Sint-Rembertziekenhuis Torhout Introductiebrochure
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2014 - 2015
chirurgie(1)
Welkom Het team van de dienst chirurgie heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intrederbegeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intrederbegeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het heelkunde team.
© Sint-Rembertziekenhuis 2014
Inhoudstafel Welkomstwoord .............................................................................
pg. 2
Inhoudstafel
pg. 3
.............................................................................
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie ............................................................................. pg. 4 1.2. Bedden heelkunde .............................................................. pg. 5 1.3. Plaats binnen de organisatie (management) .................... pg. 5 1.4. Multidisciplinair team - artsen en verpleegkundigen ........ pg. 5 1.5. Specialismen ......................................................................... pg. 10 1.6. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.6.1. Afdelingsopdracht ............................................................... pg. 14 1.6.2. Verwachtingen .................................... ................................ pg. 14 1.6.3. Verpleegactiviteiten ............................................................. pg. 16 1.6.4. Organisatie van de verpleegkundige zorg ......................... pg. 18 1.6.5. Het verpleegdossier .............................................................. pg. 19 1.6.6. Veel gebruikte afkortingen en terminologie ...................... pg. 19 2.
Een dag op de afdeling
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken Procedures, protocollen en standing orders ..................... pg. 24 Dienstspecifieke afspraken .................................................. pg. 24 Patiëntveiligheid .................................................................. pg. 25
4.
Patiëntenvoorlichting .............................................................
5. Communicatie 5.1. Telefonie ................................................................................. 5.2. I.C.T. 5.2.1. Ecare ...................................................................................... 5.2.2. Mediweb ................................................................................ 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA ......... 5.2.4. Gebruik van internet ............................................................. 5.2.5. Gebruik van itransport .......................................................... 5.3. Buizenpost .............................................................................. 5.4. Mondelinge communicatie ................................................ 5.5. Schriftelijke communicatie .................................................. 6. 6.1. 6.2. .
pg. 21
pg. 26 pg. 27 pg. 27 pg. 28 pg. 29 pg. 29 pg. 29 pg. 29 pg. 30 pg. 30
Personeelsinformatie Ziekenhuisbreed .................................................................. pg. 30 Dienstspecifiek ...................................................................... pg. 30 Bijlagen Organigram, deontologische code, risicoanalyse, werkpostfiche, personeelsleden, kanban-systeem en itransport .............. pg. 31
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie De afdeling C1 bevindt zich op het eerste verdiep van de D-vleugel. De afdeling telt 27 bedden: • 8 éénpersoonskamers • 8 tweepersoonskamers • 1 driepersoonskamer verder zijn er o.a. nog; • bureel verpleging • dokterslokaal • bergingen • keuken • utility • sanitair • polyvalente zaal
De afdeling heelkunde kan onderverdeeld worden in 2 zones. Zone 1 (K151 – K153 – K155 – K157 – K154 – K156 – K158 – K160 en K162) Zone 2 (K159 – K161 – K163 – K164 – K 165 – K166 – K168 en K170) 1.2. Bedden heelkunde In deze kamers komen patiënten terecht van alle heelkundige disciplines: orthopedie, algemene heelkunde, M.K.A., oogheelkunde, N.O.K., vasculaire, urologie, gynaecologie, dermatologie, bariatrische heelkunde, pijnkliniek en fysische geneeskunde.
1.3. Plaats binnen de organisatie De dienst chirurgie maakt deel uit van de zorgcluster “Chirurgie - Moeder - Kind”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: dienst chirurgie 2, pediatrie, materniteit en gemengd dagziekenhuis. Management
Dhr. J. Tally Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
Mevr. A.-S. Saelen Zorgmanager
1.4. Multidisciplinair team Medisch team Chirurgen Orthopedie
Dr. D. Dauwe
Dr. F. De Gendt
Dr. C. Schoellner
Dr. H. Lowyck
Algemene en oncologische heelkunde
Dr. F. Brouns
Vaatheelkunde
Dr. S. Stalpaert Urologie
Dr. P. de Maeyer
Dr. W. Van Haute
N.O.K.
Dr. E. Verhaert
Dr. M. Naessens
Dr.J. Verdonck
Gynaecologie
Dr. G. Vlaemynck
Dr. F. Stroef
Dr. E. Deckers
M.K.A.
Dr. P. Lamoral
Dr. J. Abeloos
Dr. K. Nagy
Oogheelkunde
Dr. H. Seynaeve
Dr. K. Vandenberghe Dr. G. Vantieghem
Pijnkliniek
Dr. D. Marrécau
Fysische geneeskunde
Dr. J. de Decker
Logopedie, ergotherapie en kiné; Interne Liaison • mevr. Claire De Witte Sociale verpleegkundigen • mevr. Leen Delaere • mevr. Marieke Trybou Pastoraal medewerkster • mevr. Els Margodt Diëtist • mevr. Lies Pety Psychologen • mevr. Kelly Monteny • mevr. Katrien Devidt Andere specialiteiten kunnen ook als nodig advies geven binnenin het multidisciplinair gebeuren : cardiologie, interne, huidziekten, ... Verpleegkundig team Hoofdverpleegkundige Johan Delameillieure Tel. : 050/232311
[email protected]
Op dienst zijn Lena D’Hulst en Isabelle Callebout de “meter en peter” van de nieuwe personeelsleden. Deze personen zullen de intreders niet enkel begeleiden, maar ook aan de hand van het stappenplan heelkunde gaan zij ook beoordelen. Indien een techniek beheerst wordt zal deze techniek op het stappenplan van de intreder afgeparafeerd worden door deze “peter-meter”. Als mentoren hebben wij op de afdeling; Iljoetchka Vanhee, Isabelle Calebout, Ilse Decloedt, Lena D’Hulster, Britt Eekeloo, Kristien Tryhou, Edwine Van Nieuwerburgh en Tine Decorte.
Referentieverpleegkundigen heelkunde 1 Voedingsdeskundige Johan Delameillieure Procedure Johan Delameillieure Wondzorg Johan Delameillieure Diabetesverpleegkundige Vicky Pottier Stoma deskundige Kristien Tryhou T.K.V. Lena D’Hulst Urologie verpleegkundige Ilse Decloedt M.V.G. Evie Stevens en Isabelle Calebout Reanimatiebox Britt Eekeloo V.I.P. verpleegkundige Tine Decorte Palliatief team Edwine Van Nieuwerburgh
1.5.
Specialismen
Het Sint-Rembertziekenhuis is een polyvalent ziekenhuis die alle specialiteiten aanbiedt relevant voor een regionaal ziekenhuis; orthopedie, algemene chirurgie, oncologische chirurgie, gynaecologie, N.O.K.-chirurgie, vasculaire- en thoracale chirurgie, M.K.A.-chirurgie en pijnkliniek. De meest voorkomende ingrepen zijn; ORTHOPEDIE • KNIE arthroscopie van de knie voorste kruisbandplastie totale knieprothese unicondylaire knieprothese bursa wegname peesoperaties ostheosynthese ........ • HEUP heupprothese D.H.S. heupluxatie osteosynthese ........ • SCHOUDER arthroscopie van de schouder peeshechtingen schouderluxatie schouderprothese kaldepot verwijderen AC resectie decompressie ......... • RUG- en NEK laminectomie fusie discectomie ........ • Andere osteosynthese; P.H.N., P.F.N., fixateur externe hallux valgus dupuytren carpel tunnel tenniselleboog ........
ALGEMENE CHIRURGIE • LAPAROSCOPISCHE INGREPEN galblaas; cholecystectomie darmresectie liesbreuk maagbreuk appendectomie recto-sigmoïdresectie ......... • GROTE ABDOMINALE CHIRURGIE hemi-colectomie recto-sigmoïdresectie dunne darmresectie darmoperaties met aanleggen van colostomie Hartmann-operatie (= rectumamputatie) pancreas-chirurgie splenectomie maagoperatie - Bilroth 1 & 2 whipple-operatie eventratie ....... • KLEINE INGREPEN hemorroïden anale fistels, abcessen, sacro-coxygeale cystes huidgreffen ......... UROLOGIE • PROSTAATPATHOLOGIE TURP transvesicale prostatectomie radicale prostatectomie brachytherapie Da Vinci prostatectomie; opvolging ............ • BLAASPATHOLOGIE TUR - blaas endoscopische verwijdering van de stenen (Dormia) bricker cystectomie cystoscopie ........
• NIERPATHOLOGIE voorbereiding voor niersteenverbrijzelaar nefrectomie plaatsen van nefrostomiesonde plaatsen van uretersonde ........... • Diverse vasectomie sachse hydrocoele crypto fimosectomie ............. • VAATHEELKUNDE PTA stripping-operatie varices-operatie bypass-operatie amputatie embolectomie thoraxchirurgie (lobectomie) greffe abdominaal aneurysma (AA) carotis-operatie ............
• GYNAECOLOGIE hysterectomie colpo posterior en anterior curettage …..
• N.O.K. FESS nasoseptoplastie tonsillectomie neusfractuur schildklieroperatie .......... • M.K.A. osteotomies wijsheidstanden tumorectomie ..........
1.6. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.6.1. Afdelingsopdrachten Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleging, dus met patiëntentoewijzing. In ons team heeft ieder teamlid zijn eigen takenpakket en verantwoordelijkheden. Elke ochtend wordt er een werkplanning opgemaakt in 2 zone’s. Elke zone heeft zijn verantwoordelijke. Elke verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de medicatiebedeling, briefing en registratie van de patiënten uit zijn/haar zone. Elk verantwoordelijke moet in staat zijn om de patiënt bij te staan bij bepaalde begeleidingsaspecten. Hij/zij moet de patiënt kunnen informeren i.v.m. onderzoeken, dieet, diagnose, ingrepen … Het aanmoedigen van zelfzorg en het opvangen van beperkingen is hier een prioriteit. Hij/zij moet ook gerichte uitleg en begeleiding kunnen verschaffen aan de familieleden van de patiënt. De registratie gebeurt in het verpleegdossier en is aangepast aan de wettelijke MVG registratie. Er is observatie en rapportage zowel mondeling als schriftelijk in het verpleegdossier. Er is aandacht voor voeding, uitscheiding, parameters, decubitus, spraak, slikken, continentie, gezichtsveld, beweeglijkheid en gevoeligheid, bewustzijnstoestand, pijn, gemoedstoestand, wondzorg en debieten. Bepaalde dienstafspraken • AFSPRAKEN ROND HYGIENE : zie proceduremap. Handontsmetting, gebruik van handschoenen,… . • PATIENTENIDENTIFICATIEBANDJE : Is VERPLICHT voor elke patiënt en wordt geregeld gecontroleerd. Indien de patiënt geen bandje draagt dit meedelen aan de verantwoordelijke. • MAGAZIJN : Indienen op maandag en donderdag, ledigen op dinsdag en vrijdag. In de loop van schooljaar 2014-15; kanban (bijlage 6) • MEDICATIE : medicatie wordt klaargezet via het EMV en afgetekend na toediening. 1.6.2. Verwachtingen Het behandelen van een patiënt op de dienst heelkunde impliceert een deel vaardigheden. correct • verwerven van inzicht en verbanden leggen tussen pathologie, chirurgie en therapie • deskundige organisatie en coördinatie van toegewezen taken • oplossingen zoeken voor de noden van de patiënt, arts en familie • steeds handelen met gepaste attitude consequent • efficiënt werken (probleemoplossend) • verantwoordelijkheid dragen
kordaat • met eigen inbreng (argumenterend) • stresssituaties aankunnen Motivatie en verantwoordelijkheidszin Zelfdiscipline – arbeidsdiscipline - collegialiteit - vakkennis en eerlijkheid zijn eigenschappen van een goed chirurgisch verpleegkundige. Dynamiek uitstralen is een pluspunt. Orde
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Werk af waaraan je begint. Probeer proactief het werk te zien. Alles heeft een plaats, zorg dat alles weer op zijn plaats ligt na gebruik.
Stiptheid t.o.v. • de te presteren werkuren • uw taken • de collega’s: geef een volledige overdracht Zelfstudie De meest voorkomende ingrepen worden beschreven in de proceduremap per discipline. Naast deze aanwezige nota’s is het aangewezen een eigen notaboekje aan te leggen. De eerste maanden word je overspoeld met informatie die je zeker niet allemaal kunt onthouden. Werklust Van iedereen wordt ijver en tempo verwacht. Natuurlijk zijn er persoonlijke verschillen in aanpak. Via individuele bijsturingsgesprekken wordt het verwachtingspatroon duidelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd. Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve en constructieve wijze feedback geeft. Probleemoplossend vermogen Bij problemen kun je steeds terecht bij de meter of peter of als student bij de mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open. Hij ziet erop toe dat je je ontwikkelt zoals dat van je wordt verwacht. Wanneer er meningsverschillen zijn met collega’s, praat ze eerst samen uit. Is er echter geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige. Iedereen op dienst is verantwoordelijk voor een correcte opvang van nieuwe medewerkers. Eerlijkheid Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden. Zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen elkaar aan.
Collegiaal Op een dienst heelkunde waar er een hoge werkdruk heerst is collegialiteit een must. Het bevordert het arbeidsklimaat : wisselen van uren, elkaars zwakke en sterke punten erkennen. Organisatietalent Heb inzicht in de werkzaamheden/behandelingen/pathologie is nodig. Weet hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden weet prioriteiten te stellen. Beslis en tref de juiste maatregelen. Straal een zekere rust uit. Vakkennis. Door een basisopleiding van verpleegkundige en eventueel een voortgezette opleiding zul je deze kennis opdoen. School je bij; zowel interne als externe opleidingen. Het vakgebied is zeer uitgebreid : anatomie, pathologie, medicatiekennis, technische vaardigheden,.....
1.6.3. Verpleegactiviteiten •
ADEMHALINGSSTELSEL - Zuurstoftherapie met neusbril en masker - Gebruik van ambu bij reanimatie - Aërosol via perslucht - Aspiratie via mond/neus van de bovenste luchtwegen - Plaatsen van een mayo-canule - Gebruik van een thoraxdrainagesysteem
•
BLOEDSOMLOOPSTELSEL - Meten van glycemie via glucometer - Perifere bloedname / perfusie plaatsen - Centrale catheter verschonen - Haemoculturen kunnen afnemen - Voorbereiding, toedienen van en toezicht op IV perfusies en transfusies - Kennis hebben van parameters (bloeddruk, pols, EKG, saturatie)
•
SPIJSVERTERINGSSTELSEL - Manuele verwijdering van faecalomen - Lavement kunnen toedienen - Inbrengen van maagsonde - Kennis hebben van een PEG-sonde - Sondevoeding kunnen aanschakelen via een voedingspomp
• Mobiliteit - Wisselligging geven; patiënt goed positioneren - Opzetten van de patiënt met een passieve en een actieve tillift - Het fixatieprotocol kunnen uitvoeren
• Urogenitaal stelsel - Voorbereiding, uitvoering blaassondage, blaasspoeling - Gebruik kunnen maken van een bladderscan en kunnen interpreteren - Bijhouden van het urine debiet - Incontinentiemateriaal correct kunnen gebruiken • Huid en zintuigen - Wondzorg correct kunnen toepassen - Voorbereiding, uitvoering en toezicht van hechtingen, wieken en drains - Decubituspreventie kunnen toepassen bij de patiënt • Medicamenteuze toediening / Voedsel- en vochttoediening - Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toegangs wegen : oraal, subcutaan, via aerosol, rectaal, IV-medicatie, vaginaal, intra-musculair, oor- en oogindruppeling, via gastro-intestinale katheter, dermaal. - parenterale voeding - Hulp bij vocht- en voedseltoediening / balans bijhouden • Assistentie bij medische handelingen - Assistentie kunnen geven bij een lumbaalpunctie • Hygiëne - Gedeeltelijke en volledige hulp bij patiënt (ADL – bedbad) - Mondhygiëne kunnen toepassen - Isolatiemaatregelen kunnen nemen (MRSA, MRSE,…) - Lijktooi kunnen uitvoeren • Kennis - Kennis hebben van de meest voorkomende onderzoeken : bloednames, radiologie, NMR, lumbale punctie, angiografie, transoesofagale echografie, EEG, EKG, CT, echo, duplex, … - Goed kunnen observeren en rapporteren zowel in dossier als op briefing. • Parameterscontrole, bloeddruk, saturatie, ademhaling, temperatuur. Verder : pijncontrole, Glascow Coma Scale (bewustzijnsschaal), glycemie Voor alle interventies verwijzen we naar de procedures die in het ziekenhuis aanwezig zijn op de medische portaalsite of in de proceduremap op afdeling zelf. De verwachtingen van de student dienen vanaf het begin van de stageperiode aan de mentor of aan de verantwoordelijke SCHRIFTELIJK afgegeven te worden.
1.6.4. Organisatie van verpleegkundige zorg. Het verpleegkundig team werkt overlappend, • Vroegdiensten: 6u15 - 10u45 en 11u45 - 15u15 • Laatdiensten: 12u45 - 16u45 en van 17u15 - 21u15 ofwel 13u15 - 16u45 en van 17u15 - 21u15 • Halve dienst/Dagdienst: 7u30 - 12u • Verantwoordelijke: 7u30 - 12u en 14u - 17u30 • Nachtdienst: 21u - 06u30 Als nieuw personeelslid word je opgeleid door “meter - peter”. De uren van de intreder worden afgesproken voor de start op de afdeling. Als student krijg je op je eerste stagedag één of twee mentors aangewezen. Je dient bij aankomst aan de verantwoordelijke te vragen in welke zone je moet werken. De uren van de student zijn : 07u30 tot 12u00 en van 14u45 tot 18u15. Andere uren kunnen afgesproken worden met de hoofdverpleegkundige. Naast de totaalzorg van de patiënten mag de student ook : • de utility, keuken, linnenkar, verzorgingswagens opruimen en aanvullen • zich kandidaat stellen om bepaalde onderzoeken en activiteiten te bekijken (endoscopie, ergotherapie, lumbale punctie, EEG, EP,… ). Steeds vragen aan de verantwoordelijke. Als student eventueel gebruik maken van de mogelijkheid tot meemaakstage (nierdialyse, OK, RX, etc... ) .
1.6.5. Het verpleegdossier Per patiënt wordt er een map aangelegd. documenten: • medicatieblad • anamneseblad • zorgplanning parameters • parameterblad • blad intensieve verzorging • eventueel DNR-code • wondzorgblad • dag- en nachtverslag • zorgblad • pré- en postblad • spoedgevallen registratie • ev. blad besmette patiënt • .......
Daarin komen volgende
1.6.6. Veel gebruikte afkortingen en terminologie AV MO SO TM //stop IM SC IV AP
ander voorschrift medicatie bij ontslag medicatie gestart op spoed thuismedicatie stop medicatie intra-musculair sub-cutaan intra-veneus anus-praeter
Orthopedie • T.H.P. of totale heupprothese: vernieuwen van de heupkop en het acetabulum • T.K.P. of totale knieprothese betekent het vernieuwen van de totale knie • D.H.S. of dynamische heupschroef (schroef en plaat)= schroef wordt in femurkop
• • • • •
• • • • • • •
geplaatst en plaat komt op de femur. Fusie betekent vast zetten van wervels P.F.N. is een intra-medullaire nagel ingebracht in het mergholte van de femur bij een fractuur Osteosynthese platen en schroeven Release betekent losmaken Tractie huidtractie: - wordt veelal gebruikt bij een heupfractuur - gewichten houden de heup in anatomische stand pintractie: een steinmanpin wordt doorheen het bot gebracht Arthrodese betekent gewricht vast zetten Resectie exostose betekent beenaangroei verwijderen Hallux valgus komt neer op het rechtzetten van een beentje in de voet V.K.B. knie betekent reconstructie van de voorste kruisband van de knie Verwijderen - plaatsen osteosynthesemateriaal. Dit materiaal kunnen schroeven, platen of nagels zijn Cervicale fusie betekent vast zetten van halswervels Rotatorcuff open impliceert het herstel van een scheurtje in de rotatorcuff (schouder)
Urologie • • • • • • • • •
SP-Sonde: suprapubische sonde (= rechtstreeks in de blaas) Uretercatheter: catheter rechtstreeks in de ureter. Nefrostomiesonde: sonde rechtstreeks in de nier Residu: hoeveelheid urine die achterblijft in de blaas na spontane mictie Mictie: urinelozing Retentie: ophouden van urine die niet spontaan kan afvloeien Kehr-drain: drain in de galweg Redon: vacuüm afzuigsysteem (= gesloten drainagesysteem) Penrose: lamelle = slappe drain (om wondvocht te verwijderen)
Vaatheelkunde • • • • • • • • • •
Aneurysma: spoelvormige verwijding van een slagader Angiografie: RX-foto van de bloedvaten - flebografie - arteriografie Bypass: transplantaat - implantaat - vaatprothese Claudicatio intermittens; afsluiting van arteriolen welke ischemie van de beenspieren veroorzaken: pijn + zwakte bij het lopen Endarterectomie: wegname van de intima van een arterie–revascularisatie Fempop: femoropopliteale reconstructie kniekuil (Art. fem. en Art. poplitea) P.T.A.: dilatatie techniek voor revascularisatie van atheromateuze arterie Profundaplastie: endarteriëctomie van stenoserende letsels in het proximale deel van de arteria profunda Varix: (meervoud varices) spatader Seps: Subfaciale endoscopische perforantes surgery
2.
Een dag op de dienst heelkunde
• MULTIDISCIPLINAIRE PATIENTENOVERDRACHT : Multidisciplinaire vergadering met sociale dienst en interne liaison, logopedie, ergotherapie, kinesitherapie. Eénmaal per week is er een gezamelijke patiëntenbespreking van alle orthopedisten met ergotherapie, kinesitherapie en hoofdverpleegkundige. • DAGELIJKSE TOER: Dagelijks wordt elke patiënt besproken met de behandelendechirurg en met de verantwoordelijke. De patiënt wordt ook frequent (dagelijks) ingelicht op kamer i.v.m. zijn/haar toestand door de chirurg. • BEZOEKUREN Afdeling
: 14u – 20u30
• ALGEMENE AFSPRAKEN – We werken indien mogelijk eerst de patiënten af die naar de fysio moeten gaan. Deze worden door een flexteam medewerker naar de kinezaal gebracht. – Bij medicatietekort wordt dit uit de “vanaskast” gehaald.
– Bij hevige agressie dient de verantwoordelijke de politie te verwittigen (**0102)en daarna de directie van wacht (2623). Dit mag dag en nacht gebeuren. – Bij problemen met het EMV (Elektronisch Medisch Voorschrift) dient er gebeld te worden naar informatie (2608 IT helpdesk). Buiten de kantooruren de directie van wacht (2623) opbellen. – Bij brand moet men bellen naar het nummer 2000 en de verdere richtlijnen volgen zoals afgesproken. – Er kan beroep gedaan worden op het flexteam bij ziekte, drukte, … Dit flexteam kan op voorhand aangevraagd worden via het programma iPROVA. Voor dringendere problemen kun je terecht bij de verantwoordelijke van het flexteam (Maarten Casier 2611). – Voor eventuele medische bijstand kan beroep gedaan worden bij de dokter van wacht. Informatie over de betreffende dokter van wacht is te vinden op de afdeling zelf. Bij verdere problemen kun je terecht bij de spoedgevallen (2301). In geval van “interne M.U.G.” wordt de dringendemedische-bijstandknop gebruikt. – Voor rooming in wordt verwezen naar de geldende procedures.
3.
Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken
3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken • Parametercontrole • Bloedonderzoeken • Zuurstoftoediening via masker of zuurstofbril: via muuraansluiting • Intraveneuze perfusies en –transfusies • Maagsonde met gomco of vacuümaspiratie • Blaassondage • Wondverzorging • Infuustherapie via diverse wegen in functie van de toe te dienen vloeistoffen • Parenterale voeding • Pijnbestrijding via diverse toegangswegen 3.2. Fysische hygiëne. 3.2.1. Handhygiëne Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat hygiëne, hier dan in de lichamelijke vorm, een van de belangrijkste aandachtpunten is binnen de zorg op de dienst. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof thv de posities, verzorgingskarren... In iedere positie bevinden zich maskers, mutsen, spatbrillen en handschoenen om bij te dragen voor een correcte hygiënische zorg. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne : haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk! 3.2.2. Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt voortaan uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’ bestaat er een procedure. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd
als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elke ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt ook aan de patiënt gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips. Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
Volg de instructies en adviezen goed op
4. Patiëntenvoorlichting Volgende patiëntenbrochures zijn ter beschikking op dienst en kunnen met de patiënt meegegeven worden; • • • • • • • • • • • •
artroscopie van de knie oefenboekje voorste kruisbandplastie totale heupprothese oefenboekje totale knieprothese rug en nek revalidatie “MRSA” help mee aan uw veilige behandeling (comité patiëntveiligheid) pastorale zorg ontslag tegen medisch advies doorligwonden interne liaison geriatrie ..............
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kun je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of op intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel te vormen. Het gebruik van eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties) Telefoonnummers voor de dienst heelkunde1 Hoofdverpleegkundige 3311 Bureel verpleging 2311 Zorgmanager Maarten Casier;
2611
5.2. ICT Op ICU zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kun je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,…. 5.2.1. Ecare Op één van de PC’s staat Ecare. Dit is een electronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen.
In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’, de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte log-in. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige. Op de chirurgie1 afdeling wordt dit enkel gebruikt door de artsen. * Functies • Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. • De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. • Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje • Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. • Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken • Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige • Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne / interne liaison.
5.2.3. Gebruik van electronisch personeelspakket SAGA. SAGA HCPS is een Windows toepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage 7 vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven). 5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: • aanvragen van onderzoeken • apotheekvoorschriften • bloedtubes of stalen Hoe bloedtubes of stalen opsturen: • bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen • aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen • de zak in een cartouche steken • de bestemming programmeren • cartouche in de buis plaatsen • het verzenden gaat verder automatisch
Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje. 5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau • Er is drie maal per dag patiëntenoverdracht • Er is drie maal per jaar dienstvergadering • Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s, ... • Er is dagelijks overleg met de behandelende artsen (meerdere malen indien toestand van de patiënt kritisch is) • Dagelijks overleg met geneesheren • Dagelijks overleg met diëtiste • Overleg met de opnamecoördinator Op ziekenhuisniveau • Overleg met de zorgmanager • Maandelijkse clustervergadering chirurgische diensten • Vergadering hoofdverpleegkundigen • Participatie in diverse werkgroepen (door hoofdverpleegkundige) 5.5. Schriftelijke communicatie Wij hebben ons magneetbord, waar dienstnota’s en directe info terug te vinden zijn.
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed Op intranet vind je: • algemene personeelsinformatie • verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief • Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifiek De opgehangen info aan het magneetbord wordt bijgehouden in de map dienstnota’s. Met deze korte brochure hoop ik je wat ingeleid te hebben op je afdeling. Er zullen vanzelfsprekend nog veel vragen zijn. Hiermee kun je steeds bij je collega, hoofdverpleegkundige, intreder begeleider, zorgmanager of directie terecht. Ik wensen je alvast een fijne start toe;
Geert Sabbe Intreder - begeleider
Bijlagen 1. Organigram departement patiëntenzorg 2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht d a t ieder nieuw personeelslid en student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen krijgen een brochure van hef- en tiltechnieken. 4. Werkpostfiche Deze werkpostfiche dient door iedere student afgeprint te worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Bij eventuele vragen kun je deze gerust bij de verwelkoming stellen. 5. Overzicht personeelsleden op 1/8/2014 6. Uitleg over kanban-systeem 7. Itransport; een transportaanvraag indienen
5. Personeelsleden van de dienst op 1/8/2014
Lies De Schryver
Ilse Decloedt
Annelies Bogaert
Anna Delaere
Stephanie Pouleyn
Evy Stevens
Edwine Van Nieuwerburgh
Iljoetchka Vanhee
Isabelle Calebout
Tina Decorte
Lena D’Hulst
Britt Eekeloo
Elien Parrein
Vicky Pottier
Kristien Tryhou
6. Werking van het kanban-systeem
7. Itransport; een transportaanvraag ingeven: Voor patiëntentransport kan een aanvraag enkel via de beddenlijst in Mediweb. 1. Open Mediweb. 2. Open de beddenlijst. 3. Zet een vinkje voor de patiëntnaam waarvoor je een aanvraag wil aanmaken. 4. Klik op het icoontje “Itransport” in de menubalk.
5.
Vul de volgende velden aan:
•
Naar: het adres van bestemming. Het veld “Van” wordt automatisch ingevuld.
•
“Geen retourtransport nodig”: enkel aanvinken als er geen retourtransport nodig is. Dit wordt bij correct aangevraagde retouraanvragen automatisch aangevinkt. Indien niet, zelf aanvinken bij retourtransporten naar de verpleegafdeling! De regel verdwijnt dan automatisch uit de lijst na afwerken transport.
•
“Voorlopig”: niet aanvinken tenzij de aanvraag door de dienst van bestemming zal worden geactiveerd.
Bij de volgende bestemmingen wordt “Voorlopig” automatisch aangevinkt: o Radiologie en Operatiekwartier o Endoscopie o Consultaties
• “Plandatum” = standaard vandaag. Er kan ook op latere datum gepland worden. Klik hiervoor op het icoontje “agenda” naast het veld.
• “Plantijd” = uur van aankomst op bestemming. Een klik op het icoontje opent de time picker.
Belangrijk: vul indien mogelijk een tijd in die 10 minuten vroeger ligt dan het gewenste uur van aankomst. Op die manier wordt geanticipeerd op vertragingen in het transport. Dit kan uiteraard enkel voorzover de toestand van de patiënt het toelaat om 10 minuten vroeger op de afspraak toe te komen. Voorbeeld: Afspraak op consultatie NKO om 10:00. Vul in als aankomsttijd 9:50. Voor de bestemmingen waarbij “Voorlopig” automatisch is aangevinkt vul je 7:30 in (RX, OK, Endoscopie…). Als het uur van afspraak wel al gekend is, vink dan “Voorlopig” uit en vul het uur van afspraak in (– 10 min indien mogelijk).
Belangrijk: wijzigt het uur van afspraak, wijzig dit dan ook in ITransport! • M/V of taakcode: kies Man of Vrouw. Bij materialentransport: kies “Diversen”. • Patiëntnaam of taakomschrijving: De naam wordt automatisch ingevuld. Transportaanvragen voor patiënten dienen steeds te gebeuren via de beddenlijst. Komt de patiënt niet voor in de beddenlijst dan kan nog geen aanvraag aangemaakt worden!
Het is belangrijk dat aanvragen gebeuren via de beddenlijst in Mediweb. Enkel zo kan ITransport meerdere aanvragen voor dezelfde patiënt herkennen als zijnde van dezelfde patiënt! Bij een correcte aanvraag staat de naam in hoofdletters en het patiëntnummer achter de naam. • Transportwijze of taaksoort: Bed met PTS: met gebruik van een bedmover (mechanische hulp). Urgentie: dit veld hoogst uitzonderlijk invullen! Wanneer bij meerdere aanvragen “Urgentie” wordt ingevuld gaat het effect ervan volledig verloren. Integendeel, ITranport kan dan minder efficiënt plannen waardoor een tegengesteld effect kan optreden. Om misbruik te voorkomen moet de naam van de aanvrager ingevuld worden. Bij vertragingen verhoogt ITransport de prioriteit stelselmatig. Urgentie invullen is daarom zelden aangewezen. Beter is om op tijd de aanvraag aan te maken of te activeren en de aankomsttijd 10 minuten vroeger in te plannen dan het afspraak uur.
Opmerkingen:
1. 2.
Veld Opmerking = een vrij tekstveld. Aanvinken van voorgedefinieërde opmerkingen
6.
De aanvraag opslaan:
Klik op de knop Opslaan linksboven. De aanvraag sluit.
Klik op de knop IItransport aanvragenoverzicht om te controleren of de aanvraag correct en met de correcte status werd aangemaakt.
TIP: hou het aanvragenoverzicht continu geopend onderaan in de taakbalk. Zo kan je meteen na een wijziging kijken of alles correct werd ingebracht. Belangrijk: aanvragen minimum 30 min. vóór uur van aankomst activeren! Alleen zo kan ITransport voldoende vooruit kijken en efficiënt plannen. Voorbeeld: Afspraak om 10 uur. Aanmaak of activering transporttaak ten laatste om 9:30. Plantijd: 09:50