Inhoudsopgave Inleiding
5
Hoofdlijn van de programmabegroting 2013 • Algemene toelichting A. Takenpakket en Algemene Uitkering B. CUP-bezuinigingen C. Relatie met de Kadernota en bestemming begrotingsruimte D. Andere belangrijke zaken E. Verwachtingen • Begroting in cijfers en grafieken • Investeringsruimte • Belastingen en rechten • Vaststellingsbesluit
7 8 8 9 10 12 14 15 19 20 21
Programma’s Door de raad te autoriseren begrotingsbedragen 2013 – 2016 1. Interactief Ommen 2. Duurzaam Ommen 3. Veilig Ommen 4. Bereikbaar Ommen 5. Jeugdig Ommen 6. Leefbaar Ommen 7. Zorgzaam Ommen 8. Recreatief Ommen 9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves
24 25 31 37 41 45 49 53 59 67
Paragrafen A. Lokale heffing B. Weerstandsvermogen C. Onderhoud kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden partijen G. Grondbeleid
71 77 85 93 97 99 103
Nota reserves en voorzieningen
109
Bijlagen I. Kerngegevens II. Overzicht aanpassing tarieven van rechten en belastingen III. Investerings- en financieringsstaat IV. Incidentele baten en lasten
133 135 137 139
PROGRAMMABEGROTING 2013
3
PROGRAMMABEGROTING 2013
4
Inleiding Verder vooruit ! e
Ommen ligt op koers, zo blijkt uit de programmabegroting 2013. Als college zijn wij blij dit te constateren, nu wij aan het 2 deel van onze bestuursperiode zijn begonnen. In de afgelopen jaren is veel in gang gezet en gerealiseerd. Via het voortgangsbericht over het College Uitvoerings Programma (CUP) hebben wij uw raad daarover in het voorjaar uitvoerig geïnformeerd. Eén van de pijlers onder ons beleid wordt gevormd door de financiën. Die zijn zonder meer op orde, zoals ook bleek uit de rapportage van onze accountant bij de behandeling van de jaarrekening in juli. Dit is mogelijk gebleken door bijtijds te bezuinigen en de grondexploitaties weer levensvatbaar te maken. Wij ervaren nu dat die (soms pijnlijke) maatregelen niet voor niets zijn geweest. Ommen is een financieel gezonde gemeente, met een sluitende meerjarenbegroting 2013 t/m 2016. In die begroting is de besluitvorming van uw raad over de Kadernota 2013 verwerkt, wat betekent dat er ruimte is voor zowel nieuwe structurele als incidentele uitgaven. Desondanks is de begroting behoedzaam opgesteld en kunnen eventuele tegenvallers worden opgevangen. Met deze programmabegroting ligt er een stevig fundament voor de komende jaren. Kortom: Ommen kan verder vooruit! Ondanks het feit dat de begroting van Ommen een gunstig meerjarenbeeld kent, sluiten wij onze ogen niet voor de werkelijkheid. In economisch en budgettair opzicht zijn het nog steeds turbulente en lastige tijden. Wat vandaag zeker lijkt, kan morgen anders uitpakken. Er zijn veel zorgen, van mondiaal tot plaatselijk niveau. Vanuit onze beperkte mogelijkheden willen wij bij blijven dragen aan een betere toekomst. Allereerst willen wij er zijn voor onze primaire doelgroep: onze burgers, bedrijven en instellingen. Daar waar wij hen kunnen faciliteren, doen wij dat. Met elkaar willen wij werken aan een leefbare samenleving. Maar onze doelgroep reikt verder: ook onze regio (plus verdere omgeving) en onze gasten willen wij als Ommenaren iets bieden. Door gastvrij te zijn en via samenwerking willen wij elkaar door deze lastige tijden heen helpen. Zo willen wij bouwen aan een toekomst met voldoende mogelijkheden voor een ieder. Kortom: Ommen wil verder vooruit! Deze begroting is de uitwerking van de Kadernota 2013. De daarin genoemde beleidsmatige en financiële ontwikkelingen vindt u in deze begroting terug. Daar waar de Kadernota al een sluitend meerjarenbeeld liet zien, is dat ook nu nog steeds het geval. Wel zijn er in de tussentijd diverse ‘plussen en minnen’ geweest. Bij het opmaken van de begroting waren de exacte gevolgen van de laatste rijkscirculaire (de zogenaamde ‘septembercirculaire’) nog niet bekend. Eerste berekeningen wijzen in de richting van een nadeel van ca. € 100.000. Uiteraard zullen wij daarover zo spoedig mogelijk informatie verstrekken. Met de gemeente Hardenberg is afgesproken de beide gemeentelijke begrotingen 2013 nog op te stellen inclusief de bedrijfsvoeringskosten. Dat bevordert enerzijds de vergelijkbaarheid met de ‘oude’ situatie. Anderzijds is dit ook nodig, gelet op de factor tijd en om de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg de gelegenheid te geven ervaringscijfers op te bouwen. Via een separaat door uw raad vast te stellen begrotingswijziging worden de bedrijfsvoeringsbudgetten voor 2013 (budgettair neutraal) overgeheveld naar de Bestuursdienst.
Door middel van de programmabegroting machtigt uw raad ons college tot het uitvoeren van het geformuleerde beleid voor het komende begrotingsjaar. Het is onze gezamenlijke wens om de begroting, als instrument, tot een compact en leesbaar geheel te maken. Daarbij is het de kunst een goed evenwicht te vinden tussen enerzijds hoofdlijnen en details, en anderzijds ook de meetbaarheid van het beleid en de echt noemenswaardige zaken een plek te geven. Nadat wij in de begroting 2012 op dit punt al een verbeterslag hebben gemaakt, treft u ook dit jaar weer een aantal vernieuwingen aan. Die hebben onder andere betrekking op het ‘korter en bondiger’ schrijven en het voorkomen van ‘herhalende’ teksten. Wij hebben hierbij gebruik gemaakt van het advies van I&O Research en het gesprek dat wij hierover hadden op 20 september jl. met de rekeningcommissie. Daarbij kwam onder andere aan de orde de wens om de amendementen/moties die zijn aangenomen ten tijde van de Kadernota specifiek te benoemen. Daarnaast was een veelgehoorde wens om een algemeen hoofdstuk in te lassen met de hoofdlijnen van de begroting. De opzet is nu als volgt: • de hoofdlijn van de begroting • de programma’s • de paragrafen • reserves en voorzieningen • bijlagen. PROGRAMMABEGROTING 2013
5
De uitgebreide inhoudsopgave en de doornummering van de pagina’s beogen een betere vindbaarheid. Bij elk deel is daarnaast nog een aparte inhoudsopgave opgenomen. In de hoofdlijn van de begroting behandelen wij de besteding en herkomst van de middelen in 2013. Zo wordt ingegaan op de bestemming van de financiële ruimte voor exploitatie en investeringen, op de CUP-bezuinigingen, de door de raad aangenomen amendementen en moties, en op de opbrengsten uit belastingen en rechten. Dit hoofdstuk sluiten wij af met het voorstel aan uw raad om de (meerjaren-) begroting 2013 vast te stellen. Het onderdeel “Programma’s” omvat de acht door uw raad benoemde speerpunten van beleid, aangevuld met een negende programma dat handelt over de algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutaties in de reserves. Aandachtspunt blijft om de relatie tussen doelen, instrumenten en kosten inzichtelijker te maken en om de onderlinge samenhang te beschrijven. Daar waar mogelijk zijn de effect- en prestatie-indicatoren benoemd en zijn de doelstellingen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd. Nadat wij in de begroting 2012 al een aantal verbeteringen hebben aangebracht, zijn ook in de begroting 2013 weer nieuwe stappen in die richting gezet. Dit in samenspraak met uw raad en met gebruikmaking van het advies van I&O Research. Zo zijn dit keer de beleidsteksten nog korter en bondiger geformuleerd. De paragrafen richten zich voor een groot deel op het waarborgen van een goede bedrijfsvoering. Het gaat hierbij, in tegenstelling tot bij de programma’s, niet om welke maatschappelijke effecten worden nagestreefd, maar op welke wijze het behalen van de doelstelling wordt georganiseerd. Conform de door uw raad vastgestelde Financiële Verordening is in deze programmabegroting ook de jaarlijkse actualisatie van de Nota Reserves en Voorzieningen opgenomen. Afsluitend treft u een drietal bijlagen aan. De eerste betreft de kerngegevens van de gemeente, de tweede bijlage geeft een becijfering van het effect van de voorgestelde tariefsaanpassing. De derde bijlage betreft de investerings- en financieringsstaat. Wij zien de toekomst voor Ommen met vertrouwen tegemoet. Met elkaar werken aan een leefbare samenleving, met ruimte voor nieuwe mogelijkheden en inspelen op de kansen die er altijd zijn. Kortom: Ommen gaat verder vooruit! Wij stellen u voor om - conform het vaststellingsbesluit - te besluiten tot vaststelling van de (meerjaren-)begroting 2013.
Burgemeester en wethouders van Ommen,
secretaris, T. de Groot
PROGRAMMABEGROTING 2013
burgemeester, M. J. Ahne
6
Hoofdlijn van de programmabegroting 2013 •
Algemene toelichting A. Takenpakket en Algemene Uitkering B. CUP-bezuinigingen C. Relatie met de Kadernota en bestemming begrotingsruimte D. Andere belangrijke zaken E. Verwachtingen
8 9 10 12 14
•
Begroting in cijfers en grafieken
15
•
Investeringsruimte
19
•
Belastingen en rechten
20
•
Vaststellingsbesluit
21
PROGRAMMABEGROTING 2013
7
Algemene toelichting A. Takenpakket en Algemene Uitkering e Op het moment van schrijven van deze begroting spelen ook de verkiezingen voor de 2 Kamer. De uitslag van 12 september is inmiddels bekend, maar hoe dit zich nu zal vertalen naar een nieuwe regering is nog niet duidelijk. Daardoor weten wij ook nog niet wat dit betekent voor het takenpakket en de financiële positie van de gemeenten. Hoe dan ook: in economisch opzicht blijven het bijzonder moeilijke tijden en gaan wij uit van nieuwe bezuinigingen door het rijk. De meerjarenraming 2013 t/m 2016 is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten: • de algemene uitkering is gebaseerd op de junicirculaire 2012 en op lopende prijzen, dat wil zeggen inclusief een jaarlijkse compensatie voor loon- en prijsontwikkelingen • aan de uitgavenkant wordt een loon- en prijsontwikkeling van (maximaal) 2% per jaar toegepast door hiervoor een stelpost op te nemen • de leges en tarieven stijgen eveneens met jaarlijks 2% • rekening is gehouden met de vrijval van kapitaallasten • opname van een indicatieve investeringsplanning • doorrekenen bespaarde rente, toevoegingen en beschikkingen reserves, onvoorzien incidenteel. In de (meerjaren)begroting hebben wij rekening gehouden met de mogelijkheid van toenemende kortingen op de Algemene Uitkering. Bij de behandeling van de Kadernota is gevraagd om een aantal scenario’s. Te denken valt aan de volgende scenario’s: Scenario 1: geen extra korting; Scenario 2: korting conform aanname in de Kadernota; Scenario 3: een extra korting bovenop de aangekondigde daling in de junicirculaire. Wij hebben die uitkering berekend op basis van de junicirculaire 2012 en daar een korting op toegepast die oploopt naar € 500.000 in 2016, met andere woorden het derde scenario. Dat is te zien als een buffer, bedoeld om eventuele nieuwe kortingen van het rijk op te vangen. Zie onderstaand schema voor de bedragen per jaar:
Algemene Uitkering Mogelijke korting Opgenomen in begroting
2013 € 16.224.000 € 150.000 € 16.074.000
2014 € 16.467.000 € 300.000 € 16.167.000
2015 € 16.523.000 € 400.000 € 16.123.000
2016 € 16.930.000 € 500.000 € 16.430.000
Met deze correctie op de Algemene Uitkering kunnen de effecten van eventuele nieuwe bezuinigingen (tot genoemde bedragen) worden opgevangen. Rijksontwikkelingen die een nadeel voor de gemeente Ommen met zich mee kunnen brengen zijn bijvoorbeeld: nieuwe rijksbezuinigingen, waar onder de decentralisatieoperaties een hogere netto gemeentelijke bijdrage in het kader van de WSW (structurele) tekorten bij de WWB vervallen van de aanvullende uitkering vanwege bijstandstekorten. Bij de behandeling van de Kadernota heeft de raad richtinggevende besluiten genomen voor de bestemming van het overschot, te weten een structureel te besteden bedrag van € 382.000 en een incidenteel te besteden bedrag van € 300.000. De verwerking hiervan wordt nader toegelicht in paragraaf C (Kadernota). Na verwerking van bovengenoemde richtinggevende besluiten laat de geactualiseerde meerjarenraming thans een overschot zien van: • begroting 2013 € 85.000 (structureel € 69.000 en incidenteel € 16.000) • begroting 2014 € 81.000 (structureel € 69.000 en incidenteel € 12.000) • begroting 2015 € 69.000 (structureel € 69.000 en incidenteel € 0) • begroting 2016 € 99.000 (structureel € 69.000 en incidenteel € 30.000) Daarnaast resteert uit 2012 nog een structureel begrotingssaldo van € 43.000. Hierbij moet wel gemeld worden dat de jongste gegevens uit de september circulaire laten zien dat we rekening moeten gaan houden met een extra korting van ca. € 100.000. Uiteraard zullen we de financiële doorwerking van deze gegevens voor de begrotingsbehandeling nog presenteren.
PROGRAMMABEGROTING 2013
8
B. CUP-bezuinigingen Taakstelling Periodiek informeren wij uw raad over de voortgang van het CUP en, als onderdeel daarvan, de CUP-bezuinigingen. In de begroting 2012 hebben wij het traject van ‘Nieuw voor Oud’ naar ‘CUP’ volledig uiteen gezet. Het voert te ver om dat geheel, nu opnieuw de revue te laten passeren. In plaats daarvan starten wij met het beeld zoals wij dat recentelijk bij de Kadernota 2013 hebben geschetst. Dit is inclusief de toen genoemde correctie bij het onderdeel ‘Verkoop eigendommen’. Van de oorspronkelijke doelstelling om daarmee structureel een bedrag van € 400.000 te bezuinigen, achten wij € 100.000 haalbaar. Die € 100.000 moeten wij nog realiseren. Een en ander resulteert in een correctie van in totaal € 300.000. Bezuinigingen CUP (jaarbedrag = totaal t/m) Taakstelling was Correctie verkoop eigendommen (niet realiseerbaar; zie Kadernota 2013) Geactualiseerde taakstelling wordt Toename per jaar
2013 € 528.000
2014 € 693.000
2015 € 818.000
2016 € 818.000
€ -100.000 € 428.000 € 428.000
€ -200.000 € 493.000 € 65.000
€ -300.000 € 518.000 € 25.000
€ -300.000 € 518.000 € 0
Ter toelichting: • Voor de niet te realiseren verkoop eigendommen ad € 300.000 hebben wij in de Kadernota 2013 een alternatieve dekking aangedragen. Die bestaat uit de efficiencywinst die de ambtelijke samenwerking Ommen-Hardenberg op moet gaan leveren. Per saldo wijzigt het meerjarenbeeld daardoor dus niet. • In 2012 is de geplande bezuiniging van € 25.000 bij de musea niet doorgegaan en incidenteel gedekt. Voor 2013 hebben wij de bezuiniging in eerste instantie structureel ingeboekt. Uit het beraad met de betrokken musea blijkt echter dat deze besparing niet mogelijk is zonder tot zeer ingrijpende besluiten over te gaan, zoals de sluiting van het Tinnen Figuren Museum. In de raad zijn bij de behandeling van de Kadernota in juni al een paar suggesties gedaan voor dekking van deze bezuiniging. Het college wil in het voorjaar 2013 het museale beleid meer ten principale met de raad doorspreken. Separaat stellen wij u voor om het betreffende subsidiebudget van € 25.000 dan ook incidenteel te verstrekken. Ook op dit punt blijft het geschetste meerjarenbeeld dus intact. Via een begrotingswijziging zal een en ander dan verwerkt worden. Invulling taakstelling In de (meerjaren) begroting 2013 hebben wij de taakstelling voor de jaren 2013 t/m 2015 volledig ingevuld. Die willen wij als volgt realiseren: • Voor de WMO, de brandweer en de ambtelijke organisatie zijn de ramingen op productniveau neerwaarts bijgesteld. • Daarnaast hebben wij voor het restant van de bezuinigingsopdracht een deel van de in de begroting opgenomen stelpost voor loon- en prijsstijgingen ingezet. Door scherp te begroten en een efficiënte bedrijfsvoering is die stelpost namelijk niet helemaal nodig. Bezuinigingen CUP (jaarbedrag = totaal t/m) Invulling taakstelling WMO
2013
2014
2015
2016
€ 25.000
€ 50.000
€ 75.000
€ 75.000
Brandweer
€ 13.000
€ 13.000
€
13.000
€ 13.000
Ambtelijke organisatie Gedeeltelijke inzet stelpost 2% loon/prijsstijging Totaal invulling taakstelling Toename per jaar
€ 200.000 € 190.000 € 428.000 € 428.000
€ 200.000 € 230.000 € 493.000 € 65.000
€ € € €
200.000 230.000 518.000 25.000
€ 200.000 € 230.000 € 518.000 € 0
Conclusie m.b.t. de CUP-bezuinigingen De taakstelling voor de jaren 2013 t/m 2015 is ingevuld. In totaliteit hebben de CUP bezuinigingen dan een bedrag van meer dan € 3 mln opgeleverd. Met die operatie is de flexibiliteit in de begroting van de gemeente Ommen aangetoond en mede daardoor kan gesteld worden dat Ommen nog steeds een financieel gezonde gemeente is.
PROGRAMMABEGROTING 2013
9
C. Relatie met de Kadernota en bestemming begrotingsruimte Bij de Kadernota zijn richtinggevende besluiten genomen over de besteding van de volgende bedragen: • een structureel te besteden bedrag van € 382.000 (voorstel tot volledige invulling is conform besluitvorming Kadernota 2013) • een incidenteel te besteden bedrag van € 300.000 (voorstel tot invulling ad € 218.000 is conform besluitvorming Kadernota 2013). De besteding van beide bedragen is als volgt: 1. Structurele bedragen Programma 3 Veilig Ommen - verhoging exploitatiebudget brandweer Programma 8 Recreatief Ommen - herstructureringsgelden blijven inzetten voor bibliotheek Subtotaal 1 (verhoging exploitatie-uitgaven) Diverse programma’s kapitaallasten (zie hoofdstuk Investeringsruimte) Subtotaal 2 (totaal beschikbaar conform Kadernota 2013) Extra kapitaallasten i.v.m. amendement meerkosten aanleg kunstgrasveld Lemele Totaal
€ 10.000 € 7.000 € 17.000 € 333.000 € 350.000 € 32.000 € 382.000
Toelichting: Uw raad heeft bij de behandeling van de Kadernota 2013 een amendement aangenomen, waarin de voorkeur voor een kunstgrasveld wordt uitgesproken (i.p.v. een natuurgrasveld). De meerkosten van een kunstgrasveld worden geraamd op € 375.000. De kapitaallasten hiervan bedragen afgerond € 32.000. In de algemene reserve is ruimte om deze aanvullende investering te dekken. ‘Technisch’ verloopt de dekking via de reserve geactiveerde investeringen, vandaar de presentatie in de vorm van een extra verhoging van de kapitaallasten met € 32.000. De verhoging van de exploitatie-uitgaven met € 17.000 is opgenomen in de desbetreffende programma’s. Het bedrag van € 333.000 is in de vorm van een stelpost opgenomen in ‘programma 9’ (algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves). En zoals gezegd: in de algemene reserve is ruimte voor de dekking van de meerkosten aanleg kunstgrasveld Lemele. 2. Incidentele bedragen In de Kadernota 2013 is een bedrag van € 300.000 aan incidentele middelen opgenomen. Op grond van uw besluitvorming over de Kadernota 2013 hebben wij de volgende posten ten laste van dit bedrag gebracht (deze staan bij de afzonderlijke programma’s): Programma 2 Duurzaam Ommen - Groene diensten waarvan bijdrage provincie 50% - Regionale Uitvoeringsdienst IJsselland Programma 5 Jeugdig Ommen - Huisvestingsplan onderwijs 2013 Programma 6 Leefbaar Ommen - GOP/GOV Programma 8 Recreatief Ommen - Schuifdeuren Carrousel Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves - Doorontwikkelen koppeling- en gegevensleveranciers en Makelaar - Deelname regionaal project Basisregistratie Grootschalige Topografie Totaal ingezet conform besluitvorming over de Kadernota 2013
€ 82.000 € 41.000 -/€ 36.000 € 67.000 € 50.000 € 9.000 € 10.000 € 5.000 € 218.000
Er resteert een bedrag van € 82.000. Inmiddels is gebleken dat wij een incidenteel bedrag ontvangen op grond van de suppletieuitkering OZB van € 96.000. Per saldo resteert op de post onvoorzien incidenteel een bedrag van € 178.000. In onderstaande tabel staan de maatregelen inclusief de genomen amendementen en moties bij de behandeling van de Kadernota vermeld.
PROGRAMMABEGROTING 2013
10
Deelbesluit a.
b. c.
d.
Verwerkt in begroting 2013 Deelbesluit: i. Niet realiseren verkoop eigendommen € 100.000 ii. Lagere financieringskosten € 600.000 iii. Toename tekort WSW(oude systematiek) € 100.000 iv. Toename lasten WMO € 326.000 v. Toename baten WMO € 60.000 vi. Inzet stelpost 2% loon-prijscompensatie € 440.000 vii. Korting Alg. Uitk. (a.g.v. lenteakkoord) € 250.000 viii. Lager dividend BNG € 100.000 ix. Vrijval kapitaallasten € 100.000 x. Stelpost (kapitaal)lasten nieuwe uitgaven € 350.000 xi. Tijdelijk niet invullen stelpost (kapitaal) lasten € 200.000 Verkoop van eigendommen over de jaren 2012 t/m 2015 te bepalen op € 100.000 De stelpost van € 350.000 voor (kapitaal)lasten nieuwe uitgaven, in 2013 als volgt structureel in te vullen: i. Verhoging exploitatiebudget Brandweer € 10.000 ii. Verhoging exploitatiebudget Bibliotheekwerk € 7.000 iii. Verhoging investeringslasten Brandweer € 73.000 iv. Verhoging investeringslstn Onderwijs (Vechtdalcollege / Slaghen € 230.000 v. Verhoging investeringslasten Recreatie en Toerisme (Lemele € 17.000 vi. Verhoging investeringslasten tractie € 13.000 De incidentele budgetruimte voor 2013 te bepalen op € 300.000 en i. hiervan, conform besluitvorming uit het verleden, als reeds ingevuld aan te merken een bedrag van € 91.000, welk bedrag bestaat uit:
1.
ii.
uitgaven groene diensten € 82.000 en inkomsten groene diensten (provinciale bijdrage) € 41.000 2. uitgaven GOP/GOV € 50.000 het restant van € 209.000 als volgt in te vullen: 1. Regionale uitvoeringsdienst IJsselland € 36.000 2. Onderhoud onderwijshuisvesting (jaarprogramma) € 67.000 3. Diverse investeringen Carrousel € 75.000
4. 5. 6.
e.
f.
Doorontwikkeling koppeling- en gegevensleverancier en makelaar Deelname project Basisregistratie Grootschalige Topografie Toevoegen aan stelpost onvoorzien incidenteel
Akkoord te gaan met de investeringen i. Diverse materialen Brandweer ii. Tankautospuit 2240 Brandweer iii. Specialistisch bosbrandvoertuig Brandweer iv. Brandweerlaarzen v. Vervanging boot Brandweer vi. OVD Voertuig 2290 Brandweer vii. Aanleg rotonde Schurinkstraat/Chevalleraustraat (en de kosten ten laste te brengen van de exploitatie van het Havengebied) viii. Renovatie twee natuurgrasvelden Lemele
Productenraming Staf blz. 47 Productenraming Staf blz. 153 Programmabegroting blz. 58 Programmabegroting blz. 58 Programmabegroting blz. 58 Productenraming Staf blz. 47 Is geactualiseerd. Productenraming Staf blz. 99 Op afzonderlijke producten Zie opmerkingen bij punt 2.c Productenraming Staf blz. 107 Productenraming Staf blz. 47
Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 65 Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 48 Programmabegroting blz 65 incl. € 32.000 kunstgrasveld Programmabegroting blz. 68 Geactualiseerd bedrag is € 396.000 Zie Programmabegroting blz. 139 en Productenraming Staf blz. 107 Productenraming Ruimtelijke Ontwikkeling blz. 137 Programmabegroting blz. 52 Programmabegroting blz. 36 Programmabegroting blz. 48 Gewijzigd op basis van amendement naar € 9.000, zie programmabegroting blz. 65
€ 10.000
Programmabegroting blz. 68
€ 5.000 € 16.000
Programmabegroting blz. 68 Is geactualiseerd, zie Programmabegroting blz. 139 en Productenraming Staf blz. 107
€ € € € € € €
9.000 380.000 250.000 8.000 15.000 53.000 500.000
€ 260.000
ix. Vervanging tractie € 100.000 Bij de samenstelling van de programmabegroting 2013 rekening te houden met de volgende technische uitgangspunten: i. Opnemen van een stelpost ten behoeve van loon- en prijsontwikkelingen en met een trendmatige tariefsverhoging van 2% ii. Voor nieuwe investeringen uitgaan van een rente van 2,5%.
Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 40 Programmabegroting blz. 40 Niet meegenomen ogv Amendement , eerst aanvullende informatie nodig Is ogv amendement geactualiseerd naar € 635.000, zie Programmabegroting blz. 65 Programmabegroting blz. 68
Productenraming Staf blz. 107 en afzonderlijke producten Geldt voor nieuwe investeringen
Overig: Motie glasvezel: geen financiële consequenties opgenomen in begroting 2013 Motie social return: geen financiële consequenties opgenomen in begr 2013 Motie kunstgras Vilsteren: zie tekst op blz 21 Programmabegroting
PROGRAMMABEGROTING 2013
11
Onderwerpen vanuit Lange Termijn Agenda Rotonde Schurinkstraat Integrale grondexploitatie Inrichting 30-60 km routes
Verwerkt in begroting 2013 Programmabegroting blz. 44 Diverse paragrafen Programmabegroting blz. 42
Tenslotte vragen wij nog uw aandacht voor het volgende. Voor het tegengaan van permanente bewoning bij recreatieverblijven is blijvend inzet gewenst. Hiertoe zullen wij een separaat voorstel aan u voorleggen. Indien de raad instemt met dit voorstel zal het betreffende bedrag door middel van een technische begrotingswijziging alsnog voor 2013 worden opgevoerd. D. Andere belangrijke zaken Bij de diverse programma’s gaan wij in op de ontwikkelingen van het betreffende beleidsterrein. Op deze plaats in de begroting brengen wij een aantal zaken apart onder uw aandacht. Bestuursdienst Ommen-Hardenberg en afstemming Medio 2012 is de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg een feit geworden. Een prachtig resultaat van een gezamenlijke inspanning. Vanaf die datum gaan de bedrijfsvoeringskosten over naar de Bestuursdienst. In de voor u liggende begroting zijn de bedrijfsvoeringskosten echter nog opgenomen. Er is namelijk voor gekozen om de begrotingen van beide gemeenten eerst nog op te stellen inclusief bedrijfsvoeringskosten. Dit vanwege het feit dat er voor de Bestuursdienst nog geen ervaringscijfers zijn (2012 is nog te vers en heeft betrekking op een half jaar). In de komende maanden zal de begroting 2013 van zowel de gemeente Hardenberg als van Ommen worden geschoond van de bedrijfsvoeringskosten. Die budgetten gaan dan via een begrotingswijziging over naar de Bestuursdienst (budgettair neutrale operatie). Meerjarig is, conform de Kadernota 2013, rekening gehouden met het voordeel dat de Bestuursdienst op moet leveren (indicatief bedrag). In 2015 is voor Ommen een voordeel geraamd van € 200.000 en van € 350.0000 in 2016. Wij merken dat de organisatie er nu al hard aan werkt om die voordelen ook daadwerkelijk te gaan behalen. Dat brengt ons bij de afstemming tussen beide gemeenten als het gaat om de inschatting van de loonkostenontwikkeling bij de Bestuursdienst. Zowel Ommen als Hardenberg houden rekening met de volgende stelposten in 2013: • 0,5% stijging van sociale lasten (structureel) • 0,5% loonstijging (structureel, relatie met Algemene Uitkering) • 1,3% stijging ABP-premie (incidenteel). Verhoging BTW van 19% naar 21% Met ingang van 1 oktober 2012 stijgt de btw van 19% naar 21%. Het merendeel van die stijging kunnen wij verrekenen via het BTW-compensatiefonds. In een aantal gevallen is dat echter niet mogelijk en is sprake van een echte kostenstijging. Dit doet zich onder andere voor bij de taakvelden Onderwijs en WMO. Voor die kostenstijging is in de begroting 2013 een structurele post van € 50.000 opgenomen. Via begrotingswijziging zal dit bedrag te zijner tijd naar de betreffende taakvelden gaan. Grondexploitatie In het jaarverslag 2011 is de boekwaarde van het Havengebied en Ommen-Oost afgewaardeerd. Daarmee komt de boekwaarde van alle complexen weer op een reëel niveau. Er blijven echter risico’s aanwezig. Een daarvan wordt gevormd door de rentekosten (hoofdbestanddeel van de toerekeningen). Per 1 januari 2013 is volgens de begroting in de gehele grondexploitatie een bedrag geïnvesteerd van afgerond € 23 mln. Dit brengt een rentebijschrijving met zich mee van € 1,15 mln per jaar. Dat bedrag moet via de grondverkopen worden terugverdiend. Andere risico’s zijn: • Tempo realisatie planontwikkeling: vertragingen leiden tot extra rentekosten. • Ontwikkeling marktwaarde grond: eventuele dalingen leiden tot verliezen en moeten worden afgedekt. Ter nadere toelichting: aan de complexen wordt een marktrente toegerekend die is gebaseerd op een vast meerjarig gemiddelde van 5%. Het is mogelijk dit percentage te verlagen, maar dit levert dan extra rentelasten op voor de andere onderdelen van de begroting. De dekking bij de grondexploitatie wordt immers lager en de totale rentekosten worden niet minder. Aan de hand van de relevante ontwikkelingen (marktrente, boekwaarde gronden, etc.) nemen wij ons voor in 2013 te bekijken of er aanleiding is dit onderdeel van het rentebeleid te herzien. Renteomslagpercentage Al een aantal jaren is sprake van een dalende renteomslag. Ook in de begroting 2013 is dat het geval. In 2012 kwam het renteomslagpercentage nog uit op 3,15; in 2013 komen we uit 2,75. De daling is met name het gevolg van de herfinanciering van de leningportefeuille in het voorjaar van 2012. Wederom is het uitgangspunt gehanteerd om zoveel mogelijk rekening te houden met de ruimte in de kasgeldlimiet en deze met kortlopende geldleningen te financieren. PROGRAMMABEGROTING 2013
12
Aandachtspunt is inmiddels wel dat bij een aantal investeringen met een vaste rente wordt toegerekend (zie ook de toelichting bij de grondexploitatie). Die vaste rente ligt boven de rente die wij thans betalen. Om het renteomslagpercentage op een marktconform percentage te houden, is een correctie op de rentekosten doorgevoerd. Zonder die correctie komt de renteomslag op een negatief percentage uit, wat als niet realistisch moet worden beschouwd. In 2013 gaan wij de rente(omslag)systematiek nog eens tegen het licht houden en komen zo nodig met een voorstel tot aanpassing. Reserves en voorzieningen Met regelmaat bespreekt uw raad de reserves en voorzieningen. Naast de jaarlijkse actualisaties in de begroting, is dat recent nog gebeurd in juni 2012 (besluit tot herschikking). In de begroting 2013 heeft opnieuw een actualisatie plaatsgevonden. In dit verband brengen wij het volgende onder uw aandacht: • De algemene reserve is nu volledig vrij besteedbaar (het beklemde deel is vrijgespeeld bij de behandeling van de begroting 2012). • In de algemene reserve zit een bedrag ter dekking van de meerkosten voor het kunstgrasveld te Lemele ad e € 375.000 (saldo 1 bestuursrapportage 2012 is daaraan toegevoegd). • De algemene reserve grondexploitatie komt op begrotingsbasis onder de grens die door uw raad is vastgesteld; uiterlijk bij de behandeling van het jaarverslag 2012 brengen wij dit opnieuw in beeld en komen zo nodig met een voorstel tot aanvulling. • Van de reserve afkoopsommen graven wordt in 2013 een deel ingezet ter compensatie van de lagere bespaarde rente opbrengst (rentepercentage is gehalveerd); het effect op de tarieven blijft daarmee gelijk. • De reserve infrastructurele werken wordt, conform uw eerdere besluitvorming, opgeheven per 31-12-2013 (restant saldo op begrotingsbasis is nihil). • De reserve BCF wordt, conform uw eerdere besluitvorming, opgeheven per 31-12-2013 (restant saldo op begrotingsbasis is nihil). • De voorziening wachtgeldverplichting v.m. wethouders is benodigd tot medio 2013 en kan daarna vervallen (restant saldo op begrotingsbasis is nihil). • Voorziening onderhoud gebouwen. Wij zullen de meerjaren onderhoudsplanning gebouwen actualiseren en u nader informeren over de stand van zaken. Vervangingsinvesteringen In de begroting van 2012 hebben wij melding gemaakt van de ‘problematiek vervangingsinvesteringen’. In het verleden zijn sommige investeringen namelijk met incidentele middelen aangeschaft, waardoor de vervanging niet altijd op voorhand financieel geregeld was. Wij constateren momenteel dat de zogenaamde vrijval van investeringen voldoende is om de in deze meerjarenbegroting geplande vervangingsinvesteringen te bekostigen. De problematiek is voor de nabije toekomst dus niet direct aan de orde. Daarnaast zijn wij voor de bedrijfsvoering in een nieuwe fase gekomen. Alle vervangingsinvesteringen op dat onderdeel lopen voortaan via de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg. Afstemming van de aanwezige middelen tussen Ommen en Hardenberg moet de komende jaren plaatsvinden. Dan blijft over de grootschalige vervangingsinvesteringen, die zich eens in de zoveel tijd voordoen en die met éénmalige middelen zijn aangeschaft. Te denken valt aan het zwembad en sportpark Westbroek. Vervanging van die voorzieningen is pas op de langere termijn aan de orde. Via het vroegtijdig opnemen in onze meerjareninvesteringsplanning willen wij die vervangingen te zijner tijd een plaats geven. Gelet op het vorenstaande, achten wij dit onderwerp niet meer zo urgent om daar met voorrang prioriteit aan te geven. Financiering en de wet HOF Het is u bekend dat wij als gevolg van de afwikkeling van De Drieslag nog aanspraak kunnen maken op een aantrekkelijk financieringsvoorstel. Indien wij op een dergelijk voorstel in willen gaan, moet dat uiterlijk in 2012 gebeuren. In het najaar van 2012 zetten wij onze financieringspositie meerjarig op een rij. Ook zullen wij daarin meenemen de investeringen die wat verder in de tijd liggen, zodat een zo compleet mogelijk beeld ontstaat. In combinatie met het actuele beeld ten aanzien van de renteverwachting, zullen wij u al dan niet een voorstel doen tot het aantrekken van een nieuwe geldlening. Wij gaan daarbij tevens de wet HOF (Houdbare Overheids Financiën) betrekken. De beoogde ingangsdatum van die wet is 1 januari 2013. Dit is echter nog geen gelopen race i.v.m. de weerstand die over de plannen is ontstaan. De wet vloeit voort uit de afspraak om in Europees verband te voldoen aan een begrotingstekort van maximaal 3% en stelt grenzen aan de investeringsmogelijkheden van gemeenten. Zouden die mogelijkheden beknot worden, dan is het uiteraard van belang om na te gaan of het aantrekken van een lening nog wel zinvol is. Wij zullen dus ook dit aspect in onze afweging betrekken.
PROGRAMMABEGROTING 2013
13
Autonome ontwikkelingen Wij beschikken over een aantal buffers om risico’s op te vangen. Zo hebben wij een post voor onvoorziene uitgaven, onze reserves en ook een neerwaartse correctie op de Algemene Uitkering ingebouwd. Daarnaast leert het recente verleden dat wij geregeld voor ‘autonome’ ontwikkelingen komen te staan die extra geld kosten, zonder dat wij daar invloed op hebben. Voorbeelden daarvan zijn: arbo-eisen, energiebelasting, btw-verhoging en extra ICT-kosten i.v.m. het invoeren van de huishoudtoets. Voor die niet te voorkomen kosten, voeren wij een stelpost van e € 100.000 op (vooralsnog als incidenteel budget in zowel 2013 als 2014). Dit loopt overigens parallel met de 1 jaren van het nieuwe kabinet en wij verwachten dat er in die periode ook meer zicht komt op de (rijks)autonome ontwikkelingen met gevolgen voor onze financiën. Afhankelijk van een en ander, willen wij bekijken of deze stelpost voor autonome ontwikkelingen ook een structureel karakter moet krijgen. E. Verwachtingen Wat betreft de verwachtingen voor de toekomst kunnen wij bijna volstaan met de tekst van vorig jaar. Immers: de begroting kent al een aantal jaren een positief meerjarensaldo. Aan dit saldo kan uw raad een bestemming geven. Maar ook dit jaar stellen wij voor het saldo voorlopig te parkeren en pas bij de Kadernota 2014 besluiten te nemen over de inzet van (structureel) beschikbare middelen. Dan is – naar verwachting – ook meer duidelijk over de risico’s die wij lopen. Het gaat met name om de risico’s : • Het niet ontvangen van de geraamde aanvullende uitkering m.b.t. bijstandsverlening. • Mogelijke rijkskortingen op de Algemene Uitkering (bezuinigingen en decentralisatiemaatregelen), de WSW en het Participatiebudget. • Realiseren efficiencywinst Bestuursdienst Ommen-Hardenberg. • Ontwikkeling m.b.t. de grondexploitatie. Toch blijven wij oog houden voor de noodzaak om te investeren in Ommen. Evenals in 2012 ligt ook in 2013 onze topprioriteit om te investeren in: 1. Onderwijshuisvesting 2. Ruimtelijke Ontwikkeling (o.a. Havengebied, Centrumvisie / Westflank, Ommen Oost). Ad. 1. Investeringen onderwijshuisvesting In de Kadernota 2013 en in deze begroting 2013 is een stelpost opgenomen om investeringen in de onderwijshuisvesting mogelijk te maken. Zodoende komt de uitbreiding van het Vechtdal College binnen handbereik. Maar daarmee zijn wij er nog niet. Ook in de andere kernen en voor andere schoolgebouwen zijn nog investeringen nodig. Om die reden heeft uw raad in de vergadering van 31 mei 2012 een voorbereidingskrediet van € 30.000 beschikbaar gesteld. Dit ten behoeve van de verdere uitwerking van een samenhangend investeringsschema voor de onderwijshuisvesting. Aan de hand daarvan kunt u nadere voorstellen van ons verwachten die passen binnen de financiële mogelijkheden van Ommen. Ad 2. Investeringen in ruimtelijke ontwikkelingen Ook hier herhalen wij in het kort ons betoog uit de begroting 2012. Wij verwachten dat in 2013 voor zowel het e Havengebied als Ommen Oost de 1 fase van realisatie in ontwikkeling zal zijn. Daarnaast blijven wij meer dan gemiddelde aandacht houden voor noodzakelijke investeringen in de infrastructuur, waaronder de aanleg van een rotonde aan de Schurinkstraat – Chevalleraustraat. Inmiddels hebben wij uw raad geïnformeerd over de fietsveiligheid van deze verkeersvoorziening. Ook hebben wij opnieuw gekeken naar de dekking van deze investering. Die is er, maar wij willen graag nog onderzoeken of er ‘inverdien-effecten’ aanwezig zijn. Het gaat dan om een integrale afweging, waarbij een gecombineerde aanleg met andere investeringswerken en het verkrijgen van subsidie tot de mogelijkheden behoren. Nog in 2012 kunt u ons voorstel hierover tegemoet zien. In afwachting daarvan hebben wij voor de aanleg van de rotonde in de begroting 2013 vooralsnog een p.m.-raming opgenomen.
PROGRAMMABEGROTING 2013
14
Begroting in cijfers en grafieken Lasten De omzet van de begroting 2013 ligt op een niveau van € 38 miljoen. De verdeling naar programma’s wordt in onderstaande tabel en grafiek zichtbaar.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Programma Interactief Ommen Duurzaam Ommen Veilig Ommen Bereikbaar Ommen Jeugdig Ommen Leefbaar Ommen Zorgzaam Ommen Recreatief Ommen Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Totaal lasten
PROGRAMMABEGROTING 2013
Bedrag x € 1.000
%
3.070 5.065 1.829 1.728 2.075 3.532 13.106 4.220 3.505
8% 13 % 5% 5% 5% 9% 35 % 11 % 9%
38.130
100 %
15
De meeste lasten komen voort uit de programma’s: • Zorgzaam Ommen (35 %) Bijstandsverlening WMO – hulp bij het huishouden WMO – voormalig WVG voorzieningen Sociale werkvoorziening Volksgezondheid • Duurzaam Ommen (13 %) Afval Riolering Openbaar groen Bedrijven milieu • Recreatief Ommen (11 %) Kunst, cultuur en monumentenzorg Recreatie en toerisme Sport en accommodaties Onderverdeeld naar kostensoort hebben de meeste lasten betrekking op Salarissen en sociale lasten (€ 13,7 miljoen), Goederen en Diensten (€ 8,3 miljoen) en Subsidies en bijdragen (€ 9,1 miljoen). Verder wordt verwezen naar onderstaand schema.
PROGRAMMABEGROTING 2013
16
Baten De baten per programma zijn als volgt verdeeld:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Programma Interactief Ommen Duurzaam Ommen Veilig Ommen Bereikbaar Ommen Jeugdig Ommen Leefbaar Ommen Zorgzaam Ommen Recreatief Ommen Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Totaal baten
Bedrag x € 1.000
%
277 3.870 46 36 77 2.456 6.662 1.431 23.275
1% 10 % 0% 0% 0% 6% 17 % 4% 62 %
38.130
100 %
Uit de tabel blijkt, dat het overgrote deel van de baten valt binnen het programma Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves, namelijk € 23,3 miljoen (62 %). Dit komt omdat binnen dit programma de Algemene Uitkering (€ 16,1 miljoen) en de opbrengst van belastingen (€ 3,8 miljoen) zijn opgenomen. Daarnaast bevindt zicht binnen het programma Leefbaar Ommen een deel van de gemeentelijke inkomsten als gevolg van opbrengsten grondexploitaties (€ 1,6 miljoen) en leges bouwvergunningen (€ 0,6 miljoen). De inkomsten in het programma Duurzaam Ommen bestaan onder andere uit de opbrengsten afvalstoffenheffing / reinigingsrechten en rioolrechten, totaal € 3,2 miljoen. De inkomsten in het programma Zorgzaam Ommen betreffen met name specifieke doeluitkeringen (o.a. WWB en WSW).
PROGRAMMABEGROTING 2013
17
Kijkend naar de totale baten per programma blijkt dat de Algemene Uitkering relatief de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente is. De Algemene Uitkering omvat namelijk 42,7% van alle gemeentelijke baten. Daarna komen respectievelijk de opbrengsten belastingen 18,4%, de inkomensoverdrachten van het rijk 16,3% (doeluitkeringen zoals de WWB, WSW etc.), de overige baten 16,3% (o.a. grondverkopen) en de leges, huren en pachten 6,3%. Dit is onderstaand in een schema weergegeven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
18
Investeringsruimte Uitvoering jaarschijf 2013 van de investeringsplanning Van jaar tot jaar valt een bedrag aan middelen vrij als gevolg van afschrijving op investeringen. De financiële ruimte die daardoor ontstaat wordt weer ingezet voor vervangingsinvesteringen en/of nieuwe investeringen. De vrijval is de komende jaren redelijk stabiel en is in de Kadernota 2013 afgerond op een gemiddeld bedrag van € 100.000 per jaar. Conform de Kadernota 2013 is in de begroting 2013 ruimte gereserveerd voor de volgende investeringen en de daarbij behorende kapitaallasten: Programma
Omschrijving investering
3. Veilig Ommen
Brandweer - diverse materialen - tankautospuit 2240 - specialistisch bosbrandvoertuig - brandweerlaarzen - vervanging boot - OvD voertuig 2290 Onderwijs - investering huisvesting Vechtdal College *) - investering. gymnastieklokalen Vechtdal College *) Renovatie sportpark Lemele - opgenomen in Kadernota 2013 (2 natuurvelden) - meerkosten aanleg kunstgrasveld (i.p.v. 1 natuurveld) Totaal voor 1 natuurveld en 1 kunstgrasveld Vervanging tractie
4. Jeugdig Ommen
8. Recreatief Ommen
9. Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Bedrag investering
Kapitaallast
€ € € € € €
9.000 380.000 250.000 8.000 15.000 53.000
€ € € € € €
1.000 35.000 23.000 2.000 3.000 9.000
p.m. p.m.
€ €
200.000 30.000
€ € € €
260.000 375.000 635.000 100.000
€ € € €
17.000 32.000 49.000 13.000
€
1.450.000
€
365.000
*) Voor de investeringen bij het Vechtdal College zijn de investeringsbedragen nog niet bekend. In de begroting 2013 vragen wij daarvoor dan ook nog geen investeringskredieten aan. Wel zijn hiervoor al (kapitaal)lasten opgenomen; dit om in de nabije toekomst investeringen voor het Vechtdal College mogelijk te maken. Tot het moment dat de kapitaallasten volledig tot uitdrukking komen, kan de ruimte op deze post incidenteel worden aangewend voor andere onderwijsuitgaven (zoals de tijdelijke huisvesting t.b.v. het Vechtdal College). In de Kadernota 2013 is voor (vervangings)investeringen een kapitaallast opgenomen van € 333.000 Via het amendement kunstgrasveld Lemele kan hieraan worden toegevoegd € 32.000 Het nieuwe totaal dat beschikbaar is voor kapitaallasten (vervangings)investeringen wordt dan € 365.000 Van dit bedrag zijn de kapitaallasten van de investeringen bij het Vechtdal College (€ 230.000) te zien als uitbreidingsinvesteringen. De extra kapitaallasten van het kunstgrasveld Lemele (€ 32.000) zijn eveneens te zien als een uitbreiding t.o.v. de bestaande situatie. Daarmee komen de lasten van de ‘echte’ vervangingsinvesteringen op afgerond € 100.000. Dit komt vrijwel exact overeen met het bedrag dat wij gemiddeld als vrijval hanteren. Kortom: de vervangingsinvesteringen passen binnen de ruimte in de begroting. Indicatieve investeringsplanning 2014 t/m 2016 Op basis van de Kadernota 2013 staat voor de jaren 2014 t/m 2016 voor afgerond € 0,5 miljoen aan investeringen gepland. De totale jaarlast wegens rente en afschrijving bedraagt ca. € 70.000. Eén en ander heeft een indicatief karakter. Naarmate de jaren dichterbij komen, ontstaat ook meer en een concreter zicht op de investeringen voor de betreffende jaren. Zo moeten wij bijvoorbeeld nog inplannen uw recent aangenomen motie om een adequate financiering voor te bereiden voor de aanleg van een kunstgrasveld in Vilsteren (2016).
PROGRAMMABEGROTING 2013
19
Belastingen en rechten In het raadsprogramma is uitgesproken dat geen onevenredige lastenverzwaring wordt doorgevoerd aan onze permanente en tijdelijke inwoners. De doelstelling is de lasten voor de inwoners niet verder te verhogen dan een noodzakelijke aanpassing aan het jaarlijkse inflatiepercentage. In voorgaande jaren is dit ook steeds het uitgangspunt geweest. Alleen als in het verleden gekozen is voor 100% kostendekkendheid is dit reden geweest om hiervan af te wijken. Bij de Kadernota 2013 is besloten voor 2013 een trendmatige tariefsverhoging van 2% door te voeren. Afvalstoffenheffing Om schommelingen in de kosten en het tarief van de afvalstoffenheffing op te vangen, is de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing in het leven geroepen. Het plafond van deze voorziening is door uw raad vastgesteld op € 100.000. Over het jaar 2011 was er sprake van een positief exploitatiesaldo van ruim € 240.000. Hierdoor kwam de voorziening boven het plafond. Voor 2012 is vervolgens besloten tot een teruggaaf van € 32 per aansluiting. Gelet op de uitkomsten van de begroting 2013, wordt (voorlopig) uitgegaan van een verlaging van het tarief per aansluiting van € 10. De geraamde stand van de voorzieningen komt daarmee op € 99.000 per 31 december 2013. Definitieve vaststelling van het tarief vindt plaats in de raadsvergadering van november / december 2012. Onroerende-Zaak Belastingen (OZB) Met ingang van het belastingjaar 2008 is sprake van een jaarlijkse waardering van alle WOZ-objecten. Ten behoeve van onder meer de jaarlijkse aanpassing van het bijstellingspercentage voor het eigenwoningforfait in 2013 rapporteert de waarderingskamer over de verwachte ontwikkeling van de WOZ-waarde. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat tussen de waardepeildata 1 januari 2011 en 1 januari 2012 de WOZ waarde van woningen gemiddeld 3 à 4% zal dalen. Er worden nog steeds onzekerheidsmarges gehanteerd. Dit is een gevolg van het sterk teruggelopen aantal transacties in combinatie met grote onderlinge (markt)verschillen tussen gemeenten en tussen de diverse te onderscheiden marktsegmenten. In hoeverre de lokale waardeontwikkeling afwijkt van de landelijke is nog niet aan te geven. Uitgangspunt blijft de geraamde opbrengst OZB 2012 zoals opgenomen in de begroting, dus inclusief 2% verhoging. Bij het voorstel tot vaststelling van de verordening onroerende-zaakbelastingen komen wij hierop terug. De uitkomsten van de herwaardering vormen hiervoor dan de basis. Begraafrechten Bij het vaststellen van de tarieven voor de begraafrechten is gekozen voor 100% kostendekking. Diverse bijstellingen, waaronder een lagere bespaarde rente, leiden tot een tariefsverhoging met 2,18%.
PROGRAMMABEGROTING 2013
20
Vaststellingsbesluit De raad van de gemeente Ommen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2012; gelet op de aangeboden (programma)begroting 2013, inclusief de meerjarenbegroting 2014 t/m 2016 en het voorstel met betrekking tot het beschikbaar stellen van kredieten voor de jaarschijf 2013; gelet op de geldende artikelen van de gemeentewet en gehoord de algemene beschouwingen; BESLUIT : 1. 2. 3. 4.
5.
6.
7.
8.
de (programma)begroting 2013, inclusief het onderdeel Reserves en Voorzieningen en de meerjarenraming 2014 t/m 2016 vast te stellen de tarieven van rechten en belastingen opgenomen in het overzicht aanpassing tarieven van rechten en belastingen (bijlage II) te verhogen met 2,0%, met uitzondering van de begraafrechten de tarieven voor de begraafrechten te verhogen met 2,18% de volgende invulling te geven aan de stelpost voor structurele nieuwe (kapitaal)uitgaven: a. verhoging exploitatiebudget brandweer € 10.000 b. herstructureringsgelden blijven inzetten voor bibliotheek € 7.000 c. verhoging kapitaallasten brandweer € 73.000 d. verhoging kapitaallasten huisvesting Vechtdal College € 230.000 e. verhoging kapitaallasten (kunst)grasveld sportpark Lemele € 49.000 f. verhoging kapitaallasten tractie € 13.000 totaal € 382.000 de volgende invulling te geven aan de stelpost voor incidentele uitgaven: a. groene diensten (hogere lasten € 82.000; hogere baten € 41.000) € 41.000 b. GOP/GOV € 50.000 c. regionale uitvoeringsdienst IJsselland € 36.000 d. onderhoud onderwijshuisvesting € 67.000 e. schuifdeuren Carrousel € 9.000 f. doorontwikkeling koppeling- en gegevensleverancier en makelaar € 10.000 g. deelname project Basisregistratie Grootschalige Topografie € 5.000 totaal € 218.000 de CUP bezuinigingen voor 2013 vast te stellen op € 428.000 en dit bedrag als volgt in te vullen: a. verlaging uitgaven WMO € 25.000 b. verlaging uitgaven brandweer € 13.000 c. verlaging uitgaven ambtelijke organisatie € 200.000 d. gedeeltelijke inzet stelpost 2% loon/prijsstijging € 190.000 totaal € 428.000 het saldo van de begroting 2013 van € 85.000 als volgt te bestemmen: a. de structurele ruimte van € 69.000 toe te voegen aan de post onvoorzien structureel b. de incidentele ruimte van € 16.000 toe te voegen aan de post onvoorzien incidenteel voor de volgende investeringen, die voortkomen uit de jaarschijf 2013 van de investeringsplanning, een krediet beschikbaar te stellen:
PROGRAMMABEGROTING 2013
21
A. Brandweer - diverse materialen - tankautospuit 2240 - specialistisch bosbrandvoertuig - brandweerlaarzen - vervanging boot - OvD voertuig 2290 B. Renovatie 1 natuurgrasveld en aanleg 1 kunstgrasveld Lemele C. Vervanging tractie Totaal
Bedrag € 9.000 € 380.000 € 250.000 € 8.000 € 15.000 € 53.000 € 635.000 € 100.000 € 1.450.000
9.
de meerkosten van € 375.000 i.v.m. de aanleg van het kunstgrasveld te Lemele, te dekken door te beschikken over de algemene reserve en dit bedrag over te hevelen naar de reserve geactiveerde investeringen, om zodoende de extra jaarlijkse kapitaallasten van deze aanvullende investering op te vangen 10. de stelpost van € 230.000 voor kapitaallasten onderwijsinvesteringen tijdelijk in te zetten voor andere onderwijsuitgaven (zoals de huur ten behoeve van het Vechtdal College).
De raad voornoemd,
griffier, J.A.R. Tenkink.
PROGRAMMABEGROTING 2013
voorzitter, M.J. Ahne.
22
Programma’s Door de raad te autoriseren begrotingsbedragen 2013 – 2016
24
1. Interactief Ommen
25
2. Duurzaam Ommen
31
3. Veilig Ommen
37
4. Bereikbaar Ommen
41
5. Jeugdig Ommen
45
6. Leefbaar Ommen
49
7. Zorgzaam Ommen
53
8. Recreatief Ommen
59
9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves
67
PROGRAMMABEGROTING 2013
23
DOOR DE RAAD TE AUTORISEREN BEGROTINGSBEDRAGEN 2013 - 2016 Bedragen x € 1.000
Lasten (excl. toevoegingen aan reserves) 1. Interactief Ommen 2. Duurzaam Ommen 3. Veilig Ommen 4. Bereikbaar Ommen 5. Jeugdig Ommen 6. Leefbaar Ommen 7. Zorgzaam Ommen 8. Recreatief Ommen 9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Totaal lasten
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
3.834 5.228 1.782 2.461 2.668 22.054 13.113 4.123 927
3.337 5.209 1.628 1.996 2.296 4.285 13.010 3.644 1.987
3.070 5.065 1.829 1.728 2.075 3.532 13.106 4.220 1.864
3.099 4.942 1.807 1.715 1.980 3.459 12.994 3.637 2.229
3.092 4.938 1.798 1.704 1.937 3.456 12.974 3.611 2.396
3.052 4.936 1.776 1.696 1.926 3.454 12.974 3.599 2.764
56.190
37.392
36.489
35.862
35.906
36.177
340 4.493 85 183 92 14.249 7.244 1.414 22.676
288 3.795 34 24 85 2.926 6.648 777 22.042
277 3.870 46 36 77 2.456 6.662 1.431 21.953
277 3.818 47 37 77 2.441 6.639 867 21.996
277 3.810 47 37 55 2.441 6.644 867 22.052
277 3.805 47 37 55 2.441 6.644 867 22.359
50.776
36.619
36.808
36.199
36.230
36.532
1. Interactief Ommen 2. Duurzaam Ommen 3. Veilig Ommen 4. Bereikbaar Ommen 5. Jeugdig Ommen 6. Leefbaar Ommen 7. Zorgzaam Ommen 8. Recreatief Ommen 9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Totaal saldo (saldo - = positief)
3.494 735 1.697 2.278 2.576 7.805 5.869 2.709 -21.749
3.049 1.414 1.594 1.972 2.211 1.359 6.362 2.867 -20.055
2.793 1.195 1.783 1.692 1.998 1.076 6.444 2.789 -20.089
2.822 1.124 1.760 1.678 1.903 1.018 6.355 2.770 -19.767
2.815 1.128 1.751 1.667 1.882 1.015 6.330 2.744 -19.656
2.775 1.131 1.729 1.659 1.871 1.013 6.330 2.732 -19.595
5.414
773
-319
-337
-324
-355
Saldo programma’s excl. mutatie reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo programma’s incl. mutatie reserves (saldo - = positief)
5.414 10.313 17.500
-773 2.410 3.183
-319 1.558 1.324
-337 1.175 919
-324 1.168 913
-355 1.163 907
-85
-81
-69
-99
Baten (excl. onttrekkingen aan reserves) 1. Interactief Ommen 2. Duurzaam Ommen 3. Veilig Ommen 4. Bereikbaar Ommen 5. Jeugdig Ommen 6. Leefbaar Ommen 7. Zorgzaam Ommen 8. Recreatief Ommen 9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Totaal baten
PROGRAMMABEGROTING 2013
-1.773
24
1. Interactief Ommen (burger en bestuur) Missie Vertrouwen en ambitie daar staan we met elkaar voor. De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke organisatie samen met de inwoners van een prachtige unieke stad met daaromheen een aantal kleinere kernen en buurtschappen. Een gemeente waar de inwoners trots op zijn en waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Context en achtergrond Bestuur De gemeente wil een open en transparante bestuursstijl, waarin burgers en organisaties van onze gemeente invloed hebben op onderwerpen, waar zij zelf bij betrokken zijn. Zo is er in 2008 samen met inwoners, bedrijven en organisaties een nieuwe toekomstvisie voor de gemeente Ommen gemaakt. De gemeenteraad heeft deze toekomstvisie (“Het Ommer Motief”) vastgesteld. De missie die de gemeenteraad in Het Ommer Motief heeft vastgesteld is dat Ommen zich ontwikkelt op basis van haar kernkwaliteiten tot een groene, gastvrije en geïnspireerde verblijfsgemeente. Dienstverlening In het coalitieprogramma ‘In het belang van Ommen!’ streeft de gemeente Ommen naar de versterking van de één loket gedachte, dit conform de Dienstverleningsvisie ‘Ommen Open’. Hierin staat de doelstelling centraal dat de gemeente Ommen vanaf 2015 de ingang is voor alle overheidsvragen. Om dit te realiseren is in 2012 een Klant Contact Centrum (KCC) ingericht. Vanaf 1 juli 2012 wordt dit KCC verder ontwikkeld samen met de gemeente Hardenberg binnen de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg. In dit KCC worden 80% van alle gemeentelijke producten en diensten aangeboden, ook zullen in de toekomst producten en diensten van ketenpartners, zoals Rijk, de provincie, het waterschap, de politie en het kadaster verstrekt worden. De burgers (onze klanten) kunnen de gemeente Ommen via vier kanalen benaderen. De belangrijkste daarvan zijn nu nog het loket en de telefoon. Het KCC telefonie is in Hardenberg gevestigd. Daar komen de klanten voor Ommen binnen via het nieuwe nummer 14 0529. Gemiddeld worden er 100 telefoontjes per dag afgewerkt in het KCC. Het streven is dat 80 % van deze telefoontjes direct door de medewerkers van het KCC worden afgehandeld. De klanten die een bezoek aan het gemeentehuis brengen worden sinds begin 2012 ontvangen in een nieuw ingericht centraal publieksplein. In het publieksplein worden de bezoekers voor de organisatie ontvangen (de receptiefunctie), wordt informatie verstrekt over de gemeentelijke producten en wordt een groot aantal producten ook daadwerkelijk geleverd. Het gemeentehuis kende al het ‘publieksplein omgeving’. Dit plein is geïntegreerd in het publieksplein op de begane grond. Op het publieksplein worden de producten en diensten van Burgerzaken, Belastingen, WMO en Bouwen en Milieu verstrekt. Daarnaast werd begin 2012 een nieuwe website www.ommen.nl gelanceerd. Deze website biedt de mogelijkheid om: • producten digitaal af te nemen • aanvragen digitaal in te dienen (incl. prefill persoonlijke gegevens) • Het WOZ taxatieverslag digitaal in te zien • Digitaal een afspraak te maken • Digitaal een klacht/melding in te dienen In 2013 zal worden ingezet op uitbreiding van de digitale dienstverlening. Om de kwaliteit van de dienstverlening in beeld te houden, wordt deelgenomen aan de onderzoeken ‘WaarStaatJeGemeente” en de Benchmark Publiekszaken. Op basis van de resultaten van deze vervolgmetingen, welke eind 2012 bekend zullen zijn, gaan we in 2013 na waar verbetering in de gemeentelijke dienstverlening noodzakelijk of gewenst is. In de komende periode staat de verdere integratie met de dienstverlening van de gemeente Hardenberg centraal. In 2013 wordt daarbij ingezet op: Informatievoorziening De informatievoorziening aan burgers, bedrijven en instellingen moet begrijpelijk, duidelijk, actueel, juist, volledig en betrouwbaar zijn. Naast deze voorwaarden moet de informatie vooral eenduidig zijn. Dat betekent dat de burger via alle kanalen dezelfde informatie moet ontvangen. Waar mogelijk wordt proactief informatie verstrekt. Eén-loketgedachte De gemeente werkt volgens de één-loketgedachte. Dit wil zeggen dat er voor burgers, bedrijven en instellingen één aanspreekpunt en ingang is, zowel fysiek (balie), telefonisch, elektronisch (website en email) als schriftelijk. Streven hierbij is in 2015 fase vier uit het gemeente heeft Antwoord© concept te realiseren (zoals vastgesteld is in 2009 in de dienstverleningsvisie ‘Ommen Open’).
PROGRAMMABEGROTING 2013
25
Bereikbaarheid De gemeente moet goed bereikbaar zijn. Hierbij is aandacht voor de fysieke bereikbaarheid van het publieksplein, de logistiek van klantafhandeling en openingstijden (publieksplein/ KCC, telefonische en elektronische bereikbaarheid). Voor wat betreft de openingstijden heeft de samenwerking met Hardenberg er toe geleid dat de klant op drie verschillende avonden bij een van de drie KCC’s terecht kan voor een groot aantal gemeentelijke producten. De doelstelling is dat alle klanten uit Ommen en Hardenberg in het KCC Ommen, Dedemsvaart en Hardenberg terecht kunnen voor hun producten. Voor een aantal producten is dit al gerealiseerd. Beschikbaarheid Onder de beschikbaarheid van producten en diensten verstaan we de wijze waarop de gemeente de producten en diensten van de verschillende kanalen aan burgers, bedrijven en instellingen aanbiedt. De gemeente werkt met één centraal publieksplein, waarin producten en diensten te verkrijgen zijn van verschillende afdelingen. Wachttijden ste de De wachttijden worden tot het minimum beperkt door binnen het KCC te werken met 1 en 2 lijns producten. De eerste de lijns producten zijn de producten die binnen 5 minuten geleverd kunnen worden en bij de 2 lijns producten duurt dat tot ste maximaal 20 minuten. Door de 1 lijns producten te leveren via een speciaal loket, voorkomen we dat deze klanten onnodig lang moeten wachten. Door de inzet van een klantgeleidingssyteem komt de klant altijd aan het juiste loket. Verder worden er meer mensen aan het loket ingezet wanneer geconstateerd wordt dat de wachttijden oplopen. Tot slot wordt er steeds meer op afspraak gewerkt. Het voordeel daarvan is dat de klant altijd op tijd geholpen wordt en dus niet hoeft te wachten. Levertijden Waar mogelijk worden producten en diensten “klaar terwijl u wacht” geleverd. Waar dit niet mogelijk is, wordt ernaar gestreefd om de levertijden zo kort mogelijk te laten zijn, hierbij rekening houdend met beperkingen die bijvoorbeeld in wettelijke bezwaar- en beroepstermijnen gelegen kunnen zijn. Voor de producten binnen het KCC zijn servicenormen vastgelegd die jaarlijks op basis van de werkelijke levertijden worden bijgesteld. Zo gelden voor de vijf veel geleverde producten de volgende servicenormen: Aanvragen paspoorten 10 minuten Aanvragen ID kaart 10 minuten Afhalen reisdocumenten 5 minuten Overlijdensaangifte 15 minuten Uittreksel GBA 5 minuten Tarieven De prijs van producten en diensten liggen vast in de legesverordening. We leveren de producten tegen kostprijs. De prijzen van de producten worden jaarlijks door raad vastgesteld. Bejegening Burgers, bedrijven en instellingen worden correct en deskundig behandeld. Hierbij is aandacht voor inlevingsvermogen, duidelijkheid, deskundigheid en vriendelijkheid van de medewerker van de gemeente en volledigheid en juistheid van informatieverstrekking. E.e.a. is vastgelegd in het Kwaliteitshandvest Ommen. Communicatie en interactie met burgers Bij beleidsontwikkelingen en in besluitvormingsprocessen is het belangrijk dat burgers kunnen participeren en voldoende op de hoogte zijn. Voor en na de besluitvorming is communicatie een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat betrokkenen voldoende informatie krijgen over voor hen belangrijke onderwerpen en hun ideeën kunnen geven. Het gebruik van internet en social media (Twitter, Facebook), heeft in de samenleving van nu en in de toekomst een steeds belangrijkere functie gekregen. Ons streven is het aantal volgers van de gemeente Ommen jaarlijks te laten stijgen met 10 %. Daarnaast wordt door ons gezocht naar informatie op de social media wat er zoal geschreven wordt over de gemeente Ommen en haar dienstverlening. De internetsite www.ommen.nl blijft in ontwikkeling zodat het voldoet aan de wensen van de burgers en de landelijke normen. Een van de acties is dat de wethouders tweewekelijks een weblog schrijven over hun werkzaamheden, zodat elke week een weblog verschijnt. In 2013 wordt een strategisch communicatiebeleidsplan opgesteld om de communicatie met de burger te verbeteren en Ommen ‘op de kaart’ te zetten. Kaderstellende beleidsnota’s • Rapport van de werkgroep evaluatie dualisme “Op zoek naar efficiënte structuur en effectieve cultuur” (2006) • Uitgangspuntennotitie Communicatie (2006) • Coalitie akkoord 2010 – 2014 In het belang van Ommen! • Beleidsnotitie Interactieve beleidsvorming en burgerparticipatie (2009) • Uitvoeringsprogramma Dienstverlening 2009-2012 (2009) • Beleidsnota “Ommen Open”; zo doen we dat in 2015 (2009) • Herijking Dienstverlening (2011) PROGRAMMABEGROTING 2013
26
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Bestuur: Open en transparant
Grotere betrokkenheid burgers en organisaties en bevorderen saamhorigheid, kwaliteit en welzijn
•
2. Dienstverlening: Service- en klantgericht
3. Communicatie: Informatief en participatief
PROGRAMMABEGROTING 2013
Uitvoeren inspraakverordening en wettelijke inspraakregelingen • Uitvoeren verordening burgerinitiatief • Organiseren overlegvormen over beleidsontwikkeling • Instellen interactie mogelijkheden • Instellen spreekuur bestuurders • Overleg in wijken en buurtschappen Verhogen efficiency en effectiviteit, Sneller en efficiënter besluiten door: kwaliteit en reductie gemeentelijke • Aanpassen procedure raadsvoorstellen lasten • Duidelijke leesbare raadsvoorstellen • Invoeren nieuwe vergaderstructuur raad • Digitalisering vergaderstukken college, commissie en raad. 25% minder gemeentelijke regels • In kaart brengen bestaande regelgeving en besluiten waar de vermindering gezocht gaat worden Gemeentebestuur optreden als • Activeren en faciliteren om burgers, netwerkregisseur maatschappelijke organisaties en bedrijven te laten doen waar zij goed in zijn • Reageren, anticiperen en meebewegen met nieuwe ontwikkelingen en vasthouden van de gedragen visie Verbetering kwaliteit • Ontwikkelen volgens kwaliteitshandvest klantcontacten • Denken vanuit de burger • 2-jaarlijks monitoren kwaliteit dienstverlening in combinatie met informatiehuishouding • Doorontwikkelen KCC naar fase 3 24-uurs beschikbaarheid digitale • Doorontwikkeling website tot volwaardig dienstverlening “digitaal gemeentehuis” (2010 – 2015) • Doorontwikkeling website zodat het blijft voldoen aan wensen klanten en normen / eisen Grotere tevredenheid over • Personaliseren website “mijnOmmen.nl” informatievoorziening • Onderzoek mogelijkheden (financiële) ondersteuning Ommen Leeft TV Grotere tevredenheid over • Ontwikkelen mogelijkheden inspraak en betrokkenheid gemeente participatie via internet • Bij elk project mate van interactie bepalen • Inwoners / ondernemers laten meedenken aan ontwikkeling beleid.
27
Indicatoren Doel 1
Omschrijving
E/P
E Oordeel betrekken burgers bij totstandkoming plannen (rapportcijfer 1-10) E Oordeel voldoende inspraakmogelijkheden plannen (rapportcijfer 1-10) Oordeel bezoeker dienstverlening E publieksbalies (rapportcijfer 1-10)
Bron
Nulmeting (jaar) Waar staat 5,7 je gemeente (2010)
2013 6,5
Streefwaarden 2014 2015 7 *
2016 *
Waar staat je gemeente
5,8 (2010)
6,5
7
*
*
Monitor kwaliteit dienstverlening Simstat
7,4 (2010)
7,6
7,8
*
*
E 76 79 85 * Gemiddeld aantal bezoekers (2010) website per maand (afgerond x100) E Simstat 33 40 43 * Aantal bezoekers Digibalie per (2010) jaar (afgerond x100) P DMS 75 2 81 82 82 % brieven dat binnen 8 weken is (2007) beantwoord, of dat een tussenbericht is verzonden E Monitor 7 7,6 * * Rapportcijfer (1 t/m 10) dat kwaliteit (2005) aangeeft in welke mate de burger diensttevreden is over de verlening meedenkendheid van de medewerker E Internet(2010) 20 25 30 % digitale producten / diensten registratie dat via digitale kanalen is afgehandeld in verhouding tot aantal 3 E Waar staat 6,7 7,2 7,7 * Oordeel burgers duidelijkheid je gemeente (2010) informatie (rapportcijfer 1-10) E Waar staat 7,1 7,5 7,7 * Oordeel burger gemeentelijke je gemeente (2010) informatie via kranten (rapportcijfer 1-10) E = effectindicator P = prestatieindicator * Het onderzoek dienstverlening wordt niet meer uitgevoerd. Daarvoor in de plaats is de benchmark Klantbeleving en Waar staat je gemeente ingevoerd. Het onderzoek wordt in het najaar van 2012 uitgevoerd en de resultaten zullen eind 2012 bekend zijn. De indicatoren worden op dat onderzoek aangepast. Middelen In 2013 worden voor dit programma geen bijzondere investeringen of exploitatie uitgaven voorzien.
PROGRAMMABEGROTING 2013
28
*
* *
*
*
* *
PROGRAMMA 1: INTERACTIEF OMMEN Bedragen x € 1.000
Lasten 1.1 Bestuur 1.2 Dienstverlening 1.3 Communicatie en interactie met burgers Totaal lasten
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
2.938 617 279 3.834
2.410 676 251 3.337
2.184 649 237 3.070
2.172 692 235 3.099
2.165 692 235 3.092
2.166 651 235 3.052
Baten 1.1 Bestuur 1.2 Dienstverlening 1.3 Communicatie en interactie met burgers Totaal baten
13 327
288
277
277
277
277
340
288
277
277
277
277
Saldo 1.1 Bestuur 1.2 Dienstverlening 1.3 Communicatie en interactie met burgers Totaal saldo
2.925 290 279 3.494
2.410 388 251 3.049
2.184 372 237 2.793
2.172 415 235 2.822
2.165 415 235 2.815
2.166 374 235 2.775
Deze raming is inclusief de besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor: (bedragen x € 1) Structureel Geen Incidenteel Geen Investeringsbedragen Geen
PROGRAMMABEGROTING 2013
29
PROGRAMMABEGROTING 2013
30
2. Duurzaam Ommen (natuur en milieu) Missie In een duurzaam Ommen zijn bewoners, ondernemers en gebruikers tevreden over de kwaliteit van hun fysieke leefomgeving en richten ontwikkelingen zich op het voorzien in de huidige behoefte zonder de belangen van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Context en achtergrond Een goede leefomgeving is duurzaam. Dit houdt in dat mensen hun leefomgeving ervaren als herkenbaar, prettig, schoon en aantrekkelijk, zodat ze er graag wonen, werken en verblijven. Milieubeleid Milieubeleid bepaalt mede de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en is hiermee een belangrijke factor voor een duurzame leefomgeving. Het gaat om de aanpak van de vervuiling van bodem, lucht en water, veiligheidsrisico’s van bedrijvigheid, geluidoverlast en afvalinzameling. Milieu is een belangrijk aspect bij ruimtelijke ontwikkeling. De partiële milieubeleidsplannen zoals de kader stellende nota’s op het gebied van klimaat, geluid, handhaving en bodem wordt in het Gemeentelijk Omgevingsplan (GOP) en de Gemeentelijke Omgevingsverordening (GOV) geïntegreerd in één integrale gebied dekkende visie voor Ommen. Zie ook programma 6 Leefbaar Ommen. Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) worden aanvragen voor vergunningen en ontheffingen over de fysieke leefomgeving integraal behandeld. Daarnaast zijn een aantal taken en verantwoordelijkheden tussen bevoegde gezagen op het gebied van vergunningverlening en op het gebied van toezicht en handhaving opgeschoven. Met de komst van een netwerk- regionale uitvoeringsdienst (netwerk-RUD’s) wordt de uitvoeringskwaliteit van de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken van het omgevingsrecht structureel gewaarborgd. Inzameling afvalstoffen De kwaliteit van de inzameling van afvalstoffen is goed. Een duidelijke visie op ons inzamelbeleid en de mogelijke relaties met een duurzame samenleving is nog in ontwikkeling. Voor wat betreft ontwikkelingen volgen we het rijksbeleid. Wij richten ons er op, om door een betere scheiding van afval, een bijdrage te kunnen leveren aan de toename van hergebruik waardoor een besparing op grondstoffen gerealiseerd kan worden. Hierbij willen wij de kosten voor de burgers op een aanvaardbaar peil houden. Water/Riolering Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Deze wet stelt de gemeenten beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Gemeenten hebben naast de bestaande zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater, de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater en grondwater. De zorgplicht voor hemelwater betekent dat de gemeente maatregelen moet treffen voor overtollig water wat de perceeleigenaar redelijkerwijs niet zelf kan verwerken. Voor grondwaterproblemen moet de burger in eerste instantie bij de gemeente aan kunnen kloppen. De wetgeving bepaalt dat deze keuzes in het gemeentelijk rioleringsplan zijn verankerd. In 2013 zal het vGRP voor de gemeente Ommen worden opgesteld, gelijk met de actualisatie van het vGRP van de gemeente Hardenberg. Dit zal gebeuren in een gezamenlijk planproces met deze gemeenten en de waterschappen, waarbinnen ruimte is voor gemeente specifieke beleidskeuzes. Hiermee zal de zorgplicht voor het afvalwater en overtollig hemelwater en grondwater worden gegarandeerd. Bij raadsbesluit zijn in ieder geval wadi’s en molgoten per 1 januari 2011 toegevoegd aan de rioolfunctie. Bij de verdere uitwerking wordt onderzocht welke elementen tot de nieuwe rioolfunctie behoren. De gemeentelijke maatregelen kunnen bekostigd worden uit de nieuwe rioolheffing. In 2010 is begonnen met een intensieve samenwerking met waterschap Velt en Vecht en alle betrokken gemeenten in het werkgebied van het waterschap (waaronder gemeente Hardenberg). Ook op het gebied van de vGRP zal in dit samenwerkingsverband synergie gezocht worden. De Kaderrichtlijn Water beoogt een duurzaam grond- en oppervlaktewatersysteem. Voor wat betreft oppervlaktewater gaat het om de chemische (hoeveelheid risicovolle stoffen) en ecologische kwaliteit (biodiversiteit). Voor grondwater gaat het om chemische kwaliteit en kwantiteit. De gezamenlijke overheden (rijk, provincie, waterschappen en gemeenten) hebben afgesproken om samen uitvoering te geven aan de regionale nota Rijn-oost 2007. Voor gemeenten gaat het met name om actieve medewerking aan relevante planvorming en noodzakelijke planologische procedures.
PROGRAMMABEGROTING 2013
31
Natuur- en landschapsbeleid In het voorjaar van 2011 is het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) vastgesteld. Het LOP leidt tot uitvoeringsprojecten, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor uitvoering van groene diensten (bijdrage aan aanleg, herstel en beheer van particuliere landschapselementen). Wij richten ons op een ambitieniveau passend bij de financieringsmogelijkheden, waarbij coalities gesmeed worden met andere partijen (bijvoorbeeld Investeringsbudget Landelijk Gebied) dan wel alternatieve instrumenten (bijvoorbeeld groenfondsen) kunnen worden ingezet. Evident is dat de beschikbare financiële middelen primair worden ingezet op de uitvoeringsprojecten van het LOP en secundair op projecten passend in de visie van het LOP. Gemeentelijk groen beheer Het beheer van het openbaar groen gaat uit van behoud van huidige kwaliteit waarbij duurzaamheid, (heel en netjes) en veiligheid voorop staan. Het openbaar groen wordt op het niveau van het kwaliteitsbeeld: basis onderhouden (bron: CROW). Uitgangspunten voor de verkoop van snippergroen, illegaal in gebruik genomen groen en voormalige speelplaatsen zijn opgesteld. Onderzoek vindt plaats naar de (on)mogelijkheden of de gemeentelijke boscomplexen verkocht kunnen worden. Met gemeenten waar ambtelijke samenwerking aan de orde is wordt de samenwerking opgezocht om het groenbeheer nog effectiever en efficiënter te laten verlopen. Begraafplaatsen De gemeente kent een eeuwige. De uitbreiding van de begraafplaatsen Beerzerhaar en Laarmanshoek is gerealiseerd om voldoende begraafcapaciteit voor een periode van minimaal 15 jaar te garanderen. Ook zijn kinderhofjes op de begraafplaatsen Beerzerhaar en Laarmanshoek aangelegd. Kaderstellende beleidsnota’s • Handboek “handhaven moet je doen”(2008) • Handhaving- en gedoogstrategie Fysieke Leefomgeving Overijssel (2010) • Kadernota klimaatbeleid (2009) • Plan van Aanpak uitvoering klimaatbeleid (2010) • Kaderstellend geluidbeleid Ommen (2006) • Notitie geluidbeleid landbouw (2010) • Bodembeleid gemeente Ommen (2009) • Bodemkaarten en bodembeheersplan (2007-2012) • Milieumodel (2010) • Afvalwaterakkoord waterschap Velt en Vecht (2007) • Interim GRP (2004) • Groenstructuurplan Ommen (1998 en herzien in 2008) • Deelgroenstructuurplan Alteveer (2001) • Groenstructuurplannen voor de dorpen Beerzerveld, Lemele en Witharen (2005) • Bomenbeleidsplannen (2005 en vernieuwd in 2012) • Bomenstructuurplannen binnen en buiten de bebouwde kommen (2005) • Landelijke richtlijn van het Ministerie van Economische zaken, landbouw & innovatie voor de bestrijding van de eikenprocessierups (2011) • Notitie DOB of de Duurzame Onkruid Bestrijding op elementverhardingen • DGG of Databank Gemeentelijk Groenbeheer, kengetallen onderzoek • Forest Steward Council (FSC) - bosbeheerplan (2009) • Coalitieakkoord 2010-2014 In het belang van Ommen! • Nota energiebeleid (2008-2009) • Europese Kaderrichtlijn Water • Handboek Wabo • Landschapsontwikkelingsplan Ommen 2011
PROGRAMMABEGROTING 2013
32
Doelstellingen en te leveren prestaties en activiteiten Programmaonderdeel 1. Milieu en duurzaamheid
2. Reiniging en afvalverzameling
3. Riool en water
Doelstelling • Scheppen van integrale kaders voor het gemeentelijk milieubeleid en duurzame ontwikkeling • Verlagen van de uitstoot van broeikasgassen • Behouden van kwaliteit van de bodem • Een bredere integratie van milieu- en klimaatdoelstellingen en uitgangspunten binnen andere beleidsterreinen • Een groter draagvlak voor milieubeleid bij burgers en ondernemers Op basis van duidelijke kaders uitvoering geven aan de WABO op gebied van vergunning, verlening en toezicht. Opgeruimde openbare ruimte waarvan hygiëne is gewaarborgd • Continueren van huidige kwaliteit inzameling tegen zo laag mogelijke kosten • Duurzaam gebruik grondstoffen Verminderen van vuilemissie via riool overstorten boven basisinspanning
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit • Uitvoering geven aan het klimaatbeleid gericht op energiebesparing bij burgers en bedrijven en opwekking van duurzame energie • Bij projecten / plannen in startfase een integraal milieuadvies uitbrengen en op relevante sectoren van gemeentelijk een milieutoets uitvoeren
• •
•
Actieve rol bij onderzoek naar innovatieve oplossingen en aanpassingen afval inzamel en verwerkingsstructuur
•
Het afkoppelen waar mogelijk en economisch verantwoord is In uitbreidingsplannen en / of reconstructies via bodempassages hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater / resp. infiltreren in bodem Alle infrastructurele voorzieningen die onderdeel uitmaken van rioolsystemen toerekenen aan de rioolfunctie Voldoende ruimte reserveren voor voorkomen van overlast a.g.v. neerslag in stedelijk gebied Burgers en belanggroeperingen betrekken bij aanleg, onderhoud en renovaties
•
•
4. Openbaar groen, natuur en landschap
PROGRAMMABEGROTING 2013
Door ontwikkelen van beleid voor toezicht en handhaving Kwaliteit vergunningverlening en handhaving structureel waarborgen door netwerk RUD
Verbeteren veiligheidsniveau en voorkomen overlast
•
Groen draagt bij aan wonen, recreatie, natuur, werken en verkeer
•
33
Programmaonderdeel
Doelstelling Instandhouden van bomen en bomenstructuren
Duurzaam, bruikbaar en aantrekkelijk cultuurlandschap Bevorderen natuurvriendelijk beheer 5. Begraafplaatsen
PROGRAMMABEGROTING 2013
Begraafplaatsen zijn volwaardige gedenkplaatsen
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit Bomenbeleidsplan 2012 -2021 als inventarisatie beschermwaardige bomen is afgerond 1 januari 2013 operationeel • Bomen periodiek een vorm- en onderhoudssnoeibeurt geven en kwaliteit vastleggen • Instandhouden van waardevolle bomen en boomstructuren. • Tijdig kwijnende bomen en boomstructuren vervangen door jonge aanplant • Streven naar genetische variatie bomenbestand Bezuinigingsopgave vastgelegd in het CUP is geborgd. • Uitvoeren project groene diensten Ziekte- en plaagongevoelige gewassen gebruiken bij nieuwe aanplant en vervanging beplantingen naar bijv. inheemse beplantingen • Bieden van ruimte voor verscheidenheid en diversiteit in vorming van gedenkstenen
34
Indicatoren Doel 1
2
3
4
Omschrijving Milieubeheer % besluiten tot bestuursdwang van de gecontroleerde bedrijven % bedrijven dat beschikt over een dekkende omgevingsvergunning voor de activiteit milieu Bronscheiding van afvalstromen Aantal klachten over de inzameling van huishoudelijk afval Aantal ha’s af te koppelen verhard oppervlak Reductie vuilemissie boven verplichte basisinspanning in procenten Aantal hectares waterberging
E/P
P
Bron
Nulmeting (jaar)
Jaarverslag Handhaving Milieu jaarverslag
8 (2007) 90 (2009)
P
Monitor
P
Rova
P
Afd. OW
E
Afd. OW
55 (2009) 67 (2008) 2,0 ha (2008) 0
P
Afd. RO
P
Cijfer inwoners dat zegt (zeer) E tevreden te zijn over het openbaar groen Aantal hectares aanleg en herstel P landschapselementen
Waar staat je gemeente Subs. toekenning Provincie
Streefwaarden 2014 2015
2013
2016
4
4
4
4
95
95
95
95
65
65
65
65
50
50
50
50
1
1
1
1
27,5
30
32,5
35
15 ha (2006) 7 (2010)
18
18
18
18
7
7
7
*
1,44 (2007)
3
3
3
3
5
Aantal nog beschikbare graven 2011 2.455 2.390 2.325 2.260 (inclusief de voorgenomen uitbreidingen) 1 – Laarmanshoek P OW n.v.t. 1.600 1.550 1.500 1.450 2 – Beerzerveld P OW n.v.t. 685 670 655 640 E = effectindicator P = prestatieindicator * Het onderzoek dienstverlening wordt niet meer uitgevoerd. Daarvoor in de plaats is de benchmark Klantbeleving en Waar staat je gemeente ingevoerd. Het onderzoek wordt in het najaar van 2012 uitgevoerd en de resultaten zullen eind 2012 bekend zijn. De indicatoren worden op dat onderzoek aangepast. Middelen 2.1 Milieu en duurzaamheid Voor de participatie in de Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) wordt in 2013 een bedrag van € 36.000 beschikbaar gesteld (vooralsnog incidenteel). De kosten bestaan uit structurele kosten voor de informatie-, coördinatie- en sturingseenheid en incidentele kosten voor ICT en opstartkosten. Na één jaar vindt een evaluatie plaats en zal ook duidelijk worden wat de structurele kosten voor de gemeenten zijn. 2.4 Natuur- en landschapsontwikkeling Voor de uitvoering van het landschapsontwikkelingsplan en met name de groene diensten is voor 2013 een bedrag van € 82.000 geraamd. De provincie draagt voor 50% bij in deze kosten.
PROGRAMMABEGROTING 2013
35
PROGRAMMA 2: DUURZAAM OMMEN Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten 2.1 Milieu en duurzaamheid 2.2 Reiniging en afvalinzameling 2.3 Riool en water 2.4 Openbaar groen, natuur en landschap 2.5 Begraafplaatsen Totaal lasten
797 1.826 1.079 1.247 279 5.228
808 1.737 850 1.538 276 5.209
852 1.761 585 1.578 289 5.065
814 1.760 585 1.496 287 4.942
811 808 1.760 1.760 585 586 1.496 1.496 286 286 4.938 4.936
Baten 2.1 Milieu en duurzaamheid 2.2 Reiniging en afvalinzameling 2.3 Riool en water 2.4 Openbaar groen, natuur en landschap 2.5 Begraafplaatsen Totaal baten
522 1.972 1.570 157 271 4.492
153 1.863 1.409 107 263 3.795
139 1.883 1.464 116 268 3.870
133 1.882 1.464 71 268 3.818
125 1.882 1.464 71 268 3.810
120 1.882 1.464 71 268 3.805
Saldo 2.1 Milieu en duurzaamheid 2.2 Reiniging en afvalinzameling 2.3 Riool en water 2.4 Openbaar groen, natuur en landschap 2.5 Begraafplaatsen Totaal saldo
275 -146 -491 1.090 8 736
655 -126 -559 1.431 13 1.414
713 -122 -879 1.462 21 1.195
681 -122 -879 1.425 19 1.124
686 -122 -879 1.425 18 1.128
688 -122 -878 1.425 18 1.131
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel Geen Incidenteel 2.1 Participatie RUD IJsselland 2.4 Groene diensten (natuur- en landschapsontwikkeling) Bijdrage provincie 50%
36.000 82.000 -41.000
Investeringsbedragen Geen
PROGRAMMABEGROTING 2013
36
3. Veilig Ommen (veiligheid) Missie In de gemeente Ommen kunnen inwoners en bezoekers veilig wonen, werken en recreëren. Aantastingen van de veiligheid worden integraal aangepakt. De brandweer- en rampenbestrijdingsorganisatie is continu paraat. Context en achtergrond De gemeente Ommen kent door de centrale ligging en het bosrijke gebied vele bezoekers. Zij geven in positieve zin een extra druk op de leefbaarheid en veiligheid in het gebied. De gemeente Ommen werkt op lokaal, interlokaal en regionaal verband en met ketenpartners samen om zorg te dragen voor een veilige gemeente. Door periodieke metingen zijn het subjectieve veiligheidsgevoel, de objectieve veiligheidssituatie en mogelijke ontwikkelingen tijdig en integraal in beeld. In 2013 zal veiligheid op recreatieparken opnieuw prioriteit krijgen en wordt gewerkt aan uitbreiding van het BIBOB-beleid (Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur). De brandweer zal zich in 2013 voorbereiden op de volledige regionalisering van de brandweer IJsselland per 1 januari 2014. Het is nog onzeker of die regionalisering ‘budgettair-neutraal’ voor Ommen gaat verlopen. Mogelijk treden extra kosten op. Zo zijn onze huidige overheadkosten laag, waardoor wij verhoudingsgewijs goedkoper uit zijn dan in de nieuwe situatie. De nabije toekomst zal leren waar de verschillen zitten en hoe wij daar uit gaan komen. De vrijwillige brandweer Ommen is toegerust om qua kwantiteit (aantal) en kwaliteit (opleiden en oefenen) de veiligheidstaak te kunnen waarmaken. Sinds 2010 is de Wet op de Veiligheidsregio’s van kracht. De wet en het aanpalende beleid (van onder andere de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid) voorziet in strengere eisen ten aanzien van voorbereiding, opleidingen en oefenen van sleutelfunctionarissen. In 2012 heeft de eerste fase van de implementatie van de nieuwe organisatie van crisisbeheersing afgerond. In 2013 wordt de tweede fase afgerond waarna overgeschakeld kan worden naar een regulier beheer van de organisatie van crisisbeheersing Kaderstellende beleidsnota’s • Beleidsvisie Externe Veiligheid gemeente Ommen (2007) • Crisisplan (2011) Doelstelling en te leveren prestaties / activiteiten Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Integrale veiligheid veilig wonen en recreëren
Verhoging van het veiligheidsgevoel, afname van het aantal delicten en minder uitgaansoverlast Minder persoonlijke en materiële schade, handhaven paraatheid en minder loze meldingen Crisiscentrum binnen 1 uur na alarmering inzetbaar en de planvorming is gebaseerd op actueel risicobeleid
• • •
Veiligheid recreatieparken Uitbreiding BIBOB-beleid Actualisatie Integraal Veiligheidsbeleid
•
Voorbereiden op regionalisering naar brandweer IJsselland Uitrukken binnen normtijd Verder professionalisering regionaal team bevolkingszorg (vervanging gemeentelijke teams)
2. Brandweer continu paraat
3. Rampenbestrijding continu paraat
PROGRAMMABEGROTING 2013
• •
37
Indicatoren Doel
Omschrijving
E/P
Bron
1
Rapportcijfer veiligheid
E
Aantal meldingen geluidsoverlast
E
Veiligheids monitor CVB*
Aantal uitrukken
E
Fireman**
% uitrukken binnen zorgnorm
P
Fireman
% loze uitrukken
P
Fireman
% realisatie opleidings- en oefenplan % normbehandeling (matig, voldoende of goed) regionale normen % realisatie opleidingsplan rampenbestrijding % realisatie oefenjaarplan
P
Jaarverslag brandweer Rapport regionale audit*** Jaarrekening Jaar rekening
2
3
P
P P
Nulmeting Streefwaarden (jaar) 2013 2014 2015 2016 7,2 7,4 7,5 7, 5 7,5 (2009) 134 120 115 110 110 (2009) 202 200 200 200 200 (2010) 80 80 80 85 90 (2010) 21 20 20 20 20 (2010) 75 90 90 95 95 (2010) 80 95 95 95 95 (2010) 95 (2010) 95 (2010)
95
95
95
95
95
100
100
100
E = effectindicator P = prestatieindicator * CVB = Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld Dalfsen - Ommen ** registratiesoftware van de afdeling brandweer *** regionale audit vindt één keer per twee jaar plaats Middelen 1.1 Veiligheid op recreatieparken In 2013 wordt een hernieuwde inspanning gepleegd, het gaat om het verbeteren van de informatie infrastructuur en waar nodig een integrale aanpak ten aanzien van handhaving. 1.2 BIBOB In 2008 is voor Ommen BIBOB-beleid vastgesteld. In 2013 wordt dit beleidsterrein op basis van ontwikkelingen en wetsaanpassingen verder ontwikkeld. 1.3 Integraal veiligheidsbeleid In 2013 zal een actualisatieronde plaatsvinden van het integraal veiligheidsbeleid op basis van de kernbeleid veiligheid methode. 2.1 Materieel en materiaal Voor 2013 zijn t.a.v. de operationele inzetbaarheid enkele vervangingen en aanvullingen (b.v. specialistisch voertuig natuurbrandbestrijding) van materieel en materiaal noodzakelijk. Het kwaliteitsniveau waarmee brandweer OmmenHardenberg per 1 januari 2014 in de regionale brandweer instroomt, is al vastgesteld. Op het moment dat de kwaliteit boven het vastgestelde niveau uitkomt door vervangingen, wordt dat verrekend met de bijdrage na 1 januari 2014. Zouden de vervangingen niet plaatsvinden dan zal dit zich vertalen in een hogere bijdrage na 1 januari 2014. De vervangingen zijn op dit moment noodzakelijk voor de operationele inzetbaarheid in het gebied Ommen, deze vervangingen waren al meegenomen in de indicatieve investeringsplanning. Voor 2013 gaat het om een geraamd investeringsbedrag van € 715.000 2.2 Kosten bedrijfsvoering De kosten voor de bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren structureel te laag begroot waarna bijstellingen in de bestuursrapportages hebben plaatsgevonden. Per 2013 wordt reëel begroot. Daarnaast is het aantal keuringen sterk ste ste toegenomen doordat brandweermensen niet op hun 55 jaar stoppen maar door mogen gaan tot hun 60 en omdat iedere brandweerman/vrouw boven de 50 jaar jaarlijks gekeurd moet worden betekent dit een toename van het aantal keuringen. In totaal wordt de raming voor de bedrijfsvoeringskosten in 2013 met een bedrag van € 10.000 naar boven bijgesteld.
PROGRAMMABEGROTING 2013
38
2.3 Loze meldingen/ongewenste uitrukken Door de brandweerorganisatie en door beperking van het aantal ongewenste uitrukken wordt beoogd te komen tot een structurele kosten reductie binnen de afdeling brandweer, deze reductie zal vooral plaatsvinden aan de zogenaamde warme kant (aantal vrijwilligers en repressieve kosten). De verwachting is om hier mee een bedrag van € 13.000 te besparen. 3.1 Crisisbeheersing In 2013 wordt de implementatie van de regionale organisatie voor crisisbeheersing afgerond. Het gaat dan met name over de tweede fase opleiden van bestuurders en personeel en het inzetten van een oefencyclus.
PROGRAMMABEGROTING 2013
39
PROGRAMMA 3: VEILIG OMMEN Bedragen x € 1.000
Lasten 3.1 Integrale veiligheid 3.2 Brandweer 3.3 Rampen en zware ongevallen Totaal lasten
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
547 1.208 27 1.782
465 1.113 50 1.628
462 1.315 52 1.829
462 1.293 52 1.807
462 1.284 52 1.798
462 1.262 52 1.776
Baten 3.1 Integrale veiligheid 3.2 Brandweer 3.3 Rampen en zware ongevallen Totaal baten
27 58
26 8
23 23
23 24
23 24
23 24
85
34
46
47
47
47
Saldo 3.1 Integrale veiligheid 3.2 Brandweer 3.3 Rampen en zware ongevallen Totaal saldo
520 1.150 27 1.697
439 1.105 50 1.594
439 1.292 52 1.783
439 1.269 52 1.760
439 1.260 52 1.751
439 1.238 52 1.729
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel CUP: verlaging uitgaven brandweer 3.2 Brandweerkosten Kapitaallasten
-13.000 10.000 73.000
Incidenteel Geen Investeringsbedragen 3.2 Tankautospuit 2240 3.2 Diverse materialen 3.2 Specialistisch bosbrandvoertuig 3.2 Brandweerlaarzen 3.2 Vervanging boot 3.2 OvD voertuig 2290
PROGRAMMABEGROTING 2013
380.000 9.000 250.000 8.000 15.000 53.000
40
4. Bereikbaar Ommen (bereikbaarheid en verkeer) De gemeente Ommen draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van de stad zonder daarbij het belang van de leefbaarheid uit het oog te verliezen. Context en achtergrond Dit programma heeft betrekking op het onderdeel verkeer binnen de gemeente Ommen. Hieronder vallen de onderdelen: advisering en regulering van verkeer (bijvoorbeeld verkeersmaatregelen), grote infrastructurele projecten, het openbaar vervoer, fietsmaatregelen, activiteiten op parkeergebied en beheer en onderhoud van het wegennet. Ommen is bijzonder gunstig gelegen in het hoofdwegennetwerk van de provinciale wegen (N340, N348, N347, N341) en de rijkswegen (N48, N36). Deze goede bereikbaarheid is een essentiële factor voor ontwikkelingsmogelijkheden. Met de aanleg van de omleiding Ommen (N36) en de geplande opwaardering van de N340 naar een regionale stroomweg wordt de bereikbaarheid van Ommen in de toekomst verder verbeterd. De gemeente geeft in haar beleidsplannen aan wat de mogelijkheden zijn om de verkeerssituatie te verbeteren. Speerpunten zijn: • Het autoluw maken van het centrum van Ommen. • De doorstroming van het fietsverkeer. • De verbetering van de verkeersveiligheid (uitvoering GVVP). • Goede parkeervoorzieningen op uitgekiende locaties. • Optimale doorstroming van het autoverkeer op het hoofdnet. In 2008 is het Verkeersstructuurplan Ommen vastgesteld. Hierin is aangegeven dat de gemeentelijke hoofdwegenstructuur tot 2015 voldoende capaciteit heeft. Kwaliteit van het wegennet De gemeente heeft als wegbeheerder vanuit de Wegenwet de zorgplicht voor wegverhardingen. Effectief en efficiënt wegbeheer vraagt om een duidelijk beheerbeleid en beleidsdoelstellingen waarin het kwalitatieve en het financiële niveau van de verhardingen staan aangegeven. Met behulp van het standaard instrument voor het maken van een beheerplan (CROW-methode) wordt het gemeentelijke wegennet van Ommen beheerd en onderhouden. Het bestaande wegbeheer is gebaseerd op de CROW-optimaal-normen. Dat wil zeggen dat de verhouding tussen de technische kwaliteit, de door de burger ervaren kwaliteit en het beschikbare budget optimaal is. Deze methode van wegbeheer zorgt voor een efficiënt onderhoud aan het totale wegennet van de gemeente. Waarborgen van de veiligheid van de weggebruiker en voorkomen dat er vermindering van de duurzaamheid (kapitaalsvernietiging) optreedt zijn de doelstellingen. Tevens wordt aandacht besteed aan de thema’s comfort en aanzien. Hierbij staat het effect van de onderhoudstoestand op het ongemak, hinder en gedrag van de weggebruiker centraal. Momenteel wordt gewerkt aan een “beheerplan wegen”. Verwachting is dit plan in het najaar van 2013 aan te bieden aan de raad. Het is gebruikelijk dat een dergelijk plan enkele scenario’s bevat van mogelijke onderhoudsniveau’s, inclusief een beeld van de daaraan verbonden kosten. Totdat het plan is aangeboden aan de raad blijft het huidige beleid gehandhaafd. De financiële consequenties zijn afhankelijk van de raad. De verwachting is dat het niet direct aannemelijk is dat er sprake zal zijn van een verlaging van de onderhoudskosten, maar minimaal hetzelfde budget of zelfs een verhoging daarvan. Wanneer de raad een besluit heeft genomen over het beleidsplan wegen, kunnen de financiële gevolgen daarvan in de begroting en het meerjarenbeleid worden opgenomen. Kaderstellende beleidsnota’s • Nota Meerjaren Onderhoud Wegen 2003 t/m 2009 • Trajectnota/MER N34/N36 (2005) • GVVP 2009-2013 (2009) • DV Ommen, uitwerking naar 30 en 60 km/uur gebieden (wegencategoriseringsplan) (2001) • Verkeerscirculatieplan Ommen-centrum (2005) • Second opinion verkeer westflank centrum (2006) • Parkeren en circuleren in het centrumgebied (2007) • Verkeersstructuurplan (2008) • Coalitieakkoord 2010 – 2014 In het belang van Ommen! • Gladheidbestrijdingsplan 2011 t/m 2015 (2011)
PROGRAMMABEGROTING 2013
41
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Programmaonderdeel 1. Beheer wegen en voorzieningen in de openbare ruimte
2. Autoverkeer
Doelstelling Veiligheid weggebruik is gegarandeerd en duurzaam beheer wegen Beschikbaarheid planningen en begrotingen onderhouden wegennetwerk Beschikbaarheid kwalitatieve en kwantitatieve informatie wegennetwerk Toekomstbestendige hoofdwegenstructuur Minder autogebruik in het centrum
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit • Preventief en curatief zout strooien en sneeuw ruimen • Uitvoeren visuele inspecties • Uitvoeren onderhoudsmaatregelen • Maken beheerplan (2013) • Maken meerjaren onderhoudsplan (2013 – 2017) • Beheren gegevens • Presenteren resultaten • • • • • •
Afname aantal ongevallen autoverkeer
• • • • •
2. Langzaam verkeer
Verbetering bereikbaarheid per fiets
• • • • •
2. Openbaar vervoer
Afname letselongevallen (brom)fietsers
• • •
Ommen goed bereikbaar per openbaar vervoer
• • •
2. Parkeren en circuleren
Verbetering parkeerbalans
• • • • •
PROGRAMMABEGROTING 2013
Verkeersstructuur na 2015 nader definiëren Ombouw regionale stroomwegen N340 en N(3)48 Autoluw maken Varsenerdijk Centrum inrichten als verblijfsgebied Aanleggen parkeerplaatsen rondom centrum Prinses Julianastraat inrichten als 30 km/uur gebied GVVP uitvoeren Herinrichten Stationsweg in 2013 en Schurinkstraat na 2014 Aanleg rotonde SchurinkstraatChevalleraustraat in 2013 Optimaliseren verblijfsgebieden (30 en 60 km) Verbeteren verkeersveiligheid rondom scholen Oplossen verkeersongevallen concentraties Maatregelen tegen sluipverkeer nemen Aanleggen fiets- en wandelroutes naar / van centrum Realiseren meer fietsenstallingen Verbeteren voorzieningen voor fietsers en voetgangers Aanpakken verkeersveiligheid rond scholen Aanpakken knelpunten langzaam verkeer Opstellen / uitvoeren verkeersveiligheidsprojecten inclusief educatie Opwaarderen treinverbinding Zwolle – Emmen Handhaven CVV-systeem (ontsluiting platteland) Handhaven WVG-vervoer (project Regiotaxi) Aanleggen parkeerplaatsen rondom centrum Autoluw maken centrum Bereikbaar houden centrum voor bewoners, bevoorrading en gehandicapten Voorkomen sluiproutes Aanleggen ontbrekende schakels fietsnetwerk
42
Programmaonderdeel
Doelstelling Optimalisatie circulatie centrumverkeer Verbetering bevoorrading
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit • Realiseren verkeerscirculatieplan binnen Centrumvisie • Aanwijzen heldere en eenduidige bevoorradingsroutes voor centrumstraten
Indicatoren Doel 1
2
Omschrijving % van de asfaltwegen met een kwaliteit goed / zeer goed op basis van huidig beleid % van de klinkerwegen met een kwaliteit goed / zeer goed Verkeersintensiteit Varsenerdijk Verkeersintensiteit Julianastraat Aantal knelpunten Aantal letselongevallen autoverkeer (3 jaars gemiddelde) Aantal letselongevallen (brom)fietsers (3 jaars gemiddelde) Bezettingsgraad parkeerplaatsen op het maatgevend moment in het centrum van Ommen E = effectindicator P = prestatieindicator
E/P
Bron
P
OW
P
OW
E E E E
Model Model Telling ADV
E
ADV
E
Telling
Nulmeting (jaar) 83,1 (2008) 93,5 (2008) 17.000 9.000 1 40
2013 80
Streefwaarden 2014 2015 80 80
2016 80
90
85
85
85
3.900 6.700 1 36
3.900 6.700 1 36
3.700 6.300 1 33
3.700 6.300 1 33
15 (2005)
12
12
10
10
0,9 (2002)
1
1
0,8
0,9
Middelen 4.1 Asfaltwegen Voor het onderhoud van de asfaltwegen is een bedrag van € 630.000 opgenomen in de begroting. 4.2 Verkeersstructuurplan • Voor het verkeersstructuurplan (reconstructie aansluiting) Varsenerdijk / Danteweg is al in 2011 een bedrag van € 459.000 beschikbaar gesteld (dekking reserve infrastructurele werken en provinciale subsidie); • Voor de aanleg rotonde Schurinkstraat-Chevalleraustraat is in de Kadernota 2013 een bedrag van € 500.000 meegenomen als gewenste uitgaaf voor 2013. De raad heeft via amendement aangegeven dat eerst aanvullende informatie nodig is waaruit in ieder geval zal moeten blijken dat dit een fietsveilig project betreft. Die informatie heeft uw raad inmiddels bereikt. Door nogmaals te kijken naar de beoogde dekkingsmiddelen maken wij een hernieuwde integrale financiële afweging voor de kosten en de dekkingsmiddelen van een drietal projecten: Aanleg rotonde Schurinkstraat / Chevalleraustraat, Masterplan de Strangen en bermversteviging N34. De dekkingsmiddelen van de drie projecten bestaan uit een BDU subsidie van de provincie voor het project Schurinkstraat –Chevalleraustraat, de gemeentelijke dekking vindt plaats uit de reserve stadsuitleg, reserve wegen en reserve riolering. Voor het project masterplan de Strangen worden er twee scenario’s uitgewerkt om de kosten en het scenario zo optimaal mogelijk te houden. In afwachting daarvan is deze gewenste aanleg als p.m.raming opgenomen in de begroting 2013.
PROGRAMMABEGROTING 2013
43
PROGRAMMA 4: BEREIKBAAR OMMEN Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten 4.1 Beheer wegen en voorzieningen in de openbare ruimte 4.2 Verkeer en Vervoer Totaal lasten
1.870 591 2.461
1.583 413 1.996
1.331 397 1.726
1.320 395 1.715
1.315 389 1.704
1.310 386 1.696
Baten 4.1 Beheer wegen en voorzieningen in de openbare ruimte 4.2 Verkeer en Vervoer Totaal baten
159 24 183
6 18 24
6 30 36
6 31 37
6 31 37
6 31 37
Saldo 4.1 Beheer wegen en voorzieningen in de openbare ruimte 4.2 Verkeer en Vervoer Totaal saldo
1.711 567 2.278
1.577 395 1.972
1.325 367 1.692
1.314 364 1.678
1.309 358 1.667
1.304 355 1.659
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel Geen Incidenteel Geen Investeringsbedragen Aanleg rotonde Schurinkstraat Chevalleraustraat
PROGRAMMABEGROTING 2013
p.m.
44
5. Jeugdig Ommen (onderwijs en jeugd) Missie De Ommer jeugd krijgt optimale ontwikkelingskansen om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving. Context en achtergrond Dit programma omvat het jeugdbeleid van de gemeente en heeft een directe relatie met programma 7 Zorgzaam Ommen (doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin en de transitie Jeugdzorg). Het jeugdbeleid is gericht op het stimuleren van de fysieke en sociale ontwikkeling van alle jongeren. Komt wel aan de orde in programma 7, maar niet zo uitgebreid. In samenwerking met tal van maatschappelijke organisaties biedt de gemeente een breed scala aan voorzieningen. Dit varieert van peuterspeelzalen en speeltuinen voor de allerkleinsten tot een jongerencentrum voor de oudere jeugd. Het onderwijsbeleid is één van de pijlers van het jeugdbeleid. Hiervoor is een apart programmaonderdeel opgenomen. Basisonderwijs is overal in de gemeente dicht bij huis beschikbaar. Het Vechtdal College biedt VMBO en sinds de aanvang van het schooljaar 2008/2009 volledig HAVO-onderwijs. Tot voor kort konden leerlingen in Ommen alleen de eerste leerjaren van het VWO volgen, maar sinds het begin van het schooljaar 2012-2013 is het onderwijsaanbod met een VWObovenbouw uitgebreid. Het onderwijsachterstandenbeleid, waaronder de voor- en vroegschoolse educatie, is preventief van karakter en kent daarom als belangrijkste doelgroep jonge kinderen met een (dreigende) achterstand. Kaderstellende beleidsnota’s • Integraal Huisvestingsplan 2010-2014 • Coalitieakkoord Ommen 2010-2014 In het belang van Ommen! • Beleidsplan Meedoen 2012 – 2015 Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten
Programmaonderdeel 1. Jeugd
Doelstelling Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit • Mogelijkheden voor algemene • implementeren Voor- en Vroegschools •
• • • •
•
PROGRAMMABEGROTING 2013
ontwikkeling peuters 2,5 – 4 jaar Voor- en vroegschools educatief programma voor peuters met risico op (taal)ontwikkelingsachterstand Doorgaande lijn tussen vooren vroegschool Voldoende veilige en goed onderhouden speelplekken verspreid over de gemeente kinderen met en zonder beperking spelen met elkaar Goede fysieke en sociale ontwikkeling van alle jongeren De jeugdigen plekken bieden om elkaar te ontmoeten, zich te ontwikkelen, om overlast te voorkomen en de signalering van problemen te vergemakkelijken
• •
•
•
• • • • • •
Educatief aanbod (VVE) voorzieningen aanpassen en beschrijven werkprocessen toezicht- en handhavingstaak kwaliteit kinderopvang-voorzieningen en peuterspeelzalen Aanpassing beleid bekostiging van kinderopvang voor gemeentelijke doelgroepen invoeren nieuwe subsidiesystematiek peuterspeelzaalwerk en Voor- en Vroegschoolsse Educatie (VVE) Onderzoek doen naar beheer en onderhoud speelterreinen Uitvoering pilot Samen Spelen Inzet vrijwillige jeugd- en jongerenwerk Inzet ambulant jongerenwerker Het inzetten van vraaggerichte welzijnsactiviteiten voor de risicojongeren Continueren van het jongerencentrum met een vraaggericht aanbod aan activiteiten en beperkte openingstijden in de weekeinden
45
Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
2. Onderwijs
Alle leerlingen presteren overeenkomstig hun capaciteiten en alle leerlingen (in principe) een startkwalificatie
•
3. Onderwijshuisvesting
Huisvesting scholen voldoet aan wettelijke eisen (kwalitatief en kwantitatief)
•
Indicatoren Doel Omschrijving 1
2 3 4
E/P
Bron
Aantal buurtspeelplekken
P
Gemeente
% peuters dat een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf bezoekt
E
Gemeente
Gemiddeld aantal bezoekers per P week van jongerencentrum PUNT % ouders dat de gezondheid van E hun kind(eren) (0-12 jaar) als goed beoordeelt % bereik VVE 3-4 jarigen P
Landstede
Aantal scholen dat niet aan de capaciteitsnorm voldoet % kinderen 6-12 jr. is lid van een sportvereniging E = effectindicator P = prestatieindicator
Eigen adm.
PROGRAMMABEGROTING 2013
E
GGD
psz/kdv
Gemeente
Nulmeting (jaar) 20 (2007) 45* (alleen peuterspeel zaal (2009) 100 (2011) 96 (2009) 82 (2002) 1 (2007 84 (2010)
De schoolbesturen in de regio zijn druk bezig met de voorbereidingen van de invoering van het zogeheten Passend Onderwijs. Gezamenlijk dienen zij er voor te zorgen dat er voor elke leerling een passende onderwijsomgeving beschikbaar is. Samenwerking met de gemeente(n) is hierbij van groot belang. Onder meer op het gebied van het Centrum voor Jeugd en Gezin, het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting zijn er duidelijke raakvlakken. Goede samenwerking is hier essentieel. Op basis van onderzoek en in nauw overleg met de betrokken schoolbesturen wil de gemeente Ommen de onderwijshuisvesting optimaliseren. Voldoende ruimte en een goede onderhoudsstaat zijn hierbij van belang, naast functionaliteit en mogelijkheden tot efficiënte samenwerking tussen partners in en buiten het onderwijs. Een gefaseerde aanpak moet leiden tot het gewenste resultaat.
2013 28
Streefwaarden 2014 2015 28 28
2016 28
90
95
100
100
150
150
150
150
96
96
96
96
100
100
100
100
1
0
0
0
87
89
90
90
46
Middelen 5.1. Jeugd / 5.2 Onderwijs • Verstrekken subsidie aan peuterspeelzaalwerk op basis van nieuwe subsidiesystematiek, kosten € 70.000 • Subsidiëren aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie voor doelgroepkinderen, kosten € 60.000 • De kosten van bevorderen doorgaande lijn tussen voor- en vroegschoolse voorzieningen zijn € 8.000 5.3 Onderwijshuisvesting • De huisvesting van het Vechtdal College dient in verband met de komst van de VWO-bovenbouw in uitgebreid te worden. Dit is de eerste prioriteit binnen het totaal van gewenste investeringen in de onderwijshuisvesting. De structurele lasten worden geraamd op € 200.000. In de aanloop naar de realisatie van de permanente huisvesting kan ten laste van deze structurele middelen de ter overbrugging tijdelijk noodzakelijke huisvesting bekostigd worden. • Mede in verband met de uitbreiding van het Vechtdal College is het noodzakelijk sportzaal de Slaghen te vergroten tot het formaat van een sporthal. Concreet betekent dit uitbreiding met een derde zaal. De geraamde kapitaallasten bedragen € 30.000. • De kosten van regulier onderhoud van schoolgebouwen bedragen in 2013 € 67.000 incidenteel.
PROGRAMMABEGROTING 2013
47
PROGRAMMA 5: JEUGDIG OMMEN Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten 5.1 Jeugd 5.2 Onderwijs 5.3 Onderwijshuisvesting Totaal lasten
413 975 1.280 2.668
134 1.080 1.082 2.296
135 914 1.026 2.075
134 842 1.004 1.980
134 820 983 1.937
134 820 972 1.926
Baten 5.1 Jeugd 5.2 Onderwijs 5.3 Onderwijshuisvesting Totaal baten
1 42 48 91
1 56 28 85
1 48 28 77
1 48 28 77
1 26 28 55
1 26 28 55
Saldo 5.1 Jeugd 5.2 Onderwijs 5.3 Onderwijshuisvesting Totaal saldo
412 933 1.232 2.577
133 1.024 1.054 2.211
134 866 998 1.998
133 794 976 1.903
133 794 955 1.882
133 794 944 1.871
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel 5.3 Vechtdal College (huisvesting) 5.3 Vechtdal College (gymnastieklokalen) Incidenteel 5.3 Huisvestingsprogramma onderwijs Investeringsbedragen 5.3 Onderwijshuisvesting Vechtdal College
PROGRAMMABEGROTING 2013
200.000 30.000
67.000
p.m
48
6. Leefbaar Ommen (wonen en werken) Missie De gemeente Ommen biedt voldoende ruimte voor wonen, werken, voorzieningen en recreëren, met een goede afstemming tussen functie, gebruik, inrichting en beheer. Context en achtergrond Ruimtelijke Ordening en Omgevingsvergunning In achterliggende jaren heeft de gemeente Ommen op diverse beleidsvelden sectorale beleidsplannen tot ontwikkeling gebracht en vastgesteld. Op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening heeft de gemeente de wettelijke opgave om een structuurvisie op te stellen waarin de fysieke leefomgeving voor de gemeente als geheel of een deel van haar gebied wordt beschreven. De gemeente wil het aantal plannen dat zij maakt beperken en zo veel als mogelijk bundelen. Daarom gaat de gemeente nu geen separate structuurvisie opstellen. Zij wil een nieuw integraal plan ontwikkelen waar de nieuw op te stellen structuurvisie samen met andere, deels reeds bestaande, plannen in wordt geïntegreerd. Een plan dat aansluit en voortborduurt op de Provinciale Omgevingsvisie Overijssel. Dit nieuwe plan is het Gemeentelijk Omgevingsplan (GOP) Ommen. De doorwerking van dit nieuwe plan wil de gemeente gaan borgen door het uitwerken van een eveneens integrale Gemeentelijke Omgevingsverordening (GOV). Tegengaan van permanente bewoning in recreatieverblijven Het “Plan van aanpak februari 2009” waarmee is gekozen voor een actief handhavingsbeleid met betrekking tot het tegengaan van permanente bewoning in recreatieverblijven stopt op 31 december 2012. Gelet op de resultaten die met de aanpak in de afgelopen jaren zijn behaald is het zinvol het beleid in 2013 voort te zetten. Door dit met een kleinere intensiteit te doen kunnen wij volstaan met een incidenteel bedrag van € 35.000. Via een separaat voorstel vragen wij u dit bedrag beschikbaar te stellen ten laste van de post onvoorzien incidenteel. Volkshuisvesting/woningbouw Voor de eigen inwoners wordt door de gemeente voldoende woningcapaciteit beschikbaar gesteld. Uitgangspunt voor de kleine kernen is dat er alleen gebouwd mag worden voor de behoefte van eigen bewoners. Met de provincie en de woningcorporatie zijn prestatieafspraken gemaakt over het woningbouwprogramma 2010-2015. De gemeente Ommen mag in die periode 240 woningen bouwen. In 2009 zijn de laatste woningen in Alteveer gerealiseerd. Thans wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Ommen Oost. Uitgangspunt hierbij is een duurzame woonwijk. Door het actieve grondbeleid zijn de meeste van de benodigde gronden voor deze woonwijk in eigendom van de gemeente. Economie (ondernemers, bedrijventerreinen en markten) Voldoende werkgelegenheid is van essentieel belang voor het goed functioneren van de gemeente. Er moet daarom voldoende vestigingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijven aanwezig zijn. Om voor de korte en middellange termijn te voorzien in vestigingsruimte, is het bedrijvenpark de Rotbrink ontwikkeld. De eerste bedrijven hebben zich gevestigd. De crisis vraagt ook op lokaal gebied extra aandacht voor onze ondernemers. Het college wil zich extra inzetten voor lokale ondernemers in alle sectoren, door intensief overleg met individuele ondernemers, de belangenorganisaties en middels het GOP / GOV kansen bieden voor noodzakelijke en kansrijke ontwikkelingen. Plattelandsvernieuwing, kleine kernen en agrarische sector De gemeente hecht grote waarde aan een vitaal en leefbaar platteland (inclusief de kleine kernen). Op 18 februari 2010 is het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. In dit bestemmingsplan zijn de kaders aangegeven voor de toekomstige ontwikkelingen op het platteland. Voorts is het landschapsontwikkelingsplan opgesteld (LOP) in 2011. Het LOP heeft als doel het borgen van de ruimtelijke kwaliteit op het platteland. Voor een integrale aanpak van de problemen en de ontwikkelingen van het buitengebied heeft de provincie gekozen voor gebiedsgericht werken waarin Ommen actief participeert. Kaderstellende beleidsnota’s • Omgevingsvisie Overijssel 2009 (2009) • Omgevingsverordening Overijssel 2009 • Woonplan Ommen 2003-2007 (2004) • Bedrijvigheidsplan gemeente Ommen (2005) • Notitie “aandachtspunten van het college voor de Ommer economie” (2004) • Provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP)( 2006) • Gebiedsperspectief Noord Oost Overijssel (2006) • Welstandsnota (2004) PROGRAMMABEGROTING 2013
49
• • • • • • •
Kadernota kleine kernen Coalitieprogramma 2010-2014 In het belang van Ommen! Masterplan De Strangen (2007) Ommer Motief (2008) Bestemmingsplan Buitengebied (2010) Landschapsontwikkelingsplan (2011) Dorpsplannen
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Programmaonderdeel 1. Ruimtelijke Ordening
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit • Er wordt een integraal beleidsplan voor de fysieke omgeving opgesteld (Gemeentelijk Omgevingsplan). Voor de uitvoeringsplannen wordt een Gemeentelijke Omgevingsverordening opgesteld • Tegengaan van permanente bewoning in recreatieverblijven 2. Volkshuisvesting / woningbouw Voldoende woonmogelijkheden • Maken van prestatieafspraken met eigen inwoners (met name woningcorporatie jongeren en ouderen) en (nieuwe) • Ontwikkelen woonwijk Ommen Oost e werknemers kunnen ook in Ommen • Start 1 fase bouwplannen Westflank wonen (versterking • Ontwikkeling Havengebied voorzieningenniveau en werkgelegenheid) 3. Economie (ondernemers, • Een goed functionerend • Uitvoeren maatregelen programma bedrijventerreinen en markten) bedrijfsleven Masterplan De Strangen • Voldoende gedifferentieerde • Doorontwikkelen De Rotbrink werkgelegenheid • Nieuwe bedrijfslocaties • Goed functionerende bedrijfsterreinen • Actieve relatie met het bedrijfsleven • Goed functionerend marktwezen 4. Plattelandsvernieuwing, kleine Een leefbaar en vitaal buitengebied • Uitvoeren landschapsontwikkelingsplan kernen en agrarische sector inclusief de kleine kernen en voor • Opstellen / uitvoeren gebiedsuitwerking alle functies met “gestapelde opgave”(Dalmsholte en Varsen) • Projecten vitaal platteland • Opstellen / uitvoeren verordening leefbaarheid • Uitvoeren projecten Ruimte voor de Vecht • Uitvoeren dorpsplannen
PROGRAMMABEGROTING 2013
Doelstelling Voldoende ruimte voor wonen, werken, voorzieningen, recreëren en mobiliteit met ruimtelijke kwaliteit
50
Indicatoren Doel 1
2
3
Omschrijving
E/P
Dekkingspercentage goedP gekeurde actuele bestemmingsplannen Aantal te realiseren woningen P (totaal over 2010 tot en met 2015)
Bron RO
% huurwoningen van de nieuw te bouwen woningen Aantal bedrijfsbezoeken
P
Prestatie afspraken provincie RO
P
RO
Aantal hectares te verkopen bedrijventerrein E = effectindicator P = prestatieindicator
P
RO
Nulmeting (jaar) 20 (2007)
20 (2009) 5 (2009)
2013 100
Streefwaarden 2014 2015 100 100
p.m.
p.m.
p.m.
2016 100
n.v.t.
p.m.
Uiterlijk in 2015 240 30
30
30
30
30
2,9
2,9
2,9
2,9
n.v.t.
Middelen 6.1. Ruimtelijke Ordening / GOP Voor het project GOP is een bedrag van € 100.000 opgenomen voor het jaar 2012. Voor 2013 is nog een incidenteel bedrag van € 50.000 benodigd. Via een separaat voorstel vragen wij u € 35.000 beschikbaar te stellen voor het tegengaan van permanente bewoning bij recreatieverblijven. Dekking kan plaatsvinden ten laste van onvoorzien incidenteel. 6.2 Volkshuisvesting / woningbouw Het Havengebied en Ommen Oost lopen via de grondexploitatie.
PROGRAMMABEGROTING 2013
51
PROGRAMMA 6: LEEFBAAR OMMEN Bedragen x € 1.000
Lasten 6.1 Ruimtelijke Ordening 6.2 Volkshuisvesting / woningbouw 6.3 Economie 6.4 Plattelandsvernieuwing, kleine kernen en agrarische sector Totaal lasten Baten 6.1 Ruimtelijke Ordening 6.2 Volkshuisvesting / woningbouw 6.3 Economie 6.4 Plattelandsvernieuwing, kleine kernen en agrarische sector Totaal baten Saldo 6.1 Ruimtelijke Ordening 6.2 Volkshuisvesting / woningbouw 6.3 Economie 6.4 Plattelandsvernieuwing, kleine kernen en agrarische sector Totaal saldo
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
1.007 19.359 1.398 290
741 2.351 651 542
657 2.006 559 310
606 2.004 555 294
606 2.003 553 294
606 2.002 552 294
22.054
4.285
3.532
3.459
3.456
3.454
15 12.949 1.271 14
73 2.200 638 15
86 1.899 456 15
86 1.900 455
86 1.900 455
86 1.900 455
14.249
2.926
2.456
2.441
2.441
2.441
992 6.410 127 276
668 151 13 527
571 107 103 295
520 104 100 294
520 103 98 294
520 102 97 294
7.805
1.359
1.076
1.018
1.015
1.013
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel Geen Incidenteel 6.1 Opstellen GOP / GOV 6.1 Tegengaan permanente bewoning recreatieverblijven
50.000 *)
Investeringsbedragen Geen
*) via een afzonderlijk voorstel vragen wij uw raad € 35.000 beschikbaar te stellen t.l.v. de post onvoorzien incidenteel
PROGRAMMABEGROTING 2013
52
7. Zorgzaam Ommen (zorg en welzijn) Missie Iedereen kan meedoen aan de samenleving, zowel in materieel als immaterieel opzicht. Vertrekpunten hierbij zijn: zelfredzaam, zelfstandig functioneren, de eigen verantwoordelijkheid staat voorop, en de gemeente fungeert als vangnet. Context en achtergrond Volksgezondheid De gemeente is verplicht om door de GGD een basistakenpakket uit te laten voeren. Dit staat in de Wet Publieke Gezondheid. Het basistakenpakket wordt landelijk bepaald. Daarnaast is de gemeente verplicht om elke vier jaar het lokaal volksgezondheidsbeleid vast te stellen. Voor 2013 dient een nieuw vierjarig beleidsplan te worden vastgesteld. Dit plan moet aansluiten op landelijke bepaalde prioriteiten maar heeft ook een relatie met o.a. het Wmo en sportbeleid. De planning is dat de gemeenteraad medio oktober 2012 het plan vaststelt. Het ligt voor de hand dat in het nieuwe plan in ieder geval aandacht wordt gegeven aan voorkomen alcoholmisbruik onder jongeren (wens van de Raad) en voorkomen overgewicht (landelijke prioriteit). Maatschappelijke Ondersteuning De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) kent 9 prestatievelden, waaraan de gemeente invulling moet geven: • Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid. • Bieden van op preventie gerichte ondersteuning aan jongeren en ouders (doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin en de voorbereiding op de transformatie transitie jeugdzorg). • Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning (Wmo-loket). • Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. • Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren van mensen met een beperking. • Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking (voormalig WVG & hulp bij huishouden). • Maatschappelijke opvang (vrouwenopvang, huiselijk geweld). • OGGZ, de openbare geestelijke gezondheidszorg. • Ambulante verslavingszorg. Voor de periode 2012-2015 is hiervoor een nieuw beleidsplan geschreven. Daarin zijn diverse actiepunten opgenomen. Het nieuwe beleidsplan is een plan waarin zowel het Wmo-beleid, het sportbeleid en het cultuurbeleid wordt beschreven. In het Wmo plan wordt ook aandacht besteed aan het beleid voor specifieke groepen, zoals jeugd, ouderen, gehandicapten, vrijwilligers en mantelzorgers voor de komende jaren. De gemeente is verplicht zich te verantwoorden over de jaarlijks geleverde Wmo-prestaties. Werk en Inkomen 1. Re-integratie- en participatie De gemeente gebruikt verschillende instrumenten om terugkeer van bijstandscliënten naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Voorbeelden daarvan zijn: het aanbieden van op werk gerichte cursussen, loonkostensubsidies of het organiseren van (tijdelijke) werkervaringsplaatsen. Ook gesubsidieerd werk is een vorm van re-integratie. Hoofddoelstelling blijft echter reguliere arbeid. Met al deze activiteiten geven we uitvoering aan de motie van de Partij van de Arbeid van december 2010 “Van uitkering naar werk”. Het UWV heeft op dit terrein een taak ten aanzien van mensen met een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Binnen het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid werken gemeenten en het UWVwerkbedrijf samen om de arbeidsparticipatie van burgers van de gemeente te bevorderen. Ook samenwerking met het bedrijfsleven is onderdeel van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Daarom is in samenwerking met de gemeenten Hardenberg en Dalfsen de ‘Vechtdalkamer’ opgericht. Hierin werken gemeenten en ondernemers samen, verdeeld over 3 werkgebieden, te weten: landbouw/recreatie, zorg/overheid en techniek/zakelijke dienstverlening. De bedoeling is dat de gemeenten in eerste instantie het voortouw nemen, waarna het voorzitterschap bij het bedrijfsleven komt te liggen. Onder andere vanwege die relatie met het bedrijfsleven is het Dienstenbedrijf opgericht. In 2013 zal een nieuw kabinet verder gaan met de hervormingen in de sociale zekerheid. We gaan er vanuit dat de Wet Werken Naar Vermogen, die onlangs controversieel werd verklaard, op de een of andere manier weer terug komt. Ondertussen richten we onze pijlen op het optimaliseren van de arbeidsdeelname van onze cliënten. De beschikbare arbeidscapaciteit moet zoveel mogelijk benut worden. Verder wordt in het dienstenbedrijf maximaal ingezet op Social Return, waarmee tegemoet gekomen wordt aan de motie van het CDA van juni 2012. Ook is er ten aanzien van de preventie vooruitgang geboekt. We werken nu sinds ongeveer een jaar met een verscherpte procedure aan de poort. Vanaf het eerste contact wordt de nadruk gelegd op het vinden van werk en worden
PROGRAMMABEGROTING 2013
53
mogelijkheden geboden voor ondersteuning daarvan. Dat heeft er toe geleid dat van de mensen die zich melden slecht 2/3 gedeelte uiteindelijk een aanvraag indient. De ingediende aanvragen worden vervolgens bijna allemaal toegekend. Het re-integratie- en participatiebeleid wordt medio oktober met de raad besproken. De budgetten voor re-integratie zijn onder één noemer gebracht: het Participatiebudget. Vanaf 2012 vindt de bekostiging van het VaVo niet meer door de gemeente plaats en daarom ontvangt de gemeente een lagere Rijksbijdrage voor volwasseneneducatie. Met de beschikbare educatiemiddelen willen wij taallessen voor allochtonen (alfabetisering inburgeraars) en autochtonen (cursussen voor laaggeletterden) financieren. Ook voor 2013 is een aanzienlijke korting voorzien op het deelbudget van de educatie. 2. Verstrekken van uitkeringen Wie niet in zijn levensonderhoud kan voorzien, werkloos is of arbeidsongeschikt, heeft recht op een uitkering. Algemene bijstand (Wet Werk en Bijstand) en Bbz (Bijstandsbesluit Zelfstandigen) worden verstrekt door de gemeente; werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden verstrekt door het UWV. De gemeente heeft (per 1 januari 2012) 157 mensen in de uitkering, waarvan: WWB/ WIJ: 144 en IOAW/IOAZ: 13. 3. Bijzondere bijstand/Minimabeleid De criteria voor bijzondere bijstand en minimabeleid zijn geformuleerd in het gemeentelijk beleid waarbij wettelijke kaders in acht moeten worden genomen. Gemeenten mogen geen eigen inkomensbeleid voeren. Naast het verstrekken van individuele bijzondere bijstand aan burgers heeft de gemeente ook de minimaregelingen als Participatiefonds, bufferfonds, collectief aanvullende ziektekostenverzekering, schuldhulpverlening en regeling chronisch zieken. De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar het minimabeleid van Ommen. Het college heeft de aanbevelingen inmiddels overgenomen. Kaderstellende beleidsnota’s • Beleidsplan Wmo, Sport en Cultuur gemeente Ommen 2012-2015 • Nota Lokaal Volksgezondheidbeleid gemeente Ommen 2012-2015 • Re-integratiebeleid Wet Werk en Bijstand • Gemeentelijke beleidsregels Bijzondere Bijstand • Beleidsnota Wet Inburgering • Visie Centrum voor Jeugd en Gezin • Coalitieakkoord 2010 – 2014 In het belang van Ommen! Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Volksgezondheid
Het voorkomen van ernstig overgewicht Het alcoholgebruik onder de jongeren verminderen Iedereen moet naar eigen mogelijkheden mee kunnen doen (aan de samenleving) Werk: Alle inwoners (18 jaar en ouder) kunnen, door reguliere arbeid (of eigen bedrijf) in hun levensonderhoud voorzien
•
2. Wet Maatschappelijke Ondersteuning 3. Werk en Inkomen
Het project beweegkuur uitbouwen tot een integrale aanpak van overgewicht • Het alcoholmatigingsbeleid ontwikkelen als onderdeel van het Lokaal gezondheidsplan Zie tekst onder “Middelen“
• •
Maatschappelijke participatie van alle inwoners is gewaarborgd Inkomen: • Die inwoners die geen recht kunnen doen gelden op een andere uitkering en / of inkomen, een WWB- of Bbz-uitkering verstrekken voor de tijd dat dit noodzakelijk is PROGRAMMABEGROTING 2013
Inzetten / inkopen van trajecten persoonlijke begeleiding Inzetten trajecten alfabetisering Nederlands als tweede taal
Zorg dragen voor tijdig en correct verstrekken van een WWB-uitkering
54
Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
Minimabeleid: Maatschappelijke participatie van mensen die leven van een minimuminkomen
•
Vermindering van het niet gebruik van de voorzieningen door minima Inburgering: Nieuwkomers integreren in de Nederlandse en lokale samenleving
Uitvoering geven aan het minimabeleid door middel van het verlenen van geldelijke bijdragen in de door minima verschuldigde kosten van deelname aan sociale, maatschappelijke, sport en culturele activiteiten Verwerken van aanbevelingen rekenkamercommissie in beleidsplan Minimabeleid Aanbieden voorzieningen Verduidelijken rechten en plichten doelgroep Vaststellen hoogte bestuurlijke boete overtredingen
• • • •
Indicatoren Doel 1
2
3
Omschrijving % 65 – 75 jarigen dat gezondheid als goed tot uitstekend ervaart (cijfers zijn o.b.v. GGD-onderzoek bepaald) % 75+-ers dat gezondheid als goed tot uitstekend ervaart % jongeren (12 – 14 jr.) in Ommen met overgewicht moet lager zijn dan 19 • de gemiddelde startleeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken; • % 12-24 jarigen dat alcohol drinkt % cliënten dat positief is over de mate waarin ondersteuning helpt bij het zelfstandig wonen en meedoen aan de maatschappij % cliënten dat tevreden is over de wijze van behandeling bij een aanvraag voor een voorziening Aantal nieuw ingebrachte casussen in casuïstiek besprekingsnetwerk % van de ouders/verzorgers dat weet wat het CJG in Ommen op hoofdlijnen inhoudt % uitstroom naar arbeid (vanuit totale klantenbestand) Aantal mensen dat een beroep doet op het minimabeleid (bijzondere bijstand / bufferfonds / declaratiefonds) E = effectindicator P = prestatieindicator
PROGRAMMABEGROTING 2013
E/P
Bron
E
GGD
E
GGD
E
GGD
E
GGD
Nulmeting (jaar) 80 (2011)
65 (2011) 19 (2007)
2013 82
Streefwaarden 2014 2015 85 85
2016 85
67
70
70
70
<17
<15
<15
<15
14-15 jr (2011)
14-15 jr
14-15 jr
14-15 jr
14-15 jr
64 (2011) 64 (2010)
62
60
60
60
68
70
70
70
E
SGBO
E
SGBO
99 (2008)
99
99
99
99
E
CJG
21 (2011)
25.
25
25
25
P
CJG
0 (2010)
80
85
85
85
E
Adm
20
22
25
25
25
E
Adm
205 (2006)
205
205
205
205
55
Middelen 7.2. Wet Maatschappelijke Ondersteuning: Prestatieveld 1: SOCIALE SAMENHANG EN LEEFBAARHEID Creëren van zes woonservicegebieden in de gemeente Ommen (4 in stad Ommen, 1 in Beerzerveld en 1 in Lemele): • Realisatie Kulturhus met levensloopbestendige woningen, kleinschalige woonvorm Beerzerveld-Mariënberg • Onderzoek naar, en realisatie van, woonservicegebied in Lemele in 2012/2013. • Realisatie nieuw wijkservicecentrum met 36 tot 40 verpleeghuisbedden in Alteveer (voorzieningengebied) • Benutten vernieuwde voorzieningen De Esrand voor de wijk Alteveer en de Strangen in 2012/2013. Prestatieveld 2: PREVENTIEVE ONDERSTEUNING BIJ OPGROEIEN EN OPVOEDEN • Onderzoek instellen (enquêtes) naar de bekendheid van het centrum onder de jeugdigen, ouders/verzorgers en de professionals in 2013. • Opstellen visie afstemming Centrum voor Jeugd en Gezin en het onderwijs (2012). • Schriftelijke samenwerkingsafspraken tussen het Centrum voor Jeugd en Gezin en de volgende partners: scholen (bo en vo), peuterspeelzalen en kinderdagopvang, jongerenwerk, huisartsen, politie, MEE (2012/2013). • Participeren in de regionale werkgroepen Transitie Jeugdzorg (2012/2013). • Borgen instrument Eigen Kracht Conferenties in het Centrum voor Jeugd en Gezin. • Borgen instrument Project Positief Opvoeden IJsselland (POPIJ). • Het ontwikkelen in regionaal verband van een initiatiefdocument, projectplan, uitvoeringsplan en convenant (2012 en verder). Prestatieveld 3: INFORMATIE, ADVIES EN CLIENTONDERSTEUNING De dienstverlening verloopt naar tevredenheid en wordt op hetzelfde niveau gecontinueerd Prestatieveld 4: MANTELZORGERS EN VRIJWILLIGERS Vrijwilligers: • Promoten en waarderen vrijwilligerswerk en bemiddelen tussen vraag en aanbod en de uitvoering hiervan leggen (via vaststelling van het werkplan) bij het vrijwilligerssteunpunt (2012-2015). • Opstellen tweejaarlijks werkplan vrijwilligerssteunpunt, waarbij invulling wordt gegeven aan de 5 basisfuncties (2012 en 2014). • Monitoren van de behoefte aan ondersteuning van vrijwilligers- en hun organisaties door deelname (eens in de twee jaar) aan de Digimon monitor (2012 en 2014). • Ontwikkelen van een aanbod van deskundigheidbevordering (2012 en volgende jaren). • Opnemen makelaarsfunctie Maatschappelijke stage in het werkplan van het steunpunt (2012 en 2014). • Vervullen van een actieve rol bij het bemiddelen van mensen die een inburgerings- en of re-integratietraject volgen naar vrijwilligerswerk (2012 – 2015 doorlopend). • Het steunpunt adviseert organisaties bij het vinden en binden van vrijwilligers (2012-2015 doorlopend). • Het steunpunt coördineert vrijwillige collectieve diensten, zoals de boodschappenservice en klussendienst (2012-2015 doorlopend). Mantelzorg: • Ontwikkelen van een informatiefolder in 2013 gezamenlijk met de Mantelzorg Advies Raad (MAR) als handig handvat voor de mantelzorgers in Ommen. Kosten: binnen bestaande middelen (projectsubsidie). • Versterken van de positie van en aandacht voor mantelzorgers in het indicatieproces in 2013, bij een zorgvraag bij het WMO loket of de WMO consulent: de ondersteuning van de mantelzorger krijgt nadrukkelijke positie in het indicatietraject. Kosten: budgettair neutraal. • In overleg met de MAR om een instrument te ontwikkelen om mantelzorgondersteuning kwalitatief en kwantitatief te meten. Kosten: n.v.t. • Gezamenlijk met de Mantelzorgadviesraad continueren van de jaarlijkse dag van de mantelzorg waarbij waardering voor mantelzorgers en werving van mantelzorgers centraal staan. Kosten: binnen bestaande middelen (projectsubsidie).
PROGRAMMABEGROTING 2013
56
Prestatieveld 5: BEVORDEREN VAN PARTICIPATIE EN ZELFREDZAAMHEID • Invoeren van de participatieladder voor het Wmo domein in 2013 (ontwikkeling methodiek waarmee beoordeeld kan worden in welke mate voorzieningen bijdragen aan maatschappelijke participatie). • Evalueren van het meldpunt éénzaamheid in 2013 en bekijken op welke wijze het meldpunt structureel kan worden ingebed. Kosten: p.m. • Samen met betrokken organisaties een plan ontwikkelen om laaggeletterdheid in kaart te brengen en tegen te gaan. Prestatieveld 6: VOORZIENINGEN VOOR MENSEN MET BEPERKINGEN Binnen de kosten voor Hulp bij het huishouden zien we een jaarlijks autonome groei; mensen hebben meer uren hulp nodig en de prijs van uren zelf stijgt. Deze kunnen deels worden gecompenseerd door diverse maatregelen. Per saldo zal echter rekening moeten worden gehouden met een structurele stijging in de kosten ad. € 266.000 deze stijging is in de Kadernota 2013 opgenomen. De maatregelen betreffen o.a. het verder doorvoeren van “de kanteling” en het realiseren en optimaliseren van de volgende collectieve voorzieningen: • Boodschappendienst • Was- en strijkservice • Maaltijdvoorziening • Klussendienst • Rolstoel en scootmobielpools • Kinderopvang • Dagrecreatie Prestatievelden 7, 8 en 9: • Opstellen van een Oggz-monitor in 2013 om de doelgroep naar aard en aantal in beeld te krijgen en te houden en de effectiviteit van het zorgaanbod zichtbaar te maken. Kosten: n.v.t. • Afspraken maken met het zorgkantoor/de zorgverzekeraar(s) in 2013 om inhoudelijke en financiële afstemming tussen Wmo en AWBZ te verbeteren. Kosten: n.v.t. 7.3. Werk en inkomen Middels de Kadernota is vanwege de teruglopende taakstelling aantal SE-ers bij de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) structureel een bedrag van € 100.000 (oude systematiek) beschikbaar gesteld. Dit bedrag is verwerkt in de begroting 2013.
PROGRAMMABEGROTING 2013
57
PROGRAMMA 7: ZORGZAAM OMMEN Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten 7.1 Volksgezondheid 7.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 7.3 Werk en Inkomen Totaal lasten
868 3.863 8.382 13.113
910 4.027 8.073 13.010
894 4.126 8.086 13.106
892 4.055 8.047 12.994
892 4.030 8.052 12.974
892 4.030 8.052 12.974
Baten 7.1 Volksgezondheid 7.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 7.3 Werk en Inkomen Totaal baten
311 343 6.590 7.244
231 6.417 6.648
259 6.403 6.662
259 6.380 6.639
259 6.385 6.644
259 6.385 6.644
Saldo 7.1 Volksgezondheid 7.2 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 7.3 Werk en Inkomen Totaal saldo
557 3.520 1.792 5.869
910 3.796 1.656 6.362
894 3.867 1.683 6.444
892 3.796 1.667 6.355
892 3.771 1.667 6.330
892 3.771 1.667 6.330
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel CUP: verlaging uitgaven WMO 7.2 WMO Hulp bij het huishouden 7.3 Wet Sociale Werkvoorziening (WSW)
-25.000 266.000 100.000
Incidenteel Geen Investeringsbedragen Geen
PROGRAMMABEGROTING 2013
58
8. Recreatief Ommen (cultuur, recreatie & toerisme en sport) Missie De gemeente Ommen wil een gastvrije gemeente zijn met een gevarieerd cultureel, toeristisch, recreatief en sportief aanbod. Context en achtergrond Dit programma heeft betrekking op de onderdelen cultuur (inclusief evenementenbeleid), recreatie & toerisme en sport. Cultuurbeleid Het cultuurbeleid van de gemeente Ommen is geformuleerd in het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning, Sport en Cultuur 2012-2015: “Meedoen in Ommen”. De WMO wil burgers ondersteunen deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Cultuurparticipatie is daar een vorm van. Dit gaat, vanuit de WMO gezien, wel verder dan alleen het bezoeken van een theatervoorstelling of een expositie. In de beleidsperiode 2012-2015 willen wij ons richten op het versterken van cultuurparticipatie en sociale cohesie. Met betrekking tot cultuurparticipatie willen wij zoveel mogelijk burgers de gelegenheid bieden om in aanraking te komen met kunst en cultuur. Wij willen dit met name realiseren door het activiteitenaanbod op het gebied van cultuur en de mogelijkheden tot deelname hieraan onder de aandacht te brengen van de burgers en de deelname aan culturele activiteiten in beginsel laagdrempelig te houden. Uit onderzoek is gebleken dat wie op jonge leeftijd kennis maakt met cultuur, op latere leeftijd een actievere cultuurconsument is. Wij willen de jeugd dan ook als specifieke doelgroep benoemen. In het beleidsplan “Meedoen in Ommen” is het gemeentelijk beleid vastgelegd met betrekking tot de deelterreinen amateurkunst, beeldende kunst, bibliotheekwerk, cultureel erfgoed, cultuureducatie, evenementen, podiumkunsten en overige culturele activiteiten. Recreatie & toerisme Recreatie & toerisme is een belangrijke economische pijler in de gemeente Ommen. De (verblijfs)recreatieve sector is van groot belang voor de lokale economie. Ten opzichte van de totale werkgelegenheid is het aandeel van de vrijetijdssector in Ommen 11,7%. Dit ligt ruim boven het Overijsselse gemiddelde van 5,8%. Absoluut gezien telt Ommen circa 1.000 banen in de vrijetijdssector. Uit de cijfers van het Continue Vakantie Onderzoek (CVO) blijkt dat in het totale Vechtdal in 2011 515.600 binnenlandse vakanties (incl.134.600 vaste standplaatsvakanties) zijn doorgebracht. Dat komt in 2011 neer op 3.477.800 overnachtingen in onze regio. Tijdens deze vakanties is er in totaal voor € 83,5 miljoen besteed. Gezien het aantal verblijfseenheden in Ommen gerelateerd aan de andere gemeenten van het Vechtdal is het volgens ons reëel ervan uit te gaan dat minimaal 45% voor rekening van de gemeente Ommen komt. Het toeristisch-recreatief beleid van de gemeente Ommen is vastgelegd in het Gemeentelijk Omgevings Plan. Uitwerking van de beleidsvoornemens in projecten/activiteiten wordt opgepakt binnen de opstelling van een integrale Gemeentelijke Omgevings Verordening plus uitvoeringsprogramma. We zoeken daarbij aansluiting bij de provinciaal geformuleerde ambitie en beschikbaar budget voor vrijetijdseconomie zoals vastgelegd in het uitvoeringskader Regionale Economie 2012-2015. Sport en accommodaties Met het breedtesportbeleid worden duidelijke accenten in het gemeentelijke sportbeleid gelegd. Voor de periode 2012 – 2015 is hiervoor een nieuwe beleidsplan geschreven. Daarin zijn diverse actiepunten opgenomen. Het nieuwe beleidsplan is een plan waarin zowel het WMO-beleid, het sportbeleid als het cultuurbeleid worden beschreven. Voor het sportbeleid zijn enkele belangrijke uitgangspunten geformuleerd: 1. erkenning van de maatschappelijke waarde van sport. Door middel van sport- en beweegstimulering willen we meer mensen, jong en oud, aan het sporten krijgen en houden. Dit speelt in het sportbeleid een steeds nadrukkelijkere rol. De functie van sport en bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl is onmiskenbaar. Sportorganisaties worden steeds vaker gespreks- en/of uitvoeringspartner van sociale netwerken in de kern, de buurt of de wijk, vaak in samenwerking met scholen en andere sociaal-maatschappelijke organisaties. De doelgroepen van het beleid ter stimulering van de blijvende sportdeelname zijn: • jeugd/jongeren; • volwassenen van 55 jaar en ouder; • mensen met een beperking.
PROGRAMMABEGROTING 2013
59
2. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. De waardevolle samenwerking die tijdens de BOS-impuls is ontstaan tussen basisscholen en sportverenigingen krijgt een vervolg door continuering van het naschoolse sportaanbod voor de basisscholen. 3. het ontwikkelen van een gezonde en actieve leefstijl van de jeugd en deze vast houden. Met continuering van het onder de BOS-impuls gestarte project : Ik Lekker Fit” op de basisscholen blijven we werken aan bewustwording van het belang van een gezonde en actieve leefstijl. Met deelname aan het provinciaal Jeugdsportfonds (voor kinderen tot 17 jaar) worden voor alle kinderen mogelijkheden gecreëerd om te kunnen sporten. Om te kunnen bewerkstelligen dat het lokale sport- en beweegaanbod beter aansluit op de vraag en er meer lokaal maatwerk komt, neemt de gemeente Ommen deel aan de “Brede impuls combinatiefuncties”. Deze impuls vloeit voort uit bestuurlijke afspraken tussen de minister van VWS, VNG, werkgevers- en sportorganisaties en krijgt vorm door de inzet van buurtsportcoaches. M.b.t. sportaccommodaties gaat de aandacht uit naar de aanpak van sportpark Lemele. Met de aankoop van het perceel Bulemansteeg is de mogelijkheid ontstaan voor de verbetering van het sportpark. In 2013 wordt een natuurgrasveld gerenoveerd en een kunstgrasveld aangelegd. Kaderstellende beleidsnota’s • Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning, Sport en Cultuur 2012-2015 “Meedoen in Ommen”(2011) • Notitie molenbehoud (1998) • Monumentenverordening Gemeente Ommen (2003) • Erfgoednota “Toekomst voor erfgoed Ommen” (2008) • Gemeentelijk Omgevingsplan Ommen • Het Kampeerbeleid in de gemeente Ommen na afschaffing van de WOR (2008) • Evenementenbeleid (2008) • Notitie kamperen op kleinschalige kampeerterreinen (2009) • Notitie functie gemeentelijke accommodaties (2007) • Coalitieakkoord 2010 – 2014 In het belang van Ommen!
PROGRAMMABEGROTING 2013
60
Doelstellingen en te leveren prestaties / activiteiten Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
1. Kunst, cultuur en monumentenzorg
Onder aandacht brengen van cultuuractiviteiten en de deelname hieraan laagdrempelig houden
•
•
•
•
• •
2. Recreatie en toerisme
PROGRAMMABEGROTING 2013
Behoud cultureel historische waardevolle en monumentale objecten
•
Versterken recreatieve (verblijfs) functie: • Versterken Economische drager (meer bezoekers, verlenging bezoekduur, meer bestedingen) • Betere spreiding (seizoensverbreding) • Gevarieerd aanbod • Kwaliteitsverbetering • Meer samenhang/ onderlinge samenwerking Versterken imago toeristische gastvrijheid: • Profilering aanbod • Versterking merk
• •
Bevordering recreatieve mogelijkheden: • Verbeteren recreatieve bereikbaarheid • Versterken Recreatief routenetwerk • Verbeteren Recreatief medegebruik
•
•
• •
• •
•
Stimuleren kunstbeoefening voor eigen inwoners en toeristen verspreid over het jaar (door bijvoorbeeld opzetten van een culturele broedplaats) Verankeren binnenschoolse cultuureducatie in beleid van gemeente, scholen en culturele instellingen (deskundigheidsbevordering en netwerkvorming) Inventariseren vraag en aanbod buitenschoolse cultuureducatieve activiteiten en mogelijkheden onderzoeken hoe deze (beter) op elkaar kunnen worden afgestemd en samenwerking tussen betrokken organisaties kan worden gestimuleerd Uitvoeren lokaal bibliotheekbeleid gericht op invoering van de ideale bibliotheek in de vestiging Ommen en realiseren fysieke uitleenpunten in verschillende kernen Evaluatie m.b.t. de uitvoering van het muziekonderwijs Uitvoeren geactualiseerd evenementenbeleid. Lijst gemeentelijke monumenten handhaven Eigenaren van rijks- en gemeentelijke monumenten zo goed mogelijk faciliteren Faciliteren platform recreatieondernemers Opstellen uitvoeringsprogramma toeristisch recreatief beleid Opzet Toeristische Agenda Vechtdal Inzet toeristisch gebiedsregisseur
Gezamenlijke promotie/ productontwikkeling Vechtdal Ondersteunen provinciaal projectplan Marketing Impuls Toerisme Overijssel (MITO) Verbeteren recreatieve mogelijkheden langs en op Vecht / Regge binnen programma Ruimte voor de Vecht Voorbereiding nieuwe fietspaden
61
Programmaonderdeel
Doelstelling
Bijzondere prestatie / nieuwe activiteit
3. Sport en accommodaties
Versterking sportinfrastructuur, vergroting sportdeelname 55plussers en gehandicapten, bevordering gezonde en actieve leefstijl 4 – 19 jarigen
•
Deelname aan de “brede impuls combinatiefuncties”/ aanstellen van buurtsportcoaches Project “Ik Lekker Fit”, inclusief naschools sport- en beweegaanbod met bijdrage van de sportverenigingen Ondersteuningsaanbod voor sportverenigingen realiseren Continuering van deelname aan het Jeugdsportfonds Overijssel Afstemming zorg, preventie en sport Stimulering sportdeelname jongeren met behulp van het ambulant jongerenwerk Aanpak sportpark Lemele; renovatie / aanleg van een natuurgras en een kunstgras voetbalveld, zodanig dat ze aan de KNVB-normen voldoen.
• • • • •
Kwantitatief en kwalitatief voldoende sportaccommodaties
•
Indicatoren Doel
Omschrijving
E/P
Bron
1
Aantal leden bibliotheek vestiging Ommen Aantal aangekochte en geplaatste kunstwerken Aantal leerlingen tot 18 jaar dat instrumentaal muziekonderwijs of introductielessen volgt bij de Stichting HaFaMo Aantal gemeentelijke- en rijksmonumenten Aantal bezoekers website VVV Vechtdal Overijssel (x 1.000) Aantal overnachtingen Vechtdal Overijssel ** (x 1.000) Aantal km onderhoud recreatieve fietspaden % Jongeren Vechtdal College dat minimaal 2x per week sport
E
Bibliotheek
P
Gem
E
Stichting HaFaMo
E
Aantal deelnemende kinderen project “Ik Lekker Fit” Aantal sportactiviteiten specifiek gericht op mensen met een beperking Gemiddeld aantal bezoekers per theatervoorstelling Aantal bezoekers overdekt zwembad (x 1.000) Aantal met “goed” beoordeelde sportvelden in het kader Project Kwaliteits-zorg ISA sport exclusief Westbroek E = effectindicator P = prestatieindicator
2
3
Nulmeting Streefwaarden (jaar) 2013 2014 4.100 4.500 4.900
2015 5.000
2016 5.000
1
1
1
1
1
132
132
132
132
132
Gem
37
146
146
146
146
E
VVV*
57
94
104
114
125
E
CVO***
2.860
3.477
3.546
3.616
3.688
P
Gem
17,4
24,1
24,1
24,1
24,1
E
Gem / SRO
60
70
75
75
80
E
Gem
900
1.200
1.200
1.200
1.200
P
STARS
5
7
8
8
10
P
Gem
135
160****
160**** 160**** 160****
P
Gem
136
150****
150**** 150**** 150****
E
ISA sport
3
4
5
5
6
* O.b.v. het aantal verblijfseenheden in Ommen gerelateerd naar de andere gemeenten is het o.i. reëel ervan uit te gaan dat minimaal 45% van de overnachtingen voor rekening van de gemeente Ommen komt. PROGRAMMABEGROTING 2013
62
** CVO = Continu Vakantie Onderzoek *** Per 2009 is er een nieuwe site en worden de gegevens door een ander bedrijf geanalyseerd **** Ondanks een dalende landelijke tendens van bezoekersaantallen zijn de streefwaarden gelijk gehouden. Middelen 8.1 Kunst, Cultuur en Monumentenzorg • Stimuleren kunstbeoefening voor eigen inwoners en toeristen verspreid over het jaar. Dit is in het CUP 2011-2014 als actiepunt opgenomen. Nader onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een actieve bijdrage van kunstenaars uit de gemeente te vragen, een permanente expositieruimte in onze gemeente te realiseren en (opnieuw) een stimuleringsregeling in het leven te roepen. Budget: in beginsel budgettair neutraal. Op het moment dat sprake is van concrete voorstellen, kan worden aangegeven of extra incidentele/structurele middelen noodzakelijk zijn. • Verankeren binnenschoolse cultuureducatie in beleid van gemeente, scholen en culturele instellingen. Om verankering van de binnenschoolse cultuureducatie in het beleid binnen de verschillende geledingen te bewerkstelligen wordt ingezet op kwaliteitsverbetering van het aanbod cultuureducatie, deskundigheidsbevordering, netwerkvorming en ontwikkeling van een gezamenlijke visie. Budget: binnen bestaand budget. • Inventariseren vraag en aanbod buitenschoolse cultuureducatieve activiteiten mogelijkheden onderzoeken hoe deze (beter) op elkaar kunnen worden afgestemd en samenwerking tussen betrokken organisaties kan worden gestimuleerd. Budget: in beginsel budgettair neutraal. • Uitvoeren lokaal bibliotheekbeleid gericht op invoering van de ideale bibliotheek in de vestiging Ommen en realiseren fysieke uitleenpunten in verschillende kernen. De stichting Openbare Bibliotheken Ommen wil de vestiging Ommen moderniseren, waardoor doelgroepen beter kunnen worden bediend. Naar verwachting zal dit een stijging van het aantal leden tot gevolg hebben. Budget: het bibliotheekbestuur realiseert de ideale bibliotheek met eigen middelen. • Evaluatie m.b.t. de uitvoering van het muziekonderwijs. Per 1 september 2011 wordt het muziekonderwijs voor HaFa-leerlingen tot 18 jaar en introductielessen uitgevoerd door de Stichting HaFaMo. Met de stichting is overeengekomen dat in 2013 opnieuw een evaluatie zal plaats vinden. Budget: in beginsel binnen het bestaande budget. 8.2 Recreatie & Toerisme • In het Gemeentelijk Omgevings Plan is het toeristisch-recreatief beleid vastgelegd. Activiteiten/projecten om de beleidsvoornemens te realiseren worden uitgewerkt in een integrale Gemeentelijke Omgevings Verordening plus uitvoeringsprogramma. • Toeristische Agenda Vechtdal. Opzet gezamenlijke agenda waarbij de toeristische visies en agenda’s van de afzonderlijke gemeenten in het Vechtdal op elkaar zijn afgestemd en in onderling verband zijn gebracht. Binnen het programma Ruimte voor de Vecht is de inzet van een Toeristisch GebiedsRegisseur voor het Vechtdal mogelijk gemaakt. De toeristische agenda Vechtdal geldt als richtlijn voor de activiteiten van de toeristisch gebiedsregisseur. • Realisatie Vechtdalbelevingscentrum. In het najaar van 2012 zal duidelijk zijn op welke wijze en in welke mate het verkozen planconcept kan worden ondersteund. • Verbeteren recreatieve mogelijkheden op en langs de Vecht: het programma Ruimte voor de Vecht wil, naast de veiligheid in het Vechtdal toekomstvast garanderen en het integraal realiseren van de natuuropgave ook bijdragen aan het creëren van een sociaal economische impuls. Deze impuls is o.a. gericht op de vrijetijdseconomie. Om de vrijetijdseconomie te stimuleren worden enerzijds de routestructuren in het Vechtdal verbeterd (het Vechtdalpad) en wordt anderzijds gewerkt aan versterking van de Vecht als toeristisch interessante vaarweg. • Voorbereiding nieuwe fietspaden: starten met voorbereiding realisatie ontbrekende schakels in het fietspadennetwerk (Oosterdijk/Oude Dijk) als uitvloeisel van het ILG convenant. • De aanleg van het laatste stuk fietspad in Varsen en het wandelpad op de Lemelerberg vindt in 2013 plaats binnen beschikbare middelen. 8.3 Sport en Accommodaties • Continuering van project Ik Lekker fit en naschoolse sportinstuiven. Kosten ca. € 3.80o. Bijdrage Groene Kruis/Achmea: € 1.800. Netto kosten ca. € 2.000. Dekking binnen het product “Breedtesport”. • Deelname aan het Jeugdsportfonds Overijssel. Het fonds benadert sportstimulering van kinderen via intermediairs. Evaluatie in 2013. Kosten op jaarbasis: € 2.500. PROGRAMMABEGROTING 2013
63
• •
•
Versterking sportdeelname jongeren. Inzet ambulant jongerenwerker voor voorbereiding en uitvoering van sportactiviteiten. Uitvoering binnen reguliere takenpakket, dus budget-neutraal. De “brede impuls Combinatiefuncties” voorziet in een decentralisatie-uitkering van de rijksoverheid van 40% per te realiseren fte. Voor de overige 60% kan/mag de gemeente co-financiering organiseren. De door de raad goedgekeurde en geoormerkte overheveling van middelen 2011 ad. € 143.398 (de voormalige reserve BOSimpuls) worden aangewend als maximale garantstelling voor het gemeentelijk aandeel dat de komende jaren eventueel niet met cofinanciering opgevangen kan worden. De investeringskosten van aanleg/verplaatsing van één natuurgrasveld, één kunstgrasveld en de realisatie van een pupillenveld worden op basis van kengetallen geraamd op € 635.000. Dit bedrag is opgenomen in de Kadernota 2013.De kosten van vervanging van de omheining worden geraamd op € 15.000. Dekking hiervoor wordt gevonden in het beschikbare krediet voor vervanging van de hekwerken van de sportparken Beerzerveld, Vilsteren en Lemele. Voor Beerzerveld en Vilsteren is deze vervanging inmiddels gerealiseerd.
PROGRAMMABEGROTING 2013
64
PROGRAMMA 8: RECREATIEF OMMEN Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten 8.1 Kunst, Cultuur en Monumentenzorg 8.2 Recreatie & Toerisme 8.3 Sport en Accommodaties Totaal lasten
656 615 2.692 3.963
637 375 2.632 3.644
1.236 340 2.644 4.220
699 338 2.600 3.637
699 333 2.579 3.611
699 332 2.568 3.599
Baten 8.1 Kunst, Cultuur en Monumentenzorg 8.2 Recreatie & Toerisme 8.3 Sport en Accommodaties Totaal baten
-6 223 1.045 1.262
19 16 742 777
671 15 745 1.431
139 16 712 867
139 16 712 867
139 16 712 867
Saldo 8.1 Kunst, Cultuur en Monumentenzorg 8.2 Recreatie & Toerisme 8.3 Sport en Accommodaties Totaal saldo
662 392 1.647 2.701
618 359 1.890 2.867
565 325 1.899 2.789
560 322 1.888 2.770
560 317 1.867 2.744
560 316 1.856 2.732
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel 8.1 Bibliotheek, herstructureringsgelden 8.3 Kapitaallasten natuur- en kunstgrasveld Incidenteel 8.3 Carrousel – schuif-/toegangsdeuren Investeringsbedragen 8.3 Natuur- en kunstgrasveld Lemele
PROGRAMMABEGROTING 2013
7.000 49.000
9.000
635.000
65
PROGRAMMABEGROTING 2013
66
9. Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves Missie Zorgen voor gezonde gemeentelijke financiën, waarbij de van onze inwoners gevraagde financiële bijdragen in een goede verhouding staan tot het geleverde voorzieningenniveau. Context en achtergrond Bij de Kadernota 2013 hebben wij het financieel meerjarenperspectief geschetst voor de gemeente Ommen. Diverse ontwikkelingen zijn daarin opgenomen, zoals: de (geactualiseerde) CUP-bezuinigingen, hogere WMO- en WSW-uitgaven, een lagere Algemene Uitkering en een lager dividend van de BNG, en een meevaller wat betreft de financieringskosten. Dit alles resulteerde in een sluitende meerjarenbegroting met ruimte voor nieuw structurele en incidentele uitgaven. Dat beeld is in de kern niet gewijzigd en komt dan ook terug in de voorliggende meerjarenbegroting 2013 t/m 2016. Toch heeft de tijd niet stilgestaan en kunnen wij de volgende positieve ontwikkelingen noteren: • Per 1 juli 2012 is de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg een feit geworden. Alhoewel het nog te vroeg is voor de eerste officiële evaluatie, hebben wij de indruk dat de nieuwe organisatie een goede start heeft gemaakt. • De CUP-bezuinigingen liggen op schema. • De actualisatie van de begroting heeft geleid tot een (extra) ruimte voor nieuwe onvoorziene uitgaven (zowel structureel als incidenteel, zij het dat het gaat om beperkte bedragen waarvan het aanbeveling verdient daar terughoudend mee om te gaan). Net zoals wij vorig jaar al hebben aangegeven, zijn er ook nu nog posten waar risico’s of tegenvallers in schuilen. Daarbij denken wij met name aan de rijksbijdragen. Ook is onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn van de verkiezingen van 12 september 2012. Al met al brengt dat ons tot het credo: ‘voorzichtig vooruit’; niet stilstaan, maar wel oog blijven houden voor de kansen en risico’s die in de toekomst opgesloten liggen. Dit onderdeel is nodig om die financiële posten die niet onder de 8 programma’s vallen een plek te geven binnen de begroting. Een belangrijk deel van deze financiële posten heeft een relatie met de paragrafen in deze begroting. Daar worden beleidsmatige toelichtingen op die onderdelen gegeven. Daardoor is dit onderdeel veel minder beleidsmatig dan de andere 8 programma’s. Het opnemen van effect- en prestatie indicatoren is daarom niet relevant en is achterwege gebleven. Kaderstellende beleidsnota’s • Financiële beheersverordening gemeente Ommen (2004) • Kadernota 2013 (juni 2012) • Nota Reserves en Voorzieningen • Coalitieakkoord 2010-2014 In het belang van Ommen! Programmaonderdeel Zoals hierboven is aangegeven, zijn diverse programmaonderdelen al toegelicht in de paragrafen in deze begroting. Middelen In dit programma zijn de nieuwe uitgaven m.b.t. de bedrijfsvoering te vinden, alsmede een aantal stelposten. De bron daarvoor ligt in veel gevallen bij de Kadernota 2013. Noemenswaardig in dit verband zijn: • Vervanging tractie (investering € 100.000; kapitaallasten € 13.000) • Doorontwikkeling koppeling- en gegevensleveranciers en Makelaar (incidenteel € 10.000) • Deelname regionaal project basisregistratie Grootschalige Topografie (incidenteel € 5.000) • Stelpost loon-/prijsontwikkeling (uitgangspunt 2% per jaar; voor 2013 en 2014 deels al functioneel geraamd) • Stelpost niet verrekenbare btw i.v.m. btw-verhoging per 1 oktober 2012 van 19% naar 21% (€ 50.000) • De gebruikelijke posten voor nieuw beleid (inclusief correctie vanwege onderuitputting) en onvoorzien (structureel + incidenteel).
PROGRAMMABEGROTING 2013
67
PROGRAMMA 9: ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN, ONVOORZIEN EN MUTATIE RESERVES Bedragen x € 1.000
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
2014
Meerjarenraming 2015 2016
Lasten (excl. toevoegingen aan reserves) 9.1 Belastingen en heffingen 9.2 Algemene uitkering gemeentefonds 9.3 Geldleningen en beleggingen 9.4 Algemene baten en lasten Totaal lasten
411 7 12 497 927
465 4 60 1.458 1.987
395 5 220 1.244 1.864
394 5 216 1.614 2.229
394 5 213 1.784 2.396
394 5 209 2.156 2.764
Baten (excl. onttrekkingen aan reserves) 9.1 Belastingen en heffingen 9.2 Algemene uitkering gemeentefonds 9.3 Geldleningen en beleggingen 9.4 Algemene baten en lasten Totaal baten
3.753 16.504 2.118 301 22.676
3.756 16.647 1.604 35 22.042
3.825 16.074 675 1.379 21.953
3.825 16.167 525 1.479 21.996
3.825 16.123 525 1.579 22.052
3.825 16.430 425 1.679 22.359
Saldo (excl. mutatie reserves) 9.1 Belastingen en heffingen 9.2 Algemene uitkering gemeentefonds 9.3 Geldleningen en beleggingen 9.4 Algemene baten en lasten Totaal saldo (saldo - = positief)
-3.342 -16.497 -2.106 196 -21.749
-3.291 -16.643 -1.544 1.423 -20.055
-3.430 -16.069 -455 -135 -20.089
-3.431 -16.162 -309 135 -19.767
-3.431 -16.118 -312 205 -19.656
-3.431 -16.425 -216 477 -19.595
Saldo progr. 9 excl. mutatie reserves Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Saldo progr. 9 incl. mutatie reserves Begrotingsresultaat Totaal saldo
-21.749 10.313 17.500 -28.936 1.774 -27.162
-20.055 2.410 3.183 -20.828
-20.089 1.558 1.323 -19.854
-19.767 1.175 919 -19.511
-19.656 1.168 913 -19.401
-19.595 1.163 907 -19.339
-20.828
-19.854
-19.511
-19.401
-19.339
Besluitvorming vanuit de Kadernota 2013 voor dit programma: (bedragen x € 1) Structureel CUP: verlaging uitgaven ambtelijke organisatie CUP: inzet stelpost 2% loon-/prijsstijging 9.4 Kapitaallasten tractie
Incidenteel 9.1 Makelaar 9.1 Deelname BGT Investeringsbedragen 9.4 Vervanging tractie
PROGRAMMABEGROTING 2013
-200.000 -190.000 13.000
10.000 5.000
100.000
68
Paragrafen
A.
Lokale heffingen
71
B.
Weerstandsvermogen
77
C.
Onderhoud kapitaalgoederen
85
D.
Financiering
93
E.
Bedrijfsvoering
97
F.
Verbonden partijen
99
G.
Grondbeleid
PROGRAMMABEGROTING 2013
103
69
PROGRAMMABEGROTING 2013
70
Paragraaf A Lokale heffingen Korte omschrijving Gemeenten hebben een gesloten belastingstelsel. Dat betekent dat de landelijke overheid heeft bepaald welke belastingen gemeenten mogen heffen. Dit noemen we de lokale heffingen. In deze paragraaf leest u er meer over. De gemeente haalt een groot deel van haar inkomsten uit lokale heffingen. Om die reden is het een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid. Lokale heffingen raken de burger direct en daarom is het van belang om een goede afweging te maken. Met andere woorden: welke belasting heffen we en hoe hoog wordt het bedrag? In deze paragraaf komen de verschillende belastingen aan de orde en leest u over het kwijtscheldingsbeleid. Context en achtergrond In de gemeente Ommen worden de volgende belastingen geheven. Soort heffing (bedragen x € 1) Onroerende-zaakbelastingen (eigenaar) Onroerende-zaakbelastingen (gebruiker) niet-woningen Afvalstoffenheffing / reinigingsheffing Hondenbelasting Rioolheffing Grafonderhoudsrecht Forensenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Precariobelasting Leges Totaal Totale gemeentelijke inkomsten Als percentage van de totale gemeentelijke inkomsten
Baten € 2.230.740 € 465.151 € 1.664.494 € 64.362 € 1.464.000 € 41.404 € 489.090 € 561.000 € 26.454 € 14.556 € 1.081.845
Kwijtschelding Ja, (conform VNG) € 0* Ja, (conform VNG) € 0* Ja, (conform VNG) € 43.000 Ja, (conform VNG) € 1.000 Ja, (conform VNG) € 31.000 Nee Nee Nee Nee Nee Nee
8.103.096 38.130.069 21,3%
* Kwijtschelding ten aanzien van onroerende zaakbelasting komt zelden voor, derhalve geen bedrag opgenomen in begroting. Er wordt alleen kwijtschelding verleend wanneer de hypotheek hoger is dan de waarde van de woning.
De betekenis van de lokale heffingen is vastgelegd in belastingverordeningen, die zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Verwezen wordt naar de kaderstellende beleidsnota’s verderop in deze paragraaf. Huidig beleid lokale lasten De lokale heffingen zijn onderverdeeld in belastingen en retributies. Belastingen worden eenzijdig door de overheid opgelegd ook al wordt door een particulier geen gebruik gemaakt van de desbetreffende overheidsdienst. Bij een retributie is dat anders. Een retributie is een vergoeding voor een door de overheid verrichte dienst aan een particulier. De belastingen die in onze gemeente worden geheven zijn de onroerende zaakbelastingen, de hondenbelasting, de toeristenbelasting, de forensenbelasting en de precariobelasting. De opbrengsten ervan komen ten gunste van de algemene dekkingsmiddelen. De hoogte van de tarieven voor deze belastingen wordt bepaald door de gemeenteraad. Daarbij is een relatie te onderkennen met de financiële middelen die nodig zijn om invulling te geven aan het voor de burgers beoogde voorzieningenniveau. Dit alles binnen een sluitende begroting. De retributies die in onze gemeente worden geheven zijn de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht, de rioolheffing, de grafonderhoudsrechten en de leges. Het gemeentelijk beleid is dat de tarieven van de retributies kostendekkend moeten zijn. Met andere woorden: de opbrengsten van de retributies dekken de gemaakte kosten. Hier geldt: de gebruiker betaalt.
PROGRAMMABEGROTING 2013
71
Tarieven in euro’s
2009
2010
Onroerende-zaakbelasting 0,0755% (eigenaar woningen) Onroerende-zaakbelasting 0,1159% (eigenaar niet-woningen) Onroerende-zaakbelasting 0,0934% (gebruiker niet-woningen) Afvalstoffenheffing / 240 reinigingsheffing (standaardpakket) Korting tarief 20 Tarief 220 e Hondenbelasting (tarief 1 hond) 40 Rioolheffing 165 Grafonderhoudsrecht 58,35 Forensenbelasting (meest 304 voorkomend tarief) Toeristenbelasting 0,79 * Tarieven worden in de raad van december vastgesteld.
2011
2012
Voorlopig 2013*
0,0759%
0,0770%
0,0799%
nnb
0,1165%
0,1183%
0,1221%
nnb
0,0939%
0,0953%
0,0916%
nnb
241
286
268
nnb
20 221 41 166 58,65 306
20 266 42 177 64,50 309
32 236 43 181 61,35 315
nnb nnb nnb nnb
0,80
0,81
0,83
nnb
Ontwikkelingen In de Bestuursafspraken 2011-2015 tussen Rijk en gemeenten zijn nieuwe afspraken gemaakt over het gemeentelijke belastinggebied. Het Rijk en de medeoverheden streven naar een gematigde en zo veel mogelijk transparante ontwikkeling van de lokale lasten. Het Rijk zal verder geen initiatief nemen om verdere veranderingen aan te brengen in het belastinggebied van provincies en gemeenten. Daarbij geldt een voorbehoud ten aanzien van het kabinetsstandpunt dat, na overleg met de VNG en de UvW, zal worden ingenomen over de Kamermotie die oproept tot afschaffen van de precariobelasting. Basisregistratie WOZ De gemeente moet zorg dragen voor de invoering van een drietal basisregistraties. Naast de basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de basisregistratie personen, gaat het om de WOZ als basisregistratie. Om te kunnen voldoen aan de wetgeving moet de WOZ- en Belastingapplicatie aangesloten worden op een landelijke voorziening, basisregistratie WOZ. De gehele migratie wordt uitgevoerd in vier fasen in 2009, 2010 en 2011. Medio 2010 zou de landelijke voorziening een feit moeten zijn. Dit wordt echter pas mogelijk pas in 2012 en 2013. De interne processen moeten hierop aangepast worden. Woonlasten en belastingdruk Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in de gemeente betaalt aan OZB, riool- en reinigingsheffing. Over het belastingjaar 2012 is dat in de gemeente Ommen een bedrag van € 620. Hiermee staat onze gemeente op plaats 79 van de gemeenten met de laagste woonlasten in Nederland. Het landelijke gemiddelde is een bedrag van € 683. In de Provincie Overijssel is het gemiddeld € 708. Deze cijfers komen uit de Atlas van de lokale lasten 2012 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze instantie voert jaarlijks een uitgebreid onderzoek uit naar de gemeentelijke belastingdruk. Gemeente Overijssel Dalfsen Hardenberg Hellendoorn Kampen Olst-Wijhe Ommen Raalte Staphorst Steenwijkerland Twenterand Zwartewaterland Zwolle PROGRAMMABEGROTING 2013
Woonlasten per huishouden 604 687 726 644 784 620 627 736 720 734 723 635
Landelijke rangorde (aantal gemeenten 432) 63 183 272 112 364 79 92 302 259 296 263 101 72
Uitvoering wet WOZ In april 2011 is bestuurlijk overleg gevoerd over de uitvoering van de wet WOZ. Daar is een groot aantal onderwerpen behandeld die van belang zijn voor uitvoering van de wet WOZ. Onderstaand kunt u de belangrijkste teruglezen. 1. Steeds meer partijen gebruiken de WOZ-taxaties. Bij aantoonbare kostenstijgingen komt er een nader gesprek tussen Rijk, gemeenten en waterschappen over de verdeling ervan. 2. Er komt meer ruimte voor het openbaar maken van WOZ-gegevens. 3. Er komt nader overleg over het beheer van de landelijke voorziening WOZ, bij voorkeur door een partij uit gemeentelijke kring. 4. Samenstelling en rol van de Stuurgroep WOZ blijven ongewijzigd. 5. Het effect van de bedrijfjes die op basis van no cure, no pay bezwaar en beroep tegen de WOZ-beschikkingen aantekenen, wordt nader in kaart gebracht. 6. Het vervallen van de Fierensmarge (bezwaardrempel) kan leiden tot meer bezwaar en beroep. Mogelijk dat de forse stijging van het griffierecht remmend zal werken. In december 2011 wordt hier nader over gesproken. De staatssecretaris van Financiën heeft op dit moment een wetsvoorstel Modernisering Wet WOZ in voorbereiding. Het wetsvoorstel zal de Wet WOZ op een viertal punten wijzigen, te weten: 1. 2. 3. 4.
Openbaarmaking van de WOZ-waarden voor woningen Wettelijke regeling landelijke voorziening Afschaffing fierensmarges Introductie informele bezwaarafhandeling.
De VNG en de Waarderingskamer is om advies gevraagd. De Waarderingskamer heeft geadviseerd om bij de WOZ-waarde van woningen uit te gaan van "onbeperkte openbaarheid". Dat betekent dat iedereen met ingang van 2014 de WOZwaarden van alle woningen mag raadplegen. Door bij de WOZ-waarden ook gelijk de al openbare gegevens uit de Basisregistraties adressen en gebouwen en de Basisregistratie Kadaster te tonen, worden de onderlinge verhoudingen tussen de WOZ-waarden transparanter. Ook de andere aspecten uit het wetsvoorstel, zoals de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ), de informele afhandeling van bezwaren en het laten vervallen van de Fierensmarge komen in het advies aan de orde. Verder adviseert de Waarderingskamer een nadere regeling in de Wet WOZ op te nemen voor de aanbeveling in verband met de aankomende wijzigingen in het generiek bestuurlijk toezicht. De VNG is het grotendeels eens met de voorgestelde wijzigingen van de Wet WOZ (de hierboven genoemde punten 1, 2 en 3), maar plaatst ook een aantal kanttekeningen. Zo vindt de VNG een discussie over verdere verruiming van de openbaarheid en over de openbaarheid van WOZ-waarden van niet-woningen wenselijk. Voor het slagen van de landelijke voorziening wijst de VNG erop dat tijdige aanpassing van gemeentelijke software cruciaal is. Het voorstel om de Fierensmarges in te trekken, is begrijpelijk nu de Hoge Raad de Fierensmarges in strijd met het Europees recht heeft geacht en de marges buiten werking heeft verklaard. Het baart de VNG wel zorgen dat nu weer over kleine waardegeschillen kan worden geprocedeerd; kleine waardegeschillen die niet direct een onjuiste waardering hoeven in te houden. De voorgestelde introductie van een informele bezwaarafhandeling (punt 4 hierboven) vindt de VNG onnodig en onwenselijk. Huidig kwijtscheldingsbeleid Voor burgers, die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen, is kwijtschelding mogelijk. Dit is mogelijk voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de hondenbelasting en de onroerende zaakbelasting. Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden we rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. De gemeente heeft geen aanvullende beleidsregels. Van de mogelijkheid om lagere normen (90% of 95%) te hanteren, maken wij bewust geen gebruik. Dit om ruimhartige kwijtschelding te kunnen verlenen. Aan de bijstandsgerechtigden en aan burgers die uitsluitend een AOW-uitkering hebben wordt als regel automatisch kwijtschelding verleend. Het tot nu toe gevoerde kwijtscheldingsbeleid wordt in 2013 voortgezet. Dit betekent dat de kwetsbare groepen in Ommen een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden tot kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Kaderstellende beleidsnota’s • Verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 • Verordening reinigingsheffingen 2013 inclusief tarieventabel 2013 • Beleidsnotitie Volumesysteem reinigingsheffingen (2003) • Beleidsnotitie Toepassing verordening reinigingsheffingen t.a.v. zomerhuizen (1993 en 2000) • Verordening hondenbelasting 2013 • Verordening rioolheffing 2013 • Beleidsnota dubbele bewoning riolering Buitengebied (1993) • Verordening toeristenbelasting 2013 • Beleidsnotitie Permanente bewoning recreatiewoningen en kampeermiddelen (2005) • Verordening forensenbelasting 2013 PROGRAMMABEGROTING 2013
73
• • • • • • •
Verordening begraafplaatsrechten 2013 Legesverordening 2013 inclusief tarieventabel 2013 Verordening precariobelasting 2013 Regeling met betrekking tot de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen (1998) Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige (1996) Beleidsregels voor het aanwijzen van een belanghebbende (1996) Beleidsregel Wegingsfactoren kostenvergoeding aan belanghebbende in de bezwaar- en beroepsfase (2005)
Wat willen we bereiken/waarborgen? Met de opbrengst van de gemeentelijke belastingen willen we invulling geven aan het voor de burgers beoogde voorzieningenniveau. Dit alles binnen een sluitende begroting. Met de opbrengst van de retributies worden de lasten van de verleende diensten gedekt. Kostendekking De opbrengsten van de rioolheffing en de reinigingsheffingen dekken de lasten. Voor beide heffingen wordt een kostendekkingspercentage van 100% gehanteerd. De kosten die door de gemeente worden gemaakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en voor het onderhoud van het gemeentelijke rioolstelsel worden geheel afgewenteld op de gebruikers van de betreffende percelen. De totale opbrengst van de tarieven van de legesverordening mag op begrotingsbasis niet uitgaan boven de geraamde uitgaven die de gemeente ter zake heeft. Dit voorschrift geldt niet voor de individuele prestaties voortvloeiend uit de legesverordening, doch voor het totaal van de baten en lasten van de dienstverleningen. Een aantal legestarieven op het gebied van de afdeling Burgerzaken (met name paspoorten en rijbewijzen) is wettelijk vastgesteld en wordt door middel van publicatie aan de gemeente voorgeschreven. Soort heffing Onroerende-zaakbelasting (eigenaar / gebruiker) Afvalstoffenheffing / reinigingsheffing Hondenbelasting Rioolheffing Baatbelasting Grafonderhoudsrecht Forensenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Precariobelasting Leges (gemiddelde kostendekking)
Kostendekking nvt 100% nvt 100% nvt 100% nvt nvt 100% nvt 100%
Leges (per hoofdgroep) Burgerlijke stand Bouwvergunningen Reisdocumenten Rijbewijzen Overige Totaal
Kostendekking 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Wat gaan we er voor doen? In de paragraaf Weerstandsvermogen is weergegeven dat het uitgangspunt voor heffingen en retributies is dat ze kostendekkend moeten zijn. Er is slechts bij een beperkt aantal belastingen en heffingen ‘onbenutte’ ruimte. De interne controle is grotendeels gericht op het onderzoeken van de belastingplicht. Wie is belastingplichtig. Hiermee wordt nagestreefd dat de belastingcapaciteit zo volledig mogelijk wordt benut met als gevolg dat de belastingtarieven minder stijgen om op een kostendekkend niveau te komen. Actie / prioriteit Interne controle
PROGRAMMABEGROTING 2013
Te bereiken Zo volledig mogelijk benutten van de belastingcapaciteit met als gevolg dat de belastingtarieven minder stijgen om op een kostendekkend niveau te komen.
74
Huidige stand t.a.v. doelstellingen Omschrijving E/P Dekkingspercentage heffingen en P leges P Sluitende begroting
Bron Jaarrekening 2010 Begroting (2012)
Nulmeting (jaar) 2013 100% 100% (2008) 100% 100% (2009)
Streefwaarden 2014 2015 100% 100%
2016 100%
100%
100%
100%
E = effectindicator / P = prestatieindicator
PROGRAMMABEGROTING 2013
75
PROGRAMMABEGROTING 2013
76
Paragraaf B Weerstandsvermogen Korte omschrijving Het weerstandsvermogen is het vermogen van een gemeente om financiële tegenvallers op te vangen. Hiervoor is het van belang te weten wat de weerstandscapaciteit en risico’s zijn. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen om niet begrote en onvoorziene kosten te dekken. Risico’s zijn mogelijke gebeurtenissen waar financieel geen rekening mee gehouden is. Context en achtergrond We hebben steeds meer aandacht voor de risico’s waar we dagelijks mee te maken kunnen krijgen. Deze extra aandacht moet niet leiden tot een schrikreactie en daardoor aan een overkill aan maatregelen. Het is belangrijk om bewust met risico’s om te gaan en ze door goed gekozen maatregelen weg te nemen of te verminderen. Het is belangrijk dat de raad en het college op één lijn zitten over de risico’s die we bereid zijn te lopen. Daarvoor zijn de risico’s geïnventariseerd en beoordeeld op twee aspecten. Dit zijn: 1. Kans -> de mogelijkheid dat er schade wordt veroorzaakt. 2. Impact -> de ernst of het effect van de schade. De twee aspecten zijn onderverdeeld in drie categorieën: Hoog, Midden en Laag. In onderstaande overzichten vindt u de verschillende kansen en impacts gekoppeld aan de drie categorieën terug. Kans op het optreden van een risico Hoog Het risico treedt waarschijnlijk in de meeste omstandigheden op Midden Het risico kan zich voordoen in de nabije toekomst Laag Het risico kan zich in bijzondere situaties voordoen De gezamenlijke weging van kans en impact geeft de volgende tabel:
Impact
Hoog Midden Laag
M L L Laag
H M L Midden Kans
H H M Hoog
Potentiële impact / consequenties Stijging in lasten Hoog Midden Laag
PROGRAMMABEGROTING 2013
> € 100.000 Van € 50.000 tot € 100.000 < € 50.000
Stijging bezwaar- / beroepsschriften en / of aansprakelijkheidsstellingen > 10% Van 2% tot 10% < 2%
77
Omschrijving van het risico
Omvang van het risico
Risico op basis van aandeel / aanpassing wetgeving
Aandeel in mogelijke risico
Risico
Impact
Weging
€ 212 € 13.613
L L
L L
L L
p.m.
L
L
L
p.m.
M
L
L
p.m.
H
H
H
p.m.
L
L
L
p.m.
M
L
L
p.m.
L
M
L
p.m. € 252.000
L H
M H
L H
€ 845.000
H
H
H
Budget
€ 230.000
M
M
M
Dalend naar nihil in 2038
€ 193.000 (2013)
L
L
L
M M
M M
M M
M
H
H
H
H
H
Eigen Beleid 1. Garanties Door de gemeente gewaarborgde leningen voor: Overige € 19.664 1,08% Idem € 13.613 100% Overig Vervanging IBA Tot 1 Financiële januari 2020 compensatie naar rendementseisen II of III 2. Schadeclaims en fiscale claims Planschades – algemeen Planschade Zonnebloem West Algemene wet bestuursrecht Aansprakelijkheidstellingen 3. Open eind financieringen WMO voormalig WVG voorzieningen Leerlingenvervoer Wet Werk en Bijstand Wet Maatschappelijke Ondersteuning Sociale Loonsom Werkvoorziening van € 4,5 miljoen wachtgeld
4. Grondexploitaties De Rotbrink Centrumvisie Ca. 90 á 95% is afgedekt via ontwikkelingsfonds Centrumvisie Overige complexen Zijn afgedekt via de Algemene Bedrijfsreserve Grondexploitatie Beleid andere overheden Algemene uitkering
€ 500.000
Bovenstaande tabel geeft de verschillende risico’s met weging aan. Wanneer de weging uitkomt op Midden of Hoog, volgt hierna een korte toelichting.
PROGRAMMABEGROTING 2013
78
IBA’s Bij de verplichte aanleg van een IBA is toegezegd dat bij aanleg voor 1 januari 2005 geen aanpassing hoeft plaats te vinden volgens de rendementseisen van een IBA klasse II of III. Voorwaarde is wel dat de IBA aangelegd is volgens het toen geldende lozingenbesluit. De toezegging is in ieder geval geldig tot 1 januari 2020. Er zijn op dit moment geen signalen die erop wijzen dat de wettelijke eisen voor een IBA aangepast worden. Planschades In de procedure rond de planschadeverzoeken van park Zonnebloem – West heeft de Raad van State bepaald dat appellanten planologisch in een nadeel situatie terecht zijn gekomen door het bestemmingsplan Buitengebied. De Raad van State heeft de zaak terugverwezen naar de gemeente. Dit betekent dat alle eigenaren van het park Zonnebloem - West planschade kunnen claimen. Van deze mogelijkheid hebben 4 appellanten gebruik gemaakt. Jurisprudentie van de Raad van State laat zien, dat je planschade ook mag vergoeden in natura. Aan de appellanten die al planschade hebben geclaimd, wordt compensatie in natura geboden. Dit betekent een bouwkavel op eigen grond. Gelet op de jurisprudentie is de inschatting, dat het risico hierdoor is afgedekt. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De financiële consequenties van de uitvoering van de WMO zijn nog steeds moeilijk in te schatten. We zien momenteel een stijging in het beroep op en toekenning van diverse m.n. individuele voorzieningen. Dit mede als gevolg van de toenemende vergrijzing. Daarnaast zien we de rijksvergoeding afnemen. We hebben een aantal bezuinigingsmaatregelen ingevoerd om de tekorten niet verder te laten oplopen. Middels een aanpassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden gemeentelijke taken uitgebreid met begeleiding voor personen zonder verblijfsindicatie en kortdurend verblijf ten behoeve van personen die zijn aangewezen op permanent toezicht. Gemeenten worden op grond van de Wmo jegens de individuele burger verantwoordelijk voor de met begeleiding en kortdurend verblijf te bereiken resultaten. Begeleiding richt zich op het kunnen uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen en structureren van het persoonlijk leven en daarover regie voeren. Kortdurend verblijf richt zich op de noodzakelijke ontlasting van de mantelzorger die met permanent toezicht is belast. Om helderheid te bieden over deze taken, wordt de compensatieplicht uitgebreid. De aanspraak op begeleiding en kortdurend verblijf ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt beëindigd. Het wetstraject is nog niet afgerond. Exacte wetsbepalingen en financiële verdeelsleutels zijn nog onbekend. Het Rijk wil de huidige middelen voor begeleiding, verminderd met forse korting, overhevelen naar gemeenten. Wet Werk en Bijstand (WWB) De WWB is een zogenaamde vangnetregeling voor burgers die geen aanspraak kunnen maken op enige andere inkomstenbron c.q. niet volledig in hun (minimum) inkomen kunnen voorzien. De gemeente had tot en met 2008 een relatief vast (WWB) bestand van (gemiddeld) ca.105 personen. Als gevolg van de huidige economische recessie is het aantal aanvragen sterk toegenomen. In 2009 kwamen de uitgaven WWB boven de 110% van de rijksvergoeding. Hierop hebben wij met succes een incidenteel aanvullende uitkering (IAU) aangevraagd en toegekend gekregen. Aangezien de toekenning van een dergelijke uitkering niet vooraf gegarandeerd kan worden loopt de gemeente een financieel risico. In 2013 houden wij vooralsnog rekening met een IAU van € 252.236. Sociale Werkvoorziening-loonsom Het Rijk stelt jaarlijks via een taakstelling de rijksvergoeding voor de gemeente vast. Mede als gevolg van de gewijzigde Wet Sociale Werkvoorziening zal dit budget en de taakstelling de eerstkomende jaren jaarlijks met 5% dalen. WSW-ers kunnen niet worden ontslagen. De lasten zullen dan ook slechts door natuurlijk verloop kunnen gaan dalen. De kans bestaat dat de wachtlijst weer zal toenemen. Daarnaast kan niet voorbij worden gegaan aan de huidige economische recessie. In de financiering wordt rekening gehouden met de door de WSW-ers zelf verrichtte verdiensten. Die wordt voor een deel door Larcom aan de gemeente betaald. Wanneer Larcom er niet in slaagt arbeid te verwerven, dalen de verdiensten. De Tweede kamer heeft de Wet werken naar vermogen controversieel verklaard. Dit betekent dat de parlementaire behandeling van het wetsontwerp is stopgezet en wordt overgelaten aan het volgende kabinet. De financiële gevolgen voor de gemeente zijn op dit moment nog niet te overzien.
PROGRAMMABEGROTING 2013
79
De Rotbrink De gemeente bezit alle aandelen van de Rotbrink en is in die zin volledig risicodrager. Een eventueel positief bedrijfsresultaat wordt 50/50 verdeeld tussen de BNG en de gemeente. Centrumvisie De oorspronkelijke planning van de Centrumvisie is niet gehaald. Dit geldt met name voor de ontwikkeling van het bestemmingsplan Westflank zoals is vastgesteld door de gemeenteraad, in februari 2010. Het instellen van het beroep bij de Raad van State heeft tot minimaal anderhalf jaar vertraging geleid. De verwachting is dat de ontwikkeling van de Westflank eind 2014/2015 gereed is. Overige complexen Grondexploitatie De gemeentelijke grondexploitatie bestaat uit complexen in exploitatie, complexen nog in exploitatie te nemen en eventueel verspreide gronden. Gelet op de hoogte van de bedragen die omgaan in de gemeentelijke grondexploitatie en de risico’s die daarmee gemoeid gaan, is het noodzakelijk dat zorgvuldig wordt omgegaan met mogelijke risico’s. De algemene reserve grondexploitatie heeft de functie van weerstandsvermogen voor het opvangen van mogelijke risico’s in het kader van de grondexploitatie. Voor de normering van deze reserve wordt verwezen naar de nota Reserves en Voorzieningen. In het kader van deze paragraaf is het risico midden en de impact als hoog ingeschat. Hierdoor komt de weging van kans en impact op hoog uit. Dit risico is afgedekt binnen de algemene reserve grondexploitatie die functie van weerstandsvermogen voor de grondexploitatie heeft. In het vervolg van deze paragraaf, wordt er daarom niet op teruggekomen. Wanneer er binnen de gemeentelijke grondexploitatie sprake is van verliesgevende complexen, wordt voor dat complex een voorziening getroffen voor het verwachte c.q. berekende tekort. Algemene Uitkering De algemene uitkering is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De algemene uitkering is door ons niet te beïnvloeden en moeilijk in te schatten. Jaarlijks worden de mei- en septembercirculaire met belangstelling tegemoet gezien. Na ontvangst van de circulaires kan het effect voor de gemeente berekend worden. Omdat de informatie laat beschikbaar komt is de tijd te beperkt om bij een tegenvallende incidentele en structurele uitkering tot een oplossing te komen. In dat geval kan teruggevallen worden op de eerdergenoemde weerstandscapaciteit. Voor 2013 en verder zijn de kortingen verwerkt zoals die blijken uit de juni-circulaire van 2012. Het is voor ons echter nog maar de vraag of het hierbij zal blijven. Toekomstige rijksontwikkelingen die een nadeel voor de gemeente Ommen met zich meebrengen kunnen zijn: • De nadelige effecten die nog voort kunnen vloeien uit het afwijzen van het onderdeel “modernisering werk” uit het bestuursakkoord. • Nieuwe rijksbezuinigingen • Een hogere netto gemeentelijke bijdrage in het kader van de WSW • (structurele) tekorten bij de WWB • Vervallen van de aanvullende uitkering vanwege bijstandstekorten. Al met al brengt ons dat er toe de algemene uitkering te blijven betitelen als een risicopost met de kwalificaties: risico Hoog, Impact Hoog en Weging Hoog. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen om niet begrote en onvoorziene kosten te dekken. De weerstandscapaciteit bestaat uit vier elementen: 1. algemene reserve (vrij aanwendbare deel) 2. post onvoorzien 3. onbenutte belastingcapaciteit en 4. stille reserves ad 1 Algemene reserve De algemene reserve kent en geraamde stand van ruim 5,8 miljoen per 1 januari 2013. In de huidige nota Reserves en Voorzieningen wordt uitgegaan van een gewenste ondergrens van € 800.000. Dit bedrag is door de raad tijdens de behandeling van de nota Reserves en Voorzieningen op 26 mei 2011 gehandhaafd.
PROGRAMMABEGROTING 2013
80
ad 2 Post onvoorzien Elk jaar wordt bij de opstelling van de begroting een stelpost voor onvoorziene lasten opgenomen. Deze stelpost valt uiteen in ruimte voor structurele exploitatie- en investeringslasten en incidentele exploitatielasten. De ruimte voor de structurele exploitatie- en investeringslasten is vooral afhankelijk van het vrijvallen van kapitaallasten en de ruimte van het jaarlijkse aangroeien van de algemene uitkering. Deze ruimte wordt jaarlijks beschikbaar gehouden voor de invulling van nieuw beleid. De praktijk laat zien dat de beschikbare ruimte jaarlijks minder is dan de vraag naar intensivering van bestaand en nieuw beleid. Deze stelpost is daarom niet de aangewezen bron om onverwachte lasten op te vangen. De stelpost onvoorzien incidenteel heeft de laatste jaren een relatief fors bedrag laten zien. De hoogte van deze stelpost, die vooral gevoed wordt door rente van reserves, is afhankelijk van de hoogte van die reserves. De stelpost onvoorzien incidenteel voor de begroting 2013 bedraagt in de conceptbegroting circa € 178.000. Gelet op alle ontwikkelingen die op ons afkomen, heeft het college besloten om zeer terughoudend om te gaan met voorstellen tot beschikbaarstelling van middelen ten laste van deze stelpost. ad 3 Onbenutte belastingcapaciteit Uitgangspunt voor heffingen en retributies is dat ze kostendekkend moeten zijn. Dit betekent dat er slechts bij een beperkt aantal belastingen ‘onbenutte’ ruimte zit. In onderstaand overzicht leest u de belastingen waar wel ruimte aanwezig is: Product Omschrijving Grondslag 9310.01 9320.01 9320.01 9350.01 9360.01 9370.01
Ozb gebruikers niet-woningen Ozb eigenaren niet-woningen Ozb eigenaren woningen Forensenbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Totaal opbrengst
456.030 695.000 1.492.000 479.500 550.000 63.100
Verhoging 1% Netto effect Bedragen in euro’s 4.560 6.950 14.920 4.795 5.500 631 37.356
Bovenstaande tabel geeft aan dat op basis van de grondslag begroting 2013, een extra verhoging van de tarieven met 1% een bedrag van € 37.356 structurele ruimte geeft. De vaststelling van de hoogte van de tarieven is een autonome bevoegdheid van de raad. Hier zijn geen maxima aan verbonden. Het normpercentage-OZB voor toelating tot artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet bedraagt voor 2013 0,1540%. Het gewogen gemiddelde van onze gemeente voor 2013 is 0,0888%. Dit betekent dat een stijging tot het redelijk peil mogelijk is van 0,0652% van de getaxeerde waarde. Procentueel is dit 73%. Dat is een structurele jaarlijkse ruimte van circa € 1.980.000. Deze ruimte is zo fors, dat bij een calamiteit de financiële consequenties waarschijnlijk opgevangen kunnen worden. Daarnaast is het mogelijk om de tarieven van de forensen-, toeristen- en hondenbelasting aan te passen. Bij de vaststelling van de hoogte van de tarieven geldt natuurlijk wel of dit maatschappelijk verantwoord of wenselijk is. Die vraag wordt hier niet beantwoord. Hier wordt slechts in beeld gebracht welke mogelijkheden er zijn om structurele ruimte te creëren om tegenvallers te kunnen opvangen. ad 4 Stille reserves Stille reserves zijn activa die voor lager dan de marktwaarde of soms helemaal niet meer in de boeken staan en direct verkoopbaar zijn zonder dat het bedrijfsproces hierdoor negatief wordt beïnvloed. In de praktijk is gebleken, dat er voor gemeenten slechts beperkte mogelijkheden zijn voor verkoop. Deelnemingen en effecten zijn vaak beperkt of niet verhandelbaar en leveren in sommige gevallen een hoog rendement op (BNG). Bij verkoop vallen deze dividenden weg en ontstaat een gat in de begroting. De vrijgekomen middelen moeten dan renderend uitgezet worden om wegvallende dividenden te compenseren. Verkoopmogelijkheden van activa niet bestemd voor de openbare dienst zijn sterk afhankelijk van specifieke omstandigheden en zullen van geval tot geval verschillend zijn. Het in kaart brengen van stille reserves van (im)materiële vaste activa is nagenoeg onmogelijk. In het kader van deze paragraaf wordt geen rekening gehouden met mogelijke opbrengsten voor de berekening van de weerstandscapaciteit. Kaderstellende beleidsnota’s •
Nota Reserves en Voorzieningen
PROGRAMMABEGROTING 2013
81
Wat willen we bereiken/waarborgen? Om de continuïteit van de uitvoering van het vastgestelde beleid te kunnen waarborgen, is het van belang om een weerstandsvermogen in stand te houden dat groot genoeg is om de financiële effecten van calamiteiten op te vangen. Het kan niet zo zijn, dat bij tegenvallers de normale bedrijfsvoering en de uitvoering van het vastgestelde beleid dusdanig onder druk komt te staan, dat van een normale en gewenste uitvoering geen sprake meer kan zijn. Om dit mogelijk te maken, moeten de verschillende bestanddelen op dezelfde wijze worden gekwantificeerd. Bij de risico’s komen de meeste wegingen uit op L (laag), drie op M (midden) en vijf op H (hoog). Ten opzichte van 2012 blijft er sprake van een hoog risico. De wegingen M en H, voor zover niet op andere wijze afgedekt, zijn voorzien van een globale inschatting van het mogelijke financiële effect. Onderdeel
Weging
Bedrag Structureel
Incidenteel Wet Werk en Bijstand WMO Sociale werkvoorzieningloonsom De Rotbrink Centrumvisie Algemene Uitkering
Toelichting
Hoog Hoog Midden
€ 252.000 € 845.000 € 230.000
+/- 10% jaarbudget +/- 50% jaarbudget +/- 5% jaarbudget
Hoog Midden Hoog Totaal
p.m. p.m. € 500.000 € 1.827.000
Toename uiteindelijk tekort Toename uiteindelijk tekort +/- 3% uitkering
Bovenstaande tabel geeft een indicatieve vertaling van de risico’s die we lopen in financiële middelen. Of deze risico’s zich in de toekomst gaan voordoen is niet in te schatten. Daarnaast is de kans klein, dat de aangegeven risico’s zich gelijktijdig zullen voordoen. Voor de genoemde risico’s is het weerstandsvermogen van ruim € 5,8 miljoen (geraamde stand algemene reserve 1-12013) beschikbaar. Ook beschikken we over de mogelijkheid om de tarieven aan te passen. Zoals aangegeven bij de onbenutte belastingcapaciteit is hier sprake van een forse capaciteit. Deze dekkingsmogelijkheden zijn voor de mogelijke risico’s voldoende. Er vindt tussentijdse monitoring plaats om eventuele afwijkingen op tijd te constateren. Bijsturing kan dan tijdig plaatsvinden. Hierbij moet gezegd worden, dat de risico’s zich nooit op eenzelfde moment zullen voordoen en dat aanpassing van beleid (voor zover op korte termijn mogelijk) ook een optie is. Hiervoor is aangegeven welke weerstandscapaciteit: beschikbaar is. Dit leidt tot het volgende overzicht: Omschrijving ad 1 Algemene reserve ad 2 Post onvoorzien ad 3 Onbenutte belastingcapaciteit ad 4 Stille reserves Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
Bedrag € 5.868.000 stand 01-01-2013 € 178.000 stand 01-01-2013 € 1.980.000 p.m. € 8.026.000
De beschikbare weerstandscapaciteit kan afgezet worden tegen de benodigde weerstandscapaciteit. Dit geeft, op basis van de in deze paragraaf opgenomen aannames:
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
€ 8.026.000 € 1.827.000
= 4,4
Deze berekening geeft een ratio van 4,4. Beschikking over reserve betreft altijd een incidentele mogelijkheid. Van deze mogelijkheid kan wel gebruik gemaakt worden in het eerste jaar dat een risico zich voordoet.
PROGRAMMABEGROTING 2013
82
Door de NAR (Nederlands Adviesburo voor Risicomanagement) en de Universiteit Twente is een waarderingstabel opgesteld, die aangeeft hoe de ratio beoordeelt kan worden. Waardering A B C D E F
Ratio >2 1,4 – 2 1 – 1,4 0,8 – 1 0,6 – 0,8 < 0,6
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
Uit bovenstaande blijkt dat onze ratio valt in de waardering A van uitstekend. Aangezien in de berekening van de ratio alleen rekening is gehouden met de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB, geeft dit aan dat onze ingeschatte risico’s financieel zijn op te vangen. Wat gaan we er voor doen? Gelet op de inschatting dat de impact van de risico’s relatief laag zijn en dat er voldoende middelen zijn om eventuele tegenvallers te kunnen opvangen, is het niet nodig dat er op dit moment maatregelen genomen worden. Deze paragraaf moet jaarlijks geactualiseerd worden en de wegingen opnieuw beoordeeld worden met de dan beschikbare informatie. Huidige stand t.a.v. doelstelling Omschrijving
E/P
Bron
P Gem Ratio weerstandsvermogen E = effectindicator / P = prestatieindicator
PROGRAMMABEGROTING 2013
Nulmeting (jaar) Nvt
2013
Streefwaarden 2014 2015 >2 >2
2016 >2
83
PROGRAMMABEGROTING 2013
84
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen 1. Openbare Verlichting Context en achtergrond Openbare verlichting zorgt ervoor dat als het donker is het openbare leven goed kan functioneren. De verlichting draagt bij aan een sociaal veilige, verkeersveilige en een leefbare situatie. Openbare verlichting hangt samen met andere beleidsterreinen zoals het milieu, energie en openbaar groen. Het is voor de openbare verlichting van belang om een goede kwaliteit te hebben met minimaal energieverbruik en tegen aanvaardbare kosten. De gemeente maakt, voor haar energievoorziening van de openbare verlichting, riolering en gebouwen, gebruik van groene stroom. Het gemeentelijke beleid voor openbare verlichting staat in het Beleidsplan Openbare Verlichting 2005-2009 (2005). Aan de hand van de landelijke normen wordt het verlichtingsniveau bepaald. Er is sprake van preventief onderhoud (vervanging van onderdelen en lichtmasten op basis van technische en economische levensduur), curatief onderhoud (herstellen van schade) en van projectmatige werkzaamheden (vervanging, renovatie en reconstructie). Voor het beheer wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd beheerprogramma. Met dit systeem worden de onderhoudsmaatregelen, de planningen en begrotingen gemaakt. Kaderstellende beleidsnota’s • • •
Beleidsplan Openbare Verlichting 2005 – 2009 (2005) Nederlandse Praktijkrichtlijn 13201-1: Openbare verlichting - Deel 1: Kwaliteitscriteria Raadsprogramma 3: Veilig Ommen
Wat willen we bereiken/waarborgen? 1. Op niveau brengen en houden van de verlichting volgens de Nederlandse Praktijkrichtlijn 13201. 2. 99% van de verlichting functioneert. 3. Reduceren van het energieverbruik van de openbare verlichting. 4. Alle nieuwe openbare verlichting voldoet volledig aan de Nederlandse Praktijk Richtlijn. Financiën De gemeente bezit circa 4.200 lichtmasten (peildatum 1 januari 2012) met een totale vervangingswaarde van € 3.172.500. De exploitatielasten bestaan uit rente en afschrijving, energiekosten, dienstverlening door derden, schades en personeelskosten. De hoogte van de exploitatielasten voor 2012 is € 326.000. Het investeringsbedrag bestaat uit de kosten van vervanging van armaturen en masten. De investeringslast bedraagt voor de periode 2013 t/m 2014 € 380.000. Wat gaan we er voor doen? Actie / prioriteit Nieuwe openbare verlichting plaatsen conform de norm NPR 1302 Huidige stand t.a.v. de doelstelling Omschrijving
E/P
Niveau onderhoud (t.o.v. te bereiken / behouden niveau P % verlichting dat naar behoren functioneert P % nieuw dat voldoet aan NPR E = effectindicator / P = prestatieindicator
PROGRAMMABEGROTING 2013
Bron
Te bereiken Alle nieuwe openbare verlichting voldoet volledig aan de Nederland Praktijk Richtlijn (NPR)
Nulmeting (jaar)
Streefwaarden 2014 2015
2013
2016
2008
99
99
99 99
2008
100
100
100 100
85
2. Wegen, bermen en sloten en kunstwerken Context en achtergrond De gemeente heeft als wegbeheerder (op basis van de Wegenwet) de zorgplicht voor wegverhardingen. Vanuit het beheerbeleid en de beleidsdoelstellingen wordt jaarlijks met behulp van het standaard instrument voor het maken van een beheerplan (CROW-methode) het gemeentelijke wegennet van Ommen beheerd en onderhouden. De civieltechnische kunstwerken maken onderdeel uit van het wegennet. Het beheergebied van de gemeente Ommen bestaat uit: Onderdeel / segment van het areaal Aantal Vervangingswaarde in euro’s Weglengte verharde wegen in km totaal beheergebied 424 191 miljoen Weglengte verharde wegen in km binnen de bebouwde 134 kom Weglengte verharde wegen in km buiten de bebouwde 290 kom Oppervlakte verharde wegen in m2 (x miljoen) 1,845 Totaal aantal bomen in de bermen buiten de bouwde 21.984 kom in stuks Lengte schouwsloten in meters 36.514 Lengte bermsloten in meters 175.000 Lengte windsingels en onderbeplanting in meters 11.276 Totaal aantal bruggen in stuks 34 10,8 miljoen Totaal aantal duikers in stuks 30 2,9 miljoen Totaal aantal tunnels in stuks 3 4,2 miljoen De huidige onderhoudsstrategie van de wegen is gebaseerd op het kwaliteitsverloop in het verleden. De staat van de wegen wordt tweejaarlijks gemeten door visuele inspecties. De onderhoudsstrategie is voor 2005 tot en met 2009 vastgesteld en wordt omschreven als de CROW-optimaal-methode (kwaliteitsniveau B). In 2012 is gewerkt aan een nieuw beheerplan onderhoud wegen 2012 tot en met 2016. Dit beheerplan is er op gericht de restlevensduur van wegconstructies te verlengen waarbij de totale, cumulatieve onderhoudskosten aan het eind van de levensduur van een weg het laagst zijn (optimaal methode). De onderhoudsstrategie van de kunstwerken is curatief. (zie programma 4 Bereikbaar Ommen). Kaderstellende beleidsnota’s • • • • •
Nota Meerjaren onderhoud wegen (2003 t/m 2009) (2004) Inspectierapport bruggen, meerjaren onderhoudsplanning 2003-2013 (2004) Raadsprogramma 4: Bereikbaar Ommen Bomenstructuurplan Buitengebied (2005) Landschapsbeleidsplan (1989)
Wat willen we bereiken/waarborgen? 1. Het beheer en onderhoud waarborgen op het kwaliteitsniveau B (functioneel, norm CROW). 2. Het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van het onderhoud (optimaal methode CROW). 3. Het voorkomen van kapitaalvernietiging. 4. Het op verantwoorde wijze beheren van de bomen in het buitengebied. Financiën De exploitatielasten bestaan uit rente en afschrijvingen, energiekosten, dienstverlening door derden, schades en personeelskosten. De totale exploitatielasten bedragen circa € 1,9 miljoen per jaar.
PROGRAMMABEGROTING 2013
86
Huidige stand t.a.v. de doelstelling Nulmeting (jaar)
Omschrijving
E/P* Bron
Percentage van de wegen dat voldoet aan kwaliteitsnorm B (functioneel) Kwaliteitscijfer (1-10) verhardingen
P
Maximaal aantal meldingen/verzoeken m.b.t. beheer en onderhoudstoestand van wegen en bermen Maximaal aantal aansprakelijkheidstellingen m.b.t. wegen en bermen *E = Effectindicator / P = Prestatie-indicator
E
Beheer- 87 (2008) systeem Beheer- 8,4 (2008) systeem Afd. OW 60 (2009)
E
FIN
E
9 (2008)
Streefwaarden 2013 2014 2015 2016 85 85 85 85 8,5 8,5
8
8
50
50
50
50
6
5
5
5
3. Bossen Context en achtergrond Bossen hebben verschillende maatschappelijke functies: 1. landschappelijk 2. recreatief 3. natuurwaarde 4. cultuurhistorisch Ook de houtproductie is een onderdeel van het bosbeheer en noodzakelijk voor de exploitatie van de boscomplexen. Ommen is één van de groenste gemeenten van Nederland. Ongeveer 33% van het oppervlak bestaat uit bos en heide. In totaal heeft de gemeente zeven boscomplexen in beheer. Gezamenlijk hebben ze een oppervlakte van 466 hectare. Alle bossen liggen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ongeveer 30% van de gebieden wordt aangemerkt als terrein met natuurwaarden. De meeste nadruk ligt op de recreatieve functie van de bossen. Zo zijn alle boscomplexen opengesteld voor publiek en is het niveau van de recreatieve voorzieningen zoals banken, picknickplaatsen en parkeerplaatsen hoog. Overzicht van de in de gemeente gelegen gemeentelijke boscomplexen Boscomplexen Stegerveld Varsenerveld Arriërveld Het Laar Ommerbos Arriën Witharen Besthmen Wolfskuil
90 ha. 106 ha. 84 ha. 95 ha. 97 ha. 15 ha. 6 ha. 7 ha. 2 ha.
Het multifunctioneel beheer is gericht op om alle maatschappelijke functies naar voren te laten komen en elkaar te versterken.
PROGRAMMABEGROTING 2013
87
Kaderstellende beleidsnota’s • • •
Kadernota gemeentelijke bossen (2003) Raadsprogramma 2: Duurzaam Ommen FSC- Bosbeheerplan 2009 – 2018 (2009)
Wat willen we bereiken/waarborgen? 1. 2. 3. 4.
De maatschappelijke functies waarborgen, door duurzaam en vakkundig de bossen te onderhouden en voor bescherming van de boscomplexen te zorgen. Minimaal budgettair neutraal bosbeheer. In jaar 2013 vinden houtoogstactiviteiten in de boscomplexen Stegerveld en Arrien plaats. Opstellen en uitvoeren jaarlijks werkplan.
Financiën De exploitatielasten bestaan uit rente en afschrijvingen, energiekosten, dienstverlening door derden, schades en personeelskosten. De totale exploitatielasten bedragen circa € 80.000 per jaar. De exploitatiebaten bestaan uit bespaarde rente, huren, pachten en recognities, subsidies en opbrengsten uit de verkoop van hout. De geraamde baten bedragen in 2013 € 60.000, de marktwaarde van het zaaghout bepalen de uiteindelijke baten op jaarbasis (zie jaarrekening 2013). Wat gaan we er voor doen? Actie / prioriteit Een jaarlijkse aanwas van ca. 2000 m3 productiehout Conform werkblokplanning houtoogst
Omschrijving
E/P
Jaarlijkse aanwas van houtopstand in m3 P hout. E = effectindicator / P = prestatie- indicator
Bron
Te bereiken Behouden duurzame houtopstand Opbrengsten genereren om de bossen minimaal budgetneutraal te beheren. Nulmeting (jaar) 2.000 m3 (2006)
2013 2.000
Streefwaarden 2014 2015 2016 2.000 2.000 2.000
4. Openbaar Groen Context en achtergrond Een groene leefomgeving draagt bij aan het welzijn van de bevolking. Het beleid met betrekking tot het openbaar groen is in een aantal beleidsplannen vastgelegd. Onderscheid wordt gemaakt in beeld- en structuurbepalend groen, gebruiksgroen en natuurlijk groen. Het nieuwe bomenbeleidsplan omvat beleid voor de beschermwaardige bomen en het kapvergunningenstelsel. (zie programma 2 Duurzaam Ommen) De onderhoudsstrategie van het dagelijks beheer en onderhoud is gebaseerd op de kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van de CROW. Deze kwaliteitscatalogus geeft landelijke standaardnormen voor het onderhoud van objecten in de openbare ruimte. Dit gebeurt op vijf kwaliteitsniveaus: A+, A, B, C en D. Het openbaar groen van Ommen wordt onderhouden op kwaliteitsniveau B (basis). Het dagelijks beheer en onderhoud wordt uitgevoerd volgens vastgestelde uitgangspunten, zoals: • Het zonder toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen beheren van het openbaar groen. • Het verkopen van snippergroen en voorkomen van het ontstaan van nieuw snippergroen. • Het omzetten van arbeidsintensief naar arbeidsextensief onderhoud van het openbaar groen. Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Groenstructuurplannen voor de kernen Ommen (1998 en herzien in 2008), de wijk Alteveer (Ommen), Lemele, Witharen en Beerzerveld (2006) Bomenbeleidsplan (2012) Bomenstructuurplannen binnen en buiten de bebouwde kommen (2005) Raadsprogramma 2: Duurzaam Ommen
PROGRAMMABEGROTING 2013
88
Wat willen we bereiken/waarborgen 1. 2. 3.
Het beheer en onderhoud waarborgen op een kwaliteitsniveau B volgens de kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van de CROW. Het zo efficiënt mogelijk en planmatig uitvoeren van het onderhoud. Openbaar groen met name de gazons, waar mogelijk, ook als waterberging (wadi) inrichten; samengaan van groene en blauwe functies.
Financiën Van het totale beheergebied van ongeveer 85,45 hectare wordt 95% arbeidsextensief onderhouden. De exploitatielasten bestaan uit o.a. dienstverlening door derden, aanschaf van plantmateriaal en personeelskosten. De totale exploitatielasten bedragen circa € 800.000 per jaar. Wat gaan we er voor doen? Actie / prioriteit Opstellen meerjarenplanning onderhoud openbaar groen Opstellen onderhoudsplan (werkplan) Uitvoeren onderhoudsmaatregelen conform onderhoudsplan Verzamelen en actualiseren groeninventarisatiegegevens Actualiseren prestatie / beeldbestek Waar mogelijk i.c. met civieltechnische werken in de planfase en renovaties blijven uitvoeren om het openbaar groen minder arbeidsintensief te maken.
Te bereiken 1x per 2 jaar 1x per jaar 1x per jaar 1x per kwartaal 1x per jaar 1x per jaar
Huidige stand t.a.v. de doelstelling Omschrijving
E/P Bron
P Percentage beheerareaal dat voldoet aan kwaliteitsniveau B (functioneel Maximaal aantal meldingen / verzoeken / E klachten over het beheer van het openbaar groen E = effectindicator / P = prestatie- indicator
Beheersysteem Afd. OG
Nulmeting (jaar) 85 (2009) 18 (2008)
2013 95
Streefwaarden 2014 2015 2016 95 95 95
15
15
15 15
5. Riolering Context en achtergrond Het beheer en onderhoud van de riolering is een kerntaak van de gemeente. Vanuit het beheerbeleid, verwoord in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), en de beheerdoelstellingen wordt jaarlijks met behulp van een standaard instrument voor het maken van een beheerplan het gemeentelijk rioleringssysteem beheerd en onderhouden. Het beheergebied van de gemeente Ommen bestaat uit: Onderdeel / segment van het areaal Riolering in km Rioolgemalen in stuks Persleiding in km Persleiding in drukriolering in km Vrijvervalriolering in drukriolering in km Pompunits in drukriolering in stuks Verzamelgemalen in drukriolering in stuks
Aantal 96 12 8 75 26 272 16
Er is sprake van preventief onderhoud van de riolering. Dit is gebaseerd op de technische levensduur en jaarlijkse kwaliteitsinspecties, het curatief onderhoud (herstellen van schades en storingen) en van projectmatige werkzaamheden
PROGRAMMABEGROTING 2013
89
(vervanging, renovatie en reconstructie). De projectmatige werkzaamheden worden integraal benaderd met de kapitaalgoederen wegen en openbare verlichting. Voor het beheer wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd beheerprogramma. Met dit systeem worden de kwantitatieve en kwalitatieve gegevens bewaard en worden onderhoudswerkzaamheden, planningen en begrotingen gemaakt. De volgende beheerbeleidsuitgangspunten zijn van toepassing: • Reinigen van de riolering om het functioneren te garanderen. • Uitvoeren van onderhoudsmaatregelen conform Rioleringsplan (GRP). • Beheren van gegevens en het verwerken van beheermutaties. Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Interim Gemeentelijk Riolerings Plan 2002-2005 (2002) Afvalwaterakkoord waterschap Velt en Vecht (vastgesteld 2007) Afspraken waterschappen Regge & Dinkel en Groot Salland (2006) Raadsprogramma 2: Duurzaam Ommen
Wat willen we bereiken/waarborgen? 1. 2. 3. 4.
Vermindering van de hoeveelheid te verwerken afvalwater en minder verdroging door het afkoppelen van verhard oppervlak met ongeveer 2 hectare per jaar. Het functioneren van het rioleringssysteem t.b.v. doelmatig transport van afvalwater waarborgen. Het voorkomen van kapitaalvernietiging. Het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van het onderhoud door een integrale werkmethode.
Financiën De exploitatielasten bestaan uit rente en afschrijving, telefoonkosten (gemalen), dienstverlening door derden en personeelskosten. De totale exploitatielasten inclusief de reserveringen voor toekomstig groot onderhoud en vervangingsinvesteringen bedragen ongeveer € 850.000 per jaar. Hiertegenover staat de opbrengst van het rioolrecht. De afwikkeling vindt plaats via de reserve riolering. Het product riolering is budgetneutraal. Wat gaan we er voor doen? Actie / prioriteit Uitvoeren werkzaamheden zoals omschreven in de afvalwaterakkoorden met de waterschappen Actualiseren van het Gemeentelijk Rioleringsplan voor de planperiode van 5 jaar (in 2013 opstellen) Uitvoeren onderhoudsmaatregelen conform Gemeentelijke Rioleringsplan Uitvoeren van inspecties van de riolering om de kwaliteit van de riolering te kunnen beoordelen
Te bereiken Jaarlijks 2 ha verhard oppervlak (daken en bestratingen) afkoppelen van de riolering Verbreed GRP vaststellen in 2013 1x per jaar 1x per jaar
Huidige stand t.a.v. de doelstelling Omschrijving
E/P Bron
Aantal meldingen / storingen m.b.t. beheer en onderhoud (druk) riolering
E
Aantal klachten over wateroverlast
E
Afd. OW Piket dienst Afd. OW
Nulmeting (jaar) 121 (2009) 6 (2008)
2013 80
2
Streefwaarden 2014 2015 2016 80 80 80
2
2 2
E = effectindicator / P = prestatieindicator
PROGRAMMABEGROTING 2013
90
6. Gebouwen Context en achtergrond De gemeente is eigenaar van diverse gebouwen en bouwwerken en is verantwoordelijk voor het onderhoud en het beheer. Het huidige gebouwenbestand bestaat uit 45 gebouwen, te weten: • 3 kantoorgebouwen • 9 garage/werkplaatsen/stallingruimten • 1 bijeenkomstgebouw • 2 schoolgebouwen • 3 tentoonstellingsruimten • 4 molens • 8 sportgebouwen/zwembaden • 5 monumentale panden • 3 woningen • 7 overige gebouwen De beheerskosten bestaan uit: 1. De kosten voor groot onderhoud. 2. Het dagelijkse onderhoud. Kaderstellende beleidsnota’s • •
Meerjaren onderhoudsplanning gemeentelijke gebouwen 2004-2013 Programma 9
Wat willen we bereiken/waarborgen? • • • •
Planmatig beheer en onderhouden met als doel het voorkomen van gebreken, storingen en achterstallig onderhoud. De arbeidsomstandigheden voor het uitvoeren van onderhoud verbeteren. Veilige leefomgeving en goede arbeidsomstandigheden voor gebruikers en bezoekers. Met ingang van 2014 worden nieuwe onderhoudsplannen opgesteld, conform de NEN 2767, een genormaliseerde wijze waarmee de conditie van een gebouw vastgelegd worden.
Financiën De kosten van groot onderhoud komen rechtstreeks ten laste van de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse bijdrage uit de exploitatie. De kosten van dagelijks onderhoud komen eveneens ten laste van de exploitatie. De gemiddelde onderhoudskosten bedragen € 268.000 per jaar. Voor verbetering van de arbeidsomstandigheden en het verantwoord uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden op hoogte worden de gebouwen in de komende jaren voorzien van veiligheidsvoorzieningen op de daken. Wat gaan we er voor doen? Actie / prioriteit Uitvoeren van visuele inspecties Samenstellen van meerjaren onderhoudsplanningen aan de hand van inspecties voor een periode van 10 jaar Actualiseren van meerjaren onderhoudsplanning Uitvoeren van onderhoudsmaatregelen NEN 3140 inspectie risico inventarisatie en evaluaties
PROGRAMMABEGROTING 2013
Te bereiken 1x per jaar 1x per 10 jaar 1x per 5 jaar 1x per jaar Verbetering van de arbeidsomstandigheden, klimaatbeleid en veiligheid
91
Huidige stand t.a.v. de doelstelling Omschrijving
E/P Bron
E Elektrische installatie voldoet aan NEN 3140 en NEN 50110-1 (25 gebouwen) E Permanente collectieve veiligheidsvoorzieningen (12 gebouwen) E = effectindicator / P = prestatieindicator 7.
Nulmeting (jaar)
NEN
0 (2010)
Arbo
0 (2008)
2013 25
12
Streefwaarden 2014 2015 2016 25 25 25
12
12 14
Overzicht van beheers- en beleidsplannen
Beheersplan Meerjarenonderhoud wegen FSC – Bosbeheerplan Meerjaren onderhoudsplan Beleidsplan Beleidsplan Openbare Verlichting Landschap beleidsplan Bomenstructuurplan Buitengebied Bomenbeleidsplan Groenstructuurplan voor kernen Ommen Bomenstructuurplannen binnen en buiten de bebouwde kommen Gemeentelijke Rioleringsplan
PROGRAMMABEGROTING 2013
Betreft periode (vaststelling) 2003 t/m 2009 (2003) 2009 t/m 2018 (2009) 2004 t/m 2012 (2004) Betreft periode (vaststelling) 2005 t/m 2009 (2005) Doorlopend (1989) Doorlopend (2005) Doorlopend (2012) Doorlopend (2008)
Financieel verwerkt Ja Ja Ja Financieel verwerkt Ja Ja Ja Ja Ja
Doorlopend (2005)
Ja
2002 t/m 2005 (2002)
Ja
92
Paragraaf D Financiering Korte omschrijving De paragraaf financiering geeft inzicht in het financieringsbeleid van de gemeente en de daarmee gepaard gaande risico’s. De gemeentelijke treasuryfunctie omvat het financieren van gemeentelijk beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het betreft dan met name het in beeld brengen van de behoefte aan geld gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van geld dat vrijvalt of aangetrokken wordt. De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido). De paragraaf is, in samenhang met het financieringsstatuut dat in artikel 212 van de Gemeentewet is voorgeschreven, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het gaat hierbij om het beheersen van de financiële vermogenswaarde, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Context en achtergrond Het treasurystatuut Het treasurystatuut van december 2000 is geactualiseerd en door de gemeenteraad vastgesteld op 1 december 2011. In het treasurystatuut zijn het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd, geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, risicobeheer, gemeentefinanciën en kasbeheer. Ook zijn de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Tot slot zijn in het statuut de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te houden. Risicobeheer Algemene uitgangspunten die met betrekking tot risicobeheer gelden zijn: • leningen en garanties uit hoofde van de "publieke taak" worden uitsluitend verstrekt aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen; • uit hoofde van de treasuryfunctie kunnen middelen worden uitgezet indien deze uitzettingen een prudent (bedachtzaam/ voorzichtig) karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico; • het gebruik van derivaten is niet toegestaan. Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. Renterisicobeheer Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Met betrekking tot het renterisicobeheer gelden de volgende uitgangspunten: • de gemiddelde netto vlottende schuld, over drie maanden gezien, mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Onder de gemiddelde netto vlottende schuld wordt verstaan het saldo van de opgenomen leningen met een looptijd korter dan een jaar, de schulden en de tegoeden in rekening courant en contante gelden. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. • de renterisiconorm mag niet worden overschreden. Met de renterisiconorm wordt een kader gesteld voor de spreiding van looptijden van langlopende schulden. Het doel is om te komen tot een spreiding van (mogelijke) fluctuaties in de renterisico’s. De Wet Fido stelt dat per jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking mag komen voor herfinanciering en renteherziening.
PROGRAMMABEGROTING 2013
93
Financieringspositie De ervaring vanuit de afgelopen jaren leert dat de op begrotingsbasis berekende financieringsbehoefte in de loop van het begrotingsjaar nogal af kan wijken van de werkelijke behoefte aan geld. Dit heeft te maken met het tijdstip van uitvoering van voorgenomen investeringen. Op basis van maandelijks bij te houden ontwikkelingen, rekening houdend met de lopende investeringen, nieuwe op stapel staande investeringen en te verwachten baten wordt periodiek een afweging gemaakt of en zo ja tot welk niveau en op welke termijn geld moet worden aangetrokken. In feite gaat het hier om het opstellen van een liquiditeitsbegroting. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille. Leningenportefeuille Het is van belang zicht te hebben op de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Kaderstellende beleidsnota’s • Treasurystatuut (2011) • Financiële Beheersverordening Gemeente Ommen (2004) Overige relevante wet- en regelgeving: • Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) Ontwikkelingen Schatkistbankieren Het demissionaire kabinet-Rutte wil gemeenten uiterlijk eind 2013 verplichten om te gaan schatkistbankieren. Dit betekent dat gemeenten per eind december 2013 hun tegoeden moeten aanhouden bij de Nederlandse Staat. In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister De Jager de twee belangrijkste redenen voor dit besluit toegelicht: verlagen van de EMU-schuld beperken van de risico’s. 1
De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) betreft de Nederlandse uitwerking van Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. De reden om te komen tot – aangescherpte - Europese afspraken is gelegen in de recente ontwikkeling in de overheidsfinanciën van lidstaten. Door het ontbreken van begrotingsdiscipline in een aantal landen in de eurozone, ook in economisch goede tijden, zijn serieuze risico’s voor de economische groei en de financiële stabiliteit in de eurozone opgetreden. Van nationale wettelijke verankering van de vereisten gaat een heldere disciplinerende werking uit, die laat zien dat de lidstaten de urgentie en noodzaak zien van het op orde brengen van het functioneren van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het Rijk en de medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) delen een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het beheersen van de Europese normen ten aanzien van de overheidsfinanciën. De Wet Hof bevat daarom ook regels ten aanzien van de bijdrage die decentrale overheden moeten leveren aan het bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën. Deze regels behelzen een drietal terreinen: 1. Een gelijkwaardig aandeel van de decentrale overheden in de Europese begrotingseisen (vrij vertaald het EMU-saldo) en de wijze van vaststelling hiervan; 2. Een beheersmodel van het EMU-saldo van de decentrale overheden; 3. Een goede informatievoorziening over de overheidsfinanciën van de decentrale overheden. De VNG, het IPO en de UvW hebben advies op het wetsvoorstel uitgebracht. Momenteel ligt het wetsvoorstel voor advies bij de Raad van State. Het kabinet weegt, bezien in het licht van zijn demissionaire status, hoe het vervolgtraject van de Wet Hof eruit moet zien. Totdat de Wet Hof in werking treedt, gelden de bestuursafspraken. Dit betekent dat in 2013 een EMU-tekortnorm van 0,5% BBP voor de gezamenlijke decentrale overheden geldt (0,38% voor gemeenten, 0,07% voor provincies en 0,05% voor waterschappen). Afspraken over het saldopad vanaf 2014 zijn aan het nieuwe kabinet. Wat willen we bereiken? • Zo goed mogelijk afstemmen van de beschikbare en benodigde gelden tegen zo laag mogelijke kosten en/of risico’s. • Beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. • Voldoen aan de kasgeldlimiet. • Voldoen aan de renterisiconorm.
1
Tekst overgenomen uit junicirculaire 2012
PROGRAMMABEGROTING 2013
94
Hieronder worden de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld gebracht. Kasgeldlimiet In dit schema wordt de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet getoetst aan de wettelijke norm. Als basis van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de jaarbegroting per 1 januari aangehouden. De toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt vastgelegd op het percentage zoals bij ministeriële regeling vastgesteld (8,5%). Het berekende bedrag wordt getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet.
Kasgeldlimiet: 1
2
3
Vlottende schuld - Opgenomen gelden < 1 jaar - Schuld in rekening courant Totaal vlottende schuld Vlottende middelen - Uitgeleende gelden < 1 jaar - Tegoeden in rekening courant Totaal vlottende middelen Kasgeldlimiet - Omvang begroting per 1 januari - Kasgeldlimiet in % van de grondslag Toegestane kasgeldlimiet
2013
0 2.574.160 2.574.160
38.130.069 8,5% 3.241.056
4
Toets kasgeldlimiet Totaal vlottende schuld 2.574.160 Toegestane kasgeldlimiet 3.241.056 Ruimte (+)/Overschrijding(-) 666.896 Het schema geeft aan dat er in het begrotingsjaar geen overschrijding is van de kasgeldlimiet. Indien de geplande investeringen volledig worden uitgevoerd in 2013, wordt er waarschijnlijk geen geld aangetrokken. In de praktijk vindt het aantrekken van geld veelal gefaseerd plaats. Aan de hand van een maandelijkse toetsing van de meest actuele stand van de financieringspositie, wordt bepaald of en zo ja welke bedragen aangetrokken moeten worden. Renterisico’s vaste schuld en renterisiconorm Dit schema brengt de renterisico’s in beeld voor de vaste schuld in relatie tot de renterisiconorm volgens de Wet Fido. Renterisico’s vaste schuld in jaar (bedragen x € 1.000) 2013 1 Renteherzieningen 2 Betaalde aflossingen 3 Renterisico (1+2)
2014
2015
2016
1.968 1.968
1.968 1.968
1.968 1.968
1.967 1.967
2013 38.130 20%
2014 Nvt
2015 Nvt
2016 Nvt
2014 Nvt
2015 Nvt
2016 Nvt
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) 4 Begrotingstotaal 5 Bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 6 Renterisiconorm (alleen huidige jaar)
7.626
Toets Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) 7 Renterisiconorm (6) 8 Renterisico op vaste schuld (3) 9 Ruimte (+)/ Overschrijding (-) ( 7 – 8)
2013 7.626 1.968 5.658
Zoals in het schema is te zien, blijven wij ruimschoots onder deze norm.
PROGRAMMABEGROTING 2013
95
Financieringspositie Hiervoor is al aangegeven dat de op begrotingsbasis berekende financieringsbehoefte in de loop van het begrotingsjaar nogal kan afwijken van de werkelijke behoefte aan geld. Periodiek wordt de afweging gemaakt of en zo ja tot welk niveau geld moet worden aangetrokken. Op begrotingsbasis is er een tekort aan financieringsmiddelen. Wanneer financiering moet worden aangetrokken, hangt samen met de voortgang van het realiseren van een aantal grote(re) investeringen, zoals de investeringen in het onderwijs (o.a. Vechtdal College), de renovatie van de natuurgrasvelden en aanleg kunstgrasveld Lemele, de revitalisering van het bedrijvenpark De Strangen, de ontwikkeling van het bedrijvenpark De Rotbrink, de ontwikkeling van het Havengebied en Ommen Oost, projecten in het kader van Investeren in Overijssel etc. Omschrijving
2013 Bedragen in € 66.731.834
Financieringsbehoefte (A) Boekwaarde vaste activa Financieringsmiddelen (B) Eigen/ vreemde financieringsmiddelen Financieringstekort (A-B)
64.157.673 2.574.160
Wat gaan we er voor doen? Actie Maandelijkse toetsing van actuele financieringspositie Actief leningenbeleid voeren Geen uitzettingen van overtollige middelen Minimaal één maal per jaar overleg met relaties Leningenportefeuille In onderstaand schema worden de mutaties van de leningenportefeuille voor het begrotingsjaar weergegeven en toegelicht. Mutaties in leningenportefeuille
Stand per 1 januari 2013 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente aanpassing (oud percentage) Rente aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2013
Bedrag x € 1.000 36.353 0 1.968 0 0 0 34.385
Gemiddelde Rente 2,42%
2,41%
Uitzettingen Uitzettingen betreffen het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer. Gezien de financiële positie zullen er geen overtollige middelen worden uitgezet. Relatiebeheer Het betalingsverkeer is in hoofdzaak geconcentreerd bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. Daarnaast vervult de plaatselijke Rabobank een rol in het lokale betalingsverkeer. Minimaal één keer per jaar vindt met beide instellingen overleg plaats over de relevante terreinen met betrekking tot het betalingsverkeer.
PROGRAMMABEGROTING 2013
96
Paragraaf E Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering van de gemeenten Ommen en Hardenberg is met ingang van 1 juli 2012 een taak van de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg. De begroting van de Bestuursdienst omvat ook een paragraaf bedrijfsvoering. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
PROGRAMMABEGROTING 2013
97
PROGRAMMABEGROTING 2013
98
Paragraaf F Verbonden partijen Korte omschrijving Verbindingen met derde partijen is een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waarin zij een financieel belang heeft. Bij bestuurlijk belang heeft de gemeente zeggenschap in een derde partij door een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Van een financieel belang is sprake wanneer de gemeente middelen ter beschikking stelt en deze bij faillissement van de verbonden partij kwijt is en/of financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Relaties, waarbij alleen sprake is van een financieel of een bestuurlijk belang, vallen hierbuiten. Context en achtergrond Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt voort uit het publiek belang. Door de deelname wordt een beter kwalitatief en kwantitatief resultaat verwacht tegen zo laag mogelijke kosten. De huidige verbonden partijen hebben allemaal een historische bestaansgrond. Volgens het college dragen de verbonden partijen bij tot de uitvoering van de doelstellingen die opgenomen zijn in deze begroting. De Rotbrink Doelstelling: De doelstelling van de Rotbrink is de realisatie van het bedrijventerrein De Rotbrink. De Rotbrink is de rechtsopvolger van de Ontwikkelingsmaatschappij De Drieslag; terzake zijn de statuten bij notariële akte van 5 juni 2012 gewijzigd. De bedrijfsvoering is in handen van een door de gemeente aangestelde directeur. Twee commissarissen houden toezicht op het bedrijf (een namens de gemeente en een namens de BNG). Financiën / risico’s: De gemeente bezit alle aandelen van de Rotbrink en is in die zin volledig risicodrager. Een eventueel positief bedrijfsresultaat wordt 50/50 verdeeld tussen de BNG en de gemeente. Bank Nederlandse Gemeenten Doelstelling: De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Door de BNG als huisbankier voor de gemeente te gebruiken, maken we zoveel mogelijk gebruik van de geboden faciliteiten. Het gestorte aandelenkapitaal is aan te merken als (een beperkt) financieel belang. Financiën / risico’s: De BNG heeft de hoogste kredietrating, AAA, zodat tegen een lage rente in de kapitaalbehoefte voorzien kan worden. Het risico van verlies op het aandelen kapitaal is erg klein. Gezien de ontwikkelingen in de bankensector, met name invoering van de zogenaamde Basel 3 richtlijnen, komt de dividenduitkering de komende jaren naar verwachting onder druk te staan. De gemeenten ontvangen jaarlijks dividend. Voor 2013 is een bedrag van € 91.584 geraamd, wat ook het maximale financiële risico is voor de gemeente Ommen. Veiligheidsregio IJsselland Doelstelling: De veiligheidsregio is ingesteld om de inwoners van onze regio beter te beschermen tegen de risico’s van branden, rampen en crises. Dat gebeurt door samen te werken en te zorgen dat we, steeds beter, voorbereid zijn op het bestrijden van rampen. Op deze manier worden de steeds groter wordende risico`s beter onder controle gehouden. De diensten en besturen werken samen in: • Brandweerzorg. • Crisisbeheersing. • Handhaving van openbare orde en veiligheid. • Geneeskundige hulpverlening bij rampen. • Rampenbestrijding.
PROGRAMMABEGROTING 2013
99
Financiën / risico’s: De gemeenten kunnen worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort. Het grootste risico is wanneer de Veiligheidsregio wordt getroffen door een ramp of crisis waarbij hoge niet verhaalbare kosten moeten worden gemaakt. In de begroting 2013 is een bijdrage aan de Veiligheidsregio IJsselland geraamd van € 141.385 (incl.BTW). GGD IJsselland Doelstelling: De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) bewaakt, beschermt, bevordert de gezondheid van 430.000 inwoners in twaalf gemeenten in de regio IJsselland, te weten: Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle. GGD IJsselland is het centrale punt waar bewoners, gemeenten en samenwerkingspartners terecht kunnen met al hun vragen en vraagstukken op het gebied van de openbare gezondheidszorg. In de begroting 2013 is een bijdrage aan de GGD IJsselland geraamd van € 274.102 (incl.BTW). Financiën / risico’s: Er wordt een bijdrage per inwoner gegeven voor de af te nemen taken. De gemeenten kunnen worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort. Op basis van de meerjarenraming van GGD IJsselland is het risico voor de gemeente Ommen klein. Wadinko N.V. Doelstelling: Wadinko N.V. heeft ten doel: • Het deelnemen in en het directie voeren over andere ondernemingen die bij voorkeur werkzaam zijn in de provincie Overijssel, waaronder bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van kunststoffen en milieutechnieken. • Het bevorderen van werkgelegenheid in die provincie, één en ander in de ruimste zin, waarbij de vennootschap bij het nastreven van bovengenoemde doelstellingen zal handelen overeenkomstig hetgeen in de markt waarin zij opereert gebruikelijk is. Financiën / risico’s: De gemeente bezit 50 aandelen en voorlopig wordt er nog geen dividend uitgekeerd. Unit Sociale Recherche Doelstelling: Doel van de regeling is het inrichten van een samenwerkingsverband met betrekking tot het voorkomen en de opsporing van fraude met de door de gemeente uit te voeren sociale zekerheidsregelingen. Financiën / risico’s: In de begroting 2013 is een bijdrage aan de Unit Sociale Recherche geraamd van € 20.220 (incl.BTW). Gemeentelijke Kredietbank Doelstelling: De Gemeentelijke Kredietbank is een regionale instelling op het terrein van financiële schuldhulpverlening voor Noord Nederland. Zij levert een bijdrage aan het voorkomen en oplossen van problematische schulden. De nauwe samenwerking met partners in de schuldhulpverlening garandeert een integrale aanpak gericht op zowel oorzaak als gevolg van problematische schulden. Financiën / risico’s: In de begroting 2013 is een bijdrage aan de Gemeentelijke Kredietbank geraamd van € 92.525 (incl.BTW). N.V. Rova Holding Doelstelling: De Rova is de afvaladvies-, regie-, en verwijderingsorganisatie van 10 gemeenten in Midden en Oost-Nederland. Samen met de aandeelhouders wil Rova een bijdrage leveren aan een schone en duurzame samenleving. Rova streeft naar optimalisatie in 3 thema’s, te weten: • Duurzaamheid • Financiën • Maatschappij
PROGRAMMABEGROTING 2013
100
Financiën / risico’s: Ommen is in het bezit van 273 aandelen en heeft voor 2013 een bedrag van € 120.000 aan dividend begroot. Tevens is sprake van een achtergestelde lening aan Rova van € 477.065. Voor 2013 is een bedrag € 38.165 aan ontvangen rente begroot. Vitens N.V. Doelstelling: Vitens bestaat uit meer dan 1.700 mensen die zich verbonden voelen door passie voor water. Zij werken voortdurend aan het winnen, zuiveren en leveren van drinkwater van topkwaliteit. Financiën / risico’s: Ommen is in het bezit van 23.164 aandelen een heeft voor 2013 een bedrag van € 60.000 aan dividend begroot. Tevens is sprake van een geldlening aan Vitens. Voor 2013 is een bedrag van € 41.102 aan ontvangen rente begroot. Bestuursdienst Ommen-Hardenberg Doelstelling: De Bestuursdienst is per 1 juli 2012 gestart en ontstaan door samenvoeging van de ambtelijke organisaties van de gemeenten Ommen en Hardenberg. De Bestuursdienst heeft als taak de uitvoering van de taken als opgenomen in de begrotingen van beide gemeenten. Financiën / risico’s: De begroting 2013 is nog niet vastgesteld. Dit zal gebeuren eind 2012, door overheveling van de bedrijfsvoeringsbudgetten van de gemeenten Ommen en Hardenberg naar de Bestuursdienst. De Bestuursdienst heeft een efficiencytaakstelling meegekregen van structureel € 1 miljoen vanaf 2015. Het aandeel van de gemeente Ommen hierin is reeds meegenomen in de meerjarenbegroting. Kaderstellende beleidsnota’s • • •
Veiligheidsregio IJsselland (instellen gemeenschappelijke regeling 2009). GGD IJsselland (instellen gemeenschappelijke regeling 2009) Bestuursdienst Ommen-Hardenberg (instellen gemeenschappelijke regeling 2012)
Wat willen we bereiken/waarborgen? Als een bestuurlijke en financiële verbintenis bijdraagt aan een efficiëntere en effectievere mogelijkheid tot het uitvoeren van onze publieke taak, moeten wij hier gebruik van maken. Wel moet hier steeds de afweging gemaakt worden, welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeenteraad dat voor ogen heeft. Ook is hier van belang te weten op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak. In de besluitvorming wordt dit bij elke afzonderlijke verbintenis aan de orde gesteld.
PROGRAMMABEGROTING 2013
101
PROGRAMMABEGROTING 2013
102
Paragraaf G Grondbeleid Korte omschrijving Gemeentelijk grondbeleid is een activiteit van de lokale overheid waarbij op een uitvoeringsgerichte wijze sturing wordt gegeven aan ruimtelijke processen. Doel is om een goede en evenwichtige inrichting van de ruimte te krijgen, waarbij ook voorzieningen worden gerealiseerd die niet door particuliere partijen worden ontwikkeld (bijvoorbeeld sociale woningbouw, sociaal-culturele voorzieningen, openbaar vervoer, infrastructuur). Het grondbeleid is van groot belang om projecten te realiseren en kansen te creëren voor het ontwikkelen van nieuw ruimtelijk beleid. Daarnaast heeft het grondbeleid financiële invloed op en gevolgen voor de algemene financiële positie van de gemeente. Context en achtergrond Het grondbeleid is geen doel op zich maar vormt een instrument om andere gemeentelijke beleidsvelden te ondersteunen. Binnen de kaders van het gemeentelijk grondbeleid moeten op economisch verantwoorde wijze onroerende zaken worden beheerd en (nieuwe) bouwlocaties worden (her)ontwikkeld. Op een manier zodat ruimtelijke, volkshuisvestelijke, economische en andere beleidsdoelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de in de gemeentelijke begroting genoemde programma’s. De geformuleerde ambities vertalen zich vaak in een vraag naar ruimte en daarmee dus ook naar een vraag over de verdeling van gronden. Een op visie gerichte gemeentelijke regierol is daarbij onontbeerlijk. Afhankelijk van de financiële risico’s en eigendomsverhoudingen kiest de gemeente voor een actief strategisch dan wel passief faciliterend grondbeleid. Huidig beleid De gemeenteraad van Ommen heeft zich in het verleden uitgesproken om bij voorkeur een actief grondbeleid te voeren en risicodragende posities in te nemen. Doelstelling daarbij is om ook voor de middellange termijn voldoende gronden beschikbaar te hebben om de gewenste ruimtelijke en maatschappelijke doelstellingen te kunnen realiseren. Er is een aantal grote projecten gaande waarin de gemeente risicodragend participeert. In 2012/2013 wordt aan de gemeenteraad een nota grondbeleid ter vaststelling aangeboden waarin een heroverweging van het grondbeleid aan de orde komt. De grondverwerving heeft zich de afgelopen jaren geconcentreerd in het gebied Ommen Oost, dat begrensd wordt door de Arriërveldsweg, de Arriërflierweg, de Hardenbergerweg en de Galgengraven. In dit plangebied is ca. 60 ha. grond voor de realisering van woningbouw en voorzieningen in eigendom verworven. Voor een belangrijk deel zijn deze aankopen door de gemeente zelf gerealiseerd. Voor een ander deel is samenwerking gezocht met twee marktpartijen en zijn de eigendommen van deze partijen tegen kostprijs overgenomen. Bij de ontwikkeling van het gebied ligt de regierol voor de planvorming, de gronduitgifte, de prijsvorming en de woningdifferentiatie bij de gemeente. Voor de ontwikkeling en uitvoering van de centrumvisie (Westflank) is samenwerking gezocht met Artica Vastgoedontwikkelings-maatschappij B.V. uit Rosmalen. De gemeente heeft in het centrumgebied diverse eigendommen verworven die tegen kostprijs in het project worden gebracht. Ook worden gronden voor woningbouw verkocht. In 2012 is daadwerkelijk met de realisatie van de Westflank begonnen. Naar verwachting zijn de werkzaamheden in 2015 afgerond. Wijze van gronduitgifte De uitgifte van woningbouwgrond in de gemeente Ommen vindt plaats aan gegadigden die sociaal en/of economisch aan de gemeente gebonden zijn. Bij de gronduitgifte wordt extra aandacht geschonken aan de doelgroepen van beleid, te weten ouderen en starters op de woningmarkt. Pas op het moment dat de lokale vraag niet meer aanwezig is, zal met het oog op de voortgang van projecten, aan gegadigden zonder binding worden toegewezen. Hierbij wordt een wachttijd van 3 (Ommen) tot 6 (kernen) maanden in acht genomen. Gelet op de problematische situatie op de woningmarkt zal bekeken worden of deze beleidsuitgangspunten gehandhaafd moeten worden dan wel bijstelling behoeven. De grondprijs varieert op dit moment van € 150 (kernen) tot € 215 (Ommen) per m2 excl. btw, afhankelijk van het te bouwen woningtypen en de ligging van de bouwkavels. Voor kavels met een uitzonderlijke kwaliteit kan een hogere grondprijs worden vastgesteld. Indien de marktsituatie daartoe aanleiding geeft kunnen deze uitgifteprijzen worden bijgesteld, waarbij als randvoorwaarde geldt dat minimaal een sluitende grondexploitatie wordt nagestreefd. De uitgifte van bedrijventerrein vindt in beginsel alleen plaats aan lokaal gebonden bedrijven die willen verplaatsen of een uitbreidingsbehoefte hebben. Bedrijven van buiten de gemeente kunnen zich alleen vestigen indien deze passen bij de PROGRAMMABEGROTING 2013
103
aard en schaal van de gemeente Ommen en er vanuit het lokale bedrijfsleven geen belangstelling meer bestaat. Voorts wordt bij de toewijzing van bedrijventerrein gelet op de mate van urgentie, de milieubelasting van de bedrijfsactiviteiten, de werkgelegenheidseffecten en de doelmatigheid van de verkaveling. Speciale aandacht bij de toewijzing wordt geschonken aan het oplossen van knelpunten c.q. illegale situaties in het buitengebied van Ommen .In het kader van de regionale samenwerking worden grotere bedrijven of bedrijven die behoren tot een hogere milieucategorie doorverwezen naar buurgemeente Hardenberg. De grondprijs voor bouwgrond op het bedrijventerrein De Rotbrink varieert op dit moment van € 100 tot € 125 per m2 excl. b.t.w., afhankelijk van de ligging van het bouwterrein. Bij de verkoop van openbaar groen wordt het groenstructuurplan, zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld, als uitgangspunt en toetskader genomen. In dit groenstructuurplan is aangegeven welke percelen in principe voor verkoop in aanmerking komen. De grondprijs varieert van € 30 tot € 90 per m2, afhankelijk van de ligging en gebruiksmogelijkheden van de grond. Conform de uitgangspunten van het coalitieakkoord en de noodzakelijke bezuinigingen is onderzocht welke eigendommen kunnen worden afgestoten, voor 2013 zijn acties uitgezet om de noodzakelijke bezuinigingen te realiseren. Ontwikkelingen e In 2012 is een krediet beschikbaar gesteld voor de voorbereiding van de ontwikkeling van de 1 fase van woonwijk Ommen Oost. De door de gemeenteraad vastgestelde ambitie is om een zo duurzame woonwijk te realiseren, waarbij energieneutraal bouwen centraal staat. De verwachting is dat vanaf medio 2013 gestart kan worden met het bouwrijp maken. Binnen het gebied Ommen Oost zijn de benodigde gronden grotendeels in gemeentelijk eigendom aanwezig om de komende 10/15 jaar in de woningbehoefte te voorzien. Met een beperkt aantal eigenaren is nog overleg gaande over verwerving door de gemeente om het plangebied te complementeren. Gelet op de actuele boekwaarde van het complex en de meest recente exploitatieopzetten zou een gunstige grondexploitatie mogen worden verwacht. Als gevolg van de financieel economische crisis en de effecten daarvan op de vastgoedmarkt zijn de marktomstandigheden echter flink gewijzigd. Duidelijk is dat er sprake is van een sterk verminderde afzet van vastgoed, waardoor ook de financiële resultaten van de grondexploitatie sterk onder druk kan komen te staan. Afgewacht moet worden of de financieel economische situatie zich stabiliseert of dat uitgegaan moet worden van een verdere verslechtering van het investeringsklimaat. In het kader van de nieuwe omgevingsbeleid zijn afspraken met de provincie gemaakt over het gemeentelijk woonbeleid voor de komende jaren. Onder randvoorwaarden is voor de periode 2011 tot 2015 een bouwprogramma overeengekomen van 240 woningen uiterlijk in 2015 Een substantieel deel van dit programma zal in Ommen Oost moeten worden gerealiseerd. Risico’s grondexploitatie Los van de voorgaande constatering is het goed de huidige risico’s van de gemeentelijke grondexploitatie in beeld te brengen. De totale grondexploitatie valt in drie onderdelen uiteen, nl: • in exploitatie genomen gronden (onderhanden werk) • nog niet in exploitatie genomen gronden • verspreide gronden De drie onderdelen zijn vervolgens onderverdeeld in afzonderlijke complexen. In exploitatie genomen gronden Op dit moment is er sprake van een viertal complexen in exploitatie. Dit zijn: • Alteveer Voorzieningengebied (1 kavel) • Beerzerveld Schuurmanstraat (woningbouw) • Lemele Hellendoornseweg (woningbouw) • Lemele ds Berkhofweg (woningbouw) De gemiddelde looptijd van deze complexen is nog ca. 2 jaar. In totaliteit is er sprake van een relatief kleine maar positieve boekwaarde van ca. € 710.000 (prijspeil 31 december 2011). Winstnemingen hebben de afgelopen jaren voor een belangrijk deel al plaatsgevonden. Gelet op de relatief korte resterende looptijd en de lage boekwaarde kan het risico voor deze complexen als laag worden ingeschat. Nog niet in exploitatie genomen gronden Dit onderdeel bevat een viertal complexen, die kort afzonderlijk worden toegelicht. Beerzerveld, Van Alewijkstraat (woningbouw) Het complex heeft een oppervlakte van bruto 13.380 m2 en zal zeker niet eerder dan in 2013 in exploitatie worden genomen, gelet op de voorraad bouwkavels die nog in het plandeel Schuurmanstraat aanwezig is. Door de jaarlijkse rentebijschrijving stijgt de boekwaarde maar gelet op de huidige geringe boekwaarde zal er naar verwachting sprake zijn van een toekomstige positieve exploitatie. Het risicoprofiel kan als laag worden ingeschat. PROGRAMMABEGROTING 2013
104
Ommen Oost (woningbouw, voorzieningen) Het complex heeft een oppervlakte van ruim 600.000 m2 met een boekwaarde van ongeveer € 17 miljoen (prijspeil 31 december 2011). Gelet op de rekenrente binnen de grondexploitatie wordt deze boekwaarde jaarlijks met ca. € 730.000 aan bijgeschreven rente verhoogd. Hoewel gesproken kan worden van een forse totale boekwaarde moet opgemerkt worden, dat de boekwaarde per m2 een toekomstige positieve exploitatie mogelijk maakt. Het risicoprofiel kan op dit moment niet worden ingeschat, aangezien dit sterk afhankelijk is van andere ontwikkelingen voor woningbouw in de gemeente alsmede de financieel/ economische omstandigheden in Nederland en de situatie op de woningmarkt in het bijzonder. Havengebied Per 31 december 2011 heeft de gemeente binnen dit complex 39.865 m2 grond in eigendom tegen een boekwaarde van ruim € 1,8 miljoen. In 2011 heeft een afwaardering plaatsgevonden van € 11 miljoen als gevolg van de afhechting van De Drieslag. In 2012 is door de gemeenteraad een voorbereidings- en sloopkrediet verstrekt. De planning is om voor 1 januari 2013 een vastgesteld bestemmingsplan te hebben. In de eerste helft van 2013 kan dan begonnen worden met de bouw van de plande woningen en het verenigingsgebouw voor de verenigingen. Lemele, Bulemansteeg Dit complex, met een oppervlakte van ca. 20.000 m2, is medio 2010 definitief aangekocht. Betaling van de koopsom met bijkomende kosten ter grootte van ruim € 900.000 heeft plaatsgevonden bij de aktepassering. Voor de locatie Bulemansteeg zijn er meerdere ontwikkelingsmogelijkheden. Uitgangspunt is een budgettair neutrale realisatie, zodat het risicoprofiel als laag kan worden aangemerkt. Verspreide gronden Binnen dit complex is sprake van één perceel grond met een oppervlakte van 4.645 m2. De huidige boekwaarde is hoger dan de te verwachten opbrengstwaarde van het perceel bij verkoop. Voor dit potentiële verlies is een voorziening gevormd. De verwachting is dat hiermee het risico is afgedekt. Herziening exploitatie-opzetten Ten aanzien van alle in exploitatie zijnde complexen wordt de lijn gevolgd, dat ieder jaar bij het opmaken van de jaarrekening per complex wordt bekeken of marktomstandigheden aanleiding geven exploitaties bij te stellen, zowel aan de kosten als de baten kant. Actualisatie vindt derhalve jaarlijks plaats bij vaststelling van de jaarrekening grondexploitatie. Weerstandsvermogen De algemene reserve grondexploitatie heeft het karakter van weerstandsvermogen voor het opvangen van onvoorzienbare risico’s. De normen die gehanteerd worden bij het berekenen van het weerstandsvermogen, zijn vastgelegd in de nota “reserves en voorzieningen”. Gelet op de omvang van de boekwaarde van de verschillende complexen, is er sprake van een relatief goede vermogenspositie van de grondexploitatie. Van belang hierbij is dat de grond voor toekomstige woonuitbreiding al grotendeels in bezit is van de gemeente tegen een relatief gunstige boekwaarde per m2. De berekening van de benodigde omvang van het weerstandsvermogen komt uit op een bedrag van € 4,5 miljoen (januari 2012, inclusief actualisatie op grond van besluitvorming 28 juni 2012 inzake claim Oostelijke Randweg). Deze omvang is nagenoeg conform de huidige stand van de algemene reserve grondexploitatie. De onderbouwing van de reserve ad € 4,5 mln is: € 4,3 mln op basis van voornoemde regels € 0,2 mln op basis van de afgesproken (max.) bandbreedte Het verschil met het jaarverslag betreft het vervallen van de claim inzake Oostelijke Randweg ad. € 0,6 mln op basis van besluitvorming 28 juni 2012. Op basis van deze besluitvorming heeft een dotatie plaatsgevonden aan de reserve van € 3,6 mln, waarmee de reserve op € 3,8 mln komt. Door de afwaardering van Ommen Oost ad € 825.925 (na het besluit van 28 juni 2012) is de stand van de reserve alsnog beneden het berekende normbedrag beland. In 2012 zullen wij op basis van actuele berekeningen van de grondexploitaties de reserve op niveau brengen.
PROGRAMMABEGROTING 2013
105
Winst- en verliesneming Jaarlijks wordt bij de jaarrekening grondexploitatie per complex een raming gemaakt van nog te verwachten winsten of verliezen. Verliezen worden verantwoord op het moment dat ze voorzienbaar zijn en zo nodig wordt een voorziening gevormd ter hoogte van de verwachte verliezen. Winsten worden eerst verantwoord nadat ze zijn gerealiseerd en tussentijdse winstneming vindt plaats wanneer er sprake is van een positieve boekwaarde en gelijkertijd de toekomstige opbrengsten hoger liggen dan de nog te maken kosten. De winstneming wordt toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. Conclusie Binnen de totale grondexploitatie gaan aanzienlijke bedragen om. Voor zover er sprake is van risico’s, zijn deze afgedekt via een voorziening, samenwerkingsovereenkomst of beschikbaar weerstandsvermogen. Binnen de totale grondexploitatie is er sprake van een toekomstig positieve verdiencapaciteit. In hoeverre deze capaciteit gerealiseerd kan worden zal sterk afhangen van andere ontwikkelingen voor woningbouw in de gemeente en het herstel van de huidige financieel economische crisis. Grondbeleidsinstrumentarium Wet Voorkeursrecht Gemeenten Met ingang van 1 februari 2004 zijn alle gemeenten bevoegd om de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) toe te passen. De WVG is er op gericht om bij verkoop van grond of opstallen gemeenten een voorkeurspositie te geven in de onderhandelingen ten opzichte van andere gegadigden. De eigenaar moet, als hij zijn eigendom wil verkopen en er rust een voorkeursrecht op, zijn eigendom eerst aan de gemeente aanbieden. Alleen als de gemeente daar niet op ingaat, mag de eigendom aan een andere partij worden verkocht. Bij toepassing van het voorkeursrecht moet het gaan om gronden met een geldende of toekomstige niet agrarische bestemming, die nog niet is gerealiseerd. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld uitleglocaties en herstructureringslocaties. Het vestigen en bestendigen van het voorkeursrecht is aan strikte en gesanctioneerde termijnen gebonden. Als de termijnen niet gehaald worden, kan dit tot gevolg hebben dat de gemeente het voorkeursrecht moet laten vervallen. In dat geval mag er gedurende 2 jaren geen voorkeursrecht gevestigd worden en kan er een schadevergoedingsverplichting ontstaan. Onteigening In de gemeentelijke praktijk is onteigening tot nu toe niet toegepast, omdat de voor de planontwikkeling benodigde gronden veelal tijdig op minnelijke wijze worden verworven. Het door de gemeente gevoerde verwervingsbeleid vindt bovendien vaak in een vroegtijdig stadium plaats dat een titel om tot onteigening over te gaan (een onherroepelijk goedgekeurd bestemmingsplan) nog ontbreekt. In die gevallen waar dit een versterking betekent van de verwervingsstrategie kan het instrument worden ingezet op een zodanig tijdstip dat een goede afstemming plaatsvindt met de planologische procedure. Grondexploitatiewet Op 1 juli 2008 is de Grondexploitatiewet in werking getreden. Met de nieuwe wet is een belangrijke stap gezet in de verduidelijking van de gemeentelijke regiefunctie bij de uitvoering van ruimtelijke plannen. De doelstellingen van de wet zijn meervoudig: • duidelijke wettelijke inkadering van het privaatrechtelijk kostenverhaal • aanzienlijke verbetering van het publiekrechtelijk kostenverhaal • wettelijke basis voor het stellen van locatie-eisen aan aanleg openbare ruimte • de mogelijkheid tot het stellen van eisen aan sociale huur en particulier opdrachtgeverschap Met de Grondexploitatiewet hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om de kosten van het ontwikkelen van nieuwe bouwlocaties te verhalen bij particuliere ontwikkelaars. Vrijwillige samenwerking blijft het uitgangspunt. Als partijen er echter niet op vrijwillige basis uitkomen kan de gemeente via de publiekrechtelijke weg optreden. De Grondexploitatiewet geeft de gemeente de mogelijkheid om in nieuwbouw- en herstructureringsprojecten te sturen op gewenste percentages van woningbouwcategorieën. Voorbeelden hiervan zijn sociale huur of woningen die in particulier opdrachtgeverschap gerealiseerd worden. In de realisatiefase moet de gemeente ook de mogelijkheid hebben specifieke locaties toe te wijzen aan categorieën woningen. Als in de onderhandelingen met particuliere ontwikkelaars het maken van afspraken niet lukt, dan biedt het exploitatieplan gemeenten de mogelijkheid deze locatie-eisen alsnog te stellen. Het gemeentelijk beleid is om zelf de regie te voeren
PROGRAMMABEGROTING 2013
106
Kaderstellende beleidsnota’s • Ontwikkelingsvisie Ommen-Centrum (2002) • Ontwikkelingsplan de Westflank (2004) • Groenstructuurplan • Woonvisie (2012) Wat willen we bereiken/waarborgen • De ontwikkeling van een nieuwe duurzame woonwijk Ommen Oost. Hiervoor moeten de laatste percelen grond worden aangekocht. • Verdere uitvoering van projecten Havengebied en de Centrumvisie.
PROGRAMMABEGROTING 2013
107
PROGRAMMABEGROTING 2013
108
RESERVES EN VOORZIENINGEN 2013
1. Inleiding
111
2. Definitie reserves en voorzieningen (BBV)
111
3. Beleidsuitgangspunten reserves en voorzieningen
112
4. Algemene Reserves
116
5. Bestemmingsreserves
118
6. Voorzieningen
126
7. Overzicht reserves en voorzieningen 2013
130
.
PROGRAMMABEGROTING 2013
109
PROGRAMMABEGROTING 2013
110
1.
Inleiding
In de raad van 29 april 2004 is de financiële verordening ex.artikel 212 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze verordening is aangegeven dat het college van B&W jaarlijks gelijktijdig met de begroting de geactualiseerde nota reserves en voorzieningen aanbiedt ter behandeling en vaststelling door de raad. Verder is vastgelegd dat de nota in ieder geval behandelt: a. de vorming en vrijval van reserves; b. de vorming en vrijval van voorzieningen; c. de toerekening en vrijval van rente over de reserves en voorzieningen. Met de raad is afgesproken dat de reserves en voorzieningen niet een statisch geheel zijn. Er zal regelmatig gekeken worden of de reserves en voorzieningen nog van toepassing zijn en aansluiten bij de eerdere besluitvorming van de raad voor het instellen van de reserve/voorziening. Overeenkomstig de verordening ex. 212 Gemeentewet vindt bij de behandeling van de begroting en jaarstukken een actualisatie van de reserves en voorzieningen plaats. De jaarlijkse actualisatie bestaat uit het toetsen van de bestaande reserves en voorzieningen aan de BBV voorschriften en de uitgangspunten van het gevoerde financiële beleid. In 2012 heeft naar aanleiding van de financiële afwikkeling van het Havengebied een herbestemming plaatsgevonden van de reserves. De Algemene reserve en Algemene reserve vrij deel zijn samengevoegd tot Algemene reserve en de reserve incidenteel voorgaande jaren is opgeheven. Daarnaast zijn diverse reserves verminderd ten gunst van de algemene reserve Grondexploitatie.
2.
Definitie reserves en voorzieningen (BBV)
De reserves worden gerekend tot het eigen vermogen van de gemeente, dit in tegenstelling tot de voorzieningen. Dit verschil is van invloed bij het bepalen van het weerstandsvermogen van de gemeente, immers voorzieningen dragen niet bij aan het verhogen van het weerstandsvermogen omdat het in feite verplichtingen zijn. Zolang de bestemming kan worden veranderd is er sprake van een reserve, verder zijn de reserves vrij te besteden. Een voorziening heeft een verplichte bestedingsrichting (bijvoorbeeld verplichtingen samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van de kosten). In het BBV, artikel 42, staat dat de reserves samen met het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening het eigen vermogen vormt. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: 1. de algemene reserve; 2. bestemmingsreserves. Functies van reserves en voorzieningen Er zijn verschillende functies aan reserves en voorzieningen toe te schrijven. Reserves hebben de volgende functies: • Bufferfunctie: om onverwachte tegenvallers in de exploitatie op te vangen. • Bestedingsfunctie: om geld te reserveren voor een specifieke activiteit of doel. • Inkomensfunctie: het bezit van reserves levert (bespaarde) rente als inkomst. • Financieringsfunctie: om kapitaalinvesteringen deels met eigen geld te financieren. • Egalisatiefunctie: om tarieven over een reeks van jaren gelijkmatig te laten stijgen Voorzieningen worden gevormd voor (art. 44 BBV.): • verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; • op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; • kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten hun oorsprong mede vinden in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen. PROGRAMMABEGROTING 2013
111
Bruto-methode De bruto-methode houdt in dat de investering moet worden geactiveerd (op de balans gezet) voor de kostprijs. De (bestemmings)reserve die oorspronkelijk bedoeld was om de investering te dekken, kan wel gebruikt worden ter dekking van de rente- en afschrijvingslasten van de investering. De reserve valt dan gedurende de afschrijvingstermijn in delen vrij ten gunste van de exploitatie. Door de bruto-methode ontstaat een goed inzicht in de werkelijke kostprijs van de investering. Het bevordert eveneens het inzicht in de financiële positie van de gemeente, omdat de bezittingen en de financiering hiervan afzonderlijk uit de balans blijken. Op de bruto-methode zijn twee uitzonderingen, namelijk bijdragen van derden en investeringen in de openbare ruimte. Bijdragen van derden (subsidies) mogen volgens het BBV wel op het investeringsbedrag in mindering worden gebracht. Het investeringsbedrag waarover nu moet worden afgeschreven is dan netto. Ook heeft het BBV een uitzondering gemaakt ten aanzien van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (bijvoorbeeld wegen, straten, openbaar groen, water). Hierbij is netto activeren ook toegestaan. Om de bruto-methode inzichtelijk te houden is een nieuwe reserve gevormd, de “reserve afschrijving geactiveerde investeringen”. Een onttrekking aan deze reserve, via resultaatbestemming, dient als dekking te worden beschouwd voor de in de exploitatie opgenomen afschrijvingslast.
3.
Beleidsuitgangspunten reserves en voorzieningen
RESERVES Inleiding In het kader van het BBV moeten de reserves worden onderscheiden naar algemene en bestemmingsreserves. De volgende reserves worden gehanteerd: a.
Algemene reserves: algemene vrije reserve. algemene reserve grondexploitatie (alleen als risicobuffer).
b.
Bestemmingsreserves: egalisatiereserves: bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen in tarieven en/of kosten op te vangen (bijvoorbeeld door sterk wisselende uitgaven te egaliseren zodat de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht zich gelijkmatig kunnen ontwikkelen). dekkingsreserve kapitaallasten, ter dekking van de rente- en afschrijvingskosten van eenmalig gefinancierde investeringen. overige bestemmingsreserves, bedoeld voor specifiek benoemde activiteiten.
Bevoegdheid De gemeenteraad besluit tot het instellen en opheffen van reserves en voorzieningen en bepaalt de bestemming van de reserves. In principe staat het de raad ook vrij de bestemming te wijzigen. We bekijken welke reserves nog actueel zijn voor het doel waarvoor ze zijn ingesteld. Waar nodig zal de raad worden voorgesteld een reserve op te heffen of in te stellen. De bevoegdheid tot het toevoegen dan wel onttrekken aan de reserves en voorzieningen berust, tenzij anders bepaald, bij de gemeenteraad. De raad stelt door middel van vaststelling van de begroting de jaarlijkse toevoegingen en onttrekkingen vast. Binnen dit kader kan het college op grond van de noodzakelijke onderbouwing tot aanwending overgaan.
PROGRAMMABEGROTING 2013
112
Onderbouwing van reserves De omvang (vorming, vrijval) van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en voorzieningen wordt jaarlijks bij de begroting en jaarrekening onderbouwd. Voor een goede afweging voor de besluitvorming door de raad worden bij de vorming en bepaling van de omvang van reserves minimaal de volgende aspecten vermeld: a. het doel van de reserve (bestemming, egalisatie) b. de gewenste minimale en maximale omvang (indien van toepassing) c. omvang van de stortingen (structureel of incidenteel), inclusief onderbouwing daarvan d. dekking van de stortingen e. omvang en tijdstip/periode van onttrekkingen inclusief onderbouwing daarvan f. motivering waarom het gestelde doel via een reserve dient te worden gerealiseerd in plaats van een reguliere begrotingspost. Deze aspecten zijn voor het eerst opgenomen in de Nota Reserves en Voorzieningen 2009. Rentebeleid inzake reserves Tot 2004 waren de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves niet altijd even inzichtelijk. Dankzij de invoering van de BBV is dit sterk verbeterd. Door de voorgenomen onttrekkingen en toevoegingen aan reserves apart zichtbaar te maken wordt het inzicht van de raad in de begroting en financiële positie verbeterd. Onttrekkingen en toevoegingen aan reserves vinden plaats na bepaling van het resultaat voor bestemming. Dit betekent dat het rechtstreeks, via de exploitatie, aan reserves toevoegen of onttrekken van middelen niet meer is toegestaan. Ook het direct toerekenen van rente aan reserves is niet meer toegestaan en gebeurt via de resultaatbestemming. Rente toerekenen kan indirect nog wel door een ‘rente’ te berekenen en via de resultaatbestemming dit bedrag toe te voegen aan de betreffende reserve. Ons beleid is dat we dit niet doen aangezien het in feite een bewerkelijke en niettransparante handeling is. Indien het nodig is om een toevoeging aan een reserve te doen, dan heeft het de voorkeur dit gewoon via de ‘voordeur’ te doen. Bestemmingsreserves mogen volgens het BBV niet negatief worden. Dit past immers niet bij de aard van een dergelijke reserve: een spaarpot waarvan de raad de bestemming nog kan wijzigen. De berekende rente-inkomsten over de reserves worden als volgt besteed: 1.
de rente-inkomsten over de Algemene Reserves komen volledig ten gunste van de exploitatie (deels structureel en deels incidenteel);
2.
de rente-inkomsten over de Bestemmingsreserves komen volledig (incidenteel) ten gunste van de exploitatie (uitgezonderd de bestemmingsreserves waarbij is afgesproken dat rekening wordt gehouden met de toevoeging van de rente);
3.
de rente-inkomsten over de voorzieningen komen volledig (incidenteel) ten gunste van de exploitatie, met dien verstande dat jaarlijks wordt bepaald of er een toevoeging vanuit de exploitatie moet plaatsvinden om de voorziening op het juiste peil te houden. Uitzondering hierop vormen de voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd.
Algemene reserve als risicobuffer De algemene reserve moet minimaal een bedrag bevatten dat dient als buffer om eventuele tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. Dit minimumbedrag van het eigen vermogen mag niet worden aangewend voor bestedingen. In het beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen van de provincie Overijssel is hiervoor geen richting aangegeven. Het staat dus iedere gemeente vrij zijn eigen minimumnorm te kiezen. Gedeputeerde Staten geven wel aan dat in de praktijk vaak wordt gekozen voor een vast bedrag of een percentage van de uitgaven van de exploitatie dan wel van de inkomstenbronnen. Uw raad heeft bij de vaststelling van de Nota 2009 besloten om de ondergrens voor het weerstandsvermogen vast te stellen op € 800.000. Dit bedrag is gebaseerd op een historische provinciale norm van € 45 per inwoner. De berekening van ‘wat is er nodig als buffer?’ komt tot stand door de risico’s te inventariseren en vervolgens te beoordelen en te vertalen naar een risico bedrag. Deze inventarisatie dient integraal en organisatiebreed te worden opgezet en uitgevoerd en vervolgens te worden beheerst. Uw raad heeft het college opdracht verstrekt het PROGRAMMABEGROTING 2013
113
risicomanagement nader uit te werken. Dit is inmiddels opgepakt, uw raad is over de voortgang geïnformeerd via een themabijeenkomst in april 2012. Dit onderwerp blijft de aandacht van het college behouden. Als beleidslijn wordt aangehouden dat alle structurele uitgaven en inkomsten structureel worden opgenomen in de exploitatie. Er worden alleen reserves en voorzieningen aangehouden indien dat noodzakelijk is. Gestreefd wordt naar een open financiële structuur, waarbij er geen onnodige schotten staan tussen budgetten. Integrale afweging blijft daardoor mogelijk. De algemene reserve wordt gevoed door voordelige rekeningsaldi. De uitgangspunten voor onze reserves zijn: 1 het beperken van de bestaande reserves ter ondersteuning van de integrale afweging en de transparantie op financieel gebied en 2 terughoudendheid bij het instellen van nieuwe reserves en voorzieningen 3 het behouden van egalisatiereserves om ongewenste schommelingen in tarieven en/of kosten op te vangen (bijvoorbeeld door sterk wisselende uitgaven te egaliseren zodat de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht zich gelijkmatig kunnen ontwikkelen). Algemene reserve grondexploitatie als risicobuffer De algemene reserve grondexploitatie (€ 0,2 mln, jaarverslag Grondexploitatie 2011) heeft het karakter van een risicobuffer en wordt daarom afzonderlijk verantwoord. De huidige regels die hierbij gehanteerd worden zijn: • Onderhanden werken: 15% van de boekwaarde per complex en 7,5% van de nog te maken kosten. • Overige gronden: 15% van de boekwaarde en 7,5% van de nog te maken kosten per complex. • Een bandbreedte van maximaal € 200.000. • Voorzieningen voor verwachte verliezen: deze worden op de boekwaarde van de gronden in mindering gebracht. Op basis van deze criteria is de benodigde omvang van de reserve grondexploitatie berekend op € 4,5 mln (jaarverslag Grondexploitatie 2011, inclusief actualisatie op grond van besluitvorming 28 juni 2012 inzake claim Oostelijke Randweg). Het doel hiervan is om risico’s in de grondexploitatie op te vangen. Voorkomende risico’s zijn: de nog te maken kosten bedragen meer dan gecalculeerd. de opbrengsten worden niet gerealiseerd. de opbrengsten worden vertraagd gerealiseerd met als gevolg renteverlies op de boekwaarde van de gronden. De onderbouwing van de reserve ad € 4,5 mln is: € 4,3 mln op basis van voornoemde regels € 0,2 mln op basis van de afgesproken (max.) bandbreedte Het verschil met het jaarverslag betreft het vervallen van de claim inzake Oostelijke Randweg ad. € 0,6 mln op basis van besluitvorming 28 juni 2012. Op basis van deze besluitvorming heeft een dotatie plaatsgevonden aan de reserve van € 3,6 mln, waarmee de reserve op € 3,8 mln komt. Door de afwaardering van Ommen Oost ad € 825.925 (na het besluit van 28 juni 2012) is de stand van de reserve alsnog beneden het berekende normbedrag beland. In 2012 zullen wij op basis van actuele berekeningen van de grondexploitaties de reserve op niveau brengen. De vraag is of de huidige regels niet te ruim zijn opgesteld. De reserve is een risicobuffer en geen werkkapitaal. Navraag bij onze accountant Deloitte leert dat de huidige regels nog steeds up-to-date zijn en nog veel worden toegepast bij gemeenten. Het voorstel is dan ook om bovenstaande regels, mede gezien de huidige economische situatie, te blijven hanteren ten behoeve van de gewenste hoogte van de algemene reserve grondexploitatie. VOORZIENINGEN Inleiding Voorzieningen zijn posten in de balans (vreemd vermogen), die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen waarvan de omvang en/of tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum. Volgens het BBV moet de omvang van een voorziening ‘naar beste weten’ toereikend zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Stortingen in voorzieningen en vrijval van voorzieningen worden dus berekend op basis van de redelijkerwijs in te schatten verplichting, gebaseerd op een berekening van het risico waarvoor de voorziening is gevormd of gebaseerd op een meerjarig gelijkmatige verdeling van de lasten voor bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen. In feite is de hoogte van de voorziening dus min of meer een logisch gevolg. Rentetoevoegingen zijn daarom niet toegestaan. PROGRAMMABEGROTING 2013
114
Slechts als het Rijk een rentebeschrijving eist of als er sprake is van een voorziening tegen contante waarde, mag er volgens de voorschriften aan rentetoevoeging worden gedaan. In afwijking van het bedrijfsleven mag de gemeente geen voorziening vormen voor jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, zoals vakantiegeldverplichtingen. De reden hiervoor is dat dergelijke verplichtingen al in de gemeentelijke begroting en meerjarenraming zijn verwerkt. Voorzieningen worden gevormd door stortingen ten laste van de exploitatie en zijn dus onderdeel van de resultaatbepaling. Voorzieningen mogen volgens het BBV niet negatief zijn, ook niet tijdelijk. Bevoegdheid De raad is bevoegd tot het instellen van voorzieningen en besluit tot dotaties in de voorzieningen via de vaststelling van de programma’s (dus in het resultaatbepalende deel van de begroting en/of rekening). Voorzieningen hebben een verplichtend karakter. Uitgaven worden rechtstreeks afgeboekt van een voorziening. De uitvoering van het programma, en daarmee het verloop van de voorziening, wordt toegelicht in de begroting en de jaarstukken. Onderbouwing van voorzieningen De omvang (vorming, vrijval) van de voorzieningen wordt jaarlijks bij de begroting en jaarrekening onderbouwd. Voor een goede afweging voor de besluitvorming door de raad worden bij de vorming en bepaling van de omvang van de voorzieningen minimaal de volgende aspecten vermeld: a. het doel van de voorziening; b. de benodigde omvang; c. omvang van de stortingen (structureel of incidenteel), inclusief onderbouwing daarvan; d. dekking van de stortingen; e. omvang en tijdstip/periode van de onttrekkingen inclusief onderbouwing daarvan; f. motivering waarom het gestelde doel via een voorziening dient te worden gerealiseerd in plaats van via een reguliere begrotingspost. Rentebeleid betreffende voorzieningen In de huidige situatie vinden enkele rentetoevoegingen plaats aan de voorziening. Dat is conform de BBV voorschriften. De rente die over de voorziening wordt berekend komt ten gunste van de exploitatie. Daarna wordt beoordeeld of er toevoegingen dienen plaats te vinden vanuit de exploitatie ten gunste van de voorziening. Dit moet men niet zien als een rentetoevoeging, maar meer als een toevoeging om de voorziening op het juiste peil te houden. Voor 2013 wordt over de eigen financieringsmiddelen 2,5% rente gerekend. Voor enkele reserves/voorzieningen wordt een afwijkend rentepercentage gehanteerd. RESERVE POSITIE De geraamde stand per 1-1-2013 van de reserves en voorzieningen bedraagt in totaal € 27,8 mln, te weten: • Algemene reserve 9,6 mln • Bestemmingsreserves 13,0 mln • Voorzieningen 5,2 mln In hoofdstuk 7 treft u een overzicht aan van de reserves en voorzieningen.
PROGRAMMABEGROTING 2013
115
4.
Algemene reserves
1. Algemene reserve
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 5.868.277 Geraamde stortingen: € 11.468 Geraamde beschikkingen: € 379.400 Geraamd 31 december 2013: € 5.500.345 Dekking onvoorziene uitgaven en afdekken risico’s. Rekeningsaldi en overige stortingen noodzakelijk om te voldoen aan de in deze nota bepaalde minimale omvang van de reserve. Overeenkomstig de doelstelling, alsmede het afdekken van eventuele tekorten bij de jaarrekening. De ondergrens van deze reserve is bepaald op € 800.000 (weerstandsvermogen). Indien er wordt gekozen om het aantal reserves te beperken/saneren, dan dient de minimumnorm van de algemene reserve naar boven te worden bijgesteld. Zolang het niveau van de reserve zich bevindt beneden deze ondergrens wordt de berekende bespaarde rente via resultaatbestemming toegevoegd aan de reserve. Op basis van raadsbesluit datum 28 juni 2012 is besloten om reserve 1a en 1b samen te voegen tot reserve 1. Algemene reserve.
Voorstel:
Op 26 mei 2011 is besloten een bedrag van € 1.000.000 toe te voegen vanuit de reserve grote(re) investeringen. De reserve handhaven en aan te merken als weerstandsvermogen, waarbij de ondergrens van het weerstandsvermogen voorlopig blijft gehandhaafd op € 0,8 mln (i.a.v. risico inventarisatie najaar 2012).
PROGRAMMABEGROTING 2013
116
3. Algemene reserve grondexploitatie
Doel:
Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 3.773.413 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 3.773.413 De algemene reserve grondexploitatie is gedurende de afgelopen jaren gevormd uit overschotten op grondexploitaties en uit bijgeschreven rente op die overschotten. De bestemming kan als volgt worden aangegeven: a. dekking van tekorten op tegenvallende exploitaties; b. het mogelijk maken van grondexploitaties die - zonder een bijdrage uit de algemene reserve grondexploitatie – niet te realiseren zouden zijn. Winstneming complexen, bij afsluiten van een complex en tussentijds wanneer de gerealiseerde boekwaarde hoger is dan de geprognosticeerde kosten. Vanuit Algemene reserve wanneer het weerstandsvermogen daalt onder de berekende norm en aanvulling tot die norm noodzakelijk is. Afdekken verliesgevende complexen en bijdragen aan bovenwijkse voorzieningen. Voor onvoorzienbare en voor voorzienbare, maar niet kwantificeerbare (uitvoerings)risico’s dient de algemene reserve van een gemeente als weerstandsvermogen. Gezien het grote belang van grondexploitatie is het noodzakelijk het weerstandsvermogen voor de risico’s inzake grondexploitatie afzonderlijk tot uitdrukking te brengen. Wat betreft de omvang van het noodzakelijke weerstandsvermogen voor de grondexploitatie worden thans de volgende regels gehanteerd: onderhanden werken: 15% van de (volgens de exploitatieprognoses) per complex (op enig moment) verwachte maximale positieve boekwaarde; overige gronden: 15% van de boekwaarde; voorzieningen voor verwachte verliezen: deze worden op de boekwaarde van de gronden in mindering gebracht. een bandbreedte van maximaal € 200.000. Op basis van de hiervoor aangegeven systematiek is het benodigd weerstandsvermogen berekend op € 4,5 miljoen. Het saldo van de reserve bedraagt op 31 december 2011 € 0.2 mln. Op basis van herijking van de bestemmingsreserves, beschikbaar gestelde kredieten en de algemene reserve is een bedrag van 3,6 mln toegevoegd. Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 zal het benodigde weerstandsvermogen opnieuw worden berekend. De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
117
5.
Bestemmingsreserves
Naast de algemene reserves is er sprake van bestemmingsreserves. Deze worden hieronder toegelicht. 6. Afkoopsommen onderhoud graven
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel: 7. Reserve Stadsuitleg
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 1.344.093 Geraamde stortingen: € 63.680 Geraamde beschikkingen: € 44.000 Geraamd 31 december 2013: € 1.363.773 Het aanwenden van de rente van de ontvangen afkoopsommen voor het kunnen verzorgen van het onderhoud van de voor het onderhoud afgekochte graven. Jaarlijkse afkoopsommen voor grafonderhoud van 20 keer het dan geldende jaartarief. € 44.000 in verband met halvering van de bespaarde rente die wordt gemist in verband met verlaging van het percentage van 6% naar 3%. De gemeente ontvangt afkoopsommen voor altijd durend onderhoud van graven. Het gaat hierbij om bedragen die éénmalig ontvangen worden van derden. De gemeente is verplicht het jaarlijks onderhoud uit te voeren. De lasten van deze onderhoudswerkzaamheden worden gedekt uit de rente die de gemeente calculeert over de éénmalig ontvangen afkoopsommen. Om dit te realiseren wordt deze rente aan de exploitatie toegevoegd. Volgens de geldende verordening bestaat de mogelijkheid tot afkoop van het toekomstig onderhoud van een gekocht graf op de gemeentelijke begraafplaatsen. Hiervoor is een éénmalige bijdrage verschuldigd van 20 keer het dan geldende jaartarief. De hoogte van de reserve wordt bepaald door te ontvangen bijdragen. In het licht van de productenbegroting en binnen het beleidsuitgangspunt van een 100% dekking van de lasten/baten van de gemeentelijke begraafplaatsen, moet deze reserve in stand blijven. Het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen over langere termijn wordt onder de loep genomen. De verwachting is dat de onevenwichtige leeftijdsopbouw op termijn een belangrijke invloed heeft op het nu nog geldende altijd durend grafonderhoud. De reserve handhaven. Geraamd 1 januari 2013: € 150.000 Geraamde stortingen: € 76.000 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 226.000 De reserve is bestemd voor het realiseren van bovenwijkse voorzieningen die niet of niet geheel ten laste van bestemmingsplannen gerealiseerd kunnen worden. Vanuit de verkoop van bouwgrond vindt een storting plaats van € 19 per verkochte m² woningbouw en bedrijventerrein. Bijdragen voor realiseren bovenwijkse voorzieningen Reservering is tevens nodig voor de toekomstige uitvoering van actiepunten die voortkomen uit het verkeersstructuurplan. Het bedrag van € 19 per m² is in 2005 vastgesteld. In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claims volledig zijn afgewikkeld in 2012: € 287.500 - Schurinkstraat inclusief kruispunt € 502.980 - Reconstructie Stationsomgeving
Voorstel:
Toevoeging aan/samenvoeging met de algemene reserve grondexploitatie is niet wenselijk omdat het dan niet mogelijk is om projecten/investeringen uit te voeren die het bestemmingsplan te boven gaan en een veel langere looptijd hebben. De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
118
8. Reserve infrastructurele werken
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 40.000 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 40.000 Geraamd 31 december 2013: € 0 Dekken van kosten gemeentelijke projectleider N34 en kosten van niet voorziene infrastructurele aanpassingen als gevolg van de omleiding en herinrichting. n.v.t. Jaarlijks voor de kosten van de gemeentelijke projectleider (in 2013 geraamd op € 28.532) en verder als dekking voor de genoemde investeringen. In de met betrokken partijen gesloten overeenkomst is het aandeel van de gemeente Ommen bepaald op € 4.687.802. Betaling van deze bijdrage heeft op 22 mei 2007 plaatsgevonden. De herinrichting van de bestaande Rijksweg (RW34) is uitgevoerd. Het gedeelte Veldsteeg – Grens gemeente Hardenberg wordt door en op kosten van Rijkswaterstaat uitgevoerd. Het gedeelte Veldsteeg- westelijke grens bebouwde kom Ommen wordt conform de bestuursovereenkomst, door en op kosten van de gemeente Ommen uitgevoerd. Na de herinrichting wordt de bestaande RW34 overgedragen aan de gemeente Ommen. Daarnaast moet het gedeelte Slagenweg tot aan de Vechtbrug en het gedeelte vanaf de Westflank tot aan de aansluiting op het provinciale deel van de Varsenerdijk nog heringericht worden. In de nota reserves en voorzieningen 2011 is aangegeven dat de reserve beëindigd zou worden in 2012/2013. Daarbij is ervan uitgegaan dat bovenstaande werkzaamheden zijn afgewikkeld eind 2013.
Voorstel:
In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claim volledig is afgewikkeld in 2012: € 250.000 - Verkeersstructuurplan, reconstructie aansluiting Varsenerdijk/Danteweg (raad 30 juni 2011 – Kadernota 2012) De reserve beëindigen per 31 december 2013 en een mogelijk restant saldo toevoegen aan de Algemene reserve.
9. Reserve (frictie)kosten organisatieontwikkeling (frictiebudget)
Doel:
Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 807.975 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 395.261 Geraamd 31 december 2013: € 412.714 Het dekken van de personele kosten die ontstaan in verband met het doorvoeren van de bezuinigingstaakstelling, waardoor formatie verdwijnt en als gevolg daarvan medewerkers boventallig worden. n.v.t De reserve wordt aangewend ter dekking van personele kosten. De reserve is ontstaan in 2012 en kent een doorlooptijd van drie jaar. De voorgenomen personele bezuinigingsmaatregelen zijn niet in zijn geheel door te voeren per 1 januari 2012.Enkele maatregelen kunnen pas in 2013 of 2014 worden doorgevoerd. Structureel zijn de financiële effecten van de bezuinigingsmaatregelen ingeboekt. Incidenteel wordt ten behoeve van de opvang van de financiële effecten vanuit de overgangssituatie, frictiebudget ingezet. De reserve handhaven
PROGRAMMABEGROTING 2013
119
12. Reserve automatisering
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden: Voorstel: 14. Reserve sport
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 310.447 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 310.447 Dekking van investeringslasten en onderhoudslasten (egalisatiefunctie) met betrekking tot automatisering Uit vrijval kapitaallasten voor automatisering en vanuit egalisatiefunctie met betrekking tot onderhoud automatisering. Investeringen voor automatisering Naast de voeding / onttrekking vanuit de egalisatiefunctie wordt de reserve gevoed door de ruimte welke is ontstaan door vrijvallende kapitaallasten. De reserve handhaven.
Geraamd 1 januari 2013: € 171.920 Geraamde stortingen: € 32.900 Geraamde beschikkingen: € 9.034 Geraamd 31 december 2013: € 195.786 Financiële middelen beschikbaar stellen aan sportverenigingen voor het stichten, uitbreiden en renoveren van sportaccommodaties o.b.v. de fifty-fifty regeling. Besparingen op energie en onderhoud volgens een met verenigingen overeengekomen afbouwregeling. Voor 2013 is dit een bedrag van € 32.900. De kapitaallasten van investeringen voor de privatisering. Voor 2013 is dit een bedrag van € 9.034. In het kader van de privatisering van de buitensportaccommodaties (raadsbesluit 22 juli 1993) is een aantal algemene uitgangspunten bepaald. Eén van die punten is dat structurele besparingen voor de gemeente worden afgezonderd in een reserve voor nieuwe investeringen. Deze besparingen worden als gevolg van de overheveling van taken aan de buitensportverenigingen bewerkstelligd. Het plafond van de reserve is bepaald op € 226.890 (sportbeleidsnota). In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claims volledig zijn afgewikkeld in 2012: € 11.682 - Nog te betalen bijdragen vanuit 2010 en 2011 € 8.250 - Aanvragen 50/50 2012 De reserve handhaven met een plafond van € 226.890.
20. Reserve Fonds Beeldende Kunst
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 0 Geraamde stortingen: € 4.000 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 4.000 Realisatie van beeldende kunst in de gemeente Ommen € 1 per m2 uit te geven grond voor woningbouw. In 2013 wordt een storting geraamd van € 4.000 als gevolg van grondverkopen in het Havengebied Westelijk deel. n.v.t. In 2002 heeft een eerste storting in het fonds plaatsgevonden. Er is een Commissie Beeldende Kunst (CBK) geïnstalleerd. Mede op advies van deze commissie vindt verdere invulling van het beleid voor beeldende kunst plaats. Met ingang van 2012 worden de exploitatielasten (zoals verzekeringen, onderhoud, presentiegelden en interne uren) niet meer ten laste van de reserve gebracht maar opgevangen binnen de begroting. Indien nieuwe kunstaankopen worden gedaan, betekent dit een verhoging van de jaarlijkse exploitatielasten (o.a. onderhoud en verzekeringen). In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claim volledig is afgewikkeld in 2012: € 12.000 - voor (achterstallig) onderhoud kunstwerken (raad juni 2011 – Kadernota 2012). De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
120
21. Reserve BTW Compensatiefonds
Doel: Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 19.984 Geraamde stortingen: € 500 Geraamde beschikkingen: € 20.484 Geraamd 31 december 2013: € 0 Nadelige effecten van de invoering van het BTW Compensatiefonds afdekken. Bij de bepaling van de omvang van de reserve is gerekend met het jaarlijks toevoegen van bespaarde rente, gelijk aan 5% ( vanaf 2013 2,5%) over de stand van de reserve op 1 januari van het begrotingsjaar. De laatste beschikking over de reserve vindt plaats in 2013 en bedraagt € 20.484. De voeding van het fonds heeft in 2003 plaatsgevonden. Met behulp van deze voeding werd het mogelijk om het gecalculeerde structurele nadelig herverdeeleffect van rond € 320.000 gefaseerd (in 11 jaar) in bedragen van € 30.000 ten laste van de begroting te brengen. Uit een evaluatie van de werking van het BCF bleek dat de gemeenten meer BTW declareerden dan verwacht. Daarom is besloten tot een aanvullende uitname van € 770 mln. dat met terugwerkende kracht wordt uitgesmeerd over een aantal jaren. Voor onze gemeente betekent dat een extra uitname uit het gemeentefonds van € 229.000 over de jaren 2007 t/m 2009. Om deze extra uitname te dekken heeft in 2007 een storting plaatsgevonden van € 275.000 vanuit de algemene reserve. De reserve opheffen per 31 december 2013.
25. Reserve afschrijving geactiveerde investeringen
Doel: Stortingen: Beschikkingen:
Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 6.623.276 Geraamde stortingen: € 540.582 Geraamde beschikkingen: € 394.772 Geraamd 31 december 2013: € 6.769.086 Afdekken van kapitaallasten van investeringen met een economisch nut, waarvoor reserves zijn ingezet. Vindt plaats op het moment dat er sprake is van een investering met economisch nut en waarvoor voor de afdekking een reserve is aangewezen. Beschikkingen vinden jaarlijks plaats voor een deel dat gelijk staat aan hetgeen op de betreffende investering wordt afgeschreven. Voor 2013 is hiervoor een bedrag van € 229.190 geraamd. Exploitatietechnisch betekent dat een vergelijkbaar bedrag aan kapitaallasten wordt afgedekt door gedeeltelijke vrijval van de reserve (afschrijving) en door de rente over deze reserve ten gunste van de exploitatie te brengen. Voor o.a. de volgende investeringen met een economisch nut is/wordt deze reserve inmiddels gevoed : € 196.128 onderwijshuisvesting € 40.000 onderbouwing raadzaal (gedeelte)gemeentehuis € 221.318 cultureel centrum Carrousel € 437.995 WMO-loket € 1.890.000 nieuwbouw/renovatie Zwembad (2009) € 3.350.000 3 onder 1-dak (2009) € 510.000 aankoop locatie Besthemertol (2009) € 180.000 kunstgrasveld Beerzerveld (2010) € 430.000 aankoop pand Balkerweg 2 (2010) Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat, zodra er sprake is van vervangingsinvesteringen, hier geen dekkingsmiddelen voor aanwezig zijn. Hier zal de komende jaren nadrukkelijk aandacht voor moeten zijn. De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
121
27. Ontwikkelingsfonds Centrumvisie werkbudget
Doel: Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 52.466 Geraamde stortingen: € 1.312 Geraamde beschikkingen: € 40.000 Geraamd 31 december 2013: € 13.778 Afdekken van het jaarlijkse werkbudget voor de uit te voeren werkzaamheden voor de Centrumvisie. Bij de bepaling van de omvang van de reserve is gerekend met het jaarlijks toevoegen van bespaarde rente, gelijk aan 5% (vanaf 2013 2,5%) over de stand van de reserve op 1 januari van het begrotingsjaar. Jaarlijkse onttrekkingen ter hoogte van het tekort van het werkbudget. Voor 2013 is rekening gehouden met een onttrekking van € 40.000. Over het werkbudget zijn afspraken gemaakt met de ontwikkelaar. Het project heeft een looptijd tot en met 2014/2015. De contante waarde van het jaarlijks werkbudget per 1 januari 2005 bedroeg € 275.000. Bij de Voorjaarsnota 2005 is besloten dit bedrag te onttrekken aan de toenmalige reserve Centrumvisie/Drieslag/Verkeersstructuur en te storten in het nieuw gevormde ontwikkelingsfonds Centrumvisie-werkbudget. De reserve handhaven.
30. Reserve WWB inkomensdeel
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 25.803 Geraamde stortingen: € 15.096 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 40.899 Egalisatiereserve voor het WWB budget – inkomensdeel. Het positieve saldo tussen de werkelijke uitgaven en het budget wordt gestort in deze reserve. De storting voor 2013 is geraamd op € 15.096. Het negatieve saldo tussen de werkelijke uitgaven en het budget wordt onttrokken aan deze reserve. Voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de gemeente 100% verantwoordelijk. Hiervoor ontvangt de gemeente een budget van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), gebaseerd op t-1. Voor het ramen van de uitgaven is een berekeningsmethode vastgesteld. Uitgangspunten zijn hierbij de gemiddelden van de drie jaren voorafgaand aan het begrotingsjaar. Het saldo tussen de werkelijke uitgaven en het rijksbudget wordt gestort in/onttrokken aan deze reserve. Gelet op de berekeningsmethode waarbij een tijdspanne van drie jaren wordt gehanteerd is bij de vaststelling van de begroting 2007 besloten de reserve te maximeren op een bedrag van € 450.000. De lasten als gevolg van een extra stijging van 10 á 15 cliënten kunnen daarmee opgevangen worden. Vanwege het opheffen van de Reserve Fonds Werk en Inkomen zal er voor de Bbz ook voor het 25% deel beschikt kunnen worden over deze reserve. Wanneer er sprake is van een toekenning o.g.v. het Bbz zijn daar in zijn algemeenheid grote bedragen mee gemoeid.
Voorstel:
Gelet op de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de mogelijke toename van het aantal bijstandsgerechtigden zal de noodzakelijkheid van deze reserve nauwlettend gevolgd worden. Mogelijk dient de reserve aangewend te worden voor het niet ontvangen van de geraamde Incidentele Aanvullende Uitkering (zie ook paragraaf Weerstandsvermogen). De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
122
37. Reserve onderhoud wegen (OW)
Doel: Stortingen: Beschikkingen:
Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 1.099.796 Geraamde stortingen: € 27.495 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 1.127.291 Dekking van investeringen en onderhoudslasten (egalisatiefunctie) met betrekking tot onderhoud van asfaltwegen, elementverhardingen, kunstwerken, onverharde wegen, bermen en sloten. Toekomstige voordelige exploitatiesaldi. Toekomstige nadelige exploitatiesaldi en bijdragen in kosten groot onderhoud van asfaltwegen, elementverhardingen, kunstwerken, onverharde wegen, bermen en sloten (producten 2101.01, 2101.02, 2101.03 en 2101.04). Voor het onderhoud van de wegen is een actueel meerjarenonderhoudsplan onontbeerlijk. Op basis van dit plan, moet beoordeeld kunnen worden of het jaarlijkse exploitatiebudget toereikend is en of er voldoende middelen aanwezig zijn, om te kunnen bijdragen in de onderhoudskosten kosten van Asfaltwegen, Elementenverhardingen, Kunstwerken, Onverharde wegen en Bermen en sloten. Voor de planperiode 2008 t/m 2017 zijn de totale onderhoudskosten voor wegen, bruggen, tunnels, bermen en sloten en duikers geprognosticeerd op ca. € 8,8 miljoen (prijspeil 2008) en het op begrotingsbasis beschikbare onderhoudsbudget op € 7,7 miljoen. Voor de dekking van het verschil wordt voorzien in een onttrekking aan de reserve wegen. Ten opzichte van de prognose 2008 t/m 2017 zijn er een aantal risico’s dat van invloed zijn op het toekomstig onderhoud in die periode, deze zijn: De winters kunnen meer schade veroorzaken dan gemiddeld. De uitbreiding van areaal zoals in 2011. De jaarlijkse verhoging van de aan de reserve gerelateerde producten blijven achter bij de prijs ontwikkeling in de markt. De taakstellende bezuiniging van € 200.000 structureel (besluitvorming december 2010). Bovengenoemde punten worden betrokken bij het actualiseren van het meerjarenonderhoudsplan. In afwachting van deze actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan moet de jaarlijkse toevoeging van de rente aan de reserve onderhoud wegen blijven plaatsvinden. De reserve handhaven en zodra er sprake is van een actueel meerjarenonderhoudsplan (staat in de planning voor eind 2012) de reserve omzetten naar een voorziening.
38. Reserve riolering (OW)
Doel:
Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 1.608.173 Geraamde stortingen: € 785.346 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 2.393.197 Dekking van investeringslasten en onderhoudslasten (egalisatiefunctie) met betrekking tot onderhoud en vervanging van bestaande riolering. De reserve is niet bestemd voor het realiseren van nieuwe riolering. Toekomstige voordelige exploitatiesaldi van bestaande riolering. Voor 2013 wordt een voordelig exploitatiesaldo van € 427.990 verwacht Toekomstige nadelige exploitatiesaldi van bestaande riolering. De reserve is niet bestemd voor het realiseren van nieuwe riolering. Het financiële ‘gebeuren’ van de riolering vindt zijn basis in het door de gemeenteraad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De reserve moet voldoende ruimte bieden voor dekking van de jaarlijkse lasten van onderhoud, maar ook voor dekking van de kapitaallasten van toekomstige vervanging van bestaande vrijvervalriolering, en drukriolering inclusief technische installaties. De huidige reserve is overeenkomstig de planning, rekening houdend met de geplande respectievelijk gerealiseerde investeringen. In het GRP is zowel voor de investeringen als ook voor de reserve gerekend met 6% rente (Nota reserves en voorzieningen 2004). De stand van de reserve is ongeveer gelijk aan die van de oorspronkelijke prognose. De
PROGRAMMABEGROTING 2013
123
gemeente Ommen voldoet op dit moment aan de wettelijk verplichte basis inspanning. Door de jaarlijkse stortingen in of onttrekkingen aan de reserve, alsmede door de jaarlijks bij te schrijven rente blijft de reserve op de noodzakelijke hoogte. De mogelijke gevolgen van strengere wetgeving zijn niet in deze reserve opgenomen omdat nog niet exact bekend is wat de gevolgen zijn voor de bestaande riolering en welke investeringen hiermee gemoeid zijn. Bij toekomstige werkzaamheden wordt in nauw overleg met de waterkwaliteitsbeheerders, zover mogelijk is, ingespeeld op de verwachte gevolgen van de toekomstige richtlijnen. Daarnaast worden de werkzaamheden zoveel mogelijk gecombineerd met stellen nieuw Verbreed Gemeentelijk Riool Plan (Verbreed G.R.P.), waarin de resultaten van de afgesloten afvalwaterakkoorden worden verwerkt, wordt het huidige beleid voortgezet. In afwachting van de actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan, voort vloeiend uit het te ontwikkelen verbreed GRP vindt jaarlijkse toevoeging van de rente plaats.
Voorstel:
In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claims volledig zijn afgewikkeld in 2012: € 250.000 In de Kadernota 2012 is een bedrag van € 250.000 opgenomen voor vervanging rioolgemalen en afkoppelen van regenwater. € 410.033 Resterend kredieten riolering t/m 2010 € 400.000 Onderhoud riolen/gemalen 2011 € 2.000.000 Herstructurering Stationsweg € 3.060.033 Totaal beslagen De reserve handhaven en zodra er sprake is van een actueel meerjarenonderhoudsplan (het opstellen van een vernieuwd Gemeentelijk Rioleringsplan verbreed GRP is in 2013 gepland) de reserve omzetten naar een voorziening.
41. Reserve Investeren in Overijssel
Doel:
Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 450.000 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0Geraamd 31 december 2013: € 450.000 Dekking van de lasten met betrekking tot het uitvoeren van de twee projecten “Investeren in Overijssel”. Het betreft de projecten: Ruimte voor de Vecht (€ 928.000) en Herstructurering Industrieterreinen (€ 472.000). Er is een voorstel in voorbereiding m.b.t. de inzet van de middelen voor het project Ruimte voor de Vecht (raad september 2011). In 2009 is € 1.400.000 aan de reserve toegevoegd. Dit bedrag is afkomstig uit de opbrengst van de verkoop van de aandelen Essent aan de Duitse RWE. n.v.t. Over de projecten zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de Provincie Overijssel. In principe draagt de provincie voor 50% bij aan de projecten. In de stand per 1 januari 2013 is rekening gehouden met het feit dat de volgende claims volledig zijn afgewikkeld in 2012: € 828.208 Ruimte voor de Vecht € 100.000 Project Eerde € 928.208 De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
124
42. Reserve Essent vorderingen (FIN)
Doel: Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 291.595 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: € 291.595 De middelen storten in een reserve en zodra de gelden daadwerkelijk zijn ontvangen, deze laten vrijvallen om definitief te bestemmen. In 2009 is € 388.795 aan de reserve toegevoegd, afkomstig uit de opbrengst van de verkoop van de aandelen Essent aan het Duitse RWE. Hier staat een vordering op Enexis Holding N.V. tegenover. n.v.t. De bedragen worden ontvangen van Enexis in de jaren: - 2014 € 107.999 - 2016 € 107.998 - 2019 € 75.598 totaal € 291.595 De reserve handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
125
6.
Voorzieningen
70. Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing
Doel: Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 168.389 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 68.500 Geraamd 31 december 2013: € 99.889 Batige saldo exploitatie aanwenden om mogelijke toekomstige nadelige saldi te compenseren. Toekomstige positieve exploitatiesaldi. Over het jaar 2011 was er sprake van een positief exploitatiesaldo van ruim € 240.000. Hierdoor kwam de voorziening boven het door uw raad vastgestelde plafond van € 100.000. Voor 2012 is een teruggave geraamd van € 32 per aansluiting. Op begrotingsbasis 2013 wordt (voorlopig) uitgegaan van een verlaging van het tarief per aansluiting van € 10. Definitieve vaststelling van het tarief vindt plaats in de raad van november / december 2012. Toekomstige nadelige exploitatiesaldi. De voorziening heeft in eerste aanleg de functie van egalisatie van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de reinigingsfunctie. Afhankelijk van de omvang van de voorziening kan deze ook worden betrokken bij het bepalen van de hoogte van het tarief afvalstoffenheffing. Bovengrens van de voorziening is door uw raad vastgesteld op € 100.000. De voorziening handhaven.
72. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
Doel: Stortingen:
Beschikkingen:
Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 580.639 Geraamde stortingen: € 171.924 Geraamde beschikkingen: € 247.971 Geraamd 31 december 2013: € 504.592 Dekking van lasten van groot onderhoud (egalisatiefunctie) met betrekking tot gemeentelijke gebouwen. Jaarlijks vast bedrag per gemeentelijk gebouw, gebaseerd op een 10-jarig gemiddeld onderhoudsbedrag.
In 2013 wordt rekening gehouden met een toevoeging van € 155.004. Daarnaast wordt ook de meeropbrengst van de huwelijken die gehouden worden in Huize Het Laer ook gestort in deze voorziening. Voor 2013 is de meeropbrengst geraamd op € 16.920 op basis van 45 huwelijken. Jaarlijkse daadwerkelijke kosten van groot onderhoud/renovatie voor zover deze in het meerjarige onderhoudsschema zijn opgenomen. Voor 2013 is de beschikking berekend op € 247.971 (inclusief dakrenovatie Carrousel). Het is niet mogelijk om kosten van achterstallig onderhoud vanuit deze voorziening te dekken. Deze voorziening mag alleen de gecalculeerde kosten afdekken (waarvoor jaarlijks een bedrag in de voorziening wordt gestort). De planning voor het meerjarenonderhoud is door de raad vastgesteld voor de jaren 2004-2013. In afwachting van actualisatie van het meerjaren onderhoudsplan is het bestaande beleid voortgezet. De voorziening handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
126
76. Voorziening pensioenen wethouders
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 420.281 Geraamde stortingen: € 10.507 Geraamde beschikkingen: € 12.972 Geraamd 31 december 2013: € 417.816 Het kunnen voldoen aan de pensioenverplichtingen ten behoeve van (ex)wethouders die in 2002 zijn afgetreden. Jaarlijks een bedrag gelijk aan 2,5% (t/m 2012 5%) rente over de stand van de voorzieningen per 1 januari van het begrotingsjaar. Voor een wethouder die inmiddels 65 jaar is, vindt jaarlijks een uitkering plaats. Periodiek wordt beoordeeld of de gedane aannames voor de berekening van de hoogte van de voorziening nog actueel zijn. De wethouders vallen nu nog niet onder de Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. In de toekomst zou dit wel tot de mogelijkheden behoren. De gemeente betaalt geen pensioenbijdrage, maar heeft wel uitkeringen te doen op grond van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers. Voor de opgebouwde toekomstige pensioenaanspraken van de wethouders die in 2002 zijn afgetreden, is een voorziening gevormd. Hiervoor heeft in 2002 een storting plaatsgevonden van € 195.000 vanuit de exploitatie en in 2003 nog een bedrag van € 93.823. Via een jaarlijkse rentetoevoeging groeit de voorziening door tot het tijdstip (65-jarige leeftijd) waarop aanspraak kan worden op uitbetaling van pensioen. De voorziening handhaven.
77. Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 19.610 Geraamde stortingen: € 490 Geraamde beschikkingen: € 20.100 Geraamd 31 december 2013: € 0 Het uitkeren van wachtgelden aan gewezen wethouders of hun nabestaanden. Jaarlijks een bedrag gelijk aan 2,5% (t/m 2012 5%) rente over de stand van de voorzieningen per 1 januari van het begrotingsjaar. Jaarlijkse uitkering aan gewezen personeel. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een wachtgeldverplichting van € 20.100. Periodiek wordt beoordeeld of de gedane aannames voor de berekening van de hoogte van de voorziening nog actueel zijn. De voorziening is toereikend om aan de huidige verplichtingen (die lopen t/m juni 2013) te voldoen. De voorziening handhaven t/m 2013.
81. Voorziening bedrijvenpark Broekdijkje
Doel: Stortingen: Beschikkingen:
Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 141.621 Geraamde stortingen: € 3.541 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: € 145.162 Opvangen gecalculeerd tekort op grondexploitatiecomplex. Rentetoevoeging om verschil stijgende boekwaarde en te realiseren verkoopopbrengst te kunnen opvangen. Bij verkoop lager dan de boekwaarde om verschil opbrengst en boekwaarde te kunnen opvangen. Bij verkoop tegen boekwaarde of hoger, valt voorziening vrij ten gunste van algemene reserve grondexploitatie. Sinds 1997 heeft de gemeente een grondpositie aan het Broekdijkje. Indertijd is het aangekocht voor toekomstig bedrijvenpark. Om het verschil tussen de stijgende boekwaarde en de te verwachten lagere verkoopopbrengst te kunnen opvangen is op grond van het BBV een voorziening ten laste van de algemene reserve grondexploitatie gevormd. Jaarlijks wordt bij de opstelling van de jaarrekening grondexploitatie, beoordeeld of de voorziening van voldoende hoogte is en zonodig vindt er een extra storting/beschikking plaats met de algemene reserve grondexploitatie. Afhankelijk van mogelijke ontwikkelingen in het gebied, zal naar verwachting in 2011 een besluit genomen worden over de verkoop van het betreffende perceel. Voorziening handhaven totdat perceel is verkocht.
PROGRAMMABEGROTING 2013
127
84. Voorziening dubieuze debiteuren SDV
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 241.259 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: € 241.259 Voorziening voor uitstaande vorderingen van de afdeling Sociale Dienstverlening die waarschijnlijk niet invorderbaar zijn. n.v.t. Uitstaande vorderingen die waarschijnlijk niet invorderbaar zijn. Jaarlijks wordt een inschatting gemaakt welk gedeelte van alle uitstaande vorderingen van de afdeling SDV niet invorderbaar zijn. Conform de richtlijnen moet hiervoor een voorziening getroffen worden. De voorziening handhaven.
87. Voorziening verkoop Essent
Doel:
Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden: Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 95.470 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: € 95.470 Als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent aan het Duitse RWE is in het boekjaar 2009 een vordering ontstaan op Verkoop Vennootschap B.V. ad € 172.798. Voor de vordering op deze vennootschap moet een voorziening getroffen worden tot het volledige bedrag. Zodra de vordering daadwerkelijk is ontvangen kan de voorziening vrijvallen om daarna definitief te bestemmen. In 2009 is € 172.798 aan de voorziening toegevoegd in verband met de verkoop van de aandelen Essent aan het Duitse RWE. In het voorjaar van 2011 is een bedrag van € 77.328 uitgekeerd aan de gemeente Ommen. n.v.t. n.v.t. De voorziening handhaven.
88. Voorziening De Rotbrink
Doel: Stortingen: Beschikkingen: Bijzonderheden:
Voorstel:
Geraamd 1 januari 2013: € 1.275.884 Geraamde stortingen: € 0 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: €1.275.884 Het treffen van een voorziening in verband met de mogelijke oninbaarheid van het verstrekte stichtingskapitaal aan De Rotbrink. In 2011 is € 900.000 aan de voorziening toegevoegd in verband met de onzekerheid met betrekking tot de terug ontvangst van het verstrekte stichtingskapitaal. n.v.t. Dit was de voorziening De Drieslag. Als gevolg van de besluitvorming m.b.t. de Drieslag begin 2012, is de naam van deze voorziening automatisch gewijzigd in de voorziening De Rotbrink. In de geraamde stand per 1 januari is nog begrepen de diverse jaarlijkse rentebijschrijvingen van € 63.000 m.b.t. De Drieslag. Die budgettair neutrale, administratieve correctie dient nog plaats te vinden in 2012. De voorziening (voorlopig) handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
128
89. Ontwikkelingsfonds Centrumvisie (RO)
Doel: Stortingen:
Beschikkingen: Bijzonderheden:
Geraamd 1 januari 2013: € 2.224.580 Geraamde stortingen: € 55.615 Geraamde beschikkingen: € 0 Geraamd 31 december 2013: €2.280.195 Afdekken van het exploitatietekort van de Centrumvisie. Storting vindt plaats d.m.v. grondverkopen, bijdragen vanuit andere gemeentelijke middelen/reserves, subsidies, bijdragen derden en bijschrijvingen rente. Bij de bepaling van de omvang van de reserve is gerekend met het jaarlijks toevoegen van bespaarde rente, gelijk aan 2,5% (t/m 2012 5%) over de stand van de reserve op 1 januari van het begrotingsjaar. Op eind datum voor totaal geactiveerde kosten. Op 6 maart 2003 is de Ontwikkelingsvisie Ommen-centrum vastgesteld. Daarmee is een richting vastgesteld voor de ontwikkeling van het centrum gedurende de komende jaren. Nadere concretisering hiervan vindt plaats in deelplannen. De ontwikkeling van het gebied Westflank krijgt gestalte door samenwerking met een derde. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met Artica. Voor de (her)ontwikkeling van het centrum van Ommen is een exploitatieberekening opgesteld waaruit blijkt dat er sprake is van een tekort van € 2.045.400 per 1 januari 2004, dat voor rekening van de gemeente komt. In het kader van de Voorjaarsnota 2005 is besloten een Ontwikkelingsfonds Centrumvisie en Centrumvisie-werkbudget te vormen. Het berekende niet gedekte tekort, contant gemaakt per 1 januari 2005 ad € 1.179.200, is onttrokken aan de toenmalige reserve Centrumvisie/Drieslag/Verkeersstructuur. Daarnaast zijn vanuit de voorziening riolering, de reserve reconstructie Bouwstraat en de reserve stadsuitleg bedragen gestort in dit ontwikkelingsfonds. Het resultaat is dat rond 80% van het berekende tekort afgedekt is in dit fonds. In mei 2009 is een van de provincie een subsidiebeschikking ontvangen, ter grootte van € 888.000. Het eventueel resterend exploitatietekort dient te komen uit subsidies en overige bijdragen van derden.
Voorstel:
Door deze subsidie is het resterende tekort dus voor het grootste deel afgedekt (zie ook paragraaf weerstandsvermogen van de begroting 2013). De ontwikkeling van de Westflank is vertraagd. Het bestemmingsplan Westflank is in februari 2010 vastgesteld. Het bestemmingsplan Westflank inmiddels is onherroepelijk geworden. Vervolgens is gestart met de voorbereidingen en naar verwachting is het plan in 2015 volledig afgerond. De voorziening handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2013
129
7.
Overzicht reserves en voorzieningen Begroting
Naam reserve / voorziening
Stand 1-1-2013
Begroting mutaties bij :
mutaties af :
Stand 31-12-2013
ALGEMENE RESERVES 1 Algemene reserve 3 Algemene reserve grondexploitatie Totaal BESTEMMINGSRESERVES 6 Afkoopsommen onderhoud graven
5.868.277 3.773.413
11.468
379.400
5.500.345 3.773.413
9.641.690
11.468
379.400
9.273.758
44.000
1.363.773
40.000
226.000 0
1.344.093
63.680
7 Reserve stadsuitleg 8 Reserve infrastructurele werken
150.000 40.000
76.000
9 Reserve (frictie)kosten organisatieontwikkeling (frictiebudget) 12 Reserve automatisering
807.975 310.447
14 Reserve sport 20 Reserve Fonds Beeldende Kunst
171.920 0
21 Reserve BTW Compensatiefonds 25 Reserve afschrijving geactiveerde investeringen 27 Ontwikkelingsfonds Centrumvisie-werkbudget 30 Reserve WWB inkomensdeel 37 Reserve onderhoud wegen 38 Reserve riolering 41 Reserve Investeren in Overijssel 42 Reserve Essent vorderingen Totaal
395.261
412.714 310.447
32.900 4.000
9.034
195.786 4.000
19.984 6.623.276
500 540.582
20.484 394.772
0 6.769.086
52.466 25.803
1.312 15.096
40.000
13.778 40.899
1.099.796 1.608.173
27.495 785.024
1.127.291 2.393.197
450.000 291.595
450.000 291.595
12.995.528
1.546.589
943.551
13.598.566
70 Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing 72 Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
168.389 580.639
172.231
68.500 247.971
99.889 504.899
76 Voorziening pensioenen wethouders 77 Voorziening wachtgeldverplichtingen vm wethouders
420.281 19.610
10.507 490
12.972 20.100
417.816 0
81 Voorziening bedrijvenpark Broekdijkje 84 Voorziening dubieuze debiteuren SDV
141.621 241.259
3.541
VOORZIENINGEN
145.162 241.259
87 Voorziening verkoop Essent 88 Voorziening De Rotbrink
95.470 1.275.884
89 Ontwikkelingsfonds Centrumvisie
2.224.580
55.615
5.167.733
242.384
349.543
5.060.574
27.804.950
1.628.210
1.672.494
27.932.897
Totaal
TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
PROGRAMMABEGROTING 2013
95.470 1.275.884 2.280.195
130
Bijlagen Bijlage 1: Kerngegevens
133
Bijlage 2: Overzicht aanpassing tarieven van rechten en belastingen
135
Bijlage 3: Investerings- en financieringsstaat
137
Bijlage 4: Incidentele baten en lasten
139
PROGRAMMABEGROTING 2013
131
PROGRAMMABEGROTING 2013
132
Bijlage I : Kerngegevens A Sociale structuur per 1 januari
Rekening 2011 17.329
17.300
17.400
waarvan van 0 – 19 jaar waarvan van 20 – 63 jaar waarvan van 64 jaar en ouder
4.095 10.251 2.983
4.100 9.900 3.300
4.100 10.000 3.300
122
120
120
166.06
154,56
154,37
Aantal SE’s sociale werkvoorzieningsschappen
Fysieke structuur per 1 januari
Rekening 2011
Oppervlakte gemeente : - waarvan binnenwater - waarvan historische stads- en dorpskern
Begroting 2012
Begroting 2013
18.198 ha 200 ha 5 ha
18.198 ha 200 ha 5 ha
18.198 ha 200 ha 5 ha
8.053
8.040
8.040
Lengte van de wegen: - waarvan verharde wegen - waarvan onverharde wegen
409 km 311 km 98 km
421 km 323 km 98 km
421 km 323 km 98 km
Lengte van de (recreatieve) fiets-, ruiter- en wandelpaden Lengte van de waterwegen Aantal hectare openbaar groen (incl.vijvers)
191 km
204 km
204 km
41,8 ha 97 ha
41,8 km 97 ha
41,8 km 97 ha
Aantal woonruimten
C
Begroting 2013
Aantal inwoners:
Aantal periodiek bijstandsgerechtigden (gemiddeld)
B
Begroting 2012
Financiële structuur
Rekening 2011 Totaal
Exploitatielasten Exploitatiebaten : Opbrengst belastingen (incl. riool /afvalstoffenheff) Algemene uitkering gemeentefonds Inkomenoverdr.van het rijk Leges, huren, pachten en overige vergoedingen Overige baten (o.a. grondverkopen) Totale baten Overige zaken: Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven (incl. grondexploitatie
Vaste schuld waarvan voor woningbouw Eigen fin.middelen Totaal vaste financieringsmiddelen
Economische waarde OZB: - woningen - niet-woningen Totaal economische waarde
PROGRAMMABEGROTING 2013
p.inw
%
Begroting 2012 totaal
p.inw
38.063.063
2.200
%
Begroting 2013 totaal
p.inw
38.130.069
2.191
%
67.803.468
3.913
6.863.158
396
10
6.690.474
387
18
6.939.033
399
18
16.504.448
952
24
16.646.880
962
44
16.073.851
924
43
6.942.132 2.697.123
401 156
10 4
6.161.885 2.369.270
356 137
16 6
6.159.577 2.371.774
354 136
16 6
36.570.292
2.110
52
6.194.554
358
16
6.585.656
378
17
69.577.153
4.015
100
38.063.063
2.200
100
38.130.069
2.191
100
58.970.841
3.403
74.268.994
4.293
66.731.834
3.835
26.169.641 0 33.233.906
1.510 0 1.918
44
1.513 35 1.886
45
56
26.169.641 600.648 32.633.077
55
36.352.723 0 27.804.950
2.089 0 1.598
43
59.403.547
3.428
100
58.802.717
3.399
100
64.157.673
3.687
100
1.909.576.000 578.249.775 2.487.825.775
77 23 100
77 23 100
1.878.049.000 578.730.775 2.456.779.775
1.916.848.000 584.217.775 2.501.065.775
57
76 24 100
133
PROGRAMMABEGROTING 2013
134
Bijlage II : Overzicht aanpassing tarieven van rechten en belastingen BeheersOmschrijving Product Leges: 0022.01 Algemeen plaatselijke verordening 0022.02 Drank- en horecavergunningen c.a. 0041.01 Persoonsdocumenten – verklaring omtrent gedrag 0041.01 Persoonsdocumenten – verklaringen GBA 0041.04 Rijbewijzen leges proces verbaal (rest al max. tarief) 6520.02 Gehandicaptenparkeerkaarten 0041.05 Reisdocumenten 0041.09 Naturalisatie en geslachtsnaamwijziging 0041.11 Burgerlijke stand 0041.12 Huwelijksvoltrekkingen 1201.01 Brandpreventie 2111.04 Parkeerontheffingen 3112.01 Markten 5412.03 Monumentenvergunningen 5602.06 Verblijfsrecreatie 7231.05 Bodeminformatie 7321.01 Begraafrechten (aanpassing met 2,18%) 8100.01 Bestemmingsplannen 8100.03 Gedoogbeschikkingen 8100.04 Ruimtelijke besluiten en ontheffingen 8231.01 Omgevingsvergunningen (incl. vergoeding welstand)
Grondslag
198 5.282 6.010 7.080 1.435 1.500 97.385 4.753 3.245 56.823 0 4.665 25.935 1.828 0 3.842 200.310 41.790 4.789 749 592.840
Verhoging 2%
Netto Effect
4 106 120 142 29 30 1.948 95 65 1.136 0 93 519 37 0 77 4.181 836 96 15 11.857 21.386
Sportaccommodaties: Binnensport 5005.41 5005.42 5005.44 5005.45 5005.46 5301.01
Gymzaal De Schammelte Gymzaal Laarakkers Gymzaal Beerzerveld Gymzaal Baron van Fridaghstraat Sportzaal De Slaghen Sporthal De Blokken
1.020 3.468 5.100 3.500 16.045 34.000
20 69 102 70 321 680 1.262
Buitensport 5310.01 5310.01 5310.01 5310.01 5310.01
Complex Westbroek Complex Lemele Complex Beerzerveld Complex Paardeweide Complex Vilsteren
19.601 2.780 3.439 689 2.293
392 56 69 14 46 577
Zwembaden 5302.01 5302.04
Openluchtbad Overdektbad
98.750 216.848
1.975 4.337
Sociaal Cultureel Centrum “Carrousel”
194.770
3.895
6.312 3.895
Belastingen 9310.01 9320.01 9320.01 9350.01 9360.01 9370.01 9390.01
OZB gebruikers niet-woningen OZB eigenaren niet-woningen OZB eigenaren woningen Forensenbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariorechten
456.030 695.000 1.492.000 479.500 562.500 63.100 14.271
9.121 13.900 29.840 9.590 11.250 1.262 285
TOTAAL OPBRENGST In het vorenstaande zijn niet meegenomen de aanpassingen van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. PROGRAMMABEGROTING 2013
75.248 108.680
135
PROGRAMMABEGROTING 2013
136
Bijlage III: Investerings- en financieringsstaat Omschrijving
Boekwaarde 1-jan-2013
Totalen
1
2
Begrote mutaties (saldo) 3
Totalen
Boekwaarde 31-dec-2013
Totalen
4
5
6
VASTE ACTIVA - woonwagens bejaardencentrum woningwetbouw - overige activa
399.180 42.915.125
-32.373 -1.982.096 43.314.305
Onderhanden werk inzake grondexploitatie: - div. complexen - verspreide gronden
23.178.296 239.233
Totaal activa
366.807 40.933.029 -2.014.469
0 0
41.299.836
23.178.296 239.233
23.417.529
0
23.417.529
66.731.834
-2.014.469
64.717.365
PASSIVA Eigen Vermogen - reserves - voorzieningen
22.637.217 5.167.733
191.468 -107.466 27.804.950
Opgenomen langlopende leningen - leningen woning - overige leningen
0 36.352.723
22.828.685 5.060.267 84.002
0 -1.967.574
27.888.952
0 34.385.148
36.352.723
-1.967.574
34.385.148
Totaal passiva
64.157.673
-1.883.572
62.274.100
Totalen: - vaste activa - passiva
66.731.834 64.157.673
-2.014.469 -1.883.572
64.717.365 62.274.100
2.574.161
-130.896
2.443.265
Per saldo tekort aan vaste financieringsmiddelen
PROGRAMMABEGROTING 2013
137
PROGRAMMABEGROTING 2013
138
Bijlage IV: Incidentele baten en lasten In de Kadernota 2013 is een bedrag van € 300.000 aan incidentele middelen opgenomen. Dit is exclusief de suppletieuitkering OZB van € 96.000, die in 2013 éénmalig beschikbaar is. Zodoende komt het geactualiseerde bedrag in 2013 uit op € 396.000. Op grond van uw besluitvorming over de Kadernota 2013 hebben wij de volgende posten ten laste van dit bedrag gebracht (deze staan bij de afzonderlijke programma’s): Programma 2 Duurzaam Ommen - Groene diensten waarvan bijdrage provincie 50% - Regionale Uitvoeringsdienst IJsselland
€ 82.000 € 41.000 -/€ 36.000
Programma 5 Jeugdig Ommen - Huisvestingsplan onderwijs 2013
€ 67.000
Programma 6 Leefbaar Ommen - GOP/GOV
€ 50.000
Programma 8 Recreatief Ommen - Schuifdeuren Carrousel
€ 9.000
Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en mutatie reserves - Doorontwikkelen koppeling- en gegevensleveranciers en Makelaar - Deelname regionaal project Basisregistratie Grootschalige Topografie Totaal ingezet conform besluitvorming over de Kadernota 2013
€ 10.000 € 5.000 € 218.000
Per saldo resteert op de post onvoorzien incidenteel € 178.000 (€ 396.000 -/- € 218.000). Voor het tegengaan van permanente bewoning bij recreatieverblijven is blijvend inzet gewenst. Hiertoe zullen wij een separaat voorstel aan u voorleggen. Indien de raad instemt met dit voorstel zal het betreffende bedrag door middel van een technische begrotingswijziging alsnog voor 2013 worden opgevoerd. In 2012 is de geplande bezuiniging van € 25.000 bij de musea niet doorgegaan en incidenteel gedekt. Voor 2013 hebben wij de bezuiniging in eerste instantie structureel ingeboekt maar de realisatie heeft meer tijd nodig. Het college wil in het voorjaar 2013 het museale beleid meer ten principale met de raad doorspreken. Separaat stellen wij u voor om het betreffende subsidiebudget van € 25.000 dan ook incidenteel te verstrekken. Via een begrotingswijziging zal een en ander dan verwerkt worden. Ook is op grond van actuele informatie en verwachtingen als incidentele uitgaaf in de begroting 2013 opgenomen: • een bedrag van € 120.000 i.v.m. een verhoging van de ABP-premie met 1,3% • een bedrag van € 100.000 voor autonome ontwikkelingen. Daarnaast zijn in de begroting de volgende incidentele lasten opgenomen waarvan de dekking plaatsvindt door beschikking over de reserves (dit conform eerdere besluiten van uw raad): - Extra huurkosten HKO 2013 (t.l.v. algemene reserve) € 4.000 - Projectleiding (t.l.v.reserve infrastructurele werken) € 28.000 - Frictiekosten bezuinigingen (t.l.v.reserve organisatieontwikkeling / frictiebudget) € 395.000 Totaal incidentele uitgaven ten laste van de reserves € 427.000 Verder bevat de begroting nog de volgende “budgettair-neutrale” incidentele posten (dekking via subsidies en dergelijke): - Bijdrage bestrijding onderwijsachterstandenbeleid (t/m 2014) - Stelpost uitvoeringskosten AWBZ (vergoeding via Algemene Uitkering) - Bijdrage Gebiedsgerichtbeleid Bestuursconvenant Prov. Meerjarenplan (t/m 2013) Totaal
€ € € €
22.000 44.000 15.000 81.000
Tot slot: de dekking van de meerkosten van de investering in het kunstgrasveld te Lemele ad € 375.000 vindt plaats te beschikken over de algemene reserve. Dit leidt tot extra kapitaallasten van € 32.000. PROGRAMMABEGROTING 2013
139