Inhoudsopgave Inleiding
4
Hoofdstuk 1. Burger en bestuur Bestuur in contact met de burger Bestuur mét de samenleving Duidelijkheid Samenwerken
5 5 5 5 6
Hoofdstuk 2. Veiligheid Overlast, vernieling en criminaliteit Bedrijvigheid en veiligheid Brandweerzorg en hulpverlening Crisisbeheersing Evenementen Vuurwerk
7 7 7 8 8 8 9
Hoofdstuk 3. Zorg en welzijn Wet maatschappelijke ondersteuning Vrijwilligerswerk Jeugd Decentralisatie Jeugdzorg Zorg voor ouderen Volksgezondheid Verslaving
10 10 11 11 11 12 12 13
Hoofdstuk 4. Lokale economie, werk en inkomen Zondagsrust Werk! Geen werk? Financiële ondersteuning Schuldhulpverlening
14 14 14 14 15 15
Hoofdstuk 5. Educatie Onderwijsbeleid Huisvesting Onderwijsachterstand Brede School Bibliotheek
17 17 17 17 18 18
Hoofdstuk 6. Cultuur, recreatie en sport Cultuur Cultuurhistorie Recreatie Recreatieve sport
19 19 19 19 20
2
Hoofdstuk 7. Leefomgeving Groen Water Milieubeleid Afvalstoffenbeleid Verkeer Speelplaatsenplan
21 21 21 22 22 22 23
Hoofdstuk 8. Ruimtelijke ordening en wonen Structuurvisie Bestemmingsplan Welstandsnota Woningbouw en leefmilieu
24 24 24 25 25
Hoofdstuk 9. Financiën en risico’s Het huis op orde Risicomanagement Transparantie Financieel beleid Treasury Subsidiebeleid
27 27 27 27 27 28 28
3
Inleiding Beste inwoner van Ridderkerk, Een vaste koers. Dat is wat de SGP al ruim negentig jaar als vertrouwde partij in de Ridderkerkse gemeenteraad voorstaat. Een vaste koers met duidelijke opvattingen. Een baken van rust en betrouwbaarheid in een periode van nogal wat politieke onrust. Onrust tast het vertrouwen aan in de politiek en daarmee in de overheid. De SGP vindt het belangrijk te blijven bouwen aan vertrouwen. In de bijna afgelopen raadsperiode maakte de SGP deel uit van het college van burgemeester en wethouders. De partij heeft een constructieve bijdrage willen en kunnen leveren aan het openbaar bestuur, zowel in de raad als in het college. Wij zien onze politieke taak in de samenleving als een grote verantwoordelijkheid. De SGP wil zich in de uitoefening daarvan laten leiden door Bijbelse waarden en normen, omdat wij vinden dat deze goed zijn voor iedereen. Een stevig en goed fundament waarop een vaste koers kan worden uitgezet. Een koers die rekening houdt met de omstandigheden van de tijd van nu, maar die zich niet overgeeft aan de (politieke) waan van de dag. Veel is naar wens gegaan. Zo zijn in een raadsperiode, die vanaf het begin tot aan het einde werd beheerst door een economische crisis, de gemeentefinanciën stap voor stap afgestemd op lagere baten nu de rijksbijdragen kleiner worden. En dat zonder noemenswaardige maatschappelijke effecten of aantasting van de woonlasten. NieuwReijerwaard is inmiddels bestemd tot bedrijventerrein voor de AGF-sector. Volgens ons verkiezingsprogramma 2010-2014 mocht het zich binnen randvoorwaarden ontwikkelen tot een bedrijventerrein voor de AGF-sector, al had de bestemming glastuinbouw onze voorkeur. De SGP wenste geen aanleg van een Tramplusverbinding met Rotterdam. De plannen voor deze Tramplus zijn in de periode 2010-2014 'op de plank' gelegd. In dit nieuwe programma is te lezen dat de SGP zich ervoor inzet om die plannen rustig op die plank te laten liggen. Niet alles is gegaan zoals de SGP graag had gewild. Verantwoordelijkheid nemen betekent immers per definitie dat er de bereidheid moet zijn om compromissen te sluiten. Daarnaast heeft de gemeente te maken met wet- en regelgeving en aanwijzingen van hogere overheden. Dat is soms jammer, maar onvermijdelijk. De SGP wil echter niet zijn als de bekende stuurlui aan de wal. In de afgelopen jaren is er een vaste koers gevolgd vanuit een heldere en samenhangende visie. Daar gaan we de komende vier jaren graag mee door. Dat kan alleen met hulp van u. Stem daarom op 19 maart op de SGP. Deze versie is te downloaden via www.sgp-ridderkerk.nl
4
1
Burger en bestuur Het overheidsbestuur richt zich op de samenleving en staat ten dienste van de burger. De SGP streeft naar een gemeentebestuur dat functioneert dicht bij de burger. Dat vraagt van bestuurders een luisterhouding en actieve betrokkenheid op het geheel van de samenleving. Volgens de SGP moeten de volgende vier thema’s daarbij leidend zijn.
Bestuur in contact met de burger Het gemeentebestuur hoedt zich voor isolement. Het zoekt gericht het contact met de samenleving en moedigt aan tot participatie. Concreet • Het gemeentebestuur zoekt actief contact met de samenleving en luistert naar gevoelens en argumenten. Dat kan goed tijdens wijkoverleggen, hoorzittingen, informatiebijeenkomsten en raadsbezoeken. • De eerste verantwoordelijkheid voor het algemeen belang ligt bij het gemeentebestuur. • Het gemeentebestuur heeft eigen opvattingen, die geworteld zijn in politieke overtuigingen. In dit spanningsveld motiveert het gemeentebestuur tegenover de samenleving de keuzes die het maakt. • Het spreekuur van de wethouders wordt gecontinueerd. • Het gemeentebestuur heeft oog voor de verscheidenheid in de samenleving.
Bestuur mét de samenleving Het gemeentebestuur staat niet alleen in de uitoefening van de publieke taak. Wat de burger zelf kan aanpakken, moet de overheid niet overnemen. Concreet • Het gemeentebestuur rekent met en speelt in op het zelforganiserend vermogen van de samenleving. • Het gemeentebestuur betrekt mensen en groepen uit de samenleving bij de uitoefening van zijn zorgtaken (veiligheid, leefbaarheid, ontwikkeling). • Het gemeentebestuur stimuleert en faciliteert het maatschappelijk en privaat initiatief.
Duidelijk Het gemeentebestuur maakt duidelijk wat zijn rol is en hoe de bevoegdheden liggen. Hierover moeten bij de burger geen verkeerde verwachtingen worden gewekt. Concreet • Helderheid in bewoordingen. • Reële verwachtingen. • Adequate voorlichting op het juiste moment. • Aandacht voor goede digitale dienstverlening, rekening houdend met burgers die daar geen gebruik van kunnen maken. • Snelle en adequate respons op vragen.
5
Samenwerken De gemeente krijgt te maken met meer en complexere regelgeving. Daarnaast is er van rijkswege een drang tot schaalvergroting, juist ook met het oog op de nieuwe taken die adequaat uitgevoerd moeten worden. De schaal waarop de taken zo goed mogelijk kunnen worden uitgevoerd, kan daarom ter discussie komen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met karakteristieke kenmerken van Ridderkerk. 'Lokaal wat kan, regionaal wat moet', blijft ons uitgangspunt. Ook blijft ons uitgangspunt dat zo min mogelijk bevoegdheden mogen worden overgedragen aan samenwerkingsverbanden en dat onze gemeente binnen deze samenwerkingsverbanden een zo stevig mogelijke positie moet innemen door bijvoorbeeld vetorechten. Allerlei bestuurlijke samenwerkingsverbanden van lokale (en andere) overheden als 'verlengd lokaal bestuur' mogen niet worden vervangen door 'nieuwe zelfstandige bestuurlijke verbanden' tussen gemeenten en provincies met eigen bevoegdheden. Concreet • Samenwerking mag niet ten koste gaan van het relatief dorpse karakter van Ridderkerk. • Samenwerking met andere gemeenten is een probaat middel om efficiënter en goedkoper te werken, dat geldt in het bijzonder de ambtelijke organisaties. • Bij samenwerken dient er een goede verantwoording te worden afgelegd aan de raad. • De samengevoegde ambtelijke organisatie van Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk mag geen opmaat zijn naar een gemeentelijke herindeling. • Deze samenwerking moet naast meer kwaliteit in de dienstverlening voor onze inwoners financieel voordeel opleveren voor het lokale huishoudboekje. • Bij samenwerking verliezen we de Drechtsteden niet uit het oog. • Samenwerking in de Metropoolregio (samenvoeging Stadsregio's Rotterdam en Haaglanden) moet beperkt blijven tot deelname aan de Vervoersautoriteit (verdeling overheidsgelden voor openbaar vervoer) en regionale thema's die overduidelijk gemeenteoverstijgend en voor Ridderkerk van belang zijn.
6
2
Veiligheid
Veiligheid is een basisbehoefte van mensen. De gemeente heeft daarbij een belangrijke taak, zowel om onveilige situaties te voorkomen als om handhavend op te treden tegen burgers en bedrijven die de veiligheid in gevaar brengen. De SGP wil de komende jaren sterker inzetten op preventie, zonder trouwens de handhavende rol van de overheid te veronachtzamen. De eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en instellingen blijft intussen staan. Veiligheidsbeleid vraagt om een samenhangend pakket aan maatregelen, variërend van het vandalismebestendig inrichten van de openbare ruimte tot het maken van afspraken over de inzet van politie en brandweer. Ridderkerk legt de lokale prioriteiten op het vlak van de openbare orde en veiligheid vast in een integraal veiligheidsplan. Dit wordt eens in de vier jaar vernieuwd en jaarlijks geëvalueerd met de gemeenteraad.
Overlast, vernieling en criminaliteit De SGP blijft zich sterk maken voor voldoende blauw op straat om krachtig te kunnen optreden tegen zinloos geweld, overlast, vandalisme en criminaliteit. Wie overlast geeft, is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn of haar wangedrag. Ouders moeten aangesproken worden op het gedrag van hun kind. Op hen rust de taak van een goede morele vorming van hun kind. Inwoners kunnen vaak ook zelf een bijdrage leveren aan het bevorderen van de veiligheid in de eigen leefomgeving. Concreet • Wijkagenten en toezichthouders zijn duidelijk zichtbaar op straat aanwezig. • Bevorderen van de inzet van politievrijwilligers. • Inzet gemeentelijke toezichthouders intensiveren. • Hoge prioriteit geven aan de opsporing en vervolging van daders van woninginbraken en overvallen. • De politie neemt actief deel aan het lokale zorgnetwerk om bij te dragen aan preventief handelen. • Actieve deelname van burgers stimuleren via Burgernet of SMS-Alert. • Cameratoezicht in onveilige gebieden optimaal toepassen. • Schade als gevolg van vandalisme verhalen op de dader. • Bijdragen aan de bewustwording van burgers door het bijhouden van een vandalismemonitor. • In samenwerking met de woningcorporaties bevorderen dat nieuwe en te renoveren woningen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen worden voorzien. • Succesvolle buurtpreventieprojecten uitbreiden naar alle wijken. • Bij buurtbemiddeling zo veel mogelijk gebruik maken van vrijwilligers.
Bedrijvigheid en veiligheid Ook bedrijven hebben te maken met overlast en vernielingen. Samen met de gemeente worden afspraken gemaakt over het tegengaan van deze problematiek. Bedrijvigheid is van groot belang voor de lokale economie. De gemeente moet zich echter wel bewust zijn van de risico’s die bepaalde bedrijven met zich meebrengen, zoals tankstations en chemische opslag.
7
Concreet • Samenwerken met een ondernemersvereniging of collectief van bedrijven om inbraken terug te dringen. • Afspraken maken met het bedrijfsleven over de beveiliging van bedrijventerreinen in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen. • Zorgen dat de vergunningverlening en handhaving op orde is, in het bijzonder ten aanzien van risico’s van bedrijven voor de omgeving. De afspraken daarover met brandweer en milieudienst regelmatig evalueren. Brandweerzorg en hulpverlening De hulpdiensten, brandweer en ambulancezorg, zijn voldoende toegerust om hun taken goed te kunnen vervullen. De brandweer investeert, naast de reguliere brandbestrijding, ook in preventieve taken. Concreet • Regionalisering van de brandweer mag niet de ondermijning van de vrijwillige brandweer betekenen. • Opzet van een jeugdbrandweerkorps stimuleren, onder andere als kweekvijver voor de professionele en vrijwillige brandweer. • De brandweer blijft zich toeleggen op preventie, onder andere door uitreiking van brandmelders en voorlichting aan specifieke groepen (zoals ouderen en mindervaliden) en op scholen. • De AED-punten uitbreiden, in samenwerking met EHBO-verenigingen. • Ambulancevervoer is gebiedsdekkend, de aanrijtijden liggen binnen de landelijke norm en ook voor de nachtelijke uren moeten mensen kunnen rekenen op effectieve inzet van de ambulance. • Harde aanpak van personen die de inzet van de brandweer en andere hulpverleners blokkeren. Crisisbeheersing Ridderkerkers moet erop kunnen vertrouwen dat de gemeente is voorbereid op een eventuele crisis en dat zij in staat is daadkrachtig op te treden om de negatieve gevolgen ervan te beperken. Samenwerking met omliggende gemeenten in het kader van de veiligheidsregio is daarbij een eerste vereiste. Concreet • Het regionaal crisisplan jaarlijks evalueren en actualiseren. • Voldoende middelen reserveren voor het opleiden, trainen en oefenen van bestuurders en medewerkers in de crisisorganisatie. • Voldoende aandacht voor specifieke situaties, zoals bedrijven met een verhoogd risico, rijkswegen (A15/A16), spoorveiligheid (Kijfhoek) en rivierveiligheid (ook voor passagiers op de aanlegsteiger voor de waterbus). • Streven naar dekkend radarnetwerk voor vervoer op water, in het bijzonder bij het Drierivierenpunt. Evenementen Evenementen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de levendigheid van de gemeente. De SGP staat open voor gezellige activiteiten die de sociale cohesie bevorderen. Het initiatief ligt bij particulieren. De gemeente is uitsluitend verantwoordelijk voor vergunningverlening. Er zijn duidelijke spelregels nodig, onder andere om overlast voor omwonenden te voorkomen. In
8
verband daarmee wil de SGP op een sobere wijze uitvoering geven aan het evenementenbeleid. Bij evenementen op zondag wordt gekozen voor een oplossing die het meeste recht doet aan de zondagsrust. Concreet: • Kleinschalige evenementen voor alle leeftijden op wijkniveau, die de sociale samenhang (het samen leven en/of de onderlinge ontmoeting) bevorderen, worden aangemoedigd. Bij buitenevenementen moet de geluidsoverlast binnen de perken blijven. • Geen vergunning voor evenementen met een verhoogd risico op drugsgebruik, overmatig alcoholgebruik en activiteiten die in strijd zijn met de goede zeden. Vuurwerk De SGP kiest ervoor het gebruik van vuurwerk, binnen de landelijke wettelijke kaders, zoveel mogelijk te ontmoedigen en overlast door vuurwerk hard aan te pakken. Concreet • Meer vuurwerkvrije zones rond verzorgingstehuizen, winkelcentra en kerken. • Streng toezicht om het afsteken van illegaal vuurwerk te voorkomen alsook het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden. • Waar mogelijk geen opslag van vuurwerk in woonwijken en rondom zorginstellingen, scholen en andere kwetsbare centra .
9
3
Zorg en welzijn De SGP wil graag omzien naar mensen in kwetsbare omstandigheden. Vanuit Bijbelse naastenliefde willen wij hen zorg en ondersteuning of zelfs bescherming bieden en helpen om hun eigen verantwoordelijkheid weer op te pakken. De basis vormt de ondersteuning vanuit familie, kerk en maatschappelijke verbanden. Waar deze tekortschiet, wil de SGP zorgen voor adequate aanvulling.
Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) legt vanaf 2015 veel verantwoordelijkheid neer bij de burgers, als het gaat om de zorg voor (kwetsbare) medeburgers en hun leefomgeving, waarbij de gemeente ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis levert. De gemeente geeft in een Wmo-beleidsplan elke vier jaar aan hoe ze deze taak gestalte wil geven. De SGP pleit voor een ruimhartig beleid, dat voorwaarden schept voor de burger om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn ten opzichte van mensen met een (psychiatrische) handicap en/of langdurige zorgbehoefte. De SGP wil daarnaast een optimale keuzevrijheid, zodat de burger hulp kan kiezen die bij hem past. Concreet • Stimulerende maatregelen om de onderlinge betrokkenheid − binnen familie, kerk en maatschappelijke verbanden − te (helpen) verbeteren. Ook niet-kwetsbaren moeten opgeroepen worden tot actief burgerschap, om zich in te zetten voor hun medeburgers. Kerken kunnen hierin een stimulerende en ondersteunende rol vervullen. • Goede ondersteuning bieden aan mantelzorgers en vrijwilligers. • Voldoende en adequate psychosociale hulp via het maatschappelijk werk. • Optimale keuzevrijheid garanderen, zodat burgers de hulp kunnen kiezen die zij willen. Ook lokale (identiteitsgebonden) organisaties behoren tot de zorgaanbieders en kunnen meedoen bij de aanbesteding. Voor dezelfde zorg worden met meerdere partners contracten afgesloten, zodat burgers de zorg kunnen krijgen die zij zoeken. • Maximale ruimte bieden aan het persoonsgebonden budget of een vergelijkbare systematiek (zoals een persoonsvolgend budget). • Ouderen en gehandicapten indien mogelijk zelfstandig thuis laten wonen; daarbij dient wel gewaakt te worden voor sociaal isolement en eenzaamheid. • Goede spreiding van algemene voorzieningen en welzijnsdiensten, zodat deze ook voor de minder mobiele Ridderkerker bereikbaar en toegankelijk zijn. • Zoveel mogelijk en kwalitatief goede collectieve en individuele voorzieningen in stand houden. • Zorgen voor de aanwezigheid van een maatschappelijk werkende bij de voedselbank, die samen met de gebruikers kijkt hoe het probleem is ontstaan en helpt om daar weer bovenop te komen. • Goede informatie, advies en ondersteuning geven via een (digitaal) zorgloket. Bijvoorbeeld door opvoedcursussen aan te bieden aan ouders, zodat zij beter in staat zijn hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding waar te maken. • Ervaringsdeskundigheid uit de samenleving benutten vanuit de Wmo-adviesraad en klanttevredenheidsonderzoeken. • Zorg dragen voor een sluitende zorgketen om dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen, overmatig alcohol- en drugsgebruik terug te dringen en overlast door verslaving, huiselijk geweld en dergelijke te verminderen.
10
Vrijwilligerswerk De SGP koestert vrijwilligerswerk. Vrijwilligers verdienen de waardering van de samenleving. Concreet • De autonomie van verenigingen dient gewaarborgd te blijven, ook al krijgen zij gemeentelijke subsidie. • Identiteitsgebonden en interkerkelijke hulpverleningsorganisaties dienen ook een plaats te krijgen in het lokale zorgnetwerk. • Vrijwilligers zijn van onbetaalbare waarde voor de samenleving, daarom is een gemeentelijk schouderklopje (bijvoorbeeld een bijeenkomst één keer per jaar) gewenst.
Jeugd Het uitgangspunt bij het jeugdbeleid is gelijk aan dat bij de Wmo, namelijk veel verantwoordelijkheid bij de burgers. De zorg geldt (kwetsbare) jongeren en gezinnen, waarbij de gemeente een goed vangnet realiseert. In het gezin moet de basis worden gelegd voor een goed functioneren in de maatschappij. De SGP heeft als ideaal dat jongeren gezond en veilig opgroeien tot burgers die vanuit een gezond verantwoordelijkheidsbesef volop meedoen in de samenleving. Daarom wil de SGP investeren in de jeugd en werken aan goede voorzieningen en netwerken. Kinderen moeten ook vooral kind kunnen zijn en daarvoor kansen krijgen. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken in het opgroeien en opvoeden. Daarom is de SGP terughoudend ten aanzien van kinderopvang en buitenschoolse opvang. De SGP gaat uit van de zelfredzaamheid van jongeren, ouders en de gemeenschap. Waar ondersteuning nodig is, behoort deze zo dicht mogelijk bij de leefomgeving van de jeugdigen en gezinnen plaats te vinden, hoewel dat niet altijd haalbaar of wenselijk is. Concreet • De sociaal-emotionele ontwikkeling aandacht geven in samenspraak met de scholen. • Opvoedkundige problemen van leerlingen vroeg signaleren, bijvoorbeeld via het zorgadviesteam en hulp bieden via onder andere schoolmaatschappelijk werk, en zo nodig een gezinscoach. • Bevorderen dat jongeren pas het onderwijs verlaten als ze een diploma hebben (startkwalificatie); hierbij vervullen de leerplicht en het jongerenloket (voor voortijdige schoolverlaters) een belangrijke rol. • Verantwoorde recreatieve en sportieve voorzieningen, speelterreinen en trapveldjes voor jongeren en goed onderhoud hiervan. • Jongerenwerk wijk- en doelgericht aanpakken. Een laagdrempelig Centrum voor Jeugd en Gezin in stand houden met een goede samenwerking en afstemming tussen de diverse partijen, waarbij gebruikgemaakt wordt van het elektronisch kinddossier en de verwijsindex.
Decentralisatie Jeugdzorg Vanaf 1 januari 2015 gaan de verantwoordelijkheden op het terrein van Jeugdzorg over naar gemeenten; de zogenaamde ‘decentralisatie Jeugdzorg.’ Doel hiervan is: meer preventie, eerdere ondersteuning, integrale hulp en gebruikmaken van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders. Deze doelstelling sluit aan bij het uitgangspunt van de SGP. Voor de SGP zijn bij deze decentralisatie drie keuzes van cruciaal belang. Ten eerste biedt de gemeente zorgvragers in de Jeugdzorg keuzevrijheid, waardoor rekening gehouden wordt met de levensovertuiging van ouders en jongeren. Ten tweede betekent decentralisatie dat zorgvoorzieningen daadwerkelijk dichter bij de burger worden georganiseerd. Oplossingen worden zo veel mogelijk gezocht in het eigen netwerk en zo weinig mogelijk bij specifieke instellingen. Ten derde gaat de gemeente zorgvuldig om met de financiële risico’s van deze
11
decentralisatie. De kwaliteit van zorg mag niet onder druk komen te staan door het behalen van een zo groot mogelijke korting. Ook wordt geld dat voor jeugdzorg bedoeld is, ingezet op jeugdzorg. Concreet • De gemeente respecteert de achtergrond van de cliënt waar het gaat om de levensovertuiging van ouders en jongeren. Zorg die aansluit bij de overtuiging van het gezin is effectiever en daardoor goedkoper. De gemeente contracteert zoveel als mogelijk zorgaanbieders die de taal spreken van de zorgvrager. • De gemeente zet in op een daadwerkelijke transformatie: zo veel mogelijk ondersteunen in de natuurlijke omgeving van een jongere, eventueel in een pleeggezin, en zo weinig mogelijk in instellingen waarin jongeren langdurig verblijven. • Het Centrum voor Jeugd en Gezin of het (digitale) zorgloket krijgt een spilfunctie in de decentralisatie Jeugdzorg. De gemeente zorgt ervoor dat zij contacten heeft in de breedte van de gemeente (met kerken, scholen en andere maatschappelijke instellingen). • Gezinnen ondersteunen in de vorm van één gezin, één plan, één gezinscoach.
Zorg voor ouderen Ouderen en kwetsbaren moeten zo lang en zelfstandig mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De SGP vindt dat de gemeente een belangrijke regierol heeft om een goed en samenhangend pakket aan voorzieningen te realiseren en in stand te houden. Concreet • Bij de uitvoering van het welzijnsbeleid voor ouderen moeten de ouderen zelf zo veel mogelijk betrokken worden. • Meer integrale thuiszorg verlenen, zoals vroeger de wijkverpleegkundige deed. Naast verpleegkundige zorg kan deze ook andere behoeften en bedreigingen signaleren en hierop actie ondernemen. • Werken aan een sluitend zorgpakket en -netwerk, zoals thuiszorg, maaltijdvoorziening, alarmering, voorlichting (voeding, beweging, veiligheid) en terminale thuiszorg. • Een goede spreiding van voldoende seniorenwoningen met bereikbare en (ook voor gehandicapten) toegankelijke voorzieningen in de directe omgeving (‘woonservicezone’). • Voorzieningen spreiden om sociaal isolement en eenzaamheid te voorkomen. Goede ondersteuning voor mantelzorgers bieden. Wijkgerichte buurtzorg stimuleren. • Kerkelijke verantwoordelijkheid stimuleren, bijvoorbeeld via Interkerkelijk Diaconaal Beraad.
Volksgezondheid Welvaart brengt risico’s met zich mee voor de volksgezondheid. Menig burger leeft niet (geheel) gezond. Te weinig beweging, ongezonde voeding, roken en overmatig alcoholgebruik vormen bedreigingen voor de gezondheid. Daarnaast vragen zaken als depressiviteit, eenzaamheid en diabetes de aandacht, aangezien die het welbevinden beïnvloeden. De SGP vindt gezond leven in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de burger zelf, maar wil wel actief bijdragen aan bezinning en maatregelen om de volksgezondheid te bevorderen. Concreet • Het vormgeven van het lokale gezondheidsbeleid en een samenhangend pakket van maatregelen komt tot stand in overleg met diverse (lokale) deskundigen, waarbij ook de deskundigheid van de GGD wordt benut.
12
• • •
Toezicht houden op de effecten van gezondheidsbeleid en zo nodig beleidsmatig bijsturen. Toegankelijke hulpverlening, onafhankelijk van het inkomen. Voldoende aanbod en goede bereikbaarheid van eerstelijnsvoorzieningen zoveel mogelijk stimuleren, waaronder de continuïteit van de huisartsenzorg.
Verslaving De SGP vraagt speciale aandacht voor het verslavingsbeleid. Er bestaan veel vormen van verslaving. Met name verslaving aan alcohol, drugs, roken en gokken vragen gerichte behandeling. Verslaving vormt een bedreiging voor de gezondheid en het toekomstperspectief van de persoon in kwestie en leidt soms ook tot openbare overlast. Daarom wil de SGP een actief verslavingsbeleid, dat begint met erkenning van de problematiek en vraagt om gerichte maatregelen. Concreet • Een integraal verslavingsbeleid vaststellen in samenspraak met de partners in de zorgstructuur en de burgers. • In bestaande zorgstructuren verankeren dat verschillende maatschappelijke partijen, kerken (diaconieën) en deskundige organisaties (zoals GGD, politie en verslavingszorg) de zorg voor verslaafden coördineren. • Nu beneden de achttien jaar geen alcohol meer verkocht mag worden en het toezicht daarop door de gemeenten plaatsvindt, moet daarop adequaat gehandhaafd worden. • Afspraken maken met de horeca over alcoholmatiging en (glijdende) sluitingstijden en ook daadwerkelijk handhaven. • Nulbeleid ten aanzien van coffeeshops voortzetten. • Kansspelen zoveel mogelijk terugdringen. • Wettelijke beperkingen betreffende het roken goed naleven.
13
4
Lokale economie, werk en inkomen
Werken is waardevol. Niet alleen voor het inkomen, maar ook voor contacten en voor het persoonlijk welbevinden. Wie werkt, vereenzaamt doorgaans niet. Maar wie dat niet kan, verdient ondersteuning.
Zondagsrust Conform de Bijbel als Gods Woord en de christelijke traditie, is de zondag als de dag van de Heere een dag waarop de mens mág rusten. Daarom is de SGP principieel tegen commercieel gerichte bedrijvigheid op zondag en de zondagsopenstelling van winkels. Daar komt bij dat vooral de grotere winkelketens op zondag opengaan, wat veelal ten koste gaat van ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. De rustdag is ook vanuit sociale motieven en uit het oogpunt van welzijn en gezondheid van belang. Concreet • Geen 24 uurseconomie. • Zondag is rustdag. • Geen koopzondagen.
Werk! De SGP wil economische activiteiten stimuleren, maar trekt daarbij ook grenzen. Werk is geen doel in zichzelf, maar richt zich op de bijdrage aan de maatschappij en het verwerven van inkomen. Werk is geen vanzelfsprekendheid meer gezien de huidige economische crisis. Het vraagt om een betrokken samenwerking tussen gemeenten en bedrijfsleven. Concreet • Behoud van werkgelegenheid en een goed vestigingsklimaat voor ondernemers. • Bedrijfsterreinen zo nodig herontwikkelen. Cornelisland zo snel mogelijk uitgeven. • Bevorderen van mkb inzet voor voldoende (winkel)voorzieningen in de wijken, vooral bij woon-zorgzones. • Geen voorstander van uitbreiding betaald parkeren. • Functiemenging van wonen en werken in de wijk op beperkte schaal, zoals in het geval van zzp’ers. • De gemeente streeft een goede relatie met ondernemers na door een eenduidig, eenvoudig loket en door frequent overleg met ondernemers. Beperken van gemeentelijke administratieve lasten voor ondernemers. • Aandacht voor de maatschappelijke taken van bedrijven in het kader van sociale werkvoorziening, maatschappelijk ondernemen en onderwijs. • Stimuleren van werk voor jongeren om de jeugdwerkloosheid tegen te gaan en te voorkomen dat jongeren wegtrekken uit de gemeente omdat er geen werk is.
Geen werk? Mensen met geringe kansen op de arbeidsmarkt (langdurig werklozen, gehandicapten, bijstandsgerechtigden) worden door de gemeente actief geholpen om aan werk te komen. Daarbij
14
werkt de gemeente nauw samen met werkgevers in de gemeente en in de regio en met de sociale werkplaatsen. De SGP houdt oog voor mensen die door omstandigheden niet in staat zijn om aan het arbeidsproces deel te nemen. Concreet • De instroom in de bijstand beperken (strenge poortwachter). • Met bedrijven afspraken maken over het re-integreren op de werkvloer, werk, leer- en stageplaatsen. Bedrijven compenseren voor inspanningen op dit gebied. • ‘Social return’ opnemen als contractvoorwaarde bij inkopen en aanbestedingen. • De gemeente stelt zich open voor meerdere aanbieders van re-integratietrajecten. • Strikt toezien op niet naleving van arbeids- en re-integratieverplichtingen en adequate sancties opleggen. • Uitkeringsgerechtigden naar vermogen een tegenprestatie vragen in de vorm van maatschappelijk nuttige activiteiten. • Voldoende middelen beschikbaar stellen voor mensen die aangewezen zijn op sociale werkvoorzieningen. • Ruimhartig individuele ontheffingen van de arbeidsplicht verlenen wie door omstandigheden niet in staat is aan het arbeidsproces deel te nemen, zoals alleenstaande ouders met jonge kinderen. • Speciale aandacht voor jeugdwerkloosheid.
Financiële ondersteuning Wie niet kan werken, verdient financiële ondersteuning. De gemeente moet zich houden aan landelijke richtlijnen, maar kan ook zelf iets doen. De SGP voert een pleidooi om alle wettelijke mogelijkheden te benutten. Inkomensondersteunende maatregelen zijn er voor burgers die een inkomen hebben tot 110 procent van het sociaal minimum. Concreet • Ambtshalve kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Ook ondernemers kunnen hiervoor in aanmerking komen. • Ruimhartige verlening van bijzondere bijstand. • Categoriale bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten. • Goede en betaalbare aanvullende ziektekostenverzekering. • Speciale aandacht voor kinderen. • Beter benutten van samenwerkingsrelaties met andere instellingen op het vlak van armoedebestrijding, zoals diaconieën en voedselbanken. • Fraude met uitkering actief bestrijden door inzet sociaal rechercheur. De SGP wil zich inspannen om het gebruik van lokale tegemoetkomingen te bevorderen. Concreet • Goede voorlichting. • Niet afwachten maar mensen actief benaderen. • Beschikbare netwerken gebruiken, zoals voedselbank en kerken.
Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening is een gemeentelijke taak. De SGP vindt dat voorkomen beter is dan genezen. Concreet • Met hulpverleners afspraken maken over het vroegsignaleren. • Gerichte budgetvoorlichting.
15
• • •
Begeleiding van burgers die onvoldoende financieel bewustzijn tonen. Verschil maken tussen schulden en schulden: wie zelf verantwoordelijk is voor zijn schuld moet anders ‘aangepakt’ worden dan wie slachtoffer is. Bij dreigende uithuiszetting van gezinnen met kinderen met voorrang een schuldhulpverleningstraject starten.
De SGP laat er geen misverstand over bestaan: wie misbruik maakt van de regelingen moet passend gestraft worden en dient terug te betalen.
16
5
Educatie
Het belang van onderwijs van goede kwaliteit kan moeilijk worden overschat. De rol van de gemeenten − het creëren van optimale raadvoorwaarden hiertoe − is beperkt, maar niet onbelangrijk. Immers, zaken als huisvesting, lokaal onderwijsbeleid en leerlingenvervoer vallen onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. De vrijheid van onderwijs is leidend voor het gemeentelijk onderwijsbeleid.
Onderwijsbeleid Het lokale onderwijsbeleid is vastgelegd in de Lokale Educatieve Agenda. De ontwikkelingen rondom het passend onderwijs vormen een belangrijk agendapunt. De SGP is van mening dat een goede verstandhouding tussen de verschillende partners (schoolbesturen, directies en gemeente) van groot belang is. Concreet • Schoolbesturen als serieuze partners zien om samen te komen tot een breed gedragen lokaal onderwijsbeleid, dat afgestemd wordt op de ondersteuningsplannen passend onderwijs. • Een integrale aanpak van ondersteuning en zorg realiseren, in en buiten de school. • Geen actieve inmenging in de inhoud van het onderwijs. • In overleg met het onderwijsveld maatregelen nemen ter voorkoming van vroegtijdige schooluitval. • Het leerlingenvervoer adequaat regelen, zodat ouders in staat zijn hun kinderen passend onderwijs te laten volgen dat aansluit bij de gewenste identiteit. • Muziekschool: tariefbeleid gericht op toegankelijkheid voor iedereen.
Huisvesting De gemeente is verantwoordelijk voor adequate huisvesting van het onderwijs. Concreet • Rekening houden met het levensbeschouwelijk karakter en de identiteit van de school bij gebruikmaking van het vorderingsrecht op leegstaande lokalen. • Zorg dragen voor kwalitatief goede onderwijshuisvesting, waarbij binnenklimaat, veiligheid en duurzaamheid prioriteit hebben. • Veiligheid/verkeerszones om scholen. • Onderwijsgebouwen zodanig inrichten dat tegemoetgekomen kan worden aan een toenemende diversiteit van leerlingen als gevolg van passend onderwijs.
Onderwijsachterstand De gemeente heeft een sturende en coördinerende rol bij de bestrijding van onderwijsachterstanden en neemt de aanpak hiervan voortvarend ter hand. Concreet • Kritisch zijn op de besteding van middelen voor Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) en bestrijding van ontwikkelingsachterstanden. Scherp afbakenen welke kinderen echt ondersteuning nodig hebben en welke niet. Onderscheid tussen achterstanden als gevolg
17
•
van gebrekkige blootstelling aan Nederlandse taal en echte spraakontwikkelingsstoornissen. Achterstanden in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart brengen, bijvoorbeeld door een goede samenwerking tussen consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen.
Brede School De Brede School kan een goed instrument zijn voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het bevorderen van sociale cohesie in de buurt. Concreet • Een Brede School wordt vormgegeven vanuit scholen en/of instellingen. • De mogelijkheid van een breed zorgnetwerk binnen een Brede School optimaal benutten (consultatiebureau, fysiotherapie, logopedie). • Geen dwang uitoefenen op scholen of instanties om te participeren binnen een Brede School.
Bibliotheek De SGP streeft in deze tijd van beeldcultuur de bevordering van de leescultuur onder jong en oud na. De openbare bibliotheek vervult hierbij een belangrijke functie. Zeker ook in het huidige tijdperk als ‘informatiemakelaar’. Concreet • Bij samenstelling en uitbreiding van het assortiment is er aandacht voor verschillende doelgroepen, zoals laaggeletterden, en verschillende denominaties binnen de gemeente. • De internetcomputers in de openbare bibliotheek zijn voorzien van een adequaat filter of zijn zo geplaatst dat misbruik bemoeilijkt wordt.
18
6
Cultuur, recreatie en sport
De SGP ziet als hoofddoel van de cultuuropdracht, zoals de Bijbel leert, de eer van God en het welzijn van de naaste. Deze visie geeft ook richting aan de invulling van cultuur, recreatie en sport. Het karakter van de lokale samenleving heeft een samenbindende functie. Mensen willen zichzelf kunnen zijn en de eigenheid ook delen met elkaar. De SGP wil een samenleving en geen naast-elkaar-leving. Cultuur en cultuurhistorie kunnen hierin een belangrijke rol spelen, evenals het verantwoord samen recreëren en sporten.
Cultuur De SGP hecht grote waarde aan de beleving van de cultuur. (Sociaal-)culturele activiteiten en structuren kunnen hieraan bijdragen. Culturele activiteiten komen bij voorkeur voort uit particulier initiatief, maar de gemeente vervult daarbij een stimulerende en ondersteunende rol. Kunstuitingen in de publieke ruimte mogen niet aanstootgevend zijn. Concreet • Bevordering van actieve of passieve deelname aan kunst en cultuur voor alle inwoners. • Scholieren in aanraking brengen met diverse cultuurvormen (zoals het ‘Kunstmenu’, dat basisschoolleerlingen in contact brengt met professionele kunst); hierbij wordt rekening gehouden met de identiteit van een school. • Ruimte voor beeldende kunst in de openbare ruimte als uitingsvorm van identiteit en cultuur(beleving). Stimuleren van tentoonstellingen.
Cultuurhistorie Naast cultuurbeleving is cultuurhistorie erg belangrijk. De geschiedenis hangt nauw samen met de lokale identiteit. De SGP maakt zich sterk voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. De gemeente schept mogelijkheden, ordent en beschermt. Concreet • Cultuurhistorische waarden (archeologie en monumenten) behouden en de gemeentelijke monumentenlijst met gebouwen, dorpsgezichten, oorlogsmonumenten en dijklinten regelmatig actualiseren. • Het nog maar recent − door middel van een monumentenverordening, archeologieverordening en gemeentelijke subsidieverordening − voor monumenten vormgegeven erfgoedbeleid bewaken en dit in 2016 evalueren. • Steun voor instellingen die de lokale geschiedenis bewaren, zoals de Oudheidkamer.
Recreatie De hoge woningdichtheid en veeleisende arbeidsomstandigheden veroorzaken behoefte aan ontspanning. De SGP wil daarom bijdragen aan verantwoorde recreatie. De gemeentelijke taak bestaat vooral in het scheppen van goede randvoorwaarden. Concreet • Zorgen voor een goed voorzieningenniveau van vrijwilligersverenigingen die een verantwoorde vrijetijdsbesteding bieden.
19
• • • •
Recreatievoorzieningen die passen bij het karakter van de gemeente. Aandacht voor onderhoud bestaande parken en geen inperking van bestaande parken en ‘groene accommodaties’. Verbeteren en/of realiseren van aantrekkelijke fiets- en wandelroutes. Zorgen voor evenwichtige spreiding van veilige speelvoorzieningen voor kinderen, en jongeren en omwonenden betrekken bij de ontwikkeling ervan.
Recreatieve sport Recreatieve sport kan een positieve bijdrage leveren aan de vorming en gezondheid van de jeugd, aan de volksgezondheid in het algemeen en aan sociale verbanden. Veel vrijwilligers zijn op dit terrein actief, en ook ouders tonen vaak grote betrokkenheid. De SGP onderkent de positieve aspecten van sport en wil deze ondersteunen door als gemeente goede faciliteiten en accommodaties te bieden, waarbij speciale aandacht is voor ouderen en mensen met een beperking. Helaas heeft sport ook negatieve aspecten. De SGP is huiverig voor sportverdwazing en wil geen zondagssport. Concreet • Door sportieve kennismakingsprogramma’s leerlingen stimuleren tot meer bewegen. • Bij de kennismakingsprogramma’s aandacht besteden aan ‘fair play’: het stimuleren van sportief gedrag en het ontmoedigen van sportverdwazing. • Sportaccommodaties moeten (brand)veilig, doelmatig en zo mogelijk multifunctioneel zijn. • Het sportaanbod is toegankelijk voor ouderen en mensen met een beperking. • Streven naar een goede verhouding tussen gemeentelijke en particuliere bijdragen. • Ontmoedigen en beperken van alcoholgebruik in sportkantines. • Voorzieningen voor ouderen realiseren, ten behoeve van de ontmoeting en beweging. • Zondagssport niet bevorderen.
20
7
Leefomgeving Wij behoren zorgvuldig om te gaan met de natuur. Gods goede schepping moeten we bouwen en bewaren. Een schoon milieu, waaronder ook het openbaar groen en het water vallen, moet onze aandacht hebben. Hier geldt het rentmeesterschap bij uitstek, dat tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld meer aandacht voor het duurzaam inrichten van de (leef)omgeving.
Groen
Het groen − bomen, struiken, parken en perken − bevordert de leefbaarheid van de gemeente. Het gericht inzetten van beplanting maakt het mogelijk om de geluidsoverlast te beperken en de luchtkwaliteit te verbeteren. Groen is sterk beeldbepalend, daarom moet het op een kwalitatief goed niveau zijn. Bij de inrichting van de openbare ruimte worden de aspecten van verkeersveiligheid en sociale veiligheid in voldoende mate meegenomen, zodat onoverzichtelijke en onveilige situaties worden voorkomen. Concreet Beschermen van beeldbepalend groen, maar zeker ook van het landschappelijk groen in de gebieden die als een open buffer rondom Ridderkerk liggen. • Door een groenplan voorzien in het planten en onderhouden van een brede variatie in bomen en planten. • Begraafplaatsen, parken en groenstroken op een acceptabel niveau onderhouden. Beter bestrijden van onkruid in de buitenruimte. • Aandacht voor de veiligheid(sbeleving) van burgers bij de inrichting van groenstroken. • De toepassingsmogelijkheden van integraal technisch groen verder inventariseren. Daarbij hoort het plaatsen van bomen, struiken en groenwallen om zo het fijnstof te reduceren en tevens een groene, prettige leefomgeving te creëren, ook bij nieuwe ruimtelijke plannen. • Technisch groen ter verbetering van luchtkwaliteit en geluidsreductie bij bedrijventerrein en langs doorgaande wegen stimuleren.
Water Water wordt steeds belangrijker in gemeentelijk beleid. De overheid is verplicht een zogenaamd Waterplan op te stellen. Watersystemen en problemen van wateroverlast of verdroging houden doorgaans niet op bij een gemeentegrens. De SGP is daarom van mening dat goed overleg met het waterschap en de omliggende gemeenten noodzakelijk is. Concreet • Het grond- en oppervlaktewater zuiver houden. • De gemeentelijke riolering op een goed niveau beheren. • Natuurontwikkeling binnen de ecologische hoofdstructuur stimuleren. • Land- en tuinbouwgrond alleen opofferen indien er geen andere opties zijn. • De belevingswaarde van water in de omgeving en van wonen aan het water recht doen. • De culturele eigenheid van het landschap in stand houden. • Uitvoering geven aan het Waterplan. • Blijvende aandacht voor voldoende waterbergingen in wijken. • Het maai- en oeverbeheer waar mogelijk aanpassen ter bevordering van een goede waterecologie.
21
Milieubeleid Het milieubeleid vraagt om een integraal plan. In een dergelijk beleidsplan komen de kwaliteit van de openbare ruimte, duurzaamheid, geluid, licht en afvalstoffenbeleid aan de orde. De SGP vindt dat de gemeente zelf het goede voorbeeld dient te geven als het gaat om energiebesparing en CO2-reductie. Concreet • Klimaatbeleid actualiseren (waaronder energiebesparing, vergroting van het gebruik van duurzame energie en CO2-reductie). • Lucht- en geluidsproblematiek door verkeer rijkswegen blijven verminderen. Lobbyen voor doortrekken van rijksweg A4-Zuid, zodat de A16 wordt ontlast. • Vervuiling en uitputting van grondstoffen voorkomen door duurzaam bouwen. • Overtollige warmte of energie slim benutten (industrie/tuinbouw – huishoudens). • Pilot ‘0-energiewoning’ invoeren. • Een stimuleringsregeling voor isolatie van oudere woningen vaststellen. • Activiteiten van het Natuur en Milieu Educatief centrum steunen en vergroten van draagvlak voor natuur- en milieueducatie. • Het gebruik van zonne-energie stimuleren. Hierbij gebruik makend van de mogelijkheden van het energieakkoord voor vereniging van eigenaren of samenwerkende kleinverbruikers in coöperatief verband. • Consumentenvuurwerk ontmoedigen. • Gemeentevoertuigen moeten milieuvriendelijk zijn. • Bij aanleg of vervangen van riolering regenwater afkoppelen.
Afvalstoffenbeleid Het afvalstoffenbeleid is belangrijk om verloedering van de openbare ruimte tegen te gaan. Burgers en bedrijven moeten zich bewust worden van de geweldige productie van afval. Voor de SGP geldt het uitgangspunt dat de vervuiler betaalt. Vanzelfsprekend is er goed toezicht op de naleving van de regels. Concreet • Optimale scheiding van afvalstromen stimuleren. • Bij hoogbouw en winkelcentra milieuparkjes in stand houden, waar burgers glas, papier, textiel, blik en kunststof kunnen inleveren. • Zwerfvuil bestrijden en voorkomen, bijvoorbeeld door schoonmaakacties, opruimcampagnes en preventie. • Voldoende prullenbakken in de openbare ruimte. • Het inzamelen van oud papier door verenigingen en stichtingen stimuleren en faciliteren. • Het milieurendement verbeteren en zorgen voor aanvaardbare kosten voor de burger (zo mogelijk vermindering) en een goed serviceniveau.
Verkeer Het verkeer zal voortdurend aandacht blijven vragen; het aantal auto’s groeit nog steeds. De SGP vindt dat sluipverkeer van met name de rijkswegen zo veel mogelijk moet worden tegengegaan. Toegankelijkheid en bereikbaarheid vooral voor hulpdiensten zijn van (levens)belang. Openbaar vervoer moet op peil blijven of verbeteren. Het fietsverkeer kan nog beter worden gestroomlijnd. De SGP hecht groot belang aan veilige en goed verlichte voet- en fietspaden. Concreet Voortdurende aandacht voor verkeersveiligheid rondom scholen (handhaving) en voor kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals ouderen, gehandicapten en kinderen.
22
• • • • • • • • •
Rotondes bij onveilige kruisingen hebben de voorkeur boven verkeersregelinstallaties. Bezinning op nut en noodzaak van het (te grote) aantal verkeersdrempels. Bevorderen goede verkeersafwikkeling Nieuw-Reijerwaard. Sluipverkeer door de bebouwde kom weren. Ontbrekende schakels in het fietspadennetwerk aanvullen. Goed onderhoud van wegen, voet- en fietspaden. Klachten snel aanpakken. Meer bekendheid geven aan wijkonderhoudsploegen. Nieuwe bedrijventerreinen zo snel mogelijk op het openbaar vervoer en het fietspadennetwerk aansluiten. Een goed parkeerbeleid regelen, zodat er in woonwijken en bij bedrijven en instellingen voldoende parkeermogelijkheden zijn. Vervoer met de Waterbus stimuleren. Geen aanleg Tramplus. Met busverbindingen inspelen op de zich veranderende reizigersoriëntatie (bijv. goede busverbinding met Barendrecht station NS en Drechtsteden), daarbij gebruikmakend van energiezuinige en milieuvriendelijke bussen.
Speelplaatsenplan Via een speelplaatsenplan kunnen speelterreinen en speeltoestellen op een goede manier over de gemeente worden verdeeld. De afgelopen raadsperioden zijn op dit vlak grote stappen gemaakt. In de verschillende wijken zijn vele speelplaatsen verrezen. Op korte loopafstand zijn voor kinderen overal speelmogelijkheden. Verzoeken van burgers voor nieuwe speelplaatsen moeten welwillend in overweging worden genomen, zoals dat de afgelopen jaren ook is gebeurd. Voor de opgroeiende jeugd worden plaatsen aangewezen die bestand zijn tegen vandalisme. Voor ouderen worden voorzieningen voor ontmoeting en beweging gerealiseerd. Bij de inrichting van de omgeving wordt vooraf rekening gehouden met het aanleggen van speelplaatsen voor kinderen en beweegplaatsen voor ouderen. Concreet • Speelvoorzieningen voor kinderen evenwichtig spreiden en burgers hierbij betrekken, bijvoorbeeld via het wijkoverleg. • Speelplaatsen afstemmen op diverse doelgroepen (leeftijden). • Bij de inrichting van een speelplaats en de keuze van speeltoestellen rekening houden met minder valide kinderen. • De veiligheid van speelplaatsen bevorderen en misbruik door hangjongeren voorkomen. • Met wijk- en buurtverenigingen afspraken maken over gezamenlijk beheer en toezicht. • Voor de opgroeiende jeugd locaties aanwijzen met duidelijke spelregels, om overlast en vernielingen te voorkomen.
23
8
Ruimtelijke ordening en wonen
Ruimte is in ons land en zeker in de Randstad schaars. Bij de ordening van de ruimte moet worden gestreefd naar een verantwoorde indeling en verdeling ervan. Daarbij komt het aan op een integrale afweging van maatschappelijke ontwikkelingen met een ruimtelijke dimensie. Het te voeren volkshuisvestingsbeleid is afgestemd op het ruimtelijk beleid en omgekeerd. Uitgangspunt is dat ten minste aan de plaatselijke woningbehoefte – kwantitatief én kwalitatief – wordt voldaan. Ridderkerk staat voor een strategische opgave als antwoord op ontgroening en vergrijzing. Door de decentralisatie van taken naar lagere overheden worden de verantwoordelijkheden voor gemeenten steeds groter.
Structuurvisie De SGP pleit voor een integrale langetermijnvisie in structuurvisies. Hierin moeten volkshuisvesting, werkgelegenheid, economie, natuur en recreatie afgewogen in beeld worden gebracht. Concreet Aandacht voor diversiteit en leefbaarheid in de wijken. Bij nieuwbouw van bedrijven en woningen eerst kijken naar bouwen binnen bestaande bebouwing en herstructurering boven uitbreiding. Voldoende waterberging en oppervlaktewater. Ontspanningsmogelijkheden voor kinderen en volwassenen. Aandacht voor voorzieningen, onderwijs en leefbaarheid. Rekening houden met en het ombuigen van de trend van sterke vergrijzing en ontgroening, mogelijkheden onderzoeken voor herinvoeren startersleningen. Koesteren van het relatief dorpse karakter en de eigenheid van de verschillende wijken. De open buffers rondom de gemeente, zoals Bolnes-Zuid, in stand houden. Bij herstructurering zijn ook sociale en economische aspecten van belang. Huisvesting voor jonge gezinnen is belangrijk voor het behouden van een goed voorzieningenniveau. Ingezette kwaliteitsimpuls bij wijken met een sterk verouderd en eenzijdig woningaanbod (portieketagewoningen zonder lift) voortzetten. Leegstand op bestaande bedrijventerreinen monitoren en zo nodig herstructureren. Donkersloot-West (Kerckepolder) meer betrekken bij het Centrum (wonen en detailhandel mogelijk maken). Voltooien van Centrum. Zo mogelijk afwaarderen Rotterdamseweg.
Bestemmingsplan Het bestemmingsplan legt de vormgeving van de ruimte vast, nu en in de nabije toekomst. Een goede afstemming met direct betrokkenen en belangenorganisaties is gewenst. Bij overdracht van taken aan de omgevingsdienst in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), dient de klant centraal te staan. De afstand tussen bestuur en burger moet daardoor niet worden vergroot.
24
Concreet In bestemmingen flexibel zijn en af durven wijken om in te kunnen spelen op de vraag naar woningen of bedrijven. Bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan zorgen voor betrokkenheid van onderaf en draagvlak creëren. Bestemmingsplannen moeten actueel worden gehouden. Voorafgaande aan bestemmingsplanwijziging wordt een wijkontwikkelingsprogramma vastgesteld, dat als basis dient voor het nieuwe bestemmingsplan. Er moet voldoende ruimte zijn voor het begraven van gestorvenen, waarbij het ruimen van graven zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Bij overdracht van WABO-taken het klantbelang vooropstellen en de afstand tussen bestuur en burger minimaliseren. De SGP zal al het mogelijke doen om seksinrichtingen te weren.
Welstandsnota De welstandsnota schrijft voor waaraan bouwactiviteiten getoetst worden en is medebepalend voor de beleving van de openbare ruimte. De SGP vindt dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten passen bij de historische en culturele waarden (identiteit) van de woon- en leefomgeving. Concreet Rekening houden met de identiteit en uitstraling van de woon- en leefomgeving. Meer ruimte voor welstandsvrij bouwen. In het welstandsbeleid onnodige beperkingen voor burgers en bedrijven voorkomen.
Woningbouw en leefmilieu Een aantrekkelijke gemeente kenmerkt zich door variatie in woon- en leefmilieus. Er moeten verschillende woningen staan: sociaal, middelduur en duur. De SGP vindt evenwicht in het woningaanbod belangrijk. Dit is te bereiken door vraaggericht in plaats van aanbodgericht te bouwen. Mede door verschillende bouwstijlen krijgt een gemeente karakter. Het is mogelijk om via bestemmingsplannen en grondexploitaties hierin sturend op te treden. In de Woonvisie wordt het woningbouwbeleid geformuleerd en op grond daarvan worden prestatieafspraken met woningcorporaties gemaakt. Concreet De kwalitatieve en kwantitatieve woningvoorraad moeten zijn afgestemd op de behoefte van de Ridderkerkse inwoners (met aandacht voor starterswoningen, levensloopbestendige woningen en seniorenwoningen). Samen met woningcorporaties de doorstroming op de woningmarkt stimuleren. Lokaal maatwerk bij woningtoewijzing maximaal benutten. Voorkomen dat jongeren of andere doelgroepen wegtrekken. De mogelijkheid van mantelzorg (in woningen/bijgebouwen) opnemen in bestemmingsplannen. Bij de ontwikkeling van in- of uitbreidingslocaties nagaan hoe duurzaamheid bereikt kan worden. Bij woningbouw de voorkeur geven aan inbreidingslocaties of transformatie van oude bedrijfslocaties boven uitbreidingslocaties. Werken aan huis binnen bepaalde kaders mogelijk maken.
25
Nieuw Reijerwaard De SGP zal zich blijven inzetten voor een zorgvuldige invulling van de polder Nieuw Reijerwaard. De financiën moeten op orde zijn en een goede ontsluiting is nodig voor een optimale verkeersafwikkeling. Met de belangen van de bewoners van bijvoorbeeld de Rijksstraatweg dient zorgvuldig te worden omgegaan. Het AGF-label blijft in stand tot in ieder geval 2020, maar liefst langer.
26
9
Financiën en risico’s Voor de uitvoering van het beleid zijn financiële middelen nodig. Middelen die worden verkregen door uitkeringen van het Rijk of via belastingheffing door de gemeente zelf. Gemeentelijke financiën betreffen dus gemeenschapsgeld. De SGP staat voor verantwoord besteden.
Concreet • Verantwoord: besteden aan de juiste doelen, tegen een prijs die niet hoger is dan noodzakelijk. • Besteden: reserves opbouwen is geen doel op zich voor een gemeente.
Het huis op orde Ook in financiële zin behoort een gemeente ervoor te zorgen het huis op orde is. Dat betekent inzicht hebben in wat nodig is voor een solide begroting. De veranderende financiële omstandigheden vragen om uitdrukkelijke keuzes. Concreet • Beheerplannen die inzicht geven in onderhoudskosten om alle kapitaalgoederen op het vastgestelde kwaliteitsniveau te houden. • Kritische evaluatie van lopende uitgaven. • De reservepositie is voldoende om mogelijke risico’s op te vangen.
Risicomanagement Het huis op orde betekent ook inzicht hebben in alle risico’s. Jaarlijks worden alle risico’s, zowel conjuncturele als beleidsrisico’s, in beeld gebracht. Het gaat hierbij om: • De grootte van de risico’s en de kans dat een risico zich voor doet. • Datgene wat gedaan moet worden om de risico’s te voorkomen of de effecten te verzachten. De mogelijke gevolgen hiervan voor de gemeentelijke financiën vragen om een strategische visie voor de komende beleidsperiode en voor de lange termijn.
Transparantie De SGP streeft naar maximale transparantie, ook op financieel gebied. Transparant zijn betekent inzicht geven in de financiële mogelijkheden. Maar ook duidelijk zijn in de verantwoording van de bestede financiële middelen. De risicoparagraaf is een essentieel onderdeel van deze verantwoording.
Financieel beleid De SGP streeft een heldere, inzichtelijke en degelijke begroting na. Concreet • Een structureel sluitende begroting. • De OZB alleen verhogen met meer dan de inflatienorm als andere mogelijkheden om een structureel tekort weg te werken zijn uitgeput. De SGP wil eerst het schrappen van taken
27
• • • •
en plannen onderzoeken en de mate van kostendekkendheid van de tarieven van concrete producten en diensten. Tarieven van rioolrecht, afvalstoffenheffing etc. zijn kostendekkend. De hoogte van de lijkbezorgingsrechten dienen zodanig te zijn dat om financiële redenen niet afgezien hoeft te worden van begraven. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor burgers die van een laag inkomen moeten rondkomen. Als bezuinigen onvermijdelijk is, heeft het maken van keuzes de voorkeur boven de zogenoemde kaasschaafmethode.
Treasury De verplichting tot schatkistbankieren maakt beleggen voor een gemeente onmogelijk.
Subsidiebeleid Subsidiëren van organisaties, verenigingen of instellingen beoogt doelstellingen van publiek belang te ondersteunen. Subsidies dienen periodiek getoetst te worden aan de nota subsidiebeleid. Concreet • Het identiteitsgebonden zijn van de subsidieontvanger is geen reden, maar zeker ook geen belemmering om te subsidiëren. • Nut en noodzaak van subsidies kritisch blijven beoordelen; subsidies hebben een aanvullend karakter. • Gesubsidieerde activiteiten moeten tot nut voor de samenleving zijn en het (materiële en/of immateriële) welzijn van onze burgers bevorderen.
28