Islamitische liefdadigheid; de inzameling en distributie van zakat in Nederland in kaart gebracht
MA scriptie Islam in de Moderne Wereld
Henriëtte de Wit - 6206999 Onder begeleiding van: dr. R. L. A. van Leeuwen Augustus 2011, Universiteit van Amsterdam
‘Dienst doen in Gods moskeeën mogen slechts zij die in God en de laatste dag geloven en die de salaat verrichten en de zakat geven en die alleen God vrezen; misschien zijn zij het die het goede pad volgen’ (Koran 9:18).1
1
Koran 9:18, Koranvertaling door Fred Leemhuis
2
Samenvatting Zakat is een religieuze belasting die zich uit in uiteenlopende regels, aanbevelingen en ethische grondslagen. De zakat die over het vermogen betaald moet worden heet zakat al-mal. Naast het schenken van zakat al-mal, bestaat er ook nog een andere vorm van zakat, namelijk zakat al-fitr. Deze vorm van zakat wordt tijdens de ramadan betaald. Het bedrag van de zakat al-fitr wordt ieder jaar vastgesteld en is afhankelijk van de gemiddelde levensbehoefte van een land. In Nederland is dit bedrag vastgesteld op tien euro. Het betalen van zakat is verplicht voor iedere moslim die de puberteit heeft bereikt, die van gezond verstand is, die in vrijheid leeft en wiens vermogen boven de nisab uitkomt. In de Koran worden acht groepen aangewezen die recht hebben zakat te ontvangen. Binnen deze categorieën bestaat de voorkeur van het geven aan een naast familielid of kennis altijd boven op het geven aan een vreemdeling. Traditioneel bestaat de gedachte dat zakat lokaal besteed moet worden en alleen in geval van natuurrampen of catastrofes elders mag de zakat over de grenzen worden gegeven. Dit principe geldt ook voor moslims in westerse landen. In tegenstelling tot islamitische landen is er in het Westen geen overheidbemoeienis of supervisie met betrekking tot zakat. Er zijn in het Westen andere kanalen waar de zakat via betaald wordt: de moskee, remittances, islamitische ontwikkelingsorganisaties en de islamitische school. Veel moslims in Nederland geven hun zakat zonder hier goed bij na te denken of leggen de verantwoordelijkheid voor de verdeling bij de moskee. De moskeeën in Nederland spelen een belangrijke rol bij het innen en herverdelen van de zakat, maar er geen sprake is van structurele hulp. De oorzaak die zij hiervoor aandraagt is de overgang van de traditionele rol die de moskee heeft als gebedsruimte naar een meer maatschappelijke functie. De moderne islamitische NGO´s richten zich bijvoorbeeld nadrukkelijk op het inzamelen en distribueren van zakat. Er zijn veel kritieken op islamitische ontwikkelingsorganisaties en ze hebben te maken met een gebrek aan vertrouwen van de donateurs. Aan de hand van diepte-interviews is gekeken naar hoe zakat in een Turkse zakat chain in Nederland wordt uitgevoerd. Deze zakat chain bestaat uit; moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. De speciale focus ligt hierbij op de Diyanet. Zakat wordt in deze chain vooral als religieuze belasting gezien en de verplichting tot het betalen wordt serieus genomen. Moslims geven hun zakat al-mal aan familie en kennissen in Turkije. Zakat al-fitr geven zij aan moskeeën of ontwikkelingsorganisaties. De moskeeën in dit onderzoek bemoeien zich niet nadrukkelijk met het inzamelen of distribueren van zakat. De ingezamelde zakat wordt overgemaakt naar het overkoepelende orgaan van de Diyanet, die de zakat weer verdeelt onder behoeftigen. De rol die zakat speelt bij de islamitische ontwikkelingsorganisaties verschilt. De opbrengsten uit zakat al-fitr worden namelijk doorgaans gebruikt voor korte termijn projecten. Dit jaar worden de opbrengsten voornamelijk gebruikt voor voedselpakketten voor de Hoorn van Afrika. De zakat al-mal gebruiken zij voor duurzame projecten.
3
Voorwoord Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken die de totstandkoming van deze scriptie mede mogelijk hebben gemaakt. Mijn woorden van dank gaan ten eerste uit naar de respondenten die in dit onderzoek centraal staan. In het bijzonder wil ik hierbij Veyis Güngör van SMHO hartelijk bedanken voor zijn hulp bij het vinden van respondenten in de schakel van islamitische ontwikkelingsorganisaties. Verder wil ik Abdullah Koçak, Selma Büyükçetin-Tetik, Ramazan Arslan, meneer Özdemir van de Haci Bayram moskee, Restlan Aykac van de Ulu moskee, Mehmet Yamali van de Fatih moskee, Mostapha Bouchallikh van Islamic Relief Nederland, Ali Sonlu van Kudüs Vakfi en meneer Guled van stichting Nedsom heel erg bedanken voor hun tijd, informatie en gastvrijheid. Zij hebben mij een geweldige inzage gegeven in islamitische liefdadigheid in Nederland. Zonder hen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Ten slotte wil ik mijn eerste begeleider dr. Richard van Leeuwen hartelijk bedanken voor zijn nuttige adviezen, vertrouwen en flexibiliteit.
Henriëtte de Wit Amsterdam, augustus 2011
4
Inhoudsopgave
Samenvatting Voorwoord
3 4
1. Inleiding
7
2. Islamitische liefdadigheid 2.1 Kernbegrippen in de islamitische filantropie 2.1.1 Zakat 2.1.2 Sadaqah 2.1.3 Waqf 2.2 Begrippen omtrent liefdadigheid 2.3 Islamitische economische principes
9 9 9 11 12 13 15
3. Zakat 3.1 Religieuze belasting 3.1.1 Goud en zilver 3.1.2 Bedrijven 3.1.3 Aandelen 3.1.4 Pensioen 3.1.5 Overige vormen van zakateerbaar vermogen 3.1.6 Zakat al-fitr 3.1.7 Niet zakateerbaar vermogen 3.2 Religieuze plicht 3.3 Het recht van de armen
19 20 20 22 22 22 23 24 25 25 27
4. Een islamitisch concept in de westerse context 4.1 Zakat in islamitische landen 4.2 Zakat in het Westen 4.3 Zakat in Nederland 4.3.1 Moslims 4.3.2 Moskeeën 4.3.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties
31 31 34 37 37 38 40
5. Methoden van onderzoek 5.1 Methodologie 5.2 Diyanet 5.3 Werving en selectie van respondenten 5.3.1 Moslims 5.3.2 Moskeeën 5.3.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties 5.4 Verzamelen en analyse van de gegevens 5.5 Betrouwbaarheid
44 44 45 46 46 46 47 48 49
5
6. Resultaten 6.1 Turkse moslims en zakat 6.1.1 Betalen van zakat 6.1.2 Geven van zakat 6.2 Moskeeën en zakat 6.2.1 Inzamelen van zakat 6.2.2 Distribueren van zakat 6.2.3 Algemene liefdadigheid 6.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties en zakat 6.3.1 Religieuze dimensie 6.3.2 Inzamelen van zakat 6.3.3 Distribueren van zakat 6.4 Zakat en een Turkse zakat chain 6.4.1 Interpretatie van zakat in een Turkse zakat chain 6.4.2 Realisatie van zakat in een Turkse zakat chain 6.4.3 Zakatstromen in Nederland
51 51 52 53 54 56 57 59 60 60 61 64 66 66 66 67
7. Conclusie 7.1 Zakat; het is niet zwart-wit 7.2 De schakels van een zakat chain 7.3 Normen en waarden 7.4 Zakat geven; grenzen vervagen 7.5 Het zwarte schaap 7.6 Beantwoording hoofd- en deelvragen
68 68 69 71 71 72 72
8. Discussie
75
Aanbevelingen
76
Literatuurlijst
77
Bijlage I De hoogte van zakat op vee Bijlage II uitwerking interviews met moslims Bijlage III uitwerking interviews met moskeebestuurders Bijlage IV uitwerking interviews met islamitische ontwikkelingsorganisaties
81 82 91 100
6
1.
Inleiding
Armoede en menselijk lijden bestaan al sinds mensenheugenis. Pogingen om deze armoede op te lossen of te verlichten zijn in alle maatschappijen ondernomen. De zorg voor de armen is een fundamenteel onderdeel van de meeste godsdiensten, zo ook van de islam. Het principe van weldaad en compassie voor de medemens zijn bijvoorbeeld duidelijk in de Koran vastgelegd. De zorg voor armen kent een theologische uitleg die niet alleen in de Koran wordt ondersteund, maar ook in de hadith2. Binnen de islam bestaan verschillende vormen van liefdadigheid die zich uiten in uiteenlopende regels, aanbevelingen en ethische grondslagen. De liefdadigheid in de islam is zelfs zo belangrijk, dat de derde zuil van de islam in het teken staat van de zakat, oftewel de verplichte aalmoes aan de armen. De zakat verwijst naar het deel dat de gelovige uit zijn bezittingen geeft aan de armen. Het doel van deze handeling is het zuiveren van de gever en het dienen van God. Daarnaast is de herverdeling van welvaart één van de doelen van zakat. Zakat lijkt hiermee het perfecte middel voor het oplossen van armoede. Immers, het genereert een wisselwerking van welvaart van rijk naar arm en vormt daarmee een belangrijk sociaal vangnet voor de armen.3 Zakat vormt dan ook een belangrijke basis voor welzijnsprojecten in islamitische landen; met dank aan de inkomsten van zakat zijn hulpverlenende netwerken ontstaan.4 Zo worden gezondheidszorg en onderwijs hieruit gefinancierd om de armen te helpen.5 In vele islamitische landen bemoeit de overheid zich met zakat. In Pakistan bijvoorbeeld, is zakat in de statuten opgenomen als een fiscale regeling en in Saoedi-Arabië dient de zakat als een substituut voor belasting.6 In tegenstelling tot islamitische landen, is er in het Westen geen overheidbemoeienis of supervisie met betrekking tot het inzamelen of distribueren van zakat. De meeste moslims geven daarom op individuele basis hun zakat.7 Echter, er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar hoe een islamitisch concept als zakat werkt in een niet-islamitische context. Hoe en waar geven moslims bijvoorbeeld hun zakat? Hoe lopen de zakat stromen in Nederland? En hoe wordt de zakat gerealiseerd in de Nederlandse praktijk? Om gegronde uitspraken te kunnen doen over de uitvoering8 van zakat in Nederland is het daarom interessant om voor één gehele ´zakat chain´ te onderzoeken hoe de zakat daarin wordt gerealiseerd. Een dergelijke chain bestaat uit de individuele moslim, een moskee en islamitische ontwikkelingsorganisaties. De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal staat is daarom: Hoe wordt zakat in een Turkse zakat chain in Nederland uitgevoerd? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er drie deelvragen opgesteld: 1. Hoe wordt zakat geïnterpreteerd door de verschillende actoren in een Turkse zakat chain in Nederland? 2. Hoe wordt zakat gerealiseerd in een Turkse zakat chain in Nederland? 3. Hoe lopen de zakatstromen in Nederland? 2
Arabische woorden zijn overgenomen zoals zij doorgaans worden gebruikt in Westerse teksten. Weiss, 2007, p.130 4 Singer, 2008, p.202 5 Eickelman & Salvatore, 2002, p. 103-104 6 Benthall, 2004, p.39 7 Ajouaou, 2010, p.33 8 Uitvoering: ‘Wijze waarop beleid wordt geïnterpreteerd en gerealiseerd in de praktijk.’ In geval van dit onderzoek: de wijze waarop zakat wordt geïnterpreteerd en gerealiseerd in de praktijk. 3
7
Wat betreft de verantwoording van de gekozen onderzoekeenheden volgt nu eerst kort een uitleg. Om een zakat chain in zijn geheel te kunnen beschrijven zal er in dit onderzoek worden gekeken naar hoe Turkse moslims in Nederland met zakat omgaan. Er is om een aantal redenen gekozen voor een focus op een Turkse zakat chain. Zo vormen Turken de grootste groep moslims in Nederland.9 Ook is er gekozen om op één herkomstland te richten om de heterogeniteit van de islam mee te ondervangen. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende antwoorden van de respondenten te herleiden zijn tot diversiteit in stromingen. Binnen de Turkse gemeenschap bestaan er weer verschillende islamitische stromingen. Het overgrote deel van de Turkse moslims is soennitisch. Zij kennen allemaal eigen organisaties, zoals onder andere de orthodoxe Milli Görüs, de meer mystieke Süleymanli en de Diyanet, een stroming gelieerd aan de Turkse overheid. Dit onderzoek richt zich daarom op de Diyanet. Voor deze stroming is gekozen omdat de Diyanet de grootste stroming van Turkse islam in Nederland is.10 Zoals aangegeven bestaat een zakat chain uit moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. Voor het empirische gedeelte van dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van een kwalitatieve aanpak door middel van diepte-interviews met de verschillende actoren van een zakat chain. Wat betreft de moskeeën dient er nog de opmerking gemaakt worden dat er een focus ligt op het moskeebestuur en niet op de imam. Het moskeebestuur is gekozen omdat deze een centrale spil vormt in de moskee. In veel moskeeën in het Westen vinden verscheidene culturele, educatieve en sportactiviteiten plaats en er wordt voorlichting gegeven. Een moskee kent vaak een hechte gemeenschap waar vrijwilligerswerk gangbaar is, wat ook betekenis krijgt in armoedebestrijding. Het moskeebestuur lost veel praktische zaken rond deze activiteiten op.11 De resultaten van dit onderzoek kunnen waardevol zijn voor moskeeën en islamitische en westerse ontwikkelingsorganisaties, die meer inzage willen hebben in hoe zakat werkt in Nederland. Ten slotte aandacht voor de opbouw van dit onderzoek. Het wetenschappelijke kader, lopend van hoofdstuk twee tot en met vier, zal een overzicht geven van de uiteenlopende aspecten aangaande zakat. Er wordt ingegaan op verschillende islamitische liefdadigheidsaspecten, wat zakat inhoudt, wie het moet geven en aan wie de zakat gegeven moet worden. Ook wordt er gekeken naar hoe zakat in islamitische landen werkt en hoe de verschillende actoren van de zakat chain met liefdadigheid omgaan in het Westen. Het wetenschappelijke kader vormt dus de basis van het empirische gedeelte van dit onderzoek. De methoden die hiervoor worden gebruikt worden uiteengezet in hoofdstuk vijf. Hierna worden, in hoofdstuk vier, de resultaten van het empirische onderzoek gepresenteerd. In de discussie zullen vervolgens de meest opvallende resultaten worden gekoppeld aan het wetenschappelijke kader. De conclusies van dit onderzoek worden getrokken in hoofdstuk acht. Hierin wordt tevens op een hoger niveau naar de resultaten gekeken.
9
CBS, 2011 Heelsum, e.a., 2004, p.7 Nistelrooij, 2010, p.15
10 11
8
2.
Islamitische liefdadigheid
De zorg voor de armen is een fundamenteel onderdeel van de islam. Er bestaan diverse vormen van liefdadigheid die zich uiten in uiteenlopende regels, aanbevelingen en ethische grondslagen. In dit hoofdstuk zullen ten eerste de kernconcepten van de islamitische armenzorg uiteengezet worden (2.1), vervolgens zullen de belangrijkste begrippen omtrent liefdadigheid behandeld worden (2.2) en afgesloten zal worden met de islamitische economische principes (2.3). Omdat er veel begrippen geïntroduceerd worden, geldt dit hoofdstuk als een achtergrond voor de rest van dit onderzoek. 2.1 Kernbegrippen in de islamitische filantropie Liefdadigheid staat centraal binnen de islam en wordt om deze reden sterk aangemoedigd. De belangrijkste concepten binnen de islamitische liefdadigheid zijn: zakat, sadaqah en waqf. Deze begrippen zullen in deze paragraaf achtereenvolgens behandeld worden. Omdat in dit onderzoek zakat een centrale rol speelt en hoofdstuk 3 en 4 hier uitgebreid op in zullen gaan, betreft het in deze paragraaf slechts een eerste verkenning. 2.1.1
Zakat
‘Dienst doen in Gods moskeeën mogen slechts zij die in God en de laatste dag geloven en die de salaat verrichten en de zakat geven en die alleen God vrezen; misschien zijn zij het die het goede pad volgen’ (Koran 9:18).12 Na de shahada en de salaat, vormt het schenken van zakat de derde pilaar van de islam. De zakat staat voor het deel dat de gelovige schenkt uit zijn bezittingen aan de armen.13 Het woord zakat komt van het Arabische werkwoord zakah, wat staat voor zuivering en voor groei.14 Een moslim die zakat geeft, zuivert namelijk het deel van het vermogen dat overblijft en daarmee ook zichzelf. Het zuiverende effect ontstaat door verder te kijken dan hebzucht en door over ongevoeligheid voor andermans lijden heen te stappen. Bovendien wordt de recipiënt ook gezuiverd van jaloezie en nijd naar de welvarende mensen in de samenleving. Daarmee heeft het geven van zakat een morele functie en één die in behoeften voorziet.15 Zuivering is één van de algemene doelen van moslims. Zij proberen immers zo goed als mogelijk klaar te zijn voor de Dag des Oordeels, verklaart Amy Singer in haar boek ‘Charity in Islamic Societies’.16 Het ongenoegen van God over hebzucht en het ondoordacht cumuleren van vermogen wordt in de Koran veelvuldig benadrukt. Hierbij gaat het niet om een afkeuring van welvaart in het algemeen, maar eerder om gierigheid. Moslims die geen zakat betalen zijn veroordeeld tot een 12
Koran 9:18, Koranvertaling door Fred Leemhuis Islam Hosting, 2010 14 Singer, 2008, p.36 15 Benthall, e.a., 2003, p.9 16 Dit boek werd in 2008 uitgegeven door de Cambridge University Press. Singer verklaart basisbegrippenen instellingen van islamitische liefdadigheid, waaronder uitgebreid aandacht voor zakat. Het boek toont hoe de wisselwerking tussen historische omstandigheden, sociale status, geslacht, leeftijd en religieuze idealen een rijke variatie aan charitatieve praktijken heeft gecreëerd. Van het begin van de islam tot heden. In 2010 ontving zij voor dit werk de ARNOVA (Association for Reasearch on Nonprofit Organization and Voluntary Action) Award voor beste boek (Arnova, 2011). Naast dit boek heeft Singer nog vele andere werken geschreven die ingaan op islamitische liefdadigheid. 13
9
pijnlijk lijden op de Dag des Oordeels, vanwege het niet vervullen van de wil van God.17 Daarmee is de zakat voor iedere moslim, mits deze het zich kan veroorloven, verplicht.18 Toch komt het betalen van zakat vooral neer op het verantwoordelijkheidsgevoel van de gever en op taqwa, de eerbied voor God.19 Zakat kan daarnaast ook voor groeien staan. Wanneer het in verband met een persoon wordt gebruikt, betekent het ´verbeteren´. Daarmee staat zakat voor zegen, groei en verbetering.20 Deze groei uit zich in de belofte van God aan de gever. De generositeit zal zich namelijk vele malen laten terugbetalen. Meer dan één vers in de Koran beaamt dit. Zoals bijvoorbeeld Koran 2:261: ‘Zij die hun bezittingen als bijdrage op Gods weg geven, lijken bijvoorbeeld op een zaadkorrel die zeven aren laat groeien met honderd korrels in elke aar. God geeft het dubbele aan wie Hij wil en God is alomvattend en wetend.’21 In de betekenis van zakat als groei lijkt een contradictie te schuilen. Immers, hoe kan een vermogen groeien wanneer het juist minder wordt door het weg te geven? Dit komt omdat ´groei´ niet in economische zin wordt bedoeld. De groei heeft juist een morele en religieuze dimensie.22 Wanneer bij het geven van zakat de intentie het behagen van God is, wordt het vermogen gezegend, waardoor het groeit.23 Kortom, degene die zakat schenkt komt meer welvaart toe. Toch is de echte beloning niet voorspoed in dit leven, maar juist een grotere kans op Gods gunstige beslissing en toegang tot het Paradijs.24 Singer noemt het betalen van zakat daarom ook een soort van eigenbelang. Immers, degenen die de zakat betalen hebben een grotere kans op toegang tot het Paradijs. Degenen die het niet betalen, kunnen hiervoor tot in eeuwigheid gestraft worden.25 Toch is het schenken van zakat niet een egoïstische daad, vindt de moslimfilosoof Tariq Ramadan.26 Met het schenken van zakat wordt de gever namelijk juist midden in de samenleving geplaatst. Zakat is volgens hem een ethisch besef van sociale relaties. Degenen die bezit hebben, hebben daarmee ook verplichtingen. Het schenken van zakat is dus ook niet simpel een kwestie van generositeit, het is een kwestie van rechtvaardigheid, aldus Ramadan.27 Zakat is namelijk niet alleen een religieuze verplichting, het is ook een recht van de armen. Deze gedachte wordt ondersteund door de Koran. Vers 51:19 stelt: ´En een rechtmatig aandeel in hun bezittingen was voor de
17
Singer, 2008, p.36 Ajouaou e.a., 2010, p.30 19 Benthall, 1993, p. 13 20 al-Qaradawi, 1994, p.xxxix 21 Koran 2:261, Koranvertaling door Fred Leemhuis 22 Ajouaou, 2010, p.31 23 Ramadan, 2005, p.176 24 Singer, 2008, p.37 25 Singer, 2008, p.64 26 Tariq Ramadan is professor Contemporary Islamic Studies aan de Oxford University. Hij heeft een master filosofie en Franse Literatuur en is gepromoveerd in Arabische en islamitische studies aan de universiteit van Geneve. Ramadan oppert voor een onafhankelijke ontwikkeling van de islam in het Westen. Hij roept moslims in het Westen daarom op hun geloof en hun leven als betrokken burgers met elkaar in overeenstemming te brengen. Hij vindt het belangrijk dat moslims zich mobiliseren en deelnemen aan de maatschappij, zodat zij zowel een goede moslim als een goede Europeaan kunnen zijn. Met zijn lezingen en geschreven werk draagt hij aanzienlijk bij aan het hedendaagse debat over islam en moslims in het westen. Zijn werk bevat discussies omtrent theologie, islamitische jurisprudentie, ethiek, filosofie, sociale rechtvaardigheid, economie, politiek en de interreligieuze dialoog (Ramadan, 2011). 27 Ramadan, 2004, p.178 18
10
bedelaar en de onbemiddelde’28. Zakat is het recht van de gemeenschap, daar waar de salaat het recht van God is.29 In het Nederlands wordt zakat doorgaans vertaald met aalmoezen of armenbelasting.30 Niet iedereen is van mening dat dit een juiste vertaling is. Zo vindt Ramadan dat de omschrijving van aalmoes de lading maar onvoldoende dekt.31 Ook de Nederlands Marokkaanse islamitische theoloog en filosoof Mohamed Ajouaou32 is van mening dat het woord aalmoes eigenlijk geen goede vertaling is voor zakat. Hij geeft de definitie van aalmoes als volgt: ‘Werk van barmhartigheid, een gift uit medelijden of barmhartigheid aan een arme geschonken.’ Zakat is naar zijn mening meer dan een daad van barmhartigheid alleen. Het is een morele plicht.33 Bovenstaande vormt een eerste introductie bij de derde zuil van de islam. Er is echter nog niets duidelijk geworden over de verschillende soorten zakat, over wie het recht heeft zakat te ontvangen en wat als zakat gebruikt mag worden. In het volgende hoofdstuk zal daar uitgebreid op worden ingegaan. 2.1.2 Sadaqah Moslims worden naast het betalen van zakat ook aangemoedigd om sadaqah te schenken. Sadaqah is een religieuze vrijgevigheid in het algemeen en is niet verplicht, in tegenstelling tot zakat.34 Degene die sadaqah schenkt toont hiermee een ware devotie tot God en naastenliefde. Er bestaat geen sanctie voor het niet betalen van sadaqah, maar het schenken moet de gever dichter bij het Paradijs brengen, zondes goedmaken en de gift moet bijdragen aan gehele samenleving. Sadaqah komt van de stam die ´oprecht zijn´ betekent.35 Oprechtheid in het geloof door er concrete daden aan te verbinden, in dit geval door materiële hulp te verlenen. Sadaqah wordt geschonken wanneer er noodzakelijke behoeften onder mensen in de omgeving van de moslim bestaan. Primaire levensbehoeften zoals voedsel, drinken en onderdak hebben de hoogste prioriteit. Een ander aspect van sadaqah is een focus op individu overstijgende noden zoals rampen of collectieve voorzieningen, zoals scholen en moskeeën. Alles wat een moslim hieraan uitgeeft, dus ook bijvoorbeeld tijd die vrijwilligers inzetten, valt onder sadaqah.36 Voorbeelden van sadaqah zijn het doneren van geld bij noodgevallen, het sponsoren van een weeskind in nood en het delen van het offervlees.37 Waar zakat een morele verplichting met een collectief karakter is, is sadaqah eerder een individuele en vrome handeling zonder collectieve
28
Koran 51:19, Koranvertaling door Fred Leemhuis Dean, e.a. 1997, p.198 30 Islam Hosting, 2010 31 Ramadan, 2005 32 Ajouaou schreef zijn betoog 'Zakat en sadaqah, meer dan een aalmoes. Over structuur en ethische grondslagen van de islamitische armenzorg´ in 2010. Zijn redenatie is niet gebaseerd op empirisch onderzoek. De auteur geeft op basis van persoonlijke ervaringen, de Koran en diverse literatuur (onder andere: Tariq Ramadan en Yusuf al-Qaradawi) uitleg aan de structuur en ethische grondslagen van de islamitische armenzorg (Ajouaou, 2011). 33 Ajouaou, 2010, p.37 34 Ajouaou, 2010, p.34 35 Singer, 2008, p.68 36 Ajouaou, 2010, p.34 37 In de islam wordt van 10 tot 12 Dhu al Hijjah, de 12de maanmaand van de islamitische kalender, een dier geofferd. Het offer wordt opgevat als een symbolische herhaling van Abrahams offer van een ram in plaats van zijn zoon, een cruciaal begrip in het Jodendom, Christendom en islam. Het dier in kwestie kan een geit, schaap, koe of kameel te zijn. In het Arabisch heet het offerfeest ‘eid al-Adha en ook ´eid al-Kabir. In het Turks heet het Kurban bayrami (Veen, 2009, p.6 ). 29
11
connotatie.38 Eén van de belangrijkste kenmerken van sadaqah is dat de gever niet mag pronken met zijn donatie.39 De invloedrijke islamitische theoloog, filosoof en jurist Abu Hamed Mohammed al-Ghazālī (1058-1111) zegt hierover: ‘Alms given in secret turn away the wrath of God.’ Hij noemt een aantal voordelen bij het in het geheim schenken van sadaqah. Ten eerste wordt zo de identiteit van de ontvanger gewaarborgd. Het ontvangen van sadaqah in het openbaar kan als vernederend worden ervaren. Bovendien kan het krijgen van sadaqah vragen oproepen bij anderen of diegene het echt heeft verdient of niet teveel heeft gekregen. Ten slotte wordt zo voorkomen dat de gift met anderen gedeeld moet worden. De geheimhouding wordt openbaar wanneer meer dan twee personen weten van de gift. Toch zijn er ook een aantal voordelen bij het publiekelijk schenken van de sadaqah. Zo noemt al-Ghazālī dat publiciteit oprechtheid en vrijheid in plaats van gekunsteldheid en hypocrisie bevordert. Maar ook bevestigt de openbaarheid dienstbaarheid aan God. Bovendien wordt zo de verplichting tot dankbaarheid in de hand gewerkt. Dankbaarheid wordt sterk aanbevolen. Maar wat is nu het beste om te doen: geheimhouding of in de openbaarheid treden met een gift? Al-Ghazālī meent dat het belangrijk is om niet zwart-wit te denken. Niet onder alle omstandigheden is geheimhouding het beste, maar ook niet de publiciteit. De beste keuze hangt af van de intentie, en deze verschilt ook weer van persoon tot persoon. Een oprecht persoon moet vooral voorzichtig zijn zich niet te laten leiden door ijdelheid.40 Hoewel de zakat niet verward mag worden met de sadaqah, worden deze twee begrippen in de Koran door elkaar gebruikt.41 Zoals bijvoorbeeld in vers 9:103: ‘Neem van hun bezittingen een aalmoes (sadaqah) waarmee jij hen zult reinigen en louteren’.42 Het woord aalmoes krijgt hier door de gebiedende wijze van ‘neem’ een verplichte betekenis. In dit vers wordt dus met sadaqah juist zakat bedoelt.43 2.1.3 Waqf Een belangrijke uitzondering op de veelal aan het oog onttrokken islamitische liefdadigheid vormt waqf. Deze fondsen zijn vanaf het begin van de negende eeuw in grote getale ontstaan.44 Waqf is een dotatie.45 In veel gevallen is waqf vergelijkbaar met de Europese traditie van kerkelijke eigendommen.46 Waqf wordt niet genoemd in de Koran, maar er zijn talrijke hadith die hier naar verwijzen. Waqf is op te delen in twee groepen. Ten eerste betreft het hier moskeeën, ziekenhuizen en scholen. Daarnaast ook onder andere objecten en diensten die de armen ten goede kunnen komen zoals bibliotheken, fonteinen, begraafplaatsen, tuinen, windmolens. Maar deze objecten en diensten genereren kosten, zoals bijvoorbeeld de salarissen van werknemers. De tweede groep bestaat daarom uit activa die inkomsten genereren, zoals boerderijen, winkels en woningen. De inkomsten die hieruit voortvloeien zijn essentieel voor het
38
Weiss, 2007, p.21 Veen, 2009, p.6 40 Al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.75-88 41 Singer, 2008, p.34 42 Koran 9:103, Koranvertaling door Fred Leemhuis 43 Ajouaou, 2010, p.32 44 Singer, 2008, p.91 45 Dotatie heeft net als donatie als algemene betekenis 'schenking', 'hetgeen geschonken is'. Dotatie wordt vooral gebruikt bij schenkingen volgens een bepaalde procedure, bijvoorbeeld jaargelden, een toelage of bruidsschat (Taaladvies, 2011). 46 Benthall e.a., 2003, p.30 39
12
voortbestaan van de institutie van de waqf.47 Waqf bestaat uit specifiek gedoneerd onroerend goed, waarvan de inkomsten voor in de eeuwigheid aan de begunstigden toebehoren. Deze begunstigden moeten een valide religieus doel vormen. Zoals bijvoorbeeld het verzorgen van islamitische rituelen, sociale en culturele instituties zoals het onderhouden van het personeel, activiteiten en gebouwen. Maar ook het dienen van armen of leden van de familie. De oprichter van de waqf moet volwassen en van gezond verstand zijn en in vrijheid leven.48 Deze religieuze dotaties kunnen worden gedaan tijdens het leven van een donor, of in een testament. Wanneer een bezit als waqf wordt aangedragen is het niet langer het bezit van de donor en niemand kan het meer aan derden verkopen. Waqf wordt namelijk gezien als een bezit van God en kan daarmee tot in den eeuwigheid als liefdadigheid worden gebruikt.49 Omdat de dotaties nauwkeurig werden bijgehouden is historisch goed na te gaan hoe deze geïnstitutionaliseerd waren. Dit in tegenstelling tot de andere vormen van islamitische liefdadigheid.50 Het onroerend goed of de financiering daarvoor werd door mutawalli beheerd, oftewel speciale ´managers´. Vaak waren dit lokale rechters of andere prominente personen in de samenleving. Van hen werd verwacht dat ze de waqf met kunde en eerlijkheid beheerden.51 2.2 Begrippen omtrent liefdadigheid Aangezien bij liefdadigheid het begrip armoede een centrale rol speelt, dient duidelijk te worden wat hieronder wordt verstaan. Armoede is namelijk geen eenvoudig begrip omdat het vele componenten kent. Daarmee is het vaak onduidelijk waar overheden, Niet Gouvernementele Organisaties (NGO’s) en andere donoren, of in geval van dit onderzoek ook moskeeën en moslims, het over hebben wanneer zij spreken van het verlichten van armoede. Over welke vorm van armoede hebben zij het? Wanneer is iemand arm? Het stempel ‘arm’ geeft iemand recht op het behalen van bepaalde voordelen of het krijgen van assistentie of zakat. Daarom is het belangrijk uiteen te zetten wat onder het begrip armoede wordt verstaan. De Verenigde Naties52 houdt sinds 1998 de volgende definitie aan: “Fundamentally, poverty is a denial of choices and opportunities, a violation of human dignity. It means lack of basic capacity to participate effectively in society. It means not having enough to feed and clothe a family, not having a school or clinic to go to, not having the land on which to grow one’s food or a job to earn one’s living, not having access to credit. It means insecurity, powerlessness and exclusion of individuals, households and communities. It means susceptibility to violence, and it often implies living on marginal or fragile environments, without access to clean water or sanitation.”53 Kort gezegd is armoede volgens de Verenigde Naties dus het niet
kunnen voorzien in primaire levensbehoeften. Onder primaire levensbehoeften vallen schoon drinkwater, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg. Deze worden gezien als de voorwaarden om een menswaardig bestaan te kunnen leiden. Een van de meest gebruikte maatstaven om armoede te kunnen meten is via het inkomensniveau. Wanneer het inkomen van een persoon onder het gestelde minimum blijft, wordt deze als arm beschouwd. Hierbij is de 47
Benthall, e.a., 2003, p.31 Singer, 2008, p.93 49 Veen, 2009, p.6 50 Singer, 2008, p.92 51 Singer, 2008, p.93 52 De Verenigde Naties (VN) is een mondiale organisatie van overheden, samenwerkend op het gebied van het internationale recht, mondiale veiligheid, behoud van humanitaire rechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar sociaal-maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. De VN heeft 192 lidstaten en is opgericht in 1945 na de Tweede Wereldoorlog (Verenigde Naties, 2011). 53 United Nations, 2011 48
13
‘één dollar per dag’ regel gangbaar. Dit is het geschatte minimum bedrag om basis voorzieningen te kunnen bekostigen en een menswaardig leven te kunnen leiden. Deze benadering is gekozen om een eenvoudig meetinstrument te introduceren. Toch heeft deze regel zijn tekortkomingen. Iedere samenleving heeft weer andere standaarden betreffende wat een minimum is voor een menswaardig leven. Tevens verschillen kosten voor het levensonderhoud natuurlijk per land.54 Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt tussen structurele armoede en conjuncturele armoede. Dit onderscheid wordt gemaakt om de oorzaken van armoede vast te kunnen stellen en daarmee met gepaste oplossingen te kunnen komen. Structurele armoede is een lange termijn fenomeen. Barrières zoals het ontbreken van werk of landbouwgrond of sociale vooroordelen tegen ras, leeftijd of geslacht, kunnen voorkomen dat mensen de cirkel van armoede kunnen doorbreken. Universele categorieën van armen zijn de weduwen, weeskinderen, ouderen en gehandicapten. Zij zijn vaak het slachtoffer van structurele armoede en zijn permanent afhankelijk van anderen voor het voorzien van basisbehoeften. Deze groep kan vaak maar moeilijk aan de situatie ontkomen. Conjuncturele armoede daarentegen ontstaat door plotselinge gebeurtenissen zoals ziekte, natuurrampen of oorlogen. Dergelijke gebeurtenissen zijn onvoorspelbaar en niet te voorkomen.55 Maar de daaruit voortvloeiende armoede kan vaak met noodhulp worden opgelost. Of het lost zich vanzelf op na het eindigen van de oorlog, het herstellen van ziekte of het terugkeren van de regen. Structurele armoede vraagt om complexere en langere termijn oplossingen. Verschillende soorten armoede vragen om verschillende soorten oplossingen. Bijvoorbeeld ontwikkelingshulp. Ook dit begrip is niet eenduidig uiteen te zetten. Simpel gezien gaat het hierbij om alle bronnen, dus goederen, technische kennis en vaardigheden, financiële giften of leningen, die worden overgedragen van donor naar ontvanger.56 Deze omschrijving is echter erg breed en laat veel vragen onbeantwoord. Een definitie voor ontwikkelingshulp die als gangbaar wordt aangenomen komt van de Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC57) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Deze invloedrijke organisatie is geformeerd in 1960 om buitenlandse hulp te coördineren en in goede banen te leiden.58 Zij definiëren ontwikkelingssamenwerking onder de naam Official Development Assistance (ODA) als volgt: ‘Flows of official financing administered with the promotion of the economic development and welfare of developing countries as the main objective, and which are concessional in character with a grant element of at least 25 percent (using a fixed 10 percent rate of discount). By convention, ODA flows comprise contributions of donor government agencies, at all levels, to developing countries (“bilateral ODA”) and to multilateral institutions. ODA receipts comprise disbursements by bilateral donors and multilateral institutions.’59 Kortom, ODA betreft ontwikkelingshulp van
overheden naar ontwikkelingslanden en multilaterale instellingen. Echter, een tekortkoming van deze definitie is dat ontwikkelingshulp door particulieren, NGO’s en bijvoorbeeld bedrijven niet worden meegerekend. Juist deze actoren zijn van belang in dit onderzoek. Tot op heden is er geen internationaal geaccepteerde definitie gevormd voor bijvoorbeeld niet gouvernementele hulp.60 Zelfs op de websites van grote ontwikkelingsorganisaties zijn geen definities te vinden.61 54
Islamic Relief, 2008, p.2 Singer, 2008, p.151-152 Riddel, 2007, p.17 57 Afkorting komt van de Engelse definitie: Development Assistance Committee 58 Riddel, 2007, p.18 59 OESO, 2011 60 Riddel, 2007, p.20 55 56
14
In dit onderzoek wordt met ontwikkelingssamenwerking alle hulp van alle bronnen bedoelt die voor ontwikkelingsdoeleinden worden gebruikt. Waar noodzakelijk zal er een preciezere definitie gebruikt worden zoals humanitaire hulp of noodhulp. Ten slotte het concept armoede in de Koran. Net zoals voor liefdadigheid geeft de Koran ook aandacht aan armoede. Samen met andere religieuze bronnen vormt dit de basis voor een breed scala aan houdingen tegenover armoede. Uiteraard zijn de oorzaken voor armoede universeel, zo ook voor islamitische samenlevingen. De Soefi’s die bewust voor een sober leven kiezen worden hierbij uitgezonderd. In de Koran wordt bovendien geen specifiek waardeoordeel over arm of rijk gegeven. Er kleeft geen schaamte aan arm zijn of aan rijk zijn, dit laatste zeker niet wanneer de rijke zijn zakat schenkt.62 2.3 Islamitische economische principes Het onderwerp van islamitische economie is erg breed en te veelomvattend om in dit onderzoek in zijn totaliteit uiteen te kunnen zetten. Daarom beperkt deze paragraaf zich tot de meest belangrijke islamitische economische principes en zal zich niet verliezen in economische theorieën, maar eerder de islamitische filosofie achter het systeem benadrukken. Belangrijk is dat het islamitische systeem berust op een zogenaamde ‘moral economy’. Simpel gesteld is dit een economie beïnvloedt en gestructureerd door morele disposities, waarden en normen. Het is dus een wisselwerking tussen morele, culturele waarden en economische activiteiten.63 Charles Tripp noemt in zijn boek Islam and the moral economy twee principes die zich identificeren met de islamitische morele economie. Namelijk zakat en riba.64 Het verbod op het heffen van rente, riba65, is een opvallend beginsel van de islamitische economie.66 Het islamitische economische systeem wijkt daarmee totaal af van het Westerse kapitalistische systeem, waar uitvoerig aan rente heffingen wordt gedaan. Het Arabische woord riba is afgeleid van het werkwoord raba, wat staat voor groeien of vergroten.67 Het betekent letterlijk toename of surplus. Het wordt gebruikt in geval van een afgesproken toevoeging aan het bedrag. Het betreft hier riba al-nasia, oftewel riba via uitstel. Hierbij gaat het om een uitwisseling waarbij de tegenprestatie later plaatsvindt en een van de tijd afhankelijke opslag krijgt. Dit geldt in het kapitalisme bij het lenen van geld. Er zijn in de Koran vier verzen die deze vorm van riba verbieden. Namelijk soera 2 verzen 275, 276 en 278 en soera 3 vers 130. Ter illustratie zegt vers 2:275: ‘Zij die de woeker verteren zullen alleen maar opstaan zoals hij opstaat die door de aanraking van de satan in elkaar geslagen wordt. Dat komt omdat zij zeiden: "Handel is gelijk aan woeker." Maar God heeft de handel toegestaan en de woeker verboden. En hij tot wie een aansporing van zijn Heer komt en er dan mee ophoudt, mag houden wat hij al heeft verworven. Zijn zaak wordt naar God verwezen. Maar wie het weer doen, zij zijn het die in het vuur thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven.’68 Het heffen van rente is verboden omdat het wordt gezien als
61 Gekeken op de websites van de grootste ontwikkelingsorganisaties van Nederland: OxfamNovib, Cordaid, HIVOS en ICCO. 62 Singer, 2008, p. 153-155 63 Lancaster University, 2005 64 Tripp, 2006, p.124 65 Naast riba zijn ook maysir en gharar verboden binnen de islamitische economie. Maysir staat voor gokken of speculeren en gharar voor het nemen van onnodig risico (Visser, 2010, p.2). 66 In onder andere.: Benthall e.a., 2003, Ramadan, 2005, al-Qaradawi, 1994 en Visser, 2010 67 Ramadan, 2005, p.185 68 Koran 2:275, Koranvertaling door Fred Leemhuis
15
onrecht, iets wat dus de morele economie van de islam kenmerkt. Het wordt namelijk zo gezien dat er een ongelijke relatie bestaat tussen de geldschieter en degene die het leent. De geldschieter kan namelijk eisen stellen, zoals het rendement, en daarmee de geldlener nog verder verarmen.69 Er bestaat ook nog een andere vorm van riba, namelijk riba al-fadl. Dit is een toename door ongelijke ruil.70 De basis hiervoor ligt in een hadith. Hierin stelt de Profeet Mohammed dat het alleen toegestaan is om gelijke eenheden tegen elkaar te ruilen bij de ruil van tarwe tegen tarwe, gerst tegen gerst, dadels tegen dadels, zout tegen zout, zilver tegen zilver en goud tegen goud.71 Sinds de jaren ´70 van de twintigste eeuw hebben veel islamitische banken en andere financiële instituten een verbod op bankrente ingevoerd om een islamitische economie te bevorderen. Zo werd in 1975 door 22 landen de Islamitische Ontwikkelingsbank (IOB) opgericht. Deze bank werkt nauw samen met de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC).72 Alle leden van de IOC, met uitzonderling van Iran en Nigeria, zijn lid van de bank.73 Het gebruik van rente wordt binnen de islam gezien als een versterkende factor achter ongelijkheid. Zakat is daarmee het omgekeerde van riba. Zo stelt Ramadan dat op het eerste oog rente een vermogen lijkt te doen vergroten en het betalen van zakat juist het vermogen doet verminderen. Maar het tegenovergestelde is waar. Riba staat gelijk aan verlies en zakat gelijk aan winst wanneer men kijkt naar het Goddelijke evenwicht.74 Ook de invloedrijke moslimgeleerde Yusuf al-Qaradāwi is dit van mening. Zo stelt hij: ‘God says, "So give what is due to kindred, the needy, and the wayfarer. That is best for those who seek the countenance of God and it is they who will prosper. That which you lend in riba for increase throughout the poverty of other people will have no increase with God but that which you lay out for zakah, seeking the countenance of God, will increase, it is they who will get the recompense multiplied"´.75 Tripp noemt zakat het belangrijkste onderdeel van de morele islamitische economie. Het belichaamt namelijk een aantal belangrijke concepten die deze economie definiëren. Bijvoorbeeld het idee dat eigendom voor een hoger doel gebruikt moet worden zoals degenen ondersteunen die zich in een minder fortuinlijke situatie bevinden en het idee van een gezamenlijke verantwoordelijkheid.76 Ramadan heeft veel kritiek op het Westerse model. Anderhalf miljard mensen kunnen in welvaart leven omdat bijna vier miljard mensen niet de middelen hebben om te overleven, zo stelt hij. De voorwaarden zijn oneerlijk, exploitatie is overal en speculatie is extreem. Het islamitische systeem met haar verbod op riba keurt het systeem waarin alleen winst centraal staat en waar menselijke waardigheid en rechtvaardigheid worden bespot finaal af. Daarom pleit Ramadan voor een wereldwijd alternatief en moet men stoppen met het blind aannemen van een systeem dat niet rechtvaardig is.77 Naast het verbod op riba, is er een ander islamitisch economisch principe waar discussie over plaatsvindt. De literatuur geeft veel aandacht aan zakat als vorm van belasting. Samen met 69
Tripp, 2006, p.128 Visser, 2010, p. 1 71 Ramadan, 2005, p.185 72 Het OIC is na de VN de grootste intergouvernementele organisatie ter wereld. In het OIC hebben 57 landen plaats. Het doel van de organisatie is om de belangen van moslims wereldwijd te behartigen (OIC, 2011). 73 Benthall, e.a. 2003, p.42 74 Ramadan, 2005, p.187 75 Al-Qaradawi, 1994, p.10 76 Tripp, 2006, p. 125 77 Ramadan, 2004, p.188 70
16
de jizyah is zakat de enige vorm van belasting die wordt erkend in de Koran.78 Er zijn in totaal vijf soorten belastingen die worden erkend door islamitische juristen.79 Waar zakat een manifestatie van geloof is, ontlenen de overige vier vormen van belastingen hun legitimiteit aan de jihad. Ramadan noemt zakat een ‘social purification tax’. Hij meent namelijk dat zakat uit drie dimensies bestaat. Omdat voor iedere praktiserende moslim het betalen van zakat verplicht is, is zakat ten eerste een belasting over het vermogen. De aard van deze belasting is daarnaast sociaal omdat deze bedoeld is voor de armen van de samenleving. Zakat heeft ten slotte een belangrijke spirituele dimensie omdat het een zuiverende werking heeft.80 Toch stellen de economen Norulazidah Omarali en Gareth Myles van Exeter University dat zakat niet zomaar een belasting genoemd kan worden. Het klopt dat beide als doel hebben om sociale en economische veranderingen te bewerkstelligen. Maar een fiscale belasting is een verplichte betaling aan de overheid waar geen individuele presentatie tegenover staat en het betalen van zakat is een verplichting van religieuze aard. Omarali en Myles stellen dat, zelfs daar waar lokale wetgeving het voor mogelijk zou stellen, zakat nauwelijks door een staat als verplicht wordt gesteld. Iets wat zij als belangrijkste kenmerk van een belasting zien. In de meeste islamitische landen betalen de gelovigen direct aan de armen of aan zakat inzamelingsinstantie.81 Veel islamitische staten hebben wel een belastingsstelsel dat ze aan hun bevolking opleggen om de herverdeling van inkomen en algemene armenzorg te kunnen bewerkstelligen. Maar alleen de landen SaoediArabië en Pakistan gebruiken ook de term zakat voor deze belasting.82 Verder argumenteren deze auteurs dat de hoogte van een belasting aangepast kan worden als gevolg van een fiscaal beleid, terwijl de hoogte van de zakat vaststaat door religieuze regelgeving. Ten slotte stellen zij dat degenen die recht hebben op zakat duidelijk worden omschreven, terwijl dit bij een fiscale belasting nauwelijks het geval is. Toch concluderen zij dat zowel fiscale belasting als zakat een overdracht van koopkracht is van de ene economische vertegenwoordiger naar de andere.83 Verder is er binnen de islamitische economie nog een ander principe van belang. De aarde is het bezit van God, maar de mens is haar khalifah, oftewel landvoogd. De mens is door deze rol verantwoordelijk voor de aarde. De mensheid dient zich op aarde verantwoordelijk te gedragen en moet zich van egoïstische besluiten onthouden.84 De mens dient zich altijd te 78
Esposito, 2003, p.171 Zo werd de jizyah, een hoofdelijke belasting, betaald door niet-moslims die onder islamitische heerschappij leefden. In ruil voor bescherming betaalden de niet-moslims deze belasting aan de islamitische heersers. Daarnaast was de jizyah een teken van de submissie (Encyclopedia Britannica, 2011). Bovendien werd deze belasting betaald in ruil voor een vrijstelling van militaire dienst. Wanneer een leider niet voldoende in staat was zijn onderdanen te beschermen, moest de jizyah terugbetaald worden (Esposito, 2003, p.161). De hoogte van deze belasting varieerde van regio tot regio. In theorie werd de belasting gebruikt voor liefdadigheid en het betalen van salarissen en pensioenen. Maar in de praktijk werden de inkomsten van deze belasting vaak gebruikt voor het privégebruik van de leiders. Een bekeerling tot de islam hoefde de jizyah niet meer te betalen (Encyclopedia Britannica, 2011). Een andere vorm belasting was de ‘ushr. Dit is een belasting over de geproduceerde goederen van het land (Esposito, 2003, p.328). Van veroverd land dienden de moslims tien procent van de opbrengst af te staan aan de overheid. De kharaj vervolgens is de belasting op geproduceerde goederen van veroverd land dat nog in handen was van niet-moslims (Singer, 2008, p.37). Ten slotte de khums. Dit was een belasting die gebaseerd op de buit uit oorlogen van eenvijfde die aan Mohammed en zijn familie werd geschonken. Na zijn dood werden khums gezien als een belasting op winsten uit oorlogen (Esposito, 2003, p.174). 80 Ramadan, 2005 81 Omarali, e.a. 2010, p.841 82 Ajouaou, 2010, p.33 83 Omarali, e.a. 2010, p.841 84 Vasi, 2008, p.53 79
17
realiseren dat de aarde hen is geschonken om zo aan hun verplichtingen aan God te kunnen voldoen. Hoewel de mensheid een zekere vorm van verantwoordelijkheid draagt, maakt zij nog steeds een onderdeel van de natuur uit. Verrichte schade aan de natuur is daarmee schade aan de mensheid zelf en tevens een vorm van opstandigheid tegen God.85 Deze relatie tussen God en de mens heeft volgens Ramadan een enorme impact op het gebied van economie. De leer van tawhid noemt hij hierin fundamenteel: God is de enige Eigenaar van de aarde. Voor de khalifa zijn verplichtingen van groter belang dan rechten. Iedereen heeft het recht om gebruik te maken van de natuurlijke bronnen die de aarde te bieden heeft. Deze zijn immers door de Schepper ter beschikking gesteld. Maar dit recht kan niet leiden tot de verstoring van de natuurlijke orde door ondoordachte uitbuiting. Dit geldt niet alleen voor natuurlijke bronnen, maar ook voor de productie. Natuurlijk, stelt Ramadan, moet de mens wel produceren, maar dit mag nooit zijn om alleen winst te behalen. De mens mag wel consumeren, maar alleen volgens pure behoefte. Daarbij mag de mens niet het belang van de samenleving vergeten.86 In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste concepten van de islamitische liefdadigheid, zakat, sadaqah en waqf, geïntroduceerd, een achtergrond in liefdadigheid in het algemeen is gegeven en ten slotte zijn de voor dit onderzoek belangrijkste islamitische economische principes behandeld. Zoals aan het begin van dit hoofdstuk is gesteld betreft het slechts een achtergrond voor de rest van dit onderzoek. In hoofdstuk 3 zal uitgebreid worden ingegaan op verschillende soorten vermogens waar zakat over betaald moet worden en hoeveel hierover betaald moet worden. Verder zal er enerzijds aandacht zijn voor de gevende kant en anderzijds voor de ontvangende kant van de zakat. Duidelijk zal er dus worden wie precies verplicht zijn tot het betalen van zakat en wie er recht hebben op het ontvangen van zakat.
85 86
Vasi, 2008, p.54 Ramadan, 2004, p.183
18
3.
Zakat
Waar het vorige hoofdstuk al kort op zakat is ingegaan zal dit hoofdstuk aandacht schenken aan uiteenlopende aspecten rondom het concept zakat. In dit kader zijn de werken van de invloedrijke islamitische geleerden al-Ghazālī en al-Qaradāwi in het bijzonder van belang, omdat zij een leidraad vormen in de wijze waarop zakat kan worden geïnterpreteerd en gerealiseerd in de praktijk. Al-Ghazālī legt in zijn werk ‘De mysteriën van het geven van aalmoezen’87 de nadruk op het belang van zakat. De toonaangevende hedendaagse denker Al-Qaradāwi pleit voor democratisering van islam en wordt in de Arabische wereld gezien als progressief. Hij heeft vele werken geschreven. Zo schrijft hij op zijn beurt uitvoerig over zakat in ‘Fiqh al zakah; a comperative study of zakah, regulations and philosophy in the light of the Qur’an and sunnah.’88 Hij vindt het betreurenswaardig dat er veel misvattingen bestaan onder moslims over zakat en voelt zich daarom verantwoordelijk om een moderne uitleg van zakat te geven.89 Zowel alGhazālī als al-Qaradāwi baseren zich in deze werken op de Koran, sunnah en verscheidene hadith. Al-Qaradāwi baseert zich daarnaast ook nog op de commentaren van andere islamitische- en westerse geleerden. Daarnaast zijn in dit kader de fatwāwin van belang die voortkomen uit de Symposia of Zakah Contemporary Issues. Islamitische geleerden komen daar sinds 1988 jaarlijks bijeen en behandelen moderne vraagstukken over zakat. Met name het vraagstuk over wie in de moderne tijd precies recht hebben op zakat krijgt hierbij de speciale aandacht.90 In dit hoofdstuk zal ten eerste het geven van zakat centraal staan (3.1), zoals wat er onder zakat valt, aan welke voorwaarden het vermogen moet voldoen en hoe hoog of hoeveel de zakat moet zijn. Vervolgens komt aan bod voor wie het schenken van zakat verplicht is (3.2). Ten slotte is er aandacht voor wie het recht heeft zakat te ontvangen (3.3). 3.1 Religieuze belasting De Koran geeft geen uitgebreide definitie van het vermogen waarover zakat betaald moet worden. De zakat die over het vermogen betaald dient te worden gaat onder de naam zakat almal.91 De Koran noemt een aantal bezittingen die ‘zakateerbaar’92 zijn, zoals: goud en zilver, gewassen en fruit, winst uit handel en vee. Maar, de Koran geeft geen uitleg over hoeveel van het vermogen afgestaan dient te worden als zakat. De sunnah geeft hierin meer duidelijkheid.93 AlGhazālī en al-Qaradāwi beschrijven uitvoerig wat er precies wel en niet onder zakat mag vallen. Tevens biedt de website van de islamitische ontwikkelingsorganisatie Islamic Relief Worldwide
87
Dit is deel V van het meesterwerk van Al-Ghazālī Ihya’ ‘Ulum al-Din. Vertaling is van Nabih Faris in 1966. Dit werk is vertaald door Monzer Kahf. al-Qaradāwi, 1994, p. xxii 90 Zakatguide, 2011 91 Er bestaat naast zakat al-mal ook nog zakat al-fitr. Deze vorm van zakat zal later in dit hoofdstuk geïntroduceerd worden. In dit onderzoek zal in het algemeen gesproken worden over zakat. Daar waar noodzakelijk zal het onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende soorten zakat. 92 In de Engelstalige literatuur worden de termen ‘zakatable’ en ‘zakatability’ veelvuldig gebruikt. Een Nederlandse vertaling bestaat niet maar zou neerkomen op ‘zakateerbaar’ of ‘zakateerbaarheid’, oftewel of een bezitting als zakat gebruikt kan worden. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de vrije vertaling van zakateerbaar en zakateerbaarheid. 93 al-Qaradāwi, 1994, p.53 88 89
19
op dat gebied een uitkomst.94 Zij behandelen op de website ook zakat over bijvoorbeeld aandelen, leningen en pensioen. Echter, omdat in dit onderzoek de uitvoering van zakat in een Nederlandse context centraal staat en het hierdoor niet waarschijnlijk is dat het hebben van vee, of stukken land van toepassing zal zijn, zullen niet alle vormen van zakat even uitgebreid aan bod komen. Over het vermogen dient dus zakat betaald te worden. Maar zijn kleding, boeken, auto’s dan ook zakateerbaar? Moet een moslim die maar net genoeg verdient om zijn gezin te onderhouden ook zakat betalen? Voordat er uitgebreider ingegaan zal worden op wat er wel en niet onder zakateerbaar vermogen valt, moeten eerst de voorwaarden waar het vermogen aan moet voldoen duidelijk zijn. Zo is één van deze voorwaarden de nisab. Dit is een drempelbedrag. Om zakat te kunnen betalen moet het vermogen boven de nisab uitkomen. De hoogte van de nisab verschilt per vermogen waar zakat over betaald moet worden. In de komende paragrafen wordt de hoogte van de nisab per soort vermogen genoemd. Een andere voorwaarde is dat het vermogen minimaal twaalf maanden lang in bezit moet zijn. Deze minimum periode van één jaar wordt de hawl genoemd.95 Wanneer het vermogen gedurende de twaalf maanden schommelt, geldt dat het vermogen boven de nisab moet uitkomen aan het begin en aan het einde van de twaalf maanden, zelfs wanneer het vermogen gedurende het grootste gedeelte van het jaar onder de nisab uitkomt.96 Ten slotte is een voorwaarde dat het vermogen moet groeien of de potentie tot groei moet hebben. De achterliggende gedachte hiervoor is dat zakat bestaat om het lijden van de armen te verlichten, zonder de rijken hierbij te verarmen. Zakat wordt betaald over het surplus.97 Kortom, iedere moslim moet eenmaal per jaar zakat betalen over het bezit dat een groei in waarde of een fysieke groei heeft meegemaakt. Voorwaarde is dat het vermogen zich boven de nisab moet verhouden. Bovendien bestaat er een minimum periode van één jaar voordat een vermogen als zakat mag worden geschonken. 3.1.1 Goud en zilver Ten tijde van het begin van de islam gebruikte men twee soorten metaal als geld; goud en zilver. Goud werd gebruikt in de vorm van munt dinar en zilver in de vorm van de munt dirham. De waarde werd bepaald door gewicht en niet door aantal. Zakat over goud en zilver wordt verplicht gesteld in de Koran en sunnah.98 Vandaag de dag wordt er doorgaans niet meer betaald in goud of zilver, maar met papier- en muntgeld. Er bestaan uitvoerige berekeningen om het exacte equivalent van de dinar en dirham te geven. Omdat er verschillen bestaan in de manier waarop men het volume van goud en zilver bepaalde, lopen de berekeningen uiteen. Wat zijn dan de voorwaarden over het vermogen van geld? Islamitische geleerden zijn unaniem gestemd dat het percentage voor zakat op geld 2,5procent is.99 Wat betreft de nisab bestaan er twee maatstaven, één over goud en één over zilver. Voor goud geldt dat de nisab drie ons is of het
94
Islamic Relief is een humanitaire ontwikkelingsorganisatie. De missie van Islamic Relief is: ‘Het bieden van noodhulp bij rampen en oorlogen; het steunen van de wederopbouw na rampen en oorlogen’ (Islamic Relief Nederland, 2011). Meer over de organisatie Islamic Relief in hoofdstuk 4.3.3 en 5.2. 95 Singer, 2008, p.39-40 96 Islamic Relief Worldwide, 2011 e 97 al-Qaradāwi, 1994, p. 59 98 Ibid., p. 123-125 99 Ibid., p.125
20
equivalent daarvan in geld. Dit is €625,63. Voor zilver geldt een nisab van 21 ons of €87,79.100 Duidelijk is dat het bedrag voor zilver veel lager is dan voor goud. Dit komt omdat de waarde van zilver sinds de tijd van de Profeet ernstig is gekelderd. Maar moet men nu over zilver of over goud de nisab berekenen? Sommige islamitische geleerden argumenteren dat zilver beter is. Dit omdat het bedrag lager is, waardoor meer moslims de nisab zullen halen en er meer zakat in omloop komt. Anderen opperen juist voor goud, omdat dit ook gangbaar was in de tijd van de Profeet.101 Tevens omdat door de eeuwen heen de waarde van goud stabieler is gebleken dan de waarde van zilver. Ook al-Qaradāwi is van mening dat de nisab over geld vastgesteld moet worden over de waarde van goud. Hij is van mening dat de het bedrag van de nisab over zilver absoluut ontoereikend is.102 In het Westen wordt doorgaans aangenomen dat een moslim ten minste één jaar minimaal 3.000 euro in bezit hebben.103 Wanneer de eigenaar minder in bezit heeft dan de nisab, wordt deze vrijgesteld van het betalen van zakat. Daarnaast moet het vermogen vrij van schulden zijn. Ten slotte moet er rekening gehouden worden met de basisbehoeften van de eigenaren. Als een persoon een vermogen heeft dat boven de nisab uitkomt, maar er nog basisbehoeften voor hemzelf en naasten bekostigd moeten worden, dan kunnen deze kosten van zijn vermogen afgetrokken worden. Wanneer na deze aftrek het vermogen onder de nisab uitkomt, wordt deze persoon als niet welvarend genoeg gedefinieerd en hoeft geen zakat te betalen.104 Onder basisbehoeften worden in deze context bijvoorbeeld het betalen van de huur, het kopen van voedsel en kleding bedoeld.105 Wanneer men aan deze voorwaarden voldoet, is men verplicht tot het betalen van zakat. Daarnaast zijn er ook regels voor het bezit van sieraden van goud en zilver. Wanneer de sieraden zijn verkregen voor persoonlijk gebruik, wordt er een onderscheid gemaakt tussen wettig en niet-wettig gebruik. Al-Ghazālī omschrijft dit als toegestane luxeproducten en niet toegestane luxeproducten. Zakat dient naar zijn mening opgelegd te worden over de niet toegestane luxegoederen. Dit zijn extravagante sierproducten zoals vazen en bekers gemaakt van (delen) zilver en goud.106 Ook al-Qaradāwi maakt een dergelijk onderscheid. Sieraden op een extravagante manier gedragen door mannen107, worden naar zijn mening slechts gedragen om op te scheppen met het vermogen. Daarom zijn deze niet wettig en daarmee wel zakateerbaar. Ook sieraden die om een buitensporige vertoning worden gedragen door vrouwen vallen onder de zogenaamde niet toegestane luxeproducten en zijn daarom zakateerbaar. Sieraden die door vrouwen zonder overdaad en voor persoonlijk gebruik worden gedragen zijn wel een wettig toegestaan luxeproduct en daarmee niet zakateerbaar. Ook over de juwelen dient 2,5procent afgestaan te worden. 108
100 Deze bedragen fluctueren door marktwisselingen. Op het moment van schrijven is de hoogte van de nisab voor goud en zilver op deze bedragen vastgesteld. Op de website van Islamic Relief kan een berekening worden gemaakt voor het bedrag aangepast aan de marktwisseling (Islamic Relief, 2011). 101 Islamic Relief Worldwide, 2011e 102 al-Qaradāwi, 1994, p.131 103 Ajouaou, 2010, p.36 104 al-Qaradāwi, 1994, p.135-136 105 Islamic Relief Worldwide, 2011e 106 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.11 107 Het dragen van een zilveren ring is hierop een uitzondering. 108 al-Qaradāwi, 1994, p.149
21
3.1.2 Bedrijven In de islam is het toegestaan voor moslims om een eigen bedrijf te hebben, zolang men zich niet inlaat met zaken die verboden zijn en ethische normen en waarden, zoals eerlijkheid en goedheid, aanhoudt. Al-Qaradāwi stelt dat, omdat God de rijken heeft verplicht om over hun vermogen zakat aan de armen te geven, dit ook geldt voor verdiensten uit handel. Dit wordt ondersteund door de Koran en sunnah. Nergens in deze bronnen worden kooplieden namelijk uitgesloten van het betalen van zakat.109 Naast de algemene voorwaarden voor de zakateerbaarheid van vermogen, bestaan er ook specifieke voorwaarden voor het vermogen afkomstig uit bedrijven. Belangrijk is dat producten die zijn ingekocht voor eigen gebruik niet zakateerbaar zijn.110 Op de website van Islamic Relief wordt deze voorwaarde duidelijker uitgelegd. In het geval van een eigen bedrijf, komt alle voorraad in aanmerking voor zakat. Daarnaast ook de grond en het onroerend goed dat is gekocht met oog op verkoop. Maar ook de voor verkoop bedoelde grondstoffen en geproduceerde goederen. De gebouwen, machines, voertuigen die essentieel zijn voor het bedrijf, zijn vrijgesteld van de zakat.111 De nisab voor bedrijven is het equivalent van de waarde van 85 gram goud.112 Wanneer het vermogen boven de nisab uitkomt, moet een berekening worden gemaakt om te bepalen hoeveel zakat er betaald moet worden. De koopman moet alles wat hij bezit, zijn kapitaal, winst en gespaard geld bij elkaar optellen. Zijn schulden trekt hij hier van af. Over dit bedrag dient 2,5 procent aan zakat betaald te worden.113 De waarde van de voorraad in de winkel is de marktwaarde en niet de aankoopwaarde.114 3.1.3 Aandelen Er bestaan twee soorten aandelen. Zo bestaan er aandelen die zijn gekocht door speculanten die handelen in aandelen. Een speculant die de aandelen heeft gekocht met als doel deze te verkopen om winst te maken, moet over de marktwaarde van alle aandelen zakat betalen. De aandelen worden in dit geval namelijk hetzelfde gezien als een voorraad in een winkel. Er bestaan ook aandelen die gekocht zijn om mee te investeren. In dat geval dient er eerst een berekening gemaakt te worden van het percentage zakateerbare activa van de onderneming. De zakat moet dan betaald worden over het percentage van de waarde van de aandelen. Hiervoor moet worden gekeken naar jaarrekeningen van de onderneming en het aandeel van materiaal, grondstoffen, geld, goud of andere zakateerbare items. Gebouwen, machines en voertuigen die essentieel zijn voor het bedrijfsleven zijn niet zakateerbaar.115 3.1.4 Pensioen Er zijn twee manieren waarop een pensioen kan worden gefinancierd. Enerzijds kan een pensioen gevuld worden met betalingen die worden afgetrokken van het salaris en direct naar een pensioenfonds gaan. Dit geld komt niet in het bezit komt van de werknemer. Er hoeft daarom geen zakat over betaald te worden totdat het pensioen wordt uitbetaald. Maar wanneer
109
al-Qaradāwi, 1994, p.162 Ibid, p. 167 111 Islamic Relief Worldwide, 2011c 112 al-Qaradāwi, 1994, p.168 113 Ibid, p.169 114 Islamic Relief Worldwide, 2011c 115 Islamic Relief Worldwide, 2011d 110
22
een werknemer zelf iedere maand een bepaald bedrag overmaakt naar een fonds, dan is het geld eerst in zijn bezit geweest en daarmee wel zakateerbaar.116 3.1.5 Overige vormen van zakateerbaar vermogen Tot nu toe zijn de soorten vermogen behandeld die voornamelijk in een westerse context, zoals die van Nederland, voorkomen. Er bestaan echter ook nog andere vormen van vermogen zoals het hebben van vee of land. Deze zullen hieronder kort behandeld worden. Ten eerste zakat over vee. Zakat wordt niet over alle soorten vee opgelegd; alleen over koeien, schapen of geiten en kamelen kan zakat worden betaald.117 Het wordt over het algemeen aangenomen dat voor dieren die worden gebruikt voor cultivatie, het dragen van water of mensen, worden uitgesloten van zakat. Dit omdat ze meestal worden gebruikt ter bevordering van persoonlijk of huishoudelijk gebruik. Wanneer paarden, ezels en muildieren niet worden gebruikt voor een van bovenstaande redenen, zoals voor bijvoorbeeld handel, dan zijn ze wel zakateerbaar.118 Daarnaast is het belangrijk of het vee gedurende het grootste deel van het jaar buiten heeft gegraasd of kunstmatig gevoederd is. Kunstmatig gevoederd vee heeft namelijk hogere kosten. Verder is het bij het berekenen van het tarief voor de zakat belangrijk dat er geen ongelijkheden ontstaan. Bij het vee wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met de leeftijd van de dieren, sekse en of ze gras of speciale voeding hebben gekregen.119 Al-Qaradāwi beschrijft uitvoerig de hoogte van de zakat op vee. Zie bijlage I voor een overzicht. Daarnaast dient er ook op producten die van het land komen zakat betaald te worden. Al-Qaradāwi stelt dat dit moet om God te bedanken voor de giften van het land. Deze dankbaarheid kan getoond worden door het betalen van zakat. Er bestaan onder de islamitische juristen veel verschillende meningen omtrent welke producten als zakat opgeven kunnen worden. Zo zijn sommigen van mening dat het alleen gaat om vruchten die gedroogd kunnen worden, zoals rozijnen, granen en dadels. Al-Ghazālī is één van hen. Hij zegt dat verse dadels en druiven niet worden geaccepteerd als zakat, tenzij er een epidemie plaatsvindt die de oogst kan doen mislukken. In dat geval is het neerhalen van de bomen toegestaan voordat de vruchten rijp zijn.120 Groenten zouden in dit geval worden uitgesloten. Maar al-Qaradāwi is van mening dat alles wat geplant en geoogst wordt met de intentie om winst te maken, zakateerbaar is. In dit geval zouden dus ook bijvoorbeeld katoen, groenten en saffraan als zakat gezien kunnen worden. Voor landbouwproducten is ook nog van belang of ze zijn geïrrigeerd of niet. Over gewassen die gedurende het jaar kunstmatig, dus niet via regen, water krijgen toegediend, dient vijf procent zakat betaald te worden. Voor gewassen die niet worden geïrrigeerd geldt een percentage van tien procent. Dit omdat er hogere kosten aan de geïrrigeerde gewassen zijn verbonden.121 In tegenstelling tot andere vormen van zakat, is er voor de zakat over landbouwproducten geen vast punt per jaar waarop de zakat afgedragen dient te worden. Dit omdat er meerdere oogsten in een jaar kunnen zijn die op verschillende momenten vallen.122 De
116
Islamic Relief Worldwide, 2011d al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.5 118 al-Qaradāwi, 1994, p.104 119 Singer, 2008, p.42-43 120 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.10 121 al-Qaradāwi, 176-188 122 Ibid, 176 117
23
zakat moet betaald worden wanneer het fruit rijp wordt en de granen hard worden. De zakat wordt pas geïnd als de vruchten en granen zijn gedroogd.123 In tabel 1 zijn de verschillende percentages voor zakat achtereenvolgend schematisch weergegeven. In tabel 2 worden de soorten vermogen met de bijbehorende nisab en percentages uiteengezet. Tabel 1: Zakat percentages Zakat Alle soorten vermogen * Producten van geïrrigeerd land Producten van niet geïrrigeerd land Vee
Percentage 2,5% 5% 10% 1,5-2,5%
Tabel 2: Soorten vermogen, nisab en percentages * Soorten vermogen Goud Zilver Contant geld, aandelen, obligaties, goederen of overige liquide activa
Nisab 85 gram 595 gram Bedrag staat gelijk aan 85 gram goud
Percentage
Landbouwproducten
653 kilo per oogst
Producten uit mijnen
Elk bedrag
5% van geïrrigeerd land 10% van niet geïrrigeerd land 20%
2,5% 2,5% 2,5%
3.1.6 Zakat al-fitr Naast het schenken van zakat al-mal, bestaat er ook nog een andere vorm van zakat, namelijk zakat al-fitr. Gedurende het islamitische jaar zijn er vele heilige dagen waar generositeit aan de armen centraal staat. De heilige maand ramadan is voor soennieten de belangrijkste maand om zakat te schenken.124 Het vasten tijdens de ramadan moet moslims zich doen realiseren hoe het is om arm en hongerig te zijn. Bovendien wordt hen gevraagd nog genereuzer te zijn. Aalmoezen tijdens de ramadan zijn namelijk zeven keer zo verdienstelijk als tijdens andere momenten in het jaar.125 De zakat die tijdens de ramadan wordt geschonken heet zakat al-fitr. Fitr is de naam van de maaltijd die het breken van het vasten bij zonsondergang aanduidt. Van belang is dat de zakat al-fitr wordt betaald op de dag van ‘eid,126 voor aanvang van het ‘eid gebed. Wordt de zakat pas na afloop van dit gebed betaald, dan staat de schenking gelijk aan sadaqah. Zakat al-fitr wordt niet genoemd in de Koran, maar haalt zijn gezag uit verscheidene hadith. De zakat al-fitr is verplicht.127 Jonathan Benthall, hoogleraar antropologie aan het College London en auteur van
123
al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.11 Singer, 2008, p. 75 125 Benthall, e.a., 2003, p.9 126 ‘eid is in deze context het driedaagse feest dat het einde van de ramadan aanduidt. ‘eid of ook wel ‘id staat voor feest of festival en refereert naar religieuze feestdagen. Deze festiviteiten worden gekarakteriseerd door speciale gebeden en diensten, familie bijeenkomsten, speciale liefdadigheidsmomenten en het geven van cadeaus en zoetigheden (Esposito, 2003, p. 131). 127 Singer, 2008, p.62 124
24
vele werken die zich richten op islamitische ontwikkelingsorganisaties, noemt de zakat al-fitr daarom ook wel een financieel offer. Zonder de naleving van de zakat al-fitr is het gebed immers niets waard.128 Toch wordt door de islamitische juristen het betalen van zakat al-fitr als minder belangrijk beschouwd dan het betalen van de zakat al-mal.129 Voor zakat al-fitr gelden dezelfde regels als voor zakat al-mal wat betreft het soort vermogen dat ingediend kan worden. De zakat al-fitr hoeft dus niet alleen betaald te worden in geld. Ook betalingen in natura zoals rijst, bloem, tarwe of gerst, olie of suiker worden geaccepteerd.130 De hoogte van het bedrag van de zakat al-fitr is afhankelijk van de gemiddelde kosten van het levensonderhoud van de betreffende samenleving. De hoogte van dit bedrag is in Nederland vastgesteld op tien euro.131 De zakat al-fitr wordt per persoon geïnd. Het hoofd van het huishouden is verantwoordelijk voor het betalen van de zakat al-fitr voor zijn vrouw, kinderen of andere ondergeschikten, zelfs als deze niet onder zijn dak leven.132 Deze zakat moet ook betaald worden door degenen die niet meevasten tijdens de ramadan wegens bijvoorbeeld ziekte of zwangerschap.133 Alle moslims moeten betalen, zolang zij maar genoeg geld overhouden om hun eigen gezin te voeden gedurende de rest van de festiviteiten.134 3.1.7 Niet-zakateerbaar vermogen Bovenstaande vormen van zakat zijn veelomvattend. Maar wat is dan eigenlijk niet zakateerbaar? Al-Qaradāwi noemt een aantal soorten vermogen waar geen zakat over geïnd mag worden. Elk vermogen dat geen specifieke eigenaar kent, is niet zakateerbaar. Zoals bijvoorbeeld publiek eigendom of de staatskas. Hetzelfde geldt voor bezit dat voor de armen, weeskinderen, moskeeën en scholen is bestemd. Daarnaast is vermogen dat via een onwettige manier is verkregen niet zakateerbaar. Voorbeelden hiervan zijn via diefstal, riba of vals spelen. Ten slotte schulden. Schulden die waarschijnlijk afbetaald zullen worden zijn wel zakateerbaar. Zogenaamde dode schulden, schulden die waarschijnlijk niet afbetaald kunnen worden, zijn niet zakateerbaar.135 Islamic Relief geeft een andere uitleg. Zij stellen dat alle goederen, anders dan goud of zilver, die niet zijn gekocht met oog op verkoop, niet zakateerbaar zijn. Er hoeft dus geen zakat betaald te worden over persoonlijke eigendommen zoals een huis of auto.136 3.2 Religieuze plicht Het betalen van zakat is voor moslims verplicht. Maar voor wie precies? En aan welke voorwaarden dient de schenker te voldoen? Onderstaande paragraaf zal op deze vraagstukken ingaan. Onder de islamitische juristen is er een overeenstemming dat zakat verplicht is voor iedere moslim die de puberteit heeft bereikt, die van gezond verstand is, die in vrijheid leeft en wiens vermogen boven de nisab uitkomt.137 Al-Qaradāwi noemt drie groepen die over het
128 129
Benthall, e.a., 2003, p.9 Singer, 2008, p.62 130 Ibid., p.62 131 Ajouaou, 2010, p.33 132 Islamic Relief Worldwide, 2011a 133 Singer, 2008, p.62 134 Ibid., p.62 135 al-Qaradāwi, 57-58 136 Islamic Relief Worldwide, 2011b 137 Al-Qaradawi, 1994, p. 33
25
algemeen worden uitgezonderd van de plicht tot het betalen van zakat, maar waarvan hij meent dat zij wel zakat zouden moeten betalen. Namelijk de niet-moslims, kinderen en geestelijk zieken. Het betalen van zakat is niet verplicht voor niet-moslims omdat het een plicht is die bij de islam hoort. Alle verplichtingen binnen de islam komen pas nadat de geloofsbelijdenis is afgelegd. Toch oppert al-Qaradāwi ervoor dat niet-moslims een equivalent aan de zakat bedrag betalen. Voor de niet-moslims zou een religieuze verplichting vertaald moeten worden naar een reguliere belasting. Door deze maatregel zou verkomen worden dat er andere extra financiële lasten op de moslims vallen. Hij erkent dat dit een nieuwe aangelegenheid betreft die eerst uitvoerige aan ijtihad van capabele islamitische juristen moet worden onderworpen. Onder islamitische juristen bestaat een discussie of kinderen en geestelijk zieken ook zakat moeten betalen. Aan de ene kant stellen zij dat deze groep is uitgesloten omdat zakat een pure intentie vereist. Kinderen en geestelijk zieken kunnen niet aan deze eis voldoen. Bovendien zuivert zakat, maar dit is alleen mogelijk bij zondes en kwaad. Kinderen en geestelijk zieken lijden hier niet aan en hebben daarom geen zuivering nodig. Aan de andere kant gaan argumenten op dat kinderen en geestelijk zieken juist wel zakat dienen te betalen. De verzen die over het betalen van zakat gaan, sluiten kinderen en geestelijk zieken namelijk niet uit. Al-Qaradāwi is eenduidig. Hij is van mening dat kinderen en geestelijk zieken wél verplicht zijn tot het betalen van zakat. Maar de voogd van de kinderen of geestelijk zieken is daadwerkelijk verantwoordelijk voor het betalen van de zakat namens hen.138 De schenker moet daarnaast ook nog aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo is niyya, oftewel intentie, belangrijk.139 Binnen de islam is de basis van alle religieuze handelingen niyya, zonder de intentie heeft een gebed of het schenken van aalmoezen geen waarde. Ieder voordeel dat te behalen valt voor de gever, wordt daarmee geannuleerd als de intentie niet juist is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand uit egoïstische motieven of vanwege sociale druk handelt. Niyya komt voort uit een gehoorzaamheid aan God als gevolg van oprecht geloof. De Koran stelt dat God een onderscheid maakt tussen diegenen die oprecht zijn in hun geloof en diegenen die dat niet zijn.140 Daarnaast is het van belang dat de waardigheid van de arme niet wordt aangetast doordat de gever pronkt met zijn vrijgevigheid. Zo stelt de Koran: ‘Jullie die geloven! Maak jullie aalmoezen niet waardeloos door gepoch en ergernis zoals hij die zijn bezit weggeeft om door de mensen gezien te worden, maar zonder te geloven in God en de laatste dag.’141 Al-Ghazālī stelt dat het voordeel van geheimhouding over het schenken van zakat een verlossing van het kwaad en van het verlangen om gezien en gehoord te worden door anderen, is. Hij die opschept over zijn aalmoezen wil gehoord worden, hij die zijn aalmoezen schenkt in de nabijheid van een publiek wil gezien en herkend worden. Het niet in het openbaar schenken voorkomt dergelijke verleidingen, aldus al-Ghazālī.142 Ook dient de moslim anderen aan te zetten tot het betalen van zakat. Zo stelt stelt Koran: ‘Wat heeft jullie de hellenhitte binnengevoerd? Zij zeggen: Wij hebben niet bij hen behoord die de salaat baden, wij hebben geen voedsel143 aan de behoeftigen gegeven.’144 Een blijk van ongeloof is dat men geen aandacht vraagt voor de 138
Al-Qaradawi, 1994, p.33-46 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.17 140 Singer, 2008, p.57 141 Koran 2,264, Koranvertaling door Fred Leemhuis 142 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.32 143 Met voedsel wordt in deze context doorgaans meer dan voedsel alleen bedoelt. Ook kleding, huisvesting en andere zaken die tot een menswaardig bestaan behoren (Ajouaou, 2010, p.38) 144 Koran 74,42-44, Koranvertaling door Fred Leemhuis 139
26
behoeften van de armen. De Koran openbaart namelijk: ‘Hij geloofde immers niet in de geweldige God. En hij drong er niet op aan de behoeftige voedsel te geven.’145 3.3 Het recht van de armen In bovenstaande paragrafen is inmiddels veel aandacht besteed aan het vermogen dat als zakat gegeven mag worden, hoe hoog de zakat moet zijn en aan welke voorwaarden de gever dient te voldoen. Er is echter nog geen aandacht geschonken aan wie precies het recht hebben om zakat te ontvangen. De basis hiervoor ligt in de openbaring. De Koran is expliciet in wie de zakat moet ontvangen. Koran 9:60 stelt: ‘De aalmoezen zijn voor de armen en de behoeftigen, voor hen die ermee belast zijn en voor wier harten naar elkaar gebracht zijn, voor de vrijkoop van slaven en schuldenaren, om te zetten in Gods weg en voor hen die onderweg zijn. Dit is een verplichting van God en God is wetend en wijs.’146
Zoals duidelijk wordt zijn de groepen die recht hebben op zakat duidelijk afgebakend in de Koran. Het betreft hier zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. De acht categorieën zijn breed, zodat er ruimte is voor interpretaties van wie die gerechtvaardigde ontvangers zijn. Aan de andere kant leidt deze definiëring juist ook tot uitsluiting. Singer omschrijft dat door deze categorisering verschillende hiërarchieën van hulpgerechtigden ontstaan. Deze helpen bij het beoordelen van wie precies gerechtigd is tot het ontvangen van zakat en wie niet.147 Er zijn dus acht groepen te onderscheiden die recht hebben op zakat. Religieuze geleerden zijn echter niet eenduidig in de interpretatie van deze acht doelgroepen. De verschillende groepen zullen nu achtereenvolgens behandeld worden. Om te beginnen met de eerste twee categorieën; al-fuqarā' en al-masākin, oftewel de groep armen en behoeftigen. Zowel faqīr als miskīn kan worden vertaald met ‘arm’, maar dit dekt de lading niet voldoende. Letterlijk is een faqīr iemand wiens rug gebroken is, een toestand die volledige afhankelijkheid voortbrengt. Vaak worden Soefi’s faqīr genoemd. Dit vanwege hun spirituele afhankelijkheid van Gods genade en omdat zij meestal kozen voor een leven waarin zij materialisme afzworen. Toch wordt het woord faqīr meestal gebruikt om ‘arm’ mee aan te duiden. De Koran, hadith en verscheidene juridische geschriften noemen armen zowel faqīr als miskīn. Deze definities duiden verschillende mate van armoede aan.148 De islamitische theoloog al-Ghazālī omschrijft uitvoerig het verschil tussen beide. Een faqīr is iemand die valt onder de eerste categorie van zakatgerechtigden. Een faqīr, door al-Ghazālī omschreven als een pauper, is iemand die geen rijkdom bezit en niet in staat is om zelf geld te verdienen. Wanneer iemand slechts de helft van het voedsel bezit dat hij dagelijks nodig heeft, is hij een faqīr. Zonder hulp is deze persoon niet in staat om in zijn dagelijkse behoeften te voorzien.149 Deze groep wordt ook wel omschreven als de ‘hele armen´. Onder deze categorie vallen doorgaans: wezen en vondelingen, weduwen en gescheiden personen, gevangenen en hun families, werkelozen, studenten, daklozen, degenen die het zich niet kunnen veroorloven te trouwen, slachtoffers van natuurrampen en diegenen die geen medicijnen of fatsoenlijke begrafenis kunnen betalen.150 De 145
Koran 69,33-34, Koranvertaling door Fred Leemhuis Koran 9:60, Koranvertaling door Fred Leemhuis Singer, 2008, p.148 148 Ibid., p. 157-158 149 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.57 150 Benthall, e.a., 2003, p.10 146 147
27
miskīn daarentegen is iemand wiens inkomen niet voldoende is om alle kosten die het dagelijkse leven met zich meebrengt te bekostigen. Al-Ghazālī legt de relatieve conditie van de miskīn uit. Een persoon kan 1.000 dirham in zijn bezit hebben en toch arm zijn, terwijl iemand die slechts een pijl en boog bezit rijk kan zijn. Iemand kan wel een huis, meubilair en kleding bezitten en toch als arm worden gedefinieerd omdat dingen ontbreken die bij een bepaalde levensstijl horen.151 De miskīn vallen onder de werkende armen.152 De islamitische ontwikkelingsorganisatie Islamic Relief maakt op haar website een simpeler onderscheid. Een arm persoon is iemand die niet in zijn basisbehoeften kan voorzien en wiens vermogen niet boven de nisab uitkomt.153 De derde categorie ‘zij die ermee belast zijn’ omvat de degenen die de zakat innen. Deze groep vervalt echter in de tegenwoordige tijd omdat de zakat niet meer door ambtenaren wordt geïnd.154 Opvallend is dat Benthall onder deze groep juist ontwikkelingsorganisaties schaart, mits zij de zakat gebruiken ten gunste van één van de acht groepen die in de Koran worden aangewezen als rechtmatige ontvangers.155 Tot de vierde groep, ‘wier harten naar elkaar zijn gebracht’, behoren de mensen die recent tot de islam zijn bekeerd. De zakat dient in dit geval als een soort compensatie voor alle ontberingen die zij hiervoor hebben moeten doorstaan.156 Maar ook om hen te versterken in het geloof in de islam en eventuele anderen aan te moedigen zich ook te bekeren, stelt al-Ghazālī.157 Een fatwā uitgesproken tijdens de Third Symposium on Zakah Contemporary Issues stelt dat hier ook het verbeteren van de leefomstandigheden van moslims in landen met een islamitische minderheid onder vallen.158 De vijfde groep omvat de slaven. De uiteindelijke vrijlating van een slaaf wordt in de islamitische theologie gezien als een uiting van liefdadigheid. Het geld van de zakat kon aan slaven gegeven worden om hun vrijheid te kopen of aan de eigenaren om de slaaf af te kopen.159 Schuldenaren zijn de zesde categorie. Zij zijn diegenen die door het doen van goede daden in de schulden zijn geraakt en mogen hiervoor zakat ontvangen.160 Over de categorie ‘om te zetten in Gods weg’ bestaat onenigheid. Sommige bronnen stellen dat deze groep in de tegenwoordige tijd is komen te vervallen omdat dit verwijst naar uitgaven die werden gemaakt op het gebied van defensie in de tijd vlak na de dood van de Profeet.161 Maar een fatwā stelt dat het hier gaat om jihad in de brede zin van het woord. Zo mag zakat gegeven worden aan missionaire activiteiten die erop gericht zijn het geloof te verspreiden in gebieden met een islamitische minderheid, aan da’wa centra in het Westen zoals moskeeën en de militaire jihad die moslims moeten beschermen zoals in de Palestijnse gebieden en Afghanistan.162 Ten slotte kan een reiziger, ook al is deze in zijn thuisland welvarend, in aanmerking komen voor zakat. Onder de groep van reizigers kunnen kooplieden, migranten, 151
al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.58-59 Singer, 2008, p.158 153 Islamic Relief Worldwide, 2011e 154 Ajouaou, 2010, p.36 155 Benthall, e.a., 2003, p.10 156 Singer, 2008, p.53 157 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.61-62 158 Fatwā uitgesproken tijdens Third Symposium on Zakah Contemporary Issues in 1992 in Koeweit (Zakatguide, 2010). 159 Singer, 2008, p.51 160 Benthall, e.a., 2003, p.11 161 Ajouaou, 2010, p.36 162 Fatwā uitgesproken tijdens Second Symposium on Zakah Contemporary Issues in 1989 in Koeweit (Zakatguide, 2011). 152
28
soldaten, pelgrims, slaven of Soefi´s vallen.163 Het is verplicht om aan alle van de op zakat recht hebbende groepen te geven. Dus wanneer er vijf van de groepen op een plek gezien worden, dient de betaler zijn bedrag evenredig te verdelen over deze vijf groepen.164 Hoe kan bepaald worden of iemand echt tot een bepaalde groep hoort? Al-Ghazālī stelt voor om de om zakat vragende op het woord te geloven. Dit geldt in ieder geval voor de armen, behoeftigen, reizigers en degenen die op jihad gaan. Wanneer blijkt dat zij liegen, mag het gegeven bedrag weer teruggevorderd worden. Voor de andere groepen geldt dat zij bewijs voor hun status dienen aan te voeren.165 Een fatwā stelt dat individuen en organisaties moeten uitzoeken of de ontvanger de zakat wel waardig is, zonder diens gevoelens te kwetsen. Alleen wanneer er onzekerheid is over of de ontvanger liegt moet deze zweren dat hij de zakat verdient.166 Desalniettemin, het feit dat er categorieën bestaan, betekent dat er ook groepen zijn die doelbewust worden uitgesloten van hulp, ook al zijn ze arm. Deze categorie worden de ‘unlucky’ en ‘unprivileged poor’ genoemd.167 Zo wordt doorgaans gesteld dat de ontvangers van zakat moslim moeten zijn. Ook Ramadan is van mening dat zakat eerst aan moslims geschonken moet worden. Sadaqah mag wel aan niet-moslims geschonken worden, vindt hij.168 De Jordaanse islamitische geleerde Abdul-Aziz Al-Khayyat zegt daarentegen juist dat al-fuqarā' alle armen inhoudt en dat daarom ook zakat naar arme niet-moslims zou moeten gaan.169 Ook Islamic Relief biedt hulp aan iedereen ongeacht religie, geslacht en etniciteit. Wel of niet moslim zijn is bij hen dus geen criterium voor hulp.170 Daarnaast bestaat er discussie over aan wie zakat eerst te geven. Sommige bronnen menen dat het geven aan een naast familielid altijd de voorkeur heeft op het geven aan een vreemdeling.171 Het bewijs hiervoor staat in Koran 2:215: ‘Zij vragen jou wat zij als bijdragen zullen geven. Zeg: Laat het goede dat jullie als bijdragen geven zijn voor de ouders, de verwanten, de wezen, de behoeftigen en voor hem die onderweg is. Het goede dat jullie doen daarover is God wetend.’ Opvallend is dat Islamic Relief juist van mening is dat de ontvanger niet tot de directe familie mag behoren. Echtgenoten, kinderen, grootouders en ouders mogen geen zakat ontvangen. Verdere familie mag dat wel.172 Daarnaast bestaat er een discussie over waar de zakat het beste betaald kan worden. AlGhazālī noemt dat de zakat niet in een andere stad of dorp dan dat van de gever gegeven mag worden. In elke stad kijken de armen namelijk uit naar het geld dat wordt ingezameld voor liefdadigheid. Het in een andere stad uitgeven van dit vermogen zou tot teleurstelling leiden.173 Maar de tijd dat deze tekst is geschreven is lang voorbij. Benthall beschrijft dat er momenteel een ‘liberalisatie’ van de groepen die in aanmerking voor de zakat kunnen komen gaande is. Historisch gezien was de zakat namelijk vooral om lokale behoeftes te bevredigen en keek men niet veel verder dan de regio waarin men woonde. In veel islamitische landen is dit vandaag de dag nog steeds het geval. Maar, door de groei van de massamedia en het aantal 163
Singer, 2008, p.55 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.23 165 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.63 166 Fatwā uitgesproken tijdens Second Symposium on Zakah Contemporary Issues in 1989 in Koeweit (Zakatguide, 2011). 167 Singer, 2008, p.148 168 Ramadan, 2005, p.1 169 Abdul-Aziz Al-Khayyat in Benthall, e.a., 2003, p.10 170 Islamic Relief Nederland, 2011 171 Ajouaou, 2010, p.36 172 Islamic Relief Worldwide, 2011 173 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.23 164
29
ontwikkelingsorganisaties, wordt het wereldbeeld steeds breder. Daarom gaan er steeds meer stemmen van islamitische geleerden op voor het spenderen van de zakat daar waar de hulp het hardst nodig is.174 Toch is Ramadan van mening dat de zakat eerst lokaal geschonken dient te worden. Dit is iets wat hij ‘priority to proximity’ noemt, de prioriteit van de nabijheid. Door dit principe is het noodzakelijk een eigen samenleving te kennen. Pas wanneer alle behoeften van de lokale armen zijn bevredigd, of in uitzonderlijke gevallen van natuurrampen of oorlogen, mag de zakat in het buitenland geschonken worden.175 Ook een fatwā stelt dat zakat uitgegeven moet worden in het gebied waar het wordt geheven. Het gebied waar de zakat gedistribueerd moet worden mag niet verder reiken dan 82 kilometer. Het is toegestaan om het surplus in andere gebieden te besteden, mits er aan een aantal voorwaarden wordt gehouden. Zo mag de zakat worden uitgegeven in landen waar militaire jihad gaande is zoals in de Palestijnse gebieden. Ook mag het naar missionaire activiteiten en naar plekken gaan waar er door natuurrampen of oorlogen moslims te lijden hebben. Het lijkt hier in eerste instantie alleen om moslims te gaan, maar toch wordt er ook gesteld dat islam ook niet-moslims eerlijk behandelt en hen assistentie verleent in geval van nood. Zakat al-fitr dient sowieso betaald te worden in de plaats waar men woont.176 Toch krijgt, binnen de islam, werken een voorkeur boven bedelen. Verscheidene bronnen maken het duidelijk dat werken niet alleen een voorkeur heeft, maar zelfs een religieuze verplichting is. Een hadith citeert de Profeet als volgt: ‘It is better for one of you to take a rope and cut wood and sell it, than to beg from someone who might or might not give.’ Werk resulteert in salaris, voedsel en zelfstandigheid en bovendien tot een mogelijkheid ook zakat te geven.177 Als werken niet mogelijk is, dan is bedelen voor aalmoezen noodzakelijk. Net zoals de gever moet ook de ontvanger van zakat aan een aantal voorwaarden voldoen. Al-Ghazālī omschrijft deze voorwaarden. Ten eerste is het belangrijk voor de ontvanger zich te realiseren dat God hen de zakat heeft doen toekomen om zorgen te verminderen. Ten tweede dient de ontvanger de gever te bedanken, hem het beste wensen en goed over hem spreken. Maar de ontvanger heeft ook als plicht om wat hij heeft ontvangen te onderzoeken. Wanneer het geen rechtmatige gift is gebleken, dient de ontvanger de gift te retourneren. Ook dient de ontvanger niet meer te nemen dan waar hij gerechtigd toe is.178 Dit hoofdstuk heeft meer inzage gegeven in uiteenlopende aspecten rondom zakat. Er is duidelijk geworden over welke vermogens zakat betaald moet worden, wie de zakat moet betalen en aan wie de zakat gegeven moet worden. Het volgende hoofdstuk zal ingaan op de inzameling en distributie van zakat in zowel islamitische landen als westerse landen.
174
Benthall, e.a., 2003, p.11 Ramadan, 2005, p.1 Fatwā uitgesproken tijdens Second Symposium on Zakah Contemporary Issues in 1989 in Koeweit (Zakatguide, 2011). 177 Singer, 2008, p.165 178 al-Ghazālī, Kitāb Asrār al-Zakāh, vertaald door: Faris, 1966, p.63-74 175 176
30
4. Een islamitisch concept in de westerse context Moslims, die woonachtig zijn in het Westen, weten vaak niet goed hoe zij met hun religieuze verplichting tot het betalen van zakat om moeten gaan, zo stelt Ramadan.179 Ook Ajouaou geeft aan dat moslims in het Westen vaak onverschillig met zakat omgaan.180 Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar hoe een islamitisch concept als zakat werkt in een niet-islamitische context. Dit onderzoek poogt een antwoord te geven op de Nederlandse situatie, over hoe de zakat stromen lopen en welke actoren hierbij zijn betrokken. Kortom, hoe de uitvoering van zakat in Nederland is geregeld. Tot nu toe is duidelijk geworden wat zakat is, wie het moet betalen en wie het recht hebben zakat te ontvangen. Het is echter nog niet duidelijk hoe de inzameling en distributie van zakat werkt. In dit hoofdstuk wordt daarom inzage gegeven in het ‘hoe’ aspect van zakat. Voordat duidelijk kan worden hoe de uitvoering van zakat in Nederland is geïnstitutionaliseerd, moet eerst helder worden hoe de uitvoering in de islamitische samenleving eruit ziet. Daarom in dit hoofdstuk eerst aandacht voor de islamitische institutionalisering van zakat (4.1). Vervolgens wordt de zakat in de westerse context geplaatst (4.2). Ten slotte worden de actoren die in de uitvoering van zakat een centrale rol spelen behandeld, met Nederland als specifieke invalshoek (4.3). 4.1 Zakat in islamitische landen Om een compleet beeld te krijgen van hoe zakat vandaag de dag werkt, moet er eerst naar de historie gekeken worden. De verplichting tot het betalen van zakat wordt al teruggevonden in de Mekkaanse Openbaring. Het begrip zakat komt acht keer voor in de Koran die in Mekka is geopenbaard.181 Deze openbaring is algemeen van aard.182 Dit betekent dat de verzen op een informatieve manier over zakat spreken en er geen specifieke regels worden gegeven. Het betalen van zakat wordt in deze tijd vooral gezien als een praktijk die wordt uitgevoerd door oprechte gelovigen, terwijl het niet betalen een karakteristiek is van de ongelovigen.183 De georganiseerde distributie van zakat was nog niet aan de orde in Mekka. De Profeet Mohammed begon de administratie en distributie van deze middelen pas te organiseren nadat de ummah zich in Medina had gevestigd.184 De Medinese Openbaring is dan ook veel gerichter en specifieker dan de Mekkaanse Openbaring.185 In Medina werden de soorten vermogen waarover zakat betaald moet worden en de hoogtes daarvan vastgesteld. De staat werd verantwoordelijk voor zakat als een institutie. Dus waar de zakat in Mekka nog algemene richtlijnen bevatte werd zakat in Medina specifiek, met goed geformuleerde wet- en regelgeving. Het begrip zakat komt 22 keer voor in de Koran die in Medina werd geopenbaard.186 Zakat is in het tweede jaar van de islamitische jaartelling ingevoerd als verplichte belasting op vermogen voor iedere burger. In
179
Ramadan, 2004, p.189 Ajouaou, 2010, p.41 181 Al-Qaradawi, 1994, p.11 182 Ajouaou stelt daarom dat moslims tegenwoordig dus naar de Mekkaanse zakat handelen. Deze wordt immers niet door de staat opgelegd en vraagt om een individuele inspanning om het te organiseren (Ajouaou, 2010, p.32). 183 Al-Qaradāwi, 1994, p.10 184 Haarmann, 1978, p.8 185 Ajouaou, 2010, p.32 186 Al-Qaradāwi, 1994, p.11 180
31
deze periode werd zakat ook de derde zuil van de islam. Zowel het houden van de salat als het geven van zakat kregen niet alleen een religieuze functie, het werd ook een manier om de loyaliteit aan de staat te meten.187 De inkomsten van zakat werden enerzijds gebruikt voor de armenzorg.188 Zo moesten de emigranten vanuit Mekka financieel ondersteund worden. Maar ook waren er andere niet-filantropische doeleinden, zoals de islamitische troepen uit Medina bewapenen tegen de troepen uit Mekka. In de begintijd gaven moslims hun giften direct aan de armen. Het was de opvolger van de Profeet Mohammed, Abu Bakr, die de zakat verder institutionaliseerde. Belastinginners werden aangewezen om een gelijke distributie te bewerkstelligen.189 Zakat werd omgezet in een belastingssysteem dat bijdroeg aan de staatskas, de bayt al-mal.190 De vroeg islamitische staat had een volledige volmacht om onderdanen te dwingen tot het betalen van zakat. Wanneer zij weigerden te betalen werden zij bestraft. AlQaradāwi omschrijft gevallen waarbij de helft van de eigendommen werd afgenomen als straf voor het niet betalen van zakat.191 Het niet betalen van zakat werd gezien als geloofsafval. Abu Bakr verklaarde de oorlog aan moslims die hun zakat inhielden, wat resulteerde in de ridda oorlogen.192 De vierde Kalief oordeelde dat wanneer de Bayt al-Mal niet meer over genoeg financiële middelen beschikte, hij door God bevoegd was om zoveel als nodig was van de rijken te mogen nemen om de armen te kunnen voorzien in hun behoeften. In de beginperiode van de islam ontstond dus rond een eenvoudig moreel uitgangspunt van het betalen van zakat een web van complexe regels, uitzonderingen en sancties.193 Toch kent de zakat als officiële institutie, zoals in de beginjaren van de islam, geen gevolg. Historicus Ulrich Haarmann stelt, in zijn artikel ‘Islamic duties in history’, dat dit komt omdat zakat zich niet gelijk ontwikkelde met de islamitische staatsinrichting. Zakat bleek niet flexibel genoeg om economische veranderingen aan te kunnen. Bovendien stegen de fiscale behoeften van de islamitische staten in de negende en tiende eeuw uit boven wat de religieuze belastingen, de zakat en de ushr, opleverden.194 Om de onkosten van de groei te kunnen blijven betalen moesten daarom ook belastingen geheven worden die geen basis hadden in de Koran, de zogenaamde mukūs. Deze niet-religieuze belastingen waren de kharaj, jizya en khums. Het onderscheid tussen de religieuze en niet-religieuze belastingen wordt gemaakt op basis van verschil in regelgeving. Zo mochten de religieuze belastingen alleen gespendeerd worden op basis van de Koran en dan specifiek vers 9:60. De doeleinden van de niet-religieuze belastingen werden daarentegen niet door de Koran of islamitische wetgeving bepaald. Dit besluit stuitte echter op felle kritieken van de ulamā, aldus historicus Holger Weiss. Het werd daarom moeilijk om hervormingen van de belastingen door te voeren. Dit met als gevolg een dilemma voor de heersers; niet-religieuze belastingen verhogen en de mogelijkheid van een opstand riskeren of bij het ideaalbeeld van de islamitische staat blijven en een financiële crisis riskeren.195 De noodzaak voor meer opbrengsten voor de staat en het ontwikkelen van additionele belastingen heeft ervoor gezorgd dat de officiële zakatsystemen niet meer noodzakelijk bleken of opgingen 187
Ajouaou, 2010, p.32 Ajouaou, 2010, p.32 189 Haarmann, 1978, p. 8-9 190 Ajouaou, 2010, p.32 191 Abdu, 2009, p.21 192 Weiss, 2002, p.8 193 Dean, e.a., 1997, p.197 194 Haarmann, 1978, p.11-12 195 Weiss, 2002, p. 17-18 188
32
in andere belastingen. De zakat als een officiële institutie kon de veranderingen in de vroege islamitische staatsinrichting simpelweg niet aan. De heersers waren meer geïnteresseerd in nieuwe manieren om hun onderdanen belastingen op te leggen om inkomsten te genereren dan om de institutie van zakat in stand te houden. Maar niet alleen heeft zakat niet kunnen voortbestaan in diens eerste vorm door de uitbreiding van de islamitische staat. Met het uiteenvallen van het Kalifaat werd de gemeenschap namelijk in verschillende regionale politieke entiteiten verdeeld. De centrale rol die de staat speelde bij het inzamelen van zakat verviel hier ook mee, zo stelt de literatuur.196 Dit betekende echter niet dat de betalingen stopten. De betalingen werden namelijk gedecentraliseerd naar de private sfeer. Dit hield in dat de betalingen discreet en individueel werden gemaakt, in plaats van aan officiële belastinginners. Daarnaast is het waarschijnlijk dat de distributie van zakat in handen kwam van lokale leiders, meestal imams, en niet in die van de staat.197 Toch werd gedurende de twintigste eeuw de officieel georganiseerde zakat weer steeds zichtbaarder in veel islamitische landen.198 Mede als reactie op het westerse kolonialisme, vielen religieuze geleerden en het grote publiek terug op de traditionele religieuze bronnen. Zij zochten naar een manier om als een ‘goed moslim’ te kunnen leven, door middel van een religieuze oriëntatie en een maatschappelijke betrokkenheid.199 Zakat werd door islamitische geleerden op de agenda gezet als een fiscaal redmiddel om sociale rechtvaardigheid te kunnen bewerkstelligen.200 De grootste nadruk lag hierbij op een herverdeling van welvaart, tevens één van de doelen van zakat. Zakat lijkt hiermee de perfecte middel voor de remedie van armoede. Immers, het genereert een wisselwerking van welvaart van rijk naar arm en vormt een sociaal vangnet voor de armen.201 Singer spreekt daarom van een soort ´zakat revival´.202 Deze moreel en religieus geïnspireerde betrokkenheid lag ten grondslag aan de bouw van hulpverlenende netwerken, instituties waar de overheid vaak in faalde om aan te bieden. Door gezondheidszorg en onderwijs aan te bieden, met behulp van inkomsten uit zakat, werden de armen geholpen.203 Vandaag de dag bestaat er geen land ter wereld waar de zakat zo georganiseerd is zoals de islamitische leer het voorschrijft. Er zijn wel een aantal landen die een andere vorm aanhouden. Zoals bijvoorbeeld in Pakistan, waar zakat in de statuten is opgenomen als een fiscale regeling. In Saoedi-Arabië en Koeweit daarentegen dient de zakat als een substituut voor belasting, maar is wel vrijwillig van aard en in Jordanië kunnen moslims een vrijwillige bijdrage indienen bij het staatsfonds of bij lokale zakat commissies.204 Ter illustratie wordt in kader 1 de organisatie van zakat in Pakistan en Koeweit uiteengezet. De herintroductie van de door de staat georganiseerde zakat kent verschillende vormen en verschillende resultaten. Desalniettemin kan gesteld worden dat de distributie van zakat een belangrijke basis voor welzijnsprojecten in islamitische landen is geworden.205
196
o.a. Haarmann, 1978, p.11-12, Weiss, 2002, p.8 en Singer, 2008, p.64-65 Singer, 2008, p.64-65 Singer, 2008, p.201 199 Eickelman & Salvatore, 2002, p. 103-104 200 Singer, 2008, p.201 201 Weiss, 2007, p.130 202 Singer, 2008, p.201 203 Eickelman & Salvatore, 2002, p. 103-104 204 Benthall, 2004, p.39 205 Singer, 2008, p.202 197 198
33
Kader 1: Organisatie van zakat in Pakistan en Koeweit Pakistan In 1980 heeft de Pakistaanse overheid zakat bij de wet verplicht gesteld. Op de eerste dag van de maand ramadan wordt de zakat in mindering gebracht op de rekeningen van burgers. De zakat wordt ingezameld door de Staatsbank en in het Centrale Zakat Fonds gestort. Dit fonds geeft de richtlijnen en voert de controle uit over het beleid. Het geld verdelen zij weer aan de provinciale zakatdepartementen. Deze raden zijn verantwoordelijk voor de administratie van de zakat en voeren het beleid uit dat door het centrale fonds is opgedragen. Deze provinciale departementen geven 40 procent van het geld aan instituten, zoals ziekenhuizen en religieuze scholen, en 60 procent aan lokale zakatcommissies. Hier zijn er ongeveer 39.000 van. De lokale commissies selecteren de begunstigden. Zo komen de armen, voornamelijk weeskinderen en weduwen, de mindervalide en slachtoffers van natuurrampen in aanmerking voor het ontvangen van zakat. Daarnaast mogen de lokale commissies het geld gebruiken om de uitgaven voor de administratie en inzameling van de zakat te dekken. De lokale commissies kunnen twee soorten vergoedingen uitbetalen. Een zogenaamde dagvergoeding waarmee 1,1 miljoen huishoudens worden onderhouden en een eenmalige revalidatievergoeding, die gebruikt kan worden door de ontvangende partij om een inkomsten genererend bedrijf op te zetten (Farhan, 2000). De meningen over de effectiviteit van het Pakistaanse systeem lopen uiteen van enthousiast tot kritisch. De meesten zijn het erover eens dat het systeem redelijk effectief is gebleken in het identificeren van de armen. Toch zijn er ook kritieken. Zo zou het systeem gevoelig zijn voor corruptie (Singer, 200, p.205). Maar ook is de vergoeding minimaal en uitbetaling onregelmatig waardoor armen niet kunnen vertrouwen op het systeem. Daarnaast is het systeem tijdrovend en dat maakt het totale systeem inefficiënt bij het uitbannen van de armoede en het bijstaan van de behoeftigen. Ten slotte voelt de bevolking zich niet geroepen om zakat te betalen (Farhan, 2000). Koeweit In Koeweit wordt zakat op vrijwillige basis betaald door de inwoners en is dus niet verplicht. Zakat wordt ingezameld in collectebussen die in moskeeën, belangrijke winkelcentra of andere punten staan (Weiss, 2002, p.23). In 1982 heeft de overheid van Koeweit de ´Kuwaiti Zakah House´ opgericht als: ‘a pioneering step to re-activate one of the great Pillars of Islam and to collect and distribute zakat and charities in the best and most efficient manner’ (Abdulhadi, 1990, p.7). Het Zakah House is dus verantwoordelijk voor zowel de inzameling en distributie van zakat als het ondersteunen van liefdadigheidsprojecten wereldwijd. Het Zakah House is een semionafhankelijke publieke organisatie die onder het ministerie van Awqaf valt. Dit ministerie is verantwoordelijk voor religieuze schenkingen. Het Zakah House is ook verantwoordelijk voor de organisatie van de eerdergenoemde symposia over zakat die veel fatwāwin over zakat hebben uitgesproken. Een van de aanbevelingen van de religieuze geleerden was om zakat tot een officiële belasting te maken. Maar omdat het Zakah House een onafhankelijk instituut is, kunnen zij dit niet als zodanig implementeren. De fondsen die het Zakah House inzamelt bestaan uit vrijwillige contributies afkomstig van individuen, groepen, publieke instellingen, bedrijven en subsidies van de staat (Weiss, 2002, p.24). Het Zakah House geeft leiding aan zakatcommissies die weer aan moskeeën zijn verbonden. Ongeveer 30 procent van de inkomsten gaan naar projecten in ontwikkelingslanden. De activiteiten van het Zakah House variëren van het printen van boeken tot het geven van noodhulp aan vluchtelingen. Daarnaast geven ze studiebeurzen, bouwen ze moskeeën en scholen en ontwikkelen zij inkomstengenererende projecten (Abdulhadi, 1990, p.7).
4.2 Zakat in het Westen In de bovenstaande paragraaf is een globaal beeld gegeven van de institutionalisering van zakat in islamitische landen. Er is echter nog niet duidelijk geworden hoe zakat wordt uitgevoerd in landen met een islamitische minderheid. In tegenstelling tot islamitische landen is er in het Westen geen overheidbemoeienis of supervisie met betrekking tot zakat. Daarom wordt de derde pilaar van de islam een privé aangelegenheid.206 Zakat is dan ook iets tussen God en het individu. Moslims betalen de zakat immers omwille van de zegen van God op de Dag des 206
Weiss, 2007, p.24
34
Oordeels. Met het betalen zuiveren zij zichzelf en zullen eeuwig gelukkig zijn.207 Maar hoe zit het dan met het inzamelen en distribueren van zakat in het Westen? Een fatwā, uitgesproken tijdens de First Symposium of Zakah Contemporary Issues dat in 1988 werd gehouden in Caïro, stelt dat er in niet-islamitische landen gemeenschappen moeten komen die zich bezig houden met de inzameling en distributie van zakat.208 Dit is echter nog erg vaag. Worden er met ‘gemeenschappen’ bijvoorbeeld ook NGO’s bedoeld? Wie moeten aan het hoofd komen te staan van deze ‘gemeenschappen’? Een poging tot de institutionalisering van zakat is in de jaren ’90 van de twintigste eeuw in het Verenigd Koninkrijk ondernomen. De Muslim Parliament, een overlegorgaan van moslims, zette in 1993 de Bayt al-mal al-Islami op. Het moest dienen als een soort openbare kas voor alle Britse moslims.209 De Muslim Parliament drong er bij de Britse moslims op aan om hun zakat en sadaqah aan de Bayt al-mal al-Islami te betalen. Het fonds ondersteunt uiteenlopende projecten. De opbrengsten worden deels gebruikt voor liefdadigheidsprojecten, maar ook om onafhankelijke islamitische onderwijsinitiatieven te ondersteunen, leningen aan islamitische studenten in Engeland te verstrekken en arme Britse islamitische families bij te staan. Toch is de Bayt al-mal al-Islami niet een doorslaand succes. Het Fonds ontvangt namelijk slechts een klein deel van alle zakat die Britse moslims betalen. Maar het is wel een interessant voorbeeld van een poging om een islamitisch systeem parallel aan een westers welvaartssysteem op te bouwen. Daarnaast zet het Britse moslims aan tot denken over hoe zij een islamitisch gebruik in een westerse en kapitalistische context kunnen toepassen.210 Iemand die veel heeft nagedacht over hoe moslims in het Westen moeten omgaan met zakat is Tariq Ramadan. In zijn boek ‘Western Muslims and the future of Islam’, dat in 2005 verscheen, probeert hij de normen en waarden van een islamitisch leven in een westerse context te incorporeren. Zo gaat hij onder andere uitgebreid in op zakat. Hij meent dat veel moslims in het Westen niet goed weten hoe de uitgaven en distributie van zakat in de westerse context gemaakt moeten worden. Bovendien worden de opbrengsten van zakat vaak gebruikt voor de financiering van bijvoorbeeld moskeeën of islamitische centra in plaats van de armen te ondersteunen. Ramadan oppert daarom voor een echte ‘Filosofie van humanitaire actie’, met een strategie, voorwaarden en prioriteiten betreffende zakat. Want, zo zegt hij, in tegenstelling tot wat veel moslims denken, is zakat niet hulp die af en toe wordt gegeven, maar is het bedoeld om armen uit de armoede te trekken. Armen moeten niet alleen in basisbehoeften worden voorzien, maar ook handvatten aangereikt krijgen om te kunnen werken. Dus bijvoorbeeld door vee, materialen of land aan te bieden. Om armen zelfvoorzienend te maken mag de zakat niet langer op een versnipperde manier worden beheerd, door het lokaal en nationaal distribueren van het geld naar organisaties en individuen zonder een planning, stelt Ramadan.211 Opvallend is dat Ramadan het hier heeft over de lokale besteding van zakat. Want ook voor moslims in westerse landen geldt dat zij eerst hun zakat aan de lokale armen moeten besteden, is hij van mening. Hiermee houdt hij vast aan de traditionele aanname dat zakat eerst lokaal besteed moet worden. Hij irriteert zich aan rijke moslims die in het Westen wonen en hun 207
Kiar, 2009, p.21-22 fatwā uitgesproken tijdens de First Symposium of Zakah Contemporary Issues, 6. The obligatory nature of Zakah and the role of governments in Zakah collection and distribution In islamitische landen moeten er speciale organisaties komen die zicht hiermee bezig houden. Deze organisaties moeten onder toezicht komen te staan van islamitische geleerden en ‘efficiënte’ werknemers (Zakatguide, 2011). 209 Weiss, 2004, p.24 210 Dean e.a., 1997, p.206 211 Ramadan, 2004, p. 192-195 208
35
geld de hele wereld over zenden terwijl er ook armen in hun omgeving wonen. Nog erger vindt hij het dat deze rijken zich vaak negatief uitlaten over de armen die bij hen in de buurt wonen. Deze armen worden maar al te vaak lui en onwetend genoemd. Zich op deze manier uitlaten en gedragen is het negeren van twee duidelijke instructies van de Profeet, namelijk altijd de armen respecteren en de zakat onpartijdig verspreiden. Ramadan grijpt dus terug op het eerder behandelde ‘priority to proximity’ en meent dat mensen die in een maatschappij over het hoofd worden gezien onze verantwoordelijkheid zijn. Aan hen moeten de middelen toegereikt worden zodat ze waardigheid en vrijheid kunnen genereren.212 Ramadan stelt daarom dat mannen en vrouwen solidariteitsprogramma’s moeten opzetten die de armen naar economische zelfstandigheid kunnen leiden. Er zijn verschillende programma’s nodig om iedereen te kunnen ondersteunen, zegt hij, van opgeleide tot niet opgeleide mensen en van mindervalide mensen tot de werkelozen. Voordat deze programma’s opgezet kunnen worden is het van belang om eerst goed een eigen samenleving te bestuderen en de armen goed te leren kennen. Zo ontstaat er een compleet beeld van de verschillende facetten van een samenleving. Met het geld dat via zakat wordt ingezameld kunnen er sociale programma’s opgezet worden die educatief van aard zijn. Toch ligt de prioriteit bij het voorzien van de armen van gereedschappen of de mogelijkheid om land te kunnen huren. Over de lange termijn moeten microkredieten zelfs mogelijk worden. Om dit te kunnen bewerkstelligen stelt Ramadan dat er specialisten nodig zijn en geen bureaucraten. Zij kunnen strategieën schrijven ter bevordering van solidariteit en mensen trainen in hun sociale verantwoordelijkheden. Omdat er in het Westen veel geld opgehaald kan worden, leidt een goed beheer van de projecten al snel tot financiële zelfstandigheid. Waqf instituties zouden hiervoor perfect kunnen dienen.213 Hoewel Ramadan uitgebreid ingaat op hoe moslims in het Westen om zouden moeten gaan met zakat, blijft zijn these algemeen van aard. Zo wordt het niet duidelijk wie deze solidariteitsprogramma´s moeten gaan opzetten en of de zakat ook voor reeds bestaande westerse solidariteitsprogramma’s mag ingezet worden. Tevens lijkt zijn voorstel om de armen te voorzien met gereedschappen en land ouderwets. Armen in het Westen zijn wellicht veel meer gebaat met oplossingen die hen verder kunnen helpen in toetreding tot de dienstensector. Bovendien legt Ramadan niet uit via welke kanalen de zakat ingezameld moet worden. Omdat in het Westen, waar moslims in de minderheid zijn, er geen door de overheid georganiseerde inzameling en distributie van zakat bestaat, zijn er andere kanalen waar de zakat via betaald wordt. Weiss is van mening dat vooral in de niet-islamitische landen de moskee het voornaamste instituut is voor het inzamelen en distribueren van zakat.214 Daarnaast zijn de zogenaamde ‘remittances’ van belang in het kader van zakat. Dit zijn particuliere betalingen naar familie en bekenden in het land van herkomst.215 Nog een ander kanaal zijn islamitische ontwikkelingsorganisaties. In de afgelopen 30 jaar zijn deze in toenemende mate populair geworden om zakat via te betalen. Deze kanalen zullen in paragraaf 4.3 uitgebreid voor de Nederlandse situatie besproken worden. Opvallend is dat Weiss ook nog de islamitische school als kanaal noemt. Dit kanaal wordt nergens anders in de literatuur genoemd.
212
Ramadan, 2004, p.194 Ramadan, 2004, p. 192-195 214 Weiss, 2007, p.24 215 Boender, 2008, p.113 213
36
4.3 Zakat in Nederland Nu er een beeld is geschept van hoe zakat werkt in het Westen, kan er gekeken worden naar de Nederlandse context. In deze paragraaf zullen de actoren die in Nederland een rol spelen bij zakat behandeld worden. 4.3.1 Moslims Veel moslims in Nederland geven hun zakat om maar aan hun plicht te hebben voldaan, stelt Ajouaou. Zij denken er hierbij niet aan of bijvoorbeeld de ontvanger aan bepaalde criteria voldoet, of leggen de verantwoordelijkheid voor de verdeling bij de moskee.216 Opmerkelijk genoeg is het geefgedrag van moslims in Nederland nog nauwelijks onderzocht. Dit met als gevolg dat er maar weinig cijfers bekend zijn van het geefgedrag van moslims. Een studie die hier iets meer inzicht in geeft is ‘Geven in Nederland; giften, nalatenschappen, sponsoring en vrijwilligerswerk’, dat in 2009 verscheen. In dit rapport is het geefgedrag van niet-westerse allochtonen onderzocht, namelijk van: Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen en Afghanen.217 Van alle 742 respondenten identificeerden zich er 403 als moslim. Van deze respondenten betaalde de meerderheid zakat, namelijk 70 procent. Gemiddeld betaalden zij 124 euro in 2009 aan zakat. Opvallend is dat van deze 70 procent, 50 procent de zakat via de moskee betaalden. 61 procent van de islamitische respondenten betaalde sadaqah met een gemiddeld bedrag van 113 euro (Tabel 3). Tabel 3: Islamitisch geven in Nederland % gevers via de moskee
% gevers op een andere manier
Gemiddeld bedrag in euro
% totaal
50
20
70
124
Sadaqah 39 Bron: Carabain, 2009, p.171
22
61
113
Zakat
Omdat het betalen van zakat verplicht is, beschouwt het Geven in Nederland onderzoek zakat niet als filantropisch gedrag en laat het verder buiten beschouwing.218 Religie is verder ook niet opgenomen als variabele en de onderstaande resultaten zeggen daarom niets definitiefs over het religieuze geefgedrag van moslims. Wel is de meerderheid van ondervraagde respondenten moslim, waardoor er voorzichtige uitspraken gedaan kunnen worden. Niet-westerse allochtonen gaven in 2009 gezamenlijk bijna 400 miljoen euro.219 In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen goede doelen in Nederland en remittances. Wat betreft de goede doelen in Nederland, ontvingen de levensbeschouwelijke instellingen verreweg het grootste bedrag aan giften en goederen, namelijk 59 miljoen euro, van niet-westerse allochtonen. Dit werd gevolgd door giften aan maatschappelijke en sociale doelen, namelijk 26 miljoen euro, 22 miljoen euro aan internationale hulp en 18 miljoen euro aan gezondheid. De 216
Ajouaou, 2010, p.41 De gegevens van deze studie zijn verzameld aan de hand van enquêtes. Er zijn 109 Afghanen, 156 Antillianen, 161 Marokkanen, 155 Surinamers en 161 Turken geïnterviewd aan de hand van gestructureerde vragenlijsten. De leeftijd van de respondenten varieerde van 18 tot 85 jaar. Om tot een representatieve steekproef van de verschillende etnische groepen te komen is de steekproef gedaan op basis van een quotasteekproef. Deze is gesteld op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en regio (Carabain, 2009, p.162). 218 Carabain, 2009, p.171 219 Carabain, 2009, p.163 217
37
overige goede doelen stonden niet in de belangstelling van niet-westerse allochtonen. Het percentage donateurs voor levensbeschouwelijke organisaties was het hoogst onder Turken en Marokkanen, respectievelijk 47 en 44 procent. Turken geven gemiddeld 239 euro uit op jaarbasis aan levensbeschouwing. In vergelijking, Marokkanen gaven 175 euro en Afghanen 82 euro.220 Opvallend is dat de meest voorkomende manier van geven via de huis-aan-huis collecte is. Onder autochtonen geeft 86 procent op deze manier, onder niet-westerse allochtonen is dit voor Turken 50 procent en voor Marokkanen 44 procent.221 Het wordt uit dit onderzoek helaas niet duidelijk welke type goede doel via de huis-aan-huis collecte doet. Komen islamitische ontwikkelingsorganisaties of levensbeschouwelijke instellingen bijvoorbeeld ook langs de deuren? Dit zou betekenen dat de collecte langs de deuren ook een inzamelingskanaal van zakat zou kunnen zijn, iets waar de wetenschappelijke literatuur nog geen aandacht aan heeft geschonken. Ook is opvallend dat op de vraag een aantal goede doelen te noemen, er geen islamitische ontwikkelingsorganisaties genoemd worden of organisaties die zich specifiek op niet-westerse allochtonen richten. De top drie bestaat uit: KWF Kankerbestrijding, Nederlandse Hartstichting en het Rode Kruis.222 Het wordt echter niet duidelijk of de respondenten dan ook aan deze goede doelen schenken. Niet-westerse allochtonen geven niet alleen geld aan goede doelen in Nederland, maar ook aan hun land van herkomst. Deze remittances worden of vanuit Nederland naar het land opgestuurd of meegenomen naar het land van herkomst waar zij het geld en goederen ter plekke geven. Met gemiddeld 316 euro is het bedrag dat aan remittances wordt besteed veel hoger dan het bedrag van 211 euro dat aan goede doelen in Nederland wordt besteed.223 Het grootste deel van de remittances is bedoeld voor familieleden. Voor Turken is dit 85 procent, voor Marokkanen maarliefst 93 procent. Verder zijn Turken met 12 procent iets meer geneigd om aan dorps- en stadsgenoten geld te geven dan aan vrienden met 9 procent.224 Het geld wat uit de remittances voortkomt wordt voor het grootste gedeelte gebruikt voor het bevredigen van basisbehoeften.225 Opvallend is dat er ook veel aan goede doelen wordt geschonken in het land van herkomst. Voor Afghanen is dit maar liefst 33 procent, in tegenstelling tot de Turken die maar 9 procent van hun remittances aan goede doelen in Turkije geven. Meestal zijn dit maatschappelijke en sociale doelen, namelijk 58 procent. Merkwaardig is het lage percentage giften aan de kerk of moskee in het land van herkomst, namelijk drie procent.226 Hiermee wijkt dit totaal af van wat er in Nederland aan giften naar levensbeschouwing ging. 4.3. 2 Moskeeën Ook over de rol van moskeeën in de inzameling en distributie van zakat in Nederland is nog maar weinig bekend. Een onderzoek dat uitkomst kan bieden is ‘Armoede in Nederland; armoedebestrijding door moskeeën in Nederland.’ Hierin stelt onderzoeker Ria van Nistelrooij dat moskeeën in Nederland een belangrijke rol spelen in het innen en herverdelen van de zakat, maar dat er geen sprake is
220
Ibid. p.166 Ibid. p.165 222 Ibid. 223 Ibid. p.168 224 Ibid. p.170 225 Ibid. p.171 226 Ibid. p.170 221
38
van structurele hulp.227 De oorzaak die zij hiervoor aandraagt is de overgang van de traditionele rol die de moskee heeft als gebedsruimte naar een meer maatschappelijke functie. Bij deze meer maatschappelijke functie krijgt het geven van hulp en armoedebestrijding pas een plaats. 228 Een andere auteur die meer inzage geeft in de uitvoering van zakat door moskeeën is Ajouaou.229 Hij is van mening dat het leven in Nederland voor zakat een aantal problemen met zich mee brengt. Moskeeën kunnen nog lang niet altijd goed met zakat omgaan. Zij schenken de zakat bijvoorbeeld willekeurig aan bedelaars. Ajouaou waarschuwt daarom voor een verspilling van het geld.230 Daarnaast is er vanuit de Nederlandse samenleving ook een vraag naar transparantie. Transparantie is immers essentieel om er zeker van te zijn dat het geld ook echt terecht komt bij de mensen die daar recht op hebben en de waardigheid van de ontvanger te waarborgen. Registratie is dus van groot belang in de moderne context.231 Beide auteurs noemen een contradictie. Aan de ene kant erkennen zij dat een moskee een belangrijke rol heeft als het gaat om het ontvangen en herverdelen van de zakat. Maar aan de andere kant vinden zij dat moskeeën hier niet goed mee om gaan en dat het geld op een niet structurele manier wordt ingezet. In een verkennend onderzoek van De Wit (2011) naar de rol die Marokkaanse, Surinaamse en Turkse moskeebesturen spelen in de uitvoering van zakat in Nederland, blijkt inderdaad dat de moskeeën een belangrijke rol spelen in het inzamelen en distribueren van de zakat. Zij spelen vooral een grote rol bij de inzameling van de zakat al-fitr. Uit dit onderzoek blijkt dat de moskeeën juist op een bedachtzame manier met zakat omgaan. De onderzochte moskeeën geven de ingezamelde zakat aan vooraf vastgestelde personen, projecten of organisaties. En, als laatste bleek uit de literatuur dat er vaak nog geen structurele hulp plaatsvindt vanuit de moskeeën omdat zij in een overgangsfase zitten van religieuze functie naar een meer maatschappelijke functie. Het klopt dat de onderzochte moskeeën veel aan voedselhulp en kledinghulp doen, iets wat vaak wordt gezien als niet-structurele hulp. Maar er 227
Structurele hulp werkt aan de oorzaken van armoede en zet structuren op om armoede te voorkomen en te bestrijden. Deze hulp gaat er in essentie dus om veranderingen te bewerkstelligen op lange termijn. Dit kunnen bijvoorbeeld sociale, economische of politieke veranderingen zijn. Structurele hulp staat tegenover humanitaire hulp of noodhulp. Het belangrijkste doel van noodhulp is het verminderen van menselijk lijden bij natuurlijke of door mensen veroorzaakte rampen. Voorbeelden hiervan zijn voedselhulp en het leveren van tenten (NGO openboek, 2010). 228 Nistelrooij, 2010, p.15. Dit onderzoek is onderdeel van een groter onderzoek naar armoede in Nederland waarbij ook kerken en migrantenkerken zijn onderzocht. Het onderzoek is gedaan in opdracht van Het Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad en Cordaid. Het betreft een verkennend onderzoek. Er zijn acht moskeeën bezocht, waarvan vier Turkse, twee Marokkaanse, een Surinaamse en een Libische moskee. Het zijn allen grote moskeeën waarvan het aantal leden varieert van 200 tot 1500. Binnen de moskee heeft de onderzoeker met verschillende vertegenwoordigers gesproken. In vijf gevallen was dit de voorzitter, één keer de Imam, één keer de directeur en één keer een bestuurslid. De interviews zijn gehouden op basis van een enquête. Het onderzoek is slechts verkennend van aard maar toch worden de resultaten uitgebreid besproken en in de Nederlandse context geplaatst. De verschillende vormen van zakat en verscheidene gebruiken worden duidelijk uiteengezet. Kritisch kijkend naar dit onderzoek is ten eerste de significantie relevant. In verband met het beperkte aantal interviews is er niet te spreken van een significant onderzoek. Ten tweede is in dit onderzoek gebruik gemaakt van dezelfde vragenlijst die ook bij de kerken gebruikt werd. Hiermee zijn ook vragen gesteld als ‘delen jullie kerstpakketten uit?’ Het onderzoek erkent deze misstap. 229
Voor deze aannames is gebruik gemaakt van het betoog ‘Zakat en sadaqah, meer dan een aalmoes’, geschreven door Ajouaou in 2010. Zijn onderzoek is niet gebaseerd op empirisch onderzoek. De auteur geeft op basis van persoonlijke ervaringen, de Koran en diverse literatuur (onder andere: Tariq Ramadan en Yusuf al-Qaradawi) uitleg aan de structuur en ethische grondslagen van de islamitische armenzorg. 230 Ajouaou, 2010, p.41 231 Ajouaou, 2010, p.41
39
wordt ook veel gegeven aan projecten die educatieve initiatieven steunen. Bovendien hadden de moskeeën duidelijk al een maatschappelijke functie. In de onderzochte moskeeën werden namelijk vele lokale ondersteunende projecten ontplooid. Voorbeelden hiervan zijn: lesgeven aan jongeren met een taalachterstand en het bieden van een ontmoetingsplaats voor ouderen.232 Toch moeten de uitkomsten van dit onderzoek wel in perspectief geplaatst worden. Er zijn slechts drie moskeeën onderzocht, waardoor er geen uitspaken gedaan kunnen worden over moskeeën in het algemeen. 4.3.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties Voordat op de Nederlandse situatie ingegaan kan worden is het eerst van belang de context breder te trekken naar islamitische ontwikkelingsorganisaties in het algemeen. Westerse hulpverleners worden zich er steeds meer van bewust dat in sommige gebieden islamitische ontwikkelingsorganisaties beter hulp kunnen bieden dan de seculiere westerse organisaties. Bijvoorbeeld in conflictgebieden als Somalië, de Palestijnse gebieden en Afghanistan is er vaak geen andere mogelijkheid om hulp te bieden dan via de transnationale islamitische ontwikkelingsorganisaties.233 Vanaf 1980 zijn er in toenemende mate islamitische ontwikkelingsorganisaties ontstaan. De katalysator hiervoor noemt Singer de oorlog tussen Afghanistan en de Sovjet Unie. Maar de roep om islamitische solidariteit beperkte zich echter niet tot deze regio en was veel breder in geografische en praktische zin.234 Want ook de hongersnood in Ethiopië van 1984 bleek een initiator, zoals bijvoorbeeld bij Islamic Relief en Muslim Aid. Deze organisaties lijken het meest zichtbaar in het islamitische ontwikkelingsveld. Toch zijn islamitische welzijnsorganisaties geen nieuw fenomeen. Er zijn een aantal duidelijke verschillen tussen de oudere organisaties en de moderne islamitische NGO´s. De moderne islamitische NGO´s richten zich bijvoorbeeld nadrukkelijk op het inzamelen en distribueren van zakat. Bovendien profileren zij zich als onafhankelijk orgaan, losstaand van overheden. Ten slotte maken zij veelvuldig gebruik van moderne technieken zoals het internet.235 Niet alleen qua middelen lijken deze islamitische NGO’s op westerse NGO’s, ook qua doelstellingen komen zij overeen. Namelijk het geven van hulp aan mensen die te lijden hebben onder armoede, natuurrampen en/of oorlogen. Dit is natuurlijk erg simpel gesteld, want er zijn wel degelijk verschillen tussen de islamitische en westerse ontwikkelingsorganisaties. Islamitische ontwikkelingsorganisaties zijn grofweg in drie soorten in te delen, meent Singer. Ten eerste die organisaties die zich richten op da’wa, en daarmee op religie en educatie gericht op zowel moslims als niet-moslims. Ten tweede is jihad namens moslims in conflictgebieden zoals Bosnië en Soedan een doel van islamitische ontwikkelingsorganisaties. Ten slotte is ighata, oftewel verlichting, van belang. Dit bevat noodhulp gericht op mensen die slachtoffer zijn van natuurrampen, oorlogen of armoede. Toch is dit onderscheid niet statisch en overlappen zij vaak.236 Ook Benthall waarschuwt dat er niet zoiets bestaat als één soort ‘Islamitische liefdadigheidsorganisatie’. Hij noemt een aantal punten waarop islamitische ontwikkelingsorganisaties verschillen van Westerse ontwikkelingsorganisaties. Wat als eerste in het oog springt zijn de islamitische normen en 232
Wit, 2011, p.16 Bruinessen, 2007, p.5 234 Singer, 2008, p.211 235 Weiss, 2004, p.26 236 Singer, 2008, p.211 233
40
waarden en de referentie naar islamitische religieuze bronnen zoals de Koran en hadith. Veelal wordt er ook gebruik gemaakt van visuele islamitische referenties in logo’s. Zo maakt Islamic Relief in haar logo gebruik van minaretten237 en weerspiegelt het logo van Muslim Aid een ‘humble intention to serve God by serving humanity'. De waterdruppel in het logo symboliseert het leven, de halve maan benadrukt dat zij worden gedreven door islam en groen is de kleur van de islam238 (zie figuur 2). Figuur 1: Logo’s Islamic Relief Nederland en Muslim Aid
Bron: Islamic Relief Nederland en Muslim Aid
Daarnaast richten veel van de islamitische ontwikkelingsorganisaties zich nadrukkelijk op weeskinderen, omdat de Profeet Mohammed zelf een weeskind was. Een weeskind is in deze context vaak een kind wiens vader, de kostwinnaar, is overleden. Islamitische ontwikkelingsorganisaties bieden daarom een breed scala aan diensten ter ondersteuning van weeskinderen aan, zoals weeshuizen, dagopvang, individueel sponsorschap of benodigdheden voor school. Omdat de Profeet ook een vluchteling is geweest, krijgen ook zij in het bijzonder aandacht. Vluchtelingen zijn, als ‘zij die onderweg zijn’, een van de acht groepen die volgens de Koran in aanmerking komen voor zakat. Islamitische ontwikkelingsorganisaties wijzen er daarnaast graag op dat het grootste deel van vluchtelingen wereldwijd moslims zijn.239 Ook waterprojecten hebben speciale aandacht. Er zijn tal van verwijzingen naar water en hygiëne in de islam. Zo is water bijvoorbeeld een noodzakelijk element in de reinigingsrituelen voor aanvang van het gebed. Programma's die veilig en schoon water voorzien aan arme gemeenschappen hebben dan ook goedkeuring van veel moslims. Het graven van een waterput wordt bijvoorbeeld beschouwd als een bijzonder goede daad en wordt gepromoot door vele islamitische ontwikkelingsorganisaties.240 Door deze focus van de meeste islamitische ontwikkelingsorganisaties krijgen zij veel kritiek vanuit de westerse ontwikkelingshoek. Zo zouden zij over het algemeen te paternalistisch zijn en niet gericht op duurzame ontwikkelingshulp. De projecten richten zich nauwelijks op de lange termijn versterking van de positie van armen en campagnes die de onderliggende factoren van armoede aanpakken zijn vrijwel afwezig. Een oorzaak voor de traditionele aanpak is dat islamitische ontwikkelingsorganisaties zich vaak niet durven te richten op bijvoorbeeld de aanpak van controversiële onderwerpen zoals HIV/Aids, in de angst donateurs kwijt te raken. Een andere oorzaak is dat zij vaak tekort hebben aan vakspecialisten die thuis zijn in ontwikkelingssamenwerking.241 Toch zijn dit niet de enige kritieken. Na 9/11
237
Islamic Relief Nederland, 2011 Muslim Aid, 2011 239 Benthall, 2004, p.42 240 Khan, e.a., 2009, p.6 241 Khan, e.a., 2009, p.6 238
41
staan veel islamitische ontwikkelingsorganisaties onder de verdenking van het mede subsidiëren van terroristische organisaties. Vooroordelen over islamitische ontwikkelingsorganisaties zijn wereldwijd diep ingebed. Maar hoewel sommige organisaties terecht zijn beschuldigd van het financieren van bewegingen zoals Hamas of Al-Qaeda, houden verreweg de meeste zich bezig met puur humanitair werk. Dit heeft ervoor gezorgd dat hun werk dermate is belemmerd dat vele armen niet de hulp hebben kunnen krijgen die zij nodig hebben.242 Maar niet alleen vanuit de westerse hoek is er kritiek op islamitische ontwikkelingsorganisaties. De radicale Sheikh Omar Bakri Muhammad spreekt zich bijvoorbeeld erg negatief uit over islamitische NGO’s. Hij is van mening dat alleen een islamitische staat zakat mag inzamelen en voor sociale voorzieningen mag zorgen. ‘From the moment the Islamic state was destroyed until today we have heard some very strange Fatawa and opinions far removed from Islam and legitimate Ijtihad and contradicting clear-cut text … and sometimes permitting charitable organisations to look after the affairs of the people by taking over the role of the state, for example, collecting Zakat with the lame excuse that we must find a practical alternative whilst the Khilafah is absent.’ Verder spreekt hij zich hard uit over de financiering van ontwikkelingsorganisaties. Veel islamitische ontwikkelingsorganisaties, evenals westerse organisaties, gebruiken een bepaald deel van de inkomsten om de uitgaven van salarissen en andere administratiekosten te dekken. Omar Bakri Muhammad is het hier niet mee eens: ‘A brief glimpse at the accounts of these charitable organisations, who grieve and shed tears for needy Muslims in return for remuneration, reveals that, for example Muslim Aid or Islamic Relief and others collect millions of pounds and spend more than a third of it on their own premises, administration and staff salaries! Which is Haram for them to collect in the first place let alone to use it for their huge salaries and expenses!’243 In Nederland wordt de zorg voor armen in ontwikkelingslanden traditioneel georganiseerd door kerken en andere levensbeschouwelijke instellingen. Zij kennen hun oorsprong in de missie en zending. Hoewel zij tegenwoordig niet meer gericht zijn op het verspreiden van het geloof, werken zij wel nog vaak met een religieuze inspiratie. De Nederlandse ontwikkelingssector kenmerkt zich daarom als pluriform waarin identiteitsgebonden ontwikkelingsorganisaties actief zijn. Via vaste achterbannen worden donateurs gevonden.244 Zo is Cordaid expliciet een Katholieke ontwikkelingsorganisatie, is ICCO een interkerkelijke organisatie met protestants-christelijke waarden en zijn OxfamNovib en het Rode Kruis sterk beïnvloedt door Katholieke normen en waarden.245 Islamitische ontwikkelingsorganisaties zijn in Nederland nog niet goed zichtbaar. Dit geldt zowel in de ontwikkelingssector als in de eigen gemeenschap. Er zijn slechts twee organisaties die bekendheid hebben in Nederland. Namelijk het reeds genoemde Islamic Relief Nederland, de bekendste islamitische ontwikkelingsorganisatie in Nederland. Ook de Samenwerkende Moslim Hulp Organisaties (SMHO), een overkoepelende organisatie van verschillende Turkse ontwikkelingsprojecten, kent aanzienlijke naamsbekendheid. Hoe komt het dan dat islamitische ontwikkelingsorganisatie zo weinig zichtbaar zijn in Nederland? Welmoet Boender noemt in haar artikel ‘Islamitische hulporganisaties kampen met vooroordelen’ een aantal oorzaken. Zo had de eerste generatie migranten andere prioriteiten, zoals bijvoorbeeld de toegang tot de 242
Bruinessen, 2007, p.5 Muhammad, 2000, p.22 244 Boender, 2008, p.113 245 Benthall, 2003, p.87 243
42
arbeidsmarkt, onderwijs en halal voedsel. Bovendien gaat het grootste deel van de geldtransacties van migranten en vluchtelingen al naar hun familie en kennissen in het land van herkomst. Een andere belangrijke oorzaak is dat veel moslims meer vertrouwen hebben in het zelf overhandigen van geld aan liefdadigheidsprojecten of aan bekenden dan aan organisaties. Er is dus een gebrek aan vertrouwen in de islamitische ontwikkelingsorganisaties onder moslims. Ten slotte spelen volgens Boender vooral moskeeën en koepelorganisaties een belangrijke rol bij inzamelingsacties. Zo houdt bijvoorbeeld Milli Görüs zich bezig met inzameling van offervlees maar ook van geld dat de slachtoffers van natuurrampen ten goede komt. Verder benadrukt Boender de heterogeniteit van de moslimgemeenschap. Deze bestaat uit etnische en religieuze diversiteit, generatieverschillen, en verschillende opvattingen over man en vrouw relaties.246 Het is daarom niet waarschijnlijk dat zij zich onder een homogene organisatie zullen verenigen.
246
Boender, 2008, p. 113-114
43
5.
Methoden van onderzoek
In het wetenschappelijke kader zijn verschillende aspecten van zakat beschreven. Er is niet alleen ingegaan op welke vermogens als zakat moeten worden gegeven, wie zakat moet betalen en aan wie zakat betaald moet worden, maar ook op de verschillende actoren die in de Nederlandse context van belang zijn bij het inzamelen en distribueren van de zakat. Zo is er al een beeld ontstaan van hoe de uitvoering van zakat in Nederland geregeld zou kunnen zijn. Toch moeten de resultaten van dit onderzoek die uitspraak nog bevestigen. Bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek zijn er een aantal zaken van belang. Namelijk de betrouwbaarheid van de uitkomsten, de representativiteit van het onderzoek en de betekenis van de uitkomsten.247 Daarom is het van belang de methoden van het onderzoek goed uiteen te zetten. In dit hoofdstuk zullen ten eerste de vorm van dataverzameling worden toegelicht (5.1), gevolgd door een korte uiteenzetting van de Diyanet (5.2) en de werving en selectie van de respondenten (5.3). Vervolgens worden de verzameling en analyse van de gegevens behandeld (5.4) en wordt dit hoofdstuk afgesloten met de betrouwbaarheid van dit onderzoek (5.5). 5.1 Methodologie Voor het empirische gedeelte van dit onderzoek, is gekozen voor een kwalitatieve aanpak door middel van diepte-interviews omwille een paar overwegingen. Zo is dit onderzoek explorerend van aard. Kwalitatief onderzoek is bij uitstek goed geschikt voor explorerend onderzoek.248 Het doel van kwalitatief onderzoek is namelijk om verschijnselen beter te begrijpen en te kunnen verklaren. Dit in tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, dat vooral poogt te meten. Door middel van kwalitatief onderzoek kan antwoord te geven op ‘hoe’ en ‘waarom’ vragen. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om dieper in te gaan op de beleveniswereld van de respondent.249 Omdat in dit onderzoek in de hoofdvraag centraal staat hoe de uitvoering van een Turkse zakat chain in Nederland wordt gerealiseerd, is kwalitatief onderzoek uitermate geschikt. Door gebruik te maken van deze methode kan dieper inzicht worden verkregen in de achterliggende gedachten bij het geven van zakat van alle actoren. Er zijn daarnaast nog een aantal voordelen van kwalitatief onderzoek boven kwantitatief onderzoek. Zo bestaat er de mogelijkheid tot doorvragen en kan er zo dieper op de te onderzoeken materie ingegaan worden.250 Toch moet hierbij een kanttekening geplaatst worden. Antwoorden kunnen selectief zijn of situaties kunnen rooskleuriger worden voorgedaan dan de werkelijkheid betreft. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat er sociaal wenselijke antwoorden gegeven worden.251 Dit is zeker het geval bij het betalen van zakat. De (islamitische) ontwikkelingsorganisaties zijn verplicht om openbaarheid van inkomsten te geven, maar voor de moslims is dit een andere kwestie. Bovendien beveelt de Koran aan om betalingen in het geheim te maken. Zakat is iets tussen God en het individu. De betrouwbaarheid van de interviews moet daarom altijd kritisch bekeken worden. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van primaire en secundaire gegevensverzameling. De laatst genoemde vorm van dataverzameling houdt in dat van bestaande onderzoeksgegevens 247
Boeije, 2005 MOA, 2010 249 Babbie, 2007, p.287 250 Baarda e.a., 2001, p.229 251 Baarda e.a., 2001, p.224 248
44
gebruik wordt gemaakt. Bij een secundaire analyse wordt dus verwezen naar gegevens die door anderen zijn verzameld. Bij primaire gegevensverzameling wordt daarentegen gebruik gemaakt van gegevens die de onderzoeker zelf heeft verkregen.252 De primaire gegevens in dit onderzoek zijn verkregen door middel van het afnemen van diepte-interviews. Aan de hand van rapporten, jaarverslagen en reeds gepubliceerde wetenschappelijke onderzoeken heeft de secundaire gegevensverzameling plaatsgevonden. 5.2 Diyanet Binnen de Turkse gemeenschap bestaan er verschillende islamitische stromingen. Ongeveer 20 procent van de Turkse moslims behoort tot de alevieten. Dit is een liberale shi’itische stroming die de regels van de islam anders interpreteren dan soennieten. Maar het overgrote deel van de Turkse moslims is soennitisch. Zij kennen allemaal eigen organisaties, zoals onder andere de orthodoxe Milli Görüs, de meer mystieke Süleymanli en de Diyanet, een stroming gelieerd aan de Turkse overheid.253 Dit onderzoek probeert in kaart te brengen hoe een Turkse zakat chain eruit ziet. Om te voorkomen dat verschillende antwoorden van de respondenten te herleiden zijn tot diversiteit in stromingen, is ervoor gekozen om het onderzoek op een Turkse islamitische stroming te richten. Dit onderzoek richt zich daarom op de Diyanet. Voor deze stroming is gekozen omdat de Diyanet de grootste stroming van Turkse islam in Nederland is.254 Echter, de kanttekening dient gemaakt te worden dat dit onderzoek niet in teken staat van de Diyanet. Diyanet is het instituut in Turkije dat zaken rondom islam coördineert. In Turkije bestaat er eigenlijk een scheiding tussen religie en staat, maar in de werkelijkheid bestaat er een zekere controle vanuit de staat over de islam via het ministerie van godsdienstzaken Diyanet.255 Het is dus het staatsorgaan in Turkije dat is belast met de zorg voor het religieuze leven.256 Zo benoemen zij imams, moefti’s en andere aan de moskee verbonden functionarissen. Maar ook beheren zij moskeeën en informeren zij de gemeenschap over islam door middel van koran- en godsdienstlessen en het aangeven van de precieze gebedstijden.257 Vanwege de scheiding van staat en religie, wordt de islam tot de private ruimte beperkt en in de publieke ruimte uitgesloten. 258 Nadat de Republiek Turkije werd opgericht, nam Mustafa Kemal Atatürk een aantal maatregelen om het seculiere karakter van de jonge staat te versterken. Het kalifaat werd in 1924 afgeschaft en daar kwam het Presidium voor Religieuze Zaken, ook wel de Diyanet, voor in de plaats. De Diyanet viel direct onder de premier en kreeg het gezag over alle religieuze zaken van de Turken. Wel moest de islam zich positief verhouden tot seculariteit. Dit is nog steeds belangrijk binnen de Diyanet; religie mag geen invloed hebben op staatszaken. De Diyanet is niet helemaal onomstreden, zo vertegenwoordigen en ondersteunen zij de soennitische islam. Omdat Diyanet de belastinggelden aan religieuze voorzieningen verdeelt, worden alevieten hier dan ook vaak van uitgesloten.259
252
Baarda e.a., 2001, p.204 Sunier, e.a., 2011, p. 254 Heelsum, e.a., 2004, p.7 255 Heelsum e.a., 2004, p.7 256 Turkije Instituut, 2011 257 Turkije Instituut, 2011 258 Heelsum, e.a. 2004, p.7 259 Turkije Instituut, 2011 253
45
Al snel breidde Diyanet haar activiteiten uit naar Europese landen met een grote gemeenschap aan Turkse immigranten, zo ook naar Nederland. Hiermee reageerden zij op de behoefte aan religieuze accommodatie in Nederland. Tegen het einde van de jaren ’70 van de twintigste eeuw was het aantal Turkse moslims aanzienlijk gestegen en groeide ook de behoefte aan goede religieuze accommodatie. In 1982 werd het overkoepelende orgaan van de Diyanet in Nederland opgericht onder de naam Islamitische Stichting Nederland (ISN). Het hoofdkantoor van de ISN bevindt zich in Den Haag. Hun doel is om mogelijkheden en faciliteiten voor moslims in Nederland te creëren zodat religieuze verplichtingen uitgevoerd kunnen worden. Bovendien willen zij de positie van Turkse moslims in Nederland verbeteren.260 De ISN heeft namens de Turkse overheid moskeeën in eigendom. De imams voor deze moskeeën worden door het Turkse ministerie voor een periode van vier jaar uitgezonden en betaald. Verder houdt de ISN zich vooral bezig met het aankopen van panden en het bouwen van moskeeën, de aanstelling van imams, de imamopleidingen, het organiseren van de hajj en met financiële zaken. In 2004 waren er 145 organisaties in Nederland gelieerd aan de Diyanet, waaronder moskeeën, jongeren-, vrouwen- en sociaal-culturele verenigingen.261 5.3 Werving en selectie van respondenten De actoren uit een zakat chain zijn respectievelijk moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. Voor ieder van deze actoren zal in deze paragraaf achtereenvolgens worden besproken hoe de werving en selectie heeft plaatsgevonden en zal een korte profielschets van de respondenten gegeven worden. Een groot gemis in dit onderzoek is een interview met een afgevaardigde van het ISN. Als overkoepelende organisatie spelen zij een belangrijke rol in de inzameling en distributie van zakat. Ik heb wel contact gelegd met het ISN. Er werd mij via de infolijn geadviseerd om een schriftelijk verzoek in te dienen. Toestemming kon maanden duren, is mij verteld. Tot op heden heb ik geen reactie gehad op mijn brief met het verzoek tot een interview. 5.3.1 Moslims In totaal zijn er drie praktiserende Turkse moslims geïnterviewd. Via de zogenaamde ‘sneeuwbalmethode’ heb ik hen benaderd. Hierbij is gebruik gemaakt van mijn eigen netwerk en ben ik via via in contact gekomen met de respondenten. Omdat ik uit veel informele gesprekken met moslims heb begrepen dat de man, het hoofd van het gezin, meestal verantwoordelijk is voor het betalen van de zakat, wilde ik graag meer mannen interviewen dan vrouwen. Deze balans is gevonden. Het eerste interview heeft plaatsgevonden met Abdullah Koçak. Hij is 35 jaar oud en is conciërge op een middelbare school in Haarlem. Het tweede gesprek was met Selma Büyükçetin-Tetik, een 26 jarige geneeskunde studente uit Utrecht. Het laatste interview vond plaats met Ramazan Arslan. Hij is eigenaar van een Turks restaurant in Amsterdam. Hij is 30 jaar oud. Alle interviews waren zeer informatief en de respondenten waren erg open over hoe zij met zakat omgaan. 5.3.2 Moskeeën De Diyanet heeft op haar website een overzicht met de bij hen aangesloten moskeeën. De site is in het Turks, maar na telefonisch contact met het ISN werd mij uitgelegd waar ik het overzicht 260 261
Sunier e.a., 2011, p. 56 Heelsum, e.a. 2004, p.8
46
kon vinden. Ik heb contact gelegd met de moskeebestuurders door middel van telefoon. Niet iedere moskee was even goed bereikbaar, het was immers vakantieperiode. In dat geval werd er contact gelegd met andere moskeeën. Ik heb me specifiek gericht op de moskeebestuurders en niet op de imam. Het moskeebestuur regelt immers praktische zaken in de moskee. Bovendien komen de imams bij de Diyanet uit Turkije en spreken vaak gebrekkig Nederlands. De moskeebestuurders die ik aan de lijn kreeg reageerden allen direct positief op het verzoek om mee te doen aan een interview. Ik heb uiteindelijk moskeebestuurders van drie moskeeën gesproken. Het eerste interview vond plaats met meneer Özdemir, de secretaris van het moskeebestuur van de Haci Bayram moskee in Alkmaar. De Haci Bayram moskee is de enige Turkse moskee in Alkmaar. Bij het vrijdagmiddaggebed komen er gemiddeld 300 á 400 mensen. Vervolgens heb ik gesproken met Restlan Aykac, de secretaris van het moskeebestuur van de Ulu moskee in Utrecht. Omdat het huidige pand in de wijk Lombok niet meer aan de eisen voldoet, is men gestart met de bouw van de nieuwe moskee. Deze wordt naar verwachting eind dit jaar opgeleverd. Het nieuwe gebouw zal deels uit gebedsruimte bestaan en deels uit een sociaalcultureel gedeelte. Hierin zal ruimte zijn voor winkels, bibliotheek en vergaderzalen. Het wordt de grootste Turkse moskee in Nederland, maar de moskee zal niet alleen voor de Turkse gemeenschap toegankelijk zijn en door iedereen gebruikt kunnen worden.262 Ten slotte heb ik Mehmet Yamali, de secretaris van het moskeebestuur van de Fatih moskee in Amsterdam geïnterviewd. Deze moskee is gevestigd in de voormalige Rooms-katholieke Sint-Ignatiuskerk aan de Rozengracht. De Fatih moskee heeft ongeveer 250 leden.263 5.3.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties Zoals al in paragraaf 4.3.3 is aangegeven zijn islamitische ontwikkelingsorganisaties in Nederland niet erg zichtbaar. Uitzondering hierop vormen Islamic Relief Nederland en SMHO. Voor dit onderzoek heb ik daarom eerst met deze twee organisaties contact gelegd. Zo heb ik de directeur van Islamic Relief, Mostapha Bouchallikh, geïnterviewd. Islamic Relief is een humanitaire ontwikkelingsorganisatie met 25 veldkantoren in Azië, Afrika, het Midden-Oosten en Oost Europa. De missie van Islamic Relief is: ‘Het bieden van noodhulp bij rampen en oorlogen; het steunen van de wederopbouw van gemeenschappen na rampen en oorlogen; het bevorderen van duurzame ontwikkeling op het gebied van onderwijs, medische zorg, voeding, water en inkomstgenererende activiteiten en het lobbyen ten behoeve van armen’. Bij deze activiteiten vormt islam een leidraad. Iedereen kwalificeert zich voor hulp; etnische achtergrond, religie en geslacht doen er niet toe. Wat betreft de werkwijze zorgt Islamic Relief in eerste instantie voor de lokale gemeenschappen. Hierbij krijgen weduwen en weeskinderen specifieke aandacht. Islamic Relief is in 1984 opgericht in Birmingham, Verenigd Koninkrijk. Islamic Relief Nederland is opgericht in 1992 en maakt deel uit van de fondsenwervende tak van Islamic Relief Worldwide.264 Ook heb ik de adviseur van de SMHO, Veyis Güngör geïnterviewd. SMHO is een samenwerkingsverband van een aantal Nederlandse moslimorganisaties die zich bezig houden met projectondersteuning. Dit zijn overwegend Turkse organisaties. De doelstelling van SMHO is: ‘Vanuit de tolerante moslimgemeenschap in Nederland een bijdrage leveren aan effectieve en efficiënte hulpverlening in zorg, onderwijs, milieu, democratisering en mensenrechten. Hiertoe zal 262
Ulu moskee, 2011 Fatih moskee, 2011 264 Islamic Relief Nederland, 2011 263
47
SMHO steun verlenen aan lokale overheden en NGO’s in onder meer Turkije, Oost-Europa, Afrika, Midden-Azië.’265 Via Güngör zijn de andere islamitische ontwikkelingsorganisaties benaderd. Dit zijn kleine hulporganisaties die in het netwerk van de SMHO zitten. Zo is het contact gelegd met stichting Kudüs Vakfi. Dit is een kleine en onafhankelijke Turkse humanitaire hulporganisatie die zich inzet om hulp te verlenen aan mensen in de Palestijnse gebieden.266 In deze organisatie is bestuurslid Ali Sonlu geïnterviewd. Tenslotte is contact gelegd met meneer Guled van stichting Nedsom. Dit is een Nederlands-Somalische stichting die zich bezighoudt met de ondersteuning van ontwikkelingsprojecten in Somalië.267 Wat opvalt is dat niet iedere van de geïnterviewde islamitische ontwikkelingsorganisaties Turks is. Alleen stichting Kudüs Vakfi en een groot gedeelte van de SMHO is Turks. Bij Islamic Relief werken moslims afkomstig uit veel verschillende landen en stichting Nedsom is overwegend Somalisch. Waarom dan toch deze keuze? Ten eerste is Islamic Relief Nederland de grootste islamitische ontwikkelingsorganisatie in Nederland en bovendien ontvangen zij fondsen van vele moslims in Nederland, en dus ook Turken. Stichting Nedsom is een Somalische stichting, maar ook zij ontvangen geld van uiteenlopende moslims en werken zij samen met de SMHO. 5.4 Verzamelen en analyse van de gegevens De interviews hebben een gesplitst semigestructureerd karakter. Een gesplitst semigestructureerd interview bestaat uit twee delen. Het gestructureerde deel waarin de formulering en de volgorde van de vragen vaststaan. En het ongestructureerde deel waarin één of meer open beginvragen gesteld worden. Hierbij kunnen de formulering en de volgorde wisselen. Bij semigestructureerde interviews is er de mogelijkheid voor respondenten om eigen ervaringen, meningen, gevoelens en percepties te uiten zonder gebonden te zijn aan vooraf gedefinieerde antwoordcategorieën. Hiermee worden de antwoorden niet beperkt en krijgen de geïnterviewden veel ruimte in hun verhaal.268 Ter voorbereiding van de interviews heb ik ter kennisgeving gebruik gemaakt van de secundaire gegevens die zijn verzameld voor dit onderzoek. De interviews zijn opgedeeld aan de hand van thema’s. Deze thema’s vormen de leidraad van dit onderzoek en ondersteunen de beantwoording van de hoofd- en deelvragen. In dit onderzoek wordt een zakat chain onderzocht, welke bestaat uit moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. De thema’s voor moslims verschillen met die van de moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties, simpelweg omdat moslims niet dezelfde taken hebben als moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. De overkoepelende thema’s die bij de interviews met moslims centraal stonden zijn: het betalen van zakat en wie de zakat gegeven wordt. De thema’s voor de moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties waren als volgt: De religieuze dimensie, het inzamelen van zakat en de distributie van zakat. In deze thema’s werd gebruik gemaakt van reeds vastgestelde vragen. Maar omdat de uiteenlopende antwoorden steeds aanleiding gaven voor andere vragen, heeft ieder interview een uniek karakter gekregen. Toch is geprobeerd om alle voorbereide vragen langs te lopen. Waar noodzakelijk is tijdens de interviews doorgevraagd. 265
SMHO, 2011 Kudüs Vakfi, 2011 267 Nedsom, 2011 268 Lexicon, 2009 266
48
De interviews zijn afgenomen in een periode van zes weken en de gespreksduur liep uiteen van 20 minuten tot 60 minuten. Om een zo ideaal mogelijke interviewsituatie te creëren zijn de interviews afgenomen in een omgeving naar keuze van de respondent. Tijdens de interviews is er gebruik gemaakt van een voicerecorder. De interviews zijn naderhand getranscribeerd. Dankzij deze methode is er in de resultaten gebruik gemaakt van correcte citaten. De uitgetypte interviews zijn bijgevoegd in de Bijlagen. 5.5 Betrouwbaarheid Zoals aan het begin van dit hoofdstuk al is gesteld, is bij het doen van wetenschappelijk onderzoek de betrouwbaarheid van groot belang. Er wordt vaak vanuit gegaan dat het gebruik van een goede methode automatisch leidt tot een objectieve conclusie.269 Maar wat is objectief? In een kwalitatief onderzoek spelen persoonlijke kwaliteiten van de onderzoeker zoals waarneming, communicatie en interpretatie juist een belangrijke rol.270 Volgens Hennie Boeije is het bij kwalitatief onderzoek onmogelijk voor een onderzoeker om een objectieve houding aan te nemen. Daarom is in dit onderzoek ten eerste gepoogd om persoonlijke waardeoordelen van de onderzoeker geen rol te laten spelen en zo neutraal mogelijk te blijven.271 Maar er zijn daarnaast nog een aantal overwegingen die in acht zijn genomen om de betrouwbaarheid van dit onderzoek te beschermen. Zo is bijvoorbeeld van belang of het onderzoek wel representatief is. De data in dit onderzoek zijn verkregen op basis van tien semigestructureerde interviews. Dit is theoretisch wel mogelijk, maar niet volledig representatief.272 De socioloog Earl Babbie zegt juist dat het bij kwalitatief onderzoek niet gaat om een statistische en representatieve steekproef, maar juist om de kwaliteit van de gesprekken. Het gaat om een doelgerichte onderzoeksgroep, waaruit voldoende en waardevolle informatie over het onderwerp kan worden verkregen.273 Ook is de zogenaamde ‘externe validiteit’ bij wetenschappelijk onderzoek van belang. Dit is de mate waarin de resultaten van een onderzoek generaliseerbaar zijn, dus in hoeverre de resultaten geldig zijn in andere situaties.274 Hoewel deze validiteit over het algemeen eerder bij kwantitatief dan bij kwalitatief onderzoek belangrijk is,275 poogt dit onderzoek toch resultaten te tonen die van belang kunnen zijn voor instellingen die beter om willen gaan met zakat. Dit onderzoek is erop gericht om duidelijkheid te verschaffen over de uitvoering van zakat in een Turkse zakat chain in Nederland. De interviews geven informatie over de houding van verschillende actoren in de Turkse zakat chain. Er is gekozen voor een Turkse zakat chain om de heterogeniteit van de islam mee te ondervangen. Wanneer er bijvoorbeeld Turkse, Marokkaanse en Irakese moslims, moskeeën en organisaties waren geïnterviewd had de conclusie geen basis gehad. Ieder verschil was immers te wijten geweest aan de grote diversiteit onder de respondenten. De respondenten vertegenwoordigen daarom Turken in Nederland. Maar omdat ook zij onderlinge verschillen vertonen, is het moeilijk om conclusies te trekken over ‘de Turkse zakat chain’. Toch was er bij de interviews al snel sprake van zogenaamde ‘theoretische saturatie’. Respondenten gaven vergelijkbare antwoorden op de vragen. Ook baseerden de respondenten hun antwoorden overwegend op religieuze bronnen, zoals de Koran. Deze zijn 269
Bergsma, 2003, p.15 Maso & Smaling, p. 113 271 Boeije, 2005, p.121 272 Baarda e.a., 2001, p.204 273 Babbie, 2007, p.152 274 MOA, 2010 275 Baarda e.a., 2001, p.204 270
49
voor de meeste moslims toonaangevend. Het is daarom, met enige voorzichtigheid, mogelijk om de uitkomsten te generaliseren naar een grotere groep.
50
6.
Resultaten
In dit onderzoek wordt gekeken naar de uitvoering van zakat in een Turkse zakat chain. Om hier een beter inzicht in te verkrijgen, zijn er drie deelvragen geformuleerd, die de verschillende componenten van de situatie belichten. Zij hebben als doel om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag: Hoe wordt de uitvoering van zakat in een Turkse zakat chain in Nederland gerealiseerd? Deze deelvragen zijn achtereenvolgens: Hoe wordt zakat geïnterpreteerd door de verschillende actoren in een Turkse zakat chain in Nederland? Hoe wordt zakat gerealiseerd in een Turkse zakat chain in Nederland? En, hoe lopen de zakatstromen in Nederland? In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksresultaten op een aantal punten gesystematiseerd worden, zodat de hoofd- en deelvragen beantwoord kunnen worden. Per schakel zal daarom eerst een analyse worden gegeven van de bevindingen die naar voren zijn gekomen tijdens de interviews. Zo is er eerst aandacht voor Turkse moslims en zakat (6.1), vervolgens voor moskeeën en zakat (6.2) en ten slotte voor islamitische ontwikkelingsorganisaties en zakat (6.3). Er is in deze paragrafen slechts indirect aandacht voor de deelvragen. Het hoofdstuk wordt echter afgesloten met een analyse van de gehele zakat chain (6.4), die hier meer licht op zal laten schijnen. 6.1 Turkse moslims en zakat Er zijn in totaal drie Tuks-Nederlandse moslims geïnterviewd, twee mannen en een vrouw, die allen bij Diyanet zijn aangesloten. De respondenten zijn in hoofdstuk 5 al geïntroduceerd, maar worden hier voor de duidelijkheid nog kort genoemd. Er is gesproken met: Abdullah Koçak, hij is 35 jaar oud en is conciërge op een middelbare school in Haarlem, Ramazan Arslan is 30 jaar oud en woont nu zes jaar in Nederland. Hij is eigenaar van een Turks restaurant in Amsterdam. Ten slotte is er gesproken met Selma Büyükçetin-Tetik. Zij is een geneeskunde studente van 26 jaar en woont in Utrecht. Deze paragraaf is onderverdeeld aan de hand van de thema’s die tijdens de interviews centraal stonden; het betalen van zakat en het geven van zakat. In deze paragraaf nu eerst aandacht aan hoe de respondenten zakat zien. De respondenten zien zakat vooral als een religieuze verplichting, die voortkomt uit regelgeving zoals vastgesteld in de Koran. Zo zegt Koçak: ‘Zakat is voor mij iets uit het geloof. In de Koran staat dat als je geld hebt, dat je dan 1/40 daarvan aan de armen moet geven. In de islam ben je als moslim verplicht geld of goud aan de armen te geven.’ En Büyükçetin-Tetik stelt: ‘Ja zakat, we hebben twee verschillende dingen, de fitr en zakat. Zakat is procentueel een bepaald deel van je vermogen, dus van je vastgoed, wat je hebt aan rijkdom laat ik het zo zeggen. Procentueel moet je daar een bepaald deel van afstaan aan arme mensen, die moeten ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Je moet het echt met het oog op liefdadigheid afstaan.’ Naast het zijn van een religieuze verplichting noemen de respondenten ook punten die te maken hebben met liefdadigheid. Ze noemen immers het geven aan de armen. Tevens speelt het zijn van een ‘goede moslim’ ook een belangrijke rol, iets waarmee ze de Zegen van God verkrijgen. Arslan ziet het geven van zakat als iets wat hem een plek in het hiernamaals oplevert: ‘Wij moeten goed nadenken, goed leven. Goed gedragen in dit leven, hard werken. Ik geloof in Allah, hij regelt het voor mij. Als er een andere wereld is, dan is het goed voor mij. Misschien ga ik dan naar hemel. Niemand die het zeker weet. Maar hier moet je alles goed doen. We moeten opletten. Dat is mijn mening. Je moet om je heen kijken en mensen helpen.’ Ook Koçak haalt een vergelijkbare aanname aan: ‘Maar als je geen fitr of zakat geeft dan krijg je echt straf. Dan zeggen ze tegen je, je was zo
51
rijk en je hebt niets gegeven. Je hebt de armen gezien maar toch niets gegeven. Dan krijg je straf. Ook bij fitr. Je hebt gezond de Ramadan bereikt, je hebt twee kinderen, allemaal gezond, je moet betalen.’ De respondenten nemen alle drie deze religieuze verplichting erg serieus en zijn goed op de hoogte van wat zakat inhoudt. Toch kijken de respondenten niet speciaal naar uitspraken van religieuze geleerden. Koçak antwoordt ontkennend op de vraag of hij zich laat inspireren door religieuze geleerden: ‘Maar als je zelf een bepaald niveau hebt kun je het zelf bedenken. Ik heb ook in Turkije gewoond en veel religielessen gehad, op de basisschool en op de middelbare school over wat de islam inhoudt… Als je zelf bepaald niveau hebt kun je het zelf interpreteren.’ En ook Büyükçetin-Tetik voelt geen aandrang om religieuze geleerden op het vlak van zakat te volgen. Zij zegt: ‘In de islam staan de regels heel erg vast. Bij dit soort dingen, de ene geestelijke zal niet zoveel anders zeggen dan de andere geestelijke. Bij andere zaken wel weer want dan roept iedereen weer wat anders. Maar dit staat wel vast.’ 6.1.1 Betalen van zakat Opvallend is dat wanneer de respondenten refereren naar zakat, zij zakat al-mal bedoelen en wanneer zij het hebben over fitr, ze spreken over zakat al-fitr. De respondenten betalen allen zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. Moslims zijn verplicht de zakat al-fitr tijdens de ramadan te betalen voor aanvang van het ‘eid gebed. Er bestaat onder de respondenten echter geen eenduidig antwoord op wanneer de zakat al-mal betaald moet worden. Zo is Koçak van mening dat beide soorten zakat in de maand ramadan gegeven moeten worden: ‘Is echt allebei in de ramadan, dan zijn de armen dubbel zo blij.’ De andere twee respondenten zijn juist van mening dat er zich jaarlijks meerdere momenten voortdoen voor het betalen van de zakat al-mal. Büyükçetin-Tetik zegt bijvoorbeeld: ‘Maar de zakat, wat ik mij heb laten vertellen, is dat je het verspreid over een jaar mag doen. Met ramadan stellen de meesten het bedrag vast en je mag zelf weten waar of aan wie je het schenkt dus sommigen wachten daarmee. Het moet wel dat jaar. Maar je hoeft ook niet het hele bedrag aan een iemand te geven. Je mag het ook spreiden.’ De hoogte van de zakat al-fitr wordt ieder jaar weer vastgesteld. De hoogte van het bedrag van de zakat al-fitr is afhankelijk van de gemiddelde kosten van het levensonderhoud van de betreffende samenleving. Dit jaar is het bedrag vastgesteld op tien euro. De respondenten benadrukken dat iedere moslim die gezond is, de zakat al-fitr moet betalen. Koçak: ‘De fitr is ervoor dat als je gezond de ramadan bereikt, dan ben je ook verplicht voor je vrouw en kinderen, ik heb twee kinderen en een vrouw, te betalen. Wij zijn met zijn vieren. Dan ga je voor een dag berekenen hoeveel je nodig hebt om te kunnen eten. Ik denk dat tien euro voldoende is voor een persoon om van te leven. Dat dus keer vier dat is 40 euro.’ En Arslan geeft aan: ‘Maar fitr is, je leeft, je bent gezond, je hebt geen probleem, dan moet je geven. In Nederland is het tien euro per persoon. In Turkije is het zes miljoen, en dat betekent drie euro of zoiets. Want daar is het goedkoper om te leven.’ De zakat al-mal betreft, in tegenstelling tot zakat al-fitr, geen vast bedrag maar een percentage van het vermogen. Daarom loopt het bedrag dat iedere moslim aan zakat al-mal dient af te staan uiteen. Er bestaan uitgebreide en uiteenlopende regels omtrent de percentages. Büyükçetin-Tetik legt uit: ‘Vanaf zoveel gram goud, moet je het berekenen en dat moet je weer afstaan. Het is allemaal in procenten, maar zo is het voor goud. Voor een huis, als je bijvoorbeeld 1 huis hebt dus voor jezelf, dan valt dat niet onder zakat. Dus als je bijvoorbeeld een winkelpand hebt
52
en een huis voor jezelf, dan valt dat niet onder zakatregeling. Zie het maar als een belastingvrije regeling. Maar als je nou 2 of 3 huizen hebt, dat gaat weer in procenten zeg maar.’ Hoe berekenen de respondenten de hoogte van de zakat al-mal? Koçak berekent altijd zelf de hoogte van de zakat al-mal, en neemt ook de verantwoordelijkheid voor het berekenen van het vermogen van zijn vrouw in. Hij berekent het bedrag niet precies: ‘Je weet wel hoeveel je vrouw heeft aan sieraden. De waarde van de sieraden kun je zelf berekenen. Je kunt daar zelf mee omgaan. Je hoeft niet precies te zeggen. Ongeveer is goed. Ik verdien elke maand salaris, mijn vrouw ook … Dan kan ik het zelf berekenen en zelf een bedrag aan de armen betalen.’ Büyükçetin-Tetik daarentegen laat de hoogte van het bedrag altijd berekenen bij de imam: ‘Die kan echt zeggen vanaf zoveel gram goud enzo. Ja, wij hebben een aantal geestelijken in de familie. Wij zeggen dan wij hebben zoveel en dan zegt hij bijvoorbeeld jullie moeten dit jaar 1.000 euro of 1.500 euro betalen, zo gaat dat.’ 6.1.2 Geven van zakat Dit thema geeft aandacht aan wie of aan welke instanties de respondenten hun zakat geven. Er bestaat wat dit thema betreft een groot verschil tussen zakat al-mal en zakat al-fitr. Alle respondenten geven zakat al-mal aan familie en kennissen. Büyükçetin-Tetik verklaart: ‘Zakat kun je niet aan iedereen geven, iemand moet echt moeite hebben met de basisprincipes in het leven, zodat hij bijvoorbeeld niet aan voedsel kan komen of geen bezit heeft. Als iemand bijvoorbeeld een huis heeft en zegt ik ben arm, aan zulke mensen geef ik geen zakat. Snap je? Het moeten echt mensen zijn die bijna niets hebben. Er zijn wel voorwaarden. Dus eerst in je eigen familie kijken, daarachter zit als iedereen dat nou doet in zijn eigen familie, er is niets doeltreffender. Daarna ga je naar kennissen. Het zijn echt een soort kringetjes die zich steeds uitbreiden … Als iedereen dat doet met zijn buren, dan is iedereen gedekt.’ Zo ging een tijdlang haar zakat naar een bepaald familielid: ‘We hadden een iemand in de familie, een vrouw zonder man en met vier kinderen, die had het gewoon heel slecht en geen vast inkomen. Ja, een aantal jaren, toen ik nog bij mijn ouders woonde, ging de zakat naar hun.’ Ook Koçak geeft zijn zakat al een aantal jaar aan hetzelfde familielid: ‘Nou ik heb een familielid en die heeft geen kinderen en is niet getrouwd. Een keer in de drie maanden krijgt hij 200 euro van de overheid, dan denk ik dat die persoon extra geld nodig heeft. Dat is niet genoeg 200 euro in de drie maanden. Hij heeft ook geen vader en moeder meer. Hij heeft hulp nodig.’ Verder heeft Koçak nog andere punten waar hij op let: ‘En naar de kinderen kijk je ook, als ze hebben vier of vijf kinderen en alleen een inkomen dan weet je dat het niet makkelijk is voor hun. En als ze naar school gaan moeten ze boeken kopen en kleding.’ De respondenten komen aan deze noodlijdende familieleden of kennissen door middel van rondvragen. Büyükçetin-Tetik wordt daarin geadviseerd door haar moeder: ‘Als mijn moeder naar Turkije gaat dan blijft ze zes weken, ik ben maar heel kort geweest. Zij zoekt heel bewust naar mensen. Zij vraagt dan rond en zegt dat ze nog mensen zoekt voor zakat. Zo van ken je nog mensen. Zij gaat echt mensen scouten zeg maar. Van haar hoor ik het meestal, dan zegt ze jij moet toch nog je zakat geven, dan zeg ik ja, en dan zegt ze nou die en die kan wel wat gebruiken. Je wil wel dat je geld zo goed mogelijk terecht komt. Het is toch een deel van je inkomen dat je afstaat. Dat wil je niet geven aan iemand die het al goed heeft. Je wilt het geven aan iemand die echt niets heeft, dat is echt de doelstelling erachter. Dus, je moet er wel zorgvuldig mee zijn.’ Het betreft dus doorgaans familie of kennissen in Turkije. De respondenten vinden namelijk allen dat familieleden in Nederland zich niet kwalificeren voor zakat: ‘Kijk, weet je wat het is? Hier in Nederland is er echt niemand waarvan ik denk dat ik mijn zakat er aan kan geven. Daar komt echt niemand in aanmerking voor. Iedereen heeft hier, hoe het hier geregeld is, niemand
53
komt hier om van de honger. Als je kijkt naar Turkije, er zijn gebieden die heel goed ontwikkeld zijn, die echt hypermodern zijn daar hebben de mensen het nog beter dan hier. Maar er zijn ook gebieden die behoorlijk zijn achtergebleven en daar zijn mensen die echt niets hebben gewoon’, zegt Büyükçetin-Tetik. Ook Koçak komt met een vergelijkbare verklaring: ‘Wij hebben hier ook heel veel familieleden. Gelukkig hebben ze een bepaald inkomen, ze kunnen op vakantie gaan en kleding kopen en rondkomen. Als ik aan hen geld zou geven dan zeggen ze, we hebben al genoeg. Dat is ook niet de bedoeling natuurlijk, om rijke mensen nog rijker te maken. Dan is zakat niet geldig. Je moet echt zelf mensen zoeken om het aan te geven.’ Daarnaast vinden de respondenten belangrijk om zakat al-mal één op één te geven. Zo legt Arslan uit: ´Ja dat is beter, dan weet niemand het, dat is belangrijk. Het zijn arme mensen en zij moeten zich niet schamen weet je.´ Hij geeft zijn zakat in een envelop zodat niemand het kan zien. Wanneer hij de zakat overhandigt, vertelt hij dan ook niet wat het is: ´Ik zeg dit is voor je kinderen. Maar dan tegelijk denken vanuit je hart dit is zakat. Dan hoef je niet te zeggen, dat is belangrijk, je moet beleefd zijn. Nee, dat kan niet, dat is niet netjes. Je moet een beetje beleefd zijn. Ik geef ze dat voor hun kinderen ofzo. Maar zij weten wel wat het is, weet je.’ Büyükçetin-Tetik geeft ook discreet haar zakat: ‘Meestal geef ik het op goed vertrouwen. In Turkije is ook echt die schaamcultuur hè, mensen nemen het sowieso niet makkelijk aan. In Turkije als je wil omschrijven hoe arm iemand is dan zeg je, ja die zou je zakat kunnen geven, snap je wat ik bedoel? Dan ben je echt on the bottem zeg maar, dus dat geef je zo discreet mogelijk. Al is het maar niet om de mensen in verlegenheid te brengen.’ Maar in tegenstelling tot Arslan noemt zij wel hardop dat het om zakat gaat. Ook Koçak geeft zijn zakat het liefst persoonlijk, maar bij hem zit er nog een andere reden achter. Hij heeft meer vertrouwen in het zelf geven: ‘Ik wil eerst zelf van mijn hand geven. Als ik de kans heb, waarom zou ik iemand anders vertrouwen? Ik weet zelf wel wat die andere persoon nodig heeft. Dan wil ik zelf van persoon tot persoon geven. Je kunt ook vragen wat ze nodig hebben, als ze zeggen suiker, dan kun je dat kopen en aan ze geven.’ Wanneer de respondenten niet zelf in Turkije zijn en dus niet de mogelijkheid hebben om de zakat persoonlijk te overhandigen, vragen zij anderen om het namens hen te geven. Arslan doet het zo: ‘Ik ga deze jaar niet naar Turkije, ik ben te druk ik kan niet. Dus zij zijn nu in Turkije, ik bel op en zeg luister geef 100 euro voor deze mensen en klaar. Dan geven zij het in plaats van mij en wanneer zij weer terug komen dan geef ik ze weer 100 euro terug.’ Geld overmaken doen ze liever niet, omdat het wordt aanbevolen in de Koran om het direct te geven. Büyükçetin-Tetik geeft nog een andere reden: ‘Ik maak het nooit zo over, want zij nemen er altijd hun eigen winst ervan af hè. Nee, dat doe ik niet. Meestal een op een.’ De drie respondenten geven allen in goed vertrouwen de zakat en gaan niet na of de ontvanger het wel goed besteed. Büyükçetin-Tetik: ‘Je gaat niet naderhand vragen van wat hebben jullie met mijn zakat gedaan? Mensen die het zo slecht hebben zullen het wel goed besteden denk ik.’ Arslan geeft zijn zakat en kijkt er dan niet meer naar om: ‘Ik geef van mijn geld, en geef het uit mijn hart. Allah weet dat, klaar. Maar meestal gaat naar juiste adres. Maar soms doen mensen er verkeerde dingen mee. Maar als mijn gedachte goed was dan klaar. Dan is het uit mijn handen.’ De respondenten geven dus in goed vertrouwen de zakat weg. Ze kijken of iemand arm is, maar zijn er nog andere eisen waar een ontvanger aan moet voldoen? Büyükçetin-Tetik vertelt over haar moeder, die doorgaans de selectie voor haar doet: ‘Wat mijn moeder bijvoorbeeld doet is, sommige mensen zijn echt heel arm, maar die hebben dan een man die het geld aan zuipen uitgeeft of zoiets. Als mijn moeder dat weet dan geeft ze haar zakat niet aan hen, want dan voedt ze alleen maar die alcoholist in zijn gedrag. Daarin is wel een selectie.’ Daarbuiten lijken
54
de respondenten geen eisen aan de ontvanger te stellen. Dat iemand arm is en familie is dus voldoende. Wat betreft zakat al-fitr zijn de respondenten wel geneigd om via moskeeën of ontwikkelingsorganisaties te geven. Zo heeft er een Turkse ontwikkelingsorganisatie aangeklopt bij het restaurant van Arslan voor zakat al-fitr: ´Die komen dan bij ons langs. Zij vragen: “Alsjeblieft, deze land is echt heel arm, wij kunnen daar helpen.” Ik heb nu ook een envelop van ze liggen hier. Dan kun je tien euro geven, maar meer mag ook, niet minder. Dit komen ze ophalen, dan krijg je een bedankbriefje.’ Hij geeft zijn zakat al-fitr niet bij de moskee, omdat hij doorgaans andere personen of organisaties vindt. Koçak en Büyükçetin-Tetik geven hun zakat al-fitr meestal wel via de moskee. De respondenten geven zakat al-fitr dus aan familie en kennissen en de zakat al-fitr aan moskeeën en ontwikkelingsorganisaties. Waarop is dit verschil gebaseerd? De interviews leveren een aantal antwoorden op. Zo is het bedrag van de zakat al-fitr aanzienlijk lager dan dat van de zakat al-mal. Daarnaast wordt in de Koran aangeraden om zakat eerst aan familie te geven en dan aan kennissen. Wat dan nog over is mag aan moskeeën of andere instanties gegeven worden. Wel zegt bijvoorbeeld Büyükçetin-Tetik: ‘Maar de laatste tijd in Turkije, want economisch gaat het er nu erg goed, dat ik hoor van mensen dat ze niemand hebben kunnen vinden en die schenken het dan weer aan fondsen of die laten er weer wat anders voor doen.’ Haar moeder schenkt bijvoorbeeld steeds vaker aan fondsen omdat zij niemand kan vinden voor haar zakat. En ook Koçak geeft aan: ‘Als ik mijn oom niet zou hebben in Turkije, dan zou ik het aan de moskee geven.’ Het lijkt er daarom op alsof het niet een kwestie is van de zakat al-mal niet via moskeeën of organisaties te willen sturen, maar de respondenten hebben simpelweg genoeg mensen aan wie ze het kunnen geven in hun familie of kennissenkring. Vooral moslims die niemand anders hebben om het aan te geven, geven het aan de moskee of aan organisaties, deze moslims behoorden alleen niet tot de respondenten. Toch komt er ook nog een andere oorzaak naar voren uit de interviews. Namelijk een beperkt vertrouwen in de moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties. Koçak vertelt: ‘Maar in Duitsland ofzo heb je ook zo’n organisatie die het geld hebben misbruikt. Die worden nu onderzocht en is voor de rechter. Die bestuurders hebben het geld voor zichzelf gebruikt.’ Het is ook zoals Büyükçetin-Tetik stelt: ‘Het zijn toch wel aanzienlijke bedragen die mensen aan zakat weggeven. Dat is niet niets.’ Zij heeft een aantal keren een deel van haar zakat al-mal geschonken aan Islamic Relief. Maar ze twijfelt toch of het goed terecht komt: ‘Ja, want je kunt als je doneert op een formulier aankruizen wat je wilt. Dus fitr, zakat, iets anders. Je kunt het dan aankruizen. En omdat zij weten wat de doelstelling is, benutten zij het geld ook op die manier. Maar misschien doen ze dat ook niet. Je weet gewoon niet waar het naar toe gaat… Je hoort ook heel vaak over corruptie bij dat soort instanties.’ Maar ook gaf het haar niet zo een goed gevoel als het persoonlijk geven van zakat: ‘Het geeft je gewoon niet het gevoel van ik heb echt zakat gegeven. Je ziet het ook niet, normaal is het ook echt een visueel effect wat je erbij wil hebben.’ Wanneer de respondenten zakat aan familie en kennissen geven, hebben zij er vertrouwen in dat het geld goed besteed is en gaan ze niet na wat er met het geld is gebeurd. Toch willen de respondenten allen graag zien dat hun zakat goed terecht komt, wanneer zij het aan een moskee of ontwikkelingsorganisatie geven. Koçak wil daarom, als hij geld geeft via een islamitische ontwikkelingsorganisatie of via de moskee, weten wat er met zijn geld is gebeurd: ‘Dan krijg je ook een brief wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld bij Offerfeest. Dan staat daar in: u hebt zoveel geld gestort en daarmee hebben we in Irak of Pakistan of Afghanistan armen mee geholpen. Dan krijg je dus een brief. Maar ik wil die ook hebben. Ik betaal dus dan wil ik wel weten wat er mee
55
gebeurd van hun. De bedoeling is de arme mensen helpen. Zij zeggen dat ze dat gaan doen. Dan wil ik wel een brief met bevestiging. Ik wil wel goed mijn zakat geven.’ Hij geeft aan dat Diyanet altijd achteraf laat weten wat ze met het ingezamelde geld hebben gedaan: ‘Dan stort je op hun rekening. Je zet je naam erbij en waarvoor het is. Dan kunnen zij dat zien. Na 1 maand krijg je een brief, daar staat dan in u heeft zoveel geld gestort, daar hebben we mensen mee in Afghanistan geholpen en geld aan hun gegeven.’ Daarnaast toont Diyanet foto’s als bewijs, maar ook daar is Koçak niet zeker van: ‘Ja, ik heb ook foto’s gezien. Je weet het dan nog steeds niet 100% zeker, maar je moet aan de arme mensen geven. Als je weet dat je wordt gestraft als je het niet doet, en je gelovig bent.’ 6.2 Moskeeën en zakat De tweede schakel van de zakat chain die in dit onderzoek centraal staat, is de moskee. Om een beeld te krijgen van hoe moskeeën omgaan met het inzamelen en distribueren van zakat, is er gesproken met de secretarissen van drie Diyanet moskeeën. De respondenten zijn: de heer Özdemir van de Haci Bayram moskee in Alkmaar, Restlan Aykac van de Ulu moskee in Utrecht en Mehmet Yamali van de Fatih moskee in Amsterdam. Deze paragraaf is ingedeeld aan de hand van de thema’s die centraal stonden tijdens de interviews: het inzamelen van zakat en het distribueren van zakat. De kanttekening dient gemaakt te worden dat alle moskeebestuurders tijdens de interviews vrijwel direct aangeven dat er geen zakat aan een moskee gegeven mag worden, zij mogen het slechts inzamelen. Yamali zegt bijvoorbeeld: ‘Maar omdat je de zakat niet voor ons kan gebruiken, het moet aan mensen gegeven worden, dus je mag het niet aan een moskee of instelling geven. Het moet aan mensen gegeven worden. De moskee is er meer voor verantwoordelijk om het in te zamelen.’ 6.2.1 Inzamelen van zakat De moskeeën die in dit onderzoek centraal staan bemoeien zich niet nadrukkelijk met het inzamelen van zakat. Zoals Aykac van de Ulu moskee uitlegt: ‘Zakat is een van de pijlers van islam, zoals je waarschijnlijk al wel weet, daarom staat alles al vast. Daarom bemoeit het bestuur zich er niet echt mee, want het is een individuele verantwoordelijkheid. Net zoals bidden, vasten en het gaan naar Mekka is het verplicht om een deel van je vermogen te schenken aan de armen. Dat is een individuele verantwoordelijkheid en daarin is geen rol weggelegd voor het moskeebestuur.’ Ook bij de Haci Bayram moskee is het bestuur niet actief bezig met zakat. Özdemir is van mening dat moslims zelf moeten weten wat zij met hun zakat doen: ‘Zo werkt dat gewoon. Dat is niet iets waar wij mensen in gaan stimuleren van doe dit nou of doe dat nou. Iedereen doet het voor zichzelf.’ Aykac denkt dat vooral moslims die niet goed weten waar zij zakat kunnen geven het aan de moskee geven: ‘Maar dat is niet veel, als ik in percentages moet spreken dan doet ongeveer 5% van onze gemeenschap dat.’ Net zoals bij de eerste schakel van de zakat chain, de moslims, is er een aanzienlijk verschil bij de moskeeën kenbaar tussen de zakat al-mal en de zakat al-fitr. De moskeeën houden zich namelijk voornamelijk bezig met het inzamelen van de zakat al-fitr. Tijdens de ramadan vraagt de imam van iedere moskee aandacht voor de zakat al-fitr. Aykac legt uit: ‘Tijdens ramadan wordt er door de imam wel specifieke aandacht op gelegd, en hij herinnert iedereen eraan. Ramadan is ook een manier om te voelen hoe de armen leven. Onze imam stimuleert dan ook dat je het niet vergeet en dat je dat moet doen. Tijdens de ramadan is er dus specifieke aandacht voor, maar het is niet zo dat er een speciaal beleidsplan voor wordt
56
geschreven.’ De zakat wordt dan op verschillende manieren ingezameld. Via de imam, via het moskeebestuur, via collectebussen of zelfs in tasjes wordt de zakat al-fitr gecollecteerd. Bij de Fatih moskee werkt het zo: ‘De imam en het bestuur mogen dat verzamelen, een aantal aangewezen personen van het bestuur. De imam roept dat ook op bij het vrijdaggebed en dat wordt apart ingezameld. Je krijgt dan een potje en daar wordt de zakat in verzameld.’ Hoewel de zakat al-fitr eigenlijk voor het ‘eid gebed betaald dient te worden, zijn er bij de Fatih moskee toch ieder jaar mensen die pas tijdens de feestdagen naar de moskee komen en daardoor te laat hun zakat al-fitr betalen. Er is in deze moskee dan altijd nog iemand die langs de mensen gaat en deze zakat ophaalt. In de Haci Bayram moskee in Alkmaar neemt ook de imam het aan, of laten ze een tasje rond gaan waar de moskeegangers de zakat in kunnen betalen: ‘Heel vaak pakken ze een tassie en dan gaat het gewoon langs en gooien ze er wat in. Wat ze dan geven dat weet ik natuurlijk niet. Uiteindelijk alleen als het zo’n vrijdag is, nou een normale verzamelactie dat is sowieso 1.000 euro. En je hebt minimaal 200 á 300 mensen, nou als iedereen een knaak geeft, dan zit je zo snel al op 1.000 euro. Als we het geld tellen dan zien we 10 euro, 20 euro, 25 euro, 5 euro, zelfs 10 cent gooien ze erin.’ Om een indicatie te krijgen van welke bedragen er worden ingezameld tijdens de ramadan aan zakat al-fitr, is tijdens de interviews gevraagd naar het bedrag dat in 2010 in de moskee is opgehaald aan zakat al-fitr. Hier komen voor de drie moskeeën vergelijkbare bedragen naar voren. De kanttekening dient gemaakt te worden dat de moskeebestuurders hun antwoorden baseren op schattingen. De Ulu moskee schat het bedrag op 3.000 euro, de Haci Bayram op 4.000 euro en bij de Fatih moskee zamelden ze een paar duizend euro in. Deze bedragen verschillen per jaar, afhankelijk van wanneer de ramadan valt. Zo legt Yamali uit: ‘Maar, dat is ook heel veranderlijk. Dit jaar is in de vakantieperiode, dan zijn veel mensen in Turkije dus die zullen het daar geven. Het verschilt ook enorm met hoeveel mensen er komen. Je weet het gewoon niet.’ De Fatih moskee is de enige moskee die aan het inzamelen van zowel zakat al-mal als zakat al-fitr doet, de andere moskeeën verzamelen namelijk geen zakat al-mal in. Yamali benadrukt het belang van gescheiden inzamelen: ‘Nee, je moet het ook tegen de persoon die het inzamelt zeggen. Er wordt gewoon apart ingezameld namelijk, dat mag niet door elkaar. Dat moet gescheiden blijven.’ 6.2.2 Distribueren van zakat De besturen van de Haci Bayram moskee, de Ulu moskee en de Fatih moskee bemoeien zich dus niet nadrukkelijk met het inzamelen van zakat. Zij vinden het een individuele verantwoordelijkheid. Ook de moskeebestuurders benadrukken daarnaast dat de zakat voor het overgrote deel eerst naar familie gaat, iets wat in paragraaf 6.1.3 ook al is geconstateerd. Yamali zegt bijvoorbeeld: ‘Eigenlijk is de richtlijn van de zakat, je moet eerst hier beginnen. Dus eerst je familie, dan je eigen straat, dan je eigen stad, dan je eigen land en dan naar de wereld toe.’ Wat doen de moskeeën dan eigenlijk met de zakat die wel wordt ingezameld? Kenmerkend voor de Diyanet moskeeën is dat de ingezamelde zakat aan het overkoepelende orgaan, de Islamitische Stichting Nederland, in Den Haag wordt overgemaakt. Tijdens de ramadan geeft het ISN een rekeningnummer aan de moskeeën door, waar de moskeegangers de zakat zelf op kunnen storten, of de moskeeën zamelen het in en storten het vervolgens op dit rekeningnummer. ‘De Diyanet, die openen een rekening, zo kunnen degenen die het willen geven daarop storten. Maar je begint natuurlijk bij je familie, en dan bij je kennissen. Dan ga je echt daarmee beginnen. En als je dan niemand kent, dan heb je die bankrekening. Het landelijke bestuur gaat dan kijken waar het
57
voor nodig is’, zo legt Özdemir uit. Yamali legt het systeem verder uit: ‘Het bedrag wordt weer ingezameld en dat wordt weer overgedragen aan de koepelorganisatie in Den Haag en die stuurt dat dan weer naar Turkije. Dus naar het ministerie van Religieuze Zaken in Turkije en zij hebben lijsten van mensen, van behoeftige personen. Want in Turkije is het zo, als je behoefte hebt, als je arm bent, vraag je dingen aan bij de ja hoe noem je dat, laten we zeggen burgemeester. Dan kom je op een lijst van behoeftige mensen om misbruik te voorkomen. Die zakat kan naar die mensen gaan.’ De Fatih moskee organiseert dit jaar iftarmaaltijden voor daklozen en minderbedeelden: ‘We zijn bezig om dagelijks, vanaf vandaag, tijdens de iftar eten te geven aan zo´n 50 personen. Dat gaat dan om dakloze mensen, mensen die geen onderkomen hebben of die door werk of wat dan ook niet op tijd thuis kunnen zijn. Omdat dat ook onder de categorie valt van waar je je zakat aan kunt uitbesteden gaat dat zo gedaan worden.’ In de Fatih moskee maken ze, voor het financieren van de iftarmaaltijden, gebruik van ingezamelde zakat al-mal, zakat al-fitr en sadaqah. Het geld wat hiervan overblijft wordt naar Den Haag gestuurd. De zakat gaat echter niet altijd via de Diyanet naar behoeftige mensen in Turkije. Wanneer er zich natuurrampen of andere catastrofes op het wereldtoneel voortdoen, wordt er een speciale actie opgezet vanuit de Diyanet. Zo zegt Aykac: ‘Soms zit daar ook een gecoördineerde actie van onze koepelorganisatie achter om zakat in te zamelen. Dan gaat dat naar Soedan of naar Pakistan, ergens waar veel ellende is door natuurrampen en dergelijke. Dan komt er een gecoördineerde actie. Incidenteel worden er coalities gesloten met de koepelorganisatie om de armen te helpen, maar dat zijn geen structurele banden. Als er zoiets is, dan zamelen wij geld in en maken we het over naar de koepelorganisatie.’ De projecten waar de zakat heen wordt gestuurd verschillen per jaar: ‘Er wordt gekeken naar wie heeft nu het meeste nodig op de wereld en daar wordt het dan aan gegeven. In 1999, toen was er een grote aardbeving in Turkije, toen werd er gefocust op die plek. Gelukkig gaat het nu beter in Turkije en dan wordt er gewoon gekeken naar wie het meeste nodig heeft. Dan wordt daar de meeste sadaqah en zakat heen gestuurd’, legt Yamali uit. Naar welke projecten de zakat wordt gestuurd, wordt pas tijdens de ramadan bekend gemaakt. Dit jaar gaan de opbrengsten uit de zakat al-fitr deels naar Pakistan, waar men nog steeds lijdt onder de gevolgen van de watersnoodramp van 2010, maar grotendeels naar de hongersnood in de Hoorn van Afrika. Vanuit de Diyanet worden moslims gestimuleerd om de mensen die slachtoffer zijn van de hongersnood te steunen, vertelt Yamali: ‘De voorzitter van het Ministerie van Religieuze Zaken heeft gezegd, geef minimaal zeg maar één dag te eten aan Afrika. Het hoeft niet alleen zakat te zijn. Er wordt op dit moment gewoon aangemoedigd om mensen in Afrika te helpen. Maar als mensen zeggen ik wil mijn zakat naar Afrika sturen, dan kan dat. Dat is geen enkel probleem. Je kunt je zakat ook geven aan mensen die niet veel hebben, maar er zijn ook mensen die het veel erger hebben. Dus je kunt mensen helpen die dood gaan van de honger. Dus die richtlijnen worden wel gegeven.’ Na afloop van de ramadan stuurt de Diyanet een verantwoording van wat er met de zakat is gedaan rond naar alle bij hen aangesloten moskeeën. Maar ook plaatst Diyanet foto’s op haar website en levert een verslag in de maandelijkse uitgave van het tijdschrift van de Diyanet, vertelt Yamali. Deze brief wordt bij de Fatih moskee opgehangen: ‘Bij binnenkomst heb je die en hier wordt het aan het raam gehangen. Dan kan iedereen het zien.’
58
6.2.3 Algemene liefdadigheid Dat de moskeebesturen zich niet echt bemoeien met het inzamelen en distribueren van zakat, betekent niet dat er ook weinig aandacht is voor meer algemene liefdadigheid. Zo organiseert de Fatih moskee dit jaar dus iftarmaaltijden voor daklozen en minderbedeelden. Bij de Haci Bayram moskee in Alkmaar ondersteunen moskeegangers studenten. Zo vertelt Özdemir: ‘Imams leggen dat uit, als je ergens studeert en je hebt heel weinig geld, dan worden die studenten geadopteerd zeg maar. Nou dan hebben ze vaak een mapje en dan kun je zeggen dit jaar wil ik hem subsidiëren. Dat gebeurt vaak. Dat is wel leuk. Dan leg je rechtstreeks contact met hem en dan stuur je het rechtstreeks naar hem.’ In de Ulu moskee hebben ze nu twee a drie keer, in samenwerking met een hulporganisatie, kleding ingezameld. Aykac: ‘Het is heel laagdrempelig en binnen 3 dagen hadden we een aantal vuilniszakken vol met kleding. Goed bruikbare kleding. Dat gaat heel goed. Kennelijk vinden de mensen dat ook makkelijk. Soms is dat een Marokkaanse of een Palestijnse Nederlandse stichting. Dat is dan geen zakat of fitr, maar het is wel solidariteit.’ Toch is dit incidenteel en hebben de moskeeën nauwelijks ervaring met ontwikkelingsorganisaties die aankloppen voor een samenwerking. Bij de Haci Bayram moskee zijn er wel eens mensen uit hun gemeenschap die een project hebben, maar het moskeebestuur bemoeit zich hier dan niet mee. Özdemir: ‘Er zijn mensen die dat hebben zeg maar en die dat project leiden en dan is het gebruikelijk dat ze dat bij de moskee komen uitleggen, en dat de mensen om geld vragen. Maar dan maken ze zelf het project bekend, van dat en dit en als er mensen mee willen helpen dan pakken ze weer zo’n tassie. Beneden staat dan iemand bij de deur en als de mensen naar buiten gaan dan geven ze wat.’ In het zeldzame geval dat er een ontwikkelingsorganisatie aanklopt bij een van de moskeeën, worden ze doorverwezen naar de Islamitische Stichting Nederland. Waar de moskeeën wel meer ervaring mee hebben, is met individuen die aankloppen voor hulp. Zo vertelt Aykac over een vrouw wier man was overleden: ‘Dat lichaam moest vervoerd worden naar ik geloof Ethiopië. Dat koste heel veel geld, wel 4.000 euro ofzo. Daarvoor is in de moskee aandacht gevraagd. Er is uitgelegd wat de situatie was, wat zij had en of er mensen een bijdrage wilden leveren. Toen is iets van 800 euro ingezameld. Dat heeft die vrouw toen gekregen. En ook van andere moskeeën. Dan is de gang van zaken zo dat het bestuur dat overlegt met de imam over hoe we het gaan aanpakken. De imam legt het voor aan de mensen over hoe en wat moet gebeuren en hoeveel geld ervoor nodig is. Dat komt wel eens voor. Het bestuur krijgt het geld en geeft het dan weer door. Er wordt wel gecontroleerd of alles wel traceerbaar is en alles wel klopt. Zo ontstaat er vertrouwen.’ Geen van de drie moskeeën hebben eigen projecten in Turkije of ontwikkelingslanden. Op de vraag waarom zij dit niet doen, antwoorden zij dat dit bij Diyanet niet gebruikelijk is. Zo zegt Özdemir: ‘Bij andere stromingen is het weer anders. Zij zijn een vereniging, wij een stichting. Als hun beleid hebben ze wel eens projecten, maar hier is het zo dat het voor iedereen open staat. Het is van de staat, dus we staan voor iedereen open. Dus we kunnen geen onderscheid maken. Alle gelovigen, ongelovigen iedereen is welkom.’ Ook Yamali verklaart dat dit bij andere Turkse islamitische stromingen wel gangbaar is: ‘Want meestal doen de gemeenschappen die dat doen van de Milli Görüş en de Suleymanli. Die hebben niet iets landelijks, dan zijn ze eigenlijk wel een beetje verplicht om het zo te doen. Maar Diyanet is landelijk en heeft wereldwijd vestigingen. Het is altijd heel open waar het heen gaat. Diyanet kan veel makkelijker projecten opzetten. Omdat je geen onderscheid kan maken onder de mensen kunnen ze alleen zeggen deze plek heeft het meer nodig dan deze. Dus wie heeft het meeste nodig? Daar wordt globaal naar gekeken want Diyanet mag geen onderscheid maken. Wie heeft het nodig? Daar wordt het heen gestuurd.’
59
Yamali spreekt zijn verwachtingen voor de toekomst uit. Hij denkt dat de rol die moskeeën bij liefdadigheid spelen een andere vorm gaat krijgen. Hij vindt de rol nu te globaal. Op de vraag wat hij denkt dat er gaat veranderen antwoordt hij: ‘Dat het systematischer wordt gedaan en dat het niet een op een gaat. Dat je een grote verzamelpot krijgt, die niet in Turkije ligt, maar bijvoorbeeld in Nederland. Dus dat je hier gaat bepalen waar het geld naar toe gaat. Het zal misschien niet baanbrekend zijn. Maar het zal wel helpen, van de moslims uit Nederland hebben hun zakat hier aan gegeven. Er is een slecht beeld van de islam, wij zijn een zwart schaap. Dat terwijl er ook een heleboel goede dingen gebeuren door moslims. Maar doordat zakat een op een is, of via de moskee, hoort niemand ervan. De meeste mensen weten niet wat zakat inhoudt. Dus bijvoorbeeld de zakat is dit jaar naar de hongersnood in Somalië gegaan. Met een beeld erbij, dat vinden mensen leuk. Dat zou een heel ander beeld geven voor de niet-moslims. Dan gaan zij misschien anders denken over moslims. Ik zou wel willen dat het op zo’n manier gedaan zou worden. Wie weet. Het kan nog komen misschien.’ 6.3 Islamitische ontwikkelingsorganisaties en zakat Moslims geven zakat persoonlijk of via moskeeën of via ontwikkelingsorganisaties. In de vorige paragraaf is duidelijk geworden hoe moskeeën met het inzamelen en distribueren van zakat omgaan. In deze paragraaf zal uiteengezet worden hoe islamitische ontwikkelingsorganisaties met zakat omgaan. Om een duidelijk beeld te krijgen is gesproken met vier islamitische ontwikkelingsorganisaties. Dit zijn: de directeur van Islamic Relief Nederland, Mostapha Bouchallikh, de adviseur van de SMHO, Veyis Güngör, bestuurslid Ali Sonlu van Kudüs Vakfi en ten slotte meneer Guled van stichting Nedsom. Ook deze paragraaf is opgezet aan de hand van de thema’s die tijdens de interviews centraal stonden: religieuze dimensie, het inzamelen van zakat en het distribueren van zakat. 6.3.1 Religieuze dimensie De vier organisaties benadrukken dat zij humanitaire organisaties zijn met islamitische normen en waarden. Zo zegt Guled, van stichting Nedsom: ‘Maar we kunnen natuurlijk niet verloochenen dat 99% van ons moslim is. Dat is wel te zien in onze doen en laten. Maar niet in onze missie en visie. Wij sluiten geen sekse uit of religie. Wij zijn niet politiek en niet religieus. Wel islamitische normen en waarden.’ Wat deze normen en waarden precies zijn, verschilt per stichting. Zo zou men bij stichting Nedsom geen haram geld aannemen: ‘Als voorbeeld wij zullen nooit casinogeld aannemen, dat is haram. Dat doen wij nooit. Wij zullen ook nooit geld van Heineken of een varkenshouderij aannemen.’ Ali Sonlu, van stichting Kudüs Vakfi, heeft daar een andere mening over: ‘Nee wij hebben niet dat soort regels. Wij begroeten alles hartelijk. Iedereen die onze stichting wil helpen daar nemen wij geld van aan. Ook van niet-moslims, bierbrouwer enzovoorts. Het gaat om het helpen van die arme mensen. Maar natuurlijk dat zijn ook wel normen en waarden niet alleen volgens islam.’ Toch zou hij niet zomaar geld van iedereen aannemen: ‘Dat is nog nooit gebeurd en hoop ook dat het nooit zal voorkomen. Maar als ik weet dat een grote dealer, een hasjdealer ofzo, die heeft heel veel geld en die zegt hier heb je honderdduizend euro en stuur dat naar Palestina, dan zal ik dat niet aannemen als ik dat van te voren weet. Want geld moet ook eerlijk zijn.’ Ook Islamic Relief Nederland presenteert zich als een humanitaire organisatie met islamitische normen en waarden. Op de vraag of zij zich laten inspireren door bepaalde ulama, antwoordt Bouchallikh: ‘Nee, kijk we zijn geen missionaire organisatie. We zijn een humanitaire
60
organisatie geïnspireerd door islam. Wij kennen de regels en proberen ons daar aan te houden. Wij proberen neutraal te blijven … Wij vertegenwoordigen iedereen en alle stromingen van de islam. Wij beperken ons niet want dat is niet in het voordeel van de humanitaire hulp. Humanitaire hulp mag geen kleur hebben. Wij kunnen overal werken, zelfs in alle gebieden van Irak en Soedan. Landen waar veel spanningen zijn, toch zijn we daar actief. We zijn een gerespecteerde organisatie binnen de moslimgemeenschap. De islamitische normen en waarden maken ons sterk.’ Ook stichting Nedsom zegt zich niet te laten inspireren door ulama: ‘Over religie is ook een soenna, die zegt dat er niemand staat tussen jou en de Schepper. Dat is onze visie. Die geleerden willen daar ook niet tussenstaan. Iedereen moet gewoon zelf doen. Dat is de hele filosofie, er is niets tussen jou en de Schepper.’ Een ander islamitisch principe is het verbod op het heffen van rente, riba. De organisaties maken wel gebruik van westerse banken. Islamic Relief Nederland bijvoorbeeld, maakt wel gebruik van westerse banken, maar zegt geen geld te sparen. Bouchallikh legt dit uit: ‘Wat wij doen is het financieren van projecten … Wij gebruiken dat geld voor het financieren van infrastructuur. Wij gebruiken dat voor riool, watersystemen. Daarvoor wordt het rentegeld gebruikt. Maar voor voedsel is het niet te doen. Anders creëer je een verkeerd idee. Het is niet goed om geld te sparen en met de rente voedsel te kopen. Die projecten moeten uit individuele steun komen, je geeft vanuit je hart. Rente is buiten je wil. Wij zeggen het ook in onze folder. Sommige mensen geven het weer aan de bank van ik hoef dat geld niet. Maar dat is zonde. Want wat gebeurt er daar mee?’ Guled, van stichting Nedsom, vindt het overdreven om het verbod zo strikt te nemen dat er geen gebruik gemaakt kan worden van westerse banken: ‘Veel verschillende geleerden zeggen ook dat het afhankelijk is van waar je bent. Zolang er geen Islamic banking is moeten we het met het Nederlandse systeem doen. En als je riba krijgt, dan ligt het eraan hoe je het gebruikt. Je kunt het ook weer terug of weggeven natuurlijk. Dat is dan weer sadaqah.’ 6.3.2 Inzamelen van zakat Het belang van zakat wordt door de ontwikkelingsorganisaties erkent. Bouchallikh gaat zo ver door te stellen dat als iedereen zakat zou betalen, er geen armoede meer zou zijn: ‘Kijk eens hoeveel geld er moet naar de armen. Dan heb je niet minder armoede, ik zeg dan heb je geen armoede… Die zakat is dus echt een middel om armoede te bestrijden.’ De rol die zakat speelt bij de vier ondervraagde organisaties verschilt. Islamic Relief Nederland probeert bijvoorbeeld nadrukkelijk zakat in te zamelen. Zo zegt Bouchallikh: ‘Zakat, de 2,5% van je bezittingen is voor iedere moslim die zakatplichtig is. Het is geschikt voor de arme mensen. Islamic Relief is natuurlijk een organisatie die zorgt voor de armen. En dat is een mooie manier van om een rol te spelen als een soort tussenpersoon tussen de donateur en de ontvanger…En zakat, daar zit veel geld in. Want je hebt ook zakenmensen en mensen met een salaris die zakatplichtig zijn.’ Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld stichting Nedsom en Kudüs Vakfi, zij ontvangen voornamelijk sadaqah. Maar Guled legt uit dat zakat soms moeilijk te traceren is als zakat zijnde: ‘Mensen doen ook anoniem. Om zich niet als vermogend te boeken te laten staan. Dus sommige sadaqah is eigenlijk zakat al-mal. Maar dat vertellen zij jou niet. Het is tussen jou en God. Dat hoef je niet bekend te maken. Ook sadaqah hoef je niet bekend te maken. Het is geheim. Anders lijkt het alsof je het voor de show doet. Daarom bij de moskee ook in een potje. Niet iedereen hoeft het te weten.’ Het kan dus zijn dat de organisaties zakat ontvangen, maar zich daar niet bewust van zijn omdat het niet als zodanig gespecificeerd is.
61
Bij de eerste twee schakels van de zakat chain, de moslims en de moskeeën, bleek er een groot verschil te zijn tussen hoe wordt omgegaan met de zakat al-fitr en zakat al-mal. Hoe zit dat bij de islamitische ontwikkelingsorganisaties? De ondervraagde organisaties verschillen onderling wat betreft het belang van de zakat al-mal en de zakat al-fitr. Stichting Nedsom en Kudüs Vakfi krijgen voornamelijk sadaqah binnen en als het gaat om zakat krijgen zij vooral zakat al-fitr binnen en nauwelijks zakat al-mal. Sonlu: ‘Zij moeten dat zelf berekenen, of naar een imam gaan of naar een geleerde of zelf dat weten. Dat bedrag moeten zij invullen. Maar ik zeg u, dat komt niet zo vaak voor. Soms 150 euro, een keer 600 euro ontvangen. Af en toe krijgen wij wat. Wij zijn geen grote organisatie. Misschien is het daarom niet opvallend.’ Ook de SMHO krijgt geen zakat al-mal binnen. Islamic Relief Nederland daarentegen, krijgt jaarlijks meer zakat al-mal van haar donateurs dan zakat al-fitr. Ter illustratie noemt Bouchallikh, zamelde Islamic Relief Nederland in 2010 in: ‘Zakat al-fitr in 2010 is €94.000, zakat al-mal €292.000. Het is ongeveer 10 procent van geheel. We halen veel binnen met kurban. Zakat heeft veel animo, onderwijs en gezondheid veel minder.’ De zakat al-fitr wordt meestal uitgegeven aan andere doeleinden dan de zakat al-mal. Stichting Nedsom besteedt de zakat al-fitr zo: ‘Heel acuut. Om minderbedeelden in de vreugde te laten meedelen. Onze organisatie is daar nu ook al mee bezig om tijdens de ramadan de behoeften van de armen te bevredigen. Vooral kinderen in de vreugde te laten meevieren, kleding, speelgoed. Ongeacht dat zij honger hebben. En voor een keer echt even te kunnen leven. Daar gebruiken wij de fitr voor. Zo doen wij dat altijd.’ Ook Islamic Relief Nederland gebruikt de opbrengsten van zakat al-fitr voor korte termijn projecten. De zakat al-mal gebruiken zij voor duurzame projecten zoals waterputten, onderwijs en gezondheidszorg. De islamitische ontwikkelingsorganisaties zamelen de zakat in op verschillende manieren. Zowel Islamic Relief Nederland als Kudüs Vakfi maken gebruik van machtigingskaarten die zij in folders en andere reclame-uitingen toevoegen. Ter illustratie zie figuur 2. Figuur 2: Machtigingskaart Islamic Relief Nederland
Bron: folder Islamic Relief Nederland
62
Door aan te kruizen om welke soort donatie het gaat, komt het geld in het juiste potje terecht. Bouchallikh geeft het probleem aan van het verkeerd aankruizen en het gebruik van acceptgiro: ‘Sommigen gebruiken nog acceptgiro, maar is soms wel vervelend want dan staat er niet op waar voor het is en gaat het dus in het algemene potje.’ Stichting Nedsom organiseert een benefietavond waarvan de opbrengsten ten goede moeten komen aan de hongersnood in de Hoorn van Afrika. Maar Guled zegt dat de opbrengsten voornamelijk sadaqah zullen zijn en geen zakat. Islamic Relief doet daarnaast aan: ‘Moskeebezoeken of bijwonen van benefietdagen of zoiets. Dan vragen wij of wij er ook bij mogen zijn met een stand of collecte. Daar wordt ook zakat gedoneerd. Of bij onze balie (bij het kantoor van Islamic Relief Nederland).’ Kudüs Vakfi doet aan huis aan huis bezoeken: ‘Als wij genoeg vrijwilligers krijgen, ik doe dat zelf ook, probeer ik in ieder geval.’ Ook stuurt Kudüs Vakfi persoonlijke brieven: ‘Wij hebben een aantal adressen van de donateurs, die krijgen een persoonlijke brief en ik heb ook van de donateurs of via via emailadressen. Dat kost geen geld en die jongere generatie leest graag email als folder. Daarom sturen wij ook email. En mond tot mond, dan gaan wij vertellen over onze projecten. En misschien, misschien als ons budget het toelaat, dan gaan wij op de Turkse televisie een korte reclame laten draaien, van 20 á 30 seconden.’ Kudüs Vakfi is de enige van de vier islamitische ontwikkelingsorganisaties die huis aan huis bezoeken doet. Wat betreft inzamelen geldt voor SMHO een ander verhaal. Zij zijn een overkoepelende organisatie van vele hulporganisaties. Deze lidorganisaties zamelen het geld in. Een project in een ontwikkelingsland komt met een project bij een lidorganisatie van de SMHO, die gaat vervolgens naar de SMHO voor steun. Güngör tekent de structuur als volgt uit: Figuur 3: Structuur SMHO
Het voordeel van een samenwerking met SMHO is tweeledig. Enerzijds wordt het ingezamelde bedrag verdubbeld met behulp van Cordaid. Anderzijds legt Güngör uit om: ‘Het project te begeleiden, te monitoren en vast te leggen. Project bestaat uit verschillende fases, niet alleen geld inzamelen is voldoende. Het moet goed besteed worden en goed gerapporteerd.’ De lidorganisaties van de SMHO gebruiken vergelijkbare methoden om geld in te zamelen zoals hierboven al uiteengezet, zo organiseren ze bijeenkomsten en geven ze informatie op hun websites.
63
Opvallend is dat de SMHO ook een samenwerkingsverband is aangegaan met een montesori school in Amsterdam Oost. Güngör vertelt: ‘Met scholen gaan wij projecten inzetten. Hele week, bijvoorbeeld Soedan week, dan geven wij daar informatie. De leerlingen zullen dan een hele week inzamelen bij hun ouders, familie en buren. Is een project van de kinderen en ons.’ 6.3.3 Distribueren van zakat Aan het begin van paragraaf 6.3 is vastgesteld dat de vier organisaties zich profileren als humanitaire hulporganisaties met islamitische normen en waarden. In deze subparagraaf zal gekeken worden naar hoe deze islamitische normen en waarden doorwerken in de distributie van zakat door de organisaties. De vier islamitische ontwikkelingsorganisaties zijn voornamelijk actief in islamitische landen. Toch richten zij zich niet exclusief op moslims, zo beweren de organisaties. Bouchallikh geeft een mogelijke verklaring voor deze focus: ‘De meeste donaties komen van de moslimgroeperingen en zij willen het graag terugzien in projecten in landen van herkomst of in islamitische landen. Vandaar dat de meeste projecten zitten in die landen.’ Houden de organisaties zich daarnaast aan de acht groepen die in de Koran worden aangewezen als zakatgerechtigd? De SMHO houdt zich bij het kwalificeren van de tot hulp gerechtigden aan de door de Nederlandse overheid vastgestelde criteria. Dus niet aan de door de Koran vastgestelde groepen. Zo zegt Güngör: ‘Wij hebben een aantal criteria: landenkeuze, thema en migrantenorganisaties. Dat zijn de drie meest belangrijke criteria van ons.’ Deze thema’s zijn conflictbeheersing, onderwijs en gezondheid. Ook houden zij zich aan de landenkeuze van de Nederlandse overheid. Omdat Turkije niet op deze lijst staat, mag de SMHO slechts 20 procent van haar projecten in Turkije doen. De SMHO opereert daarom voornamelijk in Soedan, Afghanistan en de Palestijnse gebieden, legt Güngör uit. Dit zijn dus geen islamitische criteria. Güngör: ‘Nee ze worden bepaald door de Nederlandse overheid. Hier houden we ons aan. Armoede is overal, Koran of niet.’ Islamic Relief Nederland echter, houdt zich grotendeels aan de acht groepen die in de Koran worden genoemd als zakatgerechtigd. Bouchallikh: ‘Van die 8 groepen heb je er 1 die niet meer bestaat. De slaven. Nou eigenlijk hebben die een andere vorm gekregen. Meeste gelden nog. Meeste van de zakat gaat naar de armsten. Natuurlijk een deel gaat naar de inzamelaars. Maar meeste gaat naar de armsten. Het is een mooi systeem, het zorgt ervoor dat het geld bij de juiste mensen terecht komt.’ Opvallend is dus dat onder de noemer ‘inzamelaars’ Bouchallikh ook ontwikkelingsorganisaties schaart: ‘Ja, dat is een van de acht categorieën. Wij zorgen dat het geld bij de armen komt.’ Ook stichting Nedsom houdt zich in het kiezen van haar doelgroep vast aan de acht groepen. Guled: ‘Daar houden wij ons ook aan vast. Want wat in de Koran is geschreven is ook in de huidige tijdgeest perfect. Verbazingwekkend eigenlijk. Ja. Daar hoef je niet van af te wijken. Zo doen wij ook bijvoorbeeld naast verre familie ook onbekenden.’ Kudüs Vakfi ten slotte, heeft minder duidelijke criteria. Zij worden door organisaties in de Palestijnse gebieden gewezen op projecten. Het bestuur bespreekt dan of zij een project willen ondersteunen. Dit hangt af van een aantal voorwaarden. Sonlu: ‘Het moet sowieso humanitaire hulp zijn, zoals weeskinderen, weduwen, en gezondheid voor mensen die echt ziek zijn. Medicijnen bijvoorbeeld. Of kinderen die echt uit arme familie komen en naar school moeten. Dan helpen wij met schoolspullen. Dat zijn onze criteria. Als zij zeggen wij willen hier een mooie straat bouwen, dan is dat voor ons niet interessant. Wij kunnen niet alle projecten steunen.’ Wanneer een project hier aan voldoet zamelt Kudüs Vakfi geld in door het geven van aandacht aan het project in folders, op de website, briefacties en mail. Alles wat zij binnenkrijgen sturen zij door naar de betreffende organisatie.
64
Ook bij de islamitische ontwikkelingsorganisaties is er veel aandacht voor de hongersnood in de Hoorn van Afrika. Bouchallikh: ‘Dit jaar weten we bijvoorbeeld dat mensen meer gaan doneren door de hongersnood in Afrika. Wij weten ook dat men nu wil dat het in die richting wordt uitgegeven en niet in Afghanistan.’ Kudüs Vakfi richt zich specifiek op de Palestijnse gebieden, dus die geeft geen aandacht aan de hongersnood. Stichting Nedsom richt zich in principe ook op een bepaald gebied, maar omdat de hongersnood zich grotendeels afspeelt in Somalië, is er bij hen ook logischerwijs ruimschoots aandacht voor. Islamic Relief Nederland deelt dit jaar de zakat al-fitr in de vorm van voedselpakketten uit aan de Hoorn van Afrika. Toch is dit opvallend. De zakat al-fitr wordt immers aan het einde van de ramadan gegeven en moet dan ook meteen uitgegeven worden. Hoe doet Islamic Relief Nederland dat dan? Bouchallikh legt dit uit: ‘Daar hebben wij een goede oplossing voor gevonden. Wij wachten niet totdat wij de donaties krijgen. Uit schattingen uit ervaringen uit de voorgaande jaren weten wij ongeveer hoeveel wij binnenkrijgen. Uit ervaring is ook gebleken dat hoe dichter bij de ramadan, hoe duurder het voedsel; marktwerking. Wij kopen voedsel ruim van te voren. Dat budget dus gebaseerd op voorgaande jaren maar ook op schattingen.’ De voedselpakketten worden dus gefinancierd uit een reservepot. Het geld wat binnenkomt uit de ramadanactie wordt dan weer terug gestopt in de reservepot. Ze zien snel of de prognose gehaald gaat worden en zo niet, dan: ‘Als we zien dat wij meer gaan binnenhalen, dan vragen wij aan onze veldkantoren om extra te kopen ook al is het duurder want het geld is binnen. Hebben wij meer gekocht dan dat we binnenkrijgen, dan gaat het van de algemene gelden en dat is ook prima want dat geld is toch bedoelt voor de armen. Zo werkt dat. Om te voorkomen dat we het na de ramadan uitgeven.’ Tevens is het vraagstuk of men lokaal of over de grenzen zakat moet geven tijdens de interviews behandeld. Islamitische geleerden pleiten veelal voor het lokaal besteden van zakat, zelfs in de westerse context. Geen van de geïnterviewden lijkt het hier mee eens te zijn. Guled zegt bijvoorbeeld: ‘Armoede hier is niet te vergelijken met armoede daar. De keuze is dus heel makkelijk. Je moet het daar geven, is veel erger daar.’ De anderen dragen hetzelfde argument aan. Bouchallikh geeft aanvullend aan: ‘En bovendien de wereld is klein geworden. Met moderne technologieën kun je duizenden euro’s in twee minuten overmaken naar een ander continent. Wat is nu een grens? Wat is naast? Ik kan nu naar Marokko bellen en kijken naar de foto van degene die ik bel. Ik kan op internet geld geven aan iemand in Afrika. Die grenzen zijn niet meer bepalend voor je zakat. Dat is logisch. Wij houden aan die regel vast. Nederland heeft een systeem, als je geen baan hebt krijg je een uitkering. Laten we het geld geven aan degenen die geen systeem hebben, droogte hebben, geen eten.’ Sonlu komt bovendien met de opmerking dat het niet eerlijk zou zijn: ‘En niet iedereen moet zakat betalen. Alleen moslims moeten dat betalen, dus dat is niet eerlijk.’ Bovendien, wanneer mensen hier geen arme familie of naasten hebben, dan is er ook een probleem, stelt Sonlu vast. Want: ‘Omdat in die omgeving bij familie geen arme mensen zijn, of hij moet naar Turkije gaan als hij daar familie heeft, of zelf naar Palestina of Soedan gaan om direct aan die armen te geven. Dat kost tijd, dat kost geld dat is bijna onmogelijk. Daarom vind ik dat wij een goede functie doen. Wij doen goede functioneren voor die zakat of andere donaties vind ik. Als wij niet daar zijn, zij hebben hulp nodig om het aan die behoeftigen te kunnen geven. Wij moeten daarom nog bestaan.’ Güngör zegt ten slotte dat deze regel voor individuen geldt: ‘Wat wij doen is institutioneel en niet per persoon. Eerder per groep. Het is in de Koran inderdaad aanbevolen om eerst je naasten te helpen. Wij doen wel aan bewustwording hier in Nederland.’ Ten slotte pleit Guled voor een overkoepelende organisatie van moslims hulporganisaties. Een groot moslimcollectief, die de heterogeniteit van de islam overstijgt: ‘Wat
65
ik graag wil zien, is een overkoepelende organisatie, een groepenoverstijgende organisatie. Een groot moslimcollectief. SMHO kan dat worden. Ook dat zakat meer bekendheid krijgt onder Nederlanders.’ 6.4 Zakat en een Turkse zakat chain In de voorgaande paragrafen is iedere schakel van de Turkse zakat chain uitgebreid maar apart behandeld. Duidelijk is geworden hoe moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties omgaan met zakat. Er is echter nog geen totaalbeeld gegeven, iets wat dit onderzoek wel poogt te doen. De uitvoering van zakat in een hele Turkse zakat chain wordt immers onderzocht. In deze laatste paragraaf wordt daarom de situatie per deelvraag bekeken. 6.4.1 Interpretatie van zakat in een Turkse zakat chain Alle respondenten die in dit onderzoek centraal staan, dus ook de moskeebestuurders en de werknemers van de islamitische ontwikkelingsorganisaties, zijn moslim. Alle respondenten zien zakat voornamelijk als een religieuze belasting. Het is een verplichting die dwingt tot liefdadigheid naar de medemens en beloning van God in het hiernamaals zal opleveren. De respondenten nemen zakat erg serieus, zo geeft de meerderheid tijdens het interview aan dat als iedereen zakat zou betalen er geen armoede in de wereld meer zou zijn. Er bestaat onder de moslims, die de eerste schakel omvatten, echter wel onenigheid over wanneer de zakat al-mal betaald dient te worden. Een respondent is van mening dat ook de zakat al-mal tijdens de ramadan betaald moest worden, maar de overige respondenten denken dat dit op meerdere momenten in het jaar mogelijk is. De respondenten zien zakat wel een individuele verplichting. Dit is ook de reden dat de moskeebestuurders zich niet actiever met de inzameling en distributie van zakat bezighouden, zij zien zakat als de verantwoordelijkheid van een individuele moslim. Desalniettemin zou zakat in Nederland best meer bekendheid mogen genereren, aldus twee respondenten. Zij noemen het slechte imago van de islam in Nederland. Zakat zien zij als een manier om een positiever beeld te kunnen bewerkstelligen. Een van de respondenten pleit daarom voor een overkoepelende organisatie, die ervoor zorgt dat zakat meer bekendheid onder Nederlanders genereert. De andere respondent pleit voor een actievere deelname van moskeeën in de inzameling en distributie van zakat. De meeste Nederlanders weten namelijk niet wat zakat inhoudt, dus wanneer er meer duidelijkheid over wordt gegeven vanuit moskeeën en de moslimgemeenschap, dan zou dat een beter beeld moeten geven van moslims. Ten slotte de interpretatie van zakat onder islamitische ontwikkelingsorganisaties. In deze schakel lopen de meningen uiteen wat betreft degenen die recht hebben op zakat. Twee organisaties houden zich grotendeels aan de acht groepen die in de Koran worden genoemd. De andere twee leven andere maatstaven na. De organisaties zijn wel eensgezind over het vraagstuk of zakat lokaal of over de grenzen gegeven moet worden. Zij vinden dat de armoede hier in Nederland niet te vergelijken is met die in ontwikkelingslanden. Bovendien is de wereld dankzij globalisering veel kleiner geworden. Daarom pleiten zij voor het over de grenzen geven van zakat. 6.4.2 Realisatie van zakat in een Turkse zakat chain De realisatie van zakat in een zakat chain begint bij de moslim. De drie respondenten betalen allen zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. Er is echter een groot verschil kenbaar in aan wie de respondenten de zakat al-mal schenken en aan wie de zakat al-fitr. De zakat al-mal wordt door
66
alle respondenten alleen aan familie en kennissen in Turkije gegeven. De respondenten zijn van mening dat familieleden in Nederland zich niet kwalificeren voor het ontvangen van zakat, omdat zij te welvarend zijn. De respondenten geven de zakat al-mal persoonlijk en geven deze in goed vertrouwen zonder na te gaan of de ontvanger het wel goed besteed. Wat betreft zakat alfitr zijn de respondenten wel geneigd om deze aan moskeeën of ontwikkelingsorganisaties te geven. De volgende schakel in de zakat chain betreft de moskee. De drie moskeeën die in dit onderzoek centraal staan bemoeien zich niet nadrukkelijk met het inzamelen of distribueren van zakat, zij vinden het een individuele verantwoordelijkheid. De moskeeën houden zich alleen bezig met het inzamelen van de zakat al-fitr tijdens de ramadan. De ingezamelde zakat wordt overgemaakt naar het overkoepelende orgaan van de Diyanet, de Islamitische Stichting Nederland in Den Haag. Dit is typerend voor Diyanet moskeeën. Het ISN maakt het vervolgens over naar Turkije. De zakat wordt deels verdeeld onder behoeftigen in Turkije. Maar wanneer zich natuurrampen of andere catastrofes voortdoen, wordt er een speciale actie opgezet vanuit de Diyanet. Dit jaar gaan de opbrengsten uit de zakat al-fitr bijvoorbeeld deels naar Pakistan, waar men nog steeds lijdt onder de gevolgen van de watersnoodramp van 2010, maar het overgrote deel zal naar de Hoorn van Afrika gaan. Moslims betalen hun zakat al-fitr echter ook aan islamitische ontwikkelingsorganisaties. De islamitische ontwikkelingsorganisaties vormen de laatste schakel. Drie van de onderzochte organisaties krijgen voornamelijk zakat al-fitr binnen, maar donaties zijn bij hen voornamelijk gebaseerd op sadaqah. Een organisatie kreeg voornamelijk zakat al-mal binnen. De zakat al-fitr wordt meestal uitgegeven aan andere doeleinden dan de zakat al-mal. De opbrengsten uit zakat al-fitr worden namelijk doorgaans gebruikt voor korte termijn projecten. De zakat al-mal gebruiken zij voor duurzame projecten. 6.4.3 Zakatstromen in Nederland De derde en laatste deelvraag gaat in op hoe de zakatstromen lopen in de Turkse zakat chain. In de voorgaande paragraaf is uiteengezet hoe zakat in een Turkse zakat chain gerealiseerd wordt. Daarbij is van belang aan wie moslims hun zakat geven en wat de actoren vervolgens met de zakat doen. Omdat de moslims die in dit onderzoek centraal staan, hun zakat al-mal allen volledig aan familie en kennissen in Turkije geven, zijn de zakatstromen als volgt visueel weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 3: Zakat in een Turkse zakat chain
67
7.
Conclusie
Aanleiding voor dit verkennende onderzoek was dat er nog nauwelijks onderzoek is gedaan naar hoe een islamitisch concept als zakat werkt in een niet-islamitische context. Dit onderzoek heeft inzicht geprobeerd te krijgen in hoe een Turkse zakat chain in Nederland werkt, hoe de zakat stromen lopen en welke actoren hierbij zijn betrokken. De hoofdvraag die daarbij werd gesteld is: ‘Hoe wordt zakat in een Turkse zakat chain in Nederland uitgevoerd?’ Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er drie deelvragen opgesteld. Door middel van literatuuronderzoek en diepte-interviews is geprobeerd op deze vragen antwoord te geven. In dit hoofdstuk zullen de meest opvallende uitkomsten van dit onderzoek uiteengezet worden. De resultaten worden gekoppeld aan het wetenschappelijke kader, beschreven in de hoofdstukken 2, 3 en 4. Er zal worden gekeken of de resultaten overeenkomsten vertonen met de literatuur of juist nergens voorkomen. Voor de meest opvallende resultaten zullen verklaringen worden gegeven. Door middel van een koppeling tussen het wetenschappelijke kader en de resultaten, schets de conclusie dus een helder en kritisch beeld van de uitkomsten van dit onderzoek. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een beknopte beantwoording van de hoofd- en deelvragen. 7.1 Zakat; het is niet zwart-wit Het wetenschappelijke kader van dit onderzoek, heeft uitgebreid aandacht gegeven aan de soorten vermogen die als zakat opgegeven kunnen worden, wie de zakat moet betalen en aan wie zakat gegeven moet worden. Ook is er een onderscheid gemaakt tussen twee soorten zakat: de zakat al-mal en de zakat al-fitr. Zakat al-mal is een religieuze belasting van 2,5 procent over het vermogen die, verplicht is voor iedere moslim die de puberteit heeft bereikt, van gezond verstand is, in vrijheid leeft en wiens vermogen boven de nisab uitkomt. Zakat al-fitr is echter een vast bedrag dat tijdens de ramadan wordt betaald. Dit bedrag is in Nederland vastgesteld op tien euro. Het bedrag voor de zakat al-fitr is dus veel lager dan dat voor de zakat al-mal. Voor zakat al-fitr gelden dezelfde regels als voor zakat al-mal. Er bestaat geen goede documentatie van de bedragen die door zakat rondgaan. Dit is een groot gemis. Ook uit de resultaten wordt niet duidelijk hoeveel de respondenten precies geven. Wel is duidelijk geworden dat de moslims die meededen aan dit onderzoek betaalden allen beide soorten zakat. Toch is er geen aanzienlijk verschil in aan wie zij zakat al-mal betalen en aan wie zakat al-fitr. De respondenten geven hun zakat al-mal namelijk alleen aan familie en kennissen in Turkije. De zakat al-fitr geven zij aan moskeeën en ontwikkelingsorganisaties. De resultaten noemen een aantal mogelijke oorzaken voor dit onderscheid; zo is het bedrag voor de zakat al-fitr aanzienlijk lager dan dat van de zakat al-mal. Daarnaast wordt in de Koran aangeraden om zakat eerst aan familie te geven en dan aan kennissen. Wat eventueel over is mag aan derden gegeven worden. De respondenten hebben simpelweg genoeg mensen aan wie ze zakat kunnen geven in hun familie- of kennissenkring. Alleen moslims die niemand in hun familie- of kennissenkring hebben om zakat aan te geven, geven het aan de moskee of aan organisaties. Een dergelijk geval zat echter niet tussen de deelnemers aan dit onderzoek. De resultaten laten een zwart-wit situatie zien; zakat al-mal gaat naar familie en kennissen in Turkije, zakat al-fitr naar moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties. Er is echter voorzichtigheid gebaat bij deze uitspraak. Deze uitkomst is namelijk gebaseerd op basis van interviews met drie respondenten. Dit is niet voldoende om uitspraken over een populatie te kunnen maken. Bovendien halen de respondenten personen aan die zij kennen die wel de zakat
68
al-mal aan moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties geven. De zwart-wit uitkomst van dit onderzoek moet daarom in het juiste perspectief gezien worden. 7.2 De schakels van een zakat chain In dit onderzoek staat een Turkse zakat chain centraal. De schakels die hiervoor worden onderzocht zijn: moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties. In de literatuur worden een aantal kanalen genoemd die de inzameling en distributie van zakat organiseren. Gelden deze kanalen ook in de praktijk? Komen zij overeen met de schakels uit de zakat chain, of zijn er nog andere schakels? Uit de literatuur is gebleken dat er in het Westen, waar een moslimminderheid leeft, geen door de overheid georganiseerde inzameling en distributie van zakat bestaat. Hierdoor wordt het betalen van zakat een niet gereguleerde privéaangelegenheid. Zakat is dan ook iets tussen God en het individu. Moslims betalen de zakat immers om zegen van God te verkrijgen. Met het betalen zuiveren zij zichzelf en jagen zij een eeuwig geluk na. Dit komt ook sterk naar voren uit de resultaten. De moslims uit dit onderzoek erkennen zakat als een individuele verplichting. Daarnaast zien de respondenten het betalen van zakat als een manier om een plek in het hiernamaals te verkrijgen. De literatuur verwijt moslims in het Westen dat zij niet goed weten hoe zij met zakat om moeten gaan. Dit wordt niet ondersteund door de resultaten van dit onderzoek. Alle respondenten nemen niet alleen hun verplichting tot het betalen van zakat erg serieus, zij zijn ook goed op de hoogte van de religieuze regelgeving omtrent zakat. In het Westen bestaat er dus geen door de overheid georganiseerde inzameling en distributie van zakat. De inzameling en distributie van zakat in het Westen verschilt daarmee wezenlijk van de praktijk in islamitische landen. De zakat wordt in het Westen via andere kanalen betaald. Volgens de literatuur is in het Westen de moskee het voornaamste instituut voor het inzamelen en distribueren van zakat. Deze aanname wordt tegengesproken door de resultaten van dit onderzoek. De moslims die in dit onderzoek centraal staan, betalen alleen zakat al-fitr aan moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties. Bovendien spelen de Diyanet moskeeën geen belangrijke rol in het inzamelen en distribueren van zakat. De moskeebestuurders vinden zakat een individuele verantwoordelijkheid. De literatuur stelt vervolgens dat moskeeën zich geen raad weten met de opbrengsten uit de zakat en dit aan de verkeerde doeleinden besteden, zoals de financiering van moskeeën in plaats van het ondersteunen van de armen. Dit komt ook niet overeen met de resultaten van dit onderzoek. De moskeebestuurders die voor dit onderzoek zijn geïnterviewd waren namelijk allen juist stellig dat zakat niet aan moskeeën uitgegeven mocht worden, maar ten goede moest komen van de armen. Deze houding betekent echter niet dat de moskeebestuurders zich actief mengen in het inzamelen en distribueren van zakat. Daarnaast hebben zij, voor de zakat die zij wel binnenkrijgen, duidelijke instructies vanuit het overkoepelende orgaan, het ISN, in Den Haag. Er wordt daarmee niet achteloos met het geld omgegaan. De particuliere betalingen naar familie en bekenden in het land van herkomst zijn volgens de literatuur in het kader van zakat dan ook van groot belang. Onder de respondenten lijkt dit niet te spelen. In ieder geval niet via de meest gebruikte wegen zoals MoneyGram of Western Union. Slechts een respondent refereert hiernaar en zegt hier geen gebruik van te maken, omdat er winst wordt gemaakt op haar transactie. Dat is haram. Islamitische ontwikkelingsorganisaties worden door de literatuur ook geïdentificeerd als belangrijk instituten voor moslims om de zakat aan te betalen. In de Koran worden acht groepen
69
aangewezen die het recht hebben om zakat te ontvangen. De derde categorie ‘zij die ermee belast zijn’ omvat de degenen die de zakat innen. Eigenlijk vervalt deze groep in de moderne tijd omdat de zakat niet meer door ambtenaren wordt geïnd. Volgens de literatuur worden hier echter ook de moderne ontwikkelingsorganisaties onder geschaard. De respondenten beamen dit. De literatuur wijst verder op het gegeven dat moderne islamitische ontwikkelingsorganisaties zich nadrukkelijk richten op het inzamelen en distribueren van zakat. Dit is voor de organisaties die in dit onderzoek centraal staan echter niet overtuigend het geval. De vier organisaties krijgen namelijk bovenal sadaqah binnen. De rol die zakat speelt bij de vier ondervraagde organisaties verschilt; Drie van de onderzochte organisaties krijgen voornamelijk zakat al-fitr binnen en slechts een organisatie kreeg voornamelijk zakat al-mal binnen. Deze organisatie is Islamic Relief Nederland. Het wordt uit de interviews niet duidelijk waarom juist deze organisatie wel veel zakat al-mal binnenkrijgt. Een oorzaak zou kunnen zijn dat zij de grootste en meest bekende islamitische ontwikkelingsorganisatie zijn in Nederland. Toch kan het zo zijn dat ook de andere organisaties meer zakat ontvangen, maar zich daar niet bewust van zijn. Een van de kenmerken van zakat is immers dat de gift niet opzichtig gegeven mag worden. Zakat is iets tussen het individu en God. Daarom specificeren donateurs niet altijd of het om zakat, om sadaqah of een andere donatie gaat. Het gevolg hiervan is dat het geld niet in het juiste daarvoor aangewezen potje komt en daardoor niet altijd aan de juiste doeleinden wordt besteed; Zakat al-fitr hoort namelijk ten goede te komen aan korte termijn projecten zoals voedselpakketten en speelgoed voor kinderen en zakat al-mal aan langere termijn projecten zoals gezondheid of educatie. Het algemene potje kan aan overige projecten ten goede komen. In de literatuur komen nog twee nieuwe inzamelingskanalen naar voren. Zo wordt eenmalig de islamitische school als inzamelingskanaal genoemd. De SMHO maakt komend jaar voor het eerst gebruik van een samenwerking met een school. De organisatie geeft dan informatieve bijeenkomsten op de school en de kinderen zamelen donaties in bij ouders, familie en kennissen. De vraag is echter of er onder deze donaties ook zakat zal zitten en het niet alleen sadaqah betreft. Verder betreft de islamitische school een inzamelingskanaal en niet een distributiekanaal en gaat de inzameling in samenwerking met een ontwikkelingsorganisatie. De islamitische school is daarmee waarschijnlijk geen op zichzelf staand kanaal in Nederland die de inzameling en distributie van zakat mogelijk maakt. Opvallend gegeven uit de literatuur is dat het ‘Geven in Nederland 2009’ onderzoek aangeeft dat 50 procent van de Turken donaties geeft via de huis-aan-huis collecte. Helaas wordt in dit onderzoek niet gespecificeerd of hier ook zakat onder valt en of islamitische ontwikkelingsorganisaties of levensbeschouwelijke instellingen ook langs de deuren komen. Dat zou namelijk betekenen dat de collecte langs de deuren ook een inzamelingskanaal van zakat zou kunnen zijn, iets waar de wetenschappelijke literatuur nog geen aandacht aan heeft geschonken. De huis-aan-huiscollecte wordt echter slechts door Kudüs Vakfi als middel ingezet om geld in te zamelen. De andere organisaties maken hier geen gebruik van. De resultaten geven geen verklaring voor dit verschil. Waarschijnlijk is huis-aan-huis collecte een te tijdrovend middel dat veel mankracht vereist en niet genoeg oplevert. Omdat de zakat al-mal een percentage van het vermogen betreft, gaat het meestal om aanzienlijke bedragen en is het niet waarschijnlijk dat dit aan een collecte meegegeven zal worden. Het is daarom aannemelijk dat de huis-aan-huiscollecte vooral sadaqah betreft. Concluderend kan gesteld worden dat moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties de meest toonaangevende actoren in een zakat chain zijn. Andere
70
kanalen die door de literatuur worden aangestipt, blijken nauwelijks van toepassing in de Turkse zakat chain die in dit onderzoek centraal staat. 7.3 Normen en waarden Islamitische ontwikkelingsorganisaties onderscheiden zich op een aantal punten van westerse ontwikkelingsorganisaties. Zo opereren zij volgens de islamitische normen en waarden en de referentie naar islamitische religieuze bronnen zoals de Koran en hadith, maken gebruik van visuele islamitische referenties in logo’s en hebben zij een focus op vluchtelingen, weeskinderen en waterprojecten. De islamitische ontwikkelingsorganisaties die in dit onderzoek centraal stonden, noemen zichzelf geen islamitische ontwikkelingsorganisatie, maar identificeren zichzelf als humanitaire hulporganisaties met islamitische normen en waarden. Toch passen zij in de praktijk goed in het profiel van een islamitische ontwikkelingsorganisatie zoals hierboven geschetst. Twee van de organisaties maken bijvoorbeeld gebruik van visuele islamitische referenties in het logo; enerzijds minaretten en anderzijds de Rotskoepelmoskee. Drie van de organisaties richten zich specifiek op de acht groepen die in de Koran worden aangewezen als zakatgerechtigd. En alle organisaties concentreren zich op het inzamelen en distribueren van zakat of sadaqah. Het is daarom opvallend dat de organisaties zichzelf geen islamitische ontwikkelingsorganisatie noemen. De respondenten noemen in respons dat zij geen missionaire organisatie zijn en dat zij hulp geven aan iedereen, ongeacht religie, geslacht of afkomst. Wellicht hebben deze verklaringen te maken met de vooroordelen waar islamitische ontwikkelingsorganisaties mee te kampen hebben en is het niet goed om zich te profileren als islamitisch. De literatuur spreekt namelijk over een slechte reputatie van islamitische ontwikkelingsorganisaties. Zo zouden zij paternalistisch, traditioneel en ondeskundig zijn. Moslims hebben daarnaast een gebrek aan vertrouwen in islamitische ontwikkelingsorganisaties. Moslims overhandigen daarom liever zelf zakat aan bekenden dan aan organisaties. Ook onder de respondenten van de verschillende schakels wordt een gebrek aan vertrouwen in instanties aangehaald. Dit is zelfs een van de redenen dat de respondenten, die in dit onderzoek centraal staan, hun zakat al-mal niet aan organisaties wensen te geven. Wanneer de respondenten zakat aan familie en kennissen geven, hebben zij er vertrouwen in dat het geld goed besteed is. Zakat betreft een aanzienlijk bedrag en de respondenten willen allen graag zien dat hun zakat goed terecht komt. De slechte reputatie die islamitische ontwikkelingsorganisaties hebben en het gebrek aan vertrouwen van moslims, zou de reden kunnen zijn waarom de organisaties in dit onderzoek zich niet graag profileren als islamitisch. 7.4 Zakat geven; grenzen vervagen Islamitische geleerden pleiten voor het lokaal besteden van zakat, zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. Het gebied waar de zakat gedistribueerd moet worden mag niet verder reiken dan 82 kilometer. Pas wanneer alle behoeften van de lokale armen zijn bevredigd, of in uitzonderlijke gevallen van natuurrampen of oorlogen, mag de zakat in andere gebieden besteed worden. Er wordt in de literatuur zelfs gepleit voor het lokaal besteden van zakat voor moslims die in het Westen wonen. Dit vraagstuk is aan de islamitische ontwikkelingsorganisaties voorgelegd. Zij zijn het hier niet mee eens. Als motivatie voor hun standpunt noemen zij dat armoede hier in Nederland niet te vergelijken is met de armoede in ontwikkelingslanden. In Nederland krijgen armen hulp door middel van een uitkering en hebben armen mogelijkheden. Dit in tegenstelling tot de armen in ontwikkelingslanden waar de situatie vaak uitzichtloos is. Een ander argument
71
dat zij noemen is dat de wereld als gevolg van globalisatie steeds kleiner is geworden waardoor grenzen vervagen. Misschien is het standpunt van de organisaties tegen het lokaal besteden van zakat een kwestie van de eigen glazen ingooien. Immers wanneer zij pleiten voor het lokaal besteden van zakat in het Westen, lopen zij een groot deel van de inkomsten mis. Het lijkt er echter meer op alsof zij aan de kant van Jonathan Benthall staan. Hij beschrijft een ‘liberalisatie’ die gaande is. Door de groei van de massamedia en het aantal ontwikkelingsorganisaties, wordt het wereldbeeld steeds breder en wordt zakat steeds vaker gespendeerd in de gebieden waar de hulp het hardst nodig is. 7.5 Het zwarte schaap Iets waar in het wetenschappelijke kader geen aandacht aan is gegeven, maar iets wat wel door verscheidene respondenten wordt aangestipt is de reputatie van de islam in Nederland. Zij spreken hun zorgen uit over het slechte beeld dat in Nederland bestaat van de islam, terwijl zij vinden dat de islam vele goede dingen te bieden heeft. Twee respondenten zien in zakat een manier om de reputatie van de islam op te vijzelen. Want, doordat de zakat direct wordt gegeven aan arme personen of aan een moskee, zien Nederlanders deze vorm van liefdadigheid niet. Dus moet er bekend worden gemaakt waar de zakat heen is gegaan, zo gaan Nederlanders misschien positiever over moslims denken. Deze respondenten pleiten voor een overkoepelende moslimhulporganisatie. Een collectief van moslims dat ervoor zorgt dat zakat meer bekendheid krijgt onder Nederlanders. Ook wordt er gepleit voor een grotere rol voor de Diyanet moskeeën. De Diyanet moskeeën zouden zelf de zakat in Nederland moeten gaan verzamelen en vervolgens bepalen waar de zakat heen gaat. Deze respondenten noemen een goed punt. Echter, om dit te bereiken moet er een centraal beleid komen en daar is een centraal gezag voor nodig. Het is daarom de grote vraag of iemand opstaat om deze taak op zich te nemen en of de heterogene islam te binden is onder een instituut. 7.6 Beantwoording hoofd- en deelvragen In bovenstaande paragrafen is een kritische beschouwing gegeven van de meest opvallende resultaten van dit onderzoek. In deze laatste paragraaf zal stapsgewijs antwoord worden gegeven op de deelvraag om ten slotte de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Deelvraag 1: Hoe wordt zakat geïnterpreteerd door de verschillende actoren in een Turkse zakat chain in Nederland? Zakat wordt voornamelijk als een religieuze belasting gezien. Het is een verplichting die dwingt tot liefdadigheid naar de medemens en beloning van God in het hiernamaals zal opleveren. De verplichting tot het betalen van zakat wordt erg serieus genomen, maar wordt wel als een individuele verplichting gezien. Dit komt ook voort uit het feit dat er in de westerse context van Nederland geen overheidsbemoeienis is met betrekking tot het inzamelen en distribueren van zakat. Omdat moslims in Nederland een minderheid vormen, is een regulering van zakat vanuit de overheid niet mogelijk. Zakat wordt daarnaast ook genoemd als een manier om een positiever beeld van de islam te kunnen bewerkstelligen. De meeste Nederlanders weten namelijk niet wat zakat inhoudt, dus wanneer er meer duidelijkheid over wordt gegeven vanuit moskeeën en de moslimgemeenschap, dan zou er een beter beeld moeten ontstaan van moslims en de islam.
72
Deelvraag 2: Hoe wordt zakat gerealiseerd in een Turkse zakat chain in Nederland? De realisatie van zakat in een zakat chain begint bij de moslim. Zij betalen zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. De zakat al-mal wordt alleen aan familie en kennissen in Turkije gegeven en de zakat al-fitr aan moskeeën of ontwikkelingsorganisaties. De volgende schakel in de zakat chain is de moskee. De Diyanet moskeeën bemoeien zich niet nadrukkelijk met het inzamelen of distribueren van zakat, zij vinden het namelijk een individuele verantwoordelijkheid. De moskeeën houden zich alleen bezig met het inzamelen van de zakat al-fitr tijdens de ramadan. De ingezamelde zakat wordt overgemaakt naar het overkoepelende orgaan van de Diyanet, de Islamitische Stichting Nederland in Den Haag. Dit is typerend voor Diyanet moskeeën. De zakat wordt verdeeld onder behoeftigen in Turkije of in plaatsen waar natuurrampen of andere catastrofes zich hebben voorgedaan. De laatste schakel betreft de islamitische ontwikkelingsorganisatie. Zij krijgen in orde van grootte sadaqah, zakat al-fitr en zakat al-mal binnen. De zakat al-fitr wordt meestal uitgegeven aan andere doeleinden dan de zakat al-mal. De opbrengsten uit zakat al-fitr worden namelijk doorgaans gebruikt voor korte termijn projecten. Dit jaar gaat de zakat al-fitr voor het overgrote deel naar de hongersnood in de Hoorn van Afrika. De opbrengsten uit zakat al-mal wordt gebruikt voor duurzame projecten. Deelvraag 3: Hoe lopen de zakatstromen in Nederland? Deelvraag 2 maakt duidelijk hoe de zakatstromen voor de Turkse zakat chain, die in dit onderzoek centraal staat, lopen. Het zegt echter weinig over hoe de zakatstromen in Nederland lopen, omdat dit kan verschillen per nationaliteit of islamitische stroming. Zoals in paragraaf 7.1 is aangegeven is de werkelijkheid niet zo zwart-wit dat moslims zakat al-mal aan familie en kennissen in Turkije geven en zakat al-fitr aan moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties. Daarnaast is de Diyanet bepalend in hoe de zakat in moskeeën wordt ingezameld en gedistribueerd. Een andere Turkse islamitische stroming, laat waarschijnlijk een heel ander beeld zien. Wel zijn de belangrijkste actoren in een zakat chain in Nederland geïdentificeerd. Zij zijn: moslims, moskeeën, islamitische ontwikkelingsorganisaties en overkoepelende organisaties. Op basis van deze resultaten is het mogelijk de hoofdvraag te beantwoorden: Hoe wordt zakat in een Turkse zakat chain in Nederland uitgevoerd? Zakat wordt gezien als een religieuze belasting en als een verplichte liefdadigheid. Het betalen van zakat levert beloning van God in het hiernamaals op. De verplichting tot het betalen van zakat wordt erg serieus genomen, maar wordt wel als een individuele verplichting gezien. Moslims betalen zowel zakat al-mal als zakat al-fitr. De zakat al-mal wordt alleen aan familie en kennissen in Turkije gegeven en de zakat alfitr aan moskeeën of ontwikkelingsorganisaties. De Diyanet moskeeën bemoeien zich niet nadrukkelijk met het inzamelen of distribueren van zakat. Zij ontvangen voornamelijk zakat alfitr. De ingezamelde zakat wordt overgemaakt naar het overkoepelende orgaan van de Diyanet in Den Haag. Islamitische ontwikkelingsorganisaties krijgen voornamelijk sadaqah binnen. Van de zakat die zij ontvangen, gaan de opbrengsten uit zakat al-fitr naar korte termijn projecten en die uit zakat al-mal naar duurzame projecten. In grote televisieshows vragen Bekende Nederlanders om aandacht voor slachtoffers van natuurrampen. Dramatische beelden tonen de ravage in Haïti na de aardbeving of weggevaagde dorpen na de tsunami van 2004. Het geven van donaties worden aangemoedigd en wanneer er
73
grote bedragen binnenkomen worden deze door de studio geroepen. Nederlanders geven wat dat betreft opzichtig aan goede doelen. Dit is iets wat totaal tegenover de islamitische manier van geven staat; Moslims geven heel bescheiden hun zakat, er mag niet over opgeschept worden. Zakat heeft daarmee een dubbele kant. Zakat is iets tussen de moslim en God, maar het zou tegelijkertijd een goed middel kunnen zijn om een beter beeld van de islam in Nederland te genereren. Er liggen daarom grote uitdagingen op het vlak van de inzameling en distributie van zakat in Nederland.
74
8.
Discussie
Dit onderzoek heeft antwoord gegeven op de vraag hoe zakat in een Turkse zakat chain in Nederland wordt uitgevoerd. Aan de hand van literatuuronderzoek en diepte-interviews is er meer inzicht verkregen in de inzameling en distributie van zakat in Nederland. Bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek zijn een aantal zaken van belang; de betrouwbaarheid van de uitkomsten, de representativiteit van het onderzoek en de betekenis van de uitkomsten. Zoals bij elk onderzoek zijn er een aantal kanttekeningen te maken, die het onderzoek in het juiste perspectief moeten plaatsten. Ten eerste de representativiteit van het onderzoek. De resultaten in dit onderzoek zijn verkregen op basis van tien semigestructureerde interviews. Ook al zijn tien interviews niet representatief zijn voor een gehele populatie, de kwaliteit van de interviews was hoog. Er is uit ieder gesprek voldoende en waardevolle informatie gehaald voor een goede basis van de resultaten. Verder was er tijdens de interviews al snel sprake van een ‘theoretische verzadiging.’ Toch dient er rekening gehouden te worden met een verdraaiing van de werkelijkheid. De moslims die centraal stonden gaan natuurlijk niet van zichzelf zeggen dat zij zich niet aan hun religieuze verplichting houden. Daarnaast is er nog een kanttekening te plaatsen. De tien respondenten zijn onderverdeeld in drie de schakels, namelijk moslims, moskeeën en islamitische ontwikkelingsorganisaties en belichten daarmee ieder een geheel ander perspectief. Per schakel zijn er dus slechts drie á vier respondenten geïnterviewd en daarmee is het empirische deel van dit onderzoek beperkt. Een omvangrijker onderzoek, met meer respondenten per schakel, biedt de mogelijkheid tot het trekken van stelligere conclusies. Ten tweede staat er in dit onderzoek een Turkse zakat chain centraal, waarbij de focus wordt gelegd op de Diyanet. Echter, niet iedereen in de onderzochte zakat chain heeft een Turkse achtergrond. Dit geldt alleen voor twee islamitische ontwikkelingsorganisaties die centraal stonden: Islamic Relief Nederland en stichting Nedsom. Zoals in hoofdstuk 5 aangegeven is de keuze op toch op deze organisaties gevallen om twee redenen: Enerzijds is Islamic Relief Nederland de grootste islamitische ontwikkelingsorganisatie in Nederland en is daarmee een belangrijke speler. Bovendien ontvangen zij fondsen van moslims afkomstig uit alle windstreken en zo ook Turken. Anderzijds is voor stichting Nedsom gekozen omdat zij ook van Turken geld ontvangen en daarnaast samenwerken met de SMHO, een Turkse organisatie. Ondanks deze uitleg dient er toch voorzichtig gekeken naar de uitspraken die worden gedaan over een ‘Turkse’ zakat chain. Ten derde moet het spreken van de Nederlandse taal aangekaart worden. Alle respondenten leefden al enige tijd in Nederland. Er was een respondent die nog maar zes jaar in Nederland woonde. Hoewel iedere respondent zich goed verstaanbaar kon maken in het Nederlands, kan het zijn dat door het spreken van een vreemde taal er bij enkele respondenten toch onjuistheden ingeslopen zijn en zich in hun moedertaal op een andere wijze hadden uitgedrukt. Ten slotte is het een gemis dat de Islamitische Stichting Nederland in dit onderzoek niet is meegenomen. Gezien de moskeeën de opbrengsten uit de zakat naar het ISN overmaken, hadden zij licht kunnen laten schijnen op de keuzes die vanuit de Diyanet worden gemaakt ten opzichte van zakat. De invloed van de Diyanet op het inzamelen en distribueren van zakat via de moskeeën is namelijk groot. Wanneer de focus van dit onderzoek op een andere Turkse islamitische stroming had gelegen, had de zakat chain er wellicht anders uitgezien.
75
Aanbevelingen Op basis van de resultaten uit dit onderzoek kunnen er een aantal aanbevelingen gegeven worden die van nut kunnen zijn voor toekomstig onderzoek. -
De resultaten laten een zwart-wit situatie zien wat betreft zakat al-mal en zakat al-fitr. Zakat al-mal gaat naar familie en kennissen in Turkije, zakat al-fitr naar moskeeën of islamitische ontwikkelingsorganisaties. Duidelijk is geworden dat dit beeld in de werkelijkheid niet zo zwart-wit zal zijn, de respondenten haalden immers andere personen aan die wel zakat al-mal aan de moskee of islamitische ontwikkelingsorganisaties gaven. Daarom is het interessant om in toekomstig onderzoek aandacht te geven aan deze, in dit onderzoek onderbelichte, groep moslims.
-
De Diyanet is bepalend in hoe de moskeeën met de inzameling en distributie van zakat omgaan. Het is daarom interessant om te kijken hoe andere Turkse islamitische stromingen hier mee omgaan.
-
Ten slotte is het voor toekomstig onderzoek interessant om grotere groepen te onderzoeken eventueel in combinatie met kwantitatief onderzoek. Hierbij kan onderzocht worden welke bedragen er rondgaan door zakat. Zo kunnen er statistische uitspraken gedaan worden.
76
Literatuurlijst
Abdulhadi, N. (1990), The Kuwaiti NGO’s; their role in aid flows to developing countries. Washington: the World Bank Group. Abuarqub, M & I. Phillips (2009), A Brief History of Humanitarianism in the Muslim World. Birmingham: Islamic Relief Worldwide. Ajouaou, M. (2010), Zakat en sadaqah, meer dan een aalmoes. Over structuur en ethische grondslagen van de islamitische armenzorg. In: Sengers. E. & B. Koet (2010), Chesed, caritas, diaconie, zakat; zorg voor de naasten in Jodendom, Christendom en islam. Delft: uitgeverij Eburon. Ajouaou, M. (2011), Mohamed Ajouaou [online] http://www.mohamed-ajouaou.nl/ [Geciteerd 19 juni 2011]. Arnova (2011), Association for Reasearch on Nonprofit Organization and Voluntary Action [online] https://netforum.avectra.com/eweb/DynamicPage.aspx?Site=ARNOVA&WebCode=Awa rdsBook_ [Geciteerd 19 juni 2011]. Babbie, E. (2007), The practice of social research. Belmont: Thomson Wadsworth. Baarda, D. & M. de Goede (2006), Basisboek methoden en technieken; handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Houten: WoltersNoordhoff b.v. Benthall, J. (1993), Financial worship: the Quranic injunction to Almsgiving. The journal of the Royal Anthropological Institute 5, pp.27-42. Benthall, J. & J. Bellion-Jourdan (2003), The Charitable Crescent; politics of aid in the Muslim World. New York: I.B. Tauris & Co Ltd. Benthall, J. (2004), Humanitarianism and Islam after 11 September. HPG report 14, pp. 37-48. Bergsma, M. (2003). Betrouwbaarheid en Validiteit van Kwalitatief georiënteerde Operational Audits: methoden en technieken die de betrouwbaarheid en validiteit van kwalitatief georiënteerde audits waarborgen. Rotterdam: Universiteit Rotterdam. Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek; denken en doen. Amsterdam: Boom onderwijs. Boender, W. (2008), Islamitische hulporganisaties kampen met vooroordelen; nieuwe spelers bij ontwikkelingssamenwerking. ZemZem 2, pp. 111-116. Bruinessen, M. (2007), Development & Islamic Charities. ISIM 20, p.5. Carabain, C. (2009), Geefgedrag van niet-westerse allochtonen. In: T. Schuyt, red., Geven in Nederland 2009; Giften, nalatenschappen, sponsoring en vrijwilligerswerk. Amsterdam: Reed Business bv, pp. 161-175.
77
CBS (2011), Bevolking; generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering [online] http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=0&D3=0 &D4=0&D5=137,232&D6=14&HDR=G2,G3,G4,T&STB=G1,G5&VW=T [Geciteerd 12 juli 2011]. Dean, H. & Z. Khan (1997), Muslim perspectives on welfare. Journal of Social Policy 26, pp. 193-209. Encyclopedia Britannica (2011), Islamic Tax [online] http://www.britannica.com/EBchecked/topic/304125/jizya [Geciteerd 12 april 2011]. Eickelman, D. & A. Salvatore (2002), The public sphere and Muslim identities. European Journal of Sociology XLIII 1, p. 92-115. Faris, N. (1966), The mysteries of almsgiving: A Translation from the Arabic with Notes of the Kitāb Asrār al-Zakāh of Al-Ghazzali's Ihya’ ‘Ulum al-Din. Beirut : American University of Beirut. Farhan, M. (2000), The collection of zakah in Pakistan [online] http://www.islamiq.com/ [Geciteerd 02 juli 2011]. Fatih moskee (2011), Islamitische Stichting Nederland; Fatih Moskee Amsterdam [online] http://www.fatihcamii.nl/nl/ [Geciteerd 25 juli 2011]. Haarmann, U. (1978), Islamic duties in history. The Muslim world 68, pp.1-24. Heelsum A., M. Fennema & J. Tillie (2004), Moslim in Nederland; Islamitische organisaties in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Islam hosting (2011), Ontdek de islam [online] http://www.ontdekislam.nl/islam.php [Geciteerd 05 maart 2011]. Islamic Relief Worldwide(2011 a), Zakat al fitr [online] http://www.islamic-relief.com/zakat/zakfitr.aspx [Geciteerd 21 mei 2011]. Islamic Relief Worldwide(2011 b), What part of my wealth is not zakatable? [online] http://www.islamic-relief.com/zakat/zakintro4.aspx [Geciteerd 21 mei 2011]. Islamic Relief Worldwide(2011 c), Business [online] http://www.islamic-relief.com/zakat/zakintro4.aspx [Geciteerd 21 mei 2011]. Islamic Relief Worldwide(2011 d), Shares [online] http://www.islamic-relief.com/zakat/zakbus4.aspx [Geciteerd 21 mei 2011]. Islamic Relief Worldwide(2011 e), Nisab [online] http://www.islamic-relief.com/zakat/zaknisab2.aspx [Geciteerd 21 mei 2011]. Islamic Relief Nederland (2011), Islamic Relief [online] http://www.islamic-relief.nl/Home.aspx/Index [Geciteerd 19 juni 2011]. Khan, A., I. Tahmazov & M. Abuarqub (2009), Translating faith into development. Birmingham: Islamic Relief Worldwide. Kiar, H. (2009), Religion, redistribution and Poverty Allevation: the case of zakah in Addis Ababa, Ethiopia. Den Haag: International Institute of Social Studies. al-Khayyat, A. (1993), Zakat and its applications and profitable uses. Amman: Ministry of Awaqf and Islamic Affairs.
78
Lancaster University (2005), Perspectives on Moral Economy. Lancaster University: Lancaster. Leemhuis, F. (2007), De Koran. Houten: Uitgeverij Unieboek. Lexicon (2009), Semigestructureerd interview [online]. http://www.leidenuniv.nl/fsw/psychologielexicon/index.php3-c=264.htm [Geciteerd 27 juni 2011]. Maso, I., & Smaling, A. (1998), Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Ministry of Awqaf (2011), Zakah House [online]
http://www.islam.gov.kw/eng/news/details_nd1.php?data_id=15 [Geciteerd 02 juli 2011]. MOA (2010), Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek [online]. http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/digitaal-woordenboek/k/kwalitatief-versuskwantitatief-onderzoek [Geciteerd 27 juni 2011]. Muhammad, O. (2005), The Islamic Verdict on Charity Organisations [online] http://osolihin.files.wordpress.com/2007/05/the-status-of-charity-rganisations.pdf [Geciteerd 11 juli 2011]. Muslim Aid (2011), Muslim Aid FAQ’s [online]
http://www.muslimaid.org/index.php/about-us/faqs [Geciteerd 11 juli 2011]. Nistelrooij,R. (2010), Armoedebestrijding door moskeeën, een verkennend onderzoek. Den Haag: Cordaid. OESO (2011), Glossary of statistical terms; official development assistance [online] http://stats.oecd.org/glossary/detail.asp?ID=6043 [Geciteerd 18 april 2011]. OIC (2011), Organisation of the Islamic Conference [online] http://www.oic-oci.org/page_detail.asp?p_id=52 [Geciteerd 21 april 2011]. Omarali, N & G. Myles (2010), The consequences of zakat for capital accumulation. Journal of Public Economic Theory 12, pp. 837-856. al-Qaradawi, Y. (1994), The law of zakat: comparative study of its modes and philosophy in the light of the Quran and Sunna. Cairo: Librairie Wahiba. Ramadan, T. (2004), Western Muslims and the future of Islam. Oxford: Oxford University Press. Ramadan, T. (2005), One day our poor people will ask [online] http://www.tariqramadan.com/One-day-our-poor-people-will-ask.html [Geciteerd 04 april 2011]. Ramadan, T. (2011), Tariq Ramadan [online] http://www.tariqramadan.com/spip.php?lang=en [Geciteerd 19 juni 2011]. Riddel, R. ( 2007), Does foreign aid really work? New York: Oxford University Press. Singer, A. (2008), Charity in Islamic Societies. New York: Cambridge University Press.
79
Taaladvies (2011), Donatie/dotatie [online] http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/216/ [Geciteerd 12 april 2011]. Sunier, T., N. Landman, H. van der Linden, N. Bilgili & A. Bilgili (2011), Diyanet; the Turkish Directorate for Religious Affairs in a changing environment. Utrecht: Universiteit Utrecht en Amsterdam: Vrije Universiteit. Turkije instituut (2011), Diyanet [online] http://www.turkije-instituut.nl/Diyanet--324/ [Geciteerd 15 juli 2011]. Tripp, C. (2006), Islam and the Moral Economy: The Challenge of Capitalism. Cambridge: Cambridge University Press. Vasi, J. (2008), Environmentalism and Islam: a study of Muslim women in the United States. Michigan: University of Michigan. Veen, R. ten (2009), Charitable giving in Islam. Birmingham: Islamic Relief Worldwide. Ulu moskee (2011), Ulu moskee [online]
http://www.ulumoskee.nl/index.php?option=com_frontpage&Itemid=1 [Geciteerd 25 juli 2011]. United Nations (2011), Indicators of Poverty & Hunger [online] http://www.un.org/esa/socdev/unyin/documents/ydiDavidGordon_poverty.pdf [Geciteerd 14 april 2011]. University College London (2011), Staff Members, Jonathan Benthall [online] http://www.ucl.ac.uk/anthropology/people/visiting_scholars/j_benthall [Geciteerd 19 juni 2011]. Verenigde Naties (2011), De wereld van de VN [online] http://www.dewereldvandevn.nl/de_verenigde_naties/vn_algemeen/vn_algeme en#dossierart83 [Geciteerd 24 april 2011]. Visser, H. (2010), De basisbeginselen van islamitisch financieren en Financieren zonder rente in het jodendom, christendom en de islam. Tilburg: Universiteit van Tilburg. Weiss, H. (2007), Begging and Almsgiving in Ghana; Muslim Positions towards Poverty and Distress. Uppsala: Nordiska Afrikainstitutet. Wit, H. de (2011), Islamitische armoedebestrijding vanuit Nederland; De rol van Marokkaanse, Surinaamse en Turkse moskeebesturen in de uitvoering van zakat. Utrecht: Universiteit Utrecht. Zakatguide (2011), Fatwas of zakat [online]
http://www.zakatguide.org/english/fatwas_zakat_04.html [Geciteerd 02 juli 2011].
80
Bijlage I: De hoogte van zakat op vee Aantal kamelen 5 tot 9 10 tot 14 15 tot 19 20 tot 24 25 tot 35 36 tot 45 46 tot 60 61 tot 75 76 tot 90 91 tot 120
Verschuldigd als zakat 1 schaap 2 schapen 3 schapen 4 schapen 1 vrouwelijke kameel, 1 á 2 jaar oud 1 vrouwelijke kameel, 2 á 3 jaar oud 1 vrouwelijke kameel, 3 á 4 jaar oud 1 vrouwelijke kameel, 4 á 5 jaar oud 2 vrouwelijke kamelen, 2 á 3 jaar oud 2 vrouwelijke kamelen, 3 á 4 jaar oud
Bij meer dan 120 kamelen komt er bij iedere additionele 50 kamelen, 1 vrouwelijke kameel tussen de 3 á 4 jaar oud aan zakat bij. Aantal schapen/ geiten 1 tot 39 40 tot 120 121 tot 200 201 tot 300 301 tot 400 401 tot 500
Verschuldigd als zakat niets 1 schaap 2 schapen 3 schapen 4 schapen 5 schapen
Bron: al-Qaradāwi, 1994, p. 84 en 98
81
Bijlage II: uitwerking van de interviews met moslims A. Naam: Abdullah Koçak Leeftijd: 35 Beroep: Conciërge op een middelbare school in Haarlem Wat betekent zakat voor u? ‘Zakat is voor mij iets uit het geloof. In de Koran staat dat als je geld hebt, dat je dan 1/40 daarvan aan de armen moet geven. In de islam ben je als moslim verplicht geld of goud aan de armen te geven. Dat kun je zelf berekenen. Dus als je 100 gram goud hebt, dan kun je de waarde berekenen daarvan en 1/40 aan de arme mensen geven. Dus religieuze belasting.’ Sommige islamitische geleerden zeggen dat je eerst lokaal moet geven en dan pas over de grenzen, ook wanneer moslims in het Westen wonen. Wat vindt u hiervan? ‘Dat vind ik goed. Als mijn buren arm zijn dan kan ik niet lekker slapen. Die kinderen moeten ook kleding hebben en kunnen eten. Jij bent vlakbij, dus dan moet je dat voorkomen als je dichtbij bent. Je kunt voor de kinderen bijvoorbeeld kleding kopen of zakgeld geven. Maar hier in Nederland is het goed sociaal georganiseerd als je geen werk hebt enzo. Maar mensen beginnen hier ook arm te worden, raken hun baan kwijt en kunnen geen nieuwe vinden.’ Hebt u nog bepaald ulama als voorbeeld? ‘Tegenwoordig hebben we internet. Diyanet hebben ook ulama. Mensen die dat heel goed weten, dan kun je ze zelf mailen en vragen. Maar als je zelf een bepaald niveau hebt kun je het zelf bedenken. Ik heb ook in Turkije gewoond en veel religielessen gehad, op de basisschool en op de middelbare school over wat de islam inhoudt. Kinderen die hier opgroeien, moeten die kans ook krijgen, bijvoorbeeld op zaterdag in de moskee omdat zij het niet krijgen op school. Dan moeten ouders zelf les geven, islamse les en hoe je moet bidden. Ik had mazzel dat ik het op school heb geleerd. Mijn kinderen zijn nog te jong nu, maar straks gaan ze daar wel heen om te leren basiskennis. Hij moet bepaalde dingen weten. Als je zelf bepaald niveau hebt kun je het zelf interpreteren. Zijn veel extreme interpretaties natuurlijk. Ik ben een beetje in het midden. Dat is de manier hoe ik naar de islam kijk. Vind ik wel moeilijk hier in Nederland. In Turkije is iedereen een week vrij tijdens de Ramadan, en vast iedereen. Hier in Nederland kan dat niet. Maar in Nederland weten de meesten ook en hebben respect. Daar is heel anders, restaurants zijn dicht. Bij iftar begint iedereen tegelijk. Maar dit soort organisaties vind ik heel belangrijk in Europa, de moskeeën en de organisaties. En zakat is ook heel belangrijk. Ons geloof is niet moeilijk.’ Welke soorten zakat betaalt u? ‘Ik betaal ze allebei. De fitr is ervoor dat als je gezond de Ramadan bereikt, dan ben je ook verplicht voor je vrouw en kinderen, ik heb twee kinderen en een vrouw, te betalen. Wij zijn met zijn vieren. Dan ga je voor een dag berekenen hoeveel je nodig hebt om te kunnen eten. Ik denk dat tien euro voldoende is voor een persoon om van te leven. Dat dus keer vier dat is 40 euro. Dat kun je dan aan bijvoorbeeld twee arme mensen geven. De fitr moet in de Ramadan gegeven worden. Dat is volgende maand. Ik ga dan naar Turkije op vakantie. Eerst moet je aan arme familie geven, als je die niet hebt dan aan arme buren. Als je die niet hebt, dan geef je aan organisaties. Die geven het dan aan de armen in Afghanistan, of Somalië. Of aan andere arme landen. Via die stichtingen kun je ook je zakat geven. Ook bij Offerfeest. Dan betaal je bijvoorbeeld 100 euro en dan gaan zij voor jou in Pakistan of India een schaap slachten voor jou en aan arme mensen geven.’ En de zakat al-mal? ‘Ja is over vermogen. Dan ga je ook berekenen. Bijvoorbeeld je hebt 40.000 euro op de bank dan moet je 1000 euro betalen aan de armen.
82
Wanneer vindt dat plaats? ‘Die is ook in de Ramadan. Fitr is ook echt in de Ramadan. Maar sadaqah kun je altijd geven. Is echt allebei in de Ramadan, dan zijn de armen dubbel zo blij. Nu kan ik het zelf geven, maar soms geef ik het aan mijn ouders en die geven het dan aan mijn oom.’ Schenkt u ook sadaqah? ‘Ja soms, als ik op reis ben aan kinderen die zeggen ik heb geen geld om dit te kopen. Dan geef ik ze een snoepje, chocolade of geld. Dat is ook sadaqah. Of een glimlach, dat is ook sadaqah. Sadaqah is heel breed, dat kun je niet vergelijken met fitr en zakat. Een hond een broodje geven is ook sadaqah. Maar je bent niet verplicht om sadaqah te geven. Als je dat doet dan schrijven ze in jouw ‘Boekje’ goed gedaan. Dan zeggen ze, jij hebt kinderen geholpen met boekje kopen, dan zetten ze dat erbij. Maar als je geen fitr of zakat geeft dan krijg je echt straf. Dan zeggen ze tegen je, je was zo rijk en je hebt niets gegeven. Je hebt de armen gezien maar toch niets gegeven. Dan krijg je straf. Ook bij fitr. Je hebt gezond de Ramadan bereikt, je hebt twee kinderen, allemaal gezond, je moet betalen.’ ‘Als je voor 1 jaar genoeg geld hebt om eten van te kopen en kleding enzo, en je hebt boven dat bedrag. Dan moet je zakat betalen. Dan ga je berekenen. Hoe berekent u uw zakat? ‘Je kunt het ook zelf doen. Je weet wel hoeveel je vrouw heeft aan sieraden. De waarde van de sieraden kun je zelf berekenen. Je kunt daar zelf mee omgaan. Je hoeft niet precies te zeggen. Ongeveer is goed. Ik verdien elke maand salaris, mijn vrouw ook. Als het zo doorgaat en ik kan niet ontslagen worden dan moet je 1 jaar vooruit kijken. Dan kan ik het zelf berekenen en zelf een bedrag aan de armen betalen. U zegt eerst familie, dan buren, dan de rest, betaald u uw zakat ook hier in Nederland? ‘Wij hebben hier ook heel veel familieleden. Gelukkig hebben ze een bepaald inkomen, ze kunnen op vakantie gaan en kleding kopen en rondkomen. Als ik aan hen geld zou geven dan zeggen ze, we hebben al genoeg. Dat is ook niet de bedoeling natuurlijk, om rijke mensen nog rijker te maken. Dan is zakat niet geldig. Je moet echt zelf mensen zoeken om het aan te geven.’ Hoe zoekt u deze mensen? ‘Nou ik heb een familielid en die heeft geen kinderen en is niet getrouwd. Een keer in de drie maanden krijgt hij 200 euro van de overheid, dan denk ik dat die persoon extra geld nodig heeft. Dat is niet genoeg 200 euro in de drie maanden. Hij heeft ook geen vader en moeder meer. Hij heeft hulp nodig. En naar de kinderen kijk je ook, als ze hebben 4 of 5 kinderen en alleen 1 inkomen dan weet je dat het niet makkelijk is voor hun. En als ze naar school gaan moeten ze boeken kopen en kleding. Maar ik geef vooral met Offervlees aan de buren. Ik laat een koe of een schaap slachten en deel dat met hen. Maar voor de zakat en de fitr moet je echt arme mensen zoeken. Is echt een belasting.’ Geeft u uw zakat ook wel eens via de moskee? ‘Je kunt ook via de moskee geven. Diyanet zegt bijvoorbeeld, we gaan echt voor jou zoeken naar arme mensen en geven het geld namens jou. Als ik mijn oom niet zou hebben in Turkije (waar hij zijn zakat dus aan betaald), dan zou ik het aan de moskee geven.’ Zou u het bijvoorbeeld ook direct aan een ontwikkelingsorganisatie geven? ‘Dat kan ik ook doen. Dat zie je ook veel op tv in reclames op Turkse zenders. Vooral tijdens de Ramadan. Dan geven ze een rekeningnummer en dan kun je de zakat of de fitr naar ze overmaken. Dan gaan ze naar Afrika of naar andere islamitische landen om het daar aan de armen te geven.’
83
Maar u geeft het dus eerst aan familie en als er wat overblijft bijvoorbeeld aan de moskee of aan een ontwikkelingsorganisatie? ‘Ja, dat klopt.’ Zijn er nog andere kanalen via waar je zakat kunt geven? ‘Niet dat ik weet. Ik weet alleen die drie mogelijkheden. Ja via tv programma’s. Als je er vertrouwen in hebt dan kun je het aan ze geven.’ Hebt u er vertrouwen in? ‘Ik wil eerst zelf van mijn hand geven. Als ik de kans heb, waarom zou ik iemand anders vertrouwen? Ik weet zelf wel wat die andere persoon nodig heeft. Dan wil ik zelf van persoon tot persoon geven. Je kunt ook vragen wat ze nodig hebben, als ze zeggen suiker, dan kun je dat kopen en aan ze geven. Sommige mensen hebben niemand om het aan te geven en die geven het dan via de moskee of andere organisaties.’ Gaat u nog na wat er met de zakat gebeurt? ‘Als ik het via de stichting of via de moskee geef, dan wil ik wel weten wat er met mijn geld is gebeurd. Dan krijg je ook een brief wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld bij Offerfeest. Dan staat daar in: u hebt zoveel geld gestort en daarmee hebben we in Irak of Pakistan of Afghanistan armen mee geholpen. Dan krijg je dus een brief. Maar ik wil die ook hebben. Ik betaal dus dan wil ik wel weten wat er mee gebeurd van hun. De bedoeling is de arme mensen helpen. Zij zeggen dat ze dat gaan doen. Dan wil ik wel een brief met bevestiging. Ik wil wel goed mijn zakat geven.’ Diyanet laat dat ook weten? ‘Ja Diyanet laat dat ook zo weten. Dan stort je op hun rekening. Je zet je naam erbij en waarvoor het is. Dan kunnen zij dat zien. Na 1 maand krijg je een brief, daar staat dan in u hebt zoveel geld gestort, daar hebben we mensen mee in Afghanistan geholpen en geld aan hun gegeven. Maar in Duitsland ofzo heb je ook zo’n organisatie die het geld hebben misbruikt. Die worden nu onderzocht en is voor de rechter. Die bestuurders hebben het geld voor zichzelf gebruikt. Dan denk je toch… (schud zijn hoofd).’ Wordt er naast een brief ook nog op een andere manier duidelijk gemaakt wat er met het geld gebeurd? ‘Ja, ik heb ook foto’s gezien. Je weet het dan nog steeds niet 100% zeker, maar je moet aan de arme mensen geven. Als je weet dat je wordt gestraft als je het niet doet, en je gelovig bent.’ Kent u nog andere ontwikkelingsorganisaties? ‘Nee, ik ken alleen de Diyanet. Die regelt alles voor ons, moskee en imams. Is een heel grote organisatie. Ik heb daar vertrouwen in. Maar ik vind het goed dat er ook Nederlandse-Turkse organisaties zijn, waar ze Nederlands spreken en dus vragen kunnen beantwoorden. Bij Diyanet vaak Turkse imams die geen Nederlands spreken. Zo’n organisatie kan dan goed helpen.’
Naam: Selma Büyükçetin-Tetik Leeftijd: 26 Beroep: studente geneeskunde Wat houdt zakat voor jou in? ‘Ja zakat, we hebben twee verschillende dingen, de fitr en zakat. Zakat is procentueel een bepaald deel van je vermogen, dus van je vastgoed, wat je hebt aan rijkdom laat ik het zo zeggen. Procentueel moet je daar een bepaald deel van afstaan aan arme mensen, die moeten ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Je moet het echt met het oog op liefdadigheid afstaan. Het is de bedoeling dat dat een beetje discreet gebeurt, dat is het met name.’
84
Doe jij aan zowel zakat als fitr? ‘Ja, dat doet iedereen wel denk ik hoor. Fitr is gewoon een bepaald bedrag, dat wordt jaarlijks vastgesteld dus ik weet niet op welk bedrag dat nu zit. Dat is niet een heel hoog bedrag en dat betalen wij voor ieder gezinslid zeg maar. Dat betaal je standaard. Zakat is echt procentueel. Ik geef een voorbeeld van goud. Vanaf zoveel gram goud, moet je zoveel aan zakat weggeven. Dat is gewoon een verplichting.’ Hoe bereken jij dit dan? ‘Er zijn regels, voor armbanden, eh ik weet niet meer op hoeveel gram goud het staat. Het kan volgens mij vanaf 200 of 300 gram goud, maar dat weet ik niet precies want wij laten het berekenen. Vanaf zoveel gram goud, moet je het berekenen en dat moet je weer afstaan. Het is allemaal in procenten, maar zo is het voor goud. Voor een huis, als je bijvoorbeeld 1 huis hebt dus voor jezelf, dan valt dat niet onder zakat. Dus als je bijvoorbeeld een winkelpand hebt en een huis voor jezelf, dan valt dat niet onder zakatregeling. Zie het maar als een belastingvrije regeling. Maar als je nou 2 of 3 huizen hebt, dat gaat weer in procenten zeg maar. Het zijn toch wel aanzienlijke bedragen die mensen aan zakat weggeven. Dat is niet niets.’ Je gaf net aan, dat laten jullie berekenen, waar doen jullie dat? ‘Bij de imam. Die kan echt zeggen vanaf zoveel gram goud enzo. Ja, wij hebben een aantal geestelijken in de familie. Wij zeggen dan wij hebben zoveel en dan zegt hij bijvoorbeeld jullie moeten dit jaar €1.000 of €1.500 betalen, zo gaat dat.’ Wanneer betaal je de zakat en wanneer de fitr? ‘Fitr is natuurlijk verplicht tijdens de ramadan, dat kun je alleen bij de ramadan doen en moet je dan ook zo snel mogelijk doen. Maar de zakat, wat ik mij heb laten vertellen, is dat je het verspreid over een jaar mag doen. Met ramadan stellen de meesten het bedrag vast en je mag zelf weten waar of aan wie je het schenkt dus sommigen wachten daarmee. Het moet wel dat jaar. Maar je hoeft ook niet het hele bedrag aan een iemand te geven. Je mag het ook spreiden. Wat mij betreft verspreid, ja.’ Religieus gezag naast geestelijken in je familie? ‘In de islam staan de regels heel erg vast. Bij dit soort dingen, de ene geestelijke zal niet zoveel anders zeggen dan de andere geestelijke. Bij andere zaken wel weer want dan roept iedereen weer wat anders. Maar dit staat wel vast. Maar de geestelijken uit mijn familie, ja ik weet niet ik zie dat niet echt als religieus gezag ofzo. Ik vraag gewoon aan ze hoeveel moet ik aan zakat betalen en dan zeggen zij zoveel en dan denk ik gewoon ok, is goed. Ik zie het echt als een verplichting.’ Aan wie geef jij je zakat? ‘Zakat kun je niet aan iedereen geven, iemand moet echt moeite hebben met de basisprincipes in het leven, zodat ie bijvoorbeeld niet aan voedsel kan komen of geen bezit heeft. Als iemand bijvoorbeeld een huis heeft en zegt ik ben arm, aan zulke mensen geef ik geen zakat. Snap je? Het moeten echt mensen zijn die bijna niets hebben. Er zijn wel voorwaarden. Dus eerst in je eigen familie kijken, daarachter zit als iedereen dat nou doet in zijn eigen familie, er is niets doeltreffender. Daarna ga je naar kennissen. Het zijn echt een soort kringetjes die zich steeds uitbreiden. Daarmee hoop je dat iedereen op een gegeven moment gedekt wordt. Dat doen wij ook. Kijk dat gaat heel ver hoor, want er is een gezegde dat jij er zeker van moet zijn dat jouw buren goed te eten hebben. Als iedereen dat doet met zijn buren, dan is iedereen gedekt. Natuurlijk gaat dat wel heel ver en niemand in Nederland of Turkije die dat doet, maar dat is het origineel zoals het was bedoeld, dat de middelen verdeeld worden. Zakat in zijn origine, ja geeft je echt een goed gevoel.’
85
Kijk je dan naar familie in Turkije of ook in Nederland? ‘Kijk, weet je wat het is? Hier in Nederland is er echt niemand waarvan ik denk dat ik mijn zakat er aan kan geven. Daar komt echt niemand in aanmerking voor. Iedereen heeft hier, hoe het hier geregeld is, niemand komt hier om van de honger. Als je kijkt naar Turkije, er zijn gebieden die heel goed ontwikkeld zijn, die echt hypermodern zijn daar hebben de mensen het nog beter dan hier. Maar er zijn ook gebieden die behoorlijk zijn achtergebleven en daar zijn mensen die echt niets hebben gewoon. Maar de laatste tijd in Turkije, want economisch gaat het er nu erg goed, dat ik hoor van mensen dat ze niemand hebben kunnen vinden en die schenken het dan weer aan fondsen of die laten er weer wat anders voor doen.’ Jij geeft het in principe aan familie? ‘Nou, eh. Dat verschilt. Wij doen zeg maar nooit aan een iemand. We proberen dat het bij zoveel mogelijk mensen terecht komt zeg maar. We hadden een iemand in de familie, een vrouw zonder man en met vier kinderen, die had het gewoon heel slecht en geen vast inkomen. Ja, een aantal jaren, toen ik nog bij mijn ouders woonde, ging de zakat naar hun, dat weet ik wel. En ook met offerfeest, dat ligt wat meer aan je inkomen, dan moet je dieren offeren. Wij sturen dan altijd een van de dieren naar hun. Op heel veel manieren hebben wij geprobeerd om hun te helpen. Maar de laatste tijd, ik hoor ook van mijn moeder, die schenkt het meer aan instanties enzo omdat ze zegt ik ken niemand. Dus.’ Dus je hoort het van je moeder wie in je familie nog iets nodig heeft? ‘Als mijn moeder naar Turkije gaat dan blijft ze zes weken, ik ben maar heel kort geweest. Zij zoekt heel bewust naar mensen. Zij vraagt dan rond en zegt dat ze nog mensen zoekt voor zakat. Zo van ken je nog mensen. Zij gaat echt mensen scouten zeg maar. Van haar hoor ik het meestal, dan zegt ze jij moet toch nog je zakat geven, dan zeg ik ja, en dan zegt ze nou die en die kan wel wat gebruiken. Je wilt wel dat je geld zo goed mogelijk terecht komt. Het is toch een deel van je inkomen dat je afstaat. Dat wil je niet geven aan iemand die het al goed heeft. Je wilt het geven aan iemand die echt niets heeft, dat is echt de doelstelling erachter. Dus. Je moet er wel zorgvuldig mee zijn.’ Geef jij je zakat ook wel eens aan instanties? ‘Eh, een of twee keer hebben we dat gedaan en je weet nooit waar dat geld naar toe gaat. Met het offeren bijvoorbeeld, dan wordt er gezegd, en we offeren ze in Afrika. Meeste mensen hebben dan toch zoiets van hoe weet ik dat er echt geofferd wordt? Net zoals met zakat, je weet gewoon niet of het goed terecht komt. Daarom hebben heel veel mensen er niet een heel goed gevoel bij. Dat hebben wij een of twee keer gedaan, maar het geeft je gewoon niet het gevoel van ik heb echt zakat gegeven. Je ziet het ook niet, normaal is het ook echt een visueel effect wat je erbij wil hebben. Ja, nee dus niet echt. Je hoort ook heel vaak over corruptie bij dat soort instanties.’ Waren dit islamitische ontwikkelingsorganisaties? ‘Ja, want je kunt als je doneert op een formulier aankruizen wat je wilt. Dus fitr, zakat, iets anders. Je kunt het dan aankruizen. En omdat zij weten wat de doelstelling is, benutten zij het geld ook op die manier. Maar misschien doen ze dat ook niet. Je weet gewoon niet waar het naar toe gaat. Dat was bij Islamic Relief trouwens.’ Geef je wel eens via de moskee? ‘Ja, fitr gaat wel via de moskee. Maar zakat hebben we nooit echt via de moskee gegeven. Nee, eigenlijk niet. Tijdens het vrijdaggebed, maar dat is geen zakat, wordt er geld opgehaald. Maar als er ergens een moskee wordt gebouwd, dat krijgt niet zoveel overheidssteun, zeg maar. Dat moet vanuit de maatschappij opgehaald. Dat soort dingen gaan via de moskee. Zakat, kan ik me niet herinneren dat we dat via de moskee hebben gegeven. Wat mijn opa nu wel laat doen, maar dat is weer iets anders, dat is na zijn overlijden, wat hij achterlaat aan de mensheid is dat hij een moskee laat bouwen in Turkije. Dat valt wel onder liefdadigheid maar niet onder zakat. Daar
86
bidden dan mensen in het gebouw dat jij hebt laten bouwen, dat heeft hij wel goed gedaan. Slimme man.’ Ga je nog na wat er met je zakat gebeurt? ‘Meestal geef ik het op goed vertrouwen. In Turkije is ook echt die schaamcultuur hè, mensen nemen het sowieso niet makkelijk aan. In Turkije als je wil omschrijven hoe arm iemand is dan zeg je, ja die zou je zakat kunnen geven, snap je wat ik bedoel? Dan ben je echt on the bottem zeg maar, dus dat geef je zo discreet mogelijk. Al is het maar niet om de mensen in verlegenheid te brengen.’ Hoe geef je het dan, wat moet ik me daar bij voorstellen? ‘Meestal contant, ja, je zegt het wel, dat moet ook heel bewust. Dat je het met die intentie geeft gewoon. Dus je gaat niet naderhand vragen van wat hebben jullie met mijn zakat gedaan? Mensen die het zo slecht hebben zullen het wel goed besteden denk ik. Wat mijn moeder bijvoorbeeld doet is, sommige mensen zijn echt heel arm, maar die hebben dan een man die het geld aan zuipen uitgeeft of zoiets. Als mijn moeder dat weet dan geeft ze haar zakat niet aan hen, want dan voedt ze alleen maar die alcoholist in zijn gedrag. Daarin is wel een selectie.’ Houden jullie verder bijvoorbeeld rekening met de acht groepen die volgens de Koran recht hebben op zakat? ‘Jawel, er zijn een paar eisen, ik wist niet dat het er acht bijvoorbeeld, wat erg dat jij me dat moet vertellen!’ Ik schrijf er een hele scriptie over hè. ‘Dat is waar, ik weet wel dat er een aantal eisen zijn, mensen moeten het slecht hebben. Je merkt het meestal wel, dat iemand het zo slecht heeft dat hij eronder valt.’ Ik probeer de inzamelingskanalen van zakat in kaart te brengen. Heb jij ook wel eens aan huis aan huis collecte meegedaan? ‘Ik denk niet dat dat ook voor zakat is, dat gaat echt om aanzienlijke bedragen, daar moet je je niet in vergissen. Ze komen wel bij ons aan huis, dat weet ik wel, maar het is dan zo hebben jullie je fitr al gegeven, maar dat is natuurlijk ook alleen maar €10 per persoon. En gewoon voor algemene liefdadigheid. Meer dat zeg maar. Ze komen ook van de Nederlandse Hartstichting bijvoorbeeld. Maar geen zakat. Kijk, iemand die het goed heeft, kan zomaar €2.000 a €3.000 aan zakat betalen.’ Geef jij het een op een in Turkije of maak je het ook wel eens over via bijvoorbeeld MoneyGram? ‘Ik maak het nooit zo over, want zij nemen er altijd hun eigen winst ervan af hè. Nee, dat doe ik niet. Meestal een op een.’ Ja, hoe doe jij dat meestal met rente? ‘Ja, rentenieren doen we sowieso niet. Dat is haram in de zin van je doet er niets voor. En het gaat ook een beetje over de ongelijkheid tussen de armen en de rijken. Want iemand die bijvoorbeeld €200.000 op de bank heeft staan, die wordt gewoon alsmaar rijker en iemand die arm is krijgt niets. Die rente is absoluut verboden en dat leef ik ook wel na. Ik zou nooit gaan rentenieren ofzo, hoeveel geld ik ook heb.’ Maak je wel gebruik van een Nederlandse bank? ‘Ja.’
87
Maar wat doe je dan met je rente? ‘Haha zoveel staat er niet op mijn rekening. Op mijn spaarrekening kwam 26 cent rente, dat zijn bedragen die je ziet op je afschriften. Er zijn mensen die zeggen dat omdat je er niet om vraagt, dat het dan niet onder rente valt als je het niet bewust doet. Ja, daar val ik dan onder. Kijk voor 26 cent, ga ik dat niet doen. Maar later, als ik het goed heb en ik bijvoorbeeld €1.000 aan rente ontvang, dan zal ik er niet meer zo mee omgaan. Dat doen mijn ouders ook, die houden de rente apart en dat geven ze dan ook weer weg. Dat valt niet onder liefdadigheid. Dat geld daar moet je een beetje vanaf zien te komen zeg maar. Dat heb je op een oneerlijke manier verkregen in een materialistische wereld. Je moet er echt van af van dat geld, dat valt niet onder liefdadigheid. Dat ga ik later ook wel doen, misschien nu wat minder. Het is echt haram en je probeert je geld gewoon zo zuiver mogelijk te houden. Het zuiverste is geld dat je hebt gekregen uit pure arbeid. Alles waar je voor werkt dus. Alles waar je niet voor werkt, dat is dubieus. Dus geld wat je krijgt van gokken of van het winnen van de loterij, dat valt daar dan allemaal onder. Dat is haram geld. Dat probeer je weg te gooien, want hoe meer je ervan binnenkrijgt, het is een soort negatieve energie zeg maar. Daar geloof ik ook wel in. Het straalt negatieve energie uit. Het klinkt onschuldig, maar er zijn gewoon mensen die kunnen leven van rentenieren, die gewoon op hun luie gat zitten.’
C. Naam: Ramazan Arslan Leeftijd: 30 Beroep: eigenaar Turks restaurant Wat betekent zakat voor u? ´Je hebt zakat en fitr hè, dat weet u? Fitr dat moet, betalen aan de arme mensen. Maar voor fitr en zakat moet je eerst bij je familie. Als je hebt arme familie, dan moet je hun eerst helpen. Daarna andere mensen. Wie is vlakbij jij, dan moet je eerst hun helpen, daarna andere mensen. Als je niet arme mensen hebt dichtbij jou, dan moet je andere armen helpen. Nu gaan we naar Afrika sturen, daar is nu een hongersnood.´ Hoe stuurt u het daarheen? ´Dat stuur ik via Turkse organisaties. Zij komen bij ons, dan zeggen zij dat wij via hun geld kunnen sturen.´ Komen zij dan hier bij het restaurant langs? ´Die komen meestal bij ons langs. Zij vragen: ´Alsjeblieft, deze land is echt heel arm, wij kunnen daar helpen.´ Ik heb nu ook een envelop van ze liggen hier. Dan kun je 10 euro geven, maar meer mag ook, niet minder. Dit komen ze ophalen, dan krijg je een bedankbriefje. Maar je moet dus eerst bij je familie kijken, niet bij je moeder en vader, de rest wel. Moeder en vader mag niet, ik ben zoon van hun, daarom mag ik niet aan hun geven. Maar broer en zus mag wel.´ Geeft u ook wel eens aan familie en organisaties? ´De fitr is eigenlijk maar een keer geven, niet twee keer. Maar zakat mag je vaker geven. Dus zakat is dat je moet betalen, als je geen schuld hebt dan moet je zakat geven. Dan moet je 2,5% betalen. Dus als je 100.000 euro hebt dan moet je 4000 euro betalen. Dat betekent zakat. Maar fitr is, je leeft, je bent gezond, je hebt geen probleem, dan moet je geven. In Nederland is het 10 euro per persoon. In Turkije is het 6 miljoen, en dat betekent 3 euro of zoiets. Want daar is het goedkoper om te leven.´ Geeft u de fitr bij de moskee? ´Nee, dat kun je ook geven.’
88
Geeft u de zakat bij uw familie in Turkije? ´Als zij nodig hebben dan moet je eerst hun helpen. Dat zegt onze geloof. De fitr geef ik nu aan Afrika, maar de zakat in Turkije. Bij mijn familie zijn ook armen weet je wel. Niet direct bij mij, maar wel in zelfde dorp. Ook bij mij in de buurt.´ Geeft u dan als u in Turkije bent? ´Ja, direct geven, of ik kan ook sturen via iemand. Ik ga deze jaar niet naar Turkije, ik ben te druk ik kan niet. Dus zij zijn nu in Turkije, ik bel op en zeg luister geef 100 euro voor deze mensen en klaar. Dan geven zij het in plaats van mij en wanneer zij weer terug komen dan geef ik ze weer 100 euro terug. Meestal niet via rekeningnummer, het moet direct.´ Dus één op één? ´Ja dat is beter, dan weet niemand het, dat is belangrijk. Het zijn arme mensen en zij moeten zich niet schamen weet je.´ Hoe geeft u het dan, via een envelop? ´Ja meestal met envelop. Dan kan niemand het zien. Dan kan niemand zien dit is mijn zakat, dat kan niet. Dan zeg ik hier dit is voor je kinderen.´ Zegt u dan ook dit is mijn zakat voor u? ´Gewoon zeg ik dit is voor je kinderen. Maar dan tegelijk denken vanuit je hart dit is zakat. Dan hoef je niet te zeggen, dat is belangrijk, je moet beleefd zijn. Nee, dat kan niet, dat is niet netjes. Je moet een beetje beleefd zijn. Ik geef ze dat voor hun kinderen ofzo. Maar zij weten wel wat het is, weet je. Dus nu geeft kennis het via mij. Dan zegt hij, dit is van Ramazan, hij helpt jullie, klaar. Beter dan via organisaties, weet je. Direct geven is goed. Maar is belangrijk dat je het goed bedoelt in je hart. Niemand weet waar het geld heen gaat. Maar Allah weet jouw mening. Dat is belangrijk voor instanties. Ik geef van mijn geld, en geef het uit mijn hart. Allah weet dat, klaar. Maar meestal gaat naar juiste adres. Maar soms doen mensen er verkeerde dingen mee. Maar als mijn gedachte goed was dan klaar. Dan is het uit mijn handen. Misschien is het voor Nederlanders anders, maar ik zie jullie ook wel helpen. Wie mij vraagt, Nederlander, Turk, Surinamer, als hij mij vraagt om hulp, geen groot geld, maar 1 euro, 2 euro of 5 euro. Dan geef ik dat. Niet allemaal, dat kan niet. Dat is belangrijk voor ons, je moet de arme mensen helpen. Wie weet misschien ben ik alles kwijt op een dag. Nu heb ik een zaak, maar misschien later niet meer. Wie weet over een jaar en dan alles kwijt. Je moet sociaal doen. Elke dag gaan nu kinderen dood in Afrika van de honger, ik heb gehoord 4000 kinderen per dag. Waarom? Omdat zij hebben geen eten. Dat is niet normaal. Wil jij nog meer thee?´ Lekker. Kijkt u ook nog naar bepaalde ulama? ´In Turkije ben ik naar islamitische school geweest. Daar leer je de gewone school, wiskunde enzo maar ook Koran. Iedereen is moslim, dus moet dat leren. In Turkije moet het niet, maar ik vind het wel belangrijk. Ik heb van daar geleerd, niet van ulama. Veel geleerd van imam van moskee. Ik kan goed lezen, ik kan ook Koran lezen en ken delen uit hoofd. Ik ken vele soera uit het hoofd. Sommige mensen kunnen alles, meestal uit Arabisch land. Veel boeken moet je lezen, daar kun je veel van leren. Maar nu, veel mensen leren niet meer. Hun probleem. Ik vind, niemand komt zomaar op aarde. Waarom kom je op deze wereld? Je weet je gaat over een paar jaar dood. Dan moet je goed hebben gedaan. Wat zegt de islam, altijd helpen, lachen naar de arme mensen. Wie is arm? Die moet je helpen. Maar ik hoor overal op tv, islam is slecht. Maar die mensen zeggen het fout. Islam is goed. Koran zegt alles. Koran zegt niemand door maken. Als je dat doet ga je naar de hel. Als je iemand doodt, dan moet je zware boete krijgen. Ik ben tegen de doodstraf. Maar boete geven. Je weet toch, Noorwegen? Hoeveel dood? 72?´ 77
89
´Hij moet echt krijgen straf. Hij heeft ook veel plannen, over de islam, over Turkije. Hij is professioneel, hij is niet gek. Hij is niet alleen. Hij heeft heel veel steun daarachter. Wij moeten goed nadenken, goed leven. Goed gedragen in dit leven, hard werken. Ik geloof in Allah, hij regelt het voor mij. Als er een andere wereld is, dan is het goed voor mij. Misschien ga ik dan naar hemel. Niemand die het zeker weet. Maar hier moet je alles goed doen. We moeten opletten. Dat is mijn mening. Je moet om je heen kijken en mensen helpen.´
90
Bijlage III: uitwerking interviews met bestuurders van moskeeën Moskee: Haci Bayram Locatie: Alkmaar Gesproken met: Dhr. Özdemir Hebben jullie een vast beleid omtrent zakat? ‘De imam houdt zich bezig met de uitvoering van het gebed en de koranopleiding van de kinderen. Maar hoe de moskee bestuurd wordt is een taak van het bestuur. We hebben hier ongeveer 400 leden in Alkmaar. Ze betalen een bedrag van €50 á €60 op jaarbasis. Dat zijn de inkomsten van de moskee. Dit hier is eigendom van ons, dus daar betalen we elektriciteit, alles wordt ervan betaald. Ook de verbouwingen en achterstalling onderhoud. Als wij tekort hebben dan zamelen wij geld in, meestal op vrijdag. Dan komen er gemiddeld 300 á 400 mensen, als we drukke dag hebben en we hebben geld nodig, dan vragen we de mensen om een beetje bij te schieten. Verder hebben wij vrouwenorganisaties onder deze dak, die organiseren kermis enzo. Al die geld wordt door het bestuur beheerd. Dan maken we een planning van wat we dit jaar nodig hebben. Zo hebben we een keuken gebouwd, want dat is wel nodig voor de ramadan en kunnen we af en toe gezamenlijk eten. Die bestuur bepaald zelf wat het beleid is. Landelijke organisatie geeft grote lijnen van wat we moeten doen, maar wij mogen ook veel zelf bepalen. We hebben de imam die voor vier jaar worden aangesteld vanuit Turkije. Die worden betaald door de Turkse regering. Maar naar vier jaar gaan ze gewoon weer weg. Dan komt er weer iemand anders. Maar het bestuur komt van de mensen zelf, dat is vrijwillig.’ Zijn die donaties dan sadaqah? ‘Nee, sadaqah is wat anders. Omdat je gebruik maakt van het gebouw, je hebt elektriciteit nodig en water. Sadaqah is apart en dat wordt niet gebruikt voor de moskee. Een moskee ken je geen sadaqah geven. Sadaqah is voor armen. Moskee is niet arm. Maar het kost gewoon geld om een moskee open te houden. Mensen moeten dat brengen. Ze willen dat zaaltje hebben, dan moeten ze maar betalen. Wij krijgen geen subsidie meer van de overheid. Net zoals kerken, we moeten alles zelf betalen. Maar sadaqah voor de moskee dat doen we niet.’ Zamelen jullie wel bijvoorbeeld zakat in? Volgende week is het bijvoorbeeld ramadan. ‘Zakat is ook niet voor de moskee.’ Maar zamelen jullie het ook niet in om het weer te geven aan de armen? ‘De Diyanet, die openen een rekening, zo kunnen degenen die het willen geven daarop storten. Maar je begint natuurlijk bij je familie, en dan bij je kennissen. Dan ga je echt daarmee beginnen. En als je dan niemand kent, dan heb je die bankrekening. Het landelijke bestuur gaat dan kijken waar het voor nodig is. De ene keer gaat het naar Afrika of ergens naar Pakistan, weet ik het, ergens in de wereld waar natuurrampen meegemaakt hebben. Dus waar ze het echt nodig hebben, dan gaat een deel daar naar toe en een deel daar naar toe.’ Dus het wordt bij jullie door het overkoepelende orgaan geregeld? ‘Ja, dat wordt inderdaad. In de moskee, zeg maar, als ik er iemand ken die best wat ken gebruiken dan vertel ik dat in de moskee. Dan geven ze aan mij en stuur ik het weer die kant op. Het kan op allerlei verschillende manieren. Als het landelijke orgaan zegt het moet daarheen, dan moet dat eigenlijk niet. Dat is niet verplicht. Het is vooral zo, als je het daar geeft, dan weet je dat het goed terecht komt. Iedereen ken wel een rekening openen. Je weet niet waar dat heen gaat.’ Zetten jullie daarnaast bijvoorbeeld ook een collectebus neer? ‘Vaak is dat eh. Zij krijgen een bewijs van onze imam. Die heeft een bonnetje, wat naar onze hoofdafdeling in Den Haag wordt gestuurd. Bij fitr heb je altijd dat iedereen die 18 jaar is of ouder verplicht is te betalen. Is een soort belasting zeg maar. Als je met z’n vieren bent, dan
91
betaal je gewoon 40 euro. Dan ken je gewoon hier mee naar toe. Of de imam neemt het aan, of iemand anders. Dat bonnetje schrijven we het op. En het geld dat verzameld is de hele maand lang tijdens de ramadan, dat wordt gestort op de rekening van de landelijke organisatie. Die gaan het weer uitbesteden waar ze willen. Waar het heen gaat, daar hebben we geen invloed op.’ Krijgen jullie zakat al-mal binnen? ‘Nee, voor een moskee niet. De moskee mag geen sadaqah krijgen. Een moskee heeft geen geld nodig. Alleen voor eigen onderhoud vragen we geld.’ Is er nog een verschil in wie geeft? ‘Je ken niet kijken wat ze geven natuurlijk. Heel vaak pakken ze een tassie en dan gaat het gewoon langs en gooien ze er wat in. Wat ze dan geven dat weet ik natuurlijk niet. Uiteindelijk alleen als het zo’n vrijdag is, nou een normale verzamelactie dat is sowieso €1.000. En je hebt minimaal 200 á 300 mensen, nou als iedereen een knaak geeft, dan zit je zo snel al op 1.000 euro. Als we het geld tellen dan zien we 10 euro, twintig euro, 5 euro, zelfs 10 cent gooien ze erin. Maar dat wordt alleen verzameld als het echt nodig is, niet om vermogen op te bouwen en op de bank te zetten, nee dat is em niet. Als je mensen wat vraagt, dan leg je uit wat je wilt. Als we dus nu aan het verbouwen zijn en we hebben een beetje geld nodig, dan vragen we dat aan de mensen.’ Jullie geven dus als bestuur alleen toestemming maar regelen het zelf dan niet? ‘Ja, dat klopt. Is nog niet gebeurd in ieder geval. Misschien in de toekomst wel. Wat wij merken is dat als wij nu geld vragen voor het gebouw en dan ook nog voor anderen, dan wordt het teveel. Dat is een beetje gek. Maar meestal organiseren we kermis enzo en zien ze moskee als iets ruimer. Ramadan komt eraan. De mensen regelen alles zelf. Ook het gebouw hebben we zelf betaald. Van de staat krijgen we alleen de imams, het geld moeten we zelf bij elkaar spijkeren. Het bestuur moet maar kijken wat ervoor nodig is.’ Weet u welk bedrag er vorig jaar aan de fitr is opgehaald? ‘Nou eerst moet iedereen kijken bij z’n familie en kennissen natuurlijk. Dan heb je fitr en zakat, en zakat is 2,5% van je vermogen. Wie betaalt dat? Niemand. Iedereen geeft er gewoon wat van. Dan eerst je omgeving dan kijk je of je iemand kent die iets nodig heeft. Als je niemand kent dan vraag ik mijn vrienden. Maar vorig jaar was het 4.000 euro ofzo, wat dan wordt gestort op de landelijke rekening. Zo werkt dat gewoon. Dat is niet iets waar wij mensen in gaan stimuleren van doe dit nou of doe dat nou. Iedereen doet het voor zichzelf. Je moet ook zelf goed weten waar je geld heengaat. Niet zomaar geven. Je moet zelf kijken, er zelf achteraan gaan en als je het vertrouwt dan kun je het geven. Wat wel vaak wordt gedaan is studenten. Imams leggen dat uit, als je ergens studeert en je hebt heel weinig geld, dan worden die studenten geadopteerd zeg maar. Nou dan hebben ze vaak een mapje en dan kun je zeggen dit jaar wil ik hem subsidiëren. Dat gebeurt vaak. Dat is wel leuk. Dan leg je rechtstreeks contact met hem en dan stuur je het rechtstreeks naar hem. Volgend jaar doe je het bijvoorbeeld weer voor iemand anders. Er zijn mensen die echt willen helpen en dan kunnen ze via de moskee wel aan een adres komen of aan een goed doel. Dan geven wij ze advies van waar ze geld nodig hebben. Maar of je dat dan doet dat moeten ze zelf weten. Maar het overkoepelende orgaan in Den Haag is daar ook handig voor. Dan krijg je ook een schriftelijke bevestiging waar je geld is heen gegaan. Ook met het slachten. Als je een beetje gelovig bent dan laat je het doen. Elk jaar wordt er geld verzameld, en dan wordt ergens een schaap gekocht. Je stort geld, en het schaap wordt geslacht. Dan krijg je een maand later een brief met jouw geld is daar en daar voor gebruikt. Dat is om een beetje vertrouwen te wekken. Geen wettelijke verplichtingen, alleen op vrijwillige basis. Als je wat geeft dan moet je zelf nagaan of het goed terecht komt. Dat staat ook in de islam. Als je wat geeft, dan moet je dat niet zomaar doen, en zorgen dat het goed terecht komt. Dan moet je er zelf achteraan. Vanuit de moskee is het bestuur er niet echt actief mee bezig, maar zijn we meer van advies. Dan heb je mogelijkheid van waar kun je terecht. Dan heb je hier mensen die weten wat je er mee kunt doen.
92
Als je geld over hebt, en je bent gelovig, dan moet je geven. Dat is 2,5%. Als iedereen dat zou doen, dan was er geen armoede meer. Als je €1.000 hebt en je moet daar 2,5% over betalen, hoeveel is dat nou? Een knaakie! Dat is toch niets. In je omgeving heb je altijd iemand die minder heeft. Als iedereen z’n kennissen helpt, dan heb je geen armoede.’ Waar gaat het dit jaar heen? ‘Dat weten we nog niet. Dat wordt pas met de ramadan bekend gemaakt. Misschien naar Pakistan waar de natuurramp is gebeurd, of naar Afrika ergens. Daar waar mensen het echt nodig hebben. In Nederland heb je 142 moskeeën die erbij zijn aangesloten dus dan wordt het gewoon met de actie, zeg maar dan krijg je een briefje met daarop waar het geld gestort kan worden en waar het heen gaat. En dat het zoveel is per persoon. Dat is geen verplichting, dus als je het niet wil betalen, dan niet.’ Hebben jullie ook wel eens jullie zelf projecten voor zakat? ‘Bij andere stromingen is het weer anders. Zij zijn een vereniging, wij een stichting. Als hun beleid hebben ze wel eens projecten, maar hier is het zo dat het voor iedereen open staat. Het is van de staat, dus we staan voor iedereen open. Dus we kunnen geen onderscheid maken. Alle gelovigen, ongelovigen iedereen is welkom. Hier in de moskee wordt bij gebedstijd geroepen dat gebed is en degene die dat hoort gaat er heen, maar heb je geen zin dan ga je niet. Hier in Alkmaar hebben we ook een kantine, is een lokaal, mensen die niet naar een koffiehuis gaan komen hierheen. Even praten en gezellig theedrinken, van alles wat.’ Kloppen er hier wel eens mensen aan die hulp nodig hebben? ‘Ja, vaak wordt gezegd je hebt geen cent meer, ga maar naar de moskee. Dit soort doeleinden, als er iemand komt die echt niets meer heeft en er geen misbruik van wordt gemaakt, dan geeft iedereen hier wat en dan heeft die man ook wat. Bij de ramadan is iedereen wat gevoeliger, dan geven ze meer ofzo dan dat ze normaal geven.’ Kloppen er wel eens ontwikkelingsprojecten uit bijvoorbeeld Turkije aan voor steun? ‘Eigenlijk niet doelmatig. Er zijn mensen die dat hebben zeg maar en die dat project leiden en dan is het gebruikelijk dat ze dat bij de moskee komen uitleggen, en dat de mensen om geld vragen. Maar dan maken ze zelf het project bekend, van dat en dit en als er mensen mee willen helpen dan pakken ze weer zo’n tassie. Beneden staat dan iemand bij de deur en als de mensen naar buiten gaan dan geven ze wat.
Moskee: Ulu Locatie: Utrecht Gesproken met: Restlan Aykac, Secretaris Moskeebestuur Sinds jaar of vier ben ik hier bestuurslid. Uitdagingen van nieuwbouw. Kost veel tijd. Gebouw runnen en contact met lokale politiek. Hebben jullie hier een beleid omtrent zakat? ‘Zakat is een van de pijlers van islam, zoals je waarschijnlijk al wel weet, daarom staat alles al vast. Daarom bemoeit het bestuur zich er niet echt mee, want het is een individuele verantwoordelijkheid. Net zoals bidden, vasten en het gaan naar Mekka is het verplicht om een deel van je vermogen te schenken aan de armen. Dat is een individuele verantwoordelijkheid en daarin is geen rol weggelegd voor het moskeebestuur. Tijdens ramadan wordt er door de imam wel specifieke aandacht op gelegd, en hij herinnert iedereen eraan. Ramadan is ook een manier om te voelen hoe de armen leven. Onze imam stimuleert dan ook dat je het niet vergeet en dat je dat moet doen. Tijdens de ramadan is er dus specifieke aandacht voor, maar het is niet zo dat er een speciaal beleidsplan voor wordt geschreven. Het is gewoon een individuele
93
verantwoordelijkheid, islam is een individuele verantwoordelijkheid. Je doet het voor jezelf en voor Allah. Als je het niet doet dan krijg je straf, als je het wel doet dan wordt je beloond. Er zijn mensen die niet weten waar ze hun geld moeten doneren en dat via de moskee doen. Maar dat is niet veel, als ik in percentages moet spreken dan doet ongeveer 5% van onze gemeenschap dat. Soms zit daar ook een gecoördineerde actie van onze koepelorganisatie achter om zakat in te zamelen. Dan gaat dat naar Soedan of naar Pakistan, ergens waar veel ellende is door natuurrampen en dergelijke. Dan komt er een gecoördineerde actie. Incidenteel worden er coalities gesloten met de koepelorganisatie om de armen te helpen, maar dat zijn geen structurele banden. Als er zoiets is, dan zamelen wij geld in en maken we het over naar de koepelorganisatie. Grotendeels maken de mensen het over naar familieleden die dat geld goed kunnen gebruiken. Naar familieleden die behoeftig zijn, eerst dichtbij dan verder. Zo breidt de kring zich uit.’ Volgende week is het ramadan en dan wordt de zakat al-fitr ingezameld. Is dat iets wat wel via de moskee gaat? ‘Je kunt niet aan gebouwen of instituten geld geven. Wij zamelen het geld in voor de bouw van de nieuwe moskee. Dat is ook voor je eigen comfort en voor dat van je kinderen. Een plek waar men kan bidden en onderwijs kan volgen. En zakat en fitr, ja, dat wordt niet als zodanig aan moskeeën geschonken nee.’ Dus het gaat echt via het landelijke orgaan? ‘Internationale evenementen, catastrofes zeg maar, dat gaat via Den Haag. Die kunnen dat beter organiseren, daar hebben ze meer mankracht voor. Dat gebeurt in samenwerking met de andere moskeeën en ook met Turkije. Dat wordt verenigd en collectief overgemaakt. Wij zelf leggen geen contacten, daar hebben we geen tijd voor en geen middelen.’ Telefoon gaat over en Restlan Aykac neemt op. De moskee wordt sinds 1983 voor gespaard. We collecteren ook nog steeds. Soms doen mensen spontaan een donatie en zomaar €1000 neerleggen. Het is een groot project. De locatie is goed en we kunnen een statement maken. We worden de grootste Turkse moskee van Nederland. Begane grond is voor winkelruimte, dan daarboven lesruimtes en conferentieruimte. Daarboven de gebedsruimte. Waar waren gebleven? De imam geeft alleen een aansporing zodat het wordt gedaan. Maar er is hier geen intentie om het via deze moskee in te zamelen. Het blijft je eigen verantwoordelijkheid.’ Dus jullie hebben hier geen collectebussen staan om zakat in te zamelen? ‘We hebben wel collectebussen, maar dat is niet per se voor zakat. Dat is voor de moskee om deze draaiende te houden en te financieren. Als we zakat inzamelen voor een landelijk gecoördineerd project, dan gebruiken we wel die collectebussen. Dan zamelen wij het in en maken we het over naar waar het wezen moet.’ Welk project staat nu gepland voor de ramadan? ‘Het zou kunnen dat het naar Afrika gaat, maar wij hebben daar nog geen instructies over gehad. Dan krijgen we een brief naar Den Haag met welk project we doen en het rekeningnummer waar je het op kunt storten. Dat geld gaat naar Den Haag.’ Dus het is heel vrijblijvend om daar aan mee te doen? ‘Ja, als je er aan mee wil doen dan kan dat. Het kan dan via de moskee of zelf overmaken. Maar meeste mensen kiezen ervoor om het aan ons te geven.’
94
Welk bedrag is er vorig jaar ingezameld? ‘Poe ik weet het niet, de bedragen variëren tussen 1.000 euro en 3.000 euro op gewone avonden. Speciale avonden €4000. Dan is er dus meer rendement. Vorig jaar, ik weet het niet, ik denk €3000.’ Dus voor grote internationale nood doet de Diyanet, maar hebben jullie bijvoorbeeld kleine projecten in Turkije? ‘Ehm, niet zoveel. Ik kan me herinneren dat er een keer hier in Utrecht een mevrouw was wiens man was overleden. Dat lichaam moest vervoerd worden naar ik geloof Ethiopië. Dat koste heel veel geld, wel 4.000 euro ofzo. Daarvoor is in de moskee aandacht gevraagd. Er is uitgelegd wat de situatie was, wat zij had en of er mensen een bijdrage wilden leveren. Toen is iets van €800 ingezameld. Dat heeft die vrouw toen gekregen. En ook van andere moskeeën. Dan is de gang van zaken zo dat het bestuur dat overlegt met de imam over hoe we het gaan aanpakken. De imam legt het voor aan de mensen over hoe en wat moet gebeuren en hoeveel geld ervoor nodig is. Dat komt wel eens voor. Het bestuur krijgt het geld en geeft het dan weer door. Er wordt wel gecontroleerd of alles wel traceerbaar is en alles wel klopt. Zo ontstaat er vertrouwen. Het komt niet heel vaak voor dat mensen zeggen ik heb in Turkije een oom en die heeft geld nodig. Dan denken mensen ook is dit wel waar. Ik kan ook wel zeggen dat ik een oom heb die geld nodig heeft, het moet geen bodemloze put hier worden. Het moet wel controleerbaar zijn. Wat er gebeurt, is dat er niet alleen geld maar ook kleding wordt ingezameld hier voor naar Palestina bijvoorbeeld. Dat is 2 a 3 keer gebeurd. Dat wordt niet altijd landelijk gecoördineerd, soms wel soms niet.’ Komt dat idee dan vanuit jullie zelf? ‘Dat kan uit het bestuur komen, niet direct uit onze gemeenschap. We hebben een organisatie een Nederlandse die dat idee aan ons heeft voorgelegd. Dan zeggen zij als jullie de spullen daar neerleggen dan komen wij het ophalen. Dat is voor ons dan heel makkelijk. Het is heel laagdrempelig en binnen 3 dagen hadden we een aantal vuilniszakken vol met kleding. Goed bruikbare kleding. Dat gaat heel goed. Kennelijk vinden de mensen dat ook makkelijk. Soms is dat een Marokkaanse of een Palestijnse Nederlandse stichting. Dat is dan geen zakat of fitr, maar het is wel solidariteit. Bruikbare Nederlandse goederen. Soms zijn er ook mensen, illegalen bijvoorbeeld, die hier verzeilt zijn geraakt. Dat hebben we een paar keer gehad, dat ze zeggen ik ben dakloos en heb geen geld om terug te gaan. Dus gaan ze naar moskee. Als ze hier aankloppen, dan controleren wij wel zijn paspoort en brief enzo en dan leggen we dat voor aan de mensen. Als ze dan geld willen doneren dan kan dat. Hoeveel dan wordt opgehaald is afhankelijk van welke dag hij aanklopt. Als het vrijdag is dan, kan hij zomaar een paar honderd euro ophalen.’ Dus dat gaat eerst via jullie en dan via de imam? ‘Ja, het is niet zo dat dat vaak gebeurt, dat we dat iedere week vragen aan de mensen. Maar het is de plicht om mensen te helpen, dus we zeggen nooit dat iemand weg moet gaan.’ Zijn er ook Nederlandse organisaties die hier aankloppen? Dus Nederlandse ontwikkelingsorganisaties die met jullie willen samenwerken? ‘Nee, geen Novib ofzo. Dat kan wel, maar als ze aankloppen dan verwijs ik ze wel door naar onze landelijke vereniging in Den Haag. Dan kunnen ze daarmee zaken doen. Die kunnen dat ook veel beter organiseren.’ De zakat al-mal komt hier dus niet binnen? ‘Nee, eigenlijk niet.’ En als jullie vragen krijgen van mensen die niet weten waar ze hun zakat kunnen geven? ‘We hebben nog nooit de vraag gehad dat iemand niet wist aan wie ze het moesten geven omdat ze geen armen in de familie of kennissen hadden. Iedereen heeft altijd wel iemand in zijn
95
omgeving die zakat kan gebruiken. Maar ze kunnen altijd bij ons terecht. Maar meestal geven we ze dan het rekeningnummer van de landelijke organisatie.’
Moskee: Fatih Locatie: Amsterdam Gesproken met: secretaris van het moskeebestuur, Mehmet Yamali Hebben jullie hier een beleid omtrent zakat? ´Nou wat wij er hier mee doen, op het ogenblik zijn we bezig om dagelijks vanaf vandaag tijdens de iftar eten te geven aan zo´n 50 personen. Dat gaat dan dakloze mensen, mensen die geen onderkomen hebben of die door werk of wat dan ook niet op tijd thuis kunnen zijn. Omdat dat ook onder de categorie valt van waar je je zakat aan kunt uitbesteden gaat dat dat zo gedaan worden. Maar omdat je de zakat niet voor ons kan gebruiken, het moet aan mensen gegeven worden, dus je mag het niet aan een moskee of instelling geven. Het moet aan mensen gegeven worden. De moskee is er meer voor verantwoordelijk om het in te zamelen. Dit jaar hebben we gezegd we gaan eten geven aan een aantal personen tijdens de ramadan en het resterende bedrag wordt dan weer ingezameld en dat wordt weer overgedragen aan de koepelorganisatie in Den Haag en die stuurt dat dan weer naar Turkije. Dus naar het ministerie van Religieuze Zaken in Turkije en zij hebben lijsten van mensen, van behoeftige personen. Want in Turkije is het zo, als je behoefte hebt, als je arm bent, vraag je dingen aan bij de ja hoe noem je dat, laten we zeggen burgemeester. Dan kom je op een lijst van behoeftige mensen om misbruik te voorkomen. Die zakat kan naar die mensen gaan. Het is natuurlijk al zo dat de staat al voor deze mensen zorgt, maar daarbij kan gebruik daarvan gemaakt worden. Omdat je het op een centrale plek inzamelt kan het meteen verdeeld worden aan de mensen die daar behoefte aan hebben, dan kun je die mensen daarmee helpen. Dat is het systeem dat in Turkije wordt gehanteerd. Zij verzamelen het meer en dragen het over, behalve wat wij nu doen bij de iftar.´ Is dat van de iftar dan de fitr? ´Eh, nou ook gewoon van de zakat. Want de zakat wordt ook aanbevolen om in de ramadan te doen. En ja, verschillende redenen, het is eigenlijk niet verplicht, maar als je als vastend persoon echt ook onderhevig bent van een hongerend persoon. Zoals nu, dat vind ik echt heel goed dat er veel aandacht aan wordt besteed aan Afrika, ook in Nederland. Die mensen in die hitte en zo´n lange tijd honger. Deze mensen gaan dat nu ook ervaren, dan zijn ze veel makkelijker geneigd om te geven. Het is ook een bijzondere maand, het is de maand waar de openbaring mee is begonnen. Het wordt ook gezegd het is een gezegende maand. Er wordt van uit gegaan dat het gewoon voor meer zegening zorgt in de heilige maand.´ ´Zakat is gewoon echt apart. Omdat de Koran wordt vastgesteld je mag zakat aan deze mensen. Ik heb het net nog even opgezocht. Heel kort, het wordt in 5 groepen verdeeld. De minderbedeelden, dus mensen die volgens de islam niet rijk zijn. Wie zijn niet rijk? Nou mensen die na hun basisbehoeften niet genoeg geld hebben om de nisab te halen. Dat is €3.000 die je opzij moet kunnen zetten. Dan ben je rijk volgens de islam. Mensen die daaronder zitten, zijn arm. Dan de hele arme mensen, die hebben niets. Dan de mensen die schulden hebben, dan heb ik het niet over pretschulden zoals door het kopen van een auto, maar ook schulden door je basisbehoeften te vervullen dat je dan schulden moet maken. Dus dat je meer schulden hebt dan dat je voor je basisbehoeften nodig hebt. Mensen die onderweg zijn, ook al hebben ze genoeg middelen. Maar om terug naar hun eigen land te gaan hebben ze geld nodig. Die mensen kun je zakat geven zodat ze naar hun land van herkomst kunnen gaan. Als laatste, mensen die God´s weg volgen. Mensen die bezig zijn voor Allah en die studeren voor religie. Mensen die hele goede moslims zijn en die zich door wetenschap proberen te verrijken, maar daar niet de middelen voor hebben. Daarbuiten, mag je de zakat niet geven. Wat je daarbuiten doet, dat wordt dan sadaqah genoemd. Dat is dan wat anders. Je moet sadaqah ook geven, wordt ook aanbevolen.
96
Maar zakat is echt het verplicht, met alle regels van de 2,5% enzo. Als je zo gierig bent dat je niets wil geven, je moet dit aan deze mensen afstaan. Omdat sommige mensen gierig kunnen zijn, vooral als ze rijker worden, dan wordt gezegd van ook al ben je zo, je moet van God het aan deze mensen geven. Wij verzamelen soms geld bij de moskee, ook voor onderhoud van de moskee. Dat is dan apart, dus dat mag je wel voor de moskee gebruiken.´ Hoe verzamelen jullie de fitr in? ´De imam en het bestuur mogen dat verzamelen. Een aantal aangewezen personen van het bestuur. De imam roept dat ook op bij het vrijdaggebed en dat wordt apart ingezameld. Je krijgt dan een potje en daar wordt de zakat in verzameld. Tegen het einde van de ramadan, gaat men ervan uit dat alles ok is, maar het is ook zo dat er mensen alleen bij de feestdagen komen en die willen dan op het laatste moment geven, eigenlijk moet je voor gebed geven, maar die willen op het laatste moment geven. Dan gaat er speciaal iemand langs die die zakat ook nog ophaalt. De zakat wordt nauwkeurig in apart potje verzameld en uiteindelijk wordt dat naar Turkije verstuurd naar het hoofdorgaan.´ Dus bij ramadan zamelen jullie gewone zakat in en fitr? ‘Er wordt gewoon gezegd, als je zakat wil geven dan moet je dat erbij zeggen. Zakat moet je zeggen, dat is apart.’ Moet je dat zeggen tegen degene die het inzamelt of tegen jezelf? ‘Nee, je moet het ook tegen de persoon die het inzamelt zeggen. Er wordt gewoon apart ingezameld namelijk, dat mag niet door elkaar. Dat moet gescheiden blijven.’ De iftar maaltijden die jullie nu organiseren, waarvan financieren jullie dat? ‘De imam heeft opgeroepen afgelopen vrijdag dat we het zo en zo gaan doen. Als mensen dat willen financieren, graag. Ik heb nu net gekeken en er is al voor negen dagen gefinancierd. We gaan eerst kijken of de mensen zelf willen geven, maar, je kunt ook zeggen dat je je zakat hieraan wil geven.’ Dus, dit is nu van sadaqah? ‘Ja. Maar ook zakat. Aan het einde wordt er dan gekeken hoeveel is er gekocht van het sadaqah geld en hoeveel van het gewone zakat geld. Dat wordt apart bijgehouden.’ U gaf net aan dat de ingezamelde zakat naar Den Haag gaat en vanuit daar naar projecten in Turkije. Wordt er dit jaar ook aan Afrika gegeven? ‘Ja, het wordt, eigenlijk is de richtlijn van de zakat, je moet eerst hier beginnen. Dus eerst je familie, dan je eigen straat, dan je eigen stad, dan je eigen land en dan naar de wereld toe. Maar, de voorzitter van het ministerie van religieuze zaken heeft gezegd, geef minimaal zeg maar 1 dag te eten aan Afrika. Het hoeft niet alleen zakat te zijn. Er wordt op dit moment gewoon aangemoedigd om mensen in Afrika te helpen. Maar als mensen zeggen ik wil mijn zakat naar Afrika sturen, dan kan dat. Dat is geen enkel probleem. Je kunt je zakat ook geven aan mensen die niet veel hebben, maar er zijn ook mensen die het veel erger hebben. Dus je kunt mensen helpen die dood gaan van de honger. Dus die richtlijnen worden wel gegeven. Na de ramadan, nadat de zakat is voltooid, krijgen we een overzicht van waar de zakat is gegeven. Dat is hetzelfde met het offerfeest. De beesten die dan worden geofferd in het buitenland, je kunt vlees natuurlijk niet lang bewaren, dus die offers worden geslacht, van het vlees wordt gehakt gemaakt en dat gebraden en in een blikje gedaan. Dat ingeblikte vlees wordt dan uitgedeeld aan de arme mensen. Meestal zie ik op die lijst, echt je ziet een hele lijst met landen waar dat heen gaat. Van Azerbeidjaan, naar Somalië, naar Libië. Dus echt heel verspreid over de wereld. Aan het einde wordt er verantwoord wat er binnen is gekomen en waar het heen is gestuurd. Nu in Afrika, en in Pakistan waar men nog steeds heeft te lijden onder het water, dan zal de zakat daar wel voornamelijk heen gestuurd worden. Er wordt gekeken naar wie heeft nu het meeste nodig op de wereld en daar wordt het dan aan gegeven. In 1999, toen was er een grote aardbeving in
97
Turkije, toen werd er gefocust op die plek. Gelukkig gaat het nu beter in Turkije en dan wordt er gewoon gekeken naar wie het meeste nodig heeft. Dan wordt daar de meeste sadaqah en zakat heen gestuurd.’ Dus in Turkije wordt bepaald waar het heen gaat? ‘Ja.’ Hebben jullie ook wel eens, net zoals nu met de iftar, eigen projecten? ‘Ehm, nee. Want meestal doen de gemeenschappen die dat doen van de milli gorus en de suleymanli. Die hebben niet iets landelijks, dan zijn ze eigenlijk wel een beetje verplicht om het zo te doen. Maar Diyanet is landelijk en heeft wereldwijd vestigingen. Het is altijd heel open waar het heen gaat. Diyanet kan veel makkelijker projecten opzetten. Omdat je geen onderscheid kan maken onder de mensen kunnen ze alleen zeggen deze plek heeft het meer nodig dan deze. Dus wie heeft het het meeste nodig? Daar wordt globaal naar gekeken want Diyanet mag geen onderscheid maken. Wie heeft het nodig? Daar wordt het heen gestuurd.’ Dus jullie krijgen achteraf een brief met daarin waar het heen is gestuurd? ‘Ja, achteraf wordt er een verantwoording gegeven van hoeveel en waar het heen is gestuurd.’ Delen jullie die informatie met jullie gemeenschap? ‘Ja, dat wordt dan ook hier opgehangen. Van zakat herinner ik me niet zo goed wat het laatste afschrift was, maar van offer, dat herinner ik me heel goed. Toen stond er met getallen hoeveel offers naar welke landen gestuurd waren. Het waren het aantal offers die uit Nederland zijn gestuurd en waar die naartoe zijn gestuurd.’ Waar hangen jullie die lijst op? ‘Bij binnenkomst heb je die en hier wordt het aan het raam gehangen. Dan kan iedereen het zien. We hebben ook een maandelijkse uitgave van Diyanet en daar worden die dingen ook in aangegeven, ook met foto’s enzo. Ook op de website van Diyanet.’ Hoe hoog is het bedrag van de fitr dit jaar? ‘10 euro dacht ik. Hier staat het ook (pakt formulier). Ja fitr is 10 euro en de nisab voor zakat is 3.000 euro. Dit formulier hebben we samen met 5 andere moskeeën uit Amsterdam gemaakt. Vorig jaar hebben we dat voor het eerst gedaan en dat beviel goed. We hebben een werkgroep opgericht en van elke moskee zitten daar vertegenwoordigers in. Zulke dingen worden dan besloten. Hier staat ook een overzicht op van wanneer zon op gaat en wanneer ochtendgebed is en avondgebed enzo. Ramadan is leuk. Als je het nog nooit hebt gedaan dan moet je het eigenlijk een keer doen. Dan waardeer je iedere kruimel van brood. Ik heb eigenlijk zoiets laat eens alle kinderen in groep 8 ofzo, een keer een dagje vasten. Ze weten niet wat het gevoel is van iets niet hebben. Je krijgt heel veel respect voor eten. Moslims zullen eten dat ze zien op straat opzij leggen. Je mag het niet vertrappen. Brood is niet heilig. Maar het is eten en er zit heel veel tijd in. Brood, je moet de grond bewerken, je moet het onderhouden, je moet het oogsten, het moet naar de fabriek en er moet brood van gemaakt worden. Er zit dus heel veel mankracht en vrouwkracht in. Daarom krijgt brood extra veel respect. Toen je me belde over islamitische liefdadigheid, toen dacht ik daaraan. Ik vind islam echt een zielig kind geworden. Islam is een wees geworden en iedereen zit hier die wees in elkaar te meppen. Islam wordt misbruikt. Lokaal of over de grenzen geven? ‘Ik denk dat lokale zakat een juiste keuze is. Want als je het voor allebei gaat doen is het een tijdelijke oplossing. Waarom? Mijn ouders en ik zijn in Turkije geboren, maar mijn dochter is hier geboren. Haar omgeving is hier. Zij heeft andere band met Turkije. Misschien stuurt zij haar zakat nog wel daarheen. Maar de volgende generatie, die zal geen binding meer hebben en zeggen dat ie Nederlander is. De vierde generatie zegt ik ben Nederlander, maar heb Turkse
98
wortels. Ik hoop ook dat het zo blijft. Ik hoop nooit dat men zal assimileren, dan weet men niet meer wie je bent. Je moet wel weten waar je roots liggen. Het is tijdelijk. Met twee generaties bestaat die tweede optie niet meer. De uitleg zal dan omvangrijker zijn, dan dat we nu hebben. De uitleg is nu oud die bepaalde technische stappen ondernemen. Maar zonder dat we de westerse manier erbij hebben betrokken. Dus dat moslims en niet-moslims met elkaar gaan mengen. Dus ik denk dat er nog uitleggen gaan komen die een ander beeld gaan geven. Dan wordt het aangepast. Dat je zakat aan anderen mag geven enzo.’ Hoeveel hebben jullie vorig jaar aan fitr en zakat ingezameld? ‘Ik zal niet een getal durven te zeggen. We hebben 250 leden, dus voor de fitr is €10 keer 250 is €2500. Maar ik zou grof zeggen een paar duizend euro. Maar dat is ook heel veranderlijk. Dit jaar is in de vakantieperiode, dan zijn veel mensen in Turkije dus die zullen het daar geven. Het verschilt ook enorm met hoeveel mensen er komen. Je weet het gewoon niet.’ Ik denk dat de liefdadigheid vanuit moskeeën nog een andere vorm gaat krijgen. Nu is het echt heel globaal. Dat heeft weer tijd nodig. Maar de maatschappij, de mensen de omgeving komt soms vanzelf met een oplossing. Liefdadigheid daar wordt nog gezocht. De stenen zijn nog niet op z'n plaats. Ik zie het meer als behelpen.’ Maar hoe zou dat dan kunnen veranderen in de toekomst? ‘Dat het systematischer wordt gedaan en dat het niet een op een gaat. Dat je een grote verzamelpot krijgt, die niet in Turkije ligt, maar bijvoorbeeld in Nederland. Dus dat je hier gaat bepalen waar het geld naar toe gaat. Het zal misschien niet baanbrekend zijn. Maar het zal wel helpen, van de moslims uit Nederland hebben hun zakat hier aan gegeven. Er is een slecht beeld van de islam, wij zijn een zwart schaap. Dat terwijl er ook een heleboel goede dingen gebeuren door moslims. Maar doordat zakat een op een is, of via de moskee, hoort niemand ervan. De meeste mensen weten niet wat zakat inhoudt. Dus bijvoorbeeld de zakat is dit jaar naar de hongersnood in Somalië gegaan. Met een beeld erbij, dat vinden mensen leuk. Dat zou een heel ander beeld geven voor de niet-moslims. Dan gaan zij misschien anders denken over moslims. Ik zou wel willen dat het op zo’n manier gedaan zou worden. Wie weet. Het kan nog komen misschien.’
99
Bijlage IV: uitwerking interviews met islamitische ontwikkelingsorganisaties A. SMHO Gesproken met: dhr. Güngör Functie: adviseur SMHO Locatie: Amsterdam Jullie zijn een overkoepelende organisatie, een samenwerkingsverband van een aantal Nederlandse moslimorganisaties. Kunt u mij hier iets meer over uitleggen? ´SMHO is een kleine netwerkorganisatie waar organisaties die min of meer projecten ondersteunen in het buitenland. Die werken samen. Meer dan 20 soortgelijke organisaties. Een groot deel van de organisatie hebben een Turkse origine. Maar we hebben ook Bosnische, Egyptische, Palestijnse en Marokkaanse organisaties waar we mee samenwerken. We hebben een bestuur, een commissie voor projecten en vrijwilligers. Dat is ongeveer de organisatie van de SMHO. De kernactiviteiten van SMHO zijn ten eerste bewustwording in Nederland, tweede is de Ramadanactie die jaarlijks terug komt en derde is de offerfeest actie. Voor het eerste deel organiseren we trainingen, debatten, discussies gericht op onze achterban en lidorganisaties zodat zij projecten meer professioneel kunnen aanpakken. Ook Nederlandse issues zoals integratie van moslims. Voor kurbanactie werken we samen met Nederlandse organisaties zoals Van Harte restaurants. Gedurende de vier dagen van het Offerfeest zamelen mensen vlees in op bepaalde plekken, deze worden bij elkaar gebracht en in de fabriek verwerkt tot Turkse worst en salami. Die wordt gedoneerd aan voedselbanken. Daarnaast hebben we een Offerfeestmaaltijd week, waarbij we met de van harte restaurants samenwerken en een maaltijd aanbieden aan de minderbedeelden of mensen die sociaal geïsoleerd zijn. Derde is de ramadanactie waar de zakat centraal staat. Gedurende de 30 dagen van de ramadan vinden op diverse plaatsen inzamelingen plaats voor projecten.’ Welke plaatsen? ‘In moskeeën en ook tijdens iftarmaaltijden in het restaurant of bij Turkse ondernemers en onze leden. Dan worden daar toezeggingen voor donatie gemaakt die later worden overgemaakt. Ieder jaar kiezen we minimaal drie projecten in het buitenland. Bijvoorbeeld afgelopen jaar hebben we Soedan een drinkwaterproject gerealiseerd. Een aantal putten geslagen en schoon drinkwater gerealiseerd in Darfur. In Palestijnse gebieden hebben wij een gezondheidscentrum ingericht. In Afghanistan hebben we een internaat voor jongeren ondersteund. Ieder jaar komen er projecten binnen en die worden door een van onze lidorganisaties geadopteerd. In grote steden wordt geld opgehaald en wordt verdubbeld en in die landen besteed.’ Door wie wordt het verdubbeld? ‘Door Cordaid.’ U vertelde zojuist dat de projectaanvragen bij de lidorganisaties binnen komen. Wie zijn die lidorganisaties? ‘Bijvoorbeeld in Amsterdamse organisatie heeft een partner in organisatie en die heeft een project die ze aan die Amsterdamse organisatie voorlegt en die leggen het weer voor aan ons. Zo werkt het dan. Een Rotterdamse organisatie heeft een partner in Kabul en die leggen het weer voor aan ons. De inzameling vindt bij de lidorganisaties plaats tijdens iftar.’
100
Er komt dus niet direct een aanvraag bij jullie binnen? ‘Jawel, maar meestal gaat het via de lidorganisaties want die moeten inzamelen.’ Maar als zij dat zelf doen, wat is dan de toegevoegde waarde van SMHO? ‘Door het verdubbelen. Maar ten tweede om het project te begeleiden, te monitoren en vast te leggen. Project bestaat uit verschillende fases, niet alleen geld inzamelen is voldoende. Het moet goed besteed worden en goed gerapporteerd. En ook bewustwording.’ En daar helpen jullie? ‘Ja, daar helpen wij die organisaties bij.’ Hoe beslissen jullie of een project op jullie steun kan rekenen? ‘Wij hebben een aantal criteria: landenkeuze, thema en migrantenorganisaties. Dat zijn de drie meest belangrijke criteria van ons. Nederlandse migrantenorganisaties moeten bij ons aankloppen, het thema moet passen bij het beleid van Cordaid en van de Nederlandse overheid.’ Dus dat zijn dan? ‘Conflictbeheersing, gezondheid, enzovoorts. We mogen niet 100% projecten in Turkije doen.’ Dat mag niet van? ‘De Nederlandse overheid. Want Turkije staat niet op de landenlijst van de Nederlandse overheid. Wat doen wij? Wij opereren vooral in Soedan, de Palestijnse gebieden en Afghanistan. Maar 20% doen we in Turkije en Marokko buiten de landenlijst.’ Deze criteria zijn niet de islamitische criteria? ‘Nee, ze worden bepaald door de Nederlandse overheid. Hier houden we ons aan. Armoede is overal, Koran of niet.’ Dus als de projectvoorstellen aan deze criteria voldoen dan zeggen jullie als bestuur, ok wij willen jullie steunen? ‘Klopt.’ Die lidorganisaties betalen die contributie aan jullie? ‘Ja symbolisch. Maar dat betekent niet dat ze geen hulp van ons krijgen als ze geen lid zijn.’
101
Tijdens de ramadan zamelen jullie zakat al fitr in. Hoe doen jullie dit? ‘Dat doen onze lidorganisaties. Meestal organiseert een lidorganisatie een bijeenkomst. In het geval van de ramadan een iftarbijeenkomst. Dan gaan wij de achtergrond van het project en de procedure uitleggen. Geven informatie over landen daar, door middel van bijvoorbeeld beelden.’ Jullie geven daar dan dus een soort presentatie? ‘Ja inderdaad, naderhand kunnen ze dan geld geven.’ Geven jullie daarna ook een soort terugkoppeling? ‘Ja, we geven door middel van een televisie-uitzending, of kranteninterview en weer een bijeenkomst verslag. We laten hierin zien hier zijn we geweest, dit hebben we gezien, hier maken we ons zorgen over en soms laten we ook mensen daar aan het woord waarin ze de mensen hier in Nederland bedanken.’ Krijgen jullie ook zakat al-mal binnen? ‘Nee, we krijgen wel donaties binnen, waaronder ook sadaqah.’ Krijgen jullie ook zakat al-mal binnen? ‘Nee, we krijgen wel donaties binnen, waaronder ook sadaqah.’ Hoeveel krijgen jullie aan zakat binnen? ‘Specificeren jullie donateurs dit?’ Zijn er nog verschillen in hoeveel men geeft qua geslacht en leeftijd? ‘Onze grootste groep donateurs bestaat uit Turkse ondernemers. Dat is heel duidelijk. Maar bij bijvoorbeeld de Palestijnse avond zijn de vrouwen heel actief. Die doen veel aan handwerk en voorbereiding. Ze zijn met veel en passievol.’ Hoe bereiken jullie je doelgroep? Zijn dat dan ook de Turkse ondernemers? ‘Onze doelgroep zij a. Turkse ondernemers die zaken doen. Soms komt het voor dat ze met een project komen uit die landen, zij doen daar namelijk vaak zaken en komen dan in aanraking met de projecten. Dan komen ze zelf met een voorstel en zeggen bijvoorbeeld dat ze de helft van het budget geven. Dan helpen wij ze met de rest. De andere doelgroep is inderdaad de achterban, de diaspora. Dus de Turkse mensen in Nederland. En ten derde zijn scholen en leerlingen een doelgroep. Met scholen gaan wij projecten inzetten. Hele week, bijvoorbeeld Soedan week, dan geven wij daar informatie. De leerlingen zullen dan een hele week inzamelen bij hun ouders, familie en buren. Is een project van de kinderen en ons. We doen dit project met de Montesori school in Amsterdam oost.’ Hoe komen jullie bij deze school? ‘Wij kennen de directeur. Zij staan open voor wereldproblematiek.’ Zij initiëren het dus en kloppen dan bij jullie aan? ‘Ja, dat klopt.’ Gaat de stroom van de zakat via de moskee, of meer van moslims naar hulpbehoevenden zelf? Of juist naar organisaties? ‘De grootste stroom loopt denk ik langs de moskee. Mensen zijn gewend om daar te geven. Onder turken is Diyanet grootst, dan milli gorus en suleymanli. Diyanet heeft ook grootste aantal moskeeën in Nederland.’
102
Jullie richten je voornamelijk op ontwikkelingslanden via jullie partnerorganisaties. Sommige islamitische geleerden pleiten echter voor het eerst in je eigen omgeving geven van zakat. Hoe denken jullie daar over? ‘Wat jij hier beschrijft is individueel. Wat wij doen is institutioneel en niet per persoon. Eerder per groep. Het is in de Koran inderdaad aanbevolen om eerst je naasten te helpen. Wij doen wel aan bewustwording hier in Nederland.’ Islamitische ontwikkelingsorganisaties krijgen vaak als kritiek geen structurele hulp te bieden, wat is uw mening hierover? ‘Dat komt door het kader van de islamitische organisaties. Zij zijn redelijk nieuw in het veld. Het gaat om het structureel besteden van het geld. Anderen, Islamic Relief, Cordaid, wij, proberen daar een structuur in aan te brengen. Maar grotendeels is de kritiek terecht. Helaas.’ Hoe doen jullie de controle? ‘Die worden gedaan door de lidorganisaties.’ 26 min Hoe groot zijn de bedragen die jullie binnen krijgen aan zakat? ‘Dat varieert eigenlijk. Maar ongeveer een ton voor 3 a 4 projecten. Cordaid legt dan nog bij. Is een mooie samenwerking. Normaal gesproken mag deze hand (boven) niet weten wat deze hand (onder) geeft. Mervana? Men hoeft het niet te weten. Vroeger in de Ottomaanse tijd was het systeem zo dat bij fonteinen in Istanbul bij de waterkraan was er een potje waar de rijke mensen hun geld in konden leggen, zonder dat ze het konden zien, dan konden de armen het weer pakken, maar zonder te tellen. Dat is de filosofie. Daarom vinden de meeste mensen het niet heel prettig om over de zakat te praten want het is een privéaangelegenheid. Iets tussen hen en God. Maar in een maatschappij als deze moet het vastgelegd worden. Stichtingen moeten wel vertellen wat ze binnenkrijgen. Transparantie, dat is ook iets wat we mee hebben gekregen van het geloof.’
B. Islamic Relief Gesproken met: dhr. Bouchallikh Functie: directeur Locatie: Amsterdam Wat betekent zakat voor Islamic Relief? ‘Je weet vast wel dat je binnen de islam vele vormen van doneren hebt. Zakat is een plicht, een van de pilaren van de islam. Je hebt ook de zakat al-fitr, die iedere moslim aan het einde van de ramadan betaalt. Iedereen die zakatplichtig betaald ter viering van het eid al-fitr feest. Dat is ook een manier van doneren, je hebt nog sadaqah, je hebt waqf. Je hebt heel veel namen alleen al voor de manier van doneren. Zakat, de 2,5% van je bezittingen is voor iedere moslim die zakatplichtig is. Het is geschikt voor de arme mensen. Islamic Relief is natuurlijk een organisatie die zorgt voor de armen. En dat is een mooie manier van om een rol te spelen als een soort tussenpersoon tussen de donateur en de ontvanger. Als wij het over zakat hebben, vroeger hadden wij een soort islamitische staat. Die zorgde voor het inzamelen van de zakat, die zorgde ook voor het uitbesteden van die zakat. Maar nu bestaat er geen islamitische staat meer. Er zijn wel regeringen die dat doen, die hebben bijvoorbeeld een soort zakatfonds binnen hun ministerie van religieuze zaken. Dat heb je in Saoedi-Arabië, Soedan, Maleisië. Maar dat is meer een lokaal iets, echt van die ministeries. Die zorgt vooral voor lokale bevolking, voor de arme mensen. Islamic Relief, gelukkig zit in het Westen waar je veel verschillende etnische islamitische groepen tegen komt, vanuit de hele wereld zeg maar, en men wil graag zakat geven. Zakat geven doet moslim sowieso, of op eigen manier, op persoonlijke manier. Of via-via. Ik bel bijvoorbeeld een collega in Marokko en vraag of hij geld geeft aan mijn tante of aan die of die, op
103
die manier zeg maar. Of als iemand naar Marokko reist, of via de transfer via bank. Vroeger doneerde je het via een kennis die gaat naar eigen dorp en wordt daar gedoneerd aan familie of ouders. Maar echte collectieve dat bestond nog niet. Pas vanaf begin jaren ’80 zijn er organisaties opgericht om een gezamenlijke actie te voeren voor die zakat, of een project in plaats van individuele actie. Aandacht is nu meer voor het collectieve project. Waterputten of een weeshuis in een dorp en niet meer een voor een. Het was ook niet zo goed georganiseerd. Het is meer lokaal. Islamic Relief daarentegen is een wereldwijde organisatie. Wij ontvangen donaties van iedereen. Wij kijken niet naar de naam of de achtergrond of hij of zij moslim is. En ook, wij helpen iedereen. Maar voornamelijk waar de concentratie moslims groot zijn. Want de meeste donaties komen van de moslimgroeperingen en zij willen het graag terugzien in projecten in landen van herkomst of in islamitische landen. Vandaar dat de meeste projecten zitten in die landen. Maar zij onderscheiden niet, want dat is een van de principes van de islam. Dat is Islamic Relief. En zakat, daar zit veel geld in. Want je hebt ook zakenmensen en mensen met een salaris die zakatplichtig zijn. En Islamic Relief probeert die zakat gelden te werven door middel van bijvoorbeeld de ramadan. Dat is een mooi moment om iedereen te benaderen van heeft u nog zakat, en we willen het graag gebruiken. Dat wordt gebruikt voor korte projecten. Maar de zakat al-mal gebruiken wij meestal voor duurzame projecten, waterputten, onderwijs en gezondheidszorg.’ Is dat een regel dat de zakat al-fitr meer voor de korte termijn projecten wordt gebruikt? ‘Ja, dat is een regel, zakat al-fitr is bestemd voor de vastenden. En dat heeft 1 doel en dat is delen met de armen. Je geeft aan het einde van de ramadan. Ramadan eindigt met een feest. De zakat al-fitr is om een solidariteit te geven aan de armen. Je moet denken aan de moslimgemeenschap, daartussen zitten ook arme moslims en die hebben ook gevast. Tijdens die feesten dragen kinderen mooie jurkjes enzovoorts. En die zakat is niet alleen maar bedoeld voor het kopen van voedsel, maar meer om die maatschappelijke eh hoe zeg je dat. Te declasseren zeg maar. Dus rijk en arm enzo. Dat iedereen gelijk aan elkaar het feest viert. Dat heeft meer een psychologisch effect en sociaal effect dan alleen maar het kopen van iets. Dat is zakat al-fitr en dat gaat om een klein bedrag. Zakat al-mal niet. Dat is een vastgestelde percentage met bepaalde regels zoals 1 jaar in bezit en welke eigendommen enzo. Zakat al-mal, vroeger was het de taak van de overheid. Zakat al-fitr niet. Dat is altijd een op een, en gaat naar buren en het begint vaak met je naasten. Als iedereen dat doet dan heb je zeg maar cirkeltjes en is iedereen blij op die dag. Dat moet snel gebeuren. Zakat al-mal kun je sparen in een bank of in een pot. Je kunt het besteden na drie a vier maanden, je kunt het na een jaar betalen. Vroeger was het ook een bron voor bijvoorbeeld de eerste universiteit van de wereld in Fez. Die is gefinancierd door een dame van haar zakat al-mal. Heel vroeger waren moslims bezig met het starten van projecten vanuit zakat al-mal. Dat geeft een indicatie dat zakat een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Zakat is heel belangrijk binnen de islam. Het is natuurlijk ook de derde zuil, daarna komt pas de ramadan en de hajj. Zakat is een oplossing. Niet alleen financieel, maar ook in het declasseren. De rijken blijven rijk, maar arm mag niet arm blijven. Twee jaar geleden heb ik een presentatie gegeven over de rol van zakat in de economische wereld. Want een rijke doneert zakat die gaat naar een brede bevolking. Die krijgen koopkracht, die gaan het besteden. De rijken krijgen het weer terug! Maar de economische molen draait. Maar als de rijken hun geld oppotten, wat is gebeurd tijdens de crisis, dan creëer je niet alleen armoede of een economie die uit balans is, maar ook sociale problemen zoals haat en criminaliteit. Want de armen willen graag geld hebben. Je krijgt ook jaloezie. Zakat heeft dus een economisch en een sociaal effect in de samenleving.’ Dus u denkt dat als iedere daartoe verplichte moslim zakat zou betalen er minder armoede in de wereld zou zijn? ‘Stuk minder en geen millenniumdoelen meer. Kijk, het is 2,5% en veel moslims weten dat ook niet, want het is fiqh. Je weet misschien ook wel dat er zakat bestaat die over grondstoffen betaald moet worden. Bijvoorbeeld olie. Waar ligt olie? Juist, in Saoedi-Arabië, Katar, Irak, Iran en ga zo maar door. Er wordt zelfs oorlog gevoerd voor die olie. Deze zakat is 1/5. Die 1/5 is het recht van de armen. Pak maar een rekenmachine en kijk hoeveel wordt geproduceerd per jaar
104
en kijk naar de cijfers van OPEC. Kijk eens hoeveel geld en MOET naar de armen. Dan heb je niet minder armoede, ik zeg dan heb je geen armoede. Dat is ook in de geschiedenis van de islam al eens gebeurd. In Egypte. Zij zochten naar armen voor de zakat, maar iedereen zei geef maar aan mijn buurman want ik heb het niet nodig. Maar ze vonden geen armen. Iedereen zei nee ik hoef niet. Het is dus wel gebeurd. Dat armoede totaal werd bestreden. Die zakat is dus echt een middel om armoede te bestrijden. Islam is niet een godsdienst die zegt dat je als een totale sloeber moet leven, maar ook niet dat je te hebberig wordt. Het gaat om die balans.’ Hebben jullie bij Islamic Relief een vast beleid omtrent zakat? ‘Zakat al-mal gaat dus naar duurzame projecten en de zakat al-fitr dus tijdens ramadan. Die zakat al-fitr, hoe doen we dat? In die landen geef je het cash. Dat heb je hier niet. Sommige mensen doneren het daarom in de moskeeën. Die hebben dan een lijst met behoeftigen of van projecten. Die krijgen het op de dag van de ‘eid al-fitr. Sommigen geven het aan organisaties zoals bijvoorbeeld Islamic Relief. Wij geven het geld niet in cash. Hoe wij het doen is zo, wij vertalen dat geld in kind, in voedselpakketten. Je kunt het geld niet eens nu in Somalië in vluchtelingenkampen geven want wat gaan ze er mee doen. Wat wij doen is het kopen van voedsel en dat distribueren wij aan arme mensen. Dat is beperkt tot het einde van de ramadan. Zakat al-mal niet. Met dat geld worden dus duurzame projecten gefinancierd. Dat is ons beleid.’ De zakat al-fitr moet inderdaad weer aan het einde van de ramadan worden uitgegeven, maar jullie ontvangen die bedragen eigenlijk ook pas dan. Is het dan een kwestie van heel snel overmaken? ‘Mooie vraag. Daar hebben wij een goede oplossing voor gevonden. Wij wachten niet totdat wij de donaties krijgen. Uit schattingen uit ervaringen uit de voorgaande jaren weten wij ongeveer hoeveel wij binnenkrijgen. Uit ervaring is ook gebleken dat hoe dichter bij de ramadan, hoe duurder het voedsel. Marktwerking. Wij kopen voedsel ruim van te voren. Dat budget dus gebaseerd op voorgaande jaren maar ook op schattingen. Dit jaar weten we bijvoorbeeld dat mensen meer gaan doneren door de hongersnood in Afrika. Wij weten ook dat men nu wil dat het in die richting wordt uitgegeven en niet in Afghanistan. Want dat leeft nu meer. Waar ik bang voor ben dat er weer een nieuwe ramp is. Maar wat wij doen is wij kopen voedsel in uit een soort reservepot. Dan lanceren wij de ramadanactie, en het geld wat daar via binnenkomt stoppen we weer terug in de reservepot. Wij zien al snel of de prognose gehaald gaat worden. Als we zien dat wij meer gaan binnenhalen, dan vragen wij aan onze veldkantoren om extra te kopen ook al is het duurder want het geld is binnen. Hebben wij meer gekocht dan dat we binnenkrijgen, dan gaat het van de algemene gelden en dat is ook prima want dat geld is toch bedoelt voor de armen. Zo werkt dat. Om te voorkomen dat we het na de ramadan uitgeven.’ Jullie hebben dus ook gekozen voor dat te besteden aan de hongersnood? Maar jullie hebben het dus al ingekocht. Hoe komen jullie aan deze projecten dan? ‘Wij hebben veldkantoren in Kenia, Ethiopië en Somalië. Wij gaan niet nu pas beginnen met het uitdelen van voedsel daar. Ik ben daar ook geweest in de hongersnood in 2005. Wij zijn daar al. Maar dit jaar weten we dat de mensen zich meer richten op de hoorn van Afrika want dat leeft nu. Wij krijgen nu al donaties voor de hongersnood. Die wordt met de ramadanactie gecombineerd.’ Hebben jullie ook bepaalde ulama waar jullie je door laten inspireren? ‘Nee. Kijk we zijn geen missionaire organisatie. We zijn een humanitaire organisatie geïnspireerd door islam. Wij kennen de regels en proberen ons daar aan te houden. Wij proberen neutraal te blijven. Sowieso voor de donateurs maar ook voor de mensen in het veld. Daarmee heeft Islamic Relief succes geboekt. We hebben hier Marokkanen, Libanezen, van alle etnische groepen. Wij vertegenwoordigen iedereen en alle stromingen van de islam. Wij beperken ons niet want dat is niet in het voordeel van de humanitaire hulp. Humanitaire hulp mag geen kleur hebben. Wij kunnen overal werken, zelfs in alle gebieden van Irak, Soedan. Landen waar veel spanningen zijn, toch zijn we daar actief. We zijn een gerespecteerde
105
organisatie binnen de moslimgemeenschap. De islamitische normen en waarden maken ons sterk. Daarom kunnen we overal werken want wij respecteren iedereen. Bijvoorbeeld in Afghanistan. Dat is een hele gesloten gemeenschap. Maar in plaats van kritiek te leveren is het beter om met de lokale bevolking naar oplossingen te zoeken. Je wilt voor hen het beste. Het kan niet in een twee drie een mentaliteit veranderen. Je moet ook respect hebben voor ze. Je gaat het niet met een toverstok veranderen.’ Maar ik kan me voorstellen dat jullie daar ook meer gedaan krijgen dan een andere Nederlandse organisatie? ‘Ik denk dat ook de media een rol heeft gespeeld. Men ziet daar een Amerikaanse soldaat met een geweer en aan de andere kant een blanke man met voedselpakketjes. Hij kan geen onderscheid maken. Zij worden gebombardeerd door blanken en dan komen zij hulp geven dat snappen zij niet. Dan zeggen zij ik hoef jouw hulp niet. Dat is het probleem. Dat is de tegenstrijdigheid tussen militair en humanitair optreden. Er zijn ook mensen die daar gebruik van maken, die haat zaaien. Die maken het moeilijk voor die andere NGO’s.’ Maken jullie gebruik van westerse banken? ‘Wij sparen geen geld. Wat wij doen is het financieren van projecten. Natuurlijk blijft dat geld in een bank zoals de ING of Rabobank. Wij kiezen niet voor een specifieke bank omdat die islamitisch is. Wij hebben rekeningen bij westerse banken omdat wij het niet sparen we distribueren het. Volgens de fiqh en de ulama, kijk riba voor je eigen gebruik is niet te doen. Voor de gemeenschap is het wel te doen. Het geld is afkomstig van individuen. Die geven het geld in een collectief. Wij gebruiken dat geld voor het financieren van infrastructuur. Wij gebruiken dat voor riool, watersystemen. Daarvoor wordt het rente geld gebruikt. Maar voor voedsel is het niet te doen. Anders creëer je een verkeerd idee. Het is niet goed om geld te sparen en met de rente voedsel te kopen. Die projecten moeten uit individuele steun komen, je geeft vanuit je hart. Rente is buiten je wil. Wij zeggen het ook in onze folder. Sommige mensen geven het weer aan de bank van ik hoef dat geld niet. Maar dat is zonde. Want wat gebeurt er daar mee?’ Hoe groot is het aandeel van zakat die binnen komt? ‘Ik zal even kijken in het bestand van 2010. Zakat al-fitr in 2010 is €94.000, zakat al-mal €292.000. Het is ongeveer 10 procent van geheel. We halen veel binnen met kurban. Zakat heeft veel animo, onderwijs en gezondheid veel minder.’ Hoe zamelen jullie in? ‘Ze vullen machtigingskaarten in. Daar kunnen ze specificeren wat ze willen geven. Dan geven wij opdracht aan bank. Sommigen gebruiken nog acceptgiro, maar is soms wel vervelend want dan staat er niet op waar voor het is en gaat het dus in het algemene potje. Online donatie.’ Maken jullie ook nog gebruik van andere vormen van inzameling? ‘We doen niet deur aan deur. Maar wel moskeebezoeken of bijwonen van benefietdagen of zoiets. Dan vragen wij of wij er ook bij mogen zijn met een stand of collecte. Daar wordt ook zakat gedoneerd. Of bij onze balie.’ Onder wie verdelen jullie je zakat? Houden jullie je aan de acht groepen? ‘Van die 8 groepen heb je er 1 die niet meer bestaat. De slaven. Nou eigenlijk hebben die een andere vorm gekregen. Meeste gelden nog. Meeste van de zakat gaat naar de armsten. Natuurlijk een deel gaat naar de inzamelaars. Maar meeste gaat naar de armsten. Het is een mooi systeem, het zorgt ervoor dat het geld bij de juiste mensen terecht komt.’ De inzamelaars, schaart u daar ook NGO’s onder? ‘Ja, dat is 1/8. Dat is een van de acht categorieën. Wij zorgen dat het geld bij de armen komt.’
106
Sommige islamitische geleerden pleiten echter voor het eerst in je eigen omgeving geven van zakat. Hoe denken jullie daar over? ‘Sommige geleerden of scholen binnen die islam die letterlijk naar de letter kijken. De Profeet zei jouw naasten. Die geleerden nemen dat heel nauw heel letterlijk. Anderen zeggen dat de situatie is veranderd en dat wanneer de Profeet in deze tijd zou leven hij anders zou zeggen. Islamitische wereld is zo verspreid en je hebt iemand in de Hoorn van Afrika die helemaal niets heeft? En iemand hier die minder heeft? Logisch is die in Afrika prioriteit. Die in Nederland kunnen wij op een andere manier helpen. Maar van de zakat gaat eerst naar de armsten. En bovendien de wereld is klein geworden. Met moderne technologieën kun je duizenden euro’s in twee minuten overmaken naar een ander continent. Wat is nu een grens? Wat is naast? Ik kan nu naar Marokko bellen en kijken naar de foto van degene die ik bel. Ik kan op internet geld geven aan iemand in Afrika. Die grenzen zijn niet meer bepalend voor je zakat. Dat is logisch. Wij houden aan die regel vast. Nederland heeft een systeem, als je geen baan hebt krijg je een uitkering. Laten we het geld geven aan degenen die geen systeem hebben, droogte hebben, geen eten etc. Als hier iets in Nederland gebeurt, wat ik niet hoop, dan moeten we het hier lokaal geven. Moslims zijn ook verplicht om mensen in Haïti te helpen. Maar in elke religie extremen en mensen die met andere ogen kijken. Wij hanteren de armsten onder de gemeenschap en die zitten niet in Nederland.’
C. Stichting Kudus Vakfi Gesproken met: dhr. Sonlu Functie: Voorzitter bestuur Locatie: Amsterdam Wat betekent zakat voor u? ‘Zakat staat vastgelegd in de Koran. Arme mensen hebben recht op de zakat van de rijken. Ook in het gezag van de Profeet Mohammed, Vrede zij met hem, Hij heeft het ook over de zakat gehad. Zakat moeten rijke moslims betalen, 2,5% van zijn vermogen aan de armen.’ Wanneer wordt de zakat al-mal betaald? ‘Dat is verschillend. Bijvoorbeeld, ik ben op dit moment arm en krijg zakat van die rijke mensen. Maar stel je voor ik heb gat in de markt en ga handelen. Ik ben zo slim dat ik wat heb gevonden waar ik geld mee kan verdienen. En in 8 maanden ben ik rijk geworden. Rijk is dan dat je meer dan 3 maanden hebt om van te leven. Wanneer jij bent rijk geworden in april, dan moet jij een jaar later zakat betalen. Maar het is misschien traditie dat men tijdens ramadan betalen. Wij, bij Kudus Vakfi, hebben ook acties voor zakat al-fitr voor ramadan. Onze stichting is een humanitaire hulporganisatie. De stichting helpt behoeftige mensen in Palestina, zoals weeskinderen en weduwen. Wij zijn onafhankelijk en apolitiek. Dus donateurs kunnen verschillende projecten steunen. Het geld nemen wij aan en sturen wij daarheen.’
Geven jullie donateurs ook hun zakat aan jullie? ‘Dat komt eigenlijk niet vaak voor. Af en toe. Wij hebben altijd een machtigingskaart, daar kun je aangeven wat voor donatie. Ook zakat al-mal. Dat moeten zij dan zelf invullen, wij kunnen hun vermogen niet weten. Zij moeten dat zelf berekenen, of naar een imam gaan of naar een geleerde of zelf dat weten. Dat bedrag moeten zij invullen. Maar ik zeg u, dat komt niet zo vaak voor. Soms 150 euro. Ik heb een keer 600 euro ontvangen. Af en toe krijgen wij wat. Wij zijn geen grote organisatie. Misschien is het daarom niet opvallend.’
107
Krijgen jullie wel meer zakat al-fitr binnen? ‘Het bedrag wat u hier ziet (wijst de machtigingskaart aan), is acht euro. Iedereen is hierbij betrokken, arm en rijk. Als je helemaal geen eten kunt kopen dan niet, maar gewone mensen kunnen dat allemaal betalen. Het is dus een soort sadaqah. Het is berekend per land, dat je genoeg krijgt om 1 dag voor te eten. In Somalië is dat bedrag lager. In Zweden misschien wel €20.’ Hebben jullie een speciaal beleid voor zakat? ‘Nee hoor. Maar wij geven in ieder geval aan die arme mensen, kinderen. Wij als stichting sturen het geld naar de behoeftigen in Palestina?’ Hoe komen jullie aan die organisaties/behoeftigen? ‘Organisaties daar sturen ons projecten, bijvoorbeeld nu tijdens ramadan. Er zijn daar verschillende organisaties. Die weten goed waar die armen zitten. Die maken een onderzoek in de buurt, naar welke families arm zijn en welke kinderen hulp nodig hebben. Zij sturen ons projecten enzo. Wij bespreken dat met het bestuur, of zij wel goed zijn. Wij krijgen niet 1 project maar wel tientallen. Als wij een project goed vinden dan doen wij actie. Zoals een foldertje en op onze website, briefacties en email, er zijn verschillende manieren. Wat wij binnenkrijgen sturen wij daarheen. Zij kunnen ons €100.000, vragen maar als wij €20.000 ophalen dan sturen wij dat.’ Waarop baseren jullie dat jullie een project willen helpen? ‘Er zijn natuurlijk voorwaarden. Het moet sowieso humanitaire hulp zijn, zoals weeskinderen, weduwen, en gezondheid voor mensen die echt ziek zijn. Medicijnen bijvoorbeeld. Of kinderen die echt uit arme familie komen en naar school moeten. Dan helpen wij met schoolspullen. Dat zijn onze criteria. Als zij zeggen wij willen hier een mooie straat bouwen, dan is dat voor ons niet interessant. Wij kunnen niet alle projecten steunen.’ In hoeverre is de islam belangrijk in jullie werkzaamheden? ‘Wij zijn geen islamitische organisatie, maar een humanitaire hulporganisatie. Maar in onze statuten staat erop in de gebieden van Palestina. Wij hebben dit gebied gekozen. Wij zijn klein organisatie. Als mens zijnde heb ik medelijden als er een overstroming is in bijvoorbeeld zoals in Japan. Ik vind dat verschrikkelijk. Ik kan zelfs niet naar de televisie kijken dan hè. Zoals hoe die mensen met tranen, familie verloren of vader of kinderen. Maar wij kunnen niet overal helpen. Maar in Palestijnse gebieden zijn ook andere gelovigen, christenen bijvoorbeeld. Als zij echt willen hulp dan kunnen zij dat krijgen. Ik zal ervoor zorgen dat zij hulp krijgen. Hulp maakt geen onderscheid. Dat kan niet, dat is niet menselijk.’ Maar maken jullie dan wel gebruik van jullie islamitische normen en waarden? Nemen jullie bijvoorbeeld geld aan van Heineken? ‘Nee, wij hebben niet dat soort regels. Wij begroeten alles hartelijk. Iedereen die onze stichting wil helpen daar nemen wij geld van aan. Ook van niet-moslims, bierbrouwer etc. Het gaat om het helpen van die arme mensen. Maar natuurlijk dat zijn ook wel normen en waarden niet alleen volgens islam. Ik geef een voorbeeld. Dat is nog nooit gebeurd en hoop ook dat dat nooit zal voorkomen. Maar als ik weet dat een grote dealer, een hasjdealer ofzo, die heeft heel veel geld en die zegt hier heb je 100.000 euro en stuur dat naar Palestina, dan zal ik dat niet aannemen als ik dat van te voren weet. Want geld moet ook eerlijk zijn. Dat is slecht geld. En fabriek Heineken heeft een bedrijf gemaakt, die betaald die belastingen, hij heeft zelf gekozen om bier te maken, dat vind ik dan geen probleem. Die dealer, is verboden. Ik zal dan niet helpen om hem goed te doen voelen. Dat zijn mijn normen en waarden.’ Telefoon van dhr. Sonlu gaat en hij vraagt of het nog lang duurt want hij moet weg.
108
Er zijn een aantal geleerden dat geld eerst lokaal besteed moet worden, zelfs voor moslims hier in het Westen. Wat vindt stichting Kudus hiervan? ‘Ik vind dat prima, maar het is wel een beetje moeilijk te realiseren. Daarnaast in Nederland zijn niet veel arme mensen, wij zijn blij hier. Nederland is een van die rijkste landen van Europa en in Europa zijn niet veel arme landen. En niet iedereen moet zakat betalen. Alleen moslims moeten dat betalen, dus dat is niet eerlijk. Maar omdat in die omgeving bij familie geen arme mensen zijn, of hij moet naar Turkije gaan als hij daar familie heeft, of zelf naar Palestina of Soedan gaan om direct aan die armen te geven. Dat kost tijd, dat kost geld dat is bijna onmogelijk. Daarom vind ik dat wij een goede functie doen. Wij doen goede functioneren voor die zakat of andere donaties vind ik. Als wij niet daar zijn, zij hebben hulp nodig om het aan die behoeftigen te kunnen geven. Wij moeten daarom nog bestaan.’ Laatste vraag. Via welke manieren zamelen jullie zakat in? ‘Normaal gesproken, is in onze folder een machtigingskaart erbij. Ook voor die ramadan. Dat is een manier. Wij delen deze ook uit in de moskee. Ook huis aan huis. Als wij genoeg vrijwilligers krijgen, ik doe dat zelf ook, probeer ik in ieder geval. Ook op onze website komt dat. Wij hebben een aantal adressen van de donateurs, die krijgen een persoonlijke brief en ik heb ook van de donateurs of via via emailadressen. Dat kost geen geld en die jongere generatie leest graag email als folder. Daarom sturen wij ook email. En mond tot mond, dan gaan wij vertellen over onze projecten. En misschien, misschien als ons budget het toelaat, dan gaan wij op de Turkse televisie een korte reclame laten draaien, van 20 á 30 seconden. Dat is de goedkoopste optie. Maar is heel duur, ik ben er nog mee bezig uit te zoeken hoe duur. Dat is wel leuk. Eigenlijk is die televisie heel goede optie want iedereen kijkt het en je bereikt heel veel mensen. Maar dat is ook duur hè. Een folder kost mij 1 euro met brief, en tienduizend brief is 10.000 euro. Dat is veel geld. Ook tijdens ramadan. Wij willen weinig uitgaven doen en zoveel mogelijk uitbetalen aan die armen. Bij onze stichting werkt niemand in vaste dienst, iedereen is vrijwillig. Dus onze vaste uitgaven zijn niet veel.’
D. Stichting Nedsom Gesproken met: dhr. Guled Functie: bestuurslid Locatie: Den Haag Kunt u kort vertellen over stichting Nedsom? ‘Wij zijn een migrantenorganisatie, het idee is ontstaan in 1997, en de oprichting was in 1999. Door Somalische toen nog jongeren. Zij voelden dat er iets moesten veranderen en voelden dat er een behoefte was. Somalië was toen heel onbekend. Een andere reden was solidariteit. Want er is vanaf 1990 veel ellende in Somalië. In 10 jaar hebben we al veel bereikt. We hebben veel gedaan, mooie nieuwe website. Wij doen grote projecten. Wij geloven in ondernemerschap, wij geloven dat dat de enige manier is om armoede op te lossen en mensen hoop te bieden, dus door middel van het creëren van werkgelegenheid. Dus mensen hun eigen lot laten bepalen. Het is structureel slecht daar. Dat kun je dus voorkomen door op tijd in te springen en niet wachten tot de laatste minuut om te helpen. Stel deze kamer waar wij zitten begint in de hoek een beetje te zakken, en we zeggen oh dat is niet erg. Dan komt ie een stuk verder en drie maanden later zakt het plafond in en zeggen we oh nee help! Als je niet repareert of helpt, dan kun je het niet meer voorkomen. En dat is ook een beetje ons doel. Wij brengen mensen bij elkaar. Ook een kenmerk van de Somalische gemeenschap is verdeeldheid, clans, burgeroorlog. Wij willen een partij zijn die dit doorbreekt. Dus ook een van de redenen waarom Nedsom is ontstaan en een grote speler is in Nederland en in Somalië en dan voornamelijk in noord Somalië.’
109
Hoe komen jullie aan fondsen? ‘We komen op verschillende manieren aan ons geld. In Nederland heb je zoiets als het maatschappelijk middenveld eigenlijk. Er is ontwikkelingsgelden die ook via Mede Financiering Organisaties (MFO) worden verdeeld. Zoals Cordaid. Dat is een. Tweede is via het bedrijfsleven en ten derde via donaties van individuen. Dit zijn voornamelijk Somaliërs, maar ook anderen, bijvoorbeeld Nederlandse individuen.’ Jullie werken dus ook samen met MFO’s? ‘Ja met Cordaid.’ Hoe ziet deze derde groep eruit? ‘In principe een mix van alles. Maar grotendeels jongeren. Zij studeren en hebben tegelijkertijd bijbaantjes en zij zijn onze kracht. De ouderen zijn vaak ook minder financieel onafhankelijk. Jongeren zijn vaak ook al hier opgegroeid en zijn dus solidair met het land van hun ouders. Ook een identiteitsbevordering. Dat probeert Nedsom ook heel sterk. We proberen nu bijvoorbeeld ook een boek uit te geven. Meestal zijn het jongeren. Meestal meisjes ook. Vrouwen zijn guller en sensitiever.’ Jullie werken ook samen met SMHO. Hoe is dit tot stand gekomen? ‘Wij zijn allebei onderdeel van het migrantennetwerk. Krijgen ook MFO via Cordaid. Wij hebben elkaar gevonden omdat wij dezelfde inspanning en denkbeelden van ontwikkelingssamenwerking hebben. Zij worden ook gesteund door ondernemers, net zoals wij. En we zijn beide moslim. Dat heeft ons bij elkaar gebracht.’ Jullie zijn moslim, is daar ook nog iets van te merken in jullie stichting? ‘In principe niet. Maar we kunnen natuurlijk niet verloochenen dat 99% van ons moslim is. Dat is wel te zien in onze doen en laten. Maar niet in onze missie en visie. Wij sluiten geen sekse uit of religie. Wij zijn niet politiek en niet religieus. Wel islamitische normen en waarden. Het CDA is ook christelijk en zij leveren ook homo ministers. Ja. Bij ons is soort zelfde trend. Wij hebben islamitische normen en waarden. Maar we sluiten niemand uit. Wij hebben bij onze stichting ook Nederlandse jongeren die niet gelovig zijn waar wij mee samenwerken. We hebben ook donateurs van Nederlandse komaf. Iedereen is welkom bij ons, zolang hij niet onze normen en waarden in de weg staat.’ Welke islamitische normen en waarden bedoelt u hierbij? ‘Als voorbeeld wij zullen nooit casinogeld aannemen, dat is haram. Dat doen wij nooit. Wij zullen ook nooit geld van Heineken of een varkenshouderij aannemen. In die trant bedoel ik.’ Is dat al voorgekomen dat jullie van hen geld hadden kunnen krijgen? ‘Nee gelukkig niet. Maar we zoeken daar ook niet naar geld.’ En wat betreft riba? ‘Ja, wij nemen bijvoorbeeld ook geen rente aan.’ Maken jullie dan wel gebruik van het Nederlandse banksysteem? ‘Wij gebruiken wel Nederlandse systeem. Maar islam is heel complex. Niet zo zwart wit. Wij gebruiken Nederlandse bankensysteem, maar dat hindert ons niet in ons geloof. Een soera zegt ook islam is zo makkelijk als je het neemt. Het belemmert ons dus niet. Veel verschillende geleerden zeggen ook dat het afhankelijk is van waar je bent. Zolang er geen Islamic banking is moeten we het met het Nederlandse systeem doen. En als je riba krijgt, dan ligt het eraan hoe je het gebruikt. Je kunt het ook weer terug of weggeven natuurlijk. Dat is dan weer sadaqah. We hoeven wiel niet opnieuw uit te vinden. Saoedi’s beleggen ook hier in Nederland. Zij gebruiken ook Europese valuta. Dat is een beetje overtrokken om dit zo strikt te nemen. Zijn wel groepen die dat doen, maar die zijn maar heel klein, heel geïsoleerde groep. Het is niet moeilijk. Het
110
islamitische bankwezen is heel gezond. Ook heel interessant nu. Islamic Bank in Maleisië is ook mede opgericht door de Somalische diaspora uit Canada een aantal jaar geleden. Nu is Islamic banking heel hot. Wie zijn niet geraakt door de crisis? Afrika, want daar betalen ze veelal in contanten en islamitisch bankieren. Hele andere normen en waarden. Zij hebben geen injecties gehad. Zij bestaan nog steeds. Hier zijn stresstesten nu hot. Het is logisch, je moet vermogen hebben eigenlijk om bank te kunnen zijn, je kunt niet bestaan op lucht. Nee. Als je 10 miljoen uitstaat moet je ook 10 miljoen in huis hebben.’ Ontvangen jullie ook zakat van jullie donateurs? ‘Wij ontvangen eerder sadaqah. Ook de zakat ontvangen wij. Wij gebruiken dit voor een specifiek doel. Vooral de fitr. Heel acuut. Om minderbedeelden in de vreugde te laten meedelen. Onze organisatie is daar nu ook al mee bezig om tijdens de ramadan de behoeften van de armen te bevredigen. Vooral kinderen in de vreugde te laten meevieren, kleding, speelgoed. Ongeacht dat zij honger hebben. En voor een keer echt even te kunnen leven. Daar gebruiken wij de fitr voor. Zo doen wij dat altijd. Vorig jaar zo, dit jaar zo en volgend jaar weer. Daarnaast geven zij ook sadaqah.’ Dus het gaat bij jullie vooral om de zakat al-fitr? ‘Ja. Dat is het voornamelijk, bij de ramadan.’ Krijgen jullie dit dan gestort op jullie rekening? ‘Wij hebben ook inzamelingspotjes. Maar werken vooral op basis van hawala, zij sturen rechtstreeks naar een instantie in Somalië. Dus vaak sturen zij het niet eerst naar Nedsom in Nederland. Zij sturen dan direct naar projecten die wij hebben aangegeven. Hawala is als money transfer.’ Het komt dus ook wel eens direct bij jullie. Specificeren zij het bedrag als zakat? ‘Het komt heel weinig voor. Omdat het gaat om het gevoel wat men erbij heeft. Voor het gebed moet je de fitr al sturen. Sommigen vinden het makkelijk om dat al eerder naar Somalië te sturen. Voor hun gevoel is dat beter. Soms sturen zij het ook naar andere landen.’ Zamelen jullie ook in op andere momenten? ‘Ja, wij hebben binnenkort een benefietavond, voor de hongersnood. Dat is 3 september. Maar dat is dan sadaqah.’ Kijkt u nog naar de ulama? ‘Nee. Over religie is ook een soenna, die zegt dat er niemand staat tussen jou en de Schepper. Dat is onze visie. Die geleerden willen daar ook niet tussenstaan. Iedereen moet gewoon zelf doen. Dat is de hele filosofie, er is niets tussen jou en de Schepper. Dus een beetje protestants eigenlijk.’ Als u een definitie van zakat zou moeten geven, wat zou deze zijn? ‘Dat is eigenlijk een soort solidariteit voor armen. Solidariteit voor de mensheid. Even stilstaan bij je talenten en je bezit en dat dat niet vanzelfsprekend is voor iedereen. Dat is zakat voor mij.’ Van al jullie inkomsten, hoe groot is het aandeel zakat? ‘Dat meten we eigenlijk niet. Sadaqah is meer, want dat wordt het hele jaar door gegeven. Zakat, is voor een eenmalige gebeurtenis ook sterk.’ En krijgen jullie ook zakat al-mal binnen? ‘Eh nee. Kijk, interpretaties verschillen hierover. Sommigen zeggen dat je over zoveel goud het moet geven, anderen weer wat anders. Het is moeilijk. Ja. Wij zoeken ook geen geld bij rijke Arabieren. In principe maken wij niet zoveel. Heel af en toe. Soms komt er sadaqah binnen bij de bank, maar is het eigenlijk mal. Mensen doen ook anoniem. Om zich niet als vermogend te
111
boeken te laten staan. Dus sommige sadaqah is eigenlijk zakat al-mal. Maar dat vertellen zij jou niet. Het is tussen jou en God. Dat hoef je niet bekend te maken. Ook sadaqah hoef je niet bekend te maken. Het is geheim. Anders lijkt het alsof je het voor de show doet. Daarom bij de moskee ook in een potje. Niet iedereen hoeft het te weten.’ Geven jullie aandacht aan ramadan op site? ‘Nog mee bezig. Ook met benefiet. Ook SMHO doet daaraan mee.’ In de Koran worden 8 groepen aangewezen die recht hebben op zakat. Houden jullie hier ook aan vast of hebben jullie andere maatstaven? ‘Daar houden wij ons ook aan vast. Want wat in de Koran is geschreven is ook in de huidige tijdgeest perfect. Verbazingwekkend eigenlijk. Ja. Daar hoef je niet van af te wijken. Zo doen wij ook bijvoorbeeld naast verre familie ook onbekenden.’ Lokaal of over de grenzen geven? Sommigen geleerden zeggen zelfs dat moslims in het westen eerst lokaal moeten geven. ‘Dat vinden wij prima, maar dat is heel moeilijk om hier te vinden. Armoede hier is niet te vergelijken met armoede daar. De keuze is dus heel makkelijk. Je moet het daar geven, is veel erger daar.’ Hij pleit verder nog voor een overkoepelende organisatie voor moslim hulporganisaties. ‘Wat ik graag wil zien, is een overkoepelende organisatie, een groepenoverstijgende organisatie. Een groot moslimcollectief. SMHO kan dat worden. Ook dat zakat meer bekendheid krijgt onder Nederlanders. Is wel heterogeen, maar dat overstijgt.’
112