De hoofdreden voor ontwerp en ontwikkeling van Akonadi zijn van technische aard, bijv. het hebben van een unieke manier om toegang te hebben tot PIM-gegevens (contacten, agenda’s, e-mails..) uit verschillende toepassingen (bijv. KMail, KWord etc.), daarbij de noodzaak te elimineren om hier en daar gelijksoortige code te schrijven.
Een ander doel is om GUItoepassingen zoals KMail los te koppelen van de directe toegang tot externe bronnen zoals e-mail-servers - wat in het verleden een belangrijke reden voor bugrapporten/wensen was met betrekking tot de performance/respons.
Meer informatie:
Techbase - Akonadi Zie ook "GUI". Zie ook "KDE". ARts Het geluidsframework in KDE 2 en 3. Zijn natuur van een enkele taak veroorzaakte problemen wanneer twee geluidsbronnen elkaar tegenkwamen. In de Plasma-desktop is het vervangen door Phonon.
Meer informatie:
ARts homepagina Zie ook "KDE". Zie ook "Phonon". Zie ook "Plasma". D-Bus D-Bus of Bureaublad-bus is een messagingsysteem tussen services. Ontwikkeld door Red Hat® , het is zwaar beïnvloed door DCOP van KDE 3, die er aan vooraf is gegaan. De meeste POSIX besturingssystemen ondersteunen D-Bus en er bestaat een versie voor Windows. Het wordt gebruikt door Qt 4 en GNOME.
Meer informatie:
FreeDesktop.org: Wat is D-Bus?
Wikipedia: D-Bus Zie ook "DCOP". Zie ook "GNOME". Zie ook "KDE". Zie ook "Qt™". DCOP DCOP, wat staat voor Desktop COmmunication Protocol, is een lichtgewicht communicatiesysteem tussen processen dat wordt gebruikt in KDE 3. Het is vervangen door D-Bus in KDE SC 4.
Meer informatie:
Wikipedia: DCOP Zie ook "D-Bus". Zie ook "KDE". Flake Flake is een bibliotheek voor programmeren die wordt gebruikt in KOffice/Calligra. De functionaliteit levert Vormen om inhoud te tonen en Hulpmiddelen om inhoud te manipuleren. Vormen kunnen in- of uitgezoomd worden of geroteerd en kunnen worden gegroepeerd om als een enkele Vorm te werken waardoor het mogelijk is om tekst te laten vloeien.
Meer informatie:
KDE Community Wiki: Flake Zie ook "KDE". Zie ook "KParts". Vers van de pers <span class=´´emphasis´´><em>Get <span class=´´emphasis´´><em>Hot <span class=´´emphasis´´><em>New <span class=´´emphasis´´><em>Stuff 4
(GHNS) is een open standard die het gemakkelijk maakt voor gebruikers om verschillende extensies voor hun toepassingen te downloaden en te installeren. Onze implementatie van GHNS wordt gebruikt door Plasma (bijvoorbeeld om nieuwe bureaubladthema’s te verkrijgen) en door veel toepassingen en widgets.
Meer informatie:
Een artikel over GHNS in KDE SC 4 Zie ook "KDE". Zie ook "Plasma". GHNS GHNS is de acronym van Get Hot New Stuff (Vers van de pers). Zie ook "Vers van de pers". IO -Slave IO-Slaves maken het mogelijk dat KDE-toepassingen gegevensbronnen op andere computers net zo gemakkelijk kunnen gebruiken als die op de eigen computer (waardoor die ´´netwerk transparent´´ worden). Gegevensbronnen op andere computers (bijv. bestanden) kunnen zijn opgeslagen in gedeelde SMB-mappen of dergelijke. Zie ook "SMB". Zie ook "KDE". KHTML KHTML is de HTML weergavemachine voor het KDE Plasma bureaublad, zoals gebruikt door de browser Konqueror. Het levert ook een KPart dat alle KDE toepassingen in staat stelt om webinhoud te tonen. Een nieuwe introductie, Qt™ WebKit is ook bestemd voor Plasma en het ontwikkelen van andere toepassingen. Zie ook "KDE". Zie ook "Konqueror". Zie ook "KParts". Zie ook "Plasma". Zie ook "WebKit". KIO Het KDE Invoer/uitvoersysteem dat gebruik maakt van zogenaamde ´´IO-slaves´´. Zie ook "IO Slave". Zie ook "KDE". Kiosk Kiosk is een framework voor het bepwerken van wat de gebruiker mag op een KDE platform, ideaal voor gebruik in gesloten omgevingen zoals internetcafés. Het is aanwezig in KDE 3 en KDE 4, maar het beheershulpmiddel, Kiosktool is er alleen KDE 3. Het kan worden gebruikt om KDE 4 toepassingen in te stellen of kiosk-configuraties kunnen worden onderhouden door configuratiebestanden handmatig te bewerken. Zie ook "KDE". KParts KParts is een ´´embedding´´-technologie, waardoor het mogelijk wordt dat KDE-toepassingen deel uitmaken van andere KDE-toepassingen. Bijvoorbeeld, het programma waarmee in Konqueror tekst wordt weegegeven is een KPart. ´´embedding´´ is letterlijk vertaald implanteren, of enten. Zie ook "Konqueror". KSycoca
KSycoca (KDE <span class=´´emphasis´´><em>System <span class=´´emphasis´´><em>Co< <span class=´´emphasis´´><em>Cache) is een cache (buffer) voor de configuratie, die, bijvoorbeeld, een snelle toegang tot de menu-ingangen verzekert. Zie ook "KBuildSycoca". Nepomuk
Nepomuk is het acronym van <span class=´´emphasis´´><em>Networked <span class=´´emphasis´´><em>Environment for <span class=´´emphasis´´><em>P <span class=´´emphasis´´><em>Ontology-based <span class=´´emphasis´´><em>M<em>Unified <span class=´´emphasis´´><em>Knowl Nepomuk richt zich op het verwijderen van kunstmatige barrières tussen informatie door dynamische classificatie, organisatie en presentatie van gegevens naar de gebruiker toe. Of deze is gedownload van het internet, ontvangen in een e-mail of in een notitie gekrabbeld, informatie is globaal doorzoekbaar en van tags voorzien met intelligente gegevens.
Meer informatie:
target=´´_top´´>NEPOMUK website
Userbase Nepomuk page Zie ook "KDE". Phonon Een cross-platform multimedia API, die een interface vormt met bestaande raamwerken, zoals gstreamer en xine-engines. KDE 2 en 3 waren afhankelijk van aRts voor geluid. Phonon vervangt dit.
Meer informatie:
Phonon website Zie ook "aRts". Zie ook "KDE". Solid Solid levert een enkele API voor beheer van hardware. Hardware is gegroepeerd in ’domains’. Omdat de backends voor Solid in te pluggen zijn, helpt Solid ontwikkelaars van toepassingen om minder code te schrijven en het platformonafhankelijk te doen.
Meer informatie:
Discover Solid Zie ook "KDE".
Threadweaver Deze programmeerbibliotheek voor threads spreidt het werk waar mogelijk over multiplecore-processors, stelt een prioriteit in voor hen alvorens ze in de wachtrij voor uitvoering te zetten. ThreadWeaver levert een taakinterface op hoogniveau voor multithreaded programmeren.
Meer informatie:
Why Multithreading? Zie ook "KDE".
WebKit HTML weergavemachine, had zijn oorsprong in een afsplitsing van KHTML. Geadopteerd door Apple™ en ontwikkeld voor Safari™. Webkit brengt de gehele functionaliteit terug naar KDE SC 4, waar het eschikbaar is via Qt™.
Meer informatie:
Wikipedia: WebKit Zie ook "KDE". Zie ook "KHTML".
X.Org Antialiasing Indien genoemd in de context van KDE betekent antialiasing vaak het gladstrijken van de lettertypen op het scherm. Qt™ versie 3.3 of hoger in samenwerking met de X.Org server maakt dit ook onder KDE mogelijk. Zie ook "KDE". Zie ook "Qt™". X-Server De X-Server is de basislaag waarop de diverse GUI’s zoals KDE zijn opgebouwd. Het neemt de basisbewegingen van de muis en de invoer via het toetsenbord (van zowel de eigen computer als die van andere computers) voor zijn rekening en bevat de elementaire grafische programmadelen voor het tekenen van rechthoeken en andere basiselementen. Zie ook "KDE". Zie ook "GUI".
Toepassingen Dolphin De standaard bestandsbeheerder in KDE SC 4. Het heeft een zijpaneel (Locaties), maar navigatie is hoofdzakelijk door het ’broodkruimel’-spoor boven het hoofdventster. Gespleten vensters zijn mogelijk en weergaven kunnen worden toegepast op individuele vensters. 6
Aankoppelen en ontkoppelen van USB apparaten kan in het zijpaneel worden gedaan. Andere mappen kunnen worden toegevoegd aan het Locatiepaneel. Een boomstructuurweergave is ook mogelijk.
Meer informatie:
Introducing KDE 4 Blog - Dolphin
Userbase: File Management Tutorial Zie ook "KDE". Zie ook "Konqueror". KBuildSycoca KBuildSycoca4 is een programma dat werkt vanaf de prompt (dus op een commandoregel in een tekstscherm). Het herstelt de zogenoemde KSycoca. Dit is nuttig, bijvoorbeeld, als enkele of alle modules in Systeeminstellingen verdwenen zijn. Zie ook "KSycoca". Zie ook "Systeeminstellingen". KInfoCenter Kinfocenter had zijn oorsprong als onderdeel van Kcontrol en was alleenstaand in KDE 3.1. In KDE SC 4 is het vervangen door modules geconfigureerd in Systeeminstellingen, merkbaar in Solid en wordt opnieuw geïntroduceerd als een toepassing in KDE SC 4.5.
Meer informatie:
Wikipedia: KInfoCenter Zie ook "KDE". Zie ook "Solid". Zie ook "Systeeminstellingen". Konqueror Konqueror is een webbrowser, het laat u afbeeldingen zien, is een bestandsbeheerder enzovoorts, en het is een centraal onderdeel van het KDE project. Meer informatie over Konqueror kunt u vinden op www.konqueror.org. Zie ook "KDE".
KRunner De minicommandoregel is toegankelijk in het klassieke menu, de sneltoets op het toetsenbord Alt+F2 of rechts klikken op het bureaublad. In KDE SC 4 toont een gedeeltelijke naam alle mogelijke overeenkomsten.
Meer informatie:
UserBase: KRunner Usage Zie ook "KDE". Zie ook "Plasma".
KWin KWin is de vensterbeheerder. Dit is waar vensterdecoraties veranderd kunnen worden en thema’s toegepast. KDE SC 4 breidt KWin uit om ondersteuning voor 3D compositieeffecten op het bureaublad te leveren.
Meer informatie:
UserBase: KWin Zie ook "KDE". Zie ook "X-Server".
Mini-CLI Mini <span class=´´emphasis´´><em>Command <span class=´´emphasis´´><em>L <span class=´´emphasis´´><em>Interface. Synoniem voor KRunner. Zie ook "KRunner". Pager Een pager is een klein programma- of paneelapplet dat de positie van vensters op uw bureaublad toont en gebruikelijk, als u verschillende virtuele bureaubladen hebt, geeft het een overzicht over alles. Zie ook "KDE". Zie ook "Kickoff". Zie ook "Kicker". Zie ook "Paneel". Zie ook "Plasma". Zie ook "Virtuele bureaubladen". Systeeminstellingen Dit is de projectnaam en bestandsnaam van het configuratiecentrum van KDE Systeeminstellingen maakt het u mogelijk zo goed als elke configuratie-optie van KDE naar uw wensen aan te passen. Zie ook "KDE". Zie ook "KInfoCenter".
7
Terminologie van het bureaublad Activiteiten Activiteiten zijn sets van Plasma widgets die hun eigen achtergrondafbeelding hebben.
Een beetje zoals Virtuele bureaubladen, maar niet helemaal. Bijvoorbeeld u hebt een ´´werkactiviteit´´ met ´´commit rss feeds´´, een notitie met uw taak, een mapweergave met uw werk gerelateerde bestanden en een subtiele achtergrondafbeelding.
Daarnaast hebt u uw activiteiten in uw vrije tijd, met voorbeelden van familiefoto’s en honden, rss feeds van uw favoriete blogs, een mapweergave met uw filmverzameling, een twitter-applet en natuurlijk die ´´Iron Maiden´´ achtergrondafbeelding waaraan u zo gehecht bent sinds de vroege jaren 80.
Om 17:00 uur precies schakelt u om van de werkactiviteit naar uw activiteit in uw vrije tijd.
Meer informatie:
Plasma FAQ Zie ook "KDE". Zie ook "Virtuele bureaubladen". Insluiting Een container is een op topniveau groepering van widgets. Elke container beheert de indeling en configuratiegegevens van de set van widgets ervan, onafhankelijk van andere containers.
Het eindresultaat is dat u widgets kan groeperen in een container volgens de belangrijkheid van uw werkpatroon, in plaats van door groepering in een map.
Meer informatie:
Plasma FAQ Zie ook "KDE". Zie ook "Widget". ´´Drag and Drop´´ (Slepen en neerzetten) Hierdoor worden vele handelingen, zoals het kopiëren van bestanden vanaf de ene plaats naar de andere vervangen door een bepaalde beweging met de muis, zoals bijvoorbeeld: het klikken op een pictogram in een scherm in Konqueror, het bewegen van de muis, met ingedrukte knop, van het ene naar het andere scherm, en het daarna loslaten van de knop van de muis (het object ´´droppen´´ of neerzetten) kopieert bestanden. Zie ook "Konqueror". Extender Extenders zijn een speciale soort van popup die bijvoorbeeld uit een Plasma paneel kan groeien. Extenders hebben afkoppelbare delen. Extenders zijn een nieuw concept dat in Plasma kwam voor KDE 4.2. De Kuiserver (het interface dat alle lang draaien jobs verzameld en ze in een venster stopt) maakt gebruik van extenders zodat u verschillende jobs kunt afkoppelen en hun voortgang apart kan monitoren.
Meer informatie:
Plasma FAQ Zie ook "KDE". Zie ook "Plasma". GNOME <span class=´´emphasis´´><em>GNU <span class=´´emphasis´´><em>Network <span class=´´emphasis´´><em>Object <span class=´´emphasis´´><em>Model <span class=´´emphasis´´><em>Environment, een van de leidende UNIX® GUIs. Zie ook "GUI". GUI
Een afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Graphical <span class=´´emphasis´´><em>U<em>Interface (Grafische gebruikersinterface). Iedere desktop environment (zoals KDE) is een GUI. De meeste GUIs maken gebruik van de muis en/of van vensters voor het besturen van programma’s. Zie ook "KDE". Persoonlijke map
Is de plaats in het systeem waar al uw bestanden worden bewaard. U kunt uw bestanden buiten deze map schrijven, maar alle toepassingen zijn zo ingesteld om deze map voor te stellen als plaats waarnaar u uw bestanden schrijft. En het is gemakkelijker, wanneer u uw dingen hier bewaart.
Meer informatie:
Wikipedia: Homedirectory Zie ook "Dolphin".
8
KDE Afkorting voor ´´K Desktop Environment´´, een leidende GUI voor op UNIX® gebaseerde systemen. U kunt meer gedetailleerde informatie vinden op www.kde.org.
KDE is meer dan alleen software. Het is de gemeenschap bestaande uit programmeurs, vertalers, zij die ook bijdragen, artiesten, schrijvers, distributeurs en gebruikers van over de gehele wereld. Ons internationale team voor technologie is toegewijd om de beste vrije software voor het bureaublad te maken. En niet alleen zij die bijdragen, maar ook gebruikers en fans van KDE software kunnen worden gevonden over de gehele aarde, andere gebruikers helpen, het nieuws verspreiden of heel eenvoudig plezier hebben aan de ervaring. Zie ook "GUI". Kicker In KDE 3, de verplaatsbare balk, gewoonlijk aan de onderkant van het scherm (soms het Paneel genoemd), waarop toepassingstarters, de Pager en knoppen voor draaiende toepassing hun plaats hebben. Zie ook "Panel". Zie ook "Plasma".
Kickoff In KDE SC 4 (en enkele late versies van KDE 3), een startmenu waarin toepassingen zijn gesorteerd per functionele groep. ’Favorieten’ vervangt de ’Meest gebruikte toepassingen’ in het klassieke menu en toepassingen die eraan kunnen worden toegevoegd. Rechts klikken biedt ook de mogelijkheid om toepassingen aan het bureaublad of paneel toe te voegen. Snelle toegang tot minder gebruikte toepassingen kan via het zoekvak. Aan andere menu’s wordt gewerkt, sinds KDE SC 4 kan, als dat vereist is, met meer dan één startmenu worden gewerkt.
Meer informatie:
Kickoff Sneak Preview Zie ook "KDE". Zie ook "Pager". Zie ook "Paneel". Zie ook "Plasma". Oxygen Oxygen is het standaard thema van KDE SC 4. Ontworpen om ’een vleugje frisse lucht’ naar het bureaublad te brengen door de simplistische, cartoonachtige pictogrammen te verwijderen en deze te vervangen door een helder thema en foto-realistische pictogrammen. Oxygen gebruikt een palet met niet verzadigde kleuren om te vermijden dat de pictogrammen een afleiding vormen en gebruikt gedetailleerde ´´scalable graphics´´ (SVG).
Meer informatie:
Oxygen pictogrammen Zie ook "KDE". Zie ook "KSVG". Zie ook "Plasma". Paneel Hiermee wordt het paneel bedoeld, veelal te vinden onderaan het scherm. Zie ook "KDE". Zie ook "Kicker". Zie ook "Kickoff". Zie ook "Plasma". Plasma In KDE SC 4 vervangt het Plasma bureaublad KDesktop, Kicker en de SuperKaramba widget-engine. De applets worden Plasmoids genoemd en variëren van informatie-widgets tot mini-toepassingen zoals een rekenmachine of woordenboek. Widgets uit andere bronnen, zoals SuperKaramba widgets of Google™ Gadgets worden ook ondersteund.
Meer informatie:
Tweaking Plasma Zie ook "KDE". Zie ook "Kicker". Zie ook "Widget". Ripping Het lezen van de audio-gegevens van een cd-rom waarna die op de harde schijf worden opgeslagen. Virtuele bureaubladen
9
Een populair concept van op UNIX® gebaseerde windowmanagers is die van virtuele bureaubladen. Dit betekent dat u niet een scherm hebt waarop u uw vensters kan plaatsen maar verschillende. Als u schakelt naar een ander bureaublad (gebruikelijk is met een pager) dan zult u de vensters zien die hebt opgstart op uw nieuwe bureaublad of er naar hebt verplaatst. Een venster kan ook ´´sticky´´ gemaakt worden wat betekent dat het verschijnt op alle virtuele bureaubladen.
Meer informatie:
Plasma FAQ Zie ook "KDE". Zie ook "Kickoff". Zie ook "Pager".
Ontwikkeling van KDE Qt™ De GUI van KDE is opgebouwd bovenop de Qt™-hulpmiddelen, die veel grafische elementen (´´´´Widgets´´´´ genoemd) bevat, die gebruikt worden voor de constructie van het bureaublad. Meer informatie over Qt™ kunt u vinden op http://qt-project.org/. Zie ook "KDE". Zie ook "GUI". Zie ook "Widget". Git Git is een vrij en opensource systeem voor gedistribueerde versie controle ontworpen om alles van kleine tot erg grote projecten te behandelen op een snelle en efficiënte manier.
Elke Git-kloon is een van alles voorzien opslagsysteem (repository) met een volledige geschiedenis en volledige mogelijkheden voor het volgen van revisies, niet afhankelijk van netwerktoegang of een centrale server. Branching en merging zijn snel en gemakkelijk te doen.
Git wordt gebruikt voor versiecontrole van bestanden, erg lijkend op hulpmiddelen zoals Mercurial, Bazaar, Subversion, CVS, Perforce en Visual SourceSafe.
Het is besloten dat Git het hoofd versiecontrolesysteem van KDE zal zijn, waarbij SVN wordt vervangen. Het is al gebruikt voor sommige KDE projecten zoals Konversation en Amarok.
Meer informatie:
Git Homepage Zie ook "KDE". Zie ook "SVN". i18n Afkorting voor de ´´internationalisatie´´. Door KDE worden vele talen ondersteund, en diverse i18n-technieken vereenvoudigen het vertalen van de GUI en de documenten van KDE naar al deze talen. Meer informatie vindt u op l10n.kde.org. Zie ook "KDE". Zie ook "GUI". Kross Kross is framework voor scripting, waarmee ondersteuning voor meerdere scripttalen wordt ingeschakeld. Een pluginsysteem maakt het ondersteunen van nog meer talen in de toekomst mogelijk. Zie ook "KDE".
KDOM Een module van KPart die mogelijkheden voor weergave van KHTML DOM (<span class=´´emphasis´´><em>D <span class=´´emphasis´´><em>Object <span class=´´emphasis´´><em>Model) beschikbaar stelt aan alle toepassingen. KSVG2 is gebouwd op KDOM voor KDE SC 4. Zie ook "KDE". Zie ook "KHTML". Zie ook "KParts". Zie ook "KSVG". KJS JavaScript-engine voor het KDE platform. Zie ook "KDE". Zie ook "KParts". Zie ook "Plasma". KSVG KSVG schakelt ondersteuning in voor schaalbare vectorgrafiek in een KHTML-browser. KSVG2 breidt dit uit voor KDE SC 4. Zie ook "KDE". Zie ook "KHTML". Zie ook "KParts".
10
l10n Afkorting voor de ´´lokalisatie´´. Dit is het aanpassen van een programma aan de plaatselijke omstandigheden. Hiertoe behoort, bijvoorbeeld, de plaatselijke muntsoort, en de manier waarop tijdstippen worden aangegeven. Zie ook "i18n". Sopraansleutel Soprano is een subproject van Nepomuk, die opslagruimte biedt voor verzamelde informatie zoals tags, waarderingen, etc. Dit stelt de informatie beschikbaar aan Strigi.
Meer informatie:
Wikipedia: Soprano Zie ook "KDE". Zie ook "Nepomuk". Zie ook "Strigi". Strigi Een diep geïndexeerde zoekdaemon. Strigi mikt erop om snel en lichtgewicht te zijn. Het gebruikt ook de SHA-1 hash die helpt bij de identificatie van dubbele bestanden.
Meer informatie:
Wikipedia: Strigi Zie ook "KDE". Zie ook "Nepomuk". Zie ook "Soprano". ´´Widget´´ Grafische elementen, zoals schuifbalken of invoervelden, die in KDE worden gebruikt voor de opbouw van de GUI. Zie ook "KDE". Zie ook "GUI". SVN
Afkoring voor <span class=´´emphasis´´><em>Subversion. SVN is een erg elegante manier van het beheren van bestandsversies die het mogelijk maakt dat meerdere ontwikkelaars aan hetzelfde project werken. U kunt lezen hoe u de laatste (ontwikkel)versie van de KDE-bronbestanden kunt verkrijgen via anonieme SVN, op http://developer.kde.org/source/anonsvn.html. Meer over SVN is te lezen op http://subversion.tigris.org/. Zie ook "Git". XMLGUI Een framework voor programmeurs voor het ontwerpen van een gebruikersinterface. Het wordt intensief gebruikt door KParts.
Meer informatie:
Wikipedia: Qt Style Sheets Zie ook "GUI". Zie ook "Kparts". Zie ook "Qt™".
Diversen RFC <span class=´´emphasis´´><em>Request <span class=´´emphasis´´><em>For <span class=´´emphasis´´><em>Comment (Verzoek om commentaar te geven). Een gangbare manier nieuwe ideeën te publiceren met betrekking tot protocollen zodat de internetgemeenschap die kan evalueren. Hoewel RFC’s niet verplichtend zijn, zal in vele toepassingen worden getracht om zich eraan te houden, nadat ze door de gemeenschap zijn aangenomen.
Meer informatie over RFC’s vindt u op de RFC Homepagina.
Diverse protocollen SMB <span class=´´emphasis´´><em>Server <span class=´´emphasis´´><em>Message <span class=´´emphasis´´><em>Block. Een netwerkprotocol gebruikt in Microsoft® Windows® -netwerken voor de toegang tot de bestanden van andere computers. Zie ook "IO-slave". 11
IRC <span class=´´emphasis´´><em>Internet <span class=´´emphasis´´><em>Relay <span class=´´emphasis´´><em>Chat. Een protocol gedefinieerd in RFC 1459, waarin de specificatie staat voor het mogelijk maken van het via het toetsenbord met elkaar kletsen (´´chatten´´). Zie ook "RFC". Host Dit kan een naam zijn in uw /etc/hosts-bestand(naamvanmijncomputer), een internetnaam (www.kde.org) of een IP-adres (192.168.0.10).
Afdrukken
ACLs Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Access <span class=´´emphasis´´><em>C <span class=´´emphasis´´><em>L ists (toegangscontrolelijsten). ACL’s worden gebruikt voor de controle bij de toegang van een bepaalde (gerechtigde) gebruiker. Een eerste ruwe ondersteuning voor ACL’s bij het afdrukken is beschikbaar bij CUPS; dit wordt in toekomstige versies verbeterd. Zie ook "Toegangscontrole (authenticatie)". AppSocket Protocol AppSocket is een protocol voor de overdracht van gegevens en wordt ook vaak genoemd ´´Direct afdrukken met TCP/IP´´. Hewlett-Packard® heeft AppSocket omarmd, er een paar kleine uitbreidingen aan toegevoegd en is erg succesvol geweest met het op de markt brengen ervan onder de naam ´´HP® JetDirect´´... Zie ook "HP® JetDirect Protocol". Zie ook "Direct afdrukken met TCP/IP". APSfilter APSfilter wordt voornamelijk gebruikt in de context van ´´klassiek´´ afdrukken onder UNIX® (BSD-stijl LPD). Het is een geavanceerd shell-script, vermomd als een ´´alles-in-een´´-filterprogramma. In werkelijkheid gebruikt APSfilter echte filters om de noodzakelijke dingen te doen. Het stuurt printtaken automatisch door deze andere filters, afhankelijk van een aanvankelijke analyse van het type van het af te drukken bestand. Het is geschreven en wordt onderhouden door Andreas Klemm.
Het lijkt op Magicfilter en gebruikt voornamelijk Ghostscript voor de bestandsomzettingen. Enkele Linuxdistributies (zoals SuSE® ) gebruiken APSfilter, andere Magicfilter (zoals Red Hat® ), bij sommige kan je uit beide kiezen (zoals BSD).
Met CUPS is APSfilter <span class=´´emphasis´´><em>niet nodig, omdat die zelf de bestanden herkent (gebaseerd op MIME-type) en zijn eigen filterlogica heeft. Zie ook "Ghostscript". Zie ook "Magicfilter". Zie ook "MIME-Types". Zie ook "printcap". Toegangscontrole Het aantonen van de identiteit van een bepaalde persoon (kan met behulp van gebruikersnaam/wachtwoord of door middel van een certificaat) wordt vaak authenticatie (toegangscontrole) genoemd. Als eenmaal uw identiteit is vastgesteld kunt u wel/geen toegang krijgen tot de gewenste gegevensbronnen, dit kan afhankelijk zijn van ACL’s. Zie ook "ACL’s". Bi-directionele communicatie (Tweerichtingsverkeer) Tijdens het afdrukken kan een server of host-computer extra informatie ontvangen vanaf de printer (statusmeldingen enz.), gevraagd of ongevraagd. AppSocket (= HP® JetDirect), CUPS en IPP kennen bi-directionele communicatie, LPR/LPD en afdrukken volgens BSD niet... Zie ook "AppSocket Protocol". Zie ook "CUPS". Zie ook "Direct afdrukken met TCP/IP ". Zie ook "HP® JetDirect". Zie ook "IPP". Zie ook "LPR/LPD".
12
Afdruksysteem volgens BSD Algemene term voor de verschillende varianten van de traditionele afdrukmethodes in UNIX® . De eerste versie verscheen in het begin van de zeventiger jaren in BSD-UNIX® , en werd pas in 1990 formeel beschreven in RFC 1179.
Toen in BSD het afdrukken vanaf andere computers voor het eerst werd ontworpen, waren printers serieel of op een andere manier direct met een computer verbonden (toen bestond het internet uit nauwelijks meer dan 100 ´´nodes´´ (knooppunten, computers via welke het internetverkeer gaat)!, in printers werden rollen papier gebruikt, het papier werd door middel van gaten door de printer getrokken. De ASCII-tekst werd in rijen eenvoudigweg op het papier gehamerd, terwijl het uit een doos werd getrokken, die onder de tafel stond. Het kwam daaruit als een zigzag gevouwen ´´slang´´ (harmonicapapier). Printen vanaf een andere computer betekende dat een computer in de kamer ernaast een bestand stuurde met het verzoek die af te drukken.
Wat is dit allemaal anders geworden! In printers worden gewoonlijk velletjes papier gebruikt, printers hebben ingebouwde intelligentie voor het berekenen hoe de tekst op het papier moet komen, nadat pagina’s na pagina’s er naar toe worden gestuurd, en gebruiken daarvoor een van de krachtige ´´Page Description Languages´´ (PDL = talen voor het beschrijven van een pagina). Velen zijn zelf ´´nodes´´ met CPU, RAM, een harde schijf en hun eigen besturingssysteem, en opgenomen in een netwerk met mogelijk miljoenen gebruikers....
Het is echt een bewijs van het aanpassingsvermogen van UNIX® dat het ´´regeldrukken´´ nu nog steeds betrouwbaar werkt, zelfs bij deze moderne omstandigheden. Maar het is nu eindelijk tijd voor iets nieuws: IPP. Zie ook "IPP". Zie ook "CUPS". Zie ook "LPR/LPD printing".
CUPS Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Common <span class=´´emphasis´´><em>U <span class=´´emphasis´´><em>Printing <span class=´´emphasis´´><em>System (Algemeen Unix-afdruksysteem). CUPS is het modernste afdruksysteem voor UNIX® en Linux, en kan ook samenwerken met Microsoft® - Windows® en Apple-Mac® OS. Gebaseerd op IPP geeft het niet de problemen van het ouderwetse BSD-afdrukken, en heeft het authenticatie (toegangscontrole), encryptie (versleuteling), ACL’s en nog veel meer. Tegelijkertijd is het genoeg ´´backward compatible´´ (kan werken met verouderde standaarden en apparatuur) om met alle toegestane clients te kunnen werken die nog geen IPP hebben via LPR/LPD (BSD-stijl).
CUPS kan elke PostScript® -printer besturen, met gebruik van de door de leverancier geleverde PPD (Postscript Printer Description file = Bestand met de beschrijving van de Postscript-printer). Deze is oorspronkelijk alleen bedoeld voor het afdrukken vanuit Microsoft® Windows NT. Het afdrukken met KDE heeft de meest mogelijkheden indien CUPS wordt gebruikt.
Meer informatie:
CUPS Homepage Zie ook "ACLs". Zie ook "Toegangscontrole". Zie ook "Afdrukken volgens BSD". Zie ook "IPP". Zie ook "LPR/LPD". Zie ook "PPD". CUPS -FAQ CUPS-FAQ is een waardevolle plaats voor het vinden van antwoorden op vragen die iedereen kan hebben die voor het eerst met CUPS in aanraking komt.
Daemon Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Disk <span class=´´emphasis´´><em>a<em>execution <span class=´´emphasis´´><em>monito (monitor voor schijf en uitvoering). Daemons zijn op elk UNIX® -systeem te vinden, en voeren taken uit onafhankelijk van de gebruiker. Lezers die meer vertrouwd zijn met Microsoft® Windows® zouden daemons en de taken waar zij voor verantwoordelijk zijn kunnen vergelijken met de ´´diensten´´ (in het engels: ´´services´´).
Een voorbeeld van een daemon die op elk echt UNIX® -systeem aanwezig is, is de LPD (Line Printer Daemon). CUPS wordt algemeen in de wereld van UNIX® beschouwd als de opvolger van LPD en werkt ook met een daemon. Zie ook "SPOOLing". 13
Gegevensbank, Linuxprinting.org Het is alweer jaren geleden, toen het afdrukken met Linux nog echt moeilijk was (de meeste linux-gebruikers kenden toen alleen nog het afdrukken vanaf de commandoregel, er waren nog geen apparaat-afhankelijke afdruk-opties om het werk te doen), dat Grant Taylor, de schrijver van de ´´Linux Printing HOWTO´´, het meeste van de beschikbare informatie over printers, besturingen en filters in zijn gegevensbank verzamelde.
Met de opkomst van het CUPS-concept, waarmee PPD’s zelfs met niet-PostScript-printers konden worden gebruikt, realiseerde hij zich de waarde van zijn gegevensbank: als men de verschillende stukjes gegevens (met een inhoud zoals ´´Welk apparaat drukt af met Ghostscript of ander filter?´´, ´´Hoe goed?´´ en ´´welke opties op de commandoregel zijn er?´´) toevoegt aan PPD-bestanden, men alle mogelijkheden van CUPS kon toevoegen aan die van de traditionele printerbesturingen.
Dit is nu ontwikkeld in een breder concept, bekend als ´´Foomatic´´. Foomatic breidt de mogelijkheden van spoolers anders dan CUPS (LPR/LPD, LPRng, PDQ, PPR) uit tot op een zekere hoogte (´´stelen´´ van sommige concepten van CUPS). De Linuxprinting Database (gegevensbank) is niet alleen voor Linux -- mensen die andere besturingssystemen gebruiken die op UNIX® zijn gebaseerd (zoals BSD en Mac® OS-X) zullen hier ook belangrijke informatie en software kunnen vinden. Zie ook "Foomatic". Zie ook "Linuxprinting gegevensbank". Direct afdrukken metTCP/IP Met deze methode wordt vaak de TCP/IP-poort 9100 gebruikt voor de verbinding met de printer. Dit werkt met vele moderne netwerkprinters en heeft enkele voordelen ten opzichte van LPR/LPD, omdat het sneller is en de printer de mogelijkheid geeft om wat informatie terug te sturen naar de computer die de afdruktaak heeft verzonden. Zie ook "AppSocket Protocol". Zie ook "HP® JetDirect Protocol". Drivers, Printer Drivers (printerbesturingen) De term ´´printer drivers´´ zoals gebruikt bij Microsoft® Windows® is in die betekenis niet geheel toepasbaar bij Linux of UNIX® .De functionaliteit van een ´´driver´´ (apparaatbesturing) wordt bij UNIX® geleverd door verschillende modulaire componenten die samenwerken. Aan de basis van de printerdrivers staan de ´´filters´´. Filters zetten printbestanden om van het ene naar een ander formaat, dat door de printer kan worden afgedrukt. In veel gevallen wordt het filteren gedaan door een hele ´´ketting´´ van filters, waarvan alleen het resultaat van het laatste filter naar de printer gaat. De overdracht van de afdrukgegevens naar de printer gebeurt door een ´´backend´´ (dat is dus een soort koppeling, tussen filters en printer. Vert.) Zie ook "Filter". Zie ook "PPDs". Easy Software Products Het bedrijf van Mike Sweet, dat een paar mooie software-producten heeft bijgedragen aan de Free Software-gemeenschap, waaronder de aanvankelijke versie van Gimp-Print, het EPM software pakket-programma en HTMLDOC (gebruikt door het ´´Linux Documentation Project´´ voor het maken van de PDF-versies van de HOWTO’s) -- maar het belangrijkste is: CUPS (the ’Common UNIX® Printing System’ = het algemene printsysteem van UNIX® ). ESP verdient geld met het verkopen van een commerciële versie van CUPS, met de naam ESP PrintPro. ESP Print Pro is gekocht door Apple Inc. in februari 2007. ESP Print Pro software en ondersteuning is niet langer beschikbaar van Easy Software Products. Gebruikers van ESP Print Pro hebben een niet vervallende, zwevende licentie gekregen die benaderd kan worden via de MyESP pagina’s. Zie ook "CUPS". Zie ook "ESP". Zie ook "Gimp-Print". Versleuteling Het versleutelen van vertrouwelijke gegevens is belangrijk als u die over het internet verstuurt of zelfs binnen een intranet.
Het afdrukken via de traditionele protocollen is helemaal niet versleuteld. Het is heel eenvoudig om luistervinkje te spelen bij bijvoorbeeld PostScript® of PCL als de gegevens over een draadje worden verstuurd.
14
Daarom is er bij het ontwerp van IPP in voorzien dat er op een eenvoudige manier versleutelingsmechanismen kunnen worden opgenomen (die op dezelfde manier kunnen worden gerealiseerd als de versleutelingsstandaarden voor het HTTP-verkeer: SSL en TLS). Zie ook "Toegangscontrole". Zie ook "CUPS". Zie ook "IPP". Zie ook "SSL". Zie ook "TLS". Epson De inkjetprinters van Epson behoren tot de best ondersteunde printers met Free softwarebesturingsprogramma’s, omdat het bedrijf niet zo geheimzinnig deed over hun apparaten en de documenten met technische specificaties aan de ontwikkelaars ter beschikking stelde. De uitstekende afdrukkwaliteit die met Gimp Print wordt bereikt met de printers van de Stylus-serie kan aan deze openheid worden toegeschreven. Escape Sequences De allereerste printers drukten alleen ASCII-tekens af. Om een nieuwe regel te beginnen, of een nieuwe pagina, werden er speciale opdrachtreeksen aan toegevoegd, vaak voorafgegaan door een [Escape]-teken (zie de Esc-toets). HP® ontwikkelde dit concept tijdens hun serie van PCL-talen tot op de dag van vandaag, nu er een volledig ontwikkelde Page Description Language (PDL, taal voor de beschrijving van een pagina) is ontstaan uit dit nederige begin. Zie ook "PCL". Zie ook "PDL".
ESC/P Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Epson <span class=´´emphasis´´><em>S<em>Codes for <span class=´´emphasis´´><em>Printers (Standaard codes voor printers van Epson) . Naast PostScript® en PCL, is Epson’s ESC/Pprintertaal een van de meest bekende. Zie ook "PCL". Zie ook "PostScript® ". Zie ook "hpgl". ESP
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Easy <span class=´´emphasis´´><em>S<em>Products; het bedrijf dat CUPS (the ´´Common UNIX® Printing System´´ = algemeen afdruksysteem voor UNIX® ) ontwikkelde. Zie ook "Easy Software Products". Zie ook "CUPS". Filter In het algemeen zijn filters programma’s die wat invoergegevens ontvangen, eraan werken, en het doorgeven als hun uitvoergegevens.
Filters kunnen al of niet de gegevens veranderen. In de context van afdrukken zijn filters programma’s die een gegeven bestand (dat moet worden afgedrukt, maar nog het verkeerde formaat heeft) in het juiste formaat moeten brengen om af te drukken. Soms moeten hele ´´kettingen van filters´´ worden gemaakt om dit doel te bereiken, waarbij de uitvoer van het ene filter de invoer is van het volgende filter (zoiets heet een ´´pipe´´). Zie ook "Ghostscript". Zie ook "RIP".
Foomatic Foomatic begon aanvankelijk als een al omvattende naam voor een verzameling van verschillende hulpprogramma’s ter beschikking gesteld door Linuxprinting.org. Deze hulpprogramma’s hadden als doel het gebruik gemakkelijker te maken van traditionele Ghostscript- en andere print-filters en om de mogelijkheden van de filters uit te breiden door meer opties voor op de opdrachtregel toe te voegen en de uitvoer van de verschillende drivers beter te interpreteren.
Later bewoog Foomatic zich meer in de richting van een ´´meta-spooling´´-systeem, dat de configuratie van een onderliggend afdruksysteem mogelijk maakt door een eenduidige verzameling van opdrachten (echter, dit is veel ingewikkelder dan het print-GUI-interface van KDE, dat een soortgelijke taak heeft met betrekking tot verschillende afdruk-subsystemen). Ghostscript Ghostscript is een interpretator van de PostScript® -taal en voor PDF of ´´Raster Image Processor´´ (rasterbeeldprocessor) (RIP) in software, oorspronkelijk ontwikkeld door L. Peter Deutsch. Er is altijd een GPL-versie van Ghostscript beschikbaar die vrij kan worden gebruikt en verspreid. Ghostscript wordt algemeen gebruikt in de wereld van Linux en 15
UNIX® voor het omzetten van PostScript® naar gegevens die naar niet-PostScript® -printers kunnen worden gestuurd. Meer informatie: Ghostscript Homepage Zie ook "PostScript® ". Zie ook "RIP". Gimp-Print In tegenstelling tot de naam is GIMP-Print niet langer slechts een hulpprogramma voor het afdrukken vanuit het populaire programma Gimp, de code kan ook worden gebruikt om mee te worden gecompileerd met ...
... een verzameling van PPD’s en bijbehorende filters die naadloos kunnen worden opgenomen in CUPS, met ondersteuning voor rond 130 verschillende printers en die in veel gevallen een uitvoer hebben van fotografische kwaliteit.;
...een Ghostscript-filter dat in elk ander programma kan worden gebruikt dat een RIP in software nodig heeft;
...een bibliotheek die door andere programma ’s kan worden gebruikt die rasterfuncties nodig hebben. Zie ook "Lexmark Drivers". Zie ook "RIP". Zie ook "Ghostscript". HP®
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Hewlett-<span class=´´emphasis´´><em>Packard een van de eerste bedrijven die hun eigen printerbesturingen voor Linux maakten. -- Meer recent heeft het bedrijf hun ´´HPIJS´´-pakket van besturingen uitgebracht, met inbegrip van de broncode en een Free licentie. HP is de eerste fabrikant die dat doet. HPIJS ondersteunt de meest van de huidige modellen van HP-Inkt- en -DeskJets. HP® /GL
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>HP® <span class=´´emphasis´´><em>G<em>Language (HP Grafische taal); een printertaal van HP® die het meest voor plotters wordt gebruikt, vele CAD (Computer Aided Design = ontwerpen met behulp van een computer)-programma’s leveren HP® /GLbestanden af om af te drukken (te plotten eigenlijk). Een plotter is een apparaat voor het maken van tekeningen, zoals technische tekeningen en van wiskundige grafieken. Zie ook "ESC/P". Zie ook "PCL". Zie ook "PostScript® ". HP® JetDirect-Protocol Een term van HP® waarmee zij hun manier beschrijven van het transport van gegevens naar een printer, via een protocol dat ook de naam ´´AppSocket´´ of ´´Direct TCP/IP Printing´´ heeft. Zie ook "AppSocket Protocol". Zie ook "Direct TCP/IP Printing". IETF
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Internet <span class=´´emphasis´´><em>E <span class=´´emphasis´´><em>Task <span class=´´emphasis´´><em>Force (werkgroep voor internettechniek); een groep van deskundigen op het gebied van Internet, software en hardware die nieuwe technologieën bespreken op het gebied van netwerken, en vaak tot conclusies komen die door velen als standaarden worden beschouwd. ´´TCP/IP´´ is het bekendste voorbeeld.
De standaarden van IETF, en ook de ontwerpen, discussies, ideeën en nuttig lesmateriaal worden op schrift gesteld in de beroemde serie van ´´RFC’s´´. die voor iedereen beschikbaar zijn en opgenomen in de meeste Linuxen BSD-distributies. Zie ook "IPP". Zie ook "PWG". Zie ook "RFC". IPP
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Internet <span class=´´emphasis´´><em>P <span class=´´emphasis´´><em>Protocol (protocol voor het afdrukken via het internet); gedefinieerd in een serie RFC’s die door het IETF zijn aangenomen met de status van ´´voorgesteld als standaard´´, werd ontworpen door de PWG. IPP is een compleet nieuw ontwerp voor het afdrukken via een netwerk, maar het maakt gebruik van een zeer bekende en bewezen methode voor het werkelijke transport van gegevens: HTTP 1.1! Door niet ´´opnieuw het wiel uit te vinden´´ en met zijn basis in een bestaande en robuuste internet-standaard, is het bij IPP relatief eenvoudig om andere HTTP-compatibele standaardmechanismen in het raamwerk op te nemen:
authenticatie volgens de
16
Basic- of Digest-methode of met certificaten;
versleuteling van verplaatste gegevens met SSL of TLS;
LDAP voor naslagdiensten (om gegevens vanuit de LDAPdirectory af te drukken, de instellingen van apparaten, besturingsprogramma’s en kosten bij te houden of wachtwoorden te controleren bij de toegangscontrole). Zie ook "CUPS". Zie ook "PWG". Zie ook "IETF". Zie ook "RFC". Zie ook "TLS". Lexmark Was een van de eerste fabrikanten die hun eigen Linux printerbesturing uitbrachten voor sommige van hun modellen. Echter, deze besturingen zijn alleen binair (er is dus geen broncode beschikbaar) en kunnen dus niet worden gebruikt om deel uit te maken van andere Free afdruksoftware-projecten. Linuxprinting.org Linuxprinting.org is niet alleen voor Linux; voor alle UNIX® -achtige besturingssystemen, zoals BSD en commerciële Unixen kan waardevolle afdrukinformatie op deze site worden gevonden. Deze website is de thuishaven voor het interessante Foomatic-project, dat als doel heeft het ontwikkelen van de ´´Meta Print Spool and Driver Configuration Toolset´´ (waarmee het mogelijk is, met een gemeenschappelijke interface, verschillende afdruksubsystemen te configureren, en hun vereiste besturing) met de mogelijkheid om alle rijen van afdruktaken, printers en configuratiebestanden, naadloos over te dragen naar een andere spooler, zonder nieuwe configuratie. Ook onderhouden zij de Printing Database, een verzameling van informatie over printers en besturingen waarmee iedereen de laatste informatie kan vinden over printermodellen, en ook via het internet de configuratiebestanden kan maken voor elke combinatie van spooler/apparaat/besturing waarvan het bekend is dat die goed werkt met de gangbare Linux- of UNIX® -afdruksystemen. Zie ook "Linuxprinting gegevensbank". Gegevensbank van Linuxprinting.org
Database bevat printers en apparaatstuurprogramma’s die voor hen geschikt zijn. Meer informatie: Linuxprinting.org FAQ Zie ook "Foomatic".
Afdrukken met LPR/LPD LPR == sommige mensen vertalen <span class=´´emphasis´´><em>Line <span class=´´emphasis´´><em>Printing <span class=´´emphasis´´><em>Request, anderen: <span class=´´emphasis´´><em>Line <span class=´´emphasis´´><em>Pri <span class=´´emphasis´´><em>Remote. Zie ook "BSD-style printing (Afdrukken op BSD-manier)". Magicfilter Op dezelfde manier als het programma ASPfilter, heeft Magicfilter functies voor het automatisch herkennen van het bestandstype, en kan het op die manierautomatisch omzetten naar een afdrukbaar formaat, dat afhankelijk is van de gebruikte printer. Zie ook "APSfilter". MIME -Typen
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Multipurpose (or Multimedia) <span class=´´emphasis´´><em>Internet <span class=´´emphasis´´><em>Mail <span class=´´emphasis´´><em>Extensions (E-mail-uitbreidingen voor internet voor meerdere doeleinden (of voor multimedia));. MIME-typen werden aanvankelijk gebruikt om het transport mogelijk te maken van binaire gegevens (zoals aanhangsels van e-mails met afbeeldingen) over mailverbindingen waarover alleen maar ASCII-tekens werden gestuurd: de gegevens moesten naar een ASCII-formaat worden omgezet.
Later werd dit concept uitgebreid tot het beschrijven van een gegevensformaat dat platformonafhankelijk is en tegelijkertijd eenduidig. Van Windows® kent iedereen de extensie .doc van Microsoft® -Wordbestanden. Op het Windows® -platform is dit niet eenduidig: de extensie .doc wordt ook gebruikt voor eenvoudige tekstbestanden, en voor bestanden gemaakt met Adobe Framemaker. En als een echt Word-bestand een andere extensie krijgt, 17
kan het niet meer door het programma worden geopend.
MIME-typen worden geregistreerd bij de IANA (Internet Assigning Numbers <span class=´´emphasis´´><em>Association<em>application/vnd. cups-raster (voor het internationale ´´raster afbeelding formaat´´ van CUPS). Zie ook "CUPS". Zie ook "Easy Software Products". Zie ook "Gimp-Print". PCL
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Printer <span class=´´emphasis´´><em>C <span class=´´emphasis´´><em>Language (Printer besturingstaal), ontwikkeld door HP® . PCL begon met versie 1 als een eenvoudige verzameling van opdrachten voor het afdrukken vanaf de opdrachtregel; nu, in de versies PCL6 en PCL-X kan het afbeeldingen afdrukken in kleur, maar behalve in Microsoft® -Windows® en in HP-UX® (HP® ’s eigen UNIX® ), wordt het niet veel gebruikt.... Zie ook "ESC/P". Zie ook "HP® /GL". Zie ook "PDL". Zie ook "PostScript® ". PDL
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Page <span class=´´emphasis´´><em>D<em>Language (Taal voor de beschrijving van een pagina); PDL’s beschrijven, op een abstracte manier, de grafische weergave van een pagina. Voordat die met behulp van toner of inkt op papier wordt afgedrukt, moet een PDL eerst worden ´´vertaald´´. In UNIX® is PostScript® de belangrijkste PDL. Zie ook "ESC/P". Zie ook "HP® /GL". Zie ook "PCL". Zie ook "PostScript® ". Pixel
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Picture <span class=´´emphasis´´><em>El (beeldelement); deze term beschrijft het kleinste onderdeel van een gerasterde afbeelding (zowel op papier, als op een beeldbuis- of LCD-monitor). Omdat elke weergave op deze typen van uitvoerapparaten uit pixels is samengesteld, zijn de waarden van de ´´ppi´´ (pixels per inch, een inch is 2,5 cm) en ´´dpi´´ (dots per inch = stippen per inch) belangrijke parameters voor de algehele kwaliteit en scherpte van een afbeelding. Zie ook "Filter". Zie ook "Ghostscript". Zie ook "PostScript® ". Zie ook "Raster". PJL
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Print <span class=´´emphasis´´><em>J<em>Language (Taal voor de afdruktaak); ontwikkeld door HP® voor het besturen en het beïnvloeden van de standaardinstellingen en van elke taak van een printer. Het kan niet alleen worden gebruikt voor HP® ’s eigen (PCL)printers, maar ook vele PostScript® - en andere printers ´´begrijpen´´ PJL-opdrachten die zij ontvangen in een afdruktaak of als een afzonderlijk signaal. Zie ook "PCL". PostScript® PostScript® (vaak afgekort met ´´PS´´) is de de facto (feitelijke) standaard voor het afdrukken van bestanden in de wereld van UNIX® . Het werd door Adobe ontwikkeld en gelicenseerd aan printerfabrikanten en makers van software.
Omdat de specificaties van PostScript® door Adobe bekend werden gemaakt, werd ook door ´´derden´´ software gemaakt voor het genereren en vertalen van PostScript® (een van de best bekende in de wereld van de Free software is Ghostscript, een krachtig vertaalprogramma voor PS). Zie ook "ESC/P". Zie ook "HP® /GL". Zie ook "PCL". Zie ook "PPD". PPD
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>PostScript <span class=´´emphasis´´><em>P <span class=´´emphasis´´><em>Description (beschrijving van een printer voor Postscript); PPD’s zijn ASCII-bestanden met alle informatie over de speciale mogelijkheden van een printer, plus de beschrijvingen van de (Postscript- of PJL-) opdrachten om een bepaalde mogelijkheid te gebruiken (zoals ´´print duplexing´´: de mogelijkheid om op 18
beide zijden van het papier af te drukken).
Zoals blijkt uit de betekenis van de afkorting, werden PPD’s aanvankelijk alleen gebruikt voor PostScript® -printers. Door CUPS werd het PPD-concept toepasbaar gemaakt voor alle printertypen.
PPD’s voor PostScript® -printers worden door de printerhandelaars geleverd. Die kunnen met CUPS en met het KDE printsysteem worden gebruikt om alle mogelijkheden van een PostScript® printer te kunnen gebruiken. Het KDE-team adviseert om een PPD te gebruiken die aanvankelijk was bedoeld voor het gebruik met Microsoft® Windows NT.
PPD’s voor niet-PostScript-printers hebben een bijbehorend filter <span class=´´emphasis´´><em>nodig om de PostScript® -afdrukbestanden om te zetten naar een formaat die door het niet-PostScriptapparaat kan worden verwerkt. Deze PPD/filter-combinaties zijn (nog) niet verkrijgbaar bij de verkoper. Na het initiatief van de CUPS-ontwikkelaars om PPD’s te gebruiken, was de Free Software-gemeenschap creatief genoeg om snel voor de dag te komen met ondersteuning voor de meeste van de nu gebruikte printermodellen, met PPD’s en klassieke filters van Ghostscript. Maar let op: de afdrukkwaliteit varieert van ´´hoge kwaliteit fotografisch´´ (met gebruik van Gimp-Print op de meeste inkjets van Epson) tot ´´nauwelijks leesbaar´´ (bij het gebruik van Ghostscript-filters met Foomatic voor modellen die in de gegevensbank van Linuxprinting.org als ´´paperweight´´ = lichtgewicht worden beoordeeld). Zie ook "CUPS". Zie ook "Linuxprinting.org". Zie ook "PostScript® ". printcap In afdruksystemen van het type BSD is de informatie over de configuratie opgeslagen in het ´´printcap´´-bestand. De afdruk-daemon leest dit bestand om te zien welke printers er zijn, welk filter voor elk ervan moet worden gebruikt, waar de spooling-map is, of er ´´banner pages´´ (= pagina’s met wat gegevens en aanwijzingen) moeten worden gebruikt, enzovoorts... Sommige applicaties hebben het printcap-bestand nodig voor de namen van de beschikbare printers. Zie ook "BSD-style printing (Afdrukken op BSD-manier)".
Printer- MIB Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Printer-<span class=´´emphasis´´><em>M <span class=´´emphasis´´><em>Information <span class=´´emphasis´´><em>Base (informatie voor het beheer van de printer); de Printer-MIB definieert een verzameling parameters die in de printer moeten worden opgeslagen om via het netwerk toegankelijk te zijn. Dit is nuttig als veel (in sommige gevallen letterlijk duizenden) netwerkprinters centraal worden beheerd met behulp van SNMP (Simple Network Management Protocol = eenvoudig protocol voor het netwerkbeheer). Zie ook "PWG". Zie ook "SNMP". PWG
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Printer <span class=´´emphasis´´><em>W <span class=´´emphasis´´><em>Group (Printerwerkgroep); de PWG is een losse groepering van mensen die de printer-industrie vertegenwoordigen die in de afgelopen jaren verschillende standaarden op het gebied van afdrukken via een netwerk hebben ontwikkeld. Deze werden daarna door de IETF aanvaard als RFC-standaarden, zoals de ´´Printer-MIB´´ en de IPP. Zie ook "PostScript® ". Zie ook "IPP". Zie ook "Printer-MIB". Zie ook "SNMP". Gegevensbank van printers
Goede database met apparaatstuurprogramma’s voor printers zijn te vinden op http://www.openprinting.org/printers. Zie ook "Gegevensbank van Linuxprinting". Rasterbeeld Elke afbeelding op een fysiek medium bestaat uit een patroon van afzonderlijke puntjes in verschillende kleuren en (misschien) van verschillende groottes. Dit wordt een ´´rasterbeeld´´ genoemd.
Dit in tegenstelling tot een ´´vectorbeeld´´ waar afbeeldingen worden beschreven in termen van continue krommen, schakeringen, vormen en ingevulde gebieden, met behulp van wiskundige formules. Vectorbeeldbestanden zijn gewoonlijk kleiner, en vectorbeelden kunnen in grootte worden veranderd zonder dat dit ten koste gaat van enige informatie en kwaliteit. Zij kunnen niet direct worden afgedrukt, maar moeten eerst 19
worden ´´gerendeerd´´ of ´´gerasterd´´ naar de gewenste resolutie.
Het rasteren wordt gedaan door een ´´Raster Image Processor´´ (RIP, rasterbeeldprocessor, vaak is dat de Ghostscriptsoftware) of een ander type filter. Zie ook "Pixel". Zie ook "Ghostscript". Zie ook "PostScript® ". Zie ook "Filter". Zie ook "RIP". RIP
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Raster <span class=´´emphasis´´><em>I<em>Process(or) (rasterbeeldproces(sor)); als dit wordt gebruikt bij het afdrukken betekent ´´RIP´´ een stukje hard- of software dat PostScript® (of ander afdrukformaat in een van de niet-raster PDL’s) naar een rasterafbeeldingformaat omzet zodat het kan worden gebruikt door de ´´marking engine´´ van de printer.
PostScript® -printers hebben hun eigen PostScript-RIP’s. Een Rip kan al of niet in de printer zelf aanwezig zijn.
Voor vele UNIX® -systemen is Ghostscript de ´´RIP in software´´ die op de computer draait, en die de PostScript® - en andere gegevens voorverwerkt voordat die naar de de printer wordt gestuurd (hierdoor ziet u dus een ´´sprankje waarheid´´ in het gezegde ´´Ghostscript verandert uw printer in een PostScript® -apparaat´´, wat natuurlijk niet echt waar is. Zie ook "Filter". Zie ook "Ghostscript". Zie ook "PostScript® ". Zie ook "PDL". Zie ook "Raster".
RLPR Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Remote <span class=´´emphasis´´><em>L <span class=´´emphasis´´><em>Printing <span class=´´emphasis´´><em>Request (verzoek tot afdrukken op een regelprinter op een andere computer); dit is een BSD-type afdruksysteem waarvoor geen rootprivileges nodig zijn en ook geen ´´printcap´´: alle parameters kunnen op de commandoregel worden gegeven.
RLPR is nuttig voor vele laptop-gebruikers die in een vaak andere omgeving moeten werken. Dit komt omdat het naast elk ander afdruksysteem kan worden geïnstalleerd en omdat het het op een flexibele manier mogelijk maakt om een printer snel te installeren voor een directe toegang via LPR/LPD. Zie ook "printcap".
SNMP Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Simple <span class=´´emphasis´´><em>N <span class=´´emphasis´´><em>Management <span class=´´emphasis´´><em>Pro (eenvoudig protocol voor het netwerkbeheer); SNMP wordt algemeen gebruikt voor het beheer op afstand van alle typen van netwerkknooppunten (Hostcomputers, routers, switches, gateways, printers ....). Zie ook "PWG". Zie ook "Printer-MIB". SSL(3) -versleuteling
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Secure <span class=´´emphasis´´><em>S<em>Layer; SSL is een merknaam voor een versleutelingsmethode voor het gegevenstransport via HTTP, dat werd ontwikkeld door Netscape. Het wordt nu vervangen door een IETF-standaard met de naam TLS. Zie ook "TLS". SPOOL ing
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Synchronous <span class=´´emphasis´´><em>P<em>Operations <span class=´´emphasis´´><em>On<sp class=´´emphasis´´><em>Line (synchrone bewerkingen op het netwerk); SPOOLing maakt het mogelijk dat computers (en gebruikers) verder gaan met hun werk terwijl een systeem-daemon de zorg op zich neemt voor de afdruktaak en het bestand op een tijdelijke plaats opslaat totdat de printer het kan afdrukken. Zie ook "Daemon". TLS -versleuteling
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>Transport <span class=´´emphasis´´><em>L <span class=´´emphasis´´><em>Security (veiligheid van de transportlaag); TLS is een versleutelingsstandaard voor gegevens die via HTTP 1.1 worden verstuurd; het wordt in RFC 2246 gedefinieerd en hoewel het gebaseerd is op SSL (van Netscape) is het daarmee niet helemaal compatibel. Zie ook "SSL(3)".
20
Afdrukken volgens System V Dit is de tweede manier van afdrukken onder de traditionele UNIX® (naast afdrukken volgens BSD). Het gebruikt andere opdrachten (lp, lpadmin, ....) dan BSD, maar verschilt er niet wezenlijk van. Echter, de kloof tussen beide is groot genoeg om ze incompatibel te maken, dus een BSD-client kan niet zonder extra handelingen via een System V- server afdrukken .... IPP zou dit tekort moeten oplossen naast andere zaken. Zie ook "Afdrukken volgens BSD ". Zie ook "IPP". TurboPrint Shareware-software die fotografische kwaliteit mogelijk maakt met vele inktjetprinters. U kunt dit gebruiken als u geen besturing kunt vinden voor uw printer en het kan worden gebruikt op een traditioneel systeem met Ghostscript of op een modern systeem met CUPS Zie ook "Gimp-Print". XPP
Afkorting van <span class=´´emphasis´´><em>X <span class=´´emphasis´´><em>P <span class=´´emphasis´´><em>Panel (X afdrukpaneel); XPP was de eerste grafische afdrukopdracht voor CUPS voor Free software. Het werd geschreven door Till Kamppeter en was in sommige dingen een voorbeeld voor het ´´kprinter´´-hulpprogramma in KDE
21