Integraal huisvestingsplan Onderwijshuisvesting

(Concept)

Integraal huisvestingsplan 2015 – 2018 Onderwijshuisvesting (ter bespreking in het BO3)

Gemeente Ede, september 2014

2

3

1. Inleiding

1.

Inleiding

Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen financieel verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan hun schoolgebouwen, voorzieningen waarvoor de gemeente tot die tijd verantwoordelijk is geweest. De gemeente is nog wel verantwoordelijk voor nieuwbouw (uitbreidingswijken), uitbreidingen als een school groeit en vervangende nieuwbouw. Feitelijk zijn de schoolbesturen vanaf die datum dus volledig verantwoordelijk voor de instandhouding van hun schoolgebouwen. Daaronder behoren ook renovaties (levensduurverlengende maatregelen) van het schoolgebouw. De schoolbesturen krijgen daarvoor de vergoedingen van het Rijk. De grens tussen de (financiële) verantwoordelijkheden is in de regelgeving scherp getrokken. De gemeente heeft pas een financiële verantwoordelijkheid als vervangende nieuwbouw noodzakelijk is geworden. De vraag is echter wanneer dat moment zal zijn aangebroken, het moment dat de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur ophoudt en die van de gemeente begint. Er blijft gemeentelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid nodig om de kwaliteit van de schoolgebouwen te waarborgen. Het gaat daarbij om keuzes tussen renovatie of vervangende nieuwbouw en wanneer dat moment is aangebroken. Maar het gaat daarbij ook om de vraag welke (financiële) bijdrage een ieder daaraan kan en mag leveren. Keuzes die minder in regels te vatten zijn (wet en verordening) en meer onderdeel zijn van de politieke besluitvorming in de gemeenteraad. Bovenstaande veranderingen gaan gepaard met een toenemende krimp van het aantal kinderen. In eerste instantie de kinderen die naar het primair onderwijs gaan en in tweede instantie, over enkele jaren, het aantal kinderen dat naar het voorgezet onderwijs gaat. Omdat de vergoedingen voor de exploitatie en instandhouding van het schoolgebouw afhankelijk zijn van het aantal aanwezige leerlingen en niet afhankelijk van de beschikbare omvang van de gebouwen, zijn met name de grotere schoolbesturen druk doende om plannen te maken om de beschikbare capaciteit te herschikken. Welke scholen kunnen worden samengevoegd, welke (delen van) gebouwen zijn niet meer nodig en kunnen aan de gemeente worden overgedragen. Schoolbesturen zijn eigenaar van hun schoolgebouwen en daarom autonoom in het maken van plannen om te komen tot een herschikking van de scholen. De gemeente is in beginsel overlegpartner, volger en daarna voorwaarde scheppend. Dit IHP 2015 - 2018 vormt de opmaat voor verdere beleidsontwikkeling op het terrein van de onderwijshuisvesting. Daarbij doen wij voorstellen om de beleidscyclus en financiële systematiek aan te passen aan de nieuwe verhoudingen, geven wij een aanzet om te komen tot een beleidskader kwaliteit onderwijshuisvesting om toekomstige investeringsbeslissingen te kunnen onderbouwen en doen we tevens nog voorstellen voor nieuwe investeringen, deels voortvloeiend uit het voorgaande IHP. De opbouw van het IHP 2015 - 2018 In hoofdstuk 2 geven wij inzicht in de door ons opgestelde bevolkingsprognose. Op basis van deze prognose hebben wij een leerlingenprognose voor het basisonderwijs en voor het voorgezet onderwijs opgesteld. In bijlage 1A hebben wij de prognose voor de basisgeneratie voor het primair onderwijs per wijk weergegeven en in bijlage 1B de leerlingenprognose voor alle basisscholen. De prognose voor het voortgezet onderwijs is opgenomen in hoofdstuk 6 dat gaat over de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. In hoofdstuk 3 gaan wij uitgebreid in op alle ontwikkelingen die er spelen op het terrein van onderwijshuisvesting zowel landelijk als ook gemeentelijk en werken wij de voorstellen uit om de beleidscyclus en de financiële systematiek te wijzigen. In hoofdstuk 4 geven wij een overzicht van de scholen in het basisonderwijs en de te verwachte ontwikkelingen voor de komende 4 jaar. In hoofdstuk 5 geven wij een overzicht van de scholen en de ontwikkelingen in het speciaal onderwijs. In hoofdstuk 6 komt het voorgezet onderwijs aan bod. In dit hoofdstuk hebben wij de schoolbesturen in de gelegenheid gesteld om op onderdelen hun visie op het toekomstige beleid te geven. In hoofdstuk 7 hebben wij de voorstellen die zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3 vertaald naar de financiële gevolgen en presenteren wij een dekkende begroting waarbij geen beroep meer wordt gedaan op de reserve voor onderwijshuisvesting. In hoofdstuk 8 is het Programma onderwijsvoorzieningen 2015 opgenomen. Dit Programma wordt jaarlijks opgesteld als uitvoeringprogramma. Schoolbesturen hebben hiervoor aanvragen kunnen indienen. Het Programma heeft gevolgen voor de meerjarenbegroting voor 40.03 voor de jaren 2015 - 2018. Wij hebben de financiële gevolgen van het programma 2015 verwerkt in de begroting voor dit IHP.

4

1. Inleiding

5

1. Inleiding

Inhoudsopgave: 1. Inleiding..................................................................................................................................................... 4 2. Prognose voor het aantal leerlingen in de komende jaren........................................................................8 2.1. Onzekere woningbouwplanning, midden variant als basis............................................................8 2.2. Prognose voor de basisgeneratie voor het primair onderwijs (PO)...............................................8 2.3. Prognose voor basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs (VO)..............................................8 3. Ontwikkelingen in beleid onderwijshuisvesting 2015 – 2018...................................................................10 3.1. Decentralisatie buitenonderhoud een aanpassingen naar de schoolbesturen............................10 3.2. Overheveling van 256 miljoen..................................................................................................... 11 3.3. Verantwoordelijkheidsverdeling na 1-1-2015...............................................................................12 3.4. Voorstel tot wijziging van de beleidscyclus en financiële systematiek voor onderwijshuisvesting. ................................................................................................................................................. 15 3.5. Beleidsvoornemens uit het IHP 2012 – 2015 naar het nieuwe IHP 2015 - 2018.........................16 3.6. Overige ontwikkelingen .............................................................................................................. 18 4. De scholen in het basisonderwijs............................................................................................................ 21 4.1. Globale ontwikkelingen rondom de basisscholen in Ede.............................................................21 4.2. Ede Oost (01) (exclusief Veluwse Poort).....................................................................................23 4.3. Ede West (02)............................................................................................................................. 25 4.4. Veldhuizen (03)........................................................................................................................... 28 4.5. Kernhem (04).............................................................................................................................. 31 4.6. Ede Oud Zuid (10) (exclusief Enka)............................................................................................ 33 4.7. Maandereng (11)......................................................................................................................... 35 4.8. Rietkampen (12).......................................................................................................................... 37 4.9. Veluwse Poort en de Enka.......................................................................................................... 39 4.10. Bennekom (30).......................................................................................................................... 41 4.11. Lunteren (30)............................................................................................................................. 44 4.12. Ederveen (50)........................................................................................................................... 46 4.13. Harskamp (70).......................................................................................................................... 48 4.14. Wekerom (80)............................................................................................................................ 50 4.15. Otterlo (90)................................................................................................................................ 52 5. Ontwikkelingen in het Speciaal (basis-) onderwijs...................................................................................53 5.1. Veranderingen vanaf 2016.......................................................................................................... 53 5.2. Ontwikkeling van de leerlingenaantallen vanaf 2004..................................................................53 5.3. Passend onderwijs: naar nieuwe structuren en aangepaste gebouwen......................................54 5.4. Verhuizing van het Reformatorisch speciaal onderwijs naar Barneveld......................................54 5.5. Instellingsgebonden scholen: Hoenderloo College (Kop van deelen) en Brouwerij (Karakter)....55 5.6. Bestuurlijke fusie van de Radar/ABS (cluster 4) en de Onderwijsspecialisten (cluster 3)...........55 5.7. De scholen in het speciaal onderwijs.......................................................................................... 56 5.8. Verdere beleidsvoornemens en investeringen 2015 - 2018........................................................58 6. Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs............................................................................................ 59 6.1. Inleiding....................................................................................................................................... 59 6.2. De leerlingenprognose voor het voortgezet onderwijs................................................................59 6.2.1. Prognose van de basisgeneratie.............................................................................................. 59 6.2.2. Prognose van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs..............................................60 6.3. Verdere ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs....................................................................61 6.4. De schoolgebouwen in het Voorgezet onderwijs in volgevlucht..................................................64 7. Financiële paragraaf................................................................................................................................ 67 7.1. Het vaststellen van de begroting voor 2015 – 2018....................................................................67 7.2. Aangepaste beleidscyclus en financiële systematiek..................................................................70 7.3. De reserve voor onderwijshuisvesting is niet meer nodig............................................................70 8. Het Programma onderwijs voorzieningen 2015.......................................................................................71 8.1. Programma en Overzicht 2015................................................................................................... 71 8.2. Motivering voor de besluiten in het Programma 2015.................................................................74 Bijlage 1 Bijlage 2

6

2. Prognose voor het aantal leerlingen in de komende jaren

Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van de basisgeneratie 4 t/m 11 (PO) (midden variant: 400 woningen) 110

105

100

95

90

85

80

75 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Ede stad

Kernen

Grafiek 2.1: ontwikkeling (van de index) van de basisgeneratie voor het primair in Ede stad en in de kernen.

Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van de basisgeneratie 12 t/m 17 jaar (VO) (midden variant: 400 woningen) 110 105 100 95 90 85 80 75 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Gemeente Ede

Grafiek 2.2: ontwikkeling (van de index) van de basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs in de gemeente Ede.

7


2.

Prognose voor het aantal leerlingen in de komende jaren

Het aantal kinderen in het basisonderwijs (4 t/m 11 jarigen) en het voortgezet onderwijs (12 t/m 17 jaar) neemt de komende jaren af. De teruggang is nu al merkbaar in het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs is nog enige tijd sprake van groei. De teruggang begint daar pas later vanaf 2017. Dit blijkt uit de door ons opgestelde wijkbevolkingsprognose. Een overzicht van de wijkbevolkingsprognose en van de leerlingenprognose is in de bijlage1 opgenomen. 2.1.

Onzekere woningbouwplanning, midden variant als basis

Investeringen in onderwijshuisvesting doet de gemeente voor een lange periode van 40 jaar met alle daarbij behorende lasten van dien. Weten waar het heen gaat met de omvang van de basisgeneratie en de omvang van het aantal leerlingen is daarbij van belang. Om beleidsbeslissingen te kunnen nemen is daarom een bevolkings- en leerlingenprognose noodzakelijk. Om de prognose van de basisgeneratie op te kunnen stellen is een goede en betrouwbare woningbouwplanning nodig. De ontwikkeling van de basisgeneratie is hiervan sterk afhankelijk. In deze tijd van crisis in de woningbouw is het lastig om een betrouwbare woningbouwplanning op te stellen. Voor de korte termijn lukt dat nog wel maar voor de langere termijn is de woningbouwplanning maar al te vaak een mix van wens en werkelijkheid. In overleg met de afdeling Wonen en de afdeling Statistiek en Onderzoek zijn varianten voor de woningbouwontwikkeling voor de komende jaren opgesteld: een minimumvariant met 300 woningen per jaar, een maximumvariant met 500 woningen per jaar en een middenvariant met 400 woningen per jaar. Voor het opstellen van de leerlingenprognose hebben wij de keuze gemaakt voor de zogenoemde middenvariant in de woningbouwontwikkeling in Ede. In overleg met de afdeling Wonen en de afdeling Strategie en Onderzoek zijn de woningen verdeeld over de verschillende (uitbreidings-) wijken in de gemeente. Deze woningbouwplanning heeft de basis gevormd voor de wijkbevolkingsprognose en vervolgens de leerlingenprognose. De door ons gehanteerde woningbouwplanning is op aanvraag beschikbaar gesteld aan de schoolbesturen zodat zij een eigen leerlingenprognose hebben kunnen (laten) maken. 2.2.

Prognose voor de basisgeneratie voor het primair onderwijs (PO).

Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd zal de komende jaren (verder) afnemen. Op basis van de gekozen middenvariant verwachten wij een teruggang van de basisgeneratie voor het primair onderwijs (zie grafiek 2.1). In Ede stad zal de omvang van de basisgeneratie tot 2019/2020 teruglopen met 8%. Daarna is er weer sprake van groei en lijkt de omvang weer terug te keren op het niveau van nu. De kernen in Ede laten een andere ontwikkeling zien. De basisgeneratie loopt ook daar maar een kentering zal waarschijnlijk niet plaatsvinden. Uiteindelijk zal de basisgeneratie in de kernen met zo’n 10% of meer af kunnen nemen. In het hoofdstuk over het basisonderwijs (hoofdstuk 4) geven wij per wijk of kern inzicht in de ontwikkeling van de basisgeneratie voor het primair onderwijs. In bijlage 1A is een overzicht van de prognose per wijk opgenomen, in bijlage 1B de leerlingenprognose per school. 2.3.

Prognose voor basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs (VO)

Het voedingsgebied voor het voortgezet onderwijs wordt gevormd door de hele gemeente Ede en voor een klein deel de omliggende gemeenten. De basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs zal eerst nog groeien met circa 3%. Dit is nog het gevolg van de woningbouw die in de periode 2000 - 2005 heeft plaatsgevonden zoals in de wijk Kernhem. De teruggang van de basisgeneratie die we nu zien in het basisonderwijs wordt voor het voortgezet onderwijs pas merkbaar vanaf 2017. De basisgeneratie zal dan naar verwachting teruglopen met bijna 10% onder het niveau van 2013. Samen met alle schoolbesturen in het voortgezet onderwijs hebben wij een leerlingenprognose laten opstellen voor de scholen voor het voortgezet onderwijs in Ede. In het hoofdstuk over het voortgezet onderwijs gaan wij hier verder op in.

8


9

3. Ontwikkelingen in beleid onderwijshuisvesting 2015 – 2018

3.

Ontwikkelingen in beleid onderwijshuisvesting 2015 – 2018

Er zijn ontwikkelingen in het rijksbeleid die op lokaal niveau een uitwerking moeten krijgen. Het gaat hierbij om de voorgenomen veranderingen in de financiële verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbesturen op het terrein van de onderwijshuisvesting. In dit hoofdstuk gaan wij achtereenvolgens in op: 1. de decentralisatie van het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbestuur; 2. de zogenoemde korting van 256 miljoen op de uitkering uit het gemeentefonds; 3. de nieuwe financiële verantwoordelijkheidsverdeling na 1-1-2015; 4. een voorstel om de beleidscyclus en financiële systematiek voor onderwijshuisvesting te wijzigen. 5. de beleidsvoornemens en plannen uit het IHP 2012 - 2015 tegen het licht van de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling. 6. Overige ontwikkelingen. 3.1.

Decentralisatie buitenonderhoud een aanpassingen naar de schoolbesturen

Vanaf 1 januari 2015 worden schoolbesturen financieel verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen van hun schoolgebouwen. Daarmee worden het primair- en het speciaal onderwijs gelijk getrokken met het voortgezet onderwijs. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen van gymnastieklokalen. Waar gaat het om Schoolbesturen zijn als eigenaar van hun schoolgebouwen altijd al verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van het binnen- en het buitenonderhoud. Voor het binnenonderhoud ontvingen zij de vergoeding van het Rijk. Voor het buitenonderhoud en aanpassingen waren zij vanaf 1997 aangewezen op de gemeente die de financiële verantwoordelijkheid hiervoor had gekregen. Op basis van een meerjaren onderhoudsplanning (MOP) konden schoolbesturen de financiële middelen bij de gemeente aanvragen. Deze aanvragen werden via het jaarlijkse Programma beoordeeld en beschikt. Vanaf 1 januari 2015 zijn de scholen zelf financieel verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen van hun schoolgebouwen. Zij krijgen vanaf die datum dan daarvoor de vergoedingen van het Rijk. Welke bedragen zijn hiermee gemoeid Met de decentralisatie is landelijk een bedrag van jaarlijks € 158,8 miljoen gemoeid. Dit bedrag wordt vanaf 2015 onttrokken aan het gemeentefonds en toegevoegd aan de lumpsum financiering van de scholen.. De decentralisatie betekent voor de gemeente een vermindering van de uitkering uit het gemeentefonds. Daar staat tegenover een taakvermindering bij de gemeente. De taakverschuiving verloopt niet budgettair neutraal. Binnen de vigerende begroting reserveren wij jaarlijks € 900.000,= ten behoeve van de onderhoudsvoorziening. Voor de gemeente Ede bedraagt de korting op de uitkering uit het gemeentefonds € 1,112 miljoen. In de nieuwe begroting hebben wij de jaarlijkse reservering vanaf 2015 in mindering gebracht op de begroting. Zowel de korting als ook het nadeel van € 212.000,= is reeds verwerkt in de meerjaren beleidsvisie 2015 - 2018. Geen overgangsregeling De decentralisatie gaat niet gepaard met een financiële overgangsregeling per schoolbestuur. De Minister heeft hiervan afgezien. Er wordt dus geen rekening gehouden met de bijzondere situatie van elk schoolbestuur afzonderlijk. Schoolbesturen die hierdoor in de problemen dreigen te komen, kunnen een beroep doen op een landelijke regeling die wordt gefinancierd uit het bedrag van € 158 miljoen. De PO-raad heeft hiermee ingestemd. Ook wordt bezien of een klein deel van het over te hevelen budget voor een beperkte periode kan worden ingezet om schoolbesturen te ondersteunen op de terreinen van kennisproducten en professionaliseringsactiviteiten. Welke financiële middelen gaan naar de schoolbesturen Het bedrag dat schoolbesturen krijgen is een bedrag voor buitenonderhoud en aanpassingen dat past bij de ruimtebehoefte van de school. De hoogte ervan is dus afhankelijk van het aantal leerlingen dat de school bezoekt en is niet afhankelijk van de aanwezige capaciteit in het schoolgebouw. De Minister stelt op 1 oktober 2014 het feitelijke bedrag vast dat de schoolbesturen per leerling zullen ontvangen. De gemeente heeft de schoolbesturen alle voorgaande jaren steeds onverkort financieel in staat gesteld om de opgestelde meerjaren onderhoudsplanning uit te voeren. De huidige MOP die in 2011 is opgesteld, beschouwen wij als nulmeting. Wij gaan er van uit dat de schoolbesturen zelf de verantwoordelijkheid nemen

10


om gezamenlijk of zelfstandig een Meerjaren onderhoudsplanning voor hun gebouw(en) op te laten stellen. In beginsel voldoen de schoolgebouwen in Ede aan de bouwkundige kwaliteit die vereist is. Aanvragen van schoolbesturen voor het Programma 2014 en 2015 De schoolbesturen hebben in principe in 2013 voor de laatste keer een aanvraag voor buitenonderhoud ingediend. Deze aanvragen zijn indertijd beoordeeld en opgenomen in het Programma 2014. De aanvragen zijn in beginsel gehonoreerd als deze waren opgenomen in de vigerende meerjaren onderhoudsplanning en kunnen nog in 2014 worden uitgevoerd. Daarnaast hebben wij enkele aanvragen nog in het Programma 2014 opgenomen die om technische redenen toch noodzakelijk waren. Onder normale omstandigheden hadden wij deze aanvragen ook toegekend. Wij hebben de schoolbesturen indertijd geadviseerd om toch nog een aanvraag voor buitenonderhoud in te dienen dat gepland staat voor het jaar 2015. Dit voor het geval dat de wetswijziging nog niet definitief op 1 januari 2015 in werking zou treden. Nu de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2015 is aangekondigd in het Staatblad1 komen de aanvragen voor het Programma 2015 met betrekking tot buitenonderhoud en aanpassingen van rechtswege te vervallen. Historisch uitgesteld buitenonderhoud “repareren” Wij hebben in de afgelopen jaren, in overleg met de betreffende schoolbesturen, afgesproken om noodzakelijk onderhoud aan een schoolgebouw uit te stellen met het oog op herontwikkeling en de inzet van deze middelen daarbij. Het gaat hierbij om de Cavaljéschool, de Vuurvogel (voorheen de Vrije School), de voormalige De Bongerd aan de Goudenstein, waarin nu EBS De Rots is gehuisvest, en de Lettertuin (voorheen de Kernhemschool). In totaal gaat het om een bedrag van ruim € 2,2 miljoen. Wij zullen in overleg met deze schoolbesturen afspreken op welke wijze en onder welke voorwaarden wij dit achterstallige onderhoud zullen gaan afwikkelen. Uitgangspunt is om de betreffende schoolbesturen in eenzelfde positie te brengen als de overige schoolbesturen. Na verrekening van het uitgestelde onderhoud heffen wij de voorziening onderhoud op en verrekenen het overblijvende saldo met de reserve R430. Monitoren van het buitenonderhoud Tot nu toe heeft de gemeente periodiek meerjaren onderhoudsplanningen voor de schoolgebouwen op laten stellen en schoolbesturen in staat gesteld om het buitenonderhoud uit te voeren. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt nu volledig bij de schoolbesturen. Bij toekomstige beslissingen over vervangende nieuwbouw is het nodig om vast te stellen waarom de noodzaak tot vervangende nieuwbouw zich aandient en of het schoolbestuur het schoolgebouw heeft onderhouden volgens de gangbare normen voor het onderhoud. Om verschillen van inzicht op dit punt te voorkomen, stellen wij de schoolbesturen voor om de meerjaren onderhoudsplanningen aan de gemeente beschikbaar te stellen en de gemeente periodiek in staat te stellen de voortgang van het buitenonderhoud te monitoren. Een positieve reactie van de schoolbesturen op dit punt is geheel op vrijwillige basis. De gemeente heeft geen wettelijke basis om dit te eisen. Buitenonderhoud en aanpassingen van gymnastieklokalen De gemeente blijft uit het gemeentefonds de middelen ontvangen voor het buitenonderhoud van gymnastieklokalen. Onderhoud en aanpassen van de lokalen bewegingsonderwijs is tot 1 januari 2015 een voorziening huisvesting onderwijs. Vanaf 1 januari 2015 zijn deze activiteiten echter geen voorziening huisvesting onderwijs meer, maar worden ze gerekend tot de kosten van de materiële instandhouding. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor het beschikbaar stellen van de vergoeding van de kosten van de materiële instandhouding aan de schoolbesturen waarvan het schoolbestuur juridisch eigenaar is, moet een nadere regeling worden getroffen voor het bekostigen van deze activiteiten (artikel 117 WPO en artikel 115 WEC). In Ede zijn een beperkt aantal gymnastieklokalen onderdeel van een schoolgebouw en tevens eigendom van het schoolbestuur. De VNG stelt een regeling op bij de voorstellen voor het herzien van de modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Voor de lokalen die in eigendom zijn van de gemeente verandert er niets. Dit buitenonderhoud is in de meeste gevallen belegd bij Sportservice Ede. 3.2.

1

Overheveling van 256 miljoen

Staatblad 2014 nr. 208 van 2 juni.

11


Als gevolg van de motie Haersma Buma worden de gemeenten voor in totaal € 256 miljoen gekort op de uitkering uit het gemeentefonds. Het gaat hierbij om een bedrag dat gemeenten jaarlijks niet zouden uitgeven aan onderwijshuisvesting. Voor de gemeente Ede gaat het om een bedrag van jaarlijks ca. € 1,6 miljoen. Deze financiële middelen zijn door het Rijk ingezet ter financiering van het nationaal onderwijsakkoord. De schoolbesturen ontvangen de extra middelen als toevoeging aan de lumpsumvergoeding en kunnen deze naar eigen inzicht inzetten. Hierdoor gaat in beginsel veel financiële ruimte voor onderwijshuisvesting verloren. De gemeente heeft in het verleden globaal alle inkomsten uit het gemeentefonds ingezet voor onderwijshuisvesting. De korting van € 1,6 miljoen gaat niet gepaard met een taakverschuiving zoals bij het buitenonderhoud. Omdat er bij de invulling van de korting geen sprake is van een taakvermindering bij de gemeente wordt deze niet doorbelast naar de begroting voor onderwijshuisvesting. Wij hebben de korting meegenomen in de meerjaren beleidsvisie. 3.3.

Verantwoordelijkheidsverdeling na 1-1-2015

In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen in de (financiële) verantwoordelijkheidsverdeling weergegeven van voor en van na 1 - 1 - 2015. Gemeente

Schoolbestuur

2015

Nieuwbouw 1e inrichting

Gemeente

Schoolbestuur

Nieuwbouw Vervanging 1e inrichting

Uitbreidingen

1e inrichting

Vervanging 1e inrichting

Uitbreidingen Binnenonderhoud

Binnenonderhoud

Buitenonderhoud

Buitenonderhoud

Aanpassingen

Aanpassingen

Vervangende nieuwbouw

Vervangende nieuwbouw

Bewegingsonderwijs

Bewegingsonderwijs

In het algemeen is de gemeente vanaf 1-1-2015 nog verantwoordelijk voor de voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw, uitbreidingen en eerste inrichting. Na de stichtingskosten is het schoolbestuur verantwoordelijk voor de instandhouding van het gebouw en de vervanging van de eerste inrichting. Hieronder gaan we daar verder op in. 3.3.1. DE GEMEENTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID NA 1-1-2015. Nieuwbouw De gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor nieuwbouw. Het gaat hierbij om nieuwe scholen in uitbreidingswijken zoals de Enka en de Veluwse Poort. Wij hechten er aan dat in een nieuwe wijk een eigen wijkgebonden school wordt gevestigd. Naar verwachting start de realisatie van deze scholen binnen deze planperiode. Daarom plannen wij nu de investeringen voor de eerste scholen op de Enka en in de Veluwse Poort. Eerste inrichting De gemeente blijft verantwoordelijk voor de eerste inrichting van een nieuwe school of van de uitbreiding van een school. Eerste inrichting betreft meubilair en het onderwijsleerpakket. Voor de vervanging hiervan is het schoolbestuur financieel verantwoordelijk. Uitbreidingen De gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor eventuele uitbreidingen van scholen.

12


Gezien de te verwachten krimp in de basisgeneratie, zijn binnen afzienbare termijn geen aanvragen voor uitbreidingen van scholen te verwachten. Als zich uitzonderingen voordoen, is voldoende leegstand voorhanden om door middel van verwijzing naar leegstand te kunnen voldoen aan aanvullende ruimtevragen. De Verordening biedt daarbij ook nog steeds de mogelijkheid om naar meer dan één dislocatie te verwijzen. Of deze mogelijkheden zich op langere termijn blijven voordoen, is nog de vraag. Het vraagt de komende jaren extra aandacht. Zowel de schoolbesturen als ook de gemeente zullen erop gericht zijn om zoveel mogelijk leegstand te voorkomen bijvoorbeeld door inkrimping en herontwikkeling van (delen van) schoolgebouwen. Hierdoor nemen de verwijsmogelijkheden af terwijl volgens de verwachting rond 2019 de ruimtebehoefte weer zal toenemen. Vervangende nieuwbouw De gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor vervangende nieuwbouw. Vervangende nieuwbouw is binnen de huidige regelgeving feitelijk pas aan de orde als een schoolgebouw om bouwtechnische redenen is afgekeurd. Of zoals dat in de Verordening staat verwoord: “De noodzaak van vervangende bouw blijkt uit: a. het in zo'n slechte/matige conditie zijn van voldoende en voldoende zwaarwegende gebouwelementen volgens de bouwkundige opname als bedoeld in artikel 7, tweede lid onder c, zodat onderhoud en/of aanpassingen geen redelijk resultaat opleveren (in kosten ten opzichte van de levensduurverlenging);” In de voorstellen van de VNG voor een nieuwe Verordening wordt NEN 2767 voorgesteld om de bouwkundige opname op te stellen: De noodzaak van vervangende bouw is aanwezig als: “a. op grond van een overeenkomstig NEN 2767 opgestelde bouwkundige rapportage wordt vastgesteld dat onderhoud of renovatie niet zal leiden tot de gewenste levensduurverlenging;” Daarnaast kan vervangende nieuwbouw aan de orde zijn op het moment dat andere zwaarwegende belangen een rol spelen bijvoorbeeld bij ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening. Overige voorzieningen De gemeente blijft naast de bouw financieel verantwoordelijk voor een aantal aanvullende voorzieningen. Het gaat hierbij om constructie fouten, de verzekering van gebouwen en van zaken die met overheidsmiddelen zijn aangeschaft zoals de eerste inrichting, de OZB en overige gemeentelijke belastingen, het bewegingsonderwijs en de huur van sportterreinen in het voortgezet onderwijs. 3.3.2. WAT IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET SCHOOLBESTUUR NA 1-1-2015 In beginsel is het schoolbestuur verantwoordelijk voor alles waarvoor de gemeente niet verantwoordelijk is. Een gevolg van de overheveling van de voorziening buitenonderhoud is dat vanaf 1-1-2015 de schoolbesturen naast het buitenonderhoud ook verantwoordelijk zijn geworden voor de aanpassingen van hun schoolgebouwen. Aanpassing gaat hierbij om functionele aanpassingen of aanpassingen vanwege nieuwe wettelijke eisen. De verantwoordelijkheid van het schoolbestuur houdt pas op daar waar de verantwoordelijkheid van de gemeente begint: de vervangende nieuwbouw. Dit betekent dat het schoolbestuur ook verantwoordelijk is voor levensduurverlengende maatregelen of renovatie. Voor het voortgezet onderwijs is deze gewijzigde verantwoordelijkheidsverdeling al in 2004 ingevoerd. 3.3.3. KNELPUNTEN EN GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID NA 1-1-2015 Ook na 1-1-2015 blijven schoolbesturen en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid houden voor de kwaliteit van de schoolgebouwen. Daarbinnen heeft ieder een nieuwe financiële verantwoordelijkheid gekregen. In de regelgeving zijn de grenzen scherp getrokken. In de voorstellen voor een nieuwe Verordening stelt de VNG de norm NEN 2767 voor als methode om de noodzaak van vervangende nieuwbouw vast te stellen. Binnen de formele verantwoordelijkheidverdeling biedt dit voldoende houvast voor de vaststelling van de noodzaak voor vervangende nieuwbouw. De Minister ziet renovatie als tussenvorm tussen groot onderhoud (schoolbestuur) en vervangende nieuwbouw (gemeente). In goed overleg tussen schoolbestuur en gemeente kan een schoolgebouw worden opgeknapt en kan gezamenlijke een kostenverdeling worden gemaakt. Daarmee ziet de minister vervangende nieuwbouw als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen. Beiden hebben een gemeenschappelijk belang om binnen de financiële kaders van weten

13


regelgeving kwalitatief goede schoolgebouwen in stand te houden en nieuw te realiseren. Daarbij hebben schoolbesturen weliswaar een veel grotere (financiële) verantwoordelijkheid gekregen maar ook renovatie van een schoolgebouw heeft zijn grenzen. Schoolbesturen hebben de gemeente in de toekomst hard nodig om nieuwe schoolgebouwen te kunnen realiseren. Gezamenlijke verantwoordelijkheid verder vormgeven Er ligt de komende tijd een opgave om op het grensvlak van de verantwoordelijkheden de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen vorm te geven. Het gaat daarbij om afspraken te maken op basis van welke criteria en regels vervangende nieuwbouw in de toekomst mogelijk wordt. De weten regelgeving verhindert nu nog de mogelijkheden om gezamenlijk, met de inzet van ieders financiële mogelijkheden, eerder te komen tot de keuze voor vervangende nieuwbouw. Schoolbesturen mogen de lumpsummiddelen van het Rijk slechts aanwenden die zaken waarvoor de middelen zijn bedoeld (o.a. artikel 148, Wet primair onderwijs). Dus opgespaarde middelen mogen niet in vervangende nieuwbouw worden geïnvesteerd. Terwijl overduidelijk is dat een schoolbestuur zowel inhoudelijke als ook financiële voordelen heeft indien eerder gekozen wordt voor vervangende nieuwbouw en niet gewacht wordt tot het gebouw bouwkundig moet worden afgekeurd. Het rijk maakt momenteel uitzonderingen voor investeringen in het bouwplan die bovenop een bepaald basisniveau komen, die binnen afzienbare termijn door het schoolbestuur worden terugverdiend en die passen binnen de vermogenspositie van het schoolbestuur. Wij stellen voor om in twee stappen te komen tot een eenduidig beleid ten behoeve van de keuzes voor vervangende nieuwbouw. Vaststelling van een nieuwe gemeentelijke Verordening onderwijsvoorzieningen Om te beginnen zullen wij de Verordeningen onderwijsvoorzieningen wijzigen op basis van de landelijke voorgestelde standaard Verordening van de VNG. Dit doen wij voor het einde van 2015. Zoals al aangegeven, geeft deze Verordening iets meer houvast om te komen tot de vaststelling van de noodzaak om een schoolgebouw te vervangen. Dit is weliswaar voldoende om de bouwkundige noodzaak vast te stellen, maar onvoldoende om een antwoord te geven op de gezamenlijk verantwoordelijkheid vervangende nieuwbouw in het grensgebied tussen instandhouding door onderhoud of renovatie (schoolbestuur) en vervangende nieuwbouw (gemeente). Vervangende nieuwbouw omdat een gebouw bouwkundig afgekeurd is, zal in de praktijk nauwelijks voorkomen. Maar een renovatie of vervangende nieuwbouw op basis van diverse andere motieven, des te meer. Ontwikkelen van een beleidskader voor toekomstige besluitvorming Als vervolg op de vaststelling van de gewijzigde Verordening, zullen wij in overleg met schoolbesturen een beleidskader ontwikkelen waaraan de gemeenteraad, maar ook de schoolbesturen zelf, de kwaliteit van de schoolgebouwen kunnen toetsen. Dit beleidskader moet tweezijdig bruikbaar zijn. In de eerste plaats moet het een kader bieden om de kwaliteit van de bestaande huisvesting te toetsen (noodzaak voor renovatie of vervangende nieuwbouw) en dit afgezet tegen de eigen financiële verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. In de tweede plaats moet het een kader bieden om het kwaliteitsniveau van een voorgenomen renovatie of vervangende nieuwbouw vast te stellen in samenhang met het noodzakelijke budget. Daarbij moet het beleidskader een houvast bieden om vast te stellen wat de gemeentelijke bijdrage moet zijn en wat voor rekening van het schoolbestuur moet komen. Het schoolbestuur ontvangt namelijk de middelen voor de exploitatie en instandhouding van het gebouw en kan grote (financiële) voordelen behalen bij vervangende nieuwbouw. Landelijk wordt gezocht naar oplossingen voor de eventuele wettelijke belemmeringen die zich momenteel op dit punt voordoen. Onlangs hebben VNG en PO-raad een kwaliteitskader onderwijshuisvesting opgesteld. Dit kwaliteitskader heeft geen vertaling gekregen in de nieuwe standaard Verordening onderwijshuisvesting die de VNG onlangs heeft voorgesteld. Aan het kwaliteitskader kunnen schoolbesturen geen rechten ontlenen. Het geeft wel keuzemogelijkheden voor een te kiezen kwaliteitsniveau voor scholenbouw in de gemeente. Dit kwaliteitskader zullen wij als uitgangspunt nemen bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleidkader. Op korte termijn geen directe noodzaak voor vervangende nieuwbouw Gezien de bijdrage van de gemeente tot nu toe in de kwaliteit van de schoolgebouwen (zie hierboven) en het feit dat de gemeente de schoolbesturen vanaf 1997 steeds onverkort financieel in staat gesteld heeft om het buitenonderhoud volgens de Meerjaren onderhoudsplanning uit te voeren, moet de kwaliteit van de schoolgebouw in het algemeen voldoende zijn. In beginsel kan er geen sprake zijn van achterstallig onderhoud. Op grond hiervan verwachten wij binnen afzienbare termijn geen aanvragen voor vervangende nieuwbouw op basis van de Verordening onderwijsvoorzieningen.

14


3.4.

Voorstel tot wijziging van de beleidscyclus en financiële systematiek voor onderwijshuisvesting.

De wijziging in de (financiële) verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 is de belangrijkste reden om voor te stellen om de beleidscyclus en financiële systematiek voor onderwijshuisvesting te wijzigen. Van een gesloten naar een open systeem. Het (financiële) systeem van onderwijshuisvesting is ooit opgezet als een gesloten systeem: een begroting in combinatie met een reserve. Nu schoolbesturen een steeds grotere verantwoordelijkheid krijgen bij de instandhouding van hun schoolgebouwen en de verantwoordelijkheid van de gemeente verder afneemt, geeft dit aanleiding voor een aanpassing in de vorm van de keuze voor een open systeem: nieuwe investeringen worden dan met een Investeringsprogramma bij de perspectiefnota aan de raad voorgelegd (open systeem). Een reserve voor onderwijshuisvesting is dan niet meer nodig. Rol van de reserve Het systeem van begroting en reserve voor onderwijshuisvesting (40.03) was ooit gebaseerd op de praktijk van jaarlijks sterk wisselende investeringen en kosten. Om niet met elke verhoging of verlaging van de jaarlijkse lasten een begrotingswijziging noodzakelijk te maken, is vanaf 1997 een reserve aangehouden om de wisselingen in de jaarlijkse investeringslasten op te kunnen vangen. De reserve werd hoofdzakelijk gevoed door de vrijval van kapitaalslasten. De begroting 40.03 was zodoende een gesloten systeem. Een dergelijk gesloten systeem met een eigen reserve heeft ook nadelen. Nieuw beleid, waaronder nieuwe scholen en uitbreidingen, is gefinancierd uit de reserve. Ook zijn bezuinigingen in het verleden mede opgevangen door een beroep te doen op de reserve. Hierdoor dreigt op termijn de reserve uit te putten. Begrotingsaanpassingen hebben dit in het verleden al eens moeten voorkomen. Feitelijk worden met de reserve structurele lasten deels afgedekt met een incidentele reserve. Lastendekkende meerjarenbegroting 2015 - 2018 In de plaats stellen wij nu een begroting 2015 – 2018 voor waarmee de structurele lasten voor onderwijshuisvesting worden afgedekt. Deze begroting is gebaseerd op de lopende verplichtingen waaronder de historische investeringen en de verplichtingen die voortvloeien uit de investeringen die wij nog hebben meegenomen in de overgang van het oude naar het nieuwe IHP. In de toekomst worden de financiële tegen- of meevallers meegenomen in de jaarrekening. De nieuwe begroting presenteren wij in de financiële paragraaf. Nieuwe plannen en investeringen afwegen bij de Perspectiefnota Aanvullende en nieuwe investeringen na 1-1-2015 brengen wij voortaan in bij de afwegingen en besluitvorming voor de Perspectiefnota. De gemeenteraad zal dan het Investeringsprogramma onderwijsvoorzieningen vaststellen met daaraan gekoppeld een noodzakelijke begrotingsaanpassing. Het investeringsprogramma omvat een periode van vier jaar. In het investeringsprogramma zijn de investeringen opgenomen die nodig zijn vanwege weten regelgeving (o.a. nieuwbouw, uitbreidingen en eerste inrichting) en voorstellen voor plannen die door schoolbesturen alleen of samen met de gemeente zijn ontwikkeld (vervangende nieuwbouw). Dit investeringsplan bepaalt het bekostigingsplafond voor onderwijshuisvesting. Het investeringsplan vervangt het Integraal huisvestingsplan (IHP) in de huidige vorm. De reserve is niet meer nodig Gezien de gewijzigde verantwoordelijkheidsverdeling, de kwaliteit van de schoolgebouwen en de toenemende leegstand, zijn er in de toekomst veel minder aanvragen te verwachten en zal veel minder vaak een beroep kunnen worden gedaan op de wettelijke financiële verantwoordelijkheid van de gemeente. Door nieuwe investeringen bij de perspectiefnota aan de raad voor te leggen, blijft de begroting dekkend voor beleidsontwikkeling en nieuwe investeringen. Het aanhouden van een reserve is dan niet meer nodig. Aanpassing procedures Omdat de procedure van aanvragen voor het Investeringsprogramma door schoolbesturen gestroomlijnd moet worden met het besluitvormingsproces van de Perspectiefnota, is het nodig om de Verordening aan te passen. Dit doen wij gelijktijdig met de vaststelling van de nieuwe Verordening die noodzakelijk is vanwege de wijzigingen per 1-1-2015. In beginsel is deze aanpassing inhoudelijk beleidsarm en technisch van aard.

15


3.5.

Beleidsvoornemens uit het IHP 2012 – 2015 naar het nieuwe IHP 2015 - 2018

In het IHP 2012 - 2015 hebben wij ingezet op instandhouding van schoolgebouwen door middel van buitenonderhoud. Om toch nog mogelijkheden te hebben om schoolgebouwen te vernieuwen, hebben wij enerzijds projecten benoemd die voor herontwikkeling in aanmerking kwamen en anderzijds in de begroting middelen gereserveerd om ook in financiële zin dergelijke projecten mogelijk te maken. De veranderingen na 1-1-2015 noodzaken ons om deze projecten opnieuw te beoordelen. Soms zijn projecten al in gang gezet en stellen wij voor deze te continueren en af te maken. De investeringsruimte voor deze projecten hebben wij weer opgenomen in de nieuwe begroting (zie de financiële paragraaf). Andere indertijd benoemde projecten wachten nog op een eerste aanzet en uitwerking. Wij nemen voor deze projecten nu nog geen investeringen op in de begroting 2014 – 2017. Voor deze projecten zullen wij de nieuwe (financiële) beleidscyclus toepassen dat wil zeggen dat wij te zijner tijd plannen en investeringen bij afwegingen voor de perspectiefnota aan de raad voorleggen. Hieronder volgt een toelichting op de voorgestelde investeringen. 3.5.1. TE CONTINUEREN PROJECTEN Met onderstaande projecten is al een start gemaakt en wij stellen voor die te continueren. Project Maandereng Een start is gemaakt met het project Maandereng met als doel om de semi-permanente schoolgebouwen 2 in Maandereng af te stoten en de volgende functies en organisaties onder een dak te brengen: OBS ’t Palet, dislocatie van Koningin Beatrix, PSZ Peuterpoort, PSZ Pipeloen, buurtcentrum De Maanen, de BSO en de scholen Koningin Beatrix (CNS), Franciscusschool (SKOVV) en OBS De Elskamp (Proominent). Wij reserveren de maximale bijdrage van de gemeente in de begroting. De definitieve bijdrage is afhankelijk van het uiteindelijke bouwplan. Daarbij betrekken wij de volgende aandachtspunten: - de mate van samenwerking tussen de schoolbesturen onderling en met de overige functies; - daarmee samenhangend het efficiënt ruimtegebruik in het complex; - de toekomstige eigendomsverhoudingen in het complex en het beheer ervan; - op welke wijze de gewenste investering voor de scholen verdeeld wordt tussen de gemeente en de betrokken schoolbesturen. Projecten Ede Oud Zuid Er is een start gemaakt met het projecten Ede Oud Zuid. Hierbij betrokken zijn: OBS de Zuiderpoort inclusief de drie noodlokalen, PSZ Minik, gymnastieklokaal Kerkweg en het gebouw van de voormalige De Opstap aan de Oranjelaan. Het belangrijkste doel van het project is om de sloop van de noodlokalen mogelijk te maken. Daarvoor zijn aanpassingen aan het gebouw nodig zodat ook de PSZ in de school gehuisvest kan blijven en de school geschikt blijft voor 5 groepen. Ook vanwege de monumentenstatus moeten extra investeringen worden gedaan. Vanuit de binnensport plannen wij de realisatie van een sportief speelplein en de verbetering van het gymnastieklokaal. Het schoolbestuur draagt bij aan de te maken kosten die voortvloeien uit de verantwoordelijkheid voor het binnenonderhoud. Een definitief (bouw-) plan stellen wij nog in 2014 dan wel begin 2015 vast. Op de Oranjelaan is nu de dislocatie van de Koepelschool gehuisvest evenals een peuterspeelzaal en BSO. Voor de verbouwing van de Oranjelaan zijn de plannen al in een vergevorderd stadium. De gemeente is eigenaar van het gebouw. Er is gekozen voor duurzame aanpassing van de buitenkant en een gefaseerde aanpassing van de binnenkant afhankelijk van de toekomstige gebruikers/huurders. De buurtvereniging is bij de planvorming betrokken. Over een definitief bouwplan besluiten wij begin 2015. Veluwse Poort en de Enka In de Veluwse Poort en op de Enka verrijzen nieuwe wijken met respectievelijk 1500 en 1100 woningen. Hoe de feitelijke woningbouwplanning zich zal ontwikkelen is moeilijk in te schatten en daarmee ook de mogelijkheden om daadwerkelijk plannen te maken voor een onderwijsvoorziening. Wij achten het wel van belang voor de ontwikkeling van de nieuwe wijken dat er een basisschool is gehuisvest en daarnaast aanvullende maatschappelijke voorzieningen. In de wetenschap dat een substantieel aantal kinderen zal uitstromen naar scholen van diverse denominaties3, plannen wij in dit IHP voor elke wijk de investering voor 2

Het gaat hierbij om het schoolgebouw van 't Palet (gaat fuseren met de Elskamp) en de dislocatie van de Koningin Beatrix (de voormalige Prinses Juliana locatie). 3 Rond de 5% van de kinderen stroomt uit naar het speciaal onderwijs. Een substantieel aantal kinderen, ca. 30% stroomt uit naar bovenwijkse scholen zoals Hervormde scholen, Reformatorische scholen, Algemeen Bijzonder onderwijs, enzovoorts.

16


een 8-klassige school. In beginsel is dit te weinig voor het aantal te verwachten kinderen in de nieuwbouwwijken maar voldoende om een goede start te kunnen maken. De concrete plannen zullen wij te zijner tijd verder uitwerken. Wij verwachten dat een nieuwe sportzaal op de Veluwse Poort nodig zal zijn. Deze investeringen plannen wij nog vanuit dit IHP Onderwijshuisvesting. Wij plannen de stichtingskosten voor nieuwbouw. Er bestaat de mogelijkheid te kiezen voor de renovatie van een bestaande sportzaal. Te zijner tijd maken wij een definitieve keuze. Binnenklimaat In 2009 is met een subsidieregeling van het rijk en cofinanciering door de gemeente, in een aantal scholen het binnenklimaat verbeterd. In totaal was een investering van € 1,4 miljoen beschikbaar (€ 7500,= per lokaal). Dit was voldoende om de helft van de lokalen van de helft van alle schoolgebouwen, dus een kwart van alle lokalen, in het primair- en (voortgezet-) speciaal onderwijs te verbeteren. De besturen van het voortgezet onderwijs konden rechtstreeks bij het rijk een subsidie aanvragen. In de opzet van het project zijn keuzes gemaakt. Recent gebouwde scholen vielen buiten de selectie maar ook scholen die binnen afzienbare termijn voor vervangende nieuwbouw in aanmerking zouden komen. Zodoende is in ongeveer de helft van de schoolgebouwen het binnenklimaat verbeterd. In het IHP 2012 – 2015 hebben wij investeringen gereserveerd zodat in de resterende bestaande schoolgebouwen in het primair- en speciaal onderwijs met uitzondering van recent gebouwde scholen, het binnenklimaat kan worden aangepakt. In een samenwerking tussen de gemeente de schoolbesturen zijn plannen hiervoor uitgewerkt. De schoolbesturen hebben afgelopen periode aanvragen ingediend. Ondanks de verschuivende financiële verantwoordelijkheden vanaf 2015 hebben wij besloten om de benodigde investeringen voor de tweede tranche van € 1,59 miljoen vrij te maken in de begroting. Het bedrag hebben wij eenmalig ten laste van de onderhoudsvoorziening gebracht. De gemeente vergoedt maximaal € 7500,= per lokaal. Eventuele meerkosten worden gedragen door het schoolbestuur. Zodoende zijn alle schoolbesturen op dit punt in een gelijke positie gebracht. 3.5.2. NIEUWE INVESTERING Ederveen: uitbreiding van de Calvijnschool. Hoewel wij voorstellen nieuwe investeringen voortaan bij de afwegingen rondom de Perspectiefnota in te brengen, stellen wij toch voor om bij de vaststelling van de meerjarenbegroting voor 2015 – 2018 alvast een investering voor de eventuele uitbreiding van de Calvijnschool in Ederveen op te nemen. Het is lastig om de uitgangspunten voor eventuele uitbreiding van de Calvijnschool in Ederveen nu al vast te stellen. De Calvijnschool blijft nog steeds groeien. Enerzijds heeft de Julianaschool forse leegstand waar nu de Calvijnschool gebruik van kan maken. Anderzijds streeft de Calvijnschool naar nieuwbouw voor de hoofdlocatie en/of een eventuele nevenvestiging. Een dergelijke ontwikkeling heeft het gevaar in zich dat de Julianaschool weer forse leegstand krijgt omdat de Calvijnschool dan geen medegebruik meer zal maken van de leegstand in de Julianaschool. Daarmee komt, zeker binnen de nieuwe financiële verantwoordelijkheidsverdeling de exploitatie van de Julianaschool in het geding. Wij gaan in overleg met betrokken partijen in Ederveen om enkele scenario’s te bespreken en te komen tot een definitieve en duurzame oplossing voor de ruimtebehoefte van de Calvijnschool. We reserveren nu alvast enige financiële ruimte voor een beperkte uitbreiding op de locatie van de Julianaschool ten behoeve van de Calvijnschool en zo enige financiële armslag te hebben. Het uitgewerkte plan leggen wij begin 2015 aan de gemeenteraad te besluitvorming voor. 3.5.3. PROJECTEN VOLGENS DE NIEUWE BELEIDSCYCLUS Project (en) Veldhuizen/Ede West (Noord) Voor deze projecten nemen wij geen investeringen meer op in de begroting. De betrokken accommodaties waren: De Lettertuin, EBS DE Rots (voormalige Bongerd) en de Vuurvogel (voorheen de Vrije School) en de gymnastieklokalen Bettekamp en Essenburg. Voor de gymnastieklokalen hebben wij de ontwikkelingsrichting uitgewerkt in het IHP Binnensport en de benodigde investeringen opgenomen in de begroting voor 50.01 (Binnensport). De plannen voor de genoemde scholen zijn nog niet uitgewerkt. Als het zover is, zullen wij de eventuele plannen aan de raad voorleggen.

17


3.6.

Overige ontwikkelingen

3.6.1. BELEID MEDEGEBRUIK EN VERHUUR VAN ONDERWIJSRUIMTEN Afgelopen periode hebben wij, zoals aangekondigd in het IHP 2012 - 2015, een beleidsregel uitgewerkt om het medegebruik en de verhuur van onderwijsruimten eenduidiger te maken. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de verhuur aan commerciële partijen van ruimten in schoolgebouwen die in eigendom zijn van een schoolbestuur. In de praktijk gaat het hierbij hoofdzakelijk om aanbieders van kinderopvang en peuterspeelzaal. Ruimten in gebouwen waarvan de gemeente eigenaar is of die expliciet door de gemeente aanvullend zijn gefinancierd, vallen hier niet onder. Voorstellen vinden geen draagvlak in het BO3 De Raad van State heeft in 2009 een uitspraak gedaan waarin wordt gesteld dat de vraag van de gemeente aan het schoolbestuur om een deel van de huur af te dragen niet rechtmatig is. Toch hebben wij gemeend om een voorstel uit te werken om in de gemeente samen met schoolbesturen op dit punt een gezamenlijk beleid af te spreken waarbinnen alle schoolbesturen zouden kunnen profiteren van de investeringsruimte die ontstaat door de toevoeging van de afgedragen huur aan de begroting voor 40.03. Wij zouden daarmee investeringen kunnen doen om daar waar nodig voor- en naschoolse voorzieningen te realiseren. Op basis van de inbreng van schoolbesturen en kinderopvangorganisaties hebben wij het een eerste voorstel zodanig aangepast dat wij tegemoet zijn gekomen aan de wens van schoolbesturen en kinderopvangorganisaties om slechts huur te vragen/betalen voor die dagdelen dat de ruimte daadwerkelijk wordt gebruikt. Daarbij hebben wij ook voorgesteld om huurders een zekere huurperiode te garanderen. Zij lopen daarmee minder risico dat het onderwijs de ruimte nodig heeft. De inkomsten uit verhuur zouden wij toevoegen aan de begroting voor 40.03. Ook bij de bespreking van dit bijgestelde voorstel is gebleken dat er in het BO3 onder schoolbesturen toch geen draagvlak te vinden is voor een dergelijke beleidsregel. Geen beleidsregel voor medegebruik en verhuur Gelet op het ontbreken van draagvlak in het BO3, zien wij af van het voornemen om de beleidsregel ter vaststelling aan de gemeenteraad voor te leggen. Daarvoor zijn hebben wij twee argumenten. In de eerste plaats blijft zonder het draagvlak in het BO3 de uitspraak van de Raad van State als een zwaard van Damocles boven de beleidsregel hangen met het gevaar van bezwaarschriftprocedures. Een tweede uitspraak van de Raad van State in een vergelijkbare situatie heeft onlangs de eerste uitspraak bevestigd. In de tweede plaats zijn vanaf 1 januari 2015 schoolbesturen veel meer op zich zelf aangewezen om (de kwaliteit van) hun schoolgebouwen in stand te houden. Eventuele huurinkomsten stelt hen beter in staat om dit te kunnen doen. Vanuit dat gezichtspunt bekeken ligt het in de rede om de verhuur van genormeerde leegstand en andere ruimten in schoolgebouwen volledig aan het schoolbestuur over te laten. De verhuur van ruimten die in eigendom zijn van de gemeente of expliciet mogelijk zijn gemaakt met aanvullende gemeentelijke middelen, valt wel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Op basis van (maatschappelijk) vastgoedbeleid bepaalt de gemeente de hoogte van de huur voor deze ruimten. Huidige regels voor verhuur en medegebruik in de Verordening blijven van kracht Een gevolg van dit voorstel is dat de vigerende regeling in de Verordening met betrekking tot medegebruik en verhuur van kracht blijft. Op grond van weten regelgeving heeft het onderwijs voorrang. Het verhuren van ruimten is voor eigen rekening en risico van het schoolbestuur. De huurder heeft in beginsel geen recht op huurbescherming. Ook van kracht blijft de regel dat voor verhuur van ruimten het schoolbestuur aan de gemeente toestemming moeten vragen om te mogen verhuren. De weigeringsgronden zijn echter door de wet beperkt. De gemeente derft geplande inkomsten uit verhuur van leegstand in schoolgebouwen. De inkomsten uit verhuur van ruimte waarvoor de gemeente extra investeringen heeft gedaan blijven gelijk. Gezien het feit dat er al geruime tijd onduidelijkheid heeft bestaan over de uiteindelijke beleidsregel stellen wij voor om met terugwerkende kracht het voorgestelde beleid vanaf 2013 in te laten gaan. De gevolgen hebben wij verwerkt in de voorgestelde meerjaren begroting (zie de financiële paragraaf). Afspraken over een minimale/marktconforme huur Kinderopvangorganisatie en ook de gemeente hebben in het verleden fors geïnvesteerd in huisvesting voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Wij stellen de schoolbesturen en kinderopvangorganisatie voor om een minimum te vragen huurprijs in schoolgebouwen af te spreken. Dit om concurrentievervalsing tegen te gaan maar om te voorkomen dat "dure" huren worden ingeruild voor "goedkope" huren in schoolgebouwen.

18


Hiermee wordt ook voorkomen dat nog niet afgeschreven investeringen, voor rekening van de samenleving, in het maatschappelijk vastgoed onbenut blijven. 3.6.2. VERHUIZING REFORMATORISCHE SCHOLEN NAAR BARNEVELD De Reformatorische scholen, de Ds. D.A. Detmarschool (SBAO) en de Rehobothschool (cluster 3) ressorterend onder de SSOGG4 hebben aangekondigd te verhuizen naar Barneveld. Hieraan is een uitgebreid onderzoek naar herkomst en reistijden van de leerlingen vooraf gegaan. De scholen zijn nu nog gevestigd aan de Verlengde Parkweg. Het schoolbestuur heeft al een vestiging in Kesteren. Op grond van het onderzoek is een vestiging in Barneveld gewenst. Scholen in drie gemeenten in stand houden is vanwege de exploitatiekosten volgens het schoolbestuur niet mogelijk. Het schoolbestuur heeft gekozen voor vestigingen in Kesteren en Barneveld. De verhuizing zal eind 2016 plaatsvinden. Dan is naar verwachting het nieuwe onderkomen in Barneveld gerealiseerd. Onder hetzelfde schoolbestuur ressorteert ook de praktijkschool Johannes de Swaef eveneens gevestigd aan de Verlengde Parkweg. Het schoolbestuur heeft deze school bestuurlijk overgedragen aan het schoolbestuur van het Van Lodenstein College. De Johannes de Swaefschool blijft gevestigd in de gemeente Ede. Wij overleggen met de SSOGG en het Van Lodenstein College over de wijze en omvang van de overdracht van het gebouw van de Johannes de Swaef. Een uitwerking hiervan is opgenomen in hoofdstuk 6 over het speciaal onderwijs. Het vertrek van de genoemde scholen heeft financiële gevolgen voor de gemeente. Er komen twee schoolgebouwen vrij met nog aanzienlijke boekwaarden en de gemeente ontvangt jaarlijks zo’n € 250.000,= minder uitkering uit het gemeentefonds. Dit laatste is het gevolg van het feit dat de leerlingen vanaf 2017 geteld worden in Barneveld en niet meer in de gemeente Ede. In de voorgestelde begroting houden wij rekening met deze vermindering van de uitkering. De komende jaren zullen wij plannen moeten ontwikkelen voor de toekomst van de betreffende schoolgebouwen aan de Verlengde Parkweg. 3.6.3. ASBESTSANERING EN BRANDVEILGHEID In de afgelopen periode zijn de onderwerpen asbestinventarisatie en -sanering en de eventuele aanpassingen van schoolgebouw vanwege de brandveiligheid op de agenda gezet. Asbestinventarisatie en -sanering In 2011 heeft de toenmalige minister Atsma (Infrastructuur en Milieu) scholen opgeroepen om een asbestinventarisatie uit te laten voeren. Het gaat hierbij om scholen van voor het bouwjaar 1994. Wij hebben met schoolbesturen in BO3 verband hierover overleg gevoerd. Schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van een dergelijke inventarisatie. Op grond van de Verordening is de gemeente op haar beurt verantwoordelijk voor de eventuele asbestverwijdering voor zowel het primair onderwijs als ook het speciaal- en het voorgezet onderwijs. Dit valt onder de voorziening: ”Constructiefout” (uitspraak Raad van State) in die gevallen dat er acute noodzaak is om tot verwijdering over te gaan. In veel gevallen is verwijdering niet noodzakelijk en pas dan aan de orde als ingrijpende aanpassingen of verbouwingen noodzakelijk zijn. De extra kosten worden dan binnen het bouwplan meegenomen. Op basis van de Verordening kunnen schoolbesturen aanvragen doen voor asbestverwijdering als dit noodzakelijk is. Bij acute noodzaak kan dit via een spoedprocedure anders via de Programmaprocedure waarbij de noodzaak van de verwijdering nog wordt afgewogen. De gemeente heeft naar aanleiding van de oproep van de minister en na overleg in het BO3 een centrale aanbesteding georganiseerd op basis waarvan schoolbesturen voor eigen rekening een inventarisatie hebben kunnen laten uitvoeren. Helaas hebben niet alle scholen een asbestinventarisatie uit laten voeren. De achterliggende reden is niet geheel duidelijk. Het is de vraag hoeveel noodzakelijke asbestsaneringen er nog moeten plaatsvinden. Door het uitblijven van de asbestinventarisaties kunnen wij niet inschatten wat de omvang van de eventuele saneringskosten zal zijn. Wij plannen in de begroting enige financiële ruimte om mogelijk toekomstige asbestsaneringen te bekostigen. Enkele scholen hebben wel op basis van een inventarisatie een aanvraag ingediend om asbest te verwijderen. Deze aanvragen hebben wij opgenomen in het Programma 2015 (hoofdstuk 8). Aanpassingen ten behoeve van de brandveiligheid 4

SSOGG: Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs op Gereformeerde Grondslag regio Veluwe

19


De afgelopen periode heeft de brandweer bij verschillende scholen gemaand om aanpassingen aan hun schoolgebouwen door te voeren die nodig zijn vanuit het oogpunt van brandveiligheid. Deze schoolbesturen worden nog in 2014 geconfronteerd met aanzienlijke kosten. De gemeente is tot 1 januari 2015 op grond van weten regelgeving financieel verantwoordelijk voor noodzakelijke aanpassingen aan schoolgebouwen in het primair- en speciaal onderwijs. Het gaat hierbij dan wel om aanzienlijke en onvoorziene aanpassingen die niet te vallen onder de normale exploitatie en binnenonderhoud. Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen zelf (financieel) verantwoordelijk voor aanpassingen aan het schoolgebouw ook die noodzakelijk zijn vanwege weten regelgeving. De schoolbesturen in het Voorgezet onderwijs zijn dit al vanaf 2005. Zij krijgen hiervoor sinds die tijd al de vergoedingen van het Rijk. Wij voelen ons nog mede verantwoordelijk voor de brandveiligheid van de schoolgebouwen. Wij stellen voor om een beleidsregel op te stellen op basis waarvan schoolbesturen in het primair- en speciaal onderwijs een eenmalig een beroep kunnen doen voor een bijdrage in de kosten die voortvloeien uit de nieuwe eisen van de brandweer. Het uitgangspunt daarbij is dat ook de schoolbesturen tegen het licht van de gewijzigde financiële verantwoordelijkheden een eigen bijdrage leveren. Wij plannen hiervoor een gemaximeerde financiële ruimte. 3.6.4. BOUWEN TEGEN WERKELIJKE KOSTEN (NIEUW BELEID) Wij stellen voor om in de toekomst de investeringen voor uitbreidingen en (vervangende) nieuwbouw te plannen op basis van de normbedragen van de VNG en de werkelijke bouwkosten vast te stellen op basis van het bouwplan. Dit voorkomt discussie over de hoogte van de normbedragen en de jaarlijkse schommelingen in de indexering. De wijziging wordt ook voorgesteld voor lokalen voor bewegingsonderwijs (binnensport). De afdeling Vastgoed van de gemeente krijgt een belangrijke rol bij de vaststelling van het bouwplan en de daarmee samenhangende investering. De afdeling moet vaststellen of de kwaliteit van het bouwplan voldoet aan de verwachtingen die de gemeente hierbij heeft. Al sinds jaar en dag wordt onderwijshuisvesting getoetst aan het beginsel van sober- en doelmatigheid. De laatste jaren is meer en meer discussie ontstaan over de kwaliteit van de schoolgebouwen en of de normvergoedingen toereikend zijn om hieraan te voldoen. De rol van de afdeling Vastgoed wordt afhankelijk van de situatie. Wettelijk gezien is het schoolbestuur bouwheer van haar schoolgebouw (o.a. artikel 103 WPO) tenzij op verzoek van het schoolbestuur anders is overeengekomen. In het geval dat het schoolbestuur bouwheer is, zal de afdeling Vastgoed van de gemeente een belangrijke rol vervullen bij het toetsen van het bouwplan dat het schoolbestuur heeft opgesteld. In het geval dat de gemeente bouwheer is, zal de afdeling Vastgoed optreden als bouwheer en in overleg met het schoolbestuur het bouwplan opstellen op basis van de gekozen kwaliteitscriteria. Om in de toekomst alleen nog te bouwen op basis van werkelijke kosten is het nodig om de Verordening op dit punt aan de passen. (artikel 1.3, lid 1a). De overige normen blijven van kracht. Aan deze beleidswijziging zijn voor de huidige begroting geen extra kosten verbonden. . 3.6.5. AANPASSING VAN DE VERORDENING ONDERWIJSVOORZIENINGEN Naar aanleiding van de veranderende verantwoordelijkheidsverdeling na 2015 en veranderingen in de regelgeving die hiervan zijn afgeleid, zullen wij nog in 2014 een nieuwe Verordening aan de gemeenteraad voorleggen waarin de noodzakelijke wijzingen zijn opgenomen. Wij zullen deze Verordening ook aanpassen aan de voorgestelde procedure voor de aanvragen voor het Investeringsprogramma onderwijsvoorzieningen. Wij leggen de nieuwe Verordening voor 2015 ter besluitvorming voor aan de gemeentedaad.

20

4. De scholen in het basisonderwijs

4.

De scholen in het basisonderwijs

4.1.

Globale ontwikkelingen rondom de basisscholen in Ede

Afnemende basisgeneratie Volgens de prognose zal de basisgeneratie voor het basisonderwijs de komende jaren krimpen met zo’n 8% tot 9%. In de kern Ede zal er een kentering zijn rondom het jaar 2020. In de kernen is ook in de jaren daarna geen kentering te verwachten tenzij er een substantieel aantal woningen wordt gebouwd. De prognose is gebaseerd op een middenvariant in de woningbouwontwikkeling van gemiddeld ca. 400 woningen per jaar. De afname van de basisgeneratie is bij een aantal scholen al duidelijk merkbaar. Het totaal aantal leerlingen neemt al vanaf 2006 gestaag af. Schoolbesturen krijgen ook in de nabije toekomst te maken met afnemende leerlingenaantallen en ruimtebehoefte van scholen. In vergelijking met dat 2005 5 zijn er nu al 5% minder leerlingen op de basisscholen in Ede. Het gaat daarbij om in totaal 522 kinderen. Uitgedrukt in groepen gaat het dan om ca. 22 groepen of klassen!6 Schoolbesturen maken eigen plannen Schoolbesturen zijn vanaf 1-1-2015 verantwoordelijk voor de volledige instandhouding van hun schoolgebouwen. Zij krijgen de vergoeding van het rijk niet uitgekeerd als een vergoeding per m 2 schoolgebouw maar per aanwezige leerling. De exploitatie van menig schoolgebouw komt daarmee in de gevarenzone. In het basisonderwijs zijn schoolbesturen dan ook druk doende om eigen plannen te ontwikkelen voor de toekomst van hun schoolgebouwen. Welke gebouwen worden behouden en welke (delen van) gebouwen kunnen worden afgestoten. Fusies van scholen worden voorbereid en zijn in sommige gevallen al doorgevoerd. Over deze ontwikkelingen is regelmatig overleg met de grote schoolbesturen geweest. Het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak van schoolbesturen en gemeente heeft meer tijd nodig. Daar waar mogelijk anticiperen wij in dit plan op de ontwikkelingen die zich voordoen. In het oogspringende ontwikkelingen Hieronder geven wij een overzicht van enkele in het oog springende ontwikkelingen. In Ede Oost ontstaat geleidelijk leegstand in het gemeentelijke schoolgebouw, grenzend aan de sportzaal aan de Ceelman van Ommerenweg en gelegen tussen de Koning Davidschool en de Louise de Coligny. Daarbij komt het vraagstuk aan de orde of, en op welke wijze, de leegstand ingezet kan gaan worden voor aanvullende maatschappelijke (kind-) voorzieningen of dat de leegstand in eerste instantie ingezet gaat worden voor de huisvesting van kinderen die in de nabije toekomst in de Veluwse Poort komen te wonen. In Ede West is leegstand bij de nieuw gebouwde MFA Ede West waarbinnen de Groen van Prinsterer vervangende nieuwbouw heeft gekregen. De vraag is of en op welke wijze de leegstand ingezet kan worden voor andere maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast zal naar verwachting eind 2014 de vervangende nieuwbouw van de Cavaljéschool van start gaan. In Veldhuizen heeft CNS de scholen De Dillenburg en de Prins Constantijn gefuseerd. De fusieschool gaat verder op de locatie van de Prins Constantijn onder de naam Caleidoscoop. De Islamitische basisschool Al Amana maakt een sterke groei door. Vooralsnog verwijzen wij deze school naar het leegstaande gebouw van voormalige De Dillenburg. Als de ruimtebehoefte substantieel en blijvend is, overwegen wij om het gebouw volledig in eigendom over te dragen aan Al Amana. Het is nog af te wachten welke effect dit heeft op het aantal leerlingen van de naastgelegen OBS De Bongerd. Het SKOVV heeft in Veldhuizen twee naast elkaar gelegen scholen met een gezamenlijke capaciteit voor 18 groepen. De ruimtebehoefte van beide scholen samen bedraagt 12 groepen. In Kernhem staat van hetzelfde schoolbestuur de nieuwbouwschool De Kleine Prins, een volwaardige dislocatie van de Koning Davidschool. Ook de Kleine Prins heeft leegstand. Het is nog onbekend welke plannen de SKOVV heeft. Tot slot is het de vraag of De Rots een doorstart mag maken als de school op 1 oktober 2014 naar verwachting niet zal voldoen aan de norm van 200 leerlingen. De minister beslist voor het einde van dit jaar of de doorstart doorgaat. Is dit besluit negatief dan houdt de school op te bestaan en komt het 9-klassige schoolgebouw aan de Goudenstein vrij.

5

In 2005 was de piek in het aantal leerlingen op de scholen in de gemeente Ede. Dat waren er 11316. In 2013 bezochten nog 10794 kinderen de basisscholen in Ede. Een afname met 4,6%. of 522 leerlingen. 6 De gemiddelde groepsgrootte ligt rond de 23 kinderen.

21

4. De scholen in het basisonderwijs In Kernhem neemt het aantal kinderen eerst nog verder af. Vanaf 2019 zal het aantal kinderen weer gaan toenemen als de woningbouw aantrekt. CNS heeft het voornemen om de scholen De Meander en de Vuursteen te fuseren. Of hiermee het gebouw van de Meander vrijkomt is nog onzeker. De OBS De Kern is de laatste jaren fors gegroeid. De school heeft nu nog de schoolwoningen in gebruik. Tegen het licht van de leegstand in de Meander onderzoeken wij de mogelijkheid om de schoolwoningen af te stoten en De Kern te verwijzen naar het vrijkomende gebouw. In Maandereng heeft Proominent OBS 't Palet en OBS De Elskamp gefuseerd. De fusieschool gaat in het schoolgebouw van De Elskamp verder onder de naam OBS Uniek. Het project Maandereng moet het mogelijk maken dat de drie wijkgebonden scholen in Maandereng in het permanente scholencomplex gehuisvest kunnen worden. Dit maakt de sloop mogelijk van de twee noodscholen aan de Jan Voermanstraat. In de Rietkampen heeft Proominent OBS De Rietkampen en de Edese Montessorischool Rietkampen gefuseerd. De nieuwe school gaat verder onder de naam Edese Montessorischool Rietkampen op de locatie van deze school. Het gebouw van de voormalige OBS DE Rietkampen is aan de gemeente overgedragen. Wij hebben het voornemen om het schoolgebouw in gebruik te geven aan de CNS school De Brugge. Zodoende gaat de school van drie naar twee locaties. In Bennekom heeft Proominent het voornemen om de dislocatie aan de Irenelaan af te stoten en alle kinderen onder te brengen op de hoofdlocatie aan de Commandeursweg. CNS onderzoekt de mogelijkheid om van drie locaties naar twee locaties terug te gaan. Overleg is nodig om te zorgen dat er enige spreiding in het scholenaanbod in Bennekom overblijft. In Lunteren begint zich gestaag forse leegstand te ontwikkelen. Het is af te wachten met welke tempo en in welke omvang de leegstand verder toeneemt. We wachten de initiatieven van de schoolbesturen af. In Ederveen blijft de Calvijnschool verder groeien. Tot nu toe is de school verwezen naar leegstand in de Julianaschool. Als de groei van de Calvijnschool doorzet moet een definitieve oplossing worden gezocht voor de huisvesting van deze school. In Harskamp loopt het aantal leerlingen op de OBS De Roedel fors terug en daarmee ook de ruimtebehoefte. De vraag is aan de orde onder welke voorwaarden Proominent de school in stand wil en kan houden. In Wekerom heeft de onlangs nieuw gebouwde School met de Bijbel forse leegstand. De prognose voorspelt een toename van het aantal kinderen in Wekerom. Er ontstaan zo kansen voor de school om weer te groeien. In Otterlo heeft de OBS Ericaschool leegstand die volgens het schoolbestuur nog verder zal toenemen. In overleg met het schoolbestuur wordt overwogen om de leegstand in te zetten voor aanvullende maatschappelijke functies waaronder de muziekvereniging OBK. Alle overige ontwikkelingen komen ook hierna aan bod. Per wijk of kern wordt een overzicht gegeven van de scholen.

22


4.2.

Ede Oost (01) (exclusief Veluwse Poort)

4.2.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

EDE OOST.

Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van de basisgeneratie 4 t/m 11 (PO) (midden variant: 400 woningen) 120 110 100 90 80 70 60 50 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Ede -Oost (oud)

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Ede Oost zijn in 2013 581 kinderen. Dit aantal loopt in 2022 terug naar 454 kinderen, een daling van 22%. Het gaat hierbij om de wijk Ede Oost zonder de Veluwse Poort. 4.2.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN EDE OOST: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. In Ede Oost zijn 5 basisscholen gevestigd. Twee daarvan hebben een wijkoverstijgende functie. Dit zijn de Edese Schoolvereniging en de Paasbergschool. De overige drie zijn wijkgebonden scholen. BRIN

04NP 09BT 11XK 12YY 18VW

bouwjaar

1982 2006 1975 1966 1974

School

Edese Schoolvereniging Paasbergschool *) Koning Davidschool Louise de Coligny OBS Calluna Montessorischool Ede Oost

Capaciteit BVO grp. m2 AB PC RK PC OPB

10 6 10 11 6

Ruimte behoefte 2013 Leerl. BVO

1373 1030 1439 1509 900

244 155 265 238 137

1427 975 1533 1397 889

43 6251

1.039

6261

Inrichting m2 1360 1030 1360 1820 785

De huidige ruimtebehoefte van de scholen bedraagt 6261 m 2. Er is een capaciteit van 6251 m2 Tussen de Koning Davidschool en de Louise de Coligny hebben wij zo’n 12 jaar geleden aan de Ceelman van Ommerenweg 7 een schoolgebouw met ruimte voor 6 groepen samen met een gymlokaal gerealiseerd. De gemeente is hiervan eigenaar. Genoemde scholen hebben ieder formeel 3 lokalen in gebruik. 4.2.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. Edese Schoolverening (ESV) De Edese Schoolvereniging heeft een genormeerde capaciteit van 1373 m 2 en is geschikt voor 10 groepen. De school is ingericht voor 1360 m2. De school heeft voor nu en de komende jaren voldoende ruimte. Het ligt

23

4. De scholen in het basisonderwijs wel in de verwachting dat de school, gezien de ligging, leerlingen zal gaan aantrekken uit de nieuwbouw op de Veluwse Poort. Welk effect dat precies zal hebben op de ruimtebehoefte van de school is nog afwachten. Het schoolbestuur werkt met een lange wachtlijst t/m 2017 en heeft geen uitbreidingsplannen of behoefte aan een dislocatie van de school. De school beschikt over een fraai schoolterrein. In de school is buitenschoolse opvang van “Brood&Spelen” gevestigd Paasbergschool Het gebouw van de Paasbergschool heeft in totaal een capaciteit van 1394 m 2. Deze omvang is het gevolg van het opsplitsen van het gebouw van de voormalige Bospoort MAVO voor enerzijds de Paasbergschool en anderzijds school voor speciaal onderwijs De Wegwijzer. Niet alle capaciteit wordt genormeerd aan de school toegerekend. De school zelf is genormeerd vastgesteld op 1030 m 2. Dit is ruim voldoende om 7 groepen te huisvesten. De Paasbergschool had indertijd een ruimtebehoefte voor 6 groepen. Het 7e lokaal is daarom alleen casco gerealiseerd. Het kan indien nodig worden afgebouwd. Met gemeentelijke middelen is daarnaast een ruimte voor een peuterspeelzaal gerealiseerd met een capaciteit van 125 m2. De resterende capaciteit van 239 m2 is aanwezig in de vorm van een kelder en is niet geschikt voor onderwijsdoeleinden. Na 2015 zijn aanpassingen in het gebouw de financiële verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Het afbouwen van het 7e lokaal wordt door de gemeente alleen gefinancierd indien er recht is op huisvesting van een 7e groep en verwijzing binnen de regelgeving niet meer mogelijk is. Volgens het schoolbestuur zal de school nog groeien. De school heeft nu al genormeerd 7 groepen leerlingen. Het is nog afwachten of de 7e groep blijvend aanwezig zal zijn. Het schoolbestuur treedt in overleg met de naastgelegen school De Wegwijzer over eventueel medegebruik van extra ruimte. In de school is PSZ “Duimelotje” gehuisvest. De BVO van de peuterspeelzaal bedraagt 125 m2. Koning Davidschool De Koning Davidschool heeft een genormeerde capaciteit van 1439 m 2 beschikbaar en is geschikt voor 10 groepen. Naast de hoofdlocatie (1150 m2, 7 groepen) heeft de school nog 3 extra lokalen (289 m 2) beschikbaar in het gemeentelijk tussengebied7. De school is ingericht 1360 m2. Het is de enige school in de gemeente Ede zonder een omheining rond het schoolterrein. Louise de Coligny De Louise de Coligny heeft een bruto vloeroppervlak van 1509 m 2 beschikbaar en is geschikt voor 11 groepen. Naast de hoofdlocatie (1220 m2, 8 groepen) heeft de school formeel nog 3 extra lokalen (289 m 2) beschikbaar in het gemeentelijk tussengebied 1). De school is ingericht 1820 m2. In de school is de BSO De Belhamels gevestigd. OBS Calluna Montessorischool De Calluna Montessorischool heeft met gemeentelijke middelen een genormeerde capaciteit van 1015 m 2 gerealiseerd en is daarmee geschikt voor 7 groepen. De school heeft binnen de genormeerde capaciteit een extra ruimte voor de BSO gerealiseerd. Deze ruimte heeft een bruto vloeroppervlak van 115 m 2. De school is ingericht voor 785 m2. De Parapluschool was vanaf 1 augustus 2010 tot, mede op basis van het Experiment Flexibilisering Onderwijstijd aan de Callunaschool verbonden binnen hetzelfde BRIN-nummer. De leerlingen van deze school (ca. 40) telden mee binnen het leerlingenaantal van de de Callunaschool. Het schoolbestuur van Proominent heeft besloten om de samenwerking met de Parapluschool per 1 augustus 2014 te beëindigen. De BSO de Paraplu bood opvang aan in het schoolgebouw. Het komend schooljaar (14/15) zal BSO Het Schoolplein in de school zijn gevestigd. 4.2.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Voor de komende periode hebben wij geen nieuwe investeringen gepland. - Het voornemen is om de huisvestingsvraag uit de Veluwse Poort zoveel mogelijk binnen de nieuwe wijk te huisvesten. - Voor het gebied rondom de Ceelman van Ommerenweg voorzien wij planvorming met betrekking tot voorschoolse voorzieningen (IKC), Passend onderwijs en eventuele ruimtevragen vanuit de drie decentralisaties. Het zogenoemde gemeentelijk middengebied staat hierbij centraal 7

24

Het gemeentelijk tussengebied bestaat uit 6 lokalen (578 m2) en is samen met het gymnastieklokaal aan de Ceelman van Ommerenweg gesitueerd tussen de Koning Davidschool en de Louise de Coligny.


4.3.

Ede West (02)

4.3.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

EDE WEST.

Index (2013 = 100)


Ede-West

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Ede West zijn in 2013 1152 kinderen. Dit aantal loopt in 2022 terug naar 902 kinderen, een daling van 22%. 4.3.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN EDE WEST: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. In Ede West zijn 6 basisscholen gevestigd. Drie daarvan zijn wijkoverstijgend of hebben zelfs een regionale functie: de Veldhuizerschool, de Stadhouder Willem III en de Vuurvogel. BRIN

05NO 06LA 07YC 09PH 12JT 18WV

bouwjaar School

1890 1971 2011 1952 2012 1960

Cavaljé Stadhouder Willem III Veldhuizerschool Vuurvogel Ede Het Startpunt OBS De Lettertuin Ede West

Capaciteit BVO grp. m2 PC REF PC AB PC OPB

10 17 11 7 8 6


1572 2152 1475 1150 1130 1018

198 422 275 74 118 111

1200 2323 1583 576 823 764

59 8497

1198

7269

Inrichting m2 1475 2050 1475 1015 1130 900

De huidige ruimtebehoefte van de scholen bedroeg 7269 m 2. Er is een capaciteit van 8497 m2. 4.3.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. De Cavaljé Voor de Cavaljé heeft CNS al enige tijd een bouwplan voor nieuwbouw in ontwikkeling. De nieuwe school moet deel uitmaken van het appartementencomplex "De Hooghe Hoed" dat op het oude schoolterrein gerealiseerd zal gaan worden door Kelderman Bouw. Naar verwachting start de sloop/nieuwbouw in het najaar van 2014. Het schoolbestuur bouwt in beginsel een nieuwe school terug van genormeerd 1360 m 2 of 10 groepen.

25

4. De scholen in het basisonderwijs Wij hebben indertijd middelen voor uitgesteld en gepland onderhoud (€ 265.000,=) gereserveerd als maximale bijdrage van de gemeente in de nieuwbouw. De school is ingericht voor 1475 m 2, Voor tijdelijke huisvesting van de school is het gebouw van De Wiekslag beschikbaar alsmede de leegstaande lokalen in Het Startpunt (voormalige Groen van Prinsterer). Bij de nieuwbouw zal ook een ruimte voor kinderopvang door de ontwikkelaar worden gerealiseerd. Stadhouder Willem III De Stadhouder Willem III heeft na realisatie van het Programma 2014 een bvo van 2152 m 2 en is geschikt voor 17 groepen. In het Programma 2012 is een extra speellokaal toegekend evenals de eerste inrichting leermiddelen en meubilair voor de 15e en 16e groep. De school is ingericht voor 2050 m2. De school blijft groeien op basis van de eigen prognose 8. Tegenover de prognose van de school staat de gemeentelijk prognose die is gebaseerd op de ontwikkeling van de basisgeneratie in Ede. Op basis van deze prognose zal het aantal groepen de komende jaren weer teruglopen. Verdere groei op de locatie is niet gewenst. Als de komende jaren uitbreiding toch nog noodzakelijk is dan zullen wij in overleg met het schoolbestuur de mogelijkheden voor een dislocatie onderzoeken. Het speelplein van de school is in samenwerking met buurtbeheer voor de buurt opengesteld. De Veldhuizerschool De Veldhuizerschool heeft na realisatie van het Programma 2014 een genormeerd capaciteit van 1475 m 2 beschikbaar en is geschikt voor 11 groepen. De school is ingericht voor 1475 m 2. In 2009 is met de gemeentelijke middelen bestemd voor een 10-klassige school een 11-klassige school gebouwd. In het Programma 2014 heeft de school de uitbreiding met de 11e groep toegekend gekregen. Dit is gebeurd op basis van de, in die tijd gemaakte, afspraken. De Veldhuizerschool heeft een groeiend aandeel kinderen uit de wijk Kernhem (ca. 35%). De basisgeneratie zal de komende jaren in Kernhem afnemen. Het is af te wachten wat de effecten hiervan zullen zijn op de omvang van de school. De Vuurvogel De Vuurvogel (voorheen de Vrije School) heeft een genormeerde capaciteit van 1150 m 2 en is geschikt voor 7 groepen. De school is ingericht voor 1015 m 2. Het schoolgebouw is opgenomen op de monumentenlijst. De school heeft al jaren achtereen een ruimtebehoefte voor 4 groepen. De in het verleden uitgesproken verwachte groei van de school is uitgebleven. Op basis hiervan en met de wetenschap dat de basisgeneratie in de kern Ede zal afnemen, ligt het niet in de verwachting dat de school nog zal groeien. Wij zoeken naar een mogelijkheid om de school te herhuisvesten. Gezien de specifieke eisen van het schoolbestuur vanwege de Vrije Schoolsignatuur, is dit niet eenvoudig. De Vuurvogel heeft uitgesteld onderhoud. Nu de financiële verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud vanaf 1 januari 2015 wordt verlegd van de gemeente naar het schoolbestuur, zullen wij met het bestuur overleggen hoe en in welke omvang het uitgestelde buitenonderhoud kan worden ingezet. Dit ook in relatie tot mogelijke herhuisvestingsplannen. Bespreekpunt daarbij is de omvang van het schoolgebouw in relatie tot de ruimtebehoefte van de school. De bedoeling is om in ieder geval de Vuurvogel in een gelijke positie te brengen als alle andere schoolbesturen in Ede. In de Vuurvogel is een peuterspeelzaal gevestigd. Het Startpunt (voorheen de Groen van Prinsterer) Het Startpunt (voorheen de Groen van Prinsterer) in de MFA Ede West heeft een capaciteit van 1130 m 2 beschikbaar en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1130 m 2. De gemeente is bouwheer geweest en nu eigenaar van het gebouw. Op basis van de ruimtebehoefte van de school en vanwege de eventuele aanbouw en integratie van buurtcentrum De Kolk, heeft de school slechts ruimte voor 6 groepen in gebruik gekregen. Deze ontwikkeling rondom buurtcentrum De Kolk is onzeker geworden. De twee groepen zijn tot nu toe onbenut. Te zijner tijd zullen deze lokalen worden ingezet voor de tijdelijke huisvesting van de Cavaljé tijdens de nieuwbouw. In het gebouw is de BSO Blitz, de Peuterspeelzaal ’t Onderdeurtje en een gymzaal gehuisvest. In samenhang met de gymzaal hebben wij een sportief speelplein gerealiseerd dat openbaar toegankelijk is.

8

26

Deze prognose is mede gebaseerd op het kerkelijk geboorteregister.


OBS De Lettertuin De Lettertuin (voorheen Kernhemschool) heeft een capaciteit van 1018 m 2 beschikbaar en is geschikt voor 6 groepen. De school is ingericht voor 900 m2. In de school is ook het Leonardo concept ondergebracht waardoor de school in 2011 is gegroeid naar 119 leerlingen. Het schoolbestuur onderzoekt de mogelijkheden om het volledige Leonardo onderwijs onder te brengen in of de Lettertuin of in de Prinsenakker te Bennekom. De Lettertuin heeft uitgesteld onderhoud. Vanwege de wijziging in de financiële verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud per 1-1-2015 gaan wij met Proominent in overleg hierover. De bedoeling is om het schoolbestuur van de school in een gelijke positie als alle andere schoolbesturen te brengen. 4.3.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - De gemeente draagt € 265.000,= bij aan de nieuwbouw van de Cavaljéschool. Dit is een oude toezegging en zijn middelen voor uitgesteld onderhoud. - Wij reserveren tot einde 2014 het gebouw De Wiekslag voor de tijdelijke huisvesting voor de Cavaljé. Extra groepen kunnen gebruikmaken van de leegstand in Het Startpunt. - Wij onderzoeken de mogelijkheden om te komen tot herhuisvesting van de Vuurvogel. - Met de Vuurvogel en met Proominent gaan wij in overleg over het uitgestelde onderhoud. In de meerjarenbegroting hebben wij met het oorspronkelijke bedragen rekening gehouden. De precies omvang en wijze van besteding is onderdeel van het overleg.

27


4.4.

Veldhuizen (03)

4.4.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

VELDHUIZEN.

Index (2013 = 100)


Ede-Veldhuizen

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in de wijk Veldhuizen zijn in 2013 1655 kinderen. In 2022 loopt dit aantal terug naar 1415 kinderen, een daling van 15%. 4.4.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN VELDHUIZEN: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn 10 basisscholen in Veldhuizen. De Triangel, Al Amana en de EBS De Rots zijn in principe bovenwijkse scholen. De overige scholen zijn wijkgebonden. BRIN

bouwj. School

11CT 1995 11PJ 1980 13TF 1969 17JX 1970 17LA 1975 19BA 2011 23PV01 1977 22KY 1967 24ER 1970 30FV 1972

Prins Constantijn Prins Floris De Dillenburg Toon Hermans Godfried Bomans OBS De Bongerd OBS MSV, dislocatie EMS Rietk. De Triangel Al Amana EBS De Rots

Capaciteit BVO grp. m2 PC PC PC RK RK OPB OPB GRFV IS EV

Ede Veldhuizen


8 9 6 10 8 6 8 9 8 9

1130 1275 1000 1370 1180 900 1140 1329 1220 1130

119 232 68 151 138 110 134 188 196 151

812 1367 571 974 907 843 874 1146 1310 960

77

1110 4

1487

9764

Inrichting m2 1360 1360 1000 1475 1360 1245 -9 1245 1220 900

Er is in Veldhuizen een capaciteit van 11104 m2 beschikbaar. De ruimtebehoefte van de scholen in Veldhuizen bedroeg 9764 m2. Er is aanzienlijke leegstand aanwezig.

9

28

De eerste inrichting wordt berekend bij de EMS Rietkampen.


4.4.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. Prins Constantijn ( De Caleidoscoop) De Prins Constantijn heeft een genormeerde capaciteit van 1130 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1360 m2. De Prins Constantijn is in 1995 na een brand herbouwd. Het aantal leerlingen is de afgelopen 8 jaar gedaald van ruim 200 leerlingen naar 119 leerlingen. Er is nu leegstand voor 3 groepen. De school is dit jaar gefuseerd met De Dillenburg zodat de volledige capaciteit weer wordt benut. De gefuseerde school gaat in het komende schooljaar verder als De Caleidoscoop. Vanaf het schooljaar 2014/2015 is PSZ De Peutertrein in de school gehuisvest. De Dillenburg De school is gefuseerd met de Prins Constantijn en het schoolbestuur heeft het schoolgebouw aan de gemeente overgedragen. De Dillenburg heeft een genormeerde capaciteit van 1000 m 2. Als zelfstandige school is het gebouw geschikt voor 6 groepen. Als dislocatie is het gebouw geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1000 m2. Met Al Amana die een forse groei doormaakt, bespreken wij het medegebruik van dit schoolgebouw voor de extra ruimtebehoefte van de school. In de school was de PSZ De Peutertrein gehuisvest. De Peutertrein verhuist mee naar de locatie van de Prins Constantijn (Caleidoscoop) Prins Floris De Prins Floris heeft een genormeerde capaciteit van 1275 m 2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 1360 m2. Gezien de ontwikkeling van de basisgeneratie in Veldhuizen zal de ruimtebehoefte naar verwachting verder gaan afnemen. Het is nog af te wachten wat de invloed zal zijn van de fusie van De Dillenburg met de Prins Constantijn op de ruimtebehoefte van de school. Toon Hermansschool De Toon Hermansschool heeft een genormeerde capaciteit van 1370 m2 en is geschikt voor 10 groepen. De school is ingericht voor 1475 m2. De ruimtebehoefte van de school is de afgelopen vier jaar teruggelopen van 10 naar 6 groepen. Er is aanzienlijke leegstand. Het is nog af te wachten hoe de ruimtebehoefte zich verder zal ontwikkelen. Bij een krimpende basisgeneratie is een verdere terugloop te verwachten. Godfried Bomansschool De Godfried Bomansschool heeft een genormeerde capaciteit van 1180 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1360 m2. De ruimtebehoefte van de school is de afgelopen vijf jaar teruggelopen van 9 naar 6 groepen zodat er nu leegstand is. Het is nog af te wachten hoe de ruimtebehoefte zich verder zal ontwikkelen. Bij een krimpende basisgeneratie is een verdere terugloop te verwachten. De Bongerd De Bongerd heeft een genormeerde capaciteit van 900 m2 gerealiseerd en is geschikt voor 6 groepen. De school is ingericht voor 1245 m2. Proominent heeft met gemeentelijke middelen in het gebouw een extra ruimte voor School&Partners gerealiseerd. De totale beschikbare capaciteit is daarom 1015 m 2. Het in 2012 opgeleverde schoolgebouw blijkt ernstige vocht problemen. Onderzocht wordt of dit het gevolg is van een constructiefout en zo ja of dit verhaald kan worden op de bouwer/architect. In de school Peuterspeelzaal De Blokkendoos gehuisvest. OBS MSV De MSV (Montessorischool Veldhuizen) is als dislocatie van de Edesche Montessorischool Rietkampen, gehuisvest in het gebouw van de (voormalige) Prinsenhoef en heeft een genormeerde capaciteit van 1140 m2 en is geschikt voor 8 groepen. Omdat de MSV een dislocatie is van de EMS Rietkampen berekenen wij de eerste inrichting in samenhang met de eerste inrichting van de hoofdlocatie. Bij de nieuwbouw van De Bongerd is tussen Proominent en de gemeente afgesproken dat Proominent de zeggenschap heeft over de ene helft van het gebouw en de gemeente over de andere helft. De MSV heeft

29

4. De scholen in het basisonderwijs een ruimtebehoefte voor 6 groepen. Nu de MSV de afgelopen jaren een stabiele groei heeft doorgemaakt van 3 naar 6 groepen bespreken wij met Proominent de mogelijkheid dat het schoolbestuur de volledige zeggenschap over het gebouw terugkrijgt. In de school is BSO De Ridderhof gehuisvest. De Triangel De Triangel heeft een genormeerde capaciteit van 1329 m 2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 1245 m2. Het aantal leerlingen van de school is vanaf 2004 gegroeid. Sedert de teldatum 1 oktober 2010 was er geen leegstand meer. Volgens het schoolbestuur is als gevolg van de komst van De Rots het leerlingenaantal per 1 oktober 2013 voor het eerst weer teruggelopen van 202 naar 188 (8 groepen). De Triangel maakt sedert enkele jaren deel uit van de Gereformeerde Schoolvereniging Veluwe Plus. Het bestuur verwacht dat de school op ca. 200 leerlingen blijft uitkomen. Al Amana Al Amana heeft een genormeerde capaciteit van 1220 m2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1220 m2. In totaal is met gemeentelijke middelen een capaciteit van 1335 m 2 gerealiseerd. Dit is inclusief een ruimte voor de peuterspeelzaal. Al Amana kent na een aantal jaren van afname weer een toename van het aantal leerlingen. Het schooljaar 2014/2015 zal de school nog een forse groei doormaken. Wij zijn met het schoolbestuur in overleg om voor de extra ruimtebehoefte te verwijzen naar medegebruik in het gebouw van de (voormalige) Dillenburg. In de school is de peuterspeelzaal ’t Vlinderveld (Welstede) gevestigd. Het schoolbestuur van Al Aamana heeft echter de wens om een eigen voorschoolse voorziening vorm te geven. Wij overleggen met alle betrokken partijen of en op welke wijze wij dit zullen faciliteren. EBS Rots De Evangelische basisschool De Rots heeft een genormeerde capaciteit van 1130 m 2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 900 m2. De school is per 1 augustus 2010 gesticht. Volgens de stichtingsnormen zal de school op 1 oktober 2014 200 leerlingen moeten hebben. Op 1 augustus 2013 telde de school 154 leerlingen. Het is dus nog af te wachten of de school dit jaar (1 oktober 2014) 200 leerlingen zal tellen. Hierop vooruitlopend heeft het schoolbestuur een aanvraag gedaan voor om doorstart te kunnen maken via een aanvraag voor het Plan van Scholen. De gemeenteraad heeft dit plan goedgekeurd. Het is nog af te wachten of ook de Minister zijn goedkeuring hecht aan het plan van scholen. De school heeft per 1 augustus 2010 een start gemaakt in het voormalig schoolgebouw van De Bongerd aan de Goudenstein. Het eigendom van het gebouw is nog niet overgedragen aan het schoolbestuur. Afhankelijk van het voortbestaan van de school zullen wij in overleg met het schoolbestuur onderzoeken op welke wijze de middelen voor het uitgestelde onderhoud wordt ingezet. Dit is onderhoud is uitgesteld vanwege de onzekerheid over het voortbestaan van de school. Een andere mogelijkheid is dat gekozen wordt voor een andere locatie en een andere schoolgebouw dat in betere staat verkeert en beter past bij de verwachte omvang van de school. In het Programma 2012 is de eerste inrichting leermiddelen en meubilair voor de groepen 1 en 2 toegekend, via het Programma 2013 voor de groepen 3 en 4 en via de spoedprocedure in 2013 voor de 5 e groep en 6e groep. De school is derhalve ingericht voor 900 m 2. In de school is BSO De Rots gehuisvest. 4.4.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij plannen geen extra investeringen in Veldhuizen. - Het schoolbestuur van CNS heeft het gebouw van de Dillenburg aan de gemeente overgedragen. Wij zullen het gebouw herbestemmen. Met Al Amana zijn wij in overleg om het gebouw (deels) in gebruik te geven voor de extra ruimtebehoefte van de school. - Met De Rots overleggen wij over de inzet van de financiële middelen voor het uitgestelde onderhoud en/of de eventuele verhuizing naar een andere locatie als de school een doorstart kan maken. - Wij bespreken met Proominent de mogelijkheid dat het schoolbestuur de volledige zeggenschap over het gebouw terugkrijgt.

30


4.5.

Kernhem (04)

4.5.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

KERNHEM.

Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van de basisgeneratie 4 t/m 11 (PO) (midden variant: 400 woningen) 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Kernhem

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in de wijk Kernhem zijn in 2013 788 kinderen. Dit aantal loopt in 2019 terug naar 751 kinderen, een daling van 5%. Daarna zal het aantal kinderen weer gaan toenemen als gevolg van de nieuwbouw in Vlek B. 4.5.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN KERNHEM: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Kernhem 4 basisscholen. De vier scholen zijn aan te merken als wijkscholen. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit en ruimtebehoefte in Kernhem (t/m Programma 2014) BRIN

11XK01 27JL 30JU00 27MH

bouwj. School

2011 2005 2011 2003

Kleine Prins De Meander De Vuursteen De Kern

Capaciteit BVO grp. m2 RK PC PC OPB

Ede Kernhem 2003

Schoolwoningen

Gem.


9 10 9 11

1245 1370 1245 1525

123 156 50 441

819 985 597 2418

39

5385

770

4819

7

Inrichting m2 900 1475 580 1525

910

Er is nu een capaciteit voor 39 groepen. Daarnaast hebben wij nog ruimte voor 7 groepen in schoolwoningen beschikbaar. De ruimtebehoefte is op grond van 1 oktober 2013 33 groepen. 4.5.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. Kleine Prins De Kleine Prins heeft een genormeerde capaciteit van 1245 m2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 900 m2.

31

4. De scholen in het basisonderwijs De Kleine Prins is formeel een dislocatie van de Koning Davidschool. Bij de start van Kernhem is besloten om de school in Kernhem een volwaardig schoolgebouw te bieden. Het schoolbestuur heeft in 2011 de nieuwe school gerealiseerd. Vanwege de stagnatie in de woningbouw in Kernhem vlek B is te verwachten dat verdere groei van de school (vooralsnog) uitblijft In de Kleine Prins is PSZ Partou gehuisvest. De Meander De Meander heeft een genormeerde capaciteit van 1370 m2 en is geschikt voor 10 groepen. De school is ingericht voor 1475 m2. Het leerlingenaantal van de Meander is de afgelopen jaar gedaald tot nog maar 156 leerlingen, ca. 6 groepen. Met de vertraging van de woningbouw in Kernhem vlek B ligt het in de verwachting dat het aantal leerlingen verder zal dalen. Het schoolbestuur van CNS heeft daarom besloten om de Meander op te heffen en te fuseren met De Vuursteen. Aanmeldingen voor het nieuwe schooljaar worden verwezen naar De Vuursteen. Met het schoolbestuur vindt overleg plaats over de toekomst van het schoolgebouw van de Meander. In de school is de peuterspeelzaal “Spetter Spat” en de buitenschoolse opvang De Meander gevestigd. Deze ruimtes zijn indertijd met aanvullende gemeentelijke middelen gerealiseerd. De Vuursteen De Vuursteen heeft een genormeerde capaciteit van 1245 m2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 580 m2. De school is in 2011 gestart in het nieuwe schoolgebouw. De schoolt telt op 1 oktober 2013 50 leerlingen en loopt daarmee, als gevolg van de stagnatie in de woningbouw fors achter op de verwachtingen bij de bouw van de school. Alle aanmeldingen voor CNS in Kernhem worden verwezen naar De Vuursteen. Hierdoor zal De Vuursteen doorgroeien. De Kern De Kern heeft een genormeerde capaciteit van 1525 m2 en is geschikt voor 11 groepen. De school is ingericht voor 1525 m2. De school is de laatste jaren fors gegroeid en telt per 1 oktober 2013 441 leerlingen of 19 groepen. Een groot aantal kinderen, ca. 37%, komt van buiten de wijk. De school heeft inmiddels ook de schoolwoningen (eigendom Vastgoed) in gebruik. De ingebruikname is onder voorbehoud van nadere besluitvorming. Wij onderzoeken nu de mogelijkheid om te zijner tijd de schoolwoningen af te stoten en De Kern te verwijzen naar leegstand in De Meander. In de school is de peuterspeelzaal DoReMi en de buitenschoolse opvang De Kern gevestigd. Deze ruimtes zijn indertijd met aanvullende gemeentelijke middelen gerealiseerd. 4.5.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij plannen geen extra investeringen in Kernhem. - CNS heeft het voornemen om De Meander te fuseren met De Vuursteen. Met CNS vindt overleg plaats over de toekomst van het schoolgebouw van de Meander. - Wij onderzoeken de mogelijkheden om de schoolwoningen bij De Kern af te stoten en deze school te verwijzen naar leegstand in de Meander. - binnen het project voor de nieuwbouw van de nieuwe sportzaal, die inmiddels is opgeleverd, realiseren wij een sportief speelplein bij De Vuursteen en de Kleine Prins.

32


4.6.

Ede Oud Zuid (10) (exclusief Enka)

4.6.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

EDE OUD ZUID.

Index (2013 = 100)


Ede-Oudzuid

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in de wijk Ede Oud Zuid zijn in 2013 754 kinderen. In 2022 loopt dit aantal terug naar 714 kinderen, een daling van 5%. De Enka behoort tot de wijk Ede Oud Zuid. In de prognose is de ontwikkeling op de Enka niet meegenomen. 4.6.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN EDE OUD ZUID: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Ede Oud Zuid 3 basisscholen. De Koepelschool heeft een bovenwijkse functie. BRIN

05NP 13KG 18WL

bouwj. School

1998 1972 1928

Koepelschool Oranje Nassau De Zuiderpoort10

Capaciteit BVO grp. m2 PC PC OPB

Ede Oud Zuid Oranjelaan

Gem


Inrichting m2

9 8 5

1261 1135 780

327 152 76

1845 976 638

1935 1245 785

25

3176

555

3459

3965

1850

-

-

14

Er is nu een capaciteit voor 25 groepen. De huidige scholen hebben een ruimtebehoefte van 23 groepen. Op grond hiervan is er voldoende capaciteit. Bij de Koepelschool is een tekort aan 5 lokalen. Deze school heeft ruimte voor 5 groepen in medegebruik in het gebouw van de Oranjelaan. 4.6.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. De Koepelschool De Koepelschool heeft een genormeerde capaciteit van 1261 m2 en is geschikt voor 9 groepen. De school is ingericht voor 1935 m2. 10

Voor de Zuiderpoort is de capaciteit opgenomen nadat de drie noodlokalen zijn verwijderd. Voor de benodigde aanpassingen is een investering in dit IHP opgenomen.

33

4. De scholen in het basisonderwijs De school heeft een groot tekort aan ruimte op de hoofdlocatie. De huidige locatie is niet verder uit te breiden. Voor de extra ruimtebehoefte heeft de school ruimte in het schoolgebouw aan de Oranjelaan in medegebruik gekregen. Binnen het bouwplan voor de Oranjelaan realiseren wij een dislocatie voor de Koepelschool. Daardoor kan de school profiteren van de groei van de basisgeneratie op de Enka. De school onderzoekt de mogelijkheid om de dislocatie te verzelfstandigen. Dit is een besluit dat de Minister neemt zonder de inbreng van de gemeente. Bij een positief besluit krijgt de school een extra vaste voet van 200 m2. Wij wachten de uitkomst hiervan af. In het te ontwikkelen (bouw-) plan voor de Oranjelaan proberen wij op een creatieve wijze te anticiperen op een eventuele vaste voet en extra ruimtebehoefte vanwege de Enka. In het gebouw aan de Oranjelaan is de BSO/peuterspeelzaal Oranjeland gehuisvest. De Oranje Nassau De Oranje Nassau heeft een genormeerde capaciteit van 1135 m2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1245 m2. Het aantal leerlingen van de Oranje Nassau neemt de laatste jaren af. De school zal waarschijnlijk profiteren van de groei van de basisgeneratie op de Enka. In de school is de BSO Het schoolplein gevestigd. De Zuiderpoort De Zuiderpoort heeft een genormeerde capaciteit van 990 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. De capaciteit is inclusief 3 noodlokalen. De school is ingericht voor 785 m2. De Zuiderpoort is gevestigd in een gemeentelijk monument. Aangrenzend bevindt zich een gymnastieklokaal (Kerkweg). Het is een kwetsbare school met uitsluitend allochtone kinderen. De ruimtebehoefte is 3/4 groepen. De noodlokalen bij de school zijn versleten en de sloop is gewenst. In de noodlokalen is nu nog de PSZ Minik gevestigd. In overleg met het schoolbestuur is, als vervolg op de voornemens uit het IHP 2012 - 2015, een plan voor renovatie van het schoolgebouw ontwikkeld. Hiervoor is een bedrag gereserveerd van € 450.000 voor het jaar 2014. Het schoolbestuur draagt ook bij aan de benodigde investeringen. Hierdoor zal het gemeentelijke aandeel lager uitvallen. Uitgangspunten bij de planvorming zijn: - het verwijderen van de noodlokalen; - aanpassing van de school (na verwijdering van de noodlokalen) voor peuterspeelzaal Minik en eventueel BSO. - het wijzigen van het beeldmerk van de school van “een verouderde school” naar een “moderne school” in een prachtig monument; - de eventuele integratie van de gymzaal bij de capaciteit van de school; - Indien mogelijk de aanleg van een sportief speelplein. Na de aanpassing heeft het gebouw een capaciteit van 780 m 2 inclusief een ruimte voor de peuterspeelzaal. 4.6.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij plannen investeringen in Ede Oud Zuid. Het betreft de aanpassingen en verbouwing van het gebouw De Zuiderpoort en de renovatie en aanpassing van de Oranjelaan (zie de financiële paragraaf);

34


4.7.

Maandereng (11)

4.7.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

MAANDERENG.

Index (2013 = 100)


Maandereng

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in de wijk Maandereng zijn in 2013 829 kinderen. Dit aantal daalt in 2022 naar 737 kinderen, een daling van 11%. 4.7.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN MAANDERENG: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Maandereng na de fusie tussen OBS De Elskamp en OBS 't Palet nog 3 basisscholen. De scholen zijn aan te merken als wijkscholen. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Maandereng (t/m Programma 2014) BRIN

12AM 12GU 19BP

bouwj. School

1984 1984 1985

Koningin Beatrix Franciscusschool OBS Uniek11 Maandereng

1

Capaciteit BVO grp. m2 PC RK OPB


19 8 8

2521 1090 1090

392 145 17212

2172 960 1090

35

4701

709

4222

Inrichting m2 2440 1250 1130

)

In Maandereng is een capaciteit voor 35 groepen. Hiervan zijn nog 7 lokalen aanwezig in de semipermanente school aan de Jan Voermanstraat (dislocatie van de Koningin Beatrixschool). Het schoolgebouw van de voormalige OBS ’t Palet aan de Poggenbeekstraat is niet meer nodig. 4.7.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. De Koningin Beatrix, de Franciscus school en De Elskamp zijn gevestigd in een scholencomplex. In het complex zijn vier lokalen in eigendom van de gemeente. De dislocatie van de Koningin Beatrix (de voormalige Prinses Julianaschool) is gehuisvest in een semi-permanent gebouw. 11

12

De Elskamp heeft nog geen plan voor onderwijskundige ontwikkeling uitgevoerd. De capaciteit in m 2 uitgedrukt is daarom minder dan die hoort bij 8 groepen (1130 m2). De school is gefuseerd met ’t Palet en gaat verder onder de naam OBS Uniek op de locatie van De Elskamp. De telling is gebaseerd op de som van de 1-oktobertelling 2013 van OBS ’t Palet en OBS De Elskamp

35


Koningin Beatrixschool De Koningin Beatrixschool heeft op de hoofdlocatie een genormeerde capaciteit van 1091 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. In het scholencomplex heeft de school daarnaast 4 gemeentelijke lokalen in gebruik met een capaciteit van 480 m2. In de dislocatie aan de Jan Voermanstraat (tijdelijk schoolgebouw) heeft de school nog ruimte voor 7 groepen met samen 950 m2. In totaal heeft de school dus een capaciteit van 2521 m2 of 19 groepen. De school is ingericht voor 2440 m2. Het plan is om de school binnen het project Maandereng op de hoofdlocatie uit te breiden zodat het schoolbestuur daarna de semi-permanente dislocatie aan de Jan Voermanstraat kan afstoten. Het gebouw kan dan worden gesloopt. De school blijft tot die tijd de dislocatie nog wel gebruiken voor de huisvesting van de extra groepen. Wij zullen de nog niet uitgevoerde aanpassing ten behoeve van onderwijskundige ontwikkelingen binnen het project Maandereng meenemen. In het gebouw aan de Jan Voermansstraat is PSZ De Peuterpoort gehuisvest in afwachting van de realisatie van het project Maandereng. Franciscusschool De Franciscusschool heeft op de hoofdlocatie een genormeerde capaciteit van 1090 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1245 m2. De school heeft enige leegstand. Het voornemen is om de school binnen het project Maandereng een passende capaciteit te geven. OBS De Elskamp (OBS Uniek) De Elskamp heeft een genormeerde capaciteit van 1090 m 2 en is geschikt voor 8 groepen. De school is ingericht voor 1130 m2. De Elskamp heeft al jaren een veel kleinere ruimtebehoefte dan de capaciteit. Op 1 augustus 2014 is de school gefuseerd met 't Palet. De fusieschool gaat verder onder de naam van OBS Uniek. Het noodgebouw van t' Palet kan dan worden gesloopt. Misschien dat het gebouw te zijner tijd nog een functie kan hebben binnen het project Maandereng als tijdelijke huisvesting tijdens de bouwwerkzaamheden. 't Palet OBS 't Palet is op 1 augustus gefuseerd met de OBS De Elskamp. De fusieschool gaat verder onder de naam OBS Uniek. In de school was BSO ’t Palet gevestigd. 4.7.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij hebben in de begroting de financiële ruimte opgenomen om het project Maandereng te realiseren. De investering die nodig is om de herontwikkeling de scholen mogelijk te maken, is afhankelijk van het nog op te stellen bouwplan. De investering die nodig is om de overige functies zoals peuterspeelzaal, kinderopvang en buurtcentrum te huisvesten zal met de huuropbrengsten opgebracht moeten worden. - Een belangrijke doelstelling in het project is efficiënt ruimtegebruik door intensieve samenwerking tussen de scholen en aanvullende functies zoals BSO, peuterspeelzaal, sport en buurtcentrum. Hoewel het project met goede voornemens is gestart (eerste schetsontwerp) verloopt de samenwerking tussen de belangrijkste partners, de schoolbesturen, moeizaam. De gemeente heeft een aantal redenen om het project van de grond te tillen. In de eerste plaats de gewenste sloop van de tijdelijke schoolgebouwen van de voormalige OBS 't Palet en de dislocatie van de Koningin Beatrix. Daarvoor is het nodig om in het permanente scholencomplex voor deze school extra ruimte te realiseren. Misschien is dit ook nodig voor de gefuseerde scholen OBS De Elskamp en OBS 't Palet. In de tweede plaats de huisvesting van PSZ De Peuterpoort die in afwachting van permanente huisvesting voorlopig is gehuisvest in de dislocatie van de Koningin Beatrix. En tot slot de eventuele huisvesting van buurtcentrum de Maanen. Indien de schoolbesturen niet tot een intensieve samenwerking kunnen komen, dan zullen wij in deelprojecten de genoemde zaken zo goed als mogelijk realiseren.

36


4.8.

Rietkampen (12)

4.8.1. PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

RIETKAMPEN.

Index (2013 = 100)


Rietkampen

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in de wijk Rietkampen zijn in 2013 1014 kinderen. In 2022 loopt dit aantal terug naar 822 kinderen, een daling van19%. 4.8.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN RIETKAMPEN: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Rietkampen 4 basisscholen. Deze scholen zijn aan te merken als wijkscholen. Per 1 augustus 2013 heeft Proominent de openbare basisscholen De Rietkampen en de Edese Montessorischool gefuseerd waardoor het aantal scholen is gegaan van 5 naar 4. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Rietkampen (t/m Programma 2014) BRIN

23PR 23PT 23PU 23PV 23PW

bouwj. School

1990 1991 1992 1994 1990

Panta Rhei De Brugge De Vlinderboom Edese Montessorischool De Rietkampen Rietkampen

Capaciteit BVO grp. m2 RK PC PC OPB OPB

12 18 7 8 6 53


Inrichting m2

1573 2353 1040 1180 888

343 390 123 169

1925 2162 819 1050

2280 3085 1015 1475 1015

6883

1025

5956

8870

In de wijk Rietkampen is nu een capaciteit voor 53 groepen. Hiervan zijn 10 noodlokalen. De totale ruimtebehoefte van de scholen bedraagt 50 groepen. De openbare basisschool De Rietkampen is per 1 augustus 2013 door Proominent opgeheven. Wij hebben het voornemen om het schoolgebouw over te dragen aan De Brugge in nauwe samenspraak met De Panta Rhei.

37

4. De scholen in het basisonderwijs 4.8.3. KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL. De Panta Rhei De Panta Rhei is gehuisvest in het permanente scholencomplex in Rietkampen. De school heeft een genormeerde capaciteit van 1228 m2 of 9 groepen in het eigen hoofdgebouw. Daarnaast heeft de school 3 gemeentelijke lokalen of 345 m2 in het gemeentelijk middengebied in gebruik. Tot slot heeft de school nog het medegebruik van 2 lokalen in het voormalige schoolgebouw van OBS De Rietkampen. De school is ingericht voor 2280 m2. Tegen de verwachting is stabiliseert zich de ruimtebehoefte van de school en is er zelfs sprake van een lichte groei. De Brugge De Brugge gehuisvest heeft op de hoofdlocatie een genormeerde capaciteit van 1345 m 2 of 10 groepen. Daarnaast heeft de school nog 3 lokalen in gebruik in 't Riet. Voor de overige groepen maakt de schoolgebruik van het schoolgebouw van de voormalige OBS De Rietkampen. Wij hebben het voornemen om dit schoolgebouw over te dragen aan CNS. Dit sluit aan bij de wens van CNS om terug te gaan van 3 naar 2 permanente locaties. Dit is nu nog niet volledig mogelijk aangezien de Panta Rhei ook nog met 2 groepen gebruik maakt van dit schoolgebouw. De lokalen in ’t Riet zullen dan vrijkomen. Een en ander is afhankelijk hoe de ontwikkeling van het aantal leerlingen in de Rietkampen. Het schoolbestuur van SKOVV en van CNS gaan in overleg hoe de ruimtebehoefte van CNS in de nabije toekomst in het scholencomplex ingepast kan worden. In de school (hoofdlocatie) is nu de buitenschoolse opvang Dol-fijn en de peuterspeelzaal “Jip en Janneke” gevestigd. De Vlinderboom De Vlinderboom heeft een genormeerde capaciteit van 1040 m 2 of 7 groepen. De school is ingericht voor 1015 m2. De Vlinderboom loopt in aantal leerlingen al jaren gestaag terug. Dit is in overeenstemming met de afname van de basisgeneratie in Rietkampen. Gezien de verdere afname van de basisgeneratie in Rietkampen is een verdere terugloop van leerlingen te verwachten. De school heeft nu leegstand voor 2 groepen. In de school is BSO De Vlinderboom gehuisvest. Edese Montessori school Rietkampen (EMS) De Edese Montessori school Rietkampen (EMS) heeft een genormeerde capaciteit van 1180 m 2 of 7 groepen. De school is ingericht voor 1475 m2. De EMS heeft in totaal 303 leerlingen verdeeld over de hoofdlocatie in Rietkampen en de dislocatie MSV in Veldhuizen. De leerlingen op de Montessorischool Veldhuizen staan op de EMS ingeschreven. Per 1 augustus 2013 is de OBS Rietkampen gefuseerd met de EMS. Gezien de afname van de basisgeneratie in Rietkampen is een verdere terugloop van leerlingen te verwachten. 4.8.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP geen extra investeringen. - Wel is, in navolging op Maandereng, een ontwikkeling mogelijk waarbij diverse functies zoals onderwijs, kinderopvang en ontmoeting worden geconcentreerd in en rondom het scholencomplex in Rietkampen. De schoolbesturen van CNS en SKOVV doen over enige tijd een eerste aanzet. Na verdere planvorming zal te zijner tijd indien nodig een investeringsverzoek aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

38


4.9. Veluwse Poort en de Enka De Veluwse Poort en de Enka zijn de twee grote uitbreidingsgebieden na Kernhem. Het project Veluwse Poort bestaat uit een aantal deelprojecten, de belangrijkste daarvan zijn de voormalige kazerneterreinen. .

Aantal kinderen

Ontwikkeling van de basisgeneratie 4 t/m 11 (PO) (midden variant: 400 woningen) 600

500

400

300

200

100

0 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Enka

Veluwse Poort

In de Veluwse Poort zijn nog geen kinderen in de basisgeneratie voor het onderwijs. Naar verwachting zijn hier in 2022 245 kinderen. Op het Enkaterrein zijn in 2013 43 kinderen in de basisschoolleeftijd. In 2022 is dit aantal gestegen naar 261 kinderen. 4.9.1. ENKA Woningbouwplanning. Volgens de gedateerde planning is de bouw van ruim 1300 woningen op het Enkaterrein eind 2010 gestart. Door de bouwcrisis is dit fors gestagneerd. Tot op heden staan er thans ca. 200 woningen. De 1300 te bouwen woningen betekenen ruim 650 leerlingen in de piek en 325 leerlingen in het eindbeeld van de ontwikkeling van de basisgeneratie voor het primair onderwijs. Uitgedrukt in groepen is dit respectievelijk ongeveer 28 en 14 groepen. Wij hadden in het vorige IHP investeringen voor twee 7-klassige scholen inclusief de grond en de inrichting al eerder in de meerjarenbegroting opgenomen voor de jaren 2011 ev. Daarbij hadden wij ook de investering voor een lokaal voor bewegingsonderwijs gepland. Bijstelling van de investeringen Vanwege de vertraging in de woningbouw stellen wij voor de komende periode de investeringen bij. Vooralsnog gaan wij uit van een 8-klassige school. Het voornemen is om deze school in de vorm van de huur van lokalen in het te ontwikkelen monumentale kantinegebouw te realiseren. Met de ontwikkelaar maken wij afspraken over de toekomstige huur van extra lokalen vanaf het moment dat de extra ruimtebehoefte zich aandient. Voor het bewegingsonderwijs maken wij wel afspraken over de te reserveren ruimte maar plannen nu nog niet de investeringen. Wij voorzien voor de eerste tijd ruimte in het gymnastieklokaal aan de Oranjelaan dat binnen een acceptabele loopafstand van het kantinegebouw ligt. Hoewel de woningbouwontwikkeling traag verloopt, maken wij afspraken met de ontwikkelaar over de reservering van ruimte voor eventueel een noodschool voor het geval dat een piek in de basisgeneratie zich wel voordoet. Ontwikkeling van de scholen en aanvullende voorzieningen Wij hadden het voornemen de onderwijsvoorzieningen op het Enkaterrein samenhang met andere basisvoorzieningen zoals peuterspeelzaal, kinderopvang, bewegingsonderwijs en welzijn/ontmoeting te 39

4. De scholen in het basisonderwijs realiseren. Wij hebben dit voornemen bij moeten stellen. De ontwikkeling van de scholen op het Enkaterrein vertraagd omdat schoolbesturen vanwege de vertraagde woningbouw nog geen belangstelling hebben om een school op het Enkaterrein te stichten. De schoolbesturen zijn te zijner tijd de grootste gebruikers van een multifunctionele accommodatie. Zij richten nu eerst de aandacht op de reorganisatie van de bestaande scholencapaciteit. Wij blijven met de schoolbesturen en de ontwikkelaar 13) in overleg met als doel om een onderwijsaccommodatie op de Enka te realiseren. Aandachtspunten daarbij zijn onder andere de huisvesting van voorschoolse voorzieningen en eventueel een ontmoetingsfunctie. Zoals hierboven al vermeld richten wij ons vooralsnog op huisvesting in het kantinegebouw van zoveel mogelijk functies rondom het onderwijs, opvang en ontmoeting. 4.9.2. KAZERNETERREINEN De woningbouwontwikkeling op de kazerneterreinen is de afgelopen jaar bijgesteld. Een van de redenen daarvoor is de ontwikkeling en realisatie van het World Food Center waardoor er minder ruimte is voor woningbouwontwikkeling. Vooralsnog worden op de voormalige kazerneterreinen 1850 woningen gepland. De precieze planning is nog niet bekend. Ook op de kazerneterreinen hebben wij het voornemen om de onderwijsvoorzieningen te realiseren in samenhang met andere basisvoorzieningen. Vooralsnog plannen wij voor deze periode de investeringen voor een 8-klassige school en de investering voor een sportzaal. Bij de ontwikkeling hiervan betrekken wij ook de aangrenzende scholen en sportzaal rondom de Ceelman van Ommerenweg. Met het projectbureau is afgesproken dat wij pas vanaf 2016 aan de slag gaan met de ontwikkeling van een maatschappelijke voorziening in de Veluwse Poort. Wij verwachten dat in de Veluwse Poort een extra sportzaal nodig zal zijn. Wij hebben hiervoor een investering in de begroting opgenomen.

13

40

Wij zijn in overleg met de ontwikkelaar van de Enka (ASR) en de Stichting Boei die sinds enige tijd eigenaar is geworden van het kantinegebouw.


4.10.

Bennekom (30)

4.10.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

BENNEKOM.

Index (2013 = 100)


Bennekom

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Bennekom zijn in 2013 1333 kinderen. In 2022 loopt dit aantal terug naar 1123 kinderen, een daling van 16%. 4.10.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN BENNEKOM: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Bennekom 7 basisscholen. Twee scholen hebben een bovenwijkse of regionale functie. Dit zijn de Eben Haëzerschool en de SmdB De Kraats. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Bennekom (t/m Programma 2014) BRIN

05GR 06YM 07KR 10QL 11FA 11RC 18YU

bouwj. School

1963 1977 1913 1957 2009 1976 '74/'76

Sint Alexanderschool Eben Haezerschool SmdB De Kraats De Wingerd Wilhelminaschool14 Julianaschool OBS De Prinsenakker Bennekom

Capaciteit BVO grp. m2 RK REF PC PC PC PC OPB


10 12 6 8 10 11 16

1354 1560 950 1170 1255 1450 2248

231 230 159 154 242 175 292

1362 1357 1000 975 1417 1080 1669

72

9977

1483

8860

Inrichting m2 1360 1705 1015 1245 1475 1820 2248

In Bennekom is nu een capaciteit voor 72 groepen. De ruimtebehoefte van de huidige scholen is 68 groepen. Daarmee is in principe voldoende capaciteit aanwezig in Bennekom.

14

Volgens afspraak is er ruimte voor een 10e groep in de de MFA aanwezig en voor gebruik beschikbaar als dit nodig mocht zijn.

41

4. De scholen in het basisonderwijs 4.10.3.

KORTE BESCHRIJVING PER SCHOOL.

Sint Alexanderschool De Sint Alexanderschool heeft een genormeerde capaciteit van 1342 m 2 of 10 groepen. De school is ingericht voor 1360 m2. Het aantal leerlingen en de ruimtebehoefte van de Sint Alexanderschool is al jaren stabiel gebleven. In de school is BSO Kwinkkidz gevestigd. Eben Haezerschool De Eben Haezerschool heeft een genormeerde capaciteit van 1560 m 2 of 12 groepen. De school is ingericht voor 1705 m2. De Eben Haezerschool heeft een regionale functie. De afgelopen jaren is de Eben Haezerschool in aantal leerlingen gestaag teruggelopen. Hierdoor heeft de school nu genormeerd leegstand voor 3 groepen. SmdB De Kraats De SmdB De Kraats heeft een genormeerde capaciteit van 950 m 2 of 6 groepen. De school is ingericht voor 1015 m2. Enige jaren geleden is de uitbreiding van de SmdB De Kraats afgerond. De school is uitgebreid en aangepast met subsidies van de landelijke overheid (om brede scholen en sportaccommodaties geschikt te maken voor multifunctioneel gebruik) en van de provincie. Hierdoor heeft de peuterspeelzaal een plek in de school gekregen, kan een beter sportaanbod gerealiseerd worden en kunnen er ook meer buurtactiviteiten als maatschappelijke functie voor De Kraats plaatsvinden. De Onderwijsspecialisten huren een lokaal voor ambulante begeleiding in de regio. Door aanvullende eisen vanuit ruimtelijke ordening heeft de school de noodzakelijke parkeerplaatsen aan de voorkant van de school moeten realiseren. Daarvoor was het nodig aanvullend terrein aan te kopen en een nieuw speelplein achter de school aan te leggen. Op historische gronden is het schoolbestuur zowel economisch als juridisch eigenaar van (een deel van) het schoolterrein. Deze situatie hebben wij genormaliseerd. Wij hebben het betreffende stuk grond overgenomen van het schoolbestuur. De noodzakelijke investeringen hebben wij ten laste gebracht van product 40.03 (Programma 2011). De school is op 1 oktober 2013 onverwachts gegroeid naar 159 leerlingen = 7 groepen. Dat zijn 22 kinderen meer dan er volgens de laatste prognoses werden verwacht. Omdat het totaal aantal leerlingen in Bennekom niet is gewijzigd, gaat deze groei ten koste van andere scholen in de regio. Volgens het bestuur is dit het resultaat van een goede PR en wellicht ook door het ingevoerde continurooster. In het gebouw is PSZ De Bijenkorf en BSO De Kraats gehuisvest. De Wingerd De Wingerd heeft genormeerde capaciteit van 1170 m 2 of 8 groepen. De school is ingericht voor 1245 m2. Het aantal leerlingen is de afgelopen jaren teruggelopen waardoor enige leegstand is ontstaan. Gezien de ontwikkeling van de basisgeneratie zal het leerlingenaantal naar verwachting eerder dalen dan groeien. In de school is PSZ Benjamin en BSO De Wingerd gevestigd. Wilhelminaschool De Wilhelminaschool heeft een genormeerde capaciteit van 1245 m 2 of 9 groepen. De school is ingericht voor 1475 m2. De Wilhelminaschool heeft in 2010 de nieuwbouw betrokken in Collage, de School&Partners in Bennekom. De school is teruggebouwd binnen deze multifunctionele accommodatie (MFA) als een 9-klassige school, met uitbreidingsoptie15 tot 10 klassen, samen met een peuterspeelzaal (Klein Vossenhol), buitenschoolse opvang (Ratjetoe), ruimte voor muziek onderwijs, bibliotheek en het dorpshuis. De gemeente is eigenaar van het gebouw. Wij hebben met de school een gebruiksovereenkomst gesloten en met de betrokken organisaties een huurovereenkomst. Het dagelijks beheer en de exploitatie wordt door de partners gezamenlijk betaald en georganiseerd. De overeenkomst met het schoolbestuur moet worden aangepast vanwege de veranderende financiële verantwoordelijkheidsverdeling na 1-1-2015. Julianaschool De Julianaschool heeft een genormeerde capaciteit 1450 m2 of 11 groepen. De school is ingericht voor 1820 m2. 15

42

Het lokaal voor de 10e groep is aanwezig maar vooralsnog ingezet voor multifunctioneel gebruik.


Het aantal leerlingen is de afgelopen jaren teruggelopen waardoor enige leegstand is ontstaan. Gezien de ontwikkeling van de basisgeneratie zal het leerlingenaantal naar verwachting eerder dalen dan groeien. OBS De Prinsenakker OBS De Prinsenakker heeft twee locaties. De hoofdlocatie aan de Commandeursweg heeft een genormeerde capaciteit van 1256 m2 of 8 groepen. De dislocatie aan de Irenelaan heeft een genormeerde capaciteit van 992 m2 of 8 groepen. In totaal heeft de school een genormeerde capaciteit van 2248 m 2 voldoende om 16 groepen te huisvesten. De school is ingericht voor 2248 m 2. De afgelopen jaren is het aantal leerlingen gedaald. Het schoolbestuur heeft in het schoolgebouw aan de Irenelaan het Leonardo schoolconcept ingebracht. Dit betreft een speciale aanpak voor hoogbegaafde kinderen. Wellicht dat dit concept de terugloop van het aantal leerlingen kan keren. Proominent wil de volledige school in het hoofdgebouw huisvesten, teneinde de leegstandskosten te kunnen beperken. Het noodgebouw naast de dislocatie aan de Irenelaan hebben wij, inclusief de ondergrond verhuurd aan de peuterspeelzaal en BSO De Kleine Prins. Deze instelling heeft zelf een tweede noodlokaal erbij geplaatst. In schoolgebouw aan de Commandeursweg is BSO De Bloementuin gevestigd. 4.10.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP nu geen extra investeringen. - Gezien de teruglopende leerlingenaantallen in Bennekom zijn schoolbesturen wel bezig met planvorming. Het schoolbestuur van CNS overweegt van drie naar twee locaties terug te gaan. Het schoolbestuur van Proominent overweegt om van twee naar een locatie terug te gaan. - De afzonderlijke plannen van beide schoolbesturen zijn van invloed op de spreiding van het onderwijs in Bennekom. Wij overleggen met beide schoolbesturen om binnen hun plannen een optimale spreiding van het basisonderwijs in Bennekom te behouden. - Indien extra investeringen nodig zijn om de herontwikkeling van de schoollocaties in Bennekom mogelijk te maken dan leggen wij de voorstellen daartoe voor aan de gemeenteraad.

43


4.11.

Lunteren (30)

4.11.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

LUNTEREN.

Index (2013 = 100)


Lunteren

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Lunteren zijn in 2013 1433 kinderen. Dit aantal zal in 2022 zijn gedaald naar 1326 kinderen, een daling van 7%. 4.11.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN LUNTEREN: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Lunteren 7 basisscholen. Drie scholen zijn gevestigd in het buitengebied: SmdB ruitenbeek, SmdB Nederwoud en SmdB De Valk. In de kern Lunteren zijn vier scholen gehuisvest: De Bron, De Wegwijzer, De Sprong en De Triangel. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Lunteren (t/m Programma 2014) BRIN

04WM 07ZT 09YR 10QZ 15CF 23XP 19BX

bouwj. School

1929 1978 2009 2009 1969 1974 1977

SmdB Ruitenbeek SmdB Nederwoud De Bron De Wegwijzer SmdB De Valk Triangel, Lunteren De Sprong

Capaciteit BVO grp. m2 REF PC PC PC REF PC OPB

Lunteren


5 5 16 8 5 13 6

785 860 2050 1130 900 1705 900

93 64 334 193 86 240 116

668 522 1880 1172 640 1407 789

58

8225

1126

7078

Inrichting m2 785 580 2050 1130 900 1820 870

In Lunteren is nu een capaciteit voor 58 groepen beschikbaar. De ruimtebehoefte van de huidige scholen is 49 groepen. Op basis van de huidige ruimtebehoefte is er voldoende capaciteit in Lunteren. 4.11.3.


SmdB Ruitenbeek De SmdB Ruitenbeek heeft een genormeerde capaciteit 785 m2 of 5 groepen. De school is ingericht voor 785 m2.

44


Eigenlijk heeft de school een gebouw van 710 m2. Dit is onvoldoende voor 5 groepen leerlingen. Reden hiervoor is dat de school niet beschikt over een apart speellokaal. De school heeft wel een eigen gymnastieklokaal. In het verleden is afgesproken dat wij het gymlokaal betrekken bij de capaciteit van de school. Daarom stellen wij de capaciteit van de school vast op 950 m2 BVO inclusief het gymnastieklokaal annex speellokaal. Het leerlingenaantal is redelijk stabiel doordat er leerlingen uit Barneveld komen. Het bestuur verwacht een groei naar ca. 100 leerlingen. In de school is PSZ De Woelwaters gevestigd. SmdB Nederwoud SmdB Nederwoud heeft een genormeerde capaciteit van 860 m2 of 5 groepen. De school is ingericht voor 580 m2. De school heeft al jaren een ruimtebehoefte voor 4 groepen en een capaciteit voor 5 groepen. SmdB De Bron SmdB De Bron heeft een genormeerde capaciteit van 2050 m 2 of 16 groepen. De school is ingericht voor 2050 m2. De SmdB Bijbel is in 2009 nieuw gebouwd ter vervanging van de oude Julianaschool en Wilhelminaschool. De school heeft nu enige leegstand. In de school is peuterspeelzaal Benjamin gevestigd. SmdB De Wegwijzer SmdB De Wegwijzer heeft een genormeerde capaciteit van 1130 m2 of 8 groepen. De school is ingericht voor 1130 m2. SmdB De wegwijzer is in 2009 nieuw gebouwd ter vervanging van de Beatrixschool . De school heeft een passende capaciteit. In de school is peuterspeelzaal Benjamin gevestigd. SmdB De Valk Het schoolgebouw van SmdB De Valk heeft een capaciteit van 900 m 2 of 5 groepen. Omdat de school een gymlokaal heeft dat dienst doet als vergroot speellokaal, heeft de school eigenlijk een genormeerde capaciteit van 1118 m2 BVO. Dit is inclusief het eigen gymlokaal/speellokaal. De school heeft voor nu en de toekomst voldoende ruimte. In de school is de Voorschool De Valkjes gevestigd. De Triangel De Triangel heeft een genormeerde capaciteit van 1705 m 2 of 13 groepen. De school is ingericht voor 1820 m2. In 2011 is de Triangel uitgebreid naar een capaciteit van 13 groepen of 1705 m 2. De school is tegen de verwachting in de afgelopen jaren in ruimtebehoefte teruggegaan. Hierdoor heeft de school leegstand nu genormeerde leegstand voor 3 groepen. In de school is de peuterspeelzaal Partou, kinderopvang en buitenschoolse opvang geïntegreerd. OBS De Sprong OBS De Sprong heeft een genormeerde capaciteit van 900 m 2 of 6 groepen De school is ingericht voor 900 m2. De school is nog onlangs aangepast aan de onderwijskundige ontwikkelingen. Daarom is de capaciteit aangepast van 870 m2 naar 900 m2. In de school is BSO De Supersprong gevestigd. 4.11.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP geen extra investeringen. - Er is in Lunteren voldoende capaciteit beschikbaar en er is zelfs sprake van leegstand.

45


4.12.

Ederveen (50)

4.12.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

EDERVEEN.

Index (2013 = 100)


Ederveen

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Ederveen zijn in 2013 432 kinderen. In 2022 daalt aantal naar 427 kinderen, een daling van 1%. 4.12.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN EDERVEEN: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Ederveen 2 basisscholen. De Calvijnschool vervult een regionale functie vooral voor leerlingen uit Lunteren, Renswoude en Veenendaal. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Ederveen (t/m Programma 2014) BRIN

07KV 07YD

bouwj. School

1970 1960

Calvijnschool Julianaschool Ederveen

Capaciteit BVO grp. m2 REF PC


12 13

1544 16 1605 17

350 194

1964 1176

25

3149

567

3140

Inrichting m2 1590 1705

In Ederveen is nu een capaciteit voor 25 groepen aanwezig. De ruimtebehoefte van de huidige scholen samen is 23 groepen. De Calvijnschool heeft een fors ruimtetekort. Tot nu toe hebben wij de school op basis van de regelgeving verwezen naar de leegstand in de Julianaschool. De Calvijnschool heeft het indringende signaal afgegeven dat de school de komende jaren nog verder zal groeien. Er zijn hierover afspraken gemaakt. In de eerste plaats dat de Calvijnschool voor eigen rekening en risico een noodlokaal plaatst bij de locatie van de Julianaschool. De gemeente heeft daartoe ruimte geboden op het terrein van de sportzaal aan de Schoolstraat. In de tweede plaats dat wij met beide schoolbesturen en andere belanghebbende partijen in Ederveen een plan gaan uitwerken om het ruimtetekort van de Calvijnschool voor de toekomst uit te werken.

16 17

46

Zie de tekst bij de Calvijnschool. Zie tekst bij de Julianaschool.


4.12.3.


De Calvijnschool De Calvijnschool heeft een genormeerde capaciteit van 1544 m 2 of 12 groepen. De school is ingericht voor 1590 m2. Tot nu toe hebben wij aanvragen voor uitbreiding of nieuwbouw door het schoolbestuur in de respectievelijke Programma’s afgewezen. Samen met alle belanghebbende partijen in Ederveen waaronder de Julianaschool en de Hervormde Gemeente werken wij een plan uit voor een duurzame oplossing voor het ruimtetekort van de Calvijnschool. De school blijft groeien en zal volgens het schoolbestuur extra huisvesting nodig hebben die niet meer past in de leegstand van de Julianaschool. Het schoolbestuur plaatst voor eigen rekening en risico een noodlokaal. Mocht bij de telling van 1 oktober aanstaande blijken dat een extra lokaal nodig is dan nemen wij de afrekening mee in het uit te werken plan voor de definitieve oplossing van het ruimtetekort van de school. Wij hebben naar aanleiding van bezwaren van het schoolbestuur de capaciteit bijgesteld op basis van een hernieuwde inmeting en beschikkingen/brieven uit het verleden. Uitgangspunt is een capaciteit van 1544 m 2 waarvan de school 59 m2 voor eigen rekening heeft gerealiseerd. Afhankelijk van de te kiezen oplossing zullen wij met het schoolbestuur afspraken maken over de afrekening van de 59 m 2. De Julianaschool De Julianaschool heeft een genormeerde capaciteit van 1605 m 2 of 13 groepen. De school is ingericht voor 1705 m2. Naar aanleiding van de discussie met de Calvijnschool hebben wij ook de capaciteit van de Julianaschool naar beneden bijgesteld van 1705 m2 naar 1605 m2. Een deel van een uitbreiding van het schoolgebouw in het verleden is gefinancierd door de Hervormde Gemeente. De Julianaschool heeft de laatste jaren te maken met een teruglopend aantal leerlingen. De school heeft op 1 oktober 2013 een ruimtebehoefte 1176 m2. Er is dus leegstand, waarnaar de nabij gelegen Calvijnschool is verwezen. Medegebruik door de Calvijnschool is van belang voor de Julianaschool omdat de school hierdoor een deel van het exploitatietekort kan afdekken. 4.12.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP extra investeringen (zie daartoe de financiële paragraaf). - Afhankelijk van de te kiezen oplossing voor het ruimtetekort van de Calvijnschool is de financiële ruimte misschien onvoldoende. Als dan zullen wij een aanvullend voorstel aan de gemeenteraad voorleggen.

47


4.13.

Harskamp (70)

4.13.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

HARSKAMP.

Index (2013 = 100)


Harskamp

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Harskamp zijn 2013 486 kinderen. In 2022 zal dit afnemen naar 466 kinderen, een daling van 4%. 4.13.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN HARSKAMP: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er zijn in Harskamp 2 basisscholen. Beide scholen zijn aan te merken als dorpsgebonden scholen. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Harskamp (t/m Programma 2014) BRIN

07MF 19BT

bouwj. School

1970 1960

De Zaaier SmdB OBS De Roedel

Capaciteit BVO grp. m2 REF OPB

Harskamp


13 5

1730 745

315 56

1811 495

18

2475

371

2306

Inrichting m2 1820 785

In Harskamp is nu een capaciteit voor 18 groepen aanwezig. De ruimtebehoefte van de huidige scholen is 17 groepen. Op dit moment is er voldoende ruimte in Harskamp om in de huidige ruimtebehoefte te voorzien. 4.13.3.


De Zaaier De Zaaier heeft een genormeerde capaciteit van 1730 m2 of 13 groepen. De school is ingericht voor 1820 m2. Het aantal leerlingen schommelt al jaren tussen 300 en de 330 leerlingen. De school heeft nu ruimtetekort. Bij een aanvraag voor uitbreiding verwijzen wij de school naar de leegstand van De OBS De Roedel. OBS De Roedel De Roedel heeft een genormeerde capaciteit van 745 m2 of 5 groepen. De school is ingericht voor 785m 2.

48


De Roedel is de afgelopen jaren gestaag in aantal leerlingen afgenomen. De groei van de Zaaier is de laatste jaren ongeveer gelijk aan de afname van het aantal leerlingen van De Roedel. De school bevindt zich al weer enkele jaren onder de opheffingsnorm van 89 leerlingen. Het schoolbestuur kan de school in stand houden op basis van de gemiddelde schoolgrootte. Er is nu leegstand voor 2 groepen. 4.13.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP geen extra investeringen. - Mocht de ruimtebehoefte van De Zaaier toenemen dan verwijzen wij de school naar de leegstand in De OBS De Roedel.

49


4.14.

Wekerom (80)

4.14.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

WEKEROM.

Index (2013 = 100)


Wekerom

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Wekerom zijn in 2013 271 kinderen. In 2022 zal dit aantal toenemen tot 322 kinderen, een stijging van 19%. 4.14.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN WEKEROM: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er is in Wekerom één basisschool. De school is aan te merken als dorpsgebonden school. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Wekerom (t/m Programma 2014) BRIN

06JV

bouwj. School

2011

School met de Bijbel Wekerom

Capaciteit BVO grp. m2 REF


15

2056

238

1415

15

1705

238

1415

Inrichting m2 1820

In Wekerom is nu een capaciteit voor 15 groepen aanwezig. De ruimtebehoefte is nog 10 groepen. Er is leegstand voor 5 groepen. 4.14.3.


SmdB Wekerom De School met de Bijbel heeft binnen het project Wekerom (Kulturhus) en met gemeentelijke middelen een gebouw met een capaciteit van 2056 m2 gerealiseerd. Voor het onderwijs is 1941 m2 beschikbaar. Dit is ruimte voor 15 groepen. Binnen de capaciteit is met een aanvullende investering van de gemeente een extra voorschoolse voorziening gerealiseerd. Hiervoor is 115 m2 beschikbaar. De school is ingericht voor 1820 m 2. De nieuwbouw, inclusief ruimte voor een peuterspeelzaal, is in het schooljaar 2011-2012 geopend. Als de toename van de basisgeneratie in Wekerom wordt bewaarheid dan heeft de school kansen om weer te groeien. In de school is Voorschool De Regenboog gevestigd.

50


4.14.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP geen extra investeringen. - Er is nu leegstand in de School met de Bijbel. - Als de toename van de basisgeneratie in Wekerom wordt bewaarheid dan heeft de school kansen om weer te groeien.

51


4.15.

Otterlo (90)

4.15.1.

PROGNOSE

BASISGENERATIE IN

OTTERLO.

Index (2013 = 100)


Otterlo

In de basisgeneratie voor het basisonderwijs in Otterlo zijn in 2013 254 kinderen. In 2022 zal dit aantal afnemen naar 239 kinderen, een daling van 6%. 4.15.2. HUIDIGE BASISSCHOLEN IN OTTERLO: CAPACITEIT EN RUIMTEBEHOEFTE. Er is in Otterlo één basisschool, de openbare Ericaschool. Tabel 1: aanwezige scholen en hun capaciteit in Otterlo (t/m Programma 2014) BRIN

18ZM

bouwj. School

1908

OBS Ericaschool

Capaciteit BVO grp. m2 OPB

Otterlo

4.15.3.


10

1375

209

1251

10

1375

209

1251

Inrichting m2 1475


OBS De Ericaschool De Ericaschool heeft een genormeerde capaciteit van 1375 m 2 of 10 groepen. De school is ingericht voor 1475 m2 . Bij de laatste uitbreiding is het gebouw gekoppeld aan het Dorpshuis waardoor gezamenlijk gebruik van ruimten mogelijk is. Volgens het schoolbestuur zal de ruimtebehoefte de komende jaren nog afnemen. Op grond van de bevolkingsprognose is dit ook te verwachten. In de school is BSO Otterlo gevestigd. In het dorpshuis De Aanloop is peuterspeelzaal De Heidehummels gehuisvest. 4.15.4. (FINANCIËLE) BELEIDSVOORNEMENS 2015 – 2018 - Wij voorzien in dit IHP geen extra investeringen. - Er is een mogelijkheid dat de leegstand in de school onderdeel wordt van de oplossing voor het huisvestingsvraagstuk rondom de sportzaal en muziekvereniging OBK. Dit in samenwerking met het dorpshuis De Aanloop. Wij overleggen hierover met belanghebbende partijen.

52

5. Ontwikkelingen in het Speciaal onderwijs



Ontwikkelingen in het Speciaal (basis-) onderwijs

Het speciaal onderwijs valt onder de Wet op de expertise centra (WEC) en wordt ingedeeld in vier clusters. De clusters 1 en 2 zijn scholen voor kinderen met visuele beperkingen en voor slechthorende of dove kinderen. Deze scholen hebben een landelijke functie. In Ede hebben wij cluster 3 en cluster 4 scholen. Dit zijn scholen voor kinderen met een verstandelijke beperking of lichamelijke beperkingen of voor kinderen met een gedragshandicap of psychiatrische problemen. Deze scholen hebben een regionale functie. Tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs is nog het speciaal basisonderwijs (SBAO) gepositioneerd. Dit onderwijs behoort met het basisonderwijs tot het primair onderwijs. In Ede hebben wij nog twee scholen voor het speciaal basisonderwijs namelijk De Regenboog (CNS) en de Reformatorische Ds. D.A. Detmarschool. Deze laatste school verhuist naar verwachting in 2016 naar Barneveld. In 2010 is al eerder de andere Ds. D.A. Detmarschool verhuisd naar Kesteren. De afgelopen 10 jaar hebben zich verschillende scholen voor speciaal onderwijs, met name scholen die behoren tot het cluster 4 onderwijs, in Ede gevestigd. Voor die tijd was er geen formeel aanbod van cluster 4 scholen zodat al deze kinderen werden vervoerd naar scholen elders buiten Ede. Het scholenaanbod voor speciaal onderwijs is nu redelijk compleet, met uitzondering van cluster 1 en cluster 2 scholen met een landelijke functie. 5.1. Veranderingen vanaf 2016 De geplande wijzigingen vanaf 2015 (overheveling buitenonderhoud voor het PO/SO) geldt ook voor de scholen in het speciaal (basis) onderwijs. Deze schoolbesturen worden eveneens het primair- en het voortgezet onderwijs zelf financieel verantwoordelijk voor de instandhouding van hun schoolgebouwen. Nog onbekend is in welke mate de financiële middelen, te weten de € 256 miljoen (motie Haersma Buma) die per 1 januari 2015 onttrokken gaan worden uit het gemeentefonds, worden toegerekend aan het speciaal onderwijs. De maatregel betekent voor de gemeente Ede een vermindering van de jaarlijkse inkomsten uit het gemeentefonds met € 1,6 miljoen. Nadat de precieze uitwerking van de maatregel bekend is geworden, zal ook duidelijk zijn hoeveel extra inkomsten de schoolbesturen in het speciaal onderwijs zullen ontvangen. Ook zal dan bekend worden op welke wijze de middelen zullen worden toegevoegd aan de lumpsum financiering van de scholen. 5.2. Ontwikkeling van de leerlingenaantallen vanaf 2004. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van het aantal leerlingen van de verschillende speciale scholen18 in Ede. Vanaf de komst van de cluster 4 scholen is dit aantal flink toegenomen. Vanaf 2012 treedt een kentering op enerzijds doordat een van twee Ds.D.A. Detmar scholen is verhuisd naar Kesteren.

14RX00 24DF00 01ST00

SBO De Regenboog Ds. D.A. Detmarschool Ds. D.A. Detmarschool,Kesteren

16QF00

De Toekomst

22NX00 26MW0 0

De Wegwijzer Rehobothschool (SO/VSO)

01JE01

De Fonkel/Arnhemse Buitenschool

01JH02

SGM De Brouwerij

23GK05 Vestercollege/De Radar/ABS 02EY05 18

19

Hoenderloo College

SBAO SBAO SBAO Cluster 3 Cluster 3 Cluster 3 Cluster 4 Cluster 4 Cluster 4 cluster 4

2013 201419 167 183 178 159 -

2005 156 116 125

2006 168 130 141

2007 170 143 135

2008 173 153 138

2009 172 142 128

2010 186 211 -

2011 171 199 -

2012 177 193 -

153

151

121

122

113

111

110

109

102

98

27

25

70

68

77

80

91

97

92

95

83

89

91

85

85

90

99

123

119

121

-

-

76

109

112

123

138

118

115

106

-

64

63

66

69

76

77

69

66

52

-

-

-

-

9

29

34

59

103

105

-

-

-

-

8

37

83

163

98

80

De scholen voor het SBAO staan wel in dit hoofdstuk vermeld. De praktijkenscholen die vallen onder de Wet voortgezet onderwijs, eigenlijk het speciaal voortgezet onderwijs zijn meegenomen in het hoofdstuk voor het voortgezet onderwijs. Het aantal leerlingen in 2014 is gebaseerd op de leerlingtelling van 1 oktober 2013.

53


660

768

869

914

915

943

1002

1108

1040

999

Vanaf 2012 is het totaal aantal leerlingen in het speciaal onderwijs teruggelopen. In hoeverre de terugloop onder invloed van het passend onderwijs zal doorzetten, is nog af te wachten. Wij zullen de ontwikkeling de komen jaren blijven monitoren. Wij maken vanwege de specifieke situatie van het (voortgezet) speciaal onderwijs geen leerlingenprognose ten behoeve van het IHP. Demografische ontwikkelingen spelen een ondergeschikte rol bij de ontwikkeling van de omvang van deze scholen. Wetgeving speelt een veel belangrijkere rol; een rol die men moeilijk kan prognosticeren. Indien zich een vraag voor uitbreiding zich voordoet zullen wij in overleg met het schoolbestuur een speciale prognose laten opstellen. Op grond van deze prognose zal het college over de aanvraag een besluit nemen. 5.3. Passend onderwijs: naar nieuwe structuren en aangepaste gebouwen Een belangrijke ontwikkeling die van invloed zal zijn op het speciaal onderwijs is het passend onderwijs. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op het passend onderwijs per 9 oktober 2012 ligt de zorgplicht voor kinderen die extra ondersteuning hebben voortaan bij de scholen en schoolbesturen. Dit betekent dat elke basisschool een extra verantwoordelijkheid hierin krijgt en vormen zij samen met alle speciale scholen regionale samenwerkingsverbanden. Deze 75 samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs maken onderling afspraken over ondersteuning en de bekostiging hiervan. In het kader van de huisvesting is het volgende van belang. In de afgelopen jaren worden telkens meer zorgleerlingen opgevangen in het reguliere onderwijs. De populatie op de scholen voor speciaal (basis) onderwijs is dan ook qua intensiteit en zorg toegenomen. Er krijgen nu kinderen onderwijs waar voorheen alleen in de zorgbehoefte werd voorzien. De trend van opvang in het basisonderwijs zal echter verder gaan toenemen. Schoolbesturen hebben hiervoor, waar nodig, met eigen middelen ook in de schoolgebouwen voorzieningen getroffen voor leerlingen met een geestelijke of lichamelijke beperking. De Wet kwaliteit (v)so regelt dat alle leerlingen aan het eind van het schooljaar waarin zij 14 jaar worden het speciaal onderwijs moeten verlaten. Zo sluit het onderwijs beter aan op dat van hun leeftijdsgenoten. Zij gaan immers ook tussen 12 en 14 jaar naar het voortgezet onderwijs. Dit kan gevolgen hebben voor de huisvestingsbehoefte van de betreffende scholen in het voorgezet speciaal onderwijs. In de samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal (basis) onderwijs van de clusters 3 en 4 samen. Kinderen hebben recht op zowel passend onderwijs als een veilige, evenwichtige en ontwikkeling stimulerende omgeving. Een goede afstemming tussen onderwijs en (jeugd)zorg is daarom belangrijk. Bovendien krijgen gemeenten er een aantal taken bij op het gebied van zorg, welzijn en werk. De Wet passend onderwijs vraagt dan ook om een goede afstemming en samenwerking tussen gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden. Voor wat betreft de onderwijshuisvesting is de vraag aan de orde hoe het schoolgebouw in de onderwijspraktijk ook het passend onderwijs optimaal kan faciliteren en ondersteunen. Vast staat dat de huidige wet en regelgeving voor wat betreft de huisvestingsvoorzieningen, onvoldoende rekening houdt met de gevolgen van het passend onderwijs voor de schoolgebouwen. De VNG en de PO Raad gaan hiervoor voorstellen ontwikkelen. In dit IHP houden wij daarom hiermee nog geen rekening gehouden. Wij constateren wel de ontwikkeling van leegstand in het basisonderwijs in de komende jaren. Deze leegstand kan mogelijk worden ingezet om in de extra ruimtebehoefte voorzien. De verwachting is dat de extra ruimtebehoefte vanwege het passend onderwijs, gemiddeld over alle scholen in het primair onderwijs, betrekkelijk klein zal zijn. In welke orde het uiteindelijk zal zijn, zal de komende jaren gaan blijken. 5.4. Verhuizing van het Reformatorisch speciaal onderwijs naar Barneveld. Zoals hierboven al is vastgesteld verhuist, na de eerste Ds. D.A. Detmarschool voor SBAO in 2010 naar Kesteren, ook de tweede Ds. D.A. Detmarschool eind 2016 maar nu naar Barneveld. Ook de Rehobothschool (Reformatorisch, cluster 3) verhuist naar Barneveld. De genoemde scholen behoren tot schoolbestuur van de Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs op Gereformeerde Grondslag regio Veluwe. Alleen de Johannes de Swaefschool (Reformatorisch, praktijkschool) van hetzelfde schoolbestuur blijft in Ede. Het schoolbestuur heeft deze school bestuurlijk overgedragen aan het Van Lodensteincollege. De hoofdvestiging van deze school is gevestigd in Barneveld. De Johannes de Swaefschool wordt hiervan een nevenvestiging.

54


De verhuizing van beide scholen heeft een drietal gevolgen voor de gemeente. 1. Na de verhuizing tellen de leerlingen van deze scholen niet meer mee in de vergoeding uit het gemeentefonds aan de gemeente Ede. Op basis van de huidige situatie betekent dat een aanzienlijke vermindering van de uitkering met € 250.000,=. Wij nemen de gevolgen hiervan mee in de uitwerking van de meerjarenbegroting 2015 – 2018. 2. Er komen rond 2016/2017 aan de Verlengde Parkweg een aantal gebouwen vrij. Omdat de Johannes de Swaefschool blijft, wordt de herontwikkeling van het gehele terrein niet eenvoudig. Er rust nog een aanzienlijke boekwaarde op de achterblijvende gebouwen. 3. Het gymnastieklokaal aan de Verlengde Parkweg aangrenzend aan de scholen is na het wegvallen van het gebruik door de Ds. D.A. Detmarschool en de Rehobothschool nog maar voor een beperkt aantal klokuren van de Johannes de Swaef nodig. Wij hebben overleg met beide schoolbesturen gehad over de wijze en de omvang van de overdracht van de gebouwen van de Ds. D.A. Detmarschool en de Rehobothschool en de omvang van de Johannes De Swaefschool die in Ede achterblijft en nu al bestuurlijk is overgedragen aan het Van Lodenstein College. Wij hebben ingestemd met de overdracht van een gebouwdeel van 1665 m 2 aan het Van Lodenstein College. Na de verhuizing zal het schoolbestuur van de Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs op Gereformeerde Grondslag regio Veluwe alle resterende overige gebouwen in haar eigendom overdragen aan de gemeente. Samen met de afdeling Vastgoed ontwikkelen wij plannen om de toekomstige leegstand aan de Verlengde Parkweg een andere bestemming te geven. Binnen het IHP Binnensport moet nog een afweging worden gemaakt tussen de instandhouding van het gymnastieklokaal aan de Verlengde Parkweg en dat aan de Kerkweg. Samen met de afdeling Vastgoed ontwikkelen wij plannen om de toekomstige leegstand aan de Verlengde Parkweg een andere bestemming te geven. Daarbij wordt onder andere gekeken naar mogelijkheden om bovenwijkse scholen naar deze gebouwen te verhuizen. Afhankelijk van de uitkomsten zal binnen het IHP Binnensport worden aangegeven of zowel het gymnastieklokaal aan de Verlengde Parkweg en dat aan de Kerkweg instand gehouden kunnen worden of dat er een vrijvalt. 5.5. Instellingsgebonden scholen: Hoenderloo College (Kop van deelen) en Brouwerij (Karakter) Van de cluster 4 scholen in Ede zijn er twee zogenoemde instellingsgebonden scholen: het Hoenderloo College met een vestiging op de Kop van Deelen en De Brouwerij met een nevenvestiging op het terrein van Karakter (Horalaan). De leerlingen op deze scholen zijn in beginsel residentieel in behandeling respectievelijk bij de Hoenderloo Groep en bij Karakter. Binnen de toentertijd geldende procedures voor het vestigen van een nevenvestiging hebben wij specifieke afspraken gemaakt over de bekostiging van de huisvesting. Met de schoolbesturen is afgesproken dat een afgeleide van de vergoeding uit het gemeentefonds die de gemeente ontvangt aan hen wordt doorbetaald. Met de wetswijziging van 1 januari 2015 is het noodzakelijk om de afspraken met beide schoolbesturen bij te stellen. Zowel de decentralisatie van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen als ook de korting van 256 miljoen heeft gevolgen voor het doorgeven van de vergoeding die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds. Nieuwe afspraken zijn nodig. Die zullen wij voor 1 januari 2015 gaan maken. 5.6. Bestuurlijke fusie van de Radar/ABS (cluster 4) en de Onderwijsspecialisten (cluster 3) Vanaf 2012 zijn de twee schoolbesturen, de Radar/ABS 20 (cluster 4) en de Onderwijsspecialisten (cluster 3) opgegaan in een personele unie genaamd stichting De Onderwijsspecialisten. De nieuwe organisatie omvat 19 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in vier regio’s namelijk: regio Arnhem (Arnhem, Oosterbeek), regio Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen e.o.), regio Oost-Gelderland (Aalten, Didam, Doetinchem en Lichtenvoorde e.o.) en regio Zuidwest-Veluwe (Ede e.o.). In Ede behoren de Wegwijzer (SO, cluster 3), de Toekomst (VSO, cluster 3), De Fonkel (SO, cluster 4, voorheen de Arnhemse Buitenschool) en het Vester College (VSO, cluster 4, voorheen De Radar) tot dit schoolbestuur. Door de fusie kunnen deze scholen zich beter richten op de toekomstige veranderingen in het kader van het passend onderwijs. De organisatie is daarmee een belangrijke partner in de verdere ontwikkeling en inrichting van het passend onderwijs. 20

ABS staat voor Arnhemse Buitenschool, en school voor cluster 4 onderwijs (SO) met een nevenvestiging in het gebouw aan de Hendrik Stafweg samen met de jeugdzorginstelling Pactum.

55


5.7.

De scholen in het speciaal onderwijs

5.7.1. SPECIAAL BASISONDERWIJS Brin

Naam

14RX

SBO De Regenboog

24DF

Ds. D.A. Detmarschool

Den.

Capaciteit

Ruimtebehoefte

1e inrichting

BVO

BVO

BVO

m2

m2

m2

PC

1600

1595

1588

REF

2557

1419

2411

4157

3014

Speciaal basisonderwijs

De Regenboog De Regenboog heeft een capaciteit van 1600 m2 en is geschikt voor 12 groepen. Daarnaast heeft de school de beschikking over een eigen gymnastieklokaal van 400 m2. Ds. D.A. Detmarschool De school heeft een genormeerde capaciteit van 2557 m2. De school is met de Rehobothschool en de Johannes de Swaefschool gehuisvest in een gebouwencomplex aan de Verlengde Parkweg. Een aantal voorzieningen is gezamenlijk. Wij zien de ruimten van genoemde scholen als communicerende vaten waarbij zij alleen aanspraak kunnen maken op uitbreiding als er binnen het complex geen ruimte meer is. 5.7.2. SPECIAAL ONDERWIJS CLUSTER 3 Brin

Naam

Den.

Capaciteit

Ruimtebehoefte

BVO

BVO

BVO

2

2

m2

m 6QF

De Toekomst (SO/VSO)

22NX

De Wegwijzer (SO)

26MW

Rehobothschool (SO/VSO) Totaal cluster 3

1e inrichting

m

PC

1899

1453

1899

REF

1173

1356

1173

912

1235

912

3984

4038

De Toekomst (SO/VSO) De Toekomst, voorheen de Koningin Emmaschool, is gevestigd in het gebouw aan de Asakkerweg en heeft een de beschikking over 1899 m2 bruto vloeroppervlak inclusief het gymnastieklokaal. Met de komst van De Wegwijzer hebben wij indertijd met het schoolbestuur afgesproken dat beide locaties beschouwd worden als communicerende vaten zodat een eventueel ruimtetekort op de ene locatie opgelost kan worden met eventuele leegstand op de andere locatie. Dit geldt ook voor het bewegingsonderwijs. Op de Asakkerweg is een eigen gymnastieklokaal aanwezig. Daarbij heeft de Wegwijzer op de Bunschoterweg een extra speellokaal gerealiseerd. Indien beide scholen nog extra klokuren bewegingsonderwijs nodig hebben, kunnen zij terecht in het gemeentelijk gymnastieklokaal aan de Bunschoterweg. Het schoolgebouw is onlang verbeterd en aangepast aan de moderne eisen die het speciaal voortgezet onderwijs hieraan stelt. Zowel het schoolbestuur als ook de gemeente hebben een bijdrage geleverd. De school streeft er naar om de leerlingen zoveel mogelijk naar zelfstandigheid te begeleiden. Dit betekent veel meer praktijkgericht onderwijs gecombineerd met stages in het bedrijfsleven. Daarnaast moet de school uitgerust zijn om de meervoudig gehandicapte leerlingen te huisvesten. Al met al was een flinke functionele aanpassing van het gebouw nodig. Ook de douchevoorzieningen behorend bij de gymzaal waren sterk verouderd en lange tijd niet meer gebruikt. Het gebruik van deze voorzieningen (hygiëne) wordt in het kader van de begeleiding naar zelfstandigheid gestimuleerd.

56


De Wegwijzer (SO) De Wegwijzer heeft een vernieuwd onderwijsgebouw aan de Kleefsehoek/Bunschoterweg. Wij hebben de school in het IHP 2009 – 2012 en het Programma 2009 een uitbreiding toegekend met 2 groepen evenals een uitbreiding van de inrichting voor de 7e groep. Dit was nodig om de kinderen van kinderdagverblijf Calimero als leerlingen in de school te huisvesten. Na realisatie van het Programma heeft de school een gebouw van 1173 m2 ter beschikking. Rehobothschool (SO/VSO) De Rehobothschool heeft een genormeerde capaciteit van 912 m2 en maakt deel uit van een complex van scholen aan de Verlengde Parkweg in Ede Oud Zuid. De school heeft eigenlijk geen zelfstandig schoolgebouw en maakt gebruik van het schoolgebouw van de Ds. D.A Dethmarschool-sbo. Het feit dat de school geen zelfstandig schoolgebouw heeft, is een voortvloeisel uit het verleden toen de Rehobothschool toestemming kreeg van de Minister om van de Bremlaan te verhuizen naar de Verlengde Parkweg. 5.7.3. SPECIAAL ONDERWIJS CLUSTER 4 Brin

Naam

Den.

Capaciteit

Ruimtebehoefte

1e inrichting

BVO

BVO

BVO

m2

m2

m2

01JE01

De Fonkel/Arnhemse Buitensch.

AB

21251

1303

1430

23GK05

Vester College/De Radar/ABS

AB

842

1281

965

01JH02

2

SGM De Brouwerij )

PC

n.v.t

n.v.t

-

02EY05

Hoenderloo College

AB

n.v.t

n.v.t

-

1806

2405

Totaal cluster 4 onderwijs

1) De vaste voet is toegekend aan de Arnhemse Buitenschool 2) De Brouwerij verzorgt ook het onderwijs voor de jeugdigen van Elios, een landelijke instelling voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg. Deze leerlingen (vast op 8) zijn niet in de telling opgenomen.

De Fonkel (voorheen Arnhemse Buitenschool) De Arnhemse Buitenschool verzorgt het cluster 4 speciaal onderwijs in Ede. In 2006 is de school van start gegaan in het gerenoveerde schoolgebouw aan de Jachtlaan. Het gebouw, hebben wij vastgesteld, heeft een bruto vloeroppervlak van 2125 m2. De school heeft daarboven ook nog de beschikking over een eigen gymnastieklokaal met een bvo van 439 m2. Op grond van weten regelgeving heeft de school als nevenvestiging geen recht op een vaste voet. Dit geldt ook voor de Radar aan de Hendrik stafweg. Omdat de hoofdvestiging in Arnhem is gehuisvest kennen wij één van beide scholen een vaste voet (370 m2) toe. Na overleg met het schoolbestuur rekenen wij de vaste voet toe aan de Arnhemse Buitenschool. Vester College (voorheen De Radar) In het schooljaar 2008-2009 is De Radar in het gebouw aan de Hendrik Stafweg van start gegaan. De Radar verzorgt het voortgezet speciaal onderwijs cluster 4 in Ede. Wij hebben de capaciteit van de school vastgesteld op een bruto vloeroppervlak van 842 m2. De school werkt nauw samen met Pactum, een jeugdzorginstelling die ook in het gebouw een onderkomen heeft gekregen. Veel ruimten worden multifunctioneel gebruikt. Op grond van weten regelgeving heeft de school als nevenvestiging geen recht op een vaste voet. Na overleg met het schoolbestuur hebben wij de vaste voet toegekend aan de Arnhemse Buitenschool. De Brouwerij Vanaf 1 augustus 2004 heeft SG De Brouwerij een erkende nevenvestiging in Ede. De school verzorgt het (cluster 4) onderwijs voor jeugdigen die in behandeling zijn bij Karakter 21, een landelijke voorziening voor geestelijke gezondheidszorg. De school is alleen toegankelijk voor leerlingen die onder behandeling zijn bij Karakter. De Brouwerij huurt een nieuw schoolgebouw van Karakter. De school heeft per 1 augustus 2009 de nieuwbouw betrokken. De Brouwerij ontvangt volgens afspraak een huisvestingsvergoeding die is gerelateerd aan de vergoeding die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds. Hiervoor is gekozen vanwege de specifieke situatie van 21

Karakter is de nieuwe naam van Eeveld/Ederhorst, gevestigd aan de Horalaan in Ede.

57


dat de school die verbonden is aan een behandelinstelling en in principe alleen kinderen opneemt die in behandeling van de instelling zijn. Het schoolbestuur ziet daarbij af van aanspraken op voorzieningen die opgenomen zijn in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs van de gemeente Ede. Uitgangspunt voor de vergoeding is het bedrag per leerling dat is afgeleid van het bedrag per leerling dat de gecemente ontvangt in de uitkering uit het gemeentefonds. Wij hebben indertijd de bijdrage per leerling vastgesteld op € 1606,= per leerling (prijspeil 2010). Dit bedrag wordt geïndexeerd met het indexcijfer aan de hand waarvan wij ook de normbedragen in de Verordening indexeren. De jaarlijkse huisvestingsvergoeding is daarnaast afhankelijk van het aantal leerlingen dat op 1 oktober wordt geteld. Pas aan het einde van het jaar zijn beide factoren bekend. Samengevat hanteren wij de volgende formule: Vergoeding jaar T = TellingT-2 x GemeentefondsT-1 Voor de vergoeding over het jaar 2015 is nader overleg nodig vanwege de gewijzigde financiële verantwoordelijkheden vanaf 1 januari 2015. Hoenderloo College De jongste nevenvestiging is die van het Hoenderloo College gevestigd op de Kop van Deelen. De gemeente heeft in 2006 ingestemd met de komst van een nevenvestiging van het Hoenderloo College op de Kop van Deelen. Op deze locatie realiseert de Hoenderloo Groep een residentiële voorziening voor de behandeling van jeugdigen. Het Hoenderloo College verzorgt het onderwijs aan deze jeugdigen op locatie. Vanwege van de specifieke locatie en onderwijsvorm heeft de raad ingestemd met het voorstel om de jaarlijkse huisvestingsvergoeding aan het schoolbestuur gelijk te stellen aan de extra toevoeging in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit gebeurt op grond van het aantal ingeschreven leerlingen op de locatie Kop van Deelen. Voor de precieze berekening zie de tekst over de Brouwerij. 5.8. Verdere beleidsvoornemens en investeringen 2015 - 2018 De schoolbesturen voor speciaal onderwijs worden evenals de scholen in het primair- en het voortgezet onderwijs in grote mate zelf financieel verantwoordelijk voor de instandhouding van hun schoolgebouwen. De gemeente is alleen nog verantwoordelijk voor (vervangende) nieuwbouw en uitbreidingen. Bijna alle schoolbesturen hebben kwalitatief goede schoolgebouwen tot hun beschikking. In veel gevallen zijn het oudere maar gerenoveerde gebouwen. In volgorde van realisatie: De Wegwijzer aan de Bunschoterweg (2005), De Fonkel aan de Jachtlaan (2006), het Vester College aan de Hendrik Stafweg (2008). Onlangs is de verbouwing/renovatie van het gebouw van de Toekomst afgerond. Het schoolbestuur van De Brouwerij heeft samen met Karakter (als eigenaar) een nieuw schoolgebouw gerealiseerd op het terrein van Karakter. Het Hoenderloo College heeft op de Kop van Deelen de daar benodigde gebouwen gerenoveerd een deels in gebruik genomen voor het onderwijs. Op grond van de investeringen die laatste jaren zijn gedaan, kunnen we dus vaststellen dat de kwaliteit van de schoolgebouwen in het speciaal onderwijs voldoet. Op grond van bovenstaande verwachten wij geen nieuwe investeringsvragen vanuit het speciaal onderwijs. We voorzien wij ontwikkelingen die van invloed zijn op de ruimtebehoefte. De invoering van passend onderwijs zal naar verwachting leiden tot een verminderde ruimtebehoefte van de scholen voor speciaal (basis-) onderwijs. Daar is nu nog weinig meer over te zeggen. Wij blijven in overleg met de betreffende schoolbesturen. In algemene zin is ook nog niet bekend wat de invloed zal zijn van passend onderwijs op de eventuele ruimtebehoefte in het primair onderwijs. Als hierin meer inzicht in is verkregen, zullen we in overleg met de schoolbesturen eventueel plannen ontwikkelen.

58

6. Ontwikkelingen Voortgezet onderwijs

6.

Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs

Dit hoofdstuk is separaat met de drie grote schoolbesturen in het voortgezet onderwijs besproken. We hebben er samen voor gekozen om de standpunten van de schoolbesturen integraal op te nemen (cursief en grijze achtergrond) en daar waar nodig te voorzien van het standpunt van de gemeente. 6.1. Inleiding De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van de scholen in het voortgezet onderwijs. De huisvesting van de scholen valt onder de werking van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Vanaf 2005 is een deel van de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting overgedragen aan de schoolbesturen. Het ging hierbij om met name de voorzieningen (groot) buitenonderhoud en aanpassing. Feitelijk zijn de schoolbesturen met deze wetswijziging verantwoordelijk geworden voor de instandhouding van de schoolgebouwen. De gemeente is verantwoordelijk gebleven voor hoofdzakelijk uitbreiding en (vervangende) nieuwbouw. Binnen die verantwoordelijkheid en mede op basis van planvorming van voor 2004/2005, hebben wij de nieuwbouw van de vmbo/praktijkschool van Het Streek aan de Zandlaan mogelijk gemaakt. In dit hoofdstuk komt eerst de leerlingenprognose voor het voorgezet onderwijs aan bod, daarna de ontwikkelingen en tot slot de gebouwen in vogelvlucht. Bij de ontwikkelingen is per onderwerp ook de mening van de gezamenlijke schoolbesturen cursief opgenomen. Deze is na een informatief overleg door de betreffende besturen opgesteld. 6.2. De leerlingenprognose voor het voortgezet onderwijs Ten behoeve van de besluitvorming over de uitbreiding van het Marnix College hebben wij samen met de schoolbesturen een leerlingenprognose opgesteld. Wij hebben indertijd met de schoolbesturen afgesproken dat er pas een leerlingenprognose wordt opgesteld op het moment dat dit nodig zou zijn (aanvraag voor uitbreiding, nieuwbouw). Met de aanvraag van het Marnix voor uitbreiding, omdat de school de 10%-drempel heeft overschreden, was dit het geval. Alle schoolbesturen, ook het Groenhorst College voor de vmbo richting, hebben aan de prognose meegewerkt en ingestemd met het resultaat. 6.2.1. Prognose van de basisgeneratie Als eerste hebben we een prognose voor de basisgeneratie opgesteld. Dit zijn de kinderen in de leeftijd van 12 /m 17 jaar. Deze prognose is afgeleid uit de gemeentelijk wijkbevolkingsprognose die is opgesteld op basis van de middenvariant voor de woningbouwplanning (400 woningen per jaar). De prognose hebben wij in ondertaande tabel 7.1 (aantal kinderen) en grafiek 7.1 (index 2013=100) weergegeven. De prognose van de basisgeneratie laat zien dat naar verwachting het aantal kinderen in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar de komende jaren tot 2017 nog zal groeien met circa 4,5%. De groei is onder andere nog een gevolg van de woningbouwontwikkeling in o.a. Kernhem. Na 2017 neemt de basisgeneratie weer af en naar verwachting tot 5% onder het niveau van 2013. 2013

2014

2015

2016

2017

2018

.…….2023

..…..2028

……..2030

Kern Ede

4978

5019

5070

5154

5195

5150

4842

4757

4790

Buitendorpen

3825

3838

3874

3891

3852

3814

3514

3366

3341

Gemeente Ede

8803

8857

8944

9045

9047

8964

8356

8123

8131

Tabel 6.1: prognose van de basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs (12 t/m 17 jaar), middenvariant.

59


Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van de basisgeneratie 12 t/m 17 jaar (VO) (midden variant: 400 woningen) 110 105 100 95 90 85 80 75 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Gemeente Ede

Grafiek 6.1: prognose van de basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs (12/17 jaar), middenvariant.

6.2.2. Prognose van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs De prognose van de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs is gerelateerd aan de ontwikkeling van de basisgeneratie.

Index (2013 = 100)

Ontwikkeling van het aantal leerlingen Voortgezet onderwijs 110 105 100 95 90 85 80 75 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 Jaar

Gemeente Ede

Grafiek 6.2: prognose van het totaal aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (index 2013=100)

Het aantal leerlingen zal de komende jaren nog groeien en vervolgens weer afnemen tot iets (2%) onder het niveau van 2013. Deze ontwikkeling wijkt enigszins af van die van de basisgeneratie. De prognose hebben wij in bovenstaande grafiek (index) en in onderstaande tabel (aantallen per school) weergegeven.

60


2013

2014

2015

2016

2017

2018 ….2023

….2028

….2030

Marnix College

1586

1613

1640

1675

1699

1715

1619

1564

1563

Pallas Athene College

1011

1038

1067

1100

1125

1145

1080

1041

1041

Het Streek Bovenbuurtweg

1510

1523

1531

1545

1550

1545

1457

1405

1403

Het Streek, vmbo

651

665

684

707

726

741

699

673

673

Het Sreek, De Opstap, praktijkschool

143

141

144

146

147

147

139

134

134

88

86

87

89

89

89

84

81

81

367

364

361

364

366

366

346

333

333

4989

5066

5153

5262

5336

5382

5078

4898

4895

Johannes de Swaef, praktijkschool Groenhorst College Totaal

Tabel 6.2: prognose van het totaal aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs

Concluderend kunnen we vaststellen dat het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs vanwege de voorgaande groei van de basisgeneratie voor het primair onderwijs nog zal groeien tot 2018. Daarna neemt het aantal leerlingen weer af. 6.3.

Verdere ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs

6.3.1. EXTRA MIDDELEN VOOR HET VOORTGEZET ONDERWIJS VANAF 2015 De geplande wijzigingen vanaf 2015 (overheveling buitenonderhoud voor het PO/SO) hebben vooralsnog geen invloed op de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het voortgezet onderwijs. In beginsel worden het primair- en speciaal onderwijs door de wijzigingen gelijkgesteld aan het voortgezet onderwijs. Nog onbekend is in welke mate de financiële middelen, te weten de € 256 miljoen (motie Haersma Buma) die per 1 januari 2015 onttrokken gaan worden uit het gemeentefonds, worden toegerekend aan het voortgezet onderwijs. Vooralsnog gaan wij er van uit dat de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs een evenredig deel zullen ontvangen. De maatregel betekent voor de gemeente Ede een vermindering van de jaarlijkse inkomsten uit het gemeentefonds met € 1,6 miljoen. Nadat de precieze uitwerking van de maatregel bekend is geworden, zal ook duidelijk zijn hoeveel extra inkomsten de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs zullen ontvangen. Ook zal dan bekend worden op welke wijze de middelen zullen worden toegevoegd aan de lumpsum financiering van de scholen en of er sprake zal zijn van verplichtingen of taken die overgaan van gemeenten naar de schoolbesturen. 6.3.2. GOEDE SAMENWERKING TUSSEN DE SCHOOLBESTUREN De laatste jaren is er sprake van een toenemende samenwerking tussen de schoolbesturen van het Marnix College, SG Het Streek en het Pallas Athene College. De schoolbesturen hebben al jaren goed overleg en stemmen organisatorische zaken met elkaar af. Elke school heeft bestaansrecht en een eigen profiel waarmee de school zich onderscheidt en ouders een keuzemogelijkheid biedt. Ook door het passend onderwijs ontstaan nieuwe kaders. Wij juichen deze samenwerking toe, niet alleen vanwege de doelstelling, maar zeer zeker ook omdat het de mogelijkheid vergroot om de komende jaren de beschikbare ruimte en de krappe beschikbare middelen zo optimaal mogelijk in te kunnen zetten.

De schoolbesturen zijn van mening dat optimaal gebruik van de beschikbare ruimte bij andere schoolbesturen niet eenvoudig is. Ondanks de goede samenwerkingsrelaties staan praktische en onderwijskundige redenen dit vaak in de weg, zoals afstand en onderwijskundige concepten.

Wij begrijpen deze opstelling van de schoolbesturen, maar ons beleid voor het PO én VO is optimaal gebruik van de beschikbare huisvesting dus ook de leegstand in schoolgebouwen. Het college zal van geval tot geval eventueel medegebruik zorgvuldig afwegen. 6.3.3. GEEN OF GEDEELTELIJK DRAAGVLAK VOOR DOORDECENTRALISATIE In de afgelopen periode hebben wij samen met de grote schoolbesturen in het voortgezet onderwijs onderzoek gedaan naar de (on-) mogelijkheden van doordecentralisatie van de middelen uit het

61

6. Ontwikkelingen Voortgezet onderwijs gemeentefonds van de gemeente naar de schoolbesturen. De wet maakt het mogelijk dat één of meerdere schoolbesturen bij de gemeente hiertoe een aanvraag kunnen indienen. De gemeenteraad kan hierop instemmen of het verzoek afwijzen. Gemeente en schoolbesturen moeten dan wel overeenstemming hebben over de omvang van de door te geven financiële middelen. Het onderzoek naar de mogelijkheden voor doordecentralisatie is gedaan onder begeleiding van de VOraad. De uitkomst van het onderzoek heeft niet geleid tot aanvragen van de kant van de schoolbesturen. De beoordelingen naar de mogelijkheden voor doordecentralisatie zijn divers. In de eerste plaats gaat het daarbij om de mogelijkheden met de huidige gebouwen een gezonde exploitatie te kunnen hebben en daarbij de mogelijkheid om tijdig de gebouwen te kunnen renoveren dan wel te vervangen. Elk schoolbestuur heeft een geheel eigen toekomstperspectief afhankelijk van de leerlingenprognose (inkomsten) en ouderdom van het gebouw (kosten). In de tweede plaats ging het onderzoek uit van de doordecentralisatie van het gehele budget dat binnen het gemeentefonds kon worden toegerekend aan het voortgezet onderwijs. De gemeente hanteert echter een integrale begroting voor de onderwijshuisvesting (40.03). Uitname van het volledige aandeel van de inkomsten uit het gemeentefonds ten behoeve van een of meer schoolbesturen zou ten koste gaan van het overige beleid in het IHP en de schoolbesturen in het primair- en speciaal onderwijs.

De schoolbesturen zijn van mening dat doordecentralisatie van de huisvesting momenteel niet hun belangrijkste ambitie is. Huisvesting is niet hun core business; het vraagt specifieke expertise èn middelen om die expertise te bekostigen. Ook de overname van kapitaalslasten en afschrijvingen maakt doordecentralisatie voor de Edese schoolbesturen niet wenselijk.

Een verzoek voor doordecentralisatie is vooralsnog niet ontvangen. Het is niet uitgesloten dat in de nabije toekomst de schoolbesturen via wetgeving de volledige verantwoordelijkheid krijgen voor hun huisvesting. 6.3.4. VOLDOENDE CAPACITEIT IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS In totaal is er in Ede voldoende genormeerde ruimte in het voortgezet onderwijs om alle leerlingen, nu en in de nabije toekomst, te huisvesten. Nadat de nieuwbouw van Het Streek aan de Zandlaan (2012) gereed is gekomen en het Marnix College op basis van het Programma 2013 is uitgebreid, hebben alle scholen een ruim passend gebouw. Op basis van de prognose is nog groei te verwachten van het aantal leerlingen. Maar de huidige capaciteit van de scholen heeft nog ruimte voor die groei. Uitbreiding van de huidige scholen is dus niet nodig. Er zijn wel enkele onzekere factoren in het geding.  In de prognoses gaan we uit van een middenvariant in de woningbouwplanning. Mocht de woningbouw weer aantrekken dan zal het aantal kinderen in de basisgeneratie wellicht weer toenemen. In het voortgezet onderwijs zullen de effecten van nieuwbouw pas veel later in volle omvang merkbaar zijn. 

Er gaat een aanzienlijk aantal leerlingen naar scholen buiten Ede. Dit zijn er globaal tweeduizend. Zij doen dit vanwege de specifieke richting maar wellicht ook vanwege de beeldvorming over de scholen in Ede. Daarnaast grenst het grote buitengebied van Ede aan plaatsen als Veenendaal en Wageningen waardoor de afstand kleiner is dan naar de scholen in Ede. De drie grote schoolbesturen hebben zich ten doel gesteld om veel van deze leerlingen "terug te winnen". De schoolbesturen zien een voorzichtige ontwikkeling waarbij meer leerlingen kiezen voor de Edese scholen. Wij juichen deze ontwikkeling toe omdat wij van mening zijn dat Edese kinderen zoveel mogelijk in Ede naar school moeten kunnen gaan. Wij zullen de effecten hiervan gaan monitoren.

De schoolbesturen zijn van mening dat de in de Verordening onderwijsvoorzieningen gehanteerde normen overgenomen uit de modelverordening van de VNG, zowel kwantitatief als kwalitatief niet passen bij de ruimtebehoefte van het moderne onderwijs. De belangrijkste bezwaren zijn de volgende: -

62

Recht op uitbreiding ontstaat pas als de drempel van 10% overschreden wordt. In de praktijk betekent dit dat scholen jarenlang een ruimtetekort hebben. Leerlingen die per definitie een beperkt aantal jaren


-

op school zitten, hebben dan hun schoolloopbaan lang te maken met te weinig ruimte en de gevolgen daarvan; de huidige ruimtenorm is te krap voor onderwijs, aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen. Flexibiliteit individuele aandacht en gebruik van ICT stellen andere eisen aan een schoolgebouw dan 25 jaar geleden. Passend onderwijs vraagt om tijdelijke en flexibele arrangementen. Rust, ruimte en veiligheid zijn belangrijke aspecten voor het schoolklimaat. Te krappe gangen, smalle trappen en te weinig circulatieruimte leiden tot onveilige situaties en conflicten tussen leerlingen.

De schoolbesturen zijn van mening dat het dringend gewenst is dat de gemeente Ede bij het bepalen van de noodzaak tot uitbreiding niet alleen kwantitatieve maar ook kwalitatieve factoren een rol laat spelen

Wij hebben begrip voor het standpunt van de schoolbesturen, maar zien geen noodzaak om tot aanpassing te komen van de landelijke ruimtenormering voor het voorgezet onderwijs. De geëigende weg daarvoor lijkt ons een landelijk voorstel van besturenraden, ministerie en VNG waarbij ook rekening wordt gehouden met de financiële gevolgen van een ruimere ruimtenormering. 6.3.5. WAT IS NOG TE VERWACHTEN O.B.V. DE VERORDENING ONDERWIJSVOORZIENINGEN We hebben vastgesteld dat de scholen in het voortgezet onderwijs voor nu en in de toekomst passende gebouwen hebben van een goede kwaliteit. Op basis van de Verordening onderwijshuisvesting is niet te verwachten dat op afzienbare termijn nieuwbouw of vervangende nieuwbouw noodzakelijk is.

De schoolbesturen zijn het niet eens met de constatering dat alle scholen passende gebouwen hebben van een goede kwaliteit en dat vervangende nieuwbouw niet noodzakelijk is. Het voorgenomen beleid van de gemeente Ede om geen nieuwbouw te realiseren, maar in te zetten op intensivering van onderhoud leidt volgens hen tot problemen bij het voortgezet onderwijs en tot rechtsongelijkheid tussen primair en voortgezet onderwijs. De schoolbesturen voor voortgezet onderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor het groot onderhoud; het is al jaren bekend en erkend dat de rijksvergoeding voor onderhoud en huisvestingkosten onvoldoende is. Schoolbesturen met verouderde gebouwen m.n. uit de zestiger en zeventiger jaren hebben te maken met hoge onderhouds- en exploitatiekosten. De beleidswijziging van de gemeente om voorlopig geen vervangende nieuwbouw meer te realiseren, leidt er toe dat deze scholen te maken krijgen met steeds stijgende onderhouds- en exploitatiekosten. De schoolbesturen zijn van mening dat de gemeente Ede ook voor het voortgezet onderwijs verantwoordelijk is voor de gevolgen van het besluit om geen vervangende nieuwbouw meer te realiseren. Het is wenselijk voor het voortgezet onderwijs een bedrag te reserveren om m.n. bij de schoolbesturen met verouderde gebouwen onderhoudsvoorzieningen te realiseren die leiden tot lagere exploitatiekosten Tenslotte vragen de schoolbesturen nog aandacht voor een ingewikkeld thema. Vervangende nieuwbouw komt pas aan de orde als een gebouw bouwkundig wordt afgekeurd. Schoolbesturen zouden er dus baat bij hebben het onderhoud te beperken tot het beschikbare budget, waardoor afkeuring in zicht zou komen. Schoolbesturen stellen echter alles in het werk om dit te voorkomen omdat scholen streven naar een optimale en veilige situatie voor hun leerlingen. Daardoor komt de bouwkundige staat niet onder de norm en heeft een school geen recht op vervangende nieuwbouw, maar onttrekt wel middelen aan het primaire proces met mogelijk gevolgen voor de kwaliteit. Kortom , een onmogelijk dilemma, dat ook de gemeente Ede raakt die streeft naar onderwijs van hoge kwaliteit.

Vervangende nieuwbouw is op basis van de Verordening onderwijsvoorzieningen slechts aan de orde als het schoolgebouw bouwkundig wordt afgekeurd. Renovatie van het gebouw met als doel om de levensduur van het gebouw te verlengen is na de decentralisatie in 1997 nooit een specifieke voorziening in de onderwijshuisvesting geweest. Het buitenonderhoud en de aanpassingen aan het gebouw behoort al vanaf 2005 tot de financiële verantwoordelijkheid van het schoolbesturen en zij hebben een vergaande eigen verantwoordelijkheid gekregen voor de aanpassingen en instandhouding van hun gebouwen. Wij zijn van mening dat het huidige rijksbeleid, waarbij vanaf 1 januari 2015 fors gekort wordt op onze vergoeding uit het gemeentefonds en deze middelen worden doorgedecentraliseerd naar het PO en VO, ons geen andere opstelling laat. Schoolbesturen gaan hiervoor de middelen ontvangen. Het rijk bepaalt de omvang van de onderhoudsvergoedingen. Aanpassing het gebouw aan de gewijzigde omstandigheden

63

6. Ontwikkelingen Voortgezet onderwijs binnen de school is vanaf 2004 de financiële verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Het schoolbestuur krijgt daarvoor de vergoeding van het Rijk. Vervangende nieuwbouw blijft voor rekening van gemeenten, maar is door de bezuinigingen budgettair een groot knelpunt geworden. Overigens hebben wij zowel voor het PO als het VO hetzelfde beleid dus is er geen sprake van rechtsongelijkheid zoals hiervoor door de schoolbesturen gesteld. Nieuwbouw in de toekomst voor het Voortgezet onderwijs sluiten wij niet uit. Indien een onderbouwde aanvraag voor vervangende nieuwbouw of renovatie bij de gemeente wordt aangevraagd zullen wij dit beoordelen en eventueel aan de gemeenteraad voorleggen. De gemeenteraad zal dan de noodzakelijke begrotingsaanpassing moeten vaststellen om dit dan mogelijk te maken. Wij nemen het Voortgezet onderwijs mee bij de ontwikkeling van het gemeentelijke kwaliteitskader voor de onderwijshuisvesting. De gemeente blijft nog wel verantwoordelijk voor enkele voorzieningen in de Verordening waaronder de vergoeding voor huur van de sportvelden, vergoeding vanwege constructiefouten, waaronder asbestverwijdering en de huur van sportvelden. De schoolbesturen hebben de verantwoordelijkheid voor de exploitatie en instandhouding van de gebouwen. Zij krijgen hiervoor een vergoeding van het Rijk. 6.4. De schoolgebouwen in het Voorgezet onderwijs in volgevlucht Hieronder een overzicht van de gebouwen in het Voortgezet onderwijs. De uitbreiding van het Marnix besloten in het Programma 2013 is weliswaar nog niet gerealiseerd maar al wel in het overzicht verdisconteerd. Naast de beschikbare capaciteit uitgedrukt in m 2 bruto vloeroppervlak, hebben wij ook de capaciteit inclusief de 10% norm weergegeven. Dit is de drempel die geldt voordat de school op grond van de verordening uitbreiding kan vragen. In overleg met het bestuur van de Johannes De Swaef hebben wij onlangs de capaciteit opnieuw vastgesteld. De nieuwe capaciteit is in de tabel opgenomen. Het Groenhorst College (vmbo) maakt onderdeel uit van het Agrarisch Opleidingscentrum en is niet in het overzicht opgenomen. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor de huisvesting van de school. BRIN

Bouwjaar Naam

. Den

Bvo +10%

Ruimtebeh. 1-10-2013

(m2) 26MV

2005

Joh. de Swaefschool

REF

02UP

1997

Marnix college

AB

19KZ

1991

Pallas Athene College

OPB

25GE

2012

Het Streek, vmbo Zandlaan

25GE

1975

Het Streek, Bovenbuurtweg Totaal Voortgezet Onderwijs

1665

(m2) 1831

10.562 11.618 7.026

10.663

7.728

7160

PC

10.000 11.000

7300

PC

9.330 10.263

9976

38.583 42.440

35.099

Het Marnixcollege is gevestigd in twee tegenover elkaar liggende schoolgebouwen aan de Prins Bernhardlaan. Het Pallas Athene College is gevestigd aan de Koekeltse Boslaan. De Johannes de Swaefschool maakt onderdeel uit van het complex aan de verlengde Parkweg waar ook de Rehobothschool (cluster 3) en de Ds. D.A. Detmarschool (speciaal basisonderwijs) zijn gevestigd. Johannes De Swaef De Ds. D.A. Detmar en de Rehobothschool gaan in 2016 verhuizen naar Barneveld. De praktijkschool Johannes De Swaef blijft in Ede gehuisvest. De afgelopen periode hebben wij met het het schoolbestuur overleg gevoerd over het deel van het scholencomplex aan de Verlengde Parkweg dat het schoolbestuur van de SSOGG ten behoeve van de praktijkschool zal overdragen aan het Van Lodenstein College, het nieuwe bevoegde gezag voor deze school. De vastlegging van deze overdracht is van belang voor het moment dat het bestuur van de SSOGG de overige schoolgebouwen of gebouwdelen van de Ds. D.A. Detmar en de Rehobthschool zal overdragen aan de gemeente Ede in verband met de verhuizing van Ede naar Barneveld in 2016. Dan is duidelijk welke gebouwen en terreinen zullen vrijkomen. In overleg met het schoolbestuur hebben wij vastgesteld welk gebouwdeel gaat behoren tot de praktijkschool Johannes de Swaef. Het bruto vloeroppervlak bedraagt 1665 m 2.

64

6. Ontwikkelingen Voortgezet onderwijs Het schoolgebouw is in 2005 verbouwd, uitgebreid en aangepast aan de eisen het praktijkonderwijs. Marnix College Het hoofdgebouw van het Marnix College (Prins Bernhardlaan 30) en de nevenvestiging (Prins Bernhardlaan 25) zijn gebouwd in 1965 en in 1997 ingrijpend verbouwd en aangepast. De capaciteit is verdeeld over de twee tegenover elkaar gelegen gebouwen aan de Prins Bernhardlaan. De school heeft vanwege een ongunstige verhouding tussen bruto- en netto vloeroppervlak een extra vaste voet van 250 m2 toegekend gekregen. Het Marnix College is in het programma 2013 uitgebreid. Na realisatie van het programma dat in 2015/2016 zal zijn afgerond is de capaciteit 10.562 m2. Pallas Athene College Het Pallas Athene College is gebouwd in 1991. De capaciteit bedraagt 7026 m 2. Onlangs heeft de school voor eigen rekening en risico een kleine 600 m 2 uitgebreid. Wij hebben hiervoor de toestemming verleend. Het Streek Zandlaan In Het Streek aan de Zandlaan is opgeleverd in 2012. In het schoolgebouw zijn het VMBO en de praktijkschool De Opstap gevestigd. De school heeft een capaciteit van 10.000 m 2. De school heeft leegstand. Het Streek Bovenbuurtweg Het schoolgebouw aan de Bovenbuurtweg is gebouwd in 1975. Het Streek aan de Bovenbuurtweg is in het verleden door het schoolbestuur op een ongunstige wijze aangepast en uitgebreid. Het gebouw is daardoor eigenlijk te klein om in de ruimtebehoefte te voorzien. Het gebouw heeft een genormeerde capaciteit van 9330 m2. Het schoolbestuur heeft onlangs het gebouw voor eigen rekening en risico op een slimme wijze uitgebreid en aangepast. De capaciteit van het gebouw blijft ongewijzigd genormeerd in de boeken staan. Dit om, indien dit aan de orde zou komen, het recht op, en de omvang van, een eventuele uitbreiding vast te kunnen stellen. Tot die tijd kan de school gebruik maken van de leegstand in het gebouw aan de Zandlaan.

65


66

7. Financiële paragraaf

7.

Financiële paragraaf

De gewijzigde financiële verantwoordelijkheidsverdeling per 1-1-2015 geeft aanleiding een nieuwe financieel beleidskader voor het product voorzieningen huisvesting onderwijs voor te stellen en de daarbij horende beleidscyclus te wijzigen. In het hoofdstuk 3 zijn wij hierop al uitgebreid ingegaan. Samengevat houdt het voorstel voor een nieuw (financieel) beleidskader het volgende in:  het vaststellen van een begroting 2015 – 2018 voor de periode waarmee de huidige en toekomstige lasten zijn afgedekt;  het vaststellen van een aangepaste procedure ten aanzien van het Integraal Huisvestingsplan en het jaarlijkse Programma;  waardoor de reserve Huisvestingsvoorzieningen onderwijs (R430) niet meer nodig is en een nog nader te bepalen bestemming kan krijgen. 7.1. Het vaststellen van de begroting voor 2015 – 2018 Bij de vaststelling van de begroting voor 2015 – 2018 onderscheiden wij twee kostensoorten: kapitaalslasten op investeringen en overige kosten. 7.1.1. INVESTERINGEN 2015 - 2018 Op basis van het IHP 2012 - 2015 zijn projecten benoemd om in de periode tot 2018 te worden uitgevoerd. Sommige van deze projecten zijn al in gang gezet en bij sommige projecten zijn al vergaande verwachtingen gewekt. Hierop zijn wij uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 3. Wij stellen voor om aantal van deze investeringen mee te nemen van het oude IHP 2012 - 2015 naar het nieuwe IHP 2015 - 2018. 2015 Maandereng Oranjelaan Zuiderpoort

2016

2017

3.000.000,= 1.318.696,= 450.000,=

2018 Bouwkosten Bouwkosten Bouwkosten

Ederveen Ederveen Ederveen Ederveen

412.500,= 300.000,= 113.000,= 564.500,=

Grondkosten Bouwkosten Afrekening 59 m2 Bouwkosten

Enka Enka Enka

350.000,= 150.000,=

Grondkosten Inrichting Bouwkosten

2.000.000,=

Veluwse Poort Veluwse Poort Veluwse Poort Totaal investeringen

350.000,= 150.000,= 2.000.000,= 6.658.696,=

2.500.000,=

Grondkosten Inrichting Bouwkosten

2.000.000,=

In totaal hebben wij voor de periode 2015 - 2018 nog ruim € 11 miljoen aan investeringen gepland. Hieronder nog een korte omschrijving. Voorgenomen investeringen voor de periode 2015 - 2018 Maandereng Het project Maandereng is reeds aangekondigd in het IHP 2012 - 2015. Met alle partijen is al geruime tijd gewerkt aan de eerste schetsontwerpen om te komen tot een keuze voor een bouwplan. Het is nog onzeker welke kosten met het project gemoeid zijn. We gaan uit van een maximale bijdrage vanuit de gemeente van € 3 miljoen voor de drie scholen samen. De benodigde investeringen voor de overige te huisvesten functies dekken wij door middel van de te ontvangen huren. Het betreft de BSO, de peuterspeelzalen en het buurtcentrum De Maanen.

67

7. Financiële paragraaf Oranjelaan Voor de ontwikkeling van de Oranjelaan (voormalig schoolgebouw van De Opstap, Het Streek) kiezen wij voor een duurzame variant zodat het gebouw op deze centrale locatie nog lange tijd een maatschappelijke functie kan behouden. Op basis van eerste berekeningen hebben vastgesteld dat hiervoor in totaal een investering nodig is van € 1,8 miljoen. Vanuit onderwijshuisvesting wordt een investering opgenomen van € 1.318.696. Voor het inpandige gymnastieklokaal wordt via de begroting voor binnensport (50.01) een investering opgenomen van € 391.304. Een restant investering dekken wij af met de huurinkomsten van een BSO/PSZ. Zuiderpoort De aanpassing en verbouwing van de Zuiderpoort is al voorgenomen in het IHP 2012 - 2015 en schoolbestuur van Proominent maakt op dit moment reeds de plannen. Wij reserveren hiervoor een investering van € 450.000,=. Wij onderzoeken nog wat de bijdrage van het schoolbestuur moet zijn. Ederveen Het is niet mogelijk om nu al investeringen in Ederveen voor de oplossing om het ruimtetekort van de Calvijnschool vaststellen. Wij werken met beide scholen in Ederveen en andere belanghebbende partijen een oplossingsrichting uit. Hierop vooruitlopend ramen wij alvast financiële ruimte (€ 1,4 miljoen) om enige ontwikkeling mogelijk te maken. Het gaat hierbij om de aankoop van grond (tennisbanen), eventuele uitbreiding en een duurzame aanpassing van het schoolgebouw van de Julianaschool. Enka De eerste school op de Enka plannen wij vanaf 2015. De ontwikkeling en realisatie zal in nauw overleg met de ontwikkelaar gebeuren. In beginsel is het Kantinegebouw aangewezen als de locatie voor de eerste school. Wij nemen een investering op van € 2,5 miljoen voor de grond, bouw en inrichting voor een 8klassige school vanaf 2016. Het voornemen is om lokalen te gaan huren van de ontwikkelaar op basis van een huurprijs die is afgeleid van de kosten die de gemeente heeft als de investeringen door de gemeente waren gedaan. Een eventuele sportzaal is nog niet in de begroting opgenomen. In eerste instantie is het gymnastieklokaal in het gebouw aan de Oranjelaan beschikbaar voor het bewegingsonderwijs op de Enka. Veluwse Poort De eerste school in de Veluwse Poort plannen wij vanaf 2016. Dan hebben wij een beter inzicht in de ontwikkeling van de nieuwbouw in de Veluwse Poort. Wij nemen een investering op van € 2,5 miljoen voor de grond, bouw en inrichting voor een 8-klassige school vanaf 2017. De investering voor een nieuwe sportzaal plannen wij nog vanuit dit IHP Onderwijshuisvesting. De noodzakelijke investeringsruimte is overgeheveld van het product 40.03 (voorzieningen onderwijshuisvesting) naar het product 50.01 Binnensport. Er is een mogelijkheid om een bestaande sportzaal in de Veluwse Poort te renoveren. Hierover zal nog nadere besluitvorming plaatsvinden. 7.1.2. OVERIGE LASTEN De periode tot en met 2018 hebben wij nog andere kosten anders dan de kosten door nieuwe investeringen. Het betreft kosten die jaarlijks terugkomen zoals onder andere huren, verzekeringen en belastingen. De komende jaren verwachten wij extra financiële lasten. Decentralisatie van het buitenonderhoud De gemeente wordt vanwege de decentralisatie van het buitenonderhoud en aanpassingen gekort met € 2,1 miljoen. Tot nu toe hebben wij jaarlijks voor buitenonderhoud € 900.000,= vanuit de begroting voor onderwijshuisvesting toegevoegd aan de voorziening buitenonderhoud. In het IHP 2015 – 2018 gaan wij vanwege de taakverschuiving uit van een vermindering van de begroting met € 900.000,=. Het gemeentelijk nadeel van € 200.00,= is als besloten bij meerjaren beleidsvisie 2015- 2018. Een aantal kosten brengen wij nog ten laste van de onderhoudsvoorziening zoals de “reparatie” van het buitenonderhoud bij enkele scholen22 en het project Binnenklimaat23 en de reservering voor asbest- en zachtboardverwijdering. Daarna wordt de onderhoudsvoorziening opgeheven. Het resultaat wordt gemuteerd op de reserve Huisvestingsvoorzieningen onderwijs. Derving huurinkomsten 22 23

68

Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 onder het kopje: Historisch uitgesteld buitenonderhoud “repareren”. Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.5.2 onder het kopje: Binnenklimaat.

7. Financiële paragraaf We hebben voorgesteld om het beleid rondom de verhuur van leegstaande lokalen met terugwerkende kracht vanaf 2013 los te laten. Hierop zijn wij ingegaan in hoofdstuk 3. Door het loslaten van het voorgenomen huurbeleid missen wij inkomsten die al wel in de begroting waren opgenomen. Het gaat hierbij om reeds afgesloten overeenkomsten en waarvan de opbrengst al was meegenomen in de begroting. Hiermee is een bedrag gemoeid van gemiddeld ± € 50.000,= per jaar voor de jaren 2013 en 2014 en vanaf 2015 € 43.000,= structureel op een totaal aan begrote inkomsten van ± € 400.000,= onder andere voor de ruimten waarvoor de gemeente apart heeft geïnvesteerd. Wij hebben de gederfde inkomsten voor 2013 en 2014 ten laste gebracht van de reserve 40.03. De effecten vanaf 2015 zijn verwerkt in de begroting voor 2015 – 2018. Kosten vanwege verhuizing van Reformatorische scholen naar Barneveld Door het aangekondigde vertrek van de scholen voor speciaal (basis) onderwijs, de Ds. D.A. Detmarschool (SBAO) en de Rehobothschool (SO/VSO), naar Barneveld komt een groot deel van het terrein aan de Verlengde Parkweg vrij. De Johannes de Swaefschool (praktijkonderwijs) blijft op de locatie gehuisvest. Het vertrek heeft financiële gevolgen. Er rusten nog aanzienlijke boekwaarden op de schoolgebouwen. Daarbij verliest de gemeente, vanwege de bekostigingsystematiek, vanaf 2017 € 250.000,= aan inkomsten uit het gemeentefonds. De gemeente Barneveld ontvangt vanaf die tijd de vergoeding voor de leerlingen op de betreffende scholen. Wij onderzoeken de mogelijkheid tot herbestemming van de gebouwen voor onderwijsdoeleinden. Wij verwerken de verminderde inkomsten in de begroting vanaf 2017. Kosten voor asbestverwijdering Wij vergoeden de kosten voor asbestverwijdering die noodzakelijk zijn gebleken aan de betreffende schoolbesturen. De totale kosten zijn nu nog niet precies te ramen. Bij de eerste verzoeken gaat het om circa € 38.000,=. Wij hebben de aanvragen opgenomen in het Programma 2015. Eventuele vervolgaanvragen behandelen wij volgens de spoedprocedure of in het Programma 2016 ev. Wij nemen een in de begroting eenmalig een bedrag van € 100.0000,= op. Kosten voor de aanpassingen ten behoeve van de brandveiligheid Wij voelen ons mede verantwoordelijk voor de brandveiligheid van de schoolgebouwen. Wij stellen voor om een beleidsregel op te stellen op basis waarvan schoolbesturen in het primair- en speciaal onderwijs eenmalig een beroep kunnen doen voor een bijdrage in de kosten die voortvloeien uit de nieuwe eisen van de brandweer. Het uitgangspunt daarbij is dat ook de schoolbesturen in het licht van de gewijzigde financiële verantwoordelijkheden een eigen bijdrage moeten leveren. Het is nu nog onbekend wat de totale omvang van de kosten zal zijn. We stellen voor om het gemeentelijke deel van de kosten mee te nemen bij de afwikkeling van de financiële reserve R430. Voorlopig begroten wij de maximale bijdrage vanuit de gemeente op € 300.000,=. Bijstelling opbrengst terreinen Het Streek in Bennekom De investering voor de nieuwbouw van Het Streek aan de Zandlaan is indertijd afgedekt met de geschatte opbrengsten van onder andere de gebouwen en ondergronden van Het Streek in Bennekom. Toen zijn wij uitgegaan van een opbrengst van € 1,45 miljoen. Vanwege de financiële crisis en slechte tijden in de woningenbouw blijkt deze opbrengst niet meer haalbaar te zijn. De te verwachten opbrengst is nu door bijgesteld naar € 900.000,=. We nemen de extra kapitaalslast van € 550.000,= op voor de periode van 40 jaar en voor € 900.000,= voor de periode 2015 – 2018. Wij gaan er van uit dat de opbrengst van € 900.000,= binnen deze periode kan worden ingeboekt. 7.1.3. DE BEGROTING 2015 – 2018 In bijlage 2 hebben wij de volledige begroting weergegeven. Hieronder de begroting in vergelijking met de programmabegroting 2013 – 2017.

Beschikbaar Programmabegroting 2014 - 2017 Nieuwe begroting 2015 - 2018

2014

2015

2016

2017

2018

7.876

7.731

8.003

7.815

7.815

6.636

6.910

6.477

6.424

69

7. Financiële paragraaf

7.2. Aangepaste beleidscyclus en financiële systematiek Vanaf 2015 zullen wij nieuwe investeringen en de daarbij behorende investeringsruimte inbrengen bij de Perspectiefnota. Dit doen wij aan de hand van een Integraal Huisvestingsplan in de vorm van een jaarlijks te actualiseren investeringsplan. Schoolbesturen blijven wettelijk de mogelijkheid behouden om jaarlijks aanvragen te doen voor voorzieningen in de huisvesting. In het investeringsplan worden de aanvragen beoordeeld. Daarnaast kunnen wij samen met schoolbesturen plannen uitwerken en ter besluitvorming aan de raad voorleggen. Binnen de afwegingen voor de Perspectiefnota stelt de gemeenteraad de noodzakelijke aanpassing van de begroting vast. Om deze aanpassing van de beleidscyclus en financiële systematiek mogelijk te maken is een aanpassing van de verordening nodig. Wij zullen daartoe voor 2015 een gewijzigde Verordening onderwijsvoorzieningen aan de gemeenteraad voorleggen. 7.3. De reserve voor onderwijshuisvesting is niet meer nodig Op 1 januari 2014 bedroeg de reserve voor huisvestingsvoorzieningen onderwijs (R430) €14.075.000,-. Na verwerking van het Programma 2014 en de overgang naar de nieuwe lastendekkende begroting 2015 – 2018 bedraagt de reserve nog € 11.740.000,=. Omdat eventuele nieuwe investeringsvragen in de toekomst bij de Perspectiefnota aan de gemeenteraad worden voorgelegd en met IHP 2015 – 2018 het product voorzieningen onderwijshuisvesting (40.03) zodoende een dekkende begroting heeft voor de lopende lasten en de lasten van de nog voorgenomen investeringen, is de reserve niet meer nodig. Een aantal onzekere ontwikkelingen ligt nog in het verschiet. Ontwikkelingen die direct of indirect met onderwijshuisvesting dan wel de exploitatie en instandhouding van maatschappelijke voorzieningen te maken hebben en waarvan de financiële gevolgen nu nog niet zijn te overzien. Het betreft de eventuele schoolgebouwen of delen daarvan die vanwege de krimp van de basisgeneratie de komende jaren door schoolbesturen aan de gemeente worden overgedragen en een nieuwe bestemming moeten krijgen. Het betreft ook de vraag naar huisvesting vanuit de grote decentralisatie op het terrein van de Jeugdzorg, Participatiewet en WMO die nog een uitwerking en invulling moeten krijgen. Binnen de gemeente heeft de afdeling Vastgoed de taak om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, te beheren en de (gemeentelijke) gebouwen te exploiteren. De financiële kant hiervan is nog in ontwikkeling en de financiële gevolgen zijn nog niet uitgekristalliseerd. Het voorstel is dan ook om de reserve onderwijshuisvesting R430 vanaf 1 januari 2015 op te heffen maar beschikbaar te houden als reserve maatschappelijke voorzieningen. Een plan voor de bestemming van deze reserve leggen wij voor bij de Perspectiefnota 2015/Meerjarenbegroting 2016 – 2019.

70

8. Het Programma voorzieningen onderwijshuisvesting 2015.

8.

Het Programma onderwijs voorzieningen 2015.

De kosten van het Programma onderwijsvoorzieningen 2015 maken deel uit van de begroting 2015 – 2018. De gemeenteraad stelt deze begroting vast. In beginsel besluit het college van burgemeester en wethouders in de volgende jaren over het Programma onderwijsvoorzieningen als er geen nieuwe investeringen gevraagd zijn. Het Programma 2015 is het eerste binnen de nieuwe financiële verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbesturen die vanaf 1 januari 2015 ingaat. In totaal zijn er 26 aanvragen ingediend. Circa 8 aanvragen hadden nog betrekking op buitenonderhoud waarvoor vanaf 2015 de schoolbesturen zelf de financiële verantwoordelijkheid hebben. Het voorstel is om daarom de medewerking te weigeren. Zes scholen hebben een asbestinventarisatie uit laten voeren en was de noodzaak aanwezig om asbest te verwijderen. Het voorstel is om hieraan de medewerking te verlenen. De overige aanvragen hebben betrekking op afgesproken huisvestingsvergoedingen, onderhoud van gymnastiekzalen, buitensport voor het voortgezet onderwijs en eerste inrichting, zaken waarvoor de gemeente ook in 2015 de financiële verantwoordelijkheid heeft. Het totale Programma 210 bedraagt € 509.516,=. Dit is onder te verdelen in de volgende uitgavenposten:

Eerste inrichting Onderhoud Huisvestingsvergoeding Huur sportterreinen Totaal Programma 2015

€ 126.343 € 160.035 € 238.138 € 32.000 € 566.516

Hieronder volgt in paragraaf 8.1 het overzicht van de aanvragen zaken waarvan wordt voorgesteld om de medewerking te verlenen (Programma) of om te weigeren (Overzicht) . In paragraaf 8.2 motiveren wij de besluiten. 8.1.

Programma en Overzicht 2015 Programma

Overzicht

2015

2015

prijspeil 2014 incl. BTW BASISONDERWIJS I

Stichting Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Ede (3) *

1 Julianaschool, Halderweg 43-45 te Bennekom (t14) 1a Hellende- en platte daken overplakken, loodslabben vervangen

*

1b Vervangen van aluminium deuren en kozijnen

*

2

Prins Constantijn, Hofbeeklaan 41, Ede (T36) *

2a Betontegels terreinverharding vervangen 3

SBO de Regenboog, Generaal Spoorlaan 4, Ede (H3) *

3a Radiatoren en cv-leidingen vervangen II

Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe-Vallei (04) 4 Toon Hermansschool, Groenendaal 7, Ede (T10) 4a

Verwijderen asbest in technische ruimte linkervleugel en onderzoek aangrenzende keuken

€ 15.000

71

8. Het Programma voorzieningen onderwijshuisvesting 2015

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Bennekom (9)

III

5 SmdB De Kraats, Rijnsteeg 5, Bennekom (T13) 5a

Vervangen dakramen, hemelwaterafvoeren en mechanische en natuurlijke ventilatie gymnastieklokaal

€ 5.000

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Lunteren (12)

IV

6 CBS Nederwoud, Kruisbeekweg 45, Lunteren (T18) *

6a Vervangen dakbedekking en loodwerk platte dak lerarenkamer i.v.m. lekkage 6b asbestsanering

€ 15.000

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Overwoud (13)

V

7 SmdB Ruitenbeek, Ruitenbeekweg 111, Lunteren *

7a Renovatie schoolplein vervangen dakbedekking boven de kleedkamers, goten, kilgoten en panlatten boven 7b gymnastieklokaal

€ 9.500

7c asbestsanering

€ 6.600

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te De Valk (14)

VI

8 SmdB De Valk, Hogevalkseweg 8a asbestsanering

€ 800

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Ederveen (15)

VII

9 Calvijnschool, De Zicht 3, Ederveen (t21) *

9a Vervangen radiatoren. convectoren, leidingen van CV op begane grond VIII

Stichting Openbaar basisonderwijs gemeente Ede (22) 10 OBS Calluna 10a asbestsanering

€ 7.685

11 OBS De Kern, Kleine Houtplein 1, Ede 11a Inrichtingskrediet voor 9 groepen 11b veiligheidsonderzoek gevelverzakkingen

€ 126.343 € 5.900

Stichting tot het verstrekken van basisonderwijs op Reformatorische Grondslag te Bennekom e.o.

IX

12 Eben Haëzerschool, Molenstraat 98, 6721 WP Bennekom 12a vervanging riolering onder de school

€ 5700

SPECIAAL ONDERWIJS CLUSTER 3 & 4 X

Stichting De Onderwijsspecialisten (23) 13 De Toekomst, Asakkerweg 5 te Ede (H2) 13a

Afgraven en afvoeren van grond, plaatsen keerwand etc. incl. deels herstraten schoolplein

*

20 De Fonkel (vh Arnhemse Buitenschool), Jachtlaan 14, Ede (H11)

72

20a Vervangen sportvloer gymzaal

€ 16.000

20b Vervangen CV-installatie gymzaal

€ 23.900


XI

Stichting Scholengemeenschap voor Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs 14 SGM de Brouwerij, Horalaan 3a, Ede € 95.836

14a huurvergoeding voor het jaar 2015 (bedrag 2014). Nader overleg! XII

Stichting De Hoenderloo Groep (31) 15 Hoenderloo College (H13), Delenseweg 85 te Deelen 15a huurvergoeding voor de Kop van Deelen voor het jaar 2015 (bedrag 2014). Nader overleg

€ 142.302

VOORTGEZET ONDERWIJS XIII

Stichting Marnix College te Ede 16 Marnix College (P1), Prins Bernhardlaan 30 te Ede € 15.600

16a vergoeding huur sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek 16b XIV

€ 7.650

asbestsanering Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Ede

17 Pallas Athene College € 4.000

17a vergoeding huur sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek

XV

Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio EdeWageningen 18 CSG 't Streek, Zandlaan 25 te Ede (P2) 18a vergoeding voor de huur van sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek € 4.400

voor de duur van 8 weken 19 CSG 't Streek, locatie Bovenbuurtweg 1 te Ede 19a vergoeding voor de huur van sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek,

€ 8.000

voor de duur van 8 weken Totaal Programma 2015

€ 566.516

Onderverdeeld in: Eerste inrichting

€ 126.343

Onderhoud

€ 160.035

Huisvestingsvergoeding

€ 238.138

Huur sportterreinen

€ 32.000

73


8.2.

Motivering voor de besluiten in het Programma 2015

Motivering I

Stichting Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Ede (3) 1 Julianaschool, Halderweg 43-45 te Bennekom (t14) Aangevraagd is: 1a Hellende- en platte daken overplakken, loodslabben vervangen Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren 1b Gevraagd wordt medewerking te verlenen voor het vervangen van aluminium deuren en kozijnen Beoordeling van de aanvraag: Het vervangen van bedoelde kozijnen is volgens Planon eerst in 2017 aan de orde. Eerder is al medewerking verleend voor het vervangen van de genoemde deuren. De plannen voor de uitvoering hiervan zijn recent goedgekeurd waardoor de wens om dit naar voeren te halen vervalt. Bovendien geldt ook hier dat in verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 het recht op vergoeding voor hiervoor te maken kosten vervalt. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren 2 Prins Constantijn, Hofbeeklaan 41, Ede (T36) Aangevraagd is: 2a Betontegels terreinverharding vervangen Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren 3 SBO de Regenboog, Generaal Spoorlaan 4, Ede (H3) Aangevraagd is: 3a Radiatoren en cv-leidingen vervangen Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren

II

Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe-Vallei (04) 4 Toon Hermansschool, Groenendaal 7, Ede (T10) Aangevraagd is: 4a Verwijderen asbest in technische ruimte linkervleugel en onderzoek aangrenzende keuken Beoordeling van de aanvraag: Tijdens de door Tracé uitgevoerde asbestinventarisatie is gebleken dat er direct maatregelen nodig waren om de asbesthouden platen in de technische ruimte te verwijderen. Voorgesteld wordt aansluitend ook de overige asbesthoudende materialen te laten verwijderen. Voorgesteld wordt: de gevraagde medewerking te verlenen.

III

74

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Bennekom (9)


5 SmdB De Kraats, Rijnsteeg 5, Bennekom (T13) Aangevraagd is tbv het gymnastieklokaal: 5a Vervangen dakramen, hemelwaterafvoeren en mechanische- en natuurlijke ventilatievoorzieningen Beoordeling van de aanvraag: Genoemde zaken verkeren in een slechte staat. Vervanging is dan ook noodzakelijk Voorgesteld wordt: de gevraagde medewerking te verlenen IV

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Lunteren (12) 6 CBS Nederwoud, Kruisbeekweg 45, Lunteren (T18) Aangevraagd is: 6a Vervangen dakbedekking en loodwerk platte dak lerarenkamer i.v.m. lekkage Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. Iin verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren 6b asbestsanering Beoordeling van de aanvraag: Bij de asbestinventarisatie bleek sprake van een ernstige asbestbesmetting waardoor acuut maatregelen getroffen moesten worden. Voorgesteld wordt aansluitend ook de overige asbesthoudende materialen te laten verwijderen Voorgesteld wordt: de gevraagde medewerking te verlenen

V

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Overwoud (13) 7 SmdB Ruitenbeek, Ruitenbeekweg 111, Lunteren Aangevraagd is: 7a Renovatie schoolplein Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren 7b vervangen goten en kilgoten met een deel van de aansluitende panlatten boven het gymnastieklokaal Beoordeling van de aanvraag: Volgens de onderhoudsplanning komen deze zaken voor vervanging in aanmerking Voorgesteld wordt: medewerking te verlenen 7c asbestsanering cv ruimte en dak rijwielstalling Beoordeling van de aanvraag: Bij de asbestinventarisatie is gebleken dat er in de cv ruimte tot een asbestsanering over gegaan moet worden en bij de volgens het programma uitgevoerde renovatie van het dak van de rijwielstalling moesten ook extra saneringswerkzaamheden uitgevoerd worden. Voorgesteld wordt: de gevraagde medewerking te verlenen

VI

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel De Valk(14) 8 asbestsanering Beoordeling van de aanvraag: Bij de uitvoering van de asbestinventarisatie is asbest aangetroffen die acuut verwijderd moest worden Voorgesteld wordt:

75


de gevraagde medewerking te verlenen VII

Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Ederveen (15) 9 Calvijnschool, De Zicht 3, Ederveen (t21) Aangevraagd is: 9a Vervangen radiatoren. convectoren, leidingen van CV op begane grond cf Planon Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft, volgens de planning, in 2015 uit te voeren werkzaamheden. In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: medewerking te weigeren

VIII

Stichting Openbaar basisonderwijs gemeente Ede (22) 10 OBS Calluna Aangevraagd is: 10a asbestsanering Beoordeling van de aanvraag: Bij de uitvoering van de asbestinventarisatie bleek dat er acuut extra metingen uitgevoerd moesten worden en passende maatregelen getroffen moesten worden om sluiting van de school te voorkomen. Voorgesteld wordt: de gevraagde medewerking te verlenen 11 OBS De Kern, Kleine Houtplein 1, Ede Aangevraagd is: 11a Inrichtingskrediet voor 9 groepen Beoordeling van de aanvraag: De school is ingericht voor 11 groepen ofwel 1475m2; Op grond van de leerlingentelling van 1 oktober 2013 is sprake van een ruimtebehoefte van 2418 m2 waardoor de vergoeding wordt berekend obv een uitbreiding met 943m2. Voorgesteld wordt: medewerking te verlenen 11b veiligheidsonderzoek verzakking gevelelementen Beoordeling van de aanvraag Wegens verzakking van veel gevelelementen is in samenwerking met de afdeling bouwtoezicht onderzocht waardoor deze verzakkingen werden veroorzaakt en of er sprake was van bouwfouten. Bij het deels destructief onderzoek is van bouwfouten niets gebleken en ook de veiligheid (b)lijkt niet in het geding te zijn. Omdat niet geheel uit te sluiten is dat zich op termijn toch nog weer problemen voor gaan doen wordt alles kritisch in de gaten gehouden. Conform het verzoek wordt voorgesteld de gedeclareerde onderzoekskosten te vergoeden. Voorgesteld wordt: medewerking te verlenen

IX

Stichting tot het verstrekken van basisonderwijs op Reformatorische Grondslag te Bennekom e.o. 12 Eben Haëzerschool, Molenstraat 98, 6721 WP Bennekom Aangevraagd is: 12a medewerking wordt gevraagd voor het vervangen van de riolering Beoordeling van de aanvraag: Het schoolbestuur heeft in eerste instantie aangegeven een spoedaanvraag in te willen indienen voor het oplossen van de rioleringsproblemen onder de school. Naderhand is bij de definitieve indiening van de spoedaanvraag, eind 2013, aangegeven dat het gewenst was dat het riool onder de vloer cf een eerdere (Asset)planning in 2015 vroegtijdig geheel zou worden vervangen. Bij de eerste opname is aan de hand van een ingediende offerte vastgesteld dat de kosten voor het oplossen van de rioleringsproblemen € 5.700,00 zouden bedragen. Voorgesteld wordt: Anders dan gevraagd alleen medewerking te verlenen voor het leveren van een bijdrage in de herstelkosten tot een bedrag van € 5.700,00 en geen medewerking te verlenen voor de uitvoering van het regulier voor 2015 geplande onderhoud. SPECIAAL ONDERWIJS CLUSTER 3 & 4

76


X

Stichting De Onderwijsspecialisten (23) 13 De Toekomst, Asakkerweg 5 te Ede (H2) Aangevraagd is: 13a Afgraven en afvoeren van grond, plaatsen keerwand etc. incl. deels herstraten schoolplein Beoordeling van de aanvraag: Dit betreft het afvoeren van overtollige grond uit het dierenverblijf dat destijds bij een uitbreiding van het gebouw door het toenmalige bestuur daar is opgeslagen. Als gevolg van de door de school zelf gewenste aanpassingen waarbij het dierenverblijf vervalt/ c.q wordt vervangen door verharding, moet deze grond worden afgevoerd. Onder andere in verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt het mogelijke recht op vergoeding van hiervoor te maken kosten. Voorgesteld wordt: De gevraagde medewerking te weigeren 20 De Fonkel (vh Arnhemse Buitenschool), Jachtlaan 14, Ede (H11) Aangevraagd is: 20a Vervangen sportvloer gymzaal Beoordeling van de aanvraag: De sportvloer in het gymnastieklokaal is aan een opknapbeurt toe. Normaliter kwamen deze kosten voor eigen rekening van de school maar omdat de vloer al ca 25 jaar oud was toen de zaal aan de school werd overgedragen was er geen gelegenheid hiervoor voldoende middelen te reserveren. Hier speelt ook dat door de decentralisatie van het buitenonderhoud met ingang van 1 januari 2015 een nieuwe huisvestingsverordening van kracht moet worden mett een nieuw hoofdstuk mbt het onderhoud bij gymnastieklokalen waarvan de ins en outs nog niet allemaal duidelijk zijn. Voorgesteld wordt: in samenwerking met de school te onderzoeken of de kosten geheel of gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. 20b Vervangen CV-installatie gymzaal Beoordeling van de aanvraag: Ook hier geldt wat onder het vorige punt is verwoord. Voorgesteld wordt: in samenwerking met de school te onderzoeken of de kosten geheel of gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.

XI

Stichting Scholengemeenschap voor Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs 14 SGM de Brouwerij, Horalaan 3a, Ede Aangevraagd is: 14a huurvergoeding voor het jaar 2015 Beoordeling van de aanvraag: In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt een component in de vergoeding uit het gemeentefonds en wordt via het Rijk toegevoegd aan de lumpsumfinanciering van de school. Nieuwe afspraken zijn noodzakelijk. Voorgesteld wordt: na bijstelling van de afspraken de medewerking te verlenen.

XV

Bestuur Arnhemse Buitenschool (Stichting De Onderwijsspecialisten) (30) 20 De Fonkel (vh Arnhemse Buitenschool), Jachtlaan 14, Ede (H11) Aangevraagd is: 20a Vervangen sportvloer gymzaal Beoordeling van de aanvraag: De sportvloer in het gymnastieklokaal is aan een opknapbeurt toe. Normaliter kwamen deze kosten voor eigen rekening van de school maar omdat de vloer al ca 25 jaar oud was toen de zaal aan de school werd overgedragen was er geen gelegenheid hiervoor voldoende middelen te reserveren. Hier speelt ook dat door de decentralisatie van het buitenonderhoud met ingang van 1 januari 2015 een nieuwe huisvestingsverordening van kracht moet worden mett een nieuw hoofdstuk mbt het onderhoud bij gymnastieklokalen waarvan de ins en outs nog niet allemaal duidelijk zijn. Voorgesteld wordt: in samenwerking met de school te onderzoeken of de kosten geheel of gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. 20b Vervangen CV-installatie gymzaal Beoordeling van de aanvraag:

77


Ook hier geldt wat onder het vorige punt is verwoord. Voorgesteld wordt: in samenwerking met de school te onderzoeken of de kosten geheel of gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. XII

Stichting De Hoenderloo Groep (31) 14 Hoenderloo College (H13), Delenseweg 85 te Deelen Aangevraagd is: 14a huurvergoeding voor de Kop van Deelen voor het jaar 2014 Beoordeling van de aanvraag: In verband met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen m.i.v. 1 januari 2015 vervalt een component in de vergoeding uit het gemeentefonds en wordt via het Rijk toegevoegd aan de lumpsumfinanciering van de school. Nieuwe afspraken zijn noodzakelijk. Voorgesteld wordt: De medewerking te verlenen. VOORTGEZET ONDERWIJS

XII

Stichting Marnix College te Ede (27) 15 Marnix College (P1), Prins Bernhardlaan 30 te Ede Aangevraagd is: 15a vergoeding huur sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek Beoordeling van de aanvraag: De school heeft recht op 8 weken vergoeding van de huur van een sportveld voor de buitenlessen. De vergoeding wordt achteraf vastgesteld nadat bekend is geworden hoeveel leerlingen de school op 1 oktober heeft hetgeen bepalend is voor de omvang van de vergoeding. De vergoeding wordt uitgekeerd nadat de kosten zijn verantwoord. Voorgesteld wordt: De medewerking te verlenen. 15b asbestsanering Beoordeling van de aanvraag: Bij de asbestinventarisatie in het Juniorgebouw van 't Marnix is veel asbest aangetroffen. Om de risico's tot een "minimum" te beperken is een aanvalsplan gemaakt om eerst het meeste risicovolle deel gefaseerd te verwijderen en het bij de verbouwing de rest te saneren. In verband met aanpassingen in het gebouw is nu het resterende deel verwijderd. De plannen zijn tijdig bij ons ingediend maar om uiteenlopende redenen was een eerder afhandeling van de aanvraag niet mogelijk. Voorgesteld wordt: Deze sanering via Programma 2105 af te rekenen

XIII

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Ede 16 Pallas Athene College Aangevraagd is: 16a vergoeding voor de huur van sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek voor de duur van 8 weken Beoordeling van de aanvraag: De school heeft recht op 8 weken vergoeding van de huur van een sportveld voor de buitenlessen. De vergoeding wordt achteraf vastgesteld nadat bekend is geworden hoeveel leerlingen de school op 1 oktober heeft hetgeen bepalend is voor de omvang van de vergoeding. De vergoeding wordt uitgekeerd nadat de kosten zijn verantwoord. Voorgesteld wordt: De medewerking te verlenen.

XIV

Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio Ede-Wageningen 17 CSG 't Streek, Zandlaan 25 te Ede (P2) Aangevraagd is: 17a vergoeding voor de huur van sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek voor de duur van 8 weken Beoordeling van de aanvraag: De school heeft recht op 8 weken vergoeding van de huur van een sportveld voor de buitenlessen. De vergoeding wordt achteraf vastgesteld nadat bekend is geworden hoeveel leerlingen de school op 1 oktober heeft hetgeen bepalend is voor de omvang van de vergoeding. De vergoeding wordt uitgekeerd nadat de kosten zijn verantwoord. Voorgesteld wordt:

78


De medewerking te verlenen. 18 CSG 't Streek, locatie Bovenbuurtweg 1 te Ede Aangevraagd is: 18b vergoeding voor de huur van sportterreinen in verband met buitenlessen gymnastiek voor de duur van 8 weken Beoordeling van de aanvraag: De school heeft recht op 8 weken vergoeding van de huur van een sportveld voor de buitenlessen. De vergoeding wordt achteraf vastgesteld nadat bekend is geworden hoeveel leerlingen de school op 1 oktober heeft hetgeen bepalend is voor de omvang van de vergoeding. De vergoeding wordt uitgekeerd nadat de kosten zijn verantwoord. Voorgesteld wordt: De medewerking te verlenen.

79

Bijlagen

Bijlage 1: Prognose van de basisgeneraties en het aantal leerlingen in het basis onderwijs A. Basisgeneratie naar wijk 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030 366

basisschool (4 t/m 11) Ede Oost

584

565

550

507

478

453

436

421

404

390

375

376

373

372

368

365

365

Ede West

1147

1135

1078

1059

1024

1007

979

960

937

931

924

919

915

910

907

904

900

901

Veldhuizen

1657

1593

1602

1544

1527

1508

1492

1468

1433

1429

1403

1398

1387

1377

1365

1361

1356

1354

Kernhem

788

745

750

739

736

749

751

774

792

820

842

869

896

923

950

984

1021

1055

Oud Zuid

754

748

766

744

732

714

708

697

684

680

663

660

655

647

646

647

647

648

Maandereng

829

834

821

803

787

775

757

752

736

722

711

710

706

701

700

699

702

703

Rietkampen

1014

994

964

919

894

874

856

840

823

813

802

802

806

806

809

809

812

815

21

28

27

28

25

25

25

22

22

22

21

21

22

22

22

22

22

21

242

238

237

231

226

231

228

229

226

230

233

233

234

238

241

244

244

246

Bennekom

1333

1265

1224

1211

1187

1146

1117

1101

1085

1073

1065

1061

1061

1063

1064

1066

1073

1077

Lunteren

1433

1393

1388

1371

1352

1339

1324

1324

1306

1307

1301

1297

1299

1297

1294

1284

1281

1276

Ederveen

432

434

425

424

428

425

430

433

434

431

430

431

431

429

428

427

424

424

42

46

42

42

44

41

41

43

44

46

45

42

44

44

41

43

42

42

Harskamp

486

467

470

469

477

475

477

485

484

482

480

481

483

479

480

477

474

472

Wekerom

271

290

309

300

305

309

311

318

316

315

315

314

312

309

304

301

300

295

Otterlo

254

249

235

224

219

224

229

225

220

220

222

225

226

227

227

229

229

227

0

0

0

20

52

86

118

159

199

238

280

322

362

404

442

482

513

550

43

49

70

82

91

118

146

179

218

251

283

311

340

362

397

417

426

428

11330

11073

10958

10717

10584

10499

10425

10430

10363

10400

10395

10472

10552

10610

10685

10761

10831

10900

Ede Stad

6837

6691

6628

6445

6346

6309

6268

6272

6248

6296

6304

6388

6462

6524

6606

6690

6764

6841

Ede Kernen

4493

4382

4330

4272

4238

4190

4157

4158

4115

4104

4091

4084

4090

4086

4079

4071

4067

4059

Industrie (13) Buitengebied (20)

Buitengebied (60)

Kazerneterrein Enka Gemeente Ede

80

Bijlagen

81

Bijlagen

B. Leerlingen per school De leerlingenprognose is gebaseerd op de leerlingentelling van 2012. In werkelijkheid blijken sommige scholen in 2013 harder gegroeid of gekrompen te zijn dan volgens de prognose voorspeld. De redenen hiervoor zijn divers en vaak niet op demografische ontwikkelingen terug te voeren. Een dergelijke ontwikkeling is meestal niet in een prognose te voorspellen. Brin

Instelling

Prognose

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

04NP 09BT 11XK 12YY 18VW

Ede Oost Edese Schoolvereniging Paasbergschool Koning Davidschool Louise de Coligny OBS Calluna Montessorischool

231 151 243 241 140

244 154 265 238 137

228 150 243 230 139

226 147 241 225 139

221 144 237 220 136

220 143 236 221 135

220 143 236 223 135

220 143 237 226 136

223 145 242 232 138

225 147 245 238 140

229 150 252 246 143

233 153 257 252 145

238 157 265 262 149

242 160 272 270 152

246 163 279 278 155

251 167 287 288 159

255 170 293 295 162

259 174 302 304 164

263 178 309 311 167

05NO 06LA 07YC 09PH 12JT 18WV

Ede West Cavaljeschool Stadhouder Willem III school Veldhuizerschool De Vuurvogel Het Startpunt vh Groen van Prinster OBS De Lettertuin

226 415 274 82 114 112

198 422 275 74 118 111

216 412 268 84 107 114

208 405 263 84 103 112

202 397 257 83 100 110

197 391 251 82 98 108

193 386 248 81 96 107

190 382 245 81 95 106

188 382 243 82 94 106

186 382 243 82 94 106

186 385 245 82 94 106

186 387 246 83 94 107

187 391 248 84 94 108

187 394 251 85 95 109

188 398 253 86 95 109

188 402 255 87 95 110

189 405 258 88 96 111

190 410 262 89 96 112

192 414 265 89 96 113

11CT 11PJ 13TF 17JX 17LA 19BA 22KY 23PV01 24ER 30FV

Veldhuizen Prins Constantijn Prins Floris De Dillenburg Toon Hermans Godfried Bomansschool OBS De Bongerd De Triangel Montessorischool Veldhuizen Al Amana De Rots

134 239 71 175 165 108 202 131 185 102

119 232 68 151 138 110 188 134 195 151

120 232 63 161 154 106 198 135 189 112

117 236 61 158 152 106 195 138 194 117

113 229 59 152 147 103 190 134 190 115

111 226 58 150 145 102 187 133 189 114

110 223 57 147 142 100 183 131 188 113

108 219 56 145 140 99 181 129 188 111

106 216 55 143 138 98 178 127 188 110

104 211 54 140 135 96 176 124 188 109

103 211 54 140 134 95 176 123 189 109

102 208 54 138 133 94 174 122 189 109

101 207 53 138 132 94 174 121 191 109

101 205 53 137 131 93 174 120 192 109

100 204 53 136 131 93 175 119 193 109

99 203 52 136 130 92 175 119 194 109

99 202 52 135 130 92 175 118 196 110

99 202 52 135 130 92 176 118 196 110

99 201 52 135 129 92 176 117 197 111

130 179 430

123 156 441

128 158 433

126 149 432

125 146 426

124 144 421

125 144 421

125 143 418

128 145 421

132 149 430

136 153 439

140 157 446

145 162 457

149 166 467

154 171 478

159 175 487

164 180 500

169 186 513

174 191 525

Kernhem 11XK01 Kleine Prins 27JL De Meander 27MH OBS De Kern

82

Werkelijk

Bijlagen Brin

Instelling

Werkelijk

Prognose

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

50

79

68

75

75

75

75

75

77

80

82

85

88

91

93

96

99

103

106

30JU

De Vuursteen

05NP 13KG 18WL

Ede Oud Zuid Koepelschool Oranje Nassau OBS De Zuiderpoort

323 173 61

327 152 76

324 181 61

325 191 63

317 187 62

314 189 62

313 191 63

311 194 64

312 199 66

313 203 68

316 208 70

316 212 71

319 216 73

321 220 74

322 222 75

326 227 77

329 231 79

329 231 79

328 230 78

12AM 12GU 19BP 22KI

Maandereng Koningin Beatrix Franciscusschool OBS De Elskamp OBS 't Palet

365 180 94 89

392 145 90 82

365 187 100 91

363 191 106 91

355 187 104 90

352 187 105 89

348 185 105 89

341 183 106 88

339 184 108 89

336 183 109 89

332 183 111 89

328 182 112 89

325 182 113 89

323 182 115 90

322 182 115 90

322 184 118 91

321 184 119 91

320 184 119 91

319 183 118 91

23PR 23PT 23PU 23PV 23PW

Rietkampen Panta Rhei De Brugge De Vlinderboom OBS Edese Montessorischool OBS De Rietkampen

339 403 121 145 52

343 390 123 169

341 396 118 143 51

341 392 116 143 51

331 380 112 140 49

323 371 109 138 48

314 360 106 136 47

309 354 104 135 46

305 350 102 134 46

301 345 100 133 46

299 343 99 134 46

295 339 97 133 45

295 339 97 134 46

295 340 96 134 46

296 340 96 135 46

297 342 96 136 46

298 343 96 136 47

298 344 96 136 47

299 345 97 137 47

05GR 06YM 07KR 10QL 11FA 11RC 18YU

Bennekom Sint Alexanderschool Eben Haezerschool SmdB De Kraats De Wingerd Wilhelminaschool Julianaschool OBS De Prinsenakker

229 233 136 177 234 207 313

231 230 159 154 242 175 292

226 231 134 165 234 195 304

220 228 130 156 229 186 294

220 226 129 155 229 185 293

218 223 126 153 227 182 290

213 219 124 149 222 177 284

209 216 122 146 218 174 279

207 214 120 144 216 171 277

205 213 119 142 214 169 274

203 212 118 140 212 167 272

203 211 118 140 212 166 272

203 211 118 139 213 165 272

203 211 118 139 213 165 272

204 212 119 139 214 165 273

205 213 119 140 215 165 274

205 214 120 140 216 166 275

206 214 120 140 216 166 276

206 214 120 140 217 166 276

04WM 07ZT 09YR 10QZ 15CF 19BX 23XP

Lunteren SmdB Ruitenbeek Christelijke basisschool Nederwoud SmdB De Bron De Wegwijzer Lunteren SmdB De Valk OBS De Sprong De Triangel, Lunteren

90 77 332 200 93 112 249

93 64 334 193 86 116 240

85 75 321 193 91 102 240

84 75 319 189 91 98 238

84 75 319 188 89 97 238

84 74 314 185 89 95 234

84 73 312 183 89 95 232

84 72 310 182 89 94 230

84 72 309 181 89 94 230

85 72 307 180 89 93 228

85 72 307 180 89 93 228

85 71 307 181 89 93 228

85 71 306 180 88 93 227

86 71 306 181 88 93 228

86 71 306 181 88 93 228

86 71 305 181 87 93 227

86 71 303 180 86 93 226

86 70 302 180 86 92 226

85 70 301 179 85 92 225

Ederveen

83

Bijlagen Brin

84

Instelling

Werkelijk

Prognose

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

07KV 07YD

Calvijnschool Julianaschool

349 204

350 194

356 199

357 195

355 193

356 195

350 191

350 192

351 193

349 192

351 193

349 192

349 192

345 189

346 190

347 190

345 190

343 190

342 189

07MF 19BT

Harskamp SmdB De Zaaier OBS De Roedel

309 56

315 56

302 52

299 50

292 49

294 49

296 49

297 50

301 50

296 50

292 49

288 49

289 49

286 48

285 48

283 48

283 48

280 47

279 47

06JV

Wekerom SmdB Wekerom

250

238

270

282

276

279

279

284

285

286

283

284

281

280

278

271

271

269

266

18ZM

Otterlo OBS Ericaschool

221

209

212

207

199

198

205

207

206

206

203

204

206

205

205

205

204

204

204

Bijlagen

Bijlage 2: Begroting 2015 – 2018

1.

Kapitaallasten verstrekte kredieten

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

afschrijving kapitaalwerken

2.265

2.862

2.807

2.499

2.460

2.426

2.382

2.368

2.329

2.332

2.313

rente kapitaalwerken

2.573

2.560

2.474

2.388

2.310

2.233

2.133

2.058

1.983

1.909

1.835

0

0

123

123

123

123

123

123

123

123

123

Bijdr.res.ivm afschrijving R610 t/m R 618

-225

-329

-324

-319

-315

-310

-305

-300

-296

-291

-286

stelpost kap.lasten nieuwe investeringen

0

0

0

317

424

511

511

511

511

511

511

stelpost vrijval kapitaallasten, temporisering projecten

0

0

-50

-50

-50

-50

-50

-50

-50

-50

-50

kapitaallasten investeringen 2014

2.

3.

Kapitaallasten nieuwe investeringen

huren

huren, te betalen

451

348

348

348

348

348

348

348

348

348

348

-419

-410

-370

-370

-370

-370

-370

-370

-370

-370

-370

900

900

0

0

0

0

0

0

0

0

0

38

25

67

26

31

0

0

0

0

0

0

toevoeging.rente aan reserves

539

595

218

199

195

178

160

148

138

131

127

belastingen, heffingen en leges (ozb)

475

395

395

395

395

395

395

395

395

395

395

0

10

15

15

15

15

15

15

15

15

15

187

162

162

162

162

162

162

162

162

162

162

advieskosten derden

0

56

56

56

56

56

56

56

56

56

56

bijdragen aan derden (gymlok. etc.)

0

42

42

42

42

42

42

42

42

42

42

opbrengsten uit verhuur 4.

dotatie voorzieningen

toevoeging voorziening buitenonderhoud schoolgebouwen toevoeging aan voorziening beeldende kunst

5.

Verzekeringen en OZB

stelpost verzekering en OZB (nog te verdelen) verzekeringen brand opstal en inboedel 6.

Diversen

afwikkeling voormalige panden Het Streek

7.

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

diversen, w.o. incidenteel kenniscampus

233

146

25

25

25

25

25

25

25

25

25

Vandalisme

vergoeding aan schoolbesturen

160

154

154

154

154

154

154

154

154

154

154

Uitvoeringskosten

toerekening vanuit kostenplaatsen

786

922

922

922

922

922

922

922

922

922

922

7.963

8.438

7.064

6.932

6.927

6.860

6.703

6.607

6.487

6.414

6.322

Saldo lasten en baten

85

Bijlagen Beschikbaar budget programmabegroting 2013-2017

Budget na correctie

verschil, = mutatie reserve R430

86

9.363

7.876

7.731

8.003

7.815

7.815

7.815

7.815

7.815

7.815

7.815

Buitenonderhoud gaat naar schoolbesturen

0

0

-900

-900

-900

-900

-900

-900

-900

-900

-900

Vertrek Ds. Detmar en Rehoboth.korting algemene uitkering

0

0

0

0

-250

-250

-250

-250

-250

-250

-250

Gymnastieklokaal Van Zantenstraat, budget over naar 50.01

0

-68

-68

-68

-68

-68

-68

-68

-68

-68

-68

Gymnastieklokaal Ede West,Wulplaan, budget over naar 50.01

0

-65

-64

-63

-62

-61

-60

-59

-58

-58

-57

Gymnastiekzaal Kernhem, budget over naar 50.01

0

-62

-63

-62

-61

-61

-60

-59

-59

-58

-57

sporthal/sportzalen Veluwse Poort, overhevelen naar 50.01

0

0

0

0

3

-51

-51

-51

-51

-51

-51

9.363

7.681

6.636

6.910

6.477

6.424

6.426

6.428

6.429

6.430

6.432

-391

-757

-428

-22

-450

-436

-277

-179

-58

16

110

Integraal huisvestingsplan Onderwijshuisvesting

Recommend Documents