Inspectierapport BSO Driehoek (BSO) Koestraat 69 5081BT HILVARENBEEK Registratienummer 194147447
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant HILVARENBEEK 10-07-2014 Regulier onderzoek Definitief 21-08-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ouderrecht ..................................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang (bso) de Driehoek maakt deel uit van Mikz Kinderopvang. De buitenschoolse opvang is gevestigd in het gebouw van basisschool de Driehoek. Er worden twee groepen opgevangen van maximaal 20 kinderen. De kinderen worden ingedeeld op leeftijd: groep 4-6 jaar groep 6-8 jaar De bso heeft de beschikking over een eigen gedeelte met twee groepsruimtes en een speelzaal. Binnen de groepsruimtes zijn verschillende speelhoeken gecreëerd waarbij gevarieerd spelmateriaal aanwezig is. Inspectiegeschiedenis: Buitenschoolse opvang de Driehoek is op 13 augustus 2012 in exploitatie gegaan. Tijdens het onderzoek na opname register werden geen overtredingen geconstateerd. Tijdens de reguliere inspectie in 2013 werd één overtreding geconstateerd. Het betreft het instellen van een oudercommissie op locatieniveau. Huidige inspectie: Er heeft overleg en overreding plaatsgevonden met betrekking tot: - de inhoud van het pedagogisch werkplan; - het aanleveren van de roosterplanning van de beroepskrachten. Overleg en overreding wil zeggen dat de documenten die nog niet gereed of compleet zijn binnen 1 week aangepast zijn en overlegd worden aan de toezichthouder. Dit is alleen mogelijk bij documenten die op afstand te beoordelen zijn. Hierdoor kunnen overtredingen vóór het opstellen van het inspectierapport verholpen worden. Daar waar dit van toepassing is staat het beschreven in de toelichting bij de betreffende domeinen. Buitenschoolse opvang de Driehoek voldoet aan alle getoetste voorwaarden met uitzondering van het instellen van een oudercommissie. Omdat de houder aantoonbaar moeite doet een oudercommissie in te stellen, maar er zich onvoldoende ouders beschikbaar stellen, adviseert de toezichthouder niet te handhaven op dit onderdeel. De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid • persoonlijke competentie • sociale competentie • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Pedagogisch beleid Het pedagogisch werkplan 'BSO de driehoek' bevat algemene informatie over het pedagogisch beleid, opgesteld voor de hele organisatie, en locatie specifieke informatie die van toepassing is op locatie Driehoek. Het werkplan bevat informatie over: de vier pedagogische basisdoelen; emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden; werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroep; bij welke (spel)activiteiten de kinderen hun basisgroep verlaten; de inzet van stagiaires; het wenbeleid; het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen; de wijze waarop ondersteuning wordt geboden indien er één beroepskracht aanwezig is op de buitenschoolse opvang. De informatie over de leeftijdsopbouw van de groepen was niet geheel conform de praktijk. De kwaliteitsmedewerker kreeg middels 'overleg en overreding' de gelegenheid het pedagogisch werkplan aan te passen. Pedagogische praktijk Uit gesprekken met de beroepskrachten en tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie is gekeken naar onderstaande competenties. Op basis van de observatie kan geconcludeerd worden dat hieraan voldaan wordt. Onderstaand worden per competentie situaties beschreven die zijn waargenomen. Emotionele veiligheid: Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. De beroepskrachten kennen de kinderen in de groep bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. De beroepskrachten: voeren regelmatig een gesprekje met de kinderen; zijn op de hoogte van activiteiten die op school plaatsvinden en informeren hier belangstellend naar; zijn op de hoogte van de interesses van de kinderen en vragen bijvoorbeeld hoe het maken van een armbandje van elastiek in zijn werk gaat.
4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Persoonlijke competentie: De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid wisselen af met rondlopen of kortdurend oppervlakkig spel. De kinderen mogen zelf kiezen wat zij gaan doen. Op de dag van de inspectie speelt een groep kinderen buiten met 1 beroepskracht en zijn de andere kinderen binnen met 1 beroepskracht. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun spel en hebben regelmatig overleg met elkaar over het verloop van de dag. De beroepskrachten kijken of de kinderen nog bezig zijn en vragen bij twijfel of de kinderen de activiteit waar ze mee bezig zijn nog leuk vinden of dat ze liever iets anders willen doen. Kinderen die wat gaan rond hangen mogen even hun gang gaan maar beroepskrachten doen al snel een voorstel voor een andere activiteit. Sociale competentie: De beroepskrachten moedigen interactie tussen groepsgenootjes aan. In veel gevallen helpen zij de kinderen om contact met elkaar te maken door ze op elkaar te richten. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen en elkaar helpen.
De beroepskrachten zorgen voor materiaal zodat de kinderen samen kunnen spelen. Tijdens het maken van armbandjes vraagt de beroepskracht of kinderen die geen materiaal bij zich hebben wat mogen gebruiken van de andere kinderen. Enkele kinderen die graag willen helpen met schoonmaken krijgen samen een emmer sop en ieder een eigen poetsdoekje Bij het buitenspelen gaat de beroepskracht naar de speelplaats van de school omdat de kinderen daar makkelijk samen kunnen voetballen. Indien nodig geeft zij aanwijzingen om het spel goed te laten verlopen maar laat de kinderen ook hun eigen spelregels bepalen.
Normen en waarden: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig en worden zo nodig toegelicht.
Als een van de kinderen op tafel gaat zitten wordt uitgelegd dat dit niet de bedoeling is. omdat dit meerder keren gebeurd, herhaalt de beroepskracht de afspraak enkele keren. De kinderen wordt gevraagd hun spullen op te ruimen voor ze ergens anders aan beginnen. Als een van de kinderen iets kapot maakt van een ander kind, wordt het kind hier op aangesproken en wordt uitgelegd dat het niet leuk is als je iets kapot maakt van een ander.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (kwaliteitsmedewerker) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Tijdens vrij spel binnen en buiten en knutselactiviteit) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kind-ratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten, die op het moment van de inspectie worden ingezet op locatie de Driehoek, zijn gecontroleerd. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er kunnen maximaal 40 kinderen worden opgevangen bij bso de Driehoek. De kinderen worden opgevangen in twee groepen van 20 kinderen. Momenteel zijn er niet meer dan 20 kinderen aanwezig. Ook bij de aanwezigheid van 20 kinderen of minder wordt er soms voor gekozen de kinderen aan het begin van de opvang in twee groepen (groep 4-6 jaar en groep 6-8 jaar) op te vangen. Na het tafelmoment kunnen de kinderen kiezen wat zij gaan doen en verlaten zij de basisgroep. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van de inspectie wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Tijdens de inspectie kan geen inzicht gegeven worden in de roosters van de beroepskrachten van week 25 t/m 27. De presentielijsten van de kinderen zijn wel aanwezig. De roosters van de beroepskrachten zijn opgevraagd (overleg en overreding) en binnen de gestelde termijn toegestuurd aan de toezichthouder. Bij een volgende inspectie dienen deze inzichtelijk te zijn op locatie. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling Er wordt gewerkt met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die voldoet aan de gestelde eisen vanuit de Wet Kinderopvang. De meldcode is ingevuld voor de eigen organisatie en voorzien van een sociale kaart. De meldcode is digitaal inzichtelijk voor de beroepskrachten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (kwaliteitsmedewerker) Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Ouderrecht Oudercommissie Er is geen oudercommissie ingesteld voor locatie de Driehoek. Werving vindt plaats via: het intakegesprek; een poster op locatie; persoonlijke benadering van ouders. Ondanks deze inspanningen zijn er geen ouders die zich beschikbaar hebben gesteld om zitting te nemen in de oudercommissie van locatie de Driehoek. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (kwaliteitsmedewerker) Interview anderen (beroepskrachten) Website
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: BSO Driehoek : 40
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Mikz Kinderopvang B.V. Postbus 200 5140AE WAALWIJK www.mikz.nl 17226838
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 B van Dommelen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HILVARENBEEK : Postbus 3 : 5080AA HILVARENBEEK
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
10-07-2014 14-08-2014 Niet van toepassing 21-08-2014 22-08-2014
: 22-08-2014 : 12-09-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 19 augustus 2014 heeft de kwaliteitsmedewerker telefonisch aangegeven het eens te zijn met de inhoud van het rapport en geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-07-2014 BSO Driehoek te HILVARENBEEK