Agendapunt 7 Bijlage 1
Input Kadernota 2016 Inleiding De kadernota 2016 is de opmaat naar de begroting 2016 en de meerjarenraming tot en met 2020. Met de kadernota geeft de raad zijn keuzes en overwegingen mee voor het opstellen van de begroting. Met deze notitie levert het college input aan de raad voor het maken van deze keuzes en overwegingen. De wettelijke ontwikkelingen en ambities op sociaal, economisch en ruimtelijk gebied vragen om keuzes. Zoals aangegeven in de jaarrekening 2014 is de financiële rek eruit. Met de huidige wettelijke ontwikkelingen en ambities loopt het begrotingstekort indicatief op richting €1 miljoen structureel. Daarmee is het moment aangebroken om nadrukkelijk te overwegen welke ambities prioriteit krijgen en waar accenten worden gelegd. Daarbij is niet alleen de korte termijn van belang: met name is van belang om nú de juiste keuzes te maken, die Voerendaal zowel voor de gemeente als voor de burger op lange termijn goed en sterk houden. Heroriënteren, ombuigen, bezuinigen, besparen zijn daarbij de termen, waarvoor uw raad nu de kaders stelt. Op onderdelen past daarbij de winstwaarschuwing dat enkel nog de “minimale variant” of een drastische keuze een optie is: ook de begrotingsbrief van de provincie Limburg is hier duidelijk in. Per programma is een overzicht gegeven van ontwikkelingen en belangrijkste overwegingen. Overkoepelend zien wij de volgende majeure opgaven: •
Het verbinden van economische, ruimtelijke en sociale opgaven. In het verbinden van economische en sociale opgaven zien wij mogelijkheden om kans en noodzaak bij elkaar te brengen. Bij de herstructuring van de woningvoorraad, een ruimtelijke noodzaak, is de maatschappelijke kans aanwezig om levensloopbestendigheid van deze voorraad te verbeteren; hierdoor kunnen mensen langer in hun eigen omgeving blijven wonen. De maatschappelijke noodzaak om mensen (aan de onderkant van) in de arbeidsmarkt een plek te geven komt daarbij overeen met de economische kans om te voorzien in de behoefte van het lokale bedrijfsleven voor flexibele (kleinschalige) ondersteuning.
•
Het investeren in preventie. Het investeren in preventie kent meerdere dimensies. In het sociale domein ligt nu de focus om extra te investeren in transformatie, innovatie en preventie. Hiermee wordt op termijn zwaardere zorg voorkomen. In het economische domein is investering in toekomstvaste voorzieningen (LLB woningen) en duurzaamheid een vorm van preventie, waardoor leefbaarheid en betaalbaarheid van wonen op lange termijn geborgd kunnen worden.
•
Het thema duurzaamheid raakt niet alleen de burger, maar ook vele taakvelden van de gemeente zelf (van beheer in/van de openbare ruimte tot inkoop en aanbesteding, van huisvesting tot mobiliteit, van leefbaarheid tot economie). Op zowel Provinciale als Zuidlimburgse, regionale en lokale schaal is de duurzaamheidsagenda het afgelopen half jaar in een stroomversnelling gekomen.
•
De focus op een goede leefbaarheid. De focus op leefbaarheid ligt op het faciliteren van verantwoordelijkheid en initiatief van burgers, bedrijven en gemeenschappen. Hiermee ontstaat maatschappelijk draagvlak en eigenaarschap voor opgaven en voorzieningen. Tegelijkertijd kunnen hiermee cohesie en voorzieningen in stand gehouden worden.
•
De focus op een aantrekkelijke leefomgeving: De komende jaren zullen vele inspanningen verricht moeten worden om de kwaliteit van de openbare ruimte op een minimaal acceptabel niveau te brengen en te houden. Het is één van de prioriteiten om als gemeente aantrekkelijk te blijven om er te wonen, te werken en te verblijven. Door in te zetten op toeristische voorzieningen, verbetert de leefomgeving voor burgers en blijven bestedingen weer meer binnen eigen gemeentegrens. En ook niet-recreatieve voorzieningen hebben baat bij meer bestedingen, die het gevolg zullen zijn van meer verblijven.
Verder constateren wij dat het ambtelijke apparaat momenteel op de toppen van zijn kunnen functioneert. Daarbij constateren wij een toenemende complexiteit in opgaven, waardoor de kwetsbaarheid toe is genomen. De mogelijkheden om een nog hogere output te genereren of hier te bezuinigen zijn niet mogelijk in onze beleving. Tot slot: de dynamiek op het gebied van regionale samenwerking is groot. Diverse samenwerkingen zijn aangegaan en op korte, middellange en lange termijn is niet uitgesloten dat vragen komen om tot nieuwe vormen van samenwerking te komen of om de samenwerking te intensiveren. Op sociaal domein, economisch domein ook op ruimtelijke domein (or) en bedrijfsvoeringsdomein zijn deze vragen aan de orde. Kadernota 2016
1
Duidelijk is dat deze regionalisering daarmee onomkeerbaar en onontkoombaar is, los of ze gedwongen of vrijwillig aangezet is.
Kadernota 2016
2
PROGRAMMA OPENBARE RUIMTE De openbare ruimte van Voerendaal wordt positief gewaardeerd en maakt onze gemeente bijzonder. Het dorpse karakter, de ontsluiting per spoor en (snel)weg richting het omringende stedelijke gebied enerzijds en het Heuvelland anderzijds alsmede het groene karakter maken Voerendaal aantrekkelijk om er te wonen, te verblijven, te werken. Middels een kwalitatief goede inrichting van de openbare ruimte worden deze kwaliteiten versterkt. Quality of life wordt steeds belangrijker als vestigingsfactor voor burgers en ondernemers. Aantrekkelijke woonmilieus dichtbij stedelijke voorzieningen in een gezonde leefomgeving scoren hoog. Voerendaal heeft deze kwaliteiten. Binnen de regio Parkstad Limburg scoort Voerendaal dan ook qua woonmilieu als beste. Centraal staat een duurzame, veilige en betaalbare inrichting en onderhoud van de openbare ruimte. Dit is essentieel voor de leefbaarheid in de kernen en het toegankelijk maken van het buitengebied. Vanuit dat oogpunt draagt het programma Openbare Ruimte bij aan een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving passend bij het landelijke gebied van Voerendaal. Behoeften, wensen en inzet van burgers en gebruikers zijn leidend bij de bepaling van de kwaliteitsniveaus. Openbare ruimte moet voor iedereen toegankelijk en veilig zijn. Het bepaalt in hoge mate de leefbaarheid. Zoals de huiskamer de plaats is waar huisgenoten samen eten, ontspannen en discussiëren, zo is de openbare ruimte de plek waar burgers elkaar ontmoeten en contacten leggen en waar ze samen kunnen ontspannen, recreëren en sporten. Dat geldt ook voor kwetsbare groepen, zoals kinderen, ouderen en mensen die minder mobiel zijn. De bereikbaarheid van de kernen en buurtschappen van Voerendaal, komt echter steeds meer op gespannen voet te staan met de prioriteiten die gegeven wordt de versterking van geconcentreerde voorzieningen in verstedelijkte gebieden. De openbaar vervoersconcessie van de provincie zal voor sommige gebieden verstrekkende gevolgen hebben. Gevolgen die vanuit maatschappelijk en economisch oogpunt voor de gemeente Voerendaal hoogstwaarschijnlijk zeer onwenselijk zijn en die op termijn mogelijk enige creativiteit in oplossingen van ons vergen. De taakvelden doelgroepenvervoer (welzijn) en openbaar vervoer (mobiliteit) zullen in dit vraagstuk gezamenlijk optrekken. Duurzaamheid Vandaag de dag staan we (mede ingegeven door wet- en regelgeving) voor nieuwe uitdagingen om de leefbaarheid duurzaam (in termen van zowel structureel, als energetisch, als vanuit oogpunt van milieu) te verbeteren. Opvang van regenwater is zo'n voorbeeld. Bij alle ontwikkelingen en reconstructies van wegen wordt nu zorgvuldig bekeken op welke wijze om te gaan met water, dit ter voorkoming van wateroverlast en -vervuiling. Maar ook kan gedacht worden aan het verduurzamen van onze vervoersmiddelen, machinepark, openbare verlichting en inrichting alsmede het verduurzamen van afvalstromen. Duurzaamheid komt in diverse beleidsvelden tot uiting. Tegenwoordig weten we dat ook de inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan de gezondheid van mensen. En dat begint bij beleving en voorzieningen om buiten te bewegen. Dus ruimte om te kunnen spelen of te sporten en veilige voet- en fietspaden spelen hierin een rol. Groen heeft bovendien een gunstig effect op de beleving van de openbare ruimte. Onderzoek toont aan dat mensen zich gezonder voelen naarmate er meer (straat)groen in hun omgeving is. Voor een overwegende woongemeente als Voerendaal is de aanwezigheid van groen in en rondom kernen dan ook belangrijk. Groen is daarnaast waardeverhogend voor omliggend vastgoed. Dit laatste geldt overigens alleen als dit groen goed onderhouden en veilig is. Voerendaal kan zich daarin gunstig van andere gemeente onderscheiden. Ze heeft deze kwaliteiten en kan daar volop gebruik van maken. Voor wat betreft het beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijn we gehouden aan diverse wet- en regelgeving. Te denken valt hierbij onder meer aan de Wegenwet, de Wet milieubeheer, de Wet Geluidshinder, de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet, de Boswet, de Waterwet. Daarnaast zijn er stringente Rijks- en Provinciale kaders, zoals het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en het aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebieden en de afspraken die gemaakt zijn op het gebied van waterbeheer waar de gemeente Voerendaal bij beleidsvorming en uitvoering van plannen rekening mee moet houden. In 2015 worden in navolging op POL (2014) op diverse beleidsterreinen door de 18 gemeenten van Zuid-Limburg bestuursafspraken opgesteld, die hun weerslag ook in de openbare ruimte gaan krijgen. Voor wat betreft het beheren en onderhouden van de openbare ruimte is de gemeente bovendien verplicht om over actuele beheerplannen te beschikken. De provincie kijkt vanuit haar toezichthoudende rol nadrukkelijk of gemeenten haar huishouding op orde heeft. Middels periodieke verdiepingsonderzoeken wordt dan ook bekeken of onderhoudsplannen van gemeenten volledig en actueel zijn. Kadernota 2016
3
Nieuwe wetgeving maakt inzet van traditionele middelen vaak onmogelijk (denk aan het verbod op bestrijdingsmiddelen) en gebleken is dat de gemeente Voerendaal ondanks alle forse inspanningen van de afgelopen jaren, op het gebied van wegbeheer nog een grote achterstand heeft. De komende jaren moeten vele (financiële) inspanningen verricht worden om onze wegen op de minimaal vereiste CROW-normen te brengen. In het licht van werk met werk maken zal bij alle investeringen die in de openbare ruimte gedaan worden, het treffen van maatregelen in het kader van het verbeteren van verkeersmaatregelen integraal worden meegenomen. Daarnaast zal ten aanzien van het beheer en onderhoud van de openbare verlichting een transformatie van het verlichtingsnet plaatsvinden naar duurzame systemen middels het realiseren van LED-verlichting. Voor wat betreft groen vormt de doorontwikkeling van het project '''pilot groen'' tot onderdeel van het leerwerk-bedrijf en de transformatie van de buitendienst zowel in organisatorische zin als in materiële zin een belangrijke basis om de kwaliteit van het groen adequaat te beheren en te onderhouden. De volgende overwegingen van belang: •
De komende jaren zullen vele inspanningen verricht moeten worden om de kwaliteit van de openbare ruimte op een minimaal acceptabel niveau te brengen en te houden. Het is één van de prioriteiten om als gemeente aantrekkelijk te blijven om er te wonen, te werken en te verblijven.
•
Inspanningen op het gebied van duurzaamheid hebben op lange termijn een kostenverlagend effect en leiden tot minder belasting van het milieu. Echter op korte termijn vragen zij (extra) inspanningen in de planvorming en realisatie.
Kadernota 2016
4
PROGRAMMA SAMEN WONEN Als gevolg van ontwikkelingen op het gebied van economie, zorg, demografie en consumentenvoorkeuren is de woningvraag sterk aan het veranderen en deze verandering zet de komende jaren door. Met name de demografische ontwikkelingen gaan een wissel trekken op de woningmarkt van Voerendaal. Het aantal inwoners neemt af. De groep 40-60 jarigen neemt af (-34% tot 2030). Maar bovenal zal het aantal huishoudens afnemen (-5% tot 2030), hetgeen zich naar verwachting overwegend zal gaan voltrekken in de kern Kunrade maar daarnaast ook in de kernen Voerendaal en Klimmen. Het aandeel 80-plus huishoudens gaat de komende jaren sterk toenemen. Daarbij komt nog dat op grond van de AWBZ-maatregelen de toelating tot een verzorgingshuis gekoppeld is aan zwaardere zorgindicaties, waardoor mensen langer thuis moeten blijven wonen. Door de krimp en de veranderende gezinssamenstelling ontstaat een mismatch tussen vraag en aanbod op onze woningmarkt, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. Door stagnatie in de doorstroom, van huurwoningen naar koopwoningen (starters), tussen koopwoningen (opschalen naar duurdere koopwoningen) en van koopwoningen naar huurwoningen (senioren en/of hulpbehoevenden), voltrekt zich zowel een vastgoed- als een sociaal probleem. De demografische ontwikkelingen leggen ook een druk op voorzieningen. Met de economische trend van opschaling, de digitalisering van de samenleving en de afname van het draagvlak (aantal inwoners), verdwijnen geleidelijk voorzieningen, hetgeen effecten heeft op het woonklimaat en de aantrekkelijkheid van onze regio. Bovendien krijgen de voorzieningen te maken met een ander gebruik. Voorzieningen voor jongeren krijgen te maken met minder aanwas en verlies van gebruikers, terwijl voorzieningen en diensten voor ouderen juist kunnen rekenen op een groeiende behoefte. Naast de demografische ontwikkelingen en de opgaven die hieruit ook voor Voerendaal voortvloeien, dient vanuit de gemeente voldoende aandacht te zijn voor het huisvesten van specifieke doelgroepen. Momenteel is echter een groot tekort aan sociale huurwoningen en een sterk overschot in de koopsector aanwezig, waardoor de onderlinge concurrentie tussen de doelgroepen groot is. Hierbij moet met name gedacht worden aan: •
mensen die niet in staat zijn om zelfstandig in huisvesting te voorzien en aangewezen zijn op goedkope sociale huurwoningen;
•
statushouders en verblijfsgerechtigden waarbij de gemeente halfjaarlijks vanuit het COA een taakstelling krijgt opgelegd. In 2015 is deze taakstelling bijna verdubbeld ten opzichte van 2014;
•
woonurgenten, b.v. mensen die hun woning niet meer kunnen betalen, of gaan scheiden;
•
senioren die willen doorstromen van koop naar huur om dichter bij de voorzieningen te zitten.
De opgave binnen de Voerendaalse woningmarkt wordt daarnaast beïnvloed door financiële ontwikkelingen. Niet alleen de economische crisis draagt door een achterblijvende inkomensontwikkeling bij aan een andere woonvraag. Ook de flexibilisering van de arbeidsmarkt alsmede strengere hypothecaire regels en het verlagen van de maximale NHG-grens voor koopwoningen spelen een belangrijke rol binnen de woningmarkt. Op 17 maart is de nieuwe Woningwet door de Eerste Kamer aangenomen. Hierin is onder meer bepaald dat primair de focus van Woningcorporaties komt te liggen op de zgn. DAEB-activiteiten: het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en van bepaald maatschappelijk vastgoed en het uitvoeren van beperkte leefbaarheidstaken. Op grond van de nieuwe Woningwet krijgen gemeenten meer sturing op de werkzaamheden van corporaties. Het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid zoals de gemeente dat kan vastleggen is bepalend voor de werkzaamheden van de corporatie. De corporatie dient namelijk naar redelijkheid bij te dragen aan het gemeentelijk beleid en zal een ''bod'' moeten uitbrengen op de gemeentelijke visie. Daarbij komt nog dat corporaties ook steeds meer te maken krijgen met aangescherpte wet- en regelgeving, hetgeen hun beperkt in het inspelen op ontwikkelingen op de woningmarkt en ze steeds minder hun rol mogen pakken bij het in stand houden van de voorzieningen in een kern. De kwantitatieve en kwalitatieve opgaven die zich binnen Voerendaal voordoen worden door de specifieke woningmarkt karakteristieken nog complexer (groot aandeel koopwoningen, hoge woningwaarde, beperkte mate van leegstand, een verouderde woningvoorraad, nieuwbouw is nagenoeg niet meer aan de orde, tenzij bij herstructurering of middels compensatie). Naast de ontwikkelingen binnen de huursector en de druk op de huursector vanuit de toenemende behoeften, zit de grootste opgave binnen Voerendaal in de particuliere sector, die 70% van de woningmarkt uitmaakt. Aspecten die nadrukkelijk bij de particuliere sector naar boven Kadernota 2016
5
komen zijn onder meer het zorggeschikt maken van woningen, betaalbare woningen, verduurzamen van de woningen, versterken van Voerendaal als woonmilieu, behoud van waardevolle gebouwen, tegengaan van leegstand, herbestemmen en/of herstructureren van woningen en het transformeren van koopwoningen naar huur. Willen we het woonklimaat in Voerendaal aantrekkelijk houden en de opgaven binnen de woningmarkt op lokaal niveau adequaat oppakken is een pro-actieve rol vanuit de gemeente op het gebied van Wonen van groot belang. De ontwikkelingen op het gebied van de Omgevingswet, het geven van invulling aan de kwaliteitseisen op het gebied van de Wabo, het participeren in en het vertalen van provinciale en regionale planologische kaders/belangen alsmede het kunnen faciliteren van complexe ontwikkelingen op het gebied van de Wabo zijn daarbij belangrijke externe factoren. Duurzaamheid Daarnaast vertoont de burger anno 2015 steeds meer betrokkenheid bij ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, maar ziet door alle mogelijke maatregelen, regelingen en discussies over rendement vaak door de bomen het bos niet meer. Dit leidt ertoe, dat slechts een beperkt percentage van de bevolking in Nederland daadwerkelijk overgaat tot het treffen van maatregelen. Daarin is de bevolking van Voerendaal niet anders. Vandaar dat het Rijk sterk inzet op een betrokken lokale overheid die de burger moeten helpen de stap naar duurzaamheid te maken. Centraal staat hierin onder meer het verduurzamen van woningen. Een belangrijk uitgangspunt in het meerjaren Volkshuisvestingsplan 2012 (VHP) was de kwalitatieve opwaardering van de woningvoorraad. Vanuit het VHP zijn reeds afspraken met Woningstichting Voerendaal gemaakt om al haar huurwoningen vanuit duurzaamheid op te labelen naar minimaal een C-niveau. Maar ook de particuliere markt moet verduurzaamd worden. Door een combinatie te maken met de acties rond het levensloopbestendig maken van woningen, kunnen dezelfde instrumenten ingezet worden voor twee verschillende doelstellingen: '' dubbel verduurzamen''. Op grond van de POL uitwerking dient bovendien een bestuursovereenkomst met de Provincie gesloten te worden waarin we moeten aantonen hoe we als gemeente Voerendaal gaan bijdragen aan de Rijks- en Provinciale duurzaamheidsopgaven. De volgende overwegingen zijn van belang: •
De kwantitatieve en kwalitatieve opgaven die zich binnen Voerendaal voordoen zijn door de specifieke woningmarkt karakteristieken complex. Willen we het woonklimaat in Voerendaal aantrekkelijk houden en de opgaven binnen de woningmarkt op lokaal niveau adequaat oppakken is een pro-actieve rol vanuit de gemeente op het gebied van Wonen van groot belang. Met een proactieve rol moet de mismatch op de woningmarkt worden aangepakt en voorkomen worden dat voorzieningen onder druk komen te staan. Het vertalen van majeure, externe, ontwikkelingen vraagt om specifieke inzet. Voerendaal heeft hierbij een regisserende rol om de vertaling van beleidskaders te laten slagen. Deze regisserende rol is verder noodzakelijk om regie te kunnen voeren op externe partijen. Het loslaten van deze regisserende rol zou dan betekenen dat minder gestuurd kan worden op de kwalitatieve en kwantitatieve opgaven in Voerendaal en bovendien de kaders (provinciaal, regionaal en lokaal) niet of onvoldoende toereikend worden toegepast.
•
De ontwikkelingen op de woningmarkt, de veranderende regelgeving alsmede de veranderende rollen van gemeenten en woningcorporaties vragen om een VHP 2.0 hetgeen doorvertaald wordt naar overeenkomsten met corporaties.
Kadernota 2016
6
PROGRAMMA ECONOMIE EN TOERISME De toenemende dynamiek, de ontwikkelingen in de economie, de maatschappij, de wetgeving en de veranderingen in de zorg hebben een grote impact op bedrijven. Doorgaan op de oude voet is voor veel bedrijven geen begaanbare weg. Cruciaal is dat bedrijven zich blijven ontwikkelen en aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Of beter nog: voorop zullen lopen en nieuwe kansen gaan creëren. Denk aan een verbreding van het productenaanbod, het ontwikkelen van nieuwe producten, een nieuw dienstenconcept, samenwerkingsverbanden voor optimalisatie in de (productie)keten,etc. Fundamentele veranderingen in de economie, het consumentengedrag en de maatschappij zijn de basis voor nieuwe business-modellen die financiële, sociale en ecologische meerwaarde creëren. De kracht van burgers, bedrijven en instellingen is hard nodig om nieuwe wegen te vinden om de problemen het hoofd te beiden. De oplossingen die we als gemeente kunnen bieden, hebben een relatief afgebakende reikwijdte die onder meer begrensd wordt door de beschikbare middelen. De andere oplossingen moeten gezocht worden in de maatschappij waar ook het bedrijfsleven een rol kan vervullen. In de regio zien we een aantal ontwikkelingen waar economische potentie ligt voor Voerendaalse bedrijven. De stedelijke attracties in regio Parkstad zijn sterk in ontwikkeling. Voor Voerendaal liggen er kansen om de extensieve, voor Voerendaal gepaste wijze recreatie in het landelijke gebied verder te ontwikkelen. Om een eigen identiteit te vormen die steunt op de landschappelijke kwaliteiten en de rijke historie maar ook op innovatieve producten en diensten. Regio Parkstad zet in op de energietransitie. Huishoudens en bedrijven gaan energie besparen en duurzame energiebronnen (zon, wind, aardwarmte) inzetten. Dit biedt kansen voor lokale en regionale bedrijven. IBA Parkstad maakt nieuwe creativiteit los en biedt een platform voor bedrijven, onderwijs en overheid om samen tot nieuwe ontwikkelingen en transformatie te komen. In Zuid-Limburg is veel technologische en hoogwaardige kennis aanwezig,die geconcentreerd is in onder andere de Smart Services Hub, De Chemelot-campus en de Health-campus. Er zijn kansen voor een aantal MKB-bedrijven om in samenwerking te komen tot productinnovaties. De nieuwe economie gaat uit van samenwerking “van onderop”. Nieuwe samenwerkingsvormen tussen bedrijven onderling, en van bedrijven met maatschappelijke organisaties. Grote bedrijven hebben vaak zelf kennis in huis of kunnen dit zelf organiseren. ZZP-ers en MKB-ers hebben niet direct toegang tot kennis en het netwerk dat hen kan ondersteunen bij vernieuwing of innovatie. We kunnen partijen (onderwijs, bedrijven, instellingen) bij elkaar brengen en goede ideeën een zet in de goede richting geven. Hiermee worden nieuwe economische mogelijkheden gecreëerd, werkgelegenheid/bedrijvigheid gefaciliteerd, maar kunnen vooral vanuit het bedrijfsleven oplossingen verwacht worden voor maatschappelijke ontwikkelingen. Toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Voerendaal Zuid Limburg heeft al lange tijd een sterke positie en een duidelijk imago in de toeristische sector. Het Heuvelland loopt echter tegen capaciteitsgrenzen op. De afgelopen jaren heeft de regio Parkstad zich op leisure-gebied sterk ontwikkeld. Vooral de dagrecreatie is sterk gestegen. Het aantal overnachtingen blijft daarbij nog achter. De aanleg en afronding van de buitenring Parkstad, die ook als “leisure-ring” dient en het verspreid gelegen aanbod aan elkaar verbindt, evenals de IBA Parkstad zijn kansen om de Parkstad-regio de komende jaren beter en sterker op de kaart te zetten. Vanuit de Provincie wordt sterker ingezet op de invulling van het convenant Via Belgica, waardoor ook de betreffende convenantgemeenten (waaronder Voerendaal) elkaar actiever opzoeken. Binnen Voerendaal is daarbij het initiatief rondom Land van Kalk een majeure ontwikkeling. Voor Voerendaal liggen er kansen om de extensieve recreatie in het landelijke gebied verder te ontwikkelen. Om een eigen identiteit te vormen die steunt op de landschappelijke kwaliteiten en de rijke historie maar ook op innovatieve producten en diensten. De afgelopen jaren is het aanbod vanuit (nieuwe) bedrijven in Voerendaal toegenomen. Zowel in de sfeer van activiteiten (rondleidingen, workshops), lichte horeca (terrassen ijsverkoop etc.) en overnachtingen (bed & breakfast). Echter, Voerendaal heeft geen duidelijk imago en staat nog niet echt “op de kaart”. Hoogwaardig verblijven biedt kansen als aanvulling op de voorzieningen in het heuvelland. En wat nog belangrijker is: door ook in te zetten op onze toeristische voorzieningen, verbeteren we ook de leefomgeving voor onze eigen burgers en blijven bestedingen weer meer binnen eigen gemeentegrens. En ook niet-recreatieve voorzieningen hebben baat bij meer bestedingen, die het gevolg zullen zijn van meer verblijven. Het gaat daarbij niet om grootschalig toerisme, maar juist om kwalitatief hoogwaardige voorzieningen.
Kadernota 2016
7
Duurzaamheid Energietransitie en klimaatverandering zijn belangrijke en tevens actuele maatschappelijke thema's. Overheden en bedrijven steken nog steeds veel geld in fossiele brandstoffen en investeren te weinig in hernieuwbare energie, terwijl mondiale instanties wijzen op het risico van een wereldwijde economische ontwrichting indien op dezelfde voet wordt doorgegaan. Het staat namelijk vast dat de mondiale voorraad aan fossiele grondstoffen eindig is en in hoog tempo gekozen moet worden voor hernieuwbare en schone energie. Niet alleen om de negatieve effecten van de klimaatverandering beheersbaar te houden, maar ook om onze kwaliteit van leven te behouden en energie ook in de toekomst voor iedereen bereikbaar en betaalbaar te houden. Voor Parkstad Limburg is becijferd dat circa 500 – 550 miljoen euro aan energiekosten door de samenleving binnen Parkstad wordt betaald, waarvan circa 98% uit de regio verdwijnt. Een fors deel van dit geld kan voor de regio worden behouden indien we inzetten op energiebesparing en nieuwe vormen van energieopwekking. Dit levert voordelen op voor de regionale economie, het bedrijfsleven, het verenigingsleven en de portemonnee van onze inwoners. Kortom, middels de energietransitie (energieopwekking en energiebesparing) wordt een impuls gegeven aan koopkracht voor de burger en aan werkgelegenheid. Op grond van PALET 2.0 kan geconcludeerd worden dat ten aanzien van de energietransitie voor Voerendaal de grootste uitdaging ligt bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving en dan met name in het particulier bezit middels gebruik te maken van zonne-energie en warmte-koude opslag. Isolatie (gevel, dak en beglazing) én eigen energieopwekking (zonnepanelen, zonneboiler) zorgen direct voor een lagere energierekening en een aangenamer leefklimaat. Daarnaast zijn er ook kansen voor biomassa. De volgende overwegingen zijn van belang: •
De nieuwe economie gaat uit van samenwerking “van onderop”. Nieuwe samenwerkingsvormen tussen bedrijven onderling, en van bedrijven met maatschappelijke organisaties. We kunnen partijen (onderwijs, bedrijven, instellingen) bij elkaar brengen en goede ideeën een zet in de goede richting geven. Het faciliteren van deze netwerken en initiatieven maakt het mogelijk om maatschappelijk en economisch draagvlak te creëren in Voerendaal, waarmee maatschappelijke structuren en voorzieningen in stand gehouden kunnen worden en zo het hoofd geboden wordt aan maatschappelijke opgaven.
•
Voor Voerendaal liggen er kansen om de extensieve recreatie in het landelijke gebied verder te ontwikkelen via (kleinschalige) kwalitatief hoogwaardige voorzieningen. Voerendaal heeft echter geen duidelijk imago en staat nog niet echt “op de kaart”. Hoogwaardig verblijven biedt kansen als aanvulling op de voorzieningen in het heuvelland. Door in te zetten op toeristische voorzieningen, verbetert de leefomgeving voor burgers en blijven bestedingen weer meer binnen eigen gemeentegrens. En ook niet-recreatieve voorzieningen hebben baat bij meer bestedingen, die het gevolg zullen zijn van meer verblijven.
•
Inspanningen op het gebied van duurzaamheid hebben op lange termijn een kostenverlagend effect en leiden tot minder belasting van het milieu. Echter op korte termijn vragen zij (extra) inspanningen in de planvorming en realisatie. Het vertalen van majeure, externe, duurzaamheidssontwikkelingen vraagt om specifieke inzet. Voerendaal heeft hierbij een regisserende rol om de vertaling van beleidskaders te laten slagen en om lokaal initiatieven aan te jagen.
Kadernota 2016
8
Programma Mens en Welzijn De grootste opgave voor 2015 is de start met de uitvoering van de nieuwe taken in het sociale domein, te weten de Participatiewet, de nieuwe Jeugdwet en de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. De centrale vraag die hierbij gesteld moet worden is hoe zorgen we voor een optimale balans tussen investeren in transformatie, innovatie en preventie aan de ene kant van de weegschaal en het noodzakelijke vangnet van zorg en ondersteuning aan de andere kant? Hoe verhouden deze waarden zich ten opzichte van elkaar en welke verschuivingen zien we hierin de komende jaren voor ogen? Hoeveel tijd, capaciteit en middelen kunnen we en durven we vrij te spelen om te komen tot de noodzakelijke omslag? De afgelopen jaren hebben we gekozen voor een pro-actieve en integrale benadering, hierbij was er nog geen echte sprake van de weegschaal in evenwicht houden, aangezien onze investeringen vooral voorbereiding waren op dat wat ging komen aan nieuwe taken. Nu we de taken zelf uitvoeren staat deze vraag op de voorgrond, aangezien investeringen die we nu doen, in veel gevallen pas over jaren hun effecten sorteren. Wanneer we de lijn van de afgelopen jaar voortzetten, maken we nu een duidelijk keuze om extra te investeren in transformatie, innovatie en preventie, waarmee de weegschaal de komende jaren wellicht wat door zal slaan. De metafoor van de weegschaal past hierbij overigens niet meer helemaal, aangezien de extra investeringen van nu de weegschaal na enkele jaren, wanneer op de zorguitgaven bespaard kan worden, weer in balans brengen. Sleutelbegrippen voor het realiseren van de de transformatie zijn voor ons: partnerschap, innovatie in zorgarrangementen en bekostigingswijze en versterking van de zogenaamde voorliggende voorzieningen. Qua ontwikkeling is derhalve een aantal speerpunten te onderscheiden: 1. Inzetten op transformatie en innovatie Met de overheveling van de rijkstaken gaat ook een forse korting op de budgetten gepaard. Hierdoor is het niet mogelijk om de taken één op één over te nemen en uit te voeren. Dit vraagt een andere manier van benaderen, beoordelen, denken en uitvoeren oftewel een transformatie. Het beoordelen van de toegang tot ondersteuning dan wel zorg gebeurt op basis van de nieuwe uitgangspunten, te weten: •
1gezin 1plan 1regisseur waarbij een integrale aanpak met een rol voor het gezin of betrokkene zelf wordt nagestreefd;
•
de vraag van het gezin, de cliënt, de jeugdige staat centraal. Er wordt niet als vanzelfsprekend naar het voor de hand liggende aanbod gegrepen, maar gezocht naar innovatieve oplossingen die leiden tot een duurzaam effect voor de cliënt en uiteindelijk tot een goedkopere oplossing. Hierbij spelen de eigen kracht en mogelijkheden in het netwerk uiteraard een grote rol. Om tot transformatie te komen moet dus niet op de automatische piloot geïndiceerd worden, maar moet tijd en energie gestoken worden in het transformatieproces en innovatieve oplossingen / ideeën.
2. Inzetten op preventie en voorliggende voorzieningen Met inzet op preventie kunnen problemen voorkomen worden of klein blijven. Dit vraagt een investering op verschillende deelgebieden zoals vroegsignalering op peuterspeelzalen / kinderopvang, goede voorlichting op het gebied van onder andere veilig langer thuis wonen, alcoholgebruik en budgettering, toeleiding naar werk en ondersteuning bij inkomensvoorziening. Preventie en goede voorliggende voorzieningen gaan hand in hand en/of liggen in elkaars verlengde. Adequate gemeenschapsvoorzieningen en wijksteunpunten waar mensen elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten en terecht kunnen voor hulp- en zorgvragen zijn van belang om de totale opgave binnen het sociale domein het hoofd te kunnen bieden. Verder behoren hiertoe onder andere ook een sterk verenigingsleven met een aanbod dat aansluit bij de behoeften van burgers, participatie- en werkervaringsplekken en een beweegaanbod voor jong- en oud. 3. Stimuleren en ondersteunen burgerinitiatieven Door de maatschappelijke veranderingen is het van belang dat meer ingezet wordt op burgerkracht en -verantwoordelijkheid. De burger moet weer in staat worden gesteld om zelf de regie te voeren over zijn leven en de oplossing van problemen die hij/zij daarin tegenkomt. Waar nodig wordt professionele zorg ingezet maar de voorkeur gaat uit naar ondersteuning van het sociale netwerk zoals vrienden, familie en buurtgenoten. Om dit vorm te kunnen geven is het van belang dat burgers uitgenodigd en uitgedaagd worden om zelf initiatief te nemen voor hun leefomgeving. Dit vraagt ook een gewijzigde rol van de gemeente door te verschuiven van een “toetsende overheid” naar een “meedenkende en ondersteunende overheid”.
Kadernota 2016
9
Wanneer op bovenstaande speerpunten (volledig) wordt ingezet, kan de gewenste transformatie worden gerealiseerd. Wanneer hiervoor niet wordt gekozen, kan alleen sprake zijn van transitie hetgeen vervolgens financieel niet mogelijk is omdat de budgetten hiertoe ontoereikend zijn. Investeren in innovatie en preventie vraagt echter ook extra investeringen in capaciteit en middelen maar uiteindelijk levert dit financiële voordelen en inhoudelijke verbeteringen (passend bij de veranderingen in de zorg) op. Om investeren in innovatie en preventie financieel mogelijk te maken, kan een aantal keuzes worden gemaakt, waaronder: •
De omvang van zorg en ondersteuning reduceren (bijvoorbeeld minder uren toekennen of doelgroepen uitsluiten bij Hulp bij het huishouden).
•
Inzetten op schaalvergroting waardoor enerzijds synergievoordeel behaald kan worden, kwaliteit vergroot kan worden en kwetsbaarheid verkleind kan worden. Opgemerkt dient te worden dat de couleur locale beperkter zal zijn.
Kadernota 2016
10
Programma bestuur en dienstverlening (incl. bedrijfsvoering) De belangrijkste ontwikkelingen binnen het programma bestuur en dienstverlening (incl. bedrijfsvoering) voor de komende jaren zijn de doorontwikkeling gemeentelijke dienstverlening, het beleid openbare orde en veiligheid, handhaving, elektronisch stemmen en de zich ontwikkelende regionale samenwerking. Bij de start van het project doorontwikkeling dienstverlening (klantcontactcentrum 2015+) zijn doelstellingen geformuleerd en keuzes gemaakt voor de toekomstige gemeentelijke dienstverlening. Op basis van de ervaringen in de praktijk en ontwikkelingen op het gebied van inzichten en wetgeving zullen deze de komende periode opnieuw bekeken worden. Aspecten waar naar gekeken zal worden zijn onder meer het stimuleren van het aanvragen van producten via de website en het meer op afspraak werken. Hierbij kan, naast algemene informatiecampagnes, worden gedacht aan een tariefdiffentatie en/of aanpassing van de vrije-inlooptijden. Op deze wijze kan, met behoud van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening, efficiënter gewerkt worden. In dit kader merken wij op dat de doorontwikkeling van de dienstverlening geleidelijk is geëvolueerd van een project naar een continu proces. De inhoud en vormgeving van de homepage is de afgelopen maanden aangepast waardoor de meest gezochte informatie direct en makkelijk vindbaar is. Dit proces zal de komende periode verder worden doorgevoerd. Verder worden de social media geleidelijk meer gebruikt voor het verstrekken van informatie, onder meer op het gebied van de decentralisaties. Voor de tweede helft van 2015 staat op het programma de wijksteunpunten digitaal verder te profileren, bijvoorbeeld in de vorm van een thema-site al dan niet gekoppeld aan social-media. Maandelijks worden nieuwe processen ingericht binnen het zaakgericht werken, waarna de betreffende zaken stapsgewijs digitaal worden afgehandeld. Bedoeling is dat inwoners en bedrijven die zaken met de gemeente doen de voortgang hiervan vanaf het najaar van 2015 via Internet (Persoonlijke Internet Pagina, toegankelijk via DigiD) kunnen volgen. Via deze pagina kunnen ook bv. uittreksels uit de Basis Registratie Personen en de meest gevraagde vergunningen en ontheffingen worden aangevraagd. Het aantal producten dat digitaal kan worden aangevraagd zal de komende jaren steeds verder toenemen. In april 2015 heeft de portefeuillehouder een interactief proces opgestart met de gemeenteraad om te komen tot een (nieuw) gemeentelijk beleid op het gebied van openbare orde en veiligheid. Hierbij is gekozen voor een brede opzet waarbij wordt gekeken naar onder meer de werkzaamheden van de politie, de Bijzonder Opsporings Ambtenaar, het Veiligheidshuis, het zgn. flexteam, het Riec en de jongerenwerker. Op dit moment is het nog te vroeg om een indicatie te geven voor welke concrete (nieuwe of aangepaste) activiteiten zullen worden gekozen. Afhankelijk van de later dit jaar te maken keuzes in het beleid zullen mogelijk aanvullende middelen nodig zijn. Op het gebied van handhaving is een doorontwikkeling nodig van de aanpak van illegale activiteiten op het gebied van bouwen en groen. Het betreft dan een investering van kwaliteit en continuïteit van de handhaving. Het betreft dan onder meer verdieping van kennis van onze handhavers op het gebied van groen en de uitvoering van de controletaken buiten de reguliere werktijden. Een ander aspect op dit taakgebied is de invoering van landelijke kwaliteitscriteria op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hoewel de hierin opgenomen eisen minder zwaar danwel minder verplicht zullen worden dan in eerste instantie, is het denkbaar dat deze criteria uiteindelijk zullen leiden tot een benodigde extra investering in de uitvoering van handhavingstaken. De reeds in gang gezette discussie over taken van de Boa, alsmede de hiervoor benodigde capaciteit, zal worden geïntegreerd in het hiervoor genoemde opstellen van het beleid op het gebied van openbare orde en veiligheid. Landelijk worden voorbereidingen getroffen om over enkele jaren elektronisch te gaan stemmen (experiment in 2017). Te zijner tijd zullen alsdan investeringen nodig zijn voor de aanschaf van nieuwe stemmachines en software. Mogelijk dat voor deze kosten (deels) een tegemoetkoming wordt ontvangen van het rijk. De dynamiek op het gebied van regionale samenwerking is groot. Diverse (geografische en inhoudelijke) samenwerkingen zijn aangegaan en op termijn is het mogelijk dat vragen komen om de samenwerking te intensiveren. Op sociaal domein (richting Parkstad, advies verkenners), economisch domein (LED, vraag vanuit tripool-gemeenten) en bedrijfsvoeringsdomein (bijvoorbeeld RUD en SharedServiceCentre) zijn deze vragen te verwachten. Regionalisering is ook een trend op zich. Soms liggen hieraan kwaliteitscriteria ten grondslag, soms zijn het autonome bewegingen om efficiency te realiseren. Duidelijk is dat deze Kadernota 2016
11
regionalisering daarmee onomkeerbaar en onontkoombaar is, los of ze gedwongen (via kwaliteitsvraagstukken) of vrijwillig (via efficiency- of effectiviteitsvraag) aangezet is. De kwaliteitscriteria Wabo/VTH, de samenwerking op het gebied van water en de verdere regionalisering bedrijfsvoering (via SSCZL) en dienstverlening (via bijvoorbeeld TSIC) zijn hier voorbeelden van. De VONSS samenwerking maakt het mogelijk om gemeenten strategisch én uitvoerend te versterken met behoud van de eigen identiteit en de lokale aanpak 'dicht bij de burger'. De huidige netwerksamenwerking van VONSS kent zijn grenzen. Om de samenwerking daadwerkelijk om te zetten naar resultaten op het gebied van kwaliteit, vermindering van kwetsbaarheid en kansen voor medewerkers, is het belangrijk om de samenwerking verder te intensiveren. In 2015 zullen op basis van de rapportage van Bmc besluiten genomen worden over de samenwerking in Vonss-verband. De volgende overwegingen zijn mogelijk: • Bij de start van het project doorontwikkeling dienstverlening (klantcontactcentrum 2015+) zijn doelstellingen geformuleerd en keuzes gemaakt voor de toekomstige gemeentelijke dienstverlening. Op basis van de ervaringen in de praktijk en ontwikkelingen op het gebied van inzichten en wetgeving zullen deze de komende periode opnieuw bekeken worden. Aspecten waar naar gekeken zal worden zijn onder meer het stimuleren van het aanvragen van producten via de website en het meer op afspraak werken. Hierbij kan, naast algemene informatiecampagnes, worden gedacht aan een tariefdiffentatie en/of aanpassing van de vrije-inlooptijden. • Op het gebied van handhaving is een doorontwikkeling nodig van de aanpak van illegale activiteiten op het gebied van bouwen en groen. Het betreft dan een investering van kwaliteit en continuïteit van de handhaving. Een ander aspect op dit taakgebied is de invoering van landelijke kwaliteitscriteria op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het is denkbaar dat deze criteria uiteindelijk zullen leiden tot een benodigde extra investering in de uitvoering van handhavingstaken. • In april 2015 heeft de portefeuillehouder een interactief proces opgestart met de gemeenteraad om te komen tot een (nieuw) gemeentelijk beleid op het gebied van openbare orde en veiligheid. Afhankelijk van de later dit jaar te maken keuzes in het beleid zullen mogelijk aanvullende middelen nodig zijn. • Uitgangspunt kan zijn dat alles wat gemeenten nu zelfstandig doen, in de toekomst zoveel mogelijk binnen de VONSS-samenwerking wordt opgepakt, tenzij er zwaarwegende redenen zijn: financiële redenen of hoge politieke gevoeligheid zijn voorbeelden van zwaarwegende redenen. Wanneer in 2015 gekozen wordt voor het verder vorm geven van de Vonss-samenwerking zal, afhankelijk van de te kiezen aard en omvang, – zeker in personele zin – een (tijdelijke) extra investering moeten worden gedaan.
Kadernota 2016
12
Meerjarige begrotingssaldi In dit deel wordt inzicht gegeven in de huidige stand van zaken ten aanzien van de begrotingsruimte voor de jaren 2015 tot en met 2019, inclusief alle ontwikkelingen met financiële invloed die op de gemeente afkomen. In onderstaande tabellen wordt een verhoging van de lasten met het “- teken” aangegeven. Onderstaand wordt inzicht gegeven in de meerjarige actuele begrotingssaldi. Begrotingssaldi
2015
2016
2017
2018
2019
Primaire begroting 2015-2019*
314.000
254.000
190.000
145.000
-106.000
-6.000
5.000
-23.000
-25.000
-25.000
0
0
0
0
0
-29.000
-10.000
-10.000
-10.000
-10.000
4) 1e Begrotingswijziging Kompas 2015 en meerjarenraming 2016-2019 (raad mei 2015)
59.000
80.000
101.000
104.000
99.000
5) Kredietvoorstel Valkenburgerweg fase 2 (raad mei 2015)
0
0
-8.000
-8.000
-8.000
338.000
329.000
250.000
206.000
-50.000
1) Reeds genomen raadsbesluiten met financiële impact tussen november 2014 en april 2015 2) September-circulaire gemeentefonds inclusief wijziging stelpost loon-/prijsstijging 3) Reeds genomen collegebesluiten met financiële impact tussen november 2014 en maart 2015
Saldo begroting
* Betreft het saldo van de begroting plus de stelpost onvoorzien (2015), welk samen de zogenaamde vrije budgettaire ruimte weergeeft. 1) Betreft o.a. raadsbesluiten inzake toetreding GR Gegevenshuis en aanbesteding accountant. 2) Cf raadsinformatiebrief inzake septembercirculaire 2014. 3) Betreft o.a. collegebesluiten inzake vervanging speeltoestellen en vervanging jaarlijkse inventaris sportcomplex de Joffer. Deze mutaties worden ook, zoals gebruikelijk, verwerkt in de voorjaarsrapportage 2015, behandeling raad is voorzien in juli 2015. 4) Betreft financiële impact 1e begrotingswijziging 2015 Kompas en volgende jaren, behandeling raad is voorzien in mei 2015. 5) Betreft financiële impact inzake kredietvoorstel Valkenburgerweg fase 2, behandeling raad is voorzien in mei 2015. Verder zijn er nog te verwachten mutaties die consequenties hebben voor het saldo begroting waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Deze zijn per 'domein' in aparte tabellen opgenomen. Als eerste worden de ontwikkelingen op het fysiek, ruimtelijk en economisch domein weergegeven in onderstaande tabel. Mutaties o.b.v. ontwikkelingen fysiek, ruimtelijk en economisch domein
2015
2016
2017
2018
2019
6) Actualisatie STRIP-projecten
0
PM
PM
PM
PM
7) Wegbeheerplan (jaarlijks onderhoud wegen)
0
-225.000
-225.000
-225.000
-225.000
8) Openbaar Verlichtingsplan
0
-45.000
-45.000
-45.000
-45.000
Totaal mutaties ontwikkelingen fysiek, ruimtelijk en economisch domein
0
-270.000
-270.000
-270.000
-270.000
Kadernota 2016
13
6) Actualisatie STRIP: Aan de actualisatie van het STRIP kunnen nog geen concrete bedragen worden toegekend, omdat de doorrekening nog niet is afgerond. De huidige beschikbare inzichten zijn gebaseerd op prognoses, zoals gepresenteerd tijdens de thema-avond op 26 maart jl. waar de (extra) geprognotiseerde kredieten zijn weergegeven. De minimale variant bedroeg in totaliteit € 928.000, de maximale variant € 6.593.000. Deze bedragen zijn echter ook nog afhankelijk van de te maken keuzes, inclusief de prioritering van de beschikbare kredieten. Deze genoemde bedragen zijn exclusief nieuwe reconstructie behoevende wegen (input STRIP 2.0). Deze wegen zijn op basis van weg-/rioolinspectie/ wateropgaaf toe aan kwalitatieve vervanging (bijv. Kampsstraat en Achtbunderstraat). Dit is ook als zodanig gepresenteerd tijdens de thema-avond. Gezien deze onzekerheden, keuzes rondom de actualisatie van het STRIP is gekozen om deze post als geheel op PM te zetten. 7) Wegbeheerplan: Het genoemde bedrag in de tabel is gebaseerd op basis van de presentatie tijdens de thema-avond 26 maart jl. Hierbij zijn 6 inhoudelijke varianten toegelicht, waarvan 2 (variant 5 en 6) nog financieel doorgerekend worden. Deze gegevens zijn nog niet binnen. Daarom is een inschatting gemaakt voor de waarschijnlijke bedragen van variant 5 en 6. Bovengenoemd bedrag in de tabel is het gemiddelde van de 6 varianten, aangezien de bandbreedte van het effect ligt tussen € 175.000 en € 239.000. In bovengenoemd bedrag is verder ook rekening gehouden met de extra benodigde middelen voor klein onderhoud verhardingen (€ 10.000) en onderhoud halfverharde wegen (€ 8.000), conform de presentatie. Mogelijkerwijs wordt er nog voor gekozen om extra achterstallig onderhoud versneld in 2016 en 2017 te laten plaatsvinden, waardoor de kosten in die jaren hoger zullen zijn en de volgende jaren lager. Uitgangspunt blijft wel dat onderhoudsniveau op het wettelijk vereiste niveau blijft, namelijk minimaal niveau C. 8) Openbaar verlichtingsplan. Het genoemde bedrag is conform de presentatie tijdens de thema-avond van 26 maart jl. Ter informatie: Het feitelijke raadsbesluit over de actualisatie STRIP, het wegbeheerplan en het openbaar verlichtingsplan zal worden genomen tijdens de raadsvergadering van juli 2015. Bij de aanlevering van het raadsvoorstel worden alle varianten aangeleverd en zijn alle bedragen inzichtelijk. Als tweede worden de ontwikkelingen op het maatschappelijk domein weergegeven in onderstaande tabel. Mutaties o.b.v. ontwikkelingen maatschappelijk domein
2015
2016
2017
2018
2019
9) Korting sociaal deelfonds gemeentefonds Jeugd objectief verdeelmodel / ingroeimodel
0
-100.000
-200.000
-300.000
-300.000
10) Korting sociaal deelfonds gemeentefonds AWBZ – WMO objectief verdeelmodel / ingroeimodel
0
-150.000
-300.000
-400.000
-400.000
11) Leefbaarheidsprojecten Ubachsberg en Klimmen
0
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
0
-300.000
-550.000
-750.000
-750.000
Totaal mutaties o.b.v. ontwikkelingen sociaal domein
9/10) De genoemde bedragen betreffen inschattingen die wij op dit moment maken op basis van tussentijdse informatie die van het Rijk is verkregen middels brieven, circulaires etc. Dit is nog met vele onzekerheden omgeven, aangezien nog geen duidelijkheid bestaat over het objectieve verdeelmodel, de ingroei die hierbij plaatsvindt etc. Wel is zeker dat op de budgetten die door het rijk worden toegekend voor de uitvoering nieuwe wettelijke taken een structurele korting van toepassing is (verwachting minimaal circa 20%). Het streven is deze korting op te vangen door de transformatie in het sociale domein. Deze transformatie is gericht op de zorg efficiënter organiseren en daarnaast niet meer alle zorgvragen oplossen door het inzetten van relatief dure professionele oplossingen, maar in toenemende mate gebruik gaan maken van mogelijkheden die onze inwoners zelf hebben (eigen kracht), het sociale netwerk, maar ook algemene voorzieningen in de samenleving, zoals de wijksteunpunten. Om deze transformatie te realiseren investeren we in een cultuuromslag in de samenleving, extra preventie en vroegsignalering en het versterken van voorliggende voorzieningen. Hiermee trachten we op termijn de bezuinigingen op de budgetten op te vangen. Omdat de Kadernota 2016
14
11)
transformatie nog niet gekwantificeerd kan worden is vooralsnog rekening gehouden met de waarschijnlijke kortingen die zullen plaatsvinden. In de meicirculaire 2015 is de verwachting dat hierover duidelijkheid wordt gegeven. Voor de leefbaarheidsprojecten Ubachsberg en Klimmen (Hellas) zijn mogelijk in totaliteit aanvullende middelen ad € 500.000 benodigd. Dit resulteert in aanvullende kapitaallasten van circa € 50.000 structureel.
Als derde worden de ontwikkelingen op het bestuurlijk domein weergegeven in onderstaande tabel. Mutaties o.b.v. ontwikkelingen bestuurlijk domein (incl. bedrijfsvoering)
2015
2016
2017
2018
2019
12) Regionale ontwikkelingen, zoals Veiligheidshuis, GR PIT en RIEC
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
13) Salarissen
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
-105.000
-105.000
-105.000
-105.000
-105.000
Totaal mutaties o.b.v. ontwikkelingen bestuurlijk domein 12) 13)
Betreft regionale ontwikkelingen die aanstaande zijn zoals toetreding GR PIT (€ 10.000) en veiligheidshuis / RIEC € 20.000), als gevolg van structuurwijziging en financiering. Betreft stijging van de salarissen door effect nieuw functiewaarderingssysteem HR 21, toeslagen buitendienst en urenuitbreiding concernjurist.
Resumerend ziet de ontwikkeling van het begrotingssaldo er als volgt uit: Begrotingssaldi
2015
2016
2017
2018
Saldo begroting na reeds genomen raadsen collegebesluiten incl. geplande besluiten
309.000
250.000
206.000
196.000
68.000
Mutaties fysiek, ruimtelijk en economisch domein
0
-270.000
-270.000
-270.000
-270.000
Mutaties maatschappelijk domein
0
-300.000
-550.000
-750.000
-750.000
-105.000
-105.000
-105.000
-105.000
-105.000
204.000
-425.000
-719.000
-929.000 -1.057.000
Mutaties bestuurlijk domein Verwacht saldo begroting
Kadernota 2016
2019
15
STAVAZA Bijlage 1 PROGRAMMA OPENBARE RUIMTE Tot het programma Openbare Ruimte worden de beleidsonderdelen Verkeer en Mobiliteit, Infrastructuur, Groen, Natuur en Landschap, Water en Milieu gerekend. De afgelopen jaren is onder meer uitvoering gegeven aan het STRIP 2008 – 2018 (het strategisch investeringsprogramma infrastructuur), het wegbeheerplan 2009, het openbaar verlichtingsplan 2009, het gemeentelijk waterplan 2011, het gemeentelijk verkeers-en vervoersplan 2012 (GVVP), het groenstructuurplan 2013, het afvalplan en het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014 (VGRP). Aan deze beleidsonderdelen is in de afgelopen jaren los van elkaar uitvoering gegeven. In april 2014 is er voor gekozen om voornoemde beleidsvelden meer in samenhang te bezien, zowel op het gebied van beleidsontwikkeling maar ook voor wat betreft planvorming en planuitvoering en prioritering. Door een meer integrale aanpak willen we de kwaliteiten van Voerendaal op een meer doelmatige en effectieve wijze versterken. In 2015 wordt de integrale aanpak nader geconcretiseerd door het actualiseren van een aantal (beleids)plannen die in samenhang worden bezien alsmede het uitvoeren van projecten waarbij de facetten van openbare ruimte eveneens integraal worden meegenomen bij de planvorming. Onderstaand zijn de lopende activiteiten binnen het programma Openbare Ruimte benoemd. Per activiteit is de stand van zaken beknopt weergegeven. De documenten STRIP, Wegbeheer en Openbare Verlichting liggen 2 juli a.s. ter besluitvorming voor bij de gemeenteraad. Het GVVP wordt in de 2e helft van dit jaar geactualiseerd. Deze documenten vormen vervolgens de basis voor de uitvoeringsactiviteiten voor de midden lange termijn, periode 2015 – 2019, maar geven ook een doorkijk voor de daaropvolgende vijf jaren.
Wat
Stand van zaken
Beleidskaders Actualiseren (beleids)plannen
STRIP 2015 – 2019: 2 juli 2015 in gemeenteraad Wegbeheerplan 2015 – 2019: 2 juli 2015 in gemeenteraad OV-plan 2015 – 2019: 2 juli 2015 in gemeenteraad GVVP 2016 – 2019: december 2015 vaststelling gemeenteraad Groenbeheerplan 2015 – 2019: gereed 2e kwartaal 2015
Projecten openbare ruimte Uitvoering geven aan projecten 2015
Reconstructie Valkenburgerweg fase 1: gereed 2e kwartaal 2015 Reconstructie Valkenburgerweg fase 2: start 4e kwartaal 2015 Vervangen foliebuffer Putweg: uitvoering 2e kwartaal Opheffen wateroverlast Vrenkeweg – Hunsstraat: start 2e kwartaal Afkoppelen Voerendaal West, spoorboring:uitvoering is lopende Afkoppelen Jeustraat e.o.: planvorming is gestart, uitvoering voorzien eind 2015 Rioolverzwaring Weustenrade: wordt 2e helft 2015 voorbereid Opwaardering parkgebied 't Brook: gereed medio 2015
Voorbereiden projecten 2016 e.v.
Reconstructie Bergseweg: voorbereidingen zijn lopende Reconstructie Ransdalerstraat: voorbereidingen zijn lopende Afkoppelen Dalstraat: voorbereidingen opstarten eind 2015
Beheerplannen Uitvoering geven aan beheerplannen 2015
Kadernota 2016
In 2015 wordt t.a.v. wegen, groen, riolering, openbare verlichting, veiligheid en gebouwen uitvoering gegeven aan de vigerende beheer- c.q. uitvoeringsplannen.
16
STAVAZA Bijlage 2 PROGRAMMA SAMEN WONEN & DUURZAAMHEID Wonen In 2012 is het meerjaren volkshuisvestingsplan vastgesteld. In dit plan is een actieplan opgenomen dat er op gericht is om de woningmarkt in Voerendaal geschikt te maken en te houden en wordt ingespeeld op de veranderende woonbehoeften. Naast het verdunnen van in ontwikkeling zijnde woningbouwplannen is de focus is gelegd op het kwalitatief transformeren van de woningmarkt, waarbij de volgende maatregelen zijn geformuleerd en ook reeds zijn opgepakt en/of uitgevoerd: •
• • • • • • •
Levensloopbestendig maken van koopwoningen, middels het levensloopbestendig maken van de nog in ontwikkeling zijnde nieuwbouwplannen in de koopsector (Dammerich, Clermontstraat, Kernplan II, Curfs Ransdaal, Eussen Klimmen). Zomogelijk wordt bezien of levensloopbestendige woningen ook opgenomen kunnen worden in de reeds vergunde plannen Kapelhof en Overheek fase IV. Introductie van een stimuleringsregeling voor de particuliere sector om particuliere woningen levensloopbestendig te maken. Levensloopbestendig maken van huurwoningen, middels het levensloopbestendig maken van alle huurwoningen in de gebiedsontwikkelingen TLV-OLV en Minnegardsweg. Zorggeschikt maken van huurwoningen wordt door WsV in haar toekomstig beleid (businessplan 2020) meegenomen. Planologisch worden in de bestemmingsplannen maatregelen opgenomen om het transformeren van een reguliere woningen naar een levensloopbestendige woningen te vergemakkelijken. Starters stimuleren middels het handhaven van de startersregeling en het vergroten van de bekendheid van de regeling. Verduurzamen van huurwoningen tot energielabel C door WsV (720 stuks in de periode 2010-2016). Uitvoering geven aan flankerend beleid door de gemeente ter versterking van het woon- en leefklimaat in Voerendaal, zoals het opwaarderen van de openbare ruimte (wegen, paden, groen, parken, pleinen), investeren in mobiliteit, natuur en landschap, het ondernemersklimaat, werkgelegenheid, het verbeteren van sociale structuren, gezondheid, jeugd en sport, gemeenschapsaccommodaties, sportaccommodaties, speeltuinen en overige voorzieningen alsmede ten aanzien van veiligheid.
Wat
Stand van zaken
Algemeen Beleidskaders
Actualiseren bestemmingsplan Voerendaal/Kunrade: vaststelling 4e kwartaal 2015 Opstellen VHP 2.0 + prestatie-afspraken: nog opstarten Actualiseren grondnota: start eind 2015
LLB
Actualiseren en doorontwikkelen subsidieregel LLB: 2e kwartaal 2015 e.v. Digitaal platform ''beter wonen in Voerendaal'': implementatie 3e kwartaal 2015
Woningbouwprojecten In uitvoering in 2015
Kernplan: herinrichting openbare ruimte is opgeleverd, vastgoed is overgedragen aan ontwikkelende partijen, start bouw voorzien juni 2015. Dammerich: resteert nog afzet van 2 bouwkavels. Inspanningen worden verricht om ook deze in 2015 af te zetten. Eind 2015 zal de openbare ruimte ingericht worden. Clermontstraat: verkooptraject is lopende. Kapelhof: afronden aangepast plan 1e helft 2015 Overheek fase IV: herijken plan 2e helft 2015 Eussen Klimmenderstraat: afronden planvorming 1e helft 2015
Volkshuisvestingsplan 1: Businesscase ''TLV-OLV''
Fase 1, opstellen businesscase in 2012: gereed Fase 2a, realisatie plan OLV door WsV in 2014: gereed Fase 2b, start realisatie TLV door WsV in 2014: gereed
2: Masterplan ''hartje Klimmen''
Fase 1, Gemeente onderzoekt aankoop gronden Houtstr/Dr.Poelsstr. 2012: gereed Fase 2, WsV en gemeente stellen Masterplan op in 2012: vervallen
Kadernota 2016
17
Fase 3, vervolgtraject: nntb 3: Businesscase Minnegardsweg
Fase 1, WsV stelt businesscase op in 2012: gereed Fase 2a, uitwerken plan, vergunningtraject, onthuren 2012: gereed m.u.v. Onthuren planfase 2 Fase 2b, WsV sloopt en start met de bouw in 2013: fase 1 is gereed, fase 2 moet nog starten Fase 2c, WsV levert woningen op in 2014: fase 1 is gereed
4: Planologisch vertalen beleidsregels
Fase 1, actualiseren BP (Buitengebied en KRU) in 2013: gereed Fase 2, actualiseren BP (Voerendaal/Kunrade) in 2015: lopende
5: LLB nieuwe koopwoningen
Vanaf 2012 LLB door gemeente vertalen naar in ontwikkeling zijnde plannen: lopende
6: LLB stimuleringsregeling koop
Fase 1, uitwerken maatregel en juridisch verankeren in 2012: gereed Fase 2, implementeren stimuleringsmaatregel in 2013: gereed Fase 3, evalueren van resultaten: 2014: gereed
7: Verduurzamen huurwoningen
Alle huurwoningen WsV een energielabel C in 2016: gereed
8: Platform Wonen
Gemeente en Woningstichting richting gezamenlijk een platform op: Fase 1, Voorbereiden oprichting platform, 1e hlft 2013 Fase 2, start platform, 2e hlft 2013
9: Pilot ''inzet woonconsulent''
Fase 1, opstellen pva pilot-project ''woonconsulent'' door gemeente in 2012: gereed Fase 2, aantrekken ''woonconsulent'' en starten in 2013: gereed
10: Monitoren woningmarkt
Evalueren VHP beleid en maatregelen in 2014: is lopende Op grond van de lopende ontwikkelingen is een VHP 2.0 nodig
Duurzaamheid In het coalitie-akkoord is een nieuwe ambitie ''duurzaamheid'' geformuleerd. In de vastgestelde meerjarenbegroting 2015 – 2019 is derhalve het thema Duurzaamheid dan ook als prioritair project opgenomen. Het thema duurzaamheid raakt niet alleen de burger, maar ook vele taakvelden van de gemeente zelf (van beheer in/van de openbare ruimte tot inkoop en aanbesteding, van huisvesting tot mobiliteit, van leefbaarheid tot economie). Als actieprogramma is duurzaamheid thans uitgeschreven binnen het programma Samen Wonen, maar is derhalve ook aangehaald in andere programma's. Afgesproken is dat gestart wordt met het nader concretiseren van de visie op het gebied van duurzaamheid om vervolgens uit te monden in een uitvoeringsprogramma. Het proces rondom het visiedocument en het opstellen van een uitvoeringsprogramma is reeds in januari aan u gepresenteerd gedurende een themabijeenkomst. Op zowel Provinciale als op Zuidlimburgse, regionale en lokale schaal is de duurzaamheidsagenda het afgelopen half jaar in een stroomversnelling gekomen. De sterke samenwerking op dit gebied tussen alle overheidslagen heeft ertoe geleid, dat er concrete acties in gang gezet. De regio Parkstad Limburg heeft de ambitie uitgesproken dat de regio in 2040 duurzaam energieneutraal is. Om hiertoe te komen is binnen de regio een ambitiedocument opgesteld. Onderstaand wordt aangegeven welke activiteiten er vanuit de gemeente in dit kader in gang gezet zijn en worden om de ambitie op het gebied van duurzaamheid verder vorm en inhoud te geven. Wat
Stand van zaken
Algemeen Beleidskaders
Palet 1.0 en 2.0: 28 mei 2015 in gemeenteraad Opstellen uitvoeringsprogramma Palet 3.0: 2e helft 2015
Projecten In uitvoering in 2015
Digitaal platform ''beter wonen in Voerendaal'': implementatie 3e kwartaal 2015 Aanschaf e-cars buitendienst: 2e helft 2015 Onderzoeken mogelijkheden e-Car-sharing: 1e helft 2015 Transformeren openbare verlichting van conventioneel naar LED: 2015 e.v. Afkoppelen hemelwater: 2015 e.v. conform vGRP Verduurzamen afvalstromen: continu Opstellen businesscase ''demonstratiehuis'' i.r.t. LLB-project: 1e helft 2015
Kadernota 2016
18
STAVAZA Bijlage 3 PROGRAMMA ECONOMIE EN TOERISME Na het vaststellen van het Actieprogramma Werk en economie (2011) zijn we aan de slag gegaan om een aantal basisvoorwaarden in te vullen waarmee we als gemeente onze dienstverlening verbeteren en een goed vestigingsklimaat kunnen bieden: • er is een accountmanager economie aangetrokken; • de dienstverlening van de gemeente aan bedrijven aantoonbaar is verbeterd; • processen zijn aangepast;er is een accountmanager voor de bedrijven; • er zijn structurele contacten met de Sociëteit Voerendaal, Ondernemersvereniging Lindelaufer Gewande en Winkeliersvereniging Furenthela; • er is/wordt geïnvesteerd in de fysieke randvoorwaarden (diverse wegreconstructies, versterken centrum Voerendaal, uitbreiding bedrijventerrein, aanleg datanetwerk op bedrijventerrein etc.). • Er is een netwerk van partijen georganiseerd, dat we kunnen inzetten bij specifieke vraagstukken van ondernemers Uiteraard blijven we als gemeente de komende jaren investeren op het onderdeel dienstverlening en op het terrein van de fysieke randvoorwaarden. Het programma economie wordt daarentegen verder uitgebouwd. In 2015 zijn de volgende activiteiten voorzien. Wat
Stand van zaken
Pijler 1, actief ondernemersbeleid en versterken innovatie & ondernemerschap Partnership gemeente en ondernemers
Aan de basis van een goed lokaal ondernemersklimaat staat een goede en open communicatie tussen gemeente en ondernemers. Op die manier kan ingespeeld worden op de actuele behoeften van ondernemers en kan -daar waar de gemeente een bijdrage kan leveren – snel en adequaat gereageerd worden op klachten en knelpunten. In dit kader wordt ook in 2015 het accountmanagement voorgezet en wordt actief contact onderhouden met de ondernemers(verenigingen), zoals met de Ondernemersvereniging Lindelaufer Gewande, Winkeliersvereniging Furenthela en de Sociëteit Voerendaal. Lokale ondernemersorganisaties zijn van groot belang voor de gemeente als gesprekspartner. Nog belangrijker is de toegevoegde waarde voor de contacten tussen ondernemers onderling en de samenwerking die ontstaat binnen de ondernemersplatforms. Bij goed partnership behoort ook dat ondernemers actief worden betrokken en geïnformeerd over gemeentelijke projecten (zoals de reconstructie van een weg of bouwplannen), zodat de betrokken ondernemers maximaal gefaciliteerd c.q. minimaal gehinderd worden in hun bedrijfsvoering. Communicatie richting ondernemers zal, zoals in de afgelopen jaren, ook in 2015 intensief opgepakt worden. Het bedrijfsleven kan oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken en opgaven. Vanuit het partnership worden projecten geïnitieerd c.q. ondersteund die tevens een opmaat kunnen zijn op regionaal of Zuidlimburgse schaal.
Faciliteren ondernemers
In 2013/2014 heeft de gemeente een digitaal bedrijvenregister opgezet waar elk bedrijf zich kan presenteren. In de ontvangsthal van het gemeentehuis presenteren zo'n 130 bedrijven zich op het “visitekaartjesbord” aan de bezoekers van het gemeentehuis. In 2015 blijft deze mogelijkheid bestaan. Lokale bedrijven kunnen onderling ook veel voor elkaar betekenen. De gemeente heeft in dit kader in februari 2015 het OndernemersNet Voerendaal (digitaal platform) aan de Voerendalse ondernemers aangeboden. Via het OndernemersNet kunnen Voerendaalse ondernemers kennis en ervaringen delen. En kunnen vraag en aanbod op het gebied van bijvoorbeeld bedrijfsruimte, materiaal en personeel met elkaar gematcht worden. Op deze manier kunnen ondernemers elkaar lokaal vinden en is het niet nodig om de expertise verder weg te halen. Het aantal startende ondernemers (met name ZZP-ers) is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Om (potentiële) startende ondernemers goed te kunnen adviseren en begeleiden is het Starterscentrum Limburg opgericht. Deze professionele dienstverlening aan startende ondernemers wordt in 2015 gecontinueerd. In 2015 werken we mee aan de Open dag op het bedrijventerrein Lindelaufer Gewande. We faciliteren hierbij de ondernemersvereniging om de open dag mogelijk te maken. Daarnaast nemen we ook actief deel aan de open dag.
Gemeentelijke dienstverlening
Kadernota 2016
Voor 2015 staan de volgende acties op de rol die (onder andere) voor ondernemers van belang zijn: * Doorontwikkeling van de gemeentelijke website; * Implementatie zaakgericht werken, waarmee ondernemers en inwoners uiteindelijk zelf de 19
afhandeling van procedures bij de gemeente (digitaal) kunnen volgen; * Verdere digitalisering van bepaalde werkprocessen; * Een werkgroep ''dienstverlening'' brengt in kaart op welke wijze de dienstverlening op een passendere wijze ingericht kan worden. Inkoopbeleid
In januari 2015 is de Nota Inkoopbeleid 2015 vastgesteld. Hierin zijn de kaders en spelregels opgenomen voor inkoop en aanbesteding door de gemeente. Lokale ondernemers worden daarbij nadrukkelijk in positie gebracht.
Versterken innovatie en ondernemerschap
IBA Parkstad staat voor de transformatie en transitie van Parkstad en moet de aanzet geven voor een structureel beter woon-, werk- en leefklimaat. Eind 2014 was de eerste open oproep voor projecten. Tot 2020 volgen nog verschillende open oproepen of meer gestuurde oproepen. De VONS-gemeenten werken samen om innovatieve projecten voor/in landelijke gebied aan te jagen en te stimuleren. Verbindende onderwerpen zijn onder meer recreatie & toerisme in de groene ruimte en de leefbaarheid (zorg, welzijn en voorzieningen) in kleine kernen. Samen met de ondernemers van de gebiedsontwikkeling ''Oerland, Land van Kalk'' is gewerkt aan het indienen van een IBA-plan. Inmiddels is dit plan gekandideerd als IBA-waardig plan en zal dit de komende jaren verder uitgewerkt en tot realisering worden gebracht. Vanuit de gemeente is ten aanzien van IBA-initiatieven een stevige follow up vereist. Gestart is met het project “Versterken ondernemerschap en innovatie Voerendaal” Het project heeft de volgende doelstellingen: • het robuuster maken van bedrijven waarmee het bestaansrecht en de bestaande werkgelegenheid behouden blijft; • het leggen van verbindingen tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, onderwijs en overheid waarmee bedrijven zich verder kunnen ontwikkelen. Een mogelijke spinoff hiervan is extra werkgelegenheid; • het inzetten van onbenut kenniskapitaal in Voerendaal door (projectmatige) inzet bij bedrijven en het creëren van meer sociale werkgelegenheid. In dit kader zal het analyseren van vraagstukken bij het bedrijfsleven verder geprofessionaliseerd worden en mogelijk worden doorvertaald in beleid, waardoor ideeën en kansen, het leggen van verbindingen en kennisontwikkeling versterkt worden en uiteindelijk tot tot nieuwe business. Tevens wordt vanuit het platform '' beter wonen in Voerendaal'' op het gebied van LLB, Duurzaamheid en Domotica innovatie en ondernemerschap versterkt door het matchen van vraag en aanbod. Daarnaast is een “task-force”” opgezet met partners die over het juiste netwerk beschikken en snel kennis en expertise kunnen mobiliseren om lokale ondernemers verder te helpen. De volgende thema’s zullen in 2015-2016 met de task-force verder worden uitgewerkt: • innovatie en ontwikkeling van het recreatief-toeristisch potentieel van Voerendaal. Concrete bijdragen zijn geleverd aan de ondernemersgroep “Oerland van Kalk” • innovatie en ontwikkeling op het vlak van producten en diensten voor het levensloopbestendig maken en verduurzamen van woningen • innovatie en ontwikkeling bij bedrijven die actief zijn op de zorgmarkt
Pijler 2, Creëren van een goed vestigingsklimaat Voorzien in de ruimtebehoefte van bedrijven
Op dit moment wordt voor de uitbreiding Lindelaufer Gewande-Op gen Hek de planologische procedure doorlopen. In het tweede/derde kwartaal 2015 zal naar verwachting het bestemmingsplan worden vastgesteld, waarna de realisatiefase van start zal gaan. Het OndernemersNet Voerendaal dat begin 2015 is gelanceerd, is een digitaal platform vraag & aanbod van bedrijfsruimte en andere vraagstukken met elkaar te kunnen matchen waardoor business ontstaat.
Retail
De detailhandel heeft te maken met grote veranderingen. De consument doet een steeds groter deel van zijn aankopen via internet. Daarnaast vindt de komende jaren een verdere vergrijzing en krimp van het aantal inwoners plaats. Dit zal ook leiden tot een geringer koopkrachtpotentieel voor de detailhandel. In 2015 zal een uitwerking plaatsvinden van de retailstructuurvisie op regionaal niveau, waarbij vooral het in te zetten instrumentarium voor het terugdringen van leegstand concreter zal worden uitgewerkt. In de eerste helft van 2015 zal de realisatiefase van het kernplan fase II starten. Hiermede zal de centrumfunctie van Voerendaal versterkt worden. Binnen het te actualiseren bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade krijgt retail/detailhandel ook nadere aandacht.
Infrastructuur en veiligheid
Gemeente, Ondernemersvereniging Lindelaufer Gewande en de ontwikkelaar van de uitbreiding van het bedrijventerrein werken samen aan het realiseren van een sneller datanetwerk op het bedrijventerrein in 2015. Daarnaast wordt – mede in het licht van het Keurmerk Veilig Ondernemen onderzocht de mogelijkheden voor het realiseren van een betaalbare camerabeveiliging.
Arbeidsmarkt
In het kader van innovatie en het goed kunnen inspelen op de veranderende economie en arbeidsmarkt wordt in 2015 verkend of bepaalde faciliteiten en digitale tools de ondernemers kunnen ondersteunen bij het inschakelen van tijdelijke en flexibele arbeidskrachten. De bedoeling daarvan is dat enerzijds de ondernemer wordt geholpen en anderzijds onbenut arbeidspotentieel in Voerendaal (en omliggende gemeenten) kan worden ingezet, hetgeen ook een belangrijk effect heeft op welzijn en leefbaarheid en het versterken van innovatie.
Kadernota 2016
20
Pijler 3, Stimuleren economisch-toeristische ontwikkeling Gebiedsontwikkeling Oerland, Land van Kalk
Een groep lokale ondernemers heeft een gebiedsvisie opgesteld waarmee het “Oerland van kalk” (de Kunderberg en het kalkplateau rondom Ubachsberg) een sterke eigen identiteit kan krijgen door vernieuwende concepten voor verblijfsrecreatie en voor dagrecreatie toe te voegen. De uitvoering van de deelprojecten is voorzien in de periode 2015-2020.
Storytelling
Voerendaal heeft een rijke historie. Maar deze historie is lang niet altijd zichtbaar of beleefbaar voor inwoners en recreanten. Het ophalen en vastleggen van verhalen (storytelling) is een eerste stap om de geschiedenis van Voerendaal meer beleefbaar te maken. De story verwoordt en verbeeldt die identiteit. De story inspireert tot nieuwe ontwikkelingen, ondernemingen, activiteiten met een samenhang die de beleving steeds versterkt. In 2015 starten wij met het ophalen van verhalen bij inwoners, verenigingen, ondernemers, etc.
Routestructuren
Er wordt in 2015 een kansenkaart gemaakt voor de gemeente Voerendaal om zodoende te bezien op welke wijze de economisch-toeristische potentie van Voerendaal versterkt kan worden door routestructuren hierop te laten aansluiten. Binnen het VONSS-gebied wordt bekeken welke verbindingen tussen routestructuren gemaakt kunnen worden.
Beleefbaar maken Romeins ZuidLimburg
Voor het tonen van de Via Belgica als verbindende corridor in Zuid-Limburg willen de convenantpartijen: uniformiteit in aanpak, communicatie en fysieke inrichting. Hiermee ondersteunen en versterken de verschillende lokale projecten elkaar en wordt een sterke uitstraling verkregen. Binnen Voerendaal zal in 2015 de Via Belgica c.q. het Romeinse Verleden nader gemarkeerd worden.
Faciliteren/stimuleren verblijfsaccommodatie
Met respect voor de kernkwaliteiten van Voerendaal gaan we in 2015 een aanpak uitrollen om om investeerders te verleiden en ideeën te ontwikkelen om het aanbod aan verblijfsaccommodatie kwalitatief te verbreden en te verdiepen. In dit kader wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden rondom monumentale en karakteristieke panden. Ook de aandacht c.q. kansen die IBA kan bieden wordt aangewend om verblijfsaccommodaties te stimuleren. Binnen het lokale plan zullen beoogde doelstellingen nader bepaald worden, met inachtneming van de kansen die er liggen op het gebied van het generen van extra overnachtingen, toeristenbelasting en banen. Nu heeft Voerendaal 30.000 overnachtingen, 30.000 euro aan toeristenbelasting en circa 230 banen, terwijl een gemeente als Gulpen Wittem 700.000 overnachtingen heeft, 900.000 euro aan toeristenbelasting genereert en 910 banen binnen de toeristische sector heeft.
Pijler 4, communicatie Promotie, educatie en voorlichting
Kadernota 2016
Voor het programma Economie en Toerisme geldt dat de bestaande economisch/toeristische kracht maar bovenal de potentie die er is, de komende jaren verder actief uitgedragen wordt. Promotie, educatie en voorlichting vormt dan ook een continue actie binnen het programma Economie en Toerisme.
21
STAVAZA Bijlage 4 Mens en Welzijn Voor 2015 zijn de volgende activiteiten dan wel doelstellingen geformuleerd. Per onderwerp is de stand van zaken beknopt weergegeven. Opgemerkt dient te worden dat deze ontwikkelingen nog redelijk 'vers' en ook nog actueel zijn voor de komende (beleids)periode. De middellange termijn zal zich voornamelijk richten op de doorontwikkeling en versterking van de onderstaande activiteiten en projecten. Wat
Stand van zaken
Kernthema 1: Leefbare en vitale kernen Een gemeenschaps-voorziening Kunrade: het Kunderhoes is up to date. in iedere kern op maat Voerendaal: de Borenburg is up to date. Ransdaal: 't Wouves wordt momenteel gerenoveerd en uitgebreid. Oplevering is voor na de bouwvakvakantie 2015 voorzien. Klimmen: in 2015 wordt in overleg met het stichtingsbestuur onderhoud uitgevoerd voor een bedrag ad € 200.000. Ubachsberg: de locatie fanfarezaal / Auw Sjoëel in combinatie met de basisschool en peuterspeelzaal wordt omgevormd tot een multifunctionele gemeenschapsvoorziening. Samen met werkgroepen wordt de indeling c.q. het ontwerp opgesteld. Definitieve keuze hiervoor is in kwartaal 2 voorzien. Daarna kan worden overgegaan tot opstellen definitief ontwerp, bestek, aanbesteding en uitvoering. Pilot buurtgericht werken in Kunrade
Voor Kunrade is een zogenaamde 'denktank' gevormd welke dient als een platform om dichter bij de behoeften, wensen en knelpunten van de burgers in de wijk te komen. Samen met deze 'denktank' wordt op 31 mei een High Tea in het Kunderhoes georganiseerd waarvoor eenieder uit Kunrade wordt uitgenodigd. Tijdens deze High Tea wordt op een ludieke wijze samen met de inwoners uit de kern kansen, knelpunten en oplossingen geïnventariseerd welke vervolgens in overleg met de 'denktank' worden geprioriteerd. Daarna worden de uit te voeren acties gekoppeld aan betrokken burgers (die uiteraard hebben aangegeven zich hiervoor te willen inzetten) met ondersteuning en begeleiding vanuit de gemeente.
Versterking verenigingsleven
In de huidige maatschappelijke en demografische ontwikkelingen komt de focus bij de meeste verenigingen te liggen op de toekomstbestendigheid. De doorontwikkeling van de verenigingsondersteuning wordt samen met de verenigingen opgepakt, omdat zij het beste weten wat een vereniging nodig heeft in deze doorontwikkeling. Uitgangspunt hierbij is dat verenigingen er zijn om te doen waarvoor zij zijn opgericht, en daar waar mogelijk wordt een bredere inzet en bijdrage geleverd aan de samenleving. In de commissie Samenleving van 7 mei 2015 wordt hier een nadere toelichting op gegeven.
Facilitering van burgerinitiatieven
Deze aanpak dan wel proces heeft continu aandacht. Daar waar burgerinitiatieven ontstaan, wordt vanuit de gemeente pro-actief gehandeld, ondersteund en begeleid. Denk hierbij aan de organisatie van de Fittest 55+ in Klimmen dat op initiatief van de seniorenraad is georganiseerd.
Sport en bewegen voor jong en oud
Ook dit betreffen doorlopende activiteiten. Zo is de nationale sportweek voor jeugd en senioren in week 16 georganiseerd. Verder worden georganiseerd de koningsspelen, een vernieuwend sportaanbod tijdens schooltijd, de nationale straatvoetbaldag op 5 mei, wandelingen voor senioren en een vervolg (sportaanbod) op de hierboven genoemde Fittest.
Kernthema 2 : Participeren en samen doen in de kernen Doorontwikkeling wijksteunpunt Klimmen
De doorontwikkeling is met name gericht op de toename van het aantal bezoekers en de meer complexe problematiek die aan de orde is. Vrijwilligers worden getraind in vroegsignalering, gesprekstechnieken en intervisie. Ook worden de activiteiten meer afgestemd op de vraag.
Doorontwikkeling wijksteunpunt Kunrade-Voerendaal
Zie hierboven.
Realisatie wijksteunpunten in
De wijksteunpunten in deze kernen worden gekoppeld aan de (nog te realiseren /
Kadernota 2016
22
Ransdaal en Ubachsberg
verbouwen) gemeenschapsvoorzieningen. Samen met betrokken burgers uit de kern en (netwerk)partners wordt een concept voor het wijksteunpunt ontwikkeld dat past bij de behoeften en bestaande structuren van de betreffende kern. Realisatie is gelijktijdig met de oplevering van de gemeenschapshuizen voorzien.
Doelgroepenanalyse
Met de start van de uitvoering van de nieuwe taken wordt ook meer zicht op de doelgroepen ontwikkeld. Dit betreft een continu proces.
Participatie- en werkervaringsplekken ontwikkelen
Vanuit Kompas is hiervoor specifieke aandacht binnen het programma participatie c.q. 'team doelmatigheid'. Vanuit de gemeente wordt hierop ook ingezet bij de 'pilot groen', bij de wijksteunpunten, via de vrijwilligerscentrale en op plekken bij de gemeente zelf.
Ontwikkelen leer- werkbedrijf
Wordt conform planning zoals opgenomen in de programmabegroting 2015 uitgevoerd. Momenteel wordt gewerkt aan de verkenning van de structuur van het leerwerkbedrijf en de oriëntatie op mogelijke samenwerkingspartners.
Vrijwilligersbeleid en mantelzorgondersteuning
Gelet op het groot aantal taken en activiteiten binnen het sociale domein en de capaciteit die dit vraagt, is het opstellen van specifiek beleid voor vrijwilligers en mantelzorgers (pas) eind 2015 aan de orde. Ondertussen hebben vrijwilligers en mantelzorgers toch bijzondere aandacht en ondersteuning in de vorm van de vrijwilligerscentrale (en het cursusaanbod), steunpunt mantelzorgondersteuning en via de verenigingsondersteuning.
Versterking van de Sowieso worden in de week van de opvoeding activiteiten in dit kader georganiseerd. pedagogische civil society in alle Verder is dit een onderwerp dat een vast onderdeel vormt van de totale herinrichting kernen van het sociale domein door o.a. in de communicatie telkens te benadrukken dat '(meer) zorgen voor elkaar' een ontwikkeling is waar de samenleving middenin zit. Kernthema 3: Passende hulp en ondersteuning bieden AED en reanimatienetwerk
Het netwerk is operationeel. Regelmatig worden door de EHBO-vereniging herhalingscursussen verzorgd met tevens het verzoek om de deelnemers zich te laten aansluiten bij het netwerk.
Pilot vroeginterventie en aanpak Medewerkers van Xonar verzorgen kennisoverdracht aan de leidsters van op de peuterspeelzalen en peuterspeelzalen en kinderopvang teneinde vroeginterventie te kunnen ontwikkelen kinderopvang c.q. in te kunnen zetten. De pilot is in januari gestart. Doorontwikkelen wijkteam
Vanuit de procescoördinator wordt deze doorontwikkeling opgepakt en uitgevoerd. Zo wordt ingezet op deskundigheidsbevordering, expertiseversterking en worden inspiratiebijeenkomsten georganiseerd. Ook is de structuur van het multidisciplinair casusoverleg aangepast om efficiënt en effectief tot advisering en coördinatie van zorg, hulp en ondersteuning te komen.
Implementatie toegangsteam jeugdhulp
Het toegangsteam jeugdhulp is operationeel.
Versterking van de formele en informele netwerkstructuur voor hulp en ondersteuning
In 2015 wordt verder ingezet op (nadere) kennismaking tussen professionals en vrijwilligers dan wel vrijwilligersorganisaties.
Transparant toegangsbeleid implementeren en bekend maken onder burgers
Via diverse kanalen wordt informatie verstrekt over de manier waarop de toegang tot hulp en ondersteuning is georganiseerd, bijvoorbeeld: via persoonlijke brieven, publicaties, website, folders en informatie via onze wijksteunpunten en partners. In juni 2015 worden (wederom) per kern informatiebijeenkomsten gehouden over de ontwikkelingen en praktische zaken omtrent de inzet van hulp en ondersteuning.
Doorontwikkeling CJG
Dit is continu aan de orde waarbij het vergroten van de bekendheid van het CJG specifieke aandacht heeft.
Alcohol- en rookpreventie
In samenwerking met de GGD en Mondriaan worden hiervoor activiteiten uitgevoerd. Zo wordt hier aandacht aan besteed tijdens het onderwijsprogramma en zijn in aanloop naar carnaval verenigingen opgeroepen om het principe van Nix18 te promoten, uit te voeren dan wel op toe te zien.
Cultuuromslag in de samenleving
Dit onderwerp vormt een rode draad door de herinrichting van het sociale domein. Geschikte activiteiten en communicatiemomenten worden niet onbenut gelaten om de veranderingen in de samenleving in termen van 'zorgen voor elkaar, eigen kracht en zelfredzaamheid' onder de aandacht te brengen en te stimuleren.
Uitvoeringsorganisatie implementeren
De uitvoeringsorganisatie is operationeel. Kompas verzorgt de uitvoering van de Participatiewet, het toegangsteam jeugd verzorgt de toegang tot jeugdhulp, het Wmo-loket verzorgt de toegang tot de Wmo.
Kadernota 2016
23
In 2015 is specifieke aandacht voor het bevorderen van samenwerking tussen deze 3 'teams' en het bevorderen van integrale afstemming. Monitoring en sturing op budgetten en risico's
Om de output, outcome en uitputting van de budgetten van (met name) de (nieuwe) taken te kunnen monitoren is een aantal indicatoren vastgelegd. Deze worden vanaf kwartaal 2 afhankelijk van de soort maandelijks en/of per kwartaal geïnventariseerd. Het moge duidelijk zijn dat 2015 vooral wordt gebruikt om tot goed inzicht te komen in de verhouding tussen taken / verantwoordelijkheden versus budgetten.
Verdere inrichting van bedrijfsvoering met betrekking tot informatiemanagement, proces van bezwaar en beroep
Dit is continu aan de orde. De inrichting van (administratieve) werkprocessen, applicaties, koppelingen met zorgaanbieders, bevoorschotting, opstellen protocollen, etc. is enorm arbeidsintensief geweest en op onderdelen nog steeds aan de orde.
Uitvoeren van de regionale transitiearrangementen voor jeugd en begeleiding
Hier wordt uitvoering aan gegeven. Het jaar 2015 betreft een zogenaamd overgangsjaar. Dat betekent dat indicaties die in 2015 of na 2015 aflopen in 2015 opnieuw beoordeeld moeten worden waardoor eind 2015 een 'piek' in deze werkzaamheden ontstaat.
Regionale samenwerking en afstemming op de verschillende taken
Hiervoor wordt op verschillende niveaus en in verschillende overlegstructuren samengewerkt.
Prioritair project 2: Pilot(s) buurtgericht werken Zie hierboven kernthema 1: leefbare en vitale kernen → Pilot buurtgericht werken Kunrade. Prioritair project 3: Leer- werkbedrijf Voerendaal 2018 Zie hierboven kernthema 2: participeren en samen doen in de kernen → ontwikkelen leer- werkbedrijf. Prioritair project 4: Doorontwikkelen sociaal wijkteam Zie hierboven kernthema 3: passende hulp en ondersteuning bieden → doorontwikkelen wijkteam. Overige onderwerpen: • Renovatie gemeenschapshuis 't Wouves Zie hierboven kernthema 1. • MFA Ubachsberg Zie hierboven kernthema 2. • Accommodatie Hellas In de vorm van een projectgroep met een afvaardiging van verenigingen en mogelijke overige partners en met ondersteuning voor Huis voor de Sport wordt de mogelijkheid voor een zogenaamde 'Open club Hellas' onderzocht. In dit concept worden verschillende soorten sporten / verenigingen en partners (waaronder onderwijs) geconcentreerd waarbij de opzet en omvang van de accommodatie een essentieel onderdeel vormt. De voortgang in dit project wordt mede bepaald door de projectgroep echter medio 2015 wordt een eerste concept verwacht. • Versterking verenigingsleven Zie hierboven kernthema 1. • Jaar van de Mijnen Gemeente Voerendaal participeert actief in het Jaar van de Mijnen. In de loop van 2015 wordt door een aantal verenigingen activiteiten uitgevoerd die aansluiten bij het thema waaronder een reünie, koempelmis, wandeling, pungellunch en expositie. • Vrijwilligersbeleid en mantelzorgondersteuning Zie hierboven kernthema 2.
Kadernota 2016
24