Inspectierapport Villa Vondel (BSO) Waldeck Pyrmontlaan 23 1075 BT AMSTERDAM Registratienummer: 625169128
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 18-05-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 10-06-2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 18 mei 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. De voorwaarde met betrekking tot het adviesrecht van de oudercommissie is in een nader onderzoek beoordeeld omdat de gemeente hiervoor een handhavingsprocedure is gestart. Tijdens het onderzoek is de houder in de gelegenheid gesteld om documenten na te sturen. De houder heeft hier op 21 mei 2015 gevolg aan gegeven.
Beschouwing Organisatie De buitenschoolse opvang is onderdeel van Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en behoren tot verschillende houders (besloten vennootschappen). Het inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang Villa Vondel; deze vestiging behoort samen met kinderagverblijf Villa Vondel, dat in hetzelfde pand is gevestigd, tot de houder Kinderhonk Zuid B.V. De organisatie heeft een directeur die verantwoordelijk is voor de algemene beleidsvoering. Er is daarnaast een kwaliteitsfunctionaris aangesteld die verantwoordelijk is voor het opstellen en implementeren van het pedagogisch, veiligheids- en gezondheidsbeleid. Deze persoon is tevens aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling, klachtencoördinator en vertrouwenspersoon voor zowel het personeel als de ouders. Een functieomschrijving hiervan is schriftelijk vastgelegd en krijgen ouders bij de intake mee. Iedere locatie heeft een vestigingsmanager die verantwoordelijk is voor de dagelijkse aansturing van de beroepskrachten en het contact met ouders. Locatie Buitenschoolse opvang Villa Vondel is samen met kinderdagverblijf Villa Vondel gehuisvest in een oud schoolgebouw. De buitenschoolse opvang bestaat uit vier groepen van ieder maximaal twintig kinderen. De ruimtes voor de kinderen van de buitenschoolse opvang bevinden zich op de tweede en derde verdieping. De vestigingsmanager en assistent-vestigingsmanager zijn beiden vijf dagen per week aanwezig. Er wordt regelmatig op verschillende plekken in het Vondelpark buiten gespeeld. Daarnaast kunnen de kinderen in het pand spelen in onder andere de knutselruimte, theaterzaal, bioscoop en bibliotheek. Dagelijks wordt er een warme avondmaaltijd geserveerd. In het huidige jaarlijks onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de gehele organisatie. Dit is in maart 2015 voor het laatst gewijzigd. In het pedagogisch beleidsplan is onder andere in duidelijke en observeerbare termen beschreven hoe emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, hoe de persoonlijke en sociale competenties worden gestimuleerd en hoe de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Zo is er beschreven dat iedere groep vaste beroepskrachten heeft, er sprake is van een aanbod van materialen en activiteiten die passen bij de leeftijden en ontwikkelingsfases van de kinderen en dat kinderen bekende leeftijdsgenootjes om zich heen hebben. Naast het algemeen pedagogisch beleidsplan is er in maart 2015 tevens een pedagogisch werkplan opgesteld met locatiespecifieke informatie. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld op basis van observaties op alle vier de groepen tijdens verschillende momenten, zoals bij het ophalen, het eten en het vrij spelen. Uit deze observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van waarden en normen. Ook wordt er door de beroepskrachten gehandeld conform de uitgangspunten in het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de kinderen zich op hun gemak voelen bij de beroepskrachten en regelmatig contact zoeken met de beroepskrachten. De beroepskrachten zijn ook geinteresseerd in de kinderen. Als één van de beroepskrachten de kinderen van school ophaalt, begroet ze alle kinderen één voor één en vraagt ze wat de kinderen op school hebben gedaan. Tijdens de route van school naar de opvang regent het en is het koud. De beroepskracht probeert de kinderen af te leiden van het slechte weer en vraagt of er kinderen zijn die een raadsel kennen. Hierop vertellen een aantal kinderen een raadsel. Zelf doet de beroepskracht ook mee met raden en later met het vertellen van een raadsel. Hierdoor weet de beroepskracht een vrolijke sfeer te brengen. Ook op de andere groepen zijn de beroepskrachten hartelijk in de omgang met de kinderen. Door de manier van handelen van de beroepskrachten wordt de emotionele veiligheid van de kinderen gewaarborgd. Persoonlijke comptentie en normen en waarden Dagelijks kunnen de kinderen kiezen uit drie activiteiten die tijdens het fruit eten aan de kinderen worden voorgelegd. Tijdens het inspectiebezoek kunnen de kinderen gaan sjoelen, deelnemen aan een yogales of knutselen. Daarnaast kunnen kinderen er ook voor kiezen om vrij te spelen en zelf te bepalen wat ze willen doen. Doordat de kinderen in de gelegenheid worden gesteld om verschillende activiteiten te ondernemen, krijgen de kinderen de kans om verschillende vaardigheden te ontwikkelen. De yogales wordt aangeboden door een extern ingehuurde docent. Spelenderwijs legt zij de kinderen verschillende oefeningen uit die zij eerst voordoet, waarna de kinderen haar na doen. Tijdens de les worden verschillende lichaamsdelen benoemd. Ook moeilijkere woorden, zoals 'kruin' komen voorbij. Bij het noemen van deze woorden vraagt de docent eerst aan de kinderen of ze weten waar op/aan het lichaam het betreffende onderdeel zich bevindt. Op deze manier zijn de kinderen niet alleen bezig met yoga-oefeningen, maar breiden ze ook hun woordenschat uit. Tijdens het bezoek blijkt dat er op de opvang en tijdens het lopen van school naar de opvang duidelijke regels gelden. De kinderen worden opgehaald met een bolderkar. De grotere kinderen die niet in de bolderkar zitten, moeten de hele route naar de opvang de bolderkar vasthouden. Eén van de kinderen laat een aantal keer de bolderkar los om wat verder vooruit te kunnen lopen. Telkens als dit gebeurt, wijst de beroepskracht het kind er op een vriendelijke en rustige manier op dat het de kar moet vasthouden. Ze legt ook uit waarom het belangrijk is dat het kind zich aan deze regel houdt. Hieruit blijkt dat de beroepskrachten zorg dragen voor de overdracht van normen en waarden. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleid maart 2015, ontvangen op 21 mei 2015 - Pedagogisch werkplan Villa Vondel maart 2015, ontvangen op 29 april 2015 - Inspectiebezoek d.d. 18 mei 2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
4/13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die werkzaam zijn geweest op de buitenschoolse opvang in week 14 tot en met week 20 van 2015. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die werkzaam zijn geweest op de buitenschoolse opvang in week 14 tot en met week 20 van 2015. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft vier basisgroepen. De groep Groen bestaat uit maximaal tien kinderen tussen de vier en zes jaar. De groep Geel bestaat uit maximaal twintig kinderen tussen de vier en zes jaar. De groep Rood bestaat uit maximaal twintig kinderen tussen de vier en twaalf jaar. De groep Blauw bestaat uit maximaal twintig kinderen tussen de zes jaar en twaalf jaar. Op woensdag worden de groepen structureel samengevoegd tot één basisgroep. Ook dan worden er in de basisgroep maximaal twintig kinderen van vier tot twaalf jaar opgevangen. De kinderen zijn geplaatst in een basisgroep. Kinderen kunnen bij afname van extra opvangdagen in een tweede basisgroep worden opgevangen mits de ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben gegeven voor een overeengekomen periode. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek wordt er in groep Groen één kind opgevangen door één beroepskracht. In groep Geel worden vijftien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de groep Rood worden negentien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In groep Blauw worden vijftien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 14 tot en met 20 van 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben op schooldagen de volgende werktijden: op maandag van 13.00 tot 19.00 uur, op woensdag en vrijdag van 11.30 tot 19.00 uur en op dinsdag en donderdag van 14.15 tot 19.00 uur. Zij pauzeren op deze dagen niet. Met deze werktijden wordt er redelijkerwijs voldaan aan de eisen omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. Op schoolvrije dagen kunnen de beroepskrachten de volgende werktijden hebben: van 8.15 tot 17.45 uur, van 9.00 tot 18.30 uur en van 9.30 tot 19.00 uur. De helft van de beroepskrachten pauzeert van 13.00 tot 14.00 uur en de andere helft van 14.00 tot 15.00 uur. Met deze werk- en pauzetijden wordt er redelijkerwijs voldaan aan de eisen omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is omdat er dagelijks door minimaal twee beroepskrachten wordt geopend aangezien de buitenschoolse opvang in hetzelfde pand is gevestigd als kinderdagverblijf Villa Vondel, dat tot 18.30 uur is geopend. Bij het afsluiten zijn er minimaal twee beroepskrachten van de buitenschoolse opvang aanwezig en één huishoudelijk medewerker. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 21 mei 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 21 mei 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten in week 14 tot en met 20, ontvangen op 21 mei 2015 - Presentielijsten week 14 tot en met 20, ontvangen op 21 mei 2015 - Planningslijsten van de maanden april en mei 2015, ontvangen op 21 mei 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de vestigingsmanager - Pedagogisch beleid maart 2015, ontvangen op 21 mei 2015 Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
5/13
- Pedagogisch werkplan Villa Vondel maart 2015, ontvangen op 29 april 2015 - Inspectiebezoek d.d. 18 mei 2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
6/13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt beschreven in diverse werkinstructies en protocollen. Deze documenten zijn opgenomen in mappen die in het kantoor op de locatie te raadplegen zijn. Wekelijks vindt er een vergadering plaats waarin onder andere het beleid wordt besproken met de beroepskrachten. Door de aanwezigheid van het beleid op de locatie en het werkoverleg dat regelmatig plaatsvindt, zorgt de houder dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van het vastgestelde beleid. Veiligheid De toezichthouder heeft op het gebied van de veiligheidsrisico's tijdens het inspectiebezoek met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent het ophalen van de kinderen uit school en de maatregelen die worden getroffen als de beroepskrachten met de kinderen een uitstapje maken. De beroepskrachten halen de kinderen op van verschillende scholen met een bakfiets, bolderkar of stint (een elektrische bolderkar). De toezichthouder loopt tijdens het inspectiebezoek mee met een beroepskracht en de huishoudelijk medewerker die de kinderen met de bolderkar ophalen. Ze hebben een telefoon meegenomen voor het geval geval ze contact op moeten nemen met de buitenschoolse opvang of met ouders. Bij het ophalen wordt gebruikgemaakt van een ophaallijst waarop alle kinderen die op die dag moeten worden opgehaald, genoteerd staan. De kinderen uit groep 1/2 worden in de klas opgehaald en de oudere kinderen verzamelen zich in de hal van de school bij de huishoudelijk medewerker. Als alle kinderen op de lijst zijn afgevinkt, nemen de jongere kinderen plaats in de bolderkar en moeten de oudere kinderen de bolderkar vasthouden terwijl zij zelf lopen. De kinderen krijgen allemaal een veiligheidshesjes aan. De werkwijze tijdens het ophalen komt overeen met de werkinstructie die de houder hierover heeft opgesteld. De beroepskrachten vertellen dat zij diverse maatregelen treffen als zij met de kinderen een uitstapje maken. Zo dragen de beroepskrachten bodywarmers met de naam van de opvang erop, nemen zij de presentielijsten, een telefoon, een ehbo-doos en voldoende eten en drinken mee. Ook tijdens uitstapjes dragen de kinderen een veiligheidshesje. Hetgeen de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek vertellen, komt overeen met het beleid van de houder. Gezondheid Op het gebied van de gezondheidsrisico's heeft de toezichthouder tijdens het inspectiebezoek met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent de (hand)hygiëne en het beleid met betrekking tot het bereiden van warme maaltijden. Als de kinderen uit school komen wassen zij hun handen. Wanneer kinderen hier niet zelf aan denken, worden zij hierop gewezen door de beroepskrachten. In de toiletten waar de kinderen gebruik van maken, liggen stoffen handdoeken en hangt een zeepdispenser. Eén van de beroepskrachten verklaart dat de handdoeken minimaal eens per dag worden vervangen. Er wordt bij de buitenschoolse opvang dagelijks een warme maaltijd geserveerd. Deze wordt 's ochtends door de kok gemaakt en koel bewaard in de koelkast. De huishoudelijk medewerker zet de oven aan om 16.00 uur 's middags. De maaltijd wordt anderhalf uur verwarmd op 150 graden Celsius en na het verwarmen direct opgediend. Er worden geen restjes bewaard en de producten worden wekelijks ingekocht. In de keuken hangt een lijst waarop staat genoteerd welke kinderen welke allergie hebben. Deze werkwijze komt overeen met het voedingsbeleid van de houder. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld in augustus 2013. Hiervoor is gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De meldcode voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. De meldcode wordt jaarlijks besproken, onder andere tijdens de studiedag. Tijdens het inspectieonderzoek blijkt dat de beroepskrachten voldoende mogelijke signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld kennen. Ook weten zij welke stappen zij moeten zetten in geval van een vermoeden van kindermishandeling. Gebruikte bronnen: - Document Bakfietsprotocol', ontvangen op 21 mei 2015 - Werkinstructie activiteiten buiten de deur, ontvangen op 21 mei 2015 - Werkinstructie ophalen van de NSO kinderen bij de scholen, ontvangen op 21 mei 2015 - Hygienecode voedingsverzorging, ontvangen op 21 mei 2015 - Document 'Hygienebeleid', al eerder ontvangen op 2 februari 2015 - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie augustus 2013), ingezien tijdens inspectiebezoek - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de vestigingsmanager - Inspectiebezoek d.d. 18 mei 2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
7/13
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De buitenschoolse opvang beschikt over verschillende ruimtes die verspreid zijn over de tweede en derde verdieping van het pand waarin de opvang is gevestigd. Op de tweede verdieping zijn de bibliotheek, de knutselruimte, een theater/bouwruimte, de bioscoop en de computer-/studieruimte gevestigd. Op de derde verdieping zijn de keuken en de sportruimte gevestigd. Tevens kunnen de gangen op beide verdiepingen worden gebruikt om te spelen. Per ruimte zijn er verschillende speelmaterialen aanwezig. In het theater/de bouwruimte is een podium, er zijn verkleedkleren en er is allerlei constructie- en bouwmateriaal aanwezig. In de knutselruimte staan kasten met materialen waarmee geknutseld kan worden. In de bibliotheek is een bank, zijn stoelen en is een kast met allerlei boeken aanwezig. De sportruimte is ingericht met een zachte vloer en matten en de keuken kan gebruikt worden voor kookactiviteiten. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang maakt voornamelijk gebruik van diverse speelplaatsen in het nabijgelegen Vondelpark. Via een vaste route gaan de beroepskrachten hier met de kinderen naartoe met de bakfiets en met de elektrische bolderwagen. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de vestigingsmanager - Inspectieonderzoek d.d. 18 mei 2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
8/13
Ouderrecht De voorwaarde met betrekking tot het adviesrecht van de oudercommissie is in een nader onderzoek beoordeeld omdat de gemeente hiervoor een handhavingsprocedure is gestart. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin zeven leden zitting hebben. Het is een gecombineerde oudercommissie waarin zowel ouders van kinderen die worden opgevangen op de buitenschoolse opvang als ouders van kinderen op het kinderdagverblijf dat in hetzelfde pand gevestigd is, zitting hebben. Gebruikte bronnen: - Notulen oudercommissie 3 maart 2015, ontvangen op 21 mei 2015 - Gesprek met de vestigingsmanager d.d. 18 mei 2015 - Inspectiebezoek d.d. 18 mei 2015
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
9/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
10/13
Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
11/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Villa Vondel 000020025513 http://www.hetkinderhonk.nl 70 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderhonk Zuid B.V. Herengracht 576 1017 CJ AMSTERDAM 34306914 www.hetkinderhonk.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. J. Jochems
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
: : : : :
18-05-2015 28-05-2015 10-06-2015 10-06-2015 16-06-2015
: 16-06-2015 :
12/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Villa Vondel - Jaarlijks onderzoek 18-05-2015
13/13