Inhoudsopgave Een woord vooraf ............................................ 4 1 De school ................................................... 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Organisatie .......................................................................... 5 Schoolgrootte, locatie en populatie ......................................... 6 Missie en visie van onze school .............................................. 7 Doelstellingen 2013-2014 ...................................................... 7 Uitgangspunten .................................................................... 8 Het klimaat van de school ..................................................... 8 Kwaliteitszorg ...................................................................... 9
2 De organisatie van het onderwijs .................. 10
2.1 Groepsindeling en lestijden .................................................. 10 2.2 Groepsgrootte .................................................................... 10 2.3 Het onderwijsteam van de Kraanvogel .................................. 11 2.3.1 Leerkracht/ Directeur .................................................... 11 2.3.2 Leerkrachten ............................................................... 11 2.3.3 Assistentie ................................................................... 11 2.3.4 Vervanging bij afwezigheid ............................................ 11 2.3.5 Scholing leerkracht ....................................................... 11 2.4 Onderwijsaanbod Primair Onderwijs ...................................... 12 2.4.1 Activiteiten in de onderbouw .......................................... 12 2.4.2 Basisvaardigheden (lezen,schrijven,spreken,luisteren) ...... 12 2.5 Onderwijsaanbod Voortgezet Onderwijs ................................ 12 2.5.1 Methode en doelen ....................................................... 12 2.5.2 Lesuren en Blended learning. ......................................... 13 2.5.3 Nederlandse en Vlaamse Cultuur VO ............................... 14 2.5.4 IB Nederlands ............ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.6 Nederlandse en Vlaamse cultuur (Themadagen) ..................... 14 2.7 De bibliotheek .................................................................... 14 2.8 Huiswerk ........................................................................... 15 2.9 Regels voor aanvang en einde schooltijd ............................... 15 2.10 Schoolverzuim ................................................................ 16 2.11 Toelating-, aanmelding- en afmeldingbeleid en overgangsbeleid 16 2.11.1 Toelatingsbeleid ........................................................... 16 2.11.2 De aanmelding van nieuwe leerlingen ............................. 16 2.11.3 Afmelding vertrekkende leerlingen ................................. 17 2.11.4 Overgangsbeleid .......................................................... 17 2.12 Volgen van de ontwikkeling van de leerlingen ..................... 18 2.12.1 Leerlingvolgsysteem ..................................................... 18 2.12.2 Verslaglegging van gegevens over leerlingen ................... 19 2.12.3 De zorg voor leerlingen met specifieke behoeften ............. 19 2.12.4 De overgang naar het voortgezet NTC-onderwijs .............. 20
3 De ouders ................................................. 21 3.1
Belang van betrokkenheid van ouders ................................... 21
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Taalondersteuning van het kind door ouders .......................... Inspraak ........................................................................... Ouderassistentie ................................................................ Klachtenprocedure.............................................................. Ouderbijdrage .................................................................... Schoolverzekering ..............................................................
22 22 22 22 23 24
4 Resultaten van het onderwijs ....................... 25 4.1 Resultaten van de school ..................................................... 4.2 Zelfevaluatie ...................................................................... Het schooljaar 2011/2013 in vogelvlucht ........................................ 4.2.1 De leerlingen ............................................................... 4.2.2 Het Onderwijsteam ....................................................... 4.2.3 Het bestuur ................................................................. 4.2.4 Commissies ................................................................. 4.3 Activiteitenverslag 2011-2013.............................................. Groep 1-2................................................................................ Groep 3 t/m 8 .......................................................................... De themadagen........................................................................
25 25 26 26 26 26 26 26 30 30 31
5 School jaarplanning 2013/2014 .................... 32 5.1 5.2
Schooltijden / lesrooster ..................................................... 32 schoolkalender ................................................................... 32
6 Contactgegevens Schooljaar 2013/2014 ........ 34 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Team ................................................................................ 34 Bestuur ............................................................................. 34 Vertrouwenspersoon ........................................................... 34 Schooladviseur ................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Organisatiefuncties, verantwoordelijkheden en taken .............. 35 Leerlingen in schooljaar 2013/2014 ...................................... 37
7 Bijlagen..................................................... 39 7.1 7.2
evaluatie beleidspunten 2011-2013 ...................................... 39 interessante websites ......................................................... 41
Een woord vooraf Een nieuw schooljaar, een nieuwe schoolgids. Ten eerste heten we alle nieuwe, maar ook alle bekende ouders en kinderen van harte welkom bij De Kraanvogel. Deze schoolgids is bedoeld om ouders (en andere geïnteresseerden) te informeren over wat De Kraanvogel kan betekenen op het gebied van taal- en cultuuronderwijs. Indien u vragen of wensen heeft naar aanleiding van deze schoolgids, of suggesties heeft voor verbeteringen kunt u contact opnemen met het bestuur (077-6314042) of de directie (077-4033202) van De Kraanvogel.
Directie en Bestuur De Kraanvogel
1 De school 1.1 Organisatie De Kraanvogel is geregistreerd als Stichting Nederlandse School Kampala te Voorburg en bijgeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Haaglanden onder nummer 27180351. De Stichting Nederlandse School Kampala is in april 1999 opgericht om te voorzien in de behoefte aan Nederlands taal- en cultuuronderwijs (NTC), gegeven door een bevoegde leerkracht. Wij zijn aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Stichting NOB1) welke door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is aangewezen als intermediaire organisatie voor het Nederlands onderwijs in het buitenland; hierdoor kan er gebruik gemaakt worden van de dienstverlening van de Stichting NOB op het gebied van onderwijs, bestuur en management. De Kraanvogel – Nederlandse/Vlaamse School Kampala is formeel een Nederlandse school en staat onder het toezicht van de Nederlandse Onderwijsinspectie. De rapporten van hun vierjaarlijkse bezoek aan onze school zijn openbaar en terug te vinden op de website van de Onderwijsinspectie http://www.onderwijsinspectie.nl/ (zoek hier op Kampala) We willen benadrukken dat onze school zich niet alleen richt op de Nederlanders, maar ook op de Belgische gemeenschap. De bestuursvorm van de school is een stichting en werkt dan ook zonder winstoogmerk. Het bestuur vergadert ongeveer iedere 6 weken volgens een jaarlijks opgestelde bestuursagenda. In deze schoolgids vindt u meer informatie over de personen die het bestuur vormen en hun functies voor het komende schooljaar.
1
www.stichtingnob.nl
1.2
Schoolgrootte, locatie en populatie
Op het moment dat deze gids uitkomt staan er voor het schooljaar 2013/2014 ongeveer 42 leerlingen ingeschreven en heeft de school twee leerkrachten en een klassenassistente in dienst. Deze laatste biedt hulp bij de grotere en complexere groepen. De Kraanvogel verzorgt NTC onderwijs voor kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij doen dit bij voorkeur op locatie, om zo de reistijden voor kinderen en ouders te minimaliseren. Dit wil zeggen dat onze leerkracht, bij voldoende aanmeldingen op een bepaalde locatie, de lessen voor groep 1 t/m 8 van het basisonderwijs verzorgt op de school waar de Nederlandstalige kinderen het dagonderwijs volgen. De lessen vinden plaats buiten het reguliere rooster van de dagschool (na schooltijd dus). In het schooljaar 2013/2014 zullen we lesgeven op:
Ambrosoli International School, International School of Uganda (ISU), Rainbow International School, KISU (Kampala International School Uganda)
Kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen les op de school waar ze het dagonderwijs volgen. Als uw kind op een andere dan bovengenoemde scholen zit, dan kunnen u en uw kind zelf kiezen op welke locatie u de lessen wenst te volgen. Voor de kleuters (groep 1 en 2 van het basisonderwijs) is er een speciale kleutergroep op Ambrosoli International school en Rainbow International School. We onderscheiden drie richtingen met eigen doelstellingen in ons onderwijs: R1, R2 en R3 De leerlingen van de Kraanvogel Zijn R1 en R2. We hebben geen R3 leerlingen, maar op het moment dat deze worden aangemeld zal bekeken worden wat de mogelijkheden zijn om deze leerlingen aan te nemen. R3 vereist een geheel eigen aanpak die niet te combineren is met R1 en R2.
1.3
Missie en visie van onze school
Onze missie: Het geven van onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur aan Nederlandstalige leerlingen in Oeganda, waarbij we op een respectvolle manier met elkaar omgaan. We stemmen het onderwijsaanbod af op het potentieel van ieder kind voor een optimale aansluiting op het Nederlandse en Vlaamse onderwijs. Onze visie: De Nederlandse-Vlaamse School in Kampala biedt kwalitatief goed taal- en cultuuronderwijs door te werken aan continue verbeteringen op didactisch, organisatorisch en pedagogisch gebied, die recht doen aan de diversiteit van onze leerlingen. 1.4
Doelstellingen 2013-2014
Onder de visie zijn 3 gebieden geformuleerd waarop we onszelf willen verbeteren: op organisatorisch, pedagogisch en didactisch gebied.. In dit schooljaar willen we werken aan de volgende doelstellingen: Wat Wie Didactisch handelen en pedagogisch klimaat Structureel coöperatief werken in elke les Directeur/ leerkrachten-team toepassen. De lesstof aanbieden in een relevante Directeur/ leerkrachten-team context: thematisch onderwijs. Up-to-date houden van lesmethode Directeur Het volgen van de ontwikkeling Evaluatie onderwijsopbrengsten Directeur Organisatie van het onderwijs Houden van zeswekelijkse Directeur teamvergaderingen. Ouders meer betrekken bij het onderwijs Directeur Intakegesprek bij nieuwe aanmelding Leerkracht Regelmatig zorgleerlingen bespreken Directeur met leerkrachten en remedial teachers van de dagschool Houden van een algemene Directeur informatieavond over huiswerk. Financieel beleid De minimale algemene reserve van Bestuur 35.000 euro behouden Personeelsbeleid Continue professionele ontwikkeling voor Bestuur het personeel. Inwerken nieuwe leerkrachten. Directeur
Personeel uitbreiden of inkrimpen. Zoeken van ondersteuning door mensen met onderwijservaring Aandachtsgebied - kwaliteitszorg Jaarplan opstellen Gegevens van schoolverlaters verzamelen over de aansluiting op het onderwijs in NL Coaching leerkrachten Interne kwaliteitscontrole Maken toetskalender Maken activiteitenkalender voor bestuur en leerkrachten
Bestuur Bestuur
Bestuur Bestuur/ directeur
Directeur Bestuur Directeur Bestuur
1.5 Uitgangspunten De school kent de volgende uitgangspunten die de identiteit bepalen:
eerbiediging van iedere geloofsovertuiging of levensbeschouwing; gelijkwaardigheid van alle leerlingen; geen discriminatie of uiting van racisme.
Verder houden we rekening met verschillen tussen kinderen en proberen de lesstof af te stemmen op iedere leerling. Leerlingen worden gestimuleerd zoveel mogelijk op hun eigen niveau werken: adaptief onderwijs. Het bieden van uitdaging, ondersteuning en vertrouwen als onderdeel van het pedagogisch klimaat en didactisch handelen past bij de drie basisvoorwaarden van adaptief onderwijs: competentie (geloof en plezier in eigen kunnen), de relatie (het gevoel dat mensen je waarderen en met je om willen gaan) en onafhankelijkheid (het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij moeten helpen). Deze drie kenmerken zijn basisvoorwaarden voor een actieve, gemotiveerde leerhouding bij de leerlingen. We willen dat kinderen leren door actief samen te werken met anderen. Leerlingen werken in de kleine kring, grote kring of tweetallen, met en zonder de leerkracht. We gaan de komende jaren Structureel Coöperatief Leren in om dit te bereiken. We willen de kinderen in aanraking brengen met ‘echte’ situaties die hen aanspreken. Om dit te bereiken gaan we in de komende vier jaren tot thematisch onderwijs komen, waarbij zoveel mogelijk leerstof in een bepaalde context wordt aangeboden. 1.6 Het klimaat van de school De Nederlandse school vervult een unieke functie. Het brengt Nederlandstalige kinderen eenmaal per week bij elkaar om samen de Nederlandse taal te leren en aandacht te geven aan de Nederlandse en
Belgische cultuur. Het wekelijkse contact met de leerkracht en klasgenoten bevordert de natuurlijke ontwikkeling van het Nederlands buiten gezinsverband. Betrokkenheid van de ouders bij De Kraanvogel is van groot belang, enerzijds voor het begeleiden van hun kinderen bij het zich eigen maken van de leerstof, maar anderzijds voor ondersteunende activiteiten die van belang zijn voor het succes van de school. Hier wordt dan ook veel aandacht aan besteed. De Kraanvogel vormt een bindend element voor de Nederlands sprekende gemeenschap in Kampala. Buiten het vaste lesprogramma is er plaats ingeruimd voor sociale en culturele activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van een prettige sfeer, waarin kinderen zich veilig voelen en waarbij aandacht wordt besteed aan de Belgische en Nederlandse cultuur. 1.7 Kwaliteitszorg De school wil kwalitatief goed NTC-onderwijs bieden. Om te bepalen wat de kwaliteiten van de school zijn en welke verbeterpunten er zijn, maken we gebruik van de volgende bronnen en instrumenten:
het zelfevaluatie-instrument van de Stichting NOB; het inspectieverslag van de Nederlandse Onderwijsinspectie; het tweejaarlijkse verslag van de externe kwaliteitscommissie het jaarlijkse verslag van de interne kwaliteitscommissie. dossiers van leerlingen; resultaten van het onderwijs; evaluaties van lesmateriaal; reacties van leerkrachten; reacties van ouders; het jaarplan.
Met behulp van deze bronnen en instrumenten stellen we een lijst van verbeterpunten op. Deze verbeterpunten worden verwerkt in het vierjaarlijkse schoolplan. Hoofdstuk 4 gaat verder in op de resultaten van ons onderwijs.
2 De organisatie van het onderwijs Het NTC-onderwijs is een aanvulling op het onderwijs van de Engelstalige en Franstalige internationale dagscholen. Dit betekent dat het aantal beschikbare uren en lestijden beperkt is tot buitenschoolse tijden. De lessen van de Kraanvogel duren 3 uur. Er zijn 36 lesweken in een schooljaar. Per schooljaar zijn er ook drie themadagen die 4 uur duren. Een leerling van de Kraanvogel krijgt daarmee in totaal 120 lesuren per jaar. 2.1 Groepsindeling en lestijden De groepsindeling van de school is gebaseerd op het Nederlandse systeem dat loopt van groep 1 tot en met groep 8. Voor de groepen 1 en 2 bieden we op dinsdag en vrijdag van 14.30 16.00 les aan op Ambrosoli. Iedere les dus anderhalf uur. Dit doen we omdat de kleuters anders een te lange dag hebben en hun concentratiespanne nog niet zo lang is. Er wordt een nieuwe kleutergroep gestart op Rainbow International School. Deze kinderen krijgen vooralsnog alleen les op vrijdag van 15:15 tot 16:45. Voor de groepen 3 t/m 8 werken we in verticale groepen (verschillende niveaus in één groep). Binnen deze groep worden de leerlingen op niveau ingedeeld in kleinere groepjes. De kinderen werken aan verschillende onderdelen op hun eigen niveau. Ieder afzonderlijk groepje krijgt zo bij sommige onderdelen instructie en ondersteuning, bij andere onderdelen werken de kinderen zelfstandig. Het tijdstip van de Nederlandse les is verschillend per locatie. Zie Hoofdstuk 5 Schooltijden en Vakantierooster. Op school lenen de kinderen ook materiaal uit de bibliotheek en krijgen ze vanaf groep 3 huiswerk, waar ze thuis (met de ouders) mee aan het werk gaan. 2.2 Groepsgrootte Uit oogpunt van zowel het belang van onderlinge sociale contacten tussen de leerlingen als de mogelijkheid voor optimale individuele begeleiding door de leerkracht wordt een groepsgrootte van tussen de vier en tien leerlingen nagestreefd. In de praktijk hangt het maximale aantal leerlingen sterk af van de verschillen in de niveaus van de leerlingen in de groep. Er moet een minimum van 4 leerlingen per dagschool aanwezig zijn om een groep te kunnen vormen die voor zowel leerkracht als leerling een zinvolle invulling van de les bewerkstelligt.
2.3
Het onderwijsteam van de Kraanvogel
2.3.1 Leerkracht/ Directeur De Kraanvogel heeft een hoofdleerkracht/directeur, voor het schooljaar 2013-2014 is dat Marcel van de Sanden. De directeur is in eerste instantie verantwoordelijk voor het leiden en uitvoeren van het onderwijsprogramma voor de meeste lesuren, de themadagen en de bibliotheek van De Kraanvogel. Ook zorgt de directeur voor de uitvoering van het personeelsbeleid. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de informatievoorziening en communicatie met de ouders, de gastscholen en het bestuur. De taakverdeling tussen het bestuur en de leerkracht staat beschreven in het directiereglement. 2.3.2 Leerkrachten Als het aantal leerlingen voldoende groot is worden naast de hoofdleerkracht/ directeur extra leerkrachten aangenomen. In het schooljaar 2013-2014 is Leen Aesaert aangesteld als leerkracht voor groep 1 en 2 2.3.3 Assistentie Indien nodig (afhankelijk van de groepsgrootte en het aantal verschillende niveaus in een groep) zal een klassenassistent worden ingezet om de leerkracht te ondersteunen. In het schooljaar 2013-2014 is Mieky Steenbergen aangesteld als klassenassistente. 2.3.4 Vervanging bij afwezigheid In geval van ziekte van de leerkracht proberen we per locatie vervanging te vinden. We proberen gebruik te maken van de leden van het bestaande team. Als die niet beschikbaar zijn, zal de vervanging worden opgelost met overig in Oeganda aanwezige Nederlanders of Belgen met een lesbevoegdheid voor basisonderwijs. Slechts in het uiterste geval zullen wij ouders inschakelen om het lesprogramma doorgang te kunnen laten vinden. 2.3.5 Scholing leerkracht Net als leerlingen is een leraar ook nooit uitgeleerd. Het is belangrijk dat de leerkracht de ontwikkelingen in het onderwijs steeds blijft volgen en werkt aan het vergroten van zijn/haar deskundigheid. Daarom zijn wij geabonneerd op diverse tijdschriften en zijn onze leerkrachten actief op het NOB forum dat een vraagbaak biedt voor leerkrachten en bestuur van NTC scholen. In de zomervakanties kunnen leerkrachten een bijscholingscursus volgen, die aangeboden wordt door de Stichting NOB.
2.4
Onderwijsaanbod Primair Onderwijs
2.4.1 Activiteiten in de onderbouw Kleuters, de kinderen van groep 1 en 2, leren vooral spelenderwijs. De nadruk ligt op het vergroten van de woordenschat en woordbetekenis, waarbij gebruik gemaakt wordt van voorlees- en prentenboeken, creatieve activiteiten en groepsspelen. Door over verschillende onderwerpen te praten vergroot de basiswoordenschat en wordt de spreekvaardigheid bevorderd. Om de Nederlandse woordenschat te vergroten wordt ook de map Voorsprong van CPS Onderwijsontwikkeling en Advies gebruikt. Veel aandacht wordt gegeven aan het bewustzijn van klanken in woorden. Hiervoor wordt de werkmap Fonemisch bewustzijn van CPS gebruikt. In groep 2 beginnen de kinderen met het leren van de eerste letters als voorbereiding op groep 3. 2.4.2 Basisvaardigheden (lezen,schrijven,spreken,luisteren) In groep 3 wordt gefocust op leren lezen en schrijven. Groep 3 gebruikt de methode “de Leessleutel”. Via de methode wordt er ook aandacht besteed aan woordenschat. Er wordt gewerkt met tweewekelijkse thema’s, die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen. De groepen 4 tot en met 8 werken met de taalmethode “Taal Actief”, Deze methode biedt een leergang voor spelling, taal en woordenschat. Voor technisch en begrijpend lezen gebruiken we de methode Nieuwsbegrip. Deze teksten zijn actueel, waarbij de kinderen ook informatie krijgen over de Nederlandse actualiteit. Om de spreek- en luistervaardigheid van de leerlingen te ontwikkelen worden interactieve gesprekken gevoerd over onderwerpen die de kinderen aanspreken. Bij R1 leerlingen ligt de nadruk op het kunnen uiten van gedachten en gevoelens en het kunnen vergelijken, redeneren en concluderen. Bij R2 leerlingen ligt de focus meer op de woordenschat en grammatica van de Nederlandse taal. 2.5
Onderwijsaanbod Voortgezet Onderwijs
Vanaf augustus 2012 biedt De Kraanvogel ook NTC-Voortgezet Onderwijs. 2.5.1 Methode en doelen
We werken met de methode “Nieuw Nederlands” . Er wordt gewerkt
aan lezen, schrijven, spreken, woordenschat, grammatica, spelling en literatuur. We werken toe naar de kerndoelen voor de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs:
De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Aan het einde van het vierde jaar wordt een examen afgenomen. Dit is een examen van het CNaTV (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal). Het kan gemaakt worden in verschillende niveaus. 2.5.2 Lesuren en Blended learning. Ook de leerlingen in het Voortgezet Onderwijs maken 120 lesuren per schooljaar. Op dinsdag zijn er 36 lesweken x 3 uur is 108 uur. Ook de leerlingen Voortgezet Onderwijs doen mee aan de themadagen van de Kraanvogel, daarmee wordt nog eens 12 uur aan Nederlandse en Vlaamse Cultuur besteed. In totaal zijn dat 120 lesuren. Op zaterdag wordt slechts één keer per twee weken lesgegeven. Daarmee zijn er 18 x 3 = 54 contacturen per schooljaar. Met de uren van de themadagen wordt het totaal 66 contacturen. De overige lesuren worden door de leerlingen via internet gemaakt, deze mix van online en contacturen heet Blended Learning. Er wordt een zogenaamde Elektronische Leer Omgeving (ELO) ingericht op het internet. Hier kunnen de leerlingen inloggen en het lesprogramma vinden. Ze maken opdrachten en oefeningen op de computer, maar kunnen ook op elkaar reageren, vragen stellen of discussiëren. De leerkracht geeft online feedback, beoordeelt opdrachten en beantwoord vragen.
2.5.3 Nederlandse en Vlaamse Cultuur VO Binnen het NTC-Voorgezet Onderwijs onderwijs zijn er regelmatig momenten waarin de Vlaamse- en Nederlandse cultuur aan bod komen. Naast momenten binnen de taallessen wordt Nederland in Zicht en Nieuwsbegrip gebruikt. Ook wordt er aandacht besteed verschillende typisch Nederlandse en Vlaamse feestdagen zoals Koninginnedag en Bevrijdingsdag. Gedurende het schooljaar zal actueel nieuws uit Nederland en België gebruikt worden voor de cultuurlessen. De methode Nieuwsbegrip wordt hiervoor gebruikt. 2.6 Nederlandse en Vlaamse cultuur (Themadagen) De Kraanvogel biedt ook activiteiten aan ter bevordering van kennis van de Nederlandse cultuur. Van de 120 lesuren worden 20 uren per schooljaar besteed aan cultuur. Tijdens de lessen wordt aandacht besteed worden aan Nederlandse gewoontes en gebruiken, feestdagen en geschiedenis. Hiervoor wordt de methode NederLAND Inzicht van stichting NOB gebruikt. Per schooljaar wordt 3 keer een themadag georganiseerd. Rondom een bepaald thema worden allerlei activiteiten georganiseerd, waarbij educatieve en ontspannende elementen elkaar afwisselen. Alle leerlingen worden geacht aan deze activiteiten deel te nemen, omdat de themadagen een integraal onderdeel vormen van het lesprogramma. De themadagen hebben verschillende doelen:
Kennisnemen van de Nederlandse en Vlaamse cultuur. Vergroten van de woordenschat rondom een bepaald thema. Alle Nederlandstalige kinderen en ouders samen laten komen.
Daar de school gesubsidieerd wordt door Nederland, wordt van de school verwacht het Nederlandse curriculum te volgen. Waar mogelijk krijgt Vlaamse cultuur ook een plekje in ons onderwijs. 2.7 De bibliotheek De Kraanvogel heeft een uitgebreide Nederlandstalige bibliotheek. Alle boeken hebben op de rug een etiket met een leeftijdsaanduiding, het leesniveau (indien bekend), en het genre van het boek. A: B: C: E: J:
tot en met 8 jaar 8 tot en met 12 jaar 13 jaar en ouder boeken om technisch lezen te oefenen informatieve boeken
Naast boeken beschikt de school ook over een collectie dvd’s van Nederlandstalige kinderfilms.
We willen dat ouders en kinderen meer gebruik maken van de bibliotheek en daarom gaan we onder meer de catalogus op het internet plaatsen. Wie graag een specifiek boek wil lenen kan contact opnemen met de directeur. In de lessen is altijd een gedeelte van de bibliotheek aanwezig, de kinderen kunnen boeken inleveren en uitlenen. Ook worden er regelmatig nieuwe boeken aangeschaft in Nederland. Ook dit jaar kunnen de kinderen weer kiezen uit een groot aantal nieuw aangeschafte populaire titels/auteurs. Systeem van uitlenen De kinderen mogen per week 2 boeken en 1 dvd lenen. Elke week kunnen de kinderen deze ruilen. Boeken en Dvd’s mogen twee weken geleend worden, daarna moeten ze worden teruggebracht. Bij vermissing of vernieling van de boeken wordt een bedrag van 20.000 ugx in rekening gebracht. De school heeft ook een ruim assortiment educatieve spelletjes, geschikt voor alle leeftijden. Deze spelletjes kunnen worden geleend om thuis mee te oefenen. Er zijn verschillende spelletjes voor groep 1 en 2 over klanken, rijmen, letters, enz. Van groep 3 t/m 8 zijn er spelletjes om spelling, woordenschat of taal mee te oefenen. 2.8 Huiswerk Vanaf groep 3 wordt er huiswerk gegeven, met een gemiddelde belasting van maximaal een uur per week. Het huiswerk bestaat voornamelijk uit woordenschat en spellingsoefeningen. Van de ouders verwachten wij dat zij hun kind actief stimuleren om hun huiswerk te maken en Nederlands lezen met hun kind. De leerstof, die de kinderen thuis verwerken, zal ook in de klas getoetst worden. Het niet maken van het huiswerk heeft dus een impact op de leerresultaten. Naast het maken van oefeningen en opdrachten van lessen, wordt er van de kinderen verwacht dat ze elke maand minstens één Nederlands boek lezen. 2.9
Regels voor aanvang en einde schooltijd
Leerlingen en ouders moeten er voor zorgen op tijd in de les aanwezig te zijn. Ook verzoeken we dringend de kinderen op tijd weer op te halen. Mocht het onverhoopt niet mogelijk zijn uw kind op tijd op te halen vragen dan verwachten wij dat u contact opneemt met de leerkracht zodat deze hiervan op de hoogte is. Vanaf het moment dat de dagschool uit gaat is De Kraanvogel verantwoordelijk voor het toezicht op de kinderen. De leerkracht zal daarom altijd voor het einde van het dagschoolprogramma op school aanwezig zijn en, indien noodzakelijk, uw kind van zijn/haar lokaal naar het lokaal van de Nederlandse les begeleiden. Ouders of brengers van kinderen worden geacht hun kind persoonlijk bij de leerkracht op te halen. Vanaf dat moment valt uw kind weer onder uw supervisie.
2.10 Schoolverzuim De aanwezigheid van de leerlingen bij lessen en themadagen wordt door de leerkracht genoteerd. Ouders waarvan kinderen om bepaalde redenen een Nederlandse les niet kunnen bijwonen, worden verzocht om dit vóór 10 uur ’s ochtends telefonisch te melden aan de leerkracht. Mocht uw kind op het laatste moment ziek worden, dan hebben wij hier natuurlijk begrip voor. Als uw kind wegens omstandigheden meer dan 1 les gaat missen verzoeken wij u de leerkracht hier van op de hoogte te stellen. 2.11 Toelating-, aanmelding- en afmeldingbeleid en overgangsbeleid 2.11.1
Toelatingsbeleid
Taalsituatie NTC onderwijs kenmerkt zich door grote diversiteit in leeftijdsgroepen en taalniveaus. Op De Kraanvogel verwelkomen wij zowel kinderen met Nederlands als eerste taal als kinderen die Nederlands beheersen als tweede taal. Leeftijdsgroep De Nederlandse/Vlaamse school verzorgt onderwijs voor kinderen van 4 tot 18 jaar (groep 1-8 en VO 1, 2 en 3). Nationaliteit De Kraanvogel is toegankelijk voor Nederlandstalige kinderen met een nationaliteit van binnen de Europese Unie. Kinderen met een andere nationaliteit, die bijvoorbeeld langere tijd in Nederland of België Nederlands onderwijs hebben gevolgd, zijn ook van harte welkom. Wel bestaat er dan een andere lesgeldregeling, aangezien deze kinderen niet voor subsidie van de Nederlandse overheid in aanmerking komen. Kinderen met een speciale zorgbehoefte Als kinderen met een speciale zorgbehoefte worden aangemeld zal bekeken of zorg op maat geboden kan worden. Er kan gevraagd worden om eerst een proefperiode van drie maanden te doorlopen. Op het einde van die periode wordt in goed overleg met de ouders bepaald of de Kraanvogel deze zorg op maat kan bieden. 2.11.2 De aanmelding van nieuwe leerlingen De aanmelding van nieuwe leerlingen gebeurt via het online inschrijfformulier, dat teruggevonden kan worden op de website www.nederlandseschoolkampala.nl Na aanmelding volgt een intakegesprek tussen ouders en leerkracht, waar mogelijk ook de leerling bij aanwezig is. Tijdens de eerste les van de nieuwe leerling zal, indien nodig, een toets worden afgenomen om het niveau van de leerling te bepalen.
Bij aanmelding verstrekt u aan de school de gegevens die u als ouder bij vertrek van de vorige school heeft gekregen.
een onderwijskundig rapport de gegevens van een leerlingvolgsysteem en/of recente andere toetsgegevens recente schoolrapporten eventuele overige onderzoeksresultaten
Als een leerling elders NTC- onderwijs heeft gevolgd zijn genoemde gegevens doorgaans eveneens beschikbaar voor wat betreft NTConderwijs. Bij leerlingen die afkomstig zijn van het internationaal onderwijs zonder NTC- onderwijs ontbreken dergelijke gegevens vaak. In dat geval verzamelt de leerkracht gegevens op basis van observaties en toetsen. 2.11.3 Afmelding vertrekkende leerlingen Wanneer uw kind de Nederlandse school verlaat, dient u de school hiervan bij voorkeur een maand van te voren schriftelijk op de hoogte te brengen. Bij vertrek ontvangt u
onderwijskundig rapport bewijs van uitschrijving
De gezinnen die terugkeren naar Nederland zullen een nieuwe school moeten kiezen voor hun kinderen. De resultaten van de Nederlandse scholen zijn toegankelijk voor het publiek. Mocht u dit willen meenemen in de keuze, dan kunt u deze informatie opvragen bij de Dienst Onderwijsinspectie of op de website http://www.owinsp.nl 2.11.4
Overgangsbeleid
Kinderen die voldoende vooruitgang boeken gaan over naar de volgende groep. Bij gebrek aan rapport (nieuwe leerling, thuisonderwijs, een jaar of meer niet naar de Nederlandse school geweest enz.) of bijzondere omstandigheden (bv. overslaan jaar) zal uw kind een toelatingstest moeten afleggen. Deze test bepaalt in welke groep uw kind kan starten.
2.12 Volgen van de ontwikkeling van de leerlingen
2.12.1 Leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen gebruikt de school een leerlingvolgsysteem. Door middel van observaties en toetsen worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden. Er zijn twee soorten toetsen: methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen. De niet-methodegebonden toetsen van CITO worden op vaste momenten in het jaar afgenomen. De resultaten worden digitaal geregistreerd, waardoor de ontwikkeling van elke leerling door de jaargroepen heen gevolgd kan worden. Deze toetsen zijn hetzelfde als de meeste scholen in Nederland gebruiken. De resultaten worden dan ook vergeleken met die van leerlingen die in Nederland onderwijs volgen. De toetsen hebben met name een signalerende functie, zowel op leerling- als op schoolniveau. We bekijken vooral of de leerlingen vooruitgang boeken ten opzichte van de vorige toets die ze hebben gemaakt. Bij een onvoldoende ontwikkeling wordt een handelingsplan opgesteld. De school heeft de beschikking over de volgende niet-methode gebonden leestoetsen: de meest recente CITO toetsen op gebied van spelling, leestechniek en leestempo, Avi en DMT toets, woordenschat, begrijpend lezen en taal voor kleuters.
februari maart april mei
groep
december januari
toets
maand
Voor het schooljaar 2013-2014 is het volgende toetsingsschema opgesteld:
spelling Taal voor kleuters leestechniek leestempo spelling woordenschat begrijpend lezen spelling Taal voor kleuters leestechniek leestempo
3,4,5,6,7 1 en 2 3 4,5,6 8 3,4,5,6 5,6,7,8 4,5,6,7 1 en 2 3 4,5,6
De methodegebonden toetsen komen uit de taalmethode. Deze worden aan het eind van een hoofdstuk afgenomen en is gericht op evaluatie van
de leerdoelen. De toetsresultaten geven richting aan de voortgang van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt zowel op leerling- als op groepsniveau. De toetsing maakt integraal deel uit van het onderwijsleerproces en het is geen tijdverlies. De resultaten hiervan worden goed en aantoonbaar vastgelegd. De resultaten van deze toetsing worden gebruikt voor de planning van het leerstofaanbod voor de klas en eventueel voor extra activiteiten voor individuele leerlingen. 2.12.2 Verslaglegging van gegevens over leerlingen Van iedere leerling wordt een dossier bijgehouden. Daarin worden de volgende gegevens opgenomen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
algemene gegevens en inschrijvingsformulieren rapporten handelingsplannen verslagen van externe deskundigen verslagen oudergesprekken Cito LOVS toetsen en resultaten Methodetoetsen Aantekeningen en opmerkingen
De Nederlandse school deelt het jaar in twee semesters. De leerlingen krijgen dan ook tweemaal per jaar een rapport mee naar huis. Na het eerste rapport vinden er oudergesprekken plaats. Indien daartoe aanleiding is, worden de ouders tussentijds of na het tweede rapport uitgenodigd voor een gesprek. Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek kunnen zij dit uiteraard altijd met de leerkracht afspreken. Bij het tweede rapport wordt gekeken of de leerling over kan gaan naar de volgende groep. 2.12.3 De zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Sommige leerlingen hebben speciale zorg nodig. Het signaleren van deze behoefte vindt plaats tijdens de lessen, door middel van observaties, de methodegebonden toetsen en de toetsen in het leerlingvolgsysteem. In de zeswekelijkse teamvergadering worden zorgleerlingen besproken en bekeken welke hulp noodzakelijk is. Deze leerlingen krijgen, voor zover mogelijk, aandacht op het niveau van hun individuele problematiek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de eigen methode waarin de leerling werkt, maar ook van diverse materialen die speciaal bedoeld zijn om extra hulp te geven. In sommige gevallen is het noodzakelijk een handelingsplan op te stellen waarin de problematiek omschreven wordt en een plan van aanpak aangegeven wordt. Dit handelingsplan wordt overlegd met de ouders en zo nodig met de leerkracht van de dagschool, om te zorgen voor een goede aansluiting. Ook kan door de leerkracht advies worden gevraagd aan de leerlingbegeleiders van de Stichting NOB.
Voor kinderen met heel goede resultaten worden extra materialen (b.v. software) en leeractiviteiten (extra oefeningen op hoger niveau) ingezet. 2.12.4 De overgang naar het voortgezet NTC-onderwijs In groep 8 wordt bij de leerlingen de taalonderdelen van de CITO eindtoets afgenomen. Eventueel kan op verzoek ook de gehele CITO eindtoets worden afgenomen. Op basis van de CITO eindtoets en van de overige toetsen en observaties van de leerkracht, worden in de tweede helft van groep 8 de resultaten met ouders en leerling besproken. Zoveel als mogelijk worden de resultaten van het NTC- onderwijs vertaald naar de Nederlandse situatie en komen leerkracht, ouders en leerling tot een keuze over het niveau van het taalonderwijs in het voortgezet NTConderwijs.
3 De ouders 3.1 Belang van betrokkenheid van ouders De Nederlandse school kan niet zonder de betrokkenheid van ouders. De inzet van ouders is bepalend voor het Nederlandse taalniveau van hun kinderen. Leerlingen die thuis altijd Nederlands spreken in hun gezin hebben een grote voorsprong ten opzichte van andere kinderen. De leerlingen van de Kraanvogel hebben maar één keer per week Nederlandse les en dat betekent dat er geen herhalingsmomenten zijn gedurende de week. Om de Nederlandse taal op niveau te houden is het nodig dat ouders samen met hun kinderen huiswerk maken, (voor)lezen, in het Nederlands gesprekken voeren, etc. Als bestuur en leerkrachten willen we nog eens benadrukken dat er verwacht wordt dat de kinderen elke les en ook op de themadagen aanwezig zijn. Absentie verstoort het werkritme en er kan dan ook geen vooruitgang van het kind verwacht worden. (zie ook paragraaf 2.10 over de procedure voor afmelden bij absentie/ziekte). Een goede taalbeheersing belangrijk is bij de terugkeer naar België of Nederland. Een goede taalbeheersing is een instrument dat helpt bij een veilige sociaal-emotionele re-integratie. We willen de ouders goed informeren. De schoolgids wordt ieder jaar aan alle ouders verstrekt en is te downloaden op onze website. Ook is hier ons schoolplan te vinden. Tijdens het schooljaar krijgen de ouders regelmatig een e-mail met daarin actuele informatie over themadagen, lesactiviteiten etc. Ook op onze website is deze informatie te vinden. Aan het begin van het schooljaar organiseert de leerkracht een ouderavond, waarin kennis kan worden gemaakt met de leerkracht, het onderwijsprogramma voor komend jaar en bovendien geeft de avond de gelegenheid om elkaar als ouders te leren kennen. Aan het begin van het tweede semester wordt er weer een ouderavond georganiseerd. Op deze avond informeren we ouders over hoe zij het beste hun kinderen kunnen begeleiden met hun huiswerk. Aan het eind van ieder semester stelt de leerkracht een individueel rapport per leerling op, dat aan de ouders wordt gegeven. Na de eerste rapportage in januari organiseert de leerkracht 10-minuten gesprekken met de ouders (dwz een kort gesprek waarin het rapport wordt toegelicht aan de ouders).
3.2
Taalondersteuning van het kind door ouders
Het is belangrijk dat ouders en school dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van Nederlandse taalbeheersing. Dit heeft alleen kans van slagen als de ouders zich betrokken en geïnteresseerd tonen en er blijk van geven zich te realiseren dat de thuissituatie in hoge mate bepalend is voor succes in de schoolsituatie. In dit verband is het ook belangrijk dat er thuis zoveel mogelijk Nederlands wordt gesproken, het (voor)lezen van Nederlandse boeken wordt gestimuleerd en ouders hun kind begeleiden en stimuleren bij het maken van huiswerk. De Kraanvogel kan op verzoek extra oefenstof, educatieve spelletjes, boeken of ander materiaal verzorgen. Ook het Internet biedt interessant materiaal aan om thuis mee aan de slag te gaan. Achterin deze schoolgids vindt uw een lijst van websites. 3.3 Inspraak Minimaal eens per semester vindt er een algemene oudervergadering plaats waar alle ouders voor uitgenodigd worden. In deze vergaderingen leggen het bestuur en de leerkracht verantwoording af voor het gevoerde beleid en de behaalde resultaten en blikken we vooruit naar het volgende semester en/of schooljaar. Dit geeft ouders gelegenheid om hun mening te geven over kwaliteit van het onderwijs en plannen van het bestuur. Met tussentijdse vragen of kwesties kunt u altijd terecht bij het bestuur of de leerkracht. 3.4 Ouderassistentie De Nederlandse School zal van tijd tot tijd een beroep doen op ouders om mee te helpen met de organisatie en uitvoering van diverse activiteiten. Dit kan uiteenlopen van klassenassistentie tot themadagorganisatie en bibliotheekwerk. Daarnaast worden ouders betrokken bij de kwaliteitscontrolecommissie en de kascontrolecommissie. 3.5 Klachtenprocedure De Stichting NOB heeft een richtlijn voor klachten met betrekking tot de Nederlandse School. Uitgangspunt is dat klachten, problemen, vragen e.d. in eerste instantie rechtstreeks worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie te maken heeft. Een ouder met bijvoorbeeld een klacht over (het lesgeven van) een onderwijsgevende kan dus niet bij het schoolbestuur terecht, voordat de ouders met de betreffende onderwijsgevende hierover hebben gesproken. Stap 1 De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de onderwijsgevende.
Stap 2 Vinden de ouders en/of de onderwijsgevende geen bevredigende oplossing voor het probleem dan wordt de zaak voorgelegd aan het bestuur. Stap 3 Indien ook na het overleg met het bestuur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan de vertrouwenspersoon. Stap 4 Mocht de aard van de klacht afhandeling in onderling overleg niet mogelijk maken of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden dan kan een beroep worden gedaan op de Landelijke Klachtencommissie waar we per 2009 via de Stichting NOB bij aangesloten zijn. Contact gegevens zijn bij het bestuur verkrijgbaar, en zijn ook te vinden op de website van het NOB www.stichtingnob.nl. Een uitzondering op deze klachtenprocedure wordt gemaakt in geval van seksuele intimidatie en/of misbruik. U kunt dan rechtstreeks met de vertrouwenspersoon contact op nemen of zich direct wenden tot de vertrouwensinspecteur in Nederland (tel. +31(0)30 670 60 01) De vertrouwenspersoon voor de school is Alida Bakema (voor contactgegevens zie hoofdstuk 6). 3.6 Ouderbijdrage Op 30 mei 2013 heeft het Ministerie van Onderwijs een brief naar NOB gestuurd m.b.t. de herziening van het subsidie beleid voor “Nederlands Onderwijs in het buitenland”. Het komt er op neer dat de volledige subsidie vanaf 1 januari 2014 wordt gekort. Ongeveer 60% van de inkomsten van De Kraanvogel bestond uit ouderbijdragen. Het bestuur heeft besloten dat voor het schooljaar 2013-2014 de verhoging van de ouderbijdrage maximaal EUR 200 per leerling bedragen. Het wegvallen van de subsidie zal echter niet volledig gecompenseerd kunnen worden door een verhoging van de ouderbijdrage alleen. Met een maximale verhoging van 200 euro per leerling blijft er nog een aanzienlijk tekort over. Dit tekort wordt dit schooljaar gedekt door het verminderen van de reserve (maximaal 15,000 euro, afhankelijk van het leerlingen aantal). De regeling voor de ouderbijdrage is als volgt aangepast: - De ouder bijdrage voor leerlingen in groep 1 en 2 (kleuters) zal het komende schooljaar NIET verhoogd worden - De ouder bijdrage voor de leerlingen van groep 3 – 8 en de VO leerlingen zal het komende schooljaar met 200 euro per leerling verhoogd worden
- Ouders wiens werkgever 50% of meer bijdraagt aan de schoolkosten betalen het volledige bedrag, terwijl ouders die minder dan 50% bijdrage ontvangen voor een korting in aanmerking komen met een verklaring van de werkgever. Ouderbijdrage
Ouderbijdrage
Groep 1 & 2 Groep 3 – 8 VO
1,000 1,200 1,200
Ouderbijdrage na korting (werkgeversverklaring) 600 800 800
De Kraanvogel geeft geen reductie voor gezinnen met meerdere kinderen op de school. Eventuele bankkosten komen ter rekening van de ouders. Kinderen die geen Europese nationaliteit hebben, zijn welkom. Zij komen echter niet in aanmerking voor een subsidie, bijgevolg zal het schoolbestuur beslissen over de bijdrage die de ouders moeten leveren. Dit zal dus hoger kunnen zijn dan voor de andere kinderen. Tijdens de algemene oudervergadering aan het begin van het schooljaar zal door de penningmeester een financieel verslag uitgebracht worden over de besteding van de ontvangen gelden. Bij vragen over de ouderbijdrage kunt u contact opnemen met de penningmeester (Ineke Gerner, zie hoofdstuk 7 voor contactgegevens) 3.7 Schoolverzekering De Stichting NOB heeft ten behoeve van de bij haar aangesloten scholen een collectieve bedrijfsaansprakelijkheids- verzekering (WA) afgesloten. Deze verzekering dekt schade aan personen of goederen veroorzaakt door het handelen van de leerkracht of andere, door het bestuur in dienst gestelde, personen van de Nederlandse School tijdens de lessen op school, themadagen en tijdens schoolreisjes en excursies. NB: Als ouder bent u zelf aansprakelijk voor eventuele schade die uw kind ondervindt of toebrengt aan andere kinderen of (school)eigendommen. Daarom adviseren wij altijd en eigen WA verzekering voor uw kind af te sluiten. .
4 Resultaten van het onderwijs 4.1 Resultaten van de school Over het algemeen zijn de resultaten van onze leerlingen een stuk lager dan kinderen die in Nederland wonen. Onze leerlingen groeien op in een voornamelijk Engelstalige omgeving. Het aanbod van de Nederlandse taal is dus een stuk minder dan in Nederland. Het niveau van de kinderen is sterk afhankelijk van het Nederlandstalige aanbod thuis. Bovendien zien we over het algemeen dat kinderen die net uit Nederland zijn vertrokken hoger scoren dan kinderen die al langer in het buitenland wonen. Met name de Nederlandse woordenschat ontwikkelt zich in het buitenland een stuk minder snel. Daarnaast maken we onderscheid tussen leerlingen die Nederlands spreken als moedertaal (R1) en leerlingen die Nederlands leren als tweede taal (R2). De resultaten van onze school worden gemeten met het CITO Leerlingenvolgsysteem. Hierbij krijgen de kinderen na een toets een niveau A, B, C, D of E. Een A-niveau wil zeggen, dat een leerling bij de beste 25% van de leerlingen van Nederland behoort. Een B-niveau betekent dat een leerling bij de volgende 25% behoort. A- en B-niveau zijn bovengemiddeld. Een Cniveau wil zeggen, dat een leerling bij de volgende 25% hoort. Dit is dus onder het gemiddelde, maar wel een "voldoende" score. Een D-niveau hoort bij de volgende 15%, en de E-niveau bij de laatste 10% van de leerlingen. Onze leerlingen haalden in het schooljaar 2012-2013 gemiddeld de volgende niveaus: Toets Taal voor kleuters (gr. 1 en 2): Spelling (gr. 3 t/m 8): Woordenschat (gr. 3 t/ 7): Leestempo (gr. 3 t/m 7): Begrijpend lezen (gr. 4 t.m 8): 4.2
R1 A E D C B
R2 E E E D E
Zelfevaluatie
De zelfevaluatie volgens de richtlijnen van Stichting NOB wordt elk jaar door het bestuur uitgevoerd. U kunt de resultaten hiervan op aanvraag inzien. Mochten er aandachtspunten uit naar voren komen die van belang voor de ouders dan zullen we die uiteraard met u delen, via email of tijdens de algemene open vergaderingen van de school. De beleidspunten waar vorig schooljaar aan gewerkt is zijn geëvalueerd, zie bijlage 7.1.
Het schooljaar 2011/2013 in vogelvlucht 4.2.1 De leerlingen De Kraanvogel begon het schooljaar 2012/2013 met 56 leerlingen. Er zijn een aantal kinderen vertrokken, maar ook nieuwe leerlingen erbij gekomen, in totaal zaten 60 leerlingen op de Kraanvogel. Aan het eind van het schooljaar verlieten wederom veel kinderen De Kraanvogel in verband met hun terugkeer Nederland of een ander land. 4.2.2 Het Onderwijsteam Het onderwijsteam bestond uit: Marcel van de Sanden (directeur en leerkracht) Jeannette Nijssingh (leerkracht groep 1 en 2) Mieky Steenbergen (klassenassistente groep 3 tot en met 8) 4.2.3 Het bestuur Het bestuur bleef ongewijzigd en werd gevormd door: Voorzitter Secretaris Penningmeester Bestuurslid
Hans Beks Anneke Maarse Ineke Gerner Katrien Mertens
4.2.4 Commissies Er heeft een controle plaatsgevonden door een kascontrolecommissie bestaande uit Ruud van Rijswijk en Ans de Jager. Themadagen werden dit jaar georganiseerd met de inzet van een groepje ouders: Anneke Fermont, Janice Reul, Barbara Nolens, Nicoline Lavooy en Leen Aesaert, in samenwerking met de leerkrachten en klassenassistenten. 4.3
Activiteitenverslag 2012-2013
Aantal leerlingen: NTC-Primair Onderwijs groep 1: 4 groep 2: 4 groep 3: 9 groep 4: 7 groep 5: 12 groep 6: 6 groep 7: 5 groep 8: 3 NTC- voortgezet Onderwijs
leerjaar 1: leerjaar 2: leerjaar 3:
4 2 4
totaal:
60
Gestelde doelen:
1. Structureel Coöperatief werken wordt in elke les ingezet. 2. Er wordt een verbeterplan voor Woordenschat opgesteld en uitgevoerd. 3. Er worden tussendoelen opgesteld voor groep 1 en 2. 4. De DMT (leestoets) wordt afgenomen voor kinderen die D of E scoren. Aan de hand van deze uitslag wordt een handelingsplan opgesteld. 5. Er wordt gezocht naar een manier om spellingsregels visueel te maken en deze steeds op te kunnen hangen in de klas. 6. Lesstof wordt, waar mogelijk, aangeboden in een relatieve context. 7. Er wordt bekeken hoe we beter af kunnen stemmen op de internationale dagscholen. 8. Er komt een online catalogus van de bibliotheek. 9. Er komt een weblog van de school waarop alle ouderen zich moeten abonneren. Alle relevante en actuele informatie wordt op dit weblog geplaatst. 10. Er wordt een geautomatiseerde leerlingenadministratie aangelegd. 11. Er wordt een nieuwe taalmethode gekozen om aan te schaffen in 2013-2014. 12. Bestuursleden tekenen een privacyverklaring. 13. Er wordt een minimale reserve behouden van €35.000,-. 14. Van alle personeelsleden wordt een verklaring van goed gedrag opgenomen in de administratie. 15. Er zal een interne en externe kwaliteitscontrole plaatsvinden. 16. De kinderen leren van elkaar, hier worden coöperatieve werkvormen voor ingezet. 17. We bespreken leerdoelen per les vooraf met de kinderen. 18. Er worden regels en hulpmiddelen gemaakt om leerlingen beter zelfstandig te laten werken. Activiteiten die zijn uitgevoerd om de gestelde doelen te realiseren: 1. Aan het begin van het schooljaar is er een workshop ‘coöperatieve werkvormen’ georganiseerd door Marcel voor alle teamleden. Op deze
manier maakte iedereen kennis met de werkvormen die er zijn. Vervolgens werden deze werkvormen in de lessen door iedereen ingezet. Daarna hebben we ook lessen gefilmd en deze opnames samen bekeken. 2. Een verbeterplan voor woordenschat is uitgevoerd. Er werden nieuwe materialen gekocht en ingezet. Er werden meer woorden per les aangeboden volgens de methode ‘met woorden in de weer’ Er werd meer aandacht gegeven aan leesbevordering en lezen tijdens de les. 3. Er is gezocht naar meer informatie over de eind- en tussendoelen voor groep 1 en 2. Er is informatie uitgewisseld met de Nederlandse School in Rwanda over de doelen van groep 1 en 2. 4. We hebben bij alle leerlingen de DMT afgenomen en handelingsplannen zijn waar nodig opgesteld. Ook is een vrijwilliger (Nicoline Lavooy) ingezet om deze handelingsplannen deels uit te voeren. 5. We hebben afbeeldingen gevonden van alle spellingsregels. Deze zijn uitgeprint en waar het mogelijk was opgehangen. Ook heeft iedere leerling een klein boekje gekregen met deze afbeeldingen. 6. Bijna iedere les had een thema/onderwerp. Rondom dit thema werden woorden aangeboden en andere activiteiten uitgevoerd. 7. Er is soms contact geweest met leerkrachten van de dagscholen over specifieke kinderen. 8. Er is bekeken hoe de catalogus van de bibliotheek online kan worden gezet. 9. Met Wordpress is een weblog gestart en alle ouders hebben zich hierop geabonneerd. Regelmatig werden hierop berichten geplaatst. 10.Het in- en uitschrijven van leerlingen is gewijzigd. Het inschrijfformulier is aangepast en de leerlingenadministratie wordt in de computer bijgehouden. 11.Er is een nieuwe taalmethode gekozen en aangekocht. 12.Er is geen privacyverklaring getekend door bestuursleden. 13.Vanuit de reserve is de nieuwe taalmethode betaald. 14.Verklaringen van goed gedrag van alle personeelsleden zijn opgenomen in de administratie. 15.De school is bezocht door Jan de Groot (NTC leerkracht in Kigali) Hij heeft een externe kwaliteitsaudit afgenomen. 16.In de lessen werden soms coöperatieve werkvormen ingezet. 17.In de nieuwe taalmethode zijn de leerdoelen zeer duidelijk voor de leerlingen omschreven. Dit wordt iedere les gebruikt en nabesproken. 18.Er is een schema opgesteld waarop de kinderen kunnen zien welke opdrachten ze moeten uitvoeren. Ze houden hier zelf bij wat ze hebben gemaakt. Resultaten van deze activiteiten: 1. Coöperatieve werkvormen worden zo nu en dan ingezet, maar nog niet structureel iedere les. Dit blijkt toch wel erg lastig te zijn, vanwege de verschillende niveau en leeftijden in de groepen. Ook worden de
groepen steeds kleiner en met een kleine groep zijn niet alle werkvormen even geschikt. 2. We besteden nu veel meer tijd aan woordenschat. Toch blijkt in de praktijk dat woorden vaak niet beklijven. Met name R2-leerlingen hebben veel tijd en oefening nodig om woorden eigen te maken. We bieden nu veel woorden aan, maar voor R2 leerlingen is het misschien beter wat minder woorden aan te bieden en deze vaker te herhalen. 3. Er is nu een uitgebreide lijst van eind- en tussendoelen. Nu moet de lesplanning zo worden gemaakt dat deze tussendoelen ook allemaal gedurende het schooljaar aan bod komen en getoetst worden. 4. De handelingsplannen zijn uitgevoerd en geëvalueerd. We blijven de DMT afnemen bij alle kinderen. 5. De afbeeldingen van de spellingsregels geven de leerlingen veel steun tijdens oefeningen. We moeten nu wel zien hoe deze afbeeldingen aansluiten op de nieuwe methode. Het kleine boekje met spellingsregels werkte heel motiverend. 6. Door de verschillende niveau en leeftijden is het erg lastig om altijd vanuit een thema te vertrekken dat de kinderen ook echt aanspreekt. Soms lukt dat wel en soms niet. Als het lukt merk je wel dat kinderen veel gemotiveerder zijn. 7. In sommige individuele gevallen hebben we het programma en onze didactiek aangepast in samenspraak met de dagschool. Andersom hebben we een enkele keer materialen uitgewisseld. 8. Het blijkt niet eenvoudig te zijn om de bibliotheek, zoals we hem nu administreren, online te zetten. De software die we nu gebruiken is verouderd en we wachten op een nieuwe versie die aankomend jaar verschijnt. Het is wel de vraag wat dit gaat kosten en of de school hier nog wel geld aan moet besteden. 9. Ouders kregen informatie via de weblog. Deze werd niet altijd even goed gelezen en belangrijke informatie werd daarom altijd nog via de email verstuurd. 10.Voorheen moesten leerlingen ieder schooljaar opnieuw worden ingeschreven. Nu hoeft dat niet meer, leerlingen blijven ingeschreven tot ze worden uitgeschreven. Ze ontvangen dan ook een bewijs van uitschrijving. Het inschrijfformulier is aangepast, waardoor gegevens eenvoudiger kunnen worden ingevoerd in de computer. 11. De methode Taal Actief versie 4 is aangekocht voor groep 4 tot en met 8. Vanaf het komende schooljaar wordt hier volledig mee gewerkt. 12. Er is nog geen privacyverklaring getekend. 13. Uit de reserve is de nieuwe taalmethode betaald. Door het ruime aantal leerlingen is de reserve verder niet afgenomen, maar gelijk gebleven. 14.Bij het aannemen van een nieuw personeelslid wordt een verklaring van goed gedrag in de administratie opgenomen. 15.Uit de kwaliteitsaudit kwamen diverse punten voor verbetering. Deze punten worden in de nieuwe schoolgids opgenomen om uit te voeren. 16.Zie punt 1.
17.Iedere les wordt gestart door samen met de kinderen het leerdoel te bespreken en de evalueren. De bedoeling is dit nog verder door te voeren, waardoor kinderen meer inzicht krijgen in hun eigen leerproces. 18.De kinderen werken nu iedere zelfstandig met de taalmethode. Door het werkschema kunnen ze zelf zien wat ze moeten doen. Ze houden zelf hun vorderingen bij. Onderwijsverslag van het afgelopen schooljaar: Het schooljaar begon op 21 augustus 2012 en eindigde op 26 juni 2013. De leerlingen waren verdeeld over zeven verticale groepen die les kregen op Ambrosoli, ISU, Rainbow en KISU. Het team bestond uit Marcel van de Sanden (leerkracht groep 3 tot en met 8, leerkracht voortgezet onderwijs en directeur), Jeannette Nijssingh (leerkracht groep 1 en 2) en Mieky Steenbergen (onderwijsassistente). Halverwege het schooljaar werd een aantal leerlingen extra ondersteund door Nicoline Lavooy, die zich vrijwillig voor de school heeft ingezet. Alle lessen vonden plaats na schooltijd, behalve op ISU waar we al onder schooltijd kunnen beginnen. Over het algemeen is de inzet van de kinderen groot en er is weinig verzuim van lessen. Groep 1-2 Er is dit schooljaar gewerkt rondom verschillende thema’s die gemiddeld 2 weken duurden. Een greep uit de thema’s die aan bod kwamen: De seizoenen, kleuren en vormen, sprookjes, dieren, Sinterklaas, ziek zijn en de dokter, eten, bloemen en planten. Elke les begon met een welkomstlied in de kring. Daarna werd het thema besproken aan de hand van een praatplaat of materiaal. Verder werd er voorgelezen, werkbladen gemaakt, liedjes gezongen en spelletjes gedaan. In groep 2 is een al begin gemaakt met de klanken en letters. Groep 3 t/m 8 In groep 3 werd de methode: “De Leessleutel” gebruikt. Een aantal kinderen kon bij het begin al bijzonder goed lezen en zij werkte met de pluswerkboekjes van deze methode (Aviniveau E3). Bij andere (R2) kinderen is weer meer aandacht gegeven aan woordenschat en spreekvaardigheid. De leerlingen van groep 4 t/m 8 werkte met de methode Taaljournaal aan spelling, taal en woordenschat. Aan spelling en woordenschat is veel aandacht gegeven. Er werd gewerkt rondom thema’s zoals water, dieren, planten en bloemen, gevoelens, uitvindingen en machines, enz. Tijdens de lessen werd gewerkt in een circuit-vorm. De kinderen waren verdeeld in groepjes van drie. Er waren steeds vier onderdelen en ieder half uur werd gewisseld. Twee onderdelen werden door de kinderen zelfstandig
uitgevoerd, bij de andere twee onderdelen was er instructie en begeleiding van de leerkracht of klassenassistent. De themadagen De volgende themadagen zijn georganiseerd: Datum november 2011
Onderwerp Water
februari 2013
De boerderij
mei 2013
Koningsdag
Toelichting De kinderen werden in drie groepen verdeeld naar leeftijd. Er waren allerlei activiteiten rondom water. De leerlingen van VO maakten een krant rondom deze themadag. We gingen met de bus op schoolreis naar de boerderij van The Groot. De kinderen kregen hier een rondleiding en een uitleg. Daarna waren er verschillende activiteiten. In verband met de inhuldiging van koning Willem-Alexander was er een speciale feestdag. Een uit Nederland overgekomen poppentheater verzorgde workshops en de kinderen speelden hun eigen poppenvoorstelling. Daarna werd er een voorstelling gespeeld door het poppentheater van Jan Klaassen en Katrijn. Aansluitend was er een vrijmarkt. Deze dag werd gesponsord door Brussels Airlines en de Nederlandse Ambassade.
5 School jaarplanning 2013/2014 5.1 Schooltijden / lesrooster Voor de diverse locaties (onze gastscholen) begint en eindigt het schooljaar op verschillende data. Wij zorgen ervoor dat we alle kinderen voldoende lessen aanbieden, zodat iedere leerling minimaal 120 uur per jaar les krijgt. Het weekrooster voor het schooljaar 2013/2014 is als volgt: maandag Rainbow dinsdag ISU dinsdag Ambrosoli woensdag Ambrosoli woensdag Ambrosoli donderdag KISU vrijdag Rainbow zaterdag Ambrosoli (eens per twee weken)
groep 3 t/m 7 groep 4 t/m 7 groep 1 en 2 groep 1 en 2 groep 3 t/m 6 groep 4 t/m 7 groep 1 en 2 Havo/VWO 1 ,2,3
van van van van van van van van
15.15 tot 18.15 13.30 tot 16.00 14.30 tot 16.00 14.30 tot 16.00 14.30 tot 17.30 15.15 tot 18.15 15.15 tot 16.45 09:00 tot 12:00
Tijdens iedere les is een pauze van 15 minuten ingelast. De kinderen wordt verzocht daarvoor een gezonde snack en wat drinken mee te nemen. Een navulbare drinkbeker heeft de voorkeur. Semester 1 loopt van start schooljaar tot de kerstvakantie, semester 2 start na de kerstvakantie en eindigt met de zomervakantie. De themadagen zijn gepland op 2 november, 1 februari en 3 mei. Hiervoor stuurt de leerkracht aparte uitnodigingen aan ouders en kinderen. Wijzigingen zijn mogelijk. De vakanties en sluitingsdagen van De Kraanvogel sluiten zoveel mogelijk aan bij de vakanties en vrije dagen van onze gastscholen. 5.2 schoolkalender Op de volgende pagina treft u onze schoolkalender met de belangrijkste data voor het schooljaar 2013-2014 aan. Voor een digitale kalender in kleur kunt u terecht op de website van school.
6 Contactgegevens Schooljaar 2013/2014 6.1
Team
Marcel van de Sanden 077-4033202
[email protected] Leen Aesaert 078-1475350
[email protected] Mieky Steenbergen 078-8423651
[email protected] 6.2
Bestuur
Voorzitter : Secretaris: Penningmeester: Bestuurslid:
Hans Beks 077-6314042 Anneke Maarse 078-8728478 Ineke Gerner 077-4394398 Katrien Mertens 078-8695015
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
De bestuursleden kunnen overigens ook per e-mail bereikt worden op het algemene e-mailadres van De Kraanvogel:
[email protected] 6.3
Vertrouwenspersoon
Alida Bakema-Boon
077-2895100
[email protected]
6.4
Organisatiefuncties, verantwoordelijkheden en taken
Bestuur Naam
Functie
Verantwoordelijk Taken heden Hans Beks Voorzitter Bestuur en Voorzitten van bestuursvergaderingen en open management vergaderingen Strategiebepaling / schoolplan Representatie Overleg met dagscholen Evaluatie van beleidsvoornemens en opstellen actieplannen Personeelsbeleid Laten uitvoeren van kascontrole Ineke Gerner Penningmees- Financieel Financiële administratie ter beheer Begroting Financiële rapportage Anneke Maarse
Secretaris
Katrien Mertens
Bestuurslid
Notulen / adminstratie
Notulen en agenda bestuursvergadering Notulen oudervergadering Informeren bestuursleden /ouders Contact Nederlandse Ambassade Onderwijszaken Representatie Vlaamse curiculum/cultuur contact / kwaliteitszorg Belgische ambassade, onderwijskundig, bibliotheek
Directie Naam
Functie
Marcel van de Sanden
Directeur
Verantwoordelijk- Taken heden Management Jaarplanning onderwijsprogramma en schoolkalender Overleg met gastscholen Kwaliteitszorg Intake nieuwe leerlingen Organisatieontwikkeling en –beheer Administratie van ouders en leerlingen
Team Naam
Functie
Marcel van de Sanden
Leerkracht
Verantwoordelijkheden NTC basisonderwijs groep 1 t/m8 en voortgezet onderwijs 1ste en 2de jaar.
Taken Lesvoorbereiding Lesgeven Leerling-administratie Leerlingbegeleiding Remedial teaching Themadagen Bibliotheek
Leen Aesaert leerkracht
NTC basisonderwijs Lesvoorbereiding Groep 1 en 2 Lesgeven Ambrosoli Leerlingbegeleiding Themadagen Bibliotheek Mieky Onderwijsassis Assisteren van Begeleiden van leerlingen Steenbergen tente leerkracht op 3 Kinderen helpen met lezen dagscholen 3 Extra oefenen met kinderen middagen in de Uitvoeren van licht administratieve taken week Helpen lesruimte (huishoudelijk) op orde te krijgen Alida VertrouwensBakema persoon Commissies Naam
Leden
Kascontrolecommissie Kwaliteitscontrolecommissie Themadag Leerkracht + commissie ouders
Verantwoordelijkheden Toezicht op financieel beheer Toezicht op kwaliteitszorg Themadag
Taken Uitvoeren jaarlijkse kascontrole en rapportage van bevindingen aan bestuur Uitvoeren halfjaarlijkse kwaliteitsaudits en rapportage van bevindingen aan directie en bestuur Assisteren van de leerkracht bij de voorbereiding en uitvoering van de themadagen
6.5
Leerlingen in schooljaar 2013/2014
Primair Onderwijs: Maandag
Rainbow
groep 3
Noëlina Verstraete
groep 4
Elisa Bannink Milan Manda Naomi Verboom Bas Nolens
Aantal: 9 groep 6
Sjoerd Servaas Floortje Nolens
Groep 7
Stijn Servaas Thijs Nolens
Dinsdag
Ambrosoli
groep 3
Muna Schrier
groep 5
groep 4
Jules de Ceuster Mauro van Campenhout Leto Treffers Senna van Leeuwen
Dayo Beks Paris Treffers Yara van Leeuwen Vince Schrier
groep 6
Guido van Asten Lisa van Campenhout
Woensdag
ISU
groep 4
Grécy van der Vliet Ryan Munting
Dinsdag Woensdag
Ambrosoli
groep 1
Julia Fasten
Aantal: 11
Aantal: 4 groep 5
Roelf Munting
groep 7
Marten van der Vliet Aantal: 4
groep 2
Donderdag KISU
Jelle Coenradie Florian de Ceuster Juno Treffers Aantal: 6
groep 3
Philippe Weikamp
groep 6
John Schrier Anna Weikamp
groep 4
Eva Weikamp Tijmen Keizer
groep 7
Lukas Keizer
Vrijdag
Rainbow
groep 1
Alesha Schuurhuizen Nasha Nnafie
Aantal: 4 groep 2
Mathilda Sorel Ilana Zalwango
Totaal Primair Onderwijs: 38
Voortgezet Onderwijs: Zaterdag
Ambrosoli
VO 1
Anique Sloots Eva van Asten Kiki Smits
VO 2
Aron de Jager Bente Smits
Totaal Voortgezet Onderwijs: 6 Totaal aantal leerlingen: 44
Aantal: 6 VO 3
Milenka Sloots
7 Bijlagen 7.1
evaluatie beleidspunten 2012-2013
Beleidsvoornemen
Gerealiseerd?
Bepalen van het beleid t.a.v. het begeleiden van studenten met het IBprogramma (VO) Structureel coöperatief werken in elke les toepassen. De lesstof aanbieden in een relevante context: thematisch onderwijs. Onderzoek doen naar strategisch leren. De bibliotheek toegankelijker maken voor ouders en kinderen. Sociaal leren’ door coöperatieve werkvormen te gebruiken. Up-to-date houden van lesmethode Inhoudelijke afstemming met dagscholen Evaluatie onderwijsopbrengsten Houden van zeswekelijkse teamvergaderingen. Ouders meer betrekken bij het onderwijs Intakegesprek bij nieuwe aanmelding Regelmatig zorgleerlingen bespreken met leerkrachten en remedial teachers van de dagschool Houden van een algemene informatieavond over huiswerk. De minimale algemene reserve van 35.000 euro
Nee
Evaluatie/ nieuwe punten van aandacht Er zijn te weinig cases. We regelen het als het zich voordoet
Gedeeltelijk
Blijft punt van aandacht, niveaus lopen teveel uiteen
Ja
Nieuwe methode werkt met thema’s, dus dit is geintegreerd.
Ja
Dit is ook geintegreerd in de methode Schuift door naar 2013 – 2014, hier is wel aan gewerkt maar moet nog meer aandacht voor komen.
Nog niet
Komt overeen met eerder punt Ja
Ja
Geen punt van aandacht voor 2013 2014 Er is goed contact, goede communicatie en afstemming Gebeurt structureel
Ja
wekelijks
Ja Ja
Twee ouderbijeenkomsten ipv één, enquete, gesprekken Standaard
Ja
Standaard
Ja
Gedaan
Ja
Ja
behouden Geautomatiseerde leerlingenadministratie Continue professionele ontwikkeling voor het personeel. Inwerken nieuwe leerkrachten. Personeel uitbreiden of inkrimpen. Verklaring van goed gedrag in personeelsadministratie. Zoeken van ondersteuning door mensen met onderwijservaring Jaarplan opstellen Gegevens van schoolverlaters verzamelen over de aansluiting op het onderwijs in NL Coaching leerkrachten Interne kwaliteitscontrole Maken toetskalender Maken activiteitenkalender voor bestuur en leerkrachten
Ja Ja
Ja
Zou nog als open source applicatie gemaakt worden NOB cursussen, studievergoeding voor directeur Nieuwe kleuterjuf heeft meegelopen met vertrekkende juf
Ja Ja Ja
Er is een verklaring bij nieuwe leerkracht Een vrijwilliger en kleuterjuf met ervaring
Ja Nog niet
Schoolgids Wordt nog opgevolgd
Ja Ja Ja Ja
Dit jaar wordt daar meer op ingezet. Ouder enquete, interne evaluatie Standaard Bestuurskalender en schoolkalender
7.2
interessante websites
www.stichtingnob.nl Veel informatie over Nederlands onderwijs in het buitenland. www.entoen.nu Over de geschiedenis van Nederland. www.woordkasteel.com Leuk, goed en gratis programma om spelling te oefenen. www.peuterspelletjes.net Spelletjes voor peuters en kleuters. www.juffrouwblom.nl Computerprogramma’s voor thuis om taal te oefenen. www.kidsweek.nl Een weekkrant voor kinderen van 7 t/m 12 jaar. www.huiswerkweb.nl Werkbladen om taal of rekenen te oefenen. www.nos.nl/jeugdjournaal Nieuwssite voor kinderen. http://www.digischool.nl/ Online taal en spelling oefenen. www.klascement.net Taaloefeningen rondom thema’s. http://www.onlineklas.nl Leuke online oefeningen voor taal, rekenen en topografie. http://www.leerspellen.nl Educatieve spelletjes. http://users.telenet.be/Fostier/spelletjes Online oefeningen voor rekenen en taal. www.schooltv.nl Televisieprogramma’s van Schooltv bekijken. www.taalkist.nl Taal- en spellingsoefeningen voor bovenbouw basisschool en onderbouw voortgezet onderwijs. http://spelling.tormentil.nl/ Werkwoordspelling online oefenen. Nog een leuke tip: Via de satelliet is BVN te ontvangen en is gratis nadat u de schotel en decoder heeft aangeschaft. BVN staat voor het Beste van Vlaanderen en Nederland. Meer informatie vindt u op de website www.bvn.nl