Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave JAARVERSLAG .................................................................................................................................... 3 ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS ................................................................................. 3 KERNACTIVITEITEN ............................................................................................................... 4 JURIDISCHE STRUCTUUR..................................................................................................... 5 ORGANISATIESTRUCTUUR .................................................................................................. 6 LEERLINGAANTALLEN ........................................................................................................... 6 BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET GEVOERDE BELEID ......................................... 7 FINANCIËLE POSITIE OP BALANSDATUM ......................................................................... 16 TOELICHTING OP HET EXPLOITATIERESULTAAT ........................................................... 20 PERSONEELSBELEID .......................................................................................................... 22 TOEKOMSTPARAGRAAF ..................................................................................................... 24 SLOTWOORD ........................................................................................................................ 25 BEGROTINGSCIJFERS......................................................................................................... 26 JAARREKENING ............................................................................................................................ 30 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA EN VERPLICHTINGEN ................................ 42 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN .................................................... 43 OVERIGE GEGEVENS................................................................................................................... 47 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT ........................... 47 STATUTAIRE BEPALINGEN INZAKE RESULTAATBESTEMMING .................................... 49 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ............................................................................ 50
JAARVERSLAG Algemene instellingsgegevens Onze scholengemeenschap is deel van de maatschappij en wil voor de samenleving ook van betekenis zijn. We willen met aandacht voor leerlingen en personeel ons werk doen in verantwoordelijkheid naar elkaar en de samenleving. "Hart voor talent" geeft richting aan ons werk dat draait om leren en persoonlijke aandacht. In onderstaande missie, visie en kernwaarden is die inspiratie verwoord. Onze missie verwoordt kernachtig wat de drijfveer is van ons werk. De visie omschrijft hoe de school zich ziet in de samenleving, wat zij zelf wil zijn en met welke doelen zij dienstbaar wil zijn aan het geheel. In de kernwaarden staat wat wij als het fundament van ons werk beschouwen, vanuit welke inspiratie wij willen werken en waar we elkaar op willen aanspreken in ons dagelijks handelen. Visie Het Vechtdal College wil, als christelijke school voor voortgezet onderwijs in de regio, talenten optimaal ontwikkelen en ontplooien, is ambitieus in haar doelen en transparant in haar verantwoording. Missie Ieder talent een plek van betekenis. Kernwaarden We doen inspiratie op uit de Bijbel We tonen aandacht en respect voor ieder individu We maken relaties betekenisvol We streven naar het optimale resultaat We zijn betrouwbaar in woorden en daden We stellen het leren centraal We hebben oog voor de wereld om ons heen
3
Kernactiviteiten Het Vechtdal College is een brede scholengemeenschap voor vmbo (met lwoo), havo, atheneum en gymnasium, met een hoofdvestiging in Hardenberg en nevenvestigingen in Dedemsvaart en Ommen. De school heeft een algemeen christelijke signatuur en is aangesloten bij de Besturenraad. Vestiging Hardenberg Het vmbo omvat drie leerwegen (basisberoeps, kaderberoeps, theoretisch) en biedt onderwijs in de sectoren Dienstverlening & Commercie (intersectoraal), Groen en Techniek (bouw-metselen, bouwtimmeren, bouw-breed, voertuigtechniek, transport & logistiek, metaal-elektro en techniek-breed). Het havo en het vwo omvatten alle vier landelijke profielen. Binnen het vwo biedt de school zowel atheneum als gymnasium aan. Vanaf leerjaar 1 van atheneum en gymnasium is er een aanbod voor extra getalenteerde leerlingen in de leerweg G-Xtra; de leerlingen werken er, naast de gewone lessen, aan projecten en volgen extra cursussen (versterkt Engels, Frans of Duits). Ook kunnen ze meedoen aan het MUN (Model United Nations, een nabootsing van de grote VN-vergaderingen). De sector havo/vwo is gecertificeerd BPS (BegaafdheidsProfielSchool). Voor leerlingen die gemotiveerd zijn om actief deel te nemen aan kunst en cultuur is er in leerjaar 1 en 2 een cultuurklas. Vestiging Ommen Het vmbo biedt de zelfde drie leerwegen als in Hardenberg; het onderwijs richt zich op de sectoren Dienstverlening & Commercie en Techniek-breed. De theoretische leerweg is tlw+; dit wil zeggen dat in de bovenbouw een extra vak wordt aangeboden – beroepsgericht als voorbereiding op het mbo of als plusvak ter voorbereiding op het havo. Het havo en het vwo omvatten alle vier landelijke profielen. Het atheneum werd in 2012 tot en met het vierde leerjaar aangeboden – doorgroei volgt. Het gymnasium wordt alleen in het eerste brugjaar aangeboden; de hogere klassen moeten in Hardenberg gevolgd worden. Vestiging Dedemsvaart De vestiging biedt onderwijs in twee routes aan. De praktijkgerichte route: vmbo-basis en –kader (inclusief lwoo) met de sector Dienstverlening & Commercie. Leerlingen die in de andere sectoren hun
opleiding
willen
volgen
gaan
na
de
tweede
klas
naar
een
andere
vestiging.
En de theoretische route: tlw (mavo) tot en met de diplomering, havo en vwo tot en met de derde klas. Gymnasiumleerlingen gaan na het eerste jaar naar Hardenberg. Voor begaafde leerlingen biedt de school in de eerste drie jaar een vwo-plus programma aan dat een goede aansluiting biedt op het G-Xtra-traject in Hardenberg. De vestiging Dedemsvaart biedt in een bijzonder samenwerkingsproject met de school voor vso/zmlk Boslust te Ommen een integratieklas aan voor leerlingen met een cluster 3 indicatie. Ze volgen deels hun eigen lesprogramma en deels volgen zij lessen in het regulier vmbo.
4
Juridische structuur Het Vechtdal College wordt in stand gehouden door een stichting op interconfessionele grondslag. Het bevoegd gezag berust bij het College van Bestuur van de stichting met een Raad van Toezicht als toezichthoudend orgaan. De school handelt conform de Code Goed Onderwijs van de VO-Raad. Bestuurlijke grondslag – verticale en horizontale verantwoording Het Vechtdal College wil ruimte geven aan onderwijskundige professionals en tegelijkertijd goede relaties onderhouden met de maatschappelijke omgeving. Een goede wisselwerking tussen school en (regionale) samenleving is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Beide pijlers krijgen concreet inhoud door toezicht en verantwoording. Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Toezicht van de stichting. De verantwoording vindt verticaal
plaats
aan
de
Inspectie
van
het
Onderwijs
en
aan
de
overheid.
De horizontale verantwoording krijgt vorm door het publiceren van onze resultaten en werkwijze in Vensters voor Verantwoording, het landelijke, door de VO-Raad opgezette, digitale venster van de school. Hierin wordt zichtbaar hoe de school presteert en werkt: het meet onderwijsprestaties en de effectiviteit ervan, de mate van tevredenheid van leerlingen en ouders en het verantwoordt de hoofdlijnen van de bedrijfsvoering. Het Financieel jaarverslag wordt op de website geplaatst en is toegankelijk voor iedereen. Met de ouders wordt gesproken in de LAR (een Locatie Advies Raad per vestiging). In het vmbo vindt horizontale verantwoording ook plaats via participatie in IKH (Industriële Kring Hardenberg) en RTC (Regionaal Technisch Centrum) en via gesprek met de brancheorganisaties. De
school
maakt
deel
uit
van
het
Samenwerkingsverband
Hardenberg/Ommen.
Goed bestuur vraagt een goede en heldere verantwoording. Daaraan wil het Vechtdal College van harte en op adequate wijze invulling geven. Voor onszelf vormt het de basis voor verbetering van de eigen processen en dus om het "leren", de kern van onze activiteiten, actief in te vullen. Een dergelijke cyclische evaluatie, verantwoording en dit leertraject zullen het continue proces van kwaliteitsverbetering voeden en helpen verankeren.
5
Organisatiestructuur Het Vechtdal College kent schoolbreed de onderwijskundige sectoren vmbo en havo/vwo, verdeeld over een drietal locaties. De locaties vallen onder verantwoordelijkheid van de directeuren. Zij hebben een integrale verantwoordelijkheid voor de nadere (lokale) vertaling van de beleidsterreinen onderwijs, personeel, financiën en markt (externe contacten). De onderwijskundige sectoren bestaan uit teams met clusters van circa 20 docenten. De scholengemeenschap werd in de verslagperiode geleid door de algemeen directeur/bestuurder a.i. drs.
B.
Jonkers,
die
dit
combineerde
met
zijn
functie
van
directeur
bedrijfsvoering.
De algemeen directeur/bestuurder vormde samen met de sectordirecteuren het directieteam. De leden van het directieteam brengen voorstellen voor beleid in, die na interne bespreking worden vastgesteld in het directieteam. Voor de ondersteuning is een aantal stafdiensten beschikbaar: P&C (Planning & Control), HRM, Facilitaire Dienst, Onderwijs & Kwaliteitszorg, ICT & Applicatiebeheer, M&C (Marketing en Communicatie) en Directiesecretariaat.
Medezeggenschap Er is sprake van een actieve Medezeggenschapsraad met personeel, ouders en leerlingen. De personeelsleden zijn verenigd in een Personeelscommissie (PMR) die zich proactief opstelt ten aanzien van bestuurs- en directiebeleid. CAO De
school
volgt
de
CAO
zoals
die
is
afgesloten
door
de
Besturenraad.
Leerlingaantallen Per peildatum 1 oktober 2012 bedroeg het leerlingenaantal in totaal 3441 (3326 per 1-10-2011). Dit betreft een groei van 3,45%. Hieronder worden tussen haakjes de aantallen van het voorgaande jaar aangegeven. Per peildatum bedroeg het leerlingenaantal per locatie: Hardenberg
1960 (1966)
Ommen
1014 (923)
Dedemsvaart
467 (437)
Daarnaast volgden er in Hardenberg ook nog 35 leerlingen lessen, terwijl zij onder het VAVO vallen of leerling zijn van Greijdanus.
6
Belangrijkste elementen van het gevoerde beleid a. Strategisch
Beleid
De strategie van het Vechtdal College is uitgewerkt in het document: "Verbinding tussen traditie en toekomst; hart voor talent". Dit document bestrijkt de periode 2008-2012 en dateert van november 2008. Hierin wordt als strategische focus gezien: "Het Vechtdal College streeft na het beste onderwijs te geven aan alle typen leerlingen". Deze focus moet bereikt worden door aandacht te geven aan maatwerk in het onderwijs en het aanbod en de doorstroom van leerlingen zo te begeleiden dat doublures tot een minimum beperkt worden. Er zijn daarbij vijf resultaatgebieden beschreven: 1) Onderwijs, begeleiding en vorming. 2) Leer- en werkklimaat. 3) Betrokkenheid en deskundigheid van personeel. 4) Contact met ouders 5) Bijdrage aan de maatschappij. Het succes van het realiseren van resultaten wordt bekeken vanuit de onderlinge samenhang van deze gebieden. Bij het vormgeven aan deze resultaten worden personeelsleden, leerlingen, ouders en andere maatschappelijke partners nadrukkelijk betrokken en geraadpleegd. Daarmee wordt de feedback en worden de wensen van allen in verbinding gebracht met de doelen en daarop afgestemd. Zo nodigen we allen die met de school verbonden zijn uit constructief kritisch mee te denken aan het verbeteren van de kwaliteit van ons werk en aan het nog beter realiseren van onze resultaten. In het verslagjaar is een eerste aanzet gemaakt tot het integraal herzien van de bestaande beleidstekst naar het Strategisch Beleid 2013 – 2016. Naar verwachting zal het Strategisch Beleid 2013-2016 in de loop van 2013 definitief vastgesteld worden. b. Onderwijsbeleid: Speerpunt van onderwijsaanbod in 2012. Maatwerk: Er is in het verslagjaar veel aandacht geweest voor het bieden van maatwerk voor talentontwikkeling binnen de vakken en daarbuiten. Er is extra ruimte aan de lessentabel toegevoegd, voor projecten, de cultuurschool, G-Xtra, Opma-uren of KWT. Ook valt hieronder het begeleidingsuur voor huiswerk en ondersteuning. In het vmbo zijn vanwege de verzwaarde eisen extra uren rekenen aan de tabel toegevoegd.De toekomst zal naar verwachting in de onderbouw Hardenberg een bandbreedte van twee uur voor maatwerk (van taal/rekenen en remediering tot extra aanbod voor getalenteerden) bieden, binnen de lessentabel, passend binnen de reguliere vergoeding. Het streven is de speerpunten van onderwijsbeleid vanaf 2014 herkenbaar in de begroting op te nemen. c.
Onderwijsbeleid: actuele ontwikkelingen per vestiging De sector vmbo in Hardenberg Na enige jaren van voorbereiding werd in het verslagjaar in de sector vmbo Hardenberg de verbouwing gerealiseerd van de techniekhal tot een open leercentrum techniek en werden onderwijsruimtes anders ingericht en verbouwd voor het mogelijk maken van de invoering van een intersectoraal programma D&C (dienstverlening & commercie).
7
In leerjaar 1 en 2 van het vmbo oriënteert de leerling zich bij “praktijk in de onderbouw” op de drie sectoren in de bovenbouw (Techniek, D&C en Groen). In leerjaar 3 wordt gestart met een breed oriënterend programma in de gekozen sector. In de loop van het examenjaar wordt gekozen voor een uitstroomdifferentiatie. De sector havo/vwo in Hardenberg Deze sector heeft een aantal belangrijke speerpunten op onderwijsgebied: -
Begaafdheidsprofielschool De
vestiging
Hardenberg
is
gecertificeerd
als
“begaafdheidsprofielschool”.
Dit houdt bijvoorbeeld het aanbod van G-Xtra (en vwo+ in de andere vestigingen) in. Daaraan is hard gewerkt – visitatie in februari 2013 leverde de beloning van certificering. Maar verdere uitbouw vraagt nog veel aandacht in de toekomst. -
Gymnasium Er is aandacht besteed aan de wijze waarop het gymnasium “smoel krijgt” zodat er niet sprake is van een verkapt “atheneum met klassieke talen”. De discussie over het instroompunt en de inhoudelijke vormgeving van het gymnasium in alle vakken wordt voortgezet.
-
Bèta-profilering In het verslagjaar is expliciet gewerkt aan versterkte β-profilering. Door onderbouwleerlingen via β-dagen beter voor te bereiden op de keuze voor Natuurprofielen en in de bovenbouw door het aanbod van het vak NLT en de combinatie van wiskunde B en –D.
-
Cultuurschool Het aanbod van aparte klassen cultuurschool in leerjaar 1 en 2, het “cultuurtje”, de podiumavonden en het keuzevak muziek in de derde klas zijn er voorbeelden van. Dat werkt uit in een examenvak muziek – de eerste lichting komt er nu aan. Verdere uitwerking, mogelijk ook naar het vmbo, vraagt aandacht in de toekomst. In 2013 zal ook de ontwikkeling van digitale leermiddelen (met bijbehorend leermiddelenbeleid) tot de speerpunten behoren.
Vestiging Ommen In 2012 groeide de school in leerlingen aantal (voor het eerst boven de 1000) en in aanbod: er werd gestart met vwo 4. Het onderwijskundig beleid was en is erop gericht om de missie van de school (“een plek van betekenis voor elk talent”) steeds meer en steeds structureler zichtbaar te maken. Op veel plekken in de school werd deze doelstelling uitgewerkt. Een speciale thuishaven voor zorgleerlingen (Pluspunt), de vorming van een aparte vwo+ klas, het meer leren buiten school voor leerlingen uit de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. Daarnaast werd ook gestart met een intensief scholingstraject (en een intensivering van de gesprekkencyclus) voor alle docententeams. Groei van de school en nadruk op didactische ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat plannen worden ontwikkeld voor uitbreiding van het schoolgebouw (zie Facilitair beleid) en ook over de keuze voor (meer) geschikte leermiddelen. De digitalisering van leermiddelen is in gang gezet. De uitwerking van deze plannen zal in 2013 zichtbaar moeten worden.
8
Vestiging Dedemsvaart Het speerpunt was in het verslagjaar (en voor de komende jaren) maatwerk en differentiatie. Eerste accenten zijn gezet tijdens de teamvergaderingen in het najaar 2012. Het resultaat is dat docenten in het voorjaar van 2013 allemaal een eigen plan van aanpak hebben gemaakt. d. Onderwijsbeleid: inzet van gelden uit de prestatiebox De gelden uit de prestatiebox zijn gedeeltelijk ingezet. Er waren nog kwaliteitsgelden beschikbaar – deze zijn eerst besteed. De gelden uit de prestatiebox zijn naar de volgende thema’s ingezet: -
Opbrengstgericht werken: Er is in de sector vwo/havo per team een expert opbrengstgericht werken aangesteld en in het vmbo een kwaliteitsmedewerker per team. De examencijfers en overgangsresultaten zijn geanalyseerd en deze analyse leidt tot streefgetallen voor hogere slaagpercentages en lagere doubleerpercentages. De leerlingenzorg heeft een impuls gekregen; er wordt een instrument ontwikkeld waarmee de effecten van zorg kunnen worden gemeten en gemonitord.
-
Bèta & Techniek: In alle locaties en sectoren zijn extra uren voor rekenen bovenop de tabel ingezet. Er zijn coördinatoren voor rekenen en taal benoemd, zodat de referentieniveaus voor rekenen en taal effectief nagestreefd kunnen worden. Leerlingen worden via verbeterde profielvoorlichting gestimuleerd om een natuurprofiel te kiezen.
-
Beter presteren & ambitieuze leercultuur: Alle onder b en c genoemde aspecten zijn ingezet om e
op dit thema beter te presteren. Hiertoe diende ook de invoering van een 7 AVO-vak in mavo 4 e
in Dedemsvaart en het continueren van een Beroepsgericht programma als 7 vak in de tlw in Hardenberg en Ommen en in vmbo Kader/basis 4 en de inzet van ondersteuningsuren. -
Professionalisering personeel: Er is een aantal studiedagen georganiseerd en een gedeelde visie op “goed docentschap” is vertaald in professionaliteitsstandaarden. De enquêtes onder ouders
en
leerlingen
worden
vertaald
naar
verbeteracties
op
onderwijsgebied.
De inzet van de gesprekkencyclus is in het verslagjaar geoptimaliseerd om gericht bij te dragen aan de professionalisering van personeel. Ook is een arbeidskundig onderzoek onder personeel gedaan. -
Professionalisering schoolleiders: Er zijn studiedagen voor de schoolleiding georganiseerd, waarbij de focus vooral lag op het onderwijskundig leiderschap en het in positie brengen van de teamleiders als onderwijskundig leider. Opbrengstgericht werken, sturen op resultaat, voeren van personeelsgesprekken, introduceren van een aantrekkelijk leerklimaat en het creëren van meer aandacht voor talentontwikkeling en meer differentiatie in de klas vragen maakten dit nodig.
9
e. Examenresultaten Examenresultaten Vechtdal College in % 2009-2010 Hardenberg
2010-2011
LWT basis kader TL
100 100 95 99
85,7 100 95 88,6
100 97 86,7 84,7
havo vwo
77 86
86 90
93,2 91,9
Dedemsvaart
basis kader TL
100 100 97,4
100 100 (mavo) 94
81,8 100 86,5
Ommen
LWT basis kader GT
75 100 92 100
66,7 100 93,6 98
100 100 94,1 98,1
92,4
95,5
havo
f.
2011-2012
Beleid HRM & Organisatie Gedurende het jaar 2011 heeft de Raad van Toezicht contact opgenomen met het College van Bestuur van Stichting Landstede (hierna: Landstede) uit Zwolle, om te onderzoeken of dit College van Bestuur ook bestuur van de Stichting Vechtdal College kan worden. Besluitvorming hierover diende in 2012 afgerond te worden – dit lukte echter niet. In de vacature van de bestuurder/directeur, die dreigde te ontstaan per 14 januari 2013, is tijdelijk voorzien door benoeming van een interim-bestuurder (drs. A. Janse) die de specifieke opdracht heeft het besluitvormingsproces ten aanzien van de samenwerking met Landstede af te ronden in april 2013. In april 2012 is een nieuwe systematiek van taakbeleid vastgesteld. Dit beleid is per 1 augustus 2012 in werking getreden. Effect van dit beleid is, dat de omvang van de formatie voor docenten is teruggebracht naar het gewenste betaalbare niveau. Om de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs verder te stimuleren, is geïnvesteerd in
talentontwikkeling van
docenten via de functiemix. De school voldeed in dit kader ruimschoots aan de CAOverplichtingen. Om talentontwikkeling te borgen, is tegelijkertijd verbreding van de pilot gesprekkencyclus Vechtdal College - breed gerealiseerd, met behulp van lesbezoeken, leerling enquêtes en analyses
van
de
becijfering
van
leerlingen.
De
evaluatie
zal
in
2013
volgen.
Het opleidingsbeleid heeft een verdere impuls gekregen door extra geld uit de prestatiebox. Om vorm te geven aan preventief ziekteverzuimbeleid en personeelsleden periodiek in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een arbeidskundig onderzoek nam eind 2012 74% van de personeelsleden deel aan een Leefstijlonderzoek, uitgevoerd door Medifast. De resultaten
van
dit
onderzoek
zijn
begin 10
2013
aan
de
directie
gepresenteerd.
De locatie Dedemsvaart werkt sinds 1 augustus 2012 met een gewijzigde directiestructuur. De toenmalige locatieleider/teamleider vervult vanaf die datum de functie van locatiedirecteur. Daarnaast is een vacature van teamleider extern ingevuld. Binnen de locatie Ommen heeft eveneens
een
uitbreiding
van
de
formatie
van
teamleiders
plaatsgevonden.
In Hardenberg werden in de sector hv de vacature voor directeur en voor twee teamleiders extern ingevuld. In de sector vmbo Hardenberg trad in juli 2012 een teamleider terug en pakte de functie van docent weer op. Per 1 november werd deze vacature ingevuld door een extern aangetrokken teamleider. Vanwege persoonlijke omstandigheden was een van de teamleiders in de maanden mei – december niet in staat zijn werk te verrichten. Zijn werk werd overgenomen door een van de leden van het team. Parallel
aan
deze
structuurwijzigingen
hebben
zowel
het
directieteam
als
de
managementteams binnen alle locaties van de school deelgenomen aan een traject van ManagementDrives. Het traject is ingezet als middel ter ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling van directie en teamleiders en tegelijkertijd ter stimulering van teamontwikkeling. g. Facilitair beleid: -
Huisvesting In Dedemsvaart is een nieuw schoolgebouw opgeleverd. Inrichting van dit prachtige, moderne gebouw heeft veel aandacht, energie en middelen gevergd. Hier zijn geen grote uitgaven
voor
onderhoud
in
de
komende
jaren
te
verwachten.
De locatie Ommen heeft in 2011 toestemming gekregen voor de start van een afdeling vwo. Daarmee is gestart met een vwo-4-klas per 1 augustus 2012. Dit creëert meteen een huisvestingsprobleem door de verwachte extra toestroom van leerlingen. Hierover zijn inmiddels gesprekken met de gemeente Ommen gestart. Besluitvorming over gedeeltelijke nieuwbouw
en
gedeeltelijke
renovatie
wordt
in
maart
2013
verwacht.
In deze locatie wordt, in afwachting van de ontwikkelingen, alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud verricht. Het onderwijsaanbod in het vmbo in Hardenberg is in 2011 gestart met een modernisering van de afdeling Dienstverlening en Commercie door het realiseren van een nieuw keukengedeelte voor de afdeling Consumptief. In 2012 is het restaurantgedeelte ingericht en is de onderwijsruimte van Handel & Administratie opnieuw ingericht. In het restaurant Tast Toe bieden leerlingen iedere donderdagavond tegen lage kosten een drie gangen diner aan externe gasten. Keuken en restaurant voldoen aan de wettelijke HACCP-vereisten. De techniekhal werd omgebouwd tot een multifunctioneel en open Techniekcentrum. Er werd een gedeelte aangebouwd waardoor nog meer onderdelen van de Beroepsgerichte programma’s kunnen worden aangeboden dan voorheen. Dit alles in het kader van het creëren van een praktijkgerichte leeromgeving. In Hardenberg is in 2012 het hele luchtbehandelingssysteem en de regeltechniek aangepast aan de moderne technieken van deze tijd. Voor 2013 staat de (gedeeltelijke) vervanging van cv toestellen op de planning. Daarnaast zal een deel van de dakranden vervangen worden. De Gezonde Schoolkantine heeft steeds meer vorm gekregen. 11
Leerlingen konden een keuze maken tussen een gezonde snack (kostprijs of zelfs iets daaronder) of een iets minder gezonde snack (duurder). Ook yoghurt, vers fruit en verse smoothies vonden gretig aftrek. De school is goed op weg naar de gewenste situatie conform "Alle scholen gezond in 2015" (Convenant gezond gewicht 2012 en motie Vendrik 2009). - (Europese) aanbestedingen In
2012
is
een
groot
aantal
contracten
onder
de
loep
genomen.
Op het gebied van groenonderhoud, busvervoer, afval, onderhoud gebouwen en mobiele telefonie zijn nieuwe contracten afgesloten die gunstiger zijn dan onze eerdere contracten. Hiermee is een flinke besparing gerealiseerd. Vijf jaar geleden is er een Europese aanbesteding gedaan voor de schoonmaak. Na drie reguliere jaren hebben we 2 optiejaren afgesloten welke nu om zijn. Per 16 oktober 2013 dient er een nieuwe Europese aanbesteding gedaan te zijn. - Boekenfonds In 2012 is er een begin gemaakt om te kijken wat de mogelijkheden zijn om het gebruik van leerboeken meer te digitaliseren. Het Vechtdal College inventariseert de mogelijkheden om de komende jaren meer en meer over te stappen naar digitale leerstof. In schooljaar 2012 is tevens een begin gemaakt met het beperken van het gebruik en bewust gebruik maken van boeken en werkboeken. Werkboeken in de sector havo/vwo en de tlw van het vmbo worden nu 2 jaar of klassikaal gebruikt en dus afgeschreven over een langere periode. h.
Kwaliteitszorg Ook dit jaar zijn de kwaliteitskaart en het opbrengstenoordeel van de inspectie geanalyseerd en teruggekoppeld naar teamleiders en directie. Daarnaast is ook vooruitgekeken op verwachte uitkomsten van deze door de Inspectie gebruikte instrumenten voor het komende jaar om tijdig en proactief te reageren op ontwikkelingen. De inmiddels vaste enquêtes inzake tevredenheid van leerlingen en ouders zijn opnieuw afgenomen en met verschillende teamleiders, teams en directies besproken om van te leren. Teamplannen zijn aangepast om de punten uit deze analyses erin te verwerken. In 2013 zullen ook personeelstevredenheidsenquêtes afgenomen worden. Per team en locatie zijn verschillende docenten als kwaliteitszorgexperts geschoold om zodoende de kwaliteitszorg en het denken daarover op teamniveau te stimuleren. De staf heeft de keuzes van het Directie Team voor inzet van de gelden uit de prestatiebox (en oude kwaliteitsgelden) ondersteund. Monitoring via de prestatiemonitor van de VO-raad is voorbereid.
i.
ICT-beleid en applicatiebeheer Veel werk van deze staf betrof het beleidsarme werk van vervanging (van o.a. alle switches en van de Wifi-voorziening op alle locaties). Technisch gezien is de school up-to-date op ICTgebied. Daarnaast is er ook beleidsrijk gewerkt: de nieuwbouw in Dedemsvaart vroeg om keuzes op lange termijn. Zo is er geïnvesteerd in een telefooncentrale voor VOIP-verkeer. Deze centrale kan te zijner tijd tevens gebruikt worden voor het telefoonverkeer in Hardenberg en Ommen – de grote investering in nieuwe toestellen vraagt om uitstel tot de begroting 2014. In Dedemsvaart is ook wifi met een grote capaciteit aangelegd, zodat alle leerlingen met hun mobiel en ipad daarvan gebruik kunnen maken. Deze capaciteitsvergroting zal in de andere vestigingen in 2013 plaatsvinden. Ook is er een uitbreiding van het werken met digitale leermiddelen in 2013 te voorzien. 12
j.
M&C-beleid De staf Marketing & Communicatie heeft de aandacht speciaal gericht op het opzetten van de nieuwe website en het intranet. Het weer opbouwen van het intranet na het crashen ervan, heeft extra middelen vereist. Ook is er gewerkt aan vernieuwing van de voorlichting aan de basisscholen en een nieuw concept voor de Open Dag. Beleidselementen die opgepakt maar nog niet afgerond zijn, betreffen: - een start met social media - bewaking van de huisstijl - communicatiebeleid Aan deze punten zal in 2013 extra aandacht besteed worden.
k.
Financieel beleid -
Financieel beleid algemeen Het financieel beleid van het Vechtdal College is uitgewerkt in het document: "Financieel beleidsplan". Dat document bestrijkt de periode 2006-2009 en dateert van 3 april 2006. Sinds 2009 is door de bestuurswisselingen het vigerende beleidsplan aangehouden. In het verslagjaar is gewerkt aan vernieuwing van het financieel beleidsplan met een opzet op basis van de uitgangspunten: “primair proces centraal”, “geld volgt de leerling” en “decentraal wat decentraal kan”. Per april 2013 wordt het nieuwe financieel beleidsplan 2013 aangeboden aan de MR; het zal voor 1 augustus 2013 worden vastgesteld door het college van bestuur.
-
Risicobeleid Het directieteam en de staf hebben in 2012 een risicoanalyse ingevuld op basis waarvan bepaald kon worden wat de hoogte zou moeten zijn van het weerstandsvermogen. Dit is opgenomen in het financieel beleidsplan. Er wordt een meerjarenraming bijgehouden waardoor er inzicht is in de financiële ontwikkelingen en risico’s van het Vechtdal College.
-
Treasury beleid Het treasury-beleid is uitgewerkt in het document “Treasury statuut”; dit dateert van januari 2011. Daarin is onder andere het beleid met betrekking tot de regeling beleggen en belenen opgenomen. Gezien de ontwikkelingen in de samenwerking met Landstede zal een aantal onderdelen van het treasury statuut vermoedelijk moeten worden herzien. Totdat een en ander definitief is, blijft het huidige treasury statuut leidend.
l.
De school en de omgeving -
Samenwerking met Landstede De ingezette lijn van samenwerking met Landstede door bestuurlijke eenheid verliep in het begin van het verslagjaar positief. Het moet opleveren dat het Vechtdal College sterker staat ten opzichte van grotere bestuurlijke scholenclusters in de regio, - en dat mede daardoor meer zicht bestaat op continuïteit van christelijk VO in de regio en tevens een mogelijkheid scheppen om via een interne arbeidsmarkt werkgelegenheid te bieden aan personeel dat om welke reden dan ook een andere werkgever nodig heeft. Samenwerking kan de kwetsbaarheid van staven verminderen, het Directie team en de stafhoofden ondersteunen in hun beleidsvormende en beleidsvoorbereidende werk. Ook biedt samenwerking voordelen op effectiever en goedkoper werken waardoor inverdieneffecten ontstaan. Het Vechtdal College en Landstede staan beide positief in het samenwerkingstraject.
13
De Raad van Toezicht heeft aan het eind van het verslagjaar besloten, op het moment dat de tijdelijke bestuurder/directeur (dhr. drs. B. Jonkers) een andere functie elders aanvaardde, om een interim-bestuurder (drs. A. Janse ) aan te trekken die zich in hoofdzaak op de afronding van het besluitvormingsproces moet richten. Eind april 2013 is formeel geworden dat de samenwerking tussen het Vechtdal College en de Landstede Groep wordt gestart per 1 juni 2013. -
RPO De deelnemers aan het RPO (Regionale Planning Onderwijsvoorzieningen) kwamen in 2012 in wisselende samenstelling 4 maal bijeen. Het Vechtdal College werd vertegenwoordigd door de directeuren Van ’t Veld en Boersma. Het Vechtdal College heeft een aanvraag ingediend voor de licentie Transport & Logistiek. De partners in het RPO hebben ingestemd met deze aanvraag. Eind 2012 werd duidelijk dat OC&W de licentie zal verlenen. Publicatie in de Staatscourant is te voorzien in maart 2013. Bestuurders in het RPO hebben de directeuren gevraagd de toekomst van het vmbo in samenhang te beschrijven, met oog voor mogelijke witte vlekken in het vmbo-aanbod en kijkend naar krimp. Het tussenrapport is in 2012 opgeleverd. Het eindrapport zal in het voorjaar van 2013 verschijnen. scholen:Greijdanus Dedemsvaart,
Hardenberg,
Vechtdal
Het RPO gebied wordt gevormd door de VONieuwe
College
Veste
Hardenberg,
Hardenberg,
Van
Dedemsvaart
de
Capellen en
sg
Ommen,
en de PRO-scholen: De Maat in Ommen, De Hoeksteen in Hardenberg. -
Samenwerkingsverband Het Vechtdal College participeert binnen het Samenwerkingsverband Noordoost Overijssel. Dit kleine samenwerkingsverband bereidt zich bestuurlijk voor op de komst van Passend Onderwijs. We willen thuisnabij onderwijs mogelijk maken voor alle, ruim 5000, leerlingen uit het voedingsgebied van de gemeenten Ommen en Hardenberg. Dit is voor de komende jaren een grote uitdaging, zowel inhoudelijk als financieel. De deelnemende scholen zijn: de VO-scholen: Greijdanus Hardenberg, Nieuwe Veste Hardenberg, Van de Capellen sg Dedemsvaart,Vechtdal College Hardenberg, Dedemsvaart en Ommen; de PRO-scholen: De Maat in Ommen, De Hoeksteen in Hardenberg, cluster 3 school Boslust in Ommen, cluster 4 school De Ambelt in Hardenberg.
-
Bestuurlijk overleg en Lokale Educatieve Agenda Het bestuurlijk overleg binnen de gemeente Ommen (in het zogenaamde OOGO) had in 2012 vooral onderwijshuisvesting op de agenda staan. In de prioritering van de verschillende bouwplannen is het Vechtdal College vanwege de uitbreidingsnoodzaak op de eerste plaats gezet (zie facilitair). Het Vechtdal College participeert in een tweetal LEA (lokaal educatieve agenda) overleggen. De locaties Hardenberg en Dedemsvaart in het LEA-Hardenberg. De locatie Ommen in LEAOmmen. LEA-Hardenberg kent een structuur van een bestuurlijk overleg, een stuurgroep en werkgroepen. In het verslagjaar 2012 heeft directeur Boersma het Vechtdal College vertegenwoordigd in de drie genoemde gremia.
14
-
Doorgaande leerwegen Basisscholen De locaties Hardenberg en Dedemsvaart hebben 2 maal per jaar overleg met de bestuurder en de directeuren van de Chrono-scholen en de vier scholen voor PC-onderwijs die een zelfstandig bestuur hebben. Met de scholen voor RK en openbaar basisonderwijs zijn geen structurele contacten. In het overleg met de PC-basisscholen is gesproken over de aansluiting BAO-VO, dyslexieprotocollen, de lessencarrousel, een groep meer begaafde leerlingen en de warme overdracht. Vanuit het Vechtdal College Ommen zijn er verschillende projecten met basisscholen uit het voedingsgebied. Meest concreet is de samenwerking met PC Ommen voor de meer begaafde leerlingen. ROC’s De regio Noordoost Overijssel kenmerkt zich door de vestiging van meerdere ROC’s: Alfacollege,
Drenthe
College,
Deltion,
Landstede
en
De
Groene
Welle.
Met alle ROC’s worden contacten onderhouden die verschillen qua intensiteit per vestiging. De locatie Hardenberg vmbo heeft een nauwe samenwerking met het Alfa-college en het RTC (regionaal techniekcentrum) dat beroepsgerichte MBO opleidingen in de techniek verzorgt in Hardenberg. Vanuit Ommen werd dit jaar een samenwerking opgestart met een aantal ROC’s in Zwolle. Het project Go-Do moet ertoe leiden dat de leerlijn voor leerlingen met een technische achtergrond wordt verbeterd bij doorstroming vanuit Vechtdal College Ommen naar bijvoorbeeld Deltion of Cibap. HBO en WO Er zijn diverse contacten met HBO-opleidingen en met universiteiten. Een selecte groep leerlingen uit de bovenbouw van havo-vwo volgt modules aan de Hogeschool Windesheim, de TU Twente en de RU Groningen. Voor alle leerlingen is er met deze en andere opleidingen contact over de vervolgstudie. Voor de lerarenopleidingen van Windesheim, TU Twente en RU Groningen biedt het Vechtdal College stageplekken aan. Klachtenregeling Het Vechtdal College heeft een vastgestelde klachtenregeling. In het verslagjaar is een tweetal officiële klachten ingediend, die na behandeling door de betreffende directeur tot tevredenheid van de klagers zijn afgehandeld. Klagers hebben in het verslagjaar geen beroep gedaan op de landelijke klachtencommissie.
15
Financiële positie op balansdatum Algemeen Het beoordelen van de financiële situatie van de scholengemeenschap vindt plaats aan de hand van het in 2009 vastgestelde Financieel Beleidsplan ontwikkelde criteria en kengetallen en aan de hand van kengetallen die volgens het rapport financieel beleid (commissie Don) van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn vastgesteld. Doel van het Financieel Beleidsplan is het financieel beleid binnen het schoolbeleid handen en voeten te geven en op die wijze vragen te kunnen beantwoorden met betrekking tot het zorg dragen voor continuïteit, het realiseren van onderwijskundige ruimte en het creëren van financieel bewustzijn. Kengetallen Voor de beoordeling van het vermogensbeheer worden twee kengetallen gehanteerd: Kapitalisatiefactor Solvabiliteit Een te hoge kapitalisatiefactor zou er op kunnen duiden dat een deel van het kapitaal van een bestuur niet of niet efficiënt wordt benut voor de vervulling van zijn taken. De solvabiliteit brengt tot uitdrukking in welke mate tegenover alle bezittingen van de instelling geen schulden staan. Bij de beoordeling van het budgetbeheer worden eveneens twee kengetallen gehanteerd: Current Ratio Rentabiliteit De Current Ratio geeft de liquiditeitspositie weer. Deze brengt eventuele overliquiditeit in beeld. Dat zijn beschikbare middelen voor zover méér dan nodig om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen. De Rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het exploitatieresultaat en het vermogen. Ter vergelijking is na elk behandeld kengetal het verloop gedurende de laatste jaren, voor zover bekend, in beeld gebracht. Hierbij is tevens gebruik gemaakt van de informatie waarover het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikt met betrekking tot de financiële kengetallen van alle scholen. Het Vechtdal College is ten aanzien van de kengetallen vergeleken met de gemiddelden van vo-scholen uit dezelfde schoolsoortgroep (brede scholengemeenschappen). Deze landelijke gegevens zijn helaas alleen nog bekend tot en met het jaar 2010.
16
Liquiditeit De liquiditeit (current ratio), ofwel het beantwoorden van de vraag of voldaan kan worden aan de kortlopende verplichtingen, wordt uitgedrukt in de volgende formule: totaal vlottende activa kortlopende schulden Voor het Vechtdal College komt deze in 2012 uit op 1,61. Een stijging van 0,31 ten opzichte van 2011. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door een flinke daling van de kortlopende schulden als gevolg van wijziging in de jaarverslaggeving met betrekking tot geoormerkte gelden. Daarnaast dalen de liquide middelen, als gevolg van de geplande uitgaven voor de nieuwbouw in Dedemsvaart en de investeringen voor de aanpassingen in het kader van de praktijkgerichte leeromgeving in het vmbo Hardenberg. Het rapport financieel beleid (Commissie Don) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap geeft aan dat een current ratio binnen de bandbreedte van 1,0 - 1,5 voldoende is. Daaraan wordt nog in voldoende mate voldaan.
Liquiditeit 3 2,5
2 1,5 Vechtdal College
1
Gemiddelde zelfde groep
0,5 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
17
Solvabiliteit De solvabiliteit, ofwel het beantwoorden van de vraag of voldaan kan worden aan de langlopende verplichtingen, wordt uitgedrukt in de volgende formule: eigen vermogen (excl. voorzieningen) totaal vermogen Voor het Vechtdal College komt deze in 2012 uit op 55%, een stijging van 14% ten opzichte van 2011. Dat wordt veroorzaakt doordat de stijging van het eigen vermogen als gevolg van een positief exploitatieresultaat hoger is dan de daling van het totale vermogen. Het positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt doordat diverse geoormerkte gelden door gewijzigde jaarverslaggeving moesten vrijvallen ten gunste van het resultaat. Het totale vermogen daalt als gevolg van de geplande uitgaven voor de nieuwbouw in Dedemsvaart en de investeringen voor de aanpassingen in het kader van de praktijkgerichte leeromgeving in het vmbo Hardenberg. In het rapport financieel beleid (Commissie Don) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt voor de solvabiliteit een ondergrens aangegeven van 20%, de Inspectie van het Onderwijs houdt een ondergrens aan van 30%. In beide gevallen wordt daar nog in voldoende mate aan voldaan.
Solvabiliteit 70,0% 60,0% 50,0% 40,0%
30,0%
Vechtdal College
20,0%
Gemiddelde zelfde groep
10,0% 0,0% 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
18
2011
2012
Kapitalisatiefactor Een ander kengetal is de kapitalisatiefactor. Dit kengetal dient om te signaleren of de school een deel van het kapitaal niet of inefficiënt benut voor de vervulling van haar taken. De kapitalisatiefactor wordt berekend door van het balanstotaal van een instelling de bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en vervolgens het overblijvende bedrag te delen door het totaal van de baten. Uitgedruk in de volgende formule: Balanstotaal -/- boekwaarde gebouwen en terreinen Totale baten (incl. financiële baten) De kapitalisatiefactor voor het Vechtdal College komt in 2012 uit op 38%. Een daling van 3% ten opzichte van 2011. Deze heeft te maken met de daling van het balanstotaal als gevolg van de geplande uitgaven voor de nieuwbouw in Dedemsvaart en de investeringen voor de aanpassingen in het kader van de praktijkgerichte leeromgeving in het vmbo Hardenberg. In het rapport financieel beleid (Commissie Don) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is een bovengrens voor grote instellingen (>12mln jaarlijkse baten) aangegeven van 35%. Het Vechtdal College komt nog iets hoger uit. De verwachting is dat dit in de komende jaren gelijk zal blijven.
Kapitalisatiefactor 80% 60% Vechtdal College
40%
Gemiddelde zelfde groep
20%
0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
19
Toelichting op het exploitatieresultaat
Het saldo van de staat van baten en lasten van de school eindigt met een positief saldo van ca. € 1.485.000. Dit is een positieve afwijking van ca. € 1.598.000,- op de begroting van 2012. Het exploitatiesaldo ziet er als volgt uit: 2012
2012
2012
Werkelijk
Begroot
Verschil
Personeel Materieel Financieel
1.058.620 427.596 1.513-
12.15076.52025.000-
1.070.770 504.116 23.487
Totaal
1.484.703
113.670-
1.598.373
Personeel Het saldo tussen de personele baten en lasten laat een overschot zien van per saldo ca. € 1.059.000. Het verschil ten opzichte van de begroting bedraagt ca. € 1.071.000,=. De verklaring van het verschil wordt hieronder toegelicht. De daling in de personele lasten (ca. 188.000) wordt veroorzaakt door lagere kosten voor ziektevervanging (ca. € 65.000) en door minder uitgaven te doen op diverse kosten als ouderschapsverlof, scholing, arbo, BHV, jubilea en gratificaties (ca. € 123.000). Daarnaast zijn er hogere uitkeringsgelden (ca. € 14.000). Tezamen een daling van ca. € 202.000. Diverse loonkosten verschuiven van intern naar externe loonkosten. Er is een trend zichtbaar dat voor diverse functies bij het onderwijzend en ondersteunend personeel extern personeel wordt ingehuurd. De vergelijking budget en werkelijkheid daarvan is nagenoeg gelijk. Wijziging in de jaarverslaggeving met betrekking tot geoormerkte gelden, zoals leerlinggebonden financiering, maatschappelijke stage en prestatieboxgelden hebben tot gevolg gehad dat ca. € 573.000 vrijgevallen is ten gunste van het personele resultaat. Totaal zijn de personele lasten daarom ca. € 775.000 gunstiger. De stijging van de personele baten bestaat voornamelijk uit extra rijksbijdragen (ca. € 110.000); deze zijn bedoeld als dekking voor CAO stijgingen en voor alle overige personele lasten. Ook zijn er extra rijksbijdragen en overheidsbijdragen voor specifieke projecten (ca. € 202.000). Daarnaast zijn de baten voor detacheringen iets lager dan begroot (ca. € 16.000). Totaal ca. € 296.000 hogere personele baten. Het totale verschil tussen begroting en werkelijkheid personeel komt daarom uit op ca. € 1.071.000.
20
Materieel Het saldo tussen de materiële baten en lasten laat een overschot zien van ca. € 428.000. Het verschil ten opzichte van de begroting bedraagt ca. € 504.000, De verklaring van het verschil wordt hieronder toegelicht. De afschrijvingen stijgen met ca. € 49.000,- doordat er meer is geïnvesteerd o.a. in de leermiddelen, in de nieuwbouw Dedemsvaart en in de verbouwing van vmbo techniek in Hardenberg. De huisvestingskosten zijn hoger mede als gevolg van hogere kosten voor huur van het gebouw in Dedemsvaart (ca. € 40.000) en extra kosten voor de verbouwing aan de Strangeweg te Ommen (ca. € 27.000). Door die uitbreidingen in Dedemsvaart en Ommen stijgen ook de kosten voor schoonmaak en onderhoud (ca. € 48.000). De kosten voor energie en verzekeringen zijn lager uitgekomen dan begroot ( ca. € 20.000). Door hogere afdrachten aan de VO-raad en een extra reservering voor oninbare debiteuren zijn de administratie en beheerslasten gestegen (ca. € 42.000). De kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn in totaal € 274.000 lager dan begroot. De hoofdoorzaak van dit overschot komt doordat de werkboeken in 2 jaar worden afgeschreven, dat in tegenstelling tot hoe er was begroot. De overige lasten zijn ca. € 345.000 hoger dan begroot, dat komt voor een groot deel vanwege eenmalige extra kosten voor de nieuwbouw in Dedemsvaart (ca. € 219.000); voor een substantieel deel wordt dat gesubsidieerd door de gemeente Hardenberg (€ 185.000). Enkele overige lasten zijn hoger dan begroot (ca. € 126.000), maar daartegenover staan ook hogere baten, zoals buskaarten, buitenlandse reizen en kantinekosten. Totaal zijn de materiële lasten ca. € 258.000 hoger dan begroot. De belangrijkste stijging in de materiële baten is te vinden onder de rijksbijdragen (ca. € 218.000). De gemeentelijke bijdragen zijn hoger dan begroot zoals hierboven al aangegeven als gevolg van de subsidie voor Dedemsvaart (ca. € 185.000) en overige vergoedingen voor huur (ca. € 63.000). Helaas moeten we constateren dat de ouderbijdragen zijn gedaald ten opzichte van begroot (ca. € 57.000). De opbrengsten voor verhuur zijn lager omdat de huurovereenkomsten in Dedemsvaart zijn beëindigd (ca. €28.000). Met ingang van 2012 zijn de baten en lasten van het samenwerkingsverband gescheiden geboekt waardoor er extra baten zijn geboekt (ca € 135.000). Daarnaast zijn er extra baten voor diverse projecten onder andere voor leerlingen in de techniek en voor BIB (ca. € 88.000). Totaal zijn de materiële baten ca. € 762.000 hoger dan begroot. Het totale positieve verschil tussen begroting en werkelijkheid materieel komt daarmee uit op ca. € 504.000. Financieel Het saldo tussen de financiële baten en lasten laat een afname zien. Dat komt voornamelijk door lagere rente-inkomsten (ca. € 23.000), voornamelijk doordat de geplande uitgaven voor de nieuwbouw in Dedemsvaart en de investeringen voor de aanpassingen in het kader van de praktijkgerichte leeromgeving in het vmbo in 2012 hebben plaatsgevonden. Van het totale positieve exploitatieresultaat van € 1.485.000 zal € 240.000 worden bestemd voor leermiddelen, € 310.000 voor prestatiebox en € 270.000 als storting in het frictiefonds personeel.Het restant ca. € 665.000 zal toegevoegd worden aan de algemene reserve. 21
Personeelsbeleid Leeftijds- en formatieopbouw (in fte) Onderwijzend personeel Man Vrouw Totaal Leeftijd <= 19 20 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 49 50 t/m 59 >= 60 Totaal aantal personeelsleden
Onderwijsondersteunend personeel Man Vrouw Totaal
Totaal
0 9 20,05 35,81 65,08 29,66
0 14,9 23,05 18,73 16,65 8,11
0 23,9 43,1 54,54 81,73 37,77
0 1 3,15 14,7 12,54 4,6
0 2,7 7,45 7,23 9,85 2,55
0 3,7 10,6 21,93 22,39 7,15
0 27,6 53,7 76,47 104,12 44,92
159,6
81,44
241,04
35,99
29,78
65,77
306,81
Ziekteverzuim In 2012 is, in vergelijking met de cijfers over het kalenderjaar 2011, het ziekteverzuim in het Vechtdal College bij het onderwijzend personeel (OP) licht gedaald en bij het onderwijs ondersteunend personeel (OOP) gestegen met 2,13%. Ten opzichte van de landelijke cijfers van 2011 ligt het ziekteverzuimpercentage in 2012 nog steeds laag voor het OP, maar ligt het percentage bij het OOP er net
iets
boven.
In 2011 bedroeg het ziekteverzuimpercentage voor OP 4,35% (landelijk 5,2%) en voor OOP 3,49% (landelijk 5,5%). In 2012 was dit voor OP 4,16% en voor OOP 5,62%. Landelijk zijn de ziekteverzuimcijfers voor 2012 nog niet bekend. Het ziekteverzuimbeleid kenmerkte zich door zijn intensiviteit bij de begeleiding en re-integratie. Binnen dit beleid worden trends en opvallende patronen regelmatig gevolgd en krijgen extra aandacht, zo ook de opvallende stijging van het ziekteverzuimpercentage bij het OOP. Doel blijft om, via een preventieve werkwijze en het bespreekbaar maken van ziekteverzuim onder het personeel, het verzuimpercentage laag te houden. Competentieontwikkeling De in 2011 in gang gezette pilot gesprekkencyclus heeft in 2012 een vervolg gekregen in de locatie Ommen, met behulp van lesbezoeken, leerling enquêtes en analyses van de becijfering van leerlingen. In de locatie Hardenberg, sector havo/vwo, is de gesprekkencyclus uitgevoerd met 360 graden feedback en cijfermatige analyses. Functiemix Het Vechtdal College ziet de functiemix als belangrijke kapstok voor kwaliteitsverhoging voor het onderwijsproces en investeert hierin al langere tijd, met als resultaat dat ook in 2012 ruimschoots aan de CAO-verplichtingen is voldaan.
22
Onderstaand de resultaten tussen 2010 en 2012 (peildatum 1 oktober 2012). Functiemixgegevens
Salarisschaal
Startmeting
2010
2011
2012*
LB
65,3%
49,1%
45,8%
46,3%
LC
18,1%
30,2%
33,0%
33,5%
LD
16,2%
20,3%
20,7%
19,8%
LE
0,4%
0,4%
0,4%
0,4%
Overig
-
-
-
-
Scholing Scholing vormde een essentiële randvoorwaarde om de kwaliteit van het onderwijs een impuls te blijven geven. De CAO biedt hiervoor kaders en verplichtingen.
Daarnaast biedt het Rijk
mogelijkheden als Lerarenbeurs en scholingssubsidies. Het opleidingsbeleid heeft in 2012 een verdere impuls gekregen door extra geld uit de prestatiebox in te zetten voor scholing van onderwijs gevend personeel en van schoolleiders. In 2012 maakten 13 personeelsleden gebruik van de Lerarenbeurs. Ook zijn er op dit moment docenten, die studeren met gebruikmaking van subsidies, zoals volgens de motie Dittrich, zijinstroomtrajecten en loonkostensubsidies.
23
Toekomstparagraaf a. Onderwijsontwikkeling Voor alle vestigingen geldt dat de thema’s waaraan gelden uit de prestatiebox besteed moeten c.q. kunnen worden, een belangrijke factor zullen zijn voor de verwachte onderwijsontwikkeling. Het betreft de aandachtspunten: 1. Opbrengstgericht werken, 2. Bèta & Techniek, 3. Beter presteren en ambitieuze leercultuur, 4. Professionalisering personeel, 5. Professionalisering schoolleiding. Het eigen profiel van de school en de eigen brede identiteit ten aanzien van levensbeschouwing en pedagogisch klimaat, zullen echter leidend zijn in de keuzen die bestuur en directie team zullen maken. In de locatie Dedemsvaart zullen de onderwijskundige ontwikkelingen de komende jaren vooral gericht zijn op het thema maatwerk en differentiatie. De vestiging zal zich richten op vakoverstijgende projecten, projectmiddagen en differentiatie tijdens de lessen. Het implementeren van digitale middelen zal daar een onderdeel van uitmaken. De locatie Ommen zal schoolbreed gaan werken aan het verder concretiseren van maatwerk. Daarnaast zijn er belangrijke ontwikkelingen per leerweg te verwachten: de vestiging werkt aan de voorbereiding op de nieuwe inrichting van het examenprogramma vmbo en uiteraard ook aan de vormgeving van de bovenbouw vwo. In Hardenberg zal de sector havo/vwo zich verder onderwijskundig ontwikkelen. De speerpunten van beleid inzake maatwerk, begaafdheidsprofielschool, gymnasium, β-profielversterking en cultuurschool zullen verder vorm krijgen. De sector vmbo zet versterkt in op sociaalconstructivisme als onderwijsprincipe. b. Bedrijfsvoering Wanneer de voorgenomen plannen voor het werken met twee werkeenheden (Hardenberg c.q. Ommen/Dedemsvaart) doorgaan zal een deel van de bedrijfsvoering onder de verantwoordelijkheid van directeuren van locaties gaan vallen. Samenwerking met Landstede biedt in de toekomst diverse mogelijkheden tot inverdieneffecten in de bedrijfsvoering. c. Kwaliteitszorg Binnen de locaties en sectoren is een basis gelegd voor denken in termen van kwaliteitsbeheersing en kwaliteitsverbetering. De basis voor deze ontwikkelingen zal verder worden uitgebouwd en aangescherpt. De gelden uit de Prestatiebox genereren mogelijkheden dit te doen, mede door gericht te werken aan onderwijsontwikkeling. In 2013 zal verder gewerkt worden aan kwaliteitszorg aan de basis, op teamniveau en in het primaire proces. Dit proces moet tevens geborgd worden. Een uitdagende en stimulerende ontwikkeling. d. Financiën Het ingezette financiële beleid, zie punt k, pag.13 (Financieel beleidsplan), geeft heldere kaders aan waardoor directies hun verantwoordelijkheden in financieel opzicht verder gestalte kunnen geven. Tegelijk ervaren directies de financiële krapte en onzekerheid, mede door het wisselende overheidsbeleid. Het Vechtdal College komt in een lastige fase terecht mede gezien de wens tot investeren in huisvesting (in Ommen) en in digitale onderwijsontwikkeling, terwijl de liquiditeit van de organisatie dit steeds minder toestaat. Tot 2016 is er nog leerlingengroei te verwachten, maar na die tijd zal gedurende een langere periode krimp te verwachten zijn. Het Vechtdal College zal daar ook rekening mee moeten houden onder andere in haar meerjarenplanning. 24
Slotwoord Het Vechtdal College wil vanuit de Bijbel geïnspireerd werken aan het tot bloei laten komen van talenten van allen die in de school leven en werken, leerling en personeelslid. Daarmee wil de school tevens voor de maatschappelijke omgeving een rol van betekenis spelen. Moge die inspiratie leidend zijn in alle zaken die binnen de school gestalte krijgen.
Hardenberg, mei 2013 drs. A. Janse, Voorzitter College van Bestuur ad-interim
25
Begrotingscijfers De begrotingscijfers voor het jaar 2013 zijn als volgt vastgesteld door het bestuur,
en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Begroting 2013 €
Baten
Baten: 3.1 3.2 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
€
25.122.700 193.600 1.060.300 26.376.600
Totaal baten Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingskosten Overige kosten
21.343.100 1.218.600 1.527.700 2.261.200 26.350.600
Totaal lasten
26.000
Saldo baten en lasten
5.
Financiele baten en lasten
50.00050.00024.000-
Resultaat
6. 7.
Belastingen Resultaat deelnemingen
pm pm -
Nettoresultaat
24.000-
Vastgesteld: Hardenberg, 30-10-2012 Het College van Bestuur a.i. :
B. Jonkers 26
Jaarverslag 2013 van de Raad van Toezicht Algemeen De Raad van Toezicht ziet er op toe dat het College van Bestuur – de leiding van de school - juist handelt en bewaakt dat het Vechtdal College haar (maatschappelijke) doelstellingen realiseert. De Raad kijkt daarbij vooral naar de belangen van leerlingen en ouders, maar ook naar de belangen van de medewerkers en van relevante maatschappelijke organisaties in de omgeving. De leden van de Raad van Toezicht zijn gezamenlijk verantwoordelijk en behandelt alle onderwerpen in zijn vergaderingen. Ieder lid heeft een portefeuille als specifiek aandachtsgebied, namelijk financiën, onderwijs, bouwzaken en HRM (personeel) en is op dit onderwerp het eerste aanspreekpunt voor de bestuurder. In zijn vergaderingen heeft de Raad getoetst dat de wijze waarop hij zijn toezicht geregeld heeft in reglementen en statuten voldoet aan de geldende code en wettelijke regelingen en in overeenstemming is met de visie van de Raad van Toezicht en het bestuur op de gewenste governance-structuur, de inrichting daarvan en de werking.
Toezichthoudende en klankbordrol Beleid Het beleid van de school is vastgelegd in het strategisch beleid (dat slechts gedeeltelijk up-to-date is – vanwege het proces van visievorming binnen de school vanaf de werkvloer is het herschrijven van bepaalde gedeelten getemporiseerd), het jaarplan, de begroting en de activiteitenplannen van de sectoren. De Raad heeft met het bestuur het jaarplan, de begroting en de activiteitenplannen besproken. De Raad kan zich vinden in de hierin gekozen beleidsruimte. De Raad is van mening dat het gekozen beleid past binnen de bestaande wet- en regelgeving en de missie en visie van de school. Door middel van bespreking van voortgangsnotities, periodieke rapportages en het Jaarverslag van de school heeft de Raad, mede aan de hand van de beleidsagenda die iedere keer geagendeerd staat, zich ervan overtuigd dat het uitgevoerde beleid past binnen de beleidsruimte zoals goedgekeurd door de Raad. De Raad van Toezicht vergadert volgens rooster tweemaandelijks samen met het College van Bestuur. De Raad ontvangt naast financiële en strategische documenten ook onderwijsrelevante informatie, persberichten en informatie die mogelijk leidt tot verhoogde publiciteit rondom de school. De Raad laat zich in zijn vergaderingen direct informeren door verschillende stafmedewerkers. Bovendien belegt de Raad jaarlijks afzonderlijke bijeenkomsten met de Medezeggenschapsraad en met het volledige directieteam om met elkaar van gedachten te wisselen over de positie en de koers van de school. De Raad vergaderde in het verslagjaar vijf keer met het College van Bestuur en daarnaast een aantal keren zonder andere aanwezigen.
27
Financiën Eind 2012 kunnen we met tevredenheid zeggen dat de ingezette ombuigingsoperatie tot het gewenste resultaat leidt. Het financiële resultaat over 2011/2012 bevindt zich, dankzij de besparingen in de personele uitgaven vanaf augustus 2011 (het schooljaar 2011-2012) volledig binnen de gestelde begroting. Dit geldt eveneens voor de personele uitgaven in de periode augustus – december 2012. De organisatie heeft in het verslagjaar de vernieuwing van de faciliteiten voor het vmbo te Hardenberg en met de nieuwbouw te Dedemsvaart kunnen afronden. De voorbereide begroting voor 2013 ligt in lijn met de begroting voor het schooljaar 2012-2013. De Raad van Toezicht gaat er van uit dat de organisatie in staat blijft om de onderwijskundige prestaties binnen een sluitende financiële begroting te realiseren. De kritische, maar tevens positieve en ondersteunende rol van de medezeggenschap is hierbij van groot belang geweest. Wij hebben waardering voor de snelheid en de wijze waarop de organisatie de ombuigingsplannen heeft vorm gegeven en heeft doorgevoerd. Kwaliteit De strategische en onderwijskundige kwaliteit van het Vechtdal College is een vast agendapunt. Het Vechtdal College hanteert voor rapportages over de kwaliteitszorg onder meer de systematiek van Vensters voor Verantwoording. De Raad van Toezicht adviseert een nadrukkelijkere en doelgerichtere rol voor kwaliteitszorg en monitoring daarvan in de organisatie. De ontwikkelingen die in de cursus 2011/2012 zijn ingezet, beginnen hun resultaten af te werpen. Aanhoudende aandacht voor kwaliteitszorg blijft echter zeker nodig. Positie De maatschappelijke en marktpositie van het Vechtdal College in de regio is in toenemende mate punt van aandacht. De Raad van Toezicht oriënteert zich daarbij in de breedte op mogelijke samenwerkingsverbanden met andere opleidingsinstituten. Indertijd werd er in afstemming tussen de toenmalige bestuurder en de Raad van Toezicht voor gekozen om de mogelijkheid tot een nauwe samenwerking met Landstede te Zwolle te onderzoeken. Wij verwachten in de loop van 2013 tot verdere besluitvorming te kunnen komen. Tegenstrijdige belangen Er zijn bij de Raad geen meldingen gedaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen spelen. In zijn toezichthoudende rol ziet de Raad erop toe dat de leden van de Raad en de bestuurder onafhankelijk zijn. Overleg met belanghebbenden Voor de uitoefening van zowel zijn toezichthoudende rol als van zijn klankbordrol acht de Raad het van
wezenlijk
belang
om
contact
te
onderhouden
met
belanghebbenden.
Daartoe vergadert de Raad jaarlijks met een delegatie van de Medezeggenschapsraad. Werkgeversrol De Raad heeft het na het vertrek van de interim-bestuurder, heer drs. H. ter Buurkes de Vries, in december 2011, voorzien in een tijdelijke oplossing van binnenuit door de directeur bedrijfsvoering, de heer drs. B. Jonkers, als interim bestuurder/algemeen directeur aan te stellen. Toen deze in december 2012 aangaf een functie elders te willen aanvaarden, heeft de Raad de heer drs. A. Janse als interim-bestuurder aangezocht. (Deze is zijn werk begonnen op 15 januari 2013). 28
Evaluatie van het eigen functioneren van de Raad van Toezicht De Code Goed Onderwijsbestuur VO van de VO-raad wordt door de Raad van Toezicht gevolgd. Conform art. 11 lid 2 ( “De toezichthouder bespreekt tenminste eenmaal per jaar zijn eigen functioneren”) is enkele malen gereflecteerd op de wijze waarop de Raad functioneerde in het verslagjaar. Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2012 Mevrouw A. de Groot – Schuttert, voorzitter De heer F. Schepers, vice-voorzitter De heer G.J.H. Ranter, secretaris Mevrouw P.M. van der Kwast De heer J. van Dijk De vergoeding van de leden van de Raad van Toezicht is in overeenstemming met de Honorering van Raden van Toezicht van Onderwijsinstellingen van de Vereniging Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOi). Voortgang In 2012 is de structurele positie van het Vechtdal College weer verder verbeterd. De gebouwen en lesfaciliteiten in Dedemsvaart en Hardenberg zijn aangepast aan de eisen die er aan gesteld mogen worden – voor Ommen wordt eenzelfde stap voorbereid. Het keuze proces voor een passende samenwerkingspartner is door een brede werkgroep begeleid en voldoet aan de verwachtingen die aan een dergelijk zorgvuldig proces gesteld mogen worden. Er bestaat een open dialoog met de medezeggenschap over de keuzes die noodzakelijk zijn om de sterke positie van het Vechtdal College op langere termijn zeker te stellen. Wij zien de toekomst met vertrouwen tegemoet.
Hardenberg, mei 2013 Raad van Toezicht Vechtdal College Antje de Groot – Schuttert, voorzitter
29
JAARREKENING
Balans per 31 december 2012 31-12-2012
31-12-2011
€
€
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
4.724.475 2.457.041
3.784.377 2.526.303 7.181.516
6.310.680
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
695.313 3.314.298
Totaal activa
482.358 4.586.473 4.009.611
5.068.831
11.191.127
11.379.511
2.1
Eigen vermogen
6.118.424
4.633.720
2.3
Voorzieningen
1.346.628
1.595.965
2.4
Langlopende schulden
1.233.105
1.237.949
2.5
Kortlopende schulden
2.492.970
3.911.877
11.191.127
11.379.511
Totale passiva
30
Staat van baten en lasten over 2012 Jaarrekening
Begroting
Jaarrekening
2012
2012
2011
€
€
€
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCenW 25.253.434 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 393.552 Overige baten 1.250.909
3.2 3.5
26.897.894
Totaal baten
4
Lasten
4.1
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten
4.2 4.3 4.4
20.868.542 1.180.771 1.531.929 1.830.435
Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
24.770.420 99.145 970.395
Financiële baten en lasten Nettoresultaat
31
24.038.049 169.224 979.092 25.839.960
21.070.659 1.131.915 1.436.776 2.289.280
25.186.365
20.805.884 1.030.763 1.433.345 2.642.708
25.411.677
25.928.630
25.912.699
1.486.217
-88.670
-726.334
-1.513
-25.000
65.623
1.484.704
-113.670
-660.710
Kasstroomoverzicht over 2012 Jaarrekening
Jaarrekening
2012
2011
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo baten en lasten Gecorrigeerd voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
1.486.217
-726.334
1.180.771
1.030.763 79.936
-249.337
2.417.651 Veranderingen in vlottende middelen - Vorderingen - Schulden
-212.955 -1.418.907
384.365 -8.382 -955.676
1.631.862785.789
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
73.054 -74.568
-964.058 -579.693 140.465 -74.842
1.513784.276
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
65.622 -514.071
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
(Des)investeringen materiële vaste activa (Des)investeringen financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-807.560 1.283.784
2.120.871-
69.264 2.051.607-
-2.091.344
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutaties overige langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
4.844-
-4.570 4.844-
-4.570
Mutatie liquide middelen
-1.272.175
-2.609.985
Stand Liquide middelen 1-1 Mutatie Stand Liquide middelen 31-12
4.586.473
-1.272.175 3.314.298
7.196.458 -2.609.985 4.586.473
32
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2012 Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten De organisatie is een stichting; de voornaamste activiteit van de Stichting Vechtdal College bestaat uit het geven van onderwijs op interconfessionele grondslag. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de organisatie.
Schattingswijziging waardering materiële vaste activa Tot 1 januari 2012 werden de werkboeken jaarlijks volledig afgeschreven. Nieuwe inzichten hebben geleid tot het hanteren van een afschrijvingstermijn van twee jaar voor werkboeken. Het positieve effect van deze schattingswijzigingen op het resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt circa € 240.000. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt, die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
33
Materiële vaste activa De verbouwingen, inventaris en apparatuur en overige materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Verbouwingen
:
5%
Computerapparatuur
:
20-25%
Netwerkcomponenten
:
16,67%
Audio-visuele, huishoudelijke en overige inventaris en apparatuur :
12,50%
Schoolmeubilair, vaklokalen en kantoormeubilair
:
6,67%
Overige materiële vaste activa, waaronder de leerboeken
:
25%
Werkboeken
:
50%
Financiële vaste activa De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze derivaten worden door de onderneming niet gesepareerd van het basiscontract en derhalve in overeenstemming met het basiscontract verwerkt. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderings-verliezen of onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
34
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het Bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts is binnen het eigen vermogen, voor zover van toepassing, een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorziening en de voorziening groot onderhoud gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven wordt de voorziening opgenomen tegen de nominale waarde. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW, wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en c.
er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder de paragraaf Financiële instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder de paragraaf Financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde
pensioenregeling.
Deze
pensioenregeling
is
ondergebracht
bij
een
bedrijfstak
pensioenfonds (ABP) en wordt – overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging – in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. 35
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Ouderbijdragen De ouderbijdragen voor leermiddelen en leerlingenactiviteiten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen voor de betreffende periodes.
36
Toelichting op de balans 1. Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:
1.2
Materiële vaste activa
1.2.1
1.2.2
1.2.3
Gebouwen
Inventaris
Andere vaste
en
en
bedrijfs-
terreinen
apparatuur
middelen
Totaal
€
€
€
€
Stand per 1 januari 2012
- Cumulatieve afschrijvingen
1.571.696 564.598-
8.232.337 6.273.751-
1.985.358 1.166.666-
11.789.392 8.005.015-
Boekwaarde
1.007.098
1.958.586
818.692
3.784.377
1.300.825
684.854
1.985.679
- Aanschafprijs
Mutaties in de boekwaarde: - Investeringen
-
- Gesubsiedieerde Investeringen
662.971
- Desinvesteringen aanschafwaarde
-
- Afschrijvingen
116.154-
- Desinvesteringen cumulatieve afschrijvingen
-
- Subsidies Investeringen
662.971 594.333-
348.005-
348.005-
470.284-
1.180.771-
348.005
348.005
527.779-
Saldo
19.038
527.779-
706.492
214.570
940.100
Stand per 31 december 2012
- Cumulatieve afschrijvingen
1.706.888 680.752-
9.533.162 6.868.085-
2.322.207 1.288.945-
13.562.257 8.837.782-
Boekwaarde
1.026.136
2.665.077
1.033.262
4.724.475
- Aanschafprijs
De geactiveerde bouwkosten hebben betrekking op huisvesting waarvan het economisch eigendom bij de gemeenten Hardenberg en Ommen berust.
Bedrag
WOZ-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen
14.873.000 32.667.260
37
Peildatum
1-1-2012 1-1-2011
2. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3
Financiële vaste activa
1.3.7 Overige vorderingen € Gem Hardenberg
Stand per 1 januari 2012
De Veste
Totaal
1.243.084
1.288.354
2.531.438
4.844
32.209
37.053
1.238.240
1.256.145
2.494.385
5.135 1.233.105
32.209 1.223.936
2.457.041
Investering
-
Aflossingen Stand per 31 december 2012 Aflossing 2013
1)
37.344
De post overige vorderingen betreft een lening voor het gebouw in Hardenberg bij de Gemeente Hardenberg.
1) De te ontvangen bijdragen 2011 zijn gepresenteerd onder 1.5.7 te vorderen aflossingbijdrage.
Onder de financiële vaste activa is een vordering op de gemeente Hardenberg (van € 1.283.404) opgenomen. Deze vordering heeft betrekking op een renteloze lening inzake de voorfinanciering van het gebouw in Hardenberg. De lening is in voor 60 jaren aangegaan en wordt in een jaarlijks bedrag (incl. aflossing) betaald aan de gemeente Hardenberg.
3. Vorderingen 1.5
1.5.1
1.5.7
Vorderingen
2012
2011
€
€
Debiteuren Debiteuren leerlingbijdrage Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
343.951 -32.500 311.451
345.400 -12.500 332.900
Overige vorderingen Te vorderen rente
13.526
Te vorderen aflossingbijdrage
37.344
Overige vorderingen
77.504 4.844 67.111
332.992 383.862
149.459
695.313
482.358
De debiteuren en overige vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan 1 jaar.
38
4. Liquide middelen 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Banktegoeden
1.7.3
Spaarrekeningen
2012
2011
€
€
1.955 843.322 2.469.021
868 659.364 3.926.241 3.314.298
4.586.473
De liquide middelen zijn vrij opneembaar.
5. Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen
Stand per
Resultaat
1 januari 2012 €
2.1.1
Algemene reserve
€
€
2.126.768
Overige
Stand per
mutaties
31 december 2012
€
€
664.704
2.791.472
2.126.768 2.1.2
2.791.472
Bestemmingsreserve (publiek) Bapo Frictiefonds personeel
496.407
496.407
2.010.545
270.000
2.280.545
Prestatiebox
-
310.000
310.000
Leermiddelen
-
240.000
240.000
2.506.952 2.1.6
€
Herwaarderingsreserve inventaris
3.326.952
4.633.720
1.484.704
-
6.118.424
2.1.1 De algemene reserve is opgebouwd uit exploitatieoverschotten en de in het verleden opgeheven voorziening onderhoud gebouwen. Deze reserve is bedoeld om eventuele nadelige exploitatiesaldi (m.u.v. personele) op te vangen, voor het afdekken van de waarden van de materiële vaste activa en als financieringsbron voor nieuwe investeringen. 2.1.2 Het bestuur heeft de bestemmingsreserve "Frictiefonds personeel" in het leven geroepen om eventuele kosten te kunnen bestrijden die voortvloeien uit niet te voorziene of te voorkomen fricties op het terrein van werkgelegenheid, ziektevervanging, WAO/WIA eigen risicodragerschap en andere aan personeelskosten gerelateerde fricties. Het fonds vormt in zekere mate een garantie voor werkgelegenheid. De basis betreft de mogelijke gevolgen van het toepassen van het met de werkgeversorganisaties bij verschillende fusieprocessen afgesproken Sociaal Statuut. Het feit dat de school zelf verantwoordelijk is voor de kosten van ziektevervanging en eventuele risico’s die kunnen voortvloeien uit de WAO/WIA heeft het bestuur ertoe doen besluiten deze eveneens in deze reserve onder te brengen. Met ingang van het boekjaar 2009 is er een bestemmingsreserve BAPO in het leven geroepen. Deze reserve is ontstaan na de stelselwijziging in 2009 en zal afnemen naarmate het gespaarde verlof in de komende jaren wordt opgenomen. Met ingang van 2012 is gestart met een bestemmingsreserve leermiddelen. Deze reserve is ontstaan uit de positieve effecten van het afschrijven op werkboeken met ingang van het schooljaar 2012-2013, einde dat schooljaar zullen eventuele correcties op deze reserve worden afgeboekt. De reserve is daarnaast bedoeld om het leermiddelenbeleid te kunnen stimuleren. 39
6. Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.3
Voorzieningen
2.3.1 Personeelsvoorzieningen €
256.419 0 -1.591
Stand per 1 januari 2012 Dotatie Onttrekking
0
Rente mutatie bij contante waarde
254.828
Stand per 31 december 2012
Onderhoudsvoorziening
Stand per 1 januari 2012
1.339.546 375.000 -622.746
Dotatie 2012 Onttrekking
Stand per 31 december 2012
1.091.800
Totaal voorzieningen
1.346.628
De personeelvoorziening bestaat uit een reservering voor spaarverlof en toekomstige jubilea.
7. Langlopende schulden 2.4
Langlopende schulden
2.4.5 Lening nieuwbouw Hardenberg €
1.243.084 4.844 1.238.240
Stand per 1 januari 2012 aflossingen Stand per 31 december 2012
5.135
Kortlopend deel < 1 jaar Deel >1 jaar en <5 jaar
23.810
Langlopende deel > 5 jaar
1.209.295
6%
Rentevoet
De lening m.b.t. de nieuwbouw betreft een 60-jarige annuïteitslening bij de gemeente Hardenberg tegen 6 %.
40
8. Kortlopende schulden 2.5
Kortlopende schulden
2012
2011
€ 2.5.3
Crediteuren
2.5.4
OCW
€
152.457 0
176.784
0 152.457
2.5.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.5.8
Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige kortlopende schulden
875.039 306.524
176.784 856.397 281.685
1.181.563
18.416 598.612 158.601 383.321
- Vooruitontvangen subsidies OCW - Vakantiegeld en -dagen - Vooruitgefaktureerde schoolkosten - Overige kortlopende schulden
2.5.10
1.138.081
18.416 604.588 237.267 831.078 1.158.951
1.691.350
0
905.664
2.492.970
3.911.877
Overlopende passiva
Door wijziging in de jaarverslaggeving zijn de geoormerkte gelden, tot dusver geboekt onder 2.5.10 Overlopende passiva, vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
Model G G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13 lid 2 sub a) G2. Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13 lid 2 sub b) G2. A. Aflopend per ultiomo verslagjaar G2. B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar saldo nog te
Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
datum
Totaal
Bedrag van de toewijzing €
saldo
ontvangen in
lasten in
totale kosten
besteden
1-1 2012
verslagjaar €
verslagjaar
31-12-2012
ultimo verslagjaar
€
€
€
-
-
-
-
41
-
-
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Meerjarige financiële verplichtingen In het kader van de europese aanbestedingswetgeving zijn er contracten afgesloten met: (1) de firma Nobel Documentgroup een vijfjarig huurcontract met betrekking tot het gebruik van kopieerapparatuur, de jaarlijks hieruit voortvloeiende verplichting bedraagt ca. € 150.000 (2) de firma van Dijk Schoolboeken een vierjarig contract met betrekking tot de aanschaf van schoolboeken, de jaarlijks hieruit voortvloeiende verplichting is afhankelijk van de gewenste inkoop (3) de firma Fonville een vierjarig contract met betrekking tot de schoonmaak, de jaarlijks hieruit voortvloeiende verplichting bedraagt ca. € 200.000. Er zijn huurcontracten afgesloten met: (1) de woningstichting de Veste voor het schoolgebouw in Dedemsvaart voor de komende 39 jaren, voor een jaarlijks bedrag van ca. € 40.000 (jaarlijks geïndiceerd) (2) de firma Hoogenboom voor huur van het gebouw aan de Strangeweg te Ommen, voor een periode van 3 jaren vanaf 1 augustus 2012, tegen een jaarlijks bedrag van ca. € 114.000.
42
Toelichting op de staat van baten en lasten 9. Rijksbijdragen
2012
Begroting 2012
€ 3.1
23.011.588
2011 €
€
22.743.504
Rijksbijdrage OCW Geoormerkte OCW-subsidies Niet-geoormerkte OCW-subsidies
3.1.2
€
€
Rijksbijdragen
Rijksbijdrage sector VO 3.1.1
€
23.011.588
2.241.846
22.339.019 22.743.504
22.339.019
2.026.916
Overige subsidies OCW
1.699.030
2.241.846
2.026.916
1.699.030
25.253.434
24.770.420
24.038.049
10. Overige overheidsbijdragen en subsidies 2012 € 3.2
Begroting 2012 €
€
2011
€
€
€
Overige overheidsbijdragen
Gemeentelijke bijdragen 3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.2.2
Overige overheidsbijdragen
346.706
99.145 346.706
133.818 99.145
133.818
46.846
0
35.407
393.552
99.145
169.224
11. Overige baten 2012 € 3.5
Overige baten
3.5.1
Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
3.5.2 3.5.5 3.5.6
Begroting 2012 €
43
€
€
2011 €
€
15.143
43.801
18.066
206.642
222.319
137.633
563.060
619.928
594.230
466.064
84.347
229.163
1.250.909
970.395
979.092
12. Personeelslasten 2012 € 4.1
€
2011
€
€
€
Personele lasten
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1
Begroting 2012 €
14.070.559
15.204.369
14.306.538
1.679.014
1.550.000
1.552.294
3.592.135
3.400.000
3.422.895
Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
4.1.2.
Overige personele lasten
4.1.3
Af: uitkeringen
19.341.708
20.154.369
19.281.727
0 700.643
114.810
684.844
900.034
801.480
917.261
1.600.677
916.290
1.602.105
-73.842
0
-77.949
20.868.542
21.070.659
20.805.884
Het gemiddeld aantal fte in 2012 is 306 (2011: 312 fte) Voor de verklaring van de afwijking van de begroting 2012 van de overige personele lasten zie de paragraaf 'Toelichting op het exploitatieresultaat'. 13. Afschrijvingen materiële vaste activa 2012 € 4.2
Afschrijvingen op materiele (vaste) activa
4.2.2
Materiele vaste activa
Begroting 2012 €
€
€
2011 €
€
1.180.771
1.131.915
1.030.763
1.180.771
1.131.915
1.030.763
De toename van de afschrijvingen in 2012 ten opzichte van 2011 worden voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de afschrijvingen voor ICT (aanpassingen aan infrastructuur), schoolmeubilair en machines (nieuwbouw Dedemsvaart en verbouwingen vmbo in Hardenberg) en boekenfonds (afschrijven van werkboeken). 14. Huisvestingslasten 2012 € 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Begroting 2012 €
262.250 17.575 432.290 307.007 439.781 17.115 55.911 1.531.929
€
€
2011 €
220.812 23.232 409.714 321.321 411.659 15.550 34.488 1.436.776
De stijging in de huisvestingslasten worden voornamelijk veroorzaakt door de nieuwbouw in Dedemsvaart.
44
€
190.854 18.854 412.907 302.534 416.395 17.279 74.523 1.433.345
15. Overige lasten 2012
Begroting 2012
€ 4.4
Overige lasten
4.4.1
Administratie- en beheerskosten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
4.4.2 4.4.3 4.4.4
€
€
439.235 934.265 0 456.935 1.830.435
2011 €
€
€
396.975 1.207.806 0 684.499 2.289.280
413.155 1.412.562 84.532 732.458 2.642.708
De afname van de inventaris, apparatuur en leermiddelen (4.4.2), wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er in 2012 gestart is met het afschrijven van de werkboeken. De toename van de overige lasten (4.4.4) komt door extra investeringen in de nieuwbouw Dedemsvaart, deze werden gefinancierd uit extra middelen van de gemeente Hardenberg. 16. Financiële baten en lasten 2012
Begroting 2012
€ 5
Financiele baten en lasten
5.1
Rentebaten Rentelasten
5.5
€
€
73.054 -74.568 -1.513
45
2011 €
€
50.000 -75.000 -25.000
€
140.465 -74.842 65.623
A.1.8
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
Raad van Toezicht
Naam
mevr. A. de Groot-Schuttert de heer F. Schepers de heer G.J.H. Ranter de heer J. van Dijk mevr. Drs P. van der Kwast
Functie
voorzitter vice-voorzitter secretaris lid lid
Duur arbeidsovereenkomst vanaf Tot
1-7-2008 1-7-2008 1-12-2008 1-7-2008 1-12-2008
Ingangsdatum Dienstverband (D) dienstverband of interim (I)
1-7-2008 1-7-2008 1-12-2008 1-7-2008 1-12-2008
1-6-2013 1-6-2013 1-6-2013 1-6-2013 1-6-2013
nvt nvt nvt nvt nvt
Periodiek betaalde beloningen
4.000 3.000 3.000 3.000 3.000 16.000
Bonus en/of Ontvangen gratificatie pensioenbijdrage
Uitkering wegens beeïndiging dienstverband
Totale uitbetaling 2012
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.000 3.000 3.000 3.000 3.000 16.000
De statuten schrijven voor dat de zittingstermijn van de leden uiterlijk 4 jaar zal duren (waarna herbenoeming kan volgen). Gezien het feit dat de raad van Toezicht van de Landstede groep zullen gaan fungeren als Raad van Toezicht van het Vechtdal College (per 1-6-2013) is van deze statutaire verplichting afgeweken. Bestuurders Duur arbeidsovereenkomst Naam B.Jonkers
Functie CvB a.i.
vanaf
Ingangsdatum Dienstverband (D) dienstverband of interim (I)
Tot
1-1-2012 onbepaald
1-8-1977
I
Honoraria Accountant
De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander bedoeld in artikel 2:382a BW.
Onderzoek van de jaarrekening
KPMG
KPMG
2012
2011
23.641
20.001
23.641
20.001
46
Periodiek betaalde beloningen
113.158
Bonus en/of Ontvangen gratificatie pensioenbijdrage 0
0
Uitkering wegens beïndiging dienstverband
Totale uitbetaling 2012 0
113.158
OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Vechtdal College
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Vechtdal College te Hardenberg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van
de
gebruikte
grondslagen
voor
financiële
verslaggeving
en
de
gebruikte
financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
47
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Vechtdal College per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 voldoen in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Zwolle, 29 mei 2013 KPMG Accountants N.V. G.J. Kamerling RA
48
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
Ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling. Het positieve resultaat van het verslagjaar ad. € 1.485.000 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen.
49
Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met een significante invloed op het resultaat en het vermogen van de organisatie. Samenwerkingsverbanden Het Vechtdal College maakt deel uit van het Samenwerkingsverband v.o. N.O. -Overijssel. Voor wat betreft de VAVO-leerlingen heeft het Vechtdal College contractafspraken met diverse ROC's, zoals het Alfa College en het Deltion College.
50