HERMES ATLETIEK OOSTENDE
VZW
JEUGDSPORTBELEIDSPLAN
Onze jongste atleten dienen vooral plezier te beleven aan het sporten. Inderdaad. Atletiek is sport… sporten is tof… dus atletiek is tof! Vanuit deze uitgangspositie kan de jeugdopleiding gestart worden. Bij Hermes Atletiek Oostende kunnen jongeren terecht van 7 jaar. Vanuit een speelse aanpak leren jongeren ontdekken wat hun lichaam kan, maar ook wat hun lichaam niet (of nog niet) kan. Geleidelijk aan leren ze hun eigen kunnen inschatten. Ze leren samen sporten, samen plezier maken, samen uitdagingen aangaan en uiteindelijk samen winnen of … verliezen Vanaf de leeftijd van 7 jaar kunne onze jeugdatleten deelnemen aan officiële wedstrijden. Beetje bij beetje worden leren zij het competitieve aspect van de sport kennen. Zowel tijdens het winter - als zomerseizoen worden in de regio wedstrijden georganiseerd. Een breken van een “persoonlijk record”, het winnen van een natura prijs of zelfs een medaille maakt het plezier van de kinderen alleen maar groter. Zij leren ook omgaan met verlies. Trainingsvriendjes worden tijdens een wedstrijd plots “concurrenten”… Atletiek is meer dan enkel sporten. Het draagt bij tot een ruimere persoonlijkheids - en karaktervorming. Kinderen leren offers brengen en inspanningen leveren om nadien de vruchten te plukken. De benjamins, pupillen en miniemen kunnen steeds op woensdagnamiddag en zondagochtend op de club terecht. Onder begeleiding van gedreven en ervaren gediplomeerde trainers wordt hen op een aangename manier de basis van het werpen, springen, spurten en lange afstandslopen bijgebracht. In de beginjaren wordt ernaar gestreefd een zo breed mogelijke basis te vormen. Pas na de categorie van de miniemen – 12 jarigen - wordt specifieker getraind in functie aanleg en individuele mogelijkheden. Tot die leeftijd is specialiseren nog niet aan de orde. Dit gebeurt pas vanaf cadet en steeds in overleg met de atleet zelf en de jeugdsport - coördinator. Vanaf cadet worden de trainingen gegeven door gespecialiseerde disciplinetrainers voor spurt, afstand, springen en werpen. Daarbij wordt de trainingsintensiteit ook geleidelijk opgevoerd. Uit respect voor het werk van onze trainers en om de atleten in staat te stellen te “groeien” willen wij benadrukken dat een regelmatige deelname aan de trainingen een must is. Om de trainers in staat te stellen op langere termijn kennis en vaardigheden op te bouwen, wordt bewust gekozen het aantal “instapmomenten” voor nieuwe atleten te beperken. Bij de jeugdcategorieën wordt gewerkt met einddoelen waarin alle technische aspecten van de verschillende atletiekdisciplines worden opgenomen. Het begeleiden van onze atleten is evenwel niet alleen een taak van onze trainers. Ook ouders, grootouders, vrienden, broers en zussen …. dragen hierin bij. Atletiek is veel meer
dan enkele uren trainen. Het is een levenshouding die dient gecombineerd te worden met vele andere aspecten uit het dagelijks leven zoals het gezinsleven, vrije tijdsbesteding, school enz… Het is vooral van belang met wederzijds respect in het belang van de atleet in al deze aspecten een passend evenwicht te vinden. Wat de deelname aan wedstrijden betreft willen wij onze atleten oproepen om deel te nemen aan minstens 10 wedstrijden per seizen. Dit is gespreid over winter- en zomerseizoen minder dan 1 wedstrijd per maand. Inzonderheid tijdens kampioenschappen en tijdens interclubs kunnen atleten niet enkel zichzelf maar ook de clubkleuren te verdedigen. Een atleet is niet enkel een individueel sporter maar is ook een exponent van zijn club. Wij verwachten dat zij zich daarbij correct, sportief en waardig gedragen. Vanuit de club zullen wij ernaar streven dit clubgevoel waar mogelijk te stimuleren. Oudere atleten zien hun podiumprestaties op kampioenschappen bovendien beloond. Lang leve DE ATLETIEKSPORT Lange leve HERMES
EINDDOELEN JEUGD VERSPRINGEN (BEN) • • • • •
De atleet loopt in het midden van de aanloopstrook aan De atleet loopt in een vloeiende beweging naar de afstootzone De atleet stoot af met 1 voet De atleet kijkt voor zich uit bij de afstoot De atleet zet zijn voeten samen bij de landing
VERSPRINGEN (PUP) • • •
De atleet versnelt naar de afstootbalk De atleet komt uit in de buurt van de afstootbalk en dit zonder trippelen of aarzelen De atleet zet zijn knie in bij de afstoot
VERSPRINGEN (MIN) • • •
De atleet tracht op een zo technisch correct mogelijke manier te versnellen naar de afstootplank De atleet stoot actief af De atleet heeft de armbeweging in de zweeffase onder controle
KOGEL (BEN) • • • • •
Verdeling van de trainingsopbouw Coördinatie - uithouding - reactie en startspelen, achtervolgingslopen. Stootbeweging, werpbeweging Dit gebeurt door o.a. balspelen, achtervolgingslopen enz .. Doel: aanleren van de afworp – stoten – voetplaatsing – voetpunten naar buiten – correct uitstappen
KOGEL (PUP) • • • •
Verdeling van de trainingsopbouw Coördinatie – uithouding – lenigheid - reactiesnelheid. Doel: aanleren standworp - bekken inzetten – stoten vanuit nek – hoekvorm – afworp met handslag – uitvalsstandworp Versnelling van het werpen vanuit standpositie, 2 voeten op de grond, gevolgd door draaistrekbeweging
KOGEL (MIN) •
Doel: actie van de rechter voet knie heup in de werprichting, heffen en blokkeren op links (volledige lichaamsstrekking)
HOOG (BEN) • • •
De atleet weet van welke kant en hoe hij hij moet aanlopen De atleet stoot af met 1 voet De atleet kan met een schaarsprong over de lat
HOOG (PUP) • • •
De atleet kan correct aanlopen, recht stuk -bocht De atleet heft bewust en actief de knie en de arm bij de afstoot De atleet moet de lat ruggelings kunnen overschrijden
HOOG (MIN) • •
De atleet loopt op een correcte manier aan, en hangt ook in in de bocht De atleet flopt en kijkt hierbij achter zich
HOCKEY – SPEER (BEN) • •
Op een speelse wijze wordt het werpen aangeleerd. Dit gebeurt voornamelijk door allerhande balspelen dien éénhandig, tweehandig, dynamisch en statisch kunnen aangeleerd worden. Zo wordt het werpgevoel ontwikkeld. Doel: Afworp boven het hoofd, slagworp
HOCKEY – SPEER (PUP) •
Doel: slagworp – aanlopen – 3 pas / 5 pas – bal naar achter brengen
HOCKEY – SPEER (MIN) • • • •
Doel: het kunnen uitvoeren van een goede standworp. Rusten op gebogen rechter been. Rechter voet gekeerd naar de werprichting. De hand hoger dan schouder. Arm gestrekt en speer aan slaap. Handpalm naar boven. Linker schouder is gericht naar werprichting. Linker arm is van het lichaam gebracht (borstkas gesloten) Ogen naar werprichting (voor rechtshandigen) Atleten leren lopen met de speer
DISCUS (BEN) •
Geen discus
DISCUS (PUP) • • • • •
Verdeling van de trainingsopbouw Coördinatie en uithouding, lenigheid, reactie en kracht. Standworp: met ballen, hoepels en fietsbanden, Aandacht voor het versnellen van de werpbeweging. Heupinzet, draaibeweging
DISCUS (MIN) • • •
Standworp: aandacht voor een correcte lichaamshouding. Arm achter bekken houden. Draaibeweging: voetplaatsing - heupinzet Doel: Volledige draaibeweging. Goede voetverplaatsing, lange versnellingsfase.
AFLOSSINGEN (BEN – 4 X 60 M) • • • • • • • • • • • •
Leren vertrekken zonder achterom kijken Leren snel vertrekken en vertrouwen dat gever je wel inhaalt Zelfzekerheid stimuleren Kennis van de signalisatie op de piste Arm achterwaarts brengen bij ontvangst Gewenning aan aflossingsstok Op alle posities leren lopen Vertreklijn respecteren. De stok wordt steeds in dezelfde hand gehouden. De rechtse ontvanger staat aan de binnenkant van de baan, de linkse ontvangers aan de buitenkant. Aflossen gebeurt onderhands
AFLOSSINGEN (PUP – 4 X 60 M) •
• • •
De reeds gekende vaardigheden worden verder uitgwerkt: vertrekken zonder omkijken, startsnelheid opvoeren, afstemmen op de snelheid van de gever, zich zelfstandig leren positioneren, kennis van de lijnen en reglementering (aflossingszone = aflossen; aanloopzone = inlopen), lopen op alle posities, arm gestrekt achterwaarts brengen, vertreklijn respecteren De schematische aflossingswijze ziet er als volgt uit. De pupillen dienen zelfstandig hun voorbereiding te maken. Aflossen gebeurt onderhands.
AFLOSSINGEN (MIN – 4 X 80 M) • • • • • • • • •
Kennis van de reglementering Inzicht in positionering ‘Slim’ aflossen Maximale sprintinzet bij vertrek Zelfstandig uitmeten van vertrekmerkteken Aanleren volwassen aflossingstactiek Onderhands aflossen met initiatie tot bovenhands aflossen Op alle posities leren lopen. Vertreklijn respecteren.
