UNESCO Platform Vlaanderen vzw
International Oceanographic Data and Information Exchange
Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
10 JAAR
UNESCO / IOC PROJECTKANTOOR VOOR IODE IN OOSTENDE
INHOUD INLEIDING 5 OVER HET IOC PROJECTKANTOOR VOOR IODE 7 DE IOC EN HAAR IODE-PROGRAMMA 8 - 9 KUSTATLASSEN10 - 11 HET IODE OCEAAN DATA PORTAAL12 - 13 HET BEHEER VAN MARIENE INFORMATIE14 - 15 HET OCEAN BIOGEOGRAPHIC INFORMATION SYSTEM16 - 17
UNESCO Platform Vlaanderen vzw
HET HARMFUL ALGAL BLOOM INFORMATION SYSTEM18 - 19
Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
DE OCEAN TEACHER GLOBAL ACADEMY 20 - 21 - 22
Deze brochure is een initiatief van het UNESCO Platform Vlaanderen: een niet-gouvernementele organisatie die nieuws en duiding brengt over de programma’s van Unesco en hoe er vanuit Vlaanderen aan wordt meegewerkt. UNESCO Platform Vlaanderen vzw Farasijnstraat 32, 8670 Koksijde T/F +32 (0)58 51 44 79
www.unesco-vlaanderen.be https://twitter.com/unescovl https://www.facebook.com/UnescoPlatformVlaanderen
D/2015/9546/1
Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
Intergouvernementele Oceanograpfische Commissie
International Oceanographic Data and Information Exchange
Dit project werd uitgevoerd met steun van de Vlaamse Regering. De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van deze brochure.
HET METEN VAN HET ZEENIVEAU VOOR TSUNAMIWAARSCHUWING 23 DE BIJDRAGE VAN DE VLAAMSE REGERING TOT IOC 24 - 25
INLEIDING In 1999 besliste de Vlaamse regering om, door de oprichting van een specifiek Vlaams UNESCO-trustfonds (FUST), een formeel partnerschap aan te gaan met UNESCO op het gebied van de natuurwetenschappen. FUST laat toe om op een structurele wijze wetenschappelijke programma’s van Unesco te ondersteunen die aansluiten bij een aantal gemeenschappelijk bepaalde prioriteiten. Een belangrijk deel van de middelen van dit trustfonds gaat naar activiteiten van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) van Unesco: wereldwijd het belangrijkste orgaan inzake oceaanwetenschappen en van essentieel belang voor het oplossen van mondiale problemen zoals de klimaatverandering. In 2005 werd de samenwerking tussen Vlaanderen en de IOC nog opgevoerd met de opening van het UNESCO/IOC Project Office for IODE in Oostende. Dit centrum is in de eerste plaats een opleidingscentrum waar data- en informatiebeheerders uit voornamelijk ontwikkelingslanden de nodige kennis en vaardigheden komen opdoen om te functioneren in de internationale context van de oceanografie en de zeewetenschappen. Het is tevens een ontmoetingsplaats voor onderzoekers om gemeenschappelijke projecten uit te werken en nieuwe technologieën en ontwikkelingen uit te testen. Deze publicatie verschijnt ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het UNESCO/IOC Project Office for IODE in Oostende. Het projectkantoor bevordert de operationele ontwikkeling van het International Oceanographic Data and Information Exchange (IODE) programma van de IOC. Het IODE-programma is sinds 1961 actief om de internationale uitwisseling van oceanografische data en informatie te bevorderen. Het stimuleert betrokken onderzoekers en instellingen om gebruik te maken van gemeenschappelijke standaarden die de uitwisseling van gegevens gemakkelijker maken en het zorgt ervoor dat lidstaten de nodige capaciteiten verwerven om op internationale schaal te kunnen meedraaien in de uitwisseling van gegevens en informatie en het voeren van onderzoek. Op de volgende pagina’s leest u welke diensten het IODE-programma levert aan de internationale wetenschappelijke gemeenschap.
Sinds 2012 is ook het secretariaat van het Ocean Biogeographic Information System (OBIS) gehuisvest in het projectkantoor. De biodiversiteitsgegevens van meer dan 500 instituten komen hier samen in een centrale databank. Met de meer dan 40 miljoen verspreidingsgegevens van alle in zee levende soorten draagt OBIS in grote mate bij tot het zeewetenschappelijk onderzoek en is het de referentiedatabank voor natuurevaluatie en monitoring. Het projectkantoor maakte het mogelijk om op een meer gestructureerde manier de knowhow van ontwikkelingslanden te vergroten inzake het beheer van oceanografische data en informatie en gaf zodoende een belangrijke impuls aan de internationale samenwerking en aan het wetenschappelijk onderzoek naar oceaangerelateerde onderwerpen. Het projectkantoor legt zich eveneens toe op het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologische toepassingen op het gebied van oceanografisch dataen informatiebeheer. Dit komt wereldwijd verschillende gebruikersgemeenschappen ten goede en liet onder andere toe om tsunamiwaarschuwingssystemen in verschillende delen van de wereld te verfijnen. De onmiddellijke nabijheid van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en de eraan verbonden instellingen en netwerken is een bepalende factor voor het succes van het UNESCO/IOC Project Office for IODE omdat het toelaat om nieuwe ontwikkelingen in een operationele omgeving uit te testen.
5
INLEIDING (VERVOLG)
Als kenniscentrum is het projectkantoor een belangrijke aanwinst voor de Vlaamse zeewetenschappelijke gemeenschap om de eigen kennis en activiteiten in een internationaal kader te plaatsen. Binnen de internationale gemeenschap van oceaanwetenschappers hoeft niemand overtuigd te worden van het belang van het projectkantoor. Wat er de voorbije tien jaar in Oostende is gerealiseerd is zo waardevol dat het centrum navolging krijgt. De komende jaren worden over de hele wereld opleidingscentra geopend naar het voorbeeld van het projectkantoor. Deze centra zullen zich elk op een specifieke regio of taalgroep concentreren. Zo zal een veelvoud aan studenten kunnen worden opgeleid en kunnen de kennis en cursussen onderling gedeeld worden. Het projectkantoor zal de coördinatie van deze regionale opleidingscentra op zich nemen.
6
OVER HET IOC PROJECTKANTOOR VOOR IODE Het IOC Projectkantoor voor IODE (officieel: IOC Project Office for IODE) werd plechtig geopend op 25 april 2005. Dit was mogelijk dankzij aanzienlijke financiële en materiële steun van respectievelijk de Vlaamse Regering en het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). De opening van het projectkantoor luidde een nieuw tijdperk van het IODE-programma in op het gebied van capaciteitsopbouw en oceaan data-en informatiediensten. De hoofddoelen van het projectkantoor zijn: het scheppen van een creatieve omgeving om de verdere ontwikkeling en de coördinatie van projecten voor het beheer van data en informatie van het IODE-programma en haar partners te bevorderen met nadruk op het verbeteren van de efficiëntie en de doeltreffendheid van de data en producten/ dienstenstroom tussen het het stadium van de waarneming/ meting en de eindgebruiker; en het ondersteunen van de uitbouw van de capaciteit van lidstaten om oceanografische data en informatie te beheren en om oceanografische data en informatie diensten en producten te leveren afgestemd op de behoeften van gebruikers.
OM DEZE DOELEN TE REALISEREN ONTPLOOIT HET PROJECTKANTOOR DE VOLGENDE ACTIVITEITEN: het ontwikkelen, uitbouwen en aanbieden van opleidingsprogramma’s en leerinstrumenten inzake oceanografisch data en informatiebeheer; het openstellen van een omgeving (denktank) waar experten en studenten inzake oceanografische data en informatie kunnen samenwerken en ideeën uitwisselen; het ontwikkelen, hosten en onderhouden van de oceanografische informatiesystemen van de IOC en het IODEprogramma en de aanverwante toepassingen gericht op het vergroten van het publiek bewustzijn; het bevorderen van samenwerking tussen verschillende expertenniveaus betrokken bij het beheer en de ontwikkeling van toepassingen inzake oceanografische data en informatie, waaronder wetenschappers, datamanagers en andere IOC en wetenschappelijke programma’s en andere gebruikers; het ter beschikking stellen van een laboratoriumomgeving waarin nieuwe technologie met betrekking tot oceanografische data en informatie kan worden ontwikkeld en uitgetest.
Bij de start was het projectkantoor slechts een ‘satellietkantoor’ van het IOC Secretariaat op de hoofdzetel van Unesco in Parijs. Maar in augustus 2007 verhuisde het IODE Secretariaat volledig naar Oostende. Bijgevolg groeide ook het personeelsbestand van het projectkantoor. Het begon met één medewerker in 2005, groeide aan tot vier medewerkers in 2008 en zal eind 2015 tien voltijdse medewerkers tewerkstellen.
Sinds 2005 volgden bijna 1 500 studenten uit 120 landen een opleiding in Oostende.
7
DE IOC EN HAAR IODE-PROGRAMMA Het International Oceanographic Data and Information Exchange (IODE) programma is opgericht in 1961. Het is het oudste programma van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC). Beiden zijn gelanceerd in het zog van het Internationaal Geofysisch Jaar (1 juli 1957 tot 31 december 1958).
8
WWW.IODE.ORG
De oprichting van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie was een van de aanbevelingen van de Intergouvernementele Conferentie over Oceanografisch Onderzoek, gehouden in 1960. Een van de taken die de Conferentie vooropstelde voor de nieuwe Commissie was het creëren van een structuur om de uitwisseling van oceanografische data te coördineren. De structuur begon als een Werkgroep die in 1987 werd omgevormd tot een Comité voor de Uitwisseling van Oceanografische Data en Informatie. Het Comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van lidstaten. Dat zijn doorgaans directeurs van Nationale Oceanografische Data Centra. Sinds haar oprichting bouwde het IODE-programma een wereldwijd netwerk van 80 Nationale Oceanografische Data Centra uit. Deze officieel erkende centra staan in voor de uitvoering van de nationale en internationale taken van het IODE-programma. Verder kunnen sinds 2013 ook nationale projecten, programma’s, instituten of organisaties die actief zijn op het vlak van databeheer, aansluiten bij het IODE-programma. Zij dragen de titel van IODE Associate Data Units (ADU). Per oktober 2015 zijn er 20 dergelijke partners die het netwerk van nationale centra versterken. Er zullen er ongetwijfeld nog vele aansluiten in de loop van de komende jaren.
De IODE-gemeenschap kan worden beschouwd als een verzameling van gebruikersgemeenschappen die kennis en ervaring uitwisselen. Het beheer van oceanografische data en informatie is een uiterst technische aangelegenheid. De IODEgemeenschap omvat bijgevolg talrijke kleine gemeenschappen die elk rond zeer specifieke aspecten werken. Oorspronkelijk was de IODE-gemeenschap een eerder gesloten milieu dat weinig tot geen contact had met de eindgebruikers van de producten en diensten die ze ontwikkelen. Dat veranderde rond het jaar 2000 toen datacentra begonnen met het aanbieden van onlinediensten op het internet. Voortaan konden datacentra en bibliotheken rechtstreeks data en informatie leveren aan gebruikers. Deze evolutie leidde tot de ontwikkeling van uiteenlopende onlinediensten aangeboden door de IODE-gemeenschap en het IODE-Secretariaat.
International Oceanographic Data and Information Exchange De rol van het IODE-programma binnen de IOC evolueerde eveneens: van een technisch en gesloten programma groeide het uit tot een programma dat diensten levert aan andere programma’s onder coördinatie van de IOC. In de volgende hoofdstukken komen een aantal IODE-projecten aan bod die dergelijke diensten leveren.
9
HOOFDDOELEN VAN HET IODE-PROGRAMMA (revisie IODE-XXII, maart 2013) het vergemakkelijken en bevorderen van de ontdekking, de uitwisseling en de toegankelijkheid van mariene data en informatie (met inbegrip van metadata, producten en informatie in real time, near real time en uitgesteld relais) door gebruik te maken van internationale standaarden, en in overeenstemming met het IOC Oceanografische Data Uitwisseling Beleid voor de gemeenschap van oceaanonderzoekers en -waarnemers en andere stakeholders het stimuleren van het archiveren, bewaren, documenteren, beheren en gebruikmaken van alle mariene data, dataproducten en informatie op lange termijn het ontwikkelen en gebruikmaken van voorbeeldpraktijken voor de ontdekking, het beheer, de uitwisseling en de toegang tot mariene data en informatie (met inbegrip van internationale standaarden, kwaliteitscontrole en informatietechnologie) het ondersteunen van lidstaten om de nodige capaciteiten te ontwikkelen voor het beheer van mariene onderzoek en observatiedata en informatie en om actief te De IODE-gemeenschap worden in het IODE-netwerk het ondersteunen van internationale wetenschappelijke en operationele is een wereldwijd mariene programma’s (met inbegrip van het Raamwerk voor Oceaan netwerk van meer dan Observatie) ten behoeve van een brede waaier van gebruikers
100 Oceanografische Data Centra.
KUSTATLASSEN De International Coastal Atlas Network (ICAN) is een gemeenschap van organisaties die sinds 2006 samenwerken om digitale kustatlassen en de systemen die erachter zitten op elkaar af te stemmen zodat er meer toepassingen mogelijk worden. ICAN is wereldwijd de referentie voor de ontwikkeling van digitale kustatlassen die omschreven worden als “verzamelingen digitale kaarten en datasets met aanvullende tabellen, illustraties en informatie die systematisch een beeld van de kust geven ten behoeve van het beheer en het beleid, vaak met cartografische en andere instrumenten ter ondersteuning van beleidsmakers, en dit alles te raadplegen op het internet.” In 2013 werd ICAN een IODE-project. Het project wil de ontwikkeling van digitale kustatlassen van de wereldkusten bevorderen, gebaseerd op het principe van beschikbare data en informatie van hoge kwaliteit op lokale, regionale, nationale en internationale schaal.
Daar wordt volop aan gewerkt door: het oprichten van een interoperationeel netwerk voor de integratie van lokaal beheerde digitale kustatlassen als voornaamste bron voor ruimtelijke informatie over kustzones over de hele wereld; het ondersteunen van de ICAN-gemeenschap om ervaringen uit te wisselen en gemeenschappelijke oplossingen te bedenken voor de ontwikkeling van digitale kustatlassen door handleidingen voor gebruikers en ontwikkelaars te ontwikkelen en artikels te publiceren over voorbeeldpraktijken, over standaarden en webdiensten, over technische ondersteuning en over financieringsmogelijkheden en; door te streven naar maximale relevantie en meerwaarde voor de eindgebruikers van digitale kustatlassen.
ICAN telt meer dan 70 leden zoals vertegenwoordigers van overheids- en academische instellingen, ngo’s en privé-organisaties van over de hele wereld. De digitale kustatlassen helpen publiek bewustzijn creëren over de problematiek van het mariene milieu en de kustgebieden en leveren relevante informatie aan voor het uitstippelen van nationaal en regionaal beleid rond verschillende onderwerpen waaronder: mariene ruimtelijke planning impact van klimaatverandering en kwetsbaarheid van de kust bestuur van kustgebieden (grenzen, beschermde gebieden, enz.) bescherming van de kust en beheer van beschermde gebieden waarnemen van en voorbereiden op gevaren voor de kustgebieden omgaan met en beperken van de impact van natuurrampen bevolkingsdruk voorradigheid en gebruik van natuurlijke rijkdommen
10
11
HTTP://ICAN.IODE.ORG
ICAN ontwikkelt gemeenschappelijk gedragen voorschriften voor het ontwikkelen van kaarten en het verspreiden van data om de vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van informatie over onze kusten maximaal te garanderen. Zo wordt een basis gevormd voor rationele debatten en onderhandelingen over het voeren van een beleid voor duurzame ontwikkeling.
HET IODE OCEAAN DATA PORTAAL
HET OCEAN DATA PORTAAL HEEFT VIER TAKEN: het verschaffen van een technisch platform dat toegang verleent tot mariene data het ondersteunen van aanbieders van mariene data het ondersteunen van gebruikers van het technisch platform van het Oceaan Data Portaal het ondersteunen en het stimuleren van capaciteitsopbouw binnen de wereldwijde mariene gemeenschap Internettechnologie en -diensten evolueren snel en het Oceaan Data Portaal is niet het enige oceanografische dataportaal. Er bestaan honderden dergelijke portalen, van klein tot zeer groot. Daarom legt het Oceaan Data Portaal zich toe op de interoperabiliteit tussen verschillende portalen waaronder: World Meteorological Organization Information System (WMO/WIS), SeaDataNet, World Data System (WDS), GEOSS/EuroGOOS, Ocean Data Interoperability Platform (ODIP), EMODNET, Research Data Alliance (RDA), enz.
12
Het IODE Oceaan Data Portaal is gericht op het verschaffen van naadloze toegang tot de inventarissen van mariene data die beheerd worden door de Nationale Oceanografische Data Centra en andere meewerkende organisaties en systemen waaronder regionale en nationale instellingen.
WWW.OCEANDATAPORTAL.NET
Om de verdere ontwikkeling van het Oceaan Data Portaal vooruit te helpen, richtte Rusland in september 2013 het Ocean Data Portal Partnerschip Centre op in Obninsk. Daar wordt specifieke software voor onderdelen van het Oceaan Data Portaal ontwikkeld. Aanbieders en gebruikers actief in het netwerk van het Oceaan Data Portaal kunnen beroep doen op het centrum voor ondersteuning. Het centrum voorziet eveneens opleidingen, zowel ter plaatse als gebruik makend van de Ocean Teacher Academy (zie verder).
13
HET BEHEER VAN MARIENE INFORMATIE Naast het beheer en de uitwisseling van oceanografische data is IODE actief rond het beheer van mariene informatie en het daarmee verband houdende werk van mariene bibliothecarissen. Wetenschappelijke publicaties vormen de voornaamste output van wetenschappelijk onderzoek en dus is het beheer van deze output van cruciaal belang voor de vooruitgang van de wetenschap.
Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke publicaties is van essentieel belang voor alle wetenschappers. 14
Jammer genoeg vormen de kosten van wetenschappelijke tijdschriften een obstakel, met name voor onderzoekers in ontwikkelingslanden. Mechanismen die het mogelijk maken om mariene informatie te delen zijn bijgevolg even belangrijk als deze voor het delen van data. IODE zorgde voor de ontwikkeling van dergelijke mechanismen. Sinds 1984 adviseert de IODE Group of Experts on Marine Information Management het IODE Comité met betrekking tot systemen voor mariene informatie. Deze omvatten bibliografische databanken (gefocust op zogeheten grijze literatuur: wetenschappelijke literatuur die niet formeel is gepubliceerd) zoals OceanDocs, participatie in de Aquatic Sciences and Fisheries Abstracts (ASFA), een portaal voor referentiewerken (OceanDataPractices), de ontwikkeling van een globaal register van mariene en zoetwaterexperten (OceanExpert), en het bevorderen van de beschikbaarheid van onderzoekspublicaties voor ontwikkelingslanden (OpenScienceDirectory). Andere activiteiten omvatten het aanbieden van diensten die data en informatie samenbrengen zoals het nieuwe project OceanKnowledge, en het integreren van literatuurlinks in kustatlassen.
IODE blijft inzetten op capaciteitsopbouw omtrent het beheren en delen van mariene informatie.
WWW.OCEANDOCS.NET WWW.OCEANDATAPRACTICES.NET WWW.OCEANEXPERT.NET WWW.OPENSCIENCEDIRECTORY.NET
15
HET OCEAN BIOGEOGRAPHIC INFORMATION SYSTEM Het belang van de diversiteit van soorten voor het functioneren van mariene ecosystemen is welbekend. Het is dus van belang om te weten welke soorten waar leven, waarom, met hoeveel en hoe deze factoren evolueren in de tijd. Het Ocean Biogeographic Information System (OBIS) is ‘s werelds grootste open access online datasysteem en bevat meer dan 40 miljoen verspreidingsgegevens van bijna 120 000 mariene soorten (meer dan 1 miljoen gegevens toegevoegd per jaar sinds 1990). Zodoende is het een fundamentele basis voor het waarnemen en het opvolgen van de mariene biodiversiteit. 16
WAAR BEVINDEN DE MEEST BEDREIGDE SOORTEN ZICH?
WWW.IOBIS.ORG
Volgens de rode lijst van de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur (IUCN) is 17% van de geëvalueerde mariene soorten met uitsterven bedreigd en zijn 20 soorten reeds uitgestorven. Met behulp van de gegevens van OBIS kunnen de gebieden worden geïdentificeerd die van belang zijn voor de bedreigde soorten. Het betreft onder andere de Caraïben en de Atlantische kust van de Verenigde Staten, het zeegebied tussen Oost-Afrika en Madagaskar en het Indo-Pacifiek oceaangebied (de tropische wateren van de Indische Oceaan, de westelijke en centrale Stille Oceaan en de zeeën die beiden verbinden in de omgeving van Indonesië). Er is echter zo weinig geweten van zeldzame soorten dat de bedreiging van de biodiversiteit aanzienlijk groter, en geografisch meer verspreid, kan zijn dan tot nu toe gedacht. OBIS bevat data over bijna 500 soorten die meer dan tien keer zijn waargenomen maar die niet meer zijn waargenomen in de voorbije 50 jaar.
WAT IS DE IMPACT VAN KLIMAATVERANDERING OP DE VERSPREIDING VAN SOORTEN?
Het kwantificeren van de impact van klimaatverandering op de geografische verspreiding van soorten is van belang voor het behoud van biodiversiteit en voor het inschatten van de ecologische en economische impact. De wijze waarop soorten reageren op veranderingen in het milieu houdt verband met de mate waarin ze zich kunnen aanpassen. Soorten verplaatsen zich, acclimatiseren, passen zich aan of sterven uit wanneer hun habitat aanzienlijke wijzigingen ondergaat. Een recente studie, gepubliceerd in Nature, voorspelt op basis van gegevens uit OBIS dat tegen 2100 44 vissoorten uit de noordelijke Grote Oceaan zullen migreren naar de noordelijke Atlantische Oceaan en dat 41 soorten de omgekeerde beweging zullen maken langs passages die vrijkomen in de Noordelijke IJszee. Een uitwisseling van soorten tussen twee oceaanbassins op een dergelijke schaal is de voorbije 2,5 miljoen jaar niet voorgekomen en kan grote ecologische en economische gevolgen hebben. Verschillende papers leverden reeds overtuigende bewijzen aan dat de klimaatverandering reeds een grote impact had op verschillende natuurlijke systemen, waarbij soorten zich poolwaards begeven. Deze impact is groter dan deze gemeten in ecosystemen aan land.
OBIS is ontwikkeld en wordt onderhouden door een wereldwijd samenwerkingsverband van 20 knooppunten over de hele wereld dat 500 instituten uit 56 landen met elkaar verbindt. Samen leverden ze meer dan 1 800 databases aan die allemaal zijn geïntegreerd in één OBIS database. Zodoende kunnen gebruikers eenvoudig al deze data raadplegen op basis van zoekparameters zoals soortnaam, taxonomie, geografisch gebied enz. OBIS levert een bijdrage aan de oceaanwetenschappen. Ruim 1 000 wetenschappelijk publicaties citeren OBIS of maken gebruik van data uit het systeem. Dit aantal blijft aangroeien met zo’n 100 papers per jaar. OBIS biedt ook opleiding en ondersteuning aan de leden van het netwerk, stimuleert onderlinge samenwerking en begeleidt de ontwikkeling van nieuwe standaarden en technische evoluties. Jaarlijks worden cursussen georganiseerd omtrent databeheer inzake biodiversiteit. Dit gebeurt via het platform van de Ocean Teacher Academy (zie verder). Het OBIS systeem speelt een belangrijke rol in internationale processen zoals bij
NUMBER OF SPECIES OBSERVATIONS IN OBIS © Marine Geospatial Ecology Lab, Duke University
17
1-5 <10 100 500 1000 5000 10000 50000 100000+
de identificatie van ecologisch of biologisch betekenisvolle gebieden in het kader van het Biodiversiteitsverdrag en is een waardevolle informatiebron voor verschillende wereldwijde evaluaties zoals de UN World Ocean Assessment. OBIS werkt eveneens samen met verschillende internationale projecten gericht op het opvolgen van de biodiversiteit. OBIS is ontstaan uit de Census of Marine Life (2000-2010) en is aangenomen door de IOC in 2009. Sinds 2011 is het officieel een IODE-project.
HET HARMFUL ALGAL BLOOM INFORMATION SYSTEM Het IOC-ICES-PICES Harmful Algal Event (HAEDAT) is een metadatabase die is ontwikkeld in samenwerking tussen het IODE-programma en het HAB-programma van de IOC en gegevens bevat over gevallen van schadelijke algenbloei. HAEDAT bevat gegevens uit het ICES gebied (Noordelijke Atlantische Oceaan) sinds 1985, van het PICES gebied (Noordelijke Grote Oceaan) sinds 2000 en van een aantal individuele landen. Regionale netwerken van de IOC uit Zuid-Amerika, de Caraïben, de Zuidelijke Grote Oceaan en Noord-Afrika zullen naar verwachting binnenkort aansluiten bij het project.
18
Fenomenen zoals schadelijke algenbloei (Harmful Algal Bloom – HAB) lijken in toenemende mate een bedreiging te vormen voor de volksgezondheid, de visvoorraden, de aquacultuur, het toerisme en de gezondheid van mariene ecosystemen wereldwijd.
WWW.IODE.ORG/HAEDAT
HAEDAT bevat geen volledige datasets, tijdseries of primaire data maar wel samengevatte data die beschrijven wat er op een gegeven moment in een nationaal waarnemingssysteem is geregistreerd als een geval of een gevolg van schadelijke algenbloei.
De metadata in HAEDAT omvat informatie over de methodes die gebruikt zijn om de gegevens te verzamelen en informatie over welke instelling beschikt over de originele data en de volledige datasets.
SCHADELIJKE ALGENBLOEI WORDT OMSCHREVEN ALS:
Gebruikers kunnen HAEDAT online raadplegen aan de hand van verschillende parameters. In de meeste gevallen is HAEDAT de enige openbare informatiebron over schadelijke algenbloei.
een accumulatie van biotoxines in zeevis of schaal- en schelpdieren die ongezond is voor menselijke consumptie een verkleuring van het water of verschijning van schuim die een socio-economische impact heeft omwille van de aanwezigheid van giftige of schadelijke micro-algen elk ander geval waarbij mensen, dieren of andere organismen negatief worden beïnvloed door algen
HAEDAT zal samen met data uit OBIS, de Taxonomic Reference List of Harmful Micro Algae (WoRMS/HAB) en andere databronnen, de basis vormen voor het Global Harmful Algal Bloom Status Report (GHSR) dat is besteld door de Algemene Vergadering van de IOC. Het rapport zal een overzicht bieden van de verspreiding van giftige algen en hun impact op de samenleving en het mariene milieu. 19
DE OCEAN TEACHER GLOBAL ACADEMY
Een van de hoofddoelen van het IODE-programma is om de lidstaten te helpen bij het verwerven van de nodige vaardigheden om mariene data en informatie te beheren en volwaardige partners te worden binnen het IODE-netwerk. Enkel als landen beschikken over de nodige expertise op nationaal vlak, kunnen ze actieve partners worden van het IODEprogramma en hun data en informatie delen met andere leden van het IODE-netwerk. De opleidingen die het IODE-programma inricht, betreffen niet alleen de principes van het data- en informatiebeheer maar ook het gebruik van internationale standaarden door alle IODE-centra zodat er een ware samenwerking en uitwisseling mogelijk is.
20
WWW.OCEANTEACHER.ORG
De IOC van Unesco en het Global Ocean Forum gingen een vrijwillig engagement aan tijdens de Rio+20 (2012) conferentie voor het “opbouwen van de globale capaciteit voor mariene wetenschappen, waarneming en de overdracht van mariene technologie”. Dit engagement was gericht op het deelgebied van het mariene wetenschappelijk onderzoek en de observatie van de oceaan, in het bijzonder in ontwikkelingslanden en kleine eilandstaten. Het leidde tot het formuleren van een strategie om te beantwoorden aan hun specifieke noden, in samenwerking met landen, donoren, VN-agentschappen, financiële instellingen en de privé-sector. In het document The future we want: Outcome of the United Nations Conference on Sustainable Development erkennen de VN-lidstaten “het belang van het opbouwen van de capaciteit van ontwikkelingslanden om te kunnen genieten van het behoud en het duurzame gebruik van de oceanen en zeeën en hun natuurlijke rijkdommen”. Ze gaan verder: “we beklemtonen de nood aan samenwerking in het mariene wetenschappelijk onderzoek om te voldoen aan de bepalingen van het VNzeerechtverdrag en de resultaten van de topconferenties over duurzame ontwikkeling, en voor de overdracht van technologie rekening houdend met de criteria en richtlijnen ter zake van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie”.
De oprichting van het IOC Projectkantoor voor IODE in Oostende in 2005 luidde een nieuw tijdperk in voor de capaciteitsopbouw door het IODE-programma. Sindsdien ontplooide het IODE-programma een brede waaier aan activiteiten om expertise te vergroten waar meer dan 1 000 mensen uit meer dan 120 landen hun voordeel mee deden. Dit leidde tot de oprichting van het OceanTeacher project, een online leerplatform dat ten goede komt van de opleidingsactiviteiten van het IODE-programma en van steeds meer opleidingen van andere IOC-programma’s. Dit alles is grotendeels mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Vlaamse overheid. Het ter plaatse inrichten van opleidingen in combinatie met een online leerplatform bleek succesvol maar bracht ook enkele beperkingen met zich mee, zoals: een beperkt aantal cursisten kon een opleiding genieten; cursussen waren altijd in het Engels; het was niet mogelijk om op specifieke lokale behoeften af te stemmen. Om deze beperkingen te overstijgen, startte het Ocean Teacher Global Academy (OTGA) project in 2014.
De OTGA bouwt een wereldwijd netwerk uit van Regionale Training Centra. Dit netwerk zal de nationale expertise over de kennis en het beheer van kustgebieden en mariene gebieden vergroten.
DE OTGA LEGT ZICH TOE OP: het promoten van de oprichting, en het ondersteunen van de opstart, van Regionale Training Centra die opleidingen zullen plannen, organiseren en verschaffen die zijn afgestemd op de specifieke behoeften en noden van de regio het promoten van het gebruik van lokale experten voor het geven van de cursussen in de Regionale Training Centra de samenwerking van de Regionale Training Centra bevorderen door het mogelijk te maken voor lesgevers om door middel van informatietechnologie lessen te geven in verschillende centra het verder uitbouwen van het OceanTeacher leerplatform om meerdere IOCprogramma’s van dienst te zijn.
21
DE OCEAN TEACHER GLOBAL ACADEMY (VERVOLG) TOTAAL AANTAL DEELNEMERS
LAND VAN HERKOMST VAN DE DEELNEMERS
HET METEN VAN HET ZEENIVEAU VOOR TSUNAMIWAARSCHUWING
300
250
De IOC Sea Level Monitoring Facility is een instrument om het zeeniveau in real time te volgen. Het bundelt de waarnemingen van verschillende operatoren en geeft ze weer op een voor iedereen vrij te raadplegen website.
200
150
100
50
22
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
GENDER BALANS
579 De Ocean Teacher Global Academy bouwt voort op de bestaande Ocean Teacher Academy van het IOC Projectkantoor voor IODE in Oostende en zal uitgroeien tot een wereldwijd opleidingsinstrument. Dat biedt de volgende voordelen: een stijging van het aantal mensen die kunnen deelnemen aan de cursussen van de Ocean Teacher Academy een daling van de reiskosten en andere nadelen van grote verplaatsingen van lesgevers en cursisten, onder andere door meer gebruik te maken van lokale experten mogelijkheid om les te geven in lokaal relevante talen het vergroten van de focus op lokale kwesties met behoud van een globaal perspectief het bevorderen van zelfgedreven capaciteitsopbouw In de loop van 2014 is er een netwerk van tien instellingen geselecteerd die zullen optreden als Regionale Training Centra. Ze strekking zich uit van Amerika (Colombia, VS)
780
over Afrika (Kenia, Mozambique, Senegal, Zuid-Afrika), Azië (China, India, Maleisië) en Europa (België). Vanaf 2015 ontwikkelingen ze gezamenlijk opleidingen gericht op nationale, regionale en internationale opleidingsbehoeften in de mariene wetenschappen. Door middel van het online leerplatform zullen ze ook opleidingsmogelijkheden bieden voor een brede waaier van IODE-programma’s en partners van het IODE-programma. Het IOC Projectkantoor voor IODE treedt niet alleen op als Regionaal Training Centrum maar voert ook de coördinatie van het OTGA-netwerk. De Ocean Teacher Global Academy luidt een belangrijke nieuwe evolutie in op het vlak van capaciteitsopbouw. Er is niet langer sprake van een ‘noord-zuid’ benadering maar eveneens van een ‘zuid-zuid’ en ‘zuid-noord’ model dat de impact van de opleidingsactiviteiten aanzienlijk zal vergroten.
De dienst biedt: Informatie over de operationele status van globale en regionale netwerken van stations die het zeeniveau meten Weergave van de ruwe datastroom van individuele meetstations
De dienst is oorspronkelijk ontwikkeld voor het opvolgen van de status van de stations die het zeeniveau meten voor de kust van Afrika. Het is een realisatie van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het ODINAFRICAproject van het IODE-programma. Vervolgens is het uitgebreid tot een wereldwijd systeem om alle stations op te volgen die het zeeniveau in real time meten en die deel uitmaken van de programma’s van de IOC. Het gaat om het Global Sea Level Core Network en de verschillende regionale netwerken van de tsunamiwaarschuwingssystemen die operationeel zijn in de Indische Oceaan, de Noord-Oost-Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee de Grote Oceaan en de Caraïben.
DE WEBSITE VAN DE IOC SEA LEVEL MONITORING FACILITY BIEDT: een wereldkaart met de aangesloten meetstations die toont welke actief en niet-actief zijn een lijst van de stations met metadata:4-letter code, identificatienummer, locatie, waarnemingsmethode, tijd en datum van de laatste transmissie, vertraging en interval van de transmissies mogelijkheid tot het plotten en downloaden van de data
WWW.IOC-SEALEVELMONITORING.ORG
23
DE BIJDRAGE VAN DE VLAAMSE REGERING TOT IOC Vlaanderen heeft een lange geschiedenis met de zee. De Noordzee was altijd al een bijzondere bondgenoot en bood toegang tot de wereld. Zeevaart en -handel brachten gedurende vele eeuwen welvaart naar de Lage Landen en maakten de Vlaamse kust tot een van de meest actieve centra van mariene activiteiten en marien onderzoek in Europa.
24
Het is precies omdat de Vlaamse Gemeenschap van België zo dicht bij de zee ligt dat ze er het belang van inziet, zowel op lokaal niveau als op grotere regionale en internationale schaal. En het is omwille van dezelfde reden dat Vlaanderen, ondanks zijn kleine kustlijn, sterk geëngageerd is om de internationale gemeenschap te helpen om wereldwijde oceaangerelateerde uitdagingen aan te pakken. Bijna 65% van de wereldbevolking leeft langs of dichtbij de kust. Vooral mensen in ontwikkelingslanden zijn van de zee afhankelijk voor hun voedselvoorziening. Bovendien plaatst de exponentiële toename van menselijke activiteit steeds meer druk op de natuurlijke rijkdommen van kustgebieden en de zee. Weinig van deze problemen stoppen aan nationale grenzen vandaar dat de internationale gemeenschap vertrouwt op de betrokkenheid van internationale organisaties.
Meer dan 15 jaar geleden maakte de Vlaamse Regering een duidelijk keuze. In 1998 besliste haar minister-president om een samenwerking aan te gaan met Unesco. Deze samenwerking focust zich op het vergroten van de capaciteit en de expertise met betrekking tot de monitoring, de verzameling en de analyse van oceaangerelateerde data, op het ondersteunen van opleidingen voor experts inzake oceaanbeheer en op het verschaffen van de kennis en de instrumenten die ons helpen om de oceanen beter te begrijpen. Alhoewel de omvang van de Vlaamse Gemeenschap het niet mogelijk maakt om te investeren in grote onderzoeksschepen of wetenschappelijke boeien, getuigt de steun voor de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) van een Vlaams engagement voor kustgebieden en het mariene leefmilieu. Verschillende multilaterale organisaties spelen een sleutelrol bij het verzekeren van een duurzame toekomst voor de natuurlijke rijkdommen van de oceanen maar de IOC is het voornaamste internationale orgaan verantwoordelijk voor de coördinatie van het onderzoek van de zeeën en de oceanen. Samen met de Europese Unie is de IOC een geprivilegieerde partner van Vlaanderen op dit domein.
WWW.ODINAFRICA.ORG WWW.SPINCAMNET.NET
De Vlaamse regering steunde de oprichting van het FlandersUNESCO Trust Fund for Science (FUST). Dit fonds garandeert een coherente aanpak van wereldwijde wetenschappelijke uitdagingen, met bijzondere aandacht voor watergerelateerde kwesties. Wat dit fonds zo uniek maakt, is dat het Unesco in staat stelt om een duurzaam langetermijnperspectief te ontwikkelen voor grootschalige projecten. Sinds de oprichting ervan, concentreerde Vlaanderen zich op een afgelijnd samenwerkingsgebied en trok het deze lijn consequent door. Gedurende al die tijd kon Unesco rekenen op medewerking van experts van Vlaamse universiteiten en onderzoekscentra. Deze aanpak bleek ook verrijkend voor Vlaanderen. Dankzij het fonds kreeg Vlaanderen een directe toegang tot internationale netwerken en konden projecten op grote schaal gerealiseerd worden die niet mogelijk zijn bij bilaterale samenwerking alleen.
De combinatie van Vlaamse financiering en de expertise van Unesco leidt vaak tot de medewerking van andere belangrijke partners waardoor projecten naar een hoger niveau getild worden. Om een voorbeeld te geven: dankzij het fonds startte Unesco meer dan tien jaar geleden met het opleiden van Afrikaanse experts inzake het beheer van oceanografische data. Ondertussen zijn die experts begonnen om op hun beurt statistici, mariene biologen en andere experts op te leiden. Dankzij deze benadering van “train the trainers” kon een Ocean Data and Information Network worden opgericht: een netwerk van gespecialiseerde centra die data verzamelen en analyseren langsheen de Afrikaanse kust. Deze centra registreren het zeeniveau en de temperatuur en kunnen helpen om abnormale weerspatronen te voorspellen
die kunnen leiden tot droogte of overstromingen. Bovendien hebben ze een waarschuwingssysteem ontwikkeld om tijdig alarm te slaan als een tsunami dreigt de kust te bereiken. Verder garanderen deze centra een wetenschappelijk onderbouwde benadering voor het duurzaam beheer van kustgebieden en de natuurlijke rijkdommen van de zee. Kortom, ze vormen een integraal onderdeel van wereldwijd netwerk van datacentra dat grotendeels zelfbedruipend is. Een ander gezamenlijk project van de Vlaamse Regering en Unesco tekende een kader van indicatoren uit voor geïntegreerd kustzonebeheer op nationaal en regionaal niveau in de regio van de Stille Zuidzee en Latijns-Amerika (Chili, Colombia, Ecuador, Panama en Peru). Dit project richt zich op de toestand van de kust en het mariene leefmilieu en houdt rekening met socio-economische omstandigheden en diversiteit om alle betrokkenen informatie en atlassen ter beschikking te stellen waarmee bestaande beheerplannen voor de kust en de zee kunnen worden aangepast en verder uitgewerkt. Een en ander leverde goede resultaten op en bovendien zijn er verbindingen mogelijk met andere grote projecten in de regio. Vlaamse experts droegen in aanzienlijke mate bij tot de goede resultaten door institutionele en individuele voorbeeldpraktijken te delen.
25
DE BIJDRAGE VAN DE VLAAMSE REGERING TOT IOC (VERVOLG) Mariene biologen weten het al langer maar Oostende is meer dan de ‘Koningin van de badsteden’ in België.
26
Oostende is een knooppunt voor mariene en oceaanwetenschap, een centrum voor databeheer en een plek waar wetenschappers van over de hele wereld samenwerken om tsunami’s op te volgen, de impact van de klimaatverandering in het oog te houden en om de verandering van de biodiversiteit in kaart te brengen... om slechts enkele voorbeelden te noemen. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) is in 1999 opgericht en gevestigd in Oostende. Het is snel uitgegroeid tot het centrale coördinatieen informatieplatform voor marien en kustonderzoek in Vlaanderen. Als partner is verschillende projecten en netwerken, verspreidt en promoot het VLIZ het internationaal imago van het Vlaams wetenschappelijk mariene onderzoek en de mariene educatie. Het IOC Projectkantoor voor IODE is gevestigd op dezelfde site als het VLIZ en beide centra werken intensief samen. Vandaag is Vlaanderen de tweede grootste financieringspartner van de IOC, na Noorwegen. Door de middellange termijnstrategie van de IOC te versterken, neemt Vlaanderen de verantwoordelijkheid op om wereldwijde uitdagingen aan te pakken en biedt het een antwoord op reële en relevante behoeften van de betrokken lidstaten.
WWW.PEGASOPROJECT.EU WWW.CARIBBEANMARINEATLAS.NET
Vlaanderen en Unesco vinden steeds meer toenadering tot de Europese Unie die op haar beurt meer dan ooit rekent op de expertise van internationale organisaties. De EU financierde projecten waarin zowel Vlaamse onderzoeksinstellingen als de IOC samenwerkten. Een voorbeeld van een dergelijke samenwerking is het PEGASO project. Dit project brengt experts van de EU, Unesco en Vlaanderen samen met beleidsmakers, wetenschappers en beheerders om een nieuwe reeks van instrumenten en benaderingen te ontwikkelen om te komen tot duurzame planning en beheer van het gebied van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Vlaanderen verlengde de samenwerking met Unesco in het kader van het FUST voor een periode van vijf jaar (20142018). Daarmee bekrachtigde Vlaanderen niet alleen het eigen engagement maar beklemtoonde het eveneens het belang om van water een prioriteit te maken alsook dat de Intergouvernementele Oceanografische Commissie binnen het systeem van de Verenigde Naties het orgaan bij uitstek is aangaande de zeeën.