Invoeringsplan nieuwe CAO PO

Invoeringsplan nieuwe CAO PO 2015-2016

Kenmerk: Van: Status:

2015-063 A.Gubbels C.v.B. SPOLT 1) Vastgesteld directeurenoverleg 2) Aangeboden en goedgekeurd GMR 3) Ter informatie aan de RvT

Vastgesteld

27-05-2015 Mei 2015 Juni 2015 Juni 2015 16-06-2015

Inhoudsopgave 1. Aanleiding invoeringsplan

2. 3. 4. 5. 6. 7.

CAO PO & strategisch beleidsplan SPOLT Nieuwe taakbeleid Afspraken opslagfactor Afspraken 40 urige werkweek Duurzame inzetbaarheid Professionaliseren

Bijlage 1: Nieuw taakbeleid van SPOLT Bijlage 2: Format taakbeleid (nader te bepalen in DO) Bijlage 3: Taakbeleid SPOLT kader taken en uren

SPOLT: Invoeringsplan cao po 2015-2016

/ vastgesteld 16-06-2015

1

1. Aanleiding invoeringsplan De nieuwe CAO PO heeft ertoe geleid dat modernisering van de kaders, als vertrekpunt, bij de totstandkoming van eigentijds onderwijs, zeer wenselijk is. Onder kaders verstaan we de hoofdthema’s waarop deze CAO berust t.w. invoering 40-urige werkweek, herijken taakbeleid (keuze basismodel/overlegmodel), professionaliseren en duurzame inzetbaarheid. Aanleiding voor het invoeringsplan is gelegen in het feit dat SPOLT in het DO (en op voorhand vanuit PGMR) overeengekomen is te gaan koersen richting overlegmodel als mede-vormgever van het kader. Herijken van het taakbeleid is een onderdeel dat hierin past en waarvan een nieuwe aanpak is overeengekomen in het DO. Gekoppeld aan de keuze voor het overlegmodel zal een procedurele instemming plaatsvinden onder de personeelsgeleding van SPOLT. Het is wenselijk wanneer de gehele stichting in zijn totaliteit overstapt. Echter stemming wijst uit in hoeverre álle SPOLT-scholen hiertoe bereid zullen zijn. Scholen die stemmen om het basismodel te blijven hanteren, zullen gedurende schooljaar 2015-2016 een aantal concrete stappen zetten om toe te groeien naar een latere overstap op het overlegmodel. Scholen die kiezen voor het overlegmodel, doen dit voor een periode van 3 jaar. Jaarlijks zal de gekozen insteek geëvalueerd en bijgesteld worden. SPOLT ziet het overlegmodel als groeimodel voor 3 schooljaren. De nieuwe CAO PO biedt tevens de ruimte om de professionalisering en duurzame inzetbaarheid gedurende 3 schooljaren van een passende visie te voorzien en dóór te ontwikkelen. Het invoeringsplan dient ter ondersteuning van de invoering van het overlegmodel. Het biedt de beschrijving van de gemaakte keuzes op SPOLT- en schoolniveau, alsook de vertaling ervan in de praktijk. De MR dient haar goedkeuring te geven aan het invoeringsplan. Voor SPOLT betekent de keuze voor het overlegmodel het creëren van ruimte, flexibiliteit maar tevens een gedragen kader op stichtingsniveau om nóg meer kwaliteit te leveren in de individuele scholen. Het overlegmodel biedt tevens de mogelijkheid om tegemoet te komen aan individuele wensen van medewerkers afgezet tegen de kansen in de schoolorganisatie. Daarnaast gaat het overlegmodel uit van ‘overleg’ in het team hoe de schoolorganisatie SAMEN te dragen als team in zijn geheel. SPOLT is van mening dat het basismodel meer strakke regie voert vanuit SPOLT en juist minder ruimte en mogelijkheden biedt aan de teams van de scholen om SAMEN te dragen! Daarentegen sluit het overlegmodel naadloos aan bij de gestelde kernwaarden benoemd in het strategisch beleidsplan van SPOLT. PO raad over het invoeringsplan: ‘Zoals in artikel 2A.13, lid 2 CAO PO staat opgenomen dienen in het invoeringsplan in ieder geval zijn opgenomen: Welke taken onder de opslagfactor vallen; Het beleid op grond waarvan de individuele opslagfactor wordt toegekend. Dit zijn de basisitems die sowieso opgenomen dienen te worden. De rest is aan de school’ 2. CAO PO & strategisch beleidsplan SPOLT In het strategisch beleidsplan worden de volgende 3 kernwaarden beschreven:  Inspireren  Verbinden  Ondernemen ‘Inspireren - de bron voor talentontwikkeling Wij bieden uitdagend en toekomstgericht leren met enthousiaste en gemotiveerde medewerkers en eigentijdse onderwijstoepassingen. Verbinden - de zoektocht naar samenwerking



2

Wij zoeken de betrokkenheid en verbondenheid met kinderen, ouders, kern- en ketenpartners, bedrijven en instellingen op. Ondernemen - de houding naar optimale ontplooiingskansen Wij nemen initiatief, slaan nieuwe wegen in, hebben een onderzoekende houding, ontdekken en ontwikkelen’. In de vertaling naar personeel en dagelijkse praktijk krijgt dit o.a. zijn gezicht middels het ambitieus zijn in onderwijs, duurzame inzetbaarheid en talentontwikkeling. Voor de verdere uitwerking verwijzen we naar het strategisch beleidsplan SPOLT. 3. Nieuw taakbeleid Het nieuwe taakbeleid van SPOLT kenmerkt zich door de mogelijkheid tot gebruik van een stichtingsformat (zie BIJLAGE 2) en de ruimte om vanuit eenzelfde kader te handelen bij het invulling geven aan het taakbeleid voor de individuele schoolorganisatie. SPOLT heeft ervoor gekozen om een aantal taken die verbonden zijn aan alle scholen (ev. vanuit clustervertegenwoordiging) een minimum- en maximumaantal uren toe te kennen. Al naar gelang de inhoud en de gestelde doelen gekoppeld aan deze taken zal de toekenning van het passende aantal uren plaatsvinden (zie BIJLAGE 3). Daarnaast is er nieuw taakbeleid ( zie BIJLAGE 1) geformuleerd waarvan overeengekomen dat dit richtinggevend is voor het vormgeven van het totale taakbeleid in de individuele scholen. Het vertrouwen voor het kwalitatief goed wegzetten van de E-taken wordt aan de directeuren gegeven. Zo ook de verantwoordelijkheid en het speelveld. Wanneer er gekozen wordt om een taak toe te bedelen vanuit het cluster, en hier dus een clusterverantwoordelijke aan te koppelen, dient de directeur expliciet aandacht te besteden aan de communicatie door de clusterverantwoordelijke. Hierbij gaat het om het informeren en meenemen van álle schoolteams die binnen het betreffende cluster vertegenwoordigd worden. De directeur zal hierbij coachen en controleren. 4. De opslagfactor De opslagfactor voor vóór- en náwerk ten aanzien van de kwaliteit in de groep, wordt binnen SPOLT verhoogd naar een flexibele inzet tussen de 35% en 45%. Uitgangspunt is 40%. Factoren als groepsgrootte, hoeveelheid zorg, combinatiegroepen, ervaring, groep gebonden acties zijn van invloed op het toe te kennen percentage opslagfactor. Het is aan de directeur om hierbij voldoende rekening te houden met het blijvend kunnen wegzetten van de E-taken binnen de schoolorganisatie. 5. Invoering 40 urige werkweek Ten aanzien van de nieuw in te voeren 40-urige werkweek kiest SPOLT ervoor om de voorkeur te geven voor een indeling van het ‘5x8-model’. Dit houdt in dat elke werkdag gelijk wordt qua te werken uren. De wijziging naar het ‘5x8-model’ kan leiden tot veranderde werkuren per dag (met name voor medewerkers met een parttime aanstelling). Dit zal in overleg met de betreffende medewerkers besproken worden. Hierin wordt vooral gekeken naar de mogelijkheden om samen tot een passend ‘werk-plaatje’ te komen voor de medewerker én voor de schoolorganisatie. Daarnaast wordt er uitgegaan van de te behalen resultaten dóór de medewerker en het geven van vertrouwen áán de medewerker zijn verantwoordelijkheid hierin te nemen…



3

Vanuit de koepel wordt heel duidelijk aangekaart dat ruimte geven en flexibiliteit inzake de invoering (van het overlegmodel) en hiermee ook de vertaling van de 40-urige werkweek naar de dagelijkse praktijk, wezenlijk is! SPOLT streeft ernaar opbrengstgericht te werken en hierbij dus ook de resultáten van de medewerker centraal te stellen. Overwerk Binnen SPOLT heeft het DO besloten de definiëring voor overwerk vanuit de vakbonden één op één over te nemen. Vakbonden over definitie overwerk: Overwerk Artikel 2A.4 en in de definitielijst: Wel: • Incidenteel • Door de werkgever opgedragen • Bovenop de overeengekomen arbeidsduur per week • Compenseren tussen 2 schoolvakanties Niet: • Uurtje langer door ≠ overwerk. • Ouderavond ≠ overwerk. • Scholingsdag ≠ overwerk Daar waar incidenteel overwerk aan de orde is, zal de directeur dit bespreken met de betreffende medewerker en hierover met deze medewerker afspraken maken (ook over het tegoed aan de ontstane uren door het overwerk / op te nemen tussen twee vakanties!). SPOLT doet een appèl op de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers efficiënt te werk te gaan en zelfstandig werktijden in te delen en hierin de juiste keuzes te maken. Piekweken kunnen leiden tot minder werktijd in weken waarin dit mogelijk is. Ook hier nemen medewerkers eigen verantwoordelijkheid in. Over werkkwaliteit en efficiënt omgaan met werktijd worden afspraken gemaakt tijdens het functioneringsgesprek. 6. Duurzame inzetbaarheid In de nieuwe CAO PO worden expliciete (andere) keuzes gemaakt ten aanzien de duurzame inzetbaarheid. Zo worden er kaders gesteld inzake beleid voor startende leerkrachten, leeftijdsbewust personeelsbeleid (oudere leerkrachten), rechten en plichten voor medewerkers. Zo zijn er vernieuwde mogelijkheden gekoppeld aan de verlofregelingen zoals BAPO, sparen, ouderschap etc. Juist in het overlegmodel zijn de nieuwe mogelijkheden hiervan eenvoudiger weg te zetten voor de individuele medewerkers én in de totale schoolorganisatie. Het onderliggende rekenformat om de jaartaak van de individuele medewerker te berekenen biedt tevens de mogelijkheid om deze rechten en plichten vorm te geven en vast te stellen. 7. Professionaliseren Vanuit SPOLT zal de komende jaren ingestoken worden op het geven van een gezicht aan het ambitieus zijn in onderwijs d.m.v. talentontwikkeling bij kinderen én personeel. De koers die vooralsnog gekozen is houdt het volgende in op Stichtingsniveau, beschreven in het strategisch beleidsplan: ‘Personeel’  Het Professioneel leiderschap is inspirerend, verbindend en ondernemend en geeft richting aan kwalitatief onderwijs voor alle leerlingen.  De SPOLT-medewerker maakt deel uit van een professionele leergemeenschap en levert een actieve bijdrage aan de missie en visie van SPOLT.  De talentontwikkeling van het personeel is gekoppeld aan de schoolontwikkeling. Iedere directeur en leerkracht is geregistreerd als respectievelijk register-directeur en register-leraar.  Het strategisch personeelsbeleid is gericht op duurzame inzetbaarheid’.



4

Voor de individuele scholen vindt er een verdeling plaats op basis van scholing individuele medewerker en teamscholing. Deze wordt berekend in het totaal aan in te zetten scholingsuren en scholingsgelden voor de individuele medewerker en op schoolniveau. Daarnaast zal SPOLT een verdiepingsslag maken ten aanzien van het professionaliseren. Hiervoor plant SPOLT een ontwikkelperiode van 3 jaar. Startend vanaf schooljaar 2015-2016 als onderdeel van competentiemanagement. Continue ontwikkeling van de capaciteiten en interesses van de medewerkers en uiteraard de verbinding met de genoemde strategische doelen van SPOLT. Schoolspecifieke informatie t.a.v. professionaliseren: Op schoolniveau kunnen specifieke afspraken gemaakt worden over professionalisering. Deze staan beschreven in het jaarplan en in de individuele verslaglegging POP-gesprekken van iedere medewerker op school.

Samenvatting:



5

BIJLAGE 1 Nieuw taakbeleid van SPOLT Afspraken over taakbeleid in de CAO 2014-2015 Vanaf 1 augustus 2015 gaat de nieuwe CAO gelden. Bij de voorbereiding voor het schooljaar 20152016 gaat iedere werkgever al uit van het nieuwe hoofdstuk 2A in de CAO. Tot die tijd blijven de afspraken die er nu zijn van kracht. 1. Arbeidsduur en werktijd De CAO vormt de basis voor de algemene arbeidsduur en de inzetbaarheid van medewerkers. Onderwijspersoneel werkt in totaal 1659 uur per schooljaar, ongeacht de functie. Dat is netto werktijd waar het vakantieverlof en de feestdagen al vanaf zijn. Parttimers werken een deel van die 1659 uur, uitgedrukt in een werktijdfactor met vier cijfers achter de komma. Dat gaat 1 augustus 2015 veranderen. De werktijd van onderwijspersoneel wordt voortaan uitgedrukt in een aantal uren per week. Voor fulltimers (1 FTE) is dat 40 uur per week. Voor bestaande aanstellingen wordt de werktijdfactor omgerekend naar uren en minuten per week: werktijdfactor x 40 uur = werktijd in uren en minuten per week Bij nieuwe aanstellingen zullen dat hele uren per week zijn, met een minimum van 8 uur per week (0,2 FTE). Voor incidentele vervangingen van één dag of minder mag dat minimaal 5 uur per week zijn (0,125 FTE). De makkelijkste indeling van de werkweek is 5 gelijke dagen van 8 uur per week. In ieder geval is dat de basis voor het bepalen van de omvang van het werk bij een bepaalde capaciteit. Welke werktijden daarbij horen, hangt af van het rooster waarin je werkt en de tijd die je afspreekt waarop je op school je werk doet. Het blijft mogelijk om een andere indeling te kiezen met elkaar. De werktijden spreek je met elkaar af in een werktijdenregeling. De CAO heeft de afspraken over de pauze uitgebreid. Als op een dag minimaal 5,5 uur of meer wordt gewerkt, dan heeft de medewerker recht op een half uur pauze, eventueel gesplitst in tweemaal 15 minuten. Nu is ook afgesproken dat die pauze(s) moet(en) vallen tussen 10.00 en 14.00 uur. De normbetrekking in het primair onderwijs is straks dus 40 uur per week met een maximale werktijd van 1659 uur per jaar. Dat betekent dat er 41,4 werkweken zijn. Dat is meer dan het aantal lesweken van de leerlingen. Dat is misschien wel het grootste verschil met de huidige benadering van taakbeleid: verschil maken tussen lesweken van leerlingen en werkweken van onderwijspersoneel. Het aantal lesweken van leerlingen varieert, afhankelijk van het rooster en de lengte van het schooljaar. We kennen aparte roosters voor onderbouw en bovenbouw, een rooster van 940 lesuren voor alle leerjaren, het 5-gelijkedagenmodel, het continurooster, het Hoornse model etc.. Het aantal lesweken varieert daarmee tussen de 37 en 39 weken. Als je ervoor kiest al het werk te verzetten in de lesweken van leerlingen, dan varieert de werktijd per week ook enorm en blijft die ruim boven de 40 uur per week. 1659 uur werken in 37 weken = 1659 uur werken in 38 weken = 1659 uur werken in 39 weken = 1659 uur werken in 41,4 weken=

44,8 uur werken per week 43,7 uur werken per week 42,5 uur werken per week 40 uur werken per week

De uitdaging is nu om het werk te spreiden over meer werkweken dan we gewend zijn. Stel het aantal lesweken voor leerlingen is in een schooljaar 39 weken. Dan zijn er nog ruim 2 weken beschikbaar om werkzaamheden te verrichten. De kunst is nu om het werk zo met elkaar te organiseren en te verdelen dat ook de weken of dagen waarop er geen les wordt gegeven een goede invulling krijgen. Denk aan tijd voor professionalisering en duurzame inzetbaarheid (studiedagen zijn daar al een voorbeeld van), overlegmomenten, onderwijs- en methodeontwikkeling, schrijven van handelings- en groepsplannen, je analyses van SPOLT: Invoeringsplan cao po 2015-2016


6

resultaten maken, een bijwerk- of administratiedag, voorbereiding nieuwe schooljaar, werken projectgroepen etc. 2. Vakantieverlof Tegelijk met de invoering van de 40-urige werkweek gaat een nieuw hoofdstuk vakantieverlof gelden (hoofdstuk 8B). Tot 1 augustus 2015 blijven de huidige afspraken van kracht. In de CAO is die tekst nog steeds opgenomen maar die vervalt per 1 augustus aanstaande. De nieuwe afspraak is dat onderwijspersoneel, ongeacht de functie, per jaar recht heeft op 428 uur vakantieverlof. Dat is inclusief de feestdagen. Het verlof van leraren wordt opgenomen in de schoolvakanties, het verlof van onderwijsondersteunend personeel zonder les- of behandeltaken bij voorkeur in de schoolvakanties. De schoolvakantie is de vakantie van de leerlingen die de organisatie vaststelt, waarbij rekening wordt gehouden met de regeling van de minister. Dat betekent dat de werkgever bepaalt in welke weken vakantie wordt opgenomen, en wat werkweken zijn. Nu staat in de CAO dat leraren vakantieverlof hebben gedurende de schoolvakanties dan wel de periode waarin de instelling geen onderwijs verzorgt. In de nieuwe cao wordt gesproken over 428 uur voor vakantieverlof. Daarmee wordt er geen vakantie ingeleverd. Het ministerie van OCW schrijft 11 weken vakantie voor. In de cao po 2013 staat dat je daarvan maximaal drie dagen kan worden teruggeroepen. Hierdoor kom je op een vakantie van 10,7 weken per jaar. Deze 10,7 weken per jaar blijven ook in de huidige regeling van kracht. Je levert dus geen vakantie in. In de cao wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de schoolvakanties van de leerlingen en de vakanties van het personeel. 428 uur vakantieverlof staat gelijk aan 10,7 weken vakantie. Dat betekent dat er werkdagen zijn die kunnen vallen in een schoolvakantie c.q. vrije dagen van de leerlingen. Voor een deel komt dat omdat de werkweek is teruggebracht van ongeveer 42 uur naar 40 uur. Omdat je wel 1659 uur (jaartaak) moet blijven werken, betekent dit dat je meer werkweken nodig hebt om die uren te kunnen werken nu je minder uren per week werkt om daarmee de werkdruk te verlagen. 3. Overwerk Nieuw in deze CAO zijn de afspraken over overwerk voor onderwijspersoneel met les- of behandeltaken. Voor onderwijsondersteunend personeel bestond al een afspraak over overwerk. Het kan best dat er in de ene week wat meer wordt gewerkt en in de andere wat minder, indien dat van tevoren goed wordt ingepland en overlegd met de werknemer. Een ouderavond of scholingsdag is geen overwerk, indien daar in de jaarplanning rekening mee is gehouden. Gemiddeld genomen over een jaar kunnen er echter niet meer dan 40 uren per week worden ingepland, een piek in de ene week moet leiden tot minder werktijd in een andere week. Als dat wordt afgesproken is er dus geen overwerk als er meer dan 40 uur per week wordt gewerkt. Overwerk is alleen aan de orde als dit wordt opgedragen door de werkgever en het de gemiddelde arbeidsuur per week overschrijdt en niet vooraf is ingepland. Dit is dus niet het geval als werknemers meer tijd stoppen in werkzaamheden en die extra werkzaamheden niet zijn opgedragen. Een tijdelijke uitbreiding wordt overigens niet aangemerkt als overwerk. Overwerk dient in vrije tijd gecompenseerd te worden in een periode tussen twee schoolvakanties, de schoolvakanties daarbij inbegrepen. Lestijd wordt gecompenseerd in lestijd. In overleg kunnen leidinggevende en medewerker ook andere afspraken maken. Alleen als het absoluut onmogelijk is tijd voor tijd te geven worden overuren uitbetaald. 4. Taakbeleid: keuze Overlegmodel De CAO PO 2014-2015 introduceert het basismodel en het overlegmodel voor taakbeleid in het primair onderwijs. Werkgevers kunnen een keuze maken voor een van de twee modellen voor werkverdeling. De cao regelt het basismodel, een werkgever kan ervoor kiezen het overlegmodel in te voeren. Die keuze wordt op bestuursniveau gemaakt met instemming van de PGMR. Het basismodel - De lesuren of lesgebonden/behandeltaken bedragen op jaarbasis maximaal 930 uur (deeltijders naar rato). SPOLT: Invoeringsplan cao po 2015-2016


7

-

Er worden afspraken gemaakt op school over het totaal aan overige werkzaamheden dat moet worden uitgevoerd. Alle schooltaken (inclusief het voor- en nawerk) en de normering daarvan worden vastgelegd, met instemming van de PMR. Elk jaar maakt de leidinggevende met elke werknemer afspraken over de verdeling van de werkzaamheden, wat de werkdagen zijn en wanneer de medewerker wordt ingeroosterd voor les of andere taken. Kom je er in overleg niet uit, dan is er een beschikbaarheidsschema in de CAO zoals dat nu ook geldt. Die bepalingen wijzigen niet.

Kortgezegd is het basismodel het model voor werkverdeling dat nu ook geldt: met een maximale lessentaak. Echter, er staan geen bepalingen meer in de CAO over meer dan 1659 uur werken met compensatieverlof en spaarverlof en verlofuren bij een afwijkend rooster van 940 uur. Compensatieverlof heeft betrekking op het meer inroosteren dan 1659 uur. Bij een 40-urige werkweek zou dus sprake zijn van compensatieverlof als het rooster meer zou zijn dan 40 uur per week. Iets anders is de maximale lessentaak, die blijft in het basismodel bestaan. Dat betekent dat iemand niet meer dan 930 uur wordt ingeroosterd om les te geven. Net als nu geeft die situatie geen recht op compensatieverlof. De persoon die geen lesgeeft terwijl zijn groep wel les krijgt, werkt wel aan zijn overige taken, anders werkt iemand geen 40 uur per week (1659 uur per jaar). Werk je bijvoorbeeld fulltime, dan ben je 5 dagen aan het werk. Het overlegmodel - Er is geen maximale lessentaak. - Er is een opslagfactor voor voorbereiding en nawerk die ligt tussen de 35 en 45% van de lessentaak. Er worden afspraken op schoolniveau gemaakt over welke werkzaamheden onder de opslagfactor vallen. - De opslagfactor kan verschillen per school, vak, functie, individuele medewerker. Daarvoor wordt beleid vastgesteld met instemming van de PMR van de school. Dat beleid is volgens de CAO gebaseerd op onder meer de groepsgrootte, zorgleerlingen en op de belastbaarheid en ervaring van werknemers. - Er worden afspraken gemaakt op school over het totaal aan overige werkzaamheden dat moet worden uitgevoerd. - Alle schooltaken (inclusief het voor- en nawerk) en de normering daarvan worden vastgelegd, met instemming van de PMR van de school. - Elk jaar maakt de leidinggevende met elke werknemer afspraken over de verdeling van de werkzaamheden en wat de werkdagen zijn. - Alle afspraken op schoolniveau moeten met instemming van de PMR en de meerderheid van het personeel worden gemaakt. De kern van het overlegmodel is dus dat er niet langer sprake is van een maximale lessentaak van 930 uur. Er worden op schoolniveau afspraken gemaakt over de verdeling van de taken. Dit kan betekenen dat er meer dan 930 uur les wordt gegeven. Dat betekent dat er minder tijd is voor inzet voor overige taken. Elke school (directeur, team en PMR) maakt een uitwerking van het taakbeleid op schoolniveau. De school maakt daarvoor een invoeringsplan dat de instemming van de PMR moet hebben én waarmee de meerderheid van de medewerkers het eens is. Ideeënvorming en betrokkenheid bij de uitwerking van iedereen is daarom belangrijk en past bij de uitgangspunten van het overlegmodel. Het is belangrijk dat er vertrouwen is in het maken van goede afspraken met elkaar. Kansen en bedreigingen bij het overlegmodel Kansen/waarom wel: - je biedt in ieder geval de mogelijkheid om te differentiëren, kies je het basismodel dan blijft het voor elke school hetzelfde. Voor veel besturen is dat alleen al een reden om te kiezen voor een overlegmodel, scholen die er aan toe zijn kunnen aan de slag. - loslaten van de maximale lessentaak als generieke afspraak en rekenmodel voor de inzet van medewerkers - focus op het primaire proces, het lesgeven en de tijd die daarvoor nodig is



8

-

minder leraren voor een groep meer ruimte voor maatwerk op school-, functie-, en medewerker niveau professionele cultuur eigenaarschap, regelmogelijkheden voor scholen en leraren bewust omgaan met het vaststellen en verdelen van het overige werk effectievere inzet van tijd benutten van talenten inzichtelijk maken werkvoorraad en werkdruk op een school, gerichter maatregelen inzetten de kansen leveren een positieve bijdrage aan beheersing van werkdruk

Bedreigingen/waarom niet: - de bestuursaanstelling en mobiliteit tussen scholen, het lijkt handiger als afspraken voor iedereen hetzelfde zijn - gedoe, het is ingewikkeld, nog meer overleg - verschil maken zijn we niet gewend, leidt tot weerstand - miscommunicatie, nieuwe mythes - bedreigingen leiden tot verhoging ervaren werkdruk Waarom kiest SPOLT voor het overlegmodel ? Het grote voordeel van het overlegmodel is het loslaten van de maximale lessentaak en het loslaten van het idee dat een generieke afspraak over werkverdeling voor elke school, elke leraar in elke fase van organisatie of loopbaan goed werkt. Tegelijkertijd kun je als school juist méér de focus leggen op het primaire proces, onderwijs geven. Je kunt dit moment van een nieuwe CAO nemen om weer eens kritisch te kijken en met elkaar vast te stellen wat het werk is dat je doet op een school, welke keuzes je daarin kunt maken in organiseren, plannen, verdelen en samenwerken. Zodanig, dat je daadwerkelijk een stap zet in het bereiken van een professionele cultuur, vergroten van eigenaarschap, regelmogelijkheden en het beheersen van werkdruk. Het mag best nog even tijd kosten om dat allemaal te realiseren, er is immers een goede basis. Het heet niet voor niets een overlegmodel. Laat je daarbij niet misleiden door de naam van het model, of het idee van nóg meer overleg. Het zit niet in het aantal overlegmomenten, maar in daadwerkelijk met elkaar vaststellen wat het beste werkt. En elkaar vertrouwen in de afspraken. Het betekent dat iedereen mogelijkheden ziet om het werken in onderwijs aantrekkelijker te maken. Waar je kansen ziet, kun je bedreigingen en belemmeringen wegnemen. Belangrijk is de randvoorwaarden te scheppen om het overlegmodel zinvol in te zetten. Dat begint met goede en eenduidige informatie en communicatie. Verder is het van belang om ook eens naar andere organisatie- en werkvormen te kijken, verder kijken dan hoe we gewend zijn de takenlijst te maken en te gebruiken.



9

BIJLAGE 2 Format taakbeleid Voor de jaarlijkse invulling van de taakuren wordt het digitale format “taakbeleid.nl” gebruikt. Tijdens het jaarlijkse gesprek met de directeur vóór de zomervakantie worden de in te zetten (taak) uren voor het komende schooljaar besproken, vastgesteld en vastgelegd in het “taakbeleid.nl”.



10

BIJLAGE 3 Taakbeleid SPOLT kader taken en uren Hieronder staan een aantal taken geïnventariseerd, die voor de leerkrachten onder de niet lesgebonden taakuren vallen. De lijst kan per school en per jaar veranderen. De voorgestelde taakuren zijn richtinggevend. Soms kunnen taken ook per cluster worden ingevuld. Taken/uren die behoren bij lesgeven aan een groep, vallen onder de voor – en nazorg. Niet alle taken komen op elke school voor.

1. Voor- en nazorg Uitgangspunt 40%

35 – 45%:

a) Urenvermindering: in overleg b) Uitbreiding uren: in overleg. Mogelijke criteria:

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

a. groepsgrootte > 25 voor- en nazorg b. combinatie groep voor- en nazorg c. nieuwe groep voor- en nazorg d. “moeilijke” groep (in overleg) voor- en nazorg Uren ouderavonden binnen cao Scholing/professionalisering a. Zie cao afspraken (2uur per week) b. Individuele afspraken n.a.v. eigen verzoek c.q. organisatieverzoek. Coördinator dyslexie 15 – 25 uur Cultuurcoördinator (ICC-er) 30 – 40u Vertrouwenspersoon 15u Verkeerscoördinator 15u Coördinator techniek (4 woensdagen) 25 – 35u ICT- coördinator 40 – 60u Lees-coördinator 20u Reken-coördinator 20u Gedrags-coördinator 20u Coördinator JRK 20u Bijwonen teamvergaderingen voor- en nazorg Begeleiding stagiaires max 20 uur WG Sinterklaas 8u WG Kerstmis 8u WG Carnaval 8u WG Pasen 8u WG Homepage school 20u WG Schoolreizen 5u WG schoolkamp 40 (coördinatie) of 20 u Voorbereiding Communie 20u Voorbereiding Vormsel 5u Bijwonen ouderraadsvergadering 4u Bijeenkomsten PO-VO 8u Overleg PSZ-basisschool 8u BHV (functie+herh.cursus) 8u + cursus is scholing (G) MR lidmaatschap 60u (max.) MR functie voorzitter 80u GMR-lid in combinatie met MR-lid 100u



11

Invoeringsplan nieuwe CAO PO

Recommend Documents