België - Belgique P.B. 2600 Berchem 1-2 BC 9943
INSTITUUT VOOR AMERIKANISTIEK VZW. TIJDSCHRIFT Driemaandelijks tijdschrift Afgiftekantoor 2600 Berchem 1 P4A 8008
2012 - Nr. 1 Januari - Februari - Maart http://ww.amerikanistiek.org
INHOUD *** Mexicaanse iconen in de kunst van de Chicano’s in de Verenigde Staten: Malinche, de Maagd van Guadalupe en Sor Juana An Van Hecke Blz. 2 - 20 *** Aankondigingen Blz. 21 - 23 *** Programma 2012 Blz. 24 ***
Malinche als vertaalster van Hernán Cortés Bernardino de Sahagún, Historia general de las cosas de Nueva España (Florentijnse Codex, facsimile) Boek XII, hoofdstuk 16, folio 26 (blz. 433), 1577 Secretariaat: Rita Lammertyn Verantwoordelijke uitgever: Julia Montoya. Provincialebaan 25, 9255 Buggenhout, België.
[email protected]
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
MEXICAANSE ICONEN IN DE KUNST VAN DE CHICANO’S IN DE VERENIGDE STATEN: MALINCHE, DE MAAGD VAN GUADALUPE EN SOR JUANA AN VAN HECKE SAMENVATTING
ABSTRACT
Chicano-kunstenaars in de Verenigde Staten laten zich vaak inspireren door grote figuren uit de Mexicaanse geschiedenis en mythologie. Meestal is dat niet uit nostalgie voor het Mexicaanse verleden of voor een verloren Mexicaanse identiteit. Deze beelden ondergaan een hele transformatie in een nieuwe context, de Noord-Amerikaanse, waarin de Chicano’s hun eigen identiteit trachten te bepalen. De Mexicaanse iconen zoals Malinche, de Maagd van Guadalupe en Sor Juana Inés de la Cruz, zijn archetypes waar Chicano-kunstenaars op een heel creatieve manier mee omgaan. Malinche symboliseert het verzet, de Maagd van Guadalupe de mestizering en Sor Juana de bijzondere inspanning voor lezen en schrijven in een door mannen gedomineerde maatschappij. De rijke symboliek die achter elke figuur schuilt, brengt Chicano-kunstenaars vaak tot heel eigenzinnige en originele interpretaties.
Chicano artists in the United States often find their inspiration in the great personages from the Mexican history and mythology. This is neither a nostalgic recuperation of the Mexican past nor a pursue of a lost Mexican identity. Rather, these images transform themselves within a new context, the North American context, in which Chicanos try to define their own identity. Mexican icons like Malinche, the Virgin of Guadalupe and Sister Juana Inés de la Cruz, are archetypes which Chicano artists integrate in their work in a very creative way. Malinche symbolizes the resistance, the Virgin of Guadalupe the mixed races and Sister Juana symbolizes the eagerness to read and to write in a society dominated by men. The richness of the symbolism behind these prominent icons leads to original and self-conscious artistic interpretations in Chicano art.
RÉSUMÉ RESUMEN
Los artistas chicanos en los Estados Unidos se inspiran a menudo en los grandes personajes de la historia y la mitología mexicana. No se trata tanto de una recuperación nostálgica del pasado mexicano o de la identidad mexicana perdida. Más bien estas imágenes se transforman en un nuevo contexto, el norteamericano, en el que los chicanos tratan de definir su propia identidad. Los iconos mexicanos como La Malinche, la Virgen de Guadalupe y Sor Juana Inés de la Cruz, son arquetipos con los que los artistas chicanos trabajan de manera muy creativa. La Malinche simboliza la resistencia, la Virgen de Guadalupe el mestizaje, y Sor Juana el afán de la lectura y la escritura en una sociedad dominada por hombres. El rico simbolismo que estas figuras revelan, lleva a interpretaciones muy sui generis y originales en el arte chicano. 2
Les artistes chicanos résidant aux Etats-Unis s’inspirent très souvent des grands personnages de la mythologie et de l’histoire du Mexique. Ce n’est pas par nostalgie du passé mexicain ou d’une identité mexicaine perdue mais ces personnages subissent une transformation complète par rapport au contexte nord-américain. Les chicanos tiennent à définir clairement leur identité spécifique.Les icônes mexicaines telles que la Malinche, la Vierge de Guadalupe et Sœur Juana Inès de la Cruz sont des archétypes que les artistes chicanos traitent de manière très libre et créative. Malinche symbolise la contestation, la Vierge de Guadalupe le métissage et Sœur Juana les efforts particuliers pour la lecture et l’écriture dans une société dominée par les hommes. Chaque icône représente une riche symbolique et est interprétée par ces artistes dans un style personnel et original.
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
“MEXICAANSE ICONEN IN DE KUNST VAN DE CHICANO’S IN DE VERENIGDE STATEN: MALINCHE, DE MAAGD VAN GUADALUPE EN SOR JUANA”
* An Van Hecke is docente Spaans aan de Subfaculteit Taal en Communicatie, Lessius Antwerpen, en wetenschappelijk onderzoeker aan de KU Leuven. Zij verwierf een Master’s diploma in LatijnsAmerikaanse Studies aan de Universidad Nacional Autónoma de Mexico (UNAM), en werd doctor in de Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Antwerpen met een thesis over Augusto Monterroso. Zij publiceerde artikels over Mexicaanse, Chicano en Guatemalteekse literatuur en hield lezingen op talrijke congressen in Europa en de Verenigde Staten.
AN VAN HECKE *
3
TIJDSCHRIFT - Nr 1- 2012
I. Korte inleiding op de geschiedenis van de Chicano’s Rosario Castellanos, de Mexicaanse schrijfster die beschouwd wordt als de pionier van het feminisme in het Mexico van de jaren zeventig, schreef in een van haar essays het volgende: In de geschiedenis van Mexico zijn er drie figuren die verschillende mogelijkheden van “vrouwelijkheid” in zich dragen. Elk van hen vertegenwoordigt een symbool, oefent een enorme invloed uit op vele sectoren in het land en lokt emotionele reacties uit, zowel van voor- als van tegenstanders. Die figuren zijn: de Maagd van Guadalupe, Malinche en Sor Juana. (Castellanos, 1989: 467, vertaling auteur) Die drie figuren spelen inderdaad een belangrijke rol in de Mexicaanse kunst en literatuur. Ze duiken in ontelbaar vele teksten op en ook Rosario Castellanos zelf schreef een gedicht met de titel La Malinche. In dit artikel bekijken we niet de invloed van deze drie figuren in de Mexicaanse cultuur, maar wel in de kunst van de Chicano’s. Wat gebeurt er precies met die figuren als ze de grens oversteken en uit Mexico verplaatst worden naar de Verenigde Staten? Een fenomeen dat we kennen als “deterritorialisatie”. Om deze thematiek juist te kunnen plaatsen, is het nuttig eerst een beeld te schetsen van de Chicano’s. Wie zijn ze precies en wat is hun geschiedenis? In het Engels is de officiële term voor Chicano Mexican American, maar de culturele betekenis van het begrip is veel omvattender. In principe gaat het wel steeds om een Noord-Amerikaan van Mexicaanse origine, en niet van Latijns-Amerikaanse origine. In dat laatste geval spreken we van Latino, met specifieke termen als Cuban American, Dominican American, Nuyorican etc. Het is de expansiedrang van Noord-Amerika, begonnen halfweg 19e eeuw, die aan de oorsprong ligt van de Chicano-gemeenschap. Toen in 1845 Texas bij de VS werd geannexeerd, volgde daarop de oorlog met Mexico. Die eindigde in 1848 met het verdrag van Guadalupe-Hidalgo, waardoor de VS een groot deel van het Mexicaans territorium veroverde. Dat gebied komt overeen met de huidige staten Arizona, California, Nevada, New México, Utah, Texas en de helft van Colorado. Deze staten staan tot op vandaag bekend om hun natuurlijke rijkdommen. Daarmee was de ellende voor de Mexicanen nog niet afgelopen, want in 1853 verkocht president López de Santa Ana nog eens een deel van Arizona voor 10 miljoen dollar (González en Fernández, 2003). Deze periode in hun geschiedenis heeft de Mexicanen zo getraumatiseerd dat er sindsdien tussen Mexico en de VS altijd een complexe haat-liefdeverhouding is blijven bestaan. Als we over Chicano’s spreken, hebben we het enerzijds over Mexicanen die al generaties lang in dat gebied woonden en door de oorlogen plots Amerikaanse staatsburgers werden. Anderzijds waren 4
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
c Grondgebied dat door Mexico werd afgestaan aan de Verenigde Staten. Uit: KendallAdams (1909)
b er de constante immigratiegolven in de voorbije twee eeuwen, waardoor er steeds nieuwe Chicano’s bijgekomen zijn. Een ander belangrijk onderscheid is dat tussen Chicano’s die legaal in de VS verblijven en de illegalen. Volgens de laatste gegevens van het U.S. Census Bureau wordt het aantal Mexican Americans in de VS geschat op zo’n 31 miljoen, 10% van de totale bevolking in de VS. Het is de grootste groep binnen de Latino’s. De term Chicano heeft veel connotaties gehad, van heel pejoratief tot uiterst positief. In het bijzonder in de jaren zestig noemde iemand zich Chicano als een politiek statement, als een sociaal-politiek engagement waarin men de nadruk legde op de Mexicaanse en zelfs precolumbiaanse roots, in het bijzonder die van de Azteken. Vandaag is de term neutraler geworden. In veel universiteiten zijn sinds de jaren tachtig en negentig specifieke departementen opgericht voor “Chicano Studies”. Wat de literatuur van de Chicano’s betreft, worden de jaren zestig als een periode van grote bloei beschouwd. Men spreekt dan vaak van een renaissance in de Chicano-literatuur. De literatuur van die periode was nauw verbonden met de Chicano Movement, de Chicano-beweging. Men probeerde voor zichzelf een soort mythische identiteit terug te vinden, die in haar formulering werd verbonden aan de sociale realiteit van die tijd. We spreken over de woelige jaren zestig in de VS, een periode die gekenmerkt wordt door een algemene sociale ontevredenheid, voornamelijk door de oorlog in Vietnam. Bovendien ontstonden in die tijd veel nieuwe groepen ter verdediging van de mensenrechten en van minderheden die omwille van hun raciale achtergrond gediscrimineerd werden, in het bijzonder zwarten en Latino’s. In 1969 werd het Plan van Aztlán uitgevaardigd, een belangrijk document dat uitging van een Chicano-nationalisme. In dat plan werden de rechten op het land opgeëist, en werd de link gelegd met het indiaans verleden. De term Aztlán verwijst naar een mythische plek, die men nu situeert in het zuidwesten van de VS. Volgens de legende zijn van daaruit de Azteken vertrokken op hun tocht naar het zuiden. Ze werden geleid door hun god Huitzilopochtli en moesten op zoek naar een nopalcactus met daarop een arend die in zijn mond een slang had. Ze vonden 5
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
die cactus, midden op het meer van Tenochtitlan, de plek waar ze zich van dan af vestigden en die nu Mexico Stad heet. Volgens de legende komen de Mexicanen dus oorspronkelijk uit die regio, het zuidwesten van de VS. Dat is voor Chicano’s een fundamentele gedachte.
De stichting van Tenochtitlan. Eerste bladzijde uit de Codex Mendoza
De Chicano-schrijvers uit de jaren zestig waren gevoelig voor de thematiek die de Chicano Movement verdedigde. Het politiek engagement in hun literatuur was belangrijk en ze werkten actief mee aan het proces waarin de Chicano-identiteit werd gevormd. We kunnen stellen dat de Chicano’s voorheen een verdrukt volk waren dat niet voor zijn eigen identiteit mocht of kon opkomen. Vermeldenswaard is ook de oprichting in 1967 van de uitgeverij Quinto Sol. Die publiceerde toen Chicano-auteurs die nu beschouwd worden als Chicanoklassiekers: Tomás Rivera, Miguel Méndez, Rolando Hinojosa en Rudolfo Anaya. In de jaren zestig schreven de meesten in het Spaans, als een bevestiging van hun eigen identiteit. Dat was in de lijn van wat de Chicano Movement vertegenwoordigde, maar sinds de jaren tachtig zijn meer en meer auteurs overgeschakeld op het Engels. Daar zijn veel redenen voor: de tweede of derde Chicano-generatie beheerst vaak beter het Engels dan het Spaans omdat ze onderwijs volgt in het Engels. Vaak zijn het louter commerciële motieven die meespelen. De VS is een grote markt: Engelstalige boeken verkopen uiteraard beter dan Spaanstalige. Velen ‘experimenteren’ ook met de taal: ze publiceren tweetalige werken (eerst Spaans, dan de Engelse vertaling, of omgekeerd / linkerbladzijde Spaans, rechterbladzijde de vertaling in het Engels). Er verschijnen ook veel teksten, poëzie en proza waarin code-switching frequent is. Dat is het wisselen van de ene naar de andere taal binnen eenzelfde zin, of groep zinnen. De mengeling van beide talen wordt vaak Spanglish genoemd. Enkele voorbeelden van het Spanglish zijn: brode (=hermano/broer); Quiero parquear el coche (=Quiero aparcar el coche/ Ik wil de auto parkeren); Te llamo para atrás (=Te vuelvo a llamar, > I call you back / Ik bel je terug). Sinds de jaren tachtig beginnen meer vrouwen te schrijven, met bekende namen als Sandra Cisneros, Ana Castillo, Gloria Anzaldúa en Cherríe Moraga. Zij schrijven voornamelijk in het Engels. Van Sandra Cisneros zijn enkele werken vertaald naar het Nederlands. II. De drie figuren vanuit historisch en artistiek perspectief Malinche, de Maagd van Guadalupe en Sor Juana zijn drie ideologisch sterk geladen figuren die vaak ook met elkaar in verband worden gebracht. Het zijn slechts drie Mexicaanse iconen tussen vele andere, zoals de godin Coyolxauhqui, La Llorona,1 Frida Kahlo en María Félix. Maar we kunnen hier evengoed mannelijke personages noemen, zoals de god Quetzalcóatl, Emiliano Zapata of Pancho Villa. Een voor een zijn het fundamentele mythes die ook in de Chicano-cultuur overleven. Dat is duidelijk te zien op een muurschildering van Gonzalo J. Plascencia in Los Angeles.2 De titel van het werk, “460 Years of Chicano History”,
6
TIJDSCHRIFT - Nr 1- 2012
weerspiegelt de geschiedenis van Mexico én de Chicano’s, van de Olmeken en de stichting van Tenochtitlan tot de Chicano Movement van de jaren zestig.3 De afbeelding is erg populair en is vaak terug te vinden op posters en postkaarten. Links onderaan zijn de drie figuren van dit onderzoek te onderscheiden: Malinche, de Maagd van Guadalupe en Sor Juana. In wat volgt, wordt telkens een korte historische voorstelling gegeven van elke figuur; daarna wordt bestudeerd hoe Chicano-kunstenaars ze in hun werk weergeven. 1. Malinche Malinche is ongetwijfeld “de meest enigmatische figuur uit de geschiedenis van Mexico” (Baudot in Glantz, 1994: 45). Historisch gezien weten we weinig over haar. Ze komt voor op enkele schilderijen en tekeningen uit de zestiende eeuw. We hebben ook enkele gegevens over Malinche dankzij de kroniek van Bernal Díaz del Castillo, de soldaat die deelnam aan de expeditie van Cortés bij de verovering van Mexico. Sommige historici twijfelen er echter aan hoe waarheidsgetrouw bepaalde feiten zijn die Bernal vertelt (ibid. 46-47). Hij noemt haar Doña Marina of ook wel “dama” / dame of “princesa” / prinses (cap. 36-37). Over Malinche wordt eveneens gesproken in de overleveringen van de indianen, teksten die zijn verzameld door Miguel León-Portilla in zijn Visión de los vencidos (Visie van de overwonnenen) (2008). Ze is ook bekend onder de namen Malinal of Malintzín. Volgens Bernal was ze de dochter van een Azteekse cacique, stamhoofd in Coazacoalcos, en werd ze door haar ouders verkocht aan de indianen van Tabasco. De indianen van Tabasco verkochten haar op hun beurt aan Cortés, samen met negentien andere vrouwen. Malinche werd de minnares van Cortés, hoewel sommigen menen dat je dat niet in de romantische zin van het woord kan interpreteren, als zouden ze echt verliefd geweest zijn. Ze hadden samen een zoon, Martín Cortés, maar Cortés gaf Malinche ten huwelijk aan Juan Jaramillo. Bij Juan Jaramillo kreeg Malinche een dochter, María Jaramillo. Fundamenteel in deze geschiedenis is het feit dat Malinche de vertaalster was van Cortés. Ze sprak Nahuatl en Maya, en ze leerde ook heel snel Spaans. Cortés had al een andere vertaler, Jerónimo de Aguilar. Hij was in die regio verzeild geraakt tijdens een vorige expeditie, gevangen genomen door indiaanse stammen, en hij had Maya geleerd. Het is dus dankzij Malinche en Jerónimo de Aguilar dat Cortés kon communiceren met de indianen.
Illustratie en uittreksel uit de Florentijnse Codex, boek XII, hoofdstuk 18, folio 29 (letterlijke vertaling naar de oude Spaanse tekst) “...hun vrienden: nadien gaf kapitein Don Hernando Cortés bevelen met de hulp van Marina, een indiaanse die de taal van Castilla en van Mexico kende en die in Yucatan als vertaalster aangenomen werd; zij begon de Mexicaanse tecutles* en piles** op te roepen om de Spanjaarden het nodige te brengen om te eten, ...” Uit: Bernardino de Sahagún, Historia general de las cosas de Nueva España, 1577. Facsimile: Casa Editorial Giunti Barbèra, Italia, 1979 * Tecutle of tecuhtli: titel voor een ambtenaar met o.a. een administratieve functie. ** Piles (meervoud), pilli, pipilti, pipiltin: zoon, kind; man of vrouw van adel (Sahagún,1988:898; 903)
Er is al ontzettend veel geschreven over Malinche en het lijdt geen twijfel dat het een van de meest complexe, meest polemische en controversiële vrouwen uit de Mexicaanse geschiedenis is. Het debat blijft nog steeds open over de vraag hoe we haar medewerking met de veroveraar moeten interpreteren: 1. Was het een hartstochtelijke daad van een verliefde vrouw? 2. Was het het onvermijdelijke resultaat van de vrouwelijke ondergeschiktheid? 3. Was het een wraakactie tegenover haar eigen omgeving die haar had behandeld als een object dat verkocht 7
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
La Malinche Santa Barraza,1991
La Malinche Rosario Marquardt,1992
8
kon worden? 4. Was het een politieke strategie gelinkt aan haar eigen verlangen naar macht? 5. Was het een archetypische uitdrukking van verraad en vrouwelijke inconsistentie? (Pratt, 1993: 860). Vaak wordt Malinche geplaatst tegenover Cuauhtemoc, de laatste Azteekse leider: Malinche is de verraadster van haar volk, terwijl Cuauhtemoc zich tot op het einde heeft verzet tegen de Spaanse conquistadores, de veroveraars, en daarom is uitgegroeid tot het symbool van de heroïsche verzetstrijder. Malinche is ook vaak de tegenpool van de Maagd van Guadalupe. Malinche wordt dan afgeschilderd als de hoer, de Maagd als de beschermende moeder. Malinche is dus de geschiedenis ingegaan als de slechte, degene die de negatieve rol speelt, de verraadster. Van haar naam, Malinche, is zelfs het woord “malinchista” afgeleid, wat zoveel betekent als “iemand die dweept met alles wat buitenlands is, anti-patriottisch figuur, collaborateur” (Van Dale S/N). Het woord staat duidelijk gemarkeerd als “Mexicaans”. In Mexico wordt de term inderdaad gebruikt in die betekenis. Wat je ook mag denken over Malinche, ze heeft zonder meer een sleutelrol gespeeld in de verovering van Mexico en is daarna uitgegroeid tot een belangrijke mythe. Malinche is ook een inspiratiebron voor Chicano-kunstenaars, zoals we goed kunnen zien in het werk van Santa Barraza, getiteld La Malinche (1991).4 Opvallend is hoe ze hier op het voorplan treedt. Dat beeld staat in fel contrast met de tekeningen van de oude codexen, de manuscripten waarin Malinche gewoonlijk een ondergeschikte rol speelt, altijd naast of achter Cortés. Santa Barraza geeft Malinche haar waardigheid als vrouw volledig terug. Het is het beeld van een droevige vrouw die nadenkt. Cortés daarentegen is naar de achtergrond verschoven. Op een nog verdere achtergrond zien we dan de tragedie die de Spaanse verovering met zich heeft meegebracht, zoals een man die verhangen is in een boom. De historische rol die Malinche heeft gespeeld in de verovering van Mexico, wordt hier duidelijk geherinterpreteerd . Een tweede werk dat onze bijzondere aandacht verdient, is dat van Rosario Marquardt, ook getiteld La Malinche (1992).5 Hoewel Marquardt geen Chicana is, maar een Latina van Argentijnse oorsprong, wordt het werk hier toch opgenomen. Het belicht immers een fundamenteel aspect van Malinche, namelijk haar rol als vertaalster. Hier wordt de tweetaligheid visueel in beeld gebracht: indiaanse talen (Nahuatl, Maya) en Spaans. De Chicano’s, en de Latino’s in het algemeen, leven ook in een tweetalige omgeving. Malinche is daarbij het centrale personage: in haar concentreert zich de communicatie tussen totaal verschillende, zelfs tegengestelde culturen. Het dubbele beeld kan ook geïnterpreteerd worden als een tegenstelling in haar persoonlijkheid, alsof ze een gespleten persoonlijkheid zou hebben: verraadster of schepster (traidora/creadora). Datzelfde dilemma weerklinkt in het Italiaans in een mooi woordspel: “traduttore, traditore” / “vertaler, verrader”. De hagedis kan wellicht op vele manieren geïnterpreteerd worden, zoals de behendigheid om te overleven.
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
In de literatuur van de Chicano’s is dezelfde ambiguïteit terug te vinden rond Malinche. In de jaren zeventig en tachtig werden verschillende teksten – vooral gedichten – gepubliceerd waarin Malinche niet meer gezien werd als de moeder van alle Mexicanen (“Hijos de la Malinche” zoals Octavio Paz het in 1950 beschreef in Het labyrint van de eenzaamheid), maar waarin de Chicana’s zich met haar identificeerden. Een mooi voorbeeld daarvan is het gedicht “La Malinche” (1978) van Carmen Tafolla, waarvan het eerste vers luidt: “Yo soy la Malinche” (Ik ben Malinche). Deze teksten werden vaak geschreven door Chicana’s als reactie op de Chicano Movement van de jaren zestig, die gedomineerd werd door mannen. Ook in hedendaagse Chicanoliteratuur wordt Malinche belicht vanuit heel verschillende hoeken. Als de bevrijde vrouw die spreekt, vertaalt, nadenkt en handelt, zoals in het werk van Erlinda Gonzales-Berry (1999), of in het werk van Alicia Gaspar de Alba (1993) als de vrouw die wraak neemt op Cortés, die de gruwel van de verovering en de onderdrukking van de vrouw benadrukt. Ook haar rol als vertaalster wordt door veel auteurs grondig uitgespit. In veel gevallen is er ook het terugkerend beeld van de verraadster, omdat Chicano’s zich het best in dat verraad herkennen. Maar meestal wordt dat “verraad” dan op een positieve manier ingevuld. Chicano’s zijn inderdaad geen Mexicanen meer en het is precies hun “anders zijn” dat wordt benadrukt. 2. De Maagd van Guadalupe Volgens de legende verscheen de Maagd van Guadalupe vijf keer aan de Indiaan Juan Diego, van 9 tot 12 december 1531, op de heuvel van Tepeyac. Ten slotte verscheen ze nog een laatste keer in het huis van bisschop Juan de Zumárraga, in Mexico Stad. Juan Diego liet zijn poncho openvallen om aan de bisschop de rozen te laten zien, als bewijs van de verschijningen, want in die tijd van het jaar waren er geen rozen in Tepeyac. Toen verscheen het beeld van de Maagd op zijn poncho. Het is dat doek van zijn poncho met die afbeelding die we, volgens de overlevering, nog steeds kunnen zien in de Basiliek in Mexico Stad. Het wonderbaarlijke van het beeld is dat het eigenlijk “geprint” of “gedrukt” is op het doek, alsof het een foto is. Achteraf zijn er elementen bijgeschilderd. Voor de katholieke gelovigen is dit een belangrijk doek. Wonder of niet, voor de wetenschappers zijn er nog heel wat vraagtekens rond de afbeelding: in haar ogen bijvoorbeeld is een reflex te zien van een man (Diego?), dan is er de exacte positie van de sterren die nacht... Je vindt hier het traditionele beeld van de Maagd als een vrouw die beschermt en zorg draagt voor de mensen, maar in het geval van de Maagd van Guadalupe komt er een belangrijk aspect bij, namelijk de mestizaje, de mestizering, de rassenvermenging. De Maagd is een beeld dat zijn oorsprong uiteraard vindt in de katholieke godsdienst, dus van Europese oorsprong. Tegelijkertijd bevat dit werk veel elementen die de indianen interpreteerden vanuit hun eigen wereldbeeld. Ze heeft een donkerbruin gezicht. Daarom noemen ze haar ook de “Virgen morena”, “La Morenita” (de donkere Maagd, de bruine Maagd). De kleur van
Doek met de afbeelding van de Maagd van Guadalupe. Basiliek van Guadalupe, Mexico, D.F.
9
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
de handen verschilt: de rechterhand is witter, de linkerhand donkerder, wat volgens sommigen ook verwijst naar de vermenging van de twee culturen. Een ander element is de bloem met de vier bloemblaadjes, centraal op de mantel van de Maagd, wat zou verwijzen naar het kindje Jezus dat ze verwacht. De bloem heeft de vorm van de Nahui Ollin, het nahuatl-symbool waarin tijd en ruimte geconcentreerd zijn.
La frontera. Graciela Iturbide, 1989
De vraag is nu wat er juist gebeurt met de Maagd als ze de grens met de VS oversteekt. Die oversteek wordt treffend weergegeven in een foto van de Mexicaanse fotografe Graciela Iturbide met de veelzeggende titel La frontera, “De grens”.6 We zien een man met een tatoeage van de Maagd van Guadalupe, terwijl hij de grens oversteekt. De Maagd is hier de beschermster van de nieuwkomers in hun tocht naar de andere kant. Ze is de persoon bij uitstek tot wie de migranten zich richten tijdens hun levensgevaarlijke overtocht. Veel Mexicanen hebben de Maagd als tatoeage, maar dit is een man die de grens oversteekt, beschermd door de Maagd. Tegelijkertijd weerspiegelt deze foto wát hij precies meeneemt naar de overkant: zijn identiteit, en een belangrijk aspect van zijn identiteit is de Maagd van Guadalupe. Zij wordt het meest aanroepen om veilig en wel de overkant te bereiken. De illegalen hebben haar beeltenis in een kleine medaille, op hun T-shirt, op een tatoeage of op een tekening. Omwille van de onmenselijke omstandigheden waar ze door moeten, is het begrijpelijk dat ze zich richten tot de Maagd. Hun geloof in de Maagd houdt hen recht. Volgens getuigenissen is het beeld van de Maagd, in een medaille of hoe dan ook, het enige wat ze hen onderweg niet afpakken (Lara, 2007).
Lil’ Valley Mural Muurschildering Los Angeles, California
In de volkscultuur verschijnt de Maagd van Guadalupe overal. Ze is veel meer dan een religieus symbool. Ze is ook een nationaal symbool dat de Mexicaanse identiteit weergeeft (“mestiza”) en dat gelovigen en niet-gelovigen met elkaar verbindt. Haar beeltenis hangt zelfs in de huizen van de meest atheïstische Mexicanen. Ze behoort tot de volkscultuur, 10
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
ze komt zowel voor in de meest kitsche afbeeldingen als in “hoogstaande” cultuur. Je vindt ze terug op de bus, vooraan bij de buschauffeur, op Tshirts en ook vaak op muurschilderingen. De muurschildering van Los Angeles, Lil’ Valley Mural, is slechts een van de vele voorbeelden die in de zuidelijke staten van de VS te vinden zijn.7 Zoals in Mexico zijn muurschilderingen een belangrijk onderdeel in de kunst van de Chicano’s. Die beweging begon in Mexico in de jaren twintig met grote muralisten als Diego Rivera, Álfaro Siquieros en José Clemente Orozco. De Maagd van Guadalupe komt vaak voor op de muurschilderingen van de Chicano’s. Ze is bijna altijd vergezeld van andere symbolen en figuren uit de Mexicaanse cultuur, zoals de arend en de slang, in het meer omringd door vulkanen (de stichtingsmythe van Tenochtitlan), de Mexicaanse vlag, de zonnesteen (de Azteekse kalender) enzovoort. Het schilderij van Edward Gonzales, San Juan Diego, benadrukt vooral het concept van “mestizaje”, de mestizering.8 In dit werk, dat typische volkscultuur is, vind je uitdrukkelijk de arend en de slang op de nopalcactus terug (symbolen van Mexico). De namen staan in het Nahuatl: Cuauhtlatoatzin was de originele naam van Juan Diego, wat betekent “hij die spreekt als een arend”, Voice of an Eagle. En dan is er ook de naam van Tonantzin, de godin die oorspronkelijk vereerd werd door de indianen op de heuvel van Tepeyac, vóór de komst van de Spanjaarden, dezelfde heuvel waar de Maagd is verschenen. Tonantzin betekent “Onze Moeder”, ze is ook de moeder van de andere goden. Er is dus een sterke identificatie tussen Tonantzin en de Maagd van Guadalupe. In dit schilderij vind je die vermenging van de twee culturen terug. De schildpad (in Nahuatl ayotli) komt niet zo frequent voor in combinatie met de Maagd van Guadalupe. Maar voor de Azteken was ze een symbool van bescherming en zekerheid (door het dragen van haar eigen huis), wat dus overeenkomt met het beeld van de beschermende Moeder. Het schilderij van Ester Hernández, La Virgen de Guadalupe defendiendo Chicano Rights (1976), opent een heel nieuwe wereld.9 Dit rebelse werk is bewust gemaakt om te provoceren. Hier worden expliciet de rechten van de Chicano’s opgeëist, in het bijzonder van de vrouw. In tegenstelling tot het traditionele beeld is dit een tamelijk gewelddadige voorstelling. Hernández wordt beschouwd als een pionier als het gaat over hoe de strijd van de Chicano’s verbeeld wordt. De Maagd komt uit haar aureool, haar traditionele mantel is vervangen door karate-kledij en in plaats van een veeleer passieve houding, neemt deze vrouw een defensieve houding aan, klaar om te vechten. Het gezicht van de engel onderaan drukt kwaadheid uit. In de jaren zeventig werd dit als zeer revolutionair ervaren. Het is een beeld dat de vrouwen toelaat zich te bewegen, hier in de letterlijke zin, maar ook in figuurlijke zin, om in actie te komen. De Maagd wordt traditioneel afgebeeld als een statisch figuur, passief, onbeweeglijk. Hernández recupereert dat beeld, maar dan om in beweging te komen.
La Virgen de Guadalupe defendiendo Chicano Rights Ester Hernández, 1976
11
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
Portrait of the Artist as the Virgin of Guadalupe Yolanda López, 1978
Het volgende werk ligt in dezelfde revolutionaire lijn: Portrait of the Artist as the Virgin of Guadalupe (1978) van Yolanda López.10 Ook dit is een beeld dat tegelijk shockeert én provoceert. In Mexico werd dit door velen geïnterpreteerd als heiligschennis, als blasfemie, als een schandaal. Het is ondenkbaar dat zo’n werk in Mexico zou kunnen ontstaan. Dit werk is op-en-top Chicano-kunst, en we moeten dan ook goed weten hoe we dit precies kunnen interpreteren. We zien het aureool van de Maagd. De kunstenares, Yolanda López, komt uit dit aureool gelopen. Dit is een zelfportret. López identificeert zich volledig met de Maagd. Ze is aan het lopen, ze heeft sportschoenen aan en ze doorbreekt het aureool. Ze eigent zich een stereotiep beeld van Mexico toe, zoals dat van de Maagd van Guadalupe. Ze verandert dit beeld zodanig dat je er als toeschouwer met andere ogen naar kijkt (Belausteguigoitia, 2004). Dat is precies wat Chicano-kunstenaars zoals Ester Hernández en Yolanda López doen: grenzen doorbreken, op alle vlakken, letterlijk en figuurlijk. Het is belangrijk te onderstrepen dat López het beeld van de Maagd niet vernietigt, ze zet er zich ook niet tegen af. Integendeel, ze vertrekt van het beeld van de Maagd, ze komt uit het beeld en identificeert er zich mee. Als Chicana wil ze haar Mexicaanse roots, of zelfs haar Mexicaanse identiteit, benadrukken, in een overwegend blanke maatschappij, de VS, die de Chicana’s discrimineert omwille van hun huidskleur en oorsprong. Het is dus een positieve artistieke en zelfs politieke uiting: “Ik ben Mexicaanse.” Het is voor deze kunstenares een belangrijke inspiratiebron. In Mexico is het veel moeilijker om je nationale symbolen toe te eigenen. De Chicana’s kunnen dat wel, want ze bevinden zich niet binnen maar buiten Mexico. Ze hebben ook de strategieën om dat te doen, want ze leven in een maatschappij waar ze voortdurend grenzen moeten doorbreken: ze zitten tussen twee talen, twee nationaliteiten, twee culturen. Veel Chicana-kunstenaars en -schrijvers zijn bovendien lesbisch of bisexueel en hanteren een politiek radicaal discours. Ze eigenen zich Mexicaanse iconen toe om ze dan te transformeren en te reconstrueren. Dit zelfportret maakt deel uit van een triptiek: de andere werken geven het beeld weer van de moeder en de grootmoeder van de kunstenares, voorgesteld als fabrieksarbeidsters, ook in het aureool en de mantel van de Maagd van Guadalupe. Drie Chicana’s, drie vrouwen, drie generaties. Yolanda López neemt een symbool dat kracht en deugd uitstraalt. Die symboliek draagt ze over naar vrouwen die ze kent. Dit werk van López is van fundamenteel belang voor de Chicano-kunst. Het is al vaak becommentarieerd, zelfs nog in recente studies over de Chicano’s. Nepantla van Santa Barraza, een kunstenares van wie we al het werk Malinche zagen, is ook een betekenisvol werk.11 “Nepantla” is een woord dat door de indianen in de zestiende eeuw werd gebruikt om hun situatie ten opzichte van de Spaanse veroveraar uit te drukken. De uitdrukking “estamos nepantla”, we zijn nepantla, betekent “we zitten ertussen”, “we zitten in het midden”, “in het centrum”, in het Engels inbetween, m.a.w. niet hier, niet daar, maar ergens tussenin. In het werk
12
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
van Santa Barraza zie je de “maguey”, de agave, een typisch Mexicaanse plant, de nopalcactus, de witte bloem van de alcatraz, ook een typisch Mexicaanse bloem. Het is alsof de vrouw uit die planten groeit. We zien enkel haar rug. De haartooi verwijst naar indiaanse stammen uit het noorden van Mexico. De warme kleuren van haar kledij alsook de stilistische tekeningen doen sterk denken aan de tekeningen op de aarden potten uit de precolumbiaanse culturen. Op haar rug het grote symbool: de Maagd van Guadalupe, niet meer omringd door engelen maar door de bloemen en de stilistische figuren uit de Azteekse kunst (Fernández Hernández). Toen het werk Our Lady van Alma López in 2001 voor het eerst op een tentoonstelling te zien was, kwam er veel protest van conservatieve religieuze groepen.12 Tot op vandaag blijft de controverse duren, zoals je kan lezen in het boek van Alicia Gaspar de Alba en Alma López (2011: 1-12). Het interessante van deze afbeelding is de achtergrond. De mantel van de Maagd is de steen van Coyolxauhqui, de dochter van Coatlicue. Coyolxauhqui was de godin van de maan die gedood werd door haar broer, Huitzilopochtli, de zonnegod. Er wordt een sterk contrast gecreëerd tussen het lichaam van de vrouw en het in stukken verdeelde lichaam van de godin. Dit beeld geeft de complexe relatie weer tussen de Chicana en de Maagd van Guadalupe. Vanuit een lesbische opvatting is hier geen vereenzelviging met de Moeder María, of met de moedergodin Tonantzín, maar met de dochter Coyolxauhqui. Als we de zes werken van de Maagd van Guadalupe in hun geheel bekijken, zien we twee tendensen. Enerzijds zijn er de meer “traditionele” werken: de muurschildering van Lil’ Valley, San Juan Diego van Edward Gonzales en Nepantla van Santa Barraza. Het zijn veeleer realistische, mimetische werken. Ze veranderen niet de essentie van de Maagd van Guadalupe, integendeel, ze versterken juist haar belangrijkste kenmerk: het mestieze karakter. Ze voegen nog meer elementen toe die naar de precolumbiaanse cultuur verwijzen, zoals de arend, de slang en de nopalcactus. Anderzijds zijn er de werken die we meer “rebels” kunnen noemen: die van Ester Hernández, Yolanda López en Alma López. Hierin zien we wel een essentiële transformatie van het oorspronkelijke beeld. In deze drie schilderijen wordt de Maagd vervangen door een hedendaagse vrouw, een Chicana, in het geval van Yolanda López is het een zelfportret van de artieste, wat de vereenzelviging nog meer benadrukt. Deze werken zijn rebels, maar ze verwerpen of vernietigen het beeld van de Maagd niet; ze gaan echter wel een confrontatie aan met de traditionele afbeelding en grijpen daarvoor ook terug naar precolumbiaanse mythen zoals die van Coyolchauhqui. Het zijn heterodoxe werken die een alternatieve manier uitdrukken van geloof in de Maagd. Ze gebruiken het beeld om het te hervormen in functie van hun eigen strijd voor meer rechten, niet alleen als Chicanos in de Noord-Amerikaanse maatschappij, maar als vrouwen in een traditionele Chicano-gemeenschap die nog vaak wordt gekenmerkt door machisme.
Nepantla Santa Barraza, 1995
Our Lady Alma López, 2001
13
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
Ook in de Chicano-literatuur wordt de Maagd van Guadalupe op heel uiteenlopende manieren voorgesteld. In veel teksten zien we ze traditioneel als de vrouw die beschermt, redt en geneest, als de vrouw tot wie men zich richt in gebeden om iets te verkrijgen of om te danken. Een prachtige illustratie daarvan vinden we in “El rezo” uit ...y no se lo tragó la tierra (1970) van Tomás Rivera. Anderen, zoals Gloria Anzaldúa, zien dan vooral de associatie met de moedergodin Tonantzin, maar ook met de meer sinistere Coatlicue, die voorgesteld wordt met de halsketting van menselijke harten en een rok van slangen (Anzaldúa, 1987). Nog anderen, zoals Sandra Cisneros, gaan dieper in op de tegenstelling tussen Malinche en de Maagd van Guadalupe, de hoer tegenover de goede moeder. Cherríe Moraga (1995) gaat nog een stap verder, door de Maagd van Guadalupe te identificeren met Coyolxauhqui, zoals we het in de kunst ook zagen bij het werk Our Lady van Alma López. In sommige gevallen zien we dat de figuur van de Maagd van Guadalupe in vraag wordt gesteld. Dit icoon, dat de Mexicaanse identiteit symboliseert, wordt aan de andere kant van de grens gereconstrueerd en op diverse wijzen voorzien van nieuwe interpretaties. 3. Sor Juana
Retrato de Sor Juana Miguel Cabrera, 1750
In tegenstelling tot de twee vorige figuren weten we historisch gezien veel meer over Sor Juana. Ze was een Creoolse non, van Spaanse oorsprong maar in Mexico geboren, die leefde in de tweede helft van 14
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
de zeventiende eeuw (1648-1693?). Ze was een intellectueel, een dichteres en een dramaturge. Ze werd beschouwd als een echt wonderkind, want op haar drie jaar kon ze al lezen en toen ze acht jaar oud was, schreef ze haar eerste verzen. Ze wordt ook soms de Tiende Muze genoemd. Ze trad binnen in de Orde van de H. Hiëronymus (las Jerónimas), voornamelijk omdat ze zich alleen zo helemaal kon wijden aan haar studie. Reeds tijdens haar leven was ze heel populair. Een groot deel van haar werken waren opdrachten, maar ze schreef ook louter voor het plezier, zoals dat het geval was met het beroemde gedicht Primero Sueño (Eerste Droom). Ze had slechts één doel in het leven: lezen, studeren en schrijven. Het was een uitzonderlijke vrouw met een enorme wijsheid en veel talent. Kortom, een genie. Ze kon niet naar de universiteit omdat ze vrouw was. Dus studeerde ze alleen, in het klooster, volledig autodidactisch: geschiedenis, literatuur, wetenschappen, muziek… In haar werken schrijft ze veel over deze harde leerschool zonder leraren. Ze legde zichzelf een persoonlijke discipline op. Op zich had ze wel een gepriviligieerde plek. Hoewel ze zich in het klooster bevond, genoot ze bijzondere bescherming van de onderkoning. Ze schreef hoofse poëzie, maar daarvoor werd ze bekritiseerd door de priesters. Het is bekend hoe ze in aanvaring kwam met de kerkelijke autoriteiten. Die conflicten zijn dan ook wellicht de oorzaak van haar tragisch einde: ze gaf de studie op en korte tijd daarna overleed ze. Haar doel was niet om heilig te worden, maar om kennis te vergaren. Ze onderhield ook een intense correspondentie met de meeste intellectuelen en belangrijkste personages uit haar tijd. Heel wat recente studies belichten haar werk vanuit een duidelijk feministisch perspectief. Voor velen is Sor Juana de eerste feministe van Latijns-Amerika (lang voor de term bestond), de eerste intellectueel die zich bewust was van de discriminatie van de vrouw in de koloniale maatschappij en die vocht voor het recht op studeren. Ook Octavio Paz maakte een grondige studie over Sor Juana. Haar werk wordt bestudeerd door filosofen omwille van de invloed van Kircher, Giordano Bruno en Descartes. In Sor Juana’s tijd, de koloniale periode, in een alles overheersend Spaans imperium, was er uiteraard een grote invloed van de Europese cultuur. Maar vanaf het begin van de zeventiende eeuw begint zich een eerste Mexicaans bewustzijn af te tekenen: ver van de metropool voelen de Creolen zich anders. Vooral in de literatuur van de zeventiende eeuw beginnen de kenmerken van een eigen Mexicaanse identiteit zichtbaar te worden, lang voor de onafhankelijkheid in 1821. Sor Juana is ongetwijfeld een van de eerste Mexicaanse schrijfsters. Om de invloed van Sor Juana in de Chicano-kunst te illustreren, beginnen we met een werk van Pat Gómez: The Trappings of Sor Juana (De sieraden van Sor Juana).13 We zien een altaar met een vaas, met daarop het portret van Sor Juana. Een rode sjaal vormt het kader van het schilderij. Daarrond hangen rozenkransen. Rechts liggen 15
TIJDSCHRIFT - Nr 1- 2012
twee boeken, links staat een kadertje met doorntakken. Deze lijken op de tralies van een gevangenis waarachter hersenen opgesloten liggen. De tekst verwijst naar de “desengaño”, de desillusie, de ontgoocheling. Het is een pessimistisch werk. De hersenen, waarmee het intellect bedoeld wordt, zitten opgesloten, er is geen vrijheid van meningsuiting. Omdat Sor Juana een vrouw was, mocht ze niet schrijven of denken wat ze wou. De doornen geven ook een agressieve indruk aan het werk. De titel is ironisch: voor Sor Juana waren niet de sieraden noch het uiterlijk vertoon belangrijk, maar voor haar lag de essentie in het studeren, in de geest. De titel kan ook een woordspeling zijn: trappings: sieraden, to trap: in de val laten lopen, she is trapped: ze zit “gevangen”, letterlijk (in het klooster) en figuurlijk.
Sor Juana Rebelling Once Again Rose Portillo, 1999
Het tweede werk is van de Chicana-kunstenares Rose Portillo, Sor Juana Rebelling Once Again.14 Hier is Sor Juana gehuld in de blauwe mantel met de sterren van de Maagd van Guadalupe: Sor Juana als een goddelijk personage, een godin. Het is tegelijkertijd ook een agressieve voorstelling, door de vlammen en de hoorns, die dan weer verwijzen naar de duivel. Het is ook een droevig beeld: Sor Juana is aan het wenen. Uit haar linkerooghoek komt een traan gerold. De tekst in de vlammen komt uit haar geschriften. Het zijn haar woorden. Het rode sjaaltje verwijst waarschijnlijk naar de Zapatisten uit Chiapas. Die dragen ofwel een zwarte bivakmuts of dit rood Zapatistensjaaltje. Sor Juana in de zeventiende eeuw was even rebels als de Zapatisten op het eind van de twintigste eeuw. Ze is op die manier een belangrijke inspiratiebron voor sommige verzetsbewegingen.
Merkwaardig genoeg vinden we diezelfde associatie tussen Sor Juana en de Zapatisten terug in het volgende werk, van Yreina Cervántez, getiteld Mujer de mucha enagua: pa’ti Xicana (Vrouw met vele onderrokken, voor jou Xicana).15 Dit werk is opgedragen aan de Chicana-vrouw in het algemeen. “Xicana” wordt hier geschreven met “X”, in plaats van “Ch”. Dat is een aparte, maar toch frequente vorm, vooral in het vrouwelijk. Net zoals voor de Mexicanen heeft de X een bijzondere waarde. “México se escribe con ‘x’”, Mexico schrijf je met een X, en niet met een J, zoals het in correct standaard-Spaans, van Spanje, zou moeten. De X is een deel van de Mexicaanse identiteit, het verwijst naar de oorspronkelijke “Mexicas”, waar de “x” ook anders werd uitgesproken. Er wordt hier een link gelegd met de precolumbiaanse roots. Er zit in het woord “Xicana” met X ook een verwijzing naar het woord Xicanisma, wat in feite een synoniem is voor Chicano- feminisme. Sor Juana staat hier naast de comandanta Ramona van het EZLN, Ejército Zapatista para la Liberación Nacional, Het Leger van Zapatisten voor Nationale Bevrijding. Dat leger dook op 1 januari 1994 plots op in San Cristóbal de las Casas met subcomandante Marcos als een van de leiders. Ook de kinderen van Ramona staan op 16
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
het doek. De vereenzelviging tussen de Zapatisten, uit het Lacandonaregenwoud van Chiapas, en de Chicano’s, is heel sterk, en komt wel vaker voor. In Los Angeles is er bijvoorbeeld de Chicano-muziekgroep “Quetzal” die precies bekend geworden is met een lied “Todos somos Ramona” (Youtube). In het midden van het schilderij staat een hand met een spiraal met de woorden “mixik balamil”, wat Maya is voor “ombligo del mundo”, de navel van de wereld. Ook de achtergrond is een verwijzing naar het wereldbeeld van de Maya’s: je ziet sterren, bloemen en de vlekken van de jaguar, een heilig dier voor de Maya’s. In de kledij van beide vrouwen staan nog veel teksten. Op haar borst draagt Sor Juana een portret van Rosario Castellanos, die in het begin van dit artikel werd geciteerd. Drie Mexicaanse vrouwen, uit drie verschillende periodes. Het schilderij in zijn geheel is opgedragen aan de Chicana-vrouw. Het zijn modellen voor de Chicana’s van vandaag. De drie werken waarin Sor Juana voorkomt, behoren tot de volkskunst en spelen sterk met stereotiepe beelden van Mexico. Maar ze reflecteren wel bijzonder goed de enorme kracht die Sor Juana nog altijd uitoefent op de Chicano’s.
Mujer de mucha enagua: pa ’ti Xicana Yreina Cervántez, 1999
Ook in de literatuur van de Chicano’s komt de fascinatie voor Sor Juana tot uiting. Zo blijft de vraag waarom ze plots, op het hoogtepunt van haar roem en intellectueel kunnen, de pen neerlegde en zich hulde in een grote stilte. Het zijn vooral vrouwelijke auteurs die naar haar verwijzen vanuit feministisch standpunt, maar ook een Chicano-auteur als Alejandro Morales gaat in dialoog met de zeventiende eeuwse non in Waiting to happen (2001), een roman met veel intertextuele referenties naar Sor Juana. Als auteurs Sor Juana in hun teksten opnemen, dan is dat om verschillende redenen: om haar genie, namelijk haar uitzonderlijke intellectuele capaciteit, om haar onafhankelijkheid, om haar weerstand tegen de heersende normen, en ten slotte, om haar passie voor lezen en schrijven in een maatschappij die volledig gedomineerd werd door mannen. 17
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
III. Besluit Het labyrint van de eenzaamheid van Octavio Paz mag dan al een problematisch werk zijn, vooral wat de interpretatie van Malinche betreft, feit is dat in de visie van Paz op de Mexicaans-Amerikanen wel een grond van waarheid zit. Voortgaande op het hoofdstuk “De Pachuco en andere extremen” (Paz, 1991), kan de Chicano inderdaad als een “extreem” van de Mexicaan worden beschouwd. Dit verklaart wellicht waarom de Chicano’s zich in hun artistieke en literaire werken vaak radicaler gaan uitdrukken. Hier ligt waarschijnlijk ook een verklaring voor de affiniteit die Chicano’s hebben met de indianen van Chiapas, die zich in het andere extreem van Mexico bevinden. Beide groepen wonen in de periferie en ervaren de houding van het centrale Mexico vaak als afwijzend of denigrerend. De reconstructie en de herdefiniëring van de drie figuren -Malinche, de Maagd van Guadalupe en Sor Juanatonen aan dat Chicano-kunstenaars, en in het bijzonder de vrouwen, alle grenzen overschrijden en dan hebben we het niet alleen over de geografische grens, hoe belangrijk ook. Dat is precies wat Gloria Anzaldúa al aangaf in haar essay Borderlands. La frontera, dat dateert van 1987: de grens en de grensgebieden functioneren als metaforen voor allerlei grenzen, met name de psychologische, die aan de Chicano’s worden opgelegd. Vooral sinds de jaren tachtig van vorige eeuw hebben vrouwelijke kunstenaars zich verzet tegen nationalistische en patriarchale concepten. Dat is kenmerkend voor een postnationale gemeenschap die zich niet onderwerpt aan een cultureel essentialisme (Gewecke, 2007: 195). De analyse van de drie figuren heeft ook aangetoond dat de betekenis van elke figuur helemaal niet eenduidig is. Integendeel, het zijn complexe figuren waarvan de symboliek voortdurend verandert. Kunstenaars nemen deze figuren vaak vanuit verschillende en ook tegenstrijdige perspectieven op in hun werk. Malinche wordt door de ene kunstenaar afgeschilderd als slachtoffer, zoals veel hedendaagse vrouwen die onderwerping en verkrachting ondergaan. Andere kunstenaars zien Malinche dan weer als een actieve vrouw, die initiatief neemt en deelneemt aan de creatie van een “Nieuwe Wereld”. In het geval van de Chicano’s is dat de wereld van “La Raza”. Ook bij de Maagd van Guadalupe vinden we tegenstrijdige interpretaties terug. Enerzijds zijn er de kunstwerken die een groot respect en bewondering uitdrukken, in navolging van de traditionele afbeelding, en daarbij net de nadruk leggen op haar karakter als mesties. De Maagd verschijnt dan met elementen die zowel teruggaan op de precolumbiaanse cultuur als de cultuur van de Spaanse kolonisator. De identificatie met de godin Tonantzin is een terugkerend aspect. Anderzijds zijn er Chicanokunstenaars die precies vertrekken van het beeld van de Maagd van Guadalupe om de kijker aan te zetten tot actie, en zelfs om te provoceren. Diezelfde provocerende en vernieuwende kijk vinden we terug in de afbeeldingen van Sor Juana door Chicano’s. De recuperatie 18
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
van deze drie figuren in de Chicano-kunst komt meestal niet voort uit een nostalgie voor een Mexicaans verleden of voor een verloren Mexicaanse identiteit. Deze figuren ondergaan een echte transformatie en worden geïntegreerd in een nieuwe context, de Noord-Amerikaanse, waarin Chicano’s steeds opnieuw hun eigen identiteit proberen te definiëren. Het zijn stereotypes, figuren die als cliché telkens weer opduiken. Kunstenaars en schrijvers verzetten zich vaak tegen stereotiepe beelden, maar tegelijkertijd hebben ze die ook nodig en gaan ze er op een creatieve manier mee om. Bij vrouwelijke kunstenaars gaat het bovendien ook nog om het opkomen voor de rechten van de Chicana. En dat is een strijd waarin deze drie iconen een fundamentele rol spelen. *** Voetnoten 1
Malinche wordt vaak geassocieerd met La Llorona. Toch zijn er veel verschillen tussen beide figuren. Malinche is een historische figuur, terwijl La Llorona gebaseerd is op legendes. Volgens een van die legendes was La Llorona een indiaanse vrouw die drie kinderen had van een Spaanse edelman. Die wou echter niet met haar trouwen en hij nam een Spaanse vrouw tot echtgenote. Daarop doodde de indiaanse vrouw haar drie kinderen door verdrinking en pleegde zelfmoord. Sindsdien hoort men haar geween en gejammer over het hele land. Het is de vreselijke schreeuw van een moeder die op zoek gaat naar haar verloren kinderen. Gloria Anzaldúa maakt in haar boeken ook een duidelijk onderscheid: La Malinche is de verkrachte vrouw, La Llorona is de vrouw die van het Mexicaanse volk een lijdend volk maakt. (Anzaldúa in Castillo, 2000: 15). 2
Alle kunstwerken die vanaf hier besproken worden, zijn te bekijken op internet, vaak op verschillende sites. Bij elk werk wordt in voetnoot een website opgegeven. 3
http://www.publicartinla.com/Downtown/Broadway/victor/chicano.html http://faculty.pasadena.edu/mnjimenez/topic4b_gallery/pages/topic4b_22.htm 5 http://www.tihof.org/honors/malinche.htm 6 http://dodgenburn.tumblr.com/post/5208810318/graciela-iturbide-b-1942-la-frontera-the 7 http://www.brownpride.com/murals/murals.asp?a=lilvalleymural/index 8 http://edwardgonzales.com/portfolio.aspx?id=2028 9 http://boystown.tumblr.com/post/1597145245/ester-hernandez-la-virgen-de-guadalupe 10 http://www.dartmouth.edu/~lats41/kerb/gallery/exhibitions.html 11 http://borderbookfestival.org/artists/sbarraza.php 12 http://www.today.ucla.edu/portal/ut/PRN-charlene-villasenor-black-209715.aspx 13 http://www.lib.utexas.edu/taro/utlac/00110/lac-00110.html 14 http://content.cdlib.org/ark:/13030/hb600009q3/ 15 http://content.cdlib.org/ark:/13030/hb809nb5m0/ 4
BIBLIOGRAFIE AA.VV. (2005). Quimera. Literatura y frontera: de México a Estados Unidos. Junio (258). ALDAMA, Arturo J.; QUIÑONEZ, Naomi H. (eds.) (2002). Decolonial Voices. Chicana and Chicano Cultural Studies in the 21st Century. Bloomington, Indianapolis: Indiana U.P. ANZALDÚA, Gloria (1987). Borderlands/La Frontera. The New Mestiza. San Francisco, CA, Spinsters. BELAUSTEGUIGOITIA, Marisa (2004). “Las nuevas Malinches. Mujeres fronterizas”. Nexos, febrero, p. 28-30. _____ “Entrevista con Marisa Belausteguigoitia” http://www.lai.fu-berlin.de/es/e-learning/projekte/ frauen_konzepte/projektseiten/konzeptebereich/be_chicanas/transcrip.html [Geraadpleegd 21 januari 2012]. CASTELLANOS, Rosario (1989). “Otra vez Sor Juana”. Obras Completas, México: FCE. CASTILLO, Ana (ed.) (2000). La diosa de las Américas. Escritos sobre la Virgen de Guadalupe. Traducción de Mariela Dreyfus. New York: Vintage Español / Vintage Books. CASTILLO, Debra A.; TABUENCA CÓRDOBA, María Socorro (2002). Border Women. Writing from La Frontera. Minneapolis, London: U. of Minnesota Press. CHABRAM-DERNERSESIAN, Angie (2006). The Chicana/o Cultural Studies Reader. N.Y., London: Routledge. CISNEROS, Sandra (1996). El arroyo de la Llorona y otros cuentos. Traducido por Liliana Valenzuela. New York: Vintage Español / Vintage Books. 19
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
CUMPIANO, Ina (1998). “Yo, La Malinche”, The Floating Borderlands. Twenty-five Years of U.S. Hispanic Literature, L. Flores (ed.), Seattle, London: U of Washington Press: 392-396. FERNÁNDEZ, Roberta (ed.) (1994). In Other Words, Literature by Latinas of the United States, Houston, Arte Publico Press. FERNÁNDEZ HERNÁNDEZ, Silvia (z.d). “Santa Barraza, pionera de ‘La Causa’”, in Flores de Nieve, 15. http://www.floresdenieve.cepe.unam.mx/quince/cepe-silvia205.htm [Geraadpleegd 21 januari 2012]. FLORES, Lauro (ed.) (1998). The Floating Borderlands. Twenty-five Years of U.S. Hispanic Literature. Seattle, London: U. of Washington Press. GASPAR DE ALBA, Alicia (1993). The Mystery of Survival and Other Stories. Tempe Arizona: Bilingual Press. GASPAR DE ALBA, Alicia; LÓPEZ, Alma (eds.) (2011). Our Lady of Controversy. Alma López’s Irreverent Apparition. Austin: University of Texas Press. GEWECKE, Frauke (2007). “Literature on the Move (2): los chicanos o Mexican Americans”, Iberoamericana VII, 28: 177-199. GLANTZ, Margo (ed.) (1994). La Malinche, sus padres y sus hijos. México: UNAM. GÓMEZ-PEÑA, Guillermo (2000). Dangerous Border Crossers. The Artist Talks Back. London, N.Y.: Routledge. GONZALEZ-BERRY, Erlinda (1999). Paletitas de Guayaba. En: Martín-Rodríguez, M. (ed.). La voz urgente. Antología de literatura chicana en español. Madrid: Fundamentos, pp. 391-402. GONZÁLEZ, Gilbert G.; FERNÁNDEZ, Raúl A. (2003). A Century of Chicano History. Empire, Nations and Migration. New York: Routledge. GUTIÉRREZ MARTÍNEZ-CONDE, Juan (1992) Literatura y sociedad en el mundo chicano, Madrid: Ediciones de la Torre. HERRERA-SOBEK, María e.a. (2000). Perspectivas transatlánticas en la literatura chicana. U. de Málaga. KENDALL-ADAMS, Charles. (1909). A History of the United States. Allyn and Bacon. Boston. http://etc.usf.edu/ maps [map #00805] LARA, Tania (2007). “A buen santo se encomiendan. Al cruzar la frontera de Estados Unidos y México los indocumentados traen consigo la mejor protección a su alcance: su fe”. http://www.ahorasi.com/stories/ 20071004_pagina8.html [Geraadpleegd 21 januari 2012]. LEÓN-PORTILLA, Miguel (2008). Visión de los vencidos.México: UNAM. MALDONADO, Diane L. (2004) Searching for Mother: Chicana Writers Revise and Renew Malinche and Guadalupe. Duquesne University. MARTÍN-RODRÍGUEZ, Manuel (1999). La voz urgente. Antología de literatura chicana en español. Madrid: Espiral Hispano-Americana. MESSINGER CYPESS, Sandra (1991). La Malinche in Mexican Literature. From History to Myth. Austin: U. of Texas Press. MORAGA, Cherríe (2000). Heroes and Saints & Other Plays. Albuquerque: West End Press. MORALES, Alejandro (2001). Waiting to Happen. San José, CA: Chusma House Publications. O’GORMAN, Edmundo (1991). Destierro de sombras. Luz en el origen de la imagen y culto de Nuestra Señora de Guadalupe del Tepeyac. México: UNAM. PAZ, Octavio (1991). El laberinto de la soledad. México: FCE. PRATT, Mary Louise (1993). “‘Yo soy La Malinche’. Chicana Writers and the Poetics of Ethnonationalism”. Callaloo 16, 4: 859-873. RIVERA, Tomás (1992). ... y no se lo tragó la tierra. Houston: Arte Publico Press. SAHAGÚN, Bernardino de (1988). Historia general de las cosas de Nueva España, vol. 2. Madrid: Sociedad Quinto Centenario/ Alianza Editorial, S. A. SLAUTINA, Yevgeniya (2007). “Pinceladas y palabras en la paleta de imágenes de la Malinche. Extravío. Revista electrónica de literatura comparada 2. http://www.uv.es/extravio/pdf2/y_slautina.pdf [Geraadpleegd 21 januari 2012]. STOLS, Eddy (1993). Mexico in historisch perspectief. Leuven: Acco. TAFOLLA, Carmen (1993). “La Malinche”. En Pratt, Mary Louise. “‘Yo soy La Malinche’. Chicana Writers and the Poetics of Ethnonationalism”. En: Callaloo, 16, 4, pp. 867-868. TATUM, Charles (2006). Chicano and Chicana literature. Otra voz del pueblo. U. of Arizona Press. U.S. Census Bureau. American Factfinder (2011) http://factfinder2.census.gov/faces/tableservices/jsf/pages/ productview.xhtml?pid=DEC_10_SF1_QTP10&prodType=table [Geraadpleegd 21 januari 2012]. *** 20
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
AANKONDIGINGEN Het Instituut voor Amerikanistiek organiseert de volgende activiteiten:
AA
Op zondag 3 juni 2012 een bezoek aan de tentoonstelling
DE JADE MASKERS VAN DE MAYA’S PINACOTHÈQUE DE PARIS van 26 januari tot 10 juni 2012
De Pinacotheek zet haar ontdekking van precolumbiaanse culturen verder. Als vervolg op de succesrijke tentoonstelling “The Inca’s Gold: Origins and Mysteries” toont de Pinacotheek nu de meest belangrijke ontdekking die in de laatste decennia in Mexico plaatsvond: mozaïeken maskers uit jade. Deze zeer uitzonderlijke maskers, volledig gerestaureerd door eminente specialisten in de Maya archeologie, vertegenwoordigen het gezicht van de goden. Zij werden gemaakt voor de heersers van de meest prestigieuze Maya steden en hadden als doel het eeuwige leven van deze belangrijke personen na hun dood te verzekeren. De Maya’s zijn gekend voor hun architectuur, in het bijzonder deze van de prachtige steden zoals Palenque, Chichen Itza, Copan of Tikal. Niettemin waren zij niet minder beroemd om hun artistieke verwezenlijkingen waaronder hun beeldhouwkunst. Zij hadden een speciale voorkeur voor de groene steen. Jade was voor de Maya’s niet alleen een zeldzaam en kostbare materiaal, maar het was eveneens verbonden met het sacrale. Het gebruik van jade was het voorrecht van de elite. Op een indrukwekkende manier gebruikten de Maya heersers dit materiaal om zich te verfraaien. Een groot deel van de voorgestelde jade objecten vertegenwoordigen goden van het Maya Pantheon, met menselijke, vegetale of dierlijke kenmerken. Deze werden door de Maya elite gedragen tijdens rituele ceremonies om zich goddelijke eigenschapen aan te meten en om hun rol als tussenpersoon tussen aardse en hemelse sferen uit te voeren. Hierbij vertegenwoordigden zij de vruchtbaarheid van de aarde en beschouwden zich als onsterfelijk. De Maya kunstenaars maakten de maskers uit fragmenten van jade met een uitzonderlijk vakmanschap. Zij pasten de afmeting en de kleur van de stukken aan om een natuurlijker uitzicht te bekomen. De tentoongestelde maskers werden in grafkamers van Maya heersers gevonden. Een deel ervan stellen de gelaatstrekken van de Maya leiders voor. Dit is o.a. het geval met het masker van Pakal, de beroemdste heerser van Palenque, waarvan de gelaatstrekken voor de eeuwigheid werden vastgelegd. De betekenis van deze kunstvoorwerpen wordt verduidelijkt door de omkadering: behalve de maskers worden ook objecten tentoon gesteld, zoals halskettingen, oorringen, borstversieringen, armbanden, keramiek en andere
21
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
offergaven. Na hun opgraving werden deze voorwerpen over verschillende musea verspreid. Zij worden nu voor het eerst tot één geheel samengebracht. Zeven graven van Maya leiders werden gereconstrueerd. De tentoonstelling JADE MASKERS VAN DE MAYA’S in de Pinacotheek te Parijs is het resultaat van 10 jaar onderzoek en restauratie door belangrijke Mexicaanse instellingen, onder de verantwoordelijkheid van de bekende expert Sofía Martínez del Campo Lanz, tevens curator van deze tentoonstelling. Er werden vijftien maskers gevonden waarvan de meeste in de Pinacotheek tentoon gesteld worden. Het is uitzonderlijk dat deze maskers buiten Mexico getoond worden, en dit samen met nog een honderdtal andere objecten die ook voor het eerst Mexico zullen verlaten. Dit is een unieke gelegenheid om deze bijzondere objecten, die het politieke prestige met spirituele manifestaties combineren, te ontdekken. PROGRAMMA
08:37 u 10:50 u
11:00 u
Vertrek met de Thalys (Brussel-Zuid). Aankomst in Parijs (Paris-Nord) om 09:59 u. Samenkomst aan de ingang van de Pinacotheek, Place de la Madeleine 28, Paris. Metro Lijn 8, 12 en 14, Station Madeleine, uitgang Place de la Madeleine. Gezamenlijk bezoek aan de tentoonstelling. Aansluitend vrij en individueel retour naar België.
Inschrijven voor het bezoek kan enkel via overschrijving van 12 euro op rekening nr. 320-0227942-62 van het Instituut voor Amerikanistiek vzw met vermelding “Parijs” en het aantal personen. Uiterste datum voor de inschrijving: vrijdag 18 mei 2012
Op zaterdag 22 september 2012 een bezoek aan het
GALLO-ROMEINS MUSEUM (Tongeren) en het WIJNKASTEEL GENOELS-ELDEREN (Riemst)
In het jaar 10 voor onze tijdrekening stichten de Romeinen Atuatuca Tungrorum, kortweg Tongeren, de oudste stad van België. Door de gunstige ligging op het kruispunt van de wegen van Maastricht, Keulen, Bavay, Nijmegen en Doornik, komt de stad vanaf de 2de eeuw snel tot bloei. Het museum geeft een compleet overzicht van de menselijke bewoning: van de prehistorie tot en met de Merovingers, maar vooral de GalloRomeinse collectie is uitzonderlijk. Het museum werd bovendien uitgeroepen tot het Europees Museum van het jaar 2011.
Wat volgt, staat altijd in verband met wat voorafging… Tussen Tongeren en Maastricht, langs de oude Romeinse heirbaan, in de gemeente Riemst ligt het enige wijnkasteel van België. Niet per toeval, aangezien de Romeinen reeds wijngaarden hadden in deze streek. Het eerste kasteel van Genoels-Elderen werd gebouwd in de 13de eeuw, in opdracht van Godenoel van Elderen, maar in 1407 door de Tongenaren platgebrand. In de 18de eeuw werd een tweede versie door de Fransen vernield. Het huidige kasteel dateert van 1859, heropgebouwd door graaf de Borchgrave. In 1990 heeft de familie van Rennes de eeuwenoude wijncultuur weer doen herleven. Sindsdien is de wijndruif in dit mooie landschap rondom het kasteel weer helemaal terug. 22
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
WIJNKASTEEL GENOELS-ELDEREN is met 22 hectaren wijngaarden het grootste wijndomein in het land. We zullen er niet alleen de wijngaarden en de rozentuin bezoeken, maar ook de stokerij, het pershuis en de 13de eeuwse wijnkelders. Dit alles wordt uiteraard gevolgd door een wijnproeverij.
Zaterdag 10 & zondag 11 november 2012, bezoek aan de tentoonstelling:
JENSEITS VON BRASILIEN Etnografisch Museum, Wenen Door de beperkte toegangspolitiek van Portugal, was Brazilië ‘terra incognita’. Pas in de eerste helft van de 19de eeuw vonden er verschillende Europese expedities plaats, waardoor het land meer ontsloten werd. De 2.400 objecten afkomstig uit de Oostenrijks - Braziliaanse expeditie (1817-1835) zijn op wereldvlak heel belangrijk, maar tot heden praktisch ongekend. De tentoonstelling vertelt over de geschiedenis van die objecten en hoe ze hun weg naar Europa gevonden hebben. Het Etnografisch Museum van Wenen herbergt meer dan 200.000 objecten en behoort tot een van de belangrijkste etnografische musea ter wereld.
PROGRAMMA
Vertrek op zaterdagmorgen – bezoek aan de stad Wenen – overnachting Zondagvoormiddag – bezoek aan de tentoonstelling “JENSEITS VON BRASILIEN” Terugkeer in de late avond. (uitgebreide informatie volgt binnenkort).
Op zaterdag is een bezoek gepland aan de voornaamste bezienswaardigheden van Wenen: Hofburg, Burggarten, Karlskirche, Rathaus, Staatsopera, Stepfansdom, Burgkapelle, …heel wat locaties verwijzen naar het leven van de Habsburgers. 23
TIJDSCHRIFT - Nr 1 - 2012
PROGRAMMA 2012 Zondag 25 maart Algemene Jaarlijkse Ledenvergadering gevolgd door de lezing “Landverhuizers voor koffie : België en Brazilië (1820-1860)” Door Prof. John Everaert Zondag 6 mei Lezing door Mevr. Marita de Sterck “De kracht van groeirituelen en initiatieverhalen ” Zondag 3 juni Bezoek aan de tentoonstelling DE JADE MASKERS VAN DE MAYA’S Pinacothèque de Paris Zondag 24 juni Lezing door Dhr. Edward de Bock “Geweven kracht: de sacrale rol van textiel in de Andes” Zaterdag 22 september Bezoek aan het GALLO - ROMEINS MUSEUM (Tongeren) en het WIJNKASTEEL GENOELS - ELDEREN (Riemst) Zondag 21 oktober Lezing door Dhr. Leo Vekemans “De geschiedenis van de Itzá Maya’s van de 6de tot de 18de eeuw: een synthese” Zaterdag 10 & zondag 11 november Bezoek aan de stad Wenen en aan de tentoonstelling JENSEITS VON BRASILIEN Etnografisch Museum, Wenen De plaats, het tijdstip en de praktische informatie over de activiteiten worden in de uitnodiging en op de website vermeld.
www.amerikanistiek.org 24