Programmabegroting 2013 meerjarenbegroting 2014-2016
2
Inhoudsopgave Inleiding
5
De programma's
9
Leeswijzer 1 Bestuur 2 Dienstverlening 3 Openbare orde en veiligheid 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 5 Onderwijs en jeugd 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn 7 Zorg en volksgezondheid 8 Ruimte, volkshuisvesting en economie 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 10 Bedrijfsvoering De paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Verbonden partijen Grondbeleid De financiële begroting Samenvatting Toelichting op de financiële begroting Meerjareninvesteringsoverzicht Relatie tussen programma's en producten
10 11 15 19 23 27 31 35 39 45 47 51 53 59 61 65 67 77 79 79 83 87 89
3
4
Inleiding De crisis waarin we momenteel als Nederland in verkeren heeft zich verder verdiept. Er zijn nog geen tekenen van herstel. Het financieel perspectief voor de Nederlandse gemeenten is nog verre van rooskleurig. Na de verkiezingen van 12 september jl. is het politieke landschap wederom drastisch veranderd en zal de formatie van een nieuw kabinet de nodige tijd vergen. De woningmarkt heeft zich nog niet hersteld en een nieuwe golf aan bezuinigingen voor de gemeenten ligt op de loer. In financieel opzicht maken we moeilijke tijden door. De risico’s in de grondexploitaties zijn eerder toegenomen dan afgenomen. In dat perspectief presenteren wij de programmabegroting 2013-2016. Totstandkoming van de begroting 2013 Het college heeft u in juni 2012 een kadernota aangeboden waarin rekening werd gehouden met kortingen op het gemeentefonds, een weerstandsvermogen waarmee nog tegenvallers op de grondexploitaties opgevangen kunnen worden, ramingen voor onder andere rente over geldleningen die meerjarig robuust zijn en financiële ruimte voor nieuw beleid. Daarvoor bleken wel aanvullende maatregelen nodig. In het dekkingsplan in de kadernota waren de volgende maatregelen opgenomen: • een bezuinigingstaakstelling op de kosten van bedrijfsvoering € 510.000 • een kostenbesparing realiseren door integraal accommodatiebeleid € 50.000 • hogere inkomsten uit verhuur en gebruik gemeente eigendommen € 10.000 • belastingmaatregelen € 1.350.000 Vervolgens hebben wij u, op basis van de junicirculaire van het Rijk, geïnformeerd dat de uitkering uit het gemeentefonds voordeliger uitvalt dan geraamd in de kadernota. Tevens hebben wij u geïnformeerd over een te hoog geraamd nadeel op de WMO. Dit betekent dat de voorgestelde belastingmaatregelen die gebaseerd waren op de financiële situatie van begin mei 2012 inmiddels verlaagd kunnen worden. De voorgestelde belastingmaatregelen waren gebaseerd op de financiële situatie van begin mei 2012. De gemeenteraad heeft de kadernota niet vastgesteld, maar een motie aangenomen ( M 2012-21) waarin de raad het college verzoekt om: 1. alles in het werk te stellen om het tekort door verdere ombuigingen te verminderen tot 0; 2. in beeld te brengen of de belastingmaatregelen - in combinatie met de door het college in de kadernota genoemde mogelijke verlaging van de afvalstoffenheffing en mogelijk het rioolrecht- kan leiden tot een veel lagere verhoging van de belastingdruk voor de inwoners dan wordt voorgesteld; 3. tijdig de raad hierover te informeren door middel van een vast agendapunt in de commissie Samenleving en Financiën. De begroting 2013 is opgesteld rekening houdend met de inhoud van deze motie. In de begroting 2013 is o.a.: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
rekening gehouden met de voorgenomen bezuinigingen op bedrijfsvoering; het budget om personele knelpunten op te lossen niet meer opgenomen; de rente over op te nemen geldleningen verlaagd naar het huidige lage renteniveau; geen rekening meer gehouden met kortingen op het gemeentefonds door het rijk; de uitkering uit het gemeentefonds geraamd conform de actuele berekening voor 2016; rekening gehouden met een lagere stijging van de lasten voor de WMO (w.o. de Regiotaxi).
Een volledig overzicht van alle ontwikkelingen vindt u op pagina 81. Hierdoor ontstaat een meerjarenbegroting die sluit met de volgende saldi: Tabel 1 Saldi meerjarenbegroting
Saldo begroting
2013 -32.246
2014 184.768
2015 -544.166
2016 -80.719
5
Dekkingsplan 2013 Voor het sluitend maken van de meerjarenbegroting 2013-2016 stellen wij de volgende dekkingsmaatregelen voor: Tabel 2 Dekkingsmaatregelen
Saldi begroting 2013
a
2014
2015
2016
-32.246
184.768
-544.166
-80.719
50.000
50.000
Dekkingsplan Ombuigingen bedrijfsvoering zijn in de begroting opgenomen
b
Acommodatiebeleid Het integrale accommodatiebeleid moet leiden tot een efficiënte en doelmatige inzet van het maatschappelijke vastgoed binnen de gemeente Maasdriel. Het clusteren van activiteiten leidt tot een inhoudelijk beter aanbod en optimale benutting van accommodaties. Hierdoor is het mogelijk om met minder accommodaties en activiteiten voorzieningen in stand te houden. Op de lange termijn moet dit resulteren in een kostenbesparing ten opzichte van het in stand houden van de huidige accommodaties. De structuurvisie is richtinggevend. Dit betekent terugtreden van de overheid en een beroep doen op de zelfredzaamheid van de burgers. Hiervoor wordt vanaf 2015 een stelpost geraamd van € 50.000.
c
Verhuur gemeentelijke eigendommen Hogere inkomsten genereren uit verhuur en gebruik van gemeente eigendommen ten behoeve van commerciële activiteiten. Hiervoor wordt vanaf 2013 een stelpost opgenomen oplopend tot € 10.000.
d
Temporiseren investeringen 1, Onderhoud wegen. De ombuigingen hebben tot gevolg dat onderhoud naar achteren is geschoven. Daarnaast is de taakstellende opdracht om € 170.000 te verdienen door aanbestedingsvoordelen en inverdieneffecten gerealiseerd. Dit heeft geen effect op de exploitatie maar op de voorziening Wegen(IBOR). 2. Temporiseren investering riolering ad € 550.000 om de ombuigingstaakstelling te kunnen realiseren. Hiertegenover staat een verlaging van de rioolrechten.
e
Belastingmaatregelen OZB verhoging met 4,35% alleen woningen (afvalstoffenheffing -/- € 10 ) OZB verhoging met 1,15% over woningen en niet woningen in relatie met een verlaging van de rioolrechten met € 44.500 De ombuigingstaakstelling is al geraamd.
f
2013
Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves (verevening) Saldi inclusief dekkingsplan
2.500
5.000
7.500
10.000
107.000
107.000
107.000
107.000
-77.254
-296.768
379.666
-86.281
0
0
0
0
6
Financieel perspectief De gemeente heeft in 2012 een bezuiniging van 3,1 miljoen euro opgenomen in de begroting. In de kadernota hebben wij geschetst dat wij ondanks deze bezuinigingen zonder verder ingrijpen afstevenen op een structureel tekort. In de voorliggende begroting is het structurele tekort fors verlaagd. Dit resultaat is voornamelijk bereikt door het opnemen van de ombuigingen op de kosten van bedrijfsvoering, door geen rekening te houden met mogelijke kortingen op het gemeentefonds en door de lasten voor nieuw beleid te verlagen. Door alle genomen maatregelen kan de eerder bij de de kadernota 2013-2016 aangekondigde OZB verhoging van 35%, beperkt blijven tot 5,50%, exclusief 1,50% indexering.(totaal 7,00%) Het college is zich ervan bewust dat er wederom kritisch naar de bedrijfsvoering van onze gemeente wordt gekeken. In de begroting 2012 waren al ombuigingen voor bijna 7 ton opgenomen. Voor 2013 komt daar nog eens 5,5 ton bij. In twee jaar ruim 1,2 miljoen euro bezuinigen op de bedrijfsvoering is een operatie van ongekende omvang en vraagt ook het nodige van onze medewerkers. De organisatie gaat deze uitdaging niet uit de weg, maar duidelijk is wel dat na deze ingreep de rek er volledig uit is. Het college staat voor fatsoenlijke kwaliteit van dienstverlening aan onze inwoners en draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering van wettelijke taken. De ombuigingen op bedrijfsvoering hebben gevolgen voor de uitvoering van taken. In de begroting worden de gevolgen per programma aangegeven. De gemeenten in Nederland krijgen het de komende jaren financieel voor de kiezen. Ook onze gemeente. Maasdriel is één van de 38 gemeenten die op grondposities moest afschrijven. De voorgenomen woningbouw en ambities zijn opnieuw onder de loep genomen en teruggebracht tot realistische proporties. Een teken op herstel van de woningbouw is in de verste verte nog niet waarneembaar. Voor onze gemeente is het risico nog niet geweken. Bij het stagneren van de woningbouwmarkt zullen de komende jaren opnieuw verliezen moeten worden genomen. Door de hoge risico's komt ons weerstandsvermogen onder druk te staan. Extra bijdragen van het Rijk in het kader van artikel 12 van de gemeentewet zijn niet te verwachten. Maasdriel heeft nog een onbenutte belasting capaciteit van 1.5 miljoen euro en zal dit eerst moeten benutten voordat bij het Rijk kan worden aangeklopt. Uw raad heeft zich bij de behandeling van de kadernota duidelijk uitgesproken niet tot de grens van de maximale toegestane belastingdruk voor onze inwoners te willen gaan. Ombuigingen op de rijksuitgaven betekenen hoogstwaarschijnlijk kortingen op de uitkeringen aan de gemeenten. De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn geraamd zonder rekening te houden met kortingen. Dit om aan de wens te voldoen een sluitende begroting te presenteren met veel lagere belastingmaatregelen. Dit is volgens de junicirculaire mogelijk, maar het betekent wel dat kortingen tot financiële nadelen op de begroting zullen leiden. Daarnaast staat Maasdriel aan de vooravond van een omvangrijke overheveling van rijkstaken naar de gemeenten. Het gaat dan om Jeugdzorg, AWBZ, en de Wet werken naar vermogen. De overheveling gaat veelal gepaard met een behoorlijke korting en weinig tot geen beleidsvrijheid. Kortom, wij leggen u een begroting voor waarvan de bodem van de geldkas in zicht is. Investeringen zijn getemporiseerd of naar latere jaren verschoven. Er wordt wederom drastisch op bedrijfsvoering bezuinigd. Tegenvallende inkomsten vanuit het gemeentefonds kunnen niet meer worden opgevangen. Voor “nieuw beleid” is alleen ruimte als “oud beleid” wordt ingeleverd. Ambities zijn naar beneden bijgesteld. Van ontwikkelgemeente glijden we langzaam af naar een beheergemeente. Zitten we bij de pakken neer? Nee! Onze kracht zal liggen in het zoeken en realiseren van verbindingen tussen het publieke en private domein. Met elkaar - inwoner, instelling, ondernemer en gemeente – werken aan nieuwe effectieve manieren van gemeenschappelijke verbondenheid! Decentralisatie is namelijk een trend die zich ook ‘van onderop’, vanuit de burger als consument voltrekt. Bijvoorbeeld door als individu of in groepsverband een eigen huis te bouwen via het zogenoemde Collectieve Particuliere Opdrachtgeverschap (CPO).Maasdriel barst van burgerkracht en inventief ondernemerschap. Samen zullen we deze – voor alle gemeenten – lastige periode overbruggen. Daarin ligt de uitdaging én de kans.
7
8
De programma's Deze begroting is ingedeeld in de volgende programma's. 1. Bestuur Onderdelen: raad, griffie, rekenkamercommissie, college, bestuursondersteuning, planning & control, juridische control en risicomanagement, kabinet, rechtsbescherming, klachtenbehandeling, verkiezingen en voorlichting/communicatie. 2. Dienstverlening Onderdelen: uittreksels en verklaringen, gemeentelijke basisadministratie, identificatie en reisdocumenten, naturalisatie, rijbewijzen, huwelijksvoltrekkingen, burgerlijke stand, APV, drank-, horeca- en incidentele vergunningen, weekmarkt, begraven, monumenten, bouwvergunningen en de afgifte van gebruikersvergunningen. 3. Openbare orde en veiligheid Onderdelen: IV-beleid/politie, brandweer, rampenbestrijding. 4. Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving Onderdelen: wegen, verkeer, openbaar vervoer, water, openbaar groen, afval, riool, milieu, handhaving. 5. Onderwijs en jeugd Onderdelen: onderwijshuisvesting, leerplicht, leerlingenvervoer, volwasseneneducatie, algemeen onderwijsbeleid, kinderopvang, peuterspeelzalen, centrum voor jeugd en gezin (CJG). 6. Sport, recreatie, cultuur en welzijn Onderdelen: leefbaarheid, bibliotheek, sport, recreatie, kermis, speelterreinen, ouderenwerk, sociaal cultureel werk, dorpshuizen, paardenmarkt, volksfeesten, kunst en cultuur. 7. Zorg en volksgezondheid Onderdelen: Sociale Dienst Bommelerwaard/Lander, Wmo-voorzieningen (vervoer, woningaanpassingen, rolstoelen en hulpmiddelen, hulp bij het huishouden), Wmo-beleid en volksgezondheid. 8. Ruimte, volkshuisvesting en economie Onderdelen: bestemmingsplannen, volkshuisvesting, woonwagenstandplaatsen, gemeenteeigendommen, grondexploitatie, actieve grondpolitiek, economische zaken, bedrijventerreinen. 9. Algemene dekkingsmiddelen Onderdelen: algemene uitkeringen, belastingen, beleggingen. 10. Bedrijfsvoering Onderdelen: afdelingen, P&O, ICT en facilitaire zaken.
9
Leeswijzer De programmabegroting 2013 van Maasdriel is ingedeeld in 10 programma's. Ambities zijn in de programma's verwerkt. De speerpunten worden weergegeven. Daarnaast is de tevredenheid van onze inwoners over de verschillende beleidsterreinen als uitgangspunt genomen om onszelf te verbeteren. Deze indicator komt voort uit de resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek: 'Waar staat je gemeente'. Dit rapport is het resultaat van feitelijke resultaatindicatoren in combinatie met de mening van de inwoners van Maasdriel en beschrijft in zes 'burgerrollen' de prestaties van de gemeente. Het laatste rapport is 4 september 2012 verschenen. De uitkomsten van 'Waar staat je gemeente' zijn onder de resultaatindicatoren verwerkt. Tabellen in programma's • Bij activiteiten die meerdere jaren worden uitgevoerd, geldt het volgende. Indien er een kruisje staat bij een bepaald jaar, wordt ervan uitgegaan dat de activiteit in dat jaar is ingezet en in de volgende jaren tot de going-concern taken behoort. • In de tabellen van de budgetten is bij de ombuigingen de afwijking weergegeven op reeds vastgestelde ombuigingen. • Bij de ombuigingen is tussen haakjes het nummer vermeld waaronder de ombuiging is terug te vinden in de nota Ombuigingsvoorstellen 2012-2015
10
1
Bestuur
Speerpunten Realiseren van een constructieve relatie tussen gemeentebestuur en inwoners door: 1. Communicatie tussen bestuur en inwoners te intensiveren. 2. Goede bestuurlijke verhoudingen. 3. Administratieve lastenverlichting en minder bureaucratie. Resultaatindicator 1. 2.
Waarstaatjegemeente.nl: vertegenwoordiging door gemeenteraad Waarstaatjegemeente.nl: een goed gemeentebestuur
Nulmeting
Doelstelling 2014 2015
2013
2016
5,1
6,0
..
6,2
5,1
6,0
..
6,2
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1. Instellen dorpsbelangenorganisaties volgens groeimodel 1.2 Werkbezoeken college 2.1. Initiëren bestuurlijke vernieuwing 3.2 Terugdringing juridisering
2013 7 8 x x
Resultaat 2014 2015 9 8 10
2016 10
x
1.1 Instellen dorpsbelangenorganisaties volgens groeimodel Het college wil ook nadrukkelijk zichtbaar en toegankelijk zijn voor inwoners en ondernemers. En oog en oor hebben voor initiatieven vanuit de bevolking. Het college gaat meer op bezoek in de kernen, bij burgers en ondernemers. Dorpsraden worden gestimuleerd. 1.2 Werkbezoeken college Het college is in september 2012 gestart met de dorpsbezoeken en ook in 2013 worden verschillende kernen bezocht. Een vast onderdeel van het dorpsbezoek is dat er ook een bedrijf wordt bezocht in het betreffende dorp. Verder wordt het bezoek - waar mogelijk - grotendeels door de dorpsraad voorbereid. In 2013 wil het college minimaal acht bezoeken afleggen. .
Trends en risico's Communicatie met inwoners De gemeente wil in het algemeen een meer toegankelijke overheidsorganisatie creëren, die luistert naar de burgers en open staat voor hun initiatieven. De rol van het gemeentebestuur wordt meer faciliterend en ondersteunend van aard. Het algemeen programma college wil het beleid samen met inwoners uitvoeren. De inwoners en ondernemers van Maasdriel weten het best wat in hun omgeving nodig is. En vragen ook steeds meer ruimte om zelf initiatieven te ontplooien en met de gemeente samen te werken. Naast voorlichtende communicatie betekent dit investeren in verdieping van de relatie door de dialoog echt aan te gaan. De gemeente publiceert steeds minder in weekkranten, maar wordt actiever op interactieve kanalen, zoals social media. Het onderzoek 'Waar staat je gemeente' laat zien dat inwoners de informatie op de website verbeterd vinden (6,8 ten opzichte van 6,5 in 2010) en de informatie via de gemeentepagina in de weekkrant iets lager waarderen (6,9 ten opzichte van 7,0 in 2010). Dit sluit aan bij de keuze om meer digitaal te communiceren en slechts de wettelijk verplichte informatie nog schriftelijk te publiceren. Naast aandacht voor evaluatie na realisatie van projecten en plannen, worden inwoners meer uitgenodigd om bij de voorkant van projecten mee te denken. Vastgesteld beleid voeren we vaker samen uit. De inwoner is mede verantwoordelijk voor zijn eigen welzijn, veiligheid en leefomgeving. Algemeen Programma College Het college opereert niet op basis van een coalitieprogramma. Het algemeen programma college dat vanaf 10 november 2011 aan de slag is, hanteert een compact hoofdlijnenprogramma wat enerzijds gebaseerd is op het uitvoeren van de begroting en anderzijds steunt op de Structuurvisie. Afzonderlijke raadsvoorstellen kunnen niet op voorhand rekenen op een (vaste) meerderheid in de raad. Telkens zal er een meerderheid moeten worden verworven op basis van inhoudelijke 11
argumenten. De samenstelling van de meerderheid kan wisselend zijn. Deze wijze van werken doet een zwaar beroep op de ambtelijke organisatie. Zelfredzaamheid Inwoners moeten zoveel mogelijk in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te dragen voor behoud en verbetering van leefbaarheid in de eigen kern en/of wijk. Er wordt vooral een appel gedaan op het organiserend vermogen vanuit de dorpen. Op inwoners die hun rol nemen bij het reilen en zeilen in het dorp. Vanuit de organisatie is daarvoor geen ondersteuning meer beschikbaar, het project leefbaarheid is in 2012 stopgezet. Er is geen budget voor leefbaarheid beschikbaar. De ambtelijke projectleider leefbaarheid is geschrapt in het kader van de ombuigingen. Voor de dorpsraden en de dorpsradenontwikkeling kan er beperkt een beroep worden gedaan op een contactpersoon bij de gemeente als een aanspreekpunt. Er is geen capaciteit voor daadwerkelijke ondersteuning. Intergemeentelijke samenwerking Ultimo 2011 is er een startdocument opgesteld voor een samenwerking van drie gemeenten. Maasdriel, Neerijnen en Zaltbommel gaven hierin aan met elkaar samen te willen werken op het terrein van bedrijfsvoering. Uitgangspunt daarbij was één afdeling bedrijfsvoering. Gestreefd werd naar een ambtelijke fusie op termijn. Dit proces stopte in maart 2012 toen Neerijnen zich terugtrok als samenwerkingspartner. Na bezinning op het gelopen proces en een oriëntatie op de verschillende mogelijkheden hebben de colleges van Maasdriel en Zaltbommel zich uitgesproken voor een constructieve samenwerking, omdat zij met elkaar voldoende aanknopingspunten daarvoor zien. De bedrijfsvoering van beide gemeenten is hierbij het eerste aandachtsveld. In het verlengde hiervan is door Maasdriel gekozen voor een vervanging van het financiële systeem, waarbij gekozen is voor hetzelfde systeem (Decade) als in de gemeente Zaltbommel wordt gebruikt. In aanloop naar en tijdens de implementatie daarvan ontvangt de gemeente Maasdriel ondersteuning, know how en inzet vanuit de gemeente Zaltbommel. Gemeenschappelijke regelingen Wanneer we spreken over samenwerking, dan komt ook de regio Rivierenland nadrukkelijk in beeld. Er komt te veel op de individuele gemeente af en een gedragen en adequate samenwerking in een regio is dan zeer belangrijk. Iedere gemeente in Rivierenland is uiteindelijk te klein voor het oppakken van de taken die worden gedecentraliseerd. Met de hele regio of clusters binnen de regio is er meer resultaat te behalen. In kwalitatieve zin, maar ook in termen van efficiency en het verminderen van kwetsbaarheid. Circa twee jaar geleden is de structuur van de regio gewijzigd. Al werkend worden de nodige knelpunten ervaren. Het college is van mening dat de werkwijze te complex is en de afstand met de raad te groot is geworden. Het komende jaar zullen beide nadrukkelijk een punt van aandacht zijn. Brandweer Per 1 januari 2013 wordt de regionalisering van de Brandweer Gelderland-Zuid geëffectueerd en wordt de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid gewijzigd. Het doel van de regionalisering is het vergroten en verbeteren van de kwaliteit, continuïteit en capaciteit van de brandweerzorg (zowel in de advisering als in de operationele inzet) en de voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing, ten behoeve van de optimale veiligheid van de inwoners van Gelderland-Zuid. Regionaliseren van de brandweer is wettelijk verplicht. De regionalisering van de brandweerzorg betekent weliswaar dat de directe sturing op en zeggenschap over de brandweer vanuit de gemeenten vermindert, maar niet dat de betrokkenheid bij de brandweerzorg op afstand wordt gezet. Regionalisering betekent dat het beheer van de brandweer een verantwoordelijkheid wordt van het algemeen bestuur (de burgemeesters) van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Politie Ook is er een wet in voorbereiding over de politiezorg. Er wordt een Nationale Politie gevormd. Dit betekent schaalvergroting. De invloed die door de gemeente nog kan worden uitgeoefend op het beleid wordt hiermee aanzienlijk verminderd. Dit heeft consequenties voor de lokale speerpunten van de politie inzet. De gemeente Maasdriel vormt straks een onderdeel van de politie regio Landsdeel Oost.
12
Budgetten Tabel 3 Baten en lasten programma 1 Bestuur
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid Verzekering eigen risico arbeidsongeschiktheid wethouders Ombuigingen Burgerpanel structureel bezuinigen (12.6)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2.283.503
2.148.503
2.118.503
2.118.503
16.000 16.000
16.000 16.000
16.000 16.000
16.000 16.000
-17.000 -17.000
-17.000 -17.000
-17.000 -17.000
-17.000 -17.000
2.282.503
2.147.503
2.117.503
2.117.503
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-2.282.503
-2.147.503
-2.117.503
-2.117.503
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-2.282.503
-2.147.503
-2.117.503
-2.117.503
Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Verzekering eigen risico arbeidsongeschiktheid wethouders Als een wethouder arbeidsongeschikt raakt, kan dat voor de gemeente Maasdriel flinke financiële gevolgen hebben. Dit in verband met het eigen risicodragerschap dat de gemeente Maasdriel heeft. Om deze financiële risico's af te dekken wordt een verzekering afgesloten. Op basis van de huidige formatie van wethouders kost dit de gemeente Maasdriel € 16.000 op jaarbasis.
13
14
2
Dienstverlening
Speerpunten 1. Klantvriendelijke dienstverlening 2. Levertijd omgevingsvergunningen (activiteiten bouwen en milieu)
Resultaatindicator 1 Aantal digitale producten (e-formulieren)
Nul-meting (2011) 7,5
2013
2014 7,8
2015
2016
1a 1.b
Aantal digitale producten (aanvragen) Kennisbank volledig
20
30
35
35
40
15%
20%
25%
35%
50%
1c
Gemiddelde wachttijden in publiekshal verkorten
0
80%
90%
90%
95%
1d.
Maximale wachttijd in publiekshal 10 minuten
9,5 min
2 min
2 min
2 min
2 min
1e 1f
Telefonische dienstverlening op orde Juiste antwoorden, direct zonder doorverbinden
30 min
10 min
10 min
10 min
10 min
10%
50%
65%
80%
80%
1g
Wachttijd maximaal 25 seconden
80%
80%
90%
90%
1h
Ten minste 90% geslaagde doorverbindingen
50%
90%
90%
90%
90%
2
Aantal van rechtswege verleende omgevingsvergunningen
10%
0
0
0
0
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 De (digitale) balie klantvriendelijker maken 1.2 De overzichtelijkheid van de publiekshal verbeteren 1.3 KlantContactSysteem (KCS) invoeren zodat kennisbank en gegevens uit zakenmagazijn en gegevensmakelaar toegankelijk worden voor KlantContactCentrum (KCC) 1.4 Verbeteren telefonische bereikbaarheid en -dienstverlening
2013 x x x
2014 x
Resultaat 2015
2016
x
Waar Staat Je Gemeente 2012 De score voor de rol 'burger als klant' is in 2012 gestegen naar een 7,6. In maart 2012 is het werken op afspraak ingevoerd en zijn er uniforme openingstijden geïntroduceerd. Dit heeft er toe geleid dat de waardering van de bezoeker voor de openingstijden is gestegen van 6,7 in 2010 naar een 7,4 in 2012; en dat het oordeel van de bezoeker over de wachttijden ook sterk is verbeterd, namelijk van 7,4 in 2010 naar 8,2 in 2012. Opmerkelijk is wel dat de overzichtelijkheid en de privacy door onze klanten lager worden beoordeeld. De privacy bij zowel de infobalie als in de balies kunnen moeilijk verbeterd worden. Deze is bepaald door de keuze bij de inrichting van de publiekshal. De overzichtelijkheid kan mogelijk wel verbeterd worden door de (interne) bewegwijzering te verbeteren. Het oordeel over de prijs van de dienstverlening is gedaald (van 6,4 in 2010 naar 5,2). Dit is opvallend omdat we hierbij de landelijk voorgeschreven normen nog steeds hanteren en dat ook de leges voor de andere producten landelijk erg laag zijn. In het kader van de belastingverordening 2013 zal worden voorgesteld de leges voor een aantal producten dat digitaal wordt aangevraagd te verlagen. Verder wordt een voorstel om de APV aan te passen binnenkort aan de raad voorgelegd. 1.1 De (digitale) balie klantvriendelijker maken Eind 2010 is de gemeente gestart met de service om digitaal bepaalde producten aan te vragen. Voor 25 verschillende doeleinden zijn er inmiddels via de digitale balie e-formulieren beschikbaar. In 2013 worden de digitale aanvraagmogelijkheden sterker onder de aandacht gebracht. Het streven is om in de periode 2013 - 2016 het aantal aanvragen voor (burgerzaken)producten dat digitaal wordt aangevraagd stapsgewijs te verhogen naar 50%. Doelstelling voor 2013 is bestaande e-formulieren te verbeteren/vereenvoudigen en nieuwe te ontwikkelen. De gemeente participeert voor dit doel in landelijke en regionale werkgroepen. Daarnaast is contentbeheer een speerpunt voor 2013.
15
Via het Omgevingsloket Online (OLO) en de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) kunnen nog eens voor 45 verschillende zaken omgevingsvergunningen worden aangevraagd of een melding worden gedaan in het kader van de WABO en de Wet Milieubeheer. Daarnaast is het mogelijk voor 16 producten van de Waterwet een vergunning aan te vragen of een melding te doen. 1.2. Overzichtelijkheid van de publiekshal te verbeteren Op basis van de uitkomsten van 'Waar staat je gemeente 2012' verdient de interne bewegwijzering extra aandacht. Met respect voor de architectonische uitgangspunten van de in 2009 nieuw ingerichte publiekshal zullen passende maatregelen worden getroffen. 1.3. KlantContactSysteem verbeteren/verbreden/verder koppelen In 2012 zijn de voorbereidingen voltooid voor de aanschaf van een KCS. 2013 en volgende jaren zullen worden gebruikt om deze verder in te richten zodat er optimaal gebruik gemaakt van kan worden. Het gaat dan vooral om koppelingen met reeds aanwezige softwarepakketten. Deze ontsluiten via één systeem is een efficiencyslag en een verbetering van de dienstverlening. Klanten worden sneller geholpen aan telefoon en balie terwijl de beantwoording eenduidiger wordt, doordat uit één bron wordt geput. 1.4. Verbeteren telefonische bereikbaarheid en -dienstverlening In 2012 is er een nulmeting voor de telefonische bereikbaarheid uitgevoerd. Daaruit bleek dat vooral de bereikbaarheid van de backoffice een probleem was, met veel terugval naar de centrale tot gevolg. De nulmeting heeft geleid tot verbetervoorstellen. In het eerste kwartaal van 2013 wordt een volgende meting gehouden om te zien of deze voorstellen ook daadwerkelijk tot verbetering van de bereikbaarheid hebben geleid. Ingestoken wordt op het borgen van gemaakte afspraken en het verbinden van (interne) consequenties aan het overschrijden van de servicenormen.
Trends en risico's KCC Antwoord© is het door o.a. de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ontwikkelde concept dat gemeenten helpt de contacten met de burgers professioneler af te handelen door een Klant Contact Centrum (KCC) vorm te geven dat vanaf 2015 dé ingang wordt voor nagenoeg de gehele Nederlandse overheid. Het KCC is het organisatieonderdeel dat de fysieke, telefonische, papieren en digitale contacten met de burger aanneemt en waar mogelijk direct afhandelt. Antwoord© staat voor de verbreding van de producten en diensten die het gemeentelijk KCC afhandelt en het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening. Met de verandering van de gemeentelijke organisatie in 2009 zijn de eerste stappen gezet in de ontwikkeling van een KCC. De komende jaren ontwikkelt de afdeling verder om in 2015 aan de landelijk gestelde doelstelling te voldoen. Dienstverlening Om de doelstellingen ten aanzien van de dienstverlening te realiseren, is het van essentieel belang dat de randvoorwaarden zijn ingevuld. De continue aandacht voor ontwikkeling van de medewerkers, werkprocessen en ondersteunende applicaties is daarbij van belang. Om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen is een bepaalde mate van robuustheid van belang. Deze ontbreekt op dit moment, waardoor de kwaliteit van de dienstverlening in het gedrang komt. Autonome groei van de eigen organisatie heeft niet de hoogste prioriteit, waardoor ook op het terrein van de dienstverlening, samenwerking en/of regionalisering wenselijk is. De mogelijkheden van samenwerking op dit terrein met de gemeente Zaltbommel worden verder onderzocht.
16
Budgetten Tabel 4 Baten en lasten programma 2 Dienstverlening
Lasten Bestaand beleid
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1.726.829
1.724.917
1.721.716
1.719.862
0
0
0
0
0
0
0
0
1.726.829
1.724.917
1.721.716
1.719.862
1.050.185
1.073.185
1.071.185
1.069.185
-9.000 -9.000
-9.000 -9.000
-9.000 -9.000
-9.000 -9.000
0
0
0
0
1.041.185
1.064.185
1.062.185
1.060.185
-685.644
-660.732
-659.531
-659.677
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-685.644
-660.732
-659.531
-659.677
Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid Leges verenigingen Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Leges verenigingen Gelet op de discussies in de raad zal in het kader van de aanpassing van de APV worden voorgesteld meer activiteiten, ook van verenigingen, vergunningsvrij te maken. Daarnaast zal, indien sprake is van door verenigingen te betalen leges voor evenementenvergunningen, compensatie plaatsvinden in het kader van de subsidiëring van die activiteiten. Hierbij wordt voor een systeem gekozen dat niet leidt tot een administratieve lastenverzwaring voor de aanvrager.
17
18
3 Openbare orde en veiligheid Speerpunten 1. Een toenemend veiligheidsgevoel Resultaatindicator 1.a Waarstaatjegemeente.nl: oordeel over de veiligheid in de buurt 1.b Inzicht in kostenherstel na vernieling 1.c Verlaging kostenherstel na vernieling ten opzichte van 2013 2 Elk kwartaal casusoverleg met het Openbaar Ministerie 3 Voldoen aan de Wet op de veiligheidsregio's
Nulmeting
2013
6,6
Doelstelling 2014 2015 6,8
2016
x 10% x x
10%
x
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 Implementeren burgernet en burger actief benaderen om daaraan deel te nemen 1.2 Deelname aan het RIEC 1.3 Deelname aan het Veiligheidshuis 1.2 Monitoren kosten van vernieling door registratie 2.1 Intensiveren samenwerking politie en bevorderen toepassing flankerend beleid 3.1 Implementeren regionaal crisisplan
2013 x x x x
Resultaat 2014 2015
x x x
x x x
2016
x x x
x x
x
1.1 Implementeren burgernet en burger actief benaderen In 2012 is het SMS-alert vervangen door Burgernet. Het is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente, politie en andere veiligheidsinstanties om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het telefoon netwerk. Het project is officieel gestart voor Maasdriel op 31 augustus 2012. Onder de burgers blijkt intussen veel animo om hieraan deel te nemen. In 2012 wordt dit project nog bekostigd door de politie. Vanaf 2013 komen de kosten ad € 2.032 voor rekening van de gemeente. 1.2 Deelname aan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Het RIEC is door de gemeenten in het leven geroepen om een betere informatiepositie te genereren. Deze informatie heeft een gemeente nodig om - in het kader van onder andere Bibob onderzoeken voldoende beeld te krijgen van bedrijven en personen waarmee de gemeente overeenkomsten afsluit, werk aan uitbesteedt of vergunningen verleent. Hierdoor wordt het risico beperkt dat de gemeente diensten laat verrichten door of vergunningen verleent aan bedrijven en/of personen die wellicht niet integer handelen. De kosten voor deelname aan het RIEC bedragen op jaarbasis € 3.700. 1.3 Deelname aan het Veiligheidshuis Het Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten in Rivierenland, politie, openbaar ministerie, jeugdzorg, maatschappelijk werk en enkele andere instanties. Het Veiligheidshuis voert meerdere wettelijke verplichtingen uit voor de gemeente rond thema’s als huiselijk geweld, criminele jeugd, terugkerende gedetineerden en veelplegers. De kracht van het Veiligheidshuis is de integrale aanpak en afstemming. Hierdoor kan een efficiëntere aanpak worden opgesteld. Door gebruik te maken van deze samenwerking kan op efficiënte wijze invulling worden gegeven aan deze wettelijke verplichting. De kosten van deelname in het Veiligheidshuis bedragen op jaarbasis € 4.415. 1.2 Monitoren kosten van vernieling door registratie Om inzicht te krijgen in het aantal vernielingen en de daaraan gekoppelde kosten van herstel, is het nodig om gedurende een langere periode een registratie bij te houden. Daarmee is in 2011 gestart. Aan de hand van de registratie worden conclusies getrokken en waar mogelijk maatregelen getroffen waarmee het aantal vernielingen en daarmee de kosten teruggebracht kunnen worden. Na de jaarwisseling is geconstateerd dat er voor € 16.500 schade is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen. Hieraan is via een publicatie aandacht besteed. Wij willen dit jaarlijks herhalen, maar daarnaast ook vooraf via een artikel onder de aandacht brengen van de inwoners, wat wellicht schadebeperkend werkt.
19
3.1 Implementeren regionaal crisisplan De wet Veiligheidsregio's is inwerking getreden op 1 oktober 2010. Nieuwe regionale crisisplannen zijn intussen opgesteld. Met de implementatie van de diverse organisatiemodellen bij crisis en rampen zal in 2013 een aanvang worden gemaakt. Implementatie van de wet wordt binnen de beschikbare personele capaciteit en middelen gerealiseerd.
Trends en risico's Bijzondere opsporingsambtenaar (BOA) De politie trekt zich steeds meer terug naar de door haar geformuleerde kerntaken. Door de inzet van een BOA kan de gemeente dit gemis in toezicht ondervangen. Het wegnemen van de zogenaamde "kleine ergernissen" is van grote invloed op het veiligheidsgevoel van de burgers. Door de raad is bij de ombuigingen besloten het budget voor de BOA (projecten IV-beleid) niet meer voor dit doel ter beschikking te stellen. Dit houdt in dat het veiligheidsgevoel van de burgers daardoor zal afnemen. Daarnaast lopen we ook potentiële inkomsten mis van de bestuurlijke boetes die alleen de BOA kan opleggen. Integrale benadering jeugdoverlast In samenwerking met de politie worden maandelijks de jeugdoverlast meldingen in kaart gebracht, geanalyseerd en met elkaar besproken zodat afhankelijk van de problematiek naar oplossingen op maat kan worden gezocht. Toename huiselijk geweld De economische crisis heeft zowel op macro- als op microniveau consequenties. Dit uit zich onder andere in huiselijk geweld. Met name speelt huiselijk geweld als reactie op onder andere financiële problemen. Doordat de burgemeester hier door de wetgever een grotere rol in heeft gekregen, komt dit onderwerp nadrukkelijker bij de gemeente in beeld. Dat betekent dat van de organisatie meer inzet wordt gevraagd voor de administratieve afhandeling van dit soort zaken. Regionalisering brandweer Per 1 januari 2013 gaat de Veiligheidsregio van start. De financiële consequenties van de overdracht van de brandweer Bommelerwaard naar de Veiligheidsregio zijn verwerkt in de begroting 2013. Nationale Politie Met de komst van de Nationale Politie in 2013 vervallen de huidige districten. De politie komt daardoor meer op afstand van de individuele gemeente. De invloed die door de gemeente nog kan worden uitgeoefend op het beleid wordt hiermee aanzienlijk verminderd. Dit heeft consequenties voor de lokale speerpunten van de politie inzet. Oplossingsindicatoren Oplossing van misdrijven in de gemeente Maasdriel uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal zaken per misdrijf. Oplossingsindicatoren * 2011 Diefstal uit woning 6,50% Bedrijfsinbraken 7,90% Diefstal af/uit auto 2,80% Diefstal auto 12,20% Bedreiging 71.50% Mishandeling 76,60% Aanranding 50,00% Verkrachting 100,00% Overval 64,50% Straatroof 45,80% Fietsendiefstal 2,80% Alle resultaatgebieden 23,10% * Bron: jaarverslag 2011 politiedistrict De Waarden Er zijn geen indicatieve percentages voor de jaren 2013 t/m 2016 opgenomen, omdat de gemeente hier geen invloed op kan uitoefenen. De percentages worden verzorgd door politiedistrict De Waarden. Deze informatie is op verzoek van de gemeenteraad vermeld.
20
Budgetten Tabel 5 Baten en lasten programma 3 Openbare orde en veiligheid
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid RIEC Burgernet Veiligheidshuis
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1.706.805
1.695.908
1.620.379
1.613.450
3.700 2.032 4.415 10.147
3.700 2.032 4.415 10.147
3.700 2.032 4.415 10.147
3.700 2.032 4.415 10.147
0
37.500 37.500
75.000 75.000
75.000 75.000
1.716.952
1.743.555
1.705.526
1.698.597
20.180
20.180
20.180
20.180
0
0
0
0
0
0
0
0
20.180
20.180
20.180
20.180
-1.696.772
-1.723.375
-1.685.346
-1.678.417
0 25.799 25.799
0 24.688 24.688
0 23.625 23.625
0 22.608 22.608
-1.670.973
-1.698.687
-1.661.721
-1.655.809
Ombuigingen Taakstelling brandweer (11.4)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Zie toelichting onder 1.1, 1.2 en 1.3. In de kadernota 2013-2016 werd nieuw beleid voorgesteld. Een deel hiervan is in deze begroting niet meer opgenomen. Het betreft: Tabel 6 Geschrapt nieuw beleid uit kadernota
Omschrijving BOA BOA (bestuurlijke vernieuwing) Subtotaal
2013 40.000 -2.500 37.500
2014 40.000 -2.500 37.500
2015 40.000 -2.500 37.500
2016 40.000 -2.500 37.500
21
22
4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving Speerpunten 1. 2. 3. 4.
Alle dorpen goed bereikbaar Toename verkeersveiligheid Verbeteren milieutoezicht en strenge/rechtvaardige handhaving; van reactief naar proactief Werk met werk maken
Resultaatindicator 1 2. 3a. 3b. 4.
Mate van tevredenheid van de burger over OV Aantal letselongevallen Aantal milieuklachten neemt af t.o.v. 2011 Het aantal keer dat buiten de wettelijke termijn een besluit wordt genomen op verzoeken om handhaving Inverdieneffecten IUP/JOR
Nulmeting 5,7 25 89
2013
Doelstelling 2014 2015 5,7 15
2016
10% 0
0
0
0
170k
170k
170k
170k
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 Het belang van Maasdriel indringend aan de orde stellen bij de provincie 2.1 Intrekken uitvoeringsprogramma mobiliteitsplan 3.1 Milieucontroles vinden cyclisch plaats volgens een vooraf afgesproken systematiek 3.2 Handhaven in het kader van revitalisering campings o.a permanente bewoning, ruimtelijk gebruik en illegale bouw 3.3 Opstellen van duidelijke en handhaafbare regels en vergunningen, waarover vooraf goed gecommuniceerd is 4.1 Het opstellen van een Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR)
2013 x
Resultaat 2014 2015
2016
x
x
x
x
x
x
x x x
x
1.1 Belang Maasdriel indringend aan de orde stellen bij Provincie Binnen het Programma Bereikbaar en ook ambtelijk zal het belang van Maasdriel worden ingebracht in de diverse overleggen. Daarnaast zullen wij bestuurlijk daar waar mogelijk dit belang onder de aandacht van de gedeputeerde brengen. 2.1 Mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan is door de gemeenteraad op 23 april 2009 vastgesteld om de verkeersveiligheid op een hoger peil te brengen. De financiële consequenties voor de investeringen waarvoor nog geen reserve was voorzien zijn in deze begroting niet overgenomen. De structurele kosten van het mobiliteitsplan worden geraamd op € 50.000. Incidentele kosten moeten per project gedekt worden uit subsidies en/of winst uit grondexploitatie. De middelen om in de projecten en in incidentele situaties extra maatregelen voor verkeersveiligheid mee te nemen zijn met de ombuigingen 2012-2015 komen te vervallen. In 2013 zal daarom het uitvoeringsprogramma van het mobiliteitsplan ingetrokken worden wegens het ontbreken van de financiële middelen. Dit houdt in dat voor verbetering van de verkeersveiligheid geen extra investeringen kunnen worden gedaan. 3.1 Milieucontroles vinden cyclisch plaats Jaarlijks wordt er een milieujaarprogramma opgesteld, verdeeld in verschillende categorieën. Dit voorziet in de verplichte periodieke milieucontroles. 3.2 Revitalisering campings In februari 2010 is gestart met de inventarisatie van de (brand)veiligheid, op terrein- en perceelniveau, en de bebouwingssituatie voor de campings in Kerkdriel en Heerewaarden. Hierbij zijn in beide gevallen diverse excessen vastgesteld die nopen tot projectmatige aanpak. Voor het project is begin 2011 budget beschikbaar gekomen. In 2011 is de brandveiligheid onderwerp geweest van handhaving in Heerewaarden. Dit is in april 2012 afgerond. In de 2e helft van 2012 zijn fase 3 en 4 van de aanpak van camping Heerewaarden opgepakt. Dit voorziet in de handhaving van illegale bouw, ruimtelijk gebruik en permanente bewoning. Gelijktijdig is begonnen met de voorbereiding van de aanpak van de camping Kerkdriel. Voor het project is in de begroting 2012 budget beschikbaar gesteld (€ 50.000 ten behoeve van handhaving bouwen en € 60.000 ten behoeve van handhaving milieu). De inventarisatie en aanschrijvingen worden nog in 2012 afgerond. In 2013 zal de juridische afhandeling van de geconstateerde feiten plaatsvinden. Wij gaan 23
er vooralsnog van uit dat het budget dat in 2012 ter beschikking is gesteld ook voor de inzet in 2013 toereikend is. 3.3 Opstellen duidelijke en handhaafbare regels en vergunningen Voor 2013 is door de raad niet voldoende formatie ter beschikking gesteld om deze activiteiten van het Omgevingsbeleidsplan uit te kunnen voeren. 4.1 Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR) Het Integraal Uitvoeringsplan (IUP) is een document dat zorg draagt voor een integrale benadering van projecten en onderhoudswerkzaamheden. Door slim te combineren worden kosten bespaard en overlast beperkt. De opbrengsten hiervan, geraamd op € 170.000, waren in eerste instantie door de raad toegewezen aan extra inzet op groen (€ 120.000) en verkeersveiligheid (€ 50.000) Bij de ombuigingen is deze besparing ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Deze middelen die feitelijk per jaar 'verdiend' dienen te worden, worden jaarlijks onttrokken aan de voorziening IBOR. Per jaar wordt bekeken of voldoende inverdieneffecten zijn behaald om deze ombuigingstaakstelling feitelijk te kunnen inboeken, waarna eventueel een correctie plaatsvindt, die wordt verrekend met de voorziening IBOR. Een overzicht van werkzaamheden die in 2013 in voorbereiding of in uitvoering worden genomen is opgenomen in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. In het Integraal Uitvoeringplan (IUP) worden echter alleen de afgewogen integrale werken opgenomen en vastgesteld. Alle andere (niet integrale) werken worden op dit moment separaat opgepakt. Om overzicht te creëren binnen de werkzaamheden wordt in 2013 een Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR) opgesteld. In dit plan worden alle werken in de openbare ruimte opgenomen die in 2014 in voorbereiding of uitvoering gaan. Dit plan wordt verder ontwikkeld in samenwerking met de gemeente Zaltbommel. Het beheersen van de projecten en het nastreven van een integrale benadering heeft een positief effect op de uitvoering en de resultaten. In het rapport 'Waar staat je gemeente2012' is de score van de burger als wijkbewoner gewaardeerd op een 6,6 tegen een 6,4 bij de meting in 2010.
Trends en risico's Vorming Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) Binnen de provincie Gelderland hebben alle gemeenten ingestemd met de vorming van een nieuwe gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst rivierenland (ODR) Dit betekent dat er binnen de provincie diverse uitvoeringsorganisaties (Regionale Uitvoeringsdiensten, RUD's) ontstaan op regio niveau. Maasdriel maakt hierbij onderdeel uit van de ODR .De ODR zal per 1 januari 2013 van start gaan. In de opstartfase moet de gemeente rekening houden met opstartproblemen.. De verplichte overdracht is gericht op de wettelijke taken op milieugebied, hoofdzakelijk vergunningverlening, toezicht en handhaving. Wij opteren voor een overdracht van alle taken Wabo breed, waaronder wordt verstaan; • alle verplicht in te brengen milieutaken aangevuld met alle overige milieutaken van gemeenten en provincie op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving; • bouw- en RO-taken; • ketentoezicht. Op deze wijze willen wij invulling geven aan de door de raad gestelde randvoorwaarde, dat het bedrijfsplan van de ODR, na een initiële investering, een financieel voordeel voor de gemeente oplevert. Wegwerken achterstanden In voorgaande jaren heeft handhaving niet de aandacht gekregen die het nodig heeft en verdient. Hierdoor is een forse achterstand is ontstaan bij het behandelen en afhandelen van diverse handhavingdossiers die voornamelijk ontstaan zijn in de periode 1999 tot 2009. Wij geven een hoge prioriteit aan handhaving en hebben daarom deze rekening uit het verleden in beeld laten brengen. Deze achterstallige dossiers vallen niet binnen de overdracht aan de ODR maar blijven de verantwoordelijkheid van onze gemeente. Het risico bestaat dat deze dossiers blijven liggen. Wij willen hierin verantwoordelijkheid nemen. Om de achterstand weg te werken is een plan van aanpak opgesteld met de titel "schoon schip".
24
Budgetten Tabel 7 Baten en lasten programma 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving
Lasten Bestaand beleid
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
13.742.363
9.731.891
10.277.314
10.314.205
0
0
0
0
-10.720 36.000 800 2.200 28.280
-10.720 36.000 22.459 800 2.200 50.739
-10.720 36.000 22.459 800 2.200 50.739
-10.720 36.000 22.459 800 2.200 50.739
13.770.643
9.782.630
10.328.053
10.364.944
5.379.571
5.187.078
5.268.288
5.298.026
0
0
0
0
0
0
0
0
5.379.571
5.187.078
5.268.288
5.298.026
-8.391.072
-4.595.552
-5.059.765
-5.066.918
0 3.776.816 3.776.816
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-4.614.256
-4.595.552
-5.059.765
-5.066.918
Nieuw beleid
Ombuigingen Ombuiging hertenparken (teveel gecorrigeerd) Taakstelling afvalstoffenheffing zwerfvuil Regio coordinerende rol m.b.t. verkeer en vervoer (4.10) Opzeggen huur/pachtcontracten met Rijk (4.1.4) Opzeggen abonnement stadspoort (4.2)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Omgevingsbeleidsplan Door het niet beschikbaar stellen van de extra benodigde formatie op basis van het OBP zal het daarin opgenomen ambitieniveau. met name voor handhaving bouwen, juridische afhandeling bij milieuvergunningverlening en handhavingzaken bouwen en milieu, niet waargemaakt kunnen worden. Daardoor neemt het risico op ondeugdelijke bouwwerken en inrichtingen toe. De Wabo wetgeving biedt de burger mogelijkheden om binnen wettelijke grenzen vergunningsvrij te bouwen. Extra toezicht om excessen op dit gebied te voorkomen dan wel aan te pakken is met de huidige formatie niet mogelijk. Hierdoor loopt de gemeente niet alleen inkomsten mis, waaronder leges, maar raakt zij ook het zicht op de uitbreiding van onroerend goed kwijt.
25
26
5 Onderwijs en jeugd Speerpunten Realiseren van een goed opgroeiklimaat in de gemeente door: 1. Vroegtijdige signalering van leer- en ontwikkelachterstanden. 2. Zorg op maat. 3. Brede schoolontwikkeling. 4. Ondersteunen van ouders bij opvoeding en onderwijs. 5. Realisatie onderwijshuisvesting in combinatie met voor- en naschoolse opvang. 6. Tegengaan van overlast van hangjongeren. Resultaatindicator
Nulmeting 0
Doelstelling 2014 2015
2013
1.a. Afgegeven indicaties VVE door de consultatiebureaus* 1.b. Jaarlijkse rapportages Gemeenschappelijke Max. 4 7 7 Gezondheidsdienst (GGD): alle peuterspeelzalen/voorscholen (in totaal 7) scoren voldoende op hygiëne en veiligheid 1.c. Jaarlijkse rapportages GGD: alle kinderopvang (in totaal 12) 14 12 12 scoort voldoende op hygiëne en veiligheid.** 2. Het aantal zorgnetwerken blijft behouden op 6 (2 ZAT,'s 3 MD4 6 6 teams en 1 gemeentelijk 12+ overleg) 3. Aantal gebruikers Brede Scholen neemt toe naar 15*** 8 12 15 4. Aantal fysieke contactpunten CJG neemt toe naar 2 0 2 2 5. Aantal locaties Buitenschoolse Opvang minimaal behouden op 7 14 14 7****. 6. Aantal voorzieningen specifiek gericht op jongeren. 4 5 5 * Er dient een nulmeting plaats te vinden in 2012 van het aantal indicaties VVE door de consultatiebureaus. ** Het aantal kinderdagverblijven is met twee afgenomen tot 12. *** Onder gebruikers Brede Scholen worden de participanten binnen de Brede Scholen verstaan. **** In 2012 is het aantal locaties BSO gestegen tot 14.
2016
7
7
12
12
6
6
15 2
15 2
14
14
5
5
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 Uitvoeren VVE-beleidsplan 1.2 Uitvoeren lokale onderwijsprojecten 1.3 Stimuleren van samenwerkingsinitiatieven 3.1 Brede school ontwikkeling 4.1 Oriëntatie en voorbereiding transitie jeugdzorg m.i.v. 2014 4.2 Ondersteunen van ouders bij opvoeding en onderwijs 5.1 Realisatie onderwijshuisvesting 6.1 Uitvoering speelruimteplan
2013 x x x x x x x x
Resultaat 2014 2015 x x x x x x x x x x
x x x
2016 x x x x x x
1.1 Uitvoeren VVE-beleidsplan Vanaf 2011 ontvangt de gemeente een specifieke uitkering van € 28.636 in het kader van bestrijding van onderwijsachterstanden. Er is een VVE-beleidsplan opgesteld voor de periode tot en met 2014. Op basis van het beleidsplan worden deze middelen ingezet in projecten voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). De deskundigheidsbevordering peuterspeelzaalwerk en VVE bestaat ondermeer uit de aanbieding van lespakketten en kwalitatief goed getrainde leidsters. In Maasdriel kan met de beperkte middelen geen volwaardig VVE aangeboden worden. 1.2 Uitvoering van lokaal onderwijs projecten In 2013 wordt vanwege de goede resultaten wederom geïnvesteerd in de lokale taalklas. In overleg met het onderwijsveld (basisonderwijs) wordt voor het laatste jaar geïnvesteerd in projecten voor Sociaal-emotionele Vorming. Vanaf 2014 komt daarvoor een ander project in de plaats. 1.3 Stimuleren van samenwerkingsinitiatieven Het stimuleren van samenwerkingsinitiatieven wordt onder andere vorm gegeven door: 1. volledig benutten van het Stimuleringsfonds vanuit de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet Oke); 2. realiseren van structurele netwerkbijeenkomsten tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en buitenschoolse opvang; 3. maken van afspraken over doorgaande leerlijn tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en buitenschoolse opvang.
27
3.1 Brede school ontwikkeling De Brede school Velddriel is in 2012 in gebruik genomen. De Brede school Ammerzoden wordt eind 2012 opgeleverd. De verdere uitwerking van het brede school concept wordt opgepakt door de participanten. De gemeente stimuleert de toevoeging van voorzieningen die bijdragen aan het brede school concept, door gebruik te maken van bestaande middelen. Een groot deel van de buitenterreinen bij de Brede Scholen heeft een openbaar karakter. Het buitenterrein is tevens de entree voor de verschillende participanten van de brede school (bibliotheek, peuterspeelzaal, consultatiebureau, Centrum voor Jeugd en Gezin, school). Deze terreinen dienen grotendeels betegeld of op een andere manier afgewerkt te worden, bijvoorbeeld door aanleg van een grasveld. Van de participanten is een maximale bijdrage gevraagd voor een minimale voorziening in deze. Omdat deze ontoereikend is, wordt van de gemeente verwacht hiervoor budget te leveren. Dit is aan de raad gevraagd in de Bestuursrapportage 2012. 4.1 Oriëntatie en voorbereiding transitie jeugdzorg m.i.v. 2014 Het kabinet heeft het plan opgevat om de jeugdzorg (gefaseerd) over te hevelen naar de gemeenten. Volgens de plannen zal er sprake zijn van: • één financieringsstroom voor jeugdbeleid en jeugdzorg; • de decentralisatie van de provinciale jeugdzorg naar gemeenten; • het Centrum Jeugd en Gezin dat optreedt als front-office van alle jeugdzorg. Vanuit regio Rivierenland is het initiatief genomen om als regiogemeenten gezamenlijk op te trekken in dit proces. Beoogde behandeling van het Wetsvoorstel Zorg voor Jeugd in de Tweede Kamer is eind 2012. Gelet op de kabinetswisseling is het de vraag of de plannen en de gefaseerde invoeringstermijn van 2014 tot 2016 ongewijzigd blijven. 4.2 Ondersteunen van ouders bij opvoeding en onderwijs De realisatie van een toegankelijk Centrum Jeugd en Gezin blijkt uit: a. inzet van maatwerk ten aanzien van Multidisciplinaire teams (MD-teams), Zorg- en adviesteams (ZAT) en gemeentelijk 12+ overleg; b. inloopspreekuur contactpunten CJG Leyenstein en brede school Ammerzoden; c. actuele CJG website; d. telefonische en digitale bereikbaarheid; e. aanbod van diverse laagdrempelige activiteiten zoals opvoed- en opgroeiondersteuning. 5.1 Realisatie onderwijshuisvesting In het Integraal Huisvesting Plan (IHP) 2013-2016 worden de gevolgen van krimp en de ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs beschreven. De uitkomsten hiervan worden verwerkt in de planvorming van de onderwijshuisvesting. In 2012 is een nieuwe meerjaren onderhoudsplanning voor de schoolgebouwen opgesteld. De mogelijkheden worden onderzocht om onderhoudsbudgetten over te hevelen naar de schoolbesturen. 6.1 Uitvoeren speelruimteplan Bij de vaststelling van het speelruimteplan is afgesproken om in 2012 een nieuwe analyse te laten uitvoeren en deze analyse te vertalen in maatregelen voor de jaren 2013 tot en met 2017. Hierbij moet rekening worden gehouden dat er voor deze periode geen budget is voor de inrichting van nieuwe speelterreinen en dus gefocust moet worden op instandhouding en onderhoud van bestaande speelplekken. In nieuwbouwplannen moet binnen de exploitatie rekening gehouden worden met speelruimten.
Trends en risico's Passend onderwijs Een ontwikkeling die binnen dit programmaonderdeel op de gemeente afkomt, is invoering van het Passend onderwijs. Deze ontwikkeling is nauw verbonden met de ontwikkelingen rondom de Transitie Jeugdzorg. Het Rijk werkt de nieuwe wetgeving voor beide stelsels in samenhang uit. Financiële consequenties van deze ontwikkeling zijn momenteel niet aan te geven. Invoering van het Passend onderwijs kan mogelijk grote consequenties hebben op het gebied van Leerplicht, maar vooral op het gebied van Leerlingenvervoer. De financiële consequenties voor het leerlingenvervoer kunnen voor de gemeente zowel positief als negatief uitpakken.
28
Brede Scholen Bij de totstandkoming van de brede scholen is het financieel kader vastgesteld met het raadsbesluit van 11 februari 2010. Op 24 maart 2011 is door de raad een aanvullend krediet beschikbaar gesteld. De bouw van de brede school Velddriel is eind 2011 opgeleverd en in het eerste kwartaal 2012 in gebruik genomen. Bij de realisatie van de brede school in Ammerzoden is met name ten gevolge van de tijdelijke huisvesting vertraging opgetreden. Afronding hiervan wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2012. Er bestaat een risico dat het Rijk de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvordert, vanwege de verlate oplevering. Educatie Het voortgezet algemeen volwassen onderwijs (vavo) wordt met ingang van 1 januari 2013 onder rechtstreekse aansturing van het Rijk gebracht. Dit betekent een halvering van het educatiebudget. Het restantbedrag wordt besteed aan de bestrijding van laaggeletterdheid en Nederlands als 2e taal onderwijs. Jaarlijks sluiten gemeenten en ROC’s een overeenkomst af over inkoop van educatieopleidingen. In plaats van het aantal deelnemers moet in de overeenkomst tussen gemeente en ROC het aantal contacturen worden opgenomen.
Budgetten Tabel 9 Baten en lasten programma 5 Onderwijs en jeugd
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid Kosten electronisch kinddossier Lagere bijdrage GGD
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
4.274.288
3.924.635
3.978.766
3.958.934
28.000 -28.000 0
28.000 -28.000 0
28.000 -28.000 0
28.000 -28.000 0
0
0
0
0
4.274.288
3.924.635
3.978.766
3.958.934
1.109.902
1.109.902
1.081.266
1.081.266
0
0
0
0
0
0
0
0
1.109.902
1.109.902
1.081.266
1.081.266
-3.164.386
-2.814.733
-2.897.500
-2.877.668
150.000 452.191 302.191
150.000 132.809 -17.191
150.000 126.936 -23.064
150.000 126.936 -23.064
-2.862.195
-2.831.924
-2.920.564
-2.900.732
Ombuigingen
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Elektronisch kinddossier De kosten KD+ (elektronisch kinddossier) zijn ten onrechte verwerkt in de ingediende begroting van de Stichting Thuiszorg Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR). Deze kosten moeten worden gecompenseerd door een lagere regiobegroting van de GGD of andersom. In het najaar van 2012 wordt er met beide partijen overleg gevoerd. In het meest ongunstige geval komen de extra kosten voor de gemeente uit op € 28.000
29
30
6
Sport, recreatie, cultuur en welzijn
Speerpunten Zorg dragen voor een aantrekkelijke (maatschappelijke) leefomgeving door: 1. Instandhouding van voorzieningen op een goed bereikbare plaats. 2. Meer betrokkenheid van de burgers bij de eigen leefomgeving. 3. Routestructuren uitbreiden. Resultaatindicator
Nul meting
2013
Doelstelling 2014 2015
2016 In 2014 zijn voor de kleine kernen leefbaarheidsplannen 2 5 5 5 5 opgesteld.* 2. Waarstaatjegemeente.nl: gemeente betrekt burgers in 5,2 5,7 5,7 voldoende mate bij de totstandkoming en uitvoering van beleid. 3. Toeristenbelasting gegevens: aantal overnachtingen neemt toe 80.000 80.500 80.500 80.500 80.500 tot 84.000 in 2014.** * De raad heeft besloten geen budgetten beschikbaar te stellen voor het opstellen van meer leefbaarheidsplannen. Ook voor de uitvoering van leefbaarheidsplannen is geen budget beschikbaar gesteld. Het aantal opgestelde leefbaarheidsplannen blijft daarom op 5 gehandhaafd. ** In 2011 was het aantal overnachtingen 79.990. De doelstellingen zijn naar beneden bijgesteld. 1.
Activiteiten en resultaten Resultaat Activiteit
2013
2014
2015
2016
1.1 Uitvoering Integraal accommodatiebeleid
x
x
x
x
1.2 Haalbaarheidsonderzoek MFC Heerewaarden
x
1.3 Ontwikkelrichting De Kreek bepalen
x
2.1 Subsidiebeleid geïmplementeerd
x
2.2 Invoeren van Budget Contract Financiering (BCF) bij St. Peuterspeelzalen Maasdriel, multifunctioneel centrum de Kreek, St. Welzijn Bommelerwaard
x
2.3 Formuleren van subsidieafspraken volgens BCF-methode met regiogemeenten bij STMR en OBR
x
3.1 Uitbreiden van het wandelnetwerk
x
x
x
3.2 Kwaliteitsslag fietsroutenetwerk
x
x
x
1.1 Uitvoering integraal accommodatiebeleid In 2012 is gestart met de ontwikkeling van een integraal accommodatiebeleid. Specifieke aandacht gaat uit naar de manier waarop accommodaties multifunctioneel gebruikt kunnen worden. Clustering van activiteiten staat hierbij centraal. In het integrale accommodatiebeleid wordt een kader geschetst. Dit kader geeft vorm aan toekomstige ontwikkelingen op dit onderwerp, binnen alle kernen van de gemeente Maasdriel. Vanuit de uitgangspunten van het integrale accommodatiebeleid zullen keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van de accommodaties in de gemeente in de komende jaren. 1.2 Haalbaarheidsonderzoek MFC Heerewaarden Onderdeel van het leefbaarheid- en uitvoeringsplan 'Heerewaarden naar 2015' is de mogelijke realisatie van een Multifunctioneel Centrum (MFC) in Heerewaarden. In samenspraak met Woonstichting De Kernen, de Tweestromenschool en de dorpsraad zijn de mogelijkheden om te komen tot deze ontwikkeling verder uitgewerkt. Vast staat dat de eventueel te realiseren voorziening een compacte en multifunctionele voorziening moet zijn met als voorwaarde dat de exploitatie sluitend is en blijft. Omdat voor het MFC als mogelijke locatie wordt gedacht aan de Varikse Driehoek, ligt er een link met de herstructureringsplannen voor dit gebied. 1.3 Ontwikkelrichting De Kreek bepalen Met de keuze voor een andere beheervorm ligt de toekomst voor MFC de Kreek nog niet vast. Op basis van het te ontwikkelen integrale accommodatiebeleid wordt de afweging gemaakt in welke vorm en op welk niveau MFC de Kreek binnen de gemeente behouden moet blijven. 2.1 Subsidiebeleid geïmplementeerd Op 24 mei 2012 heeft de gemeenteraad het subsidiebeleid 2013 - 2016 en de Algemene Subsidieverordening vastgesteld en heeft zij kennis genomen van de beleidsregels 2013. Belangrijke 31
onderwerpen in het subsidiebeleid zijn: samenwerking, subsidie gericht op openbare en dorps- en wijkgerichte activiteiten en verminderde regels. Een aangenomen amendement zorgt ervoor dat er nog een herverdeling van het budget plaatsvindt. In 2012-2013 is het subsidiebeleid ingevoerd en zijn de procesbeschrijvingen en interne controle verbeterd. Er wordt gestart met digitalisering van de aanvragen. 2.2 Invoeren van Budget Contract Financiering (BCF) De methode van beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) wordt ingevoerd bij de grotere subsidieontvangers en in 2013 worden verdere resultaatafspraken gemaakt. De methode houdt kort gezegd in dat met de instellingen aan de voorkant resultaatafspraken en voorwaarden worden vastgesteld en na afloop van het jaar deze worden verantwoord waarna eventueel een afrekening plaatsvindt. 2.3 Formuleren van subsidieafspraken volgens BCF-methode met regiogemeenten bij STMR en Openbare Bibliotheek Rivierenland (OBR) In de regio worden subsidieafspraken volgens de BCF-methode met Stichting Thuiszorg Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR) en de Openbare Bibliotheek Rivierenland gemaakt. 3.1 en 3.2 Wandelnetwerk en fietsroutenetwerk De ambities met betrekking tot recreatieve- en toeristische voorzieningen worden beperkt als gevolg van de beperkte financiële mogelijkheden. De regio zet in op uitbreiding en versterking van deze netwerken. De vraag in hoeverre hieraan door de gemeente Maasdriel wordt deelgenomen hangt af van de inzet van specifiek daarvoor bedoelde reserves en de wijze waarop aan cofinanciering inhoud kan worden gegeven. Hierover zal overleg met de regio plaatsvinden. Het college komt hier op een later moment op terug.
Trends en risico's Leefbaarheid Voor de kern Hurwenen is in 2012 een leefbaarheidplan opgesteld. Dit is het laatste leefbaarheidplan dat opgesteld is. Voorstellen over de uitvoering van de actiepunten binnen de leefbaarheidplannen worden afzonderlijk aan de raad voorgelegd. Budgetten hiervoor dienen vooralsnog binnen de beschikbare middelen te worden gezocht. In de meerjarenbegroting is geen specifiek budget beschikbaar voor het uitvoeren van leefbaarheidplannen. Ook voor het uitvoeren van de actiepunten die niet uit de reguliere begroting betaald kunnen worden, is geen budget beschikbaar.
32
Budgetten Tabel 10 Baten en lasten programma 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn
Lasten Bestaand beleid
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
3.367.578
3.265.147
3.144.049
3.126.365
0
0
0
0
-45.000 -45.000
-45.000 -45.000
0
0
3.322.578
3.220.147
3.144.049
3.126.365
616.187
645.593
639.472
639.472
0
0
0
0
0
0
0
0
616.187
645.593
639.472
639.472
-2.706.391
-2.574.554
-2.504.577
-2.486.893
0 51.038 51.038
0 49.670 49.670
0 48.301 48.301
0 46.933 46.933
-2.655.353
-2.524.884
-2.456.276
-2.439.960
Nieuw beleid
Ombuigingen Projectleider leefbaarheid (12.6)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Niet van toepassing
33
34
7 Zorg en volksgezondheid Speerpunten Realiseren van een optimale persoonlijke deelname aan de Maasdrielse samenleving door: 1. Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. 2. Versterken van een gezonde leefstijl. Nulmeting
Doelstelling
Resultaatindicator
2013
2014
2015
2016
13
32
35
--
--
1.b Sociale Dienst Bommelerwaard (SDB): aantal inwoners met Wet Werk en Bijstand (WWB) -uitkering neemt t/m 2014 met 13% af (0-meting aug. 2010).
150
135
130
130
130
1.c Tevredenheidonderzoek Wmo: tevredenheid Wmohulpmiddelen en huishoudelijke hulp in 2014 beoordeeld met een 8,0 (0-meting 2009). *
7,8
7,9
7,9
7,9
7,9
80%
80%
--
--
--
1.e Aparte woonvormen voor ouderen en zorgboerderijen gerealiseerd (2010: 3 woonzorgcentra, 1 zorgboerderij).
4
5
5
5
5
1.f Woonservicegebieden met extramurale voorzieningen gerealiseerd. 2.a GGD Gezondheidsonderzoek volwassenen Maasdriel (eens per 4 jr.): het percentage volwassenen met overgewicht is in 2014 teruggebracht naar 45% (0meting 2009, benchmark Rivierenland: 48%, Oost NL: 45%)**
2
3
3
3
3
49%
46%
--
--
--
12%
10%
--
--
--
43%
41%
--
--
--
76
100
110
110
110
1.a Informatie Systeem Inburgering (ISI)-rapport: aantal nieuwe deelnemers cursussen 'Beter leren lezen en schrijven' en 'Inburgering' neemt t/m 2014 toe tot 35 (0meting 2009).
1.d GGD Gezondheidsonderzoek volwassenen Maasdriel (eens per 4 jr.): het percentage volwassenen met betaald werk blijft gehandhaafd op 80% (0-meting 2009, benchmark Rivierenland: 77%, Oost NL: 77%). **
2.b GGD Gezondheidsonderzoek volwassenen Maasdriel (eens per 4 jr.): het percentage volwassenen met overmatig alcoholgebruik is in 2014 teruggebracht naar 10% (0-meting 2009, benchmark Rivierenland: 10%, Oost NL: 12%)** 2.c GGD Gezondheidsonderzoek volwassenen Maasdriel (eens per 4 jr.): het percentage volwassenen met een laag opleidingsniveau is in 2014 teruggebracht naar 40% (0-meting 2009, benchmark Rivierenland: 40%, Oost NL: 33%)** 2.d Registratie deelnemers Sport Check: aantal deelnemers Sport Check neemt t/m 2014 toe met 45% (0-meting 2009) ***.
* De doelstelling is naar beneden bijgesteld op basis van het resultaat in 2011 ** In 2013 is er weer een meting, daarna in 2017. *** In 2014 wordt de sportcheck verbreed met sociaal-culturele activiteiten.
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2
Project vermindering Laaggeletterdheid. Opstellen Wmo-beleidsplan Transitie AWBZ-begeleiding voorbereiden Opstellen nota lokaal gezondheidsbeleid Verbreding van de sportcheck met sociaal-culturele activiteiten
2013 x x x x
Resultaat 2014 2015
2016
x
1.1 Project vermindering Laaggeletterdheid Project Laaggeletterdheid wordt ook in 2013 vervolgd. Dit project is in lijn met de wijzigingen in de Wet per 1 januari 2013, waarbij het voortgezet algemeen volwassen onderwijs (vavo) onder directe aansturing van het Rijk komt. De middelen voor de overige educatie worden dan alleen nog ingezet 35
voor opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs. 1.2 Opstellen Wmo-beleidsplan De raad heeft ingestemd met verlenging van het huidige Wmo-beleidsplan tot eind 2013. Dit in verband met de transities AWBZ en Jeugdzorg. De resultaten hiervan worden meegenomen in het nieuw op te stellen Wmo-beleidsplan en zal leiden tot een kwalitatief beter en completer Wmo-beleid. Een evaluatie van het Wmo-beleid heeft plaats gevonden. 1.3 Transitie AWBZ-begeleiding voorbereiden Vanaf waarschijnlijk 2014 maakt extramurale begeleiding onderdeel uit van de Wmo voor nieuwe cliënten en voor mensen die een herindicatie aanvragen. In een later stadium geldt dit voor alle bestaande cliënten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het bieden van arrangementen gericht op participatie en zelfredzaamheid. De budgetten ten behoeve van de uitvoering AWBZ-transitie zijn inmiddels bekend. 2.1 Opstellen nota lokaal gezondheidsbeleid In aansluiting op het Regionaal Gezondheidsbeleid Rivierenland, wordt in 2013 een lokale nota Gezondheidsbeleid opgesteld. De speerpunten uit het regionale beleid zullen hierin een lokale vertaling krijgen. Voor de uitvoering van het lokaal beleid is echter geen extra inzet van middelen voorzien. Bij het opstellen van de nota wordt hiermee rekening gehouden. Het versterken van een gezonde leefstijl, als eerste die van jongeren, vraagt om de volgende acties: a. inzet op bewegingsactiviteiten via sportcheck en sportstimuleringsactiviteiten van sportverenigingen (subsidiabele activiteit); b. uitvoeren van (regionale) projecten gericht op sport, het voorkomen van overgewicht, overmatig alcoholmisbruik en het terugdringen van sociaal-economische gezondheidsverschillen. In 2012 is een nieuw regiocontract afgesloten dat het mogelijk maakt meerjarige provinciale subsidie te ontvangen voor de uitvoering van projecten; c. via het subsidiebeleid worden bewegingsactiviteiten van ouderen gestimuleerd.
Trends en risico's Participatiebudget Re-integratie De gemeenten zijn akkoord gegaan met een bezuiniging van het Rijk op het 're-integratiebudget' (werkdeel) om werklozen te begeleiden naar nieuw werk. Voor 2013 wordt rekening gehouden met een verdere afname van het re-integratiebudget. Dat betekent dat er minder wordt ingekocht bij commerciële re-integratiebedrijven en dat er meer re-integratieactiviteiten in eigen beheer worden uitgevoerd. Wet inburgering Het budget inburgering wordt in 2013 verder afgebouwd en in 2014 afgeschaft. De gemeente heeft dan geen taak meer in de inburgering. Per 1 januari 2013 krijgen inburgeringplichtigen geen aanbod meer van de gemeente. Verplichte inburgeraars maken gebruik van een sociaal leenstelsel. Voor degenen die vóór inwerkingtreding van de gewijzigde wet een aanbod hebben gehad of een verplichting hebben, gelden de rechten en plichten van de Wet Inburgering. Verlaging Wmo bijdrage Rijk De integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning wordt met ingang van 2013 verlaagd met € 34 miljoen. Dit is het gevolg van de verhoging van de vermogensinkomens bijtelling bij de vaststelling van de eigen bijdragen. Hierdoor kunnen gemeenten een hogere eigen bijdrage van cliënten vragen. Op deze wijze blijft voor gemeenten een even groot budget beschikbaar voor de uitvoering van de Wmo. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het innen van de eigen bijdragen. Het kabinet heeft in het gemeentefonds middelen ter beschikking gesteld voor de kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. In het Begrotingsakkoord is afgesproken dat de geplande overheveling per 2013 niet doorgaat. De komende kabinetsformatie zal helderheid geven over de voornemens ten aanzien van decentralisatie van taken. In afwachting daarvan zullen deze transitiemiddelen binnen het gemeentefonds beschikbaar blijven voor de met decentralisatie samenhangende kosten voor gemeenten. Na de formatie zal duidelijkheid ontstaan of de decentralisatie doorgang vindt. Wanneer een nieuw kabinet afziet van de decentralisatie van begeleiding zullen de middelen voor 2013 worden teruggeboekt. De VNG adviseert de gemeenten hoe dan ook rekening te houden met het doorgaan van de transities. 36
Personen die nog geen verblijfsindicatie hebben komen minder snel in aanmerking voor intramurale zorg uit hoofde van de AWBZ. Dit geldt met name voor de zorgzwaartepakketten 1-3. Deze huidige lichte intramurale zorg (ZZP 1-3) wordt AWBZ-breed vanaf 1 januari 2013 voor nieuwe cliënten niet meer vanuit instellingen geboden. Cliënten worden voortaan in de eigen omgeving geholpen. Dit leidt tot een zwaarder beroep op het beleid en de voorzieningen die thans uit hoofde van de Wmo worden aangeboden. Transitie Wet Werken naar vermogen De Wet werken naar vermogen (Wwnv) is op 5 juni 2012 controversieel verklaard. Dat betekent dat dit onderwerp deze kabinetsperiode niet meer wordt behandeld door de Tweede Kamer. De voorgenomen maatregelen zijn teruggedraaid. Wel is de VNG van mening dat de ontwikkeling naar een grotere gemeentelijke verantwoordelijkheid voor re-integratie moet worden voortgezet. Gemeenten worden zodoende in staat gesteld om meer mensen aan werk te helpen en om de noodzakelijke verbindingen te maken met onderwijs, zorg en welzijn. Daarbij moet wel voldaan worden aan randvoorwaarden. Toenemende vergrijzing Er is een forse stijging van de vergrijzing te verwachten. De toename van het aantal 65-plussers is 60%. Dit leidt tot een aandeel van 21% op de totale bevolking. Het zorggebruik neemt daardoor ook toe. Naar verwachting zullen meer ouderen gebruik gaan maken van verpleging en verzorging. Ook wordt geschat dat het aantal mensen met minstens één lichamelijke beperking en het aantal mensen met dementie toeneemt (Gezondheidsprofiel Rivierenland 2007).
Budgetten Tabel 11 Baten en lasten programma 7 Zorg en volksgezondheid
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid Voedselbank
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
10.184.087
9.893.562
9.740.806
9.740.806
2.000 2.000
2.000 2.000
2.000 2.000
2.000 2.000
0
0
0
0
10.186.087
9.895.562
9.742.806
9.742.806
4.725.236
4.490.695
4.342.939
4.342.939
0
0
0
0
0
0
0
0
4.725.236
4.490.695
4.342.939
4.342.939
-5.460.851
-5.404.867
-5.399.867
-5.399.867
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-5.460.851
-5.404.867
-5.399.867
-5.399.867
Ombuigingen
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Voedselbank Steeds meer mensen doen een beroep op de hulp van de voedselbank. De voedselbank heeft mede daardoor een structureel tekort. De gemeenteraad heeft met het aannemen van de motie van de PvdA opdracht gegeven de jaarlijkse subsidie met € 2.000 te verhogen. 37
38
8
Ruimte, volkshuisvesting en economie
Speerpunten Groei aantal inwoners door: 1. Realiseren gedifferentieerd woningbouwprogramma. 2. Bevorderen kwaliteit ondernemersklimaat. 3. Stimuleren (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) Doelstelling Resultaatindicator
Nulmeting
2013
2014
2015
2016
1.a Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)-gegevens: toename aantal inwoners (benchmark d.d. 1-1-2010)
23.756
24.050
24.075
24.100
24125
Plan
Monitor
Monitor
Monitor
Monitor
150
110
110
110
110
2.363
2.350
2.375
2.375
2400
b Er is gebouwd conform het kwalitatief woningbouwprogramma c Er zijn jaarlijks minimaal 150 woningen gebouwd 2.a Kamer van Koophandel (KvK)-cijfers: toename vestiging aantal ondernemers (benchmark d.d. 1-12010)* * Doelstelling is bijgesteld als gevolg van de dalende trend in 2011
Activiteiten en resultaten Resultaat Activiteit
2013
2014
2015
2016
x
x
x
1.1
Woningmarktonderzoek is geactualiseerd in 2013
x
1.2
Realisatie Woningbouwprogramma 2010 - 2019
x
1.3
Opstellen beleidsnotitie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO)
x
1.4
Formulering archeologisch beleidskader
x
1.5
Opstellen structuurvisie Waalweelde West
1.6
Actualiseren bestemmingsplan Kerkdriel-Hoenzadriel
x
1.7
Actualiseren bestemmingsplannen De Kampen en De Geerden
x
2.1
Zorgdragen voor planologische regelingen glastuinbouw (ondersteuning Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard)
x
2.2
Uitvoering geven aan paddenstoelenpact
x
x
2.3
Ontwikkeling bedrijventerrein De Kampen-Noord
x
x
2.4
Realisatie projecten structuurvisie
x
x
2.5
Herzien bestemmingsplan buitengebied
2.6
MOE-landers
x
x
x x
x x
X
1.1 Woningmarktonderzoek is geactualiseerd in 2013 Om de 3 à 4 jaar geven de beide gemeenten Maasdriel en Zaltbommel en de drie corporaties in de Bommelerwaard gezamenlijk opdracht om een woningmarktonderzoek te houden/te actualiseren. Voor het laatst is dit in 2009 door Companen uitgevoerd. In de Regio Rivierenland zijn stemmen opgegaan om in het vervolg dit soort onderzoeken voor de hele regio gelijktijdig uit te voeren. Dit is goedkoper en maakt de gegevens onderling beter vergelijkbaar. Of dit door gaat en of het volgende onderzoek in 2013 zal plaatsvinden, is nog niet bekend. Over de wenselijkheid hiervan zal eind 2012 worden besloten. In 2015 moet namelijk een nieuw Kwalitatief Woningbouwprogramma worden opgesteld. 1.2 Realisatie Woningbouwprogramma 2010 - 2019 Het meerjarige Woningbouwprogramma 2010 - 2019 geeft expliciet sturing aan de realisatie van de kwantitatieve en kwalitatieve bouwopgave. Er wordt ingezet op de realisatie van 110 woningen per jaar conform het aantal woningen dat in het kader van het KWP3 (Kwalitatief Woningbouw Programma 2010-2019) met de Provincie en de Regio Rivierenland is afgesproken (zie trends en risico's). Het Woningbouwprogramma is een dynamisch programma dat jaarlijks een herijking behoeft als gevolg van een gewijzigde markt, een gewijzigde opstelling van andere overheden of anderszins gewijzigde inzichten. In de herijkingnota 2012 is vastgelegd dat enkele projecten vanwege het grote 39
algemene en financiële belang met voorrang zullen worden ontwikkeld. Deze hebben de kwalificatie focusprojecten gekregen. Het gaat om de volgende projecten: Kerkdriel Noord Kerkdriel Centrumplan (3 fasen) Hurwenen Wiellewaallaan Rossum Weteringshoek Ammerzoden Onderwaard Heerewaarden Varikse Driehoek Gezien de gemeentelijke grondpositie is Kampen - Noord eveneens een focusproject, ook al vloeit deze niet voort uit de Herijking en betreft het ook geen woningbouwproject. Ter ondersteuning van de realisatie van het programma wordt een aantal instrumenten ontwikkeld, waaronder een rapportagestructuur voortgang projecten, standaardisering van overeenkomsten, protocollen voor marktpartijen en procesbeschrijving ontwikkellocaties. De instrumenten worden opgesteld gericht op transparantie en een meer efficiënte doorlooptijd. De commissie Ruimte ontvangt momenteel meermaals per jaar een memo met daarin de actualiteiten op het gebied van woningbouw. Een bedrag van € 30.000 is in de begroting opgenomen voor: - bepalen en organiseren van een instrumentarium voor starters- en koopwoningen; - formuleren en borgen van duurzaamheidbeleid; - bepalen minimale kwaliteitseisen woningbouw; - laten uitvoeren van een subsidiescan; - gerichte investering in de toegankelijkheid van de website voor geïnteresseerden in de woningmarkt. Met de woningbouwcorporaties zijn prestatieafspraken gemaakt. Dit betreft niet alleen het aantal en het type woningen dat zij gaan bouwen. Ook afspraken over onderwerpen als leefbaarheid, duurzaamheid en woonlasten komen aan bod. In de prestatieovereenkomst die in 2012 is gesloten, staat een groot aantal actiepunten. Die zijn of worden in de loop van 2012 en 2013 verder uitgewerkt. De beschikbare capaciteit en benodigde middelen laten niet toe dat het gestarte project van overdracht woonwagenlocaties naar de woningstichting(en) wordt afgerond. 1.3 Opstellen beleidsnotitie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap De gemeente gaat zich de komende jaren steeds meer richten op particulier opdrachtgeverschap. Deze trend is reeds ingezet bij Kerkdriel Noord, Onderwaard en Wiellewaallaan. Naast de uitgifte van vrije kavels (particulier opdrachtgeverschap) heeft collectief particulier opdrachtgeverschap de volle aandacht van de gemeente. In genoemde projecten wordt de mogelijkheid voor zelfbouw door een groep kopers (collectief particulier opdrachtgeverschap) aangeboden. In 2012 is gestart met een brede informatieavond. In 2013 volgt een beleidsnotitie. 1.4 Cultuurhistorische waarden In 2012 is het archeologisch beleidskader geformuleerd. In het belang van de afwegingen in ruimtelijke plannen is het verplicht om ook de cultuurhistorische waarden (naast de archeologische waarden) mee te nemen. Dit vloeit voort uit het per 1 januari 2012 aangepaste Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Aanpassing van het Bro vloeit voort uit de beleidsbrief Modernisering Monumenten van het Ministerie van OC&W uit 2009. Op dit moment zijn in de gemeente Maasdriel de verschillende cultuurhistorische elementen (landschap, historisch groen, gebouwd erfgoed, infrastructuur, verdedigingswerken, en dergelijke) nog onvoldoende in kaart gebracht en niet voorzien van een waardering. Voor 2013 is daartoe een bedrag van € 35.000 in de begroting opgenomen. 1.5 Opstellen structuurvisie Waalweelde West De gemeente is samen met de provincie Gelderland en andere gemeenten bezig met maatregelen gericht op het vergroten van de (hoog) waterveiligheid in combinatie met natuurontwikkeling in de uiterwaarden van de Waal (project Waalweelde West). Er is sprake van een traject waarbij diverse publieke en private partijen zijn betrokkenen. Op dit moment wordt gewerkt aan de structuurvisie. De gebieden die nu nadrukkelijk in beeld zijn, zijn de Hurwenense Kil (Hurwenen) en Bato's erf (Heerewaarden). Over het plan voor de Hurwenense Kil is besluitvorming geweest en wordt er uitvoering aan gegeven in het kader van Waalweelde. Het gebied Bato's erf wordt nog verkend. In 2011 heeft de raad ingestemd met de integrale aanpak van het project door middel van de Startnotitie Structuurvisie/MER Waalweelde west. Het project bevindt zich thans in de onderzoeksfase. Vaststelling van de structuurvisie is pas voorzien in 2014. 1.6 Actualiseren bestemmingsplan Kerkdriel-Hoenzadriel Het vigerende bestemmingsplan 'Kerkdriel en Hoenzadriel' is op 4 september 2008, onder het regime van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), vastgesteld door de gemeenteraad. Op 14 juli 2010 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State enkele beroepen deels gegrond 40
verklaard. Dit moet in een nieuw bestemmingsplan worden gerepareerd. Daarnaast maken enkele andere ontwikkelingen het nodig het bestemmingsplan geheel en integraal te herzien (onder andere aanpassingen in verband met de wabo, verwerken van tussentijds verleende afwijkingen, verwerking later ontwikkelde flexibiliteitbepalingen zoals bed & breakfast en mantelzorg en digitale verplichtingen uit de nieuwe Wro). Het einddoel is een integraal, modern en compleet bestemmingsplan voor Kerkdriel en Hoenzadriel dat uitgerust is voor de komende planperiode van tien jaar. 1.7 Actualiseren bestemmingsplannen De Kampen en De Geerden De actualisatie van deze bestemmingsplannen heeft vertraging opgelopen in verband met de uitkomsten van een (quickscan) planschaderisicoanalyse met betrekking tot beide ontwerpbestemmingsplannen. Om het risico van planschade te beperken zijn maatregelen genomen, wat geresulteerd heeft in een aangepast ontwerp. Dit ontwerp wijkt dermate af van het oorspronkelijke ontwerpbestemmingsplan, dat besloten is de plannen opnieuw als ontwerp ter inzage te leggen. De bestemmingsplannen beogen een doelmatig bedrijfsgebruik voor de aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein De Geerden en De Kampen en voorzien in een actuele regeling van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de daar gelegen gronden. Het beheersaspect staat daarbij voorop, er zijn geen concrete plannen voor herstructurering of revitalisering. 2.1 Zorgdragen voor planologische regelingen glastuinbouw De oprichting van het Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard (PHTB) is in 2011 geëffectueerd. Een van de eerste opdrachten voor deze organisatie is het zorg dragen voor nieuwe planologische regelingen voor de bestaande glastuinbouwgebieden. In de komende jaren wil het Projectbureau komen tot een herstructurering van de glastuinbouw en paddenstoelenteelt. Aanpassing van de planologische regelingen is daarvoor noodzakelijk. Het provinciale inpassingplan zal in 2013 zijn beslag krijgen. 2.2 Uitvoering geven aan Paddenstoelenpact Binnen het paddenstoelenpact wordt ingezet op de uitvoering van projecten binnen verschillende thema's waaronder fair produce, logistiek en branding. De eerste fase van het paddenstoelenpact is afgerond. De verantwoording over de afgelopen jaren en de basis voor de komende jaren (t/m 2016) is weergegeven in het boekwerk Paddenstoelenpact samenwerken aan een gezonde groei. 2.3 Ontwikkeling bedrijventerrein De Kampen-Noord Op 28 januari 2009 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestemmingsplan voor De Kampen-Noord vernietigd. Aanleiding daarvoor was een onjuiste verwerking van de geurnormcontour van een nabijgelegen agrarisch bedrijf. Na de nodige onderzoeken is in 2010 een herstart gemaakt met het bestemmingsplan. Dit geuraspect speelt nog steeds een belangrijke rol in de voortgang van het bestemmingsplan en raakt de uitvoerbaarheid van de plannen. In september 2012 komt hierover meer duidelijkheid en kan een besluit worden genomen over de voortgang van het project. Gestreefd wordt de bestemmingsplanprocedure in september 2012 te starten (terinzagelegging ontwerp-bestemmingsplan), zodat vaststelling van het bestemmingsplan begin 2013 kan plaatsvinden. 2.4 Realisatie projecten structuurvisie Op 20 oktober 2011 heeft de gemeenteraad de structuurvisie voor de gemeente Maasdriel vastgesteld. De structuurvisie bevat in deel B een projectenplan, waarin de ruimtelijke opgaven voor de korte en middellange termijn benoemd worden op het terrein van wonen, werken, voorzieningen, recreatie en toerisme, infrastructuur, natuur en landschap, duurzaamheid en water. Conform het verzoek van de gemeenteraad heeft het college de raad op 28 juni 2012 en 6 september 2012 een voorstel gedaan om te komen tot prioritering van de projecten uit de vastgestelde structuurvisie. De raad heeft dit voorstel verworpen. Binnen de gemeente Maasdriel wordt er naar gestreefd om het ondernemersklimaat in de gemeente te versterken. Doel is dat het aantal ondernemers dat in Maasdriel is gevestigd stijgt. De cijfers van de Kamer van Koophandel laten echter zien dat het aantal ondernemers in 2011 licht is gedaald ten opzichte van het peiljaar 2010 (2.350 t.o.v. 2.363). Dit is te wijten aan de economische situatie. Omdat de verwachtingen over het verloop van de economische situatie de komende jaren slechts een licht herstel laten zien, is het aantal ondernemers de komende jaren bijgesteld.
41
2.5 MOE-landers De uitvoering van de motie van de gemeenteraad over dit onderwerp is in onderzoek en zal leiden tot actiepunten. De aanpak zal in regionaal verband en in samenwerking c.q. met ondersteuning door de provincie gestalte krijgen. De input van direct betrokkenen en belanghebbenden is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Er zijn echter geen financiële middelen en de beschikbare capaciteit is beperkt. Inmiddels hebben op bestuurlijk en ambtelijk niveau eerste verkennende gesprekken plaatsgevonden met de provincie over dit onderwerp. De provincie zal vooral een verbindende functie vervullen en partijen door middel van kennismanagement voorzien van de nodige informatie en informatieuitwisseling tussen partijen. De al eerder aangekondigde werkconferentie is in voorbereiding met alle betrokken partijen. Deze conferentie staat gepland voor oktober 2012. Concrete actiepunten naar aanleiding hiervan zullen in het vierde kwartaal van 2012 in beeld worden gebracht, evenals de financiële consequenties daarvan.
Trends en risico's Planschade Door de toename van het aantal verzoeken is het noodzakelijk het budget voor de noodzakelijke externe adviezen vanaf 2013 te ramen op € 50.000. Demografische ontwikkelingen In 2010 sprak het college de verwachting uit dat we in 2014 het aantal van 24.000 inwoners zouden bereiken. In april 2011 was het echter al zover. Of dit aantal 'vastgehouden' kan worden is niet zeker. Volgens de bevolkingsprognose Gelderland 2012 daalt het aantal inwoners van Maasdriel vanaf 2025. Het aantal zakt dan weer onder de 24.000 inwoners. De ontwikkeling van de bevolking is een afgeleide van het woningbouwprogramma en de gezinsverdunning. Naar verwachting zal de bevolking jaarlijks met 25 tot 50 inwoners kunnen toenemen, afhankelijk van de mate waarin een negatief of positief scenario zich voordoet (zie trends en risico's kwantitatief woningbouwprogramma). In de meerjarenbegroting 2013-2016 wordt uitgegaan van het negatieve scenario (24.125 inwoners per 2016). Kwantitatief Woningbouwprogramma In 2012 is het woningbouwprogramma herijkt. De planning komt uit op 1.100 woningen voor de periode 2010-2019 met een extra planning van 30% wegens planuitval. Naar verwachting kan de woningvoorraad per jaar met gemiddeld 110 woningen toenemen, afhankelijk van de ontwikkelingen op de woningmarkt. Verkoop en bouw van woningen stagneren immers al sinds 2008. Raming aantal op te leveren woningen conform huidige woningbouwplanning bedraagt (positief scenario): 2012: 81 2013: 118 2014: 300 2015: 196 2016: 150 De raming is gebaseerd op de planning van de huidige individuele woningbouwprojecten. De aantallen liggen iets boven het gemiddelde van 110 per jaar maar dat komt onder meer omdat in de jaren 2010 en 2011 veel minder dan dit gemiddelde van 110 woningen per jaar is opgeleverd. Raming indien in de eerste drie planjaren de markt minder woningen afneemt dan ingecalculeerd en een aantal projecten om andere redenen vertraging oploopt (negatief scenario): 2012: 50 2013: 68 2014: 250 2015: 146 2016: 100
42
Kwalitatief Woningbouwprogramma Binnen de Regio Rivierenland en met de provincie Gelderland zijn afspraken gemaakt over de categorieën te bouwen woningen. Uitgangspunten zijn: 37% van de nieuw te bouwen woningen in de huursector; 36% van de nieuw te bouwen woningen in de betaalbare segmenten (goedkope en betaalbare huur en goedkope koop); 74% van de woningen via nieuwbouw of van de bestaande voorraad geschikt maken als nultredenwoningen. Om hieraan te kunnen voldoen houden we globaal de volgende differentiatie (per bouwplan) aan; Betaalbare of sociale huur: 27%; Huur markt: 10%; Goedkope koop: 9%; Koop middelduur laag: 10%; Koop middelduur hoog: 9%; Koop duur: 35%. De situatie op de woningmarkt leidt mogelijk tot andere inzichten. We blijven monitoren zodat we steeds de juiste beslissingen nemen. Als gemeente kiezen we hierbij voor een regisserende rol en overleggen met andere ontwikkelende partijen daar waar dat mogelijk en gewenst is. Het herijkingprogramma levert hiervoor de aanleiding en de basis. De raad heeft het herijkingsprogramma op 28 juni 2012 met inachtneming van enkele amendementen en moties vastgesteld. Er zijn meer projecten in beeld gebleven dan was voorgesteld. Voor een viertal projecten (van de 45) is de kwalificatie 'temporiseren' gehandhaafd. Er zijn 35 projecten die - al dan niet met prioriteit - aandacht moeten krijgen. Dit kan variëren van 'doorgaan conform programma' tot 'doorgaan in overleg'. Met de ontwikkelaars vindt overleg plaats over programma en fasering. De uitkomsten van deze overleggen zal zeker worden beïnvloed door de actueel beschikbare capaciteit en middelen. Wetswijzigingen Er zitten diverse wetswijzigingen aan te komen, waarvan de consequenties momenteel nog niet aan te geven zijn: • Wijziging en permanent maken van de Crisis- en Herstelwet; • AMvB Ruimte (doorwerking nationaal ruimtelijk beleid op bestemmingsplannen); • Wijziging WABO in relatie tot plattelandswoningen; • Wijziging Natuurbeschermingswet; • Modernisering Monumentenzorg; • Intrekkingswet stedelijke vernieuwing. Huisvestingswet In 2013 wordt, naar verwachting, de nieuwe Huisvestingswet van kracht. De Huisvestingswet biedt gemeenten instrumenten om te sturen op de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. De Huisvestingswet zal de bevoegdheden verder decentraliseren. Sturing op de huisvestingsproblematiek moet plaats vinden op basis van een verordening. Overeenkomsten en convenanten vervallen. In 2012/2013 zal een analyse worden uitgevoerd welke sturingselementen momenteel gebruikt worden en welke mogelijkheden de nieuwe wet biedt. De besluitvorming over de verordening wordt in 2012/2013 voorbereid, mits de wet van kracht wordt. Leges anterieure overeenkomsten In 2012 wordt door externe capaciteit gewerkt aan een aantal samenwerkingsovereenkomsten/dossiers voor ruimtelijke plannen waaraan legesinkomsten verbonden zijn. Deze additionele capaciteitskosten worden gedekt uit de legesinkomsten. De bedoeling is om gedurende toekomstige 'piekperioden' deze constructie te herhalen teneinde te voorkomen dat er opnieuw een achterstand (boeggolf) ontstaat.
43
Budgetten Tabel 12 Baten en lasten per programma 8 Ruimte, volkshuisvesting en economie
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid Actiepunten herijking Ombuigingen Niet realiseren ombuiging kosten t.l.v. projecten (8.3) Stopzetten economische projecten (7.2)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
7.087.423
5.439.983
4.837.660
3.634.500
30.000 30.000
0
0
0
5.500 10.000 15.500
5.500 10.000 15.500
5.500 10.000 15.500
5.500 10.000 15.500
7.132.923
5.455.483
4.853.160
3.650.000
5.161.915
3.655.711
3.216.240
2.162.267
0
0
0
0
-15.000 -15.000
0
0
0
5.146.915
3.655.711
3.216.240
2.162.267
-1.986.008
-1.799.772
-1.636.920
-1.487.733
86.979 150.000 63.021
86.979 0 -86.979
227.232 0 -227.232
347.821 0 -347.821
-1.922.987
-1.886.751
-1.864.152
-1.835.554
Nieuw beleid
Ombuigingen Niet realiseren ombuiging reclamemast (8.1)
Totaal baten Saldo programma Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid In de kadernota 2013-2016 werd nieuw beleid voorgesteld. Een deel hiervan is in deze begroting niet meer opgenomen. Het betreft: Tabel 13 Geschrapt nieuw beleid uit kadernota
Omschrijving Masterplannen Subtotaal
2013 50.000 50.000
2014 50.000 50.000
2015 0 0
2016 0 0
44
9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Speerpunten 1. De gemeentelijke belastingen worden niet meer verhoogd dan met de jaarlijkse prijsindex. Alleen wanneer de leefbaarheid in het geding is kan in het uiterste geval belastingverhoging een optie zijn. 2. Een sluitende begroting.
Doelstelling Resultaatindicator 1.a Lastendruk in Maasdriel ten opzichte van andere Gelderse gemeenten (positief provinciale lijst; 1 is duur, 56 is goedkoop) Huurders Eigenaren
Nulmeting
2013
47 van 56 24 van 56
47 van 56 24 van 56
1.c Procentuele stijging hondenbelasting 1.d Waarstaatjegemeente.nl: ik krijg voldoende terug voor mijn belastinggeld 1.e Waarstaatjegemeente.nl: ik ben van mening dat de gemeente mijn belastinggeld waard is. 2
Sluitende begroting
2014
0
0
6
0
6
5,8 x
2016
47 van 56 47 van 56 47 van 56 24 van 56 24 van 56 24 van 56
0 5
2015
6,7 x
6,7
x
x
x
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 2.1
Belastingmaatregelen zoveel mogelijk beperken Eventuele tegenvallers in de meerjarenbegroting opvangen door aanvullende ombuigingsmaatregelen
2013
2014
2015
2016
x x
45
Budgetten Tabel 14 Baten en lasten programma 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Begroting 2013
Begroting 2014
Begro ting 2015
Begroting 2016
428.302
487.207
300.850
346.386
0
0
0
0
80.000 90.000 170.000
80.000 90.000 170.000
80.000 90.000 170.000
80.000 90.000 170.000
598.302
657.207
470.850
516.386
1.477.239 12.825 3.964.996 165.093 145.409 17.357.039 384.750 -167.000 23.340.351
1.469.929 12.825 3.989.996 165.093 145.409 17.507.832 256.500 -213.000 23.334.584
1.463.322 12.825 4.014.996 165.093 145.409 16.997.450 128.250 -237.000 22.690.345
1.533.379 12.825 4.039.996 165.093 145.409 17.394.450 0 -250.000 23.041.152
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
23.340.351
23.334.584
22.690.345
23.041.152
Saldo programma
22.742.049
22.677.377
22.219.495
22.524.766
538.254 102.609 -435.645
850.768 0 -850.768
207.000 379.666 172.666
166.281 0 -166.281
22.306.404
21.826.609
22.392.161
22.358.485
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen Dekking bezuiniging op personeelskosten (11.7) Bezuinging algemeen inhuurbudget (11.8)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Beleggingen, leningen en bespaarde rente Baatbelasting Onroerende zaakbelasting (Water)toeristenbelasting Hondenbelasting Algemene uitkering gemeentefonds Precariobelasting Overige algemene dekkingsmiddelen Nieuw beleid
Ombuigingen
Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming Saldo programma na resultaatbestemming
Nieuw beleid Niet van toepassing.
Trends en risico's Wet Houdbaarheid overheidsfinanciën (Hof) De Wet Hof vertaalt de scherpere Europese afspraken van het Stabiliteits- en Groeipact in nationale wetgeving. Volgens die afspraken dient Nederland het financieringstekort te beperken tot 3 procent van het bruto binnenlands product. De beperking gaat gelden vanaf 2013. Dit heeft (ver strekkende) gevolgen voor de medeoverheden, want de beheersing van het EMU-saldo geldt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De Wet Hof zal vooral gevolgen hebben voor de investeringen die gemeenten in een jaar hebben gepland. Schatkistbankieren In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Het verplicht schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. Depositotarieven en inleentarieven worden geharmoniseerd. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. Voor gemeenten zal dit in veel gevallen een negatief financieel effect hebben. 46
10 Bedrijfsvoering Speerpunten 1. Realiseren van een efficiënte, resultaatgerichte dienstverlenende organisatie. 2. Vermindering bedrijfsvoeringkosten. 3. Automatisering op orde. Resultaatindicator 1.1 Ziekteverzuim(benchmark, landelijk gemeentepersoneel 5,1%) 1.2 Personeelsverloop 1.3 Waarstaatjegemeente.nl: De prijs voor de producten is redelijk (2010= 6,2) 1.4 Waarstaatjegemeente.nl: Informatie die de gemeente geeft is voldoende en begrijpelijk (benchmark 2010=7,1) 2. Kosten bedrijfsvoering verminderd in 2012 en 2013 3.1 Gemeente is tijdig aangesloten op Landelijke Voorzieningen 3.2 Digitaal werken is ingevoerd
Nulmeting 5% -
Doelstelling 2014 2015 <4% <4% <10% <10%
2013 <4% <10%
6,4 7,1 x 100% 100%
2016 <4% <10%
6,6
6,8
7,5
7,7
100% 100%
100% 100%
100% 100%
Activiteiten en resultaten Activiteit 1.1 Actieve ziekteverzuimbegeleiding 1.2 ODR 1.3 Financiële afwikkeling overhead regionalisering brandweer 1.4 Samenwerking met Zaltbommel 2.1 Realiseren van € 1,2 miljoen aan ombuigingen 3.1 Uitvoeren Informatie Beheerplan (IBP)
2013 x x x x x x
Resultaat 2014 2015
x
x
2016
x
1.1 Ziekteverzuimbegeleiding De ziekteverzuimbegeleiding gebeurt op basis van 'eigen regievoering'. Dat wil zeggen dat de leidinggevende van de verzuimende medewerker hierin de regie voert. Het afdelingshoofd is de eerst verantwoordelijke in de uitvoering van het verzuimbeleid. Hij/zij wordt hierin geadviseerd door de bedrijfsarts en de P&O-adviseur. Doel hierbij is om de arbeidsongeschiktheid van de medewerker snel te verlagen, het herstel te bevorderen en de medewerker te ondersteunen bij het re-integreren. 1.2 ODR De doelstelling van de organisatieontwikkeling is om in 2013 de primaire processen met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving op orde te hebben en geheel over te dragen aan de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). 1.3 Financiële afwikkeling overhead regionalisering brandweer Per 1 januari 2013 gaat de Veiligheidsregio van start. De financiële consequenties van de overdracht van de brandweer Bommelerwaard naar de Veiligheidsregio zijn verwerkt in de begroting 2013. 1.4 Samenwerking met Zaltbommel De gemeentelijke samenwerking met Zaltbommel is opgestart vanuit het onderdeel bedrijfsvoering met de salarisadministratie begin 2012. Afhankelijk van de voortgang van de intergemeentelijke samenwerking met Zaltbommel wordt stapsgewijs op onderdelen verdere samenwerking gezocht. De volgende stap betreft de organisatie van financiën. Daarnaast wordt er op ICT-gebied nadrukkelijk gezocht naar samenwerking..Op I&A zijn er al enige jaren intensieve contacten. Deze worden steeds frequenter en keuzes meer en meer op elkaar afgestemd. De samenwerking zal - mits niet te vrijblijvend van aard - op termijn een besparing opleveren in de exploitatiekosten. 2.1 Realiseren van € 1,2 miljoen aan ombuigingen Ten gevolge van de ombuigingen (Nota ombuigingen 2012 en deze begroting) wordt fors gesneden in de bedrijfsvoeringkosten. Om de al genomen besluiten met personele consequenties ook daadwerkelijk te kunnen effectueren, nu en in de komende jaren, zal de doelmatigheid van de bedrijfsvoering verder moeten toenemen. Daarop is ook een aantal projecten gericht. Denk hierbij onder meer aan het vervangen/vernieuwen, onderling koppelen en het qua aantal terugdringen van applicaties. 47
Daarnaast is ook fors gesneden in de formatie en zijn taken afgestoten. 3.1 Uitvoeren Informatie Beheerplan (IBP) De voortschrijdende automatisering van producten en processen heeft consequenties voor het noodzakelijke ICT budget. In deze begroting zijn de bestaande ramingen van 2012 naar de komende 4 jaren geëxtrapoleerd. Bij het opstellen van het nieuwe IBP is dit budget uitgangspunt. Na de afronding van het IBP 2012-2014, inclusief de financiële doorrekening daarvan, kan een concreet oordeel worden gevormd over de haalbaarheid van dit uitgangspunt. In de eerste helft van 2012 heeft een evaluatie van het Informatiebeleidsplan (I&A-plan) 2009-2011 plaatsgevonden en is gestart met het opstellen van een geactualiseerd Informatiebeleidsplan (IBP) voor de periode 2012-2014. Het streven is om vanaf 2013 het IBP ieder jaar te actualiseren. Het IBP 2012-2014 zal in het laatste kwartaal 2012 aan de raad worden aangeboden. Centraal staat het verdere digitaliseren en automatiseren van de dienstverlening en de interne bedrijfsvoering. De projecten zijn ingedeeld in de thema’s basis op orde, efficiency en kwaliteit. De uit te voeren projecten zijn beoordeeld op nut en noodzaak. De eerste categorie projecten richt zich op het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening aan onze inwoners. Daarnaast komen een aantal projecten voort uit wet- en regelgeving (Basiskaart Grootschalige Topografie) en convenanten, zoals het implementatie Nationaal UitvoeringsProgramma (iNUP).
Trends en risico's Organisatie In 2013 zal duidelijk worden hoe er door het kabinet wordt ingezet op de sociale transities (WWNV, AWBZ en jeugdzorg). Personeelsbeleid Op grond van de uitgangspunten geformuleerd in het visiestuk 'Zonder doel kun je niet scoren' blijft het personeelsbeleid gericht op de professionalisering van de organisatie in brede zin en de individuele medewerker in het bijzonder. Dat betekent dat de personeelsinstrumenten ingezet worden ten behoeve van het behalen van de organisatiedoelstellingen. Speerpunten voor 2013 zijn: • het voeren van een integraal personeelsbeleid; • levensfase bewust personeelsbeleid; • flexibel werken in het kader van Het Nieuwe Werken; • het behouden van goede medewerkers voor de organisatie. Doelstelling hierbij is een verloop van < 10% per jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten: – HRM-cyclus: planning-, voortgang- en beoordelingsgesprekken; – Opleiding en ontwikkeling: hiervoor is een budget van 1,5% van de loonkosten opgenomen.. Informatisering & Automatisering I&A heeft een centrale plaats in de bedrijfsvoering van iedere organisatie. Net als de nutsvoorzieningen is de ICT een onmisbaar bedrijfsmiddel. Om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen zijn in 2012 extra voorzieningen getroffen zoals het plaatsen van een noodstroomaggregaat, het vergroten van de capaciteit van de dataverbindingen, het vergroten van de dataopslag en is een aantal informatiesystemen toegevoegd aan de al bestaande uitwijkvoorziening. Ontwikkelbedrijf Maasdriel De gemeente heeft op diverse locaties gronden verworven ten behoeve van ontwikkeling tot woningbouw en bedrijfsterrein. Deze grondposities hebben een grote financiële impact. Als gevolg van de economische situatie en de crisis op de woningmarkt is er in 2012 op diverse locaties afgeboekt. De actuele bouwgrondexploitaties laten niet of nauwelijks financiële ruimte zien. Met het oog op het grote financiële risico en ten behoeve van de stroomlijning van alle lopende en toekomstige projecten is een gerichte aansturing en focus op de voortgang en financiële stand van zaken van de projecten cruciaal. Hiertoe zal binnen de organisatie een ontwikkelingsbedrijf worden vormgegeven. De organisatie en implementatie hiervan wordt voorbereid.
48
Budgetten Tabel 15 Baten en lasten programma 10 Bedrijfsvoering Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
10.842.703
10.806.330
10.630.182
10.578.240
0
0
0
0
49.917 49.917
49.917 49.917
49.917 49.917
49.917 49.917
10.892.620
10.856.247
10.680.099
10.628.157
979.812 9.002.757 618.549
991.997 9.002.757 618.549
976.533 9.002.757 618.549
963.275 9.002.757 618.549
0
0
0
0
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
10.576.118
10.588.303
10.572.839
10.559.581
Saldo programma
-316.502
-267.944
-107.260
-68.576
Resultaatbestemming Storting reserves Onttrekking reserves Saldo resultaatbestemming
304.838 153.196 -151.642
224.586 148.877 -75.709
397.339 144.557 -252.782
422.661 140.196 -282.465
Saldo programma na resultaatbestemming
-468.144
-343.653
-360.042
-351.041
Lasten Bestaand beleid Nieuw beleid
Ombuigingen Herschikking BAG/Grondzaken (11.5.6)
Totaal lasten Baten Bestaand beleid Doorbelasting naar producten Doorbelasting naar investeringen en projecten Nieuw beleid
Ombuigingen Herschikking leerlingenvervoer (11.5.7)
Totaal baten
Tabel 16 Huisvestingskosten
Kosten Opbrengsten Saldo
2012 574.201 75.817 498.384
2013 584.085 122.297 461.788
2014 575.398 122.297 453.101
2015 566.710 122.297 444.413
2016 558.022 122.297 435.725
Tabel 17 Automatiseringskosten Kosten Opbrengsten Saldo
2012 2013 2014 2015 2016 1.072.290 1.063.538 1.038.426 1.035.533 1.035.533 1.072.290 1.063.538 1.038.426 1.035.533 1.035.533
Tabel 18 Inhuur van derden
Produkt/KP 301 530 K20 K21 K27
Omschrijving Paardenmarkt Leefbaarheid Brandweer Personeel en organisatie Bedrijfsvoering Totaal
2012 6.398 45.000 100.000 129.538 280.936
2013 6.398
120.000 10.000 136.398
De ramingen zijn exclusief de inhuur door het niet kunnen invullen van vacatures en vervanging bij langdurig ziekteverzuim. Voor een uitvoerige toelichting op het onderwerp Inhuur, wordt verwezen naar de 2e bestuursrapportage van 2012.
49
Nieuw beleid Niet van toepassing
Ombuigingen Personeel Als gevolg van de ombuigingen is het aantal formatieplaatsen (fte's) van de totale organisatie in 2012 gedaald van 135,69 fte tot 130,07 fte per 1 juli 2012. De formatie in de begroting 2013 is geraamd op 112,68 fte. Een verder daling met 17,39 fte De daling wordt veroorzaakt door: - regionalisering brandweer 10,00 fte - ombuigingen bedrijfsvoering. 7,39 fte Tabel 19 Ontwikkelingen personeelsbestand (exclusief ODR)
2011 19,00 4,00 23,00
Formatie 2012 19,00 4,00 23,00
2013 19,00 3,80 22,80
2011 160.608 376.021 536.629
Loonkosten 2012 163.820 382.065 545.885
2013 163.942 429.433 593.375
Griffie Directie Concerncontrol Brandweer Ruimte en samenleving Beheer en toezicht Publiekszaken Bedrijfsvoering Avies en ondersteuning Subtotaal organisatie Nog te realiseren ombuigingen Ruimte en samenleving Nog te realiseren overige personele ombuigingen * Totaal organisatie
1,56 1,11 1,00 10,00 22,11 33,56 25,72 27,42 13,88 136,34
1,67 1,11 1,00 10,00 22,33 33,56 24,83 28,31 12,88 135,69
1,67 1,00 0,50 0,00 24,50 30,56 22,14 30,78 5,87 117,01
117.380 123.534 92.728 594.080 1.366.299 1.970.276 1.398.951 1.480.958 866.196 8.010.401
124.768 125.277 93.753 604.044 1.482.868 1.992.113 1.386.935 1.573.880 851.895 8.235.533
132.305 115.860 47.663 0 1.669.143 1.820.315 1.250.213 1.831.030 366.596 7.233.126
136,34
135,69
1,00 112,68
8.010.401
8.235.533
77.230 6.926.739
Totaal
159,34
158,69
135,48
8.547.030
8.781.418
7.520.114
Onderdeel Raad College Totaal bestuur
3,33
229.157
* Nog te realiseren overige personele ombuigingen: het betreft de helft van de totaal te realiseren ombuiging van 2 fte. In 2014 moet de hele ombuiging gerealiseerd zijn.
De besluitvorming rond de ODR is bij het opstellen van deze begroting nog niet afgerond. De vorming van de ODR heeft een verdere vermindering van de personele formatie met 10,78 fte tot gevolg.
50
De paragrafen De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting op verschillende gebieden. De paragraaf bedrijfsvoering is als apart hoofdstuk opgenomen achter de programma's. De volgende onderwerpen worden hierna behandeld. •
Lokale heffingen
•
Weerstandsvermogen
•
Onderhoud kapitaalgoederen
•
Financiering
•
Verbonden partijen
•
Grondbeleid
51
52
Lokale heffingen Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. De gemeentelijke heffingen zijn te verdelen in de volgende twee categorieën: • heffingen waarvan de opbrengst is gebonden (retributies en leges). • heffingen waarvoor de opbrengst vrij besteedbaar is. Tabel 20 geeft de totaalopbrengst van de diverse gemeentelijke heffingen weer. Tabel 20 – Overzicht lokale heffingen
Baten
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2012
2013
2014
2015
2016
425.707
427.527
425.527
423.527
421.527
12.850
20.180
20.180
20.180
20.180
2.728.788
2.908.039
2.908.039
2.908.039
2.908.039
12.825
12.825
12.825
12.825
12.825
Gebonden heffingen Bevolkingsleges Gebruiksvergunningen Riolering Baatbelasting Milieu
3.455
3.559
3.559
3.559
3.559
Begraafrechten
82.559
83.797
83.797
83.797
83.797
Leges Ruimtelijke ordening
88.652
22.951
22.951
22.951
22.951
454.916
471.890
496.890
496.890
496.890
41.000
0
0
0
0
Bouwleges BIZ De Geerden Overige leges Totaal
56.163
56.991
56.991
56.991
56.991
3.906.915
4.007.759
4.030.759
4.028.759
4.026.759
4.039.996
Vrij besteedbaar Onroerende zaakbelasting
3.720.542
3.964.996
3.989.996
4.014.996
Precariobelasting
513.000
384.750
256.500
128.250
0
Toeristenbelasting
162.653
165.093
165.093
165.093
165.093
Hondenbelasting
145.931
145.409
145.409
145.409
145.409
Paardenmarktgelden
41.485
41.563
41.563
41.563
41.563
Marktgelden
10.771
10.771
10.771
10.771
10.771
Kermisgelden
50.207
40.000
50.000
50.000
50.000
Totaal
4.644.589
4.752.582
4.659.332
4.556.082
4.452.832
Totaal lokale heffingen
8.551.504
8.760.341
8.690.091
8.584.841
8.479.591
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente Maasdriel. De lokale heffingen en vooral de algemene dekkingsmiddelen zijn een belangrijk politiek instrument ter weging van beleidsbeslissingen. Ze maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijke beleid. In het kader van het dualisme en het Besluit Begroting en Verantwoording is de paragraaf lokale heffingen verplicht gesteld. Dit om de afweging tussen een extra euro lastendruk tegenover het nut van een extra euro uitgaven vorm te geven.
Indexering Bij de indexering van belastingen en leges werd geïndexeerd op basis van de BBP-index waarbij een nacalculatie plaatsvond over drie voorgaande jaren. Bij de rioolheffing werden daarnaast ook twee verschillende indexen gecombineerd. Dit maakte de systematiek van indexeren onnodig ingewikkeld en weinig inzichtelijk. Met ingang van 2013 wordt hiervan afgeweken. De redenen hiervoor zijn transparantie en vereenvoudiging.
53
De uitgangspunten voor indexering die vanaf 2013 worden gebruikt zijn: 1. de tarieven voor de belastingen en leges worden verhoogd met de prijsmutatie BBP (bruto binnenlands product). Deze index wordt weergegeven in de . 2. mutaties in de waarde van onroerend goed door periodieke herwaardering worden gecorrigeerd op de tarieven. Ze leiden per saldo niet tot een mutatie in de opbrengst; Prijsmutatie Bruto Binnenlands Product (BBP) Het BBP is de totale (geld)waarde van alle in een land geproduceerde goederen (en diensten) gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Het geeft hiermee de algemene prijsontwikkeling in Nederland weer. Op diverse momenten door het jaar heen wordt in de circulaires van het gemeentefonds gerapporteerd over de prijsmutaties BBP. Dit zijn feitelijke ontwikkelingen achteraf en prognoses voor toekomstige prijsmutaties. Bij vaststelling van de tarieven voor het nieuwe begrotingsjaar wordt rekening gehouden met de geraamde ontwikkeling van het BBP. Deze ontwikkeling is terug te vinden in de zogenaamde 'septembercirculaire' van het gemeentefonds. De voorbereiding van de begroting wordt afgerond voordat de septembercirculaire beschikbaar is. In de begroting wordt daarom gerekend met de beschikbare index uit de 'junicirculaire'. Indexering belastingen en leges De afgelopen jaren zijn de tarieven in Maasdriel gewijzigd met de onderstaande percentages: • 2011: OZB, overige belastingsoorten en leges verhoogd met 2,00%; • 2012: OZB, overige belastingsoorten en leges verhoogd met 0,65% Voor 2013 worden de OZB, overige belastingsoorten en leges verhoogd met 1,50%, op basis van de BBP-index. Indexering rioolheffing Voor het indexeren van de rioolheffing werd de GWW-index toegepast. Voor deze index is geen verwachting voor het komende jaar beschikbaar bij het CBS. Daarom werd gewerkt met de BBP-index en een nacalculatie op basis van de GWW-index. De afgelopen jaren zijn de tarieven in Maasdriel gewijzigd met de onderstaande percentages: • 2011: Rioolheffing verlaagd met 1,10%; • 2012: Rioolheffing verhoogd met 0,75% Voor 2013 wordt de rioolheffing verlaagd met € 4,21 conform de besluitvorming ten aanzien van de ombuigingen ad. € 44.500, - op de riolering.
Ontwikkelingen binnen de verschillende belastingen en heffingen Bedrijven Investering Zone Het bedrijventerrein De Geerden heeft in 2011 een revitalisering ondergaan. Onderdeel van de revitalisering was nagaan wat de mogelijkheden zijn om de huidige parkmanagement organisatie te versterken. Vanuit de ondernemers is het initiatief gekomen om in te zetten op een Bedrijven Investering Zone (BIZ). In overleg met de parkmanagement organisatie is een uitvoeringsovereenkomst en verordening opgesteld. De verordening is in de raadsvergadering van 30 juni 2011 vastgesteld. Na vaststelling van de verordening moesten de ondernemers zich uitlaten over de BIZ. Als een meerderheid van de ondernemers vóór de BIZ zou stemmen werd de verordening van kracht. Het was aan de ondernemers om draagvlak voor de BIZ te creëren. De draagvlakmeting leverde echter niet genoeg op voor de beoogde BIZ, die zodoende niet tot stand kwam.
54
Precariobelasting Precariobelasting kan worden geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Hierbij kan worden gedacht aan een winkeluitstalling en allerlei voorwerpen die op straat te vinden zijn. Ook het terras van een café, erkers, luifels en andere uitbouwsels aan bedrijfspanden vallen er onder. Voor wat betreft voorwerpen onder gemeentegrond kan worden gedacht aan pijpleidingen, elektriciteitskabels en buizen. Er mag hierbij geen verplichting zijn voor de gemeente om deze voorwerpen te gedogen. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die de regering nogmaals verzoekt om het wetsvoorstel vrijstelling precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven zo spoedig mogelijk in te dienen. In de junicirculaire staat dat het wetsvoorstel in de zomer naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Voor gemeenten die op 1 januari 2012 precariobelasting voor deze netwerken in rekening brachten komt er een overgangsregeling. Hoe de overgangsregeling eruit komt te zien en voor welke termijn die gaat gelden, vermeldt de circulaire niet. Kermisgelden In 2012 is de organisatie van de kermis overgedragen aan een externe kermisorganisatie. Dit heeft tot gevolg dat er feitelijk geen sprake meer is van pachtinkomsten, maar van verhuurgelden voor gebruik van de openbare ruimte. De raming van kermisgelden in 2012 is nog gebaseerd op de oude systematiek van zelf organiseren en verpachten. Met de kermisorganisatie zijn vergoedingen afgesproken voor de komende jaren oplopend tot € 50.000. In 2013 bedraagt deze € 40.000. Naast deze vergoeding worden minder uitgaven gedaan voor onder andere elektra, water en schoonmaak. Daarnaast wordt personele inzet ten behoeve van het verwijderen van straatmeubilair voortaan bij de kermisorganisatie in rekening gebracht. Netto geeft dit daarom een vergelijkbaar en op termijn beter resultaat.
Lokale lastendruk De lokale lastendruk is een indicator voor de mate waarin de inwoners van de gemeente Maasdriel worden belast met de vastgestelde heffingen. Anderzijds is het een indicator voor de financiële positie van de gemeente in het provinciaal toetsingskader. Voor het bepalen van de lokale lastendruk zijn de heffingen bepalend die onvermijdelijk gepaard gaan met het wonen in de gemeente Maasdriel. Dit zijn: de onroerende zaakbelastingen (OZB), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Ondanks het feit dat de afvalstoffenheffing in Maasdriel wordt opgelegd door de AVRI, moet die heffing toch worden betrokken bij de bepaling van de lokale lastendruk. De lokale lastendruk kan op verschillende manieren worden berekend. Omdat de onroerende zaakbelasting voor eigenaren en de rioolheffing worden geheven van de zakelijk gerechtigde, verschilt de lokale lastendruk. De lastendruk is afhankelijk van de vraag of een inwoner van Maasdriel eigenaar, bewoner of huurder is. Tabel 23 geeft een overzicht van de lokale lastendruk per woonruimte, voor een eigenaar en voor een huurder. De hierbij gehanteerde uitgangspunten zijn: • een huishouden, bestaande uit 3 personen; • een waarde van de woning van € 250.000; 3 • een waterverbruik als basis voor rioolrecht van 50 m per persoon; • een standaardtarief afvalstoffenheffing. Deze uitgangspunten sluiten aan bij de gegevens die de provincie Gelderland gebruikt in haar jaarlijkse rapport Gemeentefinanciën.
55
Tabel 21 - Lokale lastendruk Soort lastendruk
2010
2011
2012
345 342
356 365
368 364
Lastendruk specifiek huishouden – eigenaar / bewoner OZB Afvalstoffenheffing (geen beleidsveld gemeente, maar van AVRI) Rioolheffing Totaal Positie provinciale lijst (1 is het duurst, 56 het goedkoopst)
189 280 255 724 18 van 56
194 250 266 710 25 van 56
224 218 268 710 24 van 56
Lastendruk specifiek huishouden – huurder / bewoner OZB Rioolheffing Afvalstoffenheffing (geen beleidsveld gemeente, maar van AVRI) Totaal Positie provinciale lijst (1 is het duurst, 56 het goedkoopst)
0 0 280 280 47 van 56
0 0 250 250 47 van 56
0 0 218 218 47 van 56
Gemiddelde lastendruk per inwoner provincie Gelderland Gemiddelde lastendruk per inwoner Maasdriel
Hieruit blijkt dat de gemiddelde lastendruk per inwoner van Maasdriel iets lager ligt dan het provinciaal gemiddelde. In de categorie huurders is de positie op de provinciale ranglijst ongewijzigd en handhaaft Maasdriel zich bij de tien goedkoopste gemeenten. In de categorie eigenaren is de positie nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2011. Maasdriel neemt hier een plaats net onder het midden in. De gevolgen voor de belastingdruk als gevolg van de belastingmaatregelen en indexering zijn: Tabel 22 Gevolgen belastingdruk als gevolg van belastingmaatregelen en indexering (bedragen in €)
Woning
Waarde OG Belasting 250.000 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Eigenaar
300.000 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
350.000 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Bewoner
2012 224 215 268
2013 5,50% 236 205 264
Stijging in 2013 12 -10 -4
Index 1,50% 3 3 4
Effect in 2013 15 -7 0
707
705
-2
10
8
269 215 268
283 205 264
14 -10 -4
4 3 4
18 -7 0
752
752
0
11
11
314 215 268
331 205 264
17 -10 -4
4 3 4
21 -7 0
797
800
3
11
14
3
0 -7 0
3
-7
OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing
215
205
0 -10 0
Totaal
215
205
-10
In de kolom 'Effect in 2013' ziet u de gevolgen van de combinatie verlaging afvalstoffenheffing, verlaging rioolrechten en verhoging OZB. Naast de verhogingen en verlagingen van OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing vindt ook ieder jaar een indexering van de tarieven plaats. Deze indexering is gelijk aan de BBP-index en bedraagt voor 2013 1,50%. Als een verlaging van de rioolheffing of de afvalstoffenheffing wordt ingezet om het OZB-tarief te verhogen en de gemiddelde lokale lastendruk blijft gelijk dan gaan eigenwoningbezitters met een woning van meer dan € 300.000 er toch op achteruit omdat de heffingsmaatstaf bij de OZB een percentage van de WOZ-waarde is en geen vast bedrag. De gemiddelde WOZ-waarde van een woning in Maasdriel in 2012 bedraagt € 292.000. Een gelijkblijvende lastendruk wordt dus niet in alle gevallen gerealiseerd. Duurdere woningen hebben hierdoor een nadeel, goedkopere woningen en huurders een voordeel. De eigenaren van onroerend goed die geen gebruiker zijn (en dus geen
56
afvalstoffenheffing betalen) hebben een nadeel. Immers zij krijgen wel een verhoging van de OZB maar geen verlaging van de afvalstoffenheffing.
Kwijtscheldingsbeleid De gemeente is op grond van de Gemeentewet bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Met het vervallen van de OZB voor gebruikers van woningen kan feitelijk nog slechts kwijtschelding worden aangevraagd voor de hondenbelasting. Dit geldt uitsluitend voor particuliere belastingplichtigen en enkel voor de eerste hond.
57
58
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Maasdriel beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken (weerstandscapaciteit) en de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Risico's De gemeente is verplicht om voor de ongedekte risico's een vrij beschikbaar vermogen aan te houden om deze risico's te kunnen financieren. De gemeenteraad bepaalt het risicoprofiel en dus de hoogte van de financiële buffer. De risico's zoals geïnventariseerd in de jaarrekening 2011 zijn gebaseerd op een momentopname en dienen aangevuld te worden met de te verwachten risico' s in de komende jaren, zoals: 1. grote onzekerheden over de uitgifte van gronden, de bouw van woningen en bedrijven en de daaraan verbonden financiële risico's; 2. decentralisatie van Jeugdzorg, AWBZ- taken, Wet werken naar vermogen; 3. de herijking van het gemeentefonds betekent dat de hoogte van de inkomsten van de gemeente de komende jaren onzeker is; 4. in de begroting 2013 is gerekend met de uitkering uit het gemeentefonds conform de junicirculaire, er is geen rekening gehouden met mogelijke kortingen; 5. mogelijke verliezen op projecten herstructurering tuinbouw Bommelerwaard (50% provincie en 50% Maasdriel); 6. planschades bestemmingsplannen; 7. grote onzekerheid over subsidie Brede school; 8. afdichting voormalige stortplaats Vlagheide; 9. Onzekerheid over de kosten van hulp bij het huishouden (nieuwe aanbesteding). Per saldo worden de risico's geraamd op € 6.700.000. (inclusief € 2,6 miljoen voor grondexploitaties).
Stille reserves De stille reserves bedragen € 2,9 miljoen. Het betreffen de verschillen tussen de boekwaarden en de marktwaarden van: • 376.289 m2 verspreid in de gemeente liggende gronden en één leegstaande woning in Hedel; • drie percelen grond gelegen aan bestaande wegen in Rossum, die verkocht kunnen worden als bouwgrond; • gronden binnen Uilecoten II in Ammerzoden; • grond in de Hurnse Kil, die verkocht zal worden aan de provincie Gelderland. Deze 'stille reserves' worden meegenomen bij de beoordeling van de weerstandscapaciteit. Om de weerstandscapaciteit op het gewenste niveau 'ruim voldoende' te houden zal de winst bij verkoop van de voornoemde eigendommen toegevoegd moeten worden aan de reserves.
Weerstandscapaciteit Om te voorkomen dat er ingrijpende beleidswijzigingen moeten worden doorgevoerd bij het voordoen van niet afgedekte risico's, moet een gemeente een capaciteit bezitten om tegenvallers op te vangen. De weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de post onvoorzien en de vrij aanwendbare reserves. Daar worden met ingang van deze jaarrekening de voormalige stille reserves aan toegevoegd. De weerstandscapaciteit geeft nu het volgende beeld.
59
Tabel 23 - Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit Algemene reserve Nieuw beleid geblokeerd Nieuw beleid Bouwgrondexploitatie Stille reserves Totale weerstandscapaciteit
Per 1-1-2013 4.195.980 1.500.000 606.453 0 2.941.434 9.243.867
Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico's op te vangen. Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen is een norm vastgesteld. Deze norm wordt ratio van het weerstandsvermogen genoemd en wordt als volgt berekend: de ratio weerstandsvermogen is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Welke ratio indiceert een goed weerstandsvermogen en welke een onvoldoende? Hiervoor wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Tabel 24 Waarderingstabel weerstandsvermogen
Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio weerstandsvermogen > 1,65 1,35 < x < 1,65 1,0 < x < 1,35 0,8 < x < 1,0 0,6 < x < 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het uitgangspunt is om de impact van de risico’s te minimaliseren. Dit betekent dat het weerstandsvermogen ten minste voldoende moet zijn. De raad heeft op 4 september 2008 besloten een ratio weerstandsvermogen van 1,5 keer het totaal van de geïnventariseerde financiële gevolgen van risico's aan te houden met een marge van 10% naar boven en beneden. Dit komt overeen met het waarderingscijfer B = 'ruim voldoende'. De ratio van het weerstandsvermogen bedraagt nu afgerond 1,37. (Beschikbare weerstandscapaciteit € 9,2 miljoen gedeeld door benodigde weerstandscapaciteit € 6,7 miljoen). Dit betekent dat de huidige weerstandcapaciteit voldoet aan de door de raad gestelde norm. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de reserve materieel van de brandweer. Gezien de regionalisering van de brandweer kan deze reserve vervallen. In 2012 is deze reserve toegevoegd aan de algemene reserve. Hierdoor stijgt de beschikbare weerstandcapaciteit met ca € 600.000. De ratio van het weerstandsvermogen bedraagt dan 1,46. Gelet op het huidige financiële klimaat moeten wij alert blijven. Belangrijk is de risico's van de grondexploitaties te beheersen en te verminderen.
60
Onderhoud kapitaalgoederen De lasten die verband houden met het onderhoud van kapitaalgoederen maken een substantieel onderdeel uit van de begroting. In deze paragraaf wordt een totaaloverzicht gegeven wat van belang is voor inzicht in de financiële positie. Tot kapitaalgoederen rekenen we onder andere: • Verkeer: Mobiliteitsplan; • Water- en riolering: Water- en rioleringsplan Bommelerwaard 2012-2016 (WRP); • Gemeentelijke gebouwen: Gebouwen beheerplan/Meerjarig Onderhoudsprogramma's (MOP's); • Groen: Groen- en bomenbeleidsplan en beeldkwaliteitbestek; • Sportvelden: Beheerplan sportvelden; • Openbare verlichting: Verlichtingsplan; • Speelvoorzieningen: Speelruimteplan; • Wegen; Wegenbeheerplan (Zaltbommel, Neerijnen en Zaltbommel) • Integraliteit civiel: Integraal Uitvoeringsplan (IUP); • Integraliteit openbare ruimte intern/extern: Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR). Vastgesteld beleidskader De beleidskaders voor het onderhoud van kapitaalgoederen zijn vastgelegd in beheerplannen en het Kwaliteitsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte Maasdriel (IBOR). Hierin worden de beeldkwaliteiten van de openbare ruimte en de noodzakelijke budgetten inzichtelijk gemaakt en vastgesteld. De integrale afwegingen worden in 2013 nog opgenomen in het Integraal Uitvoeringsplan (IUP) maar zal daarna overgaan op het Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR). De volgende tabel geeft de beheerplannen weer. Tabel 25 - Vastgestelde beheerplannen Beheerplan
Vaststelling / Bijstelling planning
Mobiliteitsplan Water- en Rioleringsplan 2012-2017 Gemeentelijke gebouwen Onderhoud groen en verzorging Groen en Bomenbeleid Sportvelden Openbare verlichting Speelvoorzieningen Onderhoudsplan wegen (IBOR) Integraal uitvoeringsplan (IUP) Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR)
2009 2012 2009 2012 2012 2011 2009 2009 2012 2011 2013
2013 2016 2013 2015 2016 2015 2014 2012 2014 2013 2014
Mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan is door de gemeenteraad op 23 april 2009 vastgesteld behoudens de financiële consequenties voor die investeringen waarvoor nog geen reserve was voorzien. De kosten van het Mobiliteitsplan kunnen onderverdeeld worden in structurele jaarkosten van € 50.000, en andere kosten die per project gedekt moeten worden uit subsidies en winst uit grondexploitatie. Voor de voorziene investeringen op korte termijn zijn reserves gevormd, zoals in de bijlage van het Mobiliteitsplan staat aangegeven. In 2013 zal bijlage 13 van het Mobiliteitsplan ingetrokken worden wegens het ontbreken van de financiële middelen. Water- en Rioleringsplan (WRP) Het WRP Bommelerwaard is door de gemeenteraad op 6 september 2012 vastgesteld. Financieel wordt het WRP gevoed door de riool(afvoer)heffing en wordt elke 5 jaar geactualiseerd. Het WRP loopt van 2012 t/m 2016. De huidige jaarlijkse toevoeging aan het egalisatiefonds is toereikend. De werkzaamheden worden integraal afgewogen en opgenomen in het Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR).
61
Gemeentelijke gebouwen Het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is gebaseerd op de in de beheerplannen opgenomen meerjaren onderhoudsramingen. In december 2009 heeft de gemeenteraad het nieuwe beheerplan vastgesteld. De bestaande voor dit doel gevormde reserve is in diverse voorzieningen omgezet. In 2013 zal het gebouwen beheerplan gedigitaliseerd en geactualiseerd worden. Onderhoud groen en verzorging De uitgangspunten en beheersstrategieën voor het groenbeheer zijn vastgelegd in het groenbeheerplan (IBOR). Hierin is vastgesteld aan welke beeldkwaliteit het openbaar groen binnen de gemeente qua verzorgend onderhoudsniveau (onkruid, zwerfvuil, kolken zuigen, snoeien, etc.) moet voldoen. Met de gewenste beeldkwaliteit als uitgangspunt is in 2012 opnieuw het beeldkwaliteitbestek aanbesteed en loopt door t/m 2015. Groen- en bomenbeleid De uitwerking van het strategisch kwaliteitsplan IBOR voor groen is verder doorvertaald naar een tactisch document, het Groen- en bomenbeleidsplan. Sportvelden In het renovatieplan, onderdeel van het project 'kwaliteitszorg grassportvelden', is een renovatieschema opgenomen wanneer welke velden in aanmerking zouden kunnen komen voor renovatie. Dit renovatieschema is vastgesteld op basis van de huidige bespelingintensiteit. Voor het beheer van de sportvelden is in 2012 een beheerdocument opgesteld. Dit is nu nog op hoofdlijnen vertaald in de huurovereenkomsten. Openbare verlichting Het verlichtingsplan is door de gemeenteraad op 19 maart 2009 vastgesteld inclusief de financiële consequenties die in de meerjarenraming zijn verwerkt. In combinatie met onder andere het IUP worden de beschikbare budgetten waar nodig naar voren gehaald en opgenomen in de begroting 2013. Speelvoorzieningen In het speelruimteplan zijn beleidsregels opgenomen waaraan de speelplekken in de gemeenten moeten voldoen. Hierin is onder andere opgenomen de spreiding, mate van beheer en onderhoud en vervanging. Onderhoudsplan wegen De uitgangspunten en beheersstrategieën voor het wegenbeheer zijn vastgelegd in het wegenbeheerplan. Samen met Zaltbommel, Neerijnen en Maasdriel zal het Wegenbeheerplan in 2013 in de raad vastgesteld worden. Door de financiële ingrepen in de voorziening IBOR is ervoor gekozen om reeds in 2012 het Wegenbeheerplan te actualiseren. Dit wordt een gezamenlijk plan met de gemeenten Zaltbommel en Neerijnen. Door dit nieuwe Wegenbeheerplan zal inzichtelijk worden wat zowel op korte als langere termijn aan middelen nodig is om het wegennet in de gemeente op orde te houden. Het voornemen is om net als bij riolering, nieuwe wegen en reconstructies over meerdere jaren af te schrijven. Groot onderhoud wordt direct ten laste van de voorziening gebracht. Uitvoering Integraal UitvoeringsPlan Het Integraal Uitvoeringsplan (IUP) is een document dat zorg draagt voor een integrale benadering van projecten en onderhoudswerkzaamheden. Door slim te combineren worden kosten bespaard en overlast beperkt. Getracht wordt via inverdieneffecten ruimte te realiseren voor ombuigingstaakstelling van € 170.000,00. Per jaar wordt bekeken of deze ombuigingstaakstelling behaald kan worden. De volgende werkzaamheden zijn in 2013 in voorbereiding of zullen in uitvoering gaan conform het IUP 2011-2014:
62
Tabel 26 Projecten IUP 2013
Jaar
Kern
Projectnummer
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
Ammerzoden Ammerzoden Hoenzadriel Hedel Kerkdriel Hedel Ammerzoden Ammerzoden Heerewaarden
GMBT-BOR-022 GMBT-BOR-023 GMBT-BOR-040 GMBT-BOR-042 GMBT-BOR-029 GMBT-BORE-016 GMBT-BOR-017 GMBT-BOR-020 GMBT-BOR-035
Projectomschrijving Herinrichting St. Clarastraat Ammerzoden Herinrichting Wordragensestraat en Zandweg Ammerzoden Herinrichting Rooijensestraat Hoenzadriel Herinrichting Gasthuisstraat Hedel Reconstructie en afkoppelen HWA Kerkdriel Zuid Afwaardering Beatrixstraat/Drielseweg Afwaardering N831 centrum Hedel Afkoppelen Voorstraat Bernseweg Ammerzoden Herinrichting Hogestraat Heerewaarden
Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR) In het Integraal Uitvoeringplan (IUP) worden alleen de afgewogen integrale werken opgenomen en vastgesteld. Alle andere (niet integrale) werken worden op dit moment versnipperd opgepakt. Om overzicht te creëren is besloten om in 2013 een Jaarprogramma Openbare Ruimte (JOR) op te stellen. In dit plan worden alle werken opgenomen die in 2014 in voorbereiding of uitvoering gaan. In 2013 wordt dit plan verder ontwikkeld. Afstemming wordt gezocht met de gemeente Zaltbommel.
63
64
Financiering Rekenrente Op het geïnvesteerd vermogen wordt met ingang van 2010 een vaste rente van 4,5% gecalculeerd. Dit vermogen is geïnvesteerd in bezittingen die bijdragen aan producten. Via de kapitaallasten wordt deze rente toegerekend. Met het oog op een stabiel begrotingsbeeld wordt een vaste rentevoet gehanteerd. Gelet op de lopende geldleningen, het huidige renteklimaat en de verwachte ontwikkelingen is de rekenrente bepaald op 4,5%. Het verschil tussen de rekenrente en de werkelijk betaalde rentekosten komt tot uitdrukking in de bespaarde rente. Voor 2013 is hiervoor een opbrengst opgenomen van € 1.3 miljoen. Kasgeldlimiet Uitgegaan wordt van een kasgeldlimiet van 8,5%. Het totaal van de jaarbegroting bedraagt circa € 40 miljoen. Als resultaat betekent dit dat het saldo van de vlottende schuld gedurende 2013 de € 3,4 miljoen niet mag overstijgen. Het financieringstekort loopt in 2016 op tot een bedrag van € 28,5 miljoen en mag op grond van de kasgeldlimiet niet volledig worden gedekt door vlottende middelen. Voor het financieringstekort is gerekend met een rentepercentage van 4% voor langlopende leningen en 1,5% voor kortlopende leningen. Dit is op grond van de actuele rentestand verantwoord. Renterisiconorm Tabel 27 geeft de berekening van de rente risiconorm weer. Tabel 27 – Rente risiconorm (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
1a 1b 2 3a 3b 4 5 6 7
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto-renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld Nieuw verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -3b) Betaalde aflossing Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
2.240 0 2.240 5.000 0 5.000 3.691 3.691 5.931
1.375 0 1.375 2.000 0 2.000 3.645 2.000 3.375
0 0 0 5.000 0 5.000 3.191 3.191 3.191
0 0 0 2.000 0 2.000 8.191 2.000 2.000
37.018 20% 7.404
33.328 20% 6.666
29.683 20% 5.937
26.491 20% 5.298
7.404 5.931 1.473
6.666 3.375 3.291
5.937 3.191 2.746
5.298 2.000 3.298
Rente risiconorm 8 9 10
Stand van de vaste schuld (per 1-1 dienstjaar) Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Renterisiconorm (8*9/100)
Toets rente risiconorm 10 7 11
Rente risiconorm Renterisico op vaste schuld Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10 - 7)
De rente risiconorm bepaalt welk deel van de vaste schuld gedurende het boekjaar maximaal mag worden geherfinancierd. Dit in verband met het risico dat de te betalen rente te sterk wijzigt. Kredietrisico's Tabel 28 geeft de verstrekte geldleningen weer, ingedeeld in categorieën geldnemers. Deze indeling is bedoeld om inzicht te geven in het risico dat de gemeente loopt.
65
Tabel 28 - Kredietrisico u/g (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Risicogroep
Zekerheid
1 Gemeenten / provincies 2 Overheidsbanken 3 Woningcorporaties met garantie Wsw 4 Semi overheidsinstellingen 5 Financiële instelling (A en hoger) 6 Overige toegestane instellingen, volgens treasurystatuut 7 Niet toegestane instellingen, volgens treasurystatuut Totaal
Garantie WSW Gedeeltelijk hypotheek -
Boekwaarde 1-1-2013
Percentage
0 0 3.176 987 0 9.245 0 13.408
0 0 24 7 0 69 0 100
Leningenportefeuille In de leningenportefeuille bevinden zich geen leningen die binnen de begrotingsperiode vervroegd aflosbaar zijn. Er zijn twee leningen waarbij rentebijstelling kan plaatsvinden. Op basis van het financieringstekort gerelateerd aan de kasgeldlimiet is het noodzakelijk om binnen de begrotingsperiode langlopende geldleningen aan te trekken. De hiermee samenhangende rentelasten zijn in de meerjarenbegroting verwerkt. Interne financiering De algemene reserve, de geblokkeerde reserve nieuw beleid € 1.500.000 en de voorzieningen dienen als intern financieringsmiddel. Deze rente wordt structureel ten gunste gebracht van de exploitatie. Deze reserves en voorzieningen zijn hierdoor niet vrij aan te wenden zonder gevolgen voor de exploitatie.
66
Verbonden partijen Tevens register als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Omschrijving In deze paragraaf staan de 'verbonden partijen' van de gemeente Maasdriel. Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang is een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Een financieel belang is er als de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die bij het faillissement van de verbonden partij verloren gaan en/of financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente. Beleid Maasdriel staat open voor intergemeentelijke en regionale samenwerking. Een samenwerking wordt alleen aangegaan als daar een publiek belang bij gediend is en/of daarmee een doelstelling, zoals opgenomen in de begroting, wordt gerealiseerd. Naam verbonden partij Bronnen Vestigingsplaats Doel en openbaar belan
Deelnemers Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's Ontwikkelingen
Gemeenschappelijke Regeling Streekarchief Bommelerwaard (1999) GR Streekarchief Bommelerwaard Jaarrekening 2010 streekarchief Bommelerwaard Zaltbommel De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten ten aanzien van: 1. het gemeenschappelijk beheer door de streekarchivaris van de centrale archief-bewaarplaats in Zaltbommel en van de naar die archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers. Uitgangspunt daarbij is de gemeenschappelijke bestuurlijke verantwoordelijkheid voor alle naar die archiefbewaarplaats overgebrachte archiefstukken. 2. het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers. Zaltbommel en Maasdriel Elke deelnemer wijst twee leden aan voor het algemeen bestuur. Een lid wordt aangewezen door en uit elk college van burgemeester en wethouders. Een lid wordt aangewezen door en uit elke gemeenteraad. Iedere deelnemer wijst tevens twee plaatsvervangende leden aan. De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaar en zij treden af op het tijdstip waarop de zittingsperioden van de gemeenteraden aflopen. De relatie met het Stadsgewest 's-Hertogenbosch is niet gewijzigd. EV per 31-12-2009: € 100.258 EV per 31-12-2010: € 121.279 VV per 31-12-2009: € 1.825.535 VV per 31-12-2010: € 1.823.632 Het resultaat 2010 na bestemming bedraagt € 21.021 (2009: € 42.258) De kosten van de dienst worden voorgeschoten door de gemeente Zaltbommel. In de netto-kosten van de dienst wordt door de deelnemers bijgedragen. De deelnemers garanderen ieder voor zich een percentage van de kosten, met als uitgangspunt de verdeling daarvan zoals vastgelegd in de begroting 1999. De verdeling van de kosten geschiedt op basis van een door het algemeen bestuur vast te stellen regeling. Het algemeen bestuur bepaalt jaarlijks het bij voorschot verschuldigde aandeel van de deelnemers. Bijdrage 2011: € 254.083 (realisatie) Bijdrage 2012: € 237.792 (begroot) Bijdrage 2013: € 237.792 (begroot) -
67
Naam verbonden partij Bronnen Vestigingsplaats Doel en openbaar belang Deelnemers Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat
Financieel belang van de gemeente
Risico's Ontwikkelingen Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers (Bron: GR Lander, juni 2002)
Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's
Ontwikkelingen
Vitens NV Jaarrekening 2011 Arnhem De uitoefening van een publiek (drink)water bedrijf en alle taken die met de publieke watervoorziening verband houden. 5 provincies, 106 gemeenten De aandeelhouders van Vitens NV zijn provincies en gemeenten. Maasdriel is een van de vele gemeenten die aandeelhouder is. Aandeelhouders hebben geen directe bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken. Een Raad van Commissarissen houdt toezicht en twee keer per jaar is er een aandeelhoudersvergadering. De relatie met Vitens is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 359.000.000 EV per 31-12-2011: € 402.600.000 VV per 31-12-2010: € 1.322.600.000 VV per 31-12-2011: € 1.277.800.000 Het financieel resultaat over 2011 bedraagt € 36.000.000 (2010: € 26.900.000). Hiervan wordt € 20.500.000 toegevoegd aan het eigen vermogen en € 15.500.000 wordt als dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders. Maasdriel heeft 21.364 gewone aandelen a € 1,- (0,37% van het totaal). Op basis van het aandelenbezit van de aandeelhouders wordt dividend uitgekeerd. De dividenduitkering over 2010 bedraagt € 57.143 (2009: € 53.031) Gemeenschappelijke Regeling LANDER GR Lander, juni 2012 Jaarverslag 2010 GR Lander Jaarverslag 2011 GR Lander Geldermalsen De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening en andere vormen van gesubsidieerde arbeid. Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-betuwe, Maasdriel, Neerijnen, Tiel en Zaltbommel In het algemeen bestuur hebben per deelnemende gemeente 3 leden zitting. De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de raden van deelnemende gemeenten uit hun midden, hun voorzitters inbegrepen en uit de Gemeenschappelijke Regeling LANDER wethouders en burgemeesters, waarbij ten minste 1 lid dient te worden aangewezen uit hun college van burgemeester en wethouders. Elk lid van het algemeen bestuur heeft 1 stem De relatie met Lander is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 13.250.000 EV per 31-12-2011: € 11.256.000 VV per 31-12-2009: € 7.099.416 VV per 31-12-2010: € 6.240.417 Het resultaat over 2011 bedraagt - € 914.000 (2010: - € 1.800.000). Dit resultaat wordt t.l.v. de algemene reserve gebracht. Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de gemeentelijke bijdragen en de wijze waarop de deelnemende gemeenten in de exploitatie van LANDER bijdragen en de wijze van berekening van deze bijdragen. Rijksvergoedingen op het gebied van WIW, I/D en WWB worden doorbetaald aan Lander. De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van de rente en de aflossingen van de door LANDER te sluiten of afgesloten geldleningen, voor zover ter zake door andere overheden geen garanties worden of zijn verstrekt. -
68
Naam verbonden partij Bronnen Vestigingsplaats Deelnemers Doel en openbaar belang
Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's
Ontwikkelingen Naam verbonden partij Bronnen Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers Zeggenschap
Gemeenschappelijke regeling stadsgewest 's Hertogenbosch (1998) GR Stadsgewest 1998 Jaarrekening 2011 Stadsgewest 's-Hertogenbosch Boxtel, Haaren, 's-Hertogenbosch, Heusden, Maasdriel, Schijndel, St. Michielsgestel, Vught Het openbaar lichaam heeft tot doel vanuit de gedachte van gemeenschappelijk gedragen verantwoordelijkheid en overigens tegen de achtergrond van de in de considerans aangegeven overwegingen, de samenwerking vorm te geven. Taken Stadsgewest: • Het voeren van budgetbeheer als bedoeld in het besluit Woninggebonden Subsidies • De coördinatie van het lokaal openbaar busvervoer in de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Vught en Heusden • Het beheer van de gesloten stortplaats De Vlagheide alsmede behartiging van de belangen van het Stadsgewest alsmede de zogeheten contractgemeenten binnen de Bestuursraad van het Provinciale Nazorgfonds • Toezicht op de uitvoering van de garantstellingen inzake de aanlevering van huishoudelijk afval en vertegenwoordiging van het Stadsgewestgemeenten in de Vereniging van Contractanten Afvalsturing Brabant. De gemeente Maasdriel neemt alleen aan de taken deel die betrekking hebben op de Afvalverwerking De raad uit elke deelnemende gemeente wijst uit zijn college van burgemeester en wethouders een persoon aan als lid van het algemeen bestuur. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt. Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering één stem. De relatie met het Stadsgewest 's-Hertogenbosch is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 1.461.000 EV per 31-12-2011: - € 398.000 VV per 31-12-2010: € 12.743.000 VV per 31-12-2011: € 13.918.000 Het resultaat na bestemming over 2011 bedraagt - € 1.859.000 en wordt ten laste van de algemene reserve gebracht. In de begroting wordt de verschuldigde bijdrage van iedere deelnemer aangegeven voor het jaar waarvoor de begroting geldt. Voor zover de bijdrage berekend wordt naar verhouding van de inwonertallen, wordt uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers. Bijdrage 2012: € 0 Bijdrage 2013: € 0 In de rekening wordt het door elk van de deelnemende gemeenten over het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen. De kosten worden, rekening houdend met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld, naar verhouding van de inwonertal, tenzij in de begroting een andere verdeelsleutel is vastgesteld. Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal GR Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal Jaarrekening 2010 GR Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal Tiel De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en het toerisme in het gebied, zulks met bescherming van het landschappelijk karakter. Buren, Culemborg, Druten, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Wijchen, West Maas en Waal 1. Het algemeen bestuur bestaat uit zoveel leden als het aantal deelnemende gemeenten bedraagt, met dien verstande dat per 69
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente Risico's Ontwikkelingen Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
deelnemende gemeente een lid en een plaatsvervangend lid worden aangewezen. 2. De leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur worden door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten uit hun midden, de burgemeesters en de wethouders inbegrepen, aangewezen. Van elke aanwijzing geven burgemeester en wethouders binnen acht dagen kennis aan de voorzitter. De relatie met het Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal is niet gewijzigd. EV per 31-12-2009: EV per 31-12-2010: VV per 31-12-2009: € 6.853 VV per 31-12-2010: € 6.853 Het resultaat over 2010 bedraagt € 0 (2009: € 0) Sociale Dienst Bommelerwaard GR Sociale Dienst 2009 Jaarrekening 2011 Sociale Dienst Begroting 2013 Sociale Dienst Zaltbommel De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten ten aanzien van: de uitvoering van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de opvang van asielzoekers, de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en de Wet basisvoorziening Kinderopvang. Zaltbommel, Maasdriel Het algemeen bestuur bestaat uit tenminste zes leden en wordt gevormd uit de leden van de colleges van de deelnemende gemeenten. Lid van het dagelijks bestuur zijn in ieder geval de portefeuillehouders Sociale Zaken van de deelnemende gemeenten. Elke deelnemende gemeente heeft in de vergadering van het algemeen bestuur twee stemmen. De relatie met de SDB is niet gewijzigd. Nvt VV per 31-12-2010: € 3.210.022 VV per 31-12-2011: € 3.011.336 0 Artikel 29 van de "Gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Bommelerwaard" omvat de verdeling van de kosten. De kosten die de dienst aan de gemeente toerekent, worden verdeeld op basis van de jaarlijks per 1 januari vastgestelde verdeelsleutels: 30% op basis van het inwonertal; 70% op basis van het aantal jaaropgaven. Financiering door beide gemeenten vindt voor 2011 plaats volgens de volgende verdeelsleutel: 30% van het totale saldo van de SDB wordt betaald door beide gemeenten naar rato van het inwonertal per 1 januari 2010 70% van het totale saldo van de SDB wordt betaald door beide gemeenten naar rato van het aantal jaaropgaven over 2009
Risico's Ontwikkelingen
De uitkomst van de hiervoor beschreven gegevens betekent dat, voor 2011, Maasdriel 43,39% bijdraagt in het netto exploitatiesaldo van de SDB en Zaltbommel 56,61%. Exploitatietekorten worden gedragen door de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel. In 2013 zullen de klantgegevens beschikbaar zijn en zullen er ambtshalve verstrekkingen aan klanten plaatsvinden. Digitale toegankelijkheid van alle medewerkers in alle dossiers. De klant kan een aanvraag of een vraag digitaal indienen. De website zal verbeterd worden. 70
De SDB zoekt samenwerking met ketenpartners op ICT-gebied en op kennisgebied. De implementatie van de Wet werken naar vermogen zal in 2013 plaatsvinden. Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers
Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's Ontwikkelingen
Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers
Zeggenschap
Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) GR Belastingsamenwerking Rivierenland 2007 Jaarrekening 2011 Belastingsamenwerking Rivierenland Begroting 2013 GR Belastingsamenwerking Rivierenland Tiel De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten ten aanzien van de heffing en invordering van belastingen, ontheffing en kwijtschelding van belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. De deelnemers zijn: de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel en West Maas en Waal, het Waterschap Rivierenland en de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland ten behoeve van de Afvalverwerking Rivierenland (AVRI). Aan het hoofd van de BSR staat een algemeen bestuur dat bestaat uit net zoveel leden als deelnemers, met dien verstande dat het aantal leden uit het Waterschap Rivierenland bestaat uit 2. Het DB van het Waterschap Rivierenland wijst uit zijn midden 2 leden aan, ieder met een meervoudig stemrecht van twee. Elk van de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden één lid aan met enkelvoudig stemrecht. Het DB van de GR Regio Rivierenland wijst uit zijn midden één lid aan met enkelvoudig stemrecht De relatie met de BSR is niet gewijzigd. Nvt VV per 31-12-2010: € 19.606.000 VV per 31-12-2011: € 31.338.000 €0 Bijdrage BSR 2011: € 329.961 Bijdrage BSR 2012: € 337.000 Bijdrage BSR 2013: € 338.000 Veranderingen in belastingwetgeving/Wet waardering onroerende zaken. Het programma Waarderen staat voor 2013 in het teken van een verdere aansluiting bij de basisregistraties en een afstemming tussen deze registraties en de Wet WOZ. In 2014 zal het gebruik van de landelijke voorziening WOZ (LV WOZ) verplicht worden. In 2013 zal hiervoor ook moeten worden afgestemd met toeleveranciers. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid juni 2012 Jaarrekening 2011 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Begroting 2013 Gemeente Maasdriel Nijmegen
De Veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen: a. Brandweerzorg; b. Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR); c. Rampenbestrijding en crisisbeheersing; d. Ambulancezorg; e. Het voorzien in de meldkamerfunctie; f. Sociale Veiligheid, voor zover het gaat over onderwerpen waarover regionale afstemming gewenst is. Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de rijn, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel De burgemeesters van de deelnemende gemeenten zijn lid van het algemeen bestuur. Behoudens het bepaalde in lid 11 van artikel 11heeft elke gemeente in de vergadering van het Algemeen Bestuur
71
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's
Ontwikkelingen
Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers Zeggenschap
gelijk stemrecht. Artikel 11, lid 11: Besluiten betreffende de begroting, de wijzigingen daarvan en de rekening en besluiten tot het doen van een uitgaaf voordat de begroting of de begrotingswijziging waarbij deze uitgaaf is geraamd is goedgekeurd, alsmede besluiten betreffende het regionaal beheersprogramma worden genomen op basis van gewogen stemrecht, waarbij elke gemeente voor iedere 20.000 inwoners of gedeelte daarvan één stem heeft. Het stemgewicht voor elke gemeente wordt jaarlijks bepaald op basis van het inwonertal op 1 januari van het voorafgaande jaar zoals dit is opgenomen in de bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De relatie met de GR Hulpverlening en veiligheid is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 5.076.000 EV per 31-12-2011: € 7.672.000 VV per 31-12-2010: € 9.475.000 VV per 31-12-2011: € 8.174.000 Het resultaat 2011 na bestemming bedraagt € 2.556.000 (2010: € 1.469.000)
1. In de begroting wordt aangegeven welke bijdrage elke afzonderlijke gemeente verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. 2. Voor de berekening van de bijdragen van de gemeenten wordt rekening gehouden met bijdragen van het Rijk, de Nederlandse Zorgautoriteit en van anderen. Bijdrage 2011: € 183.401 Bijdrage 2012: € 137.003 Bijdrage 2013: € 1.308.625 De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat het samenwerkingsverband te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. In 2013 zal de regionalisering en daarmee de ontvlechting van de brandweer uit de gemeentelijke begroting een feit zijn. Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland Regeling Regio Rivierenland, oktober 2010 Jaarrekening 2011 Regio Rivierenland Begroting 2013 Regio Rivierenland Tiel De behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten ten aanzien van: • algemeen bestuurlijke aangelegenheden; • openbare orde, veiligheid en hulpverlening; • ruimtelijke ordening en volkshuisvesting; • zorg voor het milieu; • verkeer en vervoer; • recreatie en toerisme; • sociaaleconomische zaken en bevordering van werkgelegenheid • sociale aangelegenheden; • volksgezondheid; • onderwijs en cultuur; • welzijn. Maasdriel, Culemborg, Zaltbommel, West Maas en Waal, Neerijnen, Lingewaal, Geldermalsen, Tiel, Buren, Neder-Betuwe. Het Algemeen Bestuur bestaat uit tien (10) leden, elke gemeente heeft één zetel. Daarnaast wordt één zetel toegekend aan de gezamenlijke raden van alle deelnemende gemeenten ten behoeve van het benoemen van een gemeenschappelijk lid. Het gezamenlijk lid wordt aangewezen door de meerderheid van de raden van alle deelnemende gemeenten. De leden hebben in de vergaderingen van het Algemeen Bestuur stemrecht in de omvang waarin het inwonertal van de gemeente die hem/haar heeft aangewezen zich verhoudt tot het inwonertal van alle deelnemende gemeenten, een en ander afgrond op honderdtallen inwoners. Het gemeenschappelijk lid komt geen stemrecht toe. Voor de bepaling van de inwonertallen wordt uitgegaan van de door het Centraal bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte
72
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat
Financieel belang van de gemeente
Risico's Ontwikkelingen
bevolkingscijfers per 1 8 januari van het jaar waarin de aanwijzing van de leden van het Algemeen Bestuur plaatsvindt. De relatie met de GR Regio Rivierenland is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 3.714.263 EV per 31-12-2011: € 4.427.000 VV per 31-12-2010: € 31.554.898 VV per 31-12-2010: € 31.589.000 Resultaat na bestemming 2011: € 379.000 (2010: € 781.444). Het resultaat is als volgt bestemd: In de begroting van inkomsten en uitgaven wordt de raming aangegeven van de verschuldigde bijdrage van elke deelnemende gemeente voor het jaar waarvoor de begroting dient. Voor de berekening van de in het voorgaande lid bedoelde bijdrage wordt, rekening houdend met eventuele inkomsten uit anderen hoofde, uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers. Voor de berekening van de gemeentelijke bijdragen kan het Algemeen Bestuur voor met name te noemen taken van het openbaar lichaam, na verkregen verklaring van geen bezwaar van tenminste tweederde van de gemeenteraden, die tenminste tweederde van het gezamenlijk aantal inwoners vertegenwoordigen, een andere wijze van verdeling van de exploitatiekosten vaststellen, waarbij de gemeentelijke bijdragen worden gerelateerd aan de aan de gemeenten geleverde prestaties, c.q. het nut dat de gemeenten ondervinden van de uitoefening van de desbetreffende taak door het openbaar lichaam. In de rekening wordt de door elk der gemeenten over het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen. Bijdrage 2010: € 811.391, 2011: € 828.325, 2013: € 757.040 De deelnemers dragen bij in tekorten op basis van het aantal inwoners. • De fusie van de GGD met GGD Nijmegen zal zijn beslag krijgen • De milieutaken van Contractgestuurde dienstverlening verdwijnen bij Regio Rivierenland De nieuwe bestuursstructuur staat een meer zakelijke, efficiënte en transparante organisatie van de regio voor. Voor de bedrijfsvoering betekent dit: • Ondersteunende functies worden decentraal uitgevoerd waar dat kan. • Ondersteunende functies worden centraal uitgevoerd waar dat moet. Ontwikkelingen gemeentelijke bijdragen: • De gemeentelijke bijdragen nemen toe door het besluit over de nieuwe kostenverdeling • Er zijn afspraken gemaakt met de gemeente Druten over de afname van producten in deze bestuursperiode. Vanaf 2016 kunnen nieuwe afspraken gemaakt worden.
Naam verbonden partij Bronnen
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers Zeggenschap
Gemeenschappelijke Regeling Projectbureau Herstructurerening Tuinbouw Bommelerwaard GR Projectbureau Herstructurerening Tuinbouw Bommelerwaard, juli 2011 Jaarrekening 2011 PHTB Zaltbommel Realisatie van de gezamenlijke doelen in het kader van de herstructurering van de glastuinbouw en de paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. Provincie Gelderland, Zaltbommel, Maasdriel, Waterschap Rivierenland 1. Het algemeen bestuur bestaat uit acht leden en is als volgt samengesteld: a. twee vertegenwoordigers uit het college van gedeputeerde staten
73
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's
Ontwikkelingen Naam verbonden partij Bronnen Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers Zeggenschap Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente Risico's
van de provincie Gelderland; b. twee vertegenwoordigers uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel; c. twee vertegenwoordigers uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel; d. twee vertegenwoordigers uit het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Rivierenland; 2. De leden zoals bedoeld in het vorige lid onder b., c. en d. hebben elk één stem en de leden zoals bedoeld in het vorige lid onder a. hebben elk twee stemmen in het algemeen bestuur. De relatie met het projectbureau is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 0 EV per 31-12-2011: € 3.951.000 VV per 31-12-2010: € 0 VV per 31-12-2011: € 612.000 €0 Partijen hebben een gezamenlijke ambitie en zullen deze, bewust van de risico’s, gezamenlijk realiseren. De provincie en de beide gemeenten zullen risicodragend participeren in het OL, waarbij de gemeenten slechts het risico dragen over de investeringen binnen de eigen gemeentegrenzen. Het Waterschap Rivierenland participeert in het OL, maar zal geen financiële risico’s dragen. Het risico op de grondexploitaties is daarom per gemeentelijk grondgebied verdeeld in een verhouding 1:1 tussen de gemeente en de provincie. Dit geldt zowel bij winst als bij verlies op de grondexploitatie, de financiële bijdragen van partijen daarin meegenomen. Tussen partijen bestaat echter wel een verschil in draagkracht. De omvang van het te dragen risico wordt daarom in beginsel bepaald door de partij die het minste risico kan dragen. Maasdriel draagt 25% bij in de geprognosticeerde tekorten op de deelgebieden binnen de gemeente Maasdriel. De geprognosticeerde tekorten bedragen 25% van € 2.810.000 of € 710.000. Vooralsnog is door de gemeente ingestemd met de 1e fase en een bijdrage van € 210.000. Bij besluitvorming over de 2e fase zal de reserve glastuinbouw ad € 180.000 aangevuld moeten worden met € 320.000 tot € 500.000. De gemeente Maasdriel dient 50% van eventuele tekorten boven het geprognosticeerde tekort voor haar rekening te nemen. Voor Maasdriel is becijferd dat het wenselijk is een risicoreserve aan te houden van 50% van € 1 mln. zodra de 2e fase gestart wordt. Voorwaarde voor de vier partijen om te participeren in een UO is de bereidheid en de mogelijkheid financiële risico’s te dragen. Het maximale risico voor Maasdriel wordt 31-12-2013 geschat op € 1,5 mln. Bank der Nederlandse Gemeenten (BNG) Jaarrekening 2011 BNG Den Haag BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. BNG is een betrouwbare eigentijdse bank en expert in het financieren van publieke voorzieningen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Gemeenten, provincies en Staat. De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel van EUR 2,50). De relatie met de BNG is niet gewijzigd. EV per 31-12-2010: € 2.259 mln. EV per 31-12-2011: € 1.897 mln. VV per 31-12-2010: € 116.182 mln. VV per 31-12-2011: € 134.470 mln. Nettowinst na belastingen € 256 mln. (2010: € 257 mln.) Maasdriel heeft 20.770 aandelen. Jaarlijks wordt van de BNG dividend ontvangen. In 2011 is € 47.771 ontvangen (2010: € 51.717). Vermindering van het dividend. 74
Ontwikkelingen
In 2011 is het dividend over 2010 verantwoord. In 2012 wordt het gehalveerde dividend over 2011 verantwoord. De halvering is als gevolg van versterking van het eigen vermogen van de BNG.
Naam verbonden partij Bronnen
Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst rivierenland (concept 25-4-12) Tiel Gemeenschappelijk behartiging van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. onder de belangen van de deelnemers wordt tevens begrepen het belang van een goede samenwerking tussen de omgevingsdiensten in Gelderland. Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, NederBetuwe, Neerrijnen, Tiel, west Maas en Waal,en Zaltbommel, provincie Gelderland Iedere deelnemer levert één lid voor het algemeen bestuur. De leden van het algemeen bestuur die zijn aangewezen door de deelnemers en waarbij de deelnemers zowel de milieutaken als bouwen RO-taken inbrengen hebben ieder 2 stemmen, de overige leden hebben ieder 1 stem. De relatie met de ODR is nieuw. De deelnemers dragen bij aan de kosten van de ODR naar rato van de bij de ODR ondergebrachte basistaken, met dien verstande dat de bijdrage in de eerste 5 jaren na het aangaan van de regeling is gekoppeld aan een afname gelijk aan hun inspanning in het jaar voorafgaande aan het aangaan van de regeling. Daarnaast betalen de deelnemers voor taken die zij door de ODR laten uitvoeren niet behorend tot de basistaken. De deelnemers dragen er steeds zorg voor dat de ODR te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te voldoen. Nadelige resultaten kunnen te laste van de deelnemers worden gebracht. De ODR gaat per 1 januari 2013 van start.
Vestigingsplaats Doel en openbaar belang
Deelnemers
Zeggenschap
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Financieel belang van de gemeente
Risico's
Ontwikkelingen
75
76
Grondbeleid Visie op grondbeleid Met de Visie Maasdriel 2020+ beoogde de gemeente Maasdriel richting te geven aan lange termijn ontwikkelingen. De belangrijkste sleutel voor het versterken van de leefbaarheid is een geleidelijke groei van de bevolking met een bijpassend voorzieningenniveau. Voor deze groei is het essentieel dat Maasdriel interessante en gedifferentieerde woonlocaties ontwikkelt c.q. laat ontwikkelen die aansluiten op de vraag in de markt. Uitvoering grondbeleid Medio 2007 is gestart met een actief grondbeleid. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente inmiddels beschikt over voldoende gronden om aan de vraag naar woningbouwlocaties en bedrijfsterreinen te voldoen. Naast de gemeente zijn nog tal van andere partijen actief met de ontwikkeling van woningbouwlocaties. Vanaf medio 2009 voert de gemeente Maasdriel een regisserend grondbeleid om de doelstellingen van het woningbouwprogramma te realiseren. De regiefunctie houdt in dat deze opgaven gerealiseerd worden door zowel onze eigen gronden te ontwikkelen, als invloed uit te oefenen op de initiatieven van derden. De visie Maasdriel 2020+ heeft scenario's neergezet, waarbij Maasdriel in 2020 naar 26.000 inwoners en in 2030 naar 29.000 inwoners zou groeien. Door de economische crisis is echter duidelijk geworden dat deze doelstellingen te ambitieus waren. Om die reden is medio 2011 besloten om de ambities in de groei van het aantal woningen bij te stellen. Met de vaststelling van het herijkingprogramma 2012 in juni 2012 is een nieuw woningbouwprogramma voor de periode tot 2020 ontstaan, dat is toegesneden op de actuele situatie. Dit nieuwe programma dient gezien te worden als een flexibel hoofdlijnenkader. De woningmarkt zal namelijk blijven fluctueren en om in te kunnen spelen op de toekomstige omstandigheden wordt het programma als een dynamisch model gebruikt. De herijking van het woningbouwprogramma heeft geleid tot het afwaarderen van gemeentelijke gronden. In de jaarrekening 2011 is een verlies genomen van ruim 1,8 miljoen en ook de winstverwachtingen zijn naar beneden bijgesteld. Daarmee zijn de financiële risico's van de gemeentelijke grondexploitaties in beeld gebracht. Tabel 29 – Prognose van te verwachten resultaten van grondexploitaties B oek w aarde P rog nose voor3 1-12-20 11 deli g resul ta at
P rog nose nadeli g resul taat
P rojecte n in explo itatie H edel - K am pe n N oord K erk driel N oord
502 .212 10 .549 .764
82. 000 46. 000
11 .051 .977
128. 000
P rojecte n in verke nning/ voorber. A m me rzode n - B u fferz one U ilec oten II
123 .567
200. 000
A m me rzode n O nderw aard
736 .328
713. 479
H edel - D rielsew eg 21 H urwe nen - W iele waallaa n
1 .235 .219 1 .499 .398
157. 057 223. 312
K erk driel - Kloos ters traat 9
1 .424 .325
R os sum - W et ering sho ek
51 .175 5 .070 .012
P rojecte n na 2020 te real iseren A m me rzode n N oord K erk driel D e Ak ke r V elddrie l Klomp enm ak ersh of
O verige projecten Totale n
-845. 000 795. 902 2. 089. 750
1 .181 .383 931 .359
-845. 000 -529. 993 -794. 061
239 .889 2 .352 .632
0
-239. 889 -1. 563. 943
5 .202 .275
0
0
23 .676 .896
2. 217. 750
-2. 408. 943
77
Tabel 30 – Stand reserves en verliesvoorzieningen voor grondexploitaties Saldo reserv e gron dexp loitaties Saldo verliesv oorzieningen
0 2.408.943
Totale n
2.408.943
Beleid ten aanzien van risicobeheersing en reserve grondbeleid Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten risico's ten aanzien van grondexploitaties: 1. Voorzienbare risico's (risico's op planniveau ten aanzien van afzet en invulling) Een berekening van de risico's op planniveau wordt jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening gemaakt. Hiertoe vindt actualisering van de in exploitatie genomen gronden plaats. Voor projecten waarbij het terugverdienen van de gemaakte kosten lang duurt, onzeker is of nog in overeenkomsten moet worden verwerkt, wordt een voorziening gevormd. 2. Onvoorzienbare of algemene risico's (conjuncturele of marktrisico's) Onder onvoorzienbare risico's worden risico's verstaan welke samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen waardoor de gronduitgifte over de hele linie stagneert. Hierdoor treden rentenadelen op welke veelal gecombineerd gaan met lagere uitgifteprijzen. Ontwikkelingen ten aanzien van de risico s De projecten waarvoor nog een positief resultaat is geraamd in de (meerjaren)begroting staan onder druk. Mede als gevolg van de aanhoudende crisis in de woningbouw is een verdere vertraging in de woningbouwproductie te verwachten. Het totale financiële risico betreffende de actieve grondpolitiek werd in de jaarrekening 2011 geraamd op € 2,6 miljoen. Thans zijn de ontwikkelingen niet rooskleurig. Actuele risico's: • Door langere looptijden stijgen de rentelasten en de plankosten. • In de grondexploitatie Kerkdriel Noord is gerekend met uitgifte van gronden in 2012 tot een bedrag van € 5 miljoen en in 2013 tot een bedrag van € 3 miljoen. Op dit moment is er nog geen kavel uitgegeven. Naar verwachting zal dit ook niet meer plaatsvinden in 2012. Doorschuiven van deze opbrengst uit 2012 naar 2013 levert een verlies op van € 0,23 miljoen. Stel dat alle geraamde opbrengsten 1 jaar later worden gerealiseerd, dan ontstaat er een verlies van € 1,3 miljoen. • De grondexploitaties worden herberekend op basis van een lager rentepercentage van 4%. Dit levert een voordeel op van ca. € 100.000. • In de grondexploitatie voor Kampen Noord is gerekend met een uitgifte van kavels in 2013 tot een bedrag van € 3,9 miljoen. Als alle kavels 1 jaar later worden uitgegeven dan gepland, dan ontstaat er een tekort van € 0,6 miljoen.
78
De financiële begroting In dit onderdeel geven we de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de komende jaren per programma weer. Tabel 26 geeft een overzicht van de baten en de lasten waarvoor de raad het college autoriseert en waarmee het vastgelegde beleid, opgenomen in de programma's,wordt uitgevoerd. Het begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren zijn van belang voor de beoordeling van de financiële positie. Feitelijk vormt de meerjarenraming de basis voor het opstellen van de begroting. De meerjarenraming geeft inzicht of het bestaande en nieuwe beleid passen binnen de financiële mogelijkheden op termijn.
Samenvatting Tabel 31 Baten en lasten per programma Begroti ng 20 13
Be groting 2 014
Beg ro ting 20 15
B eg roting 20 16
1 Bes tuur
Lasten Ba ten Sa ldo
2.282.5 03 0 -2.282.5 03
2 .147.503 0 -2 .147.503
2.117.503 0 -2.117.503
2.1 17.503 0 -2.1 17.503
2 Dien stve rlening
Lasten Ba ten Sa ldo
1.726.8 29 1.041.1 85 -685.6 44
1 .724.917 1 .064.185 -660.732
1.721.716 1.062.185 -659.531
1.7 19.862 1.0 60.185 -6 59.677
3 Op enba re orde e n veiligheid
Lasten Ba ten Sa ldo
1.716.9 52 20.1 80 -1.696.7 72
1 .743.555 20.180 -1 .723.375
1.705.526 20.180 -1.685.346
1.6 98.597 20.180 -1.6 78.417
4 Op enba re ru imte, verke er, m ilieu en handh aving
Lasten Ba ten Sa ldo
13.770.6 43 5.379.5 71 -8.391.0 72
9 .782.630 5 .187.078 -4 .595.552
10.328.053 5.268.288 -5.059.765
10.3 64.944 5.2 98.026 -5.0 66.918
5 On derwijs en jeu gd
Lasten Ba ten Sa ldo
4.274.2 88 1.109.9 02 -3.164.3 86
3 .924.635 1 .109.902 -2 .814.733
3.978.766 1.081.266 -2.897.500
3.9 58.934 1.0 81.266 -2.8 77.668
6 Spo rt, re cre atie, c ultuu r en welzijn
Lasten Ba ten Sa ldo
3.322.5 78 616.1 87 -2.706.3 91
3 .220.147 645.593 -2 .574.554
3.144.049 639.472 -2.504.577
3.1 26.365 6 39.472 -2.4 86.893
7 Zorg en volksgezo ndhe id
Lasten Ba ten Sa ldo
10.186.0 87 4.725.2 36 -5.460.8 51
9 .895.562 4 .490.695 -5 .404.867
9.742.806 4.342.939 -5.399.867
9.7 42.806 4.3 42.939 -5.3 99.867
8 Ruim te , volkshu isvesting en ec ono mie
Lasten Ba ten Sa ldo
7.132.9 23 5.146.9 15 -1.986.0 08
5 .455.483 3 .655.711 -1 .799.772
4.853.160 3.216.240 -1.636.920
3.6 50.000 2.1 62.267 -1.4 87.733
9 Alge mene d ekkingsm iddele n en onvo orzien
Lasten Ba ten Sa ldo
598.3 02 23.340.3 51 22.742.0 49
657.207 23 .334.584 22 .677.377
470.850 22.690.345 22.219.495
5 16.386 23.0 41.152 22.5 24.766
Totaal explo itatie
Lasten Ba ten Sa ldo
45.011.1 05 41.379.5 27 -3.631.5 78
38 .551.639 39 .507.928 956.289
38.062.429 38.320.915 258.486
36.8 95.397 37.6 45.487 7 50.090
R esultaatb estemm in g
T oevo eging O nttre kk ing Sa ldo
1.080.0 71 4.711.6 49 3.631.5 78
1 .312.333 356.044 -956.289
981.571 723.085 -258.486
1.0 86.763 3 36.673 -7 50.090
Totaal na resulta atb estemm ing
Lasten Ba ten Sa ldo
46.091.1 76 46.091.1 76 0
39 .863.972 39 .863.972 0
39.044.000 39.044.000 0
37.9 82.160 37.9 82.160 0
2013
2014
2015
20 16
P rogr am m a
W aarvan inc iden tele baten e n lasten O ms chrijvin g Ve rzam elre k. Laste n A ctiepunte n herijking 4809 60 W MO bele idsp lan 4630 11 A dvieze n plan schade 4803 16 A rcheologie 4830 10 Taxatie i.v.m . verze keringen 4811 11 Toe voegin g reserv es (g em huis 100 /om buig ingen 120) 4908 90 G IS 5034 22 A fschrijvingslasten 4201 93 A ctua lisering bestem m ingsplan nen 481710/482010 /48 2510 Totaal lasten B aten O nttrek king res erve (herijking) 8809 90 Leges om gevingsv ergunning 8806 11 O nttrek king res erves 8908 90 A fschrijvingslasten t.l.v. rese rve n ieuw b eleid 8201 91 A ctua lisering bestem m ingsplan nen t.l.v. reserve 881790/882090 /88 2590 Totaal baten S aldo S aldi structu reel
30.0 00 23.0 00 25.0 00 35.0 00 20.0 00 220.0 00 22.2 20 4.090.3 16 120.0 00 4.323.3 16
262.2 20
-
-
-
-
30.0 00 -25.0 00 102.6 09 4.090.3 16 120.0 00 4.317.9 25
-
-5.3 91
262.2 20-
-
-
5.3 91
262.2 20
-
-
79
Algemene uitgangspunten De basis van de uitgangspunten van het financieel beleid voor de begroting 2013 – 2016 wordt gevormd door de eerder vastgestelde kaders en uitgangspunten. Financiële kaders De kaders zoals opgenomen in de Kadernota 2013-2016 zijn niet door de raad vastgesteld. Bij de opstelling van de begroting 2013 is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • een sluitende meerjarenbegroting 2013-2016; • structurele lasten worden gedekt door structurele baten; • incidentele baten worden slechts aangewend voor versterking van het eigen vermogen en eventueel ter dekking van incidentele lasten; Aantallen • •
Aantal inwoners 1.1 2013 Aantal wooneenheden 1.1.2013
24.050 9.750
Materiële uitgaven De ramingen zijn gebaseerd op aanvaard beleid en 'ervaringscijfers'. Onder aanvaard beleid verstaan we de goedgekeurde (meerjaren)begroting 2012 - 2015 aangevuld met de consequenties van de begrotingswijzigingen 2012 tot en met de bestuursrapportage 2012. Voor de stijging van de materiële uitgaven is een stelpost opgenomen van 1,75% van de materiële uitgaven. Hieruit moeten alle prijsstijgingen op de budgetten gedekt worden. Toerekening aan de budgetten vindt eerst plaats nadat gebleken is dat daadwerkelijk sprake is van een prijsstijging. Personeelskosten Het salarisniveau is gebaseerd op de lopende CAO met een indexering in 2012 van 2,01%. Voor 2013 is een indexering geraamd van 0%. Belastingen We verwijzen hiervoor naar de paragraaf Lokale heffingen. Leges en retributies De leges en retributies dekken waar mogelijk de relevante uitgaven voor 100%. Indexering In de begroting is rekening gehouden met een indexering van de belastingen en leges met het percentage van de prijsmutatie van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zoals opgenomen in de junicirculaire 2012. Dit percentage is voor 2013 geraamd op 1,5 %. In afwijking van voorgaande jaren is geen rekening gehouden met correcties op de werkelijke indexering in de afgelopen jaren. Onvoorzien De post onvoorzien is als volgt opgebouwd. Tabel 32 – Opbouw post onvoorzien Onvoorzien incidenteel Onvoorzien structureel Totaal
2013 35.000 22.000 57.000
2014 35.000 44.000 79.000
2015 35.000 66.000 101.000
2016 35.000 88.000 123.000
Huren en pachten Uitgangspunt is een marktconforme prijs. Als de gemeente een monopoliepositie heeft is deze het gemiddelde van wat vergelijkbare gemeenten hanteren. De basisprijs is onderhevig aan een jaarlijkse prijsindex.
80
Verkoop eigendommen Vervreemding van de gemeentelijke eigendommen geschiedt tegen taxatiewaarde of hogere verkoopwaarde. Eventuele winst of verlies wordt gemuteerd via de exploitatie op het eigen vermogen. De verkoop van overhoeken is gebaseerd op de uitgangspunten opgenomen in de nota beleidsregels 'Verkoop en verhuur van overhoeken'. Verkoop bouwgrond De in de Grondprijzennota genoemde richtprijzen worden gehanteerd. Renteberekening Over het totale vermogen, zowel vreemd als eigen, wordt rente betaald of verrekend. De gemeenteraad bepaalt in principe of en welk deel van de aan eigen reserves en voorzieningen toegerekende rente voor directe besteding wordt aangewend (ten gunste/ten laste van de exploitatie wordt gebracht) dan wel aan de reserves wordt toegevoegd. Het volgende rentebeleid wordt gehanteerd. Rente omslagpercentage Functioneel wordt voor de kapitaallasten rekening gehouden met een rentetoerekening gebaseerd op het rente omslagpercentage (totaal door de gemeente verschuldigde rente over eigen en vreemd vermogen gedeeld door de boekwaarde per 1 januari). Uit praktische overwegingen, alsook met hoog oog op een stabiel begrotingsbeeld wordt een rekenrente van 4,5% gehanteerd. Het verschil ten opzichte van het werkelijk berekende omslagpercentage komt ten gunste of ten laste van de exploitatie. Waarderen, activeren en afschrijven De richtlijnen en mogelijkheden voor activeren, waarderen en afschrijven, volgens het Besluit begroten en verantwoorden voor provincies en gemeenten zijn door de raad vastgesteld op 1 maart 2012 in de 'Financiële verordening 2012'. Hierin zijn ondermeer de afschrijvingstermijnen bepaald die worden gehanteerd. Dit zijn: •
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.
•
Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
•
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in: - 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; - 10 jaar: telefooninstallaties; - 10 jaar: kantoormeubilair en schoolmeubilair; - 10 jaar: aanhangwagens, personenauto's en lichte motorvoertuigen; - 4 jaar: hardware - 7 jaar: software - 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en schoolgebouwen, bedrijfsgebouwen - 20 jaar: straatverlichting; - 20 jaar: motorvaartuigen; - 10 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen; - 20 jaar: sportvelden. Conform beheerplan worden afgeschreven: - rioleringen; - wegen; - groot onderhoud, renovatie en restauratie van gebouwen; - brandweermaterieel. Afwijkingen op basis van specifieke omstandigheden zullen ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raad.
81
Bijstelmomenten begroting Er zullen zo min mogelijk tussentijdse kredietaanvragen of aanvullende kredieten, die niet voorkomen op het bij de begroting vervaardigde meerjareninvesteringsoverzicht, worden aangeboden aan de gemeenteraad buiten de bijstelmomenten kadernota, bestuursrapportage en begroting om. Uitzondering hierop zijn investeringen die onvoorzienbaar, niet uitstelbaar en onvermijdbaar zijn. Hiervoor is in de exploitatie een structurele post van € 22.000 oplopend tot € 88.000 opgenomen. Dit standpunt is ingegeven vanuit de gedachte dat het integraal benaderen en voorleggen van beleidskeuzes (zeker met financiële gevolgen) meer recht doet aan objectieve besluitvorming door de gemeenteraad.
82
Toelichting op de financiële begroting Analyse van de belangrijkste ontwikkelingen ten opzichte van de kadernota In de kadernota 2013-2016 is berekend dat de jaren 2013 en volgend een structureel tekort van € 1,8 miljoen kennen. In de voorliggende begroting is dit tekort grotendeels opgelost. Hoe het saldo van de kadernota zich heeft ontwikkeld naar dit begrotingssaldo, wordt weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 33 Totstandkoming begroting 2013
Saldi meerjarenbegroting volgens kadernota 2013-2016
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
-1.743.207
-1.326.865
-1.855.790
-1.784.394
510.000 134.000
510.000 134.000
1 Ombuigingen bedrijfsvoering zijn opgenomen in de begroting
433.000
510.000
2 Overige verminderingen kosten bedrijfsvoering
134.000
134.000
3 Budget personele knelpunten niet geraamd
133.000
133.000
133.000
133.000
4 Beperken lasten nieuw beleid
116.000
116.000
116.000
5 Geen rekening houden met kortingen gemeentefonds
350.000
216.000 350.000
350.000
350.000
6 Mutaties gemeentefonds tov kadernota basis junicirculaire
-16.000
-6.000
-27.000
270.000
7 Incidentele kapitaallasten gedekt door reserves
350.000 -152.000 -127.000
-152.000
-152.000
-104.000
-79.000
172.000
172.000
172.000
172.000
12 Fraudebestrijding (uren zitten in begroting Sociale Dienst)
36.000
36.000
36.000
36.000
13 Rente leningen ( lager rentepercentage)
82.000
42.000
49.000
97.000
14 Toevoeging reserves afgeraamd
39.000
39.000
39.000
39.000
15 Stelpost hogere lasten uitbreiding areaal niet benut
75.000
75.000
75.000
75.000
16 Reservering voor taakmutaties gemeentefonds niet nodig
44.000
44.000
44.000
44.000
17 Eerste jaren voordeel bijdrage Brandweer
57.000
22.000
18 Kosten inburgering
20.000
40.000
40.000
40.000
19 Opbrengst huren en pachten
20.000
20.000
20.000
20.000
8 Herberekening kapitaalasten 9 Minder uren naar investeringen en grondexplotiatie
-74.000 -152.000
10 OZB correctie 11 Correctie W mo
20 Regeling OAB vervalt
29.000
29.000 -50.000
-50.000
-50.000
-50.000 -58.000
-58.000
23 Adviezen afhandeling planschadeverzoeken
-25.000
-50.000
-50.000
-50.000
24 Uitvoeren Drank en horeca wet
-30.000
-30.000
-30.000
-30.000
-3.039
93.633
35.624
57.675
-32.246
184.768
-544.166
-80.719
21 Huisvesting (leegstand) bijzondere basisscholen 22 Stijging kosten bijstand
25 Overige ontwikkelingen Saldi meerjarenbegroting volgens begroting 2013
Toelichting 1/2 Ombuigingen bedrijfsvoering In de begroting 2013 zijn de ombuigingen conform de taakstelling zoals opgenomen in de kadernota verwerkt. Daarnaast zijn er aanvullend budgetten verlaagd in verband met de lagere personeelsformatie door de ombuigingen en de regionalisering van de brandweer. 3 Budget personele knelpunten Het in de kadernota opgenomen extra budget voor personele knelpunten is geschrapt. Knelpunten zijn er wel maar moeten opgevangen worden binnen de beschikbare budgetten voor personeelslasten en de reserve personeel. 4 Nieuw beleid In de kadernota 2013-2016 was een budget van ruim 2 ton opgenomen voor nieuw beleid. Om aan de opdracht te voldoen om een sluitende meerjarenbegroting te presenteren zonder belastingmaatregelen zijn een aantal van deze beleidsvoornemens geschrapt. Het zijn:
83
Tabel 34 Vervallen beleidsvoorstellen uit kadernota
3 Omschrijving BOA BOA (bestuurlijke vernieuwing) Subtotaal
2013 40.000 -2.500 37.500
2014 40.000 -2.500 37.500
2015 40.000 -2.500 37.500
2016 40.000 -2.500 37.500
4 Omschrijving Omgevingsbeleidsplan Handhaving campings Subtotaal
2013 79.100 pm 79.100
2014 79.100 0 79.100
2015 79.100 0 79.100
2016 79.100 0 79.100
2013 0 0
2014 100.000 100.000
2015 0 0
2016 0 0
116.600
216.600
116.600
116.600
8 Omschrijving Masterplannen Subtotaal Totaal
5 Kortingen gemeentefonds In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met mogelijke kortingen door het rijk. 6 Uitkering gemeentefonds 2016 De uitkering uit het gemeentefonds geeft in 2016 een stijging te zien. 7 Incidentele kapitaallasten gedekt uit reserves In 2013 worden investeringen vervroegd afgeschreven conform de vastgestelde 'Nota Investerings-, activerings-, waarderings-, en afschrijvingsbeleid'. Om te komen tot een sluitende begroting is een hoger bedrag van de incidentele afschrijvingskosten ten laste van de reserves gebracht. 8 Herberekening kapitaallasten Door verschuivingen van investeringen worden in 2012 voordelen en in 2013 nadelen geboekt op de kapitaallasten. 9 Minder uren naar investeringen en grondexploitaties Door temporiseren van investeringen en de ombuigingen op de personele formatie worden minder uren toegerekend aan investeringen en grondexploitaties. 10 Onroerende zaakbelastingen(OZB) In 2012 was op basis van de informatie van het Rijk met betrekking tot de uitkering uit het gemeentefonds de opbrengst OZB hoger geraamd om de relatie korting uitkering gemeentefonds voor de opbrengsten OZB te behouden. Dit heeft geleid tot een te hoge raming. 11 Correctie WMO Het in de kadernota verwachte nadeel op de kosten van de regiotaxi blijkt mee te vallen. 12 Fraudebestrijding De inzet van de Sociale recherche voor het onderzoeken en opsporen van fraudegevallen is vanaf 2012 in de begroting van de Sociale Dienst opgenomen. 13 Rente leningen De rente over op te nemen geldleningen is verlaagd naar het huidige lage renteniveau en geeft structureel een voordeel van circa € 97.000. 14 Toevoeging reserve afgeraamd Bij de begrotingsbehandeling 2012 zijn in het kader van de ombuigingen amendementen ingediend. Daaraan zijn stortingen gekoppeld voor de reserve nieuw beleid. Om een sluitende begroting aan te kunnen bieden zijn deze stortingen afgeraamd. 15 Stelpost hogere lasten voor uitbreiding areaal Om een sluitende begroting aan te kunnen bieden zijn de budgetten niet verhoogd met areaal uitbreidingen.
84
16 Reservering taakmutaties De extra uitkering uit het gemeentefonds voor taakmutaties wordt niet toegevoegd aan de budgetten. De taakverzwaringen, met uitzondering van de uitvoering van de drank en horecawet, moeten daardoor opgevangen worden binnen de bestaande budgetten. 17 Eerste jaren voordeel regionale brandweer In 2013 en 2014 zullen nog taken uitgevoerd worden voor de regionale brandweer (huisvesting kantoor, ICT). De bijdrage aan de regionale brandweer wordt daardoor in 2013 en 2014 lager. 18 Inburgering De kosten van inburgering dalen. 19 Huren en pachten In de begroting 2012 is een onjuiste staat van huren en pachten opgenomen. Dit is gecorrigeerd. 20 Specifieke uitkering onderwijsachterstanden (OAB) De regeling OAB vervalt ingaande 2015. 21 Huisvesting bijzonder scholen Door leegstand in schoolgebouwen daalt de bijdrage aan de gemeente. . 22 Bijstand De kosten bijstandsverlening worden hoger geraamd. 23 Afhandeling planschadeverzoeken Er worden veel planschadeverzoeken ingediend. Voor het beoordelen van de verzoeken worden externe deskundigen ingeschakeld. Bij het sluiten van nieuwe overeenkomsten worden deze kosten ook verhaald op de ontwikkelaar. 24 Drank en horeca Voor de wettelijke uitvoering van de drank- en horecawet wordt een budget geraamd. Dit wordt gedekt door een hogere uitkering gemeentefonds (taakmutaties). 25 Overige ontwikkelingen Dit betreft het saldo van de overige ontwikkelingen van de budgetten. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Vanaf 2004 worden voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume geen voorzieningen meer gevormd. Deze kosten zijn in de begroting opgenomen. Het betreft hier de kosten voor vakantiegelden en dergelijke. Investeringen Voor de lopende begrotingsperiode staan er investeringen gepland voor in totaal € 10,4 miljoen. Tabel 34 (pagina 84) geeft een overzicht van de investeringen in materiële vaste activa. Resultaatbestemming De begroting is opgesteld na verwerking van de resultaatbestemming. Dit betekent dat in de ramingen per thema reserveringen zijn opgenomen die van invloed zijn op het begrotingsresultaat. Tabel 23 geeft een overzicht van de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma.
85
Tabel 35 Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Lasten Resultaatbestemming 1 Bestuur 2 Dienstverlening 3 Openbare orde en veiligheid 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 5 Onderwijs en jeugd 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn 7 Zorg en volksgezondheid 8 Ruimte, volkshuisvesting en economie 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 10 Bedrijfsvoering Totaal lasten Baten Resultaatbestemming 1 Bestuur 2 Dienstverlening 3 Openbare orde en veiligheid 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 5 Onderwijs en jeugd 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn 7 Zorg en volksgezondheid 8 Ruimte, volkshuisvesting en economie 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 10 Bedrijfsvoering Totaal Baten Saldo resultaatbestemming
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
0 0 0 0 150.000 0 0 86.979 538.254 304.838 1.080.071
0 0 0 0 150.000 0 0 86.979 850.768 224.586 1.312.333
0 0 0 0 150.000 0 0 227.232 207.000 397.339 981.571
0 0 0 0 150.000 0 0 347.821 166.281 422.661 1.086.763
0 0 25.799 3.776.816 452.191 51.038 0 150.000 102.609 153.196 4.711.649
0 0 24.688 0 132.809 49.670 0 0 0 148.877 356.044
0 0 23.625 0 126.936 48.301 0 0 379.666 144.557 723.085
0 0 22.608 0 126.936 46.933 0 0 0 140.196 336.673
3.631.578
-956.289
-258.486
-750.090
86
Meerjareninvesteringsoverzicht Tabel 36 Meerjareninvesteringsoverzicht
Jaar Geplande investeringen
Afschr. term.
Bedrag
Kapitaallasten Derden
Beheerplan
Reserve
2013
2014
2015
2016
Dekking begr./res/vz
4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 2013 Water en Rioleringsplan (W RP) 2012-2016 2014 Water en Rioleringsplan (W RP) 2012-2016 2015 Water en Rioleringsplan (W RP) 2012-2016
1.508.000
div.
0
121.027
118.634
116.242
1.835.000
div.
0
0
132.108
129.879
1.285.000
div.
0
0
0
101.025
2016 Water en Rioleringsplan (W RP) 2012-2016
2.255.584
div.
0
0
0
0 5.894
2013 Herinrichting Hogestraat Heerewaarden 2013 Straatverlichting masten
152.000
152.000
87.000
40
6.090
5.992
2013 Straatverlichting armaturen
58.000
20
5.510
5.380
5.249
2014 Straatverlichting masten
73.500
40
5.145
5.062
2014 Straatverlichting armaturen 2015 Straatverlichting masten
77.000
20
7.315
7.142
77.400
40
2015 Straatverlichting armaturen 2013 Materieel buitendienst - sneeuwploeg 2014 Materieel buitendienst - vrachtauto
51.600
20
14.294
15
77.500
2014 Materieel buitendienst - bestelbus 2015 Materieel buitendienst - bestelbus Subtotaal openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 5 Onderwijs en jeugd 2013 Integraal huisvestingsplan onderwijs 2014 Integraal huisvestingsplan onderwijs
4.902 1.553
1.510
10
11.238
10.889
33.000
8
5.610
5.424
38.500
8
1.596
292.975
405.182
6.545
7.623.378
0
200.000
40
200.000
40
200.000
40
200.000
40
2014 Vervangende nieuwbouw de Meidoorn
2.000.000
40
Subtotaal onderwijs en jeugd
2.800.000
2015 Integraal huisvestingsplan onderwijs 2016 Integraal huisvestingsplan onderwijs
5.418
134.223 14.000
13.775
13.550
14.000
13.775 14.000
140.000
137.750
0
14.000
167.775
179.075
0
0
0
0
148.223
460.750
584.257
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
ja ja ja ja ja
10 Bedrijfsvoering 2013 Investeringen I&A-plan 2012-2015 Subtotaal bedrijfsvoering Totaal geplande investeringen
ja
pm 10.423.378
-
152.000
-
-
87
Toelichting op het meerjareninvesteringsoverzicht De investeringen en/of uitgaven zijn gerubriceerd naar programma en verder naar gepland jaar van uitvoering. De kapitaallasten zijn berekend vanaf het jaar na ingebruikname waarbij het planjaar het jaar van ingebruikname is. Onderstaand treft u een korte toelichting op de diverse investeringen. Programma 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving Investeringen conform het Water- en rioleringsplan (WRP) De opgenomen investeringen zijn conform het Achtergronddocument Water- en rioleringsplan Bommelerwaard. Herinrichting straten Deze investeringen komen uit het beheerplan wegen en worden uitgevoerd conform het Integraal Uitvoeringsplan (IUP) Straatverlichting In 2012 is het verlichtingsplan herzien. In het kader van het IUP en het principe 'werk maken met werk' zijn investeringen in verlichting naar voren gehaald. Het verlichtingsplan 2012-2015 is daardoor gewijzigd. Het totale investeringsbedrag voor de periode 2012-2015 is hetzelfde gebleven. De opgenomen investeringen zijn conform dit herziene verlichtingsplan. Materieel buitendienst In 2012 is het vervangingsplan voor klein en groot materieel voor de buitendienst herzien. De opgenomen investeringen zijn conform dit herziene vervangingsplan. Programma 5 Onderwijs en jeugd Voorzieningen onderwijshuisvesting Het betreft hier de gebouwafhankelijke voorzieningen op basis van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) onderwijs 2009-2012. Programma 10 Bedrijfsvoering I&A plan Het nieuwe I&A plan is nog niet vastgesteld. Na vaststelling kunnen ook de investeringskredieten vastgesteld worden.
88
Relatie tussen programma's en producten Programma 1 Bestuur 001 Raad 002 College 003 Griffie 004 Bestuursondersteuning 005 Planning en Control 006 Juridische control en risicomanagement
007 008 009 017 018 019
Kabinet Rechtsbescherming Klachtenbehandeling Verkiezingen Communicatie Rekenkamercommissie
Programma 2 Dienstverlening 010 Uittreksels en verklaringen 011 Gemeentelijke basisadministratie 012 Identificatie en reisdocumenten 013 Naturalisatie 014 Rijbewijzen 015 Huwelijksvoltrekkingen 016 Burgerlijke stand (uittreksels) 102 Algemene plaatselijke verordening 103 Drank-, horeca- en incidentele vergunningen 302 W eekmarkt
509 510 715 716 717 805 806 808 829
Rijksmonumenten Gemeentelijke monumenten Begraven Bergingen begraafplaatsen Onderhoud begraafplaatsen Omgevingsvergunningen (activiteit slopen) en sloopmeldingen Omgevingsvergunning (activiteit bouwen) Omgevingsvergunning algemeen Afgifte omgevingsvergunningen (activiteit gebruikers)
Programma 3 Openbare orde en veiligheid 101 IV-beleid / Politie 107 Brandweergarages 108 Rampenbestrijding
109 114
Overige beschermende maatregelen Brandbestrijding en hulpverlening
702 707 708 709 710 711 713 714 718 719 720 807 828
Afvalverwerking Riool(afvoer)recht Milieu algemeen Lucht en geluid Afval, water en energie Veiligheid en gezondheid Bodem Milieuzorg en milieucommunicatie Milieuvergunningen Handhaving milieuwetgeving Riolering Handhaving bouwen Handhaving bestemmingsplannen
Programma 5 Onderwijs en jeugd 401 Huisvestingsvoorzieningen geprivatiseerd openbaar basisonderwijs 402 Huisvestingsvoorzieningen bijzonder basisonderwijs 404 Schoolbestuurlijke taken openbaar onderwijs 406 Leerplicht 407 Leerlingenvervoer 409 Volwasseneneducatie 410 Algemene taken onderwijs
623 624 625 626 627 628 701
Kinderopvang Peuterspeelzalen Peuterspeelzaal Het Knuffelhuske Peuterspeelzaal De Speeltol Peuterspeelzaal De Wigwam Peuterspeelzaal Dikkertje Dap Volksgezondheid (CJG)
Programma 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn 301 Paardenmarkt 501 Openbare bibliotheek 502 Amateuristische sportbeoefening 503 Sportvelden 504 IJsbaan 505 Kunst en cultuur 506 Muziek- en toneelverenigingen 511 Gemeentelijke kerktorens 512 Gemeentelijke molens 514 Openluchtrecreatie 515 De Zandmeren / Dorpswaard 517 Recreatieplas Hedel
518 520 521 522 523 524 525 530 619 620 622 631
Strandbad Well Recreatieve veerpont Heerewaarden Kermis Volksfeesten Speelterreinen Onderhoud speelterreinen Regionaal Bureau voor Toerisme Leefbaarheid Ouderenwerk Sociaal cultureel werk Dorpshuizen niet in eigen exploitatie Mantelzorg- en vrijwilligersbeleid
Programma 7 Zorg en volksgezondheid 601 Sociale Dienst Bommelerwaard / Lander 612 Inburgering nieuw- / oudkomers 616 Vervoersvoorzieningen 617 W oningaanpassingen / woonvoorzieningen
618 629 630 701
Rolstoelen en hulpmiddelen Hulp bij het huishouden Wmo Beleid Volksgezondheid
Programma 4 Openbare ruimte, verkeer, milieu en handhaving 201 W egenonderhoud, dagelijks 202 W egenonderhoud, planmatig 203 W eg- en plantsoenmeubilair 204 Straatverlichting 205 Gladheidsbestrijding 206 Straatreiniging 207 Verkeersafzettingen (tijdelijk) 208 W egmarkeringen 209 Verkeersborden / verkeerslichtregelinstallaties 210 Bewegwijzering 211 Verkeersveiligheidscoördinatie 213 Beleidsadvies openbaar vervoer 526 Openbaar groen 527 Hertenkampen 528 Uitvoering landschapsplan
89
Programma 8 Ruimte, volkshuisvesting en economie 303 Economische zaken 304 BIZ De Geerden 801 Planologisch beleid / structuurschets 802 Voorbereidingsbesluiten 803 Bestemmingsplannen 804 Omgevingsvergunning (afwijking bestemmingsplan) 809 Volkshuisvesting 810 W oonwagenstandplaatsen 811 Gemeente-eigendommen 812 Overige gemeentegebouwen 813 Gemeentewoningen 815 Actualiseren bp Buitengebied 816 Actualiseren bp Velddriel dorp 817 Actualiseren bp Kerkdriel dorp / Hoezadriel 818 Actualiseren bp Rossum-W est, -Noord en Hurwenen 819 Actualiseren bp Heerewaarden dorp 820 Actualiseren bp de Kampen
821 822 823 824 825 826 827 830 870 871 872 882 883 884 886 889
Actualiseren bp Ammerzoden Actualiseren bp Hedel Actualiseren bp W ell en Wellseind Actualiseren bp Hoenzadriel Actualiseren bp De Geerden Actualiseren bp Alem ISV Archeologie Actieve grondpolitiek Grondexploitatie algemeen Programmabureau wonen Uitbreiding W eteringshoek Sint Antoniustraat, Velddriel De Akker, Kerkdriel De Kampen-Noord Kerkdriel-Noord
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 901 Beleggingen 902 Baatbelasting 903 Onroerende zaakbelastingen 904 W et waardering onroerende zaken 905 (W ater)toeristenbelasting
906 907 908 910
Hondenbelasting Algemene uitkering Onvoorzien / saldi kostenplaatsen Precariobelasting
90
91