Memo
Kennedy Van der Laan
van
Ester Nederlof inzake
Bescherming van verkeersslachtoffers in het internationaal privaatrecht datum
5 november 2012 referentie
15123/ENE/tso/ 1063887/0.1 ‘JE RECHT HALEN IS EEN REIS APART’ Inleiding De vijfde Richtlijn Motorrijtuigenverzekering1 (‘WAM-Richtlijn’) pleegt “bezoekende slachtoffers” te beschermen. Het zogeheten groene kaartenstelsel zorgt ervoor dat schadegevallen “veroorzaakt door bezoekende motorrijtuigen” worden geregeld.2 In dit memo staat centraal de vraag hoe Nederlandse verkeersslachtoffers hun schade kunnen verhalen als hen een ongeval in het buitenland zou overkomen. In dit kader doe ik verslag van mijn denkbeeldige autovakantie in Spanje in augustus 2012, alwaar ik betrokken raakte bij een verkeersongeval, waarbij ik letselschade heb opgelopen.3 Het ongeval werd veroorzaakt door een Grieks motorrijtuig. Ik vraag mij af op wie ik4 mijn schade kan verhalen, welke rechter ik moet aanzoeken en welk recht wordt toegepast. Deze exercitie maakt duidelijk dat ‘je recht halen een reis apart is’. Op wie kan ik mijn schade verhalen? Ik beschik alleen over een Griekse kenteken. Hoe weet ik nu wie ik kan aanspreken? Informatiecentrum Voor meer informatie blijk ik mij te kunnen wenden tot het Nederlandse Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars,5 die bij het Griekse informatiecentrum de naam en het adres van de Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid. 2 Mr. F.J. Blees, De weg naar schadevergoeding in het internationale gemotoriseerde verkeer, blz. 77 e.v. 3 Dit memo behelst dus geen behandeling van alle mogelijke casusposities. 4 Ik ga voor het bestek van dit memo uit van mijn eigen schade en niet die van bijvoorbeeld regresnemende (ziektenkosten)verzekeraars. 5 Op grond van artikel 23 lid 1 WAM-Richtlijn dient iedere lidstaat zorg te dragen voor de oprichting van een 1
eigenaar, de gebruikelijke bestuurder of ingeschreven houder van het Griekse voertuig, de naam en het adres van de betreffende WAM-verzekeraar, het polisnummer en de naam en het adres van de schaderegelaar van die verzekeraar opvraagt.6 Er gaan maar liefst bijna twee maanden voorbij voordat ik de gevraagde gegevens ontvang.7 Het Griekse motorrijtuig blijkt verzekerd bij een Italiaanse WAM-verzekeraar. Deze verzekeraar heeft geen vestiging of bijkantoor in Nederland, maar heeft wel een Nederlandse schaderegelaar aangewezen. Griekse bestuurder Uiteraard kan ik de Griekse bestuurder8 aansprakelijk stellen. Het Grieks ben ik echter niet machtig, zodat deze optie niet mijn voorkeur heeft. Action directe Aangezien ik ten tijde van het ongeval zelf bezoeker was van een ander land dan mijn woonplaats, kan ik een beroep9 doen op de WAM-richtlijn. Op grond van art. 18 WAM-richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat personen die materiële schade of lichamelijk letsel hebben geleden, welke is veroorzaakt door een voertuig dat door een in art. 3 WAM-Richtlijn bedoelde, verplichte WAM-verzekering is gedekt, tegen de verzekeringsonderneming van de wettelijk aansprakelijke partij een rechtstreekse vordering kunnen instellen. Ik zou derhalve de Italiaanse WAM-verzekeraar van het Griekse voertuig (moeten)10 kunnen aanspreken. Schaderegelaar De Italiaanse verzekeraar blijkt als gezegd in Nederland een schaderegelaar te hebben informatieentrum dat het slachtoffer in staat moet stellen schadevergoeding te eisen. Zo’n informatiecentrum is onder andere belast met het bijhouden van registers die de inschrijfnummers (kentekens) van de in de betreffende lidstaten ingeschreven motorrijtuigen, de nummers van de verzekeringspolissen en de verzekeraars van de motorvoertuigen bijhoudt. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars is op grond van artikel 27a WAM e.v. als informatiecentrum in de zin van artikel 23 Richtlijn aangewezen. Zie ook B. Schutte en mw. Mr. H.M. Storm, Via de Europese Vierde WAM-richtlijn naar een Europees verkeersongevallenrecht?, blz. 106. 6 Dit volgt uit artikel 23 lid 3 Richtlijn/27i WAM, op grond waarvan het Nederlands Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars nauw samenwerkt met de informatiecentra van andere lidstaten. Ik leid dit af uit B. Schutte en mw. Mr. H.M. Storm, Via de Europese Vierde WAM-richtlijn naar een Europees verkeersongevallenrecht?, blz. 107. 7 ‘Geïnspireerd’ door B. Schutte en mw. Mr. H.M. Storm, Via de Europese Vierde WAM-richtlijn naar een Europees verkeersongevallenrecht?, blz. 107. 8 Ik ga er gemakshalve van uit dat het de Griekse eigenaar is geweest die het ongeval heeft veroorzaakt. 9 Aangezien een richtlijn (althans in Nederland) geen directe werking heeft, bedoel ik hiermee: op de aldus geïmplementeerde wetgeving. 10 Voor het bestek van dit artikel neem ik gemakshalve aan dat Griekenland/Italië/Spanje (zie in verband hiermee art. 11 lid 2 Brussel II, art. 18 Rome II en art. 9 Haags Ongevallenverdrag, waarover later meer) een en ander correct en tijdig hebben geïmplementeerd.
2
aangewezen.11 Deze is belast met de behandeling en afwikkeling van mijn vordering. Nadeel is dat ik die schaderegelaar niet zelf in rechte kan aanspreken. Hij is slechts vertegenwoordiger van de verzekeraar. Bij een geschil dien ik de verzekeraar derhalve alsnog te dagvaarden. Voordeel is echter dat ik in het Nederlands kan communiceren. Ik dien daarom bij de schaderegelaar een verzoek tot schadevergoeding in. De communicatie met de schaderegelaar verloopt echter traag. Op belangrijke (beslis)momenten zoekt deze namelijk steeds terugkoppeling met de verzekeraar. Schadevergoedingsorgaan Ik besluit echter (nog) niet tot dagvaarding van de verzekeraar over te gaan, maar te wachten tot drie maanden na mijn verzoek om schadevergoeding, zodat ik eventueel een verzoek tot schadevergoeding kan indienen bij het Waarborgfonds Motorverkeer.12 Immers, als de schaderegelaar (of de verzekeraar) niet binnen drie maanden na de datum waarop ik mijn verzoek tot schadevergoeding heb ingediend, een met redenen omkleed antwoord op de diverse punten van het verzoek heeft verstrekt, dient dit Nederlandse schadevergoedingsorgaan de schade te behandelen.13 Deze weg zou zijn afgesneden als ik al zou zijn overgegaan tot dagvaarding van de verzekeraar.14 De rol van het schadevergoedingsorgaan is in eerste instantie beperkt tot het weer op gang brengen van het schaderegelingsproces. Zij stelt de verzekeraar of diens schaderegelaar, het schadevergoedingsorgaan in Italië en de Griekse bestuurder, als deze bekend is, in kennis van mijn verzoek, en deelt hen mede dat zij binnen twee maanden na indiening van de inkennisstelling door het Waarborgfonds Motorverkeer zal optreden.15 Zij staakt bovendien haar optreden als de verzekeraar of de haar schaderegelaar alsnog een met redenen omkleed antwoord op mijn verzoek geeft. ‘Helaas’ ontvang ik binnen de gestelde termijn een brief van de verzekeraar, waarin weliswaar aansprakelijkheid wordt erkend, doch waarin wordt aangehaald dat ik slechts een deel van de gevorderde schade vergoed krijg.
Op grond van artikel 21 Richtlijn, zou ik, nu het Griekse voertuig niet gewoonlijk gestald is (het voertuig heeft een Grieks kenteken, zie artikel 1 lid 4 sub a Richtlijn) noch is verzekerd bij een in Nederland toegelaten verzekeraar, een schaderegelaar moeten kunnen aanspreken. Het Griekse informatiecentrum heeft als gezegd laten weten dat de Italiaanse WAM-verzekeraar inderdaad een Nederlandse schaderegelaar heeft aangewezen. 12 B. Schutte en mw. Mr. H.M. Storm, Via de Europese Vierde WAM-richtlijn naar een Europees verkeersongevallenrecht?, blz. 106. 13 Art. 24 lid 1 sub a Richtlijn. 14 Art. 24 lid 1 alinea 3 Richtlijn. 15 Art. 24 lid 1 alinea 5 Richtlijn. 11
3
Mogelijkheden op grond van het groene kaartenstelsel Aangezien ik schade heb geleden door toedoen van een bezoekend motorrijtuig (Grieks motorrijtuig in Spanje), kan ik ook een beroep doen op het groene kaartenstelsel,16 als gevolg waarvan ik het Spaanse Bureau kan aanspreken. Indien de Italiaanse verzekeraar een (Spaanse) correspondent heeft benoemd, laat het Spaanse Bureau de schaderegeling aan die correspondent over. De correspondent kan zelf niet in rechte worden aangesproken. Hij vertegenwoordigt slechts de verzekeraar en het bureau. Welke rechter is bevoegd? Ik besluit mijn pijlen te richten op de Italiaanse verzekeraar. De vraag voor welke rechter deze verzekeraar moet worden gedagvaard, wordt beoordeeld aan de hand van Brussel I.17 Op grond van art. 9 sub a en b Brussel I kan een verzekeraar met woonplaats op het grondgebied van een lidstaat o.a. worden opgeroepen a) voor de gerechten van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft of b) in een andere lidstaat, indien het een vordering van de verzekeringnemer, de verzekerde of een begunstigde betreft, voor het gerecht van de woonplaats van die eiser. Op grond van art. 11 lid 2 is art. 9 ook van toepassing op de ‘action directe’, indien die vordering mogelijk is. Aldus zou ik ervoor kunnen kiezen de verzekeraar te dagvaarden in Italië. Maar zelf de beruchte ‘Italian Torpedo’ inzetten helpt mij natuurlijk niet als ik snel mijn schade vergoed wil zien. Mijn voorkeur gaat uit naar de Nederlandse rechter. En op grond van art. 9 sub b jo 11 lid 2 is dat mogelijk, gesteld dat een action directe op de Italiaanse verzekeraar mogelijk is. 18 Dat ik een buitenlandse verzekeraar inderdaad ook in Nederland kan dagvaarden, is bevestigd in het Oldenbreit-arrest.1920
16 Voorwaarde is dat het voertuig ofwel moet zijn voorzien van een geldige groene kaart, dan wel gewoonlijk zijn gestald op het grondgebied van een land waarmee het bureau van het ongeval een overeenkomst volgens het model van de multilateral agreement between bureaux heeft gesloten. Zie Mr. Blees, De weg naar schadevergoeding in het internationale gemotoriseerde verkeer, blz. 93. 17 Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. 18 Zie voetnoot 9. 19 HvJ EG 13 december 2007, nr. C-463/06. 20 Art. 71 Brussel I bepaalt overigens dat deze onverlet laat de verdragen waarbij de lidstaten partij zijn en die, voor bijzondere onderwerpen, de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen regelen. Bijvoorbeeld de Benelux-overeenkomst betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en de daarbij behorende gemeenschappelijke regelingen. Omdat ik echter reeds op grond van Brussel I de Italiaanse verzekeraar in Nederland kan dagvaarden, laat ik dit verder buiten beschouwing.
4
Toepasselijk recht Ik heb besloten de verzekeraar te dagvaarden voor de Nederlandse rechter. De Nederlandse rechter zal daarom conform het Nederlandse IPR het toepasselijke recht vaststellen. Volgens art. 4 lid 1 Rome II21 is het recht van het land waar de (directe)22 schade zich voordoet van toepassing, ongeacht in welk land de schade veroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen (“lex loci damni”). Aangezien de uitzonderingen23 op deze hoofdregel zich niet in casu voordoen zou, aangezien ik mijn letsel in Spanje heb opgelopen, op grond van Rome II het Spaanse recht van toepassing zijn op de vraag of de Griekse bestuurder aansprakelijk is. En op grond van artikel 18 Rome II kan ik een rechtstreekse vordering op de Italiaanse verzekeraar instellen indien dat op grond van het Spaanse recht mogelijk is. Art. 28 lid 1 Rome II laat echter de toepassing van bijvoorbeeld het Haags Verdrag Verkeersongevallen 1971 (‘Verdrag’) onverlet. Dit betekent dat de Nederlandse rechter op grond van art. 93 Grondwet het Verdrag zal moeten toepassen.24 Nu het Verdrag een universeel toepassinggebied kent,25 zal de rechter op grond van artikel 3 Verdrag de interne wet van de Staat op welke grondgebied het ongeval heeft plaatsgevonden (“lex loci delicti”) toepassen. Dat is (ook) het Spaanse recht. Dit recht bepaalt vervolgens onder andere de voorwaarden en de omvang van de aansprakelijkheid, het bestaan en de aard van letsel of schade die voor vergoeding in aanmerking komen, de termijn voor de verjaring of het verval van een aanspraaak op schadevergoeding, alsmede het tijdstip van aanvang van die termijn en van zijn stuiting of schorsing (art. 8 Verdrag). En op grond van artikel 9 lid 1 Verdrag heb ik een rechtstreekse vordering op de Italiaanse verzekeraar, indien ik dit recht op grond van het Spaanse recht heb. In verband met het voorgaande zij nog opgemerkt dat het Spaanse recht aanzienlijk kortere verjaringstermijnen kent dan het Nederlandse recht,26 alsook dat de omvang van mijn Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. 22 Dr. Mr. Ir. M.W.D. van der Burg, De algemene verwijzingsregels van de nieuwe Rome II-verordening, par. 2.1. 23 Indien evenwel degene wiens aansprakelijkheid in het geding is, en degene die schade lijdt, beiden hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, is het recht van dat land van toepassing. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in de leden 1 en 2 bedoelde land, is het recht van het andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een reeds eerder bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst. 24 Mr. F.J. Blees, de weg naar schadevergoeding in het internationale gemotoriseerde verkeer, blz. 107. 25 Artikel 11 Haags Ongevallenverdrag. 26 http://www.vandeveldeabogados.com/rechtsgebieden/verkeersongevallen-en-letselschade-spanje/ 21
5
schadevergoedingsvordering wordt vastgesteld aan de hand van de Spaanse Richtlijnen (Baremo). Een nadeel daarvan is dat – zo begrijp ik – één bedrag wordt toegekend en dat daaronder mijn buitengerechtelijke kosten worden begrepen. Bovendien is niet duidelijk op welke schadeposten het Barema-bedrag precies ziet. Er is bijvoorbeeld geen specifieke vergoedingsregeling voor huishoudelijke hulp en verlies arbeidsvermogen. 27 Conclusie Uit het voorgaande blijkt dat, als ik het slachtoffer zou worden van een ongeval in Spanje, waarbij een Griekse bestuurder, verzekerd bij een Italiaane WAM-verzekeraar, betrokken is, ik mij in het Nederlands kan wenden tot de schaderegelaar die door de Italiaanse verzekeraar is aangewezen. Er kan echter behoorlijk wat tijd verstrijken voordat ik alle gegevens heb die nodig zijn voor het instellen van schadevergoedingsvordering. Ook de communicatie met de schaderegelaar kan vertragend werken, indien deze zich voor belangrijke toezeggingen moet verstaan met de verzekeraar. Bij een geschil zal ik uiteindelijk de verzekeraar moeten aanspreken, die overigens kan worden opgeroepen voor de Nederlandse rechter. En die Nederlandse rechter zal dan vervolgens aan de hand van het Spaanse recht de (omvang van de) aansprakelijkheid van de Griekse bestuurder beoordelen en aldus mijn vordering op de Italiaanse verzekeraar moeten vaststellen. Een Nederlands slachtoffer van een ongeval in het buitenland als in casu kan dus weliswaar rechtstreeks de betreffende WAM-verzekeraar dagvaarden voor de Nederlandse rechter, maar kan ook worden geconfronteerd met het feit dat hij minder krijgt voor hetzelfde letsel als dat hij in Nederland zou krijgen.28 Zolang geen sprake is van uniformering van het toepasselijke materiële recht bij verkeersongevallen, blijft de positie van Nederlandse slachtoffers van ongevallen in het buitenland dus onzeker. Het halen van je recht blijkt aldus een reis apart, mede gezien de beslissingen van het slachtoffer over wie wanneer en waar aan te spreken.
27 De discussie is of de buitengerechtelijke kosten onder het schadebedrag vallen of dat zij - expliciet – niet worden vergoed. Vlgs. A. Krispijn, kantoorgenoot KvdL. 28 L. Schröder, een busongeval tijdens de vakantie: de weg naar schadevergoeding, VRA 2005, p. 313.
6
Memo
Kennedy Van der Laan
Literatuurlijst • •
•
• • • • •
Mr. F.J. Blees, De weg naar schadevergoeding in het internationale gemotoriseerde verkeer, Serie Verzekeringsrecht, Kluwer, 2010. Mr. M.L.M. Renckens, Rome II: een gemiste kans? Europese verordening betreffende het recht, van toepassing op niet-contractuele verbintenissen (‘Rome II’). Aspecten m.b.t. verkeersslachtoffers, VRA 2007/297. B. Schutte en mevrouw mr. H.M. Storm, Vierde Europese WAM-richtlijn naar een Europese verkeersongevallenrecht? Ervaringen uit de rechtspraktijk, TVP 2004, nr. 4, blz. 105 tot en met 109. Prof.mr. C.C. van Dam, Slachtoffer met directe actie procedeert ‘thuis’ tegen buitenlandse verzekeraar, VRA 2008, p. 33 e.v. L. Schröder, Een busongeval tijdens de vakantie: de weg naar schadevergoeding, VRA 2005, p. 339. Dr.mr.Ir. M.W.D. van der Burg, de algemene verwijzingsregels van de nieuwe Rome IIVerordening, SEW 2009/157. Mr. Dr. A.P.M.J. Vonken, Verkeersongevallen, Kluwer-Deventer, 1996. Internationale aspecten van motorrijtuigverzekering en schadebehandeling, NIBE-SVV, maart 2009.