Helende huisvesting Inspirerende voorbeelden van bouwen met zorg
Voorwoord
3
1 Transformatie van bestaande zorggebouwen
Interview – Alles draait om kwaliteit van leven 5 case 1 – Toekomstscenario’s voor 22 verzorgingshuizen 8 case 2 – Seniorenflat met PG-afdeling 10 case 3 – Gezinsvervangend huis voor Westlandse jongeren 12
2 Wonen voor iedereen in de wijk
Interview – Het sociaal isolement doorbreken is de best denkbare zorg 15 case 1 – Kleinschalig wonen voor dementerenden 18 case 2 – Woonzorgcomplex voor vele doelgroepen 19 case 3 – Steunpunt als buurthuiskamer 20 case 4 – Ouderenflat met zorggarant 22 case 5 – Beschermd wonen in een stadsmonument 24
Hart voor wonen en zorg
Rondetafelgesprek – Onze samenwerking is volwassen geworden 26
3 Grootschalige medische wijkvoorzieningen
Interview – Zorgboulevard biedt hele wijk perspectief 31
4 Bijzondere woonvormen
Interview – Zo gewoon mogelijk leven in een zo gewoon mogelijk huis 35 case 1 – Baken voor jongerenhuisvesting 38 case 2 – Groepswonen voor Hindoe ouderen 40 case 3 – Hospice als laatste thuishaven 42 case 4 – Alle soorten seniorenzorg onder één dak 44
Helende huisvesting De vragen en voorkeuren van de woonconsument veranderen. Senioren wonen tegenwoordig het liefst zo lang mogelijk zelfstandig, en als ze uiteindelijk zorg nodig hebben, is de behoefte aan zorg meestal groter. Dat vraagt om andere zorgarchitectuur en een andere inrichting van de woonomgeving. Hetzelfde geldt voor kwetsbare groepen in de samenleving, zoals lichamelijk en verstandelijk beperkten, (ex-)psychiatrische patiënten en jongeren. Waar het uiteindelijk om draait, is dat iemand zich thuis voelt. Want wie prettig woont, zit lekker in zijn vel en maakt contact met de rest van de samenleving. Op verschillende niveaus zoekt Vestia naar eigentijdse oplossingen die aansluiten bij de woonwensen van de gebruikers. Dat doen we door aanpassing van bestaande woningen, levensloopgeschikte nieuwbouw en bijzondere woonvormen. En vooral door nauw samen te werken met zorg- en welzijnsinstellingen. Daarbij zijn we ons bewust van de overeenkomsten en verschillen tussen de werelden van wonen en zorg. Een zorgaanbieder stelt eisen aan huisvesting vanuit het perspectief van zorgverlening, terwijl een woningcorporatie in eerste instantie kijkt naar verhuurbaarheid en toekomstwaarde. Als natuurlijke partners die deels dezelfde klant bedienen, kunnen we een brug slaan tussen die werelden en profiteren van elkaars expertise. Aan de hand van vier thema’s presenteren we onze visie en aanpak op het brede terrein van wonen, zorg, welzijn en maatschappelijk herstel. Daarbij staan ontmoeten, keuzevrijheid en ondernemerschap centraal. Per project schetsen we een beeld van de oplossingen, de samenwerkingspartners, de projectaanpak en het resultaat. In het hart van deze brochure ontmoeten de programmamanager Wonen en Zorg, de directeuren van onze ontwikkelbedrijven Ceres Projecten en Estrade Projecten en twee bedrijfsdirecteuren elkaar. Samen verkennen ze het speelveld en de kansen voor de toekomst. Want die zijn er volop.
mr Erik Th. P. Staal Voorzitter Raad van Bestuur Vestia Groep
1
Transformatie van bestaande zorggebouwen
“Alles draait om kwaliteit van leven” Interview
5
Veel traditionele verpleeghuizen zijn gebouwd in de jaren zeventig. Niet toevallig werd kort daarvoor, in 1968, de AWBZ in het leven geroepen. Het was een tijd van overvloed en het aardgas vloeide rijkelijk. Maar tijden veranderen. Het aardgas wordt schaarser en de AWBZ wordt hervormd. De tijd waarin senioren hun oude dag doorbrengen in vierbedskamers is passé. Hun voorkeuren veranderen, ze willen leuke dingen doen en prettig wonen. Goede zorg hoort daar als vanzelfsprekend bij. Afgestemd op het individu en uitgaande van ieders kwaliteit van leven. Dat vraagt om een transformatie. Van mindset. Gebouwen. En business case.
Constant van Schelven bestuursvoorzitter Aafje
Arie Moerman directeur Estrade Projecten
Aan het woord is Constant van Schelven, bestuursvoorzitter van Aafje, voorheen de Stromen Opmaat Groep. “Onder het motto gewoon waar mogelijk en bijzonder waar nodig, zorgen wij er dagelijks voor dat 55-plussers een prettige dag hebben, aangenaam wonen en goede zorg krijgen. In die volgorde, want we willen dat mensen hun eigen leven kunnen leiden. Zo zelfstandig mogelijk. Dat vraagt om een andere manier van denken, want we zijn geboren uit zorg en opgeleid om interventies te doen. Het is echter maar de vraag of iemand van negentig met kanker de voorkeur heeft voor nog een chemobehandeling of meer heeft aan goed vervoer zodat hij alle mensen kan bezoeken die hij graag wil zien. Het gaat niet langer alleen om de feiten – iemand is ziek – maar ook om beleving en het belang dat iemand er zelf aan hecht. Daarom nemen we niet zozeer de kwaliteit van zorg als uitgangspunt, maar iemands kwaliteit van leven. Goede zorg is daarin even belangrijk als een zinvolle dagbesteding en prettige huisvesting.”
Contact maken
“Er komt dan een punt dat je de gebouwen onder de loep neemt en constateert dat die niet meer passen bij deze visie en ambitie”, vervolgt Van Schelven. “Met vierbedskamers, verouderd sanitair, lange gangen, een te kleine hal en een klassieke linnenkamer op de begane grond.” Volgens Arie Moerman, directeur van Vestia-bedrijf Estrade Projecten, zijn traditionele verpleeg- en verzorgingshuizen vooral ingericht voor het gebruik door professionals en niet zozeer om er te leven. “Bovendien staan ze vaak aan de rand van een wijk. Er zijn geen winkels en
6
7
Transformatie van bestaande zorggebouwen
“De uitdaging is om een gebouw te verbinden met de rest van de samenleving.”
rechtstreek naar de verzekeraar. Daardoor gaan mensen zorg en de kosten die daarmee gemoeid als vanzelfsprekend ervaren. Terwijl het heel goed is als we ons met z’n allen realiseren wat dat kost en welk deel ieder zelf betaalt.”
Massa-individualisatie
fysiotherapie in de buurt en de bewoners zijn aan huis gekluisterd en raken geïsoleerd. Tegenwoordig bouwen we anders, dus lijkt het logisch om de sloop hamer te hanteren. Het platgooien van zorggebouwen leidt echter ook tot kapitaalvernietiging en in tijden waarin de concurrentie in de zorg toeneemt, de AWBZ hervormd wordt en duurzaamheid top of mind is, behoort verbouwen wellicht ook tot de mogelijkheden. Daarom maken we een scan om te bekijken of een gebouw, na aanpassing, nog iets kan betekenen. De uitdaging is om het gebouw te verbinden met de rest van de samenleving. Bijvoorbeeld door de ingang te verplaatsen, waardoor je opeens zo de wijk inloopt. Door transport te faciliteren. Of door omgekeerde integratie, waarbij een wijk en voorzieningen om het gebouw heen worden gebouwd.”
Gradaties in zelfredzaamheid
“In onze verpleeghuizen wonen dan alleen nog de mensen die intensieve zorg nodig hebben”, zegt Van Schelven. “Voor uitsluitend hulp bij het aankleden of het plakken van een pleister hoef je niet bij ons te wonen. Daarvoor bieden we thuiszorg, tafeltje-dek-je en andere (zorg)diensten aan huis. Je kunt beter zo lang mogelijk zelfstandig leven. Dat inspireert, houdt gezond en drukt minder op de zorg. Onze dienstverlening gaat ervan uit dat mensen geleidelijk minder zelfredzaam worden; de actieradius varieert als iemand met een scootmobiel, rollator of op pantoffels uit de voeten kan. En door de komst van domotica, krijgen ouderen handige hulpmiddelen aangereikt en wordt het werk in de zorg verlicht, bijvoorbeeld door camera’s voor zorg op afstand.”
“Individualiteit viert hoogtij en lifestyle wordt steeds belangrijker. Dat vraagt om lokale verankering en buurtmanagement”, stelt Van Schelven. De zorgvraag in Dordrecht is namelijk anders dan die in Rotterdam.” Toch pleit hij voor zoveel mogelijk uniforme standaarden, bijvoorbeeld door te werken met leefstijlen. Per groep komen de behoeften sterk overeen. Frappant is bijvoorbeeld dat als mensen zelf mogen kiezen wat ze willen eten, 80% voor een gehaktbal kiest.” Moerman herkent dat en geeft aan dat dit bij de keukenkeuze in een woning precies hetzelfde werkt. “Op dit soort massa-individualisatie kun je heel goed plannen.”
Vergaande samenwerking loont
De transformatie van een bestaand verpleeggebouw gedijt het beste bij vergaande samenwerking tussen zorginstelling, corporatie en gemeente. Want niet alleen het verpleeghuis moet worden aangepast aan de eisen van deze tijd, er is ook ander vastgoed nodig dat met een kleine investering dienst kan doen als seniorenwoningen, die als satelliet met het verpleeghuis verbonden zijn. “Er liggen kansen als we gezamenlijk onze krachten op klanten richten. Dat neemt niet weg dat zorgvastgoed best een zorg is”, stelt Moerman. “De investeringen kunnen we zo’n tien jaar overzien. Daarna veranderen de concepten alweer. Belangrijk is daarom om te zorgen voor een gunstige plek, partners in de wijken en flexibiliteit. Voorwaarden zijn een woonoppervlakte van minimaal 45 m2, een goede keuken en een gunstige ligging, op rollatorafstand van voorzieningen als zorg, winkels en dagbesteding.” Vestia en Aafje hebben elkaar gevonden in verschillende Rotterdamse wijken. Van Schelven: “We delen een visie als het gaat om ouder worden en prettig wonen. Maar daar waar we niet allebei in een wijk vertegenwoordigd zijn, gaan we het niet forceren. We houden ook de opties open voor samenwerking met andere partijen. Dat houd je als organisatie scherp en vitaal.”
Lokale verankering
De markt verlangt dat zorgaanbieders gaan ondernemen. Zonder cliënten geen geld. Het is de zorgproductie die telt. Dat vraagt om een positief bedrijfsresultaat en een goede business case. Van Schelven pleit voor betrokken, lokaal georiënteerd ondernemerschap. “Doe het op bescheiden gronden met individuele pakketten, maar zorg dat de basis goed is! Je kunt denken aan SRV-achtige constructies, waarbij cliënten zelf combinaties kunnen maken, zoals medicijnen brengen of de was laten doen. Wanneer je dat professioneel inzet, heb je goud in handen.” Hij kijkt wat dat betreft graag over de schutting bij de buren. “In Japan verrichten ze bijvoorbeeld mantelzorg volgens een ruilsysteem. En in de VS bestaat een veel hechter communityleven. De kerk, verenigingen, het gezin. Daar is het uitgangspunt ieder voor zich en moet je knokken voor je pensioen en de zorg die je nodig hebt. Bij ons krijg je die ‘communities’ cadeau. In feite is onze eigen verantwoordelijkheid door de ontwikkeling van de verzorgingsstaat buiten onszelf komen te liggen. Wij zien bijvoorbeeld nooit de rekening van het ziekenhuis. Die gaat
“Individualiteit viert hoogtij en lifestyle wordt steeds belangrijker. Dat vraagt om lokale verankering en buurtmanagement.”
Case 1
8
9
Transformatie van bestaande zorggebouwen
Planontwikkeling woonzorgcentra Toekomstscenario’s voor 22 verzorgingshuizen
Door de fusie tussen zorgaanbieders Evean en Philadelphia met woningcorporatie Woonzorg Nederland bleef volgens de NMa de concurrentie en keuzevrijheid in de markt niet groot genoeg. Om die mededingingsbezwaren weg te nemen, besloot Woonzorg Nederland twaalf complexen af te stoten. Vestia werd daardoor in 2008 eigenaar van negen verzorgingshuizen in Groningen en drie in Noord-Holland. Daarna fuseerde Vestia ook met woningcorporatie SGBB, waardoor nog eens tien verzorgings huizen aan het bezit werden toegevoegd. Het beheer van de 22 zorgcomplexen en aanleun woningen werd ondergebracht bij het in 2010 opgerichte Vestia Noord Nederland in Hoofddorp. Bedrijfsdirecteur Teus Rook: “De woonzorggebouwen lagen niet direct om de hoek bij onze hoofd vestigingen. Om de zorgaanbieders het vertrouwen te geven dat we geen ‘huisbaas op afstand’ zijn, hebben we alle zorgpartijen op locatie gesproken en KAW architecten en adviseurs, die beter bekend zijn in de regio, gevraagd het onderzoeksproces naar mogelijke toekomstscenario’s te begeleiden. Daarbij stond een integrale blik op de gebouwen, een realistische visie op de exploitatietermijn en de optimalisatie van het bestaande gebouw centraal.”
commerciële exploitatie van het gebouw. De workshop leverde ook draagvlak op bij de zorgpartij om mee te denken over mogelijke nieuwe ontwikkelingen van ‘hun’ gebouw. Daarbij gingen we vooral uit van de kracht van het gebouw. Bijvoorbeeld door opnieuw naar de plattegronden te kijken, woonruimtes samen te voegen of door het af te stemmen op ontwikkelingen in de omliggende wijk. Op basis van deze scenario’s neemt Vestia een besluit. KAW werkt vervolgens het gekozen scenario voor elke locatie verder uit om zo snel mogelijk tot realisatie over te gaan.” Dat leidt ertoe dat een aantal complexen op korte termijn wordt verbouwd of herontwikkeld.
Binding met buurt
“Uit de locatiebezoeken blijkt dat er veel gebruikerswensen zijn voor de gebouwen” vertelt Rook. “De belangrijkste is wel de wens om ‘zo gewoon mogelijk’ te blijven wonen. Mensen willen, ook als ze zorg nodig hebben, deel blijven uitmaken van de maatschappij. Complexen die in zichzelf gekeerd zijn, zijn daardoor minder in trek dan gebouwen die bewoners stimuleren hun sociale contacten en welzijn buiten de deur te zoeken. Sterker nog, binding met de buurt is voor veel bewoners belangrijker dan de grootte van hun kamer. Een andere bevinding is dat de kamers en badkamers in de bestaande complexen vaak te klein zijn om zwaardere zorg te kunnen bieden, terwijl de vraag daarnaar wel toeneemt. Verder is er bijna overal een grote vraag naar verzorgd wonen met een goed zorg- en welzijnsaanbod op afroep en woningen zonder trappen.”
Kracht van het gebouw
“De stap daarna was de meest intensieve, maar ook de meest waardevolle”, vertelt Diet Hensums van KAW. “In een eendaagse workshop maakte een team van (bouw)technici, ontwerpers, zorgadviseurs en de betrokken zorgpartij, een scan van het complex en de mogelijkheden. Niet alleen door te kijken naar de technische kwaliteit van het gebouw en de indeling van de plattegrond, maar ook door te praten over
In kort bestek
Locatie / Groningen en Noord-Holland Project / Planontwikkeling en transformatie van woonzorgcentra Opdrachtgever / Vestia Noord Nederland Zorgpartij / Divers Ontwikkelaar / Ceres Projecten Architect / KAW architecten en adviseurs
Case 2
10
11
Transformatie van bestaande zorggebouwen
Seniorenflat met PG-afdeling Het dilemma van Westerstein
Wat doe je met een flat van bijna veertig jaar oud, die vooral bewoond wordt door 75-plussers, die met elkaar een hechte gemeenschap vormen, maar waar de kamers te klein zijn om zorg aan huis te kunnen bieden? Slopen? Renoveren? Een andere doelgroep vinden? Dat was het dilemma van seniorenflat Westerstein in Hoogvliet. Het werd uiteindelijk grootschalige renovatie. In bewoonde staat. Met een looptijd van twee jaar. Een renovatie in bewoonde situatie is altijd complex, maar in een flat met 250 woningen, die bewoond worden door ouderen die veelal zorg nodig hebben, wordt het beslist gecompliceerd. Dat was de uitdaging waar Vestia Rotterdam Hoogvliet voor stond. Een doelbewuste keuze, omdat sloop de hechte gemeenschap van Westerstein uit elkaar zou slaan. En omdat een flat met 250 jongeren, voor wie de woningen eventueel ook geschikt zouden zijn, ook niet ideaal is. Om de monsterverbouwing in goede banen te leiden, werd er bouwtechnisch en sociaal een gedegen plan opgesteld.
Dorpsplein
De eerste en tweede verdieping van het gebouw zijn ingericht voor psychogeriatrische cliënten van Zorgggroep Rijnmond. In vier woongroepen vinden zij hier een kleinschalige woonvorm, die huiselijk en veilig is en gericht op ontmoeting. Iedere cliënt beschikt over een appartement van 50m2 – qua grootte uniek in Nederland – met een woon/ slaapkamer, douche, toilet en keukentje. Daarnaast zijn er drie tweepersoonsappartementen. Bij elke woongroep hoort een ruime, gezellige huiskamer. Daar kunnen ze koffie drinken, tv kijken, een spelletje doen en samen eten. Net als thuis. De bewoners kunnen ook gebruikmaken van de recreatiezaal en de tuin, die bestemd zijn voor alle bewoners van Westerstein. Hetzelfde geldt voor de andere voorzieningen op het ‘dorpsplein’, waaronder fitness, fysiotherapie, een huisarts en een bloedprikpost. Verder zijn er een supermarkt, servicebalie, kapsalon en pedicure te vinden. Meer dan ooit is Westerstein een ontmoetingsplek in de wijk geworden.
Verdieping als buffer
Twee jaar voor de start van de werkzaamheden begon Vestia al met de voorbereidingen door een verdieping vrij te spelen om als buffer tussen bewoonde woningen en werkzaamheden te kunnen dienen. Tijdens de verbouwing namen de bewoners hun intrek in wisselwoningen. Dat kon in het gebouw, maar men kon ook rechtstreeks verhuizen naar de nieuwbouwappartementen ernaast voor mensen die opzagen tegen twee keer verhuizen en de overlast. Om de herhuisvesting zo goed mogelijk te begeleiden, trad Gerrie Tinus, medewerker herstructurering bij Vestia Rotterdam Hoogvliet, als sociaal begeleider op. “Samen met de huismeester en onze servicemedewerker heb ik het uitverhuizen begeleid. Een megapuzzel. Om het voor de bewoners draaglijk te houden, organiseerden we soms extra uitstapjes. En toen de jaarlijkse mosselmiddag in het water dreigde te vallen, hebben we de kantine van Vestia ter beschikking gesteld.”
Zorg voor iedereen
De fysieke ingreep bestond uit het ombouwen van 250 kleine flats tot 190 appartementen voor senioren. Op tien verdiepingen werden de woningen helemaal gestript om er rolstoeltoegankelijke flats van te maken met nieuwe badkamers, keukens, schuifpuien en balkons. Ook kreeg iedere verdieping een grote eigen berging en werd het gebouw voorzien van een videofooninstallatie. Van de 190 woningen worden er 60 via Zorggroep Rijnmond verhuurd aan mensen met een zorgindicatie. Ook de andere bewoners kunnen zorg afnemen van Zorggroep Rijnmond.
In kort bestek
Locatie / Hoogvliet Project / Renovatie en herindeling seniorenflat met PG-afdeling Opdrachtgever / Vestia Rotterdam Hoogvliet Samen met / Zorggroep Rijnmond Architect / Van der Ree & Vermeulen en (voor het zorgdeel) AP Architecten Ontwikkelaar / Estrade Projecten
Case 3
12
13
Transformatie van bestaande zorggebouwen
De lokale politiek stond achter hen, maar veel omwonenden waren tegen. Toch maakten Vestia Westland en Jeugdformaat zich sterk voor de komst van een gezinsvervangend huis voor Westlandse jongeren in ’s-Gravenzande. Na een grootscheepse verbouwing biedt het huis onderdak aan elf kinderen en jongeren. In hun eigen omgeving, met 24-uursbegeleiding en inmiddels volledig omarmd door de buurtbewoners vinden zij hier een tijdelijk thuis. Het gezinsvervangend huis is het bewijs dat je ook tegen de stroom in, ergens voor kunt blijven gaan. “Ik heb nog lang en vaak over het proces nagedacht”, vertelt Tinka van Rood, bedrijfsdirecteur Vestia Westland, “maar ik zou het zo weer doen. Het is de rol en taak van een corporatie om kwetsbare groepen te huisvesten en dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Daarom was het prettig om zij aan zij te kunnen optrekken met Jeugdformaat. Met hen hebben we een samenwerkingsovereenkomst voor de hele regio Haaglanden, waarbij Vestia zich richt op het beheer en onderhouden van panden en Jeugdformaat specialist is in de zorg en begeleiding van jongeren die tijdelijk niet thuis kunnen wonen.”
Speciale aanpassingen
“We kennen Vestia al heel lang”, vertelt Monica Dinsbach, leidinggevende bij Jeugdformaat. “Ze kennen de omgeving en voelen goed aan wat we willen.” Voor dit gezinsvervangend huis is het programma van eisen gezamenlijk tot stand komen. Van Rood: “Het pand, een voormalig woonhuis met kantoor, moest grondig verbouwd worden. De nieuwe indeling, de gevel en het schilderwerk kwamen voor rekening van Vestia, de speciale aanpassingen – zoals een brandalarminstallatie – op het conto van Jeugdformaat. “Samen hebben we ook bekeken hoe we de aanpassingen in de huur konden versleutelen en afschrijven.”
Vooroordelen ombuigen
In het Westland bestond voorheen geen toevluchtsoord voor jongeren. Als jongeren tijdelijk uit huis
geplaatst werden, moesten ze uitwijken naar Delft of Rotterdam. Door de komst van dit gezinsver vangend huis kunnen ze in hun vertrouwde omgeving blijven wonen en naar dezelfde school blijven gaan. “Heel belangrijk”, benadrukt Dinsbach, “want er verandert al genoeg in het leven van kinderen die uit huis geplaatst worden.” “Iedereen was daarom erg geroerd door de reactie van de buurt bij de opening”, vertelt Van Rood. “De kinderen waren nog niet ingetrokken, maar het team van Jeugdformaat was er wel. De omwonenden hadden cadeautjes meegenomen en geld ingezameld voor een buurtbarbecue. Onze inspanningen in het voortraject, van een excursie met bewoners naar andere gezinsvervangend huizen tot informatieavonden en uiteindelijk een gang naar de rechter, wierpen uiteindelijk toch hun vruchten af. We moesten vooral een paar hardliners overtuigen en hun vooroordelen ombuigen.”
Gemoedelijke plek
“Het gaat niet om probleemkinderen, maar vooral om kinderen die in de problemen zitten”, zegt ook Dinsbach. “De praktijk bewijst inmiddels dat het gezinsvervangend huis een gemoedelijke plek in het Westland is. Natuurlijk rolt er wel eens een bal in de tuin van de buren, maar daar zijn het kinderen voor. Het belangrijkste is dat er voor Westlandse jongeren nu een plek is binnen hun eigen gemeenschap. Per slot van rekening kan het ieders nichtje of buurjongen zijn.”
In kort bestek
Locatie / ’s-Gravenzande Project / Aankoop, verbouw en verhuur van gezinsvervangend huis voor jongeren Opdrachtgever / Vestia Westland Zorgpartij / Stichting Jeugdformaat Aannemer / Weba Bouwbedrijf
Gezinsvervangend huis voor Westlandse jongeren Het kan ieders nichtje of buurjongen zijn
2
Wonen voor iedereen in de wijk
“Het sociaal isolement doorbreken is de best denkbare zorg” Interview
15
Nederland heeft het hoogste aantal psychiatrische bedden ter wereld en de zorgkosten exploderen al jaren. Prognoses geven aan dat er in 2025 135 miljard euro nodig is, een verdubbeling van de kosten ten opzichte van 2010. Dat vraagt om een efficiencyslag en verdere modernisering. Kansen liggen er op het gebied van preventie, e-health en vergaande samenwerking tussen woningcorporaties en zorginstellingen. “Zorg, huisvesting en schuldhulpverlening moet je geïntegreerd aanbieden.”
“Goede woonomstandigheden helpen mensen om zich weer happy te voelen.”
Frits Verschoor bestuursvoorzitter PBG Vastgoed Holding en Participatie
Erik Staal voorzitter Raad van Bestuur Vestia Groep
Dat vinden Frits Verschoor, parttime bestuursvoorzitter van PBG Vastgoed Holding en Participatie van de Parnassia Bavo Groep, en Erik Staal, voorzitter Raad van Bestuur van de Vestia Groep. “Het kan iedereen overkomen: je relatie loopt op de klippen, een scheiding volgt en op je werk kun je je slecht concentreren en ben je vaak afwezig. Na een reorganisatie raak je ook nog je baan kwijt. Door een kostbare echtscheidingsprocedure wordt het steeds lastiger om de huur te betalen en om alle leed wat te verzachten begin je te drinken. Weer een halfjaar later sta je op straat. Zonder partner, zonder huis, zonder baan. Maar wel aan de drank en behoorlijk depressief. Dit had voorkomen kunnen worden door eerder in het traject de signalen op te vangen én te delen met gespecialiseerde partners. Als woningcorporatie of zorginstelling alleen begin je weinig, maar in een geïntegreerde aanpak ligt het begin van de oplossing. Zeker als je er in een vroeg stadium bij bent.”
16
17
Wonen voor iedereen in de wijk
“Inspelen op jongeren doe je met scholing, werkprojecten, psychische hulp en passende huisvesting.”
Matched care
“Met preventie is veel te winnen”, stelt Verschoor. “Bij Parnassia werken we steeds meer volgens het ‘matched care’ principe, waarbij we in een vroeg stadium de juiste diagnose stellen en snel de bijpassende zorg kunnen bieden. Dit in tegenstelling tot de ‘stepped care’ aanpak, waarbij een cliënt eerst lichte zorg krijgt en pas zwaardere zorg als dat nodig blijkt. Niet alleen krijgen mensen hierdoor direct de meest passende zorg, we kunnen ook de beddenbezetting terugbrengen en alleen gebruiken voor wie er echt geen alternatief is. In het verlengde daarvan geeft ook e-health preventie een enorme impuls. Zo kunnen mensen met een milde depressie door online therapie de helft van hun gesprekken via internet voeren.”
Multiprobleemgezinnen
“Ook vanuit de buurt bezien, werkt het om mensen met psychische problemen zo snel mogelijk hun zelfstandigheid terug te geven”, vult Staal aan. “Op deze mensen wordt beter gelet dan op de kinderen van de buren. Daar kun je gebruik van maken. Zo zien we dat goede woonomstandigheden mensen helpen om zich weer happy te voelen. Ze houden hun huis netjes en gaan weer vrienden opzoeken. Het sociaal isolement doorbreken is de best denkbare zorg.” Om die reden heeft Parnassia ook schuldhulpverlening toegevoegd aan het aanbod. Verschoor: “Dat was voorheen bij de gemeente belegd, maar omdat zorg en schuldhulpverlening aanpalende gebieden zijn – maatschappelijke problemen vind je altijd bij multiprobleemgezinnen – hebben we besloten daar zelf in te investeren.”
IJzeren discipline
Parnassia is daardoor uitgegroeid tot een organisatie van formaat met acht onderdelen met eigen doelgroepen en een back office die zorg draagt voor onder andere het vastgoed, HRM, treasury, opleiding en onderzoek. Verschoor: “Als je van buitenaf kijkt, is het groot, maar we kiezen juist voor een kleinschalige aanpak. Het concern is er voor de zorgonderdelen, niet andersom.” In die visie en aanpak vinden Vestia en Parnassia elkaar. Staal: “Ook Vestia is groot in klein blijven. We zijn er voor de bedrijven die een enorme lokale verankering hebben. Schaal zegt mij niets. Wel keuzes maken en die met ijzeren discipline doorvoeren. Daarbij is het belangrijk om steeds alert te blijven op trends en mogelijkheden.”
Nederland vooruit helpen
De samenwerking tussen Vestia en Parnassia bestaat al zo’n twintig jaar. Zo is er een jaarlijks convenant dat garandeert dat psychiatrische cliënten die weer op eigen benen kunnen staan, een woning kunnen huren bij Vestia. Ook zijn er voorbeelden van omgekeerde integratie, waarbij Vestia een woonwijk bouwde rondom een psychiatrische instelling. En ook nu staan beide organisaties aan de vooravond van nieuwe gezamenlijke projecten in Rotterdam, Den Haag en daarbuiten. Zoals Mi Casa, een kantoorgebouw aan de Zichtenburglaan in Den Haag, dat verbouwd is voor dak- en thuislozen. Staal: “Leidmotief is steeds de toekomst van zorg en wonen. Met professionalisering als belangrijkste succesfactor om wonen in de wijk voor iedereen mogelijk te maken. Dat doen we elk vanuit onze eigen professionaliteit. Waarbij Vestia op maat gesneden huisvesting tegen een acceptabel prijsniveau biedt. En Parnassia garant staat voor eigentijdse zorg.”
Een kwestie van doen
“De organisaties voelen elkaar goed aan en twintig jaar samenwerking heeft een duurzame vertrouwensband opgeleverd”, ervaart ook Verschoor. “Over en weer dragen we ideeën aan en we zijn beide gericht op nieuwe ontwikkelingen. Kansen liggen er bijvoorbeeld in de gezinsontwikkeling van Nederland met veel gebroken gezinnen en nieuwe gezinssamenstellingen. Dat brengt een heel eigen dynamiek met zich mee met specifieke eisen voor zorg en huisvesting.” “En onderwijs”, voegt Staal daaraan toe. “Want investeren in onze samenleving is niet alleen maatschappelijk van aard, maar vooral ook onderwijskundig. Je ziet veel jongeren die verslaafd zijn, crimineel en werkloos. Door scholing, werkprojecten, psychische hulp en passende huisvesting willen wij erop inspelen om ook die vraag goed te accommoderen. Linksom of rechtsom trekt de overheid zich steeds verder terug, dus juist door samenwerking is ongelooflijk veel te winnen. Wij zijn in ieder geval de discussie voorbij. Maatschappelijk ondernemerschap vraagt lef en besluitvaardigheid. En wat ons betreft is het gewoon een kwestie van doen.”
Case 1
18
2 Case
Wonen voor iedereen in de wijk
Wonen voor iedereen in de wijk
Kleinschalige woonvorm voor dementerenden Vertrouwd leven net als thuis die een aantal keren werd herhaald. Op drie locaties stonden duplexwoningen, die vooral werden bewoond door ouderen. De woningen voldeden niet meer aan de eisen van deze tijd en de behoeften van de bewoners, want ze waren klein en de boven verdieping was moeilijk toegankelijk. Als onderdeel van de grootscheepse herstructurering van Hordijkerveld besloot Vestia deze woningen te slopen. Op twee plekken kwamen er eengezinswoningen voor terug, maar de Endeldijk, met een lastige open plek aan de achterkant, kreeg een andere bestemming.
Vliegende doorstart
In kort bestek
Locatie / Rotterdam Project / Realisatie en verkoop van kleinschalig woonzorgcomplex Opdrachtgever / Vestia Rotterdam Zuid Zorgpartij / Aafje Ontwikkelaar / Estrade Projecten Architect / Jorissen Simonetti
Middenin Hordijkerveld ligt aan de gelijknamige straat het wooncomplex Endeldijk. Een kleinschalige woonvorm die Vestia speciaal heeft gebouwd voor dementerende ouderen van Aafje, voorheen De Stromen Opmaat Groep. Anders dan in een verpleeghuis kunnen dementerenden hier met begeleiders, vrienden en familie het vertrouwde leven van thuis volledig voortzetten. Hordijkerveld is een tuinstad, gebouwd tussen 1958 en 1963. De wijk heeft de structuur van een boom met de hoofdwegen als stam, de straten als takken en de woonpaden als nerven. Zo ontstond een hele groene wijk met een stedenbouwkundige stempel
In opdracht van Aafje ontwikkelde Vestia hier een kleinschalig wooncomplex voor dementerende ouderen. De planning liep wat vertraging op door perikelen rondom de bouwvergunning, maar door de keuze voor Jorissen Simonetti, een architecten bureau met veel ervaring op het gebied van zorgcomplexen, liep die achterstand niet verder op. Binnen een halfjaar werd het traject van tekentafel tot start bouw afgelegd. Daarbij had Aafje inspraak op het programma van eisen. Zo stelden zij voor dat er drie logeerkamers zouden komen waar familie en vrienden een nachtje kunnen overblijven. De vierde ‘vrije’ kamer kreeg een andere bestemming. In geval van overlijden van één van de bewoners, kan de rouwverwerking daar plaatsvinden. Bijzonder was ook dat de badkamer tijdens de ontwerpfase werd uitgetimmerd in de werkplaats van de aannemer. Om met zorgbedden de badkamer in te kunnen, was namelijk behoefte aan een slimme looplijn en een indeling die het zorgpersoneel zo min mogelijk zou belasten.
Taart bakken
Het uiteindelijke resultaat is een symmetrisch gebouw met twee keer twee verdiepingen en een gespiegelde indeling. Het biedt een thuis aan 26 dementerende ouderen. De vier woongroepen hebben elk een gemeenschappelijke ruimte. Daarnaast beschikken alle bewoners over een eigen woon/slaapkamer, toilet en badkamer. Endeldijk biedt een oplossing waarbij wonen en intensieve zorg op een prettige manier met elkaar zijn verweven. Aafje vindt het belangrijk dat dementerenden hun privéleven behouden en zich thuis voelen. Familie en vrienden die iemand graag wil zien, komen in Endeldijk gewoon over de vloer. Een taart bakken met je dochter, een logé. Het kan er allemaal, net als thuis.
In de Zoetermeerse nieuwbouwwijk Oosterheem verrees in 2009 een bijzonder complex. Waterparel is een veelzijdig complex met woningen voor gezinnen, startende onder nemers, senioren en cliënten met een licht verstandelijke beperking van Steinmetz | de Compaan. En met de CentrumCampus en de Randstadrail op steenworp afstand, hebben zij ook diverse voorzieningen, ontspanning en openbaar vervoer binnen handbereik. Oosterheem is de jongste wijk van Zoetermeer met inmiddels zo’n 6.100 woningen en 17.500 inwoners. De ontwikkeling van de voorzieningen liep tot nu toe wat achter bij de woningbouw. In 2009 heeft Vestia een project voor wonen en zorg, Waterparel, opgeleverd en een ander groot project, CentrumCampus, in aanbouw genomen. Waterparel bestaat uit 37 eengezinswoningen, 32 appartementen voor 65-plussers en 26 appartementen voor cliënten van Steinmetz | de Compaan. Ze hebben een eigen steunpunt voor hun sociale contacten, ontspanning en professionele begeleiding. Het werkt, ook voor de senioren, want zij vinden het een geruststellende gedachte dat zij bij het steunpunt terecht kunnen.
Omvangrijke vergrijzing
In de jaren ’70 en ’80 was Zoetermeer een groeistad met een overwegend jonge bevolking. De ouders uit die tijd zijn de senioren van morgen. Zoetermeer wacht dan ook een omvangrijke vergrijzing. Het aantal 55-plussers groeit gestaag en binnen die groep stijgt het aantal hoogbejaarden. Ouderen kunnen in principe lang zelfstandig blijven wonen als hun woning levensloopgeschikt is en met hulp van thuiszorg, mantelzorg en voorzieningen in de buurt. Hier ligt een forse opgave voor woningcorporaties. De vraag naar seniorenwoningen neemt toe en ook de behoefte aan zorgsteunpunten in de wijk. In het hart van Oosterheem ontwikkelt Vestia daarom de CentrumCampus voor wonen, zorg en welzijn. De wijkbewoners vinden hier onder meer een compleet gezondheidscentrum, een bibliotheek, een wijkpost van de gemeente, een kinderdagverblijf, een fitness- en welnesscentrum en een grand café met recreatieruimte.
Veelzijdig ideaal
Het ideaal is een veelzijdige wijk waar plaats is voor verschillende leefstijlen, samenlevingsvormen, leeftijden en inkomens. Een wijk waar ook gewerkt wordt. Op de hoeken van de eengezinswoningen van de Waterparel zijn daarom woonwerkwoningen gebouwd voor startende ondernemers. Op de begane grond is een kantoor- of praktijkruimte met een eigen entree. Elders in Oosterheem heeft Vestia eerder met succes dergelijke woningen gebouwd.
Waterparel Een parel in de wijk
In kort bestek
Locatie / Zoetermeer Project / Ontwikkeling en verhuur van eengezins-, woonwerk- en seniorenwoningen en woningen met steunpunt Opdrachtgever / Vestia Zoetermeer Zorgpartij / Steinmetz | de Compaan Ontwikkelaar / Ceres Projecten Architect / HVE architecten
De belangstelling is groot en je vindt er kleinschalige bedrijven zoals een kapsalon, een internetwinkel en een bruidsjurkenatelier. Zij geven een eigen kleur aan de wijk.
Hoe kouder, hoe warmer
Maatschappelijk ondernemen is ook duurzaam ondernemen. Zo is de Waterparel goed geïsoleerd en uitgerust met een klimaatsysteem dat gebruikmaakt van grondwaterverwarming én -koeling. In alle vloeren liggen leidingen waardoor water wordt gepompt. Hoe kouder het buiten wordt, hoe warmer het water is dat via de leidingen wordt rondgepompt. Omgekeerd, neemt het koele water in de zomer de warmte uit de woning op. Zo hebben de kamers in alle seizoenen een aangename temperatuur. Al deze maatregelen zorgen voor een zeer laag energiegebruik. De bewoners hebben daardoor de langdurige zekerheid van ongeveer gelijkblijvende energiekosten. De milieuwinst ten slotte zit in minder CO2-uitstoot.
19
Case 3
20
21
Wonen voor iedereen in de wijk
Steunpunt Drentheplantsoen Klaverjassen in de buurthuiskamer
In de vijf flats aan het Drentheplantsoen in de Haagse wijk Morgenstond woonden vooral senioren, toen er in 2007 ook cliënten met een licht verstandelijke beperking van Steinmetz | de Compaan kwamen wonen. Ook werd er een steunpunt gerealiseerd voor de cliënten en de buurtbewoners. Het was even wennen, maar tegenwoordig fungeert het steunpunt als buurthuiskamer. Het Drentheplantsoen was altijd al een complex met een actieve bewonerscommissie. Toen bekend werd dat Vestia een samenwerkingsverband was aangegaan met Steinmetz | de Compaan en 24 woningen had gereserveerd voor verstandelijk beperkten, stond niet iedereen meteen te juichen. Locatiehoofd Bernhard Hemme greep de realisatie van het steunpunt daarom aan om de bewoners over hun koudwatervrees heen te helpen. “Van meet af aan ben ik nauw opgetrokken met huismeester Huib Bokshoorn van Vestia en de bewonerscommissie. We wilden namelijk laten zien dat het steunpunt ook voor hen betekenis zou hebben. Onder de bewoners bestond namelijk behoefte aan een ‘soos’ voor gezamenlijke activiteiten en met de komst van het steunpunt kwam daar een geschikte ruimte voor.”
het bij voorkeur zorgvrij houden, maar door ontwikkelingen in de wijk, kregen de plaatselijke trombosedienst en de pedicure ook een ruimte tot hun beschikking. Ook is er regelmatig een ouderen consulent aanwezig en is het steunpunt stem bureau geworden. Sindsdien trekt het eigenlijk mensen uit de hele wijk aan. Niet alleen heeft dat vrijwilligers opgeleverd, maar ook een veiliger gevoel. Want sinds wij er zijn, is er beduidend minder overlast van hangjongeren.”
Geslaagde integratie
“Ook de cliënten voelen zich hier helemaal thuis”, vertelt Hemme. “Het zijn fantastisch leuke woningen en de nabijheid van het steunpunt, waar ze dag en nacht terecht kunnen, zorgt voor een geborgen gevoel. Je ziet ze zichtbaar genieten van hun privacy en dat ze zelf kunnen bepalen wie hun huis binnenkomt. Wat mij betreft is het echt win-win voor alle partijen. We laten met z’n allen zien dat buurt bewoners en mensen met een verstandelijke beperking heel goed naast en met elkaar kunnen wonen. Onze cliënten hebben bewoners wat te bieden. En omgekeerd ook.”
Burendienst
De cliënten op het Drentheplantsoen hebben allemaal een zelfstandige woning, maar door de aanwezigheid van het steunpunt kunnen zij ook samen activiteiten ontplooien en begeleiding krijgen. “Het steunpunt heeft echt een huiskamerfunctie”, zegt Hemme. “Mensen kunnen er eten, internetten, tv kijken en spelletjes doen. Voor de begeleiding van de cliënten is 24 uur per dag iemand van Steinmetz | de Compaan aanwezig. Er is een slaapdienst die in één van de flats overnacht, maar bij wijze van burendienst ook wel eens een bewoner helpt. Hetzelfde geldt voor de cliënten, die over het algemeen wat jonger en vitaler zijn en de oudere bewoners vaak even helpen met boodschappen tillen. Daar kweek je goodwill mee. Het Drenthe plantsoen is daardoor een soort dorp in Morgenstond geworden.”
Minder hangjongeren
“Andere steunpunten hebben beduidend meer moeite om de buurt erbij te betrekken”, weet Hemme. Hij schrijft dit succes toe aan de goede contacten met de huismeester en de bewoners commissie. “Vanuit die gemeenschappelijke basis kun je het steunpunt gaan uitbouwen. We wilden
In kort bestek
Locatie / Den Haag Project / Uitbreiding bestaande bouw met steunpunt Opdrachtgever / Vestia Den Haag Zuid-West Zorgpartij / Steinmetz | De Compaan Ontwikkelaar / Ceres projecten Architect / Jos Westra
Case 4
22
23
Wonen voor iedereen in de wijk
De Eliotflat was één van vier identieke flats van Vestia Rotterdam Noord in Ommoord. Een grote onderhoudsbeurt was aanleiding om eens na te denken over de toekomst van het gebouw. Gezien het grote aantal oudere bewoners, het nabijgelegen verzorgingshuis Nijeveld en de wijkvisie was de conclusie onvermijdelijk: de Eliotflat moest een seniorencomplex worden. Met zorggarant. De woningplattegrond en het aantal kamers boden voldoende mogelijkheden om de flats te verhuren aan alle doelgroepen. “Toch besloot Vestia om voor de Eliotflat een uitzondering te maken”, vertelt Lucienne Slijkhuis, toenmalig beleidsmedewerker strategisch voorraadbeheer bij Vestia Rotterdam Noord. “De ligging van de flat – vlakbij verzorgingshuis Nijeveld – was namelijk gunstig om senioren aanvullende zorg te kunnen bieden. Bovendien was het een van de ambities uit de toekomstvisie van de gemeente om ouderen te stimuleren vanuit hun eengezinswoning door te stromen naar de Eliotflat. De woningen zouden daardoor vrijkomen voor gezinnen én de ouderen zouden zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen met de benodigde zorg. Om de hoek en in het gebouw. Want de Eliotflat is meer dan een seniorencomplex.”
Niet verdichten
In het oude gebouw bevonden zich 168 drie- en vierkamerappartementen en zeven maisonnettes. Na de uitvoering van het grootonderhoud zijn twintig woningen tot zorggarantwoning getransformeerd. Deze woningen zijn ontwikkeld door en met Stichting Laurens. Gekozen is voor maximaal twintig zorggarantwoningen omdat dit voor Laurens voldoende was om een zorgteam in de flat te stationeren. “Voor Vestia was deze bovengrens belangrijk om te voorkomen dat de Eliotflat een verzorgingscomplex zou worden”, legt Slijkhuis uit. “Nu is het een seniorencomplex dat wat extra’s te bieden heeft. De gezamenlijke ambitie van Vestia en Laurens was eigenlijk om ook nog een fysieke verbinding te maken tussen Nijeveld en Eliotflat door de aanleg van een overdekte looproute naar Nijeveld en aanleunwoningen in het groen. De ouderen zouden dan vier woonzorgopties hebben: een ‘gewone’ ouderenflat, een aanleun woning, een zorggarantwoning en Nijeveld. De deelgemeente besloot echter dat het niet wenselijk was om de bebouwing te verdichten, dus de corridor werd helaas niet gerealiseerd.”
Bewoond verbouwen
Voordat de verbouwing van de flat zelf van start kon gaan, rees de vraag of de zorggarantwoningen bij elkaar of verspreid door het gebouw zouden komen.
Het werd een gespreide ligging, waarbij Vestia de verbouwing tot een zorggarantwoning na een mutatie aanpakte. “Dat had nogal wat voeten in aarde”, herinnert Slijkhuis zich, “want ook de overige woningen moesten aangepakt worden. In bebouwde staat en met vooral oudere bewoners. Ga er maar aan staan. Een sociaal plan was dus onmisbaar. Bewoners kregen onder andere één maand huur correctie en een vergoeding voor de overlast, die werd uitgekeerd als hun galerij aan de beurt was geweest. Als genoegdoening.”
Zorggarantwoningen Eliotplaats Meer dan een ouderenflat
Huisbezoeken
“Ook hebben we een bureau in de arm genomen om huisbezoeken af te leggen”, vervolgt Slijkhuis. “Zij vertelden de bewoners precies wat er ging gebeuren en het was een mooie manier om vragen en klachten te tackelen, bijvoorbeeld over de meerwaarde van het vergroten van hun badkamer. Vaak bleek weerstand gestoeld op praktische bezwaren. Een niet te tillen kast. Het doorlopen van de vloerbedekking. We hebben dus ook extra hulp geboden als mensen er helemaal alleen voor stonden. Ook richtten we een modelwoning in om de positieve kant van de verbouwing te laten zien. Dat is uiteindelijk gelukt. De bewoners van de zorggarantwoningen zijn razend enthousiast over hun vernieuwde woning die volledig rolstoeltoegankelijk en -doorgankelijk is, een ruimere badkamer heeft en waarin het keukenblad versteld kan worden. Ook de buitenkant is gerestyled. De kopgevels zijn gewijzigd en de balkonhekken en galerijen zijn verhoogd om te kunnen voldoen aan het pluslabel voor seniorenwoningen.
In kort bestek
Locatie / Rotterdam Project / Grootonderhoud seniorenflat en ontwikkeling zorggarantwoningen Opdrachtgever / Vestia Rotterdam Noord Zorgpartij / Stichting Laurens Wonen Ontwikkelaar / Estrade Projecten Architect / Han van Zwieten
Case 5
24
25
Wonen voor iedereen in de wijk
Hofje van Pauw Mooi, beschermd en toch midden in de stad
Een oase van rust midden in het centrum van Delft. Het Hofje van Pauw is een bijzondere plek en wordt dan ook vaak vermeld in toeristische stadswandelingen. Ook bijzonder is het feit dat dit monumentale hofje uit 1707 zo’n vijftien verstandelijk beperkten huisvest. Zij leiden hier een beschermd en min of meer zelfstandig bestaan.
eetkeukens. Er is veel ruimte voor het uitoefenen van hobby’s en het ontvangen van vrienden of familie. In het weekend is het begeleidend team van Ipse continu aanwezig en door de week vanaf één uur ’s middags tot de volgende dag half elf. Alle bewoners zijn overdag aan het werk. Dat is, net als veel andere voorzieningen, op loopafstand.
Vestia Delft heeft het hofje al heel lang in haar bezit. Oorspronkelijk woonden er uitsluitend ‘gewone’ huurders. “Maar”, vertelt Brenda Heppener, manager Klantenservice & Verhuur bij Vestia Delft, “wij hebben al jaren een hechte samenwerking met stichting Ipse de Bruggen. Omdat zij destijds al op zoek waren naar huisvesting voor hun cliënten, en wij het hofje graag een nieuwe impuls wilden geven, was de ‘match’ snel gemaakt. Wij zijn blij met deze bestemming, want die past binnen onze doelstelling om huisvesting voor kwetsbare groepen te realiseren. Bovendien kunnen we deze niet-alledaagse woningen veel beter beheren met Stichting Ipse als huurder dan met allerlei verschillende huurders.”
Doorlopend project
Het hofje staat op de monumentenlijst. Aan de buitenkant van de voormalige Begijnenwoningen mag dus niets worden gewijzigd. Maar de binnenkant is ingrijpend aangepast, want de woningen zijn oud, klein en met beperkte voorzieningen. De verbouwing was een doorlopend project. Als een ‘gewone’ huurder vertrok, werd deze, in nauw overleg tussen Ipse en Vestia, verbouwd tot twee zelfstandige eenheden met moderne voorzieningen. Daarnaast is in 2007 de tuin helemaal leeggehaald en opnieuw aangelegd. De moestuin en een zeer oude boom zijn daarbij intact gebleven.
Nagenoeg zelfstandig
De bewoners van het Hofje van Pauw kunnen zich redelijk tot bijna geheel zelfstandig redden. De woningen zijn hier ook op afgestemd. Zo is een aantal woningen samengevoegd en verbouwd tot ‘aanleunwoningen’. De bewoners ervan wonen min of meer zelfstandig. Maar zij kunnen ook terugvallen op de faciliteiten van het gezinsvervangend tehuis aan de overkant van het binnenhof. Dit huis, dat vijftien jaar geleden voor Ipse werd verbouwd, biedt elf zit/slaapkamers en twee ruime woonkamers en
In kort bestek
Locatie / Delft Project / Renovatie en verhuur van monumentaal hofje Opdrachtgever / Vestia Delft Zorgpartij / Stichting Ipse de Bruggen Bouwadviseur / Froger Vastgoed
“Onze samenwerking is volwassen geworden”
Hart voor wonen en zorg
Rondetafelgesprek
27
Vestia is een partij van formaat die vastgoed ontwikkelt, beheert, financiële middelen heeft en die de afgelopen jaren heel veel kennis heeft opgebouwd met en over de zorg. Eric Borggreve is programmamanager Wonen en Zorg sinds het eerste uur. “De afgelopen tien jaar is wonen en zorg een integraal onderdeel van onze bedrijfsvoering geworden, dat begint op het hoogste bestuursniveau en doorsijpelt tot individuele medewerkers die dagelijks één op één contact onderhouden met hun counterpart bij een zorginstelling.” “Zo blijft de rolverdeling. Vestia levert nadrukkelijk geen zorg, heeft geen zorgpersoneel in huis en gaat die zorg ook niet zelf aanbesteden”, licht Arie Moerman, directeur Estrade Projecten, toe. “We exploiteren maatschappelijk vastgoed. Onze aanpak is flexibel en kritisch en we hebben een enorm netwerk, waardoor we zowel reactief als pro-actief kunnen samenwerken met zorginstellingen.”
“Vroeger was de productiecapaciteit bepalend, nu weegt visie en betrokkenheid net zo zwaar.” Eric Borggreve
De transformatie van de zorgsector gaat door en bezuinigingen zijn een gegeven. Kleinschalig wonen, maatwerk en domotica zijn begrippen van het eerste uur die hier en daar toch wat sleetse plekken beginnen te vertonen. Samenwerking op basis van goed vertrouwen maakt plaats voor een professionele benadering met zwaardere eisen aan alle partijen. Niet verwonderlijk, want de financiële risico’s zijn groot. De relatie tussen zorginstellingen en corporaties is volwassen aan het worden. De programmamanager Wonen en Zorg, twee bedrijfsdirecteuren en twee projectontwikkelaars verkennen het speelveld.
“We signaleren niet alleen financiële knelpunten, er moeten ook oplossingen komen voor herbestemming van oudbouw, zorgondernemerschap en vergrijzing”, vult Willem van Vliet, directeur Ceres Projecten, aan. “De concurrentie tussen zorginstellingen neemt toe. Zorginhoudelijk moeten zij zich onderscheiden, maar ook qua huisvesting. Hoe adequater de huisvesting en hoe beter de ligging, hoe meer dat overtuigt.” Moerman: “Ruimte is voor iedereen fijn, naarmate het buiten drukker wordt. Het liefst geef je iedereen 100m2 woonoppervlak.” “Vraag is waar de ondergrens ligt. En wat wij bieden als Vestia”, werpt Gert den Ouden, directeur Vestia Zuid Nederland, op. “We zien in verpleeghuizen bijvoorbeeld dat algemene ruimten zijn opgeofferd aan linnenkamers. Die ruimte kun je ook anders gebruiken. We denken graag mee om voor iedereen de perfecte woning te realiseren. Levensloopgeschikt in combinatie met voorzieningen, zorg en activiteiten.”
Eric Borggreve programmamanager Wonen en Zorg
Arie Moerman directeur Estrade Projecten
Teus Rook directeur Vestia Noord Nederland
Willem van Vliet directeur Ceres Projecten
Gert den Ouden directeur Vestia Zuid Nederland
Waarom is samenwerken aan zorgeloos wonen zo belangrijk?
“Wij geloven in keuzevrijheid van mensen die dat door allerlei beperkingen niet vanzelfsprekend hebben”, stelt Borggreve. “Met Steinmetz | de Compaan hebben we inmiddels zo’n twintig projecten lopen. In samenwerking met Vestia is in de loop der jaren beleid ontstaan. Bijvoorbeeld op het gebied van kleinschalig wonen en satellietwoningen. De kwaliteit van leven van de bewoners is daardoor enorm toegenomen. Ze zijn niet langer weggestopt in instellingen, maar maken deel uit van de samenleving.” “Mensen die zorg nodig hebben, hebben minder kansen en er staat hun een oerwoud aan loketten te wachten”, zegt Moerman. “Vestia daarentegen is gewend aan die bureaucratie en kan die waar nodig bestrijden. Door de samenwerking met zorgpartijen goed in te richten, kunnen we kwetsbare groepen makkelijker goede huisvesting en toegankelijke zorg bieden. Dan is er in ieder geval één drempel geslecht.”
“Onze aanpak is flexibel en kritisch en we hebben een enorm netwerk.” Arie Moerman
Gert den Ouden
28
Hart voor wonen en zorg
“In het verlengde daarvan kunnen we ook zorgpartijen ontzorgen”, vervolgt Borggreve. “We weten hoe de hazen lopen als het gaat om projectontwikkeling, ruimtelijke ordening en stedenbouwkundige plannen. De inzet van die expertise kan veel besparen en grote procedurele fouten voorkomen.”
Wat is de toegevoegde waarde van Vestia?
“Soms geven zorginstellingen aan dat ze meerdere partijen langs zijn geweest”, vertelt Borggreve. “Het gaat dan vaak om grote spelers met een landelijke of regionale dekking, zoals Parnassia, Thomashuizen, Steinmetz | de Compaan en Jeugdformaat. Als landelijke corporatie met eigen projectontwikkelaars kan Vestia juist voor dit soort partijen het verschil maken.” Van Vliet: “Tel daar onze uitgebreide beheerorganisatie bij op en het gegeven dat wij in onze kerngebieden ook grondposities hebben.” “Vestia is ook zeker bereid om te investeren”, stelt Teus Rook, directeur Vestia Noord Nederland, “hoewel we in de afgelopen jaren wel geleerd hebben dat intentieovereenkomsten met zorginstellingen ook geen garantie geven als zij in de financiële problemen komen. We lopen grote risico’s bij de ontwikkeling van complexen, maar zijn onder voorwaarden bereid die risico’s te nemen. Eén van de aspecten die bij de besluitvorming een rol speelt, is de vraag hoeveel maatwerk we gaan realiseren. Want stel dat een zorginstelling afhaakt, dan moet je de woningen makkelijk kunnen omvormen naar woningen voor andere doelgroepen.” Van Vliet: “Voordat we met een partij in zee gaan, willen we daarom een integrale blik hebben op het volledig bezit. Wat dat betreft zijn we een beetje als een bank die de exploitatieplannen van een ondernemer bekijkt. Ook wij maken een quick scan van de financiële positie, de kwaliteit van het management en de organisatie.” “Bij nieuwe vragen maken onze ontwikkelmanagers een analyse van de voorraad”, licht Moerman toe. “Door de jarenlange samenwerking met zorginstellingen hebben we veel kennis over maatschappelijk vastgoed in huis. Dat maakt dat we kritische vragen kunnen stellen en snel inzicht kunnen geven in de mogelijkheden, kansen en risico’s.”
“Door vraaggestuurd denken zullen andere producten in de zorg ontstaan.” Willem van Vliet
Wat zijn de randvoorwaarden voor die samenwerking?
“Onze visie op de markt is meer gefocust geworden”, noemt Den Ouden. “Meer dan voorheen proberen we de kernvraag te achterhalen voordat we aan de slag gaan.” Borggreve: “Vroeger was de productie-capaciteit bepalend, tegenwoordig vinden we de visie en betrokkenheid van een zorgpartij minstens zo belangrijk. Bij een vraag voor kleinschalig wonen voor dementerenden kon het dus gebeuren dat we uitgingen van zes bewoners per paviljoen en dat achteraf bleek dat er nog een kamer voor een toezicht-houder bij moest komen. Bij veertien paviljoens zijn dat veertien extra kamers die niet gebudgetteerd waren. Het is dus heel belangrijk dat de visie van een zorginstelling is doorgewerkt in de plannen.” Moerman: “Omdat er zoveel verandert in de zorg – zowel qua financiering als op het gebied van vraaggestuurd denken – merk ik dat Vestia wat terughoudender wordt om allerlei concepten te ontwikkelen. Onze ervaring leert dat die soms achterhaald zijn voordat de eerste paal geslagen wordt.”
“De perfecte woning is levensloopgeschikt met 29 voorzieningen en zorg.” “Door vraaggestuurd denken zullen de komende jaren hele andere producten ontstaan in de zorg”, voorziet Van Vliet. “Er is nu sprake van een overgangssituatie waarin veel bestuurders en directies met één been in het verleden en met één been in de toekomst staan. Zorgvernieuwing zal in toekomst vooral bedrijfsmatig van aard zijn. De zorg zelf zal minder aan verandering onderhevig zijn.” Moerman: Een voorbeeld: op verzoek van een zorginstelling hebben we ook een sauna en een stilteruimte gebouwd. Een halfjaar na oplevering zijn ze nog niet in gebruikgenomen, omdat bewoners en omwonenden niet weten dat deze voorzieningen er zijn. Het geeft aan dat het zorgondernemerschap beter uitgenut kan worden. Dat is een eerste vereiste voordat we de volgende stap in zorgvernieuwing kunnen zetten.”
Wat is het wenkend perspectief?
“Weten wat er verandert in de zorg. Flexibel bouwen. Dat blijven onze uitdagingen voor de toekomst”, noemt Rook. “We zien dat er steeds meer oog komt voor woonmilieus. Dat sluit naadloos aan bij de leefstijlaanpak van Vestia. Een zorginstelling in Delfzijl heeft een andere doelgroep dan in Groningen. Dat vraagt dus ook om een andere uitstraling, die vertaalt moet worden naar het programma van eisen, de bedrijfsvoering en de zorg. Het is bijna vanzelfsprekend geworden dat er bij ouderenhuisvesting een ontmoetingsruimte wordt gerealiseerd. Maar wat als er om de hoek al een leuke brasserie zit?” “Hetzelfde geldt voor domotica”, haakt Van Vliet daarop in. “Een toverwoord, zo leek het, maar in de praktijk wordt er vaak maar nog een klein deel van de functionaliteiten gebruikt.” Moerman: “Eigenlijk zie ik grote parallellen met ons eigen vak. Visies komen en gaan. Na-oorlogse portiekflats of typische jaren 80-woningen zijn ooit ook met de beste bedoelingen neergezet, terwijl we daar nu hele andere inzichten over hebben.” “Een flexibele instelling en met elkaar in gesprek blijven is daarom het allerbelangrijkst”, concludeert Den Ouden. “We investeren in relaties en contacten en nodigen iedereen uit om zijn verhaal bij ons te doen!”
En de ambities voor de komende jaren?
“Zodra de mogelijkheid zich aandient, willen we graag een echt vernieuwende woonzorgzone realiseren”, noemt Moerman. “Wat mij betreft is dat toch de ultieme verbinding tussen buurtbewoners en bijzondere doelgroepen. Ook zie ik veel mogelijkheden voor formules à la Thomashuizen, waarbij zorgondernemers zelf de sociale omgeving opzoeken. Het heeft vaak een enorme aanzuigende werking. Dat zie je wel aan het grote aantal vrijwilligers dat een steentje bijdraagt. Een mooi voorbeeld van actief buurtbeheer.” “Ontzorgen moet je met meerdere partijen doen”, zegt Borggreve tot besluit. “Krasjes op mensen worden veroorzaakt door de samenleving. Als je in Nederland één probleem hebt, heb je eigenlijk geen probleem. Pas bij meerdere problemen, begint het spaak te lopen, want dan treedt het kastje-muur-mechanisme in werking. Als we de zorgvraag kunnen uitstellen door het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen, een goede ketenaanpak en passende huisvesting, kunnen we voor velen een wereld van verschil betekenen.”
“Weten wat er verandert in de zorg. Flexibel bouwen. Daar draait het om.” Teus Rook
3
Grootschalige medische wijkvoorzieningen
“Vergaande ketenzorg biedt hele wijk perspectief” Interview
31
De combinatie van gloeilampen en koffie was ooit misschien net zo ongebruikelijk als een ziekenhuis en een woningcorporatie die de handen ineen slaan. Maar waar Philips en Douwe Egberts samen de succesformule Senseo bedachten, legden het Maasstad Ziekenhuis, vier zorgaanbieders en Vestia de fundamenten voor een uniek concept in Nederland: de Zorgboulevard Rotterdam.
De Zorgboulevard Rotterdam omvat het nieuwe Maasstad Ziekenhuis en de Medimall, waar zorgaanbieders, scholen, winkels en een restaurant te vinden zijn. Samen bieden ze niet alleen de ketenzorg waar een cliënt alle denkbare zorg kan vinden die je in een leven nodig hebt, de Zorgboulevard geeft heel Rotterdam Zuid een impuls. Met werkgelegenheid, woningen, winkels, een innovatielab en een Park & Ride met 600 parkeerplaatsen, vlakbij station Rotterdam Lombardijen. Vestia is eigenaar, met uitzondering van het deel waarop het ziekenhuis staat, en Vestia-bedrijf Estrade Projecten kwam samen met de aannemerscombinatie BAM/Ballast Nedam als winnende partij uit de bus om de Medimall te ontwikkelen.
Integrale gebiedsontwikkeling Paul Smits directeur Maasstad Ziekenhuis
Arie Moerman directeur Estrade Projecten
“Het concept ontstond toen bleek dat het niet mogelijk was om de grond waarop de zorgboulevard komt te staan, gescheiden te kopen”, begint ziekenhuisdirecteur Paul Smits. “Daarom heb ik meteen naar partners* gezocht. Op zorggebied, om invulling te geven aan een vergaand concept van ketenzorg. En op vastgoedgebied, om de grondexploitatie en ontwikkeling over te kunnen dragen aan een professionele partij.” Arie Moerman, directeur Estrade Projecten: “Die uitdaging gingen wij graag aan. De Zorgboulevard past namelijk helemaal in ons idee van integrale gebiedsontwikkeling. In Rotterdam Zuid hebben we net de omvangrijke herstructurering op woongebied achter de rug. Maar er is meer nodig om de bewoners op Zuid perspectief te bieden. Betere opleidingen met aansluiting op werk en goede gezondheidszorg in de wijk zijn minstens zo belangrijk.”
32
33
Grootschalige medische wijkvoorzieningen
Verrassende combinatie
“We willen de bevolking op Zuid iets extra’s bieden”, haakt Smits daarop in. “Meerwaarde van de Zorgboulevard is de clustering van zorgaanbieders en zorggerelateerde dienstverleners. Vestia speelt daarin een grote rol. Vanaf het moment dat de grondleggers met elkaar om tafel gingen, toonde Vestia zich enorm betrokken. Niet alleen waar het de nieuwbouw betrof, ze hebben ook meegedacht over potentiële huurders. Hun wijdvertakte netwerk en hun kennis van Zuid hebben daarbij zeer geholpen. De kracht van onze samenwerking zit in de verrassende combinatie. We maken gebruik van elkaars netwerk en expertise. Ook de houding van de gemeente helpt. Zij staan heel positief tegenover de komst van de Zorg boulevard. Op die manier ontstaan overal dwarsverbanden.”
Preventieve gezondheidszorg
De Zorgboulevard biedt vele kanskaarten, die langzaam maar zeker verzilverd worden. “De omgeving moest eerst wennen aan de komst van zo’n complex”, vertelt Moerman. “Maar inmiddels zien steeds meer partijen dat de Zorgboulevard een uitdagende omgeving is. Zo komt er in de Medimall een Innovatielab van de Hogeschool Rotterdam, heeft de GGD toezeggingen gedaan en komen er een bloedbank en onderzoekscentra voor borst- en darmkanker. We zetten in op preventieve gezondheidszorg en willen voorkomen dat mensen van steunkous naar steunkous lopen.” Smits: “We bieden een vraaggestuurd aanbod van innovatieve, goede en betaalbare zorg. Daarmee spelen we niet alleen in op de problematiek op Zuid, juist voor patiënten met meer complexe gezondheidsproblemen bieden totaaltrajecten en zorgarrangementen uitkomst. Bedoeling is dat mensen baas worden over hun eigen leven en zelf bepalen welke zorg ze nodig hebben.”
“De kracht van onze samenwerking zit in de verrassende combinatie. Woningcorporatie én ziekenhuis.” Flexibel bouwen
Het Maasstad Ziekenhuis en de Medimall vormen bouwkundig een geheel. “Ze zijn volgens een vast grit gebouwd, zodat we door de jaren heen gemakkelijk aanpassingen kunnen doen in de inrichting”, verklaart Moerman. “De poliklinieken zitten bijvoorbeeld allemaal naast elkaar op de begane grond. De indeling en grootte kunnen variëren door het verplaatsen van tussenwanden.” Smits vult aan: “Het Maasstad Ziekenhuis en de Medimall zijn ook fysiek met elkaar verbonden. Zo zitten onze revalidatie en plastische chirurgie aan de andere kant van de corridor, die beide gebouwen met elkaar verbindt.” Moerman: “En bij de planontwikkeling is ook voorzien in woningen.”
“Het Maasstad Ziekenhuis en de Medimall vormen bouwkundig een geheel, zodat we in de toekomst makkelijk aanpassingen kunnen doen.”
Zakendoen tussen kamerschermen
Om zo’n grootschalige medische wijkvoorziening van de grond te krijgen, is veel afstemming en discussie nodig. Daarom is de Vereniging Zorgboulevard in het leven geroepen, waarin de vijf founding fathers zitting hebben. Als gespreks partners van het eerste uur kennen ze elkaar door en door. Smits: “Je bouwt samen, deelt een maatschappelijk belang en ziet elkaar heel veel. Dat wrikt en schuurt echt wel eens, maar uiteindelijk hebben we een modus gevonden die werkt. Wat bindt, is onze gezamenlijke ambitie. Daarnaast is ieder verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijf. Het is als zakendoen tussen kamerschermen. Als je staat kun je elkaar zien, elkaar steunen en van elkaar leren, maar als je gaat zitten, trek je je terug in je eigen organisatie. Niemand bemoeit zich dan ook met de bedrijfsvoering van de ander, maar wie slecht scoort, zal daarop zeker worden aangesproken omdat dit nadelig is voor de Zorgboulevard als geheel. De voornaamste kracht is dat we de dingen die we leren uit het totaal, terugbrengen in onze eigen organisaties. Dat brengt ons allen verder. De zorgpartijen, de patiënten én Rotterdam Zuid.”
* De grondleggers van de Zorgboulevard Rotterdam zijn het Maasstad Ziekenhuis, Delta Psychiatrisch Centrum, Aafje (voorheen de Stromen Opmaat Groep), de Centrale Huisartsenpost Rijnmond en het Geboortehotel, een dochteronderneming van Kraamzorg Rotterdam.
4
Bijzondere woonvormen
“Zo gewoon mogelijk leven in een zo gewoon mogelijk huis” Interview
35
Iemand met een verstandelijke beperking moet niet integreren in de zorgwereld. De zorgwereld moet integreren in de gewone wereld. Dat is de formule en de kracht van de Thomashuizen. Een kleinschalige woonvorm voor acht bewoners met een verstandelijke beperking. Het huis wordt geleid door twee zorgondernemers, een echtpaar of stel, die er zelf ook wonen en die de bewoners een zo gewoon mogelijk leven in een zo gewoon mogelijk huis bieden.
Hans van Putten initiatiefnemer Thomashuizen
Arjanne Eerenvelt zorgondernemer
Frank Eerenvelt zorgondernemer
Initiatiefnemer en drijvende kracht achter de Thomashuizen is Hans van Putten. Na een lange, vergeefse zoektocht naar een fijne woonomgeving voor zijn verstandelijk beperkte zoon Thomas, besloot hij in 2001 het heft in eigen hand te nemen. Na het eerste Thomashuis volgden er meer. Zijn droom was honderd Thomas huizen te realiseren in tien jaar tijd. Sinds 2005 werkt hij daarom samen met Vestia. “Om de gewenste groei te realiseren, zocht ik een partij van formaat die in de Thomashuizen wilde investeren en ook over de grenzen van een regio kon heenkijken. Vestia is nu eigenaar van de meeste panden en verhuurt deze aan De Drie Notenboomen, die de huizen op haar beurt weer verhuurt aan de zorgondernemers. Een pragmatische aanpak, die goed werkt voor alle partijen.”
Droom
De magische grens van honderd Thomashuizen kwam eind 2010 in zicht. Van Puttens droom is uitgekomen, maar tijd om op zijn lauweren te rusten, vindt hij het allerminst. “Ik geloof nog steeds dat zorg draait om liefde en aandacht geven. Dat het welzijn van de bewoners centraal staat, niet het welzijn van de zorgaanbieder, het ‘systeem’ of het zorgaanbod. Er is nog steeds veel vraag naar wonen in een Thomashuis. Elk huis wordt geleid door twee gedreven zorgonder nemers. Zij wonen zelf, eventueel met hun kinderen, ook in het Thomashuis en vormen daardoor een constante factor voor de bewoners en hun ouders. Dat wordt
36
37
Bijzondere woonvormen
als zeer waardevol ervaren. Ouders stappen makkelijk even binnen voor een praatje en bewoners komen beter tot hun recht. De groeiambitie blijft dus, zij het op iets kleinere schaal met zo’n vier tot vijf Thomashuizen per jaar.”
Karakteristiek
Daarom reist Van Putten wekelijks kriskras door Nederland. Op zoek naar geschikte locaties om een Thomashuis te beginnen. “Het zijn meestal karakteristieke woonhuizen, monumentale panden of woonboerderijen, die in groene woonwijken of op rustige plekken in Nederland liggen. Waar reguliere instellingen vaak een wat kille uitstraling hebben, met hoogdrempelige entrees en lange gangen, kenmerken Thomashuizen zich door een huiselijke sfeer en inrichting. De zorgondernemers en de bewoners geven hier zelf vorm aan. Daarom is ieder Thomashuis uniek, net als een willekeurig gezin. De bewoners richten hun eigen kamer zelf in en de samenstelling en het karakter van de groep bepalen wie er, bij vertrek van een van de bewoners, voor in de plaats kan komen.”
Manier van leven
De zorgondernemers runnen het Thomashuis als een bedrijf. De essentie van het ondernemerschap is dat zij zelf invulling kunnen geven aan de zorg. Hun eigen creativiteit, kennis en ervaring worden zo optimaal benut. Een voorbeeld is het Thomashuis in Munein. Het eerste Thomashuis in Friesland en gevestigd in een pittoreske, oude vlasfabriek. Hier zwaaien Arjanne en Frank Eerenvelt de scepter over acht bewoners, een klein team van medewerkers en hun twee eigen kinderen Marlot en Timo. “Op papier heten we inderdaad zorgondernemers, maar we zien onszelf liever als hoofd van het gezin”, stelt Frank. “Een Thomashuis is een manier van leven. Je woont en werkt op dezelfde plaats. Dat moet je liggen. Voor ons is dat zeker het geval. We werkten hiervoor bij een grote zorginstelling, Arjanne bij begeleid zelfstandig wonen en ik als locatiemanager. Ervaring in de zorg is echt een vereiste. Je moet weten hoe het werkt met PGB’s en hoe de geldstromen in de zorg lopen. Ook moet je enigszins zakelijk onderlegd zijn. Frappant is dat Arjanne nu meer de administratie en logistiek voor haar rekening neemt en ik me meer met de mensen bemoei.”
Zoete inval
“Die bemoeienis bestaat niet uit allerlei toeters en bellen aanbrengen, maar zo gewoon mogelijk doen”, zeggen Arjanne en Frank. “De meeste bewoners gaan dagelijks naar hun werk. We hebben bijvoorbeeld iemand die op een peuterspeelzaal werkt, drie mensen op een zorgboerderij, iemand in een cadeauwinkel en in de papiervernietiging, een kunstenaar en twee bewoners die in de groenvoorziening werken. Zij onderhouden een mini-camping, de haven van Giekerk en de boothuizen van de KNRM in Lauwersoog. Iedereen kent ons in het dorp en toen we ons hier vestigden, zijn we meteen naar de dorpsvergadering gegaan om onze plannen uit de doeken te doen. Het is heel goed ontvangen en nu is het hier vaak de zoete inval. Kinderen uit het dorp komen spelen en meehelpen en we organiseren jaarlijks een kerstfeest. Ook gaan we één keer per jaar met z’n allen op vakantie en soms gaan we met de andere Thomashuizen een dag eropuit.”
“Zorgondernemerschap in onze franchiseformule draait om loslaten en vertrouwen geven.” Vertrouwen
Na zeven jaar Thomashuizen is de bedrijfsvoering geprofessionaliseerd. Met de komst van de nieuwe algemeen directeur Annemieke Bambach in 2007 is ook de lijn voor de toekomst gegarandeerd. Zij voelt zich verbonden met de formule en neemt steeds meer taken van de initiatiefnemer over. Van Putten: “Zij heeft ervoor gezorgd dat het aannamebeleid voor zorgondernemers kritischer is geworden en we bieden mensen een opleidingstraject. Ook worden regelmatig onafhankelijke evaluaties uitgevoerd om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. Aan de andere kant willen we ook niet teveel standaardiseren. De vraag blijft vooral of het goede hart erin zit en of je als stel stabiel genoeg bent. Ik geloof veel meer in van elkaar leren. De verschillende zorgondernemers zoeken elkaar regelmatig op. En ze spreken elkaar ook aan als ze bij een ander iets zien wat niet de bedoeling is. Dat is goud waard.” “De Thomashuizen draaien om loslaten en vertrouwen geven”, concluderen ze alledrie. “Dat is de essentie van het zorgondernemerschap in onze franchise formule. Als je dat niet doet, blijf je in het oude systeem hangen. Wij hebben een lage overhead, omdat de zorgondernemers alle verantwoordelijkheid krijgen. En nemen. Het eenvoudig houden, is het moeilijkste dat er is. En precies dat is waar we voor blijven gaan!”
Case 1
38
39
Bijzondere woonvormen
Zuiderster Baken voor jongerenhuisvesting
In Rotterdam bestaat een nijpend tekort aan jongerenwoningen. Eén en één is dus als snel twee als er op de verbindingsroute tussen Feijenoord en Katendrecht, vlakbij de Erasmusbrug en tegenover een metro-ingang ontwikkelkansen liggen voor een markant gebouw. De Zuiderster is niet alleen een architectonisch hoogstandje, maar biedt ook ruimte aan zo’n negentig jongeren, van wie er zestig begeleid worden bij het op eigen benen leren staan. Aan de Brede Hilledijk stond jarenlang een rijtje vervallen 19e-eeuwse woningen. Na het vertrek van de meubelzaak lag de weg open voor het ontwikkelen van nieuwbouwplannen. De woningen waren toen nog in beheer bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de bewoners gaven te kennen best te willen verhuizen, maar wel binnen de Afrikaanderwijk. De partij die deze herhuisvesting op zich zou nemen, kreeg het eerste ontwikkelingsrecht. Vestia Rotterdam Feijenoord pakte die handschoen op. De sloop vond plaats in 2006 en eind 2007 startte de bouw.
lende partijen is goed doordacht. Voor de bedrijfsruimten in de plint zoekt Vestia bijvoorbeeld naar ondernemers die iets toevoegen aan de wijk, maar die de jongeren van de Zuiderster ook stage- en werkplekken kunnen bieden.
Verantwoordelijkheid
Wonen in een woonfoyer biedt een veilig woon klimaat, maar schept ook verplichtingen. De zestig jongeren in de duowoningen stellen samen met de begeleiders van Flexus een plan op, waarin afspraken worden gemaakt over het bijwonen van lessen, huiswerk, het omgaan met financiën, het schoonhouden van de woning en het omgaan met medebewoners. Alles staat in het teken van zelfstandig worden en wat het betekent om verantwoordelijkheid te nemen. Voor jezelf, voor je toekomst en voor anderen.
Erkers in vijf standen
De nieuwe Zuiderster heeft een opvallende gevel, met moderne erkers die in vijf verschillende richtingen zijn gekanteld. Ze weerspiegelen niet alleen de Hollandse wolkenluchten en de metro, maar gunnen de bewoners ook een fantastisch uitzicht op de omgeving. Het complex bestaat uit vijftien driekamerwoningen en dertig duowoningen, bestemd voor twee jongeren met een eigen kamer en een gedeelde keuken, douche en toilet. Deze woningen zijn in de toekomst om te bouwen naar driekamerappartementen. Dit maakt de Zuiderster levensloopgeschikt. Ook van binnen zijn de woningen ruim en licht. Er was dan ook veel animo voor, maar Vestia Rotterdam Feijenoord koos bij de verhuur voor een sociaal betrokken invulling.
Woonfoyer
De driekamerwoningen worden verhuurd aan studenten of jongeren die in de Afrikaanderwijk werken en affiniteit hebben met jongeren met uiteenlopende achtergronden. Hun buren in de duowoningen zijn namelijk mbo-leerlingen, die door een problematische thuissituatie of persoonlijke problemen moeite hebben om hun opleiding af te ronden. Vestia ging daarvoor een samenwerkingsverband aan met de ROC’s Albeda en Zadkine en met Flexus, een instelling die jongeren begeleidt bij het zelfstandig leren wonen en werken. Zij huren één van de woningen en houden daar kantoor. Iedere dag zijn er zes begeleiders aanwezig die elk een groep jongeren begeleiden. De betrokkenheid gaat ver en de samenwerking tussen de verschil-
In kort bestek
Locatie / Rotterdam Project / Realisatie en verhuur van jongerencomplex Opdrachtgever / Vestia Rotterdam Feijenoord Zorgpartij / Flexus Jeugdplein Ontwikkelaar / Estrade Projecten Architect / Groosman Partners
Case 2
40
41
Bijzondere woonvormen
Het aantal allochtone ouderen in Nederland is de afgelopen jaren gegroeid. Vanzelfsprekend heeft dit gevolgen voor de toekomst van wonen, zorg en welzijn. Groepswonen voor allochtone ouderen is één van de antwoorden op hun woonwensen: oud worden tussen gelijkgestemden, elkaar de helpende hand kunnen bieden en een zekere mate van privacy. Die wensen gingen in vervulling voor een groep Hindoe ouderen uit Zoetermeer.
Shaanti Daam Groepswonen voor Hindoe ouderen
De groep Hindoe ouderen was al jaren op zoek naar een samenwerkingspartner om hun droom te kunnen verwezenlijken: een woongroep, waar ouderen met een hindoe-achtergrond zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en samen hun cultuur en godsdienst kunnen beleven. Zij legden contact met Vestia Zoetermeer. Een schot in de roos, want toenmalig bedrijfsdirecteur Paul Duyts was in de jaren tachtig de oprichter van één van de eerste woongroepen in Nederland en nog steeds overtuigd van dit concept. Duyts: “Een woongroep is niet alleen gezellig, maar versterkt ook de waarden die in onze samenleving soms onder dreigen te sneeuwen, zoals geborgenheid en voor elkaar zorgen.” In 2003 werd de intentieovereenkomst getekend en in 2006 werd Shaanti Daam opgeleverd, Hindoestaans voor Huis van Vrede.
Huisaltaar
Op verzoek van de Hindoe ouderen maakt hun behuizing geen deel uit van de nabijgelegen woonzorgcampus, maar is het een opzichzelfstaande voorziening. Een woontoren met 33 driekamer woningen en een grote gemeenschappelijke ruimte op de benedenverdieping. Bij de woningindeling heeft de architect zoveel mogelijk rekening gehouden met de specifieke wensen van de ouderen. Zo is er een gezamenlijke huiskamer, een grote keuken en ruimte voor een huisaltaar bij de entree van iedere woning.
Modern klimaatsysteem
De woontoren maakt bovendien deel uit van project Groosman, vernoemd naar de gelijknamige architect. In totaal zijn 215 woningen in de wijk Oosterheem uitgerust met een ingenieus verwarmingssysteem dat gebruikmaakt van water uit de grond. Dit systeem houdt de woningen in de winter warm en in de zomer koel. Een ander voordeel van deze vloer verwarming is dat de woningen heel gelijkmatig worden verwarmd. Luchtstromen en ronddwarrelend stof krijgen zo geen kans. De woningen zijn daarom heel geschikt voor mensen die last hebben van allergieën. Ook schoonmaken gaat gemakkelijk, want er zijn geen leidingen en radiatoren. Met recht een levensloopgeschikt huis dus.
In kort bestek
Locatie / Zoetermeer Project / Realisatie en verhuur van Hindoe woontoren Opdrachtgever / Vestia Zoetermeer Zorgpartij / Vereniging Woongroep Shaanti Daam Ontwikkelaar / Ceres Projecten Architect / Groosman Partners
Case 3
42
43
Bijzondere woonvormen
IJsselThuis Hospice als laatste thuishaven
In Nieuwerkerk aan den IJssel zitten grenzen aan groei als het gaat om nieuwbouw binnen de bebouwde kom. Er was dus creativiteit nodig om een bestemming te vinden voor het nieuw te bouwen hospice IJsselThuis. Die inventiviteit zou exemplarisch blijken voor het hele proces. Voor de financiering, de architectuur en het omgaan met weerstand van omwonenden.
plannen aan de buurt, kwam namelijk veel weerstand los. Omwonenden vreesden voor veel verkeer van bezoekers en rouwwagens in hun normaal gesproken rustige straat. De gemoederen liepen hoog op, ook al beloofde Vestia dat er een nieuwe ontsluiting van het hospice zou komen in het nog te ontwikkelen gebied aan de stationskant. De kantonrechter hakte uiteindelijk de knoop door en het hospice kreeg een ‘go’.
Een hospice is niet zomaar een gebouw. De laatste thuishaven waar mensen vredig en met de benodigde zorg kunnen overlijden, moet vooral warmte en geborgenheid uitstralen. Engelien Geerdink, een huisarts met wortels in de lokale Rotary, richtte Stichting IJsselthuis op om haar droom – het oprichten van een hospice – te verwezenlijken. In hun opdracht maakte architectenbureau Alberts & Van Huut een antroposofisch ontwerp, met organische lijnen en materialen die aan de buitenen binnenkant zijn doorgevoerd.
Regiofunctie
Collegiale financiering
Een onderscheidend en functioneel, maar ook een kostbaar ontwerp. Daarom ging IJsselThuis op zoek naar een financieringspartner. Woningstichting Ons Huis – die na de fusie zou veranderen in Vestia Zuidplas – wilde het initiatief ondersteunen. Ons Huis was op dat moment een kleine corporatie en zocht samenwerking met een andere corporatie om eenderde van de stichtingskosten in één keer te kunnen afboeken. Uiteindelijk bleek Spectrum Wonen uit Lochem bereid tot collegiale financiering met een looptijd van tien jaar.
Jaren na de oplevering in 2005 is nauwelijks voor te stellen dat de ontwikkelfase zo turbulent is verlopen. Hospice IJsselThuis wordt gewaardeerd door de bewoners en is volledig omarmd door de gemeenschap. Zozeer dat opbrengsten van braderieën vaak ten goede komen aan het hospice. Ook zijn er meer dan genoeg vrijwilligers die bij toerbeurt aanwezig zijn om met de bewoners te praten, te wandelen of er gewoon te zijn. Hospice IJsselThuis is kleinschalig van opzet en biedt ruimte aan vier mensen. Ze worden persoonlijk verzorgd door verpleegkundigen van hun eigen thuiszorgorganisatie Vierstroom en door De Zellingen, waardoor partners, familie en mantelzorgers worden ontlast en mensen in alle rust afscheid van elkaar kunnen nemen. Het hospice voorziet zozeer in een behoefte dat het inmiddels een regiofunctie heeft gekregen. Niet voor niets volgt hun missie het motto van de middeleeuwse Sint Martinus: Ik kan je niet beter maken, maar je wel wat beter laten voelen.
Weerstand van omwonenden
Inmiddels was binnen de gemeente Zuidplas, waar Nieuwerkerk aan den IJssel deel van uit maakt, een bouwbestemming gevonden. Vlakbij het station, dus goed bereikbaar voor bezoekers, kreeg IJsselThuis een stuk grond in erfpacht voor een symbolisch bedrag. In nauw overleg tussen architect, de bouwcommissie van IJsselThuis en Vestia kwam het programma van eisen tot stand. Er bleek echter nog een hobbel te nemen. Bij de presentatie van de
In kort bestek
Locatie / Nieuwerkerk aan den IJssel Project / Ontwikkeling en verhuur van hospice Opdrachtgever / Vestia Zuidplas Zorgpartij / Stichting IJsselThuis, Vierstroom en De Zellingen Architect / Alberts & Van Huut
Case 4
44
45
Bijzondere woonvormen
Alle soorten zorg voor 55-plussers onder één dak. Dat was de vraag vanuit zorgorganisatie De Zellingen voor de nieuwbouw van een woonzorgcentrum in het hart van Nieuwerkerk aan den IJssel. Dankzij een bijzonder en gebruiksvriendelijk concept op basis van een meanderende gang die drie gebouwen verbindt, wordt deze doelstelling bereikt én kleinschaligheid gewaarborgd. De planvorming ging niet over één nacht ijs. Al in 2000 begon de voorbereiding, want op de plek van De Meander stonden eerst een bejaardencentrum en 24 aanleunwoningen, die beheerd werden door Stichting Bejaardenzorg. Vestia – op dat moment nog Woningstichting Ons Huis – kocht de aanleunwoningen aan. Een paar jaar later volgde ook de overdracht van het bejaardencentrum. De plannen voor sloop en vervangende nieuwbouw bestonden al, maar om kapitaalvernietiging te voorkomen, onderhandelden Ons Huis, de gemeente, Stichting Bejaardenzorg en het Rijk over een constructie waardoor de boekwaarde op nul kwam te staan. Dat maakte de nieuwbouw haalbaar.
Gebundelde kennis
Met die schone lei werd een eigentijds concept uitgedacht, waarbij de kennis van de verschillende partijen – Vestia, zorginstelling De Zellingen die voortkwam uit Stichting Bejaardenzorg, de architect en de aannemer – werd gebundeld. Samen speelden zij in op de lokale behoefte om een groter en ruimer gezondheidscentrum in te bedden in de wijk Dorrestein. Het resultaat zijn kleinschalige woon vormen, waarbij drie gebouwen verbonden worden door een kronkelende gang. De naam ontstond uit een prijsvraag bij De Zellingen, waarbij de winnaar treffend opmerkte dat het leven meandert net zoals het gebouw.
Centrale straat
De Meander bestaat uit een verscheidenheid aan bewoners en woonstijlen. Gebouw A bestaat uit 23 koopappartementen en 22 vrije sectorhuurwoningen. Gebouw B is het moderne verzorgingshuis met een verpleeg- en PG-afdeling, waarvan een deel verhuurd is aan Gemiva, die zich inzet voor ouderen met een verstandelijke beperking. Gebouw C ten slotte bestaat uit 28 sociale huurwoningen en twee vrije sector woningen. De meanderende gang die alle gebouwen verbindt, oogt niet alleen vriendelijk, maar fungeert ook als centrale straat waarop bedrijfsruimten, kinderopvang, dagactiviteiten en personeelsvoorzieningen uit komen. Bewoners kunnen binnendoor bijvoorbeeld hun partner in het verpleeghuis in gebouw B bezoeken, terwijl ze zelf nog zelfstandig in gebouw A wonen.
Woonzorgcentrum De Meander Het leven meandert zoals het gebouw
De bewoners zijn meer dan tevreden. De stijlvolle uitstraling, die grotendeels door De Zellingen is bekostigd, het hoge voorzieningenniveau en de handige inrichting sluiten aan bij hun behoeften. Zo is de hoofdslaapkamer van de appartementen via een schuifdeur verbonden met de woonkamer. Prettig om één grote ruimte te kunnen creëren als één van de partners bedlegerig is, maar ook fijn als meer privacy gewenst is.
Dorp in een gebouw
Bij de nieuwbouw hoort ook een andere manier van organiseren. Het centrale restaurant wordt veel gebruikt; als het niet nodig is worden de maaltijden niet aan huis bezorgd. Ook de zitjes rond de vides op de woonverdiepingen zijn vaak bezet. Je ziet dat mensen meer bij elkaar op de koffie gaan. De Meander is als het ware een dorp in een gebouw geworden.
In kort bestek
Locatie / Nieuwerkerk aan den IJssel Project / Realisatie en verhuur van woonzorgcentrum Opdrachtgever / Vestia Zuidplas Zorgpartij / De Zellingen en Gemiva-SVG Groep Ontwikkelaar / Estrade Projecten Architect / Jorissen Simonetti
46
Vestia Groep Kruisplein 15 3014 db Rotterdam telefoon (010) 270 57 05 Ceres Projecten Leeghwaterplein 45 2521 db Den Haag telefoon (070) 413 63 53 Estrade Projecten Paul Krugerstraat 181 3072 gj Rotterdam telefoon (010) 270 56 00 www.vestia.nl
Colofon Tekst – Tigges strategie concept ontwerp Fotografie – Lennaert Ruinen – Annemiek van Kinderen – Rob van der Pas – Vestia Ontwerp – L5 communicatie + design Drukwerk – Platform P Oplage – 2500 exemplaren April 2011