Inspectierapport De Wijze Dabbers (BSO) Deciushof BT BEUNINGEN GLD Registratienummer

Inspectierapport

De Wijze Dabbers (BSO) Deciushof 2 6642BT BEUNINGEN GLD Registratienummer 489831205

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen Beuningen 19-02-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 02-03-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 19-02-2015 De Wijze Dabbers te BEUNINGEN GLD

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het betreft een verkorte praktijkinspectie, hierbij zijn de volgende domeinen beoordeeld:  Pedagogisch klimaat  Personeel en opvang in groepen De oudercommissie heeft voor de inspectie een vragenlijst ingevuld. Uit deze vragenlijst zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen die aanleiding waren tot uitbreiding of verdieping van het onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Wijze Dabbers is samen met kinderdagverblijf De Dabbertjes in een pand gevestigd. De buitenschoolse opvang heeft een registratie voor 75 kindplaatsen. Tot op heden worden hiervan niet meer dan 60 kindplaatsen gebruikt. Inspectiegeschiedenis 14-08-2012: onderzoek voor registratie 22-01-2013: onderzoek na registratie 10-04-2014: jaarlijks onderzoek Bevindingen op hoofdlijnen Bij deze inspectie is gebleken dat er voldaan wordt aan de getoetste eisen. Er is een aandachtspunt benoemd bij de opvang in groepen, dit betreft de toestemming die ouders vooraf moeten geven wanneer hun kind in een andere dan de eigen basisgroep wordt opgevangen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk is beoordeeld met behulp van het Veldinstrument onderzoek kindercentrum dat is ontwikkeld door GGD GHOR Nederland. De bevindingen worden per basisdoel uit de Wet kinderopvang (vet gedrukt) weergegeven aan de hand van items uit het veldinstrument (cursief gedrukt) en voorbeelden uit de waargenomen praktijk. Waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. In de middelste groep zit een van de beroepskrachten met een groepje kinderen aan tafel, ze spelen met strijkkralen. De beroepskracht heeft kleine gesprekjes met de kinderen. Sommige gesprekjes worden door de beroepskracht geïnitieerd, andere door de kinderen. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. De beroepskracht bewaakt de sfeer in de groep. In de grote groep zijn de kinderen bezig met een spel. De beroepskracht merkt dat de sfeer in de groep wat minder goed wordt. Sommige kinderen zijn nog bezig met het spel, andere kinderen zijn afgeleid en doen niet echt meer mee. De beroepskracht vraagt aan de kinderen of ze nog wel zin hebben om het spel te doen. De kinderen geven aan dat ze eigenlijk liever buiten willen gaan spelen en de beroepskracht beëindigt het spel. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten. Een meisje is wat ziek en gaat vanaf de BSO naar de huisarts. Wanneer ze wordt opgehaald, vertelt de beroepskracht hoe het die dag gegaan is, zodat de informatie kan worden meegenomen naar de huisarts. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen. Buiten hebben verschillende kinderen hun fiets op de kop gezet, ze spelen fietsenmakertje. Een van de kinderen probeert een driewieler op de kop te zetten, maar dat lukt niet echt. De beroepskracht loopt naar haar toe en vraagt of ze ook fietsenmaker wil zijn. Vervolgens draaien ze samen de fiets om. De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De inspectie vond plaats in de carnavalsweek, omdat de kinderen deze week hele dagen naar de buitenschoolse opvang komen, zijn er extra activiteiten georganiseerd. Op maandag en dinsdag zijn de kinderen van de BSO naar de Tinnegieter geweest om carnaval te vieren. Op de dag van de inspectie hebben de kinderen samen met de beroepskrachten puddingbroodjes en smoothies gemaakt. Op de grote groep hebben de kinderen taart gegeten. Wanneer een van de kinderen aan het eind van de middag wordt opgehaald door zijn vader vertelt hij enthousiast over de activiteit van die dag. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. De kinderen van de grote groep doen een spel waarbij om de beurt iemand de moordenaar mag zijn. Een van de andere kinderen moet raden wie de moordenaar is. Op een gegeven moment roept een van de jongens "Nu ben ik 'm!" en hij loopt al weg. De beroepskracht houdt hem tegen en vraagt of ze dat samen zo geregeld hebben. Andere kinderen geven aan dat dat niet het geval is en dat ze ook graag aan de beurt zouden willen zijn. De beroepskracht vraagt of de kinderen het alsnog samen willen overleggen. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. 4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 19-02-2015 De Wijze Dabbers te BEUNINGEN GLD

Er zijn bepaalde afspraken op de groep, kinderen moeten bijvoorbeeld via de entree binnenkomen en mogen niet de deur in de groepsruimte gebruiken. Wanneer kinderen toch via de deur van de groepsruimte willen binnen komen, geeft de beroepskracht aan dat ze even moeten omlopen, omdat het anders veel te koud wordt in de groepsruimte. In de groepsruimte zijn later een paar kinderen aan het stoeien, ze gaan steeds harder tegen elkaar praten. De beroepskracht geeft aan dat ze niet steeds harder tegen elkaar moeten gaan schreeuwen, omdat de andere kinderen in de ruimte elkaar anders ook niet meer kunnen verstaan. Ze zegt verder: "Als je wild wil spelen kun je beter even naar buiten gaan." Conclusie: De vier pedagogische basisdoelen worden op buitenschoolse opvang De Wijze Dabbers voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (buiten, op de middelste groep en op de grote groep)


Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten en alle stagiaires van de BSO zijn beoordeeld. Alle zijn in het bezit van een geldige VOG. De stagiaires en medewerker die het afgelopen jaar zijn gestart, hebben voor aanvang van de werkzaamheden hun VOG overlegd. Passende beroepskwalificatie Van de vier aanwezige beroepskrachten is de beroepskwalificatie beoordeeld. Alle zijn in het bezit van een diploma conform de CAO kinderopvang. Hiermee wordt voldaan aan de kwalificatie-eis. Opvang in groepen Op BSO De Wijze Dabbers worden de kinderen opgevangen in drie basisgroepen die elk maximaal 20 kinderen groot zijn:  de groene groep met kinderen van 4 en 5 jaar;  de middelste groep met kinderen van 6 t/m ongeveer 8 jaar;  de grote groep met kinderen vanaf ongeveer 9 jaar. Ieder kind is ingedeeld in één van de drie basisgroepen. Op de dag van de inspectie werden de kinderen van de groene groep en de middelste groep gezamenlijk opgevangen in de ruimte van de middelste groep. De groep bestond uit 20 kinderen. In de grote groep werden op de dag van de inspectie 10 kinderen opgevangen. Aandachtspunt: Op de dag van de inspectie werd een van de kinderen uit de middelste groep opgevangen in de grote groep. De ouders hebben hiervoor niet vooraf schriftelijk toestemming gegeven. Voordat een kind mag worden opgevangen in een andere dan de eigen basisgroep, moet de houder met de ouders schriftelijk overeenkomen in welke andere basisgroep het kind mag worden opgevangen en voor welke periode deze toestemming geldt. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is beoordeeld op de dag van de inspectie. In beide groepen werd op de dag van de inspectie voldaan aan de beroepskracht-kindratio, er is geen reden tot uitbreiding van het onderzoek. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (adjunct-directeur)  Interview anderen (beroepskrachten)  Verklaringen omtrent het gedrag (aanwezige beroepskrachten en alle stagiaires)  Diploma's beroepskrachten (aanwezige beroepskrachten)  Arbeidscontracten (één beroepskracht)  Presentielijsten (dag van de inspectie)  Overeenkomsten stagiaires


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.


OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.


Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: De Wijze Dabbers : http://www.bsodewijzedabbers.nl : 75

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

BSO De Wijze Dabbers Deciushof 2 6642BT BEUNINGEN GLD 09182129

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen Postbus 1120 6501BC NIJMEGEN 024-3297297 R. Roes

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Beuningen : Postbus 14 : 6640AA BEUNINGEN GLD

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

19-02-2015 20-02-2015 Niet van toepassing 02-03-2015 02-03-2015

: 02-03-2015 : 16-03-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.


Inspectierapport De Wijze Dabbers (BSO) Deciushof BT BEUNINGEN GLD Registratienummer

Recommend Documents