Sint-Rembertziekenhuis Torhout Introductiebrochure
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2014 - 2015
geriatrie(1)
Welkom Het team van de dienst geriatrie 1 heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intrederbegeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intrederbegeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het geriatrie-1-team.
© Sint-Rembertziekenhuis 2014
Inhoudstafel Welkomstwoord .............................................................................
pg. 2
Inhoudstafel ....................................................................................
pg. 3
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie ................................................................................... pg. 4 1.2. Plaats binnen de organisatie (management) .................. pg. 5 1.3. Multidisciplinair team - artsen en verpleegkundigen ...... pg. 5 1.4. Specialismen ....................................................................... pg. 8 1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Behandelingen ................................................................... pg. 10 1.5.2. Verwachtingen .................................... ............................... pg. 10 1.5.3. Verpleegactiviteiten .......................................................... pg. 13 1.5.4. Het verpleegdossier ........................................................... pg. 14 2.
Een dag op de afdeling ....................................................
pg. 15
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken pg. 18 Fysische hygiëne .............................................................. pg. 18 Patiëntveiligheid ............................................................. pg. 19 Andere administratieve en organisatorische procedures pg. 20
4.
Patiëntenvoorlichting ........................................................
pg. 21
5. Communicatie 5.1. Telefonie ........................................................................... 5.2. I.C.T. ................................................................................. 5.2.1. Ecare ................................................................................. 5.2.2. Mediweb .......................................................................... 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA .... 5.2.4. Gebruik van internet ....................................................... 5.2.5. Gebruik van itransport .................................................... 5.3. Buizenpost ........................................................................ 5.4. Mondelinge communicatie ........................................... 5.5. Schriftelijke communicatie .............................................
pg. 22 pg. 22 pg. 23 pg. 23 pg. 24 pg. 24 pg. 24 pg. 25 pg. 25 pg. 25
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed ............................................................. 6.2. Dienstspecifiek .................................................................
pg. 25 pg. 25
Bijlagen Organigram, deontologische code, risicoanalyse, werkpostfiche, lijst personeelsleden, kanbansysteem en itransport ..................
pg. 26
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie De afdeling G1 bevindt zich op de eerste verdieping van de E-vleugel. De afdeling telt 31 bedden: ° 12 éénpersoonskamers (kamers 171 - 183; 189 - 195 - 176) ° 8 tweepersoonskamers (kamers 172 - 176; 180 - 184; 185 - 187) ° 1 driepersoonskamer (kamer 186) verder zijn er o.a. nog; ° bureel verpleging ° dokterslokaal ° ruimte voor linnen en medisch materiaal ° keuken ° utility ° sanitair ° badkamer met hoog-laag bad ° polyvalente zaal
1.2. Plaats binnen de organisatie De dienst geriatrie 1 maakt deel uit van de zorgcluster “Geriatrie”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten; Geriatrie 1, Geriatrie 2, Geriatrisch dagziekenhuis, oncologisch dagziekenhuis, dienst interne, dienst neurologie en interne liaison. De coördinator geriatrie is mevr. Claire De Witte. Management
Dhr. J. Tally Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
1.3. Multidisciplinair team Medisch team Geriaters
Dr. Eva De Raes
Dr. Liesbeth Verstraete Aangevuld met een huisarts in opleiding (HAIO).
Mevr. A. Moens Zorgmanager
Logopedie, ergotherapie en kine Interne Liaison • mevr. Claire De Witte Sociale verpleegkundigen • mevr. Lieve Deprez • mevr. Leen Delaere • mevr. Marieke Trybou Pastoraal medewerkster • mevr. Els Margodt Diëtist • mevr. Lies Petyt • mevr. Nele Delrue Psychologen • mevr. Kelly Monteny • mevr. Katrien Devidt Andere specialiteiten kunnen ook indien nodig advies geven binnenin het multidisciplinair gebeuren : cardiologie, chirurgie, huidziekten, ... Verpleegkundig team Hoofdverpleegkundige Jessica De Zaeyer Tel. : 050/232331
[email protected]
Interne liaison Coördinator zorgprogramma geriatrie Claire De Witte tel. : 2763 of 050/232763
[email protected]
Op dienst zijn Chantal Marechal en Sofie Soenen de “meters” van de nieuwe personeelsleden. Deze personen zullen de intreders niet enkel begeleiden, maar ook beoordelen aan de hand van het inscholingsplan. Indien een techniek beheerst wordt zal deze techniek op het inscholingsplan van de intreder afgeparafeerd worden door deze “meter”. Als mentoren hebben wij op de afdeling: Chantal Maréchal, Stefanie Gadeyne, Sofie Soenen, Elke Taveirne, Lies Bruijneel en Ingrid Vandewiele Referentieverpleegkundigen geriatrie 1 Voedingsdeskundige Chantal Maréchal Wondzorg Sofie Soenen, Veerle Verleye Stoma deskundige Ingrid Vandewiele Ergonomie Sofie Soenen, Lieve Lutters M.V.G. Sofie Soenen, Annelies Knockaert, Ilse Kinds Brandveiligheid Ingrid Vandewiele V.I.P. verpleegkundige Chantal Maréchal Palliatief team Elke Taveirne, Evy Gevaert
1.4.
Specialismen
Geriatrie houdt zich bezig met de medische problemen en tevens ook de sociale/ psychische verwevenheid die gepaard gaat met het verouderingsproces. De veroudering en vergrijzing van onze bevolking houdt in dat de morbiditeit stijgt. Deze morbiditeit wordt gekenmerkt enerzijds door de degeneratieve aandoeningen en anderzijds door een polypathologie. De polypathologie berust op een fragiel fysisch, psychisch en sociaal evenwicht. Een storing op fysisch gebied heeft meestal psychische en sociale gevolgen en omgekeerd. Meestal houdt men met deze fragiliteit geen rekening en werkt men een blijvende invaliditeit in de hand. Zo komt het dat ongeveer 30% van de bedden in de psychiatrische instellingen worden bezet door mensen boven de 60 jaar. Een geriatrisch ziekenhuis waar alleen zieken boven een bepaalde leeftijd, ongeacht hun aandoeningen, opgenomen worden is ongewenst, omdat dit enerzijds een onvermijdelijke isolatie met zich meebrengt en omdat zulke instellingen, hoe goed zij ook zouden zijn, vlug een slechte naam zouden krijgen, zoals sterfhuis. Kenmerken van een geriatrische patient: • • • • • • • • • • •
Gemiddeld ouder dan 75 jaar Fragiliteit en verminderde homeostaste Polypathologie/polyfarmacie Atypische presentatie klinische beelden Verstoorde farmacokinetica Gevaar voor functionele achteruitgang Gevaar voor deficiënte voeding Mogelijke pscychosociale problemen Complexe socio-economische situatie Mogelijke tendens tot inactiviteit (hoger risico voor opname in instelling) Mogelijke stijging van de afhankelijkheidsgraad
Fysische ziektebeelden: • • • • • • • • • • • • • • • • •
CVA (Cerebraal Vasculair Accident) TIA (Transient Ischaemic Attack) Hartdecompensatie Hartritmestoornissen - Pacemaker Artrose Terminale zieken, palliatieve patiënten Ziekte van Parkinson Diabetesontregeling: hyper- en hypoglycemie Pancreatitis Cholelithiasis Galblaasontsteking Schildklieraandoeningen Acute pneumonie Urineweginfecties Longoedeem COPD : Chronic Obstructive Pulmonary Diseases Maagbloeding, maagzweer, gastritis, oesophagitis
• • • • •
Urineweginfecties Prostaathypertrofie Darmobstructie, obstipatie, diarree Dehydratatie Diepe veneuze trombose
Psychische stoornissen • • •
Dementie Delier Depressie
Revalidatie patiënten • • •
Bv. na een C.V.A., na een heupfractuur Stimuleren tot zelfredzaamheid Valproblematiek
Onhoudbare thuissituaties Zieken die thuis niet meer alleen kunnen opgevangen worden en dienen opgenomen te worden in afwachting van plaatsing in een rustoord, W.Z.C.afdeling, psycho-geriatrie, of tot er een betere omkadering is van de thuishulp.
1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Afdelingsopdrachten ’s Morgens vindt het aanwezige personeel een blad, opgesteld door de hoofdverpleegkundige, waar de werkverdeling opstaat. Iedere verpleegkundige is toegewezen aan een zorgzone. Er zijn 2 zorgzones. • •
zorgzone 1: K171-K183; K172/1 -K176/2; K180/1 – K180/2 zorgzone 2: K185/1 – K195; K178; K182/1 – K186/3
Aan iedere zorgzone zijn er kamers toegewezen waar deze verpleegkundige verantwoordelijkheid voor draagt. Die verpleegkundige vormt een team met een verpleegkundige van de andere zorgzone en met een zorgkundige. Dit vormt het zorgteam. • •
Zorgteam 1 : zorg zone 1 Zorgteam 2 : zorg zone 2
Aan de hand van het patiëntendossier en het elektronisch medisch voorschrift voert de verantwoordelijke verpleegkundige de nodige zorgen uit. (Hygiënische zorgen en eventuele aansluitende zorg, urinedebiet controleren, wondverzorging, sondage, bloedname, infuus prikken,…)
Bij twijfel of noodzakelijke hulp tijdens de uitvoering van het actieplan, wendt ieder teamlid zich in eerste instantie tot de hoofdverpleegkundige of de arts. Er wordt getracht een zo volledig mogelijke totaalzorg te bieden aan de patiënt. Bepaalde dienstafspraken • AFSPRAKEN ROND HYGIENE : zie proceduremap. Handontsmetting, gebruik van handschoenen,… . • PATIENTENIDENTIFICATIEBANDJE : Is VERPLICHT voor elke patiënt en wordt geregeld gecontroleerd. Indien de patiënt geen bandje draagt dit meedelen aan de verantwoordelijke. • MAGAZIJN : Bevoorrading door magazijn adhv KANBAN-systeem MEDICATIE : medicatie wordt klaargezet via het EMV en afgetekend na toediening. Wanneer de oudere zorgontvanger zich in een comateuse of subcomateuse toestand bevindt, wordt hij of zij niet uit bed gehaald. Ter preventie van decubitus dient er wisselligging om de 4 uren te worden toegepast en een verhoogde controle van de drukpunten. Wanneer de oudere zorgontvanger bewuster wordt, moet hij of zij geleidelijk aan gemobiliseerd worden. De ouderen worden aangespoord zichzelf te wassen en aan te kleden, zelf naar het toilet te gaan,… Wanneer dit alles in het begin wat onhandig gebeurt, bieden de verpleegkundigen de nodige ondersteuning. Een belangrijk punt in de verpleging van de oudere zorgontvanger is de terugschenking van onafhankelijkheid. Daarom proberen we zoveel mogelijk mensen in dagkledij te kleden. Dit geeft een enorme psychische stimulans. De oudere zorgontvanger met wegloopgedrag kleden we bij voorkeur liever in pyjama en voorzien we van een dwaaldetectiesysteem. Op Geriatrie 1 beschouwen we het ook als een belangrijke taak dat de oudere zorgontvanger contact houdt met de buitenwereld door contact met andere zorgafhankelijke ouderen, familie en/of betekenisvolle anderen. Alvorens de oudere ontslagen kan worden uit het ziekenhuis is het noodzakelijk om na te gaan of de dagelijkse bezigheden van het leven nog kunnen uitgevoerd worden. Zoals uit bed stappen, zich wassen, zich kleden, eten, kammen, naar het toilet gaan,… De ergotherapeut op de afdeling houdt zich intensief bezig met het optimaliseren van deze bezigheden. In de dagzaal zijn er dan ook aangepaste bezigheden die tot zelfzorg van de oudere stimuleren. De kinesitherapeut zorgt er tevens ook voor om de fysieke mogelijkheden naar mobiliteit te verbeteren. Dit gebeurt op de kamer zelf maar ook in de dagzaal. De sociale dienst verwittigt alle nodige instanties zodat de zorg thuis of in het woonen zorgcentrum optimaal kan verlopen.
1.5.2. Verwachtingen Het behandelen van een patiënt op de dienst geriatrie impliceert een deel vaardigheden: correct • verwerven van inzicht en verbanden leggen tussen pathologie, chirurgie en therapie • deskundige organisatie en coördinatie van toegewezen taken • oplossingen zoeken voor de noden van de patiënt, arts en familie • steeds handelen met gepaste attitude consequent: • efficiënt werken (probleemoplossend) • verantwoordelijkheid dragen kordaat met eigen inbreng (argumenterend) stresssituaties aankunnen Motivatie en verantwoordelijkheidszin Zelfdiscipline – arbeidsdiscipline - collegialiteit - vakkennis en eerlijkheid zijn eigenschappen van een goede geriatrie-verpleegkundige. Dynamiek uitstralen is een pluspunt. Orde
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Werk af waaraan je begint. Probeer proactief het werk te zien. Alles heeft een plaats, zorg dat het er dan ook terug terecht komt na gebruik.
Stiptheid t.o.v. • de te presteren werkuren • de opgedragen taken • de collega’s: geef een volledige overdracht Zelfstudie De meest voorkomende ingrepen worden beschreven in de proceduremap per discipline. Naast deze aanwezige nota’s is het aangewezen een eigen notaboekje aan te leggen. De eerste maanden word je overspoeld met informatie die je zeker niet allemaal kan onthouden. Werklust Van iedereen wordt ijver en tempo verwacht. Natuurlijk zijn er persoonlijke verschillen in aanpak. Via individuele bijsturingsgesprekken wordt het verwachtingspatroon duidelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd. Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve en constructieve wijze feedback geeft.
Probleemoplossend vermogen Bij problemen kan je steeds terecht bij de meter of peter of als student bij de mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open. Hij ziet erop toe dat je je ontwikkelt zoals van je wordt verwacht. Wanneer er meningsverschillen zijn met collega’s, praat ze eerst samen uit. Is er geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige. Iedereen op dienst is verantwoordelijk voor een correcte opvang van nieuwe medewerkers. Eerlijkheid Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden. Zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen elkaar aan. Collegiaal Op een dienst geriatrie waar er een hoge werkdruk heerst is collegialiteit een must. Het bevordert het arbeidsklimaat : wisselen van uren, elkaars zwakke en sterke punten erkennen. Organisatietalent Inzicht in de werkzaamheden/behandelingen/pathologie is nog altijd nodig. Hij weet hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden weet prioriteiten te stellen. Kan snel beslissen en de juiste maatregelen treffen ( flexibilitieit). Moet een zekere rust uitstralen in levensbedreigende situaties. Vakkennis. Door een basisopleiding van verpleegkundige en eventueel een voortgezette opleiding zal hij/zij deze kennis opdoen. Ook is men geïnteresseerd om jaarlijks bij te scholen zowel interne als externe opleidingen. Het vakgebied is zeer uitgebreid anatomie, pathologie, medicatiekennis, technische vaardigheden,.....
1.5.3. Verpleegactiviteiten MEEST VOORKOMENDE MEDISCH-VERPLEEGKUNDIGE TECHNIEKEN ADEMHALINGSSTELSEL ° Zuurstoftherapie met neusbril en masker ° Gebruik van ambu bij reanimatie ° Aërosol via perslucht ° Aspiratie via mond/neus van de bovenste luchtwegen BLOEDSOMLOOPSTELSEL ° Meten van glycemie via POCT-systeem ° Perifere bloedname / perfusie plaatsen ° Centrale katheter verschonen ° Haemoculturen kunnen afnemen ° Voorbereiding, toedienen van en toezicht op IV-perfusies en transfusies ° Kennis hebben van parameters (bloeddruk, pols, EKG, saturatie) ° PAC aanprikken SPIJSVERTERINGSSTELSEL ° Manuele verwijdering van faecalomen ° Lavement kunnen toedienen ° Inbrengen van maagsonde ° Kennis hebben van een PEG-sonde ° Sondevoeding kunnen aanschakelen via een voedingspomp Mobiliteit ° Wisselligging geven, patiënt goed positioneren ° Opzetten van de patiënt met een passieve en een actieve tillift ° Het fixatieprotocol kunnen uitvoeren Urogenitaal stelsel ° Voorbereiding, uitvoering blaassondage, blaasspoeling ° Gebruik kunnen maken van een bladderscan en kunnen interpreteren ° Bijhouden van het urine debiet ° Incontinentiemateriaal correct kunnen gebruiken Huid en zintuigen ° Wondzorg correct kunnen toepassen ° Voorbereiding, uitvoering en toezicht van hechtingen, wieken en drains ° Decubituspreventie kunnen toepassen bij de patiënt Medicamenteuze toediening /voedsel- en vochttoediening ° Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toegangsegen: oraal, subcutaan, via aerosol, rectaal, IV-medicatie, vaginaal, intra- musculair, oor- en oogindruppeling, via gastro-intestinale katheter, dermaal. ° parenterale voeding ° Hulp bij vocht- en voedseltoediening / balans bijhouden ° Sub cutane pijnpomp
Hygiëne ° Gedeeltelijke en volledige hulp bij patiënt (ADL – bedbad) ° Mondhygiëne kunnen toepassen ° Isolatiemaatregelen kunnen nemen (MRSA, MRSE,…) ° Lijktooi kunnen uitvoeren Kennis ° Kennis hebben van de meest voorkomende onderzoeken : bloednames, radiologie, NMR, lumbale punctie, transoesofagale echografie, EEG, EKG, CT, echo, duplex, … ° Goed kunnen observeren en raporteren zowel in dossier als op briefing. Parameterscontrole, bloeddruk, saturatie, ademhaling, temperatuur. Verder : pijncontrole, Glascow Coma Scale (bewustzijnsschaal), glycemie Voor alle interventies verwijzen we naar de procedures die in het ziekenhuis aanwezig zijn op de medische portaalsite of in de proceduremap op de afdeling zelf. 1.5.4. Het verpleegdossier Per patiënt wordt er een map aangelegd. Daarin komen volgende documenten: • DNR-blad in een plastiek mapje • plastiek mapje om aanvragen en etiketten in te bewaren • anamneseblad • eventueel blad besmette patiënt/isolatiepatiënt • afsprakenblad • parameterblad • wisselhoudingsschema • zorgblad • dag- en nachtverslag • plastiek mapje met spoedgevallenblad • diversenblad • ....... Een volledige schriftelijke rapportage is belangrijk voor de informatieoverdracht.
2. Een dag op de dienst geriatrie 1 Tijdens de week
Dienstscenario geriatrie WEEKEND
Tijdens het weekend uur
vroege zone 1 en 2
late diensten
uur
6:15 Briefing 6:30 Patiëntenzorg Bloedafnames + dagcurves (POCT) Teamleider verdeelt de zorgtaken Patiënt installeren voor ontbijt 7:30 Medicatiebedeling voor inname bij ontbijt (teamleiders) 7:30 Ontbijt opdienen - patiënt hulp bieden bij ontbijt (teamleden) 8:45 Patiëntenzorg: Hygiënische zorg/bad/douche en bedopmaak Haarwassing /nagelverzorging /voetbad Parametercontrole Wondzorg Rapportage en zorgplanning op kamer patiënt Verzorgingskar aanvullen 10:30 Ontslagdocumenten en medicatie finaliseren 10:45 Dagcurves (POCT) 10:50 Koffiepauze indien mogelijk 11:00 Lunchpauze teamleden 11:00 Medicatiebedeling voor inname bij middagmaal door teamleiders 11:00 Opdienen van maaltijden + hulp voeding
13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Patiënten uit bed halen 14:45 Patiëntenzorg /parameters nemen Opnames/overnames patiënten Rapportage in verpleegdossier 16:00 Medicatiebedeling 16 u 16:40 Dagcurves (POCT) 16:45 Medicatiebedeling voor inname bij avondmaal 17:30 18:15 18:30 19:00 20:00 21:10 21:15 21:45
Lunchpauze 1/2 uur
11:45 Lunchpauze teamleiders 12:30 Patiëntenzorg (patiënten in bed leggen, wisselhouding, toilethulp) Fiches nieuwe week schrijven 12:30 Lunchpauze 3de teamlid 13:15 Patiëntenzorg (patiënten in bed leggen, wisselhouding, toilethulp) Fiches nieuwe week schrijven Koffiebedeling 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Medicatiebedeling 14u 14:55 Afsluiten medicatieronde 15:00 EINDE SHIFT
Opdienen avondmaal en hulp voeding Afdienen avondmaal Patiëntenzorg Patiëntenzorg Medicatiebedeling 20 u Dagcurves (POCT) Afsluiten medicatieronde Briefing EINDE SHIFT
Patiëntentoewijzing •
Vroegdienst: Zone 1: 171–172-173-174-175-176-177-179-181 Zone 2: 178-182-184/1-184/2-185-187-189-191-193-195
Multidisciplinaire teamvergadering Op donderdag van 10u45 tot 12u00 in de verpleegpost van Geriatrie 1. Op deze vergadering zijn de geriater, hoofdverpleegkundige, diëtist, logopedist, sociale dienst, ergotherapeut, kinesitherapeut, pastoraal medewerkster, psycholoog en thuisverpleegkundige aanwezig. Vaste taken • Weegdagen: ( + afnemen NRS schaal + PPA en controle stoelgang + northonschaal) Maandag: K 171 - 183 Dinsdag: K 172 - 176 - 180 Woensdag: K 185 - K 195 Donderdag: K 178; 182 - 186 •
Verversen van urinecollectorzakken: telkens op zondagnacht
Bezoekuren op de afdeling Geriatrie 1 gelden de algemene bezoekuren van het ziekenhuis: van 14u30 tot 20u00. Na afspraak met de hoofdverpleegkundige kan worden toegelaten dat familie ’s middags komt helpen met de maaltijd. ° ALGEMENE AFSPRAKEN • We werken indien mogelijk eerst de patiënten af die naar de fysio moeten gaan. • Bij medicatietekort wordt dit naar de “vanas-kast” gehaald. • Bij brand moet men bellen naar het nummer 2000 en de verdere richtlijnen volgen zoals afgesproken. • Er kan beroep gedaan worden op het flexteam bij ziekte, drukte, … Dit flexteam kan op voorhand aangevraagd worden via het programma i PROVA. Voor dringendere problemen kun je terecht bij de verantwoordelijke van het flexteam (Maarten Casier 2611). • Voor eventuele medische bijstand kan beroep gedaan worden op de dokter van wacht. Informatie over de betreffende dokter van wacht is te vinden op de afdeling zelf. Bij verdere problemen kun je terecht bij de spoedgevallen (2901). In geval van “interne M.U.G.” wordt de dringende-medische-bijstandknop gebruikt. • Voor rooming-in wordt verwezen naar de geldende procedures.
3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken - Parametercontrole - Bloedstalen en hemoculturen nemen - Hygiënische verzorging - Intraveneuze perfusies en transfusies - Aanprikken van een poortkathete; - Infuustherapie via diverse wegen in functie van de toe te dienen vloeistoffen - Parenterale voeding - Urinestaal nemen - Plaatsen maagsonde - Toedienen van lavementen (bv. Norgalax of Fleet) - Nemen van glycemie d.m.v. de glucometer - Aspireren bij ademhalingsmoeilijkheden - Fixatie - Isolatie Alle procedures in verband met verpleegtechnische handelingen kunnen teruggevonden worden in het procedureboek. Dit is terug te vinden op intranet. 3.2. Fysische hygiëne 3.2.1. Handhygiëne Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat hygiëne, hier dan in de lichamelijke vorm, een van de belangrijkste aandachtspunten is binnen de zorg op de dienst. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof thv de posities, verzorgingskarren... In iedere positie bevinden zich maskers, mutsen, spatbrillen en handschoenen om bij te dragen voor een correcte hygienische zorg. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne : haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk!
3.2.2. Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt voortaan uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’ is er een procedure van kracht. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende de verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elk ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt ook aan de patiënt zelf gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips.
Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
Volg de instructies en adviezen goed op
3.4. Andere administratieve – organisatorische procedures - Opname- en ontslagbeleid - Isolatie van besmette patiënten (MRSA, Clostridium, ESBL,…) - Identificatiearmbandje - Decubituspreventie • Doorligwonden • Interne liaison geriatrie • ..............
4. Patiëntenvoorlichting Volgende patiëntenbrochures zijn ter beschikking op dienst en kunnen met de patiënt meegegeven worden; • • • • • • • • • • • • • •
informatiebrochure “MRSA” help mee aan uw veilige behandeling (comité patiëntveiligheid) pastorale zorg ontslag tegen medisch advies darmontsteking door clostridium difficile veilig omgaan met cytostatica neuropsychologisch onderzoek FEES delier geriatrisch dagziekenhuis ziekte van Alzheimer NORO-virus interne liaison geriatrie ..............
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’-toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel te vormen. Wil je een buitenlijn doorverbinden naar een kamer dan gebeurt dit als volgt; R drukken - 7 drukken - kamernummer drukken en bed drukken. Het gebruik van eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties)
Telefoonnummers voor de dienst geriatrie 1 Hoofdverpleegkundige 3331 Bureel verpleging 2331
Zorgmanager Amber Moens
2618
5.2. ICT Op de dienst geriatrie zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,….
5.2.1. Ecare Op één van de PC’s staat Ecare. Dit is een elektronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen. In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’, de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte log-in. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige.
* Functies • Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. • De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. • Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje • Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. • Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken • Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige • Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne / interne liaison. • Itransprt : interne transportdienst 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA SAGA HCPS is een Windowstoepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage 7 vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven).
5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: • aanvragen van onderzoeken • apotheekvoorschriften • bloedtubes of stalen Hoe bloedtubes of stalen opsturen: • bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen • aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen • de zak in een cartouche steken • de bestemming programmeren • cartouche in de buis plaatsen • het verzenden gaat verder automatisch Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje. 5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau • Er is viermaal per dag patiëntenbespreking • Er is driemaal per jaar dienstvergadering • Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s, ... • Er is dagelijks overleg met de behandelende artsen (meerdere malen indien toestand van de patiënt kritisch is) • Dagelijks overleg met diëtiste • Overleg met de opnamecoördinator Op ziekenhuisniveau • Overleg met de zorgmanager • Maandelijkse clustervergadering chirurgische diensten • Vergadering hoofdverpleegkundigen • Participatie in diverse werkgroepen (door hoofdverpleegkundige) 5.5. Schriftelijke communicatie Op het patiëntenoverzicht, waar er in één oogopslag onderzoeken, hulpvoeding, logo, ADL, ... te zien is. Wij hebben ons magneetbord, waar dienstnota’s en directe info op komen.
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed Op intranet vind je: • algemene personeelsinformatie • verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief • een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifiek De opgehangen info aan het magneetbord wordt bijgehouden in de map “nieuwtjes en weetjes”.
Bijlagen 1. Organigram departement patiëntenzorg 2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht dat ieder nieuw personeelslid en iedere student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen wordt een brochure van hef- en tiltechnieken voorzien. 4. Werkpostfiche Deze werkpostfiche moet door iedere student afgeprint worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Bij eventuele vragen kun je deze gerust bij de verwelkoming stellen. 5. Lijst van personeelsleden in dienst op 1 augustus 2014 6. uitleg over het kanbansysteem 7. Een transport aanvragen in itransport
5. Personeelsleden van de dienst op 1/8/2014
Lies Bruijneel
Sylvie Maes
Stefanie Gadeyne
Hanne Lust
Chantal Maréchal
Sofie Soenen
Elke Taveirne
Kathleen Vandenbroucke
Ingrid Vandewiele
Veerle Verleye
Charlotte Crevits
Miranda Decoo
Valerie Derous
Annick Devos
Martine Dejonghe
Evy Gevaert
Ilse Kinds
Annelies Knockaert
Lieve Lutters
Karin Casier
Donatienne De Decker
6. Werking van het kanban-systeem
7. Itransport; een transportaanvraag ingeven: Voor patiëntentransport kan een aanvraag enkel via de beddenlijst in Mediweb. 1. Open Mediweb. 2. Open de beddenlijst. 3. Zet een vinkje voor de patiëntnaam waarvoor je een aanvraag wil aanmaken. 4. Klik op het icoontje “Itransport” in de menubalk.
5.
Vul de volgende velden aan:
•
Naar: het adres van bestemming. Het veld “Van” wordt automatisch ingevuld.
•
“Geen retourtransport nodig”: enkel aanvinken als er geen retourtransport nodig is. Dit wordt bij correct aangevraagde retouraanvragen automatisch aangevinkt. Indien niet, zelf aanvinken bij retourtransporten naar de verpleegafdeling! De regel verdwijnt dan automatisch uit de lijst na afwerken transport.
•
“Voorlopig”: niet aanvinken tenzij de aanvraag door de dienst van bestemming zal worden geactiveerd.
Bij de volgende bestemmingen wordt “Voorlopig” automatisch aangevinkt: o Radiologie en Operatiekwartier o Endoscopie o Consultaties
• “Plandatum” = standaard vandaag. Er kan ook op latere datum gepland worden. Klik hiervoor op het icoontje “agenda” naast het veld.
• “Plantijd” = uur van aankomst op bestemming. Een klik op het icoontje opent de time picker.
Belangrijk: vul indien mogelijk een tijd in die 10 minuten vroeger ligt dan het gewenste uur van aankomst. Op die manier wordt geanticipeerd op vertragingen in het transport. Dit kan uiteraard enkel voorzover de toestand van de patiënt het toelaat om 10 minuten vroeger op de afspraak toe te komen. Voorbeeld: Afspraak op consultatie NKO om 10:00. Vul in als aankomsttijd 9:50. Voor de bestemmingen waarbij “Voorlopig” automatisch is aangevinkt vul je 7:30 in (RX, OK, Endoscopie…). Als het uur van afspraak wel al gekend is, vink dan “Voorlopig” uit en vul het uur van afspraak in (– 10 min indien mogelijk).
Belangrijk: wijzigt het uur van afspraak, wijzig dit dan ook in ITransport! • M/V of taakcode: kies Man of Vrouw. Bij materialentransport: kies “Diversen”. • Patiëntnaam of taakomschrijving: De naam wordt automatisch ingevuld. Transportaanvragen voor patiënten dienen steeds te gebeuren via de beddenlijst. Komt de patiënt niet voor in de beddenlijst dan kan nog geen aanvraag aangemaakt worden!
Het is belangrijk dat aanvragen gebeuren via de beddenlijst in Mediweb. Enkel zo kan ITransport meerdere aanvragen voor dezelfde patiënt herkennen als zijnde van dezelfde patiënt! Bij een correcte aanvraag staat de naam in hoofdletters en het patiëntnummer achter de naam. • Transportwijze of taaksoort: Bed met PTS: met gebruik van een bedmover (mechanische hulp). Urgentie: dit veld hoogst uitzonderlijk invullen! Wanneer bij meerdere aanvragen “Urgentie” wordt ingevuld gaat het effect ervan volledig verloren. Integendeel, ITranport kan dan minder efficiënt plannen waardoor een tegengesteld effect kan optreden. Om misbruik te voorkomen moet de naam van de aanvrager ingevuld worden. Bij vertragingen verhoogt ITransport de prioriteit stelselmatig. Urgentie invullen is daarom zelden aangewezen. Beter is om op tijd de aanvraag aan te maken of te activeren en de aankomsttijd 10 minuten vroeger in te plannen dan het afspraak uur.
Opmerkingen:
1. 2.
Veld Opmerking = een vrij tekstveld. Aanvinken van voorgedefinieërde opmerkingen
6.
De aanvraag opslaan:
Klik op de knop Opslaan linksboven. De aanvraag sluit.
Klik op de knop IItransport aanvragenoverzicht om te controleren of de aanvraag correct en met de correcte status werd aangemaakt.
TIP: hou het aanvragenoverzicht continu geopend onderaan in de taakbalk. Zo kan je meteen na een wijziging kijken of alles correct werd ingebracht. Belangrijk: aanvragen minimum 30 min. vóór uur van aankomst activeren! Alleen zo kan ITransport voldoende vooruit kijken en efficiënt plannen. Voorbeeld: Afspraak om 10 uur. Aanmaak of activering transporttaak ten laatste om 9:30. Plantijd: 09:50