Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
2
Inhoudsopgave I Voorwoord
7
II Kerngegevens 2013 en 2014
10
‘Ik vind het leuk om autist te zijn’ 10 1. De Buitenwereld, het profiel
12
1.1 Inleiding
13
1.2 Geschiedenis
14
1.3 SWKGroep
15
1.4 Doelgroep
16
1.5 Kleurenbeleid
17
1.6 Langdurige begeleiding
18
1.7 Grensverleggend
19
1.8 Leeftijdscategorieën
21
1.8.1 Peuters
21
1.8.2 Kinderen van 4-16 jaar
22
1.8.3 Jongeren tussen 16 en 18 jaar
22
1.8.4 Begeleiding op school/ thuiszitters
22
1.9 PGB en ZIN
24
1.10 Doorstroming
24
1.10.1 Samenwerking met ouders
25
1.10.2 Inzet expertise op een andere plek
25
1.10.3 Samenwerking met andere organisaties
25
1.10.4 Ambulante medewerkers en gezinscoaches
26
‘Hij sloopte het hele huis’ 27 2. De Buitenwereld, in de praktijk
29
2.1 Hoofdkantoor en locaties
30
2.2 Structuur en bestuur
33
2.3 Tijdelijke regiocoördinator opgeheven
33
2.4 Maatstaven en diensten
33
2.4.1 Gespecialiseerde groepsbegeleiding
34
3
Jaarverslag 2014
2.4.2 Ambulante begeleiding
34
2.4.3 Logeerhuis, kort intensief verblijf
35
2.4.4 Expertise
35
2.5 Samenwerkingspartners
35
2.6 Oudercommissie
36
2.7 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht SWKGroep
37
‘Ik ben niet zo’n sociaal kind’ 40 3. Pedagogische principes
42
3.1 Drie basisuitgangspunten
43
43
3.2 Pedagogische visie
3.2.1 Inleiding
43
3.2.2 TEACCH
44
46
3.2.3 Geef me de 5
3.2.4 Kaarten
46
3.2.5 Kinderparticipatie
47
Twee Orthopedagogen aan het woord ‘Zo normaal mogelijk’ 48 4. Beleid 2014
50
4.1 Algemeen
51
4.2 Groei van de organisatie
51
4.3 Naamsbekendheid
52
4.4 Aanpassen organisatiestructuur
54
4.5 Transitie Jeugdzorg
54
4.6 Externe audit van de TUV
55
4.7 Bedrijfsveiligheid: Arbo & RIE
56
4.8 Klachten
56
4.9 Calamiteiten en ongelukken
57
4.10 Meten is weten
58
4.11 Communicatie met ouders
58
4.12 Klanttevredenheidsonderzoek
58
Jaarverslag 2014
4
4.13 Medewerkers, Ondernemingsraad
58
4.14 Inhoudelijke onderzoeken
59
4.15 Leveranciers
59
4.16 Verslaglegging
60
4.17 Oudercommissie
60
4.18 Kwaliteitsmanagementsysteem.
61
4.19 Beleidsplan
61
4.20 Ziekteverzuim
61
4.21 Visie op voeding
62
Een tien voor Nederlands 62 5. Vooruitblik
64
5.1 Transitie jeugdzorg
65
5.2 Vaste koers
68
5.3 Nieuw beschikkingssysteem
68
5.4 Methodische verdieping en ontwikkeling
69
5.5 Termijndoelen
70
Een raketgeleerde en een astronauten-instructeur 71 6. Financieel overzicht 2014
73
III Nawoord
88
Colofon 90
5
Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
6
I. Voorwoord Een positieve benadering “Ik vind het leuk om autist te zijn.” Zo omschrijft Raefon, een van de kinderen die elke week De Buitenwereld bezoekt, zijn eigen gevoel. Autisme is voor hem geen probleem, maar een een ‘fact of life’ en sterker nog: hij vindt het leuk. En zijn moeder benadrukt dat ze het autisme van haar zoon ‘zo positief mogelijk’ wil benaderen. Tegelijkertijd heeft ze behoefte aan zorg; “Raefon moet contact krijgen met de buitenwereld. En dat lukt bij De Buitenwereld”, zegt ze. Dankzij begeleiding met vaste gezichten, een duidelijk plan en een doel voor haar kind. “Daar ben ik dus erg blij mee”, aldus zijn moeder. U kunt het mooie verhaal van moeder en zoon, dat zeer kenmerkend is voor De Buitenwereld, verderop lezen in dit jaarverslag 2014. Dit jaar laten we ‘cliënten’ aan het woord. Kinderen met autisme, ADHD of andere psychiatrische stoornissen en hun ouders, daar draait vanzelfsprekend alles om bij De Buitenwereld. Onze organisatie spant zich tot het uiterste in om voor de kinderen na schooltijd een veilige omgeving te creëren en tevens hun ouders een last van de schouders te halen. “Het streven is om voor ouders en kind een dagelijkse praktijk te creëren die zo normaal mogelijk is”, zo vat Ilonka von Rudnay, een orthopedagoog verbonden aan De Buitenwereld, de essentie van onze organisatie kernachtig samen. De sterk gegroeide vraag onder ouders om zorg van De Buitenwereld bewijst dat we een unieke plaats in de keten hebben opgebouwd. 2014 zal de geschiedenis ingaan als het laatste jaar vóór de transitie jeugdzorg, die in 2015 ingrijpende veranderingen gaat inhouden voor de zorg in Nederland. Ook De Buitenwereld moet hierin mee. In het verslagjaar 2014 moesten we ons als organisatie al helemaal instellen op de komende overgang, onder meer door het leggen van contacten met de gemeenten, bij wie de verantwoordelijkheid voor de zorg komt te liggen. Op de transitie is veel kritiek gekomen van organisaties en cliënten. Ook hier kiest De Buitenwereld liever een positieve invalshoek: het biedt ook kansen, de verantwoordelijke gemeentes staan dichter bij de mensen dan de provincies die voorheen de zorg aanstuurden. Toch zal pas na een heel jaar goed duidelijk worden wat de transitie heeft opgeleverd. Was het allemaal de moeite waard? We zullen het zien.
7
Jaarverslag 2014
Intussen blijft in dit woud van veranderingen één ding hetzelfde: onze organisatie. De Buitenwereld is trouw aan haar principes, waarbij kind en gezin steeds centraal staan. Ons doel is vanaf het begin geweest om het kind zoveel mogelijk in de eigen omgeving op te laten groeien en te ondersteunen door gespecialiseerde begeleiding. En dat zal ook zo blijven, met of zonder transitie. We kiezen voor een positieve benadering!
Marije Veen Directeur De Buitenwereld Berkel en Rodenrijs, juli 2015
Jaarverslag 2014
8
9
Jaarverslag 2014
II Kerngegevens 2013 - 2014 2013
2014
Omzet
€ 1,2 miljoen
€ 1,8 miljoen
Aantal medewerkers
70
84
Aantal cliënten
150
195
‘Ik vind het leuk om autist te zijn’ Autisme is geen enkel probleem voor Raefon (11). Integendeel zegt hij vol overtuiging: “Ik vind het juist leuk om autist te zijn, dan kun je veel beter leren.” We praten met hem op de locatie Buitenrode van De Buitenwereld in Den Haag, in de kamer van de juffen, waar ze mooie draaistoelen hebben. Raefon is (nog) klein van stuk, maar daar gaat verandering in komen, want later gaat hij “een reus” worden. Hij vertelt verhalen voor tien en volgt daarbij zijn eigen lijn. Raefon zit nu in groep zeven van de Eerste Nederlandse Buitenschool, aan de Beresteinlaan in Den Haag. Dit is een openbare basisschool “Voor leerlingen met een ontwikkelingsstoornis of een internaliserende psychiatrische problematiek”, zoals de school het zelf noemt op haar website. ‘Problematiek’, stoornis?’ in dergelijke termen denkt Raefon helemaal niet. “De reacties van autisten zijn anders dan die van andere kinderen en dat vind ik mooi”, zegt hij. Moeder Nieske: “Raefon vroeg mij pas in september vorig jaar wat autisme was en of hij het ook had. Maar eigenlijk hebben we het er niet vaak over. Ik probeer het zo positief mogelijk uit te leggen en ik denk dat hij door zijn school en De Buitenwereld zijn stoornis ook als minder problematisch ervaart.” De functie van De Buitenwereld is om ervoor te zorgen dat kinderen als Raefon ook contact hebben met leeftijdsgenoten, na schooltijd. “In het begin was het niet zo leuk op De Buitenwereld”, bekent hij. “We hadden maar een kleine ruimte op mijn eigen school. Toen we verhuisden naar deze grotere plek ging het wel goed. Ik ben hier nu twee keer per week en dat is best leuk hoor, leuker dan ik eerst dacht. Ik speel met allemaal vriendjes.”
Jaarverslag 2014
10
Nieske: “Ik zie goed dat de begeleiding met vaste gezichten heel erg werkt voor hem. Er is een plan en een duidelijk doel waarin hij positief wordt begeleid en beloond. Het lukt de begeleiders van De Buitenwereld om hem meer contact te laten krijgen met andere kinderen. “Daar ben ik dus erg blij mee!” Het traject na de basisschool is ook al bekend: Raefon zal na groep acht naar het Pleysier College Westerbeek in Den Haag gaan. Daar wordt het onderwijsprogramma afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen tussen de 12 en 19 jaar met een gedragsstoornis in het autistische spectrum. En hij wil na schooltijd naar De Buitenwereld blijven komen. ‘En wat wil je op die school leren en daarna gaan doen?’ Raefon: “Dat weet ik nog niet precies. Ik twijfel tussen chauffeur op een tram worden of machinist. Politieagent lijkt me ook wel wat, maar misschien ben ik daar wel te laf voor. Als we politieman en rovertje spelen kruip ik meestal weg.” En dan heeft Raefon genoeg van al die “gekke vragen”. Hij vraagt of hij het schrijfblokje mag overnemen en begint er zelf aantekeningen in te maken. Hij noteert, in een keurig leesbaar handschrift, een hele lijst met Haagse straatnamen: de Cremerweg, de Conradkade, Generaal Spoorlaan en de Buitentuinen. Het lijkt alsof Raefon alvast een tramroute volgt.
11
Jaarverslag 2014
1 De Buitenwereld, het profiel Jaarverslag 2014
12
1.1 Inleiding De zorg voor kinderen met een psychiatrische stoornis is een zorg van en voor iedereen in de samenleving. Dit is sinds de oprichting in 2007 de grondgedachte van De Buitenwereld, een innovatieve en dynamische zorginstelling in Zuid-Holland. De Buitenwereld is gericht op gespecialiseerde groepsbegeleiding van normaal tot hoogbegaafde kinderen van 4 tot en met 16 jaar met een psychiatrische stoornis en een IQ boven de zeventig. In 2014 is het leeftijdsinterval breder gemaakt: ook kinderen tussen de 0 en 4 jaar, evenals jongeren tussen de 16 en 18 jaar vallen nu onder het aandachtsgebied. Daarnaast worden er ook kinderen begeleid met een IQ beneden de grens van 70. In de loop van acht jaar hebben we geconstateerd dat er een groeiende zorgvraag is van ouders voor hun kinderen met autisme, ADHD, angststoornis of vergelijkbare aandoeningen. De cijfers bewijzen dit: het aantal kinderen onder de hoede van De Buitenwereld ging van 150 in 2013 naar 195 in 2014. Deze groei vloeit niet zozeer voort uit een algehele toename van de psychiatrische problematiek onder kinderen, maar uit het feit dat ouders De Buitenwereld hebben ‘ontdekt’ en merken dat de organisatie precies tegemoet komt aan hun wensen. Om gezinnen te ontlasten biedt De Buitenwereld gespecialiseerde groepsbegeleiding voor kinderen met een psychiatrische stoornis of een vermoeden daarvan. Er zijn kleine groepen en een vaste structuur. Kinderen leren hoe ze zelfredzaam kunnen zijn en kunnen volop sociale vaardigheden opdoen. Maar als het nodig is biedt De Buitenwereld ook individuele begeleiding thuis in het gezin of op school. De groepsbegeleiders bij De Buitenwereld zijn professionele krachten met minimaal een relevante hbo-opleiding. De Buitenwereld dient met haar werk ook een maatschappelijk belang: zij draagt bij aan het vergroten van de kansen op participatie van de cliënten - de kinderen - aan de samenleving. En zij faciliteert tevens een verbeterde deelname van de ouders van de cliënten aan het maatschappelijk proces. Voor De Buitenwereld is het gezin, het kind in relatie tot de ouder(s) en andere gezinsleden, steeds de insteek. Door het gezin en het kind vroegtijdig en in nabijheid te helpen kunnen veelal grotere en duurdere vormen van hulpverlening worden voorkomen. Als zodanig ‘levert’ De Buitenwereld ook financieel iets op voor de maatschappij, namelijk lagere kosten.
13
Jaarverslag 2014
Het doel is uiteindelijk om het kind zoveel mogelijk in de eigen omgeving op te laten groeien en te ondersteunen. Bij De Buitenwereld is gespecialiseerde begeleiding het uitgangspunt en staat behandeling niet op de voorgrond. Er wordt een ‘drie-kleurenbeleid’ gehanteerd, op basis van een inschatting van de begeleiding die een individueel kind nodig heeft. Als blijkt dat de zorgvraag bij een kind afneemt, bevordert De Buitenwereld de doorstroming. De Buitenwereld heeft hierdoor een unieke plaats in de zorgketen. De Buitenwereld is aanvullend op veel zorgorganisaties en kan haar zorg opschalen en verzwaren waar nodig en afbouwen -waar dat kan- tot lichte zorg. De Buitenwereld vindt hierbij aansluiting bij zowel het voorliggend veld (scholen, kinderopvang, welzijn), als bij zwaardere inzet zoals behandeling van de GGZ. Dat deze aanpak werkt, laat De Buitenwereld zien bij de zorgarrangementen die met andere organisaties zijn ontwikkeld. Behandeling kan hierbij korter plaatsvinden als De Buitenwereld tegelijkertijd start met de gespecialiseerde begeleiding. De doelen van een kind binnen De Buitenwereld worden hierin afgestemd met de doelen van de behandelorganisatie. De Buitenwereld was in 2014 actief in zeven jeugdzorgregio’s: Haaglanden, Midden-Holland, Holland Rijnland, Zuid-Holland-Zuid, Rotterdam-Rijnmond en lokaal, extramuraal aanbesteed in 2015: in Schiedam en Lansingerland. De Buitenwereld heeft hierdoor, tussen de 40 en 50 gemeenten waar de kinderen woonachtig zijn. Ook het aantal samenwerkingspartners in de jeugdzorg is groot. De Buitenwereld werkt vooral samen met het speciaal onderwijs, GGZ-kind en jeugdhulp-daghulp waar veel kinderen een doorverwijzing krijgen naar De Buitenwereld. De Buitenwereld heeft haar hoofdkantoor in Berkel en Rodenrijs, in het gebouw van de SWKGroep waar De Buitenwereld sinds 2013 onderdeel van is. De Buitenwereld heeft nu vijf locaties voor de groepsbegeleiding van kinderen: in Zoetermeer, Gouda, Oegstgeest en Den Haag (twee vestigingen). Alle locaties hebben een regionale functie voor kinderen uit omliggende plaatsen. In Rotterdam en Dordrecht wordt de opening van nieuwe locaties voorbereid.
1.2 Geschiedenis Het initiatief tot oprichting van De Buitenwereld werd genomen in 2007 in de regio Midden-Holland. In de wereld van de zorg bleek er destijds een gebrek te bestaan aan gespecialiseerde groepsbegeleiding van kinderen tussen de 4 en 16 jaar oud met een psychiatrische stoornis en een normaal tot bovengemiddeld IQ. Vooral aan gespecialiseerde groepsbegeleiding, voor een kind met een stoornis, na schooltijd en in de vakanties bleek een gebrek te zijn.
Jaarverslag 2014
14
De reguliere naschoolse opvang kon hierin niet voorzien, vanwege de specifieke behoeften van de kinderen, zo constateerde de oprichter, Marije Veen, in reactie op de vraag van ouders. En dat terwijl de ontwikkeling van deze kinderen en jeugdigen juist specifieke aandacht nodig heeft en gespecialiseerde groepsbegeleiding daarom zo nodig is. In januari 2008 werd de eerste locatie geopend in Waddinxveen, in nauwe samenwerking met De Jutters en met scholen voor speciaal onderwijs en zorginstellingen. De Buitenwereld was een feit! Een half jaar later volgde de opening van locatie Zoetermeer in samenwerking met de Prof. Dr. Leo Kannerschool en weer een half jaar later twee locaties in Den Haag. In 2012 verhuisde de locatie in Waddinxveen naar Gouda en in 2013 volgde de opening van een vestiging in Leiden. Verder werd in 2013 de vestiging in Den Haag Loosduinen uitgebreid met een logeerhuis voor kortdurend intensief verblijf, onder de naam Buitenhuis. De vijf locaties droegen in 2014 de volgende namen: Buitenzoet (Zoetermeer), Buitengouds (Gouda), Buitenleids (Leiden), Buitenrode (Den Haag, van Nijenrodestraat) en Buitenkinderen (Den Haag Loosduinen). Eind 2014 is de locatie te Leiden verhuisd naar Oegstgeest en daar doorgegaan onder de naam Buitenrijn. De Buitenwereld heeft vanaf het begin een groot werkgebied gehad door haar locaties in de drie regio’s van Zuid-Holland, waar veertig tot zestig gemeenten onder ressorteren. Ook het aantal samenwerkingspartners in de jeugdzorg is groot. De Buitenwereld werkt vooral samen met het speciaal onderwijs, Jeugd-GGZ en andere jeugdhulpinstanties die veel kinderen verwijzen.
Altijd vriendelijk met een groot hart voor de kinderen. (Vader van Coen, locatie Gouda)
1.3 SWKGroep De Buitenwereld zocht sinds de oprichting steeds naar samenwerkingsverbanden in de zorg. Met de groei van de organisatie begon het bestuur in toenemende mate in te zien dat door samenwerking een efficiëntieslag kon worden gemaakt, zonder in te hoeven leveren op de aard en de essentie van de doelstelling: de gespecialiseerde begeleiding van kinderen.
15
Jaarverslag 2014
In 2012 leidde dit tot een gesprek met de SWKGroep, een toonaangevende onderneming in kinderopvang en buurtwerk, gevestigd in Berkel en Rodenrijs. Doel was om te kijken of De Buitenwereld zou kunnen opgaan in de groep, met behoud van naam en een zekere mate van zelfstandigheid. De twee partijen werden het snel eens en per 1 april 2013 was de integratie van De Buitenwereld als onderdeel van de SWKGroep een feit. De SWKGroep is nu 100 procent aandeelhouder van Stichting De Buitenwereld en draagt zorg voor een verdere optimalisering van de backofficeprocessen. De samenwerking van De Buitenwereld en de SWKGroep heeft geleid tot een nog efficiëntere bedrijfsvoering, tot een verdere innovatie en groeimogelijkheden van de activiteiten. De SWKGroep is een toonaangevende organisatie in kinderopvang, buurtwerk en zorg. Voor kinderen, hun ouders, bewoners in de wijk en voor de branches. Vanuit deze visie ontwikkelde de organisatie eigentijdse concepten, die ook in praktijk worden gebracht. De SWKGroep is innovatief, kostenefficiënt, sociaal én gericht op kwaliteit en samenwerking. Alle organisaties binnen de SWKGroep hebben een maatschappelijke doelstelling, met een eigen bedrijfsnaam en unieke bedrijfskenmerken. Binnen de groep worden kennis, ervaring en netwerk gedeeld, terwijl de werkmaatschappijen uitgaan van hun eigen kracht. In praktische zin betekende toetreding van De Buitenwereld tot de SWKGroep dat SWKFacet, de dienstverlener achter de schermen van de organisatie, voortaan alle facilitaire zaken afhandelt, zoals financiën, personeelszaken en communicatie en marketing. Zo is De Buitenwereld bijvoorbeeld gestopt met een eigen vormgever en is gebruik gaan maken van de afdeling Marketingcommunicatie van SWKFacet. De filosofie van de SWKGroep is dat alle activiteiten ook in belangrijke mate als zelfstandige activiteit blijven opereren. Dit betekent dat de activiteiten van De Buitenwereld binnen de groep onveranderd zijn gebleven. De Buitenwereld blijft zelf uitvoering geven aan alle activiteiten en ook de ontwikkeling van nieuwe locaties en nieuwe activiteiten voor de doelgroep blijft de verantwoordelijkheid van de directie van De Buitenwereld.
1.4 Doelgroep De Buitenwereld profileert zich als een organisatie voor buitenschoolse gespecialiseerde groepsbegeleiding, bestemd voor kinderen van 4 tot en met 16 jaar met een psychiatrische stoornis. Veel kinderen met deze diagnose maakten in het verleden gebruik van de reguliere naschoolse opvang. Maar dit bleek in veel gevallen niet de geëigende plek: door gedragsproblemen viel het kind nogal eens buiten de groep en moest de plaatsing in een reguliere organisatie daarom worden beëindigd.
Jaarverslag 2014
16
Het respijtzorgvraagstuk werd - en wordt - in deze situatie door ouders veelal opgelost door een individueel gespecialiseerde begeleider aan huis te laten komen. Ouders misten in dit opvangmodel de interactie van hun kind en velen zagen dit als een groot nadeel. Immers: één van de gedragskenmerken van veel kinderen met een psychiatrische stoornis is juist dat zij moeilijk contact kunnen leggen met andere kinderen en derhalve niet leren om samen te spelen en te werken. De Buitenwereld voorzag in deze behoefte en bracht de kinderen met een psychiatrische aandoening in groepsverband samen om hen én hun ouders te helpen. De zware druk op de ouders van een kind met een chronische psychiatrische stoornis moet namelijk niet worden onderschat. Ouders in het zorggebied moesten voor de komst van De Buitenwereld in veel gevallen hun dagindeling en werkafspraken aanpassen om hun kinderen te helpen. De kinderen hebben permanent toezicht en begeleiding nodig vanwege hun psychiatrische problematiek. De Buitenwereld ontlastte vanaf het begin de ouders in een deel van hun dagelijkse taken en biedt hen sindsdien de mogelijkheid om gewoon te kunnen blijven werken of tijd en aandacht te geven aan de broertjes en zusjes in het gezin.
1.5 Kleurenbeleid De Buitenwereld hanteert bij de begeleiding van de kinderen een ‘drie-kleurenbeleid’. Deze methode wordt intern toegepast om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoefte van een kind. Ook wordt het beleid ingezet om de groepen evenwichtig in te delen en waar nodig extra begeleiding in te zetten. Bij de intake wordt een inschatting gemaakt of het kind past bij De Buitenwereld of niet. Na een observatieperiode ontstaat er een duidelijker beeld van de mate van zorg die het kind nodig heeft. Vanaf dat moment wordt het kleurenbeleid gehanteerd. De kleur groen staat voor de minst intensieve vorm van begeleiding: het kind kan zich met de aanwezige structuur, duidelijkheid en aansturing binnen de groep staande houden. Oranje betekent dat een kind extra aandacht nodig heeft en zo nu en dan moeite heeft om emoties op een adequate manier te uiten. Rood is de meest intensieve vorm van begeleiding waarbij kinderen vrijwel constant individuele aandacht nodig hebben om binnen de groep te kunnen functioneren. Deze extra aandacht kan nodig zijn op sociaal-emotioneel gebied, maar ook met betrekking tot het praktisch functioneren.
17
Jaarverslag 2014
De eerste twaalf weken begeleiding omvatten de observatieperiode. Na deze weken wordt ingeschat of het kind een passende plek heeft binnen De Buitenwereld. Als dit het geval is wordt het kind een kleur toegewezen die de mate van begeleiding en aansturing aanduidt. De doelgroep van De Buitenwereld is gevoelig voor factoren in de externe omgeving, zoals veranderingen op school of in de thuissituatie. Dit kan zijn weerslag hebben op het gedrag van het kind. Het kleurenbeleid wordt daarom voor ieder kind elke vijf weken geëvalueerd en eventueel aangepast. Voor kinderen in de categorie ‘rood’ wordt altijd een individuele risico-inventarisatie en evaluatie geschreven (RIE). Hiermee worden de risico’s die deze kinderen voor zichzelf en voor de groep vormen geïnventariseerd en wordt omschreven hoe te handelen als zich risicovol gedrag voordoet. In de gedragswetenschap wordt ook wel onderscheid gemaakt tussen twee profielen: internaliserende en externaliserende problematiek bij de kinderen. Bij de internaliserende kant zien we vooral kinderen met angst- en hechtingsproblematiek. Bij de externaliserende problematiek (agressief, normafwijkend gedrag) zien we kinderen met bijvoorbeeld ODD (oppositioneel-opstandige gedragsstoornis) zij kunnen hun emoties/gedrag onvoldoende reguleren en hun boosheid uiten door verbaal of fysiek geweld. De Buitenwereld is een organisatie die in eerste instantie is gericht op kinderen met internaliserende problematiek. De doelgroep wordt in bredere zin ook wel aangeduid met de term cliënt - hiermee worden ook ouders en gezinnen bedoeld.
1.6 Langdurige begeleiding De expertise van De Buitenwereld ligt met name in het bieden van gespecialiseerde, langdurige begeleiding. Hierin wordt gebruik gemaakt van methodieken die oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor behandeling van kinderen met een psychiatrische stoornis. De begeleiding richt zich niet op het behalen van behandeldoelen, dus het doelgericht en stapsgewijs beïnvloeden van het gedrag van het kind, maar primair op het bieden van een overzichtelijke, gestructureerde en geordende opvoedingssituatie, waarin aan voorwaarden wordt voldaan om het kind met een psychiatrische stoornis langdurig een ontspannen vrijetijdsbesteding binnen een groep te laten ervaren. In tweede instantie kan in deze begeleiding ook doelgericht aandacht worden besteed aan het vergroten van sociale en andere vaardigheden van het kind binnen de groepssituatie. Vanwege de langdurige begeleidingssituatie kan De Buitenwereld bij uitstek samen met ouders de regiefunctie in de zorg rondom het kind vormgeven. Deze regie wordt vastgelegd in een ‘één gezin-één plan’ - aanpak en De Buitenwereld kan andere zorgpartners die ook in het gezin betrokken zijn actief erbij betrekken. De begeleiding van De Buitenwereld stemt zich af op de vraag van de ouders en streeft een gezamenlijk afgestemde
Jaarverslag 2014
18
benadering na van het kind door ouders, school en eventueel andere betrokken hulpverleners voor het kind of gezin. Sinds de komst van De Buitenwereld kunnen ouders van deze kinderen deel blijven nemen aan het arbeidsproces buitenshuis, kunnen ze de andere kinderen binnen het gezin aandacht geven, of hebben ze zo de mogelijkheid om energie op te kunnen doen om de verzorging en opvoeding van het kind binnen het gezin vol te kunnen houden. De Buitenwereld is ook bedoeld voor kinderen die zijn uitbehandeld bij een organisatie voor kinder- en jeugdpsychiatrie of bij jeugdhulpverlening, maar aangewezen blijven op een specifieke aansturing. Zo ondersteunt De Buitenwereld deze overgang voor het kind en het gezin professioneel.
1.7 Grensverleggend Naast het aanbod van de buitenschoolse groepsbegeleiding, de individuele ambulante begeleiding en het logeren, heeft De Buitenwereld gaandeweg haar grenzen verlegd. In 2014 is een hulpaanbod ontwikkeld met een aantal modules voor verschillende leeftijdsgroepen die met name gericht zijn op preventie voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar met een psychiatrische stoornis of ‘voorlopers’ daarvan voor de leeftijd van 4 jaar. Dit gebeurt eventueel naast en in samenwerking met ouders, scholen, kinderopvang, aanpalende organisaties voor welzijn, organisaties voor jeugdhulpverlening en GGZ en kinderpsychiatrie. Een voorbeeld hiervan is ‘Alert for you’. De Buitenwereld zet haar expertise in op de kinderopvang om de medewerkers te coachen in het begeleiden van een kind met gedragsproblemen op de kinderopvang of buitenschoolse opvang. Door voor deze kinderen samen met de medewerkers een programma op maat te maken kan veelal doorverwijzing naar een maatwerkvoorziening worden voorkomen. De kracht van De Buitenwereld ligt verder met name in de preventieve uitwerking voor gezinnen met een kind met een stoornis. Door de aanpak van De Buitenwereld ervaren ouders en gezin dat zij weer ‘wat lucht’ krijgen. Dat geeft ook de motivatie om weer actief met het kind aan de slag te gaan. De Buitenwereld kan hierbij zonodig aansluiten met een module ambulante gezinsbegeleiding (nu nog: ouderbegeleiding), gericht op het ondersteunen en versterken van de aanwezige krachten binnen het gezin. Uit de praktijk van de afgelopen acht jaar blijkt dat ouders met de gespecialiseerde begeleiding en ondersteuning van De Buitenwereld veel beter in staat zijn om de zorg en opvoeding van hun kind met een stoornis langdurig vol te houden, binnen het gezin. Er hoeft daardoor minder snel een beroep gedaan te worden op zwaardere vormen van hulpverlening voor het kind of het gezin, zoals uithuisplaatsing naar een gespecialiseerde setting.
19
Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
20
1.8 Leeftijdscategorieën De Buitenwereld maakt een onderverdeling in drie leeftijdsgroepen: peuters tot 4 jaar, kinderen van 4 tot en met 16 jaar en de oudere jeugd, tot 18 jaar. Aan elke leeftijdsgroep kunnen dezelfde, maar op de leeftijd afgestemde, modules geboden worden, apart of zo mogelijk in combinatie. De modules zijn: • gezinscoach in de wijk- of sociale teams voor gezinnen waarin een kind probleemgedrag vertoont; • ambulante begeleiding van het individuele kind in de thuissituatie; • ambulante begeleiding van het gezin en de ouders in de omgang met het kind; • ambulante begeleiding van het individuele kind in de eigen opvang- of schoolsituatie; • begeleiding in gespecialiseerde groepen voor kinderen van 4 tot 18 jaar; • Alert for you: kinderen met gedragsproblemen en (een vermoeden van een) stoornis, krijgen begeleiding en advies op de buitenschoolse opvang (BSO) of kinderopvang in de eigen wijk van het kind; • Kortdurend intensief verblijf in het logeerhuis: gezinnen op adem laten komen en de kinderen die komen logeren een gerichte structuur aanbieden met volop ontwikkelingsmogelijkheden. 1.8.1 Peuters Peuters tot 4 jaar vormen de jongste focusgroep van De Buitenwereld. Het gaat om kinderen bij wie de hechting verstoord verloopt als gevolg van psychiatrische problemen bij het kind, door problemen bij de ouders of in het gezin, of door een combinatie van factoren. Het lukt het kind dus niet een veilige gehechtheidsrelatie te ontwikkelen, door factoren bij het kind zelf, bij de ouder(s) of in het gezin. In deze situatie valt waar te nemen dat zowel ouders als kind pogingen doen om contactmomenten met elkaar te hebben, maar het lukt niet of onvoldoende om een ‘match’ tussen ouder en kind tot stand te brengen. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het grenzeloos contact zoeken van het kind, ook met voor haar/hem onbekende personen, het ontwijken van contact met de ouders of met anderen, angstig zijn voor contact, of in het voortdurend aantrekken/ afstoten in het contact, de ouder voortdurend claimen, of problemen in het zelfstandig exploreren van de situatie van het kind. Een andere groep peuters betreft kinderen van wie de ouders zorgen ontwikkelen vanwege het feit dat ze het gevoel hebben geen grip te hebben of te krijgen op hun kind. Het kind luistert niet, de ouder heeft het gevoel geen contact met het kind te krijgen, het kind heeft bijzondere gewoontes, het kind heeft extreme woedeaanvallen, kortom: het kind ontwikkelt zich aanwijsbaar anders dan het gemiddelde kind in de voor ouders bekende omgeving,
21
Jaarverslag 2014
terwijl nog niet precies duidelijk is wat er aan de hand is. Dit zijn mogelijke voortekenen van psychiatrische stoornissen zoals ADHD en autisme. 1.8.2 Kinderen van 4-16 jaar De Buitenwereld begeleidt kinderen van 4 tot 16 jaar die over het algemeen op een normaal tot hoog begaafd cognitief niveau functioneren en bij wie door een kinderpsychiater of GZ-psycholoog een psychiatrische stoornis is gediagnosticeerd zoals Autisme Spectrum Stoornis (ASS), ADHD en hechtingsstoornissen. Vaak bezoeken zij een school voor bijzonder onderwijs, of een reguliere school met een zogenaamde ‘rugzak’. Ze zijn meestal niet in staat om zelfstandig hun eigen gedrag aan te sturen en af te stemmen op de situatie waarin zij zich bevinden en zij ervaren bijna voortdurend problemen in het reguleren van de eigen emoties. Dit gedrag dagelijks in goede banen leiden kost veel tijd en energie van ouders, leerkrachten en andere betrokkenen. 1.8.3 Jongeren tussen 16 en 18 jaar Het gaat hier om jongeren die midden in de puberteit zitten. Je ziet op deze leeftijd vaak onzekerheid en angst ontstaan, waardoor een groot deel van deze jongeren met een stoornis in een isolement kan komen. De Buitenwereld kan instappen met diverse vormen van hulpverlening zoals gezinsbegeleiding, ouderbegeleiding, maatjesaanpak et cetera. Bij elke hulpvraag wordt gekeken naar een passend aanbod. 1.8.4 Begeleiding op school/ thuiszitters In het kader van flexibiliteit en samenwerking springt De Buitenwereld in als er moeilijkheden op school bestaan. Zo kan er een ambulante begeleider tijdelijk een kind binnen de huidige schoolsituatie begeleiden. Aandachtspunten kunnen zijn: het herhalen van instructies, het toelichten van processen in de klas, het aansturen en benoemen van ongewenst gedrag en dergelijke. Voor het kind betekent de nabijheid van de ambulante begeleiding een steuntje in de rug. Voor leerkrachten kan dit een welkome aanvulling zijn in het klassenproces. Mocht ook dit geen optie zijn en het kind thuis komt te zitten, kan De Buitenwereld volledig inspringen en het kind tijdelijk begeleiden op onze locaties. In samenwerking met school wordt er gewerkt aan schoolse taken en wordt het kind structuur en duidelijkheid geboden. Vervolgens wordt er gewerkt aan een terugkeer naar school.
Jaarverslag 2014
22
23
Jaarverslag 2014
1.9 PGB en ZIN De financiering van De Buitenwereld werd het eerste jaar na oprichting geheel voldaan door bijdragen van ouders uit het Persoonsgebonden Budget (PGB). Sinds april 2009 is De Buitenwereld ook in het bezit van de AWBZ-erkenning. Veel ouders zijn hier blij mee. Ze vinden het beheren van het PGB een grote verantwoordelijkheid en maken liever gebruik van de zorg in natura. Daarnaast is de zorg nu ook toegankelijk voor ouders met bijvoorbeeld schulden, die geen PGB mogen beheren. Voor het boekjaar 2014 gold nog de oude regeling. Via een contract met zorgkantoor CZ Haaglanden, voor de regio’s in Den Haag en Zoetermeer, met zorgkantoor VGZ voor het werkgebied Midden-Holland en met zorgkantoor Zorg en Zekerheid voor regio Rijnlanden, kon De Buitenwereld zorg in natura aanbieden. In 2014 was de verdeling 83,5 procent Zorg in Natura (ZIN) en 16,5 procent PGB. De ouders die nu nog voor PGB kiezen, doen dat heel bewust. Vaak omdat ze dan thuis ook particulier nog iemand kunnen inzetten vanuit het PGB. Ook het gebruik van een zorgboerderij in de weekenden kan vaak alleen nog uit het PGB worden bekostigd. Zover de bezuinigingen het toelaten, wil De Buitenwereld ouders de mogelijkheid geven om de zorg vanuit PGB of ZIN te financieren.Het innovatieve karakter van De Buitenwereld blijkt onder andere uit het feit dat zij al sinds 2008 in staat is om relatief betaalbare, effectieve en gespecialiseerde begeleiding te bieden aan kinderen met een psychiatrische stoornis. Deze groep was tot dan toe vooral aangewezen op de veel duurdere behandeling van onder andere de GGZ of individuele begeleiding in de thuissituatie waar geen interactie met andere kinderen is. 2014 is het laatste jaar voor de meerderheid van de kinderen van De Buitenwereld dat de zorgkantoren worden ingezet bij de financiering. Een klein gedeelte van de kinderen die onder de Wet Langdurige Zorg vallen, zullen nog wel via het zorgkantoor verlopen. Hoewel De Buitenwereld in 2014 hard aan de slag is gegaan om deze transitie voor te bereiden en contacten te leggen met alle gemeenten in het werkgebied, zal de praktijk moeten uitwijzen hoe het werkt.
1.10 Doorstroming De Buitenwereld wil bijdragen aan de uitstroom van kinderen uit dure, specialistische voorzieningen. Hierbij zijn vier aspecten van belang: samenwerking met ouders, inzet van expertise op een andere plek, samenwerking met andere organisaties en inzet van ambulante medewerkers.
Jaarverslag 2014
24
1.10.1 Samenwerking met ouders Ouders stellen de doelen voor de begeleiding. Waar mogelijk in samenspraak met de kinderen zelf om de motivatie te verhogen. Bij de intake geven ouders aan welke vaardigheden het kind nog niet heeft en dus aangeleerd/geoefend dienen te worden. De mentor van het kind, een medewerker van de groep, deelt informatie met de ouders en vice versa. De aanpak op de groep en thuis wordt hiermee op elkaar afgestemd. Ouders krijgen tips en trucs om ook thuis met de doelen aan de slag te gaan. Dit verkleint de handelingsverlegenheid van ouders en kleine successen kunnen grote gevolgen hebben voor het vertrouwen en de draagkracht van ouders. Voor sommige ouders is het frustrerend om te zien dat de kinderen op de groep met randvoorwaarden goed functioneren, maar thuis veel probleemgedrag laten zien. Er is dan een ouderbegeleidingstraject mogelijk. Ouders kijken samen met een professional naar de situatie thuis en naar hun ouderschap. Wat zijn hun krachten en wat zijn zwaktes? De draagkracht van ouders wordt hiermee vergroot en er wordt gereflecteerd op hun handelen. Gevolg: kinderen kunnen afbouwen in hun begeleiding op de groep. 1.10.2 Inzet expertise op een andere plek De Buitenwereld zet haar expertise in op niet-gespecialiseerde plekken. Dit kan de kinderopvang zijn, maar ook bijvoorbeeld een school of de sportclub. Dit voorkomt dat kinderen gebruik moeten maken van gespecialiseerde begeleiding bij De Buitenwereld. De inzet van expertise wordt gedaan door een medewerker van De Buitenwereld enkele momenten te laten meelopen, tips te geven aan medewerkers op andere plekken en observaties te verrichten. Daarnaast worden er groepsgewijs trainingen aangeboden aan medewerkers, met thema’s die op dat moment aan de orde zijn. Ook in de buurt wordt meegedaan aan projecten. Gevolg: kinderen hoeven minder vaak in te stromen in gespecialiseerde trajecten. Randvoorwaarde hierbij is dat De Buitenwereld snel betrokken wordt bij een casus die speelt door het sociaal team, opdat de problematiek niet verergert. 1.10.3 Samenwerking met andere organisaties De Buitenwereld heeft korte lijnen met omringende zorgorganisaties. Er wordt nauw samengewerkt om te kunnen bieden wat een gezin en een kind nodig heeft. Zo wordt er samengewerkt met organisaties als Cardea en Curium. Vanuit de behandelsetting kan een kind terugstromen naar de minder intensieve zorg bij De Buitenwereld waarmee een veilig klimaat voor het kind behouden blijft.
25
Jaarverslag 2014
Daarnaast is De Buitenwereld een groep samen met Cardea aan het opstarten, waarin behandeling en begeleiding naast elkaar bestaan. Een kind kan starten met behandeling, daarna begeleiding ontvangen en uiteindelijk uitstromen naar ambulante zorg thuis. Ook de samenwerking met kinderopvang en buurthuizen heeft als doel het afbouwen van intensieve zorg. Een voorbeeld hiervan is “Do It” uit regio Leiden, een project waarbij kinderen vanuit verschillende zorgaanbieders, waaronder De Buitenwereld, deelnemen aan reguliere buurtactiviteiten. Gevolg: een kind maakt minder lang gebruik van gespecialiseerde voorzieningen. Door een tussenstap te creëren bij De Buitenwereld, is de kans op terugval bij ouders en het kind minder groot. Door samenwerking met partners die lichtere vormen van zorg en begeleiding bieden, kan geleidelijke doorstroom plaatsvinden vanuit De Buitenwereld. 1.10.4 Ambulante medewerkers en gezinscoaches De Buitenwereld heeft naast groepsmedewerkers ook ambulante medewerkers in dienst. Deze werken met het kind samen in het gezin aan bijvoorbeeld vrijetijdsbesteding en aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er wordt gewerkt aan vaardigheden bij ouders en kind, daarnaast is het ontlasten van ouders een belangrijk aspect. De professional vervult een voorbeeldfunctie en helpt de ouders structuur en duidelijkheid thuis vorm te geven. Waar nodig wordt een gezinscoach ingezet die het gehele gezinssysteem ondersteunt en helpt op een positieve manier vorm te geven. Resultaat: versterking van het pedagogisch klimaat thuis, waardoor de ambulante begeleiding en gezinscoaching afgebouwd kan worden en een ouder zelf verder kan.
De Buitenwereld is voor ons een belangrijke steun in ons gezin en voor ons kind, met meedenkende en vriendelijke maar ook duidelijke begeleiders die er alles aan doen om zorg op maat te bieden. (Moeder van Sven, locatie Zoetermeer)
Jaarverslag 2014
26
‘Hij sloopte het hele huis’ Het is een zoete inval aan Azuurblauw 67 in Zoetermeer. Moeder Barbara heeft ’s avonds vlak na etenstijd vier handenbindertjes om zich heen. Daar is de tweeling Britt en Marit (4), met hun verkouden neusjes en nieuwsgierige oogjes, die de bezoeker vragend aankijken en vragen stellen. De broers Yari (6) en Kyan (9) zijn vriendschappelijk aan het stoeien. En, er staat versgebakken marmercake op de salontafel - hij is nog warm, mmm. “Het vriendschappelijke kon je bij de stevig uit de kluiten gewassen Kyan een paar jaar geleden wel vergeten”, zegt Barbara, die grotendeels het woord doet. “Hij sloopte het hele huis. Gooide met dingen, ook naar de andere kinderen. Alles waar hij mee dreigde deed hij ook. De diagnose was ADHD en klassiek autisme.” Kyan was op een bepaald moment thuis niet meer te handhaven en werd in 2013 opgenomen bij De Banjaard in Den Haag. Alleen gedurende het weekeinde kwam hij thuis. “Hij is daar acht maanden geweest en het heeft echt geholpen. De dosering van de medicijnen was in het begin moeilijk te bepalen, er zat te veel fluctuatie in. Nu zitten we goed en krijgt hij 54 milligram concerta per dag.” Kyan bemoeit zich niet al te veel met het gesprek, maar hij let goed op en laat als het woord concerta valt met trots zijn medicijndoos zien, voor elke dag van de week een vakje.
27
Jaarverslag 2014
Barbara: “Ik twijfel eraan of hij ook echt autist is in de klassieke zin, want hij is heel sociaal in de omgang. Maar ADHD is wel duidelijk.” Sinds begin 2014 is Kyan weer gewoon thuis en is zijn dag verdeeld tussen speciaal onderwijs en De Buitenwereld. ’s Ochtends zit hij op De Parachute, een van de vijf Leo Kannerscholen. Vanaf 12 uur ’s middags gaat hij naar De Buitenwereld, vijf dagen per week. Barbara: “Daar zijn we heel warm ontvangen. Er was meteen een klik met de begeleidsters, dat zijn prima meiden, onbetaalbaar. Ik wilde Kyan om drie uur/ half vier ophalen, zodat hij ook nog een paar uur thuis kan zijn, hij is al de hele week van huis. Eigenlijk kon dat niet, want bij De Buitenwereld kun je je kinderen in principe pas vanaf half vijf ophalen, zodat het voor iedereen overzichtelijk blijft. Maar alles bleek bespreekbaar en dit was het beste voor hem, het gaat prima zo.” ‘En Kyan, hoe vind jij het op De Buitenwereld?’ Hij reageert vlot: “Heel leuk. Ik speel het liefst met duplo en auto’s. Of in de gymzaal.” Als we buiten voor de deur van het Azuurblauw staan, laat Kyan zijn grote passie zien: skelters, die aan de voorkant van het huis tegen de muur staan geparkeerd, een voor hem en een voor zijn broer. “Zal ik laten zien hoe je er op rijdt?” ‘Ja, doet dat maar Kyan.’
Jaarverslag 2014
28
2 De Buitenwereld, in de praktijk 29
Jaarverslag 2014
2.1 Hoofdkantoor en locaties Het hoofdkantoor van De Buitenwereld, het secretariaat en het managementteam zijn gevestigd in Berkel en Rodenrijs, in het pand van de SWKGroep. De Buitenwereld richt zich per ultimo 2014 op drie zorgkantoorregio’s in Haaglanden, Rijnlanden en Midden-Holland, waar zij de beschikking heeft over vijf locaties voor de begeleiding van kinderen: 1. Locatie Gouda: Buitengouds De Buitenwereld is sinds eind december 2012 gevestigd in SBO-school Het Avontuur. Het betreft hier een nieuwbouwschool op de eerste etage boven een gezondheidscentrum. De SBO-school geeft aan dezelfde doelgroep les als die De Buitenwereld na schooltijd begeleidt. De Buitenwereld en het Avontuur delen schoonmaak, BHV, ontruiming en veiligheidseisen door participatie in hetzelfde pand en door samenwerking. In 2014 zijn de groepen in Gouda erg gegroeid. Er is op de meeste dagen nu een aanmeldlijst. In de school zelf kunnen we niet uitbreiden. De Buitenwereld is op zoek naar alternatieve huisvesting in de regio voor de kinderen op de aanmeldlijst. 2. Locatie Zoetermeer: Buitenzoet Locatie Zoetermeer is eind december 2012 gevestigd aan de Moerbeigaarde in de Dr. Verwersschool. De Buitenwereld huurt hier drie lokalen in een dependance van de school. In het gebouw zijn ook nog leslokalen en is een bsolocatie van Kern Kinderopvang Zoetermeer, ook onderdeel van de SWKGroep, gehuisvest. Alle partijen participeren bij BHV, veiligheidsplan, schoonmaak. Dit pand staat echter op de nominatie voor de sloop. De Buitenwereld is in overleg met de gemeente Zoetermeer om te komen tot andere huisvesting. Een van de opties waar de gemeente en De Buitenwereld naar kijken is onderdak in de nieuwbouw van de Parachute, een cluster 4-school in Zoetermeer. 3. Locatie Den Haag, Loosduinen: Buitenkinderen Op deze locatie was De Buitenwereld een huurder van Parnassia, een specialist in psychiatrie voor volwassen patiënten in de Haaglanden. Per 20 december 2014 is het huurcontract teruggegaan naar Vestia en huurt De Buitenwereld rechtstreeks via Vestia. Locatie Den Haag, Loosduinen: Buitenhuis Dezelfde locatie als Buitenkinderen doet in het weekeinde dienst als logeerhuis, onder de naam Buitenhuis, waar ouders uit alle locaties zich voor kunnen inschrijven. Aanvankelijk was Buitenhuis één keer per maand open, maar de vraag was zo groot dat De Buitenwereld in 2014 twee weekeinden per maand als logeermogelijkheid is gaan aanbieden. Eind 2014 werd besloten om het Buitenhuis spoedig drie weekenden per maand open te stellen, hetgeen in 2015 is ingegaan.
Jaarverslag 2014
30
4. Locatie Den Haag, Benoordenhout: BuitenRode Sinds 1 oktober 2012 huurt De Buitenwereld hier van Triodus Kinderopvang. Inmiddels is Triodus ook onderdeel van de SWKGroep en wordt het pand rechtstreeks gehuurd van de particuliere eigenaar. 5. Locatie Leiden/Oegstgeest: Buitenleids/ Buitenrijn. Op 23 december 2014 is de locatie in Leiden-West (Buitenleids) verruild voor een nieuwe locatie aan de Endegeesterstraatweg in Oegstgeest op het terrein van Curium, dat aan Leiden grenst. De locatie Buitenrijn biedt grote groepsruimtes en er is een mooie tuin waar de kinderen veilig buiten kunnen spelen. Voordeel ten opzichte van de locatie in Leiden, is dat Buitenrijn niet hoeft te worden gedeeld met andere organisaties. Voor De Buitenwereld biedt deze nieuwe locatie ook de mogelijkheid om nauwer met andere professionele organisaties, zoals Curium-LUMC, het academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie van de Universiteit Leiden samen te werken. Buitenrijn bevindt zich ook op het terrein van Curium-LUMC. Curium-LUMC is hèt academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Zuid-Holland noord en MiddenHolland, verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Curium biedt specialistische behandelingen bij complexere psychiatrische problemen. 6. Locatie Dordrecht De Buitenwereld heeft in 2014 een geschikte locatie gevonden in een kinderdagverblijflocatie van COKD kinderopvang in Dordrecht die ook onderdeel is van de SWKGroep. Deze locatie moet nog verder worden opgestart.
Wij zijn blij met De Buitenwereld omdat onze zoon nu leert buiten te spelen met regels en begeleiding. (Moeder van Piecko, locatie Gouda)
31
Jaarverslag 2014
Organogram per 1 augustus 2014
Regio A Gouda Mercatorsingel 90, 2803 ER Gouda
Regio B Den Haag Ad van Emmenesstraat 4-6 2553 NP Den Haag
Leiden Trix Terwindtstraat 4 2331 GW Leiden
Den Haag Van Nijenrodestraat 12-14 2597 RM Den Haag
Zoetermeer Moerbeigaarde 58-60 2723 AG Zoetermeer
Logeerhuis Den Haag Ad van Emmenesstraat 4-6 2553 NP Den Haag
Marketing & Communicatie Facilitair Personeelszaken / salaris Financiën Huisvesting
Raad van Bestuur
SWKFacet
Directeur
Coördinator Managementondersteuning
Ondernemingsraad
Oudercommissie Regiosecretaresse Regio A
GZ-Psycholoog/ gezinscoach
Gedragswetenschapper Regio A
Regiosecretaresse Regio B
Intern manager
Gedragswetenschapper Regio B
Regioplanner Regio A Senior Buitengouds
Jaarverslag 2014
Regioplanner Regio B Senior Senior Buitenleids/ Buitenzoet Buitenrijn
Ambulant
Senior Buitenkinderen
32
Senior Buitenhuis
Senior Buitenrode
Ambulant
2.2 Structuur en bestuur De Buitenwereld is onderdeel van de SWKGroep, een groep van achttien organisaties binnen de kinderopvang, buurtwerk en zorg. De SWKGroep is groot geworden met kinderopvang en welzijn en heeft met De Buitenwereld ook de zorg en begeleiding voor GGZ kind en jeugd in huis. Binnen de SWKGroep deelt De Buitenwereld de facilitaire diensten van de organisatie en geniet op die manier veel synergetische voordelen. Op werkmaatschappijniveau is De Buitenwereld grotendeels autonoom, met een eigen beleid, theoretische kader en directie. De Buitenwereld wordt geleid door een directeur, die de gehele organisatie aanstuurt. Ze voert het beleid samen uit met een regiocoördinator voor de drie regio’s, een manager interne sturing, twee regio-gedragswetenschappers en een GZ-psycholoog. De directeur wordt gecontroleerd en geadviseerd door de Raad van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Oudercommissie.
2.3 Tijdelijke regiocoördinator opgeheven De Buitenwereld maakte in 2014 gebruik van de inzet van een tijdelijke regiocoördinator, om de directie te ondersteunen bij de transitie van de jeugdzorg. De regiocoördinator heeft een bijdrage geleverd aan de samenwerking met ketenpartners in de drie regio’s. Een goede relatie met de gemeentes in het werkgebied is van essentieel belang, voor De Buitenwereld én voor de ouders. In 2014 onderhield de coördinator contact met alle gemeentes in drie regio’s. Omgekeerd hebben ook ambtenaren uit de gemeentes werkbezoeken afgelegd aan locaties van De Buitenwereld. De Buitenwereld is nu opgenomen in de drie regionale transitiearrangementen en is een bekende en gewaardeerde partner in de regio’s Midden-Holland, Holland-Rijnland en Haaglanden. Per juli 2014, ten tijde dat de aanbestedingen begonnen te lopen, is de functie van regiocoördinator opgeheven, zoals was gepland.
2.4 Maatstaven en diensten De IQ-grens voor aanmelding bij De Buitenwereld is gesteld op zeventig. Echter, gezien de discrepanties in het IQ-profiel, is het lastig om deze grens altijd zo strikt te trekken. Soms krijgt De Buitenwereld aanmeldingen voor kinderen van andere organisaties, zoals De Banjaard of Ipse de Bruggen, waar kinderen in principe onder de LVG Zorg (Licht Verstandelijk Gehandicapten) vallen. Uitgangspunt voor plaatsing bij De Buitenwereld is dat het kind moet passen binnen de groep qua cognitief en emotioneel functioneren en mee kan doen met de activiteiten.
33
Jaarverslag 2014
De Buitenwereld onderscheidt vier diensten, gericht op gespecialiseerde begeleiding. De Buitenwereld levert altijd maatwerk voor een kind in de betreffende situaties. 2.4.1 Gespecialiseerde groepsbegeleiding De gespecialiseerde groepsbegeleiding wordt geboden op vijf locaties in Zuid-Holland die allen een regionale functie hebben. De groepsbegeleiding heeft plaats in kleine groepjes van maximaal acht kinderen, onder toezicht van deskundig personeel, na schooltijd en tijdens vakanties. Bij De Buitenwereld is gespecialiseerde groepsbegeleiding het uitgangspunt en staat behandeling dus niet op de voorgrond. Bepaalde behandelvormen zijn wel mogelijk (psycho-educatie, Sociale Vaardigheidstraining et cetera.) maar er wordt eerst bekeken of dit gedaan kan worden binnen de wellicht bestaande behandelcontracten van het kind. De gespecialiseerde groepsbegeleiding heeft een kwalitatief aanbod ontwikkeld dat een antwoord biedt op de vragen en behoeften van deze complexe doelgroep. De Buitenwereld wordt regelmatig ingezet door de hulpverlening als laatste station voor een uithuisplaatsing of inzet klinische opname. Maar de begeleiding vanuit De Buitenwereld wordt ook ingezet als vervolg op een dagbehandeling of klinische opname. De Buitenwereld kan de begeleidingsdoelen overnemen van de dagbehandeling zodat deze gecontinueerd worden. Het automatiseren en herhalen van handelingen blijken succesfactoren te zijn voor deze kinderen. In de setting van De Buitenwereld kan aangereikt gedrag zo worden bestendigd. 2.4.2 Ambulante begeleiding Als tweede dienst biedt De Buitenwereld ambulante individuele begeleiding bij gezinnen thuis. Ouders willen soms dat de structuur die De Buitenwereld aanbiedt bij de gespecialiseerde dagbegeleiding ook thuis beschikbaar is voor hun kind. Medewerkers van De Buitenwereld komen in dat geval bij de gezinnen thuis, gedurende een afgebakende periode, om met het kind en de ouder(s) aan de slag te gaan. De doelstelling is gespecialiseerde begeleiding. Medewerkers die bij gezinnen thuis komen krijgen inhoudelijke begeleiding van de regio-gedragswetenschapper.
Jaarverslag 2014
34
2.4.3 Logeerhuis, kort intensief verblijf Kinderen uit de doelgroepen van De Buitenwereld kunnen in de weekenden en in de vakanties gebruikmaken van het logeerhuis dat gevestigd is op de locatie Den Haag, Loosduinen onder de naam Buitenkinderen. In het logeerhuis ligt de nadruk op het aanbieden van activiteiten in de buitenlucht. Vanuit de methodiek TEACCH wordt de structuur neergezet tijdens het weekend. Er is per kind een programma op maat vastgesteld dat is vastgelegd in een begeleidingsplan. Daar hoort ook bij dat er gelegenheid is tot (vrij)spel, het spelen van gezelschaps- en fantasiespelen of computerspelletjes, alles gericht op ontwikkelingsmomenten. De structuur en duidelijkheid van school en de naschoolse begeleiding van De Buitenwereld wordt op deze manier in het weekend voortgezet. 2.4.4 Expertise Als vierde dienst zet De Buitenwereld extern ook haar expertise in. De Buitenwereld kan door reguliere kinderopvangorganisaties, scholen en andere organisaties worden gevraagd om gedragsobservaties van kinderen te verrichten en teams te coachen hoe ze moeten omgaan met de geconstateerde gedragsproblemen. De Buitenwereld verricht geen psychiatrische diagnostiek/behandeling, maar zal de opdrachtgever praktische begeleidingstips geven zodat er gekeken kan worden of de gespecialiseerde groepsbegeleiding binnen de reguliere setting kan blijven bestaan. Als dit niet lukt is doorverwijzing naar De Buitenwereld een optie of wordt er binnen de keten gekeken welke zorg nog meer nodig is.
2.5 Samenwerkingspartners De belangrijkste samenwerkingspartners van De Buitenwereld zijn: • gemeenten in Zuid-Holland; • AWBZ-begeleidingsorganisaties; • (speciaal) onderwijs; • kinderopvang, welzijn/buurtwerk; • GGZ; • zorgboerderijen; • voorliggend veld.
35
Jaarverslag 2014
2.6 Oudercommissie De Buitenwereld wil de ouders zoveel mogelijk bij de organisatie betrekken. Sinds december 2008 hebben we een officiële oudercommissie, waarin ouders van de verschillende regio’s van het werkgebied van De Buitenwereld zitting hebben. De Buitenwereld trekt actief op met de oudercommissie op tal van onderwerpen. Zo hebben de oudercommissie en De Buitenwereld al diverse transitie-bijeenkomsten samen bezocht. De commissie komt zes tot zeven keer per jaar bij elkaar. Daarnaast organiseert zij minimaal een keer per jaar een ouderavond. De Buitenwereld probeert naast de ouders te staan in het verlenen van de zorg. Ouders vervullen een grote rol in het leven van een kind met een psychiatrische stoornis. Bij De Buitenwereld zien we ouders die heel betrokken zijn bij hun kind, maar tegelijkertijd vinden ze het ook zwaar en is hun leven vaak overbelast. De reactie van de ouders op de stoornis kan het leren omgaan hiermee en ook het beloop van de psychiatrische stoornis wel degelijk beïnvloeden. Zo kunnen er rond de problematiek van het kind patronen in de interactie tussen ouders en kind en/of binnen het gezin ontstaan, die belemmerend werken op de al zo moeilijke ontwikkeling van het kind en ook patronen die in (chronische) gezinsconflicten kunnen resulteren. De ambulante begeleiding van De Buitenwereld probeert hier ouders in te begeleiden door hen praktische ‘handvatten’ aan te reiken. Elke ouder wil het beste voor zijn of haar kind, maar niet elke ouder is in staat dit beste ook altijd te leveren. Dat kan samenhangen met het gegeven dat relatief veel ouders van kinderen en jeugdigen uit de doelgroep: • zelf ook psychiatrische problemen hebben of problemen hebben in de relationele sfeer; • worstelen met de acceptatie van de diagnose van hun kind; • het gewoonweg niet (meer) op kunnen brengen om dagelijks op de proef te worden gesteld door het moeilijke gedrag van hun kind.
Jaarverslag 2014
36
2.7 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht SWKGroep Lid van de Raad van Bestuur, Jacob Boskma, verklaart de toenadering tot De Buitenwereld: “In 2012 hebben we, de SWKGroep, De Buitenwereld leren kennen. In Zoetermeer werkte De Buitenwereld samen met Kern Kinderopvang Zoetermeer. Na een kort gesprek zijn we op een novembermiddag in Den Haag geweest en hebben we meegelopen met de groep daar. We waren onder de indruk van de begeleiding, omdat hier gebeurt waar wij, als Kinderopvangorganisatie, al zo lang voor pleiten, namelijk: voor ieder kind is begeleiding mogelijk. Wij hanteren het motto ‘Investeer in eigen kracht’ en kregen het gevoel dat dat bij De Buitenwereld ook daadwerkelijk gebeurd. De verbinding en de gesprekken over verdere samenwerking en verdieping waren daarna ook snel gemaakt. Inmiddels hebben we ervaren dat De Buitenwereld een onmisbare keten is in de begeleiding van kinderen en daarmee het gedeeltelijk ontzorgen van ouders. Wij proberen nu in alle stedelijke gebieden waar we met kinderopvang werken de expertise van De Buitenwereld in te zetten en tot nu toe lukt dat goed.” De SWKGroep heeft contact gelegd met Elke Geraerts. Zij is in februari 2014 toegetreden tot de Raad van Toezicht van de SWKGroep. Geraerts (1982) is doctor in de psychologie en oprichter van het Clinical Cognition Laboratory aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij is gepromoveerd op traumatische herinneringen van kinderen, zoals kindermisbruik. Verder is ze partner bij Buysse-Geraerts, Better Minds at Work, gevestigd te Antwerpen.
-
De Buitenwereld, waar kinderen zichzelf kunnen zijn. (Ouders Dean, locatie Den Haag)
37
Jaarverslag 2014
De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar vijfmaal vergaderd en daarnaast een strategische sessie gehad met de Raad van Bestuur.
Raad van Toezicht Naam
Functie
Dhr. drs. J.P.P. (Jan) van Dort
Herkies- Geboorte- Beroep baar jaar
Nevenfucties
Voorzitter 2016
Nee
1946
Adviseur, interim manager
• Voorzitter RvC De Kernen • Voorzitter rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand • Voorzitter RvC Woningcorporatie Arcade
Mw. mr. J.P. (Jolande) van Loon
Vice2016 voorzitter
Nee
1966
Notaris
• Lid Kamer voor het Notariaat Rechtbank Den Haag (Arrondissementen Den Haag, Dordrecht en Rotterdam) • Lid Financiële Commissie Fonds Willem van Rede (Museum Boijmans) Rotterdam • Lid kernbestuur Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk Rotterdam
Dhr. mr. J.D. (Jan) de Rooij
Lid
2016
Ja
1956
Advocaat
• Lid curatorium Rijnlands Lyceum
Dhr. drs. N.F.J. (Niels) van Loon
Lid
2016
Ja
1969
Programmamanager, interim manager
• Penningmeester Stichting De Vrije Mare
Mw. Dr. E.G. (Elke) Geraerts
Lid
2018
Ja
1982
Psychologe (zaakvoerster Better Minds at Work)
• Global Shaper, World Economic Forum • Lid RvB DLink, Antwerpen • Lid Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
Jaarverslag 2014
Aftreden in
38
De belangrijkste besluiten en overleggen betreffen de volgende onderwerpen: • jaarrapportage en jaarrekening 2013 • kwartaalrapportages 2014 • begroting 2015 • opdrachtverstrekking aan nieuwe accountant van de controle van de jaarrekeningen van de SWKGroep voor de jaren 2014, 2015 en 2016 • voortgang strategie • splitsing van Stichting Vrije Kinderopvang Rotterdam in de vennootschappen VKR Toverfluit B.V. en VKR Peuterhuis B.V. • oprichting van een B.V. door COKD waarbij de aandelen worden gehouden door COKD • oprichting van Stichting DeTafelVan • doorstart van de activiteiten van het in faillissement geraakte Triodus • onderzoek samenwerking/fusie met andere organisaties met een maatschappelijke doelstelling • gebiedsgerichte organisatie van zorg en welzijn in Rotterdam • ontwikkeling samenwerking onderwijs en kinderopvang • naleving van diverse Governance Codes • invulling Raad van Toezicht: nieuwe/aftredende leden, zittingstermijnen (i.v.m. de gewenste continuïteit), vacatures 2015 • diverse investeringen • overleg medezeggenschapsorgaan (Centrale Ondernemingsraad). Raad van Bestuur De heer drs. A.J. Doorneveld (1956) was op 31 december 2014 voorzitter van de Raad van Bestuur van Stichting SWKGroep. De heer drs. J.F. Boskma (1955) was op 31 december 2014 lid van de Raad van Bestuur van Stichting SWKGroep. De belangrijkste besluiten van de Raad van Bestuur zijn ter kennisname dan wel ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
39
Jaarverslag 2014
‘Ik ben niet zo’n sociaal kind’ ‘Waar zullen we gaan zitten Matthijs?’ Het Avontuur, waar de naschoolse gespecialiseerde groepsbegeleiding van De Buitenwereld in Gouda is ondergebracht, heeft veel keus in lokalen en zitjes. Matthijs (10) kiest de aula uit, een mooie hoge ruimte met gekleurde stoelen, waar nu verder niemand is. Matthijs zit overdag in klas 7C van De Piloot, een school voor Speciaal Onderwijs in Rotterdam en ging de afgelopen vier jaar een middag per week naar De Buitenwereld. Waarom eigenlijk? “Ja, dat is lastig uit te leggen. Om dingen die gebeuren in mijn hoofd, ik denk van alles en nog wat. Ik heb autisme.” ‘Vind je dat vervelend’?
Jaarverslag 2014
40
“Nee, het valt wel mee. Het moeilijkste is het slapen, daar heb ik problemen mee. Ik krijg drie pillen melatonine vóór ik naar bed ga, maar soms ben ik nog te vroeg wakker, want ik mag van mijn ouders pas om zes uur opstaan.” ‘En hoe vind je het om op De Buitenwereld te zijn’? “Heel leuk, ik kan hier mezelf zijn. Het liefst zit ik ergens rustig een stripboek te lezen. Dan is het net als thuis, daar heb ik de Donald Duck. Ik game ook veel, zoals Pokemon op de 3DS. Of games op de Wii waar ik zelf iets moet maken, daar ben ik goed in. Ik heb hier ook een struik, die ik ‘boompje’ noem. Ik moet er goed voor zorgen. Ik heb boompje al heel lang. Vroeger zaten we in een ander gebouw, daar heb ik hem gekregen en meegenomen hier naar toe.” ‘En zijn er nog andere dingen die je op school of De Buitenwereld graag doet’? “Ja, maar ik houd niet van voetbal. Als andere kinderen voetballen kijk ik alleen toe, ik ben niet zo’n sociaal kind.” Moeder Marjolein vult aan: “Het is meestal niet zo makkelijk voor Matthijs om contact te leggen met andere kinderen. Als ik hem naar buiten stuur om te gaan spelen, gaat hij vaak op de stoep zitten wachten tot hij weer naar binnen mag.” En doe je nog dingen buiten De Buitenwereld? “We hebben een abonnement op diergaarde Blijdorp, want ik ben gek op olifanten. Vooral de Afrikaanse bosolifant, dat is mijn lievelingsdier. Wil je mijn lievelingsgetal ook weten? Dat is honderd en mijn lievelingskleur is paars.” ‘En later als je groot bent Matthijs, weet je al wat je dan wil worden?’ “Hm, ik twijfel nog tussen het bouwen van games of olifantenverzorger.” “Maar nu moet ik weg - boompje water geven.”
41
Jaarverslag 2014
3 Pedagogische principes Jaarverslag 2014
42
3.1 Drie basisuitgangspunten De Buitenwereld is van mening dat het gezin de beste mogelijkheden biedt aan kinderen om zich op alle gebieden gezond te kunnen ontwikkelen. Voor kinderen met een stoornis geldt over het algemeen dat er een groot appèl wordt gedaan op het uithoudings- en incasseringsvermogen en de draagkracht van ouders en overige gezinsleden. Met de juiste begeleiding, ondersteuning en advisering gericht op het verstevigen van de sterke krachten binnen het gezin, zijn veel gezinnen in staat ook het kind met een stoornis volledig binnen het gezin op te laten groeien. De Buitenwereld hanteert drie basisuitgangspunten: 1.
De ouders zijn de regisseurs van de begeleiding: de hulpvraag van de ouder (of ouders) is leidend voor het begeleidingsplan. De ouder wordt door De Buitenwereld beschouwd als de ervaringsdeskundige met betrekking tot haar/zijn eigen kind.
2. Systeembenadering: ouders en de professionals moeten op één lijn komen wat betreft het kind. Bij de uitvoering van alle modules van De Buitenwereld wordt daarom gewerkt met zogenaamde begeleidingsvragen van ouders. De ouders zijn altijd betrokken bij de modules, ook wanneer deze niet in de thuissituatie uitgevoerd worden. De modules kunnen niet worden uitgevoerd zonder de handtekening van de ouders. Indien de module niet in de thuissituatie wordt uitgevoerd, organiseert de mentor (een vertrouwde medewerker van De Buitenwereld) gezamenlijke afstemmingsgesprekken met de ouders, de professional van de kinderopvang, school of andere hulpverleners die zijn betrokken bij het gezin. De begeleiding heeft een optimaal rendement wanneer alle opvoeders en betrokken partijen rondom het kind op één lijn zitten en overeenstemmen in de benadering van het kind, de ‘1gezin-1plan’-aanpak. 3. De kinderen aan wie De Buitenwereld gespecialiseerde begeleiding biedt, worden waar mogelijk betrokken in de gang van zaken binnen hun begeleidingsmodule van De Buitenwereld.
3.2 Pedagogische visie 3.2.1 Inleiding De Buitenwereld gaat uit van de krachten en vaardigheden van een kind met een psychiatrische stoornis. Door het scheppen van randvoorwaarden (structuur, duidelijkheid, regelmaat) wordt het kind een optimale en veilige omgeving aangeboden om te leren en te oefenen. Bestaande vaardigheden worden uitgebreid en geoefend, niet-bestaande vaardigheden worden aangeleerd. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij wat een kind in een eventuele voorliggende setting (bijvoorbeeld behandeling) al heeft geleerd. Hierop wordt voortgeborduurd. De doelen die ouders aandragen zijn leidend in de geboden
43
Jaarverslag 2014
begeleiding, maar de wens van het kind wordt hierin ook meegenomen. De Buitenwereld denkt hier graag in mee. Daarnaast wordt de werkwijze op de groep en thuis zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Op de groep wordt gekeken naar de mate van afhankelijkheid van een kind. De meeste kinderen die op de groep instromen, zijn in eerste instantie persoonsafhankelijk. Als er een ander persoon op de groep staat, hebben zij meer problemen om staande te blijven in de groep. Na verloop van tijd zijn er veel kinderen die naar de volgende fase kunnen: structuurafhankelijk. Zolang de randvoorwaarden behouden blijven (o.a duidelijkheid en regels), kan het kind functioneren in de groep. De laatste fase is zelfstandigheid. Hoe kan het kind zelfstandigheid bereiken en behouden, ook als het veilige klimaat van De Buitenwereld wegvalt? De Buitenwereld beseft haar verantwoordelijke functie in het bieden van zorg aan kinderen en ouders. Er wordt geboden wat nodig is. In veel gezinnen kan De Buitenwereld helpen voorkomen dat een kind uit huis geplaatst of opgenomen moet worden. De Buitenwereld is voor langere tijd bij een gezin betrokken en biedt continue zorg. Met de ontwikkelingsstadia persoonsafhankelijk-structuurafhankelijk-zelfstandigheid is er echter ook de focus op het bereiken van zelfstandigheid voor elk kind en elke ouder. Evenwicht in de draagkracht en draaglast staat centraal. De Buitenwereld laat zich inspireren door verscheidene theorieën, waar op pragmatische wijze mee om wordt gegaan. De belangrijkste twee zijn: TEACCH en ‘Geef me de 5’. 3.2.2 TEACCH Treatment and Education of Autistic and related Communication Handicapped Children (TEACCH) is een zogeheten interventieprogramma voor de behandeling en begeleiding van personen met autisme. Maar ook kinderen met een andere psychiatrische stoornis reageren goed op de methodiek. De methodiek is opgebouwd in een zestal stappen, waarvan de eerste: het introduceren, het vertrouwd raken met de thematiek van autisme, de kern vormt. De zes stappen: 1.
Wat is een psychiatrische stoornis? Het vertrouwd raken met een werkelijkheid die eigenlijk niet invoelbaar is.
2. Concreet en duidelijk vaststellen wat bij dit ene kind aan mogelijkheden zichtbaar zijn: verbijzondering. 3. Realisering van passende (dag-)schema’s, ritmes, ordening en structuur voor dit ene kind. 4. De ondersteuners duidelijk maken wat ze aan kunnen treffen en hoe ze daar mee om moeten gaan; ook hier weer met aansluiting bij de leefwereld van dit kind.
Jaarverslag 2014
44
5. Het concreet structureren van afspraken, verantwoordelijkheden, praktische taken, (werk-)schema’s en rollen. 6. Het gebruikmaken van de bijzondere interesses van de cliënten zelf. Centraal is de gedachte dat voor elke persoon een afzonderlijke ondersteuningswijze kan worden gevonden, zonder de betrokkene vast te leggen in kant-en-klare structuren. Zo helpt TEACCH in zelfverwerkelijking van het kind. De zes stappen krijgen vorm in drie te onderscheiden fasen: 1.
Het bieden van maximale veiligheid als basis. Dit heeft gevolgen voor ruimte, tijd, plaats en mate van concrete aanwezigheid en ondersteuning.
2. Dat wat de cliënt geleerd heeft, wordt stukje bij beetje uitgebreid naar aansluitende ruimten binnen de setting. 3. Dat wat de cliënt in de ene setting heeft geleerd, uitbreiden naar alternatieve leef/werkruimten. In deze fase kan er voor ruimte, tijd, activiteiten en hanteren van beschikbare relaties individueel worden gekeken naar mogelijkheden. Het voornaamste doel van TEACCH is de optimale aanpassing van een kind, waarbij de begeleider zich richt op de individuele vaardigheden, interesses en behoeften van de persoon met autisme (of een andere stoornis) om zijn ontwikkeling te stimuleren en het onaangepast gedrag te reduceren. Hiervoor probeert men de omgeving waarin de methode wordt toegepast optimaal te structureren en staan visualisering en voorspelbaarheid centraal. TEACCH leert kinderen met een psychiatrische stoornis dingen die belangrijk zijn in het dagelijks leven. Hiermee kan het kind drie soorten vaardigheden leren: •
communicatieve vaardigheden, zoals duidelijk maken wat hij/zij wil en aangeven het ergens niet mee eens te zijn; het kind leert ook goed naar een ander te luisteren;
•
schoolse vaardigheden, zoals een rekenopdracht uitvoeren; dit krijgt vorm in het uitvoeren van activiteiten op de gespecialiseerde dagbegeleiding;
•
het zelf indelen van vrije tijd; TEACCH leert het kind constructief en scheppend bezig te zijn, zoals met bouwstenen (Lego) en puzzels.
Ik zie De Buitenwereld als warme en vertrouwde plek waar binnen de heldere structuur ruimte is voor kinderen om zichzelf te zijn en plezier te hebben. (Moeder van Tobias, locatie Oegstgeest)
45
Jaarverslag 2014
3.2.3 Geef me de 5 ‘Geef me de 5’ is een methode om mensen met een stoornis in het autismespectrum duidelijkheid en structuur te bieden en ze te leren zelfstandig te functioneren. De methode is ontwikkeld en geoctrooieerd door gedragsdeskundige autisme Colette de Bruin-Wanrooij en wordt geëxploiteerd door Geef me de 5 B.V. De methode heeft als uitgangspunt dat mensen met een autistische stoornis op drie gebieden onvoldoende ontwikkeld zijn: • executieve functies: het kunnen uitvoeren van taken; • centrale coherentie: het zien van de algehele samenhang; • theory of mind: het inlevingsvermogen. Als gevolg hiervan is de wereld voor iemand met een autistische stoornis onduidelijk en onvoorspelbaar. Geef me de 5 is erop gericht de wereld voor deze mensen te structureren met behulp van ‘kettingen’ van taken en roosters en door een bepaalde manier van communiceren. Er wordt heel veel gebruikgemaakt van afbeeldingen (pictogrammen). Met het structureren moet er duidelijkheid gegeven worden aan de vijf aspecten: • wat (moet er gebeuren)? • wanneer? • hoe? • waar? • wie? Uiteindelijk werkt de methode ernaartoe dat mensen met autisme zich kunnen ontwikkelen van persoonsafhankelijk, waarbij een vaste persoon voortdurend aansturing moet geven, via structuurafhankelijk, afhankelijkheid van opgestelde structuren, naar zelfstandigheid. Ook voor kinderen met ADHD of een hechtingsstoornis is het belangrijk dat de wereld om hen heen gestructureerd en duidelijk is. De methode Geef me de 5 sluit daarom in de meeste gevallen ook bij hen aan. 3.2.4 Kaarten De Buitenwereld hanteert op de locaties een educatief kaartensysteem, bedoeld om de kinderen te sturen en te pogen hun gedrag, indien nodig, te verbeteren. Elk kind op de groep heeft standaard een groene kaart, die zichtbaar is op het bord in het lokaal. Groen is de ‘normale situatie’: het kind gedraagt zich positief en laat gewenst gedrag zien. Wanneer een kind verbaal of fysiek ongewenst gedrag laat zien, krijgt het een gele kaart, die ook op het bord komt.
Jaarverslag 2014
46
Er wordt altijd benoemd wat er wél van het kind verwacht wordt en hoe het zo snel mogelijk naar de groene kaart terug kan keren. Als dit lukt, wordt de groene kaart opgehangen. Als dit niet lukt en het kind ongewenst gedrag voortzet, wordt er een rode kaart ingezet. Ook bij zeer ernstig ongewenst gedrag kan de rode kaart direct worden ingezet. Te denken valt bijvoorbeeld aan pesten of agressie. Aan de rode kaart is een afkoelperiode - meestal tussen de 3 en 5 minuten - gekoppeld, waarbij het kind in een rustige hoek of een aparte ruimte wordt afgezonderd van de groep. Dit heeft een tweeledig doel: het kind tot inkeer te laten komen en tegelijkertijd de andere kinderen niet verder te verontrusten. In de praktijk blijkt dit kaartensysteem zeer goed te werken. In uitzonderlijke gevallen waarin het niet werkt en onwenselijk gedrag blijft bestaan, nemen de begeleiders contact op met de ouders met het verzoek hun kind eerder op te halen en met ouders de middag nader te evalueren om gezamelijk te blijven optreden naar het kind. 3.2.5 Kinderparticipatie De Buitenwereld vindt de mening van het kind erg belangrijk. Daarom wordt er elke kwartaal een kindervergadering gehouden, waarbij een onderwerp centraal staat dat kinderen zelf aandragen. Dit kan bijvoorbeeld het onderwerp ‘uitstapjes’, of ‘veilig voelen in een groep’ zijn. De kinderen dragen suggesties en ideeën aan, wat aan het management wordt doorgegeven. Daarna volgt een terugkoppeling. Op deze manier staat het belang van het kind centraal. Kinderen maken ook gebruik van een Ik-boek. Dit is een boek met oefeningen en vragen, gericht op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is bijvoorbeeld aandacht voor het zelfvertrouwen van het kind, de gevoelens van zichzelf en anderen en het oplossen van conflictsituaties. Elk kind krijgt een moment apart met de groepsbegeleiding om elke dag een oefening te maken. De begeleiding creëert een veilige sfeer en bemoedigt het kind. Ook worden kinderen vanaf 12 jaar actief betrokken bij het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek en krijgen ze een uitnodiging om de vragenlijst in te vullen.
De Buitenwereld is de oase waar bijzondere kinderen zich kunnen uiten, zich geaccepteerd voelen en de juiste kundige zorg ontvangen. (Moeder van Ayoub, locatie Den Haag)
47
Jaarverslag 2014
Twee Orthopedagogen aan het woord
‘Zo normaal mogelijk’ Twee gedragswetenschappers verbonden aan De Buitenwereld, geven hun visie op de relatie tussen theorie en praktijk. Josine Beekman is als gedragswetenschapper werkzaam bij De Buitenwereld. “Ik ben hier in 2009 als begeleider op de groep begonnen. Vanaf 2013 werken we in regio’s en ben ik regio gedragswetenschapper en in 2014 ben ik ook ouderbegeleiding bij mensen gaan doen. Het werk bij De Buitenwereld is enorm dynamisch.” Ilonka von Rudnay is als orthopedagoog in dienst van Cardea, een grote zorgaanbieder in de regio Rijnland van Zuid-Holland die opgroei- en opvoedhulp biedt aan kinderen en hun ouders/verzorgers in de leeftijd van 0-23 jaar. Ze is voor een aantal maanden betrokken geweest bij consultatie en advies, met name op het gebied van beleid bij De Buitenwereld. Hoe brengen jullie de theorie in overeenstemming met de - soms grillige - praktijk? Josine Beekman: “Een kind uit het leerboek van een orthopedagoog is meestal anders dan een ‘echt’ kind tegenover je. Elk nieuw kind op de groep is op papier een nieuwe casus, maar voor mij is het op de eerste plaats een mens. Steeds geldt de vraag: wat kan ik doen om het kind en de ouders een veilige plek te geven. Hoe kunnen we deze puzzel oplossen?” Ilonka von Rudnay: “Een goede samenwerking met de ouders is heel belangrijk. De ouders zijn de ervaringsdeskundigen van hun kind en over hun eigen leven. Voor Cardea is het uitgangspunt dat de professionals naast de ouders staan en vanuit hun vraag helpen om een groeizame leefomgeving te organiseren die zo normaal mogelijk is en specifiek als nodig.” Lukt dat in alle gevallen? Josine Beekman: “Nee, niet altijd. Soms is het gezin of het kind te complex, de problemen te groot. Agressie is het grootste struikelblok bij kinderen. Wij proberen dat onder controle te brengen door zoveel mogelijk structuur te geven. Het is onze taak duidelijk te maken hoe ver een kind kan gaan en waar de grenzen liggen. Je ziet dat in de maatschappij van jonge kinderen in het algemeen heel veel, heel vroeg wordt gevraagd. Niet elk kind kan dat aan.”
Jaarverslag 2014
48
In hoeverre laten jullie je leiden door financiële beslommeringen? Josine Beekman: “Je moet werken met je hart, financiële druk mag niet van belang zijn. Ik voel mij heel vrij in mijn handelen. Het gaat om de kinderen en hun ouders, dat is onze meerwaarde. Ik stel me voortdurend de vraag wat het betekent voor een ouder om een kind met autisme of ADHD of met allebei te hebben.” Ilonka von Rudnay: “De zorg wordt sinds januari 2015 gefinancierd door de gemeenten. De effectiviteit van de hulp en de kwaliteit van de geboden zorg heeft voortdurend onze aandacht.” Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe Jeugdwet van kracht. De verantwoordelijkheid voor de zorg is verschoven van de provincie en het zorgkantoor naar de gemeentes. Wat vinden jullie daarvan? Josine Beekman: “Ik maak me zorgen om sommige gezinnen die tussen wal en schip dreigen te raken. En ik zie dat de vakinhoudelijke kennis over de zorg op gemeenteniveau tekort schiet. Bij veel gemeentes is het nu nog uitzoeken hoe het op dit gebied werkt, hun sociale teams weten soms niet wat ze moeten doen. Maar er zijn ook kansen: de gemeente staat gewoonlijk dichterbij de burgers dan de provincie. Ik denk dat de overgang tijd nodig heeft. Positief vind ik ook dat we meer de samenwerking met andere organisaties moeten zoeken, zoals Cardea.” Ilonka von Rudnay: “Er zijn goede initiatieven gestart, zoals onder andere de samenwerking van Cardea met De Buitenwereld. Het een en ander zal nog uitgekristalliseerd dienen te worden als het gaat om de toegang tot gespecialiseerde jeugdzorg en de verbinding en afstemming met de Jeugd- en Gezinsteams in de wijken. Voor kinderen die niet (voldoende) gebruik kunnen maken van reguliere voorzieningen zal er plek moeten blijven bij de zorgaanbieders.” Welke functie vervult De Buitenwereld in dit speelveld? Ilonka von Rudnay: “Ik constateer dat er een grote behoefte leeft bij ouders voor hun kind dat met ontwikkelingsachterstanden en/of -stoornissen is belast, zoals bijvoorbeeld autisme of ADHD. De Buitenwereld heb ik als kundig en zeer klantvriendelijk ervaren. Zij kunnen een rol spelen in het leven van een kind en gezin doordat zij een langdurige relatie kunnen opbouwen met ouders en kinderen. Dat is buitengewoon nuttig. Cardea, is als gespecialiseerde zorgaanbieder in die zin altijd tijdelijk.” Josine Beekman: “Wij zien een groeiende stroom kinderen onze kant opkomen, onder meer doordat andere trajecten sluiten.”
49
Jaarverslag 2014
4 Beleid 2014 Jaarverslag 2014
50
4.1 Algemeen 2014 was een bewogen jaar voor De Buitenwereld. De organisatie maakte wederom een grote groei door: van een omzet van 1,2 miljoen euro in 2013 naar 1,8 miljoen in 2014, een toename van 50 procent. Verder stond 2014 vooral in het teken van de transitie jeugdzorg. In het eerste deel van het beleidsjaar was nog onzeker of politiek Den Haag het, na lang uitstel, eens kon worden over invoering van de nieuwe jeugdwet. Halverwege 2014 ging de Tweede Kamer in meerderheid akkoord met invoering per 1 januari 2015. De Buitenwereld heeft zich de rest van 2014 ingespannen om een gecontracteerde partij te worden van de gemeenten in zeven jeugdzorgregio’s. De Buitenwereld heeft de aanbestedingsronde goed doorstaan, al begint het echte werk pas in 2015 om alles in te richten naar de nieuwe standaarden.
4.2 Groei van de organisatie De Buitenwereld heeft inmiddels echt haar plekje gevonden onder de vleugels van de SKWGroep. 2014 was het eerste volle jaar dat De Buitenwereld deel uit maakte van dit grotere geheel. De ondersteunende en facilitaire afdelingen van SWKFacet en De Buitenwereld zijn nu goed op elkaar ingesteld en er is een vlotte samenwerking. Door de ondersteuning vanuit de SWKGroep was de groei voor De Buitenwereld ook goed te behappen. De financiële bevoorschotting van de zorgkantoren volgt niet altijd direct de groei. In het verleden moest De Buitenwereld vaak maandenlang dit financiële verschil zelf opvangen. Als onderdeel van de grotere SWKGroep was dit makkelijker op te vangen en kon er vanuit de groep worden voorgefinancierd, waardoor de groei door kon gaan. Bij groei hoort ook meer personeel. De Buitenwereld heeft geïnvesteerd in het werven van twee goede regiomanagers. Daarnaast zijn er op de locaties teamleiders aangesteld met leidinggevende bevoegdheden. De teamleiders zullen goed kunnen inspelen op de lokale ontwikkelingen.
Ik vind het een superplek waar mijn kind, kind kan zijn. (Ouders van Senne, locatie Gouda)
51
Jaarverslag 2014
De Buitenwereld kan alleen slagvaardig en wendbaar blijven door de locaties neer te zetten als zelforganiserende teams die heel zelfstandig kunnen werken en worden gefaciliteerd door de teamleider om hun functie goed uit te oefenen. Vanwege de transitie is direct lokaal contact met de betreffende gemeente erg belangrijk. De teamleider vervult hierin een hele belangrijke rol, door dichtbij te volgen wat de ontwikkelingen zijn en hierop in te spelen. Naar buiten toe blijft De Buitenwereld één organisatie, maar lokaal kunnen er verschillen bestaan, al naar gelang wat er in de gemeente is opgezet via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of sociale teams. Per regio verschilt bijna alles, van de tarieven tot en met de systemen waarin wordt gedeclareerd. Alles vraagt om maatwerk. In de regio Zuid-Holland-Zuid heeft De Buitenwereld in 2014 het plan opgevat om een nieuwe locatie te openen in Dordrecht. In die regio is De Buitenwereld druk bezig om een plek te verwerven en naamsbekendheid te krijgen. Door de transitie liep dit niet helemaal voorspoedig.
4.3 Nieuwe organisatiestructuur De Buitenwereld heeft in 2014 hard gewerkt aan meer naamsbekendheid en is daar goed in geslaagd. De Buitenwereld doet mee in de meeste regio’s als middelgrote aanbieder en wordt gezien als een gevestigde naam. Inspelen op de vraag van ouders of verwijzers is het handelskenmerk van De Buitenwereld. De gemeente Zoetermeer bijvoorbeeld is in 2014 benaderd om aanbod te creëren voor zogenoemde ‘thuiszitters’ van een cluster 4 school. Deze kinderen kunnen vanwege diverse redenen momenteel geen onderwijs volgen. De Buitenwereld heeft dit opgepakt en verzorgt voor een groepje kinderen enkele dagen per week dagbegeleiding. Er is nauw contact met scholen hoe we onderwijs kunnen integreren tijdens de dagbegeleiding en hoe de overgang terug naar het onderwijs weer ingezet kan worden.
De Buitenwereld is een organisatie waar de kinderen super begeleid worden en tot rust kunnen komen, hierdoor worden de ouders even ontlast van de zorg voor hun kind. (Moeder van Pieter, locatie Oegstgeest)
Jaarverslag 2014
52
53
Jaarverslag 2014
4.4 Aanpassen organisatiestructuur Door de groei en de nieuwe wetgeving met andere eisen die er aan de organisatie gesteld worden, hebben we in 2014 continu moeten schakelen om het tempo bij te houden. Alle lagen van de organisatie voelden de toegenomen werkdruk. Behalve de dagelijkse taken, moesten medewerkers gedurende het jaar ook veelvuldig naar bijeenkomsten van gemeenten of in transitiewerkgroepen participeren, wat op zich ook weer het nodige huiswerk met zich meebracht. Medewerkers werden ook overvallen door onzekerheid: ze wisten niet wat er uit de aanbestedingen zou komen noch hoe de wereld van de zorg er na 2015 uit zou zien. Ze zagen hoe er in 2014 veel ontslagen vielen bij andere jeugdzorgorganisaties en hoe er op veel plaatsen werd bezuinigd. Medewerkers merkten in externe contacten dat de sfeer in andere organisaties niet bepaald opgewekt was. In 2014 werd intern een groeimodel bedacht voor het volgende jaar, met een structuur waarin groei mogelijk blijft zonder telkens functies intern aan te hoeven passen of te veranderen. De Buitenwereld heeft een model gevonden dat de organisatie slagvaardig houdt met zo min mogelijk procedures en protocollen. De regiomanagers sturen nu direct de teamleiders aan. De functie van intern manager is komen te vervallen om plaats te maken voor een stafmedewerker kwaliteit, die ‘de formule van De Buitenwereld’ dient te bewaken. Deze formule beschrijft waarom we bestaan als organisatie, voor wie we wat doen als organisatie. Maar ook hoe we dat willen doen, met welke kwaliteit en onder welke voorwaarden.
4.5 Transitie Jeugdzorg 2014 was het jaar voorafgaand aan ‘de transitie’. In transitie-werkgroepen en denktanken gingen ook geluiden op om het naar aanleiding van de transitie jeugdzorg allemaal “anders te gaan doen”. De Buitenwereld heeft er echter welbewust voor gekozen om de uitgezette koers te behouden. De Buitenwereld is ervan overtuigd de juiste lijn te hebben gevonden. Begin 2014 waren er kritische geluiden vanuit de gemeenten over het groepsaanbod van De Buitenwereld. Alles moest dichterbij het gezin en in de wijk vonden sommige gemeenten. De Buitenwereld heeft aan haar koers vastgehouden en bij alle aanbestedingsaanvragen het innovatieve karakter laten zien. Nu zijn de gemeenten ook om.
Jaarverslag 2014
54
Ze zien dat het aanbod van De Buitenwereld er is voor een specifieke doelgroep met gedragsproblemen die bij De Buitenwereld in een ‘lichte setting’ worden begeleid. Een zo normaal mogelijk aanbod, maar wel met alle expertise in huis om de kinderen goed te kunnen begeleiden. De Buitenwereld is nog steeds heel aanvullend op andere partners zoals de GGZ-behandeling of het voorliggend veld. Deze positie wil De Buitenwereld ook blijven behouden en daarom is besloten om niet de concurrentie aan te gaan met het voorliggend veld na de transitie, maar juist hierin samen te blijven opwerken. Dit heeft onder andere geresulteerd in een nauwe samenwerking met bijvoorbeeld Cardea. De Buitenwereld is in een vergevorderd stadium om een gezamenlijke groep te starten waar kinderen behandeling kunnen ontvangen van Cardea en daarna kunnen blijven participeren bij De Buitenwereld als begeleidingskind in de groep. Op deze manier is de expertise gebundeld en is de focus gericht op afschalen. De budgetten van de gemeenten waren per regio zeer laat bekend. Rond kerst 2014 had De Buitenwereld nog steeds niet van alle gemeenten de contracten binnen. In 2015 zijn de contracten wel allemaal binnengekomen, maar dit zegt nog niet veel voor de uitvoering. De Buitenwereld heeft vanaf 2015 een adviseur gezet op de casus om met de directie het hele contractmanagement in kaart te brengen voor de organisatie. Per regio wordt gekeken naar het volgende: hoe verloopt de bevoorschotting, hoe moeten we declareren, waar sturen we de factuur heen, hoe werkt het voorzieningenboek? Et cetera.
4.6 Externe audit van de TUV In 2014 heeft er een hercertificering plaatsgevonden van het HKZ-kwaliteitskeurmerk. Bij een hercertificering gaat de externe auditor dieper op de materie in. De Buitenwereld heeft deze externe audit zeer goed doorstaan. Het rapport heeft een paar aanbevelingen gedaan om bijvoorbeeld het aantal ontruimingsoefeningen met de kinderen te verlagen naar één keer per halfjaar in plaats van één keer per jaar. Verder kwam er een afwijking met betrekking tot addendum veiligheid naar voren. De HKZ was aangepast met de norm veiligheid, beschreven in een addendum. De Buitenwereld mocht binnen een aantal weken naar de TUV nog doen nakomen hoe ze dit addendum nader wilde invullen. Inmiddels staat veiligheid hoog op de agenda. De Buitenwereld werkt nu met het formulier Veilig Incidenten Melden (VIM), waarin zowel prospectief als retrospectief incidenten worden gemeld. Met een werkgroep zijn we gestart met een nulmeting ten aanzien van prospectief melden.
55
Jaarverslag 2014
Dit wordt op de locaties uitgevoerd onder leiding van de teamleider. We hebben al een eerste analyse hierop kunnen uitvoeren op basis van wat medewerkers tot nu toe gemeld hebben. Medewerkers geven aan er nu meer bewust van te zijn wat een risico zou kunnen zijn of wat een bijna-incident is. In februari 2015 heeft de interne audit plaats en in april 2015 staat de externe audit gepland.
4.7 Bedrijfsveiligheid: Arbo & RIE In 2014, of de jaren daarvoor, zijn de meeste locaties grotendeels verhuisd en is het veiligheidsbeleid aangescherpt. Omdat De Buitenwereld zo is gegroeid, is in maart 2014 een nieuwe risico-inventarisatie (RIE) als deel van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo) afgenomen door de arbo-arts van de Witte Raaf. Dit document is bepalend voor de komende jaren. Er is een plan van aanpak om de actiepunten op te pakken (zie Giop). De Buitenwereld streeft er naar alle prio’s die een direct gevaar vormen op de locaties op te pakken en de andere actiepunten binnen een half jaar uit te rollen. Naast de arbo RIE zijn er vanuit de GGZ, inspectie en stichting HKZ nadere afspraken gemaakt over toetsen van veiligheidsnormen. Inmiddels werken we volop met het addendum veiligheid. De Buitenwereld werkt met een veiligheidsmanagementsysteem waar we continu risico’s signaleren, verbeteringen doorvoeren en beleid vastleggen, evalueren en weer vastleggen. De Buitenwereld hanteert de volgende uitgangspunten op het gebied van bedrijfsveiligheid: 1. beleid: het formuleren van een veiligheidsbeleid en strategie; 2. cultuur: het creëren van een veilige cultuur; 3. prospectieve risico-analyse (PRI): inzichten in risicovolle processen; 4. VIM: Veilig Incidenten Melden; 5. Continu verbeteren: het blijvend verbeteren van de (cliënt-) veiligheid; 6. Cliëntenparticipatie: het betrekken van cliënten bij veiligheidsbeleid en -strategie.
4.8 Klachten Er zijn in 2014 twee klachten geweest van ouders over De Buitenwereld, aanzienlijk minder dan in de twee voorgaande jaren (vijf, respectievelijk zes klachten). De twee klachten van vorig jaar hielden verband met elkaar. De eerste was een ‘externe’ klacht: medewerkers van
Jaarverslag 2014
56
De Buitenwereld op een van de locaties in Den Haag maakten bij de directie melding van het feit dat zich een ‘verdachte man’ had opgehouden bij het gebouw, die de kinderen aan het bekijken was. Het voorval is gemeld bij de politie en de man is naderhand niet meer waargenomen. De tweede ‘klacht’ had hiermee verband: een ouder liet weten dat haar zoon de desbetreffende ‘verdachte’ man had gezien en daardoor ook bang was geworden voor de mannelijk begeleider van De Buitenwereld. In de klachtenanalyse valt te zien hoe De Buitenwereld de klachten heeft opgepakt.
4.9 Calamiteiten en ongelukken Het aantal calamiteiten is in 2014 wel toegenomen in vergelijking met 2013. Dit heeft een duidelijke oorzaak: het aantal kinderen dat De Buitenwereld als cliënt heeft, is sterk gestegen, namelijk van 149 naar 195 in een jaar tijd. Daarnaast is het aantal openingen van het logeerverblijf het Buitenhuis van één keer naar twee keer per maand gegaan en later (in 2015) naar drie keer per maand. Ook is er een derde (puber-) groep in Zoetermeer gestart en heeft Leiden/Oegstgeest voor het eerst een heel jaar gedraaid. De voorvallen zijn via de manager en gedragswetenschapper direct in kaart gebracht, de acties uitgezet en opgeslagen op het interne cliëntensysteem GIOP. Elke maand maken de gedragswetenschappers een analyse van de voorvallen per locatie en regio. Deze analyse wordt maandelijks meegenomen in de teamvergadering. Zo kan er direct worden gezien op welk gebied er extra ondersteuning nodig is bij een individueel kind of wellicht per team. Het kleurenbeleid is gecontinueerd en wordt elke maand geëvalueerd in de teams en waar nodig aangepast. Daarnaast is er intensief ingezet op de inhoudelijke deskundigheid van de medewerkers. Naast de reguliere training rondom agressie en basishulpverlening (BHV), zijn er klinische lessen gegeven op het gebied van gedrags- en hechtingsproblematiek. Tevens worden de teams ondersteunt door de gedragswetenschapper op casusgebied en op het gebied van teamprocessen. Op beleidsniveau is er ingezet op de ambulante en individuele begeleiding door het schrijven van respectievelijk het ‘beleid ambulante begeleiding’ en ‘beleid individueel zorgpad’. Tot slot worden er risico-inventarisaties (RIE) geschreven door de medewerkers, zodra er risico’s bestaan op het gebied van agressie of medische zaken. Hier is het beleid ‘Individuele RIE’ voor geschreven. Hier wordt steeds meer preventief op ingezet, door bijvoorbeeld al een RIE in te vullen bij de intake. Deze RIE wordt ieder jaar geëvalueerd met medewerkers en ouders.
57
Jaarverslag 2014
4.10 Meten is weten De Buitenwereld houdt de volgende gegevens nauwkeurig bij: aantal begeleidingsdagen, aantal vakantiedagen, instroom nieuwe kinderen, uitstroom kinderen. Bovenstaande informatie wordt maandelijks gemonitord door het secretariaat en gecommuniceerd naar het management. De data staat in GIOP (digitaal cliëntendossier en server van De Buitenwereld) geregistreerd en kunnen daar worden nagelezen. Uit de cijfers blijkt dat vooral de belangstelling voor het logeerhuis is gegroeid. Aan de lijsten is de woonplaats van het kind toegevoegd, in verband met het woonplaatsbeginsel uit de nieuwe Jeugdwet. Dit bepaalt namelijk welke gemeente verantwoordelijk is voor de cliënt.
4.11 Communicatie met ouders In de dagelijkse praktijk verliep de communicatie met de cliënten (de ouders) in 2014 goed. Er waren duidelijke aanspreekpunten (twee planners per regio) en de locaties hadden ieder een eigen telefoonlijn. Steeds meer ouders stelden per mail vragen. Nieuw in 2014 was de chat-functie met de gedragswetenschappers, waar ouders een keer per week, op maandag via de website toegang toe hebben.
4.12 Klanttevredenheidsonderzoek In 2014 zijn alle ouders benaderd om mee te werken aan een klanttevredenheidsonderzoek, de zogenoemde ‘GGZ jeugdthermometer’. Kinderen van 12 jaar en ouder is ook gevraagd om mee te werken. In totaal hebben 82 ouders de vragenlijst ingevuld (42 procent van de cliënten). Zij beoordeelden de begeleiding van De Buitenwereld gemiddeld met een 7.9. Daarnaast hebben 26 kinderen van 12 jaar en ouder de vragenlijst ingevuld. Zij gaven gemiddeld een 7.6 voor de begeleiding van De Buitenwereld. Hoewel de cijferwaardering hoog was heeft De Buitenwereld ook gekeken naar de punten van kritiek die uit het onderzoek naar voren kwamen, en naar aanleiding hiervan op de locaties een aantal verbeteracties doorgevoerd.
4.13 Medewerkers, Ondernemingsraad In 2014 heeft er ook een tevredenheidsonderzoek onder de medewerkers plaatsgevonden. In totaal heeft 59 procent van de medewerkers en 55 procent van de stagiaires hieraan meegewerkt. Door middel van de vragenlijst wilde De Buitenwereld inzicht krijgen in de werkbeleving van medewerkers binnen de organisatie.
Jaarverslag 2014
58
Onderwerpen zoals onder andere werkdruk, communicatie, werkplezier en leiderschap kwamen hierin naar voren. De medewerkers gaven de volgende cijfers: - tevredenheid werk: 7.7 - tevredenheid organisatie: 7.4 - tevredenheid over eigen organisatie: 8 Ook hier heeft De Buitenwereld naar aanleiding van het onderzoek enkele verbeteringen doorgevoerd om in te spelen op de behoeften en wensen van de medewerkers en zo de tevredenheid te vergroten. Los hiervan hebben medewerkers in totaal 39 verbeterformulieren aangeleverd bij het managementteam. De voorstellen die hierin gedaan werden waren verschillend van aard. Sommige betroffen de aanschaf van materiaal, zoals speelgoed of apparatuur. Andere voorstellen die zijn gedaan, waren gericht op organisatiebeleid, interne communicatie of huisvesting. De directie heeft alle verbetervoorstellen intern besproken en teruggekoppeld naar de betreffende medewerker, waarbij ook medegedeeld is of er een (verbeter)actie opgesteld zou worden of niet. Daarnaast is er in 2014 een Ondernemingsraad (OR) opgericht. De OR wordt nauw betrokken bij initiatieven en voornemens van het managementteam en geeft daarin advies of gebruikt haar instemmingsrecht. Ook vertegenwoordigt de OR de belangen van alle medewerkers van de organisatie.
4.14 Inhoudelijke onderzoeken De Buitenwereld vindt het heel belangrijk om ruim baan te maken voor onderzoeken naar het reilen en zeilen van de organisatie, theoretische onderbouwing et cetera. Dit zijn veelal hbo-stagiaires in het laatste studiejaar die dit uitvoeren. Vaak wordt het thema in overleg met De Buitenwereld vastgesteld. In 2014 zijn de volgende onderzoeken binnen De Buitenwereld uitgevoerd: • Geef me de Vijf, door Laura Beijers • Mijn Selfie, door Marlien Bakker, een vervolg op het Ik-boek voor wat oudere kinderen. Deze staan beiden op GIOP.
4.15 Leveranciers De Buitenwereld neemt de meeste diensten af van SWKFacet, onderdeel van de SWKGroep. Jaarlijks wordt de dienstverleningsovereenkomst hiervoor met elkaar vastgesteld en worden de diensten op directieniveau met elkaar
59
Jaarverslag 2014
geëvalueerd. Er staat in de overeenkomst precies hoeveel De Buitenwereld afneemt per afdeling. De externe leveranciers worden ook jaarlijks geëvalueerd.
4.16 Verslaglegging Er zijn binnen De Buitenwereld verscheidene overlegvormen. Op managementniveau bestaat het MT (managementteamoverleg). Bij het managementoverleg is de Balanced Score Card het sturingsdocument dat de agenda bepaalt. Daarnaast kunnen er nog aanvullende onderwerpen worden toegevoegd die op dat moment spelen. Op de locaties is er werkoverleg, intervisie, klinische les, kwartaalbespreking en een regio-overleg. Van alle overlegvormen worden notulen gemaakt, met een actielijst. Deze zijn te vinden op GIOP. In 2015 gaan we naar een MToverleg op het gebied van innovatie en productontwikkeling en daarnaast is er een strategisch MT-overleg ingericht.
4.17 Oudercommissie In 2014 is de oudercommissie (OC) zes keer bijeen geweest. In februari 2014 heeft de OC een nieuw reglement opgesteld, besproken en goedgekeurd (terug te vinden op GIOP). De OC bestond uit vijf ouders: van de locaties Gouda, Leiden/Oegstgeest, Den Haag en twee ouders uit Zoetermeer. De OC heeft uit eigen geledingen een vaste voorzitter en een notulist. Ook een van de regiomanagers neemt deel aan de vergadering van de OC. Na de zomervakantie moest één ouder wegens privéomstandigheden de OC verlaten. Tot de zomer van 2014 had de OC ook een secretaris, daarna is deze organiserende rol helemaal overgenomen door de voorzitter. De OC heeft voor de start van de zomervakantie voor elk kind een klein (zomer)presentje gekocht met een zomergroet, een gebaar dat de commissie elk jaar wil maken. De OC is ook bedrokken bij avonden voor de ouders, op de locaties. In 2014 gingen deze vooral over de transitie jeugdzorg. De OC is verder betrokken geweest bij het cliënt-tevredenheidsonderzoek, de GGZ Jeugdthermometer 2014, het pedagogisch beleidsplan, de evaluatie ouder/wijkavonden, het meerjarenbeleidsplan en het project Triple P.
Jaarverslag 2014
60
4.18 Kwaliteitsmanagementsysteem Het kwaliteitsmanagementsysteem is behoorlijk uitgebreid. Op alle fronten in de organisatie was in 2014 merkbaar dat er werd gewerkt in een cyclus. Alle procedures hielden verband met elkaar en werden geëvalueerd. De Buitenwereld werkte hard om dit operationeel te krijgen, maar verloor daarbij niet uit het oog dat het niet alleen protocollen op de plank moesten worden. Alle procedures en protocollen zijn ook daadwerkelijk toepasbaar in de dagelijkse praktijk. De Buitenwereld voert een keer per jaar een interne audit uit om vast te stellen of het kwaliteitsmanagementsysteem overeenkomt met de eisen in het certificatieschema (inclusief het addendum) en de eisen die de organisatie zelf stelt. De interne audit wordt verricht door Nedcon. De Buitenwereld heeft een eigen systeem voor melden, registreren en beheersen van afwijkingen en incidenten. Deze worden gemeld op het verbeterformulier.
4.19 Beleidsplan Er is een strategisch meerjarenplan vastgesteld voor 2014- 2016. Daarin worden ook de strategische doelen benoemd. Elk jaar vindt er een grote teambijeenkomst plaats waarin de doelen worden gepresenteerd en acties per werklaag worden uitgezet. Deze actiepunten komen terug in de overlegvormen. In hoofdstuk 5.2 van dit jaarverslag is de focus voor de komende twee jaar nader omschreven.
4.20 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2014 van De Buitenwereld is uitgekomen op 2,47 procent. Dit was hoger dan het verzuim in 2013, maar nog altijd veel lager dan het gemiddelde van 4 procent voor Nederland. Uit de cijfers blijkt dat De Buitenwereld meer kort dan langdurig ziekteverzuim heeft, ook dat is gunstig. Het managementteam van De Buitenwereld wist het ziekteverzuim zo laag te houden door zorg te dragen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal werkklimaat en het nemen van maatregelen om absentie tegen te gaan. De intern-manager had altijd intensief contact met de medewerker die zich ziekmeldde. De manager heeft één keer in de twee weken telefonisch contact met een langdurig zieke medewerker, en heeft afspraken gemaakt met de medewerker over de frequentie en vorm van de contacten.
61
Jaarverslag 2014
De intern manager is met elke zieke medewerker in gesprek gebleven en stelde een persoonlijk plan van aanpak op. De intern manager is steeds op de hoogte van de werkzaamheden en heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een snelle en goede terugkeer van de medewerker.
4.21 Visie op voeding In 2014 startte De Buitenwereld met een initiatief om de aan de kinderen verstrekte maaltijden ‘gezonder’ te maken, onder andere door te letten op vetten en suikers. Producten zoals chocoladepasta, hagelslag evenals suikerhoudende dranken werden niet meer ingekocht. Hoewel sommige kinderen hier baat bij leken te hebben, kwam er veel kritiek, zowel van ouders als kinderen. Ook in de oudercommissie is het voedingsbeleid ter sprake gekomen en kon het niet rekenen op gunstige reacties. De intenties van De Buitenwereld waren goed, zo was de redenatie, maar de vraag wat kinderen zouden moeten eten behoort tot het domein van het gezin thuis volgens de OC. Het management van De Buitenwereld heeft daarom in de loop van het jaar besloten om de het beleid op het gebied van de maaltijden aan te passen. Er wordt gekeken naar een nieuw voedingsbeleid, zonder voorgeschreven regels, maar waarin wordt uitgegaan van de inspiratie om kinderen kennis te laten maken met gezonde voeding. Onder andere door te werken met maandthema’s en kinderen zo de beleving van gezond eten mee te geven.
Een tien voor Nederlands Sascha (13) kan geen moment stilzitten. We willen met hem praten op de vestiging van De Buitenwereld in Oegstgeest. Sascha neemt plaats op een zitzak, het tafeltje klemt hij tussen zijn benen en wiebelt het voortdurend heenen-weer, hij gebaart druk. Hij komt over als een vrolijke leuke knul. Twee keer per week komt hij hier naar De Buitenwereld en heeft het prima naar zijn zin, zegt hij. ‘Waarom ga je hier naar toe Sascha?’ “Omdat ik ADHD en autisme heb.” ‘Vind je het moeilijk om daar mee om te gaan?’
Jaarverslag 2014
62
“Nee hoor, dat valt wel mee. En het is hier superleuk, ik kan heel goed met de andere kinderen spelen. Maar het liefst zit ik toch op mijn Nintendo DS, niets vind ik leuker dan dat.” Moeder Gerda legt uit dat ze voor Sascha een heel programma heeft samengesteld om hem bezig te houden. Op dinsdag judo, ‘s woensdags onder begeleiding een krantenwijk en op donderdag naar een zangkoor. En twee keer per week De Buitenwereld dus. “Op die manier kunnen we het in praktische zin redden met het gezin.” Hij krijgt dagelijks medicijnen: ritalin en aripiprazol, om beter te kunnen functioneren. Sascha is zeer actief, hij gaat twee tot drie keer per week naar de sportschool. Gerda: “En hij is ondanks alles zeer behulpzaam.” De kosten voor de specialistische begeleiding van Sascha komen uit het persoonsgebonden budget (PGB). Door de invoering van nieuwe wetgeving loopt voor iedereen de uitbetaling van het PGB sinds 1 januari via de Sociale Verzekeringsbank. Veel ouders hebben daar klachten over, Gerda niet. “Ik weet niet of wij een uitzondering zijn of dat het aantal klachten wel meevalt, maar wij hebben geen enkel probleem ondervonden door de overgang.” Sascha zit overdag op het Leo Kanner College VSO, VMBO T/HAVO. “Het is mijn eerste jaar op het voortgezet onderwijs en het gaat heel goed. Ik heb al een paar tienen gehaald, voor Nederlands en wiskunde goed he?.” ‘En wat wil je later worden Sascha, weet je dat al?’ “Ja, iets met techniek of elektrotechniek.” “Zijn we nu klaar met praten, mag ik nu weer naar de andere kinderen toe?” En weg is Sascha, weer lekker spelen.
5 Vooruitblik Jaarverslag 2014
64
5.1 Transitie jeugdzorg Per 1 januari 2015 zijn een nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015) en een nieuwe Wet op de Jeugdzorg (Wjz) van kracht geworden, overeenkomstig de meerjarige plannen van de regering, waarin de verantwoordelijkheid bij de gemeenten moet komen te liggen. Voor De Buitenwereld is vooral de Jeugdwet van groot belang. Zorgverzekeraars, provincies en zorgkantoren waren tot eind 2014 verantwoordelijk voor de zorg voor jeugd. Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de (geïndiceerde) jeugdzorg, inclusief de jeugdbescherming en de jeugdreclassering, de jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-GGz) en de zorg voor jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-LVB). Alle bestaande regelingen zijn in één keer overgegaan naar de gemeenten. Doel vanuit Den Haag was om het jeugdzorgstelsel eenvoudiger, efficiënter en goedkoper te maken. Door te kiezen voor het laagste bestuursniveau zou een snellere en effectievere inzet van ondersteuning mogelijk moeten zijn. De financiering van het persoonsgebonden budget (PGB), waar een gedeelte van de cliënten (ouders) bij De Buitenwereld van afhankelijk zijn, verschoof van uitbetaling aan ouders naar uitbetaling via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het verkrijgen van contracten via de gemeenten voor de continuïteit van zorg verliep niet overal heel voorspoedig. De Buitenwereld kreeg van de gemeenten zeer laat te horen over welk budget ze beschikten. Eind december 2014 waren nog steeds niet van alle gemeenten de contracten binnen. In 2015 zijn de contracten wel allemaal geregeld, maar dit zegt nog niet veel voor de uitvoering. De Buitenwereld heeft een adviseur ingeschakeld om het hele contractmanagement met de gemeenten in kaart te brengen. Per regio wordt gekeken naar het volgende: hoe verloopt de bevoorschotting, hoe moeten we declareren, waar sturen we de factuur heen en hoe werkt het voorzieningenboek? Ook de nieuwe financiering van het PGB via de SVB begon in 2015 buitengewoon moeizaam. Met veel ouders die te laat kregen uitbetaald of helemaal niet meer. De SVB was ook in veel gevallen niet op de hoogte van de tarieven die moesten worden betaald. Ook cliënten van De Buitenwereld zijn hiervan de dupe geworden. In sommige gemeenten heerste chaos rondom het PGB. De Buitenwereld heeft naderhand een goed contactpersoon binnen de SVB gekregen, waarna de betaling spoedig goed op gang kwam.
65
Jaarverslag 2014
Het managementteam van De Buitenwereld ziet op papier ook voordelen van de overgang van de jeugdzorg naar de gemeentes, die normaal gesproken dichter bij de mensen staan dan de zorgkantoren. Maar de organisatie van de transitie is chaotisch geregeld en dat terwijl er een jarenlange besluitvorming aan vooraf is gegaan waar de uitwerking samen met de zorgaanbieders zorgvuldig voorbereid had kunnen worden. Vooralsnog lijken de beoogde doelen van de transitie niet te worden gehaald: er is (nog) geen efficiencyslag gemaakt, zowel de overheidsinstanties (SVB, de gemeenten) als de zorginstellingen zijn veel tijd kwijt om alles in goede banen te leiden. Maar De Buitenwereld beseft ook dat een transitie niet binnen enkele maanden kan zijn voltooid. Wellicht dat het verloop in de tweede helft van 2015 vlotter is. Wat voor De Buitenwereld wel goed loopt zijn de doorverwijzingen vanuit de jeugd en gezinsteams (JGT) of sociale wijkteams. Deze teams weten De Buitenwereld goed te vinden, maar het handen en voeten geven aan de vorm van de beschikking is vaak nog een hele puzzel. JGT’s werken soms zelfs zonder beschikking. Voor dit soort gevallen is De Buitenwereld toch een interne administratie aan het vormgeven om bij de komende nacalculatie inzichtelijk te kunnen maken aan de externe accountants hoe processen zijn verlopen en hoe de zorgtoewijzing tot stand is gekomen. In het jaarverslag 2015 van De Buitenwereld, dat medio 2016 uitkomt, zal uitvoerig bij de transitie jeugdzorg worden stilgestaan. Het managementteam zal de balans opmaken van de voor- en nadelen. De Buitenwereld zal zich in 2015 ook intensiever toeleggen op de doorstroming. Het management wil bevorderen dat kinderen uit de ‘groene categorie’ van wie blijkt dat het gedrag door de begeleiding van De Buitenwereld aanzienlijk is verbeterd, doorstromen naar reguliere opvang. Hierdoor kan De Buitenwereld ook beter voldoen aan de hulpvraag van ouders die nu geen plek kunnen vinden voor hun kind.
Een veilige haven voor mijn kind, een vertrouwde omgeving. (Moeder van Sven, locatie Zoetermeer)
Jaarverslag 2014
66
67
Jaarverslag 2014
5.2 Vaste koers De Buitenwereld durft de uitdaging van de transitie wel aan. De organisatie kiest in deze roerige tijden voor een vaste koers voor de komende jaren. Zij wil de basis: de specialistische begeleiding, behouden en verstevigen. De Buitenwereld is nu al in staat om haar aanbod af te stemmen op de voorwaarden die na de transitie van de jeugdzorg in 2015 aan het aanbod voor jeugdigen gesteld worden, namelijk: • de ouders in de rol van regisseur van de begeleiding van hun kind; • het toewerken naar een situatie waarin het kind met een psychiatrisch probleem zo veel als mogelijk binnen het eigen gezin kan opgroeien en deel kan blijven uitmaken van het eigen gezin en de school; • het toewerken naar een situatie waarin geen beroep of een korter beroep gedaan hoeft te worden op duurdere vormen van hulpverlening. De Buitenwereld wil met de komende transitie naast gespecialiseerde (groeps-) aanbieder ook de beweging naar de voorkant van de zorg voor jeugdigen maken. Hiervoor is de inzet van de gezinscoach in het leven geroepen. Dit is een allround professional die in het voorliggend veld (passend onderwijs, CJG et cetera) de verbinding maakt en de gespecialiseerde begeleiding aan die voorkant inzet. Gezinnen krijgen zo sneller de hulp die ze nodig hebben. De komende tijd ontwikkelt De Buitenwereld de functie van gezinscoach verder.
5.3 Nieuw beschikkingssysteem Een andere verandering in de jeugdhulpverlening waar De Buitenwereld zich op voorbereidt, is het gegeven dat een kinderpsychiatrische diagnose niet automatisch meer leidt tot een indicatie voor zorg of behandeling. Het oude systeem, waarbij zorg en behandeling pas kon beginnen na afgifte van een indicatie van Bureau Jeugdzorg of het CIZ, komt na 2015 te vervallen. Dat betekent voor De Buitenwereld dat zij, na de transitie van de jeugdzorg in 2015, een grotere groep kinderen en jeugdigen zowel met als zonder diagnose kan bedienen. De Buitenwereld plaatst zich daarom met haar gespecialiseerde aanbod steeds meer tussen de andere aanbieders van jeugdzorg in de verschillende regio’s. En richt zich hierbij mede flexibel op het in- en aanvullen in haar aanbod van de lacunes in de bestaande zorg in het licht van de transitie.
Jaarverslag 2014
68
De Buitenwereld zal zich met haar diensten in 2015 - 2017 richten op aansluiting bij: • jeugdzorginstanties; • passend onderwijs; • het preventieve veld door meer aan de ‘voorkant’ te gaan werken (met een gezinscoach), plek krijgen in de jeugd en gezinsteams en/of expertteams; • kinderopvang en welzijn, Alert for you; • de specialistische zorg, GGZ et cetera, voor onze huidige diensten in het specialistisch veld, eventuele inzet van crisisbedden in het logeerhuis, achtervang zijn voor kinderen die uitbehandeld zijn in de GGZ; • de dienstverlening van de SWKGroep en de verbinding zoeken met de expertise van De Buitenwereld.
5.4 Methodische verdieping en ontwikkeling De specialistische begeleiding van De Buitenwereld heeft zich sinds het begin, in 2008, ontwikkeld tot het bieden van een overzichtelijke, gestructureerde en geordende opvoedingssituatie. Daarin wordt aan voorwaarden voldaan om het kind met een psychiatrische stoornis langdurig een ontspannen vrijetijdsbesteding en ontwikkelingsmogelijkheden binnen een groep of binnen het gezin te laten ervaren. De Buitenwereld werkt sinds 2012 vanuit de methodieken TEACCH en Geef me de 5 als basis voor de specialistische begeleiding. De medewerkers zijn hier in geschoold. De Buitenwereld is bezig haar specifieke werkwijze verder te definiëren en uit te werken in een begeleidingsschema. De Buitenwereld volgt alle wetenschappelijke ontwikkelingen op haar vakterrein nauwgezet. Als dynamische organisatie moeten we steeds vernieuwend bezig zijn. De Buitenwereld investeert in innovatie en ontwikkeling. Een van de voorbeelden is Triple P, het Positief Pedagogisch Programma, afkomstig uit Australië. Triple P is laagdrempelig en heeft ten doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. Er is een pilot geweest waarbij een groep ouders een Triple P-cursus konden volgen op een locatie van De Buitenwereld, gegeven door twee gezinsbegeleiders van Cardea. De Buitenwereld onderzoekt of ook Triple P in de nabije toekomst deel kan uitmaken van theorie en praktijk van de organisatie, in samenwerking met een jeugdzorgorganisatie als Cardea.
69
Jaarverslag 2014
5.5 Termijndoelen De Buitenwereld beoogt een groei van haar activiteiten voor 2015-2017, ondanks het feit dat De Buitenwereld gebonden is aan het budgetplafond van de gemeenten en afhankelijk is van de goodwill van de gemeenten voor wat betreft ruimte die hiervoor gereserveerd kan worden. De belangrijkste doelstellingen 2014- 2016, uit het meerjarenbeleid: • met minimaal drie andere jeugdzorginstellingen in het werkgebied samenwerking en zorgarrangementen ontwikkelen; • verdere verbinding bewerkstelligen binnen de SWKGroep; • na de transitie per 1-1-2015 een plek verwerven binnen de jeugdketen en productieafspraken maken met alle betrokken gemeenten; • een goede naamsbekendheid opbouwen in Zuid-Holland; • uitbreiding van de doelgroep van de huidige 4 tot 16 jaar naar 0 tot 18 jaar, afhankelijk van de vraag; • uitbreiding van het werkgebied naar andere regio’s en steden in Zuid-Holland; De Buitenwereld streeft voor 2014-2016 naar officiële samenwerkingsovereenkomsten met de belangrijkste partners in de markt. De komende twee jaar zal De Buitenwereld de ketenpartners blijven opzoeken. Zeker met de transitie AWBZ naar Wmo is profileren in de keten en de samenwerking opzoeken essentieel. Samenwerking binnen de keten met andere partners zal gebaseerd zijn op de inhoud. Daar waar De Buitenwereld zelf niet over voldoende expertise beschikt voor bijzondere doelgroepen, zal zij samenwerking met andere organisaties zoeken ten behoeve van optimale zorg voor de cliënten. Anderzijds zal De Buitenwereld haar expertise aan andere organisaties aanbieden. Op deze wijze kan De Buitenwereld in een vroeg stadium inspelen op de vragen die de samenleving stelt.
De Buitenwereld is open voor de binnenwereld van onze zoon. (Vader van de locatie Den Haag)
Jaarverslag 2014
70
Een raketgeleerde en een astronauten-instructeur Mag ik even aan u voorstellen: toekomstig raketgeleerde Rik en zijn broer Daan, aanstaand astronauteninstructeur. Oké, de tweeling van 11 uit Zoetermeer is nu nog ‘op aarde’, maar met hun beider hoogbegaafdheid zullen ze het vast ver schoppen. Als Rik en Daan naast elkaar op de bank zitten, lijken ze als twee druppels water - zoals je van een tweeling mag verwachten - maar als ze naast elkaar staan zie je dat Rik duidelijk een stukje groter is. “Dat komt omdat ik de oudste ben”, zegt hij quasi-serieus, “ik ben één minuut eerder geboren.” De twee jongens zitten in groep 8 van de Passe Partout, een Montessorischool in hun woonplaats. Voor de opvang na schooltijd maakten de ouders aanvankelijk gebruik van een gastgezin in de buurt, tot ze De Buitenwereld ontdekten,
71
Jaarverslag 2014
vier tot vijf jaar geleden. Daan en Rik gaan daar elke week vast twee middagen naar toe en soms nog een derde. Ze maken er nu deel uit van de pubergroep. ‘Waarom zitten jullie op De Buitenwereld?’ Rik: “Oh, we hebben autisme of zoiets.” ‘En hoe vinden jullie de begeleiding’ Daan: “We gaan graag naar De Buitenwereld, maar er zijn wel wat veel jonge kinderen en dat gaat ten koste van de oudere kinderen.” Rik: “Met alle respect voor de jonge kinderen, dat wel hoor.” De tweeling is zeer te spreken over de begeleiding op De Buitenwereld. “Er hangt een leuk sfeertje”, zegt Rik, “we pokeren soms met de begeleiders. Niet om geld natuurlijk.” De broers fungeren bij gelegenheid als een soort ambassadeurs van De Buitenwereld en formuleren hun bijdrage in vaktermen. Daan: “Omdat de begeleiding nu onder de gemeenten valt en niet meer onder het Rijk kwam de wethouder van Zoetermeer laatst bij ons langs en wij hebben haar een rondleiding gegeven.” Rik: “Het kwam ook in de pers. Ik wil niet onbescheiden zijn hoor, maar wij kunnen heel goed omgaan met de media.” Plannen voor de toekomst na hun schooltijd hebben ze ook allebei volop. De ruimtevaart heeft hun grote aandacht en ze geven op de bank in Zoetermeer alvast tekst en uitleg over sterrenstelsels, zwarte gaten en andere astronomische fenomenen. Rik: “Ik ga later raketgeleerde worden bij het European Space Agency. Dat zit in Noordwijk, maar hun lanceerplatform staat in Kourou, Guyana, dus daar zal ik dan ook wel regelmatig naar toe moeten.” Daan: “En ik wil opleider van astronauten worden. Dan moet ik naar Keulen verhuizen, want daar zit het EAC, dat betekent European Astronaut Centre.” Moeder Karen over haar zoons: “Ze zijn allebei ongelooflijk slim, met IQ’s rond de 130. Maar ze zijn heel erg gericht op feiten - boeken of sites over aardrijkskunde en geschiedenis, daar houden ze van. Met fictie kunnen ze niet zo goed uit de voeten, ze weten niet of het klopt wat erin staat. En bij Rik en Daan moet alles altijd kloppen.”
Jaarverslag 2014
72
6 Financieel overzicht 2014 73
Jaarverslag 2014
6.1 Balans
Bedragen in Euro ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
31-dec-14
31-dec-13
142.918 142.918
47.124 47.124
Vlottende activa Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
153.076 156.151 309.227
55.616 272.571 328.187
Totaal activa
452.145
375.311
31-dec-14
31-dec-13
137.262 137.262
4.707 4.707
3.000
4.000
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Overige kortlopende schulden
311.883
366.604
Totaal passiva
452.145
375.311
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Voorzieningen
Jaarverslag 2014
74
6.2 Staat van baten en lasten
Bedragen in Euro Bedrijfsopbrengsten: Niet-gebudgetteerde zorgprestaties Subsidies Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
75
2014
2013
314.413 1.590.497 1.904.910
316.279 945.299 1.261.578
1.109.382 23.533
858.172 56.119
601.645 1.734.560
295.013 1.209.304
170.350
52.274
-2.932
176
167.418
52.450
Jaarverslag 2014
6.3 Kasstroom
Bedragen in Euro Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: afschrijvingen mutaties voorzieningen
2014
2013
170.350
52.274
23.533 -1.000
56.119 -24.782 22.533
Veranderingen in vlottende middelen: vorderingen kortlopende schulden
-97.460 -89.584
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
-23.715 315.084 -187.044
291.369
5.839
322.706
486 3.418 -
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële en financiele vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa
31.337
176 -2.932
176
2.907
322.882
-119.327 -
-54.677 4.366
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-119.327
-50.311
Mutatie geldmiddelen
-116.420
272.571
Jaarverslag 2014
76
6.4 Ontwikkeling opbrengsten 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 -
2010
2011
2012
2013
2014
niet gebudgetteerde zorgprestaties subsidies totaal bedrijfsopbrengsten
77
Jaarverslag 2014
6.5 Aantal kinderen 200
2014 2013
175
2012
150 125 100 75 50 25 0
capaciteit
Jaarverslag 2014
aantal kinderen in zorg
instroom
uitstroom
78
langdurige zorg
6.6 Splitsing ZIN PGB
Gouda Gouda 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
45
2014
40
2013
35 30 25 20 15 10 5 0
Groep PGB
Groep ZIN
Ambulant PGB
79
Ambulant ZIN
Jaarverslag 2014
Zoetermeer Zoetermeer 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
2014
35
2013
30 25 20 15 10 5 0
Groep PGB
Jaarverslag 2014
Groep ZIN
Ambulant PGB
80
Ambulant ZIN
Den Haag Buitenrode Den Haag Buitenrode 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
30
2014 2013
25 20 15 10 5 0
Groep PGB
Groep ZIN
Ambulant PGB
81
Ambulant ZIN
Jaarverslag 2014
Den Haag Buitenkinderen Den Haag Buitenkinderen 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
2014
30
2013
25 20 15 10 5 0
Jaarverslag 2014
Groep PGB
Groep ZIN
Ambulant PGB
82
Ambulant ZIN
Leiden Leiden 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
2014
12
2013
10 8 6 4 2 0
Groep PGB
Groep ZIN
Ambulant PGB
83
Ambulant ZIN
Jaarverslag 2014
Den Haag Logeerhuis
Logeerhuis 2014 PGB ZIN
Jaarverslag 2014
84
Totaal Totaal 2014 Groep PGB Groep ZIN Ambulant PGB Ambulant ZIN
160
2014
140
2013
120 100 80 60 40 20 0
Groep PGB
Groep ZIN
Ambulant PGB
85
Ambulant ZIN
Jaarverslag 2014
6.7 Medewerkers 90
2014 2013
80 70 60 50 40 30 20 10 0
aantal vast
aantal tijdelijk
aantal stagiaires
fte vast
fte tijdelijk
fte totaal
aantal totaal
20 10 0
Jaarverslag 2014
86
6.8 Omzetverdeling
Omzet PGB Gouda Zoetermeer Den Haag Buitenrode Den Haag Buitenkinderen Leiden Den Haag Buitenhuis
Omzet ZIN Gouda Zoetermeer Den Haag Buitenrode Den Haag Buitenkinderen Leiden Den Haag Buitenhuis
Omzet totaal Gouda Zoetermeer Den Haag Buitenrode Den Haag Buitenkinderen Leiden Den Haag Buitenhuis
87
Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
88
III Nawoord Dit is het tweede opeenvolgende jaar dat De Buitenwereld ervoor heeft gekozen om het jaarverslag door ondergetekende te laten samenstellen, met een journalistieke invalshoek. Dit keer koos ik ervoor om -tussen de normale beleidshoofdstukken door- de kinderen, in aanwezigheid van hun ouders, voor het voetlicht te halen. De gesprekken met hen waren aangename verrassingen. Ik zat tegenover kinderen met een ‘stoornis’ zoals dat heet, maar ik vroeg me steeds af: wie in de samenleving heeft er geen stoornis, afwijking, deviatie of hoe je het wil noemen? Het enige verschil met veel andere situaties is dat de kinderen die door De Buitenwereld worden begeleid er met hun ouders niet zelf meer uit konden komen. “Je ziet dat van jonge kinderen in het algemeen heel veel, heel vroeg wordt gevraagd. Niet elk kind kan dat aan”, zegt Josine Beekman, gedragswetenschapper bij De Buitenwereld, in dit verslag. Enkele van de kinderen met wie ik sprak zeiden dat ze zichzelf ‘niet zo sociaal’ vonden. Ik zag vooral kinderen met talent, ideeën, spitse waarnemingen – ze wisten hoe ze moesten communiceren. Natuurlijk: kinderen onder de hoede van De Buitenwereld hebben hulp nodig, ik wil hun problemen niet weg-idealiseren. Ik kon van nabij meemaken hoe goed De Buitenwereld kan inspelen op deze behoefte. Zoals Josine Beekman het aangeeft: werken met je hart, zonder financiële druk. En telkens de vraag blijven stellen wat het betekent om autisme of ADHD te hebben, ook voor de ouders. Inleven in die situatie en oplossingen aandragen, dat is De Buitenwereld ten voeten uit.
Lolke van der Heide journalist Leiden, juli 2015
89
Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
90
Colofon De Buitenwereld Spoorhaven 10-18 2651 AV Berkel en Rodenrijs
[email protected] Tekst en samenstelling: Marije Veen en Lolke van der Heide Opmaak: Jet Terhorst
91
Jaarverslag 2014
Spoorhaven 10 - 18 • 2651 AV Berkel en Rodenrijs