Onderwijsondersteuningsprofiel Passend Onderwijs 2015-2016
2
Inhoudsopgave 1.1
Inleiding .................................................................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 1: de School .............................................................................................................................................................. 5 1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs ............................................................................................................... 6
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode .................................................................................................... 7
1.4
De School – actuele gegevens ................................................................................................................................. 8
1.5
Het toelatingsbeleid van onze school ................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 2: Visie op ondersteuning ....................................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 3: De ondersteuningsstructuur ............................................................................................................................... 13 3.1
Zorgniveau 1: de Basisondersteuning in onze school ........................................................................................... 13
3.1.1
Organisatie van de zorg in de groepen ........................................................................................................ 13
3.1.2
Taak van de groepsleerkracht bij ondersteuning ........................................................................................ 14
3.1.3
Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning .............................................................. 14
3.1.4
Taakomschrijving onderwijsassistent bij ondersteuning ............................................................................. 15
3.1.5
Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent bij ondersteuning ............................................................ 15
3.1.6
Taakomschrijving Intern Begeleider ............................................................................................................ 15
3.1.7
Deskundigheidsbevordering Intern Begeleider ........................................................................................... 16
3.1.8
Het Leerlingvolgsysteem en de toetskalender ............................................................................................ 16
3.1.9
Protocol leesproblemen en dyslexie ........................................................................................................... 18
3.1.10
Organisatie van het zorgoverleg op school ................................................................................................. 18
3.1.12
De procedure bij doorstroom en uitstroom ............................................................................................... 22
3.1.13.
Consultatie in de leerlingbegeleiding ......................................................................................................... 22
3.1.14.
Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie ................................................................................. 22
3.1.15.
Werken met individueel handelingsplan .................................................................................................... 22
3.16.
Taken ondersteuningsspecialisten op school ............................................................................................. 22
3.1.17.
Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum ........................................................ 23
3.1.18.
Aanmelding bij brede ondersteuning/verwijsindex zorg............................................................................ 23
3.1.19.
Aanmelding bij instelling voor jeugdhulpverlening .................................................................................... 23
3.1.20.
Organisatie van de ambulante begeleiding door Visio, Kentalis en LWOE ................................................. 23
3.1.21
Voorbereiding terugplaatsing vanuit speciale (basis)school ...................................................................... 24
3.1.22.
Aanvraag extra ondersteuning in de vorm van een arrangement ..........Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3.1.23. 3.2
Het profiel van de basisondersteuning op onze school .............................................................................. 24 Zorgniveau 2: De extra ondersteuning in onze school ......................................................................................... 25
3.2.1.
Definitie ....................................................................................................................................................... 25
3.2.2.
Toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal (basis)onderwijs ....................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3.2.3.
Handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren ...................................................................... 25
3.2.4.
Werken met een ontwikkelingsperspectief ................................................................................................. 25
3.2.5.
Voorbereiding aanvraag arrangement ....................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3.2.6
Grenzen aan onze ondersteuning ............................................................................................................... 27
Hoofdstuk 4: Borging kwaliteit zorg en begeleiding ................................................................................................................. 33 4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding .......................................................................................... 33
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming ............................................................................................. 33
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de ondersteuning.............................................................................................. 34
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
3
5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg ....................................................................................................... 34
5.2
Samenwerking met onderwijspartners ................................................................................................................. 34
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht ........................................................................................................................................... 40 6.1
Contact met ouders .............................................................................................................................................. 40
6.2
Zorgplicht Passend Onderwijs ...........................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
4
Verantwoording Ons Onderwijsondersteuningsprofiel voldoet aan de in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen voor Primair Onderwijs overeengekomen definitie van “basisondersteuning”. Eveneens wordt aangegeven hoe “extra ondersteuning” binnen de VCO MOG kan worden georganiseerd en welke externe partners betrokken kunnen worden bij de ondersteuning in en om de school. Onze school maakt deel uit van bovengenoemd provinciaal Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In dit Samenwerkingsverband is een dekkend aanbod onderwijsondersteuning aanwezig (zie het “Onderwijsondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen 20.01 “). http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/files/9914/1146/3786/Ondersteuningsplan_Swv_2001_PO_april_2014.pdf Het document waarin het Onderwijsondersteuningsprofiel is beschreven maakt onderdeel uit van ons schoolplan 20152019. Waar in het Onderwijsondersteuningsprofiel wordt gesproken over ‘ouders’ bedoelen we ouders/verzorgers.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
5
Hoofdstuk 1: de School 1.1
Inleiding
In dit Onderwijsondersteuningsprofiel geeft de school aan hoe de organisatie van de ondersteuning op de school eruit ziet en welk aanbod van onderwijs, zorg en ondersteuning aan alle leerlingen bij ons op school geboden kan worden. Zoals in het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs staat is de school verplicht een Onderwijsondersteuningsprofiel op te stellen dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal onderwijszorgaanbod. Het referentiekader bevat een aantal uitspraken en uitgangspunten die kaderstellend zijn voor besturen. In de diverse notities en discussie over Passend Onderwijs worden de begrippen basisondersteuning en extra ondersteuning gehanteerd. Scholen zouden daarbij minimaal moeten voldoen aan een vastgesteld niveau van basisondersteuning. Naast basisondersteuning worden in het referentiekader aspecten van meer intensieve of specialistische zorg voor specifieke doelgroepen genoemd. Basiszorg beperkt zich tot scholen voor basisonderwijs en wordt vastgesteld door de samenwerkende zorgplichtige schoolbesturen. Het begrip basisondersteuning is direct gerelateerd aan het begrip basiskwaliteit waarop het onderwijstoezicht van de inspectie is geënt.
Ons onderwijsondersteuningsprofiel voldoet aan de in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen overeengekomen definitie van “basisondersteuning”en tevens wordt aangegeven welke externe partners betrokken worden bij de ondersteuning in en om de school. Onze school maakt deel uit van bovengenoemd regionaal samenwerkingsverband Passend Onderwijs . In dit regionaal samenwerkingsverband is een dekkend aanbod onderwijsondersteuning aanwezig (zie het “Onderwijsondersteuningsplan van het Samenwerkings-verband Passend Onderwijs Groningen 20.01 “). Het document waarin dit onderwijsondersteuningsprofiel is beschreven maakt onderdeel uit van ons schoolplan 2011-2015. In het schoolplan 2011-2015 wordt hier ook naar verwezen.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
6
1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs
Voor een adequate uitvoering van de zorg en begeleiding van alle leerlingen hanteren wij de volgende uitgangspunten: Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van: o Methodeonafhankelijke toetsen Leerlingvolgsysteem o Methodeonafhankelijke eindtoetsing o Methodegebonden toetsen Systematisch analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling; Extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning, evaluatie; Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning; Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen; Toepassing van afgesproken procedures en protocollen; Centrale opslag van leerlingengegevens in leerling-dossier; Gestructureerde en planmatige zorg en begeleiding voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zo nodig in een eigen leerlijn/ontwikkelingsperspectief; In de organisatie van de zorgstructuur van onze school gaan we uit van de twee ondersteuningsniveaus: Basisondersteuning en extra ondersteuning Niveau 1: Basisondersteuning: Het onderwijs en de ondersteuningsvoorzieningen van de school zelf. De basisondersteuning is het aanbod van onderwijs en ondersteuning die de school zelf in en om de groepen leerlingen binnen de eigen schoolorganisatie kan bieden aan alle leerlingen. De kern van basisondersteuning wordt uitgevoerd in de groep. Hieronder vallen ook maatregelen voor alle leerlingen zoals werken in differentiatiegroepen, onderwijsassistenten, remedial hulp, en coaching door interne begeleiders en andere deskundigen van de school (taal- en reken specialisten, leerlingbegeleiders, logopedisten, vertrouwenspersonen ). Onder de basisondersteuning valt ook het onderwijs en de ondersteuning met behulp van externe voorzieningen om de school heen. De school blijft zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs aan de leerlingen, maar schakelt daarbij de hulp in van externe deskundigen. Om de school heen hebben wij een vangnet van hulpbronnen: ambulante begeleiders, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, tijdelijke opvangplekken. Onze Basiszorg heeft een permanent karakter en is bestemd voor alle leerlingen. Niveau 2: Extra ondersteuning: Dit is het aanbod aan onderwijsondersteuning in de vorm van arrangementen dat zowel in onze eigen school als in gespecialiseerde voorzieningen zoals die in het samenwerkingsverband in de regio aanwezig is (bijv.: speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs). Bij een verwijzing naar speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs draagt de school de verantwoordelijkheid voor de leerling over aan deze voorziening. Extra ondersteuning is op onze school aan de orde indien onze basisondersteuning ontoereikend is op één of meer van de volgende aspecten: Aandacht en tijd; Deskundigheid; Methoden en materialen; Inrichting van het schoolgebouw;
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
7
Samenwerking met ketenpartners. Welke grens er is aan de zorg op school. Wanneer een verwijzing overwogen wordt en hoe deze verloopt wordt hier beschreven.
Om te komen tot een transparant en niet bureaucratisch proces van arrangeren dicht bij de school waardoor de extra ondersteuning snel ingezet kan worden kunnen drie fasen worden onderscheiden: vaststellen, bepalen en toewijzen (zie par. 3.2.10 ). Extra ondersteuning kan zowel permanent als tijdelijk van aard zijn en is bestemd voor leerlingen met complexe speciale onderwijszorgbehoeften. Wij nemen als school onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit betekent dat wij elkaar informeren en helpen. Daarbij leren we van elkaar en vergroten op deze manier onze deskundigheid. Wij evalueren onze eigen rol om ervan te leren. Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te kunnen helpen?” is onze basisvraag. Externe hulp zal zich richten op deze vraag om van daaruit de leerlingen te kunnen ondersteunen in hun leerproces. Dit leerproces gebeurt onder verantwoordelijkheid van de leerkracht zoveel mogelijk in de groep. De leerkracht krijgt hierbij ondersteuning van onze interne begeleider en de directie. Verder is er ondersteuning mogelijk van de intern begeleider door de consultatief leerlingbegeleider van de VCO-MOG en door VESTE, het VCO Educatie Support Team van de VCO-MOG. Wij informeren de ouders over het leerproces van hun kind(eren). De voortgang van het leerproces leggen we vast en de ouders weten wat daar staat. We vragen van de ouders om mee te denken en te spreken, zodat we samen verantwoordelijk zijn voor het leerproces van het kind.
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode
Onze school is een school in ontwikkeling. Het team is zich met elkaar aan het professionaliseren. Het team wil daarbij ook de leerlingen betrekken in het zelfverantwoordelijk zijn en tot verdere uitwerking van zelfstandig werken en biedt dat aan via verschillende leerstrategieën zoals coöperatief werken. Daarbij werken wij handelingsgericht en volgen wij de lijn van 1-zorgroute. Mede hierdoor is onze kijk op leerlingen veranderd. Het accent in ons onderwijs is steeds meer gaan verschuiven van het geven van remedial teaching aan individuele leerlingen, naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in de groep. De ondersteuningsbehoeften van leerkrachten, ouders en leerlingen zijn het uitgangspunt van de zorg geworden. We zijn voortdurend cyclisch bezig onze onderwijskwaliteit te verbeteren. Voor elk verbetertraject maken we een plan van aanpak. Als instrumenten hierbij gebruiken we de Kwintoo kaarten Kwaliteitszorg en Kind op de Gang. Zicht hebben op onze ondersteuning en de kwaliteit op ondersteuning verbeteren is één van onze prioriteiten.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
8
1.4
De School – actuele gegevens
In deze paragraaf geven we de meest actuele kengetallen die betrekking hebben op de ondersteuning en begeleiding in de school. De gegevens zijn tevens van belang voor het ontwikkelen van beleid op niveau van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Ieder jaar worden de kengetallen opnieuw geïnventariseerd. Jaarlijks worden deze kengetallen in het schooljaarverslag gepubliceerd. Welke leerlingen zitten er op de school/ wat is hun leerlinggewicht; Aantal leerlingen op school/ evt. de prognose komende jaren; Aantal leerlingen met een arrangement ( ambulante begeleiding, logopedische hulp, remedial teaching etc. ); Aantal leerlingen met externe begeleiding; Aantal verwijzingen naar sbo /so; De meest voorkomende aard van de problematiek bij de zorgleerlingen; Deskundigheid van personeel in de school; Arrangementen qua inrichting en hulpmiddelen voor leerlingen met specifieke beperkingen; Gegevens van het samenwerkingsverband waar de school deel vanuit maakt. (zie bijlage) Deskundigheid
Binnen de school naam en eventueel organisatie
Binnen de VCO MOG
Remedial Teaching Onderwijsassistentie
Alie Steenwijk
Logopedist
Harma Koekkoek (GGD)
Schoolverpleegkundige
Bea Meindertsma
Schoolmaatschappelijk werk
Gea Klinkhamer
Orthopedagoog / Psycholoog
Inzet via VESTE mogelijk
Specialist lichamelijke / verstandelijke beperking
Inzet VESTE mogelijk
Sociaal emotionele ontwikkeling
Inzet VESTE mogelijk
Gedragsdeskundige
Inzet VESTE mogelijk
Para medisch team (ergotherapeut, fysiotherapeut, gespecialiseerd verpleegkundige)
Inzet via VESTE mogelijk
Kindercoach
Inzet via VESTE mogelijk
Overig
Voorzieningen in de school Voorzieningen voor hoogbegaafde leerlingen
aanwezig
Voorzieningen voor slechtziende leerlingen
SIDI3 protocol Levelwerk Geen
Voorzieningen voor slechthorende leerlingen
Geen
Voorzieningen voor leerlingen met verstandelijke beperking
Geen
Voorzieningen voor leerlingen met een lichamelijke handicap
Geen
Onderwijsondersteuningsprofiel
in ontwikkeling
CBS ’t Haimstee - Veendam
9
Voorzieningen voor NT2-leerlingen
Geen
Schakelgroep nieuwkomers
Geen
Time-out opvangplek / opvanggroep
Geen
Overig
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
10
1.5
Het toelatingsbeleid van onze school
Binnen het bestuur van VCO MOG is een gezamenlijke procedure afgesproken rond de aanmelding, inschrijving en toelating van de leerlingen. Zodra een kind 3 ½ jaar is kunnen ouders contact opnemen met onze school. De ouders ontvangen dan een aanmeldformulier, een inschrijfformulier en een samenvatting van de toelatingsprocedure. Van de peuterspeelzaal of kinderopvangcentrum ontvangen wij een overdrachtformulier met gegevens van de betreffende leerling. De gegevens van de intake- en overdrachtformulieren gaan naar de leerkracht van groep 1/2 en worden in het leerlingendossier opgeslagen. Bij aanmelding voert de directeur en/of de intern begeleider een kennismakingsgesprek, geeft informatie en laat de school zien. De ouders ontvangen een schoolgids van de school. De kennismakingsperiode beslaat meerdere dagdelen nadat het kind drie jaar en 9 maanden is geworden. Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs in werking getreden. Deze wet maakt mogelijk, dat ouders van leerlingen met een extra onderwijsbehoeften hun kind kunnen aanmelden bij onze basisschool. Wij hebben in dat geval gedurende een periode van 6 weken de tijd om na te gaan of het kind kan worden toegelaten op de school. Wij kunnen zo nodig deze periode eenmalig met 4 weken verlengen. Bij de aanmelding van vierjarigen is de periode om te bepalen wat de juiste onderwijsplek is één jaar. Indien wij besluiten dat het kind niet kan worden toegelaten treedt de zorgplicht in werking en zijn wij er aan gehouden om een passende onderwijsplaats voor het kind te vinden. Onze school heeft zorgplicht in het kader van deze wet en wij hechten grote waarde aan het belang van de betrokken leerling en de ouders. Het schoolbestuurlijk beleid is vastgelegd in de notitie: “Toelating, verwijdering en schorsing”. Daarin staat de uitgebreide procedure beschreven. Deze is op de website van het schoolbestuur te vinden. (hier kan een link naar de website van het schoolbestuur worden opgenomen).
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
11
Hoofdstuk 2: Visie op ondersteuning VCO Midden en Oost Groningen heeft als visie het onderwijs zo inclusief mogelijk te geven, in scholen waarin alle kinderen en hun ouders welkom zijn. Onderwijs dat zo inclusief mogelijk is of wel Passend Onderwijs gestalte willen geven door de uitgangspunten van de 1-zorgroute, zoals in grote lijnen opgesteld door WSNS in het kader van Handelingsgericht werken uit te voeren. Een algemene visie op Passend Onderwijs staat in het werkdocument: “Passend Onderwijs en het referentiekader voor de zorgplicht” (Harten, 28 juni 2010). Daarin wordt Passend Onderwijs ingekaderd zoals in onderstaand schema is samengevat.
Alle leerlingen succesvol op school
Leerlingen zijn gezond
Alle leerlingen volgen het onderwijs dat bij hen past
2
1
Er is specialistische en toegankelijke ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben
Het onderwijs op de scholen is van goede kwaliteit
Leerlingen voelen zich veilig
3
Er zijn voldoende fysieke voorzieningen van goede kwaliteit
In dit schema wordt de relatie gelegd tussen de maatschappelijke doelstelling- alle leerlingen zijn succesvol op school- en de domeinen gezondheid en veiligheid. Hiermee wordt aangegeven dat de doelstelling van passend onderwijs niet zonder deze voorwaarden gerealiseerd kan worden. Er is daarvoor ook samenwerking nodig met andere (zorg)instellingen in de omgeving van de school de z.g. ketenpartners. Om succesvol te zijn op school is meer nodig dan alleen een passend onderwijsaanbod. Leerlingen moeten gezond zijn en zich veilig voelen op school en thuis.
Alle leerlingen zijn succesvol op school wanneer zij onderwijs volgen dat bij hen past.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
12
Dat vereist ook onderwijsvoorzieningen die van goede kwaliteit zijn en toegankelijke onderwijszorg voor leerlingen die dat nodig hebben. Ook hiervoor is samenwerking met andere gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen in de regio noodzakelijk. De vereiste samenwerking realiseert de school op het niveau van het samenwerkingsverband. Bij het streven naar succesvol zijn op school en onderwijs bieden dat past bij elke leerling hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Passend onderwijs is zo regulier/normaal mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zoveel mogelijk in partnerschap met de ouders van het kind; Passend onderwijs sluit aan bij de leer- en ontwikkelingsbehoefte die de leerlingen hebben; Het onderwijsaanbod en de arrangementen zijn passend als zij gericht zijn op en bijdragen aan een ononderbroken ontwikkeling van het kind.
Bij het streven naar succesvol en passend onderwijs willen wij in de school het handelen door de leerkrachten op basis van onderwijsbehoeften bevorderen. Daarbij verandert onze manier waarop wij naar leerlingen kijken. Het accent in de ondersteuning verschuift van het geven van hulp aan individuele leerlingen, naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van leerlingen met extra ondersteuning in de groep. We noemen dit het handelingsgericht werken in de groep en het handelingsgericht begeleiden van leerlingen. Bij het handelingsgericht werken gaan we uit van de leerling met zijn totale ontwikkeling. De leerlingkenmerken worden zo volledig mogelijk onderzocht en beschreven waarbij aandacht is voor stimulerende en belemmerende factoren. Hierdoor kunnen wij de onderwijsbehoeften van iedere leerling positief benoemen waardoor het leer- en ontwikkelingproces van het kind wordt gestimuleerd.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
13
Hoofdstuk 3: De ondersteuningsstructuur 3.1
Zorgniveau 1: de Basisondersteuning in onze school
3.1.1 Organisatie van de zorg in de groepen De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht, met groepsplannen en groepsoverzichten. Uitgangspunt zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkracht verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen door middel van dagelijkse observaties, schriftelijke opdrachten, methodegebonden toetsen, methodeonafhankelijke toetsen, in gesprekken met leerlingen door middel van vragenlijsten. Deze gegevens worden geordend en systematisch bijgehouden in het groepsoverzicht per vakgebied. Groepsoverzichten worden bewaard in de groepsmap. De toetsgegevens worden vastgelegd in het gestandaardiseerde leerlingvolgsysteem van de school, ParnasSys. Groepsplannen zijn afgeleid van het schoolplan. In het schoolplan staan de leergebieden beschreven op basis van de kerndoelen (op termijn referentieniveaus). Voor alle leergebieden geeft de school aan welke methodes en materialen gebruikt worden. En hoe de leergebieden, in niveaus ingedeeld, gedurende de hele basisschoolperiode aan bod komen. Leerkrachten die samen met een interne begeleider een groepsplan maken, bepalen op grond van de leerlingengegevens welk deel van het schoolplan voor zijn of haar leerlingen geschikt is in een gegeven periode. De leerkracht maakt in overleg met de interne begeleider uit het totale onderwijsaanbod een selectie voor zijn/haar groep. Per jaar wordt er minimaal twee keer een nieuw groepsplan opgesteld door de groepsleerkracht. Differentiatie binnen de groep In de groep zijn er soms (grote) verschillen tussen de leerlingen. Deze verschillen uiten zich in verschillende onderwijs- en instructiebehoeften. In het groepsplan kan dan voor een deel van de groep leerlingen een aangepaste doelstelling, instructiewijze en verwerkingswijze worden aangegeven. Deze clustering van groepjes leerlingen vindt meestal plaats in een beperkt aantal niveaus in dezelfde jaargroep (maximaal 3). Convergente differentiatie De school werkt volgens de uitgangspunten van de convergente differentiatie. Dat betekent: Voor alle leerlingen, uitgezonderd leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn, geldt dat aan hen in principe de leerstof t/m eind groep 8 wordt aangeboden; Dit heeft als consequentie dat in principe aan álle leerlingen van een bepaalde groep de leerstof voor het betreffende groep (leerjaar) wordt aangeboden; Voor de “basisgroep” geldt dat aan hen het reguliere aanbod voor de betreffende groep wordt aangeboden; Voor “plusleerlingen” geldt eventueel een extra / aanvullend / verdiepend aanbod. Aan hen worden ook hogere eisen gesteld wat betreft het verwachte resultaat op de toets; Voor “risicoleerlingen” geldt dat extra instructies / begeleiding nodig zijn om het doel van het betreffende leerjaar te halen. Aan hen worden wat lagere eisen gesteld wat betreft het resultaat op de toets; Differentiatie houdt dus in: o differentiatie t.a.v. instructie (pre-teaching, verlengde instructie, geen instructie); o begeleiding (pedagogische aanpak, begeleiding bij werkhouding en concentratie);
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
14
o
minimumaanbod dat voldoet aan de kerndoelen (referentieniveaus) van de betreffende groep; Leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn hebben een eigen leerdoel, dat afwijkt van het leerdoel van de groep. Ditzelfde kan eventueel ook gelden voor hoogbegaafde leerlingen. (M.Balvert, 2010) Om de organisatie van de zorg op verschillende niveaus in de groep mogelijk te maken heeft de school het systematisch leren van zelfstandig werken ingevoerd in alle groepen. Hierdoor krijgt de leerkracht de mogelijkheid om te differentiëren (instructie, verlengde instructie, pre-teaching ) Bij de aanpak in combinatiegroepen wordt ook met drie groepen per klas gewerkt, de praktische uitvoering hiervan vraagt andere organisatievaardigheden van de leerkracht en kan per groepssituatie aangepast worden. 3.1.2 Taak van de groepsleerkracht bij ondersteuning De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijke voor het signaleren van welke leerlingen extra aandacht nodig hebben. Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school:
Observeren van leerlingen Voeren van kindgesprekken Hanteren van registratie- en signaleringslijsten Afnemen en registreren van methodegebonden toetsen Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem Analyseren van observatie- en toetsgegevens van alle leerlingen Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties Opstellen van groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen) Opstellen van groepsplannen en in een enkel geval individuele handelingsplannen Bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen tijdens de groepsbesprekingen met de interne begeleider. Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen Bijwonen van groep- en leerling-besprekingen Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen Voeren van oudergesprekken Werken met diverse protocollen (zoals hoogbegaafdheid, dyslexie)
3.1.3 Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning De school gebruikt zowel interne als externe deskundigen ter ondersteuning van de uitvoering van ondersteuning in de groepen. Groepsleerkrachten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden vergroten door middel van:
Scholing (zowel individueel als op teamniveau) Bijhouden van vakliteratuur Collegiale consultatie Coachen door de interne begeleider Adviseren en coachen door extern deskundigen Advisering door de consultatief leerlingbegeleider Adviseren en coachen door VESTE Adviseren en coachen door extern deskundigen Scholing n.a.v. interne audit VCO MOG
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
15
De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in het School Jaarplan en School Jaarverslag. 3.1.4 Taakomschrijving onderwijsassistent bij ondersteuning Onze school beschikt over een onderwijsassistente in de school. De taak van de onderwijsassistente is in de eerste plaats het begeleiden van de rugzakleerlingen. Daarnaast houdt zij zich bezig met het assisteren van de groepsleerkracht. De onderwijsassistent kan hulp geven aan individuele leerlingen maar kan ook werken met kleine groepjes/ groepen leerlingen. Bij de invulling van een arrangement kan een onderwijsassistent ook worden ingezet. 3.1.5 Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent bij ondersteuning Onderwijsassistenten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden vergroten door middel van:
Scholing Bijhouden van vakliteratuur Coachen door de interne begeleider Collegiale consultatie Adviseren en coachen door VESTE
Onderwijsassistenten kunnen zich laten bijscholen op het gebied van specifieke voorzieningen en technische hulpmiddelen voor leerlingen met beperkingen. De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in het School Jaarplan en School Jaarverslag van elke school. 3.1.6 Taakomschrijving Interne Begeleider De interne begeleider is verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van ondersteuning binnen de school. De taken van de interne begeleider zijn hier verdeeld aan de hand van een vijftal taakgebieden. Deze zijn afgeleid van de matrix “competenties van de interne begeleider”. 1. Beleidstaken ondersteuning: Opstellen en bewaken van de procedures in het ondersteuningssysteem van de school. Opstellen en evalueren van de beslissingscriteria t.a.v. ondersteuningsniveaus ( o.a. doorstroom protocol). Opstellen van jaaroverzicht kengetallen ondersteuning. Bewaken van de kwaliteit van de ondersteuning op schoolniveau. 2. Taken m.b.t. vernieuwing en kennisverbreding betreffende de ondersteuning:
Initiëren en ondersteunen van expertise in de school m.b.t. ondersteuning. Opbouwen en onderhouden van relatienetwerk binnen de VCO MOG. Opbouwen en onderhouden van relaties met onderwijsbegeleiding en nascholingsinstituten op gebied van ondersteuning. Onderhouden van contacten en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen m.b.t. het voortgezet onderwijs in samenwerking met leerkracht groep 8.
3. Coördinatie en beheerstaken:
Opstellen en bewaken jaarplanning zorgactiviteiten (cyclus planmatig werken). Coördinatie leerlingvolgsysteem (waaronder de toetskalender). Opstellen roosters en coördinatie van de groep- en leerlingenbesprekingen.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
16
Beheer van de leerlingendossiers. Beheer van de orthotheek. In samenwerking met leerkrachten van groep 8 de activiteiten rondom de plaatsingswijzer en de eindtoets bewaken, plannen, uitvoeren en evalueren.
4. Taken als coach:
Opzetten en leidinggeven aan groep- en leerlingenbesprekingen. Uitvoeren van klassenconsultaties met als aandachtspunt het leraargedrag in de groep. Geven van advies aan leraren t.a.v. ondersteuning in de groep. Het coachen van leerkrachten. Inwerken van nieuwe leerkrachten m.b.t. de ondersteuningstructuur van de school.
5. Leerling-gerichte taken:
Samen met de directeur intakegesprekken voeren met ouders van nieuwe leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Uitvoeren van diagnostisch onderzoek: observaties, pedagogisch didactisch onderzoek (PDO). Overleg met de leerkracht en/of de remedial teacher (over o.a. externe onderzoek/hulp met externe deskundigen). Gesprekken met ouders ( o.a. voorlichting en ondersteuning bij arrangementen). Gesprekken met consultatief leerlingbegeleider en/of VESTE Begeleiden bij het proces van arrangeren, ondersteund door VESTE Gesprekken met externe deskundigen
3.1.7 Deskundigheidsbevordering Interne Begeleider De interne begeleider(s) vergroten hun deskundigheid door gebruik te maken van: • Scholing. • Bijhouden van vakliteratuur. • Collegiale consultatie met interne begeleiders van de VCO MOG. • Consultatieve gesprekken met bijvoorbeeld: consultatief leerlingbegeleider, VESTE Binnen de VCO MOG worden jaarlijks studiebijeenkomsten, intervisiebijeenkomsten en themamiddagen georganiseerd voor alle Intern begeleiders van de scholen. Concrete scholing en deskundigheidsbevordering wordt benoemd in het schooljaarplan en verantwoord in het schooljaarverslag. 3.1.8 Het Leerlingvolgsysteem en de toetskalender De school maakt gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van alle leerlingen. Onder leiding van de interne begeleider stellen de leerkrachten van groep 1 t/m 8 twee keer per jaar (zie voor het tijdstip van afnemen de toetskalender – zie bijlage 12) de groepsresultaten vast aan de hand van de landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. Wij gebruiken hiervoor de volgende CITO LOVS toetsen.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
17
Overzicht LOVS toetsen Toetsen
Naam van de toets
Ruimtelijke oriëntatie en getalbegrip
CITO Rekenen voor kleuters
Beginnende geletterdheid
Screening beginnende geletterdheid CITO
Taal voor kleuters
Cito Taal voor kleuters
Woordenschat
Cito Woordenschat
Technisch lezen
DMT en AVI
Begrijpend lezen
CITO begrijpend lezen
Spelling
CITO spelling
Rekenen
CITO rekenen en wiskunde
Sociaal emotionele ontwikkeling
ZIEN!
Eindtoets
CITO eindtoets
De resultaten van de toetsen worden na het afnemen van de toetsen vastgelegd in ParnasSys. Dit gebeurt door de leerkracht. Alle methodeonafhankelijke toetsen worden vastgelegd in ParnasSys. De leerkrachten draaien voor eigen gebruik een groepsoverzicht uit van de betreffende groep. Verder houdt de interne begeleider de leerlingengegevens digitaal bij en print alleen iets uit als dit nodig is voor een rapport.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
18
3.1.9 Protocol leesproblemen en dyslexie Onze school werkt met het protocol leesproblemen en dyslexie (zie bijlage 9). Het protocol is vernieuwd in 2015. Meer informatie is te vinden op: http://www.masterplandyslexie.nl http://www.dyslexieroute.nl http://www.steunpuntdyslexie.nl/dyslexie-op-school/protocollen-dyslexie 3.1.10 Organisatie van het zorgoverleg op school De beschrijving van het ondersteuningsoverleg op school is hier volledig gebaseerd op de cyclus van het handelingsgericht werken en plannen van de ondersteuning conform het model van de 1zorgroute. (Balvert, 2010) Groepsbespreking De interne begeleider organiseert, minimaal 2 keer per jaar, een groepsbespreking. Deelnemers aan de groepsbespreking zijn in ieder geval: De interne begeleider De leerkracht(en) van de betreffende groep Centraal in de groepsbespreking staat de handelingsplanning op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gestelde doelen (het groepsplan). De leerkracht signaleert leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. In het groepsoverzicht noteert de leerkracht de actuele leerlingengegevens. De Cito middentoetsen worden in februari besproken. Er wordt een nieuw groepsplan opgesteld. Cito eindtoetsen worden in juni besproken. In het begin van het schooljaar (augustus) wordt het groepsplan aansluitend opnieuw opgesteld. In november en in april worden de zorggroepen binnen het groepsplan geëvalueerd en worden de groepsplannen zo nodig ook aangepast. Leerling-bespreking Op onze school zijn vaste momenten waarop leerlingen met externe deskundigen besproken worden. Deze momenten worden aan het begin van het schooljaar vastgelegd. De verpleegkundige van de GGD komt 4 keer per jaar. Schoolmaatschappelijk werk komt op afroep en is altijd ad hoc beschikbaar. Op vaste momenten in het schooljaar, na de groepsbespreking, en incidenteel gedurende het schooljaar indien nodig (bij een begeleidingvraag van de leerkracht) organiseert de interne begeleider een leerling-bespreking. Deze vinden plaats tijdens een bouwvergadering. Binnen het teamverband wordt een leerling besproken aan de hand van het leerlingbesprekingsformulier. Incidenteel kan er een extra leerlingbespreking worden georganiseerd. Deelnemers aan de leerlingbespreking kunnen zijn: • De interne begeleider • De leerkracht(en) van de betreffende groep • De consultatieve leerlingbegeleider van de VCO MOG • De ouders/verzorgers van de leerling • De schoolarts/schoolverpleegkundige • De schoolmaatschappelijke werker • overig
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
19
Doel van de leerling bespreking is het inventariseren van een complexe hulpvraag van de leerkracht d.m.v. collegiale consultatie met als mogelijke uitkomsten; Noodzaak tot verdere diagnostiek Aanpassen van het niveau van ondersteuning Bijstellen van het groepsplan/ individuele handelingsplanning/leerlijn. Inschakelen van externe ondersteuning/ voorbereiding arrangement. Ondersteuningsoverleg van het (bouw)team Eén keer per maand organiseert de Intern begeleider en/of de directeur een ondersteuningsvergadering voor de onder- en bovenbouw tijdens de bouwvergadering. Deelnemers aan deze ondersteuningsvergaderingen zijn; De interne begeleider(s) De betreffende bouw Op de zorgvergaderingen worden bijvoorbeeld de volgende agendapunten ingebracht door de Intern begeleider en/of de directie: Leerlingen met zodanige (gedrag)problemen dat het van belang is dat er wordt gekozen voor een aanpak die wordt uitgevoerd door het team /bouwteam. Leerlingen die in aanmerking komen voor versnellen of verlengen. Leerlingen met een individuele leerlijn, of daarvoor in aanmerking komen. Trendanalyse van opbrengsten op school- en groepsniveau. Het Onderwijsondersteuningsprofiel van de school. Een specifiek ondersteuningsthema bijvoorbeeld gekoppeld aan een scholing of ontwikkeltraject van de school.
In schema het ondersteuningsoverleg op school
De ondersteunings overlegmomenten worden ieder jaar vastgelegd in de bijlage bij de toetskalender.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
20
3.1.11
Handelingsgericht werken en plannen van de ondersteuning
In de uitvoering op school hanteren we de planningscyclus van het handelingsgericht werken zoals in het project 1-zorgroute (WSNS +, NTO-Effekt, KPC) is weergegeven. Daarin wordt het onderwijs gepland middels z.g. groepsplannen. Deze worden op een systematische wijze gedurende het schooljaar steeds bijgesteld door de groepsleerkrachten aan de hand van behaalde resultaten en de doelstellingen van het betreffende onderwijsleergebied. De afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt hiermee zichtbaar vastgelegd. De interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de aanpak van de leerkracht daarbij. Welke aanpak heeft succes en welke doelstellingen zijn in de volgende periode haalbaar voor deze leerlingen. De stappen die bij het opstellen van een groepsplan worden doorlopen zijn: 1) evalueren voorgaande groepsplan en verzamelen van leerling-gegevens 2) vaststellen doelen voor de hele groep voor nieuwe groepsplan 3) selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4) benoemen van specifieke onderwijsbehoeften 5) clusteren van leerlingen met gelijke specifieke onderwijsbehoeften 6) opstellen van het groepsplan 7) uitvoeren van het groepsplan In het groepsoverzicht worden de stappen 1,2, 3,4 en 5 verwerkt. Voorafgaand aan de opstelling van het groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de LOVS gegevens, observaties en gesprekken met leerlingen en ouders en weergegeven in een (groep)overzicht.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
21
Bovenschoolsniveau: 1-zorgroute en VESTE
HP ELL Arrangement met OPP
Consultatieve Leerling Begeleiding ↓ Hulpvraag Ondersteunen Arrangeren
Inzetten VPI of BRIEF via VESTE Externe zorg: Jeugdzorgaanbieders via Gemeente/CJG/Triage Bij verwijzing SBO/SO: TLV (Toelaatbaarheidsverklaring) aanvragen i.s.m. VESTE na goedkeuring in Stafoverleg
In bovenstaand schema is aangegeven hoe de planningscyclus eruit ziet. De basisondersteuning is het gedeelte links: Hier zien we de cyclus van waarnemen -begrijpenplannen en realiseren van het onderwijsaanbod (6 stappen). De groepsleerkracht is hier verantwoordelijk voor. Hierbinnen vindt ook individuele ondersteuning plaats naar aanleiding van signalen die allereerst aan bod komen in de groepsbesprekingen, daar wordt besloten of er een individuele aanpak nodig is met evt. specialistische ondersteuning in de groep. De blauwe kolom aan de rechterkant van het schema. geeft dit weer. Hier werkt de groepsleerkracht samen met de interne begeleider en eventueel andere specialisten, waaronder de CLB-er en VESTE. De extra ondersteuning zit onderin het schema. De interne begeleider is verantwoordelijk voor het goed doorlopen van alle processen en communicatie met alle betrokken partners.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
22
3.1.12 De procedure bij doorstroom en uitstroom Tijdens de schoolloopbaan van leerlingen constateren leerkrachten soms dat een leerling met een vertraagde ontwikkeling gebaat is bij een leerjaarverlenging en andere leerlingen met een snelle ontwikkeling gebaat zijn met een leerjaarversnelling. De procedure voor doorstroom en uitstroom hebben wij hiervoor vastgelegd in ons protocol doorstroming. In dat protocol verwoorden wij onze visie met betrekking tot de overgang, leerjaarverlenging en leerjaarversnelling evenals de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het overgangsprotocol is in samenwerking met het team en de MR tot stand gekomen. 3.1.13. Consultatie in de leerlingbegeleiding Uit de leerlingenbespreking kan naar voren komen dat aanvullende expertise van een extern deskundige nodig is. Hiervoor is het mogelijk op schoolniveau de consultatieve leerlingbegeleider van VESTE in te schakelen (CLB). De CLB-er kan informatie of advies inwinnen bij de orthopedagoog/ psycholoog van CEDIN indien gewenst. 3.1.14. Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie Soms is het nodig om aanvullend onderzoek uit te voeren om de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling goed in beeld te krijgen. Het kan dus zijn dat voor een verheldering van de probleemanalyse een kindgericht onderzoek/observatie nodig is, dit is een onderdeel van handelingsgerichte diagnostiek. Deze observaties kunnen uitgevoerd worden door de IB-er of door medewerkers van VESTE. Aanvragen voor specifieke observaties, psychologische en/of didactische onderzoeken kunnen worden gedaan bij de CLB-er. Na toestemming voeren de psychologen/orthopedagogen van CEDIN deze observaties/onderzoeken uit. 3.1.15. Werken met individueel handelingsplan Indien blijkt dat een leerling, op welke wijze dan ook, een achterstand opbouwt in de cognitieve ontwikkeling en/of de sociaal emotionele ontwikkeling kan extra ondersteuning door het werken met een individueel handelingsplan gegeven worden. Individuele handelingsplanning geeft aan waarin de aanpak voor deze leerling afwijkt van de eerder in het groepsplan gestelde aanpak. Bijvoorbeeld: een bepaalde leerling heeft anders dan de andere leerlingen, na de groepsinstructie, 1 op 1 instructie nodig. Dat gaat alleen op voor deze leerling en het wordt dan ook genoteerd in een individuele handelingsplanning. Zo is het individueel handelingsplan in feite een verbijzondering van het groepsplan. Namelijk beschrijvend datgene dat van het groepsplan afwijkt en datgene wat nader gepreciseerd wordt voor een bepaalde leerling. In de handelingsplanning moet duidelijk zijn onderbouwd welke onderwijs aanpak nodig is, moet duidelijk zijn wat het doel is, hoe dit wordt bereikt en op welke wijze er wordt getoetst of het doel is bereikt en wat het vervolg is van deze evaluatie. Bijvoorbeeld alleen vermelden dat een leerling een E of D score heeft als onderbouwing is niet voldoende. Er moet worden aangegeven hoe de leerontwikkeling is geweest en welke interventies zijn gedaan door de groepsleerkracht. In het groepsoverzicht worden de vorderingen en leerling kenmerken regelmatig bijgehouden door de groepsleerkracht. Tot slot zullen de ouders altijd geïnformeerd moeten worden. In het geval van een individuele handelingsplanning (bijvoorbeeld de 1 op1 instructie) is er wettelijk gezien alleen sprake van informatieplicht naar de ouders. 3.16. Taken ondersteuningsspecialisten op school Wij hebben op school een schoolondersteuningsteam dat bestaat uit de interne begeleider en de directeur (als eindverantwoordelijke voor zorg en begeleiding). Externe deskundigen (zie pag. 8 en 9) kunnen het ondersteuningsteam aanvullen wanneer signalen over de ontwikkeling van een leerling daartoe aanleiding geven. Integrale afstemming en ondersteuning wordt daarmee mogelijk (één kind, één plan).
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
23
Het inzetten van de interne specialistische onderwijszorg en begeleiding binnen de school behoort tot de basisondersteuning van de school. Inzet van deze deskundigen vindt plaats nadat de vraag van de leerkracht in de groeps- en leerlingbespreking aan de orde is geweest. De hulp en begeleiding van de specialist kan zowel gericht zijn op de leerkracht als op de leerling. De werkzaamheden van sommige ondersteuningsspecialisten richten zich ook op de preventie van problemen en op ondersteuning van leerkrachten. De ondersteuningsspecialisten werken nauw samen met de groepsleerkrachten en intern begeleider en werken uiteindelijk onder verantwoordelijkheid van de directeur van de school. Soms wordt de onderwijsassistent specifiek ingezet bij de individuele begeleiding van leerlingen met een arrangement. 3.1.17.
Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum
De interne begeleider en de groepsleerkracht kunnen in overleg met de CLB-er besluiten om een externe deskundige in te zetten als ambulant begeleider vanuit de expertisecentra Visio, Kentalis of LWOE. De procedure die gevolgd moet worden bij een aanvraag voor ambulante begeleiding is opgesteld door de betreffende expertisecentra. 3.1.18.
Aanmelding bij bovenschools zorg adviesteam (ZAT)/verwijsindex zorg
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden allereerst door de leerkracht gesignaleerd. Extra ondersteuning kan zich voordoen op het gebied van het leren, de werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van de leerling. Als de leerkracht en de interne begeleider vinden dat er sprake is van een onveilige en ongezonde thuissituatie van de leerling dan kan de interne begeleider de leerling bespreken met de CLB-er, de schoolverpleegkundige of de schoolmaatschappelijk werker. Hiervoor dient de school toestemming van de ouders te vragen. Brede ondersteuning via de gemeente (Transitie Jeugdzorg) is momenteel (juni 2015) nog sterk in ontwikkeling. Er zijn gemeenten met Sociale Teams die onafhankelijk en multidisciplinair adviseren over wat leerlingen nodig hebben in hun ontwikkeling. Binnen de brede ondersteuning kunnen de volgende instellingen/functionarissen actief zijn: • Jeugdgezondheidszorg (jeugdarts/ schoolverpleegkundige) • Leerplichtambtenaar (LPA) • Schoolmaatschappelijk werk • CJG • Veilig Thuis (voorheen AMK) Regionale Verwijsindex Zorg In alle gemeenten in de provincie Groningen is een Regionale Verwijsindex Zorg voor jeugd. Deze Verwijsindex functioneert als een loket waar scholen meldingen kunnen doen over leerlingen waarover men zich zorgen maakt. Namens de school is een vertegenwoordiger of directielid aangewezen als melder voor de Verwijsindex. 3.1.19.
Aanmelding bij instelling voor jeugdzorg
Een aanmelding voor hulp vanuit de jeugdhulpverlening (bijvoorbeeld voor dyslexieonderzoek en – begeleiding, psychologisch of psychiatrisch onderzoek, sociaal-emotionele vaardigheidstrainingen) kan gedaan worden door ouders zelf via de gemeente. Op verzoek van ouders kan de school informatie verstrekken over de leerling. De interne begeleider bespreekt de mogelijkheden met de ouders en adviseert over vervolgstappen. Hierbij moet worden opgemerkt dat er gemeenten zijn die intake en procedures nog niet op orde hebben.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
24
3.1.20. Organisatie van de ambulante begeleiding door Visio, Kentalis en LWOE Na toekenning van ambulante begeleiding wordt in overleg met de school en de ouders van de betreffende leerling gekeken naar de invulling van de begeleiding en worden acties ondernomen.
3.1.21 Voorbereiding terugplaatsing vanuit speciale (basis)school Voor de terugplaatsing van een eerder verwezen leerling dient de speciale(basis)school contact op te nemen met de interne begeleider of de directeur van de basisschool. Indien uit de leerlingenbespreking op de speciale (basis)school blijkt dat de leerling in aanmerking komt voor regulier basisonderwijs zullen de ouders op de hoogte worden gebracht door de interne begeleider van de SBO/SO school. De ouders zullen hun kind moeten aanmelden op de basisschool, er is dan sprake van zorgplicht en onderzoekplicht voor de basisschool. Bij het voorbereiden van terugplaatsing wordt VESTE altijd betrokken. 3.1.22. Aanvraag extra ondersteuning in de vorm van een VCO-arrangement Onze school streeft ernaar om ook leerlingen met extra onderwijsbehoeften een plek te geven. Er zijn bijvoorbeeld leerlingen op school met een aandachttekort-stoornis, een stoornis in het autistisch spectrum, een gehoorprobleem of een spraaktaalstoornis. Deze leerlingen hebben extra ondersteuning van de leerkracht nodig. Ook het groepsproces is belangrijk bij de ondersteuning van deze leerlingen. Om goed tegemoet te kunnen komen aan de specifieke (onderwijs) behoeften van deze leerlingen en om de leerkracht te ondersteunen kan de school een VCO-arrangement aanvragen. Hoe dit in zijn werk gaat staat beschreven in hfdst. 3.2. : Extra ondersteuning. 3.1.23. Het profiel van de basisondersteuning op onze school Het profiel van de basisondersteuning op school komt overeen met de beschrijving van organisatie en uitvoering van de ondersteuning aan alle leerlingen zoals in de paragrafen 3.1.1 t/m 3.1.22 staat vermeld. Wij streven ernaar dat alle leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel van het schoolteam deze beschrijving kennen en kunnen toepassen. De procedures en afspraken zoals die in de basisondersteuning op school aanwezig zijn moeten zij allemaal kunnen uitvoeren. Leerkrachten kunnen daarbij wel verschillen qua deskundigheid en ervaring. Leren van elkaar is voor ons een belangrijk uitgangspunt in de ontwikkeling binnen de school. De interne begeleider heeft een coördinerende en coachende taak als het gaat om de leervragen van het team met betrekking tot de basiszorg. Wij hebben als school gebruik gemaakt van het programma ‘Kind op de Gang’ van de AVS. In deze paragraaf geven wij aan met welke zorgvragen en onderwijsbehoeften wij binnen de groepen kunnen werken. Op de gehouden studiedag met het team is aan de hand van kindprofielen en casuïstiek door het team aangegeven welke zorgkwaliteiten zij in huis hebben. Deze worden ingedeeld in een viertal categorieën: Leerlingen met zorgvragen op het gebied van informatieverwerving Leerlingen die zich uitzonderlijk ontwikkelen wat betreft de informatieverwerking Leerlingen met zorgvragen en problemen in net sociaal emotioneel functioneren Leerlingen met gedragsproblemen. Het team van onze school kan passend onderwijs bieden aan kinderen met de volgende ondersteuningsbehoeften: Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: kinderen met astma, kinderen met lees/taalproblemen. Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: kinderen met ADHD, onrust en concentratieproblemen. Onderbouwing van de kunde: de school biedt een veilige omgeving aan de leerling;
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
25
3.2
op zorggebied: de IB, inzet van een onderwijsassistent op de rugzakleerlingen en de opgedane ervaring (met hulp van de AB uit clusters 3 en 4); goed kunnen omgaan met verschillen, werken met de 1-zorgroute; sterk op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Zorgniveau 2: De extra ondersteuning in onze school
3.2.1. Definitie Extra ondersteuning definiëren we als volgt: ‘ alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen’ Wanneer de basisondersteuning ontoereikend is om het te verwachten en onderbouwde ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau van een leerling te realiseren, is extra ondersteuning mogelijk . De bekostiging hiervoor komt via het bestuur van de VCO MOG van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen 20.01 Extra ondersteuning moet maatwerk zijn, toegesneden op de vraag: • Wat heeft deze leerling nodig? • Wat heeft de leerkracht nodig? • Wat heeft de school nodig? • Welke ondersteuning hebben de ouders nodig? De extra ondersteuning kan plaatsvinden in de vorm van een arrangement: 1. In de basisschool 2. In een tijdelijke setting (bijv. De Klipper van Accare, MKD, externe observatieplaats) 3. In het SBO of SO 3.2.2. Handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren Om te bepalen welke extra ondersteuning nodig is en om hierin te komen tot maatwerk hanteren wij de handelingsgerichte werkwijze zoals we hebben beschreven in par. 3.1.11. Op basis hiervan kunnen we vervolgens vaststellen welk arrangement nodig is en waarbij we concreet kunnen beschrijven wat er nodig is aan: •
Aandacht en tijd
•
Deskundigheid
•
Methoden en materialen
•
Inrichting van het schoolgebouw
•
Samenwerking met ketenpartners
3.2.3. Voorbereiding aanvraag arrangement Wanneer de uitkomsten van een traject binnen de basisondersteuning ontoereikend blijken te zijn en de school de ondersteuningsvraag onvoldoende kan beantwoorden, besluit de school in overleg met de ouders tot het aanvragen van extra ondersteuning bij VESTE. We onderscheiden daarbij drie fasen: vaststellen, bepalen en toewijzen. 1. Het schoolondersteuningsteam (bestaande uit de interne begeleider en de directeur) stelt op basis van beschikbare gegevens uit het LOVS, observatie- en onderzoeksverslagen en de evaluatie van de HGW- cyclus vast dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft omdat de ondersteuningsbehoefte de basisondersteuning die het bestuur van SWV 20.01 PO heeft
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
26
vastgesteld en de mogelijkheden van de school (Onderwijsondersteuningsprofiel) overstijgt. Hierna wordt de leerling besproken met de Consultatief Leerlingbegeleider. Betrokken: ouders, school, CLB, eventueel externe deskundigen
2. Het schoolondersteuningsteam bepaalt handelingsgericht in samenwerking met VESTE, wat de leerling nodig heeft aan tijd en aandacht, deskundigheid, materialen en middelen, ruimtelijke omgeving en samenwerken met andere instanties. Voor de aanvraag van een arrangement vult de leerkracht samen met de intern begeleider het formulier Hulpvraag Ondersteunen Arrangeren (HOA) in (zie bijlage). Betrokken: ouders, school, VESTE, eventueel externe deskundigen
3. VESTE geeft in overleg met het schoolondersteuningsteam aan hoe en waar de extra ondersteuning kan worden gerealiseerd, in de eigen reguliere basisschool, in een andere basisschool of elders. Zo is er sprake van handelingsgericht arrangeren, dit mondt uit in een arrangement of de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs (zie ook 3.2.5). In de alle situaties is een specifieke onderbouwing nodig. De bovenschoolse directie geeft uiteindelijk in het stafoverleg wel of geen toestemming voor een arrangement. Per kwartaal is er de mogelijkheid aanvragen aan de bovenschoolse directie, via VESTE, voor te leggen. Bij urgentie kan een arrangement sneller worden toegekend. Betrokken: ouders, school, VESTE, bovenschoolse directie, scholen voor SBO of SO, Commissie van Advies (CvA), eventueel externe deskundigen Het schoolondersteuningsteam betrekt en informeert de ouders bij de drie fasen in bovengenoemd proces. Indien noodzakelijk zullen ouders toestemming moeten geven voor nader onderzoek en observatie. Het proces van arrangeren leidt tot het ontwerpen van arrangementen die flexibel zijn qua duur, omvang en intensiteit. Aan de scholen wordt voortgangsrapportage gevraagd tijdens de CLB. Na een vooraf afgesproken periode wordt om een tussenevaluatie en een eindevaluatie (zie bijlage) van het arrangement gevraagd. Om het verwachte ontwikkel- en uitstroomniveau van de leerling te realiseren wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Op dit moment is het nog niet mogelijk om de arrangementen/OPP te melden in BRON. Zo gauw dit mogelijk is komt de informatie van het Kwaliteitsnetwerk.
3.2.4.Werken met een ontwikkelingsperspectief Als er een arrangement is toegekend, is de school verplicht binnen 6 weken voor de leerling een Ontwikkelingsperspectief op te stellen. Hiervoor wordt het document Eigen Leerlijn / Ontwikkelingsperspectief gebruikt. In het schoolplan staat het leerstofaanbod van alle vakgebieden van groep 1 t/m 8 beschreven. Via het leerstofaanbod wordt verwezen naar kerndoelen en referentieniveaus. Leerlijnen zijn beschreven door middel van de leerdoelen die de leerlingen doorlopen in een vast aantal niveaus. Voor taal en rekenen gelden de landelijk beschreven referentieniveaus. Voor ZML-leerlingen zijn er leerlijnen op aangepast niveau. De stappen die leerlingen moeten zetten op de leerlijn moeten voor leerkrachten duidelijk zijn. De leerkracht plaatst zijn/haar leerlingen beredeneerd op de leerlijn bij het opstellen van het groepsplan. Onder het werken met een ontwikkelingsperspectief verstaan we dat het kind werkt op zijn/haar eigen niveau en in een eigen tempo vorderingen maakt. Vooraf is aangegeven wat de te verwachten uitstroombestemming zal zijn en de onderbouwing daarvan. Binnen de VCO MOG zijn de volgende formats beschikbaar voor ELL/OPP:
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
27
• • • •
Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8 Vanaf 1-8-2015 ook een ELL/OPP Gedrag
De leerkrachten zorgen ervoor dat de volgende elementen in het ontwikkelingsperspectief beschreven staan: • De te verwachten uitstroombestemming van de leerling in groep 6-7-8; dit is de uitstroom naar één van de reguliere vormen van voortgezet onderwijs dan wel uitstroom naar een van de uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs. • De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. Deze onderbouwing bevat de samenhangende argumenten die relevant zijn voor het onderwijs en die daarmee de keuze onderbouwen voor een uitstroombestemming. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling in relatie tot de voor de uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden. • De onderbouwing voor alle ontwikkelingsperspectieven bevat tenminste een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling (zowel kindgebonden als omgevingsfactoren). Wanneer de school het ontwikkelingsperspectief vaststelt, zal de onderbouwing een weergave zijn van de voor de uitstroombestemming relevante gegevens. Het is belangrijk dat de ouders alle beschikbare informatie over het kind vooraf aanleveren. • In het ontwikkelingsperspectief dient ook de te bieden ondersteuning en begeleiding opgenomen te worden en, indien aan de orde, de afwijkingen van het onderwijsprogramma. • Het ontwikkelingsperspectief speelt een centrale rol in het cyclisch proces van planmatig handelen bij het onderwijs. Gedurende het onderwijsleerproces wordt de ontwikkeling van de leerling nauwkeurig gevolgd. Tenminste jaarlijks evalueert de school met de ouders het ontwikkelingsperspectief. Op basis van deze evaluatie treft de school, indien nodig, extra maatregelen om de leerling op de koers richting uitstroombestemming te houden of stelt het ontwikkelingsperspectief bij. De ouders hebben recht op informatie over het ontwikkelingsperspectief van hun kind en worden gevraagd actief mee te denken. Er wordt op overeenstemming gericht overleg met de ouders gevoerd. Juridische kant van Zorgplicht: zie Ondersteuningsplan SWV 20.01 http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO2001/files/9914/1146/3786/Ondersteuningsplan_Swv_20-01_PO_april_2014.pdf 3.2.5. Toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal (basis)onderwijs De schoolbesturen in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen hebben afgesproken dat de toekenning van de extra ondersteuning handelingsgericht is. Uitgangspunt is datgene wat de leerling, de leerkracht, de school en/of de ouders nodig hebben om ervoor te zorgen dat het verwachte uitstroomniveau gerealiseerd kan worden. Voor extra ondersteuning in het SBO/SO is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) wettelijk verplicht. Het is eveneens wettelijk verplicht dat een Commissie van Advies (CvA) het bestuur van het Samenwerkingsverband adviseert over het afgeven van een TLV. Deze commissie moet minimaal bestaan uit twee deskundigen, waaronder een orthopedagoog/GZ-psycholoog. Onderstaand Schema geeft voorbeelden van extra ondersteuning in de school vanuit de clusters van de Regionale expertisecentra en VESTE.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
28
Cluster 1: begeleiding via VISIO visueel
Centrale belemmering
Pedagogischdidactische tips
Praktisch organisatorisch
Handicap Blind
Autonomie Zelfstandig eten en drinken Bewegingsvrijheid Competentie Belemmeringen in de informatieverwerving Door wegvallen van het visuele kanaal is de leerling vooral aangewezen op het gehoor relatie Als gevolg van de handicap kunnen emotionele problemen optreden die op relationeel vlak hun uitwerking hebben
De leerling snel zelfstandig leren werken (omdat de leerling maar gedeeltelijk met het klassikale verloop mee kan doen) Oefenen met specifieke vaardigheden Extra concreet materiaal gebruiken
Vaste opstelling in de klas Vaste plaats voor persoonlijke spullen en hulpmiddelen Aanbrengen van gidslijnen op de vloer Gebruik van computer met braille leesregel
Cluster 2: begeleiding via KENTALIS Auditief en taal/spraak
Centrale belemmering
Pedagogischdidactische tips
Praktisch organisatorisch
Handicap Slechthorendheid (hoge gehoordrempel 35dB tot 85dB) En vaak vervorming van het geluid Een slechthorend kind kan niet goed selecteren tussen omgevingsgeluid en het signaal zelf. Hoortoestellen versterken het geluid wel maar leiden niet tot volledige reconstructie van het oorspronkelijk geluid.
Autonomie / Competentie Belemmeringen in informatieverwerving Belemmerende taalontwikkeling De gehoorbeperking is belastend Concentratie is soms een probleem Relatie: Slechthorendheid belemmert de communicatie en interactie met anderen; emotionele, gedragsproblemen kunnen het gevolg zijn (onzekerheid, achterdochtigheid).
Leerling snel zelfstandig leren werken. Veel individueel oefenen Gebruik van beamer Leerkracht altijd met gezicht naar de klas Geven van extra uitleg N.b. oppassen dat lkr. Qua cognitie de leerling niet moet onderschatten Houdt er rekening mee dat de leerling niet tegelijkertijd kan spraakafzien en lezen of schrijven.
De zichtbaarheid van de leerkracht is zeer belangrijk i.v.m. spraakafzien. Goede akoestiek; voorkomen van extra geluid van gekuch en schuifelende voeten door extra wand,vloer- en plafondbekleding is wenselijk om te voorkomen dat het geluid van vallende voorwerpen door het gehoorapparaat veel te hard wordt. Soloapparatuur en ringleiding.
Cluster 3: begeleiding via VESTE Lichamelijke/verstandelijke beperking Langdurig ziek
Centrale belemmering
Pedagogischdidactische tips
Praktisch organisatorisch
Lichamelijke handicaps Bijvoorbeeld: Spina bifida Spasticiteit Spierziekten (niet)aangeboren hersenletsel Aangeboren afwijkingen van Armen en benen
Autonomie Vaak belemmering bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL), zindelijkheid. Zelfstandig eten en drinken, aankleden bij gymnastiek Vaak is er sprake van therapie tijdens onderwijstijd: leidt tot minder lestijd
In een aantal gevallen gaat het om normaal begaafde leerlingen die over redelijke leervoorwaarden beschikken. In die gevallen is geen aangepaste didactiek nodig. Het accent ligt vaak op extra begeleiding en specifieke didactiek bij (fijn)motorische vaardigheden zoals leren schrijven. Bij leerlingen met ook
Deze leerlingen hebben vaak apart meubilair nodig (aangepaste stoel, tafel met schuin werkblad verstelbaar. Rolstoelvriendelijke maatregelen Aangepast toilet Ruimte voor verzorging en therapie
Competentie Vaak beperkingen t.a.v. motorische
Onderwijsondersteuningsprofiel
Ondersteuning van deze leerlingen is
CBS ’t Haimstee - Veendam
29
vaardigheden (fijn en grof) Problemen met concentratie en werkhouding Soms ook sprake van (lichte) verstandelijke beperking. Relatie Als gevolg van handicap ontstaan vaak sociale en emotionele problemen
Cluster 4: begeleiding via VESTE Gedrag en psychiatrie Residentiële opvang Handicap ADHD Pervasieve ontw.stoornis (autisme, asperger) PDD-NOS NLD (niet verbale leerstoornis) in de onderwijssituatie is het onderscheid tussen ‘internaliserend’ en ‘externaliserend’ relevant.
Onderwijsondersteuningsprofiel
verstandelijke beperking geldt: extra 1 op 1 instructie Veel aandacht aan acceptatie in de klas Veel accent op structuur (uitgebreide voorinstructie/kleine stapjes/enkelvoudige opdrachten/ veel tijd voor individueel inoefenen) N.B. oppassen voor valkuil om te lage (geen) eisen te stellen zowel cognitief als t.a.v. zelfredzaamheid
mogelijk vanuit VESTE: Tineke Weitenberg. Inzet van het Paramedisch Team (ergotherapeut, fysiotherapeut, verpleegkundige) is mogelijk via VESTE.
Centrale belemmering
Pedagogischdidactische tips
Praktisch organisatorisch
Autonomie Bij psychosomatische Problemen kan sprake zijn van ernstige belemmeringen. Ook los van psychosomatische problematiek is vaak sprake van grote angsten. Competentie Vaak stoornissen in het verbeeldend vermogen eenzijdige interesses, Vaag onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie, opgaan in eigen sensaties en fantasie, snel afgeleid, onlogische angsten, gefragmenteerd denken en moeite met generaliseren. Ook vaak sprake van informatieverwerkingStoornissen en taalproblemen. Relatie Gebrek aan sociale cognitie, vaak is sprake van stoornissen in de communicatie en in de sociale wederkerigheid; leerlingen zijn kwetsbaar voor pesten.
Kleinschalige setting Eerst 1-op-1 interactie daarna pas in de klas en andersom. Veiligheid en structuur. Veel voorstructureren; bijzondere gebeurtenissen voorbespreken en voorspelbaar maken. Accent op enkelvoudige opdrachten. Hanteerbaar en concrete instructies, taalgebruik. Verwachtingen leerstof zoveel mogelijk visualiseren (picto’s) Veel voordoen en herhalen omdat leerlingen moeite hebben met generaliseren. Gedrag van leerlingen begrenzen (stopregels). Gebruik van dag en weekschema’s met overzicht van taken en activiteiten als hulp bij zelfstandig werken. Visualisering van abstracte begrippen, beeldverhalen. Structurering d.m.v. agenda’s, schriftjes, memobriefjes e.d.
Prikkelarme omgeving, hoek met schotten, opgeruimde klas, Materialen op vaste plekken in de klas. Ondersteuning van deze leerlingen is mogelijk vanuit VESTE: Trees Westerhof.
CBS ’t Haimstee - Veendam
30
3.2.6
Grenzen aan onze ondersteuning
De ondersteuningsmogelijkheden op school worden mede bepaald door de aanwezigheid van extra ondersteuningsvoorzieningen en onderwijsarrangementen ten behoeve van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Leerlingen die een specifiek onderwijsondersteuningsarrangement nodig hebben kunnen een stimulans zijn voor de school om deze voorzieningen breder in te zetten.
In de vraag welke ambities teamleden zien als het gaat om de ondersteuning liggen kansen voor het vergroten en structureel verbeteren van ondersteuningsaanbod. Tijdens de studiedag “Kind op de Gang” werd door het team aangegeven dat men de ambitie heeft zich te willen ontwikkelen op het gebied van: Rubriek A: Leerlingen met zorgvragen op het gebied van informatieverwerving, namelijk: Albinisme, zeer slecht ziend. Kanttekening bij dit en de volgende orthobeelden waar sprake is van auditieve of visuele problemen: er moet wel sprake zijn van voldoende zelfredzaamheid (zie onderbouwing bij grenzen). Volledig blind. Slechthorend. Slechthorend, spraak-taal problemen. Epilepsie. Kanttekening hierbij: de mogelijkheden van de school hangen af van de zwaarte van de problematiek en de frequentie van de aanvallen. Lichamelijke handicap. Een soortgelijke kanttekening als bij epilepsie. Aanvankelijk op basis van het kaartje (met een relatief lichte problematiek) onder kunde geplaatst. Non-verbale leerstoornis (NLD). Rubriek B: Leerlingen die zich uitzonderlijk ontwikkelen wat betreft de informatieverwerking, namelijk: Een verstandelijke handicap Downsyndroom Dyslexie. Deze kinderen krijgen vaak van extra hulp van buiten de school. Vandaar dat dit orthobeeld in de ‘middengroep’ geplaatst is. Hoogbegaafdheid. Rubriek C: Leerlingen met zorgvragen en problemen in het sociaal emotioneel functioneren, namelijk: Post-traumatisch stress-syndroom (PTSS) in combinatie met dissociatie. PDD nos. Angst, faalangst. Als de casuïstiek zich zou beperken tot alleen faalangst, dan geeft het team aan dat als een kunde te beschouwen. Rubriek D: Leerlingen met gedragsproblemen, namelijk: Reactieve hechtingsstoornis. Gilles de la Tourette.
Voorwaarden: 1. Begeleiding en coaching, namelijk: Voor begeleiding en coaching wordt een beroep gedaan op de IB. Verder is sprake van inzet van een onderwijsassistent, in de begeleiding van de rugzakleerlingen. 2. Inzet van ZAT, namelijk: N.v.t. (geen ZAT). 3. Samenwerkingsverbanden, namelijk: De toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband bestaat onder meer uit het volgende:
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
31
hulp bij de collectieve leerlingbespreking; inzet van ambulante begeleiding; materialen. 4. (Preventieve) Ambulante begeleiding, namelijk: De AB (van REC-3 en RENN-4) ondersteunt door observaties te doen en mede op basis van de bevindingen tips en adviezen te geven. Verder heeft de AB ook kennis op het gebied van (gebruik van) speciale materialen. 5. Interne voorwaarden, namelijk: Een goed uitgeruste orthotheek met gespecialiseerde materialen en verder boeken om daar de nodige achtergrondkennis uit te halen. 6. Anders, namelijk: Niet nader benoemd. Wat willen we kunnen (ambitie)? De volgende ambities (ontwikkelrichting) zijn door het team genoemd voor de komende tijd die het team in het kader van het Passend Onderwijs wil formuleren. Voor deze ambities is een plan van aanpak gemaakt. Het team heeft ervoor gekozen zich te willen ontwikkelen op het gebied van hoogbegaafdheid en voor PTSS. Bij dat laatste thema de kanttekening dat het team daar een eigen -wat minder zwareinvulling aan geeft die is terug te voeren tot vervelende ervaringen in de huiselijke kring (zie elders in deze rapportage). We gaan er vanuit dat in beginsel alle leerlingen bij ons op school kunnen worden toegelaten. Toch kan het voorkomen dat, op basis van de verkregen informatie over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot onze eigen schoolse mogelijkheden, er twijfels rijzen of wij wel op een voldoende verantwoorde wijze goed onderwijs kunnen bieden. In een dergelijk geval treden wij in overleg met de ouders. Samen zullen we vervolgens zoeken naar oplossingen, eventueel met externe ondersteuning en hulp. Belangrijke factoren die o.a. een rol spelen bij onze afweging zijn: het aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften al aanwezig in de groep; de beïnvloeding van de rust en de veiligheid in de groep en de school; de beïnvloeding van het leerproces van andere leerlingen; evenwicht in vraag naar verzorging, behandeling en onderwijs; de deskundigheid en ervaring van het personeel; de continuïteit binnen het team; de organisatie / differentiatiecapaciteit van de groep en de school; het gebouw- en de materiële situatie van de school. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het voor komen dat wij het desondanks toch niet verantwoord achten om een leerling onderwijs op onze school te laten volgen, daar er volgens ons een te groot verschil zit tussen dat wat het kind nodig heeft aan goede begeleiding en ondersteuning én dat wat wij denken te kunnen bieden (ook met extra externe hulp en ondersteuning). De leerling zal dan niet worden toegelaten. De zorgplicht Passend Onderwijs verplicht ons als school de ouders vervolgens te ondersteunen bij het zoeken naar goed passend onderwijs voor het betreffende kind. Dit kan zijn op een andere basisschool, dan wel een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Veste kan ons als school hierin indien nodig adviseren. Bij leerlingen die verstoring van de rust en veiligheid op school veroorzaken handelen wij volgens het bovenschools beleidsdocument ‘Toelating, schorsing en verwijdering’.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
32
Tijdens de studiedag ‘Kind op de gang’ gaf het team aan dat men betreffende profielen niet in de huidige situatie kan plaatsen, maar deze ook niet kan plaatsen wanneer er bepaalde omstandigheden veranderen. Het gaat hierbij om kinderen uit de volgende rubrieken: Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: Hoogbegaafdheid in combinatie met gedragsproblemen. Als de school een aanmelding krijgt voor een leerling met specifieke ondersteuningsbehoeften, zullen wij intern besluiten of het aannemen van deze leerlingen binnen de grenzen van onze ondersteuningen past. De onderbouwing van deze grens in geval van verwijzing of geen aanname is gebaseerd op: teveel leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften in een groep. Geen balans meer tussen enerzijds de grootte van de groep en aan de andere kant het aandeel leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften binnen de groep (zorgzwaarte). Zorgzwaarte: aantal leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften, zwaarte van de problematiek, diversiteit van de problematiek en de mate waarin die onderling versterkend op elkaar reageert; agressief gedrag waardoor het gevoel van veiligheid (sociaal-emotioneel, fysiek) structureel in het geding is bij de andere leerlingen en de leerkracht; als een leerling zoveel individuele aandacht vraagt (door afwijkend gedrag maar ook door andere hulpvragen) dat daardoor de aandacht voor de rest van de groep structureel te kort schiet; zeer zware auditieve en visuele beperkingen voor zover sprake is van onvoldoende zelfredzaamheid; geen medische of lichamelijk-verzorgende handelingen door het team; meervoudige problematiek bij een leerling (met complexe elementen); op cognitief vlak: als de leerachterstand op de rest van de groep te groot wordt en de school onvoldoende ontwikkelperspectief ziet. Daardoor komt het welbevinden van de leerling structureel onder druk te staan; een bovengrens bij het IQ: zeer hoog begaafdheid. Aanvullend op het bovenstaande: van ouders wordt verwacht dat zij meewerken met de school en dat zij een reëel beeld hebben van de mogelijkheden van hun eigen kind. Daarbij speelt het oordeel van de school een belangrijke rol.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
33
Hoofdstuk 4: Borging kwaliteit zorg en begeleiding 4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding
In het referentiekader voor de zorgplicht- Passend Onderwijs wordt het volgende aangegeven: “De school bewaakt de kwaliteit van de onderwijszorg en het schoolondersteuningsprofiel en betrekt ouders bij de beoordeling daarvan”. Het bevoegd gezag stelt vast aan welke kwaliteitseisen het schoolondersteuningsprofiel moet voldoen en op welke wijze daarop wordt toegezien (intern toezicht). De rol van ouders op school in het kader van het schoolondersteuningsprofiel komt aan bod in hoofdstuk 6. In onze kwaliteitskaart Zorg&begeleiding (29-1-2015) is vastgesteld aan welke kwaliteitseisen het beleid op het gebied van ondersteuning en begeleiding van leerlingen moet voldoen. Wij gebruiken daarvoor het KWINTOO kwaliteitszorginstrument. Een keer in de vier jaar worden alle domeinen van beleid systematisch beoordeeld en worden waar nodig verbeteringen gepland en uitgevoerd. Ook het domein Zorg & Begeleiding wordt eens in de vier jaar beoordeeld door het team. De ouders/verzorgers worden eens in de twee jaar geënquêteerd over de verschillende aspecten van de schoolorganisatie. Ook het domein zorg en begeleiding komt daarbij aanbod. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de planning van nieuw schoolbeleid, middels de cyclus van jaarplanning en jaarverslaglegging.
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming
In het document: ”Archivering leerlingengegevens” is beschreven hoe de school gebruik maakt van leerlingendossiers. Uitgangspunt is dat er van alle leerlingen een overzichtelijk en actueel leerlingendossier is. Doel hiervan is dat alle leerkrachten en overige teamleden weten hoe de leerlingendossiers zijn samengesteld en wat van wie verwacht wordt bij het actueel houden van de leerlingendossiers. Het document “Archivering Leerlingengegevens’ beschrijft de volgende aspecten:
Hoe zien de leerlingendossiers eruit? Wie hebben inzicht in de dossiers? Waar worden de leerlingendossiers bewaard? Hoe lang worden de leerlingengegevens bewaard? Hoe is de indeling van de mappen? Bijzondere aanvullingen
(Zie bijlage 11 Borgingsdocument Leerlingendossiers) Bij het werken met groepsoverzichten en groepsplannen is een goede dossiervorming belangrijk. Geadviseerd wordt om alle groepsoverzichten en groepsplannen digitaal te archiveren. Bij het ontstaan van ondersteuningsvragen over leerlingen moet de geschiedenis van de handelingsplanning van een individuele leerling snel voorhanden zijn. In digitale overzichten kan snel en efficiënt een individuele leerling in beeld gebracht worden door middel van het knippen en plakken van de groepsplanning waar deze leerling aan heeft deelgenomen.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
34
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de ondersteuning
5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg
Zoals in hoofdstuk 2 bij de visie op Passend Onderwijs is aangegeven kan het uitgangspunt: ‘Alle leerlingen succesvol op school’ niet gerealiseerd worden zonder dat er sprake is van een veilig en gezond school- en thuismilieu. Met het begrip “ondersteuning in en om de school” wordt voor het reguliere onderwijs in het algemeen bedoeld de preventieve inzet van hulpverlening en (gezondheids-)zorg. In het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs wordt hier ook de instandhouding van multidisciplinaire teams en de beschikbaarheid van achterliggende en aanvullende voorzieningen genoemd. Doelstelling hiervan is te komen tot een sluitende aanpak voor overbelaste en in hun veiligheid en gezondheid bedreigde leerlingen en jongeren. In dit kader zijn voor de scholen twee andere wetgevingstrajecten van belang: De vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. De wettelijke borging van teams. In het kader van de Transitie van de Jeugdzorg is er nog veel onduidelijk over het bovenstaande. In de samenwerking met ketenpartners in de ondersteuning in en om de school kunnen de onderstaande contactpersonen benaderd worden: Schoolniveau Naam instantie: Centrum voor Jeugd en Gezin Sociaal Team (School)maatschappelijk werk
contactpersoon Arlette Julsing
tel.nr. 06-52348014
School/sociaal verpleegkundige Andere Jeugdhulpverleningsinstanties Leerplichtambtenaar …
Bea Meindertsma
gklinkhamer@compaenveendam. nl
[email protected] .nl
Anne Geerts
[email protected]
Gea Klinkhamer
mailadres
[email protected]
Gemeentelijk niveau: SOCIALE TEAMS Voor vragen over ondersteuning en de bekostiging van de inzet van Jeugdzorgaanbieders, o.a. voor dyslexie-onderzoek en -begeleiding Stand van zaken per 4 juni 2015 Naam gemeente Contactpersoon BELLINGWEDDE Irmgard Buissink HOOGEZAND-SAPPEMEER WEST Leny v.d. Hoeff HOOGEZAND-SAPPEMEER OOST Ina Bouius MENTERWOLDE
Onderwijsondersteuningsprofiel
tel.nr.
mailadres
06-51553447
[email protected]
06-31633540
[email protected]
06-27870044
[email protected]
CBS ’t Haimstee - Veendam
35
Marleen Wezeman OLDAMBT Irmgard Buissink PEKELA Janny Wilms SLOCHTEREN Tinie Koops VEENDAM Arlette Julsing
0598-658890
[email protected]
06-51553447
[email protected]
06-52098297
[email protected]
0598-425555
[email protected]
06-52348014
[email protected]
5.2 Samenwerking met onderwijspartners Elke onderwijssector kent zijn eigen wetten en regels en ook een eigen taal. Passend Onderwijs zal ook moeten bevorderen dat de overgang naar een andere onderwijssector voor ieder leerling zonder obstakels en onnodige drempels kan plaatsvinden. Daarover staat in het referentiekader voor de zorgplicht opgenomen: ‘Iedere school waarborgt voor alle leerlingen een effectieve overdracht van en naar een andere school of sector’. Met de onderwijspartners in de provincie zijn afspraken gemaakt over de te volgen procedure bij de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs (PO-VO). 5.2.1 Overgang van Primair Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs Plaatsingswijzer Passend bij de nieuwe regels voor de overgang PO–VO en volgens voorschrift beschreven in het Toetsbesluit PO (OCW) stelt de basisschool voor 1 maart een schooladvies op voor een leerling die naar het VO gaat. Dit advies dient enkelvoudig, eenduidig te zijn en het is leidende voor het VO. Voor het vaststellen van het advies wordt, binnen o.a. de provincie Groningen gebruik gemaakt van de Plaatsingswijzer (www.plaatsingswijzer.nl). Het motto hierbij is: PO en VO ontwikkelen in gezamenlijkheid een sluitende systematiek die er voor zorgt dat elke leerling, op basis van meerjarige ontwikkeling van het kind, op de meest passende plaats terecht komt in het vervolgonderwijs. De Plaatsingswijzer wordt ingevuld voor een leerling vanaf groep 6 aan de hand van de resultaten die behaald worden op toetsen binnen het leerlingvolgsysteem van de school. Het gaat daarbij om de vakgebieden Begrijpend lezen, Rekenen, Technisch lezen en Spelling, waarbij de twee eerstgenoemden het meeste gewicht in de schaal leggen. Binnen de Plaatsingswijzer wordt zowel een adviesniveau als ook een advies profiel binnen dat niveau aangegeven. De niveaus variëren van PRO (Praktijkonderwijs) tot en met VWO (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs). De profielen binnen elk niveau kunnen zijn: basisprofiel, plusprofiel, bespreekprofiel en disharmonisch profiel. Ouders worden vroegtijdig geïnformeerd over de ontwikkelingen van hun kind en over een passend uitstroomniveau/profiel. Zorgplicht (Kaders en Regelgeving) -Na aanmelding bij de VO school heeft deze (1e school) zorgplicht -Binnen zes weken na aanmelding onderzoekt de VO-school of de leerling kan worden geplaatst (vier weken verlenging mogelijk) -Als de leerling niet kan worden geplaatst heeft de VO-school van aanmelding de plicht een andere VO/SO school te zoeken
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
36
Toetsbesluit Het Toetsbesluit geeft aan dat de VO-school de leerling moet plaatsen op basis van het schooladvies. VO-scholen mogen wel hoger plaatsen dan dit advies. Lager plaatsen mag alleen op verzoek van ouders en leerling. Valt de eindtoets hoger uit dan het gegeven schooladvies dan is de school verplicht het advies te heroverwegen en kan de school besluiten het schooladvies aan te passen. VO-scholen mogen geen andere gegevens gebruiken of eisen i.v.m. plaatsing. Basisscholen mogen we andere gegevens gebruiken bij de argumentatie voor het advies. 10-14 aanpak (SWV Passend Onderwijs 20.01) Leerlingen kunnen vroegtijdig aangemeld worden voor de 10-14 aanpak als de basisschool een moeizame plaatsing binnen het VO verwacht. Hierbij valt te denken aan leerlingen die eerder in aanmerking kwamen voor leerlinggebonden financiering, leerlingen waarvoor geen eenduidig advies kan worden gegeven qua schooltype, leerlingen met een eigen leerlijn taal en rekenen die niet in aanmerking komen voor LWOO/PRO en leerlingen met een arrangement in het PO die extra, gecontinueerde, ondersteuning nodig hebben in het VO. Er wordt een stappenplan 10-14 aanpak gehanteerd binnen het Samenwerkingsverband.
5.2.2 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De school maakt deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen PO 20.01. Alle besturen van scholen voor primair en speciaal onderwijs in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld zijn vertegenwoordigd in deze samenwerking. Het betreft scholen voor regulier onderwijs (inclusief speciaal basisonderwijs) én speciaal onderwijs cluster 3 en 4. De diverse schoolbesturen hebben een regiegroep in het leven geroepen. Op bestuursvergaderingen waarop alle scholen vertegenwoordigd zijn, worden voorstellen van de regiegroep besproken en ter besluitvorming ingebracht. Het dagelijks bestuur van SWV 20.01 bestaat uit: Johan Boelman, voorzitter Henk Kielstra, secretaris John van Meekeren, penningmeester Roelof van den Berg, lid (bestuurder Noorderbasis (gereformeerd onderwijs) Leendert de Boom, lid (voorzitter CvB RENN4) Leonie Korteweg, lid (adjunct directeur Stichting Marenland (openbaar onderwijs) Theo Douma, lid (lid CvB O2G2) Coördinator van SWV 20.01 is: Roel Weener De samenwerkende schoolbesturen hebben veel overleg gevoerd over de invulling van Passend Onderwijs. Hoe krijgt iedere individuele leerling het onderwijs dat bij hem of haar past? De gezamenlijke visie bestaat uit zes duidelijke punten: 1. Samenwerkende schoolbesturen als uitgangspunt 2. Thuisnabij in de regio 3. Zo veel mogelijk binnen reguliere setting 4. SO en SBO samen nog sterker/beter 5. Expertise borgen, ontwikkelen en benutten in de regio’s 6. Ambitieus maar realistisch
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
37
Voor de inhoudelijke invulling van Passend Onderwijs zijn al enige tijd drie werkgroepen aan de slag. Zij maken een voorstel voor Basisondersteuning, Dekkend onderwijs en ondersteuningscontinuüm en voor Indiceren en arrangeren. De drie inhoudelijke werkgroepen bestaan uit medewerkers van de scholen en schoolbesturen en gaan per 1-8-2015 samen tot één inhoudelijke werkgroep. Ondersteuningsplan Het Ondersteuningsplan passend onderwijs van Stichting Samenwerkingsverband 20.01 PO is in te zien vanaf de website www.passendonderwijsgroningen.nl Het plan geldt voor de periode 20142018. In dit ondersteuningsplan staat hoe het samenwerkingsverband passend onderwijs organiseert in het basis- en speciaal (basis)onderwijs voor alle leerlingen. Handige informatie voor ouders Passend onderwijs vraagt bereidheid van schoolbesturen om samen met ouders het beste onderwijstraject voor ieder kind te bepalen. Het is daarom van belang dat ouders weten wat er in het onderwijs verandert en hoe zij zich op die veranderingen kunnen voorbereiden. De samenwerkingsverbanden en scholen zijn ervoor verantwoordelijk om ouders op een goede manier te informeren. Om hen hierbij te helpen, maakte het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een infographic voor ouders. Deze infographic biedt ouders informatie over wat er in het onderwijs verandert, wat ze zelf kunnen doen en waar zij terecht kunnen voor meer informatie over de veranderingen. Factsheet-Passendonderwijs-voor-ouders-en-kinderen-PDF-278-KB.pdf Toelaatbaarheid Speciaal Onderwijs (SO) en Speciaal Basis Onderwijs (SBO) Het betreft hier de toelaatbaarheid tot het SO en SBO. Tot 01-08-2014 verliep dit via de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) van de verschillende clusters (3 en 4) en de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL). Zij waren gehouden aan landelijk vastgestelde criteria, voornamelijk gericht op diagnostisering van stoornissen, en gaven beschikkingen af. Met deze beschikking kon de ouder vervolgens kiezen voor een plaats in het speciaal onderwijs, speciaal basis onderwijs of voor een rugzak (LGF) in het regulier onderwijs. Dat laatste kan nu niet meer. Als de PO-school een leerling verwees naar het speciaal (basis) onderwijs had dit geen financiële consequenties voor de school of het samenwerkingsverband. Met de komst van Passend Onderwijs blijft het speciaal onderwijs gewoon bestaan (landelijk ca. 70.000 plaatsen) evenals het speciaal basis onderwijs. Voor een bepaalde groep leerlingen is dit nog steeds de best passende plek op dit moment. Wat is er nu echt anders met Passend Onderwijs? 1. De rugzak bestaat niet meer, alleen nog arrangementen in het regulier basisonderwijs. Deze arrangementen zijn een verantwoordelijkheid voor de afzonderlijke schoolbesturen en scholen. 2. Als een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis) onderwijs gaat de leerling ook naar het speciaal (basis) onderwijs, tenzij school en ouders besluiten dat er een specifiek arrangement mogelijk is binnen een basisschool. 3. Niet de ouders, maar de school vraagt een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het speciaal (basis) onderwijs aan. Uiteraard wel in overleg met ouders. 4. Het samenwerkingsverband heeft een Commissie van Advies ingesteld die de toelaatbaarheid tot het speciaal (basis) onderwijs beoordeelt. Hier zijn geen landelijke criteria meer voor, elke regio mag dit zelf vormgeven. In ons PO verband hebben we ervoor gekozen de bestaande criteria op de achtergrond te handhaven. NB: dit leidt tot verschillen per samenwerkingsverband als het gaat om de toelaatbaarheid tot het speciaal (basis) onderwijs.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
38
5. Belangrijker is: we kijken niet meer naar ‘wat heeft de leerling?’ maar naar ‘wat heeft de leerling nodig?’. M.a.w. wat is de ondersteuningsbehoefte van deze leerling? Dus niet denken in beperkingen en stoornissen, maar in behoeften van kinderen en leerkrachten. 6. Als de Commissie van Advies een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) afgeeft, betaalt de verwijzende school de ondersteuningsbekostiging (in drie categorieën van ca. 10, 14 en 20 duizend euro en voor het SBO 5 duizend euro) Een uitzondering hierop vormen de leerlingen die gebruik kunnen en mogen maken van het solidariteitsfonds van het SWV. 7. Bij verwijzing van een leerling van buiten onze regio, geeft het samenwerkingsverband waar de leerling woont de toelaatbaarheidsverklaring af en betaalt deze ook. Op de portal website van het samenwerkingsverband staan twee buttons, die van de Commissie van Advies en die van het Centraal Informatiepunt. Onder de button Commissie van Advies staat alle info rond de route TLV, de brochure CvA en het aanmeldingsformulier. Wat is nu de rol van ouders bij het aanvragen van een TLV? In de procesgang en route naar een TLV, wordt nadrukkelijk gevraagd naar de zienswijze van de ouders/voogd én indien mogelijk van de leerling. Er wordt ook een datum gevraagd wanneer dit gezamenlijk is besproken. Heeft het bevoegd gezag van de school onvoldoende informatie voor een volledige en onderbouwde aanvraag dan kan extra informatie worden opgevraagd bij de ouders (ouders hebben informatieplicht) of een psycholoog of orthopedagoog (ouders moeten hier toestemming voor geven) of andere instanties (ouders moeten hier toestemming voor geven). Wanneer deze aanvullende informatie niet beschikbaar is of komt, moet de school werken met informatie die er wel is. Ook als de ouders aangeven dat ze geen informatie willen leveren (ouders hebben geen informatieplicht), moet de school het onderzoek uitvoeren met de informatie die wel beschikbaar is. Dit kan wel gevolgen hebben voor de mate waarin het voor een CvA mogelijk is om de aanvraag TLV te kunnen beoordelen. In de aanvraag moet ook duidelijk worden welke ondersteuning, naast de behoefte van de leerling, de leerkracht, het team én de ouders nodig hebben. Dat gebeurt o.b.v. de zgn. vijf velden van Sardes/IVO. Bezwaaradviescommissie en de rol van ouders In de wet is bepaald dat het samenwerkingsverband een bezwaaradviescommissie moet instellen, die adviseert over bezwaarschriften die betrekking hebben op de beslissing over de toelaatbaarheid. Het samenwerkingsverband (Commissie van Advies) spreekt een oordeel uit over de toelaatbaarheid op verzoek van het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. Dat verzoek kan niet door ouders worden gedaan. Zij zijn echter wel belanghebbende. Daarom staat de bezwaarprocedure niet alleen voor het betreffende bevoegde gezag open, maar ook voor de ouders. Ook de gehele bezwaarprocedure staat op de site onder de button Commissie van Advies. We hebben als samenwerkingsverband nog een tussenstap ingebouwd: in geval van een negatief advies van de CvA zal de CvA een voorgenomen negatief advies aan het ondersteuningsteam van leverende en beoogde school kenbaar maken. Op basis hiervan kunnen school/bestuur en ouders in gesprek met de CvA om de achtergronden van het voorgenomen negatief advies te bespreken. Dit leidt mogelijk tot nieuwe informatie. Het SWV PO is aangesloten bij de landelijke Commissie Onderwijsgeschillen. Mocht de bezwaarprocedure tot een onbevredigende uitkomst leiden, dan kunnen ouders en schoolbestuur naar de bestuursrechter. Zij kunnen ook de bezwaarprocedure overslaan en meteen naar de bestuursrechter gaan, maar dat is alleen zinvol als meer principiële zaken aan de orde zijn. Als de leerling eenmaal geplaatst is in het SO/SBO
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
39
Als de leerling eenmaal geplaatst is na een toelaatbaarheidsverklaring dan moet de ontvangende SO of SBO school binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief (OPP) opstellen. Op het handelingsdeel van dit OPP krijgen ouders instemmingsrecht (moet nog in wet gevat worden, maar we handelen al in de geest van die wet). Een TLV is geldig voor minimaal één volledig schooljaar. Als er in een schooljaar een TLV wordt afgegeven, geldt de TLV voor dat schooljaar en het gehele jaar erna. Voor leerlingen met een specifieke en complexe ondersteuningsbehoefte, kan dit ook voor de gehele schoolloopbaan afgegeven worden. Vraag die uit de eerste bijeenkomst hierover is gesteld: hebben ouders initiatiefrecht voor het aanvragen van een TLV? Het antwoord is dat ouders te allen tijde de school kunnen adviseren een TLV aanvraag voor hun kind in te dienen bij de CvA. Het is echter aan de school om daarover een definitief besluit te nemen (“de school vraagt aan“). Binnen de VCO MOG heeft VESTE de regie bij de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring.
5.2.3 Subregio Zuid-Oost Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen PO 20.01 is verdeeld in vier subregio’s, waarbinnen de schoolbesturen nadere afspraken maken over de uitwerking van de zorgplicht. Ons schoolbestuur neemt deel aan het schoolbestuurlijk overleg in de regio Zuid-Oost. Op dit niveau zijn de volgende afspraken gemaakt: Basisondersteuning versus basiskwaliteit: Doel september 2015: In het schoolplan 2015 – 2016 staan de concrete verbeterpunten voor het versterken van de basisondersteuning. Er is een overzicht beschikbaar van inhoudelijke arrangementsaanvragen bij cluster 3 en 4 vanaf 1 mei 2013. Doel mei 2016: Het Onderwijsondersteuningsprofiel wordt aangeleverd volgens eenzelfde opzet, zodat vergelijking en stapeling mogelijk worden Ondersteuningsstructuur: Doel maart 2016: De ondersteuningsstructuur van zowel het BAO als het SBO en SO is beschreven door de subregio. In de structuur wordt duidelijk op welke wijze expertise van het BAO, SBO en SO in de subregio wordt ingezet en hoe de verplichtingen volgens het tripartiete akkoord zijn of worden waargemaakt (personele paragraaf) Transitie Jeugdzorg: Doel maart 2016:
Communicatie: Doel maart 2016:
Doel april 2016:
Er is afstemming tussen de zorgroutes en de ondersteuningsroute uitgewerkt in een gezamenlijk document voor Gemeenten, CJG en de gezamenlijke besturen in de subregio.
Via nieuwsbrief en website Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Per subregio worden lerarendagen georganiseerd, in de vorm van Festivals Per subregio worden informatiedagen voor bestuurders georganiseerd
VESTE neemt deel aan de overlegmomenten van de expertiseteams van Subregio Zuid-Oost.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
40
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht 6.1 Contact met ouders In school zijn de contacten met ouders op vaste momenten in het schooljaar gepland. In november, februari en juni worden de ouders geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. Er wordt uitgelegd op welke manier hun kind wordt gevolgd d.m.v. de methodetoetsen en het leerlingvolgsysteem. Ouders krijgen uitleg over de inhoud van het onderwijsaanbod, de groepsplannen en op welke manier de leerkrachten de evaluatie uitvoeren. Twee keer per jaar krijgen de kinderen een rapport mee. In februari en in juni. Ouders krijgen ook de gelegenheid het welbevinden van hun kind te bespreken met de groepsleerkracht. Tussentijds kunnen ouders altijd de vorderingen van hun kind met de leerkracht bespreken en het is ook mogelijk dat de leerkracht de ouders uitnodigt hiervoor. . Indien er tijdens deze gesprekken afspraken worden gemaakt worden deze vastgelegd door de leerkracht in een verslag (notitie in ParnasSys). Indien er sprake is van een ondersteuningsvraag en de leerling besproken wordt in de leerlingenbespreking worden de ouders direct (en voorafgaand aan de leerlingenbespreking) op de hoogte gebracht door de leerkracht. Bij leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften is er sprake van meer contact met de ouders. Leerkracht en de interne begeleider bespreken met de ouders de ondersteuningsvraag en de eventuele individuele handelingsplanning. Alle afspraken worden vastgelegd en door zowel de ouders als de leerkracht ondertekend. Wanneer het gaat om een ontwikkelingsperspectief en een daaraan gekoppeld arrangement wordt er met de ouders op overeenstemming gericht overleg gevoerd. Ouders kunnen te allen tijde de gegevens van hun kind inzien. De leerkracht voegt relevante informatie van de ouders toe aan het leerlingendossier. Bij gesprekken met ouders wordt altijd het totale functioneren van het kind besproken. Als er aanvullende maatregelen nodig zijn, worden deze altijd in vanaf het eerste moment in samenspraak met de ouders genomen. 6.2 Zorgplicht Passend Onderwijs Ouders zijn bij Passend Onderwijs direct belanghebbenden. Een belangrijk nevendoel van Passend Onderwijs is de positie van ouders te verstevigen zowel op individueel als collectief niveau. Op individueel niveau geldt dat ouders ondersteuning kunnen krijgen als zij met school verschillen van mening over de passendheid van het onderwijsaanbod voor hun kind. Eventueel kunnen zij daarbij een beroep doen op bemiddeling door een onafhankelijke partij. In het uiterste geval kunnen ouders terecht bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend. De interne begeleider is de contactpersoon waar ouders terecht kunnen op school voor vragen over onderwijs en zorg voor hun kind. Dit staat ook vermeld in de schoolgids. De school heeft een klachtenregeling en is aangesloten bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. Op collectief niveau geldt dat ouders er belang bij hebben om mee te kunnen beslissen over het Onderwijsondersteuningsprofiel van de school, bijv. binnen de medezeggenschapsraad. De kwaliteit van het Onderwijsondersteuningsprofiel wordt door de school getoetst.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
41
Ook over de toewijzing van extra onderwijsondersteuningsmiddelen geldt dat ouders medezeggenschap hebben conform de wet medezeggenschap.
Onderwerpen van medezeggenschap van ouders in het kader van de Zorgplicht Passend Onderwijs zijn: o Het Onderwijsondersteuningsprofiel van de school o Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, waarin staan vermeld: o Dekkend aanbod van onderwijsondersteuning o Inzet van onderwijsondersteuningsmiddelen o Bewaking van kwaliteit o Communicatie Het schoolbestuur bepaalt hoe de medezeggenschap geregeld wordt- bovenschools en/of bovenbestuurlijk. De VCO MOG doet dit bovenschools via de GMR.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam
42
Voorbeeld overzicht Bijlagen bij het Onderwijsondersteuningsprofiel Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15
Formulier verslag oudergesprekken Formulier groepsoverzicht Formulier groepsplan Formulier individueel handelingsplan Plan van aanpak eigen leerlijn Formulier uitstroom/ ontwikkelingsperspectief Formulier verslag leerlingenbespreking Formulier verslag groepsbespreking Dyslexieprotocol Doorstroom of overgangsprotocol inclusief PO-VO overgang Document archivering leerling-gegevens/dossier Toetskalender LVS Formulier Hulpvraag Ondersteunen Arrangeren (HOA) Evaluatieformulier Arrangementen ELL/OPP Groep 1-2 ELL/OPP Groep 3-4-5 ELL/OPP Groep 6-7-8
Gebruikte Bronnen: Algemene Vereniging van Schoolleiders. (sd). Kind op de Gang. Utrecht: AVS. M. Balvert:Informatie begeleiding Passend Onderwijs en invoering handelingsgerichtwerken volgens 1-zorgroute, CEDIN, Drachten december 2010. M. Balvert en N. Kooiker: Opbrengstgericht werken met groepsplannen, CEDIN december 2010 A. Clijsen,W.Gijzen,S.de Lange,G. Spaans: 1-zorgroute naar Handelingsgerichtwerken, WSNS+, 2007. Harten, D. R. (28 juni 2010). Passend Onderwijs en het Referentiekader voor de Zorgplicht. Utrecht: PO-raad, VO-raad, WEC-raad. AOC Raad en MBO Raad. C. Hoffmans; Het Onderwijszorgprofiel Primair Onderwijs, Hoffmans&Heegstra-Partners in Ontwikkeling, 2010. OBS Bontebok; Zorgplan OBS Bontebok, Bontebok, november 2009 N. Pameijer, T. Beukering en S. de Lange; Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam, Leuvern/Den Haag 2009.
Onderwijsondersteuningsprofiel
CBS ’t Haimstee - Veendam