Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders Inspirerende voorbeelden 2012-2013 VOORWAARDE I - SCHOOLCONTEXT Het educatieve aanbod sluit aan bij de specifieke context en bij de onderwijskundige visie van de school. VERPLICHTE INDICATOR U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan deze verplichte indicator voldoet. Het educatieve aanbod helpt scholen bij het realiseren van leerplannen, eindtermen of ontwikkelingsdoelen.
I.1
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Kunstenaars brengen hun expertise naar de school en vertalen die naar een traject, samen met de leerkrachten en de kinderen. Alle trajecten zijn langdurige trajecten van ‘co-creatie’ in de vorm van wekelijkse ateliers. Op die manier worden nieuwe methodes en visies in de school geïntroduceerd, rekening houdend met de noden van de school. Dit educatieve aanbod biedt extra ondersteuning voor de leerkrachten om de leerplannen en eindtermen te realiseren rond muzische vorming, taalvaardigheid en wereldoriëntatie. Tijdens een introductievergadering maken de directie en de betrokken leerkrachten kennis met de coördinator en de kunstenaar. Het project wordt afgestemd op de verwachtingen en het pedagogisch project van de school en op de thema’s die in die periode behandeld worden door de leerkracht.
ANDERE INDICATOREN
U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan minstens twee van de drie onderstaande indicatoren voldoet. Het educatieve aanbod sluit aan bij het pedagogisch project, het taalbeleid en het ouderbeleid van de school.
I.2
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Alle activiteiten komen tot stand in nauwe samenwerking met de leerkrachten, de leerlingen en de school. Het proces gaat precies uit van hun specifieke noden. Vanaf half juni gaan gesprekken met de verschillende scholen van start, als aanloop naar de initiatieven tijdens het volgende schooljaar. Vanaf september zijn er regelmatig overlegmomenten met de schooldirecties en de leerkrachten. Als dat nodig blijkt, worden de werkwijze en de strategieën van het aanbod aangepast aan de specifieke noden van de scholen en de leerlingen. Het aanbod kan tussentijds nog worden bijgestuurd. Het is immers mogelijk dat de noden in de loop van het proces nog veranderen.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 1 van 8
Het educatieve aanbod gaat in op specifieke noden en vragen van de scholen.
I.3
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Het project is flexibel opgebouwd en kan daardoor perfect aangepast worden aan de noden van de school. De scholen kunnen uit verschillende mogelijkheden kiezen en het programma, samen met de begeleider, verder uitwerken. Als de scholen graag een bepaald onderwerp als centraal thema gebruiken tijdens de verschillende stappen, dan wordt er op maat van de leerlingen een aangepast project uitgewerkt. Eerst is er overleg met de betrokken partijen en pas nadien wordt een plan uitgewerkt. Bij de uitwerking van het educatieve aanbod wordt rekening gehouden met de lesinhouden van de leerkracht, zodat de lessen en het aanbod goed op elkaar zijn afgestemd.
I.4
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Het aanbod wordt afgestemd op de leerdoelen, de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen en het sluit aan bij de lesinhouden. Het aanbod is breed en gevarieerd. Daardoor kunnen de leerkrachten mee op zoek gaan naar de projecten die het best aansluiten bij de concrete lesinhouden. De medewerkers overleggen met de leerkrachten om de lesinhouden en het aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
VOORWAARDE II - TAAL Het educatieve aanbod heeft een uitdagend karakter op het vlak van taal. Het legt de nadruk op: het versterken van de taalvaardigheid Nederlands bij de leerlingen; het positief omgaan met andere talen. VERPLICHTE INDICATOR U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan de verplichte indicator voldoet. Het educatieve aanbod creëert een taalstimulerende omgeving met veel kansen tot taalproductie, via interactie met begeleiders en met andere leerlingen.
II.1
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Leerlingen krijgen uiteenlopende opdrachten: interviews, klasgesprekken, gidsopdrachten … Bij elk onderdeel van het project is er aandacht en ruimte voor taalproductie. Belangrijk uitgangspunt in dit project is het stimuleren van het gebruik van het Nederlands. Daarnaast wil het project leerlingen laten stilstaan bij het feit dat het Nederlands meer is dan een schooltaal. Enkele voorbeelden van opdrachten: - talige opdrachten tijdens de klassikale voorbereiding, bijvoorbeeld de weg uitleggen aan een medeleerling, een stellingenspel, discussieopdrachten …; - verschillende opdrachten tijdens workshops en uitwisselingen; - gidsopdrachten tijdens ontdekkingsactiviteiten of bij een wandeling waar leerlingen zelf de rol van gids opnemen; - interviews afnemen bij organisaties die bezocht werden tijdens de buurtontdekking; - naverwerking: leerlingen stellen de bezochte organisaties voor en bespreken de eigen observaties.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 2 van 8
ANDERE INDICATOREN U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan minstens twee van de vier onderstaande indicatoren voldoet. Het educatieve aanbod stimuleert het gebruik van het Nederlands bij de leerlingen, schriftelijk of mondeling.
II.2
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Bij het ‘Radio-traject’ en het ‘Kunst in de Keuken-project’ staat dialoog centraal, via het gebruik van Nederlands in de klas. In de ateliers is er dialoog tussen de kunstenaar en de kinderen, en tussen de kinderen onderling. Dat gebeurt tijdens groepsgesprekken en overlegmomenten. In het ‘Radio-traject’ is gesproken Nederlandse taal verbonden met het medium radio en met radio maken. De kinderen presenteren hun radioprogramma, nemen interviews af, dragen zelfgeschreven gedichten voor. In het ‘Kunst in de Keuken-project’ staat de dialoog over eetgewoontes en eetcultuur centraal. Dat gebeurt in het Nederlands. De kinderen spreken over hun eetcultuur. Op het einde van het traject wordt een gezamenlijk receptenboekje gemaakt, geschreven in het Nederlands. Het educatieve aanbod werkt aan de ontwikkeling van positieve taalattitudes bij leerlingen. Ze worden aangemoedigd om op een respectvolle en open manier met elkaar in interactie te treden.
II.3
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. In de ateliers krijgt elk kind een volwaardige plaats. Iedereen kan en mag zich uitdrukken, ook in de taal van herkomst die thuis gesproken wordt. Er is plaats om uitdrukking te geven aan gevoelens, talenten en ideeën. Belangrijk is dat kinderen respectvol met elkaar omgaan, dat niemand wordt uitgelachen en dat de mening van iedereen wordt gerespecteerd. De kunstenaar heeft hier als begeleider, samen met de leerkracht, een belangrijke rol als mediator. Hij/zij is verantwoordelijk voor het kader waarbinnen de kinderen op een respectvolle en open manier met elkaar in interactie treden. De kinderen leren naar elkaar luisteren, ze leren zich uitdrukken in een groep. In het radioproject leren kinderen zich uitdrukken en tegelijkertijd ook naar elkaar luisteren. Tijdens opnames moeten ze stil zijn en respect tonen voor de anderen. In de interviews leren ze vragen te stellen aan de anderen, leren ze open te zijn en zich in te leven in de anderen. Tijdens verschillende opdrachten van het Kunst in de Keuken-traject vertellen kinderen over hun eetcultuur, over recepten. Ze luisteren naar aspecten uit andere culturen en ze leren nieuwe woorden. De kinderen gebruiken woorden of termen uit hun taal om gebruiken uit hun eetcultuur uit te leggen. Het educatieve aanbod brengt leerlingen in contact met de Brusselse talendiversiteit om zo de taalontwikkeling van leerlingen te bevorderen.
II.4
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. In het begin van het schooljaar gaan jongeren op zoek naar een job voor één dag. Daarbij komen ze soms tot de vaststelling dat ze een specifieke taal moeten kennen voor ze de job krijgen. Door deel te nemen aan dit traject beseffen de leerlingen dat hoe meer talen ze kennen, hoe geschikter ze zullen zijn voor een specifieke job, ook al is het maar voor één dag. Tijdens de werkdag zelf ervaren leerlingen in interactie met klanten dat de kennis van verschillende talen een enorm voordeel is. Tijdens het traject vindt ook telkens een uitwisseling met jongeren uit het Zuiden plaats. In 2012 waren dat Venezolanen. De interactie met die jongeren verloopt vlotter naarmate de Brusselse leerlingen de taal van de jongeren uit het Zuiden machtig zijn. Dankzij de interactiemomenten met de jongeren uit het Zuiden beseffen de leerlingen dat meertaligheid aangenaam, verrijkend en zo veel leuker is.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 3 van 8
Het educatieve aanbod laat leerlingen nadenken over verschillende aspecten van taal, bijvoorbeeld: vooroordelen, omgaan met meertaligheid en verschillen tussen taalgemeenschappen.
II.5
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Taal is de verpakking, de drager van een inhoud. Die inhoud is meerduidig, kan meerdere betekenissen hebben en verschilt bovendien naargelang de context waarin die wordt gebruikt. Is houden van je poes hetzelfde als houden van je moeder? Kunnen Chinezen van honden houden als ze honden op het menu hebben staan? En houden moslims meer van varkens dan wij, katholieken en/of protestanten, omdat zij ze niet opeten? De verschillende aspecten van taal worden door onderzoek ontrafeld. Het onderzoek naar vooroordelen, hypothesen, dilemma's en meerduidigheid maakt expliciet deel uit van het filosofische gesprek. Het is een proces van 'waarheidsvinding' zonder dat expliciete concensus wordt nagestreefd. Er kunnen meerdere meningen naast elkaar blijven bestaan.
VOORWAARDE III - DIVERSITEIT Het educatieve aanbod wordt opgesteld in functie van het diverse en Brusselse schoolpubliek en maakt leerlingen bewust van de meerwaarde van diversiteit. VERPLICHTE INDICATOR
U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan de verplichte indicator voldoet. U verzamelt informatie over de samenstelling van de leerlingengroep. Het educatieve aanbod houdt rekening met de verschillende talige, culturele, etnische, religieuze en sociaaleconomische achtergronden van de leerlingen.
III.1
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Tijdens voorbereidende vergaderingen tussen de coördinator, de directies en de leerkrachten van de school worden de schoolpopulatie en de klassituatie besproken. Tijdens de trajecten met de school staat ‘co-creatie’ centraal. De kunstenaar stelt zich open voor de achtergronden en de leefwereld van de kinderen. Er wordt altijd met alle deelnemers rekening gehouden. Een centrale doelstelling van de ateliers is dat de rijkdom van de diversiteit naar boven komt en dat er verder mee aan de slag wordt gegaan. Binnen deze openheid voor diversiteit kan daarenboven een nieuwe gemeenschappelijke cultuur ontstaan. In de ateliers is het gebruikelijk om opdrachten uit te voeren die betrekking hebben op de leefwereld en de achtergrond van de kinderen. Enkele voorbeelden: Radio-atelier Breng muziek mee die jij goed vindt. Breng muziek mee uit het land van je origine. Breng een object mee uit je dagelijkse leven. Op deze manier krijgt de leefwereld van de kinderen een actieve plaats in de ateliers. Kunst in de Keuken De leerlingen brengen recepten mee uit hun thuisomgeving en vertellen over hun gewoontes binnen hun eigen leefwereld. Daarmee wordt verder creatief aan de slag gegaan. Een receptenboekje met diverse recepten uit verschillende culturen bundelt al deze informatie.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 4 van 8
ANDERE INDICATOREN U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan minstens een van de twee onderstaande indicatoren voldoet. Het educatieve aanbod maakt leerlingen bewust van gelijkenissen en verschillen, gedeelde of verschillende kennis, achtergronden, vaardigheden, meningen en ervaringen, zowel in de klas als daarbuiten.
III.2
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. In dit traject vertellen en tonen jongeren uit het Zuiden hun verhaal, tijdens uitwisselingsmomenten tussen de Belgische leerlingen en de jongeren uit het Zuiden. Een van de specifieke opdrachten is om na te gaan wat verschillen en gelijkenissen zijn tussen de jongeren, op het vlak van levensstijl, cultuur, onderwijs, vrije tijd … Door de presentaties van de jongeren uit het Zuiden Venezolanen in 2012) en tijdens de informele contacten met hen, onder meer tijdens drie jongerenweekends, leren de leerlingen dat er verschillen, maar ook veel gelijkenissen zijn met de jongeren uit het Zuiden. Na de werkdag van de jongeren wordt een filmpje gemaakt waarin dit thema aan bod komt. Het educatieve aanbod bevordert de sociale en interculturele vaardigheden van de leerlingen en leert ze om te gaan met verschillen.
III.3
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Het educatieve aanbod biedt activiteiten aan jongens en meisjes van verschillende leeftijden en verschillende nationaliteiten. Jongeren leren zo hun onderlinge verschillen als nuttig ervaren. Ze zien in dat iedereen uniek en verschillend is en dat die diversiteit bijdraagt tot een hechte groepssfeer. Daarnaast plaatsen de begeleiders zaken voorop zoals verdraagzaamheid, empathie, actief luisteren … Tijdens de onderdompelingsstages, die twee keer per jaar plaatsvinden, leeft de groep hecht samen. Tijdens deze intense week worden de jongeren geconfronteerd met eventuele moeilijkheden (negatief leiderschap, demotivatie, beperking in gebruik van gsm). Het nauwe samenlevingsverband verplicht de jongeren om al hun sociale vaardigheden (actief luisteren, empathie, naleven van de leefregels, zich openstellen naar anderen …) te bundelen, om de week tot een goed einde te brengen.
VOORWAARDE IV – BREED LEREN Het educatieve aanbod versterkt en verbreedt de leeromgeving van de leerlingen. VERPLICHTE INDICATOR
U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan de verplichte indicator voldoet. Het educatieve aanbod werkt aan een ruime waaier van kennis, vaardigheden en attitudes binnen een levensechte context die het schoolse leren overstijgt.
IV.1
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Het aanbod biedt niet alleen theorie. De jongeren moeten de geleerde competenties ook toepassen in de praktijk. De jongeren draaien echt mee op de werkvloer en ze moeten er echt voor solliciteren. Ze krijgen ook echte verantwoordelijkheden en echt beslissingsrecht. In september gaan ze op zoek naar een job. Ze maken gebruik van de jobbank, leren solliciteren, passen communicatieve vaardigheden toe. Tijdens de werkdag in oktober draaien ze mee op de werkvloer. Ze oefenen zo hun communicatieve en sociale vaardigheden. Jongeren zijn mee verantwoordelijk voor het aanbod, de activiteiten, de werkgroepen, de inhouden. Ze beslissen mee, bijvoorbeeld over welk project het volgende jaar via de campagne zal ondersteund worden.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 5 van 8
ANDERE INDICATOREN U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan minstens een van de drie onderstaande indicatoren voldoet. Het educatieve aanbod stimuleert de leerlingen tot maatschappelijke participatie: ze worden voorbereid om een actieve rol op te nemen in de samenleving.
IV.2
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Het project laat de leerlingen stilstaan bij de bijdrage die ze zelf kunnen leveren aan de natuur: wat kunnen zij zelf doen voor de natuur? Doordat de leerlingen aan natuurbeheer doen, gaan ze naar huis met het gevoel dat ze iets goeds gedaan hebben. Zo wordt er gewerkt aan een verantwoordelijkheidsgevoel en aan respect voor de natuur. De gekozen voorbeelden liggen heel dicht bij de leefwereld van de leerlingen, Zo beseffen ze dat ze zelf ook iets kunnen doen voor de natuur. Er wordt ook bewust gekozen voor natuur op wandelafstand van de school. Daardoor is de natuur heel dichtbij en vergroot de betrokkenheid. Het educatieve aanbod maakt gebruik van de leef- en leeromgeving van de leerlingen, het aanbod gaat in interactie met de schoolbuurt, de wijk, de stad.
IV.3
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. De school als ontmoetingsplek van leerling, leerkracht, ouder en buurt vormt het uitgangspunt van het aanbod. Leerlingen en leerkrachten gaan op onderzoek in de schoolbuurt of op ontdekking in het stadscentrum. Leerlingen bekijken, onderzoeken en beoordelen straten, pleinen, parken en erfgoed. Ze staan stil bij de toegankelijkheid en de kindvriendelijkheid van de buurt. Leerlingen en leerkrachten bewegen zich door de stad en maken kennis met de vele aspecten van die stad. Tijdens een buurtontdekking brengen leerlingen de eigen schoolbuurt in kaart via foto-, film- en geluidsmateriaal. Ze stellen hun stad en schoolbuurt voor aan Vlaamse leerlingen tijdens uitwisselingen en gezamenlijke activiteiten. Ze spreken buurtbewoners aan over de manier waarop zij het leven in hun buurt ervaren. Ze nemen deel aan activiteiten in de (openbare ruimte van de) stad. Het educatieve aanbod biedt nuttige informatie over het Nederlandstalige educatieve en recreatieve aanbod en de mogelijkheden die in de schoolbuurt, de schoolwijk, Brussel aanwezig zijn.
IV.4
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Brusselse gemeenschapscentra zijn ankerpunten in de lokale gemeenschap. Voor de scholenwerking werken zij samen met de plaatselijke academies, cultuurbeleidscoördinatoren, bibliotheken en andere actoren uit de omgeving zoals Aximax, Circus zonder handen, Filem'on. Er wordt gezocht naar kruisbestuivingen met vrijetijdsactiviteiten in de buurt of de stad en naar samenwerking met andere deelwerkingen van de gemeenschapscentra. Er worden linken gelegd met de beleidsdomeinen 'Cultuur', 'Jeugd' en 'Sport'. Scholen worden geïnformeerd over het kwaliteitsvolle educatieve aanbod in de buurt via opname in de schoolbrochures van de gemeenschapscentra van onder andere de films van Jekino in Flagey of Arenberg, Muziek in klas van Jeugd en Muziek, informatie van de plaatselijke bibliotheek en de jeugdboekenweek, de Axibox van Aximax, films van Filem'on. Gemeenschapscentra organiseren Nederlandstalige schoolsportdagen, naschoolse activiteiten, vakantieateliers en ze werken mee aan Brusk, dat een overzicht biedt van de Brusselse kunsteducatieve organisaties.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 6 van 8
VOORWAARDE V – PARTICIPATIE Het educatieve aanbod biedt ruimte voor actieve betrokkenheid en ondersteuning van leraren, leerlingen, ouders en andere partners. VERPLICHTE INDICATOR
U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan de verplichte indicator voldoet. De leerkrachten worden actief betrokken bij de uitwerking en/of de uitvoering van het educatieve aanbod.
V.1
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Leerkrachten krijgen de kans om het aanbod mee vorm te geven. Op vraag van en in samenspraak met de leerkrachten wordt het programma in de mate van het mogelijke bijgestuurd. De leerkrachten worden mee ingeschakeld tijdens de activiteiten met de leerlingen, zowel bij de voorbereiding als bij de begeleiding van de leerlingen tijdens de activiteiten zelf. Ze krijgen een didactisch pakket waarmee ze zelf de activiteiten vorm kunnen geven. Om de betrokkenheid en de responsabilisering van de leerkrachten te verhogen werd er een specifiek aanbod voor leerkrachten ontwikkeld. Tijdens de leerkrachtenwandelingen krijgen zij instrumenten aangereikt waarmee ze verder aan de slag kunnen.
ANDERE INDICATOREN U moet aantonen dat het educatieve aanbod aan minstens een van de drie onderstaande indicatoren voldoet. Het educatieve aanbod hanteert werkvormen die inspraak van leerlingen aanmoedigen en het voorziet ruimte voor evaluatie door het doelpubliek.
V.2
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Zuiddag is een organisatie voor en door jongeren. Leerlingen hebben veel inbreng: - Jongeren die mee willen reflecteren, kunnen met de raad van bestuur deelnemen aan een visieweekend over de werking van Zuiddag. Tijdens de jongerenraad kunnen ze hun mening kwijt. - De jongeren bepalen voor welk project in het Zuiden ze tijdens de volgende editie willen werken. In de zuidwerkgroep lezen de jongeren actief de projectdossiers mee en kiezen ze welke projecten doorgaan naar de voting. Tijdens het votingsevent beslissen de jongeren over het project van de volgende editie. - Aan de deelnemende scholen wordt gevraagd om de leerlingen (bij voorkeur één per klas) mee te laten beslissen over de organisatie van Zuiddag op de school. - De leerlingen kiezen zelf welke job ze tijdens de werkdag willen doen. - Er zijn twee belangrijke evaluatiemomenten met de leerlingen. De eerste evaluatie vindt plaats in november, na afloop van de campagneperiode en de werkdag. De tweede evaluatie, op het einde van het schooljaar, gaat over de werking achter de schermen van Zuiddag: de weekends, het trainings- en vormingsaanbod, de werkgroepen, de jongerenraad … De evaluaties gebeuren zowel digitaal als mondeling.
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 7 van 8
Het educatieve aanbod moet een actieve bijdrage van ouders mogelijk maken, bijvoorbeeld door een actieve inbreng van ouders in het pakket, een toonmoment, enzovoort.
V.3
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Via laagdrempelige initiatieven wordt de ouderbetrokkenheid verhoogd. Leerlingen krijgen kleine thuiswerkopdrachten die ze samen met hun ouders moeten doen. Er wordt hen bijvoorbeeld gevraagd om thuis, samen met hun ouders naar het nieuws te kijken, of om oud elektronisch materiaal mee te brengen van thuis om robots te maken. In overleg met de school wordt aan het eind van de workshop een toonmoment voor ouders georganiseerd. De leerlingen tonen er hun eindresultaat. Ze leggen uit hoe dat tot stand kwam en met welk materiaal. Als kinderen extra affiniteit met ICT toonden, dan wordt dat aan de ouders gesignaleerd. In het kader van de bestrijding van de digitale kloof, worden ouders en leerlingen geïnformeerd over en gestimuleerd voor activiteiten en cursussen om hun ICT-vaardigheden te ontwikkelen. U werkt samen met andere partners voor de uitwerking en/of de uitvoering van het educatieve aanbod.
V.4
Hoe beantwoordt het educatieve aanbod aan deze indicator? Welke acties zult u wanneer ondernemen? Geef concrete voorbeelden. Niet van toepassing in 2012-2013
Inhoudelijke subsidievoorwaarden en indicatoren van aanbieders - inspirerende voorbeelden 2012-2013 p. 8 van 8