JAARVERSLAG 2012
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ................................................................................................................................................................. 3 VOORWOORD VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT ............................................................................................. 4 1. UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGLEGGING .............................................................................................. 5 2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE .......................................................................................................................... 6 2.1 2.2 2.3
ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS .................................................................................................................. 6 STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE ...................................................................................................................... 6 ORGANOGRAM ..................................................................................................................................................... 8
RESULTATEN IN 2012 ................................................................................................................................................ 10 3.1 CHRONISCHE ZORG ........................................................................................................................................... 10 3.2 VISITATIES ............................................................................................................................................................ 22 3.3 LEEFSTIJL .......................................................................................................................................................... 23 3.4 ICT ................................................................................................................................................................... 23 3.5 DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING ...................................................................................................................... 24 3.6 INNOVATIES ...................................................................................................................................................... 26 3.7 ONDERSTEUNING ............................................................................................................................................... 28 4. ZEL IN DE REGIO .................................................................................................................................................... 29 5. INTERNE ORGANISATIE ....................................................................................................................................... 31 6. BELEID 2013 ............................................................................................................................................................ 32 7. FINANCIËN .............................................................................................................................................................. 33 8. KWALITEITSJAARVERSLAG 2012 ...................................................................................................................... 34 BIJLAGE 1 RAAD VAN TOEZICHT, EXPERTTEAMS EN WERKGROEPEN ........................................................ 42 RAAD VAN TOEZICHT .................................................................................................................................................... 42 EXPERTTEAMS ............................................................................................................................................................... 42 PC EN DC’S NASCHOLING ............................................................................................................................................ 43 WERKGROEPEN............................................................................................................................................................. 43 BIJLAGE 2 SAMENWERKINGSPARTNERS ZEL ..................................................................................................... 47 BIJLAGE 3 NASCHOLINGSPROGRAMMA 2012 ................................................................................................... 49 BIJLAGE 4: INRICHTING VISITATIES ........................................................ FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
2
feb 2013
VOORWOORD
De Zorggroep Eerste Lijn (ZEL) heeft inmiddels een aantal jaren ervaring met ketenzorg in de regio Delft, Westland, Oostland en Nieuwe Waterweg Noord. De ZEL heeft in deze periode ook met de lokale zorgaanbieders goede contacten opgebouwd. Deze kennis, ervaring en samenhang met andere zorgaanbieders is onontbeerlijk voor het doorontwikkelen van de zorg binnen de regio. In 2012 zijn veel activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd ter ondersteuning van de ZEL doelstelling: het bevorderen, ondersteunen en borgen van de kwaliteit van de (huisartsen-) zorg ten behoeve van de patiënten in de Regio Westland Schieland Delfland en Nieuwe Waterweg Noord. Zo bleken in 2012 de meeste Diabetespraktijken een A of A+ praktijk te zijn volgens het visitatiesysteem, zijn er voor de belangrijke leefstijlinterventies praktische handleidingen geschreven voor de praktijkondersteuners, is de Astma standaard uitgewerkt en heeft de CVRM werkgroep nagenoeg alle verwijs- en terugverwijsafspraken gemaakt met de tweede lijn. En dit is nog maar een kleine greep. Ook de afdeling nascholingen heeft dit jaar weer hoge cijfers gescoord en er zijn succesvolle multidisciplinaire scholingen georganiseerd. De werkgroep ICT is gekomen tot een goed contract voor een regionaal HIS en KIS. Als laatste zijn er met beide ziekenhuizen beleidsdagen geweest waardoor we weer een stuk nader tot elkaar zijn gekomen. Kortom, er zijn weer goede kwalitatieve resultaten geboekt in 2012. In dit jaarverslag kunt u daar over lezen. Tegelijkertijd was het voor de organisatie een zeer emotioneel jaar waarin onze Financieel Controller, Cees Hoek, overleed evenals het beoogde lid van de Raad van Toezicht, Jan Hagenaars. Daarnaast is onze directeur Yvonne van Kemenade halverwege het jaar uitgevallen. 2012 Was een bewogen jaar. In de huidige snel veranderende zorgomgeving zal 2013 ook een uitdagend jaar worden. We hebben ons hier echter in 2012 getracht goed op voor te bereiden. Door de goede interne samenwerking en teamgeest verwachten we ook van 2013 een succesvol jaar te maken.
Sietske de Witt, Directeur a.i. ZEL
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
3
feb 2013
VOORWOORD VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT De taak voor de Raad van Toezicht (RvT) is doorgaans vooral gericht op het nazien van alle inhoudelijke en financiële verslagen over de afgelopen periode en het beoordelen van plannen en begrotingen voor de toekomst. Door ziekte van de directeur van de ZEL moesten verschillende andere medewerkers flink extra hooi op de vork nemen. We zijn veel dank verschuldigd aan Sietske de Witt, Marc van Wijk en Else van Krieken. Ze werden door de omstandigheden voor het blok gezet en hebben zich prima van hun taak gekweten. En we wensen Yvonne van Kemenade van harte beterschap toe! Het afgelopen jaar werd echter gekenmerkt door nog meer onfortuinlijke zaken. Het beoogde nieuwe lid van de RvT, Jan Hagenaars, was nog niet echt toegetreden, toen hij plots ernstig ziek werd en spoedig daarna overleed. We hebben veel te kort van zijn inspirerend optreden kunnen genieten. Kort daarna verloor de ZEL ook haar financiële brein, Cees Hoek. Tot ons aller grote verdriet. Zulke gebeurtenissen plaatsen andere zaken, die plaatsvonden rondom de ZEL in een geheel ander perspectief. We doen ons best, samen met de nieuw toe te treden leden voor de RvT, nieuwe en inspirerende plannen uit te werken in 2013. We hebben uw aller inzet, constructiviteit en goede humeur hard nodig! Hoge prioriteit heeft de intensivering van de samenwerking met de ELO. Een nauwere samenwerking met het nieuwe bestuur van de HC WSD krijgt langzaam maar zeker gestalte. Wij wensen Harm Spijker en Ben de Koning veel succes met hun nieuwe taak. Sico Kool (scheidend) voorzitter van de RvT Zorggroep Eerste Lijn
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
4
feb 2013
1. UITGANGSPUNTEN VA N DE VERSLAGLEGGING Met dit jaarverslag wil de Zorggroep Eerste Lijn haar klanten en andere betrokkenen op een transparante manier informeren over het beleid, de activiteiten en de behaalde resultaten in 2012. Het jaarverslag 2012 bestaat uit een maatschappelijk en financieel verslag met bijlagen. Aan dit jaarverslag hebben meegewerkt, de werkgroep jaarverslag (bestaande uit twee huisartsen, coördinator ZEL en een ZEL medewerker), de Controller van de ZEL (hoofdstuk 7), onder coördinatie van de beleidsmedewerker communicatie en onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur a.i. van de ZEL. Diverse betrokkenen zijn benaderd voor het aanleveren van kopij en er is gebruik gemaakt van bestaande rapportages waarin werkgroepen zich hebben verantwoord over het jaar 2012. Naast het jaarverslag 2012 zal een ZEL jaarkrant 2012 uitgebracht worden waarin de belangrijkste ontwikkelingen in 2012 binnen de ZEL in het kort beschreven zullen worden. Tevens zal op de website van de Zorggroep Eerste Lijn het jaarverslag met behulp van een praktische indeling online na te lezen zijn.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
5
feb 2013
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 2.1
ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS
Naam verslagleggende rechtspersoon
Zorggroep Eerste lijn Beheer BV
Adres
Stokdijkkade 21a
Postcode
2671 GX
Plaats
Naaldwijk
Telefoonnummer
Tel: 0174-210 440
Fax
Fax: 0174-631 818
Nummer Kamer van Koophandel
27336646
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.zorggroep-el.nl
2.2
STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE
De juridische structuur zoals die sinds 2009 bestaat, werd in 2012 gehandhaafd.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
6
feb 2013
De ZEL Beheer BV werkt in de regio’s Nieuwe Waterweg Noord, Delft, Westland en Oostland om de kwaliteit van zorg in de regio te verbeteren. Het aantal aangesloten huisartsen is van 197 in 2011 gedaald naar 194 in 2012. Dit als gevolg van het feit dat praktijken vanaf 2012 verplicht zijn tot het aanstellen van een POH. Hierdoor heeft een klein aantal praktijken besloten niet meer deel te nemen aan de keten-DBC’s van de ZEL. De aandeelhouders van de ZEL Beheer BV zijn de Stichting Phoenix en Huisartsen Coöperatie WSD. Stichting Phoenix In de regio’s Delfland, Westland, Oostland en Nieuwe Waterweg Noord stimuleert de Stichting Phoenix al enkele jaren de regionale gezondheidszorg. De Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar (uitvoerder van de Zorgverzekeringswet) is bestuurlijk gelieerd aan de Stichting Phoenix. De stichting kan daardoor gebruik maken van de expertise van DSW. DSW en de Stichting Phoenix zijn twee financieel zelfstandige organisaties. HC WSD De Huisartsen Coöperatie Westland Schieland Delfland U.A. (HC WSD) is opgericht door de huisartsen in de regio met het doel te zorgen voor ondersteuning van huisartsenpraktijken en te streven naar kwaliteitsverbeterende activiteiten. HC WSD had een bestuur van vijf leden. In september 2012 heeft het zittende bestuur plaats gemaakt voor een nieuw bestuur bestaande uit twee leden en een vacature. In december is een derde bestuurslid toegetreden. Vier maal per jaar wordt een Algemene Leden Vergadering gehouden. De Raad van Toezicht Het is de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht (RvT) om de grote lijnen van het beleid te bewaken. Als gevolg van het aftreden van Leon van Eijk als onafhankelijk lid van de Raad van Toezicht eind 2011, werd in 2012 gezocht naar een nieuw onafhankelijk lid. Jan Hagenaars werd bereid gevonden toe te treden tot de Raad van Toezicht. Tot ieders grote spijt en verdriet, overleed Jan Hagenaars kort voor zijn daadwerkelijke toetreding. De samenstelling van de RvT was dientengevolge als volgt: vacature één onafhankelijk lid; één afgevaardigde DSW; één huisarts (voorzitter HC WSD tot september 2012, vervolgens lid als huisarts); één huisarts (voorzitter RvT). In Bijlage 1 Raad van Toezicht, expertteams en werkgroepen staan de leden van de RvT vermeld. De RvT heeft in 2012 zes maal vergaderd. Dit is inclusief twee ingelaste vergaderingen, de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met voorafgaand het overleg tussen de RvT en de accountants. Bij de overleggen was de directie of een afgevaardigde van de directie aanwezig. De agenda van de vergaderingen werd voorbereid door de voorzitter van de RvT samen met de algemeen directeur (a.i.) van de ZEL. De belangrijkste onderwerpen die tijdens de vergaderingen in 2012 aan de orde zijn gekomen, zijn: financiën ZEL; beleid en stand van zaken ZEL dossiers; samenwerking ELO-ZEL; stand van zaken HC WSD – RvT- ZEL; vacature lid RvT.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
7
feb 2013
2.3
ORGANOGRAM
Binnen de ZEL is het management duaal vorm gegeven. Dit houdt in dat elke afdeling een algemeen coördinator en een medische coördinator heeft. Binnen de Chronische Zorg zijn meerdere medisch coördinatoren werkzaam, namelijk per keten-DBC een kaderarts. In de diverse werkgroepen zijn ruim zestig huisartsen actief. In Bijlage 1 Raad van Toezicht, expertteams en werkgroepen staat een overzicht van de werkgroepen en werkgroepleden.
Kerngegevens
Kernactiviteiten en nadere typering De ZEL ondersteunt hoogwaardige kwaliteit van regionale zorg door deze te faciliteren, borgen en vernieuwen. Door de grootte van de organisatie en de goede samenwerking met organisaties in de regio is de ZEL een serieuze gespreks- en onderhandelingspartner in de regio en zij is daarmee in staat om aan haar doelstellingen te voldoen. Productie, personeel en opbrengsten De ZEL had in 2012 26 medewerkers op contractbasis in dienst (in totaal 12,7 Fte), 4 medewerkers op basis van een ‘Overeenkomst van Opdracht’ en 3 medewerkers op detacheringsbasis, waarvan 2 medewerkers gedetacheerd bij derden en 1 medewerker gedetacheerd bij de ZEL. Directie In 2012 bestond de directie uit de algemeen directeur, mevr. Dr. Yvonne van Kemenade. In de periode medio juni tot eind december 2012 is de directiefunctie waargenomen door mevr. Drs. S. de Witt – Herder. Doelstellingen Voor het jaar 2012 werd in de hoofddoelstelling meer de nadruk gelegd op multidisciplinaire samenwerking: De (huisartsen)zorg in de regio Westland, Schieland, Delfland op een hoger niveau brengen en behouden door het stimuleren, bevorderen, monitoren en behouden van deskundigheid en samenhang respectievelijk van en tussen de betreffende beroepsbeoefenaren. Om de bovenstaande hoofddoelstelling te kunnen realiseren zijn de volgende subdoelen geformuleerd: Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
8
feb 2013
Doel 1: (Huisartsen)zorg op hoger niveau brengen en behouden Doel 2: Kwaliteit van brede nascholingsaanbod huisartsenzorg verder optimaliseren Doel 3: Interne organisatie optimaliseren Het beschreven hoofddoel en de subdoelen komen in het jaarverslag onder de diverse hoofdstukken aan de orde.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
9
feb 2013
RESULTATEN IN 2012 3.1
CHRONISCHE ZORG
Doelstelling De ZEL heeft zichzelf in 2012 ten doel gesteld om samen met beroepsgroepen werkzaam in de brede eerste lijn en tweede lijn (ziekenhuizen/medisch specialisten) zorgpaden te ontwikkelen en hierover kwaliteitsafspraken te maken. Uitgangspunt hierbij is “de juiste zorg op de juiste plek” en daarmee de substitutie van zorg te bevorderen. De aanpak is dan ook integraal, waarbij in principe iedereen vanuit de eigen deskundigheid bijdraagt. Daarnaast hadden de drie ketens hun eigen medisch inhoudelijke doelstelling voor 2012. Kerngegevens Kerngegevens 2012 Chronische Zorg Aantal patiënten gebied DWO-NWN1
2012 358.026
2011 361.624
Beleidsresultaten In 2012 is de koptarief structuur voor alle drie de ketens doorgevoerd en in de contracten verwerkt volgens een standaard format. Dit bevordert transparantie en eenduidigheid. De koptarief structuur houdt in dat alleen de overhead via de DBC wordt vergoed, zoals de kosten voor visitaties, kwaliteitszorg in de praktijk en nascholingen. De directe zorg (de consulten van de huisarts, de inzet van de POH) worden niet opgenomen in de DBC maar via de reguliere weg bij de zorgverzekeraar gedeclareerd. In 2012 zijn alle deelnemende praktijken gaan werken met een POH-S. Voor alle ketens is de diëtistische zorg samen met de diëtisten in protocollen uitgewerkt. Gedurende het jaar 2012 hebben de aangesloten diëtisten al gewerkt volgens de zorgstandaarden van de chronische zorg ketens voor de patiënten van de bij de ZEL aangesloten huisartsen. Beide partijen hebben voorwaarden opgesteld waaraan de diëtisten moeten voldoen om ervoor te zorgen dat de behandeling aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. De uiteindelijke vertaling van deze samenwerking tussen de Vereniging Eerstelijns Diëtisten (VELD) en de ZEL in een officiële overeenkomst vond plaats in november 2012.
3.1.1 Diabetes Mellitus Doelstelling De doelstelling van de ZEL m.b.t. Diabetes was om de zorg voor Diabetespatiënten in 2012 op een aantal terreinen nog verder uitbreiden.
Kerngegevens Kerngegevens 2012 Diabetes Mellitus type II Aantal deelnemende huisartsen Aantal geïncludeerde patiënten2
2012 158 14.002
2011 173 15.353
1
Dit is de actieve populatie, dat wil zeggen de populatie waarover IPCI (Interdisciplinary Processing of Clinical Information, ontwikkeld vanuit de vakgroep Medische Informatica aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam) heeft uitgespoeld. 2
Dit is het aantal patiënten waarvoor de keten-DBC gedeclareerd is.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
10
feb 2013
Indicatoren
2012
Prevalentie
De prevalentie van de patiënten met Diabetes Mellitus type 2 lijkt in onze regio stabiel te zijn. DM percentage in de populatie Diabetes type 1 Diabetes type 2
2011
5,6%
5,3%
0,4% 5,2%
0,4% 4,9%
De procesindicatoren geven aan bij welk percentage van de patiënten bepaalde verrichtingen uitgevoerd en adequaat geregistreerd zijn in het HIS van de huisarts. Bij de vergelijking van 2011 en 2012 blijken de cijfers stabiel te zijn.
2012 HBA1C Syst. bloeddruk Lipide profiel Kreatinine klaring Urine onderzoek op albumine BMI
2011 94% 95% 86% 89% 79% 89%
95% 96% 86% 89% 80% 91%
Procesindicatoren Het percentage patiënten waarbij oogonderzoek is uitgevoerd, is in 2012 afgenomen. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het feit dat de ZEL in 2012 besloten heeft de frequentie van de fundusscreening terug te brengen van 1 keer per jaar naar 1 keer per 2 jaar.
2012
2011
Funduscontrole Voet controle
79% 70%
84% 68%
De registratie van retinopathie is toegenomen van 3,6% naar 4,8%. Waarschijnlijk werd dit het afgelopen jaar door de huisarts beter vastgelegd in het HIS. Dit is een positieve tendens.
2012 Diabetische retinopathie
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
4,7%
11
2011 3,6%
feb 2013
Uitkomstindicatoren Dit zijn de indicatoren die gebruikt worden om de kwaliteit van zorg te volgen. Bloeddruk, LDL-c en HbA1c De belangrijkste streefwaarden op het gebied van de glucoseregulatie, de bloeddruk en lipiden zijn min of meer constant gebleven. We zien wel een lichte afname van het percentage patiënten met een HbA1c < 53. Dit is mogelijk te verklaren door het feit dat het beleid van de glucoseregulatie bij ouderen is aangepast. Bij ouderen worden hogere streefwaarden voor het HbA1c geadviseerd. Op dit moment is het niet mogelijk deze cijfers per leeftijdscategorie uit te draaien.
2012
HbA1c HbA1c < 53 HbA1c 53 – 69 HbA1c > 69
2011 66% 29% 5%
2012
Syst. Bloeddruk Syst. Bloeddruk < 140
73% 24% 4%
2011 65% 28% 7%
Syst. Bloeddruk 140-160 Syst. Bloeddruk > 160
2012
LDL LDL < 2.5 LDL 2.5 - 3.5 LDL > 3.5
64% 30% 6%
2011 53% 33% 14%
52% 36% 13%
* Inmiddels zijn de richtlijnen voor oudere patiënten met Diabetes Mellitus type 2 aangepast. Conclusie De ZEL lijkt de goede kwaliteit van Diabetes zorg te bestendigen in aanhoudend goede resultaten. Beleidsresultaten De mogelijkheden voor groepseducatie zijn bekeken. In de loop van het jaar is gebleken dat educatie op deze manier wetenschappelijk gezien geen toegevoegde waarde voor de patiënt en de zorggroep heeft. Daarop is er gezocht naar een programma dat binnen een praktijk gebruikt kan worden op het gebied van individuele educatie. Deze werd gevonden in de vorm van het programma DIEP (Diabetes Interactief Educatie Programma). Dit programma is door de ZEL in een tweetal scholingen aan zorgverleners betrokken bij de Diabeteszorg aangeboden. In Maassluis is in 2012 een pilot ‘Happy Feet’ van start gegaan met als doel het screenen van voetproblematiek bij Diabetespatiënten en het bevorderen van vaardigheden voor voetscreening bij de POH-ers. Tevens werden de screeningsformulieren getest op bruikbaarheid. De pilot werd uitgevoerd door een medisch pedicure. Patiënten die nog geen of een onduidelijke Simmsclassificatie hadden, werden opgeroepen voor een speciaal voetenspreekuur met de POH en de medisch pedicure. Van de 35 onderzochte patiënten werden 5 patiënten met Simms 2 voeten gevonden en 3 patiënten met een Simms 3 voet. Het percentage probleemvoeten was bij deze systematische screening hoger dan verwacht. Het vermoeden dat de huisartsenvoorziening nog niet optimaal screent op voetproblematiek werd hiermee bevestigd. Hier zal in 2013 aandacht aan worden besteed. De Werkgroep Diabetes Mellitus (WGDM) onderkent het belang om het gebruik van de Simmsclassificatie Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
12
feb 2013
te stimuleren en het opsporen van probleemvoeten te bevorderen. De werkgroep zal zich echter eerst richten op het verbeteren van de bestaande afspraken met de medisch pedicuren, podotherapeuten en de beide ziekenhuizen, hetgeen ook aandacht behoeft. Het grootste gedeelte van het protocol DM op de ZEL website is vernieuwd en aangepast aan de huidige richtlijnen. Uit onderzoek is gebleken dat het standaard Diabetesbeleid voor patiënten van 75 jaar en ouder minder stringent zou moeten zijn. Door het vertrek van de kaderarts DM in oktober 2012 is de implementatie van de Verenso richtlijnen gestagneerd. In 2010 was het aantal verwijzingen voor fundusscreening rond de 35%. Tot en met 2011 was het uitgangspunt dat iedere patiënt met Diabetes type 2 jaarlijks gescreend dient te worden. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar een optimaal interval. Naar aanleiding van deze onderzoeken is besloten de screening om de twee jaar plaats te laten vinden. Begin 2012 werden er vijf glucosemeters als standaard in de regio geadviseerd die voldoen aan de door de regio opgestelde criteria3. De POH-ers zijn opgeleid zodat zij de meters juist gebruiken en op een juiste manier uitleggen aan de patiënt. De samenwerking met de ZELA heeft er toe geleid dat de apotheken de jaarlijkse controle van de patiëntenmeters hebben overgenomen van de ziekenhuizen.
3.1.2 COPD Doelstelling Na 2 jaar keten-DBC COPD is er een aanmerkelijke slag geslagen in de kwaliteit van zorg. Inmiddels zijn er 145 huisartsen met een contract voor de COPD keten. De ZEL heeft van het begin af aan een breed multidisciplinair beleid gevoerd. De fysiotherapeuten en diëtisten zijn al aangehaakt. Er werd in 2012 binnen de keten-DBC COPD naar nog meer samenhang gezocht door ook Astma uit te werken, een aandoening die vaak samen met COPD voor komt en is gekeken naar samenwerking om de zorg voor palliatieve patiënten te verbeteren. Kerngegevens Kerngegevens 2012 COPD Aantal deelnemende huisartsen Aantal geïncludeerde patiënten4
2012 145 4.878
2011 146 4.316
3
100% dekking van de drie meters is niet mogelijk omdat patiënten zelf soms ook met een meter komen. Daarnaast blijkt de bemoeienis van de farmacie in deze zeer hardnekkig. 4
Dit is het aantal patiënten waarvoor de keten-DBC gedeclareerd is.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
13
feb 2013
Indicatoren
2012 ZEL specifiek
1: COPD
2012 origineel
2011
2
2,1
2,08
3: COPD Eerste lijn, 12 maanden
55
76
82
4: Recente rookstatus
69
70
60
5: Roker
38
47
42
6: Recent stop rook advies
71
77
70
7: BMI
73
61
49
8: Inhalatie techniek gecontroleerd
57
36
18
9: Spirometrie gedaan
62
53
32
10: Influenza vaccinatie
70
68
72
11: Functioneren vastgelegd
64
47
28
12: Mate van beweging
65
52
33
13: R03 medicatie
76
75
73
15: GOLD
84
79
54
20: Ziektelast
25
29
0
Over 2012 zijn door het Erasmus twee verschillende uitspoelen gemaakt. Ten eerste is er een ZEL specifieke uitspoel voor de COPD patiënten gemaakt (zie tabel: 2012 ZEL specifiek). Daarnaast wordt de originele IPCI lijst ook nog gebruikt (zie tabel: 2012 origineel). Het Erasmus heeft de mogelijkheid geboden om meer aan de wensen van de ZEL tegemoet te komen. Voorheen werden alleen de NHG indicatoren uitgespoeld en werden er bepaalde aannames over het COPD hoofdbehandelaarschap gedaan. Daardoor vervuilden de uitgespoelde cijfers, omdat in de uitspoel toch veel patiënten werden meegenomen die niet de huisarts als hoofdbehandelaar hadden.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
14
feb 2013
Het nadeel van de ZEL specifieke uitspoel is dat de uitspoel over de afgelopen 18 maanden gaat, hierdoor zijn de cijfers moeilijk vergelijkbaar. Dit hebben we gedaan om een inschatting te kunnen maken van de patiënten aantallen die niet binnen de 12 maanden op het spreekuur beoordeeld worden voor hun COPD en daarmee niet in de 12 maanden uitspoel worden meegenomen. Aangezien dit tot verwarring heeft geleid, zal dit in 2013 anders worden aangepakt. In de originele IPCI uitspoel worden dit jaar voor het eerst de 80-plussers niet meer meegenomen. Dus ook deze uitspoel is niet 1 op 1 vergelijkbaar met voorgaande jaren. In beide lijsten wordt een verbetering gezien in de registratie. De verbetering in de cijfers van de ZEL uitspoel komt deels doordat er daadwerkelijk beter wordt geregistreerd. Echter, een belangrijk deel van de verbetering is toe te schrijven aan het feit dat nu alleen patiënten worden meegenomen die ook echt door de huisartsen als hoofdbehandelaar zijn aangemerkt. Hierbij moet wel worden meegenomen dat de verbetering deels door de 18 maanden uitspoel wordt veroorzaakt. Het betekent niet dat we er qua registratie al zijn. Met name het aantal COPD patiënten dat uitvalt in de followup, doordat ze uit het oproepsysteem vallen is nog relatief hoog. Hier moet de komende jaren de focus op blijven liggen. Beleidsresultaten Astma is een aandoening die veel overlap vertoont met COPD. Het zijn beide obstructieve longziekten, echter, met een wezenlijk verschillende pathogenese. Veel COPD patiënten hebben een dubbeldiagnose Astma en COPD. Landelijk wordt Astma door veel zorggroepen al uitgerold en in 2012 is de zorgstandaard Astma verschenen. Dit zijn voor de ZEL de redenen geweest om in 2012 stappen te nemen om de zorg voor Astma patiënten te integreren in de COPD zorg. Hiertoe is in 2012 een werkgroep gestart om een Astma protocol te ontwikkelen. Deze zal in de eerste helft van 2013 worden voorgelegd aan het expertteam, waarna het in de regio uitgerold kan gaan worden. Landelijk is er veel aandacht voor palliatieve COPD zorg. Er is ook een landelijke richtlijn verschenen. Om deze richtlijn in de regio aandacht te geven en de palliatieve zorg voor mensen met COPD op de kaart te zetten en te borgen is er een protocol gemaakt. Hierin wordt de inhoudelijke richtlijn beschreven, maar staat tevens hoe de regionale samenwerkingsverbanden tussen de 1e en 2e lijn op gang gebracht kunnen worden. In 2013 zal de focus verschuiven naar de vraag hoe deze richtlijn te implementeren in de regio. In 2012 is voor de visitaties op het gebied van COPD een A/B/C/D indeling gemaakt. De COPD visitaties zijn in die zin nieuw dat vooral de kwaliteit van zorg wordt gemeten en in mindere mate naar de indicatoren wordt gekeken. COPD zorg is niet volledig in getallen te vangen en de manier waarop de zorg is georganiseerd is voor de ZEL de belangrijkste voorwaarde om goede COPD zorg te kunnen bieden. Een toelichting op de indeling staat in paragraaf 3.2 Visitaties. Indeling
Aantal praktijken
A+
20
A
4
B+
15
B
8
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
15
feb 2013
C+
2
C
4
D
2
Naar aanleiding van de visitaties in 2012 zijn protocollaire aanvullingen gemaakt, zoals een protocol voor ijking en schoonmaak van de spirometers en inhalatietechniek controle. In 2012 zijn zes CIT trajecten opgestart, waarvan er al één succesvol werd afgesloten. CIT staat voor COPD implementatie traject. Naar aanleiding van de visitaties in 2012 zullen er in 2013 nog eens 10 tot 12 CIT trajecten opgestart gaan worden. De gezamenlijke nascholing POH-Fysiotherapeut-dietist ‘Wegen voor bewegen’ was een succes. In 2012 werd deze scholing twee maal georganiseerd. Doel van de scholing was naast de inhoudelijke verdieping de onderlinge band tussen de ketenpartners in de COPD zorg (diëtisten, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners) aan te halen. In oktober 2012 werd als pilot een vernieuwde COPD scholing georganiseerd: COPD up-to-date. Deze scholing zette in op verdieping in de COPD zorg, waarbij de focus minder sterk op de spirometrie lag, zoals bij andere aangeboden COPD scholingen. De laatste richtlijnen, de zorgstandaard en thema's als exacerbaties en dubbeldiagnose kwamen aan de orde. De scholing werd goed geëvalueerd. Het COPD protocol op de ZEL website is geactualiseerd
3.1.3 CVRM Doelstelling In 2011 is de keten-DBC CVRM voor een beperkte groep praktijken van start gegaan in de vorm van een pilot. In 2012 is de pilot verlengd en zijn er twee extra praktijken ingestroomd. Het implementatietraject voor deze praktijken start op 1 januari 2013. Een andere doelstelling was het maken van regionale transmurale afspraken. Kerngegevens Kerngegevens 2012 CVRM Aantal deelnemende huisartsen pilot Aantal geïncludeerde CVRM patiënten pilot 5
2012 45 3.394
2011 35 3.394
Indicatoren
Tabel Basisgegevens CVRM primair
Basisgegevens CVRM (primair)
5
2012
2011
percentage
percentage
Dit is het aantal patiënten waarvoor de pilot keten-DBC gedeclareerd is.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
16
feb 2013
Totale populatie pilot praktijken
100,0%
100,0%
K86 (hypertensie zonder orgaanschade)
11,0%
10,1%
T93 (Vetstofwisselingsstoornis)
4,3%
3,8%
Syst bloeddruk >=140
9,2%
9,4%
Totaal chol >=6,5
3,2%
3,3%
Rokende man >=50 jaar
1,3%
1,4%
Rokende vrouw >= 55 jaar
0,9%
1,0%
K85 (verhoogde bloeddruk)
1,3%
1,1%
K87 (hypertensie met orgaanschade)
1,0%
0,9%
A91.05 (gestoorde glucose tolerantie)
1,3%
1,1%
L88 (Reuma/verwante aandoeningen)
1,3%
1,2%
Alle mogelijke hoog risico (geen HVZ)
21,5%
21,0%
2012
2011
percentage
percentage
100,0%
100,0%
4,7%
4,4%
Tabel Basisgegevens CVRM secundair
Basisgegevens CVRM (secundair) Totale populatie pilot praktijken Patiënten bekend met HVZ
In de bovenstaande tabellen wordt de populatie van de pilot praktijken CVRM geschetst. Uit de tabellen kan worden opgemaakt dat de populatie van de pilot praktijken is toegenomen van 97.459 patiënten in 2011 naar 99.886 ingeschreven patiënten in 2012. De tabel ‘basisgegevens CVRM primair’ toont dat van alle ingeschreven patiënten in de pilot praktijken 21,5% worden gelabeld als een mogelijke hoog risico patiënt voor cardio vasculaire aandoeningen zonder HVZ. De tabel ’basisgegevens CVRM secundair’ is een weergave van het aantal patiënten in de pilotpraktijken een HVZ doorgemaakt. In 2012 heeft 4,7% van de pilotpraktijkpopulatie een HVZ doorgemaakt. Het beeld van 2012 is niet afwijkend ten opzichte van 2011. Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
17
feb 2013
Tabel Primaire Preventie 2012
2011
Verhoogd risico geen HVZ (primair)
Verhoogd risico geen HVZ (primair)
Prevalentie
6,1%
4,5%
- Fam. Anamnese bekend
72,9%
67,2%
- Rookstatus bekend
71,6%
75,5%
- Roker met Stop-rook advies
72,2%
50,0%
- Alcoholgebruik bekend
66,7%
54,4%
- LDL bekend
96,7%
95,0%
11,6%
10,7%
- BMI
54,5%
52,7%
- Systolische bloeddruk bekend
90,4%
97,4%
- Bloedglucose bepaald
96,5%
95,7%
- Voedingspatroon besproken/advies
32,8%
28,9%
- Beweging besproken/advies
43,3%
47,7%
CVRM patiënten onder begeleiding van de huisarts
- waarvan LDL < 2,5
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
18
feb 2013
Tabel Secundaire Preventie 2012
2011
Verhoogd risico met HVZ (secundair)
Verhoogd risico met HVZ (secundair)
Prevalentie
1,7%
1,3%
- Antistolling
82,1%
83,3%
- Rookstatus bekend
71,2%
65,4%
- Roker met Stop-rook advies
66,7%
50,0%
- Alcoholgebruik bekend
64,3%
39,1%
- LDL bekend
93,4%
89,1%
35,2%
34,0%
- BMI
53,1%
44,4%
- Systolische bloeddruk bekend
89,7%
90,7%
- Bloedglucose bepaald
92,3%
90,6%
- Voedingspatroon besproken/advies
47,6%
35,7%
- Beweging besproken/advies
47,6%
35,7%
CVRM patiënten onder begeleiding van de huisarts
- waarvan LDL < 2,5
De bovenstaande tabellen geven een weergave van de patiënten met een verhoogd risico op HVZ, zonder HVZ (primaire preventie) en patiënten met HVZ (secundaire preventie) van de pilot CVRM. De prevalentie getallen geven weer hoeveel patiënten binnen de pilot praktijken onder begeleiding zijn van de huisarts voor CVRM. De verdeling binnen de CVRM groep tussen de patiënten met een HVZ en een verhoogd risico op HVZ komt overeen met de landelijke cijfers. Ongeveer een kwart van de patiënten uit de CVRM groep hebben een HVZ doorgemaakt en de overige patiënten hebben een verhoogd risico op HVZ. Patiënten met een verhoogd risico op HVZ kunnen overwegend worden onderverdeeld in patiënten met hypertensie, gestoorde glucosetolerantie en overige risicofactoren. De overige risicofactoren betreffen o.a. adipositas, roken, belaste familieanamnese en reumatische aandoeningen. Deze patiënten werden geïncludeerd in de keten-DBC CVRM, omdat ze een risico ≥ 10% (gele gebied in de risicoscoretabel) hadden. Beleidsresultaten
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
19
feb 2013
In het verslagjaar is door de CVRM-ketenverpleegkundige en de CVRM kaderhuisarts veel aandacht besteed aan het onderdeel registratie en declaratie. Dankzij deze inspanning bleek het belang en de aandacht die nodig is voor een goed dossieronderzoek in het implementatietraject. Alle pilotpraktijken zijn aangeschreven en gevraagd om het declaratiebestand van het 4e kwartaal 2012 zodanig opnieuw aan te leveren dat dit op basis van een actueel controlebestand is gecheckt. Op deze wijze wordt de betrouwbaarheid van de ketendeclaraties vergroot. Resultaten hiervan zullen in het verslagjaar 2013 worden gemeld. In 2012 heeft bij alle pilot praktijken een audit plaats gevonden en is gecontroleerd of de praktijken voldoen aan de basisvoorwaarden van de keten-DBC CVRM. Daar waar het nodig was hebben alle pilot praktijken onder begeleiding van de CVRM verpleegkundige het in 2011 ontwikkelde implementatie traject doorlopen. In 2012 zijn concrete afspraken met de tweede lijn rondom verwijs- en terugverwijsbeleid en multidisciplinaire behandeling van patiënten grotendeels afgerond met de cardiologen en internisten uit het Reinier de Graaf ziekenhuis en het Vlietland Ziekenhuis. Omdat de neurologen en de vaatchirurgen niet op de expert-team vergaderingen aanwezig waren, konden met hen nog geen concrete afspraken worden gemaakt. Dit zal in 2013 worden afgerond. Met DSW is een aantal extra indicatoren afgesproken om meer inzicht te krijgen in de omvang, zorgvormen en populatie van de CVRM DBC. Met DSW heeft, aan de hand van de extra indicatoren, een tussenevaluatie plaats gevonden en is het ICT plan CVRM en het dossieronderzoek besproken. In dit ICT plan is de declaratiewijzer herzien en is schriftelijk een borging van het declaratiebestand ten opzichte van het controle bestand opgenomen. Het controlebestand is het overzicht van de patiënten die in de keten-DBC CVRM zijn opgenomen. De nascholingscommissie heeft het curriculum CVRM voor 2013 en 2014 verder uitgewerkt aan de hand van de nascholingen uit 2012. De eerste nascholing Basisvaardigheden CVRM voor de doktersassistente en geïnteresseerde POH is met succes gegeven op 16 mei 2012. Aan de hand van deze scholing is de praktische kaart: meten is weten met validatiecriteria ontwikkeld. De eerste nascholing CVRM in de praktijk voor POH en huisartsen is met succes gegeven op 21 juni 2012. De pilot met de e-learning ECG cursus en responsiecollege heeft plaats gevonden en zal in 2013 geëvalueerd worden. De werkgroep CVRM heeft meegewerkt aan het DTO (Diagnostisch Toets Overleg) en heeft een presentatie Eventrecorder (apparaat dat hartritme op afstand beoordeelt) gemaakt en gepresenteerd.
3.1.4 Ouderenzorg Doelstelling In de huisartsenovereenkomst van 2012 heeft DSW de huisartsen de mogelijkheid geboden de praktijkondersteuner in te zetten voor kwetsbare ouderen. Daar er nog geen regionale multidisciplinaire richtlijn beschikbaar was voor kwetsbare ouderenzorg, heeft de ZEL zichzelf voor 2012 ten doel gesteld om de huisartsenpraktijken die de kwetsbare ouderen in kaart willen brengen, te ondersteunen. Beleidsresultaten De huisarts heeft een cruciale rol bij de signalering en het uitvoeren van diagnostiek van dementie en draagt zorg voor een juiste toeleiding naar vervolgzorg. Vanwege deze rol in de keten heeft de ZEL in 2012 deelgenomen aan het project: Systeemgerichte dementiezorg in de regio.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
20
feb 2013
De resultaten hiervan eind 2012 waren: o Er staat een routekaart voor huisarts en praktijkondersteuner met contactpersonen op de ZEL website. In deze routekaart staan cijfers en feiten, een stroomschema, interventies, checklist voor implementatie van de richtlijn met bijbehorende formats/voorbeeld documenten. o Er is een advies geweest aan de zorgverzekeraar voor het opnemen van prestaties met betrekking tot diagnostiek dementie in het basis huisartsencontract. Deze zijn door DSW opgenomen. o Er is een nascholing georganiseerd voor praktijkondersteuners op het gebied van vroege signalering dementie.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
21
feb 2013
3.2 VISITATIES Doelstelling De visitatiecommissie had in 2012 als doelstelling het ontwikkelen van een visitatiesysteem met méér efficiëntie, dezelfde of betere effectiviteit en meer samenhang binnen de verschillende ketens. Daarnaast was een doelstelling te komen tot een uniforme classificatie naar analogie van het classificatiesysteem bij het CIT. Kerngegevens Kerngegevens 2012 visitaties Aantal visitatiebezoeken aan praktijken voor DM en COPD6 Aantal verstuurde papieren visitaties aan praktijken Aantal portfolio’s aangeleverd en beoordeeld Aantal huisartsen en POH-ers deelgenomen aan spiegelbijeenkomst
2012 4 eerste visitaties DM van nieuwe leden, 48 COPD, 12 CVRM 22 DM en COPD, 75 alleen DM 46 0
2011 25 DM en COPD en 5 alleen DM 52 21 6+1 POH
Het visitatieteam bestond in 2012 uit drie visitatieartsen: Alfons Kramer, Anja de Vries en Wim Wierema en twee visitatieverpleegkundigen: Nellie van den Berge en Fransje Jorna. CIT trajecten: Mona van Beelen en Lisa Kool Beleidsresultaten Ontwikkeling van een classificatiesysteem. De classificatie in A, B, C of D praktijken vindt plaats met behulp van de basiseisen, aanvullende eisen en de prestatie-indicatoren uitgespoeld via IPCI. Deze eisen zijn opgesteld door de kaderartsen en hun werkgroepen. De indeling van een praktijk volgens deze classificatie heeft consequenties voor het te volgen visitatietraject voor deze praktijk. Dit is zichtbaar in onderstaand schema. Praktijkni veau
Betekenis
Wijze van visiteren
Gevolgen?
A / A+
De praktijk voldoet aan de door de werkgroep vastgestelde normen voor een A praktijk.
Geen verbeterplan. Accreditatiepunten voor de keten.
B
Er zijn nog enkele verbeterpunten om een A praktijk te worden.
1 x per 2 jaar een spiegelbijeenkomst 1x per 2 jaar een papieren visitatie. 1 x per 2 jaar visitatiebezoek en 1 x per 2 jaar papieren visitatie.
C
Er zijn nog veel verbeterpunten om een A praktijk te worden.
1 x per 2 jaar visitatiebezoek en 1 x per 2 jaar papieren visitatie.
D
De praktijk is niet genoeg op orde om volgens de ZEL voorwaarden te voldoen aan de basiseisen van de ketenzorg.
Visitatie na afronden implementatietraject.
Verplicht implementatietraject. Verplicht implementatietraject en stop-zetten uitbetaling ketengelden totdat aan basiseisen is voldaan.
De criteria voor classificatie m.b.t. de DM zijn vastgelegd en aan de hand van de IPCI cijfers zijn de praktijken ingedeeld volgens het A,B,C, D systeem. Er zijn 48 visitaties op het gebied van COPD gedaan, waarna deze praktijken zijn geclassificeerd.
6
Het betreft hier praktijken, waarin meerdere huisartsen werkzaam kunnen zijn.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
22
feb 2013
Voor wat betreft de CVRM visitaties zijn door de kaderarts en kaderverpleegkundige audits gedaan bij de pilotpraktijken (bij de bezochte praktijken is gestart met een audit die is opgesteld aan de hand van het ontwikkelde implementatietraject). Gestart is met de ontwikkeling van spiegelbijeenkomsten. Dit zijn bijeenkomsten waarbij huisartsen en POH-ers uit verschillende praktijken bijeenkomen om (plenair) hun spiegelinformatie (aangeleverd door IPCI) te bespreken. Plenair zullen een aantal speerpunten besproken worden, waarna de groep in kleinere deelsessies uiteen zal gaan om de IPCI cijfers van de praktijken te bespreken. De spiegelbijeenkomsten zullen voor wat betreft DM gaan plaatsvinden in 2013.
3.3
LEEFSTIJL
Doelstelling De ZEL had zichzelf in 2012 tot doel gesteld m.b.t. Leefstijl faciliterend te zijn voor praktijkondersteuners. De leefstijlgerichte interventies op het gebied van voeding, roken, alcoholproblematiek, beweging en ontspanning zijn onderdeel in de zorgstandaarden van Diabetes, COPD en CVRM. Beleidsresultaten
Leefstijl In alle ketens is leefstijl en leefstijlbegeleiding een belangrijke factor in de behandeling en het beloop van de ziekte van de patiënt. Om voor de POH-ers ondersteuning te bieden tijdens het spreekuur werkte de ZEL voor de vijf leefstijlgebieden routekaarten uit. De regionale routekaarten voor de vijf leefstijlgebieden om ondersteuning te bieden aan POH-ers tijdens het spreekuur zijn ontwikkeld, uitgewerkt en op de ZEL website geplaatst. Op de routekaarten staat welke interventie zinvol is voor een patiënt en welke voorzieningen er in de regio geboden worden. De routekaarten voor roken, alcohol, overgewicht/ obesitas, bewegen en overspanning/burnout zijn in 2012 ontwikkeld en op de ZEL website geplaatst. In de overzichten staan o.a. cijfers en feiten, stroomschema’s, de verschillende interventies in de regio, links en downloads. De routekaarten zijn gepresenteerd en gebruikt in diverse scholingen op het gebied van leefstijl.
Zelfmanagement In 2012 is de werkgroep zelfmanagement gestart. Deze werkgroep bestaat uit Diabetes, COPD en CVRM verpleegkundigen en een ZEL beleidsmedewerker. De werkgroep heeft als taak om randvoorwaarden voor zelfmanagement in de huisartsenpraktijk te faciliteren en begeleiding te bieden bij het implementeren in de praktijk. In 2012 is een patiëntenfolder ontwikkeld die in 2013 uitgegeven en geëvalueerd zal worden. 3.4
ICT
Regionaal HIS Gebruik van een KIS is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen voldoen aan de eis van continuïteit van het patiëntendossier in de ketenzorg. Zowel de patiënt als andere zorgverleners in de keten (fysiotherapeuten, diëtisten etc.) moeten de mogelijkheid hebben bevindingen in het voor hen opengestelde deel in het KIS vast te leggen. De uitwisselbaarheid van gegevens (ook in waarneemsituaties), het op eenduidige wijze eenvoudig uit kunnen spoelen van prestatie-indicatoren en het hebben van een soepel declaratieproces t.b.v. de keten-DBC’s zijn andere belangrijke argumenten om te kiezen voor een regionaal HIS-KIS. Ondersteuning vanuit de ZEL kan op deze items veel kosteneffectiever gerealiseerd worden dan wanneer er sprake is van een grote verscheidenheid in de door de ZEL deelnemers gebruikte HIS-sen. De kwaliteit van registreren zal ten gevolge Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
23
feb 2013
van eenduidig registeren in één HIS-KIS duidelijk toenemen. In januari 2012 werd het in samenwerking met M&I/Partners Consultancy uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek naar een regionaal HIS-KIS afgerond. Uit dit onderzoek bleek dat er voldoende animo bestond bij huisartsen voor deelname aan een regionaal HIS-KIS. Pamires het HIS-KIS van Compu Group Medical kwam uit dit onderzoek naar voren als het systeem met de beste prijs kwaliteitverhouding. In samenwerking met DSW werden de onderhandelingen over aanschaf en onderhoud prijsstelling op gunstige wijze afgerond. Na opening van de intekenlijst voor belangstelling in deelname aan Pamires gaven 90 normpraktijken zich op. Eind 2012 hadden 36 praktijken zich definitief aangemeld. Beleidsresultaten· Begin januari 2012 heeft de afronding plaatsgevonden van het haalbaarheidsonderzoek voor de mogelijkheid van een regionaal HIS. De stuurgroep ICT heeft Pamires van Compugroup op basis van het beantwoorden van het Programma van Eisen en op basis van de demo’s en “site visits”, aangewezen als het voorkeur regionale HIS/KIS. Na intensieve contractonderhandelingen tussen de ZEL en Compugroup Medical (CGM) werd op 20 november 2012 de mantelovereenkomst voor Pamires getekend. 90 praktijken gaven aan belangstelling te hebben voor deelname aan Pamires. Definitieve aanmelding voor het regionaal HIS/KIS (Pamires) door 36 praktijken, eind 2012. De werkgroep ICT heeft de Monitoringsformulieren met prestatie-indicatoren vastgesteld voor de verschillende keten-DBC’s en zorgt voor het actueel houden voor wat betreft de te hanteren codes uit tabel 45 van de NHG. 3.5
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
Doelstelling Doelstelling van ZEL Deskundigheidsbevordering (ZD) is het ontwikkelen, organiseren en coördineren van kwalitatief goede regionale nascholingen voor huisartsen, POH’ers en DA. ZD was dan ook verheugd te vernemen dat de KNMG heeft geconcludeerd dat ZD voldoet aan alle gestelde eisen en dat de instellingsaccreditatie weer met 3 jaar is verlengd. Verder heeft ZD in navolging van 2011 nadruk gelegd op het financiële beleid waarin gestreefd wordt naar budgetneutraliteit. Modernisering van Deskundigheidsbevordering De organisatie van ZEL Deskundigheidsbevordering stond in 2012 in het teken van kwalitatieve vooruitgang door modernisering en digitalisering. ZD heeft hiervoor vier belangrijke stappen ondernomen. 1) Door het steeds groter wordend aantal deelnemers van de nascholingen zag ZD zich genoodzaakt om een geautomatiseerd systeem voor het inschrijven voor scholingen in te voeren. Met de nieuwe database is een grote stap vooruit gemaakt. Huisartsen, POH en DA kunnen zich nu zelf digitaal inschrijven en zijn in staat gesteld hun persoonlijke gegevens in de database te wijzigen en/of aan te vullen. 2) Medewerkers van een huisartsenpraktijk moeten zich continu ontwikkelen en bijscholen. Omdat het niet altijd mogelijk is klassikale scholingen te volgen, is E-learning een onmisbaar instrument geworden om de beste kwaliteit en optimaal rendement te garanderen. ZEL Deskundigheidsbevordering heeft met het aanbod van e-learningsprogramma’s de tweede moderniseringsstap gemaakt. Ten behoeve van de Chronische Zorg Ketens zijn de E-learnings ECG lezen, diep@work en het online Diabetes educatieprogramma aangeboden. Ook de evaluatieformulieren van de nascholingen zijn gedigitaliseerd en aangepast. Deelnemers krijgen een dag na de scholing het nieuwe evaluatieformulier digitaal aangeleverd en kunnen deze geanonimiseerd invullen.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
24
feb 2013
3) De evaluatieformulieren van de nascholingen zijn gedigitaliseerd en aangepast. Deelnemers krijgen een dag na de scholing het nieuwe evaluatieformulier digitaal aangeleverd en kunnen deze geanonimiseerd invullen. 4) Het integreren van de zorgverlening van de deelnemers uit de chronische zorgketen vereist een actieve multidisciplinaire aanpak. In 2012 heeft ZD deze aanpak gestimuleerd door het ontwikkelen van een multidisciplinaire nascholing. De door de kaderarts ontwikkelde COPD scholing werd aangeboden aan POH, Fysiotherapeuten en Diëtisten en werd goed gewaardeerd. De belangstelling hiervoor was van dien aard dat het samen scholen duidelijk in een behoefte voorzag. Kerngegevens Kerngegevens 2011 Deskundigheidsbevordering
2012
2011
Nascholingen voor huisartsen (de CVRM, COPD en DM nascholingen niet meegerekend)
53
39 7
Nascholingen voor POH’ers (de CVRM, COPD en DM nascholingen niet 13 meegerekend)
14
Nascholingen voor doktersassistentes (de CVRM, COPD en DM nascholingen niet meegerekend)
16
19
Nascholingen in het kader van de keten-DBC Diabetes
7
8
Nascholingen in het kader van de keten-DBC COPD
14
14
Nascholingen in het kader van de keten-DBC CVRM
4
4 (in de Eendaagse en samen met DM een symposium)
Totaal aantal deelnemers
1315
1115
Zie bijlage 3 voor het nascholingsprogramma van de ZEL over 2012. Overige beleidsresultaten ZEL Deskundigheidsbevordering ZD heeft in 2012 voor de huisartsen die de M&I module DTO hebben gecontracteerd een scholingsreeks voor het Diagnostisch Toets Overleg georganiseerd. Hiermee bood ZD een nadere uitwerking van de M&I module DTO/doelmatig voorschrijven. Met het volgen van de voorjaarsbijeenkomst en het versturen van het verbeterplan diagnostiek voldeed de huisartsen aan een deel van de moduleafspraak van de zorgverzekeraar. In de maanden oktober/november heeft ZD ook een najaarsbijeenkomst georganiseerd in het kader van DTO. Bij de nascholingen voor DA en POH was telkens het maximaal aantal deelnemers aanwezig. Tevens waardeerden zij de scholingen als ‘goed’ tot ‘zeer goed’.
7
De Eendaagse telt voor twee en de Tweedaagse voor vier nascholingen.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
25
feb 2013
ZD heeft onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de nascholingen van doktersassistentes en POH te accrediteren. Vanaf 2013 zullen per jaar 4 POH en 4 doktersassistente nascholingen worden geaccrediteerd. Op 16 oktober werd het minisymposium “Adequaat geneesmiddelengebruik binnen de chronische zorgketens” georganiseerd voor en door huisartsen (ZEL) en apothekers (ZELA) in samenwerking met Novo Nordisk en GlaxoSmithKline. Het symposium was een groot succes, onder meer door de inzichten die het opleverde in elkaars wereld. Daarnaast versterkte de presentatie van Ab Klink de noodzaak voor betere samenwerking in de eerstelijnszorg tussen apothekers en huisartsen. Regionale samenwerking ZD heeft in samenwerking met de ELO de multidisciplinaire scholing Vroegsignalering Alcohol aangeboden. De administratie van de accreditatie die ZD uitbesteed had aan Leerpunt Koel is per 1 juli 2012 gestopt. Dat wil niet zeggen dat de samenwerking met Leerpunt Koel eveneens gestopt is. In tegendeel, aan het einde van het jaar zijn gezamenlijke stappen ondernomen bij de ontwikkeling van een scholing bij het Erasmus MC. Sponsorcommissie In 2012 is de sponsorcommissie tweemaal bij elkaar gekomen samen met de sponsoren van ZD. In 2012 hebben de sponsoren zowel een financieel ondersteunende rol gehad als een meer inhoudelijke rol bij de ontwikkeling van nascholingen. Hiermee zijn de ontwikkelingskosten voor ZEL Deskundigheidsbevordering afgenomen. De WDH’s houden de eindverantwoordelijk voor de inhoud van de nascholingen, zodat ZD te allen tijde onafhankelijke nascholingen aanbiedt. 3.6
INNOVATIE
POH-GGZ De komende jaren wordt een flinke groei verwacht in GGZ zorgverlening. Op verzoek van de overheid vindt er een verschuiving plaats van de tweedelijns GGZ naar de eerste lijn. De eerstelijns GGZ zorg komt hierdoor voor een groot deel bij de huisartsenpraktijk terecht. In navolging van 2011, heeft de ZEL in samenwerking met regionale partijen daarom de huisartspraktijken verder gestimuleerd om een POH-GGZ in hun praktijk aan te stellen. Met als resultaat dat zich in 2012 35 praktijken hebben aangemeld voor POH-GGZ. Dit brengt het totaal aantal praktijken met POH-GGZ in onze regio op 42. Dit betekent dat 43% van de gevestigde huisartsen nu werkt met een POH-GGZ. Dit is gelijk aan het landelijke gemiddelde. Voor de praktijken met een POH-GGZ contract die tevens hebben ingetekend op de Modules Dementie en Depressie is een informatiebijeenkomst georganiseerd. Bovendien is toelichting gegeven en is een checklist ontwikkeld om de praktijken handvatten te geven bij het uitvoeren van beide modules. Belangrijke thema’s tijdens de overleggen waren onder meer de scholing van de POH-GGZ medewerkers en de verdere afhandeling van de regionale tegemoetkoming voor de implementatiekosten. In de tweede helft van het jaar zijn de ZEL en ELO gezamenlijk, in nauwe samenwerking met de GGZkaderartsen, gestart met het ontwikkelen van een visie en beleid rond om de implementatie van de Basis GGZ. In dit document staan ontwikkelingen die grote gevolgen kunnen hebben voor de huisartsenpraktijk en voorstellen hoe hiermee aan de slag te gaan in de praktijken. Diagnostiek De projectgroep diagnostiek heeft in 2012 een format voor DTO bijeenkomsten (Diagnostisch Toets Overleg) ontwikkeld en deze georganiseerd. Doel van deze bijeenkomsten was om de praktijken middels spiegelinformatie feedback te geven op de eigen aanvraag van diagnostiek in de huisartspraktijk. De projectgroep had zichzelf tevens als doel voor 2012 gesteld om de eerste stappen te zetten om ervoor te zorgen dat alle verrichtingen die de huisarts conform de NHG-standaarden in eigen beheer moet kunnen
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
26
feb 2013
aanvragen, ook in eigen beheer aangevraagd kunnen worden. Met het Reinier de Graaf ziekenhuis is dit in eerste instantie opgepakt in het project Regionaal Kwaliteitscentrum Diagnostiek.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
27
feb 2013
3.7
ONDERSTEUNING
ZEL facilitair De Zorggroep Eerste Lijn heeft in 2012 een enquête gehouden onder de huisartsen om te inventariseren in hoeverre er in de huisartsenpraktijken behoefte is aan ondersteuning op het gebied van Personeel en Organisatie, met het volgende resultaat: 26% van de 194 huisartsen heeft gereageerd op de enquête. Van de respondenten geeft 86% aan dat zij gebruik zouden willen maken van een flexpool DA en POH. De grootste behoefte is aan acute vervanging bij ziekte (54%) gevolgd door planbare vervanging (26%) en langdurige vervanging bij ziekte (20%). Het grootste deel van de respondenten geeft aan ongeveer 1x per kwartaal behoefte te hebben aan vervanging (40%). De ZEL onderzoekt samen met andere partijen of en hoe deze ondersteuning geboden kan worden en door wie.
Contractoverleg basis huisartsencontract 2012 In 2012 trad een aparte contractgroep van de ZEL als contractadviseur op voor de zorgverzekeraar DSW. De ZEL heeft DSW hierbij geadviseerd over de inhoud (en niet over de financiële kant) van het door DSW op te stellen basiscontract 2012. Eind 2012 is het basiscontract door DSW verstuurd naar alle huisartsen in de regio. Vervolgens is door DSW op 12 december 2012 een bijeenkomst georganiseerd om het basiscontract nader toe te lichten. Klachtencommissie In 2012 heeft de ZEL de klachtenregeling WSD ondersteund. De klachtencommissie bestaat uit vijf leden en één secretaris. Deelname aan een klachtenregeling is voor huisartsen verplicht in het kader van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ). Deze wet draagt ieder zorgaanbieder op ‘een regeling te treffen voor de behandeling van klachten over een gedraging van hem of voor hem werkzame personen jegens een cliënt’. In het jaar 2012 zijn betrekkelijk weinig klachten binnen gekomen bij de klachtencommissie, waardoor de commissie slechts drie keer bij elkaar is geroepen. Hierdoor zijn de kosten voor de klachtencommissie in het jaar 2012 lager uitgevallen dan opgenomen in de begroting. Dit voordeel zal worden meegenomen om de contributie van 2013 voor het tweede opeenvolgende jaar te verlagen met €50,-.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
28
feb 2013
4. ZEL IN DE REGIO De ZEL heeft als eerstelijns organisatie met haar oorsprong vanuit de huisartsenzorg (de regisseur van de zorg) met vele andere organisaties een nauwe samenwerkingsrelatie. Deze samenwerking op organisatieniveau maakt het mogelijk slagen te maken. De ZEL koestert deze samenwerkingen en wil deze graag ten behoeve van de kwaliteit van zorg aanhalen en uitbreiden. Een kort overzicht van de regionale samenwerkingsverbanden: Preferente zorgverzekeraar DSW De ZEL heeft een goede samenwerking met de preferente zorgverzekeraar DSW. Dit uitte zich in constructieve overleggen. Er zijn reguliere overleggen geweest met de bij de huisartsenzorg betrokken medewerkers van DSW, de adviserend geneeskundige en de account manager Huisartsenzorg. Daarnaast hebben onderhandelingen plaatsgevonden over de keten-DBC’s. Tevens zijn daar waar nodig extra overleggen ingelast, zoals over POHGGZ en ICT. Dialoog met de ziekenhuizen Het Reinier de Graaf Ziekenhuis en het Vlietland Ziekenhuis zijn de twee ziekenhuizen waar het merendeel van de huisartsen in de regio het meest intensief mee samenwerkt. De ZEL heeft met de Raad van Bestuur en de Medische Staf van het Vlietland Ziekenhuis en het Reinier de Graaf Ziekenhuis eens per kwartaal een structureel overleg. De doelstelling van dit overleg is kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg in de regio door optimalisering van de samenwerking tussen 1e en 2e lijn en het kanaliseren van overlegstructuren binnen de samenwerking. In het overleg werden knelpunten in de samenwerking besproken en werden samenwerkingstrajecten ontwikkeld. Tevens werd feedback gegeven op de plannen van het TMO van het Vlietland Ziekenhuis en het huisartsenteam van het Reinier de Graaf ziekenhuis. Het overleg met de ziekenhuizen wordt per ziekenhuis voorbereid in een vooroverleg. Aan dit overleg nemen zes huisartsen uit de regio deel. Tijdens deze bijeenkomst wordt het structureel overleg voorbereid. Een korte opsomming van de bespreekpunten van 2012:
Reinier de Graaf ziekenhuis: Aanvraag inspannings ECG en een gynaecologische echo. Met als resultaat het streven van de afdeling Cardiologie het inspannings ECG in het voorjaar 2013 aan te bieden. Aanvraag diagnostiek buiten kantooruren. Samenwerkingsafspraken bij medicatieoverdracht. Deze zijn vastgesteld en zullen in 2013 verder geïmplementeerd worden. Fusietraject RdGG en Haga en de positie van de huisarts hierin. Knelpunten rondom het verwijzen en de poortwachterfunctie van de huisarts. Er is afgesproken hoe met zorg met themapoli’s om te gaan. Zoveel mogelijk zal getracht worden deze onder te brengen in een verwijsafspraak binnen ZorgDomein. Wanneer dit niet tot een gewenst resultaat leidt, zal het in het structureel overleg besproken worden. Telefonische bereikbaarheid van de medisch specialist bij spoed. Communicatie van veranderingen in de zorg naar de huisartsen.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
29
feb 2013
Vlietland ziekenhuis Het Vlietland Ziekenhuis en SFG zijn bestuurlijk gefuseerd. Er is vastgesteld dat de samenwerking tussen huisartsen en medische specialisten van het Vlietland Ziekenhuis op een goed niveau is. In NWN bestaat een jarenlange historie van transmuraal samenwerken. In 2012 hebben de volgende onderwerpen op de agenda gestaan: Er is afgesproken hoe met zorg met themapoli’s om te gaan. Zoveel mogelijk zal getracht worden deze onder te brengen in een verwijsafspraak binnen ZorgDomein. Wanneer dit niet tot een gewenst resultaat leidt, zal het in het structureel overleg besproken worden. Er is gewerkt aan samenwerkingsafspraken op het gebied van medicatieoverdracht. In 2013 dient dit geëffectueerd te worden. Belangrijke veranderingen in de ziekenhuiszorg, personele bezetting etc. worden tijdig aan de huisartsen gecommuniceerd. De transmurale aspecten van het medisch beleidsplan zijn geëvalueerd. Een groot deel hiervan is daadwerkelijk gerealiseerd. Terugrapportage aan de huisarts: dit wordt jaarlijks door de medische staf geëvalueerd en teruggekoppeld in het structureel overleg. Naast de structureel overleggen heeft de ZEL in 2012 met de beide lokale ziekenhuizen een beleidsavond georganiseerd. Op beide avonden is in gezamenlijkheid met een aantal leden van de medische staf, de huisartsen uit het vooroverleg, de raden van bestuur en de directie van de ZEL gesproken over het thema: ‘wij zijn samen verantwoordelijk voor de zorg in deze regio’. De stelling heeft geleid tot gezamenlijke bevestiging van het inzicht dat samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn een voorwaarde is voor het realiseren van effectieve en efficiënte zorg - betere kwaliteit en service, en waar mogelijk lagere kosten. Bovendien is helder geworden dat een toekomstbestendige samenwerking vraagt om een verandering in denken en doen. De avonden hebben naast een goede visievorming van waaruit wordt samengewerkt ook twee zeer concrete en vooruitstrevende projecten opgeleverd. ZEL en Vlietland ziekenhuis: schottenloze Diabeteszorg ZEL en RdGG: Regionaal kwaliteitscentrum diagnostiek Zie Bijlage 1 Raad van Toezicht, expertteams en werkgroepen voor een overzicht van de deelnemers aan het vooroverleg op het structueel overleg. ZEL en Paramedici Het contact met de andere paramedische zorggroepen (FEL, ZELA, VELD, etc.) vond vooral plaats via de zorgontwikkelingen binnen de chronische zorg. Bijlage 2 SamenwerkinGspartners ZEL, geeft een overzicht van de samenwerkingspartners en de gebieden waarop wordt samengewerkt.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
30
feb 2013
5. INTERNE ORGANISATIE De drie BV s die onder ZEL Beheer BV hangen, functioneren vanaf 2012 in principe budgetneutraal. Voor alle activiteiten is op basis van een businesscase gekeken naar de haalbaarheid. Intern werkt de ZEL met een periodieke verantwoording. In 2012 is gestart met het organiseren van Huisartsen Vergaderingen waarin de ZEL de huisartsen informeert over de behaalde resultaten in een kwartaal en input vraagt. Vertrouwensvennootschap De ZEL is sinds begin 2011 bezig met de uitrol van haar organisatiefilosofie, het werken op basis van vertrouwen. Het bureaupersoneel is van het begin af aan betrokken bij en meegenomen in dit proces. In 2012 is er een grote verbeterslag gemaakt wat betreft het betrekken van het medisch kader, de huisartsen die een arbeidscontract bij de ZEL hebben, in de dagelijkse organisatie. Doelstelling was om de interactie en betrokkenheid veel meer tot haar recht te laten komen. Hiertoe is o.a. op 22 maart 2012 een workshop georganiseerd. Tijdens deze workshop is aan de hand van een aantal thema’s (Vrijheid en verbinding, Vrijheid is geen vrijblijvendheid en Vrijheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid) met elkaar gesproken over hoe de medewerkers met elkaar willen werken en hoe men over zaken willen gaan beslissen. Tevens is tijdens de beleidsdagen gesproken over de interne en externe communicatie. In deze communicatie wordt altijd uitgegaan van de missie van de organisatie. Een gezamenlijke missie is onontbeerlijk voor het uitbouwen van de vertrouwensvennootschap. Als je weet wat je doel is, kun je er pas samen voor gaan. Alle medewerkers zijn ervan overtuigd dat deze manier van werken, waarin wordt gewerkt op basis van vertrouwen, transparantie en gelijkwaardigheid, een mooie basis is tot optimale samenwerking en doelgerichte resultaten.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
31
feb 2013
6. BELEID 2013 In 2013… … Het bevorderen, faciliteren en borgen van de kwaliteit van de (huisartsen-)zorg ten behoeve van de patiënten in de Regio Westland Schieland Delfland en Nieuwe Waterweg Noord. De uitgangspunten voor het werk van de ZEL in 2013 zijn: van kwalitatief hoog niveau en evidence based; multidisciplinair, partners in de regio kennen en versterken elkaar; lokaal waar mogelijk, regionaal waar het moet; gericht op zelfmanagement van de patiënt; efficiënt georganiseerd. … zal de ZEL een ontwikkelstap maken naar multidisciplinaire geïntegreerde stepped care ketenzorg. Dit is in lijn met de richting die in het regeerakkoord “Bruggen Slaan” van 29 oktober 2012 wordt aangehouden: samenwerken en ontschotten en het wegnemen van perverse volumeprikkels. ... zal ZEL Deskundigheidsbevordering (ZD) blijven voorzien in de nascholingsbehoefte van huisartsen en hun personeel in de regio Westland, Schieland en Delfland (WSD). … zal de verdere uitrol plaatsvinden van één regionaal HIS/KIS en zal er tevens invulling worden gegeven aan het KIS gedeelte. … zal de planning en control cyclus verder worden verfijnd. Dit houdt in dat projecten en doelstelling overzichtelijk worden gepresenteerd.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
32
feb 2013
7. FINANCIËN
Volgt later.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
33
feb 2013
8. KWALITEITSJAARVERSLAG 2012 De zorgverlener is verantwoordelijk voor de zorg die in de praktijk wordt verleend en is daarop ook aanspreekbaar. De ZEL is verantwoordelijk voor de waarde die zij toevoegt aan deze zorg. Deze toegevoegde waarde bepaalt tevens het systematisch kwaliteitsbeleid van de ZEL. De thema’s waarop de zorggroep toegevoegde waarde kan bieden, zijn te onderscheiden in: A. Optimale zorg en uitkomsten B. Samenwerking C. Patiëntenparticipatie D. Continuïteit en overdracht E. Bestuur en organisatie F. Informatiesystemen Uit bovengenoemde thema’s volgen de kwaliteitseisen waaraan ZEL in 2012 heeft voldaan. Deze kwaliteitseisen worden gezien als kritische kwaliteitskenmerken (KKK’s). Als gevolg van de continue ontwikkelingen in de (keten)zorg behoeven de KKK’s ten minste jaarlijks bijstelling. Kwaliteitsbeleid is herkenbaar als een cyclisch verbeterproces. Elk van de KKK’s heeft een plaats in de verbetercyclus. Om dit aan te geven, is elke KKK voorzien van een aanduiding: (A) Afspraken (M) Meten (V) Verbeteren (S) Structuur, (rand)voorwaarde In onderstaande tabel zijn de SMART geformuleerde definities van de korte omschrijvingen onder kwaliteitseisen weergegeven. Tevens is voor elk van de KKK’s aangegeven welke voorzieningen ervan aanwezig zijn en wie verantwoordelijk is voor het proces. Daarnaast wordt weergegeven waar mogelijke knelpunten of verbeterpunten aan de orde zijn met een voorstel ten behoeve van de verbetercyclus. A.
Optimale zorg + uitkomsten
Kwaliteitseisen
Definitie en voorzieningen
Bewaking en uitvoering
(A) Gezamenlijk zorgprogramma gebaseerd op zorgstandaard
Alle zorgprogramma’s van de ZEL zijn gebaseerd op de geldende zorgstandaard en op de onderliggende standaarden en richtlijnen.
Directie in samenwerking met coördinatoren
Er zijn regionale zorgprogramma’s DM2, COPD en CVRM (M) Maakt feedbackrapportage
Feedbackrapportages bevatten gegevens over structuur, proces en uitkomsten van de geleverde zorg en zijn tijdig beschikbaar op zorggroep-, praktijk- en zorgverlenersniveau.
Beleidsmedewerker in samenwerking met IPCI ErasmusMC en de visitatieteams.
Er zijn feedbackrapportages op uitkomsten. Er is ‘interne benchmark’ en/of spiegelinformatie.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
34
feb 2013
(V) Geeft persoonlijke feedback
(V) Ondersteunt uitvoering in de praktijk
(S) Praktijken hebben adequaat zorgteam
(S) Biedt scholing aan zorgverleners
De ZEL geeft alle zorgverleners persoonlijke feedback over de verleende zorg op structuur, proces en uitkomstniveau en organiseert intercollegiale toetsing aan de hand van de cijfers. De ZEL beschikt over stafcapaciteit die praktijken op indicatie helpt bij het implementeren en uitvoeren van de zorgstandaard.
Visitatie teams
De implementatie wordt bewaakt door de coördinator Chronische Zorg en begeleid door vakverpleegkundigen die daartoe zijn opgeleid tot consulent (met uitzondering van de CVRM verpleegkundige).
Alle praktijken beschikken over Huisartsen en voldoende, bevoegde en bekwame zorgverleners en ondersteuning voor het optimaal uitvoeren van de taken ten behoeve Directie / coördinator chronische zorg van de door de ZEL gecontracteerde zorg. d.m.v. contracteren en controle op basis van ROS registratie op inzet POH-S De ZEL biedt inhoudelijke scholing aan zorgverleners zodat hun competentie past bij de van hen verlangde taken in het kader van de gecontracteerde zorgprogramma’s.
Coördinatoren chronische zorg en deskundigheidsbevordering
De ZEL Deskundigheidsbevordering voor Chronische Zorg is multidisciplinair. Er is een meerjarencurriculum deskundigheidsbevordering huisartsen met aandacht voor de verschillende competenties In nascholingen dienen minimaal twee competenties aan bod te komen van de 8 competenties medisch handelen (Canmeds model), te weten: Professionaliteit Communicatie Organisatie Maatschappelijk handelen Kennis en Wetenschap Samenwerking Didactische vaardigheid en training van de docenten/ werkgroepen nascholing.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
35
feb 2013
B. Samenwerking
Kwaliteitseisen
A) Samenwerkingsafs praken en kwaliteitseisen met alle ketenpartners (SLA’s) *
(V) Biedt trainingen m.b.t. zorginhoud en samenwerking multidisciplinair aan
Definitie en Voorzieningen
Bewaking en uitvoering Knelpunten / aandachtspunten
De ZEL heeft Directie en schriftelijke samenwerkingsafsp coördinatoren raken in de vorm van SLA’s met alle gecontracteerde ketenpartners; deze bevatten tevens kwaliteitseisen t.a.v. de ketenpartners. Er zijn goede, zakelijke afspraken met ketenpartners. Deze zijn terug te vinden in de overeenkomsten met de ketenpartners en worden jaarlijks geëvalueerd. Organiseert multidisciplinaire scholing voor alle ketenpartners op lokaal niveau met betrekking zorginhoud en samenwerking in de keten.
(de ZEL contracteert enkel de kwaliteit van zorg op basis van het koptarief)
ZD en CZ
De ZEL biedt multidisciplinaire scholing aan. * SLA = Servicelevel agreement: zakelijke overeenkomst over de te verlenen diensten met welke kwaliteit met benoeming van wederdiensten. C. Patiëntenparticipatie
Kwaliteitseisen
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
Definitie en Voorzieningen
36
Bewaking en uitvoering
Knelpunten / aandachtspunten
feb 2013
(S) Heeft een adequate klachtenregeling D. C o n t i n u ï t e i t e n o v e r d r a c h E. F. G. H.
De ZEL ziet erop toe dat alle gecontracteerde zorg en de organisatie ervan is voorzien van een klachtenregeling die voldoet aan de geldende eisen en voorwaarden.
Directie
Er is een protocol voor interne en externe klachtenafhandeling
Alle betrokken zorgverleners beschikken over een klachtenregeling. De ZEL heeft aansluiting bij een regionale klachtenregeling. De ZEL is aangesloten bij de klachtenregeling WSD. Er is een klachtenregeling voor patiënten en de patiënten zijn hierover geïnformeerd. Er is een patiënten informatie folder. Er is een protocol voor interne en externe klachtenafhandeling.
D. Patiëntenparticipatie Kwalitei Definitie en Voorzieningen tseisen (A) Er zijn verwijsen terugve rwijsafs praken
Bewaking en uitvoering
Knelpunten / aandachtspunten
Continuïteit van de zorg vormt één van de bouwstenen van de programmatische aanpak van chronische aandoeningen volgens de zorgstandaard, waarbij de overdracht van patiënten gewaarborgd is.
Huisartsen en coördinatoren
Multidisciplinaire uniformiteit in overdracht niet aanwezig (specialisten, paramedici)
Er bestaan onderlinge verwijs- en terugverwijsafspraken tussen de zorgverleners binnen de zorggroep. Er wordt gewerkt via zorgdomein. Er is een overlegstructuur met de belangrijkste ziekenhuis samenwerkingspartners.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
37
feb 2013
(S) Er is een centrale zorgverl ener
Er is een centrale zorgverlener aanwezig die voor de patiënt en zijn Huisartsen omgeving fungeert als een eenduidig aanspreekpunt en waarborgt de continuïteit van de zorg. Per patiënt zijn er afspraken over een eenduidig aanspreekpunt voor de patiënt en diens omgeving.
E. Bestuur en organisatie Kwaliteitseisen
Definitie en Voorzieningen
Bewaking en uitvoering
S) Zorggroep is statutair vastgelegd
De bestuurlijke organisatie van de zorggroep is statutair Directie en AVA. vastgelegd. Het beschikt over statuten, eventueel aangevuld met een bestuursreglement, waarin eenduidig benoemd is wie de belangen van de patiënten en cliënten vertegenwoordigt.
Knelpunten / aandachtspunten De ZEL beschikt niet over een huishoudelijk reglement.
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende geledingen zijn omschreven in het huishoudelijk reglement. (A) Heeft missie, visie en jaarplan
De ZEL beschikt over een vastgestelde missie en visie op de inhoud en de organisatie van de zorg en werkt met jaarplannen om deze te realiseren.
Directie
Er zijn duidelijk geformuleerde korte en lange termijn doelstellingen.
Doelgroepen en zorgaanbod.
De doelgroep omvat patiënten waarbij sprake is van chronische multidisciplinaire zorg. Het bewaken van de kwaliteit van zorgaanbod
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
38
Directie
Deze slag wordt feb 2013
moet afgestemd zijn met andere aanbieders binnen de keten. Te denken valt bv. aan ziekenhuizen, HAP, GGZ-instellingen, thuiszorg wijkverpleegkundigen e.d. Financieel beleid
(M) Heeft Kwaliteitsjaarverslag
Kwaliteitbeleid (doelen en prioriteiten)
vanaf 2013 in gang gezet.
Er is jaarlijks een financieel Directie jaarverslag welke gepresenteerd wordt aan de Controller AVA. Met het kwaliteitsjaarverslag Directie en leggen zorggroepen coördinatoren verantwoording af over de geleverde zorg- en In samenwerking dienstverlening. met De ZEL stelt jaarlijks een communicatieme kwaliteitsjaarverslag op met dewerker en aandachtspunten voor het Officemanageme verbeteren van de kwaliteit. nt Het kwaliteitsjaarverslag is een onderdeel van de PDCAverbetercyclus. Jaarlijks wordt vastgesteld welke onderdelen uit het kwaliteitssysteem uitgewerkt en ingevoerd gaan worden.
Personeelsbeleid
Er zijn procedures voor:
Directie en team
Werving en selectie; Functieomschrijvingen; Regeling ziekteverzuim.
Functioneringsgesprekken
ARBO-beleid
Functioneringsgesprekken vinden plaats op eigen initiatief.
Directie en team.
Er zijn afspraken met een Arbo-dienst. Er wordt rekening gehouden met de werktijdenwet.
Directie
Beheer van het gebouw Het gebouw voldoet aan alle Directie normen en eisen gesteld Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
39
feb 2013
door de Arbodienst.
F. Informatiesystemen Kwaliteitseisen
(A) Voldoet aan privacy richtlijnen
Definitie en Voorzieningen
Bewaking en uitvoering
Knelpunten/
Het datamanagement van een zorggroep voldoet aan de geldende privacyregels.
Directie in samenwerking met coördinator ICT.
De huisartsen zijn niet gekoppeld aan een KIS.
aandachtpunten
Het LSP is nog steeds in ontwikkeling.
De ZEL voldoet aan de privacy richtlijnen en de wettelijke verplichting. De toegang tot de elektronisch patiëntendossiers (KIS) is beveiligd tegen onbevoegd gebruik, bv. middels gebruik van UZI-pas. Er zijn richtlijnen voor alle medewerkers over privacybescherming en beroepsgeheim. (S) Verzamelt en rapporteert landelijke indicatoren
De ZEL conformeert zich aan de landelijk vastgestelde set indicatoren, verzamelt deze en stelt deze beschikbaar in een landelijke benchmark.
Kaderartsen en Coördinator Chronische Zorg samen met Beleidsmedewerk er
Het verzamelen van indicatoren geeft inzicht in het eigen functioneren en is een onderdeel van de PDCA-verbetercyclus. De ZEL gebruikt de landelijke benchmark om zich te spiegelen met de andere zorggroepen om tot verbetering te komen.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
40
feb 2013
PR en externe communicatie
Er is een strategisch en een operationeel communicatieplan.
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
Communicatieme Er wordt gewerkt aan een dewerker communicatieplan
41
feb 2013
BIJLAGE 1 RAAD VAN TOEZICHT, EXPERTTEAMS EN WERKGROEPEN RAAD VAN TOEZICHT Voorzitter: Penningmeester: Secretaris: Onafhankelijk lid:
Sico Kool, huisarts Chris Oomen, afgevaardigde DSW Reinout van Bentveld, huisarts vacature
EXPERTTEAMS Expert team Diabetes Internisten:
Ingrid Berk (Vlietland ziekenhuis) Yo Lan Soei (Vlietland ziekenhuis) Erik Duschek (Reinier de Graaf ziekenhuis) Max Jebbink (Reinier de Graaf ziekenhuis)
Huisartsen:
Mattees van Dijk, kaderarts DM (Hoek van Holland) René Koop (Schiedam) Peter van Dijk (Schiedam)
Overige leden:
Corine Vreugdenhil, coördinator Chronische Zorg ZEL Nellie van den Berge, Diabetesverpleegkundige ZEL
Expertteam CVRM Specialisten:
Rien van der Zee, cardioloog (Reinier de Graaf ziekenhuis) Jan Constandse, cardioloog (Reinier de Graaf ziekenhuis) Erik Duschek, internist (Reinier de Graaf ziekenhuis) Leo van Aerden, neuroloog (Reinier de Graaf ziekenhuis) Jan Koning, vaatchirurg (Reinier de Graaf ziekenhuis) Nicole van der Linde, vasculair internist (Reinier de Graaf Ziekenhuis) Jan Driessen, neuroloog (Vlietland ziekenhuis) Hans Werner, cardioloog (Vlietland ziekenhuis) Thomas Slee, vasculair internist (Vlietland ziekenhuis) Dhr. E.R. Snijder, vaatchirurg (Vlietland ziekenhuis)
Huisartsen:
Monique Tjon-A-Tsien, kaderarts CVRM (Wateringen) Talip Tumkaya (Maassluis) Patrick van Puffelen (Delft)
Overige leden:
Corine Vreugdenhil, coördinator Chronische Zorg ZEL Cinthya de Vaal, lid Werkgroep CVRM
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
42
feb 2013
Expertteam COPD Specialisten:
Ben Pannekoek, longarts (Reinier de Graaf ziekenhuis) Fatima el Ghani, longarts (Vlietland ziekenhuis)
Huisartsen:
Robin van der Putten, kaderarts COPD (Maasland) Mathi Plasmans (‘s Gravenzande) Arne Vos (De Lier) Ingeborg v.d. Geest (Vlaardingen)
Overige leden:
Frieda Buys, longverpleegkundige Corine Vreugdenhil, coördinator Chronische Zorg ZEL
PC EN DC’S NASCHOLING Districtscoördinator:
Hans Peter Breedveldt Boer
Plaatselijk coördinator:
Hanni Rick (Delft) Marry Human (Westland)
WERKGROEPEN ZEL Beheer BV Vooroverleg Structureel overleg ZEL – Vlietland ziekenhuis
Vooroverleg Structureel overleg ZEL – Reinier de Graaf ziekenhuis
René Koop (Schiedam) Lieneke v.d. Griendt (Schiedam) Arthur Gan (Schiedam) Paul Stigter (Vlaardingen) Jolanda van der Pas (Vlaardingen) Else van Krieken (Maassluis) Peter Both (Maassluis) Nicolette Bosma (Schiedam) René Koop (Schiedam) Nelie van Oosterom (Delft) Marc van Wijk (Delft) Esther Husen (Den Hoorn) Alexandra Smeenk (Pijnacker) Pim Samsom (Delft) René van Leeuwen (Pijnacker) Luuk Redel (Naaldwijk)
ZEL Chronische Zorg WGDM
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
Mattees van Dijk, kaderarts Diabetes (Hoek van Holland) Esther Husen (Den Hoorn) Nellie van den Berge
43
feb 2013
WGDM nascholingscommissie
Mattees van Dijk, kaderarts Diabetes (Hoek van Holland) Peter van Dijk (Schiedam) Esther Husen (Den Hoorn) Nelly Ruijter (Delft) Marius Hartel (Delft)
Werkgroep CVRM
Monique Tjon-A-Tsien, kaderarts CVRM (Wateringen) Talip Tumkaya (Maassluis) Paul Bucx (Nootdorp) Carla van Beurden (Maassluis) Patrick van Puffelen (Delft) Natasja Schoute (‘s Gravenzande) Patries Martens (Vlaardingen) Cinthya de Vaal (Vlaardingen)
Werkgroep Astma
Robin van der Putten, kaderarts COPD (Maasland) Anja de Vries (Maassluis) Margreet van Miert (Delft) Frieda Buys
ZEL Ondersteuning Werkgroep ICT
Marc van Wijk (Delft) René van Leeuwen (Pijnacker) Margreet van Miert (Delft) Wim Wierema (Delft) Peer Kop (Wateringen) Luuk Redel (Naaldwijk) Nellie van den Berge
Stuurgroep Regionaal His
Marc van Wijk (Delft) Else van Krieken (Maassluis) Antoon van Luxemburg (M&I/Partners)
Werkgroep Diagnostiek
Geert van Rooij (Schiedam) Els Sonneveld (Maassluis) Erik Roeleveld (Wateringen) Michiel van Gulik (Naaldwijk) Ferdinand Schreuder (Delft) Marc van Wijk (Delft) Janneke Belo Renë Koop (Schiedam)
Werkgroep Contract Overleg
Else van Krieken (Maassluis) Pieter Bas van der Endt (Monster) Irma Martis (ZEL) Robin Lok (ZEL)
Projecten facilitair
Sietske de Witt Else van Krieken Mark van Lier (P&O) Suzanne Pelser (P&O en praktijkscan) Antoinet Smallegange (ouderen/zelfmanagement)
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
44
feb 2013
ZEL Innovatie Werkgroep GGZ
Rene Koop (ZEL) Irma Martis (ZEL) Danielle Vissers (ELO) Ron Glotzbach (Delft) Joop Dopper (Vlaardingen) Wim Wierema (Delft)
Adviesraad Eerstelijns diagnostiek
Geert van Rooij (Schiedam) Els Sonneveld (Maassluis) Marc van Wijk (Delft) Ferdinand Schreuder (Delft) Erik Roeleveld (Wateringen) Michiel van Gulik (Naaldwijk) René Koop (ZEL) Robin Lok (ZEL) Irma Martis (ZEL)
Deskundigheidsbevordering K&D
Hans Peter Breedveldt Boer (Kwintsheul) Joost Spreeuw (Vlaardingen) (t/m februari 2012) Marry Human (Maasland) Hanni Rick (Delft)
WDP
Ria Kracht Petri Lotgering Marianne Mulder Marja van der Knaap
WDA
Joke Roosdorp Joke Boerman Sarina Paans Ria Garos Marjan Pruijt
WDH Westland
Marry Human (Maasland) Marjolein Boendermaker (Monster) Hans Peter Breedveldt Boer (Kwintsheul) Peter Kalsbeek (Naaldwijk) Mathi Plasmans (’s Gravenzande) Pieter Schijen (Poeldijk) Monique Tjon-A-Tsien (Wateringen)
WDH Delft
Hanni Rick (Delft) Han Lim (Delfgauw) Miriam Brooijmans (Delft) André van Rijckevorsel (Nootdorp)
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
45
feb 2013
WDH NWN
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
niet actief in 2012
46
feb 2013
BIJLAGE 2 SAMENWERKINGSPARTNERS ZEL
Samenwerkingspartners Argos Astma Fonds (longfonds) Centrale Huisartsen Post Delft Centrale Huisartsen Post Nieuwe Waterweg Noord Centrale Huisartsen Post Westland Compugroup Medical Diabetes Vereniging Nederland Erasmus Medisch Centrum, BMG Erasmus Medisch Centrum, afdeling Medische Informatica Individuele diëtisten Fysiotherapie Eerste Lijn (FEL) Gemeenten: Maassluis, Schiedam, Vlaardingen, Westland GGZ Delfland GSK HagaZiekenhuis Kring WSD Kubiek/Regionale Commissie Gezondheidszorg (RCG) Landelijke Huisarts Vereniging (LHV) Landelijke Vereniging Georganiseerde Eerste Lijn (LVG) Linksys Ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Sport Multizorg Reinier de Graaf ziekenhuis Patiëntverenigingen COPD, CVRM Stichting EerstelijnsOndersteuning (ELO) Stichting Koel Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
47
feb 2013
Transmurale Organisatie (TMO) Vlietlandziekenhuis Thuiszorg organisatie Careyn Vlietland ziekenhuis Zorggroep Eerste Lijn Apothekers (ZELA) Zorgbelang Zuid-Holland Zorgverzekeraar Achmea Zorgverzekeraar Agis Zorgverzekeraar CZ Zorgverzekeraar De Friesland Zorgverzekeraar DSW Zorgverzekeraar Menzis Zorgverzekeraar Multizorg Zorgverzekeraar UVIT Zorgverzekeraar Zorg en zekerheid
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
48
feb 2013
BIJLAGE 3 NASCHOLINGSPROGRAMMA 2012
Programma Dermatologie (herh.2011) Kindermishandeling / AMK Kinderziektes SOA Basisvaardigheden CVRM COPD Up to date DTO deel 1 DTO deel 2 Eendaagse Hepatitis scholing Schladming – ski nascholing Tweedaagse CVRM scholing: ECG lezen 24 uurs bloeddrukmeting EKC/ WDH training AED&reanimatie gevorderden Cursus Snelsucces diëten bij patiënten met DM type 2 in de HAP Insuline update scholing Caspir Module 6. Inhalatie instructie Tabaksverslaving: Uw problemen enz Cursus van WDP: POH-GGZ Osteoporose Vroegsignalering cognitieve klachten Workshop: Het COPD spreekuur Diabetische Voet COPD scholing Diep@Work CVRM in de praktijk Minisymposium Adequaat geneesmiddelen gebruik
aantal x gegeven 1 1 1 1 1 1 5 4 4 1 1 4 1 1 1 12 1 2 6 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1
soort scholing
Doelgroep
aantal deeln.
reg reg reg reg cvrm COPD reg reg reg reg reg reg cvrm cvrm reg reg dm
DA DA DA DA DA-POH HA HA HA HA HA HA HA HA pilotpraktijken HA POH HA/EKC HA/POH/DA HA-POH
22 20 30 17 37 14 138 122 83 14 44 103 9 18 17 132 35
dm COPD COPD COPD reg reg reg COPD dm COPD dm cvrm dm / COPD
HA-POH HA-POH-DA HA-POH-DA HA-POH-DA POH POH POH POH POH (evt.HA) POH/Fysio/Diëtist POH-geint.HA POH-HA
64 91 14 46 17 24 23 11 18 17 26 24 65
TOTAAL
Zorggroep Eerste Lijn, Communicatie
1315
49
feb 2013