Inspectierapport Kikker (PSZ) Bendienlaan 27 3431RA NIEUWEGEIN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Nieuwegein 01-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 13-10-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Peuterspeelzaal 'De Kikker' is onderdeel van koepelorganisatie KMN Kind & Co. De locatie is gevestigd binnen de scholenvlek Wijkersloot, waarin de Koningin Beatrixschool en de Schakel zijn opgenomen. De peuterspeelzaal is gelegen in de wijk Wijkersloot in Nieuwegein. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal zestien kindplaatsen per dag en is geopend vanaf september 2012. De locatie bestaat uit één groep van maximaal 16 kinderen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie in 2013 en 2014 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht:
‘Pedagogisch klimaat’; ‘Personeel en groepen’
Conclusie De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
‘emotionele veiligheid’; ‘persoonlijke competentie’; ‘sociale competentie’; ‘overdracht van normen en waarden’.
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden:
eet- en drinkmoment vrij spel
Op het moment van de inspectie zijn negen kinderen aanwezig met twee beroepskrachten en een vrijwilligster. Emotionele veiligheid Observatie-criterium uit het veldinstrument: ‘Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep.’ Observatie In de ruimte hangt een dagschema op. Hierop staan afbeeldingen van de activiteiten op, welke vandaag staan gepland. Dit schema hangt op een voor de kinderen duidelijk zichtbare plek en op ooghoogte van de kinderen. Observatie Wanneer de kinderen aan tafel gaan om fruit te eten en wat te drinken, begint één kind spontaan een liedje te zingen. De beroepskracht hoort dit en reageert hierop: "Ja, goed zo, 'namen noemen', we gaan 'namen noemen' zingen." Na het zingen van het liedje herhaalt de beroepskracht wat ze gisteren hebben gedaan: een knutselwerk gemaakt. Ze laat het knutselwerk nogmaals zien en praat erover met de kinderen. Ook geeft ze aan dat enkele kinderen die dit nog niet hebben gemaakt, straks mogen gaan knutselen als ze dit willen. Conclusie Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor de kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit. Persoonlijke competentie Observatie-criterium uit het veldinstrument: ‘Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.’ Observatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
4 van 11
Gedurende de inspectie praten de beroepskrachten veel met de kinderen. Vele zaken worden herhaald. Na het eten en drinken blijven de kinderen aan tafel zitten. De beroepskracht zet een CD aan met kinderliedjes. De vrijwilligster heeft een bijbehorend boek en laat aan de kinderen plaatjes zien, vertelt en zingt met de kinderen. Gedurende dit moment gaat een beroepskracht telkens met twee kinderen naar het toilet om te plassen. De meeste kinderen zingen de liedjes zo goed ze kunnen mee, enkele kinderen luisteren naar de liedjes. Conclusie In het dagprogramma zijn altijd activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking. Sociale competentie Observatie-criterium uit het veldinstrument: ‘De kinderen zijn deel van de groep.’ Observatie Tijdens de inspectie zit iedereen aan tafel om te gaan eten en drinken. Na het zingen van de liedjes, mogen twee kinderen de beroepskrachten helpen met het uitdelen van de trommeltjes met fruit en de bekers. Hetzelfde geldt voor het opruimen ervan. De kinderen worden bedankt voor hun hulp. Conclusie De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve waardering. Conclusie Uit de observaties en de interviews met de beroepskrachten komt naar voren dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogische beleidsplan wordt herhaaldelijk besproken met de beroepskrachten tijdens de teamvergaderingen. De uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal 'Kikker' biedt voorschoolse educatie aan op de groep. De locatie biedt acht dagdelen per week voorschoolse educatie aan:
op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 11.50 uur en van 12.55 tot 15.10 uur.
Er kunnen maximaal 12 kinderen met een VVE indicatie worden opgevangen. De houder voldoet aan onderstaande eisen uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen ten aanzien van de voorschoolse educatie:
de voorschoolse educatie wordt minimaal tien uur per week aangeboden; per groep zijn twee beroepskrachten aanwezig met maximaal 16 kinderen; de beroepskrachten hebben een passend diploma en een getuigschrift voorschoolse educatie; de houder heeft een opleidingsplan opgesteld; de locatie maakt gebruik van de programma's 'Piramide' en 'Puk & Ko' waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Verzachtende omstandigheid Ten tijde van de inspectie is één beroepskracht aanwezig welke nog niet in het bezit is van een passend diploma of getuigschrift voorschoolse educatie. Uit een gesprek met de houder komt naar voren dat de betreffende beroepskracht door ernstige omstandigheden één bijeenkomst van de opleiding heeft gemist. De beroepskracht volgt, aldus de houder, op dit moment een spoedopleiding en zal op 23 september haar diploma behalen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
5 van 11
Het betreffende diploma is op 24 september 2015, conform afspraak, aan de toezichthouder overgelegd. Conclusie De houder voldoet aan de onderzochte eisen uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen als het gaat om de voorschoolse educatie. Gebruikte bronnen: Observaties Website Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
6 van 11
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten en de vrijwilligster gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen. Opvang in groepen Peuterspeelzaal 'Kikker' beschikt over twee peuterspeelzaalgroepen. Iedere groep bestaat uit maximaal 16 kinderen met twee beroepskrachten. Ten tijde van de inspectie bestaat de groep uit negen kinderen met twee beroepskrachten en een vrijwilligster. Conclusie Ieder kind behoort bij een peuterspeelzaalgroep die voldoet aan de gestelde eisen.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Conclusie Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
8 van 11
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kikker http://www.kmnkindenco.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kindercentra Midden Nederland Kind en Co Newtonbaan 7 3439NK NIEUWEGEIN www.kmnkindenco.nl 30182723
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 E. Hendricks
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Nieuwegein : Postbus 1 : 3430AA NIEUWEGEIN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
01-09-2015 24-09-2015 08-10-2015 13-10-2015 14-10-2015 14-10-2015
: 14-10-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 25 september 2015 hebben wij de conceptrapportage betreffende peuterspeelzaal Kikker te Nieuwegein met registratienummer 000 ontvangen. Naar aanleiding van deze rapportage willen wij u melden dat de houder content is met de inhoud van de rapportage en zich kan vinden in de zienswijze van de toezichthouder. Vertrouwende u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, KMN Kind & Co Sylvia van Est Cluster manager
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 01-09-2015
Kikker te NIEUWEGEIN
11 van 11