Strategisch Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Opdrachtgever Gemeente Langedijk Referentienummer 970262/20130827sl01 Samenstelling Maarten Groenen en Thomas Nobel Eindrapport / 20 september 2013
Zekeringstraat 46 | 1014 BT Amsterdam Postbus 59112 | 1040 KC Amsterdam +31 (0)88 235 04 27 www.icsadviseurs.nl
Inhoud 1
Inleiding .............................................................................. 5
2
Aanpak ................................................................................ 6
2.1 2.2 2.3
Procesbeschrijving .............................................................................. 6 Visualisatie stappenplan ....................................................................... 8 Kaders van onderzoek .......................................................................... 9
3
Beleidskader ........................................................................ 10
3.1 3.2 3.3 3.4
Taken en verantwoordelijkheden ...........................................................10 Integraal Huisvestingsplan Onderwijs ......................................................11 Relatie Subsidie- en Accommodatiebeleid ................................................12 Lokaal beleid en breed gedragen visie uitgangspunten .................................13
4
Inventarisatie en analyse.......................................................... 17
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Wijze van waardering onderwijslocaties ..................................................17 Nulmeting Broek op Langedijk ...............................................................18 Nulmeting Oudkarspel.........................................................................21 Nulmeting Noord en Zuid - Scharwoude ...................................................23 Nulmeting Sint Pancras .......................................................................26 Nulmeting voortgezet onderwijs ............................................................29 Ontwikkeling van aantal leerlingen .........................................................30
5
Analyse in perspectief ............................................................. 33
5.1 5.2 5.3 5.4
Analyse Primair Onderwijs per kern ........................................................33 Analyse Voortgezet Onderwijs ...............................................................35 Analyse op gemeentelijk niveau ............................................................35 Kansenkaarten ..................................................................................36
6
Variantenstudie ..................................................................... 41
6.1 6.2 6.3
Varianten en prioritering .....................................................................41 Variantenstudie Oudkarspel ..................................................................43 Variantenstudie Noord en Zuid – Scharwoude ............................................45
De inhoud van deze uitgave is eigendom van ICS Adviseurs B.V. te Zwolle. Enkel de opdrachtgever waarmee ICS Adviseurs B.V. een overeenkomst is aangegaan, heeft een gebruiksrecht voor deze uitgave. De inhoud en omvang van dat gebruiksrecht zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden van ICS Adviseurs B.V., d.d. december 2008, dan wel in de overeenkomst zoals hiervoor bedoeld. Elk ander gebruik van deze uitgave, door opdrachtgever en of derden is uitgesloten, inhoudende dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via internet, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ICS Adviseurs B.V.
6.4 6.5 6.6
Variantenstudie Sint Pancras ................................................................47 Variantenstudie Broek op Langedijk ........................................................49 Variantenstudie Voortgezet Onderwijs ....................................................51
7
Investeringsraming varianten ..................................................... 52
8
Scholenplan Langedijk ............................................................. 58
8.1 8.2 8.3 8.4
Van voorkeursvarianten naar Scholenplan Langedijk ....................................58 Investeringsbehoefte Scholenplan ..........................................................59 Investeringsbehoefte vertaald naar kapitaallasten ......................................60 Conclusies en aanbevelingen ................................................................61
De inhoud van deze uitgave is eigendom van ICS Adviseurs B.V. te Zwolle. Enkel de opdrachtgever waarmee ICS Adviseurs B.V. een overeenkomst is aangegaan, heeft een gebruiksrecht voor deze uitgave. De inhoud en omvang van dat gebruiksrecht zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden van ICS Adviseurs B.V., d.d. december 2008, dan wel in de overeenkomst zoals hiervoor bedoeld. Elk ander gebruik van deze uitgave, door opdrachtgever en of derden is uitgesloten, inhoudende dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via internet, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ICS Adviseurs B.V.
1
Inleiding
De gemeente Langedijk heeft dit jaar een leerlingenprognose opgesteld, waaruit blijkt dat het aantal leerlingen in het basisonderwijs tot 2023 met ruim 10% gaat dalen. Daarnaast zijn er 2 scholen die onder de opheffingsnorm gaan vallen. Al enige tijd is de gemeente hierover met de schoolbesturen in gesprek om te komen tot een gezamenlijk gedragen antwoord op deze krimp. Zo zijn er op 16 juli 2012 in het Op Overeenstemmingsgericht Overleg1 (verder OOGO) gezamenlijk 12 uitgangspunten geformuleerd voor de toekomst van het onderwijs en de huisvesting ervan. Verder heeft de gemeente de wens om brede voorzieningen als een brede school of Integraal Kindercentrum (IKC) te realiseren. Om hieraan verder invulling te geven is in het coalitiedocument van 9 augustus 2011 bij het programma onderwijs opgenomen: “Onderwijs is belangrijk voor de toekomst. Goede huisvesting is daarvoor een voorwaarde. Uitgangspunt is onderwijshuisvesting, ingericht voor het onderwijs van morgen, op basis van de Brede School.” Een IHP geeft inzicht wat er de komende 10 jaar nodig is om goede onderwijshuisvesting te verwezenlijken. Het IHP bestaat uit het opstellen van een scholenplan per kern voor de komende 10 jaar in overleg met de betrokken schoolbesturen. Hierbij wordt samenwerking tussen schoolbesturen in één schoolgebouw in de vorm van een brede school onderzocht. Tenslotte worden de scholenplannen per kern samengevat in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Voor de volgende kernen dient een scholenplan te worden opgesteld: Sint Pancras, Broek op Langedijk, Noord en Zuid - Scharwoude en Oudkarspel. Als aandachtspunt voor het opstellen van de plannen is meegegeven dat de plannen zullen beschrijven, op basis van behoud van kwaliteit van onderwijs, welke schoolgebouwen de komende 10 jaar gefaseerd worden afgestoten of worden samengevoegd en wat er gaat gebeuren met de leegstaande lokalen in de schoolgebouwen die blijven bestaan. Voor de toekomst zullen er gefaseerd stappen worden genomen om te komen tot het realiseren van een kindcentrum. Vervolgens is lopende het traject door de gemeente besloten om ook het Voortgezet Onderwijs integraal op te nemen. De gemeente Langedijk heeft een duidelijk proces voor ogen voor het ontwikkelen van de scholenplannen. Het proces omvat 2 fases, te weten: planontwikkeling en besluitvorming. Tijdens de planontwikkeling worden op basis van kaders concrete plannen uitgewerkt, waarbij ook de financiële consequenties inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast zullen ook de kaders voor het accommodatiebeleid worden betrokken. In de besluitvormingsfase worden de scholenplannen voorgelegd aan betrokken partijen (en hun achterban) en aan de raad. In de eerste fase van planontwikkeling wordt een ruwe inschatting gemaakt van de benodigde investeringen voor realisatie van de scholenplannen. Bij de uitwerking van de scholenplannen worden de kosten (en mogelijke) baten per project nader uitgewerkt.
1
De Wet primair onderwijs schrijft voor dat de gemeente op overeenstemming gericht overleg dient te voeren met vertegenwoordigers van de besturen van de bijzondere school in de gemeente, alvorens het college en/of de gemeenteraad rechtsgeldig besluiten kan nemen met betrekking tot het lokale onderwijsbeleid. De verplichting om op overeenstemming gericht overleg te voeren, houdt tevens in dat de overlegpartners hun uiterste best moeten doen om tot overeenstemming te komen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
5/62
2 2.1
Aanpak Procesbeschrijving
Hieronder wordt uiteengezet welke stappen zijn gezet om te komen tot de Scholenplannen per kern. Feitelijke gegevens Breed inzicht in de kwaliteit van de schoolgebouwen van Langedijk vormt de basis voor gedegen scholenplannen. Om dit inzicht te verkrijgen is begonnen met een inventarisatie van de beschikbare en feitelijke informatie, onder andere de leerlingenprognoses en –tellingen en de meerjaren onderhoudsplannen voor de schoolgebouwen. Alle relevante en beschikbare informatie over de schoolgebouwen in alle kernen is verzameld. Alle scholen zijn vanuit de volgende vier perspectieven geïnventariseerd: staat gebouwen, financiën, vraag en aanbod en samenwerking. Om een goede indruk te krijgen van de schoollocaties zijn alle locaties bezocht. Deze bezoeken hadden een beschouwend karakter, er vonden tijdens deze bezoeken geen gesprekken plaats met betrokkenen ter plaatse. Analyse relevante beleidsdocumenten Naast de informatie over schoolgebouwen zijn ook alle relevante beleidsdocumenten geanalyseerd. Uit stukken als de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en recente programma’s en overzicht is de nodige kaderstellende en achtergrondinformatie verzameld omtrent het onderwijshuisvestingsbeleid van de gemeente Langedijk. Verwerking in kansenkaarten Op basis van de aangeleverde informatie en feitelijkheden is per locatie in samenspraak met de schoolbesturen een nulmeting opgesteld. Vervolgens is elke locatie vanuit de vier perspectieven (‘staat gebouwen, financiën, vraag en aanbod en samenwerking’) beoordeeld met behulp van een zogenaamd ‘stoplichtmodel’. Door middel van dit ‘stoplichtmodel’ worden de locaties overzichtelijk beschouwd vanuit de verschillende perspectieven, met elkaar vergeleken en gewaardeerd. Door deze waarderingen van de diverse locaties te vervatten in een visualisatie per kern, ontstaat een overzichtelijk beeld van de situatie. Dit zijn de ‘kansenkaarten’ per kern. Interviews Het inzicht in de feitelijke gebouwsituatie alsook de verkenning van relevante beleidsdocumenten vormde de opstap naar een ronde van interviews met alle in de gemeente Langedijk betrokken schoolbesturen, zowel binnen het primair als het voortgezet onderwijs. Ook de in de gemeente gevestigde kinderopvangorganisatie en de organisatie voor peuterspeelzaalwerk zijn geïnterviewd. Ten derde zijn interviews afgenomen met betrokken ambtenaren vanuit de gemeente evenals de verantwoordelijk portefeuillehouder in het College van B&W.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
6/62
Tijdens de interviews is in de breedte de kwaliteit van de schoolgebouwen, het gevoerde onderwijshuisvestingsbeleid en de ambities daarin geïnventariseerd met de vertegenwoordigers van de betrokken maatschappelijke partners en de gemeente. Naast verificatie van onze eerste inzichten vanuit de feitelijke gebouwelijke situatie, is met de schoolbesturen nader ingegaan op aspecten zoals kwaliteit van onderwijs, spreiding, minimale omvang van een schoollocatie, diversiteit aanbod per kern, et cetera. Met de gesprekspartners is gezocht naar mogelijke oplossingsrichtingen voor knelpunten en mogelijke verbeterpunten. Daarbij is niet alleen gekeken naar ambities en wensen van de schoolbesturen, maar ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de mogelijke bijdrage die de scholen en schoolbesturen zelf kunnen leveren. Overeenstemming over vertrekpunt Op basis van de interviews is de eerste analyse van de situatie per kern en per locatie zo nodig bijgesteld. Vervolgens is middels een interactieve werkbijeenkomst met de gemeente, de betrokken schoolbesturen en een vertegenwoordiging vanuit Stichting Kinderopvang Langedijk (SKL) en Stichting Peuterspeelzalen Langedijk (SPL) gebrainstormd over de inventarisatie van de huidige situatie in de gemeente Langedijk. Startpunt van de analysefase was dan ook een breed gedragen beeld van het startpunt waarop het IHP van de gemeente Langedijk dient te rusten. Analyse en opmaat naar Scholenplannen Vervolgens is gestart met een analyse van de kansen en bedreigingen die binnen het vraagstuk aanwezig of aanstaande zijn. Hierbij heeft voor zover mogelijk een schikking plaatsgevonden op basis van importantie. Hierbij speelden zowel maatschappelijke, financiële, demografische als technische factoren mee evenals wet- en regelgeving en lokaal beleid. Ook deze analyse is gedeeld met de betrokkenen. Op basis van onze indrukken uit de tweede interactieve werkbijeenkomst is gekomen tot variantenstudies per kern. Overeenstemming over analyse en uitkomsten Tot slot zijn de plannen en conclusies gedeeld met alle betrokkenen in een derde interactieve werkbijeenkomst en is gekomen tot het opmaken van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs met daarin het Scholenplan. Betrokkenheid SKL en SPL SKL en SPL zijn, als belangrijke partners voor het onderwijs, betrokken in de totstandkoming van de scholenplannen. Daarnaast hebben beide partijen nadrukkelijk meegewerkt aan formuleren van de gezamenlijke visie met betrekking tot integrale kindcentra. In de uitwerking van de scholenplannen en integrale kindcentra dienen SKL en SPL eveneens nadrukkelijk te worden betrokken.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
7/62
2.2
Visualisatie stappenplan
Schematisch zag het doorlopen stappenplan voor het opstellen van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs er als volgt uit:
• Startgesprek met opdrachtgever Startgesprek
• Inventarisatie • Quick scan bezoek aan schoollocaties Inventarisatie • Interviews schoolbesturen en gemeente & analyse • Analyse
Varianten studie
Rapportage
Besluitvorming
• 1e interactieve bijeenkomst gemeente en partners • Van contouren naar huisvestingsvarianten • Opstellen tussenrapportage • 2e interactieve bijeenkomst gemeente en partners • 3e interactieve bijeenkomst gemeente en partners
• Opstellen concept scholenplan • Terugkoppeling en bespreken concept scholenplan • Afronding en oplevering scholenplan
• Presentatie
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
8/62
2.3
Kaders van onderzoek
De formele uitgangspunten en kaders van de analyse zijn: Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (9 januari 2009); Verslag OOGO ‘startbijeenkomst over de toekomst van onderwijs in de gemeente Langedijk (16 juli 2012); Leerling prognoses Basisonderwijs Gemeente Langedijk (Pronexus BV) van 22 mei 2013. De scope van de analyse kan samengevat worden als: Alle onderwijshuisvestingslocaties binnen het PO en VO; De huisvesting van maatschappelijke partners als het gaat om opvang en educatie, indien er kansen liggen en verwachte meerwaarde in het koppelen en gebouwelijk samen brengen van onderwijs.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
9/62
3 3.1
Beleidskader Taken en verantwoordelijkheden
Wettelijke taken gemeente Op 1 januari 1997 heeft het Rijk de verantwoordelijkheid voor de zorg voor adequate huisvesting van scholen in het primair en voortgezet onderwijs overgedragen aan de gemeente. Vanaf deze decentralisatie heeft de gemeente de zorgplicht voor onderwijshuisvesting. De zorgplicht van de gemeente is vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs, Wet op Voortgezet Onderwijs en Wet op de Expertise Centra. Sinds de zorgplicht is overgedragen ontvangt de gemeente Langedijk hiervoor (ongeoormerkte) middelen in het Gemeentefonds. De wettelijke zorgplicht houdt in dat de gemeente dient te zorgen voor: adequate huisvesting van alle leerlingen van alle scholen, die op het grondgebied van de betreffende gemeente zijn gelegen; het vervangen, onderhouden of aanpassen van gebouwonderdelen die noodzakelijk zijn om de voortgang van het onderwijs niet in gevaar te brengen (of de vergoeding daarvan); het vergoeden van de eerste aanschaf van onderwijsleerpakket, leer– en hulpmiddelen en meubilair. Om aan deze wettelijke zorgplicht te voldoen, heeft de gemeenteraad op 9 januari 2009 (voor het laatst) de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Langedijk vastgesteld, waarin onder andere de volgende zaken zijn opgenomen: op welke voorzieningen schoolbesturen aanspraak kunnen maken (bijv. uitbreiding); welke procedures gevolgd moeten worden om een voorziening aan te vragen en te beoordelen; op basis van welke criteria de aanvragen worden getoetst (bijv. aantal leerlingen); de hoogte van de budgeten van de voorzieningen. De beschreven procedure uit de Verordening resulteert in een jaarlijkse cyclus met een Onderwijshuisvestingsplan, waarin het Programma (overzicht toegekende aanvragen) en Overzicht (afgewezen aanvragen) is opgenomen. Verder is wettelijk vastgelegd dat de gemeente en de schoolbesturen jaarlijks overleg voeren over onder andere onderwijshuisvestingsbeleid. Dit overleg wordt het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) genoemd Wettelijke taken schoolbesturen Schoolbesturen hebben ten aanzien van de huisvesting de onderhoudsplicht. Dit betekent dat scholen verplicht zijn het gebouw ‘behoorlijk te gebruiken en onderhouden’. Ten aanzien van het onderhoud is er hierbij een verschil tussen het primair en voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs geldt het zogenaamde binnenkant – buitenkant model, waarbij de schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de binnenkant.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
10/62
Schoolbesturen zijn daarnaast ook verantwoordelijk voor de overige taken rondom de instandhouding van het schoolgebouw. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan schoonmaak en beheer. De schoolbesturen ontvangen op basis van het aantal leerlingen van het Rijk een zogenaamde lumpsumvergoeding om (materiële) instandhouding te kunnen uitvoeren. Verwachte overheveling (buiten)onderhoud Op 7 januari 2013 heeft staatssecretaris Dekker in een brief aangekondigd dat hij voornemens is om de het wetsvoorstel ‘overhevelen buitenonderhoud primair onderwijs’ per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Hiermee wordt de schoolbesturen en gemeenten extra tijd gegeven om zich voor te bereiden op de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling. In deze nieuwe verdeling krijgen de scholen de verantwoordelijkheid voor het totale onderhoud van schoolgebouwen, alsook de (functionele) aanpassingen ervan. Op 18 juni 2013 is het concept wetsvoorstel gepubliceerd en ingediend bij de Tweede kamer. De voornaamste onderdelen uit het wetsvoorstel betreffen: Overgangsmaatregel
Bedrag per m² bvo
Gymnastiek Renovatie
Om de ‘overheveling van het buitenonderhoud’ te vergemakkelijken komt er een overgangsregeling. Aan kleine schoolbesturen met oudere schoolgebouwen wordt tijdelijk (3 jaar) aanvullende bekostiging toegekend. De invulling en budgetten met betrekking tot deze regeling zijn niet bekend gemaakt. De overheveling van taken en verantwoordelijkheden betekent tevens een wijziging in de bekostiging. Schoolbesturen krijgen voor deze extra taak een toevoeging aan de Materiele instandhoudingsvergoeding. De hoogte van de toevoeging aan de Materiele instandhoudingsvergoeding is nog niet bekend gemaakt. Uiterlijk 1 oktober 2014 wordt het programma van eisen (voor 2015) vastgesteld en is inzichtelijk welk bedrag aan de materiele instandhouding wordt toegevoegd. Er is aangegeven dat ten aanzien van de verantwoordelijkheden voor het onderhoud van lokalen voor bewegingsonderwijs niets veranderd. Ten aanzien van renovaties blijft er ook na de overheveling een onduidelijke situatie en heeft/krijgt deze geen status in de Wet Primair Onderwijs. Aangezien elke situatie anders is, zullen schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk invulling moeten geven aan een renovatie en de bekostiging ervan.
De gemeente blijft echter verantwoordelijk voor voorzieningen als (vervangende) nieuwbouw en nieuwbouw voor scholen en gymnastiekonderwijs. Voor deze verantwoordelijkheid ontvangt zij in het gemeentefonds een ‘ongeoormerkte’ budget ten behoeve van onderwijshuisvesting.
3.2
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs
Op dit moment volgt de gemeente Langedijk de jaarlijkse cyclus van Programma en Overzicht uit de huisvestingsverordening. Dit betekent dat schoolbesturen aanvragen in kunnen dienen voor voorzieningen als vervangende nieuwbouw, uitbreiding en een aantal onderhoudswerkzaamheden. Elke aanvraag wordt vervolgens individueel beoordeeld aan de hand van de huisvestingsverordening. De huisvestingsverordening wordt gezien als een
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
11/62
belangrijk, maar star, kader voor onderwijshuisvesting. Voor belangrijke ontwikkelingen biedt de huisvestingsverordening geen uitkomst, te weten:
Er wordt bij een vervangingsvraag nagenoeg uitsluitend naar de technische staat van het schoolgebouw gekeken. Een integrale afweging, waarbij ook zaken als exploitatielasten, boekwaarde en functionele staat worden meegenomen, wordt nu niet gemaakt; De huidige standaard huisvestingsverordening (conform het model van de VNG) is beleidsarm en kent geen plaats voor zaken als multifunctioneel gebruik en duurzaamheid.
Doordat elk schoolgebouw op zich wordt beoordeeld is er nauwelijks sprake van een integrale benadering op portefeuille- of gebiedsniveau en is inspelen op ontwikkelingen als krimp, leefbaarheid en herontwikkelingen met de huidige werkwijze niet goed mogelijk. De gemeente Langedijk heeft nadrukkelijk de wens om haar (onderwijshuisvesting) beleid te vertalen en de huisvesting van scholen integraal te benaderen, zowel op gebouw- als portefeuilleniveau. Een veel gebruikte methode betreft het opstellen van een Integraal Huisvestingplan Onderwijs. Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs heeft de volgende doelstellingen:
Het verkrijgen van een meerjaren perspectief voor de huisvesting van alle scholen voor de komende 10 jaar. Het integraal benaderen van onderwijshuisvesting zowel op gebouw-, portefeuille- en gebiedsniveau. Voor Langedijk betekent dat voor elke kern een scholenplan wordt opgesteld. Het bepalen van de financiële kaders. Ruimte bieden om lokaal beleid te vertalen zodat een antwoord wordt geboden op zaken als een daling van het aantal kinderen (ontgroening) en de wens voor IKC’s. Samenwerking met en draagvlak bij de schoolbesturen (in het kader van de gezamenlijke zorgplicht). Zorgen voor een soepele overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbesturen.
Belangrijk om te vermelden is dat de huisvestingsverordening als belangrijk kader blijft dienen voor het opstellen van het Integraal Huisvestingsplan als het gaat om bijvoorbeeld de omvang van een nieuwe school en de normvergoeding voor vervangende nieuwbouw.
3.3
Relatie Subsidie- en Accommodatiebeleid
Parallel aan het traject van het opstellen van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is de gemeente bezig met het formuleren van Subsidie – en Accommodatiebeleid. Het resultaat van het Subsidie- en Accommodatiebeleid is een integraal beleidskader op basis waarvan planvorming kan plaatsvinden. Omdat de gemeente ten aanzien van onderwijshuisvesting een wettelijke verplichting heeft, is er voor gekozen om een apart IHP voor het onderwijs op te stellen dat qua tijdsplanning deels synchroon loopt aan het traject tot opstellen van Subsidie- en Accommodatiebeleid.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
12/62
Een belangrijk aspect wat zowel het accommodatiebeleid als het IHP raakt betreft de leegstand en medegebruik van onderwijsvastgoed. Een punt dat in de gemeente Langedijk leeft aangezien er sprake is van een trend van dalende leerlingaantallen en er gesproken wordt over ‘ontgroening’. Er is afstemming tussen beide trajecten voor wat betreft de inventarisatie gegevens. Doordat er over en weer informatie gedeeld wordt over oplossingsrichtingen van het IHP dan wel het Accommodatiebeleid, werken beide trajecten elkaar niet tegen, sluit beleid- en planvorming zo veel als mogelijk op elkaar aan en versterkt het elkaar zelfs waar mogelijk.
3.4
Lokaal beleid en breed gedragen visie uitgangspunten
Naast wettelijke taken en voorliggende wetswijzigingsvoorstellen zijn er nog een zevental aspecten die met betrekking tot het opstellen van een IHP Onderwijs van belang zijn op te benoemen, te weten: Gedeelde uitgangspunten besturen en gemeente Op 16 juli 2012 heeft een OOGO plaatsgevonden tussen de gemeente en schoolbesturen gericht op de toekomstige ontwikkelingen in de gemeente Langedijk. Tijdens deze bijeenkomst zijn de volgende uitgangspunten voor de toekomst geformuleerd: 1. De prognose niet als een statisch document zien maar als een dynamisch instrument. Een trend kan na een aantal jaar veranderen. Het is belangrijk deze trend nauwgezet te volgen. Tweejaarlijks wordt door de gemeente een leerlingenprognose opgesteld. 2. In iedere kern een aanbod van openbaar is niet meer dwingend. 3. In elke kern kwalitatief goed onderwijs nastreven, beter dan kiezen uit meerdere ‘kleine’ scholen van rond de 100 leerlingen. Dat kan betekenen; één school in een kern. 4. In elke kern kwalitatief goed onderwijs, dit kan bij een school van rond de 200 leerlingen of meer. 5. Bij een school van rond de 100 leerlingen zoekt het schoolbestuur aansluiting bij een andere school. 6. Per kern onderzoeken wat de consequenties zijn van samenwerken of het samenvoegen van scholen. 7. Per kern een plan op maat maken. 8. Per school naast de formele leegstand ook de onderwijskundige leegstand in kaart brengen. 9. Wanneer scholen van rond de 200 leerlingen of meer, samengevoegd worden gaan ze in één gebouw tezamen met de kinderopvang en de peuterspeelzaal. 10. Onderzoeken wat de beste manier is om het voortgezet onderwijs bij het primair onderwijs (kindcentrum) te laten aansluiten. 11. Als men onderzoekt of er behoefte is aan een kindcentrum in Langedijk moeten de ouders daar meteen bij betrokken worden. 12. Het kindcentrum als stip aan de horizon maar niet dwingend.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
13/62
Faciliteren van brede scholen In het recente verleden is in de huisvestingsverordening een artikel (Artikel 41) opgenomen omtrent het faciliteren van brede school vorming in de gemeente. Gekozen is de ruimtenormering en bijbehorende budgeten voor uitbreiding en nieuwbouw in de gemeente Langedijk hierom te verhogen met 16,6%. Op dit moment wordt zowel door gemeente als betrokken schoolbesturen geconcludeerd dat deze regeling niet (meer) passend is. De gemeente wil voorkomen dat onderwijshuisvesting ‘onnodig’ groot wordt en vervolgens bij daling van het leerlingaantal al snel leegstand vertoond. De schoolbesturen hebben aangegeven dat deze (bewust gekozen) overcapaciteit van het onderwijs resulteert in extra jaarlijkse exploitatielasten, die niet worden vergoed vanuit de materiele instandhoudingsvergoeding (vanuit het Rijk). In een gezamenlijke bijeenkomst omtrent het IHP is door gemeente en schoolbesturen geconcludeerd dat dergelijk beleid in de huidige tijdsgeest én in relatie tot de demografische en financiële perspectieven niet (meer) wenselijk lijkt. Bij het opstellen van de huisvestingsplannen binnen het IHP is er tussen gemeente en schoolbesturen overeenstemming dat dit beleid daarom niet meer standaard toegepast wordt. De nuancering die schoolbesturen hierbij maken, is dat zij ervoor pleiten om bij toekomstige nieuwbouwinitiatieven telkens te blijven afwegen in hoeverre bovenstaande beleidsregel toch van toepassing dient te worden verklaard. De schoolbesturen willen daarmee de vrijheid behouden om situationeel de meest passende oplossing te verkiezen; met of zonder de extra (normatieve) omvang. Schoolwoningen Naast bovenstaand brede scholenbeleid en de overeenstemming over het loslaten van de 16,6% regel is ook het beleid ten aanzien van schoolwoningen aan discussie onderhevig. De gemeente Langedijk verkoos tot voor kort om bij het opvangen en huisvesten van groeiende leerlingaantallen zogenaamde schoolwoningen in te zetten. Een schoolwoning is huisvesting, die in eerste instantie ten dienste staat van het onderwijs, maar op een later moment –in geval de behoefte aan huisvesting kleiner wordt- relatief eenvoudig een functiewijziging kan ondergaan en als woning ingezet kan worden. Echter in Langedijk worden de schoolwoningen verhuurd. Wanneer het onderwijs ruimte nodig heeft, gaan de huurders er niet per direct uit. De praktijk is echter ook dat de functionaliteit van schoolwoningen als extra onderwijscapaciteit te wensen overlaat. Kortom, het blijkt bij nader inzien een minder geschikte oplossing voor capaciteitsproblemen in het onderwijs dan eerder is voorzien. In het kader van het opstellen van de huisvestingsplannen binnen het IHP wordt dit bestaande beleid niet meer als actueel en passend beschouwd en daaruit voortvloeiend komt dit ook niet als oplossingsvariant terug in de scholenplannen. Hier komt bij dat de schoolwoningen minder flexibel in te zetten zijn dan vooraf verwacht. Dit komt doordat de huurders van de schoolwoningen huurbescherming genieten. De bestaande schoolwoningen in het Mayerslot-complex zullen dan ook op termijn niet meer ten behoeve van onderwijs worden ingezet.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
14/62
Wenslokalen In 2005 is besloten door de gemeente om ‘wenslokalen’ in het leven te roepen. Dit zijn ruimten in multifunctionele onderwijslocaties die primair als leslokalen zijn gerealiseerd maar normatief niet (meer) nodig zijn voor het verzorgen van onderwijs en als ‘leegstand’ dienen te worden aangemerkt. Schoolbesturen kunnen de gemeente verzoeken om deze vrije ruimte in gebruik te geven als ‘wenslokaal’ en om (per schooljaar) in gebruik te geven aan het onderwijs. De exploitatiekosten van de ruimte zijn voor rekening van het betreffende schoolbestuur. Door de gemeente is aangegeven dat het concept van de ‘wenslokalen’ inmiddels achterhaald is. Verwijzing naar medegebruik Schoolbesturen en gemeente zijn het er over eens dat het op grote schaal verwijzen van scholen naar onderwijscapaciteit elders in de gemeente als gevolg van groei-krimp vraagstukken niet wenselijk is. Een situatie is denkbaar dat er grote verschillen gaan ontstaan tussen onderwijslocaties, waarbij meerdere scholen gedeeltelijk leeg staan en enkele andere juist capaciteitstekort (gaan) kennen. Vanuit met name inhoudelijke / pedagogische achtergrond is er brede consensus dat het ‘verdelen’ van een school over meerdere andere locaties elders geen wenselijke optie is als structurele oplossing (voor langer dan 5 jaar). Voor een tijdelijke situatie (tot 4 jaar) ziet de gemeente verwijzing wel als mogelijke oplossing. Visie gemeente Langedijk op kindcentra De gemeente Langedijk heeft, parallel aan het opstellen van het IHP, samen met de betrokken partners het visiedocument “De route naar een integraal kindcentrum” opgesteld. Hierin is de gezamenlijke visie ten aanzien van de kindcentra geformuleerd en tevens enkele eerste stappen in de ontwikkeling. In het visiedocument is onder andere het volgende opgenomen. De gemeente Langedijk en haar partners streven ernaar dat alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 een op hen toegesneden en ononderbroken aanbod krijgen – op het gebied van spel, cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Kindcentra zijn samenwerkingsvormen van in ieder geval basisonderwijs, kinderopvangvoorzieningen (voorzieningen voor voorschoolse opvang voor kinderen van 0-4 jaar) en tussen-en naschoolse opvang, waarin gewerkt wordt vanuit één pedagogische/didactische visie, onder aansturing van één leidinggevende. Voor kindcentra bestaat geen blauwdruk. Het kindcentrum wordt ingericht op basis van de specifieke situatie in de buurt of wijk en de behoeften van kinderen en ouders. Het is niet noodzakelijk dat de onderdelen onder een dak gevestigd zijn; ook een model is denkbaar, waarbij voorzieningen op nabije locaties worden gevestigd.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
15/62
Het IKC of kindcentrum is de “stip aan de horizon”, het gewenste eindbeeld. Zoals gezegd impliceert het IKC dat er een uitvoerende organisatie ontstaat onder één leiding. Dit is de meest gewenste en tevens meest vergaande vorm om menskracht en middelen optimaal in te zetten. Dit gewenste eindbeeld kan slechts geleidelijk en gefaseerd gerealiseerd worden. Hoe dan ook streven alle partners naar: • • •
Een basisaanbod voor alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar, en op termijn een doorlopende didactische en pedagogische ontwikkelingslijn voor alle kinderen van 0-12 jaar. Het realiseren van een warme overdracht van de voorschoolse periode naar de school en voor kinderen die het nodig hebben een sluitend VVE aanbod (2-6). Het zo vroeg mogelijk signaleren van ontwikkelingsachterstand of –voorsprong en andere ontwikkelings/gerelateerde zaken en het kunnen bieden van een passende aanpak, in samenwerking met andere partijen in de wijk en de stad zoals CJG, sport en cultuur.
Om de ontwikkeling van kindcentra in Langedijk verder te brengen nemen wij met alle partners de volgende stappen: 1. Harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang met versterking van VVE. 2. Faciliteren en ondersteunen van pilots IKC. Onze eerste prioriteit is de voorschoolse periode in Langedijk goed in te richten. Dit is voorwaarde voor het daadwerkelijk realiseren van een doorgaande lijn 0-12 jaar. Tegelijk willen wij ook al waar zich kansen voordoen en waar de gemeente daartoe de mogelijkheid heeft de daadwerkelijke vorming van kindcentra stimuleren en ondersteunen. Medegebruik en verhuur Indien andere partijen dan basisscholen zich via medegebruik of verhuur huisvesten in een schoolgebouw worden afspraken gemaakt over een financiële compensatie richting de gemeente Langedijk. In het geval van commerciële gebruikers is er sprake van verhuur en dient de gemeente toestemming te verlenen. In het geval van niet – commerciële gebruikers is er sprake van medegebruik en dient dit te worden gemeld aan de gemeente.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
16/62
4 4.1
Inventarisatie en analyse Wijze van waardering onderwijslocaties
Onderstaand een overzicht van definities die aangehouden zijn met betrekking tot het waarderen van de onderwijslocaties.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
17/62
4.2
Nulmeting Broek op Langedijk
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
18/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
19/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
20/62
4.3
Nulmeting Oudkarspel
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
21/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
22/62
4.4
Nulmeting Noord en Zuid - Scharwoude
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
23/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
24/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
25/62
4.5
Nulmeting Sint Pancras
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
26/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
27/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
28/62
4.6
Nulmeting voortgezet onderwijs
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
29/62
4.7
Ontwikkeling van aantal leerlingen
Het aantal kinderen dat naar primair en voortgezet onderwijs gaat in de gemeente Langedijk én de ontwikkelingen naar de toekomst toe zijn inzichtelijk gemaakt in de leerling prognose 2013 opgesteld door Pronexus (op 22 mei 2013). Op basis van een groot aantal indicatoren en beïnvloedbare factoren (en conform een in verordening vastgestelde methodiek) is per school inzichtelijk gemaakt hoe de ontwikkeling van het aantal leerlingen er uit ziet de komende 15 jaar. De prognose van Pronexus geeft een goed beeld van trends en ontwikkelingen in leerlingaantal per school. Vanzelfsprekend zijn de prognoses van het aantal leerlingen – met name de verwachtingen wat verder in de toekomst - een indicatie en kan het werkelijke aantal leerlingen over een aantal jaren afwijken van de prognose. Desalniettemin wordt (conform de verordening) landelijk gewerkt met dergelijke leerling prognoses, geeft het een goed beeld van de trends en ontwikkelingen in de betreffende plaats en is het een solide basis waarop huisvestingsplannen ontwikkeld kunnen worden. Opgemerkt dient te worden dat er – net als in iedere andere gemeenschap met meerdere scholen - sprake kan zijn van groei en krimp van scholen als gevolg van bijvoorbeeld een veranderd imago of nieuwbouw. Het principe van ‘communicerende vaten’ (groei van ene school betekent krimp op andere school) is een element dat binnen het IHP wel degelijk aandacht verdient. Juist vanwege dit principe is in voorliggend IHP gekozen om de huisvestingsvraagstukken niet alleen school specifiek te benaderen, maar als onderdeel binnen de kern waar meerdere scholen gevestigd zijn. De oplossingsrichtingen in het Scholenplan kenmerken zich dan ook door een kern brede aanpak, waarbij vaak school overstijgende scenario’s zijn gedefinieerd. Belangrijke opmerkingen (door Pronexus) bij de leerling prognoses 2013 zijn: Oudkarspel: Er wordt op basis van de laatste jaren uitgegaan van lager aantal geboorten per jaar (39 i.p.v. 42), waardoor er een lagere prognose is voor de langere termijn. Noord- en Zuid-Scharwoude: Op basis van het huidige aantal 0-8 jarigen (807) en de bouw van 235 woningen in de komende jaren (waarvan circa 100 tot 2017) worden rond 2017 circa 825 kinderen van 4-12 jaar verwacht. Als gevolg van bovenstaande aannames komt de nieuwe prognose niet alleen voor de korte maar ook voor de lange termijn lager uit dan de vorige. Dit laatste mede ook door een naar beneden bijgestelde prognose van de geboorten. Broek op Langedijk: De eerstkomende jaren worden in totaal circa 170 woningen gebouwd, waarvan ongeveer de helft meergezinswoningen. Door het verder teruggelopen aantal 0-8 jarigen en een naar beneden bijgestelde prognose van de geboorten komt de nieuwe prognose zowel voor de korte als voor de lange termijn beduidend lager uit dan de vorige. In Westerdel (voorheen Mayersloot West II ) worden in de periode 2013-2020 totaal circa 690 woningen gebouwd merendeels eengezinswoningen. Hiervoor is de eigen referentielijn voor de nieuwbouw gehanteerd. D.w.z. dat de gemiddelde woningbezetting van de 4-12 jarigen in de piekperiode niet uitkomt op 0,4 (landelijk gemiddelde) maar 0,35. Voor de lange termijn is wel het landelijk gemiddelde gehanteerd van 0,24.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
30/62
Een en ander betekent dat er in de ‘piekperiode’ totaal circa 250 kinderen van 4-12 jaar zullen zijn in Westerdel. De nieuwe prognose wijkt niet af van de vorige. Sint Pancras: Er worden de eerstkomende jaren nog enkele woningen gebouwd, dat wil zeggen bijna 20 minder dan waar in de vorige prognose van werd uitgegaan. Omdat daarnaast de prognose van de geboorten naar beneden is bijgesteld komt de nieuwe prognose zowel voor de korte als voor de lange termijn beduidend lager uit dan de vorige.
Er kan worden geconcludeerd dat de prognose in alle bestaande voedingsgebieden naar beneden is bijgesteld en dat tevens betekent dat de daling van het leerlingen in het basisonderwijs sneller zal plaatsvinden (dan eerder verwacht). Het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs daalt naar verwachting van 2.793 (per 1-10-2012) naar 2.486 in 2020; een daling van 11% in 7 jaar. Deze verwachte ontwikkeling in het basisonderwijs zal tevens haar impact hebben op het voortgezet onderwijs. Voor het voortgezet onderwijs is geen leerling prognose bekend. In prognose is geen rekening gehouden met de nieuwbouwontwikkeling in de Broekhornpolder in Heerhugowaard. In deze nieuwe wijk worden gefaseerd 550 woningen gerealiseerd. Het is de verwachting dat een aanzienlijk deel van deze kinderen (tijdelijk) naar een van de scholen in Broek op Langedijk gaat. In de overzichten op de volgende pagina is de ontwikkeling van het aantal leerlingen per kern weergegeven.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
31/62
Figuur: Ontwikkeling aantal basisschool leerlingen per kern (voedingsgebied)
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
32/62
5
Analyse in perspectief
De eerste indrukken vanuit de analysefase zijn gedeeld met de schoolbesturen en de maatschappelijke partners SKP en SPL. Zij hebben de mogelijkheid gekregen en gepakt om hierbij hun eigen indrukken en analyses te delen met elkaar. Het delen van elkaars indrukken en visie op de uitdagingen was voor allen verrijkend. De eerste indrukken zijn hierop aangescherpt en verwerkt in zogenaamde ‘kansenkaarten’. Deze kansenkaarten zijn samenvattende visualisaties van de breed gedragen indrukken uit de inventarisatie. De kansenkaarten resulteren per voedingsgebied in een totaalbeeld van de uitdagingen op huisvestingsgebied ‘in één oogopslag’. Elke kern heeft een eigen kansenkaart, waardoor direct de onderliggende verbanden en eventuele overeenkomsten en verschillen transparant worden. De kansenkaart wordt dan ook gezien als tussenstap van inventarisatie naar de oplossingsrichtingen in het Scholenplan. In dit hoofdstuk is achtereenvolgens een indruk van de analyses per kern én gemeente breed opgenomen om uiteindelijk de resultaten van de analyse te vervatten in zogenaamde kansenkaarten per kern.
5.1
Analyse Primair Onderwijs per kern
De ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Langedijk 2009’ definieert een geografische verdeling van de gemeente. De volgende voedingsgebieden worden onderscheiden: Oudkarspel; ten noorden van de N504; Noord- en Zuid-Scharwoude tussen de lijn Geestweg/Oostelijke Randweg en N504; Broek van Langedijk en Mayersloot tussen Geestweg/Oostelijke Randweg en Twuyverweg; Sint Pancras. Broek op Langedijk Drie basisscholen zijn gehuisvest in Broek op Langedijk, waarvan twee in een gedeelde accommodatie. Deze twee scholen vertonen een lichte groei in de komende jaren, onder meer vanwege uitbreidingsplannen van de kern zelf. Basisschool Van Arkel laat echter een lichte daling van het aantal leerlingen zien, waardoor er normatieve overcapaciteit is. Broek op Langedijk is daardoor de enige kern waar voor het geheel een (lichte) groei is geprognosticeerd. De technische kwaliteit van de beide schoollocaties is ruim voldoende. Voor OBS De Phoenix geldt dat de functionaliteit (indeling van het gebouw) als matig wordt ervaren bij het specifieke Daltononderwijs. De samenwerking met andere partijen loopt op CBS Van Arkel prima. De samenwerking tussen de verschillende partijen in het Mayerslot-complex is echter duidelijk voor verbetering vatbaar. Het gebouw en de aanwezigheid van aan onderwijs gerelateerde partners biedt voldoende potentie voor ruimtelijke en inhoudelijke samenwerking.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
33/62
Noord en Zuid -Scharwoude Het totaal aantal basisschoolleerlingen laat de komende jaren een sterk dalende trend zien. Het totaal aantal leerlingen daalt van 892 (op 1 oktober 2012) naar zo’n 600 in 2030. Gezien de reeds ruim aanwezige normatieve overcapaciteit (of leegstand) is er een noodzaak om de vraag naar en behoefte in huisvesting meer op elkaar af te stemmen. Voor basisschool Maria geldt dat er binnen 5 jaar meer dan 50% van het schoolgebouw normatief leegstaat. Dergelijke leegstand is zonder ingrijpende maatregelen niet te verhelpen. Voor basisschool Maria komt daar ook nog bij dat het een verouderd schoolgebouw betreft. Wat betreft samenwerking is met name OBS de Wijde Veert opvallend vanwege de positionering in multifunctioneel gebouw ‘Het Palet’. Er is in het gebouw sprake van nauwe (inhoudelijke en ruimtelijke) samenwerking met de andere partners in de accommodatie. Ook De Duizend Eilanden heeft een nauwe samenwerking met partners. Oudkarspel Ook in Oudkarspel daalt de komende jaren het aantal leerlingen op de beide basisscholen. Hierdoor ontstaat op beide scholen, die in één locatie gesitueerd zijn, aanzienlijke leegstand. Gezien de reeds ruim aanwezige normatieve overcapaciteit (of leegstand) is er ook in Oudkarpsel een noodzaak om de vraag naar en behoefte in huisvesting meer op elkaar af te stemmen. De technische staat van de scholengebouwen is over het algemeen goed. Beide scholen kennen echter ook een semi-permanent gebouwdeel, waarvan de kwaliteit matig is. Deze semi-permanente gebouwdelen zijn inmiddels overbodig en kunnen worden afgestoten. De samenwerking tussen de scholen en met de overige partners wordt als goed betiteld. Sint Pancras De huisvesting van de 3 basisscholen in Sint Pancras kent vier belangrijke knelpunten. Een eerste knelpunt betreft de technische staat van de schoolgebouwen. Voor elk schoolgebouw geldt dat deze verouderd is. Verder sluiten de schoolgebouwen matig aan bij het onderwijs van deze tijd. De ruimtelijk functionele kwaliteit van gebouwen is daarmee een tweede knelpunt. Het derde belangrijke knelpunt is de verwachte daling van het aantal leerlingen. Het totaal aantal leerlingen zal naar verwachting dalen van 644 (per 1 oktober 2012) naar minder dan 550 vanaf 2023, een daling van 15%. Deze daling, maar ook verschuivingen tussen de scholen, zorgt voor een sterk veranderende vraag naar capaciteit (aan lesruimte). Ondanks de daling van het aantal leerlingen in Sint Pancras als geheel, kent de Paus Johannes een toenemend ruimtetekort, waarvoor een structurele oplossing moet worden gevonden. De samenwerking tussen de 3 scholen is goed en kansrijk.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
34/62
5.2
Analyse Voortgezet Onderwijs
Er is één school voor voortgezet onderwijs in de gemeente; CSG Jan Arentsz in Noord-Scharwoude. Kenmerkend aan deze school is een dalende trend van leerlingaantal en een relatief nieuwe huisvesting, als onderdeel van multifunctionele accommodatie ‘De Binding’. Er is op dit moment al een overcapaciteit van onderwijsruimte. Door de school is aangegeven dat er reeds 2 lokalen in gebruik zijn als meldkamer en als voorziening voor leerlingen met een leerlinggebonden financiering. Desondanks is er (normatieve) leegstand die – als de prognoses uitkomen - substantieel zal worden. Buiten het aspect van kwantitatieve overcapaciteit zijn er uit de analyse geen noemenswaardige zaken aanwijsbaar die - vanuit het perspectief van voortgezet onderwijs - nadere aandacht behoeven in dit IHP. De overcapaciteit aan ruimte in het onderwijsdeel van het multifunctionele gebouw is aanleiding geweest om te analyseren of dit in potentie ondersteunend kan zijn bij het oplossen van huisvestingsvraagstukken elders. Gedacht is onder andere aan het inzetten van de overcapaciteit van het Jan Arentsz voor primair onderwijs. Uit de analyse is gebleken dat het inzetten van de overcapaciteit voor andere onderwijs doeleinden –binnen de scope van dit IHP- niet opportuun is. Naast het inzetten voor onderwijs is het denkbaar dat de overcapaciteit van de onderwijsruimten ingezet wordt voor ander soortige activiteiten c.q. partijen. Deze analyse ligt echter buiten de scope van het IHP en wordt meegenomen bij het ontwikkelen van het subsidie- en accommodatieplan waaraan synchroon aan het IHP-traject wordt gewerkt.
5.3
Analyse op gemeentelijk niveau
Boekwaarden Wanneer de gemeente investeert in onderwijshuisvesting komt de betreffende investering in de begroting en wordt deze investering in bepaalde periode afgeschreven. Doorgaans wordt bij onderwijsgebouwen een afschrijvingsperiode van 40 jaar gehanteerd, die recht doet aan de levensduur van een gemiddeld schoolgebouw. De gemeente Langedijk heeft er circa 10 jaar geleden echter voor gekozen om een langere afschrijvingstermijn te hanteren (80/100 jaar). Effect hiervan was dat per jaar relatief weinig werd afgeschreven en de accommodaties – ook na geruime tijd- nog een substantiële boekwaarde vertegenwoordigden. Concreet betekent dit dat verouderde schoolgebouwen boekwaarden hebben die totaal niet in verhouding staan tot de technische staat en levensduur. Dit is een belangrijk gegeven dat vervangende huisvesting in de weg staat, omdat bij vervanging in principe de eventueel nog resterende boekwaarde (behoudens grond) in één keer moet worden afgeschreven. De gemeente Langedijk heeft er recent voor gekozen om deze zogenaamde ‘boekwaardeproblematiek’ aan te pakken door een groot aantal locaties versneld af te schrijven. Zo bedroeg de totale boekwaarde van de onderwijsgebouwen voor het basisonderwijs op 31-12-2012 nog € 18,1 miljoen. Per 31-12-2013 zal de boekwaarden nog € 14,2 miljoen bedragen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
35/62
Integrale Kind Centra (IKC) Een IKC is een plek waar kinderen van nul tot twaalf jaar de hele dag kunnen leren, spelen en zich kunnen ontwikkelen. Het aanbod bestaat uit onderwijs en kinderopvang. Een IKC gaat een stap verder dan een brede school. Een brede school voorziet in verschillende voorzieningen voor kinderen; op een IKC werken deze gezamenlijk aan dezelfde doelen en in hetzelfde klimaat. Het sterk inhoudelijke karakter van het concept heeft echter ook een huisvestingskant. De samenwerking tussen partijen en het integrale aanbod aan de doelgroep kan gebouwelijk gefaciliteerd worden met bijvoorbeeld specifieke ruimten en/of andere faciliteiten binnen de accommodatie. De gemeente heeft een grote voorkeur voor het realiseren van IKC’s in de gemeente. Zij voorziet grote maatschappelijke voordelen van dit concept. Deze voorkeur vanuit de gemeente sluit direct aan het VVE-beleid van de gemeente. Betrokken schoolbesturen én de vertegenwoordiging vanuit SKL en SPL staan zonder uitzondering positief tegenover het IKC-concept dat de gemeente nastreeft. Sterker nog; geconstateerd wordt dat partijen hier al inhoudelijk vorm aan geven en zij – ook zonder eventuele ondersteuning vanuit de gemeente – er daadwerkelijk mee aan de gang gaan. Wel zien deze partijen een rol voor de gemeente weggelegd in het ruimtelijk faciliteren van het concept. Analyse levert op dat de huisvestingscomponent geen randvoorwaarde is voor het ontplooien en uitrollen van een IKC-concept. Daarentegen wordt geconcludeerd dat een dergelijk inhoudelijk programma extra gestimuleerd c.q. ondersteund wordt wanneer ook de huisvesting hierop is toegerust. Tijdens de ontwikkeling van voorliggend IHP Onderwijs is door betrokken onderwijspartners en SKL en SPL een aantal pilotlocaties benoemd waar het IKCconcept op korte termijn nadere invulling krijgt. Hiertoe is een stuurgroep benoemd, gevormd door de bestuurders van genoemde partijen, die de komende periode in gezamenlijkheid monitoren en sturen op de daadwerkelijke uitrol. Samenvattend wordt het ruimtelijk ondersteunen van het IKC-concept niet als noodzakelijk, maar zeker wel als zeer wenselijk geacht, waarbij de eventuele gebouwelijke aanpassingen pas volgen nadat de betrokken partijen een gezamenlijk inhoudelijk concept hebben ontwikkeld. Dit is dan ook het vertrekpunt waarop de scenario’s binnen de scholenplannen zijn gebaseerd.
5.4
Kansenkaarten
Op basis van de uitgebreide analyse op vele aspecten van het vraagstuk, is gekomen tot kansenkaarten per kern. Op de volgende pagina’s zijn de kansenkaarten ingevoegd.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
36/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
37/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
38/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
39/62
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
40/62
6
Variantenstudie
6.1
Varianten en prioritering
Op basis van de inventarisatie en analyse zijn per school voorstellen gedefinieerd als zijnde toekomstperspectief voor de huisvesting. Voorstellen die expliciet antwoord geven op de uit de analyse gebleken kansen en knelpunten. Varianten De gemeente kan op verschillende manieren antwoord geven op de gesignaleerde kansen en knelpunten. Er is gekozen om te werken met drie varianten, die tevens goed de bandbreedte van de oplossingsrichtingen of toekomstperspectieven aangeven.
Minimum variant: gemeente voldoet aan haar huisvestingsplicht en doet het noodzakelijke in het kader van instandhouding. De huisvesting is daarmee de komende jaren op een voldoende niveau, maar er wordt niet expliciet ingezet op een kwaliteitsverhoging (technisch dan wel functioneel) van de huisvesting. Maximum variant: gemeente voldoet aan haar huisvestingsplicht op een ‘maximale’ wijze én voorziet hierbinnen waar kansrijk c.q. wenselijk in een technisch dan wel functionele kwaliteitsverbetering van de huisvestingsportefeuille. PLUS variant: naast haar wettelijke taak (faciliteren in doelmatige huisvesting) faciliteert de gemeente middels specifiek en aanvullend lokaal beleid met betrekking tot onderwijshuisvesting. Het lokale beleid binnen dit IHP betreft het inzetten op de realisatie van Integrale Kind Centra (IKC). Dit wordt als zodanig gedefinieerd: De gemeente streeft naar de realisatie van Integrale Kind Centra in de verschillende kernen. Indien de betrokken partijen voldoende invulling kunnen geven aan het IKC – concept en tevens een duurzaam exploitatieplan kunnen overleggen, dit ter toetsing door de gemeente, stelt de gemeente budget beschikbaar om de huisvesting hiertoe geschikt te maken. Uitgangspunt, als kaderstellend budget voor investeringskosten, is dat maximaal € 100,- per m² bvo per schoollocatie* beschikbaar wordt gesteld. * Over de toekenning en verrekening van het ter beschikking te stellen budget dienen nadere afspraken gemaakt te worden tussen gemeente en schoolbesturen.
Bovenstaande drie varianten inclusief de bijbehorende termijnen van realisatie komen onderstaand per school terug in de toekomstperspectieven. De scholen zijn per kern geclusterd en de toekomstperspectieven gaan waar mogelijk en waar kansrijk in op integrale oplossingen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
41/62
Prioritering Naast het onderscheid in varianten worden in de variantenstudies ook een prioritering gehanteerd. Er is een aantal aspecten die de prioritering beïnvloeden: De gemeente dient minimaal haar taak te voldoen met betrekking tot beschikbaarheid van adequate huisvesting (conform de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs). De huisvestingsportefeuille dient te voldoen aan geldende wet- en regelgeving (onder andere brandveiligheid). Onderwijshuisvesting dient ‘sober en doelmatig’ te zijn. Maatschappelijke gelden dienen effectief en efficiënt ingezet te worden. In de scholenplannen is gewerkt met drie termijnen waarop de varianten daadwerkelijk geïmplementeerd zijn oftewel in gebruik genomen worden. Dit heeft ook alles te maken met prioriteit. Het zijn de termijnen: o Korte termijn Periode 2014 – 2017 o Middellange termijn Periode 2018 - 2021 o Lange termijn Periode na 2021 Uitgangspunten Bij het uitwerken van de variantenstudies zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd, die tevens een wijziging betekenen van het huidige beleid: De verhoging van de ruimtenormering van 16% bij nieuwbouw en uitbreiding voor het faciliteren van brede school vorming wordt niet gehanteerd. Indien er sprake is van ruimtetekort, kiest de gemeente in eerste instantie niet voor het realiseren van een dislocatie, maar zal worden onderzocht of er kan worden verwezen naar leegstaande onderwijsruimte of een uitbreiding kan worden gerealiseerd.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
42/62
6.2
Variantenstudie Oudkarspel
Overwegingen die leiden tot het Scholenplan: Beide scholen: De Raad heeft het besluit genomen om de huisvesting van beide scholen functioneel aan te passen ter ondersteuning aan het brede school concept. Vanwege het feit dat hierin ook integraal het betrekken van maatschappelijke partners is meegenomen, beschouwen we dit initiatief als zijnde de daadwerkelijke uitrol van de PLUS-variant. Vanwege het reeds genomen besluit beschouwen we dit gegeven als vertrekpunt. Van hieruit valt een minimum en een maximumvariant te definiëren zoals hierboven opgenomen. Verder wordt BSO Bonte Baai gehuisvest in een van beide schoolgebouwen. Tevens gaat er met een 3+ groep (voorschool) worden gestart in de Sint Maarten / Barnewiel. Hiermee wordt vormgegeven aan het brede school concept en voor een deel aan het kindcentrum. OBS Barnewiel: Los van het genomen besluit van het huisvestelijk faciliteren van het brede school concept wordt ook voorgesteld om de semipermanente uitbreiding af te stoten. De verordening is hierin niet kaderstellend, doch het verwijderen van overcapaciteit is in deze situatie de meest voor de hand liggende optie. De maximum variant betreft in deze een functionele aanpassing die ruimtelijk / technisch en dus ook financieel verstrekkender is en waarbij het brede school concept nog meer ondersteund wordt.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
43/62
RKBS St Maarten: Los van het genomen besluit van het huisvestelijk faciliteren van het brede school concept wordt ook voorgesteld om de semipermanente uitbreiding af te stoten. De verordening is hierin niet kaderstellend, doch is het verwijderen van overcapaciteit in deze situatie de meest voor de hand liggende optie. De maximum variant betreft in deze een functionele aanpassing die ruimtelijk / technisch en dus ook financieel verstrekkender is en waarbij het brede school concept nog meer ondersteund wordt.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
44/62
6.3
Variantenstudie Noord en Zuid – Scharwoude
Overwegingen die leiden tot het Scholenplan: OBS Wijde Veert: De gemeente heeft vanuit haar verantwoordelijkheid geen noodzaak om te voorzien in voorzieningen inzake de huisvesting van Wijde Veert. Ook een maximum variant is niet opportuun. Wel wordt een PLUS variant gedefinieerd om het IKC concept een stimulans te geven. Deze functionele aanpassing kan intern plaatsvinden (middels bijvoorbeeld interne aanpassingen), omdat het onderwijsdeel een substantiële overcapaciteit kent.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
45/62
RKBS Maria: Er is sprake van een aanzienlijke normatieve leegstand, het pand leent zicht niet optimaal voor multifunctioneel gebruik en het gebouw is vanuit technisch perspectief een aandachtspunt. Gezien de verwachtingen zullen in de toekomst deze aspecten niet minder worden. Desondanks heeft de gemeente vanuit de Verordening geen verplichting om acties te ondernemen met betrekking tot deze huisvesting, los van de niet direct aan onderwijs gerelateerde verantwoordelijkheden zoals die er zijn op het gebied van brandveiligheid. Een minimum variant is dus niet gedefinieerd. De genoemde leegstand en functionele en technische aandachtspunten vormen wel de aanleiding om een maximum variant te introduceren die hierin wel een structurele oplossing biedt. In de maximale variant ligt het voor de hand om voor deze school alternatieve huisvesting te realiseren. RKBS De Duizend Eilanden: Het schoolbestuur is reeds met de gemeente in gesprek om op termijn het westelijke gebouw af te stoten en vervolgens de gehele school in het oostelijke deel te huisvesten. Het oostelijk schoolgebouw dient dat geschikt gemaakt te worden voor het huisvesten van de hele school. Een nadere toets hierop is vereist. Vooralsnog wordt financieel uitgegaan van € 150 / m² voor functionele opwaardering van het gebouw. Dit functioneel opwaarderen zien wij als minimale vereiste. Er is na het afstoten van het westelijk gebouw dan wel niet direct sprake van overcapaciteit, echter is daar op termijn (vanaf 2018) wel weer sprake van. Het gebouw is tevens behoorlijk op leeftijd en is niet geschikt voor het faciliteren van het IKC-concept. De maximum variant is dan ook gelijk aan de maximumvariant van de Mariaschool. RK-onderwijs: In de maximumvariant wordt vervangende nieuwbouw voorgesteld voor zowel de Maria als De Duizend Eilanden. Dit IHP gaat in de maximum variant uit van één vervangende nieuwbouwlocatie in Noord - Scharwoude waar beide scholen onderdak krijgen. Naast het perspectief van twee RKscholen op een nieuwe locatie in Noord-Scharwoude is een alternatief definieerbaar waarbij zowel de Mariaschool als De Duizend Eilanden gehuisvest worden in complex Het Palet. Daarvoor dient Het Palet uitgebreid te worden met onderwijsruimte én dient het bestaande deel gedeeltelijk functioneel aangepast te worden. Met dit alternatief krijgt het brede school concept een extra impuls en vervalt de reeds bestaande overcapaciteit van OBS Wijde Veert. In de financiële doorrekening van de maximumvariant wordt vooralsnog uitgegaan van vervangende solitaire nieuwbouw van één gebouw met daarin twee RK-scholen met een omvang gelijk aan de normatieve ruimtebehoeften van de twee scholen apart. Door het schoolbestuur is aangegeven dat de realisatie van de maximumvariant een oplossingsrichting is voor de middellange termijn (5 – 10 jaar).
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
46/62
6.4
Variantenstudie Sint Pancras
Overwegingen die leiden tot het Scholenplan: OBS De Steltloper: Als minimum wordt gesteld dat de gemeente op korte termijn een ingrijpende technische en functionele opwaardering aan het gebouw uitvoert. Een nader onderzoek is vereist om beter inzicht te krijgen in de mate waarin de technische en functionele aanpassingen nodig zijn. Vooruitlopend daarop wordt in dit IHP uitgegaan van een investeringsbehoefte voor renovatie van € 600 / m². Na deze renovatie is het gebouw weer geschikt voor zo’n 15 á 20 jaar. Groot aandachtpunt bij renovatie is de mate waarin de bestaande gebouwstructuur aangepast kan worden aan de gewenste functionele indeling. Vergelijkbare renovaties laten echter zien dat ook met een substantiële ingreep in het gebouw de functionaliteit nog steeds niet optimaal is, vanwege de bestaande gebouwconstructie die niet of nauwelijks aanpasbaar is. De maximum variant bij deze school betreft vervangende nieuwbouw met een omvang gelijk aan de normatieve behoefte op basis van de verordening. De PLUS variant impliceert het opwaarderen van het bestaande gebouw dan wel het ontwerp van de nieuwbouw, zodat het IKC-concept gefaciliteerd wordt.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
47/62
RKBS Paus Johannes: Deze school is qua oplossingsrichtingen gelijk aan die van De Steltloper. In het geval bij deze school sprake is van een normatieve behoefte aan meer onderwijshuisvesting wordt in dit geval momenteel verwezen naar leegstand bij De Steltloper. Het schoolbestuur heeft in ieder geval een huisvestingaanvraag voor uitbreiding ingediend. Het IHP dient een structurele oplossing voor het ruimtetekort te formuleren. CBS Het Baken: Ook het gebouw van Het Baken verdient een technische en functionele opwaardering. Aanname van het vereiste investeringsniveau ligt evenals de andere scholen in Sint Pancras op € 600 / m². Ook bij deze school geldt als maximum variant vervangende nieuwbouw met een omvang gelijk aan de normatieve behoefte op basis van de Verordening. En ook hier impliceert de PLUS variant het opwaarderen van het bestaande gebouw dan wel het ontwerp van de nieuwbouw, zodat het IKC-concept gefaciliteerd wordt. Alle scholen: De beschreven perspectieven per school kunnen tot verschillende huisvestingsplannen per school leiden. De minimum en maximum varianten geven daarbij de bandbreedte aan van de oplossingsrichtingen. Op basis van de beschreven varianten en gesprekken met de gemeente en schoolbesturen zijn de volgende 3 oplossingsrichtingen geformuleerd:
Realisatie van vervangende nieuwbouw van alle 3 de scholen op één locatie. Door de schoolbesturen wordt deze optie als minder haalbaar gezien. Realisatie van gezamenlijke vervangende nieuwbouw voor De Steltloper en de Paus Johannes en separaat daaraan vervangende nieuwbouw voor Het Baken. Realisatie van een gezamenlijke schoollocatie voor De Steltloper en de Paus Johannes door uitbreiding en renovatie van de bestaande locatie van de Paus Johannes. Separaat daaraan wordt Het Baken gerenoveerd.
In de financiële doorrekening wordt ten aanzien van de maximum variant uitgegaan van het vervangend nieuw bouwen van drie solitaire scholen ter grootte van de normatief berekende behoefte aan onderwijshuisvesting. Verder is door de gemeente en schoolbesturen in het OOGO als uitgangspunt benoemd dat bij alle scholen in Sint Pancras hetzelfde kwaliteitsniveau wordt gerealiseerd (dus niet bij de ene school nieuwbouw en de andere aanpassingen).
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
48/62
6.5
Variantenstudie Broek op Langedijk
Overwegingen die leiden tot het Scholenplan: CBS van Arkel: Vanuit haar verantwoordelijkheid zijn er voor de gemeente geen acties noodzakelijk op huisvestingsvlak. Indien de school aantoont inhoudelijk vorm te geven aan het IKC-concept heeft dit voor de gemeente de implicatie om financieel te ondersteunen bij het aanpassen van de huisvesting ten behoeve van genoemd concept (in het geval van de PLUS variant). OBS De Phoenix: De huisvesting voldoet aan de primaire taak van onderwijshuisvesting en er zijn geen vereiste acties noodzakelijk. Indien gewenst door de gemeente (geen vereiste vanuit Verordening) wordt het ‘Phoenix-onderdeel’ binnen het Mayerslot complex intern functioneel aangepast ten behoeve van het onderwijsconcept. In de maximum variant is deze functionele aanpassing alleen ten behoeve van het onderwijs. In de PLUS variant ook voor de overige gebruikers. RKBS De Koolvlet: De Koolvlet heeft recent 1 groep extra groepsruimte toegekend gekregen in het Mayerslot complex. Daarnaast is op termijn behoefte aan extra capaciteit, vooral wanneer de schoolwoning (1 lokaal) niet meer worden gebruikt en doordat de noodlokalen zijn afgestoten. Het schoolbestuur heeft hiertoe een aanvraag voor uitbreiding ingediend. In het kader van het IHP wordt gezocht naar structurele en lange termijn oplossingen om extra capaciteit te realiseren. Een mogelijkheid is het realiseren van extra capaciteit door een interne aanpassing van het bestaande Mayerslotcomplex in de
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
49/62
vleugel waar de kinderopvang en peuterspeelzaal zitten/hebben gezeten. Uitgangspunt is wel dat dit op korte termijn geïmplementeerd dient te worden. Indien gewenst door de gemeente (geen vereiste vanuit Verordening) wordt het deel van de Koolvlet binnen het Mayerslot complex intern ook functioneel aangepast. In de maximum variant is deze functionele aanpassing alleen ten behoeve van het onderwijs. In de PLUS variant ook voor de overige gebruikers. Mayerslot complex: In het Mayerslot complex is op dit moment voldoende onderwijscapaciteit om beide scholen te huisvesten. Door de verwachte groei zal er op termijn extra onderwijscapaciteit nodig zijn, zeker wanneer ook de schoolwoningen worden afgestoten. Het toekomstig gebruik van de overige huurders in Mayerslot complex is nog onduidelijk. Mogelijk komen er in de toekomst ruimten beschikbaar doordat de huurders minder ruimten huren of hun activiteiten verplaatsen (naar bijvoorbeeld De Binding). School OBS De Phoenix RKBS De Koolvlet Totaal
Capaciteit in m² bvo 1.923 1.804 3.727
Ruimtebehoefte 2013 1.629 1.865 3.494
Ruimtebehoefte 2016 1.694 1.885 3.549
Ruimtebehoefte 2020 1.784 1.945 3.729
Het doel van het IHP is een optimaler gebruik van het Mayerslot complex. Om dit realiseren dient onder andere jaarlijks het aantal leerlingen (te worden gespiegeld aan de beschikbare ruimte van de beide scholen. Hoe verhoudt de ruimtebehoefte zich elk jaar tot de aanwezige capaciteit.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
50/62
6.6
Variantenstudie Voortgezet Onderwijs
Overwegingen die leiden tot het Scholenplan: Geconcludeerd wordt dat de huisvesting van Jan Arentsz in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin en beredeneerd vanuit de Verordening geen aanleiding geeft om hierin als gemeente verandering aan te brengen. Er is dan ook geen minimum- of maximumvariant gedefinieerd. Wel kan het zijn dat vanuit het bredere perspectief van accommodatiebeleid de behoefte is naar het inzetten van de overcapaciteit vanuit het onderwijsdeel van De Binding voor andere maatschappelijke partners c.q. activiteiten. Het IHP onderwijs kent een duidelijke afbakening rond onderwijshuisvesting en gaat niet expliciet in op de behoeftevraag van andere maatschappelijke partijen. Het subsidie- en accommodatieplan, dat reeds in ontwikkeling is binnen de gemeente, gaat juist wel in op de hele gemeentelijke vastgoedportefeuille en capaciteitsvraagstukken daarbinnen. Eventuele functionele of technische aanpassingen van De Binding vanwege het (beter) geschikt maken voor andere maatschappelijke partners vallen buiten de scope van dit IHP en dus ook buiten het Scholenplan. Wel wordt de voorwaarde gesteld dat het eventuele medegebruik of functiewijziging van het huidige onderwijsdeel in De Binding voor andersoortig maatschappelijk gebruik in ieder geval een toegevoegde waarde blijft behouden voor het VO-onderwijs. Deze toegevoegde waarde is nog niet nader gedefinieerd, maar gedacht moet worden aan onderlinge kruisbestuiving tussen partners, kennisoverdracht, medegebruik van ruimte en faciliteiten of het gezamenlijk organiseren van activiteiten.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
51/62
7
Investeringsraming varianten
In dit hoofdstuk worden de financiële consequenties van de beschreven varianten inzichtelijk gemaakt. De investeringsbehoefte wordt zowel voor de minimum als de maximum variant in beeld gebracht. Tevens wordt duidelijk wat de PLUS-variant financieel impliceert. Doel hiervan is om de financiële bandbreedte van de varianten weer te geven. Op basis van dit inzicht kan vervolgens een keuze voor een voorkeursvariant per kern of school worden gemaakt. Bij het bepalen van de investeringskosten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Alle bedragen zijn inclusief BTW, afgerond en prijspeil heden. Alle bedragen zijn gebaseerd op de normvergoeding uit de huisvestingsverordening of ervaringscijfers ICSadviseurs. Bij het bepalen van de omvang van desbetreffende nieuwbouwvarianten is uitgegaan van de ruimtebehoefte berekening uit de huisvestingsverordening (exclusief 16% aanvullende omvang) en heeft elke school een eigen vaste voet. Indien een tijdelijk deel van de desbetreffende locatie wordt afgestoten, wordt in de financiële vertaling uitgegaan van sloop. Bij het bepalen van investeringskosten zijn uitkomsten van berekeningen afgerond, dit om schijnnauwkeurigheid te voorkomen. Met betrekking tot de PLUS variant is in dit IHP financieel rekening gehouden met € 100 per m² bvo. Het beleid hieromtrent, eerder in dit IHP verwoord, gaat echter uit van een gemaximaliseerd m²-bedrag. Nadere afspraken tussen gemeente en schoolbesturen dienen gemaakt te worden over toekenning en verrekening van het beschikbaar te stellen budget. Met betrekking tot de PLUS variant wordt als uitgangspunt de (huidige) normatief berekende huisvestingsbehoefte van desbetreffende scholen aangehouden. Het aantal m² bvo reeds aanwezige huisvesting speelt hierbij dus geen rol. De kapitaallasten als gevolg van de investeringskosten zijn bepaald conform de Nota Activabeleid (Gemeente Langedijk 2011). Met zaken als het afboeken van boekwaarden, infrastructurele aanpassingen en mogelijke herontwikkelingsopbrengsten is in het IHP geen rekening gehouden. Deze mogelijke kosten en baten dienen in een latere fase per project inzichtelijk te worden gemaakt. Aangenomen wordt dat deze kosten en baten elkaar redelijk compenseren.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
52/62
Investeringen varianten Oudkarspel
School
OBS Barnewiel
RKBS Sint Maarten
School OBS Barnewiel RKBS Sint Maarten Totaal
Minimum variant Afstoten 174 m² bvo semipermanente uitbreiding Functionele aanpassing 1.017 m² bvo á € 150 per m² bvo Afstoten 373 m² bvo semipermanente uitbreiding Functionele aanpassing 1.702 m² bvo á € 150 per m² bvo
Ingrepen per variant Maximum variant Afstoten 174 m² bvo semipermanente uitbreiding Functionele aanpassing 1.017 m² bvo á € 300 per m² bvo Afstoten 373 m² bvo semipermanente uitbreiding Functionele aanpassing 1.702 m² bvo á € 300 per m² bvo
Minimum variant € 160.000 € 280.000 € 440.000
Ingrepen per variant Maximum variant € 310.000 € 530.000 € 840.000
Voorbeeldberekening investeringskosten varianten: OBS Barnewiel: Minimum variant Afstoten 174 m² bvo semi-permanente uitbreiding (Kengetal voor sloop/afstoten: € 55,- per m² bvo) Functionele aanpassing 1.017 m² bvo á € 150 per m² bvo
Plus variant
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
Plus variant Maximaal 889 m² bvo aanpassen á € 100 per m² bvo
Maximaal 1.704 m² bvo aanpassen á € 100 per m² bvo
Plus variant € 90.000 € 170.000 € 260.000 174 * € 55,-
=
€ 9.570,-
1.1017 * € 150,- = € 152.550,---------------------Totaal € 162.120,-
Normatieve ruimtebehoefte bedraagt op dit moment 889 m² bvo (137 leerlingen * 5,03 + 200 = 889) Realisatie plus variant á € 100,- per m² bvo 889 * € 100,= € 88.900,-
53/62
Investeringen varianten Noord en Zuid – Scharwoude
Minimum variant
Ingrepen per variant Maximum variant
OBS Wijde Veert
Geen
Geen
RKBS Maria
Geen
School
RKBS De Duizend Eilanden School OBS Wijde Veert RKBS Maria RKBS De Duizend Eilanden Totaal
Functionele aanpassing 1.181 m² bvo á €150 per m² bvo
Vervangende nieuwbouw (954 m² bvo) Vervangende nieuwbouw (1.206 m² bvo)
Plus variant Maximaal 2.448 m² bvo aanpassen á € 100,- per m² bvo Maximaal 1.151 m² bvo aanpassen á € 100,- per m² bvo Maximaal 1.488 m² bvo aanpassen á € 100,- per m² bvo
Minimum variant -
Ingrepen per variant Maximum variant € 1.500.000
Plus variant € 240.000 € 120.000
€ 180.000
€ 1.800.000
€ 150.000
€ 180.000
€ 3.300.000
€ 510.000
Voorbeeldberekening investeringskosten varianten: RKBS Maria
Maximum variant
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
Vervangende nieuwbouw voor 150 leerlingen Normatieve ruimtebehoefte voor een school van 150 leerlingen bedraagt 954 m² bvo (150*5,03+200). De normvergoeding bedraagt: € 713.953,28 + (€ 1.221,78 * (954-350)) = € 1.451.906 Startbedrag voor eerste 350 m² bvo á € 713.953,28 + voor overige ruimtebehoefte € 1.221,78 per m² bvo Berekening conform Verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs Gemeente Langedijk, waarbij geen rekening is gehouden met de aanvullende ruimtebehoefte van 16%.
54/62
Investeringen varianten Sint Pancras
School OBS De Steltloper RKBS Paus Johannes CBS Het Baken
School OBS De Steltloper RKBS Paus Johannes CBS Het Baken Totaal
Minimum variant Ingrijpende aanpassing 1.327 m² bvo á € 600 per m² bvo Ingrijpende aanpassing 1.680 m² bvo á € 600 per m² bvo Ingrijpende aanpassing 1.292 m² bvo á € 600 per m² bvo
Ingrepen per variant Maximum variant Vervangende nieuwbouw 854 m² bvo Vervangende nieuwbouw 1.709 m² bvo Vervangende nieuwbouw 1.105 m² bvo
Plus variant Maximaal 624 m² bvo aanpassen á € 100 per m² bvo Maximaal 1.805 m² bvo aanpassen á € 100 per m² bvo Maximaal 1.231 m² bvo aanpassen á € 100 per m² bvo
Minimum variant € 800.000 € 1.000.000 € 780.000 € 2.580.000
Ingrepen per variant Maximum variant € 1.300.000 € 2.400.000 € 1.600.000 € 5.300.000
Plus variant € 60.000 € 180.000 € 120.000 € 360.000
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
55/62
Investeringen varianten Broek op Langedijk
Minimum variant
Ingrepen per variant Maximum variant
CBS van Arkel
Geen
Geen
OBS De Phoenix
Geen
RKBS De Koolvlet
PM
School
School CBS van Arkel OBS De Phoenix RKBS De Koolvlet Totaal
Minimum variant PM PM
Maximaal 1.629 m² bvo aanpassen á €100 per m² bvo PM + Maximaal 1.737 m³ bvo aanpassen á €100 per m² bvo Ingrepen per variant Maximum variant € 190.000 € 170000 + PM € 360.000 + PM
Plus variant Maximaal 1.236 m² bvo aanpassen á €100 per m² bvo Maximaal 1.629 m² bvo aanpassen á €100 per m² bvo Maximaal 1.865 m² bvo aanpassen á €100 per m² bvo
Plus variant € 120.000 € 160.000 € 190.000 € 470.000
Ten behoeve van het voortgezet onderwijs zijn geen concrete ingrepen benoemd. Investeringen hieromtrent zijn dus niet aan de orde.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
56/62
Totaalinvesteringen varianten IHP Langedijk
Kern Oudkarspel Noord-Scharwoude Sint Pancras Broek op Langedijk Voortgezet onderwijs Totaal
€ € € €
Minimum variant 440.000 180.000 2.580.000 PM € 3.200.000 + PM
€ € € €
Maximum variant 840.000 3.300.000 5.300.000 € 360.000 + PM € 9.800.000 + PM
Plus variant € € € € € €
260.000 510.000 360.000 470.000 1.600.000
Dit betekent dat de bandbreedte van de totale investeringsbehoefte ten behoeve van onderwijshuisvesting voor de komende 10 jaar tussen circa € 3,5 en € 10 miljoen bedraagt. In geval gekozen wordt om de PLUS variant op alle schoollocaties te implementeren zal dat gemoeid gaan met een benodigd investeringsbudget van circa € 1,6 miljoen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
57/62
8 8.1
Scholenplan Langedijk Van voorkeursvarianten naar Scholenplan Langedijk
In deze rapportage is op basis van een analyse per kern en per school een minimale en maximale variant bepaald en financieel vertaald om de bandbreedte voor aanpassingen aan de onderwijs huisvestingsportefeuille weer te geven. Op basis van de financiële vertaling en gesprekken met gemeente en schoolbesturen is per school een voorkeursvariant gedefinieerd. Voor enkele scholen betekent deze voorkeursvariant een oplossing die ligt tussen de genoemde minimale en maximale variant. Voor deze specifieke gevallen is vervolgens op basis van dezelfde uitgangspunten een raming van de investering gemaakt. Het totaal van deze voorkeuren vormt het ‘Scholenplan Langedijk’ en is onderstaand weergegeven.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
58/62
* Bij het bepalen van de investeringskosten is als uitgangspunt gehanteerd dat RKBS Maria in de aanwezige capaciteit ingepast kan worden en er voor RKBS De Duizend Eilanden een uitbreiding voor circa 180 leerlingen wordt gerealiseerd. Bij deze variant kunnen de twee huidige onderwijslocaties van RKBS Maria en RKBS De Duizend Eilanden worden vrijgespeeld, waarna zo mogelijk herontwikkelingsopbrengsten kunnen worden gegenereerd. Belangrijke voorwaarden van Stichting Atrium bij deze variant zijn: - Bij de inpassing van RKBS De Duizend Eilanden en RKBS Maria in Brede School Het Palet is aandacht voor de identiteit van beide scholen. Beide scholen krijgen een herkenbaar eigen deel in het gebouw. - Op termijn dient dit scenario nader financieel en ruimtelijk te worden uitgewerkt, waarbij de betrokken partners nadrukkelijk worden betrokken. ** Bij het bepalen van de investeringskosten is als uitgangspunt gehanteerd dat voor OBS De Steltloper op de locatie van de Paus Johannes een uitbreiding voor ca. 110 leerlingen moet worden gerealiseerd. Bij deze variant kan (een deel) van het perceel van een onderwijslocatie worden vrijgespeeld en mogelijk herontwikkelingsopbrengsten worden gegenereerd. *** Deze ingreep wordt beschouwd als een levensduur verlengende ingreep van het schoolgebouw, waardoor de gemeente de aankomende 20 jaar niet hoeft te voorzien in vervangende nieuwbouw. Dit is voor de gemeente in het kader van het IHP een financieel en kwalitatief aantrekkelijk alternatief ten opzichte van een nieuwbouwvariant. Bovendien geeft de gemeente hiermee invulling aan het toewerken naar een verantwoorde overheveling van de onderhoudstaken en –middelen naar de schoolbesturen, welke per 1 januari 2015 zal plaatsvinden. **** Stichting Atrium heeft reeds een aanvraag ingediend voor een uitbreiding. Het besluit hierover vanuit de gemeente is nog niet gevallen. De uitkomst hiervan en - in geval van honorering - de mate waarin budget beschikbaar wordt gesteld zal binnenkort duidelijk worden. In dit IHP is voor deze school een ‘PM post’ opgenomen om financiële afwijkingen met het binnenkort te nemen besluit over de aanvraag - en de kans op verwarring - te voorkomen. ***** Opgenomen jaartallen betreft het ‘moment’ waarop gedefinieerde voorkeursvarianten tot realisatie komen. De ingebruikname volgt vanzelfsprekend daarna en is mede afhankelijk van de doorlooptijd van de realisatiefase. Ten aanzien van de PLUS variant, het faciliteren van het IKC–concept, wordt geadviseerd om deze te realiseren bij de scholen in Sint Pancras en Oudkarspel in combinatie met het ‘implementeren en realiseren’ van de overige plannen van de desbetreffende scholen.
8.2
Investeringsbehoefte Scholenplan
De investering (de komende 10 jaar) voor realisatie van het Scholenplan Langedijk bedraagt circa € 5 miljoen. Het realiseren van de PLUS variant betekent een extra investering van circa € 600.000. De totale investering voor de realisatie van het Scholenplan inclusief het gebouwelijk faciliteren van IKC’s bedraagt circa € 5,6 miljoen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
59/62
8.3
Investeringsbehoefte vertaald naar kapitaallasten
Voor de gemeente is het van belang om te weten welke kapitaallasten de in dit IHP gedefinieerde huisvestingsprojecten met zich mee brengen. Voor deze nieuwe kapitaallasten dient dekking te worden gevonden in de gemeentelijke begroting. Om de consequenties van deze investeringen voor de gemeente te bepalen, zijn in het onderstaande overzicht de nieuwe kapitaallasten inzichtelijk gemaakt voor de komende 8 jaar. Belangrijke uitgangspunten bij het berekenen van de kapitaallasten zijn:
Rekenrente gemeente: 3,7% Afschrijftermijn bij nieuwbouw: 40 jaar Afschrijftermijn bij aanpassingen: 20 jaar In het eerste jaar wordt alleen een half jaar rente gerekend en nog niet afgeschreven.
School / jaar OBS Barnewiel RKBS St. Maarten OBS Wijde Veert RKBS Maria/De Duizend Eilanden RKBS De Duizend Eilanden OBS De Steltloper/RKBS Paus Johannes CBS Het Baken CSG Jan Arentsz Plus variant
2014 € €
-
€ €
2015 2.960 € 5.180 €
2016 13.920 € 24.360 €
2017 13.624 € 23.842 €
2018 13.328 € 23.324 €
2019 13.032 € 22.806 €
€ €
-
€ € €
3.330 € 37.000 € 14.430 €
15.660 € 124.000 € 67.860 €
15.327 € 122.150 € 66.417 €
14.994 € 120.300 € 64.974 €
€ 14.661 € 118.450 € 63.531 €
€
-
€
53.940 €
52.793 €
51.646 €
50.499 €
49.352 €
2020 12.736 € 22.288 € 14.328 116.600 62.088
€ € € €
48.205 €
2021 12.440 € 21.770 € 29.600 13.995 114.750 60.645
€ € € €
47.058 €
2022 12.144 € 21.252 € 99.200 13.662 112.900 59.202
€ € € €
97.720 13.329 111.050 57.759
45.911 €
44.764
De gemiddelde nieuwe kapitaallasten voor de periode 2014 – 2023 bedragen circa € 260.000 per jaar. Naast deze nieuwe kapitaallasten heeft de gemeente met betrekking tot de bestaande gebouwen reeds bestaande kapitaallasten die drukken op de gemeentelijke begroting. De voorstellen in het Scholenplan – en de bijbehorende financiële consequenties – komen bovenop de bestaande kapitaallasten. De bestaande kapitaallasten voor alle schoolgebouwen bedroegen in 2013 € 1.265.491,-. Deze bestaande kapitaallasten zullen de komende jaren geleidelijk afnemen, temeer bij een aantal schoollocaties de boekwaarde versneld wordt afgeschreven. Daarnaast heeft de gemeente nog huisvestingslasten ten aanzien van het bewegingsonderwijs en een deel van de eigenaarslasten (onderhoud, verzekeringen en OZB) van alle onderwijsgebouwen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
2023 11.848 20.734
60/62
De gemeente krijgt in het gemeentefonds ‘niet-geoormerkte middelen’ om te voldoen aan haar wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Dit fictieve budget ten behoeve van onderwijshuisvesting bedroeg € 1,77 miljoen in 2012. Door de overheveling van het buitenonderhoud, landelijke bezuinigingen en een daling van het aantal jongeren zal dit fictieve budget de komende jaren lager worden.
8.4
Conclusies en aanbevelingen
Conclusies Het doel van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is om een meerjarig perspectief te schetsen voor de huisvesting van scholen in Langedijk. Deze integrale benadering moet resulteren in een plan voor het realiseren van een toekomstbestendige huisvestingsportefeuille voor het onderwijs. Hiermee geeft de gemeente op een adequate wijze invulling aan haar zorgplicht ten behoeve van onderwijshuisvesting. Ten aanzien van de inhoud voor voorliggend IHP kan worden geconstateerd dat:
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs een antwoord biedt op de (reeds ingezette) daling van het aantal basisschoolleerlingen. De normatieve leegstand in het basisonderwijs is in totaal 22% (oftewel 4.562 m² bvo) en in het voortgezet onderwijs in totaal 21% (oftewel 1.194 m²bvo). De verwachte daling van het totaal aantal basisschoolleerlingen betreft 14% tussen 2013 en 2025. Door het afstoten van semi-permanente huisvesting en samenvoegen van onderwijslocaties zal vraag en aanbod binnen een aantal jaren beter op elkaar aansluiten.
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs een kwaliteitsverbetering betekent voor een aantal scholen, dat momenteel gehuisvest is in gedateerde schoolgebouwen. Door het realiseren van ingrijpende technische en ruimtelijk functionele aanpassingen en uitbreiding van enkele schoolgebouwen wordt de kwaliteit van de huisvesting van het onderwijs verhoogd.
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs naar verwachting zorgt voor een soepele overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per 1 januari 2015. Doordat gemeente en schoolbesturen gezamenlijk een toekomstperspectief voor onderwijshuisvesting hebben geformuleerd, waarbij nadrukkelijk een kwaliteitsverbetering wordt nagestreefd, kunnen de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 zorgdragen voor een adequate uitvoering van het totale onderhoud aan schoolgebouwen.
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs inzet op specifiek lokaal beleid, te weten het realiseren van Integrale Kindcentra (IKC’s). Door het koppelen van onderwijs met gerelateerde maatschappelijke activiteiten wordt enerzijds het aanbod voor kinderen tussen 0 en 12 jaar versterkt en anderzijds mede– en dubbelgebruik van schoolgebouwen gefaciliteerd. De IKC’s moeten resulteren in krachtige voorzieningen.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
61/62
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs in samenwerking met een vertegenwoordiging vanuit alle schoolbesturen (en Stichting Peuterspeelzalen Langedijk en Kinderopvang Langedijk) is opgesteld. De partners waren nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming, wat heeft geresulteerd in draagvlak voor het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs.
Aanbevelingen Het formuleren en vaststellen van het Integraal Huisvestingplan Onderwijs vormt het begin van meerjarig proces. Om op een effectieve en efficiënte manier invulling te geven aan de realisatie van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs doen wij de volgende aanbevelingen aan de gemeente Langedijk:
Stel een uitvoeringsprogramma op, waarin staat omschreven welke stappen dienen te worden gezet, wie welke rol daarbij heeft en welke planning wordt aangehouden. Het uitvoeringsprogramma en de voortgang van de realisatie van het huisvestingsplan dienen jaarlijks terugkerend tussen gemeente en schoolbesturen te worden besproken.
Monitor de ontwikkeling van het aantal leerlingen, vooral in de kernen waar door woningbouw nieuwe leerlingstromen ontstaan. Verder dienen alle huisvestingsplannen in dit IHP waarbij de capaciteit wordt aangepast, op het moment van realisatie te worden aangepast aan de meest actuele leerlingtellingen en prognoses daaromtrent.
Pak de rol van regisseur om de uitrol van het IKC–concept binnen de gemeente tot een succes te maken. Het gaat hierbij vooral om faciliteren, coördineren en inspireren van betrokken partijen.
Maak een koppeling tussen het IHP en de uitwerking van het subsidie- en accommodatiebeleid in concrete plannen. Door de kaders van het IHP is duidelijk op welke locaties ruimte beschikbaar is of komt die kan worden ingezet voor andersoortige maatschappelijke activiteiten. Vooral voor de basisscholen in Noord–Scharwoude, Oudkarspel en het voortgezet onderwijs dient te worden gezocht naar invulling van de (tijdelijke) leegstand.
Pas de “Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Langedijk” aan op basis van gewijzigde inzichten ten aanzien van beleid omtrent dislocaties en aanvullende ruimtenormering. Verder kan tevens worden geanticipeerd op de ‘overheveling van het buitenonderhoud’ en kunnen nadere afspraken worden gemaakt over medegebruik en verhuur van schoolgebouwen.
Voer een apart onderzoek uit naar het binnenklimaat van de schoollocaties waar in het scholenplan geen ingrepen gepland staan. Uitgangspunt zou hierbij moeten zijn dat aanvullende ingrepen / investeringen op basis van cofinanciering worden bekostigd. In de schoollocaties, waar conform het scholenplan, reeds ingrepen plaats gaan vinden, dient nadrukkelijke aandacht te zijn voor het binnenklimaat.
20 september 2013 | 970262/20130827sl01
62/62