G Gemeente Baarn Integraal huisvestingsplan – januari 2010 Afdeling Samenlevingszaken, Heather Bos
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling IHP 1.3 Status en reikwijdte IHP 1.4 Uitgangspunten IHP 1.5 Totstandkoming IHP 1.6 Leeswijzer
2.
BELEIDSUITGANGSPUNTEN ONDERWIJSHUISVESTING
2.1 Brede schoolvorming 2.2 Onderwijskundige vernieuwingen 2.3 Aanname beleid en wachtlijsten 2.4 Passend Onderwijs 2.5 Duurzaam bouwen, energiebesparing en binnenklimaat
2
3. BEREKENING RUIMTEBEHOEFTE BASISSCHOLEN GEMEENTE BAARN 3.1 Ontwikkeling bevolking 3.2 Woningbouwplanning 3.3 Ontwikkeling leerlingenaantallen 3.4 Ontwikkeling ruimtebehoefte 3.5 Effecten vereenvoudiging ruimtebehoefte model 3.6 Scholen met capaciteitsproblemen: 3.6.1. Nieuwe Baarnse School (NBS) 3.6.2. St. Aloyssiusschool 3.6.3. Montinischool 3.6.4. Amalia-Astroschool 3.6.5. Koningin Wilhelminaschool (KWS) 3.7 Overige scholen 3.7.1 De Uitkijck 3.7.2 Guido de Bres 3.7.3 Gaspard de Coligny 3.8 Eindconslusie
4. BOUWKUNDIGE STAAT: ONDERHOUD (MJOP) INSPECTIE & EXPLOITATIE 4.1 Amailia-Astro 4.2 KWS
3
4.3 Gaspard de Coligny 4.4 Guido de Bres 4.5 Montinischool 4.6 Aloyssiusschool 4.7 NBS 4.8 Gymnastieklokalen 4.9 Overzicht onderhoudstoestand en oplossingsvoorstellen
5. MOGELIJKE VERBANDEN WELZIJNSVOORZIENINGEN
6. EINDCONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 6.1 Nieuwe Baarnse School 6.2 COO Noord 6.3 Besparende maatregelen Binnenmilieu 6.4 Renovatie oude schoolgebouwen of nieuwbouw: Aloyssius, KWS en Amalia-Astro 6.5 Actiepunten en planning 6.6 Financiële consequenties
BIJLAGE: RUIMTEBEHOEFTE SCHOLEN PRIMAIR ONDERWIJS
4
VOORWOORD Het is niet voor iedereen duidelijk wat een Integraal Huisvestingplan is, en welk doel het dient. Om die reden heb ik hieronder een verduidelijking uiteen gezet. Een Integraal Huisvestingplan behelst:
Een visie op de huisvesting voor het primair onderwijs. Deze visie is gebaseerd op uitgangspunten van de gemeente Baarn op het primair onderwijs qua wet -en regelgeving met een horizon van 10 jaar. Deze visie wordt gevoed door het gemeentelijk (vastgoed) beleid en door de eisen en wensen van de gebruikers (de scholen) ten aanzien van hun huisvesting in de toekomst.
Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van het huidige onderwijshuisvestingbestand
Een analyse van de knelpunten binnen het onderwijshuisvestingbestand
Oplossingsrichtingen voor de gesignaleerde knelpunten
Een doorkijk naar de komende 10 jaar: planning van projecten op korte en lange termijn, op pandniveau en op portefeuilleniveau.
Een aandacht is de rol die de restwaarde van het onderwijsgebouw speelt. Een onderwijsgebouw (vastgoed) dat op termijn niet meer voor zijn oorspronkelijke functie kan worden gebruikt, heeft wellicht nog waarde voor andere gebruikers, mits het gebouw courant genoeg is. Op dit moment wordt onderwijshuisvesting veelal specifiek voor het onderwijs ontwikkeld, waardoor het moeilijk is om in het geval van een leegstand een andere gebruiker te vinden. Het zou goed zijn om hier bij nieuwbouw en renovatie (in het bijzonder bij tijdelijke capaciteitsproblemen) te anticiperen, wat wellicht hogere kosten met zich meebrengt, maar de toekomstige gebruiksmogelijkheden vergroot (marktconformiteit van het schoolgebouw). Vooral dit laatste, het bedrijfsmatig en strategisch denken en handelen ten aanzien van scholen, vormt een nieuwe invalshoek. Uiteraard speelt dit niet alleen een rol bij investeringen en renovaties, maar ook bij structurele (exploitatie) kosten. De volgende discussie onderwerpen zijn interessant om gedurende dit stuk in het achterhoofd te houden 1.
Bij het huisvesten van scholen/ kinderen staat de kwaliteit van het gebouw met stip bovenaan;
2.
De combinatie van een school en andere 'maatschappelijke functies' in een gebouw betekent winst;
3.
De combinatie van twee scholen in een gebouw levert functionele (en vaak ook financiële voordelen) op;
4.
De combinatie van een school met commerciële functies betekent winst voor beide sectoren;
5.
Overheidsgeld zou niet 'vast' moeten zitten in stenen (bijvoorbeeld schoolwoningen);
6.
Een integrale benadering van investeringen en exploitatielasten.
5
1. INLEIDING 1.1. AANLEIDING De samenstelling van de bevolking in de gemeente Baarn wijzigt voortdurend. De inwoner wordt gemiddeld steeds ouder en er komen steeds minder kinderen. Dit heeft gevolgen voor de huisvestingsbehoefte van het primair onderwijs in Baarn. Uit de gestelde prognose blijkt dat het leerlingenpotentieel op de lange termijn afneemt, maar dat er eerst een piek ontstaat in 2016. Voorts zijn er in het onderwijs een aantal ontwikkelingen geweest sinds de bouw van de Baarnse scholen die vragen om aanpassing van de huidige schoolgebouwen. Zo heeft het computeronderwijs een prominente plaats gekregen in het lesprogramma op de scholen. De hieraan verbonden computers zijn massaal de scholen binnengekomen, maar een ruimte is er niet altijd voor, waardoor ze momenteel her en der verspreid door de school staan. Naast het ICT onderwijs zijn ook het Remedial Teachen (RT) en het Intern Begeleiden (IB) gemeengoed geworden. Kinderen krijgen op deze manier extra begeleiding, zodat zij het tempo van de groep beter kunnen bijhouden. Idealiter moet er een aparte ruimte voor zijn, maar momenteel worden deze belangrijke bijlessen gegeven waar maar plek is en geeft dit een onrustige situatie in de school. Behalve met de bovengenoemde IB-ers en RT-ers is het team van een school ook vaak uitgebreid met onderwijsassistenten en docenten. Docentenruimten zijn niet mee gegroeid met de nieuwste ontwikkelingen en soms worden docentenkamers die geschikt zijn voor hooguit 8 docenten gebruikt voor 14 of meer. De wetenschap dat de helft van de huisvesting gerealiseerd is rond de 60-er jaren en de andere helft zelfs voor 1920 geeft aanleiding een en ander nader te bezien. Met deze rapportage wordt onderzoek gedaan naar de huisvestingsbehoefte voor het primaire onderwijs, de bouwkwaliteit van de aanwezige huisvesting en wordt er door middel van dit plan een huisvestingsscenario gepresenteerd.
1.2. DOELSTELLING INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN De gemeente Baarn wil een Integraal (Meerjaren) Huisvestingsplan voor het primair onderwijs opstellen, waarmee zij samen met de schoolbesturen een duidelijk en transparant huisvestingsbeleid kan voeren. Het IHP dient zich te richten op een drietal aspecten:
de capaciteitsplanning en toekomstige huisvestingsbehoefte (onderwijsruimten);
de financiële en ruimtelijke aspecten hiervan, en;
de kwalitatieve aspecten van de onderwijshuisvesting.
6
De gemeente Baarn wil in de toekomst bestendige duurzame huisvesting voor alle scholen realiseren. Dit betekent dat er meer aandacht wordt geschonken aan milieuvriendelijke, innovatieve en duurzame materialen. Soms zijn duurzame en energiezuinige oplossingen net niet rendabel. Vanwege de voorbeeldfunctie die de gemeente naar haar burgers heeft en vanwege de milieudoelstellingen (in bijvoorbeeld de slokregeling) streeft de gemeente er toch naar (waar mogelijk) milieubesparende maatregelen in de schoolgebouwen te nemen. Indien een energiemaatregel meer kost dan het oplevert kan deze onrendabele top opgevangen worden door middel van sponsoring, fondsen en/of subsidieregelingen. Belangrijk voor de slagingskans is dit tijdig op te nemen in de visie van het gebouw, in het programma van eisen en tijdig te zoeken naar financieringsregelingen samen met de afdeling milieu. Scholen vervullen een belangrijke rol in de leefbaarheid van Baarn en dragen bij aan het woon -en vestigingsklimaat van de gemeente.
1.3. STATUS ÉN REIKWIJDTE INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN Door de toekomstige huisvestingsbehoefte scherper in beeld te brengen op basis van bevolkingsontwikkelingen kan een beter aanbod van onderwijsvoorzieningen worden gerealiseerd. Dit dient op de demografische ontwikkelingen te worden afgestemd. Dit perspectief op de huisvestingsbehoefte is een richtinggevend beleidskader voor huisvestingsbeslissingen. Het IHP vormt een sturend ruimtelijk én financieel kader voor de onderwijshuisvesting. De jaarlijkse aanvragen in het kader van de onderwijshuisvesting zijn gerelateerd aan de in dit IHP geschetste beleidsmatige en getalsmatige (wat betreft leerlingenaantallen) ontwikkelingen. De diverse capaciteitsvragen blijven lopen via de besluitvorming van de verordening onderwijshuisvesting, met inachtneming van het voorliggende IHP. Wanneer de toekomst in dit IHP goed is voorspeld, is daarmee de basis ontstaan voor zowel de gemeente Baarn als de schoolbesturen voor de toekomstige onderwijshuisvesting. Zowel de gemeente als de schoolbesturen weten in beginsel waar ze aan toe zijn de komende jaren. De gemeente weet waar welke voorzieningen moeten worden gerealiseerd, de scholen weten wanneer ze in aanmerking komen voor welke voorzieningen. De verordening onderwijshuisvesting van de gemeente vormt dan meer een zogenaamd fall back scenario voor die situaties waarin het IHP niet voorziet vanwege onvoorziene omstandigheden. Voorgesteld wordt het voorliggende IHP in overleg met de scholen te hanteren als richtinggevend beleidskader voor huisvestingsbeslissingen voor de komende periode. Het IHP geeft de bouwstenen voor het toekomstig huisvestingsbeleid. In deze notitie worden onderdelen opgenomen die belangrijk zijn voor de vorming van bepaalde huisvestingsprojecten en eventueel een aantal beleidsmatige vraagstukken. In de planning wordt tevens het tijdspad uitgezet. Geadviseerd wordt het IHP om de vijf jaar te evalueren en actualiseren. Het IHP wordt na besluitvorming in aparte projectplannen nader geconcretiseerd.
7
1.4 UITGANGSPUNTEN INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN Het IHP Baarn is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Leerlingenprognoses en ruimtebehoefte 2010, Pronexus, december 2009;
Het IHP omvat de huisvesting van basisonderwijs (zorgplicht voor voldoende en adequate onderwijshuisvesting); het VO valt buiten het IHP.
Kinderopvang maakt geen onderdeel uit van het IHP (dat geldt ook voor andere maatschappelijke voorzieningen);
De Verordening Huisvesting Onderwijsvoorzieningen Baarn, november 2008.
De meerjaren onderhoudsplanning van Asset 2010-2025
De gebruikte prognoses lopen van 2010 door tot en met 2029. Bij het opstellen van dit onderwijshuisvestingsplan is in principe uit gegaan van de huisvestingsbehoefte op de prognose op korte termijn te weten 2014. Een 5 jarige gelijkblijvende capaciteit (of groeiend) geeft recht op tijdelijke uitbreiding van een school. Bij de financiële conclusies uit de MJOP is een middellange termijn aangehouden van 10 jaar, te weten 2009-2018.
1.5 TOTSTANDKOMING INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN Voor de opstelling van het IHP hebben informatieverzameling, deskresearch en (bilaterale) overleggen met schoolbesturen en de gemeente Baarn plaatsgevonden. Op basis van de informatieverzameling en de informatie uit de overleggen is het IHP opgesteld.
1.6. LEESWIJZER In dit IHP wordt achtereenvolgens ingegaan op de bouwstenen voor een toekomstig huisvestingsbeleid(§2), de ontwikkeling van het aantal leerlingen en de bijbehorende ruimtebehoefte van het basisonderwijs gemeente Baarn en kwalitatieve aspecten (§ 3), de onderhoudsituatie van de schoolgebouwen (§4), mogelijke verbanden met welzijnsvoorzieningen (§5), en conclusies en aanbevelingen (§6).
8
2. BELEIDSUITGANGSPUNTEN ONDERWIJSHUISVESTING; BOUWSTENEN VOOR NIEUW BELEID Belangrijk onderdeel van het IHP is het beleidskader van/voor de onderwijshuisvesting. Het minimale uitgangspunt voor dit kader is de gemeentelijke verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. In deze paragraaf wordt ingegaan op hoe vanuit de beleidsmatige context het huisvestingsbeleid de komende jaren ingevuld zou moeten worden. Belangrijk is dat de (integrale) visie op de onderwijshuisvesting niet alleen een huisvestingsvraagstuk is, maar dat er in de toekomst een sterke koppeling wordt gelegd met diverse beleidsmatige ontwikkelingen. In dit verband zijn (in ieder geval) de volgende bouwstenen te noemen:
de ontwikkeling van brede scholen (COO’s);
onderwijskundige vernieuwingen en functionele bruikbaarheid van schoolgebouwen;
aannamebeleid en omvang van scholen;
passend onderwijs;
duurzaamheid, energiebesparing en binnenklimaat.
Deze bouwstenen zijn in overleg met de schoolbesturen in Baarn opgesteld. De bouwstenen voor nieuw beleid zijn lokaal specifiek voor de situatie in de gemeente Baarn. Er is sprake van lokaal maatwerk dat verder gaat dan de minimale (wettelijke) zorgplicht voor onderwijshuisvesting zoals deze in de gemeentelijke verordening is gewaarborgd.
2.1 BREDE SCHOOLVORMING De gemeente Baarn heeft de ambitie om de onderwijshuisvesting nadrukkelijker in te zetten als middel om brede scholen (COO’s)1 te stimuleren inclusief mogelijke combinaties met maatschappelijke functies. Naar aanleiding van deze ambitie heeft de gemeente al in 2005 het besluit genomen een COO te ontwikkelen in Baarn-Zuid en COO Noord indien na een positieve evaluatie (van COO Zuid) blijkt dat dit wenselijk is. Met het realiseren van een COO stimuleert de gemeente Baarn de vorming van brede scholen waarin meerdere functies samenwerken vanuit één pedagogisch concept in een sociale en fysieke veilige omgeving. In november 2009 is de eerste COO in Baarn-Zuid opgeleverd. Openbare basisschool De Uitkijck is hierin gehuisvest. Op dit moment wordt nadere financiële concretisering van COO Noord ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Op dit moment worden plannen ontwikkeld voor de realisatie van een COO op de locatie van de Gemeentewerf. Daarin zullen de Montinischool en de Gaspard De Coligny worden ondergebracht. De basisscholen in Baarn ondersteunen de totstandkoming van brede scholen waarin wordt samengewerkt tussen de uiteenlopende partijen. De scholen zien een grotere rol voor de scholen in de wijk, met onder andere op het gebied van zorg. Wanneer de brede schoolvorming in Baarn verder wordt doorgezet vinden de schoolbesturen het wel van belang dat de scholen binnen de COO: 1
De gemeente Baarn is van mening dat in de term “brede school” onvoldoende de behoefte van een wijkgericht centrum naar voren komt. Daarom spreekt de gemeente Baarn over “Centrum voor Onderwijs en Ontmoeting (COO).
9
hun eigen identiteit behouden;
een maximale omvang hebben. De COO’s dienen geen mammoetschool te worden.
er in de brede school voor -tussen en naschoolse opvang gerealiseerd wordt;
de samenwerking van beide scholen een meerwaarde moet hebben;
mogelijke andere/ nieuwe verbanden met welzijnsvoorzieningen in het COO benut worden.
2.2 ONDERWIJSKUNDIGE VERNIEUWING Het primair onderwijs in Nederland en dus ook in Baarn is onderwijskundig in ontwikkeling. Steeds meer scholen streven naar een meer geïndividualiseerd onderwijssysteem, waarin rekening wordt gehouden met ontwikkelingsniveaus en waarbij wordt uitgegaan van de individuele ontwikkelingsmogelijkheden en – behoeften van leerlingen. In algemene zin kan gesteld worden dat de onderwijsgebouwen in Baarn het anders leren niet altijd accommoderen. De meeste scholen hebben aangegeven onvoldoende ruimte te hebben voor individueel werken en werken in kleine groepjes, waardoor deze activiteiten plaatsvinden in de groepsruimten en/of op de gangen. Alle schoolgebouwen in Baarn zijn gebouwd t.b.v. klassikaal onderwijs. In de oudere gebouwen zijn de gangen ongeschikt om met kleine groepjes te werken. De schoolbesturen hebben de wens om de oude schoolgebouwen te moderniseren zodat de gebouwen de mogelijkheden van onderwijskundige vernieuwingen, daar waar het gaat om de realisering van gedifferentieerde leer- en werkomgeving, ondersteunen. Voorgesteld wordt om in situaties waarin sprake is van groot onderhoud en/of renovatie van de bestaande gebouwen de mogelijkheden van onderwijskundige vernieuwing te stimuleren en financieel te ondersteunen. De prioriteit en tijdsplanning hierin is echter wel afhankelijk van het toekomstperspectief van de locatie en de financiële mogelijkheden van de gemeente.
2.3 AANNAMEBELEID EN WACHTLIJSTEN In het aannamebeleid van de scholen (en daarmee de wachtlijstenproblematiek) is er sprake van discrepantie tussen het formele beleidskader zoals dat is opgenomen in het verordening onderwijshuisvesting en de dagelijkse praktijk. Op basis van de verordening geldt immers dat uitbreiding van de school aan de orde is als de leerlingen aanwezig zijn (ingeschreven zijn). Deze situatie geldt niet alleen voor de gemeente Baarn maar voor alle gemeenten in Nederland. De wachtlijstenproblematiek komt echter voort uit de situatie dat de scholen hun maximale omvang vastleggen op grond van het aantal groepen dat gehuisvest kan worden. Met andere woorden: de huisvesting bepaalt het aantal leerlingen in plaats van andersom. Hierdoor ontstaan wachtlijsten. In de dagelijkse praktijk in Baarn gaat het overgrote deel van de scholen pas over tot het toelaten van leerlingen als de huisvestingscapaciteit er is of – op korte termijn – gerealiseerd wordt. Toelating van leerlingen vindt plaats wanneer sprake is van ruimte, waarbij criteria gehanteerd worden die onder andere gebaseerd zijn op broertje -zusje principe en datum van inschrijving. De maximale omvang van scholen is autonoom schoolbestuurlijk beleid en wordt in de regel bepaald door de beschikbare capaciteit. Dit resulteert in het feit dat wanneer men niet het kind op jonge leeftijd inschrijft op een wachtlijst, de schoolkeuze ernstig beperkt wordt. In het bijzonder voor mensen die zich in Baarn willen vestigen en onbekend zijn met deze situatie, is dit een teleurstellende situatie. Ouders worden regelmatig geconfronteerd met het feit dat er geen plaats is op de school naar keuze en eveneens geen plaats op de buitenschoolse opvang of het kinderdagverblijf. De grootste makelaars van Baarn geven aan dat met grote regelmaat (minstens 1 x per maand) jonge gezinnen zelfs afzien van het zich vestigen in Baarn vanwege de lange wachtlijsten in het onderwijs en de opvang. Zij besluiten een huis te kopen in een andere gemeente zoals Soest, Naarden, Bussum of Bilthoven. Kortom huisvesting beïnvloedt het vestigingsklimaat en vice -versa. Inwoners die wel bekend zijn met de wachtlijstproblematiek in Baarn schrijven hun kind vanaf 1 jaar al in op de wachtlijst van verschillende scholen en hopen er het beste van…
10
Een groot nadelig aspect van de gebruikte wachtlijstmethode is het feit dat er doublures voorkomen op de wachtlijst en dat er op de wachtlijst kinderen staan tussen de leeftijd 0 en 12 jaar (dus ook kinderen die al lang ergens geplaatst zijn en kinderen die nog lang niet de leerplichtige leeftijd bereikt hebben!). Twee keer per jaar worden deze doublures uit de wachtlijst gehaald, maar desondanks geeft de wachtlijst een vertekend beeld. Een centraal plaatsingsysteem zou hierin meer inzicht bieden, maar wordt niet ondersteund door de schoolbesturen. Indien er op de school van keuze geen plaats is en het kind eenmaal geplaatst op een andere school, blijven de desbetreffende kinderen in sommige gevallen op de wachtlijst staan bij de populaire scholen. Zodra er in de hogere groepen een plaatsje vrijkomt wordt soms alsnog van school gewisseld. Anderzijds moet ook geconstateerd worden dat alle kinderen die in Baarn wonen uiteindelijk worden geplaatst. Er is altijd wel een plek voor een leerling, maar niet altijd op de locatie van voorkeur. Het is niet een taak van de gemeente om zich in te laten met de vrijheid van onderwijs en zij bouwt niet voor leegstand. Desalniettemin hebben de schoolbesturen en gemeente wel een gezamenlijk belang om het onderwijsimago en het vestigingsklimaat van Baarn positief te houden. Dat in het achterhoofd houdend blijven prognoses “voorspellingen” en dient bij nieuwe ontwikkelingen en investeringen altijd breder gekeken te worden naar de behoeften en wensen van de inwoners van Baarn die zichtbaarder tot uiting komt in de wachtlijst prognose. Om die reden is in de leerlingenprognose ook een overzicht inclusief wachtlijst meegenomen. Deze cijfers hebben geen wettelijke status, maar geven wel extra informatie over de populariteit van de scholen. Vooral wanneer de bevolking afneemt zullen populaire scholen daar “minder last van hebben” dan minder populaire scholen. Extra leerlingen door nieuwbouw zijn gekoppeld aan populariteitspercentages. Hierdoor ontstaat een zo realistisch mogelijk beeld van de te verwachte groei en afname bij bepaalde scholen. De schoolbesturen in Baarn zijn bereid om afspraken te maken over de (maximale) omvang van de scholen.
2.4 PASSEND ONDERWIJS In het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen is door de schoolbesturen ook gesproken over de mogelijke gevolgen van passend onderwijs, waarbij vanaf 2011 ieder schoolbestuur de verantwoordelijkheid heeft een passend onderwijszorgarrangement aan te bieden aan iedere leerling die zich bij een school van dat schoolbestuur aanmeldt of bij een school van dat bestuur is ingeschreven. Als een school een bepaald arrangement niet zelf in huis heeft, moet het bestuur van die school in samenwerking met besturen die het arrangement wel kunnen aanbieden, zorgen dat de leerling dit onderwijsarrangement aangeboden krijgt, met een gemotiveerde doorverwijzing. Vanuit de situatie dat er sprake is van onderwijskundige, pedagogische en organisatorische verschillen tussen scholen en daarmee de mogelijkheden om voor iedere leerling die zich aanmeldt een passend aanbod aan te bieden, is samenwerking tussen scholen van groot belang. Dit is een grote verandering ten opzichte van de huidige situatie. Daar waar nu de ouders op zoek moeten gaan naar passend onderwijs, zullen in de toekomst de scholen moeten zorgen voor een passend aanbod. Bovenstaande verandering betekent dat de scholen in Baarn nieuwe concepten moeten ontwikkelen waarbij sprake is van thuisnabij onderwijs, variatie en flexibiliteit, één loket situaties, verdergaande bundeling van kennis, personeel en middelen, doorlopende leerlijnen, afstemming met externen en versterking van de positie van ouders. Nadat dit inhoudelijke concept is vastgesteld, kunnen de mogelijke gevolgen voor de huisvestiging in kaart worden gebracht. Afhankelijk van de financiële mogelijkheden en andere prioriteiten kan het huisvestingsbeleid hierop worden aangepast. In 2010 zal voor iedere school een soort “zorgportfolio”worden aangemaakt. Daaruit blijkt wat de zorgcapaciteit is per schoolgebouw.
11
Wat de precieze bouwtechnische consequenties zullen zijn is nu nog niet duidelijk. Op dit moment voorziet de verordening in een aanvullende ruimteberekening per gewichtenkind. Vanaf 2009 worden gewichtenkinderen t/m groep 8 meegerekend. Op dit moment is er voor 95 gewichtenkinderen bijna 500 extra bruto vloeroppervlak nodig (nader te noemen bvo). De achterliggende gedachte van deze regeling is dat zorgkinderen extra aandacht nodig hebben en dat er daardoor minder kinderen in een klas opgevangen kunnen worden. Ten aanzien van de huisvesting kan geconcludeerd worden dat er meer ruimte nodig is binnen de onderwijsgebouwen voor zorg. De huidige gewichtenregeling is verwerkt in de leerlingenprognose.
2.5 DUURZAAMHEID, ENERGIEBESPARING EN BINNENKLIMAAT Wat willen we bereiken? De gemeente Baarn wil haar bijdrage leveren aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen waaraan de Nederlandse overheid zich verbonden heeft en gaat verbinden. We doen nu geen uitspraken over het jaar waarin de gemeente klimaatneutraal moet zijn, maar gaan minimaal en waar mogelijk maximaal inzetten op energiebesparing en de verschuiving van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Aan deze ambitie geven we concreet invulling aan de hand van de prestatiekaart van de Slok- regeling. (En de uitkomsten van de CO2-scan). De prestaties zijn opgenomen in het plan van aanpak klimaatbeleid . In de Slok- regeling worden verschillende ambities aangegeven: actief, voorlopend en innovatief. Om voor de regeling in aanmerking te komen moet een minimaal aantal punten gescoord worden. Scholen vallen onder de Utiliteitsgebouwen (eigen gebouwen). Eigen gebouwen
nieuwbouw (scholen)
Realisatie met 20% verscherpte EPC; Eigen gebouwen verbouw (scholen) Energiebesparing 2% per jaar en 40% opwekking en/of inkoop van duurzame energie; Naast de slokregeling heeft het kabinet ook een impulsregeling energiebesparing en binnenklimaat primair onderwijs beschikbaar gesteld. Om in aanmerking te komen voor deze laatste subsidie zijn er voor alle scholen (primair onderwijs) specifieke rapporten (Eba’s) opgesteld. In deze rapporten worden verschillende suggesties gedaan om energie te besparen en staat precies welk renovatie/ welk onderhoud een bepaalde energie reductie tot gevolg heeft. Een deel van de suggesties omvat ook het gedrag van het onderwijzend personeel. Naast de aanvraag die de gemeente samen met de schoolbesturen heeft ingediend, is het rapport goed te gebruiken als handleiding voor mogelijke eenvoudig te realiseren energiebesparende maatregelen. Los nog van de verplicht gestelde reductie van energie (voor de komende 5 jaar dus 10%!), zullen de energiekosten de komende jaren verder blijven stijgen. Daardoor zal energiegebruik des te meer onder druk komen te staan.
12
De gemeente heeft een voorbeeldfunctie ten aanzien van milieubeleid. Bij nieuwbouw van scholen en/of grote renovaties is het van belang dat direct bij de start van het project aandacht wordt besteedt aan dit onderwerp. Het is mogelijk om de onrendabele top te laten sponsoren.(Zo sponsort de Rabobank zonnepanelen bij scholen in de gemeente Utrecht). Om de kans van slagen te bevorderen dient dit aspect tijdig opgepakt te worden. Daarnaast dient bij de aanbesteding en architectkeuze bewust gekozen worden voor duurzaam bouwen en inkoop van duurzame energie. Daarbij dient met name aandacht te zijn voor de fysische ecologische architectuur motieven bij de invulling van het programma van eisen (met andere worden; “ hoe bouw je een gebouw op een dergelijke manier dat hij energie zuinig functioneert ( stand op de zon – schaduw, cradle-to-crade etc)”. Bij nieuwbouw van het COO (de Uitkijck) is een warmte -koude opslag terugwinning installatie aangebracht. Aanbeveling en conclusies; -
aandacht voor energiebesparing in gedrag aandacht voor energiebesparing en duurzaamheid bij aanbesteding onderhoud/ nieuwbouw (architectkeuze - sponsoring.) 10 % besparing energie 2014 40 % duurzaam inkopen Samenwerking met afdeling milieubeleid en afstemming/ uitvoering conform gemeentelijk klimaatbeleid, slokregeling en impulsregeling binnenklimaat primair onderwijs. Indien mogelijk alternatieve financieringsbronnen te zoeken voor de financiële consequenties van dit beleid.
13
3. BEREKENING RUIMTEBEHOEFTE EN KWALITATIEVE ASPECTEN BASISSCHOLEN GEMEENTE BAARN Voor de uitvoering van de wettelijke zorgplicht door de gemeente Baarn is het belangrijk kennis te hebben van de ontwikkelingen van de leerlingenaantallen en de stand van zaken van de onderwijshuisvesting. Op hoofdlijnen wordt hier in deze paragraaf nader op ingegaan.
3.1 ONTWIKKELING BEVOLKING In de nieuwste bevolkingsprognoses komt de bevolking van Baarn uit op circa 23.500 inwoners in 2025. Dit is een lichte daling t.o.v. de huidige omvang (in 2008 telde Baarn 24.400 inwoners)2. Een daling van de bevolking heeft logischerwijs gevolgen voor de ontwikkeling van de basisgeneratie.
1.Ontwikkeling basisgeneratie De basisgeneratie voor primair onderwijs bestaat uit alle 4 tot en met 11 jarigen plus 30 procent van de 12-jarigen. De prognose komt voort uit demografische ontwikkelingen in het verleden en de aannames over trends hierin. De kern van de prognose wordt gevormd door de zogenaamde cohortberekening. Gebaseerd op het doorschuiven van (1jaars) groepen kinderen en (1-jaars) groepen vrouwen wordt na aanname van leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers een prognose van de basisgeneratie berekend. Dit doorschuiven wordt uitgedrukt in mutatiefactoren, die worden gecorrigeerd voor wijzigingen in de woningvoorraad (migratie) en woningbouwplanning. In nevenstaande grafiek is de ontwikkeling van de basisgeneratie in de gemeente Baarn weergegeven. Uit de grafiek blijkt dat de basisgeneratie over een periode van 10 jaar afneemt met circa 500 kinderen (van circa 2.360 kinderen in 2009 naar circa 1.871 kinderen in 2019 3). Deze basisgeneratie vormt het uitgangspunt voor de leerlingprognoses. Een dalende basisgeneratie betekent dan ook dat het ‘reservoir aan potentiële klanten’ afneemt; hetzelfde aantal basisscholen moet putten uit minder beschikbare kinderen.
3. 2 WONINGBOUWPLANNING In deze prognose is de meest recente woningbouwplanning in de gemeente Baarn meegenomen (waaronder de Noordschil).De cijfers zijn apart in kaart gebracht en geven een beeld op tijdelijke en lange termijn. In totaal is de verwachting dat er op korte termijn, 2 jaar (2012) 54 woningen bijkomen en de komende 6 jaar, bij oplevering van de Noordschil (2016 -2029) 270 woningen. Op basis daarvan verwachten we tussen 2016 t/m 2025 135 kinderen extra. Dit betekent conform de onderwijs huisvesting verordening permanent (> meer dan 5 jaar) 680 m2 bvo (8,4 lokalen) . Op de langere termijn zal de bevolking van Baarn gaan afnemen. Om te anticiperen op deze daling kan deze extra ruimte zo gebouwd worden dat er bij leegstand een andere functie aan kan worden gegeven. Dit vergroot de gebruikersmogelijkheden en marktwaarde.
2 3
Bron: Bevolkingsprognoses Planbureau voor de leefomgeving (2008). Bron: Leerlingenprognoses Pronexus BV Eindhoven december 2010. Prognoses gebaseerd op o.a. de leerlingentellingen van december 2009.
14
3.3 ONTWIKKELING LEERLINGENAANTALLEN De daling van de basisgeneratie is terug te zien in de leerling-prognoses van de verschillende basisscholen. Op 1 oktober 2008 zaten op de basisscholen in Baarn 2.223 leerlingen. Dit betekent dat 137 kinderen – de basisgeneratie 4-12 jaar in Baarn telt 2.360 kinderen – buiten Baarn naar school gaan. Een deel hiervan gaat naar het speciaal onderwijs of de Islamitische school in Amersfoort. Ongeveer eenzelfde hoeveelheid kinderen zit in Baarn op school en is woonachtig in omliggende dorpen. Bij aannamebeleid geldt vaak dat een kind in Baarn gevestigd moet zijn. In dit geval verhuizen de ouders soms gedurende de schoolperiode. Op basis van de prognoses daalt het aantal leerlingen dat in Baarn naar school gaat tot circa 1.871 in 2019 (een daling van circa 16 %). Figuur 2: ontwikkeling leerlingaantallen 2300 2250 2200 2150 2100 2050 2000 1950 1900 1850 1800 1750 1700 1650
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
15
3.4 ONTWIKKELING RUIMTEBEHOEFTE De daling van het aantal leerlingen in het basisonderwijs heeft ook gevolgen voor de ruimtebehoefte van de scholen. Op basis van de prognoses van Pronexus is een normatieve ruimtebehoefte berekening opgesteld (uitgedrukt in m² BVO). Deze ruimtebehoefte is afgezet tegen de huidige beschikbare capaciteit van de scholen. Op basis van leerlingaantallen, zoals deze uit de prognoses zijn gehaald, volgt voor Baarn de ruimtebehoefte in m² BVO in het primair onderwijs. Een aantal scholen heeft overruimte (plusmeters). In deze notitie wordt onderzocht in hoeverre deze overruimte te gebruiken is voor onderwijs en uitbreiding. Vier scholen in Baarn hebben een tijdelijk en/of permanent ruimte tekort van totaal 1061 m2 bvo. In 2014 zal dit tekort oplopen naar 1450 m2 bvo, waarna het vervolgens sterk zal gaan dalen in verband met een afnemende bevolking. Een overzicht van de ruimtebehoefte per school is opgenomen in de bijlage.
3.5 EFFECTEN VEREENVOUDIGING RUIMTEBEHOEFTEMODEL Vorig jaar zijn de wijzigingsvoorstellen voor de modelverordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs van de VNG bekend geworden. De gemeente Baarn heeft in overleg en met goedkeuring van de schoolbesturen deze nieuwe verordening overgenomen. Belangrijkste wijziging is dat conform de systematiek in het voortgezet onderwijs het ruimtebehoeftemodel voor het basisonderwijs en het speciaal onderwijs niet meer uitgaat van het aantal groepen maar van het aantal leerlingen, waarbij in de nieuwe systematiek een toekenning plaatsvindt per m2 BVO. In de nieuwe systematiek is het aantal leerlingen direct bepalend voor het aantal m2 BVO. Dit betekent dat iedere leerling extra ook meer m2 BVO met zich meebrengt. Naast de toekenning van een vaste voet van 200 m2 BVO voor het basisonderwijs, is er sprake van 5,03 m2 BVO per leerling basisonderwijs. In deze waarde zijn ook de m2 voor het eerste en het tweede speellokaal verwerkt. Dit biedt schoolbesturen de ruimte om de m2 al dan niet in te zetten als speellokaal. De vaste voet van 200 m2 is voor voorzieningen die minder of niet afhankelijk zijn van het leerlingenaantal. In onderstaande tabel is het effect van deze wijziging van de verordening voor de scholen in Baarn weergegeven. In de tabel is uitgegaan van het leerlingaantal van 1 oktober 2009 en de BVO (bruto vloeroppervlak) berekening van MJOP 2009. Deze gaat uit van de ruimte die scholen kunnen gebruiken voor onderwijs. Bij oude scholen (van voor 1950) wordt gesproken over een fictieve ruimteberekening.
16
Effecten vereenvoudiging ruimtebehoeftemodel Naam Basisschool
Ruimte bruikbaar voor onderwijs
Benodigde ruimte op basis huidige aantal leerlingen
Benodigde Verschil ruimte in benodigd 2014 en bruikbaar (okt.2009)
Verschil op basis prognoses 2014
NBS
2.070
2.564
2.604
-494
-534
KWS
1.360
1.422
1.281
-62
79
Gaspard de Coligny
1424
1.291
1.392
133
32
Amalia Astro
1.197
1.452
1.654
-255
-457
Montinischool
1400
1.558
1.613
-158
-213
St. Aloysiusschool
1.245
1.337
1.412
-92
-167
Guido de Bres
2163
1.508
1.402
655
761
De Uitkijck
1724
1.623
1.316
101
408
1061
1.450
Totaal tekort
17
Uitgangspunt voor het berekend bruto vloeroppervlak is de Meerjaren onderhoudsplanning van Asset opgesteld in mei 2009. Voor de meeste scholen die voor 1950 zijn gebouwd4, is uitgegaan van een fictief m2 bvo (zie tabel 1e kolom). Veelal is er immers in deze oude panden sprake van ongebruikelijke brede gangen, monumentale trappenhuizen e.d. De capaciteitsbepaling van oudere schoolgebouwen pakt daarom ongunstig uit wanneer alleen naar het m2 bruto vloeroppervlak wordt gekeken; de onbruikbare overruimte telt immers gewoon mee. We noemen deze fictieve ruimte “ruimte bruikbaar voor onderwijs”. In de volgende twee kolommen, telling 1oktober 2009 en de leerlingenprognose t/m 2014, is berekend hoeveel m2 BVO scholen krijgen op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoeftemodel. In de laatste twee kolommen zijn de verschillen aangegeven (tekort of overschot). In de laatste kolom een overzicht voor de komende 5 jaar Geconcludeerd kan worden dat ook op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoeftemodel (met een in algemene zin ruimere normering) 4 scholen minder m2 BVO tot hun beschikking hebben dan waar zij volgens de nieuwe verordening recht op hebben. De volgende scholen kampen op basis van de oktobertelling 2009 met een ruimtetekort (op basis van de verordening hebben zij allen recht op minimaal de hieronder aangegeven uitbreiding). 1. De NBS
499m2 bvo (= ruim 6 lokalen)
2. De Amalia-Astro
255 m2 bvo (ruim 3 lokalen)
3. De Montini
180 m2 bvo (= 2 lokalen), in 2014; 213m2 bvo
4. St. Aloyssius
92 m2 bvo (ruim 1 lokaal)
In de bijlage is specifieke informatie opgenomen ten aanzien van capaciteit (tekorten) en kwalitatieve aspecten van de aanwezige ruimten per schoolgebouw.
3.6 SCHOLEN MET CAPACITEITSPROBLEMEN: De prognoses die zijn opgesteld door Pronexus geven het best mogelijke (wetenschappelijke)beeld van de toekomstige ontwikkelingen op lange termijn. Echter op korte termijn wijken de prognoses voor sommige scholen enigszins af van de werkelijkheid. Een aantal scholen heeft nu al meer leerlingen dan de prognoses aangeven. In algemene zin kan op basis van de prognoses in ieder geval worden geconstateerd dat het aantal kinderen in Baarn (de basisgeneratie) de komende jaren afneemt. De meeste scholen groeien op dit moment nog, waardoor zij terecht aangeven dat het huidige leerlingenaantal in positieve zin afwijkt van de prognoses. De werkelijke ontwikkeling van het aantal leerlingen op de verschillende scholen hangt samen met het aannamebeleid van de scholen. In de huidige situatie bepaalt de beschikbare huisvesting (het aantal groepsruimten) het aantal leerlingen dat de scholen kunnen aannemen. Een aantal scholen in Baarn verwacht de komende jaren geen daling maar het behoud van het huidige aantal leerlingen. Deze verwachting is gestoeld op het aantal inschrijvingen en de wachtlijsten.
4
Dit betreffen de Nieuwe Baarnse school, Koningin Wilhelminaschool en St. Aloyssius. De Amalia Astro school is ook voor 1950 gebouwd maar omdat een fictief m² BVO negatief uitpakt, wordt hiervoor uitgegaan van het werkelijk m² BVO.
18
Wanneer immers het totaal aantal leerlingen in Baarn afneemt, zullen de populaire scholen hier niets van merken; zij zullen hetzelfde aantal leerlingen behouden. De daling zal vooral de minder populaire scholen treffen. Het effect van de woningbouwplanning is opgenomen in de prognose en ook het aantal gewichtenleerlingen per school. Wachtlijsten In onderstaande tabel is weergegeven hoe het verloop zal zijn indien we de wachtlijst wel meenemen in de berekening. Het geeft een beeld van de populariteit van bepaalde scholen. De tabel heeft geen wettelijke status en er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Wel kunnen ze ons een doorkijk geven naar de te verwachten terugloop of behoudt van leerlingen bij een daling van de bevolking. Uit deze tabel blijkt dat met name de NBS, de Amalia-Astro, de Montini en de Aloyssius scholen zijn met wachtlijsten en dat een terugloop op langere termijn bij deze scholen minder waarschijnlijk is.
Effecten vereenvoudiging ruimtebehoeftemodel inclusief wachtlijsten Naam Basisschool
Ruimte bruikbaar voor onderwijs
Benodigde ruimte op Benodigde Verschil basis van huidige ruimte in Bruikbare aantal leerlingen 2014 ruimte en benodigd. (okt.2009)
Verschil op basis prognoses 2014
NBS
2.070
2.564
2.881
-494
-881
KWS
1.360
1.382
1.241
-22
119
Gaspard de Coligny
1424
1.305
1.340
47
12
Amalia Astro
1.197
1.508
1.629
-311
-432
Montinischool
1400
1.558
1.488
-158
-88
St. Aloysiusschool
1.245
1.372
1.528
-127
-283
Guido de Bres
2163
1.478
1.382
685
781
De Uitkijck
1724
1.574
1.327
150
397
1112
1684
Totaal tekort
19
3.6.1 NIEUWE BAARNSE SCHOOL(NBS) De gemeente heeft in 2004 geld ter beschikking gesteld om twee extra groepsruimten te realiseren (ongeveer 210 m2 bvo). De bouwvergunning is hiervoor verleend, maar een onwonende is in hoger beroep gegaan waardoor er voorlopig nog steeds niet gebouwd mag worden. Vervolgens heeft de NBS op grond van de nieuwe verordening recht op nog eens 364 m2 bvo. (op basis van hetzelfde aantal leerlingen, zie tabel 1). Op grond daarvan heeft de NBS momenteel recht op 6 lokalen. De laatste 4 lokalen zijn inmiddels door het schoolbestuur aangevraagd via het jaarlijkse onderwijshuisvestingprogramma. 2010. Nader onderzoek is nodig want uitbreiding met 6 lokalen is op het huidige terrein waarschijnlijk niet mogelijk. Op basis van de verordening onderwijshuisvesting kan formeel gesproken worden van tijdelijke huisvesting omdat de aanvullende behoefte minder dan 15 jaar is (en pas bij 15 of meer jaren ontstaat een recht op permanente huisvesting). De prognoses van Pronexus laten een kleine krimp zien in het leerlingenaantal. Gezien het aantal inschrijvingen en de lange wachtlijst verwacht de gemeente en het schoolbestuur echter een behoud van het huidige aantal leerlingen. Met het schoolbestuur is afgesproken een maximale omvang van circa 475 leerlingen aan te houden. Aangezien er geen andere basisscholen aanwezig zijn met leegstand, betekent dit dat er aanvullende huisvesting nodig is. De gemeente kan in het Poorthuis wel 6 tijdelijk lokalen aanbieden, maar deze situatie is op langere termijn onwenselijk en voor het schoolbestuur onbespreekbaar. Met de NBS is afgesproken dat vanwege de jarenlange wachtlijsten een terugloop niet te verwachten is en vastgehouden kan worden aan permanente uitbreiding. Conclusie:
De NBS heeft t/m 2014 een tijdelijk tekort van minimaal 494 m2 (ruim 6 lokalen) en een permanent tekort van 313 m2 bvo. Op de huidige locatie kan deze uitbreiding zeer waarschijnlijk niet gerealiseerd worden.
1 noodlokaal staat er meer dan 5 jaar. Op basis van de verordening heeft de school recht op permanente toekenning.
De docentenkamer biedt onvoldoende ruimte aan het toegenomen aantal leerkrachten en bevindt zich in de kelder (zonder normaal daglicht). Hetzelfde geldt voor de computerruimte, het overblijf/ muzieklokaal en het handvaardigheidlokaal.
De NBS heeft recht op een grotere gymnastiekruimte. Een eerste en tweede speellokaal is inbegrepen in de nieuwe ruimte behoefteberekening.
Bij een afname van de bevolking zal het aantal leerlingen van de NBS niet afnemen maar minimaal gelijk blijven. De school geeft er zelf de voorkeur aan een vast aantal leerlingen van 475 te hanteren.
Nader onderzoek naar een permanente oplossing voor de capaciteitsproblemen bij de NBS is op korte termijn noodzakelijk.
De NBS heeft de extra uitbreiding aangevraagd voor het programmajaar 2010.
Financiële gevolgen zijn te complex om hieronder uiteen te zetten ( wordt op terug gekomen bij paragraaf 6 eindconclusies en aanbevelingen).
20
NB. In de leerlingenprognose 1986 -2005 (opgesteld door bureau voor Stedebouw), opgesteld in 1986 bleken dat een voorspelde daling bij de NBS en de Montini (met bijna de helft) over de voorspelde 20 jaar nooit heeft plaatsgevonden. Van een enorme toename bij de Guido de Bres is ook nooit sprake geweest. Het voorspelde aantal inwoners van heel Baarn klopte wel redelijk met de werkelijke cijfers. Opmerkelijk is dat op basis van beide tabellen opnieuw de NBS en de Montini een verschil geven.
3.6.2 MONTINISCHOOL Op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoeftemodel heeft ook de Montinischool een tijdelijk capaciteitstekort. Gezien echter het feit dat de gemeente voornemens is de Montinischool te vervangen, zal in deze school niet meer worden geïnvesteerd. De extra benodigde vierkante meters zullen bij de nieuwbouw meegenomen. Er zijn momenteel drie groepen gevestigd in noodlokalen. Conclusie:
Meenemen in nieuwbouw programma van eisen 213 m2 extra ruimte (bvo 2014 ivm nieuwbouwcijfers). (kleine 3 lokalen)
Van de 3 noodlokalen staan er 2 langer dan 5 jaar. Op grond van de verordening is deze capaciteitsuitbreiding inmiddels permanent.
Extra m2 vanwege nieuwbouw worden financieel verwerkt in apart college/ raadsvoorstel herontwikkeling Gemeentewerf/ COO Noord.
Financiële gevolgen zijn te complex om hieronder uiteen te zetten ( wordt op terug gekomen bij paragraaf 6 eindconclusies en aanbevelingen).
3.6.3 ST. ALOYSSIUSSCHOOL Op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoeftemodel heeft de Aloyssius een tijdelijk capaciteitstekort van 92 m2 bvo. Aangezien de Aloyssiusschool niet voornemens is verder te groeien (qua leerlingen) kan zij de middelen en vierkante meters wellicht benutten voor het creëren van een IB ruimte en een RT ruimte. Mocht de Aloyssius toch willen uitbreiden, dan kunnen er over een aantal jaar eventueel lokalen worden aangeboden in het Poorthuis, dat naast de school gelegen is. Om het gebouw brandveilig te maken en gebruiksklaar voor onderwijs, dienen wel kosten gemaakt te worden. Conclusie en actiepunten: -
Aloyssius kan 92 m2 bvo aanvragen inclusief meubilair en inrichting met een bijbehorend bedrag van € 126.960,- euro voor het programmajaar 2011.
3.6.4. DE AMALIA- ASTRO
De Amalia-Astro heeft een tekort van 255 bvo (3 lokalen). De prognose verwacht in 2014 dat dit tekort kan oplopen naar 457 m² BVO (6 lokalen).
Bij de Amalia-Astro is geen plaats om uit te breiden.
De docentenkamer is te klein voor het huidige aantal docenten.
21
Conclusie; -
Indien het schoolbestuur akkoord gaat, extra 457 m2 (prognose- 2014 Amalia-Astro) mee te nemen in het programma van eisen COO Noord – Gaspard de Coligny.
-
Helaas is er op korte termijn geen oplossing in zicht voor de krapte in het huidige gebouw en de docentenkamer. Een daling zal waarschijnlijk niet gaan plaatsvinden bij de Amalia-Astro gezien de populariteit van de school. Het bestuur kan er voor kiezen het maximum aantal kinderen bij de Amalia-Astro te verlagen (minder kinderen aan te nemen) zodra COO Noord gerealiseerd is….wellicht ontstaat hierdoor wat extra kwaliteitsruimte.
3.6.5 DE KWS Op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoefte model heeft de KWS een tijdelijk capaciteitstekort van 62 m2 bvo. Dit betreft een tijdelijk tekort dat niet langer dan 5 jaar aanhoudt. Om die reden wordt er geen uitbreiding toegekend. De situatie bij de KWS is op dit moment niet ideaal. Het gebouw zit vol en ruimten hebben allerlei dubbelfuncties bij gebrek aan ruimte (zo heeft de administratief werker zijn werkplek in het magazijn..).De prognose voorspelt in 2014 een flinke daling van het aantal leerlingen bij de KWS. Indien de aanwezige krapte blijft bestaan heeft de school over een aantal jaren recht op uitbreiding met ruim 1 lokaal.
3.7. DE OVERIGE SCHOLEN De overige scholen hebben “op papier” nog voldoende capaciteit;
3.7. 1. DE UITKIJCK -
De Uitkijck zal in 2010 met een extra groep gaan uitbreiden en daarmee groeien naar ruim 300 leerlingen. De Uitkijck heeft passende huisvesting wanneer zij in COO Zuid gehuisvest is. Er is destijds rekening gehouden met de nieuwe ruimteberekening en er zijn twee extra groeilokalen meegenomen in de nieuwbouw. Inmiddels is het aantal leerlingen gegroeid en zijn alle leslokalen in gebruik. De gewijzigde ruimteberekening ten aanzien van gewichtenkinderen (kinderen met een specifieke zorgbehoefte) zorgt wel voor meer druk op de scholen die relatief meer gewichtenkinderen hebben, zoals het geval is bij de Uitkijck. Het maximale aantal leerlingen is ongeveer 325 leerlingen, vanwege het groter aantal gewichtenkinderen is dit maximum nu bereikt. Kortom de Uitkijck kan op dit moment niet verder uitbreiden. De Uitkijck voldoet uiteraard aan alle moderne eisen die anno 2010 aan een schoolgebouw gesteld worden.
22
3.7.2 DE GASPARD DE COLIGNY
Uit nader onderzoek en inspectie is gebleken dat de Gaspard de Coligny op dit moment absoluut geen verdere groeimogelijkheden heeft binnen het huidige gebouw (geen groepsuitbreidingsmogelijkheden).
De Gaspard heeft geen gemeenschapsruimte, geen ICT ruimte, geen handvaardigheidslokaal en geen speellokaal.
Conclusie en actiepunten; Gaspard de Coligny komt afhankelijk van besluitvorming college/ raad in aanmerking voor vervangende nieuwbouw in COO Noord.
3.7.3 DE GUIDO DE BRES
De Guido de Bres heeft veel extra ruimte. Deze extra meters zitten bijvoorbeeld in een grote hal, aula of trapgangen en er kunnen in de school geen extra groepen gestart worden. Omdat de school na 1950 gebouwd is, is hier geen fictieve berekening op van toepassing.
Bij de Guido (hoofdlocatie) ontbreken een ICT ruimte, een IB ruimte, studieplekken en een magazijn.
Conclusie -
Bij de Guido de Bres adviseren we de hal anders in te delen. Er zijn specifieke oplossingen en meubelstukken om grote ruimten te verdelen in rustigere studieplekken en werkplekken en een deel bestemd voor overblijven (bijvoorbeeld ook toegepast bij de nieuwbouw van het Baarnsch Lyceum/ Waldheim.) De looproute kan beperkt worden tot een bepaalde strook van de hal.
-
De prognose gaat uit van een daling in het leerlingenaantal (zou op basis van de prognose in 2014 resulteren in 106 m2 extra bvo). Conform deze verwachting en populariteitscijfers zal de Guido wellicht lege lokalen tot haar beschikking krijgen. Deze kunnen tegen die tijd gebruikt worden voor het realiseren van ICT –en IB ruimten.
23
3.8. EINDCONCLUSIE Van de 8 basisscholen hebben er op basis van het huidige aantal leerlingen 2 een licht ruimte tekort en 2 een flink ruimte tekort. De baarnse bevolking is nauwelijks toegenomen de afgelopen jaren, zal een kleine piek doormaken en na 2016 gaan afnemen. Op grond van gewijzigde wetgeving hebben scholen recht op extra vierkante meters ongeacht het toegenomen aantal leerlingen. Ook is in de nieuwe wetgeving rekening gehouden met ruimte voor bepaalde kinderen met extra zorg (zogenaamde gewichtenkinderen). Ten slotte hebben scholen van voor 1950 een fictief bruto vloeroppervlak. Dit aangezien scholen uit deze periode niet gebouwd zijn op modern onderwijs en er bijvoorbeeld lokalen zijn gemaakt in kelders en zolders en er brede hallen en trappen zijn. (deze ruimten mogen niet meegeteld worden in het totaal bruto vloeroppervlak.) Bij de Gaspard de Coligny, de Guido de Bres en de Uitkijck is op dit moment geen plaats voor groepsuitbreiding. Extra plusmeters zitten in ruimte die niet bruikbaar is voor groepsonderwijs. Andere scholen met capaciteitstekorten kunnen dan ook geen ruimte claimen bij deze scholen. Het merendeel van de scholen in Baarn hanteert een wachtlijst. Met name voor nieuwkomers is dit geen prettige binnenkomer. Deze ontwikkeling is ongunstig voor het vestigingsklimaat van Baarn. De komende jaren zal er nog een lichte piek ontstaan in de hoeveelheid benodigde m2 voor onderwijs (rond 2016), daarna verwacht men een afname van de bevolking en zal er meer ruimte komen in de scholen. De klokuren gymnastiek zijn verwerkt in de leerlingenprognoses en meegenomen in het berekende bruto vloeroppervlak. Alleen de NBS heeft een ruimtetekort in de gymzaal en moet met groep 7 en 8 uitwijken naar gemeentelijke gymnastiekaccommodatie “de Spoorslag”. De gymlokalen van de NBS, de Aloyssius en de KWS zijn klein en voldoen niet aan de eisen van de KVLO. Voor de bovenbouw zijn ze ongeschikt om in te gymmen. In het geval van nieuwbouw en/of algehele renovatie dient dit opgepakt te worden. Qua ruimte- kwaliteit blijkt dat de scholen over verschillende mogelijkheden en knelpunten beschikken. Op veel scholen zijn ruimten zoals docentenkamers in de loop der tijd niet mee gegroeid met het toegenomen aantal leerkrachten. Veel scholen beschikken nog steeds niet over een speellokaal, een magazijn, een IB-ruimte en ICT ruimte. In de bijlage is informatie per school opgenomen. Een voordeel van de te verwachte leerlingendaling, is dat er op termijn meer ruimte over zou moeten blijven om te gebruiken voor bovengenoemde voorzieningen. Indien deze daling dus niet plaatsvindt, blijven dit knelpunten waar oplossingen voor gezocht dienen te worden.
Voor te leggen aan de schoolbesturen: Om niet op het laatste moment geconfronteerd te worden met spoedaanvragen voor aanvullende huisvesting en er zorg voor te dragen dat alle (toekomstig naar Baarn verhuizende) kinderen geplaatst kunnen worden willen we pleiten voor een “open- plekken”registratie systeem. Daarin moet makkelijk en duidelijk zichtbaar zijn op welke scholen nog plaats is. Een systeem waarin scholen, bijvoorbeeld twee keer per jaar aangeven of ze nog plaats hebben en hoeveel plekken….niet ingewikkelder dan dat. Een school die altijd vol zit op grond van de wachtlijst geeft dus enkel door geen plek te hebben. Deze methode kan er ook zorgen dat de gemeente adequater op kan treden als er een dreigend ruimte tekort ontstaat op alle scholen. - Indien een school niet verder wil groeien (of qua gebouw niet verder kan groeien) kan overwogen worden om een maximaal aantal leerlingen stop in te voeren. Dit kan gelinked worden aan het registratiesysteem zodat duidelijk wordt waar wel plek is als een school vol zit. Bij voorkeur via 1 aanspreekpunt.
24
4. BOUWKUNDIGE STAAT: ONDERHOUD (MJOP 2009/ 2018), INSPECTIE & EXPLOITATIE Op 1 januari 1997 is de Wet decentralisatie huisvesting primair en voortgezet onderwijs en de wijziging van het LONDO-stelsel in werking getreden. Voor het onderhoud aan gebouwen voor het primair onderwijs heeft dit een aantal consequenties. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenzijde van de schoolgebouwen en de schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenzijde van de schoolgebouwen. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen: zo blijft de gemeente verantwoordelijk voor de algehele vervanging van binnenkozijnen en binnendeuren, en voor de algehele vervanging van radiatoren, convectoren en leidingen voor de centrale verwarming. Het schoolbestuur blijft verantwoordelijk voor het buitenschilderwerk. De gemeente Baarn heeft in mei 2009 een nieuw meerjarenonderhoudsplan voor alle basisscholen (m.u.v. De Uitkijck) laten opstellen. Onderhoud gaat uit van het
instandhouden van de bestaande gebouwelementen. Het gaat hierbij om materialen en functionaliteiten die gebruikelijk waren op het moment van realisatie van de gebouwen. In de tabel op volgende bladzijde zijn de bedragen opgenomen die de komende jaren nodig zijn voor het onderhoud dat ten laste van de gemeente komt. Daarnaast is er gekeken naar het onderhoud aan de binnenkant, dit komt ten laste van het schoolbestuur en de jaarlijkse kosten voor energie en schoonmaak. Voorts is een visuele inspectie gehouden door medewerkers (toezichthouders Beheer) van de gemeente Baarn samen met de bestuurders van de scholen. Dit geeft een totaal beeld van de staat van onderhoud van de schoolpanden en de toekomstige investeringen van betrokken partijen. De schoolgebouwen in Baarn zijn gemiddeld oud. Dit betekent dat de gebouwen technisch en functioneel verouderd zijn. De gemeentelijke afschrijvingssystematiek (lineair in 40 jaar) zou suggereren dat gebouwen na 40 jaar economisch afgeschreven zijn Door tussentijdse investeringen (b.v. uitbreidingen) rust er op de meeste gebouwen van 40 jaar en ouder een boekwaarde. Uiteraard verschilt de bouwkwaliteit soms ook per periode. Het is in de praktijk mogelijk dat een gebouw van 100 jaar oud nog wel even mee kan met bepaalde aanpassingen/ renovaties, terwijl een gebouw van net 40 jaar op is. Voorheen kon een school na 40 jaar in aanmerking komen voor vervangende nieuwbouw op basis van een 60/ 40% regeling. Met de Wet decentralisatie is deze regeling opgeheven en dienen gemeenten zelf te besluiten welke scholen zij op welk moment wenst te vervangen. Naast de middelen die nodig zijn voor het “technisch in de lucht houden” van de onderwijsgebouwen, heeft de gemeente van het Rijk gelden gekregen voor het functioneel aanpassen van schoolgebouwen aan onderwijskundige en organisatorische concepten van deze tijd. Uitgangspunt hierbij is dat elke bestaande basisschool eenmalig in aanmerking komt voor de voorziening “aanpassing als gevolg van de onderwijskundige vernieuwingen”. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het creëren van kleinere ruimten voor de begeleiding van leerlingen, een personeelsruimte of een klein vaklokaal. Vooralsnog zijn deze gelden ingezet bij de Guido de Brès school, de Gaspard de Coligny, de Koningin Wilhelminaschool, de Aloysiusschool en de Montinischool. De middelen voor onderwijskundige vernieuwingen kunnen een aantal functionele knelpunten opheffen. Deze middelen zijn ontoereikend voor een complete modernisering van de gebouwen. Binnen de huidige kaders (de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs) bestaat er geen voorziening om schoolgebouwen periodiek aan de eisen van de tijd aan te passen.
25
De schoolbesturen ontvangen voor onderhoud en exploitatie middelen van de rijksoverheid. Deze middelen zijn genormeerd en houden geen rekening met het specifieke gebouwenbestand van het schoolbestuur. Besturen met technisch verouderde gebouwen met hoge exploitatiekosten (energie en schoonmaak) krijgen dezelfde vergoeding als schoolbesturen met moderne energiezuinige schoolgebouwen. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat de rijksvergoeding (onderdeel van de VELO-vergoeding) achterblijft bij de werkelijke kostenontwikkeling. De (wettelijke) scheiding van verantwoordelijkheden tussen gemeente en schoolbesturen zorgt voor dilemma. Door investeringen van de gemeente in renovatie en/of nieuwbouw zullen de exploitatielasten voor de schoolbesturen verminderen. De budgetten in het primair onderwijs zijn beperkt waardoor schoolbesturen deze ‘besparingen’ niet zelf in investeringen kunnen omzetten. In de praktijk blijkt dat bij de scholen van 80 jaar of ouder alle bouwkundige elementen vooral binnen, compleet vervangen moeten worden. De MJOP gaat uit van reparatie en instandhouding. Schoolbesturen worden nu geconfronteerd met het compleet vervangen van sanitair, tegelwerk, trapleuningen die niet meer aan het bouwbesluit voldoen en dergelijke. Met dit soort kostenposten hebben schoolbesturen over het algemeen geen rekening gehouden en staan daarmee voor een financieel lastige situatie. Van dergelijk vervangingsonderhoud is nu sprake bij de NBS, de Amalia-Astro, de KWS en de Aloyssius. Meetelementen bouwkundige staat Om een concreet beeld te krijgen van de bouwkundige staat zijn de volgende elementen samengevoegd. Gezamenlijk geven ze een beter beeld van de realiteit.
Het MJOP van Asset (gemeente – buiten onderhoud) en Bureau Bos (schoolbestuur – binnen onderhoud) geven de financiële resultaten over de komende 10 jaar. De inspectieronde geeft een beoordeling van het schoolgebouw op basis van bouwkundige deskundigheid (wat betreft zichtbare elementen aan het gebouw), maar ook hoe ervaren wij het schoolgebouw als gebouw voor het huidige onderwijs. De exploitatiekosten (schoonmaakkosten, energie,gas en water verbruik.)
De MJOP, de inspecties en de exploitatie kosten geven soms een tegengesteld beeld; een school gebouw kan heel prettig worden ervaren, met voldoende ruimte en weinig zichtbaar onderhoud. Terwijl het onzichtbaar onderhoud en bijvoorbeeld de exploitatiekosten heel hoog zijn.
26
Scholen Protestants Christelijk Onderwijs Baarn 4.1 Amalia Astroschool (bouwjaar 1909) Inspectieronde: Binnen De school is netjes onderhouden. Het schilderwerk is op orde. Het schoolbestuur heeft het sanitair inmiddels laten vervangen en tegelwerk bedekt met zeil. De school is goed geventileerd en schoon. Buiten Conform Meerjaren Onderhoudsplan op orde. We constateren geen bijzonderheden. Grootste kostenposten in MJOP zijn; vervangen van houten draagconstructies, cv en bestrating. Speelterrein is mooi aangelegd, maar niet al te groot. Meerjaren Onderhoudsplanning Asset: Amalia Astro 1197 m2 bvo
Binnenkant/ Bestuur 407.315,-
Buitenkant /Gemeente 59.513,-
Totaal 466.828
Algemene onderhoudsstaat: redelijk. De jaarlijkse exploitatie kosten zijn € 53.750,- per jaar. (schoonmaak kosten, energie & water) = € 45,- per m2 bvo. Conclusie: Redelijk. Het schoolgebouw heeft relatief hoge onderhoud- en exploitatiekosten (vooral kosten voor het schoolbestuur). Om die reden is besloten om in het kader van de impulsregeling energiebesparende maatregelen binnenmilieu primair onderwijs een aanvraag te doen voor dubbele beglazing bij de Amalia-Astro. Deze onderhoudspost stond aanvankelijk in de MJOP voor 2035 en wordt nu naar voren getrokken en is opgenomen in het huisvestingprogramma van 2010. Bijkomend gevolg is dat ook de ook de kozijnen en deuren eerder vervangen moeten worden. In mei 2010 ontvangen we antwoord op de subsidieaanvraag. Uitvoering moet plaats hebben gevonden voor eind 2010.
4.2 Koningin Wilhelminaschool (bouwjaar 1922) Inspectieronde: (bij de schouwing is het noodlokaal niet meegenomen) Binnen De school is netjes onderhouden. Het schilderwerk is op orde. Het sanitair is vernieuwd en het tegelwerk afgedekt met zeil. De ventilatie is goed en het schoolgebouw wordt goed schoongemaakt. De plafonds zijn in veel ruimten al hersteld. Her en der zijn extra ruimten gerealiseerd met gelden voor onderwijskundige vernieuwingen. De gymzaal, de kleedkamers en de docentenkamer zijn geheel gerenoveerd. Een lokaal in de linker bovenhoek van het gebouw heeft last van tocht – verkeerde ventilatie doordat de bovenste ramen dichtzitten (niet meer te openen) en er met lage ramen geventileerd wordt waardoor tocht ontstaat. Grote kostenposten aan het binnenonderhoud zijn het vervangen van de dekvloeren en vloerbedekkingen (2018) en het binnen -en buitenschilderwerk (doorlopend) .
27
Buiten Netjes, schoolplein klein door geplaatste porto cabine (niet ideaal). De grootste toekomstige kostenposten in het gemeentelijke meerjarenonderhoudsplan zijn de kozijnen, ramen en deuren, de buitenriolering en het terrein. Meerjaren Onderhoudsplanning: KWS
Binnenkant/ Bestuur
Buitenkant/ Gemeente
1360 m2 bvo
318.337,-
364.143,-
Totaal 682.480,-
Algemene Onderhoudsstaat: redelijk. De jaarlijkse exploitatie kosten zijn € 57.466,- = € 42,- per m2 bvo. Conclusie: Redelijk. De onderhoudskosten van de KWS zijn gemiddeld, maar het schoolgebouw heeft wel hoge exploitatie kosten. Om die reden is er ook voor de KWS een subsidieaanvraag gedaan m.b.t. dubbel glas. De onderhoudspost deuren, ramen en kozijnen is uit 2025 naar voren getrokken. In mei wordt duidelijk of de subsidie wordt toegekend. De uitvoering moet voor eind 2010 zijn afgerond.
4.3 Gaspard de Coligny 1968 (+ dislocatie bouwjaar 1971) Inspectieronde: Binnen Gebouw is duidelijk gebouwd in de jaren ’70 en dus wat nieuwer dan sommige andere gebouwen. Algehele indruk is goed, ventilatie op orde. Geen bouwkundige gebreken. Sanitair en tegelwerk technisch goed. Minpuntje: gebouw oogt binnen minder schoon dan de andere schoolgebouwen. Zowel op de toiletten als in het gebouw zelf; veel zand op de grond. Grotere kostenposten voor het schoolbestuur zijn de gevelbekleding (2012), het tegelwerk, het buitenschilderwerk en de elektrische installatie (doorlopend). Buiten Algemene indruk is goed. Bestrating dient vervangen te worden en is ook opgenomen in de meerjaren onderhoudsplanning. Verder dienen kozijnen, ramen en deuren en cv vervangen te worden. Prettig ruim speelterrein rondom de school. Meerjarenonderhoudsplanning: Gaspard Gaspard Gaspard disl. Tot 1424 m2 bvo
Binnenkant/ Bestuur Buitenkant/ Gemeente Totaal 427.931,-
243.161,180.547,-
851.639,-
28
Algemene onderhoudsstaat: redelijk/ matig. De jaarlijkse exploitatiekosten zijn € 49.305,- = € 35,- per m2 bvo Conclusie: De Gaspard de Coligny is een wat nieuwer schoolgebouw (jaren ’70). De onderhoudskosten zijn redelijk hoog en de exploitatiekosten zijn ook hoger dan verwacht. De Gaspard de Coligny zal samen met de Montini naar COO Noord verhuizen. Er zal de komende tijd zo min mogelijk onderhoud worden verricht aan de Gaspard.
4.4 Guido de Bres (Hoofdlocatie, bouwjaar 1955) Inspectieronde: Binnen De school is netjes onderhouden qua afwerking en schilderwerk. Het sanitair is op orde, de ventilatie goed. Het gebouw is schoon en de plafonds zien er goed uit. Aangebouwde docentenkamer is nog zo goed als nieuw. Voor het schoolbestuur zitten er een aantal kostbare aanpassingen aan te komen, het betreft dekvloeren en vloerbedekkingen (2010), de gevelbekleding (2011) en de elektrische installatie (doorlopend). Buiten Het schoolgebouw ziet er aan de buitenzijde goed uit. De school heeft kunstof kozijnen en dubbel glas. De uitstraling van het gebouw aan de voorkant is wat rommelig, dit kan misschien opgelost worden door bijvoorbeeld het verplaatsen van vuilnisbakken (weg van de ingang). Schoolbestuur is al voornemens hier iets aan te doen en wellicht wat andere kleine aanpassingen. De school heeft relatief veel last van vandalisme en om die reden is er zowel om de hoofdlocatie als de dislocatie een hek gebouwd. Speelterrein is voldoende groot, maar oogt wat kaal. Naastgelegen basketbalveld kan ook gebruikt worden door de school.
Guido de Bres (dislocatie, bouwjaar 1960) Binnen Netjes onderhouden en recentelijk totaal gerenoveerd. Extra (nieuwe) ruimte gerealiseerd met gelden voor onderwijskundige vernieuwing. De gang is weer helemaal netjes. Nog wel her en der wat gebarsten tegelwerk bij de keukentjes van de kleuters. Buiten Netjes en onlangs gerenoveerd. Gebouw en terrein ogen erg vriendelijk. Wel veel last van vandalisme, daarom gaat er een hoger hekwerk geplaatst worden (OHP 2009). Prettig op de zon gelegen speelterrein met ruime zandbak.
29
Meerjarenonderhoudsplanning: Guido
Binnenkant/ Bestuur
Guido de Bres 475.835,Guido de Bres disl.
Buitenkant /Gemeente 73.199,66.286,-
Totaal 615.320,-
Algemene onderhoudsstaat: redelijk goed. Exploitatiekosten (totaal 2163 m2 bvo); De jaarlijkse totale exploitatiekosten (hoofd en dislocatie samen) zijn: € 60.868,- = € 28,- per m2 bvo. Conclusie: Duidelijk nieuwer gebouw dat beter voldoet aan de hedendaagse eisen voor onderwijs. De exploitatiekosten zijn relatief laag.
Het Sticht 4.5 Montinischool (bouwjaar 1968) Inspectieronde: Binnen De gemeente is voornemens de Montini te vervangen. Binnen is duidelijk zichtbaar dat er de laatste jaren weinig geld meer geïnvesteerd is in onderhoud. Dit is zichtbaar aan bijvoorbeeld het schilderwerk en de slijtage aan deuren. Het sanitair is op orde en bouwtechnisch zijn er geen zorgelijke zaken. Er is er geen reden tot noodzakelijke aanpassingen tot de nieuwbouw gerealiseerd is. In het merendeel van de school wordt goed geventileerd, maar goede ventilatie blijft een aandachtspunt in de Montini. Met en likje verf en her en der klein herstelwerk en oogt het gebouw weer wat netter (maakt nu een wat rommelige indruk). Er wordt wel voldoende schoongemaakt. De CV is verouderd en dient vervangen te worden. Een grote kostenpost die het bestuur in verband met de nieuwbouw nog zo lang mogelijk uitstelt. Dit geldt voor alle grote uitgaven. Klein onderhoud binnen wordt de komende tijd nog wel aangepakt zodat het schoolgebouw een prettige leeromgeving blijft. Buiten Niet optimaal, maar voorlopig in orde. Het College heeft besloten dat de gemeente tot de nieuwbouw alleen onderhoud doet aan het gebouw indien noodzakelijk. Het hekwerk heeft gaten en dient vervangen te worden, dit is opgenomen in OHP 2009. Dakbedekking staat op het MJOP voor komend jaar. Onze beheerder is van mening dat het dak voorlopig nog uitgesteld kan worden. Kozijn, ramen en deuren worden niet meer vervangen. Ruim schoolplein met beschutting van bomen.
30
Meerjaren Onderhoudsplanning: Montini
Binnenkant/ Bestuur
Montinischool Montininoodlokalen Totaal1400 m2 bvo
Buitenkant /Gemeente
365.984,-
450.430,15.764,-
Totaal 832.178,-
Algemene indruk onderhoudsstaat: matig, zeer matig De jaarlijkse exploitatiekosten zijn: € 30.331,- = € 22,- per m2 bvo. Conclusie: Het gebouw van de Montini is op. Iedere investering is feitelijk kapitaal vernietiging. Echter tijdelijke huisvesting is tevens een kostbare aangelegenheid. Het is daarom extra belangrijk dat het schoolbestuur de binnenkant van de school zo netjes, schoon mogelijk houdt tot de oplevering van de nieuwbouw. Voortgang van het nieuwbouwtraject is essentieel. De exploitatiekosten zijn normaal, de helft van wat sommige oudere scholen aan schoonmaak, energie en water betalen.
4.6 Aloysiusschool (bouwjaar 1895) Inspectieronde: Binnen Ondanks dat deze school het oudste is en qua groot onderhoud in aanmerking komt voor het meeste onderhoud is er binnen niets aan te zien. Het schoolgebouw zit goed in de verf, netjes afgewerkt, tegelwerk is nog goed. Er wordt goed geventileerd en het is er schoon. Het sanitair is gerenoveerd. Het gehele schoolgebouw is ruim van opzet met grote gangen en lokalen. De school heeft een grote overblijfruimte en hal voor vieringen. Algehele indruk: keurig onderhouden en een heel prettig gebouw om te verblijven! Tijdens de inspectie was het niet mogelijk de zolder te bezichtigen. In het MJOP blijkt dat deze zoldervloer verouderd is. Buiten De school ziet er ook van buiten goed onderhouden uit. Alleen de kozijnen, ramen en deuren dienen vervangen te worden. Deze zijn in het MJOP opgenomen, maar de kosten zijn te laag ingeschat Andere grote kostenposten in het MJOP zijn de dakbedekking en bestrating. Deze zaken zijn allemaal opgenomen in het OHP van 2009. In het MJOP is geen rekening gehouden met het feit dat de Aloyssius een monument is. Renovaties dienen te voldoen aan specifieke eisen, waardoor de kosten veel hoger kunnen uitvallen. De Aloyssius heeft een groot schoolplein. Meerjarenonderhoudsplanning: Aloysiuss Totaal bvo 1245 m2
Binnenkant/ Bestuur 437.128,-
Buitenkant /Gemeente 316.963,-
Totaal 754.091,-
Algemene indruk onderhoudsstaat: redelijk/ goed.
31
De jaarlijkse exploitatiekosten zijn: € 39.182,- = € 32,- per m2 bvo. Conclusie: De Aloyssius is een gebouw van meer dan 100 jaar oud en tevens een gemeentelijk monument. Daardoor zijn de exploitatiekosten erg hoog en vervangingen/ renovaties extra kostbaar. Het is wel een prachtig schoolgebouw met een ruime opbouw, ruime lokalen, een grote aula/ overblijfruimte en een groot speelplein. Daardoor is het schoolgebouw nog steeds functioneel en ondanks de hoge kosten een prettig schoolgebouw. Wellicht kan de gemeente in overleg het schoolbestuur financieel tegemoet komen bij grote investeringen aangezien in het MJOP en de lumpsumvergoeding geen rekening wordt gehouden met de extra kosten die nodig zijn bij een monumentaal pand. In het onderwijshuisvesting programma van 2009 stond al een post in de MJOP om dubbele beglazing te realiseren. Binnen de regeling besparing energiezuinige maatregelen komt deze onderhoudspost in aanmerking voor 60 % subsidie. Om die reden is deze post doorgeschoven naar het programmajaar 2010. Dit kan als een financiële meevaller beschouwd worden, want de uitgaven stonden al geboekt voor het programmajaar 2009. In mei 2010 ontvangen we een antwoord op de subsidieaanvraag. Voorwaarde is wel dat uitvoering dit jaar voor december 2010 wordt afgerond.
32
4.7 Nieuwe Baarnse School (bouwjaar 1909) Inspectieronde: Binnen De gehele binnenkant van de school is ernstig verouderd en aan een complete renovatie toe. Door het hele gebouw zien we vocht- en schimmelplekken op de muren, scheuren en gebarsten tegelwerk. Het sanitair wordt momenteel compleet vervangen. De ventilatie is goed en de school wordt goed schoongemaakt. Buiten De buitenmuren en het dak zien er goed en onderhouden uit. Er is geen rot in de kozijnen. Ramen (van enkel naar dubbel glas) en deuren dienen vervangen te worden. De buitenkant ziet er over het algemeen netjes uit. De grootste kostenposten zijn het vervangen van de kozijnen, deuren en ramen en renovaties aan het dak. De NBS heeft een vrij klein schoolplein direct naast de school (uitgaande van bijna 500 leerlingen). In de tuin is wel veel speelgelegenheid voor de allerjongsten. Recentelijk heeft het schoolbestuur een extra kunstgrasveldje aangelegd waar de kinderen kunnen sporten tijdens de gymuren. Advies: Uit dit rapport blijkt dat de NBS 6 lokalen tekort komt ( 494 m2.) Omdat uitbreiding op de huidige locatie niet mogelijk en wenselijk is, dient onderzocht te worden of de NBS elders gehuisvest zou kunnen worden. Indien de school in het huidige gebouw blijft is er sprake van volgtijdelijkheden. De post Kozijnen, ramen en deuren (nu 2013) zouden naar voren gehaald moeten worden zodat de isolatie binnen beter is en het schoolbestuur een grote renovatie aan de binnenkant kan uitvoeren. Barsten in de muren en vochtproblemen moeten aangepakt worden en het pand dient binnen compleet opnieuw geschilderd te worden. Onder de huidige omstandigheden is er teveel vocht in het gebouw en daardoor kan het schilderwerk niet uitgevoerd worden. Meerjarenonderhoudsplanning: NBS Binnenkant/ Bestuur 2070 m2 bvo 664.756,-
Buitenkant /Gemeente 374.212,-
Totaal 1.038.968
Algemene onderhoudsstaat: matig, binnen zeer matig. De jaarlijkse exploitatiekosten bedragen; € 89.022,- per jaar = € 43,- per m2 bvo. Conclusie: De NBS is gebouwd in 1922. Met een totaalbedrag van meer dan een miljoen zal er de komende 10 jaar aan onderhoud het meest geïnvesteerd moeten worden aan het gebouw van de NBS. De binnenkant van de school is inmiddels erg verouderd en aan een complete renovatie toe. Om deze renovatie te kunnen uitvoeren moet bepaald onderhoud op kosten van de gemeente naar voren geschoven worden. Het betreft het vervangen van de deuren, ramen en kozijnen, de verwarmingsinstallatie en houten draagconstructies. Een totaalbedrag van 217.178,-. Deze kosten staan nu geraamd voor 2013 en 2016. De exploitatiekosten bij de NBS zijn zeer hoog en bedragen bijna twee keer zoveel bij een nieuw gebouwde school.
33
4.8 Gymnastieklokalen De Loef (bouwjaar 1969) Inspectie: Het schilderwerk en de toplaag van de vloer dient vervangen te worden. Hiermee kan de functionaliteit van het gymlokaal nog enkele jaren te behouden worden . Meerjarenonderhoudsplanning: De Loef
Binnenkant/ Buitenkant
Gemeente
Totaal 267.474
Algemene onderhoudsstaat: matig. Conclusie: Beide onderhoudsposten zijn opgenomen in het onderwijshuisvesting programma 2010. Aan de Loef wordt enkel onderhoud verricht indien noodzakelijk (in verband met de nieuwbouwplannen rondom COO Noord.) Gymnastiekaccommodatie de Loef is afgeschreven. De Spoorslag (1982) Inspectie: Het schilderwerk is ook hier hard nodig en was aanvankelijk opgenomen in de onderhoudsprogrognose van Asset.in 2008. In de nieuwe MJOP is geconstateerd dat deze nog niet is uitgevoerd en de post is doorgeschoven naar 2013 gelijktijdig met de buitenschilderbeurt). De bouwkundige van de gemeente heeft ons echter geadviseerd alsnog het schilderwerk uit te voeren. Daarnaast is de akoestiek van de zaal door de harde wanden erg slecht. Op advies van de leerkrachten wordt voorgesteld de wanden akoestisch aan te passen. Meerjarenonderhoudsplanning: De Spoorslag
Binnenkant/ Buitenkant Gemeente
Totaal 108.123,-
Algemene onderhoudsstaat: redelijk. Conclusie: Opnieuw schilderen en vervangen van de binnenwand door zachte matten. Beide posten zijn opgenomen in het onderwijs huisvesting programma van 2010.
34
De Driesprong (bouwjaar 1968) Inspectie: De staat van het schilderwerk aan de binnenzijde van het gebouw is slecht. Advies opnieuw schilderen. De Driesprong
Binnenkant/ Buitenkant Gemeente
Totaal 173.461,-
Algemene onderhoudsstaat: redelijk. Conclusie: Opnieuw schilderen, onderhoudspost is opgenomen in het onderwijshuisvestingprogramma 2010. Ten aanzien van de gymnastiekaccommodaties geldt dat de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek sportaccomoodaties bepalend is voor verder beleid voor de Loef en de Driesprong. Als COO Noord gerealiseerd wordt en de leerlingen gebruik gaan maken van de Trits, moet de Driesprong vergroot moeten worden voor de huidige (sport) gebruikers van de Trits. Gymnastiekaccommodatie de Driesprong is afgeschreven. De gemiddelde exploitatiekosten per jaar voor alle drie de gymnastiekaccodaties samen bedraagt € 110.180,-. (excl. Kapitaallasten)
35
4.9 OVERZICHT ONDERHOUDSTOESTAND EN OPLOSSINGSVOORSTELLEN Op volgorde van onderhoudskosten: Scholen
beoordeling
kosten onderhoud (10 jr.)
exploitatiekn per m2
aanbeveling/ oplossing
1.
NBS
matig/ zeer matig
1,1 miljoen
€ 43,-
algehele renovatie/vervangende nieuwbouw
2.
Gaspard
matig/ redelijk
850.000 euro
€ 35,-
vervangende nieuwbouw/ COO Noord
3.
Montini
zeer matig/ matig
830.000 euro
€ 22,-
vervangende nieuwbouw (urgent)
4.
Aloyssius
redelijk goed
750.000 euro
€ 32,-
reguliere onderhoudsvoorzieningen, aanpassingen binnenklimaat.
5.
KWS
redelijk
680.000 euro
€ 42,-
reguliere onderhoudsvoorzieningen, aanpassingen binnenklimaat, op langere termijn algehele renovatie of COO Centrum
6.
Guido
redelijk goed
615.000 euro
€ 28,-
reguliere onderhoudsvoorzieningen herindelen grote hal, op termijn bij daling aantal leerlingen, leegstaande lokalen gebruiken voor ICT en RT.
7.
Amalia-Astro
redelijk
470.000 euro
€ 45,-
reguliere onderhoudsvoorzieningen, aanpassingen binnenklimaat, op langere termijn algehele renovatie of COO Centrum. *
Gymnastiekaccommodaties 8.
De Loef
9. De Spoorslag 10. De Driesprong
matig
267.474
redelijk redelijk
108.123,173.461,-
reguliere onderhoudsvoorzieningen, alleen noodzakelijk onderhoud ivm verwachte sloop bij nieuwbouw COO Noord reguliere onderhoudsvoorzieningen reguliere onderhoudsvoorzieningen, mogelijke vergroting bij sloop de Loef.
Beoordeling; zeer matig = 4, matig = 5, redelijk = 6, redelijk goed = 7, goed = 8. Exploitatiekosten; schoonmaak, energie, water en gas. * De Uitkijck is nog niet opgenomen in deze tabel aangezien er nog geen MJOP is opgesteld en de exploitatiekosten nog niet bekend zijn.
36
5. MOGELIJKE VERBANDEN WELZIJN EN ZORG VOORZIENINGEN COO Oost
COO-oost heeft een schakelklas en een taalplusklas (gemeentebrede voorziening), een bso (SKOB) en een peuterspeelzaal (Versa).
Het COO kan 's avonds gebruikt worden voor bijeenkomsten/ voorlichting van de buurt etc (niet commercieel).
Het COO heeft speciale keukenfaciliteiten voor kinderen…
Het COO is kindgerelateerd. Het kind staat centraal.
COO Noord
In COO Noord wordt ruimte gereserveerd voor een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en de bso.
Samenwerking met de Trits en een accent op sport ligt voor de hand.
In COO Noord zal waar mogelijk een ruimte worden gerealiseerd voor dienstverlening op het gebied van zorg en/of welzijn.
Verdere uitwerking van de samenwerkingsmogelijkheden moet nog plaatsvinden. (vb. bij overig)
De NBS is grootste afnemer van de SKOB, indien mogelijk zouden zij graag gezamenlijk gehuisvest worden.
De NBS heeft een speciale hoogbegaafden klas. Er is vanuit de gemeentebevolking vraag naar een breder aanbod op dit vlak, maar dit is aan het schoolbestuur.
NBS
KWS -
Verhuur gymzaal na schooltijd aan Colors (verzorgt gym -en danslessen.)
-
Werkt samen met Versa, peuterspeelzaal.
Gaspard de Coligny -
Samenwerking met Versa, peuterspeelzaal.
Overig...
De bibliotheek zou graag een samenwerking aan gaan met brede scholen
Passend onderwijs, welke scholen hebben hier ruimte voor en/of willen dit ter zijner tijd oppakken?
Drama en dans – een vereniging vraagt op dit moment subsidie aan om een traject te starten in samenwerking met de scholen.
Kunst en cultuur
37
Natuureducatie (ook vb. in de uitwerking van de buitenruimte van een nieuw te bouwen school) Centrum voor natuur en milieu zou graag participeren en beschikt over subsidiemogelijkheden om hier verdere uitwerking aan te geven.
38
6. EINDCONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In de gemeente Baarn heeft op dit moment meer dan de helft van de scholen een (flink) ruimtetekort. De andere scholen hebben geen groeimogelijkheden in het gebouw. Demografische gegevens voorspellen dat de Baarnse bevolking de komende jaren flink gaat dalen. Er is sprake van een tijdelijk tekort tot 2016.. Vanwege in totaal 270 nieuw te bouwen woningen, onder andere in de Noordschil en Drakenburgergracht is er in totaal 680 m2 bvo nodig. Deze laatste capaciteitsuitbreiding dient met name binnen COO Noord gerealiseerd te worden. De meeste oudere scholen van kampen met problemen op het gebied van binnenklimaat. Dit is ongunstig voor het leefklimaat van de leerlingen en de hoogte van de exploitatiekosten. Het kabinet heeft subsidiemiddelen beschikbaar gesteld ter stimulering van duurzaamheid en energiebesparing in scholen. Binnen deze subsidieaanvraag is voorrang gegeven aan scholen die hoge exploitatiekosten hebben en voorlopig niet in aanmerking komen voor vervangende nieuwbouw of een grote renovatie. Daarnaast belemmeren de oude gebouwen het doorvoeren van onderwijsvernieuwing en het verbreden met maatschappelijke voorzieningen. Alle schoolbesturen streven naar onderwijs in een modern kwalitatief hoogwaardig gebouw dat toegankelijk is voor alle kinderen van Baarn. Het is niet mogelijk alle vraagstukken in één keer op te pakken. De gemeente Baarn wenst daarom een prioritering in de ‘afhandeling’ van de diverse huisvestingsvraagstukken. Deze prioritering kan gemaakt worden op basis van de verschillende uitkomsten op het gebied van “capaciteit, onderhoudskosten, kwaliteitscriteria, mjop, inspectieronde en exploitatiekosten. Daaruit kan het volgende geconcludeerd worden.
6.1.Nieuw Baarnse school (NBS) De NBS bestaat 101 jaar. Het gebouw voldoet niet aan de ruimtebehoefte van de school en heeft hoge exploitatiekosten. De school heeft een ruimtetekort van 6 lokalen (494 m2 bvo), de inpandige gymzaal is niet groot genoeg voor het totaal aantal leerlingen. Daarnaast is het niet mogelijk om onderwijskundige vernieuwingen door te voeren en maatschappelijke voorzieningen toe te voegen. De ruimte die daar nu voor worden gebruikt zijn gelegen in kelders en zolders, ruimten die wettelijk niet tot onderwijsruimten gerekend mogen worden. Op basis van al deze aspecten samen, adviseren wij op basis van dit rapport nader onderzoek tot algehele renovatie of vervangende nieuwbouw voor de Nieuwe Baarnse School.
39
Er is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd waarin onderstaande twee varianten gelijktijdig zijn onderzocht:
1.
ingebruikname van de Waldheim MAVO; Het gebouw van de Waldheim MAVO komt in mei 2011 vrij. Kan de Waldheim MAVO passend gemaakt worden voor het primair onderwijs van de NBS? Hierbij moet ook de verkeerssituatie nabij de Waldheim worden onderzocht. Wanneer de NBS verhuist naar de Waldheim komt het gebouw en de locatie van de NBS vrij en kan deze herontwikkeld worden. Het schoolbestuur van de NBS is bereid om de 2.000 m2 eigen grond onder voorwaarden in te zetten.
2.
renovatie/ vervangende nieuwbouw op de huidige locatie; Gelijktijdig met het onderzoek naar de ingebruikname van de Waldheim MAVO onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor renovatie en/of vervangende nieuwbouw van de NBS in combinatie van de noodzakelijke uitbreiding op de huidige locatie. Voor een totale nieuwbouw van de NBS voor de behoefte van 500 leerlingen, circa 2.715 m² BVO, bedragen de investeringskosten circa € 3.931.320,- (€1.448 per m² BVO, prijspeil 2009). De locatie en het gebouw van de Waldheim MAVO komt vrij. Dit gebouw kan als wissellocatie worden gebruikt.
Quickscan Hevo onderzoek Het bestuur van de NBS heeft bovenstaande scenario’s in september 2009 (in eigen opdracht) laten onderzoeken door een gekwalificeerd adviesbureau op het gebied van onderwijshuisvesting. De school heeft een vierde onderzoeksscenario toegevoegd, te weten; “ nieuwbouw op de locatie Waldheim”. De school heeft al te kennen gegeven de voorkeur te geven aan deze variant. De gemeente laat op dit moment het rapport (en verschillende scenario’s) toetsen door een planeconoom. Zodra de resultaten bekend zijn, worden deze voorgelegd aan het college en het schoolbestuur. Voorlopige kostenindicatie herhuisvesting NBS Aangezien we in deze notitie de financiële ontwikkelingen op de middellange termijn ( 10 jaar) op onderwijshuisvesting in kaart willen brengen, hieronder een voorlopige financiële indicatie van de herhuisvesting NBS op basis van de verschillende scenario’s. De minimale kosten (renovatie huidige Waldheimgebouw) bedragen 2,1 miljoen (op basis van kosten renovatie, woningbouwontwikkeling Smutslaan, naastgelegen tuin en dekkingskosten Waldheim minus sloop-en boekwaarde) en maximale kosten (nieuwbouw) van de NBS op de plek van de Waldheim ongeveer 4,4 miljoen. In de ramingen zijn alle denkbare kosten meegenomen. Er zijn voldoende parkeerplaatsen aanwezig bij de Waldheimlocatie, maar de verkeerssituatie zou wel onderzocht en aangepast moeten worden. Verdere (financiële) afhandeling en besluitvorming van dit dossier zal in een apart voorstel aan het college worden aangeboden.
40
6.2. COO NOORD De voorbereiding van de realisatie van COO Noord op de Gemeentewerf is momenteel in volle gang. De schoolbesturen van de Montinischool en de Gaspard de Coligny onderzoeken welke mogelijkheden er voor samenwerking zijn. De Montinischool en de Gaspard de Coligny zullen worden ondergebracht in COO NOORD. De “nieuwe” leerlingen uit de Noordschil komen met name terecht bij de Montini en de Amalia-Astro. Indien het schoolbestuur akkoord gaat kan de Gaspard deze extra meters meenemen naar COO Noord (betreft scholen uit dezelfde stichting). De Amalia-Astro heeft geen mogelijkheid om verder uit te breiden. De investeringen van COO Noord worden geschat op circa €5.486.472,- (uitgaande van een ruimtebehoefte van 3789 m2 en een vierkante meterprijs van € 1448,-). Ter dekking, de gebouwen en locaties van de Montinischool en de Gaspard de Coligny komen vrij.
6.3. Besparende maatregelen binnenklimaat Uit adviezen die zijn opgesteld door een gecertificeerd bureau komen een aantal scholen in aanmerking voor energiebesparende maatregelen. De gemeente en het schoolbestuur kunnen beide door middel van cofinanciering subsidie ontvangen. In sommige gevallen wordt geadviseerd bepaalde onderhoudposten die in een later jaartal gepland staan een aantal jaren naar voren te halen. De scholen die in aanmerking komen zijn de Aloyssius, de KWS en de Amalia-Astro. Bij alle drie de scholen wordt isolerend/ dubbel glas aangebracht. Daarnaast worden er spiegeloptiekarmaturen, thermostatische radiatorkranen aangebracht en een plat dak geïsoleerd. Hiermee wordt in totaal € 131.000 euro subsidie aangevraagd. De gemeente heeft besloten hiervoor ruim € 500.000,- MJOP kosten 10 tot 15 jaar naar voren te schuiven. Deze investering is een forse injectie om het leefklimaat en comfort op bovenstaande scholen te verhogen.
6.4. Renovatie oude schoolgebouwen of ter zijner tijd nieuwbouw: Aloyssius, KWS en AmaliaAstro Of bovenstaande scholen ter zijner tijd in aanmerking komen voor nieuwbouw (eventueel in de vorm van een COO Centrum) is nu nog niet goed te overzien en afhankelijk van de politieke voorkeur en gemeentelijke middelen. Geadviseerd wordt om uiteindelijk alle schoolgebouwen van 40 jaar en ouder die niet voor nieuwbouw of vervangende nieuwbouw in aanmerking komen te moderniseren/ compleet te renoveren. De tijdsplanning en prioritering hiervan hangt samen met het toekomstperspectief van de onderwijslocatie en de financiële mogelijkheden van de gemeente. Voorlopig zal bij deze scholen het onderhoud conform de Meerjarenonderhoudsplanning worden uitgevoerd.
41
De gemeente doet er verstandig aan zich de komende jaren voor te bereiden op de financiële gevolgen van complete renovatie en/of nieuwbouw in haar onderwijsbegroting met betrekking tot bovengenoemde drie scholen. In het geval van complete renovatie geldt de bouwkundige staat als uitgangspunt en niet de MJOP gegevens.
Meerjarenonderhoudsplanning 2009-2018 2009 1.514 €
2010
2011
30.424 €
2.108 €
2012 1.513 €
2013
2014
2015
2.108 €
155.971 €
2.108 €
2016
2017
2018
1.513 €
2.108 €
251.062 €
Totaal
Montinischool
€
450.430
Montinischool noodlokalen
€
1.515 €
1.513 €
1.668 €
1.513 €
1.668 €
1.513 €
1.668 €
1.513 €
1.668 €
1.513 €
15.754
Aloysiusschool
€
51.845 €
5.071 €
4.380 €
3.606 €
4.380 €
58.583 €
173.404 €
3.606 €
8.481 €
3.606 €
316.963
Amalia Astroschool
€
4.042 €
2.601 €
3.196 €
2.601 €
27.447 €
2.601 €
6.807 €
2.601 €
3.196 €
4.420 €
59.513
Gaspard de Colignyschool
€
15.229 €
689 €
1.177 €
16.298 €
12.135 €
689 €
1.177 €
22.055 €
1.177 €
172.534 €
243.161
Gaspard de Colignyschool dislocatie
€
868 €
632 €
858 €
632 €
858 €
632 €
858 €
173.716 €
858 €
632 €
180.547
Guido de Brès school
€
14.130 €
813 €
1.586 €
813 €
1.586 €
813 €
50.247 €
813 €
1.586 €
813 €
73.199
Guido de Brès school dislocatie
€
21.458 €
986 €
1.272 €
19.323 €
2.333 €
986 €
1.272 €
986 €
15.842 €
1.826 €
66.286
Nieuw Baarnse school
€
3.254 €
3.253 €
4.205 €
3.253 €
127.770 €
3.253 €
5.131 €
126.690 €
4.205 €
93.196 €
374.212
Koningin Wilhelminaschool
€
2.856 €
2.855 €
3.629 €
2.855 €
3.629 €
2.855 €
43.046 €
2.855 €
295.779 €
2.855 €
363.216
Koningin Wilhelminaschool noodlokalen
€
36 €
35 €
190 €
35 €
190 €
35 €
190 €
35 €
190 €
35 €
972
Totaal
€
116.747 €
48.872 €
24.269 €
52.442 €
184.104 €
227.931 €
285.908 €
336.383 €
335.090 €
532.492 €
2.144.253
De voorlopige MJOP kosten tot en met 2018 bedragen € 880.149,- bij de KWS, Aloyssius, Guido en Amalia-Astro. Op scholen waar de komende jaren ( mogelijk) vervangende nieuwbouw van toepassing is zal alleen noodzakelijk onderhoud worden gedaan. Uitgaande van een besparing van minstens 80% betekent dit, dat voor de Montini, Gaspard de Coligny en de NBS de komende 10 jaar minimaal 1 miljoen minder uitgegeven wordt.
42
Normbedragen versus reële bouwkosten In de berekeningen is uitgegaan van de normbedragen zoals die gelden op basis van de verordening onderwijshuisvesting. Vanuit ervaringen met de huidige bouwontwikkelingen en de technische eisen die gesteld worden aan het binnenklimaat en het beheer en onderhoud van schoolgebouwen blijkt dat de stichtingskosten volgens de normvergoedingen veelal niet toereikend zijn. In algemene zin kan gesteld worden dat de genormeerde stichtingskosten onvoldoende zijn voor de realisering van nieuwe voorzieningen. Op basis van een definitief programma van eisen, inclusief technisch programma van eisen, kan dan ook een definitievere kostenraming worden opgesteld. In deze rapportage zijn we echter uitgegaan van de genormeerde vergoedingen. Het verdient echter aanbeveling om bij de definitieve besluitvorming over de genoemde huisvestingsprojecten financieel rekening te houden met deze context, dit ter voorkoming van een situatie dat na besluitvorming op basis van genormeerde vergoedingen, realisatie niet mogelijk is omdat na aanbesteding blijkt dat realisatie meer kost dan de geraamde genormeerde stichtingskosten. In die zin verdient het aanbeveling in de onderwijshuisvesting uit te gaan van reële stichtingskosten.
6.5 Actiepunten & Planning -
-
-
2009 -2010 o
Aanvraag subsidie impulsregeling energie en binnenklimaat primair onderwijs (december 2009)
o
het vaststellen van het integraal huisvestingsplan 2009-2025 (1e kwartaal 2010);
o
het onderzoeken van de (financiële) mogelijkheid om de NBS te verplaatsen naar de Waldheim MAVO (begin 2010);
o
het onderzoeken van de (financiële) mogelijkheden van renovatie en/of vervangende nieuwbouw van de NBS (begin 2010)
o
Antwoord subsidieverzoek en uitvoering projecten (mei 2010);
2010- 2012 o
besluitvorming Noordrand – COO Noord (1e kwartaal 2010)
o
het concretiseren van COO Noord (welke overige partners, intentieovereenkomst/ samenwerking, visie en programma van eisen.2009- 2012;
o
terugkoppeling gemeente rapport Hevo herhuisvesting NBS (1e kwartaal 2010)
o
concretiseren NBS herhuisvesting.
2014 o
Evalueren IHP (om de 5 jaar).
o
Evalueren onderhoudssituatie Aloyssuis (1), KWS (2), Amalia-Astro (3)
o
herformuleren visie op renovatie en/ of nieuwbouw van de bovenstaande scholen (al dan niet in de vorm van een COO Centrum).
43
Aanbeveling; reserveren voor grote renovaties aan de Aloyssius en de KWS rond 2014 in de onderwijshuisvestingreserve. Als alle planningen volgens dit schema verlopen komen op termijn de volgende terreinen en opstallen beschikbaar: 1.
locatie de Montini
2.
locatie de Gaspard de Coligny
3.
In het geval de NBS zou verhuizen naar de Waldeim – de NBS locatie, Orangerie en tuin ( deze laatste is in bezit van het bestuur van de NBS)
4.
In het geval de NBS op de huidige locatie en/of uitbreiding op het eigen terrein dan wel op een andere locatie realiseert – de Waldheim locatie
5.
Gymnastiekaccommodatie de Loef
6.
N.B. Het Poorthuis heeft vier lege lokalen en een speelplein beschikbaar en kan daarmee tijdelijk een oplossing bieden bij ruimtegebrek. De kosten om het Poorthuis geschikt te maken voor onderwijs bedragen € 82.000,- (vervangen plafonds en verlichting, aanpassen brandtrap en tochtportaal, aanpassen toiletgroepen 1e verdieping.) De offertes zijn aangevraagd in 2006 en 2008, dus dienen geïndexeerd te worden.
* In het geval de NBS verhuist naar de Waldheim zal op een andere wijze 2,7 miljoen gegenereerd moeten worden ten behoeve van de financiële dekking van de bouw van Het Baarnsch Lyceum/ De Waldheim-mavo. Dit is reeds verwerkt in de financiële resultaten van dit rapport.
44
6.6 Financiële consequenties De volgende uitgaven staan gepland; * Raming Nieuwbouw COO Noord -
Nieuwbouw beide scholen Inclusief extra capaciteitsuitbreiding
Totale normkosten €5.486.472,- (Dekking vindt plaats binnen het college/ raadsvoorstel Herontwikkeling gemeentewerf/ COO Noord.) Project herontwikkeling gemeentewerf/ COO Noord; 3 modellen met een resultaat tussen 2,4 (renovatie) en 4,2 miljoen (nieuwbouw). Hiervoor wordt de werf nieuw gebouwd, danwel gerenoveerd. Er kan vanuit de ontwikkeling van de Noordschil geld vrij gemaakt worden als extra bijdrage naar de onderwijshuisvesting reserve.
* Raming NBS -
renovatie Waldheim (indicatie 2,1 miljoen) nieuwbouw Waldheim (indicatie 4,4 miljoen)
Totale normkosten € 3.371.162,Financieel resultaat varieert tussen 2,1 miljoen (renovatie) en 4,4 miljoen (nieuwbouw). * Capaciteitsuitbreiding - 680 m2 bvo inclusief meubilair en inrichting (opgenomen in voorstel COO Noord) - 494 m2 NBS inclusief meubilair en inrichting (zie raming NBS – is namelijk niet realiseerbaar als extra capaciteitsuitbreiding) - 92 m2 bvo Aloyssius inclusief meubilair en inrichting met een bedrag van € 126.960,-. Uitgangspunten; bouw € 1260,- per elke m2 bvo meubilair en inrichting € 120,03 per elke m2 bvo
* Onderhoudsuitgaven; MJOP t/m 2018 totaal € 2.144.253,Daarvan blijkt € 880.149,- bij de KWS, Aloyssius, Guido en Amalia-Astro aan MJOP gereserveerd voor onderhoud. Vanwege alleen noodzakelijk onderhoud, bij de Montini, Gaspard de Coligny en de NBS . (uitgangspunt 20 % van de oorspronkelijk geraamde uitgaven) een besparing van bijna 1 miljoen aan onderhoud –- de gemeente dient bij huisvestingaanvragen van de Aloyssius rekening te houden met extra kosten in verband met de status als gemeentelijk monument. Dit dient te gebeuren op basis van offertes (realistische cijfers) en goed overleg tussen gemeente en schoolbestuur.
45
1.NIEUWE BAARNSE SCHOOL Nieuw Baarnse School Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (fictief m2)
Verschil
1-10-2009
2.564
2.070
-494
2014
2.604
2.070
-534
2019
2.383
2.070
-313
2023
2.242
2.070
-172
Algemeen Naam:
Nieuw Baarnse School
Richting:
Bijzonder neutraal
Bestuur:
Vereniging Nieuw Baarnse School
Locaties:
1
Capaciteit:
16 groepsruimten (15 permanent en 1 tijdelijk)
Bouwaard:
permanent en tijdelijk
Stichtingsjaar:
1911
B.V.O. werkelijk:
2.365
B.V.O. fictief:
2.070
Medegebruik:
Nee
46
Stand van zaken onderwijshuisvesting De Nieuw Baarnse school is gehuisvest in een oud gebouw waar te weinig groepsruimten aanwezig zijn voor het huidige aantal leerlingen. Momenteel is er een krediet voor twee extra tijdelijke groepsruimten. Aangezien de NBS van mening is dat zij - wanneer deze twee tijdelijke voorzieningen in hun eigen tuin worden geplaatst - het recht op de grond verliest, wil de school geen gebruik maken van het krediet om deze twee noodlokalen te realiseren. Inmiddels heeft de NBS nogmaals recht op 4 lokalen uitbreiding. In totaal heeft de school 494 m2 bvo tijdelijk tekort en 313 m2 bvo permanent tekort. Capaciteit NBS
docentenkamer van de NBS stamt uit de eerste bouwperiode en geschikt voor hooguit 8 leerkrachten (nu ruim 20).
1 noodlokaal , staat er inmiddels 20 jaar en heeft inmiddels een permanente status. Echter daarvoor zijn tot nu toe geen middelen toegekend.
De NBS beschikt verder over alle benodigde ruimten voor eigentijds onderwijs (IB en RT ruimte, speel-, gymnastiek, muziek , handvaardigheid en computerlokaal). Deze ruimten bevinden zich in kelders en zolders waar nauwelijks daglicht binnenkomt. Conform de wetgeving gelden deze ruimten dan ook niet als bruto vloeroppervlak geschikt voor onderwijs (bvo).
De NBS kan in het huidige gebouw niet verder groeien, komt op basis van het aantal ingeschreven kinderen 6 groepsruimten te kort.
De NBS wenst niet groter te worden dan een school voor maximaal 500 kinderen, daarmee kan de NBS vrijwel niet verder groeien.
Het gymlokaal is te klein voor het aantal kinderen en het aantal klokuren.
De NBS heeft een wachtijst van ongeveer 200 kinderen. Voor groep 1 en 3 bestaan verschillende wachtlijsten, in bovenstaande tabel is inzichtelijk wat het effect van de wachtlijst zou zijn op het leerlingenaantal. In het huidige gebouw is 500 leerlingen het maximum aantal. Bij een terugloop van de bevolking zal het leerlingenaantal op de NBS naar verwachting gelijk blijven.
47
2. MONTINISCHOOl Montinischool Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (m2)
Verschil
1-10-2009
1.558
1.400
-158
2014
1.613
1.400
-213
2019
1.498
1.400
-98
2023
1.407
1.400
-7
Algemeen Naam:
Montinischool
Richting:
Jenaplan
Bestuur:
Het Sticht
Locaties:
1
Capaciteit:
12 groepsruimten (9 permanent en 3 tijdelijk)
Bouwaard:
permanent en tijdelijk
Stichtingsjaar:
1968 en 2000
B.V.O. werkelijk:
1.185 en 215
Medegebruik:
Nee
Stand van zaken onderwijshuisvesting De gemeente is voornemens de Montinischool te vervangen. Aangenomen wordt dat de school zich gaat vestigen in COO Noord. Gezien dit voornemen wordt er alleen nog het noodzakelijke geïnvesteerd in het gebouw waardoor het onderhoud matig is. De Montini heeft een tijdelijk tekort van 213 m2 in 2014 en dit aantal meters wordt extra meegenomen in COO Noord.
48
3. ST. ALOYSIUSSCHOOL St. Aloysiusschool Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
1-10-2009
Capaciteit (fictief m2)
Verschil
1.337
1.245
-92
2014
1.412
1.245
-167
2019
1.347
1.245
-102
2023
1.271
1.245
-26
Algemeen Naam:
St. Aloysiusschool
Richting:
Rooms-katholiek
Bestuur:
Het Sticht
Locaties:
1
Capaciteit:
9 groepsruimten
Bouwaard:
permanent
Stichtingsjaar:
1895
B.V.O werkelijk:
1.663
B.V.O fictief:
1.245
Medegebruik:
Nee
49
Stand van zaken onderwijshuisvesting St. Aloysiusschool zit gehuisvest in een monumentaal pand waarin het niet mogelijk is onderwijskundige vernieuwingen door te voeren. De komende jaren heeft de St. Aloysiusschool ruimte tekort van 92 m2 bvo. Mogelijk neemt deze krapte in 2014 nog verder toe. De Aloyssius kan in dat geval gebruik gaan maken van de lokalen in het naastgelegen Poorthuis. Het schoolbestuur heeft de wens om in de toekomst in een brede school te worden gehuisvest. Capaciteit Aloyssius -
Op dit moment wordt onderzocht of de ruimte boven de directiekamer geschikt gemaakt kan worden om daar werkruimtes te creëren voor IB en RT.
-
Er is geen computerlokaal. De computers staan in de klas of in de gangen van de school. (De brede gangen zijn hier wel ruim genoeg voor.)
-
Er is geen speellokaal voor de kleuters. De kinderen van de onderbouw maken voor bewegingsonderwijs gebruik van de inpandige gymzaal.
-
Maand afsluitingen worden gehouden in de centrale bovenhal. Deze centrale bovenhal heeft een podium.
-
Er zijn geen noodlokalen aanwezig.
-
Op dit moment is het maximaal te plaatsen leerlingen in het gebouw ook aanwezig.
-
De (grote) zolder is slechts geschikt voor opslag.
-
De Aloyssiusschool kan in geval van nood gebruik wel gebruik maken van lege lokalen in het Poorthuis
-
Aloyssius kan niet verder uitbreiden (maximaal aantal leerlingen is aanwezig) en heeft een wachtlijst.
50
4. KONINGIN WILHELMINA SCHOOL Koningin Wilhelmina School Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (fictief m2)
Verschil
1-10-2009
1.422
1.360
-62
2014
1.281
1.360
79
2019
1.146
1.360
214
2023
1.075
1.360
285
Algemeen Naam:
Koningin Wilhelmina school
Richting:
Protestants-christelijk
Bestuur:
PCBO Baarn-Soest
Locaties:
1
Capaciteit:
11 groepsruimten (10 permanent en 2 tijdelijk)
Bouwaard:
permanent en tijdelijk
Stichtingjaar:
1922 , 2001 en 2007
B.V.O. werkelijk:
1.511, 72 en 75
B.V.O. fictief:
1.360
Medegebruik:
Ja, de peuterspeelzaal maakt ook gebruik van het gebouw.
Op basis van het vereenvoudigde ruimtebehoeftemodel heeft de KWS een capaciteitstekort van 62 m2 . De KWS kan op dit moment niet verder groeien (qua groepsruimten), tenzij de peuterspeelzaal naar een andere locatie gaat. Bij een daling van het aantal leerlingen zullen de noodlokalen zo spoedig mogelijk dienen te verdwijnen ten gunste van het speelterrein en aanzicht school.
51
Stand van zaken onderwijshuisvesting De school heeft momenteel geen passende huisvesting. De verwachting is echter dat de leerlingenkrapte binnen 5 jaar zal verdwijnen, daardoor heeft de school op dit moment geen recht op uitbreiding. Capaciteit; -
personeelsruimte is in gebruik als IB ruimte.
-
Administratief werker heeft werkplek in het magazijn wegens ruimtegebrek.
-
Geen speellokaal.
-
2 noodlokalen (1 voor de school, 1 peuterspeelzaal)
-
Maximum aantal leerlingen is bereikt en ligt rond de 250.
-
Gymzaal wordt na schooltijd verhuurd aan Colors (gym -en dansles)
52
5. AMALIA ASTRO SCHOOL Amalia Astro Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (fictief m2)
Verschil
1-10-2009
1.452
1.197
-255
2014
1.654
1.197
-457
2019
1.473
1.197
-276
2023
1.397
1.197
-200
Algemeen Naam:
Amalia Astro school
Richting:
Protestants-christelijk
Bestuur:
PCBO Baarn-Soest
Locaties:
1
Capaciteit:
11 groepsruimten
Bouwaard:
permanent
Stichtingsjaar:
1909
B.V.O. werkelijk:
1.197
Medegebruik:
Nee
Stand van zaken onderwijshuisvesting De Amalia Astroschool is gehuisvest in een oud pand waardoor het niet mogelijk onderwijskundige vernieuwingen door te voeren. Het bestuur vindt het wenselijk dat de Amalia Astro in de toekomst in een brede school wordt gehuisvest.
De Amalia-Astro heeft wel een aantal extra ruimten zoals een IB-ruimte, een ICT ruimte en een docentenkamer. De docentenkamer is te klein voor het huidige aantal leerkrachten. De Amalia-Astro heeft een speellokaal. Dit lokaal wordt ook gebruikt voor vieringen en centrale activiteiten, maar is wel te klein voor de hele school.
De Amalia-Astro heeft permanent een ruimtegebrek van 200 m2 bvo en tijdelijk in 2014 457 m2 bvo.
De school heeft geen uitbreidingsmogelijkheden, voorgesteld wordt om de uitbreiding bij COO Noord te realiseren.
Maximaal aantal leerlingen bedraagt 260.
53
6. GASPARD DE COLIGNY Gaspard de Coligny Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (m2)
Verschil
1-10-2009
1.291
1.424
133
2014
1.392
1.424
32
2019
1.307
1.424
117
2023
1.216
1.424
208
Algemeen Naam:
Gaspard de Coligny
Richting:
Protestants-christelijk
Bestuur:
PCBO Baarn-Soest
Locaties:
2
Capaciteit:
7 groepsruimten
Bouwaard:
permanent
Stichtingsjaar:
1968 en 1971
B.V.O. werkelijk:
984 en 440
Medegebruik:
Nee
Stand van zaken onderwijshuisvesting De Gaspard de Coligny heeft passende huisvesting wanneer gekeken wordt naar het aantal m² BVO. De plusmeters zijn niet te gebruiken voor onderwijs en het starten van een extra groep. Omdat de school na 1950 gebouwd is kan niet uitgegaan worden van een fictieve ruimteberekening. - Gaspard heeft geen speellokaal. Geen ICT ruimte, geen gemeenschapsruimte en geen handvaardigheidslokaal. - Maximaal aantal leerlingen is ongeveer 230. - Peuterspeelzaal huurt lokaal (Versa). - Tussenschoolse opvang door Brood en Spelen. - Veel kinderen gaan na schooltijd naar de bso.
54
7.GUIDO DE BRES SCHOOL Guido de Brès School Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (m2)
1-10-2009
1.508
2.163
Verschil 655
2014
1.402
2.163
761
2019
1.312
2.163
851
2023
1.276
2.163
887
Algemeen Naam:
Guido de Brès School
Richting:
Protestants-christelijk
Bestuur:
PCBO Baarn-Soest
Locaties:
2
Capaciteit:
12 groepsruimten
Bouwaard:
permanent
Stichtingsjaar:
1955 en 1960
B.V.O. werkelijk:
1.583 en 580
Medegebruik:
Nee
Stand van zaken onderwijshuisvesting Guido de Brès heeft qua capaciteit passende huisvesting. Het schoolbestuur is van mening dat de hoofdlocatie niet voldoet aan de hedendaagse eisen die modern onderwijs aan het gebouw stelt. De dislocatie is onlangs totaal gerenoveerd en er is een nieuwe ruimte gerealiseerd met gelden van de onderwijskundige vernieuwingen. De Guido de Bres heeft geen ruimte om een extra groep te groeien. De extra meters zitten vooral in onbruikbare over ruimten en de grote hal. Omdat de school na 1950 gebouwd is kan niet uitgegaan worden van een fictieve ruimteberekening. De hoofdlocatie heeft; -
geen IB ruimte,
-
geen magazijn,
-
geen ICT ruimte en geen rustige studieplekken.
55
8. De Uitkijck De Uitkijck Ruimtebehoefte Jaar
Behoefte (m2)
Capaciteit (m2)
Verschil
1-10-2009
1.623
1.724
101
2014
1.316
1.724
408
2019
1.231
1.724
493
2023
1.191
1.724
533
Algemeen Naam:
De Uitkijck
Richting:
Openbaar onderwijs
Bestuur:
Stichting Eemvallei Educatief
Locaties:
1
Capaciteit:
13
Bouwaard:
permanent
Stichtingsjaar
2009
B.V.O. werkelijk:
1.724 5
Medegebruik:
Ja
Stand van zaken onderwijshuisvesting In 2009 gaat De Uitkijck verhuizen naar COO Zuid. De school zal met een groep gaan uitbreiden na de verhuizing. Vanwege het groter aantal zorg (gewichten) kinderen zijn lokalen soms al vol bij 25 leerlingen in plaats van 30.
5
Dit aan tal m2 BVO is gebaseerd op het aantal groepen. Werkelijke m2 BVO is niet bekend.
56