ESKABEE MAGAZINE HET OFFICIËLE MAGAZINE VAN VOETBALCLUB YB SK BEVEREN • JAARGANG 50 • NUMMER 2 • NOVEMBER 2013
INTERVIEW MET JIMMY POTITHAI OP VERPLAATSING: MIJNSTADION IN BERINGEN DE NUMMER 2, DE RECHTSBACK P.
RKEN WE TIE
LAS E N
C
UCTIEWERK EN STR ON
C. A.
0495/77 08 81 Business Solutions
EN CONSTR AS UC -L
Fitrama biedt oplossingen aan voor zowel particulieren, als voor zelfstandigen en kmo’s op het vlak van lenen, sparen en beleggen, verzekeren en bankieren.
03 760 17 40
[email protected] www.fitrama.be
Vesten 41 • 9120 Beveren • www.houtvanacker.be
ESKABEE MAGAZINE INHOUD/COLOFON
VOORZITTER AAN HET WOORD
INHOUD
VOORWOORD
VOORWOORD
3
INTERVIEW: JIMMY POTITHAI
4
PETERSCHAPPEN
7
‘EXOTISCHE’ SUPPORTERS VAN ESKABEE
8
GELE DITJES, BLAUWE DATJES
12
YB SK BEVEREN EN HET ‘MODERNE’ VOETBAL 14 DE NUMMER 2
16
OP VERPLAATSING: MIJNSTADION
26
COLOFON Jaargang 50 • Nr 2 YB SK Beveren www.eskabee.be Verantwoordelijke uitgever: Koen De Vuyst Redaktie: Andre Bolsens, Robin Beck, Peter Catthoor, Jim Van de Vyver Lay-out: Koen De Vuyst Lid van Nuc-Unboc
Beste supporter, Beste sympathisant, De nieuwe lay-out heeft ons Eskabee magazine deugd gedaan. Op de talrijke verdeelpunten wordt het gretig meegenomen en gelezen, het lokt commentaar uit en laat ons grasduinen in heden en verleden. Ook dit nummer is gekruid met actua en historiek. Het zal menig lezer doen nadenken, doen herbeleven en aansporen. Onze redactie heeft hiervoor kost noch moeite gespaard. Het resultaat laat zich zien en verdient absoluut een pluim! We zijn nu eind oktober 2013 en de glans van onze promotie is vervaagd. De realiteit van derde provinciale heeft zich ondertussen getoond. Het zal een extra inspanning vragen van alle clubgeledingen en ieder van ons om het sportieve doel van dit seizoen te realiseren. We moeten onze inspanningen bundelen tot een krachtig geheel. In dit geheel moet ieder van ons zijn bijdrage kunnen doen, zich kunnen terugvinden en zich wel voelen. Ik wens ieder van ons zijn plaatsje toe! Andre Bolsens
ESKABEE MAGAZINE INTERVIEW • JIMMY POTITHAI
“MET DEZE PLOEG MOGEN WE NOOIT ZAKKEN”
JIMMY POTITHAI HOOPT NOG VEEL TE SCOREN VOOR YB SK BEVEREN Na acht speeldagen kon YB SK Beveren slechts zevenmaal de weg naar de netten vinden. Aanvaller Jimmy Pothitai beseft dat het scorend vermogen van de ploeg omhoog moet en er dus een grote verantwoordelijkheid op zijn schouders rust. “Er zitten te weinig spitsen in onze kern.”
PAGINA 5
ESKABEE MAGAZINE INTERVIEW • JIMMY POTITHAI
INTERVIEW MET JIMMY POTITHAI Na het vertrek van Björn Vaerenbergh ben jij de enige speler in de kern die al meer dan 1 keer kon scoren. Dat is niet meteen heel geruststellend. Jimmy Potithai: Er zitten te weinig spitsen in onze kern. De terugkeer van Lenny Laureys is in dat opzicht wel goed nieuws, maar buiten hem en Koen Strybos zijn er geen alternatieven meer. Bovendien was Björn de enige speler die als diepe targetman kon functioneren. Zijn vertrek kan eigenlijk moeilijk opgevangen worden, zeker als we blijven spelen in een systeem met 1 diepe spits. Björn Vaerenbergh werd bij YB SK Beveren werd binnengehaald als grote naam die elk jaar goed is voor minstens 15 doelpunten. Zijn vertrek dreigt voor een grote aderlating te zorgen. Jimmy Potithai: Dat is zo. Maar wenend in een hoekje kruipen, gaat ons ook niet vooruit helpen. We moeten verder met de spelers die er nog zijn. We hebben vooraan nog maar zelden met dezelfde jongens kunnen aantreden, wat uiteraard de automatismen ook niet ten goede komt. Het kan op dat vlak dus alleen maar beteren. Daarnaast moet de bal sneller naar voren gespeeld worden. De ‘klik’ tussen verdediging en aanval is er nog niet. Je hebt meer dan voldoende ervaring in het provinciale voetbal en je kent de reeks. Moet YB SK Beveren zich zorgen maken? Jimmy Potithai: Je merkt dat de club eigenlijk heeft ingekocht om kampioen te spelen in vierde provinciale, maar dan nog moet je het met dit materiaal kunnen redden. Maar veel zal afhangen van de manier waarop het plaatje wordt ingevuld. Toch moeten we vier of vijf
Jimmy Potithai na de thuiswedstrijd tegen Sint-Pauwels
ploegen achter ons kunnen houden. Als het schip rond de 10e-11e plaats strandt, kunnen we spreken van een goed overgangsseizoen. Vorig seizoen ben ik met Rupelmonde uit derde provinciale gedegradeerd, dus ik ben goed geplaatst om een vergelijking te maken. Bij Rupelmonde was er geen budget om na de promotie extra versterkingen aan te trekken, waardoor we te weinig kwaliteit hadden om het te redden. Bij Beveren is dat extra talent wel aanwezig. Als we elke match voluit knokken en geconcentreerd blijven, moet het lukken om in derde te blijven. Is het verschil tussen vierde en derde provinciale dan zo groot? Jimmy Potithai: Voor mij persoonlijk niet. Maar het tempo ligt wel hoger, waardoor je toch enkele jongens in de ploeg moet hebben die het klappen van de zweep kennen. Wat voor type aanvaller ben jij eigenlijk? Jimmy Potithai: Ik ben een heel impulsieve
PAGINA 7
PETERSCHAPPEN Jochen Vercauteren
Mack De Cleen
Stijn Van Der Vloet
Elektro De Munck
Dave Adriaense
Tim Pauwels
Jimmy De Groep
Nick Laureys Café Tivoli
Wouter Van De Merlen
R & V Consulting
Kristof Verwimp Brigate 12 maggio
Joris De Langhe
Evy & Sven
Jim Van de Vyver
Tom Carpentier
Bjorn Vaerenbergh
YB Ultra’s
Bjorn Verbeke
Renaat Pieters
Stephane Van Eyck
Apotheek Bytebier
Lybro bvba
Alexander Vereecken Beenhouwer Johan Moortgat
spits. Ik heb maar één doel voor ogen en dat is zo veel mogelijk doelpunten maken. Mooi of lelijk, dat maakt me allemaal niks uit. Een goal is een goal. Mijn sterke punten zijn mijn snelheid, mijn technisch vermogen en het feit dat ik zowel met links als rechts uit de voeten kan. En ik ben ook gewoon een toffe gast (lacht). YB SK Beveren stond vorig seizoen bekend voor de kameraadschappelijke sfeer onder de spelers. Hoe is de sfeer in de kleedkamer nu? Jimmy Potithai: Naast het veld is alles dik in orde. Ik ben hier zelf heel goed opvangen door jongens als Tom Van den Eede en Jochen Vercauteren. De andere spelers was ik de laatste jaren ook al eens tegengekomen in verschillende wedstrijden. De klik is er dus zeker.
TEKST: PETER CATTHOOR FOTO: DAVE KIEKENS
UNIEK Eskabee arrangement • Anti stress rugbehandeling • Keuze uit verschillende aromageuren • Rugscrub met minerale zouten en aromatische geuren • Voedende (waterbase) aromapakking van de rug en schouders • Relaxerende/Anti stress massage van de rug, nek en schouders • 2 uur gebruik van de verschillende faciliteiten infraroodsauna, stoomcabine en jacuzzi
+ flesje wijn !
99€
ipv 200€
www.kristys-wellness.be
ESKABEE MAGAZINE INTERVIEW • EXOTISCHE SUPPORTERS VAN ESKABEE
‘EXOTISCHE’ SUPPORTERS VAN ESKABEE: KURT MOERMAN (ZULTE) KSK Beveren heeft altijd over heel België supporters gehad. Van de kust tot diep in de Ardennen: overal ten lande botste je wel op iemand die fan was van geel-blauw Zo was er de supporter uit Verviers die regelmatig vanuit het Luikse richting Freethiel kwam. De slogan ‘Trots, Traditie, Toekomst’ werd bedacht door iemand uit Leuven. Ook in het Westen van het land werd geel-blauw vertegenwoordigd: Kris George komt wekelijks vanuit Steenkerke richting Freethiel en Kurt Moerman vanuit Zulte. Vandaag doen beide diehard-fans nog altijd hetzelfde voor YB SK Beveren. Hoogstwaarschijnlijk ongezien voor een derdeprovincialer. In dit nummer sprak Eskabee Magazine met Kurt Moerman. Hoe ben je supporter geworden van KSK Beveren? Kurt Moerman: Mijn moeder is oorspronkelijk afkomstig uit Beveren, waardoor we met ons gezin vroeger tweewekelijks op familiebezoek trokken richting het Land van Waas. Ik ging toen als klein manneke telkens met een nonkel naar de kolkende Freethiel. Het betekende telkens wel een serieuze verplaatsing. Kurt Moerman: Tijdens mijn puberteit en mijn uitgaansjaren kwam ik gewoon per trein! Ik vertrok thuis om 16u met de fiets in Zulte om in Waregem de trein te nemen. Na overstappen in Gent en Sint-Niklaas kwam ik dan rond 19.30u aan in het heiligdom van de Klapperstraat. Na de wedstrijd moest ik wel altijd direct rechtstreeks terug naar het station, want de laatste trein vertrok om 22.33u. Toen ik mijn
“Ik ben getrouwd met geel en blauw”
rijbewijs haalde, was het hek helemaal van de dam. Niets was mij dan nog teveel: thuiswedstrijden, verplaatsingen, oefenmatchen, Europese trips en zelfs af en toe trainingen of jeugdwedstrijden. Als ik de rekening maak, heeft die “verslaving” mij meerdere auto’s gekost (lacht). Je was 30 jaar lang eersteklassevoetbal gewend. Is het dan niet lastig om nu in de laagste provinciale reeksen te moeten gaan kijken? Kurt Moerman: Naast KSK Beveren was ik ook supporter van Zultse VV, vooraleer ze opgingen in Zulte-Waregem. Eerst Zultse VV, dan KSK Beveren: hoeveel pech kan een supporter eigenlijk hebben… (zucht). Ik heb dan de opstart van Jong Zulte in vierde provinciale meegemaakt, dus ik wist al lang dat je voor mooi voetbal niet in provinciale moest zijn. Maar nationaal of provinciaal maakt mij weinig uit: ik ben getrouwd met geel en blauw. Het valt me wel op dat de accommodatie in het Waasland er stukken beter bijligt dan in het zuidwesten van Oost-Vlaanderen. Daar lijkt de tijd soms te zijn blijven stilstaan.
PAGINA 9
Je hebt na het verdwijnen van KSK Beveren overtuigend voor Eskabee gekozen. Waarom? En was Waasland-Beveren nooit een optie? Kurt Moerman: Geen enkel moment. Als er 1 ploeg het dichtst aanleunt bij KSK Beveren, dan is het YB SK Beveren. Het was een geschenk uit de hemel toen jullie bestuursploeg het nieuwe project op de voorgrond bracht. Het prachtige embleem en de kleuren hebben we al, hopelijk volgt binnenkort het stamnummer nog. Ik had het nochtans moeilijk toen we vorig jaar tegen Overmere terug op het A-terrein van de Freethiel stonden. Ondanks de zege bleef er vanbinnen nog steeds iets knagen. Ach ja, ik zal geen gat in de lucht springen bij een nederlaag van Waasland-Beveren, maar een spontane glimlach kan ik dan toch niet onderdrukken. Kris George komt zelfs vanuit Steenkiste. Kenden jullie elkaar eigenlijk voor de Eskabee-periode? Kurt Moerman: Nee. Eskabee heeft ons samengebracht (lacht). Tijdens de eerste oefenwedstrijden op de terreinen van SK Sint-Niklaas hoorde ik Kris bezig en ik dacht: ‘Tiens, iemand van “bachten de kupe”. Daar moet ik het fijne van weten.’ Als we elkaar nu zien, heeft het altijd met Eskabee te maken. Wat moet Eskabee de komende jaren doen? Proberen om als club zo hoog mogelijk te geraken of meer een “zweeppartij” blijven die het gedachtegoed van KSK Beveren levendig houdt? Kurt Moerman: We beschikken over een prachtig project dat wordt bestuurd door mensen met het hart op de juiste plaats. Ik heb dan ook het volste vertrouwen in hen. Na een moeilijke start zijn we er alleen maar sterker uitgekomen. Laat ons maar rustig verder werken. Onze tijd komt wel terug. Ze krijgen ons alleszins nooit kapot! Al moet ik wel toegeven dat het nooit meer hetzelfde zal zijn als vroeger…
Een mens kan van nostalgie niet leven, maar laten we onszelf er toch nog eens aan bezondigen. Stamnummer 2300, het schild tussen de twee leeuwen en de wapperende geel-blauwe banier: het is immers eeuwige liefde. Wat zijn je mooiste en slechtste herinneringen aan het prachtige KSK Beveren? Kurt Moerman: Ik zal de zaken meegeven die nog vers in het geheugen liggen. Het behoud tegen Moeskroen in de slotminuten, de halve finale tegen Anderlecht, de kampioenenmatch op Turnhout, de zeges op en tegen Lokeren,… Ik had ook altijd een boontje voor spelers als Maurice Van Ham en Lambert Smid, mensen die wekelijks hun truitje nat maakten. De verloren bekerfinale tegen Club Brugge blijft dan weer zuur. Dan had ik een momentje nodig om mij af te zonderen. Niet dat we in feite veel kans maakten, maar ik had niet veel nodig om te dromen. En de laatste match in eerste klasse op STVV en uiteraard het vergiftigde tribunegeschenk waren de laatste momenten dat er tranen aan te pas kwamen. TEKST: PETER CATTHOOR FOTO: DAVE KIEKENS
De Fijnkost Oude Zandstraat 27 • Beveren 03 775 18 34 Lybro bvba Software, web design, flyers Branderslaan 32 • Temse www.lybro.be Nicolas Smits Schrijnwerkerij • Interieur +32 474 18 80 13
Hans Van den Nieuwenhof
LAURIUS Advocaten
Oudeleeuwenrui 19 • 2000 Antwerpen +32 3 260 88 00
[email protected] • www.laurius.be
RKEN WE E I T
P.
LAS E N
C
UCTIEWERK EN STR ON
C. . A
EN CONSTR AS UC -L
P.A.C.
Las-en constructiewerken 0479 88 90 87
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • GELE DITJES, BLAUWE DATJES
GELE DITJES, BLAUWE DATJES Op 12 juni 2013 is het weer zover, het wereldkampioenschap voetbal. Voor het eerst in 12 jaar zijn de Belgen er weer bij en naar alle waarschijnlijkheid zal onze club weer vertegenwoordigd worden door onze Beverse Ivorianen. In 84 jaar WK-voetbal passeerden heel wat Beverse toppers de revue. In de volgende drie edities van ons magazine wagen we ons aan een kleine terugblik. De eerste wereldbeker werd georganiseerd vijf jaar voor onze oprichting. Nadat Uruguay als gastland de eerste cup op zijn naam schreef, was het daarna tweemaal achter elkaar aan Italië. Op het WK van 1938 namen de Rode Duivels voor de derde maal op rij deel. Bij de selectie twee spelers die later trainer zouden worden bij Beveren: Bob Paverick en Fons De Winter, respectievelijk spelend voor Antwerp en Beerschot. België werd bij de openingsmatch meteen uitgeschakeld door gastland Frankrijk. Door de oorlog werd er daarna 12 jaar lang geen WK-voetbal georganiseerd. In 1954 was er opnieuw een latere coach van Sportkring actief en dat zelfs als kapitein. Ladislav Novak nam die taak op zich bij het beloftevolle Tsjecho-Slowakije dat enigszins verrassend de groepsronde niet overleefde. Vier jaar later volgde een gelijkaardig scenario. Nochtans verpulverde het team van Novak Argentinië met maar liefst 6-1. De wedstrijd wordt in Argentinië ‘El Desastre de Suecia’ (de Zweedse ramp) genoemd en staat tot op de dag van vandaag nog steeds geboekt als het zwaarste WK-verlies van de Argentijnen. In 1962 speelde de kapitein zijn laatste WK-eindronde en het werd één groot succesverhaal. Op het WK in Chili overleefden de
Novak Ladislav
Oost-Europeanen de groepsfase om daarna Hongarije en Joegoslavië uit te schakelen. Opvallend gegeven was dat de halve finale slechts gespeeld werd voor 6000 toeschouwers. Dat kwam omdat de organisatie daags voordien de locatie wijzigde, omdat gastland Chili in de hoofdstad moest spelen. Heel de heisa zorgde voor rellen over het hele land. Het ganse WK werd trouwens overschaduwd door tal van extra-sportieve zorgen zoals een verschrikkelijke aardbeving net voor aanvang van het tornooi en de openingsmatch Chili-Italië -The Battle of Santiago- waarbij de plaatselijke politie moest tussenkomen om beide spelersgroepen uit elkaar te halen. De scheidsrechter van die avond, Ken Aston, was zo onder de indruk van de feiten dat hij in de komende jaren trachtte oplossingen te vinden voor geweld op het veld. Hij vond die ook en werd zo de uitvinder van de rode en gele kaarten. In de finale tegen Brazilië werd met 3-1 verloren door onder meer een weergaloze Garrincha, de vervanger van de geblesseerde Pele, die in 1983 een stille dood stierf als arme alcoholicus. Een schril contrast met de kapitein van de tegenpartij, Ladislav Novak, die nog een zeer mooie trainersloopbaan uitbouwde bij onder
PAGINA 13
naar West-Duitsland en pakte brons door in de kleine finale Brazilië te verslaan. Kusto zelf speelde geen enkele minuut op het WK.
Marek Kusto
meer Beveren (86-88). Op 21 maart 2011 overleed de man, die maar liefst driemaal kapitein was op een WK-eindronde, op 79-jarige leeftijd. In 1970 namen de Rode Duivels voor het eerst in 16 jaar nog eens deel aan het WK. Ze moesten daarvoor naar Mexico en werden in een groep geplaatst met het gastland, El Salvador en de Sovjet Unie. Belangrijke man in de selectie van bondscoach Raymond Goethals was een rasechte Beverenaar, Wilfried Van Moer. Van Moer drukte meteen zijn stempel op het tornooi. In een volgepakt Aztekenstadion scoorde hij tweemaal tegen El Salvador in een 3-0 zege. Daarop werd met 4-1 verloren van een sterk Sovjetblok. In de slotmatch werd Mexico partij gegeven voor meer dan 100 000 toeschouwers. De thuisploeg scoorde op strafschop het enige doelpunt van de partij en schakelde de Belgische delegatie uit. Vier jaar later kwalificeerden de Belgen zich niet, maar kwam er wel een latere Beverenlegende aan het venster piepen. De pas 20-jarige Marek Kusto werd op de valreep bij het Poolse team gevoegd en zou acht jaar later op de Freethiel belanden. Een sterk Pools team verloor pas in de halve finale van de uiteindelijke win-
De transferperiode is al een tijdje gesloten maar toch zijn er weer een aantal spelers die een nieuwe club vonden. Zo is er het verhaal van Kante Seydou, beter bekend als Badjan, die ooit een veelbelovend talent was op de Freethiel maar zijn carrière de mist zag ingaan door allerhande blessures. De rechtsback was tussen januari 2004 en juni 2007 actief bij Beveren en versierde een transfer naar de Franse tweedeklasser Istres. Die overgang sprong af door blessures en de Ivoriaan hing zijn schoenen aan de haak. Tot hij plots deze zomer de overstap maakte naar Alliance Aischdall Hobscheid-Essen, een hele boterham voor een degradatiekandidaat in de Luxemburgse tweede klasse. Wat Badjan in de dwergstaat gaat zoeken blijft een raadsel, maar in zeven wedstrijden scoorde hij inmiddels wel al twee doelpunten. Twee jaar na het ontslag van Wim Hofkens bij onze club, heeft de voormalige topmiddenvelder een nieuwe uitdaging gevonden als hoofdtrainer. Hofkens vond zelfs een job in de hoogste klasse van ons land ... bij damesclub Sinaai Girls, tegenwoordig ook bekend als Waasland-Beveren. Van een schokeffect was er echter geen sprake, Hofkens’ team verloor van Heist. In juni besloot Thierry Flies zijn schoenen aan de haak te hangen bij Berchem Sport. Lang kon hij het spelletje toch niet laten, want in oktober tekende Flies bij tweede provincialer FC Kontich. De 36-jarige uit Boom afkomstige aanvaller speelde tussen 1996 en 1998 op de Freethiel. Daarna was hij achtereenvolgens actief bij Oostende, Hamme, Bergen, Waasland, Willebroek-Meerhof en Berchem. TEKST: ROBIN BECK
ESKABEE MAGAZINE SUPPORTERS DIRECT
YB SK BEVEREN EN HET ‘MODERNE’ VOETBAL In september 2010 startte Eskabee haar samenwerking met Supporters Direct, een organisatie die ijvert voor supportersbetrokkenheid en – inspraak. Deze samenwerking had als resultaat dat YB SK Beveren een supporter-owned club werd, de allereerste in België. Wat is eigenlijk een supporter-owned club? Dat is een club waar elke fan stemrecht kan verwerven en op die manier mee het beleid bepaalt. Het belangrijkste aspect is de democratie. Bestuurders worden verkozen door de leden. Het bestuur krijgt de verantwoordelijkheid om de club te leiden, personeel aan te werven (trainer, financieel directeur, CEO, …) en zal zich moeten verantwoorden wanneer er iets misloopt of dreigt mis te lopen. Het is van groot belang om de leden (supporters) in alle openheid in te lichten zodat hun stem inhoud en waarde heeft. Het is niet de bedoeling dat supporters de ploeg opstellen, dat is de taak van de trainer en de sportieve staf. Het is evenmin de bedoeling dat persoonlijke gegevens zoals spelerslonen in de openbaarheid worden gebracht. Dit kan perfect op een andere manier; bijvoorbeeld via het percentage dat spelerslonen mogen uitmaken van de totale omzet. Waarom zouden clubs democratisch moeten worden? Jaagt men zo de investeerders ofte ‘de redders van ons voetbal’ niet tegen zich in het harnas? Een club is geen bedrijf en zou eigenlijk nooit in handen mogen zijn van een of enkele personen. Investeerders kan men onderbrengen in twee verschillende groepen; zij die investeren uit clubliefde en geen return vragen; en zij die investeren om eigenaar te worden of op zijn minst een stem in het
bestuur te verkrijgen. Zij die investeren uit clubliefde vormen geen probleem, de andere ‘investeerders’ is andere koek. Zeker wanneer ze eigenaar worden om een stamnummer te verkopen, om een stadioncomplex te bouwen, om winst te maken via de doorverkoop van spelers enzovoort. Het is de bedoeling om iedereen te overtuigen van de socio-culturele waarde van een voetbalclub voor de lokale gemeenschap en de supporters. De fans zijn medeverantwoordelijk voor het succesverhaal voetbal. Zonder fans had voetbal niet de aantrekkingskracht gehad die ze nu heeft en hadden investeerders zich nooit op grote schaal ingelaten met de voetbalsport. Enkele decennia geleden was voetbal ook aantrekkelijk, spannend en zeker zo populair als het hedendaagse voetbal. Er was toen geen of nauwelijks TV-geld, minder sponsoring, minder investeerders, goedkopere tickets, geen internet, … Men speelt hetzelfde spelletje, maar de lonen zijn de laatste 20 à 30 jaar verveelvoudigd. Voetbalclubs uit de toplanden (Engeland, Duitsland, Spanje, Italië, …) concurreren met elkaar voor de beste spelers ter wereld. Clubs uit de subtoplanden (zoals België) strijden voor de mindere goden, de would-be toptalenten, ‘vedetten’ op retour, … Enkel de spelers en de makelaars worden hier beter van, terwijl de fans steeds meer dienen te betalen om een match van ‘hun’ club bij te wonen. Met het vele extra geld dat clubs de laatste decennia verwierven, hadden andere projecten kunnen worden gefinancierd; zoals bijvoorbeeld veilige en moderne stadions, goedkope tickets en sociale projecten. Jeugdvoetbal wordt steeds duurder, de Belgische stadions en bijhorende infrastructuur zijn aftands, … Hadden de mindere voetballers voor een Belgische club willen uitkomen, wanneer ze iets minder werden betaald? Uli Hoeness (voorzitter van
PAGINA 15
Bayern Munchen) verwoordde het zo: ‘We kunnen abonnementsprijzen laten stijgen, dan hebben we bijvoorbeeld € 2 miljoen meer om te spenderen. In een discussie met een speler echter, is die extra € 2 miljoen op 5 minuten uitgegeven, terwijl voor een fan de verdubbeling van de abonnementsprijs een groot verschil maakt. Wij beschouwen fans niet als een melkkoe. Voetbal moet voor iedereen zijn.’ Geld dat je niet hebt, kan je niet spenderen. Geld dat je wel hebt, kan je op een verschillende manieren spenderen. Elke Belgische club moet een afweging maken hoe ze haar club op de lange termijn wil zien evolueren. Bidden voor snel succes op korte termijn en op langere termijn wegglijden, of misschien mindere resultaten op korte termijn om op de lange termijn succesvol te worden. Laat men die beslissing nemen door enkelingen, of betrek je de fans hierin? Natuurlijk zou men de fans hierin moeten betrekken! Ze moeten hierover kunnen stemmen. Dat supporters hiervoor te emotioneel of te dom zouden zijn, is een fabeltje en doet denken aan een quote van een Engelse antidemocraat ruim 150 jaar geleden: ‘Je maakt toch de katten (het volk) geen eigenaar van de melkfabriek (het land)?’ Licht supporters op een transparante, respectvolle en correcte manier in en je zal zien dat democratie in het voetbal mogelijk is en zelfs moet. Zoals eerder gezegd is een club geen bedrijf, maar behoort ze tot de gemeenschap. Voetbal zonder fans is niets (Bill Shankly)! Zonder fans hadden grootinvesteerders, tv-magnaten enzoverder, waarschijnlijk nooit hun geld in het voetbal ‘geïnvesteerd’. Echter, zonder grootinvesteerders, televisiegeld etc. maar met fans, hadden de supporters nog steeds hun club gesteund. Het enige wat het teveel aan geld dus heeft bijgedragen aan het voetbal, is decadente spelerslonen, een scheefgetrokken relatie tussen de nationale hoogste
afdeling (de enige interessante blijkbaar)en de lagere afdelingen en tussen de liga’s van de toplanden en de rest. In een tijd waar er commotie ontstaat omtrent de verdiensten van een CEO van een Belgisch staatsbedrijf (max. € 295.000 per jaar), moet je vaststellen dat tientallen voetballers actief in de Belgische competitie, hiervan waarschijnlijk een veelvoud verdienen en dat de meeste andere spelers netjes in de buurt van dit maximum zullen zitten. Stel je nadien de vraag hoeveel spelers uit de Belgische competitie een plaats zouden hebben in de fictieve top 500 van de beste voetballers ter wereld. Zou het er 1 zijn? Kan democratie het voetbal redden? Moeilijke – en niet de juiste - vraag vermits er dan eerst zeer veel zal moeten veranderen. Dat democratisch geleide clubs top kunnen zijn is wel al bewezen. Kijk maar naar Bayern Munchen en de andere Duitse clubs. Bij Duitse clubs (uitgezonderd Volkswagen Wolfsburg en Bayer Leverkusen) hebben de supporters minimaal 50% + 1 van de stemmen in handen. Sportief draaien deze clubs goed, ze horen bij de top qua sponsorinkomsten, ze bieden goedkope tickets en abonnementen aan, ze zijn financieel gezond, … Democratie zal in de eerste plaats de rol van supporter opwaarderen, en op deze manier de sociaal-maatschappelijke en culturele waarde van een voetbalclub beschermen. Democratie is er natuurlijk niet alleen in Duitsland en bij YB SK Beveren. In Engeland heb je reeds tal van supporter-owned clubs; AFC Wimbledon, Portsmouth FC, Wycombe Wanderers, Enfield Town FC, FC United of Manchester, … Ook in Ierland, Zweden, Spanje, Italië en Finland zijn supporter-owned clubs actief. De weg is lang, maar de eerste stappen zijn gezet.
TEKST: JIM VAN DE VYVER
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • DE NUMMER
DE NUMMER 2
In onze reeks ‘De Nummer’ gaan we steeds op zoek naar vier uitmuntende Beverenspelers op een bepaalde positie. In ons tweede deel gaan we op zoek naar de nummer 2, de rechtsback. Heel wat binnen- en buitenlandse rechterflankverdedigers passeerden de revue in het Waasland, maar de volgende vier kleppers verdienen toch wel een aparte plek in de Hall of Fame van onze club.
PAGINA 17
JULIEN LODDERS IN ACTIE TEGEN AA GENT
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • DE NUMMER
RICHARD VERELST Voetbaltijden veranderen. Terwijl men in de hoogste divisies van ons land tegenwoordig maatregelen neemt om het aantal Belgen op het wedstrijdblad te vrijwaren, speelde SK Beveren in het seizoen 1961-1962 met maar liefst drie spelers uit dezelfde straat in het eerste elftal die in het komende decenium hun plek zouden behouden, zelfs in de hoogste klasse. De Kobegeertsstraat vaardigde naast Jean Janssens en Robert Rogiers nu ook een derde jonge inwoner af voor het eerste elftal, rechtsback Richard Verelst. De 18-jarige elektrotechnicus van opleiding, pas afgestudeerd aan het Hoger Technisch Instituut, debuteerde op het veld van Dendermonde met een klinkende 2-6 zege. Beveren kende een ongekend sterk team in die periode en het duurde een tijdje aleer Verelst zijn vaste stek kon bemachtigen. Na twee wedstrijden in zijn debuutseizoen, volgde er slechts ééntje in de editie van 1962-1963. Beveren pakte wel de titel en dat was voor Verelst al de zesde keer in Beverse loondienst, al zal de eerste met het fanionteam ongetwijfeld zoet gesmaakt hebben. Sportkring beleefde trouwens een uitzonderlijk seizoen in vierde klasse: het maakte 111 doelpunten, werd vijf speeldagen voor het einde al tot kampioen gekroond en verloor zijn enige wedstrijd van het seizoen in een derby tegen Sint-Gillis-Waas met 0-3 voor een publiek van maar liefst 5000 toeschouwers. In de herfst van 1965 verkeert Beveren in een lichte crisis. Het team bulkt van talent, maar presteert zeer onregelmatig. Zo wint het zijn openingsmatch van het seizoen met 7-1 van Jette en verliest het een week later met 4-1
Richard Verelst kegelt de bal weg voor Walter Meeuws
op Doornik. Op de zesde speeldag opteert coach Van Boxelaer voor twee nieuwe flankverdedigers: William Verdonck en Richard Verelst. Zeven speeldagen later staat de ploeg aan kop in derde klasse en had Verelst zijn plek veroverd (net als Verdonck trouwens). Het werd uiteindelijk een thrillerseizoen van formaat waarin SKB op de slotspeeldag genoeg had aan een punt op het veld van Zwevegem. Dat kwam er in extremis nadat Rogiers een mislukte voorzet in doel zag vliegen en zo de 2-2 op de bordjes kreeg. Beveren promoveerde naar tweede klasse en was nu volledig ontketend. Het won in de komende weken met 7-0
PAGINA 19
van de kampioen in Derde A, Racing Mechelen, en van de kampioen in tweede klasse, Waregem, met 0-3 in het kader van respectievelijk de Eindronde en de Nationale Ligatitel. Ook in Tweede Nationale was Verelst niet weg te denken uit het elftal. Hij miste geen enkele wedstrijd en pakte onder coach Guy Thys de titel na een zege op de slotspeeldag op het veld van Union Namen. En zo mochten Beveren en Verelst zich op 3 september 1967 voor het eerst bewijzen op het allerhoogste niveau. Er werd gelijk gespeeld op het veld van Sint-Truiden, tevens de duizendste (in 2000) én de laatste tegenstander van KSK Beveren in de eerste klasse (in 2007). Geelblauw verraste vriend en vijand in de heenronde van hun debuutseizoen: eind november speelde het voor 18 000 toeschouwers om de eerste plaats tegen Anderlecht. Uiteindelijk werd het een 1-2 nederlaag, maar werd Richard na de match geprezen voor zijn beresterke match. In de zomer van 1970 speelde de rechtsback ook zijn drie eerste wedstrijden in Europa. In het kader van de Rappan Cup (de voorganger van het inmiddels ook al ter ziele gegane Intertototornooi) kwam Verelst in actie tegen Werder Bremen (hij was ontegensprekelijk man van de match in het Weserstadion), het Zweedse Vaxjo en het Oostenrijkse Linz. Dat was echter niet de enige Europese campagne van Sportkring dat seizoen want in het najaar werd ook deelgenomen aan de Europacup III, waarin Verelst onder meer uitmuntend in actie kwam in het scoreloze gelijkspel tegen Arsenal. In 1971-1972 was Verelst al voor de derde keer aan het feest met het Beverse elftal toen na een jaar in tweede klasse opnieuw de titel werd gepakt. In 1975-1976 werd Verelst door de club in de bloemetjes gezet voor tien jaren hard labeur op de Beverse rechterflank. Het was meteen ook het laatste seizoen voor Richard
die na 186 matchen op het hoogste niveau en een pak daarbuiten andere oorden opzocht. Bij tweedeklasser Sint-Niklaas besloot Verelst echter vroeger dan voorzien de schoenen aan de haak te hangen door een hardnekkige blessure. Na zijn voetballoopbaan leerde de voormalige rechtsback een volledig nieuwe kant van zijn sportieve zelf kennen: hij werd een verdienstelijk tennisser bij tennisclub Beckhand.
EDDY JASPERS Er zijn slechts weinig niet-Beverse spelers die het populariteitsniveau van Eddy Jaspers konden evenaren. De 18-jarige man uit Horendonk, een deelgemeente van Essen, belandde in 1974 op de Freethiel via provincialer SV Wildert dat eerder ook al de trotse ontdekker van Roger Van Gool was geweest. Het was voormalig verdediger Maurice Renier die de club tipte over de jonge aanvaller (!) Jaspers. In de komende twee seizoenen rijpte Eddy bij de doublures aleer in september 1976 te debuteren op het veld van Charleroi, niet langer als spits maar als rechtsback. Trainer Urbain Braems dropte voor die openingsmatch van het nieuwe seizoen drie jonge veulens in het team en dat trio zou mee aan de basis liggen van de successen in de komende jaren: flankverdedigers Jaspers en Baecke en de jonge Nederlander Hofkens als stofzuiger. Jaspers’ debuutseizoen leverden hem meteen al 21 wedstrijden in de hoogste klasse op en als kers op de taart werd hij ook voor het eerst opgeroepen voor de nationale beloftenploeg met wedstrijden tegen Frankrijk en Bulgarije. Het seizoen 1977-1978 werd één van de meest memorabele uit de clubgeschiedenis. SKB pakte zijn eerste prijs door het winnen van de
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • DE NUMMER
erg belangrijk. Toen ik naar Beveren kwam, was ik dolgelukkig invaller te mogen zijn. Nu staan we met zijn allen op het hoogste voetbalschavotje…”. Eddy miste bovendien ook geen enkele wedstrijd in de Europese campagne die via duels met Ballymena, Rijeka en Inter Milaan uiteindelijk leidde naar een onverdiend verlies tegen FC Barcelona. Op Camp Nou lag Jaspers, maar vooral de Ierse scheidsrechter Carpenter, met een (onbestaande) strafschopfout aan de basis van een zeer onverdiend verlies dat niet meer kon worden recht getrokken in de terugmatch. De bitterheid van heel de zaak was dat Jaspers volgens zichzelf en vele anderen zijn beste partij ooit speelde in Catalonië.
Eddy Jaspers gaat in duel met Standardspits Sigurvinsson
Beker van België tegen Charleroi. Jaspers speelde de volledige wedstrijd en scoorde eerder in de achtste finales het openingsdoelpunt op het veld van Boom in een 0-2 zege. Zijn beste seizoen in Beverse loondienst kwam er op het juiste moment: Beveren pakte de landstitel in 1978-1979 en bereikte de halve finale van de Europacup II. Typerend was zijn enige doelpunt op het veld van Lierse dat seizoen: vanop 35 meter een pegel afvuren en de bal in de verste haak zien vliegen, het is weinig rechtsbacks gegeven. Na het winnen van de titel sprak de volledig ontbolsterde Jaspers volgende woorden: “In een mensenleven is de factor geluk toch
Wie dacht dat Sportkring in de komende seizoenen terug zou afglijden naar de middenmoter van weleer kwam bedrogen uit. In 1980 bereikte de club opnieuw de finale van de Beker van België, maar verloor zeer verrassend van THOR Waterschei. Tot Heil Onzer Ribbenkast was wel degelijk de underdog en dat werd bevestigd door de honderden sjaals die in omloop waren voor de wedstrijd en waarop stond: SK Beveren Bekerwinnaar 1980. Drie jaar later werden de arrogante woorden ingeruild voor knappe daden en maakte Eddy deel uit van het team dat Club Brugge met 3-1 inmaakte. Het bleek opnieuw een goede opwarming voor het kampioenschap, want door een thuiszege tegen Cercle Brugge sleepten Jaspers en Beveren in 1984 zijn tweede landstitel naar zich toe. En zo is Eddy samen met Marc Baecke en Heinz Schönberger de enige speler die elke hoofdprijs wist te winnen met geelblauw. Ondanks het feit dat Jaspers zonder twijfel één van de beste rechtsbacks uit de Belgische competitie was, werd hij pas opgeroepen voor de Rode Duivels in september 1984. Uiteindelijk haalde hij slechts drie caps onder trainer Guy Thys mede door de concurrentie van Erik Gerets, waarschijnlijk de beste rechtsachter uit ‘s lands geschiedenis.
PAGINA 21
In het seizoen 1985-1986 kende Jaspers heel wat blessureleed. In 1986 verliet de verdediger Beveren en trok naar promovendus Racing Jet. Daarna volgden onder meer nog Antwerp en Willem II. Met zijn 19 competitiedoelpunten was Jaspers één van de best scorende verdedigers uit de Sportkringgeschiedenis. Reken daar nog vier schitterende trofeeën bij en u begrijpt waarom Jaspers onmisbaar is in een lofzang op de rechtsachter. Bovendien waren er zelden spelers die zo prominent aanwezig waren tussen supporters, zelfs tot uren na de wedstrijd. Zijn peterschap bij Café Sirius en een trouw gevolg van Jaspers’ familieleden als fans waren daar niet vreemd aan. In combinatie met boezemvriend en collega bij hoofdsponsor Combori, Marc Baecke, was de sfeer altijd verzekerd. Ooit verklaarde hij in het Belang van Limburg: “Ik en mijn maten lusten wel graag een pintje. Een tijd geleden was ik ziek. Ik moest pillen slikken en geen bier drinken. Ik kan je vertellen dat ik me nog nooit zo slecht voelde als toen”. Daarbuiten was hij echter ook een fervent zeevisser en hield hij van de sereniteit van de Kalmthoutse Heide die in zijn achtertuin lag. Kortom, het prototype van een Beverenspeler in de Gouden Periode. Tegenwoordig is Eddy Jaspers niet langer actief bezig in de voetbalwereld en werkt hij als automechanicus in zijn geboortestreek.
JULIEN LODDERS In de schaduw van de aankoop van de Poolse topmiddenvelder Marek Kusto en een hetze tussen toenmalig trainer Urbain Braems en de terugkerende hulptrainer Rik Pauwels, nam SK Beveren in de zomer van 1982 twee jonge spelers over van derdeklasser Looi Sport. Looi Sport, een club uit Tessenderlo die
in 1997 werd stopgezet, speelde destijds in derde klasse. De eerste, middenvelder Patrick Stalmans, werd quasi meteen een gevestigde waarde in het eerste elftal. Voor de drie jaar jongere verdediger Julien Lodders - ook Club Brugge, Beringen en Tongeren waren geïnteresseerd in de man die al op zijn zestiende debuteerde in derde klasse- zou het wat langer duren, wat niet wegnam dat Lodders een waar boegbeeld zou worden in de geschiedenis van onze club. Op 19 maart 1983 debuteerde Lodders op het veld van Beerschot, maar het zou tot 1984 duren aleer Lodders, deeltijds werknemer bij Combori, zijn plek in het fanionteam zou veroveren. Het bleef ook lang gissen wat Lodders’ beste positie was: hij speelde zowel als voorstopper als verdedigende middenvelder, maar bleek op zijn best op de rechtsback. Dat werd ontdekt door Omer Janssens, toenmalig trainer van de beloften, met wie hij tot driemaal toe kampioen werd in de reservenreeks. In het kampioenenjaar 1983-1984 speelde Julien slechts twee wedstrijden, waarin hij vooral tegen Club Luik een sterke indruk liet. In de loop van het seizoen 84-85 begon Lodders steeds meer kansen te krijgen. De club was nog steeds bij de top van België en verloor in juni zijn vierde bekerfinale na strafschoppen tegen Cercle Brugge. Lodders zelf ontbrak maar was in een eerdere fase wel van belang toen Beveren zich in de achtste finales wist te plaatsen voor de volgende ronde tegen de buren uit Sint-Niklaas, die de heenmatch met 2-0 hadden gewonnen. Naast competitie en beker, speelde Lodders ook maar liefst 14 Europese wedstrijden en schakelde onder meer met de club topploegen als Athletic Club de Bilbao en AC Torino uit. Na de uitschakeling met strafschoppen op het veld van Vitoria Guimaraes in 1987 zakte Sportkring steeds verder weg. Lodders bleef echter zijn club trouw en was meer dan eens een rots in de branding. Toch
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • DE NUMMER
kon hij ook niet verhinderen dat Beveren in 1990 degradeerde naar tweede klasse ondanks de aanwezigheid van heel wat grote talenten. In tweede klasse werd Lodders gepromoveerd tot kapitein en mocht hij op het einde van de rit meteen terug de promotie vieren. Dat Lodders en Beveren een succesverhaal was bewees Julien in 1991 door te verhuizen naar de Klapperstraat. Julien, afkomstig uit het Antwerpse Hoogstraten maar wonende in het Limburgse Paal, reed al negen jaar aan een stuk elke dag met de auto naar de Freethiel en vond de tijd rijp om te verhuizen. Zijn beslissing werd versneld toen Johan Boskamp hem ooit op de bank zette, nadat hij vier uur in file had gestaan op de Antwerpse Ring. Door de komst van Dirk Thoelen werd Lodders in 1992 van de rechtsback naar de centrale verdediging geswitcht. Hij zorgde in dat seizoen voor een stuntzege op het veld van Anderlecht waar hij met een knappe achterwaartse kopbal de winning goal scoorde. Ook in zijn volgende seizoenen bleef Lodders, toch al een een prille dertiger, de knappe prestaties aan elkaar rijgen. Op de openingswedstrijd van het seizoen 1995-1996 tegen RWDM werd Julien Lodders in de bloemetjes gezet voor 300 wedstrijden in het eerste elftal. In totaal speelde Lodders 14 seizoenen op de Freethiel: hij speelde 294 matchen in de hoogste klasse, een volledig seizoen in tweede, 37 bekerpartijen, 14 Europese matchen en meer dan 100 vriendschappelijke wedstrijden. Na de degradatie in 1996 was het welletjes geweest. Lodders werd door trainer Barry Hulshoff, die bezeten was van het naïeve Ajaxjonkiessyndroom, volledig buitenspel gezet. Julien werd daarop speler-trainer van vierdeklasser Verbroedering Denderhoutem, ondanks aanbiedingen van Westerlo en STVV. Hij was ook nog een tijdje trainer bij het FC Nieuwkerken van Guido Van Lijsebetten.
Tegenwoordig is Julien niet langer actief binnen de voetbalwereld. Zijn middelste zoon Jonathan schopte het tot de Vierde Nationale bij onder meer Overpelt.
EMMANUEL EBOUÉ Kent U Sener Top nog? Waarschijnlijk niet: de Belgische spits van Turkse origine speelt tegenwoordig voor eerste provincialer Herk Sport. Totaal irrelevant misschien voor de gemiddelde voetbalfan, maar we zijn er zeker van dat de naam af en toe nog eens opduikt in de nachtmerries van één van ‘s werelds beste flankverdedigers. Sener Top speelde in november 2002 de gloriematch van zijn leven. Zijn club, derdeklasser Bocholt, nam het op tegen eersteklasser Beveren en won met 2-1. Rechtstreekse tegenstander van Top was niemand minder dan een zeer jonge Emmanuel Eboue, een maand daarvoor pas gearriveerd uit Afrika. Eboue ging tweemaal in de fout en werd zelfs belaagd door enkele supporters die de schandalige uitschakeling moeilijk konden verkroppen. Geen liefde op het eerste gezicht dus, maar de liefde voor de Ivoriaan zou snel genoeg komen ... Emmanuel Eboue werd geboren in de Ivoriaanse grootstad (niet hoofdstad!) Abidjan in een gezin van maar liefst twaalf kinderen. Hij werd als jongeman gerekruteerd door JeanMarc Guillou voor zijn academie in de Abidjaanse wijk Sol Beni en maakte deel uit van de Puskas-lichting (JMG noemde al zijn lichtingen naar voormalige voetballegendes) samen met onder meer Arunina, Gervinho, Ouattara en Zito. Vooraleer naar Europa te verhuizen speelde Eboué een seizoen voor ASEC Abidjan, de satellietclub van de academie en tevens absolute grootmacht in het Afrikaanse voetbal.
PAGINA 23
In september 2002 streek de Ivoriaan neer in het Waasland samen met Moussa Sanogo en Mohammed Diallo. Een ideale situatie was dat allerminst: de eerste Ivoriaanse Burgeroorlog brak net uit en in een door werkloosheid geteisterd land was de jonge Manu verantwoordelijk voor het onderhoud van zijn ganse familie en dat met een zeer laag loon van om en bij de 2000 euro per maand, het minimumtarief in België. Winstpremies bestonden er zelfs niet voor de jonge Afrikanen. De wereld op zijn kop zou later blijken. Eboue ging samen met maatje Sanogo wonen in de Beverse Kasteeldreef 8 en de huishoudelijke taken werden goed verdeeld, Manu zorgde voor de maaltijden en Moussa voor het onderhoud van de woning. Emmanuel kende dus een moeilijke start na het debacle in Bocholt, maar bewees al snel van goudwaarde te zijn. Arsenalhuurling en voornaamste concurrent John Halls blesseerde zich zwaar en de jonge Eboue speelde in zijn maidenyear 23 wedstrijden in de hoogste klasse. Hoogtepunten van dat seizoen (02-03) waren ongetwijfeld de zege op Lokeren (1-2) en de verplettering tegen Lierse (7-1). Een mooi seizoen werd bekroond met een selectie voor de eindronde van de Africa Cup voor beloften in Burkina Faso, waar Kaiper, Yaya, Diallo en Eboue de finale behaalden. In het seizoen 2003-2004 was er geen houden meer aan, Eboue ontpopte zich tot één van de beste verdedigers van het land en vooral zijn aanvallende kwaliteiten waren ongezien. In november 2003 maakte Eboue na een schitterende rush met heel wat één-tweetjes misschien wel het doelpunt van het jaar tegen Racing Genk. Gevolg: een 3-1 zege en een wel heel verzuurde Genkvoorzitter Jos Vaesen die het Ivoriaanse Beveren niet kon smaken. De pot verwijt de ketel zou enkele jaren later blijken. Het werd een wonderlijk seizoen: in januari werd de eerste Flanders Soccer Cup, een indoortornooi,
Eboue met Arsenal in actie tegen ex-club Beveren
met verve gewonnen (een verbijsterd AA Gent werd met 10-2 wandelen gestuurd) en na enkele stuntzeges bereikte SKB ook voor het eerst in 19 jaar de finale van de Belgische beker. Club Brugge bleek effectiever dan Beveren, maar Eboue mocht zich klaarmaken voor een Europese campagne. In de voorbereiding van het seizoen 04-05 kreeg Eboué een unieke mogelijkheid om te testen bij het Arsenal van Arsene Wenger. Samen met Marco Né mocht de rechtsback mee op oefenkamp naar Oostenrijk en op 1 augustus was hij zelfs actief op het inmiddels legendarische Ajaxtornooi. Arsenalspits Robin Van Persie was meteen verkocht omtrent Eboué en verklaarde in de Britse pers wat voor een talent die rechtsback wel was. Eén probleem voor Manu: in Engeland geldt een buitenlandersregel die eist dat een nietEuropeaan minstens tien wedstrijden voor het nationale elftal moet gespeeld hebben. Eboué keerde terug en slaagde er met Beveren in om de groepsfase van de UEFA-cup te behalen.
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • DE NUMMER
Ondertussen werd de Ivoriaan ook vaste waarde in het nationale elftal sinds zijn debuut in september tegen Sudan. Arsenal besloot in januari de rechtsback in te lijven voor een dikke twee miljoen euro. De thuismatch tegen Germinal Beerschot stond in het teken van het afscheid van de man die de afgelopen seizoenen zoveel kleur had gegeven. Sanogo scoorde in blessuretijd de winning goal en Eboue dankte de fans na afloop voor de mooie jaren. Hij deed er nog een dansje bovenop, een dansje dat hij een anderhalf jaar eerder ook al deed met Isabelle A op de fandag. Eboué trok dus naar Londen en debuteerde vrijwel meteen in een bekermatch tegen Stoke City. Na een half jaar aanpassingsperiode brak Eboué volledig door in het seizoen 2005-2006. Hij werd vaste waarde na de winterstop en maakte deel uit van het Arsenalteam dat voor het eerst in zijn ellenlange bestaan de finale van de Europacup I wist te behalen. Er werd onverdiend verloren van Barcelona, maar de nobele onbekende Eboué had zijn visitekaartje aan Europa afgegeven. Hij werd door zijn coach zelfs vergeleken met de mythische Garrincha, één van de twee spelers die quasi op zijn eentje het WK wist te winnen (Maradona in ‘86 en Garrincha in ‘62). In 20062007 werd Eboue verkozen tot Arsenalspeler van de maand september. Prijzen bleven echter uit en dat was een harde dobber voor de eens zo verwende Arsenalfans. Kritiek bleef niet uit en Eboué’s prestaties werden in 08-09 zo hard bekritiseerd dat de Ivoriaan zelfs al huilend het veld afging. Na enkele maanden was de ondertussen ook rechtsmidden geworden Eboue terug de oude. De fans sloten de man terug in het hart en tot op de dag van vandaag is de Beverenaar een echt cultfiguur in Noord-Londen. T-shirts in alle kleuren en met allerhande slogans over Manu worden anno 2013 nog steeds in grote getale verkocht aan het Emirates Stadium.
In augustus 2011 werd Eboué verpatst aan Galatasaray, nadat hij in 214 wedstrijden voor The Gunners 10 doelpunten had gescoord en 25 assists had afgeleverd. De Turkse topclub betaalde 3,5 miljoen euro voor de rechtsback en schotelde hem een contract van vier seizoenen voor. Ondertussen is Galatasaray met Eboue als vaste pion opnieuw dé topclub van Turkije geworden, na een eerdere hegemonie van Fenerbahce. In 2012 en 2013 werd de titel gewonnen en vorig seizoen bereikte de club de kwartfinales van de Champions League. In die kwartfinale scoorde Eboué nog een geweldig doelpunt tegen Real Madrid in een knappe 3-2 thuiszege. Tien jaar eerder zat hij nog te klungelen op Bocholt, het leven van een voetballer valt niet te voorspellen ... TEKST EN FOTO’S: ROBIN BECK
Janssens Autoservice NV Verbrandendijk 106 2070 ZWIJNDRECHT
PLATEX VERHUUR RIJPLATEN STAAL & KUNSTSTOF ‘s Herenwilg 15 9120 Beveren 03-775 60 83 www.platex.be
HEYRMAN URBAIN GRONDWERKEN BVBA Halfdreef 1 • 9120 Beveren 0476/98.22.69
Orthopedie Wenselaers Ronny TEL 03/775 00 94 GSM 0477/47 67 20
Algemene grond- en afbraakwerken, funderingen Boerenstraat 11 • Beveren www.heyrmanurbain.be
Yzerhand 71 9120 Beveren www.frituuryzerhand.be
Elektro montage B. Wauters OPRITTEN • PARKINGS TERRASSEN • TUINPADEN
Algemene elektriciteits werken Nieuwbouw, renovatie en herstellingen
0474 36 38 64
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • OP VERPLAATSING
OP VERPLAATSING
MIJNSTADION, BERINGEN De voetbalwereld is veranderd: traditieclubs van weleer zijn verdwenen, gefusioneerd of afgezakt naar de laagste klassen van het land. Vele authentieke stadia hebben de tand des tijds niet doorstaan en pasten niet langer in de ruimtelijke ordening. Maar wie goed zoekt, vindt de pareltjes nog verspreid over het grondgebied, vaak vergeten, terug.
PAGINA 27
Doorheen de gehele geschiedenis moest ons Beveren naar alle uithoeken van ons land en vaak zelfs erbuiten. In onze nieuwe reeks ‘Op Verplaatsing’ gaan we dan ook op zoek naar speciale plekken die de geelblauwe historiek gekleurd hebben, want wie met Sportkring ‘op verplaatsing’ moest gaan wist nooit wat hem te wachten stond ...
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • OP VERPLAATSING
Van alle voetbalstadia die ons Belgisch grondgebied rijk is, heeft het Mijnstadion in Beringen wel een heel speciale plek in de Beverse voetbalgeschiedenis. Op 12 mei 1979 trok het geelblauwe legioen naar Limburg om een trofee te gaan behalen, waar geen realistisch mens enkele jaren voordien ooit nog maar had van durven dromen. Door een brilscore tegen FC Beringen pakte SKB de landstitel, een prijs die SK Beveren als enige Oost-Vlaamse club ooit kon winnen. Een dikke 34 jaar later ging Eskabee Magazine terug naar de mijnregio’s van Limburg om er de bewuste zaterdagavond te reconstrueren ... Wie vandaag de dag Beringen binnenrijdt krijgt in één klap twee uitersten van ons vaderland te zien. Prachtige bossen en velden die de provincie Limburg zo kenmerken enerzijds en een honderdtal meter verder de rijzige zwarte torens van de steenkoolmijn anderzijds. Tegenwoordig is het harde labeur van de mijnen omgeruild voor het Vlaams Mijnmuseum, een familietrip met een viersterrenstatus op Tripadvisor. De steenkoolontginning in Beringen werd in 1989 stopgezet en met die sluiting verging langzaam maar zeker een knap stukje voetbalgeschiedenis mee, FC Beringen. FC Beringen mag dan wel van de bondsregisters zijn geschrapt, de geest van de roodzwarte club leeft voort. Twee jaar geleden gaf de Heemkundige Kring nog het boek ‘75 jaar FC Beringen’ uit en ook de thuishaven van de club, het Mijnstadion, bleef nog volledig intact. Als we de ingang naderen vallen ons twee dingen op: de reusachtige mijnsite die als een vaderfiguur over Beringen waakt en het sprekende gemak waarmee de stad omgaat met multiculturaliteit. Een oude dame haalt haar patékes bij de plaatselijke Turkse bakker en de stoep wordt geveegd tijdens de koffieklets van twee Beringse vrouwen, de ene met hoofddoek en de andere zonder. Het zware mijnwerkers-
De supporters betraden nog voor affluiten het veld. Hier is topschutter Erwin Albert aan het feest.
bestaan schepte collegialiteit en die band van genegenheid is generaties later duidelijk nog aanwezig in deze Limburgse stad. Op de hoofdingang van de staantribune prijkt FC Beeringen, de antieke naam van de club tot 1972. Een plaatselijke klusjesman van rond de zeventig weet alles nog van het oude Beringen en begint te vertellen over de gouden tijden. Over hoe bijvoorbeeld de kinderen in bepaalde hoogdagen stoelen moesten gaan halen in de bioscoop een honderdtal meter verder, omdat de 18 000 plekken niet genoeg waren en er gemakkelijk nog 2000 langs de zijlijn konden plaatsnemen. De gouden tijd van FCB, dat waren de jaren zestig. In 1964 kwam het zelfs zover dat Beringen het aandurfde om het grote Anderlecht uit te dagen voor de landstitel. Het team van de Limburgers bestond toen uit een mix van talent met een mijnwerkersmentaliteit om U tegen te zeggen. Twee namen herinnert de man zich nog: Kasprzak, een Baseggio avant la lettre zowel op fysisch als voetbalgebied; en Victor Lunga, een spits waar elke verdediger schrik van had, niet zozeer door zijn abnormale voetbalkwaliteiten maar eerder omdat de man blijkbaar de verpersoonlijking van kracht zelve was.
PAGINA 29
Beverenaar Wilfried Van Moer is ongetwijfeld de beroemdste ex-Beringer aller tijden.
En zo kwam het dat Anderlecht met twee punten voorsprong op Beringen naar het Mijnstadion moest komen. In de heenronde won Paarswit met maar liefst 6-0, maar dat nam niet weg dat de druk hoog moet gestaan hebben. Terecht zo bleek, want Beringen speelde een quasi perfecte eerste helft en kwam 2-0 voor. Een sprookje werd het uiteindelijk niet: wonderkind Paul Van Himst zorgde haast op zijn eentje voor een ommekeer en sleepte nog een 3-3 gelijkspel uit de brand. Het majestueuze Anderlecht keerde voldaan terug naar het Astridpark en eindigde het seizoen met vier punten voorsprong op Beringen. In de komende jaren trachtte ‘de Trots van Limburg’ die knalprestatie uit 1964 tevergeefs te bevestigen. In 1970 degradeerde de club zelfs naar de tweede klasse, maar kwam het na twee seizoenen vol ambitie terug naar de hoogste afdeling. De mijnindustrie en voorzitter Tournier bespaarden kosten noch moeite om hun team terug naar de bovenste regionen te loodsen. Zo werd in 1976 plots toch wel verrassend Wilfried Van Moer weggehaald bij Standard. De Beverenaar verkoos Beringen boven SKB en opende tegelijkertijd een café in de Hasselt.
Op die bewuste 12de mei in 1979 ontving Van Moer dus zijn oude liefde Beveren met in zijn kielzog maar liefst 8000 Wase fans. “BeringenMijn wordt omgedoopt tot Beringen-Waas” kopten de kranten daags voordien en ze kregen geen ongelijk. Na een oersaaie match, waarin Beveren veruit zijn slechtste match in jaren speelde, werd het 0-0. De meegereisde supporters betraden tien minuten voor het einde al het speelveld en de afscheidnemende scheidsrechter Wouters had dan ook de grootste moeite om de match reglementair af te fluiten. Dat gebeurde toch en zo kon Beveren zich als dertiende ploeg van België landskampioen noemen. Voor de eerste (en voorlopig laatste) maal schoot een ploeg uit Oost-Vlaanderen die hoofdvogel af en voor het eerst gebeurde dat ook op Limburgse bodem. Het gerenommeerde magazine Knack plaatste de kampioenen zelfs op haar frontpagina, SK Beveren is de enige voetbalclub die dat ooit gedaan kreeg ... Met Beringen ging het intussen van kwaad naar erger. In 1980 verloor het zijn officieuze titel van ‘Beste Limburgse Club’ toen Waterschei plots miraculeus de Beker van België won tegen, jawel, Beveren. In de loop van de jaren verlieten ook drie goudhaantjes de club, eerst vertrok Raymond Jaspers naar Anderlecht en daarna volgden Van Moer (terug naar het oude nest in Beveren) en Walter De Greef (tevens Anderlecht). Als laatste redmiddel werd een topcoach van formaat aangetrokken: de Nederlander Kees Rijvers, winnaar van drie landstitels, twee bekers en de UEFA Cup met PSV. Rijvers’ magie kon het schijnbaar gedoemde Beringen niet langer redden. Typerend was een interview met de man bij de BRT, waarbij men aan Rijvers vroeg hoe het kwam dat een ambitieuze ploeg als Beringen gedurende negen seizoenen op rij al tegen de degradatie vocht. Een antwoord kwam er nooit, niet van Kees noch van enig ander voetbalcoryfee. Rijvers
ESKABEE MAGAZINE REPORTAGE • OP VERPLAATSING
werd ontslagen, Beringen degradeerde maar kreeg een tweede kans omdat Beerschot vals had gespeeld. Een jaar later zakte de club dan toch en in 1983-1984 speelden ze hun allerlaatste seizoen in de hoogste klasse: Beringen werd allerlaatste en aan de andere kant van de tabel vierde Sportkring zijn tweede titel. In 1988 volgde een verdere val naar de derde klasse. Toen de mijnen in 1989 hun boeken neerlegden was de geldader voorgoed toegedraaid. Bezoekersaantallen zakten zienderogen en een put van circa 17 miljoen frank beoogde een mirakel om gevuld te worden. De stadionnaam werd zelfs veranderd naar Vatanastadion: de ene sponsor voor de andere, zo gaat dat in de voetballerij. In 1995 volgde de degradatie naar Bevordering. In 1997 werd kleine broer Vigor bekampt in het Mijnstadion, waar 2000 toeschouwers hun zondagse kleren nog eens aantrokken om deze burenstrijd bij te wonen. Die kleine broer bleek uiteindelijk een pak gezonder dan de oude glorie: in 2002 fuseerden beide clubs en werd de stamnummer 330 van Vigor behouden. De fusieclub werd Verenigde Krachten Beringen gedoopt en speelt tegenwoordig in Eerste Provinciale. FC Beringen had na twintig jaar ellende het loodje gelegd ... In datzelfde seizoen 2001-2002 speelde KSK Beveren dat jaar zijn allerlaatste match in het
stadion in een oefenpot tegen het Turkse Rizespor. Het Mijnstadion bleef nog twee jaar in handen van de nieuwe fusieclub tot de gemeente in 2004 besloot om toenmalig tweedeklasser Heusden-Zolder een kans te geven op een nieuwe thuis. In ruil voor het stadiongebruik werd de naam Beringen-Heusden-Zolder gebruikt, voor een provincie met gemeentes als Zichen-Zussen-Bolder is niks natuurlijk te gek. BHZ bleek al even rot vanbinnen als vanbuiten en in 2006 vroeg de vereniging het faillissement aan. KVK voerde daarop een strijd met de gemeente om het stadion, maar die besloot het complex niet langer voor clubvoetbal te behouden. Op de laatste zomerdag zo lijkt, ligt het Mijnstadion er nog in goede staat bij. Authentiek is het minste wat we kunnen zeggen. Achter beide doelen staan gebogen staantribunes, zo zwart als steenkool. De prikkeldraad boven de hekken haalt jaren ‘80 beelden voor de geest, de VIP-tribune daarentegen is sinds de jaren ‘60 hoogstwaarschijnlijk amper veranderd. In Beringen lijkt het simpel te zijn: wie een zitplaats heeft is VIP, al de rest mag staand genieten. Waar vroeger de ingangen naar de staantribunes waren, groeit nu struikgewas en allerlei onkruid. Dit zijn tribunes die niet meer gebruikt worden: veiligheidsredenen
PAGINA 31
weet U wel, alsof een hoop trappen zonder dak levensgevaarlijk zijn. Opvallend zicht is ook de Sint-Theodarduskerk (ook wel Mijnkathedraal genoemd), een gift van de mijnindustrie, die praktisch uit elke hoek van het stadion boven de tribune uittorent. Het hele stadion ziet er iets of wat onheilspellend uit en het valt makkelijk te begrijpen dat dit bij wijlen een oninneembare burcht was. Klaar om in te pakken komen we plots de conciërge tegen. De vriendelijke man werkt voor de Sportdienst en maakt alles in gereedheid voor een evenement vanavond. Voor hetzelfde geld speelt hier vanavond the next best Zidane mee, want de U-19 van Frankrijk nemen het op tegen Ierland. Het Mijnstadion vervult sinds enkele jaren de rol van speelterrein voor diverse nationale jeugdelftallen. De man uit Heusden kent weinig van het oude Beringen, maar wil ons toch nog wat tonen. Hij leidt ons binen in de oude kantine waar tientallen oude foto’s zijn ingekaderd van de jaren ‘40 tot een decennium geleden. De tijd dringt, les Bleus komen eraan. Eén van de oeroude kleedkamers is omgevormd tot dopingroom. Aan de ingang is een lelijke opblaasbare poort voor de rustieke stenen versie neergepoot. Authenticiteit spreekt de UEFA duidelijk niet aan. Binnen twee uur spelen hier 22 jonge talenten op zoek naar glorietijden, die van FC Beringen zijn helaas opgesoupeerd ... TEKST: ROBIN BECK FOTO’S: ROBIN BECK & KOEN DE VUYST
Kwong Ming Yzerhand 101 • Beveren 03 755 00 36 Buurtwinkel ‘t Kobenhoekske Koben Geertsstraat 87 • Beveren 03 337 46 71
Horta Devlieghere Pareinpark 7 • Beveren www.hortabeveren.be
INTERIEUR CESAR CANT www.cesarcant.be Algemene schijnwerkerij Vermeiren Wesley Peperstraat 24, 9120 Beveren
Sanitair
Van Buynder sanitair cv / verwarming vloerverwarming zonneboilers zwembadverwarming dakwerken Windmolenstraat 38, 9120 Vrasene Tel/fax 03/755.37.19 www.vanbuyndersanitair.be
www.miniandroid.be
‘Like us’ op Facebook en geniet van 20€ korting op onze Mini Android producten. Surf daarna naar onze WEBSHOP en bestel je product, vul volgende code in: SKB172 En geniet van de YB SKB korting! Wist u dat je met de Android TV Box tot 77.000 gratis films kan bekijken via Live Stream! Download simpelweg de applicatie en kijken maar. ACTIE GELDIG VANAF ZATERDAG 2 NOVEMBER 2013 TOT ZATERDAG 28 NOVEMBER 2013
facebook
www.facebook.com/miniandroidbe