30 maart 2015
1
2
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE
3
A A 1 A 2
JAARVERSLAG Jaarverslag College van Bestuur Jaarverslag Raad van Toezicht
5 7 35
B B 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 10 B 11 B 12
JAARREKENING Grondslagen Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten over 2014 Kasstroomoverzicht over 2014 Toelichting op onderscheiden posten van de balans Niet uit de balans blijkende verplichtingen Model E - Verbonden partijen Toelichting op onderscheiden posten van de staat van baten en lasten Model G - Verantwoording subsidies Bezoldiging topfunctionarissen (WNT) Ondertekening Goedkeuring
43 45 47 49 51 53 57 59 61 65 67 69 71
C C 1 C 2 C 3
OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Voorstel bestemming netto resultaat Gebeurtenissen na balansdatum
73 75 77 79
D D D D D
BIJLAGEN Gegevens over de rechtspersoon Specificatie bestemmingsfondsen Statistische gegevens Begripsbepalingen
81 83 85 87 89
1 2 3 4
3
4
A
JAARVERSLAG
5
6
A 1. JAARVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR Algemene informatie Kernactiviteiten Het Calvijn College is een reformatorische scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs voor de provincie Zeeland. Het Calvijn College heeft een breed onderwijsaanbod, te weten praktijkonderwijs, alle leerwegen van het vmbo alsmede havo, vwo en gymnasium. Juridische structuur Op 16 april 2008 is de Stichting Calvijn College opgericht. Deze heeft alle activiteiten overgenomen van de Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland (VVOGGZ). Het bestuur van deze vereniging fungeert sindsdien als Raad van Toezicht van de Stichting Calvijn College. Het Calvijn College is de enige school die van de stichting uitgaat. Door de vereniging en door de stichting worden geen activiteiten ontplooid, die niet samenhangen met de exploitatie van het Calvijn College. Per 31 december 2014 bestaat het College van Bestuur uit 2 personen: A.J. Vogel (voorzitter) Nevenfuncties:
Kapelle lid themagroep 'Opleiding en leraren' VO-raad lid Raad van Toezicht Scoop / Zeeuwse Bibliotheek bestuurslid Stichting Scholierenvervoer Zeeland bestuurslid DCO Platform Zeeland (DienstenCentrum Onderwijs) voorzitter stuurgroep Zeeuwse Academische Opleidingsschool voorzitter DORVO (Directeuren Overleg Reformatorische scholen voor Voortgezet Onderwijs)
J.C. de Waal (lid) Nevenfuncties:
's-Gravenpolder lid resonansgroep Driestar Educatief
Per 31 december 2014 bestaat de Raad van Toezicht uit 10 personen: C.A. Hoekman (voorzitter) G. van Kralingen Ds. W. Meijer H. Uil C.J. van Westenbrugge
Kapelle Middelburg Tholen Zierikzee Middelburg
G.S. Both (secretaris) J.M. Krijger J.L. Pieper F. van Vuuren D. van Wijck
's-Gravenpolder Borssele Oostdijk Zaamslag Biervliet
Organisatiestructuur Het onderwijs wordt gegeven in vijf locaties plus een tijdelijke nevenvestiging. Alle locaties staan onder leiding van een eenhoofdige (in Goes tweehoofdige) locatiedirectie. De locatiedirectie valt rechtstreeks onder het (tweehoofdige) College van Bestuur. Daarnaast stuurt het College van Bestuur de centrale stafafdelingen aan (Financiën & Beheer, ICT & Planning en Personeel & Communicatie). De locatiedirecteuren en de afdelingshoofden sturen het personeel aan.
7
Missie en visie De missie van het Calvijn College is verbonden met de grondslag van de school en verwoord in de schooldoelstelling. Op basis van de Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid stelt de school zich ten doel: 'In afhankelijkheid van de zegen des Heeren die opleiding en vorming verzorgen waarin de Heere geëerd wordt, waardoor leerlingen mogen komen tot een leven in de vreze des Heeren en toegerust worden tot het functioneren overeenkomstig de Wet Gods in gezin, kerk en maatschappij.' De visie geeft het ideaal aan waar we aan werken, de stip op de horizon. Het Calvijn College wil een dynamische en betrouwbare leer- en werkgemeenschap zijn waar we: ● aan het Woord van God verbonden zijn en dat uitdragen; ● met elkaar onderwijs van hoge kwaliteit tot stand brengen; ● vertrouwen geven en krijgen en verantwoordelijkheid dragen; ● ruimte hebben om ideeën aan te dragen en ontwikkelingen in gang te zetten. Dit realiseren we met elkaar en met onze partners: de ouders, de kerken en voor ons maatschappelijk relevante partijen. Identiteit en toelatingsbeleid Het Calvijn College wil onderwijs geven op grond van Bijbel en belijdenis. De school wil leerlingen toerusten en vormen om als christen te kunnen functioneren in de samenleving. De identiteit van het Calvijn College heeft vanzelfsprekend invloed op het toelatingsbeleid. Om de schooldoelstelling te kunnen bereiken, is het van belang dat ouders en school op één lijn zitten als het gaat om identiteit. Daarom geldt de regel dat een jongere op school wordt toegelaten als hij of zij afkomstig is van een reformatorische basisschool en de ouders lid zijn van één van de kerkgenootschappen die in de Raad van Toezicht vertegenwoordigd zijn.
8
Strategie Met het schooljaar 2014/2015 zijn we de nieuwe periode van het strategisch beleid ingegaan. Met de voorbereidingen voor een nieuw strategisch beleid zijn we in 2013 al gestart, maar voor de teams en de staf kwam het er in de eerste helft van 2014 echt op aan om daar een goede invulling aan te geven. Een uitvoerige afsluiting van de periode 2010-2014 is vanwege personeelswisselingen in bestuur en management onder druk komen te staan, maar toch kunnen we in dit verslag voldoende inzicht geven in de behaalde resultaten. We staan met dit verslag op een scheidslijn: 2014 was het overgangsjaar van de ene naar de andere beleidsperiode. Een bijzonder moment. We zijn dankbaar voor wat we mochten doen en wat we daarin ontvingen, maar ook verwachtingsvol en rijk aan plannen en ideeën voor de tijd die voor ons ligt. God geve dat het alles tot Zijn eer mag zijn en dat we daar als Zijn zegen de vruchten van mogen zien. Eerst gaan we in op de afgelopen periode van strategisch beleid, daarna een vooruitblik op de periode die we zijn ingegaan. En in dat alles willen we ook gewoon letten op wat we geleerd hebben. Betrokken & Dynamisch Gesprekken over de betekenis van waarden als richtinggevende zaken voor het beleid van de school hebben geleid tot een strategisch beleid waar we met veel compassie op terugkijken. Het heeft ons in die vier jaar veel gebracht. Vooral omdat we de focus hebben kunnen leggen op wie we zijn en waarom we doen wat we doen, vanuit de opdracht tot het verzorgen van reformatorisch onderwijs. Tegelijk werd alweer de bodem gelegd voor de volgende periode. Daarin willen we nog meer de diepte ingaan en in beeld krijgen wat die principiële overtuiging nu in het onderwijs van vandaag betekent. Maar met deze opmerking lopen we iets voor de muziek uit. Eerst letten we op wat de richtinggevende uitspraken, de ‘waarden’, ons hebben opgeleverd. Als we dat zien, is er iets van verwondering over het feit dat echt zichtbaar is geworden wat we onder het motto ‘Betrokken & Dynamisch’ hebben verstaan. Er is geen afdeling, sector of locatie waar niet iets is gebeurd dat vernieuwend is geweest. Er is ontzettend veel geleerd en heel veel mensen hebben de verantwoordelijkheid voor hun eigen leren en ontwikkelen opgepakt. Dit betekent wel dat wij ook veel kosten hebben moeten maken om de gewenste scholing te kunnen betalen. Bij de bespreking van de resultaten zullen we de vernieuwingen concreet maken, maar hier mag al gezegd worden dat de dynamiek er soms van af spatte. Onze mensen zijn betrokken op leerlingen en elke leerling mag er als individu zijn en wordt gekend. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat we met elkaar de conclusie hebben getrokken dat we passend onderwijs niet in hoefden te voeren, omdat we al op deze manier werkten. We benoemen op dat terrein welke vernieuwingen we daar reeds hadden ingezet en verder hebben doorgezet. Resultaten op waardenniveau Vier waarden hebben we in het strategisch beleid 2010–2014 benoemd. In dit jaarverslag gaan we ze stuk voor stuk na, benoemen we resultaten en ronden we af met enkele open opmerkingen over wat we verder nog gedaan en geleerd hebben.
9
Ouders en leerlingen ervaren de school als een veilige school In het vorige jaarverslag hebben we al kunnen melden dat alle locaties opnieuw het predicaat ‘Veilige school’ hebben gekregen. Een van de zaken die we op dat terrein moesten verbeteren was een beschrijving maken van ons veiligheidsbeleid. Het was op tijd gereed toen de locatie Middelburg daar in een van de themabezoeken van de inspectie op werd bevraagd. Ook uit die rapportage bleek dat we inderdaad kunnen spreken van een veilig klimaat voor leerlingen en personeel. Dat ‘veilig’ ook betekent dat het qua leefstijl voor personeel en leerlingen een veilige school is, bleek uit de jaarlijkse monitor leerlingtevredenheid. Per locatie komen daar natuurlijk altijd leerpunten uit, maar op locatieniveau en voor de school als geheel geldt dat we bovengemiddeld scoren op deze monitor. Leerlingen zijn betrokken en goed toegerust Het Calvijn College is ook de school van de leerlingen. Dat komt uit de verf wanneer ze als vertegenwoordigers op een podium staan en dat is veel gebeurd in de achterliggende jaren, maar zeker als het gaat om de gewone dagelijkse gang van zaken. We weten onze leerlingen steeds meer te betrekken in het maken van keuzes op locatieniveau en ook de schoolbrede leerlingenraad pakt zelf zaken op waar ze mogelijkheden tot leren en verbeteren zien. Een enquête van de leerlingenraad heeft in deze periode onder meer het beleid op het terrein van de mobiele telefoons in gang gezet. Ook hun reflectie op de jaarlijkse startbijeenkomst in de verschillende kerken hebben we als waardevol en opbouwend gezien. Verschillende suggesties, zoals het beschikbaar stellen van roosters, hebben we uit kunnen voeren. Vanuit hun betrokkenheid gaven zij aan dat ook zij deze bijeenkomsten als waardevol zien en bereid zijn om zich ervoor in te zetten de betrokkenheid van leerlingen verder te vergroten. In de achterliggende jaren hebben we gewerkt aan de verdere uitwerking van toerusting en vorming, mede gestimuleerd door de verbinding met het netwerk Identiteit & Kwaliteit en de financiële ondersteuning vanuit de subsidie voor dit platform. Dit deden we niet alleen op het havo en vwo, waar we al een jarenlange ervaring hebben op dit vlak, maar juist ook op het vmbo. In de eerstgenoemde sector zijn de verschillende modules tegen het licht gehouden en, mede op aangeven van leerlingen uit die afdelingen, is er veel herzien en opnieuw ontwikkeld. Voor het vmbo is er een ontwikkelgroep gevormd met ambassadeurs op alle locaties die de ontwikkeling verwerken en volgen. Veel gebeurt er in themadagen voor de bovenbouw, maar ook in de onderbouw is er – binnen de mentormethode – veel nieuw materiaal beschikbaar gekomen. Onze leerlingen stellen zelf vanuit hun betrokkenheid op samenleving en leren veel vragen over zaken als mediagebruik, seksualiteit, zorgdragen voor elkaar en de betekenis van de ander in je leven. Dit doet ons de noodzaak om hen hierin te steunen extra zien en ervaren. Leerlingen zijn betrokken bij hun onderwijs als dat onderwijs voldoende bij hen aansluit en uitdaagt tot leren. Dat was de reden waarom we ons zijn gaan bezinnen op de invulling van het onderwijs aan de leerlingen in stream 3. Leerlingen met een duidelijk praktische instelling, die we behoorlijk veel theoretisch onderwijs geven. We hebben de keuze gemaakt om hier drastisch verandering in aan te brengen. Alle keuzes zijn gemaakt en de voorbereidingen zijn gestart om met ingang van het schooljaar 2015/2016 te kunnen starten met een geheel vernieuwde invulling van het onderwijs aan deze leerlingen.
10
Het onderwijs kwalificeert voor een passend vervolg Betrokkenheid van leerlingen blijkt niet alleen uit de eerder genoemde monitor maar ook uit hun terugkijken op de schooltijd. In de achterliggende periode is er gewerkt aan een duurzame opzet onder de noemer ‘schoolverlatersonderzoek’. De sector havo/vwo heeft daarin het voortouw genomen op basis van haar jarenlange ervaring op dit terrein. Het is nu zover dat de monitor ook kan worden ingezet voor alle andere sectoren. We hebben daarin wel geleerd dat de vragen voor de oud-leerlingen echt relevant moeten zijn wil de respons op het niveau komen te liggen dat ons houvast biedt. Met het Zeeuwse aansluitingsproject vmbo-mbo zijn op een aantal terreinen goede vorderingen geboekt. Met gemeenten en alle scholen voor voortgezet onderwijs en mbo is het overdrachtsinstrument ‘Intergrip’ voor de komende jaren financieel geborgd. De eerste pilot voor een doorgaande lijn voor leerlingen die verder willen op mbo-niveau 2 en dan vóór de zomervakantie al aan de slag gaan, is op onze school zeer succesvol gestart. Er zijn coaches opgeleid voor de versterking van de ondersteuning voor loopbaanoriëntatie en keuzebegeleiding op locatieniveau. In deze periode is de pilot Technologie op de locatie Tholen afgerond en is besloten om dit op basis van de opgedane ervaringen voor de hele school in te voeren met ingang van schooljaar 2014/2015. Ten slotte mag niet onvermeld blijven dat de inzet op de locatie Krabbendijke Kerkpolder om als voorloper mee te doen in de vernieuwing van de onderwijsprogramma’s voor de kader- en basisberoepsgerichte leerwegen er mede toe heeft geleid dat er in de hele provincie aangehaakt kon worden in de deelname voor de eerste tranche. De school is maatschappelijk betrokken De invoering van de maatschappelijke stages heeft een beweging in gang gezet om het vrijwilligerswerk van jongeren positief in beeld te krijgen. De subsidiestop leidde ertoe dat een verdere uitbreiding niet in beeld is. Per locatie is en wordt er gelet op het vasthouden van de waardevolle elementen. Internationalisering is een thema dat nu op alle locaties op enigerlei wijze is opgepakt. We kiezen niet voor een centrale invulling omdat de mogelijkheden en de keuzes per locatie verschillend zijn. Op alle locaties ligt vast dat er acties worden gehouden voor goede doelen. Keuzes en opbrengst verschillen logischerwijze, maar het is buiten twijfel overal een zaak die niet alleen in programma maar ook in de cultuur geborgd is. Ondersteuning kwetsbare jongeren In deze beleidsperiode is een voorziening voor leerlingen met een gedragsindicatie opgestart en we mogen stellen dat die voor deze jongeren blijkt te voorzien in een behoefte en dat we hen de noodzakelijke steun en structuur ook kunnen bieden. De stap is gemaakt om zelf gekwalificeerde mensen in dienst te nemen, die de noodzakelijke steun aan leerlingen kunnen bieden in een sterke verbinding met ouders en onderwijsgevenden. Hiermee zijn we niet meer alleen afhankelijk van de beschikbare ambulante begeleiding die andere organisaties ons kunnen bieden. Op alle locaties is een eigen intern ambulant begeleider actief.
11
Een kanttekening De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook plannen waren die niet tot een goed einde gekomen zijn. Zo was er het voornemen om stevig in te zetten op een versterking van de ouderbetrokkenheid, maar door een gebrek aan menskracht hebben we dat beleidsmatig niet op kunnen pakken. Ook op het thema kernwaarden is de uitwerking ten slotte anders geworden dan we ons hadden voorgenomen. Er is geen set van kernwaarden voor de school als geheel ontstaan, al hebben we wel een sterk zicht gekregen op de kernthema’s die ons drijven. Omdat we niet van lijstjes houden waarin we alle resultaten vooral met cijfers inzichtelijk maken, blijven sommige zaken onderbelicht. We noemen er enkele, op verschillende terreinen. Er is een sterke personeelsvisie opgesteld en in de uitwerking van het personeelsbeleid is de gehele gesprekkencyclus voor de personeelsleden schoolbreed goed doorlopen. Alle afdelingen hebben hun kernprocessen en een groot deel van de nevengeschikte processen goed beschreven en dat heeft er toe geleid dat het bestuur een ‘In control statement’ heeft kunnen afgeven. Een nieuwe beleidsperiode Juist het opstellen van een nieuw strategisch beleid biedt ons als school de gelegenheid om onze doelen nog een keer tegen het licht te houden. Dat is ook de reden dat we nu geen richtinggevende waarden hebben gemarkeerd als leidend maar enkele thematische doelen, die ons - met Gods hulp dichter bij de realisering van onze visie brengen. Een leerpunt dat we vanuit onze vorige planvorming hebben opgepakt, is het streven om ons beleid concreter te formuleren, zodat ook met alle stakeholders eenduidiger geconstateerd kan worden in welke mate we onze doelen bereikt hebben. Met dat alles hebben we natuurlijk geen afscheid genomen van wie we zijn: een dynamische school waarin heel veel gebeurt en waarin alle geledingen echt betrokken zijn en leren. Een school die in haar DNA een focus heeft op identiteit , kwaliteit en zorg . De betrokkenheid is sterk naar voren gekomen in het proces dat we doorlopen hebben van thema’s duiden naar concrete invulling in plannen van locaties, sectoren, teams en secties. Heel bijzonder om te zien dat zoveel mensen zich de thema’s eigen hebben gemaakt. Thema’s nieuwe beleidsperiode Voor de beleidsperiode 2014-2018 hebben we onder het motto ‘Hartelijk Onderwijs’ vier kernthema’s benoemd: ● We investeren in een sterke verbinding aan het Woord van God Waar we zien – en waar is dat niet – dat de verbinding met het samen luisteren naar de Schrift iets toevoegt, zoeken we die ook aan te brengen. Eén van de onderwerpen is de herbezinning op de dagopening, een onderzoek in dit kader is in 2014 gestart. ● Leerlingen en hun omgeving oordelen positief over de persoonlijke vorming Kernthema van ons werken is het gaan voor de leerling in zijn hele ‘zijn’. De opdracht tot opleiding en vorming mag niet leiden tot een rendementsfabriek, maar juist de persoon van de jongere moet in het centrum blijven staan. Daar zijn we op allerlei terreinen mee bezig. Deze insteek accentueren we in de komende periode in al ons werken en handelen. Niet alleen in het project toerusting en vorming maar ook in alle dagelijkse lessen en activiteiten. ● Ons onderwijs daagt uit tot bovengemiddelde prestaties Uitdagen is van grote betekenis, want leren daar ben je zelf bij. Goede prestaties mogen we zien als een zegen hierop. Het gaat dan niet om een vrijblijvende vorm van leren. Leren doet wat met je. ● We realiseren een innovatieve professionele cultuur vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid Aandacht voor de mensen die het werk dagelijks doen, is de drijfveer achter dit thema. Vanuit een heldere personeelsvisie waarin de woorden vertrouwen en verantwoordelijkheid breed worden ingevuld. 12
Onderwijs Het Calvijn College wil vanuit overtuiging precies datgene bieden dat de individuele leerling nodig heeft: zicht op de waarde van een leven met God en scherp maatwerk in uitdaging en zorg. Helder in identiteit Op tal van manieren komt de christelijke identiteit tot uiting. Niet alleen tijdens dagopeningen, godsdienstlessen en themadagen komt het christelijk geloof ter sprake. Op allerlei plaatsen in de school zijn werkwijzen en werkvormen in gebruik die gericht zijn op de verbinding aan het Woord van God, een kernthema uit het strategisch beleid. Sterk in kwaliteit Het Calvijn College scoort hoog in schoolprestatieonderzoeken, ook hebben diverse afdelingen voor het tweede jaar het predicaat Excellente School ontvangen, een onderzoek waarbij ook wordt beoordeeld op ‘zachte waarden’. Daarnaast zijn er de positieve resultaten van het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek (Vensters voor Verantwoording) onder ouders en leerlingen. Zorg een prioriteit De school heeft een focus op leerlingenzorg. Die wordt zichtbaar in de hartelijke benadering van de leerling, de investering in het mentoraat, de breedte van het zorgaanbod en de heldere schoolbrede zorgstructuur. Al lang voordat passend onderwijs actueel werd, werkte de school met deze maatgerichte aanpak per leerling. Veiligheid Het Calvijn College hecht eraan dat jongeren zich veilig en thuis voelen op school. Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren zich alleen in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen tot jonge christenen. In de onderbouw kunnen leerlingen terecht op een locatie in de eigen regio. De scholen zijn veelal relatief klein en hebben persoonlijke aandacht, betrouwbaarheid, openheid en veiligheid hoog in het vaandel staan. We bieden de leerlingen geborgenheid door te streven naar een goede aansluiting tussen school en thuis. Veiligheid in en om de school is van groot belang. Alle locaties hebben het certificaat ‘veilige school’. Dit is door de Arbo Unie opnieuw toegekend in 2013. Er is integraal gekeken naar alles wat er in en om de school gebeurt: van de route naar school tot en met het gedrag in de school. Het Calvijn College werkt eraan dit certificaat, dat elke vier jaar onder de loep wordt genomen, te behouden. Vavo Scholen voor voortgezet onderwijs en Scalda, school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie, hebben een samenwerkingsovereenkomst inzake uitbesteding van onderwijs van het voortgezet onderwijs naar het vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs). Daarnaast heeft het Calvijn College op individuele basis met mbo-scholen elders in het land eveneens dergelijke overeenkomsten afgesloten. Dit is met name om voor 16- en 17-jarigen, die er om uiteenlopende redenen niet in slagen binnen de school voor voortgezet onderwijs hun diploma te behalen, een extra mogelijkheid te creëren om via het vavo een startkwalificatie, diploma of certificaten te behalen. De leerlingen bij het vavo dienen veelal volledige trajecten te volgen om een diploma te kunnen halen. Daarnaast zijn er leerlingen, zogenaamde 'sprokkelaars', die nog een aantal certificaten moeten halen om een einddiploma te kunnen krijgen. Bij havo en vwo zijn er ook profielwisselaars: leerlingen die, om naar de vervolgopleiding van hun keuze te kunnen doorstromen, nog een of twee aanvullende vakken moeten volgen. Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2012/2013: havo: 2 vwo: 3 Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2013/2014: vmbo: 2 havo: 5 vwo: 4 Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2014/2015: havo: 5 vwo: 5 13
Onderwijsresultaten en waardering Het Calvijn College scoort hoog in verschillende schoolprestatieonderzoeken. In januari ontvingen we opnieuw voor drie afdelingen het predicaat Excellente School. Dit is een project van het ministerie, waarbij breder wordt gekeken dan alleen naar ‘harde’ cijfers. Het stemt de school tot dankbaarheid. We ervaren het als bekroning op onderwijs waarbij we ons niet primair richten op opbrengsten maar op waarden: een focus op vorming, persoonlijke aandacht en maatwerk. Doorstroomgegevens Op de website van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) staan de doorstroomgegevens van onze school. Daar is bijvoorbeeld het percentage leerlingen te zien dat in de laatste drie jaar van de opleiding zonder vertraging het diploma behaalde. Ook alle vergelijkingscijfers staan hier direct bij. Examenresultaten Met dankbaarheid mag geconstateerd worden dat de slagingspercentages van het Calvijn College hoog zijn in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Verantwoording Vensters VO (een product van de VO-raad) is een project van Schoolinfo, waarbij cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van bijvoorbeeld DUO, Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Een overzicht van resultaten per locatie en vergelijkingen van scholen is te vinden op Scholenopdekaart.nl. Excellente School De verkiezing van scholen voor het predicaat Excellente School vond in 2014 voor de derde keer plaats. Havo Goes en vmbo Tholen kregen het predicaat voor de derde keer en pro Appelstraat voor de tweede keer. Criteria zijn, naast de opbrengsten die bij de inspectie bekend zijn, ook: de toename van vaardigheden of kennis van leerlingen op een school, de omstandigheden waaronder een school werkt en het schooleigen excellentiebeleid. Ten slotte werd ook gekeken of een school zich onderscheidt op een specifiek onderwijsgebied. Schoolprestatieonderzoek Elsevier Een van de vier indicatoren waarop de Elsevier scholen beoordeelt, is het zogenaamde onderbouwrendement. Daarbij gaat het erom of leerlingen in het derde leerjaar op het niveau zitten waarop ze volgens hun basisschooladvies zouden moeten zitten. De inspectie gebruikt nu een methodiek voor de bepaling van het onderbouwrendement waar het Calvijn College met zijn stream-indeling verre van naadloos in past. Hierdoor valt de onderbouwrendement-score van het Calvijn College lager uit en daarmee ook de score in het Elsevier-onderzoek. De inspectie gaf hierover in haar persvoorlichting aan: “De school heeft een goede praktijk in selectie en determinatie, alleen wijkt die af van wat andere scholen doen en daardoor zijn de problemen op de opbrengstenkaart ontstaan. De inspectie heeft geen reden om te twijfelen aan de kwaliteit van het onderwijs op het Calvijn College. (…) Het onderwijs van het Calvijn College is van voldoende kwaliteit. Voor de havo oordeelt de inspectie de kwaliteit als goed.” De inspectie beoordeelt de school van overheidswege, kijkt integraal en dus niet alleen naar scores. We zijn dan ook verblijd over de positieve waardering die de inspectie onze school toekent.
14
Keuzegids Middelbare Scholen 2015 Voorheen waren er de Keuzegidsen MBO, HBO en universiteiten, de Keuzegids Middelbare Scholen is in 2015 voor de tweede keer verschenen. Havo Goes en vmbo-gt Middelburg krijgen het kwaliteitszegel ‘topschool’, dat aangeeft: ‘behoort tot de beste van het land’. De andere locaties scoren ook relatief hoog. Locatie Kerkpolder ontbreekt in het rapport, wat wellicht samenhangt met het ontbreken van een onderbouw op deze locatie. Op onze website vindt u links naar de resultaten per schoollocatie, naar de criteria die de Keuzegids hanteert en naar een artikel dat Keuzegids en Elsevier vergelijkt. Vmbo-vakwedstrijden Praktijkopleidingen in het vmbo kijken op een andere manier ook naar resultaten en beoordelen daarmee de opleiding van de leerlingen. Er worden jaarlijks tal van regionale en landelijke vmbo-vakwedstrijden georganiseerd. Meest in het oog springend is de landelijke wedstrijd Skills Talents. Het team Zeeland Sharks, dat voor een groot deel uit leerlingen van het Calvijn College bestaat, eindigde in 2014 – na vier keer op rij landskampioen te zijn geweest – op de derde plaats. Verder gooide locatie Kerkpolder weer hoge ogen tijdens de regionale en landelijke finale van Junior Vakkanjers. Periodiek kwaliteitsonderzoek inspectie Het bewaken van de kwaliteit van ons onderwijs wordt ondersteund door de inspectie. Zo zijn er opbrengstenkaarten, een jaarlijks onderzoek en een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) dat de inspectie tenminste één keer per vier jaar uitvoert. De inspectie kende in juni 2013 aan alle afdelingen en locaties van het Calvijn College voor de periode van weer vier jaar het basisarrangement toe. Concreet betekent dit dat de inspecteur voor geen enkele schoollocatie thema’s met betrekking tot het toezicht houden als onvoldoende heeft beoordeeld. De inspectie heeft in het verslagjaar de locatie Goes bezocht en gaf na afloop aan: "Het onderwijs van het Calvijn College is van voldoende kwaliteit. Voor de havo oordeelt de inspectie de kwaliteit als goed."
15
Ontwikkelingen Zeeland is een krimpregio De samenwerking in het Zeeuwse om met elkaar in het voortgezet onderwijs toe te werken naar een goed en breed aanbod voor alle leerlingen, krijgt op verschillende manieren gestalte. Wij richten ons daarin vooral op afstemming van onderwijsinhouden en de doorgaande leerlijn, vooral voor de leerlingen die vanuit het vmbo doorstromen naar het mbo. Dit wordt gerespecteerd, terwijl de wijze van samenwerking met andere scholen op een andere manier gestalte krijgt. Voor ons blijft van groot belang dat we onze levensovertuiging en daarmee de opvoedings- en vormingsdoelen met alle leerlingen en hun ouders kunnen blijven delen. De samenwerking heeft al tot een aantal bijzonder mooie resultaten geleid, zoals de verbetering van de oriëntatie op loopbaan en beroep en de pilot 'Zomerlek'. In de pilot verwerven vierdejaars leerlingen, die naar mbo niveau 2 willen, vóór de zomervakantie al een aantal mbo-certificaten. Leerlingondersteuning en de samenwerkingsverbanden Met de gemeenten in de regio’s waarin we als Calvijn College gevestigd zijn, is overleg geweest over het ondersteuningsplan dat we als reformatorisch samenwerkingsverband hebben ingediend. Een plan dat duidelijk onze ambities voor het eerste jaar van de periode aangeeft. Enkele punten daaruit zijn: het stimuleren van zelfstandigheid van de leerlingen die afhankelijk zijn van extra steun in het komen naar school; de integratiegroep als kernbegrip borgen in de structuur van de zorg op alle schoollocaties; met gemeenten samenwerken in de afstemming van de jeugdzorg (en onze wens daarin dat de christelijke jeugdzorg in de contracten wordt meegenomen); het ontwikkelen van ondersteuning voor die leerlingen die in onze school niet een bij hen passende vorm van onderwijs kunnen ontvangen en waarvoor we dus op een andere plaats iets moeten regelen. Onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen Vmbo kader/basis In de paragraaf Strategie gingen we al in op de grote onderwijsinhoudelijke veranderingen voor de sector vmbo kader/basis. Het past er ook hier op in te gaan en dan vooral aan te geven dat we vormgeven aan deze ‘vernieuwing’ in contact met de andere scholen in de regio. Het is onze bewuste keuze om daarbij vooral in afdelingen te blijven werken en daarnaast op termijn verbindingen te leggen naar iets dat daar soms buiten staat, zoals iets doen voor technische leerlingen op het vlak kennis van ondernemen. De besluiten zijn genomen om de eerste ronde van de vernieuwingen door te voeren binnen de afdelingen Bouwen Wonen & Interieur en Zorg & Welzijn. Binnen de andere afdelingen vraagt dit meer tijd in verband met de mogelijkheden voor een goede methodekeuze en vereiste aanpassingen in het gebouw. Vmbo-T+ Na de geslaagde en bijzonder leerzame pilot op de locatie Tholen is in het verslagjaar op alle locaties gestart met het nieuwe concept. Een concept waarbij vorming, toerusting, oriëntatie op loopbaan en beroep en verwerven van brede competenties en vaardigheden met elkaar opgaan. Waarbij we ook de eis stellen dat elke leerling in principe in zeven vakken examen gaat doen, waaronder wiskunde. Het heeft inspanning van teams en de afdeling facilitair beheer gekost, maar alle ruimtes die nodig waren, en de middelen die moesten worden aangeschaft, waren op tijd beschikbaar.
16
Praktische stream 3 We zijn ervan overtuigd dat stream 3-leerlingen veel beter leren in een meer op praktijk gerichte setting. Dit heeft ertoe geleid dat we alle voorbereidingen gestart zijn om met ingang van schooljaar 2015/2016 een grote verandering door te voeren in deze stream. Negen lesuren per week meer dan nu het geval is praktisch invullen, zodat ook voor hen een uitdagender leeromgeving ontstaat. Een stevige opdracht, waarbij we met tevredenheid en dankbaarheid zien dat de voorbereidingen voorspoedig lopen. Praktijkonderwijs Ook de jongeren in het praktijkonderwijs willen we een betekenisvolle leeromgeving bieden. Vanuit deze visie is deze afdeling aan de slag geweest met onder meer het project wonen. Een project dat deze leerlingen een eind op weg helpt om in een woonomgeving te leren omgaan met alle zaken die met wonen te maken hebben. Van schoonhouden, koken en gasten ontvangen tot het leggen van contact met nieuwe buren. Naast voorbereiden op een plaats op de arbeidsmarkt is ook deze kant van goed burgerschap door het team opgepakt. Op een inspirerende manier hebben zij hun project zo gestalte weten te geven dat we besloten hebben om het duurzaam in het onderwijsprogramma op te nemen.
17
Samenwerking In deze paragraaf geven we een beschrijving van een aantal formele samenwerkingsverbanden. Verder heeft de school meer incidentele samenwerkingsverbanden met bedrijven en instellingen. Ref SVO (Reformatorisch Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs) Binnen de groep van reformatorische scholen hebben we een vrij intensieve samenwerking. Wij participeren in een samenwerkingsverband waarin scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs samenwerken om de kwaliteit van de leerlingenzorg zo optimaal mogelijk te maken. Dit gebeurt onder de naam Ref SVO (Reformatorisch Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs. We weten dat we elkaar als reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs nodig hebben. Overige samenwerkingsverbanden Bij een samenwerkingsverband met anderen, buiten het reformatorisch onderwijs, gaat het altijd om samenwerking met een duidelijke, vaak zakelijke, meerwaarde voor de school. Samenwerking op dit gebied hebben wij met: ● Zeeuwse Academische Opleidingsschool De meest in het oog springende samenwerking die het Calvijn College is aangegaan, is de samenwerking met alle Zeeuwse scholen in de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. ● DienstenCentrum Onderwijs (DCO) DienstenCentrum Onderwijs (DCO) is een netwerk van zestien onderwijsinstellingen en twee bibliotheken, gericht op kennisuitwisseling en efficiency. Er zijn overleggroepen actief op het terrein van facilitair-inkoop, personeel & organisatie, kwaliteitszorg en ICT. Door samenwerking en het gezamenlijk doen van Europese aanbestedingen werkt DCO aan efficiency. Elk platform wordt geleid door één of meer vertegenwoordigers van de samenwerkende partijen. Een personeelslid van onze school is (mede-)trekker van het platform Personeel & Organisatie en één van de leden van het College van Bestuur is bestuurslid van het netwerk. ● Stichting Scholierenvervoer Zeeland Wij participeren ook in de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. De stichting is een uniek fenomeen in Nederland. De gezamenlijke vo- en mbo-scholen in Zeeland, gebundeld in deze stichting, proberen de belangen van scholieren zo goed mogelijk te behartigen. Het doel van de stichting is het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het openbaar (bus-)vervoer voor de betreffende scholieren in Zeeland. Het gaat hier om leerlingen die verder dan tien kilometer van hun school wonen, waardoor fietsen niet altijd een goed alternatief is. ● Stichting ZIEN ZIEN staat voor Zeeuws Initiatief Educatief Netwerk. Het is een samenwerkingsverband voor glasvezelverbindingen in de provincie Zeeland. Momenteel zijn er 104 partners, waaronder de ROC's, alle bibliotheken, alle scholen voor voortgezet onderwijs en een dertigtal basisscholen.
18
Kwaliteitszorg Het Calvijn College staat voor de kwaliteit van het werk en is daarom actief bezig met kwaliteitszorg. Uitgangspunt voor onze kwaliteitszorg is dat ieder verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het werk of het project waarvan hij of zij eigenaar is. De kwaliteitscoördinator ondersteunt, stimuleert en faciliteert hierbij. Om de kwaliteit van het onderwijs steeds te ontwikkelen en te verbeteren, stelt het Calvijn College haar personeel in de gelegenheid zich te laten scholen. Ook door in de school personeel op te leiden hebben we invloed op de kwaliteit van (toekomstige) medewerkers. Scholen op de kaart In het jaar 2014 heeft Vensters voor Verantwoording, de website voor publieke verantwoording van onderwijsresultaten uitgaande van de VO-raad en Schoolinfo, een behoorlijke vernieuwing doorgemaakt. Deze nieuwe website heet nu Scholenopdekaart.nl en biedt ook de mogelijkheid om scholen met elkaar te vergelijken. Het uiterlijk van de website is veranderd en de gegevens worden overzichtelijker en aantrekkelijker gepresenteerd. Collegiale visitatie In het schooljaar 2013/2014 heeft de visitatie ‘leerlingenzorg’ plaatsgevonden op locatie Krabbendijke Appelstraat, stream 3 en 4. Het doel van deze visitatie was in kaart brengen in hoeverre de betrokkenen de verschillende aspecten rondom zorg in de gaten hebben, een reëel beeld hebben van welke afspraken erover zijn gemaakt, wat er daarvan vastgelegd ligt in beleidsdocumenten en de overeenstemming met de praktijk. Op de visitatiedag heeft de visitatiecommissie deze zelfevaluatie gecontroleerd en aanbevelingen gegeven. Inmiddels is het verbeterplan opgesteld en wordt gewerkt aan de uitvoering ervan. Kennisdeling van kwaliteitszorg Kennisdeling op het gebied van kwaliteitszorg vindt plaats in de landelijke kwaliteitskring van de reformatorische scholen. Vijf keer per jaar komen de kwaliteitszorgmedewerkers van de zeven middelbare scholen samen om elkaar op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen en na te denken over de implementatie hiervan op school. In 2014 is besloten deze kwaliteitskring een actievere rol toe te wijzen in het bewaken van de kwaliteit. Dit houdt in dat de medewerkers meer proactief dan reactief de bestuurders zullen informeren, onder andere door met uitgewerkte voorstellen te komen voor beleid. Tevens is er in Zeeland het kennisnetwerk van het DienstenCentrum Onderwijs (DCO). Ongeveer vier keer per jaar komt dit netwerk samen op een van de Zeeuwse scholen (vo, mbo en hbo). De kwaliteitsmedewerkers van de deelnemende scholen informeren elkaar over vraagstukken en ontwikkelingen.
19
Opleidingsschool Aan de Zeeuwse Academische Opleidingsschool kunnen studenten het pedagogisch-didactische deel van hun opleiding volgen om docent te worden binnen het voortgezet en/of beroepsonderwijs. Elke locatie van het Calvijn College is opleidingslocatie van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. Het Calvijn College, een van de initiatiefnemers van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool (ZAOS), leidt relatief veel duale studenten op. In het schooljaar 2014/2015 zijn zes studenten hun praktische opleiding begonnen aan een opleidingslocatie van het Calvijn College. Bij de start van het schooljaar had de school in totaal 23 duale studenten. Breed aanbod duale trajecten Er zijn in 2014 drie duale studenten (derdejaars) aangenomen op het Calvijn College als beginnend docent. Tevens zijn duale studenten ingezet voor verschillende onderwijskundige taken binnen de school, zoals huiswerkbegeleiding, excursies, onderzoek en leerlingbegeleiding. Naast voltijd duale studenten mag de ZAOS ook zij-instromers en in deeltijd studerende docenten opleiden. Zij volgen hun pedagogisch-didactische opleiding in Zeeland, waardoor er minder reistijd voor de docent en minder lesuitval voor de leerlingen is. Identiteit Bij het met studenten nadenken over onderwijs gaan we als Calvijn College uit van het principe dat de leerweg onderdeel van de levensweg is, die we willen gaan overeenkomstig Gods beloften en geboden (Verboom, 2005). Het leven hier en nu staat voor ons in het perspectief van Gods toekomst. Het onderwijs komt hiermee in het licht te staan van de bede uit de Morgenzang: ‘Dat wij ons ambt en plicht, o HEER, getrouw verrichten tot Uw eer’. Daarom wordt er voor studenten van het Calvijn College een leerlijn identiteit ontwikkeld. Met deze leerlijn, de voortgangsgesprekken en de begeleiding op de locaties willen we aandacht geven aan onderwijs in christelijk perspectief. Identiteitsontwikkeling van de student staat centraal, zodat studenten goed voorbereid worden op hun toekomstig beroep.
20
Communicatie Het Calvijn College vindt een goed wederzijds begrip tussen de school en haar doelgroepen van groot belang. Daarom hecht de school aan sterke in- en externe communicatie. Ouders, leerlingen, personeel, basisscholen, kerken en andere belanghebbenden dienen goed geïnformeerd én betrokken te worden. Visie Als het gaat om communicatie met de primaire doelgroep, leerlingen en hun ouders, vervult de afdeling Communicatie een rol, maar zeker niet de grootste. Mentoren en docenten zijn de belangrijkste communicatiekanalen naar leerlingen én ouders. Het Calvijn College vindt openheid, profileren en actief benaderen van doelgroepen belangrijk. Omdat het de herkenbaarheid en een goede klik met belanghebbenden bevordert en vooroordelen – die er zeker zijn ten aanzien van een reformatorische school – rechtzet. Profilering Profileren brengt focus aan. Eén totaalplaatje laten zien in gedrag, woorden en jasje. Dat is intern samenbindend en effectief (krachtig) en extern geloofwaardig en herkenbaar (authentiek). De profielschets geeft het DNA van de school weer. Missie en visie zijn hiervoor uiteraard richtinggevend. Het schoolprofiel krijgt uiting in de ‘corporate identity’: gedrag, communicatie en symboliek. Gesprekken met College van Bestuur en locatiedirecties en sessies met personeelsleden per locatie en leerlingen hebben aangegeven wat zij terugzien van de drieslag ‘Helder in identiteit, Sterk in kwaliteit en Zorg een prioriteit’. Dit resulteerde in 2014 in een profielschets die opkomt uit de school. In 2015 zullen we dit DNA-document na een breed intern traject vaststellen en een plan presenteren voor het borgen van dit schoolprofiel. Ook zullen we meer bijzonderheden per locatie presenteren op de website. Huisstijlrestyling In 2014 is gestart met een traject naar een nieuwe huisstijl voor de school. Onze huisstijl is aan een kritisch onderzoek toe, waarbij hoofdvraag is of de huidige stijl voldoende uiting geeft aan het schoolprofiel. Sowieso helder is al dat het beeldmerk met de vier wybertjes, dat staat voor vier locaties, inhoudelijk niet meer klopt. Ook in dit traject geldt dat van groot belang is dat we het sámen doen. Een huisstijlgroep, die een dwarsdoorsnede van de school laat zien, wordt nauw betrokken. In 2015 willen we na een pitch een bureau de opdracht geven een huisstijl (logo en stramienen) te ontwikkelen. Vervolgens zal deze stijl op de achtergrond worden uitgerold naar tal van middelen, introductie staat gepland op januari 2016. Doelgroepgerichtheid Per communicatiemiddel bekijken we kritisch of dit het meest effectieve middel is om de doelgroep te bereiken en of de boodschap inhoudelijk en qua formulering beantwoordt aan de behoeften van de doelgroep. Wat betreft de website en de bladen Calvijn Contact en Personeelsblad staat voor volgend schooljaar een tevredenheidsonderzoek gepland. Het nieuwe strategisch beleid is in 2014 middels een publieksfolder en personeelsbrochure gepresenteerd.
21
Digitalisering We geven in de communicatie een spilfunctie aan de website. We maken drukwerk compacter en verwijzen vaker naar de website voor meer informatie. Graag maken we het websitebeheer gebruiksvriendelijker, verhogen we de snelheid van de website en maken die responsive, zodat die ook op mobiele telefoons en tablets in een aangepaste opzet te openen is. In 2014 oriënteerden we \ons op de mogelijkheid van een nieuw beheersysteem, in 2015 zullen we overgaan. In 2015 zullen we ook het personeelsweb overzetten naar een intranetomgeving in Office 365. Zodra de nieuwsvoorziening op dit intranet is gaan functioneren als belangrijk infokanaal voor personeelsleden, kan de frequentie van het personeelsblad omlaag. Dialoog We betrekken doelgroepen meer bij het communicatiebeleid. Een voorbeeld is de betrokkenheid bij het traject schoolprofilering en huisstijlrestyling. In 2015 zal een communicatiepanel opgericht worden, waarin doelgroepen participeren. Interne communicatie We stroomlijnen de interne informatievoorziening en werken aan optimalisering van de interne communicatie. In 2014 bereidden we in overleg met CvB, P&O en ICT & Planning een project interne communicatie voor. Onderdeel daarvan is een kwalitatief onderzoek dat communicatiestudenten in 2015 zullen uitvoeren. Inspelen op trends We houden de communicatietrends in het vizier en spelen daarop in. Contact met de pers De school kreeg in 2014 weer relatief veel positieve media-aandacht. Veel publiciteit had betrekking op gewonnen wedstrijden. Van tijd tot tijd benaderde de afdeling Communicatie media met een persuitnodiging of -bericht. Ook komt het regelmatig voor dat media de school op eigen initiatief benaderen.
22
Doelgroepen Communicatie met leerlingen We informeren leerlingen via mededelingen door docenten, prikborden, intercom, schoolkrant (die op twee locaties wordt ontwikkeld) en website. Leerlingen die participeren in de lokale leerlingenraad vormen een klankbordgroep voor onderwerpen die te maken hebben met beleid. Ze denken mee over allerlei zaken die de school en dus henzelf aangaan. Communicatie met ouders Ouders ontvingen in 2014 weer viermaal het full colour magazine Calvijn Contact. Daarin kwamen onderwerpen aan de orde als onderwijsontwikkelingen en activiteiten van leerlingen, variërend van excursies tot het winnen van prijzen. Het hoofdartikel deed steeds verslag van een diepte-interview, dat doorgaans betrekking had op de identiteit van de school. Ongeveer gelijktijdig met Calvijn Contact ontvingen ouders een e-mailnieuwsbrief met locatiespecifiek nieuws. De locatie Krabbendijke Appelstraat brengt een andersoortige nieuwsbrief uit, die frequenter verschijnt. Aan het begin van het schooljaar ontvingen de leerlingen en hun ouders de schoolgids. Er verschenen over specifieke onderwerpen ook weer diverse nieuwsbrieven, folders en brochures die onder ouders en leerlingen verspreid werden. Verder informeren we ouders via e-mail, brieven en de website. Communicatie met personeel De informatievoorziening naar personeelsleden krijgt (naast overlegvormen en interne e-mail) vooral vorm via het mededelingenbord in de personeelskamer, wekelijkse locatienieuwsbrieven, het schoolbrede personeelsblad dat in 2014 zesmaal verscheen, en het personeelsweb. In het personeelsblad stellen nieuwe collega’s zich voor, verschijnt nieuws van afdelingen en worden onderwijsontwikkelingen besproken. Communicatie met kerken De Adviesraad van kerken is twee keer bijeen geweest. Daarnaast is het blad School en kerk tweemaal verschenen. Dit blad informeert kerkenraden over schoolontwikkelingen. In juni werd de jaarlijkse bijeenkomst met kerkenraden gehouden.
23
Klachtenafhandeling Onze school heeft een klachtenregeling. Deze is zowel voor ouders als voor personeel. Wanneer een klacht niet in goed overleg met de direct betrokkene kan worden opgelost, wordt de klacht behandeld volgens deze regeling. Dit kan uitmonden in een officiële klacht bij de klachtencommissie. In 2014 is geen enkele klacht ingediend bij deze commissie. Binnen de school fungeren de heer W.J. Klaassen en mevrouw P.J. van Duijn - de Vries als vertrouwenspersoon klachtenregeling. Vragen die zij behandelen kunnen gaan over: ● gewone omgang zoals een conflict. ● ongewenste omgang zoals seksuele intimidatie. Dit is gedrag dat ervaren wordt als ongewenste seksueel getinte aandacht: verbaal, non-verbaal of fysiek. Niet de bedoeling is daarbij richtinggevend, maar hoe het gedrag ervaren wordt. ● agressie zoals pesten, roddelen, negeren, sociaal isoleren. De gevolgen zijn ingrijpend: hoog ziekteverzuim, werkverzuim, gevoel van onbehagen en stress. Voor klachten over beleid-gerelateerde zaken zijn niet de vertrouwenspersonen klachtenregeling, maar is het management contactpunt. Het is niet de taak van een vertrouwenspersoon klachtenregeling om oplossingen te bedenken. Vaak heeft de betrokken persoon zelf al van alles bedacht. De vertrouwenspersoon geeft wel advies en denkt mee. Ook doet hij of zij aanbevelingen aan de school uit oogpunt van preventie, eigen waarneming en gesprekken met collega's. Er zijn dit jaar diverse vragen bij de vertrouwenspersonen klachtenregeling binnengekomen, onder andere betreffende ongewenste omgangsvormen en conflicten. Er zijn verschillende gesprekken gevoerd en maatregelen genomen om de zaken naar tevredenheid op te lossen. In de meeste gevallen is de situatie aantoonbaar verbeterd. Er zijn geen klachten door docenten of ouders ingediend bij de klachtencommissie.
24
Financiële situatie op balansdatum Het netto resultaat over het jaar 2014 bedraagt negatief € 87.000 (vorig jaar + € 586.000). Begroot was een negatief resultaat van € 128.000. Als gevolg van de resultaatverwerking is er sprake van een afname van het eigen vermogen, namelijk van € 5.412.000 tot € 5.325.000. Kengetallen Solvabiliteitsratio 1 Solvabiliteitsratio 2 Current ratio Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering Rijksbijdragen OCW in % totale baten Personeelslasten in % rijksbijdragen Personeelslasten in % totale baten Weerstandsvermogen in % totale baten Kapitalisatiefactor Te verdelen in: ● Financieringsfunctie ● Transactiefunctie ● Financiële buffer
Norm
Realisatie 2013 2012 0,57 0,52 0,62 0,58 1,38 1,15
>0,30 >0,5-<1,5
2014 0,52 0,58 1,13
2011 0,54 0,60 1,10
2010 0,58 0,64 1,17
0%-5%
-0,32%
2,16%
0,78%
-1,78%
-1,52%
85,37%
84,79%
84,29%
84,32%
85,27%
<95,00%
90,72%
89,17%
91,04%
93,33%
91,30%
<90,00%
77,44%
75,61%
76,74%
78,69%
77,85%
>10-<40% <35,00%
19,35% 33,52%
19,85% 31,83%
18,84% 33,05%
18,88% 32,39%
20,57% 33,38%
18,26% 11,74% 5,00%
17,07% 15,71% 0,74%
15,16% 13,18% 3,49%
16,63% 15,01% 1,41%
17,42% 14,09% 0,88%
17,75% 12,85% 2,78%
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan, waarin de school op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen solvabiliteitsratio 1 (eigen vermogen ten opzichte van totaal vermogen) en solvabiliteitsratio 2 (eigen vermogen plus voorzieningen ten opzichte van totaal vermogen). Deze laatste wordt door de Inspectie gehanteerd. De uitkomst geeft aan in hoeverre gebruik gemaakt is van vreemd vermogen voor de financiering van de activiteiten van de school. De ratio is in 2014 licht gedaald, doordat het totaal vermogen is gestegen, terwijl het eigen vermogen door het negatieve resultaat iets afnam. De waarde ligt nog steeds ruim boven de door het Ministerie van OCW gehanteerde ondergrens. Deze ondergrens is met ingang van 2013 verhoogd van 0,20 tot 0,30. Dit betekent concreet, dat bij een school die voor 70% of meer met vreemd vermogen gefinancierd is, onderzocht zal worden of de financiële continuïteit in gevaar komt. De current ratio (vlottende activa ten opzichte van kortlopende schulden) geeft de mate aan, waarin de school op korte termijn (circa 1 jaar) aan haar verplichtingen kan voldoen. De current ratio komt uit op 1,13. Deze ratio ligt de laatste vijf jaren steeds rond deze waarde, met een kleine uitschieter in 2013. Oorzaak van de daling dit jaar is de afname van de vorderingen in combinatie met de gestegen kortlopende schulden. Dit kengetal beweegt zich volledig binnen de door het ministerie gehanteerde grenzen.
25
De rentabiliteit gewone bedrijfsvoering geeft aan of baten en lasten in evenwicht zijn. Deze ratio wordt berekend als het netto resultaat gedeeld door het totaal van de baten. Het ministerie houdt een bovengrens aan van 5%. Een hogere rentabiliteit duidt op een te voorzichtig bestedingspatroon. Een negatieve uitkomst kan, als er geen maatregelen genomen worden, op termijn het voortbestaan van de school in gevaar brengen. Na een drietal opeenvolgende jaren met een negatief resultaat, kon over 2012 en 2013 een positief resultaat gemeld worden. In 2013 kwam dit vooral doordat eind december een bedrag van € 891.000 werd ontvangen als aanvullende en bijzondere bekostigingen. Dit bedrag moest geheel ten gunste van 2013 geboekt worden. In 2014 is een bescheiden negatief resultaat geboekt, wat in het licht van vorenstaande opmerking in het geheel niet verontrustend is. Elders in dit verslag wordt in een continuïteitsparagraaf gekeken naar toekomstige ontwikkelingen. Daar wordt ook ingegaan op de resultaatverwachtingen. Uit de berekening van de rijksbijdragen OCW in % totale baten blijkt hoezeer de school afhankelijk is van de financiering door het rijk, te meer als bedacht wordt dat sinds 2009 het rijk de bekostiging van lesmateriaal betaalt (2014 € 930.000; 2013 € 1.002.000). Deze bedragen worden door de school niet onder rijksbijdragen maar onder het leermiddelenfonds verantwoord. Als deze bedragen meegenomen worden, bedraagt deze ratio voor 2014 88,75% (2013 88,47%). Uit een notitie van november 2013 ('Financieel continuïteitstoezicht per 1 september 2013') blijkt dat de inspectie nog twee andere indicatoren gebruikt voor de financiële risicoanalyse, namelijk personeelslasten in % rijksbijdrage en personeelslasten in % totale baten. Deze ratio's zijn eveneens in bovenstaand overzicht opgenomen. Zij blijken zich ruim onder het kritieke maximum te bewegen. In de jaarrekening worden zowel onder de baten als onder de lasten forse bedragen aan nevenactiviteiten afzonderlijk en niet gesaldeerd opgenomen. Ook als die nevenactiviteiten uit de totale baten geëlimineerd worden, blijft de laatste ratio met circa 85% ruim onder de grens van 90%. Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken als percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. Te hoge reserves kunnen duiden op spaargedrag, te lage reserves op zorgeloos bestedingsgedrag. Er werd door het Ministerie van OCW als vuistregel een ondergrens van 10% en een bovengrens van 40% aangehouden, met de kanttekening dat in alle gevallen een toelichting gewenst is. Sinds 2009 wordt gewerkt met de, hieronder toegelichte, kapitalisatiefactor. Jaarlijks wordt in januari het risicoprofiel gemeten. Bij de berekening van januari 2014 bleek de school een gemiddeld risicoprofiel te hebben, waarvoor intern een ondergrens voor het weerstandsvermogen is vastgesteld van 10%. Het blijkt dat het weerstandsvermogen van de school zich de achterliggende jaren rond de 20% beweegt. Door de in de jaren 2009 tot en met 2011 geboekte negatieve resultaten was er sprake van een daling: van 24,25% eind 2008 tot 18,88% eind 2011. 2012 bleef ongeveer gelijk op 18,84%. In 2013 trad een stijging op tot 19,85% eind 2013. Eind 2014 was het percentage met een halve procentpunt gedaald tot 19,35%. Als de hierboven genoemde nevenactiviteiten ook voor deze ratio geëlimineerd worden uit de totale baten, komt het weerstandsvermogen eind 2014 uit op 21,20% (eind 2013 21,76%). Het streven blijft om het geld in te zetten voor het doel waarvoor het ontvangen is, namelijk goed onderwijs. Maar met het oog op de gewenste continuïteit is een financiële buffer zeker noodzakelijk. Te denken valt aan het feit dat de school eigenrisicodrager is voor vervanging bij ziekte en voor de WGA. Bovendien is er het risico van wachtgeld dat (gedeeltelijk) voor eigen rekening komt.
26
Daarnaast zijn nog de volgende punten van belang: ● Met een redelijk jong personeelsbestand is een stuk reserve nodig om de toekomstige vergrijzing op te vangen. ● Er is ruimte nodig om te investeren in voorzieningen die partieel bekostigd worden, maar waarvoor de overheid haar (naar de mening van het College van Bestuur) wettelijke verplichtingen voor lokale medefinanciering (tot nu toe) niet nakomt. ● Verwacht wordt dat de gevolgen van overheidsmaatregelen in de nabije toekomst meer en meer merkbaar zullen worden, waardoor tekorten in de exploitatie niet ongebruikelijk zullen zijn. Ook daarvoor is een zekere buffer noodzakelijk. Op 29 september 2009 is het rapport 'Financieel beleid van onderwijsinstellingen' van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (de Commissie Don) gepubliceerd. Daarin worden enkele aanbevelingen gedaan. Eén daarvan is de introductie van een nieuw kengetal, namelijk de kapitalisatiefactor. Deze wordt berekend door het saldo van balanstotaal minus de balanspost gebouwen en terreinen uit te drukken in een percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. Het rapport noemt als signaleringsgrens voor grote besturen (jaarlijkse baten > € 12 miljoen) een factor van 35%. Als een school daar boven komt, moet het bestuur aantonen dat het heeft nagedacht over de combinatie van beleid en geld en dat de verhoudingen tussen kapitaal en jaarlijkse lasten redelijk is. De kapitalisatiefactor komt eind 2014 uit op 33,52% tegen 31,83% eind 2013. Deze stijging wordt veroorzaakt doordat het balanstotaal naar verhouding meer gestegen is dan de baten. De school blijft zo opnieuw onder de signaleringsgrens. De financiële buffer, als onderdeel van de kapitalisatiefactor, vormt een goede indicatie van middelen die nog niet zijn ingezet voor het onderwijsproces. De uitsplitsing van de kapitalisatiefactor luidt: ● Financieringsfunctie Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. De berekening gaat uit van 50% van de vervangingswaarde van genoemde vaste activa in procenten van de totale baten inclusief financiële baten. Omdat de vervangingswaarde veelal niet in de jaarrekening wordt opgenomen, wordt hiervoor een schatting van de aanschafwaarden meegenomen. ● Transactiefunctie Dit zijn de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. Daarmee is de transactieliquiditeit gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden. Deze wordt dan ook weer uitgedrukt in procenten van de totale baten inclusief financiële baten. ● Financiële buffer Dit is het saldo van de kapitalisatiefactor minus financierings- en transactiefunctie. Het zijn de middelen die dienen om de risico's op te vangen van fluctuaties in leerlingenaantallen, financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in de bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. In bovenstaande tabel is de kapitalisatiefactor in deze drie componenten uitgesplitst. Het blijkt dat de financiële buffer, na een stijging in 2013 van 1,41% tot 3,49%, weer daalt en wel tot 0,74%. Omdat de buffer salderend bepaald is, wordt deze daling veroorzaakt door de mutaties van de andere componenten. Daarbij kan wel de kanttekening gemaakt worden, dat de vervangingswaarde van de materiële vaste activa zo goed mogelijk ingeschat is. Maar als de schatting te hoog is, heeft dat een negatieve invloed op de financiële buffer (en andersom).
27
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Vergelijking resultaat met begroting Het werkelijke netto resultaat over 2014 is € 41.000 hoger dan het begrote resultaat. Dit wordt veroorzaakt door het saldo van diverse positieve en negatieve afwijkingen. Aan de batenkant is de belangrijkste afwijking het bedrag van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, die apart verantwoord is onder Rijksbijdragen. Verder blijken de overige baten, ook in vergelijking met de realisatie 2013, te laag begroot te zijn. De personeelslasten zijn, ten gevolge van een stijging van het aantal personeelsleden alsmede de cao-wijzigingen, meer gestegen dan bij de begroting was berekend. In de overige lasten nevenactiviteiten zit eveneens een afwijking, die min of meer gecompenseerd wordt door de hogere overige baten nevenactiviteiten. Kasstroom Zoals uit het kasstroomoverzicht blijkt, zijn de liquide middelen in het kalenderjaar min of meer gelijk gebleven: een toename met € 56.000 tot € 3.893.000, ofwel een stijging van 1,5%. Treasurybeleid Het treasurybeleid is vastgelegd in een treasurystatuut. Hierin is geformuleerd welke beleggingen zijn toegestaan. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de regels die het Ministerie van OCW voorschrijft. Op 1 januari 2010 is de 'Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010' in werking getreden. Aanleiding om de regeling uit 2001 aan te scherpen zijn de problemen op de financiële markten van enkele jaren geleden. Het principe van de oude regeling (voorzichtige en maatschappelijk aanvaardbare normen voor beleggen en belenen) is niet gewijzigd. Wel zijn de ratingeisen verhoogd van A tot AA voor de lidstaat van vestiging van de financiële onderneming waar wordt belegd en van A tot AA-minus voor de financiële onderneming waarvan beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden worden betrokken. In het jaar 2013 is de effectenportefeuille te gelde gemaakt. Vooruitlopend daarop is in 2012 een klein gedeelte van de vrijkomende middelen op een deposito met een looptijd van zeven jaar geplaatst. Alle andere middelen, die tijdelijk niet nodig zijn, zijn en worden naar een VermogenSpaarrekening overgeboekt. Prestatiebox Voortgezet Onderwijs De Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs is in 2012 vervangen door de Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs. In het kader van deze regeling betaalde het ministerie een bedrag van € 26 per leerling alsmede van € 66 per leerling in het vierde tot en met zesde leerjaar vwo. In totaal was dat voor 2012 een bedrag van € 347.000. In 2013 zijn de bedragen per leerling verhoogd tot respectievelijk € 146 en € 246, waardoor het subsidiebedrag voor 2013 uitkomt op € 468.000. De bedragen per leerling zijn in 2014 niet gewijzigd. Het subsidiebedrag voor het jaar 2014 komt uit op € 475.000.
Hiervoor zijn de volgende speerpunten benoemd: professionalisering van leraren en schoolleiders; opbrengstgericht werken; beter presteren en ambitieuze leercultuur; bèta en techniek; excellentie en begaafde leerlingen. Net als bij de kwaliteitsagenda is er sprake van een sterke overlap tussen onze eigen doelen en de doelen uit de prestatiebox. Daarom hebben wij deze middelen mede ingezet als ontwikkelingsgelden in de school. Direct dan wel indirect bekostigen wij daarmee het realiseren van genoemde doelen. 28
Vervoer Evenals in vorige jaren, zijn in het verslagjaar 2014 de activiteiten met betrekking tot de abonnementsverkoop uitgevoerd door de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. Deze Stichting neemt collectief abonnementen af van Connexxion, waarna deze doorgeleverd worden aan de participerende scholen. Als gevolg van deze collectieve aanschaf wordt een korting ontvangen, die ten gunste komt van de ouders. Daar staat tegenover dat het Calvijn College een opslag hanteert van € 8 per abonnement ter bestrijding van de door de school gemaakte kosten. Dank zij de bijdragen van kerkenraden kon het door het bestuur ingestelde maximumbedrag per leerling en per gezin voor een groot deel gedekt worden. Er werd in het verslagjaar een negatief resultaat geboekt van € 25.100. Het saldo van het vervoersfonds is hierdoor per 31 december 2014 omgeslagen in een tekort van € 22.600. Leerling-ontwikkelingen Het leerlingaantal is per 1 oktober 2014 gestegen van 3115 tot 3156. In Goes is daarom met ingang van het schooljaar 2014/2015 een tijdelijke nevenvestiging in gebruik genomen. Op basis van de thans bekende cijfers wordt verwacht dat het leerlingaantal in de komende jaren op of ruim boven de 3100 leerlingen zal uitkomen. De thans aanwezige gebouwencapaciteit knelt enigszins op enkele locaties. De spreiding van leerlingen over de locaties en onderwijssoorten is zodanig, dat er geen plannen zijn om bestaande opleidingsroutes niet meer aan te bieden, hetzij schoolbreed, hetzij op de huidige locaties. Personele ontwikkelingen Het aantal ingezette fte's is in het verslagjaar gestegen met 21,3 fte van 310 tot 331,3 fte (+ 6,87%). Deze stijging doet zich zowel bij het onderwijsgevend personeel voor (+ 14,0 fte) als bij het onderwijsondersteunend personeel (+ 7,4 fte). Bij deze laatste categorie zit de stijging vooral in de categorie onderwijsassistentie en ambulante begeleiding. De reden voor de stijging in personeelsleden is het hogere aantal leerlingen en de grotere groep leerlingen met lwoo-indicatie. Het aantal fte's dat is ingezet in de vorm van incidentele overuren bij docenten, is licht gestegen van 5,05 fte eind 2013 tot 5,43 fte eind 2014. Deze overuren zijn in principe van tijdelijke aard. Dit geeft enige flexibiliteit met betrekking tot de aangegane verplichtingen binnen het personeelsbestand. Per ultimo 2014 komen er 2,46 fte's (vorig jaar 2,36 fte's) ten laste van de WGA.
29
Continuïteit Personele bezetting en aantal leerlingen De verwachte ontwikkelingen in aantal leerlingen en, daarmee samenhangend, de personele bezetting ziet er voor de komende jaren als volgt uit: Realisatie 2014 3156
Aantallen per 31 december Aantal leerlingen Personele bezetting in fte Directie Onderwijsgevend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal personele bezetting in fte
8,0 238,9 84,4 331,3
Prognose 2016 2015 3145 3130
8,0 239,0 84,0 331,0
2017 3143
8,0 239,0 84,0 331,0
8,0 239,0 84,0 331,0
Het aantal leerlingen blijft min of meer stabiel. Mogelijk dat in 2018/2019 een daling inzet, maar op basis van de huidige ramingen verwachten wij, dat in 2019/2020 het aantal leerlingen nog op of boven de 3000 zal liggen. Daarmee is het verloop significant afwijkend van het verloop bij andere VO-scholen in de regio. Het aantal personeelsleden voor de komende jaren is een niet onderbouwde schatting. Op dit moment verwachten wij dat dit aantal niet ingrijpend zal dalen. Meerjarenbegroting De prognose van het resultaat voor de komende jaren geeft het volgende beeld: Realisatie 2014
Staat / raming van baten en lasten (x € 1.000) Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Netto resultaat
2015
Prognose 2016
2017
23.492 748 3.204 27.444
23.883 754 3.518 28.155
23.603 752 3.427 27.782
23.948 761 3.413 28.122
21.311 973 1.815 3.506 27.605
21.731 1.031 1.699 3.344 27.805
21.820 1.120 1.707 3.341 27.988
22.053 1.183 1.740 3.359 28.335
-161 74 -87
350 65 415
-206 65 -141
-213 62 -151
Bij de prognose van het resultaat is rekening gehouden met een licht dalend leerlingaantal. Daarbij wordt aangetekend, dat deze daling in de laatste prognosecijfers niet echt doorzet.
30
De personeelskosten zijn mede afhankelijk van het aantal leerlingen. Er is vooralsnog geen rekening gehouden met algemene salarisverhogingen. Wel is rekening gehouden met de gebruikelijke jaarlijkse periodieken. In 2016 is gerekend met een netwerkvernieuwing. Dit heeft, naast een effect op de liquiditeiten, ook zijn weerslag op de afschrijvingskosten. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 is in Goes een tijdelijke nevenvestiging in gebruik genomen. Verder zijn er geen belangrijke wijzigingen in de huisvesting voorzien. Ook zijn er in de betreffende jaren geen renovaties of nieuwbouw te verwachten. De prognose van de balans ziet er als volgt uit: Balans (x € 1.000) Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
Realisatie 2014 5.053 250 5.303
2015 5.171 250 5.421
Prognose 2016 5.871 250 6.121
2017 5.658 250 5.908
994 3.893 10.190
994 4.203 10.618
994 3.382 10.497
994 3.465 10.367
5.232 103 -10 5.325
5.626 90 26 5.742
5.484 57 59 5.600
5.326 32 91 5.449
542 4.323 10.190
553 4.323 10.618
574 4.323 10.497
595 4.323 10.367
In de prognose zijn de investeringen verwerkt, met het effect ervan op de liquide middelen. De mutaties in de voorzieningen zijn zo goed mogelijk ingeschat. Het resultaat is op de gebruikelijke manier verwerkt in het eigen vermogen. Er zijn geen andere mutaties in het eigen vermogen voorzien. De vlottende activa en de vlottende passiva zijn ongewijzigd overgenomen van 2014, zodat alle mutaties per saldo doorwerken in de liquide middelen. De gebouwen zijn eigendom van de gemeenten (Goes, Tholen) of van de Stichting Beheer Schoolgebouwen (Middelburg, Krabbendijke). Het is niet de verwachting dat de gemeenten Goes en Tholen over zullen gaan tot het doordecentraliseren van gebouwen. Mocht dit wel het geval zijn, dan zal de Stichting Beheer Schoolgebouwen de gebouwen in eigendom verwerven. Behalve genoemde netwerkvernieuwing in 2016 worden er geen grote investeringen, ook niet in gebouwen, voorzien. Er is nog nooit een beroep op de kapitaalmarkt gedaan voor de financiering van investeringen of activiteiten. Ook voor de toekomst wordt dit niet verwacht.
31
Conform het gestelde in het 'In Control Statement' zijn de risico's inzichtelijk gemaakt. Hiervoor wordt een model gebruikt waarin op 40 punten naar de risico's gekeken wordt. Hieruit komen de volgende belangrijkste risico's en onzekerheden naar voren: ● De differentiatie naar richtingen en het brede aanbod zorgen voor een versnippering van leerlingaantallen. Deze versnippering in de bovenbouw vmbo gt wordt voor de beroepsgerichte vakken verkleind door het invoeren van het intersectorale programma technologie. ● In het verlengde hiervan is er het risico van het in stand houden van 5 vestigingen, maar dit houdt verband met statutaire verplichtingen. ● Voor de bereikbaarheid van de school zijn wij sterk afhankelijk van het openbaar vervoer. Door de samenwerking in de Stichting Scholierenvervoer Zeeland wordt de maximale beïnvloeding van het aanbod geborgd. ● Voor bestuur en management is vastgesteld dat de gemiddelde leeftijd hier betrekkelijk hoog is. Door recente benoemingen is sprake van een daling. Bij toekomstige benoemingen wordt rekening gehouden met de leeftijdsopbouw van het team van locatiedirecteuren. ● Op het gebied van automatisering signaleren wij de afhankelijkheid van een goed functionerend netwerk. De netwerkvernieuwing, die voor 2016 gepland is, moet de betrouwbaarheid voor een aantal jaren waarborgen. ● Aansluitend signaleren wij ook het risico van beveiliging tegen virussen en hackers. Een methode om echt alle risico's uit te sluiten is uitermate kostbaar, daarom wordt het huidige systeem van beveiliging (met naam/wachtwoord) niet aangepast. De zgn. firewalling is goed geregeld. ● Door enkele functionarissen is een checklist frauderisico's ingevuld. Hieruit blijken geen bijzondere risico's. Samenvattend concluderen wij, dat er ten opzichte van andere scholen per saldo sprake is van een gemiddeld risico, waarvoor het aanwezige weerstandsvermogen als voldoende wordt beoordeeld. Vooruitblik Op financieel terrein hebben we een aantal pittige jaren achter de rug. We hebben in het vorige jaarverslag moeten melden dat we ook in het aanbod hebben moeten snijden. De lessentabel is op alle niveaus (met uitzondering van de locatie Krabbendijke Kerkpolder) verkort en effectief gemaakt. Ook op de locatie Kerkpolder zullen we gaan naar een meer effectieve besteding van de middelen, tegelijk met de invoering van de vmbo-vernieuwing, genoemd in hoofdstuk 2.3. Naar het zich nu laat aanzien kunnen we binnen de bestaande financiële ruimte in de begroting de invoering van het kern- en keuze programma op de locatie Krabbendijke Kerkpolder bekostigen. De invoering van de praktische onderbouw in stream 3 zal ons naar verwachting niet voor grote kosten gaan plaatsen, omdat we gebruik blijven maken van de bestaande voorzieningen. In het komende jaar zullen we moeten beproeven of we met de landelijk te verwerven middelen in de leerling-ondersteuning ook werkelijk het hoge niveau van de leerling-ondersteuning kunnen handhaven. We verwachten dat de financiering daarvan tenminste in de eerste twee jaren onder druk zal komen te staan. Omdat we een beetje financiële lucht hebben gekregen in het achterliggende jaar, hebben we de werkdruk voor onze personeelsleden enigszins kunnen verminderen. We verwachten dat we dat ook in de komende jaren kunnen handhaven.
32
In Control Statement Met het lidmaatschap van de VO-raad onderschrijft het College van Bestuur de, in mei 2011 gepubliceerde, aangescherpte Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Daarmee erkent het College van Bestuur, als bevoegd gezag van de Stichting Calvijn College, zijn verantwoordelijkheid dat: ● de school tracht het best mogelijke onderwijs te leveren voor ieder kind, zodat ieder kind zoveel mogelijk in de gelegenheid is het maximale rendement uit zijn of haar mogelijkheden te halen; ● de school zich inspant om zo goed mogelijke leerresultaten te bereiken; ● omstandigheden aanwezig zijn waarbinnen leerlingen zich optimaal tot volwassen burgers kunnen ontwikkelen (burgerschapszin); ● voor de medewerkers optimale omstandigheden worden gecreëerd om hun bijdrage aan deze processen te leveren (goed werkgeverschap); ● er structuren zijn die maximaal garanderen dat de taakstellingen worden gerealiseerd en dat (op transparante wijze) verantwoording wordt afgelegd over de prestaties van de school. In deze code worden criteria genoemd ten aanzien van horizontale verantwoording, professionaliteit en integriteit. Zoals uit de (ook in het publieksjaarverslag opgenomen) ‘Strategiekaart Calvijn College 2012-2014’ blijkt, zijn deze punten verankerd in het beleid van de organisatie. De scheiding tussen toezicht en bestuur is conform de code doorgevoerd met de instelling van een Raad van Toezicht in 2008. Daarmee is een onafhankelijk toezichtorgaan gecreëerd, dat integraal toezicht houdt. In het 'Algemeen profiel voor het personeel van het Calvijn College' zijn de normen en waarden en gedragsregels vastgelegd waar onze medewerkers zich aan dienen te conformeren. Daarnaast zijn er aparte codes voor bijvoorbeeld omgaan met vertrouwelijke informatie, gebruik (nieuwe) media, hulp bij ongeval, discriminatie e.a., melding van relatiegeschenken etc. Ook is er een formele klokkenluidersregeling, waarvoor een externe 'vertrouwenspersoon integriteit' is benoemd. De interne risicomanagement- en controlesystemen zijn gebaseerd op het COSO-model, dat in 2013 is herzien. Dit is een managementmodel dat in de VS is ontwikkeld door The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission. Jaarlijks voert het College van Bestuur een risicoanalyse uit. Daarvoor wordt al vele jaren een eigen model gebruikt. Met de publicatie van het ‘Model risicoprofiel’ door de VO-raad in oktober 2007 is het eigen model, waar nodig, aangepast. Mede op advies van de accountant is het eigen model recent uitgebreid met een component betreffende frauderisico's. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een checklist, waarmee mogelijke frauderisico's geïnventariseerd worden. Bij de jaarlijkse accountantscontrole wordt de administratieve organisatie en interne beheersing van risico's aan de hand van dit model beoordeeld. In het 'Accountantsverslag 2013' worden geen tekortkomingen in het systeem van interne beheersing gesignaleerd. Wel constateert de accountant dat het 'In Control Statement', dat in 2013 - evenals in 2011 en 2012 - bij de jaarstukken is gevoegd, een uitstekend beeld laat zien van de interne beheersing binnen de onderwijsinstelling.
33
In 2011 zijn alle kernprocessen beschreven en in stroomschema's (met behulp van Microsoft Office Visio) vastgelegd. Het College van Bestuur heeft dit aangemerkt als een formele eerste audit. Vervolgens hebben de afdelingshoofden in de loop van 2012 beschreven hoe een en ander in de organisatie verankerd kan worden. Daarbij is tevens in een tijdschema vastgelegd wanneer welke nevengeschikte processen beschreven worden en wanneer welke processen middels een interne audit beoordeeld zullen worden. Hieraan is vervolgens in de daaropvolgende jaren uitvoering gegeven. Inmiddels zijn dan ook een groot aantal nevengeschikte processen beschreven. Ook zijn er verschillende processen geaudit. Niet alle afdelingen hebben de eind 2013 gemaakte planning in 2014 kunnen realiseren. De planning is om in 2015 tot een afronding van de beschrijvingen te komen. Het doen van interne audits is een voortgaande activiteit, die periodiek plaatsvindt. Het College van Bestuur is naar beste weten, en gebaseerd op de uitkomsten van de specifieke aanpak voor de administratieve organisatie en interne beheersing met betrekking tot financiële verslaglegging, van oordeel dat het risicomanagement en de interne controle met betrekking tot de financiële verslaglegging over het jaar eindigend op 31 december 2014 effectief hebben gefunctioneerd en verklaart dat er geen indicaties zijn dat dit het komende jaar niet het geval zal zijn. Het College van Bestuur bevestigt met redelijke zekerheid, dat de financiële verslaglegging vrij is van materiële onnauwkeurigheden of verkeerde voorstellingen van feiten. De financiële verslagen geven een getrouw beeld van de financiële situatie en de resultaten van de activiteiten van de organisatie en de vereiste toelichtingen daarop. Teneinde adequate en effectieve interne risicobeheersing en controle te waarborgen, zijn de interne processen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd en afgedekt met geïntegreerde informatiesystemen. Deze systemen geven het College van Bestuur een compleet beeld van alle transacties die in de organisatie zijn uitgevoerd en verstrekken gedetailleerde informatie over ontvangsten en uitgaven. De functionaliteit van deze systemen wordt voortdurend doorontwikkeld om de processen te ondersteunen en verder te verbeteren. Deze systemen voorzien met redelijke zekerheid in adequate informatie om vast te stellen in hoeverre de organisatie de strategische doelstellingen realiseert en opereert binnen de grenzen van wet- en regelgeving. Systemen verkleinen - maar elimineren niet volledig - de kans op zwakke oordeelsvorming bij het nemen van besluiten, menselijke fouten, controleprocessen die opzettelijk worden ontweken door werknemers en derden, management dat controles buiten werking stelt en het zich voordoen van andere niet voorziene omstandigheden. Een andere beperkende factor is de afweging van kosten en baten van risico-beperkende maatregelen. Daarom biedt ook het interne risicobeheersings- en controlesysteem een redelijke maar niet een absolute zekerheid dat de organisatie niet gehinderd zal worden bij het realiseren van de doelstellingen of zich niet binnen de grenzen van het wettelijke en betamelijke zal gedragen. In dit verband betekent redelijke zekerheid een mate van verzekering die voor een voorzichtige bestuurder, gegeven de omstandigheden, bij het besturen van deze organisatie volstaat. In het licht van het voorgaande is het College van Bestuur van mening dat voldaan wordt aan de vereisten van genoemde Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Goes, 7 april 2015
A.J. Vogel voorzitter College van Bestuur
J.C. de Waal lid College van Bestuur 34
A 2. JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT Het is ons een behoefte om in dit jaarverslag verantwoording af te leggen van de wijze waarop we als Raad van Toezicht in het verslagjaar 2014 toezicht hebben gehouden op de Stichting Calvijn College. U zult daarin weer de vier kernthema’s terugvinden, te weten: identiteit, continuïteit, kwaliteit en betrokkenheid. De vier kernthema’s vormen de basis bij ons toezicht. Onze identiteit op de grondslag van Gods Woord is leidraad en uitgangspunt voor ons toezicht bij continuïteit, school blijven bij Gods Woord; kwaliteit, vorming door Gods Woord en betrokkenheid, van allen die bij de school betrokken zijn, vanuit Gods Woord. Wanneer we beginnen met een terugblik over 2014 past ons in de eerste plaats de Heere te danken dat Hij kracht gaf om het vele noodzakelijke werk op de school te kunnen doen. Het personeel willen we hartelijk danken voor de wijze waarop ze zich hebben ingezet voor de school, in het bijzonder voor de leerlingen. Echter ook in het achterliggende jaar gingen rouw, ziekte en zorg onder personeel en leerlingen niet aan ons voorbij. We bidden hen de nabijheid van God toe in de soms zo moeilijke weg die gegaan moet worden. School met de Bijbel betekent elke dag het Woord van God opendoen. De dag beginnen met belijden van onze afhankelijkheid van God, school bij de gratie van God. Niet in de eerste plaats dat we kwalitatief een goede school zijn, onderscheidt ons. Alleen de open Bijbel, elke dag, dient het verschil uit te maken. Samen buigen voor het Woord van God, smekend om de Heilige Geest. Het bijbelrooster voor het schooljaar 2014-2015 heeft als thema: ‘Strijden onder Koning Jezus’. In een wereld vol zondenood en dood mag gewezen worden op Hem, de Heere Jezus Christus, Die in deze wereld kwam om het verlorene te zoeken. Wat is het nodig dat onze jongeren met al hun zonden en zorgen leren strijden onder Zijn banier. In goede harmonie en onderling vertrouwen hebben we, samen met het College van Bestuur, ons werk mogen doen. Hartelijk dank hiervoor. Zoals we in het vorige jaarverslag reeds gemeld hebben, is gebleken dat terugkeer van ons lid van het College van Bestuur de heer Giljam, niet mogelijk was. Dit vanwege de gevolgen van het herseninfarct in 2012. We hebben op een gevoelvolle wijze afscheid van elkaar genomen, in het bijzijn van zijn familie. Goed om het tegen elkaar te kunnen zeggen: Bedankt voor alles wat je hebt gedaan voor de school, maar niet in het minst hoe je het hebt gedaan. God alleen de eer. Per 1 mei 2014 is in de vacature van de heer Giljam benoemd de heer J.C. de Waal. We spreken de wens uit om samen het goede voor de school te mogen zoeken. We bieden u dit jaarverslag aan, met de wetenschap, dat we ons allen, ouders, leerlingen, docenten, ondersteunend personeel, directies, College van Bestuur en Raad van Toezicht, in alles afhankelijk weten van de onmisbare zegen van God.
35
Identiteit Thematisch schoolbezoek Ieder jaar bezoeken de leden van de Raad van Toezicht de verschillende locaties. Er worden dagopeningen en lessen bijgewoond en er vinden gesprekken plaats met docenten, directie, leerlingen en ouders. In het achterliggende jaar was het centrale thema van dit bezoek: ‘Identiteit in de vakken’. Daarbij komt de vraag naar voren hoe de identiteit van de school naar voren komt in het vak dat gegeven wordt. Er kan geconcludeerd worden dat de identiteit van de school overal naar voren komt, niet alleen tijdens de dagopeningen en de identiteitsgebonden vakken, maar ook gedurende de andere vakken. Belangrijk daarbij is dat vooral de docent als persoon hier een behoorlijke bijdrage aan levert. Onchristelijke methodes worden door niemand als groot probleem gezien, wel is het belangrijk om toelichting te geven waar er strijd is met de christelijke levensstijl. Leerlingen vinden het een belangrijk stuk voorbereiding op de maatschappij. Zij waarderen het als er spontaan over het geloof gesproken wordt. Belangrijk is ook dat docenten één boodschap geven aan leerlingen, zodat ze niet verschillende zaken horen. Ouders zijn over het algemeen positief over de identiteit van de school. Een punt van zorg is het taalgebruik van jongeren. Dit jaarlijks terugkerende bezoek is voor de Raad van Toezicht een belangrijke manier om voeling te houden met de praktijk op school. Er is veel waardering voor alle inspanningen die door directie, personeel en de leerlingen gedaan worden om te werken aan en in een goed leefklimaat in de school. Benoeming personeel Zoals het vorige jaarverslag al aan gaf hebben we met het College van Bestuur gesproken over het borgen van de benoemingsprocedure in beleidsstukken. We mogen constateren dat we dat ook in dit verslagjaar hebben kunnen afronden. Daarnaast hebben we op aangeven van het College van Bestuur gesproken over de mogelijkheden die we studenten met een niet-reformatorische achtergrond in de sfeer van een stage willen bieden. Gelet op het belang van eenduidigheid in benoemingen en van het uitdragen van de identiteit van de school blijven we dat beperkt houden tot alleen een onderzoeks- of kennismakingsstage en dus geen stage waarbij er daadwerkelijk een periode les wordt gegeven. Op een stabiele school als ons Calvijn College zijn het aantal te voeren sollicitatiegesprekken voor het overgrote deel gebaseerd op het opnieuw invullen van opengevallen plaatsen en daar waar vanwege nieuw beleid er nieuwe vacatures ontstaan. Met dankbaarheid mogen we stellen dat we alle plaatsen hebben kunnen invullen met mensen die op grond van Schrift en belijdenis hun werk in de school voor onze jongeren mogen doen. Na een zorgvuldige voorbereiding, waarbij een extern deskundige van het bureau Van Beekveld & Terpstra betrokken is geweest, hebben we besloten om de structuur van het tweehoofdige College van Bestuur te laten bestaan. Werving heeft plaatsgevonden met steun van een ervaren consultant. Uit die procedure hebben we de heer J.C. de Waal kunnen benoemen in de opengevallen plaats van de heer C. Giljam. Van hem hebben we in kleine kring afscheid genomen in juni 2014. We zijn hem na de Heere bijzonder erkentelijk voor de wijze waarop hij achtentwintig jaren als directielid (eerst conrector en uiteindelijk lid van het College van Bestuur) onze school heeft mogen dienen. Toelating leerlingen Leerlingen die toegelaten worden tot het Calvijn College zijn afkomstig van een reformatorische basisschool en hun ouders zijn lid van één van de kerkgenootschappen die in de Raad van Toezicht vertegenwoordigd zijn. In incidentele gevallen vinden toelatingsgesprekken plaats met ouders. Er komen uit de toelatingscijfers van het achterliggende jaar geen wijzigingen, trends of signalen ten opzichte van eerdere jaren naar voren. We stellen met dankbaarheid vast dat er vanuit de Tweede Kamer geen druk is ontstaan op ons toelatingsbeleid. 36
Bijbelrooster Het thema voor het bijbelrooster in het schooljaar 2014-2015 is ‘Strijden onder Koning Jezus.’ In dit thema komen de meest wezenlijke begrippen bij elkaar. Er is een strijd te strijden en alleen onder Hem, Die de Overwinnaar is, ligt de kracht voor een ieder die zich tot die strijd geroepen weet. In het thema wordt stilgestaan bij de strijd en de wapens in die strijd, bij de Veldheer en tenslotte bij de strijders zoals die in Gods Woord worden getoond. Per dag staat daarbij een Bijbelgedeelte centraal. Voor docenten is er een uitvoerige handreiking beschikbaar in de vorm van een korte uitleg van het Bijbelgedeelte. Ook gespreksvragen geven handvatten om met leerlingen in gesprek te gaan over Gods Woord en wat daarop gegrond is. Mediabeleid Vanuit de school wordt intensief samengewerkt met het lectoraat ’nieuwe media’ van Driestar Educatief. Binnen dit lectoraat wordt gezamenlijk met de andere reformatorische scholen gewerkt aan een principiële visie op dit thema en tegelijk doen de scholen ervaring op met betrekking tot de inzet van nieuwe media en de daarbij passende didactiek. Inmiddels is het Calvijn College een jaar actief op Twitter. De ervaringen met dit medium zijn positief. Het gaat hierbij altijd om eigen nieuws vanuit de school.
37
Continuïteit Resultaat Het netto resultaat van de Stichting Calvijn College over 2014 bedraagt € 87.000 negatief, tegen € 586.000 positief over 2013. Vooruitblik Het valt niet mee om een betrouwbare uitspraak te doen over de toekomstige resultaten. Daarbij speelt mee, dat de geldstromen van de overheid redelijk onberekenbaar zijn. Als voorbeeld kan genoemd worden de extra middelen die het voortgezet onderwijs eind december 2013 ontvingen (€ 0,9 mln.), die in het resultaat 2013 verantwoord moesten worden. In december 2014 is door het College van Bestuur de begroting 2015 van de stichting, met de erbij behorende meerjarenraming 2016-2018. Daarin wordt voor 2015 een positief resultaat berekend en voor de daarna komende jaren een licht negatief resultaat. Jaarlijks gesprek met de accountant De accountant was aanwezig tijdens de vergadering van de Raad van Toezicht van 24 juni 2014. Hij geeft aan dat het controleproces opnieuw goed is verlopen. Er is gekeken naar getrouwheid en rechtmatigheid. Het jaarverslag voldoet aan de normen van het Ministerie. Het Ministerie wil dat er naast financiële zaken ook andere informatie in het jaarverslag opgenomen wordt. Daaraan wordt in de jaarstukken van de stichting voldaan. Met het In Control Statement spreekt het College van Bestuur uit dat de Code Goed Onderwijsbestuur wordt toegepast. De samenwerking met het College van Bestuur en de afdeling Financiën & Beheer was goed. Er is een goedkeurende controleverklaring afgegeven. De accountant geeft aan dat zowel de financiële positie op lange termijn (solvabiliteit) als op korte termijn (liquiditeit) gezond is. Het Calvijn College is financieel gezien een solide organisatie. Sinds een aantal jaren is het resultaat weer positief.
38
Kwaliteit Kwaliteit heeft niet alleen te maken met resultaten maar ook met de wijze waarop er in de school over het werk wordt gesproken en gerapporteerd. Hoe onder meer tussen bestuur en toezichthouder de taken zijn verdeeld. In het verslagjaar verscheen het rapport van een commissie van de VO-raad over hoe het is gesteld met de verdeling van de taken en de wijze waarop toezichthouders en besturen met elkaar omgaan. Wij hebben daaruit het leerpunt gehaald dat we als toezichthouder er goed aan doen alle formele stukken weer up-to-date te maken en hebben daartoe een opdracht aan een extern deskundige verstrekt om ons daarover van advies te dienen. We hadden echter het achterliggende jaar niet stil gezeten en samen met het College van Bestuur een structuur beschreven van wat we met een zekere regelmaat verwachten aan rapporten te ontvangen over de thema’s die wij als toezichthouder met de leden van de schoolvereniging hebben afgesproken: identiteit, kwaliteit, continuïteit en betrokkenheid. Regionale samenwerking In de Zeeuwse regio wordt intensief met elkaar samengewerkt tussen vmbo en mbo onder de regie van de Zeeuwse Onderwijs Autoriteit, de heer De Leeuw. Samenwerking waarbij we als toezichthouder in overleg met het College van Bestuur de grens getrokken hebben tot op welke terreinen die samenwerking mogelijk is. Hierbij is voor het Calvijn College vooral de erkenning van de eigen denominatie van belang. Met waardering zien we als Raad van Toezicht dat er juist vanuit dit uitgangspunt met alle scholen in Zeeland wordt samengewerkt. Kijken we naar het totaaloverzicht, dan is er de zakelijke samenwerking in het DienstenCentrum Onderwijs(DCO) en de inhoudelijke aansluiting vooral met het Hoornbeeck College, maar ook met Scalda, de Hogeschool Zeeland en het groene onderwijs van Edudelta Onderwijsgroep. Vanuit de samenwerking met Scalda is ook de hele opzet van het project met leerlingen die na onze school verder willen in de bouw in het vorige schooljaar opgezet. Deze leerlingen zijn reeds voor de zomervakantie met hun mbo-opleiding gestart en hebben daarmee een voordeel voor wat het behalen van hun kwalificatie betreft. Het is het voornemen van de school om dit schooljaar eenzelfde experiment op te zetten met het Hoornbeeck College voor zorg & welzijn en economie & ondernemen. Onderwijsinspectie Met de onderwijsinspectie is een stevige discussie geweest over de wijze waarop de school in overleg met het basisonderwijs de leerlingen had geplaatst. Na een stevig onderzoek in de school heeft de inspectie geconstateerd dat het volledig in overeenstemming met wet- en regelgeving had plaatsgevonden. Doordat de inspectie ondertussen wel een oordeel had gegeven over het rendement rendement van de onderbouw was er helaas bij anderen een verkeerd beeld ontstaan. We hebben als Raad van Toezicht met waardering gezien dat de inspectie daarin haar volle verantwoordelijkheid had genomen en een verklaring had opgesteld waarin het een en ander werd verduidelijkt. Tegelijk met eerder genoemd onderzoek heeft de inspectie gekeken naar de kwaliteit van de afdeling havo en die beoordeelt met het nieuwe criterium ‘goed’. Een oordeel dat mede de waardering voor de dagelijkse inzet van het team van deze afdeling aangeeft. Examenresultaten/slagingspercentages Hieronder vindt u de tabel met de examenresultaten over de achterliggende jaren. Met dankbaarheid mag geconstateerd worden dat de slagingspercentages van het Calvijn College hoog zijn in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Ten opzichte van voorgaande jaren is er intern sprake van een paar kleine schommelingen, maar er zijn geen opvallende trends waar te nemen.
39
Examenresultaten/slagingspercentages 2011-2014 2012 2013
2011 Vmbo bb Vmbo kb Vmbo gl/tl Goes Krabbendijke Appelstraat Middelburg Tholen Havo Vwo
Eigen school
Landelijk
Eigen school
Landelijk
99%
92%
97%
95%
2014
Eigen school
Landelijk
Eigen school
Landelijk
95%
97%
97%
97%
94%
93%
99%
95%
96%
81%
97%
90%
96%
91%
98%
93%
94%
81%
95%
90%
93%
91%
86%
93%
100% 97% 94% 93%
81% 81% 82% 88%
96% 95% 97% 95%
90% 90% 87% 87%
96% 97% 95% 95%
91% 91% 88% 92%
97% 100% 89% 86%
93% 93% 88% 90%
Externe oordelen Hoe wordt onze school beoordeeld door externe partijen? Regelmatig komt het in het landelijke nieuws: een beoordelingsronde van alle middelbare scholen in Nederland. Onder andere de Elsevier brengt jaarlijks een rapport uit. Dit jaar kwam onze school lager uit dan voorgaande jaren, wat te maken heeft met het onderbouwrendement. Het verschil is in de vorige paragraaf verduidelijkt. Ook is onze school opnieuw beoordeeld door een jury in het kader van excellentie en we hebben drie keer het predicaat ‘excellent’ toebedeeld gekregen: de locatie Goes afdeling havo, de locatie Krabbendijke Appelstraat voor de afdeling praktijkonderwijs en de locatie Tholen. Voor het tweede jaar is de keuzegids middelbare school uitgekomen, een brochure die ouders en leerlingen wil helpen bij het maken van een keuze voor een middelbare school. Verschillende aspecten van scholen worden met elkaar vergeleken en de havo Goes en vmbo Middelburg krijgen het kwaliteitszegel ‘topschool’, dat aangeeft: ‘behoort tot de beste van het land’. We zijn blij en dankbaar met deze positieve beoordelingen en ervaren het als een zegen dat we in deze externe beoordeling kunnen laten zien dat identiteit voor ons verbonden is aan kwaliteit. Strategisch beleid 2014-2018 In het verslagjaar hebben we het nieuwe strategisch beleid dat het College van Bestuur met directie en teams in de locaties had voorbereid kunnen goedkeuren. Onder de titel Hartelijk Onderwijs is de overstap gemaakt van waardengestuurd naar themagestuurd beleid. Opnieuw een manier om met elan beleidsmatig ontwikkelingen te sturen en ervoor te zorgen dat er beweging in de school blijft. Een beweging die steeds weer wil reflecteren op Schrift en belijdenis en ook in de nieuwe periode de verbinding met de grondslag vast te houden.
40
Betrokkenheid Medezeggenschapsraad Het overleg met de medezeggenschapsraad is ook in het afgelopen jaar bijzonder constructief verlopen. We zien als Raad van Toezicht dat er een goede samenwerking is tussen MR en College van Bestuur. Het overleg wordt niet alleen als een verplichting gezien, maar veel meer als het samen dragen van de school in al haar geledingen en activiteiten. Binnen de MR wordt tussen de geledingen goed samengewerkt, al is het wel jammer dat één van de plaatsen vanuit de oudergeleding dit jaar niet bezet is geweest. Vanuit de keuze van de MR om niet in te willen grijpen in de structuur van de vereniging is er structureel afgezien van het voordragen van een kandidaat voor de Raad van Toezicht vanuit de MR. Met de MR is afgesproken dat we elke twee jaar dit onderwerp met hen aan de orde stellen. We hebben daarbij wel geconstateerd dat het goed is dat de MR ons advies geeft over het profiel van leden van onze Raad. Adviesraad van kerken In alle openheid en vertrouwen vinden er twee maal per jaar gesprekken plaats met een vertegenwoordiging van ambtsdragers uit de kerken die in onze achterban vertegenwoordigd zijn. Ook de voorzitter en de secretaris van de Raad van Toezicht zijn hierbij aanwezig. Tijdens deze vergaderingen worden wederzijdse dilemma’s gedeeld en besproken. Thema’s die o.a. aan de orde zijn geweest, zijn: ‘hartelijk onderwijs’ en ‘kwetsbare jongeren’. School en kerk proberen elkaar hierin tot een hand en een voet te zijn. Het is een groot goed te mogen opmerken dat de school daadwerkelijk een plaats heeft bij de kerken.
41
Ten slotte Het jaar 2014 ligt achter ons en via dit jaarverslag hebben we een aantal zaken gedeeld. Laten we met blijdschap en verwondering terugzien op wat we van de Heere hebben ontvangen. Een school waar vrij en ongehinderd het Woord van God mag open gaan om onze jongeren toe te rusten en te vormen vanuit Gods Woord. Hierbij weten we ons diep afhankelijk van de zegen van de Heere. Immers we zijn ook school buiten het paradijs. Daarom vragen we om gebed en meeleven. In ons werk als Raad van Toezicht hanteren we de Code Goed Bestuur van de VO-raad. Doorgaande bezinning op ons functioneren is noodzakelijk. In het jaarverslag is hier reeds melding van gemaakt. Via de VGS is er ook contact met de Raden van Toezicht van de andere Reformatorische VO-scholen, om van elkaar te leren en om elkaar te stimuleren. Deskundigheidsbevordering is ook een doelstelling bij deze contacten. Het is een onverdiende zegen op te mogen merken dat we als Raad van Toezicht in onderlinge verbondenheid, samen met het College van Bestuur, de school in het achterliggende jaar hebben mogen dienen. Hiervoor komt God alleen de dank toe. Wat er ook wankelt, de HEERE houdt getrouw Zijn Woord en daarmee begeren we te eindigen: Want goedertieren is de HEER; Zijn goedheid eindigt nimmermeer; Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht, Tot in het laatste nageslacht. Goes, 9 april 2015
C.A. Hoekman voorzitter
42
B
JAARREKENING
43
44
B 1. GRONDSLAGEN Algemeen De jaarrekening is opgesteld met toepassing van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, waarin opgenomen Richtlijn 660 voor onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslagen voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Waardering van de activa en de passiva Vaste activa Als grondslag voor de waardering van materiële vaste activa geldt de verkrijgingprijs, verminderd met de afschrijvingen. Afschrijving van vaste activa vindt plaats volgens de lineaire methode, met uitzondering van de afschrijving leermiddelenfonds en mediatheekinventaris. Voor deze activa wordt de degressieve methode toegepast, zoals toegelicht bij punt 1.2 van hoofdstuk B5. Het onder financiële vaste activa opgenomen zeven-jaars deposito is gewaardeerd tegen nominale waarde. Vlottende activa Voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijzen, onder aftrek van een eventuele voorziening voor incourantheid. Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een eventueel noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De vorderingen zijn in principe allemaal als kortlopend te beschouwen. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Passiva De bestemmingsreserve publiek is opgebouwd uit de positieve en negatieve saldi op deze post uit voorgaande jaren. De berekening van de verplichting jubileumgratificatie wordt gebaseerd op contante waarde; de berekening van de overige voorzieningen wordt gebaseerd op nominale waarde. De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Bepaling van het netto resultaat De bepaling van het netto resultaat is gedaan volgens de algemeen geldende beginselen, te weten het toerekeningbeginsel, het realisatiebeginsel en het voorzichtigheidsbeginsel. Het voorstel voor de bestemming van het netto resultaat is al in de balans verwerkt.
45
Consolidatie Er is in het verslagjaar geen consolidatie toegepast.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Valuta Tenzij anders aangegeven zijn alle genoemde bedragen in euro's.
Vreemde valuta Er zijn per balansdatum geen bezittingen of schulden die luiden in vreemde valuta en er zijn in het verslagjaar ook geen koersverschillen op vreemde valuta geboekt.
46
B 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2014 na resultaatverwerking
Activa
1.2 1.3
1.4 1.5 1.5.3 1.5.7 1.5.8 1.7
31 december 2014 EUR VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
5.052.760 250.000 5.302.760
4.290.636 250.000 4.540.636
91.789
40.140
186.230 443.924 271.871
Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal activa
Passiva
589.171 213.395 297.351 902.025 3.892.882 4.886.696
1.099.917 3.836.571 4.976.628
10.189.456
9.517.264
31 december 2014 EUR
2.1 2.1.2 2.1.4 2.1.5 2.1.6
EIGEN VERMOGEN Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Ongerealiseerde herwaarderingsreserve
2.2 2.2.1 2.2.3
VOORZIENINGEN Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
2.4 2.4.3 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.10
KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren Verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva
31 december 2013 EUR
5.231.525 103.300 -9.748 0
31 december 2013 EUR
5.143.430 268.641 -8.662 8.600 5.325.077
443.500 97.949
5.412.009 422.800 88.488
541.449 315.639 121.309 878.013 283.541 2.724.428
Totaal passiva
47
511.288 309.845 114.279 855.471 304.569 2.009.803
4.322.930
3.593.967
10.189.456
9.517.264
48
B 3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014 Realisatie 2014 EUR 3
Baten
3.1 3.2 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
23.491.747 748.390 3.204.235
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2014 EUR
23.233.700 776.100 2.939.300 27.444.372
21.311.848 973.188 1.814.829 3.505.814
Realisatie 2013 EUR
23.118.412 728.732 3.232.546 26.949.100
21.082.000 990.200 1.835.100 3.239.200
27.079.690
20.614.671 930.079 1.753.689 3.379.838
27.605.679
27.146.500
26.678.277
-161.307
-197.400
401.413
74.375
69.300
184.223
-86.932
-128.100
585.636
49
50
B 4. KASSTROOMOVERZICHT OVER 2014 2014 EUR Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Mutaties in vlottende middelen: ● voorraden ● vorderingen ● effecten ● kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties
2013 EUR
-161.307 973.188 30.161
401.413 930.079 -33.677
-51.649 197.892 0 728.963
7.739 -444.312 1.493.678 -251.703 1.717.248
Ontvangen interest Waardeverandering effecten
74.375 0
2.103.217 80.623 103.600
74.375 1.791.623
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Mutatie in financiële vaste activa
-1.735.312 0
184.223 2.287.440
-667.911 0 -1.735.312
-667.911
0
0
56.311
1.619.529
Beginstand liquide middelen
3.836.571
2.217.042
Eindstand liquide middelen
3.892.882
3.836.571
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
51
52
B 5. TOELICHTING OP ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Leermiddelenfonds en mediatheek Totaal
Verkrijgingsprijs t/m 2013 1.028.741 7.385.007 1.515.325 9.929.073
Afschrijving Boekwaarde Investeringen Afschrijving Boekwaarde t/m 2013 1-1-2014 2014 2014 31-12-2014 189.418 839.323 195.382 69.396 965.309 4.423.723 2.961.284 1.138.274 525.982 3.573.576 1.025.296 5.638.437
Investeringen in inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Meubilair en overige inventaris Automatisering (educatief + administratief) Grote apparaten Ten laste van ouderbijdragenfonds Totaal
490.029 4.290.636
401.656 1.735.312
377.810 973.188
Realisatie 175.362 261.290 694.191 6.074 1.357 1.138.274
Begroting 170.264 272.121 781.000 7.000 0 1.230.385
513.875 5.052.760
Inventaris met een aanschafwaarde van minder dan € 1.000 wordt niet geactiveerd, maar in één keer ten laste van het resultaat gebracht. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn: Gebouwen 2½% Hardware en software 14²⁄₇ - 20% Schoolmeubilair 5% (kasten 3⅓%) Kantoormeubilair 5% (bureaustoelen 6⅔%) Leer- en hulpmiddelen 5 - 12½% Grote apparaten 12½% Machines en installaties 5 - 6⅔% Inventaris ten laste van kantine-exploitatie 10% De gehanteerde afschrijvingspercentages voor het leermiddelenfonds en de mediatheekinventaris zijn achtereenvolgens 40%, 20%, 15%, 15% en 10% per jaar. 1.3 Financiële vaste activa 1.3.7 Overige vorderingen Totaal
31-12-2014 31-12-2013 250.000 250.000 250.000 250.000
Betreft zeven-jaars deposito met ingangsdatum 17 september 2012 en vervaldatum 17 september 2019.
53
Vlottende activa 1.4 Voorraden (gebruiksgoederen) Kantine Kopieer-/proefwerkpapier Schriften en ringbanden Gymnastiekkleding Gereedschap-/praktijkboekensets vmbo-kb/bb Leermiddelenfonds Totaal
31-12-2014 31-12-2013 8.968 8.094 10.122 10.065 2.087 3.289 16.952 13.002 290 290 53.370 5.400 91.789 40.140
1.5 Vorderingen 1.5.3 Verbonden partijen Overige vorderingen 1.5.7 1.5.8 Overlopende activa Totaal
31-12-2014 31-12-2013 186.230 589.171 443.924 213.395 271.871 297.351 902.025 1.099.917
1.5.3 Verbonden partijen Stichting Beheer Schoolgebouwen Stichting Scholierenvervoer Zeeland Totaal
31-12-2014 31-12-2013 74.750 247.531 111.480 341.640 186.230 589.171
1.5.7 Overige vorderingen Dienstenpakket en schoolvervoer lopend jaar Diversen Totaal
31-12-2014 31-12-2013 434.080 187.949 9.844 25.446 443.924 213.395
Op de vordering Dienstenpakket en schoolvervoer lopend jaar is een voorziening voor het risico van oninbaarheid in mindering gebracht van € 14.367 (vorig jaar € 12.658). Voor de overige vorderingen wordt geen voorziening voor het risico van oninbaarheid noodzakelijk geacht. 1.5.8 Overlopende activa Nog te ontvangen rente Belastingdienst inzake eenmalige teruggaaf WAO/WIA Diversen Totaal
31-12-2014 31-12-2013 69.142 70.239 82.961 0 202.729 144.151 271.871 297.351
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Banken Totaal
31-12-2014 31-12-2013 1.789 3.032 3.891.093 3.833.539 3.892.882 3.836.571
De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Onder Banken is een VermogenSpaarrekening opgenomen. Ultimo 2014 bedroeg het saldo op deze rekening € 2.925.219. Elk kalenderjaar kan maximaal 25% van het hoogste tegoed op 31 december van de voorafgaande 4 kalenderjaren zonder kosten worden opgenomen. Dit betekent dat in 2015 een bedrag van € 774.500 kosteloos opgenomen kan worden.
54
Passiva 2014 Saldo Bestemming Saldo 1-1-2014 Overboeking resultaat 31-12-2014 5.143.430 8.600 79.495 5.231.525 268.641 -165.341 103.300 -8.662 -1.086 -9.748 8.600 -8.600 0 5.412.009 0 -86.932 5.325.077
2.1 Eigen vermogen 2.1.2 Bestemmingsreserve publiek 2.1.4 Bestemmingsfondsen publiek 2.1.5 Bestemmingsfondsen privaat 2.1.6 Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Totaal
De ongerealiseerde herwaarderingsreserve is ontstaan als gevolg van de activering van om niet verkregen inventaris. Op basis van de gehanteerde afschrijvingstermijnen loopt deze reserve af door overboekingen ten gunste van de bestemmingsreserve publiek.
2.1.4 Bestemmingsfondsen publiek Leermiddelenfonds Totaal
Saldo 1-1-2014 268.641 268.641
Resultaat Saldo 2014 31-12-2014 -165.341 103.300 -165.341 103.300
2.1.5 Bestemmingsfondsen privaat Ouderbijdragenfonds Vervoersfonds Totaal
Saldo 1-1-2014 -11.187 2.525 -8.662
Resultaat Saldo 2014 31-12-2014 24.037 12.850 -25.123 -22.598 -1.086 -9.748
Het resultaat van de bestemmingsfondsen (publiek en privaat) wordt gespecificeerd in bijlage D 2.
2.2 Voorzieningen 2.2.1 Personeelsvoorzieningen Spaarverlof Jubileumgratificaties 2.2.3 Overige voorzieningen Groot onderhoud Totaal
Saldo 1-1-2014
Dotatie
2014 Onttrekking
Saldo 31-12-2014
Kortlopend (< 1 jaar)
Langlopend (> 1 jaar)
48.300 374.500
3.300 53.986
0 36.586
51.600 391.900
0 17.200
51.600 374.700
88.488 511.288
21.500 78.786
12.039 48.625
97.949 541.449
0 17.200
97.949 524.249
De voorziening spaarverlof betreft de verplichting inzake door personeelsleden gespaard verlof, volgens de cao-regeling artikel 16.8 maximaal 60 uur per werknemer per jaar. De verplichting jubileumgratificaties is gevormd voor toekomstige jubileumuitkeringen (bij 25- en 40-jarig dienstverband). De verplichting wordt berekend naar rato van de verstreken diensttijd met als uitgangspunt artikel 13.9 van de cao. Daarbij wordt een tabel gehanteerd met de blijfkans, die hoger is naarmate de lengte van het dienstverband toeneemt. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de door een bouwtechnisch adviesbureau in 2009 gemaakte en nog steeds actuele 10-jarige onderhoudsplannen.
55
2.4 Kortlopende schulden 2.4.3 Crediteuren 2.4.5 Verbonden partijen 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 2.4.10 Overlopende passiva Totaal
31-12-2014 31-12-2013 315.639 309.845 121.309 114.279 878.013 855.471 283.541 304.569 2.724.428 2.009.803 4.322.930 3.593.967
2.4.5 Verbonden partijen VVOGGZ Totaal
31-12-2014 31-12-2013 121.309 114.279 121.309 114.279
2.4.10 Overlopende passiva 2.4.10.2 Ministerie van OCW inzake vooruit ontvangen meerjarige doelsubsidies (model G) 2.4.10.3 Vooruit ontvangen investeringssubsidies 2.4.10.5 Vakantiegeld 2.4.10.5 Verplichting verlof- en bufferuren 2.4.10.6 Accountantskosten 2.4.10.8 Diversen Totaal
31-12-2014 31-12-2013 341.362 279.096 365.900 141.400 651.300 622.200 228.900 238.000 8.405 15.815 1.128.561 713.292 2.724.428 2.009.803
De post vooruit ontvangen bedragen van het Ministerie van OCW wordt nader gespecificeerd in bijlage B 9 (Model G verantwoording subsidies).
56
B 6. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Contracten Huur locatie Middelburg Huur locatie Krabbendijke Schoonmaakbedrijf CSU Eneco, grootverbruik gas Ricoh, kopieer-/printercontract DVEP, grootverbruik elektra SFA, drukwerk SchoolMaster, licentie-/abonnementsovereenkomst ZeelandNet, datacommunicatie Hoekman Boekhandel Plus, distributiekosten schoolboeken Delta Netwerkbedrijf, netwerkkosten elektriciteit en gas Rent Company, huur laptopkarren SLB diensten, licentiekosten AFAS software, salaris- en HRM-administratie CITO toetsen, scoringsservice PostNL, postzaken Wolter & Dros, onderhoud/beheer cv-installaties Ricoh, kopieerpapier BTL, tuinonderhoud AMZ, excursies Studieboekhandel De Ruiter & Fanoy, schoolboeken Sligro, kantine-inkopen
Jaarbedrag 355.600 325.000 303.600 137.600 105.700 102.900 73.400 71.000 67.000 65.200 51.400 48.400 46.900 42.700 40.600 32.100 27.400 26.300 25.700 raamcontract raamcontract raamcontract
Looptijd in jaren Resterend Origineel onbepaalde tijd 10 1,0 2 1,6 5 4,5 5+1 0,6 5 5,0 1 1,0 1 0,6 4 2,6 1 0,6 5 3,0 4 2,6 1 1,0 1 1,0 1 0,6 1 1,0 1 1,0 1 0,6 1 1,0 1 0,6 2+1 0,4 1 1,0
Criteria: een looptijd van één jaar of langer en een verplichting groter dan € 25.000 (per kostensoort; dit kan uit meerdere contracten bestaan). De resterende looptijden zijn gerekend vanaf 31 december 2014. Er zijn geen verplichtingen waarvoor de Stichting zich heeft verbonden tot het bezwaren van goederen. Evenmin zijn er zakelijke zekerheden gesteld.
57
58
B 7. MODEL E - VERBONDEN PARTIJEN
Naam Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland
Naam Stichting Scholierenvervoer Zeeland
Naam Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs
Naam Vereniging DienstenCentrum Onderwijs (DCO)
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-12-2014
Vereniging
Middelburg
121.309
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-07-2014
Stichting
Goes
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-12-2013
Stichting
Middelburg
2.709.634
Juridische vorm
Statutaire zetel
Eigen vermogen 31-12-2013
Vereniging
Vlissingen
75.635
120.701
59
Resultaat 2014
7.030
Resultaat 2013/14
8.296
Resultaat 2013
128.684
Resultaat 2013
43.928
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
4
Nee
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
4
Nee
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
3
Nee
Art. 2:403 BW
Code activiteiten
Consolidatie
Nee
4
Nee
60
B 8. TOELICHTING OP ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN Baten 2013 2014 Realisatie Begroting Realisatie 19.102.264 19.133.700 19.409.834 2.995.417 2.998.600 2.686.659 1.128.896 1.101.400 1.021.919 265.170 0 0 23.491.747 23.233.700 23.118.412
3.1 Rijksbijdragen 3.1.1.1 Lumpsum personeel 3.1.1.1 Lumpsum materieel 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen SWV Totaal Bekostigingsgegevens voor de lumpsum personeel 2014 Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Ondersteuningsbekostiging LWOO en PrO Totaal
Fte's 21,392 187,196 32,800
GPL 91.746,20 75.133,66 41.942,90
Bedrag 1.962.635 14.064.721 1.375.727 1.699.181 19.102.264
3.2 Overige overheidsbijdragen 3.2.2 Gemeentelijke bijdragen 3.2.2 UWV Totaal
2014 Realisatie Begroting 624.469 648.700 123.921 127.400 748.390 776.100
2013 Realisatie 623.344 105.388 728.732
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur gebouw
2014 Begroting Realisatie 13.531 15.000
2013 Realisatie 18.397
3.5.6.1 3.5.6.2 3.5.6.3
Werkstukbijdrage leerlingen Onttrekking voorzieningen Overige: diversen
25.988 0 764.268
25.500 5.500 606.700
25.080 56.000 745.548
3.5.6.4 3.5.6.4.1 3.5.6.4.2 3.5.6.4.3 3.5.6.4.4 3.5.6.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten
932.526 325.856 175.804 807.428 158.834 2.400.448
929.100 311.400 182.500 750.800 112.800 2.286.600
1.002.564 309.797 172.852 737.191 165.117 2.387.521
3.204.235
2.939.300
3.232.546
Totaal
De bestemmingsfondsen (leermiddelenfonds, ouderbijdragenfonds en schoolvervoer) worden gespecificeerd in bijlage D2. Het saldo van de schoolkantines wordt overgeboekt naar het ouderbijdragenfonds. De saldi van de fondsen worden toegevoegd aan de betreffende posten onder bestemmingsfondsen publiek of privaat als onderdeel van het eigen vermogen.
61
Lasten
4.1.2 4.1.2.1 4.1.2.1
Personele voorzieningen Mutatie verplichting jubileumgratificaties Dotatie voorziening spaarverlof Subtotaal personele voorzieningen
4.1.2.3 4.1.2.3.1 4.1.2.3.2 4.1.2.3.3 4.1.2.3.4
Overige personele lasten Nascholing/cursussen Secundaire arbeidsvoorwaarden Dienstreizen Overige personeelskosten Subtotaal overige personele lasten
2013 Realisatie
2014 Realisatie Begroting
4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Subtotaal lonen en salarissen
16.128.134 15.973.000 15.506.279 2.011.888 1.993.000 1.907.283 2.357.192 2.335.000 2.339.781 20.497.214 20.300.000 19.753.343
17.400 3.300 20.700
20.000 5.000 25.000
30.900 400 31.300
125.797 332.420 94.019 241.698 793.934
171.800 250.400 92.500 242.300 757.000
174.156 261.432 86.102 308.338 830.028
21.311.848 21.082.000 20.614.671
Totaal
De school is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP en heeft in het geval van een tekort bij dit fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies. Om deze reden is de toegezegde pensioenregeling verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling en zijn de over het boekjaar verschuldigde pensioenpremies in de resultatenrekening verantwoord. De dekkingsgraad van het bedrijfstakpensioenfonds ultimo 2014 bedroeg 101,1%.
Aantal personeelsleden en fte's Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Totaal
Personeelsleden Fte's 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2013 8 8 8,0 8,1 270 259 238,9 224,9 112 98 84,4 77,0 390 365 331,3 310,0
4.1 Personeelslasten naar kostendragers Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal
Bedrag 2014 2013 824.769 926.897 16.776.687 16.119.374 3.710.393 3.568.400 21.311.848 20.614.671
62
% 2014 3,9% 78,7% 17,4% 100,0%
2013 4,5% 78,2% 17,3% 100,0%
4.1.1 Lonen en salarissen Bruto salaris Vakantietoeslag Eindejaarsuitkering Bindingstoelage Woon-/werkverkeer, verhuiskosten Ambtsjubilea Premie ES Uitkeringskosten werkloosheid Werkgeversheffing ZVW Werkgeverspremie WIA/WGA Werkgeversaandeel OP/NP Werkgeversaandeel FPU Totaal
Bedrag 13.539.100 1.029.700 888.300 221.000 423.200 26.800 104.200 176.300 1.019.600 711.800 1.734.300 622.900 20.497.200 2014 Realisatie Begroting 69.396 75.200
4.2 Afschrijvingen 4.2.2.1 Gebouwen en terreinen 4.2.2.2 4.2.2.2.1 4.2.2.2.2 4.2.2.2.3 4.2.2.2.4
Inventaris en apparatuur Automatisering inclusief leerling-computers Meubilair/overig Leer- en hulpmiddelen Grote apparaten inclusief kantine-inventaris Subtotaal inventaris en apparatuur
4.2.2.2.5 Leermiddelenfonds inclusief mediatheek Totaal
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Dotatie groot onderhoud 4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.8 4.3.8.1 4.3.8.3
Overig Kleine gebouwaanpassingen Diversen Subtotaal overig
Totaal
63
% 66,1 5,0 4,3 1,1 2,1 0,1 0,5 0,9 5,0 3,5 8,5 3,0 100,0 2013 Realisatie 53.466
240.633 146.581 108.537 30.231 525.982
278.400 137.000 114.500 34.100 564.000
228.847 137.980 107.711 32.267 506.805
377.810 973.188
351.000 990.200
369.808 930.079
2014 Realisatie Begroting 843.934 833.000 21.500 21.500 87.789 131.100 374.965 310.200 446.328 496.600 30.861 31.200
2013 Realisatie 832.219 21.500 114.613 313.223 436.468 29.444
8.990 462 9.452
10.500 1.000 11.500
6.222 0 6.222
1.814.829
1.835.100
1.753.689
4.4 Overige lasten 4.4.1 Accountantskosten - onderzoek jaarrekening 4.4.1 Overige administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3 4.4.4.4 4.4.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten Herrubricering afschrijvingen (naar 4.2) Afschrijving leermiddelenfonds Afschrijving mediatheek Afschrijving kantine-inventaris
Totaal
2014 Realisatie Begroting 16.731 22.400 527.729 512.500 779.798 836.900
2013 Realisatie 24.150 537.641 803.030
1.097.867 301.819 175.804 832.551 158.152 2.566.193
892.400 287.900 182.500 750.800 112.800 2.226.400
1.004.963 282.530 172.852 764.673 166.716 2.391.734
-369.639 -8.171 -6.827 2.181.556
-340.000 -11.000 -8.000 1.867.400
-359.251 -10.557 -6.909 2.015.017
3.505.814
3.239.200
3.379.838
2014 Realisatie Begroting 74.375 69.300 0 0 74.375 69.300
2013 Realisatie 80.623 103.600 184.223
Financiële baten en lasten 5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.3 Waardeverandering effecten Totaal
64
B 9. MODEL G - VERANTWOORDING SUBSIDIES G1 - SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE Toewijzing Omschrijving Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen Lerarenbeurs Totaal
Kenmerk
Datum
592804-1 655496-1
18-12-2013 20-11-2014
Bedrag 520.000 147.655 667.655
Ontvangen t/m verslagjaar 260.000 147.655 407.655
Prestatie afgerond N J
G2 - SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE G2a - Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Totaal
Kenmerk 564670-1 651464-1
Datum 21-10-2013 21-10-2014
Bedrag 34.986 14.000 48.986
Ontvangen t/m verslagjaar 34.986 14.000 48.986
Totale Te kosten verrekenen 34.986 0 14.000 0 48.986 0
G2b - Doorlopend per ultimo verslagjaar Omschrijving 1 1 2 3 4 4 4 5 6 7 Totaal 1 2 3 4 5 6 7
0 0
Ontvangen in verslagjaar 165.000 160.000
350.000 35.000 162.660 165.480 169.620 474.833
0 0 78.630 165.480 0 0
70.000 35.000 0 0 169.620 474.833
70.000 0 78.630 28.738 0 474.833
210.000 0 162.660 28.738 0 474.833
0 35.000 0 136.742 169.620 0
382.240 930.014 3.319.847
0 0 244.110
382.240 930.014 2.386.707
382.240 930.014 2.289.455
382.240 930.014 2.678.485
0 0 341.362
Toewijzing Kenmerk 573586-1 649233-1 MUO-12 / 1873 U 649842-1 485546-1 565273-1 652308-1 610373-1 BEK-13 / 37993 M 639341-1
Datum 20-11-2013 20-11-2014
Bedrag 330.000 320.000
26-03-2012 21-10-2014 20-10-2012 20-11-2013 21-11-2014 21-3-2014 16-10-2014 21-6-2014
Saldo 1-1-2014
Opleidingsschool Academische opleidingsschool Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Maatschappelijke stage VO Prestatiebox VO Leerlinggebonden financiering Bekostiging lesmateriaal
65
Totale Saldo te Lasten in kosten besteden verslagjaar 31-12-2014 31-12-2014 0 165.000 330.000 0 160.000 160.000
66
B 10. BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN (WNT) Dienstverband
Naam College van Bestuur A.J. Vogel, voorzitter J.C. de Waal, lid C. Giljam, lid Raad van Toezicht C.A. Hoekman, voorzitter G.S. Both, secretaris E.P. van Iwaarden G. van Kralingen J.M. Krijger W. Meijer J. Moerdijk J.L. Pieper H. Uil F. van Vuuren C.J. van Westenbrugge D. van Wijck
Ingangsdatum
Einddatum
Omvang
1-8-1984 1-5-2014 1-8-1981
31-7-2014
1,0 fte 1,0 fte 1,0 fte
27-5-2014 27-5-2014 27-5-2014 27-5-2014
67
Beloning
Bedrag Belastbare Voorziening vaste en t.b.v. variabele beloning onkostenbetaalbaar vergoeding op termijn
Uitkering wegens beëindiging dienstverband
113.406 57.915 50.593
0 0 0
18.750 9.699 9.277
0 0 0
3.750 1.500 750 750 750 1.500 750 1.500 1.500 1.500 1.500 2.250
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
68
B 11. ONDERTEKENING Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur in de vergadering van 30 maart 2015 en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
A.J. Vogel voorzitter College van Bestuur
J.C. de Waal lid College van Bestuur
69
70
B 12. GOEDKEURING Deze jaarrekening is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 9 april 2015.
C.A. Hoekman, voorzitter
G.S. Both, secretaris
G. van Kralingen
J.M. Krijger
Ds. W. Meijer
J.L. Pieper
H. Uil
F. van Vuuren
C.J. van Westenbrugge
D. van Wijck 71
72
C
OVERIGE GEGEVENS
73
74
C 1. CONTROLEVERKLARING
75
76
C 2. VOORSTEL BESTEMMING NETTO RESULTAAT Voorgesteld wordt het netto resultaat als volgt te bestemmen: Resultaat leermiddelenfonds muteren in de bestemmingsfondsen publiek Resultaat ouderbijdragenfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Resultaat vervoersfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Toevoeging aan de bestemmingsreserve publiek Totaal Dit voorstel is in de balans, die in deze jaarrekening is opgenomen, verwerkt.
77
-165.341 24.037 -25.123 79.495 -86.932
78
C 3. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich na de balansdatum geen omstandigheden voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen die niet in de jaarrekening zijn verwerkt, of andere gebeurtenissen die een dermate grote invloed hebben dat ze hier zouden moeten worden genoemd.
79
80
D
BIJLAGEN
81
82
D 1. GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON Statutaire naam Statutaire zetel Postadres
Stichting Calvijn College Middelburg Postbus 362, 4460 AT Goes
Bestuursnummer
41815
Naam instelling Adres Postadres Telefoon E-mail Internetsite
Calvijn College Klein Frankrijk 19, 4461 ZN Goes Postbus 362, 4460 AT Goes 0113-211020
[email protected] www.calvijncollege.nl
Contactpersoon Telefoon E-mail
P. Velthove QC 0113-211020
[email protected]
Brinnummer
03JY
83
84
D 2. SPECIFICATIE BESTEMMINGSFONDSEN Leermiddelenfonds Bekostiging lesmateriaal door ministerie Boetes beschadigde boeken Totaal inkomsten leermiddelenfonds
2014 Realisatie Begroting 930.014 926.100 2.512 3.000 932.526 929.100
2013 Realisatie 1.001.933 631 1.002.564
Afschrijving boeken Werk-/praktijkboeken Licentiekosten Agenda's leerlingen Schriften / ringbanden Reparatie / onderhoud boeken Kopieerkosten Bijdrage eigen methodes via DORVO Toerekening personeel Distributiekosten Totaal uitgaven leermiddelenfonds
373.285 431.350 102.114 7.610 14.208 1.396 13.686 17.938 71.100 65.180 1.097.867
340.000 305.000 67.400 0 20.000 3.000 17.000 30.000 54.000 56.000 892.400
359.251 399.257 77.941 11.449 18.914 2.058 13.521 29.344 43.800 49.428 1.004.963
-165.341
36.700
-2.399
2014 Realisatie Begroting 115.976 115.100 40.318 35.800 73.166 76.000 96.396 84.500 325.856 311.400
2013 Realisatie 117.489 36.282 72.689 83.337 309.797
Resultaat leermiddelenfonds
Ouderbijdragenfonds Ouderbijdragen Batig saldo kantine-exploitatie Bijdrage eendaagse excursies Bijdrage meerdaagse excursies Totaal inkomsten ouderbijdragenfonds Activiteiten eindexamenklassen Eendaagse excursies Meerdaagse excursies Leerlingbegeleiding / dyslexiebegeleiding Kosten orthopedagogen Totaal uitgaven ouderbijdragenfonds Resultaat ouderbijdragenfonds
Schoolvervoer Verkoop OV-abonnementen Bijdragen kerken Overige baten Totaal inkomsten schoolvervoer OV-abonnementen Overige lasten Totaal uitgaven schoolvervoer Resultaat schoolvervoer
85
3.033 77.343 98.998 28.345 94.100 301.819
3.700 81.000 84.500 28.700 90.000 287.900
2.621 87.036 89.027 21.846 82.000 282.530
24.037
23.500
27.267
2014 Realisatie Begroting 776.656 720.800 30.772 25.000 0 5.000 807.428 750.800
2013 Realisatie 711.732 25.459 0 737.191
830.277 2.274 832.551
748.800 2.000 750.800
763.128 1.545 764.673
-25.123
0
-27.482
86
D 3. STATISTISCHE GEGEVENS Realisatie 2010 44 1309 514 347 315 69 140 71 112 44 2965
Realisatie 2011 52 1316 489 408 321 84 146 60 96 43 3015
Realisatie 2012 52 1394 494 414 305 72 139 46 92 37 3045
Realisatie 2013 55 1441 465 432 300 60 156 57 102 47 3115
Realisatie 2014 59 1376 488 448 335 53 163 53 124 57 3156
Prognose 2015 58 1317 523 479 370 58 133 52 109 46 3145
Realisatie 2010 14.214
Realisatie 2011 14.214
Realisatie 2012 14.214
Realisatie 2013 14.214
Realisatie 2014 15.226
Prognose 2015 15.226
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 31.346
16.120 31.346
Personeel in aantallen per 31/12 Directie OP OOP Totaal
Realisatie 2010 8 261 88 357
Realisatie 2011 8 261 84 353
Realisatie 2012 8 268 91 367
Realisatie 2013 8 259 98 365
Realisatie 2014 8 270 112 390
Prognose 2015
Personeel in fte's per 31/12 Directie OP OOP Totaal
Realisatie 2010 8,3 228,9 64,2 301,4
Realisatie 2011 8,2 222,9 65,7 296,8
Realisatie 2012 8,4 233,1 69,6 311,1
Realisatie 2013 8,1 224,9 77,0 310,0
Realisatie 2014 8,0 238,9 84,4 331,3
Prognose 2015 8,0 238,9 84,4 331,3
Financiën (bedragen x € 1.000) Lumpsum personeel Lumpsum materieel Overige baten Nevenactiviteiten Totaal baten
Realisatie 2010 17.587 2.630 1.974 2.218 24.409
Realisatie 2011 17.345 2.571 2.249 2.239 24.404
Realisatie 2012 17.853 2.769 2.495 2.386 25.503
Realisatie 2013 19.410 2.687 2.595 2.388 27.080
Realisatie 2014 19.102 2.995 2.947 2.400 27.444
Prognose 2015 19.889 3.177 2.734 2.355 28.155
Kengetallen (in €) Lumpsum personeel per fte Totaal baten per leerling
Realisatie 2010 58.351 8.232
Realisatie 2011 58.440 8.094
Realisatie 2012 57.387 8.375
Realisatie 2013 62.613 8.693
Realisatie 2014 57.656 8.696
Prognose 2015 60.031 8.952
Leerlingaantallen per 1/10 Praktijkonderwijs Brugklas 1/2 Vmbo gl/tl 3/4 Havo 3/4/5 Vwo 3/4/5/6 Vmbo bb/kb HV 3/4 Vmbo bb/kb VZ 3/4 Vmbo bb/kb BWI 3/4 Vmbo bb/kb MT 3/4 Vmbo bb/kb IE 3/4 Totaal
Huisvesting per 31/12 (m² b.v.o.) Eigendom gemeente Eigendom Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs Totaal
87
8 270 112 390
88
D 4. BEGRIPSBEPALINGEN Lumpsumfinanciering Lumpsumfinanciering houdt in dat op basis van een aantal indicatoren de jaarlijkse vergoeding wordt berekend, die vervolgens als niet-geoormerkt bedrag door het Ministerie van OCW verstrekt wordt. Het personele deel van de vergoeding wordt berekend aan de hand van het leerlingaantal en de gemiddelde landelijke personeelslast per functiecategorie. Het materiële deel van de vergoeding bestaat uit drie componenten, te weten onderhoud gebouwen en terreinen, schoonmaken en overige exploitatie. Dit onderdeel is afhankelijk van het leerlingaantal enerzijds en schoolsoort, afdeling en leerjaar anderzijds. Kleine / grote aanpassingen Kleine aanpassingen zijn investeringen in gebouwen, waarvan het totaalbedrag lager is dan het door de school vastgestelde grensbedrag van € 5.000. In het andere geval is sprake van grote aanpassingen. Bouwkundige aanpassingen Dit betreft voorzieningen die in het gebouw nodig zijn als gevolg van onderwijskundige ontwikkelingen. Klein / groot onderhoud Het onderhoud van de gebouwen kan onderscheiden worden in het dagelijks of klein onderhoud en groot onderhoud. Onder het dagelijks onderhoud vallen de kleine reparaties, die regelmatig aan de gebouwen worden verricht. Voor deze uitgaven kan, aan de hand van de meerjaren onderhoudsplanningen (opgesteld door een bouwtechnisch adviesbureau) en van ervaringen uit het verleden, jaarlijks een bedrag in de begroting worden opgenomen. Onder groot onderhoud valt het onderhoud met een uitvoeringscyclus van vier jaar of meer. Budgethouderschap Een deel van de begrotingsrubrieken is door het College van Bestuur gedelegeerd aan diverse budgethouders. Binnen hun budget zijn zij verantwoordelijk voor de juiste besteding. Voor sectie- en afdelingsbudgetten geldt, dat niet bestede bedragen automatisch doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Dit geldt uiteraard ook voor overschrijdingen. Voor de overige budgetten geldt, dat onderschrijdingen niet automatisch overgeheveld worden naar het volgende jaar of in het lopende begrotingsjaar vrij besteedbaar zijn. Voor overschrijdingen is vooraf toestemming van het College van Bestuur vereist. Voor investeringen boven € 5.000, die in de begroting opgenomen zijn (of die plaatsvinden op basis van vrijkomende afschrijvingen), is vooraf fiattering door het College van Bestuur vereist. Daarbij moet voldaan worden aan de afspraken die daarover gemaakt zijn, te weten boven € 5.000 twee en boven € 25.000 drie offertes overleggen en de noodzaak / motivatie van de investering aantonen.
89