Uit de praktijk
In dit magazine vindt u ter inspiratie praktijk voorbeelden van gemeentes en organisaties in zorg en welzijn die op hun eigen manier vooruit lopen op de veranderingen in de langdurige zorg. Hoe passen zij hun organisatie op deze verander ingen aan? Zoekt u na het lezen van dit magazine meer informatie, kijk dan op www.invoorzorg.nl
Veranderingen in de langdurige zorg
Naar een waardevolle toekomst Inspirerende voorbeelden van gemeentes en organisaties in zorg en welzijn
Hervorming in de langdurige zorg
5
Een samenvatting van maatregelen in de langdurige ondersteuning en zorg per 2015.
Naar een waardevolle toekomst
4
Welzijn voorop
6
Met een breder zorgaanbod de cliëntenmarkt op
9
Apeldoorn zet structureel in op participatie
10
Voor iedereen ruimte om te participeren
13
Van regels en financiële structuren naar zorg
15
Betere zorg voor en door ouderen
17
Van het ziekenhuis naar huis
18
Langer zelfstandig dankzij aanpassing en diensten
19
Regie voor betere medische zorg in verzorgingshuizen
19
Mobiel geriatrisch team verlaagt drempel voor dementiezorg
20
Grote betrokkenheid maakt thuistechnologie tot een succes
23
MOVISIE
26
Vilans
27
In voor zorg!
28
16
‘Stop met de medicalisering van ouderenzorg’
Rudi Westendorp noemt het een goede zaak dat verzorgingshuizen oudestijl sluiten: ‘Oudere mensen willen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen, langer thuis blijven wonen en meer zelf doen.’
24
‘Wij geven écht invulling aan zorg in de wijk’
Colofon Redactie: In voor zorg!, Albertine Stolk en Gerdie Thijs (Leene Communicatie), Willem Wansink, Frank van Wijck Fotografie: APA foto, Hans Oostrum fotografie, Nationale Beeldbank Grafisch ontwerp: Firm Creatieve Communicatie
UIT DE PRAKTIJK
3
Voorwoord Verantwoorde hervorming langdurige zorg:
Naar een waardevolle toekomst
De hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg is gebaseerd op een nieuwe toekomstvisie. Het doel is om voor mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen een waardevolle toekomst te bieden. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten kwaliteit, houdbaarheid en meer zorg voor elkaar hand in hand gaan. Op dit moment maken 800.000 mensen gebruik van langdurige zorg. En 2,6 miljoen mantelzorgers zetten zich in voor hun kwetsbare naasten.
Betere kwaliteit van ondersteuning en zorg De hervormingen zijn nodig omdat de eisen die aan de organisatie van de langdurige zorg zijn gesteld, veranderen. Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en niet eenzaam zijn. Zo zal er vaker een beroep worden gedaan op het eigen sociale netwerk van mensen. Indien nodig zijn thuiszorgvoorzieningen via de gemeente beschikbaar. En als het thuis wonen niet meer haalbaar is, dan moet er goede zorg in een instelling zijn waar oog is voor het individu en de kwaliteit van leven.
Houdbaar en betaalbaar Hervormingen in de langdurige zorg zijn noodzakelijk, omdat bij de huidige uitgavengroei het stelsel financieel onhoudbaar is. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft een sterke groei van de uitgaven gekend: van € 275 miljoen bij aanvang naar € 25,1 miljard in 2011. De groei van de AWBZ-kosten is drie keer zo hoog als het bruto nationaal product. Door de maatregelen van het kabinet wordt de groei afgevlakt in de periode 2014-2017 en blijft de langdurige ondersteuning en zorg beter houdbaar voor toekomstige generaties.
4
UIT DE PRAKTIJK
Hervorming in de langdurige zorg Een samenvatting van maatregelen in de langdurige ondersteuning en zorg per 2015 In de nieuwe Wmo: • wordt mogelijk gemaakt dat meer mensen dan nu met ondersteuning en zorg thuis kunnen blijven wonen. • zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers, zodat die kunnen participeren. Deze ondersteuning is voor verschillende doelen beschikbaar, zoals verzorging, begeleiding en participatie. • blijft meer budget beschikbaar dan eerder voorzien, zodat gemeenten op maat huishoudelijke ondersteuning kunnen bieden: 60% (€530 mln extra) in plaats van 25% van het budget. • komt een recht op het persoons gebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig. • wordt er €50 miljoen uitgetrokken om sociale wijkteams in te richten. • blijft cliëntondersteuning bestaan, zodat een cliënt zich kan laten bijstaan bij de aanvraag. De AWBZ-middelen hiervoor worden overgeheveld naar gemeenten (MEE). • is er een vangnet waarmee gemeenten steun kunnen bieden, ofwel via Wmo-voorzieningen ofwel inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Het budget hiervoor loopt op tot ruim €700 miljoen in 2017. De huidige landelijke regelingen voor inkomenssteun verdwijnen.
In de Zorgverzekeringswet (Zvw): • komt een nieuwe aanspraak thuisverpleging, zodat mensen die naast verpleging ook verzorging
nodig hebben die van dezelfde hulpverlener kunnen krijgen en mensen langer in eigen omgeving kunnen blijven. • wordt de rol van de wijkverpleging versterkt: de wijkverpleegkundige is een spil in de zorg van mensen en verbindt het medische en sociale domein. Het kabinet trekt €200 miljoen uit voor meer wijkverpleegkundigen. • wordt de op behandeling en begeleiding gerichte intramurale geestelijke gezondheidszorg ondergebracht.
In de nieuwe kern-AWBZ: • is en blijft de zorg in een instelling een verzekerd recht. • wordt mogelijk gemaakt dat mensen in een instelling zorg kunnen krijgen als zij niet langer met steun van hun omgeving thuis kunnen wonen. De drempel voor instellingszorg wordt ten opzichte van het Regeerakkoord verlaagd.
• komt een recht op het persoons gebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig. • de verhoging van de eigen bijdrage voor mensen die in een instellingen verblijven, wordt verzacht. • wordt meer zorg op individuele maat geboden en wordt (in plaats van standaard zorg) gekeken met welke zorg iemand het best geholpen is. In de indicatiestelling wordt bepaald of er een recht op zorg is en hoe zwaar die moet zijn. En bepaalt de zorgverlener in overleg met de cliënt welke zorg het beste past. • ligt bij de zorgkantoren de verant woordelijkheid om te zorgen voor een meer doelmatige uitvoering.
Voor 2014 betekent dat: • extramurale dagbesteding beschik baar blijft, net als de extramurale persoonlijke verzorging. • huishoudelijke hulp ook voor nieuwe cliënten beschikbaar blijft.
UIT DE PRAKTIJK
5
Scheiden wonen zorg
Welzijn voorop Voor een doelgroep die langer zelfstandig is. Sinds 1 januari is het een feit: wonen en zorg worden apart gefinancierd. Dat moet bewoners van verzorgingsen verpleeghuizen meer keuzevrijheid geven en leiden tot meer diversiteit in wonen. Maar het vraagt ook om een enorme verandering in de organisatie weet Christien Baas-Borsje, bestuurder van De Wielborgh in Dordrecht. ‘De noodzaak ervan moet je blijven uitleggen. En vooral goed luisteren, naar klanten en medewerkers.’ Bij het scheiden van wonen en zorg betaalt de cliënt zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd. Idee is dat ouderen langer zelfstandig in hun eigen
6
UIT DE PRAKRIJK
omgeving blijven wonen en meer regie behouden. Als het nodig is, is er zorg in de buurt.
Achter product staan In Dordrecht weten ze dat al 17 jaar. ‘We stonden indertijd voor de keuze: renoveren of het totaal anders doen’, vertelt Baas-Borsje. ‘Nadat een lid van het managementteam aangaf later nooit het bestaande verzorgingshuis te gaan bewonen, was renoveren geen optie meer. We besloten compleet te veranderen. Je moet immers wel achter je eigen product staan!’ Wensen van klanten, medewerkers en leidinggevenden werden in kaart gebracht. Een greep uit het
lijstje: regie over eigen leven, vertrouwde woonomgeving en zorg en welzijn dichtbij. Inmiddels maken vier woonzorgcomplexen dat mogelijk.
Zoveel mogelijk zelf doen Klanten huren of kopen de woning van een woningcorporatie. Voor zorg kloppen zij aan bij De Wielborgh. Maar alleen als dat nodig is. Klanten doen zoveel mogelijk zelf. Ze wonen veelal in hun oude buurt waar ze bijvoorbeeld naar hun vertrouwde winkel kunnen. Daardoor blijven ze actiever. Gaat dat niet meer, dan ondersteunen medewerkers van De Wielborgh hierin. Pas in laatste instantie nemen
De Wielborgh biedt een uniek en divers aanbod van wonen, zorg en welzijn op vier locaties voor iedere oudere in de regio Dordrecht. Het aanbod is erop gericht om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en leven. De Wielborgh vervult daarbij de rol van servicemakelaar en voert de regie tussen vraag en aanbod van de verschillende zorg-, woon- en welzijnsorganisaties.
ze het over. Allemaal praktische zaken tot nu toe. Grotere verandering is de cultuuromslag die vraaggestuurde ondersteuning vraagt. ‘Medewerkers moeten in feite zorg leveren met de handen op de rug. Verlenen van goede zorg begint met goed communiceren met de klant. Wil een klant ’s avonds douchen of om twee uur ’s nachts naar bed, dan moeten wij de roosters daarop aanpassen.’
Kritisch blijven Veel aandacht geven aan die cultuurverandering, is dan ook het advies van Baas-Borsje. ‘Destijds hebben we voor medewerkers een training opgezet, ondersteuning gekregen van een extern
bureau en proefgedraaid. Tot op de dag van vandaag leggen we uit waarom we zo werken. En blijven kritisch, gaan in gesprek met medewerkers en klanten. Een aantal medewerkers kon zich minder goed vinden in het nieuwe concept en heeft destijds afscheid genomen. Jammer, maar dat gebeurt. De verandering werkt niet als je er niet allemaal volledig achter staat.’
Meer weten? Bekijk de deelnemerspagina van De Wielborgh op www.invoorzorg.nl/dewielborgh
UIT DE PRAKTIJK
7
Boogh is een extramurale organisatie met 800 cliënten uit 35 gemeenten in het midden van het land. De medewerkers begeleiden mensen met hersenletsel, een chronische ziekte, lichamelijke beperking, bij dagbesteding, leren, (vrijwilligers)werk of in trajecten van arbeidsre-integratie.
8
UIT DE PRAKTIJK
Boogh:
Met een breder zorgaanbod de cliëntenmarkt op Niet afwachten of de gemeente met potentiële cliënten komt, maar er actief aan werken. Boogh, een extramurale organisatie voor mensen met een beperking, ontwikkelde haar onder nemerschap door het uitbouwen van een aantal marktkansen. Concreet resultaat: participeren in een ontmoetingscentrum in Wijk bij Duurstede met een breed zorgaanbod. Dit centrum kon alleen tot stand komen door grensoverschrijdende samen werking tussen gemeenten en zorgaanbieders.
Marktgericht denken en werken In voor zorg! begeleidt de ontwikkeling van Boogh naar een meer markt gerichte benadering van zorgaanbod en zorgvraag. ‘Pure noodzaak’, is de mening van bestuurder Hetty van Oldeniel. ‘Door pakketmaatregelen, eigen bijdrage en een versobering van de Wmo is het zaak dat we meer aan de weg gaan timmeren. We willen dat meer potentiële klanten en de gemeenten ons leren kennen. Daarbij gaat het ons vooral om de vraag hoe je proactief en met succes de markt kunt uitdagen waardoor de aanwas van nieuwe cliënten toeneemt.’
Grensoverschrijdende samenwerking Besloten werd de activiteiten van Boogh te verbreden, vertelt Van Oldeniel. ‘Naast begeleiding en behandeling van mensen met nietaangeboren hersenletsel of een
lichamelijke handicap, helpt Boogh ook via re-integratie en werkervaringsplaatsen.’ Hiervoor zocht de organisatie vroegtijdig de samen werking met de gemeenten en zorgaanbieders om te participeren in een ontmoetingscentrum in Wijk bij Duurstede. ‘Met succes’, aldus de trotse bestuurder. ‘Het ontmoetingscentrum is uniek en grensover schrijdend. Naast de begeleiding van de doelgroep van Boogh, kunnen inwoners er terecht voor welzijnsdiensten, verpleging, verzorging en thuiszorgdiensten, de huisarts en fysiotherapeut.’ Het centrum heeft daarnaast een sociale functie. Zo is er een winkel, een restaurant, loungeruimte en zijn er evenementen.
Meer weten? Bekijk de deelnemerspagina van Boogh op www.invoorzorg.nl/boogh
Bestaande structuren loslaten Veranderingen in de langdurige zorg vragen om samenwerking met ketenpartners waardoor mensen dichtbij, passende zorgverlening kunnen krijgen. Boogh heeft dit gerealiseerd door de bestaande structuren los te laten en lokaal te gaan samenwerken met andere aanbieders. De gekozen aanpak is een combinatie van het verkennen en bewerken van nieuwe markten, het grijpen van kansen en neerzetten van onderscheidende diensten. Naast het reguliere zorgaanbod voor mensen met hersenletsel, een chronische ziekte of een lichamelijke beperking wordt in Wijk bij Duurstede nu ook begeleiding, arbeidsre-integratie en participatie aangeboden.
UIT DE PRAKTIJK
9
10
UIT DE PRAKTIJK
Apeldoorn zet structureel in op participatie De gemeente Apeldoorn heeft twee belangrijke pilots in het kader van de decentralisaties: CJG4Kracht en Talent. De eerste bevindingen uit de pilots zijn positief, zowel vanuit de cliënten als vanuit de betrokken organisaties. De mond vol hebben over ‘mensen positief benaderen’ is één ding, maar hier invulling aan geven is twee, vindt wethouder Paul Blokhuis van Apeldoorn. ‘Vaak blijft het bij intenties, wij doen er wat mee’, zegt hij. ‘Ons project Talent wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of een begeleidingsindicatie AWBZ
het talent laten benutten dat zij hebben. Mensen niet in dagbesteding of thuis laten zitten dus, maar hen participatieplekken bieden zodat ze zich kunnen ontplooien. Mensen leven op als je ze vraagt waar ze goed in zijn, zeker als je ze daarmee kunt helpen om een bijdrage te leveren aan de samenleving’.
UIT DE PRAKTIJK
11
Hiernaast is er de pilot CJG4Kracht voor de jeugdzorg, gestoeld op dezelfde gedachte: niet alleen de professional laten bepalen wat goed is voor een gezin met problemen, maar samen met het gezin en het informele netwerk naar oplossingen zoeken. ‘Sinds de start in 2011 hebben we al 60 procent van de 250 gezinnen die zich bij het CJG meldden met een geringe interventie op weg geholpen. Die gezinnen zien ook de meerwaarde. Het alternatief kan zijn dat ze jeugdhulpverlening zó lang weigeren totdat de rechter moet ingrijpen. Dat wil niemand.’
12
UIT DE PRAKTIJK
Toch is CJG4Kracht vrijblijvend, benadrukt Blokhuis. ‘Voor Project Talent is dit minder het geval. Van jongeren onder de 26 verwachten we een tegenprestatie voor wat we voor ze doen en voor wie ouder is gaan we een stapje verder. We gaan ervan uit dat mensen iets terug doen voor hun uitkering. Uitkerings gerechtigden kosten de samenleving immers geld en kunnen naar vermogen participeren.’ De gemeente heeft de regie in Talent en CJG4Kracht. ‘Maar we hebben wel
partners nodig’, zegt Blokhuis, ‘maatschappelijke organisaties, zorgaanbieders, scholen en woningcorporaties. Gelukkig blijkt hun bereidheid om mee te werken groot. Ze versterken elkaar hierin. Voor ons als gemeente is dat heel belangrijk, het helpt ons om actief voor te sorteren op het overheidsbeleid voor de AWBZbegeleiding, maatschappelijke participatie en jeugdzorg.’
Voor iedereen ruimte om te partipiceren Marike Nijland geeft namens de gemeente Apeldoorn het Project Talent vorm. ‘Vooruitlopend op het decentralisatiebeleid van de overheid stimuleert en activeert Apeldoorn mensen met een verre afstand tot de arbeidsmarkt of een begeleidings indicatie AWBZ om in beweging te komen’, vertelt ze. ‘We merken nu dat we daarin ook slagen, nu we in samenwerking tussen de gemeente en zorg- en welzijnaanbieders van start zijn gegaan. We zetten in op participatieplekken en zijn steun plekken aan het organiseren waar een brede expertise beschikbaar is om deze mensen collectieve onder steuning te bieden, samen met
vrijwilligers. Zij kunnen elkaar daar ontmoeten, vaardigheden aanleren en een betekenisvol netwerk opbouwen. Ook hebben we de website http://talent.apeldoorn.nl opgezet, voor alle informatie over die partici patieplekken. We gaan nadrukkelijk uit van de mogelijkheden die mensen hebben. We bieden hen de ruimte om die verder te ontwikkelen, zodat ze gaandeweg los kunnen komen van de individuele begeleiding die ze krijgen, en we ondersteunen ze waar nodig.’ De reacties zijn positief, zegt Nijland. ‘Cliënten ontwikkelen hiermee hun gevoel van eigenwaarde. Maar het veranderingsproces gaat niet vanzelf.
De zorg- en welzijnaanbieders en de mensen die daar werken, moeten leren de omslag te maken naar minder individuele en meer collectieve begeleiding. Een andere manier van professioneel handelen dus: zoeken naar waar de kracht van mensen zit, en vervolgens op die kracht durven vertrouwen en mensen durven loslaten. Gelukkig zien ze daarvan ook de meerwaarde. ‘Als mijn cliënt ermee gebaat is, ben ik ook beter af’, heb ik al horen zeggen. Natuurlijk ondersteunen we de medewerkers ook in dit proces, door samen in de praktijk te leren. De grote groep blijkt enthousiast en dat geeft een sneeuwbaleffect. Hierdoor ontstaat bij de gemeente vertrouwen in deze aanbieders. En ook die zal moeten veranderen: ze moet leren over de grenzen van de Zorgverzekeringswet, AWBZ, Wmo en straks ook de Participatiewet heen te denken.’
UIT DE PRAKTIJK
13
14
UIT DE PRAKTIJK
Regio West-Brabant
Van regels en financiële structuren naar zorg De zorgorganisaties in de regio West-Brabant zijn niet bang voor verandering. Op diverse fronten werken zij aan verbetering en houdbaarheid van de langdurige zorg. Meestal door de zorg en de zorgvrager centraal te stellen. Dat blijkt te kunnen, ondanks regels en werkdruk. Twee projecten zijn daarvan het bewijs: Wijkzuster en Experiment Regelarm. Dat verandering niet altijd betekent dat je iets nieuws moet bedenken, blijkt uit een van de doelen van zorgorganisatie Surplus. Zij willen de wijkzuster terug in de wijk. Want alleen daardoor wordt de klant weer echt voorop gesteld. Maar hoe doe je dat? Want de wijkzuster van vroeger werkte totaal anders dan de thuis zorg nu. En ook de huidige organi satiestructuur en financiële kaders zijn veranderd. Surplus zocht hulp bij het ZonMw-programma Zichtbare Schakels, speciaal gericht op het terugbrengen van de wijkverpleeg kundige in de wijk.
Zuster of verpleegkundige? Belangrijkste verandering: anders werken door alle betrokken partijen bij beleid, financiering en uitvoering. Een ware omslag in denken en doen, op soms kleine details. ‘Het begrip wijkzuster bijvoorbeeld’, vertelt Anthonie Maranus, lid van de Raad van Bestuur. ‘Dat roept bij klanten
vertrouwen en laagdrempeligheid op. Het verwijst naar een geschiedenis van hulp die dichtbij en vertrouwd is. Het begrip ‘wijkverpleegkundige’ gaat meer over de professionalisering van het vak. Belangrijk voor professionals, maar de klant heeft daar niets mee en voelt veel meer afstand.’ Surplus zette dus al bij de keuze van de naam de toon: de klant staat centraal.
Minder administratie, meer zorg Een ander project richt zich op het voorkomen van een teveel aan administratieve procedures. Denk aan administratie rondom inkoop van zorgkantoor naar gemeenten, de verwevenheid van welzijn en wijkverpleging, en de transfer naar het ziekenhuis. In het kader van het Experiment Regelarm richt Surplus de aandacht op de overgang van de AWBZ naar de Wmo. Hoe kun je voorkomen dat er opnieuw veel geld gaat naar administratie in plaats van naar de zorg?
Kwaliteit en doelmatigheid Om de administratieve lastendruk te verminderen moeten verschillen in inkoopdoelstellingen of overlap pende regels weggenomen worden. Uiteindelijk blijft er dan meer geld en tijd over voor het werk van de professional. En dus voor de kwaliteit en doelmatigheid van zorg, kort gezegd: van indiceren naar arrange ren. Voor de cliënt worden zorg arrangementen gemaakt, vastgelegd in zorgplannen. Uiteindelijk heeft iedereen daar baat bij: de professional kan doen waar hij goed in is en de cliënt krijgt de zorg die hij nodig heeft. Hierdoor kan de maatschappij rekenen op zorg die houdbaar is voor de toekomst!
Meer weten? Lees meer over het Experiment Regelarm op www.invoorzorg.nl/ experimentregelarm
UIT DE PRAKTIJK
15
‘Stop met de medicalisering van ouderenzorg’ Rudi Westendorp (1959) is hoogleraar ouderengeneeskunde en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing. Hij noemt het een goede zaak dat verzorgingshuizenoude-stijl sluiten. ‘Oudere mensen willen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen, langer thuis blijven wonen en meer zelf doen.’
Westendorp: ‘De kosten voor de langdurige zorg zijn zo gestegen, dat we onder de last dreigen te bezwijken. We investeren heel veel geld in verzorgings- en verpleeghuizen. Maar de meeste Nederlanders willen daar niet heen. Dan is er echt iets mis.’ ‘Wie door onheil wordt getroffen, zoals een ernstige dementie, heeft veel zorg nodig. Die zorg moet beschikbaar zijn, of je nu in een kasteel dan wel in een flatje woont. Maar ook dan hoort het woongedeelte, de persoonlijke levenssfeer, niet bij de onverzekerbare zorg. Die is ten onrechte de AWBZ in gefrommeld. Daardoor is de langdurige zorg onbetaalbaar geworden.’ ‘We zijn alles zorg gaan noemen. Een buurvrouw die aandacht heeft voor de weduwe naast haar. Iemand die 24 uur per dag een infuus nodig heeft. Het ene is echt anders dan het andere. We zijn doorgeschoten. Met de langdurige zorg en met het hele medische systeem zijn wij de voorkamer van Nederland ingevlogen. Daar moeten we snel weer uit.’ ‘Ouderen weten allang dat een deel van wat nu langdurige zorg wordt genoemd hun eigen verantwoorde lijkheid is. Net als met wie je omgaat wanneer je eenzaam bent en welk
16
UIT DE PRAKTIJK
geluksgevoel dat je daarbij hebt. Maar wat hebben wij gedaan? We hebben een groot deel van de persoonlijke levenssfeer van de mensen afgepakt en tot publieke verantwoordelijkheid gemaakt.’
Thuishulp – stofzuigen, ramen lappen – is geen taak voor de Staat. ‘We moeten scheiden wat medische zorg is en wat hulp is. Al dat stofzuigen? Dat is geen onverzekerbare zorg. Dat hoort bij de persoonlijke levenssfeer. Dus niet in de Wmo en niet in de AWBZ. Punt.’ ‘Dit betekent niet dat alle thuishulp verdwijnt. Maar die moet wel op een andere leest worden geschoeid. Het kan niet meer via de BV Nederland worden bekostigd. Ik ga er niet vanuit dat alle thuishulpen werkloos worden. Als je hulp bij het huishouden nodig hebt, dan kunnen ouderen dat toch zelf op een andere manier regelen?’ ‘Over ouderen in het algemeen hoeven we ons geen zorgen te maken. De armoedeval in Nederland is de kleinste van alle geïndustrialiseerde landen; slechts 6% komt armoede tegen. Armoede op middelbare leeftijd en bij jongeren is veel groter.’ ‘Nee, ik wil het vangnet van de verzorgingsstaat niet weghalen. Voor een beperkt aantal mensen blijft de maatschappij verantwoordelijk.
Maar alle mensen, dus ook op hoge leeftijd, horen meer eigen verantwoordelijkheid te nemen om de doelen te halen die ze aan het einde van hun leven willen bereiken. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet – die tijd is voorbij.’ ‘Wat er nodig is? Drie dingen. De arbeidsmarkt voor ouderen moet opengaan; je moet geld kunnen blijven verwerven. De woningmarkt dient veel gevarieerder te worden, zodat een groep oudere vrienden kan samenwonen. En het moet afgelopen zijn met de medicalisering van de ouderenzorg.’ ‘Artsen zijn ervoor verantwoordelijk om mensen met gezondheidsproblemen te helpen. En niet om in te grijpen in de normale gang van het leven met de bijkomende beslommeringen. Ook wij dokters moeten toegeven dat niet alles oplosbaar is.’ ‘Ziekte, ouderdom en gezondheids problemen horen bij het leven. Net als dat er een einde komt aan dat leven. Wellicht is dat het grootste taboe: onze angst voor de dood. Terwijl het toch levenskunst zou moeten zijn om mooi dood te gaan.’
Nationaal Programma Ouderenzorg
Betere zorg voor en door ouderen Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) verbetert de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen. Ruim 650 organisaties werken daarvoor landelijk en regionaal samen. Doel is een samenhangend zorg- en ondersteuningsaanbod dat beter is afgestemd op de individuele behoeften van ouderen. Voor ouderen leidt deze kwaliteitsslag tot meer zelfredzaamheid, meer functiebehoud en minder hoeven terugvallen op de zorg. Kwetsbare ouderen hebben vaak
meerdere problemen. Ze hebben bijvoorbeeld last van vergeetachtigheid, een verminderde eetlust, eenzaamheid en lopen een groter risico om te vallen. Zorgverleners richten zich nog te vaak uitsluitend op hun eigen deelexpertise. Er is nog weinig kennis over goede samen hangende ouderenzorg en te weinig samenwerking tussen organisaties. Het NPO vul dit gat in de ouderenzorg en welzijn en bundelt de krachten van ruim 650 partijen op het gebied
van zorg, welzijn en wonen in acht regionale netwerken. Het programma is in 2008 van start gegaan in opdracht van het ministerie van VWS en wordt aangestuurd door ZonMw.
Meer weten? www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl
UIT DE PRAKTIJK
17
Transmurale zorgbrug
Van het ziekenhuis naar huis Netwerk Kring OuderenZorg van het Academisch Medisch Centrum en partners in Amsterdam werken sinds 2010 aan een nieuw zorgmodel. De onderzoekers richten zich op acuut opgenomen patiënten van 65 jaar en ouder met een verhoogde kans op functieverlies tijdens en na een ziekenhuisopname. De zorg voor ouderen in het ziekenhuis focust zich nog te vaak op de ziekte waarvoor de patiënt is opgenomen. Daarnaast is de overgang van het ziekenhuis naar de thuissituatie vaak ongecoördineerd en krijgt de huisarts de informatie over de patiënt pas laat. Verminderde zelfredzaamheid kan hierdoor een ongewenst gevolg zijn. Het proactief opsporen van ouderen met een verhoogd risico op functieverlies tijdens de opname gecombineerd met een gecoördineerd verpleegkundig
18
UIT DE PRAKTIJK
nazorgprogramma kan slechte uitkomsten na een ziekenhuisopname voorkomen. Een geriatrisch assessment maakt duidelijk welke extra ondersteuning nodig is. Deze proactieve zorg wordt vervolgens samen met de oudere vastgelegd in een zorgbehandelplan. Een wijkverpleegkundige zet dat - in goed overleg met de huisarts – in de thuissituatie voort.
Meer weten? www.nationaalprogrammaouderen zorg.nl/projecten/best-practices/ transmurale-zorgbrug
Proeftuinen woonservicegebieden
Langer zelfstandig dankzij aanpassing en diensten Woonservicegebieden zijn gewone wijken of dorpen met een gecoördineerd dienstenaanbod op het gebied van zorg, welzijn en wonen. Aanpassingen in de woningen of de woonomgeving zorgen ervoor dat kwetsbare ouderen en mensen met een beperking er zelf standig kunnen wonen. In oktober 2010 zijn Radboud Universiteit Nijmegen, UMC Groningen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een landelijk project gestart om het effect hiervan te onderzoeken op het behoud van gezondheid, welbevinden en doel matigheid. Samen met tien provincies zijn de woonservicegebieden verder ontwikkeld in tien proeftuinen. Onderzocht is welke veranderings theorieën bijdragen aan het effect van de woonservicegebieden. Ook zijn de indicatoren voor gezondheid,
welbevinden en doelmatigheid van de zorg en ondersteuning vergeleken met vergelijkbare woonmilieus die geen woonservicegebied zijn. Het onderzoek geeft aanwijzingen dat ouderen in woonservicegebieden inderdaad langer zelfstandig wonen. Daarnaast blijken ouderen er beter met hun problemen te kunnen omgaan. De woonservicegebieden sluiten goed aan bij de wensen van ouderen, onder andere door geschikte of aangepaste woningen, speciale voorzieningen, activiteiten en diensten in de nabijheid en een infrastructuur voor ondersteuning, welzijn en zorg. Een verkenning naar de doelmatig heid geeft inzicht in de kosten besparingen. Op basis van de analyses en bevindingen van het project volgt een ‘Advies inzake
woonservicegebieden’ voor de betrokken ministeries en provincies.
Meer weten? http://sev.platform31.nl
MOVIT
Regie voor betere medische zorg in verzorgingshuizen Bewoners van verzorgingshuizen worden steeds ouder en kwetsbaarder. Na verloop van tijd hebben ze meer zorg nodig, maar de verzorging groeit niet mee. De Academische Werkplaats Ouderenzorg Noordelijk Zuid-Holland is daarom eind 2009 gestart met het Medische zorg Optimalisatie Verzorgingshuizen Implementatie Traject (MOVIT). MOVIT realiseert per verzorgingshuis een Lokale Werkgroep, waaraan minimaal deelnemen: de preferente huisartsen,
een apotheker, een specialist ouderengeneeskunde en een vertegenwoordiger vanuit het verzorgingshuis. Een preferente huisarts neemt een belangrijk aandeel van de patiëntenzorg op zich én neemt deel aan de vorming van het medische beleid in het verzorgingshuis. De Lokale Werkgroep heeft als taak om verbeterpunten voor de eigen situatie te benoemen. De huidige standpunten van KNMG, LHV en NHG voor optimale ouderenzorg zijn hierbij
het uitgangspunt. Vervolgens doet de Lokale Werkgroep suggesties voor het realiseren van de gewenste verbeteringen in een verbeterplan. Vaak wordt er een structureel, patiëntgebonden multidisciplinair overleg georganiseerd. Het gevolg: passende zorg van betere kwaliteit.
Meer weten? www.nationaalprogrammaouderenzorg. nl/projecten/implementatieprojecten/ movit
UIT DE PRAKTIJK
19
Zorgspectrum
Mobiel geriatrisch team verlaagt drempel voor dementiezorg Het mobiel geriatrisch team (MGT) van Zorgspectrum brengt de kennis en kunde van zorgorganisaties bij cliënten thuis. Dankzij die onder steuning – ook voor mantelzorgers – kunnen mensen met dementie langer thuis blijven wonen. Een goede ontwikkeling vindt ook Charlotte van der Ziel van zorgverzekeraar Achmea: ‘We hebben behoefte aan innovaties die tege moet komen aan de veranderende zorg- en hulpvraag.’ Een langzame, maar gestage achteruitgang zorgt ervoor dat dementerenden steeds in een andere fase van afhankelijkheid komen. In de zorg en ondersteuning krijgen ze vaak te maken met
20
UIT DE PRAKTIJK
verschillende van elkaar gescheiden organisaties. Regina Falck, psycholoog en afdelingshoofd bij Zorgspectrum: ‘In de ‘niet-pluis-fase’, waarin er veel zorgen zijn over een afnemende zelfredzaamheid, wordt een beroep gedaan op een ouderenadviseur. Maar vaak komt ook de huisarts, geheugenpoli of medisch specialist in beeld.’ De eventuele diagnose dementie zet vervolgens weer andere zorgsystemen in werking.
communicatie tussen de betrokken zorgverleners. We zijn daarom gestart met een mobiel geriatrisch team dat thuiswonende ouderen met dementie diagnosticeert, ondersteunt, adviseert en begeleidt.’ Het MGT komt in actie na verwijzing door de huisarts. ‘Daardoor komen we in een veel vroeger stadium bij de cliënt. Er is geen wachtlijst, we zijn er binnen twee weken.’
Van diagnose naar andere zorg
Laagdrempelig en beter afgestemd
Zorgspectrum signaleerde een begeleidingstekort in het traject vóór de diagnose, vertelt Falck. ‘Er was weinig samenhang en een slechte
Het team helpt cliënten bij het inrichten van de zorg, organiseert individueel gerichte welzijnsactiviteiten en ondersteunt de
Zorgspectrum is een zorgorganisatie die zich richt op het welbevinden van ouderen. In totaal werken er momenteel ongeveer 1550 professionals en 600 vrijwilligers. Zorgspectrum biedt hulp-, advies- en zorgdiensten aan; in onze zorgcentra, in Zorgspectrum dagvoorzieningen en bij mensen thuis; op dit moment zijn er zes zorgcentra ten zuidwesten van Utrecht.
mantelzorg. Daarbij zetten we de zorg met kleine stappen geleidelijk in. Dat scheelt veel onzekerheid, voor zowel de cliënt als de mantelzorger. Naast een betere coördinatie en passende zorg is de ondersteuning veel laag drempeliger beschikbaar. Heel goed, want het is voor de betrokkenen lastig om te erkennen dat er iets mis is.’
Meer weten? Bekijk de deelnemerspagina van Zorgspectrum op www.invoorzorg.nl/zorgspectrum
Kwaliteitsadviseur Charlotte van der Ziel, zorgverzekeraar Achmea: ‘Als zorgverzekeraar streven wij naar inzicht in de kwaliteit van zorg vanuit het perspectief van de klant. In een pilot samen een aantal dementienetwerken hebben wij daarom een set van zes vragen getest om de kwaliteit van leven van mensen met dementie te meten. Ook hebben we drie vragen opgesteld om de mantelzorg ervaringen in kaart te brengen. Die zijn vooral gericht op de ‘volhoudtijd’. Houd de mantel
zorger het nog vol of is ingrijpen noodzakelijk om de situatie in stand te houden? Ook Zorgspectrum heeft in het kader van de pilot deze vragen gesteld aan mensen met dementie en hun naasten. De antwoorden geven de casemanager waarde volle informatie over hoe het met de cliënt gaat. En stimuleert daarmee ook het gesprek over de kwaliteit van leven van onze klanten met dementie.’
UIT DE PRAKTIJK
21
Zorggroep Raalte is met 450 medewerkers een relatief kleine organisatie. De zorggroep is actief in Raalte en verschillende omliggende dorpen: Heeten, Luttenberg, Mariënheem en Nieuw Heeten. De organisatie heeft te maken met intramurale krimp en tegelijk een sterk groeiende klantenkring. Zorg op afstand moet daarvoor de oplossing gaan bieden.
22
UIT DE PRAKTIJK
Zorggroep Raalte
Grote betrokkenheid maakt thuistechnologie tot een succes Honderden ouderen die via een beeldscherm in de woonkamer contact hebben met hun zorgverlener in een dorp verderop. Het is het wensbeeld in Raalte. Sterker, dat beeld is deels al in zicht. De introductie van zorg op afstand is in volle gang. In dertig woningen in de gemeente is de technologie gebruiksklaar. Succesfactoren: goede samenwerking en een luisterend oor. Letterlijk. Zorggroep Raalte vroeg In voor zorg! om ondersteuning bij de invoering van thuistechnologie. Die opvallend goed werd ontvangen in de ietwat traditionele gemeente. Bovendien sloot de keuze voor zorg op afstand goed aan bij andere ontwikkelingen. De gemeente wees namelijk eerder al vijf woonservicegebieden aan. Waar wonen, zorg en welzijn zó worden gecombineerd dat mensen er ondanks handicap of ouderdom langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Technologie kan daaraan bijdragen.
Draagvlak creëren Bewoners kunnen aansluiten op een overzichtelijk pakket technologisch hulpmiddelen: beeldschermen voor contact met zorgverleners, sensoren die bijvoorbeeld het verlaten van het bed signaleren en een medicijndispenser. Daarnaast is het mogelijk om toegang tot de woning en klimaat-
beheersing op afstand te regelen. Deze techniek installeren is makkelijk te organiseren, ingewikkelder is de invoering en het organiseren van draagvlak. Zowel bij ouderen als bij medewerkers. Marieke Elema, projectleider: ‘Voor medewerkers hebben we twee workshops gegeven. Daarin hebben we vooral uitgelegd wat mogelijk is en gesproken over bijvoorbeeld de privacy.’
Wensen van ouderen Ook naar de ouderen is goed geluisterd. Al in 2012, toen de zorggroep met ouderen in gesprek ging. Bestuurder Henk van Kampen: ‘Alle medewerkers spraken met twee senioren over hun toekomstbeeld. Dat leverde mooie verhalen op. En een doorkijkje in de wensen en verwachtingen van deze ouderen.’ Andere troef voor de betrokkenheid is het verenigingsleven. Het
cement van de samenleving en een goede weg om mensen te blijven bereiken.
Iedereen vertegenwoordigd Slimme samenwerking is dan ook een van de sleutelwoorden in het project van Zorggroep Raalte. De gemeente, woningcorporatie Salland Wonen en Landstede Welzijn zijn directe partners in het project. Daarmee zijn alle belangrijke spelers vertegenwoordigd, vanuit de diverse invalshoeken. Door samen te werken kunnen snel beslissingen worden genomen waarbij ieders wensen worden meegenomen.
Meer weten? Bekijk de deelnemerspagina van Zorggroep Raalte op www.invoorzorg.nl/zorggroepraalte
UIT DE PRAKTIJK
23
GGZ Oost Brabant:
‘Wij geven écht invulling aan zorg in de wijk’ Een goede visie en strategie beginnen met inzicht. Dat was het uitgangspunt van GGZ Oost Brabant bij de realisatie van haar meerjarenstrategie ‘Bevlogen realiseren’. Die strategie leidt tot een nieuwe manier van werken waarbij de zorg écht rond de klant wordt georganiseerd. Het resultaat na twee jaar: 28% minder curatieve bedden en 13 multidisciplinaire teams (FACT-teams) die cliënten uitsluitend in hun eigen omgeving begeleiden.
‘Anderhalf jaar geleden formuleerden we met de hele organisatie op een unieke wijze onze visie’, vertelt Oscar Dekker, bestuursvoorzitter van GGZ Oost Brabant. De uitkomst: GGZ Oost Brabant legt de focus op specialistische GGZ voor mensen met complexe en ernstige psychiatrische zorgvragen. De uitvoering van de Basis-GGZ en zelfhulp ligt in handen van bijvoorbeeld huisarts en wijkzorg. ‘En als je van elkaar weet waar je goed in bent, kun je als zorgprofessionals in verbinding de cliënt de beste zorg bieden.’
Gezamenlijke strategie Vanuit dit inzicht organiseert GGZ Oost Brabant de zorg op basis van de thema’s: 1. ambulant als het kan, klinisch als het moet, 2. zo dichtbij mogelijk, zo geconcentreerd als nodig en 3. zo integraal mogelijk, zo gedifferentieerd als nodig. Vastgelegd in een meerjarenstrategie waaraan de hele organisatie meewerkte, vertelt Dekker trots. ‘Daardoor is het doorleefd en heeft de strategie meteen draagvlak.’
Duurzame zorg Concreet is de zorg in de wijk in korte tijd substantieel gegroeid. ‘Onze FACT-teams ondersteunen cliënten in hun eigen woonomgeving. Cliënten zijn blij dat ze langer in de wijk kunnen blijven wonen, maar we zien het ook terug in de cijfers: we zijn teruggegaan van 350 naar 250 curatieve bedden. Erg veel in twee jaar tijd. Zo maken we de zorg beter, maar ook duurzamer.’
24
UIT DE PRAKTIJK
Anders werken Het vraagt wel een andere manier van werken. ‘Nog meer multidisciplinair. En dat is logisch, want alle partijen zijn in de wijk actief.’ Wij brengen onze kennis en expertise naar de wijk waardoor in de Basis-GGZ kan worden voorkomen dat opschaling naar specialistische GGZ onnodig plaatsvindt.’ Een succesfactor? ‘Focus’, antwoordt Dekker. ‘Weten wat je positie is en keuzes durven maken. Tegelijk moet je loslaten, vertrouwen op je eigen kracht, die van ketenpartners en natuurlijk van de burger zelf in zijn eigen vertrouwde omgeving.’
Meer weten? Bekijk de deelnemerspagina van GGZ Oost Brabant: www.invoorzorg.nl/GGZOostBrabant
Goed voorbeeld: Stimulab Wat kunnen we wél doen, ondanks de bezuinigingen? Op deze vraag zocht GGZ Oost Brabant een antwoord, samen met ketenpartners die zorg bieden aan de burgers in Oss. Via de methode ‘Stimulab’ brachten zij de gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen in kaart. Grootste winst: Echte verbinding tussen alle mensen die de zorg bieden zaten bij elkaar. En zorgen nu met elkaar voor structureel betere zorg in de wijk. Kijk voor meer informatie op www.stimulab.nl.
GGZ Oost Brabant behandelt en begeleidt mensen met complexe psychische of psychiatrische zorgvragen. De organisatie heeft 144 locaties in oostelijk Noord Brabant en de kop van Noord Limburg en biedt jaarlijks zorg aan 16.000 cliënten.
UIT DE PRAKTIJK
25
MOVISIE Kennisinstituut en adviesbureau voor sociale vraagstukken Gemeenten krijgen er veel taken bij op het gebied van zorg, onderwijs, werk en inkomen. Deze sociale vraag stukken moeten lokaal en zo dicht mogelijk vanuit de leefwereld van burgers aangepakt worden, met de eigen kracht als uitgangspunt. MOVISIE ondersteunt en adviseert maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven hierbij. MOVISIE heeft ervaring met de implementatie van de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl, kennis van sociale netwerken en de nieuwe sociale professional én contacten met vele vrijwilligers-, cliënten- en patiëntenorganisaties. Samen met hen streeft MOVISIE naar samenhangend lokaal sociaal beleid, het stimuleren van actief burgerschap, het
26
UIT DE PRAKTIJK
organiseren van informele zorg, het verbeteren van vakmanschap van beroepskrachten en een veilige samenleving zonder discriminatie en huiselijk of seksueel geweld. Het verzamelen en verspreiden van kennis en deze verbinden met wetenschap, beleid en praktijk staat centraal in het werk van MOVISIE. Specifieke kennis op een groot aantal onderwerpen wordt beschikbaar gesteld via kennisdossiers op www.movisie.nl. Zo helpt MOVISIE gemeenten en sociale professionals bij de aanpak van sociale vraagstukken en werken we aan een krachtige samenleving, waarin iedereen zoveel mogelijk zelfredzaam is en actief kan deelnemen.
Meer weten? www.movisie.nl.
Vilans Kenniscentrum voor langdurende zorg Er verandert veel voor zorgorganisaties en hun medewerkers. Vilans speelt daar op allerlei manieren op in en werkt met honderden zorgorganisaties aan de toekomst. Daarbij kiezen we vier invalshoeken: • Zorg organiseren vanuit de cliënt: eigen regie en zelfredzaamheid versterken van cliënten en hun naasten. • Zorg voor de professionals: professionaliteit en waardevolle werkbeleving bewerkstelligen. • Zorg goed en betaalbaar houden: kwaliteit en doelmatigheid bevorderen. • Samenleving toegankelijk en ontvankelijk maken: samenhang in lokale verbanden realiseren.
De eerste lijn staat de komende jaren voor grote uitdagingen: voor meer mensen met complexe hulpvragen zullen met beperkte middelen oplossingen moeten worden gevonden. Vilans gaat in vier wijken concreet aan de slag om met de lokale partijen oplossingen te vinden. Dat doen we met beproefde kennis en informatie uit andere delen van het land, maar we zullen ook tot unieke oplossingen komen. Onze kennis van de mensen die langdurende zorg nodig hebben en de mensen die ze bieden is daarbij onderscheidend. Transformeren doe je niet alleen, ook Vilans niet!
Meer weten? www.vilans.nl.
Achter deze grote thema’s staan concrete uitwerkingen, die we met mensen uit de praktijk ontwikkelen en helpen invoeren. Zo zijn zes kenniskringen op inhoudelijke thema’s gestart die in de transformatie spelen: wijkarrangementen, samenspel formele/informele zorg, dagactiviteiten ouderen/volwassenen, arbeidsmatige dagbesteding en dementie. Voor de kenniskringen hebben we koplopers uitgenodigd om kennis en ervaring met ons te delen: wat werkt of lijkt te werken in de praktijk, wat kunnen we van de voorbeelden leren en hoe kunnen zij anderen inspireren? De resultaten leggen we vast in publicaties in allerlei vormen. Een voorbeeld is de brochure ‘Vernieuwing in arbeidsmatige dagbesteding’. Binnenkort verschijnt ook een inspiratiewijzer over vernieuwend organiseren van dagactiviteiten voor ouderen, die we in samenwerking met Actiz en de MO groep hebben gemaakt. Waar het samenspel van beroepskrachten met mantelzorgers, vrijwilligers en mensen in de wijk steeds belangrijker wordt, ontwikkelen we instrumenten en handvatten die daarbij kunnen helpen. Ook de dilemma’s die zich dagelijks voordoen komen aan de orde. Niet op alles is een pasklaar antwoord, maar het is vaak wel nuttig om de argumenten goed op een rijtje te zetten.
UIT DE PRAKTIJK
27
In voor zorg! In voor zorg! leert organisaties kritisch naar de toekomst van de langdurige zorg te kijken: hoe houden we tevreden cliënten én tevreden medewerkers? Hoe leveren we goede zorg tegen een betaalbare prijs? De website www.invoorzorg.nl is een ontmoetingsplek voor iedereen die betrokken is bij veranderingen in de langdurige zorg. Dit samenwerkingsverband van het ministerie van VWS en Vilans brengt zorgorganisaties, overheden en regelgevende instanties bij elkaar. Maar In voor zorg! is meer dan een platform dat kennis, ervaringen en praktijkvoorbeelden aanreikt. In voor zorg! helpt bij het doorvoeren van veranderingen die nodig zijn voor de toekomst.
www.invoorzorg.nl Dé kennisbank voor het toekomstbestendig maken van uw organisatie in de langdurige zorg.
In voor zorg! online Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen in de langdurige zorg? Meekijken met goede praktijk voorbeelden en handige tips en tools downloaden voor het toekomstbestendig maken van uw zorgorganisatie? Volg In voor zorg! dan via de verschillende online kanalen.
www.twitter.com/invoorzorg
In voor zorg! op Twitter: actuele informatie, conversaties en highlights van In voor zorg! www.linkedin.com/invoorzorg
Discussieer mee met andere professionals uit de lang durige zorg in één van onze LinkedIn-groepen: In voor zorg! en Communicatie Langdurige zorg. slideshare.net/ivzcommunicatie
Presentaties van professionals In voor zorg! op Slideshare: een overzicht van o.a. alle presentaties die zijn gehouden tijdens In voor zorg-bijeenkomsten. www.facebook.com/invoorzorg
In voor zorg! op Facebook: met foto’s en nieuws van bijeenkomsten, conversaties en leuke links. www.youtube.com/IVZcommunicatie In voor zorg! is een programma voor de langdurige zorg van het ministerie van VWS en Vilans, kenniscentrum voor langdurende zorg.
Het YouTube kanaal van In voor zorg! met filmpjes over diverse onderwerpen, organisaties en bijeenkomsten van In voor zorg!