INTERRELIGIEUZE DIALOOG, WEG NAAR INWENDIGE TRANSFORMATIE. Ervaringen en aanbevelingen samengebracht door ‘Les Voies de l’Orient’ (Brussel) Dit document is de slotverklaring van het Colloquium dat werd georganiseerd door ‘Les Voies de l’Orient’ in het Huis van ‘Vogelzang’ in Brussel, van 29 mei tot 1 juni 2014. Eerder werden vijf colloquia georganiseerd, sinds 1996. Ook ditmaal werden een zestigtal deelnemers uitgenodigd, geselecteerd op basis van de concrete ervaring die ze hadden opgebouwd inzake interreligieuze dialoog. Een vijftiental onder hen was ook lid van één van de vele commissies voor Monastieke Interreligieuze Dialoog (MID). In de loop van deze ontmoeting werden bovendien enkele grote betekenisvolle pioniers van de intra-religieuze dialoog in de verf gezet, zoals Raimon Panikkar, Edmond Pezet, Vincent-Shigeto Oshida, Keiji Nishitani en Henri Le Saux. De belangrijkste inleidingen werden gebracht door Swami Amarananda (Genève), Jean-Claude Basset (Genève), Bettina Bäumer (Varanasi, India), Fabrice Blée (Ottawa), Christophe D’Aloisio (Brussel), Pierre de Béthune (Clerlande, België), Bernard Durel (Straatsburg), Henri Huysegoms (Niigata, Japan), Shafique Keshavjee (Lausanne), Claire Ly (Marseille), Jacques Scheuer (Louvain-la-Neuve), William Skudlarek (Fujimi, Japan) en Bernard Stevens (Louvain-la-Neuve). Na elke inleiding vonden de deelnemers elkaar, opgedeeld in zes werkgroepen van een tiental personen, om indrukken uit te wisselen en om te reflecteren over wezenlijke elementen die constitutief zijn voor een intra-religieuze dialoog. Geen tekst kan de rijke verscheidenheid van de getuigenissen en reflecties weergeven die werden uitgewisseld gedurende deze dagen. Niettemin hebben wij getracht hier de essentie ervan samen te brengen. Immers, de deelnemers zijn er op uit om de vruchten van het colloquium ruim te verspreiden en te delen. De eindredactie werd verzekerd door de voornaamste inleiders, daarbij geholpen door Françoise Cassiers (Brussel), Dennis Gira (Parijs) en Jean-Côme Renaudin (Parijs). * * * 1
De inter-religieuze dialoog verandert al wie er zich resoluut in begeeft. Niet alle vormen van dialoog tussen godsdiensten vereisen een dergelijke inzet, maar wanneer iemand van een bepaalde religieuze traditie het getuigenis van een andere traditie verwelkomt in het diepste van het eigen leven, dan kan de persoonlijke spirituele kern er ten diepste worden door aangesproken, ja zelfs getransformeerd. In dat geval gaat het om wat Raimon Panikkar heeft genoemd: de ‘intra-religieuze dialoog’. Het is nodig om bakens uit te zetten langs dit pad dat nog maar zelden wordt bewandeld. Onderstaand document werd uitgewerkt om daartoe bij te dragen. Het kwam tot stand dank zij de deelnemers aan een colloquium georganiseerd in Brussel, in mei 2014. Afkomstig uit zo’n 15 landen van Europa en daarbuiten, behorend tot verscheidene Christelijke Kerken, spreken ze zich hier uit als christenen. We zijn er ons van bewust dat mensen en gemeenschappen van andere spirituele tradities overwegingen zullen inbrengen. Deze kunnen hen eigen zijn én tegelijk vergelijkbaar met die van ons. Ze kunnen inspiratie bieden voor onze ervaring van dialogeren. Dat is onze overtuiging en onze hoop. De aanwezigheid op deze ontmoeting van enkele genodigden die deze niet-christelijke tradities vertegenwoordigden bevestigde deze overtuiging. De bedenkingen en suggesties hier samengebracht sluiten aan bij de groeiende openheid van de Christelijke Kerken voor de andere spirituele tradities, - een beweging waarin de Kerken aandacht willen hebben voor gebaren van openheid voor ontmoeting vanwege deze tradities (meer bepaald vanwege de boeddhistische en hindoeïstische tradities). Die openheid is gebaseerd op meerdere officiële verklaringen van de Kerken van de laatste jaren1. Zodoende hebben we getuigenissen verzameld van pioniers van vroeger, en onder elkaar hebben we eigen ervaringen gedeeld, om te beginnen om precies te duiden wat dit type van interreligieuze dialoog in wezen is. Vervolgens hebben we achterhaald welke risico’s inherent zijn aan de interreligieuze dialoog, om vervolgens te achterhalen wat de voorwaarden en vereisten daartoe zijn, opdat deze ontmoetingen gegarandeerd plaats hebben met respect voor alle deelnemende partners. Tenslotte was het mogelijk om de uitdagingen en de vruchten van deze dialoog ter sprake te brengen. _________________ 1 Meer
bepaald: Dialoog en Verkondiging, document gezamenlijk uitgegeven door de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren en de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog (1991), Guidelines on Dialogue with People of Living Faiths, Wereldraad van Kerken (Genève, 1979), en Contemplation et Dialogue Interreligieux, Repères et perspectives puisées dans l’expérience des moines, Pontificium Consilium pro Dialogo inter Religiones, Bulletin n°84 (1993).
2
A. WAT IS DE «INTRA-RELIGIEUZE DIALOOG » ?
De intra-religieuze dialoog is in de allereerste plaats een inter-religieuze dialoog: een uitdrukkelijke ontmoeting van aanhangers van twee of meerdere godsdiensten, die verwachten iets betekenisvol te mogen ontvangen van de andere(n) in verband met het mysterie dat alles en iedereen bezielt. Maar de ruimte die vrijkomt door een dergelijke dialoog schept kansen voor het verwelkomen van die andere, wat meteen ook een wezenlijke ‘invraagstelling’ wordt voor diegene die daartoe het initiatief heeft genomen. Op die manier verinnerlijkt zich de dialoog en verwekt ze een innerlijke transformatie en verdieping. Dit betekent een stilzwijgende groei in ieder van de dialoogpartners vanuit de ontmoeting en de ontdekking die ze hebben beleefd. Dit betekent ook een bewustwording van een interactie tussen twee of meer onderscheiden religieuze en spirituele tradities in de diepste kern van ieders eigen geestelijk leven. Een weg dus die leidt naar verzoening tussen eigen overtuiging en openheid naar anderen toe. B. PROBLEMEN EN UITDAGINGEN
Ook al opent de intra-religieuze dialoog de poort naar een boeiend avontuur, hij gaat evenwel eveneens gepaard met in vraagstellingen, die soms pijnlijk kunnen zijn. Daarom is het onontbeerlijk de voorwaarden te bestuderen die deze praktijk van doen heeft om te slagen. Het gebeurt dat wie er geen ervaring mee heeft – of ermee te maken had in slechte omstandigheden - dit aanvoelt als een bedreiging voor de eigen christelijke identiteit. Om die reden ook stoot deze dialoog in sommige kerkelijke kringen op onbegrip, ja zelfs achterdocht. Tezelfdertijd plaats de intra-religieuze dialoog de christen voor de uitdaging om grondig na te denken over de grote thema’s van het christelijk geloof. Deze uitdaging interpelleert in de eerste plaats de theoloog. Hoe ver kan een christen gaan die zich op het pad van de intra-religieuze dialoog begeeft, bij het herformuleren van leerpunten inzake de Christologie? Hoe kunnen we de activiteit van de Heilige Geest vatten die aan het werk is in de andere spirituele tradities? Op alle vlakken stellen zich fundamentele vragen. C. NODIGE VOORWAARDEN EN GUNSTIGE OMSTANDIGHEDEN
Het is evident dat men de dialoog niet kan improviseren. We moeten zorgvuldig de interne coherentie van het proces voor ogen houden.
3
In onze benadering is de dialoog in de eerste plaats een antwoord op een oproep van God. Het is essentieel om zich daarvan bewust te zijn, want dit is de eerste vereiste die zich stelt, en moet worden geverifieerd, wanneer iemand zich op dit pad begeeft. Zoals de pioniers van de dialoog hebben aangetoond is een echte interreligieuze ontmoeting niet een kwestie van persoonlijke zin hebben, maar wél in wezen een betrachting die men aanvaardt om eraan te beantwoorden. Het is een daad van geloof die erop uit is de dialoogpartner te ontmoeten in zijn/haar geloof. Bovendien wordt dit altijd uitdrukkelijk beleefd in verbondenheid met geheel de Kerk. Bijgevolg moeten we gedurig aan onderzoeken wat de motivatie is die ons beweegt naar de ontmoeting toe. Ze dient gezuiverd te worden van het zoeken naar een onmiddellijk persoonlijk profijt, zelfs in de spirituele sfeer. En, paradoxaal genoeg, moet ze zijn gedragen door de hoop en verwachting een genadevolle gave te mogen ontvangen van onze dialoogpartner. De context van een intra-religieuze dialoog is dikwijls bepalend. Inderdaad, een veelheid van factoren en omstandigheden kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een ontmoeting in de diepte: vriendschap, interculturele situaties (gemengde huwelijken), verblijf in het buitenland, de praktijk van meditatiein-stilte, ervaringen van niet-dualiteit, de vertrouwdheid met een groot spiritueel meester, inspirerende kunstwerken, heilige plaatsen, pelgrimstochten… Bovendien mag men wensen dat er meer plaatsen komen voor intra-religieuze ontmoetingen, ruimten waar ontdekkingen worden gedeeld en met elkaar geconfronteerd, met het nodige onderscheidingsvermogen. Men moet er zich van vergewissen dat meesters die met het voorstel komen om hun religieuze tradities te leren kennen, écht betrouwbare getuigen zijn. Bovendien verdient het aanbeveling betrouwbare getuigen van de intra-religieuze dialoog te ontmoeten en er zich door te laten inspireren, zonder ze evenwel slaafs na te volgen. Begeleiding op deze weg door een ervaren persoon kan van groot nut zijn. Onder gunstigste omstandigheden met het oog op de verdieping van de dialoog, noteren we op de eerste plaats het gebed – of op z’n minst de ervaring om de ander te vervoegen in de diepe bewogenheid van zijn gebed. Maar meer algemeen moet men alle situaties vermelden die ons in staat stellen een ervaring van verbondenheid te beleven met een gelovige van een andere traditie: samenwerken, samen elkaars gewijde teksten lezen, gastvrijheid aanbieden en op gastvrijheid ingaan, - vooral op specifieke plaatsen, op de manier waarop monniken en monialen (en vele anderen!) dat kunnen beleven (bijvoorbeeld via de MID). Vermelden we tenslotte dat het noodzakelijk is om, in de loop van mondelinge uitwisselingen, klaarheid te scheppen omtrent sleutelconcepten zoals: godsdienst/spiritualiteit, inter-religieus/intra-religieus, gebed/meditatie, ervaring, waarheid, anders-zijn, syncretisme… Want wanneer men misverstanden niet uitklaart, zal de dialoog stranden in grote verwarring. 4
Meer nog, we doen er goed aan precies te omschrijven welke de geestesgesteldheden zijn die ons in staat stellen om ons te begeven in een vruchtbare dialoog op het niveau van een spirituele ervaring. Aan de basis van die geestesgesteldheden ligt spirituele rijpheid, het geworteld zijn in de eigen traditie – dit wil zeggen niet alleen een goede kennis hebben van de eigen traditie, maar ook een doorleefde ervaring van geloven, gevoed door gebed. Dan zijn kansen voor evolutie en verandering reëel aanwezig , zonder gevaar voor verzwakking of ontmanteling van het eigen geloof. Volwassenheid op spiritueel vlak toont zich ook in nederigheid, zowel binnen persoonlijke relaties als inzake leerstellige stellingnamen. Het is van belangde beperkingen te erkennen van de doctrine , ook al beseft men de waarde ervan als dragers van waarheid. Vandaar dat nederigheid bron kan zijn van vrijheid en moedige stellingnamen, want ze is gebaseerd op waarheid die wordt geleefd, en ook ervaren in het gebed. D. ENKELE VRUCHTEN VAN DE INTRA-RELIGIEUZE DIALOOG De intra-religieuze dialoog biedt ook kansen voor verdieping van het eigen geloof, wanneer hij wordt beleefd in nederigheid. Hij zet een proces in gang van versobering en loslaten, van verandering en uiteindelijk van eenmaking. Dit gebeurt wanneer, als uitkomst van uitwisseling van ervaringen en van invraagstelling, het mij in staat stelt om de essentie van het christelijk geloof opnieuw te bevatten en thuis te komen in het hart van mijn eigen traditie. Als middel om het christelijk geloof vernieuwd te overdenken voor onze tijd, biedt de dialoog ook kansen voor vernieuwing van beleving van rituelen en van manieren om de evangelische boodschap aan te bieden. Overigens, de intra-religieuze dialoog nodigt ons uit om de zin voor het mysterie vernieuwd op het spoor te komen en om het belang van het ‘nietberedeneerde’ en van de stilte te herwaarderen. Hij zet ons aan om de mystieken te herontdekken. Hij moedigt aan om ons te wijden aan een gebed voorbij alle woorden en concepten. Op die manier schept de intra-religieuze dialoog de mogelijkheid om de zogenaamde christelijke ‘apophatische (woordeloze) traditie’ te actualiseren. Aldus toont hij de relativiteit van woorden die men gebruikt om de eigen spirituele ervaring te expliciteren. We stellen ook vast dat de praktijk van zen en andere vormen van oosterse meditaties kunnen bijdragen tot het herontdekken van spirituele aspecten van onze christelijke traditie. Dan wordt duidelijk dat in bijzondere omstandigheden het gezamenlijk gebed de uitkomst kan zijn van interreligieuze dialoog. 5
Ook nog bevat dit contact met andere tradities - meer bepaald vanuit het oosten (yoga, taoïstische praktijken, boeddhistische meditatie…) - een uitnodiging voor het ontdekken of herontdekken van het lichaam als een pleisterplaats (locus) voor spiritualiteit. Het houdt de suggestie in om opnieuw aan te knopen met een antropologie die de rol van het lichaam vooropstelt op de weg van spirituele beleving. Zo doende schept het de kans om verbondenheid met de natuur/kosmos te realiseren op een respectvolle en op een meer duurzame en rechtvaardige manier. Op deze manier helpen deze inzichten en praktijken om onze kwetsbaarheid te aanvaarden, wat meteen de nodige nederigheid komt versterken. We moeten ook bedenken dat de intra-religieuze dialoog uitnodigt om open te staan voor de werking van de Heilige Geest buiten de Kerk, d.i. een mogelijkheid om de visie te overstijgen van een institutionele en eigengereide Kerk, – een visie die bovendien het risico inhoudt dat we ons afsnijden van de reële uitdagingen van onze actuele globale wereld in al zijn diversiteit. E. DE TOEKOMST VAN DE INTRA-RELIGIEUZE DIALOOG Meerdere vragen stellen zich nog. De voortgang van de ontmoeting “van geloof tot geloof” is inderdaad van recente datum. Tot voor kort was deze onvoorstelbaar en zelfs verboden; tegenwoordig wekt ze nog weerstand op bij niet weinig gelovigen. Maar wij zijn ervan overtuigd dat deze kans naar verdieping van de dialoog bepalend zal zijn voor inter-religieuze ontmoetingen, maar ook voor de dialoog tussen verscheidene seculiere overtuigingen (interconvictioneel). Duidelijk is dat de toekomst van de mensheid afhangt van ons vermogen om in dialoog te gaan, of op zijn minst om tot afspraken te komen met personen die verschillend zijn van ons of met rivaliserende belangen. Alle vormen van dialoog zijn belangrijk , zowel op het concrete niveau van het dagelijkse leven als op het vlak van samenwerking of van expliciete en respectvolle uitwisselingen omtrent deze verschillen. Maar wat de dialoog betreft omtrent spirituele ervaring, zijn we ervan overtuigd dat deze beslissend is voor de toekomst van de religies. Immers, indien een ontmoeting op het diepste niveau - dààr waar het mysterie ons te boven gaat - onmogelijk zou blijken te zijn, dan zou heel de constructie van dialoog breekbaar worden, ja zou kunnen ineenstorten. Alle religies zijn vandaag de dag geroepen om elkaar te ontmoeten op dit meest fundamentele niveau, zoals dat mogelijk is geweest in Assisi in 1986. We zijn ook blij vast te stellen dat mensen, om therapeutische redenen, ondersteuning vinden bij spirituele praktijken van traditionele tradities. Dat is bijvoorbeeld het geval met meditatie ‘van het volle bewustzijn’ (mindfulness). 6
Maar om een goede ontwikkeling te waarborgen van een dialoog op het niveau van de spirituele ervaring, blijven we erom bekommerd dat een spirituele traditie niet zou worden misbruikt en gereduceerd tot psychosomatische technieken. Ook zijn we er ons bewust van dat wij geen ‘bezitters’ zijn van een privilegie gereserveerd voor alleen maar ‘spirituele mensen’! Wij erkennen dat nog anderen zich op deze weg begeven, vooral mensen met zwakke of onbestaande religieuze wortels. Met vreugde stellen we vast dat niet-religieuze personen die zich praktijken eigen maken ontwikkeld binnen religies om voortgang te maken in hun geestelijke zoektocht, uiteindelijk ook merkwaardige spirituele ervaringen beleven. Maar vermits wij ervaringen hebben gedeeld onder christenen, is het ons niet mogelijk en ook niet noodzakelijk om er hier meer over te zeggen. Om te besluiten. We zijn er ons van bewust dat ontmoeting op dit diepe niveau pas een aanvang heeft genomen. Pioniers hebben een bressen geslagen, maar vele vragen moeten nog worden verwerkt. De intra-religieuze dialoog is geen exclusiviteit voor monniken en monialen. Elke christen wordt uitgenodigd, wanneer hij/zij daartoe de kans krijgt, om zijn/haar interreligieuze of interconvictionele ontmoetingen op dit diepgaande niveau te situeren. Intra-religieuze dialoog kan een vitale bijdrage leveren tot het leven van de Kerken en hen helpen hun roeping verder uit te bouwen om werk te maken van universele broederschap binnen de menselijke familie. (Vertaling: Jef Felix)
Les Voies de l’Orient Rue du midi, 69 B – Bruxelles Belgique Tél + 32 (0)2/511 79 60 www.voiesorient.be
[email protected]
7