Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - Jaarverslag 2005
Fonds BKVB - jaarverslag 2005 - Inhoudsopgave JAARVERSLAG 2005 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 4 1
FONDSBESTUUR EN FONDSBUREAU 1.1 Fondsbestuur 6 1.2 Fondsbureau 7 2 BASISSUBSIDIES 2.1 Verslag 8 2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen 9 2.3 Toekenningen basissubsidies 14 2.4 Samenstelling Commissie Basissubsidies 17 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
STIMULERINGSSUBSIDIES Verslag 19 Publicatiesubsidies (i.s.m. de Mondriaan Stichting) 21 Overzicht aanvragen en toekenningen 23 Toekenningen stimuleringssubsidies en publicatiesubsidies 28 Samenstelling Commissie Stimuleringssubsidies 69
4
BEMIDDELAARSSUBSIDIES 4.1 Verslag 72 4.2 Toekenningen bemiddelaarssubsidies 73 4.3 Samenstelling Commissie Bemiddelaarssubsidie 80
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.3 5.4
ACTIVITEITEN IN HET BUITENLAND Buitenland ateliers 82 Verslagen en samenstelling adviescommissies 83 Künstlerhaus Bethanien, Berlijn 83 Projectstudio Berlijn 83 Platfom Garanti, Istanbul 84 Delfina, Londen 85 ISCP, New York 85 Banff, Centre for the Arts 86 IASPIS, Stockholm 87 Atelier Holsboer, Parijs 87 Studiereis Fonds BKVB 88 Het Van Doesburghuis, Meudon/Parijs 89
6
COMMISSIE PILOTPROJECTEN 90
7
BEZWAAR- EN BEROEPSPROCEDURES 93
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
PUBLIEKSGERICHTE ACTIVITEITEN 96 Tentoonstellingen 97 Met Stip 97 Debat 98 Groepsportretten 99 Nieuwsbrief 99 Website 100 Bibliotheek 100
9
JAARREKENING 101
3
4
Voorwoord
Voorwoord
VOORWOORD In 2005 begon de nieuwe cultuurnotaperiode. Dat betekende conform het beleidsplan 2005-2008 dat een aantal regelingen in de loop van het jaar werd gewijzigd, nieuwe regelingen werden ingevoerd en uitvoering werd gegeven aan nieuwe beleidsprioriteiten. De werkbeurzen en projectsubsidies zijn opgegaan in de Bijdrage Werkbudget. Deze subsidie bevat een flexibele (gebaseerd op een begroting en offertes) en een vaste variant (een vast werkbudget voor een bepaalde periode). Door deze tweedeling kunnen zowel de kunstenaars die vanuit vrij onderzoek zonder een vast omlijnd plan tot hun werk komen, als zij die een precies uitgestippelde route hebben, op maat bediend worden. Hoewel het aantal aanvragen minder was dan verwacht, blijkt het onderscheid duidelijk en werkbaar. De praktijk geeft trouwens aan dat nieuwe regelingen hun tijd nodig hebben om optimaal benut te worden. De investeringssubsidie is afgeschaft en onderdeel van de productiesubsidie geworden. Bij de basissubsidies geldt overigens dat de vraag is achtergebleven. Maar volgens de verwachting zal het aantal aanvragen en toekenningen de komende jaren met pieken toenemen en zal het aantal toegekende subsidies op het eind van de cultuurnotaperiode conform het begrootte zijn. Zoals in het beleidsplan was aangekondigd heeft het Fonds BKVB voor de uitvoering van de Regeling publicatiesubsidies met de Mondriaan Stichting samengewerkt. Dit om de wederzijdse toekenningen goed op elkaar af te stemmen. In de praktijk bleek dat, vanwege andere criteria en uitgangspunten, ingewikkelder dan gedacht. Na evaluatie resulteerde dit in een aangepaste samenwerking: een gezamenlijke commissie die aan beide regelingen apart uitvoering geeft. Daarmee zijn twee vliegen in een klap geslagen: het voordeel van onderscheidenheid én overzicht.
Veel aandacht is besteed aan de buitenland ateliers. Het Fonds BKVB beschouwt dat als een van zijn beleidsprioriteiten en wil daar de komende jaren geïntensiveerd uitvoering aan geven: meer residency mogelijkheden in landen over de gehele wereld. Het onderzoeksbureau Vinken en Van Kampen kreeg de opdracht om een evaluatierapport over de residencies op te stellen. Centraal stond de vraag naar betekenis en uitwerking voor de individuele kunstenaar en de kunstwereld. Het rapport, dat in het voorjaar van 2006 gepresenteerd wordt, zal uitgangspunt zijn voor het te volgen beleid. Met de Townhouse Gallery in Cairo werden vergaande afspraken over samenwerking gemaakt. Deze zullen in 2006 hun beslag krijgen. Ook in China is met een aantal partners contact gelegd. Naar verwachting leiden die in de loop van 2006 of begin 2007 tot concrete samenwerking. Daarnaast zijn voorbereidingen voor een internationaal symposium over residencies in islamitische landen getroffen. Goed nieuws is dat het negatieve vermogen van het Fonds BKVB positief is geworden. In optimale samenwerking met het ministerie van OCW is de garantieverklaring voor dat negatieve vermogen omgezet in een vordering. Daardoor is de financiële positie van het Fonds BKVB weer als vanouds. Voor een gedetailleerd overzicht van de financiën en de werkzaamheden van het Fonds BKVB verwijs ik u graag naar het jaarverslag. Speciaal hiervoor schreef Hans Aarsman een essay over het beperkende van de fotografie als beeldende kunst. Om de lezer een indruk te geven van de vlucht die de fotografie heeft genomen, zijn twee leporello´s toegevoegd. Deze foto’s/ansichtkaarten kunnen uitgescheurd en gebruikt worden. Hans Aarsman zal met uitbundige verzending verheugd zijn.
Lex ter Braak directeur
5
6
1. Fondsbestuur en Fondsbureau - 1.1 Fondsbestuur - 1.2 Fondsbureau
1.2 Fondsbureau
1 FONDSBESTUUR EN FONDSBUREAU
personeelsformatie Fondsbureau (peildatum 31-12-2004) Lex ter Braak directeur Christine Lindo adjunct directeur / juridische zaken Joz Rogier directiesecretaresse (63%) Clemens Kahmann hoofd financiën Roos Stoop medewerker financiën Bernadette Adema medewerker financiën (42%) Mirjam Beerman hoofd communicatie & secretaris Commissie Oeuvreprijzen(84%) Eveline Mulckhuyse medewerker communicatie (53%) Bonnie Dumanaw coördinator basissubsidies (74%) Mayke Jongsma coördinator stimuleringssubsidies beeldende kunst & coördinator buitenland ateliers (90%) Anne Hoogewoning coördinator stimuleringssubsidies vormgeving en bouwkunst (84%) Sandra Nicolaï secretaris basissubsidies & medewerker bezwaarprocedures (84%) Douke IJsselstein secretaris basissubsidies (63%) Henk Strijbos secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst en vormgeving (84%) Steven van Teeseling secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst & secretaris bemiddelaarssubsidie & coördinator pilotcommissie (84%) Tejo van der Wel secretaris stimuleringssubsidies beeldende kunst en vormgeving (84%) Ellen de Rijk medewerker administratie (63%) Ingrid Mokiem medewerker administratie Liesbeth Enzer medewerker administratie Geert Fincken systeembeheerder Corrie Hessels interne en huishoudelijke dienst (51%) Koos Volkers interne en huishoudelijke dienst Mohamed Azzouz huishoudelijke dienst (66%)
1.1 FONDSBESTUUR Het Fondsbestuur heeft in 2005 2 keer gezamenlijk vergaderd en heeft daarnaast over urgente onderwerpen separaat overleg gehad met de directie van het Fonds BKVB. De belangrijkste punten van aandacht waren de nieuwe regelingen, het buitenland atelierbeleid en de samenstelling van het bestuur in verband met vacatures en het verloop van de tweede termijn van Jos Houweling. In overleg met de staatssecretaris is ervoor gekozen om voor de samenstelling van het bestuur minder vanuit de verschillende disciplines maar meer vanuit algemene deskundigheid te opteren. In 2005 is René Coelho om praktische redenen uit het bestuur getreden, waardoor ook een vacature ontstond. samenstelling Fondsbestuur Guusje ter Horst Jan Zegering Hadders Jos Houweling Jan Konings vacature vacature
voorzitter penningmeester secretaris bestuurslid vormgeving bestuurslid bestuurslid
1.2 FONDSBUREAU Het Fondsbureau telde eind 2005 23 medewerkers, samen goed voor 18,7fte. Marcel Loeffen verruilde het Fonds BKVB voor een andere werkkring. Bernadette Adema is in dienst gekomen als medewerker financiën.
7
8
2. Basissubsidies - 2.1 Verslag
2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen
2 BASISSUBSIDIES
2.2 OVERZICHT AANVRAGEN EN TOEKENNINGEN
2.1 VERSLAG
aanvragen 2005 positief advies basisstipendium positief advies productiesubsidie negatief advies basisstipendium negatief productiesubsidie subtotaal
De basissubsidies bestaan uit 2 subsidievormen: de basisstipendia en productiesubsidies. Beide bevorderen de continuering van de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars en vrije vormgevers. Het basisstipendium voorziet naast een bijdrage in de beroepskosten, in een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. De productiesubsidie voorziet alleen in een bijdrage in de beroepskosten. Beide subsidies kennen sinds 1 juni 2005 vaste bedragen, respectievelijk € 32.000 en €10.000. De subsidies hebben een looptijd van minimaal 2 jaar en kunnen eens in de 4 jaar worden toegekend. In 2005 is er door de 3 werkgroepen 48 keer vergaderd, waarbij er in totaal 577 adviezen zijn uitgebracht. Dat zijn gemiddeld 12 adviezen per vergadering. Dit gemiddelde werd in 2004 ook gehaald toen er 677 adviezen zijn uitgebracht in 54 vergaderingen.
herbeoordelingen/ hertoetsingen na 8 jaar positief advies na herbeoordeling negatief advies na herbeoordeling positief advies na 8 jaar toets negatief advies na 8 jaar subtotaal totaal uitgebrachte adviezen formele afwijzingen
9
205 16 314 31 566
1 8 1 1 11
577 6
positieve adviezen basisstipendium 1e toekenning basisstipendium 2e toekenning basisstipendium 3e toekenning basisstipendium 4e toekenning subtotaal
93 30 51 32 206 *
productiesubsidie totaal
16 222
* inclusief herbeoordeling
10
2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen
2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen
beoordeling aanvragen 2005
%
2004
%
2003
%
2002
% 74
positief advies
223 *
39
268
41
401
54
551
negatief advies
354
61
383
59
340
46
198 26
totaal
577
100
651
100
741 100
749 100
* inclusief de herbeoordelingen en hertoetsingen
1e toekenning basisstipendium 2e toekenning basisstipendium 3e toekenning basisstipendium
2005
%
2004
%
2003
%
93
42
117
44
167
42
30
51
14
23
66
75
25
28
4e toekenning basisstipendium
32
14
toekenning productiesubsidies
16
7
10
3
222
100
268
100
totaal
104
122
8
26
30
2
401 100
2002
%
182 33
150
27
199 36
20
4
551 100
11
Beroepskosten Het basisstipendium kende naast een vast bedrag als bijdrage in de kosten van levensonderhoud een variabel bedrag als bijdrage in de beroepskosten dat afhankelijk was van de werkelijke hoogte van de beroepskosten van de aanvrager. Van de 3 categorieën (€ 6.500, € 8.500 en € 10.500) werd in de praktijk meestal gekozen voor de hoogste categorie. De flexibilisering van de beroepskosten ging gepaard met een administratieve lastenverzwaring: er moest zowel een controle als een afrekening op grond van de belastingaangiften voorzien van een jaarrekening worden uitgevoerd. Dit, is gebleken, stond niet in verhouding met de winst van de keuzemogelijkheden voor de aanvrager. Per 1 juni 2005 is met de invoering van de nieuwe Regeling Basissubsidies de flexibilisering losgelaten en is het basisstipendium gesteld op een vast bedrag van € 32.000. De productiesubsidie bedraagt nu € 10.000. de 206 positieve basisstipendia werden als volgt verdeeld: 21 aanvragers (hoogste categorie) € 34.500 (component beroepskosten 6 aanvragers
2 aanvragers
€ 10.500)
(middelste categorie) € 32.500 (component beroepskosten
€ 8.500)
(laagste categorie) € 30.500 (component beroepskosten
€ 6.500)
177 toekenningen
€ 32.000 (vast bedrag)
(in percentages) € 10.500
10%
€ 8.500
3%
€ 6.500
1%
€ 32.000
86%
12
2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen
2.2 Overzicht aanvragen en toekenningen
Stand van zaken toekenningen op 31 december 2005 Op 31 december 2005 maakten 1724 kunstenaars gebruik van de (nieuwe) Regeling Basissubsidies. In 2004 waren dat 1626 kunstenaars. Van de kunstenaars die op deze datum gebruik maakten van de regeling gaat het bij 695 kunstenaars om een eerste basissubsidie, bij 413 om een tweede, bij 571 om een derde, bij 42 om een vierde en bij 3 om een vijfde basissubsidie. Deze 3 aanvragers hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om naast hun basisstipendium tussentijds een productiesubsidie aan te vragen. 2005 was het eerste jaar waarin een kunstenaar voor een vierde keer voor een basisstipendium in aanmerking kon komen. Te verwachten valt dat in 2006 meer kunstenaars een vierde basisstipendium zullen aanvragen.
In nevenstaande figuur wordt voor de 2913 basissubsidies die op 31 december 2005 volledig waren opgebruikt de lengte aangegeven van de periode tussen de datum van ingang en de laatste uitbetaling. De meeste kunstenaars doen langer met hun basissubsidie dan de minimale periode van 24 maanden.
gebruiksduur van een basisstipendium duur subsidie in jaren 0 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 4 jaar 4 tot 5 jaar 5 tot 6 jaar 6 tot 7 jaar 7 tot 8 jaar 8 tot 9 jaar 9 tot 10 jaar 10 tot 11 jaar 11 tot 12 jaar
aanvragers 671 1195 523 318 101 63 35 3 2 1 1
Verstrekkingen De basissubsidies werken volgens een rekening-courantsysteem waarbij de aanvrager zelf bepaalt wanneer hij een bedrag van zijn basissubsidie opvraagt en hoe groot dat bedrag is. In 2005 ontving het Fonds BKVB 3231 uitbetalingsverzoeken. Daarvan werden uiteindelijk 3153 uitbetalingen verwerkt met een totaal uitbetaald bedrag van € 9.403.739,89.
Beroepsmatigheidstoets Als een kunstenaar 4 jaar na toekenning van een basissubsidie nog beschikt over een restantbedrag moet volgens de Regeling Basissubsidies worden getoetst of hij nog werkzaam is als beeldend kunstenaar of vrije vormgever. In 2005 is deze formele toets verstuurd naar 121 kunstenaars. 110 van hen retourneerden de beroepsmatigheidstoets met daarin een aantal vragen over de beroepspraktijk. Hun artistiek functioneren is naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst voldoende bevonden. Van 8 kunstenaars wordt er nog een reactie verwacht en van 3 kunstenaars is de subsidie stopgezet. Integrale herbeoordeling na 8 jaar Indien een kunstenaar 8 jaar na toekenning nog steeds aanspraak wil maken op het restantbedrag van het basisstipendium, wordt hij integraal door de werkgroep beoordeeld voordat er verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden. Dit betekent dat hij opnieuw een aanvraag moet indienen. Wanneer is voldaan aan de formele voorwaarden, wordt het artistiek functioneren opnieuw beoordeeld. In 2005 ontvingen 14 kunstenaars een verzoek voor een hernieuwde toetsing. Bij 2 kunstenaars is de subsidie inmiddels stopgezet, 2 kunstenaars ontvingen na toetsing een negatief advies, van 8 kunstenaars loopt de procedure nog en bij 2 kunstenaars lag het inkomen in het jaar van hertoetsing boven de inkomensgrens.
13
14
2.3 Toekenningen 2.3 TOEKENNINGEN Basisstipendium Marijn Akkermans, Amsterdam Allie van Altena, Groningen Charl van Ark, Hengelo Frans Baake, Enschede Thomas Bakker, Bavel Rosa Barba, Amsterdam Dagmar Baumann, Rotterdam James Beckett, Amsterdam Merina Beekman, Amsterdam Tjebbe Beekman, Amsterdam Annemiek de Beer, Rotterdam Jasper de Beijer, Amsterdam Aafke Bennema, Arnhem Jan van den Berg, Eindhoven Silvia van den Berge, Rotterdam Toon Berghahn, Amsterdam Jan de Beus, Muiderberg Kees Bierman, Haarlem Maria Blaisse, Amsterdam Christel Boertjes, Breda Merijn Bolink, Amsterdam Herman van den Boom, Amsterdam Rommert Boonstra, Rotterdam Kevin van Braak, Amsterdam Eelco Brand, Breda Mecky van den Brink, Amsterdam Persijn Broersen, Amsterdam Sanne Bruggink, Amsterdam Willem Buijs, Middelburg Anthea Bush, Amsterdam Roos Campman, Rotterdam Anna Carlgren, Amsterdam
2.3 Toekenningen Roé Cerpac, Amsterdam Joost Conijn, Amsterdam Roger Cremers, Amsterdam Alexandra Crouwers, Liessel Raymond Cuijpers, Amsterdam Giovanni Dalessi, Eindhoven Christina Della Giustina, Amsterdam Helmut Dick, Amsterdam David Djindjikhachvili, Amersfoort Jan van den Dobbelsteen, Eindhoven Karel Doing, Rotterdam Dora Dolz, Rotterdam Bart Domburg, Amsterdam Annie Draaijer, Eindhoven Brieke Drost, Wolfheze Orshi Drozdik, Amsterdam Wilfried Dufourne, Utrecht Charlotte Dumas, Amsterdam Arthur Elsenaar, Groningen B.C. Epker, Leeuwarden Sidi Ettarfass, Maastricht Francien van Everdingen, Rotterdam Maarten vanden Eynde, Rotterdam Bojan Fajfric, Amsterdam Wapke Feenstra, Rotterdam Darko Fritz, Amsterdam Ksenia Galiaeva, Amsterdam Vera Galis, Gorinchem Wineke Gartz, Amsterdam R.G.A. Gerlach, Den Haag Carolien Gerritsen-Scholtes, Amsterdam Kristof van Gestel, Rotterdam Robert Geveke, Heerenveen Jac Gijzen, Breda Selby Gildemacher, Amsterdam
Dylan Graham, Amsterdam Mieke Gresnigt, Arnhem Rob Groot Zevert, Arnhem Floris Guntenaar, Amsterdam Terry van Gurp, Arnhem Robin van ’t Haar, Rotterdam Sander Haccou, Amsterdam Kate van Harreveld, Amsterdam Sara van der Heide, Amsterdam Jozef van der Heijden, Amsterdam Lino Hellings, Amsterdam Arjan van Helmond, Amsterdam Matthijs Hendriks, Groningen Caren van Herwaarden, Amsterdam Laura Heyworth, Amsterdam Thera Hillenaar, Amsterdam Barend van Hoek, Arnhem Arnoud Holleman, Amsterdam Derek Holzer, Utrecht Henriette van ’t Hoog, Amsterdam Paul van den Hout, Rotterdam Aart Houtman, Delft Annabel Howland, Amsterdam Hendrik-Jan Hunneman, Rotterdam Marcha van den Hurk, Rotterdam Wil van Iersel, Amsterdam Michael Jacklin, Amsterdam Alex Jacobs, Amsterdam Cuny Janssen, Amsterdam Cor Jaring, Amsterdam Nour-Eddine Jarram, Enschede Stephanie Jendis, Amsterdam Marijn de Jong, Rotterdam Rince de Jong, Rotterdam Henk Jonker, Amsterdam
15
Mischa Keijser, Breda Suchan Kinoshita, Maastricht Beate Klockmann, Amsterdam Klaas Kloosterboer, Amsterdam Geer van der Klugt, Amsterdam Michiel Kluiters, Amsterdam Dirk Kome, Amsterdam Ronald Koop, Den Haag Marcel Kronenburg, Arnhem Herman Lamers, Rotterdam Anna Lange, Den Bosch Sander Leemans, Amsterdam Birthe Leemeijer, Haarlem Danielle Lemaire, Breda Mariëtte Linders, Amsterdam Phoebe Maas, Eindhoven Herman Makkink, Amsterdam David Maroto, Rotterdam Miquel Marzabal Galano, Amsterdam Erik Mattijssen, Amsterdam Ronald van der Meijs, Amsterdam Ulrike Möntmann, Amsterdam Sarah Enoch, Amsterdam Arno Neeleman, Rotterdam Rinke Nijburg, Arnhem Ronald Noorman, Amsterdam Jeroen Offerman, Rotterdam Annette Ong, Amsterdam Ronald Ophuis, Amsterdam Rene Oudenhoven (vGo), Arnhem Nel Pak, Utrecht Helma Pantus, Amsterdam Stijn Peeters, Eindhoven Rune Peitersen, Amsterdam Vanessa Jane Phaff, Rotterdam
16
2.3 Toekenningen Tejo Philips, Amsterdam Ahmet Polat, Oud-Gastel David Powell, Amsterdam Bas Princen, Rotterdam Misha de Ridder, Amsterdam Martin Riebeek, Breda Wouter van Riessen, Arnhem Joke Robaard, Amsterdam Joost van Roojen, Amsterdam Marjolein Rothman, Amsterdam Melanie Rozema, Arnhem Iepe Rubingh, Rotterdam Juul Sadee, Maastricht Etta Säfve, Amsterdam Wim Salki, Lent-Nijmegen Keiko Sato, Nijmegen Maarten van Schaik, Amsterdam Roland Schimmel, Arnhem Patrick Schols, Beek Corné Schrauwen, Amsterdam Lenny Schröder, Amsterdam Sandro Setola, Rotterdam Mohamad Shirbacheh, Rotterdam Claudia Silveira De Sousa Oliveira, Amsterdam Ben Sleeuwenhoek, Middelburg Ron Sluik, Amsterdam Caroline Smit, Breda Ossip Snoeck, Den Haag Machiel van Soest, Den Haag Jean-Marc Spaans, Rotterdam Patricia Spoelder, Amsterdam Renie Spoelstra, Rotterdam Wim Starkenburg, Hoorn Peter Stel, Amsterdam
2.3 Toekenningen - 2.4 Samenstelling Commissie Basissubsidies Olaf Stevens, Gorinchem Elisabet Stienstra, Amsterdam Andrea Stultiëns, Nijmegen Thomas Sykora, Amsterdam Marjan Teeuwen, Den Bosch Nienke Terpsma, Rotterdam Claire Todd, Amsterdam Terhi Tolvanen, Amsterdam Michael Tyler, Amsterdam Anton Valens, Groningen Rene Veenhuizen, Utrecht David Veldhoen, Amsterdam Jacqueline Verhaagen, Amsterdam Ine Vermee, Tilburg Jeroen Vinken, Tilburg Roman Volgin, Amsterdam Giny Vos, Amsterdam Leo Vroegindeweij, Amsterdam Hans Wap, Rotterdam Dré Wapenaar, Rotterdam Piet Warffemius, Den Haag Silke Wawro, Amsterdam Daan van Wel, Maastricht Anne Wenzel, Rotterdam Isabella Werkhoven, Groningen Ineke Wertheim, Amsterdam HW Werther, Den Bosch Monika Wiechowska, Amsterdam Mariëlle Willems, Arnhem Luuk Wilmering, Haarlem Marten Winters, Leeuwarden Harry van der Woud, Amsterdam Pablo Ziccarello, Rotterdam Rob Zimmermann, Utrecht Albert Zwaan, Dordrecht
Productiesubsidie Heddy-John Appeldoorn, Enschede Jacob de Baan, Amsterdam Christiaan Bastiaans, Amsterdam Marie Civikov, Den Haag Peter Cleutjens, Amsterdam Joyce van Dongen, Rotterdam Maartje Fliervoet, Amsterdam Robin van Maaren, Enschede Sabine Mooibroek, Amsterdam Pink Scheerder, Amsterdam Michiel Schierbeek, Amsterdam Niels Staal, Amsterdam Michael Tedja, Amsterdam Isolde Venrooy, Rotterdam Maarten Verhaak, Amsterdam Rob Voerman, Arnhem
2.4 SAMENSTELLING COMMISSIE BASISSUBSIDIES Voorzitter Krien Clevis Leden Lise Haller Baggesen* Wim Bosch Mique Eggermont Anet van de Elzen Bas Epker Maryan Geluk* Pieter Hensen Phillipine Hoegen Esther Jiskoot Lidewij de Koekkoek Bart Lodewijks Hermen Maat Julie Mollenhauer* Ulrike Möntmann Erik Odijk Annelies Planteydt Jacobien de Rooij Ronald Ruseler Jan Schuijren Tim Vermeulen* * per 1 mei
Selectiecommissie Basissubsidies René Coelho, voorzitter Chris de Bueger Marjan Unger Elizabeth de Vaal
17
18
2.4 Samenstelling Commissie Basissubsidies
3. Stimuleringssubsidies - 3.1 Verslag
De Selectiecommissie Basissubsidies heeft 128 sollicitaties beoordeeld ten behoeve van de hernieuwde samenstelling van de Commissie Basissubsidies per 1 mei 2005. Hierbij is tevens de eventuele herbenoeming van zittende commissieleden ter sprake geweest.
3 STIMULERINGSSUBSIDIES
Van 6 zittende leden liep de benoemingstermijn op 1 mei af. Wegens bezuinigingen heeft het bestuur besloten de werkgroep C waarin de aanvragen vrije vormgeving worden beoordeeld te verkleinen van 6 naar 5 leden. Bij de samenstelling van de werkgroep is hiermee rekening gehouden. Hiermee kwam het totaal aantal vacatures per 1 mei 2005 op 5. Met het vertrek van deze leden ontstonden er vacatures op het gebied van schilderen/vrije vormgeving (sieraad/product), keramiek, beeldhouwen, kunst in de openbare ruimte en nieuwe media. De selectiecommissie heeft tijdens haar bijeenkomsten 4 kandidaten geselecteerd voor een plaats in de Commissie Basissubsidies. Hierbij is uitgegaan van een evenwichtige samenstelling van de commissie wat betreft discipline, leeftijd en ervaring met advieswerk. De selectiecommissie heeft besloten tot 1 herbenoeming in de discipline nieuwe media.
3.1 VERSLAG Adviezen Commissie Stimuleringssubsidies In 2005 vergaderde de Commissie Stimuleringssubsidies 123 keer. De 4 werkgroepen beeldende kunst vergaderden in totaal 81 keer, de 2 werkgroepen vormgeving 29 keer en de subcommissie bouwkunst 13 keer. In totaal werden 1145 adviezen uitgebracht, ruim 300 minder dan in 2004. Deze daling vond met name plaats bij beeldende kunst en bij bouwkunst. Daar staat tegenover dat de aanvragen voor vormgeving ten opzichte van 2004 iets zijn toegenomen. De daling van het aantal aanvragen kan o.a. toegeschreven worden aan de afschaffing van de werkbeurzen en investeringssubsidies (totaal 244 aanvragen in 2003) en de afwachtende houding van aanvragers ten opzichte van de subsidiewijzigingen die halverwege 2005 werden ingevoerd. Het vierde kwartaal van het jaar liet weer een duidelijke stijging van het aantal ingediende aanvragen zien. Het honoreringspercentage per discipline is bij beeldende kunst 28%, bij vormgeving 38% en bij bouwkunst 50%. Het honoreringspercentage van het totaal aantal aanvragen stimuleringssubsidies is 32,5%, een stijging van 3% ten opzichte van 2004. Bijdrage werkbudget 2005 was voor de stimuleringssubsidies een overgangsjaar. De werkbeurzen en investeringssubsidies werden afgeschaft en per 1 juni zijn de werkbeurzen en projectsubsidies opgegaan in de nieuwe bijdrage werkbudget. Tot 1 augustus gold een overgangsregeling waarin ook nog projectsubsidies ‘oude stijl’ ingediend konden worden. Een bijdrage werkbudget kan aangevraagd worden voor alles wat het werk van de aanvrager in artistiek inhoudelijk opzicht ontwikkelt en verdiept. Er zijn 2 soorten bijdragen werkbudget: een standaard en een flexibele bijdrage werkbudget. Een standaard bijdrage werkbudget bestaat uit een vast bedrag van € 2000 per maand, bij een flexibele bijdrage werkbudget is sprake van een gespecificeerde begroting al dan niet met kosten van levensonderhoud (€ 1250 per maand bij fulltime werkzaamheden). Van alle aanvragen betrof 9% een standaard bijdrage werkbudget en 12% een flexibele bijdrage werkbudget.
19
20
3.1 Verslag
3.1 Verslag - 3.2 Publicatiesubsidies
Het aantal ingediende projectsubsidies ‘oude stijl’ en flexibele bijdrage werkbudget in 2005 bedroeg samen 459, wat niet sterk afwijkt van het aantal projectsubsidies dat in 2004 werd ingediend (493). De standaard bijdrage werkbudget lijkt in een behoefte te voorzien. Met name beeldend kunstenaars die niet projectmatig werken, of die wel een duidelijk plan hebben maar (nog) geen gespecificeerde begroting kunnen opstellen omdat bijvoorbeeld de ideeën al werkende kunnen afwijken van de opzet, dienden een aanvraag voor een standaard bijdrage werkbudget in. Bij vormgeving lijkt juist de flexibele bijdrage werkbudget beter aan te sluiten bij de beroepspraktijk van de aanvrager die, eerder dan een beeldend kunstenaar, een subsidie aanvraagt voor specifieke investeringen met een bijbehorende begroting.
Publicatiesubsidies Tot 1 april 2005 zijn binnen de Regeling Stimuleringssubsidies in totaal 18 aanvragen voor een publicatie door beeldend kunstenaars ingediend en 1 aanvraag door een vormgever. Na die datum zijn publicaties van beeldend kunstenaars en vormgevers aan de gezamenlijke adviescommissie van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting voorgelegd (zie 3.2). Publicaties op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur werden evenals voorheen door de Commissie Bouwkunst beoordeeld. De 3 publicaties die deze commissie ter beoordeling kreeg voorgelegd, werden alle gehonoreerd.
Startstipendia Van alle aanvragen voor een stimuleringssubsidie betrof 44,5% een aanvraag voor een startstipendium. Het lagere aantal toekenningen bij de startstipendia beeldende kunst kan deels verklaard worden door het lagere aantal aanvragen en deels doordat er wegens de bezuinigingen op het budget minder vaak het voordeel van de twijfel is gegeven. Daarnaast wisselt ook de kwaliteit van het werk van de aanvragers van jaar tot jaar. Het lagere honoreringspercentage volgt de lijn die in 2004 werd ingezet. Bij vormgeving is het aantal aanvragen voor een startstipendium en de honorering ervan juist stabiel gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Bouwkunst laat bij de startstipendia een lichte stijging in het aantal aanvragen en toekenningen zien, waardoor het aantal startende architecten dat een beroep doet op de regeling en dat wordt gehonoreerd, een steeds groter deel gaat uitmaken van het totale budget. Praktijksubsidies Het aantal aanvragen voor een praktijksubsidie steeg bij vormgeving van 19 naar 33, bij bouwkunst daalde het aantal van 20 aanvragen in 2004 naar 14. Deze stijging c.q. daling komt overeen met het totale beeld dat beide disciplines in de totaaloverzichten laten zien.
3.2 PUBLICATIESUBSIDIES IN SAMENWERKING MET DE MONDRIAAN STICHTING Als experiment voor 2 jaar worden vanaf 1 april 2005 de publicatiesubsidies beeldende kunst en vormgeving door een gezamenlijke commissie van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting beoordeeld. Omdat in de praktijk was gebleken dat de aard van de toegekende publicatiesubsidies van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting elkaar niet veel ontliepen en uit de begrotingen niet altijd af te lezen was of een aanvraag bij beide fondsen was ingediend, is tot een gezamenlijke commissie besloten. Aanvragen van rechtspersonen werden ingediend bij de Mondriaan Stichting en aanvragen van individuele kunstenaars en/of vormgevers voor publicaties ‘in eigen beheer’ bij het Fonds BKVB. In beide gevallen moest de begroting middels een uniform calculatieformulier worden ingediend. Dit calculatieformulier wordt inmiddels door een aantal fondsen gehanteerd waardoor er een eenduidig overzicht van de totale kosten en inkomsten is. Een publicatiesubsidie kan maximaal 50% van de totale productiekosten bedragen. De adviescommissie is samengesteld uit een aantal leden van het Fonds BKVB en de Mondriaan Stichting. De commissieleden rouleren en per vergadering zijn 5 leden aanwezig, inclusief de voorzitter. Van beide fondsen is er een secretaris toegevoegd. De commissie kwam 3 keer bijeen voor de beoordeling van in totaal 65 aanvragen: 29 aanvragen werden bij het Fonds BKVB ingediend en 36 bij de Mondriaan Stichting. Het honoreringspercentage van alle aanvragen bedraagt 40%, een min of meer gelijke honorering ten opzichte van de aanvragen die
21
22 3.2 Publicatiesubsidies
3.3 Overzicht aanvragen en toekenningen Stimuleringssubsidies
door de werkgroepen beeldende kunst werden beoordeeld. De samenwerking was in eerste instantie gecompliceerder dan zich liet aanzien. Met name de verschillende formele en inhoudelijke criteria die beide fondsen hanteren bleken moeilijk in elkaar te schuiven. Niettemin geeft het gezamenlijk oordelen wel een beter inzicht in het aantal en de aard van de aangevraagde publicaties. Tevens is het voor de commissie gemakkelijker om de kwaliteit op inhoud en uitvoering van de publicatie met elkaar te vergelijken. Beide fondsen zijn overtuigd van het belang van de samenwerking en zullen deze in 2007 evalueren. In de procedure is inmiddels een aantal (administratieve) wijzigingen doorgevoerd, o.a. dat aanvragen van individuele beeldend kunstenaars/vormgevers, al dan niet in samenwerking met een uitgever of rechtspersoon, bij het Fonds BKVB ingediend moeten worden en aanvragen voor meer algemene publicaties op het gebied van de hedendaagse kunst en vormgeving bij de Mondriaan Stichting.
3.3 OVERZICHT AANVRAGEN EN TOEKENNINGEN STIMULERINGSSUBSIDIES BEELDENDE KUNST
aantal aanvragen Fonds BKVB positief 16 negatief 13 totaal 29
bijdrage werkbudget (flexibel) (per 1 juni 2005) positief 42 42% negatief 57 totaal 99
55%
Samenstelling Commissie Publicatiesubsidies Annette Portegies (voorzitter) Ellen de Bruijne Nikkie Gonnissen Xander Karskens Arnold Mosselman Ad van Rosmalen Louise Schouwenberg Berend Strik
honoreringsaantallen startstipendia 2005 2004 2003 positief 78 123 136 negatief 238 278 216 totaal 316 401 352 projectsubsidies (tot 1 augustus 2005) positief 61 101 102 negatief 170 269 236 totaal 231 370 338
percentage 2005 2004 2003 24,5% 30,5% 38,5%
26%
27%
totaal positief negatief totaal
211 539 750*
1 april 2005) 15 27 36 30 51 57
279 736 1015**
39%
29%
totaal aantal aanvragen uitgesplitst 42%
30%
31%
13%
bijdrage werkbudget (standaard) (per 1 juni 2005) positief 23 27% negatief 63 totaal 86 publicatiesubsidies (tot positief 7 negatief 11 totaal 18
23
11,5%
47%
2,5%
honoreringspercentage 298 28% 27,5% 32% 626 924**
* incl. 10 herzieningen, waarvan 1 positief is geworden ** inclusief werkbeurzen nieuwe stijl en investeringssubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
24
3.3 Overzicht aanvragen en toekenningen Stimuleringssubsidies
3.3 Overzicht aanvragen en toekenningen Stimuleringssubsidies
VORMGEVING
BOUWKUNST
honoreringsaantallen startstipendia 2005 2004 2003 positief 48 48 51 negatief 99 102 111 totaal 147 150 162 projectsubsidies positief negatief totaal
(tot 1 augustus 2005) 37 23 25 38 54 52 75 77 77
totaal aantal percentage aanvragen 2005 2004 2003 uitgesplitst 32,5% 32% 31% 50%
49%
30%
32%
25,5%
bijdrage werkbudget (flexibel) (per 1 juni 2005) positief 8 27,5% negatief 21 totaal 29
10%
bijdrage werkbudget (standaard) (per 1 juni 2005) positief 5 50% negatief 5 totaal 10 praktijksubsidies positief 14 negatief 19 totaal 33
9 10 19
15 14 29
publicatiesubsidies (tot 1 april 2005) positief 1 1 2 negatief 6 4 totaal 1 7 6 totaal positief negatief totaal
113 182 295 *
92 197 289 **
3%
42%
47%
50%
11%
100%
14%
25%
0,5%
honoreringspercentage 104 38% 32% 217 321 **
* incl. 5 herzieningen, waarvan 1 positief is geworden ** inclusief werkbeurzen nieuwe stijl en investeringssubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
32%
honoreringsaantallen startstipendia 2005 2004 2003 positief 19 16 16 negatief 29 28 29 totaal 48 44 45 projectsubsidies (tot 1 augustus 2005) positief 7 22 28 negatief 9 24 14 totaal 16 46 42
percentage 2005 2004 2003 39,5% 36% 36%
44%
48%
25
totaal aantal aanvragen uitgesplitst 48%
67%
bijdrage werkbudget (flexibel) (per 1 juni 2005) positief 6 67% negatief 3 totaal 9
16%
9%
bijdrage werkbudget (standaard) (per 1 juni 2005) positief 5 71% negatief 2 totaal 7
7%
publicatiesubsidies positief 6 negatief totaal 6
3 4 7
2 2 4
100%
43%
50%
6%
praktijksubsidies positief 7 negatief 7 totaal 14
8 12 20
5 13 18
50%
40%
28%
14%
totaal positief negatief totaal
50 50 100
54 78 132*
honoreringspercentage 53 50% 41% 73 126*
* inclusief werkbeurzen nieuwe stijl en investeringssubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
42%
26
3.3 Overzicht aanvragen en toekenningen Stimuleringssubsidies
3.3 Overzicht aanvragen en toekenningen Stimuleringssubsidies
TOTALEN STIMULERINGSSUBSIDIES (BEELDENDE KUNST, VORMGEVING EN BOUWKUNST)
TOTAAL AANTAL AANVRAGEN UITGESPLITST
startstipendia projectsubsidies bijdragewerkbudget -flexibel -standaard praktijksubsidies publicatiesubsidies
beeldendekunst 316 231
vormgeving 147 75
99 86 18
29 10 33 1
9 7 14 6
137 103 47 25
750
295
100
1145
2005 1145
2004 1436*
2003 1371*
2002 1274*
totaal aantal aanvragen
bouwkunst totaal 48 511 16 322
totaal aantal aanvragen
startstipendia projectsubsidies bijdrage werkbudget -flexibel -standaard praktijksubsidies publicatiesubsidies
27
2005 44,5 % 28 %
2004* 41,5 % 34 %
2003* 40,5 % 33,5 %
2002* 36,5 % 29 %
12 % 9% 4,5 % 2%
3% 4,5 %
3,5 % 5%
2% 4,5 %
* totaal percentage is lager dan 100 % omdat werkbeurzen nieuwe stijl en investeringssubsidies niet zijn opgenomen
gemiddeld honoreringspercentage 2005 32,5%
2004 29,5%
2003 33%
2002 37,5%
In 2005 werden 53 aanvragen op een formele grond niet in behandeling genomen. Tevens trokken 22 aanvragers hun aanvraag in voordat deze aan de commissie ter beoordeling werd voorgelegd.
* inclusief werkbeurzen nieuwe stijl en investeringssubsidies die niet in dit overzicht zijn opgenomen
N.B. Bij de bovenstaande gegevens is de beschikkingsdatum bepalend, d.w.z. de datum waarop het Fondsbestuur zich heeft verenigd met de adviezen van de commissie. Vergaderingen Commissie Stimuleringssubsidies In 2005 vergaderde de Commissie Stimuleringssubsidies 123 keer ter advisering over voorgelegde aanvragen. reguliere vergaderingen beeldende kunst 81 vormgeving 29 bouwkunst 13
28
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 TOEKENNINGEN STIMULERINGSSUBSIDIES
Simon Kentgens, Breda Aukje Koks, Breda John Konijn, Amersfoort Flore de Koning, Leiden Frank Koolen, Amsterdam S. Battal Kurt, Den Haag Lydia Lambrechts, Arnhem Ilse Leenders, Amsterdam Margit Lukacs, Amsterdam Ruben Lundgren, Amsterdam Jasper Maatman, Breda Sanja Mediç, Amsterdam Wessel Middelbos, Groningen Awoiska van der Molen, Rotterdam Josien Niebuur, Groningen Jasper Niens, Rotterdam Wycher Noord, Den Bosch Ruchama Noorda, Amsterdam Kim van Norren, Kampen Jan van Nuenen, Rotterdam Jonas Ohlsson, Amsterdam Wouter Osterholt, Rotterdam Lisette van de Pavoordt, IJsselstein Ali Rachid, Leidschendam Suzanne van Rossenberg, Leiden Donya Saed, Heerlen Erica Scheper, Westernieland Hidde van Schie, Rotterdam Iris Schiebergen, Utrecht Marieke Schoonderbeek, Amersfoort Wouter Sluis, Amsterdam Iwan van ’t Spijker, Den Haag Antoine Stemerding, Breda Sjoerd Tim, Amsterdam Mishig Togooch, Utrecht
STARTSTIPENDIUM BEELDENDE KUNST
Wafae Ahalouch El Keriasti, Amsterdam Erik Alkema, Amsterdam Inge Beeftink, Arnhem Rob van der Biezen, Rotterdam Heimir Björgúlfsson, Amsterdam Maze de Boer, Amsterdam Gijs van Bon, Eindhoven Sabrina Bongiovanni, Amsterdam Tudor Bratu, Amsterdam Judith de Bruin, Arnhem Jan de Bruin, Rotterdam Nathalie Bruys, Amsterdam Somsak Chaituch, Amersfoort Bas Coenegracht, Amsterdam Sidyon Cucaro, Hengelo Ximena Davalos, Rotterdam Jeroen Diepenmaat, Deventer Marjolijn Dijkman, Rotterdam Emma van Drongelen, Amsterdam David Elshout, Rotterdam Rutger Emmelkamp, Amsterdam Frido Evers, Vught Stella Faber, Amsterdam Haadjar Fris, Rotterdam Mels de Gooijer, Amsterdam Tom de Groot, Den Haag Thijs groot Wassink, Amsterdam Yvonne Grootenboer, Amsterdam Erik Habets, Maastricht Laurens Hensbergen, Amsterdam Nathan van Heynsbergen, Amsterdam Yutaka Hoshino, Aalsmeer Ramon Hulspas, Eindhoven Kristine Hymøller, Amsterdam Brenda Kamphuis, Amsterdam
Roel van Tour, Rotterdam Marloes de Valk, Rotterdam Suzanne Valkenburg, Arnhem Daniel van der Veer, Arnhem Sarah Verbeek, Amsterdam Dave Vriens, Rotterdam Jochem de Vries, Amsterdam Freerk Wieringa, Rijssen
29
30
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
STANDAARD BIJDRAGE WERKBUDGET BEELDENDE KUNST
Tatiana Iassievitch (Amsterdam): voor het maken van een aantal handgekleurde litho’s en een serie schilderijen in een artist-in-residency op het eiland Kronshtadt bij St. Petersburg. Ook wil Iassievitch vooronderzoek doen naar het fenomeen van particuliere postbezorging in verre uithoeken van de voormalige Sovjet Unie. De chauffeurs maken als bewijs van ontvangst een polaroid foto waarop de ontvangers te zien zijn met pakketten of geld. Deze foto’s en verhalen eromheen zullen de basis vormen voor een publicatie.
Teike Asselbergs en Elias Tieleman (Amsterdam) (ORGACOM): voor het realiseren van een kunstproject in een hotel in Tirana dat een hedendaagse herinterpretatie wordt van de Saze (een traditioneel orkest dat rond 1900 in Albanese hotels speelde). De meest vermaarde Saze’s toerden rond; op deze manier kwam de lokale bevolking in aanraking met liederen en geschiedenissen uit andere delen van het land. Het project beoogt bij te dragen aan de ontwikkeling van dit hotel als ‘kunst’hotel. John Biesheuvel (Amsterdam): voor het realiseren van het project See yourself at last, een installatie waarbij alle werken (tekeningen, muurschilderingen, schilderijen en video’s) op zichzelf staan maar inhoudelijk en formeel een verbinding aangaan waardoor er een Gesamtkunstwerk ontstaat. Voebe de Gruyter (Brussel): voor een onderzoek naar symmetrie in de kwantumphysica/M-theorie en naar systemen in de huidige biologie in relatie tot haar beelden. De Gruyter is op zoek naar eigen theorieën, maar wil zich daarvoor eerst verdiepen in de wetenschap. Milou van Ham (Rotterdam): voor een werkperiode in de kunstenaarswerkplaats Daglicht/Beeldenstorm in Eindhoven. Nadat Van Ham voornamelijk werk in opdracht gemaakt heeft, stelt deze werkperiode haar in staat zich inhoudelijk te verdiepen en om autonoom werk te ontwikkelen. Lieven Hendriks (Amsterdam): voor het maken van een nieuwe serie schilderijen voor een solotentoonstelling bij galerie Vous Etes Ici (Amsterdam). Bepalend in deze schilderijen zijn de trompe-l’oeils van kogelgaten. Nan Hoover (Berlijn): voor het voortzetten van een werkperiode in Berlijn waar zij zich, na jaren van werken met video en performances, meer wil toeleggen op o.a. het maken van werken op papier. Ook wil Hoover tijdens deze werkperiode experimenteren met combinaties van verschillende media met ruimte en licht.
Saskia Janssen (Amsterdam): voor het uitwerken van ideeën die zijn ontstaan tijdens een werkperiode in een nieuwe artist-in-residency in de provincie Yunnan in Zuid China en voor het maken van nieuw werk ten behoeve van diverse tentoonstellingen. Eric Knoote (Amsterdam): voor het maken van een aantal nieuwe schilderijen waarbij hij de transparantie van olieverf op aluminium onderzoekt. De kleur moet zo transparant mogelijk worden zodat de reflecterende werking van de aluminiumplaat in stand blijft. De lijnen van de voorstelling worden dik tot zeer dik in olieverf uitgevoerd. Gertjan Kocken (Amsterdam): voor 3 verschillende projecten: voor de uitwerking van een film/installatie over de oorspronkelijke bevolking van Noordelijk Amerika waarvoor Kocken tijdens zijn verblijf in het Banff Centre for the Arts in Canada materiaal heeft verzameld; voor het maken van een fotoserie in het kader van The Past and the Present in het Nederlands Fotomuseum en voor het maken van nieuw werk voor een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Paul Kooiker (Amsterdam): voor een werkperiode in het Chinese European Art Center (CEAC), Xiamen (China). Een deel van zijn onderzoek tijdens deze werkperiode gaat over de vraag hoe de amateur-fotografie in China zich de laatste jaren heeft ontwikkeld (zijn er b.v. fotoclubs, fotostudio’s, modellenbureau’s).
31
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst Erik van Lieshout (Rotterdam): om nieuw werk te maken voor de Berlin Biënnale 2006 waarvoor Van Lieshout een fietstocht door Duitsland maakte. Gedurende zijn tocht stelde hij allerlei mensen simpele vragen over liefde, politiek, de relatie Oost-West en raakte hij in gesprek met buitenlanders die in Duitsland wonen. Jurriaan Molenaar (Weesp): voor het maken van een serie nieuwe schilderijen voor (solo)tentoonstellingen bij galerie Fiebach & Minninger in Keulen, ACB-galerie in Boedapest en galerie Tanya Rumpff in Haarlem. Magnus Monfeldt (Amsterdam): om een film te voltooien die gebaseerd is op herinneringen en materiaal uit het persoonlijke archief van Bob Tollefson, lid van een homoseksuele motorrijdersclub in Denver. De helft van deze motorclub is inmiddels overleden (grootdeels aan de gevolgen van HIV). Zelf opgegroeid in een omgeving van hetero macho motorrijders wil Monfeldt met deze film commentaar geven op het debat over Aids. Pablo Pijnappel (Amsterdam): voor een nieuw project over zijn vader. Pijnappels vader is een kunstenaar die nooit veel erkenning voor zijn werk heeft gekregen. Als schilder woonde hij 10 jaar in Parijs, 9 jaar in New York en 8 jaar in Japan. Nu, op 50-jarige leeftijd, gescheiden en met 4 kinderen over de hele wereld verspreid, leeft hij eenzaam in zijn geboorteland Brazilië. Jan Jaap de Ruig (Amsterdam): als bijdrage aan The Power of Imperfection, een reeks Europese solotentoonstellingen waarvoor De Ruig 2 nieuwe videoinstallaties en Cahier #5 wil realiseren. Cahier #5 zal bestaan uit o.a. een lange, essayistische tekst rond het thema The Power of Imperfection. Tobias Schalken (Den Bosch): om te werken aan een nieuw ruimtelijk beeld waarbij Schalken ernaar streeft dat de toeschouwer op een bijna voyeuristische manier getuige wordt van een intiem moment van angstig verlangen.
Marjan Teeuwen Huiskamer III / 6, 2005
32
Charlotte Dumas zonder titel, 2002
Roy Villevoye Andreas Saráu, Aorket, 1998 (Uit de serie: Rood Katoen / Red Calico 1998/2000)
Helena van der Kraan Isa, 2003
Jan Koster Het Balgzand, 2003
Marnix Goossens Sunset on Canvas, 2004
Frank van der Salm Domicile, 2002
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst Diana Scherer (Amsterdam): voor een werkperiode om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van ambachtelijke werken van keramiek gecombineerd met het medium fotografie. Roland Sohier (Utrecht): voor een werkperiode in de kunstenaarswerkplaats Daglicht/Beeldenstorm in Eindhoven. Tijdens deze periode gaat Sohier experimenteren met andere materialen om reliëfs en ruimtelijke tekeningen te maken die naar hij hoopt als bronzen deuren voor een gebouw gebruikt kunnen worden.
Gertjan Kocken Enschede, Mei, 2005 (1 uit serie van 11 over de wederopbouw van ‘Roombeek’)
Roy Villevoye (Amsterdam): om materiaal te verzamelen en opnames te maken voor een nieuwe film (i.s.m. Jan Dietvorst). Onderwerp van de film is een jonge Nederlander die met zijn gezin is geëmigreerd naar een klein dorp in de buurt van Verdun omdat hij vanaf zijn vroege jeugd is geobsedeerd door de Eerste Wereldoorlog. Al jaren is zijn dagelijkse bezigheid het zoeken naar resten van de oorlog op de voormalige slagvelden. Guido van der Werve (Amsterdam): voor het werk Nummer Zes Steinway grand piano. In tegenstelling tot zijn eerdere werken wordt deze film een documentaire. Uitgangspunt is Van de Werve’s frustatie dat hij nooit zijn droompiano, een Steinway vleugel, zal kunnen bekostigen. Margret Wibmer (Amsterdam): voor het maken van nieuw werk voor een tentoonstelling in de Kunstvereniging Diepenheim. Uitgangspunt van de installatie is een voormalig beursgebouw in Brooklyn NY, waar Wibmer jarenlang woonde, dat moet wijken voor ingrijpende bouwplannen in die buurt.
33
34
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
De volgende projecten werden ondersteund met een projectsubsidie of flexibele bijdrage werkbudget en uitgevoerd in het kader van ADAM, een internationale kunstmanifestatie georganiseerd door SMART Projects Space, Amsterdam.
Dirk van Lieshout (Rotterdam): voor Side Scan Sonar, een interactieve installatie in de vorm van een drijvend platform (boei) in de haven dat lokale geluiden uit de omgeving opnam en direct uitzond. Doel was bezoekers geluiden te laten horen die dagelijks nauwelijks worden waargenomen.
Marco Cops (Amsterdam): voor het project DAZZLEshelter HOMELESS, ‘woningen’ voor daklozen; ouderwetse kartonnen dozen worden voor het oog verborgen door middel van foto’s van de omliggende omgeving met als doel dat de werken naadloos opgaan in de omgeving. Yael Davids (Amsterdam): voor een nieuwe performance/installatie die bestond uit een houten vierkant met dubbele, holle wanden en open einden. Acteurs begaven zich tussen de wanden en lazen een tekst voor terwijl ze zich voortbewogen door de installatie. Ni Haifeng (Amsterdam): voor het project Leftovers of ADAM waarvoor Haifeng gedurende 3 maanden vuilnis van Amsterdammers uit verschillende stadsdelen verzamelde, documenteerde en fotografeerde met als uitgangspunt het zichtbaar maken van cultuurverschillen. Uiteindelijk werden 7 foto’s op billboardformaat vertoond. David Haines (Amsterdam): bijdrage aan een geluidsproject dat bestond uit een reactie/ode op de stad Amsterdam, in de vorm van een lied over het Mercatorplein. Job Koelewijn (Amsterdam): bijdrage aan het project Jump. Koelewijn realiseerde een ruimte waarin alle muren waren bekleed met spiegels en op de vloer een sloot was aangebracht die aan 2 kanten was omgeven met gras. Doel van het werk was de toeschouwer te prikkelen om te ontdekken waar de mogelijkheden liggen binnen de stedelijke beperkingen. Pim Komen & Karen Murphy (Amsterdam): bijdrage aan het videoproject This is not Burt Reynolds and Sally Field ‘spontaneously’ charming each other for the first time, dat vertoond werd in verschillende Amsterdamse trams.
FLEXIBELE BIJDRAGE WERKBUDGET BEELDENDE KUNST Thomas Ankersmit (Leiden): voor het ontwikkelen van een nieuwe installatie waarbij Ankersmit gebruik wil maken van een uniek, nieuw luidspreker systeem (Hyper Sonic Sound) dat klank in dunne stralen (vergelijkbaar met laserstralen) kan ‘projecteren’. Hierbij is klank alleen binnen de dunne geluidsstralen te horen. Mark Bain (Amsterdam): bijdrage aan de installatie Feed Carnivore, de verbeelding van de televisie van de toekomst. De bedoeling is dat de installatie een ‘self mix’ wordt zonder enig menselijk ingrijpen, een totale beeldimplosie die zichzelf voedt. Door middel van constante mediauitzendingen als basismateriaal toont de installatie televisie als hypervisionaire constructie. Elena Beelaerts (Amsterdam): bijdrage aan het project Acute Zona! Occult Outer, een tentoonstelling i.s.m. Jovi Schnell en Fritz Welch, in The Drawing Center in New York. Acute Zona! Occult Outer is de laatste in een serie van tentoonstellingen waarin kunstenaars op zoek gaan naar de relatie tussen installatie- en ‘live’-kunst. Gerard Caris (Maastricht): bijdrage aan het kunstenaarsboek Gerard Caris Pentagonism / Pentagonismus (werktitel) waarin het werk vanuit een wetenschappelijke en filosofische invalshoek wordt beschouwd. Met essays van nationale en internationale auteurs, o.a. Evert van Uitert (Emeritus Professor Universiteit van Amsterdam), Richard Gassen (museumdirecteur Wilhelm-HackMuseum, Ludwigshafen am Rhein) en Semir Zeki (neurobioloog University of London).
35
36
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Arno Coenen (Amsterdam): voor het maken van nieuw werk voor de tentoonstelling Battlefield/slagveld bij artspace PAKT (Amsterdam) en voor het evenement Game Paused in de Apart Gallery (Londen). Coenens bijdrage bestaat uit een hedendaags monument over de oorlog in Irak: een collage van mediabeelden zoals beroemde nieuwsfoto’s en foto’s van Bush, Blair en Aznar.
Olivia Glebbeek (Amsterdam): voor een werkperiode van 3 maanden bij de Chang Dong Artstudio, Seoul in Zuid-Korea waar Glebbeek met de camera op zoek gaat naar de schone schijn van het land. Naast haar fascinatie voor de Koreaanse samenleving, speelt ook de fascinatie voor een land in ontwikkeling bij Glebbeek een belangrijke rol.
Rob Coenen (Amsterdam): voor het volgen van de studie Interdisciplinary Computing and the Arts Major (ICAM) aan het Visual Arts departement van de University of California San Diego (UCSD). Coenen krijgt hier ook de mogelijkheid te werken in het medialab van het prestigieuze Center for Research in Computing and the Arts (CRCA). Karin van Dam (Amsterdam): voor een werkperiode van 3 maanden in het Chinese European Art Center (CEAC), Xiamen (China) om onderzoek te doen naar verpakkings- en verbindingsmanieren (zoals touwtjes en lichte verpakkingsmaterialen die Chinezen vaak gebruiken in het dagelijks leven). Het werk dat gemaakt is tijdens de residency wordt getoond in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en de Bewaerschole in Haamstede. Moritz Ebinger (Zaandam) en Dick Tuinder (Amsterdam): om in te kunnen gaan op de uitnodiging van de Foundation Insight for the Arts om 6 weken op Aruba te werken om een individueel kunstproject te realiseren. De periode werd afgesloten met een solopresentatie in de expositieruimte van de Art Studio Insight. Hans Eijkelboom (Amsterdam): voor telkens een periode van 2 maanden werken en fotograferen in Parijs, New York en Shanghai. Eijkelboom wil zichtbaar maken hoe, in zijn ogen, in verschillende wereldsteden de spanning tussen het lokale en het globale steeds sterker wordt. De serie wordt tentoongesteld in het FOAM, Amsterdam. Marcin Gajewski (Amsterdam): om de studie Master of Fine Art aan het Central Saint Martins College of Art and Design in Londen te volgen.
Marnix Goossens (Amsterdam): bijdrage aan het maken van nieuw werk voor de solotentoonstelling Diep Licht in het Fries Museum in Leeuwarden. In Goossens’ werk staan landschappen en portretten centraal. In de weergave van deze onderwerpen richt zijn aandacht zich vooral op de overweldigende schoonheid van de natuur, de door de mens gecreëerde natuur, absurditeiten, zelfportretten en portretten van anderen. Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie. Gillion Grantsaan (Amsterdam) en Hilarius Hofstede (Hilversum): bijdrage aan project SPOPT, Sport, Kunst en Populaire Cultuur, een tentoonstelling in Overgaden in Kopenhagen (Denemarken). Met SPOPT willen Grantsaan en Hofstede een esthetisch landschap schilderen waarin tendensen van hedendaagse globalisering kritisch worden uitgelicht. Op de tentoonstelling wordt van beide kunstenaars verschillend werk getoond: digitale werken, tekeningen, objecten, altaren en een centrale vloerinstallatie (een ‘mikadospel’ met kapotte ijshockeysticks waaraan het publiek actief kan deelnemen). Kaleb de Groot (IJmuiden): voor ZUKUNFT/FLAT VIRGIN: Een monument van de toekomst, de verbeelding van een omgevallen obelisk gemaakt van steigerpijpen en witte krimpfolie voor het 5e Kunstfestival Magdebrug. Dit festival beoogt de ontmoeting en dialoog tussen kunstenaars uit Oost- en West Europa mogelijk te maken. Cécile van Hanja (Haarlem): om in te kunnen gaan op de uitnodiging voor deelname aan het artist-in-residence programma bij la Napoule Art Foundation in Frankrijk. De verblijfsperiode wordt afgesloten met een tentoonstelling.
37
38
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Casper Hoogzaad (Rotterdam): voor het maken van een reis naar Suriname en Brazilië om onderzoek te doen naar de vruchten, vegetatie en ecologie in deze landen. Hoogzaad maakt tijdens de reis foto’s die als inspiratiebron dienen voor het schilderen in zijn atelier.
Peter Otto (Arnhem): voor een werkperiode in het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC, Den Bosch) om 6 grote keramische beelden te vervaardigen. Dit nieuwe werk wordt gemaakt voor tentoonstellingen op verschillende locaties: in het Beelden aan Zee Museum (Scheveningen), het Teylers Museum en/of het Lehmbruck Museum (Duisburg) en het Kurhaus (Kleve).
Germaine Kruip (Amsterdam): voor het realiseren van The Wavering Skies, een lichtinstallatie die tijdens de Frieze Art Fair in Londen werd getoond. De titel verwijst volgens Kruip naar de wisselende golfbeweging van het licht in de installatie maar ook naar een gevoel van twijfel en onzekerheid in een wereld die veilig en overzichtelijk lijkt. Marrigje de Maar (Groningen): bijdrage aan een reis door China om o.a. in Beijing en op het Chinese platteland te fotograferen. De Maar beoogt met het fotoproject een verhaal te maken over de wortels en de creativiteit van mensen en hun ‘life-style’ in zowel de steden als het platteland van China. Ook wil zij experimenteren met een voor haar nieuw medium, nl. videogeluid. Hans van der Meer (Amsterdam): voor het fotoproject Europese Velden, landschap van het amateurvoetbal. Na het verschijnen van de publicatie Hollandse Velden breidde Van der Meer zijn werkterrein uit naar Europa en legde hij het amateurvoetbal uit de onderste regionen vast. De foto’s verschenen in de gelijknamige publicatie en werden tentoongesteld in Museum Boijmans van Beuningen. Geert Mul (Rotterdam): bijdrage aan ZeitGeist, een interactieve installatie die de toeschouwer onderdompelt in een wereld van visuele informatie. De informatie is minutieus geordend, maar niet volgens de criteria die de toeschouwer zelf zou toepassen. Mul hoopt hiermee een herbezinning teweeg te brengen over de betekenis van de beelden. Mark Nozeman (Amsterdam): bijdrage aan het tentoonstellen van het fotoproject Os Sertões op uitnodiging van het Mostra SECS de Artes (World Cultural Forum) in Brazilië. SECS heeft een professionele infrastructuur en een groot publiek te bieden. Bovendien zijn er afdelingen door het hele land zodat de tentoonstelling eventueel ook kan reizen.
Sanne Peper (Amsterdam): voor All Dressed Up / No Place To Go, een fotoproject in de vorm van een publicatie bestaande uit 2 delen, die samen een verhaal vertellen over de duistere kant van de maatschappij waar tijd, geld en angst regeren. Het eerste deel, All Dressed Up, bevat foto’s die Peper de afgelopen 12 jaar maakte van Toneelgezelschap Dood Paard. Het tweede deel, No Place To Go, bestaat uit foto’s van gebouwen en stedelijke gebieden, geschoten in verschillende wereldsteden. L.A. Raeven (Amsterdam): bijdrage aan verschillende films en performances in New York (performance en film voor LMAK Projects, Chelsea), Brussel (korte film voor tentoonstelling Thin Line in de ijskelders van het VUB) en Miami (performance Miami Beach). Zeger Reyers (Den Haag): voor het vervaardigen van een aantal foto’s die niet eerder zijn geprint. Deze nieuwe prints zal Reyers tijdens een tentoonstelling in de Brummelkamp Galerie van het AMC (Amsterdam) in een groter geheel presenteren. Martijn Schuppers (Groningen): bijdrage aan de productie van 6 toonexemplaren van nieuw werk dat tijdens een werkperiode in New York is ontstaan. Deze digitale fotoprints werden in combinatie met een aantal schilderijen getoond in een solotentoonstelling bij galerie Vous Êtes Ici (Amsterdam). Thomas Sykora (Amsterdam): voor het volgen van een workshop bij The Workshops, Maine (Verenigde Staten), een gerenommeerd internationaal instituut op het gebied van fotografie, documentaire en televisie.
39
40
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Marjan Teeuwen (Den Bosch): bijdrage aan een presentatie van films en foto’s in het Museum Plantin Moretus en het Hessenhuis in Antwerpen in het kader van het project Free Space 2005, een initiatief van NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum).
nu dood zijn verklaard. Niet om ze te documenteren maar voor de creatie van een nieuwe geschiedenis waarin de werkelijkheid hand in hand gaat met de verbeelding en fantasie.
Boris Tellegen (Amsterdam): bijdrage aan een nieuwe installatie voor de tentoonstelling Static Free: een grote robot opgebouwd uit de letters van de alias van de kunstenaar (Delta). De robot werd gepresenteerd in de Space Gallery in Pittsburgh.
PROJECTSUBSIDIES BEELDENDE KUNST
Ivonne van der Velden (Den Bosch): bijdrage aan het realiseren van een ‘site specific’ werk, een installatie die is vormgegeven als een binnenruimte, als een donker en absurdistisch huis. De installatie wordt tentoongesteld in Cultureel Centrum ’t Spectrum in Schijndel. Jan Maarten Voskuil (Haarlem): bijdrage aan het project Spare Parts; het ontwikkelen en produceren van losse bouwstenen voor zijn werk dat bestaat uit linnen op spieraam modules, verbindingsklemmen voor deze doeken en modules in gezeefdrukt plastic. Met deze technieken tracht Voskuil ruimtelijke schilderijen te maken. Zowel het ontstaansproces van Spare Parts als het resultaat worden tentoongesteld. Erik Wie (Amsterdam): voor het maken van nieuwe video’s die werden getoond op de 5e editie van het Internationale Kunstfestival Magdebrug (Duitsland). Thema van de tentoonstelling was ‘Tijdreis, Sporen in Wording’. Zoals altijd zoekt Wie in zijn werk de confrontatie met het publiek; om dit te bewerkstelligen gaf hij de Magdeburgers een tekst die bij alle lezers moet beklijven en tot nadenken stemt. Monika Wiechowska (Amsterdam): voor een werkperiode van 6 maanden in het International Studio & Curatorial Program (ISCP) in New York om haar werkwijze te veranderen en zich meer open te stellen voor contacten met andere kunstenaars, kunstcritici en publiek. Tijdens haar verblijf gaat Wiechowska op zoek naar de overblijfselen van plekken die ooit leefden maar
Franco Angeloni (Amsterdam): bijdrage aan het project The Super Genetic Market (SGM). Met deze installatie wil Angeloni op ironische wijze een aantal actuele onderwerpen onder de aandacht brengen. De nieuwe versie van The SGM wordt gepresenteerd in de Bed Supperclub Project Space te Bangkok. Tim Ayres, (Amsterdam), Ab van Hanegem (Amsterdam), Han Schuil (Amsterdam) en Jan van der Ploeg (Amsterdam): bijdrage aan een verblijf als artists-in-residence in het kunstcentrum Andratx op Mallorca. Tijdens dit verblijf willen Ayres, Van Hanegem, Schuil en Van der Ploeg tijd besteden aan het helder krijgen van hun positie in de schilderkunst en kunst in het algemeen. Met elkaar wilden zij onderzoeken waarin hun werk zich van de klassieke ‘abstracte’ kunst onderscheidt. Maria Barnas (Amsterdam) en Germaine Kruip (Amsterdam): bijdrage aan het project (missingbooks). Onder deze naam willen Barnas en Kruip een reeks boeken uitgeven die niet (opnieuw) zijn uitgegeven en dus niet meer te krijgen zijn. De ontstaansgeschiedenis, de achtergrond en de redenen waarom een dergelijk boek niet meer is verschenen, wordt toegelicht in een zgn. schaduwboek. Het eerste boek dat werd heruitgegeven, was A Dark Day of Justice van de linkse Argentijnse schrijver Rudolfo Walsh. Nico Bick (Amsterdam): bijdrage aan een fotografisch onderzoek naar de ruimte van het bewaren. Bick hoopt hiermee te bereiken dat de beelden worden gezien voorbij de context waarin ze zijn gemaakt. Het gaat dus niet om een foto van een archief maar om een beeld met specifieke informatie en complexiteit die het mogelijk maakt ernaar te kijken om het beeld zelf.
41
42
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Waldo Bien (Amsterdam): bijdrage aan een kunstenaarsboek over het werk van Jacobus Kloppenburg en het Gesamtkunstwerk Archive for the Future, dat n.a.v. een juridisch conflict met de gemeente Amsterdam al jaren in containers is opgeslagen.
Charlotte Dumas (Amsterdam): bijdrage aan het project Eleven kinds of loneliness (werktitel) om een aantal wolvenreservaten in o.a. de Verenigde Staten en Frankrijk te bezoeken en wolven te fotograferen.
Ton Boelhouwer (Maastricht): voor het maken van nieuw werk voor een tentoonstelling in galerie Dick de Bruijn te Amsterdam. Koos Breukel (Amsterdam): bijdrage aan de fotoserie De Cosmetische Blik, een reeks portretten van blinden en slechtzienden. Een selectie van de serie verscheen op de achterpagina van NRC Handelsblad en werd getoond in Galerie Van Zoetendaal. Cleo Campert (Amsterdam): bijdrage aan het vervolg op de serie Wachten ditmaal door te fotograferen in en om een flat in de Bijlmermeer in Amsterdam. Campert baseert de ideeën voor de foto’s op herinneringen aan haar jeugd in de Bijlmermeer, die zich als scènes en beelden hebben vastgezet in haar hoofd. Joost Conijn (Amsterdam): voor het maken van een film over een reis door Tinyste (Tsjechië) met een klein vliegtuig dat Conijn zelf bouwt. De ervaringen die Conijn tijdens de reis opdoet, vormen het doel van de reis en de kwintessens van de film. Ronald Cornelissen (Rotterdam): voor het maken van een nieuwe serie autonome tekeningen. Tekeningen nemen in het oeuvre van Cornelissen (installaties, performances, muziek) een steeds belangrijkere rol in. De serie werd getoond in De Hallen (Haarlem). Ad van Denderen (Amsterdam): voor het vervolg van de fotoserie met als thema Landen aan de Middellandse Zee. Na eerder de kuststrook van Spanje, Israël en de Bezette Gebieden en Albanië gefotografeerd te hebben, wil Van Denderen de serie vervolgen in o.a. Griekenland, Turkije, Egypte en Libanon.
Martijn Engelbregt (Amsterdam): voor de performance W.V.U.E.D.U.G.W.O.D.P. die Engelbregt ontwikkelde in opdracht van de Stichting Pleinmuseum (een mobiel tentoonstellingspaviljoen bestaande uit 7 projectieschermen dat langs 7 Nederlandse en Vlaamse steden reisde). In Engelbregts bijdrage werd het publiek rond het paviljoen direct aangesproken zodat hun gedrag bepalend was voor het verloop van de avond en op projectieschermen live was te volgen. William Engelen (Rotterdam): voor het realiseren van 2 nieuwe installaties die gepresenteerd werden op de tentoonstellingen 50 jaar Documenta, Archive in motion in het Fridericianum te Kassel en Verstrijken in de MKgalerie.nl te Rotterdam. Marenka Gabeler (Delft): voor het tweede en tevens laatste jaar van de studie MA painting aan het Royal College of Art (RCA) te Londen. Klaas van Gorkum (Rotterdam) & Iratxe Jaio (Rotterdam): voor een werkperiode van 6 maanden als artists-in-residence in het Centrum voor hedendaagse kunst in Bilbao (BilbaoArte), Spanje. Het BilboaArte is een instituut dat ateliers beschikbaar stelt en workshops biedt aan jonge kunstenaars. Jasper de Haan (Rotterdam): bijdrage in de kosten van het project Blue Dark Room dat met een speciaal soort, lichtgevend pigment wordt gemaakt. Het werk wordt getoond in het NAi, Rotterdam. Mathilde ter Heijne (Amsterdam): voor een nieuwe video met als uitgangspunt een aantal films uit de jaren ’20 en ’40; 1 actrice speelt daarin een dubbelrol waarin de ene persoon het tegendeel van de andere vertegenwoordigt. Voor de setting wordt samengewerkt met een kunstenaar die aan ‘matte-painting’ (het schilderen van achtergronden en voorgronden op canvas en glas) doet.
43
44
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Michiel Henneman (Enschede): om de studie MA in Sculpture te kunnen volgen aan de Wimbledon School of Art in Londen.
Nederlandse kust. Met name delen van de Waddeneilanden en de zuidelijke delen van de duinenrij van de Noordzeekust wil hij nog fotograferen. Uitgangspunt zijn luchtfoto’s van de typografische dienst en de gedetailleerde kaarten die daarvan zijn afgeleid.
Loes van der Horst (Amsterdam): voor het ontwerp van denkbeeldige Ceijn, een installatie op de blinde muren van het Rijksmuseum Twenthe en het Balengebouw in het centrum van Roombeek, die met elkaar verbonden zijn door een laan met bomen. Door de installatie, een tekst bestaande uit een zin, ontstaat een interactie tussen de gebouwen. Robbert van der Horst (Ermelo): bijdrage aan de realisering van een performance in het Ludwig Museum in Budapest, als onderdeel van een serie internationale performances die het museum organiseert. Van der Horst werd hiervoor uitgenodigd n.a.v. een tentoonstelling over Hongarije aan zee in Las Palmas (Rotterdam). Annabel Howland (Amsterdam): bijdrage aan onderzoekskosten voor een tentoonstelling en het ontwerpen en bouwen van een website voor het project Drains, Cables and Cuts (werktitel), een onderdeel van Silicon Fen. Silicon Fen, een samenwerking tussen de Film and Video Umbrella en de Norwich School of Art and Design, is een 3-jarige programma van soloprojecten van diverse kunstenaars. Rini Hurkmans (Amsterdam): voor het realiseren en afronden van projecten; een tentoonstelling in Genève, waarvoor nieuw werk binnen een oude serie wordt gerealiseerd en een tentoonstelling bij Galerie Lumen Travo (Amsterdam) met als doorlopend thema het begrip ‘Homeland’. Iris Kensmil (Amsterdam): voor een werkperiode van onderzoek en experiment. Kensmil wil nieuwe ideeën uitwerken in een aantal studies en vervolgens een serie schilderijen maken. Nieuwe benaderingen zijn o.a. het ingaan op context en locatie van presentaties en het zoeken naar oplossingen om teksten op een andere manier in het beeld te verwerken. Jan Koster (Amsterdam): voor het voortzetten van zijn fotoserie van het Nederlandse kustlandschap. De afgelopen jaren fotografeerde Koster de
Couzijn van Leeuwen (Amersfoort): voor een werkperiode van 3 maanden in het Europees Keramisch Werk Centrum (EKCW) in Den Bosch om te experimenteren met de materialen karton en klei. Gabriel Lester (Groningen): voor het volgen van een cursus aan de New York Film Academy. De periode voor de Rijksakademie werkte Lester vooral met film en video, maar tijdens de academie en de jaren daarna concentreerde hij zich vooral op het maken van installaties, objecten en performances. Lester wil de cursus volgen om zijn film- en video-ervaring verder te ontwikkelen. Toon Michiels (Den Bosch): bijdrage aan het fotoproject Alleen het onderweg zijn telt voor het Museum van Bommel van Dam in Venlo. De presentatie toont foto’s die Michiels maakte tijdens zijn reizen naar Santiago de Compostela (Spanje). Melvin Moti (Rotterdam): bijdrage aan de film The Black Room die werd vertoond tijdens een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. De coördinaten van The Black Room worden gevormd door het leven van de surrealistische schrijver Robert Desnos (1900 – 1945) en beelden van de Zwarte Kamer uit de kleine Romeinse Villa Agrippa in Boscotrecase, bij Pompeï. Aan de hand van een fictief, door Moti geschreven interview met Desnos, tast de camera de elegante frescoschilderingen op de muren van de Zwarte Kamer af. Mouchette (Amsterdam): bijdrage aan een nieuw project waarbij de methode van engagement verder wordt onderzocht en ontwikkeld voor een nieuw Chinees internet personage.
45
46
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Mayumi Nakazaki (Amsterdam): voor een werkperiode in Location One in New York alwaar Nakazaki zich wil richten op een vervolg van zijn onderzoek met als thema ‘Onze ideeën over culturele intergratie in relatie tot emancipatie en participatie’. Aan het eind van het verblijf vindt een solotentoonstelling plaats.
Jan Rothuizen (Amsterdam): voor een werkperiode van 2 maanden in de Zuid-Chinese stad Guangzhou (Canton) op uitnodiging van het kunstenaarsinitiatief Vitamin Creative Space. Rothuizen gaf o.a. een lezing over zijn eigen werk op de Zhongshan Universiteit en bezocht verschillende kunstenaarsateliers in de omgeving.
Arno Nollen (Amsterdam): voor een werkperiode in Rusland waar Nollen op grote negatieven (6x7) wil fotograferen in de periferie van de steden Moskou en Sint-Petersburg. Inspiratiebron is de compacte en robuuste architectuur uit het Sovjettijdperk die Nollen tijdens een eerder verblijf in Moldavië is opgevallen. Ólafur Árni Ólafsson & Liba Perez de Siles de Castro (Rotterdam): voor een werkperiode in Finland om nieuw werk te realiseren dat wordt tentoongesteld op het eerste Reykjavik Art Festival, een internationale hedendaagse kunstmanifestatie. Roma Pas (Amsterdam): voor een werkperiode in het Chinese European Art Center (CEAC), Xiamen (China), om te werken aan de installatie Buffering Walls. Deze werkperiode resulteerde o.a. in een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Pablo Pijnappel (Amsterdam): bijdrage aan een project voor een solotentoonstelling waarvoor Pijnappel aan een ongewone biografie van Felicitas Bäer (1910-2004) werkte. Het werk bestaat uit 3 delen en werd getoond in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Ilya Rabinovich (Amsterdam): bijdrage aan een fotografisch project over het complex Hotel Rossia in Moskou in het kader van haar eerder opgezette onderzoek naar het slopen van modernistische gebouwen. Rabinovich’ interesse ligt in het fotograferen van het Hotel Rossia terwijl het nog functioneert, vooruitlopend op de toekomstige sloop van dit symbolische monument. Jan Theun van Rees (Amsterdam): voor een werkperiode in Chicago om te fotograferen in het Cultural Centre alwaar de foto’s na afloop van de werkperiode werden geëxposeerd tijdens een solotentoonstelling.
Frank van der Salm (Delft): voor een visueel onderzoek naar de 4 ‘nieuwe’ metropolen in Azië (Tokio, Hong Kong, Shanghai en Singapore). Eenzijdige benadering van het fotoproject wordt voorkomen doordat deze steden verschillende geografische, historische, economische en politieke eigenschappen hebben. Hans Scholten (Amsterdam): bijdrage aan het project Urban Future (werktitel). Scholten wil grote gebieden en steden in minder ontwikkelde landen fotograferen waar een snelgroeiende stedelijke ontwikkeling waarneembaar is. Martijn Schuppers (Groningen): voor een werkperiode van 3 maanden in een studio van PointB in het New Yorkse Williamsburg om in afzondering en rust een aantal uitgangspunten van zijn werk uit te werken in nieuwe schilderijen. Arnoud Schuurman (Rotterdam): om deel te nemen aan het zomerprogramma van The Watermill Center op Long Island (Verenigde Staten). Dit zomerprogramma biedt de mogelijkheid om van gevestigde kunstenaars in een laboratoriummilieu te leren. Marike Schuurman (Amsterdam): voor een onderzoeksperiode waarin Schuurman wil experimenteren met verschillende dragers waarop foto’s kunnen worden afgedrukt zoals gaasdoek, canvas en transparant materiaal. Ook wil zij experimenteren met verschillende formaten om de verhouding tot de werkelijkheid te manipuleren. Bea Steinstra (Amsterdam): voor een periode van 3 maanden om aan een nieuwe autonome sculptuur te werken. Het beeld werd gepresenteerd samen met reeds bestaand werk op een groepstentoonstelling met Nederlandse kunstenaars op uitnodiging van het Centro per l’arte Contemporanea L. Pecci te Prato (Italië).
47
48
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - beeldende kunst
Raymond Taudin Chabot (Amsterdam): voor het volgen van de studie MA Fine Art aan het Goldsmiths College in Londen.
Judith van IJken (Amsterdam): voor een werkperiode van 3 maanden in het Chinese European Art Center (CEAC), Xiamen (China). Van IJken wil zich in het CCA concentreren op het voortzetten van haar onderzoek naar de invloed van beeldcultuur op de persoonlijke ervaring.
Martijn Veldhoen (Amsterdam): bijdrage aan Public Spaces, een video-installatie c.q. filmproject dat in zijn vertelvorm experimenteert met de verschillende manieren waarop een verhaal kan worden verteld. Public Spaces bestaat uit een lange camerabeweging die de personages volgt terwijl ze elkaar bespieden, met elkaar afspreken en elkaar mislopen. Giny Vos (Amsterdam): voor het maken van nieuw werk voor een zwembad in Amsterdam. Vos’ werk binnen in het zwembad bestaat uit een verschuivend/ veranderend licht, een bewegend zoeklicht dat op spookachtige wijze het gebouw aftast en plotseling herkenbare beelden laat opdoemen. Dré Wapenaar (Rotterdam): voor het VVP-project, een paviljoen als hommage aan Simeon Ten Holt. Het paviljoen zal een sculpturale vertaling zijn van Ten Holts muziek om zo een fusie tussen horen en zien te laten ontstaan. Marenne Welten (Middelburg): voor het maken van nieuw werk, een installatie voor de kabinetten van Museum Kurhaus (Kleve). Onderwerp van de installatie is het museum met zijn tuinen en parken. Harmut Wilkening (Amsterdam): voor een werkperiode in het Chinese European Art Center (CEAC), Xiamen (China). Wilkening wil zich hier verdiepen in het dagelijks leven in China, met name in de overeenkomsten met de westerse maatschappij. Ook zal hij technisch cultureel onderzoek doen naar Chinese keramische vaardigheden en giettechnieken in kunststof en metaal. Luuk Wilmering (Haarlem): voor het maken van nieuw werk, collages gemaakt van beeldmateriaal uit het Amerikaanse tijdschrift National Geographic. De karakteristieke esthetiek van de foto’s maakt in de collages plaats voor meedogenloze beelden van een chaotische wereld, waar iedereen langs elkaar heen lijkt te leven. Daarmee vormen de collages een ironisch commentaar op de National Geographic én op de niet-aflatende stroom nieuwsinformatie in de media waarbinnen het steeds moeilijker wordt een eigen standpunt in te nemen.
PUBLICATIESUBSIDIES BEELDENDE KUNST (t/m 1 april 2005) Irene Fortuyn (Amsterdam): voor de uitgave van het kinderboek Het Droomhuis i.s.m. de schrijver K. Schippers. Deze publicatie is ontstaan naar aanleiding van een kunstproject in München en moet gezien worden als een mobiel werk voor de openbare ruimte. Het verhaal is een ode aan de fantasie: kinderen kraken een nog niet verhuurd huis in een nieuwbouwwijk en maken van dat huis hun wereld. Herman Geerdink (Haarlem): voor een publicatie met beelden, foto’s en prenten waaraan Geerdink een eigen beeldtaal verbindt. Cuny Janssen (Amsterdam): voor de publicatie Finding Thoughts, een uitvoerige verdieping en analyse van Janssens werk van de afgelopen jaren. De uitgave verenigt tekst en circa 40 beelden (landschappen en kinderen) met de uitstraling van een schetsboek. De publicatie werd in Londen gepresenteerd bij Photographers’ Gallery. Folkert de Jong (Amsterdam): voor een publicatie met een overzicht van De Jongs werk sinds 1998. De publicatie wordt internationaal verspreid. Helena van der Kraan (Rotterdam): voor een publicatie bij een overzichtsexpositie in het Fotomuseum Den Haag. Het afgebeelde werk beslaat een periode van 35 jaar. In de publicatie worden essay’s van Paul Hefting, Hripsimé Visser, Wim van Sinderen en Edwin Jacobs opgenomen. Dana Lixenberg (Amsterdam): voor een publicatie over Lixenbergs werk, waarvoor zij daklozen op het platteland en in kleine steden portretteerde. Geraakt door de schrijnende omstandigheden en de onzichtbaarheid van deze groep is Lixenberg meerdere keren afgereisd naar Haven House, een opvanghuis in Jefferson, Indiana.
49
50
3.4 Toekenningen Publicatiesubsidies
3.4 Toekenningen Publicatiesubsidies
Jan van der Ploeg (Amsterdam): voor een overzichtspublicatie van Van der Ploegs muurschilderingen. Door de tijdelijke aard van de werken en spreiding ervan over de wereld is de behoefte ontstaan aan een goed overzicht van de muurwerken. De afbeeldingen worden begeleid door teksten van Roos Gortzak en Dr. Friederike Nymphius.
Koos Dalstra (Vlissingen) en Marion van Wijk (Amsterdam): voor de publicatie Ocean Wave, een zoektocht naar het leven en werk van de kunstenaar Bas Jan Ader. Wat er nu precies is gebeurd tijdens de laatste zeiltocht van Bas Jan Ader heeft bij kunsthistorici de afgelopen 35 jaar geen prioriteit gehad. Het onderzoek van Dalstra en Van Wijk naar de verdwijning van de kunstenaar en zijn boot is in eerste instantie empirisch: zoveel mogelijk bestaande bronnen worden minutieus op hun validiteit en betrouwbaarheid onderzocht en met nieuw verzamelde informatie vergeleken. Met het schrijven van een nieuwe kunstenaarsbiografie willen Dalstra en Van Wijk niet het werk van andere biografen nog eens overdoen maar vooral de biografische gegevens ontsluiten, waardoor de gelaagdheid van het leven en werk van de kunstenaar beter tot zijn recht komt.
TOEKENNINGEN PUBLICATIESUBSIDIES IN SAMENWERKING MET DE MONDRIAAN STICHTING Stuart Bailey (Amsterdam) en Peter Bilak (Den Haag): voor 2 uitgaven van DOTDOTDOT, een internationaal, Engelstalig magazine dat Bailey en Bilak samen hebben opgezet om grafisch vormgevers in plaats van, zoals gebruikelijk, beschouwers en journalisten, hun visie te laten geven op het eigen vakgebied en in brede zin op de visuele cultuur. Aan de eerste 10 nummers hebben o.a. Wigger Bierma, Daniel van der Velden, Experimental Jetset en vele buitenlandse vormgevers een tekstuele bijdrage geleverd. Julia Born (Amsterdam) en Joffrey Moolhuizen (Amsterdam): voor de publicatie OFOFFJOFF. Uitgangpunt voor de publicatie is de collectie kleding OFOFFJOFF. De publicatie wordt een gedrukte versie van de kledingstukken. Omdat de collectie zelf in een gelimiteerde oplage wordt geproduceerd, wordt het op deze manier voor een groter publiek toegankelijk gemaakt. De kleding wordt op ware grootte afgebeeld; geen verkleinde foto’s van een model met kleding aan, maar realsize (lifesize) en daardoor in stukken opgedeeld. Joost Conijn (Amsterdam): voor het maken van de publicatie IJzer en Video (werktitel), een boek dat inzicht geeft in hoe zijn werken tot stand komen d.m.v. tekeningen, berekeningen, verhalen en foto’s van werk-in-wording in de werkplaats. Het boek heeft een karakter van een ‘doe-boek’ dat de lezer/ gebruiker aanzet tot actie. In een losse structuur van tekeningen, schetsen, stills, berekeningen, foto’s en verhalen passeren de projecten de revue. Tekstbijdragen van o.a. Jennifer Allen en Hans Aarsman.
Helen Frik (Amsterdam): voor de publicatieThe Frik Collection. Frik ziet zichzelf als maker én verzamelaar. Sinds 1996 is zij actief haar eigen werk gaan verzamelen. Haar verzameling is niet alleen een feitelijke, fysieke verzameling, het is ook een houding, een bewuste poging om mee te doen in de wereldgeschiedenis. De publicatie bestaat niet alleen uit afbeeldingen uit de Frik Collectie, maar ook uit teksten en foto’s van haarzelf waardoor het boek een op zichzelf staand werk wordt, waarin meerdere lagen elkaar kruisen en aanvullen. Rob Hornstra (Utrecht): voor de publicatie Roots of the Rúntur; een fotografische weerslag van een reis van 2 maanden die Hornstra door IJsland maakte en zijn visie op de veranderende leefwijzen in dit land. In de publicatie wordt vastgelegd hoe het verdwijnen van de traditionele visserij heeft geleid tot enorme verveling onder IJslandse jongeren die als ultiem tijdverdrijf uren achtereen in vaste rondjes (de Rúntur) in geïsoleerde dorpen rondrijden. De foto’s worden aangevuld met uitspraken en interviews met jongeren, migranten en ouderen uit IJsland. Jeroen Kooijmans (Amsterdam): voor het uitgeven van een DVD en bijbehorend boekje over de film New York is Eating Me & The Cactus Dance. De film is een persoonlijke verwerking van de gebeurtenissen op 11 september 2001 in New York, waar Kooijmans op dat moment verbleef als artist-in-residence
51
52
3.4 Toekenningen Publicatiesubsidies
3.4 Toekenningen Publicatiesubsidies
in PS1. Het boekje fungeert als een soort ‘backstage’ van die tijd en plek, met foto’s uit de film en persoonlijke verhalen en visies van hemzelf en anderen die voor hem direct of indirect met 11 september te maken hadden.
Roland Schimmel (Arnhem): voor de publicatie Blind Spot die uit 2 delen is opgebouwd: in het eerste deel worden zwarte stippen van verschillende grootte op licht doorschijnend papier geplaatst en in het tweede deel staat juist het kleuraspect van het werk van Schimmel centraal. Hier worden full colour reproducties van zo’n 10 schilderijen getoond waarbij de spectrale kleurwerking die optreedt bij het zien van nabeelden, kenmerkend voor Schimmels werk, sterk wordt belicht. Met een bijdrage van Eva Wittcox, conservator bij het SMAK, Gent.
Richard van der Laken (Amsterdam) en Pepijn Zurburg (Amsterdam): voor een website getiteld The ABC of De Designpolitie. De website geeft, gebaseerd op de 26 letters van het alfabet, een overzicht van 10 jaar werk en inspiratiebronnen van De Designpolitie, het ontwerpbureau waar Van der Laken en Zurburg partners van zijn. De website is als een dynamisch archief opgezet met uitgevoerde en niet-uitgevoerde projecten, ideeën, fascinaties, foto’s etc. dat met name het thema ‘inspiratie’ moet benadrukken en zo dwarsverbanden legt tussen de verschillende projecten van het bureau. Naast een projectoverzicht worden ook enkele artikelen van Harmen Liemburg, David Snellenberg en Renson van Tilburg op de site gepubliceerd. Vanessa Jane Phaff (Rotterdam): voor een publicatie over haar werk ter gelegenheid van een overzichtstentoonstelling van de afgelopen 10 jaar in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem. Omdat het werk van Phaff figuratief en makkelijk leesbaar is, wordt in recensies vaak de nadruk gelegd op het navertellen van het ‘verhaal’. In deze publicatie wordt o.a. aandacht besteed aan de manier waarop de beelden geconstrueerd zijn. De cultuurhistoricus Léon Hanssen beschrijft in het boek het werk vanuit een breed cultuurhistorisch perspectief. Maria Roosen (Arnhem): voor de publicatie Maria’s, met een overzicht van haar werk tussen 1998 en 2005. Vanaf 1998 komt haar werk door een langer proces en vaak in samenwerking met anderen (glasblazers, breisters) tot stand. Die ontmoetingen en samenwerkingen zijn vaak bepalend voor het uiteindelijke beeld. Deze procesmatige manier van werken wil zij in het boek laten zien. Het boek toont niet alleen de voltooide werken, maar vooral ook de weg ernaartoe. Het boek moet een doorwerkt, precies portret worden, waarin de sleutelbegrippen over haar werk als vanzelf een plek krijgen en begrepen kunnen worden. Met bijdragen van Hans den Hartog Jager en Jennifer Allen.
Auke de Vries (Den Haag): voor de uitgave Foto Archive Auke de Vries. Aanleiding voor de publicatie is de toekenning van de Cultuurprijs van de stad Den Haag aan De Vries en de tentoonstelling over zijn werk in Stroom. De publicatie is opgezet als een beeldarchief met, zoals De Vries beschrijft, observaties en kleurenfoto’s van vluchtig waargenomen situaties, terloops opgevangen sporen en menselijke bedrijvigheid.
53
54
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
VORMGEVING
STANDAARD BIJDRAGE WERKBUDGET VORMGEVING
STARTSTIPENDIUM VORMGEVING Severine Amsing, Amsterdam Annesas Appel, Haarlem Dario Bardic, Amsterdam Kim Bekker, Nijmegen Joost van Bleiswijk, Eindhoven Menno Cruijsen, Utrecht Evelien Delfsma, Eindhoven Tjakka Diddens, Rotterdam Edwin van den Dungen, Amsterdam Eelko Ferwerda, Rotterdam Nine Fluitsma, Arnhem Afke Golsteijn, Amsterdam Gesine Hackenberg, Amsterdam Hansje van Halem, Amsterdam Simon Heijdens, Rotterdam Alfons Hooikaas, Amsterdam Sharon Houkema, Amsterdam Hederik van der Kolk, Den Haag Sara Kolster, Utrecht Bas de Koning, Den Haag Joey Kops, Amsterdam Bas Kosters, Amsterdam Karen van de Kraats, Amsterdam Joris Laarman, Utrecht Karin van Lieshout, Eindhoven Alexander van der Linden, Utrecht Louis Lüthi, Amsterdam Saar Manders, Amsterdam Janske Megens, Nijmegen Maaike Molenkamp, Amsterdam
Marthe Merel Nagengast, Tilburg Bram Nijssen, Utrecht Lotte Noordermeer, Amsterdam Patrick Pluijlaar, Houten Suzanne Poort, Amsterdam Hermanna Prinsen, Rotterdam Femke Ratering, Nijmegen Ceddo van der Tang, Zeist Rene Tichelaar, Amsterdam Peter Traag, Swalmen Bas Warmoeskerken, Utrecht Floor Wesseling, Amsterdam Stijn van Woerkom, Amsterdam Kim Wormgoor, Arnhem Roel Wouters, Amsterdam Daryl van Wouw, Amsterdam Essam Zaki, Amsterdam Maria Zalinska, Amsterdam
Krijn Christiaansen en Cathalijne Montens (Rotterdam): bijdrage voor het onderzoek Dry Tech in opdracht van Droog Design en in samenwerking met de TU Delft naar nieuwe toepassingsmogelijkheden van high-tech materialen van de afdeling Lucht en Ruimtevaartechniek aan de TU Delft. Christiaansen en Montens spitsen hun onderzoek toe op ingrepen in de openbare ruimte van lichte materialen met andere vormgevingsmogelijkheden. Harmen Liemburg (Amsterdam): een bijdrage voor een verblijf als artist-inresidence aan de Northeastern University in Boston (Verenigde Staten) waar Liemburg ook gevraagd is les te geven. Tevens bereidt hij in die periode een studiereis door de VS voor en een tentoonstelling over zijn werk in de Mills Gallery van het Boston Centre of the Arts.
FLEXIBELE BIJDRAGE WERKBUDGET VORMGEVING Jorre van Ast ( Winterswijk): voor het volgen van het 2e master studiejaar aan de afdeling Design Products van het Royal College of Art in Londen. Francisco van Benthum (Beugen): bijdrage voor een nieuw project getiteld Autumn/Winter 2006-2007 om de internationale positionering van WOLFhomme, het eigen label van Van Benthum, te versterken. Het gaat opnieuw om een mannencollectie, ontworpen vanuit het idee van een ‘showroomcollectie’ (dit is een collectie op hangers) die getoond wordt tijdens de officiële men’s ready-to-wear showweken in Milaan of Parijs en tijdens de Amsterdam International Fashion Week/Winter Edition. Irma Boom (Amsterdam): bijdrage aan een werkreis naar Bombay voor een samenwerkingsproject met de Indiase kunstenares Nalini Malani. Gedurende 2 maanden onderzoekt Boom, samen met kunsthistoricus Johan Pijnappel, het werk van Malani om een kunstenaarsboek van deze veelzijdige kunstenares vorm te geven. Tijdens haar verblijf bezoekt Boom foto- en filmarchieven en een aantal drukkers en binders om te experimenteren met speciale soorten handgeschept papier.
55
56
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
Jeroen Koolhaas (Rotterdam): als winnaar van het Black Soil Filmfestival 2004 werd Koolhaas samen met Dre Urhahn de gelegenheid geboden een videoclip te maken over de hiphop cultuur in São Paulo en Rio de Janeiro. De video wordt medegefinancierd door MTV en uitgezonden op MTV Brazilië. Een documentaire over de totstandkoming van de clip wordt uitgezonden op MTV Nederland. Doel van de documentaire is Nederlandse jongeren bewust te maken van de situatie van kansarme leeftijdsgenoten met hiphop als bindende factor.
Jasmijn Schutten (Leeuwarden): voor het volgen van het 2e master studiejaar modevormgeving aan het Royal College of Art in Londen. In dit afstudeerjaar wordt Schutten geacht een eindexamencollectie te maken waarbij zij de juiste balans tussen draagbare en gedetailleerde en grotere kledingstukken hoopt te vinden en zij met haar collectie een sterk vrouwbeeld wil neerzetten.
Erik-Jan Kwakkel en Arnout Visser (Arnhem): bijdrage aan een bezoek aan een internationale porseleinbeurs en porselein producerende bedrijfjes in Jingdezhen (China). In deze regio wordt al 2000 jaar ambachtelijke en industriële porselein geproduceerd. Kwakkel en Visser hopen met hun bezoek de mogelijkheden voor het vervaardigen van ambachtelijk porselein te onderzoeken voor gebruiksvoorwerpen die ze in eigen beheer willen produceren. Felieke van der Leest (Amsterdam): voor het maken van nieuw werk voor een solotentoonstelling in het Dorman Museum in Middelsbrough (Engeland) waar Van der Leest, door het verschijnen van een publicatie over haar werk, toe is uitgenodigd. Het Dorman Museum heeft o.a. een afdeling biologie waar Van der Leest zich in haar tentoonstelling op een of andere wijze toe wil verhouden. Elja Lintsen ( Amsterdam): voor het maken van een collectie vrouwenkleding. Met de emancipatie is volgens Lintsen de elegantie en vrouwelijkheid in kledinglijnen voor vrouwen steeds meer verdwenen. Lintsen wil met deze nieuwe collectie haar zoektocht naar de juiste vormen en silhouetten die het vrouwenlichaam op zijn mooist uit laten komen, voortzetten. Myrza de Muynck (Londen): om een vervolgstudie te volgen aan de afdeling Knitwear van het Central Saint Martins College of Art and Design in Londen. De Muynck gaat tijdens de anderhalf jaar durende studie een collectie ontwikkelen die wordt gepresenteerd tijdens the London Fashion week.
LAM de Wolf (Amstelveen): op verzoek van het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC) is De Wolf 3 maanden uitgenodigd om te experimenteren met andere materialen dan het voor haar gebruikelijke materiaal textiel. De fascinatie van De Wolf voor de kleuren en de glimmende, of juist matte, glazuurlaag van keramiek, hoopt zij uit te buiten voor experimenten met haar monumentale textielwerken die zij HANDCOMPUTER noemt.
PRAKTIJKSUBSIDIE VORMGEVING Christine Alberts, Amsterdam Elzbieta Bauer, Amsterdam Sanne Beeren, Amsterdam Philip Boas, Amsterdam Jan Boiten Amsterdam Erwin Brinkers, Amsterdam Patrick Coppens, Amsterdam Anne-Corine Datema, Amsterdam Danny van den Dungen, Amsterdam Aleksandra Gaca, Delft Maaike Gottschal, Amsterdam Richard Niessen, Amsterdam Mara Skujeniece, Amsterdam Marieke Stolk, Amsterdam
57
58
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
PROJECTSUBSIDIES VORMGEVING
aan de Karl-Marx-Allee objecten en meubels in een showroomachtige setting die voor de bezoeker een ‘total environment’ moet opleveren.
Ed Annink (Den Haag): voor zijn eerste solo presentatie in New York bij het designhuis Felissimo om zijn werk als ontwerper, curator, editor, art director en docent te tonen in een gelaagde presentatie. Annink wil in deze presentatie laten zien hoe een ontwerper breder ingezet kan worden en in staat is om een brug te slaan tussen cultuur en economie. Maarten Baas (Waalre): bijdrage voor het maken van 3 nieuwe ontwerpen voor de Salone del Mobile in Milaan (Italië); een bronzen sculptuur als souvenir voor Italië, een verdere uitwerking van zijn boekenkast Hey, chair, be a bookshell (een boekenkast die bestaat uit een verzameling oude producten) en Lost Furniture: meubelen die Baas realiseerde van afvalhout die hij vervolgens zeer fijn afwerkte met een fineerlaag, hoogglans lak en bekleding. Bas van Beek (Rotterdam): voor het kopiëren van vazen en potten van 10 gerenommeerde ontwerpers waaronder Dick van ’t Hof, Hella Jongerius, Wieki Somers en Jan van der Vaart. Van elke vaas/pot worden 10 afgietsels gemaakt, afgewerkt met 6 verschillende glazuren. Hiermee wil Van Beek het ontwerpproces bevrijden van, wat hij noemt, het ‘alles consumerende ego van de vormgever’ en tegelijkertijd bekende en minder bekende ontwerpers het ultieme compliment geven door hun werk te kopiëren. Dinie Besems (Amsterdam): voor het maken van de tentoonstelling Epibreren bij Galerie Binnen. In installatievorm wordt de zgn. stalenbibliotheek ‘10x10x10’ getoond: een verzameling van veertig zilveren/zilverkleurige objecten die binnen dit matenstramien of een veelvoud ervan, gemaakt zijn. Voor deze presentatie heeft Besems 4 ontwerpers en een beeldend kunstenaar gevraagd een stalen object van 10x10x10 te ontwerpen en ontwerpt zijzelf ‘het vierkante diner’ waarbij het eten en alle voorwerpen in vierkant wordt uitgevoerd. Frank Bruggeman (Arnhem): bijdrage voor een tijdelijke installatie in het kader van het internationale design festival DESIGNMAi in Berlijn. Onder de titel INTERIOR SEQUENCE toont Bruggeman in een voormalige winkel
Sarah van Gameren (Utrecht): bijdrage voor het volgen van een master studie aan de afdeling Design Products van het Royal College of Art in Londen. Van Gameren hoopt tijdens deze opleiding een eigen ontwerpidentiteit te ontwikkelen door kennis te maken met verschillende disciplines en grensgebieden zoals techniek, taal, kunst en wetenschap. Rob Gijsbers (Rotterdam): voor het maken van de audiovisuele productie TirolCITY; een documentaire over de impact van de toenemende mobiliteit, de mondiale economie en het veranderend recreatiegedrag op het landschap van Tirol. De video wordt gepresenteerd op de Landesausstellung Tirol 2005 in Hall (Oostenrijk). Ook het NAi in Rotterdam en het Arc en Rêve in Bordeaux hebben belangstelling getoond. Mieke Gerritzen (Amsterdam): voor het maken van de film Beautiful World over het fenomeen ‘beeldcultuur’. Gerritzen beoogt met deze ‘typografische’ film een bewustwordingsproces op gang te brengen over de rol van de media en het beeld in de huidige informatiesamenleving. Met filmteksten, reclameboodschappen en slogans van beroemde denkers en kunstenaars die door hun roem iconen zijn geworden, illustreert Gerritzen haar veronderstelling hoezeer typografie als manipulatief beeld wordt ingezet. Conny Groenewegen (Amsterdam): bijdrage voor de ontwikkeling en presentatie van een collectie kleding van het basismateriaal zwart en donkerbruin kantachtig leer dat handmatig en industrieel gestanst wordt met repetitieve kantachtige tekeningen. Volgens de techniek van het lasersnijden worden patronen aangebracht die volgens Groenewegen een zelfde verfijning hebben als tatoeages. Ineke Hans (Arnhem): bijdrage voor het ontwerp en de inrichting van de Wonderkamers in het Gemeentemuseum in Den Haag. Hans wil deze 2 kamers zodanig inrichten dat de relatie ‘functie-decoratie’ tot vormgeving inzichtelijk wordt gemaakt, gezien de afkeer die zich bij haar persoonlijk
59
60
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving
heeft ontwikkeld over decoratie die volgens haar als een ‘tijdsbeeld-saus’ over producten wordt heen gegoten.
Olga Malevanik (Amsterdam): bijdrage aan de film Vladivostok - eind van de wereld, begin van de dag. Vladivostok is de stad van herkomst van Malevanik; hier groeide zij op en voltooide ze haar studie architectuur. Na 15 jaar keert ze terug om de plekken te filmen die een prominente plaats in haar herinnering nemen.
Maria Hees (Doetinchem): voor een werkperiode van 3 weken in het Europees Keramisch Werk Centrum. Hees heeft al eerder een periode in het centrum gewerkt, nu gaat zij o.a. een masterclass van Otto Künzli volgen en wil zij haar ‘vrije’ collectie objecten verder ontwikkelen. Greetje van Helmond (Eindhoven): voor het volgen van het 1e master studiejaar aan de afdeling Design Products van het Royal College of Art in Londen. Lambert Kamps (Groningen): bijdrage voor zijn project Klok dat Kamps gaat tonen op de Salone di Mobile in Milaan (Italië); het is een klok waarbij over een plaat aluminium olie stroomt met daarin zeer fijn ijzerpoeder zodat er langzaam pixels ontstaan die getallen van uren en minuten vormen. Bas Kools (Waspik): voor het volgen van het eerste jaar van de mastersopleiding van het Royal College of Art in Londen. Marcel Kronenburg (Arnhem): bijdrage voor het project UNREPEATABLE CARPETS waarbij de mogelijkheden van een computergestuurde tapijtproductie voor ontwerpers en kunstenaars wordt onderzocht. Hiervoor laat Kronenburg software ontwikkelen waarmee de computer van de tapijtprintmachine at random afbeeldingen genereert en print om na verloop van tijd complexere figuren en combinaties van figuren te maken. Harmen Liemburg (Amsterdam): voor een tijdelijke installatie in het kader van het festival Dutailly in Chaumont ( Frankijk): het is een compositie van 7 gelaagde ‘gordijnen’ opgebouwd uit zeefdrukken op papier en een gedrukt ‘tapijt’ met ingewerkte werkboeken en objecten waar de bezoeker zich op kousevoeten een weg door kan banen. De installatie wordt in het stadhuis van Chaumont tentoongesteld.
Katja Prins (Amsterdam): bijdrage aan het inrichten van een solo-expositie in galerie Hnoss in Göthenburg ( Zweden) en het, naar aanleiding daarvan, geven van een lezing over haar werk aan de kunstacademie Ädellab in Stockholm. Daarnaast een bijdrage voor deelname van Prins aan een seminar in het Amber Centre in Gdansk (Polen) waar zij samen met tien andere kunstenaars een week met amber gaat werken. Yuliati Soeprajitno (Parijs): voor het volgen van het 2e master studiejaar aan het Institut Français de la Mode in Parijs. Tijdens de studie is veel aandacht voor samenwerking met de industrie; door het ontwikkelen van prototypes wordt volgens Soeprajitno veel inzicht verkregen in de meer commerciële kant van het modevak. Ook een stage maakt deel uit van de studie. Tjeerd Veenhoven (Groningen): bijdrage voor het ontwerpen van 3 à 4 nieuwe objecten voor de Salone del Mobile in Milaan (Italië); verschillende toepassingsmogelijkheden van het halffabrikaat hard coated foam, een isolatiemateriaal waarvan Veenhoven wandtegels, een vrieskistje en een attachékoffer vervaardigde, een veerkrachtige stoel gegoten van 2 componenten rubber en een serie bijzettafels, gecoat met groen teflon. Susan Verheijen (Eindhoven): voor het volgen van een master studie aan de Creative Academy in Milaan (Italië); Verheijen wil zich met deze studie met name richten op mode-accessoires.
61
62
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - vormgeving DUTCH TOUCH Projectsubsidies voor 12 modevormgevers voor een bijdrage aan het presenteren van hun nieuwe collectie in shows, tentoonstellingen en performances in Parijs (april-juli) en/of tijdens de fashionweek in New York (septemberoktober), georganiseerd door de Dutch Fashion Foundation. Onder de titel DUTCH TOUCH worden in een serie evenementen in prestigieuze musea maar ook in de publieke ruimte zoals metrostations, outfits van een nieuwe generatie vormgevers getoond die de grensvlakken met andere kunstvormen zoals 3-D installaties, grafische vormgeving, videokunst en fotografie opzoeken. Doel is de sociale, economische en culturele rol van de Nederlandse modevormgeving op nationaal en internationaal niveau te versterken en jong talent de gelegenheid te geven zich internationaal te profileren in een gebundelde presentatie. De deelnemers aan DUTCH TOUCH zijn Natasja Martens en Gerrit Uittenbogaard (Arnhem), Francisco van Benthum (Beugen), Mada van Gaans (Den Haag), Bas Kosters (Amsterdam), Melanie Rozema (Arnhem), Joline Jolink (Teuge), Jeffrey Moolhuizen (Amsterdam), Jan Taminiau (Tilburg), Daryl van Wouw (Amsterdam), Kim Bekker (Nijmegen) en Mary Lou Berkulin (Arnhem).
PUBLICATIESUBSIDIE VORMGEVING Linda van Deursen (Amsterdam): bijdrage voor een publicatie over het oeuvre van Mevis & Van Deursen dat naar aanleiding van een tentoonstelling over hun werk van de afgelopen 15 jaar in DDD Gallery in Osaka verschijnt. Elke pagina van het boek is opgebouwd als een collage van oud en nieuw werk waarbij getracht wordt de ontwerpoverwegingen die aan het brede oeuvre van dit duo ten grondslag ligt, te duiden. Er is ook een tekst van theoreticus/ ontwerper Paul Elliman in de publicatie opgenomen.
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst BOUWKUNST STARTSTIPENDIUM BOUWKUNST Elma van Boxel, Rotterdam Linda van Breukelen, Den Haag Brent Cazemier, Arnhem Theo Deutinger, Rotterdam Peer Glandorff, Amsterdam Harry den Hartog, Rotterdam Anne Holtrop, Amsterdam Pieter van Kruysbergen, Poppel Claudia Linders, Amsterdam Joris Lüchinger, Rotterdam Sean Matsumoto, Rotterdam Joep Mollink, Amsterdam Daniël Peters, Amsterdam Jeffrey Ross, Amsterdam Harm Timmermans, Rotterdam Nanne Verbruggen, Rotterdam Marian de Vries, Eindhoven Pim van Wijlick, Venlo Rob Willemse, Eindhoven
63
64
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst STANDAARD BIJDRAGE WERKBUDGET BOUWKUNST Bart Reuser, Marijn Schenk en Michel Schreinemachers (Amsterdam): voor 2 onderzoeksprojecten die materialiteit met een innovatieve toepassing als uitgangspunt hebben. Op uitnodiging van het EKWC in Den Bosch zijn Reuser, Schreinemachers en Schenk gevraagd een eigen visie en invulling te geven aan de baksteen en Droog Design heeft hen gevraagd in samenwerking met de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft te experimenteren met de nieuwste high tech ontwikkelingen op het gebied van vezels.
FLEXIBELE BIJDRAGE WERKBUDGET BOUWKUNST Robert van Kats (Utrecht): voor deelname aan de Eme3 Architectuurtentoonstelling in Barcelona met het project m4 town. De 5 meter lange maquette die Van Kats Architecten op dit internationale architectuurfestival voor creatieve disciplines presenteert, toont een stedelijke uitbreiding van Utrecht opgevat als een verticale woonwijk; aan een stijgende straat en landschap zijn kavels gepositioneerd, elk met een eigen woonprogramma die al naar gelang de behoefte vervangen of aangepast kunnen worden. Caroline O’Donnell (Rotterdam): bijdrage aan het tweede, tevens laatste studiejaar van Princeton University waarvoor O’Donnell een ‘thesis’ wil schrijven met als onderzoeksthema de functionaliteit van het diagram voor stedenbouwkundig onderzoek. Olga Russell (Rotterdam): voor onderzoek naar de massale verstedelijking van China. Op basis van eerder verrichte studies in Xiamen en Guangzhou tracht Russell in de documentaire Instant City haar kritische blik over de razendsnelle stedenbouwkundige ontwikkelingen in China in beeld te brengen. Het scenario is opgebouwd als een dagboek: elke dag interviewt Russell jonge ambitieuze architecten die, in haar ogen, op tamelijk naïeve wijze werken aan de opbouw van het moderne China om hiermee de traditionele Chinese stad achter zich te laten.
GROTER DAN SCHILDERKUNST Hans Aarsman 16 mei 2006 Toen het Nederlands fotomuseum medio 2004 bij mij aanklopte dat ze mijn werk wilde kopen, bleek dat ik de eerste was, ze waren net begonnen met verzamelen. Ik zag de doosjes met mijn printjes al liggen in de stellingen. Tentoonstellinkje, lijstje. Zo duf die museale verzamelingen. Waarom doen jullie het niet iets eigentijdser, heb ik gezegd, we leven toch in cyberspace? Mijn werk vrij downloadbaar maken voor particulieren was al jaren een droom van me. Ik heb altijd weerzin gehad tegen het verkopen van foto’s, de bedragen die ervoor gerekend worden. Schilderijen zijn uniek, daarom zijn ze duur. Fotografie is niet uniek, fotografie is de reproduceerbaarheid zelf. Je kunt van een negatief zoveel afdrukjes maken als je wilt. Zo’n afdrukje hoeft niets te kosten. Eindelijk een medium dat zich onttrekt aan het hebberige status-spelletje: ik heb lekker iets dat jij niet kunt betalen. En wat gaan ze doen? De oplage van foto’s kunstmatig beperken, louter en alleen om de prijzen op te drijven. En als ze het daar nou bij lieten. Hoe vaak hoor je mensen niet van een foto zeggen: het is maar een druk op de knop. Als ik er geweest was en ik had een camera bij me, had ik dezelfde foto kunnen maken. Dat is ook zo, de beste foto’s zien eruit of iedereen ze gemaakt had kunnen hebben. Dat is nou net wat ik zo bijzonder vind aan fotografie: de voorstelling wint het van de maker, de fotograaf. Er lijkt niets tussen te zitten. Een medium met een schijnbaar afwezige auteur, prachtig toch? Maar niet iedereen is daar gelukkig mee. Want stel je voor, je hebt net 10.000,- voor een foto neergeteld, je hangt hem bij je thuis aan de muur en de eerste de beste die binnenkomt roept: “Wát!10.000,- voor een druk op de knop?” Hoe dat te voorkomen? Door foto’s te kopen waaraan je kunt zien dat ze niet zomaar met een druk op de knop gemaakt zijn. Gemanipuleerde, ingewikkelde, foto’s. Waaraan iedereen kan zien dat eraan gewerkt is, dat er is uitgepakt. De maker moet aanwijsbaar aanwezig zijn. Een fotograaf die na de opname een maand achter de computer aan de foto heeft zitten sleutelen, dat is je ware. Met foto’s die zo gemaakt zijn snoer je iedere criticaster de mond. “Ziet u die
ogen, die huid, dat landschap, allemaal op de computer bijgewerkt”, legt de galeriehouder uit. Verdomd, denkt de potentiële koper, het lijkt wel een schilderij. “Deze fotograaf is erg beïnvloed door 17e eeuwse schilders”, gaat de galeriehouder verder. Hij noemt Rembrandt en Goya en Velasquez. Eigenlijk is deze fotograaf geen fotograaf, hij is ‘een kunstenaar die werkt met fotografie’. Hij schildert als het ware met de lens. Er is niets tegen schilderkunst. Ik hou van schilderkunst, bij mij thuis hangen schilderijen aan de muur, geen foto’s. Een schilderij heeft oppervlakte, het heeft volume. Een schilderij is een ding in zichzelf, klaar, af, zoals de schilder het wilde. Een foto is in zichzelf niets. Het is geen ding, zoals een schilderij. De fotograaf kan nog zoveel gewild hebben, het onderwerp is de baas. Altijd staan er dingen op die de fotograaf niet heeft gezien tijdens de opname. Het oppervlak van een foto is doods. Een foto heeft geen materie. Het is een raam waardoor je een blik op de wereld werpt. Je vraagt je onmiddellijk af: waar is dat, wanneer is dat, wie staan erop? Een foto heeft context nodig. Kan een bijschrift zijn, een krantenpagina. Maar ook: andere foto’s. Trek je schoenen uit en en neem er een foto van. Op zichzelf zegt zo’n foto niet veel. Het kan dat de vlakverdeling schilderkunstig uitvalt. Mooie compositie, wordt er dan gezegd. En mooi hoe het bruinrood van de schoenen tegen het blauw van het tapijt afsteekt. Dat soort geneuzel, het schilderijtje spelen met fotografie. Maar stel je voor dat je niet alleen die ene foto hebt van je schoenen, maar alle foto’s van je schoenen vanaf je eerste baby-schoentjes tot nu. Plak die in een album en er trekt een mensenleven aan je voorbij. Foto’s worden pas iets als je ze met andere foto’s verbindt. De zelfkant waarin Nan Goldin leefde. Dat boek, The ballad of sexual dependency, is prachtig. Daarna heeft ze de zelfkant achter zich gelaten en is het nooit meer iets met haar foto’s geworden. Compootjes, meer niet. Garry Winogrand heeft zijn leven lang als een gek de platvloersheid van het bestaan gefotografeerd in de hoop ergens, ooit, iets van zingeving te zien bovendrijven. Nooit gelukt natuurlijk. Zijn hele wanhopige oeuvre is ontroerend, niet die paar fotootjes die er steeds uitgepikt worden omdat ze toevallig op schilderijtjes lijken.
Zelf hoef ik geen foto’s te maken, ik leid geen leven dat daartoe aanleiding geeft. Wel in de periode dat ik in een camper door Nederland zwierf en Hollandse Taferelen fotografeerde. Maar nu woon ik in een huis en schrijf. Ik heb wel een camera, ik maak foto’s, bijvoorbeeld van dingen die me dierbaar zijn en die toch in de weg staan. Ik maak een foto van ze en dan gooi ik ze weg. Scheelt ruimte, een van de belangrijke eigenschappen van fotografie: een foto neemt minder ruimte in dan het gefotografeerde. Maar als het op foto’s aankomt, heb ik meer aan mijn schaar dan aan mijn camera. En aan de paar abonnementen die ik heb. Ik knip foto’s uit en leg verbanden. Met foto’s die anderen gemaakt hebben. Ik heb een grote stapel foto’s van mensen die andere mensen dragen. In Hollywood-films, na aanslagen, bruidegoms die bruiden over de drempel dragen. Waarom is het dragen zo populair? vroeg ik me op een bepaald moment af. Toen ben ik begonnen. Zelf had ik die foto’s niet kunnen maken. Maar wat doet het er ook toe? Wat is het verschil tussen ergens een camera op richten en een foto uit de krant knippen? Ik heb een veel kleiner stapeltje van hoogwaardigheidsbekleders met een speelgoedauto in handen. Hitler met het eerste model van de Kever, paus Johannes Paulus II met een model van Ferrari. Dat foto’s uit kranten vergelen is een nadeel van deze manier van collectioneren. Maar vergelen de officiële drukken van fotografen dan niet? Ik heb prints van Andreas Gursky zien hangen die vreselijk verkleurd waren. Voor een foto van de beste man is onlangs nog meer dan 2 miljoen dollar betaald. Mooi werk, daar niet van. Het grappige van een verzameling krantenknipsels is dat je het uit een krant knipt, een blad, waarvan er honderdduizenden in omloop zijn. Allesbehalve uniek. Maar blijf je een tijdje doorknippen, dan wordt de verzameling vanzelf uniek. Zou ik het stapeltje verkopen van mensen die andere mensen dragen, dan zou ik het nooit meer opnieuw kunnen maken. De kranten zijn weg, en de combinatie al helemaal. Zo wordt via een achterdeur, op een heel natuurlijke manier, fotografie toch nog uniek. Op de website van het Nederlands fotomuseum staat een foto die ik in 1988 genomen heb in Waterhuizen, een schip in een landschap met drie mannetjes op de boeg. Als je daarvan twee printjes naar het Nederlands fotomuseum stuurt, krijg je er één gesigneerd terug, de andere hou ik achter voor een tentoonstelling met al die tweede printjes. Ook die verzameling is straks uniek.
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst De printjes zijn groot, klein, geel, groen, blauw, glanzend, mat, ieder printje door iemand anders op geheel eigen wijze gemaakt. Sinds de allereerste contacten heeft het twee jaar geduurd voor het merendeel van mijn foto’s op www.nederlandsfotomuseum.nl stonden. Maar nu staan er ook wat: 99 foto’s in totaal. Met de bestanden kunnen prints worden gemaakt zo groot als een flink affiche. Naar aanleiding van de lancering verschenen links en rechts in kranten artikelen met hadden koppen als: Is een printje van een foto kunst? NRC, 5 mei 2006 Elk fotoprintje meteen kunst? Trouw, 13 mei 2006 Ik heb me eerlijk gezegd nooit afgevraagd of het kunst is wat ik doe. Bij niets vraag ik me af of het kunst is. Dat is een vraag die uit de markt komt. Waarom zou je moeten weten of de kunstmarkt iets tot kunst bestempeld heeft? Dat is vragen naar status. Fotografie is het medium van iedereen, altijd geweest. Iedereen doet het, een echt onderscheid tussen professioneel en amateur is er niet. Ik heb nooit een opleiding fotografie gevolgd, je begint gewoon. Het onderscheid zit hem veel meer in de vrijheid die je neemt, in die zin kan een huisvader een familie-album maken dat fotografisch honderden malen interessanter is dan welk professioneel fotoboek dan ook. In die zin is fotografie groter dan schilderkunst. De allesziende auteur is er niet. Het leven en het onderwerp hebben meer in de melk te brokkelen dan de maker. Toeval is de schepper in de fotografie, niet de fotograaf. Door de huidige vercommercialisering van de fotografie raakt dat aspect, dat de kern van het medium is, steeds verder op de achtergrond. Mijn actie, het vrij beschikbaar maken van mijn werk, is een druppel op een gloeiende plaat, dat weet ik ook wel. In een wereld die alleen maar massaler wordt, steeds verder globaliseert, waar alles op straat ligt, in zo’n wereld worden unieke dingen heel waardevol. Iets felbegeerds dat alleen jij hebt. Maar fotografie ís niet uniek. Trap er niet in, een foto voor de prijs van een schilderij is oplichterij. Hoogstens een combinatie van foto’s kan uniek zijn. Het foto-album met alle foto’s van je schoenen. Een stapel knipsels uit de krant, verzameld vanuit een idee. Maar niet dat ene plaatje. Dat is gedacht vanuit de schilderkunst. Met schilderkunst heeft fotografie niets gemeen, behalve dan dat beide gebruikmaken van het platte vlak.
Machiel Spaan (Amsterdam): voor onderzoek naar nieuwe ontwikkelingsstrategieën voor het dijkenlandschap in Nederland. Het betreft een vervolgstudie van Spaan die hij vanuit zijn fascinatie voor de dijkwoning eerder opzette en bundelde in de publicatie Hollandse nieuwe dijkwoningen. Dit tweede onderzoek spitst zich toe op de dijkwoningen langs de dijken bij Arnhem en Nijmegen gezien de vele interessante voorbeelden en actuele ontwikkelingen op het gebied van recreatie, dijkverlegging en bebouwing. De studie zal uitmonden in een nieuwe Dijkhuizenatlas met kaarten, beeld verhalen en ontwerpvoorstellen die o.a. in de architectuurcentra in Arnhem en Nijmegen gepresenteerd worden. Meindert Versteeg (Huis ter Heide): voor deelname aan de éénjarige postgraduate studie Computer Aided Architectural Design aan de ETH in Zürich. Volgens Versteeg brengt deze brede theoretische en praktijkgerichte opleiding hem in contact met de nieuwste interactieve en computergegenereerde architectuurmodellen die hem in staat zullen stellen zijn studies naar nieuwe materialen, kleine woon- en werkruimten en mobiele leefomgevingen te verrijken. STICHTING WORM Bijdragen werkbudgetten (beeldende kunst, vormgeving en bouwkunst) voor de realisering van een mobiel interieur voor de tijdelijke huisvesting van de stichting WORM in het voormalige VOC-pakhuis in Delfshaven (Rotterdam). Jaarlijks vinden hier ruim 100 culturele evenementen plaats in een mede door 2012 Architecten ontworpen gerecyclede omgeving met een biometrische barman van Marco Broeders (Rotterdam). Dit is een voedselautomaat met trekloketten die op basis van de elektrische geleidbaarheid van de huid van de vingertoppen en activiteit in de hersencortex bepaalt welk product op dat moment voor de consument geschikt is: een sterke borrel of ijsthee? Enkele kunstobjecten van Denis Oudendijk (Den Haag) gemaakt van sloopafval zoals een oude telefooncel die als gsm plek is ingericht, een gesloopte caravan als zitplek en zitmeubilair van o.a. autobanden en catamaran drijvers. Een winkel in de entreeruimte met opberg- en displaymeubels, van Jan Korbes (Den Haag), geïnspireerd op de Stealth straaljagers. Elk meubel bestaat uit vlakken van gedeeltelijk lichtdoorlatend hout van fineerafval die op verschillende plekken als een cockpit kan worden geopend.
65
66
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst
Een Airco Bar van Jasper van der Made (Rotterdam): een mobiele composiet met de benodigde riool- en elektraleidingen en luchtafvoer die zich als een organisch stelsel van airco-buizen rond de bar als aders in een lichaam vertakken. En een mobiele vloeistoftank-toilet van Marc Heumer (Rotterdam). De toiletgroep is op een verhoging geplaatst en is o.a. voor-zien van twee urinoirs opgebouwd uit afgedankte vloeistoftanks. De wanden, plafonds en vloeren van de toiletruimte worden vervaardigd van gerecycled perspex reclameborden.
Sabine Müller en Andreas Quednau (Rotterdam): voor de realisatie van een tentoonstelling in Salon Blauraum in Hamburg. Onder de bureaunaam SMAQ tonen Müller en Quednau een panorama met 3 recente projecten die hun fascinatie voor wat zij noemen ‘de culturele topografie’ representeren en die de thema’s landschap, infrastructuur en vrije tijd illustreren.
PROJECTSUBSIDIES BOUWKUNST Bastiaan Gribling (Amsterdam): voor het opzetten van de manifestatie Suburban Scenario’s over de vraag hoe het actuele proces van metropoolvorming in de Randstad Holland zich verhoudt tot hedendaagse culturele ontwikkelingen. Hiertoe nodigt Gribling een aantal cultuurkenners met verschillende achtergronden uit de literatuur, beeldende kunst en fotografie uit om te komen tot interessante stedenbouwkundige verkenningen die de Randstad laten evolueren van een verzameling zelfstandige steden rond een agrarisch hart tot een aanééngesloten suburbaan Stadslandschap. Een symposium, een tentoonstelling en publicatie maken deel uit van de manifestatie. Guido Marsille (Rotterdam): voor onderzoek naar de invloed van de herkenbaarheid en interpretatie van vormgeving, materialen en afmetingen op het gebruik en de sfeer van de plek. Hiertoe ontwierp Marsille de zogenaamde Krat meubelen, een van houten kratten gemaakt meubilair dat hij in Milaan op de Salone del Mobile, het Festival aan de werf in Utrecht en in het park Makeblijde in Houten wil presenteren. Ton Matton (Wendorf): voor de realisering van de Suburban Ark voor de 2e Internationale Architectuur Biënnale in Rotterdam. De Ark, een drijvend eiland in de havenbekkens rondom het Las Palmas gebouw, was ingericht als zelfregulerende woning met tuin die letterlijk en figuurlijk een aantal verkenningen naar het watersysteem onderzocht. De energieproductie en de drinken afwaterkringloop van de Ark waren zelfvoorzienend.
Bas Princen en Milica Topalovic (Rotterdam): voor een verblijf van 4 maanden in een residency van het MAK Center for Art and Architecture in Los Angeles. Het stedenbouwkundig onderzoek van Princen en Topalovic richt zich op de condities van post-suburbia zoals die zich in de VS, en met name rond de stad Los Angeles, hebben ontwikkeld. Het verblijf van het tweetal wordt afgesloten met een fotografische en filmische presentatie van hun onderzoeksresultaten in het MAK Center en in een later stadium in het MAK in Wenen.
PUBLICATIESUBSIDIES BOUWKUNST Matthijs Bouw (Amsterdam): voor een binnen de DD-Design Series te verschijnen tweetalige publicatie (Engels/Koreaans) over het werk van One Architecture. De monografie geeft een overzicht van projecten over de tien jaar waarin Bouw o.a. samen met Joost Meeuwissen en Donald van Dansink het oeuvre van One Architecture opbouwde. Naast een tekst van Rem Koolhaas wordt de diversiteit van het werk van One Architecture getoond in tien thema’s zoals beeldende kunst, cirkels, landschap, sport en regionale planning. Han van den Born, Kees Christiaanse en Irma van Oort (Rotterdam): voor een boek getiteld Situation over de architectuur- en stedenbouwpraktijk van KCAP en ASTOC (het partnerbureau in Duitsland). Het oeuvre wordt in een Engelse en Duitse uitgave gepresenteerd in 5 thema’s die de concrete context waarin het bureau werkzaam is en expertise heeft opgebouwd, illustreren: waterfronts, waiting land, hubs and knots, valleys en suburbia. In vijf hoofdstukken wordt in opeenvolgende kaders (theorie, strategie, projecten en reflectie) op de projecten ingezoomd. Een vraaggesprek tussen Philip Ursprung en de 3 partners van het bureau zal de publicatie inleiden.
67
68
3.4 Toekenningen Stimuleringssubsidies - bouwkunst
3.5 Samenstelling Commissies Stimuleringssubsidies
Don Murphy en Leon Teunissen (Amsterdam): voor een op basis van interviews en archiefonderzoek gereconstrueerd boek over de ontstaansgeschiedenis en het werk van VMX Architects getiteld VMX Agenda. Terugbladerend door tien jaar bureau-agenda’s worden in deze Engelstalige publicatie invloeden vanuit het architectuurdebat, de maatschappelijke context, opleiding, persoonlijke overtuigingen en van ‘toevallige’ ontmoetingen ontrafeld. Gerangschikt in 4 episodes - vague ideas, all about space, discovering materials en architecture at last – beoogt de VMX Agenda een zeer persoonlijke geschiedenis van de ontwikkeling van een nog redelijk jong bureau weer te geven die zowel uniek als generiek is.
3.5 SAMENSTELLING COMMISSIES STIMULERINGSSUBSIDIES
PRAKTIJKSUBSIDIES BOUWKUNST Monica Adams, Rotterdam Juliette Bekkering, Rotterdam Addy de Boer, Arnhem Andreas Bogenschütz, Amsterdam Gianni Cito, Amsterdam Ramon Knoester, Rotterdam Harmen van de Wal, Rotterdam *nota bene: tellingen in schema aanvragen en toekenningen (zie 3.4) komen soms niet overeen met aantal beschrijvingen omdat sommige subsidies zijn ingetrokken
Voorzitter Flos Wildschut Subcommissie beeldende kunst Toos Arends Roel Arkesteijn* Céline van Balen Atousa Bandeh Ghiasabadi Wout Berger Irene Droogleever Fortuyn* Henk Drosterij* Florian Göttke Sannetje van Haarst* Cécile van der Heiden Xander Karskens Natasja Kensmil* Jean Bernard Koeman Peter Mertens Arnold Mosselman Joost Rekveld Willem de Rooij Femke Schaap* Johannes Schwartz Berend Strik* Wilma Sütö* Michael Tedja Jennifer Tee* Lucas van der Velde Gerrit Willems* Raimond Wouda
Subcommissie vormgeving Aziz Bekkaoui* Guus Beumer Jurgen Bey Marjan Boot Thomas Castro Olivia Ettema* Gert Jonkers Niels Klavers Rogério Lira* Suska Mackert Pieter van Oudheusden Oscar Raaijmakers Timo de Rijk Vincent de Rijk Lies Ros Louise Schouwenberg Jan Versweyveld Annelys de Vet Subcommissie bouwkunst Edzo Bindels* Marc Glaudemans* Ludo Grooteman Ira Koers Herman de Kovel Bob van Reeth* Paul Roncken Mariet Schoenmakers Maike van Stiphout Ed Taverne Ronald Wall * per 1 juni
69
70
3.5 Samenstelling Commissies Stimuleringssubsidies
3.5 Samenstelling Commissies Stimuleringssubsidies
Selectiecommissies Stimuleringssubsidies Wegens bezuinigingen heeft het bestuur besloten de werkgroepen te verkleinen van 6 naar 5 leden. Voor de beeldende kunst had deze beslissing tot gevolg dat de disciplines fotografie en nieuwe media niet meer in alle werkgroepen beoordeeld worden. Bij de samenstelling van de werkgroepen is hiermee rekening gehouden. 2 Werkgroepen beoordelen naast alle voorkomende disciplines binnen de beeldende kunst ook de fotografie aanvragen en 2 werkgroepen de aanvragen m.b.t. de nieuwe media. Voor de subcommissie bouwkunst had deze bezuiniging tot gevolg dat de discipline interieurarchitectuur een specialisme is geworden en het betreffende commissielid alleen aanwezig is indien een interieuraanvraag wordt behandeld. En bij vormgeving is het zwaartepunt in één werkgroep op mode komen te liggen en bij de andere werkgroep op grafisch ontwerpen/nieuwe media. Uiteraard blijft de samenstelling van alle werkgroepen interdisciplinair. De selectiecommissies hebben zoals elk jaar gestreefd naar een evenwichtige samenstelling van de werkgroepen waarin commissieleden met een verschillende (al of niet westerse) culturele achtergrond, jongere en ook oudere leden en leden met kennis van/affiniteit met uiteenlopende kunst-, vormgevings- en bouwkunstpraktijken, zitting hebben. Indien mogelijk werd ook regionale spreiding meegewogen. De selectiecommissie beeldende kunst ontving 101 sollicitatiebrieven voor 10 vacatures. Voor vormgeving werden 9 brieven voor 4 vacatures ontvangen en voor de subcommissie bouwkunst reageerden 12 kandidaten voor 3 vacatures. Net als voorgaande jaren werden er weinig sollicitatiebrieven ontvangen van kunstenaars, vormgevers, architecten en/of beschouwers met een nietwesterse achtergrond, ondanks dat er in de advertentie met name kandidaten met een niet-westerse achtergrond werden opgeroepen te solliciteren. Voor alle vacatures werden geschikte kandidaten gevonden. In de werkgroepen beeldende kunst hebben 10 vrouwen en 16 mannen zitting. Ongeveer de helft van de leden is tussen de 35 en 50 jaar; 8 leden zijn jonger dan 35 jaar en 6 leden ouder dan 50 jaar. Er hebben 12 mannen en 6 vrouwen in de 2 werkgroepen vormgeving zitting. De meerderheid is tussen de 35 en 50 jaar; 4 leden zijn ouder dan 50 jaar. In de subcommissie bouwkunst hebben 8 mannen en 3 vrouwen zitting. De meerderheid is tussen de 35 en 50 jaar; 4 leden zijn ouder dan 50 jaar.
Selectiecommissie beeldende kunst Jos Houweling, voorzitter Hans Aarsman Jaap Guldemond Maria Hlavajova Sebastian Lopez Rutger Wolfson Selectiecommissie vormgeving Jan Konings, voorzitter Liesbeth den Besten Max Bruinsma José Teunissen Selectiecommissie bouwkunst vacature Floris Alkemade Maarten Schmitt Dirk Sijmons Annet Tijhuis
71
72
4. Commissie Bemiddelaarssubsidie - 4.1 Verslag
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
4. COMMISSIE BEMIDDELAARSSUBSIDIE
AANVRAGEN EN TOEKENNINGEN
4.1 VERSLAG
positief negatief formeel negatief totaal
30 28 4 62
honoreringspercentage
52%
In 2005 werden er 62 aanvragen voor een bemiddelaarssubsidie ingediend. Tijdens 2 aanvraagrondes, in totaal 5 vergaderingen, werden 58 aanvragen van curatoren, critici, theoretici en beschouwers ter beoordeling voorgelegd aan de werkgroepen van de Commissie Bemiddelaarssubsidies. 30 Aanvragen werden toegekend (52%), met een gezamenlijke subsidiewaarde van bijna € 250.000. 4 Aanvragen werden door het fondsbureau op formele gronden afgewezen of door de aanvrager zelf ingetrokken. Het gemiddelde honoreringspercentage steeg ten opzichte van 2004 met 5%. Ook het aantal aanvragen steeg ten opzichte van 2004, maar bleef over een langere periode genomen nagenoeg constant. De commissie was tevreden over de aard en kwaliteit van de aanvragen. In 2005 kon wederom een aantal ambitieuze en interessante aanvragen worden beoordeeld, uiteenlopend van een theoretisch onderzoek op het gebied van hedendaagse sieraden, tot een onderzoek naar de actuele relevantie van het modernisme in Nederland, een boek over de mogelijkheden van een hedendaags cultuurmecenaat en het uitwerken van nieuwe tentoonstellingsmodellen voor beeldende kunst binnen de context van een theaterfestival. De binnengekomen aanvragen laten zich onderverdelen in een categorie gericht op theoretische reflectie en inhoudelijk onderzoek aan de ene kant, tot het initiëren en samenstellen van exposities, publicaties en symposia aan de andere kant. De aanvragen waren zowel gericht op de verdieping en contextverbreding van het vakgebied, als op discipline-overstijgende discoursvorming en het praktisch kunnen uitwerken van een specifiek onderwerp dat individuele of groepen kunstenaars, vormgevers en architecten aangaat. De verdeling tussen de startende en de meer gevestigde bemiddelaars was in 2005 evenwichtig. Interdisciplinaire en multiculturele onderwerpen waren meer aan de orde dan voorheen, niet in de laatste plaats in het verlengde van de belangstelling voor de manier waarop kunstenaars zich kritisch kunnen verhouden tot actuele politieke en culturele contexten.
73
4.2 TOEKENNINGEN BEMIDDELAARSSUBSIDIES Steven Barich-Kucharski (Rotterdam): ontving een bijdrage voor het verder ontwikkelen van de uitgave Open Issues, en de totstandkoming daarbinnen van een serie interviews met kunstenaars. Open Issues richt zich vanuit de praktijk op het scheppingsproces van kunst. Door kunstenaars te interviewen over hun werkwijze en relatie met de sociale en politieke context wil de aanvrager een bijdrage leveren aan een beter begrip van de kunstpraktijk in Nederland. Sandra van Beek (Amsterdam): voor haar aandeel in het voltooien van een onderzoek naar het leven en werk van Jan Schoonhoven, waarvoor Mark Peeters eerder een subsidie kreeg toegekend in 2003-2004. In het onderzoek staat de leefwereld van de kunstenaar centraal. Streven is de polariteit tussen persoonlijk leven en het werk in evenwicht te brengen in een manuscript voor een boek. Van Beek wil het belang van het oeuvre van Schoonhoven voor met name de huidige generatie kunstenaars inzichtelijk maken. Van Beek werkte eerder aan het script van een documentaire over de kunstenaar. Liesbeth den Besten (Amstelveen): voor haar onderzoek naar ‘verhalende’ sieraden en de relatie tussen sieraad, verhaal en beschouwer. Op initiatief van Den Besten wordt een tentoonstelling met als thema ‘Narrative Jewellery’ georganiseerd in het Stedelijk Museum in Den Bosch en het Erasmus Huis in Jakarta. Het onderzoek wil de actuele ontwikkelingen in de hedendaagse sieraadvormgeving in een theoretisch kader plaatsen en verbanden leggen met andere disciplines en maatschappelijke ontwikkelingen.
74
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
Wigger Bierma (Amsterdam) en Hugues Boekraad (Laren): voor hun onderzoek naar de aard en omvang, de kwaliteit en de positie van het oeuvre van Walter Nikkels, en naar zijn ontwerpopvattingen in relatie tot de ontwerppraktijk. Nikkels’ oeuvre bestaat uit grafische vormgeving, tentoonstellingsinrichting en architectuur en staat in het teken van de presentatie en representatie van beeldende kunst. Het onderzoek dient ter voorbereiding van een boek.
Sico Carlier (Rotterdam): voor het verder ontwikkelen van de uitgave Currency als een podium voor ontwikkelingen in de hedendaagse kunst in een internationale context. Het onderzoek betreft de levensvatbaarheid van de publicatie en het definiëren van vorm en inhoud als onafhankelijk opererend platform. Carlier onderzoekt met name het functioneren van de schaduwrol van een kunsttijdschrift binnen de wereld van de (gedrukte) massamedia, en de vraag wat er gebeurt wanneer je de fotografie probeert uit te bannen uit een kunsttijdschrift.
Gideon Boie, Katrien Vanmerhaege, Marco van de Meijs (Rotterdam): voor het onderzoek Puzzling Pyongyang. Het onderzoek richt zich op de stedelijke ruimte in een postkapitalistische samenleving, en specifiek op het bijeenbrengen van kennis over het Noord-Koreaanse experiment. Met de resultaten van het onderzoek willen de aanvragers een rol spelen in de discussie omtrent de actuele relevantie van het modernisme in Nederland en de bijdrage van stedenbouw en architectuur binnen kwesties als emancipatie, woonzekerheid en collectiviteit. Marianne Brouwer-Vermeulen (Otterlo): om structureel onderzoek te doen naar de vrouwen van de avant-garde in de tweede en derde wereld. Brouwer wil achterhalen welke vrouwen van betekenis zijn geweest voor de ontwikkeling van de hedendaagse kunst in de derde wereld, en analyseren hoe hun werk in relatie staat tot de kunst van nu. Het onderzoek richt zich op processen van emancipatie en de ontwikkeling van een kritische kunst in politieke contexten. Doel van het onderzoek is een tentoonstelling en een anthologie die van belang kan zijn voor jonge kunstenaressen in Nederland, met name wanneer die van elders afkomstig zijn. Max Bruinsma (Amsterdam): met als doel onderzoek te doen voor een tentoonstelling in het kader van de Experimenta Design Biënnale in Lissabon. De tentoonstelling heeft als titel Catalysts! – The cultural force of communication design en heeft als vraagstelling: hoe kan een ontwerp behalve een specifiek antwoord, ook een kritiek behelzen op de context waarvoor het is gemaakt? Activeert het ontwerp, in de ervaring van de gebruiker, het kritische bewustzijn van de culturele context van het product?
Freya van Dien (Amsterdam) en Sophia Tabatadze (Rotterdam): om de mogelijkheden te onderzoeken van een artist-in-residency in Tbilisi, Georgië. Van Dien werkt vanuit Nederland, Tabatadze vanuit Georgië. GeoProject moet een interessante en verrassende plek worden voor dialoog, exposities en culturele uitwisseling tussen Nederland en Georgië. Calin Dan (Amsterdam): voor een haalbaarheidsonderzoek naar Videomaat, een tijdschrift in DVD vorm dat niet eerder vertoond video- en filmmateriaal van kunstenaars uit het ‘predigitale tijdperk’ bij elkaar en in kaart brengt. Videomaat onderzoekt materiaal dat op ‘spontane’ wijze tot stand is gekomen, en analyseert de kritische waarde die het krijgt binnen het nieuwe media tijdperk. De subsidie is tevens bestemd voor de realisering van een pilotversie van het ‘DVD-zine’. Ewoud Dorman (Rotterdam): voor het onderzoek The New Town naar de modernistische satellietsteden en stadsdelen die overal ter wereld in de naoorlogse periode zijn gebouwd als het idealistische antwoord op de snelle bevolkingsaanwas en de achterstand in de woningbouw. Aanleiding is de pioniersrol die Nederland neemt in de massale sloop van deze wijken. De kwestie is actueel vooral voor de opgave van nieuwe steden in China. Het project wil laten zien en analyseren hoe de universele modellen van de modernistische stad ontvangen zijn door de lokale cultuur en hoe de vorm door het gebruik wordt getransformeerd. En welke opties zijn er om de verouderde steden geschikt te maken voor de toekomst? Het onderzoek zal in 2007 resulteren in een website, een aantal ontwerpworkshops en een reizende tentoonstelling die minimaal tien landen zal aandoen.
75
76
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
Annie Fletcher (Amsterdam): onderzoek naar nieuwe tentoonstellingsmodellen voor beeldende kunst binnen de context van een theaterfestival. Vanuit een kritische houding over de presentatie van hedendaagse beeldende kunst wil Fletcher een tentoonstellingsstrategie ontwikkelen voor respectievelijk Festival aan de Werf (Utrecht), Festival Boulevard (Den Bosch) en de Veenfabriek (Leiden). Doel is een een constructief model te ontwikkelen waarbinnnen de voortdurend veranderende werkelijkheid van de artistieke praktijk aan het publiek overgedragen kan worden. De onderzoeksresultaten worden openbaar gemaakt middels een symposium en publicatie.
reprise van beide in Amsterdam. Er zal tevens een publicatie verschijnen. In het project staat het vermoeden centraal dat kunst niet zonder inertie kan, en dat kunstenaars met hun werk een houding van weerstand tegen veranderlijkheid ontwikkelen. Vanuit verschillende perspectieven wordt onderzocht op welke wijze kunstenaars die houding ontwikkelen, met welke effecten en bedoelingen.
Raviv Ganchrow (Amsterdam): bijdrage aan het onderzoeksproject Radiant Space. Ganchrow zal de zogenaamde ‘sound mirror’ in Denge, Zuid Engeland, bestuderen: een 70 meter grote betonnen structuur die tijdens de 2e Wereldoorlog werd gebouwd als een soort akoestische radar. Het onderzoek komt voort vanuit de overtuiging van de aanvrager dat geluid ons begrip van ruimte kan verbreden, en daarmee een alternatieve benadering biedt van het begrip ‘vorm’ in de beeldende kunst, vormgeving en architectuur. De resultaten worden gepresenteerd in de architectuurgalerie East ‘66 in Amsterdam en in het Journal of Anthropology and Aesthetics van de Universiteit van Harvard. Roos Gortzak (Amsterdam): als startend bemiddelaar ontving zij een bijdrage voor een onderzoek naar de samenstelling en praktische haalbaarheid van de tentoonstelling Tropical Abstraction. Onderwerp is de fictieve constructie van de representatie van ‘het tropische’ in de beeldende kunst. In de tentoonstelling, een verdieping van het project Relay waarvoor Gortzak in 2004 een bijdrage ontving, wil Gortzak kunstwerken presenteren die het tropische in een abstracte vormentaal verbeelden. De tentoonstelling is opgenomen in de programmering van het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Ook worden verschillende lezingen en evenementen rondom het onderwerp georganiseerd. Erik Hagoort (Amsterdam): als bijdrage aan het inhoudelijk onderzoek voor het Nederlands-Russische uitwisselingsproject Inertie. Het project is opgezet als een dialoog tussen Russische en Nederlandse kunstenaars en zal bestaan uit een tentoonstelling en een symposium in St. Petersburg en een
Siebren de Haan (Amsterdam): voor een vervolgsubsidie met als doel het ontwikkelen van 3 extra posities ter completering van het onderzoek naar het kritisch potentieel van de hedendaagse kunst, en de afronding van het slotessay over dit onderwerp. Door de strategieën waarmee beeldend kunstenaars zich kritisch verhouden tot actuele politieke en culturele contexten te onderzoeken wil De Haan kunstpraktijk en theorie samenbrengen. Benda Hofmeyr (Rotterdam): voor een onderzoek naar de politiek-filosofische argumenten van ‘de creatieve stad’. Hofmeyr wil een kritische evaluatie maken van de uiteenlopende benaderingen van het concept van de creatieve stad. Is de cross-over tussen creativiteit en economie werkelijk een wondermiddel? En kan creativiteit de middelen aanleveren voor een kritisch engagement met het globale kapitalisme? Het onderzoek heeft als doel te komen tot een formulering van de strategische meerwaarde van creativiteit, en moet leiden tot een publicatie. Eric Kluitenberg (Amsterdam): voor de samenstelling van het boek Delusive Spaces - essays on culture, media and technology. Kluitenberg onderzoekt de gevolgen van het barsten van de ‘dot.com bubbel’ voor de levensvatbaarheid van de nieuwe mediacultuur en de kunstvormen die zich rond deze nieuwe media hebben ontwikkeld. Het is daarnaast de bedoeling te komen tot een plaatsbepaling van tien jaar ontwikkelingen in de nieuwe mediacultuur. De publicatie zal in 2007 verschijnen bij NAi Uitgevers. Sabrina Lindemann (Den Haag): voor het uitwerken van een publiek symposium over de rol van kunst en kunstenaars in stedelijke ontwikkelingsgebieden. Doel is een platform te creëren waar de dialoog tussen kunstenaars, architecten, ambtenaren, politici, woningcorporaties, actievoerders en sociolo-
77
78
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
4.2 Toekenningen Bemiddelaarssubsidies
gen mogelijk wordt gemaakt. Hiermee wil Lindemann een concrete impuls geven aan het debat over de rol van kunst in de hedendaagse samenleving. De bijdrage is tevens bestemd voor de uitwerking van een publicatie waarin de projecten van het mobiele projectbureau OpTrek gedocumenteerd en geëvalueerd worden.
Frank van der Stok (Amsterdam): bijdrage aan het project The past in the Present. Op welke manier houden fotografen zich bezig met het verbeelden van het verleden? Vanaf 1999 organiseert Van der Stok lezingen en tentoonstellingen om op deze vraag een antwoord te geven. Om alle resultaten te bundelen is het plan opgevat voor een grote manifestatie in 2007. Alle uitkomsten en bevindingen plus nader te verrichten onderzoek zullen samenkomen in een tentoonstelling, een boek, 3 opdrachten, een symposium en een filmprogramma. Het Nederlands Fotomuseum heeft interesse om de manifestatie te produceren en programmeren.
Joep Mol (Den Bosch): met als doel onderzoek te doen voor een tentoonstelling en publicatie over moderne architectuur in Oost-Afrika. Het onderzoek zal zich concentreren op de opkomst van moderne architectuur in de jaren ’50 en ’60 en de betekenis hiervan voor de ontwikkeling van de architectuur in Oost-Afrika, en voor de huidige culturele, sociale en politieke context. In Nederland draagt het onderzoek bij aan de ontwikkeling van onderzoeksmethodiek van niet westerse architectuur. Het onderzoek zal resulteren in een reizende tentoonstelling door Oost-Afrika en Europa, met bijbehorende publicatie, workshop en conferentie. Karin Post (Amsterdam): voor het project Bewegende Portrettengalerij dat gaat over de relatie tussen het statische portret en het bewegende lichaam. Post zal onderzoek doen naar nieuwe geschikte digitale computertechnieken en -programma’s die haar in staat stellen door uitwisseling met beeldend kunstenaars, choreografen, technici en dansers in ruimte en tijd te komen tot een bewegend portret. Renee Steenbergen (Amsterdam): voor het doen van onderzoek en het schrijven van het boek Particuliere Cultuur - Naar een derde Gouden Eeuw van het particulier mecenaat. De auteur wil met dit boek en een aantal debatten een bijdrage leveren aan de huidige, nog aarzelende doorbraak van nieuw cultuurmecenaat. Om een scala aan succesvolle financieringsmodellen te kunnen formuleren wil Steenbergen een aantal periodes waarin het mecenaat in ons land floreerde analyseren en deze informatie koppelen aan de actuele situatie van onder meer fondsen op naam, museale businessclubs en bedrijfscollecties.
Ton Verstegen (Arnhem): voor zijn onderzoek naar de relatie tussen gebruiker/bewoner en gebouw, naar verschillende vormen van interactie en wisselende coalities tussen de gebruiker en zijn omgeving. Verstegen wil aandacht besteden aan onderwerpen die in de reguliere beschouwingen over architectuur weinig aandacht krijgen, zoals het alledaagse leven van een gebouw, de rol van het gebouw als ‘lotgenoot’ en de idee van het gebouw als ‘doorgang’ tussen binnen en buiten. Verstegen wil zich niet zozeer richten op het eindresultaat van het ontwerp als wel het leven van, in en rond gebouwen bestuderen. NAi Uitgevers heeft interesse getoond de resultaten van het onderzoek te publiceren. Nathalie Zonnenberg (Amsterdam): naar aanleiding van haar werkperiode in Berlijn, waarvoor ze als startend bemiddelaar in 2003-2004 subsidie kreeg, wil Zonnenberg een expositie samenstellen over de historische reflectie op de hedendaagse Oost-Europese beeldende kunst. Zonnenberg wil zo de culturele historie van Oost Europa, die in tegenstelling tot de politieke context grotendeels onbekend is, onder de aandacht brengen. In samenwerking met kunstenaars die werken in het kader van traditie en reconstructie zal de aanvrager een try-out organiseren in Büro Friedrich in Berlijn, waarna de tentoonstelling te zien zal zijn in het Kröller-Müller Museum, dan gericht op de Oost-Europese en Russische avantgarde kunst uit de collectie van het museum.
79
80
4.3 Samenstelling Commissie Bemiddelaarssubsidie
5. Activiteiten in het buitenland
4.3 SAMENSTELLING COMMISSIE BEMIDDELAARSSUBSIDIES
5. ACTIVITEITEN IN HET BUITENLAND
voorzitter Jeroen Boomgaard
In het beleidsplan 2005-2008 heeft het Fonds BKVB aangegeven dat de intensivering van het buitenlandbeleid in de vorm van AIR (artist-in-residence) faciliteiten voor kunstenaars een absolute prioriteit is. In 2005 is een nieuw samenwerkingsverband met het Art Center College of Design in Pasadena (USA) tot stand gekomen dat in 2006 zijn beslag zal krijgen. Het Art Center is een prestigieuze kunst- en design academie die zich sterk profileert op het gebied van grafisch- en product design. Deze residency is bedoeld voor een Nederlandse ontwerper met een gerenommeerde beroepspraktijk. De geselecteerde ontwerper wordt in de gelegenheid gesteld een jaar lang op de campus van het Art Center aan een eigen project c.q. onderzoek te werken. Tijdens deze periode wordt van de ontwerper verwacht dat hij enkele lezingen over zijn werk geeft en een aantal gastlessen of workshops aan postgraduate studenten verzorgt. Verder zijn er eerste contacten gelegd met enkele potentiële artists-in-residence plekken in China en is er een oriënterend bezoek afgelegd aan het Townhouse in Caïro, waarmee het Fonds BKVB in 2006 een samenwerking hoopt te kunnen aangaan. De projectstudio Rome waar in 2005 Rob Johannesma van 1 september tot 15 december gebruik van heeft gemaakt, was dit jaar nog een activiteit van de Commissie Pilotprojecten, maar wordt vanaf 2006 in het vaste buitenland ateliers aanbod van het Fonds BKVB opgenomen. In 2005 is begonnen met de voorbereidingen om in samenwerking met Trans Artists een ‘ladder’ op te zetten voor het aanbieden van een aantal interessante AIR’s die niet in het reguliere aanbod van het Fonds BKVB zijn opgenomen. Het gaat hier om tijdelijke en steeds wisselende samenwerkingsverbanden. In de Nieuwsbrief 09, die geheel gewijd is aan de mogelijkheden in de verschillende buitenland ateliers, zijn de ervaringen te lezen van de kunstenaars die op dat moment in een atelier werkzaam waren.
leden Valentijn Byvanck Xander Karskens Jorinde Seijdel Barbara Visser Hein Eberson Fred Inklaar Frank Tjepkema Aart Oxenaar Piet Vollaard Ton Venhoeven Afhankelijk van de aard van de aanvragen wordt de werkgroep samengesteld uit bovenstaande leden.
81
82
5.1 Buitenland ateliers
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies
5.1 BUITENLAND ATELIERS
5.2 VERSLAGEN EN SAMENSTELLING ADVIESCOMMISSIES
Het Fonds BKVB stelt jaarlijks een aantal ateliers in buitenlandse (kunst-) instellingen ter beschikking voor een werkperiode die kan variëren van 2 maanden tot een jaar. In 2005 huurde het Fonds BKVB ateliers in New York, Berlijn, Parijs, Banff (Canada), Londen, Istanbul en Stockholm. Met het verblijf in een van deze ateliers wil het Fonds BKVB beeldend kunstenaars en waar mogelijk ook vormgevers, architecten en/of beschouwers van deze disciplines in de gelegenheid stellen om in een andere omgeving en cultuur hun werk te verdiepen en daarop te reflecteren. Een verblijf schept tevens mogelijkheden om internationale contacten op te doen of deze uit te breiden en de (eerste) mogelijkheid om een nieuwe markt te ontwikkelen. Daarnaast is het voor een individuele kunstenaar vaak moeilijk om op eigen initiatief langere tijd in het buitenland te wonen en te werken en de instellingen waarmee het Fonds BKVB samenwerkt, bieden over het algemeen geen of beperkte mogelijkheden (voor kunstenaars) om op individuele basis aan te vragen. De beurs die het Fonds BKVB voor elk van de ateliers ter beschikking stelt, is bedoeld voor reis-, verblijf- en materiaalkosten. De huur van het atelier en/of appartement wordt rechtstreeks door het Fonds BKVB betaald.
5.2.1 KÜNSTLERHAUS BETHANIEN Sinds 1989 huurt het Fonds BKVB een atelier in het Künstlerhaus Bethanien (KB). Het KB is een internationaal centrum voor beeldende kunst en theater, gevestigd in een voormalig ziekenhuiscomplex in de wijk Kreuzberg. Regelmatig worden er binnen en buiten het KB tentoonstellingen georganiseerd, evenals discussies en atelierbezoeken door curatoren. De werkperiode wordt afgesloten met een presentatie in het KB van het werk dat in die periode is ontstaan.
De ateliers in Platform Garanti (Istanbul) en IASPIS (Stockholm) worden door middel van HGIS gelden gefinancierd en zullen in 2006 in het vaste buitenland ateliers aanbod van het Fonds BKVB worden opgenomen. Voor alle ateliers werden totaal 231 aanvragen ingediend. Opvallend is de verdubbeling van het aantal aanvragen voor het atelier in Delfina (Londen). Dat er over het algemeen een stijgende belangstelling is voor artist-in-residence of een zelfstandige werkperiode in het buitenland blijkt ook uit de aangevraagde projectsubsidies en bijdragen werkbudget. In 2005 werden hiervoor 48 aanvragen ingediend. In 2003 waren dat er 24 en in 2004 35.
In 2005 ontving de adviescommissie 25 aanvragen. Er zijn 4 aanvragers voorgedragen aan het Künstlerhaus Bethanien. De commissie heeft in samenspraak met Christoff Tannert, directeur van het KB, Melvin Moti geselecteerd voor de periode van 1 april 2006 - 1 april 2007. adviescommissie Künstlerhaus Bethanien Rein Wolfs, voorzitter Nina Folkersma Natasja Kensmil Jan Rothuizen 5.2.2 PROJECTSTUDIO BERLIJN Sinds 2000 huurt het Fonds BKVB een projectstudio in Berlijn. De huidige projectstudio is een ruim atelier dat zich bevindt in een van de S-bahn bogen aan de Spree. In de andere bogen zijn o.a. het Büro Friedrich en een aantal prominente galerieën gevestigd. Beeldend kunstenaars, vormgevers, architecten en beschouwers krijgen hier de mogelijkheid om een aan Berlijn gerelateerd project op te zetten en/of uit te voeren. De werkperiode is 3 maanden. In 2005 werd 2 keer opgeroepen voor een verblijfsperiode. De adviescommissie ontving in totaal 36 aanvragen. Deze selecteerde voor de periode 1 oktober 2005 - 31 december 2006 de volgende kandidaten: Nicoline van Harskamp; Rob Hamelink en Nienke Terpsma (Fucking Good Art); Aleksander Kamarou (Komarov) voor een tweede periode om zijn project dat hij begin 2005 in Berlijn heeft opgezet, verder uit te werken; Keiko Sato; Delphine Bedel; Wijnanda Deroo.
83
84
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies
adviescommissie Projectstudio Berlijn Lia Gieling, voorzitter Phillip van den Bossche Ira Koers Vincent de Rijk Waling Boers (directeur Büro Friedrich)
5.2.4 DELFINA STUDIO’S, LONDON Delfina is een van de belangrijkste residency programma’s voor beeldend kunstenaars in Engeland. Het is gehuisvest in een gerenoveerde fabriek en heeft 30 studio’s, waarvan er 12 bestemd zijn voor internationale en Britse kunstenaars die 9 maanden ‘in residence’ zijn. De andere studio’s worden gebruikt door (internationale) kunstenaars die aan een tentoonstelling of tijdelijk project in Londen werken. Delfina heeft geen speciaal ‘programma’. Van de kunstenaars wordt verwacht dat zij gedurende de residency zelfstandig werken. Wel worden er regelmatig zogenaamde ‘artists talks’ georganiseerd. De studio is alleen beschikbaar voor beeldend kunstenaars.
5.2.3 PLATFORM GARANTI, ISTANBUL Sinds 2002 werkt het Fonds BKVB voor deze artist-in-residence plek samen met curator Vasif Kortun, die met het Platform Garanti een intellectuele en artistieke ontmoetingsplaats tussen kunstenaars uit het westen en het oosten nastreeft. Hij is daarbij niet zozeer georiënteerd op de carrièremogelijkheden van de individuele kunstenaar, als wel op de inhoudelijke mogelijkheden die het verblijf in de stad met zich mee kunnen brengen. Concreet gaat het om een verblijf van 4 tot 5 maanden; Platform Garanti biedt een studio met allerlei faciliteiten en beschikt over een zeer goed bezochte internationale tentoonstellingsruimte. De geselecteerde kunstenaar of beschouwer heeft verder de beschikking over een appartement in het centrum van de oude stad. De commissie ontving in 2005 21 aanvragen, waarvan er 5 werden voorgedragen aan Platform Garanti. In samenspraak met Vasif Kortun, directeur van Platform Garanti, werd voor de periode van 1 september 2005 - 1 maart 2006 Krist Gruijthuijsen geselecteerd en voor de periode van 1 februari 1 augustus 2006 Juul Hondius. De werkperiode van de kunstenaars overlapt een maand zodat de vertrekkende kunstenaar de komende kunstenaar al enigszins kan introduceren in het kunstcircuit van Istanbul. adviescommissie Istanbul Rein Wolfs, voorzitter Atousa Bandeh Ghiasabadi Jeanne van Heeswijk Michiel Kluiters Jan Schuijren
In 2005 ontving de commissie 39 aanvragen. Er is een stijgende belangstelling voor deze studio waarneembaar. Het aantal aanvragen in 2005 verdubbelde ten opzichte van het aantal aanvragen in 2004. 5 aanvragen zijn voorgedragen aan Delfina Studio’s. De adviescommissie, in samenspraak met Delfina Studio’s, selecteerde Thomas Raat voor de periode van 1 oktober 2005 - 1 juli 2006. adviescommissie Delfina Bart Rutten, voorzitter Nina Folkersma Gijs Müller William Speakman 5.2.5 INTERNATIONAL STUDIO AND CURATORIAL PROGRAM (ISCP), NEW YORK Sinds 1999 huurt het Fonds BKVB een studio in het ISCP. Het instituut heeft zich ontwikkeld van een kleinschalig particulier initiatief tot een vrij gerenommeerd instituut dat er naar streeft om internationale kunstenaars te introduceren in het New Yorkse kunstciruit. Dit probeert het ISCP te bereiken door kunstenaars en curatoren uit te nodigen waarmee de deelnemers van het ISCP van gedachten kunnen wisselen en door 2 maal per jaar ‘open studio’s’ te organiseren. De uiteindelijke selectie wordt door de adviescommissie van het Fonds BKVB gemaakt.
85
86
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies
Uit 34 aanvragen selecteerde de adviescommissie Julika Rudelius om van 1 januari 2006 - 1 januari 2007 in het ISCP te werken.
5.2.7 IASPIS, STOCKHOLM Voor een artist-in-residence plek in Stockholm is het Fonds BKVB in 2002 een samenwerkingsverband met IASPIS aangegaan. IASPIS is een sterke organisatie die Zweedse kunstenaars financieel en organisatorisch steunt en daarnaast de beschikking heeft over een aantal ateliers, een tentoonstellingsruimte, nieuwe media faciliteiten en een eigen hotel voor kunstenaars, critici, curatoren en beschouwers. Er zijn jaarlijks 2 perioden van 4 maanden beschikbaar.
adviescommissie ISCP Rutger Wolfson, voorzitter Jean Bernard Koeman Nina Folkersma Raimond Wouda 5.2.6 BANFF CENTRE FOR THE ARTS (CANADA) Sinds 2001 heeft het Fonds BKVB 2 maanden per jaar de beschikking over een van de Leighton Studio’s in het Banff Centre for the Arts, een internationaal, multidisciplinair kunstenaarscentrum midden in de Canadese Rocky Mountains. De studio die het Fonds BKVB huurt, is bedoeld voor zowel beeldend kunstenaars, vormgevers, architecten als beschouwers die zich gedurende 2 maanden willen terugtrekken in deze afgelegen omgeving. De studio is vooral geschikt voor de voorbereiding van een project, het schrijven van een artikel of boek of het doen van onderzoek. Daarnaast wordt de gebruiker van de studio door het Fonds BKVB in de gelegenheid gesteld om voor of na het verblijf in het Banff Centre 2 weken door Canada te reizen. In 2005 werd 2 keer opgeroepen voor een verblijfsperiode. De adviescommissie ontving totaal 31 aanvragen. Voor de periode 1 september - 30 november 2005 werd Maartje Fliervoet geselecteerd en Erik Odijk voor een verblijf van 1 april - 1 juni 2006. adviescommissie Banff Bart Rutten, voorzitter Armand Mevis Gijs Müller Nathalie Zonnenberg Annet Tijhuis
In 2005 werd 2 keer opgeroepen voor een verblijfsperiode. De adviescommissie ontving totaal 27 aanvragen. Voor de eerste periode werden 3 kandidaten en voor de periode in 2006 werden 4 kandidaten voorgedragen aan het bestuur van IASPIS. Deze selecteerde voor de periode 1 november 2005 1 maart 2006 het kunstenaarsduo Persijn Broersen & Margit Lukács, voor de periode van 1 juli - 1 november 2006 het kunstenaarsduo Klaas van Gorkum & Iratxe Jaio en voor de periode van 1 november 2006 - 1 maart 2007 Suzanne Kriemann. adviescommissie IASPIS Rutger Wolfson, voorzitter Atousa Bandeh Ghiasabadi Calin Dan Robbert Roos Jan Rothuizen 5.2.8 ATELIER HOLSBOER, PARIJS Het Atelier Holsboer is gevestigd in de Cité des Arts in het centrum van Parijs. Dit complex werd in 1957 opgericht en bevat 310 atelierruimtes die gehuurd of gekocht zijn door culturele instellingen uit de gehele wereld. Sinds 1996 heeft het Institut Néerlandais de beschikking over een atelier in de Cité ten behoeve van een kunstenaar uit Nederland. Dit atelier kon dankzij een legaat van mevrouw Wilma Holsboer worden gehuurd. Het Institut en het Fonds BKVB hebben een overeenkomst gesloten waarbij het Institut de huur en het Fonds BKVB de kosten voor werving, selectie en verblijf van de kunstenaar voor zijn rekening neemt. Sinds 2001 is het atelier ook opengesteld
87
88
5.2 Verslagen en samenstelling adviescommisies - 5.3 Studiereis Fonds BKVB
5.4 Het Van Doesburghuis
voor vormgevers en architecten. Men kan kiezen tussen een periode van een half jaar of 12 maanden.
5.4 HET VAN DOESBURGHUIS
Uit 18 aanvragen werden voor de periode 1 april - 1 oktober 2006 Arjan van Helmond en voor de periode 1 oktober 2006 - 1 april 2007 Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan geselecteerd. adviescommissie Atelier Holsboer Lia Gieling, voorzitter Jean Bernard Koeman Pascale Gatzen Barbara Visser Marieke Wiegel (namens het Institut Néerlandais) 5.3 STUDIEREIS FONDS BKVB Sinds 1992 organiseert het Fonds BKVB om de 2 à 3 jaar een buitenlandse studiereis. Aanvankelijk waren de studiereizen alleen bedoeld voor (landschaps-, interieur)architecten, stedenbouwkundigen en beschouwers op het gebied van de bouwkunst, maar de afgelopen jaren kunnen ook vormgevers en beeldend kunstenaars met affiniteit voor de openbare ruimte zich aanmelden. Gedurende de studiereizen wordt een reeks van thema’s en de relevantie ervan voor de Nederlandse bouw- en vormgevingspraktijk door een groep van zo’n 20 deelnemers nader bestudeerd. Het voornemen is om de volgende studiereis in 2007 rond het thema ‘de tuin- en landschapsinrichting van Nederland’ te organiseren. Ter voorbereiding hiervan is een aantal gesprekken gevoerd met deskundigen uit de vakwereld van de landschapsarchitectuur. Op grond van deze gesprekken wordt overwogen een studiereis te organiseren waarbij de samenhang van het landschap op 3 schaalniveau’s bestudeerd zal worden: het park als fenomeen van de stad, het landschap langs de rafelranden van de stad als mogelijk recreatief overloopgebied en het omringende landschappelijk buitengebied als opgave van maakbaarheid met alle eigentijdse wensen en actuele transformaties die het Nederlandse landschap op dit moment beïnvloeden. In 2006 zal op basis van de gestelde thematiek het reisdoel en het reisprogramma nader uitgewerkt worden.
Het bestuur van de Stichting Het Van Doesburghuis heeft het Fonds BKVB gevraagd uitvoering te geven aan het secretariaat van de stichting. De stichting beheert, namens de erflaters van Theo en Nelly van Doesburg, het Van Doesburghuis dat Theo van Doesburg ontwierp en voor zichzelf liet bouwen in Meudon/Parijs. De stichting draagt jaarlijks zorg voor de verhuur van de atelierwoning aan kunstenaars die in het kader van een culturele studie of uitwisseling tijdelijk in Frankrijk willen wonen en werkzaam zijn op een van de gebieden waarop ook Theo en Nelly van Doesburg actief waren: de beeldende kunst, fotografie, architectuur, vormgeving, literatuur, dichtkunst, muziek etc. Inmiddels hebben ruim twintig huurders gebruik gemaakt van het Van Doesburghuis. Tot die groep behoorden onder meer beeldend kunstenaars (o.a. Harald Vlugt en Peter Otto), architecten (o.a. Kas Oosterhuis), literatoren (o.a. K. Schippers en Hugo Brandt Corstius) en componisten/ musici (o.a. Roel van Oosten en Jan van de Putte). In 2005 verbleef de dichteres Anneke Brassinga in het Van Doesburghuis. Het bestuur van de stichting beslist op basis van een aanvraagformulier en documentatie over de toewijzing van het Van Doesburghuis aan een nieuwe huurder voor een verblijf van een jaar.
89
90
6. Commissie Pilotprojecten
6. Commissie Pilotprojecten
6. COMMISSIE PILOTPROJECTEN
Projectstudio Rome: De samenwerking met het Nederlands Instituut in Rome om een kunstenaarsatelier op te zetten werd in 2005 bestendigd. Na Albert van Westing verbleef Rob Johannesma ruim 3 maanden in het atelier. Vanaf 2006 krijgt het atelier in Rome een vaste plek binnen de buitenlandsateliers van het Fonds BKVB.
De Commissie Pilotprojecten is de voortzetting van de Innovatie Commissie. Zoals in het beleidsplan 2005-2008 is aangegeven is zij de belichaming van de vrije beleidsruimte binnen het Fonds BKVB en is het haar taak projecten te initiëren die zij van belang acht voor de implementatie of de versteviging van de culturele/artistieke dimensie van maatschappelijke vragen of ontwikkeling binnen de kunsten, of het beleid van het Fonds BKVB. De Commissie biedt dus de mogelijkheid projecten te ondersteunen die niet op een andere wijze door het Fonds BKVB bevorderd hadden kunnen worden maar die wel van belang zijn voor de contextuele ontwikkeling van de kunsten. Ook is het de taak van de Commissie Pilotprojecten een klankbord te zijn voor nieuwe beleidsinitiatieven en projecten te initiëren op het gebied van de culturele diversiteit. In 2005 is de Commissie Pilotprojecten 3 keer bij elkaar geweest. Lopende projecten van de Innovatie Commissie heeft zij ondersteund en nieuwe geëntameerd. Lopende projecten
Binnenland atelier Kolderveen, Drenthe: In 2005 verbleef Manon Bovenkerk als eerste kunstenaar in het ‘binnenlandatelier’ in Kolderveen, Drenthe. Zij ging naar Kolderveen om in de luwte een aantal maanden aan haar nieuwe animatiefilm te werken. In 2006 verblijft Renie Spoelstra in het atelier. Artists-in-residency Den Helder: Het Fonds BKVB heeft de beschikking over een artist-in-residency in een oud gemaal in de duinen bij Den Helder. Het atelier zal vanaf begin 2007 breed beschikbaar worden gesteld aan beeldend kunstenaars, vormgevers, architecten en bemiddelaars en aan academies en professionals uit de (internationale) kunstwereld.
Colab, Laboratory for fashion and strategy: Colab is een platform voor de Nederlandse modevormgeving met als doel de beroepsmatige ontwikkeling van getalenteerde Nederlandse modeontwerpers. Gekozen is voor het model van de werkplaats waar een selecte groep van ontwerpers intensief wordt begeleid bij hun professionele ontplooiing. Eerste resultaat is een internationaal produktie- en distributiemodel voor het label Wolf van Francisco van Benthum.
Nieuwe projecten
Onderzoeksplaats aan de Columbia University, New York: In 2005 werd kunstcriticus Jellichje Reijnders in de gelegenheid gesteld om in de specifieke context van de Columbia University in New York haar werk te verdiepen en aan te scherpen. Ondanks een succesvol verloop is de samenwerking door het bestuur van de Columbia University om budgettaire en politieke redenen stopgezet. Het Fonds BKVB beraadt zich op een vervolg.
Ontwerp van nieuwe Arabische typografie: Het Centre for Arabic Typography werd ondersteund om op basis van bestaande Latijnse lettertypes nieuwe Arabische ‘font families’ te ontwerpen. 5 toonaangevende Nederlandse typografen is gevraagd om samen met een Arabische ontwerper of kaligraaf de Arabische wereld te voorzien van meer en beter beschikbare lettertypes, met name ook voor nieuwe media toepassingen.
Bijdrage aan het project Kunstmarokkanen: Kunstmarokkanen is een reizende expositie die wordt begeleid door een reeks debatten over beeldende kunst en de nieuwe samenleving. Het project is opgezet rondom 10 jonge Nederlandse kunstenaars en vormgevers van Marokkaanse komaf.
91
92
6. Commissie Pilotprojecten
7. Bezwaar- en beroepsprocedures
Instituto Bueno Bista: Het Fonds BKVB ondersteunt samen met de Mondriaan Stichting en de Stichting DOEN de onderzoeks- en opstartfase van het Instituto Bueno Bista, een instituut voor kunstonderwijs op Curaçao. Doel is het lokale niveau van kunst naar een hoger plan te brengen door middel van een opleiding verzorgd door professionals, zowel uit de Antillen als uit Nederland. Het Fonds BKVB zal het artists-in-residence deel voor zijn rekening nemen.
7. BEZWAAR- EN BEROEPSPROCEDURES
Open intendantenmodel: Het bevorderen van de culturele diversiteit ziet de Commissie als een belangrijke taak. Daartoe heeft zij het open intendantenmodel ontwikkeld waarmee in 2006 gewerkt zal worden. Middels een openbare oproep in kranten, weekbladen en vaktijdschriften worden gegadigden uit de diverse culturele werelden opgeroepen voorstellen rond dit onderwerp te doen. leden Commissie Pilotprojecten Lex ter Braak, voorzitter Bart DeBaere Nikki Gonnissen Wouter Vanstiphout
Inleiding Als een aanvraag voor een subsidie niet wordt gehonoreerd, kan een kunstenaar een bezwaarschrift indienen bij het bestuur van het Fonds BKVB. Deze kunstenaar kan het bezwaarschrift eventueel mondeling toelichten tijdens een hoorzitting waarbij de juridisch medewerker en een notulist aanwezig zijn. Ongeveer 50% van de aanvragers die in 2005 een bezwaarschrift indienden, maakten gebruik van deze mogelijkheid. Het verslag van zo’n hoorzitting wordt aan de kunstenaar toegestuurd en, na goedkeuring van de kunstenaar, aan het bezwaarschrift toegevoegd. De door de aanvrager naar voren gebrachte bezwaren kunnen om diverse redenen aanleiding zijn om de aanvraag en het bezwaarschrift aan de commissie voor een herbeoordeling voor te leggen. Dit gebeurt als een aanvraag niet zorgvuldig behandeld is of als in de procedure bezwaren worden aangevoerd die nieuw licht op de zaak kunnen werpen. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat een aanvraag op basis van het in de aanvraag omschreven plan is afgewezen en de aanvrager zijn plan in het bezwaarschrift aanpast. In veel gevallen worden er echter geen nieuwe feiten aangevoerd, zodat een herbeoordeling door de commissie niet zinvol is. Ook kan het bezwaarschrift aan de voorzitter van de commissie worden voorgelegd met de vraag of er feiten worden aangevoerd die een ander licht op de aanvraag zouden kunnen werpen. Als het bezwaarschrift niet wordt gehonoreerd, of als de werkgroep na herbeoordeling weer negatief over de aanvraag adviseert, kan de aanvrager binnen 6 weken na verzending van de afwijzing van het bezwaarschrift in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht. Als dit beroep door de Rechtbank wordt verworpen staat hoger beroep open bij de Raad van State. Ook het Fonds BKVB kan bij de Raad van State in hoger beroep gaan als de Rechtbank een beroepschrift gegrond heeft verklaard. Bezwaarschriften basissubsidies In 2005 zijn 345 aanvragen voor een basissubsidie afgewezen: 44 aanvragers hebben tegen de negatieve beslissing bezwaar aangetekend (13%). Er werden 36 bezwaarschriften behandeld, waarvan enkele in 2004 waren ingediend. Van de in 2005 afgehandelde bezwaarschriften zijn er 9 voor een herbeoorde-
93
94
7. Bezwaar- en beroepsprocedures
7. Bezwaar- en beroepsprocedures
ling aan een van de werkgroepen voorgelegd. In 1 van deze gevallen zag de werkgroep in het bezwaarschrift aanleiding om alsnog een positief advies uit te brengen. Er zijn dus 35 bezwaarschriften ongegrond verklaard. Van de in 2005 ingediende bezwaarschriften waren er begin 2006 nog enkele in behandeling.
Bezwaarschriften bemiddelaarssubsidies In 2005 zijn 2 bezwaarschriften tegen een beslissing op een aanvraag voor een bemiddelaarssubsidie ingediend. Deze worden in 2006 behandeld.
Beroepszaken basissubsidies In 2005 zijn 2 beroepschriften ingediend bij de sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank. Deze waren in 2005 nog niet behandeld. In 2005 zijn 2 beroepschriften uit 2004 behandeld en ongegrond verklaard. Bezwaarschriften stimuleringssubsidies In 2005 zijn 824 aanvragen voor een stimuleringssubsidie afgewezen en werden 61 bezwaarschriften ingediend tegen een negatieve beschikking (7.5%): 50 betroffen de beeldende kunst (daarvan werden er 2 ingetrokken), 11 de vormgeving (1 daarvan werd ingetrokken), en geen een de bouwkunst. Er werden 69 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan enkele al in 2004 waren ingediend. 54 bezwaarschriften hadden betrekking op de beeldende kunst, 15 op de vormgeving. Er zijn 17 bezwaarschriften voor een herbeoordeling aan de adviescommissie voorgelegd: - Er zijn 10 aanvragen voor een herbeoordeling aan de subcommissie beeldende kunst voorgelegd. In 1 geval adviseerde de werkgroep alsnog de subsidie toe te kennen. In de overige gevallen zag de werkgroep geen aanleiding het advies te herzien. - Er zijn 7 aanvragen voor een herbeoordeling aan de subcommissie vormgeving voorgelegd. Dit leidde in 1 geval tot een positief advies. Uiteindelijk werden dus 2 bezwaarschriften gegrond en 67 bezwaarschriften ongegrond verklaard. Bij de beeldende kunst zijn 6 daarvan op formele grond afgewezen (dan wel te laat of ongemotiveerd ingediend) en bij de vormgeving 1. Van de in 2005 ingediende bezwaarschriften waren er begin 2006 nog enkele in behandeling.
Financiële bezwaarschriften In 2005 zijn 31 bezwaarschriften op financiële grond binnengekomen. Deze gronden variëren van bezwaren tegen de hoogte van het belastbaar inkomen bij de basissubsidies tot bezwaren tegen de afrekening van een projectsubsidie. In deze gevallen wordt in de bezwaarfase vaak nieuwe informatie door de aanvrager naar voren gebracht, zodat de bezwaarschriften relatief vaak gehonoreerd kunnen worden. In 2005 is 1 bezwaarschrift ingetrokken; er zijn 35 bezwaarschriften behandeld, waarvan enkele al in 2004 waren ingediend. In 17 gevallen is het bezwaarschrift geheel gehonoreerd, in 7 gevallen is deels aan de bezwaren tegemoet gekomen en 11 bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard.
95
8. Publieksgerichte activiteiten 8 PUBLIEKSGERICHTE ACTIVITEITEN De publieksgerichte activiteiten van het Fonds BKVB hebben allereerst tot doel potentiële aanvragers te wijzen op de subsidiemogelijkheden. Daarnaast worden activiteiten ontwikkeld om beleidsmakers en publiek inzicht te geven in de mogelijkheden en resultaten van het Fonds BKVB. Ten slotte zoekt het Fonds BKVB regelmatig de openbaarheid op om deel te nemen aan het actuele debat over kunst (-beleid). De activiteiten die zich richten op potentiële aanvragers hadden in 2005 dezelfde intensiteit als in voorgaande jaren ondanks het feit dat in de traditionele media zoals kranten en vakbladen minder advertenties verschenen. De advertenties betroffen de aanvraagrondes voor bemiddelaarssubsidies en de buitenland ateliers, oproepen voor commissieleden en een nieuwe voorzitter en informatie over de nieuwe subsidiemogelijkheden. Ook waren er advertenties die zich speciaal richtten op starters (Items, Dutch Masters gids) of kunstenaars die naar het buitenland willen (Trans Artists). Daarnaast werd meer geadverteerd en geprobeerd free publicity te krijgen via digitale media zoals internetsites. Zo werd regelmatig een banner met een link naar de website van het Fonds BKVB geplaatst op www.archined.nl en www.bno.nl. Ook werden oproepen overgenomen op gespecialiseerde sites zoals www.design.nl. Verder werden er gedurende het hele jaar flyers verspreid via manifestaties, beurzen, cbk’s etc. Ook alle academieverlaters kregen een flyer toegestuurd om hen te wijzen op de subsidiemogelijkheden van het Fonds BKVB. De studenten van academies zijn tevens voorgelicht tijdens bijeenkomsten die op verschillende academies of bij het Fonds BKVB ter plekke werden georganiseerd. Zo gaven medewerkers van het Fonds BKVB voorlichting of workshops over het aanvragen van subsidies op de Minerva Academie (Groningen), de Rietveld Academie (Amsterdam), de Willem de Kooning Academie (Rotterdam), de Koninklijke Academie voor beeldende kunsten Constantijn Huygens (Kampen), de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (Den Haag) en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Tevens werd voorlichting gegeven bij de NBKS (Den Bosch) en bij Stichting Kunstzaak (Amsterdam).
Wil van Iersel G8, Evian, 2003
96
Cuny Janssen Skopje, Macedonië, 2003
Ksenia Galiaeva zonder titel, 2004/2005
Ad van Denderen Faliráki, Rhodos, Griekenland, 2005 (uit project: Edges of the Mediterranean)
Hans van der Meer Marseille, 2004
Juul Hondius Amman, 2003
Monika Wiechwoska Zonder titel, 2004
8.1 Tentoonstellingen - 8.2 Met Stip 8.1 TENTOONSTELLINGEN
Cor Jaring Spanje 008, 2003
Het Fonds BKVB organiseert geregeld tentoonstellingen om (potentiële) aanvragers, beleidsmakers, commissieleden, geïnteresseerden uit het culturele veld en het publiek inzicht te geven in de subsidiemogelijkheden van het Fonds BKVB en de resultaten van deze subsidies. De reeks Toekenningen, tentoonstellingen met werk van aanvragers die recent subsidie ontvingen, is ook in 2005 voortgezet. Verspreid over het jaar zijn 3 tentoonstellingen georganiseerd. Het spits werd, inmiddels traditioneel, afgebeten met een relatief grote tentoonstelling, Toekenning 024: Menspakjes, samengesteld door Pascale Gatzen en Saskia van Drimmelen op basis van het werk van modeontwerpers. Er was werk te zien van een nieuwe generatie modeontwerpers: Maria Kley, Myrza de Muynck, Lotte Noordermeer & Edwin Oudshoorn (alias Jut & Jul), Barbora Papsikova en Jasmijn Schutten. De opening van de tentoonstelling viel samen met de drukbezochte nieuwjaarsreceptie van het Fonds BKVB. Toekenning 025 presenteerde nieuwe werken die Albert van Westing maakte tijdens zijn verblijf in het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome (KNIR). Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het KNIR (1904-2004) heeft het de traditie weer opgepakt om naast wetenschappers ook beeldende kunstenaars uit te nodigen voor een werkperiode. Naast de samenwerking met het KNIR heeft het Fonds BKVB voor dit proefproject ook samengewerkt met de Duitse en de Amerikaanse Academie in Rome. Bij Toekenning 026 stond de tentoonstellingsruimte in het teken van China. De laatste jaren ontvangt het Fonds BKVB een groeiend aantal aanvragen van kunstenaars die voor een periode in China willen verblijven om er te reizen en te werken. In deze tentoonstelling waren werken te zien van 4 kunstenaars (Twan Janssen, Femke Schaap, Charlotte Schleiffert, Aam Solleveld) die onlangs in het CEAC (Chinese European Art Centre) in Xiamen verbleven. Bij de tentoonstelling verscheen de publicatie Nederlandse kunstenaars in China 2001-2004. 8.2 MET STIP De tentoonstellingen met werk van startende kunstenaars die het Fonds BKVB tot nu toe organiseert, kennen inmiddels een lange traditie. In 2006 zal worden begon-
97
98
8.2 Met Stip - 8.3 Debat
8.3 Debat - 8.4 Groepsportretten - 8.5 Nieuwsbrief
nen met een nieuw tentoonstellingsconcept. Het Fonds BKVB zal om het jaar een ander museum uitnodigen als gastcurator. Het ontvangende museum maakt een selectie uit de toekenningen en is verantwoordelijk voor de inrichting van de tentoonstelling. Als eerste locatie is contact gezocht met het GEM in Den Haag en na een enthousiaste, positieve reactie van hun kant is eind 2005 begonnen met het selecteren van de deelnemers. Uit de in totaal 193 kunstenaars die de afgelopen 2 jaar een startstipendium hebben ontvangen, hebben Roel Arkesteijn (GEM, Den Haag), Wim van Krimpen (Gemeentemuseum Den Haag) en Wim van Sinderen (Fotomuseum Den Haag) een selectie van 20 kunstenaars gemaakt op basis van toekomstverwachting. De tentoonstelling, met als titel Met Stip, zal plaatsvinden van 8 april tot en met 25 juni 2006. Bij de tentoonstelling verschijnen een catalogus en een boek dat het werk presenteert van alle kunstenaars die in 2004 en 2005 een startstipendium ontvingen.
het essay De relationele ruimte. Over het werk van Herman Hertzberger. In 2004 ontving architect Hertzberger de Oeuvreprijs van het Fonds BKVB voor zijn indrukwekkende oeuvre waarin architectonische kwaliteit altijd samengaat met een grote sociale betrokkenheid. Op verzoek van Herman Hertzberger heeft Abram de Swaan vanuit een sociologisch perspectief het werk van Hertzberger aan een nadere beschouwing onderworpen. Er werd gesproken over o.a. de raakvlakken van sociologie en architectuur en over de rol van de architect in de (hedendaagse) samenleving. De lezing vond plaats in de Academie van Bouwkunst in Amsterdam op 28 november.
8.3 DEBAT In 2005 organiseerde het Fonds BKVB 3 debatten/lezingen op 3 verschillende locaties. Alledrie waren een groot succes en ruim van te voren vol gereserveerd. Het Fonds BKVB organiseerde in samenwerking met het Dutch Art Institute en het Lectoraat Kunst en Publieke Ruimte (Gerrit Rietveld Academie / Universiteit van Amsterdam) een groot debat over het moderne monument, naar aanleiding van het verschijnen van de publicatie Stiff van Hans van Houwelingen. Anna Tilroe, Sjoukje van der Meulen en Jeroen Boomgaard gingen met elkaar in discussie over de betekenis en de verschijning van het hedendaagse monument. Het debat vond plaats in het Rozentheater in Amsterdam op 30 mei. Op 2 november organiseerde het Fonds BKVB in samenwerking met de vereniging van kunst-critici AICA Nederland het debat Goede bedoelingen. Over het beoordelen van ontmoetingskunst, naar aanleiding van het verschijnen van het gelijknamige essay dat Erik Hagoort schreef in opdracht van het Fonds BKVB. Jeroen Boomgaard trad op als moderator. Arnold Heumakers (essayist, recensent NRC-Handelsblad), Cor Blok (kunstcriticus, emeritus hoogleraar Kunstgeschiedenis van de Nieuwste Tijd aan de Universiteit Leiden) en QS Serafijn (kunstenaar) hadden gesproken colums voorbereid. Het debat vond plaats in het Ketelhuis op het Westergasterrein in Amsterdam. Tenslotte werd een lezing georganiseerd naar aanleiding van het verschijnen van
8.4 GROEPSPORTRETTEN De vijfde editie Groepsportretten, een manifestatie voor en door jonge architecten in samenwerking met het Stimuleringsfonds voor Architectuur, staat deze keer in het teken van het thema ‘Spel in de stad’; hoe verhouden het spelgedrag en de spelbehoeften van bepaalde groepen gebruikers zich tot hun stedelijke omgeving? Met een advertentie op ArchiNed werden jonge ontwerpers opgeroepen in interdisciplinaire teams binnen deze thematische context op het spel in hun stad te reageren en hun observaties te vertalen in een zelfgedefinieerde opgave die vervolgens gestalte kan krijgen binnen de opzet van Groepsportretten in 2006. Op basis van een korte beschrijving van de opgave en een portfolio van het team zijn 4 groepen geselecteerd (zie www.groepsportretten.nl) door een jury van ex-deelnemers. In 2006 zal de manifestatie zijn beslag krijgen met presentaties waarvan de vorm in onderling overleg met de groepen bepaald zal worden. De organisatie van Groepsportretten is in handen van 66 East - Centre for Urban Culture in Amsterdam. 8.5 NIEUWSBRIEF In 2005 verscheen de Nieuwsbrief van het Fonds BKVB 2 keer. In Nieuwsbrief 08 werd vooral aandacht besteed aan de wijzigingen bij de stimuleringssubsidies en de basissubsidies en de nieuwe vorm van de publicatiesubsidies. Nieuwsbrief 09 stond geheel in het teken van de artists-in-residencies (AIR’s) van het Fonds BKVB. 9 Kunstenaars die op dat moment in een van de ateliers van het Fonds BKVB verbleven, werd gevraagd een tekst- en beeldbijdrage te leveren. In de afgelopen jaren is het aantal AIR’s waar het Fonds BKVB mee samenwerkt sterk
99
100 8.5 Nieuwsbrief - 8.6 Website - 8.7 Bibliotheek
toegenomen (Istanbul, Los Angeles, Stockholm). Bij de nieuwsbrief verscheen dan ook een flyer met een overzicht van alle ateliers van het Fonds BKVB. Deze flyer werd gedrukt in een hogere oplage zodat deze ook na de uitgave van de nieuwsbrief kan worden verspreid. Naast artikelen van gastauteurs is de Nieuwsbrief ook de plek voor allerlei zaken die direct betrekking hebben op het reilen en zeilen van het Fonds BKVB en die van belang zijn voor (potentiële) aanvragers. Het aantal geïnteresseerden dat de Nieuwsbrief ontvangt, liep in 2005 op tot circa 4500. Daarnaast wordt het blad verspreid via de balie van het Fonds BKVB, academies, CBK’s en voorlichtingsbijeenkomsten. De nieuwsbrieven zijn ook te downloaden via de website. 8.6 WEBSITE De stijgende lijn in het aantal bezoekers van de website van het Fonds BKVB zette zich ook in 2005 voort. Het aantal unieke bezoekers is fors gestegen met bijna 10.000 en bedroeg 42.903 (33.316 in 2004 en 28.120 in 2003). De website werd wekelijks intern onderhouden en daarnaast sleutelden de ontwerpers van de site zeer incidenteel aan kleine technische details. Wegens een aantal technische ongemakken werd eind 2005 de mogelijkheid onderzocht om de website grotendeels te vernieuwen met behoud van zijn huidige vorm en inhoud. Voorwaarde van de nieuwe site is dat alle zoektermen te vinden zijn via zoekmachines en dat nieuwsberichten een prominentere plek krijgen. Gestreefd wordt half 2006 de nieuwe site te lanceren. 8.7 BIBLIOTHEEK Het Fonds BKVB ontvangt jaarlijks een groot aantal publicaties van kunstenaars, vormgevers, architecten en instellingen. De publicaties variëren van jaarverslagen en beleidsuitgaven van andere fondsen, culturele organisaties of kunstacademies tot omvangrijke monografieën en bijvoorbeeld uitgaven over groepstentoonstellingen. Om de collectie toegankelijk te maken voor het publiek zijn alle publicaties gerubriceerd en voorzien van een kleurcode; een handleiding wijst de bezoeker de weg door de rubrieken. De bibliotheek is in het Fondsgebouw direct na de ingang aan de linkerzijde te vinden en is voor het publiek geopend tijdens kantooruren.
9. Financieel jaarverslag 2005 9. FINANCIEEL JAARVERSLAG 2005
101
102 9. Financieel jaarverslag 2005 - Inhoudsopgave - A. Bestuursverslag
A. Bestuursverslag
103
9. FINANCIEEL JAARVERSLAG 2005 INHOUDSOPGAVE pagina A Bestuursverslag 103 Directieverslag 104
Goedgekeurd werden de Regeling Bemiddelaarssubsidies, het reglement Archiefbeheersregels, de samenstelling van de Subcommissies Vormgeving en Bouwkunst, de aangepaste Regeling Bemiddelaarssubsidies, de Regeling Buitenlandateliers en het huishoudelijk reglement betreffende Commissies Subsidies Buitenland.
B Jaarrekening 1 Balans per 31 december 2004 2 Exploitatierekening over 2004 3 Toelichting 3.1 Toelichting algemeen 3.2 Toelichting op de balans 3.3 Toelichting op exploitatierekening
De projecten van de Commissie Pilotprojecten zijn ter informatie voorgelegd. De benoeming van de commissieleden Bassissubsidies is vastgesteld.
C Overige gegevens Accountantsverklaring
107 108 109 113 121
de bestuurssamenstelling is als volgt: Guusje ter Horst benoemd als voorzitter per 1-1-2004 voorzitter tot 1-1-2007 mogelijkheid tot herbenoeming
125
Jan Zegering Hadders penningmeester
benoemd als penningmeester per 1-9-2003 tot 1-9-2006 mogelijkheid tot herbenoeming
Jos Houweling
benoemd per 1-10-1998 termijn verlopen
Jan Konings
benoemd per 1-9-2003 tot 1-9-2006 mogelijkheid tot herbenoeming
vacature Beeldende kunst
per 1-5-2005
vacature Bouwkunst
per 1-11-2003
D Additioneel te verstrekken gegevens Kwantitatieve gegevens 126 A. BESTUURSVERSLAG Het bestuur van het Fonds BKVB heeft in 2005 toezicht gehouden op de uitvoering van de gemandateerde taken aan de directie – zie daarvoor het separate directieverslag. Naar het oordeel van het bestuur heeft de directie zich naar behoren van haar taak gekweten: beleid, organisatie en financiën zijn naar verwachting gerealiseerd. De onderbesteding bij de basissubsidies zal in de komende jaren recht getrokken worden. Andere onderwerpen die in de bestuursvergaderingen (20 april en 23 september) aan de orde gekomen zijn, waren de managementletter van de accountants, het verloop van de uitgaven en de samenstelling van het bestuur.
104 A. Directieverslag
DIRECTIEVERSLAG Het bestuur van het Fonds BKVB heeft de directie gemandateerd om de procedure zoals deze beschreven is in het Handboek Fondsen op alle niveaus te realiseren en te bewaken. Het exploitatiesaldo is gelijk aan de bestedingen uit hoofde van Culturele diversiteit en de lagere vaststelling van reeds toegekende subsidies uit voorgaande cultuurnotaperioden. Als gevolg van de wijzigingen in het Handboek verantwoording cultuursubsidies fondsen is het resultaat van de overige activiteiten nihil. Dit komt tot stand doordat de subsidiebate van OCW voor hetzelfde bedrag verantwoord dient te worden als de lasten met betrekking tot de huidige cultuurnotaperiode. De meerjarige subsidiebeschikking voor de cultuurnotaperiode 2005-2008 is geactiveerd in de balans als ‘Vordering subsidie OCW’ waarmee inzicht ontstaat in de ruimte die het Fonds BKVB heeft om in de cultuurnotaperiode 2005-2008 activiteiten uit te voeren zoals opgenomen in het beleidsplan. Uit de jaarrekening blijkt dat het Fonds BKVB een subsidiebate van OCW voor € 14.537.879,- heeft verantwoord. Dit bedrag is lager dan het begrote bedrag. Dit wordt veroorzaakt door het lager uitvallen van zowel de personele als materiële beheerlasten en de lagere activiteitenlasten. De komende jaren zullen de activiteitenlasten echter stijgen. Bij de activiteitenlasten is de grootste onderbesteding zichtbaar bij de basissubsidies. In de begroting is een bedrag van € 11.200.000,- opgenomen, waarbij aangegeven is dat het een gemiddelde betreft over 4 jaar. In werkelijkheid is er sprake van gedynamiseerde uitgaven die per jaar erg kunnen verschillen, afhankelijk van de aanvragen, verstrekkingen en bestedingen. Ook het prestatie overzicht van het Fonds BKVB gaat uit van gemiddelden per jaar waarin het aantal basisstipendia op gemiddeld 325 is gesteld. In 2005 zijn echter 206 basisstipendia toegekend en 15 productiesubsidies. Dit komt overeen met de reële verwachtingen die het Fonds BKVB voor het jaar 2005 had. De reële verwachting is dat de komende jaren er meer aanvragen zullen zijn waardoor op het eind van 2008 het aantal toekenningen conform de begroting zal zijn. De overgangsregeling van 2001 laat zich nog steeds gelden in de lopende cultuurnotaperiode.
A. Directieverslag
105
Bij de stimuleringssubsidies zien we een overschrijding bij de discipline vormgeving. Dit wordt met name veroorzaakt door de startstipendia, waarbij het budget in 2005 is verlaagd, maar het aantal gehonoreerde startstipendia gelijk is gebleven aan 2004. Dit wordt opgevangen door de onderbesteding bij de discipline beeldende kunst, waarbij de startstipendia conform het begrote bedrag is gehonoreerd. Ten opzichte van 2004 is hier wel sprake van een vermindering van het aantal toekenningen met ruim € 700.000,-. De werkbudgetten laten een duidelijke onderbesteding zien, waarvan de oorzaak vooral ligt bij de gewijzigde regelingen en het wegvallen van de werkbeurzen. De reden hiervan is dat de nieuwe regelingen medio 2005 van start gingen. Dit geldt overigens ook voor de andere disciplines. Ook bij bouwkunst zijn meer startstipendia gehonoreerd dan begroot, maar op totaal niveau is hier sprake van een onderbesteding. De complementaire regelingen laten eveneens een onderbesteding zien. Reden hiervoor is dat de Commissie Pilotprojecten voor Culturele diversiteit € 850.000,- heeft uitgetrokken voor 2006. Hiervan is € 750.000,- voor intendanten en € 100.000,- voor Aruba. Door de bezuinigingen bij de activiteitenlasten is het ook noodzakelijk geworden om deze door te voeren op de personele beheerlasten. De realisatie van de personeelslasten laat zien dat hier ruimschoots aan is voldaan. Aandachtspunt bij de personeelskosten waren de pensioenlasten. Door een flinke achterstand bij het pensioenfonds zijn de afgelopen jaren reserveringen noodzakelijk geweest. In 2005 is deze achterstand volledig weggewerkt en alle premies over de afgelopen jaren betaald. De getroffen maatregelen bleken voldoende te zijn, waardoor het nu up-to-date is en in 2005 netjes binnen de begroting is gebleven. Bij de materiele beheerlasten zijn geen opvallendheden te melden. Het meest in het oog springende detail is dat investeringen zijn uitgesteld, waardoor er op het afschrijvingsbudget enige ruimte is ontstaan. Concluderend kan gesteld worden dat de totale beheerlasten conform de verwachtingen zijn gerealiseerd.
106 A. Directieverslag
Het liquiditeitenbeheer is conform de afspraken met OCW en is evenals in 2004 ondergebracht bij het ministerie van Financiën. Het Fonds BKVB heeft een contract toegevoegd aan het bestaande contract om de administratieve afhandeling inzichtelijker te maken en te vereenvoudigen. De kortlopende rente was in 2005 grotendeels hoger dan de langlopende rente, daarom hebben we er niet voor gekozen om langlopende deposito contracten af te sluiten. In 2006 zal dit opnieuw moeten worden bezien.
Amsterdam, 11 juli 2006 Lex ter Braak
B. Jaarrekening - 1. Balans per 31 december 2005
107
B. JAARREKENING 1. BALANS PER 31 DECEMBER 2005
Activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Overige materiële vaste activa
€
2005 €
1.036.410 113.050
€ 1.095.330 184.384
1.149.460 Vlottende activa Vordering subsidie OCW CuNo Vordering OCW 2001-2004 Overige vorderingen en overlopende activa Totaal vlottende activa
2004 €
63.071.274 8.100.000
1.279.714 -
184.203
373.415 71.355.477
373.415
Liquide middelen
24.022.076
21.244.513
Totaal activa
96.527.013
22.897.642
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsfonds OCW Bestemmingsreserves
€
2005 €
1.365.802 398.825 856.000
€ (6.734.200) 400.000
2.620.627 Langlopende schulden Nog te verlenen subsidies Nog te realiseren beheerlasten Egalisatierekening investeringbijdrage
38.851.904 3.195.612
(6.334.200) -
929.098
958.598 42.976.614
Kortlopende schulden Nog te verlenen subsidies Nog te realiseren beheerlasten Schulden aan subsidieontvangers Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden aan leveranciers Overige schulden en overlopende passiva
Totaal passiva
2004 €
958.598
25.574.407 2.090.786 22.468.001
26.930.952
18.044 73.094
37.303 64.831
705.440
1.240.158 50.929.772
28.273.244
96.527.013
22.897.642
108 2. Functionele exploitatierekening 2005
3. Toelichting - 3.1 Toelichting algemeen 3. TOELICHTING 3.1 TOELICHTING ALGEMEEN
2. FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2005
Baten Directe opbrengsten Lager vastgestelde en ingetrokken subsidies
2005 €
Begroting €
2004 €
398.825
-
93.884
Bijdragen Subsidie OCW CuNo
14.537.879
20.861.249
22.286.407
-
-
93.099
14.936.704
20.861.249
22.473.390
Overige subsidies/ bijdragen HGIS middelen Totale baten
Lasten Beheerlasten Personeel Materieel
2005 €
Begroting €
2004 €
1.081.179 530.154
1.245.249 601.500
1.334.374 668.479
Totale beheerlasten
1.611.334
1.846.749
2.002.853
Activiteitenlasten Verleende subsidies Advisering
13.084.559 380.673
18.867.500 400.000
16.802.923 391.194
Totale activiteitenlasten
13.465.233
19.267.500
17.194.117
Totale lasten
15.076.566
21.114.249
19.196.970
Interestbaten
494.687
253.000
471.327
Exploitatiesaldo
354.825
-
3.747.747
Deze jaarrekening is opgesteld overeenkomstig het Handboek verantwoording cultuursubsidies fondsen van het ministerie van OCW uitgegeven in april 2005. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het handboek uit 2001 zijn: - De meerjarige subsidiebeschikking voor de cultuurnota wordt vanaf 2005 voor de gehele periode geactiveerd. Ontvangen subsidies worden hierop in mindering gebracht. - De subsidiebate van OCW wordt voortaan voor hetzelfde bedrag verantwoord als de lasten over het betreffende boekjaar. Niet bestede subsidies worden op de balans opgenomen onder de post ‘Nog te verlenen subsidies’ voor nog te besteden activiteitenlasten en onder de post ‘Nog te realiseren beheerlasten’ voor nog te besteden beheerlasten. - Het eigen vermogen wordt onderscheiden in een algemene reserve, bestemmingsfondsen en bestemmingsreserves. Niet bestede OCW-subsidie wordt opgenomen in het bestemmingsfonds OCW. Het bestemmingsfonds OCW wordt gevormd via de resultaatbestemming, nadat de saldi op de posten ‘Nog te verlenen subsidies’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ na afloop van de subsidieperiode ten gunste van het resultaat zijn verantwoord. Over de bestemming van het bestemmingsfonds OCW zal het ministerie van OCW aan het eind van de betreffende cultuurplanperiode beslissen. De vergelijkende cijfers over het vorige boekjaar zijn niet aangepast aan de nieuwe verantwoordingssystematiek. VASTSTELLING OCW SUBSIDIE CULTUURNOTAPERIODE 2001-2004 Het ministerie van OCW heeft de aan het Fonds BKVB toegezegde subsidie over de periode 2001-2004 definitief vastgesteld met de brief DK/BK/2005/58451 d.d. 22 december 2005. Met de brief DK/F/2006/24738 d.d. 3 juli 2006 is op aanwijzing van het ministerie van OCW de in de cultuurnotaperiode 2001-2004 toegezegde garantie omgezet in een vordering van € 8,1 miljoen. De vordering is per 1 januari 2005 direct ten gunste van het eigen vermogen gevormd.
109
110 3.1 Toelichting algemeen
Het Fonds BKVB kan aanspraak maken op de vordering indien het niet meer kan voldoen aan de door het Fonds BKVB aangegane verplichtingen in het kader van de door het ministerie van OCW goedgekeurde statuten, subsidieregelingen en beleidsplan om te voorkomen dat zijn continuïteit in gevaar komt. Tevens is op aanwijzing van het ministerie van OCW de reservering voor Culturele diversiteit ad € 0,5 miljoen gereclassificeerd van de kortlopende schulden naar de bestemmingsreserve Culturele diversiteit. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA ALGEMEEN Tenzij anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. Alle bedragen luiden in euro’s tenzij dit anders is vermeld. MATERIËLE VASTE ACTIVA Gebouw Met ingang van 1998 is het per 1 januari 1989 om niet verkregen pand Brouwersgracht 276 gewaardeerd tegen getaxeerde waarde. Onder de passiva is hetzelfde bedrag eveneens opgenomen als egalisatierekening investeringsbijdragen. Op het pand wordt lineair afgeschreven waarbij de afschrijvingen gelijk zijn aan de vrijval van de egalisatierekening. Overige materiële vaste activa De overige materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op de economische levensduur van de betreffende activa. VORDERING SUBSIDIE OCW CUNO Onder de post ‘Vordering OCW CuNo’ worden de toegezegde, nog niet ontvangen meerjarige subsidies van OCW opgenomen, zoals vermeld in de subsidiebeschikking en de wijzigingen daarop (inclusief aanvullende subsidieverleningen). OVERIGE VORDERINGEN De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met een eventuele voorziening wegens oninbaarheid.
3.1 Toelichting algemeen
111
EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen wordt onderscheiden in een algemene reserve, bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Algemene reserve Het gedeelte van het eigen vermogen waarover zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen kan worden beschikt voor het doel waarvoor de instelling is opgericht, wordt aangeduid als algemene reserve. Bestemmingsfondsen Het deel van het eigen vermogen waaraan door het ministerie van OCW een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven, wordt aangeduid als bestemmingsfonds. Bestemmingsreserves Het deel van het eigen vermogen waaraan het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven, wordt aangeduid als bestemmingsreserve. NOG TE VERLENEN SUBSIDIES EN NOG TE REALISEREN BEHEERLASTEN Onder de posten ‘Nog te verlenen subsidies’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ wordt de door OCW toegekende meerjarige subsidie verantwoord voor zover deze nog niet is besteed. De toerekening van de nog te besteden subsidie van OCW aan de posten ‘Nog te verlenen subsidie’ en ‘Nog te realiseren beheerlasten’ geschiedt op basis van het verhoudingspercentage beheerlasten en activiteitenlasten volgens de door OCW goedgekeurde meerjaren begroting. In de jaarrekening wordt een onderscheid gemaakt in een kortlopend deel (nog te verrekenen subsidie toegekend in het afgelopen jaar en in het komend jaar) en een langlopend deel (nog te verrekenen subsidie toegekend voor de daaropvolgende jaren). EGALISATIEREKENING INVESTERINGSBIJDRAGE Als gevolg van de waardering van het pand Brouwersgracht 276 tegen getaxeerde waarde is voor hetzelfde bedrag een egalisatierekening gevormd. De jaarlijkse vrijval van de egalisatierekening is gelijk aan de jaarlijkse afschrijving op het pand.
112 3.1 Toelichting algemeen
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING ALGEMEEN Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. DIRECTE OPBRENGSTEN Directe opbrengsten betreffen inkomsten die direct aan de activiteiten van het Fonds BKVB zijn gerelateerd, zoals sponsoring en lager vastgestelde en ingetrokken subsidies. Deze opbrengsten dienen afzonderlijk als opbrengsten te worden verantwoord en mogen met ingang van 2005 niet meer worden gesaldeerd met de activiteitenlasten. INDIRECTE OPBRENGSTEN Indirecte opbrengsten zijn opbrengsten die een afgeleide relatie hebben met de activiteiten van het Fonds BKVB zoals verhuur van onroerend goed of vergoedingen voor het uitlenen van personeel. BIJDRAGEN De subsidie van OCW wordt als bate verantwoord voor hetzelfde bedrag waarvoor de activiteitenlasten en beheerlasten worden verantwoord. BEHEERLASTEN Tot de beheerlasten worden gerekend alle personele en materiële lasten die samenhangen met het beheer van de organisatie. ACTIVITEITENLASTEN De door het Fonds BKVB verstrekte subsidies worden in hun geheel verantwoord onder de activiteitenlasten in het verslagjaar waarin het besluit tot verlening van de subsidie schriftelijk aan de subsidieontvanger is meegedeeld.
3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005
113
3.2 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2005 ACTIVA Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De materiële vaste activa, gebouwen en terreinen bestaan uit het pand Brouwersgracht 276 en verbouwingen. Bedrijfsgebouw Verbouwingen Totaal 958.598 136.731 1.095.329 Boekwaarde 1 januari 2005 Investeringen Desinvesteringen 29.500 29.419 58.919 Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2005 Aanschafwaarde 31 december 2005 Cum.afschrijvingen 31 december 2005 Boekwaarde 31 december 2005
929.098
107.312
1.036.410
1.179.829 250.731
294.205 186.893
1.474.034 437.624
929.098
107.312
1.036.410
De verzekerde waarde van het pand bedraagt € 1.780.000,-. Taxatie heeft plaats gevonden op 12 december 2002. Ingevolge de subsidievoorwaarden bestaat de verplichting bij vervreemding van het pand de vervreemdingsprijs uit te keren aan het ministerie van OCW.
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA Kantoorapparatuur €
AutomatiseringsKantoorapparatuur meubilair en software € €
Overige inventaris €
Totaal €
Boekwaarde 1 januari 2005 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
13.991 10.586 4.920
102.611 32.252
65.886 42.852
1.894 1.894
184.382 10.586 81.918
Boekwaarde 31 december 2005
19.657
70.359
23.034
-
113.050
Aanschafwaarde 31 december 2005 Cum.afschrijvingen 31 december 2005
97.684
452.826
771.031
22.277 1.343.818
78.027
382.467
747.997
22.277 1.230.768
Boekwaarde 31 december 2005
19.657
70.359
23.034
-
113.050
De verzekerde waarde van de overige materiële vaste activa bedraagt € 680.000,- op basis van de nieuwwaarde.
114 3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005 VLOTTENDE ACTIVA
3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005 2005 €
2004 €
Vordering subsidie OCW CuNo Subsidie 2005-2008 Structurele bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling 2006-2008 Structurele bijdrage voor prijsontwikkeling 2006-2008
62.709.165 99.642 262.467
-
Saldo per 31 december
63.071.274
-
Met de brief kenmerk DK/BK/2004/60856 d.d. 1 maart 2005 heeft het ministerie van OCW voor de periode 2005-2008 een subsidie verleend van in totaal € 83.612.220 (€ 20.903.055 per jaar). In 2005 heeft het Fonds BKVB € 20.903.055 ontvangen. De vordering inzake de subsidie 2005-2008 bedraagt derhalve € 62.709.165. Met de brief kenmerk DK/I&I/2005/40644 d.d. 1 november 2005 heeft het ministerie van OCW voor de periode 2005-2008 een overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling vastgesteld op een bedrag van € 188.771 voor 2005 en € 99.642 voor de periode 2006-2008 ( € 33.214 per jaar). Met dezelfde brief is tevens een overheidsbijdrage in de prijsontwikkeling van € 87.489 voor 2005 en € 262.467 voor de periode 2006-2008 toegezegd.
PASSIVA Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen gedurende het verslagjaar is als volgt:
Bestemmingsfonds OCW vrijval 2004 en eerder
Te vorderen interest op deposito’s Vooruitbetaalde kosten Terug te vorderen subsidies Omzetbelasting Overige nog te ontvangen bedragen Saldo per 31 december
184.203
373.415
Liquide middelen Ministerie van Financiën ABN AMRO Bank ING Bank Kas
18.874.272 5.558.772 5.147.541 5.005.060 - 10.679.387 263 1.294
Saldo per 31 december
24.022.076 21.244.513
(6.334.198)
(*) Conform de brief van OCW met kenmerk DK/F/2006/24738 d.d. 3 juli 2006 is op aangeven van het ministerie van OCW per 1 januari 2005 de garantieverklaring omgezet in een vordering die ten gunste van het eigen vermogen is gevormd. (**) Conform de brief van OCW met kenmerk DK/BK/2005/58451 d.d. 22 december 2005 is op aangeven van het ministerie van OCW de reservering voor Culturele diversiteit ad. € 500.000 geherrubriceerd van de kortlopende schulden naar de bestemmingsreserve Culturele diversiteit.
Het Fonds BKVB kan aanspraak maken op de vordering indien het niet meer kan voldoen aan de door het Fonds aangegane verplichtingen in het kader van de door het ministerie van OCW goedgekeurde statuten, subsidieregelingen en beleidsplan om te voorkomen dat zijn continuïteit in gevaar komt. 2004 € 173.623 163.528 16.816 19.448
2.620.627
Saldo per 31 december
Het eigen vermogen is als volgt nader te specificeren:
2005 € 132.153 43.602 8.448
2005 2004 € € (6.334.198) 8.100.000 500.000 2.265.802 (10.081.945) 354.825 3.747.747
Saldo per 31 december 2004 Opname vordering OCW 2001-2004 (*) Herrubricering inzake culturele diversiteit (**) Saldo per 1 januari Exploitatiesaldo
Vordering OCW 2001-2004 Met de brief DK/F/2006/24738 d.d. 3 juli 2006 is op aanwijzing van het ministerie van OCW de in de cultuurnotaperiode 2001-2004 toegezegde garantie omgezet in een vordering van € 8,1 miljoen. De vordering is per 1 januari 2005 opgevoerd.
Overige vorderingen en overlopende activa
115
Algemene reserve
Bestemmingsreserve Antillen en Aruba Bestemmingsreserve Culturele diversiteit Totaal bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen
Saldo per Aanpassingen Resultaat- Saldo per 31 dec. op aangeven bestemming 31 dec. 2004 van OCW 2005 2005 6.734.198 8.100.000 - 1.365.802
-
-
98.82
398.825
400.000 400.000
500.000 500.000
(44.000) (44.000)
400.000 456.000 856.000
(6.334.198)
8.600.000
354.825 2.620.627
Overeenkomstig de afspraken met het ministerie van OCW worden de baten als gevolg van lager definitief vastgestelde subsidies aan kunstenaars die zijn toegekend in 2004 en eerdere jaren, aan het bestemmingsfonds OCW toegevoegd. De bestemmingsreserve Antillen en Aruba is bedoeld om te participeren in de beeldende kunst op de Antillen en Aruba. Hiertoe is al een initiatief genomen en dit zal de komende jaren verder ontwikkeld worden. De bestemmingsreserve Culturele diversiteit die in overleg met het ministerie van OCW is ontstaan, is een voorinvestering voor de komende cultuurnotaperiode en onttrokken van het reguliere budget van de Cultuurnota 2001-2004. Er is een commissie pilotprojecten samengesteld. Deze zal interculturele en multiculturele projecten entameren en bevorderen. De wijze waarop de commissie dit doet is divers. De commissie zal speciale deskundigheid ontwikkelen op dit gebied.
116
3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005 LANGLOPENDE SCHULDEN Nog te verlenen subsidies langlopend
3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005
Saldo per 1 januari Langlopend deel toekenning Ministerie
2005 € 38.851.904
2004 € -
Saldo per 31 december
38.851.904
-
Saldo per 1 januari Langlopende deel toekenning Ministerie
2005 € 3.195.612
2004 € -
Saldo per 31 december
3.195.612
-
Nog te realiseren beheerlasten langlopend
Het langlopende deel van de nog te verlenen subsidies en de nog te realiseren beheerlasten heeft betrekking op de door OCW toegekende subsidie voor de jaren 2007 en 2008 van de cultuurnotaperiode. Voor de jaren 2007 en 2008 is een subsidie toegekend voor in totaal € 42.047.516, bestaande uit een basissubsidie van € 41.806.110, een bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling van € 66.428 en een bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling van € 174.978. Op basis van de goedgekeurde meerjarenbegroting 2005-2008 is dit subsidiebedrag verdeeld over de nog te verlenen subsidies ad. € 38.851.904 (92,4%) en nog te realiseren beheerlasten ad. € 3.195.612 (7,6%). Egalisatierekening investeringsbijdragen Stand per 1 januari 2005 Af: vrijval Stand per 31 december 2005
2005 € 958.598 (29.500) 929.098
2004 € 988.098 (29.500) 958.598
KORTLOPENDE SCHULDEN Nog te verlenen subsidies kortlopend
117
2005 € 19.569.687 19.425.952 38.995.639 (13.421.233)
2004 € -
Saldo per 31 december
25.574.407
-
Nog te realiseren beheerlasten kortlopend
2005 € 1.609.628 1.597.806 3.207.434 (1.116.648)
2004 € -
2.090.786
-
Saldo per 1 januari Subsidietoekenning OCW voor 2005 Subsidietoekenning OCW voor 2006 Totaal subsidietoekenningen OCW Verstrekkingen in 2005
Saldo per 1 januari Subsidietoekenning OCW voor 2005 Subsidietoekenning OCW voor 2006 Totaal subsidietoekenningen OCW Realisatie beheerlasten en interestbaten 2005 Saldo per 31 december
-
-
Het kortlopende deel van de nog te verlenen subsidies en de nog te realiseren beheerlasten heeft betrekking op de door OCW toegekende subsidie voor de jaren 2005 en 2006 van de Cultuurnotaperiode. Voor de jaren 2005 en 2006 is een subsidie toegekend voor in totaal € 42.203.073, bestaande uit een basissubsidie van € 41.806.110, een bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling van € 221.985 en een bijdrage voor arbeidskostenontwikkeling van € 174.978. Op basis van de goedgekeurde meerjarenbegroting 2005-2008 is dit subsidiebedrag verdeeld over de nog te verlenen subsidies ad. € 38.995.639 (92,4%) en nog te realiseren beheerlasten ad. € 3.207.434 (7,6%). In 2005 is voor € 13.022.407 aan subsidie verstrekt aan kunstenaars. Aan beheerlasten en interestbaten is € 1.116.648 gerealiseerd.
Nog te betalen Stimuleringssubsidies Nog te betalen Basissubsidies Nog te betalen Complementaire regelingen
2005 € 3.362.135 18.326.624 779.242
2004 € 4.821.164 21.430.387 679.401
Saldo per 31 december
22.468.001
26.930.952
Te betalen subsidies
118 3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005
3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005
STIMULERINGSSUBSIDIES Verloopoverzicht stimuleringssubsidies
Jaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Toekenningen 6.021.012 6.526.540 7.342.331 7.870.227 8.554.140 6.869.936 6.378.826 4.928.552
Basissubsidies hebben een looptijd van minimaal 2 jaar. Het deel van de in 2005 toegekende basissubsidies dat beschikbaar komt in de loop van 2006 bedraagt € 3.434.250.
Saldo 01-01-2005 Toekenningen Uitbetaald 2.217 3.891 7.495 48.956 495.432 289.131 640.422 174.558 3.622.751 - 2.946.067 4.928.552 2.802.847 4.821.164
Totaal
4.928.552
6.212.603
Vrijval 642 1.702 6.806 36.443 59.035 22.538 47.812 -
Saldo 31-12-2005 1.575 2.189 689 12.513 147.266 443.326 628.872 2.125.705
174.978
3.362.135
De toekenningen zoals die in het verloopoverzicht zijn opgenomen, zijn exclusief de vrijval en eventuele aanvullende kosten die aan de kunstenaar vergoed worden als bijdrage voor de accountantsverklaring die betrekking heeft op een project. De vrijval komt tot stand nadat uit de financiële verantwoording blijkt dat minder kosten zijn gemaakt dan oorspronkelijk is begroot of als een tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud verstrekt is, maar gebleken is dat het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt. In het laatste geval wordt dit bovenmatige deel teruggevorderd. Het openstaande saldo van een Stimuleringssubsidie betreft 10% van de toegekende subsidie die na goedkeuring van het inhoudelijk en financieel verslag wordt uitbetaald. Daarnaast wordt de tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud uitbetaald in het jaar waar dat betrekking op heeft. BASISSUBSIDIE Verloopoverzicht Basissubsidies
Jaar 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Totaal
Toekenningen 20.433.028 10.626.171 9.958.207 9.759.224 9.148.209 8.168.044 5.989.900 12.868.584 17.783.066 13.291.263 8.879.500 6.868.500
119
Saldo 1-01-2005 Toekenningen Uitbetaald 152.746 10.214 32.045 8.630 43.834 1.223 64.774 18.522 121.872 47.035 350.785 168.929 370.889 143.465 1.824.094 773.762 4.552.485 - 1.861.563 6.667.925 - 2.620.701 7.248.938 - 2.655.091 6.868.500 1.439.280
Vrijval 25.411 13.159 27.227 108.051 44.000 6.000 -
Saldo 31-12-2005 117.121 23.415 42.611 33.093 74.837 181.856 200.197 942.281 2.646.922 4.041.224 4.593.847 5.429.220
21.430.387
223.848
18.326.624
6.868.500
9.748.415
Indien de aanvrager 4 jaar na de toekenning nog een resterend bedrag heeft openstaan, wordt (voordat verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden) gekeken of de aanvrager nog steeds professioneel werkzaam is. Als 8 jaar na de toekenning nog een bedrag open staat, wordt het ‘artistiek functioneren’ opnieuw door de werkgroep beoordeeld, voordat verdere verstrekkingen kunnen plaatsvinden. Indien in het toekenningsjaar van de basissubsidie het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt, wordt deze subsidie ingetrokken. Ook is het mogelijk dat als gevolg van de ‘beroepstoets’ na 4 jaar of het ‘artistiek functioneren’ na 8 jaar bij een negatieve beoordeling het restant van de basissubsidie vrijvalt. Complementaire regelingen Verloopoverzicht complementaire regelingen
Saldo per 1 januari 2005 Toekenningen Betalingen Vrijval Saldo per 31 december 2005
2005 € 679.401 842.220 (745.743) 3.364
2004 € 560.798 345.594 (220.797) (6.194)
779.242
679.401
Onder de opbouw overige subsidies staan alle aan kunstenaars opvraagbare toekenningen vanuit de Buitenland ateliers, Bemiddelaarssubsidies, Interregeling en Innovatiesubsidie vermeld. De vrijval komt tot stand nadat uit de financiële verantwoording blijkt dat er minder kosten zijn gemaakt dan oorspronkelijk is begroot of als er een tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud verstrekt is, maar gebleken is dat het verzamelinkomen boven het normbedrag uitkomt. In het laatste geval wordt dit bovenmatige deel teruggevorderd. Overige schulden en overlopende passiva
Nog te betalen bedragen Culturele diversiteit Pensioenen Reserve vakantiedagen en -geld Oeuvreprijzen Overige schulden
2005 € 273.703 94.000 46.775 190.612 100.350
2004 € 483.565 500.000 100.000 65.336 71.770 19.487
Saldo per 31 december 2005
705.440
1.240.158
120 3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2005 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE FINANCIËLE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Toekenningen subsidie periode 2001 - 2004 Het ministerie van OCW heeft met de brief kenmerk DK/BK/2005/58451 d.d. 22 december 2005 de subsidie over de gehele cultuurplanperiode 2001-2004 vastgesteld op € 86.802.816. Toekenningen subsidie periode 2005 - 2008 Op basis van de brieven DK/BK/2004/35524 d.d. 21 september 2004 en DK/BK/2004/60856 d.d. 01 maart 2005 en DK/I&I/2005/40644 d.d. 1 november 2005 van het ministerie van OCW is voor 2005 een subsidie toegezegd met een totaalbedrag van € 21.179.315 inclusief een vergoeding voor de arbeidskostenontwikkeling voor 2005. Voor de gehele cultuurplanperiode 2005-2008 is met de brief DK/BK/2004/60856 d.d. 01 maart 2005 een totaalbedrag van € 83.612.220 toegezegd exclusief een vergoeding voor de arbeidskostenontwikkeling. HGIS cultuurmiddelen Op basis van de brieven DCO/IC-h0997/01 d.d. 16 november 2001, DCO/IC-h0195/04 d.d. 6 april 2004 en DCO/IC-h0048/05 d.d. 4 februari 2005 van het ministerie van Buitenlandse zaken is voor de periode 2002 tot en met 2004 een subsidie toegezegd van € 302.862. In 2004 is het project verantwoord en financieel afgerekend. Op basis van de brief DCO/IC-h0048/05 d.d. 4 februari 2005 van het ministerie van Buitenlandse zaken heeft het Fonds BKVB een goedkeuring ontvangen om de niet bestede HGIS cultuurmiddelen van € 50.093 in te zetten voor het jaar 2005. Overige verplichtingen Het Fonds BKVB is gehuisvest in 2 panden, te weten Brouwersgracht 274 en Brouwersgracht 276. Het pand Brouwersgracht 274 betreft een huurpand waarvoor jaarlijks € 27.000 verschuldigd is. Jaarlijks wordt dit bedrag geïndexeerd. Het huurcontract loopt tot en met 1 augustus 2005, met een stilzwijgende verlenging van een jaar.
3.3 Toelichting op de functionele exploitatierekening
121
3.3 TOELICHTING OP DE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING BATEN Directe opbrengsten Lager vastgestelde en ingestrokken subsidies
Basissubsidies Stimuleringssubsidies Beeldende kunst Stimuleringssubsidies Vormgeving Stimuleringssubsidies Bouwkunst
2005 € 223.847 102.789 38.340 33.849
Begroting € -
2004 € 26.642 56.112 6.674 4.456
Totaal
398.825
-
93.884
Bijdragen Subsidie ministerie OCW Over 2005 is een subsidiebate van € 14.139.054 verantwoord, overeenkomstig het saldo aan activiteitenlasten en beheerlasten dat betrekking heeft op de cultuurplanperiode 2005-2008, verminderd met de rentebaten. LASTEN Beheerlasten De personeelslasten zijn als volgt uitgesplitst naar onderdelen van de organisatie.
Directie en secretariaat Financiële zaken en systeembeheer Voorlichting en juridische zaken Coördinatie stimuleringssubsidie en basissubsidie Secretariaat adviescommissies Administratie en huishoudelijke zaken Totaal
2005 fte 1,8 3,4 2,3 2,5 3,6 5,1
Begroting fte 2,0 3,5 2,5 2,5 3,8 5,0
2004 fte 1,9 3,8 2,4 2,6 3,7 5,3
18,7
19,3
19,7
122 3.3 Toelichting op de functionele exploitatierekening
3.3 Toelichting op de functionele exploitatierekening
2005 1.081.179 830.925 79.123 139.838 31.295
Begroting 1.245.249 970.249 80.000 150.000 10.000 35.000
2004 1.334.374 1.011.779 76.064 201.045 36.004 9.482
Huisvestingskosten Huren Onderhoud gebouw Schoonmaak gebouw Beveiliging gebouw Energieverbruik Diverse huisvestingskosten
87.035 30.879 13.627 13.962 1.623 19.734 7.210
99.000 35.000 9.000 16.000 5.000 26.000 8.000
112.704 32.814 25.167 21.723 6.648 18.115 8.238
Bureaukosten Afschrijvingskosten Onderhoudskosten Porto- en vrachtkosten Telefoon- en faxkosten Kopieerkosten Drukwerk Documentatiekosten Reis- en representatiekosten Diverse kantoorkosten
288.639 111.340 41.502 23.898 15.419 30.130 15.624 5.276 34.059 11.390
341.000 130.000 44.000 35.000 17.000 25.000 25.000 7.000 40.000 18.000
301.797 21.435 37.650 32.571 16.297 32.996 9.815 6.892 22.783 21.359
Organisatiekosten Juridische bijstand Accountantskosten Diverse organisatiekosten Verplichtingen derden
58.843 502 39.130 11.261 7.950
61.500 5.500 34.000 15.000 7.000
65.703 8.208 35.320 14.225 7.950
Voorlichtingskosten Bulletins Jaarverslag Tentoonstelling Advertenties Activiteiten presentatieruimte Uitreiking oeuvreprijzen Internetsite Overige voorlichtingskosten
95.637 27.082 19.213 46.244 3.097 -
100.000 20.000 30.000 20.000 23.000 7.000 -
188.275 18.129 21.626 64.623 22.414 27.838 30.800 2.845 -
Beheerlasten personeel Beheerlasten materieel
1.081.179 530.154
1.245.249 601.500
1.334.374 668.479
Totaal beheerlasten
1.611.334
1.846.749
2.002.853
Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Uitzendpersoneel Diverse personeelslasten
123
ACTIVITEITENLASTEN Basissubsidies Basisstipendia Productiesubsidies
2005 6.706.500 162.000
Begroting 10.400.000 800.000
2004 8.780.500 99.000
Totaal Basissubsidies
6.868.500
11.200.000
8.879.500
Stimuleringssubsidies 1. Beeldende kunst Startstipendia Werkbudgetten Werkbeurzen Projectsubsidies Investeringsubsidies Totaal Beeldende kunst
1.237.333 1.667.091 2.904.424
1.250.000 2.657.500 3.907.500
1.960.000 825.000 1.253.349 50.417 4.088.765
2. Vormgeving Startstipendia Werkbudgetten Praktijksubsidies Werkbeurzen Projectsubsidies Investeringsubsidies Totaal Vormgeving
768.000 557.722 140.000 1.465.722
450.000 700.000 200.000 1.350.000
768.000 247.500 392.554 83.148 1.491.202
304.000 184.406 70.000 558.406
200.000 400.000 150.000 750.000
256.000 110.000 430.963 2.445 799.408
4.928.552
6.007.500
6.379.376
3. Bouwkunst Startstipendia Werkbudgetten Praktijksubsidies Werkbeurzen Projectsubsidies Investeringsubsidies Totaal Bouwkunst Totaal Stimuleringssubsidies
124 3.3 Toelichting op de functionele exploitatierekening
C. Accountantsverklaring C. ACCOUNTANTSVERKLARING
Complementaire regelingen 2005
Begroting
2004
Buitenland ateliers Atelier I.S.C.P. Atelier PS1 Atelier Bethanienhaus Atelier Holsboer Parijs Atelier Büro Friedrich Atelier Banff Atelier Delfina Atelier Pasadena Atelier Istanbul Atelier Stockholm Totaal Buitenland ateliers
111.493 ( 4.260) 60.448 34.902 99.610 11.688 32.076 1.886 27.715 65.767 441.327
500.000
429.289
Oeuvreprijzen Bemiddelaarssubsidies Interregeling Commissie pilotprojecten Studiereis Fonds BKVB
123.851 231.855 80.004 80.000
130.000 300.000 300.000 80.000
85.704 294.814 516.794 69.761
Overige regelingen Tentoonstelling Met Stip Groepsportretten Culturele diversiteit Connected Onderzoek Buitenland ateliers Overige projecten Totaal overige regelingen
68.000 65.000 44.000 20.000 50.000 83.470 330.470
350.000
147.685
1.287.507
1.660.000
1.544.047
Totaal complementaire regelingen Totaal verleende subsidies
Afgegeven ten behoeve van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
13.084.559
116.221 52.141 55.235 59.097 88.961 12.082 45.552
Totaal activiteitenlasten
Opdracht Wij hebben de bijgevoegde jaarrekening 2005 van de Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
-
18.867.500 16.802.923
In de exploitatierekenening zijn alle toegekende subsidies verantwoord, inclusief aanvullende kosten die aan de kunstenaar vergoed worden, zoals een bijdrage voor de accountantsverklaring die betrekking heeft op een project. Onder de overige projecten worden naast de toekenningen aan kunstenaars ook andere overige lasten opgenomen zoals gerelateerde kosten aan de buitenland ateliers, de oeuvreprijzen en de studiereis. Kosten advisering Advisering basissubsidie Advisering stimuleringsubsidie Advisering overige regelingen
125
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en met in achtneming van het bij de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen opgenomen controleprotocol. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat ondermeer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen van de financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005. Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening in overeenstemming is met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor de jaarverslaggeving en voldoet aan de bepalingen van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (het Besluit) inzake de verantwoording. Tevens delen wij mede ten aanzien van de rechtmatigheid dat alle relevante bepalingen van het Besluit en de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen zijn nageleefd, alsmede voorzover van toepassing de verplichtingen opgenomen in de verleningsbeschikking (brief van OCW, kenmerk DK/BK/2004/60856, d.d. 1 maart 2005). Amsterdam, 11 juli 2006 Ernst & Young Accountants namens deze
114.940 237.063 28.670 380.673
130.000 220.000 50.000 400.000
106.177 240.276 44.741 391.194
13.465.233
19.267.500
17.194.117
De rentebaten zijn verkregen uit deposito’s en zijn toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben.
drs. J.T.S. Kleinhans RA
126 D. Kwantitatieve gegevens
D. Kwantitatieve gegevens
D. KWANTITATIEVE GEGEVENS Aantal Aangevraagd aanvragen bedrag (x € 1.000) Stimuleringssubsidies Beeldende kunst 316 5.056 Startstipendia 434 5.440 Werkbudgetten Werkbeurzen Projectsubsidies Investeringssubsidies Vervallen toekenningen 750 10.496 Subtotaal Vormgeving Startstipendia Werkbudgetten Praktijksubsidie Werkbeurzen Projectsubsidies Investeringssubsidies Vervallen toekenningen Subtotaal Bouwkunst Startstipendia Werkbudgetten Praktijksubsidies Werkbeurzen Projectsubsidies Inversteringssubsidies Vervallen toekenningen Subtotaal Basissubsidies Toekenningen bs Productiesubsidies Vervallen toekenningen Complementaire regelingen Ateliers buitenland Bemiddelaarssubsidies Commissie pilotprojecten Overige projecten Oeuvreprijzen Studiereis Fonds BKVB Totaal
Aantal toegekend 78 133 ( 103) 211 48 51 14 ( 38) 113
127
2005 Toegekend bedrag (x € 1.000)
Begroting bedrag (x € 1.000)
Aantal aanvragen
Aangevraagd bedrag (x € 1.000)
Aantal toegekend
2004 Toegekend bedrag (x € 1.000)
1.237 1.667 -
1.250 2.658 -
401 159 421 34
6.416 4.373 6.315 170
123 30 116 10
2.802
3.908
1.015
17.274
279
1.960 825 1.253 50 ( 56) 4.032
768 558 140 -
450 700 200 -
150
2.400
48
768
19 32 84 4
190 880 1.260 166
9 9 24 2
1.427
1.350
289
4.896
92
90 248 303 83 ( 7) 1.485
304 184 70 -
200 400 150 -
44
704
16
256
20 14 53 1
200 385 954 2
8 4 25 1
525
750
132
2.245
54
80 110 351 2 ( 4) 795
147 115 33 -
2.352 1.258 330 -
295
3.940
48 38 14 -
768 292 140 -
100
1.200
19 24 7 ( 34) 50
1.145
15.636
374
4.754
6.008
1.436
24.415
425
6.312
519 47
16.979 476
6.707 162
10.400 800
637 40
22.937 420
257 10
566
17.455
205 16 ( 224) 221
6.645
11.200
677
23.357
267
8.781 99 ( 27) 8.853
231 62 4 11 308
500 479 80 330 1.389
17 30 4 11 62
441 232 80 330 124 80 1.287
500 300 300 350 130 80 1.660
217 54 4 7 4 80 366
394 612 325 130 160 223 1.844
11 26 4 7 4 20 72
429 295 517 148 157 186 1.732
2.019
34.480
657
12.685
18.869
2.439
49.615
764
16.896
Bij de aanvragen Buitenland ateliers binnen de Complementaire Regeling is het niet realistisch om het aangevraagde bedrag op te nemen, gezien het relatief lage budget en honoreringsmogelijkheden. We hebben hiervoor het beschikbare budget gehanteerd. De uitreiking van de Oeuvreprijzen en de Studiereis Fonds BKVB vinden een keer in de twee jaar plaats. Hierdoor zijn er in 2005 nog geen aantallen vermeld onder de kolom toegekend.
128 Colofon COLOFON Tekst: medewerkers Fonds BKVB Redactie: Lex ter Braak, Sterre Haverkamp, Eveline Mulckhuyse Ontwerp: 75B Druk: Veenman Drukkers, Rotterdam Uitgave: Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst Postbus 773 1000 AT Amsterdam tel 020 5231523 fax 020 5231541
[email protected] www.fondsbkvb.nl © Fonds BKVB augustus 2006 Het Fonds BKVB heeft getracht aan alle auteursrechtelijke verplichtingen te voldoen. Voorzover iemand echter meent alsnog rechthebbende te zijn, kan deze zich tot het Fonds BKVB wenden.
Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - Jaarverslag 2005