niet of nauwelijks tijd voor. Piw-ers hebben primair de opdracht om het dagprogramma te draaien en zijn daar veel tijd mee kwijt. ‘Voor de inkorting van het dagprogramma was er in de avonduren nog wel eens gelegenheid voor een wat uitgebreider contact met gedetineerden maar nu niet meer’ is desgevraagd de reactie op de intensiteit van het contact tussen gedetineerden en PIW-ers aldaar. De regulering van de toegang tot de medische zorg levert op dit moment vanuit het hvb problemen op; zowel gedetineerden als de medische staf laten dit aan de Inspectie weten waarbij wordt gesuggereerd dat nonchalance van piw-ers hier aan ten grondslag ligt. Het probleem wordt wel gezamenlijk opgepikt omdat aangegeven wordt dat er op korte termijn een gesprek tussen de unitleiding en de medische staf zal plaatsvinden. De leden van de ‘zorg’staf laten in het gesprek met de Inspectie weten dat zij met name -functioneel- zijn betrokken bij de gevangenis en van mening zijn dat er vooral binnen dit regiem aandacht is voor reïntegratiemogelijkheden en individuele trajecten; het hvb neemt naar hun zeggen ‘een tamelijk geïsoleerde positie in’. Unaniem is men van mening dat aandacht voor reïntegratie slechts voor een beperkte groep van de totale (gevangenis)populatie is weggelegd, waarbij wordt gerefereerd aan de deelnemers van eerdergenoemde (interne) projecten. Anticiperen op een mogelijk (individueel) traject is binnen het hvb niet aan de orde. Er is wel een inkomstenregiem waar de gedetineerden worden gescreend. Hierbij wordt ook beoordeeld of zij geschikt zijn om geplaatst te worden op een meerpersoonscel. Van de zijde van het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) wordt in dit verband aangegeven dat het de laatste maanden erg lang duurt voordat uit het centrale (DJI) depot (historische) gedetineerdendossiers beschikbaar komen. Het dossier komt soms binnen wanneer de gedetineerde al weer is vertrokken. De oorzaak ligt, naast de recente verhuizing van het depot, grotendeels in een nieuwe (DJI) beleidslijn die inhoudt dat een dossier niet meer gelijk met de gedetineerde mee verhuist naar een opvolgende detentieplaats maar via het centrale depot, zodat deze instantie de regie houdt op deze privacygevoelige informatie. Veel gedetineerden die in de inrichting verblijven hebben een persoonlijkheidsstoornis; voor een deel van hen bestaat de mogelijkheid deel te
27
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
nemen aan een training agressieregulering en/of delictscenariobespreking die binnen de inrichting wordt aangeboden. Hiervoor is een convenant gesloten met de dr. Henri van der Hoevenkliniek (TBS) in Utrecht. Het gedachtegoed van het beleidsprogramma Terugdringen Recidive (TR) is binnen de locatie Lelystad nog maar beperkt aanwezig. Met name de MMD functionaris (‘maatschappelijk werker belast met MMD taken’) blijkt op de hoogte van de ‘ins en outs’ van dit beleid maar geeft aan dat er nog geen sprake is van daadwerkelijke implementatie. De directie geeft ten aanzien van TR aan dat RISc12 onderzoeken wel -pro forma- bij de Reclassering worden aangevraagd maar dat bij de Reclassering de capaciteit ontbreekt om deze onderzoeken ook daadwerkelijk uit te voeren. Het is de Inspectie niet gebleken dat bij de plaatsing binnen het hvb wordt geanticipeerd op een detentietraject dat via de gevangenis vorm krijgt. Eerst bij finale plaatsing in de gevangenis wordt er aandacht besteed aan het verdere detentieverloop van de gedetineerde.
I 12
RecidiveInschattingsSchaal welke inzicht geeft in individuele criminogene factoren.
28
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
3 Conclusies
De conclusies zijn geformuleerd aan de hand van de hoofdvragen uit het toetsingskader en de algemene vragen zoals deze in par. 1.1.1. zijn opgenomen13. 3.1 Algemeen Locatie Lelystad is een relatief grote inrichting met een meervoudige bestemming. De inrichting is betrokken bij nieuwe ontwikkelingen en toont daarmee initiatief. De Inspectie concludeert echter dat in de bestaande organisatie een aantal (kritische) aspecten nadrukkelijk aandacht van de directie verdient. Niet alleen door deze ‘aan te pakken’ maar juist ook om ‘door te pakken’. Navolgend worden deze nader geduid. 3.2 Rechtspositie De gedetineerden worden binnen locatie Lelystad wel geïnformeerd over hun rechten en plichten maar de wijze waarop dit -tot nu toe- is gebeurd is niet altijd helder en eenduidig. Sinds kort is een herziene versie van de huisregels op cel beschikbaar maar deze bevat nog een aantal onvolkomenheden waaronder de notie dat een gedetineerde bij dossierinzage een vergoeding moet betalen. Bij de gedetineerden ligt dit zeer gevoelig. De huisregels zijn uitsluitend in de Nederlandse taal beschikbaar. De Inspectie stelt vast dat er op basis van praktijkkennis, die in de inrichting in voldoende mate beschikbaar is vanwege de aanwezigheid van ervaren personeel, op een voldoende zorgvuldige wijze met de rechten van gedetineerden wordt omgegaan. De borging van deze rechten is voor de
I 13
Indien niet anders vermeld zijn de conclusies integraal van toepassing op zowel het huis van bewaring als de gevangenis.
29
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Inspectie echter niet altijd herleidbaar tot vastgelegde regelgeving en procedures. Gedetineerden worden binnen locatie Lelystad met respect behandeld. Onnodig excessief geweld en willekeur komen niet voor. Proportionele geweldstoepassing is voldoende geborgd door in voorkomende gevallen gebruik te maken van het professioneel opgeleide interne bijstandsteam. Het dagprogramma omvat de activiteiten waar de gedetineerden recht op hebben maar is in haar (schriftelijke) opzet beperkt. De uitvoering van het dagprogramma leidt in het huis van bewaring tot forse (werk)druk bij de betrokken functionarissen; er zijn weinig ‘rustpunten’ die leiden tot spontaan contact tussen gedetineerde en executief personeel; het draaien van het programma heeft prioriteit. Binnen het dagprogramma van het huis van bewaring kan het voorkomen dat een gedetineerde meer dan 24 uur achtereen op cel verblijft indien hij geen gebruik maakt van de extra luchtfaciliteit. In de gevangenis verloopt de uitvoering van het dagprogramma soepeler. Door het langere verblijf van gedetineerden ontstaat er een band tussen gedetineerden en (executieve) medewerkers; men kent elkaar en weet beter wat men aan elkaar heeft. De sfeer is er gemoedelijker en de grondhouding van het executieve personeel duidelijk anders dan in het huis van bewaring en minder gericht op beheersing en structuur. Stafleden geven aan liever (samen) te werken met de gevangenis. De, aanvankelijk industrieel opgezette, arbeid is, deels door marktomstandigheden, aan het verworden tot een ‘centrum voor bezigheidstherapie’. De inrichting onderkent dit en draagt zorg voor alternatieve activiteiten/projecten waarbij tot op heden een klein deel van de beoogde doelgroep wordt bereikt. De verdere toekomst van de ‘pure’, gekwalificeerde arbeidsactiviteit is ongewis. Dit heeft zijn effect op de motivatie van de arbeidsmedewerkers. De toegang tot medische, psychologische en geestelijke zorg is binnen de locatie Lelystad in het algemeen voldoende. Wel plaatst de Inspectie hierbij de kanttekening dat de toegang tot de medische zorg vanuit het hvb aandacht verdient. Het is de Inspectie niet gebleken dat discriminatie een kritisch item binnen de inrichting is. Er is maandelijks overleg tussen gedetineerden en directie. Het is de Inspectie gebleken dat er door de directie middels dit overleg serieus aandacht wordt besteed aan problematiek, bijvoorbeeld die van het afsluiten van de zogenaamde 0800 budget-nummers.
30
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bij de toepassing van meerpersoonscelgebruik (MPC) moest ten tijde van de introductie, najaar 2004, frequent gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om bij weigering tijdelijk geplaatst te worden in de afzonderingscel. Het gebruik van dit middel neemt af en de toepassing van MPC wordt voor zowel gedetineerden als medewerkers meer en meer een regulier onderdeel van de bedrijfsvoering. 3.3 Veiligheid Locatie Lelystad is van oorsprong, vanuit materieel oogpunt, een goed beveiligde inrichting met een adequaat beveiligingsniveau. Sommige technische voorzieningen raken gedateerd, leiden tot frequente storingen en zijn aan vervanging toe. De Inspectie acht dit vanuit het oogpunt van veiligheid en het -blijvend- alert reageren van het personeel een ongewenste situatie, temeer daar er na het genoemde ontvluchtingsincident weer extra aandacht is gevraagd aan de medewerkers om op geconstateerde afwijkingen direct te reageren en veiligheidsinstructies in acht te nemen. De medewerkers en gedetineerden geven aan zich binnen de inrichting veilig te voelen. De relatie tussen gedetineerden en medewerkers binnen het huis van bewaring is sterk gericht op regulering (van het dagprogramma) en daardoor meer afstandelijk; de relatie tussen beide in de gevangenis is meer gericht op de relatie. De fysieke ruimte van de woonafdelingen waar medewerkers en gedetineerden verblijven is ruim en overzichtelijk. Gesteld kan worden dat het klimaat in beide regiems, behoudens incidenten, is gevrijwaard van geweld, intimidatie en bedreiging. Indien geweldsmiddelen worden toegepast gebeurt dit professioneel en proportioneel. De evaluatie van incidenten waarbij geweld moest worden toegepast verdient aandacht; het is de Inspectie niet voldoende duidelijk geworden in welke mate dit al dan niet gebeurt. Betrokken medewerkers geven unaniem aan hier wel behoefte aan te hebben. Evenzo geven executieve medewerkers aan dat zij meer gecontroleerd willen worden door hun leidinggevenden. Zij zouden deze meer zichtbaar willen hebben op de werkvloer. Deze behoefte sluit naar de mening van de Inspectie goed aan bij de inmiddels genomen maatregelen om de alertheid binnen de inrichting te verhogen naar aanleiding van een recente ontvluchting waarbij bleek dat het
31
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
toezichthoudende personeel -mede- in gebreke was bij de uitvoering van dienstinstructies. Er vinden regelmatig oefeningen plaats met externe hulpverlenende instanties zoals brandweer en GGD; het geïntegreerde calamiteitenteam speelt daarbij een cruciale rol. Er is een drugsontmoedigingsbeleid dat grotendeels drijft op het actief opsporen en sanctioneren van drugs(gebruik). Het onderwerp integriteit heeft vorig jaar veel aandacht van de directie gekregen maar is nog niet organisatiebreed geborgd middels een breed geïmplementeerd en gedragen integriteitbeleid. Functioneringsgesprekken en een controle op de uitvoering daarvan, vinden ten aanzien van de functiegroep PIW, op dit moment niet stelselmatig plaats. 3.4 Reïntegratie Het huis van bewaring beschikt over een inkomstenafdeling waar gedetineerden in bepaalde mate worden gescreend. Gedetineerden met een gedragsstoornis kunnen als zodanig worden geselecteerd voor plaatsing op de apart gesitueerde interne bijzondere zorgafdeling. Ook wordt op de inkomstenafdeling gekeken naar de plaatsbaarheid op een meerpersoonscel waarvoor, behoudens medische noodzaak, nagenoeg geen harde uitsluitingscriteria voorhanden zijn. Er wordt in het huis van bewaring niet of nauwelijks gewerkt met een mentoraat; in de gevangenis is dit wel het geval. Als het gaat om besluitvorming rond de individuele detentieplanning van gedetineerden is er binnen het huis van bewaring weinig betrokkenheid van medewerkers; het interesseert hun kennelijk minder wegens de vluchtigheid van het verblijf en de doorloop van het dagprogramma. Het BSD is binnen dit regiem leidend bij de besluitvorming rond gedetineerden. Bij besluitvorming binnen de gevangenis hebben de medewerkers wel ‘een vinger in de pap’ en zijn ook actief betrokken bij besluitvormingsoverleg rond gedetineerden. Zij willen ook niet anders en beschouwen dit als een wezenlijk onderdeel van hun begeleidende taak. Het BSD is in dit proces dan meer ondersteunend. Er zijn derhalve weinig raakvlakken tussen huis van bewaring en gevangenis; men werkt feitelijk ‘langs elkaar heen’. De Inspectie heeft ten aanzien van dit geschetste beeld geen inspanningen waargenomen die leiden tot een betere integratie van huis van bewaring en gevangenis. Zij betreurt dit, omdat er ten aanzien van een bepaalde categorie
32
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
gedetineerden - afkomstig uit de regio-, wel degelijk trajectmatig kan worden gewerkt en waarbij de aanvang van het verblijf in het hvb naadloos kan aansluiten bij dat in de gevangenis. In deze zin moet nog de nodige ‘effort’ worden gestoken in de ontwikkeling van een regionaal beleid. Dit laatste is op het gebied van het schildersproject binnen relatief korte tijd goed van de grond gekomen en lijkt veelbelovend, zeker ook omdat er initiatieven zijn en voldoende draagvlak is om dit soort activiteiten te verbreden. De Inspectie is van mening dat genoemde projecten een goede impuls bieden om binnen de organisatie geïntegreerd te werken aan de (wettelijke) reïntegratiedoelstellingen van detentie. Zij plaatst echter de volgende kanttekeningen. Met deze projecten wordt slechts een klein deel van de populatie van de inrichting bereikt, op dit moment nog geen 10%. De projecten zijn (nog) niet herkenbaar ingebed in het gedachtegoed van te implementeren landelijk beleid, zoals de uitgangspunten van het programma Terugdringen Recidive; door de directie wordt dit onderkend. De projecten (en het uiteindelijke resultaat daarvan) kennen geen externe en onafhankelijke evaluatie en ook door de inrichting geformuleerde kritische succesfactoren zijn door de Inspectie niet waargenomen. De vraag is tenslotte of er op de lange termijn voldoende mogelijkheden zijn om binnen de muren het praktijkonderwijs schilderen gestalte te blijven geven. Het beleid binnen de inrichting is (nog) niet gericht op aansluiting tussen aanvang van de detentie in het huis van bewaring en -na finale veroordelingplaatsing in de gevangenis (in casu trajecten).
33
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
4 Aanbevelingen
4.1 Aanbevelingen voor de locatie Lelystad De Inspectie beveelt de inrichting aan om: 1.
2.
3. 4.
5.
6.
7. 8.
Zorg te dragen voor eenduidige en voor gedetineerden goed toegankelijke huisregels op basis van een systeem waarbij mutaties snel en doelmatig kunnen worden doorgevoerd. Het dagprogramma eenduidig en transparant te documenteren en toegankelijk te maken op basis van een systeem waarbij mutaties snel en doelmatig kunnen worden doorgevoerd. Zoveel mogelijk te voorkomen dat binnen het dagprogramma van het huis van bewaring gedetineerden 24 uur achtereen op cel verblijven. Naast de ontwikkelingen van op zichzelf interessante projecten, eveneens aandacht te besteden aan de continuïteit van reguliere arbeidsactiviteiten teneinde een zo groot mogelijk deel van de populatie ook daadwerkelijk arbeidsactiviteiten aan te (kunnen) blijven bieden. Alert te zijn op een voldoende borging van de toegankelijkheid van in- en extramurale zorgfunctionarissen voor gedetineerden die verblijven in het huis van bewaring. Zorg te dragen voor tijdige vervanging van aan beveiliging gelieerde apparatuur die frequent storingen blijkt te hebben en transparante en niet selectieve informatie te verstrekken aan medewerkers indien deze apparatuur (tijdelijk) buiten gebruik is. Aandacht te besteden aan de stelselmatige evaluatie van (gewelds)incidenten waar medewerkers bij betrokken zijn. Leidinggevende functionarissen te stimuleren en faciliteren om meer zichtbaar en actief aanwezig te zijn bij de uitvoering van het primaire proces.
34
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
9.
Aandacht te besteden aan de implementatie en borging van een helder geformuleerd integriteitbeleid en als afgeleide hiervan, stelselmatig functioneringsgesprekken met medewerkers te (doen) voeren en de daadwerkelijke uitvoering hiervan te controleren. 10. Aandacht te besteden aan de betrokkenheid van piw-ers bij het interne besluitvormingsproces rond gedetineerden in het huis van bewaring. 11. Aandacht te besteden aan het aanzienlijke cultuurverschil binnen de onderscheiden functiegroepen en regiems van de inrichting en te streven naar de ontwikkeling van een ‘corporate identity’ voor de locatie Lelystad, inclusief het toekomstige detentieconcept Lelystad (DCL). 12. De mogelijkheid te onderzoeken om ten aanzien van trajecten voor gedetineerden een gestructureerde samenwerking tussen hvb en gevangenis tot stand te brengen en daarbij ook aandacht te besteden aan de verdere interne implementatie van de uitgangspunten van het beleidsprogramma TR en de inbedding van de inrichting in haar maatschappelijke omgeving. 4.2 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen De Inspectie beveelt de Dienst Justitiële Inrichtingen aan om: 1.
De inrichting te faciliteren ten aanzien van het op peil (kunnen) houden van haar materiële beveiligingsniveau.
4.3 Aanbevelingen voor de minister van Justitie De Inspectie beveelt de minister aan om: 1.
2.
Aandacht te besteden aan de effecten die de verkorting van het dagprogramma, het verblijf van twee personen op een cel en de beperking van de arbeidsmogelijkheden hebben op de responsiviteit van justitiabelen om te participeren in programma’s die beogen de recidive terug te dringen. Zicht te houden op de omvang van de groep justitiabelen die gemotiveerd is (geworden) in zo een programma te participeren ten opzichte van de totale populatie in een inrichting.
35
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage A: Bronnen
− − − − − − − − − − − − − − −
Huisregels PI Lelystad juli 2005 Sanctiebeleid roken, drugs en werkweigering Alternatief dagprogramma unit C1/noodcap Dagprogramma uit Handboek Regimesvoering Dagprogramma unit C2 Jaarverslag 2004 Jaarplan 2005 Viermaandsrapportages 2005 Rapportage RSJ toezichtbezoek 13 augustus 2004 Communicatieplan 2005 PI Flevoland (plan van aanpak) Schildersproject, 1e voortgangsverslag Jaarverslagen 2003 en 2004 Commissie van Toezicht Melding Bijzonder Voorval inzake ontvluchting Beleidsnotitie DJI ‘Zeker op Veilig’ Diverse correspondentie gedetineerdencommissie
36
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage B: Geïnterviewde functionarissen
De volgende respondenten/functionarissen zijn geïnterviewd: − Locatiedirecteur en drie unitdirecteuren − Voorzitter en twee leden van de commissie van toezicht − Leidinggevenden: (wnd.) afdelingshoofden van huis van bewaring en gevangenis, hoofd bsd, afdelingshoofden arbeid, hoofd en afdelingshoofd beveiliging − Executief medewerkers: een dienstgeleider, zes penitentiair inrichtingswerkers, vier beveiligingsmedewerkers, inclusief voorzitter onderdeelscommissie − Medewerkers zorg: verpleegkundige, psycholoog, geestelijk verzorger, medewerker BSD, medewerker MMD − Gedetineerden van huis van bewaring (2) en gevangenis (2)
37
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage C: Toetsingskader
Rechtspositie Specifiek
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Justitiabele is op de
1. Worden de
De instelling informeert de
Ontvangt de gedetineerde bij
hoogte van zijn
gedetineerden
justitiabele bij binnenkomst
binnenkomst schriftelijke
rechten en plichten
geïnformeerd over de
en gedurende detentie in een
informatie (de huisregels)
regels waar zij zich
voor hem begrijpelijke taal
omtrent: de voorschriften voor
voor een goede
over zijn rechten en plichten.
bejegening van
uitvoering van de
(art. 41 lid 1 EPR en art. 56
gedetineerden, de categorie
vrijheidsbeneming
Pbw)
waartoe hij behoort, de
toezichtcriterium
aan houden moeten?
disciplinaire regels, de Gedetineerde vreemdelingen
toegestane methoden om
worden in het bijzonder
informatie in te winnen en
gewezen op het recht om de
klachten in te dienen en alle
consulaire vertegenwoordiger
andere zaken die
van zijn land van zijn detentie
gedetineerden dienen te
te informeren
weten om hun rechten en plichten te begrijpen en zich aan te passen aan het leven in de inrichting?
2. Worden de
Gedetineerden worden bij
Ontvangt de gedetineerde bij
gedetineerden
binnenkomst en verdere
binnenkomst informatie
geïnformeerd over de
detentie gewezen op hun
(schriftelijk en mondeling)
klachtregeling voor
recht een bezwaar- of
over de bezwaar- en
gedetineerden?
verzoekschrift in te dienen,
klachtprocedure?
zich te wenden tot de maandcommissaris, een klaag- of beroepschrift in te dienen. (art. 41 en 42 EPR en art. 56 Pbw)
38
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Staat in de huisregels duidelijk en in begrijpelijke taal waartegen, op welke wijze en in welke gevallen een verzoek - of bezwaarschrift, beklag- of beroepschrift kan worden ingediend? Rechtsbijstand; gedetineerde
Zijn er mogelijkheden om de
heeft recht op rechtsbijstand.
gedetineerde (juridische)hulp
(art. 18 Gw en art. 65 Pbw)
te bieden bij het indienen van een klacht en/of het bijstaan gedurende de klachtprocedure?
De inrichting draagt
3. Hoe wordt
Gedetineerden worden aan
Draagt de inrichting er zorg
zorg voor het
voorkomen dat op
geen andere beperkingen
voor dat de privacy gedurende
garanderen van de
rechten van
onderworpen dan die welke
celinspecties, bij het
rechten van de
gedetineerden geen
voor het doel van de
ontvangen van bezoek, bij
gedetineerde.
onnodige inbreuken
vrijheidsbeneming of in het
urinecontroles alsook inzage
worden gemaakt?
belang van de handhaving
van het penitentiaire dossier
van de orde of de veiligheid in
alleen bij uitzondering en zo
de inrichting noodzakelijk zijn.
min mogelijk wordt beperkt?
(art. 2 lid 4 Pbw)
Vinden inbreuken op de lichamelijke integriteit op grond van duidelijke voorschriften en alleen plaats in situaties waarbij een minder ingrijpend middel niet effectief is (gebleken) of niet voorhanden is?
39
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het nemen van geweld- en
Zijn er richtlijnen met
sanctionerende maatregelen
betrekking tot sanctiebeleid?
vindt na zorgvuldige afweging
Komt het sanctie- en
plaats (proportioneel), niet
geweldbeleid overeen met
willekeurig en met in
wet- en regelgeving?
achtneming van de voor-
Is het sanctiebeleid duidelijk
schriften en door daartoe
voor medewerkers?
bevoegde functionarissen
Worden gedetineerden
(art. 35 Pbw, art. 1, 4, 5 en 51
voldoende op de hoogte
lid 4 EPR)
gesteld van het sanctiebeleid? Op welke wijze wordt intern toezicht gehouden op het zorgvuldig en proportioneel toepassen van sanctionerende en geweldmaatregelen? Wordt bij de toepassing van geweld achteraf de arts ingeschakeld om toe te zien op de conditie van de gedetineerde?
4. Waarborgt het
Levensovertuiging;
Worden gedetineerden
dagprogramma de
gedetineerden zijn in de
structureel in de gelegenheid
rechten van
gelegenheid om geloofs- of
gesteld om godsdienstige of
gedetineerden?
levensovertuiging te belijden.
levensbeschouwelijke
(art. 41 lid 4 Pbw en art. 46 en
bijeenkomsten bij te wonen
47 EPR)
en contacten met geestelijk verzorgers te hebben?
40
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Contact onderhouden
Worden gedetineerden in de
buitenwereld: gedetineerden
gelegenheid gesteld om te
worden in de gelegenheid
telefoneren, post te ontvangen
gesteld om contact met de
en te versturen en bezoek te
buitenwereld te onderhouden.
ontvangen?
(art. 13 Gw, art. 36 t/m 40 Pbw
Houdt het dagprogramma
en art. 43 en 45 EPR)
rekening met het recht van gedetineerden om minimaal eenmaal per week met personen buiten de inrichting te telefoneren?
Toegang medische en
Hebben gedetineerden goede
psychische zorg;
toegang tot de medische en
gedetineerden hebben de
psychische zorg, in het
mogelijkheid om een arts,
bijzonder de inrichtingsarts,
psychiater, psycholoog of
psycholoog en tandarts?
tandarts te consulteren. (art. 42 Pbw en art. 26, 27, 29 t/m 32 EPR) Onderwijs en kennisname
Kunnen gedetineerden
nieuws; gedetineerden
gebruik maken van
hebben met het oog op hun
onderwijsaanbod in en/of
reïntegratie recht op
buiten de inrichting?
deelname aan onderwijs en
Worden gedetineerden in de
het kennisnemen van nieuws.
gelegenheid gesteld om
(art. 48 lid 1 Pbw en art. 45, 77
dagelijks kennis te nemen van
t/m 82 EPR)
het nieuws? Worden zij in dit verband standaard in de gelegenheid gesteld de inrichtingsbibliotheek te bezoeken?
41
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Arbeid; gedetineerde hee ft
Kunnen gedetineerden
recht op deelname aan de in
gebruik maken van het
de inrichting beschikbare
arbeidsaanbod in de
arbeid. (art. 47 Pbw en
inrichting?
art. 71 t/m 76 EPR) Recreatie/sport; gedetineerde
Houdt het dagprogramma
heeft recht op gebruik maken
rekening met de wettelijk
van sport- en recreatie-
voorgeschreven uren voor
activiteiten. (art. 48 lid 2, 49
recreatie en sport?
Pbw en art. 83 t/m 85 EPR) Luchten; gedetineerde moet
Worden gedetineerden in de
dagelijks een uur in de
gelegenheid gesteld om
buitenlucht zijn. (art. 24, 49 lid
dagelijks een uur in de
3 en 55 lid 1 Pbw, art. 86 EPR)
buitenlucht te zijn?
Hygiëne; gedetineerde heeft
Is er voldoende ruimte voor
recht op persoonlijke hygiëne.
persoonlijke verzorging?
(art. 44 Pbw, art 18 t/m 24 EPR) Voedsel; de inrichting houdt
Wordt bij het aanbod van
rekening met geloof- en
voedsel aan gedetineerden
levensovertuiging bij het
rekening gehouden met
verstrekken van voedsel.
geloof- of levensovertuiging,
(art. 44 lid 1 Pbw)
en voldoende kwaliteit en
Bij het aanbod van voedsel
kwantiteit?
wordt rekening gehouden met, uit medisch oogpunt, goede kwaliteit en hoeveelheid. (art 25 EPR)
42
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Overleg en
Worden gedetineerden in de
vertegenwoordiging; directie
gelegenheid gesteld
draagt zorg voor regelmatig
georganiseerd te overleggen
overleg met gedetineerden
met de directie?
over detentiezaken. (art. 74 Pbw) 5. Heeft de inrichting
De penitentiaire inrichting
Hoe komt gelijke behandeling
aandacht voor het
heeft aandacht voor het
en het verbod op discriminatie
voorkomen van
voorkomen van
in de bejegening van
discriminatie.
ongerechtvaardigd verschil in
gedetineerden tot
bejegening en het verbod op
uitdrukking?
discriminatie . (art. 1 Gw en art. 2 EPR) 6. Wordt bij het
Wordt bij de samenplaatsing
Op grond waarvan wordt
samenplaatsen van
van gedetineerden rekening
bepaald of er contra-
gedetineerden in één
gehouden met de contra-
indicaties zijn voor
verblijfsruimte
indicaties voor
samenplaatsing?
rekening gehouden
samenplaatsing?
Wie besluit of er sprake is van
met de belangen van
(art. 16 lid 2 Pbw, art. 11a
contra-indicaties voor
de gedetineerden?
Regeling selectie, plaatsing en
samenplaatsing?
overplaatsing DJI)
Worden gedetineerden in de gelegenheid gesteld om hun voorkeur uit te spreken voor een celgenoot?
De meerpersoonscellen
Zijn er afsluitbare kastjes voor
voldoen aan specifieke eisen
elke gedetineerde?
m.b.t. sanitair, ventilatie en verlichting. (art. 10 lid 2 en art
Is er een goede afgeschermde
12a, Regeling eisen
toilet- en wasgelegenheid?
verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen, DJI) Op welke wijze wordt de
Wordt er met een
privacy van de gedetineerde
wisselrooster gewerkt?
bij samenplaatsing gewaarborgd?
43
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Op problemen die zich voor
Wordt adequaat gereageerd
doen bij samenplaatsing van
op problemen die zich
gedetineerden wordt
voordoen bij samenplaatsing
adequaat gereageerd.
van gedetineerden?
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Voorzieningen in het
7. Zijn de veiligheids-
De veiligheidsvoorzieningen
Hoe vaak worden de
kader van orde en
voorzieningen in de
worden regelmatig onder-
technische voorzieningen als
veiligheid van de
inrichting steeds
houden en gecontroleerd.
detectiepoorten, sloten e.d.
inrichting zijn te
operationeel en
gecontroleerd?
allen tijde technisch
worden dagelijks alle
Is het beheer van
volledig bruikbaar en
handelingen verricht
geautomatiseerde systemen
worden voortdurend
om de veiligheid van
zodanig geregeld dat deze
volledig ingezet om
personeel en
alleen gemuteerd kunnen
de veiligheid te
gedetineerden te
worden door de bevoegde
waarborgen
waarborgen?
functionarissen?
Veiligheid Specifiek toezichtcriterium
De medewerkers reageren
Zijn er interne regels die
altijd alert op meldingen en
voorschrijven hoe te handelen
onregelmatigheden met
in geval van het constateren
betrekking tot orde en
van afwijken van het vereiste
veiligheid van de inrichting.
veiligheidspatroon van de inrichting? Worden er alarmmeldingsoefeningen gehouden? Worden alarmmeldingen en de reacties daarop geëvalueerd Hoe wordt gecontroleerd of het personeel alert reageert op de door de technische apparatuur geleverde informatie?
44
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Er is een calamiteitenplan dat
Is er een calamiteitenplan?
de organisatie in staat stelt
Welke onderwerpen worden
adequaat te reageren op
in dit plan geregeld?
ernstige incidenten en/of
Is het plan afgestemd met
rampen.
politie, brandweer, ambulancedienst en andere autoriteiten/voorzieningen? Worden er oefeningen gehouden met het plan?
Regelgeving gericht
8. Zijn medewerkers
De instructies gericht op het
Zijn er dienstinstructies
op handhaving orde
op de hoogte van en
beperken van de rechten van
gericht op handhaving van
en veiligheid wordt
getraind in het
gedetineerden en in het
orde en veiligheid
nageleefd.
hanteren van
bijzonder het toepassen van
beschikbaar?
beperkende regels /
geweld voldoen in ieder geval
Komt de inhoud van de
geweldmaatregelen?
aan de volgende eisen:
dienstinstructies gericht op
− de instructies zijn conform
handhaving van orde en
de Geweldsinstructies
veiligheid overeen met wet-
penitentiaire inrichtingen.
en regelgeving?
(art. 40 EPR en art. 35 lid 4
Worden de dienstinstructies
Pbw)
gericht op handhaving van
− op papier of elektronisch
orde en veiligheid regelmatig
beschikbaar voor de
bijgesteld?
medewerkers
Zijn de dienstinstructies
− in voor het personeel begrijpelijke taal opgesteld − worden in geval van
gericht op handhaving van orde en veiligheid bekend bij de medewerkers?
wijziging beleid (of
Worden alle (executieve)
instructies) geactualiseerd.
medewerkers voldoende geschoold in de dienstinstructies gericht op handhaving van orde en veiligheid?
45
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Alle (executieve)
Worden alle (executieve)
medewerkers worden
medewerkers voldoende
structureel geschoold en
getraind in de
getraind zodat er altijd
dienstinstructies gericht op
voldoende vaardigheid is in
handhaving van orde en
het toepassen van de
veiligheid?
instructies. Hierbij is aandacht
Wordt voldoende getoetst of
voor proportionele toepassing.
executieve medewerkers
(art. 40, 55 lid 2 en 63 lid 1
voldoende vaardigheid
EPR)
hebben in het toepassen van de dienstinstructies gericht op handhaving van orde en veiligheid? Is bij het scholen en trainen van medewerkers, gericht op handhaving van orde en veiligheid, voldoende aandacht voor proportionele toepassing?
Er is een calamiteitenteam dat
Bestaat er een calamiteiten-
getraind is om zorgvuldig en
team?
proportioneel geweld toe te
Is het calamiteitenteam
passen. (art. 35 Pbw en art. 63
voldoende uitgerust om zijn
lid 3 EPR)
werkzaamheden te kunnen uitvoeren? Is het calamiteitenteam extra getraind op proportionele inzet?
46
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Er wordt samen-
9. Wordt er
Samenwerking bestaat
Vindt er regelmatig overleg
gewerkt met
samengewerkt met
tenminste uit:
plaats met ketenpartners op
relevante keten-
partners in de
− er zijn randvoorwaarden
het terrein van
partners (om de
strafrechts- en
gecreëerd zodat incidenten
maatschappelijke veiligheid?
gevolgen van
veiligheidsketen?
beheerst worden en
Zijn er (schriftelijke)
incidenten te
calamiteiten zoveel
afspraken over samenwerking
beheersen en
mogelijk voorkomen
met ketenpartners op het
calamiteiten te
worden.
terrein van maatschappelijke
er is sprake van periodiek
veiligheid?
−
voorkomen op het terrein van
overleg met de meest
veiligheid)
relevante ketenpartners.
Geweld, bedreiging
10. Is er open
Communicatie tussen
Biedt het dagprogramma
en intimidatie binnen
communicatie tussen
medewerkers en
mogelijkheden voor
de inrichting wordt
gedetineerden en
gedetineerden wordt
communicatie tussen
voorkomen.
medewerkers?
gestimuleerd, zodat
medewerkers en
spanningen in omgang tussen
gedetineerden en wordt dit
gedetineerden en tussen
voldoende gestimuleerd?
gedetineerden en personeel
Is het klimaat van bejegening
geconstateerd kunnen
respectvol?
worden. (art. 52 en 56 EPR)
Worden klachten m.b.t. bejegening serieus opgepakt? Werkt de inrichting aan (verbetering van) de bejegening?
11. Waarborgt het
Bij de samenstelling van
Wordt er rekening gehouden
inrichtingsbeleid dat
groepen en groepsactiviteiten
met bekend zijnde beheers/ of
onderling geweld,
wordt rekening gehouden met
beveiligingsrisico´s van
bedreiging en
risicoprofielen van
gedetineerden?
intimidatie wordt
gedetineerden. (art. 11 en 12
Zijn procedures omtrent
voorkomen?
EPR)
winkeltegoeden, belmomenten, bestellingen winkel, ruilen goederen etc. beschreven? (Dit kunnen elementen zijn die vatbaar zijn voor intimidatie en bedreiging)
47
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er regelmatig overleg m.b.t. justitiabelen met functionarissen uit verschillende disciplines? Worden daarbij beslissingen m.b.t. groepssamenstelling genomen? Er is gerichte controle op de
Welke controles vinden in het
aanwezigheid van
kader van onderzoek op
contrabande ter vermijding
contrabande plaats?
van veiligheidsrisico’s. Personeelsinzet is afgestemd
Is op momenten van directe
op beheersrisico´s.
contacten tussen justitiabelen de personeelsinzet voldoende?
Incidenten worden
Worden voorkomende
geëvalueerd.
incidenten geëvalueerd? Leiden incidenten tot bijstelling van bestaand beleid?
Er wordt opgetreden
12. Heeft de inrichting
Er is een drugsbeleid dat
Is er een vastgesteld
tegen invoer van,
een samenhangend
voldoet aan de volgende
drugsbeleid?
handel in en gebruik
beleid gericht op
eisen:
Zijn medewerkers bekend met
van drugs.
voorlichting,
− het is formeel vastgesteld.
het drugsbeleid?
begeleiding en
− medewerkers hebben
Zijn de medewerkers
bestrijding van drugs?
kennis van de inhoud van
betrokken bij het opstellen
het beleid.
van het drugsbeleid?
− er is samenhang tussen
Is er voldoende samenhang in
voorlichting, ontmoediging,
het beleid m.b.t. voorlichting,
begeleiding en bestrijding.
ontmoediging, bestrijding en
− het beleid sluit aan op het
zorg ten aanzien van
zorgbeleid voor
verslaafden?
verslaafden.
Is actieve voorlichting een
− er is sprake van evaluatie en bijstelling van beleid.
onderdeel van het vastgestelde drugsbeleid?
(Nota Drugsontmoedigingsbeleid)
48
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er sprake van evaluatie van beleid wat kan leiden tot bijstelling van het beleid? 13. Wordt er conform
Toepassing van het
Wordt het drugsbeleid
het vastgestelde
drugsbeleid behelst in ieder
kenbaar gemaakt aan de
drugsbeleid gewerkt?
geval:
gedetineerden?
− de gedetineerden worden
Vinden in voldoende mate
geïnformeerd over de
controles plaats?
maatregelen die in het
Wordt er consequent
kader van drugsbeleid
gesanctioneerd?
genomen kunnen worden. − verslaafden worden begeleid. − er vinden regelmatig (urine)controles plaats. − sancties worden consequent toegepast. (art. 29 Pbw) Er is aandacht voor
14. Is de organisatie
De organisatie is ingericht en
Kunnen medewerkers bij het
integriteit, op
ingericht om de kans
personeel wordt ingezet op
management terecht met
incidenten wordt
op integriteit-
een wijze waarop de kans op
integriteitkwesties?
adequaat
inbreuken te
het plaatsvinden van
Toont het management een
gereageerd.
minimaliseren?
integriteitinbreuken is
voorbeeldfunctie op het
geminimaliseerd. Daarbij
gebied van integriteit?
hoort o.a.:
Is integriteit een structureel
− integriteit is structureel
onderdeel van werkoverleg,
−
een onderdeel van het
functioneringsgesprekken en
werkoverleg;
opleidingen?
de organisatie kent
Zijn VIR en WBP
zorgvuldige regels voor het
geïmplementeerd?
omgaan met vertrouwelijke
Is er een vertrouwenspersoon
informatie waarover men
met een duidelijke rol in het
beschikt.
integriteitbeleid?
49
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
15. Is er sprake van
Er is een integriteitbeleid dat
Is er een vastgesteld
een integriteitbeleid
tenminste voldoet aan:
integriteitbeleid?
− het integriteitbeleid is
Is het integriteitbeleid een
onderdeel van een bredere
herkenbaar onderdeel van de
visie;
visie van de organisatie?
− integriteit is ingebed in de organisatie; − het integriteitbeleid draagt
Zijn medezeggenschap en medewerkers voldoende betrokken bij het opstellen
eraan bij dat medewerkers
van dit integriteitbeleid?
hun veiligheid, hun
Is er een gedragscode met
onafhankelijkheid en hun
duidelijke, heldere normen en
professionele rol ten
waarden?
opzichte van gedetineerden handhaven. (art. 1, 51, 52, 54 lid 1, 55 lid 4 en 56 EPR) 16. Worden
Voldoende op de hoogte zijn
Zijn medewerkers op de
medewerkers
behelst in ieder geval dat
hoogte gebracht van de regels
geïnformeerd over
medewerkers beleid,
op het gebied van integriteit,
beleid en regelingen?
protocollen, regelingen,
incl. de gedragscode?
gedragscode, ambtseed, regeling aannemen geschenken e.d. kennen (art. 55 EPR) 17. Zijn doelstellingen
De organisatie heeft het
Is er een analyse van
en prioriteiten
integriteitbeleid naar de eigen
kwetsbare werkgebieden
vastgesteld en
kenmerken van de organisatie
gemaakt?
worden o.g.v.
en de locatie vertaald.
Tonen management en
gesignaleerde risico’s
medewerkers zich bewust te
maatregelen ingezet
zijn van de risico’s op het
om de doelstellingen
gebied van integriteit?
te beheersen?
Kent het integriteitbeleid concrete, zo mogelijk meetbare doelstellingen? Kent het integriteitbeleid een duidelijke normstelling?
50
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er een overzicht van risicovolle functies? De organisatie heeft op de
Speelt integriteit een rol bij
voor de organisatie
het aannamebeleid en de
gesignaleerde
introductie van nieuwe
integriteitrisico’s specifieke
medewerkers?
beheermaatregelen getroffen
Is er sprake van voldoende
op o.a. de volgende terreinen:
functiescheiding bij risicovolle
− werving en aanstelling van
functies?
personeel;
Is er aandacht voor een
− inzet medewerkers;
evenwichtige samenstelling
− opleidingen voor de
van de teams?
medewerkers;
Rouleren medewerkers
− beoordeling van
periodiek tussen de
functioneren van
afdelingen / teams?
medewerkers.
Rouleren de afdelingshoofden / teamleiders periodiek tussen de verschillende afdelingen / teams? Is integriteit een onderwerp in de opleidingsplannen van de medewerkers? Komt integrite it aan bod in het functioneringsgesprek? Zijn er maatregelen om de belemmeringen voor een open en transparante organisatie als gevolg van de aanwezigheid van verschillende bestemmingen in een locatie weg te kunnen nemen?
51
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Zijn er maatregelen om de belemmeringen voor een open en transparante organisatie als gevolg van de gebouwelijke structuur weg te kunnen nemen? Zijn er protocollen m.b.t. vertrouwelijke informatie? Stemt de inhoud van deze protocollen overeen met weten regelgeving (bv. VIR en WBP)? 18. Wordt de goede
Regelingen en procedures
Is er sprake van
uitvoering van beleid
worden nageleefd.
zelfcorrigerend vermogen
en beheersings-
door uiten kritiek, open
maatregelen bewaakt
communicatie, elkaar
en worden integriteit-
aanspreken op (on)gewenst
breuken adequaat
gedrag en aanspreken door
aangepakt?
het management? Wordt de naleving van alle regelingen en procedures betreffende het integriteitbeleid door het management gecontroleerd en aangestuurd? Is er sprake van transpara ntie over afhandelingen van integriteitinbreuken? Adequaat aanpakken van
Is de reactie op incidenten
incidenten houdt in ieder
conform het integriteitbeleid?
geval in dat reacties op
Worden integriteitinbreuken
incidenten conform het
achteraf geanalyseerd?
opgestelde integriteitbeleid zijn.
52
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bij een vrijheden- en
19. Op welke wijze
De wijze van besluiten nemen
Is er een vastgestelde
overplaatsingsbesluit
worden vrijheden- en
omvat tenminste het
procedure?
worden risico’s en
overplaatsings-
volgende:
Sluit de gehanteerde
belangen zorgvuldig
besluiten genomen?
− er is een vastgestelde
procedure aan op de
afgewogen.
procedure. − de gehanteerde procedure
regelgeving? Is de procedure duidelijk op
sluit aan bij de regel-
het aspect risico - en
geving.
belangenafweging?
− bepaald is welke
Is vastgelegd welke
functionarissen bij een
functionarissen bij een besluit
besluit betrokken dienen te
betrokken die nen te zijn?
zijn.
Wat is de rol van het
− risico- en belangen-
detentieberaad?
afweging is een onderdeel van de procedure. ( art. 13, 15 25, 26 en 52 Pbw) 20. Vindt er een
Voor een zorgvuldige
Houden medewerkers zich in
zorgvuldige afweging
afweging is het van belang
de praktijk aan de procedure?
plaats van de risico’s
dat:
Hoe wordt in de praktijk
en belangen bij de
− medewerkers zich houden
inzake het vrijhedenbeleid
totstandkoming van een vrijheden- en overplaatsingsbesluit?
aan de procedure. − medewerkers een goed
rekening gehouden met risico’s gelegen in de persoon
zicht hebben op de risico’s
van de gedetineerde?
en belangen.
Zijn de besluiten voldoende gemotiveerd? Welke rol speelt de executieindicator?
53
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Reïntegratie Specifiek
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Justitiabelen die op
21. Vindt er bij
De inrichting reageert bij
Is er een valide screening bij
grond van medische
binnenkomst
binnenkomst van de
binnenkomst?
of psychische
structureel screening
gedetineerde adequaat op
Wie heeft een rol in de
redenen, of op grond
van gedetineerden
signalen en vormen van
uitvoering van die screening?
van delictgedrag
plaats?
afwijkend en probleemgevend
Waar/door wie worden de
extra bescherming
gedrag.
uitkomsten van screening bij
behoeven worden
(art. 2 lid 2, 16 en 43 lid 2 en 3
binnenkomst besproken?
(vroegtijdig)
Pbw en art 26, 29 en 100 EPR)
toezichtcriterium
geïdentificeerd.
22. Worden de juiste
De inrichting reageert
Is er alertheid en aandacht bij
middelen door de
adequaat op signalen indien
uitvoerend personeel m.b.t.
inrichting ingezet,
gedetineerden tijdens hun
signalen van problematisch
wanneer individuele
verblijf in de inrichting
gedrag van gedetineerden?
gedetineerden
problematisch of gestoord
Weten uitvoerend
problematisch gedrag
gedrag gaan vertonen.
medewerkers hoe ze signalen
vertonen?
(art. 43 Pbw en art. 30 en 32
van problematisch gedrag aan
EPR)
de orde kunnen stellen? Is er structurele communicatie tussen uitvoerend personeel en staf?
Gedetineerden die
Worden individuele
problematisch of gestoord
begeleidingsplannen
gedrag vertonen krijgen een
opgesteld en gehanteerd?
passende begeleiding.
Is er binnen de inrichting een afdeling waar gedetineerden die bijzondere zorg behoeven worden opgevangen? Zijn de processen om gedetineerden in landelijke of regionale voorzieningen binnen of buiten het gevangeniswezen te plaatsen effectief?
54
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Omgeving en
23. Wordt bij het
Tenuitvoerlegging straf of
Is bij plaatsing rekening
programma sluiten
vaststellen van een
maatregel wordt zoveel
gehouden met
aan op risicofactoren
programma rekening
mogelijk dienstbaar gemaakt
vestigingsregio?
die bijgedragen
gehouden met
aan voorbereiding terugkeer
Wordt er in de opzet van
hebben aan het
aansluiting van
in de samenleving. (art. 2 lid 2
reïntegratieplannen overlegd
ontstaan van
reïntegratieplan en
Pbw)
met instellingen buiten de
crimineel gedrag:
noodzakelijke
De gang van zaken bij de
inrichting om aansluiting van
recidive beperkende
vervolg-
opneming van de
binnen naar buiten te
activiteiten.
voorzieningen?
gedetineerden in de inrichting
realiseren?
dient in overeenstemming te zijn met de grondbeginselen van de wet, en dient erop gericht te zijn de gedetineerden bij te staan bij de oplossing van dringende persoonlijke problemen. (art. 9 EPR) 24. Wordt er gewerkt
Zo spoedig mogelijk na
Vindt er bij binnenkomst
met een
binnenkomst dient, ter
selectie plaats t.b.v.
reïntegratieplan?
voorbereiding op
reïntegratiebegeleiding?
invrijheidsstelling, een volledig
Welke functionarissen zijn
verslag met relevante
betrokken bij de selectie?
informatie omtrent de
Wordt er een reïntegratieplan
persoonlijk omstandigheden,
opgesteld?
alsmede een reïntegratieplan
Wat is de tijdsduur tussen
te worden opgesteld voor
binnenkomst en het opstellen
iedere gedetineerde die is
van het reïntegratieplan?
veroordeeld tot een straf
Welke elementen (bijv.
waarvan de duur zich hiervoor
onderwijs, trainingen, zorg
leent. (art 10 lid 1 EPR)
e.d.) worden in het plan opgenomen? Wordt het reïntegratieplan tussentijds geëvalueerd en bijgesteld? Is er een wachttijd voor deelname aan reïntegratieprogramma’s?
55
December 2005
Doorlichting – PI Flevoland locatie Lelystad Inspectie voor de Sanctietoepassing
Kunnen de reïntegratie programma’s op de locatie worden aangeboden? Justitiabelen worden
25. Bieden de
Voor zover de lengte van de
Is er een fysieke ruimte
aangemoedigd om
faciliteiten (omgeving
straf het toelaat wordt het
waarbinnen gedetineerden
zelf verantwoor-
en dagprogramma’s)
verantwoordelijkheidsbesef
vrijelijk kunnen verblijven en
delijkheid te nemen
ruimte tot zelf-
van gedetineerden ontwikkeld
met elkaar kunnen omgaan?
voor de oplossing
ontplooiing?
en wordt hun een houding en
Hebben gedetineerden
vaardigheden bijgebracht die
invloed op de samenstelling
hen bij hun terugkeer in de
van het dagprogramma?
maatschappij na ontslag
Zijn er belemmeringen bij
zoveel mogelijk kansen zullen
keuzes tussen soorten
bieden om gezagsgetrouw te
activiteiten?
van hun problemen.
leven en in eigen behoeften te voorzien. (art. 3 EPR en art. 47, 48 en 49 Pbw) 26. Stimuleren
Doel van bejegening in
Is er een visie op de grond-
medewerkers het
detentie is onder meer:
houding van de medewerkers
nemen van eigen
ontwikkelen van verantwoor-
naar gedetineerden?
verantwoordelijk door
delijkheidsgevoel
Wordt deze gedragen door de
de justitiabelen?
(art. 3 EPR)
medewerkers?
De instelling werkt
27. Sluit de keuze van
De inrichting werkt samen
Beschikt de inrichting over
samen met relevante
samenwerkings-
met relevante organisaties op
een actuele analyse van
ketenpartners op het
partners aan bij de
het terrein van de maat-
kenmerken van de
terrein van
doelstellingen van
schappelijke dienstverlening,
uitstromende gedetineerden,
reïntegratie.
reïntegratie?
onderwijs, (gezondsheids-)
die van belang zijn in verband
zorg en GGZ.
met hun terugkeer in de
(art. 2 lid 2 Pbw)
samenleving? Zijn er convenanten of contracten met partnerorganisaties? Sluiten de gekozen samenwerkingsverbanden aan op de reïntegratiebehoeften van gedetineerden?
56
Justitie werkt aan een veiliger samenleving
Justitie voorkomt en bestrijdt criminaliteit. Adequate opsporing, snelle berechting en consequente uitvoering van straffen en maatregelen zorgen dat Nederland veiliger wordt.
Uitgave December 2005, Ministerie van Justitie, Inspectie voor de Sanctietoepassing, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag