Inhoudsopgave VOORWOORD INFORMATIE OVER PESTEN
4
Wat is plagen? Wat is pesten? Hoe wordt er gepest? De gepeste leerling De pestende leerling De meelopers, de zwijgende middengroep
4 4 6 7 7 7
Signalen die wijzen op pestgedrag
8
Wat is cyberpesten? Hoe wordt er gepest? Wat kan je doen om digitaal pesten te voorkomen? Wat kan je tegen digitaal pesten doen?
9 9 9 10
WERKWIJZE OP ONZE SCHOOL?
11
Het jaarthema: be a buddy, not a bully De aanpak Preventieve maatregelen Curatieve maatregelen Steun bieden aan de gepeste Aanspreken van de pester De klas Onderwijzend en ondersteunend personeel De ouders Instanties
12 12 12 13 13 13 14 14 14 15
BIJLAGEN
16
Bijlage 1: Het feitenblad Bijlage 2: Wat kunnen ouders van een gepeste leerling doen? Wat kunnen ouders van een pestende leerling doen? Bijlage 3: Interne zorgstructuur in Sint-Aloysius
Voorwoord Een van de uitgangspunten van de aanpak in SOLV is 'graag leren en je goed en veilig voelen op school, horen bij elkaar.' We spreken hiermee heel duidelijk uit dat we al onze leerlingen een veilig pedagogisch klimaat willen bieden waarin zij zich kunnen ontwikkelen en waarin goede leerprestaties en persoonlijke groei mogelijk zijn. Leerkrachten, ondersteunend personeel, zorgcoördinatoren en directie bevorderen deze ontwikkeling door het scheppen van een open en prettige werksfeer in de klas en daarbuiten. Door het creëren van een overzichtelijke organisatie draagt de school bij aan het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Het moet zo voor iedere leerling mogelijk worden om te ervaren dat zijn/haar persoonlijkheid er mag zijn. Er is ruimte voor iedereen om zichzelf te zijn zolang dat niet in strijd is met de afgesproken regels of dat iemands persoonlijke grenzen overschreden worden. "Pesten" is in strijd met onze uitgangspunten en past daarom niet in SOLV. Het pestactieplan is geschreven voor de leerlingen, ouder(s) en medewerkers van de school. Het geeft het beleid van de school weer t.a.v. pesten. Het beschrijft wat we onder pesten verstaan, hoe pesten voorkomen kan worden en wat de aanpak is als er gepest wordt. Het hoofddoel van het actieplan is het voorkomen en bestrijden van pesten door alle betrokkenen duidelijkheid te geven over ieders rol. Daarnaast heeft het een informatieve en verwijzende functie. Veel van wat er in dit boekje staat, wordt al meerdere jaren toegepast op onze school. In die jaren hebben we vaak gemerkt, dat alles wat we willen doen voor onze leerlingen valt of staat bij de signalering en/of melding van pestgedrag. En net die signalering en melding schiet nog te vaak tekort, zodat de leerling met zijn probleem alleen blijft staan. Dit boekje is erop gericht om leerkrachten, ouder(s) en leerlingen op de hoogte te brengen van alles wat de school wil doen om een zo veilig mogelijk schoolklimaat te scheppen. Het heeft als belangrijkste doel om het vertrouwen van allen te winnen op een gebied waar nog te vaak wantrouwen overheerst. We hopen zo een positieve en krachtige bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag.
Informatie over pesten Wat is plagen? We spreken over plagen wanneer de effecten van dat gedrag niet onaangenaam zijn voor anderen. Het gaat dan om een spel, dat door geen van de betrokkenen als bedreigend of echt vervelend wordt ervaren. Plagen heeft geen nadelige gevolgen voor degene die het ondergaat. De pedagogische waarde van plagen is dat leerlingen op een speelse wijze leren omgaan met "conflictsituaties". Hierdoor ontwikkelen ze een vaardigheid die hen later in hun leven van pas komt bij conflicthantering.
Wat is pesten? We spreken van pestgedrag als dezelfde leerling regelmatig en systematisch bedreigd en geïntimideerd wordt. Pesten is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Van pesten is sprake, wanneer het plagen, dat een pedagogische waarde heeft, wél nadelige gevolgen heeft voor degene die het ondergaat. Degene die het ondergaat bepaalt dus of er sprake is van pesten. Wat voor de één een vorm van ongewenst gedrag is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Wat voor de één een grapje of een plagerijtje is, kan door de ander als enorm vervelend of kwetsend ervaren worden. Wat misschien niet persoonlijk bedoeld is, kan iemand direct raken. Het is daarom nodig om in voorkomende gevallen met elkaar om de tafel te gaan zitten; al dan niet met een derde. Een duidelijk overzicht van de kenmerken van PLAGEN en PESTEN, en de gevolgen van dit gedrag, vormen een basis voor het signaleren van pestgedrag.
Kenmerken van plagen en pesten:
PLAGEN
PESTEN
Is onschuldig en gebeurt onbezonnen en spontaan. Gaat soms gepaard met humor.
Gebeurt berekend (men weet meestal vooraf, wie, hoe en wanneer men gaat pesten). Men wil bewust iemand kwetsen.
Is van korte duur, of gebeurt slechts tijdelijk.
Is van lange duur: het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt niet vanzelf en na korte tijd).
Speelt zich af tussen 'gelijken'
Ongelijke strijd. De onmachtgevoelens van de gepeste staan tegenover de machtgevoelens van de pester.
Is meestal te verdragen, of zelfs leuk maar kan ook kwetsend of agressief zijn.
De pestkop heeft geen positieve bedoelingen en wil pijn doen, vernielen of kwetsen.
Meestal één tegen één.
Meestal een groep (pester en meelopers) tegenover één geïsoleerd slachtoffer.
Wie wie plaagt, ligt niet vast. De partijen wisselen keer op keer.
Er bestaat neiging tot een vaste structuur. De pesters zijn meestal dezelfden, net zoals slachtoffers.
Gevolgen van plagen en pesten:
GEVOLG PLAGEN
GEVOLG PESTEN
Korte dragelijke pijn (hoort bij het spel). Wordt soms ook als prettig ervaren ('plagen is kusjes vragen')
Indien niet tijdig wordt ingegrepen, kunnen de gevolgen (zowel lichamelijk als psychisch) heel pijnlijk, ingewikkeld en langslepend zijn.
De vroegere relaties worden vlug hersteld. De ruzie of het conflict wordt spoedig bijgelegd.
Het is niet gemakkelijk om tot betere relaties te komen. Het herstel verloopt heel moeizaam.
Men blijft opgenomen in de groep.
Isolement en grote eenzaamheid bij het gekwetste.
De groep lijdt er niet echt onder.
De groep lijdt onder een bedreigend en onveilig klimaat, iedereen is angstig en men wantrouwt elkaar. Er is daardoor weinig openheid en spontaniteit. Er zijn weinig of geen echte vrienden binnen een groep
Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan. In een klas waar gepest wordt, kunnen alle leerlingen slachtoffer worden. Pestgedrag moet dan ook door iedereen serieus worden genomen. Het lastige is dat veel pestgedrag zich in het verborgene afspeelt, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. En zelfs als het pestgedrag wordt opgemerkt, weten leerkrachten en anderen niet altijd hoe ze ermee om kunnen gaan. Leerkrachten en ondersteunend personeel hebben echter een taak (samen met de ouders en de leerlingen zelf) bij het tegengaan van pesten. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Volwassenen dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Ze dienen interesse te tonen en te luisteren naar wat de leerlingen te vertellen hebben. Voor klassenleraren en zorgcoördinatoren betekent het dat ze groepsgesprekken houden, aandacht hebben voor de groepssfeer en het functioneren van individuele leerlingen in de groep. Ze maken afspraken met de klas en zorgen ervoor dat deze afspraken nagekomen worden.
Hoe wordt er gepest?
Met woorden:
vernederen, belachelijk maken, schelden, dreigen, met bijnamen aanspreken, gemene briefjes, mailtjes, sms-jes schrijven,…
Lichamelijk:
trekken aan kleding, duwen en trekken, schoppen en slaan, krabben en aan haren trekken, wapens gebruiken,…
Achtervolgen:
opjagen en achterna lopen, in de val laten lopen, klem zetten of rijden, opsluiten,…
Uitsluiten:
doodzwijgen en negeren, van feestjes, bij groepsopdrachten,..
Stelen en vernielen:
afpakken van kledingstukken, schooltas, schoolspullen, kliederen op boeken, band lek prikken, fiets beschadigen,…
Afpersen:
dwingen om geld en spullen af te geven, afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen,…
De gepeste leerling Leerlingen die gepest worden hebben vaak andere interesses dan de meeste leeftijdgenoten of ze doen dingen anders. Ze zijn goed in vakgebieden of juist niet. Veel leerlingen die gepest worden hebben een beperkte weerbaarheid. Ze zijn niet in staat daadwerkelijk actie te ondernemen tegen het pesten en stralen dat ook uit. Vaak zijn ze angstig en onzeker in een groep en durven ze weinig of niets te zeggen, omdat ze bang zijn afgewezen te worden. Deze angst en onzekerheid worden verder versterkt door het ondervonden pestgedrag, waardoor de gepeste leerling in een vicieuze cirkel komt waar hij zonder hulp zeker niet uit komt. Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben in de omgeving waarin zij gepest worden geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met volwassenen opschieten dan met hun leeftijdgenoten. Een leerling die gepest wordt, praat er niet altijd graag over; er is schaamte (onterecht) en de angst dat het pesten nog erger zal worden. Voor een gepeste leerling lijkt het probleem vaak onoplosbaar.
De pestende leerling Pestende leerlingen zijn vaak fysiek en /of verbaal sterker dan de gepeste leerling. Meisjes pesten in drie kwart van de gevallen door middel van psychisch geweld (buitensluiten, roddelen) en voor de rest door middel van fysiek geweld. Bij jongens is het net andersom: in driekwart van de gevallen door middel van fysiek geweld en voor de rest door middel van psychisch geweld. Pestende leerlingen stellen zich vaak agressief op en reageren dan met dreiging van geweld of de indirecte inzet van geweld. Ze lijken populair te zijn in een klas, maar dwingen hun populariteit in de groep af door te laten zien hoe sterk ze zijn en wat ze allemaal durven. Agressieve pestende leerlingen zijn niet alleen fysiek sterker dan de rest van de klas, ze hebben ook vaak een slecht ontwikkeld empathisch (invoelend) vermogen, zijn impulsief en domineren graag andere kinderen. Een pestende leerling heeft niet geleerd zijn agressie op een andere manier te uiten dan door het ongewenste pestgedrag te vertonen. Ook pestende leerlingen hebben op de langere termijn last van hun pestgedrag. Door hun verkeerde en vooral beperkte sociale vaardigheden hebben ze vaak moeite om een vriendschap op te bouwen en te onderhouden op andere gronden dan die van macht en het delen in die macht. Pestende leerlingen maken geen normale sociale ontwikkeling door met alle gevolgen van dien ook voor henzelf. Pestgedrag kan een aantal dieper liggende oorzaken hebben
De meelopers, de zwijgende middengroep Meelopers zijn leerlingen die incidenteel meedoen met het pesten. Dit gebeurt meestal uit angst om zelf in de slachtofferrol terecht te komen, maar het kan ook zo zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en dat ze denken in populariteit mee te liften met de pester. Verder kunnen leerlingen meelopen uit angst vrienden of vriendinnen te verliezen. De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er wordt gepest. Ze voelen zich wel vaak schuldig over het feit dat ze niet in de bres springen voor het slachtoffer of hulp inschakelen. Pesten is vaak een goed bewaard groepsgeheim: veel leerlingen weten dat er in een groep wordt gepest, toch durft niemand het aan leerkracht of ouder vertellen. Daardoor weet het team dus ook niet dat er wordt gepest in een groep. Als ze ongewenst gedrag zien, wordt het niet altijd als pesten geïnterpreteerd.
Signalen die wijzen op pestgedrag Vaak kunnen door middel van goede observaties al bepaalde signalen van pestgedrag worden opgevangen. Door het goed observeren van kinderen in verschillende onderwijsleersituaties en spelsituaties kunnen pestsituaties als in een vroeg stadium worden gesignaleerd en kan op gepaste wijze worden ingegrepen.
SIGNALEN BIJ DE GEPESTE
SIGNALEN BIJ DE PESTER
De leerling heeft blauwe plekken, schrammen, beschadigde spullen en 'verliest' regelmatig eigendommen. Let hier zeker op als het kind normaal gesproken niet slordig is.
De leerling vindt het moeilijk om samen te spelen of samen te werken, omdat hij/zij graag het spel wil bepalen.
De leerling maakt zich soms het liefst onzichtbaar. Het kind is vaak verdrietig, neerslachtig of heeft stemmingswisselingen met ernstige driftbuien.
De leerling verdraagt geen kritiek en wordt boos als zijn gedrag ter discussie wordt gesteld, al is het ook maar door een grapje.
De leerling staat vaak alleen op het speelplein; er komen geen vrienden thuis en hij/zij wordt ook niet door anderen uitgenodigd.
De leerling is regelmatig brutaal naar jongere/ andere kinderen
De leerling zoekt veiligheid en gezelschap bij de leerkracht of een andere volwassene.
De pester kan zich moeilijk inleven in de gevoelens van anderen en heeft weinig tot geen schuldgevoel.
Als er groepjes worden gekozen, wordt de leerling als laatste gekozen of blijft over.
De leerling vertoont vaak grensoverschrijdend gedrag.
De schoolresultaten worden minder. De leerling presteert onder zijn/ haar kunnen,
De leerling is vaak afwezig, letterlijk of figuurlijk. Het vlucht weg in de eigen fantasie.
De leerling leeft soms een dubbelleven. In de groep braaf en volgzaam, maar tijdens vrije situaties juist het tegenovergestelde.
De leerling zorgt ervoor dat het zo laat mogelijk op school komt, vlak voor de bel, en is na schooltijd meteen weer weg of blijft juist extra lang hangen.
Zijn vrienden zijn volgzame meelopers, die wachten op instructie van de pester en gedragen zich vaak op dezelfde manier. Ook zij spreken vaak negatief of kleinerend over andere leerlingen.
Er ontstaan veel conflicten rondom de leerling. De naam van deze leerling wordt veel genoemd. De leerling neemt de slachtofferrol op zich. (‘het geeft niet, het is gewoon zo’)
Wat is Cyberpesten? Cyberpesten (of digitaal pesten) is het pesten of misbruiken via het internet en via mobiele telefoon. Cyberpesten kan nog veel harder zijn dan pesten in het gewone, dagelijkse leven. Dit komt doordat de daders gemakkelijk anoniem kunnen blijven en de reikwijdte van het internet veel groter is. Tegelijkertijd komen kinderen erop steeds jongere leeftijd mee in aanraking.
Hoe wordt er gepest?
pest-mail (schelden, beschuldigen, roddelen, beledigen)
stalking: het stelselmatig lastig vallen van iemand door het blijven sturen van haat-mail of het dreigen met geweld in chatrooms.
het tegenkomen van ongewenst materiaal zoals: porno en kinderporno, gewelddadig materiaal etc.
ongewenst contact met vreemden
webcam-seks: beelden die ontvangen worden kunnen opgeslagen en misbruikt worden
hacken: gegevens stelen of instellingen aanpassen, ook het uit naam van een ander versturen van pest-mail.
Wat kun je doen om digitaal pesten te voorkomen?
Zet voor jezelf de argumenten waarom je op internet wilt op een rijtje. En bespreek, met iemand die je vertrouwt en die er verstand van heeft, hoe je dat op een veilige en verantwoorde manier kunt bereiken.
Bedenk dat niet alles waar is, wat je op het internet tegenkomt.
Gebruik een apart hotmailadres om jezelf te registreren op websites. Kies een e-mailadres dat nietje eigen vooren achternaam volledig weergeeft.
Gebruik altijd een bijnaam als je chat en ga weg uit de chat als er iets vervelends gebeurt.
Als je je vervelend voelt door iets wat je hebt gezien, vertel dat dan aan iemand die je vertrouwt.
Blijf altijd vriendelijk en eerlijk en scheld niet (terug).
Bel of mail niet zomaar met mensen die je van internet kent, en spreek niet met ze af zonder dat je ouders dat weten. Verwijder onbekende mensen uit je contactlijst.
Verstuur geen flauwe grappen, dreigmail of haatmail.
Geef geen persoonlijke informatie aan mensen die je alleen van het chatten kent. Dus: geen e-mailadressen, gewone adressen, namen (ook niet van school), telefoonnummers, wachtwoorden enz. geven.
Let vooral op bij foto's van jezelf: als je een foto op internet zet, kan deze gemakkelijk gekopieerd en op een andere website geplaatst worden. Zo kan hij jarenlang terug te vinden zijn, ook als jij hem al weggehaald hebt. Foto's kunnen ook bewerkt worden zonder dat jij dat weet of wilt. Houd daar rekening mee.
Wees voorzichtig met het gebruik van je webcam.
Gebruik geen webcam bij personen die je niet kent of vertrouwt. De beelden kunnen worden opgeslagen en gebruikt worden om ze aan andere personen te laten zien. Ze kunnen ook voor andere doeleinden gebruikt worden dan waarvoor jij ze gemaakt hebt.
Wat kun je tegen digitaal pesten doen?
Vertel het aan je ouders, je klassenleraar of de zorgcoördinator.
Realiseer je dat dit gebeurt door iemand, die het persoonlijk moeilijk heeft en niemand heeft die hem/haar daarbij kan helpen.
Niet altijd persoonlijk opvatten.
Als het pesten komt van mensen die je niet kent, vat scheldpartijen of beledigingen dan niet persoonlijk op. Vaak maken mensen negatieve opmerkingen uit verveling. De anonimiteit van internet maakt dat mensen makkelijk gaan schelden.
Negeer de pestmails, - sms, -chat.
Je kunt het beste niet reageren op haatmailtjes of andere digitale pesterij. Verwijder de e-mail zonder hem te openen. Onderdruk je nieuwsgierigheid! Het negeren is effectief in de beginfase van pesten, dus als de pester nog niet zolang aan het pesten is. Pestkoppen willen vaak aandacht. Als je niet reageert, gaan pesters op zoek naar iemand anders om te pesten. Dat geldt ook voor chatrooms. Als daar vervelende opmerkingen worden gemaakt, stop dan met chatten, verlaat chatroom.
Blokkeer de afzender.
Krijg je pestmails, blokkeer dan de afzender.
Als het gaat om sms'jes op de mobiele telefoon, dan heb je op sommige mobiele telefoons de mogelijkheid om bepaalde nummers te blokkeren. Dit werkt alleen als vanaf een andere telefoon met nummervermelding het bericht wordt verzonden, waarmee de dader zich bloot geeft. Wanneer hij of zij echter de telefoon van iemand anders gebruikt, is weliswaar de telefoon, maar niet de dader te achterhalen. Er is dan weer sprake van anonimiteit. Het nummer kan vervolgens wel worden geblokkeerd. Wanneer andere methoden niet helpen, kan uiteindelijk alleen de sms-functie worden uitgeschakeld. In het ergste geval moet een nieuw (eventueel geheim) nummer worden aangevraagd. Praat erover.
Erover praten met je vrienden, je ouders of een leraar die je vertrouwt is belangrijk. Zeker als het pesten al een tijdje duurt en je je er bedreigd door voelt. Liefst met iemand die veel van computers en internet weet en die niet doorvertelt dat je gepest wordt: op onze school kan je terecht bij de zorgcoördinatoren.
Bewaar de bewijzen. Als de pesterijen al in een verder gevorderd stadium zijn en er via de sms, chat of mail bedreigingen worden geuit, bewaar deze dan, Hoe vervelend de mailtjes ook zijn, gooi ze niet weg. Maak een printje van de pestmail of sla de berichten op. Het zijn bewijzen die tegen de pester gebruikt kunnen worden. Aan het IP adres van de e-mail kan soms afgeleid worden van welke computer de e-mail verzonden is. Een provider heeft vaak een helpdesk die klachten over nare mail, sms'jes e.d. aan kan nemen. Daar heeft men ook de technische mogelijkheden om na te gaan wie het verstuurt. Bel de helpdesk op.
Als het digitaal pesten aanhoudt, kan je aangifte doen bij de politie. Pesten kan zo hardnekkig zijn dat het pesten 'stalken' wordt genoemd. Dit is strafbaar.Voel je niet schuldig als er iets vervelends gebeurt. Het is niet jouw schuld.
Wees voorzichtig met je wachtwoorden. Zorg dat je je wachtwoorden en inlognamen niet doorgeeft aan anderen of dat ze makkelijk te raden zijn. Zo kunnen anderen niet bij je website of e-mail. Als dit wel gebeurd is, neem dan contact op met de beheerder van de site. Je wachtwoord van Smartschool behandel je ook met d e nodige voorzichtigheid; als je hiermee een probleem hebt, kan je terecht bij Steven Cuyx, bij voorkeur via Smartschool.
WERKWIJZE OP ONZE SCHOOL! Onze school is een zorgzame school en het voorkomen en aanpakken van pestgedrag is een prioriteit. Door middel van dit actieplan willen we duidelijk maken dat we pesten niet accepteren en we maken de concrete aanpak van het team duidelijk voor ouder(s) en leerlingen. Uitgangspunten Een dergelijk actieplan kan alleen functioneren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan:
Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen; leerkrachten, onderwijzend en ondersteunend personeel, ouder(s) en leerlingen.
De school is actief in het scheppen van een veilig, pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als onacceptabel gedrag wordt ervaren.
Onderwijzend en ondersteunend personeel moeten pesten kunnen signaleren en vervolgens duidelijk stelling nemen tegen het pesten.
De school ontplooit preventieve (les)activiteiten.
De school beschikt over een directe aanpak wanneer het pesten de kop opsteekt (het pestprotocol).
Het jaarthema: be a buddy, not a bully We hebben vorig jaar een anti-pestbeleid uitgewerkt : onze school zorgt ervoor dat pesten zo weinig mogelijk voorkomt en als het toch fout gaat, wordt er onmiddellijk opgetreden. We merkten echter dat leerlingen en ouders niet altijd goed op de hoogte zijn van de stappen en acties die ondernomen (kunnen) worden. Daarom werkten we een brochure uit om onze aanpak duidelijk te maken aan leerlingen en ouders. Deze brochure krijgen ouders via smartschool/mail bij het begin van het schooljaar. Leerlingen krijgen uitleg via hun klassenleraren. Het ganse schooljaar zullen er duidelijke acties zijn om het pestactieplan onder de aandacht te brengen. Onze slogan is ‘be a buddy, not a bully’ (wees een maatje, geen pestkop) en het logo is duidelijk; we maken een positieve keuze! Via deze weg alvast de vraag om niet te aarzelen om pesterijen te melden; aanpakken = oplossen
De aanpak Preventieve maatregelen Elke klassenleraar bespreekt aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas. Het onderling plagen en pesten wordt hierbij genoemd en onderscheiden. Tevens bespreekt de klassenleraar in zijn klas het pestprotocol. Ook wordt duidelijk gesteld dat pesten altijd gemeld moet worden en niet als klikken maar als hulp bieden of vragen wordt beschouwd.
0Op de eerste schooldag bespreken en ondertekenen alle leerlingen per klas een ‘antipestcontract’ dat we ‘Voor een positief klasklimaat’ noemen. Elke leerling ontvangt dit ondertekende contract via smartschool. Het origineel wordt ingelijst en opgehangen op het onthaal. Er wordt een sticker gemaakt van het getekende contract die in de schoolagenda wordt gekleefd.
Voorbeeld van een antipestcontract; Ik vind dat iedereen zich veilig mag voelen op school, daarom houd ik mij aan de volgende afspraken; Ik accepteer de ander zoals hij/zij is Iedereen hoort erbij: ik discrimineer niet Ik scheld niet Ik doe niet mee aan roddelen: we praten MET elkaar niet OVER elkaar Ik blijf van de spullen van een ander af Ik bedreig niemand, ook niet met woorden Ik gebruik geen geweld Ik probeer te luisteren naar de ander en te begrijpen wat hij/zij bedoelt Als iemand mij hindert, vraag ik rustig en vriendelijk om daarmee te stoppen Als dat niet helpt vraag ik een leerkracht of een secretariaatsmedewerker om hulp …………… (ruimte voor eigen inbreng van de klas).
Curatieve maatregelen Steun bieden aan de leerling die gepest wordt (via bewustmakingsgesprek) Het is belangrijk de leerling die gepest wordt serieus te nemen en een luisterend oor aan te bieden. We nemen duidelijk stelling tegen het pestgedrag en geven advies hoe te reageren op het pesten. We geven de leerling die gepest wordt een duidelijk perspectief en laten weten dat het probleem serieus aangepakt wordt door duidelijk te maken dat je andere instanties binnen (en eventueel buiten) de school er bij betrekt (de zorgcoördinator, CLB, …). We betrekken de leerling die gepest wordt in het traject dat we willen volgen: we leggen uit welke stappen we willen nemen en wanneer we hem / haar er actief bij zullen betrekken. Mogelijke stappen zijn:
Een soort van time-out waarbij beide partijen nadenken over hun eigen aandeel in het gebeurde (zie ‘feitenblad’). Deze voorbereiding kan gebruikt worden in het gesprek nadien. Een gesprek organiseren tussen degene die pest en degene die gepest wordt. Een klassengesprek en andere activiteiten organiseren met als doel de veiligheid in de klas weer te herstellen door de zwijgende meerderheid te mobiliseren. Dit moet niet op basis van het individuele geval maar moet een algemeen karakter hebben zodat de leerling die gepest wordt er niet op aangekeken kan worden. De situatie wordt vastgelegd in het leerlingdossier en gecommuniceerd aan de ouder(s) in een gesprek of eventueel via smartschool, als een gesprek niet mogelijk is.
In overleg kan worden besloten een sociale vaardigheidstraining te volgen. Aanspreken van de leerling die pest In een eerste gesprek wordt de leerling die pest geconfronteerd met de beschuldiging van pesten en wordt hij/zij herinnerd aan de omgangsregel en de consequenties daarvan. Naar gelang de ernst van het vertoonde gedrag wordt er afgesproken dat het bij een gesprek en excuses tegenover de leerling die gepest is. Bij herhaling zal het alternatief voor straffen toegepast worden. De leerling die gepest heeft biedt zijn / haar excuses aan in een gesprek (of in een bericht) met de leerling die gepest is. De situatie wordt vastgelegd in het leerling-dossier en gecommuniceerd aan de ouder(s) in een gesprek of eventueel via smartschool, als een gesprek niet mogelijk is. In een vervolggesprek wordt nagegaan of er verbetering in het gedrag is opgetreden. Eventueel wordt een aantal nagesprekken gevoerd met als doel:
achter de mogelijke oorzaak van pesten te komen. Het empathisch ( inlevend) vermogen van de leerling die pest verder te ontwikkelen.
Blijft de leerling pesten, dan worden de ouders met hun kind op school uitgenodigd door de zorgcoördinator. Doel is de ouders inzicht te geven in het gedrag van hun kind en te komen tot een gezamenlijke aanpak door de school en de ouders. Herhaald pestgedrag kan leiden tot orde- en tuchtmaatregelen. In overleg kan externe deskundigheid ingeroepen worden om de leerling die pest verder te helpen zijn/haar gedrag te veranderen. De school kan als voorwaarde stellen dat er een sociale vaardigheidstraining gevolgd wordt, om de leerling binnen de veiligheid van de school te kunnen houden.
De klas
Deze groep bestaat uit:
Leerlingen die meepesten omdat ze met soortgelijke problemen worstelen, als degene die pest. Leerlingen die meepesten uit zelfbescherming. Leerlingen die niet meepesten maar die machteloos toezien; of ook over een minder goed ontwikkeld empathisch vermogen beschikken.
Leerlingen die het opnemen voor degene die gepest wordt. Hoewel er gelukkig ook klassen zijn waarin een (groep) leerling(en) het opneemt voor degene die gepest wordt, zijn er ook klassen waarin (bijna) iedereen weet dat er wordt gepest, maar dat niemand het aan ouder of personeel durft te vertellen. Soms zetten daders slachtoffers of klasgenoten onder druk er met niemand over te praten. Deze zwijgende groep kan bewust gemaakt worden van hun medeverantwoordelijkheid bij het doen stoppen van het pesten door de leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid bij te dragen aan het handhaven van onze omgangsregels. Het melden van pesten is niet hetzelfde als 'klikken', het is hulp bieden aan (een) medeleerling. Zo kunnen ze allen gaan letten op de aangegeven gedragingen van degenen die pesten en op de opgegeven plaatsen. Zodra één van hen iets ziet wat op pestgedrag lijkt, dient hij / zij het door te geven aan de hiervoor verantwoordelijke persoon (klassenleraar, zorgcoördinator). Deze voert een bewustmakingsgesprek met de betreffende leerling. Op deze manier kan worden voorkomen dat de gepeste leerling het verwijt krijgt, dat hij / zij 'geklikt' heeft. Immers, anderen hebben het gezien en hun verantwoordelijkheid genomen. Als je als vakleerkracht, klassenleraar, zorgcoördinator in de klas wilt praten over pesten, kan het raadzaam zijn om een actuele pestsituatie in een bewustmakingsgesprek te bespreken aan de hand van onze omgangsregel en de suggesties om deze regel te handhaven. Onderwijzend en ondersteunend personeel Alle medewerkers dienen op de hoogte te zijn van het fenomeen pesten en onze preventieve aanpak. Zij dienen uitingen van pestgedrag te herkennen en er stelling tegen te nemen. Zij geven signalen van pesten door aan de klassenleraar en zorgcoördinator. Van medewerkers kan gevraagd worden extra op een leerling te letten en mee te helpen uit te vinden wie degenen zijn die de betrokken leerling lastig vallen. De ouders De ouders, van zowel de gepeste leerling als de leerling die pest, dienen ondersteund te worden. Het is belangrijk om de ouders die zich zorgen maken over het gedrag van hun kind, serieus te nemen. Zij moeten betrokken worden bij de aanpak van het pestgedrag zoals boven beschreven. Ouders moeten op de hoogte gesteld worden van het zorg- en antipestbeleid. Dit kan via Smartschool en de website van de school. Ouders moeten informatie en advies krijgen over pesten en de manieren waarop het pesten kan worden aangepakt. Zie bijlage 1 voor een gedetailleerde beschrijving van signalen en adviezen.
Instanties Binnen onze school zijn de klassenleraar en de betrokken zorgcoördinator belangrijke schakels.
Zorgcoördinator 1ste graad • Machteld Thijs
Zorgcoördinator 2de graad • Steven Mulkers
Zorgcoördinator 3de graad • Karin Robijns Buiten onze school zijn er allerlei instanties die zich bezig houden met pesten en andere vormen van ongewenst gedrag, zowel in de vorm van voorlichting en preventie als in de vorm van hulpverlening. Onze CLB-medewerkster helpt je graag verder.
Bijlage 1 : Naam en klas: Datum:
Feitenblad (na het incident) Je was zonet betrokken bij een ruzie, conflict of incident. We vinden het spijtig dat dit is gebeurd en willen dat iedereen zich zo gauw mogelijk weer goed en veilig voelt in de groep en op school. Daarom zal er zo dadelijk iemand met jou in gesprek gaan. Om dit gesprek vooruit te helpen, vragen wij je om eerst onderstaande vragen te beantwoorden. Dank voor je medewerking. 1. Wat is er gebeurd?
2. Wanneer is het gebeurd?
3. Wie waren erbij?
Als er een leerkracht of een secretariaatsmedewerker bij was, noteer de naam:
4. Waar is het gebeurd?
5. Hoe was jij erbij betrokken?
6. Wat is er volgens jou nodig om ervoor te zorgen dat jij je goed en veilig kan voelen?
7. Wat denk je dat de andere nodig heeft om zich goed en veilig te voelen?
8. Is er nog iets wat je wil vertellen?
Bijlage 2 : Wat kan je als ouder(s) van een gepeste leerling doen? • • • • • • • • • • • • • • •
Praat erover met je kind of vraag je kind op te schrijven wat het heeft meegemaakt. En garandeer je kind, dat je zorgvuldig en vertrouwelijk hiermee zult omgaan. Houd het niet stil, maar onderneem actie door iemand in vertrouwen te nemen. Neem je kind serieus en zeg dat je met anderen vertrouwelijk gaat praten om het pesten te stoppen. Beloof je kind niet dat je erover zal zwijgen. Pesten op school kan je het beste direct met de zorgcoördinator of klassenleraar bespreken. Leg je kind uit hoe het komt dat kinderen pesten. Samen praten over pesten kan ook via een boek of een film over het onderwerp. Vertel dat als volwassenen niets doen, zij niet zien dat er gepest wordt of dat ze niet weten hoe het probleem moet worden opgelost. Waarschuw je kind dat het mogelijk is dat het pesten niet meteen ophoudt als er beter op wordt gelet. De problemen van het kind dat pest zijn soms erg groot en moeilijk op te lossen op korte termijn. Houd het onderwerp bespreekbaar, informeer regelmatig hoe het gaat. Beloon je kind en help het zijn / haar zelfrespect terug te krijgen. Stimuleer je kind tot het beoefenen van een (team) sport. Houd de communicatie open, blijf in gesprek met je kind. Doe dat niet met een negatieve insteek, maar geef adviezen om aan het pesten een einde te maken. Een negatieve manier van vragen is bijvoorbeeld: " Wat is er vandaag weer voor ergs gebeurd?" Houd regelmatig en intensief contact met de klassenleraar of zorgcoördinator van je kind. Als je kind echt lijdt onder het pesten en dat ten koste gaat van het zelfvertrouwen, kan hulp van een deskundige nodig zijn. Dit kan individueel of mogelijk in een sociale vaardigheidstraining. . Informatie hierover is op te vragen bij CLB. Houd het niet stil, maar onderneem actie door iemand in vertrouwen te nemen.
Wat kan je als ouder(s) van een pestende leerling doen? • • • • • • • • • •
Neem het probleem serieus. Raak niet in paniek: elk kind kan in de verleiding komen te gaan pesten. Probeer achter de mogelijke oorzaak en aanleiding van het pesten te komen. Maak je kind gevoelig voor wat het gedrag met anderen doet. Besteed aandacht aan je kind, door te laten merken dat je veel waarde hecht aan wat voor hem/haar belangrijk is. En door te laten merken dat je het belangrijk vindt dat het zich goed voelt. Stimuleer je kind tot het beoefenen van een sport. Samen praten over pesten kan ook via een boek of een film over het onderwerp. Houd de communicatie open, blijf in gesprek met je kind. Geef adviezen over andere manieren om met elkaar om te gaan. Houd regelmatig en intensief contact met de klassenleraar of zorgcoördinator van je kind. Ook zijn er mogelijkheden om je kind aan een sociale vaardigheidstraining te laten meedoen. Informatie hierover is op te vragen bij CLB.
Bijlage 3 :
1. Piramidale voorstelling van de vier zorglijnen zorglijn 3: schoolexterne, gespecialiseerde hulp/zorg zorglijn 2: schoolinterne, gespecialiseerde hulp/zorg zorglijn 1: schoolinterne professionele basishulp/-zorg
zorglijn 0: informele hulp en zorg
2. Uitleg zorglijn Complementaire zorglijnen Zorglijn 3
Zorglijn 2
Zorglijn 1
Taakomschrijving
Doelgroep
Gespecialiseerde professionele hulpverlening en ondersteuning als aanvulling op de schoolse ondersteuning en maatregelen Gespecialiseerde en ondersteuning binnen de school met onmiddellijk antwoord op probleemsituaties
Schoolexterne hulpverlening en /of ondersteuning, CLB (zorgnetwerk)
Uitvoerende opdrachten (preventie en remediëring) Basishulpverlening en ondersteuning binnen de school met onmiddellijk antwoord op probleemsituaties Uitvoerende opdrachten (preventie en remediëring)
Informele zorg (Zorglijn 0)
* Leerlingvolgsysteem
Informele netwerking en contacten: vroege detectie en op vang van problemen Informele ondersteuning en hulpverlening
CLB, zorgcoördinator, cel leerlingbegeleiding, multidisciplinair overleg, mentoren, directie
Alle leden van het schoolteam met pedagogische bevoegdheid(leerkrachten, opvoeders en hulpopvoedend personeel, speelplaatsbewaking, …)
Alle leden van de schoolgemeenschap: leerlingen, leraars, hulpopvoedend personeel, ouders, …
3. Afbakening opdracht na melding van een pestincident Wie?
Leerkracht of opvoeder die het pestincident opmerkt
Personeelslid bie wie de melding binnenkomt
Leerkrachtenteam (leden van de klassenraad)
Secretariaatsmedwerker/ Opvoeder
* Leerlingvolgsysteem
A. Doet wat? B. Geeft de fakkel door aan…als… C. Communicatie A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. zorgcoördinator als: - gesprek zonder resultaat - lln betrokken zijn waar lkr geen les aan geeft (≠ klassen) C. 1. LVS* melden 2. mail klassenleraar 3. info aan ouders A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. aan zorgcoördinator als: - gesprek zonder resultaat - lln betrokken zijn waar lkr geen les aan geeft (≠ klassen) C. 1. LVS* melden 2. mail klassenleraar 3. info aan ouders A. Observeren! Melden aan zorgcoördinator en klastitularis + optreden! Gezamenlijke aanpak nastreven via klassenraad en LVS ( checken). B. Zorgcoördinator als er geen oplossing is C. 1. LVS* melden 2. mail klassenleraar 3. info aan ouders A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. zorgcoördinator als: - gesprek zonder resultaat - lln betrokken zijn waar lkr geen les aan geeft (≠ klassen) C. 1. LVS* melden
Op welk niveau van de zorgdriehoek? Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1
Klasleraar
Directeur
Zorgleerkracht/ interne leerlingbegeleider(s)
CLB
* Leerlingvolgsysteem
2. mail klassenleraar 3. info aan ouders A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. zorgcoördinator als: - gesprek zonder resultaat - lln betrokken zijn waar lkr geen les aan geeft (≠ klassen) C. 1. LVS* melden 2. mail klassenleraar 3. info aan ouders A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. Bij herhaald pestgedrag: - melden aan zorgcoördinator + checken! - Start tuchtprocedure! C. Conform tuchtprocedure A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat B. CEL (directie +CLB) en klassenraad als er geen er geen oplossing is of als het ernstig is: professionele externe hulp (vb. psycholoog) A.1. gesprek met gepeste leerling 2. gesprek met pester 3. gesprek met beiden 4. check resultaat + melden aan zorgcoördinator en klastitularis B. - zonder oplossing - professionele externe hulp nodig (vb. psycholoog) C. 1. LVS* melden 2. mail klassenleraar 3. info aan ouders
Niveau 1: als vakleerkracht Niveau 2: als klasleraar
Niveau 2
Niveau 2
Niveau 3